18 JANUARI
1933
AUTEURSRECHT VOORBEHQUDEN.
E
Berichtén
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
18E JAARGANG
WOENSDAG 18 JANUARI 1933
No.
890
NEDERLANDSCH ECONOMISCh INSTITUUT. Gurtorejn.: Mr. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Piate, Onder-
Voorzitter; C. II. von der Leewio, Penningnurester; Mr. W.
M. van Lainschot; jl!r. L. J. A. Trip; E. D. va’n. Walree.
Directeuren: Prof. Mr. F. de Vries;
Prof.
Dr. N. J. Polak;
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart, Directeur-Seoretaris.
ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Pof. Mr. D. van Blom.; J. van Ha8eelt; Jhr. Mr. L. B. van
Lennep; Mr. K. P. van -der Mandela; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Oedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn. Stuart. Redacteur-Seereiwris: Dr. H. M. H. A. van der Valk. Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adiver-
tenties: Nijgh d van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdoim,
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening No.
145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland f 00,—. Buitenland en Kolowiën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht 75 cents. Leden en, donateurs ontva.n gen hot weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.
Aangetaekende stukken: Bijkantoor Ruige plaat weg.
17 JANUARI 1933.
Voor een overzicht van de geidmarkt zou kunnen
worden volstaan met een herdruk van hetgeen cle
vorige week werd geschreven. Er is niets veranderd.
Prolongatie 1 pOt., disconto ca.
3%
pOt., call eveneens
3%
pOt.
Blijkens den weekstaat van Do Nederlandsche Bank daalde cle post binneilanclsche wissels met
f
151.000;
de heleeningen vertoonden daarentegen een vermeer-
dering van
f
154.000. De post papier op het buiten-
land nam toe met
f
1,0 millioen, terwijl de divere
rekeningen onder de. activa der Bank met f285.000
daalden.
De post munt en muntmateriaal vertoont een stij-
ging van
f
536.000 tengevolge van een toeneming van
den voorraad zilver; de goudvoorraad liep met een
klein bedrag terug.
Onder de passiva der Bank valt een inkrimping
van de biljettencirculatie met
f
17,5 millioen waar te
nemen. Daartegenover namen de saldi in rekening-
courant met f20 millioen toe; het tegoed van ‘s Rijks
schatkist vermeerderde met f 5,4 millioen en het
totaal der saldi van anderen met
f
14,5 millioen. Het
beschikbaar metaalsaldo daalde met
f
397.000; het
dekkingspercentage bedraagt nagenoeg 83 pOt. even-
als cle vorige week.
Gebeurtenissen van belang hebben deze week op de
wisselmarkt niet plaats gehad. Ponden bleven gezocht;
zij verbeterden van 8.333% tot 8.35%. Ook voor Dollars
was flinke vraag; van 2.4878 liep do koers tot 2.4910
op, slot 2.49. De Dollarkoers in Londen werd op ca.
3.353% gehouden. Marken waren weder in herstel; van
59.05 stegen ze tot 59.15. Behalve koersen voor de
diverse soorten Sperrmarken, worden nu ook Olearing-
marken – afkomstig van De Nederlandsche Bank –
genoemd; men noteert 58.90-59.10. Fransche Francs
konden zich eveneens verbeteren 9.708-9.72–
9.71”ft6. Belga’s met weinig variatie, echter wat hoo-
ger: 34.50. Zwitsersche Francs 41.91-41.95. Lires
12.75.. Peseta’s ca. 20.35. In Kopenhagen heeft men
den koers van het Pond, dat daar langen tijd op ca.
19.30 werd vastgehouden, niet langer kunnen hand-
haven; gisteren was de noteering ca. 20.10 De Deen-
sche Kroon is hier clan ook van 43.20 op 41.50 terug-
geloopen.. In Noorsche Kronen kwam weinig veran-
dering, hoewel de positie wat onzeker schijnt: 42.90-
43.1.0-42.15. De Zweedsche Kroon kon zich aanvan-
kelijk verbeteren – van 45.35 tot 45.15, slot iets
inier op 45.50. Oanadeesche Dollars waren lager, 2.20.
T-Jet Zuid-Afrikaansche Pond noteert nog steeds ca.
8.75. Yen 52. Rupees 633%.
• Termijopondeim veranderden weinig. Op één- en
drie-maanden deden ze
1/4
resp. °Jie c. disagio. Dollars
op termijn wat lager, ni. 35 en 85 punten onder den
contanten koers. Deze week werden ook prijzen ge-
noemd van Marken op termijn; zij deden voor een
maand ca. 30, voor twee maanden ca. 65 en op drie
maanden ca. 95 c. déport.
• De omzetten in goud in baren waren gering; men
noteerde
f
1650. Het feit, dat er de laatste dagen
maar weinig contante baren in Londen aan de markt
komen, beïnvloedde ook onze markt. Wel waren er
baren oj termijn aangeboden, doch waar hier een ter-
inijnmarkt in goud geheel ontbreekt, zal misschien
alleen een enkele speculant daarvan iets hebben ge-
kocht. Engles doen 2.49%, Sovereigns 12.10.
LONDEN, 16 JANUARI 1933.
Verleden week Dinsdag werd het laatste bedrag
aan de Bank van Engeland door de markt terugbè-
taalcl en, zooals te voorzien was, bleef geld ook daarna
uiterst gemakkelijk. Uit den bankstaat bleek dan ook,
dat de Olearing Banks over ruime bedragen voor
marktcloeleinden blijven beschikken.
Disconto was dientengevolge zwak. Drie-maands
bankaccepton noteeren heden niet beter dan 13f16._.7/8
])Ct., terwijl schatkistpromessen koopers vinden h
3%
pOt. Vrijdag 11 werden schatkistpromessen onder
7/
pOt. toegewezen.
Sterling blijft zeer vast en wordt slechts door offi-
ciëele actie op het tegenwoordig niveau gehouden.
Drllars en Guldens sluiten heden op: 3.35% en 8.36.
44
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Januari 1933
DE ONTWIKKELING DER BEVOLK!NGSRUBBER
1
)
IN NEDERLANDSCH.INDIE,
Na onze uiteenzetting in het artikel over de
structuur van de Bevolkingsrubber
2)
‘behoeft het
geen nader betoog, dat de zoo vaak gemaakte kost-
prijsvergelijkin gen tusschen ondernemingen en be-
volkingsrubber,
ook voor de eerste functie,
onjuist
zijn. Ook bij de eerste categotie, het winstbedrijf, kan
niet van een kostprijs worden gesproken voor zoover de arbeider zijn belooning in natura ontvangt, terwijl
bij een belooning in geld de kostprijs door de uitgaven
gevormd wordt.’
Terwijl in het ondernemingsbedrijf de offers dcn
kostprijs bepalen, of althans behooren te bepalen, wordt bij den Inlander een gehiel andere toestand
aangetroffen: de waarde van zijn aanplant wotdt
bepaald door de gebruikswaarde, het te verkrijgen_
rendement. Wat zijn arbeid betreft, is de vraag voor
hem slechts, hoe voorzie ik met de geringste inspan-
ning in de behoeften van mij en de mijnen. Bij den
Inlander ligt het zwaartepunt niet, zooals in dc We’s-
tersche Maatschappij, in de verhouding minder of
meer verd.ienen, doch iii de mate van inspanning; hij
kiest dus de richting van de minste inspanning. Op
grond hiervan meenen wij dan ook te mogen stellen,
dat de waardeering van den factor arhè.id bij hem niet gebaseerd kan zijn op de alternatieve offers, welke hij
anders ter voorziening in zijn leveksonderhoud zou
moeten brengen, ‘doch op het resultaat, dat de arbeid
hem oplevert. Slechts de uitgaven zijn kosten.
Men kan dus constateeren, dat, indien kostprijsver-
gelijkingen worden gemaakt, twee geheel ongelijk-
soortige dingen worden vergeleken, doch hieruit
volgt tevens, dat het bevolkingsproduct een buiten ge-
woon grooten voorsprong op het Westersch grootbe-
drijf
heeft.
Terwijl dit laatste zijn economische kracht
moet zoeken in kostprijsverlagingen – en daartoe in
de toekomst wellicht zeer groote veranderingen zal
moeten ondergaan – vindt het eerste zijn kracht in
zijn functies voor de Inlandsche maatschappij, waar-
bij de kosten van levensonderhoud eenerzijds, de
andere mogelijkheden om zich een inkomen te ver-
werven anderzijds, de indirecte factoren zijn, welke over den omvang beslissen. Wij kunnen de vergelij-
king als volgt stellen: terwijl de rubber in het
WT
es
t
ersc
h grootbedrijf een inkomensbron voor velen
is met een, tengevolge van de groote kapitaalsinves-
tatie, tot bepaalde grenzen Vrij inelastische, en daar-
door het marktevenwicht bedreigende, productie, is zij ‘voor den inlander een natuurlijk hulpmiddel om
zich een bestaan te verwerven met arbeid, welke hem ,,ligt”.
])e productie van bevolkingsrubber wordt,
om de
volgende conclusie te trekken,
bepaald allereerst door
de kosten van levensonderhoud en de mogelijkheid om
langs anderen weg in het levensonderhoud te voor-
zien.
De invloed van het prijsverloop op de productie
kan ten deze als volgt samengevat worden: een periode
van prijsstijging heeft de tendens de productie te doen
toenemen, en dan speciaal de productie der eerste
categorie (het winstbedrijf) door een toenemend aan-tal tewerkgestelde arbeiders en door het streven dezer
laatsten hun inkomen op te voeren.
Dit kan en zal leiden tot te zwaren en slordigen tap,
waarvan de gevolgen zich in de toekomst zullen uiten,
doch bij den bestaanden toestand met de zeer groote
reserve aan nog niet getapte tuinen nog niet aan den
dag zijn getreden. De omvang van het Inlandsche mb-
berareaal is echter zoo groot, dat de productie niet
door dit areaal, doch door het aantal arbeiders wordt
bepaald. Bovendien zal hier het eigen belang van den tuinbezitter, die de contrôle heeft, een te grooten om-
vang verhinderen en dit temeer indien er voldoende
arbeidersaanbod komt.
i) Ten onrechte was in ons vorig artikel in den titel het
woord ,,cultuur” opgenomen.
2)
Zie Econ.-Stat. Ber. van
14
December.
INHOUD:
Blz.
DE ONPWISCWIDI,ING l)JSR BIsvoLIclNosltUBBglI IN
NEDER-
LANI)SOfl-INDIR
door
J. F. Haccoû ………………
44
De weeldeverteringsbelasting door
Prof.
Mr.
Dr.
H. W.
C
.
Bordewijk … …………………………….
47
Tram en bus te Rotterdam door
iIr. B. Mees’met
Naschrift.
van
J. M. E. M. A. Zonnenberg …………………
49
AANTEEKENIiWEN: De positie van de Javasuikercultuur in de crisis ….
53
Eleetrificatie van spoorwegen in de wereld ………
55
De productie en het verbruik van kolen in Nederland
55
MAANDCIJFERS:
Emissies in December
1932
……………………
56
Giro-omzet. bij De Nederlandsche Bank …………
56
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen. en Zout-
mijnen…………………………………..
56
Postcbèque- en Girodienst …………………..
58
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ………..
56
STATISTIEKEN
EN
OVERzICHTEN
………………
57-62
Geldkoersen. – Wisselkoersen.’— Bankstaten. – Goederenhandel
In dit verband moet erop wordbn gewezen, dat het
aantal arbeiders in ‘de toekomst vermoedelijk grooter
zal zijn dan zulks in het verleden het geval was.’ Er
zijn sedert de vorige hausse een tweetal factoren op-
getreden, welke bij een herstel der rubberprjzen een verg:rootenden invloed op het arbeidsaanbod zullen
hebben. Wij doelen hier’bij op de wijzigingen in de
Koelie-ordonnatie en de bevordering der kolonisatie
in de Buitengewesten. De veranderingen in de Koelie-
ordonnantie, welke in hoofdzaak ten doel hadden de
poeiiale sanctie te beperken en daardoor den band
tusschen de arbeiders en de onderneming losser zullen
maken, beteekenen tevens schepping van een potentiëele
arbeidskracht i’oor de Inlan dsche rubberkebonbezit-
ters, die, omdat zij geen kosten van arbeidsverschaf-
fing, noch last van de Abeidsinspectie en de Regis-
tratiekamer zullen hebben, de ondernemingen kunnen
overbieden ‘), waardoor dus hij stijgende prijzen de pro-
‘ductie van bovolkingsrubber te sterker de tendens zal hebben toe te nemen. Het is niet onwaarschijnlijk, dat
in zulke tijden wederom auto’s de arbeiders van de on-
dernemingen. zullen komen halen en dan zonder dat de hulp van de poenale sanctie tot nakoming van ‘de
aangegane verplichtingen kan dwingen. Ook de kolo-
nisatie in de Buitengewesten heeft de tendens arbei-
ders voor de bevolkingsrubber beschikbaar te houden.
In hoeverre dus in tijden van hooge
prijzen
het
beschikbare areaal in plaats van de beschikbare
arbeidskracht de beslissende factor voor den omvang
der poductie zou kunnen worden,
2)
moet worden af-
gewacht en hangt voor een groot deel van de mate der
eventuecle prijsstijging af.
Bij een intredende prijsdaling zal de productie eerst
door intensiever tappen een
stijgende,
daarna even-
wel een dalende tendens vertoon en, doordat ongunstig
gelegen ‘n slecht produceerende tuinen afvallen en
wegens onvoldoende belooning van een deel der
arbeidskracht. Daarnaast treden de kosten van levens-
onderhoud en de mogelijkheid dit elders te vinden
als bevordereude of tegenwerkende factoren op, doch
na een zeker niveau zal de productie wederom een
stijgende tendens vertoonen en wel te sterker naar-mate de rubber als middel tot levensonderhoud een
helangrjkere plaats inneemt of gaat innemen. Dan
zullen wij steeds in bepaalde perioden toename der
productie, ter voorziening in extra geldbehoeften der
bevolking, waarnemen, waardoor de vermindering der
productie op feestdagen kan worden gecompenseerd.
Toch zal er tenslotte een prijsniveau komen, waarbij
In dit verband zullen behalve door de rubber ook door
de bevolkingskoff ie en .peper nog moeilijke problemen voor
de ondernemingen op Sumatra tot oplossing moeten wor-
den gebracht.
Wij hebben bier vooral het oog op Sumatra, waarvoor
liet ookin hoofdzaak van belang is, omdat, volgens
Stephens
cf Taylor,
voor Borneo
in
de toekomst de beschikking kan
worden verkregen over voldoende arbeiders om de poten-
tiëele productie ‘geheel te verkrijgen.
13 Januari 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
45
de productie gaat afnemen, nl. eeuerzijds indien de
arbeid van het gezin niet meer in cle behoeften kan
voorzien en anderzijds indien de kosten van het levens-
onderhoud gaan stijgen of de winning van andere pro-
ducten de rubbertappers tot zich trekt. Allengs zal de
productie dan steeds meer afnemen.
Na herstel der
prijzen
nemen wij de omgekeerde
tendens waar, waarbij de stijging evenwel in het begin
niet door talrijke daliogen zal worden onderbroken,
omdat dan de toename van het aantal tappers een
afname van de intensiviteit van den tap zal compen-
seeren.
Een tweede factor, welke op de productie van be-
volkingsrubber van invloed is, berust bij de volgende
stadia, clie zich met het product bezighouden. Indien
op een gegeven moment de herbereiding een zoodanig
bedrag VOOr haar taak zou krijgen, dat het verlies
grooter wordt dan de kosten van stilstand van het
bedrijf, zal zij haar becr•ven sluiteu en daarmee zal cle vraag naar het product dus afnemen. :De kosten
der herbereiding zijn evenwel in de laatste jaren ge-
daald van 334 tot 1 ets. per KG.
De opkoopende handel zal, indien de opkoop hem onvoldoende belooning geeft – mede in verband met
andere voor hem bestaande handelsmogelijkheden –
verdercu opkoop achterwege laten, doch aangezien zijn
inkomen een verschil is, wordt tenslotte het intreden
van een dergelijken toestand bepaald door den tuin-
hezitter, die tengevolge van den te lagen aan hem
betaalden prijs zijn tap staakt. De verschillende
transportkosten kunnen oorzaak zijn, dat voor een
der genoemde geledingen op een gegeven moment een
dergelijke toestand intreedt.
De tweede factor valt zoodoende in hoofdzaak tot
de eerste te herleiden en uiteindelijk bepaalt dus de
vergoeding aan den producent der slabs of en in
welke mate met den bevolkingstap zal worden voort-
gegaan, bij welke beslissing aan zijn
zijde
als factoren
medewerken: levenspeil en kosten van levensonder-
houd, te verkrijgen dagproductie en andere bestaans-
mogelijkheden.
Bij clie te verkrijgen dagproductie dient nog een
moment te worden stilgestaan. Wij hebben er welis-
waar op gewezen, dat deze door intensiever tappen
en door grootere taptaken to verhoogen valt, doch
niet dan slechts terloops stilgestaan bij de factor
,,beter plantmateriaal”. WTij wezen er reeds op, dat bij
de laatste uitbreidingen beter plantmateriaal is ge-
brukt geworden de omvang der daarmee beplante
tuinen is onbekend – en het gevolg daarvan zal op
den duur zijn een grootere hoeveelheid product per
vlakte-eenheid en per dag. Het gevolg daarvan zal dus
zijn, dat de tap nog langer zal kunnen worden volge-
houden.
* *
*
Indien wij, na aan de hand der literatuur (en daar-
bij speciaal de Berichtgevingen Bevolkingsrubber-cul-
tuur) de structuur der bevolkingsrubber te hebben
nagegaan, thans willen onderzoeken in hoeverre onze
conclusies door de cijfers worden bevestigd, dan moe-
ten wij daarbij uiterst voorzichtig zijn. De cijfers voor
de productie zijn niet bekend; alleen over de uitvoe-
ren hebben wij materiaal. Dit weerspiegelt echter niet
zuiver de periodieke producties, tengevolge van de toe-
of afuemeude voorraadvorming in het binnenland en
bijzondere gebeurtenissen zooals Ohineesch nieuwjaar.
Nu dit evenwel het eenige gegeven is en in the long
run cl a armecle, ondanks voortdurende verbeteringen in
de statistiek, wel een globaal voldoend juist beeld
wordt verkregen, kunnen wij in deze cijfers naar een
bevestiging of ontkenning van onze conclusies zoeken.
Doch ook dan moeten ze met de noodige voorzichtig-
heid worden gehanteerd, aangezien zij de resultanten
zijn van alle factoren, welke zoowel mede- als tegen-
werken; wij noemen de daling van levenspeil en kos-
ten van levensonderhoud der bevolking, de prijsbewe-
ging bij andere bevolkingsprodueten, het kleiner
worden der marges tussehen standaardrubber, blan-
kets en slabs, de onderlinge concurrentie tussehen de
herbereidingsfabrieken, teneinde zich bij afnemend
aanbod van slabs een voldoend kwaitum te verzekeren.
Wij reproduceeren hierbij een tweetal grafieken over
cle jaren 1924 t/m. 1926 en 1929 tfm. Oct. 1932.
De eerste grafiek is voor den uitvoer een verkleinde.
reproductie van die, welke in het Eindrapport
(A.
.Tiuytjes ,,De bevolkingsrubbercuitnu r in Neder-
landsch-indië”) voorkomt; de grafiek voor 1929 t/m.
Oct. 1932 is samengesteld op grond van de uitvoer-
cijfers.. De prijslijn t/m. Mei 1932 is gebaseerd op de
door het Algemeen Handelsblad in zijn 5e Banknum-
mer gepubliceerde, aan ,,The Index” ontleende, ge-
gev ene.
Ondanks alle hierboven genoemde restricties valt
het op, dat de lijnen in groote trekken toch een beves-
tiging van onze conclusies geven.
Indien wij allereerst de ontwikkeling bij een stij-
gende prijebeweging volgen, dan zou uit de periode
1924/’25 kunnen worden geconcludeerd, dat, met een
scherpe inzinking in Januari 1925 (in verband met
Ohineesch nieuwjaar) en. 65n tijdens de poeasa-periode
in April, de stijging zich ononderbroken doorzet in
een snel tempo, ware het niet, dat
Luytjes
in zijn
Eindrapport van meening is, dat hier grootendeels
van een schijnvermeerdering sprake is, ontstaan door
de verbetering der export-statistieken. Hij heeft ech-
ter in een lijn het verwachte verloop van den uitvoer
geprojecteerd, welke lijn ook een
stijging
toont.
Eenzelfde tendens zien wij, nadat in begi.n 1929
wederom een prijsstijging heeft ingezet; ook dan komt de productie op een hooger niveau, getuige de volgen-
de maandgerniddelden:
Periode van hoogsten uitvoer in
1928
(Juni t/m.
Aug.) ……………………………….
9101
ton
eerste kwartaal
1929 (Chin.
nieuwjaar en Poeasa)
8736
tweede kwartaal
1929
…………………….
9590
eerste halfjaar
1929
……………………..
9144
Deze stijging zegt nog meer, omdat ten eerste in de
periode Juni t/m. Augustus 1928, blijkens de 3e Be-
richtgeving, oude voorraden werden verkocht en ten
tweede de scherpe inzinking in den uitvoer in Juni
1929, vermoedelijk in verband staande met den rijst-
oogst, erop wijst, dat de rubbertap reeds in omvang-
rijke mate rievenbedrijf moet zijn geworden. Het ge-
ringe prijsherstel noch een roorraadvorming toch kun-nen voor dit tweede feit als verklaringsmotief dienen..
De meening, dat rubber reeds in omvangrijke mate
nevenbedrijf is, wordt versterkt door de afname der uitvoeren in het derde kwartaal, in verband staande
met het in orde maken van de ladangs en vermoede-
lijk met de voedselruimte na dun oogst en de daar-
door ontstane tijdelijke geldruimte. Ook wijst op de
prijsstijging als oorzaak der productietoename het
feit, dat de dalen.de prijs der eerste levensbehoeften
een intensieveren tap per tapper of gezin, in verband met de daarna ingetreden prijsdaling, niet in de hand
zal hebben gewerkt.
Het jaar 1932 geeft, zooals de grafiek aantoont, met
het geleidelijk stijgend prijsniveau wederom een toe-
name der productie, welke in de uitvoercijfers weer-
spiegeld wordt:
uitvoer Mei
3793
gem. prijs Batavia
6,26
ets. per
34
TG.
Juni 3706
.,
5,66
Juli
3692
..
6.20
Aug.
5168
,.
8
1
11,,.,,,,
Sept.
5649
9,25
Oct. 6897
Ook op zichzelf is deze tendens voldoende logisch,
zoodat wij meenen met deze cijfers te kunnen vol-
staan.
Van meer gewicht is o.i. een onderzoek naar die van
een toenemende intensiteit per arbeider, resp. per ge-
zin bij een voortgezette prijsdaling.
In onze eerste grafiek spreekt duidelijk het jaar
46
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Januari 1933
1926. Wij mogen aannemen, gezien do: daling per uit.
1925/begin 1926, ook ai houden wij voor oogen, dat
de scherpste inzinkingen verband hielden met Ohi-
neesch ;n.ieuwjaar en cle poeasa-peridde, dat het aantal
gezinnen, aan welke de rubber levensonderhoud ver-
schafte, eerder is af- dan toegenomen. Wij verliezen daarbij niet uit het oog, dat er vele jonge tuinen toen
in tap hebben kunnen komen – een feit, dat boven-
(hen reeds van 1924 af wordt waargenomen -, doch
het stijgende verloop der uitvoeren na April is toch
zeer sprekend; in het maandgemiddelde valt – overi-
gens volkomen logisch nl. door het afvallen der
grensproclucenten – een daling te constateeren ten
opzichte van 1925 van 1104 tot 6692 ton. Bovendien,
of tenslotte het product verkregen wordt van tuinen,
welke een hoogere productie per vlakte-eenheid geven
of door intensiever tappen doet voor ons probleem
niet terzake; in heide gevallen reageert de productie
en dus de uitvoer met een vermeerdering. Voor het
eerst in tap komende tuinen geven daarenboven slechts een gering product, dat geleidelijk tdeneemt, zoodat de
mededeelingen in de 3e Berichtgeving op dit punt o.i.
het betoog niet weerleggen, tenzij bedoeld icon zijn, dat
een nieuwe groep gezinnen uit de rubber haar inko-
men verkreeg.
Ook een vergelijking van de jaren 1.92511927, met
ccii dalende prijsbeweging, leidt tot dezelfde slotsom:
1925 . . . .
uitvoer 85.245
ton, maandgem. 7.104
ton
1926 . . .
80.303
,,
,.
6.602
1927 . . . .
100.491
,,
,,
8.374
Het wegtrekken van vele import-tappers in 1028
doet den gemiddelden rnaandeljkschen uitvoer van
8314 tot 7613 ton dalen; deze geringe omvang der
daling kan volgens cle 3e Berichtgeving, verklaard
worden door den overgang in deze periode naar fami-
ii etap.
Indien wij bedenken, dat er dan een voortdurende
overgang van de 1.e en 2e naor de 2e en 3e functie
moet hebben plaats gehad – de latere Berichtgevin-
gen wijzen voortdurend op het feit, dat de rubber
steeds meer nevenbedrjf wordt; onze grafiek met de
scherpe •dalingen voor de jaren 102911931 in den tijd
van aanleg der ladangs bevestigt dt – en .indien wij
OI1S
voor oogen houden, dat speciaal na 1930 cle kosten
METR
ron
12,0O(
10.000
cS.00
(.00
4.000
van levensonderhou.d zeer sterk gedaald zijn, dan valt
ons het verdere verloop der productie, zooals dit in
den uitvoer weerspiegeld wordt, op. Wij geven hier
de maandgemiddelden:
maand-
cloorsileeprijs
jaaruitvoer
gemiddelde
Batavia
197 . . . 100.491 Lou
8374
ton
99 ets.
per Y2 KG.
1928 . . . .
91.353 ,.
7613 ,,
58%
1929 . . . . 108.584
9049
54
1930 . . . .
90.496 ,,
7541
304
1931 . . .
89.736
,,
7478
,,
±
15
1932 ger.
58.000
± 4850
± S
Behalve de daling in de kosten van levensonder-
houd is ook het aantal gezinnen, dat van de rubber
geheel moet leven, voortdurend afgenomen èn door
het wegtrekken van vele import-tappers èn door den
overgang van tappers en gezinshoofden naar in hoof d-
zaak andere bezigheden. Terwijl dus een deel
–
der pro-
ducenten den tap geheel staakt en een ander over het
jaar genomen minder intensief tapt, is de uitvoer veel minder sterk gedaald dan uit de gegevens zou moeten
zijn verwacht, d.w.z. dat de productie-afname van de
cciie zijde ten dccle gècompenseerd moet zijn door een
procluctietoename elders.
Zal deze toename ten deele moeten worden ver-
klaard door het ouder worden der jongere tuinen,
anderzijds zal zeker intensievere tap tot dit resultaat hebben geleid. Het vroeger eenzijdige rubbergewest
Djamhi geeft ons in dit opzicht een duidelijke vinger-
vijzing. Wij weten, dat daar een deel der tappers is
veggetrokken, voorts dat do winning van rubber ten
deele heeft plaats gemaakt voor andere bezigheden,
zoodat dus, bij gelijkgebleven intensiteit van den tap
per gezin, een sterk afnemende productie tot een
sterke afname van den uitvoer zou moeten hebben
geleid; de cijfers geveh, eveneens voor Riouw en Qn-
clerhoorigheden en Palembang, echter een ander beeld,
t.w.:
Palembang toont inderdaad in 1928 een vrij sterke
afname.
De daling in 1930 kan ten dccle verklaard worden,
doordat de prijzen der eerste levensbehoeften toen
sterk zijn gedaald en voorts door een wisseling van
inkomstenbron. Indien wij deze
cijfers
met die van
andere gewesten vergelijken en ook kortere perioden
PU5
120
100
80.
60
40
20
PIROSINDEX
HETQ
ron
t2.00c
10.00(
d.00c
6.00c
4.00c
2.00(
1924
1925
192.6
-UITVOER
–
CL
0
..
I92.
’91)0
tc3 31
t
932
?RIJ5
50
40
90
20
10
18 Januari 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
47
b.v. het eerst halfjaar 1931 tegenover de overeenkom-
stige periode van 1930 stellen, dan valt het op, dat
juist in die streken, zooals Djambi en Palembang,
waar de rubber plaatselijk een zeer grooten invloed
had, een vermeerdering heeft plaats gehad van 1930
op 1931.
in a a n (I
g
e in i d d e 1 d e
i’tiouw &
.loorsneeprijs
i)jainbi
Ouderh.
1)
l’alembaiig
i3ataxiu
tou
ton
ton
1927
1610
653
1257
99
ets, per % KG.
1928 1634
656
1042
58%
1929 1901
692
1307
54
1930 1656
572
886
30%
1931 1765
739
890 ± Ï5
1)
Deze cijfers gelden voor Indragiri en het vijgebiei,
uit welk laatste de uitvoer in
1931
zeer sterk toenani. Een
verklaring daarvoor vonden wij niet; niet onmogelijk is, dat
andere inkemsteubronrien een ongunstiger resultaat begon – iten te geven dan de rubber.
Zoo goed als dit luer met goeden grond kan worden vermoed, mag •voor de geheele bevolkingsrubber
0.1..
worden aangenornén, dat een producti evermeerdering
jer tappend gezin heeft plaats gevonden, hetgeen ook
onze tweede grafiek aantoont. Wij nemen in de jaren
1.929/1 931 een gestadige prijsdaling, met tijdelijke
oplevingen, waar en weten dus, dat daardoor steeds
meer producenten – ni. zij, die het v6r de daling
nog net konden volhouden in de ie of 2e groep –
naar de 2e of 3e groep moesten
verhuiz(,’n.
Ondanks dit feit, dat door de Berichtgevingen
voortdurend wordt vermeld, zien wij toch na de op een
kleine korte. toename’) volgende uitvoerdaling weer
een omhoogloopen der uitvoeren. Dc invloed der
hinnenlandsche voorraadvorming valt dIaaQbij niet
nauwkeurig te bepalen, doch de doo.r ons beschreven
tendens wordt ol. bevestigd. Wij hebben bij deze be-
schouvingen buiten geding moeten laten de inkrim-
ping der marge tusschen den priji van standaardrub-
ber en slabs, omdat ons daaromtrent nauwkeurige ge-
gevens ontbreken.
Van de tijdelijke stijging der productie bij extra-
geidbehoef te geeft de Poeasa-periode ons een zeer dûi-
clelijk voorbeeld. Wij hebben in de beide grafieken
voor een zestal jaren de Poeasa ingevuld en zien cle
daaraan voorafgaande toename der uitvoeren, ook ten
opzichte van de maanden ervdor, zoodat wij meenen,
dat deze uitvoerspitsen ook inderdaad de spaarpot-
functie duidelijk demonstreeren.
Tot slot nog een enkel woord over de verhouding
werkelijke tot potentiëele productie, in meer dan één
Berichtgeving Bevolkingsruhber-cultuur wordt deze
vergelijking gemaakt en daaruit volgt ongetwijfeld een
afname van de eerste ten opzichte van de laatste, doch
deze vergelijking zegt o.i. niets, omdat, zooals de zaken
thans staan, de potentiëele productie door een gebrek
aan arbeidskrachten niet gehaald kan worden. Wil
men het verloop van de bevolkingsrubber trachten te verklaren, dan moet niet op deze verhouding worden
gelet, doch op de functie van de bevolkingsrub’ber voor
den Inlander en de houding van de tuinhezitters.
Slechts als reserve voor doodgetapte boomen vormt de
potentiëele productie een voorname factor. Tenslotte moge nog worden aangeteekend, dat onze
beschouwingen in het vorig artikel slechts dan op-
nieuw overwogen moeten worden, indien de beschik-bare en geschikte grond geoccupeerd zou zijn, zoodat
overgang naar een aanplant van voedselgewas nood-zakelijkerwijze met het kappen van boomen gepaard
zou moeten gaan.
–
• Indien grootere zorg aan de bereiding van het pro-
duct wordt besteed dan vroeger en dit belooning vindt
in een hoogeren prijs, wijzigt dit principiëel onzé be-schouwingen niet, doch leidt, tot een, tijdelijk ‘anders
1)
Deze kleine korte toename kan ook door ‘een uitvoer
van voorraden ontstaan.
.
loopen van de lijn der productie en dus van die van
den uitvoer.
indien wij dezen toestand overzien, welke gevolg-
trekking valt dan te maken voor de rubbercultuur in
het algemeen,
geheel afgezien van de tegenwoordige
impasse?
De voornaamste factor is de potentiëele pro-
ductie der Inlandsche rubber. Hieromtrent bestaan al
weer slechts schattingen, die een paar jaar geleden
voor de toekomst reeds 350.000 ton noemden of be-
naderden, waarbij lan niet uit het oog moet worden verloren, dat er sedert, zelfs in de tweede, helft van
1931 nog, zij het
bij
uitzondering, rubber werd bijge-
plant en er betrekkelijk nog weinig gekapt is. Van de werkelijke productie in de toekomst, het volgt uit het
vodrafgaande, valt niets te zeggen. Wel kan worden
geconstateerd, dat voor. de ondernemni ngsru hbercul-
tuur het behoud moet liggen in lage prijzen voor haar
product en dus in de concurrentie-mogelijkheid met
de bevolking, waarbij aan haar zijde de zekerheid van duurzame aanzienlijke, kapitaalsinvestatie bestaat, in-
dien ook in de toekomst de bestaande werkwijzen zou-
den blijven bestaan.
Voor alles zal de Westersche producent er dus op
uit moeten zijn zijn kostprijs te drukken en dan nog
heeft hij de kans, dat een conversie van oude bevol-
kingstuinen in kebons met superieur of aanzienlijk
bèter plantm’a’teriaal dan het indertijd gebezigde of
nieuwe aanplaut daarmee zijn hestaansmogelijkheid
zeer onzeker rnaken. Ilij ‘heeft met alle . nadeelige
factoren thans te rekenen: een toenemende arheids-
reserve, i de Buitengewesten, een groote potentiëele
productie, een laag leverisniveau der bevolking, waar-
dooi Oen opleving der prijzen een verhoogden uit-
voer van bovôlkingsrubber tengevolge heeft.
Slechts in ‘voor de bevolking weinig aan.trelckelijlce
prijzen kan de kracht voor de onderavemingscultuur
liggen,
want anders dreigt dez6 op den du[ir de functie
van ee’n aauulliig van hét tekort
1)’
dat cle bevolkings-
rubber ten op’zichte van de èonsh.mptie laat, te krijgen.
Alles zal dus’ hierop en op
een vrhoo,qing ‘van de
coaisumptie moeten worden g3zet.
Dit laatste is even-
wél niet onbeperkt mogelijk. Véér alles is het echter
o.i. duidelijk, dat elke poging om het prijsniveau on-
matig ‘op te iéttdii moet resulteeren ‘in ecu verhoo-
ging van de’ productie van hevolkingsrub’ber, waarbij
de potentiëeld mogelijkheden en de sterice toename van
het aantal bezitters vad kléiiie kebons ernstige dreigin-
gen blijven v’ormen tot het doen ontstaan, mede in verband met de potentiëele productie der onderne-
mingen, van een teveel. Zooals wij in het vorig en dit
artikel hebben pogen aan te toonen is dc verhouding
van de kosten van het levensonderhoud tot den rubber-
prijs daarbij van heslissenden invloed.
J. F. HA0000.
1)
Tekort hier gebezigd om er nogmaals den nadruk op
te leggen in. dien zin, dat allereerst het bevolkingsproduct
de consumptie verzorgt in dle mate, waarin de bevolkings-
tuia,n worden getapt niet als maximale grens de poten-
tiëele productie.
DE WEE1DEVERTERINGSBELASTING.
De moeilijkheden, verbondemi aan het doen sluiten
van den gewonen’ dienst der begrooting, hebben de
plannen tot invoering van een weeldeverteringsbelas-
ting ui’t hun slaap -van 6
it
7
jaren doen ontwaken.
Een brief van den- Minister
van:,Financiën
‘van 20
Sept. .a’p., gericht tot de Oommissie van Voorherei-
ding, schudde. ze wakker.
Het, schijnt, dat het onder het stof vandaan gehaal-de ontwerp ‘een goede kans zal maken. Plus royaliste
que.le ro.i.verzocht de 0. v. V. zelfs,,te mogen ver-
nemen, waarom de Regeering niet mede den wensch
heeft te kennen gegeven
–
tot afdoening van het ont-
werp tot aanvulling der Zegelwet 1917; houdende de -zoo’gen’aamde hotelhelasting; welk ontwerp tegelijk
48
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Jannari 1933
niet dat betreffende de weeldeverteringsbelasting werd
ingediend.” Hierop antwoordde de Regeering ,,dat zij
naar haar meening thans niet tot de invoering van
een belasting als de bedoelde kan overgaan, omdat
het hotelbedrijf ee:n zeer moeilij ken tijd cloormaakt,
terwijl liet toch reeds door andere heffingen zwaar
wordt belast.’
Welke heffingen bedoelt de Minister? De personeele
belasting? Maar in dit opzicht staan ,,de perceelen en
gedeelten van perceelen uitsluitend dieneude tot uit-
oefening ‘van liet bedrijf van logementhouder, tot win-
kel of lokaal tot uitstalling” gelijk: belasting naar
% der bel’astbare huurwaarde, zie art. ii, al. 2 der
wet.
De ,,belasting van hen, die gedurende ten minste
eene week als logeergasten vertoeven in een hotel’ of
pension binnen de gemeente”, art. 277, van de ge-
meentewet? De ‘bevoegdheid der gemeenten tot hef-
fing van deze belasting is echter door geen enkele
gehanteerd: de desbetreffende kolom in de publicatie
Belastingdruk in Nederland
1932/1933″,
vanwege het
6entraal Bureau voor de Statistiek uitgegeven door
Martinus Nijhoff, is precies de eenige, die nergens is
ingevuld.
En accijnzen voor het deel, dat door vermindeiing
van vraag op de producenten terugvalt, treffen al
evenmin in extra mate de ,,logementhouders”, die im-
mers niet de producenten van de betrokken waren
zijn: teii hoogste derven zij daardoor eenige winst.
Ook worden goederen, waarop accijns drukt, door
winkels geleverd.
Men mag zich er over verheugen, dat bedoelde aan-
vulling van de Zegelwet 1917 blijft doorsluimeren:
de aangevoerde grdnd reikt al te ver en zou ook tegen
de weeldeverteringsbelasting zelve kunnen worden ge
–
rich t.
De vraag is, of de fiscale nood bij elk voorstel op
belastinggebied de critiek moet doen verstommen èn wat den aard der belasting, èn wat de uitwerking ‘be-
treft? Ik ineen, dat dit niet het geval is, en minder
dan ooit in een tijd van crisis. T-Jet is begrijpelijk en
niet meer dan wenschelijk, dat ,,weelde” in een tijd,
gelijk w’ij nu beleven, de bevoorrechting van sommige
personen of zelfs groepen accentueert. Maar wil de
belasting weelde tegengaan of wil zij de schatkist
stijven? Daartu.ssclieu moet toch worden
gelcozen.
Twee vliegen in é6n klap kan aantrekkelijk ‘zijn, maar
de kans bestaat ook, dat zij beide, misschien een beetje
gehavend, toch nog ontsnappen. Het is er mee als
met de invoerrechten: voor zoover deze opbrengst
geven, is er
geen
bescherming; en voor zoover er be-
scherming is, d.i. minder wordt ingevoerd, is er geen
opbrengst. Wie een weeld everteri ngsbelasting in-
voert ter wille van haar opbrengst, ziet noodzakelijk de door de heffing geprikkelde ‘versobering met een
scheef oog aan. En wie de belasting wil met het oog
op de versobering, moet wenschen, dat zij weinig of
niets opbrengt.
De weelde belasten! Weet de Regeering ons te
zeggen, wat weelde is? Neen. Zij grijpt naar een lijst,
zij past enumeratie toe. Zegt dit niet alles? Er is
nogal wat couranten- ‘en tijdschriften-literatuur over
het onderwerp uit liet jaar 1926. Zij is zoo goed als
vergeten. Er zij hier verwezen naar de snijdende en-
tiek van Treub, helastingspecialist bij uitnemendheid,
in ditzelfde weekblad, nrs. van 4, 11, 18 Aug. en
1 Sept 1926 en de zeer goede leadings van de ,,Nieuwe
Rott. Ot.”, Avondbladen van 18, 19 en 21 Juni 1926
onder den titel ,,Belasting van niet-noodzakelijke uit-
gaven”, ,,De Weeldeverteringsbelasting” en ,,Onze
conclusie”. T-let zal den lezer, die zich de moeite gunt,
deze artikelen te herlezn, opvallen, dat hier op veel
principieeler wijzer wordt stelling genomen tegen
deze belasting dan in het artikel ,.Weeldewee” in het
Avondblad van 6 Januari jI. Thans wordt over liet
bezwaar, dat het verbruik vah de onder de belasting
vallende artikelen zou achteruitgaan en. dat de helas-
ting voor de vervaardigers, voor hen die bij dezen
werk vinden en voor den hancleldnijvenden midden-stand nadeelig moet zijn, min of meer heengestapt in
de voordan: ,,l’,faar per slot van rekening heeft
elIe belastingheffing indirect zulk een gevolg op het ver-
bruik, dinar men nu eenmaal het geld, dat aan den
fiscus moet worden geofferd, niet aan andere dingeu
besteden kan. In tijden als wij thans beleven, waarin
liet algemeen streven op versobering van ‘levenswijs
moet gericht blijven, is echter eene belasting, die
weeldevertening eenigermate zal inperken, nog de
kwaadste niet.”
Het dunkt mij, dat hiertegen wel iets kan vorden
aangevoerd. Het argument van 1,926, dat de Regee-
ring bezigde, nl. compensatie wegens verlaging van successie- en personecle belasting, is nu verouderd. In tal van gemeenteii dreigt de personeele ‘belasting
cle sluitpost der begrooting te worden en is zij, sedert
zij van het Rijk op dle gemeente overging, drastisch
verhoogd.
1-loeveel scherper echter zijn iii de vroegere ‘artike-
len den ,,Nicuwe Rott. Ot.” de bezwaren genoemd en
uitgewerkt, b.v. liet verschil in werking naar gelang
een fabrikant tegen lageren prijs levert aan de tus-
schenhand of tegen hoogeren prijs hetzelfde artikel
aan den consument. Aan het bestaan ‘van ,,agentessen”
hij den directen afzet van liiinenfa’brik’aten wordt
door de belasting een eind gemaakt, aldus dit dagblad
in 1926, en het vervolge meer algemeen: – .in
den prijs van artikelen, die dloor eene tusschenhand
tot den verbruiker komen, zal altijd, hoe de fabrikant
ook met zijn prijzen wil ga.an
scharrelen, minder be-
lasting ‘verscholen liggen, dan de verbruiker moet be-talen, die direct eenig goed ‘van dei.i vervaardiger be-
trekt. Daardoor zal deze belasting onberekenbare ge-
volgen hebben. Heffing Mij de bron” zou heel mooi
zijn, indien fabniekspnijs en winkel- of kleinhandels-
prijs, indien de prijs voor den groothandel en de prijs,
dien de verbruiker ook hij levering direct door de
fabriek heeft te betalen., dezelfde was, indien er
m.a.w. geen verschil in prijs was voor koopers-ver-
bruikers en wederverkoopers, maar nu di.t wel het
geval is, zal het ontwerp nog wel eens degelijk ook uit
dit oogpunt mogen worden bezien.”
Is dit nu geschied? Neen: art. 1 stelt belastbaar
de levering hier te lande aan een kooper, door hen,
die de goederen hier te lande vervaardigen, bereiden
of bewerken. Dus een fabricagebelasting, waarbij het
verschil in prijs ‘bij direeten veridoop aan den ei.ndaf-
nemen clan wel aan ccii wed.erverkoo’per geheel word t
voorbijgezi.en. Wijst het mi iet op eenige vluchitighe.icl,
dat de Commissie
an Voorbereiding in haar op 19
Dec. 1932 uitgebrachte Verslag (2de gedeelte) het ge-
signaleerde bezwaar met geen woord vermeldt, hoewel
het wetsvoorstel niet Mieen door de belasting, maar
ook door een fiscale bevoorrechting van de ‘tussclien-
hand, m.a.w. langs
tmuee
wegen liet leven – zij het
dan liet weeldeleven – dreigt duurder te maken?
A propos van ‘weelcieleven. Hier komen wij hij de’
toepassing, di. de lijst, die de ‘begripsomschnijving
van weelde moet vervangen. En dan ook, hij het zwe-
vende van het begrip zelf, aan willekeur geenszins
ontkonit. Er zijn dingen, welker weeldekarakter niet
twijfelachtig is, h.v. sigaren- en sigarettenkolcers van
edel metaal. Zelden echter kan van een objectief ka-
rakter van weelde worden gesproken. Zoo bij nijzadels:
een medicus kan in, bcpaaldle gevallen p’aardlnijden
aanbevelen. Renstallen. zijn vrij, zeker vijl paarden
een grondslag voor cle personcele belasting, vormen.
Wie een renstal heeft, bezit paarden, maar wie een of
meer paarden heeft, is nog niet eigenaar van een
renstal. Toch ligt i.n liet aanhouden van znik een
kostbare zaak grooter weelde-indicatie dan in de aan-
sehiaffing van een simpel nijzadel! En zelfs snioking-,
rok- en galakleeding zal nu eens wèl, dan niet als
weelde zijn te beschouwen. Er zijn ambtelijke posi-
ties, waar bv. een rok ,,de rigueur” is en dus de uit-
18 Januari 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
49
gaaf sociaal gelioden.
T
tiei
.
s
voor ha ndgehruik, ook
de goedkoopste. L.ijfsieraden, ook dc goedkoopste. Oeh
ja,,.uoodig” is (a t alles niet, maar wanneer en te-
r,ium voor weelde het niet volstrekt onmisbare ‘wordt,
waar blijft men dan? De lijst zou dan nog wel tien
maal zoo lang mogen zijn. Tandpasta? Er is zeer dure
tandpoeder naast zeer billijke pasta. Dan treft het,
dat ook cle duurste vulpenhouders en -potloodert vrij
zijn, alleen zoo zij van zilver of goud zijn, vallen zij
onder weelcie. Welk denkbeelcl van weelde heeft de
opsteller van de lijst, wanneer hij karpetten, Ideeden,
tapijten, loopers weelde oordeelt, zoodra ‘de verkoop-
prijs of de waarde f
2 per 3AF
2
. overtreft? Weet hij
iii et, dat hier in sterke mate goedkoop is do urkoop
en het omgekeerde geldt? Moet de degelijke en daar-
door op den .d uur juist zuinige gedragin,g als veelle
worden belast? Of is wellicht weelde maar een ‘oor-
wendsel en staat toeb de productiviteit der belasting
op den voorgrond? De lage prijsgrenzen, ook bv. bij
aardewerk en porselein, waar de echte weelde eerst
opcloemt aan cle kim, maken dit vermoeden schier tot
zekerheid.
De zaak is natuurlijk, dat de belasting
moet op-
brengen en dat zij, gezien de elasticiteit der vraag
bij niet-twijfelachtige weelde-arti kelen, zeer weinig
productief zou zijn, zoo zij zich eerlijk aan weelde
hield. Maar dit is niet in staat, een ‘belasting, die
heet zich naar weelde te richten, sympathieker te
maken. Ik meen, dat, wanneer een belasting in de
toepassing slechts op willekeur kan uitloopen, zij, ondanks de mogelijke juistheid van haar punt van
uitgang, niet verdient tot belastingrecht te worden
gemaakt, onnclat daarmee het recht van, zijn voetstuk
wordt neergehaald en de eerbied voor de wet, clie
willekeur gaat dekken, w’orclt ondermijnd. Zijn wij door den nood reeds zoozeer afgestompt, dat wij dit
niet zoo erg meer vinden? Bijna in dezelfde woorden
als in haar artikel van 10 Juni 1026 noodigt ook
thans de ,,N.R.Ot.” in haar leading ,,Weeldewet” de
lezers uit de lijst der artikelen uit te knippen en
daarmee gewapend eens een ige winkelstraten door te
wandelen en eens te kijken ,,welke van de uitgestalde artikelen in de opsomming zijn ‘begrepen, welke niet.
Hij zal” – vervolgt het blad – ,,tot grappige con-
clusies kunnen komen.” Ik ‘ben het daarmee eens,
maar kan, in een
ernstige za&c,
strenger vonnis wor-
den geveld?
Erg is ook, dat op het bedrijfsleven niet alleen een
financiëelen – maar ook een administratieven last
van, l)eteeken is wordt gelegd, die ook weer kosten zal
meebrengen. Daarbij de toeneming der ambtelijke
hemoeiing, de kosten van ‘het toezicht op de naleving
der ‘bepalingen. Het zal zeer moeilijk zijn, d’e ontdui-
king die art. 2 oproept, tegen te gaan. Dit artikel
luidt: ,,Met levering aan een kooper wordt mede ge-
iijlcgesteld het berchikken voor eigen gebruik of ver-
bruik over goederen uit den eigen beclnijfsvoorraad,
door hen, di.e deze goederen hier te lande vervaar-
digen, bereiden of bewerken.” – Mag hier de kost-
prijs gelden? ‘t Ware zeker rationeel en zou den
drang om te ontduiken althans iets verzachten. Men
stelle zich voor, dat een fabrikant, die nu en clan
zijn eigen afnemer is, zichzelf fiscaal in de positie
ziet gebracht van een vreemden ,,kooper”. Hij denkt
niet aan icoopen, en wie dat meent, kent de werke-
lijkheid niet. Art. 2 riekt bedenkelijk naar de stu-
deerl’amp. Men komt ‘van de eene fictie tot de andere.
Zoo geldt verhuring ‘van goederen voor korteren tijd
dan 3 maanden voor de ‘belasting als verkoop, de huur-
prijs wordt als verkoopprijs beschouwd, art. 4 laatste
lid. Fingeeren is even bedenkelijk voor het
vestigen
als voor het
ontdui7en
van belastingplicht.
Ik zal niet vallen over de ,,cha’mpiguons”, die zelfs
dicht bij de plaats mijuer inwoning in massa voor-
komen in de vrije natuur, noch over ,,cache pots”,
waarbij die van papier niet zijn uitgezonderd. La cri-
tique est aisée. Daarom is zij nog niet onjuist. Wat
hier de critiek zoo goedkoop do’et zijn, ligt in het ge-
brekkige wezen van deze soort ‘belastingen. ) De theorie, die ook op belastinggebied den Staat ‘als
rechtsta’at wil zien optreden, verwerpt ‘haar sinds
lang als noodzakelijk willekeurig.
Moeten ‘wij echter,
door den nood der tijden, van
het
ideaal op belasting-
gebied afstand doen,, dan heb ik verder niets te zeg-
gen. Maar laat dan ookalle schoone schijn van theorie en van recht worden vermeden. Laat men dan nuchter
zijn en zeggen: er moet geld wezen en dat wordt op
deze of op die wijze gevonden. Wat dit ontwerp aan-
gaat, lijkt het mij, blijkens de uitwerking, geheel on-
juist, weelde als zijn object en zijn rechtgrond aa:n
te voeren.
Wanneer het bedrijfsleven ooit zal opstaan, dan mogen geen nieuwe lasten zijn bestaansstrijd ver-
zwaren.
H. W. C. BORD EWIJK.
Groningen, 12 Januari 1933.
1)
Vgl. mijn De theorie der belastingen en het Ned.
be1astingvezen, bl’z. 375-378.
TRAM EN BUS TE ROTTERDAM.
Mr. B. Mees schrijft ons:
In het artikel ,,Zijn tram en bus te Rotterdam op de
meest economische wijze gecoördineerd?”, verschenen
in het nummer van dit blad van 28 December 1932,
heeft de’heer J. M. E. M A. Zonnenberg verschillen-
de gegevens betreffende de Rotterdamsche Electrische
Tram gepubliceerd, die weliswaar zeer interessant
zijn, maar die toch zonder meer, d.w.z. zonder andere
feiten te vermelden, het bedrijf in een verkeerd dag-
licht stellen. Aangezien de R.E.T. in dezen voor haar
zoo uiterst moeilijken tijd steeds van alle Icauten aan-
vallen te verduren heeft (ook de groote pers ‘helpt
hier gaarne aan mee door het klakkeloos opnemen van alle vaak kant noch wal rakende ingezonden stukken),
lijkt het mij niet ondienstig om enkele opmerkingen
van d’en heer Zonnenberg van meer nabij te bekijken
en ook de goede zijden van het bedrijf naar voren te
brengen.
In de eerste plaats is het van belang om de ,,enorme tramuitbreidingen”
‘(.blz.
1038 tweede kolom onder-
aan) van de laatste jaren aan een nadere beschouwing
te onderwerpen. Deze uitbreidingen kunnen in twee
deelen gesplitst worden, nl. die van het net en clie van
het wagenpark.
De werken, die noodig waren voor de ‘erwezenlj-
king van het net van plan B, zijn te vinden op blz. 39
van het ,,Rapport aan den heer Wethouder der Be-
drijven over de verbetering van het tramnet en de
tram- en autobusdi’ensten te Rotterdam”. Bezien wij
deze werken, dan blijlct, dat deze vrijwel alle zeer
noodzakelijk waren, zoowel voor de uitbreiding van
het tramnet (Lange iii lleweg-Polclerlaan, Mathenes-
serweg, Marconipl ei n-Spange.n, Wolphaertsbocht-Car-
nisselaan) als voor de verbetering van het algemeene
verlceer in onze stad (circulatieverkeer op het Oost-
plein, de verlegging van lijn 5 naar de Gedempte
Slaak). Ook al ivireu de tertiaire tramlijnen door bus-
lijnen vervangen
L)
clan zouden de meeste werken toch
uitgevoerd zijn, liet net, zooals dat in 1927 van cle
R.E.T.M. werd overgenomen, was absoluut onvoldoen-
de, en er waren stadsgedeelten, die zonder verbinding
gebleven waren, terwijl thans de vervoerstroomen naar en van deze wijken primair zijn (o.a. de lijnen 4 en 0)!
De .,sombere vermoedens” van den heer Zonnenberg
aangaande de net-uitbreiding kan ik dan ook geens-
zins deelen.
Vervolgens de uitbreiding van het wagenpark. De
van de R.E.T.M. overgenomen wagens waren deels
1)
Dat lijn 25 een tertiaire Jiju zou zijn, kan ik niet in.
zien: deze verbinding, die vool’ een deel van Charlois van
groot ‘belang is en bovendien de drukke lijn
2
niet onaan-
zienljk ontlast, is zeker belangrijker dan ‘bv. lijn 6 of lijn
22
en dus als seeundair te beschouwen.
50
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Januari 1933
hopeloos verouderd, deels volkomen ongéschikt voor
het, moderne verkeer door te zwakke motoren en veel
te geringe snelheid. Toen nu eenmaal vast ston(I, dat er hier een modern vervoerbedrijf zou komen, moest
dus practisch een geheel nieuw wagehpark aange-
schaft worden. Hiertoe werden 1.10 groote motorwa-gens aangekocht en werd dat deel van de wagens, dat
nog bruikbaar was, gemoderniseerd. Immers, wat zou
het nieuwe materieel voor nut gehad hebben, van-
neer het steeds door een groot aan tal belangrijk min
der snelle wagens werd opgehouden? liet is dus vol-
komen logisch, dat
01)
rustige lijnen, voor welke de
baan bestond of die over de baan van de primaire
lijnen reden, dit kleine verbouwde materieel ge-
plaatst werd.
1)
Al zijn de kosten van de verbouwing hoog ge-
weest (wat voor een deel ook kwam, omdat de wagens
buitengewoon slecht• waren onderhouden, zie het be-richt in de N.R.O. van 12 Maart 1931 betreffende een
aanvullend crediet voor de moderniseering), toch
bleven de kosten per wagen nog een eind onder die
van een nieuwen autobus,
terwijl
de betreffende mo-
torwagens een grootere capaciteit en vooral een groo-
teren levensduur hebken clan een bus. Nu de R.E.T.
beschikt over 265 nieuwe of gemoderniseerde (en dus
practisch ook nieuwe) motorwagens en 76 bijwagens -(de open wagons niet meegerekend), zijp de 56 res-
teerende oude tramwagens overbodig en .clit kan het
bedrijf en de rijsnelheid niet anders dan ten goede
komen. . De hooge bedragen, die voor het wagenpark
besteed zijn, zijn zeker niet nutteloos uitgegeven: Rot-
terciam staat thans aan de spits wat materieel en rij-
snelheid betreft van onze groote steden.
Wat de goedkoope exploitatie van de autobussen in
1931 betreft, de geachte schrijver vergeet er hij te
vermelden, dat in dat jaar de benzineprijs buitenge-
woon laag was. Deze toestand was abnormaal en de prijs steeg dan ook in 1932 tot het dubbele vaji dien
in 1931. Dat dit de kosten per. wagenkilomamter zeer
deed stijgen, behoeft geen betoog, wanneer men weet,
dat een autobus ongeveer 2 KM. loopt op 1 liter ben-
zine. Natuurlijk blijft er door de exploitatie, als een-
manswagen een groot verschil ten ongunste van de
tram; maar het is mi. zeer de vraag of, bij instelling
van een groot aantal buslijnen in Rotterdam, het een-
manbedrjf behouden zal kuinen worden. Vooral aap
haltes, waar vele lijnen samenkorneri, zal door den
onwil van het publiek om mede te werken het op
onthouc? zeer groot
–
zijn en daardoor zal de rijsnelheid
hoogst ongunstig beïnvloed worden. Bovendien zal
het algemeene verkeér van de opstoppingen grooten
hinder ondervinden. Ik laat verder buiten beschou-
ving de noodzakelijke straatverheteringen, die bij uit-
breiding van het aantal buslijnen noodig zullen zijn
en die geheel ten laste van de gemeenschap ‘zullen
komen, terwijl daarentegen de tram haar eigen baan
en een groot deel der bestratingskosten betaalt. –
Vast staat, dat wegens de crisis, die vanaf begin 1931 in steeds heviger mate onze stad teistert, het
gereorganiseerde tranihedrjf nog geen gelegenheid
heeft gehad om te toonen wnt het waard is. Wat nu
zoogenaamd niet in den haak is, zal -bij een gunstige
conjunctuur misschien voortreffelijke resultaten op-
leveren. Het is daarom mi. zeer gevaarlijk om de
schuld aan de inderdaad hedi’oevende uitkomsten uit-
sluitend op het net en de coördinatie van de tram- en
busdiensten te werpen. Men vergete niet, dat een lijn,
die vroeger veel vervoer tot zich trok, doch nu zoo
slecht bezet is, dat zij als autobuslijn betere resul-
taten zou opleveren, niet zoo maar zonder meer op-
i) Wanneer een tramlijn op de .&pitsureu -zeer zwaar ver-
voer te verwerken heeft, terwijl op de stIlle uren van den
dag er een gelijkmatig verkeer is, zal de capaciteit betrek.
kelijk goedkoop verhoogd kunnen worden -door bijwagens. Op een bus-lijn meer w’agens inleggen is veel duurder. Een voorbeeld van een dergelijke tramlijn is m.i. lijn. 18, vooral
wanneer er in de toekomt meer werk in cle havens -zal zijn.
geheven mag worden of als buslijn verder geëxploi-
teerd, want het materieel is aanwezig, de baan ligt er
en de retributie hiervoor moet doorbetaald worden,
terwijl aan den anidereii kant iii eu
wé
au tobussen aan-
geschaft moeten worden. hier vooral is het zaak om
op de toekomst en op, naar wij hopen, ‘betere
tijden
te
letten en geen ondoordachte wijzigingen of bezuini-
gingen te gaan toepassen.
• Er is echter meer. Het mag als bekend ‘eronder-
steld word-én, dat in R-ottei’dam de stroomprijs abnor-
maal hoog is. In een voordracht voor de ,,Vereeniging
voor Handel, Nijverheid en Gemeentebelangen” te
“s-G’ravenhagc
–
op 26 April 1.932 (zie ho
–
t uitge
–
breide
verslag van deze rede in liet Ochteidbiad van, liet
,,Vaderland” van 27 April 1932) heeft de Directeur
van de R.E.T. verklaard, dat zijn bedrijf meer voor de
electriciteit- betaalt dan iedere particuliere verbrui-
kei. Wanneer hier dezelfde prijs voor den stroom zou
glden als in Amsterdam, dan zou het tekort 7 t 8
ton per jaar minder bedragen. Evenals ook de bonen
en ar-béidsvoorwaarden voor het personeel is hier de
stroomprijs vastgesteld buiten de
bedrijfsleiding
om
door andere instanties, die slechts zeer
eenzijdig
ge-
oriënteerd zijn. –
Naar aanleiding van de berekening en’ de opmer-
king van den heer Zoiinei’iberg op blz. 1038, dat, wan-neer de crisis uitgeschakeld werd, het tekort over 1931
vermoedelijk
f
584.026.— zou bedragen, en dat er dus
,,iets niet in den haak is bij de R.E.T.”, zou ik willen
opmerken, dat, ware de stroomprijs meer in het be-
lang van het bedrijf vastgesteld’; dit tekort hoogst
waarschijnlijk niet bestaan zou hebben.. Wanneer dan
bovendien nog de loon-en enz. meer in overeenstem-
ming gëbracht werden met die, welke betaald worden
door iarticuliere vervoerondernemers, dan is met vrij
groote zekerheid te zeggen, dat de verliezen tot een
fractie ‘van het tegenwooidige bedrag teruggebracht
zouden zijn en in dat geval uitsluitend op rekening
van de crisis geschôven konden, worden’.
Men vergete ook vooral niet, dat” de wachtgelden
voor het thans overtollige personeel zeer zwaar op het
bedrijf drukken: dit zijn mi. uitsluitend crisislasten.
Gaarne geeft ik onmiddllijk toe, dat dit alles moeilijk
in
cijfers
uit te drulcke i, wanneer men niet de be-
schikking heeft over ‘de betreffende gegevens van het bedrijf, en daarom zal ik mij er niet aan wagen.. Maar
ik hoop hiermede toch aangetoond te hebben, dat wat
er bij de R.E.T. niet in orde is, in de eerste plaats is
iets, dat de ‘bedrijfsleiding niet kan en mag aange-
ekend worden. Natuurlijk zou het net, wanneer het
thins even grondig gereorganiseerd zou moeten wor-
den als ‘in 1928, er anders uitziens, en ook is het van-
zelf sprekend, – dat er diensten ingekrompen worden
en dat het net op enkele punten herzien wordt; ten-
einde de tekorten zooveel mogelijk te beperken ).
Het is echter zeer te betreuren, dat de heer
Zon-
nenherg deze uitsluitend op het net en de coördinatie
der tram- -en buslijnen geworpen heeft, zonder andere
meer belangrijke oorzaken te noemen. Wil men van
een instelling fouten trachten aan te toonen, dan is
daar niets tegen, mits men dan alle factoren in aan-
merking neemt en tevetIs ook de goede zijden van die instelling noemt. Met gean enkel woord is gerept over
het schitterende materieel en de groote
rijsnelheid,
en over het feit, dat in Amsterdam, waar noch het, net
noch het wagen-park in de laatste jaren ooemenswaard
is uitgebreid, de tekorten eveneens aanzienlijk zijn,
terwijl daar het gesukkel met het verouderde mate-
rieel
vrijwel
onhoudbaar is: Amsterdam heeft dus
tekorteh zonder uitgebreid te heb-ben! Door uitslni-
i) Weliswaar heb ik in mijn dissertatie een plan opge.
steld met een aantal tramlijuen minder dan het z.g. plan C,
maar de beer Zonnenberg verzuimt er bij te vermelden, dat
ik uitga van een overstapstelsel (oCt van aansluitende tra-
jecten), terw’ijl in Rotterdam een net van directe -verbin-
dingen tusschen cle verschillende wijken ingevoerd is, dat
uiteraard meer lijnen bevat dan een trajectennet.
18 Januari
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
51
tend vermeende fouten te vermelden versterkt men
het vooroordeel van onirigewijden tegen de R.E.T.,
clie meer clan eenig ander stedelijk veroerbedrijf hier
te lande van ongegronde critiek vafl alle kanten te lijden heeft, en daardoor wordt naar mijn meening
het bedrijf in een geheel vericeerd daglicht geplaatst.
N a s c h r i f t. In de eerste plaats wil ik de
Redactie langs dezen weg mijn dank betuigen voor de
gelegenheid, die zij mij bood bij vorenstaand artikel
een naschrift te plaatsen.
Komende tot liet artikel van Mr. Mees wil ik 1)0-
ginnen met mijn waardeering uit te spreken voor de
goede bedoelingen, die deheer Mees er mee voor had,
toen hij, het zoo aangevallen bedrijf
.
der R.E.T. hier
in bescherming wilde nemen. ik betreur echter, dat
Mr. Mees deze goede bedoeliflgen niet wat overtuigen-
der heeft uitgedrukt, waardoor ze mi. gezagliebben-
der waren geweest.
Een tiveetal algemeene bezwaren meen ik dan ook te moeten ontwikkelen. Vooreerst
spijt
liet mij aan
de hand van bovenstaand artikel te moeten vaststel-len, dat de heer Mees de bedoeling van mijn artikel,
dat een poging (die door de uiterst gebrekkige ge-
gevens naar den naam van ,,bescheiden” zal moeten
luisteren) wilde zijn, op het gebied der verkeers-
economie
van stedelijke vervoerbedrijven enkele f ei-
ten naar voren te brengen of enkele tendenzen in
cijfers vast te leggen, eenigszins verkeerd heeft be-
grepen en in deze poging ziet het ,,in een verkeerd
daglicht stellen van het bedrijf der R.E.T.” Ik wil
hiermede niet beweren, dat ik het bedrijf in het eenig
juiste daglicht heb gesteld, maar wel gewag maken van
liet bekende feit, dat de bedrjfshuishoudeljke zijde
van stedelijke vervoeronderneminge in de literatuur
(men zie o.a. het Rapport aan den Wethouder der
Bedrijven over de verbetering van het tramnet en de
tram- en autobusdiensten te Rotterdam, waar de ver-
‘,’oereconomie
in 214 bladzijden en 2 bijlagen voldoen-
de recht scheen wedervaren) nogal verwaarloosd is
en deze zijde door de economische moeilijkheden van
bijna alle verkeersondernemingen nu zeer actueel te
noemen is.
1)
De bedoeling van mijn artikel was, kort gezegd, te
pogen
nieuwe
wegen hij de verklaring der tekorten te
gebruiken. Deze bedoeling hèeft Mr. Mees op den
achtergrond geschoven en dit impliceert mijn tweede
algemeene bezwaar tegen het artikel van Mr: Mees.
Dit artikel is, naar mijn meening, geen stap verder
om te naderen tot de oplossing van de door mij in
mijn artikel van 28 December I.I. gestelde vraag
(E.-S.
B. 1932,
blz. 1039): ,,Wanneer en bij welke
vervoeropbrengst is een tramlijn aan te leggen of vol
te houden en bij welke vervoeropbrengst doet men
betei een autobusdienst te onderhouden?” Ofschoon
ik toegeef, dat men er dan niet komt met ,,enkele
opmerkingen”, betreur ik toch, dat de heer Mees het
hierbij heeft gelaten.
* *
*
De grondgedachte van mijn artikel was, dat ook
bij uitbreiding van een trambedrjf zal moeten reke-
1)
Dr. Fritz Kuttuer motiveert zijn dissertatie .,,Die
Sel:bstkosten der Verkehrsbetriebe hei schwankendem Be-
schiiftigungsgrad”, in het voorwoord als volgt . ,, Se.it
einiger Zeit beginnen sich die Naclirichten über wirtsehaft-
•liche Schwierigkeiten von Verkehrsanstalten
zu
htufen, und
bei nherem Zusehen ergibt sich zumeist, dass diese Schwie-
rigkeiten alle den gleichen Ursprung hatten: in der übei-
wiegenden Mehrzahl der F1.11e sind es Fragen der Tarif-
gestaltung, des Wettbewerbes, des Beschl.ftigangsgrades
und der Wirtschaftlichikeit, und hinter all diesen Zusam-menhitngen steht als letzte Ursache das Selbstkostenpro-
blem und die Betriebsbeschitftiguxig. Die wechselseitigen Beziehungen awischen Beschi1ftiungsgrad und Kostenge-
staltung mit ihren Rüekwirkungen auf die Tarifpoiitik
stellen also ein besonders ‘brennendes und aktuelles Problem
dar, und der Mangel an jeder systematischen Forschung
über diesen Gegenstand hat die Anregung zu der vorliegen-
den Arbeit gegeben.”
uing gehouden worden met een sooit
,,wet van de
verminderende meeropbre’hgsten”,
welke zich bij een
zich uitbreidencl trambedrijf hierin manifesteert, dat
het aantal personen vervoerd per beschikbare plaats
afneemt.
Ook de directie der R.E.T. bewees déze wet te zien
door op blz. 46 van bovengenoemd Rapport op te
merken:
,,dat verbetering van het tramnet relatief vermindering
van de inkomsten beteekent, omdat het publiek daardoor
minder genoodzaakt zal ziju
viln
2 lijnen gebruik te maken
als het zijn doel
wil
bereiken. Het zal de vraag zijn, of
deze vermindering van inkomsten op den duur wel ge.
compenseerd zal kunnen worden door de mindere exploi-
tatiekosten, welke een gevolg zullen zijn van de snellere
diensten en het grooter aantal plaatsen
in
de nieuwe
wagens.”
Merkvaardigerwijze volgt dan een overzicht, dat
meent deze vraag bevestigend te moeten beantwoor-
den door o.a. te wijzen op het
sterk dalende
aantal
personen, vervoerd per beschikbare plaats. ik geef
deze cijfers hier weer:
Aantal reizigers vervoerd
‘joestandl
per beschikbare plaats:
Bestaand net …………4782
Plan. A………………5568
Plan B
……………..4759
Plan 0
.
……………..4157
Naar aanleiding van deze cijfers rezen bij mij eenige
vragen: Kan bij deze aanzienlijke daling, die moeilijk
alleen aan de snelheid geweten lon worden, daar deze
volgens het Rapport slechts met 4 pOt. is opgevoerd
en de daling in het reizigersaantal per vervoerbare
plaats (plan A vergeleken bij plan
0
in beide geval-
len):
30
pOt. bedroeg, wel steeds van hetzelfde ver-
voermiddel, de tram, gebruik gemaakt worden, nu de
autobus hier reeds 10 millioen reizigers per jaar ver-
voerd heeft?
Waarom wordt juist de weinig plaatsen biedende,
minder personeel eischende en ,,Anpassungsfâhigere”
autobus voor het aantrekken en onderhouden van
zwakke en onzekere vervoerstroornen de eenige moge-lijkheid geacht?
Bij
•mijn
verdere onderzoekingen constateerde ik
dan ook, dat in Rotterdam de autobusse:u gemiddeld
een bezetting van ongeveer 1,0 reiziger per plaats-
kilometer hebben en de tram van pl.m. 0,6, hetgeen
weer tot de vraag aanleiding gaf: Zijn hier te Rotter-
dam voldoende autobusdiensten?
Indien men de onderstaande tabellen bekijkt, zal
men moeten toegeven, dat cle met tramlijnen te be-
Lijn Aantal reizigers vervoerd ovèr de eerste
4
mud, van
1928 Classeering 1929 Classeering 1930 Classeering
1
1.230.142
1
1.066.168 II
795.879 11
2
1.813.629
1
1.101.379
II
2.031.532
T
3
742.775 II
682.008 II
2.159.285
T
4
1.034.193 II
904.296
II
1.772.481
T
5
2.903.504
1
2.400.483
1
1.290.093
T
6
1.030.549
II
848.114 II
553.055 III
7
1.914.592
1
1.070.741
1
692.715 II
8
2.945.047
1
2.779.304
T
2.107.864
T
9 (12A) 936.408 II
1.77.886
T
2.480.720
T
10
1.874.895
T
1.744.113
1
1.290.752
T
ii
1.607.093
T
1.428.785
1
1.095.958 II
12
958.675 II
854.316 II
1.055.079 11
13
200.88 IIE
107.722 ITT
81.836 III
14
755.892 11
891.010 IT
1.576.047
1
15
2.545.683
T
2.319.048
1
1.464.615
1
16
1.350.752
1
17
650.66 III
18
1.433.229
T
19
.
204.872 III
20
1.100323
IT
21
. .
744.912 IT
221)
..
‘164.176 iTT
23
1
)
.
»
134.189 III –
24
.
295.843 III
25
562.585 III
Totaal.. 22.593.767
21.504.366
27.0994(j8
) Lijn 22 en 23 zijn tertiaire vervoerstr.; hier vermelde
cijfers loopen over het tijdvak 24 Maart-30 April; de
oijfers over de eerste 4 maanden waren dus niet beschikbaar.
52
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Januari 1933
dienen vervoerbehoeftc in onze stad inderdaad is
overschat, daar hieruit blijkt, dat de enorme
tram-
uitbreidingen hier ter stede in vele gevallen hebben
geleid tot het crdeelen van de vervoerhehoefte over
een grooter aantal lijnen dan tevoren, welk vervoer
weliswaar comfortabeler, maar,
indien men alles per
traan wil doen,
tegelijkertijd duurder of te duur ver-
voer beteekent.
In deze tabellen worden de veranderingen in de
belangrijkheid der vervoerstroomen vergeleken, die
ontstaan zijn door cle verbetering van het tramnet
indertijd. Voor cijfermateriaal kwamen alleen de
eerste 4 maanden van 1.928, 1929 en 1930 in. aanmer-
king, daar deze een vergelijking toelaten.
Vermeerdering of vermindering bij
de
bestaande lijnen in
1930
vergeleken t.o.v. den toestand in
1928.
(eerste
4
mnd
Lijn Vermeerdering Vermindering
1
.-
434.263
2
217.903
3
1.416.510
41)
738.288
5
-.–
1.613.411
6
– .-
477494
7
-.-
1.221.877
S
-.-
837.183
9 (12A)
1)
1.544.312
10
_.-
584.143
Ii
-.-
511.137
12
96.404
13
-.-
118.852
14
820.155
15
– .-
1.081.068
totaal ……….
4.833.572
6.879.428
Saldo
verminder.
2.045.856
1)
Ondanks het feit, dat lijn
4
door
afbeveling
van lijn
8
en
lijn
9
door opheffing der particuliere autobusdiensten tot
primaire lijnen zijn geworden, blijft het saldo een verminde. ring aangeven.
Gegroepeerd naar de indeeling die ik in mijn vorige
artikel gaf, te weten., die in primaire, secundaire en
tertiaire vervoerstroomen, ontstaat het volgende
totaalbeeld (waarbij ook het pOt., dat ieder dezer
vervoerstroomen van het tetaal aantal vervoerstroo-
men, a utobu ssen uitgezonderd, uitmaakte, is aan ge-
geven):
Classeering
1928
o/
1929
010
1930
0/
0
1
1
)
8
53
7
47
11
44
II
6
40
7
47
8
24
III
1
7
1
8
8
32
1)
Hierbij dient opgemerkt te worden, dat de primaire ver-
voerstroomen van
1928
aanzienlijk belangrjkere stroomen
waren dan die van
1930.
Tenslotte brengt tabel V den invloed van deze ver-
voersgroepeering in verband met het exploitatie-
resultaat:
Eerste
4
maanden van
Omschrijving
1928 1929 1930 1931
Totaal aant reiz.
22.593.767 21.504.366 27.099.468 26.099.468
Opbrengst .. . . f
2.129.063 1.991.389 2.516.089 2.421.000
Exploitatieuit-
gaven trams..
2.490.000 2.490.000
1
)3.257.000
2
)3.204.000 Jaarverlies tram-
bedrijf …….. f
92.803
463.512 1.046.803 1.541.283
Expl.uitgaven P.
1000 reizigers. f
110,21
115,32
120,19
122,38
Opbrengstper
1000 reizigers.
t
94,19
92,60
92,85
92,72
Tekort per 1000
reizigers…..f
16,02
22,72
27,34
29,66
De
exploitatieuitgaven zijn gemakshalve gelijk gesteld aan
die over
1928
hetgeen geen al te groote fout mag genoemd
worden.
De exploitatieuitgaven zijn verkregen door de geheele op-
brengst der autobussen, verminderd met een naar schatting
gemaakte winat, van de totale exploitatieuitgaven van het trambedrjf af te trekken.
* *
*
Na ‘deze onderstreep.ing van mijn algemeene bezwa-
ren tegen liet artikel van Mr Mees, ineen ik nog
enkele kan.tteekeninge:o. op dit artikel te moeten
iii aken.
Mijn ,,sombere vermoedens” ontleende ik oorspron-
kclijk aan. de citkten ‘van den heer Mees (gegeven
in zijn proefschrift op blz. 28 en 54), bezien in ver-
hand met de groeiende exploitatietekorten. Mi. is een
bedrag
2)
van
f
3.215.000 voor netuitbreiding en een
bedrag van f4.474.100 voor uithreiciin.g van het tram-
wagenpark, tegenover een bedrag van
f
442.000 voor
instelling van, een autobusiedrijf, moeilijk vereenig-
baar met den. z.in
(wij citeeren hier hlz. 28 van, het
proefschrift van Mr. Mees opnieuw):
,,Er client hier nog eens cle nadruk op.-cleg(i te worden,
,,dat dc tendens is coijsolidatie van het tramnet, omdat de
,,zwaarstc verkeersstroomcn in de laatste jaren vastgelegd ,,zijn en •in het algemeen niet veel zullen veranderen.’
Dezen zin nu, trachtte ik aan de hand van cijfers in
mijn artikel in •de E.-S. B. van 28 Dec. 1.1. te verclui.-
delijken en te bewijzen ‘voor Rotterdam. En nu is de
heer Mees de eerste (voor zoover mij bekend), dlie hier
tegen opkomt.
Bij de bespreking van het proefschrift van den heer
Mees
3)
wees ik er reeds op, dat de geachte schrijver
had vergeten, bij de vaststelling van de
grootere
rij-
snelheid van de autobussen boven het modernste tram-
materieel, naar voren te brengen, dat deze snelheid,
ondanks het feit dat de chauffeur tegelijk conducteur’
was,
geconstateerd moest worden. Ook wat de rijsnel-
heid betreft, was dus zeker een ruimere toepassing
van ‘de bus gewenscht geweest en h’ad men hierdoor –
last not least – sneller aan de snellere verkeersbe-
hoef te kunnen tegemoet komen.
Vervolgens wijst de schrijver er op, dat de benzine-
prijs in
1931
buitengewoon laag was. Maar in 1930
was ‘die
prijs
bijna dubbel zoo hoog en leverde het autobedrijf,, naar mijn stellige meeni.ng, toch ook
winst op
4)
De door dien geachte’ii schrijver geuite vrees voor
het te groot aantal buslijnen aan éém. halte is mi.
ongemotiveerd; de door mij in mijn vorige artikel
door buslijnen vervangen tramljnen 6, 17, 19, 22,
23, 24 en 25
5)
loopen over verschillende trajecten
voor het grootste deel. Bovendien vergeet de heer
Mees, dat bussen niet op elkaar behoeven te wachten
zooals trams, daar de bussen tusschen en achter elkaar
uit kunnen rijden.
Wat betreft de opmerking van Mr. Mees over de
,,misschien ‘voortreffelijlde resultaten bij een betere
conjunctuur”; ik wil gaarne met den h’eer Mees op
een conjunctuur wachten, waar fouten minder aan
den dag treden. Al was deze conjunctuur ‘binnen en-
kele jaren beter, dan zijn, daarmede, om een voorbeeld
te noemen, de 20 opcenten op de gemeentefondsbe-
lasting van, dit jaar, welke bij een selfsu.pport,ing
trambedrijf niet noodig waren geweest, nog niet uit
den weg geholpen. Vandaar dat ik zeer weinig sym-
pathie voor de idee van stroomprjsverlag.ing koester.
Wat heeft het nu voor zin, vraag ik me af, als er in
den Gemeenteraad bij het behandelen van de begroo-
ting het volgende afgesproken zou worden:
het Ge-
orceente Electriciteitsbedrijf betale zooveel mogelijk de
tekorten van het Gemeente Trambedr’ijf.
Met verla-
ging van ‘de stroomprjzen is wel den schijn, maar
niet het budget van de gemeente Rotterdam gered.
En om het laatste gaat het in dit geval.
De opmerkingen over de personeelsvoorwaarden heb ik in mijn artikel weggelaten en
ild
ga ook hier
Deze cijfers zijn ontleend aan Bijlage XXIII van het
hiervoor aangehaalde Rapport. E..S. B. van
14
December
1932.
De ‘benzine-uitgaven waren in
1930 f 47.354,80
hooger
clan in
1931.
Exact kon de winst van het autobusbecirijf
over
1930
niet worden nagegaan daar toen de zoo nuttige
bijlage XVI aan het Jaarverslag ontbrak.
Ik kan niet inzien waarom lijn
25
secuiiclair is te
noemen; de dageljksche opbrengs’t blijft ver beneden die
van autobus A of H. en is ongeveer gelijk aan die van
autobus D.
18 Januari 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
53
op dit ietwat afgezaagde argument niet in, daar het
met verkeerseconomie slechts in een meer verwijderd
verband staat en buiten de competentie van de direc-
tie der R.E.T. viel en valt. Wel geef ik toe, dat, in-
dien cle coördinatie van tram en bus op de juiste
wijze was geschied en de bonen de helft lager waren
geweest, het bedrijf der R.E.T. flinke winsten ge-
maakt -zou hebben, waardoor de belastingen lager
waren gebleven. Maar het loonargument raakt, ik her-
haal het, mijn artikel slechts aan den buitenkant.
J. M. E. M. A. ZONNENBERC.
AANTEEKENINGEN.
De positie van de Javasuikercultuur in de crisis.
In het gisteren verschenen Maandbericht van de
Amsterdamsche Bank wijdt de heer Th. Ligthart een
artikel aan de suiker, waarin hij een zeer somber toe-komstbeeld voor de Javas u i kercultuur schildert. De
schrijver is van meening, dat een deel van deze cul-
tuur ten dooclo is opgeschreven, tenzij de protectionis-
tische waanzin, die de wereld op het oogenblik gevan-
gen houdt, zou verdwijnen.
Na eenige inleidende beschouwingen bespreekt de
heer Ligthart allereerst het Ohacibourne-plan, waar-
van hij, zooals ook reeds uit vroegere uitlatingen is
gebleken, geen bewonderaar is. Wij nemen hieronder
zijn beschouwingen over dit punt onverkort over.
Cha.dbourne-plan.
Daar een natuurlijke aanpassing onmogelijk bleek,
waren cle landen, op welke de zware lasten van de
crisis drukten, genoodzaakt maatregelen tot een sanea-
ring van de markt te overwegen. Dit waren de landen,
clie de wereldmarkt plegen te voorzien: Ouba, Java,
Dui tschland, Tsje.cho-Slowakije, Polen, Hongarije en
België. Zij sloten de zgn. Ohadbourne-overeen-
komst, waarbij bepaald werd, dat de jaarlijksche uit-
voer een zeker kwantum voor elk land niet zou over-
treffen en dat de hoeveelheden, die boven consumptie
en vastgestelden uitvoer uitgingen, zouden worden ge-
l)101dlceerd. lntusschen zou tot een productiebeperking
worden overgegaan, zoodat de voorraden, clie aanvan-
kelijk zouden oploopen, binnen eenigo jaren gespuid
zouden kunnen zijn.
Van deze landen verkeert Java in de zwakste posi-
tie, omdat het alleen zeker is van den afzet in het
eigen hnd en daar is de consumptie gering, niet meer
dan 350.000 h 400.000 ton per jaar. Cuba geniet de
bekende reductie
01)
cle invoerrechten
iii
de Ver-
eenigcle Staten, de andere aangesloten landen heb-
ben een naar verhouding belangrijk binnenlandsch ver-
bruik, dat wordt beschermd. De verhouding van pro-
duëtie tot verbruik der aangesloten landen was voor
1920/30 ongeveer:
Productie
‘erbrui.k
ton
ton
Cuba ……………………….
4.746.000
153.000 Java
……………………….
3.115.000
396.000
Duitschiand ………………….
1.985.000
1.655.000
Tsjecho.Slowakijc ……………..
1.035.000
405.000
Polen
………………………
9.17.000
385.000
Hongarije
…………………..
247.000
114.000
België ………………………
252.000
226.000
Java, dat ondanks zijn lagen kostprijs niet in staat
was zijn .produôtie op de wereldmarkt te plaatsen, zag
cle stocks op angstwelckende wijze toenemen. 01)
1 April 1932 werct de geheele vdorraad door Dr. H.
0. Prinsen Geerligs getaxeerci op …..1.631.612 ton
voor 31. October 1932 op …………3.161.020
31 Maart 1033 op ………….2.196.920
Het is geen wonder, dat onder de Ohadbourne-lan-
den het verlangen wordt uitgesproken, dat Java een
geheelen oogst zal overslaan.
T-Jet Ohadhourne-plan, dat nog niet veel heeft uit-
gewerlct, heeft een zeer zwakke zijde. Het houdt zich
alleen bezig met de landen, die geheel of gedeeltelijk
voor export werken en laat de invoerende landen vrij.
De op import aangewezen landen zijn in hoofdzaalc
die, welke voor de suikercultuur het minst geschikt
zijn; dit neemt echter niet weg, dat ze deze cultuur
toch bedrijven en trachten haar met een stevige pro-
tectie uit te breiden. Engeland werd reeds als af-
schrikwekkend voorbeeld aangehë.ald, doch dit land
is niet het eenige, dat zond igt tegen gezond econo-
misch begrip.
Uit de hierboven gegeven cijfers blijict, dat de sui-
kerproductie volgens de laatste taxaties van 1930/31
tot 1932/33 dalen zal van 28.789.000 ton tot 23.753.000
ton, dus met 5.036.000 ton. Hiervan komt meer dan
de helft ten laste van de beste producenten Java
(pl.m. 1.500.000 ton) en Cuba (pl.m 1.100.000 ton),
terwijl Louisiana, de Philippijnen en de Vereenigde
Staten van Amerika een productieverhooging te zien
zullen geven. Dit laatste land heeft zonder twijfel
grond, die voor teelt van suikerbieten geschikt is,
maar de aard van cultuur ligt den Ameiikaanschen
farnier niet. Prof. Taussig maakt hieromtrent in zijn
werk ,,International Trade” eenige juiste opmerkin-
gen; hij -schrijft na een icorte beschouwing over de
eischen door de suikerbiet aan den boer gesteld: ,,in
sum the growing of the sugar-beet calls for a large
amount of monotonous unskilled labour. Not only
doos the typical American farm and f arm community
lack the number of lahorers required; the labour itself
is of a kind distasteful to the American farmer”, waar-
aan hij later toevoegt: ,,Hence the beet sugar industry
has here shown a great worth under the stimulus of protection.” Nu men in de Vereenigde Staten reke-
ning moet houden met groote werkloosheid, zal allicht ‘bijzondere aandacht gegeven worden aan deze cultuur,
die zooveel arbeidskrachten eischt en daar uitbreiding onder sterke bescherming altijd mogelijk is, mag men
een verdere productie-toeneming verwachten. Deze
komt clan ten laste van het in te voeren kwantum van
Cuba. Dit land krijgt dus meer suiker voor export
‘nij voor de reeds zoo sterk verdrukte vrije wereld-
markt en treedt daar in concurrentie met de andere
exporteerende landen, in het bijzonder met het vrij-
wel geheel op uitvoer aangewezen Java. Voorloopig is
de hoeveelheid, die naar andere banden dan Amerika
verscheept mag worden, door de Chadbourne-overeen-
komst vastgelegd, maar op den duur is hernieuwde strijd onvermijdelijk. Voor leveringen naar Europa
heeft Cuba een voorsprong door den kleineren af-
stand, verder steunt dit land op het gepreferentiëerde
deel zijner productie, daartegenover zullen vele f a-
brieken
01)
Java den kostprijs ver beneden het Cci-
baansche peil kunnen brengen. Voor Java dreigt de
bittere noodzaak om, als de Oostersche manicten zich
meer en meer gaan sluiten, zich met kracht op het
Europeesche afzetgebied te werpen. Onder den dwang
der omstandigheden zal dan zelfs binnen de grenzen,
gesteld door het Chadbourne-plan, een hevige strijd
om het bestaan tosschen de grootste producenten ont-
branden.
Zoo beschouwd, heeft Java nog groot belang bij lage
kostprjzen. Hierin ligt een aanleiding om zeer voor-
zichtig te zijn met de beperking en om deze dus niet
gelijkmatig over de fabrieken te verdeelen. De Maat-
scliappijen, die meerdere fabrieken bezitten, zullen
trachten alleen de beste gronden te beplanten en dan
een paar fabrielcen te sluiten om de andere op volle
kracht te laten werken. Alleenstaande ondernemin-
gen staan er in dat opzicht ongunstiger voor en het
is waarschijnlijk, dat het algemeen belang eischt, dât
een beperkingsplan daarmede rekening houden zal.
Gebeurt dit niet, dan kunnen zeer goede zelfstandige
fabrieken noodeboos te gronde gaan en minder goede, clie toevallig in. sterk verband staan, gespaard blijven.
Welk nut heeft de Chadbourne-overeenicomst ge-
had? Ze heeft cle wereldproductie,
die onder de vi-
cjeerende ongezonde omstandigheden
te groot was, in-
geicronipen. Had ze dit niet gedaan, dan zou de beper-
king toch gekomen zijn; ze zou evenals nu ten laste
54
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Januari 1933
van de exporteerende landen zijn gevallen, doch de
verdeeling zou iets anders zijn geweest. Men kan om-
trent het resultaat, dat door een uitblijven van de
overeenkomst zou zijn bereikt, van opvatting verschil-
len en het hangt dan af voor welk land en van welk
standpunt men de zaak bekijkt om te komen tot een
gevoel van zeer matige tevredenheid of van onvol-
daanheid.
De prijzen hebben aanvankelijk de stimuleerende
werking van de restrictie ondervonden, maar daar
het aanbod op de kleine vrije markt ruim bleef, zijn
ze geleidelijk afgebrokkeld en thans is wederom een
niveau bereikt, waarop elke transactie den producent
zwaar verlies laat. Het lijkt intusschen niet uitgeslo-
ten, dat hierin te eeniger tijd verandering komt. De
statistische positie, die nimmer slecht is geweest, ver-
beterde belangrijk en de kans bestaat, dat de omstan-
digheden in de toekomst opnieuw tot een suiker-tekort zullen leiden. Dit is geen voorspelling, maar alleen het
vaststellen van een mogelijkheid. Daaraan moet dan
echter dadelij’k worden toegevoegd, dat zoo’n tekort,
dat allicht tot betere
prijzen
leiden zal, geen beteeke-
nis kan hebben voor de toekomst van de suikercul-
tuur in haar geheel, want deze is als vrije cultuur,
die kan beschikken over een markt van beteekenis,
ten doode opgeschreven, tenzij onverwacht een einde
komt aan het autarkisch streven, dat nog overal
heerscht.
Landen, die zeer groot belang hebben bij de sui-
kercultuur als Cuba en Java, zullen daarom rekening
moeten houden met een blijvenden achteruitgang en
met een onoverkomelijke verarming. Ouba kan waar-
schijnlijk nog een reeks
–
van jaren profiteeren van de
preferentie, die het geniet in de Vereenigde Staten.
Java echter vindt nergens steun en zal dus steeds vol
aandacht de ontwikkeling van zijn natuurlijke afzet-
gebieden moeten volgen.
Komt binneh afzienharen tijd een opwaartsche ‘be-
weging in de suikerprijzen, dan zal de productie in
alle beschermde landen onmiddellijk daarop reagee-
ren door een uitbreiding van den aanplant en de vrije
markt zal wederom verkleind worden. Een blij•’end
afzetgebied voor exportlanden zal dus niet ontstaan.
De cijfers ‘van de met bieten bezaaide oppervlakten
van Europa in 1932 toonen de ongevoeligheid aan
van de importianden voor de prjsbeweging van sui-
ker. Europa zonder Rusland ging terug van 1.551.000
1-I.A. tot 1.403.000 H.A., een daling van 148.000 H.A.,
de Ohadbourne-landen krompen hun aanplant op de
volgende wijze in:
Duitschiand van ……….. 348.000H.A.tot275.000H.A.
Tsjecho-Slowakije van …….177.000 ,, ,, 140.000
EEongarije van ………….56.000
,,
,,
38.000
België van ……………..51.000
,,
,,
54.000
Polen van ……………..138.000
,,
,, 119.000
Totaal van……770.000 H.A. toi.0O0 H.A.
dus met 144.000 H.A.; de andere landen tezamen
plantten dus slechts 4000 H.A. minder aan, ondanks
de zeer, zeer slechte rnarktverhoudingen. Frankrijk, Oostenrijk, Nederland, Denemarken, Zweden, Roe-
menië, Groot-Brittannië, lersche Vrjstaat, Letland,
Lithauen en Turkije vergrootten zelfs de beplante
oppervlakte.
Deze feiten geven een aanwijzing omtrent de te
verwachten reactie op een prjsverbetering.
Er zijn producten, waarvoor men alleen nog een
ti)ekomst kan ‘verwachten in den wereldhandel als de
volken er genoeg van krijgen steeds te hoogen prijs
ervoor te -betalen en dus van hun Regeeringen eischen
verlaging of afschaffing van de tariefmuren. Tot
deze productie moet naast tarwe allereerst suiker
worden gerekend.
Javasuikerindustrie en Britsch-Indië.
Tenslotte bespreekt de heer Ligthart de moeilijk-heden, waarvoor de suikercultuur op Java staat met
het -oog op het protectionistisch streven in Britsch-
Indië.
Het ziet er niet naar uit, dat
ingrijpende
wijzigin-
gen in cle algemeene handelspolitik spoedig zullen
komen, men moet daarom den ondergang van een
groot deel -van de eens zoo bloeiende Javasuiker-in-
dastrie verwachten.
Java was terecht eens trotsch op hetgeen daar door
een prachtige organisatie, wetenschappelijke leiding, geschikte arbeidersbevolking, goeden bodem en gun-
stig klimaat op het gebied van de suikercultuur werd bereikt. De hoeveelheden, die men per H.A. oogstte,
namen gestaag toe en de opbrengsten stegen, alhoewel
de aanplantingen slechts weinig werden uitgebreid.
Per H.A. bracht men in 1895 15,6 quintaal ‘voort, in 1914 95,3, in 1920 98,9, in 1928 151,3. De kostprijs
van suiker daalde in overeenstemming’ met de verbe-
tering van het plantmateriaal, maar de resultaten,
d-ie hierdoor bereikt zijn, werden in weinige jaren
door de onoverwinnelijke boven ‘beschreven invloeden
vernietigd.
– Jarenlang was suiker verreweg het belangrijkste
uitvoerproduct van Nederlandsch-Indië, thans wordt
het geleidelijk naar lagere plaatsen op de ranglijst
teruggedrongen.
De natuurlijke afzetgebieden voor Java liggen in
het verre Oosten: Britsch-Indië, -China, Japan en
Australië. Het laatste land heft bijna prohibitieve
rechten, Japan verleent sterke protectie aan Formosa,
zoodat het voor eigen gebruik van Java niets meer importeert, China is nog een trouw afnemer, maar
de politieke toestanden maken dit land tot een klant,
-waarop men niet durft rekenen. Britsch-Indië begint in deze zeer ongunstige tijden een eigen beschermde
productie op te bouwen, het slechte voorbeeld van
het moederland volgend.
Britsch-Indië is altijd een groot suikerproducent
geweest. Men maakte daar echter uitsluitend een ruw
product, ,,gur” genoemd, dat door de lagere klassen
w’erd gebruikt, de hoogere standen consumeerden ge-
im-porteerde geraffineerde suikr. De import was veel
kleiner dan de eigen productie; het verbruik werd
buy. voor 193/31 als volgt getaxeerd:
inheemsehe witsuiker-productie …………119.857 ton
ingevoerde witte suiker
………………901.287
,,Gur”.productie
……………………..3.218.000
4.239.144 ton
De productie, die zich in stijgende lijn beweegt,
bedroeg in afgeronde cijfers:
1913114 ………….2.478.000 ton
1929/30 ………….3.028.000
1930/31
………….3.531.000
1931/32 ………….4.220.000
,,Gur” kan geraffineerd worden en al jarenlang
bestonden kleine fabriekjes, waarin dit geschiedde,
maar die raffinage was voor de importeurs van geen belang. De laatste jaren is het invoerrecht echter ge-
leidelijk ‘verhoogd:
–
–
Tot 1916 -bedroeg het 5 pOt. van cle waarde voor witte suiker –
in 1916 -verhoogd tot 10 pCt.,,,,
1921
,, 15
1922
,, 25
1925 vastgesteld op Rs. 4/8 per cwt.’
1930
,,
,,
,,
6/-
begin 1931 ,,
,,
,, 714
einde 1931 ,,
,,
,,
9/1
,,
,,
,,
alle
Protectie is wettelijk ‘vastgesteld tot Maart 1946,
het tarief van 9/1 ligt voorloopig vast tot Maart 1933,
daarna geldt dat van 7/4 tot Maart 1938.
De fabricage van witte suiker breidt zich gestaag
uit en het is te verwachten, dat een bèlangrijk deel
van den invoer van Java binnen afzienbaren tijd
overbodig worden zal. –
Britsch-Indië is voor suikercultuur geschikt, wat
voldoende blijkt uit het feit, dat het steeds een groot
suikerverbouwend land is geweest. Toch zal het waar-
schijnlijk nimmer de hooge rendenienten van Java
kunnen bereiken, omdat de regenval er onhetrouw-
baar en onvoldoende, de cultuurmethode te primitief,
de bevolking te weinig ontwikkeld is. Maar wat be-teekenen deze bezwaren tegenover cle bescherming
door een hoogen t’ariefmuur?
Het is zonder twijfel juist, dat er nog verscheidene
jaren zullen moeten verloopen, alvorens Britsch-Indië
het geheel zonder invoer stellen kan, maar elke raf-
finaderij en elke moderne suikerfabriek die iii dit
land verrijst, ontneemt aan Java een deel van zijn natuurlijken afzet. Hierbij komt nog, dat de over-
eenkomst van Ottawa een preferentie voor Britsche
suiker regelt, waardoor ook de uitvoer naar de Straits,
etc. wordt bedreigd.
Het nauwkeurig bestudeeren van de statistische
cijfers van het oogenblik. heeft weinig zin, als men
zich een denkbeeld wil vormen omtrent de toekomst
van de Javasuiker-industrie. Het staat vast, dat de
natuurlijke afzetgebieden van dit land meer en meer
gesloten worden, dat Japan als afzetgebied reeds ver-
loren is en dat nergens ter wereld
0
1) den duur een
voldoende compensatie voor dat verlies te vinden is.
i)e cultuur zou alleen weder op kunnen leven, nls de
a.s. economische wereldconferentie iets bereiken zou
op het gebied van tariefsverlaging. Daar dit niet
waarschijnlijk is, moet men aannemen, dat vele fabrie-
ken, die thans
tijdelijk
gesloten zijn,
nimmer her-
opend znllen worden
‘en dat de Java-suikercultuur
een blijvende belangrijke inkrimping zal moeten on-
dergaan. Daartegen helpen noch wetenschap, noch
organisatie, noch gunstige natuurlijke omstandig-
heden.
Electrificatie van Spoorwegen in de wereld.
Onderstaande
tabel, die ontleend
is
aan
‘l’he
.Fi-
nancial
&
Oommercial
Ohronicle van
17 Dec. jl., geeft
een overzicht van
de totale lengte van
het spoorweg-
net in de wereld en van
de lengte
van het net, dat
geël’ectrificeercl
is.
Totaal Aantal mijlén
Percentage
Landen
aantal
]nijleIl
geëlectr’ificeerd
geëlectr ificcercl
Ver. Staten
. . .
250.324
2.055
0.8
Algerië
4.834
67
11.3
Argentinië
23.482
61
0.3
Australië
27.021
261 0.9
Oostenrijk
4.373 564
12.9
Bolivia
1.503
5
0.3
Brazilië
…….
19.604
251
1.3
Canada
……..
42.626
40
_1)
Chili
………
5.542
208
3.8 China
………
8.426
25 0.3
Cuba
………
3.723
156
4.2
Tsjeeho-Slowakije
8.553
31
0.4
Frankrijk
‘
…..
33.281
1.046
3.1
Duitschlancl
. .
36.424
972
2.7
Hongarije
5.922
41
.
0.7
Indië
………
38.822
222 0.6
Italië
………
13.049
1.079
8 3
Japan
……..
15.736
248
1.6
Mexico
……..
16.443
79
0.5
Marokko
1.525
193 12.7
NecI. Oost-Indië
3.470
70 2.0 Nederland
2.313
84
3.6
Nieuw-Zeeland
3.697
15
0.4
Noorwegen
. . .
2.383
144 6.0
Spanje
9.859
369
3.8
Zweden
…….
10.390
726
7.0
Zwitserland
. .
3.746
1.542 41.2
Sovjet-Rusland
47.908
71
0.5
lInie
v.
Z.-Afrika
12.602
199
1.6
Groot-Brittannië
24.414
464
1.9
Venezuela
……
669
23
3.4
1)
Minder dan 0.1 ‘pCt.
Zooals hieruit ‘blijkt, is de electrificatie in de Ver.
Staten, evenals in bijna alle andere landen, nog slechts
in een heginstaclium. Alleen in Zwitserland is ruim
40 pOt. van het net geëlectrificeerd. Tevens brengt
deze tabel naar voren, dat ons land met een percen-
tage van 3.6 betrekkelijk gunstig afsteekt hij andere
la ii den.
Looals uit het hieronder volgende staatje blijkt,
heeft de product.ie van cle Limburgsche steenkolen-
mijnen in 1932 bedragen 12.756.448 ton, hetgeen iets
minder
i5
dan in 1931, maar nog altijd boven het
peil van vroegere jaren uitgaat (zie de tabel op blz.
56, 2de kolorn bovendan).
De productie van de Limburgsche mijnen bedroeg
in de laatste jaren:
Afgaande op de productie, is van een’ crisis in het
Lim’burgsche mijubedrijf weinig te merken. Toch heb-
ben de moeilijkheden in dit bedrijf zich verscherpt
tengevolge van de zeer ongunstige afzeterhoudingen
in het buitenland. Dit feit wordt door de uitvoer-
cijfers bevestigd. De uitvoer van steenkolen, cokes,
steenkool- en .bruinkoolbriketten is van 6.784.570 ton
in 1931 gedaald tot 5.699.828 ton in 1932, dus met
ruim 1 millioen ton.
Daarentegen hebben de Nederlandsche steenko-
lenmijnen in het eigen land veld gewonnen. Niet
alleen is de invoer van bnitenlandsche steenkolen af-
genomen, – voor een ‘belangrijk deel voortvloeiende
uit de bescherming, die de Nederlandsche steenkolen
genieten van de
zijde
van pnblieldrechtelijke lichamen
– maar hiermede is gepaard gegaan een daling van
het verbruik van kolen in het afgeloopen jaar, hetgeen uit het volgende moge blijken:
ton
ton
ton
toit
Steenkolen
…….
6.513.366 8.500.731
3426.8321
4.093.087
Cokes
………..
316.176
315.663 1.932.293
2.216.787
Steenkoolbriketten
354.412
398.931.
328.251
464.186
Bruinkool’briketten
170.781
191.771
12.452
10.510
Totaal…
7.354.735 9.407096 5.699.828
6.784.570
Bunkerkolen voor
vreemde schepen
1.026.754
1.734.203
i3unkerkolen voor
Nederlanclsche schepen
471.369
766.081
Totaal .
bedroeg
2.953
ton.
Het verbruik in Nederland kan nu
‘berekend:
1932
1931
.
1930
ton ton
ton
Totale
invoer
………..
7.354.735
9.407.096
9.897.921
Totale uitvoer
………..
7.197.951
9.284.854
9.505.633
Saldo
‘invoer
…………
156.784
‘122.242
391.288
Productie
v.
d. Limb. mijnen
1.2.756.448
12.901.391
12.211.084
van bruinkolen
.
152.492
162.886
194.624
Verbruik in Nederland
zonder bunkerkolen
. .
13.065.724
13.186.519 12.796.996
Bunkerkolen a. Ned. schepen
471.369
766.081
1.500.245
Het verbruik van kolen in Nederland is dus, vol-
gens ‘bovenstaande berekening, gedaald van 13.952.600
ton tot 13.537.093 ton. Zooals men uit deze cijfers
ziet, is de daling van het verbruik vooral toe te schrij-
ven aan den sterk gedaalden afzet van bunkerkolen.
De malaise in de scheepvaart heeft dus schijnbaar
meer invloed gehad op het afneménd verbiuik dan de
depressie in de industrie.
50
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Januari 1933
MAANDCIJFERS.
:iri ss us
IN
DECEMBER i
03.
iProv. en Gemeentel. Leen ogen …..
f
15.428.4i15,-
zijnde:
2 (delta fld
T’rov.
Utrecht
f
1.268.000 4
%
obl.
5. 99%
% . ….
fL264.330
Ccitt.
Amsterdant
f
5.000.000
5
%
obi. a 07%
%
4.
887.500
Id. f6.000.000
5
%
obl.
5.
98%
%
……………..
..
5.925.000
(1cm.
]3orne f200.000 5
%
oh].
a
09
%
198.000
Corn. Nijniogeii
f
1.500.000
4%
%
obi. 5. 09
% ……..
.
1.485.000
Cern.
Velsen
f
.1.700.000 S
0/,
obi. 5. 93i
%
……….
..
1.668.125
Bank-
en Orec1ietinste11ingen. ……. ..
2.500.000,-
zijnde
iVecie. riand
Obliqatiën:
N
.
V. Bank voor Nederland-
.sche Gemeenten
f
2.500.000
4%
% obi. a ibø
0
/
.
….
f2.500.000
Electr.-, Gas-, Tel.- Te)egr.- en.
Wa
ten. Mijen …………………
..99.500,-
zijnde:
Nederland
Obligatiëv:
To
tercorn
inu
ii
a le
nato
ri ei
ding.
gebied Leeuwarden
f
1.000.000
4%
%
obi. 5. 99%
0/…..
f
997.500
Kerkelijke Leen ngen ………….
..
148.750,-
TCcfla1ul
……………
f
748.750
Totaal.
. . .
fl.9.674.705,-
Bovendien
f
5.630.000,- 3-nt. Schatkistpromessen 6.
f
999,60
10.100.000,- 6
..
..
,,.,
998,74
en
14.270.000,- Sehatkist’h’iljetteu
,, ,,
1.021.50
Voorts werd in de a fgeloopen maand Ii er te lande de
inschrijving opengesteld op
een beperkt bedrag:
4%
%
obi. Stad Parijs 5. 05
%
(introductie
(‘ert. v. A
and. Zit id.Afrikaa riselu:
(loudniijiten.
5.
± 435
%
(introductie).
De Kerkelijke been i
ogen zijit
als
volgt oud erve.rdeeld
Rente- .l0niissie-
0111dens voet
koers
pCt.
pCt.
1ed. lFer’. Stichtingen v. Zee uw-
en Cleesteezieken. Amersfoort .500.000
5
100
(ongreg. der i3roeders van Onze
Lieve Vrouw
Van
Lourdes,
Dongen …………………
250.000
5
99%
.Emissies ja. 1932.
Obligatiën
Aandeelen
Totaal
Januari
. .
f
8.642.218,75 f275.000,-
J
8.917.218.75
Februari
..,,
15.508.375,-
–
15.508.375,-
Maart …..
,
77.785.127,50
–
77.785.127,50
April …….4.383,000,-
–
4.383.000,-
Mei
…… ..
1.107.243,75
–
1.107.243,75
Juni …… ..122.674.856,25
–
122.674.856,25
Juli …… ..
4.494.000,-
,,
450.000,-
,,
4.944.000,-
Augustus
..,,
12.054.375,-
–
12.054.375,-
September
. ,,
20.900.361,-
–
20.900.361,-
October
..,,
122.172.775,-
–
,.
122.172.775
2
—
November
. ..
29.156.500
1
–
–
20.156.500,-
i)ecemher
. . .,
19.674.705,-
–
.,
:10.674.705.-
f
438.553.537,25
f
75.000,
f
439.278.5717.25
GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK.
December 1932.
December 1931.
Posten
I
Bedrag
Posten
I
Bedrag
Rek.houer
ds
46.075
f
1
.352.187.000
49.770
f
1.680.169.000
Door H.-bank
plaatselijk
32.891
~
,,1.101.907.000
~
35.548
,
1.336.106.000
Voldoening
Rijksbelast.
1.256
,,
10.660.000
1
,
1.309
,,
14.586.000
PRODUCTIE DER STEENKOLEN-,
BRUIN-
KOLEN- EN ZOU
rMIJNEN.
(Gegevens verstrekt door den Ro( fdingenieur der mijnen.)
I. Gezamenliike Steenkolenmijnen.
Dec.
Jan/Dec.
Jan./Dec.
1932
1932
1931
Prod. Steenkolen in tonnen
1154.460
1
)
12.756.448
12.901.390
Aantal normale werkdagen
.
262)
296
305
Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.
Netto-productie in tonnen..
17.798
3
) 152.492
1
162.886
Aantal normale werkdagen
26
1
304
304
Zoutmijnen. (Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)
Afgeleverd:
Geraif.
zout …….. (ton))
Industriezout
……( ,, )
4.910
Afvalzout ……….
Aantal
normale werkdagen
26
61.156
} 56.414
309
308
Gezaeni.
Bruin-
Aantal arbeiders.
Steenkolen-I kolenmijn
Zoutrnijnen
Irn
mijnen
ICarisborg”
110.9334)6)
1
Jan.
1933 ………
87
198
(24.356°)
1
Jan.
1932 ……………11.2584)7)
95
196
1)
160.634
ton cokes en 103.745 ton steenkooibriketten.
2)
Staatsmijnen,
Domaniale Mijn en de mijn Willem-Sophia, Julia en Laura, 24 Oranje-
Nassaumijn III en
IV,
Oranje-Nassaumijn.
3)
13.035 ton ruwe bruinkool,
4.763 ton bruinkoolbriketten.
4)
bovengronds.
5)
lncl. 2.037 arbeiders
der nevenbedrijven.
6)
ondergronds.
7)
mci. 1.969 arbeiders der neven-
bed rij ve n
POSTCHEQUE EN GIRODIENST
(In duizenden guldens).
October 1932
11
October 1931
Aantal
1
Bedrag
Aantal
Bedrag
Nieuwe rekeningen.
2.252
–
2.1176
–
Rekeningen op ult°.
200.828
–
181.574
–
Bijschrijvingen
….
2.975.992
473.374
2.864.365
512.542
b.
Overschr
ij
vingen.
o. Stortingen …….1.142.497
111.213
1.147.029
121.156
van and. rek.
1
) 1.833.337
345.394
1.717.159
365.716
van Ned. Bank.
158
18.715
177
25.617
c. And, onderwerpen
–
52
–
53
Afschrijvingen
•…
1.931.713
467.333
1.771.698
498.551
b.
Overschrijvingen
..
op andere rek.S) 1.619.625
345.394
1.469.974
365.716
a.
Chèques ………295.613
85.859
286.871
73.349
naar Ned. Bank
877
56.016
969
59.411
C.
And, onderwerpen
15.59864
13.884
75
Tegoed op
ultO
–
158.228
–
141.275
Beleggingen
–
105.841
–
95.358
Hierin begrepen overschrijvingen uit het buitenland
4.470 met
f
679 Oct. 1932 en 4.871 met
f
893 Oct. 1931.
Idem naar liet buitenland 35.303 met
f
3.122 Oct. 1932
en
33.182 met
f
3.307 Oct. 1931.
GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
Dec. 1932
II
Dec.
1931
–
Giro’s
(eenzijdige ver- miilienen
Aantal
miliienen
Aantal
Girobetalingen aan:
gemeenteinstellingen
f
26.7
41.256
f
22.7
40.292
particulieren
23.9
179.241
,,
21.6
159.240
Geidorrezet.
Betalingen
……….
,,
9.1
38.286
9.3
37.913
Ontvangsten
……..
,,
5.8
7.991
4.9
8.172
Part.rekeninghouders
41.41
48.512
2
,,
27.4′
46.5432
Geldenvoor ljaar vast
hebben gedeponeerd
10.5
4.3972
,,
9.6
4.3642
1)
Gemiddeld saldo te goed. ‘) Einde der maand.
f.
40.655.253,83
/
41.107.176,83
151.393,38
396.640,45
3.222.355,60
,,
3.170.259,97 231.954.200,60
,,234.653.978,58
13.196.351,-
,,
13.196.352,78
6.919.520,72
,,
6.919.520,72
101.907.602,74
,,
99.874.133,87 33.743.793,38
,,
23.840.894,49
15.673.131,02
16.051.901,52
41.755.313,29
,,
41.743.313,29
/ 342.48530,- /342.435.000,-
109.570.000,- ,,105.570.000,-
1.635.575,50 ,, 1.627.545,-
2.034.805,08 ,,
516.995,13
55.986.526,35 ,, 58.990.664,80
117.972.907,49 ,, 104.540.472,95
108.003,78 ,,
108.003,78
29.718.276,56 ,, 31.182.273,97
VLOTTENDE SCHULD.
7 lan. 1933 / 15 Jan. 1933
/ . 613.000,-
234.654.000,-
2.250.000,-
11 13.4 10.000,-
2.094.000,-
902.000,-
606.000,-
18
Januari
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
57
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
GELDKOERSEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
BANKDISCONTO’S.
Ned tDisc.
Wissels.
2*
1
9
Apr.’32
Lissabon …. 6
4Apr.’32
Londen …….
2
30Juni’32
Bk)BeBh1.3
iVrsch.inR.C.
19Apr.’32
3
19Apr.’32
Madrid ……
6j
8Juli’31
Athene
……….
9
3
Dec.
’32
N.-YorkF.R.B.
2
23Juni’32
Batavia ……….
4*10
Mrt.’SO
Oslo
……..
4
1 Spt. ’32
Belgrado
–
…….
7*20 Juli’31
Parijs
……
2*
9
Oct.’31
Berlijn
……….
4
22Sept.’32
Praag
……
*
26 Sp’t. ’32
Boekarest……..
7
3 Mrt.’32
Pretoria
….
5
8Oct.
’32
Brussel ……….
313 Jan.’32
Rome……..
4
9
Jan.’33
Budapest ……..
417 Oct.’32
Stockholm
.. 3j
1 Spt.’32
Calcutte
……..
4
7Juli32
Tokio
… .4.38
17
Aug.’32
Dantzig
……..
4
12Juli’32
Weenen ……
6
23 Aug.’32
Eelsingiors ……
6*19
Apr.’32
Warschau ….
6
20 Oct. ’32
Kopenhagen
….
31120ct. ’32
Zwits.Nat.Bk.2
22 Jan.’31
OPEN MARKT.
1933 1932 1932
1931
1914
14
an
914
217
2
613
1
11116
12117
20124
Jan. Jan.
Dec.
Jan. Jan. Juli
An,sterdan,
Partic.disc.
I4-’12
11
4
.1
1/
4
..i1
11
4
11
5
17/4-21I4
1
5
/16
7
11
3
1
18
3
116
Prolong.
1
1
1 1
21,23
111
4
.1/
2
2
1
14-14
Londen
Dageld…
1
13_1
1
12-1
‘/4.1
1
12.3
4-5
1
1
12-3
1
3
14-2
Partic.disc.
714.151
4
71-1
7
1-1
1
/
16
.d/
4
51/
4
6
25132-’14
4114.314
Berlijn
Daggeld…
41/s-514
414.513
412-6
1
12
4-7
7
1
14-8/4
3-7
–
MaandeId
41/
4
_531
4
4114_5314
4
1
14-6
1
1
j8-OJ/4
6-9
–
–
Part, disc.
318
371
s
371
4
37
6718-7
45;4.314
211-112
Ware
wechsel.
4.1/
4
4.1/4
41/
41/4
7
1
148
5
1
14
–
Nee, York
Daggeld
1)
I-
1
1
11/
4
11/
4
11/
4
2
1
12-/4
11-314
I142
1
12
Partic.disc.
113
ih
11
1
14_
1
12
3
1
!8
1
3
14-
7
/4
–
1)
Koers van 13Jan. en daaraan voorafgaande weken t/n. Vriidag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
D a a
Neiv
Londen
Berl
ij
n
Parijs
Brussel
Batavia
York,)
‘9
‘9
‘9
09
1)
10 Jan. 1933
8.33k
59.09
9.71*
34.50
100
11
1933 2.487/
8
8.35
59.071
9.71+
34.51
100
12
1933
2.4815/
1
,
8.35h
59.09 9.72
34.51
100
23
1933
2.491/
4
8.32k
59.12*
9.72* 34.50
100
14
1933
2.491,
8.35k
59.15
9.72
34.51
100
10
1933
2.49
8.35
8
,(
59.134
9.72
34.504
100
Laagste d.wI)
2.4855 2.4915
8.32
8.36K
59 0211
9.70*
34.45
100
Eloogste d.wl)
59.174
9.724 34.55
9 ‘Jan.
1933
2.4813/,
G
8.33 Y
2
59.08
9.71
j 34.484
100
2 Jan. 1933
2.477/
8
8.30h
59.214
9.714 34.46
100
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747 34.592
100
Dat a
s’;d
Weenen
Praag Boeka-
Milaan Madrid
–
*)
4)
1)
rest’)
4)
)
10 Jan.
19331
47.90
–
7.38
1.48
12.74
20.33
11
1933
47.90
–
7.374
1.48
12.741
20.324
12
,,
1933
47.9014
–
1.48
12.744
20.33
13
1933
47.93k
–
1.48 12.734
20.32
14
1933
47.93.4
–
7.38
3.48
–
–
16
19331
Laagste d.w’)
47.9314
47.85
–
. –
7.38
7.35
1.48
1.424
12.75
12.674,
20.34 20.20
Hoogste d.w’)
47.97)4 35.25
7.40
1.524
12.80
20.45
.9 Jan.
1933
47.91
-.
7.38
1.48
12.744
20.34
2 Jan. ‘1933
47.87
–
7.37
1.48
12.744
20.314
Muntpariteit
48.12)4
35.007
7.371
1.488
13.094
48.52
D
‘ ‘
Stock-
holm’9
Kopen-
hagen
4
)
Oslo
4)
Hel-
Buenos-
Aires’)
Mon-
treal’)
.
10
Jan. 1933
45.50
43.35
43.10
3.67*
65
2.21)4
11
,,
1933
45.70′
43.35
43.10 3.67+1
65
2.21)4
12
,,
1933
45.65
43.35
43.10
3.67+
65
2.21
13
,,
1933
45.50
42.10 42.90
3.67*
65
2.20k
14
1933
45.70
43.10
42.20
3.674
65
2.20)4
16
,,
1933
45.55
42.80
43.50
3.674
65
2.1914
Laagste d.wl)
45.10
41.75
41.25
3.80
–
2.18)4
Hoogste d.w’)
45.90
43.60
43.40
3.72*
65
2.2231
9 Jan. 1933
45.40
43.25
43.10
3.70
65
2.21
2 Jan. 1933
45.35
43.15 42.90
3.64
65 2.2034
Muntpariteit
1
66.671
66.671
66.671
6.266
952%
2.4878
4)
Noteering te Amsterdam.
4*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgaire.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van con aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
Da
a
,
Londen
($
per)
Parijs
($
P.
lOOfr.)
Berlijn
Amsterdam
(3 p. 100 Mk.)
(3
p. 100
gld.)
10
Jan.
1933
3,355f,,
3,905/
4
23,76
1
40,213%
11
1933
3,35)4
3,90k
23,75
40,1734
12
1933
3,50
3,907/
1
,
23,75
40,15)4
13
1933
3,357,,
3,90′
23,74)4
40,14)4
34
1933
3,35)4
3,901,,
23,75)4
40,15
16
1933
3,3551
5
3,907/
4
23,77
40,16/4
18 Jan.
1932
3,47j.
3,935/
4
23,60
40,2614
Muntpariteit
.
4,86
3,905/
8
1
23.81/4
408/
16
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings- Ieenheden
31
Dec.
1932
7Jan.
1933 9114
Jan.
’33
Laagste Hoogstel
/
14Jan.
1933
Alexandrië..
Piast.
p.0
97)4 97)4
978/, 975/,
9734
p.0
625
.
625 600 650 625
Athene ……Dr.
Bangkok….
Sh.p.tical
I/10TAff
1/l0′
1/10
1110
‘/’°T
Budapest
…
Pen.p.,C
19 19
18
20
lQ
Buenos Aires
d.
p.$
43
42)4
42
43
42/4
Calcutta. .. .
Sh.
p.
rup.
1165/
16
1/62/
16
1/68/32
/82
3163/,,
Constantin..
Piast.
p. £
690
695 695 700
695
Hongkong
. .
Sh.
p. $
11334
113
3
/8
1/3
1
1
8
1/37/
4
113
35
/
33
Sh.
p.
yen
1/3
1/27/
4
1/25/
4
113
1/371
4
Lissabon….
Escu.p.0
109)4
109k
109)4
1301/
6
110
Mexico
….
$
per
£
1tL674
10.674
30.45
11
10.75
Montevideo
.
d.perX
30 30 28 32 30
Montreal
. . .
$
per
£
3.76a
8
3.762%
3.76
3.81
3.80
Kobe
…….
Rio d.
Janeiro
d. per Mil.
5
53/
8
5i
j8
55/
8
51/
4
Shanghai
. . .
Sh.
p.
tael
1/713/,,
1/7i5,,,
1/75i
8
1/8)4
1/7
31
/
32
Singapore
..
id.
p. $
2/32P/
32
2/3
29
/
32
2/3k
2/4
2137/
8
Valparaiso
1).
$
per
£
–
–
– –
–
Warschau
..
– Zl. p. £
2914
29y,
29/4
30)4
30
2)90
dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)
Londen’)
N.York
2
)
Londen
10
Jan.
1933..
1634
251,
10
Jan.
1933….
122/10
11
1933..
167/,
25sf
8
11
1933….
122/81
12
1933..
1615/,,
25/4
–
12
1933..
. .
122/84
13
1933..
–
25′
13
1933….
–
14
.
1933..
161i,
2514
14
,,
1933….
122/8
16
,,
1933..
167/,
25′
8
16
,,
1933….
122/8)4
18
Jan.
1932..
1815/,
29)4
18 Jan.
1932….
118/8
27 Juli
1914..
2485/
14
59
27
Juli
1914….
84/10/4
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Foreign silv.er in
Sc. p. os.
line
3)
in sh.
p. oz.
line
STAND VAN ‘s ‘RIJKS KAS
Vorderingen.
I 7 lan. 1933 / 15 jan. 1933
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche Bank………………
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
Voorsch. op uit. Dec. (resp. Nov.) ’32 aan
de gem. verst, op v. haard. de Rijks-
adm. te heffen gem. ink. bel, en opc.
op de Rijksink. bel………………
Voorschotten aan Ned.-lndië………
Id. aan Suriname…………………
Id. aan Curaçao………………….
Kasvord. weg. credietverst.a h.buitenl.
Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen
Vord. op het Alg. Burg. Pensioenfonds’)
Id. op andere Staatsbedrijven 1) ……
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)…
Verplicht Ing en.
Voorschot door de Ned. Bank itig. art.
16 van haar octrooi verstrekt …….
Schuld a/d Bank v. Ned. Gemeenten
Schatkistbiljetten in omloop……..
Schatkistpromessen in omloop…….
Zilverbons in omloop …………….
Schuld op uit. Dec. (resp. Nov.) ’32 a/d.
gemeenten. wegens aan haar uit te
keeren hoofdsom der pers. belasting,
aand. in de hoofds. der grondbel. en
der gem. fondsbel., alsmede opc. op
die belastingen en op de vermogens-
belasting …………………….
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’ Id. aan het Staatsbedrijf d. P., T. enT.’
Id. aanandere Staatsbedrijven 1)
Id. aan’diverse instellingen 1)
1
)111 rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
Vorderingen:
–
,
Betaalmiddelen in’
‘s
Lands kas
–
waaronder Muntbiljetten ………..
–
Saldo Javasche Bank ……………..
. .
–
Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinsteli.
/231.954.000,-
Schatkistpromessen
………………
…2.250.000,-
.
3.410.000,-
Schatkistbiljetten
……
…………
…
Muntbiljetten in omloop
………….
2.076.000,-
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
,,
902.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
…
477.000,-
Voorschot van de Javasche Bank ….
…
1.300.000,-
58
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Januari 1933
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 16 Januari 1933.
Activa.
Binnen!. Wis-( flfdbk.
f
31.489.848,21
Bels, Prom.,P Bijbnk.
,,
580.988,42
enz.in aIsc.ig.scn. ,,
6.194.034,42
f
38.264.871,05
Papier o. h. Buiten!, in disconto
……
Idem eigen portef.
.
f
73.286.344,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk.nog niet afgel.
–
73.286.344,-
Beleeningen
nc!.
vrsch.
Hfdbk.
f
25.245.657,67
in rek..crt.
Bijbnk.
5.097.743,76
op onderp.
Ag.sch.
42.936.918,15
r
73.280.319,58
Op Effecten
……
f
71.984.016,61
Op Goederen en Spec. ,,
1.296.302,97 73.280.319,58
Voorschotten a. b. Rijk ……………..
..
–
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f
98.200.550,-
Muntmat., Goud
..
,,
934.377.060,84.
(1.032.577.610,84
Munt, Zilver, enz.
•
25.279.144,40
Muntriiat.
Zilver..
–
1.057.856.755,24
1
)
Belegging
1/5
kapitaal, reserves èn pen.
sioenfonds
.-
……………………
20.170 792,16
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,_
Diverse rekeningen ………………
..
15.350.331,62
Staatd.Nederl.(Wetv.2715/ 32,S.No.221) ,,
19.331.195,17
Pa8siva
–
f
1.302.540.608,82
Kapitaal ………………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……
.
……………..
,,
3.000.000,-
Bijzondere
reserve
………………,,
5.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
8.214.991,13
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
947.317.155,-
Bankassignatiën in omloop
……….,,
108.112,36
Rek.-Cour.j Het Rijk
(
44.890.486,73
saldo’s:
Anderen,, 270.059.951,47
,,
314.950.438,20
Diverse
rekeningen ………………”
f
1.02.540.608,82
Beschikbaar metaalsaldo
………….f
552.477.846.85
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gervchtigd is. ,, 1.381.194.610,-
1)
Waarvsn In het buitenland
f
3.020.302,58.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Data
Goud
1
Muntmad
Clrculatie
Andere
opeischb.
Beschikb.
Metaal-
Dek-
kings
Munt
schulden
saldo’)
perc.
16 Jan.
’33
98.201
934.377
947.317
315.059 552.478
83
9
’33
98.198
934.397
964.883 295.127 552.875
84
2
’33 98.198 934.391
991.201
274.536 549.135
83
28 Dec.
’32
98.198
934.454
961.590
304.403
549.255
83
19
,,
’32
98.198
934.440
951.558
308.694
550.9a4
83
12
’32
98.198 934.431
961.479 298.376
550.200
83
18 Jan. ’32
97.691
781.581
999.070
185.519
432.404
76
25 Juli
’14
65.703
96.410
310.437 6.198
43.521
54
Totaal
Schatkist-
ee-
Papier
Di,’eiT
Data
bedrag
promessen
•
e
ningen
op het
reke-
I
disconto’s
rechtstreeks
buitenl.
nineen
2)
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De aamengetrok.
ken cijfers der laatste
weken
zijn_telegrafisch_ontvangen.
Andere
Beschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
_________________________________
schulden
saldo
14Jan.1933
149.460
206.810
30.690
54.460
7
,,
1933
150.310
208.920
30.490
54.546
31 Dec. 1932
149.960
204.800
32.170 55.172
17Dec. 1932
103.848
457
207.895
32.376 53.396
10
1932
103.846
46.289 212.272
30.527
53.015
3
1932
103.840
46.097
209.055
32.409
53.351
26 Nov.1932
104.459
45.790
207.528
32.536 54.223
16Jan.1932
112.542
45.948
232.398
22.810
56.408
17 Jan.1931
138.170
41.055
251.313
48.979
59.908
25 Juli1914
22.057 31.907
1
110.172
1
12.834
.
iverse
4.842
Dek-
Wissels.
Data
buiten
Dis-
Belee-
kings-
N.-Ind.
conto’s
ningen
1reke-,,
g
percen-
_____________
betaalb.
/
tage
14 Jan.1933
19.460
5’140
29.810
63
7
,,
1933
19.450
54.880
28.860
63
31 Dec, 1932
19.260
54.170 27.280
63
17Dec.
1
932
18.958
26.563
62
8.721
36.454
10
,,
1932
19.187
8.745
40.289
23.206
62
3
,,
1932
18.808
8.718
38.788
25.489
62
26Nov 1932
18.607
8.787
39.252
24.270
63
16 Jan. 1932
6.669
9.030
49.972
35.421
62
17Jan.1931
33.805
8.714
38.877
39.303
60
25 Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
)
Sluitpost activa.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden pondeu aterling.
Bankbilf. Bankbilf.
Other Securities
Data
Metaal
in
in Banking Disc.and
s
circulatie Departm.Advances ecuri ii
11 Jan. 1933 120.544 358.683
36.110
12.903
17.792
4
,,
1933 120.567 362.559
32.193
45.990
17.862
28 Dec. 1932 120.594 371.193
23.595
18.509
17.738
21
1932 120.828 370.098
24.691
11.833 21.574
14
1932 140305 372.256
42.186
11.740 18.048
7
1932 140.389 365.662
48.760
11.807
17.725
13 Jan. 1932 121.331 354.744
41.018
15.846 36.046
22 Juli 1914 40.164
29.317
33.633
Gov.
Sec.
Public
Depos.
I
Ofh7bposits
I
Other
Bankers lAccounts
Dek
Data
l
Resem
]
kings-
perc.
1)
11
Jan.’33
109.967
12.788 112.921
34.744
36.861
0331
–
2
13
4
,,
’33
102.082
12.516
134.120
34.235
32.968
18
7
/
33
28Dec. ’32
102.372 8.865 102,410 33.760
24.401
161i/
16
21
’32
99.677
7.826
98.898
33.989
25.530
18
3
/
33
14
’32
74.249
8.537 86.291
34.368
43.049
335,
7
,,
’32
85.844
8.522 104.252
34.454
49.727f
328I
122
13 Jan.’32
53.561
22.381
68.702
37.912
41.5871
32I
82
22Juli ’14
11.005 14.736
42.185 29.297
52
1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
16 Jan. 1933
38.265
–
73.280
73.286
15.350
9
1933
39.016
–
72.526
71.321 15.636
2
1933
38.356
–
79.620
71.321 15.940
28 Dec.
1932
38.593
–
79.290
71.321
15.647
19
1932
39.394
–
73.740
71.321 15.206
12
1932
39.847
–
73.675
71.321
15.257
18 Jan.
19321
79.237
–
99.024
83.615 35.453
25 Juli
19141
67.947
–
61.686
.20.188
509
2)
Sedert den bankstaat van 4 Jan. 1929
op
de basis
van
21
metaal-
dekking.
2)
Onder de activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste
posten
in duizenden guldens.
Data Metaal
Andere
opeischb.
Discont.
D
10
Dec.
1932..
856
1.144
581
784
2.336
3
,,
1932.,
855 1.335 558
784
2.389
26
Nov.
1932..
856
1.206
530
794
2.437
19
,,
1932..
859
1.148
452
791
2.355
12
Dec.
1931_
822 1.173
694
1.027
779
5 Juli
1914_1
645
1.100
560
735
396
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste Dosten
millioenen fraues.
Data
Goud
Zi1ver)
Tegoed
in he
Wis-
Waarv.
op
het
I
Renteloos
voorchot
buiteni.,
sels
butenl.
ningen
v.d. Staat
6 Jan.’33
82.760
1.395
2.943
4.099
1.525
2.614
3.200
30 Dec.’32
83.017
1.384
2.938
4.983
1.546
2.515 3.200
23
’32
83.120
1.369
3.154 4.130
1.582
2.529
3.200
18
,,
’32
83.269
1.357
3.105
4.143
1.605
2.571
3.200
8 Jan.’32
69.279 964
11.131
15.822 9.922
2.882
3.200
23 Juli’141
4.104
640
–
1.541
81
769
–
Bons
v.
d.1
Diver-
I
Rekg.Courant
Data
zelfst.
sea’)
Circulatle
1
Zlfst.
I
Parti
–
amort. k.
1
Staat
I
amort.k.I culieren
6 Jan.’33
6.802
2.370
84.407
1
316
I
2.104
19.486
30 Dec.’32
6.802 2.357 85.028
1
193
1
2.118
20.073
23
’32
6.552 2.168
82.565
1
196
1
2.136
.22.054
16
’32
6.552 2.179 82.035
I
1731
2.153
.22.179
8 Jan.’32
6.899
2.247 84.922
552
5.493
21.408
23Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
siuitp. aer activa.
1
1) Slutpost activa.
18 Januari 1933′
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
59
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichamark.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
(loud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
)
geldende
chequës
7 Jan. 1933
805,2
33,1
115,1
2.524,3
72,0
31 Dec.
1932
806,2
43,6 113,8
2.805,5
176,1
23
1932
800,1 43,6
‘
117,5
2.545,7
103,1
15
1932
798,5
40,4
117,6
2.606,7
110,4
7
1932
804,1
40,4 113,9 2.688,1
101,1
7 Jan. 1932
979,0 106,9
162,3
3.854,1
99,0
30 ,Ïuli
1914 1.358,9
–
–
750,9 50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa
2
)
latie
Crt.
Passiva
7 Jan. 1933
397,6
872,9
3.374,0
338,5
767,6
31
.Dec.
1932
397,5
933,6
3.560,5 539,3
745,9
23
,,
1932
397,1
814,3
3.371,2
386,3
733,3
15.
1932
396,5
756,6
3.400,4
354,0
751,8
7
,,
1932
396,2 754,0
3.439,0
352,7 738,3
7 Jan. 1932
160,6
930,0 4.575,6
417,2
867,5
30 Juli
1914
330,8
200,4
1,890,9
944,-
40,0
1)
Onbeiast.
2)
W.o. Rentenbankscheine
7
Jan.
‘33,31, 23, 15,7
Dec.
’32 en
7
Jan.
’32
resp.
34;
14;
27; 26; 31;
14 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Jlelgas.
—
Data
Goud
.
0
Rekg. Cr1.
,..
–
1932
12Jan.l)2603
66
767
45
363
40
3.672
22
182
5
,,
)
2599
67
750
51
363
40
3.691.
14 157
29 Dec.
2596
–
728
61
–
–
3.627
88
130
22
2596
68
688
70
367
40
3.600
61
156
15
2598
67
705
70
367
40
3.620
35
180
14Jan.
2550
40
950
54
288
1
40
3.703
9
190
1)
1933.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in rnillioenen do1Iars.
Go.dvoorraad
_
l
Wettig
Wissels
Data betaal-
middel
Totaal
Dekking
In
her-
disc. v. d.
In
de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
nien,ber
markt
banks
gekocht
28Dec.’32
3.148,5
2.376,2
173,3
267,4
33,3
21
’32
3.111,6
2.337,9
169,4
270,3
33,2
14
’32
3.093,3
2.327,8
185,8
284,5
33,8
7
’32
3.078,1
2.320,1
185,1
298,6
33,7
30Nov.’32
3.049,3 2.282,4
192,6
309,0
34.9
23
,,
’32
3.053,2 2.270,4
‘
188,9
307,5
34,6
30Dec. ‘311
2.987,6
1
2.148,4
1
167,5
1
1.024,1
1
327,0
Belegd
Notes
Gestort
1
Algem.
Got
Dek-
1
Dek.
Data
In Ii. S.
Gov.Sec.
1
in circu- latie
PI?
Kapitaal
I
perc.’)
gkin
ga-
1
perc. 2)
28Dec.’32
1.850,7
2.735,5
2.563,2
151,3
59,4
62,7
21
,,
’32
1.850,7
2.756,4
2.521,4
151,3
58,9
62,2
14
,,
’32
1.850,7
2.713,9
2.484,9
151,4 59,5
63,1
7
’32
1.850,7
2.723,7
2.466,8.
151,5
59,3 62,9
30Nov.’32
1.850,8
2.692,3
2.484,2
152,0
58,9
62,6
23
,,
’32
1.850,7
2.694,4
2.478,9
152,0
59,0
62,7
30Dec. ’31
803,2 2.613,1
2.480,1
1
160,6
i
58,6 61,9
1)
Verhouding totaien goudvoorraad tegenover opeiscbbara
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaai en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Data
Aantal
banken conto’s
en
beleen.
10.368
1
Beleg-
1
gingen
1
Reserve
bil de
1
F
R.
banka
Totaal
depo-
sito’s
17.794
time
I
Waarvan
deposits
5.641
21 Dec.’32
64
8.506 2.014
14
’32
79
10.331
8.508
1.992
17715
5.653
7
,,
’32
.
89
10.364 8.477
1.955
17.564
5.644
30Nov.’32
100
10.413
8.589
1.985
17.836
5.668
23
,,
’32
95
10.375
8.558
1.966
17.679
5.682
23Dec.’31
567 13.119 7.615
1.526 18.063
5.947
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
17 Januari 1933.
In tie afgeloopen w’eek aiju flinke zaken in t a r w e tot
stand gekomen, vooral in cle eerste helft der week, toen
de stemming vast was en aan de Noord-Amerikaallsche
termijiimaiktcn de koersen opliepen. In de Ver. Staten zijn
cle boeren terughoudend in afwachting van wettelijke maat-
regelen. Het congres heeft een wet aangenomen, volgens welke boeren zullen worden gesteund, die op zich nemtu
den uitzaa’i van tarwe te beperken. Gedurende de laatste
dagen werd betwijfeld, dat . de Senaat deze wet ook zal aannemen en de vaste stemming is daardoor weder ver-
dvenen. Van invloed op dc wereldmarkt zijn de prijzen
in de Ver. Staten niet, daar van export geen sprake is. Dc
stemming te Winnipeg ondergaat echter meestal den in-
vloed van die te Chicago en dus verbeterden ook te Winni-. peg de prijzen. Dc boei-en in Canada hebben hun tarwe op
ruime schaal ter markt gebracht; men schat dat zij 275
rni.11ioen bushels van den 431,2 mill’ioeii grooten oogst reeds
hebben verkocht. Minder groote aanvberen en goede export.
vraag via Vancouver w’aren mede oodzaken van de vastere
stemming. ])e prijsvcrhooging was echter zoodanig, dat
Argentijnsche tarwe, welke slechts matig in prijs werd verhoogd, met de Manitoba-tarwe kon corcurreeren in
Engeland, •niettegenstaande het voorkeurstarief van 2
shillings. Engelsche molens hebben dan ook van het Ar-
geiitijnsche aanbod gebruik gemaakt. Tegan het einde der
week verflauw’de de stemming weder tengevolge van groote
verschepingen uit Argentinië en A’ustralië, terwijl koopers
meer terughoudend werden, nadat zij geregeld flink had-
den gekocht. Het slot aan de termijnmarkt te Chicago ‘as
13/ do.11arcents per 60 lbs. lager dan een week geleden.
Winnipeg sloot ook 1% dollareents lager. Buenos Aires
sloot 15 centavos, Rosario 10 centavos per 100 KG. lager
dan een week geleden. In Argentinië vinden liet binnen-
halen en het dorschen van tarwe goeden voortgang. De
resultaten geven reden tot tevredenheid, hoewel het natuur-
gewicht niet hoog is. Ook uit Australië, waar men druk
bezig is met het binnenhalen’ en dorschen, blijven de berich-
ten gunstig. De opbrengst wordt daar geschat op 23.937.000
quarters tegen 22.417.000 quarters in 1931. Geregeld blijft
leveuclige vraag bestaan voor Clnna, waarheen groote hoe-
veelheden ook op latere aflading worden verkocht. Men
schat dat reeds een anillioen ton daarheen is geplaatst. De
prijzen voor Australische tarwe zijn in de twcde helft
der week iets teruggeloopen in verband met de minder
vaste stemming voor andere soorten In groote verschepiti-
gen naar Europa. De berichten over wintertarwe in de
Ver. Staten blijven ongunstig door droogte en vorstschade
in sommige streken. In andere gebieden ontbreekt sneeuw-
bedekking, terwijl weer elders door het zachte weder de
planten te snel ontwikkelen, waardoor zij vatbaarder wor-den voor v rst.
R o g ge .is niet verbeterd tengevolge vat de tijdelijk
vastere stemming voor tarw, en was gedurende dc ge-
heele week tot nagenoeg onveranclerde prijzen te koop, zon-
der dat zaken van beteekenis tot stand kwamen. Tegen
het einde der week trad eene kleine verlaging in.
Het aanbod ‘van aangekomen cii disponibele in a ï s is
al’lengs verminderd en de ‘bi1ienkomende’partijen Donau-maïs werden tot stijgende prijzen verkocht. De vraag voor
het binnenland is verbeterd, ‘hoewel nog niet van groote
vraag gesproken kan worden. Door inkoopen in de laatste
week van het ‘oude jaar schijnen flinke voorraden in het
binnenland gevormd te zijn, welke nu verbruikt worden.
Groote verschepiugen van den Donau hebben de markt
tijdelijk gedrukt. Sedert echter de scheepvaart op den
Donau gesloten is, worden, •zoolang deze sluiting duurt, geene groote verschepingen verwacht, en de eerste hand
offreert slechts weinig, in de tweede hand worden Januari
en Februari tot een matige premie boven stoomende aan-
geboden. In stoosnende Plata-riaïs is het aanbod schaarsch,
cle prijzen zijn eenige guldens per last hooger dan voor
Donaumaïs, wat het tot stand komen van belangrijke
zaken tegenhoudt. De vooruitaichten van deu nieuwen maïs-
oogst iii Argentinië zijn gunstig. Alleen wordt in sommige
stre:ken geklaagd over schade door sprinkhanen, doch het is voorloopig niet mogelijk den omvang daarvan te schat-
ten. Tengevolge van den val van den wisselkoers op Zuid-Afrika zijn zaken in Zuid-Afrikaansche mais mogelijk ge-
weest tot prijzen, welke iets .hooger 1’aren dan clie voor
Donau-mais en lagci- clan die voor Plata-mais. Ook in
Mixed maïs zijn weder enkele zaken tot stand gekomen. De
week eindigde met eene vaste stemming voor spoedige
mais; voor latere ‘verscheping bestond weinig belangstel-
ling, vooral toen de koersen uit Argentinië weder lager
60
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Januari
1933
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
8/I4Jan.
Sedert
Overeenk.
1
8
1
14 Jan.
Sedert
Overeenk.
1933
Jan.
1933
tijdvak
1932
I933
1
Jan.
1933
tijdvak
1932
1933 1932
11.347
25.996 23.371
97
97
–
26.093
23.371
3.822
10.376
.
12.937
100 100
–
10.476
Ï2.937
Tarwe
…………….
Rogge
……………..
126
2.205
711
–
–
2.205
711
Boekweit ………………
Mais ………………
31.567 58.195
118.357 12.019
20.118
20.853
78.313
139.210
Gerst
……………..
3.353
5.948
15.120 882 882
1.970
6.830
17.090
4.955
12.170
4.108
200
347
–
12.517
4.108 7.600
7.600
9.142
5.205 12.963
8.228
20.563
17.370
Haver
……………..
250
1:325
2.350
–
–
–
1.325
2.350
Lijuzaad
……………
Lijnkoek
……………
993 1.049 270 460
842
1.453
1.891
Tarwemeel
………….168
m
Andere
eelsoorten
722
1.402
2.705
–
169
1.379
1.571
.
4.084
kwamen. Het slot te Buenos Aires was nog 3 esatavos
hooger, te Bosario onveranderd. Chicago sloot 1% dollar-
Cents ‘per 56 lbs. lager dan een week geleden.
in de prijzen voor ge r s t is weinig verandering geko-
men. itussische en Donaugerst worden uit disponibele voor-
raden aangeboden. De vraag is slechts klein en de om-
zetten waren teleurstellend. Grst in stooniende booten en
op aflading wordt alleen (loor Argentinië aangeboden. Ook
hiervoor is de belangstelling niet groot en de prijzen zijn eenigszins gecliiald, daclat zij in ‘het begin der week iets
gestegen waren.
Het aanbod van :Boheeniselie li a v e r is minder drin-
gend geworden en de prijzen
ZU
Vrij belangrijk gestegen
vooral op aflading. Plat-a-liaver is ook in ‘prijs verhoogd,
zonder zaken van belang, einde der wèek trad weder een
kleine verlaging in. Aan de termijnmarkt te Buenos Aires
sloot haver onveranderd.
SUIKER.
Gedurende de afgeloopen week hebben op de verschillende
sii’ikeriuiarkten geen veranderingen van beteekenis plaats
gehad.
in A in e r i k a bedroegen dc omzetten van ruwsuiker
21.000 tons. ‘De termijnnoteeringen oiidergiiigen nagenoeg
geen wijziging. De slotnoteeringeit luidden Jan. 0.70, Nirt.
0.69, Mci 0.73, Juli 0.78 en Sept. 0.81, terwijl de laatste
noteeriag voor Spot Cents. 2.75 bedroeg.
Volgens Willett & Gray zal de consliniptie in de Ver.
Staten gedurende 1932 bedragen 5.214.000 tons tegen
5.475.000 toiis iii 1931
;
zijnde eene vermindering van
4.77 pCt.
De ontvangsten mde Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen deze week 11.000 tons, de versmeltingeii 26.000
tons tegen 21.000 tons verleden jaar en de voorraden
105.000 tons tegen 107.000 tons.
In En g el a n cl hcerschte gedurende de afgeloopen week
een iets ‘betere stemming en de noteeringen liepen vrij
scherp op tot 2
d.
per ewt. boven het laagste punt. Sedert
zette – eeu reactie in en liet slot op de
L
o n l e n s c h. e
termijnmarkt luidde als volgt: Mrt. Sh. 5114, Mei 8h .5/3.
Aug. 8h. 516 en Dec. Sh. 5/83/2; rietsuiker basis 96
0
c.i.î.
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MI’JERALEN
E
;a
‘
ROGGE
MAIS
GERST
62163
LIJNZAAD
BOTER
Ed
AS
EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalscliej
PETROLEUM
No
loco
.
No. 2 Canada
loco
La Plata
–
loco
Z. Russiciie
La Plata
per K.G.
Al
Oem. not. Hollandsche
Mi dru
”
A
t
arn,
R’dam/A’dam
R’damjA’dam
loco
otter-
loco
R’dam!A’dam
Leeuwar-
der Comm.
.
abrieks-
kaa
Elermijn
Roermond
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
.
t,m 33.9°
perlK..
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
pearnl®
}CG.
per 1960 K.G.
Noteering
Id. mjnerk
lOO st.
R’darn/A’darn
2)
3)
•
4)
pr
11
0
10
f1
01
–
f1.
0
10
f1.
01
f1
0
0
0f
f1
0/
f1.
0
10
f1.
0
10
$
0/0
1925
17,20
100,0 13,07
0
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0 56
1
–
100,0
9,18
100,0 10,80 100,0
1.68 100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7
1.89
112,5 1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4 2,03
87,9
43,30
77,3
7,96
86,7
11,25
104,2
1.30 77,4
1928
13,475
78,3
13,15
100.6
226,00 97,7
228,50
96,8
363,00
78,5
2,11
91,3 48,05
85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
2,05
88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
11,40 105,6
123
73,2
1930
9,67
5
56,3
6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
1,66
71,9
,
38,45
68,7
6,72 73,2
11,35
105,1
1.12 66,7
1931
5,55 32,3
4.55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
1,34
58,0
31,30
56,9
5,35 58,3
10,05
93,1
0.58
34,5
1932
5,22
5
30,4
4,62i
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7 137,00
29,6
0,94
40,7
22,70
40,5
4,14
45,1
8,00
74,1,
0.81
48,2
Jan.
1930
12,67
5
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75 93,8
2,00 86,6
43,95 78,5
7,55 82,2
11,75
108,8
1.21
72,0
Febr.
,,
11,725
68,2
8,17
5
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
2,03 87,9 41,15
73,5
6,90
75,2
11,75 108,8
1.11
66,1
Maart
•
10,90
63,4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0 390,00
84
1
3
1,71
74,0
41,25
73,7
5,18 56,4
11,55
10619 1.11
66,1
April
,,
I IJ7
5
65,0
7,625
58,3
180,25
77$
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9 36,50
65,2
5,16 56,2
11,35
105,1
1.165
69,3
Mei
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5 405,00 87,6
1,44
62,3 37,20
66,4
5,30
57,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Juni
,
10,05
58,4
5,176
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0 385,50 83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09 55,4
11,35
105,1
1.185
70,5
juli
9,55 55,5
5,82
5
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
74,5 39,90
71,3
5,99 65,3
11,35
105,1
1.185
70,5
Aug.
,,
9,45 54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3 365,00 78,9
1,58
68,4
40,20
71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Sept.
,,
8,40 48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9 318,75 68,9
1,64
71,0
37,55
67,1
7,23
78,8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.
7,40 43,0
4,625
35,4′
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
1,63
70,6 36,90
65,9
8,60
93,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.
,,
7,25 42,2
4,25
32,5
94,50
40,8
82,25
34,9
270,75
58,5
1,58
68,4
36,50 65,2
9,63
104,9
10,90 100,9
0.85
50,6
Dec.
,,
7,07
5
41,1
4,30
32,9
96,00
41,5
91,00
38,6
247,75
53,6
1,55
67,1
33,50
59,8 7,97
86,8
10,85
‘
100,5
0.85
50,6
Jan.
1931
6,525
37,9
4,-
30,6
84,50
36,5 86,25 36,5
207,50
44,9
1,61
69,7
32,25
57,6
6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
Febr.
,
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50
37,8 85,75 36,3
206,25
44,6
1,66
71,9 33,80
60.4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart
5,625
32,7 4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
1,47
63,6 35,00
62,5
4,94
53,8
10,30
95,4
0.66
39,3
April
,,
5,90
34,3
4,425
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4 31,60
56,4
4,20
45,8
10,15
94,0
0.53
31,5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,07
5
44,4′
.
10,00
92,6
0.53
31,5
Juni
5,75
33,4 5,05
38,6
86,75
31,5
116,50
49,4
191,50
41,4
1,29
55,8
33,50 59,8
4,30
46,8
10,00
92,6
0,34
5
20,5
Juli
5,425
31,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0
211,00
45,6
1,32 57,1
37,75
67,4
4,40 47,9
10,00
92,6
0.24
14,3
Aug.
4,915
28,9
4,025
30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1 1,30
56,3
36,00 64,3
4,98
54,2
10,00
92,6
0.43
6
25,9
Sept.
4,775
27,8
4,27e
32,7
68,00
29,4
97,00
41,1′
164,25
35,5
1,27
55,0 32,25
57,6
5,775
62,9
10,00
92,6
0.56
33,2
Oct.
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50
29,6
94,75
40,1
160,25
34,6 I,24
53,7 26,25
46,9
6,275 68,4
9,90
91,7
0.56
33,2
Nov.
5,825 33,9
5,476
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
1,17
50,6 24,75
44,2 7,07
77,0
9,90
91,7
0.68
40,4
Dec.
,,
4,925 28,6
4,95
37,9
69,25 29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
1,18
51,1
21,40
38,2
‘5,326
58,0
9,90
91,7
0.71
42,3
Jan.
1932
5,05
29,4
5,070
,
38,8 71,25 30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
1,16
50,2
25,75
46,0
4,71,
51,3
8,25
76,3
0.71
42,3
Febr.
,
5,30
30,8
5,975
38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,34
58,0
27,75
49,6
3,79
41.3
8,25
76,3
0.71
42,3
Maart
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
0,98
42,4
23,65
42,2
3,425
37,3 8,35
77,3
0.71
42,3
April
5,65
32,7
6,225
47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
0,99
42,9
19,60
35,0
2,775 30,2 8,65
80,1
0.86
51,2
Mei
»
5,60
32,6
5,30
40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
0,82
35,5
19,65
35,1
2,88
31,4
8,30 76,9
0.86
51,2
Juni
5,225
30,4
4J5
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
1,11
48,1
24,25
43,3
3,08
33,5
8,25 76,3
0.86
51,2
Juli
4,90
28,5
4,-
30,6
78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
0,96 41,6
19,55
34,9
3,125
34,0
8,10 75,0
0.86
51,2
Aug.
5,20
30,2 4,075
31,2
77,50
33,5 98,25
41,6
133,00
28,8
0,76 32,9
17,90
32,0
3,72
40,6
7,80
72,2
0.86
51,2
Sept.,,
5,47,5
31,8
4,20
32,1
78,50
33,9 88,50
37,5
150,75
32,6
0,84
36,4
19,70
35,2
4,64
50,5 7,75 71,8
0.86
51,2
Oct.,,
5,25
30,5 3,925
30,0
74,50
32,2
79,50
33,7
138,25
29,9 0,82
35,5
25,50 45,5
5,73
62,4
7,65
70,8
0.86
51,2
Nov.
4,90
28,5
3,90 29,8
71,25
30,8
7900
33,5
135,2’s
29,2
0,81
35,1
26,50 47,3
6,65
72,4
7,40
68.5
0.86
51,2
Dec.
»
4,725 21.5
3,80
29,1
66,25
28,6 75,25
31,9
135,00
29,2 0,73
3l,6
22,55 40,3
5,125 55,7
7,25
67,1
0.74
5
44,3
2 Jan.
1933
4,80
27,9
3,65
27,9
68,50
29,6
74,00
31,4′
135,00
29,2
0,717
30,7
22,507
40,2
4,55
49,6
7,05
65,3
0.63
37,5
9
,,
,,
5,25
30,5
3,80
29,1
71,00
.30,7
74,00
31,4
139,00
30,1
0,690
29,9 21,500
38,4
4,10
44
1
7
7,05
65,3
0.63
37,5
III
,,
5,-
29,1
3,80
29,1
74,00 32,0
75,00
31,8
138,25
29,9
3,90 42,5 7,05
.
65,3
0.63
1
37,5
1)
Men zie voor de toel. op dezen staat de nos. van 8 en 15 Aug. 1928 (No. 658 en 659) pag. 689/90 en 709.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter. No. 2. van Jan. 1931
vanaf 26Mei
1930
tot 23Mei1932 74 K.O. Zuid-Russisclie.
4)
Tot Jan.
1928
Malting; van Jan.
1928
tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1
18 Januari 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
61
I)e laatste
C
u b a-statistiek is als volgt:
1932
1931
1930
tons
tons
tons
Productie …… (Ra’ming) 2.602.864 3.122.186 4.671.260
Ontvangsten ………….21.557
27.206
15.225
Totaal sedert 111/32 ……1.687.653 2.139.394 3.849.143
Verschepingen ………..31.556
42.550
16.998
Voorraad in afscheephavens 597.224
717.787
661.868
Wij laten hieronder volgen de gegevens van de U. K.
Board of Trade Statistiek over December:
December
Oct./Dec.
1932
1931
1932
1931
tons
tons
tons
tons Import Biet.sui.ker
1.497
3.535
2.928
15.785
Rietsuiker
…….
251.856 182.129 665.751 442.795
Totaal ….
253.353 185.664 668.679 458.580
Vrijgemaakt v. consumptie
127.753 145.694 427.588 416.425
Export geraffineerd
…..
33.822
17.824
87.490
32.288
bi ch t heeft zijn raming van de Rus s i s c h e pro-
ductie verlaagd van 1:300.000 tons tot 1.000.000 tons, ter.
wijl in sommige kringen een totaalproductie van slechts
800.000 tons verwacht wordt.
Op
J a v a verkocbt de N.I.V.A.S. 13.000 tons Supe-
rieur en 13.900 tons bruine suiker.
De uitvoeren van Java gedurende December 1.932 hebben
bedragen 143.000 tons, tegen 96.000 tons in 1931, waar-
van resp. 49.000 cii 11.000 tous naar Europeesche havens.
H ier te land e ondergihgen de prijzen nagenoeg geen
verandering. De slotnoteeringen op de A m s te r d a m-
s c h e termijnmarkt luidden als volgt: Jan.
f5,-,
Mrt.
f
5%, Mei
f534
en Aug.
f534.
De omzet bedroeg 2700 tons.
KOFFIE.
De markt was in de afgeloopen week zeer kalm gestemd,
Per telegram werd alhier bericht ontvangen, dat dag.
bladen te Rio melding maken van een voorstel tot ver-
dere verlaging van bet uitvoerrecht. Officieel is daarvan tot nu toe echter niets vernomen, doch onmogelijk is het
niet, dat de Brazilianen met een dergelijk plan rondloopen,
want uit verschillende feiten schijnt te moeten worden
afgeleid, dat men aldaar thans trachten wil den afzet van het product door verlaging van den kostprijs te stimulee.
ren. Zoo wordt thans bekend, dat reeds in November door den Voorzitter van den Koffie-Raad tegenover den Minis-ter van Financiën van de Federale Regeering is verklaard,
dat het verbranden van koffie alleen middel maar nooit
doel kan zijn en dat Brazilië, wil het niet ten onder gaan,
een einde zal moeten maken aan de ov&rproductie. Boven.
dien wees hij er op, dat liet vrij verkoopen van goede kwa-
liteit tot lagen prijs thans het (levies moet worden en dat
de geweldige achteruitgang van den uitvoer onmiddellijk
energieke middelen tot verbetering noodzakelijk maakt.
Ten slotte moet hij zelfs hebben toegegeven, dat de regel-
matige aankoopen van koffie door den Raad feitelijk niet
meer een middel tot verdediging vormen, maar een aanval
op den handel beteekenea.
Hoezeer de uitvoer van het Bra.ziel-product naar Europa
en naar Amerika nog in den laatsten tijd is achteruitge-
gaan, blijkt uit cijfers, gepubliceerd door de Firma Louis
Delamare te Havre, die berekent, dat de invoer van Europa
en Amerika in de tweede helft van 1932 voor 51 % bestond
uit Braziel-koffie en voor 49 % uit andere soorten tegen
64 % :llraziei en 36 % andere soorten in hetzelfde tijdsver-
loop van 1931.
Ook Van de zijde van het Nederlandsch Gezantsehap te
Rio wordt bericht, dat het er naar uitziet, dat de Koffie-
Raad het voornemen heeft dc Braziliaansche koffiepolitiek
grondig te wijzigen en dat door den Raad aan de Regee-
ring o.a. is voorgesteld: ie. de voorraden van den Staat
Sao Paulo aan te koopen en contant te betalen, 2e. de vet
AN GROOTHANDELSPRIJZEN
3
)
.
.
METALEN
1
TEXTIELGOEDEREN
.
DIVERSEN
ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER
TIN
LOOD
KATOEN
WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
cash Londen
I
per
Foundry No.3 Standaard
Locoprijzen locoprijzen Locoprijzen
Middling
locoprijzen
Australische,
Australische,
CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf,open
SALPETER
Old. per
Standard
fob.
Middlesbrough
Londen
Londen per
Eng. ton
Londen
per Eng. ton
New-York
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
mal Carded,
kop
100 KO.
Ounce
per Eng. ton
per Eng. ton
per Ib. per Ib. 50’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
Bradford per Ib.
pence
Q/
5h.
ole
£
0
10
£
0
10
£
OIo
S cts.
O
o
pence
0
1s
pence
.
OJç
f1.
0
jj
f1.
°!
32
1
l
100,0 731- 100,0
62.16
100,0
261.171-
100,0
36.816
100,0
2325
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
2911/
1
89,3
8616
118,5
58.11-
93,5
290.176
111,1
31.116
85,3
17,55
75,5
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
26
3
4
83,3
731-
100,0 55.14!.-
89,7
290.4!-
110,8
24.4-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
1.16,5
11,48
95,7
26
1
11
81,1
•
66!-
90,4
63.161-
102,8
227:51-
86.8
21.11-
57,8
20,00
86,0
51,50 93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
11
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.156
77,8
23.51-
63,8
19,15
82,4
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
17
1
u116
55,4
671-
91,8
54.131-
88,0
142.51-
54.3
18.1/6
49,6
13,55
58,3
.
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
13
1
1e
41,6
551-
75,3
36.51-
58,4
110.11
42,0
12.11-
33,1
8,60
37,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
12718
40,1
421-
57,5
22.171-
36,8
97.2!-
37,1
8.121-
23,6
6,45
27,7 16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
20
15
138
65,3
72/6
99,3
71.916
155,1
174.131-
66,7
21.111-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
20
1
1
62,6
7216
993.
71.1216
115,4 174.41-
66,5
21.4!-
58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
24,50
70,6
10,21
85,1
19
1
1
59,5
701-
95,9
68.19,6
111,1
165.181-
63,4
18.161
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
24,
69,2
10,21
85,1 19116
61,0
67/6
92,5 61.31- 98,5
161.1716
61,8
18.6/6
50,3
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5 24,13
69,5
10,21
85,1
1
8u116
59,0
6716
92,5
53.91-
86,1
145.-/-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0 26,25
75,6
10,21
85,1
16
1
116
50,0
6716
92,5
50.1 6
80,7
136.46
52,0 17.19/-
49,3
14,50
62,4.
27,75
50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9 67/6 92,5
48.21-
77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8
24,25 69,9
9,18 76,5
161s
.51,0
651-
89,0
47.151-
76,9
135.56
51,7
18.61-
50,2
11,95
51,4 27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28 77,3
16
11
1I6
52,0
6316 87,1
46.61-
74,6
132.61-
50,5
17.181-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,50
76,4
9,39
78,3
16
1
/2
51,5
6316
5
87,1
43.
–
1
–
69,3
117.131-
44.9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2
26,25
75,6
9,49
79,1
16518
51,9
636
6
87,1
46.8/6
74,8
113.161-
43,5
15.18i6
43,7
10,35
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25
72,8
9,70 80,8
16
3
/8
51,9
63/6
6
87,1
47.66
76,2
115.31-
44,0
15.51’6
41,9
9,95
42,8 22,50 40,9
12,50
42,4
25,-
72,0
9,90 82,6
13
7
/
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
116.81-
44,4
14-16
38,5
10,30
44,3 21,25
38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
12
1
12
38,9
586
80,3
45.116
72.6
117-16
44,7
13.56
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
13
7
116
41,8
586
.
80,3
45.116
72,6
122.1/-
46,6
13.36
36,2
10,90
46,9 25,25 45,9
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1
13
1
1
40,9
586
80,3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
12.101-
34,3
10,25
44,1
24,50 44,5
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1
12
1
!18
40,3
5816
.
80,3
39.66
634
104.171-
40,0
11.106
31,6
9,40
40,4
2350
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
127;8
40,1
5816
80,3
36.616
58,5
106.2(6
40,5
11.1116
31,8
9,10
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
13
1
/
41,2
58/6
80,3
34.141-
55,9
112.5/6
42.9
12.1516
35,1
9,25
39,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26 68,8
12
1
3/16
39,9
5816
80,3
32.151-
52,8
114.196
43,9
11.19,6 32,9
7,20
31,0
22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
1351
41,4
55/6
76,0 30.3;6
48,6
111.161-
42,7
11.4-
31,1
6,55
28,2
20,00
36,4
11,00
37,3.
18,-
51,9
6,50 54,2
1313116
43,0
46′-
63,0
28.216
45,3
101.1/6 38,6
10.96
28,8 6,30
.
27,1
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65
55,4
14
1
12
45,1
446
61,0.
27.19/6
45,1
102.-!-
39,0
11.51-
30,9
6,40
27,5
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80
56,7
14
5
116
44,6
41 6
56,8
27.6/6
44,2
1
98.1716
37,8
10.161-
29,6 6,30
27,1
16,25
29,5
9,00
30,5
—
–
6,95
57,9
1
3
7
18
43,2
41 6
56,8
27.14/6
44,7
98.181-
37,8
10.141-
29,4 6,65
28,6
16,50
30,0
9,00 30,5
11,63
33,5
7,10 59,2
14
43,6
41 6
56,8
26.41-
42,2
99.216
37,9
10.51-
28,1
6,90
29,7
.
16,25
29,5
9,00 30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
13
3
/
4
42,8
441-
60,3
24.181-
40,1
96.61- 36,8 9.91- 25,9
6,90
29,7
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
13
1
/
40,9
45/-
61,6
23.81-
37,7 84.1516
32,4
8.1616
24,2
6,25
26,9
16,50
30,0
9,00
30,5
9,25
26,7
7,40
61,7
125/
39,3
441-
60,3
21.6/-
34,3
89.1316
34,2
8.-1-
22,0
5,80
24,9
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88
25,6
7,40
61,7
12
5
18
39,3
44
1
–
60,3
20.126
33,2
84.91-
32,3
7.5/-
19,9
5,25
22,6
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9
7,40
61,7
121
38,5
42i6
58,2
19.216
30,8
90.1716
34,7
7.316 19,7
5,80
24,9
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,1
–
–
12
1
/,6
39,9
421-
57,5
22.416
35,8
101.-1-
38,6
7.1716
21,6 7,35
31,6
15,75
28,6 8,25
28,0
12,-
34,6
5,70 47,5
13
40,5
421-
57,5
25.81-
409
1099/6
41,8
9.1016
26,1
7,75
33,3
16,75
30,5
8,75
29,7 13,75
39,6
5,90
49,2
12
1
12
38,9
411- 56,2
22.516
35,9
105.1316
40,4
8.7/- 22,9
6,50 28,0
15,75
28,6
8,50
28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
1251,
38,3
401-
54,8
21.191-
35,4
104.716
39,9
8.416
22,6 6,15 26,5
15,25
27,7
8,25
28,0
12,-
34,6 6,10 50,8
11
1
13
35,8
391-
53,4
19.126
31,6
100.10,6
38,4
7.916
20,5 5,95
25.6
15,25 27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20 51,7
11
3
/
9
)
35,4
4016)
55,5 19.18 6
9
)
32,1
102-16
9
)
39,0
7.816
9
)
20,4
6,10
9
)
26,2
15,75
10
)
28,6
8,25
19
)
28,0
6,30
52,6
11
5
18
36,2
406
55,5
1918/6
32,1
100.61-
38,3
7.146
21,2
6,30
27,1
15,7511)
28,6
8,25″)
28,0 6,30 52,6
11j
36,0
406
55,5
19.1316
31.7
99.126
38,0
7,5/-
19,9
6,15
26,5
.
6,30 52,6
8 Sept.
1932 79 K.G. La Plata.
3)
Tot Jan.
1928
Western; vanaf Jan.
1928
tot 16
Dec.
1929
American No. 2, van 16
Dec.
1929
tot 26 Mei
1930
7415 K.O. Hongaarsche,
415 K.O. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept.
1932 No.
3
Canada.
5)
Noteering Schotland 5916. 6)581.
7
)6 Jan. 8)13 Jan.
9)
3. Jan.
10)
5 Jan.
11)
12 Jan.
62
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Januari 1933
betreffende het verbod van aanplant van nieuwe koffie-
struiken te verscherpen en onvoldoende rendeerende plan-
ten onbruikbaar te maken, 3e. te bepalen, dat de uitvoer
van kofFie, welke on’zuiverheden boven een zeker percen-
tage bevat, vanaf 1 Juli 1933 zal worden verboden, 4e. de
propaganda voor het verbruik uit te breiden, 5e. een tarief-
actie op touw te zetten ten behoeve van het koopen door
het buitenland van Braziliaansche koffie, 6e. het crediet van den Koffie-Raad bij de Braziliaansche Bank te ver-
grooten, 7e. de wetgeving betreffende hypotheken te her-
zien en 8e. voor de volgende oogsten een zeker ,,offer-con-
tingent” vast te stellen, dat zal worden vernietigd als de
producent niet den prijs van den Koffie-Raad genoegen
neemt, of anders zal worden opgeslagen. Dit programma
moet door den Minister van Financiën in principe reeds
zijn aanvaard en thans ter bestitdeering aan verschillende
commissies zijn doorgegeven.
Wat hiervan zij, Vrij duidelijk blijkt in elk geval, 4at de
leidende personen in Brazilië beginnen in te zien, dat, bij de groote in het productieland achtergehouden voorraden
en met een zeer grooten oogst in het verschiet, de tot nu
toe gevolgde koffiepolitiek het land niet uit het moeras
kan helpen. Of de thans aanbevolen maatregelen en nieuwe,
die eventueel nog volgen zuilen, daartoe in staat zullen
zijn, ial dienen te worden afgewacht, al moet reeds bij
voorbaat van sommige voorstellen (bij voorbeeld van dat
omtrent een tariefactie, hierboven genoemd sub 5) worden
gezegd, dat het niet goed te begrijpen is, hoe die tot uit-
voering zouden zijn te brengen.
De Nationale Koffie-Raad heeft bekend gemaakt, dat in
de afgeloopen week vernietigd zijn 33.000 halen te Rio en
3.000 balen te Vic-toria, tezamen 36.000 balen.
Verder is officieel medegedeeld, dat de in de binnenland-
sche pakhuizen van Rio teruggehouden voorraad op 31 De-
cember bedragen heeft 1.039.000 balen tegeli 1.057.000 balen
op 30 November, hetgeen een vermindering in de maand
December beteekent van 18.000 ‘balen.
De kost- en vrachtaanbieclingen van Santos zijn op het
oogen.blik voor gewoon goed ‘beschreven Superior Sautos op
prompte verschepiug ongeveer 10.10 k 10.30 pei cwt. en
voor dito Prime ongeveer $ 10.20 A 10.50, terwijl zij voor Rio type New-York 7 met ‘beschrijving, prompte versche-
ping, ‘zijn $ 8.70 i 8.75. Voor Santos beteekent dit een daling
sedert verleden week van $ -.20; voor Rio bleven de prij-
zen onveranderd.
Nederlandsch-Indië blijft vast gestemd bij vrijwel onver-
anderde noteeringen en zeer beperkt aanbod. De cif-prijzen
in de eerste hand zijn op het oogenblik aan te nemen op:
Palembang ‘Robusta, Januari/Februari verscheping, 1834
et.; Benkoelen Robusta, Januari/Februari verscheping, 1934
ct.; Mandheling Rbusta, Januari/Februari versc-hepiug.
21 et.; W.I.B. faq. Robusta, Januai
–
ifFebruari versche-
sing,
2434
et., alles per
34
K.G. eif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De Rotterdamsche termijnmarkt liep onder den invloed
van de tegemoetkomende houding van Santos % ii % et.
per
34
K.G. terug. Bij’ het opmaken van dit Overzicht
noteert Maart 19
7
/
8
, Mei 18%, September 17% en December
1734 ct. per
34
K.G.
In loco bleef de afzet zeer beperkt. i)e officieele notee-
ringen bleven onveranderd 31 ct. ‘per
34
K.G. voor Super’ior
Santos en 24ct. voor Robusta.
De slotnoteeringen te ‘Nev-Yoi-k waren:
Gemengd contract
Santos contract
(basis Rio No.
7)
(basis
Santos No. 4)
Mrt.
Mei ‘Sept.
Dec.
Mrt.
Mei Sept.
i)ec.
16 Januari
$
5.64
5.36
4.93
4.85 8.22
7.76
7.23
7.13
9 Januari
,,5.64
5.44
5.07 4.99
8.22
7.83
7.40
7.32
30 ])ecember
,, 5.80
5.56
5.18 5.09
8.52 7.94
7.62
7.50
27 December
,, 5.95
5.69
5.31
5.24
8.63 8.11
7.72
7.61
Rotterdam, 17 Januari 1933.
Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN CROOTHANDELSPRIJZEN.
DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS
VURENHOUT
basis 7″ f.o.b.
RUBBER’)
Standaard
SUIKER KOFFIE
THEE
COPRA
Bruto-
gewicht v. d.
8
Zweden!
Ribbed Smoked
Witte kristal-
Robusta
Afl. N.-I. theev.
Ned.-Ind. f.m.s.
buit, handel
II
mZ•
Finland
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr.
per 100 K.G.
Nederland
f925
–
100
per standaard loco Londen
R’damlA’dam
per 100 K.G.
Rotterdam
per
1
(2
K.G.
Java- en Suma-
tratheep.i/,KG.
Amsterdam
van 4.672 MB.
per Ib.
voer) voer
In-
1
Uit-
f
01
0
Sh.
01
f1.
Olo
cts.
01
cts.
Of
f
0
10
1925
159,75
100 2111,625
100,0
18,75 100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87′
100,0
100 100
100,0
100;0
1926 153,50
96,1 21-
67,4
17,50
93,3
55,375
90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112
128
93,2 92,9
1927
160,50 100,5
116,375
51,6
19,12′
102,0
46,875
76,4 82,75
97,9
32,625
90,9
113 116
95,4 89,5
1928
151,50
94,8
-110,75
30,2
15,85
84,5
49,625
80,9
75,25
89,1
31,875
88,9
118 128
96,4 87,6
1929
146,00
91,4
-110,25
28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25 82,0
27,37
5
76,3
122 132
91,6 82,6
1930 141,50
88,6
-(5.875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75 71,8
22,62
5
63,1 124 135
75,5 69,4
1931
110,75
69,3
-13
8,4
8,-
42,7
25
40,7
42.50
50,3
15,37
5
42,9
117 136
62,6 57,9
1932
69,00
43,2
-/1,75
4,9
6,325
33,7
24
39,1
28,25
33,4
13,-
36,2
97
113
50,7
55,9
lan.
1930
147,50
93,9
-17,375
20,7
11,675
62,3
35 57,0
60,50
71,6
26,875
74,9
128
136
84,5 76,9
1’ebr.
147,50
92,3
-18
22,5
11,40
60,8
35 57,0
58,25
68,9
26,37
5
73,5
112
126
81,3 75,2
Maart
147,50
92,3
-17,625
21,4
10,70
57,1
35 57,0
62,25
73,7
25,25 70,4
125
131
78,7
74,2
wei
147,50
92,3
-17,375 20,7
10,55
56,3 35 57.0
59,50
70,4
26,12′
72,8
115
127
78,7
72,8
145,00
90,8
-(6 ,875
19,3
9,80
52,3
34,75
56,6 58 68,6
25,50
71,1
132 132 76,1
72,0
luni
145,00
90,8
-16,125
17,2
9,775
52,1′
33
53,8
58 68,6
22,87
5
63,8
131
133
76,1
70,4
juli
142,50
89,2 -15,625
15,8
9,275
49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
21,75 60,6
138
141
74,2
69,3
Aug.
142,50
89,2
-14,875
13,8
8,50 45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129 145
73,5 67,9
Sept.
,,
140,00
87,6 -(4,125
11,6
7,975
42,5
28,25
46,0
59,50
70,4
19,25
53,7
122 126
72,3 65,4
Oct.
132,50
82,9
-14 11,2
8,62′
46,0
29 47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128.
152
71,6 64,6
Nov.
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47,3
68,25
80,8
19,375
54,0
121
139
71,0
63,3
Dec.
,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
69,0
61,3
lan.
1931
125.00
78,2
-14,25
11,9
8,20
437
28
45,6
66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7 59,2
lebr.,,
125.00
78,2
-13,875
10.9
8,20
43,7
26,25
42,8 53 62,7
18,125
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart
125,00
78,2
-13,75
10,5
8,30
44,3
25,50
41,5 45 53,3
18,625
51,9
107
140
66,5
59,1
April
125,00
78,2
-3,125
8,8
8,575
45,7
24,75
40,3 43
50,9
17,50
48,8
110 138
65,8 58,4
Mei
125,00
78,2
-.13,125
8,8
8,50 45,3 25
40,7
40,25
47,6
15,37
5
42,9
114
141
65,8
56,8
luni
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,57
5
45,7
25,75
42,0
39,50
46,7
14,125
39,4
127 133
64,5
56,8
Juli
110,00
68,9
-13
8,4
8,775
48,6
27
44,0
38,25 45,3
15,-
41,8
138 153
62,6 55,8
Aug.
100,00
62,6
-12,5
7,0
7,90
42,1
25,50
41,5
38,50
45,6
14,125
39,4
122
142
60,6
55,6
Sept.,,
100,00
62,6
-(2,375
6,7
7,52
5
40,1
23,75
38,7
37,50
44,4
13,375
37,3
125
146
58,7
58,1
Oct.,,
100,00
62,6
-(2,375
6,7
7,55 40,3
23
37,5
37,75
44,7
13,25
36,9
119 146
58,7
58,5
Nov.,,
Dec.,,
10000
62,6
-12,25
6,3
7,15
38,1
23 23 37,5
37
35
43,8
13,75
38,3 35,5
113 115 132 114
58,7
58,8
lan.
1932
82,50 82,50
51,6 51,6
-12,25 -12,125
6,3
6,0
6,75 7,35 36,0 39,2 23 37,5 37,5
32
41,4
37,9
12,75
13,125
36,6
103 107
54,8 54,2 58,8
58,4
Pebr.
82,50
51,6
-12
5,6
7,05 37,6 23 37,5 30
35,5
14,50
40,4
86
III
53,5
59,8
Maart
70,00
43,8 43,8
-(1,625
-(1,5
4,6
4,2
6,25 5,90 33,3 31,5 23 23 37,5 37,5
31
29,25
36,7
34,6
14,75
14,-
41,1
39,0
87 89
116 110
52,9
51,6
58,3
56,0
April
Mei
,,
70,00 70,00
43,8
-1
1
,5
4,2
5,625
30,0
23,50
38,3
30,25
35,7
13,25
36,9
89
107
51,0
54,0
Juni
,,
70,00
43,8
-11,375
3,9
6,30 33,6 24
39,1
28,50
33,7
12,375
34,5
101
116
50,3
52,5
Juli
67,50
42,3
-11,375
3,9
6,70
35,7
24
24
39,1
23,75 22,75
28,1
26,9
12,375
12,37
5
34,5 34,5
100
95
112
105
49,0
48,4
53,7
55,3
Aug.,,
Sept.,,
63,00
60,00
63,50
39,4
37,6 39,7
-11,75
-/2,125 -(1,75
4,9 6,0 4,9
6,57
5
6,525
6,32
5
35,1
34,8
33,7
25,25
26,50
39,1 41,1
43,2
23,75 28,50
28,1
33,7
12,75
12,375
35,5
34,5
96
104
112
127
49,0
49,7
57,1
55,4
Oct.,,
Nov.,,
63,50
39,7
-11,75
4,9 4,9
5,87′
31,3
24,50
24
39,9
30,75 28,25
36,4 33,4
12,125
11,75
33,8 32,8
101
113 115 123
49,7
49,0
55,6 54,6
Dec.,,
2 Jan.
1933
65,00
70,00
40,7
43,8
-/1,75
_/1,6875
2
)
4,7
5,50
5,25
29,3
28,0
24
39,1
39,1
25,50
3
)
30,2
11,75
32,8
9
,,
,, 16
,,
,,
70,00 70,00
43,8 43,8
-(1,6875
-11,5625
4,7 4,3
5,50
5,25 29,3
28,0
24 24
39,1
39,1
11,75 11,50
32,8
31,1 t)
Jaar- en maandgem. afger. op
LI,
pence.
2)
3Jan.
3)
12 Jan.
N.B. Alle Pondennotoeringen vanaf 21 Sept.
1
31 zijn op goudbaals omgerekend