Ga direct naar de content

Jrg. 11, editie 567

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 10 1926

10 NOVEMBER 1926

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economi’sch~Statistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL,. NIJ VERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR
DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

11E JAARGANG

WOENSDAG 10 NOVEMBER 1926

No. 567

INHOUD.

Blz.
DE VOORKEURTARIEVEN
OP
DE Dul9’scHE SPOORWEGEN
EN DE NEDERLANDSCH-DUJrSCHE VERDRAGEN VAN
26
NovEMBER 1925 door
Jan Schilthuis …………..982
Internationale Kamer van Koophandel door
W. Wes-
terman………………………………….983
Nederland’s Handelsbetrekkingen met Zuid-Afrika door
0. Vermey ………………………………..
984
Heden en toekomst van onze Haringvisscherij door
P.
.
E. van Renesse ……………………………
986
Nogmaals onze Handelspolitiek door
Prof. Mr. Dr. 0.
M. Verrijn Stuart …………………………..987
BUITENLANDSCHE MEI)EWERKING:
De financieele toestand en de loop der bevolking in
Frankrijk door
Prof. B. Nogaro …………….988
AANTEEKENINOEN:
Indexcijfers van grootbandeisprijzen …………..
990
Suikerproductie der wereld ………………….
991
BOEKAANKONDIGING:
Dr. G. Lubbers: De statistiek van het arbeidsloon
en van de verklo9sheid, bespr. door
Ir. B. Bölger. 991
Mr. G. J. Goedhart: De ontwikkeling van de werk-
loosheidsverzekering in Nederland, bespr. door
ir.
R. A. Verwey …………………………..992
AANDOIJFERS:
Postchèque en Girodienst……………………
993
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………..
993-1000
Geidkoersen.

Bankstaten.

1
Goederenhandel. Wisselkoersen.

1
Effectenbeurzen.
1
Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris. Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISOII-,STATISTISCRE BERICHTEN.

COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. E. van
Lennep; Mr. K. P. van der Manclele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rangers; Prof. Mr. E. R. Ribbins; Jan Bchilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Redacteur- Secretaris: D. J. Wansink.
Seoretariaa.t: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam..
Telefoon Nr. 3000. Postreke-n.ing 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco P. P. in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloiviën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

9
NOVEMBER
1926.

De groote vraag naar geld was direct na de maand-
wissel ing belangrijk ingekrompen. Particulier disconto
werd Donderdag weder voor 3 pOt. afgedaan en de
prolongatierente noteerde 2% pOt. De grootere geld-
ruimte bleek echter slechts schijn te zijn, want toen
er later weder iets meer aanbod van wissels kwam,
trok de rente direct weder sterk aan en werd Zelfs
hooger dan bij de maandwisseling. Gisteren werd
voor 3% pOt. afgedaan en de prolongatierente noteer-
de3% pOt.

De vrij aanzienlijke stijging, clie de uitzettingen
van De Nederlandsche Bank bij cle jongste .maandwis-
seling te zien gaven, heeft in de afgeloopen week voor
een teruggang van het opereereud kapitaal der cen-
trale credietinstellin g plaats gemaakt. De vermin cle-
ring betreft voornamelijk de heleeningeu, die van

fl70,4. millioen tot f148,3 millioen afnamen. Het
hoofd hinnen]andsche wissels vertoont een daling van

f
2,6 millioen. Laatstgenoemde daling is uitsluitend
t.o verlclaren uit aflossing van rechtstreeks bij de Bank
geplaatst schatki’stpapier; het totaal van dit papier
beloopt thans
f
6 millioen tegen
f
9 mil]ioen bij het
‘opmaken van den vorigen weekstaat. De bedoelde af-
lossing is overigens gepaard gegaan met een niet on-
belangrijke vermeerdering van het renteloos voorschot
aan hot Rijk, hetwelk in de afgeloopen week met

f
5,8 millioen toenam.

De voorraad gouden munt verminderde met een
kleine
f
200.000. Het hoofd muritmateriaal en de zil-
vervoorraad bleven vrijwel onveranderd. De post
papier op het buitenland en de diverse rekeningen
onder het actief daalden resp. met
f
6,7 en
f
1 mil-
lioen.

De biljettencirculatie verminderde met
f
25,8 mil-
l.ioen, terwijl de rekening-courantsaldi een teruggang
van
f
1,4 millioen te zien geven. 1-let beschikbaar
motaalsaldo klom met
f
5,3 millioen. Het cleickingsper-
centage bedraagt 50.
* *
*

De koersen van Dollars en Ponden wisselden vrij

wel in overeenstemming met de geidkoersen. Bij het
dalen van de gel’dkoersen in het, begin, der week stegen
de Ponden en de Dollars en toen later de geidmarkt
weder vaster werd, liepen beide deviezen weder iets
1 terug. Daarentegen waren Marken doo]oopend aan-
geboden. Vooral gisteren in den namiddag was de
stemming flauw; er werd voor 59,31 afgedaan. Fran-sche franken bleven aanvankelijk nog regelmatig stij

gen. Donderdag werd voor 8,48 afgedaan. Daarna
trad een vrij scherpe daling in, waarna de stemming
flc’csteloos bleef zon’der dat het koerspeil verder nog be-
langrijk wijzigde. Ook deze week waren Lires weder
zeer onregelmatig en over het algemeen vrij flauw
gestemd. Een vrij sterke daling trad in voor Oslo,
cveneens •ônder vrij sterke schommelingen. Madrid
daalde van 38 tot 37,70 en ook Buenos Aires was
flau’; voor 101% werd afgedaan.

LONDEN, S NOVEMBER
1926-

Do geldschaarschte, veroorzaakt door het terugtrek-
ken uit de markt op Dinsdag 11. van het applicatie
geld op de Belgische Stabilisatieleening, was slechts
van korten duur. Na Woensdag had de druk op de
– markt al weder plaats gemaakt voor een meer comfor-

– tahio positie, teweeggebracht door de uitbetaling van
clivicleuden aan het begin der week. Daggeid eindigde
de week -dan ook op 3% pOt.
De -discontomarkt blijft zijn zeer vast aanzien be-
houden, 4%_4″/ie, daarin gesteund door geringe
vraag naar wissels van het buitenland, den vasten
doliarkoe:rs en ‘cle goudonttrekkingen. Uit den bank-
staat bleek verder, dat het surplus aan vlottend geld,
beschikbaar voor geld en -discontomarkt, slechts Idem
was, zoodat een voorzichtige koerspolitiek geboden
bleef. Bovendien geschiedde de toewijzing op de weke-
lijksehe inschrijving voor schaticistpromessen weder
een fractie ongunstiger (tusschen
47/t
en
415fi)
voor
liet gouvernement.

982

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 November 1926

DE VOORKEURTARIEVEN OP DE
DUITSCHE SPOORWEGEN EN DE

NEDERLANDSCH-DUITSCHE VERDRAGEN

VAN 26 NOVEMBER 1925.

Toen op 26 November 1925 te Berlijn de sedert van

kracht geworden Nederlandsch-Duitsche verdragen werden gesloten verklaarde ‘de Duitsche regeerilig,

dat zeer kort na de ratificatie der verdragen de on-

gelijkheid zou worden weggenomen, die op de Duit-

sche spoorwegen op het gebied der voorkeurtarieven

bestond tussehen Nederlandsche havens en ,,de ha-
vens van derde Staten.” De Nederlandsche regeering

hechtte aan die verklaring groote waarde. In de me-

morie van Toelichting tot het wetsontwerp ter goed-
keuring der beide verdragen namelijk leest men, dat

het weliswaar niet mogelijk bleek de Noderiandsche
wenschen alle en ten volle te zien bevredigd, maar
dat wel mag worden aangenomen, dat de niterste con-

cessius, welke bereikbaar waren, ook inderdaad be-

reikt zijn, waarbij dan in het bijzonder gewezen werd op de bedoelde Duitsche verklaring omtrent de voor-
keurtarieven. Uit de kritiek, welke in Nederland van

verschillende zijden tegen de verdragen van 26 No-
vember 1925 is uitgebracht, bleek wel, .dat velen te-
leurgesteld waren over het weinige, dat op het ge-

bied der voerkeurtarieven bereikt was. De verbete-

ring, welke aan Nederland in uitzicht was gesteld,
betrof slechts het beperkte aantal der Duitsche voor-

keurtarieven (Seehafen-Ausnahme-Tarife), dat be-

halve naar de Duitsche zeehavens ook naar de Neder-
landsche en Belgische grensstations werd toegepast.
Daarbij bevond zich een viertal, ‘dat wel naar, Belgi-

sche grensstations gold, doch niet naar Nederland-
sche en daarin lag hoofdzakelijk ‘de ongelijkheid tus-
schen ,,Nederlandsche ‘havens en havens van derde sta-

ten” met welke laatste dan ‘de Belgische havens be-

doeld werden. Verder was er nog het verschil in ‘door-
voervrac’ht over Duitsch gebied van goederen uit Zwit-

serland, welke naar Belgische grensstations veel la-

ger is dan naar Nederlandsche. Al brachten de nieu-
we verdragen dus de kans, ‘dat binnen redelijken tijd1
na hun ratificatie de achterstelling door de Duitsche

spoorwegen van Nederlandsche havens tegenover Bel-r
gische zou eindigen, op het veel belangrijker gebied
van de bevoordeeling ‘der Duitsche zeehavens, te wel-
ker.behoeve een groot aantal Seehafen-Ausnahme-Ta-‘
rife het verkeer afleidt van ‘de Nederlandsche

Belgische havens en van den Rijn, viel
vrijwel
niets te
verwachten. Slechts bestond ‘de kans, dat voor Ne-‘derlan’d de vier Seehafen-Ausnahme-Tarife geldig
zouden worden verklaard, die tot nog toe alleen voor’
België hadden gegolden, maar men begon in Neder-
land al spoedig te vreezen, dat het voorgespiegelde
enêmen ‘der ongelijkheid wel eens zou kutinen plaats
vinden op een wijze, die ‘de geheele Duitsche belofte voor Nederland waardeloos maakte. Gelijkheid in de
behandeling van de Nederlandsc’he en Belgische,
havens zou namelijk zoowel kunnen worden bereikt

door het naar Nederlandsc’he grensstations geldig ver-
klaren van ‘de tot nog toe slechts voor België toege-
paste tarieven als •door eenvoudige opheffing dier
laatste. Daarom stelde in de vergadering der Tweede

Kamer van 1 Juli
‘bij
de behandeling der Neder-
lan’dsch-Duitsche verdragen de •heer Knottenbelt de

vraag:

,,of de verklaring, die ‘de Duitsche regeering heeft af-
,,gelegd, uitsluit, dat •de gelijkheid wor’dt verkregen
,,’door de voorkeurtarieven naar zeehavens van derde ,,staten, als hoedanig voor Nederland in het bijzonder
,,Antwerpen van ‘belang is, af te schaffen.”

Den volgenden dag antwoordde Minister van Kar-
nebeek, dat ‘dit gevaar in’derdaa’d bestond, ‘doch ‘dat
men daarover nog ‘bezig was. Dat ‘de vrees gegrond
was is intussëhen •gebléken ‘toen Duitschland tot uit-
voering der belofte overging, want werkelijk heeft
die slechts ‘hierin bestaan, ‘dat de vier voorkeurtarie-

ven, die naar België wel, ‘doch naar Nederland niet
golden, eenvoudig voor het vervoer naar Belgische

grensstations zijn afgeschaft. Gelijkheid ‘heeft Neder-
land nu verkregen, ‘doch op geheel andere
wijze,
dan
n’,en hier aanvankelijk ha’d verwacht. Het is geheel
geloopen zooals de Heer Knottenbelt reeds meende te

moeten vreezen, toen hij op zijn zooeven aangehae.lde
vraag liet volgen:

,,tndien dat zoo wa:re zou ‘de gelijkstelling voor de

,,eder1an’dsche ‘havens natuurlijk zonder eenig be-

,,lang zijn. Wij zijn er niet mcde geholpen, dat Ant-
,,werpon geen vervoer krijgt, maar ‘dat Amsterdam en

,,Rotterdam wel vervoer krijgen.”

De verklaring, die ‘de Duitsche regeering
bij
het
afsluiten der verdragen aflegde en waarover de Ne-

derlandsche onderhandelaars te
Berlijn,
evenals blij-
kens ‘de Memorie van Toelichting ook de Nederland-
sche regeering, zoo voldaan varen, is waardeloos ge-

bleken en wie zich over dit resultaat der onderhande-

lingen had verheugd, heeft zich ‘blij gemaakt hint een
doodo musch. Nog steeds gelden naar de Nederland-
sche grens slechts de
vijf
Duitsche uitzon’deringsta-neven, waarmede dat sedert 1 Januari 1925 het geval
was. Eenigen tijd geleden heeft in sommige Neder-

landsche bladen ‘hot bericht de ronde gedaan, dat
Duitschiand een middenweg zou hebben bewandeld door weliswaar de vier slechts naar België geldende

voorkeurtarieven op te ‘heffen, ‘doch daartegenover
vijf zulke tarieven voor Nederland geldig ‘te verkla-ren. Die voorstelling is onjuist. De bedoelde vijf ta-

rieven golden naar Nederland reeds sedert 1 Januari

1925 en als resultaat van ‘de Duitsche verklaring, ‘die
.verbonden was aan de verdragen van 26 November
1925, hebben wij absoluut niets verkregen, dat als
Duitsche tegemoetkoming kan worden beschouwd.

Bovendien is ten opzichte van het docrvoertarief
voor goederen uit Zwitserland de
ongelijkheid
tus-
schen België en Nederland ‘blijven bestaan. In de Me-
morie van Antwoord op het Voonloopig Verslag om-

trent het wetsontwerp ter goedkeuring der verdra-
gen van 26 November 1925 stond te lezen, dat

,,’de toezegging van de Duitsche regeering, dat het ,,verschil ter zake der spoorwegtarieven bestaande
,,t’asschen Nederlan’dsche zeehavens en de zeehavens
,,van ‘derde staten, zal worden opgeheven, moet ge-
,,ac’ht worden ook de tarieven te omvatten voor het
,,vervoer van goederen uit Zwitserland en andere
,,landen over Duitseliland.”

Blijkbaar was ‘die mededeeling onzer regeering niet
op met Duitschiand geoerde besprekingen gegrond.
Althans dacht uien er van Düitsche zijde blijkbaar
anders over, want het doorvoertarief over Duitsch ge-
bied uit Zwitserland naar de Belgische grens (uitzon-
deningstanief D 58) geldt nog steeds en is veel lager
dan het voor datzelfde vervoer naar Nederland gel-
‘dende tarief D 52. Als Duitsche verklaring daarvoor
wordt aangevoerd, dat het ‘lage tarief naar België
dient ter veidediging tegen ‘de zeer lage Fransche ta-
rieven, die ‘de ‘strekking hebben, het vervoer van Zwitsersche goederen naar niet-Duitsche Noord-
zeehavens buiten Duitshland te ‘houden. Bovendien
‘zouden voor Nederland bestemde Z’witsersche goede-
ren toch door Duitschiand gaan, ook indien het Duit-
sche doorvoertarief daarvopr niet wordt verlaagd.
‘Voor Nederland gaat het echter niet slechts om goe-
‘deren, die Nederland als eindbestemming hebben,
doch vooral ook om ‘d’ie goederen, welke overzee ver-
‘der worden verscheept en ‘die nu uit Zwitserland niet
over Nederlan’dsche havens, doch slechts over Ant-
werpen gaan. Indien verlaging van het doorvoertarief

naar Nederland slechts te
verkrijgen
ware voor zulke
naar overzeesche landen ‘bestemde goederen zou reeds
iets gewonnen zijn, ‘doch zooals de toestan’d nu is,
mijdt ‘dit Zwitsersche spoorwegverkeer grootendeels
onze ‘havens.

Nu alle op de Duitsche verklaring van November

1925 gebaseerde hoop op verbetering van de positie

983
10 November 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

dien de

van onze hvens tegenover de Duitsche ten opzichte
van ‘de voorkourtarieven dor Duitsche spoorwegen op

iiets is uit’geioopen, blijft ons weinig anders over,
clan met belangstelling de pogingefl te ‘blijven volgen,
welke de Duitsche Rijnhavens en belanghebbenden bij
de Rijnvaart nog steeds voortzetten ter verkrijging
van een herstel der Binnenrasser-Umschlagtarife.

1)eze voorkeurtarievon t&n behoeve der Duitsche ha-

vens aan den Rijn •zou’den ‘het verkeer op den Rijn,
dat ten gevolge ‘der Seehafen-Ausnahme-Tarife te-
genwoordig in zoo sterke mate ‘de concurrentie der

spoorwegen en. der Duitsche Noordzeehavens onder-

vindt, weder doen toenemen en ‘daarmede het verkeer
in de Nederlandsche havens. Voorloopig echter win-
nen in den strijd om deze Umschlagtarife de Duitsche
Noordzeehavens het nog van ‘den Rijn en de enkele
voorkeurtarioven, welke in •dit jaar ten behoeve van
het Rijnverkeer zijn ingevoerd, betreffen slechts goe-

deren, die ‘voor het overzeesohe verkeer niet van be-

lang zijn.
JAN
SCFIILTHUIS.

INTERNATIONALE KAMER VAN KOOPHANDEL.

Wissel en Chque.

liet in Juni 1925 te Brussel gehouden congres van

bovengenoemde Kamer heeft de bij die gelegenheid

‘door het ,,Comité do l’Unification des Lois qui régis-
sent le chèquo” voorgestelde resoluties niet onbelaiig-
rijk gewijzigd.

Het comité ‘ha’d, zooals bekend mag worden geacht,
een ontwerp gereed: een ,,projet de règlement uni-

forme ‘des clièques internationaux”, maar achtte het
ceno verkeerde politiek dit ontwerp aan eene bespre-king te onderwerpen, toen bleek, dat men van Engel-

aclie zijde bezwaar had zelfs tegen het
begrip:
,,Inter-

nationale chèque”.

Op ‘ditzelfde bezwaar strandde de door het comité
voorgestelde resolutie, waarbij het ‘vroeg diligent te
worden verklaard, want ook in die resolutie was
sprake van een ,,intornationale chèque”. Er werd toen
to Brussel ‘besloten het comité te handhaven, totdat
het ‘had ontworpen ,,een uniform-reglement, dat tot,
,,basis kon strekken ‘voor de unificatie der nationale

,,wetgevingen en eventueel ‘door de verschillende lan-
,,’den kon worden aangenomen.”

De tweede door het comité voorgestelde resolutie,
‘die aangenomen werd, ‘drong aan op de bijeenroeping
van eene nieuwe internationale conferentie op basis
van ‘de Conventie omtrent den wissel en het order-
briefje, geteekend in den Haag in 1912.
Deze tweede resolutie heeft wèl effect gesorteerd,

waarover nader.
1-let Comité stond nu tegenover ‘de vraag wat ‘ver-
der te doen en vergaderde daarovèr in Januari 1926.
Er werd besloten aan den Raad vah de Interna-
tionale Kamer te ‘verzoeken om eene uitbreiding ‘van
‘de bevoegdheden van het Comité, in ‘dien zin, dat ‘het
ook opnieuw in studie zou nemen de kwestie ‘van den
wissel, die nauw met die van de chèque samenhangt.
Men zou dan aan de hand van het in 1912 tot stand
gekomen Uniform Reglement voor den wissel en ‘het orderbriefje en ‘de toen voorloopi’g ontworen ,,Reso-luties” voor ‘de chèque nieuwe ontwerpen samenstel-
len, met gebruikmaking ‘van de studie, reeds ‘door een
Comité uit de Kamer gemaakt, welke te Rome in 1923
in behandeling was geweest, en naar aanleiding waar-
van de Kamer haar standpunt had bepaald.

De Raad gaf de gevraagde machtiging en ‘het Comité
benoemde uit zijn midden een sub-comité, hetwelk
beggn met een ornstie studie ‘van het bestaande
ontwerp ‘van 1912, op de wijze als boven omschreven.
Dit sub-comité vatte rijn ‘taak ‘dadelijk op en kon
rceds in ‘de Juni-zitting van den Raad ‘der Intern a-tionale Kamer mededèelen, ‘dat het zijn voorberei-
denden arbeid had beëindigd en dat ‘het voernem.ns
was het voorloopig ontwerp met een begeleidende nota
aan de nationale comité’s toe te zenden met het ver-
zoek ‘dit ontwerp voor
,
te leggen aan huii experts. In-

antwooi:defi met de, beer.kingen hierop, zooals
gevraagd werd, véér 15 September in het bezit van

1
het sub-comité kwamen, hoopte dit in de vergadering

van dea Raad van October een ontwerp te kunnen
voorleggen, waarin natuurlijk in ‘het licht van later

binnenkomende adviezen altijd
nog wijziging kon wor-

den gebracht.

Op ‘den len October behandelde het sub-comité het

voor-ontwerp opnieuw, thans in het licht der ont’van-

gen bemerkin’gen en antwoorden en bracht er nog eeni-
‘ge wijzigingen in, ‘welke in eene den volgenden dag ge-
houden verga’dering van het groote comité opnieuw
werden behandeld. In zijn voorloopig defini’tieven

vorm werd het ontsrerp in de verga’dering van den Raad

van 20 October ingediend, zonder daarop nochtans dle

goedkeuring te vragen, hetgeen oo’k juister was, daar
Engeland en Amerika er zich in geen geval mee had-
den kunnen vereenigen.
Het samenstellen, of ‘beter gezegd, het, amendeereu
en om.werken van het uniform-reglement ‘van den

Haag 1912 was waarlijk geen gemakkelijk werk ge-

woest, ook al was het tot op ‘zekere ‘hoogte vereen-voudigd, doordat men niet meer getracht had Enge-

lan.d en Amerika te bevredigen en zich op een conti-
nentale un’ificatie had gericht.

Reeds
‘bij
de behandeling van ‘de chèque was maar

al te duidelijk gebleken, dat zoomin als in 1912, thans
volledig overeenstemming te bereiken was. Dat wil
volstrekt niet zeggen, dat er eenige oneenigheid was.
Integendeel, men wilde zeer gaarne profiteeren van

de ervaring der bei.de
landen, waar althans ‘de chèque

grooter populariteit ‘bezit dan in eenig ander land ter
wereld en men betreurde het, dat
bij
•de ‘behandeling

van den wissel, idie nu voorafging, ‘de gedelegeerden
uit die beide landen ontbraken.
Tijdens de besprekingen, waaraan ‘de Duitsche ge-
delegeerden een levendig aandeel namen, bleek her-

haaldelijk hoe ver de ‘verschillende wetgevingen thans
nog uiteenloopen en hoe moeielijk het was op ])rin-
cipieele punten aannemelijke oplossingen te vinden.
Van alle kanten bleek echter ‘de goede wil.

Aanvankelijk ‘had het Comité geprofiteerd van ‘de
voorlichting van de bekende Fransche •specialiteiten
Bouteron en Roger Picard. De laatste dient het
Comité nog steeds van advies, maar de eerste, die
Inspecteur van ‘de Banque de France is, wer’d ‘door
dit instituut en ‘door de Regeering zoodanig in beslag
genomen, dat hij slechts zeer zelden aan de beraad-
slagingen kon deelnemen. In zijn plaats bleek echter
bereid van advies te dienen de heer Troullier, oud-
president van het Tribunal de Commerce de la Seine,
die over een geweldige ervaring en een groote kennis
ten ‘opzichte dezer materie “bechikte. Aan ‘de bespre-
kingen op 7 en 8October namen behal’ve de genoemde
hoeren en de heeren Willard Hill en Richard El’dridge
namens het Secretariaat der Kamer, ‘deel de ‘Secreta-
ris van ‘het Fransche Nationale Comité, de heer Jean
Duchénois, de ‘heer Giovanni Morandi, Directeur van
het Credito Italiano te Parijs, de ‘heer Paul van Zee-
land, Directeur der Belgische Nationale Bank, Ge-
heimer Commerzienrat R. Schmidt, Voorzitter van
de Kamer van Koophandel te Leipzig en Dr. Georg
Hirschland voor Duitschland, de heerJacques de Pury
voor Zwitserland en de heer Flanderka voor Tsjecho-
slowakije, onder voorzitterschap van schrijver dezos.
Geleerd door de ervaring, en zich geene illusiën
makende over de waarschijnlijkheid, dat de nationale
wetgevingen zich ‘zouden conformeeren aan, en ‘dus
‘gewijzigd worden’ overeenkomstig het nieuwe ont-werp, besloot ‘het. Comité de goedkeuring van
(10fl

Raa’d te verzoeken voor den volgenden modus pro-

cedendi.
Het nieuwe ontwerp za] zoo •spoedig mogelijk woi’-
den rondgezonden aan •de verschillende nationale
comité’s en deze zullen worden uitgenoocli’gd binnen
den kortst mogeljken tijd te laten weten, welke arti-
kelen van het ontwerp naar hunne meening in aan-
meiking komen om ln hun land onvoorwaardeljic te

984

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 November 1926

orden aan genomen, ‘d.wz. wettelijk in den zin van
het ontwerp te worden geregeld.

1-Jet Comité wil er •dan ‘de Nationale Comité’s op
wijzen, dat het in zijn werk geleid is door den wensch

zooveel mogelijk tegemoet te komen aan

de berner-
kiugen der ontvangen rapporten, aan den anderen kant
echter an’gstvallig heeft vermeden principicole punten
in de bestaande wetgevingen aan te raken en ‘voorts
ermecle rekening ‘heeft moeten houden, .dat een unifi-

catie als door den internationalen

handel gewenscht

wordt, vanzelf in zich sluit wederzijdsche concessiën
en modificaties in nationale wetgevingen.

Teiwij1 men op ‘deze wijze tracht het voorloopig mo-
gelijke te bereiken voor den wissel, blijft het van het

grootste belang, dat ook voor de chèqiie hetzelfde

verk woede gedan. Juist nu verschillende lenden

bezig zijn hunne wetgeviiigen te moderniseeren of

nieuw te codificeeren, moet ideze materie spoedig aan-

gevat worden. ‘Een commissie van redactie voor de

chèque werd benoemd, bestaande uit de hoeren Troul-
liet, Duchênois, Morandi en Roger Picard .en deze

commissie zal
01)
basis van de resoluties van den

Haag 1912, in aanmerking nemende het werk, reeds
voor de c’hèque door het Comité uit de Kamer ver-
richt en verder rekening hou’dende met wat zich op dit
gebied bij de wetgevende lichamen van verschillende

landen afspeelt, een ontwerp gereed maken, dat door

het. Comité in December •a.s. ‘kan worden behandeld.

Hiermede geloof ik, dat alles ‘is medegedeeld, wat
over den huidigen toestand ‘der unificatie van het
recht op den wissel, ‘het orderbiljet en de chèque te

zeggen is.

Misschien is het nog van belang te ‘vermelden, dat

intuaschen de economische afdeeling van den Volken-
bond, voornamelijk als gevolg van ‘de t*eede in Brus-
sel aangenomen resolutie, waarvan ik reeds sprak, aan
twee harer leden heeft opgedragen rapport uit te

brengen over de ‘hervatting harer hemoeiingen ten op-

zichte, van de unificatie van het wisselrecht. Deze

heeren hebben ‘dat rapport uitgebracht en de economi-
sche afdeeling ‘heeft als gevolg daarvan verschillende
experts uitgenoodigd haar van advies te dienen.

Onder d’ie experts ‘bevinden zich de heeren Vischer
(Zwitser), Meyer (Deen) en schrijver dezes. Zij zullen

e’enige vragen te beantwoorden krijgen, van welker
beantwoording het, aI afhangen of en hoe de Volken-
hond de ‘zaak weder ter hand zal nemen. Oftchoon ik
uit den aard ‘der ‘zaak wel reeds in de gelegenheid was
‘hieromtrent ‘de leden van het comité uit de Interra-

tionale Kamer te raedplêgen, komt het mij in dit sta-
‘dium juister voor, om betreffende deze materie nog
niets te publiceeren.
Nog een ‘andere zeer belangwekkende zaak, ‘die in-
‘direct met de chèque en hate internationale regeling
te naken ‘heft is in de laatste vergadering ter sprake
gekomen, maar dit is een onderwerp op zichzelf, waar-
over ik wellicht nog eecis later iets kan mededeelen.

den Haag, 24 October 1926. ‘

W. WISSTERMÂN.

NEDERLAND’S HANDELSBETREKKINGEN MET

ZUID-AFRIKA.

I)ank zij de stoomvaartverbindingen onder Holland-
sche vlag, toont het han’delsverkeer tusschen de Zuid-
Afri’kaansche Unie en erna land een regelmatig stij

gende lijn. Zoolang ‘de Nederian’dsche handel’ voor
‘het onderhouden van sijn betrekkingen met ‘den Zuid-

Afrikaanschen im- •of exporteur
en. ‘vooral voor den

import uit Zuid-Afrika
aangewezen was op de Duit-
sohe lijnen, die ook reeds v66r den oorlog de Rotter-
damsche haven plachten aan te loopen of wel. op de
weinig talrijke afvaarten der Engelache lijnen, die
de Rotterdamsche ‘haven en daarmede den Neder-
lan’dscheu ‘handel wel zeer stiefmoeder’lij’k bedeelden,
ontbrak de rechte prikkel, die gedurende de laatste
jaren de directe aanleiding cle”zich staag uitbt’ei-
dende handelsbetrekkingen is ‘geweest. Het ‘door ‘de
Commissie voor deii Nederlaudsch-Zuid-Afri’kaan-

sohen Handel aan Z.E. den Minister van Arbeid, Han-

del en Nijverheid uitgebracht rapport ovër hate werk-

zaainheden ‘gedurende het afgeloopen jaar, ‘bevat tal
van belangwekkende gegevens met betrekking ‘tot ‘den
omvang van het Nederlan’dsch ‘handelsverkeer met de

Zuid-Afrikaansche Unie. De onderstaande opstelling,
waaruit de on’bwikkeling ‘van ‘den Nederl’andschen uit-
voer naar Zuid-Afrika blijkt, is om. aan bedoeld ver-
slag ontleend:

1913

……..,

£854.041

191.7

……..,.,,,..,, ,, 364.075

1918

….,,,.,,,.,,,,,,,,, 371.394

1919

…..,.,.,,..,,..,…,. ,, 2&1.936

:1920

………….. .,,,,.,.,.,, 770.632

1921

……………………..,, 592.889

1922

..,,,.,.,.,..,,,.,,,,,,,,, 448.385

1923

,.,…….,.,…,,,, ,, 568.962

1924

……………………,, 843.711

1925

……………………. ,, 951.965

Onder ‘de verschillende export-artikelen treffen wi$
als de voornaamste aan:

Meststoffen

………………………… £
146.371
Gecondenseercie melk ………………….. ,,
96.45
Katoenen manufacturen
71.737
Niet af zondeidijk genoemde voedingsstoffen ..,,
38.148
Electrische g1oei1ampn ……………..,,
33.033
Kafferdekens ……………………. . ,,
29.242
Asphait ………………………………
27.504
Gedrukte boeken en muziek ..,……..,.,,
23.451
Bovenkleeren (mannen) ……..,.:,,,,
20.054

Stroocart&n

……,.,……..,…..,.

17.203

Drukpapier

…………………………….
16.263
Loodwit ……………………………..
13.917

en ‘daarnevens tal van andere specifiek Hollandsche

exportartikelen als zaden, cichorei en cichorei-wortels,

beetwortelsuiker, jenever, genoeg om ‘duidelijk ‘de ont
wikkeling van den Nederiandschen exporthand ei met
de Zuid-Afrikaansohe Unie te ‘demonstreeren. Opmer-
king verdient in het bijzonder de ‘belangrijke stijging

van het uitvoercijfer in 1920, ‘het jaar, waarin de
1-loliand-Zuid-Afrika Lijn met de exploitatie harer
‘directe stoomvaartverbinding een aanvang ‘maakte.

Ten gevolge der ernstige economische crisis, waaraan
.de Zuid-Afrikaansohe Unie in de daarop volgende
jaren het hoofd moest bieden, toont het uit.voercijfer

in ‘die jaren een achteruitgang, die echter door de

aanzienlijke vermeerdering der heide laatste jaren
ruimschoots wordt goedgemaakt. Niettemin blijkt cle
tariefswijiiging van April 1.925, waarbij voor een aan-
tal artikelen ‘hoogere invoerrechten werden vastge-
steld, een beletsel te zijn voor den vrijen aanvoer op
de Zuid-Afrilcaansche markt van enkele Hoilandsche
exportartikelen. Zoo blijkt
de invoer van Hollan’dsche
kaas in Zuid-Afrika ongeveer £ 14.000 en die van ka-
toenen dekens £ 23.000 bijl 1924 ten achten’ te zijn ge-
‘bleven. In ‘dit verband dient ‘tevens de aan’dacht te
worden gevestigd op de ‘door Minister Havenga vast-
gestelde maximnm- en minimum-tarieven.; ‘deze laint-
ste vinden toepassing ten aanzien van producten,
aan gevoerd uit landen, waarmede een handeistractaat
op den voet der meest-begunstigin.g is gesloten. De
‘voorkeursrech.ten ten gunste van Groot-Brittannië n
de Britsche dominions werden weliswaar tot een klei-
ner aantal artikelen ‘beperkt, doch blijven niettemin
een belemmering vormen voor de vrije mededinging
van
alle
niet-Britsche voortbrèngselen op de Zuid:
Afrikaansohe markt.
Wellicht is het mogelijk langs ‘diplomatieken iveg
te verkrijgen, dat alle tol-barrières, die oorzaak zijn
”dat bepaalde Neder]andsche producten niet of moei-
lijk op ‘de Zuid-Afri:kaansche markt kunnen mede:
dingen, worden opgeheven. Een ‘daadwerkelijke poli-
tiek ‘der meestbegunstiging in dien zin, dat Neder-
landsche producten op voet van volkomen gelijkheid,
voor zoover betreft douanerec’hten, met de voort-,
brengselen ‘v.n andere landen kunnen concurreeren,
zal aan den Nederlandschen export naar Zuid-Afrika
eerst recht ‘de vlucht geven, die beoogd werd door hen,
die in 191911920 het initiatief namen ‘tot de oprich-
ting der Hollandsëhe stoomvaartverbinding met Ztid-

10 November 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

985

Afrika. Moge onze Regeering’ daarneven’s bij voort-
during diligent blijven ten aanzien van ‘heb sluiton cener op het wederkeerigheidsbeginsel gebaseerde

overeenkomst, krachtens welke onze
h
ationale stoom-

vaartlijnen ontheven worden van den thans nog op
haar bedrijf drukkenden dubbelen belasbingphcht.

Het huidige nationalistisehé kabinet Herzog zou

‘daarmede daadwerkelijk toonen, dat heb een open oog

heeft voor ‘de ontwikkeling van Zuid-Afrika’s over-zeeschen handel, die waar het geldt het aanknoopen
van verbindingen met Europ.’s Vasteland thans,

mede door de Hollandsehe lijnen, veel minder idan
vroeger afhankelijk is van Londen, dat, geduren-

de lange jaren
hei
centrale punt voor Zuid-Afrika’s

handel zijnde, de ontwikkeling van dien handel leid-
de in de richting, ‘die ‘heb meest met de Britsche mer-
cantiele ‘belangen strookte. Dank zij toch het opne-
men in het vaarplan der Holiandshe lijnen van

Noord-Fransche cii West-Italiaansc’he havens, waar-
van vooral ‘de eerste •voor den wol-export van groote
hoteekenis zijn, staat de vrije ontwikkeling ‘der be-
trekkingen tussehen Zuid-Afrikaan’schen producent

en Contune’nt’alon consument niets meer in den weg
en ‘kunnen de ‘handelsrelaties zich zonder het noode-
loos en vaak min-gwensc’hte intermediair van den

makelaar in Londen vrij’ ontplooien.

Spreken’der nog dan zulks bij den uitvoer het ge-
val is, toont ‘de invoer in ons land van Zuid-Afri-

kaansche producten een sterk stijgende lijn:

1913

£

20.698
1917..


1918..


1919 . ,, 267.43 (In
liet najaar van dat jaar 4irigeerde
(le toenmalige reeclerij v. cl. Eb
&
Dres-
selhilys naar Zuid-Aïrika eenige sche-
pen, de als voorloopers der tegenwoor-
dige
,,Fon.tein”-sc!epen
der Holland-
Zuid-Afrika Lijn moeten worden be-
schouwd).
1920 •.,, 427.998
Jaar
vau
cle oprichting der holland-
Zuid-Afrika Lijn.
1921 ..,,

365.358
1922 . . ,, 767.054
1923 ..,, 1.895.409
1924..,, 1.604.107
1925
..,, 2.304.689

De voornaamste Zuid-Afrikaan sche producten wa-
ren:
Maïs ……….
£965.069
i)iamanten

…. ,,
531.068
Traan

………..
295.257
Wol …………, 256.935
Looibast ………
130.574

en heb verdient in dit verband opmerking, ‘dat Neder-
land met het bovengenoemd totaal van £2.304.689 de
derde plaats heeft veroverd onder Zuid-Afrika’s vas-
tolandsche afnemers.

Duidelijk blijkt uit deze cijfers de belangrijke rol,
die de Zui’d-Afrikaansche mais in het afgeloopen jaar
in den uitvoer naar ons land heeft gespeeld. Was
zelfs in 1919 nog ‘de Zuid-Afrikaansche maïs op de
Hollandsche markt een min of meer onbekende fac-
tor, ook hier heeft ‘de Hollandsche lijn e.en afzetge-
bied weten te ontsluiten, ‘dat vrijwel ieder jaar in ‘be-langrijkheid toeneemt. Voerde ‘de Zui’d-Afrikaansche
Unie gedurende het, afgeloopen jaar in totaal, ruim
1 millioen tons maïs uit, Nederland importeerde hier-
van rechtstreeks niet minder dan 122.025 tons! Men
bedenke echter, dat in 1925 de opbrengst van den
Zui’d-Afrikaanschen oogst grooter was ‘dan ooit te
voren:
1920 …………1.099.000
tous
1921 …………900.000 1922 …………893.000
1923 …………1.359.000 1924 ………….1.015000 1925 …………1.813.000

z66, ‘dat vanaf ulto. Juli 1925 ‘de wekeljkscheversche-
pingscijfers uit Zuid-Afrika ‘die van Argentinië,
zelfs toen het Argentijnsche afscheepseizoen in ‘vollen

gatig was, bij herhaling overtroffen. Helaas is de
nieuwe oogst ten gevolge van langdurige droogte aan-
merkelijk bij ‘dien van het vorige jaar ten achter ge-

bleven; blijkens een recente schatting zal het ditmaal
voor export beschikbare surplus zéér gering zijn. Hoe

dit zij, de Zuid-Afri’kaansche mais heeft zich in en-
kele jaren een blijvende plaats op de vastelari’dsche

en HoUan.dsche
markten weten te veroveren en men
mag verwachten, dat ook in ‘de toekomst een belang-

rijk percentage der uitvoeroverschotten op onze

markt verhandeld zal worden.

Een export-artikel, dat almede veel voor de naaste

toekomst belooft, is de Zuid-Afrikaansche katoen.

Uitgebreide proefnemingen hebben aangetoond, dat

groote oppervlakten binnen het gebied ‘der Unie bij
uitstek voor ‘de katoenteelt geschikt zijn. Waren in
1924125 nog slechts in totaal 65.000 acres beplant,
een ‘door de Regeeri.ng ingesteld onderzoek heeft uit-

gewezen, dat in Transvaal, Natal, Zoeloelanci, de
Kaap-provincie en Swaziland totaal niet minder dan

4.000.000 acres voor ‘beplanting in aanmerking ko-
men!

‘De productie is trouwens gedurende de laatste ja-
ren zien deroogen vermeerderd:

Ketocn.00 gat in balen uitgedrukt.
1924125

1923124

1922123

. 1921122

1920121
15.119

7.392

6.064

2.640

2.763

Ten slotte zij’ nog met een enkel woord gewezen op
de Zuid-Afrikaansche fruit-cultuur. De vlucht, die
deze laatste heeft genomen, blijkt wel het duideljkst
uit de navolgende cijfers:

Uitvoer 1925 ,

Uitvoer 1924
Aantal

Aantal
kisten

Waarde

kisten

Waarde
Citius vruchten

751.814

£ 351.000

475,000
f
221.000
andere

1.248.208

,, 26800& 1.016.00e ,, 200.000

Tot dusver behoorde ‘de directe aanvoer op de Hol-lancische markt nog tot do uitzonderingen; in hoof d-zaak werd het Zuid-Afrikaansc’he fruit via Engelsche
haven’s hier te lande aangevoerd. Ook ‘hierin zal ‘de
Holiandsche stoomvaartverbin.ding eerlang ‘verbete-
ring brengen. Naast de ‘beide reeds eerder van koel-
kamers voorziene s.s. ,,Rietfontein” en ,,Randfon-
tein” stelt., naar verluidt, het bestuur der Holland-
Zuid-Afrika
Lijn
‘zich voor, ook enk’ile andere schepen
van koelkamers te voorzien, ten einde op deze wijze
een regelmatigen aanvoer op ‘de F[ollandsche marict
-te, verzekeren. Nog te weinig zijn hier te. lande de
goede hoedanigheden ‘der Kaapsche vruchten bekend;
geregelde, directe aanvoer, die de Hollan’dsche im-
porteurs in staat zal stellen de sinaasappelen, ,,naar-
tjes”, peren, appolen, ‘di’uiven enz. tot ‘matige prijzen
binnen het bereik ‘van het Hollandsche publiek te
brengen op een tijdstip, waarop men het tot dusver
zonder deze vruchten moest stellen, zal er ongetwij-
feld krachtig toe bijdragen voor ‘het K’aapsche fruit
een belangrijk afzetgebied in ons land en ons onmid-
dellijk achterland te scheppen.

In economisch opzicht werd tot dusver nog slechts
een enkele etappe afgelegd in den ontwikkelingsgang
van Zuid-Afrika, maar de reeds bereikte resultaten
doen verwachten, dat n’aarmato kapitaal en intellect
zich meer ‘dan tot dusver ‘voor Zuid-Afrika gaan in-teresseeren, ‘de groote mogelijkheden, ‘die dit uitge-
strekt en in zoo menig opzicht rijke gebied voor de
toekomst in zich sluit, eerl’ang werkelijkheid zullen
worden. Op onze nationale stoomvaai-tlijn rust de taak
om Nederland’s aandeel in den overzeesc’hen handel
van Zui’d-Afrika bij voortduring in belangrijkheid te
doen toenemen. Op ‘deze wie zal zij, ‘clie thans nog
pioniers-arbeid verricht, uiteindelijk het ‘doel, het-
welk haar oprichters zich stelden, ‘volkomen verwe-
zenlijken. C.
Vnazucy.

986

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 November 1926

HEDEN EN TOEKOMST VAN ONZE

HARINGVISSCHERIJ.

In ‘het nummer van 17 Februari ji. van ‘dit ‘blad

schreef ik o.a.:
,,Verschillen’de andere omstandigheden kunnen in

de toekomst nog een ‘gunstigen invloed hebben: ‘de

kwaliteit der Noordzeeharing kan bijv. van nature
zeer goed zijn of er kan weinig van ‘de ‘min’derwaar-

dige en goedkoopere Noorsche haring worden gevan-
gen, zoodat de Noordzeeharin’g daarvan minder
con-

currentie ondervindt. Z’oolang echter Dui’tschl’and,
Rusland en Polen zic’h economisch niet hersteld heb-

ben, zullen de ‘afzetmogelijkheden onbevredigend blij-

ven en aal men verstandig doen, er op te rekenen,

‘dat bij’ aanvoeren, ‘die vô6rden oorlog als normaal

golden en zelfs reeds hij een aanvoer als in 1924,

welke nog beduidend beneden ‘die norm bleef, de prij-
zen heel wat lager ‘kunnen zijn, dan bijv. in 1924 en

1925 en dat ‘daardoor in volgende jaren ook ‘bij ruime

vangsten ‘de besommingen wel eens onvoldoende kon-
den zijn, om wo ‘hooge ‘bedrijfskosten als de tegen-

woor’dige te dekken.”
De vangsten zijn ‘dit jaar tot ‘dusver aanmerkelijk
ruimer geweest, dan in 1925 en de haring was van

buitengewoon goede kwaliteit; de
prijzen
echter ble-
ven verre beneden die van het vorige jaar en de be-

sommingen waren onvoldoende.
Hoezeer de productie van pekelharing tot. dusver
clie van het vorige jaar overtrof, kan het beste hier-

uit
blijken,
‘dat ‘zij bedroeg in:
1926

1925

Schotsche visscherij
935.237
tonnen

688.586
tonnen

Hollandsche drijf-
netvisscherij tot
22
October ….
312.192
(zee)tonnen
217.609
(zee)tonnen
Duitsche drijinet- visscherij tot
15
October ….
126.255

,,

79.426

Te zamen.
. 1.373.684
tonnen

985.621
tonnen

Tot omstreeks half October was ‘dit jaar de pro-
ductie van pekelharin’g dus rond 390.000 tonnen groo-

ter dan verleden jaar.
Bovendien leverde de t.reilvis’scherj op haring,

welke in Du.itso,hla’nd van veel grooter belang is dan

de drijfnetvisscheri op haring, dit jaar aanmerkelijk
meer op en is de versc’he treilharing een ernstige con-
current voor het gezouten product. De versche haring
toch leent zich uitmuntend voerde bereiding van
vi’schcwiserven en daar deze vooral in Duitschiand tot
grooten bloei is ‘gekomen, ‘heeft
zij
zich op de Duit-

sche markt een plaats van beteekenis veroverd. Ook
koopen de Duitschers in Engeland in de laatste jaren
veel versche ‘drjfnetharin’g en is hun kooplust voor
pekelharing in verband daarmede geringer.
Weliswaar staat hier tegenover, ‘dat. ‘begin 1926 de
voorraad ‘haring van ‘de afgeloopen teelt niet zoo
groot was als ‘begin 1925 en ‘dat de kwaliteit der
haring dit jaar beter was, maar aan den anderen ‘kant
waren de afzetmogeljkheden ongunstiger. Sovjet-
Rusland, dat tot 1 October in 1925 in Groot-Brittan-
nië nog 4.254.000 KG. pekelharin’g ‘kocht, ‘bleef daar

dit jaar bijna geheel uit de markt. Behalve aan de

algemeene ‘invoerheperking tot steun van de tsjerno-
vetsj, wordt dit vooral geweten aan ‘de toenemende
ontred’dering van het verkeer in dat land, waardoor
groote partijen pekelharing, die men niet in staat
was naar de verschillende deden van het Rijk te ver-voeren, in ‘de havens ‘of spoorwegstations varen ge-

bleven.
Verder werd ‘de invoer in Duitschland belemmerd,
doordat dit land zelf minder haring kon uitvoeren.
Een groot deel ‘der in Duitschiand ingevoerde haring
dient voor herexport en veel ‘daarvan placht het aan

Polen en Tsjechoslowakije te leveren. In 1925 ,bijv.
verzon’d Duitsc’hlau’d nog 36.417 tonnen pekelharin’g
naar Polen en 15.706 tonnen naar Tsjechoslowakije,
waarvan respectievelijk 31.840 en 5684 tonnen tot
1 September. Dit jaar ‘bedroeg ‘deze export tot 1 Sep-

tem’ber slechts respectievélijk 2611 en 1539 tonnôn.

Ook naar ‘andere landen ‘kon Duitschland dit jaar
minder verzenden, zoodat het tot September dit jaar in het ‘geheel niet meer dan 13.962 tonnen pekelha-

ring uitvoerde tegen verleden jaar 61.641 tonnen.
Voor een deel ‘zal de vermindering van den Duit-

schen uitvoer naar Polen wel verband houden met

het feit, dat Groot-Brittannië daar dit jaar •in het-

zelfde tij’dsverl’oop rond 20 millioen KG. of 130.000
tonnen meer importeerde. De toeneming van den ‘af-

zet van Noordzeehari’ng in Polen is vermoedelijk te

danken aan het feit, ‘dat de haring dit jaar aanmer-
kelijk ‘goedkooper was dan verleden jaar, waardoor dit

artikel meer in het bereik kwam van den weinig koop-

krachti’gen Poolschen consument. Pekelharing toch is
in Polen weliswaar
altijd
een seer gewild artikel ge-

weest, doc’h de prijzen, wel’ke er voor. ‘gevraagd wer-

‘den, waren mede door de ‘depreciatie van het Pool-
sche geld en het zeer hooge invoerrecht, dat er van
geheven wordt, voor vele Polen te hoog, om zich ‘het

geliefkoosde voedsel’aan te schaffen.

Een groot ‘deel van de haring, welke uit Duitsch-

land wordt geëxporteerd is van Britschen oorsprong.

De daling van de cijfers van ‘den Duitschen uitvoer aar Polen vindt dus waarschijnlijk ‘zijn oorzaak in
‘het feit, dat Britsc’he ‘haring, ‘die anders via den Duit-

schen handel dat land bereikte, thans rechtstreeks

daarheen is gegaan. Het
‘blijft
met .dat al een feit, dat
tot September de Duitsche uitvoer dit jaar ‘beduidend

kleiner was dan verleden jaar. Verder zal in Duitsch-

land weliswaar
‘bij’
het begin van het jaar niet zoo-

veel haring meer voorradig
zijn
‘geweest al’s begin

1925, maar daartegenover staat, dat Duitschiand, zoo-

als ‘gebleken i’s, dit jaar zelf veel meer haring produ-
ceerde. De Duitsche behoefte zal dus vermoedelijk ‘dit jaar veel geringer zijn geweest dan verleden jaar. Des-
niettemin exporteerde Groot-Brittannië er slechts

1 millioen KG. (pl.m. 6 6 duizend ton) minder heen dan verleden jaar. Het i’s dus zeer ver’klaarbaar, dat
onze export#han’del ‘dit jaar in Duitsc’hland meer dan

anders van de Britsche concurrentie te
lijden
heeft

gehad.

In België had de daling van ‘den frarikenkoers,

vooral in ‘den voorzomer, ten gevolge, dat de handel

er, wilde de
prijs
in franken van de pekelharing niet
te hoog worden in verhouding tot die van producten
van inheemschen arbeid, als ‘bijv. vleesch van in’land’sch
vee, alleen ‘goed’koope haring ‘kon koopen. Voor ‘export
naar België ‘konden ‘derhalve op onze harin’gmarkt in
‘hoofdzaak alleen lage prijzen besteed worden.

In ‘het algemeen
‘blijkt
de toestand dus als volgt te
zijn. Door verschillende omstandigheden, als de voort-
gezette economische ontwrichting van Sovjet-Rusland
en de inflatie in België, was er in de ‘kooplust voor
haring een ongunstige verandering gekomen. Een
liei’l’zamen invloed op ‘die kooplust heeft daarentegen
gehad ‘de zeer ‘goede ‘kwaliteit van het product van dit

jaar. Met name is ‘daardoor in ons eigen land heel
wat meer haring verbruikt dan het vorige jaar. Neemt
men aan, ‘dat de werkin’g van de eene factor die van de andere opheft, zoodat er per saldo geen wijziging

in de kooplust is gekomen, dan
blijft
toch
altijd
nog

‘het feit bestaan, dat ook verleden jaar een ‘beduidend
grootere hoeveelheid ‘haring afzet had ‘kunnen vin-den, indien zij ‘binnen het ‘bereik was gebracht van
bevolkingslagen, die haar slechts tegen lagere prijzen
begeerden, m.a.w. indien de prijzen lager waren ge-
weest. Dit verklaart genoegzaam, waarom dit jaar ‘de

haring lagere prijzen opbraeht. Hoe ruim het ‘debiet is, ‘hetwelk bij’ die lagere prij-
zen verwacht kan worden, is moeilijk te ‘zeggen. Veel
meer ‘dan thans geschiedt, zou er evenwel vermoedelijk
op dat prijspeil niet verkocht kunnen worden, want
algemeen klaagt onze haringhandel over slapte in
zaken ondanks de ‘betrekkelijk lage prijzen. Het is dan
ook wel waarschijnlijk, dat ‘bij een grootere haring-productie de prijzen nog lager zouden ‘zijn geweest.
Of het voordeel van ‘de grootere productie het nadeel

10 November 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

987

der lagere prijzen zou hebben ovdrtroffen, ‘clan wel omgekeerd, is een vraag, waarop men het antwoord
schuldig moet blijven.
De meening, dat ‘de uitkomsten beter zouden zij ii
geweest, indien er maar meer haring ware gevangen,
berust •dus op geen enkelen positieven grond. Er is

minstens evenveel reden, om het tegendeel te veron-derstellèn. Het is noodig, dit nog eens vast te stellen,

omdat men ‘die eenvoudige waarheid nog altijd niet
kan of wil zien. Vele belanghebbenden ‘bij de haring-

visscherij toch blijven ‘ondanks de ervaringen van dit
jaar volhouden, ‘dat ‘de ongunslige ‘toestand, waarin het

bedrijf verkeert, alleen te
wijten
zou zijn aan onvol-

doende vangsten, en dringen daarom ‘bij ‘de Regeering
aan op maatregelen, waardoor zij een verbetering van

clie vangsten verwachten.
Het Sc’hotsche visscherijbestuur toont beter te ive-
ton, waar de schoen wringt. Totdat ‘de markt in

Sovjet-Rusland weer ruimschoots pekelharing kan op-

nemen – zoo
‘schrijft
‘dit bestuur in zijn jaarverslag
over 1925 – b]ijkt er weinig kans te zijn, dat het

bedrijf weer tot dezelfde ontwikkeling ‘komt
als
vôSr

den oorlog.

In .Sc’hotlan’d werden in’ ‘de eerste plaats de zouters
getroffen. Dozen ‘koopen de haring op, ‘die door de
Sehotsche visschers in verschen staat worden aange-
voerci, zouten haar en verhandelen vervolgens het
daardoor verkregen product. Daar de haringaanvoer
in verband met de schrale vangsten en het slechte
weer in October en November gering was en aan gezien
de koopers voor ‘den vischhandel en voor de Duit-
sche marinadenfabrieken hooge prijzen voor de ver-
sche haring wilden ‘besteden, moesten de zouters deze
duur betalen. Daarentegen waren de
prijzen
van het

gezouten product, in verband met •den ongu,nstigen
toestand der Europeesche markten, laag. Voor het
bedrijf ‘der Schotsche zouters was 1925 dus een be-
sliste mislukking, zoodat verscheidene ‘hunner ten
onder gingen. Moet een aantal van ‘deze zouters het
bedrijf staken, dan vermindert eveneens voor de Schot-
sche visschers de gelegenheid om hun vangsten ‘van
de ‘hand to zetten, hetgeen tot een inkrimping van
hun bedrijf moet leiden.
Inderdaad is deze reeds bezig zich te voltrekken.
Volgens het Schotsche verslag toch verminderde het
aantal m’otorschepen en verkeert de stoomvloot in een
slechten toestand. Sinds 1914 ‘zijn er zon goed als geen
nieuwe stoomdrifters gebouwd, behalve alleen die,
welke aanvankelijk voor oorlogsdoeleinden ‘bestemd
waren en later aan vissehers werden verkocht; de
meeste stoomschepen zijn dus ou’d en zullen in de
komende jaren snel in waarde achteruitgaan. Door-
dat het jongere geslacht, afgeschrikt ‘door de ongun-stige bedrijfsui’tkomsten, niet geneigd is, de plaatsen
in to nemen van ‘de visschers’, ‘die ‘door overlijden of
in verband met hun ‘hoogen leeftijd aan het bedrijf
onbvallen, nam ook ‘het aantal vissohers af.
Ook hier te lande valt een inkrimping van het
bedrijf te constateeren. Volgens het Verslag over de
Visscherj, ‘gedurende het jaar 1925, uitgegeven door
het Departement van Binnenlan’d’sche Zaken en Land-
‘bouw, was ni. einde 1925 weliswaar het antal der
stoomloggers 4 en dat der motorloggei-s 2 grooter dan
einde 1924, ‘doch dat der zeilloggers was verminderd
van 435 tot 398, dus met niet nTinder dan 31 schepen.
Bovendien namen van ‘do zeilloggers ‘dit jaar sléchts 286 aande visscherij deel. In ‘het algemeen blijkt de ‘deelneming aaii ‘de drjf-
netvisscherij op haring in de Noordzee ‘dus aan het
af nemen te zijn, hetgeen tot een vermindering van de
productie van gezouten Noor’dzeeharing moet leiden.
Anderzijds kan het niet uitblijven, of de markt voor
het ‘gezouten product moet zic’h binnen ‘korteren of
lan’geren tijd herstellen. De stabilisatie van ‘den Bel-gischen franc is reeds een feit geworden, die van dcii
Franschen franc, zal vermoedelijk niet lang meer op
zich laten wachten en te zijner tij’d zullen ook de
financiën van Polen en andere landen weer gezonder
rorden Rusland zal eenmaal
zijti
politieke en econo-
mische moeielijkheden te ‘boven komen, en opnieuw
een ‘goede klant aan het hazingvisschorijbedrjf wor-
den. Heeft ‘de omvang van het bedrijf zich dan in-
middels noodgedwongen ingesteld op een kleiuer ‘de-

biet, dan wacht dengenen, ‘di’e den ‘kwaden tijd heb-

ben doorgezielct, wellicht een periode van ongekenden
voorspoed.

Voor ons bedrijf is dus voornamelijk ‘de kwestie, dat

‘het de tegenwoordige m’oeielijkheden goed ‘doorstaat

en ‘de taa’k van onze Regeering is: het bedrijf daarbij
zooveel
mogelijk
‘behulpzaam te zijn.

Een eerste middel ‘daartoe is – ik wees er reeds

op in mijn artikel van Februari jl. het tegengaan

der verkeerde practijken in onzen haringhan’del, op-
dat ons pro’duct zijn oude reputatie herwinne, waat-
het ‘deze ‘door die verkeerdheden verloren heeft. In de
tweede plaats kan ‘de Staat helpen
‘bij
het zoeken naar
middelen tot verbetering der vangmethoden – op het

belang waarvan ik eveneens reeds ‘de aandacht ves-
tigde of tot bezuiniging op de bedrijfskosten. Tot
vermindering dier kosten kan ‘hij. zelf reeds bijdragen
door verlichting ‘van de lasten voor ‘de sociale
w
et:

geving, welke op het
bedrijf
drukken.

Een van de oorzaken van ‘den ongunsti’gen toe-
stand, waarin ons haringvissc’herijbedrjf verkeert, is
ook ‘het gebrek aan geldmiddelen, waaraan vele reede-
rijen lijden. Dit is te wijten aan verschillende omstan-
‘di’gheden; vooreerst de slechte vangsten in de jaren
1921, 1922 en 1925, in ‘de tweede plaats de bekende
afzetmoeilijkheden in de jaren 1921-1923 en verder
de a’bnormaal hooge prijzen der visseherijbenoodigd-
heden en de zware lasten in verband met de sociale
wetgeving. De inkomsten waren daardoor jaar op jaar
onvoldoende om de uitgaven te dekken, zoodat velen
‘hun kapitaal inteerden en meer en meer afhankelijk
werden van hun credietgevers. In verband met de
slechte uitkomsten van het ‘bedrijf daalde de waarde
der ‘goederen, waarop crediet was gegeven, soms tot

beneden het bedrag van het ‘geleende geld, zoodat de betrokken ondernemingen financieel geheel afhanke-
lijk werden van bankinstellingen. Deze ‘houden haar
in ‘het leven alleen in de hoop, ‘dat de toestand ver-beteren zal en ‘dat zij ‘hun vorderingen dan ‘betaald
zullen
krijgen.
Zij leggen aan het
bedrijf
dier onder-
nemingen dus zoo weinig mogelijk ten koste.

Het gevolg van een en ander is, ‘dat de toestand
van schepen en vischtuig en ‘daardoor de vangcapaci-
teit
dikwijls
te wenschen overlaat, hetgeen natuurlijk
op ‘de uitkomsten der visscherij een zeer onguns’tigen
invloed heeft.

Ook ‘de vraag, of in ‘dat opzicht de Staat helpend
tusschenbeide ‘moet ‘komen, zal de Staatscommissie in
zake het haring-visseherjbedrijf, welke onlangs is in-
gesteld, ernstig on’der ‘het oog moeten zien.

Wil deze Commissie nu’ttig werk doen, dan zal zij,
naar
mijn
meening, thans ‘haai- tijd niet moeten ver-
knoeien met noodelooze en vruchtelooze onderzoekin-
gen naar.den ‘haringstand en ‘de invloeden, welke daar-
op werken, maar haar aandacht moeten wijden aan de
middelen tot verbetering van het bedrijf, waarop ik
de aandacht vestigde. P. E. VAN
RENES5E.
25 October 1926.

NOGMAALS ONZE HANDELSPOLITIEK.

In ‘het nummer van dit weekblad van 3 Novembe± 11.
heeft Mr. Dr. L. F. H: Regout een pleidooi ‘gevoerd
ton ‘gunste van’ retorsie en ,,safeguarding”. Het
ligt niet in ‘onze bedoeling om met dan schrijver
een bréedvoerigè polemiek over dit onderwerp te be-
ginnen. Doch wel wenschen wij enkele marginalia hij
genoemd artikel te maken betreffende de methode,
die thans door de voorstanders eener actieve handels-
politiek wordt gevolgd
bij
de beoordeeling van de al
of niet wenschelij’kheid van ‘bescherming, en ‘voorts
ovr het i’n het nummer van 6 October 11. opgenomen
adres ‘van ‘de’ keramische industrie te Maastricht.

988

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 November 1926

Mr. Regent verwijt den voorstanders van den vrij-

handel, ‘dat, zij ,,cenzijlig omspringen met liet in- en

uitvoerargument”, wanneer zij de meening huicligen,
dat de reeds thans zoo uiterst moeilijke toestand
0
1)
het gebied der handelspolitiek slechts kan worden ver-
ergerd door ook in Nederland invoerbelemmerende

maatregelen te gaan treffeii en ‘daardoor onvermijde-
lijk een deeï onzer u.itvoerbedrijven in moeilijkheid

te brengen. Wij zullen
bij
de theoretische waarde van

het in- en uit,voerargument niet nogmaals stilstaan,
‘doch wèl wil het ons voorkomen, ‘dat men wat al te

licht over de zaak’hee’nloopt, wanneer men met
Mr. R. zegt, ‘dat onze uitvoerhandel ten deele een

geforceerd karakter heeft en het eigenlijk veel natuur-

lijker zou zijn, als •dere zich op de binnenlandsche

markt richtte. Immers, met invoerbelemmerende
maatregelen treft men alle marginale uitvoeronder-

nemingen, geheel los van ‘de vraag, of nu in sommige

gevallen de uitvoer en al of niet geforceerd karakter

draagt. Ook de zeer normale gevallen van uitvoer hij

geringe winstmaxge, 4ie thans nog juist mogelijk zijn,
worden hij belemmering van den invoer onmogelijk

gemaakt.

Het ‘bedenkelijke is nu, ‘dat de voorstanders van

,,safeguarding” geen
blijk
geven van, een ernstig stre-

ven om alle belangen zorgvuldig tegen elkander af

te wegen. Zoo ‘geeft bijv. Mr. Regout wèl toe, dat

er aan het door ‘hem aangeprezen stelsel
nwge-

ljke
nadeelen zijn verbonden voor bepaalde groe-
pen der bevolking, ‘doch overigens stelt hij’ zich tevre-

den met de mededeeling, dat deze kwesties verre van

eenvoudig ‘zijn en noch decluctief noch inducti’ef op te
lossen, en voorts dat de nadeelen van protectie slechts

mogelijk, .dat is dus pro’bl’ematiek zijn, de voordeelen voor bepaalde takken •van nijverheid daarentegen dui-

delijk aanwijsbaar zijn.

Men kan zich na het lezen van dit betoog moeilijk

onttrekken aan den indruk, ‘dat ‘het volgen eener

actieve handelspolitiek en volkomen sprong in het
duister ‘beteekent. Wij zijn het er allemaal over eens,
•dat er verschillende takken van nijverheid zijn, die

thans hevig te lijden hebben onder buitenlandsche con-
curi-entie. Ook zal niemand betwisten, dat protectie
aan bepaalde industrieën voordeelen zal brengen. Doch

vat ons interesseert, da’t is de vraag, of proteetie van

meer of minder langen duur
per saldo
voordeel zal

geven bovefl vri.jhan’del en of niet de prijsverhooging
der beschermde goederen zal leiden tot een relatief
te hoog peil van levenakosten. Ook op de vraag,
welke na’deelen de uitvoerbedrijven zullen ondervin-den, en waar men wel zou eindigen, wanneer .men be-
gint om thans aan de beetwortelsuikerindustrie, de
textieiindustrie en de keramische en glasindustrie
,,safeguarding” toe te staan, en wanneer dan in de

toekomst ‘andere bedrijfstakken billijkheidshalve de-
zelfde ‘behandeling verlangen, moeten wij het antwoord
nog hooren. Zoolang al deze punten evenzoovele open
vragen •b1jven, kunnen de aanhangers van het han-
delspolitieke acti.visme weinig hoop koesteren anders-

‘denken’den te overtuigen.

Nu n o g een enkel woord over het adres van de ke-
raruische industrie, door Mr. Regout in ‘den aanhef
van zijn artikel ‘behandeld. De daar ‘door hem gebe-
zigde argumenten wekken eenige verwondering. Voor-
eerst heeft hij het over het consumentenbelang. Wie
in het adres leest, dat de consumentenbelangen ,,deels

slechts .sc’hijnbaar” gediend zijn door ‘het bestendigen
van den vrijen invoer, denkt onwillekeurig, ‘dat vol-
gens de meening der requestranten ‘de prijzen der

keramische artikelen slechts weinig of niet zullen stij

gen ingeval van ,,safeguardiiig”. Neen, aldus Mr. R.,
de prijsstijging zullen wij in het midden laten, maar
de consument zal betere waar voor zijn geld krijgen en

liet cadeaustelsel (dat wij’ overigens ‘met Mr. R. be-
denkelijk achten) zal erdoor worden tegengegaan.

Nu gelooven wij’ graag, dat de Maastrichtsche in-
•dustriëelen hun eigen product boter achten dan den

Duitschen ,,Aussc’husz”. Wij willen zonder meer aan-

nemen, ‘dat liet ook in vele gevallen werkelijk beter
zal zijn (al blijft het al weer zeer cle vraag, of men
in geval van protectie voor do ‘beteie kwaliteit der

Maastriclitsche a,rtikeièn niet meer zou ‘moeten ‘betalen
‘dan wanneer men ‘deze betere kwaliteiten onder het

huidige stelsel uit het buitenland laat komen). Doch

mag een en ander een reden ‘zijn om onze handels-

politiek principieel te gaan veranderen en door

dit middel ‘den consument te dwingen meer geld uit te geven, zij het dan voor betere waar? Dat zou niet
anders zijn, dan dat iüen van staatswege gifig voor-
schrijven, welke kwaliteiten van bepaalde goederen

wèi en welke niet mogen worden gebruikt. Tot dus-
verre itelde men zich, naar onze meening terecht, op
dit standpunt, dat, afgezien van fraude. en andere

buiten-economische gevallen, ‘de consument zelf ‘be-
paalt, wat hij wil hebben en op grond van eigen erva-

ring ten slotte beslist, welke kwaliteit hij wenscht te
gebruiken: Het adres van de keramische industrie
komt, nu met een soort van Staatsconsumentenzorg,
die’op haar plaats is in een Rijkskeuringsdienst, maar

niet bij de regeling onzer handelspolitiek.

Voorts verklaart Mr. R. in zijn artikel, dat de Maas-

trichtsche industrie niet op duurzame protectie aan-

stuurt, doch met tijdelijke protectie ,,reeds geheel

tevreden” zou zijn.’

Wij’ moeten er Mr. R. intusschen op wijzen, dat in
het adres met geen letter van deze bedoeling wordt

melding gemaakt. Wèl zagen wij ‘daarentegen uit het

adres, dat ‘de meest ‘afdoende tijdelijke ‘maatregel, het

invoerverbod, ‘door de textielin’dustrie gevraagd en ten
behoeve ‘der schoenenindustrie toegepast, juist om zijn
tijdelj’kheid werd verworpen en ‘dat een verhooging
van ons recht van 8 pOt. tot 15 püt. als minimum-
tarief zonder eenige
tijdelijke
beperking wordt aan-

geprezen.
Het verheugt ons natuurlijk van Mr. Regout te
mogen vernemen, ‘dat de ware bedoeling van het adres
minder erg is, dan wij aanvankelijk hadden gemeend,
doch het ware wel wenscheljk geweest, wanneer ‘de

stellers van dat adres deze bedoeling dan ook in het

a’dres zelf hadden neergeschreven. G. M. V. S.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE FINANCIEELE TOESTAND EN DE LOOP DER

BEVOLKING IN FRANKRIJK.

Prof. B. N’ogaro te Parijs schrijft ons:

De financieèle toesta’n4 in. Frankrijk.

De financieele toestand ‘blijft vanzelfsprekend zorg-
wekkend; toch is ‘het niet te loochenen, dat gr in

zekere opzichten ‘verbetering is ingetreden. De récen-
te mededeelingen van het ‘Ministerie van Financiëfi
aan de ‘Commissie van Financiën uit de Kamer toonen
onbetwist’baar verbetering van ‘den toestand ‘der schat-
kist, omdat de tortingen, welke in den vorm’ van in-
schrijvingen oi ,,bons du trsor”, ,,bons de la ‘défense

nationale” en voorschotten in rekening-courant, aan
de Staatskassen zijn gedaan, de aflossingen met 1700

millioen ‘hebben overschreden.
Dit resultaat is ‘opmerkelijk, want ‘de politiek, welke
door de nieuwe Regeering gevolgd wordt, heeft een
zeer érnstig theoretisch vraagstu’k opgeworpen: het

mi’nisterie-Poinearê, dat èn aan inflatie èn aan ver-
plichte consoli’datie ‘der ,,bons ‘du trésor” wilde ont-
snappen, had moedig een vermeerdering ‘der ‘belastin-
gen onder oogen, gezien, welke niet alleen bestemd
was om de loopende uitgaven der schatkist te dekken,
maar ook om tdt een zeer snelle aflossing van do
schuld op korten termijn te geraken, en al was deze
politiek zeer doortastend, zoo ‘mocht men zich toch
afvragen, of zij wel uitvoerbaar w’as; men ‘diende zich immers de vraag voor te leggen, of de ‘belastingsc’hul-

digen tegelijkertijd de met meer ‘dan 10 milliard ver-
‘hoogde belastingen konden opbrengen en aan de ‘kasbe-
hoeften van ‘de schaticist beantwoorden. De vi&ttende

10 November 1
.
926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

schuld werd wezenlijk verminderd, maar daar de uit

besparing ‘beschikbaar komende geldeii evenredig met
verzwaring der belastingen zouden worden verlaagd,
moest men vree’zen, dat de vlotten’de schuld, zelfs al

werd zij beperkt, toch moeilijk te hernieuwen zou zijn.

Men moet erkennen, dat de huidige gebeurtenissen
op de zooeven gestelde vraag een gunstig antwoord
schijnen te geven. Het is overigens zeer waarschijnlijk,

dat indien de Regeering tegelijkertijd grootere offers
van ‘de belastingbotalers •en een ruime hernieuwing

•der ,,bons du trésor” van het volk heeft kunnen ver-

krijgen, dit ten deele is geschied met behulp van ‘de
vermeerdering ‘van den omloop van bankpapier, waar-

toe vroeger overgegaan was. Men heeft zeer veel kritiek
geoefend op het aflossen van ,,bons ‘clu trésor” door

uitgifte van bankbiljetten; maar welbeschouwd was het gevolg van deze gedragslijn, dat aan ‘de behoeften van
het oogenblik kon worden voldaan. Toen de met de
daling van den wisselkoers gepaard gaande stijging

der binnenlan’dsche prijzen voor de handelaren en in-
(1 ustrieelen een grootere geidbehoefte met zich ‘bracht,
waren deze genoodzaakt ‘hun ,,bons du trésor” te laten

afloopen. Dientengevolge droeg de uitgifte van bank-papier, welke moest dienen ter aflossing van de bone,
indirect
het karakter van een vôorschot aan handel en
nijverheid. Hierdoor kôn zih de omloop van bank-
papier aanpassen èn bij de behoeften van handel &ii
industrie èn bij •de behoeften der schatkist.
Maar aan den anderen kant is het mogelijk, dat de
Fiansehe Regeering op het oogenblik geholpen wordt
door terugkeer ‘van kapitalen uit het buitenland. Er

schijnt inderdaad momenteel een niet onbelangrijke
tci’ugvloeiing van kapitaal plaats to vinden en ver-
moedelijk wordt deze gedeeltelijk door een s’stema-
ti sche restricti e der credietverleening bevorderd.
Deze politiek van credietrestrictio past overigens
in het streven om den wisselkoers weer op peil
te brengen. Het is moeilijk te zeggen, of dit nu inder-
daad de bedoeling van den Minister van Financiën
en van zijn adviseurs is, doch hoewel
zij
zich hier-
over niet in het openbaar hebben uitgelaten, is het
intusschen wel aan te nemen.

Deze politiek heeft, zooals gezegd, klaarblijkelijk
ten doel, om do schatkist van geld te voorzien, maar
indien het uiteindelijk doel is om den franc op peil te
brengen, zou men o.i. gegronde kritiek op zulk eene
han’delwijze kunnen oefenen.

De strijd zet zich in Frankrijk voort tusschen de
voorstanders van een zoo snel mogelijke stabilisatie
en degenen, die zoo lanS mogelijk de stabilisatie van
den franc wenschen uit te stellen. De laatsten zijn
voor het meerendeel geporteerd voor instabiliteit
van het geld wegefis de talrijke speculaties, welke
daardoor mogelijk worden; sommigen ook wenschen
vorderen voortgang van de waardevermindering van
den franc, omdat zij ‘daarin een mogelijkheid tot
dumping zien. Dat verhindert hen niet, om bij wijze
van voorwen’dsel een politiek van re’valorisatie van den
franc voor te staan en dit valt hun gemakkelijk hij
den instinctieven aandrang van het in monetaire
kwesties onwetende publiek, om eerst een revalorisa-
tie van den franc door te voeren, alvorens tot stabili-
satie over te gaan.

Intusschen ziet men als vakman dadeljk in, dat
het volkomen overbodig is, om eerst revalorisatie en
daarna stabilisatie te eischen. Niets toch ware nieer

aangewezen ‘dan den franc te stabiliseeren en juist
daardoor te revaloriseeren. Het zou geheel voldoende

zijn, indien men van de oude naar de nieuwe gel’dwaar-
de zou overgaan op een basis, waarop definitief de sta-
bilisatie ‘doorgevoerd zou kunnen worden. En indien

een zekere ‘basis van revalorisatie ontijdig zou worden
geacht, zou het volkomen overbodig zijn om aan den
loop der gebeurtenissen een revalorisatie over te
laten, welke niet aan den economischen toestand van
het land zou beantwoorden. Het groote vraagstuk, dat

zich op ‘het oogen’b]ik opdringt, is derhalve, of de
Regeering per slot van zaken al ‘dan niet geneigd is,

de stabilisatie tot stand te brengen. Het zou
01)
het
oo’genblik voorbarig zijn een pertinent antwoord op
deze vraag te willen geven, maar men moet con-
stateeren, ‘dat ‘de toelichting tot de ontwerp-begroo-

ting, welke door den Minister van Financiën is ge-
geven, plotseling op iets anders overgaat, wanneer
dit vraagstuk aan de orde komt.

De loop der bevolicing.

Het bevolkingsvraagstuk blijft ‘de openbare mee-
ning bezighouden. Hoewel ‘de cijfers ‘der laatste jaren

reeds een beter resultaat te zien geven dan véér den

oorlog, zijn zij toch nog middelmatig: het geboorte-
overschot was 160.000 in 1020, 117.000 in 1921, 70.000

in 1922, 95.000 in 1923, 12.000 in 1924 en 60.000
in 1925 tegen 58.000 in 1913.

Toch is het onbetwist’baar, ‘dat de demografisehe
toestand van Frankrijk zich heeft verbeterd. Frankrijk

is sedert verscheidene jaren al niet meer ‘het land
met het kleinste geboortecijfer van Europa; Zweden,

Zwitserland en Engeland hebben een veel lager ge-

boortecfer en het aantal geboorten in Duitschland
bedraagt trouwens niet. veel meer. Nog veel merk-
waardiger is, dat Frankrijk het eenige land van

Europa is, waar hot aantal ‘geboorten de neiging vc-r-
toont om toe te nemen. Het geboortecijfer ‘beliep 19,6
per 1000 in 1925 tegen 19,2 in 1924 en 19,4 in 1923
en 10,3 in 1022.

Indien het dus waar is, dat ‘het Fransche bevol-
kingscijfer veel lager is dan dat in andere landen,
komt dit doordat het sterftecijfer er veel hooger is. Dit schommelt tusschen 17 en 18 per 1000, terwijl
het in Engeland iets meer dan 13 per 1000 bedraagt.
Overigens gelooven ‘wij niet, dat dit ‘demografisch

verschijnsel aan bijzonder ongunstige hygiënische toe-
standen moet worden toegeschreven. Zonder twijfel is
het een feit, dat in middelbare leeftijdsgroepen van
15 tot 44 jaar de sterftecijfers in Frankrijk iets hoo-
ger
zijn
dan die in ‘de meeste andere landen, maar
de kindersterfte overschrijdt er het gemiddelde niet

en het – sterftecijfer der hooge leeftijdsgroepen even-
min. De hoofdoorzaak van het hooge sterftecijfer in
Frankrijk is merkwaardigerwijze gelegen in de vroe-gere da]ing van het geboortecijfer. De samenstelling
van ‘de tegenwoordige Fransehe bevolking naar den

leeftijd is thans abnormaal, ‘doordat ‘de vermindering
van het geboortecijfer zich in Frankrijk veel eerder

heeft geopenbaard ‘dan in alle andere landen. Frank-
rijk telt een aanzienlijk grooter aantal oude menschen
dan ‘de andere landen. Dit had men trouwens reeds
voor den ‘oorlog geconstateerd. Men heeft in 1910 de
volgende tabel kunnen opstellen:

Aantal personen van 60 jaar en ouder per 1000
inwoners:

Frankrijk ……….126
Italië …………..102
België ………….94
Zwitserland ……..88
Engeland

……….80
Duitschland …. . …

79
Deze waarneming wordt ‘bevestigd door het feit,
‘dat in ‘die departementen, waar de sterfte ‘het grootst
is, in ‘de meeste gevaileu het geboortecijfer hot langst

an het verminderen is. (Gers, Hautes-Pyrénées, Lot
et-Garonne, Tarn-êt-Garonrte, Calvados, etc.).

Van deze cijfers uitgaande, is men een nauwkeuri-
ger vergelijking ‘van de sterfte in de verschillende
landen gaan maken, en begonnen de bevolking van
ieder land te vrdeien in groepen naar den leeftijd;
die groepen on’dêtling te vergelijken en een gemid-
del’d sterftecijfer ‘vast te stellen. Men heeft aldus een
verbeterd sterftecijfer kunnen vaitsteilen, ‘dat voor

do periode, die onmiddellijk aan den oorlog vooraf-
ging, een coëffiiënt van 166 voor Frankrijk, 189
voor Italië, 158 voor Zwitserlan’d, 155 voor Engela.rid
‘en 181 voor Duitschland opleverde.
De geb’eurteiissen tijdens den oorlog ‘hebben uiter-
aard de grondslagen ‘der vergelijking eenigszins ge-
wijzigd. Ten gevolge van zeer groote verliezen aan

990

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 November 1926

jonge mannen, ‘welke Frankrijk heeft geleden – ‘ver-

liezen, die, naar verhouding veel grooter waren dan
die der andere oorlogvoereude landen – moet Frank-
rijk op het oogenblik een eenigszins lager sterftecijfer

hebben, dan het gehad zou hebben, wanneer er geen
oorlog was geweest. Maar ‘de bevolkings’beweging blijft
niettemin tegenwoordig beheerscht door een hoog

sterftecijfer, hetwelk te wijten is aan de abnormale
samenstelling van ‘de bevolking naar den leeftijd.

Klaarblijkelijk zal dit. verschijnsel minder opvallend

zijn naarmate de andere landen van Europa een nor-

maal geboortecijfer zullen verkrijgen, .dat met dat

van Frankrijk overeenkomt en in sommige gevallen
zelfs lager zal zijn. Immers, het is duidelijk, dat ‘de
bevolkingstoeneming in Engeland en in verschillende

andere landen aan het verminderen is.

Het vraagstuk in Frankrijk wordt nog ingewikkel-

‘der gemaakt door de sterke immigratie. Van zeker
standpunt bezien, kan men zeggen, ‘dat ‘de tegenwoor-

digheid van talrijke vreemdelingen op oogenschijnljk

gunstige wijze ‘de statistische resultaten onzuiver

maakt’, omdat een ‘deel •der i
j
igeschreven geboorten

betrekking heeft, niet op een toename der Fransche

bevolking, doch op een vermeerdering van de
vreem-

delingenbevollcing in Fran1irijl.

Dit wordt bevestigd ‘door het feit, dat ‘de toename

van het geboortecijfer vooral opvallend is in de depar-tementen, ‘waar zich talrijke vreemdelingen bevinden:

Alpes-Maritimes, Territoire de Belfort, Isère, Jura,
Haute-Marne, Meurthe-et-Moselle, Oise, Pas-de-

Calais, Rhône, Haute-Saône, eine-et-Marne, Seine-
et-Oise, terwijl de afneming van het geboortecijfer
merkbaar is in eenige departementen, die tot nu toe

de hoogste geboortecijfers hadden: Oorse, Haute-

Loire, Pyrénées-Orientales, Var en Bretagne.
Aan den anderen kant moet men echter in aanmer-

king nemen, ‘dat onder ‘de thans in Frankrijk geves-

tigde
vreem
d
e
li
n
genbevolking een relatief veel groo-

ter aantal vrijgezel’len is ‘dan onder ‘de oorspronkelijke

Fransche bevolking, hetgeen ‘de samenstelling ‘der be-
volking in Frankrijk op ongunstige wijze beïnvloedt.

Men mag overigens aannemen, ‘dat het grootste ge-deelte der in Frankrijk geboren afstammelingen van

vreemdelingen in ‘de toekomst Pransche burgers ‘zul-

1cm worden.

AANTEEKENINGEN.
Indexcijfers van groothandelspriizen.
Hoewel .de prijzen der handelsartikelen in de laatste

maanden een algemeene neiging tot stijgen vertoon-
den, schrijft ,,The Economist”, is het resultaat van de schommelingen ‘der in’dexcijfer, •dat eeii ‘daling van

9
punten is ingetreden, welke te wijten is aan de ver-
dere daling van de prijzen ‘der groep weefstoffen en in
het bijzonder van ruwe katoen. Het totaal is nu
4237

tcgen
4246
een maand geleden en
4053
voor een half

jaar, ‘toen de kolenstaking begon. De eerstvolgende
tabel toont de wijzigingen in iedere groep en in het

totaalcijfer.
Tarwe en meel toonen een stijging en ook aardappe-
len zijn belangrijk gestegen. Deze bewegingen werden
echter gedeeltelijk gecompenseerd ‘door dalingen in

vleeschprijzen. In de minder belangrijke voedings-
middelen woog een stijging in suiker en koffie ge-
deeltelijk op tegen een daling in thee. In de groep
weefstoffen hebben de groote productie van Amen-
kaansche katoen en ‘de gunstige berichten over den
Egyptischen oogst een verdere daling in ‘de prijzen
van ruwe katoen veroorzaakt; wol is goedkooper ge-
worden en vlas en jute zijn eveneens gedaald, met het

gevolg, ‘dat er een daling van
62
punten in ‘de groep

weefstoffen is ontstaan. Ruw ijzer wordt tegen
schaarschte-prij’zen genoteerd en er waren geen vaste
noteeringen voor ijzer- en staalfa’bricaten. Een
of

twee fabrieken zijn er echter met veel moeite in ge-
slaagd bewerkingen van geïmporteerd materiaal te

handhaven. Naar men vermeldt worden goede prijzen

Data
Granen
en
oleesch

An a’ere
ooc-
dings-
en ge-
nolm.

4″e
sloffen
De!!-
atoffen

Dlve,.
30fl:
oliën,
hout,
rubber.
enz.

Tolaal

Alge.
meen
Index.
cijfer

Basis (gemidd.

1901-5) …
500
300
500
400
500
2200
100,0

EindeJuli1914
579 352
616
*
464
*
553
2565
116,6

Nov.1918
1289
782*

1848
903
1389* 6212
282,6

Dec.1923
853
815*

1382*
774
755
4580
208,2

Dec.1924
992
789*

1452

8
15
*
806
4855
220,7

Oct. 1925
886
6
9
9*
1203* 7494
788*
4327
196,7

Nov.

,,
9
1
8*
7
04
*
117
4
*
7374
787
4322 196,4

Dec.

,,
9364
679
1120
733
7824
4251 193,2

Jan.1926
892*
694*

1117
726*
758*
4189 190,4

Febr.

,,
884
699
1058 736 762
4139
188,1

Mrt.
880
688.
10
2
5*
7
2
3*
771
4088
185,8

Apr.
894
678*

1000
714
7664
4053 184,2

Mei

,,
8854
681
9784
7184 7654
4029
183,1

Juni

,,
8934 6824 9634
735
7604 4035
183,4

Juli

,,
910
6784
945
763
7484 4045
183,9

Aug.

,,
914
695 954
849 744
4156
188,9

Sept

,,
893
708
9424
963
7394 4246
193,0

Oct.

,,
920
7214
8804
9764
7384
4237
192,6

betaald voor vroege leveringen. Noteeringen voor ge-

importeerde ‘kolen zijn onveranderd en voor niet ijzer-

hou’dende metalen lager. De groep diversen toont
slechts eenige onbelangrijke wijzigingen. De volgende
tabel vertoont de veranderingen in het indexcijfer van

elk handelsartikel afzonderlijk, vergeleken met het

einde van September; het
cijfer
50 stelt telkens den

:gemiddelden prijs’gedurende de periode
1901-1905

voQr.

0

±_

Tarwe (btl3
1135
+15
Katoen(Am.)
61
-125
1
Koper
48

6
9765
+135

(Eng.)

90
5

+
5
,,

(Egypt.)
995
_
175
1
De!fstoff.
Meel
100
+10
Garen
82

Hout
Gerst
Haver
91
66

3

Laken
Wol (Eng.)
96
108

6

5
(Baltisch)
93

Aardapp.
78
+19
,,

(Austr.)
102

2′
Hout
(Ainerik.)
776
Rijst
Rundvi.
123
615
+
2

6
Zijde
Vlas
85 815
•.

55
Leder
615
+ 1
Schapenvl.
855

1′
Hennep
66
5

+
35
Petroleum
Oli6n
108
5

735

5
Varkensvl.
lii
-13
5

jute
99

g
Oliezaden
725

5
920
+27
880′
-62
Gran. en
vi.
weefstoffen
Talk
69

-16
6

129
+19
Thee
Ruw-Ijzer
Indigo
76
5

Koffie
145
+
55
Stalen rails
77
+
6
Soda
85
Rietsuiker
112
5

+13
lJz. staven
90
5


Rubber
21
5
Bietsuiker
1116 +13
Kolen (st.)
2275
Diversen
338
Boter
84

1
5

,, (huisbr.)
162

Totaal
37′-9

Tabak
1166

Lood
127
-66
And. voed.
Tin
115546
en genotm.
721′
+13′

Als een gevolg van deze wijzigingen is de stijging
boven het v66r-oorlogsniveau nu
65,2
pOt. tegen
65,5

pOt. een maand geleden en
63,7
pOt. verleden jaar

om denzelfden tijd, zooals de volgende tabel te zien

‘geeft, die ‘ook de positie der
5
groepen toont in ver-

gelij’king met Juli
1914.

Data
Granen
en
vieesch

Andere
vee-
dings-
en ge-
notm.

Wee!-
stoffen
Deif-
sloffen

sen:
oliën.
hout.
rubber,
enz.

Totaal

Juli

1914
100 100 100 100 100
100

December

1918
226 222 293
186
241
237,5

December 1923
148
231
225
167 136
178,6

December 1924
171
224
235
175 146
189,3

October

1925
153
199
195
161
143
168,7
159
200
191
159
142
168,5

December

,,


162 193
182 158 141
165,8

Januari

1926
154
197
181
156
137
163,3

Februari
153 199
172
158
138
161,4

152 196
167 156
140
159,4
154 193 162 154 139
158,0

November

,…….

153
194
159 155
139
157,1 154 194
156
158 138
157,3

Maart

,…….
April

,…….

Juli
….
,..
157
193
153
164
135
157,7

Mei

,……..
Juni

,……

158
197
155
183
134
162,0
Augustus

,…….
September

,,
154
201
153
207
134 165,5

October

,.

….
.159
205
143
210
134 165,2

Einde April, juist voordat ide algemeene en de
kolenstaking begonnen, stonden granen en vleeach op

10 November 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

154, andere voedingsmiddelen op 193, weefstoffen op

162, delfstoffen
01)
154 en diversen op 139.

hieronder volgt voorts nog een overzicht van den

prijsloop in een aantal belangrijke landen.

.
• •
:66
=
Q

)fl.
.

N

6)
.

N

0

Z

1913
lOO
100′
100
100
6
)
100
6
)
100
100
100
Novemb. 1918
206
358
438


367
392 214

oogs e

1
1
272
591
679

325 366
297
322
Mei)
(Apr.)
(Apr.)
Uan.)
Uuni)
UuIi)
(Mrt.)
Decemb. 1923
151
458
577
140
183
160
154
211
Decemb. 1924
157
507
640
147
171
168
160
214
Septemb. 1925
160
556
721
145
159
157
155
201
October

,,
158
572
716
144
157
154
154
200
November,,
158
606 712
145
157
155
154 197
Decemb.,,
156
632
715
143 156 156
155 194
lanuari

1926
156
634
708
141
155 153
153
192
Februari
155
636 704
139
151
152 149 188
Maart
152
632 693
138
148 149 145
184
April

,
151
651
636
137
148
150
143
181
Mei
152
688
643
136
147
151
143
177
Juni

,,
152
739 654
135
145
150 144
177
Juli
151
837
677
134
145 148
141
179
Augustus ,
149
770
691 134
145
147
139
177
September,
150
788
683
134
146
146
140
1)
Bureau of Labour.
1)
Frankfurter Zeitung. Sedert Januari 1924 ge-
baseerd op lOO artikelen in plaats van op 98.
Sedert 1922 gebaseerd op 48 artikelen in plaats van op 53.
Sedert October 1923: Juli 1914 = 100.
6)
Midden 1914.

De onderstaande, aan het Oentraal Bureau voor de
Statisbiek ontieende opmerkingen hebben betrekking
op de Nederlandsche indexcijfers met basis 1913. Bij beschouwing der cijfers blijkt, dat het algemeen
indexcij’fer, in vergelijking met de maand September
1926, met 3 punten, dat der voedingsmiddelen e.’d.

met 7 punten is gestegen.
Tegenover een prijsstijging van 23 artikelen met

in totaal 245 punten, staat een
prijsdaling
van 10
artikelen met in totaal 112 punten.
Met 10 of meer punten stegen de artikelen: ta.rwe
(11), gerst (11), groene erwten (10), aardappelen (20), zwarte peper (53), eieren (38), kaas (31) en
T-ijzer (10); met 10 of meer punten daalden de arti-
kelen: schapenvleesch (15), ruwe katoen (36), hars
(31) en zilver (11 punten).

Suikerproductie der wereld.

Willett & Gray publiceeren hunne raming van den

wereldsuikeroogst 1926127 in
vergelijking
met de we-
reldopbrengst 1925126 met de volgende cijfers:

Rietsuiker.

1926127

1925126

Noord-Amerika:

Tons

Tons

Louisiana ………….
103.000

124.447

Texas…………….

Porto.Rico …………
530.000

544.484

Hawaii Eilanden …….
714.000

705.350
West-Indië:
Virginia Eilanden ….

5.000

7.000

Cuba ……………..
5.200.000

4.884.658
Britsch West-indië:

Trinidad …………..
70.000

73.561

Barbados ………….
50.000

47.535

Jamaïca …………..
50.000

57.675

Antigua …………..
14.000

12.800
St. Kitts …………..

.14.000

16.380

Overige Eilanden …….
6.000

7.500
Fransch West-Indië:

Martinique…………
45.000

48.121

Guadeloupe…………
40.000

40.000
San Domingo …………

335.000

354.720

Haïti ……………….
12.500

11.249

Mexico ……………..
175.000

190.282
Centraal-Amerika:

Guatemala …………
33.000

25.151
Overig Centraal-Amerika

70.000

62.500
Zuid-Amerika:

Demerara ………….
95.000

107.580

Suriname ………….
13.000

10.000

Venezuela …………
19.000

19.000

Ecuador …………..
18.000

16.976

Peru ……………..
275.000

265.000

Argentinië …………
440.000

395.733

Brazilië……………
700.000

650.000

Totaal in Amerika.. 9.026.500 8.677.702

Azië:

Britsch-Indië ……….
3.000.000

2.923.000

Java ……………..
1.936.000

2.278.900

Formosa en Japan …..
450.000

498.460

Philippijnen ……….
500.000

425.000

Totaal in Azië……
5.886.000

6.125.360

Australië ……………
425.000

522.344

Fiji Eilanden …………
85.000

90.000

Totaal in Australië
en Polynesië

510.000

612.344

Afrika:

Egypte ……………
90.000

95.000

Mauritius …………
212.000

241.220

Runion …………..
50.000

59.015

Natal …………….
223.000

213.807

Mozambique………..
65.000

70.000

Totaal in Afrika….

640.000

679.042

Europa:

Spanje ……………..

7.500

9.000

Totale
Rietsuikerprocluctie
16.070.000 16.103.448

Beetwortelsuiker:

Noord-Amerika ……….
860.000

804.439

Canada……………….
30.000

32.475

890.000

836.914

Europa ………………
7.319.000

7.435.451

Totale Bietsuikeroogst….
8.209.000 8.272.365

Totaal gen. Riet- en beetw.
24.279.000 24.375.813
Vermindering
96.813
tons tegen
1925126.
BOEKAANKONDIGING.
De statistiek van het arbeidsloon, en

van de werkloosheid, door Dr. G. Lub-
bers
(Proefschrift llan.dels-Hoogeschool,
Rotterdam). Amsterdam, 1926. H.
J.
Paris.

Het is voor hen, die ich bezighouden met de sta-
tistiek van de sociaal-economische verschijnselen ‘zeker

een verblijden’d teeken, dat steeds meer jongeren zich
werpen op een nadere bestudeering dezer verschijn-
selen en dat enkelen daarvan hunne studies zelfs vast-
leggen in een proefschrift tot het verkrijgen van den doctorstitel. Verbljdend niet alleen omdat daarmede
wordt erkend, ‘dat de statistische weergave dezer ver-
schijnselen zich inderdaad voor een streng weten-
schappelijk onderzoek leent, doch meer nog, omdat
uit de resultaten van dit onderzoek steeds weer blijkt,
van welk een waarde ten slotte goed statistisch, op
een zuiver obj’ectieven grondslag opgebouwd, mate-
riaal is voor de beoordeeling dezer sociale ver-
schijnselen.
De heer Lubbers heeft zich
blijkens
de inleiding
tot taak gesteld de behandeling van de statistiek van
het arbeidsloon en van de werkloosheid, als zijnde de
twee voornaamste factoren van het begrip welvaart.
Het achterliggende doel is dus blijkbaar inzicht te
geven in het welvaartspro’bleem en uit het voorwoord
kan opgemaakt worden, dat de schrijver aanvankelijk zijn studie nog ruimer had willen ôpvatten, ‘doch zich
‘op aanra’den van Prof. de Vries ‘beie1Mkte.
Wanneer ‘men nu zou vragen ‘of de heer Lubbers
geslaagd is in wat hij ‘zich tot taak had gesteld, zal
men rekening moeten houden met het feit, dat hij
«gebruik mdest maken van het ‘bestaande statistische
materiaal.
Hij
heeft, en hier is geen tegenspraak me-
gélijk, mt loffelijken ijvr vrijwel alles wat op het
betrokken gebied ter beschikking was verzameld en
naast en achter elkaar gezet.
Na ëen gioot aantal gegevens te hebben vermeld
over ‘de onderscheidene bedrijfstakken komt de schrij
ver ten slotte door toepassing van ‘de ‘kettingindex-
• cijfers, tot een in’dexcijfer van het loonpeil in de
bouwvakken (Amsterdam), mijnindustrie, metaalin-
dustrie en het havenbedrijf (Amsterdam en Rotter-
dam) gezamenlijk. Verder brengt nog het in-
dexcijfer van ‘de kosten van levensonderhoud te Am-
sterdam met deze cijfers in verband, zoodat hij daar-
naast gegevens verkrjgt ‘over de beweging •van het

992

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 November 1926

werkelijk verdiende reëole loon, dat is dus het geld-
loon, telkens gedeeld door de kosten van levenson-

dorhoud.

De schrijver erkent, dat aan de samenstelling dezer
cijfers vele tekortkomingen kleven, zoo werden die

voor do houwvakken op de basis van 1910 = 100, om-

gerekend door toepassing van het reeds gévondén
indexcijfer is 261,2 in 1919, van het ha’enbedrjf

eveneens door het cijfer 335,9 in 1920.

Verder hield
hij
geen rekening met het feit, dat
sommige bonen uurloonen, andere weekloonen *aren.

Reeds dit feit lijkt mij, al zegt de schrijver zelf dat

het geen kwaad kan
s
omdat de ondernemers meer

naar het uurlooi, de arbeiders meer naai het week-
loon zien, van zoodanigen invloed •op de ôijfers, dat

ik me afvraag of practisch wel eenigé *aarde aan
hot eindiesultaat ken wordeá toegekend. Wanneer
men bijv. weet (vergel. de Statistische bijlage, die ik

vorige jaar bij de praeadviezeu voor de Ver. v. St. en

St. gaf) dat met 1914 het indexcijfer van het uur-

loon in het boelcdrukkersbedrijf, voor haudzetters le
gem. klasse in 1925 270 en van het weekloon 227 was;

in ‘de métaalindustrie met 1910 is 100 in’ 1924 het
uurloon 267, weékiôon 204 was enz., dan ziet men, dat
deze cijfers zooveel vrschillon, dat zij maar niet zoo

door elkaar gebruikt mogen worden.
Merkwaardig is verder, dat, terwijl de
schrijver
als

indexcijfer dei géldloònèü in 1920 hët
cijfer
335,9

berekent en de in het ii’ei-k ôpgenomen cijfers dei’

R.V.B. daarvoor als indexcijfer 255,5 vermelden, met
geen en’kel wdbtd ëèn veiklaring ivordt gegeven vali

‘dit opmerkelijk vérschil.
De schrijver ivijdt verder een aantal pagina’s aan

de statistiek iran de vakbeweging, de C.A.O. en de
arboidscöiiflicten in ons land cii in het buitenland en
aan de arbeidslooneu in het buitenlncl, terwijl hij
daarna nog gegevéns vbrioldt over de werkloosheid
in binnén- èn buitenland en over enkele anderé ‘con-

junctuurverschijnselen. Wij willen geensihs bewe-‘

ren, ‘dat hierede geeh verdienstelijk werk is gele-
verd éii ‘dat do schrijvr niet naarttig de bronnen
heeft nagezécht, doch beveh het peil van een goed
tijdschriftartikel verheft ‘de matei’ie zich ons inziens

toch niet. Zoo treft het ôns, dat de internationale
loonsvergelijking, ingesteld door het Bureau Intein.

dii Travaib eenvoudig wordt beschreven aan ‘de hand

vaii het artikel vah
schrijver
‘dezes in Econ-Statist.
Beri&hten van 7 Januari 1925. Welk een schéone ge-
legenheid was hier echter geweest om eens een zuiver
wetenschappelijke, critische beschouwing van deze

cijfers te geven. En waarom heeft ‘de
schrijver,
wan-
neer hij het varbkiid tuschen loon eh kverkl.ôoshei’d
wilde iiagaan, zich slechts bepeikt tt eCn vergelijking.
van de weinig ‘zeg-gende totale gemiddeldén, doch dit
niet èens verdei uitgewerkt voor eenige bedrijfstak

ken? Met oenig-e moeite had’dén hierovér téch wel
(bijv. bij het N.A.M. voor ‘de Metaalindustrie) ge-

gevens verkregen kunnén worden.
Reuniieerende ‘zie ik de waarde van het wérk vooi’-
namelijk in het feit. d’zt ovér ènkele belangrijke on-
derwerpen het bestaande materiaal zoo goed mogelijk bijeeh is ver’zariield, en ‘dat ‘zij, die zich mét deze on
dërwerpe’n be’zi’g-höu’den, zich daardoor &p een ge-
makkelijke wijze van een en an’der op ‘de hoogtè kin-
nen stellen. Een duidelijk inkicht in de bewegiig van hei welvaartspeil ‘der arbeidérskla’zse is echter wieL
verkregen. Maar dit likt iiiet aan den schrijver, die
alles bij elkaar genomen
ongetwijfeld
verdienstelijk
heeft gerooid met de riemen, ‘die hij heeft kunben

vinden.
Ir. B. B.
21 Septeiibéi 1926.

Mi’. G. J. Goedhâ.rt. De ontwik1cC1in,
v&iv dé wer7clooshCd8vei’01iering ia Nê-
derland
(Prôefschtift Uhiv. Lêidén).
Amstéi’dam, H. J. W. Becht, 1926.
Dit jii’oefsëhrift, tèr verkrjging van den graad iïaii
doctoi’ in dë i’eéhtsgelèerdheid, géeft iblijk van éCh

grondig onderzoek naar de ontwikkeling van de ver-

zekering tegen de geldelijke gevolgen ‘van onvrijwil-

lige werkloosheid hier te lande en elders. Het om-
vangrijkste deel ‘van den inhoud wordt gevormd door
eau degelijk historisch fundament. Een zoo overzich-
telijke, tot dit jaar bijgewerkte geschiedenis van de

ontwikkeling van de werkloosheidsverzekering in No-
‘derland bestond nog n’iet.

De laatste vijftig bladzijden zijn
gewijd
aan ,,de
toekomstige grondslagen van de werkloosheidsverze-

kering”. Behandeld worden de vragen of de werkloos-

heidsverzekering een verplichte ‘of een vrijwillige moet
zijn; of een toekotostige regeling van die verzekering

gehanteerd moet worden door ambtelijke dan wel door

niet-ambtelijke organen; of hot Cnnbeveling verdient

de vakorganisatie als draagster te behouden, en in verband daarmede of ian de wéikgëvers bijdragen
voor ‘de verzekering moetén worden gevorderd; of de

positie, die de gemeente in het huidige stelsel heeft,
in een toekomstige ‘zegeling behouden moet blijven;
hoe de rechtspraak in zaken vén verklooshei’dsverze-
kering dient te worden geregeld; terwijl ten slotte het
belangrijke, maar moeilijke vraagstuk wordt aange-
roerci of, en zoo ja in hoover en op iCél’ke wijze, ver-

zekerd behoort te worden tegen bij’zond ere lange en
omvangrijke werkloosheid.

De dissertatie biedt in den loop van uiteenzetting

en betoog tal van theses, welke – evenals :de afzonder-

lijk naar voren gebrachte, aan liet onderwerp dier dis-
sertatie
gewijde,
vier eerste der ,,Stellingen” – wel
rteeds ‘de belangstelling, niet steeds en algeheel de in-

stemming zullen verwerven van hen, die in de practijk
met het onderwerp in aanraking komen.

loo zullén vélen ten aanzien van den door den

schrijver aangegeven verzekeringsvori op bedrjfs-
grondslag; *aarbij de werkgevers mede
bijdragen
en
deh ong-eorganiseèrden ‘de toegang
vrij
moet zijn, op-
merken, dat het gebrek aan ervaring met bedrijfsver-

eenigiugen en de moeilijkheid om
bedrijven
scherp’ te begtenzen, tot voörzichtigheid riopen, wanneer het er
om gaat, die denkbeelden toe te passen; terwijl de
vraag mag worden gesteld of de neiging om toe te
treden tot de voorgestelde bedrjfskassen wel zoo groot
zal zijn als de animo voor de bestaande en nu reeds

mogelijke kassen. Voör’z1 is vân bélang- of werkgevers

en wèrknemers over deze aangelegenheid tot overeen-
stemming kunnen ‘kôinen. Tot ‘diisvét is dit net ge-
makkelijk gebleken.
Ook zullen velen wat den schrjvet de consequentie toeschijnt van het doör hem voorgestane ihschakeleu
van de werkgevers als
bijdr’agers
aan de kosten van
de werkloosheidsverzekering en daardoôr als mede-werkers bij’ de contrôle, te weten, dat de gemeenten
als plaatselijke contrôle-instantie zouden kunnen wor-
den uitgeschakeld, een gevaarljken sprong in het
duister achten. Indien echter dé vorzichtigheid ge-

‘biedt, ook
bij
medéwerken van de werkgevers, de in
het controleeren erijaren gemeentebesturen althans
voorshands niet iit té schakelen, kan dan wél worden
ingestemd hiet het éerste dèel van de tweede der naar
voren geheven stellingen?: ,,Het ligt niet op den weg
der gemeenten, bijdragen op te brengen in de baten

van de werkloosheidsverzekering”. Wanneer immers
de gemeenten geen iijdragen meer opbrengen, kan dat
niet nalatei op het ‘deltreffende van de door haar
uitgeoefende contrôle een nadeeligen invloed uit te
oefenen.
Meer instemming zal het tweede deêl an die stel-
liug ‘verwerven: ,,Een regeling, ‘die niettemin bijdra-
gen van de gemeenten vord’ert, behoort te waarborgen,
dat van elke gemeente ‘de bijdragen slechts ten goede
komen aan ingezetenen dier gemeente”. De steller
volgt hier den vooi’trekker op werklbosheidsgebied

van
Tutyll
van Sérboskerken, die een wettelijke rege-

ling van de verzekôring heeft voorgesteld, waarbij de gemeentén volgens het ,,Gentsche” stélsel: evenredig
aan de uitkeeringen, het Rijk volgens het ,,Deensche”:
evenredig aan de bijdragen, subsidieeren.

10 November
1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

993

De derde stelling: ,,Het besluit eener gemeente tot
beëindiging van haar medewerking aan de uitvoering
van het Werldoosheidsbesluit-1917 kan niet door de

Kroon worden vernietigd wegens strijd met het alge
meen belang’, welke stelling – jammer genoeg –
toelichting noch ‘verdediging in de dissertatie ver-
krijgt, zal wederom

veel bestrijders vinden. Boasson
hijv. schreef in het ter gelegenheid van den -zeventig-

sten verjaardag van Prof. Mr. J. Oppenheim uitge-
geven -han-diboek over Nederlandsch Administratief
Recht, dat een raadsbesluit, om de gemeente te ont-

trekken aan een onvoorwaardelijke toetreding tot die
uitvoering -door de Kroon zou kunnen worden vernie-

tigd. Gelukkig

heeft d-e Rijksa-dministratie zich nog
niet voor de noodzakelijkheid geplaatst gezien, een

uitspraak van de Kroon uit te lokken, waarbij een
keuze tusschen de jdristen Boasson en Goed-hart zou
worden gedaan.

Do regeling van -de rechtspraak in geschillen be-

treffen-de -de rechtmatigheid van uitkeeringen uit

werkloozenkassen, welke in het Werklooshi-dsbesluit
1917 is getroffen,
blijft
in dit- proefschrift t-er ver-
krijg.in-g van -den graad van doctor in ‘de rechtsge-
leerdheid natuuljk niet onaangevochten. Het min-
der elegante van die regeling, -dat hoogste administra-
tieve en hoogste rechterlijke autoriteit één: -de Minis-

ter,
zijn,
critiseert hij echter niet. Voelt hij-, -dat be-
langhebberiden hun belangen wel bevredigender zul-
len afgewogen zien door een iman, die steeds -in -het
openbaar ter verantwoording kan worden geroepen
dan door een college, in

hoogheid gezeten boven dat-
publieke ter verantwoording roepen? T-och wil -hij -den
Mini-ster van zijn taak in -de materie ontheffen, om-
-dat ,,de rechtspraak een pl-aats.zal moeten. verkrijgen
binnen het kader, -dat hier voor -de toekomstige werk-
looshei-dsverzekering werd bepleit”. 1-Tij wil een recht-
spraak in twee instanties ,,in handen van hen, uit
wier midden -de uitvoeringsorganen voor -de verzeke-
ring voortkomen”, -dus, evenmin als thans, een scherpe
scheiding ‘van rechter en administratie.
Slechts enkele on-derdeelen uit het bijeengebrachte
materiaal -konden -hier worden -besproken. De plaats-
ruimte laat niet toe than-s o.a. op -het belangrijke punt
van-de verzkering tegen crisis-werkloosheid in ver-
band met het bijdragen van -de werkgevers in te gaan.
Al zullen onderdeel-en vah Dr. Goedhart’s werk be-
strijding vinden, allen die zijn serieuze studie hebben
-doorgelezen, -zullen het wel -eens zijn met- zijn concl-
sie, dat de werkloosheidsverzekering in het raam van
de sociale verzekeringen zich een blijven-de en een be-
langrijke plaats heeft veroverd. R. A.
VERWEY.

MAANDCIJFERS.

POSTOHEQUE EN GIRODIENST.

(In duizenden guldens).

September
1926
September
1925
Aantal
Bedrag
.Aantal
Bedrag

Aantal rekenin-
gen op
ultO.

..
117.606 111.460
Bijschrijvingen
. .
1.120.277
429.077 921.829 374.790
waarvan
Stortingen

.
477.007 85.525
381.257
60.588
643.270
343.552 307.048
uit and. hoofde.
Gegireerd ……

Afschrijvingen . .
738.934
399.275
592.448
357.068
waarvan
Chques

……151.551
55.695
117.560 49.571
Gegireerd
…..562.316
343.552 307.046
uit and. hoofde.
25.067
28
Gezamenlijk te.
goed op ultO.
.
89.333
413.487
Bedrag ter be
legging
1)
74.311 71.892

‘)
Hiervoor komt
uitsluitend
in aanmerking
het saldo.
tegoed der particuliere rekeningen.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. ** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

-.

BANKDISCONTO’S.
Ned (Dis’. Wissels.
31 3 Oct.’25
Zwits.Nat.Bk.
3*22 Oct.’25
Bel.Binn.Eff.
4 3 Oct.’25
N.Bk.v.Denem.
5
2
4Juni’26
I
.
Vrsch. inR.C.
5 3 Oct.’25
ZweedscheRbk
41 8 Oct.’25
Javasche Bank….
4 14 Juli’26
Bank v.Noorw.
4126 Oct. ’26
Bank van Engeland
5 3 Dec.’25
Bk. v. Tsj echo.
Duitsche Rijksbank
6 6Juli’26
slowakije . .
526 Oct. ’26
Bank v. Frankrijk.
7431 Juli’26 N.
Bk. v. O’rijk.
7 6Aug.’26
Belgische Nat.Bnk. 7
23Apr.’26
N. Bk. v. Hong.
6 25Aug.’26
Fed.Res.BankN.Y.
4 12Aug.’26
Bank v. Italië.
7 17Juni’25
Bank van Spanje..
5 23Mrt.’23
Z.Afr.Res.bnk
54

OPEN MARKT.

1
li1925
1924 1914

N
1-6
25-30
18-23
2-7 3-8
20-24
Nov.
Oct.
Oct.
Nov. Nov.
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
3
118
3
3
116
2
7
1e3
1
14
2
3
14-
7
18
3311
4314_71
5
3’I8-I16
Prolong.
3
1
12
231
4
-311
3

3
1
12
2
1
12-3
31144
4-
12
22/4-3/4
Londen
Daggeld ..
3-4 3-5
3
1
12-4
1
1i
3-5
2
1
12-4
1-4
15/4-2
Partic. disc.
4
14
1
116
4
4
-1
1
16
431
4

4111
14
_31
4

371s
3I16-14
211481
4

Berlijn
Dageid ..
4_511
47
3

712
3-5
7
1
12..I0I1
2



Partic. disc.

30.55
d…
431
4

481
4

4718

4314.7/5
6
3
14-7
– –
56-90
d…
4
5
/9
451
s

451
9
.31
4

411_51
6314-7

21Il-1I2
Waren-

wechsel.
S’/s

51/
5
_l/
4

511..31
5’I8
1
12
8
3
/
4
-7/
5



New York’)
Cali money
4
1
1-
3
14
4112314
41131
4

4.314
412514
213-3314

1
8
14-2
113
Partic.disc.
4
4
4
4
35/
8

11
– –
1)
Cail money-koers van
5
Nov.
en daaraan voorafgaande weken
t/m
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

a a
Nesv
Londen
Berlijn
Parijs
BrussellBatai’ia
1)
York5)
S
)
S
)
S
)
S
)

2
Nov.
1926
2.50t1
1
2
.11* 59.48
7.92

34.80
10011
8

3

,,

1926
2.50i,
12.12
59.47 8.07

34.80
10081
8


4

,,

1926
2.50i1
12.124
59.46 8.40

34.80
10081
8

5

,,

1926
2.50k
12.124
59454
8.22

34.80
100i
6

,,

1926

12.124
59.44
8.31

34.83
1001/
8

8

,,

1926
2.5081
8

12.124
59.371
8.214 34.82
100′
Laagsted.w.1)
2.4971
12.114
59.31
7.90

34.75
100
Hoogste d.wl)
2.5011
8

12
.
12
*
5
9.48*
8.50 13490
100(
1
Nov.
1926
2.50
12.114
59.454
7.974 34.80
100
8
1
8

25
Oct.

1926
2.50’1
1

12.124
59.47
7.644 34.824
100s,
Muntpariteit
2.483%
12.10
59.26
48.- 131.59 1
100

Data
Weenen
Praaf
Boeka-
Milaan
Madrid

2 Nov. 1926
48.224 35.324
7.40
1.40
10.50
37.95
3

,,

1926
48.224 35.324
7.40
1.40
10.77
37.924
4

,,

1926
48.24
35.324
7.40
1.40
10.71
37.92
5

1926
48.24
35.324
7.40
1.40
10.66
37.874
6

,,

1926
48.24 35.30
7.40
1.40


8

,,

1926
48.22
35.30
7.40
1.34 10.52
37.674
Laagsted.w.
1
)
48.19
35.20
7.38
1.30
10.45
37.60
Hoogste d.wl)
48.25

35.40
7.42
1.45
10.90
3805
1 Nov.
19261
48.21
35.30
7.40
1.40 10.80
38.-
25
Oct.

19261
48.27
35.30
7.39
1.35
11.25
38._
Muntpariteit
1

48.-.-

35.-
50.41
48.-
48.-
48.-

Data
Stork-
Kopen-
Oslo
*8
Buenos-
Mon
5)

holm
hagen)
/

for
f1).
Aires’)
(real’)

2
Nov.
1926
6680
66.50

6305
6.29
102
2.50k
3

,,

1926
68.80 68.50

62.70
8.29
102
2.50k
4

,,

1926
66.80 66.50

62.75
6.30
101h
2.50h
5

,,

1926
66.80
66.50

62.724
6.29
101
2.50s,
6

1926
66.80
66.524 62.40
6.29
101
2.501
8

,,

1926
66.80
86.524 62.524
6.30
101
2.5081
8

Laagste d.w.
1
)
66.70
66.4u

6225
6.27
101
250
Hoogste d.wl)
66.85 66.55

63.10
6.32
102X
2.5081
s

1
Nov.
1926
66.824
66.50

62.35 6.30
102
2.50f.(
25
Oct.

1926
66.85
66.50

62.20
6.29
102
2
503f
lluntpariteit
66.80 66.67

66.67
48.-
105
2.48%
)
Noteering te Amsterdam.

) Noteerlog te Rotterdam.
8)
Particuliere opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

994

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10
November
1926

KOE.BSDN TE NEW
YORK. (Cable).

D
a a
Londen
($ per £)
Parijs.
($
P.
lOOfr.)
Bern
($ p. 100
lij
Mk.)
Amsterdam
(S p. 100 gid.)

2Nov.

1926


– –
3

,,

1926
4,845/
6

3,261
23,79
39,99
4

,,

1926
4,80
3,34
23,7734′
39,97
5

,,

1926
4,8434
3,281
23,76
39,98
6

,,

1926
4,84
15
/i6
3,301
23,75)4
39,98)4
8

,,

1926
4,8413/
3,27) 23,75
39,99

9
Nov.

1925
4,84111
16

3,96
23,80
40,25
Muntpariteit ….
4,8667
19,30
1

23,8134
4081
1
,

KOERSEN
TE
LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
23
Oct.
1926
30
Oct.
1926
1

116
Nov.
’26
1LaagstelHoogstel
1
6Nov.
1926

Alexandrië..
Piast.
p.6

9734
9734
9771 9791
9734
Athene Dr. p.
£
409
39834
388
402
395
Bangkok ….
Sh.p.tical
11101
11101
1/1034
111081
8

111034
Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.72k
27.721
27.65
27.80
27.721
B. Aires’). …
d. p.
$ 4571
8

45u1
15

4591
45
7
1
t

45
251
82

Calcutta ….
Sh. p. rup.
115
67
1
115718
1j511

1/5
29
/
32

1j57/
Constautin..
Piast. p.
£
947)4
965 960
980 985
Hongkong ..
Sh. p.
$
1/111/
8

111134
1
1
,
11
11114/,
1/1134

210il

21034
2
1
01/
4

210
7
8
210111
59

Lissabon
5)
. .
d
.
per Esc.
2
17
/
52

2
17
1
82

2
33
,
2
85
1
64
2171
37

Kobe

…….Sh.p.yen

d. per
$
24
24
23
25 24
Mexico ……..
Montevideo
1)

d. per
$
49s
1
4934
4834
498/5

4934
Montreal’)
..
$
per
£
4.848/
s

4.84
v
8
1
4.83%
4.8434
4.84,,
R.d.Janeiro’)
d. per Mii.
6′
5
116
6251
6%
671
8

6
26
1
32

Shanghai …
Sh. p. tael
2/4’5
21534 21434
2/5%
k
2/5
Singapore. ..
id. p.
$
2/3
57
1
54

213
27
1
32
2/3%
2/331/
39

213
27
!
32

Valparaiso
1).
$ p. £
39.45 39.46
39.45
39.58 39.55
Warschau ..
Zi. p.
£
4334
4334
42
45
4334
1)
Telegrafisch transfert.
2)
90 dg.

ZILVERPRLJS
.

GOUDPRIJS
5)

Londeni) N.York’) Londen
1 Nov. 1926.. 2415j
5381
1 Nov. 1926…..
84111k
2

,,

1926…

2415j,

2

,,

1926……
8411134
3

,,

1928….

2491
5234
3

,,

1926….
.
8411134
4

,,

1926-

24t11
53
4

,,

1926….
.
84111%
5

,,

1926..

241
527/
5

5

,,

1926….
.
8411134
6

,,

1926…

2434
53
6

,,

1926…….
8411134.
7
Nov.
1925…

3134
6981
8
6 Nov. 1925…..
84111)4′
20
Juli

1914.. 2416/
55

54i1
20
Juli

1914….
84111
1)
in pence
p. oz.
stand.
5)
Forelgn silver
in
$c. p. oz.
line.
2)
in ah.
p.oz.
line

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.

Vorderingen.
1

23Oct.1926
30Oct. 1926

Saldo bij de Nederlandsche Bank


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
/

22.449,10

Voorschot
op
uit. Sept. 1926 aan de ge-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
49.550.456,42
f
49.550.456,42
de Rijksinkomsten belasting………..
8.109240,49
,,

10.936.396,55′
Kasvord. weg. credietverst. ajh. buitenl
,,
139.066.336,53
,,137.652.175,56.
Daggeldieeningen

tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven

Voorschotten aan de koloniën…………

Saldo der postrekeningen van Rijks-
,,

10.759.502,06
,,

17.262.578,83
comptabelen

………………….
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
T
.enT.2)…… ………………..


Id.
op
andere Staatsbedrijven
5)
……
1.880.348,03
,,

1.460.348,03

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank
….
/
13.269.598,28
/
12.676.529,97
,,lll.219.000,-
,
71.900.000.-
,,
81.300.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank..,,
26.000.000,-
,,

35.000.000,-
,,

14.499.779,50

Schatkistbiljetten in omloop’)………,,1l1.623.000.-
Schatkistpromessen in omloop
……..

Schuld a. d. Bank
v.
Ned.Gemeenten
2)..

,,

771.134,86
Zilverbons in omloop ………….
……14.524.114,-

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds 2)
..,,
10.511.966,98
10.655.126,88
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..,,

17.432.530,02
,,
25.520.303,41
Id. aan andere Staatsbedrijven’)…….
,,

590.000,-
590.000,-
Id. aan diverse instellingen
2)
………..
4.543.353,25
,,

4.526.080,76
Waarvan
/
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

1

30 Oct.1926
6 Nov. 1926

Totaal …………………………..
..f37.821.000,-
f32.115.000,-

Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-lndië
»

1.093.000,-
1.012.000,-
Indische Schatkistprom. in omloop
,,
4.150.000,- 8.650.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndit


Muntbiljetten
1fl
Omloop

………….
»
33 392.000,-
» 33.200.000,-
Ten voordeele van Ned.-lndië ge-
boekte beleggingsgelden van het
Ned.-Ind. muntfonds………………..
Idem van de Ned.-lnd. Postspaarbank.
2.938.000,–
847.000,-
,,
2.938.000,-
,,

619.000,-

Te goed bij
‘s
Rijks kas…………….
,
4.599.000,-

Te goed bij de Javasche Bank

,,
14.304.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 8 Nov. 1926.

Activa.
Binnenl. Wis-g 11f dbk.
f
45.573.766,60
sels, Prom.,
1
Bijbak. ,,

9.945.313,30
enz.indisc.Ag.sch. ,, 15.667.099,32
f

71.186.179,22
Papier o. h. Buitenl. in disconto


Idem eigen portef..
f
178.809,963,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.

178.809.963,-
Beieeningen 11f dbk.
f
64.922.347,38
mcl. vrach.
in rek.-crt. Bijbnk. ,, 12.731.161,59
op onderp. Ag.sch. ,, 70.654.878,34

f
148.308.387,31

Op Effecten……..
f
145.262.687,31
OpGoederenenSpec.

3.045.700,-.-

148.308.387,31

Voorschotten a.h. Rijk … .. … … .. .. ..

10.441.493,91
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud …….
f
62.114.275,-
Muntmat., Goud …

356.296.563,82

f
418.410.838,82
Munt, Zilver, enz. • ,, 26.714.405,49
Muntmat., Zilver..

Effecten

,,
445.125.244,31

BeleggingRes.fonds.
f

7.008.176,68
id.van 11
5
v.h.kapit.,,

3.954.298,42
10.962.475,10
Gebouwen en Meub. der Bank
.

…….,,
5.142.000,-
Diverse rekeningen’…

………. … …

,,
65.057.743,57

f
935.033.486,42 Paselva.
Kapitaal
………………………
f
20.000.000,-
Reservefonds
………………………,,
7.047.731,06
Bijzondere reserve
……….

,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop,…………..,,
866.146.380,-
Bankassignatiën in omloop………..,,
414.372,27
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f


saldo’s:

‘1,,
Anderen,,

22.068.174,28
22.068.174,28
Diverse rekeningen
.

…… ,
10.556.828,81

f
935.033.486,42

Beschikbaar metaalsaldo

………..
f
266.829.996,28
Op de basis van
31

metaatdekking…..
,,
89.104.210,97
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ,,
1.334.149.980,-

Voornaamste posten in
duizenden
guldens.

..

Goud Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Circulafle
opeischb.
Metaal-
kinga
Munt
1
Muntmat.

schulden
saldo
perc.

8
Nov.
1
26
62.114
356.297
866.146 22.483 266.830
50
1

,,

’26
62.266
356.290
891.961
23.977
261.533
49
25
Oct.

’26
62.445
356.290 833.642
34.370
271.700
51 18

’26
62.553
356.290 840.778
38.265
269.164
51
11

’26
62.660
356.281 850.816 54.343 263.693
49
4

1
2e.
62.848 356.281
866.948
45.573
262.561
49

9
Nov.
1
25
59.185
392.742
912.479 34.197
285.067
50
25
Juli

‘14165.7031
96.410
310.437 6.198
43.5211)
54

Totaal
Schatkist-
.


,
ee –
‘TPapier
Diveï
Data
bedrag
1

promessen
1
e
n ngen
ophef
reke-
I
ningen
disconto’s rechtstreeks buitenl.
‘)

8
Nov.
1926
71.186 6.000
148.308 178.810
65.058
1

,,

1926
73.795
9.000
170.355 185.544 66.100
25 Oct.

1926
65.335
14.500
127.303 194.428
58.336
18

1926
87.654
37.000 128.467
194.181
50.771
11

,,

1926
86.084 36.000
135.897
208.580 44.699
4

,,

1926
86.884 35.000
130.816
218.673
47.728

9
Nov. 1925
87.057 3.000 133.783 244.431
40.083

25
Juli

1914
67.947
14.300
61.686
20.188
509
1) Op de basis van
‘Is
metaaldekklng.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
C/a7/
Andere
opeischb.
Discont.

9 Oct.

1926-
1.048 1.612
1.106
896
586
2

,,

1926…
1.064 1.584
1.126
903
594
25 Sept.

1926..
1.091
1.457 1.184
905 652
18

,,

1926..
1.071
1.481 1.241
890 552
11

,,

1926…
1.058 1.533
915
904
608

10 Oct.

1925-
972 1.762
891
979
248

S Juli

1914…
645
1.100
560
735 396
1) Sluitpost der activa.

10 November 1926

ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERIC}TEN

995

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in iluizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

1

Goud
1
Zilver
1
Circulatle

30 Oct. 1926

227.250

333.500

70.500 146.450
23 ,, 1926

227.500

333.000

72.000 146.500
16 ,, 1926

228.000

334.500

70.000 147.100

9 Oct. 1926 ‘1949

29.746′ 333.706

‘72.854 147.733
2 ,, 1926 198.935

29.984 330.457

76.457 147.972
25Sept.1926 199.092

30.243 329.220

69.010 150.138
18 ,, 1926 199.149

30.154 332.294

64.670 150.321

31 Oct. 1925 143.456

42.189 338.570

45.914 109.416
25 Oct. 1924 148.784

57.346 276.063 114.341 128.684

25 Juli1914 22.057
1
31.907
1
110.172
1
12.834

4.842
2
)

Wissels,

Dek-
Data

1
Dis-

bulten

Belee-
1
Diverse
1

conto’s

N.-Ind.

ningen
1
reke-
1
kings-
percen-

betaalb.

ningen’)
1
taze

30Oct. 1926
159.620
56 23

,,

1926
159.020
56
16

,,

1926
159.960

56

9 Oct. 1928
1121
25.985
100360′
45.328
56 2

,,

1926
12.191
24.561 102.275
44.301
56
25Sept.1926
12.158
23.654 94.850 43.534
58
18

,,

1926
12.173
24.042
91.079
43.852
58

31 Oct. 1925
17.019
27.713 91.055 62.105
48
25Oct. 1924
34.326 17.685
105.509
35.841
53

25 Juli1914
1

7.259
6.395
47.934
1

2.228
44
1)
Sluitpost activa.

1)
Basis
‘Is
me
aaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
‘C1rculatie
Currency Notes
Bedrag
1
Bankbilf.
1
Gov. Sec.

3 Nov. 1926
152.807
139.537 289.437 56.250
238.505
27 Oct.

1926
152.815 139.069
287.615
56.250
236.820
20

1926
154.096
138.712
288.705
58.250
237.934
13

,,

1926
154.174
139.344
290.448
56.250
239.783
6

»

1926
154.865 140.233
290.770
56.250
240.489

4 Nov. 1925
149.047
141.442
293.480
56.250
242.249
22 Juli

1914
40.164
29.317


Data
1

Gov.
Other
1
Public
1

Other
Reservel
1
Dek-
kings-
i

Sec.
1

Sec.
1
Depos.
1
Depos
i

3 Nov.’26
35.435
71.466 19.158 103.069
33.020
27
27Oct. ’26
36.715
70.094
17.756
104.850 33.496
27s/
20

’26
35.325
72.772
20.202
105.344
35.134
28
13

,,

’26
35.810
70.859
19.607
103.964 34.580
28
6

’26
33.265
72.678
15.798
106.860 34.382
28

4 Nov.’25
35.209
75.148
14.213
105.801
27.354
22
22 Juli
1
14
11.005
33.633
13.735
42.185 29.297
52
1)
Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in miljoenen Iranca.

Waarv.
Tegoed
,J,


Waarvan
ee-
Data
Goud
in het

Zilver
in het
se
op het
1
e
n
neen
buitenl.
buit.1.3)
buiteni.

41Tov.’28
5.549

«
1.864

339
81
5.989
13
2.127
28Oct.’26
5.549
1.864

339
80
5.334
13
2.160
21

’26
5.549 1.864

339
80
4.673
15
2.214
14

,,

’26
5.549
1.864

339
77
5.024
15
2.227
7

’26
5.549
1.864

339
580 4.797
14
2.290

5Nov.’25
5.548
1.864

311
568
4.468
17
2.578

23 Juli’14
4.104

640

1.541
8
769

Buit.gew.
Schat-
.
Dwer-

Rekg.
Courant
Data
voorsch.
kist bil-
sen
Circulatie
Parti-
Staat
old. Staat
!etten
cuHeren

4Nov.’26
36.550 5.494
4.189
55.851
3.400
16
28 Oct. ’26
35.750
5.494
5.062 54.578
3.945
36
21

,,

’26
36.150
5.493′
5.009
5.988
3.251
33
14

,,

’26
36.300
5.488
4.984
55.432
2.949
9
7

,,

’26
36.950,
5.487 5.311
55.994
2.886
10

5Nov.’25
31.400
5.161
3.238 48.011
2.368
16

23 Juli’14



5.912
943
401

In disc, genomen
wegens
voorsch.
v.
d.
Staat a.buiteni. regeeringen.
Sluitpost
activa.
3)
Met ingang van den bankstaat per
14
October
is
de

post
Tegoed in het buitenland in twee onderdeelen
gesplitst.
Het tegoed bij de Russische Staatsbank
is
pro memorie
opgenomen,
terwijl de thans
opgenomen cijfers de andere rekeningen
in
het bui-
tenland voorstellen.

EFFECTENBEURZEN.
:

Amsterdam, 8 November 1926.
Deloop ‘ai ‘cle ilrten]atioilale beurzen heeft iii dc achter
‘ons liggende berichtsweek een tamelijk uiteenloopenci aspect
gehad. Wat cle fondseurnarkt te 13 e r 1 ii es betreft, heeft
de zeer opgewekte houding, welke in de laatste weken op
te merken is geweest, tegen het einde van de berichtsperiode
1)la2Lts gemaakt ‘OOr eenige reactie, welke hier en daar,
‘doch vooral in de op rtiime schaal verhaadel.de fondsen,
zooa] s aandeel en ITa i1ben i tidustrie, omvang van beteeken is
heeft aangenomen. De aanleiding tot ciezen achteruitgang
valt in de eerste plaats te zöeken in het feit, dat de
stabilisatie vi.ti het Belgische betaalmiddel en het voor-
uitzicht op stabilisatie van den Fransc]1en franc de moge-
lijkheici
in
het vooruitnicht heeft gesteld ‘dat, cle geldmarkt
van Duitschianci minder ruim van middelen, vooral van
btiitenlanclsche n iddelen, zal woeden voorzien. ELierdoor
7.011 een kIacJ3tige stirnu]aus Van de’ laatste rijzilig worden
weggenomen. vooi’ts heeft de verwachting van een spoedig’
einde van de staking in liingelandl er toe bijgedragen cle
posities een vermindering te doen ondergaan. Tot cle dalilig
hebben vrijwel alle afdeelingen bijgedragen, o.a. bankaan-
deden, zoonls ])ana.tbank, Comnierz- UIiC1 Privatbauk, enz.,
,tjzer- en staa]afludeelen, IÇalifon
,
dsen, etc.
. •:I:’e 1′. o ii cl e ii is de markt vrij opgewekt geweest. On-
dauks het feit, dat ‘de verwachtingen
01)
een einde van de
mijnwerkersstakirig reeds ‘herhaaldelijk bedrogen zijn uit.
gekomen, schijnt. iii de positie va,n de laatste ‘dagen wel
y.00veel te zijn veranderd, dat eenige hoop op het beëiii-
digen van het conflict werd gekoesterd. Ook de beleggiugs-
markt heeft hierop geen uitzondering gemaakt. Hier gold
vornameIijk de overweging, dat de officieele rentevoet van
cle Bank of Englanci niet was verhoogd, terwijl men in
finiancieele kringen hiervoor bevreesd was geweest.
Te P a, r ij s heeft een vrij heftige daling plaats gevonden.
De rijziug van het Fran’8che betaalmiddel is hiervoor iii de
eerste plaats verantwoordelijk geweest, doch cle terugsiag
op de markt was zoodanig, dat ‘cle achteruitgang van ht
koerspeil van de fon.dsenmarkt g.rooter is geweest –
per-
jents
g
ewijze – dan cle stijging van den franc heef t bedra-
gen. Een uitzondering hebben vaste rente dragende stukken
gevormd, oniclat de vermeerdering van cle waarde van het
ruilmiciclel hier automatisch een ‘toeneming van de waarde
der desbetreffende fondsen heeft medegebracht.
Te N e
w
Y o ‘r k hebben de verkiezingen geen indruk op
cle beurs gemaakt. De beurs heeft zich meer bezig gehouden
siet cle vooruitzichten voor handel en nijverhekl, welke niet overal even gunstig worden beoordeeld. Over het algemeen
is men van meelring, dat een periode van rust te wachten
is, zonder ‘dat een aanmerkelijke reactie in den omvang
van de orders behoeft te worden gevreesd. Met belaiigstcl-
liug volgt men vooral de voorvallen in de bouwinclustrie, omdat hiervan voor een goed deel de opdrachten voor cle
staalnijver’heid afhankelijk zijn. De geldniarkt is ruim geble-
ven, zoodat van deze richting geen gevaar wordt gevreesd.
Te ii o ii z e ii t is de markt over liet algemeen ‘kalm en
zonder groots variaties gebleven. Ondanks cle lichte ver

stijving van cle geidmarkt, is op de
beleggingsnserkt
de
stemming vrijw’el voortdurend vast gebleven. Het sterkst
is dit tot uiting gekomen in de buitenlandsche fonci-
sen, zooals cle Belgische leeningen, Fransche schuld-
brieven, Mexicaansche obligaties, enz. Doch ook cle in-
heemsche soorten ‘hebben zich bij voortduring in goede
vraag kannen verheugen. 6 pOt. Ned. Werk. Schuld 1922:
1
0
6%, 107, 1067%; 4% pCt. Ned. Werk. Schuld 1917: 99%.
993%, 99151; 4% pCt. Wed. Indië 1926: 9713/ 97%,
97151; 5 pOt. Mexico £ 100-4000: lO7/, 11, 12
5
fia; 5 pCt.
Brazilië 1903 £100: 74%, 75; S pCt. Sao Paulo: 1047%,
1047%, 104%.
De aandeelen’markt is sterk bewogen geweest voor de
afdeeling van
binnenlancische industriecle fondsen
CII
ive]
voornamelijk voor aaadeelen in kuustzijde ondernemingen.
Gedurende liet grootste deel van de berichtsperiode is cle
teuden.z hier vrij opgewekt geweest. Op den laatsten dag
van de beursweek echter viel een krachtige reactie waar te
nemen, in hoofdzaak voor aïuicleelen Nederlandsche Kunst-zijdef’abriek, op liet, bericht, dat deze maatschappij overgaat
bot het uitgeven van nieuwe aandeelen. Merkwaarcliger-
wijze konden cie overige aancleelen in kunstzijdefabrieken
zich goed handhaven. ])e resteerende soorten uit de hiej
besproken rubriek hebben bijna geen aandacht getrokken.
Centrale Suiker Mij.:
123%,
1227%; Hollandsche Kunst.
zijdefabriek: 86%, 88%, 84%, 863%; Jurgens: 166, 166%,
1
66%; bEaeknhee: 103, 107
1
/8, 102%, lol; Neci. Kunstzijcic-
fabriek: 260, 273%, 256%, 246%; Philips Gloeilampenfa-
briek: 346%, 345, 345%.
Ook
mijnaandeelea
hebben eenige belangstelling ontmoet,
iii liet bijzonder aancleelen Singkep Tin Maatschappij. In

996

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 November 1926

het midden der berich’tsweek was de vraag voor deze aan-
deden aoo sterk, dat eén belangrijke stijging plaats kon
vinden. Daarna echter circuleerde het gerucht, dat het divi-
dend over het afgekopen boekjaar 34 pCt. zou bedragen, hetgeen door de beurs niet gunstig ‘werd opgenomen, als
gevolg waarvan een niet onbelangrijke inzinking plaats
heeft gevonden. De resteerende niijnaandeelen waren kalm
en zonder groote’schomnielingen. Alg. Exploiratie Mij.:
113%, 112, 110; Billiton le Rubr.: 801, 804; Redjan.g Le-
bong: 235, 241, 242; Singkep Tin Mij.: 438, 451, 46034,
438%.
De
scheepvaartnw.rkt
heeft iii den loop van de berichts-
periode eenige reactie te zien gegeven. Aanleiding hiertoe
werd gevonden in het vooruitzicht op het einde van de sta-
king in Engeland, waardoor men gelooft, dat de vraehten-
markt een ingrijpende verandering te zien zal kannen ge-
ven. De handel is weliswaar niet omvangrijk geworden,
doch het aanbod was groot genoeg om een daling van het
koerspeil te doen ontstaan, welke zich over de geheele
linie heeft uitgebreid. Holland-Amerika Lijn: 64, 66, 62
1
/2;
Java-China-Japan Lijn: 13034, 13034, 130; Kon. Ned.
Stoomboot Mij.: 10034, 99, 98%; Nek. Scheepvaart Unie: 179, 179%, 178; Stoomvaart Mij. Nederland: 174.
Suikeraandeelen
zijn doorgaans vast gebleven, doch eenige
invloed, hetzij van de Cubanoteeringen, hetzij van de berich-
ten omtrent nieuwe af’doeningen van de V.J.S.P., is op
deze xl deeli.ng niet op te merken geweest. Overigens schijnt
men er de voorkeur aan te geven geen verkooporders in
groeten omvang te plaatsen en, waar al eenige real.isaties
voorkomen, deze tegen gelimiteerde koersen te doen ge-
schieden. In verband hiermede is het koerspeil vTijwel on-
veranderd gebleven. Cultuur Mij. der Vorstenlanden:
17
5%
,
179%, 179; Handeisverg. Amsterdam: 671%, 67634,
675; Java Cultuur Mij.: 32, 365%, 365; Ned. Lndische
Suiker Unie: 252; 249, 24634; Poerworedjo: 117%, 119,
118v/s; Tjepper: 665, 670; Tjoekir 534, 536, 537.
De
a

nbbermerkt was weifeleud. Tegenover enkele verbe-
teringen werden bij sommige soorten ook koersverliezen
opgemerkt. Over het algemeen sehijnen de opvattingen ter
beurze omtrent de naaste toekomst van rubberaandeelen
optimistisch te zijn, hoewel geremd door het vooruïtzicit
op de mog&jjkheid van een slechts langzame verbetering, Amsterdam Rubber: 328
3
/8, 333%, 3
3
0%; Del’i Batavia:
264%, 273%, 269%; Hessa Rubber: 467, 476%, 478; Indi
sehe rubber: 352, .363, 361.; Java Caoutehouc: 200%, 212,
205%; Kali Telepak: 314, 325%, .324%; Ned. md. 1tub
ber en Koffie: 334, 340, 341%; R’.d.am Tapanoeli: 15334
156%, 155
1
/
2
; Serbacijadi: 330%, 329, 337%, 330; Sumatra
Caoutchouc: 296, 300, 295
1
/8; Sumatra Rubber: 375, 380, 374; Vereenigde Indische Cultuur Ondernemingen: 192,
196%, 194.

TeA aksaa.iideelen
varen’ voor de hoofdsoorten gevraagd:
waarbij ‘de kleine handel echter een belemmering heeft ge-
vormd voor eenigszi.ns groote koersverbeteringen. Zei Is
viel hier en ‘daar nog een achteruitgang op te merken:
Areadsburg: 598, 600, 598; Besoeki Tabak: 269, .279%,
270: Deli Batavia: 437, 448, 449%; Deli Mij.: 429%
439%, 436; De Oostkust:
205%,
204, 204%; Senenibah:
406%, 416%, 415%. . .
De
pe’trolc’itmrna’rkt
was stil, ‘doch met een lichte neiging
tot ‘daling’ voor aandeelen Koninklijke Petroleum Maat
sohappij. De ilcenieensohe soorten daarentegen waren ge-
vraagd, als gevolg van de berichten omtrent de overeen-
komst, welke inzake ‘de schadevergoeding met de Roemeensche
regeering is bereikt. Dorcitsche Petr. md. Mij.: 355, 357.
352% ; Geooiisolideerde Holi. Petr. Cy.: 174, 1757/
8
, 173
1
/S;
Kon. Nad. l’etroleum Mij.: 373
34,
366%, 365%; Perlak Pe
troleum: 69. 69%, 69% ; Peudawa: 4034, 38, 37.
Bankeencieclen
hebben geen aauleiding tot bijzondere
opmerkingen gegeven. ,Amster.damsehe Bank: 162, 162%,
162%; Hollandsche Bank van Zuid-Amerika: 75
3
/8, 7434,
7334, 74
3
/8; Javasdhe Bank: 360, 361, 364; Koloniale Bank:
21934,
219%,
218%; Ned. Tncl. Handelsbank: 171
3
/
4
, 172,
171%; Ned. 1

landel Mij.: 156%, 157%, 156%; R’damsche
Bankveroeniging: ’80, 82%. 8134′; Twentsehe Bank: 142,
141%, 142.
01) .de
A’merikaa’nschc markt
hebben .speciaal aandeelen
Wabash de aandacht getrokken, waai’ zich tegen het einde ‘dèr beric-htsweek groote vraag tegen oploopende koersen
heeft ontwikkeld. Anieric-an Smelting & Ref. Cy.: 133,
1357/
8
, 133% (ex ‘cii’.’.), 135; Anaoon’da Copper:
97%,
98,
99; Studebaker: 51, 50%, 51%; United States Steel Corp.:,
140%, 143%, 144%; Atchison Topeca: 152, 155, 156%; Ene: 38,
38%;
New York Ontario & Western:
24%,
2434,
25; Union Pacif.ie:162%, 1637/
8
, l633i/.; Wabash Ra.ilwav:
41
3
/,
4231,
4315/,,,.
De
geld.’narkt was
‘.’,t_st; t;,,
CCII
lichte iitziiiki.itg itotoer-
(IC
prolongatie tegeti het slot 3% .pC’t.

GOEDERENHANDEL.

.

GRANEN.

November 1926.

Bijna de geheele week was de ta.r w e-inar.kt weder stil
en speciaal in Engeland werden weinig zaken gedaan. Eerst
de allerlaatste dagen trad eenige verbetering in. Deze
laatste periode van beperkte Enropeesche inkoopen heeft
viij wat langer geduurd dan in dergelijke gevallen der
laatsten tijd is voorgekomen, en hieruit blijkt wel, dat de
tarweprijzen weinig vertrouwen wekten en men tracht zijn inkoopen .zoo lang mogelijk uit te stellen. Daartoe hebben
vooral meegewerkt de berichten omtrent de Engelsche kolen-
staking, welke den indruk ‘.vekten, dat die waarschijnlijk
spoedig ten einde zou loopen. Daarvan zou dan verlaging
der zeevradhten het gevolg zijn en reeds viel daarin, spe-
ciaal van Argentinië, een vrij aanzienlijke vermindering
te constateeren. Een verdere factor, die een toename van
den onclernemingslust tegeuhield, werd gevormd door de
steeds gunstige berichten omtrent •de oogsten van Argen-
tinië en Australië, waarvoor de oogsttijcl steeds nader komt.
Nieuwe Australische en Argentijusche tar’.ve ter versche-
ping in de wintermaanden onderging dan ook eene prijs-
verlaging, doch zaken daarin worden weinig gedaan. Even-
als in Engeland was ook op het vasteland de vraag voor
tarwe niet groot, wat echter niet wegneemt, dat in Duitsch-
land en Frankrijk geregeld zaken worden gedaan, al waren
die dan niet van groeten omvang. Eene verbetering der
stemming trad aan het einde der week in, ten gevolge van
minder gunstige berichten uit Argentinië. Eenigen tijd
geleden had men daar geklaagd over vorst, doch sçhade
schijnt daarvan nauwelijks het gevolg ‘te zijn geweest en
later trad zelfs zeer welkome regenval in. Deze week.heette
het echter, dat ‘die regen te overvloedig was geweest en
gevaar voor ‘roestsehade met zich bracht. Deze berichten
leidden tot eenigszins vastere markten in Noord-Amerika,
doch tot eene prijsverhooging kwam het niet, omdat de
Argentijusche iiaededeelingen over roestschade geen beves-
tiging vonden. Dat ‘zij van zeer weinig beteekenis’waren
bleek ook wel uit den 1oop der Argentijnsche termijumark-
ten, v.’aa.r juist in diezelfde .dagen Februari-tarwe in prijs daalde. Diezelfde Argentijnsche weerberichten hadden op
4 November ook in Europa, speciaal in Engeland, eene
verméerdering van den omzet ten gevolge, welke echter
slechts van korten duur w’as. Op 8 November opende dc
nieuwe week met verbeterde vraag en vastere markten, ge-
.ieel’teljk wegens nieuwe vorstberichten uit Argentinië en
ook omdat aan de vradhtenmarkt geen ‘verdere verlagingen
voorkwamen en het einde der kolenstakiug slechts zeer
langzaam schijnt te naderen. In Engeland en ten deele ook
op het vasteland werden op 8 November aanzienlijk meer
zakeis in ta.rwe gedaan dan op voorafgaande dagen. De
markt te Winnipeg was op 8 November gesloten, doch
Chicago bracht eenige verhooging en sloot ongeveer 2 dol-
larcent per 60 lbs. hooger dan een week tevoren. Februari-
tarwe in Argentinië herstelde zich van de inzinking van
het eerste gedeelte der week en sloot
01)
S November te
Buenos Aires 5 centavos hooger en te Rosario 5 centavos
lager dan op den 2den. Tot
do
aanvankelijk weinig vaste
stemming aan de ‘tarwemarkt in Noord-Amerika heeft cle
beperkte omvang der Europeesche vraag bijgedragen en
bovendien endge particuliere ramingen. van den Cana-
deesehen tarwe-oogst, welke er alle op wezen, dat althans
kwantitatief de oogst niet van het slechte weder gele:len
heeft, terwijl men bovendien in Europa tot de overtuiging kwam, dat het wat hoogere vochtgehalte van de Canadee
sche tar’.ve deze toch nog zeer goed bruikbaar doet zijn
voor broodgebruik. In ‘de Vereenigde Staten klaagt men
nog altijd over den uitzaai der nieuwe winterta,rwe. De groote regenval in de staten ten Oosten van den Missis-
sippi houdt daar het werk nog altijd tegen en men ver-
‘.vacht in Amerika, dat de uitzaai daar vrij wat kleiner zal
zijn dan het vorige jaar. Westelijk van den Mississippi
echter is de toestand beter, behalve dat hier en daar in
Oklahoma en Kansas geklaagd wordt over de te groote
droogte van den bodem. Dergelijke klachten in Europee-
sche landen zijn echter sterk verminderd. In Frankrijk is eenigen tijd geleden aan de droogte een einde gekomen;
zoodat met den uitzaai betere vorderingen konden worden
gemaakt, en het reeds gezaaide graan zich beter kon ont-
wikkelen. Ook in Duitsohland is het w’eder ‘beter geworden
en iii Roemenië heeft het eveneens voldoende geregend. Uit
Rusland zijn nog altijd geen cijfers bekend gemaakt om-
trent den afgeloopen graanoogst, doch met cle verscheping van tarwe w’ordt voortgegaan en er zijn geen aanwijzingen
‘.’oor een spoedlige afname dier vesschepiu.geu. Wel is deze
week uit Rusland minder tarwe verscheept dan in de vorige,
‘doch er is geen aanleiding, om daarin eene blijvende ver-
mindering te zien. Uit Noord-Amerika werd weder even-

10 November 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

997

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe Mats
Haver
Tarwe
Maïs
Ltfnzaad
Dec. Dec. Dec.
Nov. Nov.
Nov.

6Nov.’26
1409(
70 il
a

43y
4

12,85
5,55
14,90
30Oct.’26
140;
43
12,75 5,75
15,25
6Nov.’25
149
1
18
7421
4

38
5
/8
12,20
1
)
8.05
1
)
18,50
1
)
6Nov.’24 147’/
8

107ij
51
15,50
11,40
23,20
6Nov.’23
106
75
1
/8
42
12,45
10,05
25,70
20Juli’14
82
563/
8

36X
9,40
5,38
13,70

1)
per December.

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

s
oor en
8 Nov.
1 Nov.
1

9 Nov.

Tarwe (ffardwinter II) …l
16,25
16,10
13,75
Rogge (No. 2 Western)
.
.3
12,75
13,-
9,60
Mais (La Plata)

……..$
179,-
180,- 197,-
Gerst (48 lbs. malting)

,
.’
225,- 216,-
180,-
Haver (Canada 3) ……..
1

12,-
11,75 10,25
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata.zaad)

1
12,20 12,15
14,30
Lijnzaad (La Plata) …..’
374,_
390,-
430,-
1)
per 100 KG.

2)
per 2000
KG.
8)

per 1960 KG.

AANVOEREN in toná van 1000 KG.

Rotterdam

Amsterdam

Totaal
Artikelen

31 Oct.16Nov. – – Sedert

Overeenk. 1131 Oct,16 Nov.

Sedert

Overeenk.
1926

t Jan. 1926

tijdvak 1925

1926

1Jan. 1926
1
tijdvak 1925

Tarwe ……………..
49.078
1.426.032 1.080.286

13.842
20.966
1.439.874
1.101.252
Rogge

……………..
5.887
.
231.700 250.215

1.411
450
233.111
250.665
685
18.570 19.028

1.108
150
19.678
19.178
Boekweil ………………
Mais ………………..
6.195
775.143
662.422

87.180
66.667
852.323
729.09
8.477
320.402 232.997

9.664
10.131
330.066
243.128
Bayer ……………..
1.181
159.808
191.355

2.465
602
162.73
191.957

Gerst

………………

193.018
198.988

174.443
52.976
367.461
251.964
Lijnzaad

……………..861
..

600
214.030
164.691
– –

214.030
164.691
Lijnkoek

……………..
5.775 81.048
105.507
1.929
22.454
10.934
103.502
122.441
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
.
607
13.569
8.090



13.569
8.090

veel tarwe verscheept als in de vorige week, zoodat de
schaarschte in spoedige scheepsruimte zich althans nog niet
in een vermindering der hoeveelheid tarwe, welke ter ver-
scheping komt, doet gevoelen. Daar staat echter wel tegen-
over, dat de verschopingen waarschijnlijk bij ruimer aan-
bod van scheepsruimte aanzienlijk grooter zouden zijn ge-
weest, want vooral uit Canada hoort men, dat de omvang
der aanvoeren daar reeds eenige moeilijkheden veroorzaakt
bij den opslag in de havens en in de binnenlandsche centra.
R o g ge is in de eerste dagen der week nog steeds stil
geweest zoowel wegens beperkt aanbod als door de zeer
weinig levenclige vraag. Later hebben de zaken in rogge
zich echter wat uitgebreid, hetgeen is samengegaan met
grootere verschepingen uit Rusland en Noord-Amerika. In
Duitschland verbeterde de vraag voor buitenlandsche rogge
en de verlaging van den roggeprijs te Chicago op 6 Novem-
ber heeft dan ook ladelijk tot Vrij omvangrijke zaken in
rogge naar Duitschland en ook naar Nederland geleid. Het
aanbod van Duitsche logge voor export is nog steeds van
weinig beteekenis en er worden daarin niet veel zaken ge-daan. Op S November werd te Chicago de verbetering der
Europeesche vraag naar rogge dade)ijk beantwoord met
aanzienlijke prjsverhooging en het slot was voor Decem-
ber 2½, voor Mei 1% dollarcent per 56 Ibs. hooger dan op
(leli isten.
M .a 1 s heeft sterk onder den indruk verkeerd van de
gemakkelijker vrachtenmarkt en daar bovendien. de Ar-
gentijnsehe termijnivarkten flauw waren en lager, terwijl
de Europeesche vraag vooral in Engeland niet meeviel, was
i’latcunaïs in Europa geleidelijk vrij wat lager te koop.
Vooral gold dit voor eenigszins verwijderde aflading, maar
ook voor spoedige maïs konden de prijzen zich niet staan-
de houden. De premie, welke daarvoor boven latere posities werd genoteerd, kon zich echter voldoende handhaven, om-
dat de verlaging der zeevrachten zich op reeds afgeladeu
of spoedig te verladen mais weinig deed. gelden. Op 6 No-
vember waren de termijumarkten te Rosario en Buenos
Aires reeds wat vaster, blijkbaar als reactie op de wat ge-
makkelijker vrachtenmarkt en op den 8sten trad daarop
ook in Europa een herstel in. Het uitblijven van verdere
verlaging der zeevrachten werkte daartoe mede. In België, Nederland en Duitschland nam op het verlaagde niveau de
vraag voor ma-is weder toe en in den loop van den dag
konden de prijzen daar eene verhooging ondergaan. Vooral
Plata.maïs ter verlading in de wintermaanden wekte meer
belangstelling. Bovendien was op S November mais aan
de Argentijusche termijnmarkten vast en de markt herstel-
de zich bijna geheel op het peil van 2 November.
Klein blijven nog steeds de maïszaken van den Donau. De afgeladen hoeveelheid was ook deze week weder van
zeer weinig beteekenis en ofschoon Donaumaïs ter versche-
ping in November en December wel goedkooper te koop
kwa.m, vormt de premie, die daarvoor boven P.latamaïs
wordt gevraagd, nog steeds eene belemmering voor de zaken.
De moeilijkheden, welke de tegenwoordige loop van cle
vrachtemnarkt met zich brengt, laten zich aan den Donau

sterk gevoelen en zoolang •dariu geen verbetering komt,
kan nauwelijks een aanzienlijke uitbreiding der Roemeen-
sehe maïszaken worden verwacht. De berichten omtrent de
kwaliteit en cle hoeveelheid van den Roemeenschen maïs-
oogst blijven overigens uitstekend. Tot lagen prijs wordt
Donaumaïs ter verschoping in het voorjaar aangeboden,
doch dit aanbod ontmoet tot nog toe weinig belangstelling. Te Chicago was mais ook ‘deze week weder flauw en zelf
toen op S November tarwe en logge zooveel v-aster werden,
bleef maIs te Chicago de prijsdaling nog voortzetten. Het
slot was ruim 3 dollarcent per 56 lbs. beneden het niveau
van een week tevoren en lager dan in vele maanden was
voorgekomen. ])e kans op export van maïs uit Noord-
Amerika is wat toegenomen, doch tot zaken kwam het nog
niet.
• G e r
5
t heeft zich spoedig weder van haar flauwe stem-
ming van het begin der week hersteld. Kleinere verschepin-
gen uit Oost-Europa en veel . vastete markten in Noord-
Amerika hebben de verbetering der stemming in de hand
gewerkt evenals de herleving van cle vraag voor gerst in ‘de
invoerlanden. Nadat eenigen tijd die vraag zeer slecht was
geweest, heeft Duitschla.ncI zijne inkoopen van gerst weder
hervat, terwijl in Nederland eveneens de belangstelling
aanzienlijk toenam en spoedig behoordeii de aanzienlijk
gedaalde prijzen weder tot de geschiedenis. Op 8 November
werd zoowel voor Noorci-Amerikaansche als voor Donau
en Russische gerst 4
ii
5 pCt. meer betaald dan eenige dagen
geleden. Van den Donau wordt bericht, dat liet aanbod van
gerst daar sterk is afgenomen en dat eene uitbreiding der
afgenomen verschepingen voorloopig niet kan worden ver-
wacht.
‘Voor .h a v e r zijn o•ok deze week •de verschepingen zeer
klein geweest, hetgeen in overeenstemming is met de be-
perkte Europeesche vraag. In Engeland nam de kooplust
voor haver wel toe, doch hij wordt voor een aanzienlijk
deel bevredigd met Schotsche en lersche haver. Ook op het
vasteland wordt slechts weinig buitenlandsche haver ge-
kocht. Vermelding verdient de zeer vaste houding voor
haver aan de termijnmarkt te Winnipeg, waar de prijs van
1 tot 6 November 5Y8 dollarcent per 32 lhs. is gestegen.

SUIKER.
De verschillende suikermarkten waren de afgeloopen
week vaster gestemd, wegens de meerdefe belangstelling,. welke Amerikaansche en Engelsche Baffinadeurs aan den
dag legden. Willett & Gray publiceerclen eene raming van
den wereldsuikeroogst, welke een vermindering van 97.000
tons aangeeft in vergelijking met de opbrengst 1925/26. (De
gedetailleerde cijfers van W. & Gr. vindt men in dit No.
onder ,,Aanteekeningen”).
F. 0. Licht vindt aanleiding zijne raming der as. biet-
oogsten van Duitschland en vooral van Tajechoslovakije
te verminderen. Volgens berichten van Czarnikow uit het
laatste land raamt men den a.s. oogst aldaar thans op
1.100.000 tons.
In A me r ik a trokken prijzen voor Sp. C. en op de

998

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 November 1926

termijnmarkt dan ook bijna dagelijks aan en hadden de
tioteeriugeu liet volgend verloop:

Sp. C. Dec. Jan. Mrt. Mei

Slot voorafgaande week ……4.52 2.73 2.75 2.83 2.91
Opening verslagweek ……..4.52 2.75 2.77 2.85 2.94
Slot verslagweek …………4.58 2.79 2.82 2.90 2.98
De- ontvangsten in de Ati. havens der V. S. bedragen
(leze
week 37.000 tons, de versmeltingen 62.000 tons tegeil
50.000 tons in 1925 en de voorraden 185.000 tons tegen
63.000 tons.
Voor prompte Cubasuiker bleef de prijs vrijwel op 2% dc.
c. & fr. New York gehandhaafd, echter toonden verkoopers
zich tegen liet einde der week terughoudend, z.00dat slechts –
betrekkelijk geringe zaken tot stand kwamen.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt:

1926

1925

1924
Tons

Tons

Tons

Weekontvangsten tot 30 Oct. 47.199 31.676 3.191
Totaal sedert 1112 tot 30110 .. 4.501.161 4.859.920 3.880.772
Weekexport 30 October …. 101.316 70.976 24.556
Totaleexportsedertl/1 t. 30110 4.110.174 4.405.516 3.736.350
Totale voorraad 30 October. . 390.989 460.709 145.422
In E n ge 1 a ii d was de stemming op de termijnmarkt de
afgeloopen week aanmerkelijk lieter; de markt sloot o.p de
volgende noteeringen: –

November ……Sh. 1514%

Maart 1927… . Sh. 1610%
December ……., 15/6%

Mei

,…..,, 16j4%
Aug.

,. ….

,, 1619
De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:

1926

1925

1924
Tons

Tons

Tons

Duitschiand 1 October ……80.000

17.000

2.000

Tsjechoslowakije 1 October

44.000

36.000

7.000
Frankrijk 1 October ……..51.000

51.000

50.000
Nederland 1 October ……..47.000

67.000

30.000
België 1 October ……….18.000

18.000

11.000
Polen 1 October …………43.000

35.000

7.000
Engeland 1 October ……..366.000 301.000 142.000

Europa

649.000 525.000 249.000
V.S. Atlant. havens 3 Nov.

185.000

63.000

46.000
Cuba 30 October …………

391.000 481.000

145.000

Totaal

1.225.000 1.049.000 440.000
Op J a v a werden door de V.I.S.P. verdere belangrijke
verkoopen uit oogst 1927 tot stand gebracht op basis van

f
17% per 100 KG. voor Superieur. De totale verkoopeit
door de Visp. bedroegen op 31 October:

Superieur ………………..559.300 tons
stroopsuiker……..2.100 ,,
No. 18 &/booger …………..565.000 ,,
Muscuvados ………………4.000
Melasse …………………..23.400

Totaal……1.153.800 tons
In de tweede hand werd disponibele No 16 &/hooger tot
f 11
per pic. gedaan, terwijl vraag bleef bestaan tot
f
11,75
‘voor •d.ispouibele Superieur en tot
f 117/8,
voor December,

f
12 voor Januari en
f
12,06 voor Februari.
Het voorloopig cijfer der October.afschepin.gen van Java
bedraagt 270.000 picols.
Volgens ra.ming van het ,,Archief” zal de totale Java-
suiker-oogst 1926 32.101.449 pic. bedragen of bijna 14 pCt.
minder dan in 1925. De met riet beplante oppervlakte vor oogst 1927 bedraagt 260.647 ‘bouws of bijna 3 pCt. meer
dan in 1926. H 1 e r te 1 a mi d e steeg cle belangstelling voor het arti-
kel gedurende cle afgeloopen week meer en moer en konden
prijzen dan ook geregeld aantrekken. De markt sloot vast
op de volgende noteerin.gen:
Koopers

Verkoopers
December . . .

/ 18.718

/ 19.-
I’,laart

……

19.s

19.5
Mei……….,, 19.1

19.71
s

KATOEN.

Slarktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Song.
Manchester, d.d. 27 October 1926.
Het Bureau-Rapport betreffende den Amerikaunschen ka-
toenoogst is verleden Maandag gepubliceerd en gaf een
oogstschatting aan van 17.454.000 balen tegen 16.627.000
balen veertien dagen geleden. Dit is een groote vermeer- .dering, doch was wel algemeen voorzien. Prijzen waren
reeds verlaagd in afwachting van een ,,bearish” -rapport,
zoodat de markt door de publicatie van dit rapport slechts
weinig beïnvloed werd. Katoenprijzen iijn nu beneden pro.
duetieprijzen en hoewel dit feit op den duur ongetwijfeld
hoogere prijzen ten gevolge zal hebben, wordt thans in de

eerste plaats de aandacht geschonken aan de bestemming
van dezen buitengewoon groeten oogst. In Amerika zijn
verschillende plannen naar voren gebracht, ten einde de
nadeelige gevolgen van dozen recordoogst eenigszins te he-
1)erken, o.a, het aangaan van een – leening, waardoor ver-
koopers in staat gesteld zouden worden een gedeelte van
den oogst achter te houden, ten einde eerst het volgend
seizoen verkocht te worden. Egyptische katoenprijzen zijn
geleidelijk in prijs gedaald, -hoewel de laatste dagen wel
weer iets vaster. Verkoopen van alle soorten hebben ge-
middeld iets minder dau 8000 balen per dag bedragen.
In de garenma.rkt valt nog weinig nieuws te melden.
Prijzen zijn weliswaar eenigszins lager, doch niet in ver
houding tot de daling van .katoenprijzen. Men schijnt in de
gr.overe nummers van Amerikaansohe garens iets ge:la;tn
te hebben, doch over het algemeen gaat er weinig om en
verkoopen zijn slechts van weinig beteekbnis geweest. Spin-
ners van Egyptische katoen zijn in een dergelijke positie, doch prijzen van Sake]g-arens toonen neiging tot stijgen.
Er bestaat wel v.raag, speciaal van Iodië, doch dit betee-
kent op het oogenblik niets anders, dan dat de overzeesche
markten verdere ontwikkelingen hier afwachten. Tot nu
toe zijn er echter geen bepaalde teekenen, die op een alge-
meenen kooplust wijzen.
In de afgeloopen week ging er in de doekmarkt weinig om, daar de meeste koopers er de voorkeur aan gaven de
publicatie van het Bureau-Rapport af te wachten. Toen
mem constateerde, dat dit rapport ireeds in de markt ver-
disconteerd was, werd over het algemeen de stemming op-
timistischer. Een belangrijke verbetering heeft, echter nog
niet plaats gehad, hoewel enkele fabrikanten wel wat meer
gedaan schijnen te hebben. De Straits en Java zijn nog de
beste van de Oostersche markten. Ook van Indië komt
meer vraag binnen en’ schijnt men wel belangstelling in (le
huidige prijzen te tonnen; over het algemeen zijn limites
vandaar echter wel te laag.

Manchester, d.d. 3 November 1926.
Gedurende de afgeloopen week zijn pi-ijzen van Amerikaan-
sche katoen vaster geweest met neiging tot stijging en Mid
American spot. te Liverpool .heef t iveer 7 d. per 1h. bereikt.
Vanmorgen opende de markt 2 tot 4 punten lager. De be-
w’eging in cle Vereenigde Staten om middelen te verschaf-
fen om katoen uit de markt te houden, schijnt ivel onder-
steund te worden. Tot nu toe zijn aanvoeren echter vrij
aanzienlijk en ontvangsten in de havens ruim een millioen
balen grooter dan verleden jaar, terwijl de export thans
circa 200.000 balen meer bedraagt. Ook prijzen van Egyp-
tische katoen zijn vaste’r geworden. Verkoopen bedroegen
de vorige weer 48.000′ balen, waarvan 30.000 balen Amen-
kaansche, 3900 Braziliaansche, 7500 Peruaansehe en 5500
diversen.
De ondervindingen in de Amerikaan sche garenmarkt
schijnen nogal uiteen te loopen. In grove nummers gaat
slechts weinig om en de behaalde prijzen zijn zeer laag;
hetzelfde geldt voor medio nummers, hoewel hier en daar
enkele spinners flinke hoeveelheden verkocht schijnen te
hebben. 1’fen is wel van meening, dat verkoopen belangrijk
grooter zijn dan de huidige verminderde productie, hoewel
momenteele levem

ingen nauwelijks zoo groot zijn. Naar
enkele en getwijnde bundelgarens, geschikt voor verfdoel-
einden voor dhooties, bestaat een goede vraag; .doch de
geboden prijzen zijn over het algemeen te laag, zoodat hier.
van slechts een klein gedeelte geboekt werd. In Eg3rp.
tische garens zijn den laatsten tijd meer zaken gedaan in 60s
twist en inslaggaren voor de weverijen, hoewel ook hierin
de handel -niet algemeen genoemd kan worden. De vraag
naar getwijnde bundelgarens is gering en er gaat slechts
weinig om; het gebrek aan vertrouwen in het ruwe mate-
riaal houdt zaken tegen, met uitzondering van enkele kleine
partijtjes voor vroege levering.
Doekprijzen zijn vaster; koopers doen hun uiterste best
concessies te krijgen, waarin zij echter over het algemeen
niet slagen, zoodat er dan ook minder omgaat dan een week
geleden. Daar staat tegenover, dat geregelde kleine verkoo-
pen hebben plaats gehad om in de behoefte van verschil-
lende firma’s te voorzien. Wat de Oostersche markten be-
treft, gaat er voor China weinig om, terwijl voor Indië
en de kleinere markten, ofschoon vandaar nog wel belang-
stelling bestaat, niet zooveel gedaan is als gewoonlijk. Er
zijn ei-, die van meening zijn, dat er meer leven in de markt
is dan men wel zoo oppervlakkig zou denken; het hangt
er maar van af hoe sterk de onderstroom is van geregelde
kleine verkoopen, waarover wij boven spraken; oppervlak-
kig schijnt de handel bepaald gering te zijn.

270ct. 3Nov. Oost. koersen.26 Oct. 2Nov.
Liverpoolnoteeringén. T.T. op Br..Indië
1
/
5
H
1
/
5
H
F.G.F.Sakellaridis 14,25 15,30 T.T.opllonkong 1/10% 1/10%
G.F. No. 1 Oomra.. 4,80 ‘5,15 T.T. op Shanghai 21411. 214214

10 November 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Il

Noteering voor Loco-Katoen.

(Middling_IJpiands.)

5Nov.
29
Oct.
1

1

22
Oct.
1

5Nov.
5Nov.
1926
1926 1926 1925 1924

New York voor
Middling…
12,65e
12,65e
12,55e
21,..-. e
23,90 c
New Orleans
voor Middling
12,32 c
12,50e
12,20 c
19,82e
23,05 e
Liverpool voor
Middling
.

6,88 d
6,85 d 6,70 d
10,44 d
1

13,37 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

1
Aug. ’26
Overeen komstige periode
tot


29Oct.’26
1925 1924

Ontvangsten Gulf-Havens.
,,

Atlant.11avens
46O
fi


3617
3118

Uitvoer naar Gr.Brittaunië
552
561
616
‘t Vasteland ete.
1497 1369
1074
Japan
286
236
190

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig
tijdstip
290ct»26

1925
1924

2382
1367
1175 1162 1510
1189
Amerik. havens ………..
..

40
215
Binnenland

…………..
New York

……………96
501
418
278
New Orleans ………….
Liverpool

……………….
448
229
194

KOFFIE.
In de afgeloopen week
was
cle stemming voor het artikel
over het algemeen genomen niet slecht. De wisselkoers in
Brazilië bleef vrijwel onveranderd (Londen werd gisteren
genoteerd 6591) en daar •de binnenandsche koffieprijzen in
Milreis er iets opliepen, waren de aanbiedingen van Rio en
van Sautos tenslotte ook eene fractie hooger dan een week
geleden, in prompte en iets latere aflading kwamen zaken
vaA beteekenis nog wel niet voor, •doh de groote lusteloos-
heid van cle vorige weken was er toch ditmaal niet en niet
alleen werd van B.raziel-soorten het een en ander opgeno-
men, doch ook in gewasschen Centraal Ame.rikaansche soor
ten kwamen weder wat meer zaken tot stanl. Met Robusta
van Nederlandsch-Indië ging het echter nog altijd moeilijk
en al zijn cle vraagprijzen onveranderd gebleven, de koop-
lust bleef gering.
Ook iu loco was de afzet wel iets beter, zoowel voor bin-
neulandsch verbruik als vor uitvoer. Na den slechten
gang van zaken in de laatste weken, is het te hopen, dat
(leze beterschap nog wat zal aanhouden en zich verder ont-
wikkelen.
Zooals in het vorig bericht vermeld, werd verwacht dat
de limite van de dageljksehe aanvoeren uit het binnenland
van Sao Paulo naar Santos, die voorloopig slechts tot 5
dezer verhoogd was op 32.000 balen, op dien datum niet
zou worden verlaagd, aangezien de voorraad te Santos zon
buitengewoon klein was geworden. Deze verwachting bleek
juist te zijn en volgens 6 dezer alhier ontvangen officieel
bericht, is voor de maand November de limite zelfs ver-
hoogd op 36.000 balen. Dit cijfer is aangenomen omdat ge-
durende October de uitvoer van Santos bedragen heeft
ruim 900.000 balen, en op 18 October, bij het vaststellen
der limite van 32.000 balen bepaald was, dat na 5 Novem-ber cle dageljksche aanvoeren zouden worden gebracht op
eene hoeveelheid, in overeenstemming met den uitvoer van
de voorafgaande maand.
Volgens de dezer dagen verschenen Statitiek van cle
Firma G. Duuring & Zoon te Rotterdam, is in October de
aanvoer geweest als volgt:
1926

1925

1924
balen

balen

balen

in Europa
.
…………708.000

835.000

1.016.000

Ver. Statenv. Amerika

842.000

831.000

1.056.000

Totaal…. 1.550.000

1.666.000

2.072.000
De Aanvoeren in Etiopa en in Amerika tezamen gedu-
rende cle eerste tien maanden van het jaar bedroegen
16.992.000 balen tegen 15.545.000 halen in 1925 en 17.213.000
balen in 1924.
De Afleveringen in October waren:
1926

1925

1924
balen

balen

balen

inEuropa …………..666.000

$07.000

1.088.000

Ver. Staten v.Amerika

855.000

9161.000

1.043.000

Totaal….

1.521.000

1.771.00

2.131.000

De Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste tien n1aanden van het jaar waren
17.092.000 balen tegen 15.621.000 balen in 1925 en
17.332.000 balen in 1924.
Uit bovenstaande cijfers blijkt, dat zoowel de Aanvoeren
als de Afleveringen in de vorige maand klein zijn geweest.
Dit was bij den geringen ondernemingsiust en bij den slechten afzet vau den laatsten tijd niet anders te ver-
wachten. Ook in de maand September waren de Aanvoeren
•en cle Afleveringen, althans in Europa, ver onder di an
(le vorige jaren gebleven, en het gevolg hiervan is, dat het
totaal van de eerste tien maanden van het jaar in verhou-
ding niet meer zóó ver uitsteekt boven dezelfde maanden
van het vorige jaar, als in de eerste helft van 1926 ‘het
geval is geweest. Tegenover de eerste tien maanden van
1924 zijn de Aanvoeren en de Afleveringen thans ongeveer
300.000 balen kleiner..
Vanaf 1 Juli tot 1 November waren de Aanvoeren in
Europa en in Ameiika tezamen dit jaar 6.65.000 balen
tegen 6.495.000 balen in 1925 en 6.597.000 balen in 1924,
terwijl de Afleveringen bedroegen 6.452.000 balen tegen
6.749.000 balen in 1925 en 7.028.000 balen 1924.
De zichtbare voorraad was op 1 dezer in Europa 1.525.000
balen tegen 1.483.000 balen op 1 October. In Amerika be-
droeg hij 899.000 balen tegen 912.000 balen op 1 October.
In Europa en in Amerika tezamen was de zichtbare voor-
raad dus op 1 dezer 2.424.000 balen tegen 2.395.000 balen op 1 October. Hij bed.roeg op 1 November 1925 2.147.000
balen en op 1 November 1924 2.022.000 balen.
De zichtbare wereldvoorraad was op 1 November 1926
4.849.000 balen tegen 4.856.000 balen op 1 October en
5.209.000 balen verleden jaar (in deze cijfers zijn niet be-
grepen de voorraden in het binnenland van Sao Paulo,
waarvan het cijfer van 1 November 1926 nog niet bekend
is, doch die op 1 October 1926 bedroegen 5.255.000 balen
en op 1 November 1925 3.652.000 balen).
])e prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 9216 h 941- per
cwt. en van dito Prime ongeveer 94/6 á 96/6, terwijl zij
,1vau Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte ver-
-sdheping, bedragen 751- 1. 75/6.
Van Robusta op af lading van Nederlandsch-Indië zijn
de prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, Nov.-verscheping, 40Y
4
cl.; Palem-
(‘bang Robusta, Dec.-verscheping, 40 ct.; Benkoelen Ro-
.busta, Nov.-verscheping, 42Y
4
ct., alles per
1/’
KG., e.i.f.,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
– De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 61
cl.
per 4 KG. voor Superior Santos en 52 ct. voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtencl-call als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

basis Santos Good

1
Dec.Mrt.
1
Mei
1
Sept.
11
Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.

9 Nov. 50% 49% 48

45

4851
8
46t/ 44t1 42
1
/8
2 ,,

49s 4881
8
47% 44%

471 458% 438/
4
417/
1
26 Oct. 50

50

48% 4471
8
48,l.

46% 4451
9
42%
19 ,,

48% 46% 4551
8
4371
8
46
Y
4

44

4211
8
40
1
1
8

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Dec.
1
Maart j

Mei

1
Sept.

8 t’7ov ……… .$ 15,90

$15,36

$ 14,84

$ 13.80
1

,.

…….. …15,60

,, 15,09

,, 14,64

13,70
25 Oct……….,, 15,39

,, 14,83

,, 14,35

13,39
.18

,.

…….. .,, 14,51

,, 14,16

,, 13,87

13.10
Rotterdam, 9 November 1926.

THEE.
Op den 4eu dezer vond wederom een theeveiling plaats,
omvattende ongeveer 12.000 kisten Necl.-In.dische thee. In
overeenstemming met het verloop der Londensche thee-
markt had deze veiling een traag verloop met prijzen, die
van 2 tot 8 ets. •lagei- waren dan die in vorige veiling. Al-
leen zeer goede kwaliteiten waren ten volle prijshoudend,
enkele zelfs iets hooger. Het gemiddelde prijsniveau zal
ongeveer 4 k 5 ets, lager komen te liggen dan dat van de
veiling van 14 October. De grootste ‘teruggang werd geleden
door de ordinaire en middeukwaliteiten, terwijl bladthee
meer gevraagd was dan gruis. In de veiling werden nogal
veel partijen opgehouden, waarvan echter een belangrijk
gedeelte onmiddellijk na de veiling tot afdoening kon komen.
De volgende veiling – de voorlaatste van dit jaar – is
vastgesteld op 25 November en zal ongeveer 13.000 kisten
omvatten.
Amsterdam, 8 November.

1000

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 November 1926

STEENKOLEN.
Eindelijk is dan vandaag of morgen te wachten, dat ioor
opnieuw intermecliair ingrijpen van de Regeering een op-
lossing zal worden gevonden van de staking in de Britsche
kolenvelden.
Na de hervatting van het werk komt dan weer de prijs-
vraag, die op het oogenblik de groote onbekende is. Velen
zijn van meening, dat de kolenorisis, waarover zooveel ge-
schreven is, feitelijk slechts tijdelijk opgeheven is geweest en dat zij dus eigenlijk, niettegenstaande alles,
voor
td
uurt.:

Zooveel is wel zeker, dat de prijzen Vrij snel zullen dalen,
doch niemand vermag te zeggen, waar de daling zal op-
houden. Op het oogeublik zijn de prijzen als volgt:
Westfaalsche Vetförder ……………..
f
26.-
Vetstukken

……………,, 28.-
Smeenootjes ……………,, 28.50
Gasvlamfbrder

………… –27,-
Gietcokes …………….. ..24.-
alles per ton vali 1000 KG., franco stâtion Rotterdam/Am-
ster-dam.
Het blijft een zaak van overleg, of tot deze prijzen in-
derdaad te koopen valt, aangezien er een geprononceerde
schaarschte aan kolen is.
Westfaalsche Bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdem

f
39.-. Markt zeer vast.
9 Novmiber 1926.

IJZER.
Op de wereldmarkt is cle stijging van den ruwijzerprijs
nog verdei

voortgegaan. De hoogovens zijn voor geruimen,
tijd van orders voorzien, terwijl de vraag ruim blijft. Het
‘ransch-Belgisch-Luxemburgsch kartel heeft den prijs f.o.b.:
Antwerpen voor gieterij-ijzer No. 3 op 80 shilling gebracht
(deze prijs geldt ook voor levering

franco Nederlandsche
grens), doch reeds werden zaken gedaan tot sh. 80/6. De Belgische markt voor walsproclucten is minder vast ge-stemd, de vraag voor export is eenigszins verminderd en
de prijzen zijn, hoofdzakelijk voor stafijzer, iets gedaald.
De ruwijzerprijzen voor de binnenlandsclie markt in
Duitsciilahd en Frankrijk blijven voor November onver-
anderd.

Noteering in de week van

25131 Oct. 117 Nov. 2/9 Nov.
1926

1

1926

1

1925

tuwij zer.
f.0.
b. Mid.dlesborough
Sh. Sh. Sh.

Cleveland Foundry
110.1
12516
12516
696
3
12016 12016 661_
4
11916
1196
651_
Hematite East Coast
Mixed Numbers
881_
9216 7418

Wagon départ Longwy
(Lotharingen)
Fra.
Frs.
Frs.

Moulage P. L. no. 3
600,_
600,-
345,-

Semi-phosphoreuse …
670,-
670,_
360,-

ab Werk Rheinl.-Westfaien
Mk.
Mk.
Mk.

Giessereiroheisen

no. 1
88.- 88.- 88.-

3,

3
86.-
86.-
86.-
93.50 93.50
93.50
Hmatit…………….

f.o.b.Antwerpen
Sh. Sh.
Sh.

Gieterij ruwijzer no. 3
77-78
80-8016
61162

Walsproducten.
f. o. b. Antwerpen (vrsjbL)
Sh. Sh.
113/6-115
11216-115

Stafijzer

………….
Plaatijzer 5 mM …….
.125-126
125

11

3

,.

……
.135-136
135-136

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen;

Data
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
lytisch
Tin
Lood
Zink

8 Nov. 1926..
57.51_
66.1_
303.216
29.1_
32.1716

1

,,

1926..
57.1216
66.151-
293.15/-
29.51-
33.1216

25 Oct. 1926…
58.101_
66.151-
310.1216
30.101-
34.216
18

1926…
58.1716
66.151-
315.51_
31.51-
34.101_

9 Nov.1925..
62.216
69.-/-
281.216
37.51-
38.91-

20 Juli 1914..
61.-/-
1
145.151_
19.-!-
21.101-
VRACHTENMARKT.
De Noord-iinerikaansohe graanvrachtenmarkt was de
afgeloopen week kalm, daar de bevrachters het verloop van
den kolentoestand wilden afwachten alvorens tot bevrach-
ting over te gaan. Van Montreal was alleen eenige vraag

naar kleine booten naar U.K., waarvoor 8/3 tot 8/9 per qtr.
werd betaald per November. Naar Lissabon en Leixos werd
een boot gedaan tegen 816 per qtr. Vati West. St. John was eenige vraag naar de Middellandsche Zee en per December
is 36 cents betaald op basis van één loshaven. Van de
Northern }t.ange wist een begin Novemberboot de goede
vracht van 40 cents te bedingen naar Genua of Napels,
terwijl voor een tweede helft Decemberboot 30 cents per
100 lbs. is betaald naar de Fransche Atlantische havens.
De toestand van ce West-Indische suikermarkt bleef on-
veranderd. Naar het Verre Oosten bestaat echter een vrij
goede vraag en naar Shanghai is per Jan./Febr. $ 7,- betaalt!.
De North Pacif ie toonde zeer weinig interesse voor
tonnage voor iedere positie. De eenige -definitieve orders
werd uit de markt genomen -door een Novemberboot tegen
de lagere vracht van 45/. van Vancouver met de optie
Portland of Puget belading tegen 46/3.
De markt van cia La Plata was de afgeloopen week zeer
kalm en er werd slechts weinig bevrach-t.. De vrachten zijn
aanzienlijk teruggeloopen. Per Nov/Dec, werd 4613 geac-
cepteerd, terwijl voor December 43/6 is gedaan, beide van
de boven La Plata havens. Voor prompte belading is een
8000 tonner bevracht van Rosario en Bahia Blanca tegen
47/6.
Er was deze week iets meei- vraag naar ruimte voor ehi-
lisalpeter, hoofdzakelijk naar Fransche havens en door de
schaarschte aan i-uimte zijn de vrachten opgeloopen. Per
Nov/Dec, is 1500 tons Fransche ruimte geboekt naar Bor-
deaux/Autwerpeu range tegen de betrekkelijk hooge vracht
van 45/., terwijl per Januari/Februari en Februari ruimte
is bevracht naar Havre tegen 36/- netto, optie Dninkerkenf
A ntwerpenfRotterdam/Hamburg tegen 35/- netto. Per
Febr./Mrt. is 6000 tons geboekt van 2 laadhavens naar drie
havens Duinkerken/Hamburg range tegen 31/-. Tegen het
einde der week werd de tendens iets minder en per Januari
was 351- niet te bedingen naar Havre/Hamburg range.
Ofschoon de vraag van de Oostelijke markten niet is
toegenomen bleven de vrachten op het hooge peil ten ge-
volge van de schaarschte aan tonnage vool- de eerstkomen-
de maanden. Graanbevrachtingen van Australië vei-den deze
week tegengehouden door een verschil tussehen reeders en
bevrachters over de nieuwe ,,Austral” charter. Er zijn geen
afsluitingen te vermelden, doch de vracht bleef onveran-
derd.
De vrachten van den Donau bleven vast, doch er zijn
geen afsluitingen te vermelden. Voor November wordt 3716
geboden naar Continent en 36/- naar ,,picked ports”. De
Zwarte Zee is kalmer; er vond echter slechts één bevrach-
ting plaats, al. naar Denemarken direct tegen 351- No-
vember.
Van de Middellanclsche Zee ging weinig om in erts.
Huelva/Rotterdam betaalde 131- en Huelva(Plymouth 18/6.
Verschei,lene booten werden bevracht voor loslaat tegen
verschillende vrachten. SfaxfRouaan betaalde 1616, Nantes
16/9, ]3ordeaux 17/- en Antwerpen 181-.
Van de Golf van Biscaye werden alleen kolen bevracht.
Van Musel naar de Oostkust U.K. is 14/- gedaan, Man-
chester 161- en Cardiff 141-.
Ten gevolge van de verwachting, dat de Engelsche kolen-
staking zou worden geregeld, werd van Amerika betiekke-
lijk weinig bevracht. Het aantal bevrachtingen naar U.K.
bedroeg slechts 45 booten; ook de vrachten zijn over het algemeen minder dan de vorige week: al.: 30 November
351-, 15 December 27/6, 31 December 261-, 31 Januari 1916.
Ook van Charleston is bevracht met 30 November eau-celling tegen 351-, optie 6 Dec. 3316. Naar West-Italië is
$ 9,- betaalt! per Nov. en $ 8,50 per eerste helft December,
Kopenhagen $ 8,50. Naar Las Palmas, optie Gibraltar is
38/9 gedaan per eerste helft November en $ 7,- per Jan.

RIJN VAART.
Week van 3-1 October t/m. 6 November 1926.
De aanvoeren van zeezijde, hoofdzakelijk erts, waren ta-melijk levendig; de verschepingen van kolen waren minder
druk
dan de voorafgaande week.
Aangezien de vrachten in de Ruhrhavens te’rugliepen en
ten gevolge van mist en vassend water de sleeploorien hoo-
ger werden, was cle animo onder de schippers om ledig naar
de Ruhrhavens te varen, niet groot. Dientengevolge was
het aanbod van ledige schepen ruimschoots voldoende en
liepen de ertsvrachten -geleidelijk terug van
f
0,90/1,- resp. met Y
4
en
3
lostijd, tot
f
0,50/0,60 per last. De daghuren
naar den Bovenrijn bedroegen gemiddeld 3y
2
4 4 ets. per

Het sleeploon varieerde tusschen het 40 en 60 ets. tarief. De vrachten voor exportkolen naar Rotterdam ondergin-
gen eeii verdere daling en bedroegen Mk. 1,60 per ton
met vrij sleepen.

Auteur