ECONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN
De schim van Bretton Woods
Goud heeft altijd een bijzondere aantrekkingskracht
gehad. Er zijn zelfs economen die dit metaal bijna bovennatuurlijke eigenschappen toeschrijven. Zo wint in de VS
de opvatting terrein dat koppeling van de dollar aan het
goud, en van de Europese valuta aan de dollar de wereld
van de economische ondergang zal weten te redden. De
zekerheid in de economieen zou erdoor toenemen en inflatie en begrotingstekorten zouden spoedig tot de curieuze
extremiteiten van een oud stelsel behoren.
Het plotseling weer toenemen van de belangstelling
voor goud en voor herinvoering van de zogenaamde
goudwisselstandaard past in het beeld van toenemend
vertrouwen in het marktmechanisme. De werking van de
goudwisselstandaard is in beginsel immers gebaseerd op
automatisch herstel van economische onevenwichtigheden door middel van de krachten van de markt. Voor een
actief overheidsbeleid is geen plaats. Een te ruim monetair
beleid dat slechts de inflatie aanwakkert, wordt afgestraft
door tekorten op de lopende en kapitaalrekening van de betalingsbalans. Goud en deviezen vloeien af en vanwege
de koppeling van de omvang van de binnenlandse geldhoeveelheid aan de goud- en deviezenvoorraad, gaat de
geldhoeveelheid weerdalen.
Rigoureuze koppeling van de valuta aan het goud beperkt ook de mogelij kheden voor het voeren van een begrolingsbeleid. Financieringstekorten leiden slechts tot prijsstijgingen — waarna tekorten op de betalingsbalans weer
tot deflatie dwingen —, of tot rentestijgingen. Het bestedingseffect van de overheidsuitgaven wordt in beidegevallen volledig teniet gedaan. Ook een, uit binnenlandse overweging, nagestreefde lage rentestand zal niettot het beoogde resultaat leiden. Hier gooit het kapitaalverkeer roet in
het eten. Goud en deviezen zullen naar het buitenland afvloeien, waardoorde rente weer zal stijgen.
Het valt te begrijpen dat voorstanders van het terugdringen van de rol van de overheid de goudwisselstandaard
wenselijk achten. Maar is herinvoering ervan ook haalbaar? Aanhangers van de koppeling van de valuta aan het
goud zijn blijkbaar de kwalen vergeten waaraan het
systeem van Bretton Woods in 1971 ten onder is gegaan.
Prijzen, lonen en rentestanden bleken niet d ie flexibiliteit te
bezitten die binnen het stelsel vereist was. Daardoor bleven
binnenlandse aanpassingen achterwege. Bovendien taande, als gevolg van het grote Amerikaanse betalingsbalanstekort, het internationale vertrouwen in het beleid van de
VS, en daarmee in de sleutelvaluta van het stelsel. Dollars
en dollarobligaties werden internationaal niet langer als
reservemiddel geaccepteerd. De verleiding om in andere
valuta dan de dollar of in goud te vluchten werd te groot.
Ten slotte moest de band van de dollar met het goud worden losgelaten.
Het ziet er niet naar uit dat het vertrouwen in het Amerikaanse beleid nu opeens veel groter is geworden. Integendeel: de nadruk die de Federal Reserve Board (FED) legt
op de beheersing van de geldhoeveelheid heeft tot heftige
fluctuaties van het Amerikaanse renteniveau en de koers
van de dollar geleid. De effecten daarvan op de Europese
economieen worden genegeerd, de pleidooien van Europese ministers ten spijt. Ook het Amerikaanse begrotingstekort wordt, mede door de naar Europese maatstaven
onwerkelijk aandoende belastingverlagingen, maar niet
ESB 31-3-1982
teruggebracht. Het internationale vertrouwen in het Amerikaanse beleid houdtdaardoor niet over. Maar ook,,binnenshuis” botert het niet. Het Witte Huis beschuldigt de
FEDervaner niet in teslagende binnenlandse geldhoeveelheid tebeheersen. Deopen-marktpolitiekdiedeFEDvoert
om de reserves van de banken te bei’nvloeden is een te indirect middel om de geldhoeveelheid te controleren. Een
kredietrestrictie zou effectiever zijn en renteschommelingen kunnen voorkomen. De FED verwijtdaarentegenhet
Witte Huis te weinig te doen aan het begrotingstekort. De
omvang daarvan maakt beheersing van de geldhoeveelheid, van de inflatie, en eendalingvande rente onmogelijk.
Al metal lijkt het klimaat voor rent ree van het goud d us niet
erg gunstig.
Maar ook als binnen en buiten de VS het vertrouwen in
het Amerikaanse economische beleid zou terugkeren,
roept herinvoering van de goudwisselstandaard nogallerlei problemen op. Het vraagstuk van de dubbele prijs van
goud — een monetaire prijs en een vrije-marktprijs — zou
weer in alle hevigheid opduiken. Een complicatie is bovendien dat de goudproduktie hoofdzakelijk in handen is van
Zuid-Afrika en de Sovjetunie. Daarnaast is het twijfelachtig of de produktie vangoud voldoende is om inde behoefte
aan goud te voorzien. Het gevaar is groot dat tekortlanden
onvoldoende middelen hebben om, door interventie op de
valutamarkt, hun munt te ondersteunen. Zij worden gedwongen binnenslands zeer drastisch aan te passen en hebben geen mogelijkheid de aanpassing over de tijd uit te smeren. De prijs van de goudwisselstandaard wordt voor deze
landen dan wel erg hoog. Het ligt voor de hand dat zij er de
voorkeur aan zullen geven hun toevlucht te zoeken in beperkingen van het kapitaalverkeer of devalutie van de valuta. Zo ondergraaft het stelsel zich zelf.
Goud mag dan zijn aantrekkingskracht hebben, een actievere rol in het internationale monetaire systeem ligt niet
voor de hand. Het kost al moeite genoeg om een systeem
waarin wisselkoersen binnen zekere grenzen aanpasbaar
zijn, in stand te houden. De spanningen in het EMS bewijzen dat. Een voorwaarde voor elk systeem met min of meer
vaste wisselkoersen is dat er internationale overeenstemming bestaat over de te voeren binnenlandse politick. Is
deze overeenstemming er niet, en voert het ene land een
aanpassingspolitiek terwijl het andere land de valutadevalueert, dan leidt dit tot spanningen. lllustratief is de reactie van de lidstaten van het EMS op de hoge Amerikaanse
rentestand. Frankrijk en Italic leggen nadruk op het voeren
van een eigen rentebeleid, waarbij de rente meer is afgestemd op de binnenlandse conjuncturele situatie. Duitsland en Nederland daarerttegen zweren bij binnenlandse
aanpassingen en stabiele wisselkoersen.
Als het EM S al door interne spanningen in twee kampen
uiteen dreigt te vallen, zou het nog veel strakkere regime
van de goudwisselstandaard dan wel stand kunnen houden? De kansen daarop zijn zeergering. Herinvoering van
het Bretton Woodsstelsellijktzeker niet het wondermiddel
waarvoor sommigen het houden. Integendeel: het zou de
tegenstellingen slechts verscherpen.
H. Kamps
321