Ga direct naar de content

Jrg. 17, editie 881

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 16 1932

10 NOF.IfliBJi]ll 1O.3Ç?

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economi
*sch~Statistische

Benchten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL-NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

17E JAARUANG

WOENSDAG 16 NOVEMBER
1932

Nô. 881
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Agemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIChTEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom.; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr.. E. van Welderen
Ilaron Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: Dr. H. M. H. A. van der ‘Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh c van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam.
itmsterdarn, ‘s- Gravenhage. Postchèque- en giro-rekewing No
145792.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland f ZO,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruige plaatweg.

16 NOVEMBER 1932

De geldmarkt had ook deze week het gewone ver-
loop. De omzetten waren weder uiterst gering en de
noteeringen bleven onveranderd. Alleen in schatkist-
papier heeft de handel nog eenige beteekenis, echter
tot steeds afbrokkelende prijzen. Zoo werd oa. Mei-
papier verhandeld voor Vi pOt. en Augustus papier
voor Vi. pOt. Ook jaarpapier was zeer laag verkrijg

haai-, maar tenslotte iets vaster. Na eenige af doenin-
gen voor
Vi
pOt. werd gisteren voor

/
i
pOt. ver-

hancield –
*
*
Blijkens den weekstaat van De Neclerlancische Bank
is de binnenlandsche credietgeving met
f
2,3 millioen
toegenomen; de posten ‘binuenlandsche wissels en 1e
leeningen stegen respectievelijk met
f
1,5 millioen en

f
845.000. Terwijl onder het hoofd papier op liet ‘bui-
tenlanci geen wijziging voorkwam, verminderden de
diverse rekeningen onder de activa der Bank met

f
209.000.
De goudvoorraad nam met
f
2,4 millioen af; de zil-

vervoorraad steeg daarentegen met
f
241.000. Het ge-
deelte van den post munt en muntmateriaal, dat in
het buiteland is gedeponeerd, verminderde niet
f
2,5

millioen.
Onder cle passi va der Bank ‘blijkt de biljettencircu-
latie met
f
13,2 millioen te zijn ingekrompen. De saldi
in rekening-courant stegen met nagenoeg gelijk be-
drag; ‘het tegoed van ‘s Rijks schatkist nam niet

f
231.000 toe en de saldi van anderen klommen met

f
12,8 millioen. Het beschikbaar metaalsaldo bedraagt
f2,3 millioen minder dan de vorige week; het dek-
kingspercentage daalde eenigszins tot circa 83 pOt.
* *
*
In het begin van de week is de Pondenkoers hier

teruggeloopcii (van 8.22 tot 8.16), waarop zich, Vrij-
dag .11. na beurs een flinke vraag ‘begon te ontwikke-
len, die de noteering Zaterdag tot 8.31 opdreef. Gis-teren kon het Pond rich op dit hooge peil handhaven
en zelfs aanvankelijk nog iets verder stijgen tot
8.33: het slot was cchter onzeker, ca. 8.29V2. Dollars
bleven geregeld gezocht; zij kwamen van 2.4877V2 op
,2.4920, slot 24910.
$ff
noteerden 3.30V2-3.28Vi—-

3331/4 Marken waren, in tegenstelling met de voor-afgaande week, flink gezocht: 58.97-50.21. Franiche
Francs iets luier 9.76%-9.76V. Zoo ook Belga’s 34.60
—34.55. Zwitsersche Franes schommelden tusschen de
47.90 en 47.95, slot 47.92. Lires ca. 12.75. Peseta’s
rond de 20.35. De Scandinavische wissels hooger met
liet Pond: Kopenhagen 42.80-43.25. Stockholm’ 435O
—44.05. Oslo 41.80–42.25. Rupees noteerden ca. ‘621/s.
Yen
5:;,
Oartadeesche Dollars 219-222.

Termijn-Ponden noteeren onveranderd op één en

drie maanden resp. en
tI/16
cent disagio; Dollars

op terinijti zijn. eerder nog iets lager ni. 30 en 65 pun-

ten déport.

Er was deze week wat meer vraag naar gouden
munten; Eagles deden 2.49Vi, Sovereigns 1207Vs. In
gouden haren ging weinig om; de prijs was f1.651.—.
Marken baukpapier noteerden 59.05. Veel vraag was
er naar Argentijnsche Pesos ‘bankpapier, die tusschen
dc 54 en 55 op’hrachten.

LONDEN, 14 NOVEMBER 1932.

De gelclniarkt werd verleden week eenigszius beïn-
vloed’door cle onttrekking van £ 15 millioen, benoodigd
voor de inschrijvingen op de nieuwe 3 pOt. Oonver-
sie Leening, zoodat geld iets beter bruikbaar was.
De noteeringen op de discontomarkt ‘werden hier-
door eveneens een weinig ‘beïnvloed, zoodat de notee-

ring voor drie-maands bankaccepten tot
%71
pOt.

kon oploopeii, terwijl de toewijzing op Vrijdag van de
nieuwe ,-ichatkistpromessen tegen een fractie’ onder
Vi
pOt, plaats had. 1-let bedrag, waarvoor aanstaanden
Vrijdag ingeschreven moet’ worden, is verhoogd tot
£ 60.000.000, ongetwijfeld in verband met de ‘betalin-
gen, clie op 1 December plaats moeten hebben.
Naar aanleiding van een zuiver technische markt-
positie, veroorzaakt door te groote inschrijvingen van
speculanten op de nieuwe 3 pOt. Oonversie Leening,
maakte de ,,gilt edged” markt eenige onaangename
dagen door, daar genoemde speculanten grooten druk
uitoefe.nden op den prijs van cle nieuwe leening, waar-door’ook de prijzen van de andere gou:vernements ebli-
gaties achteruit liepen. Hoewel nog niet geheel over-
brugd, is de positie toch reeds veel -beter en de markt
kalmer.
Sterling was in de laatste dagen der week zeer
vast,, naar aanleiding van de stappen, die nu reeds
door Engeland en ook Frankrijk te New-York werden
gedaan om een verder uitstel en bespreking uit te
lokken van de oorlogsschuld’betalingen per 15 Decem-
ber a.s. Aangenomen wordt, dat in ieder geval de -be-talingen. per 15 Dec. zullen worden opgeschort.

906

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 November 1932

ARBEIDSSPREIDING EN LOON.

Een gevaarlijke zijde van cie propaganda
voor de 40-1,irige werkweek.

Van verschillende zijden wordt thans de 40-urige
werkweek gepropageerd. Alvorens men ‘dit denkbeeld,’
dat thans met gejuich ontvangen wordt, tracht door

te voeren, dient men er zich eerst rekenschap van te
gcven of men hiermede niet een Trojaansch paard:.
binnenhaalt. Want van de economilche zijde dreigen
efnstige gevaren bij een onberaden toepassing op groo-
te schaal van deze remedie, welke vooral in dc Ver.

Staten wordt aangeprezen.
Werkloosheid is, economisch geformuleerd, aanbod’
van arbeid, waartegenover bij den geldenden prijs van
dien arbeid (het loon) geen vraag staat. Volgens de
wet van vraag en aa’nbod zal dan in het algemeen die’
prijs dalen. Daalt ‘deze door bijzondere omstandigheden
niet – doordat het aanbod beneden een zekeren prijs
uit de markt wordt gehouden, wat hetzelfde is als de z.g. ,,valorisatie” hij een ander marktproduct, zooals
koffie, tarwe, suiker, koper, tin, euz. – dan zal de
vraag verminderen, hetgeen in dit geval wil zeggen,
dat er werkloosheid ontstaat. Een der voornaamste
oorzaken van de meer dan normale werkloosheid is
dus, dat de
prijs
van den arbeid door allerlei factoren,
te hooge werkloosheidsuitkeeringen, collectieve ar-
beidsovereenkomsten, loonzetting van overheidswege
of onder dwang van vakorganisaties, door z.g. bcschut-
te ‘bedrijven, zich niet snel genoeg voegt naar ver-
anderde omstandigheden op de arbeidsmarkt. Tracht men deze wet te negeeren, dan zijn de gevolgen zeer
ernstig. Men spreekt wel eens ‘van .,harde” economi-
sche wetten, maar men vergeet gewoonlijk, dat die
hardheid ‘zich vooral doet voelen, wanneer men een
tijdlang tegen die wetten tracht in te gaan. Het wordt
dan een ,,Ende mit Schrecken” of een ,,Schrecken
ohne Ende”.
Het verband tusschen loon en werkloosheid is lo-
gisch en proefondervind’elijk na te gaan. In 1925 for-
-muleerde Jacques Rueff deze ,,wet” in de Revue de
l’Econ. Pol., en concludeerde:
,,Permanente werkloosheid kan slechts worden ver-
meden door toe te laten, dat de bonen zich zoo vrij
mogelijk aanpassen aan de economische omstandig-
heden. Er is slechts één weg het lijden tengevolge der
werkloosheid tot een minimum ‘te reduceeren en dat
is door complete
vrijheid
te laten aan de loonbe-
paling.”
Op het statistisch congres, ongeveer 2 jaar ge-
leden te Tokio gehoud’en, is deze wet als juist erkend,
behalve door de Britsche afgevaardigden, die van een
.,invaria•biliteit” ‘van het loon uitgingen, wat in Enge-
land blijkbaar een axioma w’âs en dat daar ook wel
de voornaamste oorzaak geweest moet zijn van Enge-
lands verlaten van den gouden standaard, in werke-
lijkheid niets anders dan een algemeene loonsverla-
ging, toen deze op geen andere manier mogelijk bleek.
Hierin wor’dt ook weer duidelijk gedemonstreerd, dat men de econbmische wetten niet straffeloos kan
overtreden. En poogt men dit wel, dan is het uitein-
delijke resultaat des te ellendiger voor de ‘betrokke-
nen (men zie ‘de staking in Lancash’ire, waarbij de
arbeiders, die reeds ca. 30 pOt. van hun goudloon
moesten missen, nu met een verdere loonsverlaging
genoegen hebben moeten nemen).
Wat kan nu plaats hebben bij ,,arbeidsspreiding”?
liet werk wordt dan verdeeld over meer arbeiders,
die
individueel
misschien met’ minder loon genoegen
zullen nemen (handhaving van het weekloon zou
natuurlijk direct econemische hara-kîri zijn) maar
voor de
onderneming
blijven de totale loonkosten,
die op het product drukken, gelijk (eerder zul-
len ze stijgen, o.a. door de sociale lasten). De
positie der onderneming verbetert dus niet, want
haar onkosten blijven i’n het gunstigste geval onver-andérd. ‘3a, haar positie kan ook nog relatief ongun-
stiger worden, indien haar concurrenten (in andere

INHOUD

Blz.

ARBEIDSSPREIDINC: EN LOON
door
Mr.
J. van Oalen….
906

Arm. . . . en tôch geld door
Jhr. F. W.
L. de Beaufort ..
908

ffuitschland als debiteurland door
Mr. R. F. van Lier
910

Internationale Migratiestatistiek door
Mr. E. W.
van

Dam van Isselt …………………………….
913

De nikkeikwestie door
Prof. Mr. A. M.
de Jong
met Na-

‘hrift door Prof. Dr. C. A: Verrjn Stuart……….
914

AANTEEKENINGEN:

De Nederlarmdche contingenteeringspolitiek en haar

gevolgen

………………………………915

De opbouwende krachten op de markt voor vaste

rentedragende fondsen ……………………916

INGEZONDEN STUKKEN:
Het tekort onzer spoorwegen door
Prof.
Dr. W. C.

MeesR.Azn. ……………………………
917

BOEKAANKOND1QISGJSN:’

Dr. F. Machlup: Börsenkredit, Industriekredit und

Kapitalbildung …………………………918

ONTVANGEN BOEKEN
………………………….918

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….9 19-924

Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.

landen) zich meer aanpassen aan de veranderde om-
standigheden. Indien •dus de arbeidsspreiding – be-
halve het goedbedoelde gevolg van werkverschaffing
– ‘ook de tendens krijgt de loondaling tegen te hou-
den, door het aanbod van arbeid kunstmatig te be-
perken, (door een
dwon.g
‘slechts 40 in plaats van 45
of 48 uur per week te werken), dan kan de geheele
actie uitboopen op een ,,valorisatie” van ‘het loon.
En die tendens moet er steeds in liggen. Want welk
verschil in gevolgen is er in den grond tusschen de
koffie-, ‘suiker-, tin-, tarwe-, koper- e.a. valorisatiepo-
gingen en de 40-urige werkweek? Deze gevallen heb-
ben dit gemeen: ‘zij willen een deel van he’t aanbod
uit de markt houden. Het
doel
hetwelk. men er mee
‘hoopt te bereiken is verschillend.
Bij
de suiker, k’offie
e.a. valorisatiepogingen staat de egoïstische bedoeling
van cle producenten voorop, de prijzen op te zetten,
bij de 40-urige werkiveek is de menschlievende bedoe-
ling den ongelukkigen werkloozen aan arbeid te helpen.

Deze menschlievende bedoeling mag ons echter niet
de oogen doen sluiten voor de erustige gevolgen, welke
de 40-urige werkweek zou hebben. Elke valorisatiepo-
ging is tot nu toe een mislukking geworden en zij
moel
steeds daartoe leiden, voorzoover dit streven ge-
voeci wordt door de hegeerte zich een grooter deel van
het maatschappelijk inkomen toe te eigenen, dan
men
economisch
recht heeft: ,,Die zijn rechtstreeksch eigenbelang dient zonder tevens het sociale belang te
bevorderen, zal zich op den duur niet kunnen hand-
haven”, zei Prof. Dr. N. J. Bolak terecht in zijn dies-
rede ,,Oude Waarheden”. Achter het menschlievende
streven naar de 40-urige werkweek, door velen te goe-
der trouw gesteund, steekt het eng egoïsme der arbei-
ders, beschermd door collectieve arbeidsovereenkom-
sten en in z.g. ,,beschutte” bedrijven, die, liever dan
toe te stemmen in een economisch noodzakelijke loons-
verlaging, vasthouden aan hun inmiddels sterk in
waarde gestegen geldloon, waardoor zij de werkgele-
genheid voor hun ongelukkige klassegejzooten en ten-
slotte ‘ook voor zichzelf, verkleinen. En, van oneindig
grooter belang dan stabiliteit in de bonen is stabili-
teit in ‘de werkgelegenheid (Zaalherg, E.S.B. Nr. 823).
De actie der vakbonden en der S.D.A.P. tegen de
noodzakelijke aanpassing van het loon is dan ook ver-
regaand kortzichtig, wellicht ‘nog erger, daar mezi
zelf toch ook wel in moet ‘zien, dat ‘die actie tot ellende
voor de geheele arheidetsklase moet leiden.

10 November 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

907

Vij spraken hierboven van de
z.g.
wet van Rueff.
liet vorige, jaar heeft Dr. F. 0. Benham deze vet in ,,The Econornist” in verschillende gevallen aan de
practijk getoetst, en zijn conclusie was, dat – hoewel
z.i. de correllatie tusschen bonen en werkloosheid ge-
deeltelijk een coïncidentie was – de curves de wet be-
vestigden. Tegelijkertijd waarschuwde hij voor de op-
vatting, dat, een loonsverlaging een evenredige ver-
uit, der ing cle’ werkloosheid tengevolge
moet
hebben.
.l:lct spreekt vanzelf, dat niemand zal kunnen volhou-
den, dat door een algemeene loonsverlaging de werk-
loosheid verdwijnen
zal.
De crisis is door de verstar-
ring thans waarschijnlijk al in een te ver stadium
gekomen. le starheid der geldloonen is echter een
der belangrijkste factoren, welke een verbetering op
een gezonde basis tegenwerkt.
Ook l)uitsche onderzoekingen hebben de wet Rueff
ernpirisch vastgesteld.
Wij hebben getracht deze wet voor ons land te toet-
sen en hebben hiervoor als basis genomen het gemid-
cleld clagloon der verzekerden volgens de Ongevallen-
wet en dit ge]dloon, vervolgens uitgedrukt in koop-
kracht volgens ‘het inclexcijfer der groothandelsprijzen.
Wij hebben dit laatste cijfer genomen, omdat niet het
welvaartspeil van den arbeider voor onzen opzet van
zooveel belang is, als de druk van het loon op de in-dustrie, die zich uittec-aard meer iiaar •de groothan-
deisprijzen heeft te richten. Tevens hebben wij in
la ii mei-king genomen de stijging van de productiv iteit
van den arbeid, welke natuurlijk een hoogere belooning
mogelijk maakt: Volgens een raming zou deze van
11920 tot 1020 plus minus 20
t
25 pOt. -zijn gesregan,
dus gemiddeld ca. 23 pOt. per jaar. Voor het totaal
der arbeiders in handel en industrie is dit zeker te
hoog, maar wij nemen het gunstigste – voor on’zen
Opzet echter het ongunstigste ‘ geval. Deze stijging
der productiviteit hebben wij in de verhouding geld-
iooncn tot indexcijfer der groothandeisprijzen ver-
werkt.

flet resultaat voor ona land is, ‘blijkens bijgaande
grafiek, ook een bevestiging van de wet-Van Rueff;
zelfs zeer opvallend.
Ook betrekkelijk geringe veranderingen in den
iooiiclruk voor de bedrijven
blijken
vergezeld te zijn
gegaan van een reactie in de werkloosheidscijfers.
Trouwens men kon niet anders verwachten! De gra-
fiek is slechts een proefondervindelijk bewijs van de
wet van vraag en aanlhod, toegepast op ‘het loon.

* *
*

Tij
hadden tot nu toe het loon slechts beschouwd
iii verband met de werkloosheid dus vooral binnen het raam der directe belangen van de arbeidersklasse zelf.
.1 let spreekt vanzelf dat een ,,valorisatie” van het loon
inteincielijk niet slechts cle belangen der arbeiders-
klasse, maar ook die van het geheele economisch leven
siliaadt.. Dit zal te meer het geval zijn, d.aar er ver-
scltillendo aanwijzingen zijn, dat het loon reeds vô&c
le crisis te hoog was. Men zal zich hèrinneren hoe
in de ,,deflatieperiocle” na 1921, de bonen hetrekk-
lijk gering zijn gedaald. De industrie heeft zich ge-
tracht naar deze geringe variabiliteit van het loon te
voegen, cl oor rat ion alisati e d.w.z . remplaceering van
den menschelijken arbeid door machinalen. Dit eisch-
1c kapitaal, dat alleen uit besparingen gevormd kan
worden.

in dit verband willen wij hier de aandacht vesti-
gen op een zeer belangwekkende studie van Dr. J.
Tinbergen, ,,De structueele beweging van enkele be-langrijke economische verschijnselen”, in de Weder-
landsehe Conjunctuur van Juni 1932. –
Aan schrijvers conclusies ontieenen wij het vol-
gende:

,,I1eu ziet nu, dat de eissies in het na-oorlogsche tijd-
vak . procentueel minder höog boven het vpor-porlogsnivcau
staan dan de looncijfers (beide in goud uitgedrukt), ook
wannëer men deze laatste corrigeert voor de werkloosheid.
Flierin veeipiegelt zich iie omstandigheid – al zijn nog

een aantal verdere ggevens tioodig.om
. dit verschijnsel met
zekerheid vast te stellen – dat er een relatieve versehui-
ving naar meer verbruik en minder kapitaalvorniing heeft
plaats gehad, althans binnen den kring der indnstrieele be-
‘o1king. Van belang is verder, dat de toeneming van
ihysiek kapitaal, zoowel
ifl
cle V. S. en Frankrijk, als ook
genieten na,, het enuissiecijfer voor Londen, wanneer nico
dat, deelt door het inclexcijfer der groothanclelsprijzeu, een
dal lig vertoont t.o.v. voor den oorlog, terwijl toch dc wr
urian benoocligde Pk. in eet, tempo gestegen zijn dat nnn.
.stens dat van voor den’ oorlog evenaart. Dit is eec, andere
wijze om te constateeren, dat er na tien oorlog een geringer vermogen der industrie is om arbeidskrachten op te nemen,
hetgeen uit de hezettingcijfers van de V. S. duidelijk blijkt.
Men krijgt uit het cijfermateriaal dcii voorloo.igen indruk,
dat er een zekere struetureele kapitaaschaarschte is.”

Onze maatschappij lijkt te veel vec-bruikt en te
weinig kapitaal gevormd te hebben. Di’t is de quintes-

lriâex der

Iooren

EENEEREERE

ui

WEERWEER!

M
EEREMEER,

tUIRII$N

iiuuuuuuu.

HURUUU

iuuiauuuui

1rks
der

I

Werkelooshe;cl
107)

‘.3

1*

/02 II

/
00

197)

95

8

gx

go

6

8y

$

8t,

t,

1

+’+’
1,derctr dir Werkelooáheict

eId1oonen

Id
1
GO
fl
£
r%.

Index Çiooh.Pr.

“S

/1
0

/427

/0

/5î

isa

‘VS

J/0

908

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16
November 1932

sence van de conclusies van Dr. Tinbergen. Wij zou-
den hier nog aan toe kunnen voegen, dat men ge-
tracht heeft die kapitaalschaarschte te overwinnen
door het credietwezeu dienstbaar te maken aan cle
kapitaalvoorzienirig, wat o.i. cie grootste oorzaak is
van den ,,boom” in 1028 en 1929, maar ook van den
terugsiag in New-York, de clébacle van het crediet-
wezen in Midden-Europa, het loslaten van den gouden
standaard in Engeland en nog veel meer narigheid.
Als achtergrond hiervan zien wij ook weer: te groote
vertering, te geringe kapitaaivorming.
Wanneer wij zien, dat het goederenloon van alle
belastingplichtigen der Rijks inkomstenbelasting (zoo-
als de Commissie-Siotemaker de Bruine dat bereken-
de) in 1920/’21, 105 (1.914 is 100), dat der arbeiders
120, in 1925/’26 11.2, dat der arbeiders 126 was, dan
begrijpt men tevens, waar men de voornaamste oor-
zaak van dit teveel verteren moet zoeken. Vtnneèr
van socialistische zijde dan ook wordt betoogd: ,,Wij
zijn niet schuldig aan de crisis”, dan is deze uiting
minstens genomen aan ernstige twijfel onderhevig.
De geringe soepelheid der loonfactor onder het drij-
ven der vakbonden heeft in cle jaren na den oorlog
(toen groo’te besparingen dringend geboden waren om
het kapitaalstekort door (Ie vernieling van den oorlog
weer in te halen), dc kapitaalvorming tegengegaan,
maar anderzijds de bedrijven tot een rationalisatie
gedwongen, welke juist groote kap itaalinvesteering
noodzakelijk deed zijn. (Dr. Tin.bergen zegt dit feite-
lijk ook in boven aangehaald citaat). Dit heeft geleid
tot de overspanning van, liet credietsysteem, dat mis-
bruikt werd bij den drang naar kapitaal, waarvan wij
thans de wrange vruchten plukken.

Stellig ‘is het liet goede recht van den arbeider
zijn aibeidskracht zoo duur mogelijk te verkoopen en
zich tegen een loonsverlaging to verzetten. Dit is in velerlei opzicht zelfs weusc’helijk. Maar hij dient er
ook op bedacht te zijn ‘voor zijn arbeidsprestatie em-
plooi te vinden. Vergist hij zich, doordat hij ‘te veel
loon vraagt, dan zijn de gevolgen ellend.iger voor hem
dan in andere dergelijke gevallen. En daarom is het
van het grootste belang voor de arbeiders, dat de lei-
ders de ontwikkeling in zien. Zij verwijten – en vaak
niet ten onrechte – ‘dat de ,,kapitalistische” leiders
groote fouten maken, waarvan cle arbeiders de dupe
worden. Maar ook op hemzelf rust de verantwoorde-lijkheid, meer nog dan op cle bedrijfsleiders, clie un-
mers nooit, uitdrukkelijk noch stilzwijgend die ver-
antwoordelijkheid hebben aanvaard.
1-lelaas ‘bespeuren wij van dit, begrip van verant-
woordelijkheid bitter weinig. Of is het misschien ge-
brek aan durf om uit te komen voor de waarheid,
welke men voor zich ziet, omdat men steeds ‘de arbei-
ders heeft voorgehouden. ,,Sluit u hij o:ns aan en wi,j
zullen zorgen, dat uw loon niet verlaagd wordt.”?

De gevolgen van dit streven zien wij thans! De
diamantindustrie, die an derhalve eeuw in. Amsterdam
bloeide, ‘was reeds v66r de huidige crisis ten doode
opgeschreven door de loonzetting, waarvan Antwer-
pen profiteerde, zoodat reeds voor de crisis het aantal
diamantbewerkers te Amsterdam al tot de helft was
gedaald, ‘terwijl cle crisis het overblijfsel dezer eens
beroemde industrie den genadeslag heeft gegeven.
Een deel der diamantbewerkers heeft elders emplooi
gevonden, het overgroote deel is werkloos. Bedrie-

gen de voortcekenen. niet en keert men niet spoedig terug van de dwalingen ‘dan staat de graphische nij-
verheid het voorbeeld der diamantindustrie mutatis
mutandis te volgen, dank zij de voorbeeldig kartelli-
seering, voorbeeld van Veraart’s ,,bedrijfsvrede”, maar
wat tevens tot hedrijfson’dergang moet leiden.
* *

,,A.rheidsspreiding” heeft de tendens economisch
noodzakelijke loondaling tegen te gaan. Want zelfs al
zouden de arbeiders zooveel solidariteitsgevoel toe-
nen dat zij h.v. 20 uur per week zouden werken tegen een evenredig lager loon, opdat alle werkloozen weer

aan, den slag zouden kunnen gaan, dan zou dit niets
veranderen aan het feit, dat de bezoldiging van de
arbeidspraestatie te hoog is. Men zou dan op den duur
toch weer werkloosheid zien ontstaan. En moet men
dan veer den werktijd verkorten? Totdat we tenslotte,
als in het paradijs, in het geheel niet meer zouden
werken, waardoor in dit geval echter zeker geen
paradijsachtige toestand zou ontstaan.
Opgelegde verkorting van den arbeidstijd beteekent
geringere productiemogelij1heid en dus minder wel-
vaart. Men zal opnierken, dat door de werkloozen nu
toch ook niet wordt geproduceerd, maar wij moeten
juist alle krachten inspannen opdat deze weer aan den
arbeid kunnen gaan. En dit aanbod van arbeidskrach-
ten zal pas vraag kunnen ontmoeten op lager prijs
(loon). Poogt men daarentegen het loon per produc-
tie-eenheid te handhaven, dan wordt de kwaal ‘niet
in den wortel aangetast, en zij ziekt door, zoodat het
(hopelijk theoretisch) einde zou moeten
zijn,
dat de
arbeiders per dag 1 uur of nog minder zouden moeten
werken om door arbeidsspreiding allen werk te kun-
,nen verschaffen met als resultaat, dat het welvaarts-peil tot een ongelooflijk laag punt zou moeten dalen.
Dit middel is dus, hoe goed bedoeld ook, erger dan
de kwaal. Wij kunnen niet anders hopen, dat het ver
keerde van deze propaganda spoedig worde ingezien en
het niet de talrijke averechtsche plannen tot ,,con-
structieve” crisisbestrjding zoo diep mogelijk worde
begraven. Mr.
J.
VAN GAIEN.

ARM…. EN TOCH GELD.
Geld is overvloedig, geidkoersen dalen, en zelfs worden in de toekomst door sommigen nog lagere
icoersen voorspeld. De bedrijvigheid van handel, in-
dustrie, landbouw en verkeer it op een ongekend, en
voor eeuige jaren geleden nog onmogelijk geacht,
laagtepunt gekomen. Met kunstmiddelen wordt het
Nederlandsche oeconorn’ische apparaat, zoo goed en
zoo kwaad, maar vooral zoo kwaad als ‘t gaat, aan
den gang gehouden.
Het vele aanwezige liquide geld wordt niet belegd.
Zooais Prof. Polak
1)
zegt
;
,,zijn er milliarden opge-
pot of uit de ingekrompen productie vrijgekomen, die
onmiddellijk zullen toevloeien aan eiken opzet, die
met niet te groot risico een behoorlijk, zij liet matig
rendement ‘belooft”. Wat is echter ,,een niet te groot
‘tim”? Koersen ‘van verschillende gemeente-obliga-
tiën, ‘b.v. van Rotterdam, wijzen ei op, dat het ge-

meen tc-crcdiet
0
jet onbeperkt vertrouwd word t; de
pan clbriecn afzet der hypotheekhankeri heef t slechts
mondjesmaat plaats. Vertrouwen ontbreekt. Vertrou-
ven in liet gemeentebestuur, vertrouwen in cle moge-
lijkheid, dat de gemeenten het geld steeds zullen vin-
den voor rente en aflossing, vertrouwen in de zelcer-
heid der hypothecaire onderpanden, daar de waarde
der onderpanden afiankelijk is van. de mogelijkheid
van verkoop, dus vlotte hypotheekverleening. In één woord, in Nederland is nog veel geld, zelfs zeer veel
liciuide ‘geld, doch de psychologische voorwaarde, om
dit geld weder in belegging om te zetten, ontl)reekt.
Zoo ontstaat de vicieuse cirkel. ‘Uit gebrek aan ver-
trouwen te weinig belegging, door deze te weinige
belegging verergering van den toestand en verder ver-minderd vertrouwen.
1-loe staat daar de overheid tegenover? Eenerzijds
is een daling van de inkomsten door de verminderde

opbrengst der belastingen te voorzien, anderzijds ver-
meerdering van de uitgaven door de steeds hoogere
eischen, die aan de schatkist gesteld worden voor
werkloozenzorg en steun aan verschillende taicken
van landbouw en industrie, terwijl het Rijk ‘boven tien
‘voldoende liquide middelen beschikbaar moet houden
ten behoeve van de kaspos’itie van verschillende ge-
meenten. Zoo komt men noodgedwongen tot verzwa-
ring van belastingen en een verdere ondergraving van

1)
Zie Economisch-Statistische 13erichten vail’ 19 Oct. ji.

16 November 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

909

het vertrouwen in de rentabiliteit ‘van bestaande on-
dernemingen. Allereerst houdt de overheid het oog
gericht op de zorg iioor haar eigen kaspositie. Pu-
blieke werken, welke in gunstiger tijden zeer zeker
verricht zouden worden, worden niet voorgesteld, en
de uitvoering van bestaande plannen wordt tot gun-
stiger tijden uitgesteld.
Is zulk een financiëele politiek echter wei juist?

Komt op deze wijze de overheid niet achter de om-
standigheden aan, inplaats van er leiding aan te
geven? Of nog sterker, werkt zij zoo niet crisis-ver-
scherpend? Minder publieke werken beteekent minder
rentabiliteit van de bestaande ondernemingen, groo-tere werkloosheid en een verdere ondermijning zoo-
wel ‘van het vertrouwen als van de psychologische ge-
steidheici in den lande. Dus ook minder belegging!
En inkrimping van het ‘bedrijfslevcn!
Ook in ruimer materieel opzièht doet de overheids-
politiek eenigszins eigenaardig aan. In tijden van
betere conjunctuur clan de huidige laat men vele wer-.
ken uitvoeren met dure materialen en •hooge bonen.
Thans, nu er aan werkgelegenheid behoefte is, de
bonen laag en de materialen goedkoop zijn, heeft
juist een verminc!er:ing van het aantal uit te voeren
werken plaats.

De overheid is dc grootste werkgeefster in den
lande; haar voorbeeld werkt verder door, ook bij an-
dere werkgevers. Gesteld, dat ‘het mogelijk is nu een
productief werk te verrichten van
f 100.000,
dat en-
kele jaren geleden
f 150.000
gekost zou heibben, dan
beteekent dit een directe bezuiniging. Met deze
f 1.00.000 is
het waarschijnlijk mogelijk een
f 30.000
aan werkloozensteu:n te besparen, zoodat de eigenlijke
kosten slechts
f 10.000
zijn. Eigenlijk zijn deze kosten
nog veel minder. Voor deze
f 10.000
worden mate-
rialen en machines gekocht. Geschiedt dit in het bin-
nenland, dan is dit tevens een werkverruiming, ge-
schiecit dit in het buitenland, dan :is het vermoecle-lijk mogelijk tegenover deren extra invoer een extra
uitvoer van landbouwproducten of anderszins te doen
plaats vinden. En al zijn psychologische waarden
moeilijk in geld uit te drukken, zoo is het toch oninis-
kenbaar een oeconomisch voordeel, dat door werkver-
ruiming de zoo zeer verslappende werkloosheid af-
neemt, waardoor het oeconomisch weerstandsvermo-
gen van een land vet-sterkt wordt. Minder werkloos-heict wil ook zeggen: meer geoefende aibeiciskrach-ten, minder moecleloosheid, minder ontevredenheid,
een ruimer ‘vlöeien ‘van cle staatsinkomsten, meer ver-
trouwen, meer belegging. liet is dus geen misplaatst optimisme te zeggen, dat bovengenoemd productief
werk een kostprijs van ver onder de
f
10.000 heeft.

Welke openbare werken komen voor dit doel in
aanmerking? Prof. Polak noemde reeds in zijn boven-genoemd artikel on.s wegen- en bruggenstelsel. Daar-
naast zijn tallooze werken, door welker uitvoering
ons land na afloop ‘van deze crisis beter toegerust zou zijn
dan nu. Zien wij alleen naar het spoorwegvraagstuk
te Rotterdam, door welks niet-oplossen het stukgoe-
clerenverkeer onzer haven een ‘voortduren.d nadeel on-
dervindt; denken we aan de outillage der haven. ‘van Vlissingen, die steeds verbetering eischt; twee voor-
beelden, die nog met ettelijke te vermeerderen zou-
den zijn.

Hoe moeten deze uitgaven gefinancierd worden? Prof. Polak geeft twee wegen aan:
in. het verleenen van concessies;
2o.
leeningen ten laste van bepaalde fondsen met
een zekere zelfstandigheid.

1)e eerste weg, nl. het verleenen van concessies is
mogelijk, doch zal vermoedelijk niet op groote schaal
kunnen worden toegepast, daar de gelden niet ruim
zullen toevloeien.

De tweede weg heeft eveneens het nadeel, dat eerst
tot vrij groote bedragen geleend moet worden, en
daarna de werken moeten worden uitgevoerd. Zulk
een stelsel mist plooihaarheid van aanpassing aan de

behoeften en biedt zeer zeker geen waarborg tav.
het goede gebruik der geleende gelden.
Er bestaat echter m.i. een andere wijze van finan-
ciering zooals bv. in Italië is toegepast. Niet ten

onrechte heroemt de fascistische regeering zich op
het feit, dat zij in de tien jaren ‘van haar bestaan het
geheele produ.ctievermogen van het land ‘veranderd
‘heeft, o.a. dloor het uitvoeren ‘van groote open’bare
iverken.

Drieledig heeft zij dit werk opgevat:
ct. oeconomische valorisatie en sociale opheffing der

achterljke zuidelijke en insulaire provincies;
gesehilt maken van de groote verkeerswegen voor
het moderne verkeer;

het geschikt maken voor een intensieve cultuur van
cie moerassige en onvruchtbare streken van het
schiereiland
Voor al deze zaken werden drie zelfstandige be-
sticursdiensten ingesteld.
Van
28
October
1922
tot
31
Augustus
1032
heeft
cle fascistische regeering verplichtingen op zich ge-
nomen tot een bedrag van Lire
36.431.156.000.
In den
dlieflst
1931f 32
bovendien nog een bedrag van een
kleine twee milliard Lires. Zoo bevatte het rijkswe-
gennet in
1928 137
wegen ter lengte van
21.000
EM.,
waarvan slechts
461
EM. ‘voorzien was van een spe-
ciale bestrating. Nu, einde
1932 is 1850
EM. verbe-
terd en
1200
EM. in bewerking. Voor grondverhete-
ring is
1.464.231
H.A. onder contrôle en bovendien
123.998
HA. onder eigeh ‘beheer.

Daarnaast zijn groote werken door de gemeenten
zelf ‘verricht, terwijl met overheidssteun de opgrnvin-
gen een systematisch karakter verkregen heUben. Als
voorbeeld kan dienen de opgraving te Ostia, het nieu-
we deel van Pompeï en vele anderen.
Hoe heeft een land met weinig kapitaaikracht, zoo
juist uit een vernetigenden oorlog, gekomen, dit tot
stand kunnen brengen?

,,Au lendema:in de la Marche vers Rome il fallait
avant tont assurer â nu peuple prolifique les condi-
tions indispensables de son existence materielles.”
Aldus Mussolini. D.w.z. de ijzeren noodzakelijkheid
om een ‘volk, waarvan vroeger een groot deel door
emigratie zijn bestaan vond, werk te geven, en te voor-
zien in de behoeften, die door de voortdurende ‘bevol-
kingsaanwas zich van jaar tot jaar accumuleereo.

,,Geeu werk” beteeken’t wanorde. Dus de vaste wil en
de psychologische gesteldheid op te wekken bij een ge-
heel land van een kleine veertig millioen inwoners,
om gezamenlijk door eigen kracht de materieele toe-
standen’ te verbeteren.

Hoe zijn nu dleze ‘gelden in moeilijke tijden ver-
kregen? Voor een gering deel door buitenlandsche
leeningen, waaraan tijdig een einde werd gemaakt uit
vreea voor de zware lasten, die daardoor op de heta-
lin’gbalans van het land werden gelegd. Verder ‘vrij-
wel geheel door eigen kracht. Het vruchthaar maken
van de moerasgrouden in Italië is ‘voor ons land van
minder belang, meer daarentegen de overige uitge-
voerde werken. Nauwkeurige getallen ‘daarover heb
ild
niet kunnen
krijgen
en zijn ook niet uit de be-
grooting te halen. Het systeem is eeihter als ‘volgt:

Een deel werd uit de loopende begrooting betaald,
het overige uit één- tot vijfjarige schatkistbiljetten,
of ‘biljetten met staatsgarantie door de autonome

lichamen uitgegeven. Deze Ihiljetten werden niet ge-
financierd door de gewone handelsbanken, maar ‘door
de spaarbanken, de verzekeringsmaatschappijen en
enkele met overheidssteun opgerichte financierings-
lichamen, die weer obli’gatiën mochten, uitgeven. In
de loopende vijf jaar werd een deel verder uit de jaar-
ljksche begrooting gefinancierd, terwijl op ‘bepaalde
tijden hët restant op langen ‘termijn ge’consolideerd
werd. loo werd de laatste binnenlandsche leening in
1,931
uitgegeven, die met 100 pOt. overteekend werd.
Dit groote succes veroorzaakte, dat anderhalf mil-
lioen Lire meer werd toegewezen, hetgeen tot gevolg

910

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16
November 1932

had, dat, naar men mij van officiëele zijde mededeel-

de; er op het oogenhlik geen vlottende schuld uit dien
hoofde meer bestaat.
Voor ons is het betrekkelijk van gering belang of
al deze gegevens geheel nauwkeurig zijn. Hoofdzaak is
het
systeem.
Om bij bovengenoemd vooibeeld van, het
productieve werk ‘van f100.000 te blijven: f30.000
kan uit de loopende begrooting betaald worden, daar
het anders toch aan werkloozenzorg wordt uitgekeerd;

de overige
f
10.000 kunnen dan ‘verkregn worden uit

sohatkistpap.ier met enkele jaren looptijd, dat in dezb
tijden ‘van veel geld zeer gemakkelijk plaatsing zal

kunnen vinden.
01)
gunstige tijdstippen kan dan tot

consolidatie worden overgogan.
Een dergelijk systeem is geen afwen’teling van hui-

di’ge lasten op het nageslacht. Integendeel. Dit ge-
slacht konit in het bezit van productieve werken met

een zeer lagen
kostprijs
en, niet te vergeten, dit na-

geslacht wordt opgevoed in een omgeving met minder
geestdoodende werkloosheid en verslapping. Vanzelf-
sprekend zal het loonvraagstuk daarbij de aandacht

hebben.’
En, zooals Prof. Polak zegt:
,,Kc&n, het, dan, moet het”.
Jhr. F. W. L.
1)15 BEAUFORT.

DUITSCHLAND ALS DEBITEURLAND.

Naar het einde der devieze’rl-reglementeerin’q?

Het heelo systeem van Devisenbewirtschaftung,

S
tillhalte-overeenkornsten en daarmee samenhangen-
cle maatregelen legt niet alleen het kapitaal-, maar
ook het goederen-verkeer knellencie banden aan, welke,
als noodmaatregel aanvaard, op den duur ‘behalve
wellicht door hen, die hierin, hetzij een middel tot
verwezenlijking hunner autarkie-wenschen, hetzij (m.i.
ten onrechte) een ‘begin ‘van de hooggeroemde ,,Plan-wirtschaf t” zien, als ondragelijk worden gevoeld.
Er zijn dan ook sinds het midden van het vo.rig
jaar een aantal plannen gepubliceerd, welke heoogen
aan dezen ongewenschten toestand en speciaal aan een
der hinderlijkste kanten, het door de S’tillhalte-over-
eenkomsten gebonden zijn van oorspronkelijk 5,5 mil-
Hard, thans nog slechts bijna 4 milliard Rm. bui-
tnlandsche ban’kcreclieten een einde te maken.
Bij beschouwing dezer plannen blijkt, dat daarin
een rol wordt gespeeld door een drietal gezichtspun-
ten, t.w.:

1.,, liet is nu eenmaal een feit, dat het op korten
termijn geleend geld in gebouwen, machines, enz. is
vastgelegd en dus illiquide geworden is. De buiten-
landsche banken moeten dit nu erkennen en de Stili-
halte-schnlclenih leeningen met langen looptijd om-
zetten.”
‘Tegen deze opvatting, ‘welke in vele plannen tot
uitIng komt, kan m.i. niet met genoeg kracht worden
opgekomen. Hoogstens bevat zij een ‘kern van waar-
heid ten opzichte van’
de,
creclieten aan Duitsche ‘ban-
ken, wier liqoiditeit immers van die ‘harer ddbiteuren afhangt en die zeker een veel groote’r bedrag in vaste
en ‘vastgevroren credieten helegden, dan naar onze
opvattingen verantwoord was. Doc’h hier is toch zeker
geen reden om de. buiten’landsche crediteuren op kor-
ten termijn bij de hirinenlandsche achter te stellen! T.o.v. de credi,eteu aan handel en industrie is zij in
het algemeen stellig onjuist; integendeel constateert het door de samenstellers van de ‘tweede Stillhalte-
overeenkomst (Deutsches Kredit-Abkommen von 1932)
opgestelde korte rapport uitdrukkelijk, dat de credie-
ten voorzichtig en voor het meerendeel aan ‘goede
credietnemers
zijn
verleend, terwijl ook uit de gedu-
rende de S’tiilhaltun’g reeds terugbetaalde bedragen en
uit ‘het feit, dal vele debiteuren gaarne in Mark
zouden willen terugbetalen en daartoe ook in staat
zijn, bewijst, dat zeer vele creclie’tnemers de op korten
termijn geléende gelden alleszins overeenkomstig hun
bestemming ‘hebben ‘gchruikt. Dat enkele credieten

aan minder liquide of minder solvente de’biteuren zijn
gegeven, doet hieraan natuurlijk niets af. In
die

gevallen zal de credietgevende bank
natuurlijk,
even-
als wanneer geen Stillhaltung bestond, het nadeel
van uitstel resp. van verlies moeten dragen. Ik ge-loof echter, dat de omvang van deze credieten van
Duitsche zijde wel eens overschat wordt.

,,Do Stillhaite-vorderingen moeten een voo.r den
buitenlandschea bankier verhandelbaren en heleen-
baren vorm krijgen resp. behouden, zoodat diens
liquiditeit niet in het gedrang komt.”

,,Daar de andere posten der ‘betalingsbalans geen
groot gewicht in de schaal leggen, zal de ‘betaling
tenslotte slechts mogelijk zijn ôf uit nieuwe credieten
M door het overschot van den Duitschen export boven den import.”

Deze twee gezichtspunten moeten mi. als juist wor-
den erkend, waarbij natuurlijk punt 3 van veel alge-
meener belang is dan punt 2, dat speciaal voor de op
credietverleeming aan Duitschland gespecialiseerde
Londensche a’ccept-houses van belang schijnt te zijn.
Als eerste lanceerde ‘de Zwitsersche bankier Dr.
,S’onsccry
nog in 1931 in de Prankfurter Zeitung ‘het
idee, een deel der creclieten te consolideeren, door den
crediteuren aandeelen eener op te richten vennoot-
schap in ‘betaling te geven, welke vennootschap harer-
zijds de ,,Ïnvesti,tionslcredite” der Duitsche banken zou
overnemen. Het is duidelijk, dat dit plan wel voor’de
Duitsche banken (die nu trouwens met Rijkshulp door
Amorti sationskasse en In dustriefinanzierungsgesell-
schiif t van ‘dergelijke vastleggingen ontlast zullen wor-
den) £), niet echter voor de buiten landsche crediteu-

ren eenige aantrekkelijkheid had. In zijn een half jaar later ‘verschenen boek ,,Krisen-
vende” toont Soinary ‘i.ch nog steeds een voorstan-
der van een onmiddellijke, algeheele en definitieve
oplossihg van ‘liet Dui’tsche schuldenprobleem en wel
op basis van ‘het minimum, dat Duitschland zelfs in
het ongunstigste geval zou kunnen transfereeren. Dat
zoodanig minimum echter niet te berekenen is, hoop
ik hieronder aa,n te toonen.
Het plan van den Belgischen fitrancier
Franc qu?

‘beoogt niet een directe oplossing van de schulden-
kwestie, maar veel meer een versterking van de Duit-
sche interne en externe f1 nanciëele verhoudingen,
welke cle schulden,betiiling vergeniakkeljkt. Hij stelt
voor – typisch Belgisch plan – cle oprichting van
een internationale Holding-maatschappij voor D uit-

sche openbare nutsbedriji’ en, waaraan de Duitsche
steden e.d. hun gas-, electri,citeits- en dergelijke be-
drijven resp. aancieelenpaketten daarin, overdoen. Het
plan veronderstelt – hier ligt het zwakke punt –
de plaatsingsmogelijkheid van aandeelen en obligaties
der Holding in liet buitenland en dat van Duitsdhe zijde geen bezwaren tegen een dergelijke ,,Ueber-
:fremdung” zuilen worden gemaakt. Door liet over-
maken van de opbrengst dezer emissies wordt de de-
viezenpositie der Reichsbank versterkt, terwijl de
Do itsche steden met de Ontvangen Overname-sommen
hun schulden aan spaarkassen enz. verminderen en dus
de liquicliteit van het Duitsche bankwezen verbetert.
Ik ga thans aan een van Amerikaansche zijde ge-
opperd plan, evenals aan het (overigens ‘vernuftig
uitgewerkte) idee van een Nederlander
2),
om dooi

rente-verlaging op de langloopende schuld de jaar-
lijks benoodigde hoeveelheid deviezen met 150 resp.
300 millioen Rm. te verminderen, ‘voorbij. Dit zijn
eenerzijds slechts lapmiddelen, want ‘berekening, of

Zie hierover Dr. EE. C. Strohmayer: ,,De speciale ban-
ken in Duitschiand voor het overwinnen van de erediet.
crisis” in
E.-S. B.
van 5
Oct. ji;
Gepubliceerd in de Frankfurter Zeitung van t Sep’
teniber
1932
(verlaging der rente tot
4
pCt., verschuiving van alle aflossingen met
5
jaar,
berekening
van de contante
waarde van het v’dor de ‘houders van elk soort obligatie
hiermee’ verbonden nadeel, schadeloosstelling door premie-
obligaties van het Duitsche Rijk).

18
November 1932


ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

911

zelfs in de eerste jaren de binnenkomende deviezen
voor import en
resteerende
betalingen voldoende zul-len zijn, is onmogelijk, terwijl ze anderzijds, voor zoo-
ver ze een voor langen tijd geldende regeling willen,
hun doel voorbij schieten.
Jet’s juist ligt mi. in den gedachtegang van
Dr. A.
Wa.11er
3),
die aan de buitenlandsche banken ten min-
ste de mogelijkheid wil laten van hun dbiteuren ‘beta-
ling in Marken te verlangen. De dbiteur betaalt dan
aan een conversiekas, die deze gelden op haar ‘beurt in
Duitschlan’d uitzet en den buitenlandschen crediteur
hevredigt uit de opbrngst van door haar in het land
van den crediteur en in diens valuta op te nemen,
door de regeering van dat land te garandeeren, lee-
ningen. De terugbetaling dezer leeningen zou ge-
schi eden naarmate de D u i tsche deviezenposi tie zulks
zou toelaten, naar analogie van de Dawes-regeling
door een onpartijdige instantie te beoordeelen.
De verlangde garantie der regeeringen’ zal echter
wel niet te verkrijgen zijn! Toch ligt in dit plan in
zooverre iets goeds, als het tenminste de mogelijkheid
van individueel optreden tegen elken debiteur open-laat in plaats van in. de verhouding tusschen schuld-
eischer en schuldenaar ruw in te willen grijpen.

In de nu volgende drie plannen wordt met het
hierboven vermelde punt 3: betaling door uitvoer,
een meer d.irect verband gelegd.
Zoo stelt
Prof. Hahn
4)
voor den btiitenlaudschen
crediteuren: voor hun vorderingen – na afschrijving
of reduceering der slechte – een soort van 6-jarige
3
â
4 procents obligaties (,,Bons”) te geven, geteekend
door den dehiteur en gegarandeerd door de Golddis-
kontbank en het Rijk. Deze obligaties zouden zeker be-
iieden pari. noteeren, en daar Duitsche exporteurs ze
als ‘betaling zouden mogen aannemen, als een soort
exportpremie werken.
Hahn noemt zelf het bezwaar, dat Duitschl.nd de
deviezenopbrengst dezer exporten niet kan missen;
hij meent wel (waarom??), dat dc export tegen deze
bonnen een z.g. ,.zusiitzlicher” zou zijn, zou het in be-
taling nemen ervan echter voorloopig aan de toestem-
ming der Reichs
1
bank, eventueel met een vast mini-
mum per jaar willen binden.

Van een dergelijk idee gaat
Dr. Walter Schulz-
bach
5)
uit, die een soort van leveranties in natura
zooals bij de herstelbetalin.gen, zou willen organisee-
ren, waarvoor dan de import-landen tarief vrijheid
zouden moeten toestaan of wel de Stillhalte-crediteu-
ren, die op deze
wijze
betaling zouden verkrijgen, hun-
nerzijds de i hvoerrechtèn zouden moeten resti tueeren.
Dit moeten dan leveranties zijn, die anders
niet
aan
.1) ui tschlan d gegeven zouden zijn, waarop Schulabach
een nauwkeurige contrôle wenscht. Op deze kwestie,
die der ,,zusiitzliche Exporte” kom ik aanstonds terug.

Tenslotte de plannen, die in den laatsten
tijd
in
Pransche banklrringen
schijnen te ivorcien gesmeed
6).

Deze gaan van cle volgende veronderstelling uit.
Duitschland kan alleen uit zijn expoit-overschot be-
talen; dit export-overschot is echter geenszins in de-zelfde verhouding over de verschillende andere lan-
den verdeeld als dc vervallen kortioopeude schulden;
Frankrijk (hetzelfde geldt natuurlijk voor Nederland)
importeert ‘belangrijk moer uit Duitschland dan om-
gekeerd; welnu, men maakt een deviezenclearin’g en
het ten gunste ‘ van Duitschland ontstaande saldo
(volgens sommige voorstanders een zeker percentage
daarvan) gebruikt het Fransc’he Office de Oompensa-
tion om. de Fransche vorderingen te voldoen, terwijl
de Duitsche regeering de exporteurs maar in R.m. be-
talen moe’t.

1)
,,W7eltverscliuldr&ng-‘tTeltsa.nierung”, Ba.nk-Archiv
1
De-
emhcr
1931.
,,Schulden.Liquidation”, Frankfiirter Zeituug van
17
Juli 1932.
,,Der Weg .zurtick zur freieu W3.hrung”, Wirtschafts.
dienst
1932,
Heft
26.
Frankfurter Zei’tung, 18 October
1932.

Men ziet: simple comme bonjour! En wie, behalve
het gezond verstand zijner leidrs, verhindert Frank-
rijk het toe te passen? Een plan echter, welker ge-

volgen, stel eens dat het door alle landen, die in
dezelfde positie verkeeren (alle ‘belangrijkste cred i-teur-landen met uitzondering van de Vereenigde Sta-

ten) werd toegepast, niet minder dan funest zouden
zijn. Want waarmede moet Du.itschland dan zijn nood-
zakelijke import (want ondanks alle autarkie-streve.n
zal een belangrijke import onvermijdelijk blijven), af-
ezien nog van rente of de andere schulden, betalen?
ik noemde zoo even d kwestie van den z.g. ,,zu-
stzl.iche Export”, waarover thans
nog
een enkel
woord. Daar de in het buitenland geömitteerde Duit-
sche obligaties, waarvoor ook in het binnenland een

markt bestaat, op die ‘binnetilandsche markt als regel
10 á 20 pCt. ‘hooger noteeren dan in het buitenland,
genieten de Duitsche exporteurs een belangrijke pro-
mie, als zij voor de ontvangen deviezen in het buiten-
land dergelijke obligaties (meestal $-bonds) koopen en
deze in Duitschiand weer van de hand doen. Tevens
opent dit voor. Duitschland de mogelijkheid goedkoop
van zijn ohligat.ie-schuld in vreemde valuta af te

komen. Uit deze exporten tegen dollarbonds verkrjgt
de Reichsbanlc echter geen deviezen en Duitschiand’s
crediteuren, zoo op korten termijn als o’bligatiahou-ders, protesteerden dan ook tegen deze handelwijze,
waatbij Duitschiand voor vervallen verplichtingen’
deviezen weigert, maar wel transacties goedkeurt, die
er op neerkomen, ‘dat deviezen, die anders aan de
Reichsbank afgeleverd hadden moeten worden, voor het inlossen (tegen lage koersen) van eerst veel later
vervallende bui teniandsche verplichtingen gebruikt
worden.

Voor ohligatie’h ouders was het bovendien hatelijk,
dat eerst door het weigeren van deviezen voor aflos-
singen de koersen i.n het buitenland daalden en daar-
na wel deviezen werden vrijgegeven om van deze lage
koersen te profiteeren. Daar staat echter voor d.e hou-
ders dezer obligaties tegenover, dat juist doo.r deze
aanknopen de koersen niet nog verder zijn gedaald.
Voor zoover deze obligatie-koopen de deviezenont-
vangsten der Reichsbank inderdaad verminderden,
m.a.w. uit ‘normalen export resulteerende deviezen
niet behoefden te worden afgeleverd, waren deze
Protesten mi. volkomen op haar plaats, niet ech-
ter wanneer het exporten betreft, die anders in
het geheel niet zouden hebben plaats gehad, bv. om-
dat de Duitsche exporteur anders, d.w.z.
zonder
de
winst op de dollarbonds-transactie niet tegen con-
curreerende prijzen kon leveren. Toen de bepalingen
omtrent het bewijs van de ,,zuiiitzlichkeit”, waar-
schijnlijk mede als gevolg van deze protesten, aan-
rnerkelijk werden verscherpt en deze transacties ook
in, ander opzicht werden beperkt, is de storm van
verontwaardiging
bij de crediteuren
vrijwel geluwd.
Daarnaast ‘blijft de vraag, in hoeverre in liet voor
exporteurs reserveeren van de mogelijkheid, om van
de marge tusschen binnen- en ‘buitenlandsche koer-
sen te profiteeren, een soort dijiiip’ing te zien
is.
Zij,
die zich hierover ‘beklagen, dienen echter ni.et te ver-

geten, dat opheffing der deviezenreglementeering op
het oogenblik een daling van den Rrn.-koers en dus
een soortgelijke werking over den
.qeheelen
export zou
veroorzaken.

De kwestie, wanneer en hoe Duitschland de devie-
zenbeperkingen zal kunnen opheffen, is zeker een zeer
moeilijke.

Toen in. 1.931 een kapitaalstroom. van zoo overwel-
digenden omvang naar ‘het buitenland ontstaan was,
stond Du.itschland voor drie mogelijkheden, 6f weige-ren van goud- en devièzen afgifte door de Reichsbank,
gevolgd door daling ‘van de Mark, prijsstijging, infla-
tie, 6f de volledige werking van den gouden stan-

daard aanvaarden dus disconto-verhooging, inkrim-
ping van circulatie, zeer scherpe deflatie, 6f devie-

912

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 November 1932

zenregleinenteering on cl er i nstan clhou ding van cle

wi sselpariteit.

De eerste weg was in de
praktijk
niet begaanbaar,

vooral ook politiek niet, en
zou,
daar cle schulden

thans (in tegenstelling tot de na-oorlogsehe inflatie)
hoofdzakelijk in vreemde valuta luidden, weinig ver-

lichting hdbben. gebracht. De tweede oplossing, was
eveneens politiek onmogelijk, terwijl het bovendien zeer de vraag is, of dit middel, hoe doeltreffend ook
bij de ‘vereffening van kleinere bedragen, tegen het
ruwe geweld van zoo geweldige bedragen bruikbaar
zou zijn geweest. Op de in deze richting gedane schre-
den (wo. disconto-verhooging tot 15 pOt.) is dc
•Reichsbank ‘vrij spoedig teruggekeerd.

Men koos dus de deviezen-reglementeering. Van

opheffing daarvan zal eerst sprake kunnen zijn, als

men verwachten mag, dat
0])
het oogeublik dier op-
heffing geen belangrijke kapitaalafvloeiing naar het

buitenland zal ontstaan en dat ook de toekomstige
jaarlijksche transfereeringen zich binnen de grenzen

van het mogelijke zullen houden.

:De jaarlijks voor den schuldendienst benoodigde

bedragen zijn te berekenen (voor 1932 kwam men tot
rente en aflossing ca. 1.100 millioen, rente alleen
en. 1.200 milli.oen Rm.), de onmiddellijke terugvloei-
ing van kapitaal is door overeenkomsten met de Still-
halte-crediteuren en alleen geleidelijke afschaffing
der deviezenbepalingen te beperken, anders staat het
echter met de berekening van de in den toekomst
beschikbaar komende deviezen.

Men zou hiertoe niet alleen de toekomstige ont-wikkeling van den invoer en den uitvoer, doch ook

de voor elke afzonderlijke groep artikelen geldende
betali ugs-modali teiten moeten kennen.

Is het reeds in normale omstandigheden schier oo-
doenlijk hierbij tot eenigszins nauwkeurige resulta-ten te komen, des te meer igeldt dit, nu steeds meer
handelsbelemmeringen in den laatsten tijd zijn inge-
voerd of dreigen te worden ingevord, ja zelfs de Duit-sche regeering maatregelen overweegt (contingentee-
ring), welke naast beperking van den invoer een em-
stige ‘ve±vreemding van Duitschiand’s beste afnemers en dientengevolge vermindering van exportmogelijk-
heden tengevolge zouden hebben. Ook uit cle ontwik-
keling van het laatste jaar zijn weinig gevolgtrekkin-
gen voor de toekomst te maken, aangezien de ‘beta-
lingstermijnen sinds midden 1031 zeker belangrijke
wijzigingen hebben ondergaan en uit de cijfers van

uitvoeroverscho t en
ve
rmeerdering of vermindering

van goud- en deviezenvoorraaci der Reichshank reeds daarom geen conclusie te trekken valt, omdat noch de
omvang der betalingen aan het.huiteniand noch van

dat gedeelte der exporten, dat met obligaties e.d. be-

taald werd, bekend is.
7)

Hoewel ik mij dus van elke eenigszins nauwkeurige
voorspelling aangaande de verdere ontwikkeling van
Duitschland’s deviezen-pos i.tie wensdh te onthouden,
is er toch éSn tendenz, die daarbij een belangrijke rol
zal kunnen spelen, waarop hier de aandacht dient te
worden gevestigd, en wel dc toeneming van de devie-
zen-behoefte voor betaling ‘van den invoer, zoodra

eenige opleving plaats heeft.
Niet alleen is dan een stijging der grondstoffen-
prijzen te verwachten, doch ook de voorraden zullen
D
aanvulling behoeven. e geforceerde uitvoer in 1931,
heeft tot gevolg gehad, dat deze grootendeels zijn
verdwenen, althans acu den verminderden omzet zijn
aangepast. Welk een. belangrijke plaats grondstoffen
en halffabrikaten onder den invoer innemen, blijkt
uit (Ie volgende cijfers, welke tevens een beeld van dan
verderen teruggang van het handelsverkeer in de
eerste negen niaancien van 1932 geven:

7)
Zie cle geenszins uitgekomen prognose van
])r. C.
Kriï.mer in E.-S. B. van
23
Maart
1932,
dat de goud- en
deviezenvoorraad der Reichsbank in twee á drie maanden
van
430
mihlioen
]lrn.
zou afnemen.

In milliarden Ria. Invoer
-;–
, ,
•-
Uitvoer
..c

WD
o.

1929

13,5

13,5

4,_

2,3

7,2

55,7

1930

12,_

10,4

3,1

1,8

5,5

47,9

1931

9,6

6,7

‘,…

1,2

3,5

34,_

Jan/Sept.
’31

7,2

5,3

1,5

0,9

2,8

26,3

Jan/Sept.
’32

4,3

3,4

1,1

0,5

1,8

18,8

De waarde van den invoer van grondstoffen en
ialffaibrika,ten per kilo daalde van 0,127 Rm. in 1929
tot 0,105 Rm. in de eerste negen maanden van 1931
en verder tot 0,094 Rni. in dezelfde periode van 1932.
De Frankfurter Zeitung
8),
aan welice ik deze cijfers
ontleen, schat, dat reeds bij een matige verbetering
van den economischeru toestand 50 â 100 millioen Rm.
per maand meer ‘voor den invoer benoodigd zou zijn.
Weliswaar zullen clan ook de prijzen der uitgevoerde
fabrikaten weer gaan stijgen, doch men mag verwach-
ten, dat dit langzamer en eerst na ‘verloop van tijd
zal plaats hebben.
Hieruit volgt, dat ook bij een verbetering van de
algemeene situatie Duitschland nog een zeer moei-
lijice periocle tegemoet gaat, gedurende welke het wel niet mogelijic zal zijn, de deviezen-contrôle geheel op
te heffen.
Het ware wellicht verstandig, Duitschiand door
een overbruggingscrediet ter financiering van dezen
meer-import door deze periode heen te helpen. Ik
vrees echter, dat hiertoe, gezien de.groote reeds be-
staande Duitsc’he risico’s, weinig geneigdheid zal be-
staan, zelfs al werd dekking bv. cessie van export-
vorderingen aangeboden.
Oolc zonder zulke hulp zal Duitschiand deze rnoei-
lii kheden tenslotte overwinnen; men zal danS echter
‘moeten rekening houden met de mogelijkheid, dat
de deviezenschaarschte
fijdelijlc
nog wel eens veel
erger zou kunnen worden.
Op den duur zal Duitsehland niet tot economischen
bloei. kunnen komen, zonder een zoodanige veran-
dering in de handelspolitiek van zijn afnemers, doch
daarnaast niet min der van die zijner eigen regeering,
dat de export van fabrikaten, waarop heel de Duit-
ache economische structuur is ingesteld, weer in rui-
mere mate mogelijk wordt, ‘bij een vermindering dus
van de tegenwoordige handelsbelemmeringen. Om
een vermindering van zijn Ibuitenlandsche schuld te
bereiken, zal het hard moeten werken, met weinig
loon tevreden moeten zijn en weini’g aan nieuwe in-
vesteeringen kunnen besteden.
Dat het’ ‘huitenlandsch kapitaal nog geruimen tijd
in Duitschland emplooi zal vinden (misschien niet
in gelijke mate en, naar ik hoop, :in mindere mate op
korten termijn dan thans), staat voor mij vast. Zoo
spoedig mogelijk dient echter ook hier de rentestand
zijn
vrije
werking te herkrijgen.
Ook hierin ligt voor Duitschland een reden om
alles te vermijden, wat het buitenlandsche kapitaal
zou kunnen afschrikken, als daar zijn: plannen om-
trent gedwongen rente-verlaging en gedwongen ver-
andering der Stillhalte-schuldeu in lang loopende
leeningen of uitschakeling der individueele crediet-
verhoudingen.
Wat deze laatste schulden betreft, volgt uit het
voorafgaande, dat ik den
tijd
yoor een definitieve
regeling nog niet gekomen acht. Onjuist schijnen mij
dan ook de stemmen van hen, die der Duitsche regee-
ring of den betrokken haniciems ,,Mangel an Mut” of
,,Mangel an Entschlusskmaft” om het probleem aan te
pakken, verwijten.
De Stilihalte-overeenkomst zal dan ook wel ver-
lengd worden. Moge men daarbij in de eerste plaats

8)
30
October
1932.

16 November 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

913

(Ie i nd ividueele verho u dingen tusschen crediteuren
en debiteuren onaangetast laten, of juister, zooveel
mogelijk weer herstellen, m.a.w. Verandering van debi-
teur binnen i)uitschlancl mogelijk maken. Daarnaast ware het mi. gewenscht de bestaande wenschen om-
trent consolideering (evenals verleden jaar de z.g.
..Swiss clause”, welke cle omzetting in ten minste
5-jarige leeti.ingen mogelijk maakt en waarvan voor
eirea 100 millioen Rm. gebruik is gemaakt, en het
artikel betreffende de trustcertificaten, waarvan geen
gebruik gemaakt is) of omtrent terugbetaling zonder
schade voor de deviezenpositie, als
mogelijkheden,
vooral niet als dwingende uniforme regelingen, op
te nemen.
0)

R. F. VAN LIER.

0)
Door enkele vooraanstaande Duitsehe
en
buitenland-
sche bankiers worden thans particuliere besprekingen over
deze kwesties gevoerd, hetgeen m.i. een heel wat doeltref-
fender methode is dan het overijid publiceeren van elk
ilaui. Uit hetgeen hieromtrent in de dagbladen is uitgelekt,
zou uien afleicle ii, da t men inderdaad in de richting van
handhaving der trnnsferbescherming bij meer vrijheid tegen-
over de debiteuren gaat, waarbij als alternatief o.a. aan
een zeer venbeterde uitgave van de cotiversie-kas van Dr.
Valler, welke den buitenlandschen crediteuren dan
4
pCt.
20-jarige door het Rijk gegarandeerde obligaties zou geven,
wordt gedacht. Thans op (leze onvolledige en niet authen-
tieke berichten in te gaan,
wil
mij weinig nuttig en, han-
gende deze vertrouwelijke besprekingen, ook niet oppor-
tune
voorkomen.

INTERNATIONALE M!GRATIESTATIST!ÊK.

Tot de statistieken, ten aanzien waarvan door de
verschillende landen nog heel wat gedaan zal moeten
worden, eer zij tot onderling vergelijkbare uitkom-
sten kunnen leiden, behoort wel de statistiek van de
landverhuizing. Het lijkt zoo eenvoudig: de statistie-
ken van de emigratie en de immigratie der onder-
scheidene landen behooren toch feitelijk met elkaar
kioppende resultaten te geven, omdat ze in het alge-ineen betrekking hebben op dezelfde personen. Maar
hoe heel anders is de werkelijkheid! Dit nu is een
gevolg van de omstandigheid, dat het eene land onder
,,landverhuizer” iets anders verstaat dan het andere,
dat verder de onderscheiding der landverhuizers niet
overal dezelfde is en dat ook de methode van de sta-
tistiek verschillend is. In tal van landen – helaas
moet ook Nederland daartoe gerekend worden – is
de statistiek van de landverhuizing nog onvolledig of
zelfs gebrekkig.
Vaak is de statistiek gebaseerd op eene wettelijke
of administratieve definitie van het begrip ,,landver-
huizes”, welke nu eens verband houdt met de voor-
waarden van het vervoer, dan weer met bepaalde per-
soonlijke factoren van den migrant, als kleur, uit-
oefening van een beroep, bezit van een arbeidscon-
tract, elders met de bedoeling om werk te gaan zoe-
ken in den vreemde, weer elders met de bedoeling
zich gedurende eenigen tijd in den vreemde te ves-
tigen.

Aan pogingen oiii meer eenheid te krijgen heeft
het niet ontbroken. liet Institut International de Sta-

tistique heeft zich met de migratie bezig gehouden
op de zittingen te Weenen in 1891, Budapest in 1.901,
Berlijn in 1903, Warschau in 1929, Madrid in 1.931.
Verder brengen wij in herinnering de Aanbevelingen
van de Internationale Arbeidsconferentie van 1.922,
de Internationale Conferentie voor de emigratie en
immigratie te Rome in 1924 en de Internationale Par-
lementaire Handelsconferentie te Rio de Janeiro in
1.927, waarbij op uniforme migratiestatistieken aan-
gedrongen werd.

Nu is kort geleden, van 3 tot 7 October 1932, te
Genève op instigatie van den Raad van Beheer van
het Bureau International du Travail eene interna-

tionale conferentie van migratie-statistici gehouden,
met het doel de verbeteringen aan te geven, die in de

tabellen, welke het Bureau International du Travail
publiceert, zouden Icunnen w’orden aangebracht en de mogelijkheid te overwegen om de door de landen ver-

strekte gegevens meer vergelijkbaar te maken.
1)

Deze conferentie heeft zich vooral met drie punten
bezig gehouden.
lo. de
cle finitie
van het begrip landverhuizer.
e Men was het er over eens, dat niet vastgehouden
moest worc!en aan het oude begrip ,,landverhuizer”.
Wanneer vroeger over lan ch verhuizing gesproken
werd, (hacht men
ïii
tsluitencl aan die weinig benij-
denswaardige lieden, die met ‘hebben en houden in
grooten getale, vooral uit Polen, Rusland, Hongarije
ed. landen naar de havensteden lcwamen om van hier
uit naar het beloofde land, Amerika, te trekken en
ter wier bescherming bij het vervoer bijzondere wet-telijke maatregelen getroffen moesten worden. Door
prohibitieve maatregelen van Amerika, is die groote

trek naar de nieuwe wereld static afgenomen.
Daarentegen heeft de continentale landverhuizing
meer en meer cle aandacht getrokken. Ook deze is
thans door de groote werkloosheid sterk aan banden
gelegd, doch daarom is het juist nu een geschikte tijd
.orn maatregelen te treffen ter verkrijging van meer
uniformiteit. Ook met Dr. Perenezi, den expert bij
uitnemendheici op het gebied van de internationale
migratie, te spreken: men kan een stroomregeling het beste tot stand brengen hij lagen waterstand.
De Conferentie achtte het in beginsel wenschelijk,
dat cle inigratiestatistiek elke verplaatsing van het
eene land naar het andere van eenigen duur zou om-
vatten, echter met uitzondering van de pleiziérreizen. Iemand, die om studieredenen, om gezondheidsrede-
nen, om de hooge belastingen te ontvluchten, enz.,
ewz., naar het buitenland gaat, moet dus volgens de
Resoluties als landverhuizer beschouwd worden. Duurt
het verblijf buitenslands een jaar of langer, dan wordt
van blijvende landverhuizing, duurt het verblijf kor-

ter, dan wordt van tijdelijke landverhuizing ge-
sproken.

Seizoentrek is onder tijdelijke migratie te rang-
schikken, maar moet zoo mogelijk ook in afzonderlijke
tabellen, opgenomen worden. Het is wenschelijk, dat
ieder land een statistiek van de emigratie en een
van de immigratie samenstelt, w’aarbij onderscheiden

worden de onderdanen en de vreemdelingen. Ook is een afzonderlijke statistiek van de transmigratie van

belang. Eveneens een statistiek van de migratie tus-
schemi de in verschillende werelddeelen liggende ge-
westen van een en denzeifden Staat. Er werd op ge-
wezen, dat een land in bepaalde lacunes van zijn mi-
gratiestatistiek kan voorzien door bilaterale of meer
algemeene samenwerking met de Statistische Diensten
van andere landen.
2o.
de methode der sta.iistielc.
Ook deze houdt ten nauwste verband met wettelijke
voorschriften, waaraan de landverhuizing onderwor-
pen is. Geen enkele van de tegenwoordig toegepaste
methoden bleek voldoende om de landverhuizing van alle zijden volledig te belichten. De Conferentie heeft
niet willen vaststellen, welke nog de meest verkies-
ljke methode is, doch wel geconstateerd, dat de sta-
tistieken van de informatiebureaux voor emigranten,
die van de visa der paspoorten, van de paspoorten zèlf,
van de passage-overeenkomsten, van de aanwerving
en de plaatsing en van de machtigingen tot tewerk-
stelling van vreemde arbeiders onvoldoende surroga-
ten vnu een migratiestatistiek zijn. Daarentegen heeft
zij voornamelijk hare aandacht geschonken aan de
statistiek van de havens, aan de bevolkingsregisters,
aan het grenstoezicht en aan de statistieken, samen-
gesteld uit gegevens ontleend aan de strooken, die
afgescheurd worden van bepaalde documenten, weilce
de onderdanen van sommige landen (b.v. Italië) moe-
ten overleggen bij het overschrijden van de grens.

1)
De Resoluties dezer Conferentie zijn in afl. 10 van het
Maandschrift v. h. Centr. Bur. v. d. Statistiek opgenomen.

914

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 November 1932

Deze kunnen in meerdere of mindere mate dienst-
baar gemaakt worden aan de samenstelling van een

migratiestatistiek. Tot een volledige en uniforme
statistiek van de internationale migratie zou men
alleen kunnen komen, indien alle landen een en
dezelfde methode volgden, gebaseerd op de afgifte
van een persoonlijk identiek document. ‘liet is duicle-
lijk, dat de verwezenlijking van dit plan ernstige
moeilijkheden zou opleveren en tijd kosten. Een na-
dere hcstudeerjrig van, dit punt bleek noodig en daar-

voor werd wetenschappelijke samenwerking tusschen
1it Bureau international du Travail en het Institut
International de Statistique aanbevolen..
39.
de onderscheiding der migrctnten.
Het rapport van de conferentie eindigt met een
aantal aanbevelingen over de onderscheiding der mi-
granten iiaar do landen van ‘herkomst en bestemming,

leeftijd, geslacht, beroep, positie in het beroep, ge-
zinsverband, bezit van een arbeidscontract, enz.

Thans enkele opmerkingen over de Nederlandsche
rnigrat.iestatistiek. Tot voor eenige jaren werd een

s
tati stick van cle uitgereikte paspoorten samenge-
steld. Deze bleek een onjuist beeld van de emigratie
te geven en is daarom gestaakt. Wel ‘worden nog
steeds gegevens ‘verzameld door de Commissies van
de Staatscommissie van toezicht over den doortocht
en het vervoer ‘van landverhuizers te Amsterdam en
Rotterdam, doch deze zijn uiteraard zeer onvolledig,
omdat zij uitsluitend betrekking hebben op hen, di.e

het land langs deze beide havens over zee verlaten.
Resten dus als bron voor de migratiestatistiek de
in- en afschrijvingen bij het bevolkingsregister. Men weet, dat aangifte van vestiging en vertrek ‘verplicht
is, doch dat velen geen aangifte doen. Daarom is
jaarlijksche contrôle der in cle gemeente aanwezigen
voorgeschreven. Zij, die aangetroffen worden, doch
zich niet hebben laten inschrijven, worden ambtshalve
ingeschreven; omgekeerd worden zij, die niet te vin-
den zijn, ambtshalve afgeschreven. Daar voor inschrij-
ving als regel overiegging van het verhuisbiljet,
m.a.w. het :bewijs van afschrijving verlangd wordt,

betreft een groot percentage der ambtshalve in- en
afgeschrevenen personen, die uit het buitenland ko-
men, resp. zich daarheen begeven hebben.
}Iet aantal ernigranten en immigranten is dus groo-
ter dan het aantal hunner, die zich wegens vertrek
of vestiging hebben laten af- of inschrijven, doch hoe-
veel grooter is niet met juistheid bekend. Dit surplus
moet evenwel kleiner zijn dan ‘het aantal ambtshalve
in- of afschrijvingen. Een ‘vrij nauwkeurige benade-
ring zou men kunnen krijgen, indien bij ambtshaive’
in- en afschrjving niet alleen zooveel mogelijk werd
geïnformeerd of de betrokkene uit het buitenland is gekomen, reap. daarheen is vertrokken (hetgeen als regel reeds geschiedt), maar indien hiervan ook aan
het Centraal Bureau ”oor de Statistiek opgaaf werd
gedaan (wat nog niet plaats heeft).
Intusschen zal in Nederland op grond van de be-
volkingsregisters wel een statistiek van de blijvende
migratie kunnen w’orden samengesteld, doch geen
ltatistielc van cle tijdelijke migratie. Personen, die
voor studiereizen, voor herstel van gezondheid e.d.
voor eenige m,aanden het land verlaten, worden niet
afgeschreven, lIet ‘zou ook niet wenscheljk zijn dat
dit geschiedde, omdat daardoor de bevolkingsregis-
ters hun doel zouden gaan missen. Dit laatste geldt
ook tea aanzien van de ‘tijdelijke immigratie. Voor
een overzicht van de tijdelijke emigratie en de tijde-
lijke immigratie is ten onzent geen bron aan te wij

zen. IIi’ervoor zal men de statistieken van de tijdelijke
immigratie en de tijdelijke emigratie van andere lan-
den, voor zoover deze ten minste bestaan, moeten

raadplegen.
Dit artikel moge besloten worden met enkele cij

fers, welke voor ons land althans eenig denkbeeld
geven van de emigratie en immigratie in de laatste

jaren.

.uuta1 inschrijvingen in het bevolki.n’gsregis’ter

0])
grond van’aangifte van vestiging

ambtshalve op
van personen, gekomen uit

grond van geble-
Oost. en Wcst.Indië het buitenland ken aanw’ezigheicl’)
Jaren

M.

Vr.

M.

Vr.

51.

Vr.

1931 . 7.483 6.043

19.388 29.736

3.061

2.258
1930 . 7.690 5.976

22.1,27 30.932

3.660

2.591
1929 . 6.247 5.174

21.631 24.720

‘ 3.614

2.216
1928 . 6.122 5.131

16.057 21.272

3.035

2.353
1927 . 5.039 4.32,3

16.902 21.217

2.884

2.297
.1926 . 4.358 3.787

17.639 22.414

3.174

2.460
1925

. 3.909 3.112

14.245 17.117

3.51.6

2.877
1924 . 4.113 3.086

14.447 19.638

3.536

3.186
1923 . 4.300 3.121 ‘

13.487 30.250

17.2772) 17.4692)
1922 . 5.471 3.556

10.867′ 22.929

6.516

5.820

“) Deze inschrijvingen betreffen voor een groot deel per.
sonen, clie uit de Nederi. Overzeesche gewestea of uit het
buitenland gekomen zijn.
2)
De abnormale grootte van deze cijfers is een gevolg van
annexaties en grenswijzigitigen.

Aantal afschrijvingen ii it het hevolkingsregister
op grond van aangifte van

arnbtshalve op
vertrek val., personen naar

grond van geble.

Oost- en West-indië het buitenland

ken afwezigheid’)
Jaren

M.

Vr.

M.

Vr.

‘ST.

Vr.
1931 . 5.324 4.786

11.298 15.956

1.529

1.085
1930 – 7.206 5.764

16.416 18.669

8.825

6.060
1929 . 7.624 5.602

14.965 17.640

5.586

3.939
1928 – 7.381 4.868

14.625 17.873

4.953

4.041
1927 . 6.241 ‘3.939

13.925 15.400

5.488

5.350
1926 . 5.052 3.096

13.065 14.857

5.637

5.843
1925 . 3.546 2.439

13.412 17.693

6.067

6.970
1924 . 3.637 2.416

15.148 23.289

6.341

6.101
1923 . 3.205 2.285

15.780 15.495

19.9592) 18.0792)
1922 . 4.064 3.160

13.200 13.052

7.489

5.617
t)
Deze afschrijvingen betreffen voor een groot gedeelte
1)ersonen, clie naar de Nederi. Overzeesehe Gewesten of naar
het buitenland vertrokken zijn.
2)
De abnormale grootte van deze cijfers is een gevolg van
au nexaties en grenswijzigingen.

Opmerkelijk is, dat het aantal
inschrijvingen
en
afschrijvingen op grond van aangifte van komst uit of
vertrek naar het buitenland in de laatste tien jaren
voor de vrouwen steeds zooveel ‘hooger was dan voor
de mannen. Hier hebben ‘wij ongetwijfeld te denken
aan vreemde, vooral Duitsche diens4boden. Vddr 1.921
was dit verschil er niet. Jaren van
bijzonder
grooteu
intocht waren vooral 1.922, 1923, 1930 en 1931, van
vertrek 1,024.
liet aantal Nederlanders dat als ,,landverhuizer”
uit de Nederlandsche havens vertrok, schommelde in
de laatste jaren om de 3.000 (in 1931 waren het er echter maar 365). Iets meer dan de helft zijn man-
nen; de overigen ‘vrouwen en kinderen ‘beneden 10
jaar. Jaarlijks gingen gemiddeld ongeveer 250 per-
sonen naar Zuid- en Midden.Amerika, zeer enkelen
naar Afrika, alle overigen naar Noord-Amerika.
v.D.v.I.

DE NIKKELKWESTIE.

Prof. Mr. A. M. de Jong
schrijft
ons:

Niet zonder eenige verwondering nam ik kennis
van cle noot, door Prof. Dr. 0. A. Verrijn Stuart toege-
voegd aan cle eerste alinea van zijn stuk ovor de nik-
kelkwestie in No. 880 van dit weekblad (bladz. 891,
eerste kolom). De heer Verrijn Stuart verklaart in
deze noot, op mijn in het dagblad
De Telegraaf
van

20 en 21 Octoher jl. (avondeditie) gepubliceerde arti-
kel over dit onderwerp niet te zullen ingaan, omdat
daarin nieuwe gezichtspunten niet worden geopend.
Dat de heer Stuart op het stuk, waarin ik zijn voor-
stel bestreed, niet wenscht to antwoorden, en dat hij
cl t feit wereldkundig maakt, is natuurlijk zijn goed
recht. Ook ik laat het, na alles wat den ldatsten tijd
pro en contra het niklcelplan geschreven werd, thans
gaarne aaia den lezer over, zic’h over deze zaak een oor-
deel te vormen. Maar ii ‘moet er tegen opkomen, dat
de heer Stuart argelooze lezers in den waan brengt,

als zou mijn stuk in
De Telegranf
een soort doublure

16 November 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

915

zijn van het artikel van den heer Van Sandick in No.
877 van dit weekblad. Ik heb voor dat artikel, waar-
mede ik het op de meeste punten. eens ben, veel waar-
deering, doch de hee.i. Van Sandick zal zelf waarschijn-
lijk cle eerste zijn om te erkennen, dat ‘het ‘vraagstuk
in zijn artikel slechts ten ‘dccle is behandeld. Het doel
van mijn opste’l in
De Telegraaf
was juist, de zaak wat
breeder te bezien en er de aandacht op te vestigen,
dat er aan de ‘vervanging van ons zilveren teekengeld
door nikkelen pasmunt mihér vastzit dan men het van verschillende zijden, mijns inziens teu onrechte, heeft
ioeii voorkomen.

N a s ch r i f t. Het spijt mij, dat de noot bij mijn
stuk in het vorIg nummer van dit Weekblad op den
heer De 3ong den indruk heeft gemaakt, als zoude ik
zijn artikel in de Telegraaf een soort doublure van
dat van den. heer Van Sandick hekben genoemd. Gaar-
ne wil ik dit misverstand, w’aartoe hetgeen ik schreef overigens geen aanleiding behoefde te geven, uit den
weg ruimen. Mijne bedoeling was enkel te zeggen, dat
in bedoeld artikel niet gezichtspunten waren aange-
geven met betrekking tot het nikkelvraagstuk, die
niet reeds in het Rapport der Commissie, mijne daar-
1,ij gevoegde Nota en hetgeen verder over de zaak was
geschreven waren aan te treffen. Dat ik in deze mee-
ning dwaalde, wordt, in bovenstaand stukje van den
heer d. J. niet aangetoond.
C. A. VERRIJN STUART.

AANTEEKENINGEN.

De Nederlandsche contingenteeringspolitiek en
haar gevolgen.

,l)e Minister van Economische Zaken en Arbeid
heeft tot den Voorzitter van de Tweede Kamer op
7
Nov. een Nota gericht, ciie een uitvoerige moti:vee-
ring van de door cle regeeriog gevolgde contingeutee-
ririgspohitiek bevat, benevens een overzicht van de
resultaten, die hiermede zijn bereikt.
lJi.t deze Nota blijkt, dat çle contingenteering op
basis van het jaar 1931, 8.02 pOt. van de waarde om-
vat en dat 2.42 pOt. ‘van de waarde is afgesneden. Dit
percentage lijict niet groot, maar het is eenigszins
misleidend. Immers, cle invoer, die door contingeutee-
ring wordt afgesneden, behoort niet gebaseerd te wor-
den op den totalen import, maar op een hoeveelheid,
die berekend wordt uit den totalen import vermin-
derd met den invoer van goederen, die absoluut nood-
zakelijk zijn voor instandhouding van ons productie-
apparaat (onontbeerlijke grondstoffen, half’fa’bricaten en.z.). Daarorn doet men goed aan het percentage van
2.42 geén al te groote waarde toe te kennen.
Belangrijker is echter kennis te nemen ‘van de in-
z i cli ten, waarop de regeeri ng haar cnnti ngen teerings-
politiek heeft gebaseerd. Deze zijn:

lo. aanpassing van cle productiekosten aan ‘het ver-
laagde prijsniveau der goederen. H:ierbij doet zich
echter de complicatie voor, dat het verschil tusschen
kosten en
prijzen
in het landbouwbedrijf niet meer
enkel door verlaging der kosten was te overbruggen.
.1′! ier was een beperkte stijging der prijzen een onmis-
baar hulpmiddel om een betere verhouding te her-
stellen en een ramp te verhoeden;
2o. uit het bedrijfsleven zelf moeten cle krachten
voorkomen, clie deze aanpassing bewerken. Daarvoor
moet de regeering alles in het werk stellen om belem-
meringen weg te nemen, clie zich tegen dit proces ver-
zetten en verder mogen de steunmaatregelen niet zoo
zijn, dat de aanpassing aan een lager kostenniveau er
door wordt belet; 3o. wering van overmatigen import teneinde er voor te waken, dat de ‘belangrijkste deden van ons produc-
tie-apparaat gedurende het reorganisatieproces zoo-
veel mogelijk in tact blijft, zonder dat het bedrijfs-
leven daardoor aan activiteit zou inboeten;
4o. verzet tegen handelspolitieke en andere maat-

regelen van, ‘het ‘buitenland, die eenerzijds de strekking
hebben om onze producten ibuiten ‘de landsgrenzen te
sluiten en anderzijds tengevolge hebben, dat op de bin-
nenlancische markt buitenlandsche goederen tegen
prijzen worden aangeboden, waartegen ook bij een zeer
Ingrijpende verlaging der productiekosten hier te lan-
de concurrentie uitgesloten is. Naast andere middelen
‘van verweer staat de Crisisinvoerwet de regeening
in deze ten dienste.

Zooais ‘men weet, is in de considerans van deze wet
tot uitdrukking ge’braht, dat contingenteeringsmaat-
regelen slechts gerechtvaardigd zijn, indien er sprake
is van
overma.ligen. invoer.
Dit laatste begrip heeft
de regeering echter ruim opgevat, en wel in dezen zin,
,,dat
bij
de beoordeeling of ovrmatige invôer heeft
plaats gehad meer factoren in aanmerking werden ge-
nomen dan alleen het invoercijfer en dat ‘bv. tevens
gelet werd op veranderingen in de verhouding tus-
schen in- en uitvoer en .tussohen productievermogen
en afzetmogelijkheid. in bepaalde gevallen toch deed.
een scherpe daling van den export, te wijten aan bui-
tenlancische handelsbelemmeringen, een wanverhou
din,g ontstaan tusscheo de afzetmogelijkheden, die
voor de ‘Nederlandsche producenten overbleven en
het aandeel vaD buitenlandsche producenten in het
binnenlandsche veibruik. Dan werd dus in plaats van
met den invoer met het invoersaldo gerekend.”

,,ln andere gevallen vertoonde de binnenlandsche consumptie een zoo grooten achteruitgang, dat ook
een gelijlcblijvende import als overmatig moest wor-
den ‘beschouwd. Waar veibruiksstatistieken ontbreken,
kon men daarvoor soms een aanwijzing vinden in het
prijsverloop.”

,,’Slechts in twee gevallen moest men er toe over-
gaan, aan het beginsel, dat de Cnisisinvoerwet slechts
voor toepassing in aanmerking komt, wanneer er ge-sproken kan, worden van overmatigen invoer, een lo-
gische gevolgtrekking te verbinden, die n’iet van den
beginne af voor oogen heeft gestaan. Ten eerste is het
gewenscht gebleken aan de iioodzakelijke contingentee-
ring ‘van halffabrikaten (wollen stoffen) een o’p
zich-
zelf niet dringend noodzakelijke contingenteering van
cle daaruit gefabriceerde eindproducten (confectie)
vast te koppelen, daar anders het beoogde effect
zou zijn uitgebleven en de ‘buitenlan’dsche industrie,
clie deze eindproducten invoert, het voordeel weg zou
dragen. Ten tweede moest voorkomen worden, dat van
twee onderling ‘iervangbare goederen er slechts éôn
gecontingenteerd werd, ‘daar anders een kunstniatige
verschuiving van het verbruik ten nadeele van den
te steunen
bedrijfstak
door de contingenteering zelf
zou worden opgewekt (fijn aardewerk en porselein,
wollen en zijden confectie). In deze gevallen evenwel
is er bij de bepaling der percentages rekening ‘mede
gehouden, dat cle bedrijfstakken, waar voor dergelijke
aanvullende contingenteeringen moesten worden vast-
gesteld, niet on’billijk hevoordeeld mogen worden bo-ven ‘andere industrieën, die niet langs dezen weg pro-
fiteeren’ van de toepassing der Onisisinvoerwet.”

In de Nota wijst ‘de Minister er verder op, dat de
regeeriug er met de meeste zorg acht op geslagen
heeft, dat door de contin.genteering geen prjsopdrij-
ving werd veroorzaakt. Tot nu’ toe, aldus de Nota,
heeft dan ook geen der genomen maatregelen tot prijs-
verhooging geleid, ,noch is de prikkel tot aanpassing
aan een lager prijsniveau merkbaar verslapt geworden.
Verder wijst de Nota er op, dat ook aan de nadeelen,
‘die mogölijk voor het handelsverkeer aan een beper-
king van den invoer zijn verbonden, ernstige aandacht is geschonken. De contingenteering is vrijwel uitslui-
tend toegepast op industriëele producten, ‘die geen sta-
pelproducten zijn. Primaire grondstoffen worden er
niet door getroffen. De ‘beperking van den ‘invoer
der gecontingen’teerde goederen beteekent helaas wel
eenig verlies voor handel en vervoer. Doch men hoede
zich voor eenzijdigheid. Voorzoover de contingentee-
ring verbetering brengt in de productiemogelijkheden

916

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 November 1932

c]er .inheernsche nijverheid, – die voor haar grond-

stoffen voorziening grootendeels øp invoer steun t ,
staat tegenover de verm:indering van den invoer van
industriëele producten een vermeerdering van den
invoer van grondstoffen, die niet veronachtzaamd
mag worden.

Een punt, dat de grootste aandacht vereiseht, was
de verhouding tot het huitenla:nd. Steeds moest dc
Regeering het directe belang, dat door contingentee-
ring gediend zou worden, afwegen tegen cle kwad,e kans, dat onze primaire exportbelangeri ernstig zou-
den worden geschaad, hetzij tengevolge van het ver-
band, -dat bestaat tusschen in- en uitvoer, hetzij door
represailles. Ongetwijfeld is de voorstelling, alsof elke
importvérmindering een exportverlies tengevolge
heeft, die het direct verkregen voordeel teniet doet,
onder -de gegeven omstandigheden te simplistisch ge-

dacht. Oontingenteering -heef t de strekking koop-
kracht te reserveeren voor de hinnenlandsche markt
en het is volstrekt niet uitgesloten, dat in bepaalde
gevallen het totale productievermogen en dus de totale
consumptiekracht daardoor meer gebaat worden, dan
zij worden geschaad door daling van den export. Maar
zoodra men het middel van contingenteering op ruime
schaal toepast, kan het niet uitblijven, •dat de uit-
voerbelangen daaronder ernstg lijden en komt men
voor geheel oncontroleer’bare gevolgen te staan, zoo-
als in andere landen (bv. in Frankrijk) afdoende is
gebleken.

Directer en tastbaarder zijn de nadeelige gevolgen
van buitenlandsche represailles, die men, zooals de
ervaring leert, in eik geval kan verwachten. Doch
ook af gezien hiervan pleit een algemeen belang er
voor, de goede verstandhouding met het ‘buitenland
zoo veel mogelijk te ontzien. De Regeering heeft zich
dan ook op het standpunt gesteld, dat zij niet alleen
aan haar verdragsverplichtingen jegens België en
Tsjecho-Slowakije tot het plegen van voorafgaand
overleg loyale uitvoering moest geven, maar ook, dat zij
bereid moest zijn aan redelijke bezwaren van deze en
andere landen op de ‘basis van reciprociteit zooveel mogelijk tegemoet te komen. Over veel speelruimte
om bij de vaststelling der contingenten met de ban-
delspolitieke verhouding tot afzonderlijke landen
rekening te houden, beschikt de Regeer.ing echter niet,
zoolang in de Orisis-Invoerwet, als uitvloeisel van
het beginsel der meestbegunstigirig, proportioneele
contingenteering als beginsel ‘blijft gehandhaafd.
Door de keuze der basisjaren en een nauwkeurige

omschrijving der gecontingenteerde goederen was het
echter mogelijk eenige soepelheid in het gekozen stel-
sel te brengen.

Uit het slot van de Nota blijkt, dat de Minister er
van doordrongen -is, dat de contingenteerin’g een
verstorenclen invloed op het geheele bedrijfsleven
heeft. ,,Elk ingrijpen in het bedrijfsleven, en vooral
het belemmeren van den invoer”, zoo schrijft de Mi-
nister, ,,is niet anders doenlijk dan met het teweeg
brengen van zekere nadeelen, met het verstoren van
verhoudingen, met het verlies van relaties. Vooral
wanneer deze maatregelen te langen tijd zouden moe-
ten gelden, dreigt het gevaar, dat ‘bepaalde verstar-
ringsverschijnselen, inzonderheid ten aanzien van den handel, moeilijke vraagstukken zullen doen rijzen, die ernstig onder oogen zullen moeten worden gezien.”

In deze slotpassage erkent de Minister dus feitelijk
de willekeur van de genomen contingenteeringsmaat-
regelen. Weliswaar worden de voor- en nadeelen hij

contingenteering zooveel niogelijk tegen elkaur af-
gewogen, maar het is juist het ontbreken van een
goede weegschaal, waardoor conti.ugenteering zoo
moeilijk is toe te passen. Daarvoor zbu de regeering
toch een goed overzicht over het geheele Nederland-
sche productie-apparaat moeten bezitten, om te kun-
nen beoordeelen, welke nadeele.n de een of andere in-
voerbelemmering op andere deelen van het bedrijfs-
leven zal teweegbrengen. Reeds vroeger is er in dit

weekblad op gewezen
1),
dat een doeltreffende politiek
van. cr.isissteun zal moeten zoeken naar die onderdeelen
van het bedrijfsleven, die in verhouding tot de rest
het zwaarst zijn getroffen. Zoo is het voor ons zeer de
vraag of bij alle contingentecringsmaatregelen vel
voldoende rekening is gehouden met het belang van
de scheepvaart en of deze bedrijfstak niet achterge-
steld is bij enkele beschermde industriëen. Bij nauw-

keu rige bestudeering van de prod ucti everhou dingen
n ons land zouden er misschien ook nog- wel andere
bedrijfstakken zijn te vinden, w’elke relatief gespro-
ken, van de contingenteering een nadeeligen invloed
ondervinden.

:[ (le -bijlagen, welke de Nota vergezellen, worden
tenslotte de resultaten besproken, die met de contin-
genteering van rund- en kalfsvleesch, schoenen, tri-
co tgoederen, wollen stoffen, bo venkleeding, kerami –
sche producten en rijwielbanden zijn bereikt. Hoe-wel
ui.t de verschillende gegevens nog geen definitieve
conclusies zijn te trekken, blijkt toch, ,,dat cle geno-
men maatregelen in ‘het algemeen een bevredigend ef-
fect hebben gehad en aan haar bedoeling hebben -be-
antwoord”.

De invoer is in alle gevallen merkbaar teruggeloo-

pen en het aandeel der binnenlandsche productie en
het binnenlanclsch verbruik, soms aanzienlijk, geste-

gen. De afneming der bedrijvigheid is i.n alle bedrijfs-
takken, waar contingenteering heeft plaats gehad,

niet alleen tot stilstand gekomen, maar heeft ook in
de meeste gevallen een gunstige wending genomen,
hetgeen zich in de arbeidsgelegenheid en in den omzet
openbaarde.

In het algemeen behoeft men zich over dezen gang
van zaken niet te verwonderen. Het is het normale

proces, dat zich hij elice steunverleening aan een be-
drijfstak openbaart. Zou een beschermde industrie het, ondanks de contingenteering, nog niet kunnen bolwer-
ken, clan zou zeer zeker de

vraag gewettigd zijn, of
het economisch niet beter ware, cle bescherming ach-
terwege te laten. Immers, de steun zou dan toch ‘beter
in een meer producti.eve richting kunnen worden aan-
gewend. Dat deze toestand zich echter, ‘blijkens de
Nota, nog niet voordoet, is in elk geval een verheu-
gend teeken.
– V. D.
V.

1)
Zie het artikel van Prof. Dr. G.
M.
Verrijn Stuart
,,De toepassing der Cri-sisinvoerwct”
in
E..S. B. van
13
April
1032.

De opbouwende krachten op de markt voor vaste rentedragende fondsen.
1)

De dwang tot het in evenwicht ‘brengen van de be-
grooting, die op het oogenblik een van de voor-
naamste problemen van de Overheid vormt, oefent op
cle kapitaalmarleten in verschillend opzicht invloed
uit. In de eerste plaats treedt het streven naar voren
cle vaste lasten van het bestuursapparaat (o.a. rente-
betalingen) met alle middelen te verminderen. Daar-
enboven blijkt het noodzakelijk de markten voor te
bereiden voor de doorvoering van -de niet gemakke-
lijke fivanciëele taak, waarvoor de Overheid zich aan
het einde van de crisis ziet geplaatst. Engeland heeft
met de jongste conversiecampagne ongeveer £ 40i4
millioen per jaar aan rente gespaard; andere landen
zijn nog niet zoo ver als Engeland, maar daar wordt
eveneens van conversieplannen gesproken, waaruit in-
clerdaad een zekere moed ‘blijkt, omdat cle werkelijke
rentestand nog niet overal daarmede in overeeustem-
in-ing is.

De ervaringen, die zich uit -de tot dusverre door-
gevoerde conversieplannen gekristalliseerd hebben,

duiden erop, dat, in tegenstelling tot vroeger tijd, het
niet alleen aan het natuurlijke marktautomatisme
kan worden overgelaten, indien men binnen afzien-
baren tijd tot gunstiger conversievoorwaarden wil

i) Deze beschouwing is ontleend aan ecn bericht van cle
Berljner 11.aodels-ese1lschaft.

16 November 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

917

komen. Veeleer vindt in toenemende
mate
een bè-
paalde ,,Marktpflege” door de Overheid plaats, die
het verschijnsel van rente-aanpassing op dikwijls ver-
rassende wijze bespoedigd. Het voorbeeld van ,,Markt-
pf lege”, dat bij de jongste Engelscho conversie zoo-
veel resultaat heeft opgeleverd, zal ongetwijfeld school
maken. Het is zeer verheugend, dat het beleggend
publiek een dergelijk optreden volstrekt niet ongun-
stig beoordeelt, maar schijnbaar in de renteverlaging
een waardevolle .heroriënteering voor een juiste be-
leggingspolitiek ziet. Dit verschijnsel is ook op de
Duitsche markt duidelijk waar te nemen.
De krachten, die op de markt voor •vaste . rentedra-
gende fondsen meer en meer werkzaam zijn, liggen
echter nog op een ander gebied. Groote kapitalen,
welke feitelijk door wantrouwen jarenlang aan hun
bestemming waren onttrokken, hebben zich buiten het
mechanisme van de kapitaalmarkt geplaatst. Zij doen
sedert lang bijna geheel afstand van rentegenot. Zoo-
lang het proces van prijsdaling in de gansche wereld
een waardestijging van het kapitaal met zich bracht,
die voor het in 1929 of kort daarvoor ontstane spaarkapitaal minstens 30-40 pOt. bedraagt – kon
de bezitter van dergelijke reserves in deze ontwikke-
ling een compensatie voor de ontgane rente zien.
Deze overweging moet echter wegvallen, nu het
prijsniveau zich op een eenigszins betrouwbaar peil
heQf t geconsolideerd, koopkrachtvoordelen voor braak-
liggend kapitaal in de toekomst dus niet meer te
verwachten zijn, maar bij den mogelijken omkeer van
de prijsbeweging, afgezien dus van de renteloosheid,
in tegendeel nog een waardedaiin.g van het kapitaal
kan komen. Toegegeven moet worden, dat op het
oogenblik iog niet alle kapitalisten voor deze over-
weging vatbaar zijn. Waar verkeerd inzicht in dit op-
zicht echter ontbreekt, wordt het door andere facto-
ren, vervangen, die vaak nog duidelijker de veranderde
omstandigheden, in het licht stellen.

In dit opzicht is het echter van speciaal belang, dat
bij valutavraagstukken de jarenlange onzekerheid zoo
spoedig mogelijk
wordt weggenomen. Wanneer de ge-
beurtenissen op de valutamarkten buiten Duitschland
een heilzamen invloed hebben uitgeoefend, dan is het
stellig deze, dat het geloof in gemanipu leerde valuta’s,
onafhankelijk van het goud, sterk is geschokt, en dat
cle – hoewel ook vaak bescheiden – goudbases van de
valuta’s in elk geval de muntsta’biliteit beter schijnen
te handhaven, dan wanneer de valutapolitiek geheel
en al zonder ruggegraat is.

Het toenemend vertrouwen in de ontwikkeling van
de Duitsche valuta is een feit, waaraan niet getwijfeld
behoeft te worden; de, hoewel nog geringe, terugkeer
van lbuitenlandsch kapitaal, Ibrengt zulks tot uitdruk-
king, en verlicht tegelijkertijd de taak van cie Rijks-
bank.

Wanneer men bedenkt, met welk geringe middelen
cie fundamenteele verbeteing van het Engelsche
staatscrediet tot stand werd gebracht – het ging ten-
slotte om een bedrag van bijna £ 2,5 milliard – dan
bestaat er geen reden tot ongerustheid ten aanzien
van cle krachten, welke voor de verdere verbetering
van de kapitaalmarkt beschibbaar zijn. Tot dusverre
werd de conversie wel in hoofdzaak bestreden uit ge!-den, die
01)
de balans van de kapitaalmarkt niet voor-
kwamen, terwijl de beweging op cle internationale
markt voor gelden op korten termijn nog slechts een
geringe overheveling van ‘kapitaalbedragen in be-

leggingen op langen termijn aantoonëri. Bovendien
mag men niet vergeten, dat althans sedert liet op-
houden van de prijsdaling, cl.w.z. vanaf het midden
van dit jaar, hij een bijna volkomen rust in emissie-
zaken, de natuïirljke kapitaalvorming grooteren voor-
uitgang moet hebben gemaakt. In elk geval zal n:iet
meer in die mate als vroeger nieuw gevormd kapitaal tot dekking van verliezen noodig zijn geweest.

Het is begrijpelijk, dat in deze phase van ontspan-ning van cle’ kapitaalmarkt de positie van de aandee-

len. vaak wordt besproken. Het standpunt, dat het

rendement aan elke investeeringsoverweging ten
grondslag moet liggen, kan ook thans nog niet als

onwezenljk worden ‘beschouwd. De koersontwikkeling
van de aandeelen gedurende de laatste maanden moet
ongetwijfeld zoo worden verstaan, dat de belangstel-
ling zich toch in hoofdzaak tot waarden heeft be-
.perkt, waarvoor al naar gelang van de omstandig-

heden nu en in de naaste toekomst met een dividend
gerekend mag worden. Kansen op een stijging van
het kapitaal konden slechts dan tot ernstige investee-
ri’ngsoverwegingen leiden, ‘wanneer men er van over-
tuigd was, dat een opleving zou leiden tot een ver-
betering van de rendementsbasis van vele onderne-
mingen. Hiervoor zijn nog geen algemeene teekenen
aanwezig, hoewel stellig reeds hier en daar afzonder-
lijke economische bewegingen en andere factoren, die
meer met de algemeene economische politiek samen-
hangen, tot een gunstiger beoordeeling van enkele be-
drijfstakken aanleiding geven. Ook mag niet worden
vergeten, dat er een nauwe samenhang tusschen de
markten van vaste rentedragende fondsen en die van
aandeelen bestaat.

Belangrijker dan de verbetering van de liqu’iditeit
van de organen van de kapitaalmarkt is het gunstige
vooruitzicht, dat de ontwikkeling van de kapitaal-
markt zich in een richting beweegt, die tot een spoe-
dig herstel van haar belangrijkste functies moet lei-
den. Volgens de ontwikkeling der laatste weken kan
men reedi van een ingrijpend ontdooiiugsproces spre-
ken, en op eenige plaatsen begint de koersbeweging
reeds het punt te naderen, waarop bij de verder ver-
betering ook nieuwe investeeringen mogelijk schijnen.
Het is wellicht van belang, er juist op dit oogenblik
op te wijzen, dat .de tijdens de depressi.e ontstane
meening, dat een nieuwe economische periode slechts
na algeheele liquidatie van de schulden kan worden
ingeluid, misleidend is. Bij de liquidatie van schulden tijdens een crisis worden natuurlijk zwakkere posities afgescheiden, maar overigens gaat het toch in hoof d-
zaak om een verwisseling van crediteuren op groote
schaal, zooals deze door de ontwikkeling van het ren-
dement op de beleggingsmarkten wordt begunstigd.

Tusschen de sterke opwaartsche beweging van publiekrechtelijke fondsen en den nog steeds ge-
spannen financiëelen toestand van de publiekrechte-
lijke lichamen bestaat bij nadere beschouwing in
geenen deele een zoo groot contrast, als op het eerste
gezicht zou kunnen schijnen. De financiëele positie
van, den Staat vertoont; afgezien van de oplossing
‘van speciale moeilijkheden, verscihillende elementen
voor een herstel. Zoo zijn
. .in de eerste helft van het
loopende ibelastingjaar ‘in Duitschland niet alleen de
inkomsten, doch ook de uitgaven gedaald. Niemand
zal in princie ‘bestrijden, dat de consumptieve crediet-
vraag, zooal’s deze in overgangstijden bij publiek-
rechtelijke lichamen overal naar voren komt, gerecht-vaardigd en noodzakelijk is. Zij kan echter noch abso-
luut noch relatief ‘met de normale vraag naar kapi-
taal van ‘het bedrijfsleven worden vergeleken. Dat
zij deze in zekere mate moet vervangen, wanneer
de crediet’stelsels de hun toekomende taak dienen te
vervullen, toonen de toestanden in alle landen met
een in .hooge mate ontwikkeld credietbedrjf. Beslis-
send moet steeds zijn, dat de pogingen, om tot een
mogelijk zuinig beheer te.geraken, het financiëel ge-
drag van de Overheid over het geheel ,en in bijzonder-
heden met absolute duidelijkheid ‘kenmerken.

INGEZONDEN STUKKEN.

HET TEKORT ONZER SPOORWEGEN.

Prof. Dr. W. 0. Mees R.Azn. schrijft ons:
in Econ.-Stat. Ber. van 5 October concludeert de heer S. A. Reitsma, dat ons spoorwegwezen alleen
weder gezond kan worden door het te beshermen
tegen de z.i. ongezonde concurrentie van de
zijde
der

918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16
November 1932

auto’s. Ik zal niet ontkennen, dat schr.’s betoog, een
kern van waarheid bevat, maar meen toch dat het de

zaak niet in het juiste licht stelt.
De moeilijkheden, waarmede ons spoorwegbedrijf
heeft te strijden, vloeien grootendeels voort uit de
waardestijging van den gulden. In het bedrijf zijn
vastgelegd reusach’tige kapitalen (naar ik meen meer
dan een half milliard), waarover vaste rente en ge-
garandeerd dividend moet worden betaald. Verder
heeft het een zee’r groot personeel in dienst (v66r
eenige jaren, latere cijfers ‘heb i’k thans niet beschik-
baar, omstreeks 39.000 personen), wier bonen en
traktementen in guldens zijn vastgesteld (v66r eenige
jaren tot een totaalbedrag van circa
f
81.000.000).

In verband hiermede drukken de vaste lasten bij dit
bedrijf zeer zwaar zoodra de waarde van het geld toe-
neemt. Loonen, renten en aflossing stellen dan reëel

steeds hooger eischen. Nominaal b1••ven ze gelijk, maar
reëel nemen ze toe. Met ‘het oog hierop zal het bedrijf
trachten ook de tarieven nominaal gelijk te houden;
maar daar dit beteekent een reëele tariefsverhooging,
zal het verkeer verminderen, te meer daar concur-
reerende verkeersondernemingen, met name de auto’s,
minder zware vaste, uit vroeger jaren stammende,
lasten hebben en dus gemakkelijker hare tarieven in
evenredigheid met de waardestijging van het geld
kunnen verminderen.
Uit het hier gezegde blijkt, dat ook de spoorwegeo
zeer sterk het slachtoffer zijn van het gulden-is-gul-
den-stelsel; werd ‘dit ‘vervangen ‘door een stelsel,
krachtens hetwelk de inhoud van geldverbintenissen

uit een tijd, toen ‘het ‘geld een andere waarde had,
werd bepaald naar de koopkracht, welke
zij
destijds
vertegenwoordigden en niet naar het aantal guldens,
dan zouden ook voor het spoorwegbedrijf de moeilijk-
heden groo’tendeels zijn weggenomen en zou dit bedrijf
de mededinging van den auto veel beter kunnen
weerstaan.
Aangenomen, dat de gemiddelde rente welke bedon-
gen is, 4 pOt. bedraagt, dan moet aan rente en divi-
clend
jaarlijks
20 millioen worden betaald, terwijl de
personeelsuitgaven ‘omstreeks 80 millioen vergen. Dat
zijn dus circa 100 millioe’n vaste lasten. Werden deze

vastgekoppeld aan het
indexcijfer
der kosten vad
levensonderhoud, dan zouden de vaste lasten dus bij
iedere daling dier kosten met ‘één percent, met een
millioen gulden worden verlicht. Hierbij is nog niet
rekening gehouden met de herleiding, welke ook de
hoofdsommen zouden ondergaan.

BOEKAANKONDIGINGEN.

Börsert/iredit, Industri’ekredit ,und Ka.-
pita.lbilclung
door Dr. F. Machiup. Pu-
blicatie No. 2 van het Oesterreichische
Institut für Konj unkturforschung,
(Weenen 1931; Verlag Julius Springer.
Prijs R.M. 12).
Men zal zich herinneren, dat enkele jaren geleden
naar aanleiding van de ieurshausse in New-York, de
vraag, of de beurs ka’pitaal aantrekt, in liet middel-
punt van de belangstelling stond. Om deze vraag
clraai.t feitelijk ‘het boek van Dr. Machlup, maar het
geeft tevens een ‘zoo juist inzicht in het geheele ‘beurs-
en creclietmechanisme, dat het als een ‘van de belang-
rijkste werken op dit gebied kan worden beschouwd.
Op vele oude twistvragen werpt Dr. Machiup een ge-
heel nieuw licht; men zou zelfs kunnen zeggen, dat
vele oude dwalingen op afdoende wijze worden ,,op-
geruimd”. Belangrijk achten wij dit werk ook om het
feit, dat op verschillende punten scherp wordt aan-
gegeven, wat onder inflatie is te verstaan.
Een’ige van de belangrijkste ‘stellingen, waartoe de
schrijver komt, zijn de volgende: De opvatting, dat
een ibeurshausse aan de goederenmarkten geld ont-
trekt en daardoor een druk op de goederenprijzen uit-
oefent is onjuist. De z.g. binding van kapitaal op de
beurs is slechts een tijdelijke stuwing van de crediet-

inflatie; maar zelfs deze inflation’istische credieten
beginnen na korten tijd in de productie ,,te werken”.
Een aanwending op korten termijn van additioneel

crediet is, ceteris par:ibus, onmogelijk. De concrete-
zichtbare-aanwending is niet identiek met de door ‘het
vermeerderde credietaanbod werkelijk realiseerbaar
geworden aanwendingsdoel; de banken hebben daarop
geen invloed. De credietvermeerdering moet ook tot
een beurshausse leiden, indien er geen beurscredieten,
maar alleen credieten ‘in den vorm van goederenwis-
sels zouden zijn.
De schrijver is dan ook een tegenstander van elke infiatiepolitiek. Hij wijst er op, dat in het laatste de-
cennium, de politiek er op gericht is geweest om de
productieve krachten, door middel van credietiuflatie
en de consumptieve krachten in die mate te bevorderen,
dat de wereld er bijna aan ten gronde is gegaan. Dr. Machlup oefent in dien zin critiek uit op de politiek
van de centrale ‘banken, dat zij wel stelling hebben ge-
nomen tegen de groote stijging van de beurscredieten,
maar geen acht sloegen op de overige credieten. De
centrale ‘banken kunnen ‘voor de politiek, welke in
‘bepaalde omstandigheden gevoerd moet worden, niet
afgaan op het prijsniveau, want dit zal de inflatie
veibergen, indien de
stijging
van de productie den in-
vloed van de credietvermeerderin.g op de prijzen ver-.
lamt.
1-let ‘slot van dit belangwekkende boek is met het
oog op den huidigen toestand van bijzondere be-
teekenis. Om weer op gang te komen, aldus Dr.
Machlup, ‘behoeft de maatschappij niet haar ‘toevlucht
te nemen tot inflatie. Het is daarom van geen belang,
of de centrale ‘bank het contact met de geldmarkt ver-
liest, want dit beteekent niets anders, dan dat de geld-
markt door het natuurlijke credietaanbod voldoende
is ontspannen en bij den heerschenden rentestand van
het additioneel crediet geen gebruik maakt.
Een stijging van de ‘bankrente is in zoôverre vol-
komen zonder bezwaar, indien zij niet direct defla-
tionistisch werkt, dus geen teruggang van de geldcir-
culatie veroorzaakt. Daarentegen is een disconto, dat
een stijging van de hankcredieten toelaat, eenvoudig
als inflationistisch te ‘beschouwen.
V. D.
V.

ONTVANGEN BÖEKEN.

inleiding fot de pra.ctische economie
door W. J. van de Woestijne. (Amsterdani 1932; N.V. de Ar-
heiderspers. Prijs ing.
f
2.90, geb.
f
3.50).

Dit boek is, volgens ‘het voorwoord, bestemd voor den
ontwikkelden leek. Daarom zijn theoretische, uiteenzettin-
gen, voor zoover niet strikt ]loodig tot het begrijpen van
de tegenwoordige verhoudingen, vermeden. In ‘het algemeen
heeft de schrijver meer gepoogd, de theorie toe te passen clan
deze weer te geven.

Functiorteele decentra2isatie.
De grondgedachte van
den corporatieven staat binnen het kader der par-
lementaire democratie door Mr. A. C. J’osephus
Jitta. (Groningen, Den Haag, Batavia 1932; J.
B. Wolters. Prijs
f
0.15).

Rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt
van buitengewoon hoogleeraar in het staatsrecht, het ad-
ministratief recht en’ het handelsreoht aan de Technische
Hoogeschool te Delft op Woensdag
5
October 1932.

Etude sur le nouvecsu régime §uridique des ententes
économiques (cartels, etc.) en Allema.gne et en
Hongrie
door Dr. Siegfried T’schierschky. (Ge-
nève 1932; Société des Nations. Prijs Zw. Fr.
2.—).

Studie naar aanleiding van de noodverordeningen in
Duitschland i.z. de verlaging van de kosten van levenson-
derhoud, waardoor dc macht van den Staat op de kartels
aanzienlijk is toegenomen. Tevens wordt de nieuwe Hon-
gaarsche kartelwet van
15
Oct. 193f besproken.

De crisis en de deta.ilhandel. Vrijheid of gebonden-
heid?
Gebondenheid: Dr. E. J. Tobi, Vrijheid:
Mr. B. 0. Slotemaker. (Baarn 1932; Hollandia-
Drukkerij N.V. Prijs ingen. f1.—).

16 November 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

919

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
GELDKOERSEN.

N.B. ” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
BANKDISCONTO’S.

Ned

Disc. Wissels.
2419 Apr.’32
Lissabon …. 64
4Apr.’32

Bkel.Binn.Eff.3
19Apr.’32
1Vrsch.
Londen ……
2
30Juni’32
inR.C..3 19Apr.’32
Madrid ……
64
8Juli’31
Athene ………..’. 10
8Aug.’32
N-YorkF.R.B.24
23Juni’32
Batavia …….. …
4410 Mrt.’SO
Oslo

……..
4

1 Spt. ’32
Belgrado

……..
7420 Juli’31
Parijs

.
…….
24

9Oct.’31
Berlijn ……….4
22Sept.’32
Praag

……
44265pt.’32
Boekarest……..7

3 Mrt.’32
Pretoria

. .
..6
13Nov.’31
Brussel ……….
3413 Jan.’32
Rome……..
5

2 Mei ’32
Budapest ……..
4417
Oct.’32
Stockholm,
..
341 Spt.’32
Calcutte

……..4

7Juli’32
Tokio

… .4.38
17 Aug.’32
Dantzig

……..4
12 Juli’32
Weenen……
6
23Aug.’32
Helsingfors ……
6419 Apr.’32
Warschau….
6
20 Oct.
1
32
Kopenhagen

….
34120ct.
’32
Zwits.Nat.Bk.2
22Jan.
1
31

OPEN MARKT.

1932

l2N

7112

31Oct.!

2429
Nov.

5Nov.

Oct.

1931

9114
Nov.

1930

10115
Nov.

1914

20124
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
114_1;3
1
14_
1
13
I412
11
4
_11
3

I3
8-2
1
1
18
5
116
3
1
18..
3
116
Prolong.
1 1
1
1
11
1-2
11
14-
1
12
2
1
14.
3
14
Londen
DageId.
. .
1
14.1
14I
1
14’I
114__1
4114.5113
1’2
1
1
1
3
142
Partic.disc.
13
116
“116
1
116
I1/16_13!11′

14

I8
/i-/i
4114.314
Berlijn
Daggeld…
4I/..51J

4..5
1
1
418’5/s
4
1
1-5
1
2
8-9j4
3113.611
3


MaandeId
4
1
135/3
4
1
75
1
12
4
1
17_5
1
1
4I2-5I2
8-11
4
18-14

Part, disc.
371
37/
8

37/
4

37/
s

8
4314
211-112
Waren- wechsel. 4-/4
411
4

4
1
14
411
4

811
3

518
1
14

Wew York
DageId
1)
1.114
1_
1
14
1-
3
14
1114
2
1
12.314
211
4

1
3
142
1
12
Part,c.d,sc.
5/
Ijs
5j
11
311
4
_4
2

1)
Koers van
II
Nov. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavio
York)
5)
5) 5)
5)
1)

8 Nov. 1932
2.481s/,
8.22%
59.01
9.764 34.57
99!4
9

,,

1932
2.49 8.23
59.05
9.764 34.56
99%
10

,,

1932
2.4818/,
4

8.17
59.17*
9.76* 34.544
11

,,

1932
2.49’j,
8.20%
59.18
9.76*
34.554
99%
12

,,

1932
2.49t1,
8.193.
59.22
9.76*
34.554
14

,,

1932
2.49
8
1
8.33
59.21
9.76*
34.56
99
Laagste d.wl)
2.4870 8.16 58.924
9.76

34.50
9831
8

Hoogste d.w’)
2.4925
8.33 59.25
9.774 34.62*
99
7 Nov. 1932
2.48%
8.22K
58.97
9.76*
34.60
99%
31 Oct.

1932
2.487,
8.17K
59.06*
9.76* 34.574
100%
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747, 34.5921
100

Data
Zivit-
sd
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid

8 Nov. 1932
47.95

7.374

1.481
12.724 20.374
9

,,

1932
47.96

7.374

1.48
12.744 211.38j
10

,,

1932.
47.95

7.38

1.48
12.75

20.38
11

1932
47.95

7.37

1.48
12.75

20.39
12

1932
47.95

7.384

1.48


14

,,

1932
47.93
7.38

1.48 12.76

20.374
Laagste
d.w’)
47.87%
35.25
7.35

1.424
12.674 20.20
Hoogste d.wi)
48.-

7.41

1.524
12.80

20.50
7 Nov. 1932
47.92%

7.374

1.484
12.724 20.324
31 Oct.

1932
47.95

7.374


12.731 20.40
Muntpariteit
48.12%
35.007
7.37111.488
13.094 48.52

Dat a
Stock- .Kopen-
Oslo
5)
Hel-
Buenos-
Mon-
holm
5,)

hagen*,)
forf
Aires’)
treall,1

8 Nov. 1932
43.60
42.90
41.90
3.574 65
2.17%
9

,,

1932
43.55
42.90 41.90
3.57(
65 2.17%
10

,,

1932
43.45
42.70
41.65
3.574
65
‘2A7%
11

1932
43.50
42.75 41.75
3.56
65
2.20
12

1932
44.-.-.
42.50

3.574
65
2.22%
14

1932
44.25 43.45 42.45
3.574
65
2.22
Laagste
d.w’)
43.1.0
42.30
41.30
3.50

2.14
Hoogste
d.w’)
44.25
43.60 42.60
3.65
65
2.23%
7 Nov. 1932
43.45
42.90
1
41.95
3.574
65
2.19
31 Oct.

1932
42.85 42.70
41.70
3.55
61
12.4878 2.24%
Muntpariteit
66.671
66.671
68.671 6.266
9524
5)
Noteering te Amsterdam.
4*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D t
a a
Londen
($
perL)

Parijs
($
P.
lOOfr.)
Berlijn
($
p. 100
Mk.)
Amsterdam
($p. lOO
gid.)

8 Nov.

1932




9

,,

1932
3,29%
3,92%,

23,75
40,17
10

,

1932 3,28
11
/
3,92%
23,78
40,1714
11

1932
3,31is
3,9211
8

.23,76%
40,16
12

1932
3,32’sj,
3,92
23,77%
40,15%
14

1932
3,331
3,911b1,
6

23,7734
40,1434

10

Nov.

1931
3,787/
8

3,91%
23,72
40,11%
Muntpariteit
..
4,86
3,9051
23.81%
401,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
29
Oct.
1932

.
5
Nov.
1

7/12
Nov.
’32
1932

1LaagstelHoógstel

112
Nov.
1932

Alexandrië..
Piast.
p. £
97
.
%
97%
978/s
97518
9714
p.
572%
580 545 590
580
Bangkok….
Sh.p.tical
‘/’°T

l/lO
T
5

1110
1110k
l/lO
Budapest
….
Pen.p.
19 19
18
20
19

Athene …….Dr.

Buenos Aires
d. p.$
4334
42%
42%
42% 42%
Calcutta….
Sh.
p.
rup.
116
11
1
84

1/6
11
/
84

116
5
1
116
7
1
1 6
8
1
16

Constautin..
Piast.p.
680
680
680
685
680
Hongkong
..
Sh.
p. $
114
9
/
114
15
1
32

11411
8

5
1/4
15
1
Kobe

……..
Sh.
p.
yen
1/4
113y
112%
113%
11351
Lissabon….
Escu. p. £
108%
109
108%
110
109h
Mexico

….
$per
10.50 10.45
9.90
10.70
10.10
Montevideo
.
d.perg
30
30 28 32
30
Montreal

$
per
£
3.63
3.69 3.70
3.82% 3.72%
Riod.
Janeiro
d.
per
Mii.
5%
534
5
58%
5%
Shanghai
. . .
Sh.
p.
tael
11925/
33

1
1
1
9%
11981
8

1/10%
1/9li/
Singapore


id.
p. $
21371,
21371
8
.
2139/
4

214
213281
53

Valparaiso’)
$
per
£

1




Warschau
..
ZI. p. £
29
1
/,
29
3
18
29
30
29
5
,8
1)90
dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’)
N.York2)
Londe,,
8 Nov. 1932..

1881
8


8 Nov. 1932….

12418
9

,,

1932..

1881
8

27%
9

,,

1932……

124/84
10

,,

1932…

18%,

27
10

,,

1932.. ..

12514
11

,,

1932..

181/
8

27
11

.1932….

1251_
12

,,

1932..

18
1
1,
271,
12

1932….


14

,,

1932..

171
27
14

1932….

123121
16 Nov. 1931..

18
3211
8

16 Nov. 1931….

10912
27 Juli

1914..

24″1,
59
27 Juli

1914….

84110%
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Foreign
silver in
$c. p. oz.
line.
3)
in sh. p.oz.fine
STAND
VAN

s
RIJKS KAS

Vorderingen.
1

31 Oct. 1932
7 Nov. 1932

Saldo van
‘s
Rijks Schatkist bij De Ne-
f
55.937.275,65
f

2.181.602,98
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

309.356,60
,,

279.798,77
Voorschotten
op
uit. September’32 aan
de gem. verst,
op v.
haard. de Rijks-

derlandsche

Bank……………….

adm. te heffen gem. ink. bel, en
opc.
de Rijksink. bel
3.735.665,05
op

………………
Voorschotten
op
uit. September’32 aan
3.735.665,06
,,

de gem. verstr.
op
aan haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in

….

de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting


Voorschotten aan Ned,-lndië ………
200.014.531.56
,,21i.059.241,08
Id. aan

Suriname …………………

…13.171.176,82
,,

13.180.648,50
Id.

aan

Curaçao

………………..
….7.596.169,29
7.625.615,29 Kasvord. weg. credietverst, a’h, buiteni
107.837.632,58
,,
107.385.792,42
Saldo der postrek. V. Rijkscomptabelen
,,

23.673.126,43
,,

26.961.282,-
Vord.ophetAig.Burg.Pensioenfondsl)


Staatsbedrijven
1)
Id.
op
andere

……….
Verstr. t. laste der Rijksbegr, kasgeld-
15.160.797,17
14.925.784,53

leeningen aan gemeenten (saldo)……
48.299.846,90
38.896.277,97
V
e r
p ii c
h t
i
n ee n.

Voorschot door de Ned. Bank ing. art.
16.van haar octrooi verstrekt



Schuld a/d Bank
v.
Ned. Gemeenten



f329.431.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….

17
1.240.000,-
,,
120.670.000,-
,,

1.680.474,-
Schuld
op
ultimo September’32 aan de

Schatkistbiljetten in Omloop ………f315.882.000,-

gemeenten

enz …………………
,,

3.163.158,82

Zilverbons
ifl
Omloop ………………..1.686.096,- …

Schuld aan het Alg. Burg. Pensioent.’)

12.052.694.38
,,

13.947.336,32
….163.158,82

Id. aan het Staatsbedrijfd.P.,T.enT.’)

,,

72.446.560.50
,,

80.419.485,77
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ………320.296,21
310.296,21
Id. aan diverse instellingen’) ………..2.692.522,52
,,

2.707.696,82
)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE
SCHULD.

1

12Nov. 1932
1

5Nov. 1932
Vorderingen:
Betaalmiddeien in
‘s
Lands kas

waaronder Muntbiljetten ………..

Saldo Javasche Bank …….
……….
f
2.361.000,-
Verplichtingen:

Voorschot
‘s
Rijks kas e. a. Rijksinsteil.

.

,,220,426.000,-
Schatkistpromessen ……………… …
3.250.000,-
Schatkistbiljetten

……

………….

7.265.000,- 2.035.000,-
Muntbiljetten in Omloop
……….
……
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
488.000,-
Idem aan de Ned,-lnd. Postspaarbank,
323.000,-
Voorschot van de Javasche Bank.,..

f 1.673.000,

222. 142.000,-
3.050.000,-
7.265.000,-2.035.000,-
488.000,-
,,

818.000,-

920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 November 1932

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 14 November 1932.
Activa.
Binnenl.Wis-(fffdbk,
f
32.897.191,85
sels,Prom., Bijbnk.
,,

190.942,02
enz.in disc.Ag.sch.
,,

6.274.276,55
f

39.362.410,42
Papier o. h. Buiten!, in disconto … …
,,


Idem eigen portef.
.
f
7 1.335.835,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk.nog niet afgel.


71.335.835,

Beleeningen Hfdbk.
f
23.471.800 20
snel. vrseh
i

.
Bijbnk.

6.094.084 22
n rek..crt. Ag.sch.
,
45.367.584,61
op onderp

f
74.933.469,03

Op Effecten ……
r
73.741.825,81
Op Goederen en Spec. 1.191.643,22 7493346903

Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,


Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
98.196.235,-
Muntmat., Goud
..
,,
934.384.490,80

f
1.032.50T725,80
Munt, Zilver, enz..
,,
18.799.217,48
Muntmat. Zilver..

1.051.379.943,28
1
)
Belegging
i/
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds …………………….
,,

20.076.815,81
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,

5.000.000,_
Diverse rekeningen ……………….
,,

14.930.560,83
Staatd.Nederl.(Wetv.27151 32,S.No.221)
,,

19.331.195,17

Pas8Iva,

f
1.296.350.229,54

Kapitaal …………………….
.-

f

20.000.000,-
Reservefonds …… . ………………
,,

3.000.000,-
Bijzondere reserve ………………
,,

5.000.000,-
Pensioenfonds ………………….
,,

8.213.178,51
Bankbiljetten in omloop …………..
,,

971.027.075,-
Bankassignatiën in omloop ………..
,,

397.084,54
Rek.-Cour. j Het Rijk
t
2.512.868,26
saldo’s: ‘1., Anderen,,283.402.088,68
,,

285.914.956,94

Diverse rekeningen ………………

2.797.934,55

f
1.296.35.0.229,54

Beschikbaar metaalsaldo ………….
f
547.925.455,43
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,
1.369.813.635,-
1
)
Waarvan
In het buitenland
f
3.020.302,58.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere
Beschikb. Dek-
Data

Circulatie opeischb.
Metaal

kings
Munt
1
Muntmat.

schulden
saldoi)
perc.

14 Nov. ’32 98196 934.384 971.027 286.312 547.925 83
7
,,
’32 100696 934.313 984.285 27,2.791 550.216 84 31 Oct. ’32 100696 934.181 1002.603 264.875 546.353 83
24

’32 100695 934.181 965.223 295.951 549.260 83
17

’32 100695 934.202 976.867 284.093 548.676 83
10

’32 100695 934.142 990.835 270.145 547.812 83

16 Nov. ’31 94.6921 777.550 1037.478 216.809 398.384 71

25 Juli ‘14165.7031 96.410 310.437

6.198 43.521

54

Totaal Schatkist-Papier Diverse
Data

bedrag prornessen


e ee-

op het

reke

disconto’s rechtstreeks mag

buitenl.
1
nineen
2

14 Nov. 1932
39.362


74.933
71.336
14.931
7

,,

1932
37.852


74.088
71.336
14.721
31 Oct.

1932
39.744


82.114
71.336 14.744 24

1932
40.318


75.503 71.336
14.478
17

1932
41.871


74.982 71.336
14.285
10

1932
41.360


80.942
71.336
17.581
16 Nov. 1931
118.712


110.656 78.619
62.288
25 Juli

1914
67.947


61.686 20.188
509
1)
Sedert den
bankstaat van
4 Jan.
1929
op de basis van
2j
metaal-
dekking.

j
Onder
de activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste oosten
in duizenden zuldens.

Data
Me/aal
Circu

.
lat ze
1
opeischb.
schulden

Andere

1
Discont.
Div. reke-

1
ningeni)

8

Oct.

1932,.
869
1.181
523 808
2.356
1

,,

1932..
889
1.330
472 829
2.355
24 Sept.

1932..
892 1.035 673
832
2.328
17

,,

1932..
892 1.081 509 837
2.338
10 Oct.

1931

900
1.243
690
1.020
354
5 Juli

1914..
645
1.100 560
735
396
‘5 biunp. aer activa.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn talegrafisch ontvangen.
Data

Goud

Zilver
1
Circulatte
1

metaal-
schulden

saldo

12Nov.1932
-.
150.350
214.920
29.680
52.510
5

,,

1932
148.440
216.250
28.700
50.460
29Oct. 1932
151.000
213.720
33.400 52.152
15 Oct. 1932
104.626

45.17
219 260
29.809 50.125
8

,,

1932
103.625

44.945
222.034
28.189
48.480
1

,,

1932
103.622

45.510
217.430
29.992 50.163
24Sept.1932
103.632

45.167
216.228
32.661
49.245
14Nov.1931
132.176

44.258
240.760
25.947
69.751
15

,,

1930
138.405

35.838
259.911 42.067
53.452.
25 Juli1914
22.057

31.907 110.172
12.634
4.842

,-,
6!
buiten
Dis-
Belee-
iverse
kings-

-_
betaalb.
N.

Ind.
conto’s

ningen

e;i

– –

g
percen-tage

12Nov.1932
18.270
58500
30.980
61
5

,,

1932
18.500
58.480
32.930
61
290ct. 1932
18.750
59.060
31.630
61

15 Oct, 1932
19.311
9.276
41.424 28.349
80
8

,,

1932
19.198
9.261
40.776
29.676
60
1

,,

1932
17.878
9.292
40.428 31.083
60
24Sept.1932
17.750
9.413
39.440 30.154
60
14Nov.1931
4.462 6.973
43.789
34.601
66 15

,,

1930
30.675
9.129
44.695
42.164
58
25 Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
i)
Sluitpost activa.

BANK
VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.

Ban kbilJ.
Bankbilf.
Other Securif zes
Data
Metaal
in
in Banking Disc.and
,ecuri
!
.
CS
circulatie
Departm.Advances

9 Nov. 1932
140.443
361.210
53.212
11.799
17.787
2

,,

1932
140460
361.472
52950
11.954
17.536
20 Oct.

1932
140.441
358.431
55.992
11.597
18.434
19

,,

1932
140.416
359.218 55.204
11.606
20.048
12

1932
140.396
361.414
53.008
11.644
17.725
5

,,

1932 140.401
362.521 51.900
11.676
17.387

11 Nov. 1931
121.837
357.195
38.503
11.677
29.356
22 Juli

1914
40.164
29.317
33.633

Data
Qov.
Sec.
Public
Depos.

Other Deposits
Other
Banken

1
Accountsl

1
1
Reservel
1

Dek-
kings-
1
perc.
i)

9 Nov. ’32
68.053 20.428
79.858
33.857 54.233
40
13
/
2

,,

’32
78.813
7.019 102.672
34.898 53.988
371i&
26 Oct, ’32
66 998
25.426
77.336
33.588 57.010
41151
16

19

,,

’32
66.238
30.751
71.934
33.741
56.198
41
8
1
32

12

,,

’32
68.108
15.032
83.534
35.236
53.982
40s/
16

5

,,

’32 67.708
11.689
85.690
34.633 52.880
40

11 Nov. ’31
54,996
19.143
60.461
38.343
39.641
3319l
/32
22Juli ’14
11.005 14.736
42.185
29.297
52
1) Verhouding tusschen Reserve en Oeposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten

millioenen fraucs.

Data
Goud

ZilverI
1
Te goed

Wis
in het


buitenl.1sels

Waarv.I op het
Belee-
1

1
~0
enteloos
orschot
buitenl,1
ningen
v.d.
Staat

4Nov.’32
82.036
1.285
2.986 4.773
1.996
2.678
3,200
28 Oct.’32
82.909
1.275
2.981
5.639
2.002 2.764
1

3.200
21

’32
82.677
1.260
2.910 5.095
2.077
2.761

3.200
14

’32
82.651
1.250
2.910
5.017
2.082
2.7541

3.200

6Nov.
1
31
67.581 932 13.374
17.912
11.051
2.865
1

3.200

23Juli’14
4.104 640

1.541
8
7691

Lans v. d.1 Diver-

1

Rekg. Courant
Data
zelfst.
k.

sea
i)
amort.
Circulatie
1
Staat
Zeifst.
1
pont-
amort.k.l
culieren

4Nov.’32
6.621
2.572
83 022
1.752
2.274
20.266
28 Oct.’32
6.621
2.364
82.205
2.430
2.123
21.229
21

’32
6.621
2.183
80549
1

632 2.261
23.482
14

,,

’32
6.621
2.109
81.101
1

324
2.643 22.854

6Nov.’31
5.065
2.482 82.795
1

1.903
6.913
21.362

23 Juli’14


5.912
401
-.
.

943
1)
Sluitpost activa.

16 November 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

921

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
15 November 1932.

In liet begin der afgeloopen week zijn de koersen aan de
territijamarkten te Chicago en Winnipeg gedaald en de on-iiiicldellijke verbetering, welke velen verwacht hadden van
de verkiezing Roosevelt tot aanstaand president van cl
‘ereeuigde Staten, is uitgebleven. De prijzen voor 5]aui-
toba-t a r w c daalden verder, welke daling nog werd ver-
groot dooi den flauweu koers van den Canadeeschen Dellar.
Gedurende cle laatste dagen is weder cciie verbetering in-
getreden, gedeeltelijk veroorzaakt door verhoogingen aan de Noord-Amerikaansche teruunmarkten, gedeeltelijk door ver-
betering van dcii Canadeeschen Dollar. De Canadeesehe re-
geering heeft een rapport doen verschijnn, w’aarin de op-
brengst van tarve in Canada lager wordt geschat dan iii
.bat vorige rapport. Voor geheel Canada bedraagt nu cle ge-
schatte opbrengst 431.200.000 bushels tegen een vorige
schatting vai 467.150.000 bushels en een opbrengst in he
vorige jaar van 304.144.000 bushels. Voor cle drie Prairii
provincies wordt dc opbrengst op 411.000.000 bnshels ge
schat. liet regeeringsbesluit in Engeland, dat alleen uit
Canadeesohe havens verlacicu Canadeesche tarwe van hef voorkeursrecht zal profiteeren, doet verwachten, dat gedu-
rende dcii winter vee] tarwc van Vancouver zal worden ver-
laden. Dc spoorwegmaatschappijen welke lij nen hebben naar
Canadeesc-he havens aan cte Oostkust, welke ook gedurende
dcii winter voor schepen bereikbaar zijn, hebben aangekon-
digd, dat zij de spoorvrachten naar die havens zullen ver
hoogen.
In de Ver. Staten heeft regen in het wintertarwegebied
de vooruitzichten verbeterd, doch in groote streken is de
toestand wegens de droogte de slechtste, welken men in vele
jaren heeft meclegemaakt. Van de verlaagde prijzen in de
eerste helft der afgeloopen week is geregeld in invoercuche
landen gebruik gemaakt en belangrijke caken in Manitoba-
tarwe zijn tot stand gekomen. Toen de prijzen stegen ver-
minderde de belangstelling der koopers. De koersen te Win-
uipeg daalden gisteren weder iets, het slot was 1 dollar-
cents per 60 lbs. lager dan een week geleden. Chicago sloot
1V
4
dollarceuts hooger. Van Australische tarwe van den
ouden oogst is het aanbod beperkt. De prijzen voor afgela-
den tarwe zijn in Enge]and iets gedaald, die voor latere
aflading van den nienwen oogst bewogen zich gedurende
bijna de gebeelc wcbk iii langzaam dalende richting, niet.
tcgenstaaude flinke zaken werden gedaan. Het Verre Oos-
ten kocht op verschillende dagen belangrijke hoeveelheden en ook in Europa bestond goede vraag. Men is met het hin-
nenlialen van dcii oogst in Aiistralië bezig en cle eerste
dorschresultatea doen tarwe van goede kw’aliteit verwach-
ten. De vooruitzichten in Argentinië blijven gunstig en men
meent, dat den tarwe-oogst geen gevaar van sprinkhanen
itteer bedreigt. Argentinië blijft geregeld aan cle markt me
tarwc – van den Itieliwen oogst. Hoewel de prijzen in de
tweede helft der afgeloopen week eenigszius zijn verhoogd.
zijn zij laag in verhoncUug tot clie van andere soorten. Op
het vasteland van Europa werd nieuwe Plata tarwe ge-regeld gekocht, niet in Engeland wegens het voorkeur-
te rief voor tarw’e nit cle IBritsche clonunions. Aan de ter-niijniiiarkt te Buenos Aires was het slot ‘oor den Februari-
termijn onveranderd. Te liosario was het slot voor denzelf-
den termijn 10 centavos pci- 100 K.G. lager. De laatste
schattingen van de opbrengst der tarwe-oogsten in Europe
geven Cen grooter totaal van ongeveer 4 mihlioen quarters
clan eenige maanden geleden, zonder Rusland mee te i-eke-
nen. De totaalopbrengst in Eui-opa, behalve Rusland, zoi.i
dan 0 millioen quarters grooter zijn dan in het vorige jaar. Hoewel de verschepingen uit Ruland grooter zijn geweest

dan eeuigen tijd geleden, wordt geen geregeld aanbod ver-
w’acht in de toekomst.
– De stemming voor r ogge was in het begin der afge-
loopen week flauw, hoew’el van goeclkoope verkoopen door
Canada geen sprake meer w’as. Deze roggesoort is zelfs
sterk in prijs verhoogd. De tei-mijnmarkt te Winnipeg sloot
1% dollarcents per 56 lbs. hooges clan een week geleden.
Ook Chicago sloot 1
3
% dollarcents hooger. Voor Russische rogge echter werden de prijzen voor November en Deceni-ber af]ading verlaagd, cii de Russen verkochten flinke hoe
veelhecleit. De prijzen voor disponibele Russische rogge ble-
‘en nagenoeg onveranderd. Argentinië kwam aan de markt
met nieuwe rogge pci- Januai-i/’Februari aflading en deed
daai-in verschillende zaken.
Het aanbod van aangekomen en spoedig verwachte Plata-
in
t
is is in den ioop der w’eek verminderd en de groote
hoeveelheden, welke gedurende de laatste tien dagen werden
aangevoerd, werden door de consumptie gemakkelijk opge-nomeu. Zelfs werd tegen het einde der week hct aanbod van spoedige maIs schaars en stegen cle prijzen daarvoor eenige
guldens

per last. Ook verder verwijclei-de stoomeude maIs
verbeterde iii prijs. Voor Platamaïs op aflading w’as in het
begin der week de stemming nog flauw, doch allengs ver-beterde ook die, hoewel niet in dezelfde mate als voor cle
spoed ige posities. Mixed mais was in de tweede hand ge-drukt door liet gelijktijdig binnenkomen van verschillende
partijen, die snel gelost werden en geforeeeicL moesten ivor-
den verkocht tot lage prijzen, niettegenstaande de aanbie-
d ingeil uit Noord-Amerika aanmes-kelijk werden verhoogd
in verband met dc oploopende koersen aan de termijn-
markt te Chicago. Deze sloot voor .maîs 1 dollarcent per 56 lbs. hooger en de door afladers in dle eerste hand ge-
vraagcle prijzen laten nu geen rekening. :De verschepingen
van den Donau zijn in de vorige week toegenomen, doch
daarvan is geen druk op cle prijzen het gevolg, omdat in
spoedig verw’achte posities nog weinig w’ordt aangeboden.
Deze stegen in overeenstemming met Platamaïs, doch voor
ladende Donanmaïs en verdei-e aflading waren de prijzen
slechts weinig hooger met matigen koopinst. Dc koersen aan de Zuicl-Amerikaainsche terinijnmarkteu hebben weinig ge-
schomnield. Te Buenos Aires was het slot 6 cewtavos per
100 liG, lager, te Rosario 15 c-entavos lager dan een week
geleden.
De stemming voor g e r s t was gedurende de geheele week
vast. Het aanbod van aangekomen gerst uit booten ruimde
snel op en de consumptie was i’oor ccii groot gedeelte aan-
gewezen op clisponihele Russische en Donaugerst. Deze zijn
allengs eenige guldens in prijs gestegen. Ook per Novem-
ber en December aflading w’erclen hoogere prijzen betaald.
Afladers aan den Donan en de Russen zijn daarmee niet
aan de markt en de tweede hand moet in de bestaande
vraag voorzien. in Argentinië zijn de vooruitzichten van
gerst giustig en men verwacht in het nieuwe jaar mime
versehepiugen. Genegeld zijli Argentijnsche afladers met
gerst aan die markt. De prijzen zijn in den loop der week
verscheiden guldens per last gestegen tengevolge van goede
vraag en de betere algemeene stemming voor gerst.
Geregeld zijn zakeu tot standd, gekontein in uieuw’e Argen-
tijnsehe h a v e r tot eerst dalende, doch later weinig ver-
anderende prijzen. Ook Boheemsehe haver werd geregeld
verkocht tot iii liet einde der week daleridie prijzen. Cana-
deesebe haver daarentegen is hooger zonder zaken.

SUIKER.
De verschillende suikerinarkten waren gedurende de afge-loopen week over het algemeen prijshoudend gestemd.
In A m er ik a bestond slechts weinig interesse voor

AANVOEREN in tons
van 1000
liG.

Rotterdam
Amsierdam
Totaal

Artikelen
61
1
2 Nov.
Sedert
Overeenk.
6112 Nov.
Sedert
Overeenk.
1932
1931
1932
t
Jan. 1932
tijdvak 1931
1932
1
Jan. 1932
tijdvak 131

28.579 1.274.724
1.401.899

7.800
35.945
1.282.524
1.437.844
431.517
360.361
150
2.53
1.157
434.070 361.518
Tarwe

……………..
Rogge

……………..11.840
22.798
24.217

244
338
23.042 24.555
Boekweit ……………L1l2
Maïs ……………….
51.217 1.172.929
1.193.262
18.702
301.786
238.345
1.474.715 1.431.607

13.896
439.834
553.134 2.889
30.911
46.100
469745
599 234
2.445
170.718
231.901

3.691
3.476 174.409
235.377

Lijnzaad ……………
6.661
254.852
172.229
6.391
34
7.082
382.559
601.914
554.788

Gerst

……………..
Haver

……………..

2.105
81.366
102.635

50
204
81.416 102.839
Lijnkoek

…… ……..
248

..

22.118
72.878
178
11.660
22.220
33.778 95.098
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten ..
. –
989 39.421
37.626 294
11.500
11.578
50.921
49.204

922

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16
November
1932

het artikel. De algemeene aandacht concentreerde zich
hoofdzakelijk op de Prcsicl en ts-verkiezi ng.
De N e w-Y o r k s c h e termijnmarkt
WCS
Vrij vast. Het
slot was levendig met de volgende noteeringen Dec. 1.08.
Jan. 1.04, Mrt. 1.01, Mei 1.06, Juli 1.11, terwijl de laatste
noteering voor Spot Centr. 3.15 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Sta
r

ten. bedroegen deze week 33.000 tons, de versmeltiugen
43.000 tous tegen 45.000 tons verleden jaar en de voor-
raden 151.000 tons tegen 132.100 tons. De laatste
C
u b astatistiek is als volgt:

1932

1931

1930

ton.s

toos

tons
Productie ……(Raming) 2.602.864 3:122.186 4.671.260
Ontvangsten ………….19.197

10.553

38.722.
Totaal sedert 111 ……..1.550.823 1.959.563 3.504.674
Verschepingen …………59.727

23.427

99.302
Voorraad in âfscheephavens 727.522

988.732

896.672
W iii e t
& G
r ay publiceeren onderstaande r.aming voor
de werelcisuikerproductie 1932133:

1932133

1931132

1930131
tons

tons

toos
Cuba ……………..2.000.000

2.602.000

3.122.000
Puerto Rico – ……….860.000.

886.000

703.000
Philippijuen ……….1.100.000

984.000

782.000
Ua’,vaï …………….900.000

900.000

889.000
Mexico ……………211.000

220.000

261.000
Java

…………….1.350.000

2.500.000

2.799.000
Australië

…………550.000

605.000

539.000
Mauritius …………230.000

163.000

221.000
Natal …………….320.000

291.000

351.000

Totaal Rietsuiker…. 15.821.000 17.575.000 17.128.000
Ver. Staten Bietsuiker – 1.115.000

1.025.000

1.076.000
Europa

,,

– 6.771.000

7.444.000 10.544.000

Totaal Riet- en Bietsuiker 23.753.000 26.092.000 28.789.000
In Engel a ii cl bestond geringe kooplust voor ruwe sui-
ker. Enkele seheepsladingen konden geplaatst worden to
ca 5h. 5111.
De L o n de
11
s c Ii e termijnmarkt verliep Vrij rustig
zonder noemenswaardige schommelingen der noteeri ngen.
Vermelding verdient de verkoop van 5000 tons witte

Russische suiker naar Bi- i tsch-Tndië tot Sh. 712J/4.
Op
Java verkocht de VLSI’. ing slechts enkele ouhe-
duidende partijtjes Superieur.
H. i e r t e 1 a n d e was cle markt uiterst rustig. :0e A
In-
s te r d a en s c lie termijnmarkt had een bom aanzien. De
slotnoteeringen lvidclen als volgt: Dec.
f
5% Met.
f
57i,
Mei f6 en Aug. f63/s.

KOFFIE.
Ook bi cle afgeloopc.n week bleef (Ic markt zeer kalm ge-
stemd. De kost- en vrachtaanbiedingeu van Santos waren
wederom iets lager en bijkomende biedingen werden door
nïladers in de meeste gevallen geaccepteerd. Veel import-
zaken kwamen echter oolc ditmaal niet tot stand en zelfs
beduidend lagere tweedehands-offertes vondeit slechts weinig
belangstelling. Rio blijft prijshoudcnd en de directe aanbie-dingen van deze soort zijn onveranderd.
De Koffie-Raad heeft bekend gemaakt, dat in de afge-
loopen week vernietigd zijn 31.000 balen te Rio en 3.000
balen te Victoria. Tan vernietiging 01) cle andere plaatsen
van I3razilië werd ook ditmaal geen melding gemaakt. Wel
is officieel medegedeeld, dat vanaf 1931 tot en met het
einde van October 1932 in totaal vernietigd zijn
3.819.000 balen le Satitos

1177.000

,,

.. Rio

481.000

Victoria
• .

4.493.000

,.

in Sao Paulo

233.000

op andere plaatsen

teza men 1.0203.000 balen

.I)aar in het. oogstjaar 1 Juli 1931130
3
mii 1932 ‘ernie-
tigd w’erdeii 8.305.000 baleti zijil dus iii het loopende oogst-
jaar vanaf 1 Juli 1932 vernietigd 1.898.000 balen, welke,
Voor zoover dat op liet ongenbljk hier is na te gaan, ver-
deeld zijn als volgt:
51.000 balen te Sauitos

154.000

.,

., Rio

149.000

.-,

Victoria

1.402.000

., in Sao Paubo

142.000

op andere piaatseti
tezamen 1.898.000 baleti

STÂTISTISCH OVERZICH1

GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN


TARWE
Manitoba
R000E
MAIS
GERST
62163 K.G.
LIJNZAAD
BOTER
KAAS
Edammer
EIEREN
PETROLEUM
0.

OCO

No. 2 Canada
loco
La Plata
loco
Z.

ussusc e
La Plata
per K.G.
Alkiiaar
Gem. not.
Hollandsche
Mid.
Conijn.
Crude
Rotterdam!
R’damlA’dam R’dam/A’dam
loco R?tter_
loco R’dam/A’dam
Leeuwar-
der Comm.

Fabrueks-
Eiermijn Roermond
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
bui 339″

pe
r
K.

per 100 K.G.
per 20001(0.
per 1960 K.G.
Noteering
Id.
kaas
p. 100 st.
R’dam/A’darn
barrel

fl
01
f1.
0
10
0.
0/
f1.
.
Q
/o f1.
°!o
f1.

0j
f1.


0
10
f1
01
f1.
01
$
0
10
1925
17,20
100,0
13,075
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0 10,80
100,0
1.68
100,0 1926
15,90
92,4

11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15 88,8
17,90
165,7
1.89
112,5
1927
14,75
85,8
12,470
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
2,03
87,9
43,30
77,3
7,96
86,7
11,25
104,2
J.30
77,4
1928
13,475
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228,50 96,8
363,00
78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99 87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
2,05
88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
11,40
105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5

56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0
1,66
71,9
38,45
68,7 6,72 73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
1931
5,55 32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
1,34
58,0
31,30
56,9 5,35
58,3
10,05

93,1
0.58
345
Jan.

1930
12,670
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00 86,6
43,95
78,5
7,55
82,2
11,75
108,8
1.21
72.0
11,725
68,2
8,17
5

62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
2,03
87,9
41,15
73,5
6,90
75,2
11,75
108,8
1.11

.
66,1
Maart


10,90
63,4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
1,71
74,0
41,25
73,7 5,18
56,4
11,55
106,9
1.11
66,1
April
11,17
65,0
7,625
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9
36,50
65,2 5,16 56,2
11,35
105,1
1.165
69,3
Mei


10,45
60
1
8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00
87,6
1,44
62,3
37,20
66,4 5,30
57,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Juni
10,05
58,4
5,17
5-

39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09
55,4
11,35

. 105,1
1.185
70,5
Juli

,,
9,55
55,5
5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8 345,75
74,8
1,72

74,5
39,90
71,3
5,99
65,3
11,35
105,1
1.185
70.5
Aug.
9,45
54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3 365,00
78,9
1,58
68,4
40,20 71,8
6,03
.65,7
11,35
105,1
1.18
70,5
Sept.

,
8,40
48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9 318,75
68,9
1,64
71,0 37,55
67,1
7,23 78,8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.


7,40
43,0
4,62
5

35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
1,63
70,6
36,90 65,9
8,60 93,7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
1
Nov.
7,25
42,2 4,25
32,5 94,50
40,8
82,25
34,9
270,75
58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9
10,90
100,9
0.85
50,6
Dec.

,,
7,07
41,1
4,30
32,9 96,00
41,5
91,00
38,6
247,75
53,6
1,55
67,1
33,50
59,8
7,97
86,8
10,85
100,5
085
50,6
Jan.

1931
6,525
37,9
4,-
30,6 84,50 36,5
86,25 36,5
207,50
44,9

1,61
69,7
32,25 57,6
6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
Febr.
5,775
33,6 3,90
29,8
87,50
37,8
85,75 36,3
206,25
44,6
1,66
71,9
33,80
60.4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85 50,6
Maart
5,625
32,7 4,20
32,1
103.00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
1,47
63,6
35,00 62,5
4,94
53,8
10,30
95,4
0.66 39,3
April
5,90
34,3
4,425
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60 56,4
4,20
45,8
10,15
94,0
0.53
31,5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,(Y75
44,4
10,00
92,6
0.53
31,5
Juni
5.75
33,4 5,05 38,6
86,75 37,5
116,50 49,4
191,50


41;4
1,29
55,8
33,50 59,8
4,30
46,8
10,00
92,6
0.34
5

20,5
Juli
5,425
31,5 4,70 35,9
84,25 36,4
115,75
49,0 211,00 45,6
1,32
57,1
37,75 67,4
4,40
47,9
10,00
92,6
0.24
14.3
Aug
4,975
28,9
4,025
30,8 74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
1,30. 56,3
36,00
64,3
4,98
54,2
10,00
92,6
0.43
5

25,9
Sept.
4,775
27,8
4,27
0

32,7
68,00
29,4
97,00
41,1
164,25
35,5
1,27
55,0
32,25
57,6 5,775 62,9
10,00
92,6
0.56
33,2
Oct.

,,
5,-
29,1 4,475
34,2
68,50 29,6 94,75
40,1
160,25
34,6
1,24
53,7
26,25
46,9
6,275
68,4
9,90
91,7
0.56
33,2
Nov.

,,
5,825
33,9
5,470
41,9
81,00 35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
1,17
50,6
24,75
44,2
7,07
77,0
9,90
91,7
0.68
40,4
Dec.
4,920
28,6 4,95
37,9
.

69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
1,18
51,1
21.40
38,2
5,325
58,0
9,90
91,7
0.71
42,3
Jan.

1932
5,05 29,4
5,07
0

38,8
71,25
30.8
114,00
48,3
142,50
30,8
1,16
50,2
25,75
46.0
4,71
51,3
8,25
76,3
0.71
42,3
Febr.
5,30
30,8
5,07
5

38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,34
58,0
27,75
49,6
3,79
41,3
8,25
76,3
0.71
42,3
Maart

»
5,525
32.1
5,80
44,4
86,75 37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
0,98
42,4
23,65
42,2
3,425
37,3
8,35
77,3
0.71
42,3
April
5,65
32,7
6,225
47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
0,99
42,9
19,60
35,0
2,775
30,2
8,65
80,1
0.86
51,2
Mei
5,60
32,6
5,30
40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
0,82
35,5
19,65
35,1
2,88
31,4
$30
76,9
0.86
51,2
Juni
5,225
30,4
4,15 31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
-128,75
27,8
1,11
48,1
24,25 43,3
3,08
33,5
8,25
76,3
0.86
51,2
Juli
4,90
28,5
4,-
30,6
78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
0,96
41,6
19,55
34,9
3,125
34,0
8,10
75,0
0.86 51,2
Aug.


5,20
30,2 4,075
31,2
77,50
33,5
98,25
41,6
133,00
28,8
0,76
32,9
17,90
32,0
3,72
40,6
7,80
72,2
0.86 51,2
Sept.,,
5,475 31,8
4,20
32,1
78,50
33,9
88,50 37,5
150,75
32,6
0,84 36,4
19,70
35,2
4,64
50,5
7,75
71,8 0.86
51,2
Oct.,,
5,25 30,5
3,925 30,0 74,50
32,2
79,50
33,7
138,25
29,9
0,82
35,5
25,50
45,5
5,73
62,4
7,65
70,8 0.86 51,2
-7 Nov.
4,90
28,5 3,85
29,4 71,50
30,9
77,00
32,6
132,00
28,5
0,827
35,5
28,-7
50,0
6,95
75,7
7,40
68,5 0.86
51,2
14

,,’

,
5,-
29,1
4,’-
30,6
,
73,00 31,5 80,00
33,9
138,50
30,0
,
0,82
8

35,5
26,-3
46,4
6,75
73,5
7,50
69,4
0,86
51,2
vu,,, sc
,0»i.
up
ueeuI
staat
ue
nos. van
ö
en
13
aug.
igzb
klmo. oon en
039)
pag.
09199
en 709. ) Tot Jan.1931 Hard Winter No. 2. van Jan. 1931 tot
vanaf
26Mei 1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische.
4)
Tot Jan.
1928
Malting;
van Jan.
1928
tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932
1

18 November 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

923

Berichten van i3razilië schijnen uit •te wijzen, dat het
meer de kwaliteit dan de quautiteit van den Ioopen{len
Samitos-oogst is, die geleden
zou
hebben tengevolge van de
revolutie door gebrek aan zorg hij het oogsten en bereiden.

Tenslotte is te Ne–York telegrafisch bericht ontvangen,
dat een vertegenwoordiger va ii het AmerikaanschfBrazi-
liaansch Promotion Comm i ttce
cii
een ve rtegenwoorcliger
van het ]lraziliaan’sche Gouvernement het thans eens ge-
worden
zijti
over de instelling van een uitgebreide propa-
gancla-canipagime voor vermeerdering van liet kofficverbrt1ik
in de Vereeuigcle Stateim van Amerika. Voor deze campagne
zal Brazilië 1 millioen dollars bijdragen in den vorm van
èen consiguatie van 80.000 halen koffie, welke in Amerika
moeten worden verkocht.
De kost- en vrachtaanbiedingen van gewoon goed beschre-
ven Superior Santos
01)
prompte verschepin.g zijn thans
ongeveer $ 11.45 it 11.65 per cwt. en van dito Prime onge-
veer $ 11.70
it
11.90, terwijl zij voor Rio type New-York 7
met beschrijving, prozapte verscheping, zijn $ 9.40 k 9.50.

Neclerlandsch-Indië zendt nog steeds zeer weinig aanbie-
dingen van Robusta. De tweedehands-aanbiedingen alhier komen thans ongeveer uit op:

Paf embang Robusta, November verscheping, 17% ct.; Ben-
koelen Robusta, November verschepiug, 18% ct.; Mand-
heling Robusta, November verscheping, 19 ).4 ct.; W.I.B.
faq. Robusta, November verscheping, 23 ct., alles pci- % K.G. cif, uitgeleverd gewicht, netto contant. Deze prijzen
zijn voor de goedkoope ougewasseheu Sumatra soorten %
% et. lager dan verleden week, doch voor de betere en
voor cle gewasschcn onveranderd.

De noteeringen aan de termijnmarkt te Rotterdam liepen
Ç5
it % ct. per % K.G. terug. Bij het opmaken van dit
Overzicht noteert Dcceinber2l%, Maart 20l/, Mei 19
7
/8
en
September 19′ et. per % K.G.

In loco is de afzet nog zeer onbevredigend. De officieele
uoteering te Rotterdam van Superior Santos is verlaagd
valt 34 ct. op 33 et. per % K.G.. doch die ‘van Rohusta, bleef
onveranderd 25 ct.

De alot-noteeringen te New-Vork waren:

Gemengd -contract
Santos-contract
(basis Rio No. 7) (basis Sa.ntos No. 4)
Dec.

Mrt.

Mei Sept.
Dec. Mrt.
Mei Sept.
14 November
$
6.-

5.70

5.57

5.40
9.13 •8.43
8.13

7.90
7 November
.. 6.10

5.74

5.62

5.42
8.99

8.45
8.18

7.98
31 October
., 6.35

5.92

579

5.60
9.28

8.72 8.46

8.23
24 October

.
:,
6.40

6.03

5.89

5.70 9.36

8.85 8.55

8.29
Rotterdam.
:15 Noveznebr 1932.

THEE.

l)e Amsterdamnsche hee-veiling van de afgeloopen week
had een vrij kalm verloop met dikwijls lagere prijzen. Voor-
al de bladsorteeringen hadden weinig belangstelling en de
prijzen liepen dan ook van 1-4 ets. lager dan in de vorige
veiling.
i)e middeuprijs beliep 30% ets. per hKG. in entrepót, het-
geen evenveel is als in de vorige veiling.
De Vereeniging voor de Thee-cultuur in Ned.-Indië publi-
ceerde cle cijfers van den aanvoer, invoer tot verbruik en
uitvoer in Nederland gedurende de maand October.
De aanvoer bedroeg 1.3 millioen EG. tegenover 1.5 mii-
lioen KG. vorig jaar October. De invoer tot verbruik beliep
in October 1932 3.3 millioen KG. (v.j. 1 millioen), terwijl
de uitvoer 543.000 EG. bedroeg (v.j. 749). De uitvoer van Java bedroeg gedurende de maand October
4.654.000 EG. (v.j. 5.288.000 EG.). Gedurende cle periode
JanuarifOctober beliep de uitvoer 52.046.000 EG. (v.j.
54.060.000 EG.).
China’s netto-uitvoer bedroeg ged urende Ja.nuarifseptem-
her 1932 27 niillioemi EG. tegenover 32.6 millioen EG. in
J.anuarifSeptember 1931.
De uitvoer uit entrepôt van Ned.-lndische thee bedroeg
iii de maand October 537.000 EG. (v.j. 718.000 EG.). Ge-
durende Jan./Oet. 5.729.000 EG. (v.j. 626.3000 EG.).

LJZER.
Van de exportmarkt voor ruwijzer is zoo goed als geen
nieuws te melden. De vraag blijt miniem. In de min of
meer nominale noteering van Lux 3 (3416 goud fob. Ant-
ver Peil) kwam geen verandering.
Op (le binuenlandsehe markt van Frankrijk is het prijs-

AN
GROOTHANDELSPRIJZEN
1)

METALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

ZILVER IJZER
eve an
KOPER
KATOEN
WOL
ge ani e
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
cash Londen
oun r

0.
Standaard
Locoprijzen
..
ocorijzen
ocoprijzen
Middling
locoprijzen
US
ra
ISC
e,
Australische,
CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf, open
SALPETER
Old. per
per.

Standard
,

,


i

es roug
Londen
on en per
ng. on on en
per

ng.
New-York
ermno.

S

V•
or
nial Carded,
kop
100 RO.
Ounce
per

ng.
0fl
per Eng. ton
per Ib.
Ib
per

.
50’s
Av. loco
57-61
pnd.
netto
Bradford per Ib.

pence
i/o
Sh.
O/
o

£
Olo
£
0I
0

£
Oh
$
cts.
0
10
pence
0
/o
pence
0
10
f1.
Ol
o

f1.
0
1(1:
32
1
/
100,0
731-
100,0
62.116
100,0
261.171-
100,0
36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28
11
116
89,3
8616
118,5
58.1/-
93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17,55
75,5
47,25
85,9
24,75 83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
26314
83,3
731-
100,0
55.141-
89,7
290.41-
110,8
24.4/-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89,8 40,43
116,5
11,48
95,7
2
6
1
116
81,1
661-
90,4
63.161-
102$
227.51-
86,8
21.11-
570
20,00
86,0 51,50 93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
/i6
76,2
7016
96,6
75.141- 121,9
203.1516
77,8
23.51-
63,8
19,15
82,4
39,-
70,9
25,25
85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1713/
i

55,4
671-
91,8
54.131-
88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
13/8
41,6
551-
75,3 36.51-
58,4
110.11-
42,0
12.11- 33,1
8,60
37,0
21,50
39,1 12,00
40,7 18,65
53,7
8,61
71,8
20″’16
65,3
7216
99,3
71.916
155,1
174.131-
66,7 21.111-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3 26,63
76,7
10,11
84,3
20
1
1s
62,6
7216
993
71.1216
115,4
174.41-
66,5
21.41-
58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
24,50
70,6
10,21
85,1
19l/
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
.165.18/-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9

69,2
10,21
85,1
198/
1

61,0
6716
92,5
61.31-
98,5
161.1716
61,8
18.616
50,3
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10,21
85,1
18
1
b/16
59,0
67/6
92,5
53.91-
86,1
145.-/-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0 26,25
75,6
10,21
85,1
16
1
116
50,0
6716
92,5
50.16
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9
6716
92,5
48.21-
77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8 24,25
69,9
9,18
76,5
l6S1
51,0
651-
89,0
47.151- 76,9
135.56
51,7
1861-
50,2
11,95
51,4
27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
. 9,28
77,3
16
11
1
52,0
63/6
87,1
46.61-
74,6
132.61-
50,5
17.181-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,50
76,4
9,39
78,3
16
1
12
51,5
6316
5
87,1
43.-!-
69,3
117.131-
44,9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2 26,25
75,6
9,49
79,1
16
5
16
51,9
63
1
6
0

87,1
46.816
74,8
113.161-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25
72,8
9,70
80,8
16
5
10
51,9
63/6
6

87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9
9,95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4

72,0
9,90
82,6
13
7
/s
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
116.81- 44,4
14-16
38,5
10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
84,3
12
1
1
38,9
586 586
80,3
45.116 45.116
72,6
117.-16
44,7
46,6
13.56 13.36
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00 14,50
40,7 49,2 22,50 22,25
64,8
10,21.
85,1
13
7
/1
1311s
41,8 40,9
586
80,3
80,3
42.1516
72,6 68,9
122.11- 113.41-
43,2
12.101-
36,2 34,3
10,90
10,25
46,9
44,1
25,25
24,50
45,9
44,5
14,50
49,2
22,25
64,1 64,1
10,21 10,21
85,1
85,1
I211/
i
o
40,3
5816
80,3
39.66
63,4
104.171-
40,0
11.1016
31,6 9,40
40,4
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
127/
40,1
5816
80,3
36.616
58,5
106.216
40,5
11.1116
31,8
9,10
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13 55,1
10,21
85,1
13
1
11
41,2
5816
80,3
34.141-
55,9
112.516
42,9
12.1516
35,1
9,25
39,8
22,25
40,5
12,50
42,4 20,25
58,4
8,26 68,8
12
13
/1
39,9
5816
80,3
32.151
52,8
114.196
43,9
11.19,6
32,9
7,20
31,0
22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,
58,3
13
3
116
41,4
5516
76,0
30316
48,6
111.161-
42,7
11.4′-
31,1
6,55
28,2
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9
6,50 54,2
13
1
3116
43,0 46
0

63,0
28.216
45,3
101.116
38,6
10.96
28,8 6,30
27,1
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65 55,4
14
11
45,1
4416
61,0
27.1916
45,1
102.-!-
39,0
11.51-
30,9
6,40
27,5
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3 6,80
56,7
14
3
116
44,6
41,6
56$
27.616

.
44,2
98.1716
37,8
10.161-
29,6
6,30
27,1
16,25
29,5
9,00 30,5


6,95
57,9
13
7
/
43,2
4116
56,8
27.1416
44,7
98.181-
37,8
10.141-
29,4
6,65
28,6
16,50
30,0
9,(>0
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
14
43,6
4116
56,8
26.41- 42,2
99.216
37,9
10.51-
28,1
6,90
29,7
16,25
29,5
9,00 30,5
11,75
33,9
7,25,
60,4
1331
4

42,8
441-
60,3
24.181- .
40,1
96.6/-
36,8
9.91-
25,9
6,90
29,7
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40 61,7
13110
40,9
451-
61,6 23.81-
37,7
84.1516
32,4
8.1616
24,2
6,25

.
26,9
16,50
30,0
9,00 30,5
9,25
26,7 7,40 61,7

12
5
/
39,3
441-
60,3
21.61-
34,3
89.1316
34,2
8.-!-
22,0
5,80
24,9
15,75
28,6
8,25 28,0
8,88
25,6 7,40 61,7
12
3
/
39,3
441-
. 60,3
20.1216
33,2
84.91-
32,3
7.51-
19,9
5,25
22,6
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9
7,40 61,7
123/
8

38,5
42/6
58,2
19.216
30,8
90.1716
34,7
7316
19,7
5,80
24,9
16,00
29,1
8,50 28,8 9,75
28,1


12121
16
39,9
421-
57,5
.

22.416
35,8
101.-!-
38,6
7.1716
21,6
7,35
31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
12,-
34,6

5,70
47,5
13
40,5
421-
57,5
25.81-
40,9 109916 41,8
9.1016
26,1
7,75
33,3
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90 49,2
12’/
38,9
411-
56,2
22.516
35,9
105.1316
40,4
8.71-
22,9
6,50
28,0
15,75
28,6
8,50
28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
12
1
/
38,7
401-
54,8
21.101-
34,6
104.41-
39,8
8.51-
22,6
6,30
27,1
15,25
9

27,7
8,25
9

28,0 6,10
50,8
12
3
1
38,5

1
4016
55,5
2321-

1

37,2
108.101-
41,4

1
8.161-

1
24,2 1
6,40
27,5
15,50
10
1
28,2
8,25
10

28,0
1
1
6,10
j
-50,8
Sept.
1932
79
K.G.
La Plata.
3)
Tot
Jan.
1928
Western;
vanaf Jan.
1928
tot
16
Dec.
1929
American
No.
2, van 16. Dec.
1929
tot 26
Mei
1930
7415
K.G.
Hongaarsche,
K.O.
Zuid-Russische.
Van
23Mei-19
Sept.
1932
No. 3 Canada.
6)

Noteering
Schotland
5916. 0)581.
1)
4
Nov. 8)
11 Nov.
9)3
Nov.
10)
10Nov.

.924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16
November
1932

niveau van Lux 3 eveneens ongewijzigd gebleven. P.L. No. 3
doet in Frankrijk 200-210 Frs. basis Longwy.
De daling van den koers van het Pond Sterling is oor-
zaak geweest, dat weer eens eenige posten Clevela.nd-ijzer
in het buitenciand konden worden afgesloten. Er zijn veer
eenige. hoogovens in verband met een reorganisatie bij een
der producenten gedoofd, zoodat dc productie thans onder
het ver.bruikspeil is. Desondanks is dë prijspositie zwak:
5816 fot. ho. voor het district; 551- (was 55/6) lot. Falkirk
voor levering in Schotland.
De stemming op de staalmarkt is hij voortduring vast.
Twee weken geleden kon men spreken van een plotseling
opkomende vraag van tlinken omvang. De prijs van staf-
ijzer is daarna wederom gestegen en heeft thans het niveau
i’an 601. fob. Antwerpen (goud) bereikt.

STEENKOLEN.
In verband met de aanvrage van de Nederlandsche ko-
lenindustrie tot contingenteering van den koleninvoer, heeft
men in den kolenhandel met .belailgstelling de nota van dat’
Minister van Ecônomische Zaken en Arbeid betreffende de
contingenteeringspolitiek in het algemeen gèlezen. De alge-
meene richtlijnen, die volgens den Minister doör de Ee-.
geering steeds in het. oog gehoudan worden, spi-eken alle
logisch
tegen
beperking vati den koleninvoer. Voort deelt
de Minister ouder meer nog mede, dat tal van aanvragen
niet op moeilijkheden, voortkomend uit overmatigen invoer,
gebaseerd bleken en derhalve moesten worden ter zijde ge
legd, evenals die aanvragen, welke artikelen betroffen die
als grondstoffert bf hulpmiddelen voor nijverliebt of land-
bouw dienen.
Waar de koleninvoer in de eerste acht maanden van dit
jaar met 21 pOt. verminderdein vergelijk met deze periode
in 1931, en waar de Rgeèring volgens de nota aan liet be-
ginsel blijkt te willen vasthouden, (lat er een voldoende
prikkel moet blijven voor liet bedrijfsleven om den stroom
der omstandigheden te volgen en met eigen krachten hef
aanpassinsproces door te maken, zal men, voorzoover uien
meent, dat de Regeering zich aan har principes zal blij-
veu houden, de aanvrage (Ier Nederlandsche mijnen wel
reeds slá afgewezen mogen beschouwen.

De prijzen zijn:

Northu.mberland Ongezeefde ………….
f

7.25
.Durham

Ongezeefde

…………………
,

7.75

Cardiff

213

large

1/3

sma.11s

…………..
9.75
Sehotsche gezeefde (Prime Lothians)
..

7.50
Yorkshire

gevasschen

Singles

————
7,75
Westfaalsche Vetförder

……………..
–8,25
Vlamstukken

1

…………
–9-

Smeenootjes

…………….
8,75
Gasvlamförder

…………….
8,25
Gieteokes

………………
., 11.-
Hollandsche

Eierbriketten

…………..
–12,50
alles per ton van 1.000 K.G. franco station
Rotterdam/Am-
sterdam. Ongezeefde bunkerkolen f.o.h. Rotterdam/Amster-
dam
f
7.50. Markt onzeker.

15
November 1932.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Bedrijfsleven en de strijd tegen

de Armoede in Nederland

door Dr. CH. A. VAN MANEN.

Prijs ingenaaid
f
3,-.

Gebonden
f 4,75.

Voor leden der Vereeniging en geabon-

neerden op het Weekblad wordt dit werk

beschikbaar gesteld tegen den prijs van

f 2,50
ingenaaid en
f 4,-
gebonden.

– Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het

Instituut, Pieter de Hoochweg 122, onder gelijk-

tijdige remise per postwissel of op postchèque- en

girorekening No. 8408,
Rotterdam.

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

DIVERSEN
KOLOMALE_PRODUCTEN
INDEXCIJFERS

VURENHOUT
basis
7″
f.o.b.
RUBBER’)
Standaard
SUIKER
KOFFIE
THEE
COPRA

Bruto-
gewicht v. d.

Zweden!
Ribbed Smoked
Witte krista!-
Robusta Afi. N.-l. theev.
Ned.-lnd. f.m.s.
buit, handel
n5/I
Finland
Sheets
suiker loco
R’dani!A’dam
Locoprijzen
Rotterdam
A’dam gem. pr
.
Suma-
Java- en
per 100 K.O.
Nederland
1925= 100
u,,..3l
.53l
per standaard
loco Londen
per 100 1(0.
per
’51(0.

tratheep.i!,KO.
Amsterdam
.._…




van
4.672
Mi.
per 11,.

In

Uit
voer

voer

f
O
lo
Sh.
05
f1.
0
10
cts.
°/0
ets.
01
0

0
10
1925
159,75
100
2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100.0
84,5
100,0
35,87′
100,0
100 100
100,0
100,0
1926
153,50
96,1 21-
67,4
17,50
933
55,375
90,2 94,25
111,5
34,-
94,8
112 128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,12′
102,0
46,875
76,4
82,75
97,9
32,625
90,9
113 116
95,4 89,5
1928
151,50
94,8
-110,75
30,2
15,85
84,5
49,625
80,9
75,25
89,1
31,875
88,9
118
128
96,4 87,6
1929
146,00
91,4
-110.25
28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25
82,0
27.375
76,3
122
132
91,6
82,6
1930 141,50
88,6
-15.875
16,5
9,60 51,2 32
52,1
60,75
71,8
22,62
5

63,1
124 135
75,5
69,4
1931
110,75
69,3
-i3
8,4
8,-
42,7
25
40,7
42.50
50,3
15,37
5

42,9
117
136
62,6
57,9
Jan.

1930
147,50
93.9
-17,375
20,7
11,676
62,3
35
57,0
60,50
71,6
26,87
5

74,9
128 136
84,5
76,9
Febr.

,,
147,50
92,3
-18 22,5
11,40
60.8 35
57,0
58,25
68,9
26,37
5

73,5
112 126
81,3 75,2
Maart

,,
147,50
92,3
-17,625 21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7 25,25 70,4
125
131
78,7-
74,2
April
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
57.0
59,50
70,4
26,12′
72,8
115
127
78,7
72,8
Mei
145,00
90,8
-16,875
19,3
9.80
52,3
34,75
56,6
58 68,6
25,50
71,1 132 132 76,1
72,0
Juni

,,
145,00
90,8
-16,125
17,2
9,776
52,1
33
53,8 58 68,6
22,875
63,8
131
133 76,1
70,4
Juli

,,
142,50

89,2 -15.625
15.8
9,275
49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
21,75 60,6
138
141
74,2
69,3
Aug.
142,50
89,2
-14,875
13.8
8,50
45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129
145
73,5 67,9
Sept.
140,00
87,6
-f4,125
11,6
7,975
42,5
28,25
46,0
59,50
70,4
19,25
53,7
122
126
72,3
65,4
Oct.

,,
132,50
82,9
-14
11,2
8.626
46.0
29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128
152
71,6 64,6
Nov.
130,00
81,4
-14.375
12,3
8.75
46,7
29
47,3
68,25
80,8
19,37
6

54,0
121
139
71,0 63,3
Dec.

,,
130,00
81,4
-14.375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75
79,0
19,-
53,0
105 129
69,0
61,3
lan.

1931
125.00
78,2
-/4,25
11,9
8,20
437
28
45,6
66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7 59,2
125.00
78,2
-13,875
10.9
8,20
43,7
26,25
42,8
53
62,7
18,125
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart

,,
125,00
78,2
-/3,75
10,5
8.30 44,3
25,50
41,5
45
53,3
18,625
51,9
107
140
66,5
59,1
April
125,00
78,2
-,3,l25
8,8
8,576
45.7
24,75
40,3
43
50,9
17,50
48,8
IlO
138
65,8 58,4
Mei
125,00
78,2
-13,125
8.8
8,50 45,3 25
40,7
40,25 47,6
15,37
6

42,9
114
141
65,8
56,8
luni

,,
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,576
45,7

25,75
42,0
39,50
46,7
14,125
39,4
127
133
64,5
56,8
)uli
110,00
68,9
-/3
8,4
8,775
48,6
27
44,0
38,25
45,3
15,-
41,8
138 153
62,6
55,8
Aug.
100,00
62,6
-12,5
7,0
7,90
42,1
25,50
41,5
38,50
45,6
14,125
39,4
122 142
60,6
55,6
Sept.,,
100,00
62,6
-/2,375
6,7
7,525
40,1
23,75
38,7
37,50
44,4
13,376
37,3
125
146
58,7
58,1
Oct.,,
Nov.
100,00
10000
62,6 62,6
-12.375
-/2,25
6,7 6,3
7,55 7,15 40,3
38,1
23 23 37,5 37,5
37,75
37
44,7
43,8
13,25
13,75
36,9
38,3
119 113
146 132
58,7 58,7 58,5
58,8
Dec.,,
82.50 51,6
-12,25
6,3
6,75 36,0 23 37,5 35
41,4
12,75
35,5
115
114
54,8 58,8
pn.

1932
82,50 51.6
-12,125
6,0
7,35
39,2
23 37,5 32 37,9
13.12
5

36,6
103
107
54,2 58,4
82,50
51.6
-12
5,6
7,05
37,6
23 37,5 30 35,5
14,50

40,4
86
III
53,5
59,8
Maart
70.00
43,8
-11,625
4,6
6,25
33,3
23
37,5
31
36,7
14,75
41,1
87
116
52,9 58,3 April
70,00
43,8
-11,5
4,2
5,90
31,5
23 37,5
29,25
34,6
14.-
39,0 89
110
51,6 56,0
Mei
70,00
43,8
-11,5
4,2
5,625
30,0
23,50
38,3
30,25
35,7
13,25
36,9
89
107
51,0
54,0
Juni
70,00
43,8
-11,375
3,9
6,30
33,6
24
39,1
28,50
33,7
12,375
34,5
101
116
50,3
52,5
Juli
67,50
42,3
39,4

11
,
375

3,9 6,70
35,7
35,1
24 24


39,1 39,1
23,75 22,75
28,1
26,9
12,375 12,375
34,5
34,5
100
95
112 105
49,0 48,4
53.7
55,3
Aug.,,
Sept.,,
63,00 60,00
37,6
-11,75
-12,125
4,9
6,0
6,57
5

6,525
34,8
25,25
41,1
23,75
28,1
12,75
35,5
96
112
49,0
57,1
Oct.,,
63,50
39,7
-11,75
4,9
6,325
33,7
26,50
43,2
28,50
33,7
12,375
34,5
104
127
49,7
55,4
7
Nov.,,
14

,,
63,50
63,50
39,7
39,7
-11,75
1

-11,875
49 53
6,- 6,-
32,0
32,0 25 25 42,4 42,4 30,75
2
)
36,4
12,25
112,375
34,1
34,5
1)
Jaar- en maandgem. afgen op
1
19 pence.
2)
10 Nov.

N.B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.
1
31 zijn op goudbasis omgerekend

Auteur