Jf -JULI 1928 Economisch-Statistische Berichten ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER 13E Jaargang WOENSDAG 4 JULI 1928 No. 653 STOOMVAART’MAATSCHAPPIJ —NEDERLANDfl – Amsterdam ROTTERDAMSCHE LLOYD Rotterdam MAIL-, PASSAGIERS- EN VRACHTBOOTENDIENST HOLLANDŠJAVA vice versa via SUEZ KANAAL JAVA ŠNEW YORK LIJN Geregelde vrachtbootendienst tus- schen Nederlandsch-Indië en de Oostkust van Noord-Amerika in samenwerking met andere Maat¬ schappijen. J AVA ŠBENGALEN LIJN Geregelde dienst tusschen Neder- landsch-Indië, Rangoon en Calcutta. J AVAŠP A C I F I C L IJ N Geregelde vrachtbootendienst tus¬ schen Nederlandsch-Indië, Singa¬ pore en de Westkust van Noord- Amerika. Afdeeling Drijfwerk STORK™S NIEUW ZELF= SMEREND KUS S E N= BLOK GOED en GOEDKOOP HENGELO Het Handelsblad 1 O O JAAR het familieblad der beschaafde kringen. Elke adverteerder weet wat dat zeggen will Algemeen Handelsblad Afd. Advertentiën – Amsterdam Poorters- Toeback 30 ct.per half ons. Nederlandsche Hypotheekbank opgericht te Veendam in ,89°- Directie: Mr. M. j. BOS Mr. J. WILKENS. Kapitaal . f 4.000.000,Š Reserves . ruim f 2.200.000,Š Hypotheken.plm. f 54.000.000,Š Pandbrieven.plm. f 51.000.000,Š i’U°lo Pandbrieven a 99‚/20/0 Bij omwisseling tegen uitgelote pandbrieven is de koers i/2 °/o lager. ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING BOTTERDAM AMSTERDAM DEN HAAG KAPITAAL / 50.000.000 RESERVE / 2Q OOO. OOO DEPOSITO’S CHEQUE REKENINGEN MET RENTEVERGOEDING ALLE BANKZAKEN 9 & ER 15 MAAR EEN KAREL I RJEESiZOONEK Ao 1720 Bankiers en Assurantie-Makelaars ROTTERDAM Safe-Deposit Bezorging van alle Verzekeringen N.V. GEMEENSCHAPPELIJK BEZIT VAN A ANDREI.EN PHILIPS™ GLOEILAMPENFABRIEKEN,! gevestigd te EINDHOVEN. UITGIFTE van f 1.758.000,Š 6 pCt. Cumulatief Preferente Winstdeelende Aandeelen, in stukken van … 1000,Š elk en / 4.427.000,Š Gewone Aandeelen, in stukken van … 1000, Š elk, beide soorten aandeelen ten volle deelende in de winst over het boekjaar 1928. Ondergeteekende bericht, dat de INSCHRIJVING op boven¬ genoemde aandeelen is opengesteld op DINSDAG 10 JULI 1928, van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur, voor de 6 pCt. Cum. Pref. Winstd. Aandeelen, uitsluitend voor de houders van de niet in het bezit der Vennootschap zijnde 6 pCt. Cum. Pref. Winstd. Aandeelen, zoowel in de N.V. PHILIPS’ GLOEILAMPENFABRIEKEN, als in de N.V. GEMEENSCHAP¬ PELIJK BEZIT VAN AANDEELEN PHILIPS™ GLOEILAMPEN¬ FABRIEKEN, tot den koers van 130 pCt. voor de Gewone Aandeelen, uitsluitend voor houders van de niet in het bezit der Vennootschap zijnde Gewone Aandeelen, zoowel in de N.V. PHILIPS™ GLOEILAMPENFABRIEKEN, als in de N.V. GEMEENSCHAPPELIJK BEZIT VAN AANDEELEN PHILIPS™ GLOEILAMPENFABRIEKEN, met uitzondering van de zich in het bezit van de International General Electric Company bevin¬ dende 4168 Gewone Aandeelen N.V. PHILIPS™ GLOEILAMPEN¬ FABRIEKEN, tot den koers van 250 pCt. te AMSTERDAM ten kantore van de ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING en van de Firma DUNLOP EN PHILIPS; te ROTTERDAM ten kantore van de ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING; te ™s-GRAVENHAGE ten kantore van de ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING; te ZALTBOMMEL ten kantore van de Fa. FRED. PHILIPS; te EINDHOVEN ten kantore der N.V. PHILIPS™ GLOEILAMPENFABRIEKEN, óp de voorwaarden van het Prospectus d.d. 2 Juli 1928. Prospectussen en inschrijvingsbiljetten zijn bij de kantoren van inschrijving verkrijgbaar. DE DIRECTIE der N.V. PHILIPS™ GLOEILAMPENFABRIEKEN EINDHOVEN, 2 Juli 1928. OPEN HEM DE DEUR NILLMIJ BIEDT DAARTOE DEN SLEUTEL: VERZEKERING VOOR KINDERVERZORGING 1 ™S-GRAVENHAGE I | AMSTERDAM – UTRECHT § iiiiiiiiuiimriiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiminuiinimiiiimiiiiimifmmiiiiiHuin Adverteeren geeft succes Waarom adverteeren in, en ™n exempl. koopen van KELLY™S DIRECTORY? Omdat deze uitgave jaarlijks wordt gekocht en geraadpleegd door tien- duizende groote firma™s over de geheele wereld, en U, wanneer Uw naam daarin opvallend is gedrukt, voortdurend export2anvragen zult ontvangen. Op Uw beurt vindt U er de ad. essen in van alle handelslichamen, welke in Uw artikel belang stellen, zoodat de gelegenheid om het aantal Uwer relaties uit te breiden, voor het grij¬ pen ligt. Wanneer U Exporteur, importeur, Fabrikant of Groothandelaar is, moogt U niet nalaten zich ten minste van de uitstekend bekend staande Kelly™s Directory op de hoogte te stellen. Vraagt kosteloos prospectus of bezoek van een vertegenwoordi¬ ger aan NIJGH & VAN DITMAR™S UITGEVERSMAATSCHAPPIJ WIJNHAVEN 113 Š ROTTERDAM TELEFOONNUMMER 7843 4 JULI 1928 AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN. Economisch-Statistische Berichten ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN 13E Jaargang WOENSDAG 4 JULI 1928 No. 653 INHOUD. Blz. Hilversum en haar verbinding te water I door Mr. P. J. Reymer. 560 De Elfde Internationale Arbeidsconferentie door Mej. Mr. G. J. Stemberg. .. 567 De Juni-zitting van bet Financieel Comité van den Volkenbond door Mr. Dr. J. van Wairé de Bordes.. 570 De Internationale Scheepvaartconferentie 1928 door G. L Heer is. 571 De handel tusscken Nederland en Nederlandsch-Indië door A.W. Volm. 574 BUITENLANDSCHE MEDEWERKING : Duitschland onder het herstelrégime door Dr. F. H. Repelius . 575 De stabilisatie van het geldwezen in Griekenland door Prof. Xénophon Zolotas. 577 Maandcijfers: Postcheque en Girodienst . 580 Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam . 580 Rijkspostspaarbank . 580 Statistieken en Overzichten. 580Š588 Geldkoersen. I Bankstaten. I Goederenhandel. Wisselkoersen. | Effectenbeurzen. j Verkeerswezen. INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN. Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN. COMMISSIE VAN ADVIES: Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van hennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen Baron Rengers; Prof. Mr. 77. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries. Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: S. Posthuma. Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam. Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408. Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland … 20,Š. Buitenland en Koloniën … 23,Š per jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis. De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont¬ vangen de abonné™s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo¬ ver daaromtrent niet anders wordt beslist. Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg. Advertenties … 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver¬ tenties: Nijgh & van Ditmar™s Uitgevers-Maatschappij, Rot¬ terdam, Amsterdam, ™s-Gravenhage. Postchèque- en giro¬ rekening No. 6729. 3 JULI 1928. De geldmarkt stond gedurende de afgeloopen be- richtsperiode natuurlijk in het teeken van de maands- resp. halfjaarswisseling. Tegen het einde der week werd geld heel sehaarsch en primawissels vonden ten slotte slechts moeilijk plaatsing tegen 4pCt. Heden was er al een kleine ontspanning te bespeuren. Call- gelden, aanvankelijk heel ruim, waren eveneens moeilijk te krijgen; de call-rente liep op tot 4 a DA pOt. Prolongatie 4Š4J4’Š4H pCt. Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank teekent de invloed van de maandswisseling zich af in een stijging van de posten binnenlandsche wissels en beleeningen. De stijging bedraagt voor den post binnenlandsche wissels bijna f 4 millioen, voor de beleeningen meer dan f 40 millioen. Het saldo in rekening-courant van het Rijk, dat op de vorige weekbalans nog bijna f 9,5 millioen be¬ droeg, heeft thans plaats gemaakt voor een renteloos voorschot van ruim f 12 millioen. De post papier op het buitenland daalde met nage¬ noeg f 1 millioen, de post diverse rekeningen onder het actief mét ruim f 7,5 millioen. Een vermindering, voornamelijk van den post zilveren munt, veroorzaakte een afneming van den metaalvoorraad van een kleine f 0,4 millioeD. De rekening-courant-saldi van anderen stegen met ruim f 4 millioen. De post diverse rekeningen onder het passief liep terug met ruim f 8,5 millioen, blijk¬ baar als resultaat van de in de Aigemeene Verga¬ dering genomen besluiten betreffende de winstuit- deeling. De bankbiljetten in omloop vermeerderden van ruim f 768 millioen met ruim f 60,5 millioen tot bijna f829 millioen. Het beschikbaar metaalsaldo nam van ruim f 294,7 millioen met ruim f 11,6 mil¬ lioen af tot ruim f 283,1 millioen. Het dekkings¬ percentage bedraagt ruim 52. Op de wisselmarkt ging niet veel om en zaken bleven moeilijk. De koersen waren over het geheel genomen onder den invloed van het duurdere geld flauw. Het £ liep tot 12.09*Hs terug, terwijl de $ op 2.4805 kwam. Fransche Franken liepen eerst door dekkingen van baisse-speculanten op tot 9.77, doch sloten op 9.74A. Zwitserland na 47.88Š47.83. Op de termijnmarkt was veel aanbod van contante deviezen waar te nemen. LONDEN, 2 JULI 1928. Van den eersten dag van verleden week af heeft de markt toebereidselen gemaakt voor het einde van het halve jaar door op ruime schaal van de Bank van Engeland te leenen. Op Zaterdag moet het totaal van de van dè Bank geleende sommen een zeer be¬ langrijk cijfer bereikt hebben. Voor accommodatie tot na den 30sten Juni werd tot op het laatst grif tot 5A pCt. betaald. Deze ruime leeningen van de Bank maakten het —overnightfl geld natuurlijk zeer overvloedig, dat dan ook tot koersen van ongeveer 3At pCt. beschikbaar was. Disconto bleef zeer vast en werd nog iets duurder op 9% a 81B/ie pCt. voor 3 maands prima bank- accepten, terwijl hier en daar verkoopen voor leve¬ ring begin Juli a 311/16 tot stand kwamen. Op het oogenblik, na afloop van het halve jaar, is geld en ook disconto iets gemakkelijker; disconto noteert weder 313/i6-K. 566 * ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 4 Juli 1928 HILVERSUM EN HAAR VERBINDING TE WATER. I. Wanneer in deze artikelen gesproken zal worden over Hilversum en liare verbinding te water, is het wel overbodig uitvoerig stil te staan bij de ontwikke¬ ling dezer gemeente. Het mag aks voldoende bekend worden verondersteld, dat het aanvankelijk onbeteekenend heidedorp Hilver¬ sum, wiens bewoners in den aanvang voornamelijk in de beoefening van akkerbouw en veeteelt hun bestaan vonden door . den loop der eeuwen zich heeft ontwik¬ keld tot de ‘grootste en ongetwijfeld niet de minst wel¬ varende gemeente van ‚het Gooi, met een zielental, dat Thans de 50.000™ heeft overschreden. Wie zich om¬ trent de geschiedenis dezer schoon© gemeente meer gedetailleerd op de hoogte wil stellen, vindt in het gedenkboek van Hilversum, dn 1924 door het gemeen¬ tebestuur bij gelegenheid van het 500-jarig zelfstandig bestaan der gemeente. uitgegeven, een bron van rijke gegevens. Er moge hier slechts worden aangeteekemd, dat Hilversum op het eind van 1800′ nog slechts 3500 inwoners telde. In 1880 was het bevolkingscijfer ge¬ stegen tot 9.688, in 1890 tot 12.602, in 1900 tot 20.288, in 1910 tot 31.792, in 1920 tot 39.026 en thans tot meer dan 50.000. Een bevolkingstoeneming, welke hare wedergade in Nederland nauwelijks zal vinden. Yan groeten invloed op de ontwikkeling der ge¬ meente is ongetwijfeld de aanleg van den O-osterspoor¬ weg in 1870 geweest, want de bevolking is na dit jaar in steeds sneller tempo vooruitgegaan. De aanleg van dezen spoorweg maakte het voor1 vele bewoners der hoofdstad mogelijk, zich in het natuurschoonrijke Gooi te vestigen. Langzamerhand komen na den spoorweg¬ aanleg de prachtige villawijken tot ontwikkeling. Het karakter der gemeente en harer bevolking wijzigt’ zich volkomen. De aanfoouw van nieuwe wijken doet een groote vraag naar bekwame handwerkslieden ontstaan, daarnaast leidt de vestiging van gegoede ingezetenen -als van zelf tot de opkomst van een bloeienden mid¬ denstand, welke de kern der bevolking uitmaakt. De boerenbevolking komt spoedig in de minderheid. De oude weverijen weten zich te handhaven en vormen voor tal van arbeidersgezinnen de ‘bestaanslbron; daar¬ nevens komen eenige andere fabrieken zich vestigen, waaronder echter geen enkele met uitgesproken karak¬ ter van groot-indu™strie. Een uitzondering is te maken voor de Nederlandsche Seintoestellenfabriek, waar thans meer dan 1000 arbeiders te werk zijn gesteld. Deze historische gegevens worden voorop gesteld, omdat deze omstandigheden nauw samenhangen met %€de vraag, óp welke wijze in de behoeften van zulk een belangrijk bevolkingscentrum als Hilversum thans is geworden, wordt voorzien. Reeds is erop gewezen, dat Hilversum is gelegen aan den belangrijken spoorweg van Amsterdam naar het Oosten des rijks. Hieraan moet nog worden toe- gevoegd, dat de gemeente met de hoofdstad is verbon¬ den door de Gooische stoomtram en een autobusdienst en met het naburige Utrecht zoowel met een spoorweg als met een autobusdienst. Van uit, de omliggende gemeenten worden bovendien op Hilversum autobus¬ diensten in stand gehouden. Aan verkeersmiddelen te land is dus geen gebrék. Volledigheidshalve moet worden vermeld, dat deze gemeente ook te water te bereiken is en wel van uit de Vecht bijl de sluis te Uitermeer via de ™s-Gravelandsche en de Gooische vaart. Wie zou meenen, dat dit vaarwater voor het goederenvervoer van, maar vooral naar deze gemeente zonder eenige beteekenis is, zou zich vergissen, gelijk nader zal worden aangetoond. De geschiedenis van dit vaarwater gaat terug tot aan het begin van de zeventiende eeuw. De ™s-Grave- landische vaart was in die jaren noodig voor de ont¬ ginning van de moerassige heide ter plaatse van het tegenwoordige ™s-Graveland, voor welke ontginning in 1625 aan eenige Amsterdamse!!© heeren concessie was verleend. In de jaren 1638 en 1639 werd deze vaart do’orgetrofcben tot de Vecht en met dit vaarwater in verbinding gebracht door de sluis te Uitermeer. De aanleg van de ™s-Gravelandsche vaart maakte het ook voor Hilversum mogelijk een scheepvaartverbinding te verkrijgen. Verschillende invloeden, vooral uit het toenmaals veel maohtiger Naarden, dat de con¬ currentie van de ,te Hilversum opkomende nijverheid duchtte, hebben kunnen bewerken, dat de vaart eerst in het begin van de 18e eeuw gereed kwam tot aan de Hilversumsche bouwlanden. De doorgraving tot op het tegenwoordig punt aan. de Havenstraat was eerst in 1876 voltooid. Hilversum was toen eindelijk in het bezit gekomen van een vaart en een haven, waaraan echter sedert 1876 geen noemenswaardige verbeteringen hebben plaaTs gehad. Zoolang Hilver¬ sum een plaats van bescheiden beteekenis was, ‘heeft ‚deze vaart in de scheepvaartbehoeften der gemeente behoorlijk kunnen voorzien. Wanneer na dezen terugblik in de geschiedenis de geweldige bevolkingsaanwas, waarvan in het begin werd gewaagd, in aanmerking wordt genomen, dan is het ook voor den oningewijde alleszins aannemelijk, dat tegenwoordig aan den waterweg naar deze ge¬ meente eisehen worden gesteld, waaraan deze in. geen enkel opzicht meer beantwoordt. Technisch en econo¬ misch voldoet de vaart sedert lang niet meer en zijn Omtrent het voortduren van deze verbinding tal van klachten vernomen. Reeds voor 1915 waren de tekortkomingen van de vaart zoo in het oog loopend, dat de Kamer van Koop¬ handel en Fabrieken, zoowel als het gemeentebestuur, hun aandacht aan deze zaak moesten geven. In 1914 werd door den ingenieur van publiëke werken dezer gemeente uiteengezet, welke verbeteringen aan de vaart zouden moeten worden uitgevoerd om deze aan nog maar bescheiden eisehen te laten voldoen. Onder- liandelingen met het dagelijksch bestuur der provincie leidden tot geen resultaat. Het vraagstuk bleef sleepende, totdat na de wette¬ lijke reorganisatie van de Kamers van Koophandel, de Kamer voor Gooiland meende hare schouders er onder te moeten zetten. Aan deze Kamer van. Koop¬ handel komt de eer toe deze belangrijke, aangelegen¬ heid onder1 de algemeen© aandacht te hebben gébracht. In Februari 1924 werd een commissie gevormd, om een onderzoek in te stellen naar en het totstand komen te bevorderen van de uit een technisch en eco¬ nomisch oogpunt meest in aanmerking komende wijze van verbetering van, de verbinding van het Gooi met de scheepvaartwegen in Nederland. De korte bena¬ ming van de commissie is: ‚het Gooisch Kanalencomité. Aan den heer Ingenieur A. A. Mussent werd opge¬ dragen een rapport samen te stellen. Dit rapport werd in Februari 1926 nitgébracht; de conclusies van dit rapport werden volkomen door het comité aanvaard. In dit wel doordacht, logisch gebauwd en rijk ge¬ documenteerd rapport, waarvoor den samensteller op meer dan. een plaats, nog laatstelijk in de openbare vergadering der Provinciale ‚Staten van Noord Hol¬ land, een welverdiende hulde is gebracht en waarvan voor de samenstelling dezer artikelen een dankbaar gebruik is gemaakt, wordt onafwijsbaar aangetoond, dat de bestaande vaart niet voldoet aan de uit tech¬ nisch en economisch oogpunt te stellen eisehen. Maar ook wordt het bewijs getoond, dat de vaart ook niet zoodanig is te verbeteren, dat zij’ wel aan die eisehen zal beantwoorden, zoodat wordt geconcludeerd tot aanleg van een nieuwen waterweg buiten de ™s-Gra- velandsche vaart om. In i'(‚knopten vorm mogen ‚thans eenige gegevens volgen, welke vorenstaande stelling verduidelijken. De afmetingen van de ™s-Gravelandsche vaart van af Uitermeer tot bijl het dorp ™s Graveland doen verwach¬ ten, dat schepen met een laadvermogen tot 100 ton van de vaart gebruik kunnen maken. Daarvan is even- 4 Juli 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 567 wel geen sprake; de ‘beschikbare vaardiepte is daar¬ voor veel te gering. Op (bet ondiepste punt is deze diepte slechts 1.25 M., bijl lagere waterstanden nog be- teekenend minder. Voor schepen van- 100 ton is de diepte 0.75 M. te weinig. Slechts voor schepen van geringe afmetingen is de vaart bruikbaar. Uit de statistieken blijkt, dat de ge¬ middelde tonneninhoud der vaartuigen slechts 34 be¬ draagt. Echter moeten de vaartuigen niet grooter zijn dan 20 a 25 ton, om zonder groo-te bezwaren van. dit water gebruik te kunnen maken. Zoo goed en kwaad als het gaat trachten ook schepen van grooter afme¬ tingen wel naar Hilversum op te varen, doch zij on¬ dervinden schier onoverkomelijke moeilijkheden. Meestal beproeft men ‘dit zoo, dat opgevaren wordt tot aan den grond wordt ‘geraakt. Naarmate het schip grooter is en ihet water lager geschiedt dit dichter nabij’ IJitermeer. Vletten komen dan (hulp bieden. Zijn de vaartuigen door gedeeltelijke overlading van hun vracht op de vletten weder vlot gekomen, dan, vaart men weer door tot opnieuw aan den grond wordt geraakt. Herhaling der overlading vindt plaats. Vooral in de nabijheid van het Luye gat ‘kan men dagelijks dit vleibedrijlf aanschouwen. Met sterk ge¬ broken lading vervolgen de vaartuigen dan hun weg, gejaagd of geboomd, daar gebruik van den motor is verboden. Het elkander passeeren van de vaartuigen kan niet ‘dan met de grootste omzichtigheid geschie¬ den. De in dit voorjaar heerschende droogte, gepaard gaande met gestadigen oostenwind deden het water¬ peil in de vaart zoodanig dalen, dat de scheepvaart niet meer mogelijik was. Zoo ooit, dan is toen de on¬ houdbare toestand wel duidelijk ‘aangetoond. De dag¬ bladpers uit die dagen heeft daarop in woord en beeld in ruimen ‘kring de aandacht gevestigd. Deize toestand, was mede hieraan toe te ‘schrijven, dat zij’, die het, waterpeil in de vaart hadden kunnen doen oploopen, daartoe niet dan nla zeer moeizame pogingen waren te vinden; ook al was men van die zijde gaarne be¬ reid de helpende hand te bieden, de verantwoordelijk¬ heid voor de gevolgen, ‘zoowel als onbevoegdheid leidden ongewild tot niets doen met al de n-adeelige gevolgen voor scheepvaart en handel. Behalve voor wat betreft de Gooische vaart, welke in beheer en onderhoud is bij’ de gemeente Hilversum, heeft het bestuur dezer gemeente niet den minsten invloed op het in goed brui’kbaren staat houden van het verder gedeelte van haren waterweg. Daarvoor is de polder ™is Graveland verantwoordelijk en deze be¬ hoeft haar zorgen niet verder uit te strekken als de polderkeur gebiedt; voor de belangen van de scheep¬ vaart naar Hilversum heeft zij niet te waken. Men kan zonder overdrijving -dezen toestand wel als on¬ houdbaar kenschetsen. De waterweg komt voorts zoo noordelijk op de Vecht uit, dat de uit het zuiden komende schepen een groe¬ ten omweg moeten -maken. Verbetering van dezen waterweg moet onuitvoer¬ baar worden geacht, of is alleen te verkrijgen bij! uit¬ voering van zeer kostbare- wefken. De ‘bebouwing van het dorp ™s Graveland staat aan den rand van de vaart. Verbreeding aldaar is dus uitgesloten. Ook al zou overigens verbetering mogelijk zijn, dan nog zou in ™s Graveland de vaarweg volkomen onvoldoende blijven. Is derhalve scheepvaartkundig -de toestand niet te verdedigen, ook uit economisch oogpunt kan. daarin niet worden berust. Met cijfers is aan te toonen, dat, zal in de naaste toekomst de voorziening in. de behoef¬ ten van deze dichtbevolkte streek Š men neme- in aan¬ merking, dat de vaart niet alleen vo-or Hilversum, maar ook voor een belangrijk deel van het overig Gooi van beteekenis is Š op de doeltreffendste wijize plaats hebben, nu plannen dienen te worden beraamd en tot uitvoering te worden gebracht, welke daartoe dienstig kunnen zijln. Uit de Rijlosscheepvaartstatistiek -blijkt, dat de ™s-Gravelandsche vaart over de jaren 1918Š1924 ge¬ middeld per jaar in op- en afvaart -werd bevaren door 3670 vaartuigen met een totaal laadvermogen van 120000 S. T., alzoo met een gemiddeld laadvermogen van. 33 S. T. Volgens de in het archief der gemeente Hilversum berustende gegevens werd in de haven dier gemeente in de jaren 1918Š1925 de volgende scheepvaartbewe- ging waargenomen: Jaar. Aantal Totaal laadver- -schelpen. mogen in S. T. 1918 . 1159 33.708 1919 . 1165 42.271 1920 . 1735 60.833 1921 . 1367 . 54.821 1922 . 1211 48.935 1923 . . . 1. 1312 56.496 1924 . 2382 92,931 1925 . 2607 93.281 Door speciale waarneming gedurende ‘het tweede halfjaar 1924 heeft de rapporteur van het Gooisch .Kanalencomité getracht nauwkeuriger gegevens te verkrijgen over de goederenbeweging langs de Gooi- scihe waterwegen. Daarbij bleek, dat in dit halfjaar de Hilversumsche haven werd bezocht -door vaartui¬ gen met een totaal laadvermogen van 44.499 ton en met een goederenaanvoer van 37.709 ton. De ladings- coëfficiënt voor de binnenkomende -schepen was dus toen 0.85. De uitgaande lading bedroeg slechts 3662 ton; de ladingsccëfficiënt was voor de uitgaande vaartuigen te stellen op 0.08. De totale goederenbe¬ weging bedraagt mitsdien 0.93 p-Ct. van alle vaartui¬ gen. Wordt -deze coëfficiënt nu toegepast op het totaal laadvermogen, dat in het tijdvak van 1920Š 1924 op de ™s Gravelaaidsdhe vaart werd waargeno¬ men, dan is de aan- en afvoer van goederen op deze vaart te stellen op 0.93 X 120.000 = pljm. 112.000 ton. Trekt men daarvan af 10.000 ton, welke geacht kunnen worden te zijn bestemd geweest voor Korten- hoef, dan is het goederenvervoer naar het Zuidelijk deel van het Gooi te -stellen op pl.m. 102.000’ ton. Het goederenvervoer per spoor naar Hilversum bedroeg over de jaren 1920 tot en met 1924 gemiddeld per jaar rond 117.000 ton, waaronder niet- is begrepen het goederenvervoer per Gooische stoomtram. Over dit vervoer -staan geen gegevens ten dienste, zoo min als over het, vervoer per vrachtauto™s. De goederenbeweging -naar ‘deze gemeente ‚is dus zeer belangrijk en wel van zoodanigen omvan-g, dat een ernstig onderzoek hoe op de kosten van dit ver¬ voer in ‘het belang der ingezetenen is te bezuinigen, volkomen op zijn plaats is. Mr. P. J. Reymer. (Slot volgt). DE ELFDE INTERNATIONALE ARBEIDS- CONFERENTIE. Van 30 Mei tot 16 Juni had te Genève de Interna¬ tionale Arbeidsconferentie plaats, welke ingevolge het ‘bepaalde- hij artikel 389 van het Vredesverdrag van Versailles ten ministe éénmaal per jaar gehouden moet worden. Op de agenda waren ingeschreven de volgen¬ de onderwerpen: le. methoden van vaststelling van minimum loo-nen; 2e. vóórkomen van arbeidsongeval¬ len, daaronder begrepen ongevallen bij de koppeling bij1 de spoorwegen. Bovendien werd het jaarrapport van den Directeur van het Internationaal Arbeidsbu¬ reau behandeld en moest het reglement- der Co-riferen- tie wederom eenige wijziging ondergaan; de jaarver¬ slagen, door de Regeeringen uitgebracbt krachtens art. 408 van voornoemd Vredesverdrag, moesten on¬ derzocht worden en voorts ‘behoorde -de verkiezing van de leden van den Raad. van Beheer te geschieden. H-et zou mij te ver voeren om hier achtereenvolgens alle werkzaamheden van de Conferentie te bespreken. Ik wil mij! beperken tot enkele onderwerpen van meer algemeen belang, zoodat -dit kort overzicht -geen volle¬ dig overzicht zal -zijln. Een zelfde beperking moet ik mij’ reeds dadelijk op- 568 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 4 Juli 1928 leggen tij de vermelding van de debatten over bet jaarrapport van den Directeur, waaraan ongeveer 40 sprekers deelnamen. Slechts op een tweetal onderwer¬ pen, daarbij naar voren gebracht, wil ik hier de aan¬ dacht vestigen, ml. de herziening van de 8-uren-con- ventie van Washington en de samenwerking tusschen arbeiders en werkgevers. Tot juist begrip van het vraagstuk der herziening van de 8-uren-conventie van Washington, zij hier medegedeeld, dat alle verdragen, zoo ook dat van Washington, betreffende den 8-uren-dag, een bepa¬ ling bevatten, dat de Raad van Beheer van het Inter¬ nationaal Arbeidsbureau ten minste eenmaal in de tien jaar aan de Algemeene Conferentie een verslag moet uitbrengen over de toepassing van het verdrag en zal vaststellen of het wenschelijik is het vraagstuk der herziening of wijziging van het verdrag op de agenda te plaatsen. Bedoelde termijn zal ten aanzien van de 8-uren-conventie in 1931 zijn verstreken. Ge¬ zien nu mede de moeilijkheden, Welke de ratificatie van de 8-uren-conventie in vele landen ondervindt, spreekt het vanzelf, dat den laatsten tijd een even- tueele herziening van de 8-uren-conventie de aandacht trok, zoowel van den Directeur van het Internationaal Arbeidsbureau als van den Baad van Beheer; daarbij deed zich tevens .de vraag voor of het niet gewenscht is, om eerst algemeene regelen voor een herziening te stellen alvorens tot herziening van een bepaald ver¬ drag over te gaan. In October 1927 werd dit vraag¬ stuk nog acrtueeler door het voorstel van den Engel- seben Begeeringsvertegenwoordigier, in den Raad van Beheer gedaan, om reeds op de agenda van de in 1929 te houden Conferentie de herziening van de 8-uren- conventie te plaatsen. Dit Engelsehe voorstel is niet aangenomen. De Baad van Beheer wilde niet weten van een speciale wijze van handelen met de 8-uren- conventie. Hij verzocht echter den Directeur van het Internationaal Arbeidsbureau om te zijner tijd de rapporten samen te stellen, benoodigd om uitvoering te geven aan bovengenoemde bepaling in de ontwerp¬ verdragen. Genoemde Directeur zal reeds thans een aanvang maken met de samenstelling van de rappor¬ ten, betrekking hebbende op de in Washington aan¬ genomen ontwerp-verdragen en deze, zoodra zijt ge¬ reed zijn, aan den Baad van Beheer overleggen. Bij de arbeiders bestaat tegen een herziening, speciaal van de 8-uren-conventie, groot verzet. Zij vreezen, dat een herziening van die conventie de grondbeginselen wei cans zou kunnen aantasten! Weliswaar heeft op de Conferentie de Engelsehe Regeeringsvertegenwoordi- ger, de heer Wolfe, een verklaring afgelegd, inhou¬ dende, dat de Regeering van Groot-Brittannië nog steeds de beginselen van het verdrag van Washington aanhangt en voort wenscht te gaan in de lijn van de besprekingen van de in Maart 1926 te Londen gehou¬ den conferentie, dat het die beginselen echter meer precies wenscht te zien omschreven als een middel om den vooruitgang te verzekeren, om aldus den grondslag te leggen voor eenvormigheid en te voorzien in het¬ geen noodig is om een internationale uniforme toe¬ passing practisch te verwezenlijken. In nadere bijzon¬ derheden trad hij echter niet. Hij’ gaf te verstaan, dat Groot-Brittannië nadere ‘bijzonderheden zal geven, zoodra het oogenblik daartoe gekomen is, zoodra nl. overeenkomstig de algemeene regeling voor een her¬ ziening inlichtingen omtrent een herziening aan de Regeeringen zullen worden gevraagd door het Inter¬ nationaal Arbeidsbureau. Uit de redevoeringen van verschillende afgevaardigden bleek evenwel, dat bo¬ venvermelde vrees dier arbeiders door die verklaring niet verminderd was. Ook de Belgische Minister , van Arbeid, die over deze aangelegenheid het woord voerde, verklaarde, dat België er op stond, dat de 8-uren-conventie integraal gehandhaafd zou blijven. Hij beriep zich er op, dat België geratificeerd had en dat hare wetgeving nog verder ging dan de bepalingen van het verdrag en ver¬ klaarde, dait de ervaring in België verkregen, daar1 is om te bewijzen, dat de goede wil van allen, die mede¬ werken aan het productieproces, het economisch leven kan doen aanpassen aan het stelsel van den 8-uren- dag, zonder a.1 die moeilijkheden te voorschijn te roe¬ pen, welke sommigen vreesden en nog vreezen. In zijn beantwoording van de verschillende sprekers heeft de heer Thomas, Directeur van het Internationaal Ar¬ beidsbureau, zijin beschouwingen over de herziening gegeven. Allereerst, schetste hij’ den toestand, waarin de wereld thans ten opzichte van bedoelde conventie verkeert. Hij verheelde niet, dat, met demogelijkheid van herziening voor oogen, het ratificeeren van de 8-uren-conventie vertraging zal ondervinden. Daar¬ naast staat de moeilijkheid, waarin landen, die gera¬ tificeerd hebben, zullen komen te verkeeren na een herziening. Dan de onzekerheid voor de arbeiders, dat mogelijk de beginselen van de conventie in gevaar gebracht worden. Vandaar dat die vóór alles er op ge¬ steld zijn, dat vast zal komen te staan op welke punten wijziging verlangd wordt. En nu kwam het den heer Thomas voor, dat uit de verklaring van den Engel- sehen Regeeringsvertegenwoordiger bleek, dat Enge¬ land onvoorwaardelijk trouw bleef aan de beginselen van de 8-uren-conventiè en geen verandering daarin verlangde en dat Engeland een algemeene ratificatie wenschte. Nu meende de heer Thomas, dat, gezien de verklaring, waaruit blijkt, dat Engeland bereid is te ratificeeren, wanneer -de beginselen van de Conferentie, te Londen gehouden, in den tekst van het verdrag wor¬ den opgenomen, zulks een onderwerp van debat zou kunnen vormen, en dat daarop een herziening geba¬ seerd zou kunnen worden zonder genoemde ongerust¬ heden te voorschijn te roepen. Mocht inderdaad de garantie, in de bedoelde verkla¬ ring gegeven, nog niet volledig zijin, dan deed hij een beroep op Engeland om die waarborgen te geven, die noodig zijn om ter zake van de 8-uren-conventie den weg naar een zekere en snelle internationale ratifica¬ tie in te slaan.i Met betrekking tot de samenwerking tusschen werk¬ gevers en arbeidersgroepen is van ‘belang de rede van den Nederlandschen Regeeringsvertegenwoordiger Dr. Nolens. Ter zake van dit punt ‘begon hij met in her¬ innering te brengen, dat. hij, in 1926, toen hij voorzit¬ ter van .de Conferentie was, reeds gewezen had op oor¬ zaken van het groote verschil tusschen werkelijkheid en ideaal van de Internationale Organisatie. Reeds toen had hij er op gewezen, dat er een atmosfeer moet bestaan, die den wil tot wederzijdsch verstaan schept, doch dat wellicht de feiten, dat- de groepen vaak reeds te voren beslissingen nemen en dat Regeeringen vaak enge instructies geven, niet altijd geschikt waren om die atmosfeer te scheppen. In het vervolg van zijn rede wees hij er op, dat in ons land thans een tendens bestaat naar samenwerking van de voornaamste groepen, betrokken ‘bijl het econo¬ misch leven: werkgevers en arbeiders zoowel in de wetgeving als in de administratie en zelfs in de recht¬ spraak. Dat streven strekt er toe om de ambtenaren uit te schakelen voorzooveel dat vereenigbaar is met liet algemeen belang. Meer en meer wint de overtui¬ ging veld, dat die vorm van samenwerking te verkie¬ zen is boven de tusschenkomst van staatsambtenaren. Welke ook de voor- en nadeelen van rationalisatie mogen zijn, men is het er over eens, dat, om van die voordeeien te profiteeren, meer nog om er de gevaren van te vermijden en te voorkomen, vooral voor’ de ar¬ beiders, een loyale samenwerking van werkgevers en arbeiders onvermijdelijk en noodzakelijk is. Oo!k het rap¬ port van den Directeur maakt melding van die tendens in verschillende landen. Maar de huidige praetijk op de Conferenties is vaak in strijld met die logische en redelijke tendens naar samenwerking. Komen niet vaak Š zoo vroeg hijl Š de werkgevers- en arbeiders- afgevaardigden hier met- bindende mandaten, hun -door de organisaties gegeven? Hij meende, dat het in het belang van den socialen vrede, van den industrieelen vrede, in het belang van werkgevers en arbeiders en in 4 Juli 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 569 bet ‘belang van de organisatie zou zijn, indien beide groepen ten minste trachtten zich te verstaan, in plaats van vóór elke gemeenschappelijke beraadslaging reeds starre, onwrikbare beslissingen te nemen. Hij sprak de hoop uit, dat men in het volgend jaar op de bulle¬ tins naast de vermelding van de bijeenkomsten van werkgevers en arbeiders ook zou kunnen lezen gecom¬ bineerde bijeenkomsten van werkgevers en arbeiders! Het is te hopen, dat zijn woorden vrucht zullen dra¬ gen en de werkwijze in Genève in dat opzicht verande¬ ren zal. Een zelfde klacht werd het Vorig jaar ook reeds door den president der 10de Iptern. Ar’bei’dscon- ferentie in zijn sluitingsrede geuit.*) Methoden tot vaststelling van mimmum-loonen. De eerste discussie over dit onderwerp had plaats in de 10de Internationale Arbeidsconferentie, die een vragenlijst, op dit onderwerp betrekking hebbende, vast¬ stelde, welke na afloop der Conferentie aan de Regee- ringen ter beantwoording gezonden werd. Nadat deze geantwoord hadden, ontwierp het Internationaal Ar¬ beidsbureau ter zake een ontwerp-verdrag en een aan¬ beveling. Dat ontwerp-verdrag en die aanbeveling nam de Commissie, welke de behandeling van dit onder¬ werp voorbereidde en daarover rapport, aan de elfde Conferentie uitbracht, tot grondslag bij hare beraad¬ slagingen. Artikel 1 van bedoeld ontwerp-verdrag hield de verplichting tot het instellen of handhaven van me¬ thoden tot vaststelling van minimum loonen voor be¬ paalde industrieën, waar geen regeling bestaat voor een doeltreffende vaststelling van loonen door middel van collectieve overeenkomsten of anderszins en waar¬ in de loonen buitengewoon laag zijn, in, terwijl arti¬ kel 2 aan elk land de bevoegdheid gaf om te beslis¬ sen op welke industrieën de krachtens artikel 1 inge¬ stelde methoden ‘zullen worden toegepast. Bij de samenstelling van de vragenlijst in 1927, was een van de voornaamste punten van bespreking ge¬ weest de vraag of de vragenlijst betrekking moest heb¬ ben op alle industrieën of alleen op de huisindustrie. Ook dit jaar was wel een der voornaamste vragen ,,op welke industrieën moet de conventie betrekking heb¬ ben ; moet zij’ betrekking hebben op alle industrieën, daaronder begrepen ook den handel, (het Engelsche voorontwerp sprak van —tradefl, de Fransche tekst van —industriefl, welke twee ‘begrippen elkaar niet geheel dekken), of moet ziji beperkt blijven tot de huis¬ industrie?fl De Commissie besliste, dat onder industrie verstaan moest worden de bewerkingsindustrie en den handel. Voorts werd een amendement, om de werkingssfeer van het ontwerp-verdrag tot de huisindustrie te be¬ perken, verworpen. Hat voorontwerp had alleen op het oog die indus¬ trieën, die aan 2 objectieve voorwaarden voldeden, nl. ontbreken van doeltreffende overeenkomsten of rege¬ lingen betreffende loonen en buitengewoon lage loo¬ nen. Als subjectieve voorwaarde kwam daar nog bij, dat het land, dat ratificeert, het wenschelijk moet ach¬ ten dergelijke methoden te bezitten. Verschillende leden wenscbten de uitdrukking —bui¬ tengewoon lage loonenfl nader toegelicht te zien; zoo wenscbten zij bij de beoordeeling de loonen te verge¬ lijken met die in andere industrieën. Een nadere defi¬ nitie is evenwel niet gegeven. Uit de behandeling is echter gebleken, dat het de bedoeling is, dat bij de beoordeeling van het loon ‘alleen rekening gehouden wordt met de industrie in het betrokken land zelf. Over de subjectieve voorwaarde hierboven genoemd is een geanimeerde discussie gevoerd. Eenerzijds werd aangevoerd, dat, indien aan een Staat een dergelijke vrijheid, als uit die voorwaande volgt, gelaten werd, die Staat na ratificatie eigenlijk geenerlei verplich¬ ting had om iets ook te doen. Anderzijds werd er op gewezen, dat het ontwerp een eerste poging op het terrein van de loonen is, die met groote voorzichtig¬ heid geschieden moest, en dat een groot aantal Staten 1) Z’ie Econ.-Stat. Ber. 1927, blz. 625. geen verdrag Zouden aanvaarden, dat hun uitgebreide verplichtingen zou opleggen. Verder werd erop gewe¬ zen, dat, gezien de toelichting, de bedoeling onduide¬ lijk was; nu eens werd vermeld, dat de Regeeringen absolute vrijheid hadden, dan weer, dat zijl verplicht waren om methoden in te stellen, die toegepast konden worden, indien zulks noodig was. Bovenvermelde subjectieve voorwaard© werd ten slotte geschrapt, daartegenover de verplichting tot het invoeren van methoden beperkt tot —bepaalde industrieënfl (des industries). Artikel 1, zooals het ten slotte aangeno¬ men is, legt nu de verplichting op om methoden, welke het mogelijlk maken minimum loonen vast te stellen, in te voeren voor arbeiders, werkzaam in sommige industrieën of takken van industrie (en in het bijzon¬ der in de huisindustrie), waar geen regeling bestaat voor een doeltreffende vaststelling van loonen, door collectieve overeenkomsten of anderszins en waarin de loonen buitengewoon laag zijn. Zooals reeds gezegd, laat art. 2 aan de Regeeringen de vrijheid te beslissen of een methode van vaststel¬ ling van loonen .op een bepaalde industrie zal worden toegepast. Art. 3 iaat de Staten volledige vrijheid ten aanzien van den vorm van de methoden. Echter moeten daar¬ bij wel eenige voorwaarden in acht genomen worden, bijv. hooren van vertegenwoordigers van betrokken werkgevers ©n arbeiders; de werkgevers en de arbei¬ ders moeten deel hebben aan de toepassing; de vastge¬ stelde minima moeten bindend zijn. en mogen niet verlaagd worden, noch bij individueel© overeenkom¬ sten, noch bij collectieve overeenkomsten, tenzij’ met machtiging van de bevoegde autoriteit, Artikel 4 geeft voorschriften omtrent de controle. Ingevolge art. 5 moet elk lid, dat geratificeerd heeft, ieder jaar opgave doen van de industrieën, waar¬ op de methode toegepast is en bovendien van de vast¬ gestelde minimum loonen. Evenals het vorig jaar biji de vaststelling van de desbetreffende vragenlijst bleek ook ditmaal, dat over het- algemeen de werfcgeversgroep een vaststelling van minimum loonen en van loonen in het algemeen een der meest ernstige inmengingen van den Staat in het industrieel© productieproces achtte. Deze meening werd in de plenaire zitting uiteengezet door den heer Steinmann (Zwitserland), die erop wees, dat, werd een eerste inmenging toegelaten en het recht daarop erkend, men ongetwijfeld mag verwachten, dat, nieuwe pogingen gedaan ‘zullen worden door’ den Staat om zich een nog grooter recht van inmenging in de be¬ trekkingen tusschen werkgevers en arbeiders te ver¬ zekeren. In dit verband wees hij op uitlatingen in de toelichting op het ontwerp. Waar de officieele instel¬ lingen -geenerlei verantwoording dragen voor de pro¬ ductie, noch de gevolgen dragen van .maatregelen, welke zij! op dit terrein nemen, verzetten de werk¬ gevers zich tegen elke officieele vaststelling van loo- nen. Daartegenover werd aangevoerd, dat, wanneer in een land slechte loontoestanden als een sociaal kwaad erkend worden, die slechte toestanden verhol¬ pen moeten worden, op dezelfde wijze als men tracht ziekte te genezen en vroegtijdigen dood te voorkomen. Vele Regeeringsafgevaardigden aanvaardden het ont¬ werp-verdrag als een soort compromis, zooals o.a. blijkt uit de verklaring van den Franschen Regeeringsver- tegenwoordiger, den heer Fontaine, die erop wees, dat in zake internationale verdragen niet ieder moet trach¬ ten een tekst te verkrijgen, die precies met zijn ver¬ langen overeenkomt, doch men moet zoeken naar een tekst, die het maximum verzoening geeft. Waar1 de essemtieele punten zeker gesteld waren (o.a. mogelijk¬ heid van beperking tot huisindustrie) zou hij voor¬ stemmen. Het ontwerp-verdrag werd bij’ eerste stem¬ ming met 73 tegen 27 stemmen aangenomen; bij tweede stemming met 76 tegen 21 stemmen. Alle leden van de Nederlandsche delegatie stemden voor. De Nederlandsche werkgeversvertegenwoordiger legde vóór de eerste stemming een verklaring af, aangeven- 570 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 4 Juli 1928 de de reden, waarom hij> vóór zou stemmen. Hij had Łbehoord tot degenen, die zich uitgesproken hadden vóór een beperking’ tot de huisindustrie. Het ontwerp-ver¬ drag geeft de bevoegdheid aan het land, dat ratifi¬ ceert, om de methoden tot de huisindustrie te beper¬ ken. Nu opent de tekst van het ontwerp-verdrag wel de mogelijkheid van uitbreiding tot industrieën, voor welke die toepassing misschien niet gerechtvaardigd is. Doch hoewel hij de motieven begreep van hen, die teg™en meenden te moeten stemmen, had. hiji besloten, vóór te stemmen, daarmede zijn vertrouwen uitspre¬ kende, dat deze conventie, eenmaal aangenomen en ge¬ ratificeerd, niet zou leiden tot invoering van min of meer gevaarlijke en op het gebied van de sociale wet¬ geving nieuwe maatregelen en dat alle reserves in den tekst aanwezig, ook in de practijfc zullen worden in acht genomen. Met het geven van zijn stem aan de . conventie, sprak hij zijn vertrouwen uit in de bedoe¬ ling’ en in het’ algemeen verheven werk van het inter¬ nationale centrum te Genève. Naast dit verdrag nam de Conferentie een aanbe¬ veling aan, betrekking hebbende op de toepassing van de methoden van vaststelling in sommige industrieën. Voorkomen van ongevallen. Aan dit onderwerp in zijn geheel heeft de Confe¬ rentie allereerst eenige dagen algemeene beschouwin¬ gen gewijd, aan de hand van de door het Interna¬ tionaal Arbeidsbureau opgestelde ooncept-vragenlijst. Die lijst had betrekking op den algemeenen aard van het vraagstuk en bevatte voorts vragen, gewijd aan voorkoming van ongevallen door automatische ‘koppe¬ ling en bij havenarbeid. Tal van sprekers wezen op: het nut van het —voorkomen is beter dan genezenfl en meen¬ den, dat hier in het bijzonder een taak voor werkge¬ vers en arbeiders is weggelegd. De heer Co>rt v. d. Linden vestigde de aandacht op het vele goede, dat een stelsel van risico-overdracht bij de ongevallenver¬ zekering voor de beveiliging kan opleveren. Ook het instituut van den fabrieksarts noemde hij in dit ver¬ band. Het zou te ver voeren om hier de vragen, welke de Conferentie ten slotte vaststelde, op te sommen. Als ‚belangrijk vermeld ik, dat een dier vragen ‘betrekking heeft op de samenwerking van werkgevers en arbei¬ ders bij voorkoming van omgevallen, een ander op de deelneming van de arbeiders bijl de controle op de toe¬ passing van de beveiligingsvoorschriften. Mede is van belang een vraag, betrekking hebbende op het dragen van lasten en die op den verkoop en handel in machi¬ nes, die niet voldoen aan de voorschriften, gegeven ter beveiliging. De Conferentie nam mede eenige resoluties aan op het vraagstuk der beveiliging be¬ trekking hebbende. Bescherming havenarbeiders. Van groot belang is ook de vragenlijst, op de be¬ scherming’ van havenarbeiders betrekking hebbende. Bij het algemeen© debat, dat over deze aangelegenheid plaats had, heeft de heer Cuthbert Laws (Engelsche werkgeversvertegenwoordiger) de meaning verdedigd, dat de ongevallenbescherming van havenarbeiders voor °/io een maritieme kwestie was, welke niet bij de In¬ ternationale Arbeid«conferentie thuis behoorde, doch bijl de —Commission paritaire maritimefl. Hij1 stelde een resolutie voor om deze aangelegenheid van de agenda te schrappen; mocht later dit onderwerp rijp voor behandeling zijn, dan zou het- in de eerste plaats aan de voomoemde commissie gezonden moeten worden. Deze resolutie werd verwezen naar de z.g. commis¬ sie voor de havenarbeiders. In die commissie is het vrij heftig toegegaan, doch tem slotte werd met alge¬ meen© stemmen een vragenlijst vastgesteld, betrekking hebbende op de bescherming van arbeiders, werkzaam bij het laden en lossen van schepen. Bovendien is een resolutie aangenomen, waarin uitgedrukt ia, dat, wan¬ neer de antwoorden van de Regeeringen op de vragen¬ lijst zijn binnengekamen en het Arbeidsbureau een ontwerp-verdrag of aanbeveling zal hebben ontwor¬ pen, die ontwerpen aan de —Commission paritaire ma¬ ritimefl om advies gezonden zullen worden. Die Com¬ missie zal advies moeten geven over den maritiemen kant, dien sommige bepalingen kunnen hebben. Dat advies zal voor de opening van de Conferentie aan de Regeeringen gezonden worden. Laten we hopen, dat op deze wijze de gerezen moeilijkheden voldoende uit den weg geruimd zijn! Hiermede ‘meen ik dit- kort overzicht, dat geenszins aanspraak op een volledig overzicht wil maken, te moeten eindigen. g. j. stemberg. DE JUNI ZITTING VAN HET FINANCIEEL COMITÉ VAN DEN VOLKENBOND. Op de J uni-zitting van het Financieel Comité, welke korter is geweest dan gewoonlijk, zijn behalve de gewone —routinefl-onderwerpen voornamelijk Bul¬ gaarsche en Grieksdhe kwesties behandeld.*) Bulgarije. In overeenstemming met het op 10 Maart te Ge¬ neve geteekende Protocol voor de Bulgaarsche stabili- satieleening is door den heer Regnoul, lioofdingenieur van de Paris-Lyon-Méditerranée lijn, een onderzoek ingesteld naar den toestand van de Bulgaarsche spoor¬ wegen en van het wegennet. Zijn rapport 2) bevat gedetailleerde voorstellen over de wijze, waarop het ‘bedrag uit de leening, dat voor de verbetering der verkeersmiddelen beschikbaar is (f 1.250.000 of onge¬ veer 845 millioen leva™s) besteed zal moeten worden. Het Financieel Comité en de Raad hébben deze voor¬ stellen goedgekeurd. Het beschikbare bedrag zal als volgt verdeeld worden: Spoorwegen: leva™s achterstallig onderhoud . . 239.233.000 uitbreiding en verbetering 329.255.000 aanleg van nieuwe lijnen . . 72.312.000 — 640.800.000 Havens. 31.500.000 Wegen . 172.700.000 845.000.000 Bovendien heeft Mr. Regnoul erop gewezen, dat het voor een goed beheer der staatsspoorwegen noodzaike- lijk is verschillende administratieve hervormingen in te voeren en wel voornamelijk: lo. Een systematischer boekhouding (scheiding van kapitaalrekening en exploitatierekening; boeking van alle baten en lasten van het bedrijf op rekening van de spoorwegen en niet gedeeltelijk op rekening van den staat). 2o. (irooier autonomie voor de directie, welke op ™t ©ogenblik zoo tot in de details van de regeering en het parlement afhankelijk is, dat zij niet de voor een doelmatig ‘bedrijfsbeheer noodza’kelijfce bewegingsvrij¬ heid bezit, Met name wordt elk jaar het budget der spoorwegen tot in alle ‘bijzonderheden door het parle¬ ment goedgekeurd en is dit eenmaal geschied, dan heeft de directie niet het recht de uitgaven, te wijzi¬ gen in verband’ met veranderingen in het verkeer of in locale omstandigheden. In de reorganisaties van staatsspoorwegbedrijven, welke in de laatste jaren in verschillende landen heb¬ ben plaatsgevonden ten einde deze bedrijven een groo- ter autonomie te verschaffen, kunnen twee vormen onderscheiden worden. In Duitschland en in België heeft men de staatsspoorwegen omgezet in Maatschap¬ pijen op aandeelen, waarin de istaat de voornaamste aandeelhouder is. In ‘Oostenrijk (en ook in Frankrijk) daarentegen zijn de spoorwegen volkomen staatsbezit gebleven, maar worden zij! voor den staat op commer¬ cieel© basis beheerd door een onafhankelijke Directie en Raad van Toezicht, terwijl de staat zich alleen in¬ vloed voorbehouden heeft op ‘de groote lijnen der al¬ gemeen© politiek. *) Voor het rapport zie Volkenbondsdocument C. 292, 1928, II. 2) Document C. 232, 1928, II. 4 Juli 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 571 Deze laatste vorm is vermoedelijk het meest ge¬ schikt voor Bulgarije, dat een voorliefde voor staats¬ zorg en vrees voor privékapitaal heeft (men danke aan de kwestie van de circulatiebank). Ten einde de uit¬ gifte van de leening niet op te houden, totdat de noo- dige hervormingen in de spoorwegaidaninistratie heb¬ ben plaatsgevonden en toch zekerheid te hebben, dat ze niet te lang zullen worden uitgesteld, heeft de Baad aan den Volkenbonds-Commlssaris in Bulgarije opge¬ dragen zich te overtuigen, dat deze hervormingen zijn aangebracht, voordat hij geld uit de leening vrijgeeft voor spoorwegverbeferingen. In het leesningsprotoeol was het bedrag van de lee¬ ning gelimiteerd tot £ 4.500.000 netto. De Bulgaar- sche regeerdng heeft gevraagd deze som te verhoogen in verband met de aardbevingen, waardoor een deel van Bulgarije onlangs geteisterd is. De Baad van den Volkenbond heeft het Financieel Comité gemachtigd een verhooging voor dat doel goed te keuren en te¬ vens de vereischte wijzigingen in het Protocol aan te brengen. Dit besluit werd door den Baad genomen eenige dagen nadat de zitting van het Financieel Comité was afgeloopen en de meeste leden Geneve reeds hadden verlaten. Mochten de omderhandelingen der Bulgaarsehe re- geering met andere autoriteiten zoo snel op schieten, dat. het mogelijk zou blijken de leening uit te geven voor de zomervacantie, dan zal het. Comite vermoede¬ lijk nog voor de volgende zitting in September in dezen een beslissing hebben te nemen. Griekenland. In het artikel over de Maartzitting van het Finan¬ cieel Comité1) wees ik erop, dat de volledige uitvoering van de Grieksehe stabilisatie vertraagd werd doordat het Congres der Vereenigde Staten talmde met de ratificatie van de overeenkomst tusschen Grieken¬ land en de Vereenigde Staten, krachtens welke Grie¬ kenland ongeveer £ 2.500.000 ter leen zou ontvangen. Eind Mei is het Congres uit elkaar gegaan zonder een beslis sing ‘te nemen en daar het niet weder bij elkaar komt voor December, zal het lot van het ver¬ drag nog maandenlang onzeker blijven. (Oostenrijk is op een zelfde wijze gedupeerd, daar het Congres geen beslissing nam inzake de opheffing ten gunste dor nieuwe leening van de hypotheek op de Oostenrijk – sche staatisbezittingen, waarin ook Amerika deelge- reebtigd is. Zoodoende moet. ook de nieuwe Oosten- rijlksche leening uitgesteld. worden). Toen het. in Mei duidelijk werd, dat er niet op een beslissing van het Congres te rekenen viel voor het einde van het laar em het niet aanging de Grieksehe stabilisatie zoolang uit te stellen, heeft de President van de Financieele Commissie besloten het deel van de leening, dat voor de stabilisatie bestemd was. ter beschikking van de Grieksehe reeeering te stellen. Zoodoende kon on 14 Mei de stabilisatie der .drachme op de basis van het good afgekondigd worden en de nieuwe circulatiebank, de Bank van Griekenland, hare werkzaamheden beginnen. Haar openingsbala.ns toont een good- en gouddeviezenreserve van 53 percent van haar biljetten circulatie en andere direct opeisehbare verplichtingen. 2) Door het uitblijven van de beslissing van het Con¬ gres is hoofdzakelijk het vluchtelingenwerk getroffen, waarvoor de Amerikaansche £ 2.500.000 bestemd wa¬ ren. Met de gelden, waarover ‘zij thans de beschikking heeft, kan de Volkenbondsoommissie, welke met hef vestigen der vluchtelingen belast is, door blijven wer¬ ken tot in September. Het. zal dus noodzakelijk zijn deze Commissie, wier uiterst nuttig werk nog lang niet beëindigd is, gedurende eenige maanden met tij¬ delijke middelen te financieren. 1) Zie E.-S. B. van 4 April 1928. 2) Zie het .artikel van Prof. Xenophon Zolotas —De stabi¬ lisatie van het geldwezen in Griekenlandfl in dit nummer op Hz. 577 (Bed.). Waarde van het Goud. Toen de Conferentie van Genua in 1922 aanbeval, dat maatregelen genomen zouden worden om tot een stabilisatie van de koopkracht van het goud te. komen, stelde zij’ vast dat, voordat men daartoe over zou kun¬ nen gaan, eerst de ruilmiddelen der verschillende landen op de basis van het goud. gestabiliseerd zouden moeten worden. Dank zij den grooten vooruitgang, welke in de laatste jaren in deze richting gemaakt is, kan dit noodzakelijke eerste .stadium als vrijwel be¬ ëindigd beschouwd worden en komt thans de zooveel ingewikkelder kwestie van de waarde van het goud zelf aan de orde, een kwestie, .waarin alleen door in¬ ternationale samenwerking iets bereikt kan worden. Tijdens de Juni-zitting heeft het Financieel Comité over dit onderwerp een eerste bespreking gehad en in overeenstemming met den Baad besloten na te gaan ,,in hoeverre en op welke wijze de Volkenbond mede zou kunnen ^werken in het onderzoeken en oplossen van het vraagstuk van de schommelingen in -de koopkracht van het goudfl. J. van WalrB de Bordes. DE INTERNATIONALE SCHEEPVAART CONFERENTIE 1928 Op de vierde Internationale Scheep vaartconferen- tie, van 12Š15 Juni te Londen gehouden, waren de nationale reedersorganisaties der volgende landen ver¬ tegenwoordigd: Amerika, Australië, België, Denemar¬ ken, Duitschland, Engeland, Finland, Frankrijk, Ita¬ lië, Japan, Nederland, Noorwegen, Spanje en Zweden. Bovendien waren als gasten aanwezig afgevaardigden van de Baltic and International Maritime Conference en de heer Bobert Haas, Chef der Afdeelin.g —Ver¬ keerswezenfl van den Volkenbond. De week voorafgaande aan die der Conferentie werd besteed aan het bespreken der belangrijkste onderwer¬ pen in Commissie-vergaderingen, welke nieuwe wijze van werken veel bijdroeg tot rustige en grondige ge¬ dachtenwisseling. Doel en taak der Internationale Scbeepvaartconfe- rentie kunnen in het kort worden samengevat, als volgt: Den wereldhandel in het algemeen en het scheepvaartbedrijf in het bijzonder op de beste wijze voordeel doen trekken uit de ondervinding van hen, werkzaam in dat bedrijf en van hun technische raads¬ lieden. De Conferentie, gehouden in Draper™s Hall, werd in den morgen van 12 Juni geopend door Sir William Seager, President van de Chamber of Shipping, met een rede, waarin, hijl wees op het groot© nut dezer Con¬ ferenties, waarin, na grondige gedachtenwisseling, be¬ sluiten genomen werden, die door een ieder ten uitvoer konden worden gelegd en die in belangrijke mate kun¬ nen bijdragen om de moeilijkheden in het scheepvaart¬ bedrijf te boven te komen, daarbij voornamelijk doelen¬ de op de bestaande handelsbelemmeringen, die het vrije verkeer in ernstige mate benadeelen. Deze handelsbelemmeringen met betrekking tot de scheepvaart vormden een der hoofdpunten van de agenda: De belangrijke beslissingen inzake —Trade Barriersfl, genomen door de Economische. Wereldconferentie, Genève, Mei 1927, waren op het Congres van de In¬ ternationale Kamer van Koophandel te. Stockholm, Juni 1927, bekrachtigd en hadden op de aldaar1 aan¬ wezige leden van de International Shipping Confe¬ rence zoodanigen indruk .gemaakt, dat besloten wei™d op de a.s. Conferentie het onderwerp —Ilaindelsbelemme- ringenfl een eerste plaats op de agenda te geven, daar¬ bij. geleid door de volgende overwegingen : a. Terwijl het scheepvaartbedrijf in het algemeen ten nauwste betrokken is bij het opheffen der bestaande handelsbelemmeringen, wordt het vervoer ter zee in het bijzonder getroffen door iedere hindernis, die de vrije ontwikkeling van het wereldverkeer In den weg staat. b. Handelsibelemmeringen, zooals hooge tarieven, ma- ken de vraag naar scheepsruimte geringer. 572 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 4 Juli 1928 c. De toeneming dezer belemmeringen sedert den wereldoorlog is voornamelijk oorzaak van den ‘betrek¬ kelijk geiingen bloei van bet scheepvaartbedrijf. De Baltic and. International Maritime Conference had in hare Jaarvergadering te Hamburg, Mei 1928, resoluties aangenomen, waarbij ook zij hare instem¬ ming betuigt met het werk der Economische Confe¬ rentie en dat van andere lichamen inzake bestrijding van —Trade Barriersfl. De heer E. Heldring, die als een der vertegenwoor¬ digers van de Internationale Kamer van Koophandel deelnam aan de vergadering van de Raadgevende Com¬ missie van de Economische Organisatie van den Vol¬ kenbond,-was door de International Shipping Confe¬ rence uitgenoodigd dit onderwerp in te leiden en mededeeiing te doen van hetgeen op bovengenoemde vergadering in Mei 1928 te Genève was behandeld. Gevolg gevende aan deze uitnoodiging gaf de heer Heldring een uitvoerig overzicht van hetgeen, met be¬ trekking tot Trade Barriers, den laatsten tijd was ge¬ daan en deelde als de meening van -de Economische Wereldconferentie in 1927 mede, dat onder de voor¬ naamste oorzaken van den onbevredigenden toestand van de economische positie van het wereldverkeer de kunstmatige handelsbelemmeringen dienen te worden gerekend. Vervolgens bracht spreker onderstaande vorderin¬ gen onder -de aandacht: a. door 18 landen is een conventie geteekend tot af¬ schaffing van in- en uitvoerverboden en beperkingen; b. sinds Mei 1927 is een groot aantal handelsverdragen gesloten, die in vele gevallen verlaging van invoerrechten inhouden; het belangrijkste is het handelsverdrag tusschen Frankrijk en Duitschland, waarop de Economische Wereld¬ conferentie onmiskenbaar haar invloed heeft doen gelden; c. een ontwerp-classdficatie is samengesteld door een Com¬ missie voior de nomenclatuur van tarieven; d. een ontweirp voor een Internationale Conventie, waar¬ bij vreemdelingen gelijke rechten en behandeling gewaar¬ borgd worden als inwoners, is gereed gekomen. Van tariefverlaging is nog niet veel gebleken, wel van tariefverhooging, zelfs door landen, die zich voor¬ standers hebben verklaard van de aanbevelingen der Economische Wereldconferentie en op het punt van tariefverlaging door collectieve overeenkomst -zijn nog geen vorderingen te boeken. De Economische We¬ reldconferentie, zoo vervolgde spreker, heeft ernstig getracht een stelsel van algemeene tariefverlaging te formuleeren, doch de zoozeer uiteenloopemde belan¬ gen -der verschillende landen en de stelsels, waarop de tarieven zijn gebaseerd, doen voor het slagen dezer pogingen het ergste vree-zen. Er zijn voorteekenen, dat Duitschland ernstig streeft naar verdere verlaging van zékere invoerrech¬ ten, zooals blijkt uit het rapport van den Economischen Raad van het Duitsehe Rijk, terwijl de uitslag der jongste verkiezingen aldaar de hoop versterkt, dat in de naaste toekomst stappen in de goede richting ver¬ wacht mogen worden. Vorderingen, hoewel zeer lang¬ zaam, in het wegnemen van handelsbelemmeringen kunnen geconstateerd worden, doch naar sprekers mee¬ ning is het om de openbare meening te bevredigen dringend noodig, dat duidelijk merkbare ‘tariefverla¬ ging, zij! het ook desnoods voorloopig voor enkele hoog getarifeerde artikelen, volgens een collectieve over¬ eenkomst tot stand kome, wil het vertrouwen in het groote werk del Economische Wereldconferentie geen ernstig gevaar loopen. De volgende resoluties werden voorgesteld en met algemeene stemmen aangenomen: This Conference Š (1) Welcomes the Reports of the World Economie Con¬ ference., Geneva, and the International Chamber of Com¬ merce, Stockholm, 1927, as showing a general consensus of opinion: (a) that tariffs are too high and harriers against trade too many; (b) that excessive tariffs lessen the buying power of consumers and thereby diminish the selling power of producers and hamper the world™s market for manufac¬ tured goods. (2). From its practical experience of the cargoes which form the bulk of international trade, confirms the view put forward by the Economic Conference that Š —Agriculture is the occupation of the majority of workers throughout the world; its various products represent in value the greater part of human labour, and the exchange of its products against industrial products forms indeed the basis of world tradefl and therefore urges the importance of the Resolution adopted by that Conference, viz, that: —In those States in which Customs protection is main¬ tained, it should he reduced, both for industry and agricul¬ ture, to’ the’ lowest possible point indispensable to produc¬ tion; care should be taken to assist in the maintenance of an equitable balance between industry and agriculture and not to stifle one to the advantage of the otherfl. Resolution No. 2. This Conference Š welcomes the creation of the Consultative Committee of the Economic Organisation of the League and pledges the Shipping Industry throughout the world to place itself at the disposal of that Committee in securing effect for the Recommendations of the Economic Conference an order that international trade may be promoted and increased and that it may be carried to the best advantagefl. Bij de discussie werd door Engelsche en Deensche afgevaardigden de waarschuwing gegeven, dat hun lan¬ den niet als kooper kunnen blijven optreden als andere -landen door hooge tarieven hun grenzen sluiten. Van Duitsehe zijde werd opgemerkt, met betrekking tot hetgeen de heer Heldring had gezegd over den in¬ vloed der verkiezingen, dat Duitschland een ernstige landbouwcrisis doormaakt, die speciale maatregelen wettigt, terwijl de Amerikaansche afgevaardigde wees op het feit, dat tusschen de verschillende ‘Staten der Unie geen tariefmuren bestaan, wat ontegenzaggelijk tot den bloei der Vereenigde Staten heeft bijgedragen. In zijn tweede rede besprak de heer Heldring de ratificatie der verschillende conventies en ves¬ tigde in het bijzonder de aandacht op de Havèn- eonventie, Genève-, 1923, die gelijke behandeling ver¬ zekert aan schepen van alle naties in de havens der landen, die tot de Conventie toegetreden zijn. Hoewel door 39 naties geteekend, is de Conventie slechts door 9 van hen geratificeerd. Ofschoon de handelspolitiek van sommige landen geleid wordt door de principes in de Conventie vastgelegd en ‘gevallen van vlagbevobr- reehting thans minder veelvuldig voorkomen, blijven zij1 bestaan en geven aanleiding tot ongerustheid en het nemen van represaille-maatregelen. Spreker stelde de volgende, met algemeene stem¬ men aangenomen resolutie- voor: This Conference Š 1. Deplores the delay there .has been in the ratification of the Conventions formulated to facilitate’ freedom of transit in international trade, and 2. Urges on. the Governments of the Nations, the need for1 the %€immediate Ratification of the Conventions relating to Š T. Freedom of Transit. II. International Navigable Waterways. III. Maritime Ports. IV. Railways. V. Customs Formalities. VI. ‘Sanitary Formalities in regard to Shipping. Opgemerkt moge worden, dat de bedoelde Conven¬ ties I, III, IV en V door Nederland zijn geratificeerd, II door de Staten-Generaal is goedgekeurd, terwijl de goedkeuring van VI wordt, voorbereid. Het tweede zeer belangrijke onderwerp was —Vei¬ ligheid ter Zeefl, daar op de Conferentie het gemeen¬ schappelijk standpunt diende te Worden vastgelegd, dat door alle reeders zal worden ingenomen t.o.v. de voorstellen van Brd’tsche zijde gedaan tot herziening der Londense’he Conventie van 1914, ‘betreffende —Vei¬ ligheid ter Zeefl, waartoe in het voorjaar van 1929 een Diplomatieke Conferentie zal worden gehouden. Van deze bij’ uitstek scheepvaart-technische onder¬ werpen, betrekking hebbende op ischottenindeeling, 4 Juli 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 573 redding- en brandfoluschmiddelen, aanvaringen, draad- looze telegrafie, roereommando, enz., zij bier alleen vermeld, dat op nagenoeg alle punten overeenstem¬ ming werd verkregen. Het vraagstuk der —Dubbele Belastingfl, dat ook op de agenda der vorige Conferentie een belangrijke plaats innam, kwam ook nu weer aan de orde. De pogingen vain den Volkenhond om dit vraagstuk op te lossen werden toegejuicht en instemming werd betuigd met de concept bilaterale overeenkomst No. I van bet rapport van bet —Committee of Technical Experts on Double Taxation and Tax Evasionfl, waar¬ in voorgesteld wordt de scheepvaart te belasten —only in the state in which the real centre of management is situatedfl, doch. krachtig protest werd aangeteekend tegen de opmerkingen in het toelichtend rapport, waarbij deze bepaling niet imperatief doch faculta¬ tief wordt gesteld. De Internationale Kamer van Koophandel had in haar jongste Stockholm Congres eveneens hare bezwaren hiertegen in een resolutie neergelegd. Aangezien bedenkingen waren gerezen tegen de concept bilaterale overeenkomsten III en IY van ge¬ noemd rapport, betrekking hebbende op bet verstrek¬ ken van administratieve en juridische gegevens en hulp, die door anderen weersproken werden, besloot de Vergadering, dat deze concepten nog eens in studie zouden worden genomen. Tijdens de discussie werd de aandacht gevestigd op de moeilijkheden, die het sluiten van verdragen tot vrijstelling van dubbele belasting op grond van weder¬ keer! gheid met Nederlandsch-Indië en de Britsc’he Dominions opleverde. Het feit, dat deze koloniën een eigen financieel beheer voeren, doch geen eigen vloot hebben, levert bet grootste bezwaar1 op, waardoor voor¬ de te derven inkomsten uit de belasting verkregen een compensatie dient te worden gegeven. Eene bevredi¬ gende oplossing is nog niet gevonden. De volgende resoluties en aanbeveling werden aan¬ genomen : This Conference Š I. Reaffirms its conviction that the permanent solution of the problem of Double Taxation can only be found in a general international plan. II. In the meantime, welcomes the progress made in concluding bi-lateral agreements for the reciprocal exemp¬ tion of shipping from double taxation and urges all Govern¬ ments who have not already done so to enter into such agreements in order to make the international chain as complete ;as possible. III. Notes with satisfaction, as a step towards the general international plan, that the Conference of Experts convened by the League of Nations has put forward proposals for bi-lateral Conventions covering all industries including Shipping. IV. While considering it of the greatest importance that any Convention such as that suggested should state as a positive principle, rather than by way of exception, that the shipping should be taxed —only in the State in which the real centre of management is situatedfl (that is, according to residence), it is prepared to accept the provisions of the proposed draft Bilateral Convention No. 1. It desires to point out that in the case of Shipping, taxation in the country where the real centre of management lies is also in harmony with the general principle of taxation accord¬ ing to origin, and that the services on the High iSeas from which profits, if any, arise, are performed under the jurisdiction of that country. It approves ‘and endorses the objection of the Interna¬ tional Chamber of Commerce to the insertion by the Ex¬ perts in their Commentary oin this Convention of a clause making optional the adoption of the principle of taxing shipping according to residence, as rendering impossible that vary uniformity in tax practice which it is the desire of the Experts to promote. V. Observes that the League of Nations propose® the further consideration of this matter by a Conference of Experts, representing all countries, as a preliminary to a Diplomatic Conference as suggested hy the World Economic Conference in 1927. It recognises that this decision repre¬ sents a definite step forward, and reaffirms its belief that if full advantage is taken of the readiness of those engaged in commerce and shipping to co-operation, such a Confe¬ rence may well result in the. adoption of a generally accep¬ table plan which will remove the burden of Double Taxation. Recommendation. The attention of the Committee having been drawn to the Draft Bilateral Conventions III and IV on Administra¬ tive Assistance and Judicial Assistance, it recommends that they be referred to the Constituents of the Conference for their observations with a view to consideration by this Committee. Het afgeven van garantiebrieven tegen schoone cognossementen, waarover reeds in 1924 en 1926 van gedachten was gewisseld, werd ook nu weer besproken. Met ingenomenheid werd begroet het besluit der In¬ ternationale Kamer van Koophandel tot het benoemen van een Commissie bestaande uit kooplieden, ban¬ kiers, assuradeuren en reeders om deze zaak grondig te onderzoeken en tot een oplossing te brengen. In afwachting van het rapport dezer Commissie werd een resolutie aangenomen, waarin den leden aanbevolen Wordt: (1) That the acceptance of such Letters’ of Indemnity should be communicated to the Owners of their Agents at the Port of discharge. (2) That the Shipowners should, on application by the Underwriters concerned, disclose to them the existanoe of such Letters of Indemnity should a claim arise. Omtrent ontvangen om te worden verscheept-cog¬ nossementen, die afgegaven worden, terwijl de goede- . ren zich nog niet aan boord bevinden en waarvan een totaal verbod van afgifte in de practijk niet wel moge- lijik is, werd gewezen op de desbetreffende besluiten van de Internationale Kamer van Koophandel te Stockholm in 1927, waarbij1 o.a. wordt voorgesteld, dat tusschen partijen het maximum aantal dagen wordt, vastgesteld, waarin zoo™n cognossement mag worden afgegeven vóórdat het schip in de haven is en gereed om de lading te ontvangen. Ook wat betreft doorvoercognossementen werd in¬ stemming betuigd met de besluiten van ‘de Interna¬ tionale Kamer van Koophandel op bovengenoemde Conferentie genomen en waarbij’ in groot© lijden werd vastgesteld op welke voorwaarden deze cognossemen¬ ten, waarvoor het ónmogelijk is een uniform systeem vast te leggen en die aanleiding kunnen geven tot vlagbevoorrechting en vervoermonopölies, moeten wor¬ den afgegeven. Gewaarschuwd werd tegen het gevaar van verhan¬ delbare doorvoer’documenten, uitgegeven door de Spoorwegen en tegen het gebruik van het woord —cog¬ nossementfl (Bill-of Lading) voor documenten, uit¬ gegeven zonder dat de reeder daarbij1 partiji is. Tevens werd de aandacht gevestigd op het feit, dat soms wordt getracht in het eoignossement voor1 plaats van aflevering der ‘goederen opgenomen ‘te kragen een be¬ paalde plaats in een haven, hetgeen tot moeilijkheden aanleiding kan geven. Van Scandinavische zijde was een bezwaar geop¬ perd tegen de —ITaagsche Conditiënfl (Hague Rules), die de reeders niet toestonden vrije lading en lossing te bedingen. Als oplossing werd aanbevolen op het cognossement te vermelden, dat de kosten van inla¬ den zijn voor’ rekening van de venschepers, die van lossing voor de ontvangers en voor hun eigen risico, waardoor de reeder gevrijwaard is. De Verplichte Passagiersverzekering was in. de jongste vergadering van het Comité Maritime Inter¬ national langdurig besproken en ‘tot eenig tastbaar resultaat was men niet gekomen; de zaak zou verder worden bestudeerd, terwijl onderhandelingen werden aamgeknoopt met verschillende Emigranten-organi- saities. Door de ‘geringe belangstelling in verscheidene lan¬ den voor deze zaak en de onwaarsohijnlijkhei’d, ‘dat ooit de aansprakelijkheid van den reeder vervangen zou ‘kunnen worden door een ibij de wet vastgestelde bescherming van passagiers, werd afgeziien van het oorspronkelijk plan om de Verplichte Passagiersver- zekering in een Conventie vast te leggen en werd het 574 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 4 Juli 1928 voorstel gedaan om de bescherming geheel vrijlwil- lig te doen zjjin en, deze in te voeren op dezelfde wijfee als de York-Antwerp Rules voor Avery-Grosse. Hiertegen werd aangevoerd, dat een dergelijk con¬ tract in den eenen Staat geldig, door een anderen (Amerika) niet erkend .behoeft te worden en de wet¬ geving van sommige landen zonder wijziging een der¬ gelijk contract niet toelaat. (Nederland, Frankrijk). Besloten werd te onderzoeken of langs dezen weg eene oplossing te vinden zou zijn, terwijl de volgende resolutie werd geformuleerd, die door de Conferentie werd aangenomen: This Conference is of opinion tbat Š Proposals for Passenger Insurance by the Shipowners against risk of accidents of all kinds, occurring during the voyage and which result in death of personal injury, as an alternative to and in substitution for all responsibilities in respect of snoh accidents imposed on the Shipowners by Law, can only be mad© effective if introduced as the Yorky Antwerp Rule® on General Average were introduced, toy way of voluntary contract, and not toy means of a Convention. %€This Conference, therefore, requests its Committee: 1. To continue its co-operation with the Migrant Organ¬ isations and the Comité Maritime International, on the above basis, bearing in mind that such voluntary contracts will toe of no value unless recognised as valid .in the Law Courts of all countries. 2. To report to the Conference. The decision of the Conference on the Proposals as a whole is deferred until such Proposals are brought forward in a definite form. Verder kwam ter sprake de ontratting van schepen en het verstrekken van ontrattingscertificaten en hunne geldigheid in andere landen, in verband met de besluiten der Internationale Sanitaire Conventie, Parijs 1926. Aangedrongen werd op spoedige ratifica¬ tie dier Conventie en wederzijdsche erkenning der certificaten. Met betrekking tot de Documentaire Organisatie, werd onderzocht welke vorderingen in de verschillen¬ de landen waren gemaakt t.o.v. het gebruik van uni¬ forme documenten, waaronder charters. Zeer vele ree- ders bleken lid te zijn van Protecting and Indemnity Clubs, die de macht hébben hunne leden bepaalde charters voor te schrijven en desnoods straffend kun¬ nen optreden. Besloten werd de actie voor uniformi¬ teit voor documenten met kracht voort te zetten. Bij’ de bespreking der Avary-Grosse werd instem¬ ming betuigd met de meaning, uitgesproken op de ver¬ gadering van he Congres van de Internationale Kamer van Koophandel te Stockholm 1927, dat het gewanscht is de York/Antwerp Rules 1924 aan de praktijk te toetsen. Omtrent de Regels van Weenen (Vienna Rules) werd medegedeeld, dat de Internationale Kamer van Koophandel in een vergadering in October a.s. de Vienna Rules, samengesteld door de International Law Association, en regelende de basis, waarop betalingen dienen te geschieden, in behandeling zal nemen; ook de nationale reedersvereenigingen zullen hunne mee¬ rei ng kenbaar maken. Naar aanleiding van het gewijzigde rapport van Amerikaansche experts betreffende het vrijboord van tankschepen, werd deze zaak opnieuw bèkeken en in¬ stemming met de voorstellen betuigd. Bijl de bespreking der Conventies betreffende de Beperking der Reedersaansprakelijkheid, Scheepshypo- theken en Bevoorrechte Schulden, werd twijfel geop¬ perd aan de bedoeling van art. 6 der eerstgenoemde Conventie, voor het geval een schip op dezelfde reis meer dan één ischadevaring heeft en werd aangedron¬ gen op een algemeen erkende officieel© interpretatie van dit artikel. Tevens werd met klem gewezen op de groote wenschelijkheid van spoedige ratificatie dezer Conventies, waarbiji opgemenkt zij, dat deze door Ne¬ derland noch geratificeerd noch goedgekeurd zijn. Op de vergadering van het Comité Maritime Inter¬ national, Amsterdam 1927, was omtrent beslag op schepen (Arrests) besloten, dat een bijzondere Commis¬ sie zou worden benoemd om te trachten een inter- nationale regeling dezer materie voor te bereiden. In Engeland is een nationale Commissie, onder voorzit¬ terschap van Justice Hill, bezig deze kwestie t© onder¬ zoeken in verband met de Engelsche wetgeving. Door bijzondere omstandigheden werd het voor het oogenblik beter geacht deze aangelegenheid te laten rusten en bepaalde de Conferentie zich tot de ver¬ klaring kennis genomen te hebben van hetgeen door het C.M.I. tot dusver is verricht. Mr. Robert Haas, Chef der Afdeeliiug Verkeerswezen van den Volkenbond, zette in een rede over Internatio¬ nale Organisatie in breed© lijmen de werkwijze uiteen van die afdeelingen van den Volkenbond, die betrek¬ king hébben op het verkeer en wees op de nauwe re¬ laties tusschen de International Shipping Conference en de Internationale Kamer van Koophandel aan de eene zijde en de Verkeersorganisaties van den Volken¬ bond aan den anderen kant. Hij bestreed de meening,, die post had gevat, dat bovengenoemde verkeersorganisaties zich mengden in vraagstukken, die in scheepvaartkringen zelf zeer goed tot een oplossing konden worden gébracht. Er waren echter vele punten, waarin medewerking der Regeeringen of aanverwante industrieën noodzakelijk was en die onderwerpen werden door de verkeersorga- ni’saties in behandeling genomen. Verder drong spreker aan op spoedige ratificatie van de Conventies en constateerde met genoegen, dat sinds de vorige conferentie vooruitgang viel waar te nemen en thans de Havenconventie ook door Japan, Nederland, Duitschland en Zweden is geratificeerd. Tenslotte werd op een voorstel van Amerikaansche zijde een resolutie aangenomen, waarbij de nationale organisaties worden verzocht hunne Regeeringen uit te noodigan om langs diplomatieken weg bij de Re- geering der Vereenigde Staten aan te dringen het Pa¬ nama Kanaal, dat thans slechts 8 uur per etmaal be¬ varen mag worden, dag en nacht open te stellen, in verband met het steeds toenemend verkeer. Na de gébrnikelijke dankbetuigingen werd de Con¬ ferentie- den 15-den Juni des namiddags 12.30 uur ge¬ sloten. , DE HANDEL TUSSCHEN NEDERLAND EN NEDERLANDSCH-INDIË. Dit onderwerp is den laatsten tijd nogal besproken in dagbladen en verslagen, en wel met een gevoel van ongerustheid over het verminderend aandeel van Nederland in den handel met Nederlandsch-Indië. In een der dagbladen1) was het volgende staatje bijgevoegd: Uitvoer van Nederlandsch Oost-Indië (in millioenen guldens) 1888 1908 1912 1917 1925 naar Nederland.. 44.9 97.3 157.9 19.7 275.9 — Amerika… 7.4 49.8 16.2 200.1 251.3 — Australië… 2.6 5.3 13.9 23.4 35 6 — ovr.landen.. 108.- 293.7 349.3 530.3 1222- 162.9 446.1 537.3 976.5 1784.8 Dit staatje vereischt in zooverre rectificatie als in 1912 en vroeger de Tinverschepingen naar Nederland door de Nederlandsch-Indische Regeering niet onder den uitvoer naar Nederland, doch abusievelijk onder —overige landenfl werden opgenomen. In 1912 maakt dit een verschil uit van f 19.0B6.000.Š, waarmede het uitvoercijfer naar Nederland verhoogd en dat naar —overige landenfl verlaagd moet worden. Het jaar 1917 kan gevoegelijk buiten beschouwing blijven, omdat gedurende den oorlog de geheele wereldhandel ontwricht en verplaatst was. Onder weglating van 1917 volgt hieronder een nieuw staatje, waarin de onjuistheid van den Regeeringstinafscheep in 1912 gecorrigeerd is en tevens het groote afzet¬ gebied in Azië, dat hierboven onder —overige landenfl i) Vgl. Nieuwe Rotterdamsche Courant van 14 Juni, avondblad. 4 Juli 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 575 voorkomt, voor de jaren 1912 en 1925 afzonderlijk vermeld wordt evenals dit met Amerika en Australië geschiedde. naar Nederland. Amerika… Australië .. Azië.1 ov. landen, j Uitvoer van Nederlandse!! Oost-Indië 1888 44.9 = 271,2 «/o 7.4Š 41/2 — 2.6= 2 — 108.-= 66 — (in millioenen guldens) 1908 1912 1925 97.3 = 22»/o 177.4 = 33 o/0 275.9= 15 »/o 49.8 = 11 — 16.2= 3 — 251.3=14,, 5.3= 1 — 13.9= 21/2 — 35.6= 2 — 293 7 – 66 241.8 = 45 — 879.6 = 49 — 00 fl 88.- = 164/2 — 342,4 = 20,, 162.9 446.1 537.3 1784.8 Het percentage van het aandeel wordt thans er bij vermeld. Toch geeft deze statistiek slechts een onzuiver beeld van den uitvoerhandel op Nederland, omdat onder deze rubriek opgenomen zijn de afschepingen naar —Holland voor ordersfl, waarvan slechts een gedeelte naar Holland zelf gedirigeerd wordt en de rest zijn weg vindt naar Engeland, Hamburg en Skandinavische landen. Wat is nu de reden van den achteruitgang van Nederland™s aandeel in den export uit Indië? Is die te wijten aan minder kundig optreden of gebrek aan ondernemingsgeest van den Nederlandschen koopman ? In vroegere jaren werden de Nederlandsch-Indische producten voor een zeer groot deel naar Nederland geconsigneerd ten einde aldaar in veilingen of door inschrijvingen te worden verkocht. Dat was mogelijk zoolang Nederlandsch-Indië voor een groot aantal dezer producten het monopolie bezat en daarvoor betrekkelijk hooge prijzen betaald werden. De toe¬ nemende concurrentie van andere productielanden en dalende prijzen noodzaakten den producent echter naar eene goedkoopere wijze van verkoop om te zien en die werd gaaudevveg voor de meeste producten gevonden langs den natuurlijken weg van directen verkoop van het productieland naar het land van verbruik. Alleen voor kwaliteitsartikelen zooals Tabak, waarin buitendien geen concurrentie bestaat, wrnrdt ook thans nog het oude systeem van consignatie naar Holland en publieken verkoop aldaar toegepast. De koopers van dit gewilde product van Sumatra komen dan zelf naar Holland om het blad te keuren en hunne uiterste prijzen daarvoor door inschrijving bekend te maken. Een ander kwaliteitsartikel, dat gedeeltelijk nog naar Holland ten verkoop gecon¬ signeerd wordt, is Thee, doch hiervoor heeft zich evenals voor de meeste andere artikelen ook een markt in Java zelf gevormd, van waar het product dan op den meest directen weg naar het land van consumptie verzonden wordt met vermijding van de kosten van overscheep, opslag en commissie in Nederland. Dit neemt niet weg, dat van den theeoogst nog een groot gedeelte naar Holland geconsigneerd wordt, omdat vele koopers de thee zelf willen proeven alvorens tot inkoop over te gaan. Ook naar Londen wordt thee om dezelfde reden in consignatie gezonden en wel hoofdzakelijk van theeondernemingen, die met Engelsch kapitaal werken en waarvan de Directie in Engeland gevestigd is. De stapelartikelen daarentegen worden, met uit¬ zondering van Kinabast, waarvoor Java nog vrijwel een monopolie bezit, thans zoo goed als alle op Java verkocht. Het laatste artikel van deze rubriek, dat nog lang naar Nederland geconsigneerd bleef, was het Banka Tin van het Nederlandsch-Indische Gouver¬ nement. De oorlog heeft daarin eene gedwongen wij¬ ziging gebracht; de Regeering werd genoodzaakt er toe over te gaan het tin te Batavia te verkoopen. Deze wijze van verkoop is zoo goed bevallen en het voordeel, dat gelegen was in het betalen van een hoogeren prijs in Indië vergeleken met consignatie naar Nederland, bleek zoo overtuigend, dat ook na afloop van den oorlog de Regeering bleef vasthouden aan verkoop van het Banka Tin in Java. Resumeerende komt men tot de uitspraak, dat het dalend aandeel van Nederland in den uitvoer uit Nederlandsch-Indië het natuurlijk gevolg is van het streven van den Nederlandsch-Indischen producent om voor zijn product den hoogstmogelijken prijs te bedingen, waaraan directe verschepingen van het land van productie naar het land van consumptie nauw7 verbonden zijn. Ook de ontsluiting van het onmetelijke gebied in Azië zal hoe langer hoe meer een groot aandeel van den uitvoer van Nederlandsch-Indië eischen. Intusschen is het een verblijdend teeken voor Neder¬ land, dat de geldswaarde van den uitvoer daarheen in de dertien jaren van 1912 tot 1925 met 55 pCt. is toegenomen.nl. van f 177.400.000.Štotf275.900.000.Š . Zoolang deze omvang jaarlijks een behoorlijke stijging aantoont is er reden tot tevredenheid, al blijft het percentsgewijze aandeel van Nederland dalen. In elk geval is daarmede ook in ontkennenden zin de vraag beantw7oord of de achteruitgang van Nederland™s aandeel in den uitvoer te wijten is aan gebrek aan ondernemingsgeest van den Nederlandschen koopman. Het zij hier uitdrukkelijk vermeld, dat het boven¬ staande uitsluitend geldt voor den uitvoer uit Nedcr- landsch-Indië en niet van toepassing is op den invoer in Indië. Daarvoor gelden weer andere wetten en blijft het aan deskundigen op dat gebied overgelatun daarover in beschouwingen te treden. Wat echter voor elk gebied van handel en industrie met Nederlandsch-Indië geldt, dat is de ernstige raad aan Nederlanders om naar Indië te zenden de beste en knapste hunner zonen. Het gebied voor ontplooiing hunner kennis en krachten is groot en veelbelovend. _ A.Y. BUITENLANDSCHE MEDEWERKING. DU1TSCHLAND ONDER HET HERSTELRÉG1ME. Dr. E. H. Repelius te Berlijn schrijft ons: In ‘zijm rapport over het ‘derde heristaljaar1) oefende de Generaal-Agent voor Herstelbetalingen critiek uit op bepaalde onderdeelen van de financieel’© politiek van Duitsehland en bracht hij ‘zijn opvattingen om¬ trent de toekomstige ontwikkeling van het Herstel¬ plan naar voren. In zijn op 7 Juni jl. verschenen interim rapport knoopt hij aan bij deze uiteenzettingen. Ten aanzien van het eersite punt constateert hij, dat de regeering de door ‚haar in haar antwoord op het memorandum van den Generaal-Agent ‘gedane toezeggingen bij ver¬ schillende gelegenheden nader heeft omschreven en dat zij verschillende maatregelen heeft genomen om deze toezeggingen gestand te doen. Zoo waren de buitengewone uitgaven op de eind November 1927 ingediende begroeting voor 1928Š™29 sterk verlaagd en werden, in tegenstelling met wat in de beide voorafgaande fiscale jaren het geval was geweest, geen nieuwe credieten aangevraagd tot dek¬ king van tekorten op den buitengewonen dienst. Aldus werd begonnen met de beëindiging van een hoogst ongewensc’hte politiek, die tot een ongedekt deficit uit dezen hoofde van 662 millioenen aan het einde van het jaar 1927Š™28 had gevoerd. Voorts werd in Januari 1928 een conferentie van Łde eerste ministers -der verschillende Staten bijeen¬ geroepen ten einde de middelen tot bezuiniging op en vereenvoudiging van de overheidshuishoudingen te bespreken. Deze conferentie nam weliswaar geen be¬ paalde besluiten aan, doch vestigde de aandacht der publieke opinie op deze punten en had de instelling van een studiecommissie ten gevolge. De commissie van advies in zake buitenlandsche leeningen aan te gaan door Staten en gemeenten (Be- ratumgsstelle) gaat thans, alvorens hare goedkeuring aan een haar voorgelegde leaning te hechten, de finan¬ cieel© politiek van den eredietnemer en het bedrag der reedis door hem in het binnenland opgenomen gelden na. Ten slotte is een ‘begin gemaakt met de puiblicatie der belastingontvangsten van Staten en gemeenten. Het feit, dat Š zooals uit het een en ander blijkt 9 Zie E.-.S. B. Nos. 62-6 en 629. 576 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 4 Juli 1928 Š het Rijk thans in zake de overheidsfinanciën de leiding op zich heeft genomen en dat de autoriteiten thans meer doordrongen zijn van de noodzakelijkheid van ‘groote zuinigheid op dit gebied, wijst Ongetwij¬ feld op een duidelijkën vooruitgang in de richting van gezonde en goed georganiseerde overheidsfinanciën. Niettemin blijft er nog veel te doen. Vertoornen de in¬ komsten van het Rijk in verhand met de stijging van loonen en winsten en de vergrooting der consumptie nog steeds een belangrijke toeneming, hiertegenover staat, dat de uitgaven evenzeer stijgen. Bovendien blijkt uit de cijfers, dat de tendens bestaat om elke stijging der inkomsten te gebruiken voor nieuwe uit¬ gaven en subsidies, zoodat het evenwicht in het budget grootendeels afhankelijk is van de toeneming der be¬ lastingopbrengsten. Definitieve regeling van de finan- cieele verhouding tussehen het Rijk en de Staten en gemeenten wordt steeds uitgesteld en aldus een toe¬ stand bestendigd, waarbij ihet Rijk een steeds toene¬ mend bedrag van de door hem geheven belastingen moet afstaan en waarbij bezuiniging op de huishou¬ dingen van Staten en gemeenten wordt tegengegaan. De Generaal-Agent geeft het volgende vergelijkende overzicht, waarin de verschillende rijksbudgats (ge¬ woon, buitengewoon en Š behalve voor het laatste jaar Š —Kriegslastenfl budget) zijn samengevat (alles in millioenen RM.). Definitieve resultaten 1924/25 1925/26 1926/27; Voorl. uit¬ kom¬ sten 1927/28 Be- groo- ting 1928/29 Inkomsten. Belastingen . Invoerrechten en accijnzen Ink. uit Staatsbedr. en beleggingen . Boeten, vergunningen enz. Muntwinst. Totaal .. Uitgaven. Overdracht aan Staten en gemeenten . Bestuursuitgaven. Werkloosbeidszorg . Militaire pensioenen …. Burgerlijke — …. —Innere Kriegslastenfl .. Uitvoering Experts Plan . Res. Comm.verpande belast. AÜ03S. van schatkistwissels Afloss. v. nieuwe Staatsscb. Dienst der gevaloris. — Beleggingen en leeningen. Totaal .. Surplus . Deficit. 5.765 1.557 147 188 100 4.893 1.963 77 187 214 4.713 2.462 180 186 149 5.550 2.940 177 194 100 7.757 7.730 8.072 9.020 6.060 2.802 332 144 175 9.513 2.770 1.660 36 998 69 1.137 74 364 112 2.596 1.967 163 1.330 99 353 291 163 90 1 391 2.626 2.276 426 1.375 88 305 537 13 87 83 241 483 3.012 2.472 323 1.555 98 213 832 67 86 409 249 7.220 7.444 8.543 9.316 3.218 2.501 125 1.674 106 213 1.228 20 73 354 189 9.701 537 286 471 296 188 Wat het budget voor het loopende jaar1 betreft, moge worden aangeteekend, dat ihet aandeel der bui¬ tengewone uitgaven, voor 1927/™28 nog 493 milliocn RM. bedragend, door een reeks van bezuinigingen Š mat name op de werkloosheidszorg Š tot 173 millioen RM. is terug™gebracht. De opbrengst der belastingen wordt 500 millioen RM. hooger getaxeerd dan over 1927/™28, voornamelijk op te brengen door inkomsten-, vermogens- en omzet¬ belasting. De stijging der inkomsten uit de staatsbe¬ drijven is hoofdzakelijk toe te schrijven aan terugbe¬ taling van voorschotten en aan hoogere winst van de Rijksposrt. De uitgaven zijn vrijwel over de geheele linie ge¬ stegen. Bij de toeneming der bestuursuitgaven spelen de uitgaven voor sociale doeleinden een belangrijke rol. De —Innere Kriegslastenfl bleven onveranderd; zij omvatten een groot aantal posten, waaronder ver¬ plichtingen, voortvloeiend uit het vredesverdrag en niet vallend onder het Plan der Experts, schadever¬ goeding aan Duitsahers in het buitenland, pensioenen aan vroegere Duitsche ambtenaren in het bezette ge¬ bied, enz. De tekorten der laatste drie jaren zijn gedekt gewor¬ den uit de overschotten der twee voorafgaande jaren, uit de opbrengst der nominaal 500 millioen RM. be¬ dragende staatsleening van Eebruari 1927, door ge¬ bruik te maken van het tot dusver buiten het budget gebleven —Betriebsuiittelfondsfl en ‘door het achter¬ wege laten van reeds genoteerde uitgaven. Als resul¬ taat sluit de staatshuishouding der genoemde jaren ten slotte nog met een overschot van 4 millioen RM. af. In de beschouwingen van den Generaal-Agent over de buitenlandsche credieten komt het eerst de nood¬ zakelijkheid eener nadere uitwerking van het Plan der Experts ter sprake. De buitenlandsche leeningen op langeren termijn ‘becijfert hij’ als volgt: Buitenlandsche leeningen (in millioenen RM) Staatsleeningen . Provinciale en gemeente lijke leeningen. Leeningen van overheids¬ bedrijven : ) van het Rijk . ) van Staten, Provin¬ cies en gemeenten. … Leeningen van particuliere ondernemingen. Leeningen van kerkelijke organisaties . Totaal. 1925 1926 1927 Jan. tot 31 Mei ™28. Totaal 138.6 256,0 161.7 202.8 472,0 ‘25,1 270,6 249.5 25.5 351.5 742,0 57.6 267.3 112,5 336,0 205,7 597.3 4,1 167,8 126,0 281,6 280,4 23,1 1256,2 1096,4 1522,9 878,9 676,5 785.8 648.9 1041.6 2091.7 109.9 5354,4 Het totaalbedrag is nog te verhoogen met de Duit¬ sche buitenlandsche leening van 1924 tot een nominaal bedrag van 960 millioen RM. en een belangrijk doch niet voor nadere vaststelling vatbaar bedrag van door Ihet buitenland gekochte Duitsche effecten. Hiertegen¬ over staat echter, dat het bedrag der reeds plaats ge¬ vonden aflossingen op 500 millioen RM. te schatten is en dat Duitschland op zijn beurt, ook buitenlandsche effecten heeft aangekocht. Hat bedrag der Duitsche verplichtingen op korten termijn werd door den Mi¬ nister van Economische Zaken in October 1927 op 3600 millioen RM. getaxeerd, sedertdien is het waar-, schijnlijlk nog toegenomen. De kapitaalvorming in Duitschland, ofschoon zeer veel greater dan de kapitaal import, is volgens den Generaal-Agent. onder de huidige omstandigheden niet voldoende, zoodat dit- land, aangenomen, dat in de in¬ dustrie geen malaise ontstaat, voor belangrijke bedra¬ gen op buitenlandsch crediet zal aangewezen blijven. —Willen de noodzakelijke buitenlandsche credieten blijven toostroomen, dan is het noodzakelijfc, dat het vertrouwen van ‘de buitenlandsche beleggers ten volle gehandhaafd blijft. Dit brengt voor de Duitsche geld- nemers de verplichting mede om de buitenlandsche markt niet te overladen. Het werpt verder de vraag op, hoedanig de buitenlandsche belegger de Duitsche herstelverplichting in haar huidigen vorm waardeert. Naarmate de buitenlandsche schuld van Duitschland .stijgt, zal de buitenlandsche belegger met igrooten na¬ druk een duidelijke omlijning van de uiteindelijke grootte der herstelbetalingen vorderen. Wordt deze vraag niet te juister tijd beantwoord, dan ka,n worden aangenomen, dat de beleggers over de theele wereld minder bereid zullen worden om hun spaargelden aan Duitschland uit t.e leenen en zullen ze dit slechts doen, indien de interest een voldoend hooge risicopre¬ mie biedt. De definitieve vaststelling der herstelver- plichtingen wordt, al was het alleen maar uit deze overweging, een aangelegenheid van toenemende prac- tische beteekenis.fl I.n zijn conclusies ‘komt de Generaal-Agent nog¬ maals op de noodzakelijkheid eener definitieve vast¬ stelling der herstelverplichtingen van Duitschland terug: . —Het plan heeft, zoowel wat de betaling der op grond 4 Juli 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 577 der herstelverplichtingen verschuldigde bedragen als wat de overmaking daarvan betreft, bijl voortduring met goed gevolg gewerkt. Duitschland beeft regelma¬ tig en punctueel betaald, het Transfer Committee heeft de betalingen ten volle aan de crediteurstaten overgemaakt. De verschillende onderpanden hebben zich zoodanig ontwikkeld, dat zijl, ook wanneer de volle herstelbetalingen zullen moeten worden verricht, vol¬ komen toereikend zullen zijn. Het plan heeft het ver¬ trouwen hersteld en de reconstructie van Duitschland mogelijk gemaakt. Daarmede heeft het beslissenden in¬ vloed gehad op den wederopbouw van Europa eu tevens zijn primaire doel, de verkrijging en overmaking der herstelbetalingen, van den aanvang af bereikt,fl Het welslagen van het plan mag echter zijn ware natuur niet verbergen. De Experts zelf bevalen het plan niet aan als een doel op zichzelf, doch veeleer als een mid¬ del om tot oplossing van een urgent probleem te komen en om practische resultaten te bereiken. Zijl richtten zich in de eerste plaats op de voldoening van Duitsch- lands herstelschuld aan de geallieerden en meer in het algemeen op reconstructie van Duitschland, niet alleen als middel ter verkrijging van reparatiebetalin- gen, maar ook als een deel van het grootere probleem van den wederopbouw van Europa. Ik geloof Š zooals reeds is uiteengezet in de conclusies van mijn laatste rapport Š dat van beide standpunten beschouwd de definitieve vaststelling van Duitschlands herstelver- plicbtingen het fundamenteele probleem blijft en dat bet belang zoowel van de crediteurstaten als dat van Duitschland meebrengt, dat een definitieve regeling, die de instemming van beide partijen heeft, tot stand komt zoodra, om de slotwoorden van de Experts te gebruiken, —de omstandigheden zulks mogelijk makenfl. DE STABILISATIE VAN HET GELDWEZEN IN GRIEKENLAND. Prof. Xénophon Zolotas te Athene schrijft ons: I. Kort overzicht van de ontwikkeling van het geldwezen en van de openbare financiën in Griekenland van 1910 tot 1927. De ontwikkeling van het geldwezen en van de open¬ bare financiën in Griekenland gedurende de laatste jaren dient van 1910 af te worden bestudeerd, aange¬ zien in dat jaar een periode met kenmerkende bijzon¬ derheden aanvangt, welke tot 1927 heeft geduurd. Wat het geldwezen betreft, beginnen wijl met vast te stellen, dat sinds 1910 de stabilisatie van de drach¬ me, die van 1875 af voortdurend fluctueerde, tot stand is gekomen. De waardevastheid van de drachme werd verzekerd door de toepassing van den goudwisselstan- daard, welke bijl de wet G. X. M. B. van het jaar 1910 werd ingevoerd. Deze wet kende aan de Nationale Bank het recht toe boven een bepaalde grens biljetten uit te geven met het oog op den aankoop van goud of buitenlandsche deviezen tegen pari en met de ver¬ plichting laatstgenoemde op aanvraag weder tegen pari te verkoopen, waarbij hetzelfde bedrag aan bank¬ biljetten aan den omloop moest worden onttrokken. Wat de openbare financiën betreft merken wij op, dat van 1910 tot 1927, toen de stabilisatie een aan¬ vang nam, wijl met een buitengewoon tijdvak hebben te maken, gedurende hetwelk de Staat door de ver¬ schillende oorlogen, revoluties en den toevloed van vluchtelingen voortdurend groote buitengewone uit¬ gaven noodig had. Indien wij! dit tijdvak onderverdeelen op grond van de wijze, waarop de buitengewone uitgaven van den Staat zijln gedekt, en in het bijzonder in verband met de toevlucht tot de uitgifte van bankbiljetten tegen een gedwongen koers, dan kunnen wij’ drie étappes in de financieel© en monetaire politiek van Grieken¬ land onderscheiden. Tijidens de eerste periode werden de buitengewone uitgaven van den Staat door leeningen gedekt; dit tijdvak loopt van 1910 tot 1915. In deze periode nood¬ zaakten de militaire voorbereidingen en vervolgens de Balkanoorlogen tot buitengewone uitgaven. De Staat zag kans zijn ‘behoeften te dekken door binnenlandsche en buitenlandsche leeningen, zoodat inflatie van de drachme vermeden werd en de goudpariteit gehand¬ haafd ‘bleef.1) De tweede periode omvat de jaren 1915 tot 1920’ en werd gekenmerkt door het feit, dat de buitengewone uitgaven van den Staat werden gedekt door middel van leeningen, gecombineerd met de uitgifte van bankbiljetten, welke door buitenlandsche credieten waren verzekerd. In den aanvang van deze periode bevond Grieken¬ land zich in een toestand van mobilisatie, vervolgens in staat van oorlog. Geweldige uitgaven waren der¬ halve noodzakelijk, die gedekt werden door biiïnen- landsehe leeningen en in hoofdzaak door credieten, die door de geallieerde mogendheden werden verstrekt. Deze voorschotten zijln geen credieten in den eigen¬ lijken zin van ‘het woord, maar inschrijvingen in het Grootboek als garantie voor de uitgifte van papieren geld. Gedurende dit geheele tijdvak heeft de Staat op grond van dergelijike credieten een totale som van 1.069.871.070 drachmen bij’ de Nationale Bank op- genonnen. Voorts heeft de Staat de Bank verzocht voorschot¬ ten te verleenen aan de Fransche en Engelsche troe¬ pen in Macedonië, voorschotten, die, vermeerderd met de rente, een totaal van 426.414.377 drachmen hebben bereikt, d.w.z. dat de Bank door een vergrooting van de circulatie betalingen heeft verricht, tot een totaal bedrag van 1.496:255.447 drachmen. De credieten der geallieerde mogendheden dienden voor trekkingen ge¬ durende den. oorlog, indien de beschikbare middelen van de Nationale Bank in het buitenland beneden de 100 millioen gouddrachmen daalden. De bedragen, die op deze credieten tot eind 1920 zijn opgenomen, en waartegenover een gelijk bedrag aan bankbiljetten aan den omloop is onttrokken, beliepen 356.471.273 drachmen. De geallieerde mogendheden hebben echter geweigerd het restant van deze credieten uit te beta¬ len ingevolge hum verklaring van 8 December 1920, waarbij zij de economische blokkade van Griekenland uitvaardigden. Het papieren geld, dat onder garantie van deze credieten is uitgegeven, is in omloop gebleven, of¬ schoon de credieten geannuleerd zijln. In het derde tijdvak van 1920 tot 1927 werden do buitengewone uitgaven van den Staat gedekt door de uitgifte van bankbiljetten en gedwongen leeningen. De uitgaven van den Staat zijln in deze periode aan¬ merkelijk gestegen, zoowel door den oorlog als door den toevloed van vluchtelingen in Griekenland. De Staat, die in de onmogelijkheid verkeerde, leeningen in het binnenland of in het buitenland af te sluiten, heeft zijn toevlucht genomen tot de uitgifte van bank¬ biljetten tegen gedwongen koers. Op deze wijze ont¬ nam de Staat aan de Bank een bedrag van 3.263.405.000 drachmen. In dezelfde periode werden twee gedwongen leenin¬ gen uitgegeven op een wijze, die in het finaneieele leven der Staten geheel nieuiw was. Zij hadden plaats door een splitsing van de bankbiljetten, die bijl de eerste leening de helft en bijl de tweede een derde van hun waarde verloren. Terzelfdertijd ging de bank over tot de uitgifte van bankbiljetten tot een bedrag, dat gelijk was aan de waarde-vermindering van de geld¬ circulatie, welk bedrag zij in de schatkist stortte. Bij de eerste gedwongen leening verkreeg de Staat 1288 millioen drachmen en bij1 de tweede 1200′ millioen drachmen. Dit korte overzicht van de Grieksche financiën geeft ons het recht vast te stellen, dat de inflatie dooi¬ den Staat in het leven is geroepen. De fiduciaire circulatie bedroeg aan het einde van elk jaar in millioenen drachmen: 1) A. Andréadèe —Les finances de la Grècefl* Journal de«s Economistes, 15 April et 15 Mei 1925. 578 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 4 Juli 1928 1910 132 1919 1.412 1911 142 1920 1.508 1912 206 1921 2.161 1913 245 1922 3.147 1914 265 1923 4.681 1915 394 1924 4.866 1916 569 1925 5.339 1917 874 1926 4.864 1918 1.304 1927 4.966 De vei-meerdering Tan de circulatie ging gepaard met een stijging ivan de prijzen, zooals blijkt uit den volgenden index voor de bosten van levensonderhoud in Griekenland: 1914 100 1921 398 1915 117 1922 636 1916 159 1923 1181 1917 256 1924 1235 1918 366 1925 1414 1919 323 1926 1707 1920 351 1927 1873 Wat den wisselkoers betreft, kon de Bank tot het einde van 1919 de drachme op pari handhaven, on¬ danks de inflatie en de stijging van het algemeen prijspeil. In het volgend tijdvak was de Bank door de uitputting van haar reserves en credieten onmachtig den wisselkoers op hetzelfde peil te houden. Van dit oogenbli-k af had de speculatie vrij spel en tot eind 1927 heeft de buitenlandsche waarde van de drachme bijna zonder ophouden de richting gevolgd, die de speculatie haar gaf. In Juli 1919 had de dollar nog een waarde van 5,20 drachmen, evenals vóór den oorlog, maar reeds in Januari 1920 steeg de koers tot 7,57 drachmen. In Maart 1923 noteerde de dollar een hoogsten prijs van 90,83 drachmen en tot in den aanvang van 1927 schom¬ melde hij tusschen 33 en 89 drachmen. Deze periode van gr-oote schommelingen in den wisselkoers eindigt in het najaar van 1926, toen de periode van feitelijke stabilisatie van het Grieksche geldwezen een aanvang nam. II. De stabilisatie. 1. Evenwicht in de begrooting. Š Zooals- wij hier¬ boven hebben opgemerkt, is de Staat de oorzaak van de depreciatie van het geldwezen geweest; geen enkele poging tot stabilisatie kon dan ook slagen zonder een definitief herstel van de openbare financiën. Terzelf- dertijd is, bij’ een instabiel geldwezen, het in evenwicht brengen van de begrooting onmogelijk. Deze beide vraagstukken zijln volkomen aan elkaar verbonden, aangezien de oplossing van het een© tevens die van het andere noodzakelijk maakt. Het is dan ook duidelijk, dat de Grieksche regee- ring, toen zij! het plan had de drachme te stabilisee- ren, -bijzondere beteek-enis heeft toegekend aan het evenwicht in de begrooting. Yolgen-s de verwachtingen van den Minister van Financiën zou de begrooting 1927/™28 een tekort van ongeveer 2800 millioen -drach¬ me laten. Onder dergelijke omstandigheden was he-t ónmoge¬ lijk een stabilisatie van het geldwezen ernstig te over¬ wegen; eerst -diende men de openbare financiën in evenwicht te brengen. Met -dit doel heeft- -men eener- zijd-s de belastingen en voornamelijk de- indirecte be¬ lastingen verhoogd, terwijl men anderzijds belangrijke bezuinigingen in alle takken van administratie heeft ingevoerd. Op deze wij’ze kwam men tot een raming van -de ontvangsten over het -dienstjaar 1927/™2’8 van 8821 millioen -drachmen en een raming van -de uit¬ gaven van 8878 millioen drachmen. Volgens -deze voor¬ uitzichten zo-u het tekort van 2800 millioen tot 49 millioen drachmen worden teruggëbraciht. De r-eed-s verkregen resultaten t-oonen aan, dat, in-dien de be- grooting al -geen overschot zal laten, het tekort het geraamde bedrag niet te boven zal -gaan. Wat de achterstallige tekorten op de begroot-ingen van de voorafgaande jaren betreft, waarvan het totaal 1137 millioen drachmen bedraagt, is het- ónmogelijk, deze -do-or middel van de gewone inkomsten te -dekken. Men zal hiervoor een -derde -deel van -de stabilisatie- en vluchtelingenleening gébruiken, zooals wij’ zoo dadelijk zullen zien. De verzekering van het evenwicht- der begrooting over heit jaar 1927/™28 is -op zichzelf nog geen voldoen¬ de basis voor de stabilisatie, in-dien m-en niet zeker is, dat -dit evenwicht ook de volgende jaren zal bestaan. Immers, het ontstaan van -een tekort -zo-u -den Staat in moeilijke omstandigheden brengen en de reeds ver¬ kregen stabilisatie verstoren. Op grond van -de reeds verkregen resultaten zijln wij gunstig -gestemd ten opzichte van het evenwicht in de openbare uitgaven en inkomsten, ook wat de toe¬ komst betreft. Volgens de ramingen van den Minis¬ ter van Financiën zal -het dienstjaar 1928/™29 sluiten met een tekort van 80 a 100 -millioen -drachmen, ter¬ wijl de dienst 192 9/™30 een surplus zal -oplbrengen. Bovendien heeft de Grieksche regeering -door he-t protocol van Genève -de verplichting op zich genomen, o-m al haar krachten, in t-e spannen de begrooting tot het einde -van het dienstjaar 1929/™30 beneden een ‘totaal van ongeveer 9 milliard drachmen te houden en een volstrekt evenwicht tusschen de gewone uit¬ gaven en inkomsten van den Staat te handhaven. Uit -dit alles volgt, -dat de grootste moeilijkheid, die zich het eerst bijl iedere poging tot stabilisatie voor- do-et, in Griekenland met succes is opgelost. 2. Regeling der schulden en uitgifte vcm. de stabi¬ lisatie- en vluchtelingenleening. Š Het evenwicht- der openbare financiën en het- gunstig resultaat -der stabi¬ lisatie zouden niet verzekerd zijln -zonder een regeling -der binnenl-andsche en buitenlandsche schuld. De publieke schuld van Griekenland in 1927 bedroeg 2.294.494.786 gouddrachmen en 8.282.131.147 papier- drachmen. Zooals ook in andere oorlogvoerende landen heeft plaats gehad, heeft de Grieksche staat, sinds 1918, zijn toevlucht -genomen tot de uitgifte van nationale ver- dedigingsbiljertten -op korten termijn, -die -door de Na¬ tionale Bank zijin aangenomen tot vergrooiting van haar -middelen. Het hoogste bedrag aan nationale ver- dedigingsbilj-etten, dat in circulatie is geweest, be¬ droeg 1933 millioen -drachmen o-p 23 Juli 1924. Tegen het einde van 1925 werd de terugbetaling van deze bons echter problematisch, de Staat nam daarop den 23en Januari 1926 de verplichting op zich -den toe¬ stand definitief in orde t-e brengen. Bijl verordening -schortte -de Staat de vernieuwing van -de vervallende bons o-p, evenals de uitgifte van nieuwe bons. De bons, die den 31en Maant 1927 vervielen, werden ten volle in contanten betaalbaar gesteld, terwijl -die, welke eerder vervielen, ten -de-e-le in gel-d en ten -deele in 8 p’Ot. obligaties met een looptijd van ten ho-o-gste tien jaren betaalbaar waren. De schulden, voortvloeiend uit het crediet -der ge¬ allieerden, waarover wij hierboven reeds -gesproken hebben, zijin t-ot nog toe niet geregeld. Wat de regeling met Engeland betreft -dient te worden opgemerkt, -dat volgens de overeenkomst van April 1927 het aan Engeland terug :te betalen bedrag, vermeerderd -met een rente van 4,7 pGt., f 6.950.000 bedraagt en in 62 jaar m-o-et word-en gek-weten. Een soortgelijke overeen¬ komst is -gesloten met de Vereenigde Staten in Januari 1928. Het geheele terug te betalen bedrag werd -met interest va-stgestel-d op $ 16.127.922, terug te betalen in 62 annuïteiten. De wederkeerige schulden met Frankrijk zijln nog niet definitieve geregeld, aamg-ezien beide partijen overeengekomen zijin de schatting van het oorlogsma¬ teriaal aan een scheidsrechter op te -dragen. Na -de regeling van -de oorlogsschulden is het aan¬ gaan van nieuwe leeningen mogelijk geworden, die on¬ misbaar zijn voor de reorganisatie van -de -o-penibare financiën en de stabilisatie van het geldwezen. Met dit doel heeft Griekenland -de hulp ingeroepen van -den Volkenbond in -de ho-op, -dat -deze erin toe -zo-u 4 Juli 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 579 stemmen, dat de desbetreffende leening onder zijn toezicht zou worden uitgegeven. De Volkenbond heeft erin toegest-eind Griekenland bij zijn economisch her¬ stel behulpzaam te zijn, en bij het protocol van 15 September 1921 de uitgifte van een leening goedge¬ keurd, waarvan de opbrengst bestemd is voor de stabi¬ lisatie van het Grieksche geldwezen, de delging van de achterstallige tekorten op de begroeting en het ver¬ schaffen van onderdak aan de vluchtelingen.1) Het totaal van de leening kan het bedrag van £ 9 millioen niet te boven gaan. Tengevolge van dit Protocol zijn op 30’ Januari 1928 te Londen twee overeenkomsten gesloten, voor een stabilisatie- en vlucbtelingenleening a 6 p’Ot. tusschen de Grieksche regeering en Hambr’ois Bank Ltd., Erlan¬ gen’s Speyer and Company, National City Company and National City Bank of New York. Volgens deze overeenkomsten zal het effectief be¬ drag van de leening maximaal £ 6,5 millioen bedra¬ gen ; de rest a £ 2,5 millioen, die nog ontbreekt om te komen tot het bedrag van £ 9 millioen, ‘waarin bij het Protocol van Genève is voorzien, zal door de schat¬ kist van de Vereenigde Staten worden verstrekt vol¬ gons een speciale overeenkomst, die heeft plaats gehad na het protocol van Genève. 3. De oprichting van d& Banlc van Griekenland. Š Tot 14 Mei 1928 bezat -de Nationale Bank van Grie¬ kenland hert recht tot uitgifte van bankbiljetten. Deze bank heeft zich echter niet bepaald tot haar functie van emissiebank, maar zij heeft ook den vorm van een handels- en landbouwbank aangenomen. Deze houding van de National© Bank van Griekenland scheen den Volkenbond geen voldoende waarborgen te bieden om haar de opdracht tot stabilisatie van de drachme toe te vertrouwen. Daarom heeft men besloten een nieuwe bank op te richten onder de benaming van Bank van Griekenland, die den vorm van een zuivere emissiebank zal hebben. Deze Bank heeft den 14en Mei 1928 haar werk¬ zaamheden aangevangen, met het privilege uitsluitend bankbiljetten in Griekenland uit te geven; dit privi¬ lege is verleend tot 31 December 1960. De voornaamste plicht van de Bank is het nemen van maatregelen, noodzakelijk voor de stabiliteit van de goudwaarde van haar biljetten. Te dien einde oefent zij binnen de grens van haar statuten de controle uit op het geld- en credietwezen van Griekenland. De Bank is’ niet verplicht haar biljetten in goud in te wisselen. Zij moet alleen, indien een persoon biji den hoof dzetel van de Bank te Athene goud vraagt of aan¬ biedt, deze persoon tegen een vasten koers deviezen, afkomstig van landen, waar de gouden standaard heersciht en waar het geld volgens de wet en de prac- tijk op zicht inwisselbaar is in goud, dat uitgevoerd mag worden, verkoop en of afkoopen. De lijst met de namen van deze landen wordt in de officieele Staats¬ courant gepubliceerd. Evenwel zal niemand het recht hebben om een bedrag buitenlandsche deviezen te vra¬ gen of aan te bieden, indien de waarde hiervan min¬ der is dan 10.000 drachmen. Alle bankbiljetten, die de Bank van Griekenland uitgegeven heeft, zijn wettelijk betaalmiddel, maar dit zijn eveneens de bankbiljetten, welke tot 14 Mei 1928 door de Nationale Bank van Griekenland in omloop gebracht zijn. Deze laatstgenoemde bank heeft echter op dien datum het recht, tot uitgifte van bankbiljet¬ ten verloren. Wat de dekking van de bankbiljetten betreft, schrij¬ ven -de statuten de Bank een reserve van ten minste 40 pCt. van de in omloop zijnde bankbiljetten en van de andere direct opeischbare verplichtingen voor. Op den 14en. Mei 1928, toen de Bank van Grieken¬ land haar werkzaamheden aanving, waren de ban.k- 1) Zie liet artikel van Mr. J. van Walré de Bordes —De Septemberzitting van .het Financieele Comité van den Vol¬ kenbondfl opgenomen in ons blad van 12 Oet. 1927. (Red.). biljetten en de direct opeischbare verplichtingen als volgt, gedekt: Goud. 876.3Ö6.2’61 Bankbiljetten Buitenlandsche in circulatie 4,863.352.808 .deviezen . . . 3.066.697.849 Andere direct opeischbare verplichting. 2.522.766.836 Totaal.. 3.943.004.HO”” Totaal.. 7.386.109.644 Hieruit Jblijkt, dat de dekking van de in omloop zijnde bankbiljetten 81,51 pC’t. bedraagt, en die van de bankbiljetten en andere direct opeischbare ver¬ plichtingen te zamen 53,67 pOt. 4. Het niveau, waarop gestabiliseerd is. Š Vanaf Januari 1927 heeft de buitenlandsche waarde van de drachme een zeer groot© ‘stabiliteit vertoond, zoodat men vanaf ‘dien tijd van een feitelijke stabilisatie kon spreken. De Regeering is eerst zestien maanden later bij een decreet van 12 Mei 1928 tot de wettelijike sta¬ bilisatie overgegaan. Bij dit decreet is de zuivere goudwaarde van de drachme, die als geldeeniheid in Griekenland wordt ingevoerd, op de volgende manier vastgesteld: 51.212,87 drachmen worden gelijk gesteld met 1000 grammen zuiver goud. Iedere drachme is dus 0,01952634 gram zuiver goud waard. Het wisselmateriaal, dat de Bank, overeenkomstig § 1 van artikel 5 der statuten ver¬ plicht is te koopen en te verkoop en, bestaat uit pon- denwissels. De pariteit van het pond sterling met de drachme is op 375 drachmen vastgesteld. De prijs, waartegen de bank verplicht is wissels te verknopen, bedraagt 375 drachmen voor 1 £, vermeer¬ derd met de vervoerkosten van goud van Athene naar Londen, wat 0,0667 p’Ot. uitmaakt, d.i. 2,5 drachmen. De aankoopsprijs bedraagt de bovengenoemde pariteit, verminderd met de transportkosten van goud van Lon¬ den naar Athene, ‘d.i. 0,0667 pCt. of 2,5 drachmen. Wij’ zien duis, dat het monetaire systeem, hetwelk bij! het bovengenoemde decreet in Griekenland inge¬ voerd is, dat van den goudwisselstandaard is, dat door het meerendeel -der landen, welke na den oorlog tot de stabilisatie van hun geldwezen zijn overgegaan, is toegepast. Wat den wettelijken stabilisatievoet van de drachme betreft, gelooven wij1, dat deze absoluut gerechtvaar¬ digd is, daar ‘hij in overeenstemming is met het niveau van de fertelijke stabilisatie. Indien wijl 1914 als basisjaar nemen, gedurende het¬ welk de geldcirculatie 240 millioen drachmen bedroeg op een bevolking van 4.800.000 zielen, vinden wjji, dat de circulatie -‘overeenkwam met 50 drachmen per in¬ woner. Op het oogenblik bedraagt de circulatie onge¬ veer 5 milliard drachmen op een bevolking van 6.200.000 zielen, d.w.z.. een circulatie, die correspon¬ deert met 806 papierdrachmen per hoofd, die 54 goud- draehmen waard zijn en indien wij rekening houden met de depreciatie van het goud, die % van de voor- oorlogsche waarde bedraagt, dan komen wij tot een circulatie per hoofd van 36 drachmen. Dit bedrag schijnt onvoldoende vergeleken met dat van 1914. Men moet echter niet vergeten, dat gedurende en na den oorlog de omloopsnelheid aanzienlijk is toegenomen en tegelijkertijd het betalen met cheques en buiten- landsche -deviezen meer algemeen is geworden. Onze conclusie is, dat- in elk geval de circulatie niet veel grooter is dan de behoeften. 5. De betalingsbalans. Š Gewoonlijk bestudeert men, o-m de schommelingen in -de buitenlandsche waar¬ de van. een valuta te verklaren, haar betalingsbalans. De betalingsbalans van Griekenland .bevat, zooals die van alle andere landen, een zichtbaar en een on¬ zichtbaar gedeelte. Het zichtbare gedeelte, d.w.z. de handelsbalans van Griekenland, is altijd nadeelig geweest-, maar haar passiviteit is sedert 1918 toegenomen. Vóór dit jaar bedroeg de uitvoer 50Š60 pCt. van den invoer, doch daalde evenwel na 1918 tot 40 pCt. Een zeer ‘belangrijke factor in de betalingsbalans 580 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 4 Juli 1928 van Griekenland is het onzichtbaar gedeelte, dat altijd een aanzienlijk overschot laat, en meestal dient voor de dekking van het tekort van de handelsbalans. De meest belangrijke posten zijn: de remises van Griek- sohe emigranten in Amerika, die jaarlijks 150Š200 millioen goudfrancs bedragen en de inkomsten van de handelsvloot, die gedurende den wereldoorlog bui¬ tengewoon hoog waren. Weliswaar is het actief van de betalingsbalans den laatste®. tijd zichtbaar gedaald, waardoor de waarde van de drachme ongunstig beïnvloed is geworden, maar vóór alles heeft toch de inflatie tot de monetaire depreciatie bijgedragen. Deze heeft de speculatie aan- gewakkerd, die op de deviezenmarkt geheerseht heeft van het oogenblik af, waarop de Bank ten gevolge van de uitputting van haar reserves onmachtig is ge¬ worden zich hiertegen te verzetten. Na het einde van de inflationistische politiek van de Bank en de stabilisatie van het geldwezen, is het vertrouwen teruggekeerd, terwijl tegelijkertijd de cen¬ trale bank met haar’ reserves de controle over de devie¬ zenmarkt terugkreeg. Hierdoor werd de speculatie de kop ingedrukit en de toepassing van de rationeels monetair© politiek verzekert de stabiliteit van de wis¬ selkoersen, want een ongunstige invloed van de be¬ talingsbalans op de wisselkoersen kan niet aanhouden, indien ‘deze niet veroorzaakt wordt door een inflatie, welke toe te schrijven is aan een stijging van het alge- meene prijsniveau. MAANDCIJFERS. POSTCHEQUE EN GIRODIENST. (In duizenden guldens). April 1928 Aantal Bedrag April 1927 Aantal Bedrag Aantal rekeningen op uit0. Bijschrijvingen …. wegens: a. Stortingen. b. Overschrijvingen. 1. van andere rek. 2. van Ned. Bank. e. And. onderwerpen Afschrijvingen …. wegens: . Chèques. . Overschrijvingen. 1. van andere rek. 2. van Ned. Bank. c. And. onderwerpen Gezamenlijk tegoed op uit». Bedrag der beleg¬ ging D . 132.721 1.528.408 646.779 881.495 134 900.039 170.567 780.473 794 8.205 383.714 107.237 265.877 10.554 46 380.289 57.516 265.877 56.859 37 91.454 70.292 123.321 1.384.361 599.575 784.658 128 890.216 169.609 690.674 749 29.184 372.743 99.875 257.600 15.238 29 363.974 53.179 257.600 53.158 37 95.127 67.453 i) Het bedrag, dat vroeger tegen vergoeding van rente aan de schatkist werd verstrekt, wordt tegenwoordig, voor zoover het nog niet voor vaste belegging is aangewend, te zamen met andere bedragen in rekening-courant met het Staatsbedrijf der posterijen en’ telegrafie begrepen en is daarom niet meer in ‘het bedrag der belegging begrepen. GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM. RIJKSPOSTSPAARBANK. MEI Inlagen …….. Terugbetalingen . .. Tegoed der inleggers op ultimo. Nom. bedr. der uitst. staatsschuldboekjes op ultimo. Spaarbankboekj es: Aantal nieuw uit¬ gegeven . Aantal geheel af¬ betaald . Aantal in omloop op ultimo. f 1926 10.680.710 11.054.162 310.450.412 41.978.650 9.136 8.107 1.922.660 1927 … 10.717.459 — 11.290.302 —319.670.376 41.989.150 9.188 8.193 2.025.456 1928 f 11.158.013 — 11.830.017 — 327.771.110 42.285.400 9.136 8.548 2.053.559 STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN. N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen. GELDKOERSEN. OPEN MARKT. 1928 1927 1926 1914 30 Juni 25/30 Juni 18/23 Juni 11/16 Juni 27 Juni/ 2 Juli 28 Juni/ 3 Juli 20/24 Juli Amsterdam Partic.disc. Prolong. i) Londen Daggeld .. Partic. disc. Berlijn Daggeld .. Partic.disc. 30-55 d… 56-90 d… Waren- wechsel. New York Daggeld l) Partic.disc. 45/l6 4- 1/2 5- 6 31/8-15/16 81/2-10 ‘ 63/g 61/s 7 8-1/4 41/4 4-3/8 4- 1/2 3I3/l615/l6 5- 10 63/8-3/4 63/4-1/8 7 61/2-81/, 41/, 4- 1/4 th.rP/is 21/2-31/2 33/,-i/s 5- 71/2 61/2-5/8 61/2-5/8 63/4-7 51/2-63/4 41/8-1/4 41/18-1/8 33/4-41/4 3- 1/2 33/4-13/16 4- 61/2 61/2 61/2 63/4-1/8 5- 61/4 41/8-1/4 39/l6-5/8 33/4-4 21/2-51/2 45/i6 4-10 51/8-6 51/8-6 6-1/2 41/2-51/4 31/8 21/8-3 31/4-3/4 3-51/2 41/8-1/4 41/2-8 45/8 41/2 5-1/4 41/2-51/4 31/2 31/8-3/16 21/4-3/4 13/4-2 21/4-3/4 21/8-1/2 13/4-21/, *) Koers van 29 Juni en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag. WISSELKOERSEN. KOERSEN IN NEDERLAND. Data New York**) Londen V Berlijn V Parijs *) Brussel V Batavia l) 26 Juni 1928 27 — 1928 28 — 1928 29 — 1928 30 — 1928 2 Juli 1928 Laagste d.w.1) Hoogste d.w1) 25 Juni 1928 18 — 1928 Muntpariteit 2.48) 4’ 2.48 »/— 2.48) 4 2.481/8 2.48i/’le 2.48 2.483/s 2.48 i/8 2.47 2.4854 12.10 v, 12.10«/— 12.10V» 12.10)4 12.09JL 12.09)4 12.11)4 12.1054 12.10 ° 12.1054 59.344 59.33 59.334 59.29| 59.26 59.24 59.36 59.314 59.26f 59.26 9.76 9.77 9.76 9.74| 9.74J 9.73 9.78 9.754 9.744 9.75 34.68 34.68 34.67 34.66J 34.634 34.61 34.70 34.684 34.63^ 34.59 9954 9954 9954 9954 9954 9954 99)4 1001/, 9954 9954 100 *) Noteering te Amsterdam. **) Noteering te Rotterdam. D Particuliere opgave. April 1928 April 1927 Giro™s (eenzijdige ver¬ melding) Girobetalingen aan gemeen teinstellingen Girobetalingen aan particulieren. Geldomzet. Ontvangsten . Betalingen. Part. rekeninghouders Waarvan rekeningh. welke gelden voor 1 jaar vast hebben gedeponeerd.. In millioenen …91.3 — 14.7 — 4.2 — 6.9 —19.-1 9.4 Aantal In millioenen 22.089 81.690 6.568 29.997 32.610 2 3.663° … 36.9 — 24.- — 4.6 — 7.2 — 19.91 9.2 Aantal 18.113 85.629 6.549 30.246 29.857° 3.247° 1) Gemiddeld saldo te goed. °) Einde der maand. Data Zwit¬ serland V Weenen *) Praat? Boeka¬ rest i) Milaan **) Madrid **) 26 Juni 1928 27 — 1928 28 — 1928 29 — 1928 30 — 1928 2 Juli 1928 Laagste d.w.1) Hoogste d. w1) 25 Juni 1928 18 — 1928 Muntpariteit 47.88 47.88)4 47.86 47.84 47.82)4 47.80 47.90 47.84)4 47.80 48_ 34.97)4 34.97)4 34.97)4 34.97)4 34.95 34.80 35_ 34.95 34.90 35Š 7.35 7.34 7.35 7.35 7.354 7.35 7.32 7.38 7.34 7.34 2) 1.52 1.51 1.51 1.52 1.52 1.52 1.474 1.55 1.51 1.51 48_ 13.06 13.05 13.05 13.05 13.05 13.02 13.08 13.054 1305i| 13.09 41.124 41.06 41_ 40.91 40.90 40.80 41.174 41.08 40.95 48Š *) Noteering te Amsterdam. **) Noteering te Rotterdam. !) Particuliere opgave. 2) Wettelijk gestabiliseerd tusschen 7.534/s en 7.2R/2. 4 Juli 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 581 Data 26 Juni 1928 27 28 29 30 2 1928 1928 1928 1928 Juli 1928 Laagste d.w.1) Hoogste d.w1) 25 Juni 1928 18 — 1928, Muntpariteit Stock holm *) 66.62$ 66.62$ 66.62$ 66.60 66.60 66.55 66.65 06.57$ 66.55 66.67 Kopen¬ hagen*) 66.52$ 66.521 66.50 66.50 66.50 66.45 66.55 66.52$ 66.50 66.67 Oslo *) 66.45 66.45 66.45 66.47$ 66.42$ 66.35 66.47$ 66.42$ 66.42$ 66.67 Hel¬ sing¬ fors!) 6.24 6.24 6.24 6.24 6.24 6.24 6.22 6.26 6.24 6.24 6.261 Buenos- Aires ‚) 105% 105% 105 105% 105% 105% 105 % 105% 105% 105s/8 105s/B Mon¬ treal !) 2.47% 2.47% 2.47% 2.47% 2.47 »/6 2 47% 2.47% 2.48 2.47% 2.47»/, 2.48% *) Noteering te Amsterdam. **) Not. te Rotterdam, i) Part. opgave. Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op 2 Juli 1928 voor telegrafische uitbetaling op: Europa. Londen *). Berlijn *). Parijs Ł). Brussel *) §) . Luxemburg . Zurich *)… Praag . Weenen *). Boedapest …__ Boekarest . Sofia .. Belgrado. Stamboel . Athene . Milaan **). Madrid **). Lissabon. Kopenhagen *) … Oslo *). Stockholm *). Reickjavik. Warschau . Kovno (Litauen) . Riga (Letland) … Reval (Estland)… Helsingfors . Moskou . Danzig . Amerika. New-York *) . Montreal . Mexico . Buenos Aires. La Paz (Bolivia) . . Rio de Janeiro… . Valparaiso. Bogota (Columbia) . Quito (Ecuador) . . Lima (Peru). Montevideo (Urug.) Caracas (Venezuela) Paramaribo . Willemstad (Curag.) San José (C. Rica) Guatemala. Managua (Nicarag.) San Salvador (Salv.) Azië. Calcutta… Batavia . Kobe . Hong Kong . Shanghai . Singapore .. Manilla . Bangkok. Teheran (Perzië) .. Afrika. Kaapstad …….. Alexandrië. Australië. Melbourne, Sidney en Brisbane __ Nieuw Zeeland __ Gulden per £ 100 Mark 100 Franc 100 Belga 100 Franc 100 — 100 Kronen 100 Schilling 100 Pengö 100 Lei 100 Leva 100 Dinar Turksch £ 100 Drachme 100 Lira 100 Peseta Escudo 100 Kronen 100 — 100 — 100 IJsl.Kr. 100 Zloty 100 Lita 100 Lat 100 Estl. Kr 100 Finnmrk Tjerwonets (10 Roebel) 100 Gulden Pari Koers Canad. $ Mex. Dollar Peso (papier) Boliviano Milreis (pap.) Peso (papier) Peso Sucre Per. £ Peso Bolivar Gulden Gulden Colon Quetzal Cordoba Colon Rupee Gulden I.C. Yen Dollar Taël Straits Doll. Phil. Peso Baht Kran £ Egypt. £ £ 12.10$ 59.26 9.747 34.59 48_ 48_ 50.411) 35.Š 43.51 1 48.Š 48.Š 4.379 10.93 3.23 13.09 48_ 2.68$ 66.67 66.67 66.67 66.67 27.91 24.88 48Š 66.75 6.26$ 12.80 48.40 2.4878 2.4878 1.05682 0.97 0.80753 0.90802 2.42 1.21 12.10$ 2.5725 0.4795 1_ 1 Š 0.6220 2.4878 2.48$ 1.2440 0.807 1_ 1.24 1.4125 1.214 1.10 12.10$ 12.42 12.10$ 12.10$ 12.09/ 59.26 9.74$ 34.63$ 6.92 47.82$ 7.35 34.95 43$ 1.52 1.79 4.37 1.26 3.23 13.05 40.90 0.1125 66.50 66.42$ 66.60 54.65 27.85 24$ 48_ 66.50 6.24 12.85 48.35 2.47$ 1.18$ 1.05$ 0.90$ 0.29$ 0.30$ 2.44$ 0.49$ 10.15® 2.54$ 0.48 0.97f 1.01$ 0.62 2.48$ 2.48$ 1.22$ 0.90$ 0.99$ 1.15$ 1.25$ 1.66 1.40 1.22$ 1.12| 0.26® 12.06$ 12.42$ 12.03$ 12.04$ Bank- disconto °/o 4è 7 H 4 H 5 6 6 6 10 6 10 6» 5 4 8 7 6 en 7 7$ 7$ hi 6 4 5.48 i) Pariteit der voorm. Oostenr. Kroon. 2) Qoudpeso. 3) Milreis Goud. *) Not. te A™dam. **) Id. te R™dam. Ov. not. part, opg, §) 1 Belga= 5 frank. KOERSEN TE NEW YORK. (Cable). Data 26 27 28 29 30 2 2 Juni Juli Juli 1928 1928 1928 1928 1928 1928 1927 Muntpariteit.. Londen (% per £) 4,87 »/8 4,87 »/16 4,87n/lc 4,871! I— 4,8711/ie 4,87 »/18 4,85*/s 4,8667 Parijs Berlijn (j p. lOOfr.) ($ p. 100 Mk.) 3,93»/, 3,931/8 3,93i/8 3,927% 3,927/. 3,92% 3,915/, 13,92 23,90% 23,90 23,90 23,90% 23,90 23,89% 23,69% 23,81% Amsterdam (tp.lOOgld.) 40,27% 40,27% 40,29% 40,30 40,30 40,31% 40,06% 40»/i. KOERSEN TE LONDEN, Plaatsen en Landen Noteerings- eenheden 16 Juni 1928 Alexandrië. . Athene .. Bangkok … Budapest . — B. Aires . — Calcutta .. — Constantin.. Hongkong .. Kobe . Lissabon Mexico ___ Montevideo Montreal .. R.d. Janeiro Shanghai .. . Singapore. .. Valparaiso ‘) Warschau Piast. p. £ Pr. p. £ Sh. p.tical Pen. p. £ d.p. $ Sh. p. rup. Piast. p. £ Sh. p. $ Sh.p.yen Escu. p.£ d. per $ d. per $ $ per £ d. per Mil. Sh. p. tael id. p. $ $p.£ Zl. p. £ 97% 375 1/10% 27.98$ 47%8 l/561/64 952% 2/0»/, 1/10» 108% 24 50% 4-89J-I 567/o4 2/8|| 2/3% 39.52 43.52$ 23 luni 1928 !) 90 dg.2) Noteering van 29 Juni. 97% 375 1/10»/ 27.98$ 47»/, L52 9 957% 2/0*/, l/10ff 108% 23% 501/, 4-8814 ®67/e* Wa 2/3»/, 39.50 43.47$ 25/30 Juni 1928 LaagsteHoogste 97™/i6 374% 1/10A 27.94 479/ie 1/527/32 945 2/0»/, 1/1°T5 107 23% 50 4.88ii 57/, 2/8% 2/311/.. 39 51 43.45 97/»/,. 375% 1/10A 28.00 47ii/, 1/529/s2 965 2/1 1/10$, 109% 24% 50% 4.89t>, 559/e. H/0-rf 2/3|| 39.60 43.52 30 Juni 1928 97^ 375 27.96A 47*/, 1/6H 957i/, 2/021/32 1/10™/» 108% 23% 50% 4.88% 5″/e4 2/817/3a 2/3 % 39.602 43.48$ ZILVERPRIJS Londen’) 25 Juni 1928.. 27»/8 26 — 1928.. 27»/,, 27 — 1928.. 27»/,. 28 — 1928.. 27?/,, 29 — 1928.. 27»/, 30 — 1928.. 277/,, 2 Juli 1927.. 26 20 Juli 1914.. 24i*/— N. York») 60 60i/, 601/8 597/, 59% 59*/, 56i/8 59 GOUDPRIJS *) Londen 25 Juni 1928.. 26 — 1928.. 27 — 1928.. 28 — 1928.. 29 — 1928.. 30 — 1928.. 2 Juli 1927.. 20 Juli 1914.. 84/10% . 84/10 . 84/10% . 84/10% . 84/10% . 84/10% . 84/11% . 84/11 i) in pence p. oz. stand. ») Foreign silver in ®c. p. oz. fine. 3) in sh. p. oz. fine STAND VAN ™s RIJKS KAS. De Minister van Financiën maakt bekend: Vorderingen. 23 Juni 1928 Saldo bij de Nederlandsche Bank… Saldo b. d. Bank voorNed. Gemeenten Voorschot op ultimo Mei 1928 aan de gem. op voor haar door de Rijks¬ administratie te heffen gemeentelijke inkomstenbelasting en opcenten op de Rijksinkomsten belasting. Voorschotten aan Suriname. Kasvord.weg. credietverst.a/h.buitenl. Daggeldleeningen tegen onderpand van Staatsschuldbrieven . Saldo der postrekeningen van Rijks¬ comptabelen . Vordering op het Staatsbedrijf der P., T. en T. 2). ld, op andere Staatsbedrijven »)… V erplic h t i n g e n. Voorschot door de Nederl. Bank …. Schatkistbiljetten in omloop1). Schatkistpromessen in omloop. Waarvan direct bij de Ned. Bank .. Zilverbons in omloop. Schuld a. d. Bank v. Ned. Gemeenten»).. ld. aan Ned.-Indië . ld. aan Curasao. Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds ») .. ld. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T. 2).. ld. aan andere Staatsbedrijven2). ld. aan diverse instellingen 2). 1) Waarvan … 12.056.000 vervallende op 2) In rekg.-crt. met ™s Rijks Schatkist. … 8.001.364,33 — 1.546.955,67 , 13.132.183,93 , 9.375.002,13 , 146.121.725,40 , 10.000.000,- , 17.697.216,33 , 2.755.348,03 …103.526.000,- 11.624.226,50 20.324.400,09 238.174,20 683.370,56 31.206.331,40 1.315 000,Š 5.846.885,32 1 Juli 1929. 30 Juni 1928 … 134.839,25 — 13.132.183,93 — 9.199.046,14 —146.681.891,84 — 13.000.000,Š — 11.676.112,30 — 2.755.348,03 … 7.859.573,21 — 103.526.000 Š 11.818.970,50 15.180.459.58 245.051,79 25.533.248,52 26.959.320.59 1.465.000,- 6.654.155,58 NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD. Vorderingen: Saldo bij ™s Rijks kas. Saldo bij de Javasche Bank. Verplichtingen: Voorschot uit ‘s Rijks kas aan N.-Indië Voorschot Javasche Bank aan N.-Indie Schatkistpromessen in omloop. Muntbiljetten in omloop . Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.. Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank. 23 Juni 1928 f 20.324.000,Š — 11.220.000,Š 150.000,Š 3.450.000,Š 852.000,- 757.000,Š 30 Juni 1928 …15.180.000,- — 12.347.000,Š , 150.000,- , 34.824.000,- , 852.000,- , 713.000,- 1928 Juli ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 582 NEDERLANDSCHE BANK Verkorte Balans op 2 Juli Ï928. Activa. Binnenl.Wis-(Hfdbk. f 39.189.962,19 seis,Prom.,1 Bijbnk. — 1.079.787,73 enz.in disc.( Ag.sch. — 11.322.671,21 Papier o. h. Buitenl. in disconto. .. Š — Idem eigen portef. . f 195.765.049,Š Al :Verkochtmaar voor debk. nog niet algel. — Š Beleeningen ( Hldb^fi7 incl. vrsch.i ‘ in rek.-crt. op onderp. 51.592.421,13 195.765.049,Š Bijbnk. Ag.sch. 69.730.002,64 8.005.253,77 — 65.419.461,13 / 143.154.717,54 Op Effecten.. .._ Š f Op Goederen en Spec. — 137.749.296,68 5.405.420,86 Voorschotten a. h. Rijk-— ŠŠ M unt en Muntmateriaal Munt, Goud f 67.520.735,Š Muntmat., Goud — 367.528.459,64 143.154.717,54 12.104.906,94 Munt, Zilver, enz.. Muntmat., Zilver . . 435.049.194,64 23.495.675,92 Belegging 1je kapitaal, reserves en pen¬ sioenfonds .. Gebouwen en Meub. der Bank .. Diverse rekeningen .. Š .. Š.- Š Passiva. Kapitaal..r Š Š .. Reservefonds.. Bijzondere reserve.. . . Pensioenfonds ..- . Ł Bankbiljetten in omloop.. ~ Bankassignatiën in omloop.. Rek.-Cour. … Het Rijk f Š saldo™s: Anderen — 44.968.704,31 Diverse rekeningen ___ 458.544.870,56 24.540.320,37 5.000.000,Š 28.087.361,70 f 918.789.647,24 20.000.000,Š — 7.157.903,12 — 8.000.000,Š — 5.515.878,64 — 828.755.160,Š — 915.005,28 44.968.704,31 3.476.995,89 f 918.789.647,24 Beschikbaar metaalsaldo.. f 283.109.935,38 Op de basis van »/» metaaldekking …. — 108.182.161,Jf6 Minder bedrag aan bankbiljetten in om¬ loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. — 1.415.549.675,Š Voornaamste posten in duizenden guldens. Data 2 Juli ™28 25 Juni ™28 ™28 18 — 11 — 4 — 29 Mei 4 Juli 25 Juli ™28 ™28 ™28 ™2 ™14 Goud Munt Muntmat. 67.521 67.573 67.567 67.563 67.616 67.625 68.325 65.703 367.528 367.466 367.469 367.469 367.469 367.469 335.519 96.410 Circulatie 828.755 768.177 778.059 790.555 811.834 797.333 825.263 310.437 Andere opeischb. schulden 884 439 490 753 961 975 532 198 Beschikb. Metaal¬ saldo 283.110 294.754 293.255 290.097 289.607 292.386 258.799 43.5211) Dek- kings perc. 52 56 55 55 54 55 50 54 Data Totaal bedrag disconto’s 2 Juli 1928 25 Juni 1928 14 11 4 1928 1928 1928 29 Mei 1928 4 Juli 1927 25 Juli 1914 promessen rechtstreeks 51.592 47.881 50.410 53.449 57.484 52.613 166.454 67.947 14.300 Belee¬ ningen 143.155 102.901 104.869 108.647 109.161 112.722 135.593 61.686 Papier op het buitenl. 195.765 196.745 196.568 196.473 196.397 193.884 122.632 20.188 Diverse reke¬ ningen^) 28.087 35.783 36.635 38.696 40.880 41.508 22.719 509 1) Op de basis van »/i metaaldekking. “-) Sluitpost activa. SURINAAMSCHE BANK. Voornaamste posten in duizenden guldens. Data Metaal Circu¬ latie Andere opeischb. schulden Discont. Div. reke¬ ningen i) 26 Mei 1928.. 19 — 1928 — 12 — 1928 — 5 — 1928.. 28 April 1928 — 28 Mei 1927.. 5 Juli 1914.. 1.090 1.090 1.090 1.090 1.090 1.040 645 1.495 1.471 1.472 1.612 1.658 1.417 1.100 550 507 554 508 543 540 560 813 815 809 805 816 966 735 492 446 442 444 450 482 396 i) Sluitpost der activa. JAVASCHE BANK. Voornaamste posten iu duizenden guldens. De samengetrok¬ ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen. Data 30Juni 1928 23 — 1928 16 — 1928 2Juni 1928 26 Mei 1928 19 — 1928 12 — 1928 2 Juli 1927 3 Juli 1926 25 Juli 1914 Ooad Zilver 189 100 189.700 189.800 174.251 174.351 174.401 174.261 184.878 200.067 22.057 Data 30 Juni 1928 23 — 1928 16 — 1928 2 Junil928 26 Mei 1928 19 — 1928 12 — 1928 2 Juli 1927 3 Juli 1926 25 Juli 1914 *) Sluitpost Dis¬ conto’s 16.808 17.877 17.885 18.411 24.219 35.186 31.907 Wissels, buiten N.-Ind. betaalb. Circulatie 310 700 307 600 309.800 306.429 304.634 304.589 306.290 316.975 331.581 110.172 Andere opeischb. schulden Beschikb. metaal¬ saldo 49.600 50.000 48.400 44.011 43.193 43.780 38.528 59.637 43.274 12.634 117.040 118.180 118.160 121.311 123.003 122.910 124.043 134.316 160.739 4.842*) Belee¬ ningen 137.700 133.300 130.300 14 825 14.282 14.188 13.487 14.123 11.529 7.259 19.128 16.888 17.913 18.193 26.033 23.724 6.395 68.339 65.169 64.941 63.180 75.823 47.795 47.934 Diverse reke¬ ningen 0 *** *** 64.042 66.108 65.903 63.787 54.198 62.185 2.228 Dek- kings- percen- tage 52 53 53 55 55 55 56 56 63 44 activa. «) Basis */s metaaldekking. BANK VAN ENGELAND. Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes, Data Metaal Circulatie Currency Notes Bedrag Bankbilj. Gov. Sec. 27 Juni 1928 20 — 1928 13 — 1928 6 — 1928 30 Mei 1928 23 — 1928 29 Juni 1927 22 Juli 1914 172.287 171.691 168.100 164.074 162.902 162.187 152.118 40.164 136.256 135.027 135.074 135.662 135.985 135.064 137.977 29.317 296.030 296.454 296.508 295.651 293.697 290.285 298.260 56.250 56.250 56.250 56.250 56.250 56.250 56.250 246.606 247.017 247.055 246.185 243.935 241.251 249.067 Data 27 Juni™28 20 — 13 — 6 — 30 Mei 23 — 29 Juni™27 22 Juli ™14 ™28 ™28 ™28 ™28 ™28 Gov. Sec. 30.779 31.633 34.440 36.187 28.967 29.582 51.666 11.005 Other Sec. 60.868 52.378 51.668 52.579 53.985 54.924 59.305 33.633 i) Verhouding tusschen Reserve en Deposits. BANK VAN FRANKRIJK. Public Depos. 873 433 .250 853 ,284 .095 .875 .736 Other Depos. 105.593 98.122 102.793 110.273 89.568 100.518 119.033 42.185 Reserve 55.781 56.415 52.776 48.168 46.668 46.873 33.891 29.297 kings- perc. i) 43 46 43^ 403/8 42 M 41K 261 r/i 6 52 Data Goud1) Zilver Te goed in het buitenl. Wis¬ sels IVaarv. op het buitenl. Belee¬ ningen Renteloos voorschot a.d. Staat2 25 Juni™28 21 — ™28 14 — ™28 7 — ™28 30 Juni™27 23 Juli™14 28.935 5.543 5.543 5.543 5.547 4.104 785 343 343 343 345 640 15.985 63 63 62 50 13517 1.714 1.890 1.696 2.494 1.541 10.562 15 16 15 6 8 1.884 1.897 1.909 1.921 1.602 769 3 200 Data 25 Juni™28 21 — ™28 14 — ™28 7 — ™28 30 Juni™27 23 Juli™14 zelfst. amort, k. 5.930 sen 3) 1.239 31.305 31.183 31.243 22.321 Circulatie 58.772 58.882 59.190 59.856 52.786 5.912 i)Bii de stabilisatie van den franc op 25 Juni is de goudvoorraad gewaardeerd volgens de nieuwe waarde van den franc. 2)De schuld van den Staat aan de Banque de France is op 25 Juni afgelost.3) Sluitpost activa. Staat Zelfst. amort, k. Parti¬ culieren 5.079 9 85 130 10 401 1.934 Š %€I 5.744 7.371 7.609 8.341 12.372 943 4 Juli 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 583 DUITSCHE RIJKSBANK. Voornaamste posten in millioenen Reichsmark. ‚) Onbelast. 2) W.o. Rentenbankscheine 23, 15, 7 Juni, 31, 23 Mei ™28 23 Juni ’27, resp. 58; 48; 47; 24; 60; 60; 121 mill. NATIONALE BANK VAN BELGIË. _Voornaamste posten in millioenen Belgas. Data 1928 28 Juni 21 — 14 — 7 — 31 Mei 30 Juni2 Ooud e o.~- Š o c %€o-aü o «o a £ B « 799 798 787 787 780 645 466 444 466 429 476 444 c S i – .tg g o fc o Š £=; § o 2*^ ^.a e 387 387 387 391 2.102 2.085 2.108 2.122 2.155 1.906 Rekg. Crt. 24 19 12 20 26 38 *) Aan de schatkist gecedeerd. Ł) 1927. VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA. FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars. 144 128 148 65 114 72 Data 13 Juni™28 6 — ™28 29 Mei ™28 23 — ™Ö8 16 — >28 9 — ™28 15 Juni™27 Data Goudvoorraad Wettig betaal¬ middel, Zilver etc. Wissels Totaal bedrag Dekking F. R. Notes In her- disc. v. d. member banks In de open markt gekocht 13 Juni™28 6 — ™28 29 Mei ™28 23 — ™28 16 — ™28 9 — ™28 15 Juni™27 2.580,4 2.608.9 2.606.9 2.634,3 2.640,8 2.690,1 3.016,6 1.189,7 1.174,6 1.186,2 1.198.5 1.225.6 1.228.5 1.727.5 153,6 152.5 150.6 161,1 160,8 157,8 168.7 1.042,9 982,0 943.8 847,5 807,4 777,1 360.9 240.4 266.4 304,0 330,6 347,3 365,1 182.5 Belegd in U. S. Gov. Sec. 223.3 210,0 219.4 230.5 262.3 277.4 547,2 F.R. Notes in circa latie 1.605.4 1.598.4 1.593.3 1.579.4 1.583.1 1.591.2 Totaal Depo¬ sito’s 2.436.1 2.423,8 2.407,6 2.416,5 2.434.2 2.474,1 Gestort Kapitaal 139,7 139,6 139,6 139,6 139,2 138,1 129,4 Goud- Dek- kings- perc. i) 63.8 64.9 65.1 65.9 65,7 66.2 72,3 Algem. Dek- kings- perc.2) 67.6 68.7 68,9 70,0 69.7 70,1 76,4 1.698,3 j 2.473,7 t) Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden: F. R. Notes en netto deposito. 2) Verhouding totalen voorraad munt- materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem. PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL. Voornaamste posten in millioenen dollars. Data Aantal banken Dis¬ conto™s en beleen. Beleg¬ gingen 6 Juni™28 30 Mei ™28 23 — ™28 16 — ™28 9 — ™28 8 Juni™27 641 642 642 642 643 668 15.851 15.893 15.851 15.937 15.897 14.580 6.653 6.683 6.689 6.654 6.647 5.956 1.762 20.650 6.990 1.748 20.668 7.003 1.758 20.699 6.985 1.763 20.897 6.972 1.804 20.862 6.948 1.736 19.579 6.195 Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten. Reserve bij de F. R. banks Totaal depo¬ sito™s Waarvan time deposits Data Goud Daarvan bij bui¬ ten l. circ. banken l) Deviezen als goud- dekking geldende Andere wissels en cheques Belee- ningen 23 Juni 1928 15 — 1928 7 — 1928 31 Mei 1928 23 — 1928 23 Juni 1927 30 Juli 1914 2.062,2 2.062,3 2.040,8 2.040,8 2.040,7 1.802,8 1.356,9 85,6 85,6 85,6 85,6 85,6 57,9 245,3 251,7 266,9 274,1 229,5 70,3 1.860,9 1.924,8 2.238,1 2.489,4 2.035,2 2.017,4 750,9 27.2 78.2 21,6 43,0 27,4 21.3 50,2 Data Effec¬ ten Diverse Activa2) Circu¬ latie Rekg.- Crt. Diverse Passiva : 23 Juni 1928 15 — 1928 7 — 1928 31 Mei 1928 23 — 1928 23 Juni 1927 30 Juli 1914 94,0 94,0 94,0 94,0 94,0 93,1 330,8 616,9 604.3 602.4 666.7 553.7 522.8 200.4 3.906,7 4.039,3 4.218,0 4.486.9 3.821,6 3.219,3 1.890.9 512.7 471.8 532,7 581.5 675,1 769.5 944,- 208,1 213,3 204.8 197.9 195,7 304.9 40,0 EFFECTENBEURZEN. Amsterdam, 2 Juli 1928. Veel belangrijks is in de achter ons liggende beriohts- periode op de internationale fondsenmarkten niet voorge¬ vallen. Over het algemeen kan worden geizegd, dat de stem¬ ming vrij opgewekt is geweest, hoewel dit niet samen is gegaan met groote koersverschillen. Te B e r 1 ij n ‘heeft de betrekkelijk vaste stemming van de buiten 1 andsche markten iets meer vertrouwen in de naaste toekomst doen ontstaan, doch het publiek heeft nog niet in belangrijke mate aan den handel deel genomen. Ook het tot stand komen van het ministerie in Duitsehland heeft er toe bijgedragen, dat de meeste koersen zich goed hebben kunnen handhaven en dat in sommige gevallen speciaal gunstige factoren ook eenige uitwerking konden hebben. Zoo hebben bijv. de nieuwe belangen van de I. G. Farben in Zwitserland er toe geleid, dat deze aandeelen in eenigszins ruime mate uit.de markt werden genomen. Gezocht waren voorts aandeelen Chade. Daarentegen zijn vrij groote liquidaties opgemerkt van aandeelen Leonhard Tietz, in verband met de oppositie, welke zich tegen het tegenwoordige bestuur heeft opge¬ worpen. Te P a r ij s is de eerste week na de stabilisatie van den franc tamelijk kalm verloopen, In den aanvang heeft zich een zwakke stemming kenbaar gemaakt, welke echter spoe¬ dig overwonnen bleek te zijn, al is de vraag, zoowel van het Fransche publiek als van het buitenland, aanmerkelijk geringer geworden. Veel animo bestond voor aandeelen Banque de France, waarin ook aandeelen Banque de T Al¬ geria hebben gedeeld. Na een aanvankelijken achteruitgang is ook weer meer vraag ontstaan voor aandeelen in ere- dietinstellingen. Toch bleek men de verwachtingen voor het koersverloop na de stabilisatie wel eenigszins te hebben overschat. Te Londen heeft een betere toon geheersoht, dan de vorige week het geval is geweest. Ook hier hebben buiten- landsehe invloeden tot deze stemming medegewerkt, met name het uitblijven van realisaties voor rekening van New York of van de Europeesche beurzen. —Gilt-edgedfl fondsen waren rustig, doch vast en de voortdurende daling van aandeelen in binnenlaudsche spoorwegen is in de achter ons liggende beriohtsperiode tot staan gekomen. Een leven¬ dige markt hadden aandeelen in telegraafondernemingen, terwijl kunstzijdesoorten, aandeelen in gramofoonomderne- mingen, in nieuwsbladen, enz. mede de vruchten hebben kunnen trekken van het herstel. Een groot aantal nieuwe emissies is aan de markt gebracht, waarvan de meeste een oed onthaal hebben gevonden. Bet verloop van de markt te New York is opgewekt geweest, hetgeen wel eenige aandacht heeft getrokken, nu de noteering voor —call moneyfl is gestegen tot een hoogte, als in zeven jaren niet het geval is geweest. De stijging van vele koersen wordt toegeschreven aan de dekkingsaan- koopen en aan operaties door —pools ™, doch in vele krin¬ gen blijft men de naaste toekomst met eenig scepticisme beschouwen. Men schijnt bevreesd te zijn voor boogere geld¬ koersen, nu handel en nijverheid grootere eisehen aan de geldmarkt gaan stellen. Ten onzent is de beriehtslweek over het algemeen kalm verloopen, hoewel hier en daar enkele opmerkelijke fluctuaties plaats hebben gevonden. De beleggingsmarlcl bleef, zooals gewoonlijk, tamelijk kalm, doch de vraag heeft in vele gevallen tot fract-ioneele verbeteringen aanleiding gegeven. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922: 104%, 104r/ 104%, 104%; 434 pCt. Ned. Werk. Schuld 1917; 100%, 100n/16, 101, 10’D/16; 4%; pOt. Ned.-Indië 1926: 98%, 9S^IW, 8 pftt. Sao Paulo 1921; 107%, 10’716/i6, 107%. Opmerkelijk is de gang van zaken in de afdeeling voor industrieele aandeelen geweest. Voor aandeelen Philips Gloeilampenfabrieken werd bij verrassing een uitgifte van nieuwe gewone en preferente aandeelen aangekondigd, welke zulk een invloed op de markt heeft uitgeoefend, dat de aandeelen van den éénen dag op den anderen met ongeveer 50 pCt. konden stijgen. Daarna is echter een gevoelige reactie ingetreden, blijkbaar in verband met de overweging, dat de omvangrijkheid van de claim vele verkoopen zou uitlokken. In aandeelen Centrale Suiker Mij. heeft her¬ nieuwd aanbod tot een krachtige daling geleid. Aandeelen in kunstzijde-ondernemingen zijn eenigszins op den achter¬ grond gebleven, doch vertoonden neiging tot daling. Daaren¬ tegen zijn aandeelen Margarine Unie weder goed gevraagd geweest. Ook de buitenlandsche soorten van deze afdeeling, b.v. aandeelen d™Ougrée Marihaye, Zweedsohe Lucifer Maat¬ schappij, e.d. hebben een vooruitgang kunnen aantoonen. Centrale Suiker Maatschappij: 77, 7634, 73%, 6834; Holl. Kunstzijde industrie: 210, 21234, 21134, 215; Margarine 584 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 4 Juli 1928 Unie: 198, 201%, 204, 200%; Maekufiee: 207, 212, 207%, 204% ; Nel. Kunstzijdefabriek: 465, 467, 473, 466%, 468; Philips Gloeilampenfabriek: 730%, 739, 778%, 751; Zweed- sehe Lucifers: 412, 411, 414, 418%, 415. De petroleummarkt heeft den gunstigen invloed kunnen ondervinden van het vooruitzicht op een claim in Januari a.s. Weliswaar heeft het buitenland deze stemming niet geheel overgenomen, doch de markt ten onzent bleek krach¬ tig genoeg, om goeden weerstand tegen buitenlandsche ver- koopen te toonen. Toch zijn de omzetten wel iets kleiner geworden. Dordtsche Petroleum Ind. Mij.: 389%, 398%, 398, 395%; Gee. Holl. Petr. Cy.: 209%, 200%, 201, 200%; Koninklijke Petroleum Mij.: 408%, 411%, 416%, 415%, 416%; Perlak Petroleum: 82, 85%, 84%, 82, 84%; Peu- dawa: 21, 23%, 21%, 21%; Marland Oil: 35%, 35u/m 35%, 35s/16. De afdeeldng voor rubberaandeelen is niet geanimeerd ge¬ weest- Op sommige dagen viel wel eenig herstel waar te ne¬ men, doch; over het algemeen.is het koerspeil gedaald. Wellicht stond dit in verband met hernieuwde discussies omtrent de berekening van den kostprijs, waaruit zou moeten blijken, dat op het tegenwoordige niveau vele ondernemingen geen of slechts een kleine winst kunnen realiseeren. Amsterdam Rubber: 226%, 222%, 217%, 220%, 218%; Deli Batavia: 146%, 140%’, 142%, 141; Hessa Rubber: 3001/2, 297%; 287, 292; Indische Rubber: 230%, 232, 225%, 227; Kali Tele- pak: 250, 252, 245, 230 (ex div.) ; Majang Landen: 282, 278, 277; Ned. Ind. Rubber en Koffie: 245, 241%, 246, 245; Rotterdam Tapanoeli: 103%, 101, 98 (ex div.), 100; Serbadjadi: 180%, 168, 164%; Sumatra Caoutchouc: 170%, 168, 163, 165%; Vereenigde Ind. Cultuurond.: 123%, 118, 122%; Intercontinental Rubber: 9%, 8%, 9. Tabaksaandeelcn waren verdeeld, doch evenmin opgewekt. Ben daling van het koerspeil is voor vele fondsen op te merken geweest, welke in verband moet w.orden gebracht met de minder gunstige beschouwingen omtrent de rubber – markt. Het minst zijn aandeelen Senembah gedaald, als gevolg van niet officieele berichten, volgens welke de nieuwe oogst van de maatschappij weder een goed product zou op¬ leveren. Arendsburg: 625, 614; Besoeki Tabak; 519, 512; Deli Batavia: 525%, 521%, 518%:; Deli Mij.: 442 (ex div.), 435%, 429%, 431, 429; Ngoepiit: 335, 341, 329, 331; Oost¬ kust: 186%, 182%, 183, 179%; Senembah: 488, 480%, 486%. De suikermarkt heeft evenmin groot animo aan den dag gelegd. De positie van de suikermarkt is nog niet over- zichtelijk geworden en de mededeelingen in verschillende jaarvergaderingen van suikerfabrieken gedaan, vooral die omtrent den langzamen voortgang van de verkoopen uit oogst 1928, hebben den kooplust tegengehouden. De mede- deeling, itegen het einde van de berdchtsweek, dat de V.J. S.P. een partij suiker had afgedaan tegen … 13,Š per 100 KG. heeft eveneens een remmenden invloed uitgeoefend. Cultuur Mij. der Vorstenlanden: 167, 168%, 164; H.V.A.: 695, 697, 678; Javasehe Cultuur Mij.: 362%, 364, 360%; Krian: 200%, 203, 204; Moormann: 318, 320, 325; Ned. Ind. Suiker Unie: 246%, 248%, 246; Poerworedjo: 109, 111%, 112%i; Sindanglaoet: 420, 430, 439, 420; Tjepper: 725, 740, 745, 735; Wat. Poppoh: 736, 739. Scheepvaartaandeelen waren stil, doch hier en daar be¬ stond een neiging tot verbetering, in verband met de lichte stijging van de vraohtenmarkt en als gevolg van de op¬ vatting, dat de reactie van den laatsten tijd te groote vor¬ men had aangenomen. Holland-Amerika Lijm 70%,; Java- China-Japan Lijn: 131, 134%, 135; Kon. Ned, Stoomb. Mij. 84, 83, 83%; Nievelt Goudriaan: 104%, 104, 105%; Stoomv. Mij. Ned.: 188%, 189, 190. Mijnaandeelen hebben geen handel van beteekenis te zien gegeven. Benige verbetering is ontstaan voor aandeelen Singkep Tin en Algemeene Exploratie. Alg. Exploratie Mij.: 93, 95%, 99, 99%; Billiton le Ruhr.: 865 (ex div.); Müller & Co. Mijnbouw Mij.: 100%, 98%, 98i5/1(j; Redjang Lebong: 137, 133, 136, 137; Singkep Tin Mij.: 327, 326, 335, 349, 350. De afdeeling voor bankaandeelen was rustig, in overeen¬ stemming met de beleggingsmarkt. Amsterdamsche Bank: 181%, 181%, 181%, 182; Incasso Bank: 125%, 125%, 126; Koloniale Bank: 243%, 245%, 245, 251; Ned.-Ind. Han¬ delsbank: 176, 167%: (ex div.), 168%, 167%, 172; Ned. Handel Mij.: 174%, 175, 175%, 177; Rotterdamsche Bank- vereeniging: 98%, 98, 98%; Twentsohe Bank: 142%, 142%, 144. De Amerikaansche markt heeft vrij aanzienlijke verbe¬ teringen te zien gegeven, nu de beurs in Wallstreet een grooter weerstandsvermogen aan den dag heeft gelegd. Anaconda Copper: 129%, 136%. 136ll/m; Studébaker: 66»/1(i, 67%, 68%, 68%; U. S. Leather Corp.: 42%, 43%, .43, 43%; U. S. Steel Corp.: 135%, 138i*/le,’138%; At¬ chison Topeea: 185, 189, 190, 189%; Baltimore & Ohio: 106, 109,; Missouri Kansas & Texas Railway: 33, 3415/%, 35, 35%; Union Pacific: 195%; Wabash Railway: 69%, 71*/!.- 70^™ 71%. GOEDERENHANDEL. GRANEN. 3 Juli 1928. Onder den invloed van voortdurende uitstekende be¬ richten omtrent de nieuwe tarwe in Canada en de bijzonder goede weersomstandigheden, welke daar de eerste ontwik¬ keling van het nieuwe gewas bevorderen, zijn de tarwe- prijzen gedurende het grootste gedeelte dezer week aan alle overzeesebe termijnmarkten verder afgebrokkeld. Som¬ mige optimisten schatten de Canadeesche opbrengst reeds op 475 millioen tot 500 miilioen bushels, terwijl in het vorige jaar de laatste definitieve berekening 440 millioen bushels heeft bedragen, die echter waarschijnlijk 20 mil¬ lioen bushels te klein is geweest. In ieder geval rekent men dus in Canada op een record-oogst, waartoe ook wordt bijgedragen door de omstandigheid, dat er ongeveer 10 pCt. meer tarwe uitgezaaid is dan in het vorige seizoen. Uit de Vereenigde Staten kwamen nog steeds berichten volgens welke in het Zuidwesten het oogsten der wintertarwe be¬ lemmerd wordt door overdadigen regenval en in Kansas zou daarvan, zoowel de kwaliteit als de hoeveelheid van den oogst, schade ondervinden. De zomertarwe van het Noordwesten der Vereenigde Staten heeft echter van dien regen geprofiteerd. Eenigszins in strijd met de vrees voor schade in het Zuidwesten zijn de zeer gunstige oogst- rapporten uit Oklahoma, waar kwaliteit en hoeveelheid der nieuwe tarwe als zeer bevredigend word beschreven. De wereldverschepingen van tarwe zijn deze week weder van matigen omvang geweest en de naar Europa onderweg zijnde hoeveelheden zijn nog altijd niet bijzonder groot. Een aanzienlijke vermindering ondergingen de versche¬ pingen van tarwe uit Argentinië en ook de voorraden in de Argentijnsche havens zijn deze week afgenomen. De markt ondervond hiervan echter weinig steun, want de vraag was vooral gedurende de eerste helft der week in vrijwel alle Europeesche invoerlanden onbevredigend, ter- Indüstrieele Disconto Maatschappij AMSTERDAM LONDEN BERLIJN PARIJS KOPENHAGEN MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL … 10.000.000.- VOLGESTORT GEPLAATST EN RESERVES / 7.900.000.Š Financiering van den afzet van industrieele producten. 4 Juli 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 585 wijl Canadeesche en Platatarwe sterk werden aangeboden en de groote voorraden, welke in de havens van Noord¬ westelijk Europa aanwezig waren, de markt drukten. De gunstige vooruitzichten voor den Canadeeschen oogst hiel¬ den den ondernemingslust tegen en ofschoon in de meeste landen van N-oordwestelijk Europa de tarwe er nog steeds niet bijzonder goed voorstaat en speciaal in Frankrijk de stand der tarwe blijft wijzen op een kleineren oogst dan in het vorige jaar, zoo heeft het betere weder van de meeste dagen dezer week toch wel een gunstige uitwerking gehad. Goede vraag bestond er in het begin der week nog in sommige vastelandsche havens speciaal in Antwerpen naar disponibele Platatarwe, doch in Engeland werd alge¬ meen over den geringen omzet geklaagd. Tegen het einde der week begon een kleine verbetering in te treden, omdat de klachten over belemmering van het oogsten in het Z-uidwesten der Vereenigde Staten voortgingen en er weder meer aandacht werd besteed aan de nog altijd niet zeer gunstige vooruitzichten voor den oogst in verschillende landen in Europa. Ook de zekerheid, dat Europa in het resteerende deel van het seizoen nog veel tarwe noodig heeft, deed zich weder meer gelden en na de nieuwe prijs¬ verlagingen, welke voor Noord-Amerikaansche tarwe plaats vonden, werden hier en daar weder wat meer zaken gcf- daan. Dit nam echter niet weg, dat ook op 29 Juni de prijsverlaging te Chicago en Winnipeg nog weder voort¬ ging, terwijl de Argentijnsche termijnmarkten op dien datum gesloten waren. Een sterke ommekeer heeft echter op 30 Juni plaats gevonden. Groote hoeveelheden in Europa aanwezige Platatarwe werden op dien datum tot stijgende prijzen uit de markt genomen en het schijnt, dat die inkoopen voor Rusland bestemd waren. Dadelijk hebben de Noord-Ameri¬ kaansche termijnmarkten gereageerd met een flinke prijs¬ stijging. Niet slechts voor Platatarwe, doch ook voor Manitoba™s nam de vraag aanzienlijk toe en op 2 Juli werd voor No. -t Manitoba op Juli-aflading naar het vaste¬ land ongeveer 75 ets. per 100 KG. meer betaald dan enkele dagen tevoren. Op 2 Juli toonden in Noord- en Zuid-Amerika de termijnmarkten sterk verhoogde prijzen, doch de vraag in Engeland viel niet mee en ten slotte hadden de goede oogstberichten uit Canada toch weder een prijs- drukkenden invloed en de verhooging was te Chicago niet bijster groot. De markt sloot voor Juli IJ, voor September en December 2 h 2J dollarcent per 60 lbs. hooger dan een week tevoren. Winnipeg was op 2 Juli gesloten. Aan de Argentijnsehe termijnmarkten, waar tarwe op 30 Juni slechts weinig hooger was, heeft op 2 Juli een sterke prijs- verhooging plaats gevonden, zoodat Buenos Aires en Rosario de prijsdaling der laatste dagen geheel inhaalden en zelfs 15 h 25 centavos per 100 Kg. hooger kwamen dan op 25 Juni. In rogge zijn de verschepingen deze week weder niet overvloedig geweest, doch er is nog zooveel uit Noord- Amerika onderweg, dat gedurende de geheele week Noord- Amerikaansche rogge in de invoerlanden belangrijk beneden Amerikaansche pariteit werd aangeboden, terwijl slechts weinig zaken tot stand kwamen. Op 30 Juni heeft rogge onder den invloed der tarwe meegedaan aan de vaste stem¬ ming, maar op 2 Juli trad weder eenige reactie in. Mais heeft deze week een zeer korte flauwe periode door¬ gemaakt, toen bekend werd, dat de verschepingen van Platamaïs deze week weder zeer groot waren geweest. Zoowel vöör als na dien tijd bestond echter bij voortduring in geheel Europa levendige vraag naar Platamais en zoo¬ wel in ladingen als in parcels werden telkens groote zaken gedaan, zoowel naar Engeland als naar het vasteland. De vraag bepaalde zich echter nog altijd voornamelijk tot spoedige mais en voor aflading in de zomermaanden is de kooplust veel kleiner. Aan de hooge premiën, welke voor spoedige maïs betaald worden, komt nog steeds geen einde en zelfs zijn die gedurende de allerlaatste dagen nog ge¬ stegen. Speciaal de Nederlandsche markt, waar de korte flauwe periode van 28 en 29 Juni zich zeer sterk had doen gevoelen, werden tenslotte voor aangekomen Platamais buitengewoon hooge prijzen betaald, omdat algemeen de voorraden zeer klein zijn. De korte flauwere stemming der maïsmarkt, was behalve door groote Argentijnsche ver¬ schepingen ook teweeggeroepen door een verlaging aan de termijnmarkt te Argentinië, doch ook hieraan kwam reeds zeer spoedig weder een einde. Dat voor Platamais op af¬ lading de belangstelling groot is, is gedeeltelijk het gevolg van de omstandigheid, dat binnen enkele maanden Argen¬ tinië niet meer de alleenheerschappij zal hebben op de maïsmarkt, waarvan het nu zoo sterk gebruik maakt. In Augustus zullen namelijk de verschepingen van Zuid- Afrikaansche maïs in vollen gang zijn. Het uitvoerover- schot van den nieuwen Zuid-Afrikaanschen oogst wordt op 3 millioen quarters geschat en zaken in nieuwe maïs uit Zuid- Afrika naar Engeland, maar vooral ook naar Nederland, hebben deze week een aanzienlijke uitbreiding ondergaan. Daarbij werden voor witte Zuid-Afrikaansche maïs enkele percenten meer betaald dan voor Platamaïs. Uit Roemenië blijven de berichten omtrent den maïsoogst zeer gunstig en ook in Zuid-Slavië is de stand van den oogst vrij be¬ vredigend. De uitzaai is daar echter vrij wat kleiner ge¬ weest dan in het vorige seizoen. In Noord-Amerika heeft men deze week nu en dan klachten gehoord over de voor een goede ontwikkeling der nieuwe maïs te lage tempera¬ tuur en te sterken regenval. Bovendien blijft de vraag voor de resteerende maïs van den ouden oogst levendig en bijna zonder uitzondering heeft de maïsmarkt te Chicago in vaste stemming verkeerd. Weliswaar kon de prijsstijging van het midden der week zich niet ten volle handhaven, maar de markt sloot toch voor Juli en September, de termijnen van den ouden oogst, op 2 Juli ongeveer 3 dollarcent per 56 lbs. hooger dan een week te voren. Voor December be¬ droeg in verband met den grooten uitzaai de verhooging recent. Zaken in Noord-Amerikaansche maïs naar Europa waarin de vorige week een vrij belangrijke omzet plaats vond, kwamen deze week zoo goed als niet meer voor. In gerst komen in spoedige posities nog altijd weinig zaken tot stand. Wel koopt men in Nederland geregeld Noord-Amerikaansche voergerst, doch zeer groot zijn de hoeveelheden niet en op andere markten zijn de zaken in spoedige gerst van weinig beteekenis. Vooral in Engeland is de omzet daarin zeer beperkt. Veel grooter echter zijn de zaken deze week geweest in gerst op aflading en vooral op 28 Juni zijn naar Duitschland en ook naar Nederland zeer groote zaken gedaan in Noord-Amerikaansche gerst op aflading in de laatste maanden van het jaar. De prijs was daarvoor gedurende eenige dagen vrij wat gedaald en op het verlaagde niveau nam de vraag sterk toe. Deze groote uitbreiding der zaken is in Amerika weder door een prijsverhooging gevolgd, welke een sterke inkrimping der zaken met zich bracht. Tot het betalen van verhoogde prijzen is men in Europa niet bereid, omdat in Canada ook voor gerst de vooruitzichten buitengewoon gunstig zijn. Hetzelfde is het geval in Roemenië en reeds in Juli meent men daar met de verscheping van nieuwe gerst een begin te kunnen maken. Donau gerst ter aflading in Augustus/September wordt tot ongeveer dezelfde prijzen aangeboden als Noord-Amerikaansche gerst op de latere maanden en er komen daarin geregeld naar Nederland en Duitschland zaken tot stand. Flauw is de laatste dagen voor gerst ook Noord-Afrika, doch in de invoerlanden is de belangstelling voor die gerstsoort kleiner dan voor Amerikaansche en Roemeensche. Voor haver was in de eerste helft der week de vraag in Europa goed en in Canadeesche soorten werden tot het zoo sterk verlaagde prijspeil veel zaken gedaan op aflading in de eerstvolgende weken. Ook Platahaver ontmoette meer belangstelling, doch over het algemeen was de vraag naar haver voortdurend beter op het vasteland dan in Engeland. In Argentinië is in het begin der week de haverprijs wat gestegen, doch aan de termijnmarkt te Winnipeg was dat niet het geval en in de Vereenigde Staten, welke trouwens tegenwoordig nauwelijks haver exporteeren, was de markt zelfs flauw, zoodat te Chicago geleidelijk eenige prijsdaling plaats vond. Ook voor haver zijn de vooruitzichten voor den nieuwen oogst in Canada buitengewoon goed, hetgeen ondanks de betere Europeesche vraag prijsstijging tegen¬ hield. Intusschen is in de tweede helft der week die vraag weder verminderd. Wegens plaatsgebrek zijn wij genoodzaakt den graan- staat achterwege te laten. SUIKER. De verschillende suikermarkten waren de afgeloopen week iets beter gestemd. In Amerika vooral ‘toomden Raffinadeurs wat meer belangstelling en ook op de termijcninarkt te New York kon¬ den de noteeringen geleidelijk aantrekken. De slotnoteerin- gen waren aldaar a.v.: Sp. C. 4,36; Juli 2,50 ; Sept. 2,62; Dec. 2,72; Mrt. 2,66; Mei 2,73. De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. .be¬ droegen deze week 54.000 tons, de versmeltingen 58.000 tons tegen 74.000 tons in 1927 en de voorraden 544.000 tons tegen 259.000 tons. In Cubasuiiker kwamen weder eenige niet onbelangrijke transacties tot stand op basis van ongeveer 2% d.c. c. & fr. New York voor prompte Cubasuiker. De laatste C u b a-statistiek is als volgt: 1928 1927 1926 Tons Tons Tons Cubaansehe prod, tot 26/6 .. 4.037.833 4.508.620 4.860.884 586 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 4 Juli 1928 Consumptie. Weekontv. afscheephavens Totaal sedert 1/1 . Weekexport. Totale export sedert 1/1 Voorraad afscheephavens Voorraad Binnenland . . . 63.444 62.000 65.000 27.383 36.857 60.855 2.999.864 3.349.434 3.761.969 55.974 73.622 82.574 1.794.859 2.164.516 2.422.364 1.180.591 1.181.918 1.339.605 998.939 1.097.186 1.033.915 Op de Lomdénsc h e- termijnmarkt waren de fluctuaties gering en lagen de noteeringen aan het einde der week tus- schen 1%, d. en 2/ d. boven de vorige slotnpteeringen. F. O. Licht meldt, dat, hoewel het weer in Juni over geheel Europa nogal erg wispelturig was, men over het alge¬ meen niet ontevreden is met den stand der bietvelden. Verder publiceert hij eene nieuwe raming van -het areaal van den bietaanplant, welke hieronder volgt in vergelijking met zijn raming op uit©. Mei en met de in 1927 bebouwde oppervlakte (in H.A.) : 1928/29 1927/28 Raming Oppervl. 29 Juni 31 Mei Duitschland. 430.000 430.000 404.146 Tsiecho Slowakije . 253.000 253.000 281.321 Oostenrijk. 30.000 30.000 23.145 Hongarije. 65.000 65.000 62.353 Frankrijk. 240.000 245.000 234.430 België . 65.000 65.000 71.380 Nederland. 65.000 63.000 69.002 Denemarken. 40.000 40.000 40.300 Zweden. 41.000 41.000 40.554 Polen . 215.000 215.000 198.032 Italië . 112.000 115.000 93.240 Spanje . 75-000 75.000 65.000 Brittannië. 87.000 92.000 96.100 Andere Landen . 151.600 151.600 162.251 Totaal Europa zonder Rusland 1.869.600 1.880.600 1.841.254 Rusland. 785.000 713.000 640.000 Totaal. 2.654.600 2.593.600 2.481.254 Op Java was de markt voor’ tweedehandsch suiker de afgeloopen week over het algemeen stil en lusteloos gestemd, zonder dat noemenswaardige fluctuaties plaats vonden. Hier te lan de bleef de termijnmarkt de geheele week kalm gestemd en kwam in de prijzen zoo goed als geen verandering. De waarde aan het einde der week was: Aug. … 4574; Dec. … 16%; Mrt. … 16^ en Mei … 16%. De omzet bedroeg deze week slechts 2000 tons. NOTEERINGEN. Data 2 Juli ™28 18 Juni ™28 2 Juli ™27 2 Juli ™26 4 Juli ™14 Amsterdam per Augustus kristalsuiker basis 99» f 15v/lc — 15ir/16 — 18s/i« — 16?/e ruwsuiker basis 88° f 1118/— basis 99» f 14 fl/sa Londen Tates Cubes No. 1 White Java’s f.o.b. per Cuba™s 960 c.i.f. JulijAug. JulijAug. 96« Centri¬ fugals Sh. Sh. Sh. $ cts. 30/1J 13/- 12/3 4,36 29/105 11/71/, 12/3 4,30 34/6 13/6 13/6 Š 33/3 15/3 11/10J 4,08 18/- Š Š 3,26 i) Het verschil tusschen ruwsuiker 88» en krist.suik. 99» isaan te nemen op …3p. 100 KG. Sons. KATOEN. Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens Manchester, d.d. 27 Juni 1928. Amerikaansche katoenprijzen in Liverpool waren giste¬ ren ongeveer 50 punten hooger dan sedert de publicatie van ons laatste rapport. Deze stijging is grootendeels ver¬ oorzaakt door. minder gunstige weerberichten uit de katoen- %€districten en door operaties van speculanten. New York opende gisteren van 1 punt lager tot 8 punten hooger, doch later had er een verdere stijging plaats ten gevolge van —Bullishfl oogst- en weerberichten en klachten over de —ball weevilfl. Volgens sommigen is deze stijging niet gemotiveerd, zoadat men hierin over het algemeen niet veel vertrouwen heeft. Intusschen sloot New York gisteren 40 tot 45 pun¬ ten hooger, terwijl Liverpool vandaag 17/20 punten hooger opende. Egyptische katoen noteerde 21 d. voor Fully Good Fair Sake! Spot, doch daalde gisteren 10 punten. De totale locoverkoopen bedroegen de vorige week slechts 31.000 balen. In de Amerikaansche garenmarkt is weinig léven te be¬ speuren. Spinners van grove nummers rapporteeren, dat er zoowel in twist als weftgarens, weinig omgaat. Koppers waren gisteren in vele gevallen bereid prijzen van de vorige week Vrijdag te betalen, doch er ging slechts op beperkte schaal wat om. In getwijnde garens worden enkele flinke partijtjes 40/2 voor Bombay gerapporteerd tegen zeer slechte prij’zen, terwijl de vraag voor binnenlandsch gebruik van weinig beteekenis is. ‘Men zegt, dat er een betere vraag naar Egyptische garens bestaat, zoowel naar twist als weft, en ook voor doubling cops. Enkele spinners rapporteeren een flanken omzet, die misschien veroorzaakt kan zijn door de ophanden zijnde vacantie -in het Boltondistrict; in andere richtingen is de afzet zeer beperkt. Er bestaat een goede vraag voor fijne Medio Bundelgarens voor Calcutta en terwijl sommige orders geboekt zijn, blij¬ ven andere ‘biedingen weer geheel buiten ‘beschouwing en moeten vodr veirhooging worden teruggewezen. Het thans hangende geschil in één van onze grootste weefdistricten, de moeilijkheden met de finishers en ook de deze week plaats hebbende stemming betreffende den kortoren werktijd in¬ de Amerikaansche sectie zijn alle factoren, die zaken ongun¬ stig beïnvloeden. In sympathie met katoen, zijn ook doekprijzen bepaald duurder. Dit heeft een grootere vraag van Indië en de andere Oostersche markten ten gevolge gehad, doch wat zaken in het groot betreft, zijn ‘de resultaten zeer teleur¬ stellend. Overzeesdhe koopers bemerken, dat het weinig doel heeft in Manchester prijscancessies te verkrijgen en geven hun pogingen om tot hun prijsideeën te slagen dan ook spoedig op. Er gaat dan ook over het algemeen weinig om en zaken zijn alleen mogelijk in die gevallen, waarin van flauwgestemde verkoopers ©enige concessie te verkrijgen is. Op huidige prijsbasis schijnen zaken vrijwel uitgesloten te zijn. De markt is dan ook kalm en er hebben boekingen op beperkte schaal plaats. Liverpoolnoteeringen Oost. koersen 19 J. 26 J. 20 J. 27 J. T.T. opBr.-Indië 1/5?/8 1/57/8 F. G.F. Sakellaridis20,50 21,05 T.T.op Hongkong 2/Oi/s 2/0»/8 G. F. No. 1 Oom ra 8,05 8,65 T.T. op Shanghai 2/8 2,8 % Noteering voor Loeo-Katoen. (Middling Uplands.) New York voor Middling … New Orleans voor Middling Liverpool voor Middling … 29 Juni 22 Juni 5Juni 1928 1928 1928 22,80 c 22,63 c 12,49 d 21,80 c 21,44 c 11,65 d 21,15c 20,55 c 11,39 d 29 Juni 1927 16,95 c 16,59 c 9,11 d 29 Juni 1926 18,50 c 17,55 c 9,48 d Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens. (In duizendtallen balen). _ Ontvangsten Gulf-Havens. — Atlant.Havens Uitvoer naar Gr. Brittannië — — ™t Vasteland etc. — — Japan…… Voorraden. (In duizendtallen balen). 1 Aug. ™27 tot 22 Juni ™28 8348 1385 4980 1011 Overeenkomstige periode 1926/27 12886 2547 6493 1752 1925/26 9619 2222 4391 1181 Amerik. havens. , Binnenland. New York. New Orleans . .. , Liverpool ___ 22 Juni ™28 933 463 86 246 534 Overeenkomstig tijdstip 1927 1328 502 223 333 988 1926 723 1030 45 216 509 KOFFIE. De afgeloopen week bracht geen verandering. Ook dit¬ maal was de markt stil en waren de omzetten niet groot. De kost- en vracht-prijzen van Santos zijn voor een klein dee.1 iets hooger dan die van een week geleden, doch voor bet overige zijn zij vrijwel geheel onveranderd; die van Rio’ zijn eer iets iager. Nederlandsch-Ind’ië liep voor de ongewasschen Rohusta-soorten iets terug, doch de gewas- sehen kwaliteiten handhaafden zich op de bestaande prij¬ zen en waren gedeeltelijk zelfs iet® hooger. Aan de termijnmarkt liepen de noteeringen voor de latere maanden een fractie op, doch ook hier waren de omzetten niet van veel beteekenis. Op 1 Juli wordt de Braziel-oogst van 1927/™28 als afge¬ loopen beschouwd en wordt de oogst 1928/ 29 aangenomen te zijn ingegaan. Volgens de dagelijksche aanvoeren in de afscheephavens, heeft de afgeloopen oogst bedragen 3.819.000 4 Juli 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN balen Bio en 10i.212.000 balen Santos tegen 3.599.000 balen Kio en 9.986.000′ balen Santos in het oogstjaar 1926/™27. Zooals bekend, hebben deze cijfers, ‘die alleen betrekking hebben op de hoeveelheden, welke door het Comité tot Per¬ manente Verdediging van de1 Koffie naar de ‘afscheephavens zijn doorgelaten, met de werkelijke opbrengst niets gemeen, aangezien in het binnenland van Sao Paulo alleen nog een voorraad, grootendeels uit den zoo juist afgeloopen oogst, is aohtergehouden, waarvan de grootte op 30 Juni in elk geval op minstens 11 a 12 millioen balen is te schatten (het juiste cijfer is nog niet bekend), terwijl de. voorraad, die in bet binnenland van Blo nog wordt aehtergehouden, op on¬ geveer 1 millioen balen kan worden aangenomen. Gelijk in het overzicht, opgenomen in het No. van 25 April, is medegedeeld, .is de werkelijke opbrengst van het oogstjaar 1927/28 voor Santo® ‘te becijferen op minstens 17.350.000 balen. Ten gevolge van het ontbreken eener of fideel e op¬ gaaf van de maandelijksche vermeerdering of vermindering der in den Staat Bdo feruggehoudem hoeveelheden, is het opstellen van een becijfering van den werkelijken Bio-oogist met goed mogelijk. De verdere loop der koffieprijzen zal bij de zeer grooite voorraden voor de eerstvolgende maanden hoofdzakelijk .afhangen van de berichten betreffende den bloei van den oogst van 1929/™30, waarvan de eerste berich¬ ten in het einde van deze maand of in het begin van Augus¬ tus kunnen worden tegemoetgezien, terwijl ook in de beide volgende maanden nog rapporten over den stand van den tweeden en van den derden bloei te verwachten zijn. De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos op prompte verscheping zijn thans ongeveer 104/6 a 106/-‘ per ow,t. en van dito Prime ongeveer 107/- a 108/6, terwijl zij van Bio type New-York 7 met beschrijving, prompte ver¬ scheping, bedragen 74/- k 74/6. Van Bobusta op .aflading van Nederlandsoh-Indië zijn de prijzen in de eerste hand op het oogenbldk: Palembang Bobusta, Juli-verscheping, 38 ct.; Benkoelen Bobusta, Juli-verscheping, 38% ct.; Mandhéling Bobusta, Juli-verscheping, 41K’ et-; W.I.B. f.a.q. Bobusta, Juli-ver¬ scheping, 47 % ct., alles per // KG., eif., uitgeleverd ge¬ wicht, netto’ contant. De offioieele Joeo-noteeringen bleven onveranderd 65 ct. per % KG. voor Superior Santos en 49 ct. voor Bobusta. De noteeringen aan de Botterdamsche termijnmarkt wa¬ ren aan de oohtend-call als volgt: Santos-contract basis Good 3 Juli 26 Juni 19 — 12 .. Sept. Dec. Mrt. 58 Ł/, 58 % 58>^ 58/i 57./, 57t^ 57M 57^ Mei Gemengd contract basis Santos Good Sept. Dec. Mrt. Mei 46s;b 463/,, 46./, 45 445/ 45 447/8 44 437/, 44 441/8 43^ 43-5/8 43™/8 437/, De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende gemengd contract (baBis Bio No. 7) waren: 2 Juli 25 Juni 18 — 11 — Sept. 15,35 15,30 15,25 15,07 Botterdam, 3 Juli 1928. Dec. $ 15,60 — 15,45 — 15,36 — 15,15 Maart 15,55 15,40 15,30 15,_ Mei $ 15,48 — 15,30 — 15,20 — 14,91 DE THEE CULTUUR IN NEDERLANDSCH INDIË IN 1927. Aan het jaarverslag over 1927 van de Vereemiging voor de Thee-Ciiltiiur in Nederlandsoh-Indië ontleenen wij het volgende: Evenals ten vorigen jare moge hier allereerst volgen de uitvoercijfers van thee uit de voornaamste productie-landen der wereld over het afgeloopen jaar met, ter vergelijking, de dienovereenkomstige cijfers der beide voorafgaande j a ren : (herleid van tons van 1000 KG.) 1927 Noord-Britseh-Indiië i) . 149.802 Zuid-Britsch-Indië . 21.597 Ceylon . 103,007 Java. 57.580 Sumatra .. 8.006 Japan . 10.650 Formosa . . . .. 10.344 China . 52.533 Totaal . . . 1926 143.692 20.141. 98.016 53.960 7.933 10.866 10.366 50.739 1925 134.511 19.935 95.025 43.001 7.570 12.714 9.733 50.358 413.519 395.713 372.847 Bij nadere beschouwing dezer getallen blijkt, dat de uit¬ voer eer Nederlandsch- en Britsch-Indisehe produotie-gebie- den met inbegrip van Ceylon gedurende de laatste jaren een Łsteeds stijgende lijn vertoont, terwijl de overige landen op een teruggang, dan wel een niet noemenswaardigen voor¬ uitgang’ kunnen wijzen. In China Is echter niettegenstaande den daar nog steeds heerschenden oorlogstoestand, de uitvoer zelfs nog iets toegenomen. Verder moet het opvallen, dat de toeneming van den Java-export gedurende de beide laatste jaren percentsgewijze aanzienlijk grooter is dan die van Sumatra, nl. 6,7 pCt. tegen 0,9 pCt. Dit accres van Java™s uitvoer valt vrijwel uitsluitend aan een toeneming der pro¬ ductie toe te schrijven, aangezien het binnenl andseh ver¬ bruik in deze niet va.n invloed kan zijn geweest. Het is wel zeker, dat de bemesting van thee-tuinen, zooals die in de laatste jaren op Java in toenemende mate wordt toegepast, de hoof door zaak dezer produetie-verhooging is. Immers noch bet openen van nieuwe ondernemingen, dat op Java lang¬ zamerhand niet meer dan sporadisch voorkomt, noch de vervanging van kina door thee, zou nu reeds tot eenige pro¬ ductiever hooging van beteekenis hebben kunnen leiden. Het behoeft geen nader betoog, dat juist die ondernemin¬ gen, die vroeger een gemiddelde productie van omstreeks 500 pond droog per bouw opleverden Š en dat was het meerendeel der Java-ondernemingen Š in verhouding meer door bemesting gebaat zijn, dan de iwein.ige landen, d?e toen reeds een aanmerkelijk hoogere productie hadden bereikt. Vandaar dan ook, dat de huidige toepassing van bemes¬ ting, op Java tot een grootere toeneming der productie heeft geleid dan op Sumatra, waar in het algemeen om ver¬ schillende rédenen slechts op superieure gronden tot het openen van thee-ondernemingen is overgegaan. Gaat men den huldigen toestand van het artikel op de wereldmarkt na, dan blijkt uit bovenvermelde cijfers, dat de wereld-uitvoer, d.i. de totale op de markt gebrachte hoe¬ veelheid. thee, in 1926 ca. 23 millioen KG. en in 1927 ca. 18 millioen KG. grooter was dan in het daaraan vooraf¬ gaande jaar. Dat deze toeneming gedurende 1927 aan de prijzen van het artikel geen afbreuk heeft gedaan en het product tot kort voor het einde van het jaar tot oploopen.de prijzen kou worden verkocht, mag eensdeels toegesehreven worden aan berichten omtrent een kleineren Britsch-Indischen oogst, anderdeels aan de toenemende vraag van Bussisehe zijde, welke behoefte niet alleen door aanzienlijken Engel¬ se11 uitvoer naar dat land werd gedekt, maar ook door directen aankoop in de produetie-centra, vnl. China. Het verslag geeft verder een overzicht van den invoer tot verbruik van thee in de voornaamste landen in 1927 en 1926 en gedetailleerde uitvoercijfers van Java en Su¬ matra over de laatste 3 jaren, die wij hieronder laten volgen: (in tons van 1000 KG.) Java 1927 1926 1925 Nederland . 13.122 14.253 8.913 Groot-Brittannië. 27.163 23.803 17.916 Australië . 9.393 9.324 10.438 Vereenigde Staten . 2.569 3.622 3.014 Canada . 263 300 324 Singapore . 326 271 252 Continent . 336 237 346 Britsch-Indië . 1.219 610 260 Britseh Zudd-Afrika . 408 246 248 Zuid-Amerdka . 468 306 229 Andere havens . 2.313 988 1.061 Totaal . 57.580 53.960 43.001 Sumatra . 1927 1926 1925 Nederland .. 3.605 3.371 2.766 Groot-Brittannië .. 3.114 2.384 2.487 Vereenigde Staten. 294 314 478 Australië . 690 1.589 1.395 Java en B. B. Š Š 256 Andere havens . 303 275 188 Totaal . . . 8.006 7.933. 7.570 1) Van 1 April tot 31 Maart. THEE. De Amsterdamsehe veiling van 28 Juni gaf een aanbod te zien van 13.498 kisten Javathee en 5119 kisten Sum-a- trathee. Het verloop der veiling was zeer onregelmatig, terwijl de prijzen een vermindering te ziien gaven van gem. 3 a 4 ets., ten opzichte van die der veiling van 7 Juni. De prijsdaling is nogal meegevallen; klaarblijkelijk heeft de vastere Londeneahe stemming der laatste week, met eenigszins hoogere prijzen ten opzichte van de voorlaatste week, hierop een gunstigen invloed uitgeoefend. É 588 economisch-statistische berichten 4 Juli 1928 Van de 18.6ÓÓ aangeboden bisten bleven per saldo onge¬ veer 3000 kisten onverkocht. In de e.v. Amsterdamsohe veiling, te houden op 26 Juli a.s., zullen ongeveer 21.000 kisten thee worden aange¬ boden. Amsterdam, 2 Juli 1928. STEENKOLEN. Aan den Rijn zijn de Duitsche schippers weder aan het werk getogen. Nauwelijks waren dezen weder aan den gang, incluis de uit sympathie met hunne zaak gestaakt hebbende tippers, of de moeilijkheden, die met het Hollandsche rijn- vaartpersoneel sinds lang dreigden, vragen weder de aan¬ dacht. De te elfder ure door den Centralen Bond te hulp geroepen Hollandsche bemiddelaar voor arbeidsgeschillen heeft zichzelf tot taak gesteld te trachten, vóór Zaterdag a.s. een bemiddelingsvoorstel te doen, dat de partijen bevredigt, zoo niet, dan staat te wachten, dat de vaart op den Rijn van Hollandsche lichters en sleepbooten tot stil¬ stand zal zijn gekomen. Op de kolenverlading zal deze staking van den allergrootsten invloed zijn. De prijzen blijven overigens in Westfalen vast. In tegen¬ stelling hiermede valt een opmerkelijke flauwheid van prijzen met afwezigheid van eenige levendigheid van vraag te constateeren in alle Engelsche productiegebieden, waar ,- (jg prijzen aan Anoden kant. den Hauwen kant ŁŁ / 9.50 10,25 12,- 9,60 11,Š 13,75 15,Š 14.50 13.75 16.75 15.Š station Rotterdam/ tengevolge daarvan gebleven zijn. Deze zijn: Northumberland Ongezeefde Durham Ongezeefde. — Cardiff 2/3 Large, 1/3 Smalls .. — Schotsche Gezeefde (Pr. Lothains) — Yorkshire Gewasschen Doubles — Westfaalsche Vetforder … — Vetstukken… — Smeenootjes . — Gasvlamförder — Gietcokes . .. Hollandsche eierbriketten . alles per ton van 1000 KG., franco Amsterdam. Ongezeefde bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsteroam f 10.15. Markt traag. 3 Juli 1928. IJZER. De continentale ruwijzermarkt blijft vast, terwijl de Clevelandmarkt zeer onbevredigend is. De staalexportmarkt werd de laatste weken merkbaar zwakker. De staking in de haven van Antwerpen deed hierbij haar invloed gelden. Het 1.0 S. P. M, heeft besloten de noteeringen voor P- houdend gieterij-ijzer voor Juli-September ongewijzigd te handhaven. Het Roheisenverband laat de prijzen voor Juli onveranderd. Ruwij zer. f. o. t. furnace Cleveland Foundry no. 1 » » fl 3 4 — » » Hematite East Coast mixed numbers …. Wagon départ Longwy (Lotharingen) Moulage. Semi-phosphoreuse … . abWerkR heinl.-W estf alen Giessereiroheisen no. 1 — » 3 Hamatit. ….. f.o.b. Antwerpen Gieterij ruwijzer no. 3.. W alsproducten. f.o.b. Antwerpen (vrijbl.) Stafijzer . Plaatijzer 5 mM. 3 — . Sh. 68J 66 65 69 Frs. 440 475 Mk. 864 82 874 Sh. 62-624 Sh. 114-115 127-1274 131-132 Sh. 684 66 65 69 Frs. 440 475 Mk. 864 82 874 Sh. 62-624 Sh. 113-114 126 1264 130-131 Sh. 724 70 69 77 Frs. 460 495 Mk. 88 86 934 Sh. 60-61 Sh. 924-93 120 124-125 METALEN. Loco-N oteeringen te Londen : Data 2 Juli 1928 25 Juni 1928 — 18 — 1928.. 11 — 1928.. 4 Juli 1927.. 20 Juli 1914.. Koper Stan¬ daard 63.5/- 63.2/6 63.17/6 64.7/6 53.10/- 61.–6 Koper Electro- lytisch 68.15/- 68.15;- 69.2,6 69 2,6 59.15- Tin 211.17/6 211.2/6 216.12/6 222.2,6 295.5/- 145.15/- Lood 20.10/- 20.12 6 20.1 7/6 21.7/6 23 2 6- 19.– Zink 25.7/6 25.12/6 25.10/Š 25.17/6 27.15/- 21.10/- Noteering in de week van 18/14 Juni 1928 25J./1 Juli 1928 27 J./3 Juli 1927 VRACHTENMARKT. De graanvrachtenmarkt van Noord-Amerika is sinds het vorige rapport aanzienlijk veranderd. Voor Juli/tonnage bestaat weinig interesse, hetgeen hoofdzakelijk daaraan te wijten is, dat de vrachten over -de meren maar Montreal gestegen zijn. De ladingen worden thans vervoerd van Buf¬ falo naar New York, vanwaar de lijnbooten het graan naar Antwerpen of Rotterdam vervoeren tegen de lage vracht van 7 cents per 100 lbs. Bovendien is het nog zeer onzeker wanneer de nieuwe oogst gereed zal zijn, hetwelk de hoofd¬ oorzaak is voor de kalme stemming voor Aug. ,en Sept. Daarentegen is de markt voor October/November versche¬ ping aanzienlijk beter geworden. Van Montreal naar -Ant¬ werpen of Rotterdam is per Juli 11 cents betaald, optie Bremen of Hamburg 12 cents, welke vracht ook is betaald per Juli/Augustus. Ofschoon een tamelijk flinke vraag be¬ stond naar tonnage per Oct./Nov. is tot nu toe slechts één boot bevracht, nl. een boot van 40.000 qrts, tegen 13 cents naar™Antwerpen/Rotterdam, 14J4 cents Bremen/Ham¬ burg. Van de Northern Bange werden 3 booten van 35.000 qrts. gedaan naar Antwerpen/Rotterdam tegen 12 cents, Hamburg/Bremen 13 cents per October, November en De¬ cember. Ofschoon van West-Indië nog steeds suikerladingen wor¬ den genoteerd, zijn deze week slechts 2 bevrachtingen tot stand gekomen, 11I. een gedeeltelijke lading van 2000 tons van Cuba naar U.K./Continent tegen 16/- per prompt en een boot van 3200 tons van San Domingo naar dezelfde range tegen 18/6 per midden Juli. De North Pacific bleef onveranderd. Er zijn weinig or¬ ders aan de markt en zoodra er een genoteerd wordt is gemakkelijk tonnage te krijgen. De eenige bevrachting is een 7100 tonner van Portland of Puget naar U.K./Conti¬ nent per 20 Aug./20 Sept. tegen 28/-. De markt van La Plata was beter gestemd en in het be¬ gin der week kwam meer vraag naar tonnage, speciaal, per Juli. De vrachten verbeterden snel en per Juli is tot 23/- betaald van boven La Plata havens naar U.K./Continent. Naar groote booten was niet. zooveel vraag en reeders heb¬ ben 1/6 tot 2/- minder moeten accepteeren voor booten van 7/8000 tons, terwijl een 9000 tonner van Bahia Blanca per 5/20 Juli slechts 17/6 heeft kunnen bedingen naar Antwer¬ pen/Rotterdam. Van Chili was geruimen tijd geen vraag naar booten voor volle ladingen, doch tegen het einde der afgeloopen week werd een 5000 tonner -gedaan maar Noord-Spanje tegen 23/- één, 24/- twee havens per begin Juli. Een groote boot kan nu geplaatst woorden naar Alexamdnië tegen 24/-, eveneens per Juli. Voor ruimte per lijnbooten bleef de markt vrij levendig. Met uitzondering van 500 tons prompte ruimte, waarvoor 17/- is geaccepteerd naar Duinkerken/Hamburg range, zijn de vrachten vaster geworden en voor Augustus/ September is tot 19/6 betaald en hetzelfde cijfer voor Sep¬ tember/October. Voor deze posities is nog vraag, terwijl in —stringsfl 2000 toms maandelijks is gedaan September/ Maart tegen 25/- naar Havre/Rotterdam range. De oostelijke afdeelingen bleven flauw gestemd en de vrachten worden ternauwernood gehandhaafd. Van Java werd nog een boot bevracht voor Jui i-belading naar Mar¬ seille tegen 27/-, waarmede bevrachters voor het oogenblik hun behoefte aan tonnage gedekt hebben. Van Zuid-Afrika zijn bevrachters erin geslaagd een 6500 tonner te bevrach¬ ten tegen de lage vracht van 20/6 naar U.K./Continent per Juli/Augustus. De Middellandseha Zee was levendig en er werd veel erts bevracht, hoofdzakelijk naar Rotterdam. Er werd o.m. be¬ taald: Melilla/Rotterdam 4/9, Almeria Pier/Middlesbro 7/-, IJmuiden 5/9, Rotterdam 5/3, Hornillo/Rotterdam 5/3. Fosfaat was kalm. De markt van de Golf van Biscaye was tamelijk levendig en verscheidene booten werden bevracht van Bilbao naar Rotterdam tegen de hoogere vracht van 5/9. Newport be¬ taalde 6/6. De uitgaande kolenvrachten van Engeland bleven de ai- geloopen week nagenoeg onveranderd. COMPANIA HISPANO-AMERICANA DE ELECTRICIDAD, S.A. (CHADE) te MADRID. Maatschappelijk Kapitaal Pesetas 260.000.000 verdeeld in: 120.000 Aandeelen Serie A. a Ptas. 500 nomir.aal 120.000 — — B. 500 8 0-000 ,, C. 500 4 00.000 — — D. — — 100 600.000 — — E. — — 100 UITGIFTE van 200.000 Aandeelen Serie E elk groot Ptas. 100 nominaal, No. 400.001Š600.000. Van deze 200.000 aandeelen zijn 25.000 aandeelen door een Amerikaansch Syndicaat onder leiding van de Guaranty Company of New York en de International Acceptance Bank Inc New York, overgenomen en 125.000 aandeelen bereids elders in het buitenland geplaatst. Ondergeteekenden berichten, dat zij op VRIJDAG 6 JULI 1928, van 9 uur ™s voormiddags tot 4 uur ™s namiddags de inschrijving openstellen op 50.000 Aandeelen Serie E in bovengenoemde Maatschappij tot den koers van 546 pCt. Amsterdamsche Usance, d. w.z. f 273,Š per aandeel. te AMSTERDAM: ten kantore van de Heeren MENDELSSOHN & Co. AMSTERDAM — NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIT » BANQUE DE PARIS ET DES PAYS-BAS, » DEUTSCHE BANK FILIAAL AMSTERDAM ,, EFFECTEN-MAATSCHAPPIJ —AMSTERDAMfl » HANDEL-MAATSCHAPPIJ H. ALBERT DE BARY & Co ,, Heeren PIERSON & Co., » — PROEHL & GUTMANN, — ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING; te ROTTERDAM: ten kantore van de Heeren R. MEES & ZOONEN, — NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIT — ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING; te ™S-GRAVENHAGE : ten kantore van de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ — Heeren R. MEES & ZOONEN BIJKANTOOR ™S-GRAVENHAGE — ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING ™ — Heeren DE BAS & Co. Prospectussen en inschrijvingsbiljetten zijn bij de kantoren van inschrijving verkrijgbaar. Mendelssohn & Co. Amsterdam. Nederlandsche Handel-Maatschappij. Banque de Paris et des Pays-Bas. Deutsche Bank Filiaal Amsterdam. Effecten-Maatschappij —Amsterdamfl. Handel-Maatschappij H. Albert de Bary & Co. R. Mees & Zoonen. Pierson & Co. AMSTERDAM, ^ ^g Proehl & Gutmann. ROT FERDAM, Rotterdamsche Bankvereeniging. 4 JULI 1928 1SE JAARGANG No. 653 N ederlandsche Handel – Maatschappij Amsterdam Gestort Kapitaal f 80.000.000,Š Statutaire Reserve f 40.000.000,Š AGENTSCHAPPEN TE ROTTERDAM EN ‘S-GRAVENHAGE Rente Voor Deposito™s: Direct opvorderbaar … 2 % per jaar 6 maanden opzegging . 4 % per jaar 1 maand opzegging … 3 % — — 12 — — . . 4J4 % ,, ,. q j . 2t/o/ Voor andere en VASTE termijnen, zoomede voor groote bedragen maanden opzegging . . )/2 /o »» »* rentevergoeding nader overeen te komen. SAFE-DEPOSIT WERKSPOOR AMSTERDAM ROLLEND SPOORWEG MATERIEEL SCHEEPSSTOOM WERKTUIGEN SCHEEPSDIESELMOTOREN IJS- EN KOELMACHINES SUIKERMACHINERIEËN IJZERCONSTRUCTIES SCHEEPSTURBINES POLDERGEMALEN LOCOMOTIEVEN STOOMKETELS VERSCHENEN: Voorlezingen over Organisatie van den Handel door J. GROOTEN Prijs … 2,90 Alom verkrijgb. bij den Boekhandel en bij N1JGH & VAN DITMAR™S U1TG.-MIJ ROTTERDAM Nederlandsch Indische Handelsbank AMSTERDAM ™S-GRAVENHAGE ROTTERDAM BATAVIA AMOY.AMPENAN,BANDOENG,BOMBAY,CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO, HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON- GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA, SWATOW, TEGAL, TJILATJAP, TOKIO, WELTEVREDEN, YOKOHAMA. neigen stempel Goed uitgevoerd drukwerk, smaak¬ vol gezet uit onze moderne letter¬ soorten, verhoogt het cachet van uw firma. Wij hebben een speciale afdeeling voor Artistiek Drukwerk NIJGH & v. DITMAR™S DRUKKERIJ WIJNHAVEN Nos. 111-113 Ł ROTTERDAM Telefoon 7841 (vier lijnen) 1> ,. 1 17 ff , I f Tervereenv. van Administr. en f 1 pfi 1 ractisch LlteCtenOOeK tengebruikev. d. vermogensbel. I I.üU Alom verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij Nijgh & van Ditmar™s Uitg.-Mij, Rotterdam NIJGH & VAN DITMAR™S BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ, ROTTERDAM
Jrg. 13, editie 653
Geplaatst als type: