1
MEI 1040
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economi*sch~Statistische
Beri*chten’
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN
VERKEER
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
25E JAAROANG
WOENSDAG 1 MEI 1940
No.
1270
COMMISSIE VAN REDACTIE:
P.
Lief tiuck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries
Al. F. J. Gooi – ,9ecreteris van. de Reductie.
Reductie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Aan geteekende stukken: Bijka.n.toor Ruigeplaatweg.
Telefoon
Nr. 35000. I’ostreliening 8408.
Advertenties voorpagina f 0,.50 per regel. Andere pagi-
no’s f0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens
tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:
Nijgh & con Ditmar NV., Uitgevers, Rotterdam, Aas-
sterdo.m, ‘s-Giavenhage. Postcluique- en giro-rekening
.Vo. 145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland f 16,—. Abcnnementsprjs Eeononzisch-Statis-
tisch Muendberiht f 5,- – per jaar. Beide organen samen
f 20,— per jiar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,
f6,— en f23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-
teurs
e
leden van het .’Veilerlandsch Economisch Institunt
ontvangen het weekblad en het il!aandbericht
gratis en
genieten een reductie..
op vie verdere publica’.ies.
INHOUD:
Bli’.
Een jubileum en een afscheid door
Prof. Dr. N. J. Polok 326
Het Fonds Ec”nomische Verdediging door
Dr. W. K. E.
Fcuilietau de l3ruyn – ……………………….326
Een openbaar lichaam voor de :[Jsselmeerpolders door
Dr
. W. Huygens …………………………..329
Oorlogsfinanciering door
Prof. Dr. W. C. Mees R.Azn. 332
AANTEEKENtNGEN:
Het reederijbedrijf in Nederland …………….
333
REGTIFICATIES:
Dr. M. W. Holtrop: De financiering der defensie-
uitgaven ……………………………….
336
Dr. J. Snoei): De financiering der defensie …….
336
BOEK BESPREKTNGEN:
L. Robbins: The Economie Causes of War, bespr.
door H. Quarles van Ufford ………………..335
Bureau Int. du Travail: Le salaire minimum, bespi.
door
H. Quarles van Ufford ………………..336
MAANDOIJFERS:
Indexeijfers van Nederlandsche aandeelen ……..
336
ONTVANGENBOEKEN. …………………………
336
STATiSTIEKEN:
. .
Groothandelsartikelen ……………………………..
338-339
Geldkoersen-Wisselkoersen-Bankslalen …………….
337, 310
GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.
In de versl.sgwee,k is het over het algemeen op de wis-
selinarkt nogal ii stig geweest. Ook het Pond Sterling ver-
toonde sl echuis betrekkelijk weinig 11 uctuajtie. Aainvanice-
lijk was de stenuning iets beter, zoodat de noteering steeg
tot
6.67%.
Later trad een reactie in, die de koers terug-
bracilet tot
6.58%,
maar tenslotte bleef toch de koers op
omstreeks
6.62
gehan.ddia.afd, zoodat Per saldo vrijwel geen
wijzigi isg te registreereii viel. Te Londen wordt verwacht,
dat de restr ictie iii de .aanwendin.gs’inogehijlehei.d van vrije
Pouden verder zal oorden toegespitst. Mcii neemt aan,
dat er een aantal nieuwe stapelartikelen zal worden ge-
plaatat op de lijst van artikelen, die alleen in ‘vreemde
valuta of in officieele Poiid’n mogen ‘worden verkocht.
Bovendien verwacht ‘men, dot het gebied, waarop de bepa-
lingen van toepassing zijn,
za.l
worden uitgebreid. De
eerste stal) in deze richting, de bekende Order in Council
van
8
1Iaart, heeft ‘den koers van ht Vrije Pond een ge
voeligen denk gegeven; de daling, die eruit resulteerde,
bedroeg ongeveer 10 pOt. Of de nieuwe bepalingen, ivan-
neer zij inderdaad worden ni’tgeva.ai’digd, opnieuw een
daling zullen uitlokken, moet na.tuu rI ij!k wo den afgewacht.
maar onw’aa.i’schijniijk is dat geenszins.
Een vaste sten.cming viel waar te nemen voor Bolga’s.
Van
31.55
steeg de ‘cioteering tot
31.80,
na een tijdelijke
i-eactie in de ‘dagen van de kabinetscrisis. Deze vaste
stemmini’ing voor de Belgische valuta, lijkt logischer dan de
koersdruk, waaraan deze munt tevoren onderworpen was.
i.nmier’s, de I3eLgisehe ‘betalingsbalans ontwikkelt z’ioh in
cle laatste maandn zeer ‘gunstig. De handelsbeweging.
‘ertoont een veel gunstiger verloop dan hier te lande..
Hot eerste kwartaal vail 1940 leverde een expo’rto’versc’hot ov van 1% niillia.i’d Fi-ancs.
Voor den Gulden was cle ste’nmnnng over liet algeineets
wat beter. De omvang van de vraag naar Dollars was
aanmerkelijk geringer, cii uien neemt aan, .clait het Egali-
satiefon’d’sslec,h’ts zeer gei-inge hedra.gen heeft behoeven
af te geven. Sedert Vrijdag is ook de Dollarkoers beneden
ht peil, svaal’op het fonds bereid is Dollars af Le geven.
Biij.kbaar is de kapitaaiexport weer wat tot staan geko-
uien, terwijl ook hot c’oiiivviercieele aai.vlbod, dat zioh in
clagnit van .sp.anisi ng steeds pleegt terug te hiouden, weer
na is cle Ina rkt kouit.
01.1 .de di’scontonma.rk’t was nict veel verandering te con-
stntc’ere ii. Reeds iii onis vorige overzicht maakten wij wel-
cli ug vai cle relatief lage rente, wa.artegenî de towijzi ng 01)
het ‘laatst ci itgegeven schatkistpnp’ier plaata vond. Men
‘neemt aan, dal; om dit te bereiken slecihts weinig papier
werd toegewezen. De schatkist beschikt hunnen’s nog over
ccii behoo rI ijik saldo, en kani cl us een hooge veste ve nu ijde:i
door maar een klein aantal insoh rij”ingen te acceptee’ran.
.1 ntnssnhen is ook op dc prolongat’ieniaokt een lioh’te ve…
–
ruind.ng
inge’treden, waa.rdoer de no’teeriig, die de vorige
week tot 3% j)Ot. was opgeloopen, op 3 lCt. kwam te
staan. De beleggin.gsmnarkt vertoonde Over het geheel genomen
vrijwel geen verandering.
326
‘
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1 Mei 1940
EEN JUBILEUM’ EN EEN AFSCHEID
Eind October 1927 werd den student 11,. M. II. A.
van der TaIk, econ. cand., een bescheiden plaatsje
ingeruimd in cle redactiekamer van Econoin isch-
Statistische Berichten. De groei van liet tijdschrift
had cle redactie de behoefte doen gevoelen aan een
aan komend assisten t. Prof.
‘Terrij
n Stuart had
01)
zijn doctorale colleges genoeinden studen t ,,opge-
merkt” en zo was cle keuze van den assistent spoedig
gedaan.
Eind April 1940 is de redacteur Dr. H,. MII. A.
van der Val k dus juist twaalf en een half jaar aa ii
dit weekblad verbonden geweest, in verschillende
achtereenvolgende functies. Eind October 1928 wordt
zijn naam als assistent-redacteur op cle eerste pagina
van het blad vermeld, in. Mei 1930 wordt (:1e clocto-
randus redacteur-secretar.is. Met ingang van cle jaar-
gang 1933 wordt het t.ijdsch rift een orgaa ii. van het
enige jaren tevoren opgerichte Nederlandsch Econo-
misch instituut, waarvan 1)
r.
Van der ‘Vaik clan ad-junct-secretaris is. Til November 1934 wordt hij, met
cle functie van secietaris, zowel in de cl irectie vii ii
het Instituut als in de commissie van redactie van
Economisch-Statistische Berichten opgenomen. In
heide lichamen is hij cle spil, zowel iii technische
als
in sportieve zin: hij, is het middel punt, waar alles
om draait, en hij stuwt, verdeelt en, beschut waar
zulk-s nodig- is, onvermoei cl in onverflauwcl tom
p0.
Het zijn moeilijke jaren geweest, waa in ‘Van der
Valk zijn kundigheid en werkkracht aan dit t,.ijcl-
schrift heeft gegeven. Jaren, waarin staten, volken,
concerns, onderneni i ngen, stelsels, theorieën, overtui-
gingen en wat niet al op hun g-ronclvesten hebben ge-wankeld, waarin enicele zijn ineengestort, andere ee.n
grondige herziening hebben ondergaan, ivaarin vrij-
wel overal de aspecten zich danig hebben gewijzigd.
In zulk een tijd is liet redacteurschap ccii moeilijk,
uiterst verantwoordelijk beroep, vooral bij een orgaan,
dat geen richting vertegenwoordigt, dat ope’nstaat
voor alle men i ngsuiti lig-en, iii ts behoorlijk naar dc
vorm en ivetenschappel i.jk verantwoord. In tijden
van overgang en ver’nieuwi ng is het zo moeilijk, toe-
gestroomcle stukken objectief te waarderen en in
e:igen geschrifteti – vooral als elders met vermeeiicle
i:xiomata en iii inder gekuiste wapenen, wordt gestre-
den.’ – cle goede vorm er het wetenschappeli:jk peil
hoog te houden. Van, der ‘Talk heeft deze kunst ver-
staan en daardoor grote waardering- gew’ekt bij allen,
die tot.dit blad iii enige betrekking stonden: curato-
ren van het Instituut, medewerkers van de Econo-
miscli-Statistische Berichten en van liet op zijn in:i-tia.tief uit het Kwartaalbericht o.ntwilckelde Econo-
niiscli-Statistisch Maandhericht, lezers van beide tijd-
schriften en vooral ook hij zijn mecleredacteu ren en
hij het pe:rsoneel van Instituut cii ‘Weekblad.
Het geheim van deze kunst is’ gelegen in, combi-
natie van clegel ijke wetenschappelijke fu:n den ng en
vatbaarheici voor vernieuwing- van denkbeelden. Op
het terrein der monetaire en.. f.ii.ai).ciële vraagstukken.
die Van der Valk na aan, liet hart liggen, maar ook
op menig ander gebied is
hij
steeds cle talrijke ver-
an cleringen, welke de bewogen t,ijcl in verschijnselen,
denkbeelden en stelsels bracl’it, onbevangen doeb cii-
tisch tegemoet getreden. De onhevangenheid heef t liet
algemene karakter, è.n van weekblad cii inaanclbericht,
èn van zijn ‘persoonlijk „verk
j
weten te bewaren, cle
critische zin heeft beide op hoog peil gehouden.
Deze eigenschap pen sieren den onve.rinoeiclen rechte-
teur, zij zullen. ook den hoog-leraar te stacle komen.
Prof. Dr. II. MII. A.
i
r
an
der Vaik heeft, juist op
liet tijdstip, waarop hij twa.aiLf en een. half :jâar eraan
verbonden was, het weekblad vaarwel gezegd om zich
geheel te wijden aan het hioogleraarschap in de ‘staat-
huishoudkuncie, waartoe hi,j aan cle Rijksuniversiteit
te Utrecht is geroepen.. Wi.j lijden door zijn heengaan
een groot verlies, maar wij verheugen ons niet den
scheidende over het vele goede, dat hem in zijn. riieu.-
ive ambt wacht. En. terwijl wij hem dank zeg’-g’eii voor
iii wat luj Ii ier presteerde er hem geluk en voldoen ing
toewensen, in zijn, toekomstige w’erkk.ring-, verzekeren
wij o’nzen lezers, dat cle afgetreden -reclacteu r niet
va ii hen zal ven’ reem den.
N. J. POLAK.
HET FONDS ECONOMISCHE
VERDEDIGING.
Medio Januari 1940 werd hi,j cle Staten-Generaal
onderwerp No. 235 ingediend, inhoudende:
a’.
De instelling- vain een Fonds i’oor cle .Econom i-
sche ‘Terclediging (Fonds E.V.).
Wijziging- van. cle Lanclbouwcrisiswet 1933 en
intrelcicing der wet van 30 Sept. 1938, Sthl. No. 369 C. Vaststelling van, cle begrooti ng van inkomsten en
uitgaven van liet Fonds i’oor cle Economische
‘Ter_
clecliging- voor het eerste clienstjaar van 1 September
11939 tot en met 31 December 1940.
Deze ontwerpen hebben alle betrekking- op cle in-
stel.li lig- van, liet’ fonds E.V., dat in cle plaats’ zal
komen van liet .Laiiclbouwcnisisfoncls (L.C. Fonds)
Het Fonds E.V. omvat echter veel meer dan liet
L.Q. Fonds. .1′:l,et is onderverdeeld in ccii. :F[oôfclsttik T,
Landbouw- en Voeclsdlvoo.rzidn ing cii een Hoofdstuk
II, Handel, Nijverheid en Scheepvaart. Uit onder-
staande recapitulatie blijkt afdoende de groote betee-
ken is van, liet Fonds.
Rtuapi-tu1atie
van
de begrootin.g
van
liet Fonds E.V.
Hoofdstuk
II
Hoofdstuk
1
Landbouw en Handel, Nijverh.
Voedselvoorziening
en Scheepvaart
Totaal
Gewone dienst Kapitaaldienst Ge,v. dienst
Inkcnnst.
f 205.045.000 f
204
.
913
.
000
f 3.392.000f413.350 000
tJitgav.
f 205.045.000f 172.140.000 (3.392.000 f380.577.000
Voordeel ig
slot
– ‘ f 32,773.000
–
f 32.773.000
Intusschen mag men niet vergeten, dat vooral
Hoofdstuk II prijkt met een. zeer groot aantal Me-
morieposten en liet is te verwachten, dat cle cijfers
van den. gewonen dienst bi n ne.n ii iet al te langen tijd
ve.r boven. -de hier gegeven cijfers zullen uitgaan.
Om zich eei.i goed , cle.n.kbeelcl te vo.niiien, van cle be-
teekenis van dit Fonds
E.V.
moge hieronder een
recapitulatie volgen van de Rijksbegrooting 1940.
Onwone dienst
Kapitaaldie.ns’t
Uitgavei—————-
f 746.503.172
f 269.095.854
Micldel,ui …………….
741.096.863
., 28.908.000
Nidcclig saldo ……….
f
5.406.39
f240.187.854
De i.n.koniste’n. va,n den gewonen dienst van liet
Fonds
,E.T.
bedragen volgens deze begrooting dus
ongeveei
2/7
van clie va,n cle Rijkshegrooting-, maai.-
zullen weldra het
‘/7
deel overschnijdeii. Dit is dus een
zeer groot bedrag, Waarop, zooals o’j zullen zien, cle
contrôle en verantwoording naar cle regels van (le
Com’ptabiliteitswet, voor een groot deel zullen zijn
uitgeschakeld ‘)
Financiering van de economische moatreqelen. bij
het -uitbreken va.n den oorlog.
In. cle Meniorie van Toelichting verklaart de Reg-ee-
.i’ing-, dat het sanienstel van economische maatregelen,
clie in ve.i.
,
])a.ii(1 met het ci itb.reken. van den oorlog
moesten, worden, genomen., tot nog- toe gefinancieercl
werd uit cle beide daarvoor toegestane credieten van.
respectievelijk
f
60 millioen -cii
f 100
millioen. en –
voor zoover zulks gelet
0])
cle wettelijke voorschrif-ten iiiogelijk was – uit liet Lan chhouwcnisisfoncls.
In ve:rban.cl met cle voor.raaclvo.rni ing, waarvoor zeer
g-roote bedragen noodig zijn, acht de Regeering het
niet gewen.sciit deze wijze van financiering te besten.-
cligen, clean clan ,,telkenniaie ccii, verhiooging van het
c.recliethedrag
bij
cle Staten -Generaal zou moeten wor-
den gevraagd.”
i) Zie
ook: Het Foi,jcIs vnor de Economische Vei-dechi-
ging” door J. 0. de lBruyn, E.-S.13. cl.d.
1.4
Februari ji.,
bis.
1.14/5.
1 Mei 1910
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
32’7
Vaaroin dit nu zoo’ii overwegend bezwaar is, is
ii jet reh t cluidel ijk. liet kan toch ii immer een he-
zwaar zijn, dat de Staten-Generaal periodiek hi.j het
toestaan van creclieten door den Minister wordt voor-
gelicht omtrent zijn plannen, vooral als hetgaat om
een fonds van een drgelijken enormen omvang. Vant
uien mag ii iet vergeten, (lat, bi,p de nu voorgestelde
financieri ngsmethode rn iddels het Fonds
E.V.,
de
geheele landbouw en thans reeds een zeer groot deel
van de nijverheid onder straffe contrôle van één
Minister komt, die daardoor een sterke ordenencie
bevoegdheid krijgt.
Daai.hij komt dan nog, dat dezelfde Minister thans
doo.r het Bu ieau Zeescheepvaart (dat belast is met
de uitvoering van de Zeeseliepenvorderingswet en (Ie
Vet i3ehoud Scheepsru imte) en door het feit, dat de
vaststelling der tarieven voor de zeeverzekering ook
door clezen Minister geschiedt, eveneens een zeer
groote macht heeft gekregen over cle scheepvaart.
Hetzelfde geldt ten aanzien van den handel door
de Stichting Algemeene Nederlandsche Invoer Ccii-
trale, het Crisis Uitvoer Bu eau, het Ccii traal Distri-
butiekan toor, de Lan dbouw’crisisorga nen en (Ie cli verse
Rijkshureau
x
voor grondstoffen.
Nergens ter wereld is ooit in een clemocratischeis
staat aan één Minister een zoo groote, aan het die-
te ton ale gren zen cle macht en zeggenschap toegekend
over een zoo groot deel van het bedrijfsleven, als liet
geval zou zijn als dit ontwerp wet zou worden. Het zou dus niet alleen geen bezwaar, maar zelfs
een groot voordeel zijn, als de betrokken Minister
periodiek verplicht zou worden bij de Staten-Gene-
raal credieteii aan te vragen, zoodat een scherpere
contrôle op zijn politiek beleid mogelijk zou zijn.
Is centralisatie van ordenende bevoegdheid over
een zeer groot deel van het bedrijfsleven gewenscht?
In Engeland heeft men de competenties van den
Minister van Economische Zaken verdeeld over de Board of Trade, het Ministry of Food, liet Ministry of Supply (Nijverheid), liet Min istry of Sliipi)i ng,
liet .Minist.rv of Econoni ic-Warfare, enz. Ook in
Frankrijk zijn deze conipetenties ove.r een reeks min is-
teries verdeeld.
Wr
an
t aan centralisatie is liet bezwaar verbonden,
dat van een krachtige leiding door één Minister bij
alle oriclerdeelen van liet werk van een zoo omvang-
rijk departement, practiscli geen sprake meer zal
zijn. hij moet veel overlaten aan zijn ambtenaren.
Toch client men zich bij een objectieve beschouwing
over dit ontwerp de vraag te stellen of er geen rede-
iien van zooclan ig gew’icht aanwezig zijn, dat men over
deze bezwaren moet heensta ppen. Wi,j zullen ons daar-
bij in hoofdzaak bepalen tot de instelling van liet
Fonds
E.
.
zelve en dus (le sub
b.
vermelde wijziccin-
gen van wetten slechts terloops beha ndelen.
De hoofdbegiii.selen van het economisch beleid van
het Fonds E.V.
in cle Meniorie van Toelichting op cle ,,Instell ing
van liet Fonds r.V.” wordt als
eerste hoofcibeginset
cle prioriteit van cle belangen der militaire landsver-
ded iging
0
1) den voorgron cl gesteld. Bedrijven, die
daarvoor werken, zullen in cle eerste plaats intact
moeten worden gehouden .
,,Alsiweede hoofdbegi’n-
sel”
zal naar een zoo goed mogelijke voorziening, een
zoo rechtvaardig mogelijke verdeehi ig en een zoo
economisch mogelijk gebruik van cle beschikbare pro-
ducten en grondstffen voo.r de voedselvoorzi.en ing
van niensch en cl ier eenerzijcls en voor clie van de
behoeften der industrie ii nclerzijds worden gestreefd.
Maar is hiervoor een Fonds E.V. noodig? Zal men
dit niet evengoed kunnen bereiken door hanteering
van een op het stuk van het financieel beheer gewij-
zigde Lanclbouwcrisiswet 1933 en voorts vao cle 1) is-
tributiewet 1939, de Pri.jsopdrijv ingsw’et en I[anister-
wet 1939 enz., kortom van het complex van wetten, dat begin 1939 in liet belang i’mni cle Economische
Verdediging werd aangenomen? De Regeering stippelt
in cle Meniorie van Toelichting goede richtlijnen uit,
maar motiveert ii iet. dluidielijk, waarom instelling i’aii
een’ Eo
ii ds
.E. V. on ve mi ijdel ijk is.
ii ei derde hoofdbeginsel, de prodvctieregeling.
Voorts acht de Regeening een regeling der produc-
tie met gebruikmaking van de Boclemprodu.ctiew’et
1939 en de Lanclbou.wcrisiswet 1933 (L.C.-wet 1933)
onverniijdleli.jk. Zij stelt voorop, dat cle productierege-
ling in de eerste plaats zal moeten gesèhieden door
middel ven liet stellen van loonende prijzen voor
agrarische producten.
Daartoe wordt ,,ten aanzien. van cle prijzen in 1940
een redelijke belooning in uitzicht gesteld”
2).
Daar-
naast komen echter ook gedwongen. teeltregeli ngen.
Ook deze richtlijnen voor de productieregeliiig moe-
ten juist worden geacht. De ervaring heeft indlerdaad
overal geleerd, dat alleen. door liet betalen, van een
goeden prijs, de productie van bepaalde landbouw-
producten kan. worden gestimuleerd. Toch kleven aan
deze. ,,reclelijke belooning”, erustige bezwaren.
Wat is een, ,,redleli.jke belooning?” liet beginsel van
de Lanclbouwerisiswet bestondl in liet geven van. ‘een
vergoeding voor onmisbare p.roductiekosten en stelde
dus een concrete calculati emethode vast, waarbij geen
winst werd gemaakt. Het begrip ,,redlelijke belooning”
schakelt echter niet alleen het
maken van winsten.,
maar ook de volkomen subjectieve heoordeeling
van
(Ie hoogte van die winst
in.
Een redelijke belooning in geld uitgedrukt voor
het minst rendabele – doch economisch nog toelaat-
bare
8)
– bedrijf, vastgesteld middels een voor allen
geldenden afnemingsprijs van een product, kan een
zeer hooge l)elooning voor liet meest efficiënte be-
drijf heteeke.nen. Richt men zich naar liet minst ren-
dab.ele – doch nog economisch toelaatbare – bedrijf
bij cle vaststelling van clie belooning, dan kan dit dus
ccii prijsverhoogend effect hebben. Bovendien leert de
oorlogservariiig in bijna alle laiidle.n, dat, indien men
bij de pri,jsbepali mig ii iet
di
itgaat van zoo objectief tno-
gelijke normen, zooals hij liet vaststellen van cle on-
iii isha me p.roductiekosten, de kans, dat 1)01 itieke in-
vloeden een woordlje gaan meespreken, groot is.
Eeiivouclig zijn deze ‘prijsregel’i ngen lieelemaal ‘ii ier,,
zooals uit onderstaancl voorbeeld moge blijken: Een.
deel van onze kaas, namelijk ccii hoeveelheid van
20
i)Cf. tot 50 1)Ct. (al naar gelang van de maand) en.
20
tot 70 pCt. van oize boter,
WmLS
‘in 1916—’18 he-
steind voor consumptie
in
Nederland tegen betrek-kelijk lagen prijs. De rest werd
0
1
)
licentie tegen, zeer
hooge prijzen uitgevoerd. Maar de totale opbrengst
ivas voor liet zu i veibeclrijf zoo hoog, dat
het grasla.n.d
tijdens dien oorlog toenam en g’roote hoeveelheden ‘voor
muenschetijk’voedsel geschikte ia.ndbo’uwprod’ucte’n clan-
dcstie.n aan /iet’m,’ ee ‘ne’rvoederd werden.
In. Du i tsch-
landl deed men dezelfde ervaring op. De practi,jk van
den oorlog 1914—’18 leert, dat men dit euvel alleen
afdoende bestrijden kan door de opkooppr.ijzen. van
granen., mlie anders aan liet vee zoudleii worden ver-
‘oedïrd, zoo hoog op te voerën, dat liet voor dem boer
‘voorcleeliger is, om zijn granen voor verbruik als
niensclieli,jk voedsel beschikbaar te stellen.
i)e winsten
01)
den export moeten dus ingeperkt
worden, daar dit anders een er.nstige stijging van, het
prijspeil der landhouwproclucten tengevolge kaii heb-
ben, waardoor bovencl ien een schadelijke ve rsch u.i – ving van cle landbou.wproductie naar liet meest winst-
geven cle p roclu.ct pl mits kan hebben.
Man kan• dit, zooals tijdleiis den wereldoorlog is ge-schied, beletten, door voor de uitvoerlicenties aanzien.-
lijke bedragen te laten, betalen, dlie toeii ter tijdl een
compensatie voor de Staats-Crisisuitgaven zijn ge-
weest.l-ielaas is dit stelsel toen echter
niet op
een zoo
rigoureuze wijze toegepast, da.t liet voldoende effect
3)
Tweede Nota, over cle Economische Verdediging van
de Neclai’lanclselic Volks’huishoucling,
p. 21.
3)
Ook eer zeer subjectief begrip.
328
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1 Mei 1940
heeft gehad èn op de landbouwproductie èn op het
algemeene prijspeil. De invloed van de belanghebben-
den bleek toentertijd zeer groot te zijn.
Dat men thans met de L.C.-wet, cle Economische
Verdedigingswetten
1939
en cle L.C.-organen zoowel
de productie, als de prijsregelingen in den landbouw
heel wat straffer in de hand heeft dan tijdens den
wereldoorlog, is aan geen twijfel onderhevig. Scher-pe contrôle van de Volksvertegenwoordiging is ech-
ter geboden.
Door instelling van een Fonds E.V. wordt die con-trôle, zooals wij zullen aantoonen, juist zeer bemoei-
lijkt, terwijl daaraan bovendien de zeer ernstige po-
tentieele gevaren kleven, die aan iedere bureaucrati-
sche regeling nu eenmaal inhaerent zijn.
De productieregeling in de industrie.
Ten aanzien van de industrieele productie zijn
thans de organen, die nood.ig zijn voor de regeling
dier productie, in opbouw. Zij groeien met een ont-
stellende snelheid in omvang. Het moeilijkste pro-
bleem, waarvoor hier een oplossing zal moeten wor-
den gezocht, is de verdeeling van de product,iecapaci-
teit en van de grondstoffen tusschen de defensie-
organen eenerzijds en de burgerbevolking anderzijds.
Want de wereldoorlog heeft
in alle oorlogvoerende
landen
geleerd, dat men de voorziening in de nood-
zakelijke behoeften van het burgerfront niet kan ver-
waarloozen, zonder dat ,,Kriegsmüdigkeit” en sterke
sociale spanningen ontstaan, die het weerstandsver-
mogen van een volk kunnen breken. Dergelijke so-
ciale spanningen van gevaarlijk karakter kunnen ook
in neutrale landen ontstaan, vooral indien, zooals bij
ons in September
1918,
het vervoer over de grenzen
geheel of grootendeels wordt lamgelegd.
In Amerika is voor deze verdeeling jarenlange
voorbereiding noodig gebleken.
Bij
ons is men er pas
enkele jaren mee bezig. hier kan echter een bron
voor conflicten liggen tusschen den Minister van De-
fensie eenerzijds en zijn collega van Economische Za-
ken anderzijds, die de veiligheid van den Staat ern-
stig in gevaar kunnen brengen, zooals in
1914—’18
in Nederland het geval is geweest
4
). De prioriteit van Defensie wordt thans in dit ontwerp op den
voorgrond gesteld. Komt dit Fonds E.V. tot stand,
dan ligt
de beslissing
over dergelijke kwesties, zooals
de practijk van den wereldoorlog heeft geleerd, echter
hij den Minister van Ec. Zaken. Dit is ongewenscht.
Is uit hoofde van de verdeeling der 1)rOductie over
defensie-organen en burgerij, het stichten van een
Fonds E.V. geboden? Het antwoord hierop moet ont-
kennend luiden. Men kan dit ook – en vermoedelijk
zelfs beter – bereiken door het bestaande L.C.-fonds
te handhaven, de L.O.-wet te wijzigen, op cle wijze
als in het wetsontwerp is voorgesteld, en
daarnaast
een afzonderlijic N’ijverheidsfonds op te richten.
Het vierde hoofdbeginsel, de financieele steun aan
het bedrijfsleven.
Het complex van steunmaatregelen aan de land-
en tuinbouwbedrijven en de visscherj meent de Re-
geering te moeten handhaven. Het Fonds zou hiej-
door echter wel eens in moeilijkheden kunnen komen.
De opbrengst van een der voornaamste inkomsten-
bronnen van het Fonds nl. de prijsverschillen, gehe-
ven hij den invoer van granen, loopt door de stijging van de prijzen van geïmporteerde granen aanmerke-
lijk terug, waardoor de prijzen van buiten- en binnen-
landsche granen steeds dichter bij elkander komen.
Voorts is van een belangrijke I)rijsverbetering voor
de producten van veehouderij, tuinbouw- en sierteelt
voorshands geen sprake. In de eerste plaats heeft het
krachtige streven van Engeland om zijn handelsba-
lans, in het bijzonder t.o.v. de landen met ,,requisition currencies”, waartoe eok de Nederiandsche en de Ne-
derlandsch-Indische gulden behooren, in evenwicht te
brengen, geleid tot een beperking van onzen export.
4)
Wij komen hierop in een volgend artikel nader terug.
Men neemt koloniale boter uit het Britsche Imperium
en zoo min mogelijk Nederiandsche boter en kaas;
want daarmede steunt men de handelsbalans van de
domini ons.
Men verbruikt meer gevitaminiseerde margarine,
omdat die goedkooper is. Invoerverboden werden door
Engeland bij het uitbreken van den oorlog o.a. ten
aanzien van versche groenten (thans weer ten deele
opgeheven) en geslacht pluimvee uitgevaardigd.
Maximum prijzen werden vastgesteld voor onze boter,
bacon en eieren. Invoer van bloembollen en Indische
thee is verboden. Groote inkomsten zijn uit o.nzen
export naar Engeland voorshands door het Fonds
E.V. niet te halen.
Ook Duitschlaiid zal met zijn deviezen-zwakke po-
sitie geen hooge prijzen kunnen betalen en inderdaad
is de toekomstige positie van het Fonds niet zoo erg
rooskleurig. Of dit Fonds E.V. selfsupporting te
maken zal zijn( zooals de Regeering mogelijk acht) nu
daaruit ook de distributie tegen lagen prijs van brood,
aardappelen en vleesch moet worden gefinancierd, is
aan twijfel onderhevig.
De Regeering doet voorts de toezegging, dat in bij-
zondere gevallen wellicht ook industrieele bedrijfs-
takken zullen moeten worden geholpen ,,door maat-
regelen, die liet doen van uitgaven noodzakelijk
maken.” Ilier wordt dus niet gesproken over recht-streekschenfinancieelen steun. Eet is denkbaar, dat
ook uitgaven zullen worden gedaan voor research, be-
vorderen van den afzet, credietsteun, enz.
Maar ook voor het verleenen van steun is vorming
van een Fonds E.V. geenszins noodig. Dit is even
goed mogelijk hij splitsing van het Fonds E.V. in een
L.C. fonds en een Nijverheidsfonds.
Het laatste hoofdbegin_sel, de regeling van uitvoer
en invoer.
,,Voor een exportland als Nederland is liet, mede
met het oog op den noodzakelijken i rtvoer, van zeer
groot belang, dat zoowel de agrarische als de indus-
trieele uitvoer zooveel mogelijk op peil wordt gehou-
den,” heet het in de Memorie van Toelichting. Inder-
daad is dit voor ons van de allergrootste beteekenis en onderstaand staatje verdient dan ook wel eenige
aandacht.
Invoer
Uitvoer
Iruvoersa.1do
Sopt.-i?ebr.
1938/’39
f 697
mnill.
f525
mili.
fl.72
mnill.
11
1939/’40
790
,.
,,
395
,,
,,
395
Hieruit blijkt dus dat het invoersalcio van, deze
6-maandelijksche ooriogsperiode met
.f
223 mili. gul-
den is toegenomen. Nu moet men hierbij stellig reke-
ning houden met het feit, dat een groot deel van dit
verschil is toe te schrijven aan hoogere prijzen, vrach-
ten en assurantiekosten. Quantitatief was de invoer
slechts in de eerste drie oorlogsmaanden grooter en
daarvan mag men aannemen, dat deze voortsproot uit
de neiging tot voorraad-vorming van grondstof:fen
van onze groote industrieën en uit den aanschaf van bewapening. Voor het w’egwerken van het nadeelig
saldo in de handelsbalans – de betalingsbalans wordt
door liet wegvallen van een belangrijk bedrag aan
d ienstenverleening mede beïnvloed – is echter be-
vordering van den. export hard nood.ig.
Overigens kan men dat evenwicht ook herstellen
door den. import te verminderen van luxe goederen
(men denke aan importhelemmeringen voor bloembol-
len door Engeland). Voorts kan dit geschieden door
maximumprjzen voor bepaalde te importeeren goede-
ren yast te stellen, door hooge imivoerrechten op luxe-
goedern te heffen en door den import daarvan te
contingenteeren.
De belemmering van den aanvoer van luxe goederen
heeft, zoowel in verband met de benutting van de
transportcapaciteit, als ook met het oog op de be-
nutting van onzen deviezenvoorraad, alle reden van
bestaan. Zoo heeft Tapan den. import van een kleine
300 soorten van deze goederen en Zweden van 200
soorten tot een totaal iinporthedrag van Kr. 150 mill.
1 Mei 1940
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
329
verboden. In de jaren 1914—’18 heeft Engeland met
dat doel cle MacKenna-rechten geheven en sinds het
uitbreken van den oorlog werd in Denemarken een
extra-heffing op allen import van 10 pOt. geheven. In Nederland denken wij er niet aan om ons eenige
mxe te o.ntzeggen, ondanks de ongunstige positie van
cle betalingsbalans en de verminderde tam-round van
onze koopvaardijvloot. Van een streven tot versobe-
ring blijkt nog niets.
let is niet duidelijk èf, en zoo ja,
01)
welke wijze cle Regeering van zins is door regeling van den invoer
middels liet Fonds
E.V.
invloed uit te oefenen op de
ha:ndelsbalans. Wel wijst zij er in cle Mernorie van Toelichting op, dat het noodzakelijk kan zijn op liet
gebied van den invoer, door hanteering van de In-
voernooclwet 1939, bijzondere voorzieningen te tref-
fen. Voorts zal zij den import van bepaalde producten
centraliseeren. Dit is stellig op zichzelf gewen.scht;
want bijna in alle landen heeft zich iii den vorigen
oorlog het vcrschij nsei voorgedaan, dat cle verschil-
lencie organen van den zelfclen staat elkancler bij in-
koop van goederen in den vreemde schadelijke con-
currentie aancleclen.
Eveneens kan centralisatie van den export ertoe
leiden, dat betere prijzen kunnen worden bedongen.
Daarnaast is deze cen.traiisatie van dcii export, bij
hanteering van de strategische grondstoffen waarover
wij beschikken, om ons te weer te stellen tegen den
economischen druk die belligerentemi op ons uit-
oefenen, noodzakelijk. Maar voor centralisatie van
den import en den export is de stichting van een
Fonds E.V. geenszins een conditio sine qua non.. Ge-
centra] iseerde import en export kan evengoed door
een L.C.-fonds en een Nijverheidsfonds plaats hebben.
Conclusie.
De door de Regeering uitgestippelde richtlijnen en
beginselen van haar economische politiek zijn over
het algemeen reëel te noemen. Men mag daar mis-
schien niet al te zeer mee sympathiseerea en som-
mige richtlijnen zelfs voor normale vredesomsta.nclig-
heden bepaald onbruikbaar en schadelijk achten, maar
men moet ze beschouwen bunen liet kader van den
in Europa heerschencle.n oorlogstoestancl. Dat voor de
uitvoering dier richtlijnen straffe organisaties noo-
dig zijn, lijdt eveneens niet den. minsten twijfel. Wie
daaraan mocht twijfelen neme cle moeite om cle hui cli –
ge organisatie, met de gebrekkig werkende organisa-
tie van 1916—’18 te vergelijken.
T
ie
zich de excessen
van cle
O.W.’ers,
smokkelaars enz. uit den oorlog van
1914—’18 herinnert, kan maar tot één conclusie ko-
men en wei, dat dergelijke excessen zonder het gerou-
tinecrcle ambtenarenkorps en. de Lan.clbouwcrisisorga-
nen, waarover wij thans beschikken, ho itengewoon
moeilijk te bestrijden zouden zijn. Dat zon vooral het
geval zijn, als, door de aangekondigde verscherping
der blokkade, onze export en import steeds meer
zouden wegsmelten.
Maar men hoede zicli vooral voor al te g.roote een-
tralisatie. ‘De ervaring van den wereldoorlog leert
ook, dat daaruit een sterke neiging voortspruit tot
uitgroei en perfectionneering van ambtelijke en semi-
ambtelijke bureaux. Want cle centrale leiding kan clan
op dcii duur het geweldige administratieve apparaat
ii iet mcci’ overzien en ook niet meer voldoende beoor-
deden, of verdere groei van en bureau i’el nooclig is.
Z.ij kan daardoor niet voldoende krachtig cle na-
tuurlijke neiging van de hureaucliefs tegengaan, die
natuurlijk elk voor zich hun bureau hoogst belang-
rijk achten, tot vergrooting van het apparaat. Wie geen
vreemdeli mig in de bureaucratie is, weet overigens,
dat aan deze groeiverschijnselen ook promotie- en
traktementsbeiangen. vast kunnen zitten..
In cle volgende artikelen zullen cle fi.nancierings-
methode van liet Fonds
E.V.
en cle ernstige bezwa-
ren, die mi. aan dit fonds kleven uit een oogpunt
van Staatsorganisatie, in beschouwing worden ge-
nomen.
Dr. W. R. H.
FEIJILLETAU DE
BauvN.
EEN OPENBAAR LICHAAM VOOR DE
IJSSELMEERPOLDERS.
De dijk van de N.O.-polder zal het volgend jaar ge-
reedkomen. . Hij reikt reeds van Lemmer tot het eiland
Urk, dat vanaf 1941 als een groote terp zal uitsteken,
boven cle vruchtbare gronden van den NO-polder, die
tot de meest homogeene en beste van ons land zullen
behooren. Middelerwij’l worden plannen beraamd voor
de beheers- en hestuu.rsorganisatie van dit nieuwe
land. Volgens een ministerieele uitspraak zal de wet-
telijke regeling niet zoolang op zich laten wachten,
als bij de Wieringermeer liet geval was, waar acht
jaren na het droogvallen pas in een wettelijke rege-
ling werd voorzien., die bovendien achteraf slechts weinigen bevredigd heeft, zoodat men voor de toe-
Icomstige polders naar een andere oplossing zal
streven.
In het bestek van een belcuopt artikel kan niet te-
gelijk een .gron.dige critiek worden gegeven op de
voor de Wieringerineer getroffen regelingen èn een
constructieve bijdrage worden geleverd voor de orga-
nisatie der toekomstige polders. Wanneer men be-
denkt, dat een wetsontwerp voor den N.O.-polcler nog
pas in commissoriale voorbereiding is en liet zijn
lange weg nog moet gaan, blijkt er véér alles behoefte
te bestaan aan positieven arbeid. Voor een critiek op
de organisatie voor de Wieringermeer verwijs ik naar
mijn boek ,,de Wieringermeer”
1),
waarin ik ook, aan-sluitend daarop, een suggestie hel) gegeven voor de
organisatie der toekomstige polders.
De taaic van een bestuursorgaan.
Teneinde eeti solied en principieel juist houvast te
vinden voor den meest geweuschten organisatievorm,
dient men, zich af te vragen, welke taak er voor een
bestuursorgaan is weggelegd. Wanneer men dit be-
stuurs- en heheersvraagvtuk ontleedt, dan dringt zich
voor alles de eisch op, dat er voor elke polder afzon-
derlijk en voor alle tezamen één hestuursorganisme ivorde ingesteld, dat deze gebieden door alle stadia
van ontwikkeling heen als één geheel kan leiden naar
het eindstadium, waarin zij als een normaal deel van ons land bestuurd kunnen worden. In alle stadia van ontwikkeling, die deze gebieden door zullen maken,
dienen alle voorzieningen vanuit één centraal punt te
worden heheerscht en speciaal geldt deze eisch voor dë periode van ontginning, zoolang do economische
en sociale levensvoorwaarden in deze gebieden nog
niet geheel en al geconsolicleerd geacht kunnen
worden.
Ook het feit, dat de verschillende polders met
groote tijdsin.tervallen aan gelegd worden, eischt, da t
één organisme ze alle beheerscht, teneinde van de
opgedane ervaring te kunnen profiteeren. Een ty
–
pisch gevolg van deze tijclsverschillen zal echter zijn,
dat in de verschillende deden van het gebied zeer
uitéénloopende stadia van ontwikkeling tegelijkertijd zullen voorkomen, waarmede niet de organisatie van
het orgaan rekening zal moeten worden gehouden.
Het organisme moet a.h.wr. met de evolutio van zijn
taak meegroeien.
De provinciale aanhoorigheid.
Ook voor de toekomstige polders zal men dus weer gebruik moeten maken van art. 155 der Grondlwet en
een openbaar lichaam in moeten stellen, dat cle vele
voorzieningen, waar het nieuwe land om vraagt, kan behartigen. Het opdragen van deze veelzijdlige taalc
aan de reeds in ons staatsbestel bekende orgauèn als
gemeenten, provinciën e.n waterschappen, zou zoowel
om practische als om principieel staatsrechtelijke re-
denen zeer ongewenscht zijn. Tot deze conclusie
kwam men reeds bij de voorbereiding van de orgarmi-
‘)
Iïr. W. Huygens: De Wieringermeer. Een etudie
vami
het bestuur en beheer der IJsselmcei’polclers, s-Gra-
venih.agc 1931..
330
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1
Mei 1940
satie van cle Vieringertneer, waarvoor door zes ver-
schillende instanties projecten zijn gemaakt.
Enkel afgaande op cle eenheid van waterbouwkuit-
dige, Ianclbouwkundige, economische, sociale, adni in i –
stratief-rechtelijke en privaatrechtelijke belangen
komt men dus tot het min of meer abstracte inzicht.
(lat het cle voorkeur verdient voor cle I.Jsselmeerpol-
Iers een openbaar lichaam in het leven te roepen, dat
i deze voorzieningen in hun onderling verband als
(éii geheel kan l.ehartigeui Dit zou wenschelijk zijn
het is alleen cle vraag of het ook practisch moge-
lijk is en of de bezwaren er tegen opgelost en over-
won
cien kun tien worden. Vant er zijn vele inoeil ijk-
hecLm
Er zuilen gemeentelijke voorzieningen door het
openbaar lichaam getroffeii moeten worden en met-
tertijcl zullen er min of meer zelfstandige gemeenten
gevormd moeten worden. Gemeentelijke voorzieningen
eischen provinciale contrôle. Moet men dus (leze ge-
bieden bij de provinciëri incieelen? Dat gaat echter
ten koste van cle eenheid van bestuur, clie Ii ier zoo
gevenscht is. [
–
Jet openbaar lichaam en cle afzoitder-
lijke gemeen ten krijgen clan te maken met ver-nh ii-
lencie pro’ i nciale besturen, clie echter niet in ee:t
voorafgaanclen polder
ii
uttige ervaring hebben kun-
tien opdoen.
Kan men i odeeling bij de omliggende p.ro.vinciën
vermijden? En. zoo ja, hoe moet clan niettertijcl de
toch noodzakelijke contrôle over de g
–
emeenten, clie in
cle .LJsselnieerpolclers worden gevormd reeds vôSr da t
de o ii tginuingspei. iode is afgeloopen, geregel cl wor-
den? Hoe kan men clan cle normale kiesrechten der
bevolking regelen? Als cle gemeenten niet onder ccii
provincie ressorteereti kan Ii un begroo.ti ug ii iet eetis
gelden, heeft cle bevolking geen invloed op de i nstan-
tie. clie haar locaal huishouden controleert, en daar-
mee ontbreekt haar tevens cle indirecte invloed op cle
verkiezing der Eerste Kamer. Bovendien ontbreekt
clan cle normale instantie, clie zoovele Rijkswetteti
uitvoert.
Oppervlakkig geredeneerd zou men meenen deze
i’noeilijkheclen te kunnen oplossen, door van de lJi-
selmeerpolders een afzonderlijke provincie te maken.
Maar hoe zou men van de .O.-poider, clie voorloo-
pig alleen aan cle beurt is, een aparte provincie wil-len maken, een provincie van ca .53.000 ha, clie ii it
éôn gemeente bestaat?
Men
zou, om deze moeilijkheid
op te lossen, tot ,,voorloopige” indeeling bij een pro-
vincie kunnen overgaan en lkter cle zelfstandige 1)i’o-
vincie in het leven kunnen roepen. Dan zal men echt-
ter ook de twee zuidelijke polders ,,v oorloopig” moe-
ten incleeien hij Over
–
ijssel, Gelclerla ncl of Utrecht en
Noordholland en heeft men
juist ‘in den tid, dal
ééflvormig bestuur zoo geweascht is,
de provinciale
versnippei’ing tot stand gebracht. Afgezien van cle
vraag of ,,voorloopige” indeeling later ongedaan ge-
maakt kan worden, kom t dan cle vorming van een af-
zonderlijke provincie aan de orde ‘op een. “moment,
waarop dit uit organisatorisch oogpunt niet meer zoo
noodzakelijk is.
[-let is niet voor- niets, dat cle Cominissie-Visserin-en de Zuiderzeeraaci de in-stelling van een 12e provin-
cie hebben bepleit! Het moment, waarop dat moest
gebeuren, lieten zij echter onbesproken – en wij
zagen, dat het juist dâârop aankomt.
,,Provinciale” con t-rôle over clan gemeen telijken dienst is dus nooclig, maar provinciale versnippering
is ong-ewenscht; vanaf hèt begin een zelfstandige pio-
vincie instellen is onmogelijk en ,,voorloopig-e” mdce-
11 ng hij de provinciën leidt eveneens tot versn ippe-
ring.
Taak en (:oflSlrlu-tie i:on c’cn nieuw openbuur
lichaam cx art. 155 der Grondwet.
Een onoplosbaar probleëni? Toch niet – juist
dank zij het feit, dat alles in deze gebieden van liet
begin af aan ii ieuw opgebouwd moet worden en de
gebiecleti zeer geleidelijk in omvang zullen gaan toe-
nemen.
Men moet hier een openbaar lichaam in stellen, dat
aanvankelijk zelf in de polders als gemeentelijke in-
stantie fungeert, onder het directe toezicht van de
Kroon, en dat, als later in tot cultuurrijpheid geko-
men gebieden. afzonde:rlijke gemeenten moeten wor
–
den ingesteld, ten aanzien van die gemeenten als
controleerencle instantie
01)
gaat treden liet bestu-
rencl orgaan, controleert clan niet zichzelf, mini r zelf-
stanclige gemeenten. De eenige moeilijkheid zou hier
kunnen, zijn het geval, dat er een geschil otitstaat
tussche.n één dezer zelfstandige gemeen ten en een ge-
bied, waarin nog door liet open.btar lichaam zèhf it.1
de gemeentelijke zorg wordt voorzien. Dit is echter
een uitzonderlijk geval, dat cle Kroon zal moeten
op1 ossen.
Een cioelco’rpora tie.
Dit openbaar lichaam ex art. 1.55 der Grondwet
levert dus een nieuwe staatsrechtelijke figuu:r op, een
doelcorporatie, die toerei kende bevoegdhedlen krijg-t,
om in. alle behoeften van liet ii ieuwe laticl te kunnen
voorzien gecict rende de geheele Ontginni ngsperio’cle, die ruim moet vorclen opgevat. J:Tet openbaar lichaam
zal voor cle verschillende sta-dia vail oritwikkel ing der
gebieden. cle bevoegdheden van gemeenten-, provin-
ciiti. en waterschappen
voor zoover nood
–
tg
moeten
verkrijgen en gelijk een. provincie (lirect onder de
Kroon moeten worden, gesteld, hoewel het gebied niet
ccii ,,provincie” vormt. Geen provincie – maar een
doelcorpot-atie! Aan. haar kan tevens liet zelfbestuur
worden toevertrouwd.
De dlien.st
van, liet openbaar lichaam moet ci it cliie
afdeel ingen. bestaan – Een cultu ur-technische afclee-
ling, clie al het ontgi nu i ngswerk, cle contrôle over cle
pachters en cle ove’rheiclsexploitatje verzorgt; een wa-
terhouwkun.clige afeeling, die t.z.t. d.e waterstaats-
zaken van den Jiijkswaterstaatsdienst overneemt, en een afdeeling Algemeen Bestuur, die de maatschap-
pelijke zorg, waaronder dle gemeentelijke, voor haat’
reken ing ‘neemt.
Op chezeafcieeling- Algemeen Bestuur kom t het aan.
Zij staat onder cle directe leiding- van den hoofdcli ree-
teur van het openbaar lichaam, clie terzijde gestaan
wordt doom- ccii. Bestu.ursconimissie. Aanvankelijk
oefent dit organisme de gemeentelijke zorg uit –
later wordt liet controleerende instantie over een zeer
langzaam toenem:nenih aantal g-eineenteii, dat hoogstens
in den loop van. eenige tientallen jaren tot 10 of 12-.
aan zal gi-oeien., gemeen ten, clie liet openbaar lichaam
tot ontwikkeling heeft gebracht en in wier liuishiou-
cli ng liet dus uit (heil aai-cl der zaak dloor en door
thuis is. –
liet openbaar lichakim staat onder de directe super-
visie van de Kroon. Dit kan .n iet éél
–
i Minister zijn,
want liet openbaar lichaam beweegt zich
01)
zeer veel-
zijdig gebied.
Bij’ vroeg-ere in.poldei-ingen was cle staatstaak afge-
loopen als cle pol-der dit-oog viel. Vaterstaat droeg clan
cle gronden als domeiug-rond over aan. Financiën, clie
krachtens een oude wet met het beheer der clomeinen is belast. Daarna werden cle gronden op zoo voordee-
lig mogelijke voo.t’waarclen van cle hancl gedaan. Drie
generaties waren noo.clig om cle gronden in cultuur
te breng-en : de eerste werkte zich dood, cle tweede
leed nood en de derde oogstte pas bi-ood! ilet de ver-
an.clering der sociale normen is oolc hier cle staats-
taak uitgebreid. De boerderijen worden,
OP
cle ge-
reeclsehappen, cle werktuigen en liet bedrijfskapitaal
na, als liet ware bedrijfsklaar aan dle pachters ter beschikking gesteld. De dorpen vorclen tot in cle
finesses door iie centrale ovem-I’ieid ontworpen cmi
g
–
ebouwdl.
Er zijn
n
m
minstes 5 departeenten. betrokken hij cle
1 Mei 1940
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
331
voorzteningen, die hier getroffen moeten worden. Als
clie alle hun preventieve contrôle op het openbaar
1 ichaani zouden moeten uitoefenen, dan zou cle actie
er van volkom en verlat iicl worden.
Toch kan de overheid slechts clan haar bevoegd-
heden aan een lager orgaan delegeeren, wan neer zij
voldoende contrôle kan uitoefenen.
Ook hiervoor is een zeer goede oplossing mogelijk.
T.
cnneer
aan den top van het openbaar lichaam een
Algemeene Raad wordt gesteld, welke gezien moet worden als den clragei der autonomie, dan kan elke
betrokken Minister in dezen .Algemeenen Raad een
vertegenwoorcliger benoemen, die het recht heeft ccii
besluit van den A]gomeenen Raad enkele dagen aan te
houden, om i.n cle gelegenheid te zijn den betrokken
Minister te raaclplegeim. De Ministers hebben een veto-
recht, waarna cle betrokken Ministers over het geval
moeten beslissen. Bij besluit van den Ministerraad
client één Minister te worden aangewezen als de ver-
antwoordelijke t.o.’. de Staten-Generaal. Telke
dat
is, doet er niet zooveel toe, daar dit ii let insl uit, dat
deze Minister meer iiivloecl krijgt op cle g’estie van het
openbaar lichaam dan de andere Ministers, die ver-
tegenwoordigers in den Algemeen en Raad hebben.
Deze Minister treedt clan
Oj)
als gevolniachtigde van
den Raad van Mii:Lsters (mii. i. kan cle Minister van
Waterstaat (le verantwoordelijke autoriteit in dit op-
zicht bliJven).
Toorvaar – een. moeilijke staatsrechteiijke figuur!
Maar w’eet mcii. een betere oplossi lig, om aa ii meer-
clere Ministers den invloed te geven, clie hun toe-
komt, en toch één Minister verantwoordelijk te maken
t.o. cle Kamer? Aan de instelling van een. apa it Mi-
nisterie ,,voor de bedrijven en de corporaties” zijn
ook vele bezwaren verbonden, evenals aan cle aan.
stelling van een IRogeerinigscomm issa ns voor een dci’-
gelijk doel.
De figuur van den actieven Min isterraaci ei:i een
aangewezen Minister voor lie t Z uidurzeefon ds lijk t
mij voor dit doel het beste.
Zonder veel systeem is een cle.relijlce gedachte ook
in de Wieringernieerwet toegepast. Baan ii zijn ni.
Waterstaat en Financië.n direct ingeschakeld en 13 in –
nenlandsche Zaken zijdelings. Waarom Econoni ische
Zaken en Sociale Zaken niet?
De Algemeene Raad maakt het mogelijk de dele-
gatie ver door te voeren. De Algemeene Raad oefen t
binnen het openbaar 1 ichaamn ee.n alomvattencle con
trôle uit op de lagere unstantie. Hij sanctionneert de ontwerpverorcleningen, wijst cle leden van cle .l3e-
stuurscommissie aan, en benoemt i.n. de gemeenten cle wethouders, witnt voorloopig moeten cle gemeenten in
cle greep van het centrale bestuur blijven. Tav. cle
genieeritelijke ontwikkeling moeten drie perioden on-
derscheiden worden
clie waiuin het openbaar 1 icha’am cle gemee•n.telijlce
f ii tintje verricht,
een ‘overga:u.gspeniode, waarin de bevolking in liet
bestuu i ,,betrokken” w’o:rclt en opgevoed word t, om
niet succes cl derde periode,
die der volkomen geemeentelijke zclfstancl ighei cl.
in te kunnen gaan.
Deze derde periode treedt pas in als cle financieele
afwikkeling niet het Rijk heeft l)laatS gehad. De aan-
vang van cle tweede periode moet cle wt op het open-
baar lichaam zelf regelen door cle bepaling, dat zou-
dra een vooraf tot gemeente bestemd gebied een be-
paalci aantal inwoners iiet’ lie telt, de eigen gemeen-
teraad moet worden gekozen.
Over,qançj naa.r cie normale beu1u’u’sorçjcøzisaiie.
ifet behulp van de instelling van een Algemeenen
Raad aan den. top van het openbaar lichaam kunnen
ook de moeilijkheden worden opgelost, die rijzen tav.
liet proviiEtciale kiesrecht, en den invloed van de be-
volking op cle samenstelliii.g der Eerste Kamer. Ten
aauzien van. de vei’kiecing der Tweede Kamer bestaa ii
er geen moeilijklmedemi. De twee eerst genoemde kies-
rechten kunnen niet, eerder aan cie bevolking worden
verleend clan vanaf liet moment, waarop
zij
liet recht
krijgt haai’ eigei:i gemeenteraad te kiezen. Voor de
verkiezing van de Provinciale Staten en voor den iii-
cli necten invloed op de Eerste Kamer moet hier u itr-‘
aard een surt’ogaat gegeven uorden. [let zou echter:
onlogisch zijn, dit aan cle bevolking te geven véôm’dat
zij liet recht heeft haai’ gemeenteraad te kiezen. Zoo-
clra dat echter het geval is, kan niet ontkend worden,
dat de ingezetem:i.en cm’ een const.itutioneel recht op
hebben een igen invloed ii it te oefenen op cle samenstel-
liu.g van het lichaam, dlat optreedt als coatroleerende
instantie van haar gemeente. Dat lichaam is hier cle
Algenieene Raad. Deze is Regeeni ngsverteganwoord i –
ger, maar tevens suri’ogaat-provi nciaal bestun t’ en als.
zooda,nig behoort cle bevolking van zelfstandige ge-.
meentemi haai’ invloed ii it te oefenen op zijn samen-
stelling.
Dit kan geschieden door naast cle autoritair be-‘
noemde leden van dcii Algem.eenen ‘Raad bij’. vijf.
leden door cle bevolking te laten aanwijzen. :Ellce
1)0-
li.tieke partij wijst 1 candlidlaat aan. De toewijzing den.
zetels kan eenvoudig geregeld worden , Het zou zin-.
loos zijn, hier het beginsel der evenredige ‘erteg’en-,
woorcliging door te voeren, daar hot ii ier gaat oni cle: samenstelling van een college, dat grootencleels auto-;
ritair wordt aangesteld.
Deze verkiezing is cle logisch bij cle onistanclig-heden assendle voorloopster van cle latere normale
verkiezingen van de Provinciale Staten, htzij van
,clie der nieuwe provincie ,,Zuiclem’zeelaucl”, hetzij van
die cle.r omliggende provunciën. Men zal later, wel-
licht pas in het laatste kwart dezer eeuw, als de ont-
ginningsperiocle van liet Ijsselnieet’gebiecl achter cleti
rug is, moeten beoordeelen, of nico van cle .[Jssel-
meerpoiclens al of niet een aparte provincie kan ma-
ken. Tooi.loop ig hl ijve liet een doelco.rporatie, naam’
cle behoeften van liet object geom’gan iseercl.
Gebaseerd op liet voorgaande kan men deze bevol-kingsgroep ook haar .ini’ bed gevemi op de sanieiistei-
ling der Eerste Kamer. De
vijf
vet’tegcnwoordigei’s
van de hevollcing in den Aigemmiee.nen Raad worden,
voor zoover het cle verkiezing der Eerste Kamer he-
treft, geacht deel uit te maken van de kiesgroep
Noondhollindlpriesiaadl Hun cleelnanie aan cle ver-
kiezingen voor de Eerste Kamner kan eenvoudig ge-
regeld worden.,
Bj de verkiezim:ig van cle Eerste Kamer ken de Al-
genieene Raad niet als geheel ingeschakeld wordlen,
want de andere leden er van, zijn voor liet meem’en deel
‘vertegenwoordigers der Ministers.
‘Taijieer
op cle bovenheschreven wijze de bevolking
betrokken wordt bij de verkiezing den Eerste Kamer,
dan krijgt zij er meer invloed op dan zij ooit kon.
krijgen, w’anneer deze gebieden bij de omliggende
proviuciën werden ingedeeld. Het is ni. uitgesloten,
dat de bevolking der .l.Jsselmnee.rpolclem’s een ‘ertegen-
woorcliging van vijf personen in cie colleges van Pro-
vinciale Staten zou kunnen verovei’en. Voor een te
veel aan invloed behoeft men echter ook niet te
vreezen!
* *
*
Uiteraard leent een artikel zich slecht voor de uit-
eenzetting van deze zoo gecompliceerde materie. .l.k hoop echter r in te zijn geslaagd ‘s lezers belangstel-
ling voor cle instelling van een openbaar lichaémn
‘,,de .l.Jsselin eerpolders” hebben g’ew’ek t en een be
stuursstelsel te hebben aangewezen, waarmede de
eenheid van bestuur in de [Jsselrneerpolders ten. volle
gewaarborgd is, terwijl toch voldaan wordt aan alle
juridische, sociologische en psychologische eischen,
die in ons democratische land aan een bestuursstelsel
moeten worden, gesteld. Wil men hier een waanli;jk
1
cloeimnatige bestuu rso’rgaiiisatie scheppen, clami zal
de wetgeve
t’
vaiï een zekeren ,,con stnuetieven” moed
l)li;jk mmioeten geve’m.’
Dr. W. HUYGENS.
332
‘”
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1 Mei 1940
OORLOGSFINANCIERING.
Nu de oorlogsdreiging zoo hooge eischen aan de
schatkist stelt, is het geen wonder, dat velen bij den
burger
01)
bezuiniging en versobering aandringen.
Immers men kim het nationale inkomen slechts één-
maal verteren; wat cle Overheid meei: uitgeeft, zullen cle burgers zich dus moeten ontzeggeu.
iIiertegen.over moet me.n ech ter u i nimer vergeten,
dat het nationale inkome.n niet een onveranclerlijkc
grootheid is, dat uit een groeiend inkomen ook de
overheicisuitgaved gemakkelijker zullen kunnen wor-
den bestreden dan uit een afnemend inkomen, dat
vergrooti.ng van dat inkomen dus wenschelijk is, dat deze echter slechts mogelijk is door ruimere produc-
tie en dat ruimere productie afhankclijk is va:n.rui-
meren afzet. Voor een deel zal deze laatste wel recht-
streeks voortvloeien uit de behoeften onzer defensie,
ook kan althans getracht worden dien in het buiten-
land te vinden, hoewel daarvoor de omstandigheden
niet gunstig zijn, doch verder zal binncnlandschc
consumptie dien afzet moeten verschaffen. Een ver-
mindering dezer consumptie zal dus moeten worden
voorkomen in het belang onzer productie en dus ook
in het belang van de zoo noodzakelijke vergrooti.ng
van ons nationale inkomen.
Is het dan wellicht toch beter het geld maar te
laten rollen en geen versobering toe te passen?
Voor het individu is het antwoord op deze vraag veelal niet twijfelachtig. Naar gelang de Overheid
een grooter deel van zijn inkomen opeiseht, zal hij
zijn uitgaven te eigen nutte wei
moeten
beperken, wil
hij niet in schulden geraken of in vermogen achter-
uitgaan. Slechts weinigen zullen in staat zijn door
meerdere krachtsinspanning hun inkomen te vergroo-
ten en daarmede de hoogere eisehen van den fiscus
te compenseeren.
Voor zoover iemand tot dusverre gewooi:i was iets
te sparen, kan hij dat natuurlijk achterwege laten,
doch dit heteeken.t veelal een moeilijk te verantwoor-
den opoffering van de toekomst aan het heden. liet achterwege laten van sparen zal trouwens de vraag
naar goederen en diensten lang niet altijd doen toe-
nemen, want wie spaart laat zijn geld veelal even
hard rollen als wie ruime verteringen maakt. Het voornaamste onderscheid tusschen hen is, dat rie
eerste zijn geld besteedt voor toekomstige behoeften,
cle laatste voor clie van het heden; cle een stelt het,
persoonlijk of door tusschenkomst van banken, ter
beschikking van anderen, de ander besteedt het recht-
streeks te eigen behoeve. Doch in heide gevallen rolt
het verder en wordt het geruild tegen goederen, en
diensten, doet het vraag naar deze ontstaan, wani;
wie geld leent van anderen en daarvoor rente moet betalen, zal dat wel niet doen om het ongebruikt to
laten liggen, doch om het zelf aan te wenden of het’
weder door te geven aan derden, die het daarvoor
wensehen.
Alleen de banken zien zich veelal genoodzaakt geld
van anderen ter leen te aanvaarden, ook indien zij er niet claclelijk emplooi voor hebben. Bij haar blijven
in clepressietijcl dikwijls groote bedragen on.benu.t lig-
gen. Zou het niet beter zijn deze althans ter stimu-
leering der productie tot consumptie aan te wenden?
Het tot dit doel weder terugvragen van het, geld zou in het algemeen voor wie het aan dc bank toe-
vertrouwde niet verantwoord zijn, daar liet voor hem
veelal een kapitaalbesteruming heeft; m.a.w. het moet’
hem ‘inkomen voor de toekomst opleveren. Voor een
belangrijk deel vloeiden de aan de banken toever-
trouwde gelden zelfs voort uit aflossingen van lee-
ningen. Niet weder belegge:n becluiclt dus economi-
schen achteruitgang. Dat ze nog niet belegd of her-
belegd zijn, is slechts daarvan het gevolg, dat cle
mogelijkheid eener
.qoecle
belegging in onvoldoende
mate aanwezig wordt geacht.
Lieten echter de bezitters dezer gelden ze desniette-
imirn voor consumptieve doeleinden rollen, dan zou
dat zeker de productie
van
consumptiegoederen sti-
muleeren, doch zooals gezegd ten koste van de toe-
komstige belangen dezer bezitters en ook ten koste
van het algemeen belang der toekomst. Want niet
alleen raakt een onvoldoende verzorging van de toe-komst der individuen ook het algemeen belang, doch
ook zal tegen den tijd, dat dle productie weder nieuwe vraag naar kapitaal doet ontstaan en daarmede’ tevens
bcieggingskanse.n biedt, het zoo juist opgenlaakte geld
daarvoor niet meer besehkbaar zijn. Het algemeen
belang wordt dus in tweeërlei opzicht geschaad.
liet verdient daarom nog steeds de voorkeur de
productie
01)
andere wijze
te stimuleeren, ni. door diC
rentabiliteit der bedrijven te ve.rhoogen door cle pro-
cluctiekosten (grootencieels beloo.ningen van kapitaal
en arbeid) in overeenstemming te brengen met het
gelden cle prijspeil, zoodat er weder voldoende winst-
marges aanwezig zijn voor uitbreiding van de voort-
brenging om vraag naar arbeidskrachten en kapitaal
te doe.n ontstaan. Uit den aard dier zaak zullen dlie
marges in ecn tijd van groote onzekerheid als vi,j
thans beleven vrij ruim, moeten zijn. ‘Terder zal cle
Overheid zooveel mogelijk alles moeten vermijden wat
dle onclerncm ingslust remt. T
ord
lt aldus gehandeld,
zoo zal het doodligge.ncle geld tot nieuw leven worden
gewek t.
De noodzaak tot versobering, waaraan weinigen
zuilen, ontkomen, moge nimmer uit het oog doen ver-
liezen,
dat
productie-uitbreiding v66r alles noodza-
kcl’ijk is.
Zonder haar is liet zelfs vrijwel ondenk-
baar, dat wij de lasten, welke de oorlogstoestan.d
ons oplegt, zullen kunnen blijven dragen.
Over den afzet dier ruimere productie behoeft
men zich bij een handelwijze als hie.r werd aangege-
ven, niet al te bezorgd te maken, daar
‘iedere ren-
dabele productie zelf koopkracht schept
en dus voo.r
eigen afzet zorgt. Mits men dien niet kunstmatig
beiem mert.
In verband met, deze ,,m its”, heperke men cle con-
sumptie ii immer dan indien zeer ernstige gronden
daartoe nopen, zooals te geringe voorraden of tekort
aan, grondstoffen.
Versobering zij dus nimmer doel
op zichzelf. Ook ongevraagd zal zi.j helaas bij velen
haar in tred o wel doen.
Veeleer bevordere men, diat dc consumptie zooveel mogelijk in stand bl.i;jve. Immers onze productie is op
liet verbruik ingesteld en onnooclige beperking geeft dus onnoodige ontwrichting, armoede en verlies van
draagkracht. Slechts een gezond bedrijfsleven kan dc
lasten mede helpen dira gen.
Men hoede zich daarom voor opvoering van ver-
bruiksbelastingen tot een hoogte, welke in sterke
mate van consumptie doet afzien. Dit geldt vooral
voor artikelen, welke meer of minder als luxe gelden
en waarvan de voortbrengers en zij, die hij de distri-
butie, behandeling of onderhoud ervan zijn betrok-
ken, toch reeds een moeilijken tijd doormaken. Vraag
naar eerste levensbehoeften handhaaft zich ook in
moeilijke tijden vrij goed, neemt door een mobilisatie
zelfs allicht toe. Vraag naa:r minder noodzakelijke
artikelen heeft cle neiging om dan te verdlwijnen.. In
liet belang der werkgelegenheid, in liet belang van
liet op peil houden en zoo mogelijk opvoeren van liet
maatschappelijk inkomen., moet dit worden voorko-
men Men vergete nimmer, dat naar mate de techniek
ruimere producti emogelijkheden schept, daarmede op
straffe van we:rkloosheid uitbreiding van hehoefte.n
gepaard moet gaan en dat hetgeen eerst als luxe
geldt, hierdoor meermalen weldra als een normale
behoefte wordt aanvaard en
moet
worden aanvaard.
Zagen wij niet in de laatste decenuën bloemen als
woningversiering, de amateur-fotografie, cle auto, de
grammofoon, de radio, verschillende soorten sport,
toerisme enz. emiz. in steeds breederen kring afnemers
of beoefenaars vinden? Laten wij deze
gezonde
ont-
wikkeling, waarbij de nieer koopkrachtigen steeds als
gangmakers optreden en welke toch reeds door den
1 Mei 1940
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
333
ongunst (Ie.r tijden ernstig wordt geremd, niet ook
nog
opzettelijk
verstoren.
Eerst wanneer cle aanwezige arbeidskrachten en
kapitalen reeds tea volle in het productieproces zijn
opgenomen, is er aanleiding te overwegen of zij, ge-
zien den nood der tijden, wel in cle incest nuttige richting worden aangewend. Zoolang dat niet het
geval is, moet
iedere
rendabele prociuctie-uitbreclmg
worden bevorderd, opdat onze draagkracht tegenover
de steeds groeiende lasten toeneme. Wil men luxe bestrijden, dan richte men zich vbbr alles tegen de
werkloosheid;
het handhaven van deze is voor ons
volk een
excessieve, ja ontoelaatbare
weelde.
her te lande daalde het belastbare inkomen van
1367 millioen gulden in 1930/1 tot 2666 millioen
gulden in 1036/’7. Ook in het belang onzer onafhan-
kelijkheid, ter handhaving waarvan nu eenmaal reus-
achtige uitgaven noodzakelijk blijken, mag in dezen
achteruitgang niet worden berust. Laat ons trachten
zoo spoedig mogelijk het oudc peil weder te bereiken.,
liefst te overschrijden.
Dat dit zeer wel mogcl ijk is, leerde ons Dui tsch-
land. Ook daar bracht de crisis van 1929 een sterke
inzinking van het voiksinkomen en wel van. 75.9 mil-
hard R.M. in dat jaar tot 45.2 millird R.M. in 1932.
In 1938 was het, zonder belangrijke stijging van het
prijspeil
‘),
weder opgevoerd tot 77 milliarci R.M.
Laat ons toone.n, dat hij ons ook langs anderen weg
clan den door onze naburen gevolgden, ten minste
evenveel is te bereiken. het gaat hierbij trouwens
voor ons land thans om de keus:
steeds meer proclu-
ceeren of ten onder gaan. W. G.
MEES R.AzN.
J)
De kosten van leveitsoncierhoud stegeir van
April
1933 tot October 1938 van 76.4 op 82.3 (1928 = 100).
AANTEEKENINGEN.
Het reederijbedrijf in Nederland.
Aan het verslag over 1939 van de Nederlandsche
Reedersvereeniging en aan cle rede van den voorzitter
dier Teceeniging, den heer E. J. Wesselink, op 24
April in cle jaarvergadering gehouden, ontleeneu wij,
dat, zooals volgens de jaarverslagen van vele onclerne-
mingen liet geval is, ook hier liet jaar 1939 in twee
ongelijksoortige deden uitee.nvalt, waarbij cle breuk cl oor cleo cl atum van liet uitbreken van den oorlog wordt gevormd. Deze ongelijkscortigheid is voor het
reeclerijbeclrijf in zooverre niet absoluut geweest, dat
de politieke onrust ook op de eerste acht maanden
van het jaar reeds sterk haar stempel had gedrukt.
De gevolgen van den politieken druk zijn echter,
naar wij uit het verslag lezen, in cle beide perioden
geheel versch illenci geweest.
1.
Wat
de eerste 8 maanden van 1939 betreft, als
gevolg van steeds verdergaande autar kische maat-
regelen en van den onzekeren politieken toestand,
zette de werelcilian clel zijn claling, wat cle waarde be-
treft, voort – liet kwantum bleef tot liet derde kwar-
taal toe
0])
een vrijwel gelijk niveau schomnieien –
en vervolgde daarbij cle reeds in het jaar 1938 merk-
bare tendens. De wereld tonnage bleef zich evenwel in
opwaartsche richti n.g bewegen, w’aarcloor liet teveel
aan schecpsruimte steeg, met als gevolg een daling
van het vrachtenpeil. Indien het jaar 1923 tav. cle
vrachtenmarlct gelijk wordt gesteld aan 100, clan valt,
naar wij uit liet verslag vernemen, uit cle inclexeijfers
van Lloyds Register te lezen, dat na den
tol),
toen
in het derde kwartaal van 1937 het indexcijfer op 125
stond, een regel matige daling heeft plaats gevon den,
die liet geheele jaar 1038 en de eerste helft van 1930
zich heeft voortgezet. In liet tweede kwartaal van
1030 stond liet op 87 (eerste kwartaal 86).
Uit liet verslag blijkt verder, dat de totale wereld-
tö.nnage op 30 Juni 1939 blijkens cle statistieken van
Lloyds Register practisch aan die van 1931, een top-
jaar, gelijk was geworden. Zij bedroeg nl. 69.430.650
B.R.T., of 1.503.148 B.R.T. meer clan op deiazelfden
datum van liet voorafgaande jaar (toeneming 1037/’38
1.560.487 B.11.T.).
De wereld-tankvloot steeg volgens dezelfde bron
tot 11.436.880 B.R.T., dat is ruim 16 pOt. van cle
wereldvloot; een toeneming van 721.200 B.R.T. sinds
1038, en bijna cle helft der totale toeneming in cle
periode 1938/1930.
Zooals te begrijpen is, hebben in vele landen cle regeeringen deze ontw’ikkeling niet zonder poging
haar te keeren aangezien. ilet nationalisnie spitste
zich in de scheepvaart steeds . sterker toe, vooral ook
uit overwegingen van militair-poiitiekeu aard. LIet
meest sprekende voorbeeld daarvan geeft volgens
liet verslag Engeland, waar in Juli cle ,,British Ship-
ping (Assistance) Bill” werd iigediend, welk out,-
worp in verband met de volkomen gewijzigde om-
standigheden, in liet najaar door de Britsche regee-
ring is ingetrokken. Deze wet moet beschouwd wor-
den als een goede karakteriseering van cle hier be-doelde periode, omdat zij zoo duidelijk doet uitko-
uien, hoezeer men reeds ,,in cle schaduwen. van mor-gen” verkeerde. Zij omvatte:
10.
een Tram]) Shippi og Subsicly Sehenie, ten be-
drage van £ 2.750.000 per jaar;
2o. een Shiphuilclin.g Loans Scheme voor hypotlie-
cairo leeningen voor den scheepsbouw, ten bedrage
van £ 10 millioen, gedurende twee jaar te verstrekken;
3o. een Shipbuilcling G-r ants Scheme, ten bedrage
van £ 500.000 per jaar voo:r den bouw van tramp- en
lijn.vrii.chtsehepen;
4o. ccii Liner Defence Schieme, met een maximale
bescherming tegen gesubsidieerde buitenlandsche con-
currentie van £ 10 milhioen; 5o. een Merchant Ship Reserve Scheme, dat in ccn
bedrag van £ 2 millioen voorzag voor aankoop van
schepen.
hoe relatief de in economisch opzicht toch zeker
sch adel ijke
mv
bed van liet surplus aan tonnage
reeds in de eerste acht maanden in cle oogen der re-
geeringen was, blijkt uit cle hierboven opgesomde
voorstellen van cle grootste zeevarende mogendheid
wei heel duidelijk.
Het aandeel va.t:r Nederland iii de wereld tonnage
nam iets toe. De Nederlandsche vloot steeg ten op-
ziehte van 1038 met 4 pOt. en overtrof op 30 Juni
1930 die van Frankrijk, tengevolge waarvan Neder-
lan cl van de achtste Plaats, clie liet jarenlang had in-
genomen, op cle zevende plaats lcwatn. het totaal-
cijfer voor Nederland op dezen datum bedroeg
2.972.871 B.R.T. of 4.3 pOt. van de wereldvloot (v.j.
4.2 pOt..) De Nederiandsche tankvl.00t bestaat thans
uit 121 schepen, metende 550.320 B.R.T. of 10 pOt.
van de totale vloot.
Wij leze.n verder, dat liet percentage, hetwelk de
scheepsruimte, jonger dan 5 jaren, van cle totale Ne-
derlaridsehe vloot uitmaakt, was gestegen tot 22 i4
pOt., terwijl dit in 1936 daar nog slechts. 8.0 pOt.
van uitmaakte. Dit Neclerlandschie cijfer voor 1030 werd alleen door Japan en Noorwegen overtroi..fen.
Desniettemin constateert liet verslag ,,dat nog in
vele opzchten vernieuwing noodllg is”, en voert daar-
voor aan, dat 44 pOt. van de Neclerlandsche vloot ouder is dan 15 jaar.
hoewel in deze eerste ach t maanden de politieke
onrust in het algemeen. du.s een cicprimeeren.clen in-
vloed had, ]noet daarnaast worden vermeld, dat zij p bepaalde trajecten en voor sommige takken van
scheepvaart eet], toeneming van liet vervoer tenge-
volge had. Zoo nam liet vervoer van emigranten
niet schepen onder Nederiandsehe vlag naar Noo:rcl-
Amerika sterk toe: liet vervoer van hout van Noordl
Pacifie havens was levendig. Ook de vraag naar
ruimte voor schrooti.adin.gen van Noord-Amerika naar
Engeland, Italië en Japan en de vraag naar erts-
ladingen van Spanje naar Duitsehilancl waren om-
vangrijk, terwijl zich een. levenclige vraag naar tramp-
334
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1 Mei 1940
tonnage van Zuid-Afrika voor mais, suiker en erts
ontwikkelde.
Üoncludeerend merkt cle voorzitter op, dat cle Ne-
derlandsche scheepvairt zich tijdig Imeëft aangepast
aan cle verandeFde omnstandigheden en dat zij zich
mi deze ermode tamei kjk wel heeft gehandhaafd.
11. ‘De laatste 4 maanden geven een heel ander
beeld. Van een surplus aan scheepsruimte was ineens
geen sprake meer. Er was in tegen deel plotseling een
tekort. fmmers, de Do itsche koopvaarclijvloot ver-
dween van de meeste zeeën. Militai ré en sem i-mnili-
taire behoeften legden beslag op een belangrijk deel
van cle vloot der geallieerden. 1
–
Jet varen in convooi
vereischte een langeren vee rtijd. De Amerikaansche
vloot was tengevolge van de neutrditeitswetgevi ng
gedwongen de vaart op Vest-Eu ropa, te staken. Con-
trabande-onderzoek en dergelijke vertragende maat-
regelen vermmderden dc effectieve ton nage, ook der
neutrale landen, per tijdseenheid, terwijl tenalotte
dooi: het oorlogsgeweld een zekere hoeveelheid
scheepsruinite verloren ging.
Al was er nu een tekort aan scheepsruimn te, cli t
beteekende geenszins, dat overal het bed r.ijf nu plot-
seling rendeercle. De v rachtprijzen immers kwamen
onder contrôle van den Staat. De exploitatiekosten
stegen zeer tengevolge van verhoogde brandstoffen-
prijzen, verhoogde gages en hooge nmolestprern ies,
in verband niet de groote onveiligheid in cle Vest-
E
11
ropeesche wateren.
Dientengevolge gaf cle vrachtenindex van Lloyd’s
List de volgende scherpe stijging te zien gedurende
de laatste kwartalen van 1939:
ie kw. 86; 2e kw.
87;
3e kw.
107;
4e kw.
188.
Ook cle Necleriandsche scheepvaart kreeg niet allerlei moeilijkheden direct na het uitbreken ver
den oorlog te kam peil, die tot ingrijpende mnaatrege-
len noopten. Evenwel is t.a.v. deze ingrijpende
regeeringsmaatregelen ook in ons land de scheiding
tusschen cle voor-oorlogsche en cle oorlogsperiode niet
absoluut, zooais uit de dateering va.n een a;n’m tal me-
geeringsinaat.regeien nog zal blijken.
Als voornaamste taak voor cle Nederlandsche
scheepvaart in dezer tijd, noemt cle heer Wesselin k
cle verzekering van een regelrnat.igen aammvoer van
onmshare goederen, instandhouding van essentieele verb ncli ngen, in liet bijzonder met Ncderlanclselr-
Oost- en Nederlandsch-West-In.clië, cii verder het
instandhouden van cle bestaande vaarten. De reeds
in het algemeen overzicht genoemde oorzaken leidden
ook bij ons tot stagnatie. De heer Vesselink geeft
hierbij nog even aparte aandacht aan het ve.rvagende
onderscheid ttmsschen absolute en voorwaardelijke
contrabande, sinds de ,,leer der voortgezette reis”
ook voor (Ie voorwaardelijke contrabande werd toe-
gepast
1).
Zooals van zelf spreek t wo rden deze maat-
iegelen, evenals liet torpedeeren van, vele Nederland-
sche schepen, door den, voorzitter scherp afgekeurd. ilij bepleit voorts nog het veclerom instellen van een
,,vrije vaargeul” in overleg ‘net de heIl igerentemi.
evenals in den oorlog 191.4-1918.
Tenslotte worden natuurlijk cle wctgev.i ng en de
andere overheiclsmaatregelen op scheepvaa.rtgebiecl in
het afgeloopen jaar in liet verslag (p. 92-112) en iii
cle rede van den voorzitter gememoreercl .,Daa rva mi
nôemnen wij:
De ,,Zeeschepenvorderingswet”, de ,,Wet behoud
Scheepsruimte” vamm
24
Juni 1.939, cmi het .Rijksbu-
reau Zeeselieepvaart, begin September, als cm itvoe-
rend 1 ichaani, in ve rba mid met deze wetten i ngestelcl
cle oprichting van het Centraal Bevrachti ngshu-
reau. voor de aan de .Regee.rim’mg geconsigneermie la-
dingen
(le ,,Zee- en Luchtvaartvc.rzekermngswet 1939″ van
1) (lii
1E-S.
3.
va.mm
27
Maart 1940 werd op ‘deze kwestie
door Mr. ii. :Iortuimm reeds de aandaelit gevestigd.
m iclden Juli, na liet uitbreken van den oorlog ommi-gezet in liet systeem van reisverzekeri.ngen
(.1e ,,Invoerrmoodwet 1939”, met de ,,A NrC” als uit-
voeren cl liehaa ni
(iii
het verslagjaar nog p ractisch niet in werking);
cle cci rsu.ssen voor hanclelsbescherm ing in Maart
1939 door (Ie Koninklijke Marine voor gezagvoerciers
en officieren ter koopvaardij ingesteld, ria liet uit-
lii’eken van dn oorlog gevolgd door cle instelling
van ccii inlichtingendienst, waardoor zoowel de reedo-
rijei eis dé schepen hu iterm.gaats regelmatig
01)
de
hoogte werden gehouden van mille ter beselm ikkimmg
staande berichten omtrent onveilige gebieden en de
te volgen route;
liet wetsontwerp ,,tot verimooging van liet crediet
voor werkverruinii.ng” van April 1939, dat de finan-
cie.ri ng van nieuwbouw hij de ,,Benas” inogelijic
maakte.
liet verslag, dat Ii iervan. een volledig overzicht
bevat cmi ook cle imitermiatiomiale regelimigemi en over-
eenkomimstemi memoreert
(115-122),
eindigt mTet emi
aan tal statistiekemi en bijlagen
De financiering van de defensie-uitgaven.
1f e c t i f i c a t i e. in miiijn bijdrage in Ecomi.-tat.
Berichten. van
17
April jI. is door mij liet stamicl-
punt ve.m:clecligd, dat, voom’zoover een tekort op de
lietal imi.gsb’ala mis knmi woj-clen toegelaten en gedekt
wordt, hetzij door goudimivoer, of wel door liquidatie
van huitenlanlsch fonclsenber_it, claarcloo.r cle mnog
.
…
lijkheid werd geopend om, zonder schadelijke gevol-
gemi, i nfiatorische fi namicieringsmiiethoden toe te pas-
semi, omdat deze clan slechts den cleflator’ischen invloed
van den gouclexport, .i-esp. (:1e fondsenliqu.iclatie zou-
(ledi coni
PC
nsee r’emi.
Bij’ miader inzien komt het, mij echter voor, ‘dat ei-
toch wel aanleid i mig is om een onderscheid te maken tusschen cle de.kki mig van liet tekort op de betalin.gs-
halami.s door gouclexport eenerzij’ds en door fondsemi.-
lic1 u
iclatieanclerzijds.
In liet geval van gou.dexport is cle deflatorische
imivloecl, die daarvan uitgaat zonder mmieer duidelijk.
De mii iddelci:i waarniecle het goud, dat dient ter ver-
effen ing van een i nvoerovem:schot,, wordt betaald,
worden. aan liet verkeer onttrokken en belanden hij cle
circulatiebami.k, die deze middelen miiet opnieuw im
het verkeer b.remigt.
indien echter liet irmvoeroverschot ve.reffemid wordt
uit, de opbrengst vami hu itemila.n.clsche fondsen ligt de
zaak aiide.rs. !l..n dat geval is liet de houder dier ge-
liquideerde fondsen, clie uiteimidelijk in het be’.it
kommit vnu iie ni iciclelen, die tot aamischa.ffing der ge-
importeercle goederen hebben gecliemici. Laat deze
houclem: clie mii iciclelen oubelegcl, clan, is er i nclerclaad
ccii cleflatoriselme invloed. ‘V ircien die middelen ech-
ter liimmi weg naar cle hinn.emilmcmiclsclie geld- of kapi-
taalmiia.rkt, clan omitbreekt zoo’.n in vloed.
Naar ho mi aard zijn deze mimiddelen eerdlem te ver-
gelijken met die, welke ook elders in cle investatie-
sfeer acccmmimleamç’ui. en ‘cl ie cle Overheid langs den
weg van. leenen tot zich diemi t te trkkei’i.
Omize comiclusie clien.t dus in zoover te worclemi ge-
roctificeerd, dat ccii deficit op cle beteiimigsbalamis,
voo.rzoover gedekt door goud.export, inderdaad toe-
pa.ssing van. i nflatorische financieringsmnethoclen in-
cl iceert, doch dat., voorzoover dekking plaats vindt
door liquidatie van bim itenlalidl.scli fondsenbezit of van
andere’ huitenlamidschie tegoeden, ccii onttrekken van
mmm iciclelen. aan (le i mivestatiosfeer in aanmmier’ki.ug dien t
te koimien.
1)1. M . W.
I101-‘m’RoP.
De financiering der defcnsie.
R e c t i f i c a t
i e. In niijn artikel in cle E.-S.B. van
24
April op pag. 308, ie kolom. Dcle regel van bovemi,
is in liet citaat
vuil
The Tinies een zinstorencle fout
geslopen, welke ik blijkbaar hij de correctie der druk-
I).roe’en. niet heb geziemi. Men gelieve te lezen
1Mei
1940
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
335
,,The mini
fl1 UUi
prices are a safeguarcl aga i iist the
risk of emotional factors ruil ei ng too far beyoncl the
dictates of. réason. The minima perforin their function
without prices heing establisheci
011
the
m
i
n
i
ma
!
Dr. J.
SNoEP.
BOEKBESPREKINGEN.
L. Robbins: The Econ.onvic Oa’uses of
War.
jo.nathan Cape, Londen 1930.
liet door professor Robbi ns behan clelde onderwerp
heeft voor iïi ij, en naar ik vermoed voor veler met
mij, iets onbevredigends; cle controverse erover is na-
melijk door cle marxistische theorie ingezet,
Ccii
theorie, clie niet de in menig opzicht, en zeker in
Nederland, verlaten klassieke leer der economie sa-
inenhangt. Wie zich voor de zaak zelve interesseert,
wordt daardoor gedwongen positie te kiezen ten op-
zichte van een van geheel andere p raemissen uitgaan –
cle verklaring ervan. De discussie loopt meestal spoe-
clig dood in een, langs-elkaar-heen praten en de waar-
de van cle over en weer gebruikte argumen ten blijft
onzichtbaar, wijl men niet over het juiste perspectief
beschikt, waarin zij moeten worden beschouwd.
Niet cle minste verdienste van het boekje
Robbins is dan ook, dat liet in kort bestek (het twee-
cle hoofdstuk van (le in zijn geheel ongey. 100 klei iie
bladzijden onivattencien tekst) een uitermate interes-
sant, leesbaar en helder overzicht van de hier bedoel-
cle verklaringen, clie elkaar veelszi ns tegenspreken,
weet te geven, waaraan echter 0e mcldeil ijk moet wor-
den toegevoegd, dat hier voor ons Neclerlancische pn
bI iek stellig teveel als bekend word t veron derstel cl.
In Engeland is de klassieke tl’ieorie door de Cani-
bridge-school nog steeds vrij algemeen. bekend terrei ii;
hier te lande lijkt mij dat geenszins hei geval te zijn.
1
–
Ïoewel hoofdstuk II (The Marxian Theory of liii-
periahisni) voo.r den niet reeds eengermate georn-
teerde.n lezer derhalve wel moeilijkheden zal blijven
opleveren, is het desn iettem in zonder twijfel -bril-
lant en fascineerend. Prof. Robbins onderscheidt twee
theorieën van liet imperialisme, die zich beide
OP
Marx beroepen. De eerste is de o.nderconsumptionis-tische, reeds van Sismondi en Roclhertus stammende
verklaring, later door Rosa Luxemburg weer opgevat;
haar beroep op Marx is echter niet. houdbaar.
.Prof.
Robbi ns toon t cl it met een citaat cii t ,,Das Kapi tal”,
tweede deel, naar mij voorkom t afdoende aan. Marx
geeft in deze passage twee van cle allervoo.rnaamste
trgumenten, die ook nu nog altijd gebruikt. worden
(blz. 33). De tweede theorie is die va Marx zelf;
deze heeft veel meer verwantschap niet de par-
tieele over-investatietheorie van Spiethoff en. is
voortgezet door Lenin, clie, zooals men, weet, sterk
door Uilferclings ,,Finanzkapital” is beïnvloed
en den nadruk niet zoozeer legt op expansiecl rang
‘OOr dien goeclerenexport, dan wel op dien tot kapi-
taalexport. Prof. Robbins legt cle beteeken is van
1-lilferci ings (en Leni4is) bedoeling voor het Engel-
sche jnihhiek, dat een zoo geheel anders gestructureerd
bankwezen kent clan, liet Du itsche, op zeer verhelde-
rende wijze uit, en, vat cle positie van Len ins theorie
iii enkele stellingen samen.. Hij geeft vervolgens de
plaats aan, clie liet onderconsuniptie-element krijgt
in cle theorieën, clie van, het sparen-investeeten-sclie-
ma gebruik maken, speciaal clie van Oskar ‘Lange;
deze theorieën vermijden cie logische fout, die hij in
cle oude onderconsuniptietheorie aanwezig acht, maar
zij tonen ten eenen male niet aan, dat imperialisme
cii oorlog verschijnselen zouden zij ii, voortvloeien cl uit
accumulatie- en ,,Zusaninienbrmich”-neigingen van
het kapitalisin.e.
De theorie van Marx—Len in wordt in hfclst. IÏ.[
vervolgen.s aan. de feiten, getoetst en, hoewel enkele
oorlogen. (h.i,j’. cle Boerenoorlog) in liet schema blij-
ken te passen, in liet algemeen onjuist bevonden; cle
bankkringen blijken in liet algemeen gezien. veeleer
een pacifistische tendens te hehben bezeten liet aaN
clige van dit boekje is, dat
it:1
concmeto telkens over
een bepaald historisch feit een mening wordt gege-
i’en. Dit geschiedt clan niet øp theoretische, maar
op I’iistorische gronden, met een zeer precieze, pittige
aanduiding van cle kernen van clie gebeurtenissen.
Dit is ook cle charme vaim (le hoofdstuklcen IV
(The econ.oni ie causes of w’ar) en.
‘V
(The ultimate
cause of international conflict), waar cle schrijver
dus zijn eigen nieening formuleert. Deze luidt: cle uit-
eindelijke oorzaken van. den. oorlog zijn (althans in
Ouzeti tijd ; in iioever.i.e (Ie schrijver generaliseert is
niet heelemaal duidelijk) ‘air staatku.ndigen en po-litieken. aard en liggen in de verbrokkeling van. de
wereldhuishoucling over een aantal souvereine staat-
jes en staten. Zijn betoog loopt darm ook uit op een
pleidooi voor een.
5e
pranationaal. fed.eraal gezag, dat
cle machtsm i ddelen. moe opoliseert.
Het bestaan van in verhouding tot cle .wereldhuis-
houding kleine souvereine eenheden leidt tot iniperia-
lisme en. protectionisme: (le) omdat er geen waarborg
is, dat liet inzicht in liet ware uiteindelijke eigenbe-lang zonder de hulp vnu een steu.nencl gezag steeds
p raevaleert boven liet belang van, kleine groepen, en
(2e)
omdat als eenmaal een. land, ook voor zijn kolo-
niale gebieden, tot protectionismne is overgegaan, liet –
vrijhandeisla.ncl ‘tot expansie gedvoiigeIn is teneinde te
voorkomen, dat liet van bepaalde markten uitgesloten
zal voic1en. Als zulk een lanl clan tenslotte ook zijner-
zijcls tot p.rotecti.onisnie overgaat, is dit niet, omdat
clan rmee in isschien positief ivi mist is te behalen, maar
omdat bij het nalaten van zulke maatregelen, clu.s ne-gatief, groote belange.n in liet spel zouden. zijn.
De schrijver is liet dus niet eens met d.e marxisti-
sche visie, omdat deze liet economische belang als
de
algemeene oorlogsoorzaak beschouwt. Het waarheids-
element erin acht hij, dat er zeer vaak een economi
sche groep is, die sterk tot imperialistische politiek
dringt en dat deze groep soms zelfs een oorlog heeft
veroorzaakt. Van, klassebela.ug is daarbij ccli ter geen
sprake; de belangen van. cle verschillende econoni i-
sche groepen, zijn daarvoor meestal te tegenstrijdig
en anderzijds spelen (denk hij’. aan de immigratie-
verboden.. in Amerika) cle arheiclersbelangen vaak in
clezen. evenzeer ccii rol.
De waarheiclskern van cle theorie van R. Luxeni.-
burg c.s. ziet hij in cle bereidheid van liet publiek om.
in tijden van depressie, uit angst voor verdere ver-
ni in.dering van zijn, capaciteit tot uitgeven,
1)
rotectie
te accepteeren. In zulke t.i:jden, is liet zeer vat,baa,r
voor p rotecti on istische propagarm da.
Het zou, naar cle lezer wel begrijpen zal, helaas
veel te ver voeren oni liet betoog, ‘waarin. de schrij-
vêr voortdurend niet historisch materiaal werkt, te
volgen. Een enkele opmerking over de hoofdstrek-
‘king zij nog tot slot veroorloofd, en wel deze, dat de
oorzaken, die .mi.a 1013 tot protectionisme, iniperiahis-
me en verwijdering tussch.en cle staten leidden, toch
wel wat vaag zijn gebleven. Ook indien men voor-‘
loopig eens toegeeft, dat cle uiteindelijke oorzaak van pol itieken aard is geweest, clan, zijn cle economische
mfactoren, dlie tot verscheuring van cle werelclhuishou.-
ding hebben gelei cl, toch heel vat gecompliceerder
clan hier blijkt. De ontwrichting, dlie. cle oorlog 19.1.4
—1918 op econon’mischi gebied tengevolge heeft gehad,
is dusdanig geweest, dat deze op zichzelf ook weer
als -een factor tot staatkundige verwijderin.g moet
worden. beschouwd. Men denke aan cle agrarische pro-
ductie; aan. cle in.clustrialisatie, clie sinds dcii oorlog
in ee.n aantal der Britsche domi nions e.n elders plaats
heeft gevonden ; aan cle om tw’richiting op monetair ge-
biecl in een aantal landen en aan, liet uitee.nw.ijken
van cle nationale prijzen- en kostenn.iveau’s, een uit-
‘eeiiwijken van clusclamiige afmeting, dat het functio-
n,eeren van den imi.ternationalen, gouden standaard er
zeer door bedreigd is geweest; aan de toenemende
beteeken is i’ami cle vastekostemi -elementen iii de pro-
ductie en aan allerlei andere, geenszins door staat-
kun.cl ige factoren bepaalde, verstarringen in, het
336
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1 Mei 1940
markt-organisme; aan de belemmeringen van de in-
ternationale kapitaalbeweging! Juist, omdat cle schrij-
ver liet probleem op de juiste wjze, namelijk histo-
risch, en niet (kwasi-) theoretisch stelt, valt de on-
volledigheid, waarmee cle situatie van de periode na 1018 is geteekend, temeer op. Het bewijs aangaande
1ietgen als uiteindelijke oorzaak moet worden aan
gezien, is clan ook hiermede nog zeker niet geleverd.
Juist waar de schrijver er (blz. 65) terecht van uit-
gaat, dat elke oorlog, gelijk ieder historisch ver-
schijnsel, zijn, eigen gelaat heeft, en dat in den loop der eeuwen nu eens een economische, dan weer een religieuze of nationale factor den doorslag heeft ge-
geven, is de titel van het laatste hoofdstuk (The ul-
timate cause of international conflict) zelfs wei iet-
wat misleidend en rijst de vraag, of hij zich mis-
schien toch nog niet heelemaal van liet belang van
zijn historische vraagstelling beust is geweest. Er
zijn in dit hoofdstuk nog wel meer uitspraken, clie
ons in dezen wat voorzichtig maakten. De conflict-
bronnen
iran
de periode sinds 1018 zijn natuurlijk
niet zoo goed bekend als die van verder achter ons
liggende tijden, maar juist van clezen schrijver zou-
den wij toch wel meerdere detailleering hebben mogen
verwachten.
Het boekje eindigt met een appendix, waarin een
voor dit onderwerp nu eenmaal onontbeerlijke defi-
nitie van het begrip historische causaliteit wordt
gegeven.
H
QUARLES VAN UFFOIdD.
Le salaire minimum.
E tude interna-
tionale. Bureau International du Tra-
vail. (Genève 1040. Prijs
Zw.
Frs. 5.-).
Deze publicatie omvat de regelingen van deze ma-
terie in negen landen (Austraiië, België, Vereenigde Staten van Noord-Amerika, Frankrijk, Groot-13 rit-
tannië, Ierland, Nieuw-Zeeland, Peru en Tsjecho-
Slowakije). Het Bureau hoopt haar later met een
tweede deel te kunnen voltooien.
De bedoeling is cle ontwikkeling der minimumloon-
regelingen sedert liet in 1027 verschenen werk: ,,Les
méthodes de fixatiori. des salaires minima” i’eer te
geven, daar het laatstgenoemde boek thans natuurlijk in veel opzichten verouderd is.
liet onderwerp is publiekrechtelijk gezien. Mini-
mu.mloonregelingeia i ci collectieve arbeidscontracten
zijn niet behancleld, behalve waar zij door cle Over-heici verbincierici wrerden verklaard. Bepalingen in
aan.nemingscontracten, irigevolge van overheidsvoor-
schrift, zijn eveneens buiten beschouwing gelaten. De wijze van behandeling is niet louter clescriptief,
in zooverre, dat waar dit mogelijk i’as, niet is vol-
staan met een, systematische opsomming van de be-
staande regelingen, maar tevens een overzicht van de
voornaamste vragen, die crmede hebben samengehan-gen, en van cle ermede bereikte resultaten is gegeven.
Daarbij heef t het Bureau zich vanzelfsprekend ervan
weerhouden aan deze probieenbespreking een con-
troversieel karakter te geven.
Elk hoofdstuk eindigt met een uitvoerige bronver-
melding aangaande het erin behandelde land.
H.
QUARLES VAN 1IFFORI).
ONTVANGEN BOEKEN.
De om,zetbelaslin.g.
Tweede gedeelte (met su pplement
No. 1) door A. Bri.nlcman. (Purmerend 1040;
J. Muusses. Prijs complete werk
f
11.50).
B’uclgettoring en bndgetcon,trôle
door J. E. Spinosa
Cattela. No. 1 der Bedrijfseconomische Mono-
graphieën onder redactie van Dr. J. G. Stridi-
ron. (Leiden 1940; H. E. Stenfert Kroese’s Uitg.
Mij. N
.
V. Prijs ingen.
f
5.50, geb.
f 6.00).
Jaarboeke 1939 iian den Amsterdamschen kring van
economen.
(Amsterdam 1040).
MAANDCIJFERS.
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.
)
Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs. Basis
2
Januari
1929 = 100.
De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Banken
Kunst-
Industrie
Eteetri.
F
j
n
–
j
ouwl
Olie
Rubber ScheeP-
Suiker
Tabak Thee
Ttale
e0L.
em.
’29
101.9
73.1
119.-
114.4
95.6
88.6
99.1
100.2
99.9 87.3
92.7 103.2
’30
94.2
34.1
90.1
100.4
71.6 63.9
93.1
52.1
71.-
76.2
65.5 74.5
84.3
’31
73.6 22.7
60.7
83.-
52.2
45.9
52.3
48.2
47.1
46.3
45.5
46.3
55.1
32
48.3
13.6
45.6
70.7
38.4
33.4
34.1
17.6
29.3
27.-
25.8 30.8
37._ ’33
51.5
10.7
48.7 80.7
41.- 40.-
41.-
26.
28.2 27.4
25.4
39.5
40.5
’34
47.1
16.7
48.1
77.-
37.7
47.3
39.-
40.6
22.2
23.2
26.2 50.2
39.4
’35
50.-
14.1
52.1
69.9
39.7
49.4 43.8 43.2
23.7
24.4
29.3
47.1
42._ ’36
56.8
13.9
57.6 78.2 50.2 58.2
73.1
58.7 34.8
37.1
44.8
51.5
55.2
’37
73.3
26.2
77.8
108.5
78.-
77._
99.-
101.1
73.6
60.4
59.-
76.4 77.7
11
’38
67.-
17.7
75.3
123.7
70.7
72.-
82.7
71.5 65.4 53.9
51.8
67.4
69.-
11
’39
54.6
14.8
64.4
116.4
62.6
64.4
73.-
63.5
62.3 52.3 34.5
61.4
59.9
3an.
’39
61.3
16.1
70.3 124.8
68.-
71.6
77.3 67.9
63.4
53.9
44.8 66.4 64.8
Feb.
,,
59.6
15.3
69.2
122.8 65.8
67.2
76.6
64.9
60.9
51.4
43._
63.9 63.3
Mrt.
595
16.4
70.3
121.2
66.1 66.1
77.-
65.4
60.9
52.2
40.9
64.5
63.7
Apr.
14.7 65.1
108.7
61.9
60.1
71.2
57.6
57.2
49.7 34.6 61.3 58.8
Mei
57.6
15.8
67.9
116.7
65.4
65.-
74.5 59.7
60.6
53.9
34.4
61.4
61.6
Juni
,,
57.9
15.7
69.7
120.8
63.8 64.9
76.4
60.8
59.-
54.-
36.2
62.-
62.6
Juli
56.4
15.4
67.6
121.1
62.3 63.5
74.6
58.6
56.9
51.6
33.1
60.1
60.8
Aug.
,,
15.1
67.3
120.9
62.1
62.7
73.2
59.4
56.9
50.6
32.-
59.3
60.1
Sept. ,, 51.4
12.9
58.4
115.3
63.4
64.7 79.7
71.7
72.6
54.-.
29.5
61.-
60.2
Oct.
,,
47.9
12.4
55.9
107.7 58.5 60.7
69.4
66.7 69.2 51.-. 28.4
58.-
55.5
Nov.
,,
47.5
12.8
56.2
108.3 57.9
62.4
64.6
65.2 66.5
52.1
28.7
59.1
54.3
Dec.,,
44.9
14.3
54.6
108.-
56.7
64.3 62.8
65.5
64.7
53.3
29.2
60.4
53.2
Jan.
’40
46.1
14.5
54.9
108.2
58.-
65.4
64.3 65.1
66.8
53.5
30.3 60.9
54….
Febr.
46.1
14.7
53.5 107.4
57.2
62.5 61.1
62.4
67.1
51.7
31.6 60.2
52.6
Mrt.
,,
45.8
15.1
54.-
107.9
58.-
62.1 58.3
60.8
67.8
51.3
31.-
59.9
52.-
nri1
Z1.5
–
159
52.41
107.6
59.1
60.2 53.5
58.3 67.3
48.6
31.5 56.6
49.9
indexcijfer der totale beurswaarde
2
Januari
1940 f 3.086.051.000 = 100.
–
3
Jan.
100.- 24
Jan.
98.2 7
Feb.
97.5 21
Feb.
95.2 6
Mrt.
95.5120
Mrt.
95.2 3
April
95.7 17
10
,, 100.5 31
Jan.
98.3 14
,,
96.4 28
,,
96.8 13
,,
96.2 27
,,
94.3 10
,,
92.8 24
17
,,
98.3
1)
Men zie voor de toelichting op dit overzicht het nummer van E.-S.B. van
12
Febr.
1936,
April
89.6
11
88.3
hlz. 120.
Nadruk verboden.
1 Mei 1940
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
337
STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S. Disc.Wissels. 3
28Aug.’39
Ned
Lissabon
….
4 11Aug.’37
Bk
Be1.Binn.Eff.
1Vrsch.in
34
28Aug.’39
Londen ……2
26 Oct.’39
R.C.
14
28Aug.’39
Madrid ……5
15 Juli’35
Athene ……….
6
4Jan.’37
N..YorkF.R.B. 1
26Aug.’37
Batavia
……..
3
14Jan.’37
Oslo ……… 44
22 Sept.’39
Belgrado ……..
5
1 Febr.’35
Parijs
……2
3
Jan. ’39
Berlijn ……….
34 9
Apr.’40
Praag
……3
1Jan.’36
Boekarest
……
34
5Mei’38
Pretoria
…..
4
15Mei’33
Brussel
……..
2
1
)25Jan.’1
1
0
Rome ……..44
18Mei’36
Boedapest
……
4
28Aug.’35
Stockholm
.. 3
14Dec.’39
Calcutta ……..
3
28Nov.’35
Tokio….
3.46
11 Mrt.’38
Dantzig
……..
4
2Jan.’37
Warschau….
4418Den’37
Helsingfors ……
4
3Dec.’34
Zwits.Nat.Bk.
1425Nov.’36
Knpenhagen
….
54
9 00.’39
‘) l'(,%
bankwissels
i.z. verk. Belgische prod. in het buitenland.
OPEN
MARKT.
1940
1939 1938 1939
27
22127
15120
8/13
24/29
25130
14/19
April
April April April April
April
Aug.
Amsterdam
Partic.disc.
2.11
4
2-
3
18
1
3
/4.2
1
14
3/
4
.11(
4
11/4113
1
14
1
12
Prolong.
3
331
231
4
311
9
2_11
2
1
1
12
31
4
.onden
Daggeld.
1
3
(4-1
1
/4
3/4-1114
3
(41
1
(4
3
141
1
14
1
1_1
‘(,-1
1
123
1
1
Partic. disc.
11133
1
1
132
1113.
ll(
l
3
/l6_
1
5/16
17133_9114
13116318
9erl/ln
Daggeld…
1718.21153
15(
4
.21/
5
3
1
5
18-2
4
)
1
5
/-2
5
)
1
7
/83
1
(8
231
4
-311
5
211
4
51
4
4aandeld
2_1142)
2114 3)
21/
4
4)
21)
4
5)
2
3
14-3
2143
2
3
15-
5
15
Part, disc.
23/8 2)
23(
3)
2
3
18
4
)
23(
5)
271q
2
7
/8
2
3
14
Warenw. ..
3-112 2)
31/
3)
3.11
2
4)
3-4
1
1)
4-
1
12
4114
412
iew York
Daggeld
1)
1
1
1
1
1
1 1
Partic.dlsc.
11,
112
11
9
112
1
11
9
112 1
/2
1)
Koers van 26 April en daaraan voorafgaande weken t)m. Vrijdag.
2
)25 April’) 19125 April
4
)12(18 April
5)
5/11 April.
WISSELKOERSEN IN NEDERLAND.
a
Da
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Bot acte
York
)
*)
)
*)
*)
1)
23 April 1940
188
K5
6.67
75.60
3.78
31.67
100%
24
,,
1940 1.88%
6.61%
75.60
3.74%
31.724
100%
25
,,
1940 1.88% 6.62
75.60
3.75
31.81
100%
26
,,
1940
1.88%
6.60k
75.60
3.74j
31.74
100%
27
1940
1.88%
6.62%
75.60 3.75%
31.83
100%
29
1940
1.8894
4
6.62%
75.60
3.7534
31.79
100%
Laagste d.w’)
1.88
6.57
75.40
3.73
31.62
100%
Eoogsted.w’)
1.88%
[1.469
6.68
75.70
3.79 31.83
101
M:untpariteit
12.1071
59.263
9.747
24.906
100
Data
Zn’tt-.
serlan
PraaR
Boeka-
Mtlaan
Madrid
rest
1)
**)
4*)
23 AprffïOïb
42.24%
–
–
–
24
,,
1940
4224
– – –
–
25
,,
1940
42.24
–
–
–
–
26
1940
42.24
–
– – –
27
1940
42.24
–
–
– –
29
,,
1940
42.22%
–
–
–
–
Laagste d.wl)
42 17%
–
– –
–
Eoogste d.wt)
42.2714
6.47%
1.-
9.55
18.-
Muntpariteit
48.003
1
7.371 1.488
13.094
48.52
Da a
Stock-
Kopen-
Oslo)
1
/.
Buenos-
Mon-
holm) hagen*)
for!’)
Aires’)
treal’)
23 April 1940
44.774
–
–
–
43%
159
14
,,
1940
44.60
–
– –
43%
158%
194Q
44.65
– –
–
4394
158%
26
,,
1940
44.60
–
–
3.50
4394
159
27
,,
1940
44.60
– –
3.50
43%
160
29
,,
1940
44.60
–
3.60
4394
160
Laagste d.w’)
44.25
– –
3.30
43
157
E[oogsted.w’)
4490
–
–
3.70
44
162
Muntpariteit
66.671 66.671
66.671
6.266
95%
2.1878 ) Noteering te Amsterdani. ) Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In ‘t Iste of 2de No. van iedere maand komt een overzicht voor
van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D
0
Londen
($ per £)
Parijs
($ p. IOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gid.)
13 April
19401
3,52%
1,99%
40,20
53,09
14
,,
1940
3,50%
1,99%
40,20
53,09
15
,,
1940
3,51%
1,99
40,20
53,09
16
,,
1940
3,51
1,99
40,20
53,10
17
,,
1940
3,50%
1,99
40,20
53,13
29
,,
1940
3,5394
2,0094
40,20 53,10%
1 Mei
1939
4.68%
2.65
40.1334
53.34
)Suntpariteit..
4,86
3,90%
23,81%
40%
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
15120
April
’40 120
April
20,27
April
1940 127
April
Landen
Laau.’,tpl Hoç,r,,tp
1
1940 1
ï,,,,o,t,Ii-inn,,oi,,
1940
Alexandrië..
97% 97%
97%
97%
97%
97%
Athene
…….535
535
535
535
535 535
Bangkok ……
22.18
22.18 22.18
22.18
22.18
22.18
Budapest
19 19
19%
19
19(
19
BuenosAires’.
17.05
17.30
17.174 17.05
17.30
–
–
17.174
–
Hongkong …
1/2%
13
1/2%
1/2%
1/3
1/2%
5.10 5.10
5.10
5.10 5.10
..
1/4%
114%
1/3%
1
1
4%
1/4%
104
103
102
104
103
Calcutta ……..-
Istanbul ……..5.10
Kobe
……….1/3%
Montevideo
25(
27% 26%
25%
27%
2694
Lissabon ……..102
Montreal
….
4.43
4.47
4.45
4.43
4.47 4.45
Riod.Janeiro
132
35
‘/32
3%
3
3171,
Shanghai
3%
4%
444
3%
494
4944
Singapore
.
2/4%
2/4%
214%
2/4%
2/4%
2/4%
Valparaiso°)
95
100 100
100
100 100
Warschau
– – –
–
–
1)
Offic.
not. 15 laten, gem. not., welke imp.
hebben te betalen 15Nov.1938
17.13.
2
)90 dg. Vanaf 13 Dec.
1937 laatste
,,export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
Londen’) N.Yorki)
A’dam3) Londena)
23 April 1940.. 201%
34%
23 April 1940.. 2090
1681_
24
,,
1940..
21
3494
24
1940.. 2090
1681.
25
,,
1940..
20
1
5
16
34%
25
1940.. 2090
1681_
26
,,
1940..
20’9
3494
26
1940.. 2090
1681_
27
,,
1940.. –
–
27
1940.
•
2090
1681_
29
,,
1940..
21
34%
29
1940.. 2090
1681_
1 Mei
1939.. 20%
42%
1
Ihlei
1939.. 2105
148,6
23 Aug.1939..
2094
4
1
37%
23 Aug. 1939.. 21101
148/64
1)
In pence p. oz. stand.
2)
Foreign silver
in $c. p. oz. line.
3)
In guldens
per Kg. 1000/1000.
4)
In sh. p.
oz. line.
STAND_VAN_’._RIJKS_KAS.
Vorderingen
)
15 April 1940
23 April 1940
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij de Ne-
–
derlandsche Bank ………………..
f
57.752.594,13
t
50.417.474,82
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
147.027,32 ,,
44.432,51
Voorschotten op ultimO Febr./Mrt. 1940
a(d. gemeent. verstr. op a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem. fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbetasting
–
–
Voorschotten aan Ned.-Indiel) ……..
..,, 68.957.949,57
,, 63.444.982,07
Idem aan Suriname 1)
….12.798.077,49 ,. 12.778.187,91
Kasvord.weg. credietverst. a/h. buitenl • 83.370.224,10 ,, 83 265.327,-Daggeldleeningen tegen onderpand
–
–
Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen ,, 50.464.053,93 ., 81.332.993,19
Vord. op het Alg. Burg. Pensioenf. 1)
–
–
Vord. op andere Staatsbedr. en insteli.’) ,, 23.941.822,99
1
. 28.093.425,02
Verplichtingen
Voorschot door de Ned. Bank ingev.
–
art. 16 van haar octrooi verstrekt
–
Voorschot
door
de
Ned.
Bank
in
–
rekening-courant verstrekt
–
f
79.164.000,-
f
79.164.000,-
Schatkistpromessen in omloop
……
320.400.000,- 2)
,
320.400.000,-
-3)
– –
Schatkistbiljetten in omloop
……….
Schuld
op
ultimo Febr.(Mrt. 1940 a(d.
.
1.063.780,50
,,
1.063.646,-
geni. weg. a. h.uit te keeren hoofds.d.
..
Daggeldieeningen ………………….151.501.437
Zilverbons in Omloop
……………….
pers. bel., aand. id
. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
die
bel, en
op
de vermogensbelasting
•
2.897.531,65
2.897.531.65
,,
827.604,21
777.855,29
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.
1)
,,
17.010.623,72
16.953.790,85
Schuld aan
Curaçao’)
…………….
Id. a. h. Staadsbedr. der
P.T.
en
T.’)
,45
.178.127.496,06
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
…..
23.000.000.-
24.000.000,-
Id. aan diverse instellingen’) ……..
..
..
150.176.450,53
.
150.247.214,47
1)
In rekg.-crt. met’s Rijks Schatkist. 2)
Rechtstreeks b j de Nederland-
sche Bank geplaatst Nihil.
3)
Idem Nihil.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1
13 April 1940
1
20 April 1940
Vorderingen
: 1)
f
1.234.000
Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
f
281.000
.
238.000
Saldo Indisch Muntfonds
…………
3.648.000
Saldo Javasche Bank
……….
……..-
Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas e.a. Rijksinstell.
..3.648.000
,,
76.009.000
68.232.000
2.868.000
–
Voorschot van de javasche Bank
…….
Schatkistpromessen in omloop …….
..
40.000.000
–
40.000.000
–
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds
Schuld a. d. Indische Pensioenfondsen
,,
9.353.000
,,
9.353.000
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
1.377.000
1.08.000
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen…
1.030.000
1.030.000
1)
Betaalmiddelen in de Landskassen
/
40.023.000.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Data
Metaal
Circa
IDadelijk opeischb.I
schulden
Discont.
IDjv, reke-
latie
/
Gouvern.) Ander.
ningen’)
2 Mrt,’401
896
t
1.400
130
1
738
514
1.325
24 Feb.’401
933
1.190 329
733
517
1.285
17
,,
1
40
898 1.198
357
1
713 516
1.450
10
,,
‘401
978
1.221
365
715
514
1.238
19Eug.’39
886 1.176
757
/
586
1
552
1.373
1) Sluitp. der activa.
1 ng
–
CR0 OTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS- EN GENOT-
GERST
MAIS
R000E
BURMA RIJST
BOTER per kg.
KAAS
Edammer
EIEREN
(groote)
1)
2)
Zie blz.
128 E.-S. B.
59160 kg
Marokko’)
Rotterdam per 2000 kg. Bahia Blan-
Rotterdam per 100 kg.
Loonzein cwt. f.o.b.
per
Alkmaar
Gem. not.
Leeuwar- Heffing
Termijn-
Termijn-
1
SokgRoe-
van
11Feb.40
loco
ca’) loco
Rotterdam
Rangoon/Bassein
der Comm.
Crisis
Zuivel-
Fabr.kaas
Eiermijn
Roermond Rotterdam
per2000kg.
noteer. op
1 of 2 mnd.
1
La Plata’)
1
per lOO kg.
noteer. op
1 of 2 mud.
1
1)
meensche
Locoprijs
_________________
llerl.Ned.Ct.I
Not.
Noteering
Centr.
gang exp.
per 50 kg.’)
p. LOO st.
1
%
/
%
/
f
%
1
‘
7
%
T
%
ah.
T
ir
ƒ
T
%
T
1927
237,-
110,2
171,50
89,3
176,-
87,1
12,47
5
102,5 13,82
5
110,1
14,75 109,3
6,83
104,5
1113114
2,03
98,4
–
43,30 95,0
7,96
99,3
1928
228,50
106,2
208,50
108,6
226,-
111,9 13,15
108,1
12,57
5
100,1
13,47
5
.99,9
6,43 98,4
1017
3
14
2,11
102,3
–
48,05
105,4
7,99
99,6
1929
179,75
83,6
196,-
102,1
204,-
101,0
10,87
5
89,4
11.27
89,8
12,25
90,8
6,34 97,0
1016
2,05 99,4
–
45,40
99,6
8,11
101,1
1930
111,75
52,0
118,50
61,7
136,75
67,7 6,22
5
51,2
8,27
5
65,9 9,67
5
71,7
5,09 77,9
815
1,66
80,5
–
38,45 84,4
6,72 83,8
1931
107,25
49,9
78,25
40,8
84,50 41,8
4,55
37,4
4,65
37,0
5,55
41,1
3,09 47,3
516 1,34
64,9
–
31,30
68,7
5,35
66,7
1932
100,75
46,8
72,-
37,5
77,25
38,2
4,62
5
38,0 4,70 37,4 5,22
5
‘387
2,59 39,6
5111
liz
0,94
45,6
–
22,70
49,8
4,14 51,6
1933
Z 70,-
32,5
60,75
31,6
68,50 33,9 3,55 29,3
3,75
29,9 5,02
5
37,2
1,84
28,2
4/5’1,
0,61
29,6
0,96
20,20
44,3
3,71
46,3
1934
75,75 35,2
64,75
33,7 70,75 35,0
3,32
5
27,3
3,25
25,9
3,67
5
27,3
1,74
26,6
4/7
1
14
0,45
21,8
1,-
18,70
41,0
3,45 43,0
1935
5.1
68,-
31,6
56,-
29,2
61,25
30,3
3,07
5
25,3
3,87
5
30,9
4,12
5
30,6
2,07 31,7
5181 0.49
23,7
‘099
14,85
32,6
3,20
39,9
1936
0
86,-
40,0
74,50
38,8
74,-
36,6
4,27
5
35,1
5,75
45,8
6,27
5
46,5 2,19
33,5
5/7
1
)
0,58.
28,1
0,88
5
17,55
38,5
3,50
43,6
1937
137,75
64,0
105,75
55,1
III,-
55,0
8,95
73,6 8,02
5
63,9
8,92
5
66,2 2,70 41,3
61-
0,78 37,9
0,67
19,75
43,3 3,96
49,4
1938 103,00
47,9
100,50
52,3
106,50
49,9
5,72
5
47,1
5,40 43,0
6,20
46,0 2,48 38,0
517
0,80
38,8
0,58
21,27
5
46,7
3,98
49,6
2)1939
88,75
41,3
89,-
46,4
97,50
45,7 4,15
34,1
3,55 28,3 3,725
27,6 2,46
37,7
519314
0,78 37,9
0,63
19,35
42,5 4,02
50,1
Juni
1939
ui
90,75
42,2
90,50
47,1
97,25
45,6 3,90
32,1
3,475
27,7
3,82
5
28,4
2,62
40,1
511 1
3
0,75 36,4
0,60
17,10
37.5
3,45
43,0
Juli
,,
87,
40,5
83,25 43,4
91,25
42,8
.
3,87
5
31,9 3,35
26,7
3,45 25.6
2,54 38,9
519
1
)2
0,76 36,9
0,54
16,55
36,3
3,49
43,5
Aug.
,,
Z
85,75
39,9
82,75
43,1
87,50
41,0 4,45
36,6
3,27
5
26,1
3,50
25,9 2,57 39,4
5/10
3
14
0,72
35,0
0,55
15,95
35,0 4,04
50,4
Sept.
0,73
35,4
0,59
23,15
50,8 4,06 50,6
Oct.
–
0,80
38,8
0,72
5
25,95
56,9 4,88 60,8
Nov._
2,44
37,4
6j6/4
0,80
38,8 0,80
20.62
5
45,35,6970,9
Dec..
2,36
36,1
614
1
12
0,80
38,8 0,80
20,75
45,5
4,50
56,1
1940
11.1
o
—————————-
2,66
40,7
7/W,
0,82 39,8
0,80.
22,75
49,9 4,27
53,2 2,59
39,76/11
1
/
4
0,82
39,8 0,80 23,825 52,3 5,09 63,5
Maart”
———————————————
2
,
41
36,9619
0,81
39,3 0,80
22,25
48,8
5,2365,2
2-9 April ’40
–
–
–
–
—
—
–
–
–
—-
–
—-
—
—
—
—-
—
–
–
*)
2,27 34,8
619
0,81
39.3 0,80
18,75
41,1
3,40a)
42,4
9-16
,,
_*)
*
_*)
—
—
—-
–
—-
–
—-
—
—-
—
—
—
–
–
)
_*l
-‘)
230
.35,2
6j10
1
12
0,80 38.8 0.80
18,25
40,0
3,40a)
42,4
16-23
,,
,,
-»ei
_*)
—
—
—-
–
—-
–
—
–
—
–
–
—
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
-»t
)
-)
–
2,29
35,1 6110
1
12
0,80
38,8
0,80
19,50
42,8
3.55a)
41,3
23-30,
,.
_*)
–
—————————
—–
–
———————-
s_
2,2d
34,96110
1
1,0,80
38,80,60,18,25
40,0
3,50a)
43,6
S) In verband met den internationalen toestand geen noteering, waardoor ook het berekenen der indexcijfers achterwege moet blijven. a) kleine eieren.
–
JUTE
,
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
,,First Marks”
in olie gekamd;
loco
Bradford per
1h.
1314 Dernier
Or. D. te
wit
Stand. Ribbed
Smoked Sheets
Middlii,g Upland
Super FineC.P.
Crossbred Colonial
Carded 50’s Av.
.
erino 645
V.
c.i.t.
Londen
per Eng. ton
loco
New York per Ib.
Oomra
Liverpool per Ib.
New York per Ib.
loco
Londen
p.
Ib.
1
Heri.Ned.Ct.1Not.
FIerl.Ned.Ct.
Not.
Herl.Ned.Ct./
Not.
H
Not.
HerI.Ned,Ct.
Not.
Herl.Ncd.Ct.
Not.
FlerI Ned.Ct.
Not.
f
%
£
cts.
‘%
$cts.
ets.
%
pence
cts.
%
peulce
cts.
%
pence
f
‘
$
cts.
%
pence
1927
442,38
103,4
36.101- 43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27
133,8
96,8 26,50 244,9
104,8
48,50
13,55 105.8
5,44
93
140.2
18,50
1928
445,89
104,2 36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8
111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4 5,07
54
81,4
10,75
1929
395,49
92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2 92,4
6,59
127,2
92,0 25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9
4,93
.52
78,4
10,25
1930
0
257,97
60,3
21.619
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8 3,92
81,9
59,2
16,25 134,8
57,7
26,75
8,50 66,4
3,42
30 45,2
5,87′
1931
192,15
44,9
17.117
21,1
44,8
8,50
20,1
55,9 4,28
60,9
44,0
109,0
46,6
23,25
5,97
46,6
2,40
15
22,6
3,12′
1932 146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8
6,40
19,5
54,3 5,39
42,5
30,7
11,75
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12
18,1
337′
1933 128,63
30,1
15.1212
17,4
37,0
8,70
16,8
46,8
4,91
48,9
35,4
14,25
96.9
41,5
28,25
3,21
25,1
1,61
II
16,6
3,25
1934
115,85
271
15.919 18,3
38,9
12,30
13,6
37,8
4,37
51,4
37,2
16,50
95,8
41,0
30.75
1,92
15,0
1,29
19
28,6
6,25
1935
134,52
31,4
18.1118 17,6
37,4
11,93
17,7
49,3
5.87 42,2 30,5
84,5 36,2
28,-
2,41
18,8
1,63
18
27,1
6.-
1936
u
142,61
921183,46
33,3
18.618
19,0
40,4
12,10
18,2
50,7 5,60
54,3
39,3
16,75
108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37,7 7,75
1937
42,9
20.814
20,8
44,2
11,44
20,0
55,7
5,34
89,0
64,4 23,75
132,7
56,8
35,50
3,30
25,8
‘1,86
5
36
54,3
9,50
1938
165,24
38,6
18.1513
15,7
33,3′
8,64
15,1
42,0 4,08 61,9
44,8
16,75
96,1
41,1
26,-
2,99
23,3
1,64 27
40,7 7,25
2
)1939
229,17
53,6
27.18110
17,7
37,6
9,44
16,9
47,0
4,94
62,9
45,5
17,50
89,3
382
25,-
5,02 39,2
2,67
5
,
31
46,7
9,-
Juni
1939
<
231,90
54,2 26.71-
18,7
39,7
9,91 16,2
45,1
4,42 65,3
47,2
17,75
91,4
39,1
25,-
4,71
36,8
2,50
30 45,2
8,25
Juli
z
217,84
50,9
24.15111 18,3
38,9
9,76
15,6
43,4 4,26
70,7
51,1
19,25
94,5
40,0
25,75 4,88
38,1
2,60
30 45,2
8,37′
Aug.
•
182,05
42,5
21.119
17,2
36,5 9,23
‘15,5
43,1
4,30 70,0
50,6
19,50
92,0
39,4
25,50
4,72
36,8
2,53
31
46,7
8,62′
Sept.
193,58
45,2
25.151-
17,3
36,7
9,17
18,5
51,5
5,90 60,7 43,9
19,50
79,1
33,8
25,50
6,-
46,9
3,20
30
45,2
9,12
5
Oct.
,,
z
207,15
48,4
27.10:-
17,4
38,9 9,25
17,5
48,7
5,55
–
– –
–
– –
5,74
44,8
3,05
32
48,2
10,25
Nov.
285,01
66,6
39.121-
18,4 39,1
9,76
19,5
54,3 6,29
– –
– – –
–
.6,19
48,3
3,29
35
52,8
11,25
Dec.
–
356,29
83,4
48.314
20,5
43,5
10,91
24,0
66,8
7,78
–
– –
– –
–
7,52 58,7
3,995
36
54,3
11,62′
0
Jan.
1940
352,98
82,5
47.10/-
21,1
44,8
11,22
24,6 68,5
7,91
–
–
–
–
– –
5,97
46,6
3,18
31
55,8
11,87′
Febr.
,,
0
326,22
76,2
43.15:-
20,9
41,4
11,12
22,7 63,2 7,30
– – –
–
–
–
5,60
43,7
–
2,97
40
60,3
12,75
Maart
Z
271,91
63,5
38.1216
20,5
43,5
10,86
20,3
56,5 6,95
–
–
– –
–
–
–
_*)
35 52,8
11,75
2-9 April ’40
248,13
‘58,0
37.-!-
20,5
43,5
I0,8t
19,6
54,6
6,97
–
–
–
_*)
– –
–
_*)
_*)
–
—
–
— _*)
_*)
31 31
45,7
46,7
II,- II,-
9-16
,,
,,
270,60
63,3
40.-!-
20,5
43,5
10.89
19,8
55,1
7,18
–
–
-S
)
–
–
–
16-23,
,,
251,28
58,738.-!-
20,7
43,910,93
–
– –
–
_*)
-S
)
–
–
-)3l
46,711,12
1
23-30,
,,
–
– –
20,6
43,710,91
– –
–
–
–
_*)
–
–
_*)
–
………_*)30
45,211,-
–
KOPER
Standaard
.
Loco Londen
per Eng, ton
LOOD
gem. prompt en
1ev. 3 maandeij
Londen per Eng. ton
TIN
L
L
E
0fl en
P
r
ng.
on
‘IJZER
Cleveland No. 3. franco Middlesb.
per Eng, ton
GIETERIJ-IJZER (Lux
III)
per Eng. ton f.0. b. Antwerpen
ZINK
gem. prompt en
1ev. 3 maanden Londen
p.
Eng. ton
1
Herl.Ned.Ct.1
ZILVER cash Londen
per Standard
Ounce
Herl.Ned.Ct.I
Not. Herl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct./
Not.
Herl.Ned.Ct.)
Not.
1
Hert. Ned.Ct.1
Not.
Not.
Flerl.Ned.Ct.
Not.
f
%.
£
f
%
£
/
%
£
/
%
sh.
/
%
Sh.
t
%
£
ets.
%
penc,
1927
675,10
85,9
55.13111
295,75
106,5
24.811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
7219
39,10 98,9
64/6
345,40
108,8
28.9111
132
101,5
26
1
/16
1928
771,20
98,1
63.14/9
256,15
92,2
21.3/4
2749,50
94,6
227.4/8
39,85
94,6
65110
37,90
95,9
6218
305,75
96,4
25.515
135 103,8
26
3
14
1929
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2
23.4/11
2465,65
84,8
203.18/10
42,45
100,8
70/3
41,55
105,1
6819
300,80,
94,8
24.1718
123
94,6
24
7
116
1930
661,10
84,1
54.1317
218,70
78,8
18.115
1716,20
59,1
149.1911
40,50
96,1
671-
35,95
91,0
5916
203,55
64,1
16.1619
89
68,5
11
1
f),,
1931′
‘
431,85
54,9
387.19 146,60
52,8
1117
1332,55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1 5115
140,05
44,1
12.8111-
69
53,1
145/8
1932
z
275,75
35,1
31.1418
104,60
37.7
12-19
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20
56,2
5111
118,95
37,5
13.13110
64
49,2
17
13
/,
1933
CL
268,40
34,1
32.1114
97,25 35,0
ll.1/1
1603,50
55,2
194.11/11
25,55 60,6
62
1
–
21,-
53,1
51
1
–
129,80
40,9
15.14
1
11
62
47,7
18
1
/,
1934
226,80
28,8
30.6
1
5
82,65 29,8
11.1/-
1723,15
59,3
230.7/5
25,-
59,3
66111
20,25 51,2
5411
103,05
32,5
13.1516
66
50,8
21
1
14
1935
,
230,95
29,4.
31.1811
103,40
37,2
14.518
1634,25
56,2
225.1415
24,70 58,6
6812
20,25
51,2
561-
102,65
32,3
14.316
87
66,9
28151
11
1936
298,75
38,0
38.8/1
137,15
49,4
17.12/7
1592,-
54,8
204.12/8
28,40 67,4
73/-
22,40
56,7
57/7
116,55
36,7 14.19
1
7
65
50,0
201
1
56
1937
488,95
62,1
54.813 208,95
753
23.516
2176,70
74,9
242.7110
41,30
98,0
91111
47,10
119,2
10511
199,80
63,0
22.414
75
57,7
20/16
1938
361,40 46,0
40.1318
135,75
48,9
‘15.516
1684,25
58,0
189.1311
48,45
115,0
1091-
30,30
76,7
6812
125,15
39,4
14.1110
72
55,4
1931,,
2
)1939
373,-
47,4
42.1517
128,75
46,4
14.14111
1874,20
64,5
226.918
41,65
98,9
100,6 34,85 88,2
84/2
121,95
38,4
13.19/7
71
54,6
205,
1
6
Juni
1939
w
369,65
47,0
41.1819
128,50
46,3
14.1117
2000,25
68,8
226.1819
43,65
103,6
991-
32,25
81,6
7312
125,20
39,5
14.411
73
56,2
19
3
14
juli
,,
377,80
48,0
43.3i3
129,85
46,8
14.1315
2020,95
69,5
229.1616
43,55
103,4
991-
31,05
78,6
70/7
126,15
39,8
14.6111
62
43,7
16
15
/,,
Aug.
–
379,50
48,3
44.1816
136,40
49,1
16.31-
1942,50
66,8
229.1716
42,15
100,0
991- 30,75
77,8
72/2
124,70
39,3
14.1515
63
48,5
173
14
Sept.
,,
–
–
–
–
–
–
1693,60
58,3
229.5110
36,55 86,7
991-
–
‘
68
52,3
2I
13
1,
1
Oct.
,,
>
–
– – –
–
–
1735,1059,7229.1916
37,35
88,699-
131,6
14114
–
–
72
72
55,4
55,422
13
11,
23
3
18
Dec.
–
–
Nov.
–
–
–
–
–
1698,65 1816,30
58,4
64,6
230.-/-
253.16111
39,90
39,95
94,7
94,8
108/-
1081-
52,
52,85
133,7 1431-
–
72
55,4
23
3
18
Jan.
1940
5-
C>
– – –
–
– –
1795,80
61,8
241.41-
40,20
95,4
1081-
55,50
140,4
1491-
–
—
–
68
52,3
22
7
/8
Febr.
•
1-.
– –
–
–
–
–
1804,15
62,1
241.1613
41,10
97,5
1101-
56,60
143,2
151110
–
–
–
65
50,0
21
Maart
”
—
–
– –
–
–
1798,35
61,9
251.8/9
39,45
93,6
III)-
61,05
151,5
171
1
4
–
–
–
62
47,7
20’Ç,-
2-9 April ’40
–
–
_*)
–
–
‘-)
1685,65
58,0
250.7
1
6
37,33
83,6
III)-
59,30
150,1
177/2
_*)
64
43,1
20
1
19
9-16,
….
–
_*)
–
–
-)1675,4057,6250.5/-
)58
44,620
3
;4
16-23,,
–
–
__*)
–
–
-)1681,1557,9252.l7/6
-5
)59
45,420
1
14
23-30
–
–
–
_*)
– –
-)
1689,20
58,1
254.17
1
6
–
—
—————–
—
—
——————-
——-
–
——-
S
)
58 44,6
21
MIDDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexcijfers gebaseerd op 1927 t/m 1929 =
loo).
389
GE- SLACHTE
GE-
SLACHTE DEENSCI!
BACON
BEVROREN
ARG. RUND-
–
CACAO
G.F.
KOFFIE
Loco R’dam/A’dam
SUIKER
Witte krist.- THEE
N.-lnd.thee-
«’
RUNDEREN
VARKENS
middelgew. No. 1
VLEESCH
Accra per 50 kg
per ’12 kg.
suiker loco veiling A’dam
(versch) (versch)
Londen per cwt.
Londen per 8 lbs.
c.i.f. Nederlai,ds)
Rotterdam/
Gem.Java- en
Robusta Stiperior
2er lOO kg
oer 100 kg
Amsterdam
Sumatratliee
Herl.Ned.Ct.I
Not.
HerI.Ned.Ct.I
Not.
HerI.Ned.Ct.
1Ît
i
Santos
per 100 kg.
per’l2kg.
—
ir
t
%
ƒ
%
sh.
ƒ
X
511.
ƒ
Y
sh.
cts.
%
ets.
T
t
%
cts.
1927
–
–
–
–
65,15
97,8
10716
2,73
92,2
416
41,21
119,4
68/-
46,87
5
95,5
54,10
91,4
19,125 119,6
82,75
109,2
102,0
1928
93,-
98,2
77,50
90,4
66,80
100,3
11015
3,03
102,4
5/-. 34,64
100,4
5713
49,62
5
101,1
63,48
107,3 15,85
99,1
75,25 99,3
102,7
1929
96,40
101,8
93,125
109,2
67,81
101,8
11212
3,12
105,4
512
27,70
80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3
69,25
91,4
94,5
1930
108,-
114,0
72,90
85,5
57,19
85,9
9417
2,97
100,3
4/11
21,04
61,0
34111
32
65,2
38,10
64,4 9,60
60,0
60,75
80,2
72,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6
6316
2,44 82,4 4/4
13,84
40,1 2417
25
50,9
27,10
45,8
8,-
50,0 42,50
56,1
52,9
1932
61,-
64,4
37,50
44,0
25,46
38,2
5817
1,70
57,4
3111
11,77
34,1
2711
24
48,9
30,04
50,8
6,32
5
39,6
28,25
37,3
43,1
1933
52,-
54,9
49,50
58,0
30,74
46,2
7417
1,54
52,0
319
9,30 26,9
2217
21,10
43,0
22,83
38,6 5,32
5
34,5
32,75
43,2
36,1
1934
61,50 64,9
46,65
54,7
32,94
49,5
8811
1,42
48,0
3/91/2
8,15 23,6
21110
16,80
34,2
18,40
31,1
4,07
5
25,5 40 52,8
34,6
1935
48,125
50,8
51,62
5
60,5
32,-
48,1
8815
119
40,2
3/31/2
8,15 23,6
2216
14,10
28,7
15,21
25,7 3,85
24,1
34,50 45,5
32,3
1936
53,42
5
56,4
48,60
57,0
36,37 54,6
9316
1:48
50,0
3/91/2
12,05
34,9
3014
13,625
27,8
16,87
5
28,5 4,02
5
25,2
40 52,8
39,3
1937
71,27
75,3
61,85
72,5
42,27 63,5
9411
1,90
64,2
413
17,35
50,3
3818
16,62
5
33,9
22,37
5
37,8
6,22
5
38,9
53,50
70,6
53,8
1938
67,55
71,3
63,62
5
74,6
44,17 66,3
9915
1,95
65,9
4(41/2
10,48
30,4
2318
13,20
26,9
14,91
25,2
5,20
32,5
51,-
67,3
46,4
2)1939
66,35
70,1
62,37
5
73,1
41,79 62,8
100111
1,89
63,9
416
3
14
10,0
30,4
2015
14,10
28,7
15,73
26,6
7,07
5
44,2
52,50
69,3
Juni
1939
65,47
5
69,1
54,70,
64,1
40,23 60,4
91/3
1,84
62,2
412
8,86
25,7
2011
12,75
26,0
14,50
21,5
8,07
5
50,5 51,25 67,7
42,1
Juli
65,25
68,9
59,17
5
69,4 43,05 64,6
98/-
1,96
66,2
4/51(5
8,65
25,1
1918
1
14
12,50
25.5
14
23,7
8,10
50,7
50,-
66,0
42,9
Aug.
65,30
69,0
60,50
70,9
42,73 64,2
98(10
2,01
67,9
418
8,58
24,9
1919
1250
25,5
14
23,7
6,70
41,9
49,50
65,3
43,1
Sept.
71,85
75,9
68,12
5
79,9
37,65
56,5
100/-
1,87
63,2
5/-
14,58
42,2
–
14,87
5
30,3
16,25
27,5
–
–
52,50
69,3
42,7
0ct.
69,80
73,7
76,62
5
89,8
41,21
61,9
109/-
1,89
63,9
5/-
12,72
36,8
–
16,50
33.6
18,–
30,4
–
–
54,25
71,6
42,4
Nov.
68,32
5
72,1
75,25
88,2
42,77 64,2
115/-
1,92
64,9
512
12,42
36,0
–
17,375
35,4
18,50
31,3
–
–
57,-
75,2
42,4
Dec.
,,
70,-
73,9
73,15 85,7
42,51
63,8
115/-
1,85
62,5
51-
14,92
43,2
–
17,50
35,7
18,50
31,3
–
–
63,25
83,5
Jan.
1940
73,575
77,7
75,-
87,9 45,88
68,9
1231-
1,94
65,5
5/2
1
/2
14,38
41,7
–
17,10
34,8
18,10
30,6
– –
61,75
81,5
Febr.
,,
71,65
75,7
72,875
85,4
43,43
65,2
11615
1,99
67,2
514
17,88
51,8
–
17,-
34,6
18,-
30,4
– –
61,-
80,5
Maart
72,67
5
76,7
70,30 82,4 40,50 60,8
11316
1,90
64,2
514
19,17
55,5
–
17,375
35,4
18,-
30,4
– –
60,50
79,9
2-9 April ’40
74,70
78,9
70,50
82,6
38,25
57,4
11316
1,80
60,8
514
17,50
50,7
–
17,50
35,7
18,-
30,4
_*)
–
59,75
78,9
9-16
,,
74,70
78,9
82,1
37,51
56,3
11316
1,76
59,5
514
18,50
53,6
–
17,50
35,7
18,-
30,4
_*)
–
59,75
78,9
16-23
75,30
79,5
83,2
37,63
56,5
11316
1,77
59,8
5(4
18,-
521
–
17,50
35,7
18,-
30,4
_*)
–
59,75
78,9
23-30,
,,
75,30
77,470,-
82,1
–
–
—-
–
–
–
–
–
—
18,25
52,9-
17,50
35,718,-
30,4
—
59,75
78,9
GRENENHOUT
Zweedsch ongesort.
2’/,
x
7 per standaard ex opslagpl. Londen
VUREN- HOUT
basis 7″ f.o.b.
ZwedenlFinl.
oer standaard
van 4.672M
3
.
KO
HUIDEN
Gaaf, open kop
57-61 pond
Veiling te
Amsterdam
COPRA
Ned.-lnd.
1. m. s.
per
ioo
kg
Amsterdam
GRONDNOTEN
Gepelde Coromandel,
per lon8ton
ex ship
LIJNZAAD
La Plata
loco
Rotterdam
per 1000kg.’)
GOUD
cash Londen
per ounce fine
Her!. Ned.Ct.I
Not.
aC
.E
‘2
°
‘v
.E
,
.
c
tNedt
NE
Hen. Ned. Ct.
Not.
T
7
x
7j
7
T
T
i
T
sh.
–
1927
230,28
100,!
19.-/-
16050
1051
40,43
100,9
32,625
106,5
266,03
106,4
21.18/11
185,-
95,0
51,50
100,1
85/-
105,3 104,3
124,1
1928
229,90
100,0
19.-/-
1
51:50
99:
2
47,58
118,7
31,87
5
104,1
254,10
101,6
21.-/-
185,25
95,1
51,45
100,0
85/-
102,0 100,4
94,6
1929
fl9,71
99,9
19.-(-
146,-
95,6
32,25
80,5
27,37
5
89,4
230,16
92,0
19.-(9
214,-
109,9
51,40
99,9
851-
92,7
95,3
84,5
1930
218,43
95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3
22,62
5
73,9
175,55
70,2
14.1014
181,75
93,3
51,40
99,9
85/-
69,8
75,1
60,0
1931
187,88
81,7
16.141-
110,75
72,5
18,65
46,5
15,37
5
50,2
136,69
54,7
12.2111
95,50
49,0
52,-
101,1
9215
41,6
54,4
44,7
1932
136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2
15.-14
70,-
35,9
51,25
99,6
1181-
35,1
43,0
38,4
1933
136,48
59,3
16.11/2
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30
304
90,39
36,1
10.19(4
75,50
.
38,8
51,35
99,8
12417
33,1
38,9
34,5
1934 134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1 12,07
30,1
6,90
225
71,90
28,7
9.1213
72,75 37,3 51,50
100,1
137(8
31,6 37,2
36,5
1935
127,91
55,6
17.13(4
59,50
39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7
14.8/-
67,25
34,5
51,50
100,1 14212
32,2
36,9
34,8
1936
139,98
60,9
17.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.11(9
85,-
43,6
54,60
106,1 14014
39,0
42,2
40,7
1937
205,35 89,3
22.1712
132,25
86,6
23,35
58,2
15,225
49,7
127,81
51,1
14.418
110,50
56,8
63,20
122,8
14019
53,4
57,9
55,0
1938 189,94
82,6
21.717 109,50 71,7
15,38
38,4
10,075
32,9
92,12 36,8
10.713
.99,-
50,9 63,30
123,0
14216
41,1
48,4
44,5
2
)1939
181,05
78,7
22.-11
123,25
80,7
17,52
43,7
11,30
36,9 98,29 39,3
11.9(9
94,25
48,4
64,20
124,8
15511
Juni
1939
186,26
81,0
21.216
126,25
82,7
.17,-
42,4
9,975
32,6
106,46
42,6
12.117
99,75
51,2
65,55
127,4
148/8
46,4
40,6
49,9
Juli
,
186,71
81,2
21.5/-
132,50
86,8
17,25
43,0 9,025
29,5
101,24
40,5
11.10/3
94,-
48,3 55,30
126,9
14816
47,5
49,1
50,0
Aug.
,,
189,28
82,3 21.181-
132,50
86,8
18,-
44,9
8,97
5
29,3
104,26
41,7
11.189
94,50 48,5 64,50
125,4
151/8
47,2
48,6
49,4
Sept.
,,
186,24
81,0
25.26
– –
20,-
49,9
–
–
–
– –
-.
–
62,30
121,1
1661-
46,4
48,3
48,4.
Oct.
,,
189,98
82,6
25.216
135,-
88,4
49,9
13,- c)
42,4
–
–
–
–
–
63,40
123,2
1681-
Nov.
186,07
80,9
25.215
135,-
88,4
52,4
12,625c)
41,2
–
–
– –
–
62,03
120,6
1681-
Dec.
185,73
80,8
25.216
– –
21,.-
52,4
12,25 c)
40,0
109,46
43,8
14.15(10
–
–
62,10
120,7
168/-
–
Jan.
1940 187,44
81,5
25.216
153,25
100,4
21,50
53,6
12,-
39,2
111,81
44,7
15.1/3
–
–
62,55
121,6
1681-
Febr.
•
18731 81,5
25.216
169,75
111,2
21,50
53,6
12,50
40,8
–
–
–
– –
62,65
121,8
1681-
Maart
179,30
78,0
25.216
170,-.
111,3
21,50b)
53,6
12,50
40,8
–
–
–
–
–
59,55
115,7
168/-
2-9 April ’40
169,34
73,6
25.216
168,50 110,3
21,50b)
53,5
12,-
39,2
– –
-)
–
56,55
109,9
168/-
9-16
,,
,
166,08
72,2
25.216
168,50
110,3
21,50b)
53,6
12,-
39,2
–
–
–
)
-*)
–
55,25
109,3
158/-
16-23
,,
,,
166,58
72,4
25.216
168,50 110,3
21,50bJ
53,6
11,50
37,6
–
–
*)
)
–
55,95
103,7
1681-
23-30
,,
,,
– –
–
168,50
110,3
21,50b)
53,6
11,50
37,6
–
–
_*) _*)
–
55,65
108,2
1681-
Noteering van Februari. c) Nominaal.
TÊË1NKOLEN
Westf./HoIl.
bunkerk. ongez.
f.o.b. R’dam(
A’dam per
1000kg.
PETROLEUM
Mid. Contin. Crude
33 t/m.
3390
Bé
5.
g.
te N.-York p. barrel
Uenl.Ned.Ct.I Not.
BENZINE
Gulf Exp. 60-62
1
65 OZ
1)
per
U.S. gallon
Henl.Ned.Ct.I Not,
‘KALK-
SALPETER
franco schip
Ned. per 100kg
bruto’)
ZWAVELZURE
AMMONIAK
franco schip
Ned. per 100 kg
CEMENT
levering bij
5Oton franco voor den wal
Rotterdam
S T E E N E
N
_________
binnenmuuri buitenmuur
p. 1000 stuksip. 1000 stuks
Rood en 1 Klinkers en
Boeregrauwj Hardgrauw
.
c
%
T
‘
i
1′
–
iiT’
‘ir’
T
3r
T
–
–
r
r
–
r
—
1927
11,25
103,1.
3,21
103,6
1,28
37
128,0 14,86
t
11,48
102,6
11,44
102,5
18,-
99,0
13,65
104,3
16,50
88,4
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1
1,20
24,85 85,9
9,98
1
11,48 102,6 11,08
99,3
18,-
99,0
13,60
104,0 19,50 104,5
96,5 99,0
1929
11,40 104,4
3,06
99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,55 102,0
12,-
91,7
20,-
107,1
98,5
95,9
193e
11,35
104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
18,55 102,0
II,-
84,1
19,-
101,8
83,3
71,1
1931
10,05
92,1.
1,42
46,1
0,57
12,38
42,8 4,98
8,61
77,0
7,73 69,3
16,55
91,0
10,-
76,4
15,50
83,0
61,9 55,4
1932
8,-
73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83
6,15
55,0
4,20
37,6
12,-
66,0
8,50
65,0
II,-
58,9
49,6
‘
43,0
1933
7,-
64,1
1,14
37,0
0,57
9,24 32,0
4,63
6,18
55,2
4,63 41,5
II,-
60,5
8,75 66,9
10,50
56,2
46,4
40,3
1934
6,20
56,8
1,40
45,5 0,94 7,18
24,8
4,84
6,11
54,6 4,70
42,1
11,25
61,9
7,-
53,5
8,50 45,5
44,8
38,8
1935
6,05
55,4
1,39.
45,1
0,94 7,65
26,5 5,18
5,89
52,7
4,81
43,1
11,-
60,5
6,75 51,6
8,50
45,5
46,4
39,9.
1936
6,60
60,5
1,63
52,9
1,04
8,86
30,6 5,65
5,70
51,0
4,82 43,2
10,50
57,7 6,75
51,6
8,75
46,9
48,5
44,1
1937
8,80
80,6
2,09
67,7
1,15
11,08
38,3 6,10
5,75
51,4 4,97 44,5
11,35
62,4
7,50
57,3
9,50
50,9
68,4
60,5 1938
9,75
89,3
2,03 65,8
1,12
8,84 30,6 4,87
5,95
53,2
5,17
46,3
12.85
70,7
9,-
68,8
11,75
62,9
56,7 48,0
1939
10,51
96,3
1,87
€0,6
1,-
9,63
33,3 5,13
5,80
51,8
5,16
46,2
12,85 70,7
9,50 72,6
12,-
61,3
Juni
1939
10,25
93,9
1,92
62,2
1,02
8,83
30,5 4,69
6,10
54,5 5,30
47,5
12,35
67,9
9,50
72,6
12,-
64,3
56,9
52,1
Juli
,,
10,30
94,3
1,92
62,2
1,02
9,16
31,7
488
5,25 46,9
4,75 42,6
12,35
67,9
9,50 72,6
12,–
64,3
58,0
53,2
Aug.
,,
10,25
93,9
1,91
61,9
1,02
9,18
31,7
490
5,35
47,8 4,85
43,5
12,35
67,9
9,50
72,6
12,-
64,3
56,5
52,4
Sept.
,,
11,40 104,4 1,92
62,2
1,02
11,53
39,9 6,13
5,40
48,3 4,90 43,9
12,35
67,9
9,50 72,6
12,-
64,3
56,6 52,0
Oct.
,,
11,50 105,3
1,92
62,2
1,02 11,96
41,4
6,35
5,45 48,7
4,95
41,4
13,35
73,4
9,50
72,6
12,-
64,3
Nov.
,,
12,50 114,5 1,92
62,2
1,02
11,61
40,1
6,16
5,55
49,6
5,05
.45,3
13,35
73,4 9,50 72,6
12,-
64,3
Dec.
•
12,50
114,5 1,92
62,2
1,02
11,31
39,1
6,-
6,05
54,1
5,65 50,6
13,35
73,4
9,50 72,6
12,-
‘
64,3
Jan.
1940
14,10
129,2 1,92
62,2
1,02 10,86
37,6 5,78
6,05
54,1
5,65
.
50,6
13,35
73,4
9,50 72,6
12,-
64,3
Febr.
•
14,50
132,8 1,92
62,2
1,02 10,82
37,4
5,75
6,05
54,1
5,65
50,6
13,35
73,4
9,50 72,6
12,-
64,3
Maart
2
-9 April ’40
16,–
146,6
1,92
62,2
1,02
10,72
37,1
5,69
6,05
54,1
5,80
52,0
13,35
73,4
9,50
72,6
12,-
64,3
15,50
151,1
1,92
62,2
1,02
10,61
36,7
5,63
6,05
54,1
5,80
52,0
13,35
73,4 9,50 72,6
12,-
64,3
0-16
,,
16,50
151,1
1,92
62,2
1,02
10,61
36,7.
5,63
6,05
54,1
5,
80
52,0
13,35
73,4 9.50 72,6
12,-
64,3
16-23
,,
,,
16,50
151,1
1,92
62,2
1,02
10,61
36,7
5,63
6,05
54,1
5,80
52,0
13,35
73,4
9,50
72,6
12,-
64,3
3-30
,,
,,
16,50
151,1
1,92
62,2
1,02
–
–
–
6,05
54,1
5,80
52,0
1335
73,4
9,50 72,6
2,-
64,3
Data
1
Goud
1
Zilver
27Apr.’40
2
)
166.160
20
,,
1
402)
160.830
16
Mrt.
’40 132.831
20.457′
9
,,
’40 132697
21.246
19 Aug. 39 128.676
19.235
1
buiten
Data
1
N..-ind.
1
betaalb.
Dis-
conto’s
340
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1 Mei 1940
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 29 April 1940.
Activa.
BinnenL Wis- (Hfdbk.
f
6.803.131,47
sels,Prom.,, Bijbnk.
,,
675.353,70
enz.indisc.Ag.sch.
,,
2.408.145,46
f
9.886.630,63
Papier o. h. Buiten!.
f
750.000,-
Af: Verkicht maar voor
debk.nognietafgel.
–
750.000,
–
BeleeningenUfdbk.
,-
155.401.344,881)
mcl. vrsch. Bijbnk. 4.613.625 57
in rek.-crt.
Ag.sch.
65.655.563 07
op onderp.
f
225.670.533,52
Op Effecten enz.
..
f
223.866.170,941)
OpGoederenenCeel.
,,
1 804.362,58 225.670.533,521)
Voorschotten a. h. Rijk ……………
,
–
Munt en muntmateriaal:
2)
Gouden munt en gou-
den muntmateriaal [1.160.287.271,15
Zilveren munt, enz. 11.675.159,43
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
1.171.962.430,58
sioenfonds ……………………
,,
44.336.616,86
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
4.580.000,-
Diverse rekeningen
3) …………….
,,
21.752.218,62
Passiva
f
1.478.938.430,21
________________________
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
7.579.898,11
Bijzondere reserve ………………
,,
10.756.940,37
Pensioenfonds ………………….
,,
11.928.280,25
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
1165.708.315,-
Bankassignatiën in omloop ……….
,,
79.899,58
Rek.-Cour.
f
Het Rijk
f
25.400.843,16
saldo’s:
Anderen
,,
228.395.723,64
,,
253.796.566,80
Diverse rekeningen ………………
,,
9.088.530,10
f
1.478.938.430,21
Beschikbaar metaalsaldo . ………..
f
604.320.880,09
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.510.802.200,_
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………..
,,
–
1)
Waarvan aan Nederlandsch-lndi8
(Wet van 15Maart 1933, Staatsbiad No. 99)………..
f
60.612.475,-
Voornaamste posten
in duizenden guldens.
Gouden
2)
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Circulatie opeischb. Metaal- kings
Munt enMuntmat.
schulden saldo
perc.
29 Apr.’40
1.160.287
1.165.708 253.876 604.321 83
22
,,
’40
1.180.130
1.125.200 286.731
615.550 84
21 Aug.’39 10595811.023.467 1.011.582 401.628
590.0491
79.9
Totaal Schatkist-
–
Papier Diverse
Data
bedrag promessen
•
e ee
op het
reke-
discon to’s rechtstreeks
ningen
bultenl. ningen
1)
29 Apr. 1940 1 9.887
–
225.671
750 2L752
22
,,
1940
9 761 615.550
210.633
750 21.415
21 Aug.1939 21.297
–
214.812
1.575 11.581
1 )
Onder de activa.
2)
Per 1 April 1910 herwaardeering van den goud-
voorraad op basis van een depreciatie-percentage van 18 pCt.
3)
De
post ,Staat d. Nederl.” (Wet v. 2715132 S. No. 221)
wordt met ingang
van 1 April 1940 niet meer vermeld.
JAVASCHE BANK.
Circulalie
opeischb.
schulden
metaal-
saldo
206.040
1
122.980 34.552
203.570
1
119.830
31.470
197.894
109.990
30.134 200.395
109.199
30.105
198.914 72.384 39.392
–
Belee
1
Diverse
1 1
Dek-
kings-
1
ningen
reke-
ningen’)
1
percen-
80690
76.810
51
75.260 82.930
50
15.688
1
45.054
80.475
50
15.637
54.845 69.759
50
13.890
48.920
51.942
55
rs
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
1
Bankbilj.
1
Bankbilj.
Other Securities
Data
Metaal
1
in
‘in Banking
Disc.and ISecurities
I
_Advances
1
circulatie
1
Departm.
1
17 April 1940
1
1.157
1
537A77
1
42.759
4.947
1
22.951
10
,,
19401
1.218
539.418
40.819
5.544
22.481
23 Aug. 1939
247.263
1
508
.
064
1
38.353
5.711
24.334
Gov.
1
Public
1
Other Deposits
1
1 1
Dek-
Bunkers
1
Other
1
Accountsl
Data
Sec.
Depos.
Reservel
kings-
1
perc.
1)
10
,,
’40 1
22.880 123.915 42.593 41.800 22,0
23 Aug.’39 99.666 22.371 92.132 36.229 39.199 26,0
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
1
Te goedl Wis-
Waarv.l
Belee-
1
Renteloos
Data
)
Goud Zilvert in het
1
1
op het
1
voorschot
t
buitenl.I
sels
buitenl.I
ningen
Ia.
d. Staat
11 Apr.’40
84.614 1
8851
37 69
1
3.787
1
10.000
4
,,
’40
84.614
882
40
~14
.2
0
4
79
1~
14
71
1
3.939
‘
10.000
17Aug.’39
97.286
1
6631
14
9.617
705
1
3.825
30.577
ifons
P. d.
1
,.,.
1
Rekg. Courant
Data
i
schat
k.enl
Circulatie
Staat
Zelfst.
Parti.
amort. k.
J
Iamort.k.I
culieren
11 Apr.401
35.396
1
3.811
1
157.250
t
1
1.108
113.302
4
‘401
35.396
1 1
157.895
1
511
1.070
113.176
17 Aug.’39
5.466
3.051
123.135
3.03
1
2.104
20.538 1)
Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Goud
I
ivis-I
Data
en
Rentebank-els,cuesl
Belee-
deviezen
scheïne
en schat-
ningen
23 April 1940..
77,2
234,8
11.467,2
19,6
15
,,
1940..
77,4
218,7
11.940,1
24,5
23 Aug. 1939..
77,0
1
27,2
8.140,0
22,2
Data
1
Effec-
1
Diverse t Circu-
1
Rekg.-
1
Diverse
1
ten
1
Activa
1
latie
1
Crt.
Passiva
23 April 1940
1
203,6
1
1.549,8
111.514,9
1
1.651,7
1
536,5
15
,,
1940
1
152,6 1.569,9
1
11.736,6 1.652,7
1
794,8
23 Aug. 1939
982,6
11.380,5
1
8.709,8
1.195,4
454,8
NATIONALE BANK VAN
BELGIË (inBelga’s).
Rekg. Crt.
o
‘0
Data
1
J
1940
1
.
L
0
L
0
en
.0
0
T.
4.6111 431 995
691 139 29
7
5.880
1
182
18
1
‘4..
4.5981
41
11.003
83
1
139 298 5.871
1
197
4.571
36
11.033
71
139 297 5.858
1
196
FEDERAL RESERVE BANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
1
Goud-
,,Other
In her-
1
In de Totaal
certifï-
cash”
2)
disc. v. d.
1
open
bedrag
caten’i
member 1 markt
banks
1
gekocht
27 Mrt.’401 16.055,9 116.047,6
372,3
2,1
1
20
,,
’40 16.006,0
115.997,6
361,8
2,0
–
Belegd
1
JJ
Totaal
1
Goud-
.1
Algeni.
Data
in
u.
S.
1
Gestort
1
Dek-
1
Dek-
Gov.Sec.
J
incircu- siPos Kapitaall kings-
1
kings-
___________
1
perc.3)
1
perc.4)
27
Mrt.’401
2.475,3
1
4.899,1 113.801,81 136,1
1
87,8
1
–
20
»
‘
40
1 2.475,3
1
4.895,0
113.754,31
136,1
87,8
1
–
t)
Deze certificaten werden door de Schatkist aan de Reserve Banken
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan. ’34 van
100 op
59.06
cents werd gedevalueerd.
1)
»
Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
3)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schul-
den: F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding tot voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. BES. STELSEL.
Dis.
‘
Aantal
1
conto’s
Beleg-
bij de Totaal
1
Waarvan
Data
eening.en
t
gingen
F. R.
depo-
1
time
sit’s
1
deposits
beleen.
1
banks
20
Mrt.’tOI
1
1
8.606 114.792
110.3181
34.195
t
5,333
13
,,
‘401
–
8.616 114.821 110.4771 34421 1 5.343
De posten van De Ned. Bank, de Javasche Bank en de Bank of
Engiand zijn
in
duizenden, alle overige posten
in
miii ioenen van
de betreffende valuta.
–
27 April’40
2
)
19.990
20
,,
1
40
2
)
19.890
16 Mrt.
’40
18.413
9
,,
’40
16.626
19 Aug. 1939
9.300
11
Sluitpost activa.
1)
(