18 AUGUSTUS 1937
AUTEURSRECHT VOO RBEFIOUDEN.
Economï’Sch-Stáh*stische
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VÖOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
22E
JAARGANO
WOENSDAG 18 AUGUSTUS 1937
No. 1129
COMMISSIE VAN REDACTIE:
P. Lieftinok; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en
R.
M. H.
A. van der Valk (Redacteur-Secretaris)
Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaat weg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi
nu’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens
tarief. Administratie van abonnementen en advertenties.
:Vijgh i van Ditniar NV., Uitgevers, Rotterdam, Arn-
sterdani, ‘s-Gravenhage. Postchêque- en giro-rekening
No. 145192.
Abonncmentsprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland f 16,—. ..4bonnementsprijs Economisch-Sta tis-
tisch Maandbericht f,5,- per jaar. Beide organen samen
f 20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,
f 6,— en f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-
teurs en leden van het Nederlan’dsch Economisch instituut
ontvangen het weekblad en het Maandbericht gratis en
genieten een reductie op de verdère publicaties.
INHOUD.
BIz.
VEItRUIsIIEG OF AFSCHAFFiNG VAN DE KALVERTEELT
–
REGELING EN DE GEVOLGEN DAARVAN T.A.V. HET
‘
LEESCHAANBOI) EN DE MELKPRODUCTIE
door
J.
Buter 596
Monetaire en credietpolitieke aspecten in de wereld
door
Dr. H. M. E. A. van der
–
Valk …………….598
])e wereldhandelsvloot door
Mr. H. E. Scheffer …….600
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De eerste gevolgen van liet tweede devaluatii-experi-
ment in Frankrijk door
Dr. H. Weichmann …. 602
Statistieken:
Groothandeisprijzen ………………
………………..
604-605
Geldkoersen-Wisselkoersen-Bankstaten …………….
603, 606
GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.
In de week onder verslag zijn de omzetten op de
valutamarkt -beperkt gebleven, terwijl bijzondere
,,features” niet te vermelden zijn. Internationaal be-
zien, blijft de verhouding Pond-Dollar de aandacht
vragen, en daarbij hield over het geheel genomen de
overwegende vraag naar Ponden aanhouden. Nog altijd is er kapitaalverschuiving uit de Vereenigde
Staten naar Londen, hoewel de stroom een neiging vertoont om te verminderen. De Dollarnoteering te
Londen, die in het begin van de week bijna 5 bereik-
te, is weer teruggeloopen tot 4.9814. Men is overigens
in den laatsten tijd wat te veel geneigd geweest de
flauwe houding van den Dollar te overdrijven. Im-
mers ook verleden jaar was ik de zomermaanden de
Dollar flauw, toen werd een noteering van bijna 5.02
heeikt. Wanneer over ruim een maand de seizoens-
vraag kaar Döllars de – overhand ktijgt, zal trouwens
waarschijnlijk de situatie weer veranderen, te meer
wanneer dan ook de kapitaalheweging verder is terug-
geloopen. Overigéns blijkt uit de vaste houding van
het Pond ten aanzien van de meeste andere valuta’s
eens te meer, dat het in deze koersbeweging veeleer
het Pond is, dat vast gestemd is dan dat de Dollar
flauw is. Wij hebben dat reeds eenige malen gecon-
stateerd: Seizdensinvloeden en, kapitaalverschuivin-
gen blijven daarbij de voornaamste ‘causa movens, ter-
wijl ook de hooge prijzen voor de Engelsche koloniale
producten de Engelsche betalingsbalans ten goede
komen. – – –
De – Fransche Franc weèt zich goed te hançlhaven.
T-Jet reizigersverkeer is in dit seizoen steeds een steun
voor de Fransche valuta en thans in verband met de
wereldtentookstelling natuurlijk a fortiori. Op de
termijnmirkt loopt het disagio nog “geleidelijk terug,
af en toe onderbroken -door een lichte stijging. In
hoeverre het ingrijpen van het Fransche Egalisatie-fonds de voornaamste drijvende kracht van het ver-
loop der termijnnoteeringen is, kan natuurlijk moei-
lijk uitgemaakt worden. De huidige §tand van rond
15 cts. disagio voor driemaands Francs, neerkomend
op rond
–
9 pCt. ‘s jaars, heteekent intusschen een zeer
belitngrijke vooruitgang, wanneer men bedenkt, dat
nog betrekkelijk kort geladen het disagio 40 cts. was.
Op’de geldmarkt blijven ten onzent de koersen vrij-
wel onveranderd; aanleiding om beweging in – het
rentepeil te verwachten is’ er in het geheel niet, nu
ook op de lrolongatiemarkt de noteering ongeveer,
aangepast is. – –
De beleggingsmarkt blijft gunstig van ondertoon,
hetgeen zich om. maiifesteert in de uitgifte van de
tweede 3 pOt. leening ‘s-Gravekhage van’ dit jaar. De
eerste leening had een looptijd van ten hoogste 19
jaar, deze van 23 jaar., Hoewel de looptijd korter is dan de normale van ongeveer 40 jaar, kan men hiei
toch al niet meer spreken van een kortioopend papier.,
Intus,schen zou men hieruit de conclusie kunnen trek-
ken, dat de angst voor rentedaling in de toekomst zoo
groot ii, dat reeds een betrekkelijk klein veischil in
looptijd, en dus in koersdalingskans hij stijging van
den rentevoet, genoegen doet nemen met een lager
re,ntetype. Of moet men de slotsom trekken, dat wij
langzaam aan naar het 3 pOt-type toegaan, dat voor-
loopig alleen nog wordt geaccepteerd .voor betrekke-
lijk kortloopend papier. Internationaal is er weinig
beweging van de kapitaalrente merkbaar. In Enge-
land, waar verleden jaar. een vrij krachtige -stijging
merkbaar was,- is sedert een aantal maanden vrijwel
stilstand i-ngetreden. –
‘l
596
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Augustus 1937
VERRUIMING OF AFSCHAFFING VAN DE KALVER-
TEELTREGELING EN DE GEVOLGEN DAARVAN T.A.V.
HET VLEESCHAANBOD EN DE MELKPRODUCTIE.
De kalverteeltregeling, indertijd ingesteld om
zoo
wel een beperking der melkproductie te bereiken als
een beperking van het vleeschaanbod, staat thans
weer in het midden der belangstelling. Van’ vele
zijden wordt thans het pleit gevoerd voor opheffing
of tenminste belangrijke verzachting der kalverbe-
perking. Van de zijde der veehouders omdat deze
meer kalveren wenschen aan te houden teneinde hun
meikveestapel op tijd te kunnen aanvullen; inplaats
van zooals thans het geval is, al hun melkkoeien
krampachtig vast te houden, ook al zijn deze dan
van minder goede kwaliteit.. Van de zijde der vee-
en vleeschhandelaren, omdat deze van het verruimen
of afschaffen der kalvertoewijzingen een grooter
vleeschaanbod en als gevolg daarvan lagere vleesch-
prijzen en een grooteren omzet verwachten. Anderen
daarentegen – en deze personen vindt men vooral in leidende landbouwkringen – achten een ophef-
fing der kalverbeperking thans nog niet verant-
woord, vooral niet omdat zij een inzinking van de
vleeschprijzen verwachten bij opheffing der kalver-
teeltregeling. Wel wordt vrij algemeen aangenomen,
ook bij de laatstgenoemde personen, dat een beper-
king der melkproductie – zoo die nog gewenscht
mocht zijn – ook
bij
handhaving der kalverteeltbe-
perking niet kan worden bereikt, al heerscht nog wel
de vrees, dat opheffing tot een te groote uitbreiding
der melkproductie zou leiden.
Daarom zullen wij trachten na te gaan, welke in-
vloed een belangrijke verruiming of afschaffing der
kalvertoewijzingen zoowel op de melkproductie als
op het aanbod van vleesch zou kunnen hebben.
* *
*
Allereerst zij opgemerkt, dat men de eventueele
gevolgen van een opheffing der kalverteeltbeperking
al te vaak te simplistisch beziet. Men beschouwt het
buy, wel eens als zeer vanzelfsprekend, dat deze op-
heffing onmiddellijk zou leiden tot een verruiming
van het vleeschaanbod, terwijl voorloopig althans
een kleiner vleeschaanbod daarvan het gevolg zal
zijn. Men heeft hij deze kwesties namelijk rekening te houden met de wijze, waarop de rundveestapel is
samengesteld en met de veranderingen, die zich hier-
in voordoen, en dit is inderdaad een vrij ingewikkeld
probleem. Juist bij de ontwikkeling van den rund-
veestapel in de laatste jaren is vel gebleken, dat deze
zich niet naar onze aanwijzingen gedraagt. Zoo is
algemeen gedacht, dat de kalverbeperking, gepaard
gaande met afsiachtingen het aantal melkkoeien snel-
ler zou doen afnemen, dan in werkelijkheid het ge-
val geweest is. Toen men nu zag, dat er geen daling
optrad, zei men: Dat komt, omdat de boer de koeien ouder laat worden dan voorheen en in vele ook offi-
cieele uitlatingen (Rapport Commissie-Van Loon)
werd gesproken van het langer aanhouden der oudere
koeien. Ook dit is gebleken onjuist te zijn ‘). Veeleer
bleek, dat vooral de jongere koeien in veel sterkere
mate dan voorheen waren aangehouden, tot uiting
komende in voor deze jongere koeien sterk gedaalde
sterfteperceutages.
Door de voorstanders van een sterke inkrimping
van den veestapel werd betoogd, dat onze veestapel
veel te groot en daardoor te duur was. Thans is ge-
bleken
2),
dat de belangrijke stijging van de melk-
productie per koe verkregen is, ondanks ,een belang-
rijke daling van het verbruik van eiwitrijke kracht-
voeders, ondanks een daling van de oppervlakte gras-
land en land, gebruikt voor den verbouw van vee-
voeders en derhalve gepaard ging met een belangrijke
rationalisatie en intensiveering van de veehouderij.
Bij de heoordeeling nu van de wenscheljkheid van
een verruiming of afschaffing der kalverteeltbeper-
king, dient men met deze ervaringen in de laatste
t)
Zie het artikel in E.-S.B. van 17 Febr. ji.
2)
Zie ons artikel in E.-S.B. van
31
Maart ji.
jaren opgedaan terdege rekening te houden. Daarbij
is een nauwkeurige analyse van den invloed van de
crisismaatregelen op de veehouderij noodzakelijk.
Men heeft hier prachtig ervaringsmateriaal met een
schat van gegevens verkregen, dat ons hij nauwkeu-
rige hestudeering daarvan zeer veel kan leeren, welke
kennis de macht kan geven bij het treffen van andere
maatregelen dezen zoodanig te nemen, dat zij ook wer-
kelijk aan hun doel beantwoorden.
Gevolgen voor de mellcproductie.
Gaan wij na, welke invloed een verruimniiag of op-
heffing der kalverheperking op de melkproductie zal
kunneii hebben, dan moeten wij eerst nagaan, velken
invloed het instellen der kalverbeperking op de melk-
productie heeft gehad. Deze invloed kan nu als volgt worden samengevat. De in 1934 in werking getreden
kalverbeperking heeft voor het eerst in 1936 geleid tot
een vermindering van het aantal jongere melkkoeien.
,T
e
li
swaar
kon er reeds in 1935 een daling van het
aantal jongere melkkoeien worden geconstateerd,
doch deze was niet het gevolg van de kalverteeltrege-
ling, doch van de afslachting van drachtig jongvee
in 1934/1935. Tot en met 1935 heeft de kalverhe-
perking derhalve ook geen invloed kunnen uitoefenen
op de melkproductie en toen die invloed in 1936 wel
tot uiting kon komen, werd deze, reeds lang weer on-
gedaan gemaakt door andere factoren, ni. het in
sterkere mate aanhouden der koeien, een rationeele
voeding, een verbeterde beweidingstechniek en gun-
stige weersomstandigheden, en ondanks de omstan-digheid, dat een
selectie
in den melkveestapel, juist
door de enorm gedaalde sterftepercentages, niet kon
worden toegepast.
Omtrent die selectie van den meikveestapel hebben
de crisismaatregelen ons interessante gegevens ver-
schaft. Immers selectie beteekent, dat men slechte
koeien ,,eruit gooit” en de betere aanhoudt. Hoe meer
koeien er verdwijnen van de honderd, hoe grooter de
selectie. Het percentage melkkoeien dat in een jaar
tijds wegvalt, hebben wij
indertijd
aangeduid met den
rtaam ,,sterftepercentage”.
Sterftepercentages van melkkoeien van
1933
t. e. m.
1936.
Melkkoeien
193311934 1934/1935 1935/1936
1 maal gekalfd …………
14.6 %
11.7 %
5.3 %
2
maal gekaifd
7.0
,,
2.5 ,,
0.7
3
maal igekaifd en ouder ….
32.8 ,,
30.7 ,,
30.0
Alle melkkoeien samen ……
23.7 ,,
20.8 .,
18.7
Duidelijk wordt door deze cijfers geïllustreerd, op
welke wijze de veehouder zijn rundveestapel op het
oude aantal heeft kunnen houden. Inplaats van –
zooals men meende en hier en daar ook thans no
meent – de oudere koeien langer aan te houden dan
voorheen, heeft hij zijn oudere koeien op de normale
wijze van de hand gedaan; immers het sterftepercea-
tage van oudëre koeien daalde ondanks •het gefor-
ceerd hooge sterfte-percentage van 1933/1934 (af-
slachting oudere koeien), slechts van 32.8 pOt. tot
30.0 pCt. Daarentegen heeft hij elke jonge meikkoe,
welke niet noodzakelijk moest woiden opgeruimd,
vastgehouden, waarbij blijkbaar de vraag of al deze
koeien nu wel goede melkkoeien waren, of
deze ‘door ‘een te lage en derhalve dure melkproductie
wel economische koeien waren op de tweede plaats
kwam. Men moest en zou zijn melkveestapel behou-
den ôm daardoor de bruto-inkomsten zoo hoog moge-
lijk op’ te voeren. Toch wilde men ook niet de in-
komsten missen voor zijn slachtrunderen, weshalve
men de oudere koeien niet langer aanhield dan met
het oog op den te bedingen prijs hij het van de hand
doen als slachtrunderen, geoorloofd was. Vandaar dat
men de eenige mogelijkheid toepaste, die overbleef,
ni.: het vasthouden van jongere koeien, ten koste van
een toch ook noodzakelijke selectie onder deze koeien.
Terwijl er per jaar van de eerst-kalfs-melkkoeien
in 1933/’34 nog 15 afvielen, was dit aantal in 1934/’35
reeds gedaald tot 12 en in 1935/’36 reeds tot5. Nog
erger was het voor de tweede kalfs-rnelkkoeien: Hier-
18 Augustus 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
597
bij daalde het aantal, dat in de genoemde jaren van
de 100 stuks van de hand werd gedaan resp. 7; 214
en 0. Weg met de selectie, die juist voor deze jonge
koeien zooveel beteekenis heeft. En ieder weet, wat
het uitblijven van selectie beteekent. liet beteeket
een dure melkproductie en dat juist in een tijd, dat
de hooge productiekosten van onze melk in vergelij-king met die in de melkproduceerende landen op het
Zuidelijk halfrond één van de grootste moeilijkheden
vormen, die thans voor den zuivel bestaan.
Waar men nu toch – ondanks dit uitblijven van
selectie – een rationeeler melkproductie heeft weten
te bereiken, daar had men met vergrooting der selec-
tie dit resultaat nog veel verder kunnen opvoeren.
Nu is dit verschijnsel ongetwijfeld in hoofdzaak
een reactie
01)
de maatregelen tot beperking van den rundveestapel door afslachting en teeltbeperking, al
hebben de lage vleeschprijzen zeker ook het hunne
hiertoe bijgedragen. De heer Bierema heeft dan ook
terecht bij zijn vragen aan den Minister gewezen
op het belang van de selectie’ in den melkveestapel.
Ondertusschen moet, teneinde eenzijdigheid te ver-
mijden, gezegd worden, dat van den anderen kant de
selectie onder het rundvee bevorderd werd door de af-
slachtingen, waarbij veel minderwaardige koeien van
de hand werden gedaan. Deze maatregel was echter
,,eiumalig” en selectie moet voortdurend plaats vinden.
Thans de vraag dan de orde stellend, welken in-
vloed van een belangrijke verruiming of afschaffing
der ka.lverbeperking op de melkproductie kan worden
verwacht, moet in de eerste plaats worden opgemerkt,
dat evenals beperking van het aantal kalveren pas twee jaar na de invoering ervan de melkveestapel
kan beïnvloeden, ook een eventueele opheffing der
kalverbeperking pas twee jaar na de opheffing haar
invloed kan doen gelden. Dat beteekent dus, dat on-
middellijke verruiming of opheffing der kalverbe-
perking niet eerder dan in 1939 of 1940 een grootere
aanvulling van den meikveestapel en derhalve een
grootere selectie mogelijk maakt. Tenzij – hetgeen
wel onwaarschijnlijk kan worden geacht – de vee-houder met het vooruitzicht van een grootere aan
vulling, reeds v66r die aanvulling verwerkelijkt is,
tot het verwijderen van zijn slechte koeien zou over
gaan. In dat geval zou juist verruiming der kalver-
beperking tot een kleinere melkproductie kunnen
leiden.
In elk geval
heeft
een verruiming of afschaf.
fing der kalverteeltregeling in de eerstvolgende jaren
eerder een beperkenden invloed dan een verruimenden
invloed op de melkproductie.
Pas daarna zou een dergelijke maatregel een extra
stijging der melkproductie kunnen veroorzaken. Een
noodzakelijk gevolg is dit echter niet. Wanneer men
nl. met verruiming of afschaffing der kalvertoewij-
zingen kans ziet een belangrijk grootere selectie ge-
paard te doen gaan, tot uiting komende in een toe-
neming der sterftepercentages dn kan hierdoor tevens
een grootere uitbreiding der melkproductie dan met
handhaving der kalverbeperking zou worden bereikt,
worden voorkomen. Immers bij handhaving der
teeltbeperking zal de veehouder ook bij betere vleesch-
prijzen zijn melkveestapel in stand houden en
reeds vroeger
1)
hebben wij aangetoond, dat door de koeien zooveel mogelijk aan te houden, zonder dat
de oudere koeien in belangrijke mate langer worden
aangehouden, een stijging van het aantal melkkoeien
ook niet handhaving van de kalverbeperking. kan
worden verkregen.
Met het oog op de melkproductie behoeft dan ook
o.i. een bela’i.igrijke verruiming der kalvertoewijzin-
gen in het geheel geen bezwaar op te leberen, mits
de veehouder er hetzij vrijwillig, hetzij gedwongen toe overgaat, een scherpe selectie op zijn melkvee-
stapel toe te passen. Integendeel indien dit doel zou
kunnen worden bereikt en het lijkt ons zeer goed
mogelijk, dan verdient een belangrijke verruiming
1)
Zie mijn artikel in E.-S.B. van 17 Pebr. ji.
der kalvertoewijzing alle aanbeveling. Dat selectie in
onzen meikveestapel. geen overbodige maatregel is,
blijkt wel hieruit, dat volgens statistische gegevens
ons land, wat de productiecontrôle betreft, in verge-
lijking met andere landen o.a. Denemarken, bijna
onderaan op het lijstje staat. En waar de veehouder
hij ons nog niet genoeg van het belang van productie-
contrôle. doordrongen is, daar is het gewenscht alles
in het werk te stellen, wat deze productiecontrôle
en de daarmee vanzelf gepaard gaande selectie kan
bevorderen. Voor zoover de veehouder hiertoe vrij-
willig niet mocht overgaan, ware een drang van
overheidswege niet overbodig. Zonder verruiming der
kalvertoew’ijzingen zal hiertoe de medewerking der
veehouders niet kunnen worden verkregen. Bij evn
belangrijke verruiming der kalvertoewijziugen ware
o.i. hierbij – indien de noodige soepelheid wordt
betracht – die noodzakelijke medewerking wel te
verkrijgen. In tegenstelling met de kalverbeperking
levert een dusdanige selectie ook voor den indivi-
dueelen veehouder belangrijke voordeelen op, hetgeen
deze bij een goede voorlichting ongetwijfeld zal inzien.
Gevolgen voor cle vleeschprijzen.
Ev’enals de landbouwcrisis in het laatst van de
vorige eeuw tenslotte kon worden bestreden door een
intensiveering van het grondgebruik, zoo zal ook
thans de ,,zuivelcrisis”, welke voor een belangrijk
deel veroorzaakt wordt door de goedkoopere extensieve
veehouderij van Australië en Nieuw-Zeeland, en als
zoodanig gedeeltelijk los staat van de algemeene de-
pressie, bestreden moeten worden met het uitbuiten
van de mogelijkheden, die er voor de melkveehouderij
ook thans nog in ruime mate voorhanden zijn.
Hoewel vélen ervan overtuigd zijn, dat verruiming
der kalvertoewijzingen t.a.v. de rnelkproductie geen
bezwaar behoeft op te leveren, vreezen zij van een
dergelijke verruiming voor de
vleeschprijzen
een zeer
nadeeligen invloed, omdat volgens hen een derge-
lijke verruiming een abnormaal groot aanbod van
vleesch tengevolge zou kunnen hebben, gepaard gaan-
de met een nieuwe ineenstorting der vleeschprijzen.
Inderdaad is onder vigueur der crisisniaatregelen een
daling van het vleeschaanbod bereikt. Het is daarbij
echter een belangrijke vraag in hoeverre deze daling
van het vleeschaanbod een rechtstreeksch gevolg ge-
weest is van de kalverbeperking. De invloed van een kalverbeperking op het vleeschaanbod is nl. een heel
andere dan die van de teeltregeling voor varkens,
waarbij het beperken van den opfok wegens den ge-
ringeren levensduur der varkens, reeds vrij spoedig
zijn invloed doet gevoelen.
De daling van het aanbod van rundvieesch is iii.
vooral een gevolg van de daling van het aantal vol-
wassen runderen, dat door de veehouders werd afge-
leverd. Maar de kalverheperking werkt nog te kort,
dan dat zij rechtstreeks deze daling kan hebben ver-
oorzaakt. Na wat wij hierboven hebben opgemerkt, is
het thans wel duidelijk, dat deze daling veroorzaakt
werd door de daling der sterftepercentages van melk-koeien, welke daling ook zonder kalverbeperking had
kunnen plaats vinden, al is zij althans gedeeltelijk
wel een reactie op de kalverteeltregeling. Van den
anderen kant hebben juist de lage veeprijzen deze
daling beïnvloed en is hierbij derhalve tevens van den invloed van een normale daling van het aanbod, onaf-
hankelijk van kalverbeperking, sprake. In dit verband
is het interessant op te merken, dat de kalverbeper-
king geleid heeft tot een stijging van, het totale aan-
tl runderen, dat geslacht werd. Doordat deze stijging
de groep der nuchtere kalveren betrof, is een ver-
grooting van het vleeschaanbod hiervan niet het ge-
volg geweest. Men kan berekenen, dat als er geen
daling van de sterftepercentages had plaats gevonden
er in de laatste drie jaren ongeveer 100.000 volwas-
sen runderen meer geslacht zouden zijn dan nu het
geval was, zoodat indien dit niet verwachte ver-
schijnsel iaiet plaats gevonden had, de daling van het
598
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Augustus 1937
aanbod van rundvieesch belangrijk kleiner geweest zou zijn dan thans het geval is.
De invloed nu van een eventueele verruiming der
kalverbeperking op het vleeschaanbod, staat in nauw
verband met den invloed daarvan op cle melkproduc-
tie. Indien in de eerste twee jaren na een grootere kalvertoewijzing een daling van het aantal melk-
koeien niet waarschijnlijk is, zal ook een stijging van
het aanbod van volwassen runderen uitblijven. Daar-
entegen is een daling van het aantal geslachte kal-
veren van een grootere kalvertoewijzing het noodza-
kelijk gevolg, zoodat deze verruiming aanvankelijk
zeer waarschijnlijk een daling van het aanbod van
rundvieesch tengevolge zou hebben. In elk geval kan
men wel zeggen, dat men in de eerste jaren van een
verruiming of afschaffing der kalvertoewijzingen
geen ahnormaal groot vleeschaanbod behoeft te vree-zen. En ook als die eerste jaren om zijn, is slechts ge-
leidelijk een vergrooting van het aaiibod te verwach-
ten, hoewel dit uiteraard afhangt van de grootte van de verruiming, die eventueel zou worden toegepast.
Overigens hangt de grootte van het aanbod van
rundvieesch nauw samen met de mate, waarin selec-
tie op den melkveestapel wordt toegepast. Mocht in-
derdaad als gevolg van de vergroote toewijzing. van
kalveren een scherpe selectie op den rnelkveestapel
worden toegepast, dan zal daarvan aanvankelijk een groote vleeschproductie het gevolg zijn. Aanvanke-
lijk! Want op den duur zal een scherpe selectie met
zich mee brengen een beperkt aantal melkkoeien en
derhalve een beperkt aantal vleeschproducente.n.
Op
den duur loopt na.nselijk het aantal koeien, dat ,ge-
slacht wordt, parallel met het aantal melkkoeien.
Immers de melkveestapel is niet alleen melkprodu-
cent, doch ook vleeschproducent. En dat laatste wel op tweeërlei manier, ni. als voortbrenger van kalve-
ren en als leverancier van slachtrunderen. Een be-
perkt aantal melkkoeien heeft derhalve op den duur
niet alleen tot gevolg een beperkte melkproductie,
doch ook een beperkte vleeschproductie. Bij constan-
te sterftepercentages, d.i. derhalve bij een constante
selectie gaat dit altijd door. Bij wisselende sterfte-
percentages ontstaan er tegengestelde schommelingen
tusschen melk- en vleeschproductie, hoewel er ook in
dit geval over een langer tijdperk gezien een gelijk-
gericht verloop kan worden geconstateerd.
Samenvatting.
Wij komen derhalve tot de conclusie, dat een ver-
ruiming der kalvertoewijzingen gedurende de eerste
jaren noch tot een grootere melkproductie, noch tot
een grootere productie van rundvieesch zal leiden.
Voor de melkproductie is op den duur verruiming
der kalvertoewijzingen, mits gepaard gaande met een
daardoor mogelijk gemaakte scherpe selectie an den
rnelkveestapel, ten zeerste gewenscht, aangeien daar
door een noodzakelijke verlaging der productiekosten
van de melk kan worden bevorderd en deze verrui-
ming in dat geval tevens een ongewenscht groote
stijging der melkproductie kan voorkomén. Ook voor
de vleeschprjzen zal een vergrooting der kalvertoe-
wijzing in den eersten tijd geen gevaar opleveren,
aangezien hierdoor aanvankelijk zelfs een verdere da-
ling van het vleeschaanbod kan worden bereikt. Na-
dien kan een vergrooting van het vleeschaanbod, op-
treden. Op den duur leidt echter een scherpe selectie
van den meikveestapel tot een beperkt aantal melk-
koeien en als gevolg daarvan ook tot een beperkt
vleeschaanbod. Bovendien bestaat steeds tijdelijk de
mogelijkheid bij een eventueel gunstige zuivelpositie
de melkproductie uit te breiden door het vasthouden
der melkkoeien, waarmede een kleiner vleeschaanbôd
gepaard zal gaan, terwijl omgekeerd hij een tijdelijk relatief gunstiger vleeschpositie de vleeschproductie
kan worden uitgebreid ten koste der melkproductie.
Op den langen duur hebben echter én vleeschproduc-tie én melkproductie een gelijkgericht verloop.
J. BUTEn.
MONETAIRE EN CREDIETPOLITIEKE ASPECTEN IN
DE WERELD.
Over een maand zal het 6 jaar geleden zijn, dat het
Pond Sterling van het goud werd losgemaakt, waar-
door een periode van groote instabiliteit op monetair
gebied werd ingeluid. Met uitzondering van den Alha-
neeschen Franc zijn thans alle valuta!s gedeprecieerd,
gedevalueerd of aan een cieviezencontrôle onderwor-
pen. Een uitgebreide literatuur is over deze periode reeds aanwezig en de stroom van publicaties groeit
nog elken dag aan. Dat de problemen intusschen
reeds uitgeput zijn, kan moeilijk erkend worden. In-
tegendeel, er doen zich eiken dag nieuwe vraagstuk-
ken voor, hetgeen niet te verwonderen valt. Immers,
op het oogenblik bevindt de wereld zich, ook
ap
monetair gebied, in een overgangsperiode en er wordt
naar een, nieuwe monetaire techniek gezocht, die
de gebreken kan voorkomen, welke aan de toepassing
van den klassieken gouden standaard onder cle hui-
dige economische structuur verbonden zijn.
Het kan verkeeren! .Terwijl 6 jaar geleden het
brandende vraagstuk van de verhindering van het
deflatieproces begon (denk aan het Macmillan rap-
port), ontstond op het tijdstip, dat in de tot het laatst
aan de oude goudpariteit trouw gebléven landen dit
probleem nog acuut wras, in andere lanTden reeds het
vraagstuk, op welke wijze het best de beginnende
inflationistische tendenzen bestreden kunnen worden.
Om de nieuwe verschijnselen goed te kunnen beoor-
deelen, is een scherpe diagnose van de huidige mone-
taire situatie absoluut noodzakelijk. Een poging in deze
richting wordt in de laatste jaren gedaan door den
Volkenbond. Sedert 1931 heeft de Volkenbond en-
kele studies over het bankwezen in de wereld’ gepu-
bliceerd. Het vorige jaar ging deze studie voor het
eerst vergezeld van een ,,Aperçu de la situation mo-
nétaire” en ook de jongste publicatie, die de vorige week is verschenen, bevat weer een apart deel, dat
gewijd is aan de monetaire situatie in de wereld ‘).
Enkele vraagstukken, die hierin aangeroerd worden;
vragen op het oogenblik de bijzondere aandacht.
*
Een van de factoren, die op monetair gebied
0
een voortgezet herstel in de wereld wijst, is de toe-
nemende stabiliteit van de wisselkoersen, de recente
depreciatie van den Franschen Franc buiten heschou-ving latende. Tot deze grootere stabiliteit draagt o.a.
ook bij het feit, dat het evenwicht tusschen het ni
veau der groothandelsprjzen in Engeland en de
meeste landen, dat op het einde van 1931 geheel ver-
stoord was, in 1936 weér dicht het peil van 1929
was genaderd, waarbij rekening moet worden gehou-
den met een algemeen aanvaarde overwaardeering
van 10 pOt. van het Pond Sterling in de periode véôr
1931. Ook al hecht men weinig waarde aan de koop-
krachtpariteitstheorie, dan is het terugkeerende even-
wicht tusschen de niveau’s van groothandelsprijzen
een niet te onderschatten factor in het herstelproces,
vooral omdat daardoor de drang tot een vrijer han-
delsverkeer zal toenemen. De landen, waarin de valu-
ta’s op grond van het niveau van groothandelsprij-
zen de grootste overwaardeering toonen ten opzichte van het Pond Sterling, bezitten voor het grootste deel nog een stelsel van deviezencontrôle, dat zooveel be-
lemmeringen in het handelsvrkeer teweegbrengt.
Een van de belangrijkste gevolgen van de mone-
taire, economische en politieke onzekerheid in de
wereld is de ongelijke verdeeling van de goudvoor-
raden. De publicatie van den. Volkenhond noemt 4
factoren, die dit verschijnsel hebben teweeggebracht:
lo. de verbetering van den economischen toestand,
die op de monetaire aanpassing is gevolgd; 2o. de
t)
,,Aperçu de la Situation MonCtaire”, waarin achter-
eenvolgens behandeld worden de beweging en de termijn-
markt van de verschillende wisselkoersen, de F4gaIisatie-
fondsen, liet aanbod en de reserves van monetair goud en
de rentestand.
18 Augustus 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
599
repatrieering van kapitalen naarmate het vertrouwen
in de valuta toenam; 3o. het hinnenstroomen van
vreemde kapitalen met het oog op belegging in waar-
depapieren; 4o. de vlucht van kapitalen uit landen,
waar de valuta aan de oude goudpariteit bleef ge-
hecht, naar landen, vier valuta zich aangepast had
(vooral naar Engeland en de Vereenigde Staten).
De ongelijke verdeeling van de goudvoorraden gaat
gepaard met een toenemende goudproductie, waar-
door de moeilijkheden in de gouclaantrekkende landen
nog worden vergroot. In welke mate de mogelijkhe-
den tot credietexpansie zijn gestegen, blijkt uit een berekening van den Volkenbond, volgens welke de
goudvoorraad van de meeste centrale banken ten op-
zichte van de totale verplichtingen aan het einde
van 1936 veel grooter was dan in 1929.
Goud voorraden, vetite1ijke dekking en overscihotten
in
miii
ioeneii gouddollars.
1929
1936
Goudvoorraad ……………………….
9.378
13.127
Miniimum
bedr2ig vereischt voor de wettelijke
gouddekkiag ………………………
‘ 7.200
6.018
Overschot
…………………………..
2.178
7.109
Bij deze gegevens is geen rekening gehouden met
de deviezenportefeuille, die in 1929 als gevolg van de
toenmalige algemeene toepassing van het goldexchan-
ge stelsel zeer aanzienlijk was. Verrassend zijn de
resultaten van het onderzoek naar den huidigen om-
vang van het bedrag aan buitenlandsche deviezen,
dat de verschillende circulatiebanken bezitten. Het
blijkt namelijk, dat de landen van de Sterlinggroep,
sedert 1931 hun bezit aan buitenlandsche deviezen
weer hebben uitgebreid.
Centrale reseiwes aan buitenlandsohe deviejen
van 14
landen behoorende tot ‘de Sterlinggroep.
Einde
in
ruil!.
Gouddollars in
miii.
Papiorionden
1929 ………..697
149
1931 ………..262
85
1936 ………..636
234
Deze deviezen zullen voor het overwegende deel uit
Pondea Sterling bestaan. Zoo hebben Australië en
Nieuw-Zeeland in de laatste jaren het grootste deel
van hun goudvoorraad door Sterling vervangen. Het
bezit aan buitenlandsche deviezen van de centrale
banken, die niet tot de Sterlinggroep behooren, is
daarentegen sterk afgenomen en wel van 1.922 mil-
lioen in 1929 tot 131 millioen gouddollar in 1936.
Al is de mogelijkheid tot een vergrooting van de
credietbasis in verschillende landen gegeven, dan be-
teekent dit nog niet, dat zij ook ten volle benut wordt.
Bovendien zijn in enkele landen maatregelen ge-
nomen om te groote credietexpansie tegen te gaan.
Wij denken hierbij in de eerste plaats aan de tot drie-
maal verhoogde kaspercèntages in de Vereenigde Sta-
ten. Volgens onderzoekingen van den Federal Reserve
Board was in ,Iuni 1936, indien de in 1922 bestaande
verhouding tusschen de reserves van de member
hanks en de totale deposito’s van alle banken en
de geldcirculatie werd aangenomen, een crediet-
expansie van $ 60 milliard mogelijk. Begin 1937 was
deze marge reeds tot $ 32 milliard gedaald en thans
tot ruim$ 5 milliard
1).
Evenals in de Vereenigde Sta-
ten, is ook in Zweden door de wet van 26 Mei ji. de
mogelijkheid geopend om de liquiditeit der banken
te verminderen
2)
Een belangrijke vraag blijft echter,
of de mechanische regeling van de kasreserves, de
bezwaren van een credietexpansie kan ondervangen.
De samenstelling en aard van activa en passiva spelen
immers ook een zeer belangrijke rol.
Het blijft intusschen nog een strijdvraag, in hoe-
verre de kunstmatig laag gehouden rente een crediet-
inflatie outketeut. De Tolkenbondspublicatie, die een
apart hoofdstuk aan den rentestand wijdt en zelfs
nog een paragraaf aan den rentestand en het econo-
Volgens de Frankfuiiter Zeitung van
11
Augustus.
Zie de aaiiteekening ,Nieuve doeieindeii van de tno-
•rietaire politiek in Zweden” in E.-S.B. van
14 Juli
ji.
misch herstel in de wereld, gaat op dit vraagstuk
niet in. Weliswaar wordt er op gewezen, dat
in de algemeene monetaire en credietpolitiek de oor-
zaak moet worden gezien van de uiterst lage rente
in een periode van opleving, maar cle kern van het
vraagstuk wordt ontweken door te vermelden, dat het
buiten het kader van het hoofdstuk valt. Als belang-
rijke oorzaken voor den lagen rentestand wijst de
publicatie
01)
de aankoopen van staatsfondsen door
de banken, die bedreigd werden door een overliqui-diteit en de natuurlijke of gedwongen verlaging van
de depositorente hij de banken, waardoor het publiek,
vooral in het beginstadium van het herstel, overging
tot aankoop van vaste rentedragende fondsen.
Het herstel, dat op het oogenblik in de wereld
plaats vindt, zou onder normale omstandigheden
waarschijnlijk reeds tot een stijging van den rente-
stand hebben geleid. Weliswaar is een dergelijke stij-
ging in Engeland en de Vereenigde Staten reeds in-
getreden, maar zij blijft van beperkten omvang. In
beide landen breidt de credietverleening aan het be-
drjfsleven zich uit en nemen de beleggingen in
effecten af. In hoeverre de positie van de banken in
beide landen, die beleggingsinstituten van staatsfond-
sen zijn geworden, daardoor zal veranderen, hangt
van verschillende factoren af. Zoo is het bijv. de
vraag, of het geringe bedrag aan handelswissels in de portefeuille van de banken, alleen is toe te
schrijven aan andere financieringsmethoden in het
bedrijfsleven
1),
of dat ook de budgetfinanciering van
de Overheid hierbij een rol heeft gespeeld. In elk
geval domineert de schatkist op de geld- en kapi-
taalmarkten in verschillende landen. De rentestand
is daarom in de eerste plaats een factor van betee-
kenis voor de publieke financiën geworden en daar-
in schuilen gevaren voor het voeren van een objec-
tieve monetaire politiek. Aan deze gevaren is Enge.
land bijv. reeds vSSr het verlaten van den gouden
standaard blootgesteld geweest
2).
Welke beteekenis ook aan den rentestand in de
conj unctuurbeweging mag worden toegekend (men
denke aan de recente controverse tusschen Key.nes en
Cassel), vast staat in elk geval, dat de rente bij het
vraagstuk van de credietcontrôle een min of meer
belangrijke invloed heeft. Dit is daarom zou belang-
rijk, omdat de maatregelen tot beheersching van
het credietvolumen in de naaste toekomst belang-
rijker zullen worden. Immers, indien de infiationis-
tische tendeuzen in de wereld niet bestreden kunnen worden door verlaging van den goudprjs of regeling
van de goudproductie, waarop in het jongste jaarver-
slag van de Bank for International Settlements is
gewezen, dan is het noodzakelijk dit vraagstuk van
den kant van de beheersching van het credietvolu-
men aan te vatten. De genoemde Volkenbondspuhli-
catie geeft over dit onderwerp wel materiaal, maar
het probleem wordt er niet gesteld. En juist op dit
gebied liggen zeer ingewikkelde vraagstukken, waar-
bij wij wijzen
01)
de beteekenis van de organisatie van
geld- en kapitaalmarkt in een land, op de kwestie
van de omloopsnelheid, enz.
Het is te begrijpen, dat een officieele instantie op
deze ingewikkelde materie niet wil ingaan, vooral met
het oog op de reactie, die het jongste jaarverslag van de
B.I.S. heeft gewekt. Dat neemt niet weg, dat de
diagnose van den huidigen mônetairen en crediet-
politieken toestand in de wereld scherper gesteld had
kunnen worden, inzonderheid met het oog op de
krachten, die thans in inflationistische richting werk-
zaam zijn.
v.
d. V.
Zie Lauuhlin Cuerie, ,,The decl.ine of the commepciai
ban” in Quar.terly JonrnaI of Eoonomics van Augustus 1931.
Vgi. A. T. K. Grant ,,A study of the emupita! nmarket
in post-war I3ritain” (Maemii!a.n and Go. Ltd. Londen.
Prijs 121-).
Dit boek, dat enkele weken geleden is ver-
sohenen, geeft een gedetailleerde uiteenzetting van de
methoden en ontwikkeling in de financiering van het
Engeisohe bedrijfsleven gedurende de laatste
15
jaren.
600
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Augustus
1937
DE WERELDHANDELSVLOOT.
Nadat vier jaren lang de wrereldvloot in omvang
was afgenomen, trad het vorige jaar weder een
kleine stijging in. De zoo juist verschenen jaar-
cijfers van Lloyd’s Register, die den stand van de
wereldvloot weergeven op
30
Juni
1937,
wijzen op
een belangrijke toeneming, gelijk uit onderstaand
overzicht blijkt:
1
•1-
Verineerder. of
Stoom- en motorschepen sci en
Totaal verminder. bij
voorafg. jaar
30 Juni 1930 68.023.804 1.583.840 69.607.644 + 1.533.332
1931 68.722.801 1.408.239 70.131.040
+
523.396
1932 68.368.141 1.366.169 69.734.310 –
396.730
1933 66.627.524 1.292.661 67.920.185
1.814.125
1934 64.357.792 1.218.820 65.576.612 – 2.343.573
1935 63.727.317 1.153.655 64.885.972 – 690.640
1936 64.004.885 1.058.758 65.063.643 -.
177.671
1937 65.271.440 1.014.584 66.286.024
+
1.222.381
Meer dan de helft dezer toeneming moet worden toegeschreven aan de uitbreiding van de tankvloot,
die van
9.195.421
B.R.T. tot
9.957.140
B.R.T., der-
halve met
761.719
B.R.T., steeg. Voor een deel komt
echter in het totaalcijfer ook reeds de invloed van
de verbetering der scheepvaartconjunctuur tot, uiting.
Nog sprekender blijkt uiteraard deze invloed uit de
sterk stijgende cijfers betreffende den aanbouw van
schepen:
In aanbouw Te water gel. Op stapel gez.
B.R.T. B.R.T. B.R.T.
le kwartaal
1933
740.944
92.733 141.099
le
1934
1.079.171
86.102 461.060
le
1935
1.269.534
279.263
321.667
4e
1935
1.543.153
358.536 587.212
le
1936
1.820.114 396.676
584.639
2e
1936
1.951.005
466.812
672.774
3e
1936
2.111.437
515.933
687.052
4e
1936
2.251.221 684.486
741.104
le
1937
2.452.051
478 650
736.346
2e
1937
9
509
OÛ
720306
Qd
343
De totale te water gelaten tonnage nam in de laat-
ste jaren als volgt toe:
1933 …………..489.016 13.R.1′.
1934 …………..967.419
1935 …………..1.302.080 1936 …………..2.117.924
le halfjaar 1937 …………..1.198.956
Daarnaast liep de tonnage, clie verloren ging door
zee-evenement of gesloopt werd, achteruit:
1933: 2.733.458 B.R.T., waarvan gesloopt 2.413.189 B.R.T.
1934: 2.071.662
,,
1.740.895
1935 1.421.006
,,
1.151.278
1936: 1.358.639
993.904
1-Jet is te verwachten, dat deze stijging in den
aanbouw van schepen voorloopig zal aanhouden. In
de eerste plaats is er gedurende de crisisjaren bij
vele reederijen een groote achterstand in de ver-
nieuwing van de vloot ontstaan, waarin thans nood-zakelijk voorzien moet worden. In de tweede plaats
zijn door de toeneming van het vervoer in schier
alle richtingen en de daarmede gepaard gaande ver–
betering van de vrachten, de inkomsten der reederjen
zoodanig vermeerderd, dat weder middelen ter be-
schikking staan om den bouw van schep6n te finan-
cieren. De vraag naar scheepsruimte doet zich hoven-dien allerwegen gelden, zoodat voor bijna ieder schip
loonend emplooi te vinden is. Onder deze gunstige
omstandigheden ligt het voor de hand, dat in alle
zeevarende landen regelmatig bouwopdrachten ver-
strekt worden. Matigend op eventueele neigingen tot
te sterke vlootuitbreiding werkt evenwel het feit, dat
cle houwprijzen zeer belangrijk zijn opgeloopen (in
vele gevallen tot
50
p0t. vgl. met een jaar geleden)
en dat de leverantie van materialen groote vertra-
ging ondervindt, een en ander onder meer als gevolg
van de versterking der bewapeningen.
Er zal dus meestal Vrij geruime tijd verstrijken,
alvoi-ens de schepen, waarvan thans de bouworders
worden geplaatst, in de vaart konien en op de vrach-
tenmarkt of in de lijnvaart mededingen. Moeilijk valt
te voorzien, welke behoeften aan vervoergelegenheid
tegen dien tijd zullen bestaan en of dan niet reeds spoedig opnieuw een tonnagesurplus aan den dag
zal treden; voor hèt oogenblik echter kunnen de
vooruitzichten moeilijk anders dan optimistisch be-
oordeeld worden.
De vrachten hebben zich na een onafgebroken
depressie van zeven jaren volkomen hersteld; blijkens
onderstaande cijfers is het peil van
1923
weder be-
reikt en zelfs niet onbelangrijk overschreden.
Vraehtindexcijfer 1923 = 100 (volgens Lloyd’s List).
Jaargenikldelde 1934 …………….65.9
le thalfjaar
1935 …………….64.0
Jaargenri•dclelde 1935 …………….66.4
le halfjaar
1936 …………….70.1
Jaargeimmiddelde 1936 …………….76.5
le halfjaar
1937 …………….110.4
De vrachtenmarkt blijft uiterst vast gestemd, waar-
uit dus een zeer stabiele vraag naar scheepsruimte
mag worden afgeleid.
Het scheepvaart- en goederenverlçeer in de groote
wereidhavens neemt voortdurend toe. Door het Suez-
kanaal passeerden in de eerste
5
maanden van
1937
13792.000
ton aan goederen tegen
10.361.000
ton in
de overeenkomstige periode van het vorige jaar; het
goederenvervoer door het Panamakanaal bedroeg van
Januari t/m. Mei
1937 12.316.000
ton (v.j.
11.788.000
ton). Het passagiersverkeer, in het bijzonder in de
transatlantische vaart, is eveneens grooter clan in de
vorige jaren.
Ook de onderzoekingen van de conjunctuurinsti-
tuten en van den Volkenhond geven grond toene-
ming van dec wereldhandel te verwachten; het in-
dexcijfer van den Volkenbond
(1929 = 100)
aange-
vende het kwantum van den wereidhandei, dat in het
eerste kwartaal van
1936 83.7
bedroeg, werd voor
het eerste kwartaal van
1937 op 92.6
geraamd.
Naar het schijnt, bevindt zich dan ook de wereld-
handel sinds den aanvang van het loopende jaar in
een stadium van snelle ontwikkeling, ondanks de
vele onopgeloste politieke en economische spannin-
gen. Derhalve kan in de tegenwoordige omstandig-heden een zekere uitbreiding van de wereldvloot als
1925
B.R.T.
wereld-
vloot
1930
B.R.T.
wereld-
vloot
1935
B.R.T.
wereld-
vloot
1936
B.R.T.
w
vloot
1937
1
B.R.T.
wereld-
vloot
19.304.670
30.9
20.321.920
29.8
17.298.432
27.1
17.182.857
26.1
17.436.207 26.3
11.931.562
19.1
10.645.730
15.6
9.664.665
15.2
9.434.414
14.7
9.346.988
14.1
3.919.807
6.2
4.316.804
6.3
4.085.650
6.4
4.215.690
6.6
4.475.110
6.8
Gr.-Brittanni
en Ierland
…….
Ver. Staten (zeeschepen) ………
2.618.445
4.1
3.663.237
5.3
3.966.719
6.2
4.053.655
6.3
4.346.782
6.6
Japan
…………………….
3.006.270
4.8
4.199.096
6.1
3.693.298
5.8
3.708.202
5.7
3.927.916
5.9
Noorwegen …………………
Duitschland
……………….
2.930.836
4.8
3.261.922
4.8
2.838.354
4.5
3.056.753
4.8
3.174.089
4.8
Frankrijk
………………..
.3
5.3
3.470.591
5.1
2.989.386
4.7
2.972.979
4.6
2.843.688
4.3
2.587.789
4.1
3.079.000
4.5
2.553.776
4.0
2.507.354
3.9
2.630.802
40
Italië
…………………….
..
1.4
1.390.899
2.0
1.711.165
2.7
1.800.850
2.8
1.855.435
2.7
Nederland
…………………
Griekenland
……………….894.542
..319.645
1.253.900
2.0
1.594.313
2.3
1.540.890
2.4
1.506.557
2.4
1.494.432
2.3
Zweden
…………………..
Denemarken
……………….
1.021.617
3.6
1.071.521
1.6
1.098.648
1.7
1.134.029
1.8
1.117.512
1.7
Spanje …………………….
1.142.924
1.9
1.207.093
1.8
1.164.271
1.8
1.145.531
1.8
1.043.715
1.6
18
Augustus 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
601
een verklaarhaar en alleszins gezond verschijnsel be-
schouwd worden.
In het aandeel van de vlaggen in de wereldvloot
hebben zich kleine verschuivingen voorgedaan, zoo-
als blijkt uit vorenstaand overzicht van de stoom- en
motortonnage (zie tabel onderaan vorige bladzijde).
In verscheiden landen heeft de achteruitgang
plaats gemaakt voor vooruitgang, dit is met name
het geval met de Noorsche vloot, die met ongeveer
300.000
ton is toegenomen, de Japansche, die met
260.000
ton, de Britsche, die met
258.000
ton en de
Duitsche vloot, die met
219.000
ton gestegen is. De
wereldvloot is thans nog
5
pCt. kleiner dan in
1931,
toen cle grootste omvang bereikt werd; ook de ton-
nage der meeste andere landen staat nog achter bij
het in vroegere jaren behaalde cijfer; belangrijke uit-
zonderingen vormen evenwel Japan en Noorwegen,
die resp.
7
pct. en
35
pOt. grooter zijn dan. in
1929
en van de kleinere vloten Griekenland (vermeerdering
40 pOt.) en Sovjet-Rusland (vermeerdering
178
pOt.).
De Nederlandsche vloot kan eindelijk weer eenigeil
vooruitgang boeken; zij nam met
123.000
ton toe;
toch bedraagt, vergeleken met het jaar
1931,
toen de
Nederiandsche tonnage den grootsten omvang be-
reikte, de vermindering nog
15
pOt.; trekt men de
tankschepen af, dan heloopt de achterstand zelfs niet
minder dan
21
pOt.
In tonnage afgenomen zijn in het afgeloopen jaar
de Fransche vloot (met
132.000
ton), de Spaansche
(met
103.000
ton) en de Amerikaansche (met 100.000
ton).
Voor een beoordeeiing van de kwaliteit der ver-
schillende vloten is allereerst de leeftijd der schepen
van belang. De tonnage der schepen, minder dan
5
jaar oud, die in
1931
nog
17.3
pOt. van de wereld-
vloot bedroeg, doch in
1936
was teruggeloopen tot
7.7 pOt., begint weei. te stijgen; deze schepen vor-
men thans
9.9
pOt. van de totale tonnage. De groot-
ste leeftijdsklasse is die van de schepen tusschen
15
en
20
jaar oud, welke
30.1
pOt, van het totaal vormen.
De leeftijdsopbouw van de Nederlandsche vloot
maakt thans een beter figuur dan het vorig jaar,
toen de cijfers tot een zekere verontrusting aanlei-
ding gaven. Meer dan de helft van de vloot is jonger
dan
15
jaar, terwijl het percentage van de schepen,
minder dan
5
jaar oud, van
8.9
gestegen is tot
12.3
pOt. De hieronder volgende staat geeft een verge-
lijkend oveizicht van den ouderdom van de voor-
naamste nationale vloten:
Minder dan
25 j.
5 jaar
5-10 j.
10-15 j. 15-20 j.
20-25 j.
en ouder
Wereldvloot
9.9
16.8
14.1
30.1
10.4
18.7
Engeland
14.5
21.8
21.2
23.2
10.4
8.9
Ver. Staten
2.3 7.1 3.5
68.0
9.9
9.2
(zeeschepen)
Japan
…..
18.3
12.8 7.6
33.8
11.2
16.4
Noorwegen
17.9
29.5
13.8 19.5 7.8
11.5
1)uitsohiaud
12.7
17.6
22.3
29.1
5.5
12.8
Frankrijk
11.0
17.5
14.6
35.3
11.5
10.1
Italië
1.4
13.2
20.6
28.6
11.3
24.8
Nederland
12.3
26.1
17.4
26.6
9.3
8.3
Griekenland
1.0
1.6
2.8
30.2 25.5
39.0
Zweden
8.1
17.8 13.3
20.4
9.4
30.9
Denemarken
13.0 22.8 16.4
24.0
11.1
12.7
De hoogste percentages van moderne schepen too-
nen, evenals het vorige jaar, Japan en Noorwegen.
De Vereenigde Staten, waar slechts
2.3
pOt. van de
tonnage, jonger dan
5
jaar is, Italië met
1.4
pOt. en
Griekenland met 1 pOt. komen in dit opzicht sterk
achteraan.
Een andere aanwijzing voor de kwaliteit der ton-
nage is het machinetype. lIet verdringingsproces van
de stoomschepen door de motorschepen gaat nog
steeds voort: cle stoomtonnage daalde met
192.000
B.R.T., terwijl de motortonnage toenam met
1.458.000
B.R.T. en thans
20.7
pOt, van de wereldvloot uit-maakt. In verscheiden landen is dit percentage be-
langrijk hooger: zoo vormen de motorschepen in
Noorwegen
56
pOt., in Denemarken
48.7
pOt., in
Zweden
39.8
pOt. en in Nederland
38.9
pOt. der totale
tonnage. In Engeland bestaat
21.3
pOt. der vloot uit
motorschepen, terwijl de desbetreffende percentages
in Frankrijk
(11.3
pOt.), de Vereenigde Staten
(5.9
pOt.) en Griekenland
(0.7
pOt.) zeer laag zijn.
Een toPnage van
19.776.000
B.R.T. is ingericht
voor het stoken van olie; het gebruik van olie als
brandstof wint dan ook ieder jaar meer veld. Minder
dan
50
pOt. van de wereldvloot is thans geheel op
het gebruik van kolen aangewezen, terwijl dit in
1914
nog met circa
89
pOt. der vloot het geval was.
Daarentegen kan meer dan
50
pOt. van de vloot met
olie gestookt worden, al zal dit niet steeds in alle
hiertoe geschikte schepen gebeuren, omdat ook de
prjsverhoudingen tusschen kolen en olie ten deze
een rol spelen.
De tankvioot bedraagt thans bijna 10 millioen
B.R.T. of ruim
15
pOt. van het totaal,
2%
millioen
B.R.T. tankruimte behoort zoowel in Groot-Brittan
nië als in de Vereenigde Staten thuis; de Noorsche
tankvloot bedraagt
1.856.000
B.R.T., de Nederland-
sche, die op de 4e plaats komt, omvat
447.308
B.R.T.
Blijkens de bouwcijfers vindt nog steeds uitbrei-
ding plaats:
Tanktonnage in atnbouw
le
kwartaal
1936
……………
600.896 B.R.T.
Ze
1936
……………
656.626
3e
1936
……………
655.236
4e
1936
……………
652.202
le
1937
……………
689.838
2e
1937
……………
735.612
De wereldvloot bestaat uit een groote verscheiden-
heid van schepen, waarvan vele slechts voor bepaalde
doeleinden en vaarten bestemd zijn. Een zuiverder inzicht in den omvang van de vloot, die aan het al-
gemeene vervoer van personen en goederen op de
oceanen deelneemt, verkrijgt men door buiten be-
schouwing te laten de schepen, welke op de Amen-
kaansche meren gebruikt worden, de tankschepen,
de schepen van minder dan
4000
ton inhoud, schepen
ouder dan
25
jaar (met uitzondering van enkele, die
nog een behoorlijke snelheid kunnen ontwikkelen)
ed. De onderlinge verhouding der verschillende vlag-
gen wordt dan als volgt:
Grootte der stoom- en mnoto•itonnage ter besohiikking
van het passagiers- en vrachbvervoer in de groote vaart.
1930
in 1000
%
B R T
wereld-
totaal
1937
in 1000
B R T
wreld-
totaal
Gr.-Brittannië en leri
10.440
38.47
10.781
35.93 5.373
19.80
5.043
16.81
2.151
7.93
2.283
7.61
1.739
6.41
2.273
7.57
Ver. Staten …………
1.492
5.50
1.818
6.06
Duitschiand …………
Japan
…………….
1.588
5.85
1.607
5.35
Italië ……………….
Frankrijk ……………
Nederland …………
1.732
6.38
1.474
4.91
515
..
1.90
1.064
3.55
Noorwegen
…………..
Wereldtotaal
………
27.136
100
30.010
100
Deze tonnage van bijzondere kwaliteit is sinds
1930
in alle landen toegenomen, behalve in de Ver-
eenigde Staten, waar zij met
330.000
B.R.T. en in
Nederland, waar zij met
258.000
of
15
pOt. vermin-
derde. Gelukkig is gedurende de afgeloopen jaar-
periode deze tonnage onder Nederlandsche vlag van
1.378.000
tot
1.474.080
B.R.T. gestegen, doch duide-
lijk blijkt uit deze vergelijking hoezeer de Neder-
landsche vloot door de crisis geleden heeft. Op zich-
zelf ondergaat deze groep, waarvan in de intatna-
tionale concurrentie de beteekenis overwegend is,. weinig verandering; reeds gedurende eenige jaren
omvat zij ongeveer
30
millioen ton, hetgeen bewijst
hoe inelastisch het aa.nbod van scheepsruimte van
dit type is en hoezeer dus vermeerdering van de
vraag geruimen tijd hooge vrachten tengevolge zal
hebben. Mr.
II. E. S011uFaR.
602
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Augustus 1937
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE EERSTE GEVOLGEN VAN HET TWEEDE
DEVALUATIE-EXPERIMENT IN FRANKRIJK.
Dr. H. Weichmann te Parijs schrijft ons:
Sinds ongeveer 6 wreken is in Frankrijk het tweede
devaluatie-experiment aan den gang. De regeering
heeft gedurende dien tijd een groote activiteit ont-
plooid, de markten hebben duidelijke reacties ver-
toond en zoo is nu het tijdstip aangebroken om de eer-
ste balans op te maken. Het programma der regeering
Ohautemps toont volgens zijn opzet, ofschoon ook
hier de devaluatie het vooi-naainste punt is, belang-
rijke verschillen met dat van haar voorganger.
De huidige regeering heeft, uitgaande van de
klassieke ervaringen bij devaluatie der diverse valu-
ta’s opgedaan, bij het begin van haar herstelpogingen
het streven naar evenwicht in de begrooting op den
voorgrond gesteld. De gewone uitgaven beliepen in
totaal Frs. 48 milliard, waarvan voor Frs. 44
milliard dekking aanwezig was. Van dit bedrag was
nog Frs. 4 milliard dubieus (verw’achte meerdere he-
lastinginkomsten uit hoofde van een te verwachten
opleving, welke echter uitbleef). Bonnet zag zich
dus verplicht om voor een bedrag van Frs. 8 milliard dekking te zoeken. Door verhooging van diverse be-
lastingen werd het bedrag aan meerdere inkomsten
geraamd op 8 miljard en de verhooging der spoor-
wegtarieven inbegrepen op 10.5 milliard Francs. De be-
lastingverhoogingen betreffen voornamelijk indirecte
belastingen, hetgeen onmiddellijk inkomsten oplevert.
• De begrooting der
buitengewone uitgaven
toonde
een tekort van Frs. 48 milliard, welk bedrag de regee-
ring door diverse bezuinigingen tot Ers. 18.5 milliard
kon verminderen. Dit bedrag moet nog verhoogd
worden met Frs. 7.5 milliard voor te verstrekken
leeningen aan overheidsinstellingen, staatsbedrijven
enz. Dit bedrag van 25 â 26 milliard Francs blijft
nog beneden de jaarljksche toeneming der besparin-gen van het Fransche volk (pl.m. Frs.
30
milliard).
Aan de maatregelen op budgetair gebied verbond
de regeering een nieuwe tactiek van contrôle op de
kapitaal- en deviezenmarkt.
Op
de deviezenmarkt ver-
anderde het Egalisatiefonds haar systeem van ver-
dediging der valuta in dat van verdediging van den
goudvoorraad. Dientengevolge is de taak van den
Franc nu geworden, het vinden van een natuurlijk
evenwrichtspunt.
Op
de kapitaalmarkt vulde de regee-
ring de heerschende lacune in het contrôlesysteem
aan, door instelling van een interventiefonds voor
staatsobligaties. Door contrôle op deze beide mark-
ten werd de speculatie sterk beteugeld.
Tenslotte ging de regeering ook het sterk verwaar-
loosde gebied van de prijzen controleeren. Voorloopig
werd het verboden de prijzen te verhoogen, om daarna
het prijsniveau aan een geordende elastische prijs-
vorming te onderwerpen.
Dank zij deze methodische maatregelen kan het
kabinet Chautemps nu reeds op resultaten wijzen.
Op
de markt voor staatsobligaties zijn de koersen ge-
stegen tot een niveau, dat het devaluatiepercentage
overtreft. De koersstijgingen op de obligatiemarkt
zijn haast nog belangrijker, omdat zij niet het gevolg
zijn van aankoopen van het interventiefonds, dat de
beschikking over Frs. 6 milliard heeft.
Tegelijkertijd valt ook op de deviezenmark-t een
ontspanning waar te nemen, zonder ingrijpen van
het Egalisatiefonds. Het terugkeerende vertrouwen
in de begrooting en cle vraag naar toeristenfrancs is
hieraan niet vreemd.
Door deze gunstige ontwikkeling kon cle Banciue
de France haar disconto van 5 pOt. op 4 pOt. ver-
lagen, zonder te vreezen met de markttendenzen in
botsing te komen, zooals dat hij de discontoveria-
gingen in de afgeloopen jaren het geval was. Het
is niet uitgesloten, dat een verdere discontoverlaging
zal plaats vinden, gezien het feit, dat Minister Bon-
net zich kortgeleden als voorstander van evn politiek
van goedkoop geld uitgesproken heeft.
Tenslotte kon de regeering de schatkistpositie
nog verbeteren door uitgifte van een 4 pOt. leening
ter consolideering der 434 pOt. schatkistbons, die in
October vervallen. Dit, als voorzorgsmaatregel, daar
men de traditioneele gevaren van een geldvoorzie-
ning op het allerlaatste oogenhlik, zooals dit de laat-
ste jaren het geval was, vermijden wriL
1
/oor een regeeringsperiode van nauwelijks 6 xve-
ken is de balans uitermate gunstig. Toch betreft het
hier slechts een voorloopige balans. Iedere regeering
toch verniocht in de laatste jaren onmiddellijk na haar
ambtsaanvaarding verwachtingen op te wekken en
bepaalde resultaten aan te wijzen.
De regeering Ohautemps is bovendien nog begun-
stigd door een levendig tentoonstellingsverkeer en
de gunstige verwachtingen van een zich nieuw af-
teekenend internationaal herstel na de inzinking in
het voorjaar,. Het is daarom de vraag, of ditmaal
de eerste resultaten geconsolideerd worden en of uit
deze psychologisch verbeterde sfeer nu ook ean mate-
rieele vooruitgang groeien zal.
De teekenen van een materieele opleving liggen
in een toenemenden uitvoer en een vermeerderde
economische bedrijvigheid. hierover zijn echter nog
geen betrouwbare gegevens beschikbaar.
Uit deze constellatie mogen echter niet negatieve
conclusies w’orden getrokken. De volkshuishouding
bevindt zich nog in de aanpassingsperiode, die in de
AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van 1000 kg.)
Artikelen
Rotterdam
8-14
Aug.
Sedert
Overeenk.
1937
1Jan. 1937
tijdvak 1936
1
Amsterdam
8-14
Aug.
Sedert
Overeenk.
1937
1Jan. 1937
tijdvak 1936
Totaal
1937
1936
22.504
1.055.588
612.061
–
17.735
8.311
1.073.323
620.372
1.699
153.740
147.941
–
2.875
1.976
156.615 149.917
Tarwe
……………..
Rogge
……………….
196
11.184 19.215
–
–
350 11.184 19.595
Boekweit ………………
Mais ……… ……….
29. 649
678.050
477.668
9.048
103 281
98.714
781.331
576.382
3.473
175.286 191.317
–
6.689
12.807 181.975
204.124
6.088
94.402
62.371
–
3.180
680
97.582
63.051
1.756
120.575 146.458 6.373 148.608 141.256
269.183
287.714
Gerst
……………..
Haver
……………..
Lijuzaad
……………
47.251
33.917
175
47.251
34.092
Lijnkoek ……………-
m
927
23.960
23.115
60
3.718
5.826
27.678
28.941
Tarweeel
………….
Andere meelsoorten
20
24.294
20.211
–
2.723
1.076
27 017
21.287
Noot bij groothandelsprijzen.
‘)
Tarwe:
Tot Jan. 1931 Hard WInter No. 2; van Jan. 1931 tot 26 Sept. 1932 79 kg La Plata; van 26 Sept. 1932
tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2; van 5 Febr. 1934 tot 6 Juli 1935 80 k.g La Plata
;
van 6 Juli 1936 tot 30 Nov.
1936 Mani.toha; van 30 Nov. 1936-2 Aug. 1937 Ba.hia Blanca
;
van
2
Aug.-16 Aug. 1937 La Plata.
Rogge:
Tot
Jan. 1928 Western
;
vanaf Jan. 1928 tot 16 Dcc. 1929 Anienicaii No. 2; van 16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 74/5 kg
II-Iongaa.i-vohe; vanaf 26 Mei 1930 tt 23 Mei 1932 74 kg Zuki-Russisohe
;
van 23 MeI 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2
Canada.
Gerst:
Tot Jan. 1928 Malting
;
van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 Amepican No. 2; van 9 Febr. 1931 tot 23
Mei 1932 64/5 ikg Zuid-Russisohe
;
van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3; van 19 Sept. 1932 tot 24 Juli 1933 62/63 •kg
Zuid-Russisch.e
;
van 24 Juli 1933-7-0et. 1935 64/65 kg La Plata.
;
van 7 Oot. 1935-18 Mei 1936 62/63 kg Zuid-
Russische.
Cement.
–
In bepaalde gevallen wordt nog een klein sdheepsrabat en/of omzetrabat hierop verleend.
18 Augustus
1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN
603
laatste maanden ten behoeve van het economisch
herstel was ingeluid. Al heeft dan ook de tweede
devaluatie gunstige perspectieven voor de doorvoe-
ring der aanpassing doen ontstaan, dan nog heeft
het economisch leven een geruimen tijd noodig om
uit te werken. De vooruitzichten voor de aan-
passing zijn bepaald gunstiger dan eenige maanden
geleden. Met de experimenten der laatste jaren heeft
men een dosis ervaring opgedaan, waarvoor regee-
ring en partijen begrip toonea. De regeering heeft
de prijzen, welke een beslissende factor zijn voor het
welslagen van het devaluatie-experiment, aan banden gelegd, zonder deze daarom i.nelastisch te maken.
De achter de regeering staande partijen hebben
zich de van de bevolking gevraagde offers laten wel-
gevallen en het kabinet haar vertrouwen geschonken.
liet kapitaal zelf is bereid, het nieuwe kabinet een
kans te geven, in het volle bewustzijn, dat de door
Minister Bo.nnet op liberalen grondslag doorgevoerde
hersteipogingen ook cle laatste kans voor het kapita-
lisme bieden en cle klippen van een dwangsysteem
omzeilen.
Gezien deze situatie, schijnen ook de vooruitzich-
tea om de volgende etappe te bereiken verbeterd te
zijn, waarvoor de ontplooiing van nieuw onderne-
mersinitiatief, algemeene stijging der productie en
verbetering van den export noodig zijn, wil de psy
–
chologische ommekeer ook een definitieve conjunc-
tuurverbetering tengevolge hebben.
STATISTIEKEN.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
D a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
IBatavt
York
0
)
)
)
S
)
S)
1)
10 Aug. 1937
1.81y
16
9.0414
72 96
6.81
y
4
3054
100%
11
,,
1937
1.81K
6
9.03% 72.95
6.80%
30.54
100%
12
,,
1937
1•81K6
9.04k
72.96
6.80%
30.534
100%
13
1937
1.81K
0
9.04%
72.95 6.81
30.534
100%
14
1937
1.81K
6
9.04%
72.96
6.81
30.544
100k
16
1937
181K4
9.03%
72.96 6.80% 30.54
100%
Laagste d.w’)
1.81%
9.03%
72.90
6.79%
30.50
100
Hoogste d.w’)
1.81% 9.05
73._
6.82
30.56
100%
Muntpariteit
1.469 12.1071
59.263
9.747
24.906
100
Data
Zwit-
srnd
Weenen
Praag
Bo:ka-
Milaan
Madrid
10 Aug. 1937
41.66
–
6.324
–
–
–
11
,,
1937
41.66
–
6.32k
–
-,
–
12
,,
1937
41.66
–
6.324
– – –
13
,,
1937
41.66
–
6.324
–
–
–
14
,,
1937
41.66
–
6.324
–
–
–
16
,,
1937
41.66
–
6.324
– –
–
Laagste d.wl)
41.60 34.25
630
–
9.60
–
Hoogste d.w’)
41.70
34.30
6.35
1.50
9.65
–
Muntpariteit
1
48.003
35.007
7.371 1.488
13.094 48.52
13
a a
St ock-
Kopen-
s
o
•
1-fel..
Buenos-
Mon-
‘)
holm
hagen)
of
Aires’)
treal’)
10 Aug. 1937
46.65 40.40
45.474
4.-.-
55
1.819
11
,,
1937
46.60
40.35
45.424
4.-
55
1.81%
12
,,
1937
46.624
40.274
45.45
4.-
55
1.81%
13
,,
1937
46.65
40.374
45.45
4.-
55
1.81%
14
,,
1937
46.65
40.374
45.45
4.-
55
1.81%
16
,,
1937
46.60
40.35
45.425
4.-
55
1.81%
Laagste d.w’)
46.55
40.30
45.35 3.974 54%
1.81
Hoogste d.w’)
46.674 40.424
45.50
4.024
55%
1.81%
lluntpariteit
66.671
66.671 66.671
6.266
95%
2.1878
)
Noteering te Amsterdam.
5*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
in ‘t late
of
2de No. van ieder maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
13 a a
Londen
($ per £)
Parijs
($
P. lOOfr.)
Berlijn
($
p. 700
Mk.)
Amsterdam
($
p. 100 gld.)
10 Aug.
1937
4,98% 3,75%
40,23 55,15
11
1937
4,98% 3,75%
40,22%
55,15
12
1937
4,9834
3,75% 40,22%
55,14
13
1937
4,9834
3,75%
40,22 55,15
14
1937
4,98%
3,73%
40,22
55,15k
16
1937
4,98% 3,75%
40,22%
55,14
17 Aug.
1936
5,02
21
/
82
6,58%
40,23
67.94
filuntpariteit..
4,86
3.90%
23.81%
40%
BANKDISCONTO’S.
Disc.Wissels.
Ned
2
3Dec.
’36
Lissabon
. . .
.4
11 Aug. ’37
‘Bel.Binn.Eff.
Bk
1Vrsch.inR.C.
24
3Dec.’36
Londen ……
2
30Juni’32
24
3Dec.’36
Madrid ……
5
9
Juli ’35
Athene ……….
6
4Jan.’37
N..YorkF.R.B.14
1Feb.’34
Batavia……….
3
14Jan.’37
Oslo
……..
4
7Dec.’36
Belgrado
……..
5
lFebr. ’35
Parijs
…..
.4
3Aug. ’37
Berlijn
……….
4
22Sept.’32
Praag
……
3
1 Jan.’36
Boekarest ……..
44
15Dec.’34
Pretoria
. .
.34
15Mei’33
Brussel ……….
2
16Mei ’35
Rome ………
44
18Mei’36
Boedapest
……
4
28 Aug.’35
Stockholm
.
.24
1Dec.’33
Calcutta
……..
3
28Nov.’35
Tokio….
3.285
7Apr.’36
Dantzig……….
4
2 Jan.’37
Weenen ……
34
10 Juli’35
Helsingfors ……
4
3Dec.’34
Warschau
….5
2600t.’33
Kopenhagen……
4
19Nov.’36
Zwits. Nat.
Bk.
1425 Nov.’36
OPEN MARKT.
1937
1936
1935
1914
14
1
9114
217
26131 10115 12117
20124
Aug.
Aug. Aug.
Juli
1
Aug.
Aug.
Juli
Amsterdam
Partic. disc.
11
4
11
4
114
‘Is
1
3
1g_
1
1
4
7
1_5
1
15
3
4
(8
3
(16
Prolong.
1(
4
2)
1(
4
1)
i1..31
4
31
4
1114
43/_5
211
4
_3j
4
t.onden
Daggeld
1
12
1
1/_1
112
1
4)
1
1_l
1
1-1
‘(,-1
1314-2
Partic. disc.
17
/32
-9
1i6
17132-9/16
171
33
..
17
32_
9
116
17133_919
116-I8
41(4.3(4
Berlijn
116 4)
Daggeld.
251s-7/s
2)
2
3
18-
7
(8
3
)
2
1
12-3
2
1
13
1
/
2
7
(83
1
(9
27(8-31(
4
–
Maandeld
2I3-7(8 2)
2
1
(17(8
3)
2
1
(,-
7
(
2
1
(,_
7
1s
2
3
/4-
79
23/
4
-31(4
–
Part, disc.
2
7
(
2
)
2
7
13)
2
7
18
2
7
18
2
7
1
3 21(_1(
2
Warenw.
..
4
1
14 2)
4.1(
4
3)
4.11
4
4_11
4.11
4
4.11
4
–
t’lew York Daggeld’)
1
1 1 1
1
11
4
13(
4
.21(
3
Partic.digc.
1
12
1
12 11
1
12
11
4
51
34
–
1
1 Koere van 13
Aug.
en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
2
)13 Aug.
3)
9-13 Aug.
4)
3-7 Aug.
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings.
eenheden
31Juli
1937
7 Aug.
1937
9/14
Aug.
1937
Laagste Hoogste
14Aug,
1937
Alexandrië..
Plast.
p.g
9734
9734
97%
97%
9714
Athene
..,.
Dr.
p. £
547% 547%
540 555
54734
Bangkok….
Sh.p.tical
1/9%
1110% 1110%
1110%
1110%
Budapest’)..
Pen.
p.
25%
25%
24%
25%
25%
BuenosAires’
p.pesop.
16.444 16.46 16.43
16.51
16.485
Calcutta
….
Sh.
p.
rup.
1/6%
116%
116
3
1
33
1
1
65
1
82
1/6%
Istanbul
..
Piast.p.
618
620
619
620 620
Hongkong
. .
Sh.
p. $
1/2
25
1
35
112
29
1
82
1/2%
113%
1129
Sh.
p.
yen
1/1
81
/
32
1
163144
1/1
81
/
33
1/2
1
/
32
1/2
Lissabon….
Escu.p.110%
6
110%
110 110%
110 Mexico
….
$per
18
18
17%
18%
18
lvlontevideo$)
d.perg
28
28
27%
28%
28%
Kobe
…….
Montreal
. .
$
per £
4.97,1,5
4.98
0
4.98
4.99%
4.98%
Rio
d.Janeir.4
d. per
Mii.
37/
53
37
132 182
3%
3
11
1
64
Shanghai
..
Sh.
p. $
112%
1/2%
112
1/2%
112%
Singapore
..
id.
p. $
214
5
/
33
2/4
5
/
33
2/4%
2/4%
214
5
1
Valparaiso
6).
$
per
£
128
128 128 128
128
Warschau
..
Zl. p. £
2634
e
26%
2634
26%
26%
1) Offic.
not.
10
Dec.
1611
3
.
2)
Offic.
not. 15
laten,
Rem, not.,
welke
imp. hebben te betalen 10 Dec. 16.12.
3)
Offic. not. 19Mei 397/
8;
12 Aug
39131 4) Id. II Mrt. 1935 411
4
. t)
90 dg. Vanaf 28 Aug. laatste ,export”
noteering.
ZILVERPRIJS
COUDPRIJS 8)
Londenl) N.Yorkl)
Londen
10 Aug. 1937.. 19%
44%
10 Aug. 1937…, 1395
11
,,
1937., 19′
44%
11 ,,
1937…. 139
1
–
6
12 ,,
1937., 19’9.
44%
12 ,,
1937…. 139/6
13 ,,
1937.. 19%
44%
13 ,,
1937.,.. 13915
14 ,,
1937.. 20
–
14 ,,
1937..,. 13916
16 ,,
1937.. 20
44%
16 ,,
1937…, 139/7
17 Aug. 1936.. 19%
44%
17 Aug. 1936…. 13815
27 Juli 1914,, 241% 59 27 Juli 1914,.., 84/10%
t) in pence p.oz.stand.
2)
Poreign sliver In $c. p. oz. line.
3)
in ah. p. oz.fine
NEDERLANDSCH-INDJSCHE VLOTTENDE SCHULD.
7 4..,, 1077
1 1A 4,,..
fl’1
Saldo Javasche Bank’
.
……………
f
1.949.000,-
–
Saldo b. d. Postchèque- en Olrodienst
.
–
382.000,-
1
179.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s
Rijks kas e.a. Rijksinstell
25.584.000,-
•
20.228.000,-
Schatkistbiljetten in Omloop
7.000.000,-
,,
7.000.000,-
Schatkistpromessen in omloop……..,
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
–
•
1.914.000,-
779.000,-
–
1.914.000,-
1.071.000,-
Belegde kasmlddelen Zelfbesturen…
•
500.000,-
500.000,-
Voorschot van de Javasche Bank …
–
906.000,-
1)
Betaalmiddelen In ‘s Lands Kas op
17 Juli 1937
f
29
, .096.0001-.
GROOTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS. EN GENOT.
GERST
MAIS
ROGGE
TARWE
BURMA RIJST
BOTER per kg.
KAAS
Edmmer
EIEREN
64165 kg
La Plata’
Rotterdam per 2000 kg.
74 kg Bahia
Rotterdam
per 100 kg.
Loonzein cwt. f.o.b.
per
maar
Gem. not.
Leeuwar-
.
e
ing
.
1)
Zzeblz.602
loco
••
Termijn-
La Plata
3lanca’)locc
Rotterdam
Termijn-
..
.
Bahia
Rangoon(Bassein
der Comm
Crisis
Fabr.kaas
Eiermijn
Roermond
van dit
nummer
Rotterdam
per2000 kg.
noteer. op
1 of 2 mnd.
OCOPflS
k
noteer.
per 1
g.
1 of
op
2 mnd.
Blancal)
Locoprijs
Flerl.Ned.Ct.I
Not.
Not e in
e
Zuivel-
Centr.
gang exp.
per5okg.
P. 100
t
%f%!%
f
%
f
%
f
%
sh.
f
%
f
f
%
t
%
1927
37-
1102
171,50
893
176,-
87,1
12,475 102,5
13,82
5
110,1
14,75
109,3
6,83
104,5
11(3(4
2,03
98,4
–
43,30
95,0
7,96
99,3
1928
22850
1062
20850
108,6 226,-
111,9
13,15
108,1
12,57
5
100,1
13,47
5
99,9 6,43
98,4
10f714
2,11
102,3
–
48,05
105,4
7,99 99,6
1929
179
‘
75
836
196-
102,1
204,-
101,0
10,87
5
89,4
11,27
5
89,8
12,25
90,8
6,34
97,0
106
2,05 99,4
–
45,40
99,6
8,11
101,1
1930
11175
52,0
118,50
61,7
136,75
67,7 6,22
5
51,2
8,27
5
65,9
9,67
5
71,7
5,09
77,9
85
1,66
80,5
–
38,45 84,4 6,72
83,8
1931
10725
49,9 78,25 40,8
84,50 41,8
4,55 37,4
4,65 37,0 5,55
41,1
3,09
47,3
56
1,34
64,9
–
31,30
68,7 5,35
66,7
1932
10075
46,8
72,-
37,5 77,25 38,2 4,62
5
38,0
4,70
37,4
5,22
5
38,7
2,59
39,6
51111j2
0,94
45,6
–
•
22,70
49,8 4,14
51,6
1933
70-
325
6075
31,6
68,50
33,9 3,55 29,3
3,75 29,9
5,02
5
37,2
1,84
28,2
4151(2
0,61
29,6 0,96
20,20
44,3
3,71
46,3
1934 75
‘
’75
352
6475
337
70,75
35,0
3,32
5
27,3
3,25
25,9
3,67
5
27,3
1,74
26,6
41714
0,45
21,8
1,-
18,70
41,0 3,45 43,0
1935
Lu
68-
31,6
56-
292
61,25 30,3
3,07
5
25,3
3,87
5
30,9
4,12
5
30,6 2,07 31,7
5/8(2
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6 3,20 39,9
1936
:-
40,0
74,50
38,8
74,-
36,6
4,27
5
35,1
5,75 45,8
6,27
5
46,5 2,19 33,5
51712
0,58
28,1
0,88
5
17,55
38,5
3,50
43,6
Jan.
1936
in
63,50
29,5
54,-
28,1
56,-
27,7
3,52
5
29,0
5,10
40,6
5,45 40,4
1,81
21,7
4111
1
12
0,57 27,6
0,95
16,80
36,9 4,04 50,4
ebr.
64,50
30,0
52,-
27,1
55,25 27,4 3,40
27,9
4,92
5
39,2
5,22
5
38,7
1,89
28,9
512i4
0,61
29,6
0,92
5
17,375
38,1
3,375
42,1
1-‘
6975
324
56-
29,2
59,50 29,5 3,50
28,8
4,92
5
39,2
5,22
5
38,7
2,03
31,1 517
0,46 22,3
1,04
17,70
38,8 2,69 33,5
Maart
”
April
0
70-
325
30,2
64,-
31,7 3,45 28,4
4,85
38,6 5,17
5
38,4
2,10
32,1
519
1
1
0,44
21,3
1,02
5
16,82
5
36,9
•
2,49 31,0
”
Mei
Z
7225
33,6
30,7
63,75
31,6
3,17
5
26,1
4,65
37,0 5,12
5
38,0
2,11
32,3
5f
3
14
0,47
22,8
0,99
18,75
41,1
2,52 31,4
luni
‘
.
71,50 33,2
60,75
31,6
66,-
32,7
3,45
28,4
4,62
5
36,8 5,05
37,4 2,12
32,4
518i
2
0,57
27,6 0,89 20,20
44,3
2,69
33,5
Juli
74,75 34,8
65,75
34,2
71,75
35,5
3,65 30,0
5,15 41,0
5,625 41,7 2,06
31,5
517
0,60
29,1
0,815
19,35
42,5
2,91
36,3
Aug.
88,-
40,9
79,75
41,5
41,6
4,025
33,1
5,95 47,4
6,35
47,1
2,17
33,2
5110
1
12
0,62
30,0
0,80
17,875
39,2
3,31
5
41,3
Sept.
,
88,-
40,9
79,-
41,1
42,1
4,40
36,2
6,-
47,8 6,50
48,2 2,22
34,0
51111 2
0,58
28,1
0,79
16,25
35,6 3,63 45,3
Oct.
Cl)
120,50
56,0
94,75
49,3
97,50
48,3
6,02
5
49,5
7,775
61,9 8,80
65,2 2,57
39,3
517 12
0,63 30,5
0,77
5
17,55
38,5 4,85 60,5
Nov.
121,50
56,5
89,75
46,7
89,50
44,3 5,72
5
47,1
7,27
5
57,9 8,55
63,4
2,46
37,7
5151/
0,70 0,65
33,9
0,78 0,825
16,07
5
15,75
35,3 34,6 5,15 4,36
5
64,2 54,4
Dec.
129,-
60,0
95,25
49,6
97,-
48,0 6,97
5
57,3
7,87
5
62,7
8,17
5
60,6
2,71
41,5
61-
1
12
31,5
Jan.
1937
61,4 99,75
52,0
97,50
48,3
7,975
65,5
8,07
5
64,3
8,40
62,3 2,74
41,9
611ij2
0,66
32,0
0,85
17,075
37,5
3,45
43,0
Febr.
>
129,-
60,0
102,-
53,1
100,50
49,8 8,72
5
71,7
7,92
5
63,1
8,25
61,1
2,62
40,1 5110
1
14
0,69 33,4
0,80
18,75
41,1 3,81
47,5
Maart
61,8
104,25
54,3
106,-
52,5 9,02
5
74,2
8,72
5
69,5
9.15
67,8
2,57
39,3
51914
1
0,68
33,0
0,80
18,82
5
41,3
3,86
48,1
April
1 49,75
69,6
110,75
57,7
1
1 5,-
56,9
1 0,-
82,2
9,40
74,9
10,17
5
75,4 2,72 41,6
6114
1
0,69 33,4
0,80
16,45
36,1
3,05
38,0
Mei
144,40
67,1
107,-
55,7
110,-
54,5
10,-
82,2
8,92
5
71,1
9,72
5
72,1
2,64 40,4
51101/2
0,71
34,5 0,72
5
17,32
5
38,0
2,89 36,0
Juni
,,
148,75
69,2
99,-
51,6
105,-
52,0
10,15
83,4
7,52
5
59,9
8,95 66,3 2,63 40,3
5110
1
1
4
0,74
35,9
0,70
19,82
5
43,5
2,98
37,2
Juli
_
149,25
69,4
108,25
56,4
III,-
55,0
9,85
81,0
8,57
5
68,3
9,975
73,9
2,68
41,0
5111’14
0,77 37,4 0,68 20,15
44,2
3,74 46,6
27 Juli-3 Aug.
145,50
67,6
107,50
56,0
110,50
54,7
9,525 78,3
8,42
5
67,1
8,75 64,9
2,71
41,5
61
0,80 38,8 0,65
21,
46,1
3,80
47,4
3-10 Aug.1937
144,50
67,2
107,25
55,9
112,50
55,7
9,275
76,2
7,85
62,5 9,75
72,3 2,80
42,9
6(21(
4
0,80
38,8
0,65
22,50 49,4
3,70
46,1
10- 17
,,
1 42,50
66,3
1 09,-
56,8
1
14,50
56,7
9,27
5
76,2
7,82
5
62,3 9,65
7 1 ,5
2,94
45,0
616
0,78
37,9
0,65
21 ,-
46,1
3,65
45,5
JUTE
KATOEN
–
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
,,First M rks”
1fl
olie gekamd; loco Bradford per Ib.
131
14
Dernier
Stand. Ribbed
Middling Upland
Super Fine C.P.
Crossbred Colonial
Carded 50’s Av.
.
,
erino
S
V.
c.i.t. Londen
per Eng. ton
loco
New York per ib.
1
Herl.Ned.Ct.1
Oomra
Liverpool per Ib.
wit Dr. D. te
New York per Ib.
Smoked Sheets
loco Londen p. Ib.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not. Not.
Herl.Ned.Ct.
1
Not.
Herl.Ned.Ct.
i
Not.
HerI Ned.Ct.
Not.
H
Not.
1
%
£
cts.
%
$cts.
ets.
%
pence
ets.
%
penee
ets.
%
pence
f
%
$
ets.
%
penm
1927
462,38
103,4
36.101-
43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27
133,8
96,8 26,50 244,9
104,8
48,50
13,55
105,8
5,44
93
140,2
18,50
1928
445,89
104,2 36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8
111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,75
1929
395.49
92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2 92,4 6,59
127,2
92,0 25,25
196,5
‘
84,1
39,-
12,28
95,9
4,93
52
78,4
10,25
1930
257,97
60,3
21.619
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8
3,92
81,9
59,2
16,25
134,8
57,7
26,75
8,50 66,4 3,42
30
45,2
5,87!
1931
192,15
44,9
17.117
21,1
44,8 8,50
20,1
55,9
4,28
60,9
44,0
13,-
109,0
46,6
23,25 5,97 46,6
2,40
15
22,6 3,12
1932
CX
146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8 6,40
19,5
54,3 5,39
42,5
30,7
11,75
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12
18,1
3,37!
1933
128,63
30,1
15.1212
17,4
37,0 8,70
16,8
46,8
4,91
48,9
35,4
14,25
96,9
41,5 28,25
3,21
25,1
1,61
II
16,6
3,25
1934
115,85
27,1
15.919
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8
4,37
51,4
37,2
16,50
95,8
41,0 30,75
1,92 15,0 1,29
19
28,6
6,25
1935
Z
134,52
31,4
18.1118
17,6
37,4
11,90
17,7
49,3
5,87 42,2 30,5
14,-
84,5
36,2
28,-
2,41
18,8
1,63
18
27,1
6,-
1936
142,61
33,3
18.618
19,0
40,4
12,10
18,2
50,7
5,60
543
39,3
16,75 108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37,7 7,75
Jan.
1936 144,42
33,7
19.1619
17,5
37,2
11,90
17,3 48,1
5,70
45,5
32,9
15,-
97,0
41,5
32,-
2,42
18,9 1,65
21
31,7 6,87
Febr.
137,87
32,2
18.1819
16,9
35,9
11,60
16,5
45,9 5,46
47,0
34,0
15,50
98,5
42,1
32,50
2,49
19,4
1,71
22
33,2 7,25
Maart
142,86
33,4
19.1311
16,7
35,5
11,40
16,5
45,9 5,46
47,7
34,5
15,75 100,0
42,8
33,-
2,43
19,0
1,65
23
34,7 7,50
April
Q
138,96
32,5
19.119
17,2
36,5
11,70
16,5
45,9
5,46
47,7
34,5
15,75 100,0
42,8
33,-
2,43
19,0 1,65
23
34,7
7,50
Mei
<
135,83
128,22
31,7
18.918
17.517
17,3
36,8 37,6
11,70
12,-
16,1
17,0
44,8
47,3
5,26
5,51
47,5 46,4 34,4
33,6
15,50
15;-
100,3
97,4
42,9 41,7
32,75 31,50
2,31
2,32
18,0
18,1
1,56 1,57
23
23
34,7 34,7
7,37!
7,3T
J
uni
,,
uli
Z
123,43
30,0
28,8
16.1416
17,7 19,4
41,2
13,20
18,3
50,9
5,94
46,1
33,3
15,-
97,6
41,8 31,75
2,47
19,3 1,68
24
36,2
7,75
Aug
.
128,76
30,1
17.811
18,1
38,5
12,30
17,3
48,1
5,60 46,2 33,4
15,-
100,2
42,9
32,50
2,57
20,1
1,74
24
36,2 7,62
Sept.
Z
128,14
29,9
17.411
18,1
38,5
12,30
17,7
49,3
5,69
48,9
35,4
15,75
99,3
42,5
32,-
2,49
19,4
1,68
5
24
36,2
7,75
Oct.
160,28
37,5
17.1116
22,8
48,4
12,25
21,9
60,9
5,75 60,8
44,0
16,-
121,6
52,0
32,-
3,26 25,4
1,75
30
45,2
7,87!
Nov.
ii.
169,39
39,6
18.1414
22,6
48,0
12,20
21,3
59,3
5,64
72,6
52,5
19,25 132,0
56,5
35,
3,63
28,3
1,96
33
49,7 8,62
Dec.
0
170,59
39,9
18.1916
23,5
49,9
12,80
21,5
59,8
5,73 82,4
60,0
22,-
134,8
57,7
36,-
3,51
27,4
1,91
5
37
55,8 9,75
Jan.
1937
166,88
39,0
18.1216
23,7
50,4
13,-
22,0
61,2
5,88 88,2
63,8 23,75
141,9
60,7
38,-
3,92
30,6
2,145
38
57,3
l0,3T
Febr
.
Z
169,23
39,5
18.1812
24,0
51,0
13,15
21,8 60,7
5,85
85,6
61,9
23,-
133,6
57,2 35,75
3,53
27,6
1,93
40 44
60,3
10,50
Maart
174,86
40,9
19.911
26,6
56,5
14,45
23,3
64,8
•
6,25
88,6
64,1
23,75
138,9
59,4 37,25 3,59
28,0
1,96
66,3
12,-
April
cD
189,96
44,4
21.313
26,0 65,2
14,35
23,1
64,3 6,16
96,5
69,8 25,75
144,9
62,0
38,75
3,56 27,8
1,95
44
66,3
11,62!
Mei
201,20 47,0
22.716
24,3
51,6
13,35
22,7
63,2
6,04
97,4
70,4
26,-
142,9
61,1
38,25 3,25
25,4
1,78
5
38
57,3
10,25
Juni
186,90
43,7 20.1617
22,9
48,6
12,60
22,3
62,1
5,96
95,6
69,1
25,50
140,2
60,0
37,50
3,28 25,6
1,805
36
54,3
9,62!
Juli
189,87
44,4
21.113
22,4
47,6
12,32
21,5 59,8
5,71
95,8
69,3 25,50
142,2
60,8
37,75 3,42
26,7
1,88
5
34
51,3
9,12!
27 Juli-3 Aug.
189,63
44,3
21.-!-
19,9
42,3
10,96
20,3 56,5
5,40
97,8
70,7
26,
–
143,9
61,6
38,25
3.31
25,8
1,83
33
49,7
8,75
3-10Aug.1937
194,74
45,5
21.1113
19,6
41,6
10,82
19,9
55,4
5,28
97,8
70,7
26,-
143,9
61,6
38,25
3,26 25,4
1,80
34
51,3
9,12!
10-17
•
,,
194,74
45,5
21.1113
19,2
40,8
10,57
19,7
54,8 5,22
98,9
71,5
26,25
145,1
62,1
38,50
3,25 25,4
1,79
5
33
49,7
8,75
KOPER
LOOD
TN
IJZER
GIETERIJ-IJZER ZINK
ZILVER
Standaard
gem. prompt en
0nd e n
Cleveland No. 3
(Lux III)
gem. prompt en
cash Londen
Loco Londen
1ev. 3 maanden
per
ng.
on
franco Middlesb.
per Eng. ton
1ev. 3 maanden
per Standard
per Eng. ton
Londen perEng.ton
per Eng. ton
f.o.b. Antwerpen
Londen p. Eng. ton
Ounce
llerl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
Ilerl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.
Not.
t
.%
£
f
%
£
f
%
£
f
%
sh.
f
%
Sh.
f
%
£
ets.
%
pene
1927
675,10 85,9
55.13111
295,75
106,5
24.811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
7219
39,10
98,9
6416
345,46
108,8
289111
132
101,5
26
1
116
1928
771,20
98,1
63.1419 256,15
92,2
21.314
2749,50
94,6
227.418
39,85
94,6
65110
37,90
95,9
6218
305,75 96,4
25.515
135
103,8
26
3
14
1929
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2
23.4111
2465,65 84,8
203.18
!
10
42,45
100,8
7013
41,55
105,1
6819
300,80 94,8
24.1718
123
94,6
24
7
1i6
1930
661,10
84,1
54.13
1
7
218,70
78,8
18.1
1
5
1716,20
59,1
141.19(1 40,50
96,1
67
1
–
35,95 91,0
59
1
6
203,55
64,1
16.16
1
9
89
68,5
17
1
1
1
1
1931
431,85
54;9
38.7(9
146,60
52,8 13.-17
1332,55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1 5115
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
14
5
/s
1932
275,75
35,1
31.1418
104,60
37,7
12
–
19
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20 56,2
51(1 118,95
37,5
13.13110
64 62
49,2
1718(
1
1933
1934
Z
268,40
226,80
34,1
28,8
32.1114 30.615
97,25
82,65
35,0
29,8
11.1611
11.1/
–
1603,50
1723;15
55,2
59,3
194.11(11
230.715
25,55
25,-
60,6 59,3
621
–
66/11
21,
–
20,25
53,1
51,2 511-
5411
129,80 103,05
40,9
32,5
15.14111
13.15(6
66
47,7 50,8
181/8
2111
4
1935
=
230,95
29,4
31.1811
103,40
37,2
14.518
1634,25
56,2
225.1415
24,70
58,6
6812
20,25
51,2 561-
102,65
32,3
14.316
87
66,9
28
15
11
1936
ei
vi
298,75
38,0
38.811
137,15
49,4
17.12/7
1592,-
54,8
204.1218
28,40
67,4
731
–
22,40 56,7
5717
116,55
36,7
14.1917
65
50,0
20
1
/16
Jan.
1936
253,-
32,2
34.14111
112,50
40,5
15.8111
1528,35
52,6
209.1819
25,50
60,5
701-
20,10 50,9
5512
106,30
33,5
14.1211
61
60
46,9
20
1
/16
Febr.
,,
Maart
0
257,35 262,25
32,7 33,4
35.71-
36.116
117,05 121,30
42,2 43,7
16.118 16.1319
1508,85 1551,15
51,9
53,4
207.512
213.713
25,50 25,45
60,5
60,4
701
–
701
–
20.10 20,10 50,9 50,9
5512
5513
111,10 116,95
35,0 36,9
15.512
16.119
60
46,2 46,2
19
7
/
19
3
14
April
269,45
34,3
37.-13
117,70
42,4
16.314
1524,80
52,5
209.911
25,50
60,5
701-
20,10 50,9
5512
111,10
35,0
15.512
61
46,9
20
3
116
Mei
,,
1-.
269,95
34,3
36.1416
114,45
41,2
15.11(4
1489,20 51,2
202.12/2
25,75
61,1
701-
20,20
51,1
54111
107,75
34,0
14.1312
62
47,7
2018
Juni
269,80
34,3
36.712
112,90
40,7.
15.413
1360,45
46,8
183.6111
25,95
61,6
701
–
20,20
51,1
5415
103,95
32,8
14-12
61
46,9
19
3
:4
Juli
Z
274,90
35,0
37.511
116,95
42,1
15.1711
1374,30
47,3
186.415
27,70
65,7
751-
20,05
50,7
5414
100,20
31,6
13.1117
60
46,2
191/
Aug.
,,
z
283,40
36,0
38.5111
124,10
44,7
16.15(5
1360,70
46,8
183.1718
27,75 65,9
751-
20,05
50,7
5412
100,10
31,5
13.1017
60
46,2
191
2
Sept.
»
290,20
36,9
38.191
–
134,15
48,3
18.-/2
1451,85
50,0 194.17
1
7
27,95
66,3
75
1
–
20,20
51,1
54
1
3
103,65
32,7
13.18
1
2
61
46,9
10
5
h
Oct.
»
365,90
46,5
40.2
1
4
168,25
60,6
18.8/11
1836,45
63,2
201.713
34,20
81,2
751
–
27,45 69,5
6012
132,70
41,8
14.1111
75
57,7
19′
3
(1
Nov.
Z
397,95 50,6
43.1916
196,60
70,8
21.1416
2091,-
71,9
231.-/11
33,95
80,6
751-
29,35
74,3
64110
147,75
46,6
16.616
79
60,8
21
Dec.
»
413,45
52,6
45.1919
229,80
82,8
25.1112
2087,95
71,8
232.5/1 36,40
86,4
811-
32,75
82,9
72110
161,45
50,9
17.1912
80
61,5
21
1
14
Jan.
1937
Ii.
0
F.
461,70 58,7
51.1018
244,05
87,9
27.4110
2060,25
70,9
229.1819
36,30
86,2
81/-
34,20 86,5
7614
188,60
59,4
21.-/11
78
60,0
207/8
Febr.
,,
Maart
»
522,10
638,40
66,4
81,2
58.712
71.916
248,
–
292,95
89,3
105,5
27.1414
32.16/-
2080,65
2498,25
71,6
86,0
232.1113
279.141-
36,25
36,15
86,0
85,8
811-
811-
34,75 48,20 87,9
122,0
7716
10811
219,45 289,65 69,2 91,3
24.1018 32.818
75
77
57,7
59,2
20
1
1
20
11
1i
April
,,
559,70
71,2
62.7
1
6
235,50
84,8
26.4
1
10
2404,95
82,8
268.-/-
36,35
86,3
81
1
–
54,25
137,3
120
1
11
238,65
75,2
26.6
1
5
78
60,0
20
1
5
/
1
Mei
»
545,95
69,4
60.15/-
214,95
77,4
23.18/5
2256,45
77,6
251.2/- 36,40
86,4
81
1
–
59,65
150,9
132(9
209,35 66,0
23.5
1
11
76
58,5
2
0
5
1
i
6
Juni
»
i
499,70
63,6
55.13/5
205,40
74,0
22.17
1
8
2245,10 77,3
250.2
1
6
36,35
86,3
81
1
–
60,60
153,3
135(
–
194,55
61,3
21.1315
75
57,7
20
Juli
,,
510,10
64,9
56.1113
213,70
77,0
23.13111
2365,20
81,4
262.51-
45,55
108,1
1011-
59,60
150,8
13216
205,75 64,8
22.1316
75
57,7
20
27JuIi-3 Aug.
522,05
66,4
57.1613
206,30
74,3
22.16111
2370,40 81,6
262.101-
45,55
108,1
1011-
51,90
131,3
1
28,
8
115/-
211,40 66,6
23.8
1
2
75
57,7
20
3
–
10 Aug.1937
544,95
.69,3
60.5
1
–
218,20
78,6
24.2
1
6
2446,65
84,2
270.10
1
–
45,70
108,5
101
1
–
50,90
112/6
217,65 68,6
24.113
75
57,7
20
0
–
17
,,
,,
516,75
65,7 57.319
205,55
74,0
22.151-
2396,85
82,5
265.5/
–
45,65
108,3
1011-
49,70
125,8 1101-
221,10
69,7
24.9144
75
57,7
20
MIDDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexeijfers gebaseerd op 1927 t/m_1929
=
100′.
–
GE-
SLACI-ITE
GE
SLACHTE
DEENSCH
ACON
BEVROREN
ARG. RUND-
CACAO G.F.
KOFFIE
Loco R’damlA’dam
SUIKER
Wittekrist.-
THEE
N.-lnd thee-
RUNDEREN
(versch)
VARKENS
(versch)
middelmaat No.
l
VLEESCH
Accra per 50 kg
c.i.f. Nederland
per
I2
kg.
suiker loco
veiling Rotterdam!
A’dam
Gem.Java- en
Robusta
Superior
oer 100 kg
oer lOO kg
Londen per cwt. Londen per 8 lbs.
Amsterdam
Sumatrathee
HerI. Ned.Ct.
!ît
ï
–
lerl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
totterdam
Iotterdam
Santos
•
per 100 kg.
per
12
kg.
–
7
—
7r
f
%
——–
i
–
%
sh.
sh.
f
%
1927
–
–
– –
65,15
978
10716
2,73
92,2
416
41,21 119,4
68/-
46,87
5
95,5
54,10
91,4
19,12
5
119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
98,2
77,50
90,8
66,80
100,3
11015
3,03
102,4
5!-
3464
100,4
5713
49,625
101 ,l
63,48
107,3
15,85
99,1
75,25
99,3 102,2
1929
96,40
101,8
93,125
109,2
67,81
101,8
11212
3,12
105,4
512
27,70
80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3
69,25
91,4
94,1
1930
108,-
114,0
72,90
85,5
57,19
859
9417
2,97
100,3
4111
21,04
61,0
34111
32 65,2
38,10
64,4 9,60
60,0 60,75
802
12,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6
6316
2,44
82,4
414
13,84
40,1
2417
25
50,9
2710
45,8
8,-
50,0
4250
56,1
53,3
1932
61,-
64,4
37,50
44,0
2546
382
5817
1,70
57,4
3111
11,77
34,1
2711
24 48,9
30,04
50,8
6,32
5
39,6 28,25
37,3
43,0
1933
52,-
54,9
49,50
58,0
30,74 46,2
7417
1,54
52,0
319
9,30
26,9
2217
21,10 43,0
22,83
38,6
5,32
5
34,5
32,75
43,2
37,0
1934
61,50
64,9
46,65
54,7
32,94 49,5
8811
142
48,0
319ij2
8,15
236
21110
16,80
34,2
1840
31,1
4,07
5
25,5 40 52,8
34,9
1935
48,125 50,8
51,625
60,5
32
‘
–
48,1
8815
1,19
40,2
313
1
/2
8,15
23,6
2216
14,10
28,7
1521
257
3,85
24,1
34,50
45,5
32,5
1936
53,42
5
56,4
4860
57,0
3637
54,6
9316
1,48
50,0
319
1
12
12,05
34,9
3014
13,625
27,8
1687
5
285
4,02
5
25,2 40
52,8
39,2
Jan.
1936
44,-
46,5
50,87
5
59,6
32,09
48,2
8812
141
47,6
311012
8,49
24,6
2314
13
265
15
25,4
4,32
5
27,0
39,50
52,1
35,4
Febr.
•
43,775
46,2
48,25
56,6
33,85
50,8
931-
1,27
42,9 3/514
8,62
25,0
2318
13
26,5
15,50
26,2
4,125 25,8
38,50 50,8
34,6
Maart
•
45,75 48,3
46,57
5
546
3435
51,6
9416
1,23
41,6
3(4
1
1
8,48
24,6
2314
13
265
15,50
26,2
3,92
5
24,5 37,25
49,2
33,8
April
48,50
51,2
45,375
53,2
33,85 50,8
931-
1,30
43,9
317
8,67
25,1 23110
13
26,5
15,50
26,2
3,975
24,9
36,50
48,2 33,6
Mei
,,
51,60
54,5
44,30
51,9
33,38
50,1
90110 1,33
44,9
317
1
12
9,25
26,8
2512 13
26,5
15,50
26,2
365
22,8
37
48,8 33,9
luni
,,
54,15
57,2
46,25
54,2
34,13
51,3
921-
1,51
51,0
10,42
30,2
2811
13
26,5
15,50
26,2 3,85
24,1
36,50
48,2
35.7
Juli
n
57,35
60,6
47,75
56,0
34,53 51,9
9317
1,52
51,4
41-14
4/i’2
10,33
29,9
281-
13,12
5
26,7
15,50
26,2
3,70
23,1
36,25
47,9
36,5
Aug.
60,40
63,8
50,20
58,8
37,-
55,6
100/-
1,54
52,0
412
10,92
31,6
2916
13
26,5
15,50
26,2
3,55
22,2 36,75
48,5
38,8
Sept.
,,
61,05
64,5
51,87
5
60,8
37,25 55,9
100/-
1,51
51,0
4(-ija
12,20
35,3
3219
13
26,5
17,50
29,6
3,475
21,7
37,50
49,5
39,2
Oct.
58,85
62,1
52,30
61,3
44,15
66,3
96110
1,65
55,7
3/7I2
17,21
49,9
3719
14,87
5
30,3
19,50
33,0
4,475
28,0
4,50
61,4 48,4
Nov.
56,-
59,1
49,875
58,5
40,73
61,2
901-
1,69 57,1
318/4
17,42
50,5
3816
15,25
31,1
20,50
34,7
4,575
28,6
48,50
64,0
48,0
Dec.
,
59,80
63,1
49,70
58,3
41,35
62,1
921-
1,80
60,8
41-
22,48
65,1
501-
16,25
33,1
21,50
36,3
4,72
5
29,5
48
63,4
50,4
Jan.
1937
64,60
68,2
52,75
61,8
41,22
61,9
921-
1,81
61,1
4/-12
2450
71,0
5418
16,75
34,1
22,12
5
37,4
5,575
34,9 50,50
66,7 52,0
Febr.
»
64,175
67,8
53,32
5
62,5
38,49 57,8
861-
1,80
60$
4/_1/
4
21,09
61,1
4712
18,25
37,2
24
40,6
5,72
5
358
53,50 70,6
52,4
Maart
66,15
69,9
54,82
5
64,3
39,83 59,8
891-
1,67
56,4
31814
23,-
66,7
51j6
18
36,7
23,80
40,2 6,10
38,1
55 72,6
53,1
April
•
71,-
75,0
56,25
65,9
42,32
63,6
9413
1,72 58,1
3110
20,83
60,3
4615
17,87
5
36,4
23,375 39,5 6,12
5
38,3 54,25
71,6
54,4
Mei
,,
73,32
5
77,4
56,75
€6,5
42,71
64,1
951-
1,90
64,2
4/2
3
(4
17,30
50,1
3816
17,50
35,7
23
38,9
6,07
5
38,0
55
72,6
53,6
J u
0
i
,,
80,25
84,7
55,75
65,3
39,87 59,9
881 1 0
2,04 68,9
‘4161(
2
15,66
45,4
3411 I
17,50
35,7
23
38,9 6,525
40,8
50,50
66,7
52,7
Juli
78,45
82,8
60,85
71,3
4263
64,0
9416
1,97
66,6
414
1
1
2 16,46
47,7
36/6
17,50
35,7
23
38,9
6,57
5
41,1
55
72,6
55,1
27Ju1i-3 Aig.
79,70
84,2
66,-
77,4
45,12 67,8 100!-
2,11
71,3
4f8
16,91
49,0
3716
17,50
35,7
23
38,9
6,62
5
41,4
55,75
73,6
55,8
3-10 Aug. ’37
78,80
83,2
69,-
80,9
45,19 67,9 100!-
2,03
68,6
46
17,16
49,7
38F
17
34,6
23
38,9 6,62
5
41,4 54,75
72,3
55,3
10-17
,,
78,70
83,1
67,50
79,1
47,45
71,3
105!-
2,26 76,4
5!-
17,98
52,1
3919
17
34,6
23
38,9
6,62
5
41,4 54,75 72,3
.
56,0
GRENENHOUT
Zweedsch ongesor-
VUREN- HOUT
KOE- HUIDEN COPRA
Ned.-lnd.
GRONDNOTEN
Gepelde Coromandel,
LIJNZAAD
La Plata
GOUD
cash Londen
teerd 2
1
1
X
7
per standaard
basis 7″ f.o.b.
ZwedenlFinl.
Gaaf,open kop
57-61 pond
t m.s.
100 kg
per
per longton
c.i.f. Londen
loco
Rotterdam
per ounce fine
.
,cv
.
perstandaard
van 4.672
Veiling te
M
3
.
Amsterdam
Amsterdam
per 1960 kg.
—
Herl.Ned.Ct.I
Not.
<
Îi
i’ieiT.
N ï
HerI. Ned. Ct.
1
Not.
–
7
–
—
—
1
—
J
–
—
%
1
–
— —
%
–
r
–
y
%
–
i
–
—
:
1927
230,28
100,1
19-1-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,625
106,5
266,03
1064
21.18111
362,50
95,0
51,50
100,1
851-
105,3
104,4
124,1
1928
229,90
100,0
19.-(-
151,50
99,2
47,58
118,7
31,87
5
104,1
254,10
101,6
21.-/-
363,-
95,1
51,45
100,0
851-
102,0
100,2 94.6
1929 229,71
99,9
19.-/-
14,-
95,6
32,25
80,5
27,37
5
89,4
230,16
92,0
19-19
419,25
109,9
51,40
99,9
851-
92,7 05,4 84,5
1930
218,43
95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3
22,62
5
73,9
175,55
70,2
14.1014
356,-
93,3
51,40
99,9
851-
69,6
15,3
60,0
1931
187,88
81,7
16.141- 110,75
72,5
18,65
46,5
15,37
5
50,2
136,69
54,7
12.2111
187,-
49,0
52,-
101,1
9215
47,6 54,2
44,1
1932
136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2
15.-/4
137,-
35,9
51,25
99,6
11
81
–
35,1
43,0
38,4
1933
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30
30,4
90,39
36,1
10.1914
148,-
38,8
51,35
99,8
12417
33,1
39,2
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90 22,5
71,90 28,7
9.1213
142,50
37,3
51,50
95,4
13718
31,6
37,4
36,5
.
1935
127,91
55,6
17.1314
59,50
39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7
14.81- 131,75
34,5
51,50
95,4
14212
32,2 37,3 34,8
1936
139,98
60,9
17.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.1119
166,50
43,6 54,60
106,1
140/4
39,0
42,3
40,7
Jan.
1936
123,76
53,8
17.-!-
63,-
41,3
15,-
37,4
11,125
36,3
104,74
41,9
14.719
153,50
40,2
51,30
99,7
14011
35,2
38,7
37,4
Febr.
,,
123,76
53,8
17.-J-
63,-
41,3
15,-
37,4
10,625
34,7
100,56
40,2
13.1613
152,50
40,0 51,25 99,6
140110
34,8 38,4
37,5
Maart
,,
123,59
53,7
17.-J-
64,25
42,1
14,25
•
35,5
9,775
31,9
99,60 39,8
13.14/1
150,-
39,3
51,25
99,6
141/-
34,6 38,2 37,6
April
,,
127,40
55,4
17.101-
65,-
42,6
14,-
34,9 9,72
5
31,8
101,12
40,4
13.17110
147,25
38,6
51,25
99,6
14019
34,6
38,1
37,4
Mei
»
129,73
56,4
17.131-
65,-
42,6
13,75
34,3 9,52
5
31,1
99,59 39,8
13.111- 147,75
38,7
51,50
95,4
14012
34,2
38,1
37,0
Juni
,,
131,24
57,1
17.13/9
68,-
44,5
13,-
32,4
9,90
32,3
104,81
41,9
14.216
154,-
40,4
51,55
100,2
1391
34,6
38,7 36,5
Juli
.
,,
131
–
57,0
17.151-
71,25
46,7
13,-
32,4
10,47
5
34,2
112,82
45,1
15.519
162,50
42,6
51,20
99,5
13819
36,0 39,4
37,4
Aug.
•
1
3
1
:7
2
57,3
17.161-
73,25
48,0
13,50
33,7
10,825
35,3
118,03
47,2
15.1911
170,-
44,6 51,20
99,5
13815
36,1
40,2
37,4
Sept.
,,
137,83
59,9
18.10/-
79,-
51,7
14,50
36,2
1l,27
36,8
113,24
45,3
15.411
166,75
43,7
51,55
100,2
138/5
37,3
40,9
38,2
Oct.
171,91
74,8
18.171-
107,-
70,1
19,25
48,0
13,87
5
45,3
129,05
51,6
14.31-
199,75
52,3 64,70
125,8
141/11
46,8
50,1
47,6
Nov.
•
174,78
76,0
19.6(3
106,-
69,4
I9,25
48,0
16,12
5
52,7 132,49
53,0
14.12/10
193,
50,6 64,40
125,2
142/4
49,2 51,6
51,8
Dec.
,,
178,27
77,5
19.1618
112,75 73,9
20,25
50,5
19,65
64,2
145,53
58,2
16.319
201,-
52,7′
63,75
123,9
141/10 53,3
54,5
56,6
lan.
1937
181
–
78,7
20.41-
118,75
77,8
21,50
53,6
20,62
5
67,3
145,04
58,0
16.319
201,50
52,8
63,45
123,3
141/8
55,1
56,3
58,5
lebr.
.
187
:95
81,7
21.-!-
125,-
81,9
22,75
56,8
17,95
58,6
132,01
52,8
14.151- 194,50
51,0
63,60
123,6
142(1
54,1 57,1
59,5
Maart
•
201,84
87,8 22.121-
135,-
88,4
25,-
62,4
18,05
58,9
137,54
55,0
15.811
209,25
54,8
63,60
123,6
14214
57,5 61,6
64,8
April
,,
208,79 90,8
23.51-
135,-
88,4 28,50
71,1
16,875
55,1
138,95
55,6
15.918
224,50 58,8
63,45
123,3
14115
59,3 60,5
63,6
Mei
•
211,29 91,9
23.10!-
137,-
89,7
26,25
65,5
14,95
48,8
127,60
51,0
14.41
220,50
57,8 63,15
122,7
14018
56,7
60,3
58,2
Juni
,,
211,01
91,8
23.10/-
137,50
90,1
24,25
60,5
14,32
5
46,8
130,85
52,3
14.1117
216,50
56,7
63,10
122,6
140174
54,8
59,1
56,1
juli
212,-
92,2
23.101-
136,25
89,5
24,-
59,9
14,52
5
47,4
137,65
55,0
15.514
221,75
58,1
63,15 I22,7
1401
54,9 60,2
56,3
27Juli-3 Aug.
212,06
92,2
23.10!
–
135,
–
88,4
24,-
59,9
14,37
5
46,9
133,09
53,2
14.15
1
–
224,50
58,8
63,05
122,5
139J74
54,0 59,7 55,7
3-10 Aug. ’37
2l2,38
92,4
23.10/-
135,
–
.
88,4
24,
–
59,9
14,50
47,3
132,28
52,9
14.1216
227,-
59,5
63,-
122,4
1394
54,2 59,8
56,6 10-17
,,
,,
212,38
92,4
23.10!
–
135,
–
88,4
24,
–
59,9
j4,375
46,9
126,51
50,6
l4.-(-
226,-
59,2
63,05
122,5
13917
53,8
59,7
55,6
FÊ!NKOLEN
WestfjHoll.
PETROLEUM
Mid.Contin. Crude
BENZINE
Gulf Exp.64j66°.
KALK-
SALPETER
ZWAVELZURE CEMENT
levering bij
STE EN EN
af fabriek
._
=
.-
bunkerk. ongez. f.o.b. R’danJ
33
tlm.
33.9° Bé
S.
g
per
franco schip
AMMONIAK
franco schip groote par
t
.
binnenmuuribuitenmuur
A’dam per
te N.-York p. barrel
U
.S. gallon
_______________
Ned.perlookg
bruto
Ned per 100kg
franco wal
Ned.pertoni)
per
per
v o =
1000kg.
Herl.Ned.Ct.I Not.
Herl.Ned.Ct.l Not.
1000 stuks
1000 stuks
–
c,
–
T
—
%
7
–
T
–
i
–
et
s.
”
–
iït
_7_
i”
1
–
–
‘T
-i
-3-
f
V”
T-
1927
11,25
103,1
3,21
103,6
1,28
37
128,0
14,86
11,48
102,6 11,44
102,5
18,-
99,1
14,50 107,4 18,50
95,3 105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1
1,20
24,85
85,9
9,98
11,48
102,6
11,08
99,3
18,-
99,1
12,-
88,9
18,50
95,3
86,5
99,0
1929 11,40
104,4
3,06 99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,50
101,8
14,-
103,7
21,25
109,4
98,4
95,8
1930
11,35
104,0
2,76 89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
19,50 107,3
12,50
92,6
20,75
106,9
83,7
77,3
1931
10,05
92,1
1,42
46,1
0,57
12,38
42,8
4,98
8,61
77,0 7,73 69,3
14,-
77,1
10,25
75,9
20,25
104,3
60,7
54,7
1932
8,-
73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83
6,15
55,0
4,20
37,6
12,-
66,1
9,25 68,5
15,-
77,3
49,6
43,0
1933
7,-
64,1
114
37,0
1
0,57 9,24 32,0
4,63
6,18
55,2 4,63 41,5
12,-
66,1
74,1
12,75
65,7
48,8
40,6
1934
6,20
56,8
140
45,5
1
0,94 7,18 24,8 4,84
6,11
54,6
4,70
42,1
12,-
66,1
8,50
63,0
10,50
54,1
45,2
39,0
1935
6,05
55,4
1,39 45,1
1
0,94
7,65
26,5
5,18
5,89
52,7
4,81 43,1
12,50
68,8
7,25
53,7
8,75
45,1 47,1
40,3
1936
6,60 60,5
1,63
52,9
1
1,04
8,86 30,6
5,65
5,70
51,0
4,82 43,2
II,-
60,5 7,50
55,6
9,50
48,9
48,7
44,3
Jan.
1936
6,15 56,3
1,48
48,1
1,01
8,51
29,4
5,80
5,80
51,8
4,85 43,5
II,-
60,5 8,25
61,1
10,-
51,5 45,5 40,8
Febr.
6,15
56,3
1,51
49,0
1,04
8,57
29,6
5,88
5,85
52,3
4,90 43,9
II,-
60,5
8,
–
59,3
9,50 48,9
45,9
40,9
Maart
6,15
56,3
1,52
49,4
1,04
8,60 29,7
5,88
5,90
52,7
4,95
44,4
II,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8 46,5
41,1
April
6,20
56$
1,53
49,7
1,04
8,55 29,6
5,80
5,95
53,2
5,-
44,8
II,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8 46,4
41,0
Mei
,,
6,25
57,3
1,54
50,0
1,04
8,41
29,1
5,69
6,-
53,6
5,05 45,3
60,5
8,
59,3
10,25
52,8 46,3
40,8
luni
6,30
57,7
1,54
50,0
1,04
8,32 28,8
5,63 6,
–
53,6
5,05 45,3
11,-
60,5
7,75
57,4
10,-
51,5
45,7
40,8
)uli
,,
6,25
57,3
1,53
49,7
1,04
8,08 27,9 5,50
6,-
53,6
5,05
45,3
11,
60,5
7,
51,9
9,25
47,6 45,6
41,2
Aug.
6,30
57,7
1,53
49,7
1,04
8,10 28,0
5,50
5,25
46,9
4,45 39,9
11,-
60,5 6,50
48,1
9, 46,4 44,9
41,2
Sept..
6,35 58,2
1,53
49,7
1,04
8,10 28,0
5,49
5,35
47,8
4,55 40,8
II,-
60,5
51,9
9,-.
46,4
45,9
42,0
Oct.
,,
7,80 71,4
1,94
63,0
1,04
10,16
35,1
5,46
5,40
48,3
4,60 41,2
11,-
60,5 7,25
53,7
9,-
46,4
54,9
51,2
Nov.
7,70
70,5
1,93
62,7
1,04
10,28
35,6 5,55
5,45
48,7
4,65 41,7
II,-
60,5 7,25 53,7
9,25 47,6
57,9
53,9
Dec.
»
7,85
.
71,9
1,91
62,0
1,04
1
0,32
35,7
5,63
5,55
49,6
4,75
42,6
II,-
60,5 7,50
55,6
9,-
46,4
60,4
57,2
lan.
1937
8,05 73,7
1,90
61,7
1,04
10,61
36,7
5,81
5,65
50,5 4,85
43,5
II,-
60,5 7,50
55,6
9,
46,4
62,5
59,1
lebr.
»
8,25 75,6
2,12
68,8
1,16 10,95
37,9
5,99
5,70
51,0
4,90
43,9
11,85
65,2 7,50
55,6
9,-
46,4
65,0
60,1
Maart
»
8,30
–
76,0
2,12
68,8
1,16
1116
38,6
6,10
5,75
51,4
4,95
44,4
11,85
65,2
59,3
9,25 47,6
74,1
66,8
April
8,55
78,3
2,12
68,8
1,16
1l30
39,1
6,18
5,80
51,8
5,-
44,8
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50 48,9
68,6
64,4
Mei
»
82,4
2,11
68,5
1,16
11,46
39,6
6,30
5,85
52,3
5,05
45,3
11,85
65,2 8,25
61,1
9,50
48,9
71,1
64,5
luni
9,-
1
82,4
1
2,11
68,5
1
1,16
111,
48
39,7
6,31
I
5,85
1
52,3
1
5,05
1
45,3
11,85
65,2
1
8,25
1
61,1
1
9,50
1
48,9
1
70,1
1
63,1
luli
1
9,-
1
82,4
1
2,11
68,5
1,16
111,58
1
40,0
6,38
1
5,60
1
50,1
1
4,80
1
43,0
11,85
65,2
1
8,25
1
61,1
I
9,50
1
48,91
70,5
63,4
27
Juli
-3
Aig.I
9,-
1
82,4
1
2,10 68,0
1
1,16
11,5
7
1
40,0
1
6,38
1
5,70
1
51,0
1
4,90
1
43,9.
1
11,85
1
65,2
1
8,25
1
61,1
1
9,50
1
48,9
1
69,0
1
62,2
3-10 Aug. 371
9,-
1
82,4
1
2,10
1
68,0
1
1,16
1
11,57
1
40,0
i
6,38
1
5,70
51,0
1
4,90
1
43,9
1
11,85
1
65,2
1
8,25
1
61,1
1
9,50
1
48,9
1
69,8
1
62,7
10-17
,,
,,
1
9,-
1
82,4
1
2,10
1
68,0
1,16
111,58
1
40,0 6,38
1
5,70
51,0
1
4,90
1
43,9
1
11,85
1
65,2
1
8,25
1
61,1
1
9,50
1
48,9
1
68,8
1
62,0
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 16 Aug. 1937.
Activa.
Binnen!. Wis.
f
Hfdbk.
f
12.167.133,32
sels,1’rom..’ Bijbnk.
,,
414.971,-
enz.indisc.Ag.sch.
,,
503.600,36
f
13.085.704,68
Papier o. h. Buiten!, in disconto
……
,,
–
Idem eigen portef.
f
2.526.000,-
Af: Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
–
2.526.000,-
Beleeningen
‘infdbk.
f
144.065.758,181)
ncl. vrsch.kBbflk.
3.888.452,29
in
op onderp.J
,,
32.158.222,82
f
180.112.433,29
Op Effecten ……
f
178.143.330,10
1
)
OpGoederenen Spec.
,,
1.969.103,19
180.112.433,291)
Voorschotten a. h. Rijk
…………..
e1unt, Goud ……
f
113.607.470,-
Muntmat., Goud
..
,,1.152.275.487,23
fl.
265
.
882
.
957,23
Munt, Zilver, enz.
,,
19.692.579,69
Muntmat., Zilver..
–
,,
1.285.575.536,92
2)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………
41.911.809,81
Gebouwen en Meub. der Bank
… …. .
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,
8.849.658,12
Staatd. Nederi. (Wetv. 27/5J’32, S. No. 221)
,,
10.193.915,19
f
1.546.855.058,01
Paesiva
___________________
Klapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
4.338.707,82
Bijzondere
reserve
………………
,,
6.600.000,-
Pensioenfonds
………………….
,,
11.128.960,57
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
821.885.650,-
Bankassignatiën in omloop
……….
,,
23.192,43
Rek.-Cour.
f
ilet Rijk
f
82.779.628,74
saldo’s:
Anderen
,,
598.296.478,53
681.076.107,27
Diverse
rekeningen ………………
,,
1.802.439,92
f
1.546.855.058,01
Beschikbaar metaalsaldo
…………
f
084.308.356,99
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.710.770.892,_
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht
………………..
,,
–
1)
Waarvan aan Nederlandsch-lndit
(Wet van 15Maart
1933,
Staatsbiad No. 99)… ……..
/
65.883.125,-
‘)
Waarvan in het
buitenland
………………………
–
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Circulatie
opeischb.
Metaal-
kings
Munt
l
Muntmat.
__
schulden
saldo
perc.
16 Aug. ’37
113607
1.152.275 821 886 681.099
684.308
84.2
9
,,
’37
113607 1.152.275
831.692 669.247
883.952
85
25 Juli
’14
65.703
96.410 310.437
6.198
43.521
54
Totaal
Schatkist-
B 1
–
ee
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
1
e
n n
op het
reke-
discon to’s
rechtstreeks
buiteni.
ningen
1
)
16
Aug. 1937
13.086
–
180.112 2.526
8.850
9
,,
1937
12.924
–
179.604
2.430
8.718
25 Juli
1914
87.947
–
61.686
20.188
509
‘.1 UHUV[
ue
SC1IVa.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
Zilver
i
Circulatieopeischb. metaal-
schulden
1
saldo
14 Aug.’37
2
)l
13.500
200.530
70.200 24.208
7
,,
1372)l
133.670
200.720
72.780
24.270
17 Juli
19371
116.574
1
16,074
197.422
74.926
23.708
10
,,
19371
116.574
16.935
201.905
69.317
25.020
25Juli
19141
22.057
1
31.907 110.172
12.634
4.842
I
Wissels,
I
1
bulten
1
Dis-
I
Belee-
1
Diverse
I
1
Dek-
kings-
Data
1
N.-Ind.
1
conto’s
ningen
1
reke-
ningen
1
percen-
1
betaalb.
1
tage
14 Aug.’37
2
)
4.580
780
7
,,
’37
5
)
4.350
77.790
17Juli1937
5.069
1168
53.737′
10
,,
1937
4.631
11.623
54.924
25 Juli 1914
6.395
7.259
75.541
1) Sluitpost activa.
2)
Cijfers teiegraîisch or
68.600
49
71.020
49
72.045
49
69.904
49
2.228
44
ngen.
606
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Augustus 1937
BANK VAN ENGELAND.
1
Bankbilf.
1
Ban kbilJ.
1
Other Secu ritjes
Data
Metaal
1
in
un
Bankingl
Dlsc.and Securities
1
circulatle
1
Departm.
Advances
11 Aug. 1937
1
327.628
497.867
28.539 5.907
20.340
4
,,
1937
327.521
503.877
22.529
i
6.445
20.146
22 Juli
1914
40.164 29.317
33.633
Other Deposirs
1
Dek-
Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
Bankers
1
Other
.Reservel
kings-
Accaunts
1 perc.
1)
11 Aug.’37
1111.130
19.036
1
1
36.363
29.7611
20,0
4
,,
’37 110.205
9.810
1
1
36.995
1
2
3.
64
41
16
,
6
22 Juli ’14
11.005
1
14.736
1
42.185
29.2971
52
.,
5
crttuuuiIig tIIDCÇLICII flCSCL VC CII IJCpUSIID.
BANK VAN FRANKRIJK.
1
Te goed Wis
Waarv.I
IRenteloos
1
buit :nl.I
sels
1
buiten!.l ningen
Iv.d.
Staat
Data
Goud Z
il
ver’ in Ii t
–
op het
Belee-
voorschot
5Aug.’37
29 Juli ‘37155.677
23Juli’141
55.717
1
4.104
1
4211
4391
6401
16
14
–
~10.758~
12.125
1
.
541
8991
9361
8
1
6.328
1
6.122
1
769
1
3.200
3.200
–
Bonsv.d.
1
Diver-
1
Rekg. Courant
1
Data
rel/st.
amort. k.
‘
Circulatie
Staat
1
Zelfs!.
1
Parti-
1
amort.k.l culieren
5Aug.’371
5.641
1
3.096
1
89.604
1
166
1
2.173
14.621
29
Juli ‘371
5,641
1
3.129
1
89.307
1
380
1
2.183
115.812
23 Juli
‘141
–
1
–
1
5.912
401
–
1
943
‘)Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Depjezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
ten!. (irc.
dekking
en
ningen
banken’)
geldende
cheques
7 Aug. 1937
1
69,!
19,4
5,9
4.988,0
25,2
31 Juli
1937
1
69,1
19,4
5,8
5.316,5
52,3
30 Juli
1914
11.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
1
Effec-
1 Diverse
1
Circu-
1
Rekg.-
Diverse
ten
1
Activa2)
1
latie
1
Crt
Passiva
7 Aug. 1937
104,2
697,4 4.866,6
593,0
248,8
31 Juli
1937
1
104,2
734,2
5.111,6 732,2
249,0
30 Juli
1914
1
330,8 200,4 1.890,9
944,-
40.0
NATIONALE BANK VAN BELGIE (in Belga’s).
Data
Goud
.
0
Q.
o
–
.
.
Rekg.Crt.
-.
1937
c2n
.
0
12
Aug.13.6011
41
~1.361~
35
152
40
4.442
1107
673
13.
62
31
4
11.3
68
35
152
40
4.460
1163
628
FEDERAL
RESERVE
BANKS.
•
Goudvoorraad
Wissels
Data
,,Oth
”
er
1
Goud-
In her-
In de
open
Totaal
certifi-
cash2)
d isc. v. d.
1
bedrag.
caten’i
member
1
markt
banks
1
gekocht
4Aug.’371
8.843,2
1
8.833,4
1
312,3
15,4
1
3,1
28Juli ’37
8.843,8
8.833,9
323,7
15,2
3,2
Belegd
F. R.
Notes
1
1
Totaal
1
i
Gestort
Goud-
1
Dek-
1
Aluem.
1
Ii’ek-
Data
in U. S.
Gov.Sec.
1
in circu-I
IKapitaall
kings-
1
kings-
latle
1
1
1
perc.i)
1
perc.4)
4Aug.’37I 2.526,2
1
4.222,0
1
7.264,6
1
132,4
1
79,7
1
–
28 Juli ‘
37
1
2
.
526,2
1
4
.
193,4
1
7.308,7
132,4
”,”
)
t,cze
CC, IIIIC4ICII
wei uci,
uvu, uc OCiIdtKr lddtL uc neaci ve i,aIt,scII
geven
voor
de overname van het goud,
toen
de
$ op 31Jan.’34 van
op 59.06
cents werd gedevalueerd.
)
5
Other Cash” does not inciude Federai Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
3).
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelechbsre schulden: F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Dis-
1
1
1
Reserve
1
Totaal
1
Waarvan
Data
1
Aantal
conto’s
1
Beleg-
1
bil de
depo-
time
Ileenïng.1
en
beleen.
1
gingen
1
1
R.
1
banks
1
sito’s
1
1
deposits
28 Juli
‘371
32
1
9.784
112.499
1
1
26.352
J
5.268
21
,,
‘371 18
9.740
1
12
.
473
1
5.23
1
5.302
1
26.399
1
5.251
iie posten van uc nee,
flank,
ee
davasCne Dans en ua neus u .r.y.
land zijn In duizenden, alla ovarlUa posten In mililoenen van do be.
treffende valuta.