2 FEBRUARI 1988
A UTEU 1?SRECHT VOORBEFIOUDEiV.
Econ~,omischS[atjstrjsTéhe
Beriéhten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN
VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
23E
JAARGANG
WOENSDAG 2 FEBRUARI 1938
No. 1153
BERICHT.
Diit nummer verschijnt een dag later dan gewoon-
lijk. Wij houden ons ervan overtuigd, dat onze
lezers mèt ons verheugd zijn over de oorzaak van
dene vertraging: het geluk, dat het Koninklijk Huis
en het geheele Nederlandsche Volk door de geboorte
van Prinses Beatrix is gesohon’ken. Redactie, admi-
nistratie, zetterij en drukkerij hebben de wekelijk-
sche werkzaamheden een dag versohoven, overtuigd,
dat ook de gedachten van de lezers daags na den
narbionaien feestdag niet in de eerste plaats op de
economische prcblemen zouden zijn gericht.
COMMISSIE VAN REDACTIE:
P. Lieftinck; N. J. Polak; J. Tinbergen;
F.
le Vries en
H. Al. H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).
Th. van Luytelacr (waarnemend Redacteur-Secretaris),
Redactie-adres: Pieter de lloochweg 122, Rotterdam-West. Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland
f
16,—. Abonncmentsprijs Economisch-Statis-
tisch Maandbericht
f
5,— per jaar. Beide organen samen
f
20,— per jaar. Buitenland en Kolonïën resp.
f
18,—,
f
6,— en
f
23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-
teurs en leden van liet Nc-deriandsch Economisch Instituut
ontvangen liet weekblad en liet Maandbericht gratis en
genieten een reductie op de verdere publicaties.
INHOUD:
BIz.
lIET
RAPPORT-VAN ZEEI.AN!) door
Prof. Mr. Dr. G. M.
Verrijn Stuurt
…………………………….
76
De
verscherping
der rubberrestrictie door
J. F. Haccoû
78
De beteekenis van de kaas voor olize zuivelpositie door
J.
Buter
………………………………….
79
De motort-ijtuigen-statistiek 1937 door
J. P. B. Tissot
V(in
I’atot
………………………………..
81
BUrrENLANDSOHE MEDEWERKING:
De economische toestand van Frankrijk en het tweede
Kabinet Chautemps door
Dr. H. Weichrnann
. .. .
83
AANTEEKENINCEN:
De Nederlan ‘scite kapitaalmarkt in 1937
………
85
IIAANQcJIJFERS:
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……..
85
ONTVANGEN BOEKEN …………………………..
87
Statistieken:
Geldkoersen-Wïsselkoersen-Bankgtaten
……………….87,
90
Groothandeisprijzen ………………………………….88-89
GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.
ilet herstel van den Franc na het optreden van de
regeering-Cl1autemps heeft zich in cle verslag-week
ni9t kunnen handhaven. Integ-encieel de noteering be-
reikte een nieuw laagterecord
op
5.80.
Het Fransche
Eg
–
alisatiefotids heeft veelvuldig geïntervenieerci, maar
niet regelmatig, zooclat nogal fluctuaties van eenigen
omvang voorkwamen, Deze ,,intermitteerende” activi-
teit van het fonds berust waarschijnlijk
0
1) een
nieuw
principe:
de speculatie af te schrikken dooi’ krachtige
schommelingen. Het is overigens niet de eerste keer,
dat de Fiansche monetaire autoriteiten deze tactiek
toepassen.
Reeds verleden jaar was men
op
een ge-
geven moment tot
de conclusie gekomen, dat het ge-
ruimen tijd op één peil handhaven van den koers het
bezwaar had, dat de speculatie den indruk kreeg, vrij-
wel geen kwade en alleen koede kansen te hebben
door tegen den Franc te ageeren. Ook toen heeft men
eeuigen tijd scherpe fluctuaties uitgelokt zonder dat
van een vast punt als gemiddelde sprake was. Maar
toen was de tactiek meer over een langer tijdvak ver-
deeld. Dit keer was men er voornamelijk op uit om
op één dag schommelingen teweeg te brengen door itt
den voormicidag de valuta los te laten en een daling
te tolereeren om dan later op den dag, vaak na de
beursuren een, krachtige stijging teweeg te brengen
door steunaankoopen. i)eze tactiek kon hoogstens het
effect hebben den ,,daghandel” alabaisseaf te schrik-
ken,
maar daarvoor behoeft men niet zoo bang te zijn.
De gevaarlijke aanvallen zijn nog steeds op de ter-mijnmarkt gericht, en daartegen werd weinig gedaan.
Nog steeds is het disagio ongeveer 27 cts. voor drie-
maancis Francs, en ook voor éérirnaandslevering blijft
het écart zeer hoog. Ook de kapitaaivlucht houdt nog
aan. In het begin van de nieuwe week is eenige ver-
betering
in de tendens op de
contante markt merk-
baar,
maar op
cle termijnmarkt
blijft het aanbod over-
heerschen. Zoolang
de
kapitaalheweging op
de beta-
lingsbalans, die toch al zoo uiterhiate zwak is, door
de ongunstige hatideisbalans kan blijven drukken, kan
van een versterking der muutpositie geen sprake zijn.
Ook de Dollar is in de verslagweek flauw geweest. Vrees voor verder gaande inflatie deed zich weer ge-
voelen. Wederom zullen enkele wetsontwerpen wor-
den ingediend van uitgesproken inflationistische
strekking, waaraan de namen verbonden zijn van en-
kelen, die herinnering wekken aan de agitatio véér
de devaluatie van den Dollar. Van 1.79i1 liep de no-tcering terug tot 1.78
1
/s. In Londen kwam de Dollar-noteering op 5.02, een punt dat, hoewel niet dikwijls,
toch in
de
afgeloopen jaren reeds eenige malen is be-
reikt. Telkens wanneer de
Dollar
na eeuig
herstel
weer flauw in de markt ligt, laat het Egalisatiefoncis
den koers iets verder terugzakkeu dan den vorigeci keet’.
Aldus wordt de depreciatie van den Gulden steeds een
fractie kleiner. Ponden zijn daarom, hoewel ten aan-
zien van den Dollar zeer vast, te onzent ook lager
gebleven. Onder deze omstandigheden krijgt men dan
ook niet den indruk, dat de koerspolitiek van het
Egalisatiefonds nog zoozeer op den Dollar georiën-
teerd is als voorheen, en dat het overschakelen van
cle activiteit op Ponden niet alleen van technische
maar wellicht ook van meer principieele beteekenis is.
De beleggin.gsmarkt is na het
enorme succes van
de
nieuwe staatsleening zeer vast van toon gebleven.
Met één slag schijnt men algemeen overtuigd te zijn,
dat het 3 pOt. type het pleit gewonnen heeft. Zoo-
wel integralen als 3 pOt. Indië en andere 3 pOt.
leeningen waren zeer vast gestemd.
76
2e&ruari1938
HET RAPPORT-VAN ZEELAND.’
O 3 April 1937 oiti’ng de toenmaIigi’ Ministet-
Pi’esideiit van Beijië Paul vait Zeeland van de Re-
geeringen van Engelaiicl en
Frankrijk
dë opdracht tot
het instellen, van een onderzoek naar de mogelijkhe-
den tot algemeene vermindering van de eontingen
teeringen en van de andere internationale handels-
belemmeringen. Bijna 10 maanden heeft het geduurd,
voordat het desbetreffend rapport werd gepubliceerd.
Dat cle wereld met spanning op dit rapport heeft
zitten wachten, kan men niet zeggen; daarvoor wa-
ren de clesillusies
0])
het gebied der internationale
economische toenadeing te groot en te talrijk ge-
weest.’ Vooral de, herinnering aan de in 1933 zoo
jammerlijk mislukte Londensche Conferentie is hij
velen te levendig gebleven, dan dat zij van den heer
Van Zeeland het ,,verlossetide” woord hadden kunnen
verwachten. Maar niettemin kon’ ineti de hoop ‘oe-
den, dat de Belgische economist en politicus, een
man van erkende bekwaamheid en groote allure, in
een rapport over de netelige problemen der handels-
belemmering en cle richtlijnen voor een constructieve
economische politiek, zou hebben aangewezen
Is deze verwachting in vervuiling gegaan? Er is
helaas reden om het te betwijfelen. Bij alle zakelijk-
heid, waarmee het rapport is opgesteld, en bij alle
streven om de betrokken landen niet door het maken
van verwijten te prikkelen en om een sfeer van wel-
willen,de samenwerki:ng te scheppen, heeft de steller
van dit stuk eenerzijds te hoog gegrepen en ander-
zijds juist niet datgene geboden, wat ter oplossing
van de gerezen problemen in de eerste plaats’ noodig
moet worden geacht. Daardoor zal, naar wij vreezen,
dit document zeer weinig practisch effect hebben.
De heer Van, Zeeland heeft te hoog gegrepen, zoo
schreven wij. Men heeft in de dagbladen kunnen
lezen, dat het rapport doortrokken is van een geest
van beperking, zoo .mogelijk van afschaffing, van in-
ternationale barrières. Afschaffing, althans drasti-
sche beperking van cle inciustrieele contiiigenteeri n-
gen; beperking tot het strikt noodige van contingen-
teering van iandbou.wproducten; afschaffin.g van uit-
voerrech ten; bevordering van bilaterale verdragen ten
gunste van een vrijer handelsverkeer met toepassing
van de algemeene onvoorw’aardelij’ke meestbegunsti-
ging (welke laatste slechts enkele redelijke uitzonde-
ringen zal mogen ondergaan, o.a. in geval van ,,open”
verdragen in. den ‘geest der Ouchy-Conventie); ver-
laging van exception.eel hooge invoerrechten.; iic1ui
datie van het clearingsysteem na consplidatie van
de schulden der debteurenstaten,’ bevordering van het
handelserediet met behulp
all de Bank voor Inter-
nationale Betalingen; uitbreiding van het bekende
Augelsaksisch- Fransche goud accoord van einde 1936,
uiteindelijk gevolgd door een rationeele, doch in het
rapport iii et n ade.r gedetailleerde hervorming van
den gouden standaard als internationaal geldstelsel;
een liberale koloniale politiek als onderdeel van de
oplossing van het g’ronclstoffenvraagstuk ; ziedaar wel
cle belaiigrijkstr, aanbevelingen van het rapport-Van
Zeeland.
Al deze- aanbevelingen aclemeti een geest van. eco-
nomische vrijheid. Tot een herstel daarvan in den
vooroorlogs-omvang wil de heer Van. Zeeland in de
huidige omstandigheden niet raden, maar wel wil hij cle in de laatste jaren ontstane belemmeringen clras-
tisch beperken en. in elk geval verdere uitbreiding
daarvan vermijden, uitgaande van. cle ‘juiste gedachte,
dat toeneming van het internationale handels- en
credietverkeer de volkswelvaart in. alle claai’bi,j be-
trokken landen vermag te verheffen.
Nu zijn deze voorstellen alleszi tis der overweging
waard. Nieuw zijn. zij niet. Het meeste ervan is uit
den treu renanhevolen. door kopstukken van het.
zakenleven en door mannen der wetenschap. De heer
Vaji. Zeeland heeft zich in dezelfde lijn bewogen als
al diegenen, die zich in de laatste jaren tegen de
steeds ‘tonemride’ afbraak vahéi &iononiisch libe-
ralisme hebben kekeerd. En wij Fii,illén. de laatsten’zij ii
om dezen gediachtengang t’e veruerpen
Maar, ‘als men tot de’ practiche ”érwe’iënlijking
der gedane voorstellen wi’lo’ergaan, clan zal’rneii zich
toch hebben te ran1ieren, dat deze slechts mogelijk
is. tusschen laticlen, die allen -min of nièer cloortrok-
ken zij.n ‘van cle beginselen der economische vrijheid.
En nu is het een niet te loocheueu feit, ‘dat in tegen-
stelling tot den toestand van vöôr den oôrlog’een wig
is gedreveti in .het oude Europa en dat in een aantal
belangrijke landen de aan de economische vrijheid
tegengestelde en daarmee volkomen onvereenighai’e
gedachte der totalitaire ordening haar intrede heeft
gedaan. Deze gedachte verzet zich principieel tegen
vrijen “internationalen handel en tgen een vrij in-
ternationaal hetal i ngs- en eredietverkeer.
Daarom moet het
a priori
uitgesloten worden ge-
acht, dat landen, waarin de totalitaire gedachte over-
heei’scht, ,,con amote” zouden meclewerken aan de
verwezenlijking van het progriiniina, zooals dat dioor
den, heer Van Zeeland is opgesteld. De doar hem i.an-
bevolen Conferentie tusschen vijf der belangrijkste
staten, t.w. Engeland, Frankrijk, Duitschland, Italië
en de Vereenigde Staten, ter vastle’gging en bezege-
ling van, den wil tot i nteruatiorcale economische toe-
riadering, biedt dan ook heel weinig gunstige pers-
pectieven. De eerste uitingen uit Italië, dat ,,an
höchster Steile” diep achterdochtig is, en uit Ameri-
ka, dat zich in den strijd der Europeesche tegenstel-
lingen niet wil laten ineeslepen, bevestigen den in-
druk, dat een streven, naar universeele toenadering
voor verwezenlijking niet vatbaar is, en dat het beste,
wat men verwachten kan, zou bestaan in het vinden
‘art een dragelijken ,,modus viveudi” tusschen totali-
taire en niet-totalitaire staten. eenerzijds, en een na-
clere aaneenslu i ti ng van cle laatstgenoemde i ancien ter
verbetering en verlevendiiiig van hun onclerlin,ge be-
trekkingen anderzijds.
Dat hrei’igt dus het streven naar internationale
economische toenadering terug tot een meer heschei-
cle,i. plan, dan waarop cle heer Van Zeeland het heeft
geplaatst. Maar cl it meer bescheiden plan kan, dunkt
ons, wel zoo vruchtdragend zijn als dat van den heer
Van Zeeland. Diens
])o:giti.g
leidt in dg gegeven out-
standigheden
af
tot een vage algemeene sympathie-
betuiging, gevolgd door
ccii
weigering om met andere
landen om cle groene tafel te gaan zitten,
af
erger ware – tot een herhaling van de Londensche
tragedie van 1933. Wij gelooven dus inderdaad, dat de heer. Van Zeeland te hoog heeft gegrepen en dat
men beter’ dioet internationale toenaderingspogingen
tot een kleinere groei) van’ onderling meer eensge-
zinde landen te beperken.
* *
*
Wij konien nu tot cle vraag, vat• binnen een meet’
beperkt kader van landen le n.gs cle door den heer
Van Zeeland aangegeven…ichtlijnen op het gebied
der economnisehe toenade.i’ing te bereiken zou zijn. Ni]
deelt de heer ‘Van Zeeland in zijn rapport mede, dat
hij zijn, bezoeken hij. cle verschillende Regeeringen zijn
onderzoek als zooclan ig met veel sympathie werd be-
groet, doch dat’ deze terstond overging i.n groote
tern.ghonclenclheicl, zooclra het ging om het verkrijg’en
van een bereidverklaring tot het treffen van con-
erete maatregelen tot opheffing van handelsbelem-
meringen.
Deze terughoudendheid valt gemakkelijk te begrij-
pen. De
,
vele istische maatregelen van cie
laatste jaren zijn niet tm it de lucht komen vallen.
Slechts ee.n dee.l dezer maatregelen laat zich ve’i’klit-
‘en uit een streven naar autarkie of zeifg’enoegzaam-heici. Verreweg de meeste beschermingsmaatregelen
en deviezenregel ingen zijn niet anders dan een reac-
tie op cle groote economische depressie van 1929. Zij
sjruiten dus rechtstreeks voort uit de g’roote in-
stabiliteit van liet economisch leven en uit .het ge-
2
Febr.uari’193
ECONOMISCWSTATISTISÇHEBERICHTEN
77
brek aan aanpassingsvermogen; dat vele West-Euro-
peesche landen, evenals de Vereenigcle Staten, heb-ben getoond, toen cle omstandihgeden in het econo-
misch leven zich’ hebben gewijzigd.
Wil men dus cle terughoudendheid tegen interna-
tionale economische samenwerking opheffen, dan
moet men niet slechts, zooals de heer Van Zeeland
het gedaan heeft, een aantal maatregelen aanbevelen,
waarin deze toenadering tot uiting kan komen, doch
men zal dieper dienen te gaan en moeten streven
naar stabilisatie van. cle conjunctuur in cle landen,
die men onderling in inniger contact wenscht te
l)rengen.
Een der voorwaarden voor zulk ccii stabilisatie der
interne conjiinctu ur is gelegen in cle hervorming
van het geldwezen. [let geld moet van grootei-e waar-
clevastheid zijn dan thans, wil zich het economisch
leven krachtig ontwikkelen. Vooral tegen plotselinge
irizinkinge.n.in
de geidcirculatie, zooals wij die
sinds 1029 hebben kunnen waarnemen, moeten de
noodige waarborgen worden geschapen. Blijven deze
achterwege, dan, zal ook het gevoel van angst voor
hervatting van het internationale handels- en ere-
dietverkeer niet worden overwonnen; zonder zulke
waarborgen zuilen de verschillende landen zich, ook
al leeft bij hen de wensch naar herstel van handels-
vrijheid, blijven afsluiten en, zij zullen de mercanti-
listische dwaling blijven .huldigen, dat invoer nadee-
lig is. …. omdat daardoor bepaalde goederenprijzen
kunnen dalen en sommige bmanenlandsche producemi-
ten
11
acleel zouden kunnen ondervinden!
Hoe anders ziet dat alles ei- uit, wanneer men de
zekerheid heeft, dat de geidcircnlatie niet langer
een speelbal zal zijn voor de ongelijkmati.gheden der
crccl ietverleen ing en niet langer de voor cle econo-
in ische onturikkéling fatale afwisseling van inflatie
en cleflatie zal vertoonen ! Daar 1 igt het punt, waarop
de vicieuze cirkel in het proces der internationale
toenadering kan worden doorbroken. Ongetwijfeld
zijn monetaire maatregelen, alleen niet voldoende om
alle economische ongerechtigheid uit cle huidige
Augiasstal te verwijderen. Maar wel kan men zeggen,
(lat cle regeling van het geidwezen het begin en niet
het ei ncl vorm t van een econ om isch he rstelprogram ma.
De heer Van Zeeland doet in zijn rapport juist het omgekeerde. Eerst aan het einde van het proces van
internationale toenadering komt bij hem de hervor-
ming van den gelclstanclaarcl. Tevoren zullen wij chis
alle wissel valligheclen op monetair gebied kunnen
beleven., die zich ook vroeger hebben voorgedaan. Wèl
pleit hij voor een. uitbreiding van het bekende mone-
taire accoord door toetreding van landen, die daar
thans nog buiten staan. Maar het is een bekend feit,
dat d.it accoord, waarbij slechts Amerika zich aan een
vasten goudkoers gebonden heeft, noch extern noch
intern waardevastheicl van het geld en, stabiliteit der
geidcircu lati e waarborgt. Voor het meest essentieel e
onderdeel van het geldvraagstuk helpt het dus niet.
Zoo schiet naar het ons ivil voorkomen, het rap-
port-Van Zeeland op een zeer belangrijk punt tekort.
Het beveelt een verkeerde volgorde aan, waarin de
onde.i.scheiden maatregelen moeten wo rclen getroffen,
en het laat de hervorming van den gelcistandaard, die
uiteindelijk noodig wordt geacht, voorloopig in het
duister; over den inhoud daarvan toch verneemt men
niets.
Nu is het wel te begrijpen, waarom de heer Van
Zeeland tot deze, naar onze meening onvruchthare,
volgorde der door hem aanbevolen maatregelen is ge-
komen. Vermoedelijk heeft hij moeten constateeren,
dat ten aanzien van het geldvraagstuk nog veel on-
eenigheid bestaat, dat mitsdien een algemeen aan-
vaardbare, internationale oplossing nog niet te ver-
w’ezenlijken is, en dat het daarom maar beter scheen
dit vraagstuk geheel naar het tweede plan te ver-
schuiven.
Hoe hegrij5e1ijk ook, zulkee.n’opvatting’g.eeft toch
wel den i:ndrulc van ccii zekere .strnisvogelpolitiek.
Zonder stabiel geld is handelsvrijheid niet te ver-
krijgen. Het gaat daarom niet aan; het geldvraagstuk
0])
den achterg’roid te driiigen; daui-mee maakt men
tegelijkertijd het herstel van handelsvi-ijhid en van
vrijheid van, internationaal hetalings- en credietver-
keer illusoir.
Maar, zoo zal men zeggen, er zit niet veel anders
op! Als een internationale oplossing van het geld-
vraagstuk voorshands afstuit op de diversiteit der
monetaire opvattingen, clan moet men deze wel naar
een later tijdstip verschuiven en voorshands zijn
krachten in andere richting aanwenden.
Dit standpunt zou juist zijn, indien inderdaad een
internationale oplossing van het geldvraagstuk de
eenige bevredigende mogelijkheid was. Dat is echter
geenszins het geval. Stabiliseeren der gelclwaarde
kan, zooals de ervaring der laatste jaren genoegzaam
heef t geleerd, zeer wei op riatiônalen grondslag ge-
schieden; en dat niet alleen, het gaat zelfs op be-
perkt gebied veel beter clan in de wereld als geheel.
Tusschen. cle nationale en cle un iverseele geldstabili-
satie ligt een breed terrein’oor groepsvorming van
verschillende landen, die allen dezelfde geldpolit.iek
volgen en zich over en weer bereid verlclaren out de-zelfde monetaire beginselen in toepassing te brengen.
Hier nu nioet naar onze meening het geidvraa.g-
stuk worden aa ngevat. Vergrootirig van .hanclelsvrij-
heic] is onbereikbaar zonder stabiele geldwaarcle in cle
daarbij betrokken landen.; deze laatste is op natio-
nalen grondslag – dus los van het goud – wèl, op
internationalen grondslag voorshands niet te berei-
ken. Daaruit volgt, dat ook hier de weg zal moeten
loopen over regionale accoorden; of te wel, niet
slechts op han.clelspoi.itiek, doch ook op monetair ge-
b iecl moeten Oslove cd ragen worden gesloten.
liet is jammer, dat cle heer Van. Zeeland, die met
betrekki mig tot de handeispol itiek zulk een juisten
kijk heeft getoond op de beteekenis van regionale
verdragen, niet ook het gelclwezen van uit clezen ge-
zichtshoek heeft bezien. Dat zou. aan zijn programma den in.nerlijken. samenhang hebben gegeven., welken
men daarin thans mist.
Beteekent dit, dat alle door hem ontwikkelde denk-
beelden onvruchtbaar zuilen blijven.? Met betrekking
tot Europa vrcezen wij van wei. Of men ten, aanzien
van het koloniale vraagstuk even pessimistisch moet
zijn, schijnt minder zeker. Het is voor iemand, clie aan angst voor invasie lijdende is, altijd gemakke-
lijker de deur van een zijner bijgebouwen te openen,
dan die van zijn eigen huis. Wellicht, dat zich
01)
deze wijze een gebied laat vinden, waarop onderhan-
delingen niet
a priori
tot mislukking gedoemd zijn.
Verder gaande verwachtingen mag men, dunkt ons,
momenteel niet koesteren..
Het ware een wel zoo aangename taak geweest over
het rapport-Van Zeeland op luidruchtige wijze de
loftrompet te steken. Wie het rapport leest, bemerkt
terstond, dat de steller daarvan zelf allerminst in een
,,toast”-stemming heeft verkeerd en heel weinig ver-
wachtingen koesterde van cle
01)
basis van zijn rap-
port te bereiken resultaten.. Wij kunnen tot ons leed-
wezen deze mineurstemming niet in majeur doen
overgaan. De problemen, w’aarvoor de heer Val) Zee-
land zich gesteld zag, zijn. door vele economische mis-
vattingen en tal van bedenkelijke politieke hijmeng-
selen, danig gecompliceerd. Zij zullen van uit een
anderen gezichtshoek aangepakt moeten worden, voor-
dat (le hoo1)
01)
oplossing ervan gerechtvaardigd
zal zijn. G.
M. V. S.
1
2bi 938
DE VERSCHERPING DER RUBBÉRRESTRICTIE.
0 cliji bel end heeft het i ntoin Lti’on lie
1
ubbei
iostuctte comite het bepeikiiipercenttge vooi het
tweede kw’artaft van dit jtkr’ çp 4’vastgestc.1d tegen
over het thahs 1oopedë 30. ‘In ‘twee étappes zijn wij
clus weettteruggeva1len op’ de, scherpste testritie uit
cle geschiedenis cleer heperkingswetgeing, ul. het
eerste halfjaar 1936, hoewel uit het oog
mag worden verlor’en, dat toen cle geiuimenlijke stan-
daardquota 1.254.000 tegeii voor 1938 1.335.250 ton
bedroegen. –
Beoordeeling.
Het is in feite toch wel bijzonder teleurstellend,
dat cle eerste’ ommekeer in een algemeene conjunc-
tuur een dergelijke verscherping heeft noodig ge-
maakt; het bewijst, dat rubber n&g steeds volkomen
afhankelijk is van .de algemëene conjunctuur en dat
de mogelijkheden nauw samenhangen met het ver-
bruik. Een verbruik, dat voor 1937 op ongeveer
1.082.000 ton wordt geraamd, doch waarvoor de schat-
tingen voor 1938 thans om de 900.000 ton liggen.
Men kan niet het rubbercomité een verwijt maken
van dit besluit, omdat niet dit, doch de productie-
capaciteit aan dezen toestand schuld heeft. Het stre-
ven naar ordening dat zich ook in de laatste jaren
in het bedrijfsleven heeft gedrongen, een ongemoti-
veerd optimisme en een, naar onze meening, verkeerd
gezien eigen belang hebben ‘geleid tot het tot stand-
komen van een internationale regeling, die ten doel
heeft de productie en het verbruik aan te passen en
een redelijken prijs te handhaven. Het ordenen kan
echter alleen met succes geschieden, indien men cle
beide te ordenen factoren, i.c. productie en verbruik,
in de hand heeft; thans komt het er alleen maar op
neer, dat de productie, zoo lang mogelijk aan het
verbruik wordt aangepast; dit is slechts mogelijk zoo
lang de productie-capaciteit te groot is, want over-
schrijdt de consumptie haar, dan zal men toch eenige
jaren moeten wachten voor de verdere aanpassing, nl.
tot de nieuwe aanplantin.gen taphaar zijn; wanneer
zal dit echter het geval zijn?
Een redelijken prijs handhaven kan alleen hij, die
de prijszettin’g heheerscht en dat doet het comité
daarom niet, omdat het niet aitn de prijszetting deel-
neemt en zijn maatregelen slechts repressief zijn. Bo-
veuclien oefent de algemeene conjunctuur een groo-teren invloed
01)
het prijsverloop dan de bijzondere
rnhbeiconju.nctuur, hoewel de laatste de eerste hij een zoo conjunctuu rgevoel ig artikel uiteraard zal
versterken.
Professor J. van Geideren heeft indertijd het voor-
beeld van de kraan, waardoor het comité de produc-
tie reguleert, gebruikt. Doch dit voorbeeld gaat alleen
maar op, indien die consument dadelij-k uit de kraan
drinkt en niet, indien hij als behoorlijk mensch een
glas gebruikt, m.a.w. indien hij – vat overigens
noodzakelijk is – voorraden vormt en bovendien in-
dien vat thans uit de kraan loopt eerst in de toe-
komst kan worden geconsumeerd.
1937 heeft zulks bewezen door een toeneming van
de voorraden met een.ige tientallen duizenden tons
Cii
men kan nu niet zeggen, dat hot comité de zaak
fout heeft behandeld, doch moet vaststellen, dat het
al eveimin als iemand anders nauw’keurig vooruit
kan zien, ondanks het advies van belangrijke ver-
brui kers.
En daarbij komt, dat het rekening moet houden
met wat op de markt wordt verwacht én daarmede
rekening houdende, toch nog voor het feit- kan konhen
te staan, dat de werking juist averechtsch is, indien
de stemming dier markt inmiddels is gewijzigd. Deze
verandering behoeft slechts buitengewoon subtiel te
zijn om een geheel andere uitwerking te hebben.
Het besluit van 30 Novembei van -het comité om
voor Jan./Maart 1938 met 30 pOt. te beperken werd
toenmaals algemeen drastisch genoemd, wat door ons
betw’ijfeld is geworden, omdat wij een belangrijke in-
krinï3ing var h’ét’iiibuik v’rees’ddh. Thans komt de
iilgëtneene ‘opinie nieej- hn
–
mèei té’ -onze conclijsie,
•dat do mogelijke uiti’oe.riii heediétè kwartaal het
‘erbiuik ziil”overtreffen. .
De thhns vastgettélde ‘ersèherping komt’ – o’,èreéi
met de veiutgaande verwhchting der markt e tubli
is, behoudens op deli eersten dag, geen verhethriuig
van den prijs ingetreden. Alleen indien het verbruik
op het peil van het laatste kwartaal van 1937 blijft
gehândhaafd, zou deze verscherping der restrictie een
toenemen van de voorraden voorkomen.
Bedacht moet vöorts worden, dat het bestaan van
het comité onder de tegenwoorclige omstandigheden
eerder prijsdrukkend werkt, omdat elke aanpassing
eerst adhteraf komt; het comité echter beschouwt den
prijs op een hooger niveau eerst als redelijk, zonder
dat het dit hoogere peil zonder de hulp van de markt
of eveneens abhteraf door een te drastische beperking
– welke dan eerst als te drastisch moet worden be-
wezen – kan bereiken.
Cijfers.
Op grond van het gemiddelde uitvoerpercentage
van 65 voor het eerste halfjaar 1938 mag worden
uitgevoerd:
dooi- d
resti
–
ictielancien, behalve Siniri en Judo-
China
……………………………..
42t.000
ton
waarbij geraanudc uitvoer vcn Siain en Franseh
I-n-do-Chiiu%
…………………………
3S.000
en van cle outsklei-s …………………….
13.000 ,.
totaal zonder c’iriy-over ……….
472.000
toji
tegen in -liet eerste halfjaar
1937 …………532.41.5
ton
Over deze 6 maanden van 1938 zou dus het gebruik
gemiddeld ongeveer 80.000 ton moeten bedragen om
evenwicht te houden; iii het eerste halfjaar 1937 be-
droeg het verbruik buiten de productielanden 587.476,
in hetzelfde tijdvak van 1936 504.994 ton.
Ondernemingsrubber Ned.-Inclië.
Voor deze categorie producenten zal de restric-tie
iii feite scherper zijn dan 35 pOt., omdat de gezamen-
lijke standaardproducties der ondernemingen ook in
dit jaar het uitvoerquotum zullen overtreffen. Vorig
jaar was de regionale restrictie ruim 6 pOt. hooger,
zoodat bij een gelijk verschil de beperking boven de
40 zou komen.
Voor de ondernemingen, die reeds een groot deel
harer winst door de prijsdaling verloren zagen gaan,
beteekent dit tegenover ‘1937 met bijna 23 pCt. be-
perking een belangrijke derving van voorthrenging
(nl. van ongeveer 20
–
a 25 pOt.), dus van een voor-
deelige marge tusschen opbrengst en kosten. Daar-
naast echter zal een inkrimping der productie boven-
dien, den
kostprijs
der toegelaten voorthrenging be-
langr ijk doen stijgen, waardoor dus een nog bestaande
marge aanzienlijk gered uceerci wordt.
Naast het verlies door den gedaalden prijs krijgen
wij dus een vermindering van de winst tengevolge
van de gederfde voorthrenging en als gevolg van de
gestegen kostprijzen. Voegen wij daarbij het bijzondere
uitvoerrecht van 2.9 ets. en het komende defensie-uitvoerrecht ‘van 1 pOt. der waarde, dan moet ge-
cénstateerd worden, dat deze alleen reeds ht bruto-
provenu met meer dan 10 pOt. doen dalen en dan zal het zeker niet te pessimiistisch zijn er rekening mede
te houden, dat ‘voor tal van rubberondernemingen
het stadium van redelijke rentabiliteit reeds weer
voorbij is. –
Bevolkingsrubbeu’ Ned-fndië.
Voor de bevolkingstappers heteekent de gang van
zaken in de ruhhhr al evenzeer een groote teleurstel-ling;- hun inkomneif wordt èn door de prijsdaling èn
door de kleinere toewijzingen helamïgrijk geringer en
dit zal niet nalaten invloed op het welvaartsniveau
tn oefenen. Daarbij komt bovendien, dat vorig jaar groote’ arealen w’eer in tap zijn genomen, waarvan
vermoedelijk het gevolg zal zijn, dat de rubber-pen-
1
2 .F,ebriari3.l93S
Ç.Q
MIS
TIST[SÇHBERjCHTE
79
sioentrekkers – zooals de niettappende,bezittejs vali
ruhhei’tuinen wo.çdenr,.enoemd – rnet.het grôotste
deel van (len. prijs gaan strijken, terwiji,de tappen.de
bevolking slechts de meest minimale hate voor. cle
bezigheid van het tappenzal Jcrijgen. Een :Eeit, dat in
wezen geheel in strijd is met de structuur van cle
hevolkingsrubber, doch niet kan worden voorkomen.
Toekomst.
Over de nabije toekomst te schrijven, is voor de
rubber buitengewroon moeilijk. Alles hangt hier groo-
tendeels van de algemeene conjunctuur, dus van
externe oorzaken, af en ondanks de grootere activi-
teit van de bewapening zijn cle vooruitzichten, mo-
menteel niet zoo fraai. De automohielproduetie, zoo-
rei in Amerika als in Engeland, toont een stagnatie
en zelfs veeleer, zeker relatief, nog een terngga.iig; de
bandenvoorraden in cle Vereenigde Staten zijn aan-
zienlijk, terwijl de fabrieken thans een zeer voorzich-
tige houding aannemen. De zware val der koersen
op de effecteninarkt zal niet nalaten zijn invloed op
het koopen van nieuwe en het gebruik van verkochte
wagens – en dus op den verkoop en de slijtage der
handen – te oefenen.
Of de raming van het comité voor het tweede kwar-
taal juist zal blijken te zijn, moet worden afgewacht;
wel kan worden vastgesteld, dat een gemiddelde ra-
fl1ing van het verbruik op 73.000 ton per maand
slechts ongeveer 3.000 ton beneden het verbruik in
liet vierde kwartaal van het vorig jaar ligt.
De voorraden zijn groot; die huiteii.het restrictie-
gebied werden onlangs door Symington & Wilson pe.r
einde Decémher op 513.575 ton geschat, wat hij een
jaarverbruik van. 900.000 ton dus op meer dan een
halfjaar consumptie neerkomt; daarbij komen dan nog
de voorraden binnen het restrictiegehied, die vermoe-
delijk het totale voorraadcijfer nabij de 600.000 ton
zullen brengen, een toestand, die weliswaar gunstiger
is dan hij het begin der restrietie, doch toch bewijst,
(lat er in. dit opzicht nog niet veel ingiijpend is
veranderd.
liet is en blijft de moeilijkste taak van het comité
de restrictie-percentages vast te stellen, omdat het
hierbij niet alleen aandacht moet geven aan wat nood-
zakelijk is, doch ook aan den indruk, die een besluit
OP
cie markt maakt. J. F. .IL
DE BETEEKENIS VAN DE KAAS VOOR ONZE
Zul VELPOSITIE.
iloewel de boter voor onze zuivelpositie nog leads
van overwegende beteekenis s, neemt toch ook de
kaas een zeer belangrijke plaats in, welke door de
ontwikkeling, die de zuivelpositie in de laatste jaren
vertoonde, van bijzondere beteekenis geworden is. In
liet volgende willen wij daarom enkele opmerkingen
maken omtrent de beteekenis van de kaas vöor onze
zuivelpositie. Vooraf zullen wij echter ter oriëntee-
ring enkele regels wijde.n aan de kaasbereiding op
zichzelf.
Kaasbereiding.
In tegenstelling met de bereiding van boter, clie
thans practisch geheel – voor ongeveer 95 pCt. –
fahriekrnatig geschiedt, vindt de bereiding van kaas
nog voor een groot deel op cle hoèiderij plaats. Voor-
al voor de volvette kaas is dit het geval. Deze kaas-
bereiding op de boerderij geschiedt hoofdzakelijk in
de provincies Zuid-ilolland en Utrecht, in. mindere
mate in. Noorci-ilolland en is in de overige provin-cies van ons land van relatief weinig beteekenis. In
cle laatste halve eeuw is de kaashereiding op de fa-
briek sterk in omvang toegenomen, zoodat thans, uit-
gedrukt in kg kaas, circa 30 püt. van onze kaas-
J)rO(luctie
01)
cle boerderijen plaats vindt, terwijl on-
geveer 70 pOt. fabriekm.atig geschiedt. De hoeren-
kaas is in hoofdzaak z.g. volvette kaas, terwijl de
fahriekskaas hoofdzakelijk uit 40+ kaas bestaat,
waarnaa ook;.yQlvett,en nageejoorteui in fabrie-
ken worden gepceerd. . ‘
Zobals men’ eet verschijnt c] kaas thans in vele
soorten op deirkt, welk’e onderling van elkander
verschillen in vetgehaite, gewicht, wijze van samen-
stelling en model. Zoo heeft men —’om enkele soor-
ten te noemen – Goudsche en Edammer-, Leidsehe-
en Delftséhe kaas, icaas in broodvorm, gemalen-, ge-
raspte-, korstlooze- en smeitkaas, Limhurgsche- of
Herve’sche kaas, enz. Belangrijk is de onderscheiding
naar liet vetgehalte, waarbij al naar het percentage
meikvet, dat in de droge stof der kaas voorkomt, ge-
sproken wordt van volvette-, 40+-, 30+-, 20+- en
magere kaas.
Deze groote. variatie in de verschillende kaassoor-
ten maakt de kaaspositie weinig overzichtelijk. In
tegenstelling met boter, is cle kaas hij lange na niet
een uniform product. Dit, gevoegd hij het speciale karakter, dat het artikel kaas op de markt inneemt,
geeft denkeljk mede een verklaring voor het ver-
schijnsel, dat aan de kaas niet die aandacht wordt
geschonken welke hijv. t.a.v. boter tot uiting is ge-
Icotnen.
Voor zoover wij weten is clan ook zelden een syste-
matisch onderzoek ingesteld naar de Icaaspositie in
het algemeen en de vele factoren, waardoor deze
wordt beïnvloed. Wij hebben hierbij niet het oog op
verschillende verslagen van kaascontrôlestations en
dergelijke, doch denken hierbij vooral aan een onder-
zoek naar cle economische heteekenis van ‘de kaasbe-reiding voor ons land en de mogelijkheden, die hierbij
aanwezig zijn.
Vooral thans, nu men, mede als gevolg van cle
moeilijkheden, die zich in de crisisjaren op zuivel-
gebied hebben voorgedaan en nog voordoen, ér ge-
lukkig in sterke mate naar streeft onze zuivelpositie
te verbeteren, is een helder inzicht in de bestaande
verhoudingen ook t.a.v. de kaas zeer gewenscht, daar
dit mede kan leiden tot het inslaan van die richting,
die de beste waarborgen geeft om ook iii de toekomst
op de meest doeltreffende wijze het hoofd te kunnen
bieden aan de moeilijkheden, die zich ook dan op zui-
velgebied zullen voordoen.
Hoewel hij de kaashereiding ook de z.g. vetvrje
melk een belangrijke rol speelt, kan men zich toch
althans een globalen indruk vormen omtrent de ver-houding van de kaas tot andere zuivelproducten, als
men weet, dat van de totale hoeveelheid melk, die tot
zuivelproducten wordt verwerkt, in het jaar 1936
ongeveer 70 pOt. werd verwerkt tot boter, 23 pOt,
tot kaas en 7 püt. tot rnelkproducten, waarbij onder
inelkprodueten wordt verstaan: condens en. poeder.
Terwijl hij boter het melkvet (hotervet) het hoofd-
bestanddeel vormt, nemen bij de kaas ook de andere
hestanddeelen der melk een belangrijke plaats in, zoo-
dat de kaas van meer heteekenis is voor onze zui-
velbereiding, dan door de genoemde cijfers’wordt aan-
gegeven.
Kaasproductie en afzet.
Het verloop van de kaasproductie is in sterke mate
afhankelijk van cle afzetmogelijkheden, die zich voor
dit product voordoen. Men zou dit als een gemeen-
plaats kunnen beschouwen, ware het niet, dat dit
voor de hoterproductie geheel anders is, zooals men
in de achter ons liggende jaren heeft kunnen con-
stateeren, toen de hoter’produetie, zelfs in die jaren,
waarin de afzet groote moeilijkheden, met zich mee-
bracht, voortdurend steeg.
Men kan zeggen, dat terwijl voor de zuivelproduc-
tea de productie van kaas zoowel als van melkprodue-
tea sterk afhangt vnu de afzetunogeljkheden, de boter-
productie hoofdzalceljk afhankelijk is van de hoeveel-
heid melk, die na de bereiding van kaas en melkpro-
ducten overig is. Dit geldt vooral van de productie
van fabriekskaas, . waarbij de producenten desge-
wenseht verschuivingen kunnen toepassen in de pro-
ductie van boter, kaas en melkproducten, hetgeen
80
ECONOM’ISCHATISCFiËJBE1tCHTEN
2′ ‘eb’rdari’1938
voor de hoeren-kaasproclucenten niet of, in veel min-
clere mate het geval
is.
In verband hiermede is cle reeds sterk overwegende
plaats, die de boterproductie in de zuivelhereiding
innam, na 1930 nog voortdurend vergroot, in tegen-
stelling met de kaasprocluctie, clie van 1930 tot en
met 1934 vrij belangrijk is ingekrompen. Deze in-
krim pi ng, welke aanvankelijk vrijwillig geschiedde,
werd in cle jaren 1933 en 1934 gestimuleerd door de
maatregelen, tot beperking van de kaasproclucti e.
Deze maatregelen bestonden vooral in ‘het bevorderen
van de teruglevering van ondermelk van zuivelfa-
brieken naar melkleverencle veehodders, die deze
onclermelk als veevoeder benutten.
Het verloop van kaasprocluctie en -afzet is weer-
gegeven in onderstaande tabel, waarvoor cle gegevens
ontleend zijn aan publicaties van de Directie van cltu
Landhouwr en aan het drietnaanclelijksch verslag aan
de Staten-Generaal, omtrent de Lanclhouwc’risismaat-
regelen, h un werking en iii tvoeri og. Alle gegevens
zijn vermeld in ton nen netto. In de hierbij afgedrukte
grafiek komt cle beteekenis van het verloop dezer
cijfers nog duidelijker tot uiting.
Jaar
Eaasproduotic
Export
Verschil
1927
……….
125.949
94.893
31.056
1928
………
132.157
89.778
42.379
1929
………
134.805
93.420
41.385
1930
………
136.937
91.431
45.506
1931
.’
…….
132.830
84.230
48.600
1932
……….
11.9.487
75.210
44.277
1933
………
121.739
62.314
59.425
1934
………
116.381
59.656
56.725
1935
………
117.250
59.526
57.724
1936
.
………
121.323
55.419
65.904 19371)
…….
129.000
63.000
66.000
1)
De cijft’s voor
1937
zijin, althans gedeeltelijk, geschat.
Kaas
prod.
Kaas
export
1927 ’28 ’29 ’30 ’31 ’32 ’33 ’34 ’35 ’36 ’37
Beschouwt men alleen deze jaren, dan ziet men,
dat de kaasproductie – vooral, van 1931 op 1932 –
een zeer sterke daling heeft ondergaan. Na 1934 is
echter weer een stijging ingetreden, die zich in 1936
en vooral ook in het afgeloopen jaar in sterkere mate
heeft voortgezet, hoewel de’productie’ook in 1937 nog
belangrijk bleef beneden de maximale productie in
het jaar 1930.
‘Dit verloop van de kaasproductie is in hoofdzaak
eed weerpiegeling van het verloop van den kaas-
export. De daling van den’export was echter belang-
rijk grooter dan die van de productie, en zette ‘zich
bovendien langer voort. Dit verschijnsel, dat de pro-
ductie zich ilechts moeilijk en traag aanpast aan den
afzet, ‘is ‘vrijwel algemeen voor ‘agrarische produc-
ten en is een gevolg van het karakter van het boeren-
bedrijf, dat slechts n.00de en dan nog alleen voor ver-
vangbare producten tot productieheperking o vergaat.
De daling van den kaasexport sinds cle jaren van
i’ioogconjunctuur was, evenals bij boter, in hoofdzaak
het gevolg van cle invoerbeperkingen, welke door Duitschland werden toegepast. Dit land nam in de
‘jaren 1924 tot en met :1929 zeer belangrijke hoeveel-
heden kaas af, zoodat bijv. in 1927 ongeveer 47 pOt.
van onzen totalen kaasuitvoer eeiï’ afzetgebied vond
in Du.it,schland, welk percentage in 1936 tot 24 daal-
cle. Daar ook cle ‘totaal .cloor ons land uitgevoerde hoe-
‘eelheden kaas een belangrijke daling ondéring, was
cle
absolv.e
vermi isdering Van onze.n kaasexp’ort ‘naa,r
dit land nog veel grooter. Zoo bedroeg “de ‘u.itVoëi
naar .Duitschland in 1936’nog’ ge’n derde gedeelte
van den gem.iciclelden. uitvoer in cle topjaren, 1925/
1929. In verband met de gunstige wijzigingen in den
stand der clearing trad in 1937 wederom eenige ver-
betering in, waartoe ook de aankoopen van Sir Henry
Detercling in den aanvang van 1937 hebben hijge-
‘dragen.
Ook cle veel kleinere export naar Frankrijk daalde
sinds het tijdvak 1.925/29 tot minder clan één derde, terwijl daarentegen cle uitvoer naar België en Enge-
land zich nn’ e?nigszins kon uitbreiden.
Als gevolg van deze verschuivingen is momenteèl
België het belangrijkste uitvoerland voor Nederland-
sche kaas, terwijl Duitschlancl thans de tweede plaats
inneemt.
Binnenlandse he c onsuinptie van kaas.
Evenals bij de boter leidde de gewijzigde verhou-
clitig tusschen kaasproductie en -export tot een groo-
ter overschot, dat aangewezen was op normalen afzet
in het binnenland. Dit in tegenstelling met hetgeen bij
boter het geval was, waar men het overschot kon spuien,
aanvankelijk door verplichte hijmenging in margarine
en nadien door cle sterke toeneming van, den uitvoer
naar Engeland. Dat dit oveL-schot van beteekenis was,
blijkt wel hieruit, dat het verschil tusschen geprodu-
ceerde en uitgevoerde hoeveelheden kaas sinds 1927
verdubbelde tengevolge van cle daling van dec export.
Juist de omstandigheid dat een geforceerde uit-
‘voer van kaas, indien a priori mogelijlc, voor dit
product tot veel grootere moeilijkheden aanleiding
zou geven dan dit voor boter het geva.l was, is één der
redenen geweest, waarom men, in tegenstelling, met
hetgeen bij’ boter geschieddè, in het algemeen geen
differentiatie aanbracht tusschen de kaasprijzen iii
het buitenland en de binnenlandsche marktprijzen.
Immers ware men, evenals bij boter geschiedde, ‘overgegaan tot en belangrijke verhooging der bin-
neulandsche kaasprijzen, dan zou daardoor plaatsing
‘van het overschot op cle hinnenlandsche markt zijn
belet, terwijl uitvoer van dit overschot naar het
buitenland niet mogelijk zou zijn, zonder het in de
weegschaal stellen van de positie, die onze kaas op
de buitenlandsche’ markt inneemt, indien deze uit-
voer ,,überhaupt” mogelijk ware.
Te gereeder kon men de kaasprijzen in ons land aan hun lot overlaten, aangezien de kaasprijzen in liet buitenland in het algemeen niet die g’roote in-
zinking vertoonden, die zich ‘oor de boterprijzen
voordeed. Bovendien kan men aannemen, dat de prijs,
dien de Nederlanclsche kaas in het buitenland op-
brengt, veel sterker afhankelijk is van de aanvoe-
ren uit ons land, clan dit niet boter, waarbij ons
land een meer ondergeschikte plaats op de wereld-markt inneemt, het geval is.
1:et gevolg van
•
dit voor kaas gevolgde systeem
van in het algemeen gelijke prijzen voor kaas, be-
stemd voor hinnenlandsch e consumptie en geëxpor-
teerde kaas, is geweest, dat terwijl cie verhouding tus-
schen boter- en kaasprijzen op cle buitenlandsche
markt voor de kaas gunstiger werd, zich in het bin-
‘eniland juist het tegenovergestelde voordeed, zoodat
de kaas thans, in vergelijking met liet tijdvak aan
de crisisjaren voorafgaand, in ons land ielatief goed-
kooper is dan de boter.
De hierdoor veroorzaakte lage kaasprijzen in het
binnenland hebben hun üitwerking niet gemist. Mede
hierdoor kon het kaaioverschot – althans voor het
dvergroote gedeelte -, worden opgenomen door een
grootere hinnenlanclsche consumptie, die dan ook een
zeer belangrijke stijging heeft ondergaan. Mogelijk
zijn ook de vooraden in dit tijdvak toegenomen, hoe-
2 Februari 1938
ECONOMISCIF.STATISTISCHE
1
ERICHTEN
81
wel ons cle gegevens ontbreken, om dit te kunnen na-
gaan.
Ook alweer in tegenstelling met hetgeen zich hij
boter voorcIed, is daardoor voor de kaas een. zeer
groote verschuiving ontstaan van den export naar cle
1)1.0
nen landsche consumptie, zoodat thans ongeveer
cle . helft van cle productie in ons land wordt gecon-
sumeerd, tegen ongeveer een derde gedeelte een aan-
tal jaren geleden.
Export en binnenlandsche consumptie van kaas.
Thans is de toestand derhalve zoo, dat hij export de
kaas relatief meer opbrengt clan cle boter, terwijl voor
de binnenlancische consumptie in liet algemeen geno-
men het tegengestelde het geval is. Vandaar dat elke
n:mogelijke verschuiving van den export van boter naar
die van kaas, zonder al te groote prijsconcessies een
gunstigen invloed zal kunnen uitoefenen op onze
zuivelposi tie.
In cle eerste plaats, omdat een zooclanige verschui-
‘ing cle directe fitiancieele opbrengst ten goede zal
kooien. In cle tweede plaats, doordat een zoodanige verschuiving den hoterexport zou kunnen ontlasten,
hetgeen tot een verbetering van onze boterpositie kan
bijdragen. In de derde plaats, omdat onze kaas, door
zijn speciale eigenschappen, niet die concurrentie-
moeilijkhecleti heeft t.a.v. buitenlandsche kaassoorten,
zooals dit met onze boter tav. de boter uit andere
uitvoerlanden het geval is.
Het is in verband Ii iermecle clan ook toe te jui-
chen dat men in den laatsten tijd weer extra moeite
in het werk stelt, de kwaliteit van onze zuivelproduc-
ten zoo hoog mogelijk op te voeren. 1-lierbij heeft men
vooral te kampen met de moeilijkheid, een goede
combinatie te vinden tusschen middelen, clie eener-
zijds de kwaliteit onzer zuivelproducten kunnen op-
voeren en anderzijds een rationeele bedrijfsvoering
mogelijk maken.
Hierbij is zeker ook de kwaliteit van onze kaas-
soorten van groot belang. hoewel thans nog niet te
zien is, in. welke richting onze zuivelhereiding zich
verder definitief zal ontwikkelen, is het toch niet
heelemaal ondenkbaar, dat de export van kaas voor
onze zuivelpositie op den duur belangrijker wordt
dan die van boter. Hierbij hangt het ook vooral van
de kwaliteit van onze kaassoorten af, welke plaats dit product op den duur op de huite.nlan.dsche markt zal
kunnen innemen. J.
BUTER.
DE MOTORRIJTUIGEN-STATISTIEK 1937.
Tederoiii
vertoont de nieuwe uitgave van de motor-
rijtuigen-statistiek, welke ditmaal cle gegevens om-
trent het auto-park op 1 Aug. 1937 publiceert, eenige
veranderingen:, welke verbeteringen kunnen worden
genoemd. Men heeft cle verdeeling van het auto-mate-
rieel in vier klassen, door splitsing van de motorrij-
tuigen op
2
of 3 wielen in een groep motorrijwielen
en motorrijtuigen op 3 wielen, vervangen door een in
vijf groepen; men heeft de auto’s met dieselmotor
afzonderlijk vermeld en men heeft een dieper inzicht
in dcii leeftijd der auto’s niogelijk gemaakt door in
drie gemeenten de verschillen tusschen jaar van tel-
ling en jaar van fabricage ook van 6 tot 10 jaar af-
zonderlijk aan te geven.
De cijfers der statistiek kunnen naar de hoofdgroe-pen als volgt worden samengevat:
S o o r t
1935
1936
1937
Motorrijwielen ……………….
41 954 44.348 48.974
Motorrijtuigen op
3
wielen
………3.391 5.032 5.110
Personenauto’s op meer dan
3
wielen
88.293 89.077 90.839
Autobussen
…………………..3.794
3.794
3.841
m
Vrachtotorrijt. op m
.
eer dan
3
wielen
7.160 47.810 49.156
Totaal.
184.592 190.061 197.920
Verdeelt men de motorrijtuigen naar soorten per
1000 inwoners, dan komt men tot cle volgende op-
stelling:
-.
Soort
:19351936
1
1937
Motorrijwielen
……………….5.00
5.24
5.72
Motorrijtuigen
op 3
wielen
………0.41
0.50
0.60
Personenauto’s op i1eer clan 3 w
.
ielen
0.52 10.51
10.62
Autobusseir …………………..
0.45
0.45
0.45
7
raehtniotorrijt. op meer dan
3
wielen
5.62
5.64
5.74
Totaal. .
22.001
23.13
Alvorens over te gaan tot een nadere beschouwing
van deze cijfers is het goed zich af te vragen welke
waarde de statistiek der motorrijtuigen voor onze
kennis van het Nederlandsche verkeerswezen bezit.
Tengevolge van liet gebrek aan statistische gegevens
betreffende het motorwegverkeer is men licht ge-
neigd de heteekenjs van de cijfers, waarover men de
beschikking heeft, te overschatten. Om die reden zij
er met nadruk op gewrezen, dat deze statistiek slechts
licht verspreidt over cle samenstelling van het
tech-
nisch
apparaat van het motorwegverkeer; de werk-
zaamheici, nog nader de economische werkzaamheid
van dit apparaat, laat zij in liet duister. Voor een
nog zoo oppervlakkige kennis van de structuur en de
positie van het motorwegverkeer in het Nederland-
sche verkeerswezen moet men hij de motorrijtuigen-statistiek beschikken over andere gegevens: verrichte
prestaties, verhouding tusschen . nuttigen en dooden
last, omloop van liet materieel, samenstelling van het
goedlerenvervoer, aantal reizigers- en tonkm, op-
brengst der verschillende vervoersklassen enz., bene-
vens over dergelijke gegevens van andere vervoers-
niiddelen.
Zoo lang echter deze gegevens ontbreken, moet men
een betrouwbaar inzicht in de positie van het motor-
wegverkee
r
ontberen en kan men uit de statistiek der
mnotorrjtuigen slech
ta
vermoedens afleiden. Bij die
afleiding moet men echter nog zeer voorzichtig te
werk gaan. Een toeneming van het aantal auto’s doet
bij’. licht besluiten tot een wijziging ten voordeele
van de positie van het motorwegverkeer op de bin-
nenlandsche vervoersmarkt. Doch hij de waardebe-
paling van deze vervoerswijze moet men – evenals
hij die van liet geld – ter (lege rekening houden met
haar omloopsnelheid. Het is immers zeer wel moge-
lijk, dat niettegenstaande een uitbreiding van liet
aantal auto’s hun verrichte diensten geringer zijn
geworden. En omtrent de economische functie en
verdienste der verkeersprestaties laat een verancle ding
van een dergelijk cijfer zich in liet geheel niet uit
1)
Uit bovenstaande opmerkingen volgt, dat de statis-
tiek slechts besch.o u vingeo toelaat betreffen cle den
omvang van het apparaat, waarbij natuurlijk cle om-
stancligheid, dat liet potentieel vervoersdiensten
01)
cle vervoersmarkt aanbiedt, tot vermoedens omtre n t
de verhoudingen op die markt kan leiden.
Overgaande tot een nadere beschouwing der sta-
tistiek-cijfers, blijkt dat in 1937 t.o.v. 1936 een toe-
neming over (le gansche linie heeft plaats gevonden,
welke – hoewel van gering karakter – aanmerkelijk
grooter was dan het vorig jaar. Toch stelt liet verloop
teleur, wanneer mcii bedenkt, dat het economisch
leven in de periode, welke de statistiek bestrijkt, een
aanmerkelijke opleving heeft vertoond. Men mocht
van die grootere bedrijvigheid een sterkere vermeer-
dering van liet aantal auto’s verwachtemi dan de
statistiek thans aanwijst.
Leert men niet, dat de vervoersbedrijven uiterst
conjunctuur-gevoelige bedrijven zijn? De laatste op-
leving schijnt dit geleerde te weerspreken. De bin-
nenvaart adresseert aan den Minister van Waterstaat,
dat haar bedrijf nader aan den rand van den afgrond
staat dan ooit; de bedrijfsuitkomsten van de Neder-
landsche Spoorwegen vertoonen niet die stijging,
‘) Onk de inleiding van de stajtistiek leidt uit stijgingen
van het aantal een toenemend gebruik af. Dit is, hoewel
mogelijk, niet zeker. En men hoede zich er voor hierbij
aan een economisch gerecihtvaardigd gebruik te denken.
ECO.NOMISCH!STATISTISCHE’BERICHTEN
2 :l’êbuari-1938
welke men’in het’ begin van het voiig .j.aars;erwaeh-
ten mocht en het autopark is niet noe’niènswaard in
omvang gestegen. Moet men ter verklaring aanne-
men, dat cle opleving zich voornamelijk heeft voorge-
claan in die bedrijven welke doo.r het zee-verkeer wor-
den bedind? Of blijven zich veranderingen in de
structuur ‘,an het binnenlandsch vervoer voltrekken,
welker quantitatieve en qualitatieve beteekenis ons
ontgaat?
– Te meer stelt de geringe actie van de economische
opleving op de indice van het aantal motorrijtuigeri
teleur, wanneer men tot de slotsom komt, dat de
grootere bedrijvigheid het peil van de drie voornaam-
ste groepen auto’s (personenauto’s, autohussen en
v.rachtmotorrjtuigen) niet vermocht te brengen op
het hooge niveau van 1934. Zooals men weet, is de
wegenbelasting op 1 Jan. 1935 vervangen door de –
veel zwaardere – motorrijtuigenbelasting. De reactie
bleek uit de statistiek van 1 Aug. 1935: het wagen-
park was aanmerkelijk ingekrorpen. Deze inschrom-
peling is thans voor de drie belangrijkste groepen
auto’s nog niet ongedaan gemaakt.
Beziet men de groep
iersonenccuio’s
op meer dan
drie wielen, dan blijkt, dat hun aantal van 1934 op
1935 daalde van 90.808
0])
88.293. Hun aantal in 1937
(90.839) is ongeveer gelijk aa:u dat van 1934; maar
relatief, ten opzichte van dë grootte van de bevol-
king, is een aanmerkelijke achterstand ontstaan. Per
1000 inwoners kwamen in 1934 10.87 personenauto’s
voor; in 1937 bedroeg dit 10.62. Wordt het ontwik-
kelingstempo niet versneld, dan zal eerst in 1939 het peil van 1934 zijn bereikt,.. In hoeverre de verlaging
van dit peil toegeschreven moet worden aan de ver-
hooging der belasting dan wei aan een vermindering
van het vervoer is niet uit te maken.
Merkwaardig is, dat het accres van 1936 op 1937
bijna uitsluitend is toe te schrijven aan de toeneming
van het aantal lichte wagens (in 1936: 9.640; in
1937: 12.191). In dit feit moet men wellicht een der
oorzaken van de geringe toeneming van de motorrij-
tuigenbelasting zoeken: men wentelt den verhoogden
belastingdruk af door wagens van lichter gewicht aan te schaffen.
Ook het aantal
autobnssen
bleef, hoewel het abso-
luut steeg (1934: 3814; 1937: 3841, waarvan 753 met
dieselmotor), relatief beneden het peil van 1934 (per
duizend inwoners 046 resp. 0.45); wel vond geleide-
lijk een verschuiving naar zwaardere typen plaats,
hetgeen gepaard ging met een toeneming van het
aantal zitplaatsen: 1934: 90.000; 1935: 92.000; 1936:
93.500; 1937: 96.700).
Eveneens nam het aantal vrachtmotorrijtvigen op
meer dan drie wielen
in 1937 absoluut toe, maar ook
hier doet zich het verschijnsel voor, dat de opleving
sinds 1936 nog steeds niet den achteruitgang van
1 Aug. 1934 op 1 Aug. 1935 heeft teniet gedaan. Op 1 Augustus 1934 bedroeg het aantal 49.951; in 1937
49.156 (waarvan
.
1.136 met dieselmotor); in 1934
kwamen per 1000 inwoners 6.02 vrachtauto’s voor;
in 1937 5.74 vrachtauto’s. Blijft de snelheid van ont-
wikkeling gelijk aan die van 1936 op 1937, dan zal
eerst in 1940 het peil van 1934 behaald zijn.
Beschouwt men niet liet
geheele
park rnptorrijtui-gen op meer dan 3 wielen, maar alleen cle auto’s, welke
‘) Welk een belaiigrijkè plaats ht au
cl
tbusbe rijf in liet
reiaigersvervoer i inceïtit, wordt dci iclelilk, indien nicie naast
het aantal autobusaitpiaatsen op
1
Augustus 1937 (96.700,
of
25 pci autobus). te.lt het aaii.tai zitplaatsen, dat de
Nederlaiiidsohe Spoorivcgeii
O
1
Januari 1937 het publiek
kiideii aaibiedën. Dit bedroeg 156.900
lEF
pim.
2500 rijtu.i-
•gn
of
gemiddeld 62 iwr rijtuig. Een ander, niet minder
belangrijk gegeveti is onlangs gepubliceerd. Het aantal
kiii aiitobustraject in Nderland bedroeg op
1
Juli ji.
20.056 krn; het aantal km voor reizigersvervoer geopen-
den
spoorweg 3.364 kni. Het is te betreuren, dat men niet
over de aantallen autobuareizigers en autobusreizige iskin
beschikt. Het gemis van dit noodzakelijke gegeven maakt
oorioopig een meer dan oppervlakkig inzicht iii de stitic-
tuur en de waarde van het autobusverkeer onmogelijk.
voor liet verkeerswezei)’an wezenlijk belang zijn, om-
dat zij voor velerlei doeleinden kunnen worden ge-
bruikt ‘), dan komt men tot een nog ongunstiger slot-
som. Het aantal open, en gesloten vrachtauto’s be:
droeg:
in 1933 ……42.716 of per 1000 inwoners 5.22
1934 ……43.056 .,
5.19
1935 ……39.927 ,.
.,
4.76
1936 ……40.145 ,,
,.
.,
4.74
1937 ……40.751 .,..
4.76
Deze cijfers leiden tot de conclusie, dat de ontwik-
keling van het aantal vrachtauto’s wel zeer geleidelijk
geschiedt en dat hij gelijke ontwikkelingssnelheid –
ceteris paribus – het nog jaren zal duren, voordat dit vervoermiddel relatief op het peil zal komen,
waarop het eens gestaan heeft. Ook. hier kan de ver-
mindering van het vervoer een rol spelen; van welke
waarde die rol is, kan echter niet worden aangegeven.
Het verschijnsel van verschuiving naar zwaardere
typen uit vroeger jaren deed zich ook in de periode
1936—’37 voor; de klassen beneden 2000 kg vertoonen
een afneming, die van 2000 kg en hooger een toe-
neming. De ontwikkelingstendens gaat bij deze groep
dus in ccii richting, tegengesteld aan die van de per-
sonenauto’s, hoewrel voor beiden de belasting op
1 Januari 1935 verhoogd is. Een verklaring voor deze
tegenstrijdigheid is wellicht, dat de lichte wagen
meestal evengoed voldoet als de rware wagen, terwijl
hij den vrachtauto het verschil in belasting meer
dan goed wordt gemaakt door de vermeerdering in
vervoercapaciteit en relatieve daling van verschillen-
de bedrijfskosten ).
Overziet men het geheel, dan komt men tot de
slotsom, dat de ontwikkeling van het autopark in
1937 geringer is geweest dan men op grond van de
opleving had mogen verwachten. Bij de belangrijkste
groepen ligt het peil nog steeds veel lager dan in
1934, vSSr de verzwaring der motorrijtuigenbelasting.
Weliswaar zijn er ook cijfers, welke een verjonging
van de përsonenauto’s in het afgeloopen belastingjaar
e
aangevn, maar voor cle vrachtauto’s is dit niet het
geval.
In dit verband komt de vraag op of aan deze ver-
traagde ontwikkeling niet schuldig is een over-belas-
ting door de Overheid; er zijn stemmen, die zulks –
schijnbaar niet zonder grond – beweren en het be-
hoeft geen betoog, dat liet onderzoek van een daartoe
ingestelde commissie verhelderend zal kunnen wer-
ken. Wij forniuleeren deze vraag aldus omdat zij ons
een beter antwoord waarborgt dan de vergelijking
van de cijfers van het aantal auto’s in verschillende
landen, waarmede men zoekt te bewijzen, althans te
suggereeren, dat ons land op dit stuk achterlijk is.
Een dergelijke vergelijking is o.i. nietszeggend, om-
dat men zich in zijn beschouwing beperkt tot een deel
van een geheel en nog wel tot een deel van verschil-
lende geheelen. De verkeersvoorziening van een land
is immers gebaseerd op verschillende economische
facta, welke de grootste verscheidenheid kunnen ver-
toorien (o.a. grootte en dichtheid van hevoilcing; inko-
mensverdeeling, aard der productie), terwijl ook
geografische omstandigheden een belangrijk woord
mnedespreken. Daarbij komt nog, dat de positie van
een (nieuw) verkeersmiddel wordt beïnvloed door de
andeie (oudere) middelen van vervoer.
Wenscht men te weten of een verkeersinicidel (Ie
Opvallnd is de tooenemiug van het eautal tractoren
voor 1
andbou vgeb
mi
k, va ervoor w’egenbela.sting wordt be-
taald: 1934: 958; 1935: 1.183; 1936: 1.509 en 1937: 1.911.
Bij de bcsbhouw’ing van die groe) zij nog aangetee-
koud, dat het aantal aanhangwagens van 7.154 in 1936
steeg tot 8.310 in 1937. Deze toeneming vond geheel plaats
in de
categorie der amiet in de statistiek genoemde model-len (1936: 2.826; 1937: 3.878). Ternmoedelij] zijn dit aan-
hangwagens, iii gebruik achter landibouwtracto ren. Dit zou
ongeveer oorrespondeeren met de toeneming van het eau-
tal aanhangwagens
01)
metalen banden (1936: 2392; 1937:
3.151).
2’Febriiari 1938
ECONOMISCHSTATISTiSCHEBERICHTEN
83
plaats inneemt in het geheel, die het toekomt, dan
noet men zich daarom afvragen welke de optimale
combinatie der verkeersmiddelen is en die combinatie
coufronteeren met de bestaande werkelijkheid. Een-
voudiger is het om met inschakeling der prijsvor-
niing de vraag aldus te formuleeren: werkt de Over-
heid door overbelasting een samenstelling van het
verkeersapparaat tegen, welke men bij een vrije vor-
ming op grond van economisch juiste prijzen mocht
verwachten. Zoolang een dergelijke overbelasting niet aangetoond is, moet men de oorzaken van de verschil-
len in de aantallen der auto’s in verschillende landen
tot andere gronden terugbrengen.
J. P. B. Tissor
VAN PAPOT.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN FRANKRIJK EN
HET TWEEDE KABINET CHAUTEMPS.
Dr. EI. Weichmaun te Parijs schrijft ons:
Het nieuwe kabinet Ohautemps heeft weliswaar
van zijn voorganger, het oude kabinet Ohautemps, de
economische en monetaire programmapunten overge-
nomen, doch vond zich tegelijkertijd tegenover een
economische en muntsituatie gesteld, welke nieuwe
heviger verschijnselen van spanning vertoont.
De valuta, die in de. laatste maanden van 1937
een groote mate. van stabiliteit had vertoond, is weder
onder sterken druk gekomen. Het nieuwe beroep op het door cle circulatiebauk verleende crediet hij den
ultimo van het jaar vormt de eerste schakel van de
keten der gebeurtenissen, welke de huidige ongerust-
heid omtrent den Franc hebben veroorzaakt. De ge-
lijktijdig uitgebroken sociale conflicten, tezamen met
de vrees voor nieuwe krachtige prijsstijgingen, de
onbevredigende zaken met Kerstmis en tenslotte het
uitbreken van de politieke crisis moesten de stabili-
teit van den Franc opnieuw in gevaar brengen. De
Franc daalde in verhouding tot het Engelsche Pond
van rond 148 eerst in een langzamer, later in een
sneller tempo tot 154 en het is nog niet te overzien,
OP
welk punt hij zal belanden.
De positie van de schatkist.
De schatkist bleek aan het einde van het jaar, na
de opmerkelijke prestaties in de voorafgaande maan-
den, t.w. de terugbetaling van het crediet van £ 40
millioen en de dekking van alle aan haar gestelde
eischen uit de loopende middelen, toch niet opge-
wassen tegen de eischen van den ultimo. Het terug-
grijpen op het haar door de circulatiebank verleende
crediet, ten bedrage van Frs. 5 inilliard, overtrof
alle verwachtingen. De Minister van Financiën ve-
zekerde weliswaar, dat de staatskas nog over midde-
len, ten bedrage van Frs. 8 rniiliard, beschikte, doch
deze 8 milliard bevatten echter tevens het nog res-
teerende crediet bij cle Bank van Frankrijk van Frs. 5
milliard, terwijl bovendien in verband met het sei-zoen, te beginnen met Januari, met een daling van
de helastinginkomsten rekening moet worden gehou-
den. liet vooruitzicht op een aanmerkelijk grooter
beroep op cle kapitaalmarkt (lan in de aan het einde
van het jaar aangenomen begrooting was voorzien
werd dus steeds meer waarschijnlijk.
hierop was bij de hegrootingsdebatten door den af-gevaardigde Paul Reynaud en inzonderheid ook door
den oud-premier Flanclin de nadruk ook reeds gelegd,
toew heiden een behoefte van den Staat niet slechts
van
20
milliard, doch van 30-40 milliard voorspelden.
Dit feit zou echter nog niet voldoende zijn ge-
weest, om reeds in de eerste dagen van het nieuwe
jaar een nieuwe daling
V5fl
de valuta teweeg te hrn-gen. De valuta zou ongetwijfeld, in afwachting van
dc ontwikkeling der belastingen gedurende de eerste
maanden van 1938, nog stand hebben gehouden, wan-
neer het uitbreken van de sociale conflicten het
vraagstuk van de prijzen en het vraagstuk van de
productievermeerdering rniet. weder. op den voor-
grond hadden. gedrongen.
Het prijsverloop.
Op het .gebied van de prijsvorming is, na de maan-
den van daling, sedert December weder een, nieuwe
stijging ingetreden, zooals uit de volgende tabel
blijkt.
Groothandeisprijzen.
Sept.
Nov.
Dec.
221111938
Algemeene index
……..
618
590
601
611
Binnenlandselie productemi
631
637
650
653
ingevoerde’ artikelen
….
595
506
515
—
Levensmiddelen
……..
615
591
615
622
Industrie
…………..
622
590
591
601
De oorzaken zijn de volgende:
De daling van de prijzen der grondstoffen ge-
durende den herfst heeft weder plaats gemaakt voor
een zeker prijsherstel, hetgeen in het
stijgende in-
dexcijfer voor in Frankrijk ingevoerde goederen tot
uitdrukking komt.
De eischen voor loonsverhooging ter aanpassing
aan de gestegen kosten van levensonderhoud begon-
nen niet, zooals aanvankelijk verwacht was, in de
maanden October en November, toen zij als gevolg
van cle dalende tendens der prijzen gemakkelijker
hadden kunnen worden verwerkt, doch zetten massaal
in tegen het einde van December en begin Januari, waardoor het gevaar van heftige prijsopdrijvi ngen
weder versterkt werd.
De sedert 1 Januari 1938 ingevoerde verhoo-
gingen der spoorwegtarieven moeten met het oog op
de nog onvoldoende imidustreele bedrijvigheid ten deele
voor het volle pond op de prijzen worden afgewenteld.
De prijsopdrjving der laatste weken zou derhalve
ook nog verder kunnen aanhouden en het hangt voor-al van de opvoering der productie af, waar de stijging
tot staan gebracht zal kunnen worden.
Hei passief van den buitenlandschen handel.
De balans van den buitenlandschen handel van
Frankrijk in 1937 bevestigt de klachten van de Fran-
sche exportindu.strie, welke steeds weder de aandacht
vestigde op het snelle verlies van de voordeelen van
devaluatie door de ontwikkeling der prijzen in het
binnenland. De uitvoer ‘naar het gewicht is slechts
van 28.957.000 ton in 1936 tot 30.368.000 ton in
1937 gestegen, naar de waarde echter van Frs. 15.492
tot 23.935 miii. De invoer daarentegen toont een
sterke toeneming en wel van Frs. 47.960.000 tot
57.388.000 ton en naar de waarde van Frs. 25.414
mill. tot 42.316 milI. Deze toeneming is echter slechts
ten deele toe te schrijven aan grooteren invoer van
grondstoffen, dus aan een opleving van cle indus-
trieele bedrijvigheid. Voor een groot deel ook is deze stijging gevolg van een gestegen invoer van eindpro-
ducten, die zich heeft weerspiegeld in een snelle
stijging van het binnenlandsche prijsniveau. De xve-
reldtentoonstelling cmi de devaluatie vormden der-
halve slechts een zeer ontoereikende prikkel voor
den huitenlandschen handel.
Het onbevredigend verloop van de handelsbalans
komt tot uiting in een tekort, dat niet meer ver
veri.vijdercl is van het recordhedrag van het jaar
1920, toen het Frs. 20 milliard bedroeg. In het afge-
loopen jaar 1937 bedraagt het deficit Frs. 18.380
miii. tegen 9.922 het jaar tevoren cii Frs. 5.478 resp.
5.239 mili. in de jaren 1935 en 1934. liet de’ficit is
dus in den loop van drie jaren verdrievoudigd en
in vergelijking met het voorafgaande jaar verdub-
beld. Men mag stellig hierbij niet vergeten, dat de
betalingsbalans zich in het afgeloopen jaar veel gun-
stiger ontwikkelde dan in de voorafgaande jaren,
dank zij de wereldtentoonstelling en het toegenomen
toeristenverkeer, wamirdoor ongeveer Frs. 8 in i lliard
naar Frankrijk vloeide. Daarbij blijft echter toch
een groote druk op de valuta bestaan, wrelke des te
ernstiger is, naar mate de toestand van de export-
84
ECONOMISCWSTATISTISCffErBERICHTEN
2’Februari 1938
industrie geen aanleiding geeft vOOr de hoop op een
spoedig hersteb.
De inc/v.strieele b ediijv.igheicl.
Al
(leze
factoren, w’elke gezamenlijk tot ccii druk
0
!)
de valuta leidden, kunnen vanuit een enkel punt
worden genezen, namelijk van de zijde der indus..
triele bedrijvigheid. De toesta ncl van de Fransche
productie is evenwel geenszins zoo ongunstig en de
mogelijkhe i cl om met de aanwezige poten tieele inid-
delen
ccii
opievng te bewerkstelligen niet zoo ver
verwijderd, dat de vooruitzichten voor een consoli-
clatie van de positie van het helrijfs1even en de
munt ongegrond lijken.
Ondanks de talrijke
•
dramatische gebeurtenissen,
waarmede liet jaar 1937 zeer gul was, kan worden
geconstateerd, dat de econoni isclie balans van de
hasisinclustrieën niet ongunstig sluit. De Fransche
industrie heeft, niettegenstaande de ongerustheid en
de klachten, bewezen in staat te zijn zich in groote
mate aan de nieuwe omstandigheden te kunnen aan-
passeli. Het resultaat ii ervan is weliswaar tot n.0
toe nog .n iet voldoende, out liet land van de spanni n-
gen
te bevrijden, doch getuigt toch, gezien de liijzo.n-
der moeilijke omstandigheden. van het wee.rstan.d-
vermogen van het bedrijfsleven.
In cle ijzerindustrie is cle ijzerprodu.ctie van
5.127.000 ton tot 6.553.000 ton gestegen. De staal-
productie steeg van 5.531.000 ton tot 6.552.000 ton.
De uitvoer is van gemiddeld 116.000 ton tot 153.000
ton per maand gestegen. Stellig zijn de productie-
cijfers van de ijze.rinclustrie nog steeds 25 pOt. lager
dan. vSSr de crisis van 1929. 1-let jaar 1937 heeft hier
evenwel geen reacties gebracht en het potentieel ver-
mogen voor
ccii
opleving is nog steeds zëer groot.
In de kolenindustrie is de catastrofale reactie die
duurde tot Augustus 1937, overwon tien. De produc-
tiehoeveelheclen. zijn in de laatste maanden van liet
jaar weer gestegen en bereiken bijna weder het ni-
veau van 1936. De dagelijksche productie, welke in
cle zomermaanden op een laagtepunt aanlancide, is
weder met 2.5 pct. gestegen. De totale productie s
met 45.334.000 ton 813.000 ton lager dan die van
het voorafgaande jaar. Krachtens de laatste veror-
cleuingeu van den Minister van Financiën, volgens
welke het aantal additioneele werkuren. van 62 tot
93 per jaar werd verhoogd, mag echter een verdere
stijging van de productie worden verwacht.
In de chemische industrie hebben cle behoefte aan
vergroote bewapening en in hoofdzaak ook de verbe-
te.ri ng van den agrarischen toestand een groocre
vraag veroorzaakt. De kaliproductie is tot 2.825.000
ton gestegen tegen 2.073.000 ton het jaar tevoren,
waarbij noch cle bui tien- noch de buitenlnnclsche v.t.aag
geheel kon worden hevredigcl.
Uit de volgende indexëijfers inzake de ontwikke-
ling der productie in de afzonderlijke bedrijfstakken
blijkt het sedert November 1936 en na overwinning
van liet langtepunt iii Juli 1937 ontstane herstel voor
cle meeste industrieën tot November 1937.
Nov.1935
Juli 1937
Nov.1937
Mijnbouw …………………..
84
86
100
Chemische industrie
…………
103
97
105
Papier industrie…………….
185
172
189
Textiel industrie
…………..
94
81
90
Leer industrie ………………
77 68 68
Metallurgische industrie
……..
76 84
191
Metaalverwerkende industriën
83 88
88
Automobielindustrie …………
96 80 86
i3ouwbedrijï ………………..
65 58 55
Gas cii
electriciteit
…………
120
125
126
Algemeene index ……………..
88 85
90
Tot cle noodliidende
takkmi
v,in
de
inrhiisf.ri
h-
liooie.n, zooals ok -uit de indexeijfers blijkt, de Ieder-
industrie, de automohieli nclustrie, het bou4’bedrijf,
dat door de met 1 Januari 1938 voorgeschreven verhooging van de huren niet 10 pOt. thans een
prikkel ken hebben gekregen en cle textielindustrie,
‘elke sterk. onder de concurrentie van het buiten-
land lijdt en eeureks
.
vtuj ‘nieuweheschermende be-
i)alingen iii. den vôrni van i ivor.rechten heeft afge-
dwongen.
•
•
3 ..–
•.21.
)i
….
.
ilfaa1regelen tot Opvoerinq van cle rodccte
i)e Franscherégeering heef,t nu met erkeani ng
van liet feit, dat een overwinning van de huidige
nioeilijkhede.n niet van de zijde van de muuttechniek,
doch door de productiepohitiek moet plaats hebben,
haar aandacht in de eerste plaats gericht op het ge-
. bied van de bevordering van de productie. Hierbij
moet een dubbele taak worden verricht, namelijk het
herstel van. den socialen vrede en het uitwerken van
maatregelen, welke direct medewerken tot het doen
opleven van liet bedrijfsleven.
Op liet oogenhiik wordt onder hoogen . druk ge-
werkt aan liet bes]echten van, de sociale onlusten.
1:Iet kabinet heeft juist een nieuw statuut van den
arbeid aangenonien, dat cle conflicten tussch’etf kapi-
taal en werk moet heslechter en de punten van ge-
schil aan een nieuwe regeling onderwerpt. Het nieu-
we statuut van den arbeid behandelt liet vraagstuk
van de ontslagen der arbeiders cii van cle nieuwe ‘aan-
stellingen, dat het door de instelling van nieuwe
anbeidsinstanties, welke onder staatscontrôle staan,
denkt op te lossen; voorts het stakingsrecht en de be-
slechtingsmethode.
•’Ttn
cle aanneming van dit ar-
beidsstatuut door de Kamers en door de betreffende
organisaties zal het lot van de verdere maatregelen
tot opvoering van de productie afhangen.
De hoofclinhoucl van deze maatregelen, die op grond
van cle in de productie-enquête gedane voorstellen
zullen worden uitgewerkt, is een modificatie van de
bepalingen inzake den werktijd. Alle andere maat
regelen, zooals rationalisatie, gema.kkelijkere crediet-
verleening, vorming. en verdeeling van de geschoolde
werkkrachten, enz. kunnen pas op een veel later tijd-
sti1) een stimuleerend ef
.feet voor het bedrijfsleven
opleveren, zoodat hun heteekenis voorloopig pas
0
(le tweede plaats komt. Een modificatie van de werk-
tijdhepahingen is echter een zuiver politiek vraagstuk.
Derhalve is het succes van het economisch politieke
programma van’ cle Fransche regeeri ng niet meer af-
hankelijk van economische doch van politieke om-
standigheclen.
Voor zoover de regering dé politieke klippen
om-
zeilen kan, zal ook het muntvraagstuk geen moeilijk-
lieden meer opleveren.. Haai’ tot dusverre geheel ont-
brekende activiteit op dit gebied, ondanks de nieuwe
daling van den Franc, waarvan liet einde nog niet
te voorzien is, spreekt voor een optimisme t.a.v. de
politieken toestand en (le inclustrieele politiek. Ook
schijnt een nieuwe daling, op voorwaarde van. ecn
saneering van den socialen toestand, niet onge-
wenscht, omdat er na terugkeer van de sociale rust
kans bestaat, de .voordeelen van een devaluatie beter
aan het bedrijfsleven ten’ goede te doen komen dan
tot dusver liet geval was. Maatregelen op het gebied
van de niuntpolitiek zullen eventueel pas verwacht
kunnen worden op het nioment, dat de regeering’ dle
pogingen tot verzoening en daarmede de grondslagen
voor haar economisch optimisme schipbreuk ziet lijden en de valuta niet meer zonder contrôle kan
worden.gehandhaafd
J).
‘)
in Let in E.-S.B. van
15
Dec.
1937
‘:gepulliceerhc
artikel ,,De begi’ooting van Frankrijk voor
‘1938″
zijn in
de cijfertabelleit oenige vergissingen begaan. In de eerste
tabel moet voor
1937
onder de streep wordeil ‘gelezen
3.500,
terwijl bovendien de voor
1938
voor uItgaven vermelde
cijfers
01)
cle inkomsten betrekking .Lebben en omgekeerd.
in cle tweede tabel is ‘voor bedrijfskosten
1938
te leren:
1.000. Iii de derde tabel moet als totaalbedrag het zoo
juist ‘verbeterde cijfer der in,lcomns’teri, namelijk
54.251,
worden bijgevoegd: (al’s diversen
9165).
In de laatste theh
bedraagt de eeumv.ige schuld voor
1937 202.262.
Tenslotte
merken wij no.g op, dat de niet .invoegi.ng van cijfer’s voor
de schuld
op
.kor’tn ‘termijn en voôr cle schuld der pos-
te rijen slechts het ontb reken vali o vereenkornstige gegevens
voor het jaar
1937,
niet echter
,
cle ‘aflossing van deze
schuld tot uitdrukking wil brengen.
Ti. W.
2 Februari
1938
ECONOMiSCHT-ÂTIS’i’ÏSCHE BERICHTEN
85
AANTEEKENINGEN.
De Nederlandsche kapitaalmarkt in 1937.
Zooals uit liet hierbij opgenomen jaaroverzicht der
emi ss i e. bi ijkt, vertoonde cle Nederlandsehe kap i taal-
inaikt in het jaar 1937, in vergelijking met het, met
uitzondering van het laatste kwartaal, vrij ongun-
stige jaar 1936, een veel levendiger beeld, liet totaal-
bedrag (er emissies was in 1937 aanmerkelijk groo-
ter dan in het daaraan voorafgaande jaar. Terwijl
evenwel in 1936, in tegenstelling met dê beide vorige
jaren, het bedrag der nieuwe emissies grooter was
dan dat der conversies, heeft zich in 1937, vooral ook
door den geleidelijk vrij sterk gedialclen rentestand,
deze verhoud ing wede,rom gewijzigd.
Van het totaalbedrag der uitgiften in 1937 komt
het overgroote deel voor rekening van con versies. Het
bedrag der nieuwe emissies bleef zelfs ver onder dat
voor 1936.
Zooals uit de hierbij weergegeven cijfers blijkt, be-
trof het leeuwendeel dezer conversies staats-, provin-
ciale en gemeentelijke leeningen ed., hoewel in dit
opzicht ook het particuliere bedrijfsleven, en vooral
inciustrieele ondernemingen, van de daling van den
ren testancl profi teerden. Ook
01)
de pandhriefmark t
vonden conversies plaats.
Het bedrag aan nieuw kapitaal, waarvoor in het
afgeloopen jaar het particulier bedrijfsleven een be-
roep deed op de kapitaalmarkt, bleef nog vrij gering.
Het conjunctuurverloop is oorzaak, dat mede in ver-
band met de op velerlei gebied bestaande onzekerheid
en onrust, zich nog weinig behoefte aan nieuw kapi-
taal doet gevoelen.
Vermelding verdient nog, dat in het afgeloopen
jaar voor eenige buitenlandsche emissies een beroep
op de Nederlandsche kapitaalmarkt werd gedaan. Het
totaalbedrag dezer Belgische, Deensohe en Noorsche
leeningen is echter geenszins belangrijk te noemen,
terwijl ook het grôotste deel hiervan wederom be-
trekking had op conversies.
Obi. en andere
Jaar-
Aan- vaste rentedr.
totaal
,leelen fondsen
Staatsleoningen
4)
Prov.
en
Gein.
Leniii,n-
gen
2
)
49.692.852
–
49.692.852
PoIdei.
Watersoh.
en
Pub!.
recjhtel.
Lioh. ‘)
2.016.920
–
2.016.920
13an k-
en
Credietinstel-
lingen
4
)
1.620.000
1.120.000
500.000
llyotheekbanken
5)
301.655
–
.
301.655
1
nd ustr ieele 0 ncIerne nl, ii
–
gen
0)
…………..
8.007.415 4.883.040
3.124.375
Eieebr.-,
Gas-,
Tel.-,
Te-
Iegr.- en Waterl.
Mijen
7
)
10.472.500
–
10.472.500
Handelso.nder,neiiiiingon
17.342.750 17.042.750
300.000
Mij.n!bouw-MijelI
)
–
–
–
Ruh:ber-Mijen
……….
2.391.725
1.891.725
500.000
Sc:heepvaar.t-Mij.en
…..
13.840.152
13.840.1.52
–
Thee-OndelneTllingen
.
.105.000
105.000
–
i)
,
iv.
Cultuur’Ondei’n
2.541.750
2.037.750
504.000
Diversen
0
)
6.386.760
3.377.360 3.009.400
Spoorwag-Mijen
10)
7.213.000 6.625.000
588.000
Traniweg-Mijen ii)
41.250
–
41.250
Keekelijke Leeningen
2)
3.344.360
–
3.344.360
125.318.089 50.922.777 74.395.312
) Ten einde de statistiek over het geheele jaar gelijk-
luidend te doeis zijn, werden de op insohrijvingsvoorw. ge-
plaatste bedragen, voor zoover nog niet geschied, age-
trokken, t.w.:
Febr.: Pro’. Noord-Holland, Gem. Alkmaar, Gein. Apel-
doorn, Geni. ‘s-Hertogenbosch, Bank voor Onroerende Za’
ken aancl.), .:Jia,ntainsohe IP1antageti Mij. (obl.), eonv. Geni.
‘s-Gravenhage. Apr.: con’. S. A. d’Aiigleur-Athus, S. A.
M6tallungique de Sambre et Moselle. Oct.: con’s’. Amst.
(roedbriefbank.
‘) In
1937
had geen openbare i ish rijvi
ti.g
van schat-
kitpapier plaats. Er werd voor
f 163.4
will.
aan schat-kistbilj. en prOnlessen (uitgiften van vroeger jaren) afge-
lost. Exclusief conversie
f 1.192.203.100
MAANDCIJFERS.
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.
1)
Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs. Basis
2
Januari
1929 = 100.
De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Banken
1
‘JJ”
Industrie
Electri.
Mijnbouw
Olie
Rubber
Sp’
Suiker
1
Tabak
1
Thee Totale
Gem.
’29
101.9
73.1
119.-
114.4
95.6
88.6
99.1
100.2
95.-
99.9 87.3
92.7
103.2
’30
94.2
34.1
90.1
100.4
71.6
63.9 93.1
52.1
71.-
76.2 65.5 74.5
84.3
’31
73.6 22.7
60.7
83.-
52.2
45.9
52.3
48:2
47.1
46.3 45.5
46.3
55.1
’32
48.3
13.6
45.6
70.7
38.4
33.4
34.1
17.6 29.3
27…
25.8 30.8
37._
’33
51.5
10.7
48.7 80.7
41.-
40.-
41.-
26.7
28.2
27.4
25.4
39.5
40.5
1
84
47.1
16.7
48.1
77.-
37.7
47.3
39.-
40.6
22.2
23.2 26.2
50.2
39.4
’35
50.-
14.1
52.1
89.9
39i7
49.4
43.8 43.2
23.7
24.4 29.3
47. t
42._
’36
56.8
13.9
57.6 78.2 50.2 58.2
73.1
58.7
34.8
37.1
44.8
51.5 55.2
’37
73.3
26.2
77.8
108.5
78.-
77._ 99._
101.1
73.6
60.4
76.4
77.7
Jan.
’37
72.2
20.5 77.5
95.-
71.4 77.2
102.2 103.9
61.5
60.9 60.2 70.5 77.2
Febr.
77.1
26.4
79.5
105.4
78.5
80.3
107.6 110.8
64.3 62.2
64.9
80.5 81.3
Mrt.
76.5
31._
79.8
103.5
81.4
87.4
106.1
129.3
73.-
65.9
65.5
86.3
82.7
April
75.-
30.1
77.8
101.4
78.4 81.7
102.4
117.5
77.6
62.4
61.8
83.8
80.-
Mei
,,
72.6
28.4
76.9
101.6
77.6 76.8
102.1 110.1
74.4
61.3
76.8 78.6
Juni
,,
72.8
27.6
77._
106.3
.
79.8 78._
103.8
1048
73.5 63.5
592
74.4
79.1
Juli
,,
74.4
28.9
78.8
115.1
.83.3
80.5
102.3 106.3
78.8 64.5 60.9
78.4
80.2
Aug. ,,
77.4 30.9
82.9
120.7
87.4
82.9
105._
110.5
87.9
67.7
63.5
82.4 83.8
Sept. ,,
74.5
28.3 80.4
118.4
82.4
78.4
98.-
99.3
82.4
61.3 57.9
79.6 79.2
Oct.
69.-
22.5 74.5
109.6
72.7
66.7
88.5
76.4
71.7 52.7
51._
69.8
71.1
Nov.
68.9
20.2
74.3
109.1 71.3
.
66.1
83.5 70.7 67.9
49.8
51.-
67.1
69.
Dec.
,,
69.1 19.8
74.-
114.5
71.1
66.9
87.3 73.2 67.6
51.9
52.2
66.6 70.3
Jan.
’38
71.1
19.2 77.1
118.7 72.5
70.1
90.8
76.-
70.7
54.5
55.1
69.8
73.-
Indexeijfer der totale beurswaarde
5
Jan.
101.2 19
Jan.
103._
12
,, 103.- 26
,, 103.4
‘) Men zie voor de toelichting op
3 Januari
1938
f
4.005.990.000 = 100.
dit overzicht het nummer van E.-S.B. van
12
Febr.
1936,
blz.
120.
Nadruk verboden.
e’i.,
••_
‘,i”)
‘1’y’;’
‘2.-3
‘
,3fl’
– –
E’c
–
‘ONOMÏS’CH:ITArISTICHE: BRCHTEN
–
2 Februari 1038
–
M
Se
1
.
.
i)i
J) i
Si.
Ru
2)
exclusief
cot1si
f
‘i9.i3S.758
(n&in.).
20.465.560
,
)i
46.950.000
,
.
.,.
.
:•-h
TL
,,
16.227.095
0)
.,
•.
,.
185.629.925
ot.
1 .488000
20.000.000
..
..
5.402.100
10)
.,
24.352.000
5.650.000
13.765.800
2.251.272.278
]Tferleid.
Staa.tsleeningein
1)
–
–
–
tOV.
Cli
Gein
.
LeetEin
–
geus
2)
……………
49.138.064
–
49.138.064
Po1der,
Water.soh.
en
PubI.
reeihtel. Lih.
3)
1.566.023
–
1.566.023
Bank
–
en
Credietiiast.
4)
.
1.620.000
1.120.000
500.000
}Iyp6theekbanken
5)
Jnclustr.
Ondern.
0)
8.007.415
4.883.040
3.124.375
Electr.-.
Gas-,
Tel.-,
Te-
legr.-
–
ei41
Wa,terl.
Mijein
)
…………
1.772.500
–
1.772.500
indelsondernerningea’
.
16.497.750
16.1 97.750
300.000
ijn.beu w-Mijein
8)
i.bber-Maatsohappijen
..
1.728.000
1.228.000
500.000
heepvaart-Mijen
13.840.152
13.840.152
–
iee-Ondernmiii’ngein
105.000
105.000
–
verse Cultuur-Oqidertt
1.475.250
1.475.250
–
versan
0
)
6.386.760
3.377.360 3.009.400
)orsveg-Mij&n to) 6.822.000
6.625.000
197.000
amweg-Mijen
tt)
41.250
–
41.250
rke1ijke Leen.ittgeui
iS)
.
3.344360
–
3.344.360
112.344.524 48.851.552 63.492.972
1)
Exclusief c’onversie
f450.000.000 (nom.).
686.083.798 1.441.500
46.950.000
5.000.000
0)
142.080.925
1.488.000
20.000.000
0)
.,
5.402.100
10)
,
,;
5.743.000
5.650.000
12)
13.765.800
JTcderlei?jdscjlIl..
.
.
-,
–
Pro,’,
en
Cern.
Leien4tu.get
)
5i740
.H.a.ndeisouu’cleruue/ni.ngein..’.,
845.000
845.000
–
Rubbei-Maa’Lscihap1iij’en
.
663.725
663:725
‘
Div. CuItuur-Ondernti.uged
1.066.500 562:500
504000
Spoorivog’Maatsclta.ppijen
3)
391.000
–
.
391.000
3.483.865 2.071.225 1.412.640
t.)
Exel. eotuv. f
.
721.203.100 (noun.).
2)
Ideirn f23.065.000
(ibm.)
.
3)
l.cleni
f
18.609.000 (nou,.).
iie
S’taatsleetii.tugeuu
t)
lndustrieeilei
Ot,’det,.
3)
.
– –
–
t)
Excl.
oouversie
f
21.000.000
(nom.)’.
2)
Id.
f36.549.000
(nonu.)
Den c,n,ar ken:
Pro’,’.
cii
Gein
.
.Leeniuigen “)
37.148
–
37.148
Polders.
Waterscjh.
cii
Pubi.
reeiht.
Lieih.
2
)
450.897
–
450.897
lilypotheekbankein
3
)
301.655
–
.
01.655
Electr.-.
Gas-,
Tel.-,
Telegr.-
en
Watet’J.
Mijen.
…….
8.700.000
–
8.700.000
9.489.700
–
9.489.700
t)
Excl.
conv.
f4.
550.000
(nom.).
2)
Idem,
f
1.9.024.000
(rioutu.).
3)
.1 dein
f
11.227.095
(hout.).
Noorwqein:
IP
en (Jam. .Lceningeti
t)
–
–
–
Industriee]e Onderti.
2)
–
–
‘)
Exel.
con’,’.
f5.439.960
(nottt.).
2)
Idesn f7.000.000
{
ttottt
.)
Beleggingsroblemen in verband met de daling
van den rentestand.
R
ei ei
.
t
i f i
ei ei t
i
ei.
In
bovengenoemd
artikel, voorko-
mend in E.-S.B. van 26 Januari 1938, komen eeuige
cijfers voor, die verbetering behoeven. In de derde
alinea leze men, in plaats van de koersen 70, 60, 87.5
en 75 pOt. resp. 86, 82, 95 en 90 pOt. De laatste
zin
van
deze alinea ondergaat dienovereenkomstig
wijziging. (Red. E.-S.B.).
Emissies in millioenen Guldens
Totaal
(Nieuw Nieuw
Con-
Nederl. en Koloniën
Buitenland
.Aandeelen
Obligatiën
j
0/
In
van
J
°i
van
n
0′
van
kap.
+
kapitaal
versies
Totaal
tot. nieuw
Totaal tot. nieuw
Totaal
t. nieuw’
Totaal
~
t
l
.tnieuw
.
Convers.)
kapitaal
.
kapitaal
kapitaal
kapitaal
1925 516
297
219
175
59
122 ‘
41
64
22
233
78
1926
899
470
429
196
42
274
58
73
16
397
84
1927
540 494
46 158
32
‘
336
68
93
19
401
81
1928 715
667
48
364
55
303
45
338
51
1
329
49
1929
544
460
84
327
71
133
29
287
62
173
38
1930
662 598
64
‘
349
58
249
42
29
5
569
95
1931
807
336
–
474
292
88
41
12
11
‘
3
322
97
1932
719 439 280 415
95
24
5
0.7
0.2
438.5
99.8
1933 584
362 222
353
98
9
2
2
0.6
360
99.4
1934
2.243
363
.
1.880
363
100
–
–
17
4.7
345
95.3
1935
241
65
176
65 .
100
–
–
3
4-6
62
95.4
1936
331
250
81
250
99.9
0.3
0.1
3
7.2
247
98.8
1937
2.376
‘
125
2.251
116
92.8
9
7.2
51
408
74
59.2
AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van 1000 kg.)
Rotterdam
.
Amsterdam
,
Totaal
–
Artikelen
23-29 Jan.
Sedert
Ot’ereenk.
23-29 Jan.
Sedert
Ot’ereenk.
1938
‘
1jan.
1938.
tijdvak
1937
1938
1Jan.
193$
tijdvak
1937
‘
1938 1937
13.800
74.002
87.052
75
75
1.292
74.077
88.344
Ropge
…………….
.
4.582
14.096
36.278
–
–
1
647
14.096
36.925
Boekweit …………..
.
–
1.000 1.153
–
–
–
1.000
1.153
Tarwe
……………..
MaIs ………………
139.958
112.053
–
.
13.182
18.569
153.140
130.622
..
1.047
20.276
‘
41.948
–
1.490
3.434
21.766 45.382
25.9
.
87
…..
–
‘
24.411
15.125
–
1.036
2.090
25.447
17.215
Gerst
……………..
Haver
…………………
Lijnzaad
…………..
–
8.790
16.924
–
10.131
15.894
18.921
32.818
500
….
4.350 4.050
–
–
–
4.350
4.050
Lijnkoek
……………..
1.360 4.903 3.555
444
1.955
625
– 6.858
4.180
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
..
290
3.215
4.845
–
338
–
3.553 4.845
2 Februari
1938
,.
ECONOMISCH.STATISTLSCflE BERiCH’IEN
$7
,
ONTVANGEN BOEKEN.
Kapok en hare toepassingen.
(Batavia
1937;
Uitgave
van De Kapok Centrale).
1′ ropaganda-broehu re, met vele afbeeldingen.
Wedstrijden in dienst der landbouwvoorlichting door
0. J.
Vink. (Buitenzorg
1937;
Archipel Druk-
kerij. Prijs
f
0.25).
Die schweizerischen Banken und jhr Verhijitnis zu
industrie
.
, Landw ir tsc haf t unci Handel. In augu –
ral-Dissertation von
1
–
Ieinr ich Weirich (Novisad,
3ugoslaw ien
1936;
Druckerei- and Verlags-A.G.).
STATISTIEKEN.
Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 Febr. 1938 voor
telegrafi8che
uitbetaling op:
Gulden per
Pari
Koers
Bank-
disconto
Europa.
0
10
£
–
8.97
2
Berlijn
*)
100
Mark
59.26
8
72.20
4
100
Franc
–
5.874
3
Brussel
*)
100
Belga
24.90
6
30.30
2
100 Franc
6.22
6
7.574
Zürich
*)
……….
100
,,
–
41.45
14
100 Kronen
–
6.29
3
Weenen *)
100 Schilling
35.01
33.90
34
Praag ………….
100 l’engö
43.51
35.50
4
Parijs
*)………..
100 Lei
1.48
8
1.32
44
Londen *)
……….
100 Leva
1.79
7
2.30
6
…………
Belgrado ……….
100 Dinar
–
4.20
5
Luxemburg
……..
Turksch
£
–
1.444
…….
Sofia
………….
100 Drachme
–
1.65
6
………..
Boedapest
………
100 Lira
–
9.474
44
Boekarest
………
Madrid
5)
100 Peseta
48.-
–
5
Escudo
–
0.0815
4
Istanbul ………..
Kopenhagen
)
100 Kronen
–
4905
4
Milaan
………..
Lissabon ………..
100
–
45.074
4
Athene
………..
Oslo
*)•
…
Stockholm *)
100
–
46.274
24
……..
100 IJs!. Kr.
–
40.50
Warschau
………
.100 Zloty
‘
.
27.90
9
34.074
5
Kovno (Litauen)
100 Lita
24.88
30.50
54
Reickjavick
…….
Riga (Letland)
100 Lat
48.-
35.75
54-5
Tallinn (Estiand) 100 EstI. Kr.
–
49.75
44
100 Finnmrk.
–
3.964
4
Helsinglors
…….
Tjerwonets
–
36.00
Moskou
………..
(100 Roebel)
100 Gulden
27.90
9
34.00
4
Amerika.
New-York
)
$
1.46
9
1.781
1
Canad.
$
–
1.78+
24
Mex. Dollar
–
0.51
Buenos Aires ……
Peso (papier)
–
0.494
La Paz (Bolivia)
8)
Boliviano
–
8.97
Rio de Janeiro
Milreis (pap.)
–
0.104
6
)
34
Peso (papier)
0.15
0.074
6
)
Bogota (Columbia)
8)
Peso
–
1.-
Quito (Ecuador)
Sucre
–
0.174
Sol
–
0.46
Montevideo (Urug.)
Peso
–
0.90
5
)
Danzig
…………
Caracas (Venezuela)
Bolivar
–
0.554
Gulden
–
1.004
Montreal
………
Mexico
………..
San
José (C. Rica)
Colon
–
–
Quetzal
–
1.784
Valparaiso ………
Willemstad (Curaç.)
Gulden
–
1.004
Managua (Nicar.)
8)
Cordoba
–
–
Lima (Peru)
…….
San Salvador
8)
Colon
–
0.72
5
)
Paramaribo
…….
Azië.
Rupee
–
0.69
3
Gulden 1.G.
–
1.00
3
Yen
–
0.524
3.28
Calcutta ………..
Batavia
………..
Dollar
–
0.56
Hongkong ………
Dollar
–
0.534
Guatemala ………
Shanghai
………
Singapore
………
Straits Dol!.
1.41
1.05
Manilla
………..
.
Phil. Peso
–
0.90
Teheran °)(Perzië)
Pahlavi
–
11.15
Kobe
………….
liaht
–
0.83
Bangkok ………..
Afrika.
Kaapstad
£
–
8.96
34
Alexandnië ……..
Egypt.
£
–
9.20
Au8tratië.
Melbourne, Sidney
.
en Brisbane
£
–
7.174
24
Nieuw Zeeland
£
–
7.23.
1)
0ff. 0.36 vrije markt 0.09.
2)
Milreis Goud.
3)
Goudpeso.
4)
Munteenheid
Rail (een Kran.)
5)
Nom.
‘)Not, te A’dam.
0v.
not, part. opg.
BANK D.INt’ONTO’S.
d ‘Disc.Wissels.
–
2
3Dec.’36
-,:
Lissabon
. . .
.4
11 Aug.’37
d.
IBkel.Binn.Eff.
2
4
3Dec.’36
Londen ……2
30Juni’32
JVrsch.inR.C.
24
3Dec.’36
Madrid ……5
9Juli’35
Athene …… ….
6
4’Jan. ’37,
N.-York F.R.B.1
26Aug.’37 Batavia
……..
3
14Jan.
’37
Oslo
……..34
5Jan.’38
Belgrado ……..
5
LFebr.’SS
Parijs
……
312 Nov.’37
Berlijn ……….
4
22Sept.’32
Praag
……
3
1Jan.’36
Boekarest ……..
44
15Dec.’34
Pretonia
. .
.34
15Mei’33
Brussel ……….
2
16Mei’35
Rome ……..
4418Mei’36
Boedapest
……
4
28Aug.’35
Stockholm
.
.24
1Dec.’33
Calcutta
……..
3
28Nov.’35
Tokio….
3.285
7Apr.’36
Dantzig
……..
4
2Jan.’37
Weenen ……34
10Juli’35
Helsingfors ……
4
3Dec.’34
Warschau
….44
18Dec.’37
Kopenhagen
….
4
19Nov.’36
Zwits. Nat. 13k.14 25Nov.’36
OPEN MARKT.
1938
29
24129
17122
10(15
Jan.
Jan.
Jan.
Jan.
1937
25/30
Jan.
1936
27 Jan.(
1
Febr.
1914
20/24
Juli
Amsterdam
Partic. disc.
11
4
11
4
11
4
114
‘116
°
fl6
I
3
14’2
3
1
18-
3
/16
Prolong.
1
12
1
12
‘ja
1
12
1
1314-2
2
1
14′
3
14,
Londen
Daggeld
12I
‘
I2’1
112.1
I2-1
‘Ia”I
1
12.1
131
4
-2
Partic. disc.
17133
17
/32
17
131.
0
116
17/33..91J6
17
132-°116
17
131.
9
116
411
4
.31
4
Berlijn
Daggeld
.
3-
1
1
2l1-3
11
2
5
1-3
1
1
231
4
311
5
2.311
4
21/
4
_311
3
–
MaandeId
2
3
14-3 2314-3
2314-3
234-3
2314-3
2314-3
–
Part, disc.
3
3 2
7
1s
27,8
3
3
2111
Warenw…
4.11
3
4_1/,
411a
4_11
3
4_11
3
4.11
4
–
New
York
–
Daggeld
‘)
1
1
1
1
1
314
13142112
Partic.disc.
1
/1
112
1
112
1
1
12
1
14
.5
116
3
116
1
–
1) Koers van 28Jan. en daaraan voorafgaande weken t(m. Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Bataiia
Vork )
*)
)
)
)
1)
25 Jan. 1938
1.79%
8.97
72.27
5.85
30.30
100%
26
,,
1938
1.79% 8.97%
72.28
5.85% 30.304
100% 27
,,
1938
1.79%
8.97
72.20
5.80
30.29
100% 28
,,
1938
1.79%
8.96%
72.20
5.84%
30.294
100%
29
,,
1938
1.79%
8.9634
72.20
5.85%
30.29
100% 31
,,
1938
–
–
–
–
–
–
Laagste d.w’)
1.78%
8.96%
72.15 5.78 30.25
100
Hoogste
wl)
d.
1.79%
8.97% 72.30 5.98 30.33
100%
Muntpaniteit
1.469
12.1071
59.2631
9.747
24.906
100
Data
Zwit
serland
Weenen
Praat
Boeka-
Mikz
Madr$d
25 Jan. 1938
41.45%
–
6.30
–
9.46
–
26
1938
41.47
–
6.30
–
9.46
–
27
,,
1938
41.46
–
6.29
–
9.45
–
28
1938
41.48%
–
6.29
–
9.45
–
29-
1938
41.47
–
6.29
–
9.45
–
31
1938_
–
–
–
–
–
Laagste d.wI)
41.43
–
6.28
–
9.40
–
Hoogste d.w’)
41.50
34.-
6.31
1.34
9.50
–
Muntpaniteit
48.003
1
35.007
1
7.3711
1.488 13.094
48.52
D ata
Stock-‘
Kopen-
*
slo
Hel-
Buenos-
Mon-
holrn)
hagen*)
Aires’) 1
treal’)
25 Jan
1938
46.25
40.05 45.074
3.97
52%
1.79%
26
,,
1938
46.274
40.05
45.074
3.97
52%
1.79%
27
,,
1938
46.25 40.05
45.074 3.97
52%
1.79%
28
,,
1938
46.25
40.05
45.074
3.97
52% 1.79%
29
,,
1938
46.25
40.05 45.074
3.97 52%
1.79%
31
,,
1938
–
–
– – –
–
Laagste d.w1)
46.20
40.-
45.024
3.95
52%
1.79
Hoogste
d.w11
46.30 40.10 45.124
4.-
53
1.79%
Muntpariteit
l
66.671 66.671
66.671
6.266
95%
2.1878
S) Noteering te Amsterdam.
5*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In ‘t late of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
Data
Londen
(S
per £)
Parijs
(5
p. IOOfr.)
Berlijn
(5
p. 100 Mk.)
1 Amsterdam
(5
p. 100 gid.)
25 Jan.
1938
4,99%
3,28%
40,27
55,71
26
,,
1938
4,99’V,
6
3,26
40,27 55,73
27
,, .
1938
5,00%
3,22%
40,27
55,78%
28
,,
1938
5,00%
3,26%
40,28%
55,84
29
,,
1938
5,00%
3,27%
40,31
55,84
31
,,
1938
5,01%
3,28
40,34v
55,91
1
Febr,
1937
4,89
21
1
82
4,66%
40,23%
54,76
l4untpariteit..
4,86
3,90%
23,81%
40%
88
:
•
CROOTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGR1JKEVOEDINGS- EN:GEN
;•
.Y:•
–
.
GERST
•-.6415kg
•
”
MAIS
.
•
Rotterdam për 2000kg.i
__________
.
ROGGE
74kgRussi-
Rotterdam
-,TARWE
perlOOkg.
.
r
BURMA RIJST
•
Loonzein
.
BOTER per kg.
KAAS
Edammer
EIERI
Oem.
1
•
eeuwar- der Cornm.
1,
Centr.
.
Heffing
c
•
•
zJ-
.
.
1)
Zie blz 15
.
‘
.
ussische
1
Rott°eam
T
SC
e
Oco
T
Rotterdam
t
–
. t
b
.
.
RangoonjBassein.
Alkmaar
F
k
ierm
Roerm
–
T
–
•
noe
r
:J
p
”
La Plata
La Plata
1)
van E.-S. B.
v. 5 Jan. f1.
per2000 kg.
1 of 2 mnd.
ocoprijs
per lOO kg.
of 2mnd.
Locoprijs
HerLNed.Ct4 Not;
Noteering
gn
ec
per 50 kg.
P.100
1
%
f
%
f
%
.f
70
1
%
1
%
t
%
sh.
f
%
f
-1927
237,-
110,2
171,50
89;3
176,-
87,1
12,475
102,5
13,825
110,1
14,75 109,3
6,83
104,5
1113
1
14
2,03 98,4
• –
43,30
95,0
•
7,96
,
.
11928
228,50
106,2
208,50
108,6 226;-
111,9
13,15
108,1
12,57
5
100,1
13,47
5
99,9 6,43
J98,4
1017314
2,11
102,3
–
Ç
48,05
105,4
7,99
1929
179,75
83,6
196,-
102,1
204,-
101,0 10,87
5
89,4
11,275
89,8
12,25
-90,8
6,34
97,0
1016.
2,05
99,4
.
–
45,40 99,6
8,11
1
1930
111,75
52,0
118,50
61,7
136,75
67,7
6,225 51,2
8,27
5
.65,9
9,67
5
71,7
5,09
77,9
8/
1,66
80,5
—
3845
844
6,72
1931
107,25
49,9
78,25
40,8
84,50
41,8
4,55
37,4
4,65
37,0
5,55
41,1
3,09
47,3
516
1,34
64,9
–
.31,30
687
5,35
.
1932
Z
100,75
46,6
72,-
37,5
77,25
38,2
4,62
5
38,0
4,70 37,4
5,225
38,7 2,59 39,6
511
l’j2
0,94 45,6
–
22,70
49,8 4,14
1933
70,-
32,5 60,75
31,6
68,50
33,9
3,55
29,3
3,75
29,9
5,02
5
37,2
1,84
28,2
4151/2
0,61
29,6
0,96 20,20
44,3
3,71
0
1934
a.i
75,75
35,2 64,75
33,7
.70,75
35,0
3,325
27,3
3,25 25,9
.3,67
5
27,3
1,74
26,6
41714
0,45
21,8
1,-
18,70
41,0
3,45
1935
68,-
31,6
56,-
29,2 61,25
30,3
3,07
5
25,3
3,87
5
30,9
4,125
30,6
2,07
31,7
5(819
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6 3,20
1936
–
86,-
40,0
74,50
38,8
74,-
36,6
4,275
35,1
5,75
45,8
6,27
5
46,5
2,19 33,5
517
1
12
0,58
28,1
0,885
17,55
38,5 3,50
1937
137,75
64,0
105,75 55,1
III,-
55,0
8,95
73,6
8,02
5
63,9
8,92
5
66,2
2,70 41,3
61-
0,78
37,9
0,67
19,75
43,3 3,96
Jan.
1937
32;-
61,4
99,75
52,0
97,50
48,3
7,975
65,5
8,07
5
64,3
8,40 62,3 2,74
41,9
6/I12
0,66
32,0 0,85
•
17,07
5
37,5 3,45
Febr.
ii.i
129,-
60,0
102,-
53,1
100,50
49,8
8,72
5
71,7
7,925
63,1
8,25
61,1
2,62
40,1
5110
1
14
0,69
33,4
0,80
18,75
41,1 3,81
Maart 133,-
61,8
104,25
.54,3
106,-
52,5
9,02
5
74,2
8,72
69,5
9,15 67,8
2,57 39,3
519
1
1
4
0,68
33,0
0,80
18,825
41,3 3,86
April
.
z
149,75
69,6
110,75
57,7
1
56,9
10,-
82,2
9,40 74,9
10,175
75,4
2,72 41,6
61-
3
14
0,69 33,4 0,80
16,45
36,1
3,05
Mei
iLi
144,50
67,2
107,-
55,7
110,-
54,5
10,-
82,2
8,92
5
71,1
9,72
5
72,1
2,64
40,4
5110
1
/2
0,71
34,5 0,72
5
17,325
38,0
2,89
Juni
,,
1))
148,75
69,2
99,-
.
51,6
105,-
52,0
10,15
83,4
7,52
5
59,9 8,95 66,3 2,63 40,3
5110
1
/4
0,74
35,9
0,70
19,82
5
43,5
2,98
Juli
149,25
69,4
108,25
56,4
III,-
55,0 9,85 81,0
8,57
5
68,3
9,975
73,9 2,68
41,0
5111
1
14
0,77 37,4
0,68 20,15 44,2
3,74
Aug.
136,50
63,5
106,50
55,5
1
12,-
55,4 9,30
76,4
7,82
5
62,3 9,225 68,4
2,86 43,8
614.
0,78 37,9 0,64 21,50 47,2
3,84
Sept.
Q
129,50
60,2
107,-
55,7
122,-
60,4
9,225
75,8
7,55
60,1
8,52
5
63,2
2,96 45,3
617
0,85
41,3
0,52
5
21,-
46,1
4,69
Oct.
136,25
63,3
109,-
56,8
1
14,75
56,8
8,57
5
70,5
7,62
5
60,7 8,50
63,0 2,96
45,3
617’14
1,-
48,5 0,42
23,
–
50,5 4,99
Nov.
>
133,50
62,1
106,25
55,3
1
57,4
7,22
5
59,4
7,10
56,5
8,125 60,2 2,53
38,7
517
1
12
0,96 46,6 0,46 22,20
48,7
4,99
Dec.
,,
130,25
60,6
1 10,-
57,3
120,75
59,8
7,30
60,0
7,05
56,1
8,025 59,5
2,43
37,2
515
0,84
40,8
0,60 20,80 45,6
5,24
28 Dec.-4Jan.
133,50
62,1
116,25
60,5
132,-
65,4
7,42
5
61,0
7,25 57,7
8,10
60,0
2,41
36,9
5/4
1
/
0,83 40,3 0,60 20,50 45,0
5,15
4-11 Jan. ’38
138,50
64,4
116,-
60,4
137,-
67,8
7,67
5
63,1
7,475
59,5 8,60 63,8 2,36
36,1
513
0,80 38,8 0,60 21,25 46,6 4,40
11-18
,,
,,
138,50
64,4
114,25
59,5
134,50
66,6
7,775
63,9
7,55
60,1
8,60
63,8
2,30
35,2
51112
0,81
39,3 0,60 21,50
47,2
4,25
18-25
,,
137,50
63,9
1 13,-
58,9
133,-
65,8 7,72
5
63,5
,575
60,3 8,50 63,0
2,35
36,0
5/3
0,81
39,3
0,60
21,50
47,2
3,45
25Jan.-1 Febr.
–
136,50
63,5
109,50
57,0
127,50
63,1
7,67
5
63,1
7,42
5
59,1
8,30
61,5 2,35
36,0
513
0,78
37,9 0,65 21,50
47,2 3,50
JUTE
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
.
,,First Marks”
in Olie gekamd
loco Bradford per Ib.
13114 Dernier
Stand. Ribb
Middling Upland
Super FineC.P.
c.i.f. Londen
.
per Eng. ton
loco
New York per Ib.
Oomra
Liverpool per Ib.
Crossbred Colonial
Carded 50’s Av.
.
,
erino
S
v.
wit Gr. D. te
New York per Ib.
Smoked She
loco Londen
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.
1
Ft
Herl.Ned.Ct.
1
it
Herl.Ned.Ct.
Herl.Ned.Ct.Ii
f
%
£
cts.
%
$cts.
cts.
%
pence
cts.
%
pence
cts.
%
pence
f
%
Ï
cts.
%
p
1927
442,38
103,4
36.101-
43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27
133,8
96,8 26,50 244,9
104,8
48,50
13,55 105,8
5,44
93
140,2
1
1928
445,89
104,2 36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8
111,2
30,50
259,7
111,1 51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
1
1929
395,49 92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2 92,4
6,59
127,2
92,0 25,25
196,5
84,1
39,-.
12,28
95,9 4,93
52
78,4
1
1930
0
257,97
60,3
21.619
33,6 71,4
13,50
19,7
54,8
3,92
81,9
59,2
16,25 134,8
57,7
26,75
.
8,50 66,4
3,42
30
45,2
1931
1932
192,15
44,9
17.117
21,1
44,8
8,50
20,1
55,9 4,28 60,9
440
109,0
46,6
23,25
5,97
46,6
2,40
15
22,6
<
146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8 6,40
19,5
54,3
5,39
42,5
30,7 11,75
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12
18,1
1933
z
128,63
30,1 15.1212
17,4
37,0 8,70
16,8
46,8
4,91
48,9
35,4
14,25
96,9 41,5 28,25
3,21
25,1
1,61 11
16,6
.
1934
ci
115,85
27,1
15.919
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8
4,37
51,4
37,2
16,50
95,8 41,0
30,75
1,92
15,0 1,29
19
28,6
1935 1936
=
134,52
31,4
18.1118
17,6
37,4
11,90
17,7
49,3
5,87 42,2
30,5
84,5
36,2
28,-
2,41
18,8 1,63
18
27,1
142,61
33,3
18.6/8
19,0
40,4
12,10
18,2
50,7
5,60
54,3
39,3
16,75
1
108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37,7
1931
CZ
183,46
42,9
20.814
20,8
44,2
11,44
20,0
55,7
5,34
89,0
64,4
23,75
132,7
56,8 35,50 3,30 25,8
1,865
36
54,3
.,
.
Jan.
1937
Febr.
0
166,88
39,0
18.1216
23,7
50,4
13,-
22,0
61,2
5,88
88,2
63,8 23,75
141,9
60,7
38,-
3,92
30,6 2,145
38
57,3
1
Maart
169,23
39,5
18.1812
24,0 51,0
13,15
21,8
60,7
5,85
.
85,6
61,9
23,-
133,6
57,2 35,75 3,53 27,6
1,93
40
60,3
1
,,
174,86
40,9
19.911
26,6
56,5
14,45
23,3
64,8 6,25 88,6
64,1
23,75
138,9
59,4 37,25
3,59
28,0
1,96
44
66,3
1
April
Mei
<
189,96
201,20
44,4
47,0
21.313 22.716
26,0
24,3
55,2
51,6
14,35
.23,1
13,35
22,7
64,3 63,2 6,16 6,04
96,5 97,4
69,8
70,4
25,75
26,-
144,9
142,9
62,0
61,1
38,75 38,25 3,56 3,25 27,8
25,4
1,95 1,78
5
.
44
38
66,3
1
57,3
1
Juni
186,96
43,7 20.1617
22,9 48,6
12,60
22,3
62,1
5,96
95,6
69,1
25 ,50
140,2
60,0 37,50 3,28 25,6
1,805
36
54,3
Juli
,,
u.
189,87
44,4
21.113
22,4
47,6
12,32
21,5 59,8
5,71
95,8 69,3 25,50
142,2
60,8
37,75 3,42
26,7.
1,885
34
51,3
Aug.
.
0
188,67
44,1
20.l7J6
188
39,9
10,35
19,6
54,5
5,19
98,9
71,5
26,25
145,0
62,0 38,50 3,30 25,8
1,82
33
49,7
Sept.
186,01
43,5
20.I43
16,3
34,6
9,-
17,4
48,4
4,64
94,1
68,1
25,25
131,3
56,2
35,-
3,19 24,9
1,76
34
51,3
Oct.
188,16
44,0
20.1918
15,2
32,3
8,42
15,5
43,1
4,15
83,6 60,5 22,50
117,7
50,4 31,50
3,02
23,6
1,67
30
45,2
Nov.
.
Z
185,91
43,4
20.12110
14,4
30,6 7,99
15,2
42,3
4,04
74,6
54,0
20,-
103,9
44,5 27,75 2,86 22,3
1,585
27
40,7
Dec.
173,86
40,6
19.7/-
14,9
31,6 8,28
15,5
43,1
4,15
69,5 50,3
18,50
110,1
47,1
29,50
2,71
21,2
1,505
28
42,2
28 Dec.-4Jan.
4-11 Jan. ’38
167,23 166,18
39,1
38,8
18.1216
18.10!-
15,1
15,6
32,1
33,1
8,38 8,69
15,4
15,9°
42,9
44,2
4,12 4,25
71,1
69,2
51,4
50,0
19,-
18,50
112,3 105,7
48,1
45,2,
30,-.
28,25
2,69 2,60
21,0
20,3
1,495
1,45
26 26
39,2
39,2
11-18
,,
,,
170,55
39,9
19.-!-
15,5
32,9 8,60
16,2 45,1
4,34
67,3
48,7
18,-
100,0
42,8
26,75 2,73
21,3
1,52
27
40,7
18-25
,,
169,33
39,6
18.17(6
.
15,4
32,7
8,60
15,8
44,0
4,22
67,3
48,7
IS,-
100,0
42,8
26,75
2,71
21,2
1,50
5
27
40,7
25Jan.-1 Febr.
168,19
1
39,3
18.151..
15,2
32,3
8,52
15,8
44,0
4,23
65,4 47,3
17,50
99,0
42,4
26,50
2,72
21,2
1,51
5
26
39,2
.
–
KOPER LOOD
.
IJZER
GIETERIJ-IJZER ZINK
ZILVER
Standaard
gem. prompt en
INnd
Cleveland No. 3
(Lux
III)
gem. prompt en
cash Londe
Loco Londen
1ev. 3 maanden
OcOE
0
n
per
ng.
gfl
franco Middlesb.
per Eng. ton
.
1ev. 3 maanden
per Standai
per Eng. ton
•
Londen perEng.ton
per Eng. ton f.o.b. Antwerpen
Londen
p.
Eng. ton
Ounce
Herl.Ned.Ct.I
Not. Herl.Ned.Ct.1 Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.
f
%
£
/
%
£
f
%
£
1
%
sh.
f
%
Sh.
f
%
£
cts.
%
p
1927
0
675,10 85,9
55.13111
295,75
106,5
24.811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
7219
39,10 98,9
6416
345,40
108,8
28.9111 132 101,5
1928
771,20
98,1
63.1419
256,15
92,2
21.314
2749,50 94,6
227.418
39,85 94,6
65110
37,90
95,9
6218
305,75 96,4
25.5f5
135
103,8
1929
‘
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2 23.4111
2485,65 84,8
203.18!10
42,45
100,8
7013
41,55
105,1
6819
300,80
94,8
24.1718
123
94,6
1930
661,10
84,1
54.13
1
7
218,70
78,8
18.1(5
1716,20
59,1
141.19
1
1
40,50
96,1
67/-
35,95
91,0
59
1
6
203,55
64,1
16.16
1
9
89
68,5
1
1931
z
431,85
54,9
38.719
146,60
52,8
13-/7
1332,55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1 5115
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
1
1932 1933
275,75
35,1
31.1418
104,60
37,7
12.-19
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20
56,2
5111
118,95
37,5
13.13110
64
49,2
1
268,40
34,1
32.11/4
97,25
35,0
11.1611 1603,50
55,2
194.11/11
25,55
60,6
62/-
21,-
53,1
511-
129,80
40,9
15.14111
62
47,7
1
1934
u
226,80
28,8
30.615
82,65 29,8
11.1/-
1723,15
59,3
230.715
25,-
59,3
66111
20,25
51,2
5411
103,05
32,5
13.1516
66
50,8
1935
E
230,95
29,4
31.1811
103,40
37,2
14.518
1634,25
56,2 225.1415
24,70
58,6
6812
20,25
51,2
56/-
102,65
32,3
14.3/6
87
66,9
1936
1937
298,75
38,0
38.811
137,15
49,4
17.1217
1592,-
54,8
204.1218
28,40
67,4
73/-
22,40
56,7
5717
116,55
36,7
14.1917
65
50,0
2
488,55
62,1
54.813
208,95
75,3
23.516
2176,70
74,9
242.7110
41,30
98,0
91111
47,10
119,2
10511
199,80
63,0
22.414
.75
57,7
2
Jan.
1937
t.!,
461,70
58,7
51.10
1
8
244,05 87,9
27.4
1
10
2060,25
70,9
229.18
1
9
36,30
86,2
81
1
–
34,20
86,5
76
1
4
188,60
59,4
2l.-/1l
78
60,0
Febr.
,,
522,10
66,4
58.712
248,-
89,3
27.1414
208065
71,6
232.1113
36,25 86,0
811-
34,75 87,9
7716
219,45 69,2
24.1018
75
57,7
Z
Mei
545,95
69,4
60.15/-
214,95
77,4
23.1815
2256,45
77,6
251.21-
36,40
86,4
811-
59,65
150,9
13219
209,35
66,0
23.5111
76
58,5
Juni,
499,70
63,6
55.1315
205,40
74,0
22.1718
2245,10
77,3
250.216 36,35
86,3
811-
60,60
153,3
1351-
194,55
61,3
21.1315
75
57,7
Juli
510,10 64,9
56.11/3
213,70 77,0
23.13/11
2365,20 81,4
262.5/-
45,55
108,1
101/- 59,60
150,8
13216
205,75
64,8
22.1316
75
57,7
Sept.,,
IL.
474,25
60,3
52.15/11
187,55
67,5
20.1718
2323,10
79,9
258.1216 45,35
107,6
1011-
44,65
113,0
9915
191,80
60,4
21.711
74 56,9
1
Oct.
,,
413,15 52,5
46.1111
164,80
59,4
18.718
2036,85
70,1
227.51-
45,25
107,4
1011-
42,30
107,0
9415
162,05
51,1,
18.117
75 57,7
Nov.
–
357,50
45,5
39.13(9
150,10
54,1
16.13/3
1726,80
59,4
191.141-
46,85
111,2
104/-.
39,85
100,8
8815
143,20
45,1
15.17111
74
56,9
Dec.
,,
Dec.-4
362,70
46,1
40.7/2
l4′.,90
52,2
16.2/6
1734,45 59,7
l93.-/-
49,-
116,3
109/-
38,80
98,2
86/4
139,-
43,8
15.9/5
70
53,8
1
28
Jan.
354,30
45,1
39.819
136,75
49,2 15.4/5
1628,30
56,0
181.51-
48,95
116,2
1091-
38,40
97,2
8516
131,40
41,4
14.1216
72 55,4
1
4-11 Jan.’38
o
382,75
48,7
42.1216
149,05
53,7
16.11/11
1668,05
57,41
185.151-
48,95
116,2
1091-
35,90
90,8
80/-
138,65
43,7
15.8j9
73
56,2
1
11-18
,,
,,
393,70
50,1
43.1716
152,30
54,8
16.1915
1691,55
58,2 188.101-
48,90
116,1
109
1
–
35,90
90,8
80
1
–
139,65
44,0
15.11
1
3
75
57,7
1
18-25
,,
,,
25Jan.-1 Febr.
359,30 348,65
45,7
44,3
40.1
1
3 38.1716
139,90 139,60
50,4
50,3
j5.Il/II
15.11(3
1621,10 1594,20
55,8 54,9
180.151- 177.151-
48,90 48,90
116,1 116,1
1091-
1091-
35,90 36,30
90,8 91,9
801- 811-
130,05
130,60
41,0 41,2
14.101-
14.11/3
75 75
57,7
2
57,7
2
DELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexcijfers gebasedop1927 t/m 1929
100).
89
GE-
SLACHTE
RUNDEREN
(versch)
oer 100 kg
GE-
SLACHTE
VARKENS
(versch)
oer 100 kg,
DEENSCH
–
BACON
–
middelgew. No. 1
Londen per cwt.
–
J BEVROREN
ARG. RUND-
VLEESCH
Londen per 8 Ibs.
1
Heri:Ned.Ct.1
CACAO G.F.
Accra per 50 kg
c.i.f.
Nederland
‘
KOFFIE
Loco R’dam/Adam
per ‘(2kg.
–
SUIKER
Witte krist.-
.suiker loco
Rotterdam!
Amsterdam
THEE .N.-Ind. thee-
vellin’ A’dam
Gem.Tava-
en
Sumatrathee
o
.
Robusta
I
Superior
Rotterdam Rotterdam
Herl.Ned.Ct. Not.
Not.
HerI.Ned.Ct.l Not.
Santos
per 100 kg.
per’/skg.
f
%
fl%1
ii7%Ish.f%sh.cts.
9
2,f
%
cts.
1927
– –
–
1
–
65,15
97,8
10716
2,73 92,2
1
416
41,21 119,4
68/-
46,87
5
95,5
54,10 91,4
19,125
119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
t
,98,2
77,50
90,8
66,80
100,3
11015
3;03
102,4
5
1
–
.
34,64
100,4
5713
49,62
5
101,1
63,48
107,3
15,85
99,1
75,25 99,3
102,2
1929
96,40
101,8
93,125
109,2
67,81 101,8
11212
3,12
105,4
512
27,70 80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3
69,25
91,4 94,7
1930
108,-
114,0
72,90
85,5 57,19
85,9
9417
2,97
100,3
4111
21,04 61,0
34111
2417
32 25 65,2
50,9 38,10
27,10
64,4 45,8
9,60
8,-
60,0 50,0
60,75
42,50 80,2
56,1
72,1
53,3
1931
1932
88,-
61,–
92,9
64,4
48,-
37,50
56,3
44,0
35,72 25,46
53,6 38,2
.6316
5817
2,44
1,70
82,4 57,4
414
3111
3,83
11,77
40,1 34,1
2711
24 48,9
30,04
50,8
6,325
39,6
28,25
37,3
43,0
1933
52,-
54,9
49,50 58,0
30,74
46,2
7417
1,54
52,0
319
9,30 26,9
2217
21,10 43,0
22,83 38,6
5,325
34,5 32,75 43,2
31,0
1934
61,50
64,9
46,65
54,7
32,94
49,5
8811
,42
48,0
3/9
1
/2
8,15
23,6
21110
16,80
34,2
18,40
31,1
4,07
5
25,5
40
52,8 34,9
1935
48,125
50,8
51,625
60,5
32,-
48,1
8815
1
1
19
40,2
3/3
1
1
8,15 23,6
2216
14,10
28,7
15,21
25,7 3,85
24,1
34,50 45,5 32,5
1936
53,425
56,4
48,60 57,0 36,37
54,6
9316
1,48
50,0
3/9
1
/
12,05
34,9
3014
13,625
27,8
16,875
28,5
4,025
25,2
40
52,8
39,2
1937
71,275
75,3
61,85
72,5
42,27
63,5
9411
1,90
64,2
413
17,35
50,3
3818
16,62
5
33,9 22,37
5
37,8
6,225
38,9
53,50
70,6 53,6
.
1937
64,60
68,2
52,75 61,8
41,22
61,9
921-
1,81
61,1
41-
1
/
24,50
71,0
5418
16,75
34,1
22,12
5
37,4
5,575
34,9
50,50
66,7 52,0
br.
,,
64,175
67,8
53,325 62,5
38,49
57,8
861-
1,80
60,8
41-14
21,09
61,1
4712
18,25
37,2 24
40,6 5,72
5
35,8
53,50
70,6 52,4
art
66,15
69,9
54,825 64,3
39,83
59,8
8912
1,67
56,4
318
3
14
23,-
66,7
5116
18
36,7
23,80
40,2
6,10
38,1
55
72,6
53,7
nl
71,-
75,0
56,25 65,9
42,32
63,6
9413
1,72
58,1 3110
20,83
60,3
4615
17,875
36,4
23,375
39,5
6,12
5
38,3
54,25
71,6 54,4
73,325
77,4
56,75
66,5
42,71
64,1
951-
1,90
64,2
412
3
14
17,30
50,1
3816
17,50
35,7 23
38,9
6,07
5
38,0
55
72,6
53,6
li
80,25
84,7
55,75 65,3
39,87
59,9
88110
2,04
68,9
416
1
/
15,66
45,4
34111
17,50
35,7
23 38,9 6,52
5
40,8
50,50
66,7
52,7
Ii
78,45
82,8
60,85
71,3 42,63
64,0
9416
1,97
66,6
414
1
1
16,46
47,7
3616
17,50
35,7
23 38,9
6,57
5
41,1
55 72,6
55,1
ig.
,,
77,975
82,2
67,87
5
79,6
46,32
69,6
10216
2,13
72,0
418
1
/
17,61
51,0
391-
17
34,6
23
38,9 6,50
40,6 54,75
72,3
55,3
pt.
,,
72,425
76,5
69,20
81,1
46,17
69,3
102110
1,96
66,2 414’/
15,97
46,3
3517
16,75
34,1
23 38,9 6,32
5
39,6
56
–
73,9
55,1
t.
69,97e
73,7
70,20 82,3
43,70
65,6
9716
1,91
64,5
413
12,55
36,4
281-
15,75
32,1
22,87
5
38,7 6,40 40,0
55,25
72,9
55,0
v.
,,
68,175
72,0
72,37
5
84,8
40,77
61,2
9016
1,95
65,9
4/4
12,18
35,3
2711
13,50
27,5
20
33,8
6,425
40,2
53,75
71,0
52,2
c.
,,
68,95
72,8
72,15
84,6 43,23
64,9
9612
1,92
64,9
413
112
11,07
32,1
2418
13
26,5
17,25
29,2
6,40 40,0
47,75 63,0 51,0
c.-4Jan.
68,-
71,8
72,-
84,4
44,92
67,5
1001-
1,87
63,2
4/2
10,90
31,6
2413
13
26,5
16,50
1
27,9 6,37
5
39,9
47,50
62,7
51,4
Jan.’38
73,30
77,4
72,-
84,4
44,92
67,5
1001-
1,95
65,9
414
11,46
33,2
2516
13
26,5
16
27,0 6,25
39,1
47,50
62,7
51,3
70,-
73,9
71,-
83,2
43,09
64,7
96/-
1,91
64,5
413
13,02
37,7
291-
13
26,5
16
27,0 6,25
39,1
50,-
66,0
51,5
70,-
73,9
69,50
81,5
43,07 64,7
961-
1,94
65,5
414
12,45
36,1
2719
13
26,5
16
27,0
6,12
5
38,3
50,-
66,0 50,7
i.-
‘
F’b.
70,-
73,9
69,-
80,9 43,06
64,7
96/-
2,04
68,9
4/6
1
12
11,77
34,1 2613
13
26,5
16
27,0
5,875
36,7
52,25
69,0
50,5
GRENENHOUT
Zweedsch ongesor-
teerd 2/
x
per standaard.
VUREN-
HOUT
basis 7″ f,o.b,
Zweden/FinI.
per standaard
van 4.672 M
3
.
KOE-
–
HUIDEN
Gaaf,openkop
57-61 pond
Veiling te
Amsterdam
COPRA
Ned,-Ind,
f.
m,s.
per 100 kg
Amsterdam
GRONDNOTEN
Gepelde Conomandel,
per longton
cii. Londen
LIJNZAAD
La Plata
loco
Rotterdam
per 1000kg.’)
GOUD
cash Londen
per ounce line
Herl.Ned.Ct./
Not.
‘
,
or
Her!. Ned,
Cl.
Not,
Hen, Ned. Cl.
Not,
“7”
“j”
“T”
“7”
7″
‘T”
“T”
‘T”
“T”
“T”
“T”I
“3′
‘7″
%
sh.
–
1927
230,28
100,1
19.-!-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,62
5
106,5
266,03
106,4
21.18111
185,-
95,0 51,50
100,1
851-
105,3
1104,4
124,1
1928
229,90
100,0
19.-/-
151,50
99,2
47,58
118,7
31,875
104,1
254,10
101,6
21../-
185,25
1
95,1
51,45
100,0
85/-
102,0 100,2
94.6
1929 229,71
99,9
19.-/-
146,-
95,6
32,25
80,5
27,37
5
89,4
230,16
92,0
19-19
214,-
1
1
09,9
51,40 99,9
851-
92,7
1
95,4 84,5
1930
218,43 95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3
22,62
5
73,9
175,55
70,2
14.1014
181,75
1
93,3 51,40
99,9
851-
69,6
1
15,3 60,0
1931
187,88
‘81,7
16.141- 110,75
72,5
18,65
46,5
15,375
50,2 136,69 54,7
12.2111
95,50
49,0
52,-
101,1
9215
47,6
54,2 44,7
1932
136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2
15.-/4
70,-
35,9 51,25
99,6
1181-
35,1
43,0 38,4
1933
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30
30,4
90,39
36,1 10.1914
75,50 38,8
51,35
99,8
12417
33,1
39,2
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90
22,5
71,90
28,7
9.1213
72,75 37,3 51,50
100,1 13718
31,6
31,4 36,5
1935
127,91
55,6
17.1314
59,50
39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7
14.81-
67,25
34,5 51,50
100,1 14212
32,2 37,3 34,8
1936 139,98
60,9
17.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.1119
85,-
43,6
54,60
106,1 14014
39,0 42,3 40,7
1937
205,35 89,3
22.1712
132,25
86,6
23,35
58,2
15,22
5
49,7
127,81
51,1
14.418
110,50
56,8 63,20
122,8 140/9
53,4
57,9 58,3
1.
1937
181,-
78,7
20.41-
118,75
77,8
21,50 53,6
20,62
5
67,3
145,04
58,0
16.319
102,75
52,8
63,45
123,3
14118
55,1
9
56,3 58,5
br.,,
187,95
81,7
21.-/-
125,-
81,9
22,75 56,8
17,95
58,6
132,01
52,8
14.151-
99,25 51,0 63,60
123,6
14211
54,1
57,1
59,5
bart
•
201,84
87,8
22.121-
135,-
88,4
25,-
62,4
18,05
58,9
137,54
55,0
15.8/-
106,75
54,8
63,60
123,6
14214
57,5
81,6
64,8
rit
,,
208,79
90,8
23.51-
135,-
88,4
28,50
71,1
16,87
5
55,1
138,95
55,6
15.918
114,50
58,8
63,45
123,3
14115
59,3
60,5
63,6
211,29
91,9
23.101-
137,-
89,7
26,25
65,5
‘
14,95
48,8
127,60
51,0
14.41- 112,50
57,8 63,15
122,7
140/8
56,7
60,3
58,2
ni
,,
211,01
91,8 23.101-
137,50
90,1
24,25
60,5
14,32
5
46,8
130,85
52,3
14.1117
110,50
56,7 63,10
122,6
140174
54,8
59,1
56,1
Ii
,,
212,-
92,2
23.101-
136,25
89,5
59,9
14,52
5
47,4
137,65
55,0
15.514
113,-
58,1
63,15
122,7
1401-
55,2 60,3
56,3
ig.
,,
212,40 92,4
23.101-
135,-
88,4
62,4
13,95
45,6
126,66
50,6
14-16
115,-
59,1
63,05
122,5
13917
53,1
59,2
55,3
pt.
,,
211,08
91,8 23.101-
135,-
88,4
25,-
62,4
13,15
42,9
120,84
48,3
13.911
115,25
59,2 63,05
122,5
14014
52,4 57,9
55,3
t.
210,65
91,6 23.101-
135,-
88,4
23,-
57,4
13,50 44,1
121,70
48,7
13.1117
116,75
59,9
63,-
122,4
140164
50,4
56,2
51,2
v.
,,
209,46
91,1
23.51-
132,50
86,8
44,9
12,50
40,8
109,57
43,8
12.313
110,50
56,7
63,10
122,6
140114
47,7 53,3
46,7
c.
,,
206,69
89,9
23.-/-
125,-
81,9
17,-
42,4
12,37
5
40,4
105,31
42,1
11.1415
109,75
56,3
62,85
122,2
139110
44,9
51,9
46,3
c.-4Jan.
206,63
89,9
23.-/-
125,-
81,9
17,-
42,4
12,12
5
39,6
103,31
41,3
11.10/-
11.101- 107,50
113,-
55,2
58,0
62,60 62,75
121,7
122,0
13915
13919
44,3 44,9
51,8
52,1
44.2 44,5
Jan.’38
204,38 88,9
22.151-
122,50
80,2
47,4
12,50
40,8
103,27
41,3
204,24
88,8
22.151-
122,50
80,2
19,-
47,4
12,-
39,2
102,08
40$
11.716
110,-
56,5
62,70
121,9
139/84
44,8
52,3
45,5 204,12
88,8
22.151-
1
122,50
80,2
19,-
47,4
11,37
5
37,1
96,41
38,5
10.15/-
109,25
56,1
62,60
121,7
139/74
44,2 51,4
44,8
n.-“l F’b.
201,85 87,8
22.10/-
1 122,50
80,2
19,-
47,4
1
11,375
37,1
94,17
37,7
10.101- 108,75
55,9
62,55
121,6
13916
43,8
51,1
44,2
S’FNKOLEN
Westf./HolI.
bunkerk. ongez.
f.o.b. R’dam/
A’dam
PETROLEUM
Mid. Contin, Crude
33 t/in. 33.9° Bé
5.
g.
te N,-York p. barrel
BENZINE
Gulf Exp. 64/66°
per
U.S. gallon
1Heri.Ned.Ct.1
KALK-
SALPETER
franco schip
Ned. per 100kg
ZWAVELZURE
AMMONIAK
franco schip
Ned.
100kg
per
CEMENT
levering bij
groote part.
franco wal
S T E EN E N af fabriek
.
.
0
binnenmuurl
per
buitenmuur
1
per
per
1000kg.
HerI.Ned.Ct./ Not.
Not.
bruto
Ned,perton’)
1000 stuks
1 1000
tuks
–
,52
7
%
T
%
S
cts
%
$cts.
“T”
‘T”
“T”:
–
“r”
7″
r’
“T” «3»
“T”
‘T
‘
1927
11,25
103,1
3,21
103,6 1,28
37
128,0
14,86 11,48 102,6
11,44
102,5
18,-
99,1
14,50 107,4
18,50
95,3
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1 1,20
24,85 85,9 9,98
11,48 102,6 11,08
99,3
18,-
99,1
12,-
88,9
1850
95,3
98,5 99,0
1929
11,40
104,4
3,06
99,4
1,23
24,90
86,
1
10
10,60
94,8
.10,96
98,2
18,50 101,8
14,-
103,7
2125
109,4
88,4
95,8
1930
11,35
104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
19,50 107,3
12,50
92,6
20,75
106,9
83,7
17,3
1931
10,05
92,1 1,42 46,1
0,57
12,38
42,8
4,98
8,61
77,0
7,73 69,3
14,-
77,1
10,25
75,9
20,25
104,3
60,7
54,7
1932
73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83
6,15
55,0
4,20
37,6
12,-
66,1
9,25 68,5
15,-
77,3
49,6 43,0
1933
7,-
64,1
1,14
37,0 0,57 9,24
32,0
4,63
6,18
55,2 4,63
41,5
12,-
66,1
74,1.
12,75
65,7
46,8
40,6
1934
6,20
56,8
1,40
45,5
0.94 7,18
24,8
4,84
6,11
54,6
4,70
42,
1
12,-
66,
1
8,50
63,0
10,50 54,1
45,2
.
39,0
1935
6,05
55,4
1,39
45,
1
0,94 7,65 26,5
5,18
5,89
52,7
4,81
43,1.
12,50
68,8
7,25
53,7
8,75
45
,
1
47,1
40,3
1936
6,60
60,5
1,63
52,9
1,04
8,86
30,6
5,65
5,70
51,0
4,82 43,2
II,-
60,5
7,50
55,6 9,50
48
:9
48,7
44,3
1937
8,80
80,6
2,09
67,7
1,15
11,08
38,3
6,10
5,75
51,4
4,97 44,5
11,80
65,0
8,25
61,1
9,75 50,2
.
66,6
60,6
n.
1937
8,05 73,7
1,90
61,7
1,04
10,61
36,7
.5,81
5,65,
50,5
4,85
43,5
II
–
60,5
7,50
55,6
9,-
46,4 62,5
59,1
br.
,,
8,25
75,6
2,12
68,8
1,16 10,95
37,9
5,99
5,70
51,0 4,90
43,9
1185
65,2
7,50
55,6
9,-
46,4
65,0
60,1
sart
,,
8,30
76,0
2,12
68,8
1,16 11,16
38,6
6,10 5,75 51,4 4,95
44,4
11,85
65,2
8,-
59,3 9,25 47,6
74,1
66,6
,ril
,,
8,55
78,3
2,12 68,8
1,16
11,30
39,1
6,18 5,80
51,8
5,-
44,8
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50
48,9
68,6
64,4
ei
,,
‘9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,46
39,6 6,30 5,85
–
52,3
.
5,05
45,3
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50
48,9
11,1
64,5
ni
,,
82,4
2,11
68,5
1,16
11,48
39,7
6,31
5,85
52,3
5,05.
‘
45,3
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50
48,9
70,1 63,1
Ii
,,
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,58
40,0 6,38 5,60
50,1
.
4,80 43,0
11,85
65,2
8,50
63,0
9,75
50,2 70,5 63,5
g.
•
9,-
82,4
2,10
68,0
1,16
11,57
40,0
6,38 5,70
51,0
4,90
43,9
11,85
65,2
8,50 63,0
9,75
50,2
68,4
61,7
pt.
,,
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,56
40,0
6,38
5,75 51,4
4,95
44,4
11,85
65,2
8,50 63,0
9,75
50,2
65,8
59,7
t.
»
8,95
82,0
2,10 68,0
1,16 11,25
38,9 6,22 5,80
51,8
5,-
44,8
11,85
65,2
8,50 63,0
10,25
52,8
62,4
56,9
W.
,,
9,-
82,4
2,09 67,7
1,16
10,49
36,3
5,82 5,85
52,3
5,05
45,3
11,85
65,2
8,75 64,8
10,50
54,1
59,3
54,0
c.
»
9,35
85,6
2,09 67,7
1,16
9,60
33,2
5,34
5,95
53,2
5,15
46,1
11,85
65,2
8,75 64,8
10,75
55,4
58,7
52,4
c.-4Jan.
9,90
,90,7
.
2,08 67,4
1,16
9,55
33,0
5,31
6,05
54,1
5,25
47,0
11,85
65,2 8,75
64,8
10,75
55,4
56,5
52,0
Jan.’38
9,90
90,7
2,08 67,4
1,16
9,52
32,9
5
1
31
6,05
54,1
5,25
47,0
11,85
65,2
8,75
64,8
10,75
55,4
59,0
52,6
9,90
‘90,7
.
2,09
67,7
1,16
9,53
33,0
5,31
6,05
54,1
5,25.
47,0
11,85
65,2 8,75
64,8
10,75
55,4
59,4
52,8
»
9,90
90,7
2,08
67,4
1,16
9,53
33,0
5,31
6,05
54,1
5,25
47,0
11,85
65,2 8,75
64,8
10,75
55,4
58,2
51,9
n.-1 Feb.
9,90
90,7
2,07
67,1
1,16
8,98
31,! 5,00
6,05
54,1
5,25 47,0
11,85
65,2
8,75
64,8
10,75
55,4
58,0
51,5
90
ECONiOMISCHSTATTSTiSCHE..BERICHTEN
.
.2i Februari 1938
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
No(èerings-
eenheden.
15Jan.
1938
22
Jan.
1938
24129
Jan.
1938
1
LaagstelHoogstel
1
2
9Jan.
1938
Alexaudrië..
Piast.
p.
9734
9734
97%
97%
9734
Athene
….
Dr. p.,
54734 54734
540 555
54734
Bangkok. ….
Sh.p.tical
1
1
10
1/10k
1110
.8
l/1O,%
11
0
Budapest
..
.
Pen. p. £
2534 2534
24% 25%
2534
BuenosAires
1
p.pesop.
17.041
17.04
17.00
17.06 17.03
1
Calcutta
….
Sh. p. rup.
1/6%
1/6%
1163/32
116
5
/
33
1/63
Istanbul
…
Piast.p.0
619
619
620
620
620
Hongkong
..
Sh. p.
$
113
113
112%
1/3%
113
Sh. p. yen
112 112
111811
33
12
11
33
112
Lissabon….
Escu.p.110%
6
11094
e
110
110%
11034
6
?4exico
….
$per
18 18
1734 1834
18
Montevideo
.
d.per
24%
2434
23%
25
2434
Kobe
…….
Montreal
..
$
per £
4.99% 4.99%
4.99%
5.00%
5.00%
Riod.Janeiro
d.per Mii.
2%
2%
2
27
1
32
2
27
1
32
2271
33
Shanghai
..
Sh. p.
$
11234
6
11234
6
112
1/2%
112%
Singapore
..
id. p.
$
2/4
5
/
33
214
6
1
33
2/4%
2/434
2
/
45
/
32
Valparaiso
2).
$
per £
125
125
125 125
125
Warschau
..
ZI. p. £
1
26%
26%
2634
l
2634
1
26%
‘,
VILIC. fl01.
13
laten, gem. not., welke wip. nennen te oetaten lu
Dec. 1936 16.12.
1)
90 dg. Vanaf 13 Dec. 1937 laatste
export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
3
)
Londen’) N.Yorkl)
.
Londen
25
Jan.
1938.. 20
44%
23
Jan.
1938….
13917
26
,,
1938.
.
2034
44%
26
,,
1938…
1
39/7
27
,,
1938..
2034
44%
27
,,
1938…
.
13916
28
,,
1938..
2034
4434
28
,,
1938….
139/61
29
,,
1938..
2034
–
29
,,
1938….
13917
31
,,
1938..
20%
4434
31
,,
1938..
.
13916
1 il’ebr.1937..
2034
6
44%
1
Febr.1937….
142101
27 Juli
1914..
241%’
59
27 Juli
1914….
84110%
t)
in pence p. oz.stand.
2)
Foreign silver in $c. p. oz. line.
3)
in sh. p. oz. fine
STAND VAN ‘s RIJKS KAS;
Vorderingen.
1
22Jan. 1938
1
31Jan. 1938
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne.
f186.109.684,08 f188.054.406,04
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
157.790,32
,
113.510,-
Voorschotten op uit. December 1937
derlandsche Bank ……………….
ajd. gemeent. verstr. op a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
–
–
,,
35.236.302,36
,,
36.206.947,72
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
Idem aan
Suriname ………………
….12.586.438,26
•
12.605.145,34
Kasvord weg. credietverst. alh. bultenl.
,,
l0l.864 983,42
,,
101.308.302,37
,Daggeldlceningen tegen onderpand..
Saldo
–
–
der postrek. v. Rijkscoinptabelen
Vord. op het Alg. Burg. Pensioenf.
1)…
.
46.810.155,34
–
•
33.575.973,45
Vord. op andere Staatsbedrijven
1)
6.551.552,23
,,
7.146.434,03
Verplichtingen
Voorschot door De Ned. Bank lngev.
art.
16. van
haar octrooi verstrekt
–
–
Schatkistbiljetten in Omloop ………
f234.389.000.-
f234.289.000,-
Schatkialpromessen in omloop ……
91.700.000.-
•
91.700.
00
0,-
Zilverbons in omloop
…………….
,,
1.098.301.50
,,
1.098.076,-
Schuld op ultimo December 1937 ajd.
.
gem. weg. a. h. uitte keeren hoofds. d.
pers. bel., aand. t. d. hoofds. d. grondb.
…
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
..
bel, en op de vermogensbelasting
..
7.530.074,79
7.530.074,97
Schuld aan Curaçao’)
…………….
1.310.796,69
,,
1.301.434,93 1)
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.
Id.
h. Staatsbedr. der P.T.
T.
1)
a.
en
…
•
27.050.265,88 . 66.916.417.80
,,
27.393.758,26
…
,,
19.500.000,-
,,
163.551.385,95
,,
20.000.000.-
Id. aan andere Staatsbedrijven
1) ……
Id. aan diverse instelIinen
1)
………
..
251.687.938,22
,,
250.701.290,82
‘) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH
–
INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
15 Jan. 1938
1
22 Jan. 1938
Vorderingen:’)
.
–
Saldo Javasche Bank
……
……….
f
1.801 .000,-
Saldo b. d. Postchèque- en Girodiensi
f
200.000,-
…..
•
118.000,-
Verplichtingen:
.
Voorschot’s Rijks kas
Rijksinsteli
33.234.000,-
e.a.
,,
Schatkistpromessen in omloop..
t
,
13.500.000,-
35.236.000,-
.
13.500.000,-
5.000.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Munttonds
.
540.000,-
•
552000,-
Schatkisibiljetten in Omloop ……….
,,
5.000.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank
,,
871.000,-
•
1.033000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen
730.000,-
,,
730.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
1.648.000,-
–
1)
Betaaimiddelen in ‘s Lands Kas
f
27.207.000,-.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste
posten
in duizenden guldens.
Data
Metaal
Circu-
latie
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
Div. reke-
ningen’)
24 Dec.
1937..
844
1
1,113
501
606
1.328
18
1937,..
840
1
1.023
545
609
1.402
11
1937,.
843
1.064 610 607 1.422
4
.
1937..
841
1.226
600 606 1.438
27 Nov.
1937,.
842
1,223
571
614
1.436
1
Juli
1914..
645.
1.100 560
.
735
396
-,
.,
tup.
Un dCL,Vd.
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 31 Januari 1938
.Activa.
Binnenl. Wis- (Hfdbk.
.
f
8.686.745,61
sels, Prom.,Bijbnk.
,,
94.924.27
enz.in
disc.Ag.sch.
321.227,64
.
9.102.897,52
Papier o. h. Buiten!, in disconto ……
Idem eigen portef.
f
5.190.000,-
Af:
Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.
.
– .
5.190.000,…
BeleeningenHfdbk.
f
191.847.634,211)
mcl. vrsch. Bijbok.
,
2.961.825,72
in rek.-crt. Ag.seh.
,,
31.40.982,16
op onderp.
f
226.260.442,09
Op Effecten ……
f
224.198.809,82
1
)
Op Goederen en Spec.
,,.
2.061.632,27 226.260.442,091)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,
–
Munt, Goud ……
f
113.607.470,-
Muntmat., Goud
..
,,1.292.211.929,79
[1.405.819.399,79
Munt, Zilver, enz.
,,
17.627.517,36
Muntmat. Zilver
.
–
,,
1.423.446.917,152)
Belegging van kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds ………………….
40.692.995,05
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,
7.534.992,43
Staatd. Nederi. (Wetv. 27/51’32, S.No.221)
10.193.915,19
Passiva
f
1.727.022;159,43
–
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
4.338.707,82
Bijzondere reserve ………………
,,
6.600.000,-
Pensioenfonds …………………..
,,
11.093.815,48
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
886.059.210,_
Bankassignatiën in omloop ……….
,,
91.412,20
Rek..Cour.'( Het Rijk
f
188.054.406,04
saldo’s: ‘l. Anderen
,,
605.998.261,14
794.052.667,18
Diverse rekeningen ………………
,,
4.786.346,75
f
1.727.022.159,43
Beschikbaar metaalsaldo …………
f
751.738.985,48
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.879.347.460,
–
Schatkistpapier,
rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………..
L)
Waarvan aan Nederlandsch-Indië
(Wet van IS Maart 1933, Staatsblad No. 99) ……..
f
65.883.
1
25,-
‘) Waarvan in het buitenland
…………….
……… ..70.361.442,69
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
Andere Beschikb, Dek-
Data
Circulatte opeischb. Metaal- klags
Munt Muntmat.
schulden saldo
perc.
31 Jan. ’38 113607 .1.292.212 886 059 794.144 751.739
~86
24
,,
’38 113607 1.287.211 850.779 865.106 756.848 86
25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521 54
Data
_
1
1
Belee-
ningen
‘”
op het
1
i
reke-
discontoslrechtstreeksl
buitenl.
1
ningen
1
31
Jan.
19381
9.103
1
–
1
226.26 0
1
5.190
I
7.535
24
,,
19381
4.672
1
–
1211.144
1
5.190
1
7.355
25 Juli
19141
67.947
–
61.686 20.188
509
1)
Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
Andere
Beschik
Dala
.
Goud
Zilver
Circulatle
opeischb.
metaal-
schulden
saldo
22 Jan. ’38e)
134.710 184.850 83.630 27.318
15
,,
1
382)
134.450 188.400
81.710 26.406
1 Jan. 1938
116.574
1
17.814
187,236
87.128
24.643
25 Dec. 1937
116.574
1
16.834
184.783 84.057
25.872
25 Juli 1914
22.057
31.907 110.172
12.634
4.842
Data
Wissels,
buiten
Dis-
Belee-
Diverse
reke-
Dek-
king
s
–
N.-!nd.
conto’s
ningen
ningen
1)
percen-
______________
betaalb.
lage
22
Jan.
’38)
3.640
73190
71.230
50
15
,,
1
38
2
)
3.210
77.770 69.650
50
1 Jan. 1938
3.857
66.629
49 10.264
1
55.068
25 Dec.
1937
3.943
10.260
51.776
68.061
50
23 Juli 1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.