Ga direct naar de content

Jrg. 23, editie 1168

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 18 1938

18 MEI 1938

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch~Statistische

Ben*chten’

ALGEMEEN
WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN
VAN DE
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

23 JAARGANO

WOENSDAG
18
MEI
1938

No. 1168

COMMISSIE VAN REDACTIE:

GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.
P.
Lief tinek; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. ,e Vries en
De Fransehe Franc bleef in de verslagweek vast ge-
ii. M. H. A. van der Valk (Redaoteur-Secretarss).

stenid. In de noteerinz kwam weinir veranderina dc lichte

Redactie-adres: Pieter de Floochweg 122, Rotterdam-West. Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-
na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens
tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:
Nijgh d
van Ditmar N.V., Uirgevers, Rotterdam, Am-
sterdam, ‘s-Gravenhage. Postclièque- en giro-rekening
No. 145192.

Abonnementsprijs voor liet weekblad franco p. p. in
Nederland f 16,—. Abonnementsprijs Economisch-,Statis-
tisch Maand bericht f 5,— per jaar. Beide organen samen
f20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,
f6,— en f23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-
teurs en leden van liet Nederlandsch Economisch Institula
ontvangen liet weekblad en liet Maand bericht gratis en
genieten een reductie op de verdere publicaties.

BERICHT.

Dr.
H. M. II. A.
van der Vaik is aan het einde van
de vorige week van zijn tijdelijk verblijf aan de Bank
voor Internationale Betalingen teruggekeerd en heeft
zijn redactioneele werkzaamheden hervat.
Wij brengen op deze plaats den heer Dr. Th. van
Luyteiaer gaarne dank voor het vele goede werk door

hem als waarnemend redacteur-secretaris verricht.

De Commissie van Redactie.

INHOUD:

Blz.

WTERKLOOSHEID, WEERBAARHEID, WEDEROPLEVING
door
Prof. Dr. N. J. Polak ……………………….372

Werkloosheid is een verschijnsel van welstand! door
4. F. Bronsing …………………………….373

Mexicaniseering en bescherming van buitenlandsche
investeeringen door
E. Henny ………………..374

Ddtournement de pouvoir en ordening; II (Slot) door
Prof. Dr. H. W. C. Bordewijk ………………..374

Liet achtste jaarverslag van de B.I.B. door
Prof. Dr.
G
. M. Verrijn Stuart ……………………….379

AANTEEKENINGEN:

De pakketpost der Duitsche posterijen in het

conjunctuurverloop ……………………..
381

De zichtbare suikervoorraden in de wereld ……
382

IIAANDOIJFERS:

Emissies in April
1938……………………..382

ONTVANGEN BOEREN …………………………..
382

Statistieken:

Geldkoersen-Wisselkoersen-Bankstaten ……………..383, 386
Oroothandeisprijzen ………………………………..334_383

koersstijginig liep paiil1el met die van het Pon’d’ Sterling,
waai-op de politiek van het Fransehe Egalisatiefouds is
afgestemd. Dc kapitaal’tei-agvloeiinig houdt blijkbaar nog
steeds aan, in verband waarmee de Fransohe geldmarkt een opmerkelijke ruimte vertoont, een verschijnsel, dat
reeds geruimen tijd niet meer was waargenomen, en dat
onderstreept is dooi-, een verlaging van het bankdisconto
tot 2Y2
1
pot.,
een geste, die natuui-lijk bovendien op psycho-
logisch effeot berekend was. Te Londen was in verband
niet de Fransehe repatrieeringsbeweging de geldmark’t eer-
der krap, mede als gevolg van het feit, dat het Exc’hange
Equaiisation Fund niet in eveni-edigheid mt de goudaf-
giften sehaitkistpapier uit de markt nam, doch blijkbaar
ter belegging van aldus vrijkomende middelen ten deele
papier van de Bank of England overnam.
De belangstelling van de wisselmarkt was overigens
veel meer dan op den Fransehen op den Belgischen Franc
geconcentreerd. Ook dit keer was aan het verloop van den
contanten koers allerminst de stemming voor deze valuta
af te meten, omdat officieele interventie de noteerilig vol-
komen in handen had. Zelfs werd een stijging reeds in dan
aanvang der week geforceerd, die nog gestimuleerd werd
toen in het midden van de week de kabinetscrisis vermeden
leek te zullen worden. Toen de moeilijkheden – weer acuut
vei-den, ging het koersavans verloren. Het aanbod van
Il3eigas uit hoofde van kapitaalvlucht
IS
Vrij groot geweest,
zoowel voor omzetting in deviezen als voor aankoop van
gouden munten, waarvan de prijs deze week belangrijk kon
herstellen. Veel duidelijker uitte zich de baisse-aanval op de Beiga in de termijnnotceringen. Aanvankelijk hield de
interventie zich geheel buiten de termijnnoteeringen, zoodat
de speculatie daar vrij spel had. Aangezien strenge maat-
regelen waren getroffen tegen voorsoho’bverleening aan bui-
tenlandei-s, kon van de zijde der rente-arbitrage geen
steun aan de termijnmarkt worden verleend.
Na de snelle oplossing van de Regeeringserisis trad zoo-
wei voor eonta,nte als termijubelga’s een belangrijk her-
stel in. Driemaandsfi-ajnes, die in de verslagweek een
oogenhlik waren opgeloopen tot
f 2,30
disagio per 100
Belga’s, werden
01)
den eersten dag der nieuwe week ver-
handeld op 1
h 1,30
disagio. Inmiddels zal het vertrouwens-
herstel thans van de budgetaiire plannen der nieuwe Re-
geering afhangen.
De Guldaii was over het algemeen niet vast. Het Pond,
dait zelf ten aanzien van den Dollar al gedrukt lag (in
het begin van de nieuwe week daalde te Londen de Dollar-
noteering zelfs beneden de
4.97,
hetgeen voor den laatsten
tijd uitzonderlijk laag is) was hier per saldo nog iets in
herstel. In het begin van de week heeft De Nederlaudsohe
Bank vrij veel Penden gekocht tegen oploopende koersen,
naar men aanneemt voor rekening van derden in verband
met het transfer van het Argentijnsahe crediet, Dat onze
markt deze transactie heeft kunnen verduwen met relatief
zoo weinig koersval van den Gulden en zonder dat het
Egalisatiefonds valuta behoefde af te geven, is wel een
bewijs voor het weei-standsvermogen van den Gulden.
De beleggingsmarkt blijft de ‘vaste onder.toon houden,
vooral voor Staatsfondsen bestaat• goede vraag. De jongste
gemeenite-uitgiften zijn nog
niet
overmatig enthousiast op-
genomen, wat Haarlem betreft mede niet, omdat het be-leggirugsfront te kennen had gegeven, het rendement te
laag te achten. Maar de stemming blijft, zooals gezegd,
gunstig, het overvloedige kapitaalaanbod en de uiterst ge-
ringe vraag kunnen zich op den duur niet verloochenen, en herstel ‘van dan toestand van vbÔr de Ansohluss lijkt
in den lijn te liggen.

372

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Mei 1938

WERKLOOSHEID, WEERBAARHEID,

WEDEROPLE VING.

Ons land maakt een moeilijke tijd door. Nadat wij enige jaren lang het wereidherstel buiten ons econo-

rnisëh leven hadden gehouden en tegen het einde van
de wederopleving de deiir half open hadden gezet, is

de nieuwe depressie, die over het wereidverkeer gaat,

ons . opnieuw komen teisteren. De werkloosheid is

nog steeds alarmerénd. Grote groepen der bevol-

king zijn erdoor gedemoraliseerd. Niet alleen de
werklozen en hun gezinnen, ook de distributiebedrij-

ven, die de terugsiag ondervinden van deverrninderde
koopkracht en van de pogingen van de werklozen om
in de distributie te worden ingeschakeld. Vervôlgens

allerlei bedrijven, die voor de binnenlandse markt.

werken. Deze zetten het demoralisatieproces voort
door voor zichzelf zodanige bescherming te zoeken,

dat degeûe, die vooruit wil, wordt belemmerd, de

geestkracht om nieuwe wegen te begaan wordt ge-

dood, en weer een nieuwe groep, die der optimiste,
durvende daadkrachtigen mede wordt gedemorali-
seerd. Gevolg hiervan is weer, dat er vrijwel niets
nieuws wordt aangepakt, dat er bijkans geen kapitaal-

vraag is, de rente en de heleggingsmogelijkheid steeds
‘erder verminderen en ook de beleggers door de. demo-
ralisatie worden gegrepen.

De overheid schijnt gelaten deze toestand te aan-

vaarden. Zij schijnt geen hoop meer te hebben
01)
ver-
betering, anders zonde zij geen maatregelen nemen of
voorstellen doen, die blijk geven van de opvatting,
dat zij de werkloosheid als een chronische kwaal ziet.

Vestigingsverboden, vering van vrouwen uit de be-drijven, niet-toelating van vluchtelingen, weigering

van arbeidsvergunningen, het duidt alles op sombere
berusting hij een ongunstige toestand.
De overheid kak ook geen ijzer met handen breken.
Zijdoet hamir best, voert openbare werken uit, neemt

werkverschaffing ter hand, tracht industrialisatie te
bevorderen. Maar
zij
doet dat alles zô voorzichtig en
ztl
incidenteel, dat zij vaak met de ene hand tegen-
werkt wat zij met de andere probeert te bereiken. Die
voorzichtigheid doet haar solide schijnen, waardoor
zij •uit heel de wereld zwervend heleggingskapitaal

aantrekt, dat de rentevoet opnieuw doet dalen, op de
gulden een opwaartse druk uitoefent, de goudiuvoer

steeds verder doet stijgen en. . . . de demoralisatie
van beleggers en bedrijvigen verder doet toenemen.
Tevens schijnt die financiële voorzichtigheid een
zekere terughoudendheid te veroorzaken bij het in
orde brengen van ‘s lands weerbaarheid. Te deren op-
zichte heerst hij velen hier te lande ongerustheid en
dus di’eigt ook hier demoralisatie.

**
*

Vanzelf komt hier de vraag naar voren, of beider-
lei moedeloosheid niet elkandei versterkt en of niet
een begin van oplossing ligt op een terrein, dat heidé
met elkander verbindt. Kan een met volle kracht
aanpakken van de weerbaarheid niet leiden tot aan-
zienlijke beperking van de werkloosheid, en kan de
moréle versteviging, die van beide uitgaat, niet de
kiem zijn voor een wederopleving van ons thans zo
gedrukte i’olk?

De weerbaarheid toch vereist mensen, materieel en
kunstwerken, maar daarnaast fabrieken en opslag-
plaatsen, die in staat moeten zijn, een voortdurende

vernieuwing van materieel en kunstwerken tot stand
te brengen. Wat deze laatste betreft zijn wij vermoe-

delijk nog onvoldoende geoutilleerd. Wij zijn ver-
plicht, veel van wat voor onze landsverdediging nodig
is, in het buitenland te doen vervaardigen. Militaire

autarkie kan bittere noodzaak zijn, ook voor een land,

dat op economische gronden het streven naar zelfge-
noegzaamheid verfoeit. Is het om militaire beweeg-
redenen wenselijk, ten koste van grote offers bedrij-
ven in te richten, tot het vervaardigen van ai’tikelen,

die men in normale omtandiheden van élders zou
blijven invoeren (b.v. auto- n vliegtuigmotoren,. foto-
apparaten e.d.), dan dient men tot zulke inrichting

over te gaan. Is het op militaire gronden nodig, pro
ductie en opslag van goederen, waarbij economische
overwegingen plaatselijke concentratie hebben teweeg-
gebracht, te dece.ntraliseren, dan moet zulks geschie-

den. Z’oals vele tegenstanders van de steun aan de

landbouw om een bepaalde bevolkingsgroep te helpen,
zich reeds hebben neergelegd bij; de aanzienlijke of-

fers, die het Nederlandse volk brengt om in geval van
oorlog zichzelf in enigszins behoorlijke mate van
akkerhouwproducten te kunnen voorzien, zo zal men

ook in militaire autarkie-strevingen moeten berusten.

* *
*

Door de landsverdediging met alles wat daaraan

vast zit krachtig aan te pakken kan men de werk-
loosheid doen verminderen, de moedeloosheid doen
verdwijnen, de industrialisatie bevorderen, wellicht

nog een aantal bedrijven doen ontstaan, die, ook bui-
ten de militaire sfeer, blijvende bedrijvigheid zouden
kunnen brengen, en zodoende de wederopleving van

ons volk, geestelijk èn stoffelijk, in gang brengen.

Dârvoor mag men nu eens minder solide zijn,
grote uitgaven voteren ondanks éen niet sluitende
begroting. Doet niet de meest solide huisvader even-

zo als zijn vrouw of kind op de dood ligt en medische
hulp of sanerende verzorging, die hij eigenlijk niet

betalen kan, wordt ingeroepen? Het geldt hier ons

volksbestaan, waarvoor ook wij ieder offer kunnen en
willen brengen.

En dat willen wij. Mits er snel en afdoende wordt

gehandeld naar een evenwichtig plan, met voldoende
waarborgen, dat een mentaliteit van eigenhaat hij sommigen onzer de goede werking ervan niet zal
verstoren. Vandaar dat ervoor moet worden gezorgd,
dat het offer algemeen zij en dat niet een aantal

personen de kans krijgen, zich eraan te onttrekken of zelfs erven te profiteren.

* *
*

Een algemeen offer kan. worden gebracht door een
speciale, kortstondige weerbaarheidshelasting te hef-
fen, waarbij kwitanties of girost,rookjes van vrijwil-
lige defensiehijdragen voor 90 püt. in betaling kun-

nen worden gegeven. -Men zal dan ervaren, dat die vrijwillige bijdragen in zeer ruime mate zullen toe-
vloeien en een gunstige uitwerking zullen hebben op
het moreel van ons volk en op het materiaal van de
geldmarkt.

Voorkoming van profijt, dat de goede werking der
maatregelen zonde verstoren, ware mogelijk door een hoge extra-belasting op bedrijfsvinsten. in die takken,
die door het aanpakken omzetvergroting verkrijgen, en
door een zodanige contrôle op ht loonpeil in die be-
drijfstakkak, dat dit niët ehkôl d de noodgedwon-
gen verlevendiging van ‘de bedrijvigheid wordt om-

hoog. ‘gestuwd.

Inplaats van verhoging van kostenpeil, verkleining
van omzetten, vermindering van’ ondernemingslust en
bevoordeling van enkele groepen, waartoe de meeste

sociale en economische maatregelen van de laatste
tijden strekken, zou men dan juist zien een remnhing
van de kostenverhoging, een vergroting van de om-
zetten, een prikkelin’g van de ondernemingslust en
een gemeenschappelijk offer van allen.

Wij zijn verpliht liet er op te wagen – al zouden
wijl dan voor het mngstig-zwervendé beleggingskapitaal
niet meer zo solide lijken -, de speculatie te onder-
nemen van werkloosheidsbestrijding door weerbaar-
heidstoerusting, die de kiem van de wederopleving in
zjch draagt.
P.

18 Mei 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

373

WERKLOOSHEID IS EEN VERSCHIJNSEL VAN
WELSTAND!

Zonder welstand is het ondenkbaar, dat een vlk
zich kan veroorloven, dat een vierde van de tot wer-
ken in staat zijnde bevolking, leeft in niets-doen en
onderhouden wordt gezamenlijk door het werkende
en het vermogende deel der bevolking.

In de hedendaagsche maatschappij, waar maat-

schappelijke steun en sociale zorg ervoor w’aken, dat
niemand van gebrek omkomt, is het verschil tussehen

welstand en armoede, dat de welvarende kan genie-
ten van dingen, die niet strikt noodig zijn om in het

leven te blijven. Hoe grooter de welstand, hoe grooter
de hoeveelheid en verscheidenheid van goederen, die

verbruikt en daarom ook geproduceerd worden, waar-

aan men, strikt genomen, geen behoefte heeft. Geen
wonder daarom, dat in een gemeenschap, die leeft
0
1)
CCfl
hoogeren levensstandaard, de terugval van een
actief bedrijfsleven tot een staat van malaise zoo hef-
tig en zoo diep kan zijn. Wanneer immers een groot
deel der bevolking nalaat zich datgene aan te schaf-
fen, dat wol het leven veraangenaamt, maar voor het
voortbestaan van het leven niet onontbeerlijk is, dan
valt de goederenomzet met sprongen terug, veler

arbeid wordt overbodig en de werkloosheid grijpt om
zich heen. Daardoor
zijn
de periodieke golven van
grootere werkloosheid in een welvarende maatschap-pij zooveel grooter en is het evenwicht tusschen con-
sumptie en productie zooveel labieler dan in een
maatschappij, waarin de individuën leven op de grens
der levensmogeljkheid.
Veel ernstiger is, dat de welvaart zich nog op een
wijze kan uiten, die niet alleen tot periodieke, maar
ook tot
blijvende
werkloosheid aanleiding geeft.
De welvarende kan zijn overvloed op tweeërlei wij-
ze genieten:
Hij
kan
zijn
inkomen omzetten in goe-
deren, die hij onmiddellijk wil gebruiken of door an-deren laat gebruiken;
hij
kan zich echter ook beper-
ken in het aanschaffen van goederen en een deel van

zijn inkomen bewaren en als latente koopkracht aan-
houden. In de latere jaren – en speciaal in ons land – is het streven (van dat deel van de bevolking, dat
zich zulks door de welvaart kan veroorloven) – om
slechts een deel van het inkomen in het heden te
gebruiken en de rest voor later aan te houden, zeer
sterk toegenomen. Wettelijke maatregelen (Invalidi-
teitswet, en andere pensioenwetten) en de in ons
volkskarakte.r zetelende neiging om te sparen, door
levensverzekering en andere middelen zich voor den

ouden dag veilig te stellen en voor allerlei doeleinden
fondsen te voj-men, hebben zeer daartoe bijgedragen.
De kwade gevolgen hiervan zijn nog versterkt, door-
dat men niet bereid is gevonden aan alle ouden van
dagen van thans hetzelfde ruimere inkomen toe te
kennen, dat men zichzelf in de toekomst wil verzeke-
ren. Ware dit wèl het geval, dan zou het verschui-
ven van de koopkracht naar de toekomst meer in
evenwicht worden gehouden door dit grootere ver-
bruik van de oude lieden van thans.
Sparen, althans wanneer men het bespaarde niet aan anderen ter beschikking stelt om in het hede.n
weer uit te geven, doch in plaats daarvan het he-
sI)aarde in goud of in vorderingen op het buitenland of in bezit in het buitenland belegt, heteekeat koop-
kracht, die men vaak zelf door arbeid verworven
heeft, onthouden aan de landgenooten, die gaarne
hun arbeid willen geven om op hun beurt die koop-
kracht te verwerven, en is daarom hij de huidige con-
stellatie een misdaad tegenover hen, wier arbeid daar-
door overbodig wordt.

Dit is wat thans – en al vele jaren – in ons
land gebeurt. De welvaart van velen (d.i. het meer
inkomen hebben dan noodig voor het strikte levens-
onderhoud) maakt, dat veel koopkracht, die zou moe-
ten worden doorgegeven aan anderen, wordt gesteri-
1 iseerd.
De remedie, die velen hiervoor aangeven, is, dat cle Staat de taak overneemt van de individuën, die

nalatig bijveu hun inkomen in het heden uit te ge-
ven. De Staat moet dan allerlei werken doen uitvoe-

ren en de daarvoor henoodigde gelden van de mdi-
viduën, die te veel gespaard hebben, leenen. Dat is
zoo gemakkelijk, de spaarders
zijn
immers juist zoo
verlegen om belegging en de Staat behoeft er niet
als een particulier op te letten, dat het geld, dat in
de uit te voeren werken wordt gestoken, in èenige.r-
lei vorm als rendement terugkomt. De Staat immers

heeft onbegrensde middelen; het geheele volksver-
mogen is ter beschikking van den Staat, en wanneer

de Staatsbegrooting door die extra uitgaven niet
sluit, kan men altijd in den vorm van belastingen het ontbrekende van de bevolking terugkrijgen. Boven-

dien kan de bevolking, wanneer door de werkverschaf-

fing de koopkracht onder de vroegere werkloozen
terugkeert en daardoor ook de welvaart onder de
rest der bevolking toeneemt, reeds vanzelf meer be-
lasting opbrengen, en daarenboven vindt de Staat
al direct compensatie voor de grootere uitgaven door

de vermindering van den werkloozensteun. Mocht

onverhoopt de kringloop niet sluiten en de Staat uit
velerlei overwegingen afzien van het pondspondsge-
wijze belasten van de iudividuën voor het Staatste-
kort, dan zal wel een in gebreke blijven van den
dienst der Staatsleeningen of een muntverzwakking
moeten volgen. Men zou dus moeten beslissen of men
dit risico wil loopen of het kwaad der werkloosheid
w’ii laten voortwoekeren.

Inderdaad is dit een methode om de werkloosheid
kwijt te raken, hoewel men het geheele verloop niet
kan overzien en het welslagen van dozen kring van
niaatregelen zeer afhankelijk is van politieke ver-
houdingen, die op een zeer ongelegen oogenhlik het
consequent voortzetten van een eens begonnen stelsel
onmogelijk kunnen maken.
Het uitvoeren van openbare werken door de Over-
h-eid brengt overigens, althans in eerste instantie,
niet méér geld onder de bevolking dan voor die wer-

ken wordt uitgegeven. Veel krachtiger werken maat-
regelen, die onder de bevolking zelve de neiging om
te sparen in plaats van uit te geven verzwakken. Men
kan dan met geringere offers van den Staat (dus met
minder ernstige gevolgen ingeval van teleurstellende
uitkomsten) een in vergelijking daarmede vele malen
grootere omzetting van geld in goederen., dus in
arbeidsloon, doen ontstaan. Dit is te bereiken het-zij
door het sparen minder aantrekkelijk te maken, het-
zij door het uitgeven aan te moedigen. –
Onder de eerstbedoelde maatregelen zouden vallen: verhooging van successiehelastiug; eventueel van ver-
mogensbelasting, instellen van een belasting op ver-
mogensaanwas, vân belasting op onhelegde of in liet buitenland belegde gelden, verhooging van belasting
op vermogen in de doode hand en instelling van een
belasting op niet uitgekeerde winsten van vennoot-
schappen.

Onder de maatregelen om het uitgeven aan te moe-
digen behoort het verlagen of afschaffen van alle
belastingen op luxe artikelen, in het algemeen alle
belastingen op verbruik (wegenbelasting, personeele
belasting), van alle belastingen, die den arbeid en
daardoor de producten duur maken (hedrijfsbelasting,
heffingen onder de invaliditeitswet, ziektewet). Deze
heffingen, voor zoover ze een omslag zijn van onver-
mijdelijke uitkeeringen, liever te vervangen door
winstbelastingen.
Verder behoort hiertoe het aanmoedigen van het
bouwen en van het reizen (bouwtoeslagen voor gebou-
wen, volkshotels, jeugdherbergen – zelfs in het buiten-
land, mits met een regeling van wederkeerigheid —
voor schepen, ermz.) en van het verbeteren van bestaande
bouwwerken, mits het nieuw gebouwde of de verbete-
ring niet tôch zou
zijn
ontstaan. Het is moeilijk dit laatste te ontgaan; daarom moet men zoeken naar
uitgaven, in zekeren zin luxe-uitgaven, die zonder
den toeslag niet zouden zijn gedaan. Als voorbeeld
moge gelden, dat men door een gepasten toeslag van

374

ECONOMISCH-STATISflSCHE BERICHTEN

18 Mei 1938

overheidswege de huiseigenaren ertoe zou kunnen

krijgen alle bestaande woningen van centrale ver-

warming te voorzien en op het platteland alle huizen van electriciteit en waterleiding. Vooral indien werd
duidelijk gemaakt, dat deze verbetering van comfort
slechts beperkten tijd met overheidssteun zou kunnen

worden verkregen, zou dit velen over hun aarzeling,
de uitgaven te doen, heen helpen.

Ik ben mij volkomen bewust, dat op elk van de door mij genoemde maatregelen vbel critiek is te

geven. Dit artikel is niet bedoeld om in details af te
dalen, dus ook niet om in te gaan op de nevenver-

schijnselen, die elk der aaugegeven maatregelen met
zich breng-t en waarvoor de critiek dan vermoedelijk

zou gelden. Ik heb slechts getracht schematisch aan

te geven den weg, dien wij moeten inslaan om aan de
werkloosheid een einde maken. Wie echter, met mij,

van meening is, dat de werkloosheid in ons land een

bezoeking is, die – omdat zij leidt tot ondermijiiing
van de daadkracht en tot karakterhederf van vele
laticlgenooten –
tot eiken prijs
moet verdwijnen, zal
over alle bezwaren heenstappen en voor hm is de

volkomen uitroeiing van de werkloosheid dan geen
probleem meer, maar een moeilijke, doch vervul-bare
taak.
A. F.
BR0NsINO.

MEXICANISEERING EN BESCHERMING VAN BUITEN-
LANDSCHE INVE-STEERINGEN.

In E.-S.B. van 12 Januari jl.
1)
hebben wij. eenige
mededeelingen -verstrekt, omtrent de verschillende
organisaties, welke de belangen van houders van bui-

tenlandsche, in gebreke blijvende, obligatiën zoo goed
mogelijk plegen te behartigen. Sedertdien is weder-

om een aanslag op in het buitenland belegd kapitaal
gepleegd. De nationaliseering of ,,mexicaniseering”

dèr in Mexico aanwezige petroleumbronn.en,
zonder
billijke schadeloosstelling der rechtmatige eigenaars,
beteekent een nieuw en ernstig misdrijf tegen de in-
ternationale geldbelegging.

Mexico, dat onder het bewind van president Diaz
op zeer uitgebreide schaal buitenlandsch kapitaal be-
zigde voor zjn economische ontwikkeling, heeft ge-
durende de laatste decennia, en in het
bijzonder
sinds
de ambtsaanvaarding van president Oardena.s, een
uitgesproken ‘nationalistische politiek gevoerd. Onder

de dogmatische leuze ,,Mexico voor de Mexicanen”
zijn én de R.K. kerk én het buitenlandsch kapitaal
als ware boosdoeners gebrandmerkt, die aansprake-
lj.k gesteld konden worden voor ‘s lands sociale en
economische moeilijkheden. Buitenlandsche onderne-
mers moesten zich gedurende vele jaren talrijke en
onredelijke eischen laten welgevallen van de
zijde
van
dcii Mexicaanschen fiicus en van de Mexicaansche

vakvereenigingen. Toen de steeds verder gaande so-
ciale eischen dezer werknemers niet meer door de
directies der internationale petroleummaatschappijen
ingewilligd konden worden, is de Mexicaansche regee-
ring tenslotte gezwicht voor den druk der linksche ele-
inenten, en heeft zij de betreffende petrolenmbronnen
krachtens decreet onteigend, zonder de eigenaars of
exploitanten dezer- bronnen voor de geleden verliezen
schadeloos te stellen. –
Weliswaar wordt blijkens de verschillende persbe-
richten over een mogelijke schadeloosstelling gespro-
ken; er wordt over een hinnenlandsche leening ge-
dacht, de Mexicaansche vrouwen leveren haar -juwee-
len in, volgens een ander bericht worden op de Mcxi-caansche scholen z.gn. ,,haby-honds” uitgegeyen, ter-
wijl volgens de laatste berichten een zeker percentage
van- de opbrengst der onteigende petroleum aange-
wend zal worden voor de betaling der gedupeerde-pe-
troleummaatschappijen. Het spreekt echter vanzelf,
dat een zoo – arm land- als Mexico, hetwelk gedurende
tallooze jaren niet in staat is gebleken aan zijn bui-
tenlandsche verplichtingen te voldoen, – evei.imin vol-doende kapitaalkrachtig zal zijn om de enprrne schade

– 1)
Beseherm4og van
houders
van bui-tenlandsche obli-
ga-tiën.

naar het buitn1a.-d.d te transfer-eeren, welke door deze
onteigening aan dat -b,’uitenland is berokkend.
– Het, behoeft geen verwondering te baren, dat de

onmacht welke in deze, en min of meer analoe,
situaties door de groQte crediteurstten – Groot-

Brittannië en de Ver. Staten – wordt getoond, in
kringen der internationale -geldbelegging teleurstel-

ling verwekt. 1-let resultaat eener scherpe nota der
Britsche regeering aan het adres van Mexico inzake

de non-betalink van bepaalde Mexicaansche schulden

is gevolgd door het’ terugroepen van den. Mexicaan-
sohen diplomatieken vertegenwoordiger ‘in Londen. In
deze nota werd tevens verklaard, dat de onteigening

der olieterreinen ongerechtvaardigd wordt geacht,
aangezien niet voldaan is aan de essentieele voorwaar-
de eener billijke schadevergoeding.
* *

Het valt helaas niet te ontkennen, dat de hierboven
geschetste tendens tot onteigening of nationaliseering-van buitenlandsche kapitaalbelangen in vele der zg-n.
jongere- debiteurstaten veld wint, en dientengevolge

rijst de vraag -of een meer intensieve bescherming der Ncderlandsche kapitaalbelangen in dergelijke situaties
mogelijk is. De handelsbalansen tusschen ons land en

het meerendeel der niet betalende of ontigenings-
gezisade debiteurstaten zijn voor de betreffende sta-ten
actief; de Nederlandsche aankoopen leveren deze lan-

den m.a.w. voldoende deviezen voor een behoorlijke
betaling hunner verplichtingen aan Nederland. Dien-tengevolge zal in zeer vele gevallen bescherming der

betreffende kapitaalbelangen via een elearing-regeling

mogelijk zijn. De vraag is echter of eeni clearing in

zoodanige gevallen gewenscht is; dit is uiteraard een
kwestie van iegeerin’gsbeleid.
Vele gedupeerde houders van
noodlijdende
buiten-landsche obligatiën verkeeren thans in de meening,
dat ten aanzien van verschillende hier te lande offi-
cieel genoteerde en in gebreke zijnde buitenlandsche

regeeringsobligatiën, middels krachtige, represaille-

maatregelen ten minste een gedeeltelijke rente-ti-ans-
fer te verkrijgen zal zijn. En, aldus redeneert men in deze kringen, indin een- gedeeltelijke rente-transfer
zelfs niet mogelijk is, dan moeten de competente in-
stanties er voor zorgdragen, dat althans rente en af-
lossingen in de valuta der betrokken, niet-betalende,
staten ten volle bij een aldaar gevestigde prima bank-

instelling, onder neutraal beheer, gedeponeerd worden.
Wij’ – gaven in het vorige – artikel als onze mee-
ning te kennen, dat door een afzonderlijk optreden
van de Vereeniging voor den Effectenhandel met
kro,chtigen
ruggesteun der Nederlandsche regeering wellicht gunstiger onderhandelings-resultaten te be-
reiken zijn met niet-betalende debiteurstaten, dan de
resultaten, welke tot nu toe verkregen werden in
samenwerking met hare verschillende buitenlandsche zuster-organisaties. Wanneer het niet mogelijk mocht
zijn Nederlandsch kapitaal, dat in het buiten-
land belegd is, op de een of andere wijze doelmat
,
ig
te beschermeis, dan is het de taak der Vereeniging
voor den Effectenhandel zulks duidelijk kenbaar te
maken. E.
HENNY. –

DÉTOURNEMENT DE POUVOIR EN ORDENING.

II
(Slot).
De in het vorig nummer van dit weekblad geleverde
beschouwingen en de conclusies, waartoe zij dwingen,
zijn van groote practische heteekenis geworden in
het geruchtmakende geval met de ,,Arnoud”. Dit ge-
val is van zoo’n vertrekkende draagkracht geworden,
dat de, ‘vraag rijst, of wij nog wel in een
rechtstaat
leven. Voor deze vraag, die het speciale helîng van de ,,Arnoud”, hoe principieel dit zij, in importantie
ver achter zich laat, mag niet worden uit, den weg
gegaan, omdat hier zeer höoge goederen op

het spel

staan. Men’ denke maar aan het
hodie mihi, cras tibi.

Het is eens-voor-al door, ,Otto Biihr
1)
in zaké het

1)
De Rechtsstaat (1864)

18 Mei 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

375

wezen van den rechtstaat gezegd, dat deze onderstelt
een onafhankelijke rechtspraak ten aanzien van regee-

ringsdaden, ten behoeve der Staatsburgers, waarbij het recht zich voordoet als een ,,Schranke” voor de
administratieve macht. Het gaat altijd om de vraag:

is de grens van het recht door de overheid overschre-
den dan wel bleef zij daar binnen? De vraag, of de
rechtstaat een levend bestaan leidt, vindt haar ant-
woord in een de administratieve macht zoo goed als

den staatsburger bindende onafhankelijke rechtspraak
nopens het punt: ,,Was ist der Wille des Gesetzes?”
1)

Nu, wat de
Arbeidswet wil,
hebben wij mogen vast-

stellen aan haar geschiedenis. De administratie, die
d vet hanteert op een wijze, welke haar wil miskent

in plaats van als ,,Schranke” eerbiedigt, de adminis-

tratie, die de wet
uitbreidt
buiten haar duidelijke

bedoeling en haar duidelijke letter ten einde mis-
schien zeer nuttige doeleinden, echter
bviten die

wei,
te verwezenlijken, handelt illegaal en plaatst zich

buiten den rechtstaat. Zulk een overheid keert zich

tegen
het administratieve (of ander)
recht als recht.

Dit nu is met de ,,Arnoud” geschied.
* *
*
De feiten, die tot de ,,Arnoud”-zaak hebben geleid,

zijn in groote trekken de volgende.
De beginjaren van de kalkzandsteenindustrie zijn,,
als vrijwel alle begin, moeilijk geweest.
Zij
is voor

Nederland geboren in 1897. De kalkzandsteen werd
bestreden om beweerde minderwaardigheid, en na-
tuurlijk ook uit concurrentie-motieven. Langzaam
drong het door, dat hij zeer bruikbaar was voor bin-
nenmuren en voor fundeering. Naast technische
bruikhaarheid was een groot voordeel
zijn
goedkoopte.

De tegenwoordige directeur van Nederland’s grootste
kalkzandsteenfabriek de ,,Arnoud” te Hillegom, A. H.
baron van Hardenbroek van Ammerstol, hield in 1908
voor het Koninklijk Inst. van Ingenieurs een warm
pleidooi voor dezen nieuwen steen, waarvan het ge-
volg is geweest de instelling van een Staatscommissie,
die in 1911 een gunstig rapport heeft uitgebracht.
Toch bleef de toestand moeilijk, •en de concurrentie
met de ,,belgen” bleef zwaar, vooral door de eerste
devaluatie van den Belgischen Franc op pl.m. 7 cent.

Ook baksteen en beton waren krachtige remmen bij
de te volgen prijspolitiek. Er is een zeker va-et-vient
geweest iu zake het aantal fabrieken. Er
zijn
er nu
17, van welke 11 v66r 1914 en 6 na 1920 zijn ont-
staan. Doch er zijn ook in den loop der jaren een
even groot aantal verdwenen. Tusschen de bestaande
fabrieken zijn zeer groote verschillen. Er is slechts
één grootbedrijf, de andere zijn ôf klein- 6f mid-
delbaar bedrijf. Ook het product is ver van homo-
geen., al naar gelang van de soort zand, die verwerkt
wordt. liet beeld, dat heel de bedrijfstak geeft, is
ver van ,,aus einem Guss”. Intusschen heeft.de kalk-
zandsteen zijn plaats veroverd en wordt hij bij den
bouw als materiaal erkend en regelmatig aangewend.
Mies hangt voor het slagen af van den verkoopprijs, die wel niet hooger mag zijn dan
f
7 per 1000, daar
anders de keus op anderen steen zou vallen. Speel-
ruimte naar den kant van den afzet bestaat dus on-
geveer niet: de verhouding tot den
kostprijs
beslist
over bloei, handhaving zonder meer, of ondergang.
En op den kostprijs heeft, gelijk overal, de sociale
wetgeving een verhoogenden invloed. Het is, hij de
groote ongelijkheid in omvang en outilleering, niet
anders mogelijk, dan dat de kostprijzen zeer moeten
uiteeuloopen. Er zullen ondernemingen zijn met zeer
hooge kostprijzen, de marginale, er zijn, er met la-
gere, er is er één met zeer lage kostprijzen, de ,,Ar-
noud”. Natuurlijk is dit cum grano salis te nemen.
Z.g. kleine verschillen worden groot, als men op den
omzet let.

De vraag is altijd, of de selectie, die uit de ver-
schillen der kostprijzen voortvloeit, haar gang mag
gaan ten bate van al wat daar in Nederland bouwt

i) Bii.hr, blz. 59.
en woont, of wel moet worden tegengehouden ten
behoeve van de
bestaande
fabrieken, die met hoogere
kostprjzen zitten, maar dan natuurlijk ten koste van

het bouwend niienschdom. Wat is algemeen belang?
Het
bedrijf
als geheel? Of de afnemers van zand-
steen? Is het bedrijf er voor zichzelf, of is het er om
de afnemers zoo goed en goedkoop mogelijk te be-
dienen?
Mag
de winst komen uit den beteren en/of
besten dienst, of
moet
de winst worden beschermd
ondanks den minderen dienst der ondernemingen

met hoo.gere en hoogste kostprjzen? ‘Zoo stelt zich

het economisch èn ethisch pleit tusschen vrijheid en
ordening. Want ook de ethiek is betrokken
bij
de

goedkoopte der productie en ziet zich door protectie

gedwarsboomd, in zoover kiinstmatige duurte, o.a.
van woningmateriaal, alle afnemers van het product

belemmert in de anders mogelijke, ruimere ontplooi-
ing van hoogere gaven en dingen, waar 66k koop-
kracht voor noodig is. Kan
verkwisten van koop-
kracht
ooit tot iets goeds leiden? Kunstmatige duur-

te komt
steeds
hierop neer. Wordt koopkracht ont-
zien, doordien de beste ondernemers met de laagste
kostprijzen – onder handhaving van alle sociale
,,lasten” – den strijd mogen winnen, dan zoekt de
bespaarde koopkracht elders emplooi en wekt
zij
el-
ders nieuwe bedrijvigheid, d.i. vraag naar arbeid.
%p *
*
23 December 1929. Belangrijke datum in de ge-
schiedenis van de ,,Arnoud”I Want toen deelde Mi-
nister T. J. Verschuur aan het Bestuur der fabriek
woordelijk mede ,,dat ik (de Minister) bij beschikking
van heden voor uw bedrijf voor den duur van 2 jaren
een overeenkomstige vergunning heb verleend, als
bij de beschikking van mijn ambtsvoorga.nger van 28
Juni jl. werd toegestaan. Ik ben daarbij uitge-
gaan van de gedachte, dat na afloop van die ver-

gunning in twee ploegen gewerkt zal worden, elke
ploeg binnen het raam van de 48-urige arbeidsweek.
Voor verlenging van de thans verleende faciliteit
voor ten hoogste één jaar, zullen alleen die fabrikan-
ten in aanmerking kunnen komen, die de reorgani-
satie, welke hun fabriek behoeft om tot een twee-
ploegenstelsel, als bedoeld, te geraken, wel met kracht
en ook tijdig ter hand genomen zullen hebben, maar
daarmede nog niet geheel gereed mochten zijn. Daar-
na zullen ook die fabrikanten op geen werktijdver-
lenging meer mogen rekenen.”
De hier bedoelde faciliteit is de z.g. ,,armoede-
vergunning”, de lO-urendag of 55 uur per week. Als
overgang tot de 48-urenweek, al dan niet in twee ploegen, werd de faciliteit verleend. En de waar-
schuwing, dat het maximaal na 3 jaar uit zou zijn
met die faciliteit, bevatte zeer duidelijk een ministe-
rieele aansporing om uiterlijk tegen dien
tijd
gereed

te
zijn
met de reorganisatie in twee ploegen op de
basis van 48 uur. Het twee ploegen-stelsel achtte de
Minister ‘normaal, maar kon hij niet decreteerea, wèl
stimuleeren. De belooning van de arnioede-vergun-ning was als lokaas bedoeld om ,,met kracht en ook
tijdig” de reorganisatie ter hand te nemen. De Minis-
ter had zichzelf op het twee ploegen-stelsel vastge-
legd. Wie op de vingerwijzing van de hoogste arbeids-
autoriteit inging, had een moreel recht op handha-ving van de
mogelijkheid
van het doen arbeiden in
twee ploegen,
in het algemeen,
maar zeer stellig
te
meer,
waar zoodanige reorganisatie aanzienlijke kapi-
taaloffers zou vergen. De Minister zei: ga uw gang, maar denk er om binnen uiterlijk drie jaar gereed te
zijn met een tweeploegenstelsel basis 48 uur per
ploeg. Het ging om dit laatste, als
principieel arbei-
dersbelang. Ging Minister Verschuur buiten, zijn
boekje met via de Arbeidswet tot het tweeploegen-stelsel te stimuleeren? Ik meen van niet. Principieel
bleven de fabrikanten vrij om in één ploeg te doen
werken. Alleen zoo zij werken in twee ploegen verko-
zen, zouden zij voor ten hoogste drie jaren mogen
rekenen op de 55-urenweek. Maar ook daarna bleef hun
vrijheid, om te reorganiseeren
zonder
die faciliteit,

376

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Mei 1938

stellig bestaan. Juridisch was de zaak in orde, door-

dien. art. 30 Werktijdenbesluit 1920 (thans art. 33
W.B.
1936) de
mogelijkheid
in twee ploegen te ver-
ken opende voor de. daar genoemde fabrieken. De

kalkzandsteenindustrje paraisseerde tusschen de kaar-sengieterijen en de koekfahrielcen. Wie afging op den
algerneenen maatregel van bestuur èn den brief van

Minister Verschuur, handelde volkomen verantwoord,
wanneer hij de in dien brief genoemde reorganisatie

ter hand nam en daarvoor kosten maakte. Het was

zeker niet lichtvaardig, dat gerekend werd op hand-

having van de ‘op wet, algemeenen maatregel en mi-
nisterieele
voorwaardelijke
toezegging van een derde
jaar ,,faciliteit” steunende mogelijkheid (bevoegdheid)
van het tweeploegenstelsel. In den brief van 23 Dec.

1929 ligt, voor wie lezen kan, een waarborg in zake
het
voortbestaan
der mogelijkheid van twee ploegen,
op grond waarvan kosten zouden moeten worden ge-maakt, en waarbij de facilite’itals prikkel om voort
te maken
moest dienst doen. Opheffing dier moge-
lijkheid zou woordbreuk zijn en het geloof in de
waarachtigheid van het woord der betrokken overheid
wegvagen.

Art. 27 A.W. jo. het Werktijdenbesluit art. .33 gaf
o.•a. aan de zandsteenindustrie dus gedurende vier

jaren de 55-urenweek, afloopeude 24 Oct. 1924 èn het
recht met twee ploegen tewerken, waarbij de grenzen

waren 5 uur des morgens en 11 uur des avonds. Er
waren eenige fabrieken in deze industrie, die met

twee ploegen werkten, sinds 1920 krachtens vergun-

ning ook dag en nacht. Echter was de werkwijze wei-

.nig productief, want bij verdubbeling van het perso-neel werd niet meer dan pl.m. 150 pCt. der productie

met één ploeg bereikt. De machines hadden al te zeer
te lijden bij het onmiddellijk aansluiten der beide
ploegen Zoo bleef overheerschend het werken in één
ploeg met 55 uur per week, en dit heeft geduurd tot
1933. Het is opmerkelijk, dat reeds v66r 1929 van
arbeiderszijde werd aangedrongen op een reorganisa-

tie in dien zin, dat de 48-urenweek zou worden in-
gevoerd met arbeid, overal in dezen tak, van twee

ploegen. De 17-urendag, dus twee ploegen aaneeaslu’i-
tend, was echter niet te gebruiken om technische

redenen. Toen kreeg de directeur van ,,de Arnoud”
een lumineuse gedachte, die wel nachtarbeid, zij, het
op beperkte schaal, noodig zou maken, doch de eischen
der techniek in volkomen overeenstemming bracht
met den socialen eisch van den achturen-,,dag” of de
48-urenweek. De beide ploegen zouden
niet
aaneen-
sluiten. Gelijk de heer A. H. baron van Hardenbroek
den’ kantonrechter van Haarlem op 20 Jan. 1938 bij
pleidooi in zijn strafzaak uitlegde, was zijn denkbeeld
het volgende: een
werktijd
van 7 uur ‘s morgens tot
5 uur in den namiddag met den vereischten rusttijd
en van 7 uur ‘s avonds tot 5 uur des ochtends, ook
met rusttijd. De nachtploeg zou vijf nachten in touw
zijn. De twee uren tusschen .beide ploegen dienden
voor het herstellen van de machines. Aldus werd de
reparatie nog overdag verricht, wat
bij
den 17 i.ren-dag in den nacht moest vallen. Verder was het sociaal aantrekkelijke moment, dat 40 pOt. van het personeel
alleen overdag dienst had, terwijl de nachtploeg wis-
selend 30 pOt. omvatte, dus in totaal 70 pOt. der
menschen dagarbeid verrichtten, tegen 30 pOt. nacht-
arbeid. Economisch was er het voordeel bij niet-aan-
eensluitende ploegen, dat het repareern niet ging tea
koste van den arbeidstijd, wat
bij
den 17 ureu-dag,wèi
het geval was: er werd aldus meer uit de machines
gehaald, de productie werd meer efficient, de kost-
prijs dus lager. Bij, de latere uitvoering van het denk- –
beeld van den heer Van Hardenbroek in zijn fabriek
bleek, dat de verhouding tusschen dag- en nachtploeg
sociaal nog gunstiger kon worden, nl. 75 pOt. van
het personeel in dag- en 25. pOt. in nachtdienst,, en
zelfs hierin werd nog verbetering gebracht, toen dat
mogelijk bleek. De toenmalige directeur-generaal van den Arbeid, de heer 0. J. Ph. Zaalberg,”-heeft zeer on-
langs.getuigd aangaande de door den heer Van Har-

clenbroek bedéchte werkwijze: ,,Alle partijen – fabri
kanten en arheidersorganisatids vereenigden zich

met deze regeling, die ook mijn volledige instemming
had, omdat het hier een sociaal zeer gunstige regeling

betrof. Daarom was ik berêid deze voor te dragen,
Deze regeling werd door den toenmaligen betrokken

Minister, Mr. Verschuur, goedgekeurd en vastgesteld”.
Daarmee was, zou men meenen, het systeem in kan-

nen en kruiken. De heer Van Hardenbroek, gedekt
door de’ hoogste sociale autoriteiten in den lande en
vrzekerd van de instemming van zijn vak-collega’s
en van de vakvereenigingen, kon zijn gang gaan. Die

vak-collega’s hadden natuurlijk dezelfde rechten als
hij en konden, de bedoelde werkwijze navolgen. De
faciliteit voor den overgang, al. de 55-urige werk-

week zoolang de reorganiatie er nog niét was, zag de

heer Zaalberg zeer juist als een voorwaardelijk ver-
leende. Hij noemde die reorganisatie in den zin van
ht tweeploegeûstelsel ,,eigenlijk een voorwaarde voor

hen, die de vergunning om 10 en 55 uur te werken,
aanvaardden”. Het zijn zeer krachtige steunpunten

voor den directeur van de ,,Arnoud”, die aan den heer
Zaalberg en zichzelven het vader- en moederschap

van de regeling toekende, dat zoowel de betrokken fa-

brikanten als de arbeidersorganisaties positief en

affirmatief hebben bijgedragen tot de ministerieele be-
slissing van 23December1929. Het systeem was daér-

door op hooger plan gebracht dan dat van de ,,Ar-
noud” alleen. En sociaal was het erkend met den geest

der Arbeidswet volkomen te strooken. ,,Was willst du

mehr?” Maar. . . . alle fabrikanten waren niet ge-
sneden uit het hout van den directeur van de ,,Ar-

noud”. Om verschillende redenen hebben de meesten
hunner vrijwel geen gebruik gemaakt van het in de
55-urenweek gedurende enkele jaren toegestane res-

pijt om hun bedrijf te reorganiseeren voor invoering
van het tweeploegenstelsel. Er is in dit opzicht uiterst
weinig gedaan. En nu, hierop komt het aan, is er een
actie tegen de ,,Arnoud” ontketend wegens de om-
standigheid, dat deze fabriek de éénige is geweest,
die zich vol en correct gehouden heeft aan de voor-
waarde, die Minister Verschuur nadrukkelijk. op 23
Dec. 1929 aan de faciliteit had verbonden, ni. reorga-

nisatie binnen maximaal drie jaren., De nalatigheid
der anderen of, gelijk de directeur van de ,,Arnoud”
het noemde ,,het op zien komen ‘spelen” werd tot een
niet-uitgesproken verwijt en tot den ondergrond eener
‘actie tegen de ,,Arnoud”, die met de
sociale
Arbeids-
wet moest worden getroffen, ook waar juist sociaal
‘alles in die fabriek perfect in orde was. Men staat
te. kijken, hoe dit in ons landje mogelijk is gewor-
den. Maar dan rekent men buiten de wanorde bren-
gende ordeningspolitiëk.
Zakelijk
heeft deze met de
Arbeidswet niets te maken. Dus: wanorde, zoodra het
‘toch gebeurt. In 1933 was de ,,Arnoud” voor het
‘tweeploegenstelsel ‘gereed. Zoowel in het begin, 1930,
als bij de voleindiging van de reorganisatie hebben de Directeuren-Generaal Zaalberg en Hacke de fa-
:hriek opgenomen. Er is steeds volkomen’ open kaart
gespeeld, ook door het zenden van alle gegevens hé-
.treffen.de
productiekosten, investeeringen, kostprij-
:zen, enz. In eersten aanleg werd voor de reorgartisa-
.tie
f
1.2 millioen besteed, tot/met 1930 aangegroeid
tot
f
1.35 millioen. Gelijk gezegd is de verhouding
van dag- en nachtwerk zeer gunstig. Logisch, na het
voorafgaande, kon de ,,Arnoud” stellen, dat zij de
regeling van 1929 bonafide was nagekomen en recht
had op het werken in twee ploegen. Wanneer ten
minste in de verhouding tot ‘de overheid plaats is
voor ‘goede trouw. Wat toch mag worden aangenomen:
Want anders is zaken-doen met en onder de overheid
‘niet meer mogelijk.

1-loe was het tdt een proces gekomen? Toen in 1933
de w’erktijdregeling (de 3 jaar) van Minister Ver-
chi,ïur vefstreken was, heeft de ,,Arnoud” met ver-
gunningen kunnen werken op grond van art, 28 A.W.

18 Mei 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

377

De mogelijkheid van twee ploegen steunde op het
Werktijclenhesluit. In de editie 1936 van, dit besluit

is echter de kalkaanclsteenindustrie gelicht uit de
lijst van 60 bedrijfstakken, waar het tweeploegenstel-
sel was toegestaan. Minister Slingenberg had in het
voorontwerp de kalkzandsteeninclustrie eerst laten

staan en zelfs in een nieuw 5e lid van art. 33 W.T.B.

de
mogelijkheid
van nachtarheid voor de zandsteen.:

industrie willen sanctionneeren, wat reeds in. 1929

had moeten geschieden. Het advies van den Hoogen
Raad van Arbeid is de aanleiding geworden voor
beide schrappingen in art. 33 voorontwerp, dus geen
twee ploegen en natuurlijk dan ook niet nachtarbeid.
Intussehen werd nog met vergunning doorgewerkt.

De laatst verleende liep 27 Nov. 1937 af. Op 3 Nov.
had de directie, onder voorbehoud van de rechten

voortvloeiende uit de beschikking-Verschuur, verlen-
ging van de vergunning aangevraagd krachtens art.
28 A.W. Aan beide criteria die dit artikel stelt, was
voldaan: ophooping van werk, gelijk werd aangetoond

èn bijzondere omstandigheden, die niet behoefden te
worden aangetoond ,,gezien de historie en de eerlijk
algeheel uitgevoerde reorganisatie en aanpassing de-
zerzijds ingevolge de Beschikking van Dec. 1929, waartegenover in een rechtstaat ook de nakomi,ng
van het daarbij gegeven woord mag worden verwacht.”
Van de weigering door het districtshoofd kwam de
directeur ex Art. 28, 4e lid A.W. bij den Minister in

beroep.

Aan dit stadium van beroep op den Minister was iets voorafgegaan, waaruit blijkt, dat er wat veran-
derd was, zoowel aan werkgevers- als aan werkne-
merszijde. De samenwerkende arbeidersorganisa ties
hadden gevraagd tusschentijdsche intrekking van de
met ingang van 24 Mei .1937 verleende tweeploegen-
vergunning. De pas opgetreden Minister, Mr. C.
Romme wees dit blijkens schrijven van 8 Juli aan de
,,Arnoud” af, ,,daar mij (Minister) niet gebleken is,
dat de belangen der in uwe fabriek werkzame arbei-
ders door het verleenen van de vergunning geschaad
zijn”. Maar in verband met het advies van den 1-loo-
gen Raad van Arbeid van 25 Mei 1935 rezen er bij
den Minister twee vragen, waarover hij onderzoek en advies had gev.raagd aan den Directeur-Generaal van
den Arbeid, nl.: ,,lo. of in normale omstandigheden
het één- dan wel het tweeploegenstelsel in deze in-
dustrie moet gelden, en of, indien bij normale om-
standigheden, het laatstgenoemde stelsel zou dienen
gevolgd te worden, in abnormale omstandigheden aan

een éénploegeustelsel ware vast te houden; voorts of
eventueel normen te stellen zijn – en zoo ja, welke
– ter bepaling wanneer de omstandigheden in dit
verband normaal dan wel abnormaal zijn te achten.
2o. of, en zoo ja in hoeverre, in afwijking van het
stelsel, dat tot nog toe gegolden heeft bij het al dan
niet verleenen van vergunningen ex artikel 28, eerste
lid, der Arbeiclswet, en dat ook in het onderhavige
geval gevolgd is – het stelsel met name, waarbij in
de eerste plaats overwogen wordt, of zich bijzondere,
een overwerkvergunning rechtvaardigende omstandig-
heden voordoen in de aanvragende
onderneming –
de economisch-sociale belaiigen van de kalkaandsteen-

industrie
als geheel
een overwegende rol hehooren te
spelen bij de bepaling van het standpunt, dat tegen-
over de aanvrage moet worden ingenomen.” In. een
op den vorigen brief van den Minister slaand ant-
woord merkte de directeur van ,,Arnoud” o.a. op
,,dat het niet wel mogelijk zal zijn vast te stellen,
wat normale dan wel abnormale omstandigheden zijn,
vat overigens •in de vraag zelf reeds is aangevoeld”.
En verder vestigde hij er de aandacht op ,,dat
alge-

meen
het werken in twee ploegen in deze industrie
niet
denkbaar is.” In veel fabrieken kan het niet, en

waar het wèl zou kunnen komt meli tot 150 pOt. der productie met één ploeg, waarbij de ploegen telkens
bestaan uit de helft van het personeel. In het systeem
van de ,,ArlLoud” is het geheel anders. Deze werkt,
dank zij de reorganisatie, zelfs den winter door, ook

bij vorst. En de heer Van Hardenbroek sloeg den

spijker op den kop, waar hij schreef: ,,Het ligt ook
voor de hand, dat het drijven tegen werken in twee

ploegen (speciaal door ons) als achtergrond heeft,
dat
wij
wèl goed daartoe zijn ingericht en anderen minder goed en ten deele zelfs heelemaal niet.” En

wat de collectiviteit, de kalkzandsteenindustrie
als
geheel,
betreft, deze werd door den schrijver ontkend.
Alles in twee ploegen is onmogelijk en alles in één
ploeg onbilljk en dus onjuist.

*
*

Het rapport van den Directeur-Generaal van den
Arbeid Dr. Ir. Hacke is niet bekend gemaakt. De
Minister kwam tot de slotsom ,,dat in normale om-

standigheden het éénploegenstelsel dient te gelden.

Onder normale omstandigheden versta ik (Minister) hier den toestand, waarbij de kalkzandsteenindustrie
in haar geheel genomen, afzetmogelijkheid en produc-
tiecapaciteit elkaar naderen en de
verkoopprijzen
loo-
nend kunnen zijn”. Hier is de protectionist aan het
woord! De verkoopprijzen loonend, wil zeggen: ook

nog voor de achterlijkste ondernemingen met de hoog-
ste kostprijzen! Dat de afzetmogelijkheid
inkrimpt,
wanneer het product duurder wordt gemaakt door
verbod van tweeploegenstelsel, wordt genegeerd. De

omvang van de afzetmogelijkheid hangt hier, gelijk
steeds, van den prijs af. Mag een fabriek niet van
haar lageren kostprijs profiteeren doordien de ver-
laging direct gevolg is van rationeeler productiewijze
(twee ploegen) en wordt dit om redenen van het be-
drijf
in zijn geheel
belet door aan één onderneming,
de beste, het voortbestaan onmogelijk te maken –
hetgeen den Minister bekend was! -, dan kan nog
wel mooi worden gesproken over afzetmogelijkheid
en productiecapaciteit, doch alleen in het licht van
tevoren door
gewilde
kostprjsverhooging verminderd
debiet en door de, den ondergang van de grootste en
best geoutilleerde fabriek m.eebrengende,
gewilde
ver-
mindering van die capaciteit. De Minister voelt voor
solidarisme, ik ook. Maar hier wordt het tot een cari-
catuur, omdat de verschillen z66 groot zijn, dat een
begrip als ,,industrie in haar geheel” onbruikbaar wordt. Dit is een
kunstmatige
solidariteit, die den
vooruitgang niet wil en ten doode doemt, alleen omdat
bij vooruitgang er een drager is, die aan de
spits
staat.
En dit laatste mag niet.
Concurrentie dank zij lageren kostprijs wordt niet geduld. Het dehiet is zoo klein. Ja,
maar waardoor zal het klein
zijn
en klein
blijven?
Door-
dat, bij volle inachtneming van alle sociale lasten en
bij een regeling van de
werktijden,
die vlekkeloos is, bij
uitschakeling ook van alle ,,loonconcurrentie”,
de laagst
bereikbare kostp.rijs wordt weggedrukt.
Het woord is
aan de middelmaat, eigenlijk aan de slechtsten, want
allen moeten kunnen blijven bestaan bij loonend be-
drijf. Allen minus één, wel te verstaan! En die
ééne staat in elk opzicht aan de (niet gedulde) spits.
Is het nivelleeren van kostprijzen (naar boven!)
artikel des geloof s der ordening? De consequentie
van den aan de ,,moordende” concurrentie gezworen
haat zou het doen denken. Wanneer dit het karakter
der ordening moet zijn, dan kunnen wij als volk-van-
afnemers het gestaag afnemen van aller welvaart
voorzien. En dan helpt geen jammeren. Het roer
moet ôm. De koopkracht loopt leeg. De wissels op de
‘adergelaten koopkracht hoopen zich op in directe
reden tot den voortgang van het bloedverlies. Wat de
ordening niet doet, voltooien de belastingen. D i t is
gezond: wie met in acht neming van alle sociale
eischen tot lager kosten kan leveren, verdient er te
komen,
altijd,
maar zéker in een tijd van depressie,
die ‘goedkoopte behoeft voor het door allen gewensch-
te herstel. Zoo iemand mag niet als ,,Volksfeincj”
worden behandeld, vermits hij veeleer een ,,Stütze
der Gesellschaft” is. En wanneer nu zoo iemand nog
een geloofsbrief van een vorigen Minister op zak
heeft. . . . !

378

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Mei 1938

De practische economie mag niet z66 verpolitiekt
worden, dat .zij de wetten der theoretische economie

gaat schenden keer op keer. Want schennis van deze

wordt altijd gestraft in mindere welvaart, in nood,
die tot den sociaal-economischen ondergang van heel
de maatschappij rechtstreeks
kan
en, bij voortgezette
starheid,
zal
voeren. Wat al onnoodig leergeld, wat
al offers véér het gezonde economische verstand het

zal winnen van al die dokters om het ziekbed van
een goeddeels zeifgemaakten patiënt. Het gaat alles
heel erg langzaam. Reeds in 1921
i)
schreef ik aan
het adres van Mr. Dr. A. A. van Rhijn, voorstander
van wat hij destijds maatschappelijke bedrijfsorgani-
satie heette en die, ongeveer als
HU
Minister Romme,
als
norm
stelde een onderneming van
gemiddelde
in-
richting: ,,00k tegen een zuiver gemiddelde bestaat
groot bezwaar, omdat aan de beteren en besten de

belooning, die alleen concurrentie kan geven, aldus
wordt onthouden, waardoor dezen geen prikkel meer

hebben tot nieuwe verbeteringen en veilig op hun
lauweren kunnen gaan insluimeren. Die
gemiddelde
inrichting, waar de gemeenschap voor haar economi-
sche voorziening de
betere
en
beste
behoeft, beduidt
van
algemeen
productie- en consumptiestandpunt ori-
getwijfeld achteruitgang. En een stelsel, dat op be-

scherming van zoodanig gemiddelde is ingesteld, kan
slechts ,,middelmatige” welvaart brengen, daar het

alle nadeelen heeft, aan protectie eigen”. 1921! Maar
ja, wij zitten thans in het mercantilisme van véér

Adam Smith. Frappez, frappez toujours….
De vergunning werd niet verlengd en daarmee was
het rendabel voortwerken van de ,,Arnoud” via de

Arheidswet onmogelijk geworden. Waar de verlenging

(verlening) van de vergunning steunt op art. 28,

le lid, der A.W., waarin niet van een
industrie als
geheel
sprake is, en ook het begrip ,,groep van on-
dernemingen” zeker niet identiek is met zoodanig
geheel, moet men de verleening, intrekking, wijziging
en niet-verlenging van de hierbedoelde vergunningen
zien in het verband van een onderneming resp. groep
van deze, dus
individualiseérend.
Het beroep op de
belangen der collectiviteit, waardoor de Minister zich
liet leiden; is
kennelijk
in strijd met art. 28 A.W. De
motieven voor het verleenen van de vergunning zijn

krachtens de wet bf opeenhooping van werk èf bijzon-
dere omstandigheden, beide in de onderneming of groep,

nimmer omstandigheden van het bedrijf als geheel.
Nu mag men toch zeker zeggen, dat deze beide crite-
ria evenzeer van kracht moeten zijn bij de quaestie
van niet-verlengen. Dit volgt uit den geest van voor-
meld le lid. Houden de
opeenhooping
resp. de
bij-
ond ere omstandigheden
op, dân is voor verlenging
geen reden meer en wordt dus
niet
verlengd. Laat de Minister een nieuw criterium gelden, om tot niet-verlenging te besluiten, zoo treedt hij buiten de ratio
legis van art. 28, le lid en breidt
hij
de wet uit, wat
onwettig is. En een nieuw criterium of motief voor
niet-verlenging is in casu het belang van de indus-
trie in haar geheel, van den bedrijfstak, waarover art.
28 A.W. precies
niet
handelt. De Minister kon de
niet-verlenging van de vergunning aan de ,,Arnoud”
alleen toetsen aan de vraag, of dit laten afloopen gemoti-
veerd was, doordien opeenhooping niet meer bestond of bijzondere omstandigheden hadden opgehouden te
bestaan. Noch het één noch het ander was het geval.
De ,,Arnoud” zat vol met orders tegen den datum
van het afloopen der laatste vergunning en de bij-
zondere omstandigheden waren de toezegging van Mi-
nister Verschuur, het opgewekte vertrouwen in het
woord des Ministers bij den directeur, en de op grond
daarvan tea, koste van groote offers tot stand ge-
brachte reorganiatie der fabriek. Wat wil men meer?
De vraag komt eigenlijk hierop neer: of er ook in
déverhouding overheid-staiLtsburger plaats is
niet ,,slechts” moreel doch ook afdwingbaar juridisch
voor goede trouw in het doen of laten van de

1)
Prei-advies Ver.
v.
d. Staatk. en de Stjt. over
publiekrecihteljke bedrjfsorgaaisatie, blz.
76,
noot
2.

betrokken administratie en instantie. De Minister
kan
een vergunning verleenen, de Minister
kaa
een
vergunning niet-verlengen, zeer zeker. Maar is dit

een vrijbrief voor willekeur en voor het aanvullen
met nieuwe normen voor zijn beslissingen buiten die,
welke de wet zelf heeft genoemd? Voor het hantee-
ren van het bedrijf als geheel, waar de
wet
de nor-
men voor verleenen (en natuurlijk ook voor afloopen
en niet-verlengen) alleen heeft gesteld binnen het
kader van
een onderneming
of een
groep van deze,
onder vermijding van het begrip ,,bedrijf’?
1)
Is het:
uitbreiden van de wet buiten de door deze zelf gestal-
de en bedoelde grenzen, wanneer de Minister den toe-
stand van het
geheele bedrijf
tot beslissend moment

promoveert, ja dan neen? Het antwoord ligt voor het
grijpen.

Is er plaats voor goede trouw in het publieke

recht? Zoo neen, dan hale men een streep door dit
recht als
recht.
Wanneer alle vergunningen enz., al
het zgn. freie Ermessen der overheid los daarvan is,
wanneer het begrip
precariv,m
het moet winnen, dan
is er geen rechtstaat meer en is iederèen, die met
de overheid in goed vertrouwen in zee gaat, juridisch
bezien aan de heidenen overgeleverd. Met zoo’n over-

heid is reëel zakendoen onmogelijk. Dit is een on-
waardige situatie. Aanvaardt men echter het begrip
machtsmisbruik,
dan heeft hen normen ter toetsing
qua misbruik aanvaard en kunnen wij weer in prin-
cipe van rechtstaat spreken, ook waar de garanties
‘van recht op dit gebied minder ontwikkeld zijn dan

in het civiele- en het strafrecht.

Er is een groot verschil in de beoordeeling van

het ,,freie Ermessen” des Ministers bij de verlening
van vergunningen en bij de niet-verlenging daarvan.

Willekeur is altijd verkeerd. Maar wanneer een ver-
gunning
a.b ovo
niët is verleend, wordt er niets ver-
nietigd. Wordt een vergunning niet
verlengd,
dan
kunnen kapitalen, in goed vertrouwen op de vergun-ning en bovendien op een speciale ministerieele toe-
zegging geïnvesteerd, met één slag waardeloos wor-
den. Wanneer dan de niet-verlenging gebaseerd is

op redenen buiten de wet om, die wordt gehanteerd….
kan dat zoo maar in een zich noemenden rechtstaat?
Het is neerhalen van publiek
recht,
wanneer gemeend
wordt, dat dit aan de overheid vrij zou staan. En het
ware een juridische chicane, zoo gewezen werd op
het verschil tusschen intrekken en wijzigen tusschen-
tijds van eeu
loopende
vergunning en niet-verlengen
van een
afgeloopen
vergunning. De gevolgen zijn
precies gelijk. De wet bidt intrekken aan zekere
eischen, zie art. 97 A.W. le lid. Is het de geest der
wet,
a contrario
te redeneeren: dus is de administra-
tie niet gebonden bij het antwoord op de vraag aan-
gaande niet-verlengen? Of zou het wellicht juister
zijn per analogiam te redeneeren: de gevolgen zijn
dezelfde, dus zal niet-verlengen precies als intrekken
en wijzigen, alleen kunnen geschieden op verzoek
van een vakvereeniging enz. ,,indien Onzen Minister
blijkt, dat door de verlenging der vergunning
de be-
langen der arbeiders worden geschaad”? Dit is de
geest der wet, die met ordening niets, maar dan ook
niets te maken heeft. En elke juridische haarkloverij
en letterknechterij is bedenkelijk, zoo langs dien weg
de geest der wet wordt geschonden.
In een brief van 6 December vraagt Minister Rom-
me advies aan
zijn
ambtgenoot van Justitie over de
vraag ,,welke middelen staan de overheid ten dienste, om clezen fabrikant (den directeur van de ,,Arnoud”)
het verder overtreden van de Arbeidswet te beletten?
Is hier op een of ander wijze politiedwang toe te pas-
sen.” Maar even vroeger erkent deze Minister: ,,Nu
is er echter met name één fabriek – de ,,Arnoud”

1)
Het woord ,,bedrijf” in lid één van art. 28 A.W. be-
teekent
niet bedrijf.itak,
want de wet zegt, dat een bedrijf wordt uitgeoefend ii n een onderneming. Dit is een tech-
nisch afgerond geheel van bezigheden, niet natuurlijk een totaliteit van ondernemingen,. die hetzelfde
of pl.m.
het-
zelfde
e:i –

18 Mei 1938

ECONOMISCH.STATISTISC}JE BERICHTEN

379

te flullegom, die sinds 1929 zoo geheel op twee ploe-

gen is ingesteld, dat zij bij het werken in één ploeg
onmogelijk
loonenci kan produceeren”. Dus de Minis-
ter, dit wetende en erkennende, spreekt met zijn ver-langen naar politiedwang la mort san phrase uit over
een bloeiende onderneming. Drie dagen vroeger, 3 De-
cember, schreef Minister Romme ten geleide van zijn
beschikking tot weigering van de vergunning over
een tweeploegenstelsel: ,,Ik ontken allerminst, dat
uw fabriek, dank zij groote financieele offers, in vele
opzichten aan de spits van het kalkzandsteenbedrijf staat. Daaraan kunt u evenwel geen recht ontieenen

op een andere werktijdregeling dan voor de overige
fabrieken in dit bedrijf geldt”. Dit is de geest va.n

den ordenaar, niet van den staatsman. Want een
staatsman weet te onderscheiden, wanneer het gaat

om Ilamlet’s: to be or not to be, that is the question.
Voor den Minister is dit geen quaestie. Fiat justitia
pereat Arnoud. Er is een andere spreuk: summum jus summa iniuria, jus hier nog met een vraagtee-

ken. Wat onderscheidt de ,,Arnoud”, wat geeft aan
deze fabriek het recht op een afzonderlijk hanteeren
van ‘s Minsters quasi-discretiounaire bevoegdheid? De
spreuk
pacta sunt servanda.,
de afspraak met Minis-
ter Verschuur, waaraan alleen
deze
fabrikant zich ge-

houden heeft. En daarvoor wordt hij gestraft, daar-
toe wordt de wet misbruikt. Gaat er van ordening
zulk een fel licht uit, dat het haar adepten verblindt?
In den brief van Minister Romme aan zijn ambt-
genoot van Justitie beroept hij zich, aan de hand van
het betrokken Advies van den Hoogen Raad van
Arbeid, op de ongunstige tijdsomstandigheden, waar-
door ,,in twee ploegen veel te veel steen werd gepro-
duceerd, hetgeen tot chaos in dit bedrijf leidde”. Dit is typeerend voor
ordening.
Wat gaat dit den Mi-
nister van
Sociale Zaken.
aan? Het gaat tegen de
betere
techniek, tegen de beste outilleering, tegen de
gehate concurrentie. Het gaat niet om
sociale zaken.
Zin voor systeem en zin voor ethiek ‘(gegeven woord, goede trouw, gezond ,,zaken” doen) beide hadden den
Minister kunnen en moeten afhouden van de hier
niet toepasselijke ordeningsgedachte, die
bij
zijn col-
lega Steenberghe in zeer vertrouwde handen is. Wat dan verder ook de intrinsieke waardij dezer gedach-
te moge zijn.

*
*

Iedereen met normaal verstand moet kunnen
voe-
len.,
dat weergaloos onrecht geschiedt, wanneer de
overheid een bloeiende onderneming onder onjuiste
wetshanteering naar het leven staat, waarbij onder-
grondsche krachten van afgunst, onmacht en politiek
haar zin zullen krijgen. In den mercantilistischen
politiestaat van Frederik den Groote kreeg deze poten
taat het fiere woord te hooren: Ii y a des juges
Berlin! En het verhaal zegt, dat de Koning zijn hand,
die bijna schennis had gepleegd, nog tijdig terug trok.
Zijn wij op weg naar den ouden politiestaat? Voor-
loopig heeft de administratie zich hog bij ons aan
wet en recht te houden. De heer Romme is, meen ik,
een te goed jurist, dan dat hij dit anders zou willen.
In het begrip rechtstaat, dat in den ivaren zin demo-
cratisch mag heeten, ligt een kostbare garantie tegen elk dictatoriaal optreden.
Er is tenslotte op iets te wijzèn, dat een goede (?)
grap zou zijn, wanneer de zaak niet zoo ernstig ware.
Ernstig uit legislatief oogpunt. Ik bedoel art. 97,
le lid der Arbeidswet, dat handelt over intrekken of wijzigen van eenmaal verleende vergunningen eaz. Lid 2 en lid 3 van dit artikel verwijzen elk naar een

algerneenen maatregel van bestuur, die voorschriften
moet geven resp. over
mededeeling
van beschikkingen,
waarbij een vergunning enz. is verleend èn over
intrek-
ken
of
wijzigen
van een loopende vergunning. Het zijn
dus
twee
punten, die nader geregeld moeten worden.
De algemeene maatregel van bestuur van 28 Aug.
1920 (Stbl. 731) vermeldt in hoofde: houdende vast-
stelling van een alg. m. v. b. als bedoeld in art. 97,

2e en 3e lid der Arbeidswet 1919,
maar houdt zich
niet aan zijn eigen opschrif t,
door alléén het tweede
lid (de mededeeling) nader te regelen. Aangaande

intrekken of wijzigen is er. . . . een luchtiedig! En
zoo weet een Minister, die art. 97, le lid A. W., waar
naar het 3e lid van dit artikel voor de nadere voor-

schriften, die de alg. m. v. b. moet geven, verwijst,
zou willen hanteeren, niet wat
hij
inzake intrekken
of wijzigen moet doen! Het is een regel van staats-
recht, dat waar een wetsartikel een alg. m. v. b. eischt,

de werking der betrokken wetsbepaling moet wachten
tot die alg. m. v. b. er is.
Dit is niet meer dan logisch.
Conclusie: art. 97,, le lid A. W. kan niet werken,

waar nog steeds do uitvoeringsvoorschriften er niet
zijn en
dus
de Minister niet weet, hoe hij bij intrek-

ken of wijzigen van een loopende vergunning enz. zal
hebben te handelen. De Minister kan dis niet hande-

leu en niet, zoo lang dit legislatief luchtledig aan-
houdt, een verleende vergunning tusschentijds intrek-
ken of wijzigen. Waar dit geschiedde, is het ongeldig

geschied. Tableau! De wetgeving gaat er niet op
vooruit, wanneer men een alg.
m.
v. b. daartoe, in
ruimeren zin, mag rekenen.
H. W. C. BORDEWIJK.

HET ACHTSTE JAARVERSLAG VAN DE B.I.B.

Ook dit jaar is het verslag van de B.I.B. weder

in hoofdzaak gewijd aan een beschouwing van den
economischen toestand. Van de li1 bladzijden van
den tekst zijn er niet meer dan 8 aan het bedrijf van
de B.I.B. zelf gewijd.

Zulks wijst er al aanstonds op, dat in dit bedrijf

geen bijzonder groote veranderingen hebben plaats
gevonden. De op de volgende blz. voorkomende staat

van balanscijfers geeft van een en ander een beeld.
Het balanstotaal per 31 Maart 1933 is wat grooter
dan een jaar geleden en in de tussehenliggeride maan-
den is de balaussom zelfs niet onbelangrijk hooger ge-
weest dan in de voorafgaande jaren. Maar per saldo

zijn de verschillen niet groot geworden en de cijfers
uit de eerste boekjaren van de B.I.B. worden in de
verte niet benaderd. Als orgaan van internationale
financieele samenwerking is de B.I.B. van beperkte
beteekenis gebleven; het is goed, dat deze instelling er is, vooreerst omdat daardoor een regelmatig con-

tact ontstaat tusschen de verschillende leiders der
centrale banken, en voorts ook, omdat men, zoodra op

het gebied der korte credietverleening een interna-
tionaal orgaan noodig is, dit niet eerst in het leven
behoeft te worden geroepen, doch daarover reeds aan-
stonds kan worden beschikt. Maar alles tezamen ge-

nomen, moet men toch aannemen, dat, zooals de zaken
thans staan, er in de wereld al heel weinig storing
zou worden veroorzaakt, wanneer de B.I.B. morgen
aan den dag haar zaken zou liquideeren.

De huidige omvang der zaken van de B.I.B. laat
evenals in vorige jaren de uitkeering van 6 pOt. di-
vidend toe, terwijl tevens de reserves der bank gedo-
teerd worden en een kleine iitkeering plaats vindt
op de Regeerinsdeposito’s. Door deze laatsten wordt
de rendabiliteit van het bedrijf der B.I.B. sterk ge-
steund; de bedragen der deposito’s zijn aanzienlijk,
f..w.
rond 250 millioen Zw. Francs, waarop niet meer
dan 425 duizend Zw. Francs worden uitgekeerd tea
laste van de winst- en verliesrekening.

Overigens heeft ook de B.I.B. de bezwaren van
den lagen rentestand en van de overvoering der geld-
markten met liquide middelen ondervonden. Zij is
er echter tot dusverre blijkbaar in geslaagd om haar
rendahiliteit voldoende op peil te houden voor de
uitkeering van een stabiel dividend.
De B.I.B. is een orgaan ten behoeve van de samen-
werking der centrale banke. Daarom is op haar ba-
lans het bedrag der door genoemde banken voor eigen
rekening aangehouden bedragen van groote beteeke-
nis. Daaruit toch blijkt, in welke mate de centrale
banken van de diensten van de B.I.B. gebruik wen-
schen te maken.

380

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18
Mei
1938

Activa (in 1000 Zw. goud frs. en in
0
/0
van het balanstotaal).

Goud, kast

1Herdiscontabel
i en tegoed Cali-gelden
1
Handels- en
i
S
Datum

.

i banken

.

J bankaccepten
: 1000

0

1000

1000

1000

0
Zw. frs.
10
Zw. frs.

10
Zw.
frs. ‘°
Zw.
frs.

10

VI
:
.i.930………5.120 0,5 23.046 2,1 239.295 22,0 261.352 24,1
III. 1931 … . 7.239 0,4 186.281 9,8 471.42424
1
8138.103 7,3
31. III. 1932 …..14.212 1,3 74.385 6,6 473.560 42,0136.738 12,1
31. III. 1933 …. 11.396 1,2 52.543 5,6 275.172 29,2 257.461 27,4
31. III. 1934 …. 30.934 4,6 14.447 2,2
157.719’23,6!192.108
28,8
31. III. 1935 …. 13.647 2,1 .15.465 2,3 148.451 22,5 213.976 32,4 31.111. 1936 …. 33.799 5,1 12.960 2,0 150.250 22,7 188.279 28,5
30. VI.

, ……45899 6,9 16867 2,6 151.925 23,0 180.922 27,4
30.IX.
,,.
…..
41.085 6,2 14.806 2,2 110.934 16,6 211.751 31,7
31X11. ,…….56.491 9,2

5.253 0,9 134.022 21,7 147.671 24,0
31.111. 1937 …. 70.723 11,4 26.538 4,3 101.347 16,4 130.696 21,1
30. VI.

, …….46.364 6,6 36.436 5,2 136.066 19,3 140.555 20,0
30.
ix:

, …….
51.394 7,2 15.987 2,2 113.423 15,8 163.884 22,8
31.XIÏ.

, …….66.101 10,2 17.155 2,6 122.146 18,8 110.572 17,0
31.111. 1938 …. 43.081 6,7 15.795 2,5 126.779 19,7 102.832 16,0
30. IV.

, ……42.697 6,5 19.607 3,1 132.256 20,8 90.33314,2
1)
Deze post omvat alle uitzettingen van meer dan 90 dagen.

Andere_uitzettingen
Andere

Balans-
tot 3 mnd.

3-6 mnd. . 6e

Activa

totaal

1000

1000

T000

0

000
0

1000
Zw.
frs.

Zw. frs.
010
Zw. frs.

/0

Zw
.
fr.
Io
Zw. frs.

486.943 44,9 68.352
1
) 6,3

1.612 0,1 1.085.721
850.694 44,7 12.788 0,7 222.652 11,7 11.967 0,6 1.901.149
380.814 33,8 35.852 3,2789′ 0,1 9.661 0,9 1.126.011
270.888 28,8 58.782 6,3 6.456 0,7 7.876 0,8 940.575
124.485 18,7 70.756 10,6 68.01410,2 9.067 1,3 667.526
133.417 19,2 59.829 9,1 64.584 9,8 10.461 1,6 659.829
134.035 20,4 44.019 6,6 84.822 12,8 12.619 1,9 660.783
91.999 13,9 117.941 17,8 47.711 7,2 8.205 1,2 661.468
147.323 22, 55.250 8,3 77.689 11,6 9.373 1,4 668.312
80.328 13,1 91.143 14,7 99.900 16,2 1.474 0,2 616.284
121.911 18,7 76.538 12,4 89.663 14,5 1.425 0,2 618.842
141.458 20,0 129.747 18,4 70.484 10,1 2.746 0,4 703.855
215.464 29,9 66.569 9,3 90.835 12,7 1.296 0,1 718.853
145.574 22,3 98.527 15,2 88.886 13,7 1.065 0,2 650.026 198.122 30,8 65.575 10,2 90.686 14,0 1.161 0,1 644.031 193.224 30,4 67.980 10,8 89.712 14,1 1.050 0,1 635.859

Pasaiva (in 1000 Zw. frs. en in
.1#
van het balanstotaal).

Kapitaal

Lang loopende deposito’s

Dad. opvraagb. gelden en deposito’s t. 6 mnd.

Andere
(gestort)

Reserves

Reparatie-

Duitsche
1
FranSche

Circ.bankenv. Idemvoor rek.

Andere

Passiva
Datum

.

annuïteiten

Reg.

Reg. – eig. rekening

van derden

Deposanten

1000

0

1000

1000

0

1000

0

1000

0

1000

0

1000

1000

0

1000
Zw.
trs.

Zw.
frs.
l0
Zw.
S.

/0
Zw. frs.

/0
Zw. frs.

‘0

Zw.
frs.

/0

2w.
frs.

‘s
Zw.
frs.


Zw.
frs.

10

30.VI.
P
1930 102.500 9,4 – – 151.231
1
13,9 129.584 11,4

– 111.107 10,2 153.677 14,2 3.642 0,3 1.832 0,2
31.111. 1931 103.188 5,4 – – 154.874 8,2 77.437 4,1 68.880 3,6 811.807 42,7 653.175 34,4 14.021 0,7 17.768 0,9
31.111. 1932 108.500 9,6 3.842 0,4 153.623 13,6 76.811 6,8 68.649 6,1 608.185 54,0 68.154 6,1 7.823 0,7 30.425 2,7
31.111. 1938 125.000 13,3 9.387 1,0 153.640 16,3 76.820 8,2 68.481 7,3 451.727 48,0 13.301 1,4 6.615 0,7 35.603 3,8
31.111. 1934 125.000 18,7 13.706 2,1 153.546 23,0 76.773 11,5 40.903 6,1 178.911′ 26,8 9.418 1,4 1.071 0,2 68.197 10,2

31.111. 1935 125.000 18,9 17.271 2,6 154.294 23,4 77.147 11,7 63.961 9,7
142.6462
21,7

25.698 3,9

4.256 0,6 49.559 7,5
31.111. 1936125.000 19,2 20.859 3,2 154.340 23,4 77.170 11,7 63.961 9,7 158.384
2
23,9 14.319 2,2

896 0,1 45.854 6,9
30.VI.

,, 125.000 18,9 22.059 3,3 154.059 23,3 77.029 11,6 63.961 9,7 165.426′ 25,1

10.606 1,6

285 0,0 43.043 6,5
30.1X.

,, 125.000 18,7 22.059 3,3 153.096 22,9 76.548 11,5 63.961 9,3 174,250′ 26,1

6.344 0,9

649 0,1 46.405 6,9

31.XII. ,, 125.000 20,3 22.059 3,6 153.280 24,9 76.640 12,4 44.916 7,3 146.509
2
23,8

6.242 1,0

90 0,0 41.548 6,7

31.111. 1937 125.000 20,3 22.0593,6 153.157 24,8 76.579 12,4 44.223 7,1 152.940′ 24,7

4.248 0,7

237 0,0 40.399 6,5
30.VI.

125.000 17,8 23.184 3,3 152.790 21,7 76.395 10,8 42.912 6,1 237.512′ 33,8

2.906 0,4

539 0,1 42.607 6,0
30.1X.

,, 125.000 17,4 23.184 3,2 152.974 21,3 76.487 10,6 32.921 4,5
255.4312
35,6

3.408 0,5 7.605 1,1 41.844 5,8
31.XII.

, 125.000 19,2 23.184 3,6 153.527 23,6 76.764 11,8 32.634 5,1 187.222′ 28,8

2.336 0,3 6.316 1,0 43.044 6,6

31.111. 1938 125.000 19,4 23.184 3,6 153.126 23,8 76.563 11,9 ‘29.547 4,5
188.8.102
29,4

3.308 0,5 2.192 0,4 42.301 6,5
30.1V.

,, 125.000 19,7 23.184 3,6 153.342 24,1 76.671 12,1 29.481 4,6 180.634
2
28,4

1.861 0,3 2.387 0,41 43.299 6,8
1)
Bovendien komt op de balans per 30 VI ’30 een post voor van 438 millioen Zw, Frs. wegen-s nog te verdeelen
opbrengal van de 5 4 pOt. Duitsehe leenng, de zgn. You.ng-leenmg. Op latere bala.naen

zijn alle posten betr. de intern.
reparatieleeningen buiten beschouwing-gelaten.
2)
Inclusief gouddp5ts van centrale banken.

De saldi der centrale banken nu hebben in den
looij van hot laatste jaar aanmerkelijke fluctuaties
vertoond. Dit houdt verband met de door, deze ban-
ken geo1gde goudpolitiek. De eerste manden van
het boekjaar der
B.I.B.,
met name Mei en Juni 1937, kenmerkten zich door een ,,vlucht uit het goud”, met
het -gevolg, dat de goudtransacties der
B.I.B.
sterk in
aantal en orhvang toenamen. Daarop volgde weer een
kaldiere periode, slechts tijdelijk onderbroken door
eenige meerdere activiteit in het najaar.

Deze afwisse1endeniging, eerst tot afstooting van
goud en vervanging diarvan door deviezen uit angst
voor ôeu daling yan d8n goudprijs ter beperking van
de destijds in gang zijnde hausse, daarna tot aan-
vulling vah den goudvoorraad en tot afstooting van
devidzen, had tot gevolg, dat de eigenlijke ,,clearin.g”
– van goudverschuiiingen tusschen de centrale banken
bemoeilijkt werkt. Teveel toch 1ieen de orders van
de centrale’ banken damirtoe in één en dezelfde rich-
ting. Eerst in de laatste maand van het boekjaar was
• er weer gélegenhdid voor offsetting operations” op
edn meer norrnaleh gronds1a.

rn het verslag wordt de volgende staat gepubli-
ceerd betreffende de saldi, door de centrale banken
voor eigen rekening aangehouden bij- de
B.I.B.
(ex-
clusief de in de balans voorkomende gouddepôts),
den eigen goudvoorraad van de
B.I.B.
en het voor
clearingdoeleinden ter beschikking van de
B.I.B.
ge-
stelde goud.

(In m. m.
Zw.
goud francs)

Tegoed van centrale
banken voor eigen
rekening

129,6 215,8 247,0 178,9 179,2

Goud in baren

45,1

51,0

18,3

13,8

20,9
,,Earmarked Gold”‘) .. 433,0 382,7 358,7 403,6 479,1

Tot.goudvoorr.bijB.I.B. 478,1 433,7 1377,0 417,4 500,0
1)
Dit goud komt niet in de balans der B.l.B. voor.

Duidelijk blijkt uit dezen staat, dat de saldi van
de centrale banken een aan -het goud tegengesteld be-
ioop hebben vertoond. –

Nog op ander gebied valt uit het laatste verslag-
jaar een bijzonderheid te vermelden. De
B.I.B.
heeft
er naar gestreefd om door de verleening van valuta-
credieten de moeilijkheden op te lossen, ontstaande
bij de dekking van koersrisico’s in valuta’s, waarin
geen vrij

verkeer is toegestaan of die- onder hijzon-
deren druk stondn. In het verslag wordt daarom-
trent het volgende opgemerkt:

,,Mention should -be made of a sornewhat increasod ac-
tivity in the granting o-f eredits to central banlos fr the
specifie purpose of faeilitating oommerci-al tra.nsactïons.
The clifficul-ties experienced
in
oblaining ordinary credits
and therefore of covering forward exehange risks by ex-

18 Mei 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

381

porters wiieii exohange restrictions are in force, or cur-
rencies subject to pressure, hnve made it desirable to
provide for speoial facilities. The Bank bas been able to
ren.der some assistance in the arrangemont of such t acili-
ties by credits graiited to central banks; in eertain cases
reciprocal eredits have been arranged under which the
credits granted by a centra.l bank in its own currency
‘have been counterbalanoed throu’gh the interinediary of
the Bank for International Settlements by credits ob-
tained by it in a foreign currency from another central
bank.
,,These operations – as well as inquiries to which they
have given risc – have helped to reveal more clearly the
real clifficulties in certain areas and the lirnited extent
to whiøh international financing eau be expected to
function where basic monetary and commercial conditions
remain unsettied.”

Blijkbaar gaat het hier voorsha.ncls slechts om een
bescheiden begin, aangezien geen enkel cijfer omtrent
de beteekenis van deze zaken wordt verstrekt en uit-
drukkelijk gewezen wordt
01)
de groote moeilijkheden,

welke zich
01)
dit gebied voordoen. Zoo is er dus over het eigenlijke bedrijf (Ier B.I,B. in het boekjaar 19371’38 weinig belangrijk nieuws te
melden.
Tot veel meer beschouwingen geeft ht economisch
overzicht aanleiding, waarmede het grootste deel van
het verslag wordt gevuld. Daarop hopen wij eerlang
in een afzonderlijk artikel terug te komeit.
G. M. V. S.

AANTEEKENINGEN.

De pakketpost der Duitsche posterijen in het
conjunctuurverloop.

De Nederlandsche Kamer van Koophandel voor
Duitschiand te ‘s-Gravenhage schrijft ons:
De verzending per postpakket neemt, zooals blijkt
uit onderzoekingen door het ,,Statistisch Reichsamt”

verricht, een bijzondere plaats in het Duitsche dis-
tributieproces in. De resultaten van deze onderzoe-
kingen, welke gepubliceerd
zijn
in het tijdschrift
,,Wirtschaft und Statistik”, geven een inzicht in de
ontwikkeling van de verzending per postpakket, de
samenhang tusschen deze ontwikkeling en de pro-
ductie, de intensiteit van de verzending van postpak-
ketten in verband met bepaalde takken van industrie
en in samenhang met dit laatste de verzending in de
verschillende postdistricten en industrieele centra.
In tegenstelling tot het goederentransport van de
spoorwegen en de binnenvaart, dat hoofdzakelijk uit massagoederen, industrieele grondstoffen, de meeste
landbouwproducten en ook uit productiegoederen van
grooten omvang, zooals machines, bestaat, worden per
pakketpost verzonden die producten van verbruiks-
goederenindustrieën, in het bijzonder die met elasti-
sche vraag, waarbij sprake is van een hooge graad van
industrieele verwerking en een sterke differentiatie,
die dus een betrekkelijk hooge waarde in een klein
bestek vertegenwoordigen. Voor verzending per post-
pakket komen dus o.m. de producten van de textiel-,
handschoenen-, schoenen-, speelgoederon- en metaal-
warenindustrie, de boekhandel en de tabakhandel in
aamnerking. Vanzelfsprekend maken cle verzendhui-
zen het meest van deze wijze van verzending gebruik.

Uit genoemde functie van de verzending per post-
pakket vloeit een vergaande overeenkomst van haar
verloop met de productie der verbruiksgoederenindus-

trieën voort, terwijl de veranderingen in het goede.
rentransport door de spoorwegen een groote over-
eenkomst met de productie der productiegoederenin-
dustrie vertoorien.

Ook blijkt, dat de verzending per postpakket min-
der sterke schommelingen vertoont dan het goederen-
transport per spoor. In de jaren van opgaande con-
junctuur na 1932 zijn de verzending per postpakket
en de productie van de verbruiksgoederenindustrieën
minder sterk gestegen dan het goederentransport per
spoor en de productie van de productiegoederenin-
Onderstaand staatje toont dit aan:

Goederentranspoi-t en industrieele productie.

Index
Productieindex
Index van het
Productiein-
van het
van de
goederentrans-
dex van de aant. afgegeven
verbruiksgoe- port p. ,Relchs- producliegoe-
postpakketten
derenindus.
1)
bahn”
2)
derenindustrie
1926 93,9
76,0 90,2
78,1
1927
105,1 102,1
102,6
103,4
1928
100,0 100,0
100,0 100,0
1929
95,4
97,0 103,0
103,2
1930
90,4 91,2 83,7 85,5
1931
81,4′
86,5 67,6
61,0
1932
78,8 74,0
57,2
45,7
1933
83,8
80,1
62,1 53,7 1934 91,6
89,6
74,7
77,2
1935
3)
95,2
85,6 85,4
99,4
1936
102,9
95,7
94,8
112,9
1937
106,8 101,0
4)
105,8
4)
126,0
41
t)

Alleen goederen met elastisohe

vraag.
2)

Ook het
transport
op ‘de rijksautowegen.
3)

Vanaf Maart
1935
met
Saarland.
4)
Voorloopige cijfers.

dustrieën; daartegenover staat, dat de eerste in de
baissejaren ook minder sterk gedaald waren. De
pakketpost heeft een jaar eerder dan het goederen-
transport per spoor de stand van het jaar 1928 over-
schreden. Zelfs was de verzending per pakket in 1937
grooter dan in het jaar 1927, in welk jaar de hoogste
cijfers na den oorlog bereikt werden. Het aandeel van de verzending per postpakket naar
en van het buitenland in het totale pakketpostverkeer
neemt voortdurend af. Van 1931 tot 1935 daalde dat
aandeel van 4.8 pCt. tot 1.7 pOt. en bedroeg in ‘de
jaren 1936 en 1937 resp. 1.5 pCt. en 1.4 pOt. Dit is
een gevolg van den afnemenden uitvoer per post-
pakket, hoewel de invoer per postpakket toeneemt.
Ter illustratie van de intensiteit van het pakket-
verkeer in de verschillende districten en industrieele
centra, zij vermeld, dat het gemiddelde aantal afge-
geven postpakketten voor geheel Duitschland in 1937

per 1000 inwoners 4.603 bedroeg, terwijl in overwe-
gend industriele gebieden dat aantal belangrijk boven
het gemiddelde, in gemengd industrieele’ en agrari-
sche gebieden ongeveer gelijk aan het gemiddelde en
in zuiver agrarische gebieden belangrijk beneden het
gemiddelde lag.

Binnen deze drie groepen treden echter in ver-

band met wat in den aanhef gezegd werd, opmer-
kelijke schakeeringen op. In de overwegend in-
dustrieele districten springen de vestigingsplaatsen
van de verbruiksgoederenindustrieën, zooals bijv.

Ohemnitz (handschoenen- en kousenindustrie; 1937:
8.437 per 1000 inwoners), Berlijn (confectie-indus-

trie; 1937: 7.218), Leipzig-Halle (boekhandel en
jaarbeurs; 1937: 6.019) naar voren, terwijl de mijn-
bouwdistricten, val. Dortmund en Aken ver bij het
gemiddelde achterstaan (Dortmurid: 2.698 per 1000
inwoners). Van de districten met gemengde economi-
sche structuur heeft Bremen, de eerste vestigings-
plaats van de Duitsche verzendhuizen (koffie, thee,
tabaksartikelen), de belangrijkste verzending per
postpakket (1937: 11.680 per 1000 inwoners(.
Ook bij de verzending naar het buitenland vinden
binnen de drie groepen afwijkingen plaats. Deze ver-
zending is het sterkst uit het distrièt Neurenberg.
Daarop volgen om. de districten Ohernnitz, Berlijn,
Stuttgart (textiel-, schoenwaren-, klokken- en metaal-
warenindustrie), Leipzig-Halle, enz.
De toeneming van de verzending per postpakket is
zeer belangrijk; van 1932 tot 1937 was zij 35 pOt.
voor het geheele rijkspostgebied zonder Saarland.
Vooral in het district Bremen was deze ontwikkeling
zeer sterk; hier nam in de genoemdé jaren het pak-
ketpostverkeer met 61 pOt, toe, dank zij de uitbrei-
ding van de verzendzaken. «Ook in de districten
Speyer, Ohemnitz en Neurenberg was de stijging zeer
krachtig.

382

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18
Mei
1938

De zichtbare suikervoorraden in de wereld.

De zichtbare voorraden per 1 April zijn volgens C. Czarnikow:

In tons

1938

1937

1936
Duitschiand …………..
1.493.000 1.126.000
1.071.000
Tsjecho-Slowakije

……..
430.000
386.000
338.000
Frankrijk …………….
659.000
562.000
716.000
Nederland…………….
193.000
220.000
250.000
België

………

………
164.000
131.000 175.000
Hongarije…………….
86.000
98.000
82.000
Polen

………………
361.000 297.000 298.000
U.K. Geïmp. suiker

……
380.000
313.000
305.000
Binnen!.

;.

……
143.000 182.000
117.000

Europa…….. 3.909.000 3.315.000 3.352.000
V.S. Alle havens ……..

299.000

181.000

219.000
(Jubaansche havens ……

555.000

541.000

488.000
Cuba binnenland………. 1.809.000 1.523.000 1.512.000
Java…………………

317.000

260.000

949.000

ie jaar met vergoeding van het gehee!é agio, het Ze jaar
van
34
van het agio, daarna 5. pan.
Introductie
Van het netto-provenu der leening is een bedrag van

f
200.000 voor con’versie afgetrokken.
Van het netto-provenu der leening ‘is een bedrag van

f
41.400 voor conversie afgetrokken.
Voorts is hier ‘te lande de inschrijiving opengesteld op
een beperkt bedrag. cent. van 10 gew. aand. z.n.w. Wm.
Wri’g!ey Jr. Company 5. pim.
$4734
p. a. (introductie) ; op een
beperkt’ bedrag cert. van 10 gew. aand. z.n.w. Amer’i.can
Radiator & Standard San.itary Corp. 5. pim. $ 9% p. a.
(introductie);
Op
een beperkt bedrag cert. van 1 en van
10 aand. z.n.w. Allied Chemical & Dye Corp. 5. pl.m. $ 111
p. a. (introductie); op een beperkt bedrag cert. van
10 5% cum. pref. oonvert. aand. Pure OiI Co. 5. pim. $55
(introductie’) ; op een beperkt bedrag cert van 10
gew. aand. z.n.w. Pure Oil Co. 5. pim.
$
8% p. a. (intro-
ductie)
;
op een beperkt bedrag cer’t. v. 10 gen’. eend. z.n.w.
Aineriican Motel Corporation
f1.
pl.m. $ 22
1
/
4
p. a. (introduc-
tie); o’p een beperkt bedrag depôtfraotiebewij’zen van 1. en
2 depôt-fracties Algemeen Nederlandsoh Beleg.gingsdepôt
5.
pl.m. f506 per fractie (introductie), en op een beperkt
bedrag aand. Hoflandsch-Engelsche Duik- en Bergingsmij.
5. 100%.

Emissies in 1938.
(In
Guldens)
Nieuw kapitaal:

Conversie:

Obligatiën

Aandeelen

Totaal

/
Jan. ….

2.461.075,-

1.740.000,-

4.201175,-

1.076.516i650,-

Febr…..

9.267.401,25

636.000,-

9.903.401,25

110,140.600,-

Maart … 17.951.327,50

1.650.000,-

19.601.327,50

81 525.748,-
April ….

466.292,50

157.500,-

623.792,50

4.852.400,–

30.146.096,25

4.183.500,-

34.329.596,25

1.273.03398,-

ONTVANGEN BOEKEN.

Totaal..’.;.. 6.889.000 5.830.000 6.520.000

MAANDCIJFERS.

EMISSIES IN APRIL 1938.

Prov. en Gemeentel. Leeningen ……..
f 80.692,50
zijnde:
JTederlaiaf
Corn. Groningen
f
4.611.000′)
‘3%% obi. 5.
101%% …. f
80.692,50

Diversen …………………………
,,
157.500,-
zijnde:’
Nederland Aandeelen:
Mij, voor woninginrichting
P. v. Reeuwijk
f 150.0002)

aand. 5. 105% . ……….. f157.500,-

Kerkelijke Leeningen ….. . ………..
,,
385.600,-
zijnde:
Nederland
Obligatiën:
Congr. der zusters Francisca-
‘nessen v. d. onbevi. ontv.
der H. Moeder Gods en het
zed. Uch. ,,De Zusters van
Liefde”, Veghel
f
500.000)
336.% obi. 5. 100% ……
f
300.000,-
Geref. Kerk van Kil!egersberg-
Straabveg
f
77.000
4
) 3%.%
obl. 5. 100% ………….
,
35.600,-
Ned. Herv. Gein. ,,Schoten”

f
50.000 334%’ obi. 5. 100%
,,
50.000,-

Totaal . . . .
f623.792,50

De erf pachtscanon van terreinen, gebezigd voor par-

ticv2ieren woningbouw te Amsterdam
door
N.

W.
van’ Vliet, adj. directeur der Hollandsche

Hypotheekbank. (Amsterdam
1937; N.V.
Druk-

kerijen Uitgeverij
J. H.
de Bussy).
Overdruk uit het Jaarboekje van de Vereenigi.n.g van
Directeuren van Hypotheekbanken. Drie-en-Twintigste
Jaargang.

Die private Lohnsta,tistik in der Schweiz
door Hanny

Thalmann.

Statistiek der Rijks financiën
1937.
Centraal Bureau

voor de Statistiek. (‘s-Gravenhage
1937; N.V.

Drukkerij Albani. Prijs
f
2.10).

L’évolution de l’éconovsie française
1910-1937.
Ta-

3)
Van het neitto-proverlu der leeniug is een bedrag van

bleaux statistiques puhliés par 1’Institut scienti-

f 4.611.000 voor conversie afgetrokken.

fique de Recherches économiques et sociales.

Recht van vervroegde aflossing tot 1943 f1. 101% in het

(Parijs
1937;
Librairie du Recueil Sirey).

AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van 1000 kg.)

Artikelen

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

8-14
Mei

Sedert
Overeenk.
8-14
Mei
Sedert
Overeenk.
1938

1937
1938
1Jan.
1938
tijdvak
1937
1938
1Jan.
1938
tijdvak’
1937

Tarwe
,

11.514
,
461.383
679.964
500
4.250
17.474
465.633 697.438

Rogge

……
……….
,-
57.806
111.544


2.875
57.806
114.419
500 6.026

,

3.973



6,026 3.973

.’ ……
.

Maïs
……………….
28.449

……

441.649
461.267
1.100
49.922
59.695 491.571
520.962
Boekweit ……………….

6.250
148.530
139.185
309
6.137
6.189 154.667
145.374

Ha7ver
8.415 96.441 62.223
.


7.012
3.180 iO3.453 65.403

5.075

..

48.231.
98.960
4.175 113.006 100.401 161.237 199.361

Gerst

…………….
……………..

Lijnkoek ……………
1.703
28.600
24.211

.-.

28.600
24.211
Lijnza’ad

.
‘…..
.

2.324
.
23.498
13.071 365
6.284
1.795
29.782
14.868
Tarwemeel ………….
Andere meelsoorten
. .

.
745
13.315 17.350

85
1.934 1.293
15.249 18.643

Noot hj.groothandelspriizen. (Zie blz. 3841385)

1)
Tarwe:
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2; van Jan. 1931 tot 26 Sept. 1932 79 k.g La Plata; van 26 Sept. 1932
-tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. .2; van 5Febr. 1934 tot 6 Juli 1935 80 kg La Plata; van 6 Juli ‘1936 tot 30 Nov.
1936 Manitoha; van 30 Nov. 1936-2 Aug. 1937 Bahia Blanea; van 2 Aug.-16 Aug. 1937 La Plata; van 16-

23 Aug. 1937 Bahia Blanca.
Rogge:
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 Amenican No. 2; van
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 kg Hongaarsche; vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74 kg Zuid-Russische; van
23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada; van ,2 Oct. 1933-25 Oct. 1937 La Plata.
Gerst:
Tot Jan. 1928 Malting;

van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2; van 9 Febr. 1931 ‘tot 23 Mei 1932 6415 kg’ Zuid-Russisehe; van
23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3; van 19 Sept. 1932 tot 24 Juli- 1933 62163 kg Zuid-Russische; van 24 Juli 1933-
7 Oct. 1935 64/65 kg La Plata; van 7 Oct. 1935-18 Mei 1936 62163 kg Zuid

Russisohe; van 18 Mei 1936-23 Aug.

1937 64/65 kg La Plata.
Mais:
Tot Jan. 1937 2000 kg La P.lata.
Lijivzaacl:
Vanaf 1 Jan. 1938 per 1000 kg, tevoren

per 1960 kg. De vroegere prijzen werden herleid op basis van 1000 kg.

18 Mei 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

383

STATISTIEKEN.
BAN KD1SCONTO’S.

d
‘IDisc.Wissels. 2

3Dec.’86
Lissabon

. . .
.411 Aug.’37
‘BeI.Binn.Eff.
Bk
fVrsch.inR.C.
21

3Dec.’36
21

3Dec.’36
Londen ……2
30Juni’32
Madrid ……5

9Juli’35
Athene ……….
6

4
Jan. ’37
N.-York F.R.B.1
26Aug.’37
Batavia

……..
3
14Jan.
’37
Oslo

……..3f

5Jan.’38
Belgrado ……..
5

1
Febr. ’35
Parijs

……2f
12 Mei’38
Berlijn ……….
4
22Sept.’32
Praag

……3

1Jan.’36
Boekarest ……..
4

15Dec.’34
Pretoria

… 3

15Mei’33
Brussel ……….
4

10 Mei ’38
Rome ……..4

18Mei’36
Boedapest

……
4
28Aug.’35
Stockholm

..21

1Dec.’33
Calcutta

……..
3
28Nov.’35
Tokio….

3.46
11 Mrt.’38
Dantzig

……..
4

2Jan.’37
Weenen …… 31
10Juli’35
Helsingfors ……
4

3Dec.’34
Warschau …. 4

18Dec.’37
Kopenhagen

….
4
19Nov.’36
Zwits.Nat.Bk.lf25Nov.’36

OPEN MARKT.

1938

14

9114

2/7

25130
Mei

Mei

Mei

April

1937
10(15
Mei

1936

11(16
Mei

1914

20124
Juli

Amsterdam
Partic. disc.
11
4

11
4

11
4

11
4

114
2-1,6
3
1
18.
1
116
Prolong.
1
12
112
1
12
‘ja
1
13142114
21143/4
Londen
Daggeld
I2’1
‘/,-I
‘/,-1
‘j,-I
‘Ia-I
‘/,’i
1
3
14-2
Partic.dlsc.
1
7132
17j
17
/32
17
I32-
9
1i6
1
132-I,6
‘/a°/i
41/4.314

Berlijn
Daggeld
.
2
1
12-
3
1
215-
3
14
211
7
-3114
2
3
14-3
3
15
2
1
12-3
2
1
1-3

Maande1d
214-3
2314-3
2314-3
2
3
14-3
2
1
12
3
14
1

2
3
/4-3

Part, disc.
2
7
1
2
1
18
2
7
18
2
7
18
271
2/-3
2
1
/6_
1
12
Warenw.
. .
4_11
4.1/
4

4_11
4

4_11
4

4_11
4

4_11
4

t’Jew York
DageId
1)
1
1 1
1 1
1
13(
4
211
3

Part,c.disc.
1
12
‘a
‘ja
‘h

91j
3
116

1)
Koers van 13 Mei en daaraan voorafgaande weken tlm. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

ata
New
Londen

Berlijn
Parijs
Brussel
Bal avia
York
)
*)
)
)
1
1)

10 Mei

1938
1.80%
8.97%

72.421
5.06
30.36
100%,
11

,,

1938
1.80%
8.98

72.571
5.05%
30.39
100k
12

,,

1938
1.80%,
8.98

72.55
5.05%
30.50 100%,
13

,,

1938
1.80%
8.98%

72.56
5.05% 30.39
100%,
14

,,

1938
1.80%
8.98%

72.571

5.05%
30.39 100%,
16

,,

1938
1.80%
8.97%

72.56
5.06
30.43
100%
Laagste d.w’)
1.80% 8.97%

72.40 5.04 30.35
99%
Hoogste d.w’)
1.81
8.99

72.60
5.07
30.57f
100%,
Muntpariteit
1.469
12.1071

59.2631
9.747
1
24.906
100

Da a
t
Zn’it-
serlan
Praag
Boeka-
Milaan Madrid
rest
1)
)
*8)

10 Mei

1938
41.23
6.29

– –
11

1938
41.25
6.30



12

1938
41.22
6.30

– –
13

1938
41.23
6.30

– –
14

1938
41.23 6.30



16

1938
41.22
6.30



Laagste d.w
1
)1
41.17%
6.25
1.40


Hoogste d.w
1
)1
41.30
6,32f
1.45
9.55
Muntpariteit
1

48.003
7.371
1.488

13.094
48.52

Data
Stock-
Kopen-
S 0
Hel-

Buenos-
Mon-
holm) hagen*)
J(Ç
Aires’)
treal’)

10 Mei

1938
4630

40.10
45.121

3.98
47%
1.79%
11

,,

1938
46.30

40.10
45.121

3.97
47%
1.79%
12

,,

1938
46.30

40.10
45.121

3,97
45%
1.79%
13

,,

1938
46.321 40.12f
45.15
3.99
45X
1.79%
14

,,

1938
46.3%
‘IO.lzf

45.15
3.99
47%
1.79%
16

,,

1938
48.30

40.10
45.121
3.97
45%
1.79
Laagste d.w’)
46.20

40.-
45.02f

3.95
45
1.78%
Hoogste d.w
1
j
46.35

40,15
45.20
4.00
47%
1.80
Muntpariteit
146.671

66.671 66.671 6.266
95%
2.1878

*)
Noteering te Amsterdam.
•)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In ‘t late of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor Vs
II
een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
($
per
£)
Parijs
($ p.
lOOfr.)
Berlijn
($
p. 100
Mk.)
Amsterdam
($ p. 100
gld.)

10
Mei

19381
4,97%,
2,80
40,19% 55,35%
11

,,

1938
4,97%
*
2,80%
40,19%
55,4434
12

,,

1938
4,97%,
2,79%
40,20 55,39
13

,,

1938
4,97%
2,80 40,19
55,3734
14

,,

1938
4,96%
2,79%
40,1834
55,33
16

,,

1938
4,96%,
2,79%
40,17
55,30

17 Mei

1937




Miintpariteit..
4,86
3,90%
23,81%
40%,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Not eerings-
eenheden
30Apr.
1
1938

1
7Mei 1
1938

1LaagstelHoogstel

9114
Mei
1938
1
14
Mei
1938

Aiexandrië..
Piast.p.0
97% 97%
97%
97%
9734
Athene

….
Dr.
p. £
547%
547%
540 555
547%
Bangkok….
Sh.p.tical
1110% 1110%
1/10%
1110%
1/10%
Budapest

..
Pen. p.
£
25% 25%
24%
25%
25%
BuenosAires’
p.pesop.0
19.05
19.02f

18.94
19.05
18.9%
Calcutta
. . ..
Sh.
p.
rup.
115
1
%,
1/5
29
1
s
,
115%
1/51%,
1/5
29
/
t
,
Istanbul

.. Piast.p.
620 620
620
620 620
Hongkong
..
Sh.
p. $
112% 112%
1/21%,
1/3%,
1/2%
Sh.
p.
yen
112 112
111%
112%,
112
Lissabon….
Escu.p..C110%
6

110%,
110
110%
110%,
Mexico

….
$
per
£

– – –

Montevideo
.
d.per.
20
19%
19%
21%
2.1

Kobe

…….

Montreal

..
$
per
£
5.01%
5.01%
5.00%
5.01%
5.001.4
ftio
d. Janeiro
d. per Mii.
2%
2%
2%
2% 2%
Shanghai

..
5h.
p. $
1/1%
1/-
0111
1/0%
0111%
Singapore
..
id.
p. $
2/3
1
%,
21313/
1
,
213%
213%
213%
Valparaiso
2).
$
per
£
125
125 125
125 125
Warschau
..
Zi. p. £
26%
28%
26% 26%
26%
1)
0ff
Ic.
not. 15 laten, gem. not., welke imp. hebben te betalen
10
Dec. 1936
16.12.
2)
90 dg. Vanaf 13 Dec. 1937 laatste ,export” noteering.

ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
3)

Londen’)
N.York
2
)
Londen
10
Mei
1938.. 18%
42%
10
Mei
1938….

139191
11

,,
1938.. 18%
42%
11

,,
1938….

139111
12

,,
1938.. 18%
42%
12

,,
1938….

1391101
13

,,
1938..

181%,
42%
13

,,
1938….

139111
14

,,
1938..

18%

14

,,
1938….

139111
16

,,
1938..

18%
42%
16

,,
1938….

14011

17 Mei
1937..
-.

17 Mei
1937….

27
Juli
1914.. 24%
59
27
Juli
1914….

84110%
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Foreign silver in $c.p.oz.fine.
3)
in sh.p.oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen.
1

7Mei1938
14Mei1938
Saldo van
‘s
Rijks Schatkist
bij
De Ne-
f139.708.420,24
fl49.932.177,11
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

70.030,22

94.729,04
derlandsche Bank
……………….

Voorsch.
op
uit. Apr. (resp. Mrt.) 1938
ajd. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers, bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting


,,

10.348.560,07

10.871.669,72
Idem aan Suriname ………………
13.342.184,80
,,

13.301.317,17
Kasvord.weg.credletverst.a/h.buitenl.

102.265.004,34
,,
102.153.987,68

Voorschotten aan Ned.-lndie
……….

Daggeldleeningen tegen onderpand..
Saldo der

….



postrek.
v.
Rijkscomptabelen
Vord.
op
het Alg. Burg. Pensloenf.l)…
.

50.390.665,81


32.267.980,13

Vord.
op
andere Staatsbedrijven
1)
9.872.393,82
,,

10.397.583,31
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16 van haar octrooi verstrekt
– –
Schatkistbiljetten in omloop ………
f234.233.000,-
f234.233.000,-
Schatklstpromessen in omloop
……
,,

12.500.000,- 12.500.000.-
Zilverbons In omloop
…………….
1.092.051,-
1.091.37250
Schuld
op
uit. Apr. (resp. Mrt.) 1938 a/d.
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds.d.
pers. bel., aand.
t.
d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
die
bel, en
op
de vermogensbelasting
..

.

,,

3.204.543,14

..

6.906.101,76
,

1.095.061,80

1.067.002,79
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.’)
34.567.318,63
,,

14.088.401,22
Schuld aan Curaçao’)
….
…………..

Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T.’) …
.208.127.176,54

22.844.487,99
Id. aan andere Staatsbedrijven
1) ,,

25.500.000,-
,
25.500.000.-
Id. aan diverse Instellingen’)
………..
1)

‘s

.
160.837.637,62
,
177.716304,73
In rekg.-crt. met

Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
7 Mei 1938
1

14 Mei 1938
Vorderingen:
1)
Saldo Javasche Bank
…………….


Saldo b. d. Postchêque- en Glrodienst
f

204.000,-

f

341.000,-
Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kas e.a. Rijkslnstell

0.349.000,-
10.872.000,-

….

16.500.000,- 16.500.000,-
,,

5.000.000,-
5.000.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds
,,

2.072.000,-
2.072.000,-

Schatkistpromessen In omloop………
Schatkistbiljetten In omloop
……….

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
1.623.000,-
,,

1.167.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen

510.000,-
,,

510.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
,,

2.137.000,-
,,

954.000,-
1)
Betaaimiddelen In
‘s
Lands Kas
f
31.169.000,-.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaa.mste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
/’c1
.at e
Andere
opelschb.
schulden
Discont.

23 April 1938..
878
1.051
551
557
1.170
16

,,

1938..
880
1.077
610 560
1.166
9

,,

1938..
878
1.166
601
559
1.176
2

,,

1938..
878
1.185 566
564
1.183
26 Maart 1938..
881 1.105 619 567 1.157
1

Juli

1914..
645
1.100
560 735
396
*) 3iUitj3. oer activa.

384

CROOTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS- EN GENO

GERST
64,5 kg
MAIS
Rotterdam per 2000 kg.

74kgRussi
R000E
TARWE
Rotterdam per 100 kg.
BURMA RIJST
Loonzein
BOTER per kg.
KAAS
Edammer
EIEREN
Gem. nol
eeuwar-
er

ornm.

.
Heffing
Crisis
1)
Zieblz.382
.ussische
1j
loco
1
e

oco
er cwt t o b
Ran oonBsen
Alkmaar Fabr.kaas
.
iermijn
Termijn-
Amerik.
Termijn-
a a van dit
nummer.
_
Rotterdam
!!_
2000
_&
noteer. op
1
of2
!!:
Mixed
No.2
1
)
0

r øçm
per

g.
noteer. op
of 2 mnd.
La

,
ocoprijs
Herl.Ned.Ct.I

Not.
°
eering
Zuivel-
Centr.
gang exp.
per 50 kg.
oejmon
S

f
%
1
%
t
%
f
%
f
%
f
%
f
%
ah.
f
g
f
t
%
t
%
1927
237,-
110,2 171,50
89,3

176,-
87,1

12,47
5

102,5
13,825
110,1
14,75
109,3
6,83
104,5
II3
1
/4
2,03 98,4

43,30
95,0
7,96
99,

1928
228,O
106,2
208,50
108,6 226,-

111,9

13,15

1
01,
0

10,87
5

108,1
12,575
100,1
13,47
5

99,9 6,43
98,4
I0J7/4
2,11
102,3

48,05
105,4
7,99
99,
1929 179,75
83,6
196,-
102,1

204,-
89,4
1127
5

89,8
12,25
90,8
6,34
97,0
1016
2,05 99,4

45,40 99,6
8,11
101,
1930 111,75
52,0
118,50
61,7

136,75
67,7
6,22
5

51,2
8,27
5

65,9
9,67
5

71,7
5,09
77,9
815
1,66
80,5

38,45
84,4
6,72
83,
1931
107,25
49,9
78,25 40,8
84,50
41,8 4,55
37,4
4,65
37,0
5,55
41,1
3,09
47,3
516
1,34
64,9

31,30
68,7
5,35
66,
1932
100,75
46,8
72,-
37,5
77,25
38,2 4,62
5

38,0
4,70
37,4 5,225
38,7
2,59
39,6
511 1’j
,
0,94
45,6

22,70
49,8
4,14
51,
1933
z
70,-
32,5
60,75
31,6
68,50
33,9 3,55
29,3
3,75 29,9
5,025
37,2
1,84
28,2
4j5Lj
0,61
29,6 0,96
20,20
44,3
3,71
46,
1934
a.
75,75
35,2
64,75 33,7
70,75
35,0

.3,325
27,3
3,25 25,9
3,575

27,3
1,74
26,6
417(4
0,45
21,8
1,-
18,70
410
3,45 43
1935

68,-
31,6
56,-
29,2 61,25
30,3

.3,07
5

25,3
3,875
30,9
.4,12
5

30,6
2,07
31,7
5/8
1
12
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6
3,20
39,
1936
86,-
40,0 74,50
38,8
74,-
36,6
4,275
35,1
5,75
.
45,8
6,27
5

46,5 2,19
33,5
5(711
2


0,58
28,1
0,885
17,55
38,5 3,50
43,
1937 137,75
64.0
105,75
55,1

III,-
55,0
8,95 73,6
8,02
5

63,9
892
5

66,2
2,70
41,3
61-
0,78
37,9 0,67
19,75
43,3
3,96
49,

Jan.

1937
132,-
61,4
99,75 52,0 97,50
48,3
7,975

65,5
8,07
5

64,3
8,40
62,3
2,74 41,9
61112
0,66
32,0 0,85
17,07
5

37,5 3,45
43
Febr.

,,
0
129,-
60,0
102,-
53,1

100,50
49,8
8;725 71,7 7,925
631
8,25
61,1
2,62
40,1 511014
0,69
33,4 0,80
18,75
41,1 3,81
47
Maart

,,
133,:
61,8
104,25
54,3

106,-
52,5
9,025
74,2
8,725
69,5 9,15 67,8
2,57
39,3
519
1
1
4

0,68
33,0
0,80
18$2
5

41,3 3,86
48,
April
.,
149,75
69,6
110,75
57,7

115,-
56,9

10,-
82,2 9,40
74,9
10,17
5

75,4 2,72
41,6
6
1

1
4
0,69
33,4
0,80
16,45
36,1
3,05
38,
Mei

,,
144,50
67,2
107,-
55,7

110,-
54,5

10,-
82,2 8,925
71,1
9,72
5

72,1
2,64
40,4
5/10
112
0,71
34,5
0,72
5

17,32
5

38,0
2,89

Juni

,,
14875
69,2
99,-
51,6

105,-
52,0

10,15
83,4
7,52
5

59,9 8,95 66,3 2,63
40,3
5/
11
14
0,74
35,9
0,70
19,82
5

43,5
2,98

Juli


149,25
69,4
108,25
56,4

111,-
55,0
9,85
81,0
8,57
5

68,3
9,975
73,9
2,68
41,0
5111
114
0,77
37,4
0,68
20,15
44,2
3,74
46,
Aug.
136,50
63,5
106,50
55,5

112,-
55,4 9,30
76,4
7,825
62,3
9,225
68,4 2,86
43,8
614
0,78 37,9
0,64
21,50
47,2
3,84
47,
Sept.
129,50
60,2
107,-
55,7

122,-
60,4
9,225
75,8
7,55
60,1
8,525
63,2
2,96
45,3
617
0,85 41,3
0,52
5

21,-
46,1
4,69
58
Oct.
136,25
63,3
109,-
56,8

114,75
56,8
8,57
5

70,5
7,62
5


60,7 8,50
63,0 2,96
45,3
617
1
14
1,-
48,5 0,42
23,

50,5
4,99
62,
Nov.

a
133,50
62,1
106,25
55,3

1
16,-
57,4
7,225
59,4 7,10
56,5
8,12
5

60,2
2,53
38,7
517112
0,96
46,6
0,46
22,20
48,7
4,99
62,
Dec.

,,
130,25
60,6
1 10,-
57,3

120,75
59,8
7,30
60,0
7,05
56,1
8,02
5

59,5
2,43 37,2
515
0,84 40,8 0,60
20,80
45,6
5,24
65,

Jan.

1938
137,-
63,7
113,75
59,2

117,25
55,0 7,65
62,9 7,45
59,3 8,40 62,3
2,35 36,0
513
0,80
38,8
0,61
5

21,45
47,1
4,15
51,
Febr.

,,
135,75
63,1
106,-
55,2

110,75
51,9 7,60
62,5 7,275
57,9 8,30 61,5
2,39
36,6
514
0,81
39,3 0,65
22,125 48,5
3,65
45,
Mrt.

,,
132,-
61,4
104,50
54,4

109,75
51,5
7,10
58,4
6,77
5

53,9 7,70
57,1
2,36
36,1
513
0,81
39,3
0,56
21,70
47,6
2,80
34,
Apr.
128,-
59,5
107,50
56,0

117,75
55,2
6,65
54,7
6,55
52,1
7,35 54,5
2,42
37,1
515
0,87 42,2 0,47
5

19,60
43,0
2,90
36,
26April-3Mei
125,50
58,4
104,75
54,6

116,-
54,4 6,30
51,8 6,25
49,8 7,15
53,0 2,54
38,9
518
0,89
43,2
0,45
20,50
45,0
3,15
39,
3-10 Mei ’38
119,50
55,6
105,25
54,8

113,50
53,2 6,30
51,8
6,27
5

50,0
7,10
52,6
2,67
40,9
5111
1
14
0,90
43,7
0,45
19,75
43,3
3,15
39,
10-17

,,

,,
1
16,50
54,2
106,50
55,5

1
14,50
53,7
6,20 51,0
6,27
5

50,0 7,05
52,3
2,67
40,9
511 1
114
0,91
44,2
0,45
20,50
45,0
3,50
43,

JUTE
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZI DE
RUBBER
First Marks”
in Olie gekamd
;
loco Bradford per Ib.
13114 Dernier
Stand. Ribbed
Middling Upland
Super Fine C. P.
. .
.
c.l.f. Londen
per Eng. ton
loco

,
New York per Ib. Oomra
Liverpool per Ib.
Crosabred Colonial
Carded 505 Av
.

.

,
erino

S
Av.
wit Or. D. te
New York per lb.
Smoked Sheets
loco Londen p. II
.
.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.
1

Not.
Herl.Ned.Ct.
1

Not.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.
No
f
%
£
cts.
%
$cts. cts.
%
pence
cts.
%
pence
ets.
%
pence
f
%
$
cts.
%
pen
1927
442,38
103,4
36.101- 43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27
133,8
96,8 26,50 244,9
104,8
48,50
13,55
105,8
5,44
93
140,2
18,
1928
445,89
104,2
36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8

111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4 5,07
54
81,4
10,7
1929
395,49 92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2
92,4
6,59
127,2
92,0 25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9
4,93
52
78,4
10,2
1930
257,97
60,3
21.619
33,6 71,4
13,50
19,7
54,8
3,92
81,9
59,2
16,25 134,8
57,7
26,75
.

8,50
66,4
3,42 30
45,2
5
1931
192,15
44,0

17.117 21,1
44,8
8,50
20,1
55,9
4,28
60,9
44,0

109,0
46,6
23,25
5,97 46,6 2,40
15
22,6
3,1
1932
gX
146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8
6,40
19,5
54,3
5,39
42,5
30,7
11,75
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12
18,1
3,3
1933 128,63
30,1
.
15.12/2
17,4
37,0
8,70
16,8
46,8
4,91
48,9
35,4
14,25
96,9
41,5
2,25
3,21 25,1
1,1
11
16,6
3,2
1934 115,65
27,1
15.919
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8
4,37
51,4
37,2
16,50
95,8
41,0
30,75
1,92 15,0
1,29
19
28,6
6,2
1935
Z
134,52
31,4
18.1118
17,6
37,4
11,90
17,7
49,3
5,87
42,2
30,5

84,5
36,2
28,-
2,41
18,8
1,63
18
27,1
6,-
1936
142,61
33,3
18.618
19,0
40,4
12,10
18,2
50,7
5,60
54,3
39,3
16,75
108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37.7
7,7
1931
u
183,46
42,9
20.814
20,8 44,2
11,44
20,0
55,7
5,34
89,0
64,4 23,75
132,1
56,8
35,50
3,30 25,8
1,865
36
54,3
9,5
(1)

Jan.

1937
Febr.
166,88
39,0
18.1216
23,7
50,4
13,-
22,0 61,2
5,88
88,2
63,8 23,75
141,9
60,7
38,-
3,92
30,6 2,14
5

38
57,3
10,3
,,
169,23
39,5
18.1812
24,0 51,0
13,15
21,8
60,7
5,85
85,6
61,9
23,-
133,6
57,2 35,75
3,53
27,6
1,93
40
60,3
10,5
Maart

.
174,86
40,9
19.911
26,6 56,5
14,45
23,3
64,8
6,25
88,6
64,1
23,75
138,9
59,4
37,25
3,59
28,0
1,96
44
66,3
12,-
April

,,
189,96
44,4
21.313
26,0
55,2
14,35
23,1
64,3
6,16
96,5
69,8
25,75
144,9
62,0 38,75
3,56 27,8
1,95
44
66,3
11,6
Mei
201,20
47,0
22.716
24,3
51,6
13,35
22,7 63,2
6,04
97,4
70,4
26,-
142,9
61,1
38,25
3,25
25,4
1,785
38
57,3
10,2
Juni
186,99
43,7
20.1617
22,9 48,6
12,60
22,3
62,1
5,96
95,6
69,1
25,50
140,2
60,0 37,50
3,28
25,6
1,805
36
54,3
9,6
Juli


1
:
189,87
44,4
21.113
22,4
47,6
12,32
21,5 59,8
5,71
95,8
69,3 25,50
142,2
60,8 37,75
3,42
26,7
1,885
34
51,3
9,1
Aug.

. C.
188,67
44,1
20.1716
18,8
39,9
10,35
19,6
54,5
5,19
98,9
71,5
26,25
145,0
62,0
38,50′
3,30
25,8
1,82
33
49,7
8,8
Sept.
186,01
43,5
20.1413
16,3
34,6
9,-
17,4
48,4
4,64
94,1 68,1
25,25
131,3
56,2
35,-
3,19
24,9
1,76
34
51,3
9,-
Oct.
1-
183,16
44,0
20.1918
15,2
32,3
8,42
15,5
43,1
4,15
83,6
60,5 22,50
117,7
50,4 31,50
3,02
23,6
1,67
30
45,2
8,-
Nov.
)
185,91
43,4
20.l2jlO
14,4
30,6
7,99
15,2
42,3
4,04
74,6
54,0
20,-
103,9
44,5
27,75
2,86
22,3
1,585
27 40,7
7,1
Dec.

,,
173,86
40,6
19.71-
14,9
31,6
8,28
15,5 43,1
4,15
69,5
50,3
18,50
110,1
47,1
29,50
2,71
21,2
1,505
28
42,2
7,3

Jan.

1938
ix
168,5
39,4
18.1518
15,4
32,7
8,56
15,9
44,2 4,26
67,3 48,7
18,-
101,2
43,3
27,
7

2,69
21,0
1,495
26
39,2
7,
Febr.

,,
166,62
38,9
18.1117
16,1
34,2 9,00
16,5
45,9
4,41
63,9
46,2
17,-
98,1
42,0 26,25
2,78
21,7
1,555
27
40,7
7,1
Mrt.

,,
165,08
38,6
18.81-
16,1
34,2
8,91
16,1
44,8
4,30
61,1
44,2
16,25
98,3
42,1
26,25
2,81
21,9
1,56
25
37,7
6,7
Apr.

,,
156,59
36,6
17.915
15,8
33,5
8,76
15,5 43,1
4,15
60,7 43,9
16,25
95,6
40,9 25,50 2,75
21,5
1,52
22
33,2
5,8
26April-3Mei
156,25
36,5
17.819
15,6
33,1
8,67
15,3
42,6
4,11
60,7
43,9
16,25
96,2
41,2 25,75
2,79
21,8
1,55
21
31,7
5,5
3-10 Mei ’38
157,17
36,7
17.101-
15,6
33,1
8,67
15,3
42,6 4,10
61,6
44,6 !6,50
99,0
42,4
26,50
2,75
21,5
1,53
21
31,7
5,6
10-17

,,
158,83
37,1
17.1319
1

15,6
33,1
8,62
15,3
42,6
4,08
61,7
44,6
16,50
99,2
42,4
26,50
2,88
22,5
1,595
22
33,2
5,7

KOPER
LOOD
IJZER
GIETERIJ-IJZER.
ZINK
.
ZILVER
.
Standaard
gem. prompt en
OCO

on d n
Cleveland No. 3
(Lux III)
gem. prompt en cash Londen
Loco Londen 1ev. 3 maanden
per

ng. tgn
franco Middlesb.
per Eng. ton
1ev. 3 maanden
per Standard
per Eng. ton
Londen perEng.ton
per Eng. ton f.o.b. Antwerpen
Londen p. Eng. ton
Ounce


jÏEi’led.Ct.I
Not.
l

1erl.Ned.Ct.ITît
Flerl.Ned.Ct.I

Not.
Flerl.Ned.Ct.I Not.
Herl.Ned.Ct.j

Not.
l

Ierl.Ned.Ct.I
Not.
litNed.Ct.
No

T


1
%
£
f
%
£
f
%
sh.
f
%
Sh.
t
%
£
cts.
%
jpeni
.

1927
675,10
85,9
55.13111
295,75
106,5
24.811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
7219
39,10 98,9
6416
345,40
108,8
28.9111
132
101,5
26
1
1
1928
771,20
98,1
63.1419
256,15 92,2
21.314
2749,50
94,6
227.418
39,85
94,6
65110
37,90
95,9
628
305,75
96,4
25.515
135
103,8
26
3
1
1929
0
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2 23.4111 2465,65
84,8
203.18!10
42,45
100,8
7013
41,55
105,1
6819
300,80
94,8
24.17
1
8
123
94,6
24
7
1

1930
1931
661,10
84,1
54.
1
3
1
7
218,70
78,8
18.1
1
5
1716,20
59,1
141.19
1
1
40,50
96,1
67f-

35,95
91,0
5916
203,55
64,1
16.1619
89
68,5
17
11

1932
431;85
54,9

38.719 146,60
52,8
13.-17
1332,55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1
5115
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
14
5
1
.
1933
275,75
35,1
31.1418
104,60
37,7
12.-/9
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20
56,2
5111
118,95
37,5
13.13110
64
49,2
17′,

1934
268,40
226,80
34,1
28,8
32.1114
30.6/5
97,25
82,65
35,0
29,8
11.16/1
11.1/-
1603,50
1723,15
55,2
59,3
194.11/11
230.7/5
25,55
60,6
621-
66/11
21,-
53,1
511-
129,80
40,9
15.14111
62
66
47,7
18
1
/

1935
Q
230,95 29,4
31.1811
103,40
37,2
14.5/8
1634,25
56,2
225.1415
25,-
24,70
59,3
58,6
6812
20,25 20,25
51,2 51,2 5411,
561-
103,05 102,65
32,5 32,3 13.15/6
14.316
87 50,8
66,9
21′!
,

28
15

1936
52

298,75
38,0
38.811
137,15 49,4
17.1217
1592,-
54,8
204.1218
28,40
67,4
73/-
22,40
56,7
5717
116,55
36,7
14.1917
65
50,0
20
11
1937
488,55
62,1
54.813
208,95 75,3
23.516
2176,70
74,9
242.7110
41,30
98,0
91111
47,10
119,2
10511
199,80
63,0
22:4/4
75
57,7
20
1
1

Jan.

1937
0
461,70
58,7
51.1018
244,05
87,9
27.4110
2060,25
70,9
229.1819
36,30
86,2
811-
34,20 86,5
7614
188,60
59,4
21-/11
78
60,0
20
7
/
-Febr.

,,
<
1
522,10
66,4
58.712
248,-
89,3
27.14/4
2080,65
71,6
232.1113
36,25
86,0
81/-
34,75
87,9
7716
219,45
69,2
24.1018
75 57,7
20
1
1:
Maart

,,
1

638,40
81,2
71.916
292,95
105,5
32.161-
2498,25
86,0
279.141- 36,15
85,8
811-
48,20
122,0
10811
289,65
91,3
32.818
77
59,2
2011
April

,,
559,70 71,2
62.716
235,50
84,8
26.4110
2404,95
82,8
268.-/-
36,35
86,3
81/-
54,25
137,3
120111

238,65 75,2
26.615 78
60,0
20
1
5
Mei

,,
Z
545,95
694
60.151- 214,95
77,4
23.1815
2256,45
77,6
251.21- 36,40 86,4
81/-
59,65
150,9
13219
209,35
66,0
23.5111
76
58,5
205/
Juni

,,
499,70
63,6
55.13/5
205,40
74,0
22.17/8
2245,10
77,3
250.2/6
36,35
86,3
81/-
60,60
153,3
135
1

194,55
61,3
21.13
1
5 75
57,7
20
Juli

510,10
64,9
56.1113
213,70
77,0
23.13111
2365,20
81,4
262.51-
45,55
108,1
1011-
59,60
150,8
13216
205,75
64,8
22.1316 75
57,7
20
Aug.

,,
517,55
65,8
57.6(-
205,25
73,9
22.14/6
2388,50
82,2
264.9/-
45,60
108,2
101
1

48,60
123,0
109/-
215,35
67,9
23.16
1
8
75
57,7

1
9
7
/
Sept.

,,
z
474,25
60,3
52.15111
187,55
67,5
20.1718
2323,10 79,9
258.1216
45,35
107,6 1011-
.44,65
113,0
99/5.
191,80
60,4
21.711
74
56,9.

19
7
/
Oct.

,,
413,15
52,5
46.1
1
11
164,80
59,4
18.7
1
8
2036,85
70,1
227.5/-
45,25
107,4
101/-
42,30
107,0
94
1
5
162,05
51,1
18.1/7 75
57,7
20
Nov.


m.
357,50
.45,5
39.1319
150.10
54,1
16.1313
1726,80
59,4
191.141-
46,85
111,2
1041-
39,85
100,8
8815-
143,20
45,1
15.17/11
74
56,9
19″,
Pec
.

0
,
362,70
46,1
40.712

144,90
52,2
16.2/6
1734,45
59,7
193.-!-
49,-
116,3
1091-
38,80
98,2
8614
139,-
43,8
15.915
70
53,8
18
5
/1

Jan.

1938
367,75
46,8
40.1916
143,50
51,7
15.1919
1640,65
56,5
182.16/-
48,90
116,1
,

109
1

36,50 92,4
81
1
4
134,05
42,2 14.18
1
9
74
56,9
19
15
,
Febr.

,,
Z
353,70

45,0
39.8
1
9
137,35
49,5
15.6
1
3 1642,15
56,5
183.1/11
48,90
116,1
1091-
33,45.
84,6
7416
128,85
40,6

14.714
75
57,7
20
3
1
Mrt.

,,
357,25
45,4
39.16
1
7
144,80
52,2
16.2
1
10
1649,65
56,8 183.18
1
2
48,90
116,1
109
1

31,80


80,5
70
1
11.
128,90
40,6

14.7
1
4
75
57,7
205/
Apr:

,,

354,85
45,1
39.11/7
141,35
50,9
15.15/4
1536,80
52,9
171.9/5
48,85
115,9
109/-
32,80
83,0
73
1
2
124,75
39,3

13
1
8/4
71
54,6
18
7/t
26April-3 Mei
345,55 43,9
38.1113
132,1′
47,6
14.151-
1388,90
47,8
155.-f-
48,85
115,9
109/-
32,50-
82,2
7216
111,75
35,2

12.915
70
53,8
18″
3-10 Mei ’38
346,35
44,1
38.1113
131,65
47,4
14.1312
1506,60
51,8
167.151-
48,95
116,2
1091-
29,95
75,8
6619
116,50 -36,7

12.1915
70
53,8
18
11
,

10-17

,,

1
343,451
43,7
38.51-
1 129,351
46,6
.

14.812
11487,101
51,21
165.1216 1
48,951
116,2
1091- 129,20 73,9
65/-
115,90
36,5

12.1812
70 53,8
18/,

IDDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexeijfers gebaseerd op 1927 t/m_1929 =_100).

385

GE-
SLACHTE
GE-
SLACHTE
DEENSCH
BACON
BEVROREN
ARG. RUND-
CACAO G.F.
KOFFIE
Loco R’damjA’dam
SUIKER
Wittekrist.
THEE
N.-Ind.thee-

.
RUNDEREN
(versch)
VARKENS
(versch)
middelgew. No. 1
VLEESCH
Accra per 50 kg
cJ.f. Nederland
per
‘I

kg.
suiker loco Rotterdam!
veiIin

A’dam
Gem.Tava-
en

24=02

c

Robusta
Superior
per 100 kg
oer 100 kg
Londen per cwt.
_______________
Londen per 8 lbs.
Amsterdam
Sumatrathee
_______________
Not.
HerI.Ned.Ct4Not. Herl.Ned.Ct4Not. (otterdam
totterdam

Herl.Ned.Ct.I
Santos
per 100kg.
per
f
%
t
%

7

5r

:

F
sh.
sh.cts.
7%
cts.I%
1927


. –

65,15
97,8
10716
2,73
92,2

416
41,21
119,4
68/-
46,87
5

95,5
54,10
91,4
19125
119,6
82,75
1
109,2
1013
1928
93,-
92,2 77,50
90,8

66,80
100,3
11015
3,03
102,4

5/-.
34,64
100,4
5713
49,62
5

101,1
63,48
1073
15,85
99,1
75,25 99,3
102,2
1929
96,40
101,8
93,125
109,2

67,81
101,8
11212
3,12
105,4

512
27,70
80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101;2
13,-
81,3 69,25 91,4
94,7
1930
108,-
114,0
72,90
85,5

57,19
85,9
9417
2,97
100,3

4111
21,04
61,0
34111
32
65,2
38,10
64,4
1

9,60
60,0 60,75
80,2
12,1
1931
1932
88,-
92,9
48,-
56,3

35,72
53,6
6316
2,44 82,4

414
13,84
40,1
2417
25
24
50,9
2710
45,8
8,-
50,0 42,50
56,1
533
4il,0
1933
61,-
52,-
64,4 54,9
37,50 49,50

44,0

25,46

58,0

30,74 38,2
46,2
5817 7417
1,70
1,54

57,4

3111

52,0

319
11,77
9,30
34,1
26,9
2711
2217
21,10
48,9 43,0
30,04 22,83
50,8 38,6
6,32
5

5,32
5

39,6 34,5 28,25 32,75
1

37,3 43,2
37,0
1934 1935
61,0
64,9
46,65 54,7

3294
49,5
8811
1
,42
48,0

3/912
.
8,15 23,6
21110
16,80
34,2
18,40
31,1
4,07
5

25,5
40
52,8 34,9

1936
48,125
53,42
5

50,8
56,4
51,625 48,60 60,5 57,0

36,37
32,-
48,1
54,6
8815 9316
1,19
1,48

40,2

313’/

50,0

3/912

12,05
8,15
23,6 34,9
2216 3014
14,10
13,625
28,7 27,8

16,87
5

1521
25,7
28,5 3,85
4,02
5

24,1
25,2
34,50
40

.
45,5 52,8 32,5
39,2
1937
71,275
75,3
61,85
72,5

42,27
63,5
9411
1,90
64,2

413

17,35
50,3
3818
16,62
5

33,9

22,375
37,8 6,22
5

38,9
53,50
70,6
53,6

Jan.

1937
64,60
68,2
52,75 61,8

41,22
61,9
921-
1,81
61,1

4/
1
1
2

24,50
710
5418
16,75
34,1

22,12
5

37,4
5,575

34;g
50,50
52,0
Febr.

,
64,17
5

67,8
53,325
62,5

38,49
57,8
86!-
1,80
60,8

4/t(4

21,09
61,1
4712
18,25
37,2

24
48,6
5,72
5

35,8
53,50
70,6
52,4
Maart
66,15
69,9
54,82
5

64,3

39,83
59,8
8912
1,67
56,4

3f83/

23,
66,7
5116
18
36,7

23,80
40,2


6,10
38,1
55′

,
72,6 53,7
April
71,-
75,0
56,25 65,9

42,32
63,6
9413

1,72 58,1

3/10 20,83
60,3
4615
17,875
36,4

23,375
39,5
6,125

38,3


54,25
71,6
54,4
Mei
•73,325
77,4
56,75 66,5

42,71
64,1
951-
1,90
64,2

412
3
14
17,30
50,1
3816
17,50
35,7

23
38,9
6,07
5

38,0
55
72,6
53,6

J
uni

,,
80,25
84,7
55,75
.65,3

39,87
59,9
88110
2,04 68,9

416
1
2
15,66
45,4
34111
17,50
35,7

23.
38,9 6,525
40,8
50,50
66,7 52,1
uli

n

78,45
82,8
60,85
71,3

42,63
64,0
9416
1,97
66,6

4(4
1
(i
16,46
47,7
3616
17,50
35,7

23
38,9
6,57
5

41,1
55 72,6
55,1
Aug.

,
77,B7
82,2
67,87
5

79,6

46,32
69,6
10216
2,13 72,0

4/8
1
(2
17,61
51,0
39!-
:17
34,6

23

38,9
6,50
40,6
54,75
.
72,3
55,3
Sept.
72,42
5

76,5
69,20
81,1

46,17
69,3
102110
1,96
66,2

4141
15,97
46,3
3517
16,75
34,1

23
38,9 6,32
5

39,6
56
73,9
55,1
Oct.

,,
59,975
73,7
70,20
82,3

43,70
65,6
9716
1,91
64,5

413
12,55
36,4
281-
15,75
32,1

22,87
5

38,7
6,40
40,0
55,25
72,9 55,0
Nov.
68,175
72,0
72,37
5

84,8

40,77
61,2
9016
1,95
65,9

414
12,18
35,3
2711
13,50
27,5

20
33,8 6,42
5

40,2
53,75
71,0 52,2
Dec.

,,
68,95 72,8
72,15
84,6

43,23
64,9
9612
1,92
64,9

413
1
1
11,07
32,1
24J8

13
26,5

17,
29,2
6,40 40,0
47,75 63,0 51,0

Jan.

1938
70,82
5

74,8
70,37
5

82,5

43,54
65,4
97!-

1,96
66,2

414
1
12
12,18
35,3
2712 13
26,5

16,10
27,2 6,17
5

38,6
51,25
67,7 51,3
Febr.

,,
70,25
74,2
68,75
80,6

43,95
66,0
981-
2,08 70,3

417
1
12
12,44
36,0
2719
13
26,5

16
27,0
5,40 33,8
50,25
66,3
50,5
Mrt.


69,15
73,0 66,37
5
.
77,8

45,87
68,9
10212
1,90
64,2

413
13,30
38,5
2918

13
26,5

.15,50
26,2
5,05 31,6
52,25
69,0 48,9
Apr.
70,35 74,3 64,40
75,5

47,29
71,0
10516
1,88
63,5

4/2
11,68
33,8
2611
13
26,5

15
25,4

.4,65
29,1
53,50
70,6
48,2
Apr.-3 Mei
70,-
73,9 63,50
74,4

47,94
72,0
1071-
1,90
64,2

413

10,87
31,5
2413
12,50
25,5

14
23,7
4;625
28,9
52,75
69,6
,
48,1
-10Mei ’38
71,70
75,7

72,7

48,40
72,7
108/-
1,87
63,2

412
9,42 27,3
211-
12,0
25,5

14
23,7 4,75 29,7
52,75 69,6
47,1
-17

,,
71,70
75,7

73,8

46,70
70,1
1041-
1,87
63,2

412
9,20
26,7
2016

12,50
25,5

14
23,7 4,75
29,7
52,75
69,6
41,8

GRENENHÖUT
Zweedsch öngesort.
VUREN-
HOUT
KOE-
HUIDEN COPRA
Ned.-Ind.
ORONDNOTEN
Gepelde Coromandel,
LIJNZAAD
La Plata
GOUD
2’f
X
7 per standaard
basis 7″
f.o.b.

Gaaf,
ZwedenfFinl.
open kop
57-61 pond
m. s.
per longton
loco
cash Londen
per ounce line

Ei
.
ex ops agpi. Londen
perstandaard
Veiling te
per
ioo
kg
c.i.f. Londen
Rotterdam
.
r
Pm
. .
van 4.672 M
3
.
Amsterdam
Atd
mseram
per 1000 kg.
1)
Herl.Ned.Ct.I

Not.
e
E
ÎïtNedî.

t
Hen. Ned. Ct.
1

Not.

r


r

y
r
r
r
r
r
ir
r
5h.
2927.
230,28
100,1
19.-(-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,625
106,5
266,03

106,4
21.18111


185,-
95,0 51,50
100,1
851-
105,3 104,4
124,1 1928
229,90
100,0
19.-(-
151,50
99,2
47,58
118,7
31,87
5

104,1
254,10

101,6
21../-
185,25
95,1
51,45
100,0
851-
102,0
100,2
94.6
1929 229,71
99,9
19.-!-
146,-
95,6
32,25 80,5 27,37
5

89,4
230,16
92,0
19.-19
214,-
109,9
51,40
99,9
851-
92,1
95,4 84,5
1930
218,43 95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3
22,625
73,9
175,55
70,2
14.1014
181,75
93,3 51,40
99,9
85/-
69,6
75,1
60,0
1931
187,88
81,7
16.14j-
110,75

72,5
18,65
46,5
15,37
5

50,2
136,69
54,7
12.2111
95,50
49,0
52,-
101,1 9215
47,6 54,6 44,7
1932 136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2
15.-14
70,-
35,9 51,25
99,6
1181-
35,1
43,0 38,4
1933
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30
.
30,4
90,39
36
f
1
10.1914
75,50 38,8 51,35
99,8
12417
33,1
39,0
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90
22,5
71,90
28,7
9.1213
72,75
37,3
51,50
100,1 13718
31,6 37,3 38,5
1935
127,91
55,6
17.1314
59,50
39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7
14.81-
67,25
34,5
51,50
100,1 14212
32,2,
37,0
34,8
1936
139,98
60,9
17.19110

78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.1119
85,-
43,6
54,60
106,1 14014
39,0
42,2 40,1
1937
205,35 89,3
22.1712
132,25
86,6
23,35 58,2
15,225
49,7
127,21
51,1
14.4/8
110,50
56,8
63,20
122,8
140/9
53,4 57,8 58,3

Jan.

1937
181,-
78,7 20.41-
118,75
77,8
21,50
53,6
20,62
5

67,3
145,04
58,0
16:319
102,75
.52,8
63,45
123,3
14118
55,1
56,4 58,5
lebr.

,,
187,95
81,7
21.-!-
125,-
81,9
22,75

,
56,8
17,95
585
132,01
52,8
14.151-
99,25
51,0
63,60
123,6
142j1 54,1
57,0 59,5
Maart

,,
201,84
87,8
22.12!-
135,-
88,4
25,-
62,4
18,05
58,9
137,54
55,0
15.81-
106,75
54,8
63,60
f23,6
142j4
57,5 61,5
64,8
April

,,
208,79
90,8
23.51-
135,-
88,4
28,50
71,1
16,875
55,1
138,95
55,6
15.918
114,50
58,8
63,45
123,3
14115
.

59,3
80,4

63,6
Mei
211,29
91,9
23.10(-
137,-
89,7
26,25
65,5
14,95
48,8
127,60
51,0
14.41-
112,50
57,8
63,15
122,7
14018
56,7 60,2 58,2
Juni
211,01
91,8
23.10/-
137,50
90,1
24,25
60,5
14,325
46,8
130,85
52,3
14.1117
110,50
56,7
63,10
122,6
140174
54,8 59,0
56,1
Juli

,,
212,-
92,2
23.10!-
136,25
89,5
24,-
59,9

14,52
5

47,4
137,65
55,0
15.514
113,-
58,1
63,15
122,7
1401-
55,2 60,2
56,3
Aug.

,
212,40 92,4
23.10/-
135,-
88,4

25,-
62,4
13,95
45,6
126,66
50,6
14-16
115,-
59,1
63,05
122,5 139(7
5,7
59,2
.55,3
Sept.
211,08
91,8
23.10J-
135,–
88,4

25,-
62,4
13,15
42,9
120,84
48,3
13.9(1
115,25
59,2
63,05
122,5
14014
52,4 57,9
55,3
Oct.

•,
210,65
91,6 23.101-
135,-
88,4

23,-
57,4
13,50 44,1
121,70
48,7
13.1117
116,75
59,9
63,-
122,4
14016

50,4
56,1
51,2
Nov.
209,46
91,1
23.51-
132,50
86,8

18,
44,9
12,50
40,8
109,57
43,8
12.313
110,50
56,7
63,10
122,6
140114
47,7 53,2 46,7
Dec.
206,69
89,9
23.-J-
125,-.
81,9

17,-
42,4
12,37
5

40,4
105,31
42,1
11.1415
109,75
56,3
62,85
122,2
139110
44,9
51,8
46,3

Jan.

1938
203,65
88,6
22.1319
123,-
80,6

19,-
47,4
11,875
38,8
99,85
39,9
11.216
109,75
56,3
62,65
121,8
13917
.
44,4
52,0
44,7
Febr.

,,
199,56
86,8.
22.51-
122,50
80,2

17,-
42,4
10,95
35,8
95,86
38,3
10.1319
108,-
55,5
62,70
121,9
13919
.
43,4
51,0
44,3
Mrt.

,,
197,49
85,9
22.-/-
116,25
76,1

15,-
37,4
10,97
35,8
92,92
37,2
10.712
105,25
54,6
62,75
122,0
139111

41,8
50,0
43,2
Apr.
197,23
85,8
22.-!-
110,-
72,0

14,50
36,2
10,625
34,7
90,22
36,1 10.113
101,75

52,3
62,65
121,8
13919

40,0
49,0
40,5
Apr.-3 Mei
197,13
85,7
22.-!-
110,-
72,0

14,50
36,2
10,875
35,5
91,85
36,7
10.51- 100,75
51,8
62,50
121,5
139164
39,9
48,3
39,0
10Mei ’38
197,20
85,8
22-/-
110;-
72,0

14,50
36,2
10,75
35,1
91,50
36,6
1O.3j9
101,-
51,9
62,80
122,1
139/10
39,9 48,4
39,6
17
195,32
84,9
21.151-
102,50
67;1

14,50
36,2
10,62
5

34,7
94,28
37,7
10.101-
100,-
51,4
62,90
122,3
14011

39,8
48,3
40,1

TÊËNKÖLF
Westf./Holl.
PETROLEUM
Mid. Contn. Crude
BENZINE Gulf Exp. 64166
0

KALK-
SALPETER
ZWAVELZURE
CEMENT
ring bij
S T E E ? E N

binnenmuur
P. 1000 stuksip.
bunkerk. ongez.
f.o.b. R’damj t/m.
3390
Bé s. g.
per
franco schip
AMMONIAK franc
0 ton franco
buitenmuur

A’dam per
te N -York p. barrel

U.S. gallon
.
Ned.perlûokg
Ned.prg
vodenwal
Rood en 1000stuks
J
Klinkers en
.5
1000kg.
Herl.Ned.Ct.I Not. HerhNed.Ct.I Not.
bruto terdam
Boeregrauw1
Ilardgrauw
,


7

%
f
%
1927
11,25
103,1
3,21
103,6 1,28
37
128,0 14,86
11,48
102,6 11,44 102,5
18,-
99,0
13,65 104,3
‘16,50
88,4
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1
1,20
24,85 85,9
9,98
11,48
102,6 11,08
99,3
18,-
99,0
13,60 104,0 19,50 104,5
86,5
99,0
1929 11,40
104,4
3,06
99,4
1,23
24,90
86,1.
10
10,60
94,8

10,96
98,2
18,55
102,0
12,-
91,7
20-
107 1
98,5
95,9
1930
11,35 104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
18,55
102,0′
II,-
84,1
19,-
°10l8
83,3
71,1
1931
10,05
92,1
1,42
46,1
0,57
12,38
42,8 4,98
8,61
77,0 7,73 69,3
16,55
91,0

76,4
15,50
83,0 61,9 55,4
1932

73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83 6,15
55,0
4,20
37,6
12,-
66,0
8,50
65,0
II,-
58,9 49,6 43,0
1933
7,-
64,1 1,14
37,0 0,57 9,24
32,0
4,63
6,18
55,2 4,63 41,5
II,-
60,5
8,75 66,9
10,50
56,2 48,4 40,3
1934
6,20 56,8
1,40
45,5
0.94 7,18
24,8
4,84
6,11
54,6 4,70
42,1
11,25
61,9
7,-
53,5
8,50
45,5
44,8 38,8
1935
6,05 55,4
1,39
45,1
0,94 7,65
26,5
5,18
5,89 52,7
4,81 43,1
II,-
60,5 6,75
51,6
.8,50
45,5
46,4

..
39,9
1936
6,60 60,5
1,63
52,9
1,04
8,86
30,6
5,65 5,70 51,0
4,82
43,2
10,50
.

57,7 6,75
51,6 8,75
46,9
48,5

‘ .
44,1
1937
8,80 80,6
2,09
67,7
1,15
11,08
38,3
6,10
5,75
51,4 4,97
44,5
11,35
62,4
7,50
57,3 9,50
50,9
66,4
60,5

Jan.

1937
8,05
73,7
1,90
61,7
1,04
10,61
36,7
5,81
5,65
50,5
4,85
43,5
11,35
62,4
7,-
53,5,
9,-
48,2
•.

62,1
59,2
Febr.
8,25
75,6
2,12
68,8
1,16 10,95
37,9
5,99
5,70
51,0 4,90
43,9
11,35
62,4
7,-
53,5
‘9,-
48,2
64,8 59,8
Maart

8,30
76,0 2,12
‘68,8
1,16
1116
38,6
6,10
5,75
51,4 4,95 44,4
11,35
62,4
,
7,-
53,5
.9,-
.48,2.
.

13,9 86,5
April

8,55
78,3
2,12
68,8
1,16
1130
39,1
6,18
5,80
51,8
5,-
‘44,8
11,35
62,4′
7,25
55,4
‘9,25
49,6
88,4 64,2
Mei

82,4
2,11
68,5
1,16 11,46
39,6
6,30
5,85
52,3
5,08 45,3
11,35
62,4 7,25
55,4-
‘9,25
49,6
.

10,9
64,4
Juni

9,-
82,4
2,11
68,5
1,16 11,48
39,7
6,31
5,85

52,3 5,05
45,3
11,35
62,4 7,25
55,4
9,25 49,6
69,8
.
63,0
Juli

,,
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16 11,58
40,0
6,38
5,60
50,1
4,80
43,0
11,35
62,4 7,45
56,9 9,50
50,9

70,3

63,4
Aug.
9,-
82,4 2,10
68,0
1,16
11,57
40,0 6,38
5,70
51,0
4,90
43,9
11,35
62,4
7,45
56,9 9,50
50,9

68,2
61,6
Sept.

,,
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,56
40,0
6,38
5,75
51,4
4,95
44,4
11,35
62,4
7,45
.

56,9.
9,50
50,9
65,6
59,6
Oct.

,,
8,95
82,0
2,10
68,0
1,16
11,25
38,9
6,22
5,80
51,8
5,-
4
4,8
1135
62,4.
8,25
63,1
9,75
52,2

62,1
56,8
Nov.

,,

1
9,

1

82,4
1

2,09
67,7
1,16
110,49
1

36,3
5,82
1

5,85
1

52,3
1

5,05
45,3
1

1135
62,4
1

8,25,J
63,1.1
9,75
1

52,21:
59,0

1
II-
Dec.

,,

1
9,35

J
85,6

J

2,09
67,7
1
1,16
9,60
1

33,2
1
5,95
1

53,2
1

5,15
1

46,1
J

11,35
t

62,4 8,25
63,1
1

9,75
I’52,2
1

58,5
52,3

II

Jan.

1938
9,90 90,7
1

2,08 67,4
1,16
1

9,34

32,3
.5,20
t

.6,05
54,1
5,25
41,0
1

12,85
70,7
1

8,50

I
65,0′
10,50
56,2
1.

59,1

1
52;4
Febr.

,,

1
9,90

1
90,7

1
1
2,08
1

67,4

1
1,16
1

9,10
J

31,51
,09
1

6,10
t

54,5
1

5,30
1

47,5
1

12,85
1

70,7
1

8,50
1

65,0
110,50
1

56,2
58,0

1
51,4
vtrt.

,,

1
9,90

t
90,7

t

2,09

t

67,7
1
1,16
t

9,08
t

31,4

t

5,05
t

6,15
t

55,0
t

5,35
t

47,9
t

12,85
1

70,7
t

8,50
1

65,0
110,50
1

56,2

58,1

t
50,7
.
Apr.

t
990
90,7
2,09
1

67,7
1,16
t

8,89
‘30,7
t

4,94

t

6,20
1

554
t

5,40
1

48,4
t

12,85
1

70,7.1
9;-
t

68,8
112,-
t

64;3
I

57,5

t
49,5
Apr.-3 Meil
9,90

t
.
90,7
‘2,09
67,7
1,16
1

8,87

t

30,7
1

494
t

6,25

1

55,9
t

5,45
1

48,8
t

12,85
i

70,71
9,-
1

68,8
12,-
t

64,3
1

56,3

t
.48,8

II
10Mei ’38 t
9,90

t

90,7

t

2,09

t

67,7

1
‘1,16
t

8,88
t

30,7
1

4,94
‘t
‘,6,25
1

55,9
t

5,45
1

48,8
t

12,85
.1

70,7
t

9,-.
t

68,8
112,-
t

64,3
1

56,2

J
46,8
17′

,,

,,

1
9,90

t
90,7
t

2,10
t

68,0
t
1,16

t

8,91
t

30,8
t

4,94
t

6,25′
t

55,9
t

5,45
t

48,8
t

12,85
1

70,71
9,-
t

68,8
12,-
t

64,3

1

55,9

t

48,6

t

386

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Mei 1938

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 16 Mei 1938

Activa.
Binnen!. Wis-(Hfdbk.
f

8.617.209,32
sels,Prom.,

Bijbnk.
,,

118.729,64
enz.in disc.

Ag.sch.
,,

441.717,85

f

9.177.656,81
Papier o. h. Buitenl. in disconto

……

Idem eigen portef.

f

5.400.000,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.


5.400.000,-
Beleeningen
mcl. vrsch.
1
f
Hfdbk.
f
304.782.001,191)

in rek.-crt
Bijbnk.
,,

3.914.192,03

op onderp.
Ag.sch.
,,

23.478.938,39
1

f
332.173.131,61

Op Effecten enz.
..
f
331.484.010,961)
Op Goederen en Ceel.
,,

689.120,65
332173131611)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,

Munt, Goud ……
f

113.387.535,-
?,’Iuntmat., Goud
..
,,1.367.371.073,98

(1.480.758.608,98
Munt, Zilver, enz.

20.606.062,27
Muntmat. Zilver.


01
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
1.501.364.671,25$)

sioenfonds

…………………..
,,
.
42.037.759,95
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
4.600.000,-
Diverse rekeningen …………. …..
,,
9.626.613,86
Staatd. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221)
,,
8.905.871,61

Paasiva

f
1.913.285.705,09
.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
4.338.707,82
Bijzondere reserve

………………
,,
6.600.000,-
Pensioenfonds

…………………..
,,
11.388.416,81
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
919.563.065,_
Bankassignatiën in omloop ……….
,,
28.331,13
Rek.-Cour. Jilet Rijk fl48.504.389,’15
saldo’s:

‘l Anderen

,,
798.588.110,70

947.092.500,15
Diverse rekeningen ………………
,,
4.276.684,18

f
1.913.285.705,09

Beschikbaar metaalsaldo …………
f
755.086.968,44
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.887.717.420,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………..
,,


Waarvan aan Nederlandach-Indig
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……../
65.883.125,-
Waarvan In het buitenland ………………………
91.344.098,46

Voornaamste posten in duizenden ‘uldens.

Goud
1
Andere
Beschikb.
1
Dek-
Data
i

‘Clrculatiel
opeischb.I
Metaal-
Ikings
Munt
1
Muntmat.
1
1
schulden
1

saldo
1
perc.

16 Mei
‘38111338811.367.3711
919.5631947.119
1
755.087
1
80
9

,,
‘38111355711.366.7361
931.0131933.733
I
754.886
1
80

25
Juli
‘14165.7031
96
.
410
1
310.4371
6
.
198

‘43.521
54

Totaal

1
Schatkist-
1

Belee-
Papier
Diverse
Data
1

bedrag
,
1
promessen
_
ningen

op het
reke-
Lingen
‘)
1
discontoslrechtstreeksl
buiten!.

16 Mei
19381
9.178
I

332.173
1

5.400
9.627
9

,,
19381
9.205
I

331.645 5.400
9.855

25
Juli
19141
67.947

1

61.686

1

20.188
509
ijonuer (ie activa.

JAVASCHE BANK.
Andere Beschik!
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opelschb.
metaal-
schulden
saldo

14 Mei’38’
1350
189.240 62.740 34.428
7

,,

1
38
2
)
136.710 190.950 62.650
35.270

16Apr. 1938
189.268
73.392
31.024
116.574

1
19.514
9

,,

1938
116.574

1.
20.190
192.173
75.452 29.714

25 Juli 1914
22.057 31.907
110.172
12.634
4.842

,.
Wissels,
bulten
Dis-
Belee-
ree
r
_
se

Dek-
kings-
0
N.-Ind.
conto’s
nlngen
nin gen”
percen-
______________
betaalb.
lage

14 Mei ’38
5
)
1.680
7590
54.240
54
7

,,

’38
5
)
1.650
76.790
52.900
54

16Apr.1938
1.767
64.843
52
13.512
50.733
9

,,

1938
1.372
13.595
51.477
69.162
51

25 Juli 1914
6.395
7.259 75.541
2.228
44
‘)
Sluitpost activa.
2) Cijfers
telegrafisch
ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbilf. Bankbilf.

OtherSecurities Data

Metaal
1

in

tin Bankingl’Disc.and
t circulatie
1
Departm.
1
Advances lSecurlties
11 Mei

1938
1 327.173 1482.190
.

1

44.218
1
7.6021
19.410
4

,,

1938
1
327.201
490.533
1

35.875.1
8J89
1
19.265
22 Juli

1914
40.184 29.317
1
33.633

Gov.
1

Public
OtherDeposits
1

Dek-
Data
Sec.
Depos.

Bankers
Other
________
1
Reserve1
kin es-
_
Accountsl
1
perc.
1)
11 Mei ’38
36.596 87.944
t

35.459
44.9831
28,7
4

,,

’38
~
1
1
05.741 17.766
10.742

117.453 35.971
36:6681

22,3
22 Juli ’14
11.005 14.736
42.185
1
29
.
2
971
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.

t
Tegoed Wis-
Waarv.I
Belee-
IRenteloos
Data
Goud
Ziiverj
In het
sets
op het
1
.
ningen

voorschot
buiten!,
buitenl.l
Iv.d.
Staat

Mei
1
413
20111.8641
7941
5.2921
3.200
28Apr.’38155.807
4211
20
1
12
.
307

8101
4.579 3.200
23Juli_’141
4.104
1
6401

1
1.5411
81
7691

Bons V. d.1
1 Diver-
1
1
Rekg.
I
Courant Data
zeI/st.
amort. k.
sen’)
Circutatie
Staat

1
ZeI/st.
1 Parti-
ai’nort.k,I
culieren
5Mei
1
381

5.575
t

3.114
98.960
1

21
1
2.259
1 21.335 2
8Apr.’381

5.575
1

3.012

i

98.519
t

568
1

2.233
1
21.237

23 Juli’141


1

1
5.912

1

401

1


1
943
1)
Sluitpost activa.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Data
Goud
bij bui-‘
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
1)
1 geldende
cheques

7 Mei

1938
I
70,8
1
20,3
I
5.623,2
42,5
30 April 1938
1
70,8
1
20,3

1

5,1
1
5.840,7
59,0
30 Juli

1914
1.356,9
1

1


1

750,9
50,2

Data

1
Effec-
1
Diverse
1
Circu-
1
Rekg.-
1
Diverse

ten

Activa2)
1

latie

1

Crt.

t
Passiva

7 Mei 1938

121,0

1.358,7 5.859,7

953,4

229,7
30 April 1938

121,0

1.461,5 6.086,2

1.030,8

233,2

30 Juli 1914

330,8

200,4

1.890,9

944,-

40,0
1)
Onbelast.
2)
w.o.
Rentenbankscheine 7 Mei, 30Apr. resp. 20,7 mill.

NATIONALE BANK VAN BELGIË (in Be1ga’s.


Goud
nr
.7

u
“u
Data

.
Rekg. Crt.

1938

CO
n’00n
.n
1215
51
t

758
1

4391158
150
228
4.244
401
215
5/5
.
.13.1011
50
11.1321
189
1

45
150
228
4.366
43
1
398

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad

Wissels

Data

t
Goud-

,,Other

In her-
1
In de
Totaal
t
cert 1fl-

cash”
2)

disc. V. d.
t

open
member
1
markt
bedrag
1
cafen
1)

.

banks
1
gekocht

27 Apr.’38 10.651,3
110.641,9

451,6

8,5
t

0,6
20
,,
’38 10.651,3
110.642,4

452,8

95
1

0,6
t
Goud-
1
Algem.
Belegd

1
Totaal
1
Gestort
l
Dek-
1
Dek-
Data

in U. S.
1
Gov. Sec.
incircu
l

Kapitaal
1
kings-
t
kings-

___________

I
perc.3)
t
perc.4)

27 Apr.’38 2.564,0
1
4.120,4
t
9.326,0
1
133,5
I
82,6
I

20
,,

38
1 2.564,0 4.120,8
1
9.323,5
1
133,5
1
82,6
1


Deze certificaten werden door de Schatkist aan de Reserve Banken
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.
1
34 van
100 op
59.06
cents werd gedevalueerd.
Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover
opel.chbare
,chulden:
F.
R.
Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem,
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

Data
t
Aantal
1
contos
I
Beleg-

b/de
I
depo-
1
time
Dis-
1

Reserve
1
Totaal
1
Waarvan

I
leenin.J

en

t gingen
beleen.
I

i
banks
I
sito’s

deposits

20
Apr.’381

7
t
8.585 112.224
1
5.980
I
26.151
I
5.221
13
,,
’38

3 1 8.567
112.227
15.813 1 25.868 1 5.218 De posten van De Nod. Bank de Javasche Bank en de Bank of
England
zijn
In duizenden, ale overige posten
in
millioenen van
de betreffende valuta.

11

Auteur