Ga direct naar de content

Jrg. 18, editie 895

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 22 1933

22 FEBRUARI 1033

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch,wSta


tistische

Be
*
r

i*
chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

18E
JAARGANO

WOENSDAG 22 FEBRUARI 1933

No. 895
NEDERLANDSOR EOON0JI1SC1I. 1NST1’UUT.
Curatoren: ilIr. G. Vissering, Voorzitter; Ir. jt. Platê, Onder-
Voorzitter; C. 11. van der Leeuw, Penningmeester; Mr. W.
M. van Lan.schot; Mr. L. J. A. Trip; E. D. van Walree.
Directeuren: Prof. Mr. F. de Vries; Prof. Dr. N. J. Polak;
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrjn Stuart, Directeur-Secretaris.

ECON0M1SCIT-STATISTISCJ1E BBRICI7TEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; .1. van Tiasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der ?ifandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rangers;
Prof.
Mr. H. R. Ribbias; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra;
Prof.
Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd l.id: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: Dr. B. M. II. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweq 122, Rotterdam. Telefoon Nr. 35000. Potrckening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonncment
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver.
tenties: Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam.
Amsterdam, ‘s-Gravenhagc. Postchèque- en giro.rekening No
145192.

Abonnementsprjs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— pci
jaar. Losse nummcrs 50 cents. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht 75 cents. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

21 FEBRUARI 1933.

in de geld iiotecritiged kwam ook deze berieh’tsweek
geen verandering. De prolongatereute noteerde
weder 1 pOt. en particulier disconto en cailgeld
beide X pOt.

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
blijkt de post binnenlandsche wissels met f400.000 te
zijn gedaald; de heleen ngen namen daarentegen met

f
5.9 millioen toe. In de posten papier op het buiten-land en diverse rekeningen onder de acti va kwamen
geen wijzigingen van beteekenis.
De goudvoorraad is deze week met
j
4,5 millioen
afgenomen
;
de zilvervoorraad steeg met
f
681.000.
i)e teruggang van den Post munt en muntmateriaal
bedraagt per saldo dus
f 3,9
millioen.
Onder de passiva der Bank vertoont cie biljetten-
cireulatie een inkrimping van
f
6,8 millioen. De saldi
in reken ing-couran t namen met j’ 7,8 m illioen toe,
ni. het verschil tusschen een vermeerdering van de
saldi van anderen, groot
f1
5,4 miLlioen en eefl
teruggang van het tegoed van ‘s Rijks schatkist van

f
7,5 millioen. Het beschikbaar metaalsaldo bedraagt

f
42 .millioen minder dan de vorige week; het dek-
kingspercen’tage bleef onveranderd op nagenoeg 84
pOt. staan.

De gebeurtenis, die deze week van de wisselmarkt te melden valt, is cle groote daling, welke de Dollar-
koers heeft ondergaan. Van 2.4917 is de noteering tot
onder de 2.4770 teruggeloopen, o op 2.4780 te
S].ui:

ten. Onder den invloed van de slechte berichten uit
Amerika heeft weer eens een vlucht uit den Dollar
plaats gehad. Ook in Parijs was men sterk afgever van Dollars; daar is de Dollar-koers van 25.60. op
25.35 teruggevallen. Het gevolg is dan ook geweest,
dat Parijs hier van 9.73 tot 9.78 is opgeloopen; slot
9.174.
In Londen heeft men de Dollar-noteering op
-ongeveer 3.44 kunnen handhaven, liet Pond Sterling
is hier, de omstandigheden in aanmerking genmnen,
tamelijk stabiel gebleven: 8.56-8.58-8.52-8.53
/2.

Belga’s waren gezocht:
34.68-34.11-34.15.
Ook

Zwitsersehe Francs beter: 48.05-48.12i. Lires lagen
eerder wat zwakker 12.14-12. 68. Peseta’s kwamen
van 2040 op 20.52%. In Stockholm is de Pondenkoers
weer verder aangetrokken – 18.80-1..95; Zweed-
sche Kronen kwamen hier dan ook van 45.55 op 45.—.
Kopenhagen noteert nog steeds rond de 38.— en Oslo
ca. 43.60. Finsche Marken zijn ongeveer 3.80 waard.
Canadeesche D011ars een fractie lager: 2.06. Yen 51.50.

Ponderi één- en drie-maanden veranderden, weinig;
/io
res’p.
Y2
e. disagio. Dollars op termijn waren na-
tuurlijk zeer aangeboden; het disagio liep tot 65 en
220 punten op. Tenslotte deed termijn 55 en 1.55 pun-

ten onder kassa.

Goud was heel gezocht; baren werden voor f1654
gedaan. Zij waren zelfs een oognblik
f
1655 biedend.
Ook voor gouden Dollars was veel vraag; er zijn weder
groote bedragen ‘naar het buitenland gezonden. De
prijs was ca. 2.49%. Sovereigns deden 12.131%.

LONDEN,
20
FEBRUAIRI[ 1933.

De geldmarkt was verleden weelc zeer kalm en ken-
nerkte zich door kleine omzetten. Uit den weekstaat
van cie Bank blijkt, dat de bankierssaldi zich weder
geheel van de recente inzinking hebben hersteld.
Zaterdag was het moeilijk daggelci te plaatsen.

Disconto was eveneens zeer kalm, trok echter iets
aan tegen ]let einde der w’eek. :0e lanicen waren geen
koopers van vol drie-mamnds papier onder zoo-
dat de koerr daardoor iets ‘hooger werd gedrongen.
0p Vrijdag hadden ria toewijzingen
Op
de inschrijving voor nico ve schatk i stpronesseo dan ook plaats tegen
ongeveer
7/8
pOt. Driemaands bankaccepten noteeren
dientengevolge
‘fio
pOt.

IDe Bank
,
all Engeland voegde wederom 5 millioen
aan haar goucivoorraad toe, eveneens verkregen door
ieniiddeli ng van liet Equalisation Fund (heden nog
3 millioen). De Bank lieeft dus nu het geheele be-
drag van 1.9 millioen Pond weder terug, dat zij in De-
cember voor de betaling aan Amerika moest afgeven.
liet zal interessant zijn te zien, of deze goudaankoo-
peti ook -erder doorgezet zullen worden. Vermoedelijk
vel, want het aanbod van Dollars’ is nog niet tot
staan gekomen.
Sterling was de laatste dagenc onregelmatig; vast
tegenover Dollars en Franes en zwakker tegenover
Guldens. 1-ledensluit de noteering 3443
/
4
voor Dol-
lars en 3.521%-53 voor Guldens.

138

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari 1933

DE COMMISSIE-TRIP EN DE REGELING•’
VAN HET GELD WEZEN.

II)e Commissie-Trip heeft bij de vaststelliug van
het untverp-programma voor cle Finauciöele en Eco-
nomiselie WTereldconferen tie een verdienstelijk stuk
werk verricht. In dit programma doet zich de stem
van het ‘gezonde economische verstand hooren in een
wereld van economische verdwazi n’g. Den alles out-
wri chten den econoin i schen strijd, het Jieilioos streven
naar autarkie en cle steeds verder gaande belemme-
ring van het internationale handels- en. credietver-
keer wil cle Commissie-Trip doen plaats maken voor een stelsel van economische ontwapening en oncie r-
lin.ge toenadering. Herstel der monetaire verhoudin-
gen op basis van den gouden, standaard
)
verminderi:ng
van handelsbelemmeringen en ,,Deviseribewirtschaf-
tung”, een rati oneelc han cl eisverdragenpoli ti ek, s trek-
kende tot afbraak van te hoog opgevoerde tarieven, en eventueel zekere regelingen ten aanzien van den
omvang van de productie van die goederen, clie thans
onder een toestand van overproductie te lijden heb-
ben, ziec]har ongeveer cle voornaamste punten, welke
volgens de Commissie-Trip door cle Wereldconferen-
tie behandeld zullen moeten. worden.

Dat cle Commissie-Trip ‘bij cle opstelling en toe-
lichting van ‘het programma de heerscheude upvattin-
gen van de leiders van het economisch leven heeft
weergegeven, ‘blijkt u i.t een tweetal uitingen van de zijde ‘van cle Internationale Kamer van Koophandel.

De Conseil van deze Kamer ‘heeft dcl. 30 November
jl. eene declara’tie gepubliceerd, waarin alle punten,
die men in het programma van cle Commissie-Trip
aantreft, ]cortelijks worden behandeld en waarvan be-
houdens niet essentiëele afwijkingen de geheele strek-
king overeenkomt met die van do beschouwingen van
cle Commissie-Trip. De tweede uiting vast de I.K.K.
was vervat in een rapport, nt i dclen-Januari opgesteld
door een. speciale Commissie van desicundigen en aan
de Commissie-Trip ingezonden ; deze Illeeft daarvan,
zooals de Voorzitter heeft bericht, een nuttig gebruik
kunnen maken. Di,t rapport was uitvoeriger dan cle
cleclaratie van November, doch het ‘beweegt zich in
dezelfde richting.

Niet overal heeft in de Commissie-Trip zelve een-
stemmigheicl geheerseht. Di’t blijkt bv. duidelijk , uit
cle ‘behandeling van ‘de ‘vraag, of ‘bij procluctieheper-
king ‘volgens een bepaald schema de Overheid al dan
n,it haar medewerking moet verleenen. Ook ten aan-
zien, van andere vragen is de toelichting tot het pro-
gramma niet steeds pertinent. ‘Dit zal niemand kun-nen verbazen ; integendeel is ‘het een heugelijk feit,
dat men over een aantal lastige en belangrijke vraag
stukken een zeer bevredigende mate van overeen-
stemming heeft verkregen en het ware te hopen, dat
te zijner tijd de Wereldconferentie zich vast den geest
van het concept-programma zou weten te doordringen.

Bijzonder optimistisch zijn wij ‘voorshands iii dit
opzicht niet gestemd. Het terugdringen van de vrije verkeershuirhoudin’g, het streven naar autarkie, het
steeds verder ont zich grijpend Overheidsiriterven-
t,i,on isme in de ‘binnenlandsche economie der landen,
hebben reeds dusdanige vormen aangenomen., dat een
abrupte terugkeer op den te kwader ure ingeslagen
weg ‘niet zonder de grootste scthokken kan plaats i’in-den. Vele van cle door de Commissie-Trip aanbevolen
maatregelen zullen dan ook, zooals
zij
zelve erkent,
niet dan geleidelijk doorgevoerd kunnen worden en
oolc dan nog een pijnlijk, hoezeer uiteindelijk uiter-
mate heilzaam aanpassingsproces vorderen.

In deze omstandigheden
i5
het gevaar niet denk-
beeldig, dat de Wereldconferen.tie een herhaling wordt
van de Economische Conferentie van 1.027. Wanneer
men bedenkt, hoe ‘bedroevend gering het resultaat
van deze Conferentie is ‘geweest, zoo vraagt men zich
met angst af, wat êr gebeuren moet, wanneer de
komende Wereldconferen ti e weer allerhande’ daveren-

INHOUD:

Blz.
DE
CostnlsslE-TRhL’
EN DE ItEGELINO VAN HET CELD-
‘E’/EN
door
Prof. Mr. Dr. G.
M.
Verrijn Stuart ……
, 138
De Amsterdamsche zee- en luchthaven in 1932 ……..
142
Het Ontwerp van Wet houdende maatregelen ter bevor- dering van eene zooveel mogelijk evenredige vrachi-
verdeeling in de binnenscheepvaart door
Mr. J. H.
Kiewiet de Jonge …………………………..
144
Zijn tram en bus te Rotterdam op de ineesteconomische
wijze gecoördineerd? door
Dr. Ir. J. G. J. C. Nieuwen-
huis…………………………………….
146
De Rijkamiddelen over Januari 1933 …………….149

BIJITENLANDSOHE MEDEWERKiNG:

Het voltooide Vijfjarenplan II (Slot) door
Prof. B.
Brutzkus ……………………………….
150
INGEZONDEN STUKKEN:
Zilver door
N. G. Looyaard ………………….
152

ONTVANGEN BOEKEN …………………………..
152
MAANDCIJFERS:
Emissies in Januari
1933 ……………………153
Overzicht der Rijksniiddelen ………………….
153
STATISTIEKEN EN
Ovznzioi
i’iEs …………….154-160

Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.

cle resoluties aan vaardt, maar de daden tot ui tvoe-
ring daarvan achterwege blijven.
Di t gevaar schijnt ons slechts te vermijden., wanneer
de Werelciconferentie zich i ni hoofdzaak bepaalt tot
clie onnlerdeelen. van ‘het programma van cle Commis-
sie-Tri p, clie terstond voor ve:rwezenlijking i’atbaar
zijn. Een dergelijk urgen t ieprogranima zal ci teraard
‘minder onuvattencl zijti clan een a]geheeie saneering
van cle wereldeconomie volgens cle denkbeelden, clie
:1e ii
‘liet rapport der Commissie-Trip ten grondslag
liggen, doch kan toch nog aoo veel omvatten, dat het
mensch.dom zich ruimschoots beloon cl kan ach ten, we n-
neer cle W’ereldcunferentie er in slaagt het te doen
verwezenlijken.

Wij willen thans nagaan, hoe het in dit opzicht ge-
stelcl ,is met liet eerste vraagstuk, ‘dat de Conimissie-
Trip heeft behandeld, t.w. cle regeling van liet geld-
wezen.

*
De Commissie-Trip ‘heeft zich te.n ‘aanzien ‘van de
regeling van het geldwezen in liet algemeen gesteld

op hetzelfde stancipun t, als de meerderheid van de
Gun dclelegatie van (ten Volkenbo,n’cl, waarvan Mr.
Trip deel cii tmaakte. ‘) Zij wil met andere woorden
terug naar een
iist!3’rnationalen
standaard van rede-
lijke stabiliteit. Momenteel acht zij daarvoor alleen
cle n gouden sta i’id aard geëigend.
2)

Vij kunnen in cle gegeven omstandigheden met deze
doelstelling instemmen, mits zelcere hierna te hesp re-
icet’, voorwaarden in acht genomen worden. Voor een
ideaal geidstelsel, t.w. een internationaal toegepast
a-me talli sme niet eenie allerwege stabiele geldwaar-
cle, zijn de opvattingen nog niet rijp. Nationaal toe-
gepast a-nietallisine is daarentegen, zooals cle feiten
geuoegzaam leerer,’geenszi ns ‘onmogelijk. In een tijd
van algemeene waardestijging van het geld., d.i. van
algemeene deflatie, kan naar onze ineenin’g het los-
maken van den. ‘band tussche.n geld en goud met het
doel om de gestadige daling van liet prijsniveau tegen
te gaan, voor het betrokken land zolder voordeelig zijn.
Doch nog afgezien vais de gevaren, clie het a-metallis-
me biedt in landen met verstoord hucigetair even-
wicht, afgezien voorts van cle kans, dat liet verlaten
van den goudèn standaard de verstarring van liet peil
der ‘gelciloonen bevordert en daardoor hij lateren terug-
keer tot liet goud de elasticiteit en het aanpassings-
vermogen van het geheele bedrijfsleven vermindert,
heeft het (vermoedelijk tijdelijk) opgeven van het

Aan liet eindrapport vat, cle Gouciclelegatie werd door ons eene beschouwing gewijd in Ee.-Stat.
:l3ci’.
van 20 Juli
1932.
Zie Over de Opvatting van cle Comiiussic-Tni p tea aan-
ziec van het zilver dc Aantee]cening iii het vorig nuin-
mei van dit veekb1ad.

22 Februari 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE.BERICHTEN

139

inetnilisme door een. aantal landen den economischen
toestand van cle wereld in haar geheel zeer verergerd
Cli ZOU
een verdere afbraak van. dci gouden sta odaard leze bedenkelijke .i nvloeden nog versterken. immers,
door het verlaten van den gouden standaard Nverden
de wisselkoersen ontwricht, het vertrouwen, dat reeds
tevoren gesehok t was, werd nog verder onderni ijnd,
de ,,hoard ing” van geld en cle afneming der oinloops-snelheid van het nog circuleerende ruilinicldel werden
er iii verschillende landen nog verder door bevorderd
ten detrimente van liet wereldherstei, waarvan ten-
slotte ook in de laticlen, clie het goud voorloopig lieten
ccli eten, een do urzame oplevi:ng afhankelijk is.
Stabilisatie van. de verschillende ‘geicleenheden
0

een redelijke goncibasi s, overeenkomen d met de koop-
kracht, clie cle onderscheiden gelcieenhieclen. op het
oogenblik van terugkeer tot den gouden standaard zul-
len hebben, zal daarom voor liet herstel van normale
vrhoudingeu in liet economisch leven bevordet’lijk
zijn.
Di t herstel kan echter, wat liet gelclwezen betreft,
geen clu urzaam karakter dragen, wanneer niet zekere
voorwaarden. zjli vervuld.
01)
verschillende van deze
voorwaarden word t door cle Commissie-Trip gevezen.
Zoo maakt zij in dit verband melding van de nood-
zaak van. evenwicht i
ii.
het Overheidsbudget. Daar-
mee kan uiteraard niet beclelcl zijn, dat ieder cleficit
terstond de stabiliteit van liet ruilmiddel in gevaar
zou brengen: ware dat zoo, ook Nederland zou reeds
van. den gouden standaard af moeten zijn. De bedoe-
ling is uiteraard, dat op den duur geen geldvezen
bestand is tegen een defi.citaire politiek van het hoog-
ste machtsorgaari in liet betrokken gebied. Dat zal wel
geen bestrijding vinden.
Voorts eischt, zooals de Commissie-Trip opmerkt,
de toepassing van den gouden standaard een redelijke
mate van, handelsvrijheid. Bedoeld is natuurlijk al
weder niet, dat elke handelsbelemmering den gouden
standaard iii gevaar zou brengen, want dan had het
stelsel nooit toegepast kunnen worden, omdat er altijd
handelsbelemmeringen zijn geweest. Men heeft deze
voorwaarde uiteraard aldus te interpreteeren, dat
voor een behoorlijk functioneeren van den gouden
standaard noodig is, vooreerst een zekere stabiliteit in
de handelspolitiek, zoodat cle groote willekeur van
thans wordt vermeden, en voorts, dat het aan een
clebiteur niet door invoering van ‘huitenlandsche han-
del&belemmeringen onmogelijk gemaakt wordt om
zijne tevoren in liet buitenland aangegane verplich-
tingen te voldoen door middel van levering van
goederen of prestatie van diensten. IDe huidige toe-
stand op handelspolitiek gebied laat juist in dit op-
zicht veel te wenschen. Voorts wijst cle Commissie-Trip terecht op de moei-lijkheclen, clie hij cle toepassing van den gouden stan-
daard ontstaan, wanneer bepaalde onderdeelen van
liet economisch leven verstarcl zijn.. in details treedt
(le Commissie overigens op dit Poli t ni.et.

Deze verstarring doet zich thans met name t.a.v. het
peil der geldloonen en van den omvang van ‘liet Over-
heidsbudget gelden. Volstrekte vérstar.ring is hier al
weder niet aanwezig, maar in vergelijking tot den
v06rooiiogstoestancl is wel gebleken, dat de flexibili-
teit van liet ‘gdheele economische stelsel zeer heeft
geleden.

Met uitzondering van de maatregelen op het ge-
bied der haudelspolitiek, ten aanzien waarvan naast autonome verbetering ook langs den weg van bi- of multilaterale verdragen verbetering kan worden ge-
bracht, zullen cle hier bedoelde punten moeten wor-
(leo. opgelost van binnen uit, cl.w.z. door snel en krach-
tig optreden van cie betrokken Overheid zelve. De
Staten, die daaraan niet gelooven willen, zullen, als
het eerlang tot herstel van een intei nationalen geld-
standaard komt, zichzelf buiten de monetaire ge-
ineenschap plaatsen.
* *
*
Ook wanneer de .hierhoen besp token voorwaarden

voor cle toepassing van dcii gouden standaard in rede-
lijke mate zijn, vervuld en, ook wanneer men derhalve
niet l)ehoeft te vreezen, dat cle toepassing ‘an dit
stelsel zal afstu.i tc.n op plotselinge handelsbelemme-
ii ngen, verkeerde financiëcle politiek en economische
ver.stirring, zoo kan men toch nog allerminst zeggen,
dat daardoor op zichzelf reeds een goed fu n.ctioneeren
van dit stelsel gewaarborgd zou, zijn. liet tegendeel
is waar. immers ook afgezien van de vroeger bespro-
Icen gevaren voor liet geldstelsel toont de gouden
standaard, als zood.anig gebreken, die in belangrijke
mate te verhelpen zijn, maar waarvoor men de oogen
niet sluiten mag, op gevaar, dat men. ‘te zijner tijd
wederom hopeloos vast loopt.

Onder den gouden standaard ‘bestaat ‘liet geldvezen va.n cle verschillende landen uit een aantal étages. De
onderste verdieping vormt het goud, meestal gecon-
centreerdl hij de centrale ‘bank; daarop ‘berust he
bankpapier en liet giraalgeld der centrale bank; daar-
op ‘steunt weer het giraalgeld der particuliere ban-ken. Nu is dle onderste verdieping onderhevig aan
veranderingen in verband met de goud’productie’, ter-
wijl. de bovenverdiepingen den invloed der conjunc-
tuur ondergaan en ednigszins groeien in haussetijden,
om in depressie’perioden achteruit te gaan. Daarbij
komt, dat ook de omloopssnelheid van ‘het ‘geld in ver-
band met de conjunctuur variëert. Dit alles kan zich
afspelen zonder dat handhaving van den gouden stan-
daard al’s zoodanig veel moeite ‘behoeft te baren, iii.
wanneer het gaat om schommelingen, die een inter-
nationaal karakter dragen en die zich in de toonaan-gevende landen ongeveer gelijktijdig voordoen. An-ders wordt echter de situatie, wanneer bepaalde lan-
den meer getroffen worden dan andere, zooals dat
bv. in de huidige depressie het geval is geweest met
cle landlen., clie op uitvoer van agrarische producten
waren aangewezen, en met enkele staten in Europa
(met name Duitschland en Oostenrijk), die zich zeer
sterk in de schuld haddien ‘gestoken; prijsdaling van
land’bouwproducten en intrekking van credieten op korten termijn deden bij deze landen moeilijkheden
ontstaan, terwijl omgekeerd in de crediteurenlanden,
resp. in die landen, waarheen de beangste geidbezitters
hun geld in veiligheid brachten, het ruilmiddel in
zijn, verschillende vormen werd opgehoopt, hetgeen
o.a. blijkt uit de groote goudvoor.raden van Amerika,
F,ra nkrijk, Nederland en Zwitserland.

In dergelijke gevallen vertoont zich ons geidstelsel
op zij n. zwakst.

Overprocl uctie van bepaalde uitvoergoederen en in-
treklcing van credlieten hebben beiden de strekking
om de bui ten.landsche wisselkoersen te doen oploopen
en den goudvoorraad van het betrokken uitvoer- resp.
debiteurenland te doen afvloeien. Dat is op zichzelf
niets onnatuu.rlijks. Een tendlens tot stijgende buiten-
landsche wisselkoersen zou zich onder elk geidstelsel
voordoen, onverschillig of men den gouden standaard
heeft of niet.
Tanneer
nu in het uitvoer- resp. debi-
teurenla.nd tijdig cii in voldoende mate tot credietcon-
tractie wordt overgegaan, zoo zal diaardoor een druk
op de prijzen van goederen en ef:fecten worden uit-
geoefend, de verhoogde rente zal eventueel nieuw
buitenlandsch crediet aantrekken en na verloop van
ti.jd zal aan den afvloed van goud een einde komen.
Anderzijds kunnen dan de landen, w’aarheen ‘liet goud
is afgevloeid, tot verruiming van credietgeving over-
gaan. Wanneer dit echter – zooals in cle laatste jaren
feitelijk het geval is geweest – in laatstbedoelde lan-
den wordt’ nagelaten, zoo Icomt het geheele proces
neer, niet op een
prijsverschuiving
(iets, wat zich met
een waardevast rujimididel volkomen laat vereenigeu
en wat in een dynamische maatschappij nimmer ver-
meden kan noch mag worden, als de productie- en
credietverhoudingen veranderen), maar op een alge-
mcciie
prijsdc.ling,
anders gezegd op deflatie,
die zich
in dit geval om, uit in de ongelijke verdeeling van
het goud en cle zeer eenzijdige opeenhooping daar-
van in ‘l)epaalde landen.

140

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari 1933

De credietvèrruiming, waarvan wij zooeven spra-

ken, vormt een

van cle ,,rules of the game” van den
gouden standaard. Wordt deze regel niet gevolgd, dan
krijgt men groote waardesdhommelingen in het geld,
met funeste gevolgen voor cle volkswelvaart, zelfs
wanneer aan redelijke eischen van flexibiliteit is vol-
daan:
De praetiche vraag, die nu in dit verband rijst,
is deze: wat kan worden gedaan om te w’aarborgen,
dat het goud onder het stelsel van den gouden stan-
daarci ook inderdaad zijn functie van basis van het
ruilmiddel zoo goed mogelijk vervult? En, meer toe-
gespitst op de huidige omstandigheden: vat is te

doen tegen cle geweldige opeenhooping van goud in
bepaalde landen en de ,,sterilisatie” van goud, die
daar feitelijk plaats vindt, terwijl andere landen juist
door den afvioed van -goud moeilijkheden onder-

vi nclen?
De Commissie-Trip doet in dit verband een aantal
voorstellen, die zidh aansluiten bij de rapporten van
cle Gouddelegatie. Met deze laatste pleit zij voor een
zuinig goudgebruik (intrekking van gouden munten,
vermindering van dekkingspercentages, redelijke toe-passing van het goudwisselstelsel, indien daarvoor de noodige waarborgen geschapen kunnen worden, ver-
vanging van klein bankpapier door pasmunt). Wij zijn
niet ten aanzien van elk dezer voorstellen even en-

thousiast,
1)
maar meen-en niettemin, dat zij als ge-
heel zeer rationeel en daarom aanvaardbaar moeten

worden geacht. –
Maar,-. – de Commissie merkt het zelve terecht op
– met bezuiniging op •het goudgebruik alleen komt men er niet, als men niet -zeker weet, dat de bezui-
nigingsmethode ook inderdaad credietverruirning tot
gevolg zal hebben. De meeste van de zooeven genoem-
de maatregelen behelzen zulk een waaiborg niet, met
uitzondering van het goudwisselstelsel, op welks her-

stel
01)
korten termijn en in den ouden vorm momen-
teel om begrijpelijke redenen weinig kans bestaat.
Om de zooven bedoelde quaestie op te lossen stelt
de Commissie-Trip in de eerste plaats voor, dat de
centrale banken zullen samenwerken ten aanzien van
de erediet-politiek, en wel met behulp van de B.I.S.
en met het doel ,,of checking undue fluctuations in
the purchasing power of gold”.
Voorts pleit zij voor -liet vormen vnu een ,,Monetary
Normalisation Fand”, een denkbeeld, dat reeds ter
Conferentie van Stresa naar voren kwam, en tevens
geeft zij• in overweging te -onderzoeken, of niet een
,,International Credit .tnstitute” gecreëerd zou kun-
nen worden, ,,the object of which would be to set
in motion. capital which is at present lying idle”.
Beide creaties zouden onder beheer van de B.I.S. kun-
nen komen, terwijl de vraag open wordt gelaten, op
welke wijze de benoodigde gelden precies bijeen ge-
bracht zullen worden; in elk geval wordt daarvoor
de steun vnu de Overheid der onderscheiden laiïclen

noodig geacht.
Het denkbeeld van een internationaal valutafonds
mag, wanneer liet wordt dienstbaar gemaakt aan de
bestrijding van cle moeilijkheden, die de gouden stan
daard iii tjden van deflatie oplevert, zeker vrucht-
haar worden geacht. Wij betwijfelen echter, of men

op deze wijze
op
korten termijn
kan geraken tot een

afdoende
bestrijding van de huidige deflatie, tenzij
liet internationale valutafonds zeer omvangrijk mocht
vol’dlen en spoedig in elkaar zou zitten, hetgeen nau-
welijks •te verwachten is.
Ook van de aaurnoecliging tot samenwerking van de
ci.rculatiehanken verwachten wij weinig; gelegeniheicl
tot samenwerken hebben de centrale banken thans ook, maar dat zij deze gelegenheid aanwenden om
te geraken tot een proces van redistributie van liet
ongelijk verdeelde goud over de wereld, blijkt niet.
Wel volgen de banken in cle. landen met grooten
goudvoorraad een politiek van lage rente, maar zulks

) Zie le Aaiiteekeniug o’er de Commissie-Trip
in
het
vorig nummer
vals
dit weekblad.

prikkelt in een hevige depressie de credietvraag niet.
Ook de balanscijfers van de B.I.S. toonen, dat de centrale banken in do landen, die veel stilliggend
geld hebben, di.t thuis houden en het niet aan dit
internationale orgaan willen toevertrouwen.
Telkens weer blijkt, dat in de landen, die tezamen
den gouden standaard w’iilen toepassen, het geldwezen
op twee gedachten hinict. ieiierzijds verlangt men –
en niet ten onrechte – een interuationalen geldstand-
aard, maar anderzijds ontbreekt het internationale
machtsorgaan, dat er voor zou moeten wakei, dat
deze standaard ook inderdaad volgens cle internatio-nale ,,rules of the garne” wordt toegepast. Alen blijft
te dien aanzien afhanicolijk van een aantal autonome
c:irculati.ebanken, wier autonomie een heilig huisje is,
waaraan ook cle Commissie-Trip niet heef t willen
raken.
Niettemin komt het ons voor, dat onze tijd rijp is
voor een zekere inperking van de autonomie der
centrale banlcen. Het komt natuurlijk niet bij ons op
te willen tornen aan de macht, die de centrale ban-ken ten aanzien van binnenlandsche credietverlee-
ning in haar eigen land moeten uitoefenen. Inte-
gendeel, deze macht is door de groote ontwikkeling
en de sterke concentratie van het particuliere bank-
wezen in den

loop der jaren zeer achteruitgegaan
en wij zouden gaarne zien, dat zij drastisch zou wor-
den versterkt. Maar anderzijds meenen wij, dat de
onderscheiden cireulatiebanken, wier wil tot samen-werking bij de toepassing van den gouden standaard
gering blijkt, op een of andere wijze gedwongen zou-
den kunnen worden om daarbij voldoende medewer-
Icing te v,erleenen.
De grondslag voor een dergelijke samenwerking
zou o.i. gelegd moeten worden door een Conventie,
waarbij vooreerst de minimum dekkingspercentages
tot een iroor elk land afzonderlijk te bepalen niveau
zouden worden verlaagd, indien men den stap naar
algeheele afschaffing van deze steeds min of meer
willekeurige percentages nog niet durft te wagen, en
waarbij voorts aan de centrale banken de plicht zou
worden opgelegd om, zoodra haar goudvoorraad een
zeker, nader overeen te komen percentage gaat over-
schrijden, liet surplus aan goud boven dit percentage
ter beschikking te stellen van een internationaal or-
gaan, waarvoor allicht de B.I.S. zou worden aange-
wezen. Dit orgaan zou dan op basis van den aldus
verkregen goudvoorraad credieten kunnen verleenien
in die landen, wclker toestand bij een stabiele geld-
waarde gezond blijft, maar clie door deflatie in moei-
1 ijkhe i d gerâken.
Een dérgeljk stelsel zon. eenerzijds liet voordeel
hebbe:n, dat liet automatisme van den gouden stan-
claard, waarop in de practijk blijkbaar zoo veel prijs
wordt gesteld, gehandhaafd blijft, maar dat de de-
:Ciatiegcvaren, die uien met het huidige stelsel loopt,
eveneens volgens een automatisch systeem gecorri-
geerd zullen worden. Zulk een systeem geeft een be-
teSen grondslag voor de toepassing van den gouden
standaard dan een aanmoediging tot samenwerking
van de centrale banken, waaraan somtijds wèl, maar
heel dikwijls geen gevolg gegeven zal worden. Feite-
lijk komt het hier verdedigde stelsel neer op een
verbetering van de goidsvisse1politiek, die volgens de daaraan totdusverre gegeven toepassing het ge-
vaar met zich brengt, dat zij in hausseperioden te
ver wordt uitgebreid, om in depressieperioden abnor-
na al te srord en ingekrompen.

* *
*

Tot dusverre bespraken wij cle technische zijde van cle vraag, hoe men de groote bedragen aan stilliggend
geld weder in circulatie kan brengen. Dat ook de
Commissie-Trip bereid is om eenigermate mede te
werken aan ,,reflatie”, blijkt uit haar voorstellen. De
vraag is echter, hoever men in deze richting wi.1 gaan
en welke reflaticcredieten men geoorloofd acht.
Daarover zijn de meeningen zeer verdeeld.

22 Februari 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

141

De Oommissie-Trip voelt evenmin als de interna-
tional Kamer van Koophadel voor een herstel door
middel van monetaire maatregelen van het niveau
van groothandelsprijzen, zooals dat in 1928 of 1929
was. Verworpen wordt derhalve het veelal van En-
gelsche zijde (men denke buy, aan Sir Arthur Sal-
ter) en o.a. ook door Gustav Cassel gedane voorstel tot herstel van een bepaalden groothandelsindex uit
het verleden.
Het komt ons voor, dat dit juist is. In den loop
der depressie heeft zich, ondanks alle verstarrings-
verschijnselen, toch reeds een zekere aanpassing van
bonen, kleinhandeisprijzen, e.d., voltrokkeD, niet
snel genoeg, maar niettemin reeds belangrijk.
op-
voering van het niveau van groothandelsprijzen tot
cle hoogte van 1929 of 1928 zou het gevaar met zich
brengen, dat men in een aantal gevallen van ,,refla-tie” tot ,,iuflatie” zou overgaan. Bovendien, een be-
paalci niveau van -groothandeisprijzen uit het
ver-
leden is
willekeurig. Het heden en niet het verleden
moet het richtsnoer van de geldpoljtiek zijn.
Daarmee is niet gezegd, dat elke reflatiepolitiek
veroordeeld zou zijn. Er is thans veel geld opgepot,
dat te zijner
tijd
weer in de circulatie terugkeert.
Zoolarig het opgepot is, werkt het deflatorisch; zoo-dra liet weer in het verkeer komt, zal het reflatorisch werken. Wanneer men nu in afwachting van het we-
der loskomen van het opgepotte geld en tot daarmee
in omvang overeenkomen de bedragen extra crediet
verleent, hetzij aan die onderdeelen van het particu-
liere economisch leven, die men in elk geval in stand
wil houden en die door de deflatie bedreigd worden,
hetzij aan de Overheid voor het, versneld uitvoeren van publieke werken, en wanneer men, voorzoover
noodig, te dien einde speciale noodcrediet-organen in
het leven roept, dan volgt men eene reflatiepolitiek,
die gezond is en die zich niet a priori vastiegt op
een bepaald prijsniveau. Naarmate de omloopsnel-
heid van het geld weder stijgt tot een normaal peil
en de ,,hoards” terugkeeren in het verkeer, kan dan liet reflatiecrediet worden ingetrokken; de noodor-
ganen kunnen dan, worden opgeheven.
Tot
0
1) zekere ‘hoogte aanvaardt ook de Commissie-
Trip dit •standpunt, waar zij aan de reflatiepolitiek
van liet Fecleral Reserve System en van de Recon-
structio,n Finance Corporation de verdienste toe-
kent, te hebben medegewerkt ,,to restore confiden-
ce in the ‘bauking structure”.

i)aareutegen wil zij van versnelde uitvoering van
Overheidswerken weinig weten, omdat zij vreest, dat
daardoor •het Overheidscrediet in gevaar zou kunnen
komen en verdere conversie van Staatssdhuld niet
meer mogelijk zou zijn. Slechts bij wijze van uitzon-
clering gevoelt zij voor O’erheidsgaranties (dus niet
voor rechtstreeksche leeningen van de Overheid) ten
behoeve van de uitvoering van groote werken, maar
de toon van het rapport geeft blijk van den tegenzin,
waarmee deze concessie is gedaan.
Wij kunnen ons, gelijk men weet
1
), niet met dit
standpunt ‘vereenigen en achten onder zekere voor-
waarden – waarvan drastische inperking van de
gewone uitgaven wel de voornaamste is – versnelde
uitvoering van overheidswerken ten laste van den
huitengewonen dienst in een
tijd
als deze zeer geoor-
loofd. Wel vergroot de Overheid op deze
wijze
haar
schuldenlast, doch •daar staat vooreerst tegenover,
dat de gewone dienst der Overheidsuitgaven behoor-
lijk verminderd moet worden (zooals gezegd, eene
cond’ic’io si’ne qucs non
voor de toepassing van het door
ons verdedigde denk’beeld). Voorts doet het versneld
uitvoeren van Overheidswerken in verband met de
daaruit voortvloeiende rente- en aflossingsverplich-
tingen het programma der publieke werken in
de toekomst noodwendig inkrimpen, hetgeen ech-
ter niet erg
1
behoeft te zijn, wanneer alsdan de
depressie weder voor eene opleving zal ‘hebben plaats

1)
‘Zie ons naschrift ‘bij de beschouwingen van Dr. G. Lub-
bers in Ee.-Stat. Ber. van 8 Febr. ji.

gmaak’t. Zulk eene opleving wordt onder de door
oiis genoemde voorwaarden door de uitvoering van
publieke werkeh niet belemmerd, -doch ‘bevorderd.
De ‘Commissie-Trip meent, dat de noodzaak om
ingeteerde voorraden e.d. te -gaan aanvullen het op-
gepotte geld wel zal doen terugvloeien en dat herstel van vertrouwen door -het weerkeeren van een goede verhouding tusschen kost- en verkoopsprijzen in de-
zelf de richting zal werken. Wij zullen het niet loo-
chenen, alleen … . ‘het -gaat te langzaam,

hetgeen ‘be-
teekent, dat men in afwachting van -het herstel een
groot aantal noodebooze slachtoffers ziet vallen. Van-
daar onze voorliefde voor opzettelijk ingrijpen ter
begunstiging van ‘het reflatieproces.
* *
*
Tenslotte, de vraag: wt moet er op de reflatie-
periode volgenl De Commissie-Trip stelt zich daarbij
op het standpunt van de meerderheid der Gouddelega-
tie, die in het algemeen stabiliteit van -het prijsni

veau der belangrijkste internationaal verhandelde
goederen gewenscht acht, maar uitdrukkelijk op-
merkt, dat dit doel niet langs zuiver monetairen weg
te verkrijgen is. Gestreefd moet daarom worden om met inachtneming van den gouden standaard groote
fluctuatie’s in deze prijzen te voorkomen, waarbij edh-
ter a priori vaststaat, dat van volledige stabilisatie,
zelfs ten aanzien van dit onderdeel van ons prijzen-
stelsel, geen sprake zal zijn.
Noch voor dit standpunt, noch voor dat der min-
clerheid van de Gouddelegatie, die kortweg stabilisa-
tie vain den -groothandelsindex verlangde, kunnen wij
gevoelen. Het standpunt der meerderheid is ons te
vaag. Een goede geldpolitiek moet er op gericht zijn
om aan ‘het geld een ,,neutraal” karakter te geven,
d.w.z. dat ter voorkoming van deflatie de koopkracht,
vrijkomend door prijsdaling van een ‘bepaalde ‘groep
van goederen, niet wordt stilgelegd, maar elders
wordt aangewend en dat, wanneer dit niet geschiedt,
het manco in de geldcircuiatie door verruiming der
credietverleenirig wordt aangevuld ;’bij dreigende in-
flatie moet ‘het omgekeerde geschieden. Het richt-
snoer van zulk een geidpolitiek kan gevonden worden
in een ,,general index”, principiëel gebaseerd op alle
goederen en diensten, die tegen geld worden verhan-
deld, gemeten aan hun belangrijkheid voor het geld-
verkeer, en dus niet alleen gebaseerd op groothan-
delsprjzen, die
somtijds
een, eenzijdig beeld van den
toestad geven.
Wil men den gouden standaard handhaven, zoo
dient, als men het -bovenstaande ‘beginsel aanvaardt,
gestreefd te worden naar een dusdanig ,,management”
van dcci op het goud -opgetrokken bovenbouw van ere-‘
dietgeld, dat het prijsniveau der goudianden, gemeten
op de zooeven aangegeven wijze, zoo ‘stabiel mogelijk
blijft.

Dit is echter een vraagstuk, dat zeker niet thuis
behoort op het urgentie-programma van de Wereld-
conferentie. Deze kan zich, wat het geidwezen be-
treft, ‘voor het oogen’blik gevoegeljk ‘bepalen tot het
reflatievraagstuk. Dat daarbij concreet werk voor
haar te verrichten valt, is duidelijk. ‘Stichting van een
,,Monetary Normalisation Fund”, oprichting van een
,,Iuternational Credit Insti’tute”, vermindering’ van
minimum dekkin’gspercentages, een en ander door de
Commissie aanbevolen, en in aansluiting ‘bij •deze
voorstellen, maar door de Commissie-Trip, als zij er ,,ü’berhaupt” over gedacht heeft, vermoedelijk als al
te vr gaand verworpen, een Conventie met het doel
om de centrale banken te nopen om haar overtollig
goud ter ‘beschikking van de B.I.S. te stellen teneinde
het aaîn de internationale credietverleening ‘te doen ten goede komen; ziedaar een urgentie-programma,
welks verwezenlijking een zeer heilzame inwerking op
het economisch leven zou hebben. Bij oprechten wil
tot samenwerking is het inderdaad te verwezenlijken;
ontbreekt deze
wil,
dan zal, wat het geldvraa’gstuk ‘be-
treft, de
weg
naar ‘het herstel nog lang versperd
blijven. ‘ (I.M.V.8.

142

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari 1933

DE AMSTERDAMSCHE ZEE- EN LUCHTHAVEN IN 1932.

ZEE HA VEN.

Zooals bij de ontstellende vermindering van het
]andelsverkeer tuaschen de volkeren, welke het af ge-
loopen jaar te zien gaf, niet anders te verwachten
viel, was 1932 voor cle zeehaven een uiterst ongunstig
jaar.

Ze e8ch eepvaart.
Het aantal in de havens aangekomen zeeschepen
verminderde van 3158 in 1931. tot 3314 in 1932; de
totale tonnenmaat der aangekomen schepen liep
teri,ig van 5.440.024 Netto Register Ton in 1031 tot
4.131.038 N.R.T. in 1032. Het aantal verminderde
derhalve met 11,1 pOt.; de totale netto tonnage met
13 pOt. Vergeleken met 1929, toen het grootste aan-
tal en de grootste gezamenlijke tonnenmaat der in
één jaar aangekomen schepen bereikt werd, bedraagt
de vermindering in aantal 16,6 pOt. en in gezamen-
lijk0 tonnenmaat 16,1 pOt. De hierna te vermelden
cijfers van het goederenverkeer zullen intusschen doen zien, dat de toestand nog veel ongunstiger is dan men uit de cijfers van het scheepvaartverkeer
zou opmaken.
Van de in ballast binneugekomen schepen nam het
aantal toe – van 250 in 1931 tot 263 ‘in 1032 -,
de gezamenlijke tonnage echter af.
1

let aantal schepen, hetwelk de Amsterclamsche
haven uitsluitend aanliep om te bunkeren, bedroeg
in het afgeloopen jaar 147 tegen 133 in 1031 en 05
in 1930. Het vertoonde dus, de belangrijke vermin-
dering van de scheepvaart in haar geheel in aan-
merking genomen, een vrij aanzienlijke toeneming, welke intusschen, gelijk van zelf spreekt, niet heeft kunnen voorkomen, dat de in totaal in de haven ge-
bunkerde hoeveelheden kolen en olie aanzienlijk bij
de hoeveelheden van het jaar 1931 achterblevcn.

Rtinvaart.

1-Let getal der te Amsterdam aangekomen en van-
daar vertrokken Rijuschepen daalde in 1032 tot be-
neclen cle vééroorlogsche cijfers. Bijzonder ongun-
stig was het aantal beladen aangekomen schepen. Be-
droeg dit aantal, gelijk ôuderstaand overzicht doet
zien, in 1031 nog 2310, in 1032 liep het terug tot
1514. T:Tet aantal met lading naar Duitsehland ver-
trokken schepen verminderde van 1150 in 1931 tot
059 in 1932, dat der beladen naar èlders vertrokken
schepen van 48 in 1031. tot 19 in 1932. De eenige
gunstige cijfers, welke het overzicht bevat, zijn die
betreffende de ledig aangekomen en vertrokken sche-
pen. De aantallen daarvan vermi.nderden nl. in ster-kere mate dan die der beladen schepen.

Goed
erenverkeer
1)

Het totale havenverkeer
2)
liep opnieuw en thans
zeer belangrijk terug. Het daalde van 7.320.544 ton
in 1931 op 5.990.198 ton in 1932, derhalve met niet
minder dan 18 pOt. Van het totale havenverkeer in

Bij cle samenstelling v. cl. cijferoverzic1itein en cle gra.
fische voorstellingen betr. liet goeclerenverkeer is gebruik
gemaakt
v.
‘d. inaandstatistiek van den in-, uit. en door.
‘ocr van’ het C’. 113. voor de Statistiek te ‘s-c’ra.ven’hage.
iieronder wordt verstaan cle som van de iii cle maand.
statistiek vermelde hoeveelheden gelost en geladen bij in-

het topjaar 1929 maakt het
cijfer
voor 1932 slechts
13,7 pOt. uit.
De vermindering van 1931 op 1932 ‘is in meerdere
mate toe te schrijven aan een achteruitgang van ‘he’t
stukgoedverkeer dan aan een daling van de cijfers
voor het verkeer in ma’ssagoederen. Het verkeer in
massagoederen verminderde met 12,1 pOt., dat in
stuligôederen echter met iets meer dan 24 pOt. De
wijziging, welke zich de laatste jaren ten nadeele van
het stukgoedverkeer ‘vol’trekt in de verhouding, waar-
in stuk- en massagoed deel uitmaken van het totale
havênverkeer, zette zich dus verder voort. In 1931
vormde ‘het stukgoedverkeer 48,1 pOt. van het totale

13
uitenlandsck
kaven- en 5poorwe
g

verkeer
in de Amsterdomscke kaven

‘000,000 tOr,
– ton
= 1000
k g,

stukgoed

1
f

rnassggoed

totaal
Zee
1927

r,v en kort

01

spoorw.

1928

1929

1930

1931

1932

6 5 4
3 2

1

0

1

2

3 4 5

in- en doorvoer

in-en doorvoer

EM
uit- en doorvoer

uit-en doorvoer
OM

havenverkeer en het massagoedverkeer derhalve 51,9
pOt.; voor 1032 zijn deze percentages resp. 44,1 en 55,3.
De vermindering van het verkeer in massagoede-
ren is, zooals onderstaand overzicht doet zien, in
hoofdzaak een gevolg van een vermindering van de

en bij uitVoer ter ‘zee en langs rivieren en kanalen, ver-meercierd met het hoogste der beide cijfers, welke men
verkrijgt bij optolling, eencrzijds ‘van ‘de hoeveelheden ter
zee en langs rivieren en kanalen bij doorvoer aangevoerd,
anderzijds van de hoeveelheden, ter zee en langs rivieren
çn kanalen bij doorvoer afgevoerd. –

Rijnschepen (laadvermogen in 1000
M3)

Aangekomen

1′

.

Vertrokken

Jaren
Beladen Ledig

Beladen

.

,

Ledig

,

Beladen

Ledig
,

Aan-
,
Laad.
Aan- Laad-


‘naar Duitsehland
naar elders

Aan-
‘Laad:,.
.A’aji-

Laad.
Aan- ‘
Laad-
Aan.
Laad-
tal
ver-
tal
ver-
mogen
mogen
tal_

verm
tal
verm
tal
verm
tal
verm

1929
2762
2064
171
186
1362
1049
334
309
80
46
1278
1007 1930
2570
1855

,

117

127′

1323 987
.’267

‘233
.109


85 1176
.
‘853″,
1931
2319′
1689

92
93

1150

795

294
‘-27’

48′


29

1040


779′
1932
1514
1114
51

‘ 51
959
,
665.

184
-‘
175
19
9 –

583 449

22 Februari 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

143

cijfers voor kolen en hout; het artikel benzine
ver

toont een niet onbelangrijke toeneming.

Totale havenverkeer van massagoederen
te Anisterdam.
(in

1000

ton).
Artikel

1929 1930
1931 1932
Kolen

…………………….i.S77
1.768
1.705 1.480
Hout

……………………..739
627
514
360
iiiueralc oliën
Petroleum

………………..134
130
126
121
]3en7ine

…………………133
109 141 160 Gasolie

………………….51
47
56
51
Stookolie

………………..84
67
62
54 Ruwe aarcloliën en n.a.g. derivaten

113
102
73
49 Zaden

…………………….329
259
426
409
Granen

……………………408
402
506
454
Ertsen

……………………103
167
184
167

De vermindering van het cijfer voor kolen is ver-
oorzaakt door een sterke daling van den invoer uit
Duitschiand. Die voor hout door een vermindering
van den invoer uit bijria alle landen, waaruit hout
over de Amsterdamscho haven wordt geïmporteerd.
Ook de houti.nvoer uit Sovjet-Rusland, welke de laat-ste jaren zulke hooge cijfers -bereikte, nam belangrijk
af. Het hoogero cijfer voor benzine is een gevolg van
in”oeren uit Roemenië en Peru.
De verkeerscijfers voor bijna alle stukgoederen lie-
pen terug, voor het meerendeel zelfs bolangrijka Een
uitzondering vormen de artikelen tabak, copra, zuid-vruchten, specerijen, plantaardige looistoffen, palm-
pitten. 1

let hieronder volgend overzicht geeft een ver-
gelijking van het totale haven verkeer van cle genoem-
de en een aantal andere voor de Amsterdamsche haven
van beteeken is zijnde stukgoecleren in de laatste jaren.

Totale havenverkeer van enkele stukgoederen te Amsterdam.
(in 1000 ton).
Artikel

1929 1930 1931 1932
Caeaoboon-en ………………..
87

84

St

55
Koffie

…………………….
106

97

101

93 Thee

……………………….
26

28

26

22
Tabak

…………………….
9
9

90

89

96
Copra

……………………….
115

64

01

86
Zuiclvruehten ………………..
56

64

55

64
iletinop

……………………
19

18

23

21
Kalk, tros, cement …………..
239

245

194

90
Salpeter, kunstmest …………..
175

161

228

191
Chem. producten, geneesmiddelen

351

148

125

107
Plantaardige oliën en vetten …..
76

85′

73

50
luiden en vellcn ……………
19

23

20

20
Papier

…………………….
154

163

154

125
Vaartuigen en vliegmachinos

37

32

42

31
Suiker (ruw en geraffineerd)

173

202

tOl

70
Vijn ………………………
42

49

27

22
Machines, werktuigen, en …….
85

66

36

23
Traan

…………………….
25

28

31

10
Specerijen ………………….
(1

45

45

S
Plantaardige looistoffen ……….
S –

16

13

‘ 17
Palmpitten ……-
……..
9

13

:14

15

Gaat men na in welke mate de verschillende trans-
Portwegen en -richtingen tot den achteruitgang ‘van
het totale verkeer der Amsterdamsche ‘haven ‘hebben
bijgedragen, dan blijkt het volgdnde:

VerLeer op de’Iuckflj1nen

var- naar-. en via

ol

G
oederen-én P05vervoer
X 1000
k.g.
1200.
2

10001

0 0

.

.

-.

•.

•Wa
ILL

:de invoer ter zee kwam van 3.130.702 ton in 1031 tot 2.862.344 ton in 1932, verminderde derhalve met
8,6 pOt.
;

de ovërzee aangevoerde hoeveelheid, bestemd ter doorvoer, verminderde van 758.031 ton tot 628.450 ton, of met
17,2 pOt.;

de uitvoer tér Zee daalde van 1.1.98.125 ton op
971.932 ton, derhalve met
18,8 pOt.;

de overzee afgevoerde hoeveelheid, welke ter door-voer ‘bestemd was, verMinderde met 32,7
pOt.,
kwam
van 582.561 ton op 39
9
122 ton;

de invoer langs rivieren en kanalen verminderde
van 1.637.409 ton tot 1.026.121 ton, derhalve met
37,3 pOt.;
de langs rivieren en kanalen ter doorvoer aange-
voerde hoeveelheid nam af van 314.830 ton tot 184366
ton en daalde derhalve met niet minder dan
41,4 pOt.;
de uitvoer langs rivieren en kanalen ver.meerderde
van 280.547 ton tot 317.585 ton;
terwijl tenslotte:
de ter doorvoer bestemd e hoeveelheid goederen,
welke langs rivieren, en kanalen werd afgevoerd, ver-
minderde met
22,7 pOt.,
nl. van 451.189 ton
01)
348.800
:t0i kwam.
Het buitenland sehe spoorwegverkeer van Amster-
dam brokkelde, naar het onderstaande overzicht doet
zien, in -het afgeloopen jaar verder af:

spoorwegverkeer
1)

haven, en spoorweg-verkeer
1)

jaren
aanvoer
2)

afvoer
2)
aanvoer
2)

afvoer
2)

1928
……261.883
116.221
6.304.118
3.127.819
1929
……289.858
115.602
6.765.118 3.331.521
1930
……217.781
101.789
6.350.979
2.859.419
1931
……179.350.
82.086
6.021.222 2.594.508
1932
……126.664
62.541
4.827.945
2.093.140
t)
Zoowel onder aanvoer
als
onder afvoer is
cle hoeveel.
hoid
gelost (geladen)
ter doorvoer
begrepen.
2)
In tonnen van 1000
KQr.

De -op bla. 144 gereproduceerde ,,Schcniat.ische
voorstelling” brengt het gehieele verkeer van Amster

dam rhet het buitenland, onderscheiden naar de ver

schillende transportwegen en. -richtingen (in-, uit-
en doorvoer) in beeld. Aangezien de statistiek be-
treffende dit ierkeer, zôoals deze wordt uitgegeven door het Centraal Buro-u voor de statistiek, slechts
cijfers verschaft betreffende het verkeer ter zee,
langs rivieren en kanalen en langs spoorwegen, kon-
den voor het verkeer langs andere wegen (land- en
tramwegen enz.) geen cijfers worden gegeven ‘en in de schematische voorstelling worden verwerkt. -Het
bestaan van een verkeer langs deze
– andlere wegen –
waarvan de omvang overigens, gelijk blijkt uit de
daaromtrent in de jaarstatistiek voor den in-, uit-
en doorvoer van het Oentraal Bureau voor de Statis-
teld opgenomen landelijke cijfers, slechts een zeer
gering deel uitmaakt van liet geheele verkeer met
het buitenland – werd daarom in de teekening
slechts aan’geduidl.

iersvervoer

S
.

øI

180

0,

!r1IFII11

IIIII.uIiI
2000

>

e
.

e
.

.
c
O/

G_
o
‘7

0

fl
21
soorweenis
L

JETU1YL
J
1
t
6

‘.en kon.
zonderRijn
124
_


5
ZrOWWWRiin
281P)

01
01

01

uitvoer gz.

e

haven

Invoer 2826. c,

144

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari 1933

Schematische voorstelling van

over de Amsterdamsche

eenheid :
iooc

het goederenverkeèr

haven ‘n
1932

t o
n

Luchthaven ,,Schiphol”

De hoeveelheid op de luchtlijnen vervoerde goede-
ren daalde in het afgeloopen jaar – voor het eerst
sedert de openstelling van de luchthaven voor het
burgerluchtverkeer – en kwam van 1.270.000 KG.
op 1.07.000 KG.
Het aantal vervoerde passagiers nam daartegen-
over zeer belangrijk toe. Het steeg van 14.020 in
1931 tot 18.400 in 1932. Deze toeneming werd be-
reikt, terwijl het aantal luchtdiensten en het beschik-
bare laadvermogen der daarop dienstdoende vlieg-tuigen geringer was dan in 1931. Er werd derhalve mt aanmerkelijk mindere wanruimte gevlogen dan
in 1931.
Gegeven de ongunstige economische omstandig-
heden, kan 1932, gelet op een en ander, dan ook
niet anders dan als een gunstig jaar voor Schiphol
worden beschouwd.
De grafiek toont de ontwikkeling van het verkeer der luchthaven sinds 1921 (één jaar na de openstel-
ling van het hurgerluchtverkeer).

HET ONTWERP VAN WET HOUDENDE MAATREGE.
LEN TER BEVORDERING VAN EENE ZOOVEEL MOGE-
LIJK EVENREDIGE VRACHTVERDEELING IN DE
BINNENSCHEEPVAART.

Sedert gerti,imen tijd vraagt do nood op onze bin-
ienwateren, meer in het
bijzonder
die der particuliere hinnenschipperj, naast andere moeilijkheden van het
Nederlandsche bedrijfsleven de algemeene aandacht.
Tusschen aanbod van en vraag naar laadruimte is
eene zoodanige wanverhouding ingetreden, dat vele
particuliere schippers, waaronder zijn te verstaan
de vervoerders, wonende op hun eigen schepen, welke
zij voor het vervoer bezigen, zonder dat zij de be-
schikking hebben over een kantooroutillage aan den

va1, geen voldoend emplooi meer kunnen vinden. En
wanneer zij al zoo gelukkig zijn een vrachtje machtig te worden, staan zij tegenover tarieven van een ouge-
kend laag peil. Deze noodtoestand doet zich het
scherpst gevoelen in onze drie Noordelijke provin-
ciën.

Een buitenstaander zal licht geneigd zijn deze
moeilijkheden zonder meer op rekening van de eco-
nomische crisis te stellen, welke in steeds ernstiger
mate ons geheele bedrijfsleven teistert. De insider
weet echter wel. beter. Het vervoerwezen in zijn ge-
heel maakt structureele veranderingen door, waar-
van de binnenvaart reeds langeren tijd den terugsiag
ondervindt. Naast spoor en tram is als nieuwe mede-
di:uger de auto opgekomen. In het
bijzonder
op de
korte afstanden geldt het hier een concurrentie,
waarvan cle toenemende invloed door den schip-
per hegrijpeljkerwijze met leede oogen wordt gezien.

Dan is er de motoriseering van een gedeelte der
vloot. Deze technische verbetering, heeft den omloop-
tijd aanzienlijk bekort en de totale laad-capaciteit
dienovereenkomstig vergroot. De tijd is zeker niet
verre meer, dat wij de bekoorlijke stoffage van het
zeilschip in ons landschap zullen moeten missen.

Dergelijke veranderingen van st.ructureelen aard heb-
ben een teveel aan tonnage gebracht, een teveel, het-
welk er reeds véér de crisis was en ook in betere tij-
den zal blijven bestaan. Wij staan hier voor een eco-
nomische werkelijkheid, welke wij voor de betrokken
belanghebbenden kunnen betreuren, doch niettemin
als zoodanig zullen hebben te aanvaarden. Iedere
maatregel, welke. ingaat tegen het groeiproces, het-
welk ons vervoerwezen in dezen tijd doormaakt, moet
als ongezond en schadelijk van de hand gewezen wor-
den. Natuurlijk heeft naast de hier besproken blij-
vende oorzaken der moeilijkheden van de binnen-
vaart in het algemeen en van de particuliere bin-
nenschipperij in het
bijzonder
ook de crisis haar na-

22 Februari Ï933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

145

deeligen invloed op onze wateren doeti gelden. Zij
heeft de reeds bestaande wan’erhcudiug tussehen
aanbod van en vraag naar laadruimte verscherpt. De
oorzaak van de kwaal ligt, zooals wij aantoonden,

echter dieper.
Onder deze omstandigheden moèt ieder ingrijpen
van Overheidswege bij wijze van crisismaatregel on-
vermijdelijk ernstige gevaren en bezwaren iii zich
houden. Dit klemt temeer, omdat wij hier niet te
doen hebben met een bedrijf op zichzelf, doch met
een economische functie, welke van groote heteekenis
is voor ons geheele bedrijfsleven. De hieronder vol-
gende beschouwingen aangaande het thans hangende
Ontwerp van Wet zullen de waarheid van deze stel-
ling ten volle bevestigen.
In het nummer van 1 December jl. van dit tijd-
schrift (blz.
968-970).
heeft de Heer Sehilthuh
reeds op klare wijze den inhoud van het Ontwerp
weergegeven. Wij kunnen ons dus thans van deze
taak ontslagen. achten. Voor allé duidelijkheid zul-
len wij alleen nog met een enkel woord bij de strek-
king ervan stil staan. De Minister wil den ongunst
der tijden, gelijk het in de Memorie van Toelichting
wordt gezegd, meer gelijkelijk over de vakgenooten
‘erdeelen. Hiertoe zal de vrije concurrentie worden
uitgeschakeld en zullen alle bevrachtingen moeten
loopen over in het leven te roepen bevrachtingscom-
inissiën. Zij zullen de taak hebben om de aanwezige
vracht over de gezamenlijke binnenschepen te dis-
tribueeren. Teneinde de nakoming van deze regeling
in de practijk te verzekeren, zal onder 3trafbedrei-
ging een algemeen laad- en vervoer-verbod voor het
verkeer tusschen twree plaatsen in Nederland gelden.
De binnenvaart zal naar dit stelsel hebben op-
gehouden een vrij bedrijf te zijn. Het behoeft geen nader betoog, dat wij hier dus een crisis-maatregel
van •zeer ingrijpenden aard voor ons hebben. Een.
zoodanigo maatregel mag zeker niet in aanmerking
komen, indien niet bij voorbaat vaststaat, dat er voor
de groep, waarom het gaat, belangrijke voordeelen aan
zijn verbonden. Zijn deze hier te verwachten? De Me-
morie van Toelichting geeft hierop het antwoord op
een
wijze,
welke aan duidelijkheid niets te wensehen
overlaat.

In de eerste plaats zou worden bereikt, dat de on-
gunst der tijden meer gelijkelijk over de vakgenooten
wordt verdeeld, waardoor, naar het inzicht van den
Minister, het bedrijf in zijn geheel de moeilijkheden
beter zou kunnen doorstaan. Daarnaast zou de vracht-
verdeeling de vrachten op een zoodanig peil brengen,
da’t de schipper
,,tijdens
het vervoer” van een be-
staansminimum verzekerd zou zijn.

• Aangenomen, dat deze laatste onderstelling juist
is, zoo is het duidelijk, dat de particuliere binnen-
schipper met een dergelijk resultaat niet gebaat kan zijn. De restrictie
,,tijdens
het vervoer” outneemt er
alle waarde aan. De treurige waarheid is immers
deze, dat er voor de groep in haar geheel volmaakt
onvoldoende vervoer is. De gelijke indeeling van
deze weinige vracht over allen zal naar de zienswijze
van den Minister tot gevolg hebben, dat de schip-
per, die vandaag nog geen steun trekt, morgen het
lot van zijn minder gelukkigen collega in dit op-
zicht zal deelen. Dit wat het voordeel der gedachte
vrachtstijging betreft. Het eerste aan de Memorie van Toelichting outleende moment kan naar onze
bescheiden meening al heel moeilijk ernstig worden
genomen. -Bij den bestaanden noodtoestand onder de
schippers zou het practisch gaan om verdeeling van
armoede. Het is ons niet duidelijk, hoe eene zooda-
nige verdeeling den weerstand van het bedrijf in zijn
geheel zou kunnen versterken.

Genoeg om aan te toonen, dat in de onderwerpe-
ljke regeling naar de zienswijze van de Regeering
zelve voor den particulieren schipper geen voordee-
len van beteekenis opgesloten liggen. Voor ons is hier-
mede het lot van het Ontwerp van Wet reeds be-zegeld. De vrijheid van bedrijf mag naar gezond

Overheidsbeleid nimmer aan zoo geringe resultaten
worden opgeofferd. Dit geldt te sterker, wanneer
aan de regeling, gelijk wij vervolgens zullen aantoo-
nen, bovendien ernstige nadeelen van algemeenen
aard verbonden zijn.

Het Ontwerp regelt de materie, als w’are de Neder
landsche binnenvaart een afgesloten gebied. Eene
zoodanige conatellartie hebben wij practisch gespro-
ken gekend in de oorlogsjaren, toen het interna-
tionaal verkeer nagenoeg stilgelegd was. Thans ech-
ter hebben wij te maken met het feit, dat onze bin-
nenvaart samenhangt met het internartionale verkeer
en allerminst een afgerond geheel vormt. Zij heeft dit in dezen tijd van algemeene depressie reeds op
schrpe
wijze
aan den lijve ondervonden. Voor den-
gene, die op dit terrein geen vreemdeling is, mag het
van algémeene bekendheid worden geacht, dat de toe-
neming van het aanbod van tonnage op onze binnen-
wateren gedurende de laatste jaren niet in de laatste
plaats is toe te schrijven aan de concurrentie, welke het
binneuschip van het Rijuschip ondervindt. De out-
stellende afneming van het verkeer op den Rijn heeft
ook daar een groot gedeelte van de vloot buiten em-
plooi g&racht met als gevolg, dat het Rijnschip zijn
toevlucht in de binnenvaart is gaan zoeken. Zoo is
de toestand vandaag. Wanneer dit Ontwerp van Wet
zijn plaats in het Staatsbiad zal hebben verkregen,
zal deze concurrentie in verband met de te verwach-
tefi stijging der vrachten vanzelfsprekend in nog
scherpere mate aan den dag treden. En daarbij zal
het niet blijven. Ook in de omringende landen zijn de
toestanden in de binnenvaart het tegendeel van roos-
kleurig. Zoo kunnen wij er op rekenen, dat Belgische
en Duitsche binnensehepen op het hoogere Neder-landsche vrachtenpeil evenzeer als de Rijnsehepen
zullen afkomen. Wat heeft de Minister dan b
ere
ikt?

Dat tegenover het geringe voordeel der wat hoogere
vrachten het nadeel van den nog langeren wachttijd zal staan, een nadeel dat zal worden vergroot, door-
dat de stijging der vracht bovendien een zekere ver-
dere afvloeiing naar het landvervoer tot gevolg moet
hebben.. Het bestaande zeer lage vrachtenpeil immers
heeft de concurrentie van het landvervoer niet kun-
nen uitschakelen. En dan hebben wij nog niet gerept
over het bezwaar, dat het apparaat der Bevrachtings-
commissies het vervoer op onze binnenwateren on-
vermijdelijk aan soepelheid zal doen inboeten met alle
schadelijke gevolgen van dien; evenmin over het be-
zwaar, dat het door den Minister gedachte stelsel der
evenredige vrachtverdeeling in de practijk zal neer-
komen op het uit de oorlogsjaren beruchte ,,varen op
toerbeurt”. De Memorie van Toelichting is omtrent
de wijze der evenredige verdeeling niet zeer duidelijk.

Naast elkauder wordt hier gesteld eenerzijds, dat
de vervoereischen primair zullen zijn, anderzijds, dat
de schipper, die het langst op vracht heeft gewacht,
het eerst aan de beurt zal zijn. Gelet op de zeer groo-
te verscheidenheid van de veroereischen is het dui-
delijk, dat van het beginsel der evenredige verdee-
ling in de practijk niets zal ‘terecht komen, indien
deze inderdaad als primair zullen worden vooropge-
steld. De oorlogsjaren hebben deze ervaring ge-
bracht. In die dagen heeft men evenmin de ,,tour de
rôle” gewild. Toch is het er van gekomen. Het zal
thans niet anders gaan. Omtrent de catastrophale
gevolgen van dit z.g. ,,nummeren” spreekt het in 1919
uitgebrachte rapport der Staatscommissie-Jolles dui-
delijke taal.

Tegenover •de geringe baat van het Ontwerp van
Wet voor de particuliere schippers staat dus het gevaar
van niet onbeteekenende nadeelen! Deze omstandig-
‘heid kan op zichzelve het verzet tegen het Ontwerp
van het Nederlandsche bedrijfsleven in zijn verschil-
lende geledingen niet afdoende verklaren. Dit wordt eerst begrijpelijk, wanneer men weet, dat bovendien
nadeelen voor andere algemeene belangen, belichaamd
in industrie, handel en onze zeehavens, te duchten
zijn. De eenzijdige stijging der vrachten hier te lande

146

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 re.bruari 1933
in samenwerking met de mindere soepelheid van het
vervoer zullen den buit’enlanclschen producent en den.
importeur van over de landsgrenzen op cle Neder-
landsche markt een voorsprong geven op hunne Ne-
clerlandsche concurrenten, omdat de regeling van-
zelfsprekend niet van toepassing zal zijn op de inter-nationale binnenvaart. De overzeesche importeur zal
in verband met cle overlading
in
dezelf de positie ver-
këeren als onze laridgenooten. Wij denken ‘hier aan
artikelen als kolen, steeuen, cement, superphosphaat,
welke in het vervoer op onze ‘binnenwateren een zeer
voorname plaats innemen. Bij buitenstaanders be-staat wel de indruk, dat de vracht als element voor
den prijs een onbeteekenende factor is. Deze indruk
is zeker niet juist. Enkele cijfers met betrekking tot
goederen, welke in het vervoer op de binnenwateren
een voorname plaats innemen, mogen, dit .illustreeren.
Voor kolen bedraagt de vracht 10-20 pOt, van den
totaalprijs, voor steenen 1.0-25 pOt., voor grint 25-
30 ‘pOt., voor zand zelf’s 60-70 pOt. Deze cijfers
spreken voor zichzelf.

Naast industrie en handel noemden wij onze zee-havens. Wij weten allen, dat ‘hare positie precair is.
Sedert 1029 is de goederenheweging in Amsterdam
en Rotterdam voortdurend afgenomen. Voor eerstge-
noemde haven is het percentage der afneming sinds dat
jaar ongeveer 25 pOt.; Rotterdam geeft den ontstel-lenden teruggang van circa 45 pOt. Met deze cijfers
voor oogen kunnen wij
in
het kader der havenbelan-
gen terecht concludeeren, dat iedere Overheidsmaat-
regel, welke de tendens heeft de goederenbeweging
nog verdei te doen inkrimpen, ernstig gevaar op-levert. Een zoodanig gevaar is hier aanwezig. De eenzijdige stijging der vrachten hier te lande, ge-
voegd bij het bezwaar, dat de ,,quick dispatch” door
het optreden der Bevrachtingscommissies onvermij-
delijk geschaad zal worden, zal aan onze nabuurha-
vens, met name Antwerpen, een voorsprong geven, waarvan deze dankbaar gebrui.k zullen maken. Ter
illustratie van het gevaar voor dc ,,quick dispatch”
willen wij hier bén zeer sprekend voorbeeld noemen,
het hout betreffende. Hier kan men het bi:nnenchip
niet dirigeeren, zoodra het zeeschip een zeemond is
binnengevallen. Eerst na bestudeering van het stuw-
plan der zeeboot, weet men, hoe de verschillende par-
tijen hout liggen en pas dan kan men beoordeelen,
welke ruimte aan binnevaartuigen noodig is. De
Bevrachtingscommissies zouden daarop een meer dan
normale activiteit moeten ontwikkelen om het zee-schip tegen oponthoud te vrijwaren. Het is niet aan
te nemen, dat even snel bevracht zal kunnen worden
als thans.

Alhoewel zulks strikt genomen buiten het terrein
dezer periodiek valt, willen wij ons thans nog een
oogenblik op juridisch terrein begeven en wel op dit van het Rijuvaartrecht. In de onderwerpelijke
materie toch liggen voetangels en klemmen van
rechtskundigen aard opgesloten, waaraan de jurist,
wiens belangstelling uitgaat naar laatsthedoeld recht,
zijn hart kan. ophalen. ,,Mirabile dictu” is hieraan in
de Memorie van Toelichting geen woord gewijd. Wij
moeten ons uiteraard tot enkele opmerkingen beper-
ken. Wie mocht meenen, dat overeenkomstig den tekst
van het Ontwerp en de Toelichting inderdaad
alle
vervoer tusschen 2 plaatsen in Nederland in den
greep der Bevrachtingscommissies zal vallen, ver-
gist zich. Vrij zal blijven liet vervoer, hetwelk onder
het régime der Rijnvaartacte valt. Dit Te
r
d
r
a
g
ga-
randeert de’,,libre uavigation” op den Rijn. Naar de
interpretatie, welke algemeen aan dit begrip gegeven
wordt, is het laad- en vervoerverbod van liet Wets-
ontwerp hiermede zeker in strijd. in de bijzonder-
heden van deze interpretatie zullen wij te dezer
plaatse niet treden. Alleen willen wij wijzen op liet in dit verband ongetwijfeld merkwaardige feit, .dat
bij de Mai.nzer Acte, welke aan de Mannheimer-Acte
(de benaming der Rijnvaartacte sedert 1869) vooraf-
ging, de gesloten schippersgilden zijn opgeheven.

Daarmede kwam tevens een einde aan cle verplichte
bevrachting bij deze gilden. Deze verplichte bevrach-
ting was in wezen niets anders dan de rangregeling,
Welke in het huidig Ontwerp ligt opgesloten. In 1831
heeft men deze rangregeling onvereenigbaar geacht
met de eischen van ede ,,libre navigation”. Ten be-
wijze, dat hier inderdaad voetangels en klemmen lig-gen, zullen wij een.ige vragen aanhalen, welke in di.t
verband rijzen, het bij de aanhaling’ zonder meer
latende. Is het Nederlandsche Rijnschip, hetwelk op
zijn reis naar Duitschland een vracht wil innemen
van Tiel naar Nijmegen aan de Bevrachtingscom-
missie onderworpen? Het vreemde Rijnschip zeker
niet, waar het hier betreft het stroomgebied van den
conventioneelen Rijn, hetwelk zich stroomafwaarts
uitstrekt tot Krimpen en Goriachouh. Hoe staat liet
niet de bevrachting van Rijrischepen van Rotterdam
naar Nijmegen of van Rotterdam naar Deventer over
het stroomgebied van den conventi.oneelen Rijn? Al-
gemeene Nederlandsche belangen verzetten zich er
tegen op dit terrein van het recht moeilijkheden als
hierbedoeld te maken, welke het beginsel der vrije.
vaart betreffen.

Een Ontwerp van Yet,’ als het onderhavige, liet-
welk de betrokken groep niet zal baten en liet ver-
dere Nederlandsche bedrijfsleven in verschillende ge-
ledingen zal schaden, kaii voor aanvaarding niet in
aanmerking komen.

Andere middelen zullen moeten worden gezocht.
De Nederlandsche binnenschipper mag in zijnen nood vanzelfsprekend niet aan zijn lot overgelaten w’orden.
Men hoede zich er echter voor hij het zoeken naar
deze andere middelen de economische waarheden,
welke er op dit terrein van bedrijf nu eenmaal zijn,
andermaal te miskennen. Dan zou wederom vergeef

sche arbeid worden verricht en Icostbare tijd voor den
schipper ve1loren gaan.
Mr.
J. R. KIEW JET DE JONGE.

ZIJN TRAM EN BUS TE ROTTERDAM OP DE MEEST

ECONOMISCHE WIJZE GECOÖRDINEERD?

Dr, Ir. J. G. J. 0. Nieuwenhuis schrijft ons:

In een uitvoerig artikel, verschenen in de Econ.-
Statistische Berichten ‘van 28 Dec. ’32 heeft de heer
J. M. E. M. A. Zonnenberg trachten aan te toonen,
dat ,,tram en bus” hij de R.E.T. te Rotterdam
niet
op de meest economische wijze zijn gecoördineerd en dat de
autobus,
als zijnde een minder kapitaal- en per-
soneel-ei schen d vervoermiddel, ruimere toe’passi ng
had behooren te vinden.

De wijze, waarop de heer Zonnen’berg zijn uit de
jaarverslagen, der R.’E.T. geptmtte gegevens ‘hanteert,
verraadt zijn onbekendheid me’t de materie, die hij

behandelt. Het is daarom uitermate ‘bezwaarlijk, om
met hem van ‘gedachte te wisselen: eerst zou ik nl.
allerlei onjuistheden en verkeerde begrippen over dit
onderwerp moeten rechtzetten, om daarna eerst tot
het eigenlijice onderwerp te kunnen komen.
Dit ‘zou mij echter te ‘ver voeren en zou bovendien
te veel plaatsruimte vergen; daarom kan mijn ant-
woord op dit ‘arti’kel dan ook niet anders dan onvol-
ledig zijn.

In de eerste plaats zij dan het
,,racdclsel van, zeer
betreurenswaardigen aard” (dat er geen vergelijkende
cijfer’s ‘betreffende ‘de uitkomsten van de exploitatie
der ‘tram- en autobusdiensten in het jaarverslag van
1930 voorkwamen) opgelost.

Eigenlijk is het geen raadsel (waar men eventueel
mi.nderwaardige beweegredenen ac’hter ,zou ]cunnen
zoeken!) maar slechts een
feit,
dat vergelijkbare cijfers
niet eerder te geve:u waren, omdat liet autohusbedrijf
‘hij de R.E.T.
geheel nieuw
opgezet was en dat het
trambedrijf reeds 25 jaren bestond en met verouder-
de toestanden en, grootendeels versleten materieel op
gang moest worden gehouden. Indien ‘er eerder dan
in 1931 cijfers waren gegeven, zouden ondeskundige

22 Februari
1933

ECONOMÏSCH-STATISTISCHE BERICHTEN

147

bevooroordeeldén spoed.i g totaal vrkerde gevolg-
trekkingen gemaakt hebben iiit cijfers, die niet met
elkaar te vergelijken waren!
De heer Zonnen’berg schrijft vervolgens over het

verlies, dat de
R.E.T.
in
1930
heeft geleden, een ver-
lies, dat de raming aanzienlijk overtrof.

In
het jaarverslag over
1930
kan men daarover be-

langrijke gegevens vinden. Op blz. 6 van dit verslag
schreef ik o.a.:
,,Naar alle waa.rschijnlijkheid heeft de
nzaloise i:eeds haar invloed, doen gelden. op hef reiza-
gersvervoer in 1930.”
Toch schrijft de heer Zonneuberg, dat ik als oor-
zaak voor het exploi’tatieverlies de economische de-
pressie
nief
uitdrukkelijk inschakelde!
Hieruit is reeds in ‘den aanvang van zijn artikel
te-zien met welk een lichtvaardigheid de heer Zou-
neberg te werk gaat.
Wat betreft het ,,fl.ink verlies”, dat in
1931 zou

zijn, geleden, als de economische depressie zich niet
gemanifesteerd had, kan ik
verwijzen
naar mijn arti-

kel ,,Tramproblemen”, vérschenen in ,,de Ingenieur”
1932 No. 49,
waarin ik o.a. schreef:

,Over het algemeen staat men wel op het standpunt, dat
een gemeentelijk train- of .autobusbedrijf geen winstgevende
onderneming behoeft te zijn, zooals de stedelijke electrici-
tei’ts-; gas of waterleidingsbedrijven.
Deze ,,conlm•unis opinio” vloeit waarschijnlijk voort uit
het feit, dat men wel gevocit, dat een vervoerbedrijf een
veel minder monopolistisch karakter heeft dan bv. een
electriciteitsbedrijf.
Men kan het ‘publiek nu eenmaal veel beter ‘dwingen om
hooge ‘tarieven te betalen voor gas, water of eleetriciteit,
dan om ,,duur” te trammen. In Nederland beletten de taxi en vooral het rijwiel, dat
het tramtarief naar verhouding evenveel boven kostprijs
wordt vastgelegd als b.v. het electriciteitstarief.
Daarbij komt, dat het gemeentelijk trambedrijf ook nog
dikwijls in zijn toch reeds zeer zwakke monopolistische
positie wordt aangetast door de particuliere autobuscon-
currentie.
De eene overbeidstak (Provinciale Staten of Raad van
State) heeft het in bijzondere gevallen door middel van
concessies ioor ‘particuliere autobusiensten nog in de hand
om het trambecirijf van een anderen overheidstak (de
Gemeente) in ‘zijn bestaan ‘te treffen!
zijn ‘dus wel redenen te over oni te beseffen, ‘dat voor
een stedelijk trambedrijf de kansen
01)
belangrijke winsten
buitengewoon gering zijn; uien is er daarom spoedig te
geneigd om te erkennen, dat van zoon bedrijf bezwaarlijk
meer gevergd kan worden, dan dat het ,,self.supporting” is.
Als echter een vervoerbedrijf in normale tijden ,,self-
supporting” is, op het randje af, d.w’z. iéôdanig, dat er
géén reserves worden gevormd, bij overigens voldoende af-
schrijvingen, dan kan men er zeker van zijn, dat het in
tijden van depressie groote tekorten oplevert.
Ik laat nu verder maar buiten beschouwing, de mogelijk-
heid oni een vervoerbedrijf als publieketi dienst te beschou-
wen, waarvan de tekorten als ,,kosten ten algenieenen
nutte” op de .begrooting verschijnen.
Onder een ,,’se1f-supporting’ bedrijf dient men eigenlijk
te verstaan een bedrijf, dat in normale tijden reserves
kweekt om in moeilijke tijden niet direct in groote inoei-
lijkheden te vervallen.
De ontvangsten zullen dan in normale tijden een’ flink
bedrag boven de uitgaven moeten uitkomen..
-‘ Die ontvangsten nu worden in •de eerste plaats bepaald
door den prijs, die het publiek voor een tramrit over heeft
en dit laatste houdt verband met het algemeene welvaarts-
peil van het publiek.
Indien nu de bonen en arbeidsvoorwaarden van het
personeel uitgaaa boven het welvaartspeil van de over-
groote meerderheid der bevolking, clan worden de zelfkos-
ten van het ‘bedrijf ‘spoedig te hoog en moet men, Of een
groot aantal reizigers per wagen-km. vervoeren bij een be-
trek’kelijk laag tarief, Of wel ccii kleiner aantal reizigers per
wageri-kni. bijs een betrekkelijk hoog tarief.
Het eerste beteckent een massa-vervoer met geringer com-
fort voor het publiek, vooral wat plaatsruimte betreft; het
tweede beteekent gering vervoer met méér comfort.
Maar beide voorwaarden wijzen naar een beperking van
het aantal wagen-km.; inzonderheid een gering vervoer
met rnéér comfort tegen hooger tarief zal het vervoer sterk
beperken.”

Daarmede is m.i. duidelijk, dat een ,,flik verlies”

oi een stedelijk ‘trambedrijf zeer duidelijk aanwijs-
bare oorzaken heeft, en zeker andere dan de heer Zon-
nenberg
01)
losse gronden veronderstelt.
Indien dle economische depressie zich niet had doen
gevoelen en dus niet eeu vrij plotseling eind had ge-
maakt aan de toeneming van het vervoer der
HET.,
was, zelf’s met ‘de bezwarende omstandigheden, die
hierboven zijn geschetst, de kans op een sluitende
rekening volstrekt niet uitgesloten geweest. Er werk-
ten hier echter twee ongunstige factoren samen, ni. verhooging van exploitatiekosten en teruggang van
het vervoer!
Thans i.ets over
,,den zwaren strijd”
die indertijd
onder leiding van het Comité
Bus
en Tram verdl ge-
voerd.

Eerlijk gezegd: van dien zwaren strijd heb ik niet
veel gemerkt.
In dit veiband citeert de heer Zonnen’berg uit ‘het
proefschrïft van Mr.
B.
Mees, maar in datzelfde proef-
schrift komt in een noot op
blz. 214
66k iets voor over
dat Comité
Bus
en Trhm, nl.:

,,In een adres aan den Gemeenteraad van Rotterdam
naar aanleiding van de aanschaffing van 100 nieuwe tram-
wagens (Nrs. 471-570) publiceerde dit Comité wel cle ver-
voercijfers van de bussen te Birmingham, maar vergat
blijkbaar (voor het goede doel?) te vermelden, dat cle
tramlijnen aldaar bijna driemaal zooveel passagiers ver-
voerden. En dan liet dit adres doorschemeren, dat de Direc-
‘teur van de R.E.T. den Raad eenzijdig voorlichtte! (Gepubliceerd in het Avonciblad N.R.C.” 14/12-1930).”

Dergelijke ,,gronden” van het Comité
Bus
en Tram
schijnt de heer Zonnenberg au serieux te nemen!,
maar zijn door mij als lul te tendentieus immer ter
zijde gesteld.
Wat cle coördinatie van tram- en autobusdiensten
betreft, hierover ‘heb ik in ,,de Ingenieur”
1930 No.
1.9 een uiteenzetting gegeven, die m.i. de zaak, waar ‘het eigenlijk om gaat, duidelijk blootlegt.
Uit dat artikel citeer ik ‘het volgende:

,,Ik kom taus aan het netelige kostenvraagstuk, dat
van zoo zeer vele factoren afhankelijk is.
Bén feit staat echter vast, nI. dat de kosten’ pci’ wagen-kilometer van een autobusbecliijf in groote trekken onaf-
hankelijk zijn van het totaal aantal afgelegde wagen-kni.
en dat die kosten bij een electrisch trambeclrijf met de toe-
neniing van het aantal afgelegde wagen-kin. dalen.
In beide gevallen aaugeuonien, dat de rijtuigen in de-
zelfde maté hun diensten verrichten.
Men kan dit feit in de volgende grafische voorslellii.ig
weergeven

t’

tj

rA

0

r

1

uiïï-::jïjj-::-::t0

AUT0BUGE5I00.

TAMGE.bIED.

,,–
AF’GL.GD. WAGNKILOMETS.

Ik heb bier geen’ schcal bij vermeld, dus ik laat buiten
beschouwing, welke getalwaarden de punten
A,
B en C
dezer grafische voorstelling hebben.
Het hangt nu geheel van het aantal afgelegde wagen-km.
af
bij een gegeven lengte van het tram- of autobusnet,
waar het punt C ligt.
Uit diverse publicaties blijkt wel, dat dit punt vrijwel
overeenkomt met een verkeersnet en niet een vervoer zoo-
als deze in steden met 100-200.000 inwoners voorkomen
Voor steden niet meer dan 200.000 inwoners is dan de
electr. tram geheel in het voordeel en voor steden, die min-

148

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTE’N

22 Februari 1933

der dan 100.000 inwoners hebben, blijkt de autobus ht
meest economische vervoermiddel te zijn.
In dit verband verwijs ik nog eens naar dc Ver. Staten
van Noord-Amerika, waar de grootste stad, die uitsluitend
a,itobussen heeft, nog geen
150.000
inwoners telt.
])e Neclerlandsche groote steden Amsterdam, Rotterdam
en den Haag liggen blijkbaar allen in de ,,tramsfecr’, dus
bv. overeenkomende met punt D van de grafiek.
Nu wordt er dikwijls beweerd, dat mcli voor ccii ‘behoor-
lijk vervoer in dergelijke groote steden a,utobussen naast
;
d
trams moet laten loopen (z.g. ,,snelbussen”).
Gesteld dat deze autobussen liet vervoer per tram, dat
door punt D is bepaald, laten terugloopen naar punt E.
De kosten van het daarvoor in de plaats komende auto-busverkeer is vastgelegd door punt A, dus de gemiddelde kosten per wagen-kni. liggen tusschen clie welke door de
punten A en E, op de ordinatena-s zijn aangegeven bv. bij
F en dat kan aanmerkelijk hooger zijn dan de kosten, die
het reine trambedrijf per wagcn-km. heeft.
Met deve paralleldiensteii zij men dus al zr voor-
zichtig.
Deze grafische voorstelling geldt natuurlijk ook voor een
trambedrjf en een daarvan vrijstaaud autobtisbeclrjf.
Uit algemeen economisch oogpunt beschouwd, maakt dit
geen verschil.
En daarom valt het te betreuren dat, in sommige geval-
len, z6o weinig rekening werd gehouden met deze economi-
sche zijde van liet vervoersvraagstuk, als vergunning werd
verleend voor concurreerende autobuscliensten, die vrijwel parallel loopen met reeds bestaande tranilijnen!”

Deze zeer belangrijke zaak wordt door niet-deskun-
digen bijna steeds vergeten en daarom zijn de con-
clusies die zij – zonder daarop te letten – trekken
ook bijna steeds onjuist.
Ook de’heer Zonnenberg vergat in zijn betoog te
vermelden, dat de kosten per rijtuig-km. bij een tram-
dienst verminderen hij een toeneming van het aantal
afgelegde rjtuig-km, terwijl de kosten per autobus-
1cm. vrijwel onafhankelijk zijn van het aantal afge-
legde rijtuig-km.
Door dezen belangrijken factor uit het oog te ver-
liezen, wordt
zijn
betoog vrijwel waardeloos.
Zijn onbekendheid met het vraagstuk, waarover hij
schrijft, treedt eveneens sterk aan den dag, als hij
veronderstelt (op Ma. 1039), dat het autobusbedrijf
zoiider economische depressie 9.8 pOt. méér reizigers
had kunnen opnemen, zonder verhooging der exploi-
tatiekosten.
Bij deze veronderstelling wordt vergeten, dat de
autobus bij de R.E.T. een niet-overbelastbaar voer-
tuig is en dat er bij meer vervoersbehoefte bijna en-
tniddellijk méér materieel nôodig is. Dit is eehter niet het geval met het zeer ruim overbelastbaar trammate-
rieel der R.E.T.
De becijferingen en conclusies van den. heer Zon-
nenherg, die op zijn ontoelaatbare veronderstelling
berusten, hebben dan ook geen enkele practische
waarde.
Dai hij daarbij ook nog een
reken fout
maakt, blijkt
op bla. 1039 (No. 887). Wanneer ni. de auto’busdien-
sten een winst zouden hebben gemaakt van
f
69.669,
zouden de tramdiensten een verlies ‘hebben moeten
boeken van f584.026 + f69.609 =
J
653.695; de heer
Zonnenberg l)ecijfert daarvoor
f
677.837, hetgeen niet
juist is.
n zijn artikel gaat de heer Zonnenberg verder het
tram- en autobusnet der R.E.T. verdeelen in primaire,
secundaire en tertiaire verv•oersstroomen.
Zijn indeeling haseert hij op de
opbrengst per dag
en per lijn.
Deze maatstaf is voor de beoordeeling van een lijn
over ‘het algemeen
onbruikbacw-,
omdat het zeer veel
afhangt van den aard van het vervoer (b.v. zeersterke
spitsbelasting) of men van een eventueel reeds aan-
wezige tramlijn ‘gebruik zal maken, of, dat men ‘beter
met autobussen in het vervoer kan voorzien.
Verder speelt daarbij weer de quaestie, die in de
bij dit artikel behoorende figuur is, weergegeven, een
rol.
De ‘beste maatstaf voor de beoordeeling van een
vervoermiddel is over het algemeen de gemiddelde

opbrengst per rijtuig-km. en deze wordt weer bepaald
(bij uniform tarief) door het gemiddeld aantal reizi-
gers per rjtuig-km.
Deze
cijfers
zijn nu voor 3 lijnen, die door den heer
Zonneiberg resp. onder de primaire, secundaire en
tertiaire lijnen worden gerangschikt als volgt:

gemi dd. opbrengst gemidd. aantal reizigers
p. wkm. p. wkm.
1930

1931

1930

1931
lijn
18
(primair)

29.02
ets.
30.85
ets.

3.17

3.33
11 (secundais-)
35.55

40.13 ,.

3.99

4.44
17
(tertiair)

32.79 ,, 31.88 ,.

3.65

3.50

Hieruit moge i-eeds iblijken, dat de indeeling van
den heer Zonnen’berg waardeloos is.
Lijn 11 zou als secundaire lijn volgens den heer
Zonnenberg voorloopig met ouder en kleiner tram-
materieel, waar noodig met bijwagens bediend moeten
worden. Nu is dit echter toevallig met lijn 11 z66 ge-
weest tot en met Mei 1930. Van laatstgenoemden
datum af zijn de groote moderne motorwagens op deze
lijn in dienst.
Ziehier het resultaat:

per rijtuig-km.

per rijtuig-kni.
1929

3
:
50
reizigers en
31.22
ets. opbrengst
1930 . .

3.99

35.55
1931…..4.44

,.

.. 40.13

En toch behoorde lijn 11 met de opgeheven lijn 24
tot de twee
lijnen
met de laagste gemiddelde opbrengst
per reiziger. –
Omdat ik de indeeling van het net in primaire,
secundaire en tertiaire verkeersstroomen niet aan:
‘aarden ‘kan, laat ik de discussie tusschen den heer
Zonnenberg en Dr. B. Mees over deze.zaak in Econ.-
Stat. Berichten van 18 Januari 1933 blz. 49-53 ver-
der buiten beschouwing!

In een noot bij zijn artikel vraagt de heer Zonnen-
berg, of lijn 24 ook opgeheven ‘had moeten worden,
indien genoemde lijn van den ibeginne aan met auto-
bussen geëxploiteerd geweest zou zijn.

Men mag die vraag m.i. zoo niet stellen.
Men moet in de eerste plaats vragen, of het verant-
woord zou zijn geweest om niet van den reeds
bestaan-
den. tramaanleg
(weg en bovenleiding) gebruik te
maken en daarmede de totaalkosten per tramrijtuig-
km. te drukken. Verder waren voor de exploitatie van
deze lijn nog tramrijtuigen van het oude type in meer
dan voldoende hoeveelheid aanwezig. Voor het in
dienst stellen van lijn 24 waren dus bijna geen kapi-
taaluitgaven te doen, hetgeen wel het geval zou zijn
geweest, indien men voor deze lijn (die bijna uit-
sluitend spitsverkeer had!) een betrekkelijk groot
aantal nieuwe autobussen had moeten aanschaffen.
De financiëele toestand van het bedrijf zou dan
nôg ongunstiger zijn geweest en er waren dan dus nog meer redenen geweest, om lijn 24 met zijn zéér gering
vervoer buiten de spitsuren, op te heffen!
De globale berekening, waar de heer Zonnenberg
zich tenslotte aan ,,waagt” (zie blz. 1040) verraadt
nu in zoo sterke mate zijn onkunde op dit gebied, dat
het
mij
moeite kost, om met hem hierover van gedach-
te te wisselen.

Deheer Zonnenberg meent, dat men mag uitreke-nen, hoeveel een tram- resp. autobu-bedrjf per een-
heid van ‘het wagenpark kost.
Oude wagens, die ongebruikt in de remise staan,
open bijwagens, die maar enkele dagen van het jaar
dienst doen, worden voor ,,vol” gerekend: een tekort
aan materieel van een andere soort buiten beschou-
ving gelaten; en verder worden vele andere factoren
van technischen en financiëelen aard verwaarloosd.
Een berekening, hierop gebaseerd, heeft natuurlijk
niet de minste waarde en ik zal er dan ook verder het
zwijgen toe doen.

Zijn betoog en conclusies – gebouwd op ondeug-
delijke aannamen – zijn te rangschikken onder de
ongerechtvaardigde
critiek, die niet-ter-zake-kundigen

22 Februsrj 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

149

L

blijkbaar zoo gaarne uitoefenen op openbare middelen
van vervoer – vooral wanneer zij door of vanwege
de overhei,d worden ‘geëxploiteerd.

I)e heer Drs. J. M. E. Al. A. Zonnenberg heeft bij (le
beschouwingen van 1)r. Ir. J.. G. J. C. Nieuweuhuis een
zeer uitvoerig naschrift geplaatst. Tot ons leedwezen hoop-
te plaatsgebrek ons, om de publicatie cla.a.rvu tot de vol-
gende week uit te stellen. (Bed.)

DE RIJKSMIDDELEN OVER JANUARI 1933.

Oppervlakkig beschouwd, maakt het middelen-over-
zicht over de eerste maand des jaars een niet, al te
ongunstigen indruk. Immers de gewone middelen
brachten in Januari jl.
f
30.152.800 op tegen

,f
31.433.700 in de geljknamige maand van 1932 en
vertoonen mitsdien een achteruitgang van slechts

f
680.900. De zaak komt echter in een ander daglicht
te staan, indien men overweegt, dat .de ontvangsten
van Januari 1.932 een diepte-record vormden, daar zij
niet minder dan
f
11.822.000 bleven onder die van
,Tarwarj 1.931. Dnt de teruggang in de afgeloopen
maand betrekkelijk meeviel, geeft dus nog geen reden
tot tevredenheid.
Waar de eerste maand des jaars doorgaans ruime
baten geeft, is het ook geen goed teeken, dat de ge-
middelde maandraming niet werd gehaald. Het na-
deelig verschil ‘bedrnagt
f
1.096.400. In verband hier-
mede moet aog worden opgemerkt, dat de maand-
raming thans
f
31.849.200′ bedraagt tegen
f
34.850.100
in het vorige jaar. Voorts dient er rekening mede
te worden gehouden,
dart
in den middelenstaat voor ‘het eerst een drietal posten voorkomen, tw. de op-
centen op de invoerrechten, cle opcenten op den accijns op ‘bier en de opcenten op den accijns op suiker, waar-
van de jaaropbrengst is geraamd op resp.
f
10.500.000,

f
1.800.000 en
f
10.500.000. In de toelichting bij de Midclelenwet waren de twee eerstgenoemde nieuwe
hef
..f.inge geschat op onderscheidenlijk
f
22.400.000
en
f
3.600.000. Wegens de wijzigingen, tijdens de be-
handeling aangebracht in het ontwerp, dat geleid
heeft tot de wet van 24 December 1932 (Staatrblad
No. 634), zijn deze opcenten evenwel in den middelen-
staat lager geraamd, terwijl nieuw zijn ingevoegd de
opcenten op den suikeraccijns.

In vergelijking ‘met de overeenkomstige maand van
het vorig jaar vertoonen de grondbelasting, de in-

voerrechten, de zoutaccijns, de geslachtaccijns, de bier-
accijns, de suikeraccijns en de registratierechten een
hooger opbrengstcijfer. De overige middelen liepen
alle in opbrengst terug. Laat men de nieuwe ‘hef f in-
gen bui ten beschouwing, dan blijken de overige mid-
delen
f
1.934.800 minder te hebben opgeleverd dan
in Januari 1932.
De grondbelastin’g verschafte
f
54.600 meer, welk
voordeelig verschil vermoedelijk een gevolg is van
invordering van achterstallige belasting over 1932.
De jaarraming is voor dit middel
f
21.000 hooger ge-
steld. dan in 1932.
Bedenkelijk is de voortdurende daling van de op-
brengst der inkomstenbelasting. Ditmaal bedroeg het
decres ‘f1.192.500, ‘hetwelk vrijwel geheel komt op
rekening van het loopende belastingjaar (1932/1933)
met zijn veel lagere kohierbedragen. Weliswaar werd
de gemiddelde maandraming met
f
1.139.400 over-
troffen, doch dit lbeteekent niet veel, daar de eerste
maanden van het jaar voor deze belasting in den
regel gunstig zijn. Bovendien is ‘de inkomstenbelas-
ting dermate teruggeloopen, dat het raadzaam werd
geacht het op’brengstcijfer voor 1933
f
25.000.000, d.i.
een derde, lager te ramen dan vôor 1932.
De vermogensbelasting volgt de bewegingen der
inkomstenbelasting vrijwel op den voet. In de afge-
loopen maand kwam
f
153.400 minder binnen, ter-
wijl de gemiddelde maandraming met
f
129.900′ werd
overschreden. De raming is voor dit middel
f
4:000.000
lager gesteld dan voor 1932.
De ‘dividend- en tantièmebelasting zette het nieuwe

jaar al weer slecht in. Tegenover de ontvangsten van
Januari 1932 vertoonen de inkomsten der afgeloopen
maand een teruggang van
f
345.000. Met het oog op
den grilligen loop van deze heffing biedt één enkele
maand geen ‘bais voor vergelijking. De doorwerking
der malaise maakt de vooruitzichten voor het nieuw
begonnen jaar i’tusschen niet zeer gunstig, zoodat
betwijfeld mag worden, of het geraamde opbrengst-

cijfer van
f
10.500.000
(f
4.500.000 minder dan voor 1932) wel zal worden gehaald.
De invoerrechten vertoonen een belangrijk accres
(van
f
649.800), waarbij echter moet worden bedacht,
dat de invoerrechten in Januari 1932 een opmerke-
lijke inzinking ondergingen. De maandopbrengst be-
liep toen niet meer dan
f
3.936.100, (verg. de ont’-
vangsten van December 1931 en Januari 1932 ad
resp.
f
6.896.800 en
f
9.857.400). Deze schommelin-
gen stonden in verband met de invoering der ben-
zinebelasting en de verhooging van het tarief. Op
zichzelf beschouwd, was ‘de opbrengst der afgeloopen
maand volstrekt niet aan den hoogen kant; de ge-
middelde maandraming werd dan ook niet bereikt
(tekort
f
1.747.500). De invoerrechten zijn op dit
oogenblik tot een betrekkelijk laag peil afgedaald en
het voor 1933 geraamde opbrengstcijfer van

f
76.000.000 is dan ook vrij hoog te noemen. Aan op-,
centen op de invoerrechten werd
f
1.149.500 ont-
vangen, waardoor de maandraming met
f
274.500
werd overtroffen; vermoedelijk is de betaling van
nagevorderde invoerrechten op dit gunstig resultaat

van invloed geweest. Tot de hier besproken groep van
middelen behoort ook het statistiekrecht; het laagte-
punt is bij dit middel blijkbaar nog niet bereikt.
Zelfs de maandraming werd niet verkregen (nadeelig
verschil
f
16.800), hoewel de jaarraming
f
900.000
lager is gesteld dan voor het vorigê jaar.

De accijnzen vertoonden een onderling verschil-
lend beeld. Het zout gaf een surplus, evenals de ge-
slachtaccijns; de ontvangsten uit laatstgenoemd mid-del waren echter in Januari 1932 buitengewoon laag.
1

liertegenover gaven de wijnaccijns en de gedistil-
leerdaccijns minder. De bieraccijns steeg met

.f
541.100, waarin vermoedelijk de invloed van de

dreigende opcenten is te onderkennen. Deze laatste brachten intusschen nog slechts een onbeteekenend bedrag op: De suikeraccijns leverde f444.500 meer
op, doch daar de maand Januari ditmaal een ver-
schijndag van den crediettermijn méér telde, heeft de
suikeraccijns feitelijk trager gevloeid. .De opcenten
op den suikeraccijns gaven nog slechts
f
102.000 (za

ming
f
875.000). De tabaksaccijns beweegt zich door
de daling der kleinhandelsprjzen nog steeds in da-
lende richting. Het volgend staatje geeft het ver-
schil aan tusschen de voor 1932 en 1933 geraamde

opbreugstcijfers; tevens is de totale opbrengst van
1932 daarin vermeld:

Raming
1932
Raming
1933
Opbrengst 1932
Zout

………..
f

2.000.000
f

2.300.000

f

2.252.300
Geslacht

………
8.400.000
6.300.000
,,

6.687.300
Wijn’

———-
2.400.000
2.400.000 2.297.200
Gedistilleerd

…..
40.000.000
33.600.000
., 32.849.700
Bier

………..
..,
13.800.000
12.000.000
111.453.000 Opeenten bier



1.800.000

Suiker

………..
52.700.000
53.000.000
,. 52.867.300
Opcenteti suiker

,, 10.500.000

Tabak

………..
30.600.000
,, 28.000.000
26.112.700

Uit

dit staatje blijkt, dat de ramingen voor 1933
over het algemeen optimistisch zijn.
De zegelrechten leverden
f
93.800 minder op, het-
geen niet aan een terugloopen der beursbelasting is
fe
wijten,
aangezien deze juist met f 14.000 vooruit-
ging. De registratierechten gaven voor het eerst se-
dert Juni 1930, zij het door toevallige omstandig-
heden, weer eens een vermeërdering te zien (vaji
f 115.800). De jaarramingen zijn voor deze middelen
verminderd met
f11.700.000
en
f
5.000.000. De suc-
cessierechten daalden met
f
1.170.900 en bleven
f
420.100 beneden de raming (deze laatste is vow

150

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Febi-uari 1933

het geheele jaar
f
9.000.000 lager aangenomen), be-
wijs van de waardedaling der nalatenschappen. De domeinen liepen terug met
f
3.800 en de loods-
gelden met
f
15.800. Bij dit laatste middel werd dé
maandraming met
f
16.100 overschreden, doch bij dc
raming is dan ook op een
f 1.000.000
lager ontvangst
gerekend.
De inkomsten van het ,,Leeningfonds 1914″ stegen
met nog geen
f
33.000. Dit resultaat is zeer ongun-
stig, indien men nagaat, welke nieuwe bronnen in het
afgeloopen jaar al niet zijn aangeboord om de ont-
vangsten van het fonds te stijven.
Beter staat het ervoor met het ,,Wegenfonds”,
waarvoor
f
112.000 werd geïnd
(f 101.000 wegenbe-
lasting en
f 10.900
rijwielbelasting), terwijl in Ja-
nuari 1932 in totaal slechts
f
591.000 aan het fonds
ten goede kwam.
De ontvang3ten voor het ,,Gemeentefonds” belie-
pen
f
6.185.000, waarvan
f
6.315.900 gemeentefonds-
belasting. Deze uitkomst steekt ongunstig tegen die
van dezelfde maand van 1932 af, toen in totaal

f
7.411.800 ten bate van het fonds kon worden ge-
boekt.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HET VOLTOOIDE VIJFJARENPLAN.

II (Slot).

Prof. Boris Brutzkus te Berlijn schrijft ons:

De gebrelcen van de plan hui shoudelij ice industri-
alisatie.

De communistische planhuishouding had ten (10e!,
om, in tegenstelling met het kapitalisme, een even-
wicht in de volkshuishouding tot stand te brengen.
Haar industrie lijdt
in:
werkelijkheid aan schreeuwen-
de inconsequenties. De grootste
moeilijkheid
ligt in
den achterstand Van de ba.sisindustrieën
(kolen- en
ijzerindustrie). Volgens de gegevens voor de eerste
tien maanden zal het plan van de ijzerindustrie voor
60
j
tea hoogste voor 65 pOt. worden verwezenlijkt.
Het gevolg hiervan is, dat de reeds gebouwde machine-
fabrieken wegens gebrek aan metaal niet ten volle ge-
bruikt kunnen worden. De tractoren- en automohiel
fabrieken lijden door gebrek aan kwaliteitsstaal. De moeilijkheden zijn echter niet in hoofdzaak aan een
absoluut gebrek aan produetiemi.ddelen te wijten,
doch aan de slechte verdeeliiig daarvan, die voor een
volkshui siiouding zonder marktverkeer inzonderheid
karakteristiek is. Daar de vaste prijzen niet in over-
eenstemming zijn met de lage waardeering van het
geld, hoopen bepaalde grondstoffen zieli tot enorme
voorraden
in
de magazijnen van eenige fabrieken op,
terwijl andere fabrieken hieraan totaal gebrek hebben.
Voorts ontstaan groote moeilijkheden door het
niet
functioneeren van de transportmiddelen.
De spoor-
wegverbinding van de grôote smelterij van Magni-
togorsk met het kolendistrict van Kusnetzk in West-
Siberië is zoo slecht, dat Magnitogorsk, waar thans
nog slechts enkele van de talrijke geprojëcteerde hoog-
ovens in ‘bedrijf zijn genomen, niet over kolenvoor-
raden beschikt, en toen het spoorwegverkeer in
Januari door ongunstige wee rsgesteldheden storingen
ondervond, werd het werk van de hoogovens stilge-
legd, hetgeen, zooals bekend, voor het hoogovenbe-
drjf buitengewoon schadelijk is.
De grootste moeilijkheden ontstaan echter toch door het gebrek aan geschoolde teehnici en arbeiders. Daar-
bij komt, dat scholing van de arbeiders door het voort-
durende heen en weer trekken nauwelijks mogelijk is.
Van een zeer groot gedeelte van de stootboormachines
in de kolenmijnen, van de hefwerktuigen in het trans-
portwezen, van de combines in dien landbouw kan we-
gens ge’brek aan geschoolde ar’beiders niet ten volle
profijt worden getrokken. Vele voltooide fabrieken
kunnen niet in bedrijf worden genomen. En wanneer
men ze laat werken, dan leveren zij uitsehotgoederen,
of moeten zij als gevolg van de snelle schade aan de
machines spoedig weder worden stopgezet.

Stalin heeft in zijn rede offieiëel erkend, dat het
niet voldoende is de allermodernste fabrieken op te
richten, (lat de moeilijkheden om een goede leiding te
geven veel grooter bleken te zijn, dan men had ge-meend. Ten deele zijn deze moeilijkheden door het
oveihaaste tempo van den industriëelen opbouw ont-
staan, en in zooverre kunnen zij in de toekomit
geleidelijk uit den weg worden geruimd. Vele dezer
moeilijkheden echter, in zon derhei d de verkeerde ver-
deeling van de produetiemiddelen, worden door het
wezen van een volkshuisiouding zonder marlctverkeer
veroorzaakt.

Het gevolg van deze wanorde is, (lat
de toeneming
van de industriëete productie in 193
ondanks de
groote bouwbedrijvigheid
tot staan is ge/tornen.
Het
grondkapitaal van de grootinclustrie werd v66r het in werking treden van het Vijfjarenplan op Rb. 5,8 mi!-
hard geraamd. De waarde van de nieuw opgerichte en
in bedrijf genomen fabrieken zou 11,2 milliard be-

dragen, waarvan juist in de laatste twee jaren 7,5
milliard werd geïnvesteerd. Men mocht dus verwach-
ten, dat juist in deze laatste jaren de industriëele
productie sterk zou zijn gestegen. Dit was echter niet
het geval. –

Volgens de gegevens van de Sovjet-statistiek be-
liep de waarde van de industriëele productie, uitge-
drukt in prijzen van het jaar 1926/27, in 1928 Rb. 14,8
milliard; zij is in 1929 met Rb. 3;5 milliard gestegen,
in 1930 met 4,8 milli-ard, in 1931 met 3,8 milliard en
in 1932 slechts met 2,3 milliard. Wij volgen voor het
laatste jaar de gegevens van Molotov, die ongetwij-

feld te hoog zijn; in werkelijkheid kon de toeneming
van de industriëele productie in 1932 nauwelijks
Rb. 2 milliard bedragen; zij was dus ongeveer twee-
maal zoo klein als in 1931.

Bij een gedetailleerde beschouwing komen wij tot
een nog merkwaardiger resultaat. [let iblijkt, dat de
industriëele productie van Sovjet-Rusland in Decem-
ber 1931 haar maximum (2850 mill.) heeft bereikt;
in geen enkele maand van het- jaar 1932 kon
deze product i ewaarde Ytogmaals worden verkregen.
Tannecr
dus zelfs in 1932 een aantal nieuwe fabrie-
ken in bedrijf werd gesteld, kon dit onder de heer-
schende omstandigheden van de industrie reeds geen
invloed meer uitoefenen op den omvang van de pro-
cluctie. De nieuwe fabrieken werken slecht en het werk
in de oude fabrieken wordt door verschillende storin-
gen vertraagd. De industriëele opbouw is op het doode
punt gekomen; zoo lang er in de industrie geenregel-
maat hcerseht, heeft de gunstige toestand van het
bouwbedrijf ook vanuit een zuiver technisch stand-
punt geen zin meer.

Het rentabiliteitsvraaqstu/c.

Behalve het vraagstuk van de technische doelma-
tigheid bestaat er echter nog het probleem van de
economische doelmatigheid, d.w.z. de rentabiliteit
De R-ussische communisten hebben reeds zooveel eco-
nomisch inzicht, dat zij het probleem van de renta-
biliteit niet heelemaal onderschatten. Het staat ech-
ter in een innerlijke
onovericomelijice tegenstelling
tot de communistische planhuishouding.
Deze is op
een aantal grondbeginselen gefundeerd, di.e van eco-
nomisch standpunt ‘bezien zeer bedenkelijk zijn.
In de communistische

huishouding wordt geen
rente over het grondkapitaal
berekend,
alsof zij cle
beschikking over onbegrensde kapitalen heeft. Alen
hecht waarde aan de onvqorwaardelijke superioriteit
van de allergrootste bedrijven en van de modernste
techniek. Deze grondbeginselen leiden ertoe, dat de
Sovjet-regeering zich steeds weder in breed opge-
zette ondernemingen stoit, welke van economisch
standpunt als avonturen moeten worden beschouwd,
hoewel deze de buitenlanders juist verbaasd doen
staan.
Laat ons als voorbeeld de smelterij van Magnitogorsk
nemen. Zij w’as reeds in het Vijfjarenplan geprojec-
teerd, hoewel in vrij bescheiden omvang. Zij zou

22 Februari 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

151

600.000 ton ijzer produceeren. De moeilijkheid be-
stQnd daarin, dat de smelterij haar kolen uit Kus-
netzk over een afstand van 2400 KM. per spoor moet
aanvoeren. Zulks doet geen enkele fal)riek in de kapi-
talistische wereld. Het Vijfjarenplan rekende erop,
dat de treinen, die de kolen naar Magnitogorsk bren-
gen, op de terugreis de Magnitogorsk-ertsen voor de
fabrieken van liet Kusnetzker district zouden vervoe-
ren. Later heeft men echter besloten, in Magnitogorsk
niet een smelterij voor het winnen van 600.000 ton,
doêh voor 4 millioen ton te bouwen. Hierdoor wordt
deze onderneming een economisch avontuur.
Alen heeft een enorme krachtcentrale op cle stroom-
versnelli ngen van den Dnjepr (Dnjeproges) gebouwd.
Het werk kan technisch goed zijn uitgevoerd. Van
economisch standpunt bezien, is echtër beslissend, dat
pas één enkele aluminiumfabriek, die door dit kracht-
werk moet worden gevoed, is opgericht. Wanneer de
andere fabrieken gereed zullen zijn en of zij ooit ge-
reed zullen komen, kan niemand zeggen. Het enorme
gebouw kan dus cle bezoekers verbaasd doen staan,
van economisch standpunt beteekent het een onnoo-
clige jarenlange vastlegging van een groot kapitaal
in een kapitaalarm land, dat elders veel nuttiger had
kunnen worden aangewend.
1-let ontbreken van een behoorlijke rentabiliteit van
de socialistische industrie kan als gevolg van haar
monopolie-positie niet duidelijk aan dien dag treden.
Door verhooging van de. verkoopprijzen is het meestal
mogelijk de verliezen op andere takken van de volks-
huishouding, inzonderrheid op den landbouw of juist
op de venbruikers, af te wentelen.
Doch in beperkte mate wordt men ook i.n een
socialistische bedrijfsrekening deze gebrekkige renta-
biliteit geivaar. De ‘prijsverhooging van de produc-
ten van de sleutelinclustrieën stuit
01)
moeilijkheden,

want haar afnemers zijn ooll.socialistische industrieën. Derhalve blijven ook de twee grootste en belangrijkste
sleutelindustrieën, de kolen- en de ijzerindustrie, met
verlies werke. Over het algemeen moest de staatsin-
clustrie volgens het Vijfjarenplan een netto-winst van
11h. 12 milii.ard opleveren; zij heeft inderdaad echter
slechts 5,6 nilliarcl netto-winst opgeleverd. ) Hier-
in ligt een van de belangrijkste oorzaken van de in-

flatie.
De opbouw van een groote productiemiddelenin-
clustrie op twijfelachtige economische grondslagen i.s
echter bijzonder bedenkelijk, want tusschen het begin
van het productieproces tot aan het verkrijgen van
het verbruiksartikel ligt een lange reeks productie-
processen, welke zich, wanneer het begin verkeerd is,
alle verkeerd kunnen ontwikkelen;
OP
deze wijze kan

deze pmductiemi cideleninciustrie in een parasitairen
uitwas overgaan, di.e het organisme van de huis
1
hou-

ding niet voedt, doch uitzuigt. Dit is ook in Sovjet-

Rusland ‘geschied.

De economische tocsta.ncl van cle vollcsmassa’s.

Het Tijfjarenplan hield de belofte in, dat de toe-
stand van de volksmassa’s van jaar tot jaar zou ver-
hteren. In werkelijkheid was men reeds in het voor-
jaar van 1929 genoodzaakt tot het stelsel van
alge-
meene ranlsoe’neervn.g,
dat men sedert de ontwikke-
ling van de NEP had verlaten, terug te keeren. En
liet leven op rantsoen is met het leven, gebaseerd op
een. vrij marlctverkeer, kwalitatief niet te vergelijken,
het is een onwaardig leven voor beschaafde menschen.
Van jaar tot jaar werden de rantsoenen kleiner. De
Sovjet-burger heeft niet alleen honger, maar hij is
tevens ‘nauwelijks gekleed; hem ontbreken niet nileen
landbouw-, doch ook i nclustriëele producten. i)oor processen wegens benadeeling trachtte cle Sov-jet-regeering den wrevel van de. volksmassa’s op de in-
tellectueelen af te wentelen: cle intellectueelen scha-
1)
A.
Pitilov. Zur Frage der Kaptaib-ildung in der
In-
(lustrie, ,,Planov.
Chosjajstwo” 1932, No. 5,
blz.
116/117.

‘den de iroductie, zij brengen de distributie in ivan-
orde, zij ven’ alschen blijkens instructies van den
Franschen Generalen Staf ‘de plannen. Toen werd de
theorie opgesteld, dat men geen vijf, doch vier jaren
zou moeten lijden, waarna weder alles in orde zou
komen. Doch thans zijn ie vier jaren reeds voorbij,
het Vijfjarenplan is voltooid, en Stalin ziet zich
weder genoodzaakt, de ‘volksmassa’s tot verdere of-
fers aan te. moedigen. Het maakt den indruk, alsof
‘het Russische volk slechts bestaat, om, fabrieken te
bouwen en er geen nut van te hebben.
Stalin tracht echter te bewijzen, dat de volksmassa’s
zekere materiëele voordeelen hebben verkregen. De
Sovjet-regeenin-g heeft cie boeren van uitbuiting door
de koelakken bevrijd eis het loon met 67 pOt. ver-
hoogdi. Deze beweringen zijn voor de meest naïeve
toehoorders bestemd.

Voor zoover dle boeren betreft, wijst Stalin er zelf
op, dat na de collectivisatie 100800 mill. poed-
graan meer bij de boeren werd onteigend dan in de voorafgaande jaren. Dit alleen reeds beteekent een zoo enorme stijging van de mate van uitbuiting, in
vergelijking w’aarmede van hun vermeende uibbuiting
‘door de koelakken geen sprake kan zijn. Voor zooverre
dle arbeiders betreft, zijn hun rantsoenen thans zoo
gering, dat zij steeds meer op de vrije markt zijn aan-
gewezen, waar de prijzen 20-30- maal zoo hoo’g zijn
als de vastgestelde.
De communistische leiders leggen, sooals vanzelf
spreekt, den meesten nadruk op de vermindering van
de werkloosheid, en de toestand in ‘Sovjet-Rusland
wordt in dit opzicht tegenover den luidigen toestand
in de kapitalistische landen gesteld.

Deze vergelijkingen zijn echter van geen beteelcenis,
want de economische structuur van Rusland en die van
de kapitalistische wereld zijn totaal verschillend. De Russische werkloozen trelcken steeds naar de steden

van het ovenbevolkte platteland der centrale ‘gebie-
den. Zoolang de-nood op het land niet is verminderd,
kan men de werkloosheid in Rusland niet te boven

komen. Thans heeft de Sovjet-regeering door -het
stelsel van onteigening van ian-dbouwproducten den
nood op het landl niet verzacht, doch ‘buitengewoon
verscherpt en al-gemeener gemaakt.

En onder dergeljice omstandigheden kan van over-
winning van de werkloosheid geen sprake zijn. De
werkloozen -verschijnen niet op de
ar
b
e
id
s
b
eurzen
,

want deze betalen geen ondersteuningen en hebben bovendien het recht om die werkloozen naar de ge-
vieesde werkverschaffingen in -de wonden van het

Noorden te zenden. Deze ‘gang van -zaken geeft den
– communistischeli leiders den moed om vinn -het -te
– boven komen van de werkloosheid te spreken. In iver-
keljkheid vullen millioenen en millioenen boeren, die
op zoek naar werk zijn, alle spoorwegstations, wagons
en stoo-m-booten. Dank zij de groote bouwwerken, is
cle vraag naar arbeiders in Sovjet-Rusland wel groot,
– een regeering, die zulke miserabele bonen ‘betaalt, kan zich echter veroorloven, veel arbeiders en amb-
.tenaren in -dienst te nemen. Doch -behalve in eenige
geprivili geerde fabrieken zijn de woningtoestanden en
dle voedselvoorziening zoo slecht, dat zelfs de zoo
in het ‘geheel niet verwende Russische bôeren het niét
langer kunnen uithouden. Da-aratn is het heen ei
veer trekken op groote schaal van deze millioenen toe
te schrijven. Wij kunnen met stelligheid beweren, dat
de werkloozen in de kapitalistische wereld, welke
werkboozenondersteuning ontvangen, hun mateniëele
l)ehoeften onvergeljkelijk veel beter kunnen bevre-
di-gen dan de Russische arbeiders.

Het enorme experiment van -het Vijfjarenplan heeft
de ‘Russische volksmassa’s, wier toestaden onder het
NEP-stelsel weer eenigszins waren verbeterd, weder
in de diepste ellende gestort. Tegelijk met de uitbrei-
ding van het socialistische stelsel, werden hun mate-
riëele omstandigheden steeds slechter. Sedert de jaren
van het oorbogscommunisme -heeft het Russische volk

152

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari 1933
nooit zoo moeten lijden, als onder het Vijfjarenplan. En de belofte, dat de toestand na het beëindigen van het Vijfjarenplan ineens zou verbeteren, bleek abso-luut bedrog, van eenige verbetering daarvan i.s geen

sprake. Deze feiten geven ons het recht te conclu-
deeren, dat de periode van het Vijfjarenplan voor
het

economisch fiasco van de communistische planhuis-

houding,
•hetwelk ook theoretisch kan worden bewe-
zen, een op ervaring berustend bewjis heeft geleverd.
De communistische planhuishouding is echter niet

slechts een nieuw economisch stelsel, zij is ook een
geheel nieuwe levensvorm. Op een uitvoerige be-
spreking van dezen levensvorm kan in deze kolommen
niet nader worden ingegaan. Om onze uiteeiizettingen
echter niet te eenzijdig te doen zijn, kunnen wij niet
nalaten hieraan nog eenige woorden te wijden. Sedert den burgeroorlog waren de bestuursmetho-
•den van de Sovjet-regeering nimmer zoo brutaal, zoo
onmenschelijk, als onder het Vijfjarenplan. Niet alleen
degenen, zooals b.v. de z.g. koelakken, worden met

vrouw en kind aan de vernietiging prijsgegeven. De
burgers (juister -gezegd de onderdanen) zijn uiteinde-
lijk in proefkonijnen van de aan het hoofd staande
groep veranderd, die, met alle machtsmiddelen toe-
gerust, over de volksmassa’s, over de arbeiderskiasse
en ook over de partij als dictator heerscht. Van
rechten van de persoonlijkheid kan hier geen spi
1
ake

zijn; niet alleen hetgeen men te doen; hetgeen men
te zeggen, doch ook hetgeen men te denken heeft,
wordt voorgeschreven. Dit stelsel draagt niet meer een
chaotisch karakter, zooals onder het oorlogscommunis-
me, het is systematisch gevormd en omvat -de -bur-
gers in al hun levensuitingen. Het stelsel van de com-
munistische planhuishouding komt overeen met het stelsel van den absoluten staat. Dit is zijn ware ge-

daante.

INGEZONDEN

STUKKEN.

ZILVER.

De Heer N. 0. Looyaard schrijft ons:
Nuin No. 894 d.d. 15/2/33 van dit weekblad het
vraagstuk van het zilver weer is aangesneden, zou ik
gaarne het volgende daarover onder de aandacht der
lezers -brengen.
In den aanv’ang van den tekst van het aangehaalde
onderdeel uit het rapport der 0ommissie-rip staat
(pag. 127 van genoemd nummer):
,,After keeping relatively sta

bie from 1921 to 1929,
the price of silver in gold currencies feil abruptly by
more than one-half in less than three years. There is
no doubt tha-t this sudden decline must, in the main,
be attribated to the same causes as have acted on the
general level of prices and may thus be said to illus-
trate in a particular case the incidence of the world
depression.”
Hierover twee opmerkingen:
– In de eerste plaats wordt de zilverprijs van 1921
tot 1929 betrekkelijk stabiel genoemd.
Nu is echter van 1925 tot 1929 de zilverprijs te
Londen gezakt van 32¼ tot 24
7
/ie,
dus met pl.m. 25 pOt. (zie pag. 135 rechts ‘bovenaan in hetzelfde No.
van E.-S. B.), terwijl in 1922 de
prijs
nog 34 d. was.
Men kan dit toch bezwaarlijk stabiel noemen.
Beschouwen wij met betrekking tot de prijsdaling
het volgende staatje:

Lonciensche zilvernoteering

Indexcijfers
herleid tot
1)
groothandeisprijzen
gemiddeld
1)
1925 = 100

1925 = 100 2)
1925 . . .. 32’4

100

100
1926 . . . . 281

89.3

– 92.9

1927
….
26%

83.3

89.5
1928 . . . 26
1
1

81.1

87.6
1929 . .. . 24
7
/
1

76.2

82.6
1930 . . . 1715/16

– 55.4

69.4
1931
….
13%

416

57.9
1932 . – .
12
781

40.1

55.9
Dec.
1932 . . . . 11
2

35.8

54.6
Ontleend aan Ee-S. B.
No. 894
d.d.
15/2/33
pag.
135.
Ontleend aan E.-S. B.
No. 893
dcl.
8/2/33
pag.
114.

Vervolgens wordt hier gesuggereerd (het wordt

niet uitdrukkelijk gezegd), dat de daling van den zil-
verprjs na 1929 een gevolg is van de algemeene prijs

daling.
Nu lijkt het
mij
niet juist, zoo’n korte periode uit
een langeren depressietijd apart te beschouwen.
De prijsdaling, zoowel van het zilver als van de

goederen dateert al van veel langer.
Wij zien -hieruit, dat:

le. zilver met 64 pOt. en de andere goederen iet

45 pOt. in prijs zijn gedaald;

2e. dat de prijsdaling van zilver steeds die der

andere goederen is voor geweest.
Zonder nu hieruit zonder meer de conclusie te
trekken, dat de prijsdaling van zilver de oorzaak is
van die der andere goederen, lijkt het mij niet van
belang ontbloot hierop nogmaals
8)
de aandacht •te

vestigen.
Zou cle ziiverprijsdaling toch niet van meer in-
vloed zijn en geweest zijn, dan velen meenen?

Reeds eerder wees ik hierop in het Maandblad voor
liet Boekhouden dcl.
1111/31 No. 447
pag.
53.

ONTVANGEN BOEKEN.

Successful speculation in common stocks
door Wil-

liam Law. (London 1.930; McG-raw-Hill Publish-

ing Co. Ltd.). –

Markt anal yse en c&fzetorganisatie
door Dr.
J.
Kurt

Herzfeld. Geautoriseerde vertaling van J. E.
Wahien. (Amsterdam 1931; D. B. Centen’s Uit–
gevers Maatschappij (N.V.). Prijs
f
2.60).

Achtereenvolgens worden zoowel het wezen als de theore-
tische en practische grondslagen der marktanalyse en de
toepassing der resultaten in de afzetorganisatie in dit
boek behandeld. Het boek besluit met &ikele leerzame
voorbeelden.

Preise und Produktion
door Dr. Friedrich A. Hayek.
Publicatie No. 3 van het Oesterreichische Insti-
tut für Konjunkturforschung. (Weenen 1931;
Verlag von Julius Springer. Prijs R.M. 7.20).

Balansanalyse
-door S. G. Appeldoorn. (Leiden z.j.;
Uitgave Handelswetenschappeljke Bibliotheek.

Prijs
f
1,50)..

In het eerste gedeelte der balan-sanalyse worden behan-
deld: de aard der schulden, de activa, de doeltreffendheid
der activ-a, verhouding tusschen passiva en acti.va
, archiëf
en statistieken. –
In het tweede gedeelte (de Winst- en Verliesrekening),
(le rentabiliteit en de waardebepaling.

Bank politiek
door W. C. Posthumus Meyjes. (Haar-
lem 1931; H. D. Tjeenk Willink & Zoon N.V.
Ing. f4,50, geb. f 5,50).

In een zevental hoofdstukken behandelt de schrijver ver-
schillende belangrijke problemen van het bankwezen, o.a.
de concentratiebeweging, de binnenland- en buitenlandsche
expansi-epolitiek van de banken, de kapitaalexport zelfs
zeer uitvoerig, de verhouding tusschen banken en beurs enz.
Het spreekt vanzelf, dat de schrjvervaak bij de Nederland-sche toestanden blijft stilstaan. Belangrijk is, dat de schrij-
ver, die ons bankwezen uit de practijk kent, van meening
is, dat de Nederlandsche banken meer aandacht aan de
vestiging van filialen in het buitenland moeten schenken.
Ook op andere punten verdienen de belangrijke opmer-
kingen van den schrijver de volle aandacht, o.a. wat het
emissiebedrijf van de banken betreft.

La Frctnce et la. politique économique interalliée
door

Etienne Olémentel. Histoire économique et so-
ciale de la guerre mondiale (Série française).
Publications de la Dotation Carnegie pour la

22 Februari 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

153

paix internationale. (Parijs z.j.; Les presses uni-
versitaires de France; New-Haven
U.S.A.
z.j.;

Yale University Press).

Pro en contra actieve handelspolitielc,
Pro: Dr. L.
G.

Kortenhorst, contra: Drs.
S.
Pos’thuma. Serie

No. 5. (Baarn 1932; Hollandia Drukkerij).

Dr.. K. ‘verdedigt in dit geschrift het bekende standpunt
van de voorstanders van actieve •handelspolitiek. Achter-
eenvolgens hehandelt Dr. K. de meestbegunstigingsclau.sule,
cle handelstractatenpolitiek van Nederland na den oorlog
en de handelstractatenpolitiek der naaste toekomst.
De heer Posthuma geeft in een ihelder betoog critiek op
de actieve handelspolitiek, waarmede hij tegelijkertijd nog-
inaals een pleidooi levert voor den vrijen handel.

Beschovwinge.n over een Tolunie t’ussc hen Nederland
en België-Luxemburg
door Drs. D.
0.
Renooy.
Publicatie Nr. 3a van het Nederlandsch Econo-
misch Iflstituut (Haarlem 1932, De Erven F.
Bohn
N.V.
Prijs
f4.-).

Dit is het eerste gedeelte van de studie inzake het om-vangrijke vraagstuk van een tolunie tusschen Nederland
en België-Luxemburg. Het onderwerp van, deze studie
bepaalt zich tot een vergelijking tussc-hen dc Nederland-
sche en Belgische invoerrechten en accijnzen.
[cn aanzien van de verschillen tusschen de behandelde
tarieven valt op te merken, dat deze in het algemeen het
grootst zijn bij iudustriëele producten, inzonderheid hij meu-
belen, tectielproducten, automobielen en onderdeelen ervan,
gereedschappen en muziekinstrumenten. Bij voedings. en
genotmiddelen doet zich de moeilijkheid voor, dat de daar-
van geheven rechten voor een belangrijk deel nauw ver-
band houden met de accijnzen, welke, zooals uit de accijns-
vergelijking blijkt, belangrijke verschillen vertoonen.
Een juiste beoordeeling van deze verschillen is echter
eerst mogelijk, wanneer men het haudelsverkeer en de
productieverhoucl.ingen in aanmerking neemt, hetgeen in
het tweede en derde deel van (leze studie zal geschieden.
(Zie
vervolg
OJ)
pccg. 160.)

MAANDCIJFERS.

EMISSIES
IN ,TANITAR1
1933.

Staatsleeuingeu ………………’ f110.123.000,-
zijnde:
Nederland

f
110.123.000′) ‘4 % Neci.
Staatsl. 1933 t 100 %
Spoorwegmaatschappijen
2)

Diversen ……………………,,

648.375,-
zijnde:
Nederland
Obligatiën:
btichting Gooisch Natuurre-
servaat”
f
650.000
4%
%
obl. t 99% ………….f643.375

Kerkelijke Leeningen. …………. ..418.950,-
Nederland. …. …………
f
418.950

Totaal….f111.190.325,-

Voorts werd in cle afgeloopen maand hier ‘te lande de
inschrijving opengesteld op eelt beperkt bedrag:
Parijs 1932 Fr. Frs. 216.000.000 4 % okt t 83 % (in-
troductie)
The American Tobacco Co. cert.
v.
10 aand. 1. $25 per
stuk: $ 65% p. aanci. (introductie).
.1.)
ilovendien
f
185.877.000 voor conversie, waarvan
f22.499.700 tot dit doel nieuw geleend.
2)
Çonversie:
Cie. des Chemins cle Fer lu Alidi Fr. Frs. 100.000.000
5%
obl. t 93% %.
Spoorwegen van Elzas-Lothariugeri tcrctfl. (i.% leening
1927. Zw. Frs. 39.000.000 4% % obl.t92-4 %.
De Kerkelijke Leening is als volgt:

Rente- Emissie:

Gulclei.is voet

koers

pCt.

pCt.
C’ongr. der Broeders
v.
Liefde te
Venray en Stratum ………..420.000

5

99%

Em.issies in 1933.

Obligatiën

Aandeelei,

Totaal

Januari
. . – f
111.190.325,-

f
111.190.325,-

OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens)

januari
Sedert
1 Januari
1933

Oi’ereen-
komstige
periode 1932

Directe belastin gen.

536.201 536.201
481.632
Personeele belasting
1)


14.419
Inkomstenbelasting
5.906.037
5.906.037 7.098.499
Vermogensbelasting
963.246 963.246 1.116.680
Dividend-en tantièmebel’
415.334 415.334
760.309

4.585.861 4.585.861
3.936.093
Dpc. op rechten op d. mv.
2)
1.149.470 1.149.470

158.243
158.243
177.137

Accijnzen
229.587
229.587
200.414

Grondbelasting …………

567.146 567.146
533.614
31.473 31.473 51.421 2.243.941
2.243.941 2.669.311

invoerrechten

………..

Statistiekrecht

…………..

1.346.636 1.346.636
804.984
Opc. op accijns op Bier
2)
2.229 2.229

Zout

………………..

4.710.617
4.710.617 4.266.109

Geslacht

……………..
Wijn

…………………

Opc. op ‘cc. op Suiker
2)
102.233 102.233

Gedistilleerd

………..
Bier

……………….

2.163.839 2.163.839 2.502.159

Suiker

…………….

Bel.op gouden en zilverw.

51.647 51.647
63.342
Tabak

……………..

indirecte belastingen.
8
1.472.019
8

1.472.019′
1.565.777
Zegelrechten ……….
Registratierechten


1.041.164 1.041.164
925.342
2.579.912 2.579.912
3.750.766

Domein., wegen en vaart
171.320
171.320 175.168

Successierechten

…….

.
07.780
16.907

16.956
Staatsloterij

…………
16.907
loodsgelden

………..
307.780 323.591

30.752.8421

..

30.752.842
31.433.723
Totaal-Generaal..
1
1 Met inzanLy
v.
h. belastinriaar
1931
wordt de
nersoneele
bel. geheven ti ‘bate v. d. gem., ‘zoodat de in dzen staat
vermelde bedragen uitsluitend vroegere belastingjaren be-
tref tea.
2)
Wegens de wijzigingen, tijdens de behandeling
aangebracht in het ontwerp dat ‘geleid heeft tot de wet
van 24 Dec. 1932, Stbl. No. 634, worden de opeenten op de
invoerrechten en de opeeuten op den .bieraccijns lager ge-
raamd dan geschiedde in ‘de toelichting bij de Middelenwet,
en worden
jerouder
euw
ingevoegd de opcenten op den suiker-
accijns.
3)

begrepen
f
301.391 wegens zegelrecht
en’z. (Beursij.
4)
f
226.974.

HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.

Verdedigingsbelasting
860.947

860.947
1.266.639

Opcenten:
Grondbelasting …….
422.710
381.062
Personeele belasting
.
– –
2.231
Inkomstenbelasting …
1.180.909
1.180.909
1.363,191
Vermogensbelasting

. .

530.482 530.482
615.707
Dividend- en’ tantiöme-
137.060
137.060 250.902

Invoerr. Zuidvruchten

..’

422.710

153.005
153.005

Opc.in”oerr.opZuidvr.

45.901 45.901

Accijns op Wijn
21.048
21.048 10.284

belasting

…………

Gedistilleerd
224.394 224.394
266.931
Suiker
471.316
471.316

Tabaksacc. op sigaretten
483.381
.
483.381
446.844

Zegelrecht van buitl.eff.

166.494
‘166.494
60.863

4.697.647 4.697.647
4.664.654
Totaal

HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS.

Wegenbelasting………701.149 – 701.149

579.499
g
Rijwielbelastin

10.920

10.920

11.568

Totaal ………..712.069

712.069

591.067

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET ,,GEMEENTEFONDS”

Cemeentefoodsbelasting

6.315.8711 6.315.8711 6.902.815
Opcenten Vermogensbel

469.0921

469.0921

514.972

Totaal ………..6.784.963

6.784.963

7.417.787

SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND., IN-
KOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1931.

Dienstjaren
Grond-
belasting
Inkomsten-
,

belasting

32.550

1

Vermogens.
belasting

1

5.317
1929/30

1930131
3.526

289.309
48.831
1931/32
524.947
5.5 84.178
909.098
1932/33
7.728

1

536.201
j

5.906.037 963.246
rotalen

f 62.952.000,-
431.000,-
3.053.000,-

,,248.594.000,-
1.700.000,-
13.410.000,-
2.106.000,-
62.000,-
,,

790.000,-

154

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari 1933

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
GELDKOERSEN.
N.B. ” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
BANKDIS CONTO’S.

Ned Orsch.

isc. Wissels. 2419 Apr.’32
Lissabon …. 64
4
Apr.’32

Bk
el.Binn.Eff. 3
19Apr.’32
Londen ……2
30Juni’32
in R.C. 3
19Apr.’32
Madrid ……64
8Juli ’31
Athene ……….9 3
Dec. ’32
N.-YorkF.R.B. 24
23Juni’32
Batavia ……….
4410 Mrt.’30
Oslo ……..4
1 Spt. ’82
Belgrado ……..
7420 ,Juli ’31
Parijs …… 31,
25Jan.’33
Berlijn ……….4
22Sept.’32
Praag ……34
25Jan.’33
Boekarest……..7
3 Mrt.’32
Pretoria . . ..5
8Oct. ’32
Brussel ……….
3413 Jan.’32
Rome……..4 9
Jan.’83
Budapest ……..
417 Oct.’82
Stockholm ..34
1 Spt.’32
Calcutta ……..
3416
Feb.’83
Tokio
. . .
.4.38 17
Aug.’32
Dantzig ……..4
12Juli’32
Weenen……6
23 Aug.’32
Helsingfors ……6
31 Jan.’83
Warschau …. 6
20 Oct. ’82
Kopenhagen …. 312
Oct. ’82
Zwits. Nat.Bk.2
22Jan.’33

OPEN MARKT.

1933 1932
1931
1914

18Feb
13/18
1

6/11
23128
15/20
16(21
20/24
Febr.
Febr.
Jan.
Feb. Feb.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
114_1/3
11013
114
_1j
3

114_I/3
I
7
(8-211 1.1/9
310116
Prolong.
1
1
1 1
I
1
!4-2
1
/8
14-1I14
211
4
31
4

Londen
Dageld.
. .
lj..I
1
(,-1 ‘/,-1
1(
3
1
2-5
1’/,-3
13
1-2
Part,c.disc.
7I8_15/16
7/8.
1
5116
31
4
.7/
9

3
4
_7(
411
8
_51(
2
9
/16.1
1
/,
41(
4
.3(
4

Berl1jn
Daggeld…
4
1
14..5
1
14
4
1
(85
1
(4
4118_51/4
41
(8

5
1
(2
78
1
14
314-6/2

Maandeld
411
4
.53/
4

411
4
531
4

4114.5314
41
/4
-5
:4
7-9


Part. disc.
37(
371
9

37/
8

3714
61314
4719
21/-112
Waren-
wechsel.
4_1/
4

4.1/4
4-
1
(4
4..
1
(4
71148
51(
4
_3(
4


Nee,
York
Dageld
1)
11/
4

11(4
1114
1
1
14
1
/3
212-
3
14
1112-314
13142112
Part,c.disc.
11 11
3

319.113
3
1_
1
1
3
I
1
/2-5(8

1)
Koers van 17 Febr, en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Batavia
York*)

14 Febr. 1933
2.49
8
/
8

8.57%
59.25 9.744
34.72
100ij
15

1933
2.493( 8.56%
59.24 9.744
34.71
100i
16

,,

1933
2.48%
8.55%
59.24
9.76
34.76
100%
17

1933
2.4715,
8.53
59.25
9.774
34.764
1001/
8

18′

1933
2.471,
8.53
59.24
9.78
34.75
100k
20

,,

1933
2.477/
4

8.53%
59.22
9.774
34.75
1001j
Laagste d.wl)
2.4765
8.52
59.174
9.72jj
34.65
99
Hoogste d.wl)
2.4950
8.58h
59.274
9.784
34.80
100%
13 Febr. 1933
2.49al
le

8.56
59.21
9.734 34.684
10011
8

6 Febr. 1933
2.48%
8.54%
59.124
9.72
1
34.64
100k
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Data
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
8,)
1
,
)
rest’)
,)
,i

14 Febr. 1933
48.05

7.39
1.484
12.74
20.45
15

,,

1933
48.05

7.39 1.48
12.75
20.45
16

1933
48.05

..

7.384
1.49
12.74
20.50
17

1933
48.09.

7.39
1.48
12.74
20.53′
18

1933
48.09
. –
7.39
1.48


20

,,

1933 48.13

7.38
1.48
12.67
20.574
Laagste d.wl)
48.-

7.35
1.424 12.624
20.35
Hoogste d.wl)
48.15
35.25
7.42 1.524
12.80
20.65
13 Febr. 1933
48.06

7.38
1.48
12.734
20.43
6 Febr. 1933
48.01

7.38
1.48
12.73
20.40
Muntpariteit
48.12%
1
35.007
7.3711.488
13.094
48.52

Da
a

S
tock-
Ko
p
e
n_I
Oslo
Hel-
Buenos-
Mon-
*)
hagen*)
f
holm
fo1,)
Aires’)
treal’.)

14 Febr. 1933
45.60 38.20
43.85
3.78
65
2.08
15

,,

1933
45.474
38.20
43.85
3.78
65
2.09
16

,,

1933
45.45 38.10
43.85
3.771
65
2.08
17

,,

1933
45.20
38.30 43.75
3.78
65
2.08
18

1933
45.20 38.10 43.75
3.75
65
2.07;
20

,,

1933
45.10 38.10 43.65
3.78
65
2.06
Laagste d.wl)
44.75
37.75 43.30 3.724
65
2.04
Hoogste d.wl)
45.80
38.35 44.10 3.824
65
2.11
13 Febr. 1933
45.60
38.10 43.90 3.774

2.07%
6
Febr. 1933
45.95
38.15
43.75
3.74
65
2.09
lfuntpariteit
66.671
66.671
66.671 6.266
95%
2.4878
S
) Noteering te Amsterdam.
8*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D t
63
a
Londen
($
per)
Parijs
($
P.
lOOfr.)
Berlijn
(S
P.
100
Mk.)
Amsterdam
(5 P. 100
gid.)

14 Febr.

1933
3

43
19
/,
3,9013/,
23,77
40,09
15

,,

1933
3,43%
3,918/
8

23,78
40,10%
16

,,

1933
3,438%
.
3,931/
1

23,78/8
40,125/
8

17

,,

1933
3,44k
3,943/
4

23,85
40,33%
18

,,

1933
3,44k
3,9413,,
23,90
40,3734
20

,,

1933
3,44k
3,949,,
23,93
40,37%
22 Febr.

1932


– –
Muntpariteit..
4,88
3,905/
8

23.81%
403/

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
4 Febr.
1933
11Feb.
1933
1
131I8
Febr.’33
ILaagstelHoogstei

18Feb.
1933

Alexandrië..
Piast. p.0
9734
973i
972/
9

975/
97%
p. Y,
800 605 580 620 600
Bangkok….
Sh.p.tical
1110
1/10k
‘/’
°
T
‘/’° T
1/10765
Athene …….Dr.

Budapest
. …
Pen.
p. £
19%
19%
183/
4

20%
19%
Buenos Aires
d.
p. $
41%
4131
41
42
41%
Calcutta ….
Sh.
p.
rup.
1
1
166/
33

1/6
6
/
32

1/61/
1/62/,
9

1/6
9
/
33

Constantin..
Piast.p.c
705 715
715 718 715
Hongkong
..
Sh.
p. $
1/3%
1/3%
1/3
1/3j
5

1/3%
Sh.
p.
yen
1/215/
16

1/27/
9

1/2%
113
1/3%
Lissabon….
Escu.
p. £
109
1097/
9

109%
110% 110

Kobe

……..

Mexico

….
$per,c
11.50
12.31
11.90 32.50
11.15
Montevideo
.
d.perg
34
33
32
34
33
Montreal

$
per
£
4.04
4.11%
4.06%
4.15 4.13%
Riod. Janeiro
d. per
Mil.
‘/8
5
2
/8
5
1

55
58/8
Shanghai
. . .
Sh.
p.
tael
1
1
188/
16

1/71ii
16

1/78/
8

1/88/
8

1
1
8
Singapore
. .
id.
p. $
2/3
37
/
33

21327/
33

2/3%
213
15
/16
2/3
12
/18
Valparaiso
1).
$
per
£





Warschau
..
ZI. p. £
30%
30sl
a

30%
31
305j
j 5111 ug.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 2)
Londen’)
N.York
3
)
Londen
14 Febr.1933—

167/
16

25%
14 Febr. 1933….
119/94
15

,,

1933..

1611/,,
25%
15

»

1933….
119/94
16

,,

1933..

16Il/
257/
s

16

1933….
120/14
17

,,

1933..

16’8/,
261/
4

17

,,

1933….
120194
18

1933..

167/
9

26%
18

,,

1933….
120/5
20

,,

1933..

1615/,,
27
20

1933….
120/64
22 Febr. 1932..

19186

22 Febr. 1932….
120/_
27 Juli

1914..

24i’
1

59
27 Juli

1914….
84/10%
1)
in pence
p.
oz.stand.
3)
Forelgn silver in $e. p.oz. fine.
3)
in sh. p. oz.fine

STAND VAN

8
RIJKS KAS
Vorderingen.

1 71Febr. 1933 1 15 Febr. 1933
Saldo van
‘s
Rijks Schatkist bij De Ne- derlandsche

Bank ……………… f
70.132.523,88
f
63.618.630,48
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

384.726,26
,,

190.560,16
Voorsch.
op
uIt.
Jan.’33
(resp. Dec.’32 a.
de gem. verst,
op v.
haard. de Rijks-

.

adm. te heffen gem. ink. bel, en
opc.
op
de Rijksink. bel ………………
3.170.259,97
1.900.929,67
Voorschotten aan Ned.-lndig ………
245.462.808,86 247.194.223,84
Id. aan

Suriname …………………
,

13.471.683,78
,,

13.725.145,28
Id, aan

Curaçao ………………….

….

7.100.398,49 Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl
,,

98.942.078,54

..

,,

99.257.604,25
Saldo der postrek.
v.
Rijkscomptabelen
Vord,
op
het A(g. Burg, Pensioenfonds’)

..7.086.418,75

,,

24.031.525,09

..

,,

24.830.436,15

Id.
op
andere Staatsbedrijven
1)
…….
..

18.451.884,66
,,

18.256.878,34
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)……
41.492.062,84
,,

41.357.562,84
Ve r
p If c
h t
i
n ge n.

Voorschot door de Ned. Bank ing. art

16 van haar octrooi verstrekt


Schuld a/d Bank
v.
Ned, Gemeenten


Schatkistbiljetten in omloop ………
f319.526.000,- f319.494.000,-
Schatkistpromessen In Omloop …….
83.030.000,-
,,
83.030.000,-.
Zilverbons in omloop
…..
…………..
…1.613.081,-

.

,,

1.606.164,50
Schuld opult.Jan.’33(resp. Dec. ’32a/d.
gemeenten, wegens aan haar uit te
keeren hoofdsom der pers. belasting,
aand. In de hoofds. der grondbel. en
der gem. fondsbel., alsmede
opc. op
die belastingen en
op
de vermogens-
….
belasting …………………..
516.995,13
,,

7.249.989,90
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioent.’)
27.241.190,21
9.845.665,-
Id. aan hetStaatsbedrijfd.P., T.enT,
1
)

……

,,104.996.558,72
1l3.860.404,51
Id. aan andere Staatsbedrijyen
1)
…….115.402,68
125.402,68
Id. aan diverse instellingen’) ……..
…50.260.617,64
,,

50.595.460,34
1)
In rekg.-crt. met’s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

1
14 Febr. 1933
1
21 Febr, 1933

Betaalmiddelen in
‘s
lands kas

waaronder Muntbiljetten ………..

Saldo Javasche Bank
.
……………..

f
1.013.000,-
Verplichtingen:

……

Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinstell,

,,
247.021.000,-
Schatkistpromessen ………………
1.700.000,-
Schatkistbiljetten ………………..

.

13.410.000,-
Muntbiljetten in Omloop
………….
2.105.000,-

….

Schuld aan het Ned.-Ind. Munttonds.

..

283.000
1

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
669.000
1

Voorschot van de Javasche Bank….

IF
22 Februari
1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

155

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 20 Februari 1933.
Activa.
Binnenl.Wis-(fffdbk. ( 27:206.652,39
se1s,Prom.,Bijbnk.
,,

531.759,02
enz.in disc4Ag.sch.
,,

5.776.723,83
f

33.515.135,04
Papier o. h. Buitenl.1isconto ……,,


Idem eigen porteL.
f
73.427.457,-
Af :Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.

,73.427.457,-
Beleeningen
t
flfdbk f 31.049.739 14
mcl. vrsch.i
ç Bijbnk. ,

4.382.355,49
in rek.-crt.i
op onderp.I Ag.sch.

41.003.411,26

f
76.435.505,89

Op Effecten ……
f
75.180.794,48
Op Goederen en Spec.
,,
1.254.711,41 , 7643550589

Voorschotten a. h. Rijk …………….

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
98.199.965,- Muntmat., Goud .. ,, 924.854.787,23

(1.023.054.752,23
Munt, Zilver, enz. • 26.260.397,75
Muntmat. Zilver..

Belegging 1/5
kapitaal, reserves en pen-
1.049.315.149,98
1
)

sioenfonds – ………………….. ,,

20.196.238,81
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,

5.000.000,_
Diverse rekeningen ………………,,

14.501.732,44
Staatd. Nederi. (Wetv. 27/5/ 32, S. No 221) ,,

19.331.195,17

Paasiva
f
1.291.722.414,33

Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds …… . ……………. ,,

3.000.000,-
Bijzondere reserve ………………,,

5.000.000,-
Pensioenfonds ………………….,,

8.227.253,29
Bankbiljetten in omloop ………….. ,, 932.242.305,-
Bankassignatiën in omloop ……….,, 75.270,77
Rek.-Cour.
f
Het Rijk
f
56.478.002,59
saldo’s:
I
Anderen,,262.351.189,94 , 318 829 192,53

Diverse rekeningen ………………,,

4.348.392,74

f
1.291.722.414,33

Beschikbaar metaalsaldo … .. ……..
f
548.533.825.13
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,, 1.371.334.560,-
1)
Waarvan In het buitenland f 3.020.302,58.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere Beschikb. Dek-
Data

Ci rculat le opeischb. Metaal- kings
Munt
I
Muntmat.

I
schulden
saldo’)
I
perc.

21 F6br. ’33 98.200 924.855 932.242 318.904 548.534 84
14

’33 98.200 929.436 939.058 310.993 552.833 84
6

’33 98.200 929.404 951.138 301.005 551.834 84
30 Jan. ’33 98.200 929.309 951.423 308.899 549.517 83
23

’33 98.201 934.345 930.007 332.753 553.236 83
16 ,,
1
33 98.201 934.377 947.317 315.059 552.478 83

22 Febr.’32 97.691 770.037 972.535 183.669 431.504 77

25 juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521

54

Totaal SchatKist- B 1

Papier Diverse
Data

bedrag promessen


e ee-

op
het

reke-
disconto’s rechtstreeks ningen

buiteni. ningen
2)

21 Febr. 1933 33.515

76.436 73.427 14.502
14

1933 33.915

70.477 73.425 15.028
6

1933 34.725

71.201 73.425 15.832
30 Jan. 1933 36.697

76.690 73.425 15.447
23

1933 36.922

74.086 73.425 15.358
16

1933 38.265

73.280 73.286 15.350

22 Febr.1932 69.054

94.759 84.309 34.113

25 Juli 1914 67.947 – 61.686 20.188 509
1)
Sedert den bankstaat van 4 Jan. 1929 op de basis van
215
metaal-
dekking.
2)
Onder de activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-

latie
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
Div. reke
ningen’)

21 Jan.

1933..
871
1.086 616 784
2.300
14

1933..
864
1.197
478
786
2.268
7

,,

1933..
856
1.253
477 787
2.274
31

Dec.

1932..
854
1.290
484
789
2.365

23

Jan.

1932-
886
1.029
848
976
703

5 Juli

1914-1
645
1.100
560
735
396

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn tnlegrafisâh ontvangen.

Andere
Beschikb,
Data

Goud

Zilver

Circulatie opetschb. metaal-
schulden

saldo

18 Feb.
1933
1

1i.880

203.030

36.960 60.884
11 ,, 1933

155.780

206.270

32.020 60.464
4

1933

157.470

205.280

36.050 60.938

21 Jan.1933 103.862

46.092 201.606

36.433 54.738
14 ,, 1933 103.867

45.594 206.808

30.687 54.463
7 ,, 1933 103.862

46.449 208.916

30.497 54.546
31Dec.1932 103.854

46.105 204.795

32.176 55.172

20Feb.1932 112.521
1
45.139 227.324

31.544 54.113
21Feb.1931 118.828

44.056 245.043

37.839 49.732
25Juli1914 22.057

31.907 110.172

12.634

4.842

Data

_____________

bulten
N.-Ind.
1

betaalb.

1

Dis-
1
conto’s
1
1

1

Belee-
ningen
Diverse
reke-
ningen’)


percen-
tage

18 Feb.1933
18.020
5300
26.220
65
11

,,

1933
17.680
53.160 26.070
65 4

1933
18.510
54.290 25.340
65

21 Jan.1933
19.613
8.790

34.752
29.273
63
14

1933
19.457
8.820

34.490
29.607
63
7

1933
19.451
8.771

1

34.971
28.861
63
31 Dec. 1932 19.257
8.778

34.982
27.279
63
20Feb.1932
27.101
9:028 1

49.065
21.002
61
21Feb.1931
29.592
8.978
1

39.961 38.251
58
25 Juli1914
6.395
7.259

75.541
2.228
44
‘) Sluitpost activa.

BANK
VAN ENGELAND.
Voornaaniste posten in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Bankbilf.
in
circulatie

Bankbilf.
in
Banking
Departm.
Disc.and
Advances

oecurirzes

s

u
ecur,

es

15 Febr.1933
132.947
355.074
52.189
11.970 17.417
8

1933
127.934
357.380
44.827
52.189
17.125
1

,,

1933
127.122
357.310
44.093
12.147
17.191
25 Jan. 1933
124.390
353.238 45.372
11.943 17.296
18

1933 120.571
354.664
40.130
11.562 18.804
11

,,

1933
120.544
358.683 36.110
11.819 17.792

17 Febr.1932
121.318
344.883 50.884
11.945
39.124

22 Juli

1914
40.164
29.317
33.633
Data
Gov.
Sec.
Public
Depos.

1
__Other Deposits
1

1

Other
Bankers
Accountsl
1
1
Reserve
kings-
I

Dek-

perc.
1)

15 Feb.’33
90.858
15.850
106.327
32.766
52.874
348/al
8

’33
90.308
13.502 100.699 32.767
45.554
3029/112

1

,,

’33
89.378
42.245
67.762
35.179
44.812
301m,
16

25 Jan. ’33
90.602
11.653
103.372
32.476 46.152
31
7
las
18

,,

’33
96.552 12.116
105.381
32.504
40.907
27
7
1
32

11

,,

’33
109.967 12.788 112.921
34.744
36.861
038

131

17 Feb.’32
33.496
15.359
70.456
31.989
51.4351
4329/

22Juli ’14
11.005 14.736
42.185
29.2971 52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten
.0
millioenen francs.

1
Te goed
Wis-

Waarv.I
Belee-
Data
Goud
ZilverI
in
he
buitentl.’
sels

J
ophet
1
ningen
.Ivoschot
buitenl.J
v.d. Staat

10
Feb.’33
81.581 1.462
2.902
4.036 1.494 2.601
3.200
3

,,

’33
81.894
1.446
2.931
4.056
1.495
2.624
3.200
27Jan.’33
82.167
1.429
2.940
4.636
1.494
2.537 3.200
20

,,

’33
82.306
1.416
2.935
4.101
1.494
2.557 3.200
12 Feb.’32
73.034
992 7.830
14.101
9.192
2.788
3.200
23 Juli’14
4.104 640

1.541
8
769

Bonsv.d)
1
Diver-
Rekg.Courant
________________

Data
zelfst.
sen
i)
I
Circulatie
Zelfst.
Partl-
n,ot
k.
a

r.
1
Staat
amort.k.I
culieren

10
Feb.’33
6.674
2.292
83.942
50
2.076
18.766
3

,,

1
33
8.680 2.435 84.562
11
2.090
18.569
27 Jan.’33
6.680
2.250
83.314
186
2.082
20.47’5
20

’33
6.680.
2.240 83.026
334
2.098
19.5541

12 Feb.’32
6.882 2.020 83.289
46
3.919

23.685

23 Juli’14

5.912
401

943
1)
SIuitp. oer activa.

1

1)
Sluitpost activa.

156

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari 1938

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichamark.
Daarvan
Devlezen
Andere

a a
OU
bij bul-
als goud-
wissels
Belee
tenl. circ.
dekkinfi
en
ningen
banken))
geldenie
cheques

15 Febr. 1933
822,4
38,1
98,0
2.300,2
76
1
7 7

,,

1933
822,3
38,1
97,9
2.392,8
79,4
31 Jan. 1933
821,9
38,1
100,6
2.459,1
92,5
23

1933
806,6
38,1
114,6
2.287,3
67,9
15

1933
801,1
33,1
119,7
2.384,7
71,4
15 Febr. 1932
928,7
79,7 144,2
3.249,5
187,9
30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9
50,2

D
12
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa
2
)
latie
Crt.
Passiva

15 Febr. 1933
400,8 839,2
3.179,7
355,3

767,7
7

,,

1933
400,8
815,5
3.242,2
315,6
770,1
31 Jan. 1933
400,7
842,4
3.337,8
344,9
765,3
23

1933
398,8 814,9
3.143,8
387,2
767,6
15

,,

1933
398,2
857,0
3.270,8
353,4
756,9
15 Febr. 1932
160,6
1.013,1
4.155,2
370,7
853,5
30 Juli

1914
1

330,8
1

200,4
1,890,9
944,_
40,0
Onbeiast.
2)
Wo. Rentenbankschene 15,7 Febr., 31, 23, 15Jan.’33 en
Febr. ’32 resp. 38; 35; 16; 42; 36; 19 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen J3elgas.

Goud

Data

.
Rekg. Cr1.

..

0
1933

__


— —

16Febr.
2617
69
774
38
363
40
3.529
92

271
9
2616
68
786
38
363
40
3.568
59
276
2
2612
67
774
51
363
40
3.599
81
218
26 Jan.
2605
68
773
43
363
40
3.577
57
250
19

-,,
2604
67
757 45
363
40
3.613
63
191
18Feb.’)2527
45
934
72
288
40
3.705
24
155
1932.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD.AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in inillioenen dollars.

Goiidvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel
Totaal

Dekking
her- disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht

1 Feb.’33
3.255,2
2.452,0 201,4
268,7
31,3
25 Jan.’33
3.258,7
2.427,8
201,4
264,7
31,5
18

’33
3.236,4
2.417,0
198,2
248,7
31,9
11

’33
3.078,1
2.385,1
195,1
248,2
32,4
4

,,

’33 3.222,5
2.385,1
179,9
251,1
32,6
28Dec.’32
3.173,4 2.376,2
173,3
267,4
33,3

3 Feb.
1
32
2.970,2
2.135,2
197,3
855,2
156;1

Data
Belegd
In
u.
s.

F.R.
Notes

Totaal

Gestort
Goud- Dek-
Algem. Dek-
Gov.Sec.
tn circu-
.’
Kapitaal
kings-
kings-
__________

latie
perc.))

1 Feb.’33
1.763,6
2.730,0
2.539,7
151,1
61,7
65,6
25Jan.’33
1.763,3
2.705,7
2.587,2
151,2 61,5
65,4
18

’33
1.778,2
2.697,3
2.607,9
151,3
61,0
64,7
11

’33
1.812,4
2.687,0
2.644,5
151,3
60,4
64,1
4

’33
1.850,9
2.737,7
2.587,4
15[,3
59,5 63,0
28 Dec.’32
1
1.850,7
2.735,5 2.563,2
151,3
59,4
62,7

3 Feb.’32j
749,0
2.664,0
2.054,0
158,5
62,9
67,1
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. TIES. STELSEL.

Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
1 Aantal
1
banken

IDis-I
1

conto’s
en
beleen.
‘1

10.040

Beleg-
1

gingen

ve b

d
/
e

I
banks

Totaal
depo-
sitos

17.835

Waarvan
time
deposits

5.656
25 Jan.’33’
76
8.579
2.081
18

‘331
59
1

10.115
8.540
2.093
.
17.873. 5.702
11

,,

‘331
58
I

10.136 8.537
2.137′
17.927
5.701
4

,,

‘331
61
10.214
8.499
2.050
17.861
5.706
28 Dec.’321

27 Jan.’
32
1

467

12.858

7.137

1.482

17.462

5.771

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

21 Februari 1933.
In (Ie Stemming aan de t a
2
w
e-niarkt is deze week zeer
weinig verandering il)getreden. 13e weersomstandigheden
in het Zuidwesten der Vereenigde Staten zijn er niet beter
op geworden en nog ‘steeds is men in Amerika van meening,
(lat (IC oogst van wintertarwe dit jaar weder klein zal zijn.
Blijkbaar echter hebben deze verwachtingen zich reeds ten-
volle in de prijzen doen gelden, want tot prijsstijging is het
dez.e week in cle Vereenigde ‘Staten niet gck&men, nadat een
aanvankelijke verlaging gevolgd was door een herstel op
het vorige peil. ])e bankmoeilijkheden in Miehigan en het
ontbreken van volcioenden •tarwe-uitvoer uit da Vereeuigde
Staten, hield vm-dere verhooging tegen. Teiislotte is in
deit loop der week de tarweprjs te Chicago iets lager ge.
loopan.
Ruim aanbod uit Canada, Argentinië en Australië als-
ii,ede flinke versehepingen uit het Zuidelijk halfrond, die
(le naar Europa oudeiweg zijnde hoeveelheid nog wat deden toenemen, drukte!.) de markt. Op het Europeesche vasteland
bleef de vraag slecht, al toonde Italië meer belangstelling
en al verden eenige ladingen stoouiende Platatarwe naar
Griekenland gedirigeerd. Het Verre Oosten iblijft wel koop.
lust toonen, vooral voor Australische tarve, doch iii Enge-
land was de vraag teleurstellend. Geleidelijk ‘zijn dan ook
de prijzen in Europa wat a.fgebrokkeld. Evenals te Chicago
hebben de tarweprijzen zich ook te Winnipeg na, een aan-
vankelijke inzinking 01) het vorige peil hersteld, daar op
de gedaalde prijzen wat meer vraag voor export scheen te
ontstaan, doch verder is (lat prijsherstel ook daar niet
voortgegaan. Het slot was op 20 Februari
Y
4
tot
Y
2
do].
larceut per 60 lbs. lager dan op den 13cicii. Verschepingen
van tarwe uit ‘Noord-Amerika waren klein en het leeuwen-
deel werd deze week geleverd dooi’ Argentinië en Australië.
Oogstberichteu uit Centraal en West-Europa zijn bevre.
digend, doch uit Rusland zijn de rapporten lang niet on-
vrdeeld gunstig. Dat de.e laatste omstandigheid tezamen
met het uitblijven van vcrschepingen uit Rusland, het sta-
ken van het Duitsehe tarwe-aanbod en niet de slechte be-
richten over de Amerikaansche wintertarwe cii de kans
op verminderden uitzaa.i in de Vereenigde Staten van
zomertarwe nog altijd niet tot vei’hcffing Van het prijspeil
vermag te leiden, wijst wel duidelijk op het algemeepe ge.
brek aan koopkracht en op de slechte positie, waarin de
tarweuiarkt nog steeds verkeert. Aan de Argentijnsehe ter-niijnmarkten is tarwe in den loop der week 5
A
10 centavos
per 100 KG. in prijs gedaald.
Voor r o g ge blijft in Nederland eenige vraag naar be
schikbare partijen bestaan, doch de kooplust is niet groot.
Nieuwe zaken worden er w’einig gedaan. Nederland en Bel.
gië kochtea nu cii dan Plata-rogge, doch in Duitsche en
Poolsche gaat zeer weiuig om. Een kleinigheid Noord-Ame
rikaansche rogge werd deze week naar &a.ndinavië ver
scheept.

It als was gedurende de afgeloopen week weder wat
flanwer wegens afgenomen kooplust zoowel in Engeland
als in de andere West-Europeesche invoerlanden. In Neder-
land hebben blijkbaar vermindering van den va.rkenssta.pel en
de moeilijkheden bij den afzet van zuivelproducten het ver-
brtiik doen afnemen, want zelfs de zeer geringe omvang
van de aanvoeren dezer week deed den kooplust niet toe-
nemen en de voorraden onclei’gingen slechts weinig ver-
mindering. Vooral dringend aanbod uit de Donaulanden
drukte de markt en Donaumaïs kwam tot geleidelijk lagere
prijzen op spoedige en meer verwijderde af lading te koop.
Zaken in deze maissoort naar ‘Nederland en soms ook naar
Engeland varen daarvan het gevolg, tewijl ook in Rus
sische mais naar Nederland het een en ander omging. De
omzet was echter klein en algemeen werd over de slechte vraag geklaagd. Op sommige dagen der week werkte ook
aanbod uit de Ver. Staten de flauwe marktstemming in
dc hand, doch zaken in Noord-Amerikaansche mais wer
den er zeer weinig gedaan. Uit Argentinië luiden de oogst.
berichten nu gunstig, doch zaken in nieuwe Platamaïs wor-
den nog altijd zoo goed als in het geheel niet gedaan. Ver

schepingen van oude Platamaïs waren deze week klein,
maar de vraag in Europa bleef voor die maïssoort teleur.
stellend met in Engeland eenige daling der prijzen. Met
de kans op plotseling toenemende Noord-Amerikaansehe
verschepingen, de ‘zekerheid, dat de Donauhavens veel mais
znllen afladen zoodra de scheepvaart op den Donau zal
zijn hersteld, goede Argeutijnsche oogstberichten en de
verminderde vraag, zag het er deze week voor mais nog
niet uit naar prijsherstel van eenige beteekenis. Intus-
schen was op 20 Februari de vraag naar spoedige mais in
Nederland eindelijk beter, waardoor daarvoor een kleinig.
heid meer kan worden bedongen dan op de flanwste dagen

22 Februari
1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

157

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Artikelen

Rotterdam
Amsierdam
Totaal

12118 Febr.

Sedert
Overeenk.
121
18
Febr. Sedert
Overeenk.
1933
1
Jan. 1933
tijdvak 1932
1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932
9
1932

21.243
136.815 108.043

1.713
150
138.528 108.193
6.364
38.979
48.826

900 565
39.879
49.391

Tarwe

………………
Rogge

………………
..
5.797 3.666

25

5.822
3.666
Boekweit …………….383
MaIs ……………….
2.434 150.803
236.604
5.265
47.567
59.582
198.370
296.186
Gerst

……………..7.250
28.747
36.639

2.157
4.605
30.904
41.244 2.457
33.297
26.833

548 1.292
33.845
28.125
6.294 32.163
29.406
2.042 47.629
43.621
79.792
73.027

Haver

……………..

1.450
8.818
15.698



8.818
15.698

Lijnzaad

……………
Lijnkoek

……………
..
4.437
3.807

1.651 1.865
6.088
5.672
Tarwemeel

………….455
Andere meelaoorten ….
1.460
5.565
6.617
112
913
2.658
6.478
9.275

der afgeloopen week. Er werd in Nederland een flinke om-
zet bereikt in aangekomen en stoomende Donau-, Russische
eu Noord-Amerjkaansche maIs evenals in deze soorten op
aflacling. In Platamaïs echter waren de zaken minder be-
langrijk en ook in Engeland en elders was de markt niet
levendig. Noord- en Zuid-Amerika meldden dan ook geen
prijsverbetering. Të Chicago sloot maIs in vergelijking met
liet begin der week ongeveer onveranderd tot iets lager,
terwijl ook de Argentijnsehe termijtimarkten onveranderd
bleven, nadat aanvankelijk een kleine prijsverbeterung had
plaats gevonden.

Ge r s t wordt bij voortduring uit Argentinië in ruime mate aangebodèn en tot weinig veranderde prijzen zijn
daarin deze week naar Nederland, België en Engeland
zaken gedaan. Wegens de goede kwaliteit dezer gerst geeft
uien daaraan in Nederland de voorkeur boven de Oost-
Europeesche soorten. De versche.pingen van Donaugerst
bleven zeer klein, doch verwacht wordt, dat deze spoedig
zullen toenemen. Uit Rusland werd deze week wat meer
gerst verscheept dan tevoren, doch zaken in deze soorten
worden er weinig gedaan.

SUIKER.

i)e verschillende suikermarkten varen gedurende de af-
geloopen week vast gestemd in hoofdzaak op geruchten over
nieuwe samenwerking tusscheu Java en Cuba met betrek-
king tot een minimuinprijs en een verdere blokkeering van
Cubasuiker.
In A m e r ik a speelden de politieke troebelen in Cuba
eveneens een rol en veroorzaakten hernieuwd interesse
zijdens de speculatie. De belangstelling voor ruwsuiker
daarentegen was minder groot tengevolge van terughon-
denhcid der raffunadeurs, die met het oog op het bank-
moratoriuin te Miehiga.n zoo min mogelijk nieuwe ver-
plichtingen wenschten aan te gaan.
Op de •N e w-Y o r k s c Ii e termijnmarkt kwam de vaste
tendens voor het artikel tot uiting.
rggen
het einde der
week veroorzaakten w’instnemingen cd. eene reactie. Het
slot was: Mrt. 0.80, Mei 0.84, Juli 0.86, Sept. 0.90 en Dec.
0.93, terwijl de laatste noteering voor Spot Centr. 2.80 be-
droeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen deze week 32.000 tons, de versmeltingea 34.000
tons tegen 42.600 tons verleden jaar en de voorraden
130.000 tons tegen 149.800 tons.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt:

1933
1932
1931

tons
tons tons
Productie

……(Raming)

2.000.000
2.602.864
3.122.186
Ontvangsten

………….
10.917
61.612
93.965
Totaal

sedert

1/1

………
20.782 130.832
280.946
Verschepingen

………..
13.994
43.953 28.519
Voorraad in afscheephavens
583.007 875.505 1.062.199

In E n ge 1 a n d werden weder ibelangrijke pôsteu ruw-
suiker geplaatst. De Londensche termijnmarkt verkeerde
aanvankelijk onder den druk van liqnidaties van vroege
termijnen. Gaandeweg herw’on de vastere tendens echter
weer de overhand. Het einde der week ‘bracht de volgende
noteorungen: Mrt. Sh. 5/6
e
Mei Sh. 5/6%, Aug. Sh.
5110
en
Dec. Sh. 6/-%, ruw’suiker basis 96 pCt. c.i.f.
Op J a v a verkocht de N.I.V.A.S. 67.500 tons Superieur
en 19.500 tous bruine suiker. i)e aanhoudende kooplust
van Brïtsch-Indië wettigde verdere verhoogingen der limi-
tes voor deze destinatie.-

Wij laten hieronder volgen de gegevens van den U.K.
Board of Trade Statistiek over Januari:
Januari

Oct.fJan.
1933

1932 1932/33 1931/32
tons

tons

tons

tons
Import Bietsuiker ……2.953 14.745 5.881 30.530
Rietsuiker …….212.962 182.310 878.713 625.105

Totaal…. 215.915 197.055 884.594 655.635

Vrijgemaakt v. Consumptie 148.401 183.846 575.989 600.271
Export Geraffineerd 27.837 17.918 115.327 50.206

lii e r te 1 anti a was de markt eveneens nogal vast.
De loop der noteeringen op de A m s t e i d a m s c h e ter-
mijnmarkt liep geheel parallel met die te Londen. Na een
onzeker begin liepen de noteeringen in de tweede helft der
week op tot
f
5% voor Maart,
f
5% voor Mei,
f
6.- voor
Augustus en
f
6% voor December. i)e omzet bedroe
g
2150
tons.

KOFFIE.

Nog altijd valt over de koffiemarkt niet anders te be-
richten dan dat ‘de stemming kalm is en de afzet in de
meeste gevallen onbevredigend. Nieuws van beteekenis
werd in de afgelopen week uit Bra.zilië niet ontvangen
en in de kost- en vrachtaan’bi’edingen van Santos kwam zoo
goed als geen verandering, waartegenover die van Rio 10
dollarcents per cwt. lager kwamen. Na het kleine cijfer der verschepingen uit de voornaam-
ste havens van Brazilië in cle voorlaatste week, zijn in de afgeloopen week weder vrij behoorlijke hoeveelheden tot
veischeping gekomen. Van Santos gingen naar Europa
92.000 ‘balen tegen 40.000 balen in de week daarvöôr en naar Amerika 104.000 balen tegen 59.000 balen. De ver-
koopen waren in de afgeloopen week van Santos naar
Europa 97.000 balen tegen 39.000 balen in de week daar-
vOOr en naar Amerika 102.000 balen tegen 62.000′ balen.
Van Rio echter was ook ditmaal het cijfer der verschepin-
gen klein, namelijk naar Europa 17.000 balen tegen 14.000
balen en naar Amerika 15.000 balen tegen 34.000 balen.
1)at, niettegenstaande cle uitvoer uit Santos ditmaal vrij
groot is geweest, de voorraad in de haven in de laatste dagen
niet onbelangrijk is toegenomen, is te wijten aan de om-
standigheid, dat de Nationale Koffia-Raad van de voor
vernietiging bestemde hoeveelheid 102.000 balen heeft af-
genomen en weder gevoegd heeft bij den voor verscheping
besehikbaren voorraad, die bbvdndien dagelijks uit het
binnenland is aangevuld met ongeveer 40 1 50.000 balen. Eèu officieel bericht, in het midden van de vorige week
alhier ontvangen, meldde, dat de Staat Rio het ujtvoer
recht, dat bekend staat onder den naam van ,,gold tax”,
verminderd, heeft met 1% Milreis per baal, te beginnen op
15 dezer. Van verdere verlaging der uitvoerrechten,’ die
volgens kort geleden loopende geruchten te verwachten zou
zijn, werd tot heden niets meer vernomen.
Volgens telegram uit Rio bedroeg de voorraad, teriigge-
houden in de ‘binnenlandsehe pakhuizeil van dezen Staat,
op 31 Januari 979.000 balen tegen 1.039.000 balen op 31
December, hetgeen een vermindering beteekent in de maand
Januari van 60.000 balen.

Ten slotte is nog bekend gemaakt, dat in de vorige veek vernietigd i7ijn 13.000 ‘balen te Ria, 37.000 balen te San-
tos en 6000′ ‘balen te Vietoria. De hoeveelheid op de andere
plaatsen vernietigd wordt niet genoemd. Wel ‘is bekend ge-
maakt, dat de geheele hoeveelheid, welke van den aanvang
in 1931 tot 31 Januari van dit jaar vernietigd ‘is, be-
draagt: ‘

158

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Februari 1933

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN EN ZADEN
TTJINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
R000E
MAIS
GERST
LIJNZAAD
ROODE
KOOL
WITTE
KOOL
UIEN
RUND- VLEESCH
VARKENS-
Manitoba
No. 2 loco
No. 2 Canada
La Plata
62(63 K.G.
Z. Russische
La Plata
le kwaliteit
Ie kwaliteit
gewoon (versch)
VLEESCH
(versch)
Rotterdam!
Amsterdam
loco
R’damlA’dam
loco
R’damlA’dam
loco Rotter-
dam/A’dam loco R’damiA’dam
1-5 pond
.
100 1<0.
1-5 pond
p.
100 1<0.
p. 1001<0.
Broek op
Gem.v.3kw.
per 100 KG.
per lOO KG.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 20001<0.
per 2000 K.G.
per 1960 K.G.
Broek op
Breek op
Langendijks)
Rotterdam
Rotterdam

_L
3)

4)
Langendijks)
LangendijkS)

f1.
010
f1.
0
10
f1.
°/o
f1.
0/
f1.
0
0
f
0(
f
0
(0
f
0f
/
0/0
/
01
1925
17,20 100,0
13,075
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0


1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9



1927
14.75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4



1928
13475
78,3
13,15
100.6
226,00 97,7 228,50 96,8
363,00
18,5

——

17,23
100,-
4,55

lOO,-
13,25
100,- 93,

—-

100,-
77,50
100,0 1929
12,25
71,2
10,875
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
9,10
52,8
7,38
162,4
11,78

88,9
95,40
103,7
93,125
120,2
1930
.9,67
5

56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0 5,77
33,5
2,05
45,1
2,14
16,2
108,-
116,1.
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
6,96
40,4
3,06
67,3
1,94
14,6
88,-
94,6
48,-
61,9
1932
5,225
30,4
4,625
35,4
77,25 33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,84 10,7
1,49
32,8
8,07 60,9
61,-
65,6
37,50
48,4

lan.

1931
6,52
5

37,9
4,-
30,6
84,50 36,5
86,25
36,5
207,50
44,9
5,61
32,5
3,40 74,8
1,92 14,5
96,
103,2
56,-
72,3
lebr.

,,
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50 37,8
85,75
36,3
206,25
44,6
6,24 36,2
3,01
66,2 2,24
16,9
91,-
97,8

64,5
Maart

,,
5,625
32,7 4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
11,23
65,1
4,72
103,8
3,25 24,5
90,-
96,8

65,8
April
5,90
34,3 4,42
5

33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8

97,-
104,3
47,-
60,8
Mei

,,
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9

——

98,-
105,4
45,-
58,1
Juni

,,
5,75
33,4
5,05
38,6
86,75 37,5
116,50
49,4
191,50
41,4

101,-
108,6
41-
52,9
Juli
5,425
31,5
4,70
35,9
84,25 36,4
115,75
49,0
211,00
45,6
95,-
102,2
49-
63,2
Aug.

,,
4,975
28,9
4,02
5

30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1

——————————

94,
101,1

54,-
69,7
Sept.

,,
4,775
27,8
4,27
6

32,7
68,00
29,4
97,00
411
164,25
35,5

——————————-

84,-
90,3
50,-
64,5
Oct.

,,
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50
29,6 94,75
401
160,25
34,6

75,-
80,6
49,-
63,2
Nov.

,,
5,825
33,9
5,476
41,9
81,00 35,0
114,50
48,5
160,75
36,7
– –

1,52
33,4 5,04
38,1
72,-

77,4
48,-
61,9
Dec.

,,
4,925
28,6 4,95
37,9
69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
2,40
13,9
1,47

—-

32,3 5,39

—-

40,7
70,-
75,3
43,

55,5

Jan.

1932
5,05
29,4
5,07
5

38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
1,87
10,8
1,49
32,8 8,69
65,6
70,-
75,3
40,-
51,6
Febr.
5,30
30,8
5,07
5

38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,29
7,5
1,28

—-




——


—-




——

28,2
8,98
67,8
68,-
73,1
34,-
43,9
Maart
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
1,78 10,3
1,68

—-






—-


—-






—-

36,9
12,26
92,6
67,-
72,0
32,-
41,3
April
Mei
5,65
32,7
6,22
5

47,6
88,75
38,3
124,50
.
52,8
135,25
29,2

—-

—-





63,-

67,7 67,7
28,-
36,1
33,5
Juni
5,60
5,225
32,6 30,4
5,30
4,15
40,5 31,7
78,00 80,75
33,7 34,9
116,00 105,75
49,2
44,8
130,25
128,75
28,2
278
-,
67,-
72,0
26,- 34,-
43,9
Juli
4,90
28,5
4,-
30,6
78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28:
1

68,8
35,50
45,8
Aug.,,
5,20
30,2
4,07
5

31,2
77,50
33,5
98,25
41,6
133,00
28,8
62,-
66,7
40,50
52,2
Sept.,,
5,475
31,8
4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37,5
150,75
32,6
55,-
59,1
42,50
54,8
Oct.,,
5,25
30,5
3,92
5

30,0
74,50
32,2
79,50
33,7
138,25
29,9
51,-
54,8
44,-
56,8
NOV.
4,90
28,5
3,90
29,8
71,25 30,8 70,00
33,5
135,25
29,2

—————

1,06













23,3 4,10
31,0
53,-
57,0
.46,-
59,3
Dec.,,
4,72
5

27,5
3,80
29,1
66,25 28,6 75,25
31,9
135,00
29,2
3,02
17,5
0,84
























18,5
3,99
53,–
57,0
46,-
59,3

Jan.

1933
4,95
28,8
3
1
75
28,7
73,00
31,5
75,25
31,9
136,50 29,5
3,02
17,5

————–

0,67






—-





14,7
3,38
25,5

50,50
54,3
44,75
57,7
6 Febr.
4,75
27,6
3,70
28,3
72,00
31,1
75,00
31,8
131,00
28,3

2,53


19,2
50,-
53,8
44,50
57,4
4,80
4,80
27,9
27,9
3,65
3
0
75 27,9
28,7
69,00
70,50
29,8
30,5
74,00
74,00
31,4
31,4
130,00 129,00
28,1
27,9


2,73
2,17

—-
15,8
12,6


0,60 0,60
13,2
13,2
1,92
14,5

50,-
49,-
53,8
52,7
45,-
44,50
58,1
57,4
1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de. nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en
IS
Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2. van Jan. 1931 tc
vanaf 26Mei 1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Rusaische.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 193
het betreffende jaar en de gemiddelde prijzen van Nov. en Dec. van het daaraan voorafgaande jaar.
6)
3 Febr. 7)10 Febr.
8)
17 Febr.

Vervolg STATISTISCH OVERZICH

MINERALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalsche/
PETROLEUM
BENZINE
.
KATOEN
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
1

Hollandsche
Mid. Contin.
Cude
Gulf exp.
.
-_________
gekainde
us
ra
is
,
c

e,
Australische,
HUIDEN
SALPETER
_____________
Middling
locoprijzen
F.
G.
F.
Sakella-
.
F.No.
1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
m

.
64/66°
$cts. per
M
ls
1
‘r

rcr’
Crossbred
Colo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100
KG.
R dam/A’dam
5.
g.
per barrel
U.S.
gallon
New-York
rides
omra
Liverpool
per

.
Ib °
SO’s
Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per
1000
K.G.
per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.

11.
0(
$
0
10
Sets.
°(o
$
ets.
0
10
pence
°lo

pence

Io
pence
0
10
pence
0
/0
f1.
01
f1.
01
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100
1

23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2 1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77
1
8
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98 67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59 70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77 59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92 41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82,0
1931
10,05 93,1
0.58 34,5 5,04 33,9
8,60 37,0
7,33
25,0
3,08 33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3

Jan.

1931
10,30
95,4
0.85 50,6 6,08 40,9
10,30
44,3
8,31
28,4
3,09
33,1
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
84,3
Febr.
10,30
95,4
0.85 50,6
6,14
41,3
10,95
47,1
9,58
32,7
3,55 38,0
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21 85,1
Maart

,,
10,30
95,4
0.66
39,3
6,07
40,9
10,90
46,9
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25
45,9
14,50
49,2.
22,25
64,1
10,21 85,1
April
Mei
10,15
10,00
94,0 92,6
0.53 0.53
5

31,5 31,5 5,66
5,375

38,1
36,2
10,25
9,40
44,1
40,4
8,68 8,18
29,7
27,9
3,31 3,01
35,4
32,2
24,50 23,50
44,5
42,7
14,50
13,00
49,2
44,1
22,25 21,75
64,1
62,7
10,21
10,21
85,1
85,1
Juni
10,00
92,6
0.34 20,5 4,24
28,5 9,10
39,1
7,54
25,8
3,01
32,2
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
Juli
10,00
92,6
0.245
14,3
3,405
22,9 9,25
39,8
7,73
26,4 3,35
35,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25 58,4
8,26 68,8
Aug..,,
10,00
92,6
0.43
25,9
3,94
26,5
7,20
31,0 5,94
20,3
2,59
27,7
22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,
58,3
Sept.,,
10,00
92
1
6
0.56
332
5,50
37,0
6,55
28,2 5,77
19,7
2,59
27,7
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9
6,50 54,2
Oct.,,
Nov.
9,90
91,7
0.56 0.68 33,2
4,19
28,2
6,30
27,1
5,82
5,72
19,9 19,5
2,85
3,11
30,5
19,50 19,00
35,5
10,75
10,75
36,4
36,4
17,50 16,75
50,3 48,3
6,65 6,80
55,4
56,7
Dec.
9,90 9,90
91,7
91,7
0.71
40,4
42,3
4,62
5,31
31,1
35,7
6,40 6,30
27,5
27,1
4,98
17,0
2,99
.33,3
32,0
16,25
34,5
29,5 9,00
30,5


6,95 57,9

P2
1932
8,25 76,3
0.71
42,3
5,25
35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
r.
8,25
76,3
0.71
42,3 4,92
5

33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25
60,4
Maart
8,35
77,3
0.71
0.86 42,3 4,62
5

31,1
6,90
29,7
5,37
18,3 17,4
3,30
35,3
16,50 16,50
30,0 8,75 9,00
29,7
30,5
10,25
9,25
29,5
26,7
7,40 7,40
61,7 61,7
April
Mei
8,65
8,30
80,1
76,9
0.86
0.86

51,2 51,2
4,34 4,25
29,2
28,6
6,25 5,80
26,9
24,9
5,08
4,57
15,6
15,2

3,08 2,76
2,55

33,0
29,5
15,75
30,0
28,6
8,25 7,75
28,0
8,88
9,-
25,6 25,9
7,40
7,40
61,7 61,7
Juni

,,
Juli
8,25
8,10 76,3 75,0
0.86 0.86
51,2
51,2
4,25 4,25
28,6
28,6
5,25 5,80
22,6 24,9 4,44 4,97
5,71
17,0 19,5
2,77
27,3 29,6
15,25
16,00
15,75

27,7
29,1
28,6 8,50
8,25

26,3
28,8 28,0
9,75
12,-
28,1
34,6

5,70
47,5
Aug.
Sept.
7,80 7,75.
72,2
71,8
0.86
51,2 51,2
4,30
4,375
28,9 29,4 7,35 7,75 31,6
33,3
6,37
21,8
3,33
3,64
35,6 38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.,,
Nov.
7,65 70,8
68.5
0.86 0.86
51,2
4,45 29,9
6,50
28,0
5,68
19,4 17,6
3,16 33,8
15,75
28,6
27,7
8,50
8,25
28,8
28,0
14,-
12,-
40,3 34,6
.6,-
6,10
50,0 50,8
Dec.
7,40
7,25
67,1
0.745
51,2 44,3
4,60
4,435

31,0 29,8
6,15
5,95
26,5

25,6 5,16 4,73
16,2
3,-
2,80
32,1
30,0
15,25 15,25 27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7

Jan.

1933
7,05
65,3
0.53
31,5 4,16 28,0
6,15
26,5
5,
1
3
17,5
2,95
31,6
.

15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
6 Febr.
13

,,
7,15 7,25
66,2
67,1
0.38 0.38
2
)
22,6 22,6 4,06 4,06
1

27,3 27,3
6,-
6,102)
25,8
26,2 4,99
5,01
17,0
17,1
2,80 2,78
30,0
29,7
29,4.

15,75
3
)

28,6

8,50
3
)

28,8

6,40 6,40
53,3 53,3
10

,,

,,
7,25
67,1
0.38 22,6
3,87
57

26,1
6,15
26,5
4,98
17,0
2,75
15,75
8
)
28,6
8,25
8
)
28,0
1) Jaar-
en maandgem. afger. op
/O
pence. 2)11 Febr.
3
)2 Febr.
4)7
Febr.
6)9
Febr. 6)10 Febr.
7
)17 Febr. 6)16 Febr.
9
)14 Febr.

22 Februari 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

159

AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
KAAS
Edanimer
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per K.G.
Leeuwar-
Alkmaar
i

Gem. not.
Eiermijn
Standaard
Locoprijzen Locoprijzen locoprijzen
Foundry No. 3
IJZER
(Lux III)
p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen casio Londen
per der Comm.
Fabrieks-

kaas
Roermond
Londen Londen
per Eng ton
Londen per
Eng ton
f.o.b.
Middlesbrough
Eng. t. f.o.b.
per per ounce
Standard
Noteering
kI. m/merk
p. 100 st.
per Eng. ton
per Eng. ton
Antwerpen
Eng. ton
fine
Ounce

f1.
0j
f1.
0/
f1.
°Io
£
010
£
1

01
£
°Io
Sh.
0
10
sh.
01
£
0/
sh.
0
/0
pence
0/
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
62.1(6
100,0
36.816
1100,0
261.171-
100,0
731-
100,0
671-
100,-
36.316
100,-
8516
100,-
32’/
100,0
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
1

88,8
58.1/-
93,5
31.1/6
85,3
290.17/6
111,1
86/6
118,5
68/8
102,5
34.2/6
94,3
85/-
99,5
28
1

89,3
2,03
87,9
43,30
77,3
7,96
1

86,7 55.141- 89,7 24.41- 66,4
290.41-
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28.10/-
78,8
851-
99,5
26
3
1
83,3
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99
1

67,0
63.161-
102,8
21.1/-
57,8 227.51-
86,8
661
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
85/.
99,5
26
1
116
81,1
2,05
88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
68/9
102,6
24.17/6 68,8
85/-
99,5
24
7
116
76,2
1,66
71,9
38,45
68,7
6,72 73,2
54.13/-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
59/6
88,8
16.17/-
46,6
85/-
99,5
17
10
116
55,4
1,34
58,0
31,30 56,9
5,35
58,3 36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.11- 42,0
55/-
75,3
4716
70,9
11.10,6
31,9
92/6
108,2
13/
41,6
0,94
40,7
22,70 40,5
4,14
45,1
22.17/-
36,8
8.12!-
23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.161-
27,1
118/-
138,0
12
718
40,1

1,61
69,7
32,25 57,6
6,63
72,2
45.716
73,1
14-16
38,5
1168J-
44,4
6016
82,9
51/6
76,9
12.18/6
35,7
85/-
995
13
7
/8
43,2
1,66
71,9
33,80 60.4
6,21
67,6
45.116
72,6
13.516
36,4
117./6
44,7
5816
80,3
50/7
75,5
12.101
34,6
851
99,5
12
1
2
38,9
1,47
63,6
35,00 62,5
4,94
53,8
45.116
72,6
13.316
36,2
,122.11-
46,6
58,6
80,3
48/10
72,9 12.8/6
34,3
85/-
99,5
13116
41,8
1,35
58,4
31,60 56,4
4,20
45,8
42.1516
68,9
12.101-
34,3
113.41-
43,2
586
80,3
49/6
73,9
11.121-
32,1
851-
99,5
13
1
/8
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,07
5

44,4
39.616
63,4
11.1016
31,6
104.171-
40,0
5816
80,3
481-
71,6
10.1316
29,5
85/-
99,5
1211116
40,3
1,29
55,8
33,50 59,8
4,30
46,8
36.616
58,5
11.1116
31,8
106.216
40,5
58/6
80
1
3
47/1
70,3
11.10/-
31,8
85/-
99,5
12V8
40,1
1,32
57,1
37,75 67,4
4,40 47,9
34.141- 55,9 12.15/6
35,1
112.516
42,9
58/6
80,3
4819
72,8 12.111- 34,7
851-
99
1
5
1311,
41,2
1,30
56,3
36,00 64,3
4,98 54,2
32.151- 52,8
11.19
1
6
32,9
114.196
43,9
5816
80,3
47/9
71,3
11.1416
32,4
85/-
99,5
1
2
13
/1e
39,9
1,27
55,0
32,25 57,6
5,771

62,9
30.316
48,6
11.4-
31,1
111.161-
42,7
5516
76,0
4617
69,5
10.191-
30,3
91/3
106,8
13
1
/
41,4
1,24
53,7
26,25 46,9
6,27
5

68,4
28.216
45,3
10.96
28,8
101.116
38,6
461
63,0
44/8
66,7
10.716
28,7
106/3
124,3
13
13
/1
43,0
1,17
50,6
24,75 44,2
7,07 77,0
27.1916
45,1
11.5/-
30,9
102.-/-
39,0
4416
61,0
4316
64,9
10.15/6
29,6
11019
129,5
14
1
12
45,1
1,18
51,1
21,40 38,2
5,325 58,0
27.616
44,2
10.161-
29,6
98.1716
37,8
41/6
56,8
4313
64,6
10.2/6
28,0
122/6
143,3
1401
1
6
44,6

1,16
50,2 25,75
46,0
4,71
51,3
27.14/6
44,7
10.14/
29,4
98.181-
37,8
41,6
56,8
42/
62,7
10.6/6
28,5
120/3
140,7
13
7
18
43,2
1,34
58,0
27,75 49,6
3,79
41.3
26.4/-
42,2
10.5/-
28,1
99.216
37,9
41,6
56,8
40/-
59,7
.10.-(-
27,6
119/6
139,9
14
43,6
0,98
42,4 23,65 42,2 3,42
1

37,3
24.181-
40,1
9.9/-
25,9
96.61-
36,8
441-
60,3
401-
59,7
9.11/-
26,4
114/-
133,5
13
3
1
4

42,8
0,99
42,9
19,60
35,0
2,77
5

30,2 23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.2-
25,2
110/3
129.0
13
1
18
40,9
0,82
35,5
19,65
35,1
2,88 31,4
21.6/-
34,3
8.-/-
22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0
9.91-
26,1
11219
132,0
12
5
18
39,3
1,11
48,1
24,25
43,3
3,08 33,5
20.1216
33,2 7.51-
19,9
84.91-
32,3
441-
60,3
37/6
56,0
8.13/-
23,9
11316
132,7
12
5
J8
39,3
0,96
41,6
19,55
34,9 3,125
34,0
19.216
30,8
7.3/6
19,7
90.1716 34,7
42/6
58,2
37/-
55,2
8.616
23,0
1161- 135,7
12
3
18
38,5
0,76
32,9
1
17,90
32,0
3,72 40,6
22.4/6
35,8
7.1716
21,6
101.-/-
38,6
421-
57,5
36/6
54,5
9.13/6
26,7
118(6
138,6
1213116
39.9
0,84
36,4
J9,70
35,2
4,64
50,5
25.8/-
40,9 9.10/6
26,1
109.9/6
41,8
421-
57,5
35/-
52,2
11.2/-
30,7
118/9
138,8
13
40,5
0,82
35,5 25,50

122,55

45,5
5,73
62,4
22.5/6
35,9
8.71-
22,9
105.1316
40,4
411-
56,2
34/6
51,5 10.8/6 28,8
121/6
142,1
1212
38,9
0,81
35,1
26,50 47,3
6,65
72,4 21.191- 35,4
8.416
22,6
104.716
39,9
401-
54,8
34/6
51,5
10.81-
28,7
125/9
147,2
12
5
/16
38,3
0,73
31,6 40,3
5,125
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.10/6 38,4
39/-
53,4
3416
51,5
10.71-
28,6 125/9
147,2
1I’j
35,8

0,73
31,6
21,75
38,8
4,27
46,7
19.171-
32,0
7.8/-
20,3
100.116
38,1
40/6 55,5
3416
51,5
9.19/-
1
27
1
5
12218
1143,5
11
11
/16
36,4
0,76
6
)
32,9


3,90
42,5
20.216
32,4
7.91- 20,5
106.616
40,6
41/6
56,8
3416
51,5
9.15/-
1
27,0
11919
1140,1
11
15
/,6
37,2
0,67
7
)
28,7
21,257
38,0
4,50
49.0
20.11/6
33,1 7.516
20,0
105-/6
40,2
4116
56,8
34/6
51,5
9.15/61
27,0
1191101140,2
11
3
/4
36,7
0,58
8
)
25,1
21,00
8

37,5 4,90
53,4
20.2/6
32,4
7.7/-
20,2
103.1516
39,6
411-
56,2
33/6
50,0
9.16/-
1

27,1
I
2
0(6ll4I,8
11
7
/8
37,0
Sept. 1932 79 K.G. La Plata.
1)
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van 16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 K.G. Hongaarsche
45 K.G. Zuid-Russisetie. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3 Canada.
5)
De jaargemiddelden zijn berekend uit de gemiddelde prijzen van Jan., Feb. en Maart van

AN GROOTHANDELSPRIJZEN.

BOUWMATERIALEN
.

KOLONIALE PRODUCTEN

VURENHOUT
basis 7″ f.o.b.
S T
E E N E N
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
Standaard
SUIKER
THEE
Zwedenj
binnenmuur

buitenmuur
G.F. Accra
per
Ned.-Ind. f.m.s.
Robusta
Locoprijzen
Ribbed Smoked
Witte kristal-
suiker
loco
AfI. N.-I. theev.
A’dam gem.
pr.
Finland
per standaard

.
per

per
50 K.G. c.i.f.
per
100
K.G.
Amsterdam
Rotterdam
Sheets
loco
Londen
R’damlA’dam
Java- en Suma- van 4.672 Ml.
per
1000
Stuks

per
1000
stuks
Nederland
per
‘1,
K.G.
per Ib.
per
100
K.G.
tratheep.’/sKG.

/
5
1
/
5/
f
0
10
ah.
0/
f
s/s
ets.
s/s
Sio.
s/
t!.
5
/0
ets.
5
10
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
6

100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
153,50
96,1
15,75
101,6
19,50
102,6
491-
115,3
34,.-.
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,625
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
82,75
97,9
151,50
94,8
12,-.
77,4
18,50
97,4
57/3
134,9
31,875
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45/10
107,9
27.37
6

76,3
50,75
82,7 -110,25
28,8
13
1

69,3
69,25
82,0
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34/11
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-15.875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
22/5
52,8
15,375
42,9
25
40,7
-3
8,4
8.-
42,7
42,50
50,3
69,00
43,2




19/6
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-/1,75
4,9 6,32
5

33,7 28,25
33,4

125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
26/4
62,0
18,25
50,9
28
45,6
-14,25
11,9
8,20
437
66,25
78,4 125.00 78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
22/2
52,2
18,125
50,7
26,25
42,8
-/3,875
10,9
8,20
43,7
53
62,7 125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2216
52,9
18,625
5.1,9
25,50
41,5
-/3,75
10,5
8,30 44,3 45
53,3
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
22/7
53,1
17.50
48
1
8
24,75
40,3
-13,125
8,8
8,57
5

45,7
43
50,9 125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110.5
21(0
49,4
15,376
42,9
25
40,7
-/3,125
8,8
8,50 45,3
40,25
47,6 110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
2214
52,6
14,125
39,4 25,75
42,0
-/3,125
8,8
8,57′
45,7
39,50
46,7
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
26/5
62,2
15,-
41,8
27
44,0
-/3
8,4 8,77
5

48,6 38,25
45,3 100,00 62,6
10,50
67,7
21,-
110,5
2418
58,0
14,125
39,4
25,50
41,5
-12,5 7,0
7,90
42,1
38,50
45,6 100,00 62,6
10,50
67,7
19,-
100,- 22/7
53,1
13,375
37,3
23,75
38,7
-/2,375
6,7
7,52
5

40,1
37,50
44,4
100,00 62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21/0
49,4
13,25
36,9
23
37,5
-12,375
6.7 7,55 40,3
37,75
44,7
100,00 62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21/2
49.8
13,75
38,3
23
37,5
-12,25
6,3 7,15
38,1
37
43,8
82,50
51,6
10,-
64,5
18,50
97,4
1813
42,9
12,75
35,5
23
37,5
-12,25
6,3
6,75
36,0
35
41,4

82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7 17/9
41,8
13,125
36,6
23
37,5 -12,125
6,0
7,35
39,2
32
37,9
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
18/1
42,6
14,50
40,4
23
37,5
-12
5,6
7,05
37,6
30
35,5
70,00
43,8 9,75 62,6
18,-
94,7
21/9
51,2
14,75
411
23
37,5
-11,625
4,6
6,25
33,3
31
36,7
70,00
43,8 9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39
:0
23
37,5
-11,5
4,2
5,90
31,5 29,25
34,6
70,00
43,8
8,50 54,8
15,-
78,9
20/6
48,2
13,25
36,9 23,50 38,3
-/1,5
4,2
5,62
5

30,0 30,25
35,7
.70,00
43,8
8,50 54,8
15,-
78,9
20/6
48,2
12,375
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,30
33,6 28,50
33,7
67,50
42,3
8,50 54,8
15,-
78,9
20/1
47,3
12,375
34,5
24
39,1
-11,375 3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
63,00
39,4
8,50 54,8
15,-
78,9
20/7
48,4
12,375
34,5
24
39,1
-11,75
4,9
6,57
5

35,1
22,75
26,9 60,00
37,6
8
1
75
56,5
15,-
78,9
21/2
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1
-/2,125
6,0
6,52
1
34,8 23,75
28,1
63,50
39,7
9,-
58,1
14,50
76,3
18
1
8
43,9
12,375
34,5 26,50 43,2

1
1,75
4,9
6,32
5

33,7 28,50 33,7
63,50
39,7
9
1
50
61,3
14,25
75,0
1716
41,2
12,12
5
33,8
24,50
39,9

1
1,75
4,9
5,87′
31,3 30,75
36,4
65,00
40,7
10
1

64,5
13,75
72,4
17
1
4
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9 5,50 29,3
28,25
33,4

70,00
43,8 9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,45
31,9
24
39,1
-/1,625
4,6
5,375
28,7 25
29,6
70,00
43,8
15/11
37,5
10,625
29,6
24
39,1
-/1,5
4,2
5,25
28,0 26,50
5

31,4
70,00
43,8
161-
4

37,6
11,125
31,0
24
39,1
-11,5
4,2
5,75 30,7
70,00 43,8
15175
37,0
10,75
30,0
24
39,1
-11,5 4,2
5,75
30,7
N.B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept. ’31 zijn op goudbasis omgerekend

1

1

160

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22
Februari P1933

4.608.000 balen te Santos
1.432.000

,.
Bio
558.000

,.
.

,,

Victoria
6.586.000

.,
in Sao Paulo
394.000
op andere plaatsen

13.578.000 balen

Aangezien tot 31 December 1932 vernietigd waren
12.155.000 balen, blijkt uit de thans OntvailgeLi cijfers, dat
in de maand Januari 1.423.000 balen tot vernietiging zijn
gebracht. Deze moeten als volgt verdeeld zijii geweest:

326.000 balen te Saiitos
135.000

.,,,,
Bio
24.000
,,

Victoria
890.000

..
in Sao Paulo
48.000
op aidere plaatsen.

De kost- en vrachtaanbiedingesi van Santos zijn op het
oogenblik voor gewoon goed beschreven Superior Santos
op promptc verscheping ongeveer $ 9.85 k 10.05 per ewt.
en voor dito l’rime ongeveer $ 10.05 ii 10.30, terwijl zij
voor Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte ver-
seheping, zijn
$
8.70 It 8.80.
Nederlandseh-Inclië is met ongevasschcn Sumatra Ro-
.busta onveranderd, doch met gewasschen Robusta ongeveer
% et. lager. De eif-prijzen in de eerste hand zijn op het
oogenbhik aan te nemen op:
1.

Palembang Robnsta, Maart-verschepiug, 17 ct.; Benkoe-
len Robusta, Maart-verscheping, 18 ct.; Mandheling Eo-
bnsta, Maart-verschepirig, 19 ct.; W.I.B. f.a.q. Robusta,
Iliaart-verscheping, 22.% et., alles per % 1Ç.G., cif, uitge-
leverd gewicht, netto contant.
De noteeringen aan de Rotteidunsche termijnmarkt, die aanvankelijk onveranderd bleven, liepen daarna een frac-
tie op. Maart noteert thans alhier 1.9%, Mei 18%, Sep-
tember 17% en December 17% et. per >4 K,G.
In loco laat de afzet nog vrij veel te wenschen over.
De officiecle noteeriiigen bleven onveranderd 28 et. per
>4 K.G. voor Superior Santos en 24 et: voor Bobnsta.
De slotuoteeringen te New-York varen
Gemengd outrâct
Santos-eoiitract

(basis Rio No. 7)
(basis
Santos No. 4)

Mrt.

Mei Sept. Dec.
Mrt.
Mei Sept.
Dec.

20 Februari
$
5.66

5.46

5.03

4.92 8.22
7.90

7.23
7.07

11 Februari
5.63

5.42

4.94

4.82
8.18 7.78

7.16
6.99

6 Februari
,,5.73

5.46

4.95

4.85
8.20 7.74

7.17
7.02

30 Ja.auari
,, 6.-

5.66

5.12

5.-
8.42 7.90

7.31
7.18

Rotterdam,
21 Februari 1933.

IJZER.

In de positie van de exportinarkt voor ruwijzer is weinig
verandering gekomen. Blijkbaar onder invloed van cle Laos-
sesteinming die op de staalmarkt te constateeren is, wordt
Lux 3 van Franschen kant tegen een iets hoogeren prijs
aangeboden dan voorheen. Een uoteering die neerkomt op 35-36% gouden sh. fob. Antwerpen wordt ganoeind tegen
33/6 goud, die veertien dagen geleden genoteerd iverd.
De binnenlandsche markt voor Clevelandijzer is geste-
gen tengevolge van een overeenkomst tusschen cle elkaar
eertijds beconcurreerende Midland- eu Cleveland-prodticen-
tengroepen. Voor den export doet No. 3 nog 58/6 fob.;
aan de Tees is de prijs thans 62/6 franco gieterij en op de
Schotsche markt 59/9 franco gieterij Falkirk en 62/9
franco gieterij Glasgow.
De staalmarkt veranderde geheel van asp(!ct als gevolg
van de berichten over successen bij cle besprekingen om-
trent dc reorganisatie van het Internationale IRnwstaal-
kartel,. Stafijzer steeg de beide laatste weken met niet
minder dan 734 sh. tot 52% gouden sh. fob. Antwerpen.

STEENKOLEN.

Op de kolenmarkt valt een toenemende achteruitgang
van de vraag te constateeren. In Engeland konden cle
cijfers zich nog op ean vrij bevredigend peil handhaven, vergeleken met andere landen. De export naar sommige
landen is aldaar wat toegenomen in Januari, maar de ge-
middelde f.o.b. prijs daalde van 1614 tot 16/2% per ton.
De productie in Duitschland liep weer achteruit en de
cijfers in Polen worden steeds ongunstiger. [ii den laatsten

tijd is vooral de i’oolsebe export naar Scandinavië en
.I)eneiiiarkeu geweldig aan h’et achteruitgaan.
De vcrliandelingen over de Duitsch-Belgisclie koleiiover-
eeukonist zijn weer hervat.
in Frankrijk heeft uien liet invocrcontiiigent voor Fe-
bruari in het algemeen met 5 pCi. verminderd; voor huis-
brandkolen zelfs met 9 pCt.
Lii tegenstelling met Engeland loopen op het Continent,
althans in Nederland, cle prijzen niet verder achtcrui. in
het belang van dc mijnen is een prijsstijging broo:lnooclig.

i)e prijzen zijn

Northumberland

Ongezeef cle

………….
f

7.10
i’)urham

Ongezeefde

………………….
7.70
Cardiff

2/3

large

1/3

snialls

…………
Gezeefde (Prime Lothians)

……
7.70
Yorkshire

gewasschen

Singles

…………
6.90
Wcstfaalsche

Vetförder

……………….
8.25
Vlamstukken

1

…………..
9.
,

Smeenootjes

…….
……..
8.75
Gasvlaniförder

……………
8.25
G ietcokes

……………..
..ii.-
ilollandsehe

Eierbriketten

……………
,

12.50

alles

per

ton

van

1.000

:Kc;…..anco

station Rottcrdam/
Amsterdam.

.
Outgezcefde bunkerkolen f.o.b. Botterclam/insterdnni

f
7.25.
1’il arkt lusteloos.

21 Februari 1933.

(Vervolg vctn pag. 153.)

Le bois en Europe
door Egon Glesinger, docteur en
droit docteur
ès
sciences politiques. (Parijs
1032;

Librairie du Recueil Sirey. Prijs Frs. 80.-).

In d.it lijvig boek (738 blz.) behandelt •de schrijver alle
vraagstukken, die op het hout betrekking hebben: prodluc-
tie, verbruik, handelsbeweging en prijzen. In het tweede
gedeelte wordt de houtnijverhoid van 17 Europeesche lan-
den besproken.

Business Forecasting
door Lewis U. llaney, Director
Bureau of Business Research New-York Uni-
versity. (Boston z.j.; Ginn
& Oomp.).

int erna,tsona2e goed erenunaict en
door Dr. A. de
G
raaff. (Uitgave llandelswetenschappelijke
Bi-‘
bliotheek. Prijs
f
1.60).

Een leerzaam boekje over de goederenmarkten, dat in
opzet en bewesking belangrijke verschillen vertoont niet de bestaande werken van gelijke strekking. Alle belang-
rijke vraagstukkon, w’elke met de internationale goederen-
markten samen hangen (ternuijuhandel, speculatie affaires,
liquidsitiekassen, euz.) worden er in behandeld. Het laatste
gedeelte bevat beschouwingen over de markten van de
voorna amste groothandel sartikelen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Bedrijfsleven en de strijd tegen

de Armoede in Nederland

door Dr. CH. A. VAN MANEN.

Prijs
ingenaaid
f
3,-.

Gebonden
f
4,75.

Voor leden der Vereeniging en
geabon-

neerden op het Weekblad wordt dit werk

beschikbaar gesteld tegen den prijs van

f
2,50 ingenaaid en
t
4,- , gebonden.

Bestellingen
richte men tot het Secretariaat
van het
Instituut,
Pieter de Hoochweg 122,
onder4
gelijk-

tijdige
remise per postwissel of op
postchèque- en

girorekening No. 8408; Rotterdam.

Auteur