Ga direct naar de content

Jrg. 23, editie 1196

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 30 1938

0•

(

:..

30 NOVEMBER 1938

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch~Statistische

Beri
*
chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

23E
JAARGANG

WOENSDAG
30 NOVEMBER 1938

No. 1196

COMMISSIE
VAN REDACTIE:

P.
L-ieftinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en

H.
M.
H. A. van der Valk (Redacteur–Secretaris).

M. F. J. Gooi – Adjunct-secretaris

Redactie-adres: Pieter de Iloochweg 122, flotterdam-We.ut.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-

na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens

tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:

Nijgh
d
van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-

sterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening

No. 145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 16,—. Abonnements prijs Economisch-S tatis-

tisch Maandbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen

f 20,— per jaar. Buitenlapd en Kolonien resp. f 18,—.

f 6,— en f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-

teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut

ontvangen het weekblad en het Maandbericht gratis en

genieten een reductie op de verdere publicaties.

INHOUD:

BIz.

De strijd tegen de wilde autobussen door
Prof. Mr.

M. II. Bregstein …………………………..904

1-let Pond Sterling door
C. A. Klaasse …………..905

De scheepsbouwnijverlueid in Nederland door
Ir. J. W.

Bonebakker………………………………907

Wettelijke regeling der verplichte afschrijving op huizen-

bezit door Dr. Ir. F. P. Bakker Schut …………909

Monetaire conjunctuurpolitiek door
A. J. W. Revaud 912

AANTEEKENINGEN:

Wijziging in het Curatorium van het Nederlandsch

Economisch Instituiit …………………….
914

De verdeeling van het effectenhezit in Nederland
914

Statistieken:

Groothandelsprijzen
……………………………….
916-917
Oeldkoersen-Wlsselkoersen-Bankstaten
………………
915, 918

GELD-. KAPITAAL- EN WISSELMARKT.

De internationale wisselmarkten werden deze week

weer beheeascht door cle fluctuaties van het Pond,

waarbij volkomen onzekerhei cl de incest opvallende

factor was.

Per saldo werd een flinke koersdaling geregis-

treerci, maar cie neergaande lijn werd meermalen on-

cl erbroken door reacties, wranneer de speculatie zich

clekte als plotseling cie monetaire autoriteiten inter-

veniees-den en men weer even den i qdruk had, dat op

het bereikte Peil het Equalisation Funci geen verdere

inzinking meer zou toelaten.
liet ontbreken van, vertrouwern in de toekomst van

het Pond heeft op omvangrijke schaal verplaatsing
van hot money tengevolge gehad. Die verplaatsing

vond voor een niet onbelangrijk deel plaats naar cle

Vereenigde Staten, maar ook naar andere centra als

Nederland en Zwitserland.

liet gevolg was, dat daar ook de Dollar min’ of

meer aangeboden lag. Vooral in Zwitserland ‘as het

resultaat van die v.erhou dingen een krachtige verbe-

tering van den Franckoei-s ten aanzien van den Dol-

lar. Ook hier daalde de :Dollar, maar deze beweging

werd binnen enge grenzen gehouden, omdat ons Ega-

lisatiefonds vasthield aan den ,,peg” van 1.83X, op
welk niveau soms flinke posten uit de markt geno-

men moesten worden.

De Fransche Franc heeft den koers van het Pond

gevolgd, geheel in overeenstemming met de Fransche

monetaire politiek. Het Egali:ati.efonds moest regel-

matig intervenieeren, want de positie van de huidige

Regeerin’g is van dien aard, dat op zijn minst onze-

kerheid bestaat ten aanzien van de uitvoering van

het fin ancieele sa neen ngsplan –

01) de geldrnarkt valt logischerwijze geen enkele

verandering in de situatie te constateeren. Bij cle

laatste schatkisternissie kwam 5-maandspapier op

en 7- en 8-maands op
/ta
pOt.

Ook de beleggingsmarkt blijft u:itermate kalm, en

van eenige verandering in de tencieuas is geen sprake.

004

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30-
,
November 1938

DE STRIJD TEGEN DE.,,WILDE”

AUTOBUSSEN.

Herhaaldelijk ‘za

men1

r cIe
1
,laatste manuden
onciernem 1 ngen zonder dat zij daartoe vergunning

hadden bekomen, gelijk toch blijkbaar krachtens de
wet als onmisbare voorwaarde was gesteld, een auto-

busdienst instellen, bestemd om geregeld langs een
bepaalden weg de persopen, clie zich daartoe mmme!-

deh, te ver.’oereu. De Overheid ondernam niettemin
naar het scheen niets tegen deze diensten. Wel tra-

den de Nederlandsche Spoorwegen en met deze ver-
Ironden ondernemingen hij den burgerlijken rechter

tegen haar op, en zulks met afwisselend succes.
Nadat de Vacantiekarner ïan de Amsterdamsche

Rechtbank in haar vonnis van 13 Sept. 1938 N. J.

1938 No. 914 en haar President in kort geding het doen rijden van bedoelde bussen als onrechtmatig

hadden aangemerkt, vond de Ministei van Justitie

termen om in te grijpen en door de openbare macht
het rijden van cle bussen te beletten.

Toen dit ingrijpen zich richtte tegen het doen

rijden van bussen door ondernemers, waartegen geen
rechterlijk verbod was uitgevaardigd, verbood (Ie
liaagsche President op vordering van zulk een door

bedoeld ingrijpen stilgelegden dienst den Staat deze

interventie. Thans wacht geheel Nederland op het

tegen medio December a.s. in uitzicht gesteld arrest
van den bogen Raad en hoopt, dat daardoor zal
komen vast te staan, welke vrijheid
01)
het stuk van
de autobusexploitatie door de thans geldende bepalin-
gen wordt gelaten.

Welke juridische puzzle vraagt om oplossing?
Met opzet stel ik op den voorgrond, dat het hier

betreft een zuiver juridisch vraagstuk.
Niet
aan de orde is de vraag, of verkeersordening gewenscht is;
nog veel minder de vraag, of de wijze, waarop de Re-
geering en de lagere organen van den Staat deze or-

clening ten uitvoer leggen, doelmatig is, doch enkel en
alleen of de thans geldende regeling ongeordende
autobusexploi tatie toelaat! Ik herhaal dus: welke
juridische puzzle moet opgelost worden.

Teneinde zich een oordeel te kunnen vormen over
het de gemoederen zoo in opschudding brengende
vraagstuk ii kennisneining van den historischen ach-

tergrond der thans op het stuk van het autobusver-
voer geldende wettelijke regeling onontbeerlijk.
De wet op de openbare middelen van vervoer van
1880 bepaalde uitdrukkelijk in art. 1, dat tot het in

werking stellen van een openbaar middel tot ver-
voer van personen of goederen geen voorafgaande
vergunning gevorderd wordt. Bij de wet van 30 Juli

1926 S. 250 werden echter aan dit artikel de woorden toegevoegd: ,,behalve in de gevallen, dat vervoer van
personen zal geschieden met autobussen”. Een aan-
zienlijke beperking van, het in artikel 1 gestelde be-
ginsel van vrijheid van vervoer had hiermede haar
intrede gedaan. Deze toevoeging stelde evenwel niet
elke exploitatie’ van autohussen voor personenver-
voer van een vergunning afhankelijk, doch slechts een zoodanige, welke een exploitatie als openbaar
middel van ve’rvoer oplevert. Onder zulk een openbaar
middel tot vervoer, van personen verstaat de w’et
van 1880 blijkens art. 151. 1 slechts ,,rijtuigen he-
stemcl om g’eregeld langs een – bepaalden weg ‘de per-
sonen, clie zich daartoe aannielden te vervoeren.”

Deze beperking bleek spoedig ondoelmatig. Wel
interpreteerde de T-T: R. de desbetreffende bepalin-
gen overeenkomstig zin en strekking der wetswijzi-
ging; zoo besliste hij in zijn arrest van 27 Juni 1932
N. J. 1932 p. 1511: dat ,hèt geregelde en vaste van
den dienst cp dèn voorgrond staât ter bepaling of
men met een in art. 15 1. 1 beddelden dienst te doen
heeft, en in verband daarméde aan het vereischte
van het vervoer langs een bepaalden weg is voldaan

indien vaststaat, dat, bij het geregeld plats viudend
vervoer een wreg wordt gevolgd, ie van het bepaalde

beginpunt min of meer rechtstreeks, leidt naar het
bepaalde eindpunt of omgekeerd; voorts oordeelde hij,
met een beroep op een uitlating van den Minister bij

het totstandkomen der wetswijziging van, 1920, op 28

Mei 1934 N. J. 1934 p. 948: dat onder autôhus elk
motorrijtuig moet worden verstaan, dat dienst doet
als openbaar middel van vervoer voor personen. Niet-
temin was deze wetsw’ijziging onvoldoende om het

doel te bereiken, dat de wetgever van 1926 zich had
gesteld: ,,het voorkomen, dat door onjuiste of te

ruime voorziening met vervoeriniddelen de duurza-
me verkeersbehoeften worden geschaad”. Het bleek

niet, mogelijk de als toerwagenritten vermomde auto-

busdiensten van den weg te verdrijven. De wet van

1935 tot verlaging der openbare uitgaven verleende daarom in § 47 aan de Kroon machtiging tot het in-

voeren van een vergunningsstelsel voor het exploi-

teeren van middelen tot vervoer van personen èn van
goederen.. De krachtens deze § uitgevaardigde maat-
regelen zullen echter blijkens afdeeliiag 10 na ver-

loop van twee jaren vervallen en in ieder geval uiter-
lijk op 1 Januari 1941.

De Regeering heeft van de haar verleende bevoegd-
heid, althans wat betreft het personenvervoer, gebruik
gemaakt in het K. B. van 12 Jan. 1937 S. 502 tot
invoering van een verg’unrnngsstelsel voor het ex-
ploiteeren van motorrijtuigen tot vervoer van perso-
iien (,,Reglement autovervoer personen”).
Dit K. B. is in werking. getreden met iggaug van

15 Februari 1937 en treedt dus op’lS Februari 1939

buiten werking. Krachtens art. 2 van dit besluit
i)

was een vergunning vereischt voor een viertal vormen
van exploitatie van motdrrijtuigen voor personenver-
voer nl.:

van autohussen voor autobusdiensten;
van autobussen voor toerwagenritten;
van taxi’s;
cl. van huurauto’s.

Afd. 9 van de wet van 1935 opende de mogelijkheid
het bij het onderhavige K.B. ingevoerde vergannings-

stelsel van een strafsanctie, te voorzien. Indien een
voorschrift, kraçhtens deze w’et uitgevaardigd, hij de

uitvaardiging als strafbaar feit is aangeduid, wordt
overtreding van dat voorschrift gestraft met hech-

tenis van ten hoogste drie maanden of geldboete vami.
ten hoogste
f
5000. Art. 37 van het K. B. merkt, al’.
thans sedert de wijziging van 23 Juni 1937, art. 2 uit-

-drukkelijk als zulk een strafbepaling aan.
De toepassing van deze strafbepaling leverde ech-
ter een groote… moeilijicheid
op.
Dikwijls
vindt ex-
ploitatie van een autohusdienst in den vorm van cm

Naamlooze Vennootschap plaats. Indien de
wat
niet
uitdrukkelijk. het tegendeel .bepaalt, kan -een N.V.
utet strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld cmi cle directeur van een N.V. niet voor daden dier N.V.
strafrechtelijk w’orclen veroordeeld. Wel kan de straf-
bepaling z66 zijn geredigeerd, -dat ook de directeur
persoonlijk deze door zijn, handelingen als directeur
Ican overtreden en op deze wijze uit eigen hoofde
strafrechtelijk aansprakelijk kan worden.
De wat van 1935 bevat geen bepaling, krachtens
welke een N.V. strafrechtelijk . kan worden veroor

deeld
1
noch stelt
ij
de directeuren strafrechtelijk
aansprakelijk voor de daden der N.V.
2).
Voor een
strafrechtelijke aansprakelijkheid uit
eigen
– hoofde
van den directeur is- slechts ‘plaats, indien hij zelve
als exploitant van een in art. 2 R.A.P. bedoelde
exploitatie kan worden aangemerkt. Men kon echter

1)
ik geef hiier de redactie weer, welke dit artikel mia cle
wijziging van
23
Juni 1937 S. 573 had; de
aanleiding
tot
de-ze wijziging blij-ve -thans onbeaprok.en
mcmi
zie hierover
conclusie P. G. voor het hierna -te vermelden arre.st van
den
H. R. van
21
Febr.
1938 N. J. 1938 No. 820.
2)’
V’gl. art. 12 sub 7 van de wet van
1880,
waar dit wel
is gesohied.

30 November 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

905

rekening houden met cle mogelijkheid, dat slechts de

N.V. als exploitante zou worden aangemerkt, waar-
nice het toepassen van de strafrechtelijke sanctie
ingeval van exploitatie door
Ccli
N.V.
onmogelijk zou

blijken te zijn. lIet ligt dan ook voor cle hand,
men zorg droeg autobusdiensten zonder vergunning
slechts door NV’s te laten exploiteeren. 11

Incleiklaad heeft de II. R. bij zijn arrest van 21

Febr. 1938 N. J. 1938 No. 820 uitdrukkelijk overwo-
gen, dat ook de directeur, clie in feite de beslissing tot

exploitatie heeft genomen en den eersten stoot tot uit-voering dier beslissing heeft gegeven, niet zelf exploi-

teert, maar slechts in dienst van de N.V. die hande-

lingen verricht, welke voor de exploitatie noodig zijn.
Daarmee kwam de eenige grond voor de strfrech-
telijke aansprakelijkheid van den directeur te ver-

vallen:
Wilde men tot strafrechtelijke aansprakelijkheid
der directeuren komen, dan lag dus aanvulling der

in afd. 9 der wet va.n 1935 vervatte strafhepaling
voor de hand. Door wijziging van het krachtens § 47

der .Bezuinigingswet 1935 uitgevaardigde K.B. van
12 Januari 1937 (RAP.) alleen zou dat nooit met
afdoende zekerheid zijn te bewerkstelligen. Men kan .zich inderdaad afvragen, waarom een dergelijke aan-
vulling achterwege is gebleven.

Al ontbreekt dus cle strafrechtelijke sanctie in de
gevallen, waarin een N.V. als exploitante optreedt, hët
bleef dan toch verboden zonder vergunning een in
art. 2 bedoelde exploitatie te verrichten. Hierop
steunt nu het civielrechtelijk optreden van hen, die
van bedoelde noi’movertreding schade ondervonden.
Art. 1401 B. W. verplicht hem, die een rechtsplicht
schendt, tot vergoeding der geleden schade; voorts
kan de rechter zulk een onrechtmatige handeling ook
voor de toekomst verbieden, welk verbod door een
dwangsom kracht kan worden bijgezet. Zulk een pro-
ces neemt echter geruinien tijd in beslag; een ver-
ooiideeling in eerste instantie kan bovendien niet ten
uitvoer worden gelegd, zoodra van het desbetreffende
vbnnis is geappelleerd.

Derhalve zinnen belanghebbenden op een meer
effectieven weg en vinden dezeii in liet kort geding:
een procedure voor den President der Arrond. Recht-
bank, die ordemaatregelen kan treffen teneinde te
voorkomen, dat tijdens het proces over de rechts
.vraag zelve onredelijk nadeel aan een der par-
tijen wordt toegebracht.
Bij
de voorziening, die hij
treft, laat hij zich wel leiden door zijn oordeel om-
trent de vraag, aan wiens zijde het gelijk is, doch een
partijen bindende beslissing omtrent de rechtsvraag,
die haar verdeeld houdt, geeft hij niet.

‘lIet groote voordeel is, dat men langs deren weg snel
een rechterlijk vonnis verkrijgt. Bovendien ken dit
vonnis van den President bij voorraad executahel wor-
den verklaard, d.w.z. de President kan bepalen, dat
het ten uitvoer gelegd kan worden, ook al wordt er
van geappelleerd. Men heef t dus dadelijk een dwang-
middel, zij het ook dat men dit op eigen risico aan-
wendt, d.w.z. blijkt de hoogere rechter of de Recht-
bank het er mede oneens, dan zal men zelve onrecht-
niatig gehandeld hebben, door liet vonnis ten uitvoer te leggen. Oordeelen deze rechters echter in gelijken
zin, clan heeft men hot groote voordeel, niet aange-
wezen te zijn op de sch adevergoedi.ngsvordering.
Toen deze burgerrechto]ijke gedingen werden aan-
hangig gemaakt, was echter inmiddels art. 2 R. A. P.
gewijzigd hij K. B. van 3 Juni 1938 en luidde: ,,Het
is verboden herhaaldelijk met een motorrijtuig per-
sonen tegen vergoeding over de wegen te vervoe-
ren of te doen vervoeren”. Kennelijk was deze ±edac-
t iewijzig ing aangebracht om zoo mogelijk di recteu-

ren van N.V.’s te ‘kunnen treffen: het doen vervoe-
ren zou dan een strafbare handeling moeten opleve-
ren, waaraan zij zich ook persoonlijk Iconcien schuldig
maken. Het risico, dat hierdoor werd geschapen, was

echtei ni’t. gen ng’ de redctiev5 art 2 week nu af

van dc redactie van. § 47 van’dy wet van 1935 en

liep gevaar onverhindeud te worden verklaard, als be-
strijlceid een rb hier gdliiecl dan waartoe vorenbe-

doelde w’et cle Kroon gernachtigd had.
Inderdaad werd dit ook in de na deze wijziging

gevoerde gedingen betoogd en door den llaagschen en

Rotterdamschen President werd dit betoog geaccep-teerd. De Amsterdamsche Rechtbank in haar vonnis

van 13 Sept. 1.938 N. J. 1.938 No. 91,4 en de Amster-
damsche Piesident in tallooze beslissingen stelden

zich op het standpunt, dat de vraag naar de ver-

bindendheid van art. 2 R. A. P. onbeantwoord kon

blijven, omclat,al ware dit artikel sedert 3 Juni 1938
onverbindend, dan toch krachtens liet hierboven be-

.sproken art. 1. jo 15 1 1. van de wet van 1,880 de
Ii ti gi eu se autohusdi ensten verboden w’aren. Tegen di.t
argument wordt als bezwaar aangevoerd, dat het
K. B. van 12 Januari 1937 nu eenmaal de vergun-
niingsregeli.dg van de wet van 1880 buiten effect ge-

steld heeft, waartoe de wet van 1935 de Kroon de
bevoegdheid gaf. her blijkt dus weer, hoe deskun-

clige.n ook op gebied van het recht het nogal eens
onderling oneens zijn. Aan wiens zijde liet gelijk is,
kan hier onbesproken blijven en behoort zelfs onbe-
sproken te blijven, nu de zaak sub judice i. Medio
l)ecember zal de B. R. omtrent de verbindende kracht
van art. 2 R. A. P. uitspraalc doen. liet betreft hier

een cassatie procedure naar aanleiding van een
straf-
vonnis van een kantonrechter, waarbij deze den over-
treder van art. 2 R. A. P. van rechtsvervolging heeft
ontslagen, omcla t vorenbed oelcl artikel op bovenver-

melden grond onverbindend zou. zijn.
Mocht dell. R. art. 2 -R. A. P. ônverbindeiïd ach-
ten in de redactie van ,3 Juni 1938,
clan, blijft nog

open de vraag, of op grond van art. 1 van de wet van
1880 toch althans de vaste autohusdiensten kunnen
worden verboden. Hieromtrent kan men dan een uit-
spraaic van liet Amstercl.amsche hof in liet begin van
het volgend jaar tegemoet zien.

S. Mij zij nog slechts één opmerking vergund: uit

liet voorgaande blijkt duidelijk, dat niet onze Staats-organisati.e voor de onrekerheid, die thans heerscht,
aansprakelijic is, doch de men.schelijke onvollcorncn-
heic!, die teweeghrengt dat de wetgever er niet steeds

in slaagt zijn bedoeling zooclanig in woorden vast te
leggen, dat deze oolc door den rechter wordt geëffec-
tueerci. Evenzeer is zonder meer duidelijk, dat de
thans heerschencle chaos niet op rekening kan wor-
den gesteld van een lek in . de door liet 11. A. P. tot
stand gebrachte verkeersorclening: nitsluitnd de re-
dactie der in (Ie wet van 1935 vervatte strafbepaling
maakt het hanteeren (Ier strafsanctie in vele gevallen

onmogelijk.
M. II. BREOSTEIN.

HET POND STERLING.

Toen wij in dit’ blad med i.o A ugustus ‘) een he-
schouwing wijclden aan het koersverloop van het
Pond, con.cludeerden wij, dat uit den loop van den

goudpnijs duidelijlc bleek, dat de Engelmhe monetaire
autoriteiten haar inzichten ten aanzien van de wen-
schelijkheid het aanbod van Sterling invloed op
den koers te doen uitoefenen hadden gewijzigd, en dat men goed zou doen den toen als ,,dreinpel” ge-
noemden Dollarkoers van 4.86

X1
– de vroegere pan-

teit – niet als minimum te beschouwen. Wij besloten
deze beschouwing toen als volgt: ,,De huidige toe-
stand is echter niet gespeend van mogelijkheden tot

verrassingen in verband met de aanwezigheid van
omvangnijice snel op te schrikken vluchtkapitaleu, en
men zal goed doen de ontwikkeling nauwkeurig in
het ‘oog te houden. Er kan misschien weer monetaire
geschiedenis gemaakt worden in de n aaste toekomst.”

1)
Blz. 617. van E.-S.B. d.d. 17
Augustus ji.

906

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 November 1938

Het Pond noteerde toen bij ons 8.94 en in New-York

4.81, terwijl de goudprijs te Londen 1.42(6 was.

Muntaanpassing en betalingsbalans.

Er is intusschen inderdaad monetaire geschi eclenis
gemaakt. De verschuiving van vluchtkap i talen heeft

daarbij inderdaad een stevig woord nieegesproken.
En cle eenige jaren bestaande vrij stabiele verhouding

Pond-Dollar al was die af en toe onderhevig aan

schommelingen, die echter als regel niet zoo veel
grooter waren dan de ook onder den gouden standaard

voorkoméiide afwijkingen van de par.iteit – is gron-

dig verstoord Stabiele monetaire verhoudingen

schijnen meer dan ooit een ver verwijderd ideaal. De
verwachting is daarmee bevestigd, dat de Engelsch.e

monetaire autoriteiten muntaanpassing als één der

meest voor de hand liggende middelen beschouwen

om een onevenwichtige betalingsbalans in evenwicht
te brengen.

De ontwilciceling na 1981.

WTi
nneer
men dem materie aan een oordeel onder-
werpt, moet men één ding in cle allereerste plaats h
e
L

denken, nl. dat de recente geschiedenis niet betrek-

king tot de verhouding Pond-Dollar de kiem in
zich hield voor een ontwikkeling, die zich thans voor
ons afspeelt.

Toen in 1931. Engeland den gouden standaard
noodgedwongen losliet, was liet Pond belangrijk over-

gewaardeerd en leed men nog steeds onder de te
hoogo prestige-stabilisatie, gecohineerd niet den rela-

tieven proci ucti.vitei tsachterui tgang van de Engelsche

nijverheid en enkele toevaisfactoren terzake van het
wegvallen
,
aii,enlceld belangrijke afzetgehieden. Zoo-
lang de Pondendevaluatie — in dit effect maar be-
trekkelijk weinig verzwakt door liet Pondenbioc –
alleen stond, kon een verbetering van cie handelsba-
lans niet uitblijven. Daarbij ging het er niet om, een
voorsprong te verkrijgen, maar een belangrijken ach-

terstand in te halen. Toen mm de Dollardepreciatie
volgde, dreigde dit resultaat weer geheël of gedeelte-

lijk teloor te gaan. De Engelsche Regeering is zich

daarvan zeer goed bewtist geweest, en het uitvloeisel
was dan ook een soms sterk toegespitste monetaire
stri;jd, die echter van Amerika uit met zoo rigoureuze
middelen werd gevoerd, dat Engeland zich gewonnen
gaf.

1-let gevolg w’as .dat niet alleen de oude pariteit
werd hersteld, maar cie Dollar zelfs meer deprecieer-cle. Wanneer men dit verloop ziet in het licht van cle
noodzaak tot herwaardeering van het Pond, terwijl
het in confesso is, dat voor den Dollar van den aan-

vang af geen overwaardeering had bestaan, doch in-
tegen deel een belangrijke kostprijsaanpassing aan liet mun:tverva.l kon plaatsvinden, dan is liet begrijpelijk,
dat d E’ngelsclie nionetaire autoriteiten reeds jaren-
lang op ,,revanche” zinnen. Zulks to meer, omdat de

ontwikkeling van cle betalingsbalans der laatste jaren
heeft doen zien, dat de overwaardeeringsthèorie
geenszins op losse schroeven berust. De cijfers van

ban d els- en betalingsbalans sedert cle d evalu atie heb-
ben wij in cle bovenaangehaalde beschouwing uitvoe-rig belicht. En hoewel wij daarbij de reserve maakten,

dat enkele jaren passieve betalingsbalans onder he-
paalcie omstandigheden – krachtige uitbreidings-
hausse, bewapening ed. – geen l)ewljs hoeft te zijn

van ongezonde verhoudingen, duidt toch alles erop,
dat in Engeland hot evenwicht in het huitenlandsche

betalingsverkeer verder ontwricht is dan men zich op
den duur kan veroorloven.

Verdere ontwi/c/r.ehng onzek er.

Het is o.i. vooral de hirvoren geschetste histori-

sche ontwikkeling van de monetaire verhoudingen-der laatste jaren, die men als stuwende kracht moet
beschouwen van hetgeen zich nu rondom liet Pond
afspeelt. Juist omdat de oorzaak zoo diep zit, is het

ook uitermate moeilijk te zeggen, waar de beweging
zal eindigen. –

Aanvankelijk heeft men cle oude Dollarpariteit als
einddoel vermeld, nu spreekt men van een koers van

$ 4.60. E.enige zekerheid daaromtrent bestaat natuur-
lijk niet.
Het groote vraagstuk is: werd er tusschen de Ame-

rikaansche en Engelsche autoriteiten over dit punt

onderhandeld, hoef t men een grens vastgelegd, of
niet? In het juist afgesloten handeisverdrag tusschen

beide landen staat de clausule, dat liet verdrag ho-
eindigd kan worden hij belangrijke wisselkoersver-

schuivingen. Op zichzelf beteekent die clausule wei-

nig of niets, zij is de bekende ,,escape-claise”, die in

vrijwel alle door de Vereenigde Staten afgesloten
handelsverdragen voorkomt. Men heeft daaraan dan

dok aanvankelijk te veel waarde toegekend. I

Iet lijkt
échter nauwelijks denkbaar, dat, waar reed jarenlang

tusschen beide Regeeringen contact bestaat op mo-

netair gebied, men niet één of andere basis zou
hebben vastgelegd.

De internationale wisselmarkten hebben zich me-t
dit probleem natuurlijk ernstig bezig gehouden. Maar

zonder veel resultaat, want het optreden van het En-
gelsche Equahisation Fund is reeds geruimen tijd van-

dien -aard, dat men volkomen in het ongewisse ver-
keert.

Herhaaldelijk is het voorgekomen, dat men de

markt vrijwel aan haar lot overliet, hetgeen natuurlijk
de speculatie uit haar tent lokte, terwijl kort daarna

krachtig werd gemntervenieerd, waardoor men tot -de
veronderstelling neigde, dat nu de drempel
as
be-
reikt. Om kort daarna weer te ervaren, dat opnieuw
do koers werd losgelaten.

Dat onder die omstandigheden omvangrijke kapi-
taalverschuivingen plaats vonden is logisch. Londen
was op groote schaal gebruikt als vluchthaveti. Juist
dat vluchtkapitaal is uitermate gevoelig voor drei-

gende gevaren en, zoodra de stormba’l wordt geheshen,

trekt deze vloot verder. Wanneer men in Londen het
Pond gestadig had laten dalen en daarna had gein-
tervenieerd, zou men een bodem hebben gevoeld. Maar

bij de nu gevelgde tactiek bleef er slechts één alles-
overheerschiende indruk: absolute onzekerheid.

In andere gevallen is zulk een politiek begrijpelijk

en nuttig. 1-let Pransche Egalisatiefonds heeft meer-
malen aldus de speculatie grondig afgestraft en tot
op zekere hoogte afgeschrikt. Maar hij de geschetste
situatie is het duidelijk, dat in Londen alleen niaar
verdere afvloeiing van kapitaal het, gevolg is. De
speculatie is daar een veel minder belangrijke factor.
Bovendien vreest men

daar geen koersnbra-ak zooals
in Frankrijk, niaar men wenscht deze blijkbaar. Wat
voor nut het onder die omnstandigheden heeft om
schonimelingen te tolereeren, zooals dia zijn voorge-komen, wanneer foch de tendens omlaag gaat, is niet
duidelijk, omdat het resultaat slechts is, dat men aan-
vankeljk’ deviezen en goud te goedkoop heeft afge-
geven.

Intusschen blijft de toekomst onzeker. Ook nu kan
men, evenals voor drie maanden, nog zeggen, dat alles
afhangt van den vensch en den opzet der monetaire
autoriteiten; wenscht men een verdere daling, dan
zal het viuchtkapitaal prompt ervoor zorgen, dat de-ze
konit, zonder dat de Regeering zelf een stap hoeft te
ondernemen om dit doel te bereiken. Intusschen is er
in die drie maanden al een aardige koersdaling ge-
weest, en uit alles krijgt men – den indruk, dat de
tegemoetkornendbeid van de Amerikaansche Regee-
ring op monetair gebied nogal enge grenzen heaft.
Maar één ding kan men op grond van vorenstaande
gegevens niet verwachten: dat er een noemenswaard
herstel van den Pondenkoers intreedt. De kansen lig-
gen in elk geval nog eerder in de richting van een –
zij het beperkte – verdere reactie. De nionetaire
p0-
litiek van de Amerikaansche Regeering in de jaren
tot 1934, is bezig zich te wreken!

30 November 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

907

DE SCHEEPSBOUWNIJVERHEID IN

NEDERLAND.

In April 1936 verscheen onder hovenvermelden titel

de 16e publicatie van het Nederla.nclsch Economisch
Instituut. De toestand van onzen scheepsbouw was
toen nog zorgelijk, cle vooruitzichten onzeker. Zoo
beliep de tonnage in aanbouw gedurende 1935 slechts

35 pOt. van wat
zij
tusschen 1 Juli 1929 en 1 Juli

1930 geweest was. De personeelsterkte was zelfs tot
30 pOt. teruggeloopen volgens de gegevens van het
Centraal Bureau voor de Statistiek. Onze zeescheep-
vaart, waar de nieuwe opdrachten vandaan moesten

komen, worstelde nog om haar bestaan, bepleitte deva-

luatie van het Nederlandsche betaalmiddel, en riep

om méér Regeeringssteun dan de BENAS gaf.
Na 1936 is de situatie, zoowel voor het reederijbe-

drijf als voor de werfiudustrie, in een zeer snel tempo
aanzienlijk verbeterd. Er is al weer terugslag, vooral

in cle scheepvaart. Maar er bestaat grond voor de hoop,

dat herstel op komst is.
In dit artikel worden de ontwikkeling van den zee-
scheepsbouw hier te lande gedurende de laatste jaren
en do verwachtingen voor cle naaste toekomst nader

beschouwd, Dat de scheepvaart daarbij telkens betrok-ken wordt, spreekt vanzelf.

Verloop ‘der bedrijvigheid.
In figuur 1 zijn uitgezet de kwartaalcijfers van
Lloyds Register betreffende tonnage in aanbouw, en
het voortschrijdend gemiddelde over 4 kwartalen.
Laatstgenoemde lijn vertoont drie ‘typische bijzonder-

heden:
le. de piek aan het einde van het
le
kwartaal ‘van

1938 ligt 36 pOt. hooger dan de piek van ultimo 1929;
2e. de lijn stijgt v66r 1938 veel sterker dan v66r
1930; tusschen 1 Januari 1924 en 31 December 1929
werd de tonnage in aanbouw verdubbeld – tusschen

1 Juli 1985 en 31 Maart 1938
er
u
v
i
ervou
di
g
d
;

3e. reeds vôdr de devaluatie’vn dén Guldèn (Sep-
temher 1936) had een krachtig herstel ingezet; im-
mers, eerst
na
31 Maart 1936 is deze vaii invloed op het voortschrijdend gemiddelde der over 4 kwartalen
in aanbouw zijnde tonnenmaat.
In dezelfde figuur is ook uitgezet de jaarlijks te
water gelaten tonnage. Deze bedroeg in 1929 zoowel
als in 1937 rond 185.000 R.T. bruto, en zal over 1938
de 200.000 R.T. wel niet overschrijden. Anders dan in
het vorige topjaar (1929) zal thans de tonnage in aan-bouw de te water gelaten seheepsr-uimte zeer belang-
rijk overtreffen.
Do verklaring moet gezocht worden in de lever-tij-

den van het scheepsbou.wstaal, die gedurende 1937

steeds langer werden (6 k 8 maanden in plaats van
6 â 8 weken!), waardoor dok de levertijden der sche-
pen aanzienlijk verlengd werden. Voor den omzet pe.r
jaar is het van geen belang, of men regelmatig hijv.

120.000 R.T. in bouw heeft met een levertijd van

12 maanden, of 160.000 R.T. met een
levertijd
van 16

maanden; in heide gevallen wordt per jaar 120.000
R.T. te water gelaten en opgeleverd. Maar zoodra de

nieuwe opdrachten minder regelmatig binnenkomen

of achterwege blijven, zal men in het eerste geval
spoediger door het onderhanden werk heen zijn. Deze
overwegingen doen zien, dat de omzet volstrekt niet
zéôveel boven die van 1929 uitgaat als de cijfers voo.r

de tonnage in aanbouw zouden doen vermoeden.
In vergelijking met verleden jaar zijn nieuwe or-

ders veel sehaarscher geworden. Gedurende 197 werd
hier te lande meer dan 200.000 R.T. bruto besteld,
in cle eerste 9 maanden van 1938 ongeveer 75.000.
Dit past geheel in het algemeene co.njunetuurbecld.
Bovendien worden in de zomermaanden zelden op-
drachten van beteekenis geplaatst, terwijl de inter-

nationale politieke gebeurtenissen van September
evenmin bevorderlijk waren om reeders tot bouwen te

doen besluiten. Gelukkig
zijn
er den laatsten tijd

weer teekenen, dat de scheepvaartmaatschappijen
minder terughoudend blijven.

De bedrijvigheid in de werfindustrie wordt ook
gekarakteriseerd door de personeelsterkte. 1-let Cen-
traal Bureau voor de Statistiek publiceert deze, zoo-
als zij’ omstreeks 15 September is voor scheepsbouw-
ondernemingen werkende met 25 of meer personen.
In de volgende tabel wordt het verloop der personeel-
sterkte vergeleken met het verloop der te water ge-
laten scheepsruimte, beide uitgedrukt in percenten
van het maximum:
personeelsterk-te

te water gelaten
jaar

1.00 % = 41.500

100 % = 186.000 R.T.
1923

…………
54

35
1924

…………
66

34y.

1925

…………
76

42
1926

…………

78i/2

50
1927

…………
85

64i4
1928

…………
894

90
1929

…………
100

100
1930

…………

90i’

82 (94)
1931

…………
50

64 Y, (524)
1932

…………
28

14
1933

…………
29

19
1934

…………
33

25
1935

…………
32

304
1936

…………
463

5034.
1937

…………

6934

9834

908

ECONQMISCHSTATIST’ISCHE BERICHTEN

30November 1938

Ook deze tabel onthult enkele interessante’ bijzon-
derheden.
.,

.In de jaren 1928 tot,en net 131 gaan personeel-

sterkte en bezetting – cle.’ia’atste uitgedrukt in te
water gelaten tonnenmaat – gelijk op en neer. Voor
de jaren 1930 en 1931 is dit schijnbaar niet het ge-
val; maar men herinnere zich, dat van de vele op:

cirachten uit 1929 en 1930 er verscheidene vertraagd opgeleverd werden in verband met cle reeds ingetr’e-

den depressie. Verschillende grootere schepen werden

eerst in het begin van 1931 te water gelaten, hoewel
zij tot het bouw’programrna van het voorafgaande jaar

behoorden: wij noemen cle ,,Tajandoen” (S.M. ,,Ne-derland”), de ,,Tj isadane” (Java-Oh ina-Japan Lijn),
de ,,Both” en ,,Reael” (Koninklijke Paketvaart Mij.), samen 22.500 R.T. bruto. Indien men hiermee reke-

nitig hudt, krijgt men voor de tonnage, te water ge-

laten in 1930 en 1931, de tusschen haakjes geplaatste
percentages.

Vergelijkt, men nu de cijfers der jaren vSSr 1928
met die van na 1935, dan blijkt dat in laatstgenoemde
periode de personeelsterkte hij lange na géén gelijken
tred heeft gehouden met het onderhanden werk. Men

is geneigd hierover te juichen (of te jainmeren) :,,ra-
tionalisatie!”

Deze behoeft niet de eenge ooizaaIc van het ver-
schijnsel te zijn. De omvang vin het reparatiewerk

en van den bouw van andere categorieën van vaar-

tuigen (met inbegrip van marinematerieel) kan thans
geringer zijn dan in de jaren v66r 1928.

Dit is moeilijk na te gaan; het is ondoenlijk den
invloed der rationalisatie af te zonderen. Maar men
ontkomt niet aan dan indruk, dat die invloed he-
langrijk is.

Karakt erwijzi ging van vrachtschepen.

Onder de sinds 1935 opgeleverde of nog in bouw
zijndè schepen nemen de tankers een• belangrijke
plaats in. Hierop werd in dit tijdschrift reeds eenige
malen de aandacht gevestigd. De tankvloot onder Ne-
derlandsche, Nederlandsch-Indische en: Curaçansche
vlag steeg van 310.000 R.T. bruto (13 pOt.) in het
begin van 1936 tot 450.000 R.T. bruto (bijna 18 pCt.)
in het begin van 1938.

•Wij wilden echter eenige aandacht schenken aan
een ander
verschijnsel.
Hier zoowel als in het buiten-

land gaat men er meer en meer toe over om vracht-
schepen van accommodatie voor een beperkt aantal
passagiers te voorzien.

Tot kort na den wereldoorlog waren daarmede be-
trekkelijk weinig extra-kosten gemoeid. Zoolang men niet meer dan 12 passagiers huisvestte, behoefde men
niet aan de voorschriften van de Internationale Con-
ventie voor de Beveiliging van Menschenleveris op
Zee te voldoen (deze Conventie werd eerst in 1936 in
ons land wettelijk van kracht). Men kon volstaan met een aantal tweepersoons hutten, elk voorzien van een
beneden- en hovenkooi, 2 hangkasten, een sofabank
en een waschtafei. De messroom voor scheepsoff i-
eieren werd zóó ruim gemaakt, dat 66k ‘de passagiers
daa± konden aanzitten hij cle rnatltijden. Verder re.-
kende men op een badkamer met
W.C.
uitsluitend
voor passagiers, en zorgde voor een extra bediende.
Tegenwoordig verwacht – en krijgt – het reizend
publiek veel meer. De hutten zijn meerdeels voor één
persoon ingericht; in de tweepersoonshutten komen
kooien boven elkaar niet, meer ‘oor. Per perSOOn
vindt men een waschtafel met stroomend water; méér
en rnéér worden cle hutten van een eigen baclkamej
voorzien, varieerend van een eenvoudige douchecel
tot een volledig ni tgeiuste ruimte met badkuip,
douche, waschtafel, en closet. Behalve een eigen eet-
kamer, afgescheiden van die der scheepsofficieren,
met hijhehoorende aanrechtkamer, staan een rook-

kamer en een beschut wandeldek ter beschikking van
cle passagiers. Dit brengt weer mee, dat in vergelijking
met vroeger op meer civiel personeel dan één extra

bediende, op een. grooter.keu.ken- eu.pa.ntry-instalatie,
op ruimer en ten dccle ook gekoelcie proviandruimen

gerekend moet woiden. Bij de aankleeding der pas-
sagiersverblij ven raadpleegt men een bi n nenhdii
5-
architect.

Indien méér dan 12 hutpassagiers vervôerd w’orden,
moet aan cle voorschriften der zooeven genoemde Con-

veûtie voldaan wosden. Dit brengt dikwijls mede, dat

men het schip slechts tot een gôringer diepgahg mag
afladen
i
i.a.w. men ierliest laadvermogen: Hieraan
kan tegemoet gelcomen worden door eengrooter aan-
tal waterdichte dwarsschotten in te bodwen,. of door
hij behoud van het aantal dwarsschotten deze tot
cd
l

hooger gelegen dek op te trekken. Het is hier niet de
plaats om op de technische zijde van het oncerwerp
dieper in te gaan. Deze enkele opmerkingen dienen
slehts om duidelijk te maken, hoe moeilijk het is om

nauwkeurig de kosten te bepalen van alle voorzieniri-
gen, die noodig zijn voor het vervoer van ten hoogste

1.2, of méér dan 1.2 hutpassagiers, en cle invloed op
cle exploitatie van het schip. De kosten per passagier
maken een sprong omhoog; zoodra méér dan 12 per-

sonen gehuisvest worden, om vervolgens bij toenemend

aantal te dalen, zoolang het schip het karakter van
vrachtschip behoudt. Maar er is geen scherpe grens
aan te
wijzen.,
waar dit karakter ophoudt; ligt die
grens bij 30, 60, 1.00 passagiers?Dë bekende ,,Poelau”-

schepen van de S.M. ,,Neclerlancl” hebben m.i. liet ka
rakter van vrachthooten; zij werden in cle vaart ge

bracht met accomodatie voor pl.m. 20 passagiers
Maar kan men hetzelfde 66k zeggen van de ,,Bloem-
fontein” der Holland-Zuidafrika Lijn (93 passa-
giers), of cie ,,Noor(lam” van cle 1-lolland-Amerika
Lijn (1.1.0 eerste en 40 tweede klas passagiers)?
Voor de Icleinere aantallen zijn de lcosten zier pas-

sagier voor accommodatie, :Couveptie-eischen, extra
civiel persoieel enz. in. ieder geval zéér hoog, het be-
drag loopt in de duizenden.

Bij den bouw van een nieuw schip is er meestal
geen aanleiding dit bedrag tevoren nauwkeurig te

becijferen. Bij liet ontwerpen is van den aan
i
ran
g
af
op accommodatie voor een zelcer aantal passagiers ge-
rekenci, en de inschrijvende werven nemen deze in

haar prijsealculatie niet afzonderlijk op. De reeder

kan dan wel nagaan, of de te verwachten opbrengsten
aan i’rachten en passage-gelden samen een loonende
exploitatie mogelijk zullen malcen, maar niet of elke
bron van inkomsten haar eigen deel der bouwkosten goedmaakt. Het schijnt, dathierin verandering komt.
De concurrentie van het vliegwezen dwingt er toe,
zich van deze dingen wèl rekenschap te geven.
1)

Te verwachten ontwildceling.

Wanneer nu de vraag gesteld wordt, welke verwach-
tingen onze werfindustrie ten aanzien van de naaste
toekomst nag koesteren, dan moet onderzocht worden,
in hoeverre ons grootscheep vaartbedrijf beh oef te
heeft aan vlootvernieuwing en vlootuitbreiding, en
in cle tweede plaats of de financieele positie onzer
reederijen haar in staat stelt in die behoefte te voor-
zien.

Over cle eerste vraag zullen wij kort zijn. Uit cle
statistieken van Lloyds Register blijkt, dat rond
505.000 R.T. bruto of 17.7 pOt. van de totale Neder-
lanclsche en koloniale hanclelsvloot ouder is clan 20
jaar.
Fig. 2 laat zien, dat cle sterkte der icoopvaardij-
vloot van liet moederland nog niet het peil van 1923
t/ni. 1927 bereikt hecf t, en dat de opgelegde tonnen-
maat
in
1.936 tot normale proporties was terugge-
loopep.

Technisch ii er dus alle reden om de vlootvernieu-
wing, die in de jaren 1932 t/nl. 1934 ver beneden de
normale bleef, icrachtig voort te zetten.
1)
Zie ,,de Ingenieur” van
Ii
Maart
1938, blz. V 9
over
De kwestie: land-
of watervliegtuigen voor passagiers-
vervoer in dan Nederla,ndsoh-ÏncIischen
A
rchipe1″, door
.

Ir.
.p. J. C. Vos.

30 November 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

909

MEENEMEN


•.•..•a•i•


•••I•.••••

ouluI
L.•..I.•
.
•.••I•I•.

u.0

-Er
u•::;L
Naam

h
:E!E’
J

luau.i.a.u..iuj
•ii
muir’muu•uiu


_II
r

UUMU•

iuu•aiaui•uuau
UU••UIII.IU•.U..•IIU.I.I
•uuu

onmamm

ZEWEN

•u•u•••.

EEMEEREEN •
gn
U
UUUR.U••..R•..•U.I.
Naam
ai

•Mu•••••

Over het antwoord op de tweede vraag: of cle fi-
nancieele positie der scheepvaartmaatschappijen z66-
danig is, dat zij den bouw van nieuwe schepen zelf
kunnen financieren, of de daartoe noodige middelen
kunnen leenen, geven cle jaarverslagen der reederijen
eenig inzicht. De toon dezer jaarverslagen was over
1936 hoopvol, over 1937 tevreden. Er zijn ook alge-
meene indexcijfers, die in dit verband van belang
zijn (1929 =100 pOt.):
Centraal
Ned. ton-

Chamber of Shipping
Bureau voor de
nage in de
Statistiek: ont-
vaa
rt

:
2

time
vangsten we-
gens vrachten
(jaarg em.)

freights
charters

2

1
3
4
5

1929..
100
100
100 100 100
1130..
80
971
82 76
7
2
*
1931..
61 8
7* 70
79
571
1932..
1

42
71
1933.
.
1

39
73
531
721
58
1934..
1

37
77*
47ï
15* 59
1935..
1

38
1

78
4
8*
751
6
5
*
1936..
43
1

84
51
1

90
80*
1937..
1

71
90
79
1

140
167

De indexcijfers van liet O.B.S. hebben betrekking
op het totaalbedrag der ontvangsten. Deelt men deze
door het indexcijfer der ,,vareade” tonnage, dan
krijgt men een
mci
ice van de vrachti nkomsten per
ton; een indice, dië ee.nigermate vergelijkbaar is met
den ,,Freight-inclex” van de Britsche Ohamber of Ship-
ping. Al te veel waarde moet men aan deze cijfers
Riet hechten, en in ieder geval dienen ze uiterst
voorzichtig gehanteerd te worden. Maar het is dui-
delijk, dat de ,,inkomsten uit vrachten” gedurende
een zeker tijdsverloop mede bepaald worden door de
vrachtnoteeringen uit een vroegere periode; m. a.w.
cle i.ndices van kolom 3 loopen achter de indexeijfers
van kolom 4 aan. Uit dien hoofde zou verwacht mo-
gen worden, dat over het loopende jaar de vrachtin-
Icomsten beter zullen zijn dan over 1937.

Het is jammer dat de Oliainbei of Shipping na
1937 geen .indexcijfers van time charters meer publi-

ceert. Deze toch weerspiegelen vooral de verwachti ii-
gen omtrent c1e toekonstige o:ntwikkeling op
(10
vrachtenmarkt. Vandaar dat zij na 1.930 veel lager

daalden dan de freigt-iiidex, en van 1934 op 1935 –

maar vooral van 1936 op 1937 – veel sterker stegen.
Intusschen zijn de vrachten sinds voorjaar 1938

belangrijk teruggeloopen. Niettemin zijn ze nog steeds
heel wat beter dan in de jaren 1.931 t/ni. 1935, niet
alleen wanneer men
zo
in guldens omrekent, maar ook
in Engelsche munt.

De financieele positie der groote petroleurneon-
cerns is van zoodanigen aard, dat de vernieuwing en
uitbreiding hunner tankvloten door de jongste crisis
nauwelijks onderbroken werden.

De schaarsche orders, in 1934 en 1935 hier te lande
geplaatst, kwamen voornamelijk van de Koninklijke-Shell. Maar ook in cie volgende jaren bleven van (lie
zijde zeer belangrijke opdrachten toevloeien, en men
maakt zich niet aan laakbaar optimisme schuldig, van-
neer men verwacht, dat dit iioorloopig zoo zal blijven.
(îjt de dagbladen is dit genoegzaam bekend.

Tenslotte mag het :Departenient van i)efensie niet
vergeten worden als opdrachtgever, in vroeger jaren
houvden slechts enkele onzer werven marineschepen.
Tegenwoordig is het aantal gegadigden veel grooter,

dank zij de verscheidenheid van het materieel waar-
aan behoefte bestaat. Dit variert van mijnenvegers,

gouvernementsvaartuigen en andere kleine scheeps-
typen tot k-ruisers en flottieljeleiders ter waarde van.
vele millioenen,

– Besluiten wij dit summiere overzicht niet een op-
merking over mogelijke opdrachten uit liet buiten-
land. Gehéel uitgesloten zijn ze niet, getuige de beide
passagiersschepen van pl.m. 10.000 R.T. bruto, die de
Nederlandsejie Scheepsbouw Mij. voor Russische reke-
ning besteld kreeg. Dergelijke orders blijven echter
inc:identeel, en men doet goed ze slechts pro memorie in zijn toekomstverwachtingen op te nemen.
Ir. J.
W.
BONEBAK1ER.

WETTELIJKE REGELING DER VER-
PLICHTE AFSCHRIJVING OP

HUIZENBEZIT.

In E.-S.B. van 26 October jl. werd dooi schrijver
dezes de wenschelijkheid befoogd om te geraken tot
een stelsel, waarbij de afschrijving op huizenhezit
verplicht zou worden gesteld.

T-let denkbeeld van een bij de wet verplichte af-
schrijving en fondsvorming lijkt wellicht op het eer-

ste gezicht vreemd, doch in wezen verschilt het niet
veel van het denkbeeld, dat ten grondslag ligt aan
de wettelijke verplichte risicoverzekering (ongeval-
len, ouderdom, ziekte).

De verplichting tot fondsvorming heeft hier niet
slechts ten doel een bescherming van hen, die risico’s
loopen (nl. van eigenaar en hypotheekhouder tegen
het risico van onbewoonbaarverlclaring) in hun eigen
belang, doch tevens de bescherming van het algemeen
belang.

lIet Stitttgarier-systeem.

Ik zal thans eenige nadere bijzonderheden mede
deelen omtrent de wijze, waarop in de eerder aan-
gehaalde
,,Sluttgarter Denldschrif t”
het denkbeeld
der verplichte afschrjving en foudsvorming is uit-
gewerkt. Ik laat daarbij in hnt midden of deze wijze

van uitwerking de meest gelukkige is en of het niet
mogelijk
zou
zijn op sommige punten verbeteringen
aan te brengen. Dit is een kwestie van nadere detail-
leering.

De waarde van elk gebouw wordt krachtes een
wettelijke bepaling gedurende den waarschijuljken
levensduur elk jaar met een bepaald bedrag ver-
minderd.

910

ECONOMISCH-.STATISTISCÏi
BERICHTEN

30 November 1938

De eigenaren worden verplicht uit de opbrengst

der gebouwen de noodige afschrijvingssommen ter-

zijde te leggen, daaruit de opgenomen gelden iTan.

derden terug te betalen en in beginsel het eigen ka-
pitaal ten behoeve van de vernieuwing der gebouwen

na afloop van den levensduur weer op te sparen.
De eigenaren kunnen
kiezen,
of zij eerst de hypo-
theek willen aflossen dan wel het afgeschrevene di-

rect in het fonds voor vernieuwing willen storten.

Voor de bepaling van den levensduir worden de gebouwen in klassen verdeeld, waarbij echter een

afschrijvingstermijn van 100 jaar (overeenkomende
met het percentage van 1 pOt., hetwelk onze Crisis-
hypotheekaflossingswet aan hypothecaire dehiteuren toestaat) niet zal worden overschreden.

Bij ‘de schatting van den officieelen levensduur
wordt niet slechts niet de technische, doch ook met
de economische vermindering der bruikhaarheid reke-ning gehouden.

Ten dienste van de bepaling van de afschrijvings-
som moet de totale waarde van een perceel met op-

stal worden gesplitst in de grondwaarde en de waar-

de van den opstal. Deze waardebepalingen zullen
niet alleen voor de onteigening, doch ook voor ver-

mogens-, successie-t en grondbelasting en voor hoe-
delscheiding, hypotheekverleening en brandverzéke-
ring maatgevend. zijn.

De grondwaarde wordt overgelaten aan de schom-
ineli’ngen op de vrije markt totdat besloteu wordt
binnen een bepaald aantal jaren voor het betrokken

gebied tot vernieuwing der bouwwerken over te gaan;
dan is waardestijging verder uitgesloten.

De waarde van den opstal wordt door een vaste
jaarlijksche afschrijvi ng teruggebracht ‘tot algeheele waardeloosheid (beter: afbraakwaarde) aan het einde
van. den officieel vastgestelden levensduur.

Dit is dus geheel onafhankelijk van eventueele
s.aneeringsp’lannen en geldt zoowel voor cle stad als
voor het land. –

Zeer ingrijpende verbouwingen kunnen verlenging

van. den officieelen levensduur tengevolge hebben,
onderhoudswerken en kleine verbeteringen niet.

Wanneer de eigenaar een gebouw na afloop van
den officieelen levensduur wenscht af te breken, is zijn geheele hypotheek afgelost en kan hij het voor
cle afsëhrijving in het fonds gestorte bedrag voor den wederopbouw’ – op welke plaats ook – uitbe-
taald krijgen.

Voor het geval de eigenaar dit niet doet en de
gemeente vernieuwing noodzakelijk abht, krijgt zij
liet recht de geheel afgeschreven woning onbewoon-
baar te verklaren en afbraak te eischen (daarnaast
moet uiteraard behouden blijven cle mogelijkheid tot onhewo6ibaarverk1aring in geval van zeer slecht on-
derhoud of andere ernstige gebreken, waarbij verbe-
tering tot den datum van afschrjving kan worden
toegestaan).

De aldus vrjgekomen grond kan de gemeente zoo
noodig tegen de grondwaarde onteigenen. /
Van het recht tot onbewoonbaarverklaring behoeft
zij natuurlijk geen gebruik te maken, indien de toe-
stand van gebouw en buurt zulks niet vereischen,
daar onnoodige vernietiging van economische waar-
den uiteraard niet in cle bedoeling ligt.
Tengevolge van de mogelijkheid de financieele ge-
volgen tevoren volledig te kunnen overzien en van
de mitigeering der saneeringskosten zou de gemeente
hij invoering van het Stuttgartersysteern een alge-
meen plan tot stad- (en ‘dorps-) vernieuwing op lan-
gen termijn kunnen maken, waarbij de eigenaren ge-
ruimen tijd tevoren, zullen kunnen vernemen, wan-

neer hun gebouwen aan de beurt van afbraak zijn.
Desgewenscht zullen de eigenaren deze geheel zelf in
handen kunnen nemen, daarbij geholpen door ruil-
verkaveling.
Het doel van de verplichte aflossing der hypothe-
ken
c.ci.
van de verplichte storting in een afschrij-
vingsfoncis is drieledig:

.1. het;’vrj.waren- der eigenaren tegen liet ‘onopge-
merkt opteren van het in het gebouwde belegde ka-

pitaal tengevolge van de steeds doorgaande waarde-vermindering, welke tenslotte in onhewoonhaarver-
klaring tot uitdrukking komt;

het . vrijwaren van de hypotheekhouders tegen
dezelfde waardevermindering, welke bij onhewoon-

haarverklaring de waarde van liet onderpand tot de
grondwaarde reduceert;

het vormen van een fonds, waaruit in het be-
lang der volkshuisvesting steeds nieuwe middelen

voor woningbouw ter verJanging van uit de woning-

markt te’ nemen oud woningbezit toevloeien.

Denkbaar is natuurlijk, dat, alleen wettelijke af-
schrjviiig plaats vindt, ‘doch niet de aflossing ccl.

fondsvorming verplicht wordt gesteld. Dit zou wel
voor het geval van onteigening de gewenschte waarde-

bepaling geven, -doch de moeilijkheden hij de onbe-

woonbaarverklarirg zouden niet verdwijnen, daar men

evenals thans van de eigenaren te hooren zou krij-gen, dat zij financi&el ‘niet in staat waren geweest
de hypotheek if, t betalen en een fonds uit de af-

schrijvingen te vo1men, dat zij bij onbewoonbaarver-

klaring armlas’tig zouden worden, e.Pz., enz.
Dit alles is het gev1g van den lahgen levensduur
van een woning
)
welke dien van den mensch (of al-
thans den terniijn dat een mensch actief aan het
economische leven deel.tieemt) verre overtreft.
Anders dan hij de afschrijving van andere goederen

ziet de mensch hierin dus niet zijn eigen belang:
niet hij, doch alleen zijn erfgenamen zouden ervan
profiteeren.

Thans nog enkele details van de in Stuttgart voor-
gestelde regeling.
.- –

De storting in een fonds voor vernieuwing van
gebouwen vinidt-‘ zo6dairig plaats, dat de administra-

tie voor eiken eigenaar afzonderlijk wordt gevoerd
en dat de stortingen een deel van zijn vermogen blij-
ven. De gestorte bedragen kunnen – tot het tijd

stip, waarop zij voor ,de vernieuwing noodig zijn –
ten behoeve van woningbouwdoeieinden worden uit-geleend, waarbij niet alleen sterke schommelingen in

den rentevoet kunnen worden vermeden, doch waarbij
bovendien een politiek van vernauwing en verrui-
ming van crediet in het belang van een doelmatige
ordening der woningproductie kan worden gevoerd.

Bij toepassing van een systeem tot berekening der
stortingen, zoodanig, dat deze met interest op inte-
rest tenslotte het eigen kapitaal geven, wordt uiter-
aard aan de huiseigenaren geen rente over de in het
fonds gestorte bedragen uitbetaald, maar op zijn
rekening bijgeschreven. 1-[et voordeel van dit systeem
is, dat een zoo laag mogelijke storting wordt ver-
kregen, het nadeel echter, dat de, gëstorte bedragen

voor de verkrijging van een redelijke interest zoo-
danig moeten worden vastgelegd, dat de liquiditeit
hij het opnemen van gelden voor vernieuwing be-
zwaar kan opleveren.

Een ander systeem, waarbij wordt afgezien van de rente-opbrengst, geeft een vaste jaarlijksche storting gelijk aan het eigen kapitaal, gedeeld door den offi-
cieelen levensduur, terwijl dan de gekweekte rente
aan rechthebbenden wordt uitbetaald. Hoewel de
stortingen in’ dit geval hoogei worden, biedt dit sys-
teem het voordeel, dat men vrijer is in de beleg-
gingswijze en dat het karakter van de stortingen. als
deel van het vermogen van de huiseigenaren door het
vergoeden van rente cii de ronde getallen der af-
schrijving duidelijker spreekt.
Als regel wordt aangenomen, dat de stortingen in
het vernieu’insfonds sleOhts voor de vernieuwing
van gebouwen mogen worden gebruikt. Enkele –

n.m.rn. voor een zuiiere doorvoering gevaarlijke –
uitzonderingsmogelijkheden op . dezen regel worden
mogelijk geacht bijv. hij dringende behoefte aan mid-
delen van den huisegenaar, voorts ingeval de stor-
tingen 25 pCt. van de oorspronkelijke waarde van
het ‘gebouw oversdhrjdén (omdat de rest van liet

30 November 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

911

bedrag kan worden geleend) en tenslotte voor goo-
tere verbeteringswerken.
Overigens is cle vraag of ook stortingen in een
fonds voor onderhoud en herstel verplicht behooren
te worden gesteld, in de ,,Stuttgarter Denksebrift”

buiten beantwoording gelaten.
Het wil mij voorkomen, dat deze kwestie – vooral

in verband met de dreigende verwaarloozing hij af-
loop van den officieelen levensduur, waarop ik nader
terugkom – een intrinsiek deel van het vraagstuk

der verplichte afschrijving uitmaakt en gelijktijdig

behoort te worden bekeken.
lIet beheer der fondsen wenscht men ter vermij-
ding van hooge adrninistratiekosten aan bestaande

lichamen op te dragei. In ons land zou kunnen wor-
den gedacht hetzij aan de Rijkspostspaarbank, hetzij
aan een lichaam, gevormd door en uit de belangheb-
bende huiseigenaren onder staatstoezicht (vgl. de

Werkgeversrisicobank).
De invordering kan geschieden door den dienst der
Rijksbelastingen gelijktijdig met de grondhelasting.

Dit zou
bijzondere
voordeelen bieden, indien het

mogelijk zou blijken, zooals in Stuttgart werd voor-
gesteld, cle waardebepaling, welke tengevolge van de
afschrijving ontstaat, zonder meer als grondslag te

aanvaarden voor grond-, vermogens- en successiehe-
lasting, waardoor tevens de aanslag voor do belasting
in overeenstemming met de onteigeningswaarde zou

zijn gebracht.
Het aanvaarden van de waardebepaling van het gebouw volgens het afschrijvingssysteem ook als
grondslag voor de brandverzekering heeft uiteraard tengevolge, dat in geval van schade nooit meer dan de nog niet afgeschreven waarde door de brandver-

zekeringsmaatschappij wordt uitgekeerd. .Voor de ver-
nieuwing worden alsdan de reeds gestorte afchrij-
vingsbedragen daarnaast ter beschikking gesteld. Dit
zou tengevolge hebben verlaagde uitkeeringen der ver-
zekeringsmaatschappijen, dus verlaagde premies en
minder aanleiding voor brandstichting.
Bij de hypotheekverleening zou een wettelijk te be-
palen maximumpercentage van de officieele restwaar-
de van het gebouw, vermeerderd met de grondwaar-
de, niet mogen worden overschreden.

Nader te onderzoeken vraagstukken.

Na deze uiteenzetting van het te Stuttgart aanbe-
volen systeem meen ik niet te mogen nalaten cie aan-
dacht te vestigen op een aantal punten, clie wellicht
moeilijkheden zouden kunnen veroorzaken, en die dan
ook nader zouden moeten worden bestudeerd.
Reeds aanstonds rijst de vraag, wat er gebeuren moet, indien de werkelijke levensduur van den offi-
cicelen levensduur afwijkt. Is de werkelijke levens-
duur
korter,
clan kan bij technische ongeschiktheid
ter bewoning. voortijdig onbewoonbaarverklaring
plaats vinden, waarbij voor zoover mogelijk verbete-
ring kan worden toegestaan.
Indien leegstaan tengevolge van ongewildheid op-
treedt v66r het einde van den officieelen levensdmir,
kan zoo noodig dit einde worden afgewacht, vôér men
tot saneering overgaat.
Het omgekeerde geval, ni. dat de werkelijke levens-
duur
langer is
dan cle officieele, acht ik ook geen over-
wegend bezwaar tegen het systeem. Immers,
hij
den
bouw – of wat betreft de bestaande woningen
bij,
de
raming van den resteerenden levensduur ten tijde
van het invoeren van dan maatregel – heeft men
ermede gerekend, dat na afloop van den termijn de

woning waardeloos zou zijn.. Deze waardeloosheid kan,
ook al zou het pand nog wel eenien
tijd
,,mee” kun-
nen, dan ook niet als onhillijkheid worden gevoeld.
Eischt de gemeente geen afbraak, omdat dit nog
niet noo’dig is, clan is zulks, zoolang de toestand

duurt, een buitenkansje voor den eigenaar.
Een ander, moeilijker Punt zijn de veranderin-
gen, die de marktwaarde van den opstal van een
perceel – ongeacht zijn slijtage en oucleiclonisgebre-

ken – gedurende de periode van afschrijving door
toevallige omstandigheden, hijv. door een bijzonder
gewilde of ongewilde indeeling, waarbij kan worden

gedacht aan het groeiende besef van de waarde van
het eengezinshuis, ondergaat. Deze waardeveranderin-
gen zullen als regel niet samenvallen met de wette-
lijke afschrijvingen, zoodat de verkoopwaarde van de
woning meer of minder is dan de boekwaarde; hoe-

wel de eerste uiteraard wel den invloed van de laatste

ondervindt (met het oog op de algeheele waardeloos-heid aan het einde van den termijn). Vooral de eerste
clece.niva zullen de verschillen aanmerkelijk kunnen
zijn, indien geen gevaar voor vervroegde onteigening

dreigt. In verband hiermede zal aanvaarding van de
boekwaarde als basis zonder meer voor belastingen,
hoedelscheiding, brandassurantie m.i. niet mogelijk

zijn en zullen rectificaties noodzakelijk blijken (men denke bijv. aan het geval, dat geen belasting zou be-
hoeven te worden betaald voor een nog huur opbren-
gend perceel, dat zijn officieelen levensduur heeft
overschreden of aan het geval, dat hooge lasten zou-

den blijven drukken op een voortijdig ongewild ge-

raakte buurt).
Over de meerdere of mindere wenschelijkheid van

het samenvallen van de waarde voor onteigening en
belastingen zijn trouwens meer principieele opmer-

kingen te maken, die ik hier met opzet,
001
niet buiten

het kader van dit artikel te raken, achterwege laat.
Voorts dient er de aandacht op te worden geves-
tigcl, dat waardeschommelingen, die in verband staan
met cie
plaats
der woning met betrekking tot de
waardehepaling van dan opstal, van geen heteekenis
zijn, omdat deze niet in de waarde van den opstal,

doch in de marktwaarde van den grond tot uiting
komen. Deze waardeschommelingen kunnen een ge-volg zijn van differentieele liggingsrente of van, wat
ik zou w’iilen noemen, differentieele vruchtbaarheids-
rente van den grond (deze laatste als gevolg van ho-
demgesteldhei.d en wettelijke maatregelen als bouw-verordening en uitbreidingsplan).
Andere waardeveranderingen clan de bovenbedoelde
ontstaan door wijziging van de reproductiewaarde van
de woning (tengevolge van schommelingen in bonen
en materiaalprjzen, of tengevolge van schomrnelin-
gen in de waarde van het ru.ilmiddel) of door veran-
dering van den rentevoet. 1-let effect van schommelingen in den rentevoet zal
tijdelijk en binnen bepaalde grenzen kunnen worden
opgevangen door de rente, welke wordt vastgesteld
voor uitleeningen uit het fonds voor de verplichte af-
schrijvingeri.
Meer moeilijkheid geeft een wijziging der repro-
ductiewaarde. Im mars loopt cle reproductiewaarde om-
hoog, dan wordt het gevormde fonds to gering, zpo-
dat na algeheele afschrijving het gereserveerde eigen
kapitaal te gering is om hieruit nieuwbouw van een
gelijksoortige woning te bekostigen. En daalt de re-productiewaarde, dan worden de reserves onnoodig
hoog.

Nu acht ik noch het een, noch het ander een over-
wegeud bezwaar: in het eerste geval wordt de toestand
in elk geval beter dan hij nu is (al wordt dan ook
het doel niet volledig bereikt) en in het tweede geval
kunnen doelen der reserves worden vrijgegeven.
In geval van grooter wordende reproductiekosten
zou alleen hij onteigening gedurende (en vooral in
het begin van) den officieelen levensduur de betrok-
ken eigenaar worden gedupeerd.
Daar ilc mij echter voorstel, dat een dergelijke out-

eigeningsbevoegdheid slechts

aan cle gemeenten zou
worden verleend onder zeer streng toezicht (en goed-
lceuring) van de Kroon, zou het n.m.m. zeer wel mo-
gelijk zijn hier voldoende garantie tegen willekeur te scheppen. Ook kan men zich denken, dat in der-
gelijke gevallen de onteigeningswaarde zou worden
berekend alsof de afschrijvingen hebben plaats ge-
vonden als percentage van de reprocluctiewaarde in plaats van als percentage van de stichtingskosten.

912

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 November 1938,

Als vermenigvuldigingsfactor zou het indexcijfer

voor de bouwkosten van- een woning, zooal dit door

de Hoofdinspectie wordt bijgehouden, kunnen worden
gebezigd.

Een ander belangrijk vraagstuk is gelegen in den

invloed, welken het systeem der verplichte afschrijving

zou hebben op den onderhoudstoestand der woningen.
Voor de hand ligt, dat de huiseigenaren, wanneer het
jaar van algehele afschrijving – en daarmede de

mogelijkheid van onteigening tegen de grondwaarde
– in zicht komt, zich weinig meer aan het onderhoud
gelegen zullen laten liggen.

Hier wordt trouwens een probleem aangeroerd, dat
ook onder de huidige wettelijke regeling moeilijkhe-
den biedt: niet alleen worden vele woningen, in het
bijzonder op het platteland, totaal onvoldoende onder-

houden, doch hij dreigende onhewoonbaarverklaring –

en uiteraard nog sterker bij verlenging van ontrui-

mingstermijnen na de onbewoonbaarverklaring –
doet men.niets meer aan het onderhoud.

Twee systemen tot verbetering in het algemeen
belang zijn denkbaar.

Eenige meerdere – doch niet voldoende – garantie

voor redelijk onderhoud zou kunnen worden gevon-
den door bij de waardebepaling bij onteigening een

zekere marge in de waardebepaling te openen, waarbij
met den onderhoudstoestand. rekening zou worden
gehouden.

De andere, meer afdoende, wijze ware naast de ver-
plichte afschrjving een fondsvorming voor onderhoud
te doen plaats vinden (zooals ook in het artikêl van Ir. Angenot wordt aangegeven). Meerdere innings-

kosten zou dit nauweljk geven, omdat de stortiüg
tezamen met die voor de afschrijving plaats kan vin-den. Meer moeite zou de administratie geven, omdat
van de stortingen zou moeten worden afgetrokken de
gedurende dat jaar voor onderhoud uitgegeven bedra-
gen en de eigenaar voorts, de volle beschikking over
het gestorte bedrag zou moeten behouden om te allen

tijde de gewenschte werkzaamheden te kunnen doen uitvoeren. Ook verbeteringen zouden hieruit moeten

kunnen worden betaald behoudens die, welke tot ver-
lenging van den officieelen levensduur strekken.

Ook met betrekking tot de administratiekosten
en de wijze, waarop de gestorte bedragen worden te-
goed geschreven, is zonder twijfel een nader uitge-
werkt voorstel noodig. Met name rijst de vraag, wat
met de gestorte gelden moet geschieden in het geval
van eigendomsovergang van het onroerend goed, ten
bate waarvan afschrijvingsgelden in het fonds zijn
gestort.

Denkbaar zou zijn, dat het recht op de stortingen in het fonds als een claim aan het pand zou worden

gehangen en daaraan onvervreemdbaar verbonden zou
blijven, zoodat dus deze claim hij eigendomsovergang
van het onroerend goed gelijktijdig van eigenaar zou
verwisselen (het ware wenschelijk, dat ook rechten op
uitkeering van schadevergoeding in geval van em-
stige schade door rooilijn, bouwverbod of uitbreidings-plan
01)
gelijke w’ijze aan het onroerend goed bevestigd zouden blijven).

In het vorenstaande heb ik de aandacht willen
vestigen op de mogelijkheid van een wettelijke rege-
ling, die – met of zonder ordening der woningpro-
ductie – ten doel zou hebben de ernstige economische
en maatschappelijke gevaren, die een gevolg zijn van
den huidigen toestand op de woningmarkt en die,
indien ik goed zie, in de toekomst steeds g.rooter zul-
len worden, te keeren.

Het onderwerp is m.i. waard door nader onderzoek

rijp te worden gemaakt voor een discussie in finan-
cieen, industrieelen en socialen kring.
rDt. Ir. F. P.
BAKKER
ScHUT.

MONETAIRE CONJUNCTUURPOLITIEK.

Theorie en pract ijle.

Menigeen zal het vermoedelijk niet bekend zijn, dat
de economische statistiek v66r den wereldoorlog in
de meeste landen nog vrijwel alles te wenschen liet.
Na den wereldoorlog is hierin zeer veel verbetering
gekomen, ook hier te lande.

Houdt men met bovngenoemde feitelijke bmstan-
digheden rekening, dan behoeft het geenszins te ver-
wonderen, dat met de opkomst van de economische

statistiek ook de ontwikkeling der ‘ economische

theorie een belangrijke schrede is vooruitgehracht.
Allerlei opvattingen, voorheen als hooge wijsheid ver-

kondigd en ook vrijwel algemeen als zoodanig aan-

vaard, bleken den toets der critiek niet langer te kun-
nen doorstaan, zoodra verificatie aan de hand van

betrouwbaar statistisch cijfermateriaal mogelijk werd. –

Met name denken wij hier bijvoorbeeld aan de zooge-
naanide ,,quantiteitstheomie”, een enkel voorbeeld,

desgewenscht met tal van andere te vemmeerderen.

Speciaal ook teu opzichte van het feitelijk bestaan-
de verband tusschen conjunctuur en geldwezen heeft
de economische statistiek der laatste jaren buitenge-
woon héla.ngrjk verificatie-materiaal weten te ver-
schaffen. Het bestaan van dit onderlinge verband
0
1)
zichzelf vormt althans geen stmijdvraag meer. T-Toe
men zich den onderlingen samenhang tusschen con-

junctuur en geldwezen heeft te denken, staat echter
ook heden nog in het brandpunt der belangstelling.
Zonder overdmijving meenen wij dit probleem te mo-

gen aanduiden als ,,the . topic of the day” op econo-
misch gebied. Zou het
namelijk
in’ de practijk moge-
lijk blijken, door een doelbewuste en wetenschappelijk
behoorlijk gefundeerde m,dnetaire con junctuur poli-
tiek
de nationale conjunctuurontwikkeling te beheer-
schen, dan zou hiermede tevens het momenteel zoo
uiterst henauwende w’erkloosheidsprohleem vermoede-
lijk tot rationeele oplossing kunnen, Nvorden gebracht.

,.,Stabiele” wisselkoersen.

Wenscht men zich een heldere voorstelling te vor-
men omtrent het feitelijk verband, hetwelk bestaat

tusschen conjunctuur en geidwezen, dan dient men
n da eerste plaats een scherp onderscheid te maken
tusschen landen als hijv. Engeland en de Vereenigde
Staten, welke elk op zichzelf een min of meer over-
heerschenden invloed uitoefenen op de prijsvorming
ter wereldmarkt, en kleine landen als bijv. Nederland
en België, welke voor het prijsverloop ter wereld-
markt slechts een vrij onbelangrijke rol spelen. Ge-
noemd ,,w’ereldmarkt”-prjsniveau is voor Nederland
dientengevolge een vaststaand gegeven, waarop het
op zichzelf hoegenaamd geen invloed vermag uit te
oefenen, dus een gebied, hetwelk practisch vrijwel
geheel valt buiten de natiônale heheerschingssfeer.
Zoolang men zonder meer weuscht vast te houden
aan het principe van onveranderlijke wisselkoersen op
het buitenland, zal ook elke algemeene prijsdaling of
prjjsstijging ter wereldmarkt via deze vaste wissel-
koemsverhoudinen automatisch worden overgeheveld
op ons nationale niveau van groothandeisprijzen, in
zooverre althans geen invoerrechten, monopolierech-
ten en andere handelsbelenimeringen dit binnenland-
sche prijsniveau kunstmatig beïnvloeden. Laten wij

immers alle transport- en overige kosten in binnen-
en buitenland eenvoudigheidshalve buiten beschou-
ving, dan zullen de prijzen der goederen in. het bui-
tenland in vreemde valuta vermenigvuldigd met den
wisselkoers op liet buitenland gelijk zijn aan de Ne-
derlandsche in- en uitvoerprjzen in Guldens.
Dalen de prijzen ter wereldmarkt in het algemeen tot de helft, dan zal ook bij kelijkblijvenden wissel-

koers het hinnenlandsche groothandelsprijsniveau voor
genoemde import- en exportartikelen automatisch
tot de helft meedalen.
Omgekeerd zal een algemeene stijging der
,
groot-
handeisprijzen ter wereldmarkt tot het dubbele, hij
handhaving van zoogenaamd ,,stabiele” w’isselkoersen,

30 November 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

913

ook het himienh!mrdschè groohaiulelsprijsniveau der

in- en, uitvoerproducten in. Nederland aitomatisch
tot het dubbele kunnen doen stijgen.
Bovenstaan cle eenvoudige sch eniati sche voorstelling
zal voor vele lezers wellicht op het eerste gezicht
,,grauwe theorie” schijnen, doch is helaas in cle jaren
1928-1933 in de practijk bittere ernst gebleken. In

vijf jaren, tijds werd het Nederlandsche groothandels-prijsniveau van 16 belangrijke voedingsmiddelen vol-
gens de desbetreffende ,,indexcijfers”, berekend door

het Centraal Bureau voor de Statistiek, via den zoo-
genaamd ,,stabiel” gehouden (goud-) wisselkoers van

den (i-ul•de:n (ondanks de intusschen verleende steun-
maatregelen) nog bijna 40 pOt. omlaaggezogen, (Ie
groothandelsprijzen van 53 belangrijke grond- en

huipstoffen zelfs bijna 60 pCt. en de hinneniandsche
groothandelsprijzen van ruim 200 afgewerkte
p
roduc-

ten rond 30 pOt.
Sedert Maart/April 1937 kan men, zij het
0.1)
klei-

nere schaal, hetzelfde verschijnsel waarnemen. Ook nu
word t het zoogenaam cle ,,dep reciatie’ ‘-percentage van
den Gulden t.o.i’, het goud, en. dientengevolge ook
cle (goud-) wisselkoers van den Gulden, krampachtig
vastgehou den, doch het Nederlancische groothandels-
prijsniveau opnieuw door de internationale groothan-clelsprijsclaling mee omlaag gezogen. De kunstmatig hooggehouden groothaudelsprijzen der voedingsmid-

delen daalden weliswaar slechts een paar procenten,
doch de 53 grond- en huipstoffen ruim.25 pOt.. en de
vrij ,,starre” hinnenlanclsche prijzen der ruim 200 af-
gewerkte producten nog meer dan.S pOt.
Wat eerstgenoemde algemeene groothandelsprijsd a-
ling van 1928 tot 1933 practisch voor ons nationale
bedrijfsleven en de Nederlanclsche conjunctuur heeft
beteekend, zullen wij hier wel niet behoeven te her-
halen. Voldoende achten wij het in dit verband te
wijzen op het feit, dat het Nederlandsche indexcijfer
der werkloosheid in die jaren steeg van gemiddeld
5.6 pOt. in 1928 tot 26.8 pOt. in 1933.
Ook de sedert Maart/April 1937 ingetreden groot-
handelsprijsdal ing heeft de Nederlandsche couj unc-tuur ongetwijfeld zeer ongunstig heïnvloech Wel ziet
men dezen invloed nog niet in de indexcijfers der
totale werkloosheid door een stijgend percentage tot
uitdrukking gebracht, doch met de afzonderlijke
groepcijfers is het geheel anders gesteld. De ,,pump-priming” der Nederiandsche Overheid, het kunstma-
tig scheppen van werkgelegenheid cci de plaatsing
van Neclerlandsche arbeiders in het buitenland zijn
namelijk slechts amper in staat gebleken om den fei-telijken achteruitgang in de normale industrieele be-drijvigheid hier te lande te camoufleeren. Men moge
het betreuren, dat de negen kopstukken uit geld- en
zakenwereld in hun bekend ,,appèl” aan de Regeering
angstvailig hebben vermeden, aan te geven, hoe men

wel
uit de impasse zal moeten zien te geraken, als ,,cri
de coeur” was deze uiting o.i. ten volle verklaarhaar,
zij werd door do feitelijk bestiande economische ver-
lioud i ngen. hier te lande volkomen gerech tvaarcligcl.

De kern fout.

De kernfout, waaraan de geconstateerde uiterst on-
bevredigende gang van zaken op economisch gebied
in hoofdzaak moet w’orden geweten, moet o.i. gezocht
worden in de reeds boven gesignaleerde handhaving

van de
fictie
van zoogenaamd ,,stabiele” (goud-)wis-
selkoersverhoudingen zelfs d b.n, wanneer het in terna-
tionale goederenprijsniveau in het algemeen een

deflator’iscicc
daling vertoont. Vergeten wordt helaas,
dat reeds in 1923 door den toenmaligen Directeur van

De Nederlandsche Bank, Mr. P.
T.
0. Tetro’de, o.i. zeer
terecht, gewezen is op het feit, dat niet de Noord-
Amerikaanscho Dollar zijn waarde ontleent aan het
goud, doch omgekeerd de
Noord-Arnerikaansche Dol-

lar den goudprijs bepaalt.
(Mr. P. J. 0. Tetrode: ,,De
Nederlandsche gulden”, bladz. 15).
In feite heteekent dan ook de momenteele handha-
ving van zoogenaamcl ,,stabielo” wisselkoersen, indien

deze ,,stahiliteit”, als te doen gebruikelijk, gemeten
wordt aan den koeis van den Dôliar een overheveling
der Noord-Amerikaansche conj unctuurverhoudingen via het ,,w’ereldmarkt”-prijsniveau op de Nederland-
sche conjunctuurontwikkeling. Vergeten wordt ook,
dat het Nederlancliche niveau van in- en uitvoerprij-
zen, gerekend in
Guldens,
niet alleen bepaald wordt

door cle wisselkoersverhoudingen op het buitenland, doch tevens door de prijzen, in het buitenland geno-

teerd in vreemde valuta. Een w’erkelijk economisch
evenwicht hier te lande wordt dan ook naar onze mee-
ning veel beter gediend door een zekere stabilisatie
van het
product
dezer heide factoren, dus door st,abili-
satie van het hinrienlancische groothandelspi-ijsn i veau,

dan door stac- handhaven dier wisselkoersen alleen.

Monetaire con junetuurpolitzelc.

01) grond van bovenstaande overwegingen meenen
wij dan ook als voornaamste richtlijnen voor een wer-

kelijke stahiliseering der Nederlandsche economische
verhoudingen dIO volgende maatregelen te mogen aan-
bevelen:
Zoolang het hinnenlandsche grooth andelsprijsni-
veau door een algemeene prijsdaling ter ,,wereld-
markt” dreigt te worden mee omlaag gezogen, zoodat
handel en industrie slechts op hun voorraden grond-stoffen en eindproducten slapende kunnen verliezen
en afzetstagnatie en inkrimping der nationale pro-
ductie het gevolg zijn, of wanneer uit een stijging der
werkloosheids- en overige conjunctuurindices blijkt,
dat er voor het nationale bedrijfsleven in liet alge-

meen geen voldoende rendabiliteitsmogelijkheden aan-
wezig zijn, zal een zeer geleidelijke verruiming van
het zoogenaamde ,,depreciatie”-perceutage van den
Gulden hiertege:nover het meest aangewezen correc-
tief vormen. De verlammende invloed eener buiten-
landsche cleflatorischo prijsinzinkiug zal dan niet lan-
ger op het Nederlandsche bedrijfsleven kunnen wor-den overgeheveld, ofschoon partieele storingen voor
bepaalde afzonderlijke bedrijven hierdoor uiteraard
niet geheel zullen kunnen worden vermeden.
Zoodra zoowel uit het prijsverloop in het binnen-
land, als uit do verschillende bedrijv ighei dsind ices, waaronder in de eerste plaats natuurlijk de werkloos-
heidscijfers, blijkt, dat de Nederlandsche conjunctuur-
ontwikkeling zich weer duiclelij k in opwaartsche rich-
ting beweegt, zal door een verdere stabilisatie van het
bi nneniandsche groothaudelsprjsniveau een overdre-
ven stimuleering van het bédrijfsleven moeten wor-
den voorkomen. Zoodra immers onder de aangenomen

omstandigheden een verdere binnenl andsche groot-
handeisprijsstijging zou worden bevorderd, zouden zoo
goed als zeker excessieve voorraaclvormingen en pe-
culatieve anticipatie-aankoopen van allerlei goederen
het economisch ongewenschte gevolg zijn. Ook een
dergelijke in wezen iuflatorische prijsontwikkeling zal
men dus dienen te vermijden.
Sedert kort schijnt er weer een zekere economi-
sche kentering in opwaartsche richting in het Ame-
rikaanscho conjunctuurverloop te zijn ingetreden, of-
schoon hiervan tot heden op de internationale prijs-
ontwikkeling nog slechts bitter w’einig invloed schijnt
te zijn uitgegaan. Mogelijk is, dat deze Amerikaan-
sche conjunctuurverbetering zal aanhouden en op die manier, alweer via de zoogenaamd ,,stabiele” wissel-
koersen ook voor Nederland weer betere tijden zullen
aanbreken. Zekerheid. te dien opzichte bestaat er
echter, gezien de tot heden opgedane practische er-
varingen met de Amerikaansche economisch-politieke

Overheidsmaatregelen, allerminst.
Onjuist en onder de momenteel geldende economi-
sche verhoudingen ook onverantwoord zouden wij het
derhalve achten, indien nog langer passief. .zou wor-
den toegelaten, dat louter ter wille van de
fictie

eener zoogenaamde
wisselkoers-stabilisatie,
het Ne-
clerianal sche bedrijfsleven, zou
Wo
rdlen opgeofferd.

A. J. W. RENAUD.

914

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30
Novmber
1938

. ,
AANTEEKENINGEN.
belasting. Bij gebek aan voldôsncle gegevns, nemen

Wijziging in het Curatorium van het Nederlandsch
“‘J
aan, dat deze e1kar opheffen

Economisch Instituut.
Verder heeft de her Wese1ink, directeur van dei

Postchèque- en Girodienst ons een specificatie ver-
In de jongste vergadering van

Onratoren, Stich-
strekt van de onderhandsche leeningen en er bijge
ters en Beschermers van het
1,
1
eder1anc1sch Econo-
voegcl, dat hij het voornemen heeft opgevat het over-
misch Instituut zijn de heeren E. D. van Walree, on-
zicht va.n den stand van de beleggingen zoodanig aan
dér-voorzitter van het Instituut en
0. J. P.
Zaalberg
te vullen, dat daaruit kan worden afgeleid, welke b-
als Curator afgetreden, welke heeren niet terstond
dragen

ii

obligaties

en

welke

op

onderhaiidsche
herkiesbaar waren
.
selmldbekeritenis zijn verstrelt. Een

geste,

die door
Als
nieuwe Ouratoren zijn tot het :I:iistituut toege.-
velen zal worden gewaardeerd, evenals cle volgenci
treden de heereh ivir.
J.
W
.
Beijen, IVEr.
R.
Mees,
G.
medecleeling van den heer J. I-Jarclemarï van het
Mi
van der Muelen en
S.
Posthurna. Verder is de heer
iTisterie van Kolonën.
Dr.

E.

ileidring

tot

onder-vobrzitter

en

de

heer
Jn tabel
III op
hlz.
805,
waarin om. dé verhoti-
Mr.
R.
Mees tot penningmeester benoemd; laatstge-
ding wordt aangegeven van het bec]rigvau de Neder-
noemde als opvolger van den heer
H. A.
Crommelin,
lancisch-Indische Schuld op langet termijn op ult.imo
die den wensch te kennen gegeven had het penning-
1935
en het gedeelte, dat zich daarvan

p
dat tijd-
meesterschap neer te leggen.
stip zou hebben bevonden in handen van financiecle
Het Dagelijksch Bestuur is thans als volgt samen-
instellingen, wordt voor die schuld een bedrag van
gesteld
:

Ir.
A.

Plate,

voorzitter,

Dr.

E.

Heidring,
f
1.496
millioen genoemd.
onder-voorzitter, Mr.
R.
Mees, ])enrLingmeester, ter-
Dit bedrag vertegenwooidigt echter niet alleen de
wijl als secretaris fungeert Prof. Mr.
P.
Lieftinck.
vaste

Nederlandsch-Inclische

schuld,

maar

omvat
mede cle vlottencie schuld op meergenoemcl tijdstip
De verdeelingvan het effectenbezit in Nederland.
ton bedrage van
f
131
millioen.
Nar

an1eidingvan het artikel onder bovenstaan-
Bovendien is in genoemd bedrag nog begrepen ht den titel, opgenomen in het nummer van
26
October
aandeel van Nederlandsch-Iudiö in de Nederlandsche
jl., bereikten ons een aantal opmerkingen,

die wij
Staatsschuld tot en hedragvan
f
132.4
millioen, be-
gaarne als verbetering en aanvulling van deze be-
nevens de schuld van Nederlandsch-Indië aan De N.e-
schouwing willen vermelden. Wij zijn dankbaar voor
clerlanfsche Bank en De Javasche Bank wegens over-
deze opmerkingen, omdat zij het beeld

dat
VOOE
neming der Indische Pondenleeningen, welke op ulti-
een deel op schattingen was gebaseerd

verduide-
mo

1935

nog een. bedrag vertegenwoordigdeiïkii
lijken en omdat ons. daarbij tevens gebleken is, dat
f
92.7
millioen.
ook bij belanghebbenden behoefte gevoeld wordt aan
Voor de becijferingen, welke het artikel zich te.n
een beter inzicht in cle verhoudingen op dit gebied. doel stelde, moet dit deel van (Ie Indische schuld in
In de eerste plaats werd er ons van de zijde van
mindering van het totaal worden gebracht, zoodat in
den Spaarbankbond op gewezen, dat ‘de spaarbanken,
kolom
2
van tabel III voor
1.496
zal moetèn worden
enkele uitzonderingsgevallen daargelaten; vrijwel alle
gelezen 1.140 en het percentage in de laatste kolom
den rchtsvorm hebben aagenomen van een stichting
van
35
stijgt tot
45.
Ik kan hieraan nog toevoegeb,

of een vereeniging en daarom vallen onder de belas-
dat na
1.935
een belangrijke verschuiving is opgetre
ting in de doode hand. Wij hebben, het totale ver-
den in cle verhouding tussehen de uitgegeven mdi-
mogen van alle stichtingen en vereenigingen op grond
sche vaste schuld en het vermoedelijk bezit daarvan in
van ‘deze belasting geschat op ongeveer één milliard
handen ‘ven financieele instellingen.
01)
ultimo
193
Gulden. Dit is

er zij, nogmaals op gewezen

een
zal de door openbare emissies geplaatste schuld van
ruwe schatting geweest.

.
Nederlandsch-I’ndië pro resto rond
f
1.080
millioen
Aan den eenen kant moet van het o1 grond van deze
bedragen, van, welk bedrag zich rond
f
620
mfm he-
belasting

berekende bedrag

het

vermogen,

van

de
vindt in het bezit van openbare fondsen en instellin: spaarbanken afgetrokken worden, omdat deze reeds gen, dat is
51
pOt. Schat men het bedrag in handen
elders iii de berekening zijn 6pgenorne:n, aan den an-
van andere financ’ieele instellingen op
f60
millioen.
dèren’ kant zijn vele instellingen vrijgesteld van deze
dan stijgt dit percentage tot bijna
63
pOt.”

v.
d. V.

AANVOER VAN GRANEN.
(In tons
van 1000 kg.)

Rotterdam
Amsterdam

.
Totaal

Artikelen
20-26
Nov.
Sedert
1

Overeenk.
20-26
Nov.
Sedert
Overeenk.
1938
1937
1938
1Jan. 1938 tijdvak 1937
1938
1Jan. 1938
tIjdvak 1937

Tarwe

………………..35.704

1.372.426

1.399.877

500

8.025

1

27.433

1.380.451

1.427.310
Rogge

………………10.873

207.895

256.155


3.875

207.895

260.030
Boekweit ……………..576

16.052

14.846

16 052

1

14.846
M aïs………………..22.123

1.090.642

1.273.224

400

82.388

141.275

1.173 030

1.414.499


Gerst

………………
3.973

456.229

352375

23.282

13.364

479.5)1

365.739
Haver

……………….1.656

.

204.759

134.329

8.462

3.180

213.221

137.509
Lijnzaad ……………

2.465

147.198

180.525

1.711202.538

201.410
.

349.736

381.935

Lijnkoek ……………
1

100

51.578

64236

225

– .

51.803

64.236
Tarwemeel ………….1.746

52.805

36.763

120

10.005

8.490

62.810

45.253
Andere meelsoorten
.

1.062

33.384

38.428

75

4.975

7.340

38.359

45.768

Noot bij groothandel8prijzen.
(Zie
bis. 916/917)
1)
Tarsve:
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2; van Jan. 1931 ‘tot 26 Sept. 1932 79 kg La Pla.ta; van 26 Sept. 1932
tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2; van 5 Febr. 1934 tot 6 Juli 1936 80 kg La Plata; van 6 Juli 1936 tot 30 Nov.
1936 Maniitoba;. van 30 Nv. 1936-2 Aug. 1937 Bahia Blanca; vail 2 Aug.-16 Aug. 1937 La Plata;

van 16-
23 Aug. 1937 Bahia Blamea; van 23 Aug. 1937-19 Juni 1938 La Plata; van 19 Juni-15 Aug. 1938 Bahia Bianca;
van 15 Aug.-5 Sept.1938. Hardwinter No. 2. Van 5-12 Sept. 1938 E[ardwiiiter No. 1. Tot 28 Nov. 1938 80 leg Zuid-
Russische.
Rogge:
Tot Jan. 1.928 Westorn; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dcc.

1929 Aineniain No. 2; van 16 Dec. 1929
tot 26 MeI 193

74/5 kg Hongaarsche; vanaf 26 Mei 1930 tot 2.3 Mei1932 74kg Zia’id-Russisehe; van 23 Mei 1932
tot 2 Oct. 1933 No. 2 Oanada; va.n.2 Oct. 1933-25 Oct. 1937 La Plaita.
Gerst:
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928
tot 9 Febr. 1931 American No. 2; van 9 Febi-. 1931 tot 23 Mei 1932 6415 kg Zuid-Russisehe; van 23 Mei-19 Sept.
1932 No. 3; van 19 Sept. 1932 tot 24 Juli -1933 62/63
leg
Zuid-Russische;

van 24 Juli 1933-7 Oct. 1935 64/65 leg
La :Piata; van 7 Oct. 1935-18 Mei 1936 62/63
leg
Zuki-Russisohe;

van

18 Mei

1936-23 Aug.

1937 64/65

leg La
Pliata; van 23 Aug. 1937-1 Jan. 1938 64/65
leg
Russisehe; van 1 Jan. 1938-31 Jan. 1938 65/6
leg
Russisohe.
Mais:
ot
Jan. 1937 2000 kg La Piaita.
Lijazaacl.-
Vanaf 1 Jan. 1938 per 1000 leg, tevoren per 1960 kg. De vroagre prjen
werden herield oi basis van 1000 kg.

30 November 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

915

STATISTIEKEN.
BAN KJ)ISCON TO.

Ned

Disc.Wissels. 2

3Dec.’36
Lissabon

….
4
11 Aug.’37

Bk

Bel.Binn.Eff.
1Vrsch.inR.C.24
24

3Dec.’36
Londen ……
2
30Juni’37
3Dec.’36
Madrid ……
5

15Juli’32
Athene ……….
6

4Jan.’37
N.-York F.R B.
1
26 Aug.’35
Batavia

……..
3
14Jan.’37
Oslo

……..
34
5Jan.’38
Belgrado ……..
5

1
F’ebr.’35
Parijs

……
224
Nov.’38
Berlijn ……….
4 228’e,pt.’32
Praag

……
3

1Jan.’36
Boekarest

……
34
5Mei’38
Pretoria

….
31
15
Mei’33
Brussel

……..
24260ct.’38
Rome ……..44
18Mei’36
Boedapest

……
4 28Aug.’35 Stockholm

..
24

1Dec.’33
Calcutta

……..
3
28Nov.’35
Tokio….

3.46

11 Mrt.’38
Dautzig

……..
4

2Jan.’37
Warschau….
4418Dec.’37
llelsingfors ……
4

3Dec.’34
Zwits.Nat.Bk.
1425Nov.’36
Kopenhagen

….
4 19Nov.’36

OPEN MARKT.

1938

26
21/26 14/19
7112
H
221’2’77
HF

Nov. Nov.
Nov. Nov.

Am9terdam
Partic.disc.
3/4
3
19
1
1
,
8
lis
114
15116’1 3314_4314
Prolong.
1
12
1
12
11
1
12
113
1114_11
3.4214
Londen
Daggeld.
. .
1J1
‘l,-1
‘(,_I
12-1
1
1.1
12

1
‘(,-1
Partic. disc.
31
4

31
4

1713
2
.31
4

1/32116

9116.13116

1713»118
9/4_314
8erI//n Daggeld…
2
3
14-3
2
3
1-3
211
9
51
5

2
1
(8-
1
(2
2114-71$
211,_31/
9

2
5
/-3
1
1
Maandeld
2
3
14-3
2
3
14-3
2
3
14-3
2
3
14-3
2
3
(4-
7
(9
2
3
143
2
1
1-j
Part, disc.
2
718
2
7
18
2
7
/
2
7
1
2118
3
2711
Warenw…
4..
11
4-
1
12
4..
1
12
4.11
4-
1
/2
41
12
4-
1
h
t’lew York
Daggeld ‘)
1
1
1
1 1 1
3
119
Partic.disc.1
1
12
1

1
12
1
12
1
12
1
12
114
1
Koers van 25Nov. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrjdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen

Berlijn
Parijs
Brussel
Bal avia
York
5)
S)
S)
5)
S)
1)

12 Nov. 1938
1.83%
8.59%

73.60
4.81%
31.071
100%
23

,,

1938
1.83%
8.57%

73.574
4.80%
31.09
10094′
24

,,

1938
1.8313
16

8.54%

73.574
4.78%
31.09
100
15

.,

1938
1.83%
8.53%

73.574
4.78
31.09
100%
9

16

1938
1.83%
8.51%

73.624
4.76% 31.10
1004
18

1938
1.83%
8.54%

73.60
4.78% 31.10
100%
Laagste d.w’)
1.33%
8.51

73.50
4.76
31.04
100
Hoogste d.w’)
1.84
8.61%

73.674
1
4.82
31.12
100%
Muntpariteit
1.460
12.1071

59.265
9.747
24.906
100

D ata
Z,vit-
Praaif
Boeka-
Milaan
Madrid

22

Nov. 1938

rest
1)
55)
*5)

41.52 6.30
– – –
23

,,

1938
41.61
6.29



24

1938
41.70
6.29
– – –
25

1938
41.86
6.29

– –
26

1938
41.75
6.27%

– –
28

1938
41.75
6.28



Laagste d.w’)
41.45
6.25

9.724

Hoogste d.wl)
41.92% 6.32%
1.45
9.75

Muntpariteit1
48.005
7.371
1.488

13.094
48.52

Data
Stock-
Kopen-
S0
Hel-
)
Buenos-
Mon-
holm)
hagen*)
1
5
j
Aires’)
treal’)

22 Nov. 1938
44.30

38.374 43.20
3.80 41%
1.82%
23

,,

1938
44.174 38.274
43.10
3.78
42
1.82%
24

,,

1938
44.05

38.174
47.974
3.78
42
1.82%
25

1938
44.-

38.12
42.924
3.77 42
1.82%
26

1938
43.924 38.024
42.80
3.75
41%
1.82%
28

,,

1938
44.05

38.174
42.974
3.75
41%
1.82%
Laagste d.wl)1
43.85

37.95
42.75
3.73
41
1.81%
Hoogste d.w
1
)1
44.30

38.40
43.25 3.824
6.2661
43
1.83%
Muntpariteit
166.671, 60.671
66.671
95%
2.1878
5)
Noteering te Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In ‘t iste
of
2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN ‘I’E NEW YORK. (Cable).

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteertngs-
eenheden
12Nov’19
1938
Nov:
1938

1
Laagste
l
Hoogstel
21126
Nov.’38
26 Nov.
1938

Alexandrië..
Piast. p.
97%
9734
97% 97% 97%
A.thene

….
Dr.
p.
547%
547%
540
555
547%
Bangkok….
Sh.p.tical
1110
1110
5
9
1/10k
1/10
1110
Budapest

..
Pen.
p. £
24(
24
23%
24%
23%
BuenosAiresi
p.pesop.c
20.30
20.50 20.45 20.75
20.60
Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
115
15
1,
115%
115H
1/5
31
1
32

115%
Hongkong
..
Sh.
p. $
11*2%
1/2%
112%
113%
112%
Istanbul

..
Piast.
p. £
588 588 578
588 578
Sh.
p.
yen
112
12
1/1’s,
112%
1/2
Lissabon….
Escu. p. £
110% 110%
109%
110%
110%
Mexico

….
$
per
£
– – –


Montevideo
.
d.per
18%
18% 18% 19%
18%

Kobe

…….

Montreal

..
$
per
£
4.77% 4.74% 4.65% 4.74%
4.66%
Rio d.
Janeiro
d. per
Mii.
3 3
3%
3 y
l
,
3%
Shanghai

..
d.
p. $
8% 8%
8
8%
8%
Singapore ..
Sh.
p. $
213%
2/3%
21313
16

2/4%
213%
Valparaiso
2
).
$per
119
117 116 117
116
Warschau ..
Zi. p. £ 25%
1

25
1
24%
1
25%
1
24%
1)
Offic. not. 15 laten, gem. not., welke Imp. hebben te betalen 10Dec.1936
16.12; 15Nov. 17.13.
1
)90 dg. Vanaf 13
Dec. 1937 laatste ,export” noteering.

ZILVERPRIJS
COUDPRIJS
Londen’) N.York’)

A’dam
3)
Londen
4
)
22 Nov. 1938.. 203/
1

42%
22 Nov. 1938.. 2075

14819
23

,,

1938.. 20%

42%
23

,, .

1938.. 2075

1492
24

,,

1938.. 20%
4


24

,,

1938.. 2070

14912
25

,,

1938.. 20%

42%
25

,,

1938.. 2075

1491104
26

,,

1938.. 20%


26

,,

1938.. 2075

1501_
28

,,

1938..

20)4
e

42
28

,,

1938.. 2075

149/94

29 Nov, 1937.. 19%

44%
29 Nov. 1937.. 2055

1391114

27 Juli

1914.. 24%

59
27 Juli

1914.. 1648

84/101
1)
in pence p. oz. stand.

2)
Foreign
silver in $c.p.oz. line.

3)
In guldens
per Kg. 100011000.
4)
in sh. p. oz. line.

STAND VAN
‘e RIJKS KAS.
Vorderingen.
1

15Nov.1938

1

23Nov. 1938
aiao van ‘s
9(tjRS b
cnaticist bil ue me-
/
144.499.271,20
f129.666.771,95
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

18.702,72
,,

19.992,96
derlandsche Bank
……………….

Voorschotten
op
ultimo October 1938
a(d. gemeent. verstr. op a. haar uit te
keeren hooI ds. der pers, bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogeisbelastlng


,

55.453.415,17

55.924.051,96
,,

11.861.493,49

11.863.135,26
Kasvord.weg. credietverst. a/h. bultenl.

101.852.772,21

101.77,I.852,30

Voorschotten aan Ned.-lndl8 ……….
Idem aan

Suriname……………….

Daggeldieeningen tegen onderpand..
Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen

32.909.306,38

29.074.468,96
Vord. op het Alg. Burg. Pensioenf.’)…


Vord. op andere Staatsbedrijven 1)
,,

11.383.889,48
.

11.756.199,99
Verolichtingen
voorscno, noor ue men. nang Ingev.
art.

16 van

haar octrooi verstreki
– –
Schatkistbiljetten In omloop ………
/221.709.000,- /221.709.000,-
Schatkistpromessen in omloop
– –
Zilverbons In omloop …………….
1.081.162,-
,,

1.080.917,50
Schuld

op

ullimo

October 1938 a/d.

.

gein, weg. a. h.uit te keeren hoofds.d.

pers, bel., aand. i. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondeb. al8m.
opc. op
dle
bel, en
op
de vermogensbelasting

12.421.956,61

12.421.956.61
Schuld aan Curaçao’) …………….
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf. 1)
,,

1.643.380,78
29.324.412,60
,,

1.643.377,39

29.415.143,51
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T.’)

.

254.163.182,21

233.063.749,91
Id. aan andere Staatsbedrijven 1)
…..
12.000.000,-
,,

13.000.000.-
Id. aan diverse instellingen’)
………..
….
209.706.069,88
,,208.401.114,62 ‘s
1)
in rekg.-crt. ,net

Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-1ND1SCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
19Nov. 1938

1
26
Nov.
1938
Vorderingen:
1)
Saldo Javasche Bank

/

1.489.000,-
Saldo b. d. Postchèque- en Girodlensl
f

103.000,-
280.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kase.a. Rijksinstell.
,,
55.563.000,-
,,

55.583.000,-‘

.
…………………

Schatkisipromessen in omloop…. …
20.750.000,-
,,

20.750.000,-
Schatkisibiljetten In omloop


Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
,,

2.311.000,-
,,

2.311.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
2.7fl
.000,-

..

2.719.000,-
es
Belegde kasmiddelen Zelfbturen
830.000,-
,,

830.000,-
Voorschot vaii de Javasche Bank

1.207.000,-

1)
Betaatmiddelen in
‘s
Lands Kas
f
37.826.000,-.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data

22 Nov.

1938
23

1938 24

1938
25

1938
26

1938
28 ,,

1938

29 Nov.

1937
M:untpariteit..

8 per £1
1(8 p. IOOfr.)I($
p. 100
Mk.)I($
p. 100

4,66%
2,61
40,03

1
54,44
4,663.
2,61%
40,03 54,42

4,631%,
2,59%
40,05 54,43
4,62%,

2,59 40,06 54,44 4,65% 2,60%
40,07
54,43
4,99%
3,39% 40,32%
55,60
4,86
3,90%
23,81%
40%

Data
Metaal
Ctrcu-

t

latie

1
o
Andere

peischb.
1
schulden
1
Discont.

29 Oct.

1938..
764 1.253 594
521
1.286
22

,,

1938..
711
1.005 673
521
1.284
15

,,

1938,.
713
1.067
637 518
1.274
8

1938..
718
1.150
629
523
1.294
1

,,

1938,.
713
1.226
490
529
1.290

1 Juli

1914..
645
1.100

1

560
735
396
1) Sltiitp. der activa.

916 =

GRÖOTHANDELSPRIJZEN VAN
BELANGRIJKE VOEDINGS- EN CENfl
OERST
645 kg
MAIS
Ro’tterdam per 2000 kg.
R000E
74kg Russi-
TARWE
Rotterdam per 100 kg.
BURMA RIJST
Loonzein
1

BOTER per kg.
KAAS
Edammer
EIEREN
Gem.
no
Leeuwar-
der Comm.

l

1ettin
Crisis
L)
Zie blz.878
Amer.No.31)
loco
sche
1
)
loco
Rotterdam
per Cwt. f.o.b.
RangoonlBassein
AIkmaa
Fabr.kaas
Eiermijr
Roermon
Termijn-
1

Amerik.
Termijn.
1 8okgRoe-
van E.-S. B.
an16Nov.jl.

Rotterdam
per2000kg.
noteer. op
1 of 2 mnd.I
Mixed
No. 2′)
per 100 kg.
noteer. op
1 of 2 mnd.
1
meensche
1)
1

Locoprijs Herl.Ned.Ct.I

Not.
1

Noteering
Zuivel-
Centr. gang exp.
per 50kg.
P. 100
St

T
x
t

,r
t
%
t
irT7T
%
sh.
f.%ff%f
1927
237,-
110,2 171,50
189,3
176,-
87,1
12,475
102,5
13,82
5

110,1
14,75 109,3
6,83
104,5
1113
1
14
2,03 98,4

43,30
95,0
7,96
99
1928
228,50
106,2
208,50
108,6
226,-
111,9 13,15
108,1
12,575
100,1
13,475
;9
6,43
98,4
1017/4
2,11
102,3

48,05
105,4
7,99
99
1929 179,75
83,6
196-
102,1
204,-
101,0
10,87
5

89,4
11,275
89,8
12,25
90,8
6,34
97,0
10/6
2,05
99,4

45,40
99,6
8,11
101
1930 111,75
52,0
11850
61,7
136,75
67,7
6,22
5

51,2 8,27
5

65,9 9,67
5

71,7
5,09
77,9
815
1,66
80,5
38,45
84,4
6,72.
83
1931
107,25
49,9
78,25
40,8
84,50 41,8
4,55 37,4
4,65
37,0
5,55
41,1
3,09
47,3
516
1,34
64,9

31,30
68,7 5,35
66
1932
100,75
46,8
72,-
37,5
77,25 38,2
4,62
5

38,0 4,70
i37,4
5,22
5

38,7 2,59 39,6
5)11
1
!,
0,94 45,6

22,70
49,8
4,14
51
1933
Z
70,-
32,5 60,75
31,6
68,50
33,9
3,55
29,3 3,75
‘29,9
5,02
5

37,2
.1,84
28,2
415(,
0,61
29,6
.
0,96
20,20
44,3
3,71
46
1934
75,75 35,2
64,75
33,7
70,75
35,0
3,32
5

27,3
3,25
25,9
3,07
5

27,3
1,74
26,6
4)73(4

0,45 21,8
1,-
18,70
41,0
3,45 43
1935
u.1
68,-
31,6
56,-
29,2
61,25
30,3
3,07
5

25.3
3,87
5

30,9
4,125
30,6
2,07
31,7 5)8
1
1,
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6
3,20 39
1936
1937
0

86,-
40,0
74,50
38,8
74,-
36,6
4,275
35,1
5,75 45,8 6,27
5

46,5 2,19 33,5
517
1
1
0,58
281
0,88
5

17,55
38,5
3,50 43
13775 .64,0
105,75
55,1
III,-
55,0
8,95
73,6
8,02
5

63,9 8,92
5

6
2

2,70
41,3
61-
0,78
37,9
0,67
19,75
43,3
3,96
49

Sept. 1937
Oct.
129,50
60,2
107,-
55,7
122,-
60,4
9,22
5

75,8 7,55
60,1
8,525
63,2
2,96
45,3
617
0,85
41,3
0,52
5

21,-
46,1
4,69 58
136,25
63,3
109,-
56,8
114,75
56,8
8,57
5

70,5
7,62
5

60,7
8,50
63,0 2,96
45,3
6/714
1,-
48,5
0,42
23,-
50,5
4,99 62
Nov’
w
133,50
62,1
106,25
55,3
116,-
57,4
7,225
59,4 7,10 56,5
8,12
5

60,2
2,53
38,7 5(7
1
),
0,96
46,6
0,46.
22,20
48,7
4,99 62
Dec.
130,25
60,6
110,-
57,3
120,75
59,8
7,30
60,0
7,05.
-56,1
8,02
5

-59,5
2,43
37,2
515
0,84 40,8
0,60 20,80 45,6
5,24
65

Jan.

1938
ILI

130,-
60,4
113,75
59,2
117,25
55,0
7,65 62,9
7,45
59,3 8,40
62,3 2,35
36,0
513
0,80 38,8
0,615 21,45
47,1
4,15
51
Febr.
129,50
60,2
106,-
55,2
110,75
51,9 7,60 62,5
7,27
5

57,9 8,30
61,5 2,39
36,6
514
0,81
39,3
0,65 22,12
5

48,5
3,65
45
Mrt.
0
121,50
56,5
104,50
54,4
109,75
51,5
7,10
58,4 6,77
5

53,9 7,70
57,1
2,36
36,1
513
0,81
39,3
0,56
21,70 47,6 2,80
34
Apr.
116,75
54,3
107,50
56,0
117,75
55,2
6,65
54,7 6,55
52,1
7,35
54
1
3
2,42
37,1
515
0,87
42,2
0,47
5

19,60
43,0 2,90
36
Mei

,,
113,50
52,8
104,50
54,4
III,-
52,1
6,17
5

50,8 6,12
5

48,8
6,95
51,5 2,64
40,4 5(10
1
1,
0,89
43,2 0,45
20,-
43,9
3,25
40
Juni
Juli
103,75
48,2
100,50
52,3
102,75
48,2 5,62
46,2
5,975

47,6
6,92
5

51,3
2,67
40,9
5111
1
1.2
0.80 38,8
0,51
19,57
5

42,9 3,39
42
103,75
48,2
104,75
54,6
106,75
50,1
5,95
48,9
5,375

42,8
6,77
5

50,2 2,74
42.0
611
1
11
0,78 37,9
0,50 20,45
44,9
3,71
46
Aug.
86,75
40,3
98,25
51,2
102,25
47,9 5,05
41,5 4,70
37,4
5,775

42,8
2,88
44,1
61511
4

0,76 36,9
0
1
55
21,325
46,8 4,17
52
Sept.
80,50
37,4.
96,25
50,1
105,25
49,4
4,275
35,1
4,15
33,0
.
4,80
35,6
2,81
43,0
6/3
1
1,
0,78
37,9
0,57 22,80
50,0
5,-
62
Oct.
79,-
36,7
89,25
46,5
96,50
45,3
3,975

32,7
3,525
28,1
4,02
5

29,8
2,39 36,6
5(511,

0,71
35,9
0,70
23,45
51,4
5,07
63
1-8 Nqv.

,
77,-
35,8
80,-.
41,7
88,50
41,5 4,20
34,5
3,225
25,7
3,50
25,9
2,11
32,3
4(93(4

0,78
37,9
0,70
23,-
50,5
5,45
68
8-15

,,

,,
79,50
37,0
84,-
43,8
91,-
.42,7
4,30
35,3
3,375

26,9
3,75
27,8
2,13 32,6
4110
1
12
0,76 36,9
0,70
22,50 49,4 4,65
58
15-22

,,
87,50
38,4
8525
44,4
91,50 42,9 4,30
35,3
.
3,42
5

27,3 3,75
27,8 2,09 32,0
4/10
1
),
0,74
35,9
0,70
22,-
48,3 4,50 56

22-29

.,
84,50 39,3 88,75
46,2
93,-
43,6
4,40
36,2
3,40
27,1
3,55
26,3
1.99
30,5
418
0.75
36.4
0.70
21.75
47.7
5.-
62

JUTE
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
..,,First Marks”
in olie gekamd;loco Bradford perlb.
13114 Dernier
Stand. Ribbed
Middling Upland
Super Fin
c.,.f. Londen
per Eng, ton
loco
New York per Ib.
Oomra
Liverpool per Ib. wit Or. D. te
New Vork per Ib.
Smoked Sheet,
loco Londen p. t Crossbred Colonial
Carded 50’s Av.
.
Merino 64
S

V.

/
l’4t.
r
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct4
Not,
HerI.Ned.Ct.
l-lerI.Ned.Ct.
/t
Herl.Ned.Ct.
1E
Herl.Ned.Ct.
F
/
/
%
£
cts.
%
Scts.
cts.
%
pence
cts.
%
pence
cts.
%
pence
7
%
cts.
%
pen
1927

442,38
103,4
36.101-
43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27 133,8
96,8
26,50 244,9
104,8
48,50
13,55 105,8
5,44
93
140,2
18,1
1928
445,89
104,2
36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8
111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,7
1929
395,49
92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2 92,4
6,59
127,2
92,0
25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9 4,93
52
78,4
10,
1930
1M
257,97
60,3
21.6/9
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8
3,92
81,9
59,2
16,25
134,8
57,7
26,75
8,50 66,4
3,42
30
45,2
5,5
1931
1932
192,15
44,
0
17.117
21,1
44,8
8,50
20,1
55,9
4,28
60,9
44,0

109,0
46,6
23,25
5,97
46,6 2,40
15
22,6
3,1
146,86
34,3
16.18/-
15,9
33,8
6,40
19,5
54,3
5,39
42,5
30,7,
11,75
79,7
34,1
22,-
3,87 30,2
1,56
12
18,1
3,5
1933
128,63
30,1
15.12/2
17,4
37,0 8,70
16,8
46,8
4,91
48,9
35,4
14,25
96,9
41,5
28,25
3,21 25,1
1,61
11
16,6
3,5
1934
1935
Z
115,85
27,1
15.9/9
18,3
38,9
12,30
.13,6 37,8
4,37
51,4
37,2
16,50
95,8
41,0
30,75
1,92
15,0
1,29
19
28,6
6,5

1936
o
134,52
31,4
18.1118
17,6
37,4
11,90
17,7
49,3
5,87
42,2 30,5

84,5
36,2
28,-
2,41
18,8 1,63
18
27,1
6,-

1937
Ln
142,61
33,3 18.6/8
19,0
40,4
12,10
18,2
50,7
5,60
54,3
39,3
16,75
108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37.7
7,7
183,46
42,9
20.8j4
20,8
44,2
11,44
20,0
55,7
5,34
89,0
64,4
23,75
132,7
56,8
35,50
3,30
25,8
1,865
36
54,3
9,5

Sept. 1937
186,01
43,5
20.1413
16,3
34,6
9,-
17,4
48,4
4,64
94,1 68,1
25,25
131,3
56,2
35,-
3,19 24,9
1,76
34 51,3
9,-
Oct.
0
188,16
44,0
20.1918
15,2
32,3
8,42
15,5
43,1
4,15
83,6
60,5 22,50
117,7
50,4
31,50
3,02
23,6
1,67
30
45,2
8,-
Nov.

,
185,91
43,4 20.12(10
14,4
30,6
7,99
15,2
42,3
4,04
74,6
54,0
20,-
103,9
44,5
27,75
2,86
22,3
1,585 27
40,7
7,1
Dec.

,,
z
173,86
40,6
19.7/-
14,9
-31,6
8,28
15,5
43,1
4,15

69,5
50,3
18,50
110,1
47,1
29,50
2,71
21,2
1,505
28
42,2
7,5

Jan. .1938
168,56
394
18.1518 15,4
32,3
8,56
15,9
44,2
4,26
67,3
48,7
18,-
101,2
43,3
27,-
2,69
21,0
1,49
5

26
39,2
7,
Febr.

,,
z
166,62
38,9
18.1117
16,1
34,2
9,00
16,5
45,9
4,41
63,9
46,2
17,-
98,1
42,0
26,25 2,78
21,7
1,55
5

27
40,7
7,1
Mrt.

,,
1″
165,08
38,6
18.81-
16,1
-34,2
8,91
16,1
44,8 4,30
61,1
44,2
16,25
98,3
42,1
26,25
2,81
.21,9
1,56
25
37,7
6,5
Apr.

,,

156,59
36,6
17.915
15,8
33,5
8,76
15,5
43,1
4,15
60,7
43,9
16,25
95,6
40,9
25,50
2,75
21,5
1,525
22
33,2
5,1
Mei

,,
0
158,09
36,9
17.1212
15,3
32,5
8,48
15,2
42,3
4,06
61,7
44,6
16,50
98,9
42,3
26,50 2,82
22,0
1.56
21
31,7
5,t
Juni

,,
153,41
35,9
17.216
15,1
32,1
8,37
14,3
39,8
3,85
60,5
43,8
16,25
95,5 40,9
25,50
2,81
21,9
1,55
23
34,7
6,5
Juli


in
169,20
39,5.
18.17110
16,1
34,2
8,88
15,7
43,7
4,20
60,9
44,0
16,25
97,1
41,5
26,-
3,22
25,1 1,77
5

28
42,2
7,5
Aug.

,,
Z
174,59
40,8
19.10,8
15,3
32,5
8,37
14,7
40,9
3,95
61,4
44,4
16,50
96,8 41,4
26,-
3,11
24,3
1,69
5

29 43,7
7,1
Sepf.

,,

.
170.11
39,8
191i9
14,9
31,6
7,99
14,1
39,2
3,84
62,0
41,9
16,75
94,9
40,6
25,50
3,17 24,7
1,70
5

30
45,2
8,-
Oct.

,,
171,48
40,1
19.11/3
15,9
33,8 8,62
14,3
39,8 3,92
62,6
45,3
17,25
94,8
40,6
26,-
3,27
25,5
1,77
31
46,7
8,5
1-8 Nov.
168,29
39,3
19.51-
16,4
34,8
8,94
14,6
40,6
4,-
61,9
44,8
17,-
92,9
39,8
25,50
3,29
25,7
1,79
31
46,7
8,5
8 15
168,27
39,3
19.5/-
17,3
36,7
9,36

1

14,5
40,4
3,97
61,9
44,8
17,-
92,9
39,8
25,50
3,22
25,1 1,75
30 45,2
8,5
15-22

,,

»
164,49
38,4
19–!-
16,7
35,5 9,08
14,5
40,4
4,02
61,3
44,3
17,-
92,0
39,4
25,50
3,26
25,4
1,76
5

28 42,2
7,1
22-29

,,

»
160,27
37,5
18.151-
16,5
35,0 8,96
14,5
40,4
4,05
60,5
43,8
17,-
90,8
38,9
25,50
3,16 24,7
1,72
28 42,2
8.-

KOPER
Standaard Loco Londen
per Eng. ton

LOOD
gein. prompt en 1ev. 3 maanden
Londen perEng.to,,

TIN
Loco Lond n


er En

tn
g

IJZER
Cleveland
No.
3
franco Middlesb.
per Eng. ton

GIETERIJ-IJZER
(Lux
III)
per Eng. ton
f,o,b. Antwerpen

ZINK
gem. prompt en 1ev. 3 maanden
Londen
p.
Eng. ton

ZIL
V
E
R
cash Londen
per Standard
Ounce

Herl.Ned.Ct.1
Not
.
Herl.Ned
.
Ct.1
Not.
HerhNed.Ct.I
Not.
Herl.Ned,Ct.l
Not.
Herl.Ned.Ct.l
Not.
Herl.Ned.Ct.(
Not.
Herl.Ned.Ct.
No
t
.

%
£
t
%
£
t
%
£
,f
%
sli.
/
%
Sh.
t
%
£
cts.
%
pen
1927
675,10
85,9
55.13111
.295,75
106,5
24.811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
7219
39,10
98,9
6416

345,40
108,8
28.9111
132
101,5
26′
1928
771,20
98,1
63.1419
256,15
92,2
21.314
2749,50
94,6
227.418
39,85 94,6
65110
37,90
.
95,9
6218
305,75 96,4 25.515
135
103,8
26,

1929
Cr
912,55
116,1
75.9
1
7,
281,10
101,2
23.4
1
11
2465,65
84,8
203.18110
42,45
100,8
70
1
3
41,55
105,1
68
1
9
300,80
94,8
24.17
1
8
123
94,6
24
7
1

1930
.
661,10
84,1
54.13/7
218,70
78,8
18.115
1716,20
59,1
141.1911
40,50
96,1
67/-
35,95
91,0
5916.
203,55
64,1
16.1619
89
68,5
17′

1931
<
431,85
54,9
38.719
146,60
52,8
13.-/7
1332,55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1
5115
140,05 44,1
12.8111
69
53,1
145
1932
z
275,75
35,1
31.1418
104,60
37,7
12.-19
1181,30
40,6 135.18/10
25,40 60,3
5816
22,20
56,2
5111
118,95
37,5 13.13/10
64 49,2
17″

1933 1934
“‘
268,40
34,1
32.11(4
97,25
35,0
11.1611
1603,50
55,2
194.11/11
25,55 60,6
62/-
21,-
53,1
51/-
129,80
40,9
15.14111
62. 47,7
18
1
,
,
226,80
28,8
30.615
82,65
29,8
11.1/-
1723,15
59,3 230.715
25,-
59,3
66111
20,25
51,2
5411
103,05
32,5
13.1516
66 50,8
21′
1935
in
230,95
29,4
31.1811
103,40
37,2
14.518
1634,25
56,2
225.1415
24,70
58,6
6812
20,25
51,2
56)-
102,65
32,3
14.316
87
66,9
28′
1936
298,75
38,0
38.811
137,15
49,4
17.1217
1592,-
54,8
204.1218
28,40 67,4
731-
22,40
56,7
5717
116,55
36,7
14.1917
65
50,0
20′
1937
488,55
62,1
54.813
208,95
75,3
23.516
2176,70
74,9
242.7110
41,30 98,0
91111
47,10
119,2
10511
199,80
63,0
22.414
75
57,7
20
1
,

Sept. 1937
474,25
60,3
52.15(11
187,55
67,5
20.17(8
2323,10
79,9
258.12/6
45,35
107,6
101/-
44,65
113,0
9915
191,80
60,4
21.711
74
56,9
19
1
,
Oct.

»
F.
413,15
52,5
46.1111
164,80
59,4
18.718
2036,85
70,1
227.5/

45,25
107,4
101/-
42,30
107,0
94/5
162,05
51,1
18.1(7
75
57,7
20
Nov.


w
357,50
45,5
39.1319
150,10
54,1
16.1313
1726,80
59,4 191.141-
46,85
111,1
1041-
39,85
100,8
8815
143,20
45,1
15.17/11
74
56,9
19′ Dec.
2
362,70
46,1
40.712
144,90
52,2
16.2/6
1734,45
59,7
193.-/-
49,-
116,3
09/-
38,80
98,2
8614
139,-
43,8
15.915
70
53,8
187,

• Jan.

1938
Febr.
367,75
46,8
40.19/6
143,50
51,7
15.19
1
9
1640,65
56,5 182.16
1

48,90
116,1
109
1

36,50
92,4
81
1
4
134,05 42,2
14.18
1
9
74
56,9
19′
»
353,70
45,0
39.8/9
137,35
49,5
15.6
1
3
1642,15
56,5
183.1
1
11
48,90
116,1′
109
1

33,45 84,6
74
1
6
128,85
40,6
14.7
1
4 75
57,7
20′
1

Mrt.

»
357,25
45,4
39.î6/7
144,80
52,2
16.2110
1649,65
56,8
183.1812
48,90
116,1
1091-
31,80
80,5
70111
128,90
40,6
14.714
75
57,7 20
3
,
Apr.
w
354,85
45,1
39.1117
141,35
50,9
15.1514
1536,80
52,9
171.915
48,85
115.9
1091-
32,80
83,0
73(2


124,75
39,3
13.1814
71
54,6
18
7
1
Mei

»
1
328,80
41,8
36.1219
127,8′
46,0
14.4111
1452,30
50,0
161.1616
48,90
116,1
1091
29,75 75,3
66/4
113,50
35,8
12.1216
70
53,8
18′,
Juni

»
317,80
40,4
35.915
125.35
45,1
14.-!-
1599,30
55,0
178.101-
48,85
115,9
1091-
28,05.
.71,0
6218
118,40
37,3
13.413
71
54,6
18′
Juli

»

356,45
45,3
39.15(11
133,50
48,1
14.1812
1725,45
59,4
192.1312
48,80
115,8
1091-
27,25
69,0
60111
127,85
40,3
14.516
72
55,4
19′
Aug.

,.

363,35 46,2
40.12/9
127,20
45,8
14.4
1
6 1722,60
59,3
192.131-
48,75
115,7
109
1

26,80 67,8
60
1


124,10
39,1
13.17
1
6
72
55,4
19
3
1

Sept.

»
374,701
47,7
42.-!-
136,50 49,2
15131

1721,30
59,4
193.12,6
48,60
115,3 1091-
28,30′
71,6
6315
126,85
40,fl
14.415
72 55,4
19′
Oct.

»
o
399,35
50,8
45.111-
141,55
51,0
16.2111
1817,05
62,5
207.5/
t

47.80
113,5
1091-
30,05 76,0
6817
132,30
41,7
15.119
72.
55,4
19
9
1
1

8 Nov.

»
8-IS
400,85
51,0
45.1613
140,55
50,6
16.113
1855,

63,8
212.-/-
47,70
113,2
109
1

30,20
76,4
69)-
128,50
40,4
14.13
1
9
71
54,6
19
9
1

»

,,,


15-22

.,

,,

404,50
381,25
51,4
48,5
46.6:3
41.3l9
143,-
137,50
51,5
49,5
16.7(6
15.18
1
9
1888,65
1844,15
65,0 63,5
216.51-
213.15/-
47,60
47,-
113,0
111.6
1i9)

109
1

30,25 29,85
76,5
‘75,5
6913
69
1
3-
12d,55
121,85
40,5
38,4
14.14
1
5
14.216
72
72
55,4
55,4
19″
20′,
22-29

»

,,
372,25
47,3
43.1113
135,40
48,8
15.16111
1832,90
63,1
214.101.
46,55
110,5
1091-
29,05 73,5
68/.
118,05
37,2
13.1613
72
55,4
201,

IDDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexeijfers gebaseerd op 1927 t/m 1929 = 100).

917
1f
GE-
SLACHTE
GE- SLACIITE
DEENSCH
BACON
BEVROREN ARO. RUND-

CACAO O.F.
KOFF1E
Loco R’damjA’dam
SUIXER
Witte krist.-
THEE
N.-Ind.thee-
RUNDEREN
VARKENS
middeigew. No. 1
VLEESCH
Accra per 50 kg
Nederland
c.i.t.
.

per ’12 kg.
suiker loco veilina A’dam
Gem.Tava- en
o
(versch)
per 100 kg
(versch)
oer 100 kg
Londen per cwt.
Londen per 8 lbs.
Rotterdam( Amsterdam
Sumatrathee
E
Robusta
1

Superior
HerLNed.Ct.l
Not.
Heri.Ned.Ct.
Not.
Herl.Ned.Ct.
Not.
!otterdam Iotterdam
Santos
per 100 kg.’.
.

per ’19 kg.

f
%
T
%lsh.
Ti
%
%

1927

– –

65,15
97,8
110716
2,73 92,2
416
41,21
119,4
68/-
46,87
5

95,5
54,10
91,4.
19,125
119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
98,2
77,50
90,8
66,80
100,3
111015
3,03
102,4
51-
34,6’I
100,4
5713
49,62
5

101,1
63,48
107,3 15,85
99,1
75,25 99,3 102,2
1929
96,40
101,8
93,12
5

109,2 67,81
101,8
1112/2
3,12
105,4
512
27,70
80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3
69,25
91,4
94,7
1930.
108,-
114,0
72,90
85,5
57,19
85,9
1

94/7
2,97
100,3
4111
21,04
61,0
34111
32
65,2
38,10
64,4
9,60
60,0
60,75
80,2
72,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6
6316
2,44
82,4
414
13,84
1

40,1
2417
25
50,9
27,10 45,8
8,-
50,0
42,50
56,1
53,3
1932
61,-
64,4 37,50
44,0
25,46
38,2
5817
1,70
57,4
3111
11,77
‘34,1
2711
24
48,9
30,04
50,8
6,325
39,6 28,25 37,3
43,0
1933
52,-
54,9
49,50
58,0
30,74
46,2
7417
1,54
52,0
319
9,30 26,9
2217
21,10
43,0
22,83
38,6
5,325
34,5 32,75 43,2
37,0
1934
61,50
64,9
46,65
54,7 32,94
49,5
8811
1,42
48,0
31912
8,15 23,6
21110 16,80
34,2
18,40
311
4,07
5

25,5
40
52,8
34,9
1935
48,125
50,8
51,625
60,5
32,-
48,1
8815
1,19
40,2
313
1
1
8,15 23,6
2216
14,10
28,7
15,21
257
3,85
24,1
34,50
45,5 32,5
1936
53,42
5

56,4
48,60
57,0
36,37
54,6
9316
1,48
50,0
319
1
1
12,05
34,9
3014
13,62
5

27,8
16,87
5

28,5
4,02
5

25,2
40
52,8 39,2
1937
71,27
5

75,3
6i,85
72,5
.42,27
63,5
94/1
1,90
64,2
413
17,35
50,3
3818
16,62
5

33,9
22,375
37,8 6,22
5

38,9
53,50
70,6
53,6

Sept. 1937
72,42
5

76,5 69,20
811
46,17
69,3
102110
1,96
66,2
4/41s

15,97
46,3 35/7
16,75
34,1
23
38,9 6,325
39,6
56
73,9
55,1
Oct.

,,
69,97
5

73,7 70,20 82:3
43,70
65,6
9716
1,91
64,5
413
12,55
36,4
28/-
15,75
32,1
22,87
5

38,7 6,40
40,0
55,25 72,9
55,0
Nov.

,,
68,17
5

72,0 72,37
5

84,8
40,77
61,2
9016
1,95
65,9
414
12,18
35,3
2711
13,50
27,5
20
33,8 6,42
5

40,2
53,75 71,0
52,2
Dec.

,,
68,95
72,8
72,15
84,6
43,23
64,9
9612
1,92
64,9
4/3
1
1,
11,07
32,1 2418 13
26,5
17,25
29,2 6,40
40,0
47,75
63,0
51,0′

Jan.

1938
70,82
5

74,8 70,37
5

82,5
43,54
65,4 97/-
1,96
66,2
4(41/
2

12,18
35,3
272
13
26,5
16,10
27,2
6,17
5

38,6 51,25
67,7
51,1
Febr.

,,
70,25
74,2 68,75
80,6
43,95
66,0
98/-
2,08
70,3 4/7
1
(,
12,44
36,0
2719 13
26,5
16
27,0
5,40
33,8
50,25
66,3
50,3
Mrt.


69,15
73,0 66,37
5

77,8
45,87
68,9
10212
1,90
64,2
413
13,30
38,5
2918
13
26,5
15,50
26,2
5,05
31,6
52,25
69,0 48,6
Apr.

,,
70,35 74,3 64,40 75,5
47,29
71,0
10516
1,88
63,5
412
11,68
33,8
2611
13
26,5
15
25,4
4,65
29,1
53,50
70,6 47,9
Mei

,,
71,50
75,5
62,-
72,7
46,22
69,4
1031-
1,92
64,9
4/3′!,
8,64
25,0
1913
12,50
25,5
14
23,7
4,70
29,4
53,-
70,0
47,1
Juni
70,50
74,4
59.95
70,3
43,99
66,1
9812
1,96
66,2
4(41/2

8,74
25,3
1916
12,50
25,5
13,75
23,2
4,72′
29,6 49,50
65,3 45,5
Juli

,,
67,20
71,0 62,40
73,1
46,46
69,8
10319
1,98
66,9
415
9,76
28,3
21/94
12,75
26,0
14
23,7 4,95
31,0
47,75
63,0 46,5
Aug.

,,
67,-
70,7
63,75
74,7
45,32
68,1
10115
1,96
66,2 4/4
1
/,
10,04
29,1
22154
13,30
27,1
14,10
23,8
5,–
31,3 49,50
65,3
45,5
Sept.
64,65
68,3
62,45 73,2
43,67
65,6
99/-
1,90
64,2
413314

10,41
30,2
23144 13,50
27,5
14,50
1

24,5
5,35
33,5

70,0
45,7
Oct.


63,65 67,2
62,50
73,3
43,-
64,6
98/-
1,99
67,2
41614
10,02
29,0
22110
4
14,30
29,1
15,50
26,2
5,22
5

32,7

71,3
44,6
8 Nov. ’38
61,30 64,7
61,-
71,5
41,54
62,4
951-
2,02 68,2
41711s

9,75 28,2
22’3
14
28,5
15,50
26,2
5,375

33,6
53,-
70,0
44,1
15

,

,,
60,70
64,1
61,50
72,5′
41,54
62,4
951-
2,02 68,2 4/7
1
1,
9,87
28,6
2219
14
28,5
15,50
26,2
5,75
36,0
50,25 66,3
43,6
22

,
63,30 66,5 60,50
70,9
39,03
58,6
901-
2,01
67,9
4(7
1
1,
913
26,4
2113 14
28,5
15,50
26,2
5,375

33,6 50,25
66,3
42,7
.29

,,

,,
63,30 66,8 60,50
70,9
36,87
55,4
86/-
1,95
65,9
4(6
1
1,
9,20
1

26,7
21/6
14
28,5
15,50
26,2 5,25
32,8 50,25 66,3
43,0

ORENENHOUT
Zweedsch ongesort.
2/,
X
7 per standaard
ex opslagpi. Londen

VUREN- HOUT
basis 7″ f.o.b.
Zweden/FinI.
per standaard
van 4.672 M’.
KOE-
HUIDEN
Gaaf, open kop
57-61 pond
Veiling te
Amsterdam

COPRA
Ned.-Ind.
1. m.s.
per 100 kg
‘Amsterdam

GRONDNOTEN
Gepelde Coromandel,
per longton
c.i.f. Londen

LIJNZAAD
L. Plata
loco
Rotterdam
per 1000 kg.
1)

GOUD
cash Londen
per ounce tine

Herl.Ned.Ct.I

Not.

0.
E

,
9
Hen. Ned. Ct.
1

Hen. Ned. Ct.
1

Not,
7
7
7
T
£
7
%
T
%
sh.

1927
23028
100,1
19.-/-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,625
106,5
266,03
106,4
21.18111
185,-
95,0
51,50
100,1
85/-
105,3 104,4
124,1
1928
229,90
100,0
19.-/-
151,50
99,2
47,58
118,7
31,875
104,1
254,10
101,6
21../-
185,25 95,1
51,45
100,0
85/-
102,0 100,2
94,6
1929 229,71
99,9
19.-/-
146,-
95,6 32,25
80,5
27,37
5

89,4
230,16
92,0
19.-/9
214,-
109,9
51,40
99,9
85/-
92,7
95,4′
84,5
1930
218,43
95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3
22,625
73,9
175,55
70,2
14.1014
181,75
93,3 51,40
99,9
85/-
69,6
75,1
,60,0
1931
187,88
81,7
16.14/-
110,75
72,5
18,65
46,5
15,375
50,2
136,69 54,7
12.2111
95,50
49,0
52,-
101,1
9215
47,6
54,6
44,7

1932
136,14
59,2
15.13/4
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2
15.-14
70,-
35,9
51,25
99,6
1181-
35,1
43,0
38,4
1933
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30
30,4
90,39
36,1
10.1914
75,50
38,8
51,35
99,8
12417
33,1
39,0
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90 22,5
71,90
28,7
9.1213
72,75
37,3
51,50
100,1
137/8
31,6
37,3
36,5
1935
12791
‘55,6
17.1314
59,50 39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7
14.81-
67,25
34,5
51,50
100,1 14212
32,2 37,0
34,8
1936
13998
60,9 17.19/10
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.1119
85,-
43,6
54,60
106,1 14014
39,0 42,2
40,1
1937
205,35 89,3
22.1712
132,25
86,6
23,35
58,2
15,22
5

49,7
127,81
51,1 14.418
110,50
56,8
63,20
122,8 140/9
53,4
57,8
55,9

Sept. 1937 Oct.
211,03
91,8
23.101-
135,–
88,4
25,-
62,4
13,15
42,9
120,84
48,3
13.911
115,25
59,2
63,05
122,5
14014
52,4 50.4
57,9
56,1
54,1
,,
Nov.
210,65 209,46 91,6
91,1
23.101-
23.51-
135,-
132,50
88,4 86,8
23,-
18,-
57,4
44,9
13,50 12,50
44,1
40,8
121,70
109,57
48,7 43,8
13.1117
12.313
116,75 110,50
59,9
56,7
63,-
63,10
122,4 122,6
140164 140114
47,7
53,2
50,1
45,4
Dec.
206,69 89,9
23-/-
125,-
81,9
17,-
42,4
12,37
5

40,4
105,31
42,1 11.1415
109,75
56,3
62,85
122,2
139110
44,9
51,8
45,5

Jan.

1938
203,65
88,6
22.1319
123,-
80,6
19,-
47,4
11,87
5

38,8
99,85
39,9
11.216
109,75
56,3 62,65
121,8
13917
44,4
51,9
43,5
Febr.
199,56
86,8
22.51-
122,50
80,2
17,-
42,4
10,95
35,8 95,86
38,3
10.1319
108,-
55,5
62,70
121,9
139194
43,4 51,0
43,4
Mrt.

,,
197,49
85,9
22.-/-
116,25
76,1


15,-
37,4
10,97
5

35,8
92,92
37,2
10.712
106,25
54,6
62,75
122,0
139/11
41,8
49,9
42,0
Apr.

.
197,23
85,8
22.-/-
110,-
72,0
14,50
36,2
10,625
34,7
90,22
36,1 10.113
101,75
52,3
62,65
121,8
13919
40,0
48,9 38,8
Mei

,,
195,17
84,9
21.151-
105,50
69,1
14,50
36,2
10,42
5

34,0
91,54
36,6
10.41-
98,50
50,6
62,85
122,2
140fr4
39,4 47,8
37,5
luni

,,
190,37
82,8 21.51-
102,50
67,1
14,-
34,9
9,775

31,9
92,40
36,9
10.613
96,-
49,3
63,05
122,5
1
40184
38,9
47,1
39,2
Juli
188,10
81,8
21.-!-
102,50
67,1
14,75
36,8
10,125
33,1
97,26
38,9
10.1712
102,-
52,4
63,20
122,8
141/2
41,3
48,2 43,8
Aug.
187,70
81,6
21 .-/-
103,-
67,5
14,75
36,8
9,725
31,8
93,55
37,4
10.913
96,50
49,6
63,60
123,6
14214
40,9
41,6
.

44,7
Sept.

,,
182,97
79,6
20.15/-
105,-
68,8
15,25
38,0
9,475

30,9 91,44 36,6
10.5/-
96,25
49,4
64,55
125,5
14419
41,0 48,0
46,0
Oct.


184,29
80,1
21.-!-
107,-
70,1
15,75
39,3
9,07
5

29,6
88,01
35,2
10.-/9
92,50
47,5
63,90
124,2
145194
41,3 47,8
47,2
8 Nov. ’38
179,30
78,0 20.101-
10850
71,1
15,75
39,3
8,625
28,2 83,67 33,5
9.11/3
90,-
46,2
63,95
124,3
146114
41,0
47,4
47,2
15

,,

.
179,27
78,0 20.101-
108,50
71,1
15,75
39,3
8,625
28,2
85,15
34,0
9.15/-
87,50
44,9
64,05
121,5
14618
40,9
47,2
46,5
22

,,
177,81
77,3
20.101-
108,50
71,1
15,75
39,3 8,87
5

29,0
85,20
34,1
9.1716
90,50
46,5
63,85
124,1
1471114
40,6 46,5
44,6
29

,,
175,76
76,4
20.101.
108,50
71,1 15,50
38,7
8,75 28,6
86,52
34,6
10.216
92,-
47,3
64,-
124,4
149194
40,4 46,3
44,4

Westf.(HoIl.
PETROLEUM
BENZINE

KALK-
ZWAVELZURE
CEMENT
ST
E EN E
N

bunkenk. ongez.
Mid. Contin. Cnude
33 t/nl. 33.9°
Bé s.
g.
Gulf
Exp.
64166
0

per
SALPETER
franco schip
AMMONIAK
levering bij
50 ton franco


_______________
binnenmuur
p
1000
stuksip.
buitenmuur
f.o.b. R’daml
A’dan, per
te N.-York
p.
barrel
U.S.
gallon
Ned.penlookg
franco schip
Ned. pen 1
00
kg
voor den
wal
Rood en
stuks
1 Klinkers en

° 1000 kg.
bruto

Rotterdam
Boeregnauwj
Hardgnauw

”E!
.E2
H
Not.
HenI.Ned.Ct.I Not.
T
%
7
j
cts.
%
e
t
s.

7-
7
3″
Y
3r
T
ir
1927
11,25
103,1
3,21
103,6
1,28
37
128,0 14,66
1
11,48
102,6
11,44 102,5
18,-
99,0
13,65
104,3 16,50
88,4
105,1
105,2
1928
-10,10
92,5
2,99
97,1 1,20
24,85
85,9
9,98
1
11,48 102,6
11,08
99,3
18,-
99,0
13,60 104,0
19,50
104,5
96,5
99,0′ 1929
11,40 104,4
3,06
99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,55 102,0
12,-
91,7
20,-
107,1
98,5
05,9
1930
11,35
104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
18,55 102,0
II,-
84,1
19,-
101,8
83,3
77,1
1931
10,05
92,1 1,42
46,1
0,57
12,38
428
4,98
8,61
77,0
7,73
69,3
16,55
91,0

76,4
15,50
83,0
61,9
55,4
1.932

73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
415
4,83 6,15
55,0 4,20 37,6
12,-
66,0 8,50
65,0
II,-
58,9
49,6 43,0
1933
7,-
64,1 1,14
37,0
0,57
9,24
32,0 4,63
6,18
55,2 4,63 41,5

60,5
8,75
66,9
10,50
56,2
46,4 40,3
1934
6,20
56,8
1,40
45,5
0,94 7,18
24,8 4,84
6,11
54,6 4,70
42,1
11,25
61,9
7,-
53,5 8,50
45,5 44,8
38,8
1935
6,05
55,4
1,39
45,1
0,94 7,65 26,5
5,18
5,89
52,7
4,81
43,1
11,-
60,5 6,75
51,6 8,50
45,5
46,4
39,9
1936
6,60
,
60,5
1,63
52,9
1,04
8,86
30,6
5,65
5,70
51,0
4,82 43,2
10,50
57,7 6,75
51,6 8,75
46,9 48,5
44,1
1937
8,80 80,6
2,09
67,7
1,15
11,08
38,3 6,10 5,75

51,4
-4,97 44,5
11,35
62,4 7,50
57,3
9,50
50,9 66,4 60,5

Sept. 1937
9,-‘
82,4
2,11
68,4
1,16
11,56
40,0 6,38 5,75
51,4
4,95
44,4

.
11,35
62,4
7,45
56,9
9,50
50,9
65,6 59,6
Oct.

,,
8,95
82,0′ 2,10
68,0
1,16
11,25
38,9
6,22
5,80
51,8
5,-
44,8
11,35
62,4 8,25
63,1
9,75
52,2
62,1
56,8
Nov.

,,

82,4 2,09
67,7
1,16
10,49
36,3 5,82 5,85
52,3
5,05
45,3
11,35
62,4
8,25′
63,1
9,75
52,2
59,0 53,9
Dec.


9,35
85,6 2,09
67,7
1,16
9,60
33,2 5,34
5,95
53,2
5,15
46,1
11,35
62,4 8,25
63,1
9,75 52,2
58,5
52,3-

Jan.

1938
9,90
90,7
2,08
67,4 1,16
9,34
32,3
5,20
6,05
54,1
5,25
47,0
12,85
70,7
8,50
65,0
10,50
56,2
59,1
52,4
Febr.

,
9,90
90,7
2,08
67,4
1,16
9,10
31,5
5,09
6,10
54,5
5,30
47,5
12,85
70,7
8,50 65,0
10,50
56,2
58,0 51,4
Mrt.

,,
9,90 90,7
2,09
67,7
1,16
9,08
31,4
5,05
6,15
55,0
5,35
47,9
12,85
70,7
8,50 65,0
10,50
56,2
58,1
50,1-
Apr.

,,
9,90
90,7 2,09
67,7
1,16
8,89 30,7
4,94
6,20
55,4 5,40 48,4
12,85
70,7
9,-
68,8

64,3
57,5
49,5
Mei

,,
9,90 90,7
2,10
68,0
1,16
8,92
30,8 4,94
6,25
55,8
5,45
48,8
12,85 70,7
9,-
68,8
12,-
643
55,6 48,3
Juni

,,
94
4
0
90,7 2,10 68,0
1,16
8,88
30,7
4,91
6,25
55,9 5,45
48,8
12,85
70,7
9,-
68,8
12,-
643
55,7 48,0
Juli

.

,,
9,90
90,7
2,11
68,4
1,16
8,97
31,0 4,94
5,55
49,6
4,80 43,0
12,85
70,7
9,-
68,8
12,-
64,3
55,9 49,3
Aug.

,,
9,80
89,8
2,12
68,7
1,16
8,89
30,7
4,85
5,65
50,5
4,90
43,9
12,85
70
1
7
9,50
72,6
12,-
64,3
55,7

48.9
Sept.
9,60
87,9
2,16
70,0
116
8,93
30,9
4,81
5,70
51,0 4,95
44,4
12,85
70,7
9,50 72,6
12,-
64,3 56,5

49,5
Oct.
.
9,45
86,6

1,91
61,9
1
:04
8,68
30,0 4,72
5,75
51,4
5,-
44,8
12,85
70,7
9,50
72,6
12,-
64,3
56,9

49,8
-8 Nov. ’38
9,45
86,6
1,77
57,3
0,96
8,51
29,4 4,63
5,80
51,8 5,05
45,3
12,85
70,7-
9,50
72,6
12,-
64,3
56,5


49,4
.15

‘_

,,
9,45
86,6
1,78 57,7
0,96 8,52
29,5
4,63
5,80 51,8 5,05
45,3
12,85
70,7
9,50
1

72,6
12,-
64,3
58,8
49,0
.22

,
9,30
85,2
1,77
57,3
0,96
8,21
28,4
4,44 5,80
51,8
5,03 45,3
12,85
70,7
9,50
1

72,6
12,–
64,3 55,8
48,9
29

,,

,,
9,15 83,8
1,76
57,0 0,96
8,16 28,2
4,44 5,80
51,8
5,15
45,3
12,83
70,7
9,50
1

72,6
12,-
61,3 55,2
43,4

918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 November 1938

BANK VAN ENGELAND.

Bankbilf.
1
Bankbiij.
1.

Other Securities
Disc.and
Securities
Data
Metaal
1

in
in
Bankingl
1
circulatie

1
Departm.
Advances
23 Nov. 1938
1 327.681
476.058 1

50.356
1

12.184

1

21.128
16

,,

1938
1
327.6741 478.588

47.827
1

12.405

20.587

22 Juli

1914
40.164 29.317 33.633

1
Other Deposits
1
Dek-
Data
00v.
Sec.
Public
De,00s.
1
Bankers

Other
Reserve
t
kin
es-
Accounfs
1
perc.
1)

23 Nov.’38
1

91.801
1

31.730
1

92.249 1

34.970
1
51.6231
32,4
16

,,

’38
95.236 35.047
89.486

35.037
49.0871

30,7

22 Juli ’14
11.005
14.736
42.185 29
.
297
1
52
JY.I.uUuiIIg tuooLIICII
nçoç,
Yc CII LICpUbILD.

BANK VAN FRANKRIJK.

1
Te goed
Wis
Waarv.l
Belee-

Renteloos
Data
Goud
ZilverI
In het
buitenl. –
sets
op het buitenl.I

ningen
voorschot
a.d.Staat

17Nov.’38
5201
13

30.627
10

,,

’38
55.808
49l
12
14.964
751
6.276
51.334

23 Juli’14
4.104
6401
-1

1.541
8
769

Bonsv.d.I
Diver

1
1

Rekg. Courant
___________________________
Data
zelfst.
amort.h.
1

sen
1)
Circulatie
1
Staat
1
Zelfst.
1
Parti-
vjmort.k.l culieren
17 Nov.’381
5.570
1

2.857
1

107.349
1

3.892

1

2.290
1 31.604
10

,,

‘3 8
5.570
3.219
1
108.771
1

1.2371
2.311
23.439

23 Juli ’14j

1

5.912
401

943
o.uatyuat aIIva.

DUITSCHE_RIJKSBANK.

Daarvan
1
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-

1
als goud-
wissels
Belee-
ten!. circ.
1
dekking
en
ningen banken
1
)
J
geldende
cheques

23 Nov. 1938
1

70,8
10,6
6,2
6.611,4
26,3
15

,,

1938
1

70,8
10,6
6,0
6.775,2
26,9

30 Juli

1914
11.356,9


750,9 50,2

Data

Effec-

Diverse
1
Circu-
1
Rekg.-
1
Diverse
1
i

ten

Activa2)
j

latie

1

Crt.

1 Passiva

23 Nov. 1938

548,3

1.348,9 6.992,9

1.042,4

417,0
15

,,

1938

548,3

1.334,8

7.208,7

948,7

408,7

30 Juli 1914

330,8

200,4

1.890,9

944,-

40.0
1) Onbelast.
3)
wo. Rentenbankscheine 23, 15Nov., resp. 40,38 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË (in Belga’a.

Goud

0
.0

.

Rekg. Crt.

Data
1938
..-o
.5

00,i.000,

,

uo

7T1.I3.446I
57
1

9101

292
38
117
Ol
1361
447
17/] 1 .
I339J
52
9001

306
46
147
230
4.4811
1191
432

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad

Wissels

Data

1
Goud-

,,Other

In her- 1 In de
Totaal

certtfl-

cash”
2)

disc. v. d.
1

open
member

markt
bedrag

coten’1

banks
i
gekocht

9Nov.’38 11.326,8 11.317,7

351,8

7,8 1

0,5
2,,’38
11.295,8111.287,7

368,2

8,1 _0,5

Belegd

F. R.
1

1

1
Goud-
1
Alr
,
em.

Data

in jj
, 1
Notes
i
Totaal 1 Gestort
1
Dek-
1
Jj’ek-
1
in clrcu-I si9,’ lKapitaall kings-
1
kings-

Gov.Sec.
1
iatie
t

1

perc.3)
1
perc.4)

9 Nov.’381 2.564,0 4.355,8 1 9,654,4 1
134,0
1
83,4 1


2 ,, ‘381 2.564,0 1
4.319,8
1
9.688,0
1
134,0
1
83,3
1


1) Deze certificaten werden door de Schatkist aan de Reserve Banken
gegeven voor de overname van hel goud, toen de
$
op 31Jan.
1
34 van
100 op 59.06 cents werd gedevalueerd.
3) Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank notes.
3) Verhouding tolalen goudvoorraad tegenover opeischbare schul-
den: F. R. Notes en netto deposito.
45
Verhouding tot

voorraad
muntmateriaal en wettig betaaimiddei tegenover idem.
PARTiCULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

1
Dis-

1
I
Aantal Totaal
1
Waarvan
conto’s

t
en
t
Beleg-
gingen
de
.
depo-
1

time
Data

tleenine.I
beleen.
t
banks
sitdeposits

2 1Tov.’38t
2
t

8.327
113.081
t
7.116
1
28.155
t

5,155 26 Oct. ‘381
3
1

8.346
13.147
1
7.200
28.385
1

5.156
Iie posten van ue usa. Iiank, de .iavascne bank en ae bank ot
England zijn in duizenden, alle overige posten in millioenen van
de betreffende valuta.

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 28 November 1938,

Activa.
Binnenl. Wis-( I.Ifdbk.
f
14.673.108,48
sels, Prom., Bijbuk. ,,

203.794,10
enz.in
disc. Ag.sch.,,973.586,49
f

15.850.489,07
Papier o. h. Buitenl. in disconto ……

Idem eigen portef.
f

3.600.000,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.

3.600.000,-
BeleeningenHfdbk.
f
296.131.424,401)
ncl.
vrsch.
Bijbnk. ,,

2.009.684,07
in rek.-crt. Ag.sch.,,22.863.007,95
op onderp.
f
321.004.116,42

Op Effecten enz. ..
f
319.483.175,051)
Op Goederen en Ceel.,,1.520.941,37

321.004.116,421)
Voorschotten a. h. Rijk ……………..,


Munt, Goud ……
f
106.637.545,- &Iuntmat., Goud ..,,1.374.373.741,79

fl.’18l.011.28ti,79
Munt, Zilver, enz.

24.846.513,65
Muntmat. Zilver .


,, 1.505.857.800,442)
Belegging van kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds ……………………,,

43.425.048,07
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,

4.580.000,-
Diverse rekeningen ………………,,

10.682.529,85
Staatd. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221),,8.905.871,61

Passiva.

fl.9l3.9O5.855,46

Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,

4.860.787,51
Bijzondere reserve ………………,,

7.102.179,67
Pensioenfonds …..
……………..
,,

11.851.825,93
Bankbiljetten in omloop…………..,, 1.004.769.895,_
Bankassignatiën in omloop ……….,, 12.044,95
Rek.-Cour ( Het Rijk
f
111.902.289,57
saldo’s:

Anderen,, 750.259.311,90

862.161.601,47
Diverse rekeningen ………………,,

3.147.520,93

f
1.913.905.855,46

Beschikbaar metaalsaldo …………
f
759.247.968,75
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is

1.898.119.920,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………..,,


1) Waarvan aan Nederlandsch-lndjf
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……..
f
63.247.800,-
3) Waarvan In het buitenland ……………………. ..352.374.408,08

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Circula iie
opeischb.
Metaal-
kings
Munt
t
Muntmat.
schulden
saldo
perc.

28 Nov. 38
1066381.374.374
1004.770
862.174
759.248
81
21

,,

’38
106638 1.374,374
993.887
859.523 764.217
81

25 Juli

’14
65.703

96.410 310.437
6.198
43.521
54

Totaal

Schatkist-
B
1


Papier
Diverse
Data
bedrag

promessen
nl
e
nen

g
op
het
1

reke-
disconto’s rechtstreeks
bulten!.
ningen
1)

28 Nov. 1938
15850

321.004
3.600
10.683
21

,,

1938
15.785

307.633 3.600
11.011

25 Juli

1914
67.947

61.686
20.188
509 ‘)Un(ier (ie activa.

JAVASCHE BANK.

Data
Goud
Zilver
Circulatte
Andere
opeischb.
schulden

Beschikl
metaal-
saldo

26 Nov.’38
2
)
138.050 185.910
87.160
28.822
19

,,

38
2
)
138.070 188.740
84.420 28.806

29 Oct.1938
116.886

21.918 189.286
83.044 29.872
22

,,

1938
116.886

20.934
189.861
82.124 29.026

25 Juli1914
22.057

31.907
110.172 12.634 4.842

Data

t t
bu’,” t
N.-Ind.
t
betaaib.
t

Dis-
conto.s
t

Belee-

t
I
ningen
t
t

t

Diverse
reke-
ningen
1)
IIg,I
perce
lage

26 Nov.’38
2
)
8.420
72610
67.780
51
19

,,

’38
2
)
8.980 73.040 66.850
51

29 Oct. 1938
2.629 69.519
51
‘13.759

50.164
22

,,

1938
2.650
13.641

1

49.607 68.808
51

25 Juli1914
6.395 7.259

1

75.541′
2.228
44
‘) Sluitpost activa. ‘) C
Iers telegrafisch ontvangen.

Auteur