Ga direct naar de content

Jrg. 11, editie 542

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 19 1926

19 MEI 196

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economisch-Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINCEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

1
JE
JAARGANG

WOENSDAG 19 MEI 1’926

No. 542

INHOUD.

BIz.

HlT
VIJFTIGJARIG BESTAAN VAN DE VEREENI0100 VOOR.
DEN EFFEGTENI-IANDEL
door
Jhr. Mr. L.
H.
van Lennep 452
Het nieuwe Goederentarief der Nederlandsche Spoorwe-
gen door Jhr. Mr. P. Elias ……………………. 452
De ,,White Star Line deal” door, 0.
Vermey ……….455
De Aflossingsvoorwaardèn voor de Pandbrieven onzer
Hypotheekbanken II (Slot) door Mr.
H.
R. van Maasdijk 458
Weekinkomen en Iiuruitgave door
Mr. Dr. J. H. van Zanten
met naschrift door
Ir. B. Bölger ………………460
AANTEEKENINGEN:
De betalingsbalans der Vereenigde Staten over
1925 461
De oprichting der International Mercantile Marine
Trust en de Cunard Line ………………….
462
De kosten van de mislukte, poging tot stabilisatie
van den Belgischen Franc ………………..
463
MAANDOIJFERS:
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank ………….
64
Girö-kantoor der Gemeente Amsterdam
.
……….
464
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN

…..
46 4-470
Geldkoersen.

I Bankstaten.

Goederenhandel. Wisselkoersen.

I
Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISC 11-STATISTISCHE BERICHTEN

COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F.11. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rengers; Prof. Mr. 11.. R. Ribbius; Mr. Q. J. Terpstra;
Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: ,D. J. Wansink.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postreke’iving 8408.

Abonnementspr-ijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloiviën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van,, het
Instituut ontvangen 1,eet weeleblad gratis.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver

tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rkeniing
T0
6729.

BERICHT.

Met het oog op de a.s. Feestdagen zal het volgend

no. Donderdag 27 dezer verschijnen.

18
MEI
1928.

In den toestand van de geidmarkt kwam ook deze

week weinig verandering. Het aanbod van geld bleef

nog vrij beperkt, zoodat de rente voor wissels op 2
15
/16
h 3 pOt. bleef hangen, terwijl de prolongatierente de

geheele week 3 pOt. noteerde.
* *
*

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank

blijkt de post binnenlandsche wissels met f 3,1 mii-

lioen te zijn teruggeloopen. De beleeningen geven een

vermeerdering van f 4,4 millioen te zien. Het rente-

loos voorschot aan het’Rijk werd in de afgeloopen

wéek ‘geheel afgelost, om’ plaats’ te maken voor een

creditsaldo van de schatkist ten bedrage van f 9

millioen.

De voorraad gouden munt daalde met f 200.000.

De zilvervoorraad nam met eenzelfde bedrag toe.

De
stijging
van 12,1 millioen, die de post papier op

het buitenland te zien geeft, correspondeert nagenoeg

geheel met een
gelijktijdige
daling van de diverse

rekeningen onder het actief, die in de afgeloopen

week van f 76,5 millioen tot f 63,9 millioeterugliepen.

De biljettencirculatie daalde met f 15,1 millioen.

De rekening-courantsaldi van anderen vertoonen

een vermeerdering van 5,1 millioen. Het beschikbaar
metaalsaldo steeg met een goede f 100.000. Het dek-

kingspercentage bedraagt ruim 51.
* *
*

De lichte verbetering in de stemming voor Fransche

en Belgische franks. bleef niet aanhouden. Na den

feestdag trad weder een flinke daling in en het slot

was flauw op ca. 7.40 voor beide wissels. Ook Lires

moesten na den feestdag een gevoelige daling onder-

gaan. Reeds Woensdag hadden de steeds aanhoudende

aanvallen der baissiers meer uitwerking en begon de

steun te verslappen. Toen deze op de volgende dagen

geheel ophield, zakte de koers in tot 8.20. In New

York werd echter de steun reeds weder hervat op

Zaterdag; dientengevolge steeg daar de koers weder

tot op een pariteit van ongeveer 9.10 en ook hier

was gisteren, vooral in den namiddag, de stemming

weder belangrijk beter en ondanks hevige aanvallen

der baissiers sloot de koers weder op ca. 9.02. Ook

de overige wisselkoersen waren deze week vrij bewo-

gen. Ponden, die de vorige week ondanks de werk-
staking vrij stabiel waren,, liepen nu heen en weer,

al naar gelang de berichten over de staking goed of

slecht waren en ook de overige goudwissels schom-

melden, onder vrij belangrijke omzetten, veel sterker

dan men in weken gewend was.

LONDEN,
17
MEI
1926.

Met het einde van de vorige week is een korte

periode van een halve maand afgesloten, die onge-

twijfeld tot de zeer
‘belangrijke
perioden in de eco-

nomische geschiedenis yan dit land zal gerekend

worden en die zonder
twijfel
ook van verstrekkenden

invloed kan
blijken
te zijn op het verloop van han-

gende arbeidskwesties in de overige landen van

Europa.

De geldmarkt behield haar rustig aanzien, terwijl

zich in de discontomarkt na het einde van de staking

eene veel grootere bedrijvigheid deed gevoelen tot
lagere koersen. Disconto sluit de week dan ook op

43/8 en is ook heden flauw gestemd op 45/_3/.

Onder den invloed van het einde der’ staking was

het pond zeer vast tegenover ,den Dollar. Slot heden

4.86/8.

452

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 Mei 1926

HE1 VIJFTIGJARIG BESTAAN VAN DE

VEREENIGING VOOR DEN

EFFECTENHANDEL.

Een land heeft de regeering, die het verdient;

zoo heeft, kan men zeggen, eene vereeniging het

bestuur, dat ze meriteert. Wie de leden van het

bestuur der Vereeniging voor den Effectenhandel

kent, weet dat hiermede het schoonst denkbare com-

pliment aan de jubileerende corporatie is gegeven.

Veelomvattenci is de taak van het bestuur; inwendige

organisatie, contact met de zustervereenigingen in

,,de provincie”, optreden bij wanbetaling door staten

en andere geldnemers, enz. Bemoeilijkt wordt vaak

de arbeid door de heterogene samenstelling der ver-

eeniging: commissionnairs, bankiers, hoeklieden, (met

vele overgangsvormen) maken samen het ledental uit.

Ware van den aanvang de onderscheiding: brokers,

bankers, jobbers, gehandhaafd, veel moeilijkheden

zouden zijn voorkomen.

Bij het effectenbedrijf is de verleiding tot ,,snijden”

groot; met -kracht treedt het bestuur hiertegen op;

telkens en telkens waakt het voor de zuiverheid van

den handel. Natuurlijk schuilt bij de leden der Ver-

eeniging kaf onder het koren, (waar is dat niet het

geval ?), en steeds zal te verbeteren blijven, maar

niemand zal ontkennen, dat de onbaatzuchtige arbeid

van het Bestuur het peil van het beursleven verheft

en juiste begrippen omtrent wat al dan niet oirbaar

is, aankweekt. Men ontvangt niet gaarne eene be-

risping van het bestuur, die ook gegeven wordt, waar
eene handeling niet strafbaar, doch wel laakbaar was.

Weinig vereenigingen, laat staan corporaties van

handelaren, komen in zoo sterke mate met het publiek

in aanraking als de V. v. d. E. Haar orgaan, ,,de

Prijscourant”, wordt in alle bladen overgedrukt en

naast de sportrubriek telt die van de beurs zeker de

meeste lezers.

Hoe groot de invloed der effectenbeurs is, kon men

in Juli 1914 eenigermate beseffen: geen algemeen

moratorium, maar de sluiting der beurs heeft toen

groote onheilen verhoed.

De inmenging der Regeering dateert van dat tijd-

stip; tot dusverre heeft de omgang tusschen het

beursbestuur en de vertegenwoordigers der Regeering

geen bezwaren opgeleverd, integendeel. Den bijnaam

,,de ergernis”, dien de heeren gecommitteerden ter

beurze kregen, toen een nis voor hen werd bijgebouwd,

verdienden zij niet!

De voorloopige regeling is tot dusverre bestendigd;

ii n’y a que le provisoire qui dure. Zeker is geen

versterking van het Regeeringstoezicht noodig, zoo-

lang de Vereeniging bestuurd wordt door mannen

van gelijke beweging als de tegenwoordige leiders.

Het weekblad ,,Economisch- Statistische Berichten”

biedt de ,,Vereeniging voor den Effectenhandel” en haar

Bestuur de beste wenschen aan voor het komend

tijdvak. Moge de Vereeniging zich langs de tot dus-

verre gevolgde, beproefde banen blijven ontwikkelen;

het Nederlandsche volk zal er wel bij varen.

L. H. v. L.

HET NIEUWE GOEDERENTARIEF DER
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN.

Op 1 Juli as. wordt door de Nederlandsche Spoor-

wegen een nieuw goederentarief (,,IJ1- en Vracht-
goederentarief, Deel II”) ingevoerd.

Was ‘bij vorige gelegenheden het vervangen van

een bestaande uitgave van het goederentarief door een
nieuwe in hoofdzaak te beschouwen als een
herdruk
van het oude tarief, onder inachtneming van de
daarin in den loop der
tijden
aangebrachte wijzigin-
gen en aanvullingen,
deze
uitgave is het resultaat
van een grondige herziening, vaabij gestreefd is naar
verbetering van ‘het
tariefsysteen
en tevens, binnen

de perken, welke den Nederlandschen Spoorwegen
door hun exploitatiekosten worden gesteld, naar
vrachtverlaging.

Dit artikel heeft ton doel de’ belangrijkste der wij-zigirigen, welke het nieuwe tarief in den bestaanden

toestand zal brengen, in ruwe trekken aan te geven.

Tot beter begrip hiervan moge een zéér globale samen-
vatting van het tegenwoordige tariefstelsel vooraf-
gaini.

Het bestaande tarief heeft, nevens twee
stukgoed-
klassen, ru. een ,,algemeene” en een goed’koopere (voor.
een beperkt aantal goederensporten geldende) ,,uit-
zonderings”-stukgoedklasse, drie
wagenladin.gsklassen:
A, B en 0. Volgens de vrachtprjzen der wagenla-

dingskiasse A worden bovracht alle, blijkens de G’oe-

derenciassificatie in die klasse vallende goederen,
alsmede alle
niet
in die classificatie genoemde goe deren, een en ander bij’ ‘betaling van de vracht voor
ten minste 5000 KG.
per zending.
Volgens de vracht-
prijzen der wagenladingsklasse B (goedbooper dan A)
worden bevracht alle
blijkens
de Goederenclassificatie
tot
deze
klasse behoorende goederen, eveneens biji be-
taling der vracht voor ten minste 5000 KG.
per zen-
ding.
Volgens de vranhtprijzen van ‘klasse 0 (goed-

kooper dan B) worden bevracht alle blj’kens de Goe-

derenciassificatie tot
deze
klasse behoorende goederen
bij betaling der vracht voor ten minste 10.000 KG.
per vrachtbrief en
per wagen;
goederen van klasse 0,

welke bij geringere hoeveelheden per wagen worden aangeboden, worden bevracht volgens de vrachtprij-
zen en voorwaarden van klasse B, tenzij een bevrach-

ting voor 10.000 KG. per ‘vrachtbrief en per wagen
volgens klasse 0 goedkooper is.
Het vorenstaande is de
algemeene regel.
Daarneven.s
bestaan: lo. bijzondere bepalingen voor de vrachthe-rekening van sommige goederen (o.a. voor gebruikte
em’ballago, volurnineuze goederen, goederen welke bij-

zondere maatregelen vereischen, zooals lange voor-
werpen, zware voorwerpen, levende visch in vaten enz.,
vervoer van goederen in particuliere wagens) en 2o.
een groot aantal ,,speciale tarieven” met lagere
vrachtprijzen dan die van het klassentarief.
Door het nieuwe tarief zullen in de eerste plaats

‘de stukgoedprjzen worden verlaagd. Aangezien de
nieuwe stukgoedprij’zen èn lager zullen zijn dan die
der oude algemeene stukgoedkiasse èn lager dan die
der oude uitzonderingsstukgoedklasse, zal het nieuwe
tarief slec’hts Sén stukgoedkiasse bevatten. Hieronder

volgt, voor sommige afstanden, een vergelijking van
de oude en de nieuwe stukgoedprij’zen:

(Nieuw)
1

(Oud)
Stukgoed

Algem.

Uitz.
Kilometers – Klasse
I
Stukgoed
I
Stukgoed

Vrachtprijzen per
100
K.G. in guldens

100

0.90

1.05

0.92
150


1.15

1.42

1.23
200

1.40

1.67

1.48
250

1.58

1.92

1.73
300

1.77

2.05

1.86

Wat ‘de wagenladings
prijzen betreft, in ‘het nieuwe
tarief is, nevens de ‘bestaande klassen A, B en 0, een nieuwe klasse D
.
(goedkooper dan 0) opgenomen.
Deze nieuwe klasse dient in hoofdzaak ter vervanging
van een aantal speciale tarieven (zooals o.a. sp.t. No.

19. Mei 1926

ECONOMIS.CHSTATISTISCHE BERICHTEN

453

1 voor natuurlijke en kuntmeststoffen, sp.t. No. 2
voor aarde, cement, steenen, enz., sp.t. No. 3 voor
Limburgscho kolen, sp.t. No. 12 voor steenkolen enz.

van sommige havens’tations en van de Belgisch-Neder-
landsc’11e gr’enspunten) ]) terwijl in die klasse tevens

werden gerangschikt ccii aantal andere ruwe artike-
len, welke tot dusver in klasse 0 en
niet
in eenig

spcciaaltarief waren opgenomen, zooals o.a. hout, krul-
en, zaagsel, hout.skoolbriketten, turfbriketten, turf-

strooisel, teer, pek, ertsen.

Zijn de vrachtprijzn der klasse 1) uit den aard

der zaak nieuw, ook die de.r overigé klassen berusten

Oj)
een geheel nieuwen grondslag. lii het oude tariéf

bestond geen constante verhouding tuaschen de vracht-
prijzen der onderscheidene klassen. Vergelijkt men

biv. dc oude v.rachtp:ri.jzen der klasse B met •de oude vrachtprijzen, der klasse A, dan ziet men, dat de eerste

Op
50 kilometer 11 pOt.,
0.1)
100 kilometer 15 pOt.,

op 200 kilometer 22 pOt., op 300 kilometer 25 pOt.

en op 400 kilometer 22 pOt. lager zijn dan die der
klasse A, welke toestand een gevolg hiervan is, dat er

geen voldoende samenhang is tusschen de ki.lometri-
sohe grondslagen, waarop de vrachtprijzen der onder-

scheidene klassen berusten.
In het nieuwe tarief is
er naar gestreefd de onderlinge verhouding van de
vi’acht prijzen der verschillende klassen. zooveel nsoge-
lijk op alle afstanden dezelfde te doen zijn..
Ter herei-
king van ‘dit doel heeft men,
uitgaain.de van een (nieu-
wen) lcilonsetrisc hen grondslag voor de vrachtprijzen
der klasse A,
den kilornetrischen grondslag voor de
overige klassen in dier voege gevonden, dat men den
eerstgenoomclen grondslag voor wat de andere
wagen-

iadingsklassen betreft, met een voor elke klasse ver-
schillend percentage – nl. voor klasse B met 20 pOt.,
voor klasse 0 met 40 pOt. en voor klasse D met 60
pOt. — heeft
verlaagd
en, voor wat de stukgoedkiasse
betreft, met 25 püt. heeft
verhoogd.

liet spreekt vanzelf, dat, waar tot dusver een con-
stante verhouding heeft ontbroken, het scheppen van
zoodanige verhouding er in elk geval toe moest leiden,
dat bestaande v rachtp rijzen werd en veihoogd of ver-
laagd.
Aangezien de herziening in het teeken der vracht-
verlaging
zou staan, zijn <1e kiiometrisc’he grondslag
voor de klasse A en de verhoudingspercentages voor

:1.)
Voor steenkolen enz. int Duitsehlanci gold tot dusver
liet
ii5
het D,oitsch.Nederl. tarief
voorkomend sp.t. No. 12a,
met dezelfde prijzen als voorgenoemcl sp.t. No. 12. Door
do nieuwe klasse D (welke ook voor Duitsohe kolen zal
gelden) komt ook sp.t. No. 12a te vervallen.

de addere klassen aldus vastgesteld, dat, waar het
slechts’even kon, vrachtverhooging is vermeden. Voor-
zoovej: tegenover de talrijke gevallen van (soms aan-
zienlijke) vrachtverlaging, enkele gevallen van (on-

vermijdelijke) vrachtverhooging komen te staan, is er

naar gestreefd de verhoogingen zoo gering mogelijk

to doen zijn, terwijl deze laatste bovendien meestal
ruimschoots worden geneutraliseerd door den maat-
regel, welke hieronder nader wordt besproken.

De hier ‘bedoelde maatregel is: consequente door-
voering van
den regel,
dat de wagenladingsprijzen
lager
behooren
te zijn,
nao,rnzate
de
afzenders
beter

partij trekken van de laadruinite der wagens.
Tot dus-
ver werden all6n de goederen der klasse 0 verschil-
lend ‘bevraoht, naarmate de wagens beter beladen wa-

ren (ni. volgens klasse 0 bui ten minste 10.000
KG.
pèr wagen en volgens klasse B bij geringere hoeveel-
heden per wagen). Wie daarentegen goederen van ‘de
klassen A of B te verzenden had, betaalde hij belading
van een wagen met 10.000
KG.
of met 15.000
KG.
de-
zelfde vracht per 100
KG.,
welke hem
bij
belading
met 5000
KG.
in rekening werd gobracht. Volgens het
nieuwe tarief zullen de vrachtprijzen per 100
KG.
lager zijn naarmate van het laadvermogen van den
wagen een beter gebruik wordt gemaakt.
Voor elke
wagenladingskiasse worden nl. vrachtprijzen aangege-
ven voor ten minste 5000 KG., voor ten minste 10.000
EG. en voor ten minste 15.000 EG. perwagen.
Het-
zelfde principe is in acht genomen ‘bij het opstellen
der speciale tarieven.

Het aannemen van dit nieuwe stelsel heeft het
voordeel, dat het de Nederlandsche Spoorwegen, dank
zij de te ve:rwachten besparing aan exploitatiekosten
door zuiniger gebruik van het materieel, in staat stelt
vrae’htverlagingen in te voeren, waaraan
zij
biji behoud
van het oude stelsel niet zouden ‘hebben durven denken.
Voor den handel ‘heeft deze vrachtverlaging te meer
beteekenis indien men Ibedeukt, dat reeds de
grond-
prijzen, waarop de reductie voor intensievé belading

wordt verleend (vöor de klassen A en B de 5 tons
prijzen en voor de klassen 0 en D de 10 tons prijzen)
in vele gevallen lager zullen zijn ‘dan de tegen-
woordige.
Voor den spoorweg schept de vrachtverlaging, no-iens ‘het reeds genoemde voordeel van zuiniger ma-
terieelgebruik, de kans op het winnen van transpor-
ten, welke thans met andere middelen van vervoer
gaan.

De n.ieuw’e vrachtprijzeu van het k]asseitarief zijn
als volgt gevormd:

Wagenla dingskiassen
1)

Stukgoedkiasse
______________

____________

_____________
AS
A 10

A .15
B 5
_______________

B 1.0

B 15
Hieronder
Hieron der
Vrachtprij zen
Vrachtprijzen
Hieronder
Vrachtprijzen Vrachtprijzen
afzonderlijk
afzonderlijk van klasse A 5 van klasse A 5 afzonderlijk
van klasse B 5 van klasse B
5
aangegeven
aangegeven
verminderd
verminderd
aangegeven
verminderd verminderd
niet 71

01
met 15
0/
met 71/2
0/
met 15
0
/

Wagenladingsklassen

C5
CH)
C15
1

DS
1

DIO
1

1)15
1

Vrachtprijzen

Hieronder
Vrachtprijzen Vrachtprijzen

Hieronder
Vrachtprijzen
van klasse B 5

afzonderlijk

van klasse 0 10
van klasse
B 5

afzonderlijk
van klasse D 10
aangegeven

verminderd
aangegeven
verminderd
met 15
0/
met 15
0
/
0

)
A.

5 heteekent: klasse A voor ten minste

5.000 KG.
De vrachtprijzen der
stukgoedklasse en
der wagen-

AlS
11

11

15000
l’idingslhssen A 5

B 5
010 en D 10 beiusten
op de
euz. enz.
volgende grondslagen:

Stukgoed klasse
_______________________
Wagenladingsklassen

5
B 5

1
C 10
D

:io

in centen

Vast recht per 100 K.G
15
10 10 10 10
:Eenheidsprijs

per

100

K.G.
en per K.M.:
v/d

loten t/rn den

50sten
K.N:
0.875

di.
A
5
0.7
0.56

)

d.i. A 5
0.42
)

d.i. A 5
0.28
d.i. A 5
51sten

,,

,,

lOOsten
0.625

!
verhoogd
0.5
0.4

ver-
0.3
ver.

0.2
ver-
101sten

,.

200sten
0.5

1′

met
0.4
0.32

minderd
0.24
minderd
0.16
ininderd
voor eiken
K.M.
meer
……….
0.375

25
0/
.1
0.3
0.24

met 20
0
/
.1
0.18
met 40
0
/
.1
0.12
met
600/

454

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 Mei 1926

Ten einde een denkbeeld te geven van de wijzigin-

gen, welke het op vorenstaande grondslagen berusten-
cle tarief in de vrachtpri,zen zal brengen, is het vol-
gend staatje opgesteld:

(nieuw)

(oud)

(nieuw)

(oud)

(nieuw)

(oud)

,,G)

.•

N•X
°bb
.

A5A1OA15 A B5B1OB15 B
WX

Vrachtprijzen per 100 K.G. in guldens

50
0.58
0.67 0.61
0.45 0.41 0.38
0.45 0.38
0.35 0.32
0.40
100
0.90
1.05 0.92
0.70
0.64 0.59
0.73
0.58 0.53 0.40 0.62′
150
.1.15
1.42 1.23
0.90 0.83 0.76
1.0
1
0.74 0.68 0.62
0.85
200
1.40
1.7 1.48
1.10 1.01 0.93
1
.23
0.90 0.83 0.76
096
250
1.58
1.92 1.73
1.25 1.15 1.06
1.46
1.02 0.94 0.86
1.07
300
1.77
2.05 1.86
1.40 1.29 1.19
1.57
1.14 1.05 0.96
1.18

(nieuw) (oud) (nieuw)

0

(oud)

-i(fl
C10015 0 D10D15t

o –

Vrachtprijzen per 100 K.G. in guldens

50
0.31 0.26
0.33
0.24
0.20 0.33 0.26

0.22

0.20 0.21
100
0.46
0.39
0.45
0.34 0.28
0.45 0.35

0.33

0.27 0.28
150
0.58
0.49
0.56
0.42 0.35
0.56 0.43

0.41

0.33 0.36
200
0.70
0.59 0.67
0.50 0.42
0.67 0.52

0.49

0.40

0.43
250
0.79
0.67 0.78
0.56 0.47
0.78 0.61

0.57

0.47 0.50
300
0.88
0.74
0.900.62
0.52
0.90 0.70

0.65

0.54 0.57

Uit ‘deze vergelijking blijkt, dat tegellover talrijice,

dikwijls aanzienlijke, verlagingen slechts weinige ver..
hoogingen staan. Verhoogingen
van, eewige beee1cenis

komen in voormeld staatje
1)
slechts voor bijide nieu-

we klasse D, vergeleken bij het oude speciaaltariefe

No. 1 en dan nog slechts voor wat cle 10 tons vracht-
pri,jzen ‘betreft. Bij uit goederen van het oude sp.t.
No. 1 bestaande
15
tons ladingen (waartoe de hier in

aanmerking komende goederen zich hij uitstek leanen)
ziet men èf cciii onheteekeneude verhoog.iug ôf gelijk-
heic) van ‘vraehtprijzen ôf verlaging.

Dat,, beter dan, vroeger, rekening is gehouden met
den eisch, dat cle verhouding tu.sscheu cie vrachtpri,j-
zeti der onderscheidene tariefldasserL zooveel mogelijk

op alle afstanden dezelfde behoort te zijn, blijkt’ uit

de volgende voorbeelden:

(oud)1!

(nieuw)
B
is

Lger

C
is

jB 5is
lagerCløislager
danA1agerdanA danA5

danA5

Op 50
K.M.

11
0/

27
0
/0

15
0
/0

31
0I

100

15 ,,

38 ,,

17 ,,

34
150

,,

16 ,,

45

18 ,,

36
200

22

46

18
,,

36

250

,,

27 ,,

47 ,,

18

37

300 ,,

25

43

18
,,

37

Dat hij dc nieuwe v.i’ac’htprijzen de verhouding niet

geheel
dezelfde is
01)
alle afstanden, ligt hieraan, dlatt

voor
a2le
wagenladingskiassen ‘hetzelfde vast recht

(f
0,10 per 100 KO.) is aangenomen, hetgeen gedaan
is: 1o. omdat de kosten, waarvoor het vast recht een
vergoeding is, voor alle goederen dezelfde zijn; 2o.
omdat, door voor de klassen B, 0 en D niet alleen
de kilometrische eenheidsprijzen van klasse A, maar’
ook het vast recht met onderseheidenlijk 20 pOt., 40,
pOt. en 60 pOt. te verlagen, op kleine afstanden
vrachtprijzen zouden zijn verkregen, welke niet meer

lootiend zouden zijn geweest.

* *
*

Het oude tarief telt 46 ,,speciale tarieven” niet niet’
min der dan 36 elkan der dikwijls weinig ontioepende.
,,barêmes” (vrachtprijzen volgens cle afstanden). Het
nieuwe tarief brengt vereenvoudiging, ‘doordien het
aantal speciale tarieven en vooral dat der barêrnes

t)
Dit staatje maakt geen melding van het oude sp.t.
No.
3 voor Liniburgsohe kolen. Op de opheffing van dit spe-
ciaaltarief
wordt
bij de bespreking der speciale tarieven
nader teruggekomen.
el

zooveel mogelijk is verminderd. Tot vermindering van
het aantal speciale tarieven – het nieuwe tarief telt

er 20 – heeft vooral het scheppen der nieuwe wagen-

ia’dingskiasse .D bijgedragen (zie hiervoren). Het aan-
tal ‘harêmes – het nieuwe tarief telt er slechts 9 – is

verminderd kunnen worden doordat, dank zij cle om

standigheid, dat voortaan elico wagenladingskiasse
drieërlei vrachtprijzen zal hebben (voor 5, 10 en 15
ton.), reeds het nieuwe ‘kiassentarief een groot aan-

tal barômes oplevert. Deze laatste konden in dier

voege aan de speciale tarieven worden dienstbaar ge-

maak-t, dat, telkeeh wanneer 66n daarvan ongeveer

overeenkwam met het voo:r eenig speciaaltarief tot

dusver geldend !barême, ‘voor ‘dit speciaaltarief het

betrekkelijke klasseobarôme van toepassing kon wor-

den verklaard (dat dan natuurlijk een goedkooper

harême is dan dat der klasse, waarin cle Ibetrokkelijke
goederen volgens ‘het
algemeen
tarief zijn gerang-

schikt).

Hierdoor, èn door de omstandigheid, dat, voor zoo-
ver voor sommige speciale tarieven afzonderlijke
barômes noodi’g bleken, deze gevormd zijn door het

meest overeenkomend klassenbarême met een zoodanig

percentage te verhoogen of te verlagen als noodig wa

om ongevder tot do oude vrachtprijzen te komen, is

ook tusschen de prijzen van het klassentarief en . ‘die
der speciale tarieven alsmede tussc’hen die van de
speciale tarieven onderling een zooveel mogelijk op

alle afstanden gelijke verhouding van vrachtprijzen

verkregen.

Het zou to ver voeren omtrent de onderscheidene

speciale tarieven in nadere bijzonderheden te treden..

Daarom worde volstaan met de mededeeling, .dat
over

het algemeen
de oude vrachtprijzen der speciale tarie-

ven – behalve dan voor wat
betreft
de reductie hij

intensieve belading van het ‘materieel – door het
,

nieuwe tarief geen ‘g.roote wijzigingen ondergaan. Op

Mn aanzienlijke verh’ooging – die echter practisch
van geen belang behoeft te zijn – dient evenwel te
worden gewezen: door cle nieuwe klasse D is ook het

bestaande speciaaltai’ief No. 3 voor Limhurgsche
kolen opgeheven en nu beteekenen, ‘behalve voor in-

dingen van ton minste 15 ton op kleine afstanden, de
vrachtprijzen der nieuwe klasse D een verhooging
welke, vooral voor zendingen van ton minste 45
011

van ten minste 100 ton (oude harômes 6 en 7 van
speciaaltarief No. 3) aanzienlijk kan worden genoemd.
T-Ietvorengemeicle speciaaltarief werd opgeheven om-
dat do kilometrische grondslagen, waarop het berust,
èuii op zichzelf aarrvechtbaar zijn èn niet meer passen
in het kader van het streng volgehouden nieuwe
tariefsysteem. De Nederlandsche Spoorwegen konden
tot ‘die opheffing overgaan ‘omdat zij, gelijk bekend

is,
1)
met de Limburgsche ‘mijnbesturen een
restitutie-

overeenkomst op de ‘basis eener uniforme vracht van
f2,15 per ton hebben afgesloten. Waar de mijnen,
door de kolei franco bestemming te leveren, den out-
vangers die vracht in. rekening kunnen ‘brengen,
‘elke ‘hu.n goedclunkt, komt ‘het er niet op aan, welke

vracliten
aanvwn.k dijk
worden toegepast.

* *
*

1)e nieuwe ,,Bepalingen vooi’ de Vrac’htberekeni’ng”
zijn als een Ibela.ngrijke vooruitgang te beschouwen.

Er is naar gestreefd niet alleen de grondgedachten,
waarop zij berusten, op ioodanige *ijze uit te werken, dat een zoo systematisch mogelijk opgebouwd geheel

wordt verkregen, maar ‘ook om dit in zoodanigen vorm
to doen, .dat de ‘bedoeling overal duidelijk in het oog

springt.
Van de materieele wijzigingen verdient in de eerste

plaats deze te worden vermeld, dat geheel is gebroken
met het (volgens het oude tarief voor de klassen A en
B geldende) stelsel eener bevrachting volgens een ge-
wicht van ten ‘minsté 5000 KG.
per zending,
d.w.z.
ongeacht het aantal gebezigde wagens. Voortaan zul-

i) Zie E..S. B. No. 535 van 31 Maart 1926 blz. 298
e.v.

19Mei’ 1926.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

455

len
alle
wagenladingsprijzen voor zeker minimum-

gewjcht
per wagen
worden toegepast. Dit was de
noodzakelijke consequentie van het aangenomen stel-
sel om den, toe te passen vrachtprijs (5 tons, 10 tons
of 15. tons vracht.prijs) afhankelijk te stellen van cle

mate van belading der gehezigde wagens.

Ten aanzien van een deel ‘der massa-goederen van
klasse D is bepaald, dat ‘bij vervoer ie wagens ‘van

grooter draagvermogon dan 15 ton, do 15 tons vracht-

prijzen ‘slechts mogen worden toegepast, indien de vracht voo.r het volle draagvermogen dat ghezigde

wagens wordt betaald. Dit, (o.a. ook in Duitschiand
voor goederen van dien aard geldende) stelsel is aan-

genomen om de afzenders er ‘toe te brengen het draag-

vermogen dor talrijke open 20-tons wagens ten volle
te ‘benutten, waartoe, gezien den ‘massalen aard van
rio hier bedoelde goederen, practisch geen bezwaar kan

bestaan.

De hovrachting als
wagenlading
van zendingen, be-

staande uit ,,volumineuze” goederen – d.z. goederen,
‘e1ke naar verhouding van hun gewicht i’eel ruimte

innemen en bij lbevrachting als
stukgoed
de stukgoed-
vracht voo.r het 1 3′ voudige gewicht betalen – hing

tot dusver uitsluitend hiervan af, of een open. dan wel
een gesloten wagen wordt gebezigd; in het eerste ge-

val werden de vracht,prijzen van klasse B, in het twee-
de die van klasse B, plus 10 pOt., toegepast.
1)
Voort-
aan zal de vracht berekend worden volgens de vracht-
prijzen van klasse A, B, 0 of D, al naar gelang van
de klasse waarin het betr. goed in de Goederenclassi-ficatie is gerangschikt.

Overal waar tot dusverre de stukgoedvracht voor
ten minste 2000 KG. verschuldigd was – bijv. voor
zeer lange of zeer zware voorwerpen, omdat daarvoo:r
afzonderlijke wagens ter beschikking ‘moeten worden
gesteld – is dit minimum verhoogd op 2500 KG.,
aangezien liet voor de Spooi,-wegen te nadeelig zou zijn
genoegen te nemen met een vracht voor 2000 KG.

volgens de
nieuwe, verlaagde
stukgoedprijzen.

Een ‘belangrijke vereenvoudiging wordt verkregen
voor pwrticul’iere
wagens. Volgens het oude tarief
wordt voor ‘de in
.. ‘zoodanige wragens verzonden ‘goe-
deren de gewone tariefvracht berekend, terwijl .de

ledige
wagens (mits als vrachtgoed verzonden) in
zekere gevallen gratis, in andere gevallen onder toe-
passLlig van de stukgoedvrac’ht voor ten minste 2000
KOr. per wagen worden vervoerd (ledige wagens als
i.jlgoed verzonden betalen steeds ‘de ijlstukgoedvracht
voor 2000 KG. per wagen). Aangezien het voren’be-
doelde nu eens gratis, dan weer tegen vrachthe-
rekening vervoeren van ledige particuliere wa-
gens tot allerlei complicaties en reclames aanlei-
ding gaf, is de zaak in het nieuwe ‘tarief op andere
wijze geregeld: voor
ledige
particuliere wagens, als
viaehtgoed verzonden, zal
steeds
een bedrag van

f
0,05 per KM. en per wagen worden berekend (bij
vervoer als ijlgoed de ijistukgoedvraeht voor 2500
KO’.). Daartegenover staat, ‘dat voor het vervoer der
wagens in beladen, toestand.
steeds
(onverschillig of de
verzending als vracht- clan wel als i,jlgoed plaats heeft)
een bedrag van
f
0,05 per KM. en per wagen van de
gewone taniefvracht za.] wo:rden afgetrokken.
Verder zal voortaan cle ‘bevrachti’ng van
Rij-
en
Voertuigen (welke tot ‘dusver slechts
ten deele
in het
Oonderentarief was aangegeven), onder opheffing van
de afzonderlijke categorie ,,Rij- en Voertuigen”, voor-
komende in het tarief voor Levende Dieren, enz.,
geheel
door het Goederentarief ‘geregeld zijn. Dat
hierdoor tevens een aanzienlijke v:rac’htverlaging wordt
verkregen, moge blijken uit het volgende voorbeeld,
betrekking hebbende op een rij- of voertuig op 4 wie-
]en, ‘dat niet in een gesloten wagen kan worden ver-
voerd (waarbij aangenomen is, ‘dat het niet zwaarder
is dan 1660 KG’.):’

!) Oorspronkelijk vielen cle volumineuze goederen autoi’na-
tisch in klasse
A
ol iii klasse 13, naar gelang een gesloten
of
een open wagen werd gebezigd.

Nieuwe Vrachtprijs

Oude ‘Trachtprjjs
K. Al (stukg. vracht
12
/
2
voudig (Vee- en Voertuigentarief
gewicht, tenminste voor

Rij- en voertuig op
4
2500
K.G.)

wielen)
50
1 14.50
f 20.-
100
,,22.50
,, 31.-
150
28.75
,, 42.50
200
35.—
,, 48.-
250
,, 39.50
,, 53.50
300
,, 44.25

,, 59.

Ten slotte verdient vermel.d ing, cla.t ook het ,,Rol-

len.d Spoo:rwegrnater.ieel” van liet Tarief voor Levende

Dieren enz. naar het Goedereutaj-ief is overgebracht.

De ,,Goederenc]assificatie” heeft eveneens een al-
gemeene herziening ondergaan. De nieuwe is, hoewel
op dezelfde leest geschoeid als do ou’de, veel vollediger.
Ook is van de gelegenheid gebruik gemaakt om ve:r-

schiliende anomalieë.n te herstellen. Zoo was bijv. tot

‘dusver melk in klasse A gerangschikt, terwijl van de
daaruit gewonnen producten b&ter en kaas het eerste
tot klasse B en het tweede tot klasse A behoorde;

vooitaan, vallen èn i:nelk, èn .boter, èn kaas in klasse B. i)it beteekent een groot voordeel voor de melk- en
kaasverzenders.

Een andere aiaomalie was deze, dat de goedkoope grondstof jute in klasse A viel, terwijl ‘de veel duur-
dere grondstoffen vol en kapok in klasse B varen ge-
rangschikt,; het nieuwe ‘tarief rangschikt, rekening
houdeude met de waardeverhouding, wol en kapok in
klasse A., jute daarentegen in ‘klasse B.

Op het overbrengen van verschillende ruwe goede-
ren ‘der klasse 0 naar de nieuwe krasse D is hiervoor
reeds gewezen.

Duurder getarifeerd (klasse A in plaats van klasse
B) ‘zullen voortaan o.a. zijn: voeren en dons, gloei-

lampen, koffers, lichte gummiware’n. Do verklaring
voor het feit, ‘dat al deze dure arttkelcn (evenals de

eerder genoemde artikelen wol en kapok) de vracht
‘van klasse B betaalden, i.s hierin, te zoeken, dat, gelijk
reeds eerder gezegd, volumineuze goederen oorspron-
kelijk, naar gelang het vervoer in gesloten of op open wagens plaats had,
automatisch
in klasse A of in
klasse B vielen, ‘hetgeen later hieri.n werd gewijzigd,
dat in
beide
gevallen klasse B (bij vervoer i.n geslo-
ten wageils: niet 10 pOt. verhooging) van toepassing
werd verklaard.

Ten slotte zij opgemerkt, dat overal, waar vroeger
zekere goederen als , ,voi u.mi.n ons” werden besteni pel cl
wanneer zij niet ten minste
200 KO.
per M
3
. wogen,
die grens is teruggbracht op
125 KO.
per M
3
., zulks
om de verzending per spoorweg, welke ook ‘hij aan-
nemi.ng van iaatstbedoeide gewichtsgrens voor den
spoorweg nog voldoende loonend is, aanlokkelijk te
maken.
P. ELTAS.

DE ,,WHITE STAR LINE DEAL”.

De onder deze en andere ,,pakkende” opschriften
dezer dagen in de Engelsche en Amerikaansche pers
verschenen berichten, die, voor zoover zij althans
gewaagden van een definitief tot stand gekomen trans-
actie, op zijn minst voorbarig schijnen te zijn, hebben
de aandacht nog eens in het bijzonder gevestigd op
het bedrijf der, ,,White Star Line” en dat der Inter-
national Mercantile Marine
mc.,’
waarvan het op
dit oogenhlik nog deel uitmaakt.
De officieele mededeeling, door de firma Morgan,
Grenfell & Co en door den Heer P. A. S. Franklin,
President der International Mercantile Marine Co
ter zake van deze onderhandelingen gepubliceerd,
legt allereerst den nadruk op het voorbarig karakter
der in de pers verschenen berichten, om ervervolgens
op te
wijzen
dat onderhandelingen gevoerd worden,
welke den verkoop der aandeelen in de Oceanic Steam
Navigation Co – beter bekend onder den populairen
naam ,,,White Star Line” – aan eenEngelsche groep,

456

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 Mei 1926

vertegenwoordigd door de firma Morgan Grenfeil &

Co., heoogen. ,,Voorloopige overeenstemming”, zooluidt

het communiqué, ,,is weliswaar bereikt, maar nog tal

van punten moeten worden geregeld. Wordt uitein-

delijke overeenstemming verkregen, dan zal zulks

officieel worden medegedeeld, doch intusschen kan
reeds gemeld worden dat bij een welslagen der onder-

handelingen Furness, Withy & Co Ltd. de voor-

naamste scheepvaart-belangen in het syndicaat, dat
zich voor dezen aankoop heeft geconstitueerd, zullen

vertegenwoordigen”.

Ofschoon dus de onderhandelingen nog allerminst

zijn beëindigd en verrassingen op het laatste oogen-

blik, indachtig het Engelsch spreekwoord ,,there’s
many a slip between the cup and the lip”, niet uit-

gesloten
zijn,
is het wellicht nuttig in het kort de

ontwikkeling na te gaan van het bedrijf der White

Star Line, van de vorming der Transatlantische trust

in het kader der International Mercantile Marine,

alsmede van de vermoedelijke beweegredenen, die het
Bestuur van laatstgenoemd lichaam ertoe geleid hebben

den verkoop van een zoo belangrijk deel van het

geheel te overwegen.

De ,,White Star Line” – de Times herinnerde hier

nog kort geleden aan — dateert van den ,,gold-rush”
naar Australië drie-kwart eeuw geleden, toen in een
tijdsverloop van ongeveer zeven jaren meer dan een

half millioen goudzoekers naar de goudvelden werden

vervoerd. In 1867 trok de toenmalige Directeur der
‘Thite
Str Line zich terug en ging de leiding over

aan den Heer Thomas Henry Isinay, die de houten

klipperschepen weldra verving door ijzeren zeilschepen.

In 1869 richtte de Heer Ismay de Oceanic Steam

Navigation Company Ltd., de officieele naam der
White Star Line, op met het doel een aan hooge
eischen beantwoordenden passagiersdienst tusschen
Liverpool en New York in het leven te roepen. Reeds

in 1870 associeerde de Heer Ismay zich met den
Heer W. Imrie en de firma Ismay, Imrie & Co werd
in dat jaar met de directie der nieuwe lijn belast.
Van begin af aan had de onderneming succes en reeds’

vier jaren later, in 1874, kon de White Star Line

zich erop beroemen tot de best geoutilleerde passagiers-s
diensten te behooren, wier schepen destijds den At-

lantischen Oceaan bevoeren. In dat jaar breidde de
White Star Line haar arbeidsveld tevens uit tot de
l’acific. Te dien einde werd een overeenkomst aan-

gegaan met de Occidental & Oriental Steamship
Oompany te San Francisco, die een drietal schepen
der White Star vloot charterde voor haar maildienst
tusschen San Francisco, Yokohama en Hongkong. In

1884 werd vervolgens een gemeenschappelijke dienst
op New Zealand geopend door de White Star Line

en Shaw, Savili & Albion Company, een dienst die
ook thans nog met succes wordt onderhouden. In
1899 werd tenslotte een geregelde lijn met dubbel-
schroef-passagiersschepen en vrachtbooten met één
klas passagiers tusschen Liverpool, Zuid-Afrika en

Australië geopend. De Atlantische dienst werd in-
tusschen voortdurend uitgebreid; tal van groote
schepen werden aan de bestaande vloot toegevoegd

en de duur van den overtocht tusschen Liverpool en
New York aanmerkelijk bekort. Trouwens de wedijver
tusschen de verschillende Transatlantische passagiers-
diensten leidde er automatisch toe, dat snelheid en

comfort tot den hoogsten graad van volmaaktheid
werden opgevoerd; het veroveren der ,,blue ribbon”
was de inzet en het ideaal tevens dat elk der betrokken

lijnen naarstiglijk nastreefde.

In 1901 werd de scheepvaartwereld verrast door

het bericht dat de Heer J. P. Morgan er na lang-.
durige onderhandelingen in geslaagd was de White

Star Line en verschi]lende andere bij de Transatlan-
tische vaart betrokken diensten aan te koopen. In-
gebracht iü de ,,International Mercantile Marine
Company of New Yersey” verwierf deze laatste achter

eenvolgens de navôlgende belangent.w.: F]s. 13.845.000;

gelijk aan 100 pOt. van liet kapitaal der Soc. An.

de Navigation Belge-Américaine; £ 700.00.0, gelijk

aan 100 pOt. van het kapitaal der International

Navigation Company Ltd.; $ 3.000.000, gelijk aan
100 pCt. van het kapitaal der Atlantic Transport

Company of West-Virginia; £ 5.000.000, gelijk aan

100 pOt. van het kapitaal der Oceanic Steam Navi-

gation Company Ltd., £ 1.409.140, gelijk aan

99.6 pOt. van het preferente en £ 1.200.000, gelijk
aan 100 pCt. van het gewone kapitaal van Frederick

Leyland & Company Ltd., £ 1.000.000, gelijk aan

100 pOt. van •het kapitaal der Atlantic Transport

Oompany, £ 148.829, gelijk aan 99.2 pOt. van het

preferente, £ 50.000, gelijk aan 100 pCt. van het

gewone aandeelenkapitaal en £ 50.000, gelijk aan

100 pOt. der ,,management shares’ van George Thomp-

son & Co Ltd.; £ 86.500, gelijk aan 44.3 pOt. van

het aandeeleokapitaal van Shaw, Savill & Albion

Co Ltd.; f 2.600.000,
gelijk
aan 10.4 pOt. van het

aandeelenkapitaal der Holland Amerika Lijn en ten-
slotte 32.971 aandeelen zonder nominale waarde,

gelijk aan 16
1
/2
pOt. in de New York Shipbuilding

Corporation.

Wanneer men al deze klinkende namen, ,,house

hold ‘ords” in de Transatlantische vaart, leest, denkt

men onwillekeurig dat de Heer Morgan ,,made a very

thorough job of it at the time”. Oppervlakkig bezien

lijkt dit inderdaad zoo, edoch de ,,Cunard Line”

bleef als machtige factor buiten de combinatie,

daarmede het welslagen van het plan des Heeren

Morgan verjdelende, wien, zooals uit bovenstaande
lijst van p articipeerende maatschappijen duidelijk

blijkt, de vorming van een eenheidsfront voor oogen

zweefde. Aan Fairplay ontleenen wij trouwens de
i:riet-bekende; maar daarom niet minder belang-
wekkende
bijzonderheid,
dat de heer Morgan destijds

bijzonderen prijs stelde op de verwerving der con-

trôle in de Atlantic Transport Line, waarin Amen-

kaansche belangen alreeds domineerden. Hem moest
echter worden medegedeeld, dat juist een overeenkomst

ter zake van verkoop met Sir 3ohn Ellerman was aan-
gegaan. Toen Sir John vervolgens werd benaderd

verklaarde deze zich bereid, de getroffen overeenkomst
te annuleeren op voorwaarde, dat de Leyland Line

tegen pari en contant zou worden overgenomen en
dat hij voorts het recht zou hebben een keuze te
doen uit de schepen, behoorende tot de Middellandsche
Zeevloot der Leyland Lïne.

Bleek voornamelijk door de niet-toetreding der
Ounard Line de Transatlantische trust een’chimére,

ook de financieele opzet was oorzaak dat de Inter-
national Mercantile Marine reeds bij de oprichting

werd ,,verwaterd.” Aan den koopprijs der aandeelen
Oceanic Steam Navigation Co Ltd. lag het, winst-
cijfer van het voor de scheepvaart bijzonder gunstige
jaar 1900 ten grondslag; de Heer Morgan betaalde
dan ook niet minder dan £ 7.500.000 voor de £ 750.000
aandeelen dezer Maatschappij. Trouwens de oprichting
der I. M. M. en de verwerving der bovengenoemde
belangen vond plaats in een ,,boom”periode, toen

de
waarde
van schepen tengevolge van den Boeren-
oorlog ver boven ae normale lag.

Heeft de bankier Morgan vermoedelijk al verdiend
aan de verschillende emissies der I. M. M., het publiek
dat
zijn
geld in deze grootsche scheepvaart-combinatie
belegde heeft van zijn belegging nimmer veel pleizier
beleefd. Het gewone aandeelenkapitaal der T. M. M.
bedraagt $ 49.871.800, het preferente aandeelenkapitaal
$ 51.725.000, terwijl een bedrag van $ 42.235.480 aan
obligatiçs uitstaat. IJltimo 1924 bedroeg het achter-

stallig dividend op de preferente aandeelen niet

minder dan 554 pCt.,
terwijl
over het gewone aan-

deelenkapitaal sedert de oprichting nimmer eenige uitkeering heeft plaatsgevonden! Men bedenke dat
nochtans de door de I. M. M. ten aanzien der White
Star Line – het meest loonende dei verschillende

tot de 1; M. M. hehoorende bedrijven – gevolgde

19 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

457

dividend-politiek fundamenteel verschilde van de ge-

dragslijn die de Heer Ismay zich van het begin af

aan gesteld heeft. Onder het régime Ismay – wij
citeeren nog eens ifairplay .– werd allereerst gestreefd

naar consolidatie van het bedrijf der
MThite
Star Line.

Zoo werden gedurende de dertigjarige periode 1871-

1901 over een kapitaal van £ 750.000 in totaal slechts

£ 2.197.750 aan aandeelhouders in den vorm van

dividend uitgekeerd,
terwijl
gedurende dezelfde periode

niet minder dan £ 5.613.315 voor
afschrijvingen
in

het bedrijf bleven. In 1900, toen een winst van £750.015,

dus meer dan 100 püt. van het geplaatste kapitaal,

werd gemaakt, bedroeg de uitkeering aan aandeel-
houders slechts 15 pOt. Het resteerende bedrag werd

wederom voor afschrijvingen aangewend en de vloot,

groot 172.238 bruto register tons, stond dan ook 1 s/8 d
per ‘ton beneden zero te boek! Wanneer wij thans
zien naar de balans per ult. 1924 dan blijkt dat de

boekwaarde der inmiddels tot 463.502 bruto register

tons uitgebreide vloot – na aftrek der reserves –
£ 13.12.0 per ton bedraagt! Sedert de 1. M. M. de

contrôle verwierf werd het kapitaal door kapitali
seering der reserves van 750.000 tot niet minder dan

£5.000.000 verhoogd, terwijl
onder het nieuwe régime

over het zoozeer vergroote kapitaal hooger dividenden

werden betaald dan ooit onder de deskundige leiding
des Heeren Ismay geschiedde. Zoo werd over de jaren
1920 en 1921 een dividend van 15 pOt. gedeclareerd,
een bedrag dat gelijk staat aan 50 pOt. van het oor-
spronkelijk kapitaal. Bedroeg de netto-winst per bruto
register ton in 1900 £ 4.7.2 dit
cijfer
daalde in 1923
tot £ 1.17.6! Belangwekkend is de navolgende tabel,

aangevende de jaarcijfers der White Star Line in de
periode 1920/24.

het laatste boekjaar waarover deze gegevens afzon-

derlijk werden verstrekt – terwijl in dat jaar £198.746
werden ontvangen uit hoofde van rente op heleggin gen.

Zoo gerekend waren de netto-winsten in 1922 derhalve

£ 279.000 hooger dan in 1924. Werd in 1923 een

bedrag van £ 125.530 voor ,,income and corporation
tax” gereserveerd, over 1924 bedroeg de reserve uit

dezen hoofde slechts £ 60.258. Daar deze belasting

4 s/6 d. in het £ bedraagt, zou men naar dezen maat-
staf,gerekend tot een winst van £ 267.813 of circa

5Y4 pOt. over het in de onderneming belegde kapitaal
komen.

De bruto-winst der International Mercantile Marine

Co over het jaar 1924 bedroeg $ 79.362.907; de
netto-winst, vôôr aftrek van rente op obligatielee-

ningen en vôôr afschrijvingen op een vloot van
1.072.851 bruto register tons bedroeg slechts $6.875.834.
1)e dienst der obligatieleeningen vereischte een bedrag

van $ 2.198.931, terwijl een bedrag van $ 5.756.208

werd afgeschreven op de vloot, zoodat per saldo een
verlies van $ 1.079.304 ($ 1.689.922) resulteert.
De tabel onder aan deze
bladzijde
toont de behaalde
resultaten gedurende de periode 1921/1924.

De
aanzienlijke
lagere netto-bedrijfsresultaten der laatste jaren schrijft het Bestuur der I.M.M. toe aan
den achteruitgang in het aantal der vervoerde emi-

granten. Werden in 1913 niet minder dan 1.413.845
tu sschendeks-p ass agiers naar Noord-Amerika vervoerd,
in 1924 werden slechts 232.162 emigranten of 16.4 pOt.
van het 1913-totaal vervoerd! Voor de eerste- en

tweede-klas passagiers bedroegen deze percentages
respectievelijk 80.5 en 60.4. Is de ,,earning-power”
dezer zoo grootsch opgezette scheepvaart-combinatie
onder de huidige omstandigheden gering, bovenstaande

1920

1921

1922

1923

1924

£

£

£

£

5.000.000 5.000.000 5.000.000 5.000.000
5.000.000
1.741.000
1.616.400
1.448.500 1.266.900 1.196.800
4.284.275
2.435.464
3.478.856 3.288.710
3.288.945 6.308.939
6.762.868 8.220.748
8.089.654
7.755.886
6.124.631
3.716.851
3.096.548
2.917.456
3.260.195

Kapitaal

…………………………………..

1.059.864
1.469.200 1.250.134
1
)548.173
1)657.141
Obligatieleeningen

…………………………..
Diverse

crediteuren

…………………………
Boekwaarde

der

vloot

……………………….

3
12
.
283

160.827 198.746

Kas

en

beleggingen

………………………….

Waarvan

toegevoegd aan reserves en gebruikt voor

Winst

……………………………………
Rente

op

beleggingen

……………………….

388.111
438.967
512.723

2)125.000
afschrijvingen

…………………………
Dividend

………………………………..
o/
15

0
/0
12

0
/0
,4
5
0,
0
7

o,,,
Bruto

tonnenaat der

vloot

………………..
m
..15
.* 392.645
* 422.316
* 465.539
* 465.502 * 463.502

Na aftrek der tonnage toebehoorend aan Shaw, SavilI & Albion Co Ltd.
van afschrijvingen en
md.
rente op beleggingen.

2)
Behalve afschrijvingen.

De beide laatste jaren werden de brutowinsten niet
meer vermeld. Over 1924 bedroeg de winst na af-
schrijvingen, welkei omvang niet in cijfers wordt
uitgedrukt en met inbegrip van het onverdeeld saldo
1923, rente op beleggingen etc. £ 781.232. Het on-
verdeeld winstsaldo 1923 bedroeg £ 124.091, zoodat
de winst over 1924 £ 657.141 (X 548.173) bedroeg,
een vooruitgang van £ 108.968 in vergelijking met
1923. De afschrijvingen en reserveeriug ,,op de ge-
bruikelijke basis” vereischten £ 512.723 in 1923 –
cijfers toonen niet slechts dat de kapitalisatie ten-
gevolge der bij de oprichting gemaakte fouten te
groot is, doch tevens dat de liquiditeit, gezien de
aanzienlijke bedragen welke aan leeningen op korten
en langen termijn uitstaan, evenzeer te wenschen laat.
Naar verluidt stelt het Bestuur der I.M.M. zich dan
ook voor uit den verkoop der White Star Line een

bedrag van $ 36.000.000 6 pOt. first mortgage and
collatcral bonds af te lossen. Dit is trouwens niet
de eerste maal dat verkoops-onderhandelingen door

1921
1922

1923

1924

$

$

1

$

1

$

11.
api taal
49.871.800
49 871.S00
49871.800
49.871.800
Gewoon

…………………………………
preferent

……………………………….51.75.000
51.725000
51.725.000
51.725.000 45.152.540 44.491.225 43.048.465 42.235.480
Leeningen
op
korten

termijn

etc ……………..
. 88.719.059 41.270.771
31.675.660 28.272.714
K
ostprijs onroerende goederen en andere bezittingen
201.877.769
183.710.361
176.857.552
7.234.755
7.024.752 7.288.329
7.274.678
Kas,

te ontvangen

wissels, effecten …………..
54.767.058 39.054.642 39.830.783

Obligatieleeni ugen

…………………………..

14.069.053
6.961.130
6.113.597 6.875.834
waarvan aangewend voor afschrijvingen

.49.908.371

6.117.980 5.984.660 5.579.800 5.756.208

Deelnemingen

……………………………….

Dividenden

70
..975.848
Netto

bedrij fsresultaten

…………………….





Gewone

aandeelen

………………………
6

c1
0

4

o


Preferente

,,

………………………
Vloot

bruto tonneitmaat

…………………
950.288
1.083.179
1.078.374
1.072.851

458

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 Mei 1926

de I.M.M. worden gevoerd. In 1918 toch werd onder-
handeld over den verkoop der gezamenlijke Engelsche

belangen in de International Mercantile Marine Co

aan een voor dat doel gevormd syndicaat. De koop-
prijs, die aan deze onderhandelingen ten grondslag

lag, bedroeg
$
128.500.000 en deze zeer belangrijke

transactie zou ongetwijfeld tot stand zijn gekomen —
zeer tot schade der betrokken Engelsche belangheb
benden, die al evenzeer vervielen in de
destijds
door

den Heer Morgan gemaakte fout, n.l. te kooen in

een
tijd
van prijsinfiatie door een tijdelijke ,,boom”
veroorzaakt — indien niet ter elfder ure President

Wilson door
zijn
veto den verkoop onmogeljkhad

gemaakt.
Welke waarde moet worden gehecht aan het bericht

dat de I.M.M. het -voornemen koestert-na verkoop

der White Star Line tot aankoop van het -s.s.

,,Leviathan” der United States Lines over te gaan,

is moeilijk te beoordeelen. Wij gelooven echter dat

de bestaande Transatlantische passagierslijnen het
zullen toejuichen indien de belangen, die de American

Shipping Board vooralsnog
bij
de Transatlantische

passagiersvaart heeft, in particuliere handen overgaan.

De onderlinge samenwerking zal door een uitschakelen

van regeerings-invioeden ongetwijfeld gebaat zijn.
Vermoedelijk zal met den verkoop der White Star

vloot ook het belang der White Star Line
bij
de
reederij George Thompson & Co Ltd. — die de

directie der Aberdeen Line voert — en het aandeelen-
bezit der White Star Line in Shaw, Savili & Albion
Ltd. — £ 87.000 der £ 195.375 aandeelen — aan

de firma Furness, Withy -& Co Ltd. overgaan.

Het is niet waarschijnlijk dat eenigerlei wijziging
zal worden gebracht in de tegenwoordige exploitatie

der verschillende lijnen; zelfs verluidt dat het agen-

tuur te N
iew York der White Star Line toevertrouwd
blijft aan de I.M.M., zulks niettegenstaande het feit

dat Furness, Withy & Co Ltd. voor de behartigin

harer uitgebreide scheepvaart-belangen in Noord

Amerika eigen kantoren te New York heeft. Komt
deze transactie – die gerekend moet worden te be-

hooren tot de belangrijkste ,,shipping deals of modern
times” — definitief tot stand, dan wordt Furness,
Withy & Co Ltd., die alsdan tevens de beschikking

krijgt over een grooter vloot dan eenige andere reederij, tevens een factor van beteekenis in de

passagiersvaart, waarmede zij zich tot dusver niet
op groote schaal bezighield. De even deskundige als
voorzichtige leiding, die Furness, Withy & Co Ltd.
— ook zonder White Star Line — reeds maakte tot

één der best gefundeerde Engelsche scheepvaartbe-
drijven, staat er o.i. borg voor dat ook voor de White

Star Line met ,,subsidiaries” als autonome onderdeelen
van de reeds tal van afzonderlijke bedrijven omvattende
Furnessgroep, een nieuw tijdperk van bloei zal aan-
breken, waardoor aan de grootsche schepping van
wijlen Thomas Henry Ismay nieuwe luister zal worden

bijgezet.

Rotterdam, Mei 1926.

C. V.

DE AFLOSSINGSVOORWAARDEN VOOR DE

PANDBRIEVEN ONZER 1-1YPOTHEEKBANKEN.

II
($lot).

Reeds vrij spoedig na de invoering van het nieuwe
amortisatie- systeem zijn verschillende besturen van ban-
ken gaan inzien, dat zij te overijld was geschied, in het
bijzonder dat daarbij over het hoofd was gezien, dat

als vergelijkingscijfers genomen waren die der
jaar-

liylcsche
circulaties der oudste twee banken en deze

waren toegepast, zij het ook tot een lager percentage

(4 pOt.), op het
oorspronkelijk
bedrag der serie pand-

brieven, waarvoor de amortisatie moest gelden. Wan-
neer bijv. eene bank in een gegeven jaar eene serie

pandbrieven groot
f
1.000.000,— plaatst en zich ver-

bindt van dit bedrag elk jaar 4 pOt. =
f
40.000,-

te amortiseeren, zullen deze 40 mille daarvan weliswaar
in het eerste jaar van uitloting slechts 4 pOt. van

het totaalbedrag der serie uitmaken, doch in het

25ste jaar, als wanneer nog slechts 40 mille in om-

loop zijn, een percentage van niet minder dan 100 pOt.

Het nieuwe amortisatie-systeem komt dus niet, zoo-

als was bedoeld, neer op een gemiddelden looptijd..

dier pandbrieven van 25, doch op een van gemiddeld

slechts 13 jaren, eventueel te brengen op 15 jaren,

door de amortisatie eerst na afloop van 2 jaren na

de uitgifte te doen aanvangen.

Ziet men nu nogmaals naar de cijfers van den

gemiddelden looptijd der leeningen, dan volgt daaruit
dat, indien het nieuwe systeem voor de geheele pand-

brieven-circulatie zal zijn doorgevoerd, het ôf in

het geheel niet te handhaven zal zijn, ôf
bij
die

banken,
bij
welke de looptijd der leeningen zeer kort

is, tôch nog zoo bezwarnd is, dat er voor inkoop

van pandbrieven ter beurze zoo goed als gen en

voor herplaatsing in nieuwe leeningen in het geheel

geen geld meer over zal zijn.
Dat tot nog toe de banken van het systeem slechts

voordeel hebben ondervonden, -komt eensdeels hier-
door, dat het tot de nieuwe series pandbrieven be-

perkt is gebleven en de uitlotingslast dus nog niet

over de geheele pandbrieven-circulatie is gevoeld en
verder omdat het series waren van een hoog rente-

type en inmiddels de meeste banken, ten gevolge van

de snelle daling van den rentevoet, zelfs tot eene

versterkte uitloting daarvan zijn moeten overgaan.

Nu de ‘banken na bedoelde daling weer nieuwe
pandbrieven van een laag rentetype zijn gaan uitge-

ven, is het hier hehandelde -vraagstuk plotseling in

een nieuw licht komen te- staan.

Ten gevolge van den stroom van conversies naar

beneden, die in de laatste maanden in den vorm .van
uitloting der hooge rente gevende obligaties en ver-
wisseling daarvan tegen stukken van lagere rente,

is losgekomen, is de waardeering bij het geldbe-

leggend publiek van verplichte uitloting, ,diethans geen voordeel meer, integendeel slechts nadeel en

last meebrengt, reeds weer belangrijk bekoeld en
zelfs pandbrieven; die worden uitgegeven met eene

verplichting tot . uitloting van . slechts 2’/2 pOt.

der jaarljksche
circulatie,
vinden thans even grif

aftrek als die met eene 4 pOt. serie-uitlotingsver-
plichting, ja zelfs een grooteren,indien’haar rente-

type nog 3.4 pOt. hooger is dan het thans
bij
de

meeste banken geldende 4
1
/
2
pOt.-type; dit laatste, mits het pandbrieveu betreft van eene bank, van

welke bekend is, dat zij hare stukken door een vlot-
ten inkoop courant houdt.

Aan eene uitloting van stukken wordt dan ook in

den regel door.
.de theorie tegenover het systeem van
inkoop te groote waarde gehecht. Door eene uitloting
is immers het meerendeel der- houders niet op’ het
gewenschte, tijdstip gebaat. Vaak komt die uitloting
voor hen zelfs juist op een ongelegen tijdstip. De
meerderheid heeft er een veel grooter belang
bij
dat

het fonds door geregelden inkoop op een goeden
koers wordt gehouden, waardoor men zijn stukken
op ieder gewenscht oogenblik tegen behoorlijken prijs

weer van de hand kan doen.
Dit is de practijk.
Waarom zou men dan aarzelen zich
bij
die prac-

tijk aan te passen door voor verplichte amortisatie
van nieuwe pandbrieven zoowel den weg van inkoop

als dien van uitloting te nemen, m. a.
w. deze beide
wijzen van aflossing te con-tbineeren?
1)

Hierbij moet dan echter niet over het hoofd wor-
den gezien, dat het geldbeleggend publiek door de

vroeger opgedane ervaring niet alleen zal blijven
prijs stellen op eene verplichte uitloting der stukken,
doch dat men de geldbeleggers nu eenmaal ook ge-
wend heeft aan een afiossingspercentage van 4 pOt.
per jaar. Dat dus het meerendeel der banken, die

1
)-Een dergelijke combinatie
is
trouwens in het buiten-
land, o.a. in Duitschiand, -Zweden en Noorwegen, reeds
lang gebruikelijk en is in zooverre. niets nieuws.

19 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

459

het systeem van serie-uitloting hebben gewijzigd in

dat eener circulatieuitloting, vast heeft gehouden
aan een jaarlijksch percentage van 4 pOt., is zeer

begrijpelijk.
* *
*

Allereerst moet nog worden opgemerkt, dat bij het
overgaan van de ,,serie”-uitloting naar de ,,circulatie”-

uitloting over het hoofd is gezien, dat hierbij een
eindtermij’n
werd prijsgegeven, zoodat ook aan der-
gelijke pandbrieven, althans tot zekere hoogte, wederom

het bekende euvel kleeft, van te
zijn
schuldbekente-
nissen ,,op de eeuwigheid”. Er behoort daarom ook

bij een dergelijk systeem een eindtermijn te worden
gesteld.

Waarop nu komt eene circulatie-uitloting,
wat
den
looptijd
der stukken betreft, neer? M. a. w. wat
beteekent eene amortisatieplicht van 4 pOt. over de
circulatie voor eene bepaalde serie pandbrieven, aan-

vangende, zooals gebruikelijk, na afloop van 2 jaren

na de uitgifte?
Hij
komt hierop neer, dat eerst na
verloop van ongeveer 19 jaar de helft daarvan zal
zijn geamortiseerd, na verdere 17 jaar
3/4
gedeelte,
na verdere 17 jaar
/8
gedeelte, enz. enz. Tot eene
algeheele intrekking zal het binnen afzienbaren tijd
niet komen.

Ter oplossing van dit bezwaar nu zouden de af-

lossingsvoorwaarden met een bepaling van den vol-
genden inhoud kunnen worden aangevuld:
,,Mochten van de pandbrieven dezer serie, nadat
deze aan 30 uitlotingen zullen hebben deelgenomen,
nog stukken in omloop zijn, dan zal de anzortisatie

daarvan in 10 gelijke jaarlijksche termijnen moeten
geschieden.”
Op deze
wijze
hebben de houders der betrokken
pandbrieven de zekerheid, dat zij hun geld in ,,ge-
middeld” 23 jaar, te beginnen met dat van de uit-
gifte, â pari terugontvangen.
* *

Thans kan de
wijze
van uitvoering der combinatie
van inkoop met vérplichte uitloting worden behandeld.
Die combinatie is daarom gewenscht – mits zij

die houders, die kunnen wachten totdat hun stukken
uitloten, niet benadeelt – omdat een jaarljksch

uitlotings-percentage van 4 pOt., al wordt dit slechts
over de ,,circulatie” berekend, voor eene bank, die
haar fonds te allen tijde op goeden koers wil houden,
nog te hoog kan worden, wanneer het systeem voor
de geheele pandbrievencirculatie zal zijn doorgevoerd.

Daarom wordt de navolgende bepaling aanbevolen:
,,De verplichte amortisatie zal telkens ten minste
voor de helft door uitloting â pari moeten geschieden

en voor het overige door intrekking van ingekochte
stukken kunnen plaats hebben.”

Hierdoor behoudt de bank onder alle omstandig-
heden de vrije hand voor een vlotten inkoop harer
stukken en wordt er tevens voor gezorgd, dat deze
vrijheid niet ontaardt in een
voorbijgang
van de
uitloting. Op deze wijze zijn zoowel die houders
gebaat, welke verplicht zijn, zich van hunne stukken

te ontdoen voordat het tot eene uitloting daarvan
komt, als zij, die tot dat
tijdstip kunnen wachten.
Doordat van de jaarlijks te amortiseeren 4 pOt.
slechts de helft zal behoeven te worden uitgeloot,
indien voldoende ingekochte stukken voor de verdere
amortisatie in portefeuille zijn gekomen, zal het
bestuur der bank, wanneer de pandbrieven beneden
pari noteeren, een prikkel hebben om zoo veel moge-
lijk pandbrieven ter beurze in te koopen, teneinde
het maximum van 2 pOt. te bereiken. Zulks zal den
koers van het fonds bijzonder steunen. Die houders,
die tusschentijds moeten realiseeren, zijn dus met
dit systeem bijzonder gebaat, terwijl
zij,
die kunnen
wachten totdat het tot eene uitloting hunner stukken
komt, niet in het minst worden geschaad, want,
daar bedoelde 2 pOt., of zooveel minder,
zijn
inge-
kocht ,,tot amortisatie”, moeten zij worden
vernietigd,
d.w.z. is het uitgesloten dat zij wederom in circulatie

worden gebracht en opnieuw, wellicht meerdere malen,

met het restant der serie voor de jaarlijksche uit-
lotingen meetellen. Voor hen, die op de uitloting

wachten, is het dus volkomen hetzelfde of men de

jaarlijks te amortiseeren 4 pOt. ten volle ijitloot,
dan wel slechts 2 pOt. daarvan en voor het overige
ingekochte stukken vernietigt.
* *

Thans rest nog eene vraag te beantwoorden:
Taa
rom
is het noodig pandbrieven geforceerd te
amortiseeren, indien zij ter beurze d pari of daarbo-
ven zijn te verkoopen?
Eene dergelijke verplichting bezorgt de betrokken
instelling noodeloos belangrijke zegel- en herplaat-

singskosten, en den houders, die zich niet van het

fonds wenschen te ontdoen, slechts last en, voorzoover
de stukken boven pari noteeren, zelfs verlies, terwijl

zij, die zich daarvan wèl wenschen te ontdoen, hunne
pandbrieven ter beurze A. pari of daarboven kunnen
verkoopen.

Daarom zou in het nieuw gedachte systeem voor
de banken eene zeer belangrijke ontlasting kunnen
worden aangebracht, die den geregelden inkoop nog

verder zou bevorderen, door de bepaling, dat aan

de verplichting tot jaarlijksche amortisatie
niet
be-
hoeft te worden voldaan
zoolang het betrokken fonds
pari of daarboven noteert.

Dat voor een besluit omtrent al- of niet-uitloting
de noteening van één dag of van slechts enkele
dagen niet beslissend mag zijn, spreekt van zelf. Er
moet natuurlijk voor worden gezorgd, dat deze be-
voegdheid niet ontaardt in een misbruik, bijv. door

een voor korten tijd kunstmatig op pari houden of
brengen van het fonds ter beurze. Hiertegen kan
worden gewaakt, indien men bepaalt, dat de ver-
plichting tot amortisatie voor het betrokken jaar
kan worden opgeschort ,,indien gedurende de laatste

maand van het vooraf gegane jaar geen officieel
genoteerde transacties beneden pari betreffende de
pand bri even der betrokken serie aan de Amster-
damsche beurs hebben plaats gevonden.

Het is bekend dat de koersen van obligaties in de

laatste maanden van het jaar in den regel eerder
neiging hebben tot dalen dan tot stijgen en het is niet aan te nemen, dat eene instelling, om aan de

op handen zijnde uitloting te ontkomen, gedurende
de
geheele
maand December daaraan voorafgaande
den koers van haar fonds zoodanig ,,kunstmatig”
zal kunnen opvoeren, dat de amortisatie achterwege
blijft. Een tot of boven pari opvoeren van den koers

door inkoop zou slechts met succes kunnen geschie-
den, wanneer deze in November niet ver beneden
100 pOt. noteerde. Zelfs ook in dit geval echter

zouden de houders, die zich van hunne stukken
willen ontdoen, nOg zijn gebaat en zou de manipu-

latie dezen meer ten goede komen dan eene uitloting
met voor hen altijd zeer onzekeren uitslag, want

alsdan bestaat voor hen gedurende eene volle maand
de gelegenheid hunne pandbnieven h pari kwijt te
raken. Het is dan ook veel beter dat eene hypotheek-

bank, wanneer haar fonds ongeveer pari staat, hare
beschikbare gelden vrij houdt voor het steunen van
den beurskoers door inkoop, dan dat zij deze ver-
bruikt voor eene doellooze uitloting.
De aflossingsvoonwaarden, die ondergeteekende zich

als onder alle tijdsomstandigheden – zoowel voor
tijden met lagen als voor tijden met hoogen rente-

stand – voor onze hypotheekbanken als de meest
praktische denkt, zouden dan in haar geheel als
volgt luiden:

,,Van deze pandbrieven zal, te beginnen na afloop
van twee volle jaren sedert het jaar, waarin
Z?/
zijn
gecreëerd, telken jare tenminste 4 pct. van het be-
drag, hetwelk telkens op 31 December van het voor-
afgane jaar daarvan nog aanwezig is, worden
geamortiseerd. Aan deze verplichting behoeft niet
te worden voldaan, indien gedurende de laatste maand

460

ECONOMISCH-STATÏSTISCHE BERICHTEN

19 Mei 1926

van het vooraf gegane jacir geen officieel genoteerde
transacties be9ieden pari
betreffende
deze pandbrieven

aan de Amsterdamsche beurs hebben plaatsgevonden.

Geheel of gedeeltelijke vervroegde aflossing blijft
echter te allen tijde voorbehouden.

Mochteui van de pindbrieven, welke aan dertig

uitlotingen zullen hebben deelgenomen, nog stukken
in omloop zijn; dan zal de amortisatie daarvan in

10 gelijke jaarlzjksche termijnen noeten geschieden.

Wanneer in het jaar, vooraf gegaan aan dat, waarin

de an’tortisatie moet plaats hebben, de op cle leeningen

ontvangen aflossingen minder mochten hebben be-

dragen dan het verplicht te amortiseeren bedrag, zal
?net amortisatie van zooveel minder kunnen worden

volstaan, doch de amortisaie van het ontbrekende

in het eerstvolgende jaar, waarin de aflossingen zulks
zullen toelaten, moeten worden ingehaald.
1)

De verplichte amortisatie zal telkens tenminste

voor de helft door uitloting â pari moeten geschieden

en voor het overige door intrekking van ingekochte

stukken plaats hebben. De u.illotingen zulen ten overstaan van een notaris

moeten geschieden.”
• Bij het voorschreven aflossingssysteem zou de positie

van cle pandbriefhouders dus deze zijn: dat zij geen

last hebben van uitlotingen, indien hunne paudb.rieven
op 100 pOt. of daarboven staan,
terwijl
zij verder

de zekerheid hebben, dat zij, indien zij gedurende

alle jaren, te beginnen met het derde jaar na dat
van den itankoop, hunne pandbrieven niet voor 100 pCt.

ter beurze kunnen verkoopen, hun geld in ,,gemiddeld”

23 jaar, te beginnen met dat van de uitgifte,
it

pari terug hebben. . .
R. VAN MAASOIJK.

WEEKINKOMEN EN
UURUITGAVE.

Mr. Dr. J. H. van Zanten schrijft ons:

• De zoo gewaardeerde, vrijgevige wijze kennende,

waarop dit
tijdschrift
zich als vrije tribune voor de

kruising der meeningen over economische en statis-

tische vraagstukken beschikbaar stelt, neem ik de
vrijheid eenige plaatsruimte te vragen om een paar
opmerkingen te maken over de weerlegging door den

heer Bölger in• No. 540 van 5 Mei j.l. van mijn
bezwaren tegen de methode van berekening der bonen

door Centraal Overleg.
Ik meen nog steeds, dat de eenig zuivere methode
van vrge1jking van bonen in verschillende bedrijven
is te onderscheiden: contractboon, weekinkomen
van den arbeider, d.i. wat hij,gemiddeld per week

in handen heeft gekregen, en uuruitgave van den
werkgever, d.i. wat dezen, gemiddeld per uur de arbeid
heeft gekost. De heer B. heeft tegen de beide laatste

onderscheidingen bezwaar.
Tegen het ,,weekinkomen”, omdat men dan den
invloed van den werktijd uitschakelt. Hiertegen zou

ik willen aanvoeren, dat hiervoor een loonstatistiek
ook nietdient; deze dient. om
aan te geven, hoeveel

de werkman verdient of om het wetenschappelijk uit
te drukken, welk aandeel de werkman heeft in het
maatschappelijk inkomen, welke beschikkingsmacht

overgoederen
‘hij
heeft. )
De
tijd,
dien hij noodig

Deie ‘veiligheidsklep’ isvoor
elke
bank onmisbaar, om-
dat zij. fungeert «als tusschenpersoon• der geldgevers en geldnemers en zij aan, eerstgenoemden hun geld niet kan
teruggeven, voordat ,laatsgenoemden haar dit hebben be-
taald., Er moet ook door, onze uitsluitend in Nederland
werkende banken mee gerekend worden dat er zich tijds-
omstandigheden kunnen voordoen, waarin niet voldoende
aflossingen
: op
de hypotheken wordèn ontvangen en -voor
oodanig geval’ m

ag eene instelling zich niet onnoodig blootstellen aan het gevaar dat haar fonds opeischbaar
wordt, zonder dat. zij in staat is de gelden aan de pand-
briefhouder’ .terug te geven. Het systeem onzer oudste
instellingen voorziet rçeds zonder meer, in dit geval.
,Ook daarom. moet de pensioenbijdrage hier worden
afgetrokken; zij
is
uitgesteld loon,
dus
toekomstige be-‘
schikkingsmacht, terwijl de,statistiek loopt over die van
het oogenblik.

heeft om het inkomen te verwerven, doet er niets
toe. De heer B. zegt: als de
werktijd
van twee per-
sonen met
gelijk
weekinkomen verschillend is, hebben
zij geen gelijk loon, uurloon ni.; ik meen, dat dit
niets beteekent; ze hebbèn wêl
gelijk
aandeel in het
maatschappelijk inkomen. Wil men den tijd,’ ‘noodig

om dit te verdienen, laten zien, dan plaatse men een

arbeidstijd-statistiek ernaast.
Zijn
systeem is voorts
ook hierom onbruikbaar, omdat het daarin
bij
vci–
lenging van den werktijd met
behoud
van het loon
schijnt alsof een
loonsverlaging
plaats had.
Tegen de ,,uuruitgave” heeft de hec’r 13. bezwaar,

omdat het onmogelijk is voor verschillende onder-

nemingen, die ieder hun eigen regeling van ,,bij-
voorwaarden” hebben, de kosten daarvan uniform te

berekenen; het heeft ook geen belang deze bei-ekening

te maken, omdat die vooi-waarden niet in direct
verband met den arbeid staan. Daarom laat hij in

zijn statistiek alle bijvoorwaarden weg, behalve….
dat
hij
de
pensioenbijdragen
van de gerneentewerk-lieden en van die der spoorwegwerkplaatsen niet van
hun loon aftrekt als een zekere compensatie over

wat hun ,,bijvoorwaarden” meer waard zijn dan die
in particuliere ôndernemingen..
Het komt
mij
voor, dat de heer B. op deze wijze

aardig buiten het terrein der statistiek, d.i. de vast-

stelling der concrete feiten door middel van cijfei-s,

raakt. De kosten der bijvoorwaarden zijn volgens hem
niet te bepalen; hij kent, ze dus niet en toch neemt

hij maar aan, dat ze b.v. in Amsterdam 8A pOt.
van het loon meer
zijn
dan elders! Dat kan een goed
statisticus niet accepteeren.

Maar het is ook niet juist, dat die kosten niet te
bepalen
zijn;
de boekhouding van iedere onderneming
moet
uitwijzen,
hoeveel voor maatregelen in het be-
lang van het personeel is betaald; deze bedragen
kan men eenvoudig bij de betaalde bonen, zieken-:

gelden, en derg. optellen en de som door het aantal
gemaakte uren deelen. Het is
mij
niet
duidelijk,
waarom dit geen goede
vergelijking
zou geven. Het is juist, dat er geen direct verband met den arbeid
is, maar dat behoeft ook niet; het betreft hier een

statistiek van productiekosten en wel van het aandeel,
dat het personeel daarin heeft.
Het niet-aftrekken van de
pensioenbijdrage
is (af-
gescheiden van het feit, dat er ook particuliere
ondernemingen
zijn,
die dergelijke bijdragen heffen)
in ieder geval onjuist, wat onmiddellijk blijkt uit
het feit, dat op deze
wijze
de loonsverlaging, die
o.a. te Amsterdam eenige jaren geleden feitelijk

plaats had, toen de afgeschaf te pensioenbijdrage
weer werd ingevoerd, in de statistiek in het geheel
niet tot uiting zou komen; dit is zeker niet geoor-

loofd. Men moet dus 6f de
bijdrage
aftrekken 6f
het bedrag, dat de gemeente zelf boven die bijdrage
nog aan het pensioenfonds uitkeert (7 pOt: in dat geval) meerekenen, maar dit dan ook bij anderen
doen. De heer B.
schijnt
mij toe bij zijn beoordeeling
van’ deze zaak te veel vast te zitten aan de loon-
opgave, die aan de rjksverzekeringsbank moet worden

gedaan en die een geheel ander doel heeft, nl. als
basis te dienen voor de uitkeering bij een ongeval,
waarbij men natuurlijk den getroffene niet het aan-

deel in het deel van het loon, dat als pensioenbijdrage
dient, mag onthouden.
De heer B. heeft mij dus van ongelijk niet overtuigd.

* *
*

N a s c h r i f t. – Ik stel het zeer op prijs een

kort naschrift te kunnen geven hij de opmerkin-
gen van Dr. v. Zanten, doch vrees, dat wij voor
een belangrijk deel langs elkaar heen zullen praten,
omdat hij vooropstelt, dat de loonstatistiek wil aan-
toonen ,,welk aandeel de werkman heeft in het maat-
schappelijk inkomen”, terwijl ik ‘dit doel, dat ten
slotte voortkomt uit het onderzoek naar ‘de mogelijk-
heid tot behoeftenhavrediging, niet in de eerste plaats.
stel, doch mij veel meer naar de loonkosten of de

1)
4.9341
2
)4.2681 +66

1130

+160

520
165
+335
75
83_S

5-5
300
660
—560


50-50

310
—310
75

1.273
+
75

—343
930

5.8641 5.5411 +323

920 —930
411

90 +321
140

– +140
27

– +27

62-62

578 1.072 —494

19 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

461

loonuitgaven voor het bedrijf richt cii
zooa]s
ik reeds

in mijn artikel opmerkte
;
cle term ,,inkomen” daar-

om ook niet bewonder, doch gebruik omdat ze nu een-
maal ingeburgerd is. Daarom kon ik als tijdseenheid

oik niet een jaar, maand, week of dag aanvaarden,

omdat de arbejdsduur in (leze tijdvakken doorgaans
niet dezelfde is en moest ik, in navolging van de

methode Triebels, het uur als tijclseenheid aannemen.
Verlenging van deh werktijd met behouct van (week)-

loon is in dit systeem inderdaad een loonsverlaging,

doch ik vraag mij af of dit in wezen wel wo schijn-
baar is als Dr. v. Z. het noemt. Dat het niet in aan-

merkng nemen van cle pensioenbijdrage statistisch

niet door den beugel zou kunnen, wanneer het alleen
zou geschieden als compensatie voor de meerdere
roordeelen, waarvan de waarde voor de arbeiders (niet,
de kosten, deze zijn bij abstracte begrippen als rechts-
positie etc. trouwens evenmin te berekenen) niet

onder cijfers gebracht wordt, zal ik volmondig toe-

geven. :Docli deze compensatie is, zooals ik schreef,
niet anders dan een gelukkige bijonst,andigheid. De
hoofdreden of liever de eenige reden is dat nergens

rekening gehouden wordt met event. door de arbei-
ders zelf te betalen premies, dat bijv. geen aftrek
plaats vindt van de ziektepremies, die arbeiders in
sommige ‘bedrijven gedeeltelijk moeten betalen etc.,
zooda.t dus ook de pensioenbijdrage niet wordt afge-
trokken; wanneer dus particuliere ondernemingen
ook pensioenbijdragen heffen worden deze evenmin
afgetrokken.
Dr. v. Zanten
wijst
op de eenige jaren geleden te
Amsterdam ingevoerde loonsverlaging, die bestond in
de wederinvoering der pensioen’bijdrage en die nu
niet tot uitdrukking komt.
Ik vraag me echter af, of dit inderdaad een loons-
verlaging was. De gemeente Amsterdam schafte voor
de gemeentewerklieden het recht op geheel premievrij
pensioen af, doch aan het loon werd niet geraakt.
Zoo ‘zou men ook andere voordeelen kunnen geven
of afschaffen, die min of meer direct het inkomen van den arbeider en tegelijk de uitgaven voor den
facto r arbeid van de zijde van den werkgever bel n-
vloeden, doch dit alles kan ook in het particuliere be-
drijf het geval zijn, zonder dat daarmede rekeni rig
wordt gehouden. Dr. v. Zanten ‘zal als oplossing aan-
geven, om er ook voor het particuliere bedrijf reke-

ning mede te houden. Gesteld eens, dat men al de
gegevens daartoe zou kunnen verkrijgen, vat ik op
zichzelf reeds vrijwel niet mogelijk acht, zou ‘het rn.i.
daarom niet juist ‘zijn, omdat men dan een aantal im-

ponderabilia in
cijfers
zou moeten uitdrukken en mcci
door een vermelding der kosten zeker geen juist
beeld zou geven van de waarde, die er door den arbei-
der aan wordt gehecht. Een gulden loon van arbeider
A. kan men vergelijken met
f
1 van B.; de kosten
van een week meer vacantie van A. kunnen zonder
meer niet gesteld worden tegen dezelfde kosten van een
betere ziekteregeling van B.
En waar zou het eind zijn van het begrip ,,kosten
ten behoeve van den factor arbeid in de totale pro-
ductiekosten”? Daarom geloof ik, dat men het beste
doet de bijvoorwaarden bij de algemeene vergelijking
niet in aanmerking te nemen. Het.geeii natuurlijk niet wil zeggen, dat men ze bij het vaststellen der
arbeidsvoorwaarden, waarvan ze trouwens een deel
uitmaken, buiten rekening zou kunnen laten.

Haarlem, 16-5-26.

Ir. B.
BÖLC’.ER.

AANTEEKENINGEN.

De betalingsbalans der Ver. Staten over 1925.

Het Bureau of Foreign and Domestic Commerce

te Washington heeft zijn raming van de betalings-
balans der Vereenigde Staten over 1925, voorzien van
een toelichting, gepubliceerd. (Zie volgende kolom)..
Hetgeen onder de loopende posten, de rekening-courant, het meest opvalt, is de enorme beteekenis
van de uitgaven van Amerikaansche toeristen. De

(In millioenen dollars

1
Uitvoer1 Invoer’
Saldo
(credit)
1
(debet)

Loopende posten
Zichtbare loopende posten:
Ifandelsbeweging …………….

Onzichtbare loopende posten:
Rente van inter-geallieerde schulden
Rente en dividenden uit particu-
liere bron………………….
Zeevrachten ………………….
Regeerings-betalingen …………
Touristenverkeer …………….
Uitgaven voor liefdadige en missie-
doeleinden …………………
Immigranten remises …………
Auteursrechten van bioscoopfilms

Totaalonzichtbare loopende posten

Totaal loopende posten, uitgezon-
derd goud en zilver …………
Kapitaalbeweging
Nieuwe leeningen aan het buitenland,
excl. refunding …………….
Koop en verkoop van best, fondsen Aflossing van buiteni. obligatiën
Hoofdsom der intergeallieerde schuld
Papiergeld dei V. S……………

Totaal kapitaalposten ……….

Goud en Zilver
Goud ………………………..
262

328 +134
Zilver ……………………….
99

65 + 34

Totaal goud en zilver …………
361

193 +168

Totaal alle posten …………….
6.803
T

– 3
Wijzigingen in de deposito’s van
buitenlanders blijkende uit rond-
gezondenvragenlijst …………
…-

61
Saldo, dat fouten en omissiën ver-
tegenwoordigt

64

Met inbegrip van $
25
millioen voor niet in de stati-
stiek opgenomen postpakketten;
Met inbegrip van
$ 40
millioen voor gesmokkelde
goederen.

ontvangsten van het buitenland uit dezen hoofde
($ 660 millioen) wai-en vrijwel voldoende ter betaling
van de rente op de particuliere en intergeallieerde
schulden aan de V. S. en van het dividend op in de
V. S. gehouden buitenlandsche aandeelen (samen
$ 680 millioen.) Deze $ 660 millioen staan gelijk met
$ 2,772 milliard Mk. en overtreffen derhalve het be-
drag, dat Duitschiand zal hebben te voldoen, wanneer

in 1928 het 1)awesplan in volle werking is, ni. 2,5 milliard mark per jaar.

Neemt men de saldi, welke onder deze hoofden
voorkomen, dan blijkt, dat wegens het toeristenver-
keer per saldo $ 560 millioen aan het buitenland was
te voldoen, waartegenover per saldo $ 515 millioen
ontvangsten uit rente en dividenden stonden.
Wat Europa in het bijzonder aangaat raamt het
Bureau een saldo-ontvangsten uit toeristenverkeer
voor dit werelddeel van $ 370 millioen. Daartegen-
over staan door Europa per saldo gekochte fondsen,
voorts betaalde rente en dividend ten bedrage van
resp. $ 226 en $ 145, samen $ 371 millioen.
Uit de toelichting bij de raming blijkt, dat in 1925
356.155 Amerikaansche ‘burgers zich buitenslands be-
gaven (naar Canada uitgezonderd). Op grond van
inlichtingen van reisbureaux enz. worden de ge-
middelde uitgaven per toerist op $ 1200 geraamd. Met gepasten trots vermeldt de toelichting dat het
debetsaldo wegens toeristenverkeer ,,has for many years
been a unique feature of the balance slieet of the
United States. – . . No other country, except England,
spends nearly so much money in this way.”

tîit de toelichting bij den post voor liefdadigheids-
en missiedoeleinden zij voorts het volgende karak-teristieke zinnetje geciteerd: ,,Thus we have an in-
visible import of $ 50.000.000 on account of philan-
tropy – an amount slightly less than in 1924 but

462

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 Mei 1926

still greater than that of any other country in the

world.”

Bij beschouwing der kapitaalposten valt het zeer

belangrijke bedrag op, dat het buitenland afbetaalde, resp. in Amerikaansche fondsen investeerde. Tegen-
over een bedrag aan nieuwe emissies van $ 974 mil-

lioen, waarvan $ 54 millioen, dus pim. 5Y2 pOt., als
commissie in de V. S. bleef, staan aankoopen ten be-

drage van $ 411 millioen, aflossingen door particulieren

van $ 140 millioen en door regeeringen van $ 27 mii-

lioen, samen $ 578 millioen. Telt men bij de emissies de

aankoopen van bestaande buitenlandsche fondsen door

inwoners der V. S. ten bedrage van $ 90 millioen,
dan is per saldo door de Unie in 1925 432 millioen

buitenslands geïnvesteerd. Hierbij komt nog een be-

drag aan teruggevloeid bankpapier, te beschouwen als

renteloos voorschot aan het buitenland,.van $ 62 mii-
lioen, dat het saldo op $ 494 miliioen brengt.

Voor Europa zijn deze bedragen: Nieuwe emissies

in de V. S. 546 millioen en daartegenover: aflossingen

119 millioen en gekochte fondsen $ 226 millioen,

samen 345 millioen, latende een netto investeering

der V. S. van $ 201 millioen.
De rekening-courant tusschen de V.S. en Europa

wordt als volgt geraamd:

(in millioenen dollars)
Netto uitvoer (Credit)

Netto invoer (Debet)

Bedrag –

Bedrag
Handelsbeweging

1.365
Nieuwe emissies
.

546
Zilver ………….14

Toeristen

………
370
.
Goud ………….18 Immigranten

260
Auteursrecht van

Missie
………….2
bioscoopfilms ..

52
Liefdadigheid . ..

6
Afgeloste leeningen

119
Dollarbiljetten ..

44
Gekochte fondsen

226 Interest en dividend

145

1.939

1.228

De dollarbiljetten waren voor $ 19 millioen uit
Duitschiand afkomstig. Frankrijk, dat tot Augustus 11.

veel meer terugzond dan het ontving, werd sindsdien

in sterke mate importeur.

De oprichting der International Mercantile

Marine Trust en de Cunard Line.

In de enkele jaren geleden door Bernhard Huider-
mann, Directeur der Hamburg-Amerika Lijn, in het
licht gegeven biographie van Albert Ballin,
1)
in welk

boek op levendige wijze de veeiomvattende economi-
sche en politieke werkzaamheid van dozen genialen
Duitscher wordt geschetst, handelt één der hoofd-
stukken over de oprichting der Morgan Trust (Inter-
national Mereantile Marine Trust).

Aan het hoofdstuk ontleerien wij in aansluiting

aan het elders in dit No. voorkomende artikel van den heer Vermey over de ,,White Star Line deal”,

hieronder het een en ander.
Het doel dezer Trust was eenerzijds een einde te

maken aan de concurrentie in het vervoer van kajuits-
passagiers op den Noordelijken Atlantischen Oceaan
en aan den anderen kant te komen tot een Aimeri-
kaansch-Etiropeesche economische samenwerking in de

Transatlanti sche scheepvaart.
Reeds in 1891 had Ballin bij den heer Baker, den
leider der Atlantic Transport 0y. stappen in deze
richting gedaan, die echter tot geen resultaat voer-
den. Acht jaren later werden zij op initiatief van
den heer (later Lord) Pirrie, firmant van Hariand
and Wolff te Belfast, herhaald, doch wederom leidden

zij tot niets. Kort daarop kwam de fusie tusschen de
Atlantic Transport Oy. en de Leylaud Line tot stand,
die, gelijk in het artikel van den heer Vermey ver-
meld, spoedig werd ontbonden en opnieuw dook de
vraag op, of niet de Hamburg-Amerika Lijn, even-
tueel in gemeenschap met de White Star Line en de

1)
Bij
G.
Stalling te Oldenburg
i. 0.; 1922.

firma Harland and Wolff, de Atlantic Transport

Oy. zou aankoopen (1901).
Op dit oogenblik begonnen de pogingen van Mor-

gan tot oprichting van de combinatie, die als Mor-

gan Trust bekend geworden is. De onderhandelingen
hierover hebben
bijna
anderhalf jaar geduurd, gedu-

rende welken tijd Baum trachtte eenerzijds dit Ame-

rikaansche gevaar af te wenden en aan den anderen

kant zich bij het streven van Morgan aan te sluiten,
omdat hier eindelijk do gelegenheid scheen geboden,

de alles omvattende belangengemeenschap der Trans-

atlantische reederijen te scheppen. Morgans pogen

steunde op het vooruitzicht, dat het Amerikaansche

congres een aanhangige wet tot subsidieering der
scheepvaart zou aannemen. De door hem te verwer-

ven reederjen zouden dan, om daarvan te proSitee-

ren, onder Amerikaansche vlag worden gebracht.
Het gevaar der door Morgan nagestreefcle combina-

tie lag in de eerste plaats, gelijk Ballin in een memo-

randum voor Vorst Heiickeli-Donnersmarck uiteen-
zette, in het daarbij beoogde samengaan van Ameri-
kaan sche spoorweg- en scheepvaartbelangen, waardoor

de kans ontstond, .dat de toevoer van goederen uit het

Amerikaan sche binnenland voor buitenlandsehe ree-

derijen zou worden afgesneden. Het tweede gevaar
was de mogelijkheid, dat de Amerikanen ‘door aan-

koop van aandeelen de contrôle over de Duitsche

reederijen zniiden verkrijgen.
Uit besprekingen, die Ballin in Juli 1901 met den

heer Pirrie, welke als gemachtigde van Morgan

optrad, voerde, bleek ‘heni, dat
het
in de bedoeling

lag, de White Star Line op te zuigen, doch .dat men
zich ten opzichte van de Hamburg-Amerika Lijn geen

succes voorstelde, wegens de verhouding van Baum
tot den Keizer. De Trust was tot vriendschappelijke
samenwerking met de H.-A. L. bereid, doch men
moest Ballin mededeelen, dat de grootste Amerikaan-

sche Spoorwegen reeds verklaringen hadden afgege-
ven, welke gelijk stonden met een combinatie van
deze spoorwegen en de scheepvaarttrust. Bailin zag
het gevaar en het gelukte hem in de hierop volgende

onderhandelingen te Londen voorstellen aangenomen
te krijgen, welke eenerzijds de volledige onafhanke-
lijkheid der Hamburg-Amerika Lijn handhaafden en
toch aan den anderen kant een tamelijk nauwe aan-
sluiting dezer lijn aan de Trust mogelijk maakten
en de concurrentie tusschen heide partijen ophieven.
Het voorloopige contract, dat te Londen in Juli’
1901 werd gesloten, werd door Oommissarissen der
Hamburg-Amerika Lijn goedgekeurd. Ballin achtte
echter, naar uit zijn papieren ‘blijkt, de zaak voor zich

echter slechts doorvoerbaar, wanneer zij de voile in-st’mming van den Keizer en den Rijkskanse]i.e.r had.
Dit bleek het geval; slechts moest Ballin op zich
rwmen er voor te zorgen, dat de Norddeutsc’he Lloyd
door deze overeenkomst niet direct in gevaar werd
gebracht. Verdere onderhandelingen volgden en be-
gin 1902 begaf Ballin zich naar New York, om de

zaak tot een einde te brengen. Talrijke besprekingen
vonden hier plaat,s. Ballin nam daarbij het standpunt
in, zooals hij
schrijft:
,,dat de combinatie eerst dan
tot volle rentabiliteit kon komen, wanneer ‘het ons
zou gelukken de contrôle over de Ounard Line en de

Holland-Amerika Lijn te
verkrijgen.
Tot mijn ver-
heuging viel de heer Morgan mij bij en machtigde
mij, met den vertegenwoordiger der Holland-Ameri-
ka Lijn, den Directeur van den Toom, namens hem
te onderhandelen. De heer van den Toorn had zich
samen met ons naar New York begeven en logeerde
eveneens in Holland House. Ik ontmoette hem nog
dienzelfden avond voor een conferentie en in een aan-
tal besprekingen, waaraan ten slotte ook de heer Wil-
ding (vertegenwoordiger van Morgan) deelnam, werd
een voorloopige overeenkomst afgesloten, die Morgan
een optie op 51 pOt. van de aandeelen der Holland-
Amerika Lijn gaf. Morgan nam op zich door ‘bemid-
deling van Engelsche vrienden met de Ounard Line

te onderhandelen”.

19 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

463

Gelijk door den heer Vermey wordt opgemerkt is

het feit, dat deze ten slotte niet in de Trust werd
opgenomen, een der hoofd oorzaken van haai: misluk-

king geweest. Waarom is het nu niet gelukt de con-trôle over deze lijn to verwerven? De oorzaak hier-

van is volgens do aanteekeningen van Balhn niet, dat
de lijn niet te koop was. Hij schrijft in een Memo-

randum aan de Duitsche Legatie te Londen (April
1902):

,,Evenmiu als de overige vertegenwoordigers der Engel-
sohe scheepvaartbelangen heeft Lorci Inverelycle (cle Chair-
man der Cumiard Line) eenige nationale bedenkingen tegen
de ontworpen transactie naar voren gebracht. Integen-deel hij heeft den wensch uitgedrukt, dat het Syndicaat
zich er iiiet mede tevreden zou stellen, 51 pCt. der aan-
deelen te koopen, doch liever direct de geheele Maatschap-pij zou verwerven. De prijs, dien hij eischt, is tamelijk hoog
gegrepen. Hij heeft echter reeds laten doorsoherneren, (lat
hij een lager aanbod wilde aanbevelen en er bestaat naii-
welijks twijfel, dat de onderhandelingen tot een gunstig
besluit zullen voeren, wanneer niet de Engelsche Regee-
ring te elfder ure tot buitengewone besluiten komt”.

De koop is echter niet tot stand gekomen. De reden
blijkt uit Bal]ins aanteekenirigen uit het jaar 1904,
toen hij wederom met de Cunard Line onderhandelde,

ditmaal over het landvei’hu.i’zersvervoor uit Hongarije.
Huldermaun schrijft hieromtrent het volgend:
,,Op de vraag van Ballin naar cle oorzaketi der agres-
sieve houding van de Cunard Line antwoordde Lord Tn-
verelyde, dat uiet deze, doch de Morgan-Trust de aanval-
lencle partij was, daar deze de bedoeling had de Cunarci Line
tegen den muur te dringen. Op cle tegenwerping van Bal-
1
in, dat zulks nimmer de bedoeling van de Trust geweest
was, doch deze integendeel getracht had, de Cunard Line
daarin op te nemen en ook een voorstel dlienaangaando
van Lord inverelyde had ontvangen en dat slechts door
den stonn der publieke meening iii Engeland de zaak schip-
breuk bad geleden, antwoordde Lortl Tnverclycle, dat dit
niet het geval was, doch (lat cle Trust op zijn voorstel nooit
antwoord had gegeven hijzelf had niet eens nj zijn laat-
sten brief een antwoord ontvangen.
In een brief, waarmede Ballin deti algerneenen i’ertegen.
woorcliger te New York, Boas, van den stand der dingen
op de boogie stelde, merkte hij te dezen aanzien op, dat de uitlating van Lord Inverclyde inderdaad juist was en
de niet-beantwoording van diens voorstel hierdoor was ver-
oorzaakt, dat Commissarissen der T:Tamburg
:
Amerika Lijn
er niet toe konden besluiten, toe te stemmen in aankoop
van aancieelen van de Cunard Line, in gemeenschap niet cle
Morgan Trust. Eerst na zes weken, en na indiening van
zijn ontslagaanvrage, was hij in staat geweest de onder-
handelingen weder op te nemen, doch had toeti te Londen
ten gevolge van de opwinding der publieke nieening een
toestand aangetroffen, waarbij hij het niet meer voor juist
kon houden, de onderhandelingen weder te beginnen, om-
dat hij vreezen moest daarmede de agitatia tegen de bui-
tenlandsche ree:leijen slechts materiaal in handen te
spelen.”

Deze agitatie omtrent den overgang van Engelsehe
schepen in Amerikaansch bezit had ertoe geleid, dat
cle Canarci Line met cle Engelscho Regoering een côn-
trmict sloot, waarbij cle Regeering haar de middelen
ter beschikking stelde voor den bouw der beide groote,
sn elvarende stoomschepen ,,Mauretani a” en ,,Lusi-
tania” en terzelfder tijd een sul)sidlie, voldoende om deze, door de Regeering verstrekte leeiiing voor den

bouw dier schepen te verrenten en af te lossen. De
Cunard Line was hierdoor dermate versterkt, dat zij
tegenover de andere lijnen een agressieve houding
innam en een vergrooting van haar aandeel in het
verkeer n astreef,de.

De heer Vermey heeft i-eecls uiteengezet, dat de
Trust commercieel een mislukld ng was en daarvan de
oorzaak genoemd. Ook heeft Morgan niet geweten
den rechten man op de rechte plaats te stellen. Reeds
spoedig na de oprichting heeft Ballin hierover met
Morgan zeer interessante, ,,om niet te zeggen op-
windencle” onderhandelingen gevoerd. Slechts het
verdwijnen ‘der leidende persoonlijkheden kn z.i. hel-
pen. ,,Morgan”, schrijft hij ,,weet de personenkwes-
tie maar niet op te lossen en deed mij de verIeidelijk sto aanbiedingen, voor het geval ik -zelf geneigd zou

zijn als President van do Trust, zij het ook slechts
voor één of twee jaren, naar New York te gaan. Ik
wees dit reeds met het oog op mijn verhouding tot
den Keizer af.”

De kosten van de mislukte poging tot stabilisatie
van den Belgischen Franc.

Naar de N. R. 0. aan Het Laatste Nieuws ontleent

heeft de heer L. Frauck aan den Minister van Finan-ciën een schriftelijke vraag gesteld, ten einde te ver-
nomen wat de tussehenkomst van de regeering gekost

heeft om den Belgischen muntstandaard op peil te
houden –

Do Minister van Financiëu antwoordde, dat de bui-
tenlandsche dieviezen, door de regeering van einde

September 1025 tot half Maart 1926 op de wisselmarkt
verkocht door bemiddeling van de Nationale Bank,
uit di-je verschillende bronnen kwamen:
10.
Wisselreser’ve vroeger gevormd
en aan de Nationale Bank t 0ev ei-t r uwd.
Een deel van 44 millioen dollar (de helft van de

netto-opbrengst van twee consolidatieleeningen uit-
gegeven op de New Yorksc’he markt) werd door den

staat afgestaan aan de Nationale Bank op den over-
eengekomen koers van 20 fi-. per dollar.

De moglijke winsten of verliezen, voortkomende
uit den lateren verkoop van ‘clie dollars tegen een
koers boven of onder de 20 franc zouden den staat
heelemaal toekomen.

Men herinnert zich dat bedoeld deel der clesbetref-
fende leeningen tot voornaamste doel had de coiiso-
lidatie van een deel der industrieele oorlogsschaden.
Het is om een massaverkoop van die deviezen 6p
dat
oogenbli]d te vermijdu, dat men een regeling trof die

toeliet die ‘dollars eveneens te doen dienen uit de ver-
dediging van den stand van den franc op de wissel-
markt.

Toen de i-egeering besliste de Kamers een definitief
ontwerp van stabilisatie voor te leggen, besefte zij,
dat een daling van den fi-anc gedurende .den tijd, ver-
eischt voor het stemmen van de wetten en het op-
niaken van alle ontwerpen, rampspoedig ware geweest.
Daarom gaf de regeering aan de Nationale Bank
opdratht de deviezeni-eserve te gebruiken om de koer-

sen op of nabij 107 franc voor het pond te handhaven.
Op het einde van September bedroegen de wissel-
reserven ongeveer 40 millioen dollar. Die sommen
werden achtereenvolgens verkocht tegen het gemid-
deld bedrag van 22 franc per dollar. De staat incas-
seerde door die vem-richtingen een winst van ongeveer
80 millioen franc.

20. Sommen verkregen door voorloo-
p ige credieteia.
Feitelijk verschilden die sommen volgens de tijd-stippen en den toestand der wisselmarkt. Een eerste
crediet verkregen omstreeks ‘half October bedroeg
2716 millioen dollar. Een tweede werd verkregen in
December 1925 en bedroeg eveneens 2716 millioen
dollar, dus te zamen 55 mnillioen dollars.
Het tweede wisselcrediet werd niet gebruikt,; wat
het eerste ‘betreft, het was nog onaangeroerd in het
begin der maand Maart 1926; de bank had ten minste

in voorraad de noodige deviezen om de niet terug-.
betaalde saldo’s te dekken. Maar dit eerste credial
moest ‘de regeering ruim aanspreken gedurende de
paniekweek vôér half-Maart en zoo kwam het dat de
gebruikte sommen op 18 Maart het maximum van
26.300.000 dollar bereikten; op het oogenblik ‘bedra-
gen zij nog ongeveer 15715.000 dollar; het verschil
werd intusschen teruggewonnen en de deviezen terug-
betaald. Hierop werd een verlies geleden van
fr. 46.530.000.

Wat de 15.715.000 dollar betreft die nog terug te
betalen zijn, kan het vérlies slechts definitief betaald’
worden wanneer de verrichting zal verwezenlijkt,’zijn;
in de ondersteiling van een gemiddelden koers van
150 franc het pond, zou het bijkomend verlies onge-
veer 139.000.000 franc bedragen.

464

. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 Mei 1926

30. De’ieveri afkomstig vairi de plaat-

sing van schatkistbons met gewaar-

borgden wissel.
De intrekking van de schatkist’bons had in het be-

gin van Januar.i
1.026 zulk
een bedrag bereikt., dat de

thesaurie met een ernstige krisis bedregcl was, in-
dien men het middel niet voi:id om de schatkistbons

die ter terugbetal ing aangeboden werden, door andere

inschrijvingen te vervangen.
De regeering gaf eenige schatkistbons in vreemde

cleviezen uit voor een totaal bedrag van
6.050.000
dol-

lans; maar naderhand gaf zij liever sehatkistbons Ult
in Belgische franken niet gewaarbongden wissel.

Op 6
Mei
102.6
bedroeg de waarde der in omloop

zijnde schatkist.ho’ns met gewaarborgden wissel

26.350.000
dollar. De schatkistbons in vreemde devie-

hadden een waarde van
8.000.000
dollar.

Maar naar aanleiding daarvan dient te worden op-
gemerkt, dat de eerste aanleiding tot die verrichtin-
gen le toestand dor schatkist was, die te,rugbetalin-

gen van de vlottende schuld te doen had.
Uit, bovenataarici betoog blijkt, dat van de drie soor-

ten van verrichtingen die
dcii
verkoop van deviezon

medebrachten, 66n enkele tot eenig doel had, den

franc in stand te houden. Die stihiiisatiepogiug
eischte het gebruik van 26 mill.ioon dollar van cle

voorloopige credieten.
Om die 20 millioen dollar terug te betalen is het

verlies, dat tot nu toe geleden, werd,
46.530.000
franc.

Bij di.e som moet gevoegd wonden 139 millioen franc,

zijnde het verlies dat zou ontstaan door het weer sa-

menstelien van het saldo in cle onclerstelling van een
gemiddeiden prijs van 150 franc liet pond, bij den

terugkoop, dat is dus in het gheel een verlies van!

1.85.530.000
franc.
Tegenover dat verlies moet er rekening gehouden
worden met een besparing die ten bate van den staat

gedaan werd door het feit, dat gedurende het tijd-

perk van den vasten stand de
16
miflioen dollar, noo-

d:ig voor den dienst der buitenlancische schuld, gere-

geld konden worden tegen den koers van 101 franc

het pond. Die besparing werd geschat op
80
millioen

franc.

MAANDCIJFERS.

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK.

April 1926

0

April 1925

Posten
1
Bedrag
11
Posten

Bedrag

Voor reke-
ninghouders 51.226 (2.676.987.000 51.335 f2664.51l.000

waarvan door
de 11.-bank
plaatselijk 37.283
,
1
2.295.104.000 37.829 ,, 2.297.383.000

Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast. 1.887 ,, 10.805.000 1.914 ,, 8.571.000

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.

April

1926

11

April 1925

Giro’s (eenzijdige ver-
In
millioeneni
1
Aantal
V-
oeneni
Aantal
melding)
1
1
Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f
48,8
13703
f
14,4
14.750
(*irobetalingen aan
particulieren

——–
21.8 73.367
,,20,-
61.250

Geldomzet.
,,

4,7
6.708
4,9
6.423
Betalingen

………,,
7,6
30.580
7,4
29.10

2
Part. rekeninghouders
18,5
1

26.942
2

19,4′
24.3132

Ontvangsten

……..

Waarvan

rekeningh.
welke gelden voor 1
jaar

vast

hebben
gedeponeerd ……,,
8,8
2.794e
8,4
2.603
2

1)
Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde der maand.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned iVrsch.

Disc. Wissels.

3 Oct.’25
Zwits.Nat.Bk.
3*22 Oct.’25
Bel.Binn.Efi. 4
3 Oct. ’25
N.Bk.v.Denem.
5
7Sept.’25
in R.C. 5
3 Oct.’25
ZweedscheRbk 4j
8 Oct.’25
Javasche Bank….
4*
2
0 Oct.’24
Bank v.Noorw.
5*2OApr.’26 Bank van Engeland 5
3 Dec.
’25
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 7 27
Mrt. ’26
slowakije .. 6
13Jan.’26
Bank
v.
Frankrijk. 6 9Jseti’25
N.Bk.v.O’rijk.
7*28Mrt.’26
BelgischeNat.Bnk, 7
23Apr.’26
N.Bk.v.Hong. 7
22 Oct.’25
Fed. Res.BankN.Y.
3*
2
2Apr.’26
Bank v. Italië. 7
17fsini’25
Bank van Spanje.. 5
2SMrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 5

OPEN MARKT.

1926

1925 1924
1914

15Mei
10-15

3-8Mei

26April-
11-16
12-17
20-24
Mei
1
Mei
Mei Mei
Juli

Amoterdam

Partic.disc.
2
11
)
2
1
5116-3
1
2″1163
1
14
312-14
3214.4114
3!8116
Prolong.
3
3
1

3-’12
3-
1
(2
2’12-3
3_411
3

21(
4
3(
4

Londen
Daggeld ..
42)
4_1j
1

411
331
4
_431
4

33(4_511
1-2
1
12
1
3
14-2
Partic. disc.
4
15
!:,, 2)
4
15
1n-
1
18
4
18

116
4114-h6
4518_/4
3
2
11;
2
1
14-j4
Berlijn
Dag8eld ..
3
1
12-5
3
1
12-5
4-6
1
12
3-6
1
12
7-10


Partic. disc.
30-55 d…
431
4

431
4

431
4


4314
8
– –
56-90 d..
.
441
4

4:31
4

42(
4

4314
71-8

Waren-
wechsel.
51(41(2
51(
4
_1(
2

5..3(
4

51(
4
.3(
4

831
4
_71
3


New Yorkl)
11
3
14-2
1
12
CaIl money
4-j4
3112.4114
311..4Ij4

3-4-1/4
311411
4

331
4

Partic.disc.1
3
1
14
314
311
4

311
4

311
4



11 CaIl money-koers v. 14Mei en daaraan voorafgaande weken t;m.Vrijd.
2) Noteering van 14 Mei.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn ParijS BrussellBatavla’)
York

11
Mei

1926 2.4811j,
12
.
0
8*’
59.
21
* 7.84

7.92 1001/
8

12

1926
2.48t’,
12
.
0
9*
59.21
7.86

7.88
1001/
8

13

,,

1926


– –



14

1926
2.4811/,
12.09*

59.20
7.62

7.56
1001/
8

15

,,

1926
– –
,


1001,’
17

1926
2.487/ 12.09
59.14
7.45

7.27
100 I/
Laagste d.w.l)
2.488/
s

12.07* 59.12
7.40

7.28
100
Hoogste d.wl)
2.4813/
12.10
59.24
7.89

7.94
1008/
6

10
Mei

1926
2.487/
4

12.08
59.24*
7.77J

7.66
1004/
4

3

,,

1926
2.48
1l/,
12.09
59.24 8.18

8.24
1001/
Muntpariteit
2,48% 12.10
59.26
48.-

48.-
100

Data
se
Z
r
land
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
S)
1)
rest’)
“1
S)

11
Mei

1926
48.13 35.20
7.37
0.96
9.92
35.75
12

1926
48.1214
35.20 7.38
0.92
9.89
3 5.7 5
13

1926



– –

14

1926
48.13
35.15
7.37
0.92*

8.93
35.95
15

1926


7.37
0.92


17

,,

1926
48.08
35.15
7.37
0.94 8.80
35.85
Laagste d.w.
1
)
48.04
35.10
7.36
0.87 8.20
35.70
Hoogste d.w’)
48.16
35.25
7.40
1._
9.96
36.20
10
Mei

1926
48.16 35.19
7.37
0.95
9.95
35.75
3

,,

1928
48.15 35.15 7.38 0.94 9.98
35
.87*
Muutpariteit
48.-
35.-
50.41
48.-
48.-
48.-

Data
Stock-
holm’)
Kopen-
hagen’)
0 1
S
0
Hei-
Buenos-
Aires
1)
Mon-
treal’)

ii
Mei

1926
66.60
65.05

53.85
6.26
100
2.49%
12

1926
66.60 65.10

53.82*

6.26
997
2.49%
13

1926

14

,,

1928
66.62*

65.20

53.85
6.26
100
2.491/
4

15

1926



6.27
100
2.49
17

,,

1928
66.55
65.30

53.90
6.26*

99
2.48%
Laagste d.w.1)
66.50 64.90

53.70
8.25
99%
2.48%
Hoogste d.w1)
66.65
65.40

54.00
6,30
100%
2.4931 10
Mei

1926
66.62*

65._

53.75
6.27 100
2.49%
3

.,

1926
66.60
65.10

54.50 6.27
100 2.48%
Muntpariteit
66.67 66.67

66.67
48.-
105 2.483i
‘) Noteering te Amsterdam. “) Noteering te Rotterdam.
1) PartIculiere opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een over-
zicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wissel-
koersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
(S per £)
Parijs
(5
p.lOOfr.)
Berlijn
($p.
lOOMk.)
Amsterdam
($p.
100 gld

11 Mei

1926
4,861/
8

3,14
23,80
40,2034

12

1926
4,885/
16

3,15
23,80
40,20

13

,,

1926 4,86
3
/
3,13
23,80
40,20

14

1926
4,867/,
3,06
23,80
40,22

15

1926
4,86%
3,02
23,80
40,22

17

,,

1926
4,86″/,
3,01
23,80
40,25

18 Mei

19251
4,855/
8

5,24
23,80
40,19

Muntpariteit .
4,8667
19,30
23
9
81%
408/
16

KOERSEN TE LONDEN.

19 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

465

Plaatsen enINoteerings-!
Landen
eenheden
1Mei

1
1926
1
8Mei
1926
101I5
Mei’26

1
LaagsteHoogsteI
15Mei
1926

Alexandrië. .
Piast. p. £
9734
97171
82
9717!
32
9717/
33

97
17
/32
Athene

….
Dr. p. £
394
395
391
395
395
Bangkok …
Sh.p.tical
11101I
8
8
1110
8

1/1034
1110)4
11104

Budapest . ..
Pen.
p. £
27.80
27.80
27.80
27.80 27.80

B. Aires’).
..
d.
p.
$
4
/16
51
/8
451/
45)4
45%

Calcutta . . . .
Sh. p. rup.
11587/
64

115
81
!
82

11


528!32
1
1
6
1
1
32

15
88
/16
Constantin..
Piast. p. £
915 937
930 940 940

Hongkong ..
Sh. p. $
21281182
2/3%
213%
214
1
/16
235/

Kobe

……
Sh.p.yen
111e
1

8’8
°
8

B”7
2/118/ 2/1111
IT
2/”T8
Lissabon
1) . .
d. per Esc.
217!
852
217!
32
217!
82
2171
52
2171
32
d. per $
..d.per$
24
245/
5
241
241/
8

24
1
j
Mexico ……..
Montevideo’)
50
/
51 51
51%
51
Montreal

$ per £
4.86
4.8494
‘4.84%
4.86)4 4.86%

R.d.Janeiro’)
d. per Mii.
71/
78/
7’j
8
77/
2
77/
32
Shanghai
..
.
Sh. p. tael
2/112/
8

21117/8
i
2810
T
l
u

2/11
7
/8
21117/6
Singapore. ..
id. p. $
2/3
15
1
18

2/411
33

2/4
2/4
1
/
32

214
1
1
33

Valparaiso
2)
$ p.0
30.80
39.80
39.80 39.80
39.80
Warschau

.
ZI. p.
£
50 2)
6*6
*6* *6*
*6*

1)
Telegrafisch
traflstert.

)
90 dg.
3)

Laten.


ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
3)

Londen’)
N.Yorkl)
Londen
10 Mei

1926..

307/
56

65%

10 Mei

1926….
84111%
11

1926..

301/
65sj

11

1926…..

84/10
12

1926..

305/
16

65’/8

12

1926…..

84/11%
13

1926
­

301/,
65

13

,,

1926…..
84/.11%
14

1926..

308/
655/
4

14

,,

1926…..

84111%
15

1926..

30)4
65%

15

,,

1926..,…

84111%

16 Mei

1925..

31
1
/8
67%

15 Mei

1925…
84/119

20Juli

1914..

2485/
16

541/

20Juli

1914….
84110
1)
in pence p. oz. stand.
2)
Foreign silver in $e. p. oz. line.
3)
in sh.
p.
oz. line

STAND VAN
‘s
RIJKS KAS.
De Minister van

Financiën maakt bekend:

Vorderingen.
7 Mei 1926
14 Mei 1926

Saldo bij de NederiandscheBank

f

1.352.070,30
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f


,,

118.349,64
Voorschot op uit. Mrt. 1926 aan dege-
meenten op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
de Rijksinkomsten belasting….. …
52.861.933,88
,,

50.820,966,03
Voorschotten aan de koloniën ……..
,

12.061.052,14
8.451.904,19
203.967.152,06
,,201.677.158,94
Daggeldleeningen

tegen onderpand

13.900.000,-
,,

18.400.000,-

Voorschotten aan het buitenland ……

Saldo der postrekeningen van Rijks-

..

van Staatsschuldbrieven

………….

comptabelen

………………….
24.128.111,15
,,

27.698.625,61
Vordering op het Staatsbedrijf der P.,
..

T.’)
.
…………………………..
T. en
Id. op andere Staatsbedrijven 2)

,,

3.748.348,03

,,

3.928.348,03

V er
Pl

c h t i n ge ii.

Voorschot door de Nederl. Bank ….
f

9.232.801,29

135.503.000,-
fl35.495.000,-

Waarvan direct bij de Ned. Bank
65.380.000,-

,, 65.380.000,-

Zilverbons

in

omloop …………….
,,

14.542.282,50

Schatkisibiljetten in omloop’)……….
Schatkistpromessen in omloop ……..

Schuld ad. Bank v. Ned. Gemeenten 2).
971.380,20
18,928.984,42

6.535.817,52
2)
Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds

..
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T. 2)..,,

…14.523.163,50

77.405 475,05
,, ,,

64.354.321,57
80.000,-
,,

80.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven
2
)…………
Id. aan diverse Instellingen 2)

…..
,

2.432.821,29
,,

2.432.966,86
Waarvan
f
37.056.000 vervallen op of na 1 April 1927.
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-1NDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Icoloniën maakt bekend:

1

24 April1926
1 Mei 1926

Voorschot uit ‘s Rijks kas aan N.-lndië
/ 1.329.000,-
f

594.000,-
Indische Schatkistprom. in omloop ..,,
29.100.000,-
,,21.500.000,-
Ander Sehatkistpapier

…………..
350.000,-
,,

350.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
….
,, .133.000,-
,,14.866.000,-
Muntbiljetten in omloop

……………
32.065.000,-
,,31.903.000,-
Ten

voordeele van Ned.-lndië ge-
boekte beleggingsgelden van het
,,

4.535.000ç’
Ned.-lnd. muntfond,……………….4.535.000,-
Ide

van de Ned.-lnd. Postspaarbank
m
,.


481.000,
,,

868.000,-
Totaal……..

f74.616.000.-
In ‘s lands kassen aanwezig

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 17 Mei
1926.

Activa.
Binnenl.Wis-g Hfdbk.
f

32.893.545,36
sels, Prom.,’ Bijbnk. ,,

14.503.030,76
enz,indisciAg.sch. ,,

22.841.818,58

f
70.238.394,70
Papier o. h. Buitenl. in disconto

Idem eigen portef..
f
196.376160,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nognietafgel. « 196.376.160,-
Beleeningen

Hfdbk.
f

53.331.054,28
ncl. vrsch.Bij bnk. ,,

13.766.031,56
in rek..crt.

‘Ag.sch.

72.673.441,61
op onderp.

f
139.770.527,45

Op Effecten…….
f
137.903.027,45
Op Goederen en Spec. ,,

1.867.500,-
139.770.527,45
Voorschotten a. h. Rijk ………………

Munten Muntmateriaal
Munt, Goud …….
f

62.315.160,-.
Muntmat., Goud .. ,, 365.212.325,54

f
427.527.485,54
Munt, Zilver, enz. • ,,

25.969.758,50
Muntmat. Zilver.. ,,

Effecten
453.497.242,04

BeleggingRes.fonds.
f

6.341.559,17
id. van ‘/,v. h. kapit.,,

3.955.508,87
10.297.068,04
Gebouwen en Meub. der Bank .

……
5.171.000,-
Diverse

rekeningen ….. . …………

,,
63.905.606,26

f
939.255.998,49
Passiva.
Kapitaal ………………………….
f
20.000

.000,-
Reservefonds ……………………….,,
6.483.597,96
Bijzondere

reserve ………………..,,
12.000.000,-
Bankbiljetten in omloop…………..,,
838.978.225,-
Bankassignatiön in omloop………..,,
710.140,22
Rek..Cour.f Het Rijk

f
‘ 9.003.757,79
saldo’s:

Anderen,,

30.231.258,74
39.235.016,53
Diverse rekeningen ……………..

.,,
21.849.018,78

f
939.255.998,49

Beschikbaar metaalsaldo……………
f
277.161.104,99
Op de basis van
2/

metaaldekking
101.376.428,64
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis.
1.385.805.520,-

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschlkb.
Dek-
Data
Circulatle
opeischb.
schulden
Metaal-
I

saldo kings
perc.
Munt
1
Munt mat.

17 Mei ’26
62.315 365.212
838.978
39.945
277.161
51
10

1
26
62.502
365.210
854.087
25.488
277.015
51

3

1
26
55.703
372.210 887.518 26.110
270.423
50
26 Apr. ’26
56.027
372.172
817.162
40.669
282.255
53
19

’26
58.179 372.172
81435
36.570
282.513
53
12

,,

’28
56.376
372.172
830.887
28.896
281.563
53

18 Mei’25
56.284
423.186
892.587
31.677
315.475
54

25 Juli ’14
65.703 96.410
1 310.4371
6.198
43.521
1
)
1

54

Totaal
SchatkTst-
B lee-
Papier
D1viT
Data
bedrag
I
promessen
I

n ngen
op het reke-
disconto’s
rechtstreeks bulteni.
nlneen
2)

17 Mei 1926 70.238

139.771 196.376 63.906
10

1926 73.387

135.357 184.233 76.483

3 ,, 1926 74.118

172.837 184.029 .64.452

26 Apr. 1926 68.226

138.425 183.764 48.128
19

1926 74.251

6.000 131.790 183.425 47.288

12 ,, 1926 77.411

7.000 129.079 177.068 52.467

18 Mei 1925 89.977

159.518 165.310 52.016

25 Juli 1914 67.947

14.300′

61.686 20.188

509 1) Op de basis van
31
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
ci
Andere
opelschb.
Discont.
Dl

rk
nlgeen
i

10 April 1926-
1.010 1.638
620
954
358
3

,,

1926-
1.010
1.766
550
956
373
27 Mrt.

1926..
1.011
1.578
815
982
439
20

.1926..
1.011
1.544
579
954
429
13

,,

1925-
1.001
1.611
542
.950
350

11 April 1925-
1.041
1.556
730
1.028
296

5 Juli

1914..l
645
1.100
560
735 396
‘) Slultpost der activa.

466

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 Mei 1926

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Andere Beschikb. Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb. metaal-
schulden saldo

8Mei1926

23.000

331500

48.500 163.000
1 ,, 1926

239.250

331.500

49.500 163.050
24Apr.1926

239.250

333.500

48.500 162.850

10

1926 ‘201.387

39.644 335.762

48.090 164.862
3

1926 201.860

40.184 331.039

54.393 165.609
27 Mrt. 1926 201.960

39.920 328.218

55.945 165.642
20 ,, 1926 202.100

39.603 330.420

56.182 164.947
9 Mei 1925 133.551

50.042 282.821

42.199 119.435
10 ,, 1924 148.721′

64.597 264.710

76.315 145.737

25 Juli1914 22.057

31.907

110.172

12.634

4.8422

Wissels,
D

Dis-

buiten

Belee-

re
r
_
se

kings-
a a

conto’s

N.-Ind.

ningen

e

percen-
______________

befaalb.

n ngen

tage

8 Mei 1926

104?’840

63
1 ,, 1926

95.760

63
24Apr.1926

96.750

63

10
»
1926

9.281 20.378

42.065

67.756

63
3

1926

9.141

19.951

41.892

77.729

63
27Mrt. 1926

9.005 20.032

42.076

75.664

63
20 ,, 1926

8.679

19.536

42.744

77.547

63

9 Mei 1925 90.339 17.731

44.394

59.084

56
10 ,, 1924 35.422 15.084

56.908

14.987

62

25 Juli1914

7.259

6.395

47.934

2.228

44
1)
Sluitpost activa.
S)
Basis ‘is metaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency No4es,
u duizenden nonden sterlin.m

Data
Metaal
Circulatie
Currency Notes

Bedrag
I
Bankbilj.
1
Gov. Sec.

13 Mei

1926
148.262
141.652
*s*
***
5

,,

1926
147.475 141.196
***

28April 1926
146.372
141.097
294.473
56.250 243.681
21

1926
146.410
140.161
293.375
56.250 242.723
14

1926
146.491
140.717
295.314
56.250
244.921
7

,,

1926
146.655 141.892
297.726 56.250 247.680

13 Mei

1925
153.617
147.606
292.639 53.950 243.699

22 Juli

1914
40.164 29.317


Data
00v.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Reserve Dek-
g

13 Mei ’26
46.130
68.672
21.264
102.151
26.361
21
5

,,

’26
42.230 73.544
16.701
107.351
26.029
21
28 Apr.’26
39.495
67.822
18.925
95.657
25.025
21.{
21

’26
39.270
68.031
P
13.369
103.196
25.998
22′
14

’26 40.210
66.577 10.964
103.619
25.524
221/,
7

’26
45.140
68.205
13.176 106.972
24.513
20’/
13 Mei ’25
33.302
78.332
17.426
102.159
25.761
21

22juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52s
.,
vcuiiuuuiiig tUbbÇLICll flebCiVe en urposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in inillioenen franos.

Data
Goud
Waarv.
in het
Zilver
Te goed
in het
1
Wis-

Waarvan

op het
1
Belee-
bulten!.
buiteni.
sets
buijteni.
ningen

14 Mei ’26
5.548
1.864
334
574
4.433
22
2.476
6

,,

’20 5.548
1.864
334
577
3.875
18
2.487
29Apr.’26
5.548
1.864 334
575
4.190
13
2.413
22

’26
5.548
1.864
333 573 3.399
13
2.460
15

’26
5.548
1.864 332
571
3.482
12
2.479
14 Mei ’25
5.546
1.864
317
578
4.704
23
3.085
23 Juli’14
4.104

640

1.541
8
769

Buit. gew.
Schat-
Diver-
Rekg. Courant
Data
voorsch.
ajd. Staat
kistbil-
jetten
1)1
sen
Circulatie
Part!-

Staaf
culleren

14Mei ’26
34.850
1

5.335
3.581
52.643
2.553
3
(i

,,

’26
35.250
1 5.322 4.339
53.181
2.661 20
29 Apr.’26
35.150
5.307 3.353
52.208
2.791
36 22

’26
35.300
5.306
3.612
52.014
2.646
45
15

1
26
35.650
5.303
3.567
52.443
2.687
11
14Mei ’25
23.950
5.009
3.805 42.991
2.000
43
23Juli’14



5.912
943
401
‘) in aisc. genomen wegens voorsca. v.
0.
Staat a.buiteni. regeeringen.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark

Data
Goud
Daarvan
bij bui-
ten!. circ.
banken
1)

Deviezen t als goud-
1
dekking
geldende 1

Andere
1
wissels

1
en
cheques

1

Belee-
nlnge.n

7 Mei

1926
1.491,5
260,4
347,7
1.219,8
6,8
30 April 1926
1.491,5
260,4
391,0
1.213
2
7
61,1
23

1926
1.491,4
260,4
256,4
1.161,1
7,6
15

1926
1.491,2
260,4
278,4
1.227,9 8,4
7

,,

1926
1.491,1
262,6 481,4
1.127
2
7
7,7
7 Mei

1925
1,014,3
117,9 338,1
1.492,3
7,7
30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9
50,2


II
Door
Data
Effec-
lActiva
2
)
Diverse
Circu.
I
Rekg.-
Diverse
I
II
Rijksi
ten
i

laffe
Crt.
Passiva
geher

7 Mei

1926
89,0 835,7
2.941,4
622,1 181,7 198,6
30 April 1926
89,0 872,9 3.085,9
607,0
174,1 198,1
23

1926
89,0
1.089,8
2.645,9
1.055,6 169,4 264,1
15

,,

1926
89,9 1.110,9
2.790,3
1.007,1
172,4
270,1
7

1926
246,4
1.011,2
3.061,4
770,7 379,5
329,5
7 Mei

1925
200,3
1.163,1
2.386,5
754,4
825,3
547,2
30 Juli

1914
330,8
200,41
1.890,9
1

944,-1
40,0
1

1)
Onbelast.
2)
W.o.
Rentenbankscheine
7 Mei,
30, 23,
15,7 April,
resp.
426; 400; 572,4; 560,6; 485 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste .posten in millioenen franes.

j

Data

Z

‘”
…be

tsch.ojdSt.

e

‘-

12 Mei’26
365
30
1.443
506
5.200
539
8.171
433
6

,,

1
2
365
30
1.337
510
5.200
350
7.984
332
29Apr.26
365
30
1.479
684 5.200
11
7.924
357
22

’26
365
30
1.403
662
5.200
71
7.730
448
15

,,

’26
365
30
1.337
619
5.200
1′
7.778 290
8

,,

’26
365
30 1.343
637
5.200

7.747
346
14Mei’25
347
30
1.280
293 5.200
101
7.530
213

VEREENIGDE STATEN. VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste nosten in
millinnn 4lnhln.rq.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal

Dekking
in her-
disc. v. d.
in de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
efc.
member
markt
gekocht
28Apr.’26
2.797,1
1.490,0
157,0
513,7
199,0
21

.
’26
2.795,2
1.551,9
155,2
449,7
229,5
14

,,

’26
2.781,8
1.438,2
157,0
577,3 274,1
7

’26
2.783,3
1.432,3
150,3
578,6
229,8
31 Mrt.’26
2.766,9
1.410,5 153,0
632,4
249,6 24

,,

’26 2.794,5
1.462,4
155,3
617,5
252,2
29Apr.’25
2.851,1
1.598,5
142,0
400,0
266,8

Data
Belegd
in
ii. S.
1n
Totaal
Gestort
diTd-
Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Gov.Sec.
circu-
S

Kapitaal! kings-
1
kings-
tatie
_I
perc’

1

perc.’)
28Apr.’26
388,8
1.662,0
2.242,1
122,1
71,6
75,7
21

’26
388,6
1.662,3
2.219,8
121,5 72,0 76,0
14

’26
377,0
1.681,1
2.347,2
120,9
68,9 73,0
7

’26
342,0
1.652,9
2.278,5
120,5
70,8 74,6
31 Mrt.’26
329,8
1.656,5
2.323,4
120,4 69,5 73,4
24

,,

’26
308,2 1.659,0
2.313,6
120,4 70,3 73,6
29 Apr.’25
349,0 1.683,9
2.187,41
115,2
73,6
77,3
..,n,vuwivau tegenover,
opeiscnoare SCflUIaen:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data Aantal
banken

Dis-
conto’s
en
beleen.

Beleg-
gingen

Reserve
bi/de
F.R.
banks

Totaal
depo-

I

sito’s

Waarvan
time
deposits

21Apr.’26
707
13.871
5.579 11.598
18.601
5.547
14

,,

’26
708
13.897
5.600
1.711
18.697
5.505
7

,,

9
26
709
13.962
5.530
1.622
18.570 5.516
31 Mrt.’26
710
14.052
5.495
1.655
18.674
5.477
24

,,

’26
711
13.947
5.575
1.647
18.522
5.486
22Apr.’25
736
13.130 5.506
1.632
18.036
5.064
aan net einu van ieder kwartaal vordlt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

19 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

467

EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 17 Mei 1926.

De opheffing van de algemeene staking in Engeland heeft
in de eerste plaats de beurs van L o n cle n gunstig beïn-
vloed. De stemming is daar ter plaatse gedurende den ge-
heden duur van de staking weliswaar niet bepaald ongeani-
meerci geweest, doch de aankondiging, dat alleen de mijn-werkers zouden doorstaken, heeft toch een goeden invloed
uitgeoefend. Langer dan enkele dagen echter heeft deze
grootere opgewektheid niet geduurd, omdat de afwikkeling
van het conflict niet zoo snel ging, als men aanvankelijk
had gedacht. De z.g. ,,gilt edged market” is echter voort-
durend vast van toon gebleven.
De beurs te B e r lij
II
heef t de drukkende gevolgen van een himienlandsche politieke crisis moeten doorstaan. Daar-
neveiis deden de Putsch-onthullingen hun invloed gelden. De
iii de vorige week het meest gevraagde fondsen als Kleur-stoffen-, Kolen- en Electricitaitsaandeelen vertoonden ge-
voelige clalingen.
Aan
liet einde der beriohtsperiode echter
is voor sommige fondsen een betere stemming ingetreden,
met name voor de aau{leelen der chemische industrie. Ook
scheepvaartaandeolen a]s Hapag en Norddeutsohe Lloyd
werden uit de markt genomen, in verband met geruchten, dat men in de Vereen.igcle Staten toch nog pogingen zou
aanwenden om de teruggave van de Duitsohe eigendommen
nog dit jaar te doeii plaats vinden.
Te 1? a r ij s heeft cle beurs geeli opgewekt verloop ge-
had. De daling van dec franc is nog niet tot staan ge-
komen, ondanks de gi

oote bedragen, welke vrijwillig in
de schatkist worden gestort. De verhooging van de index-
cijfers, zooivel die van cle groothandelsprijzen als die van
cle kosten van levensonderhoud heeft ook ter beurze on-
rust gewekt, hoewel men zich ‘hierop reeds geruimen tijd
had voorbereid. Een nieuwe teleurstelling is bovendien in
het leven geroepen door cie cijfers van den b,iitcnlandschen
handel voor April ji., welke cijfers ongunstig zijn, in ver-
gelijking niet de ovci’eenkomstige maand van ‘het vorige
jaar.
Te N e w Y o r k is de stemming van kalm vertrouwen
nog steeds overheersohend geweest, ondanks de minder
gunstige berichten, welke uit industrieele kringen zijn ge-
komen. De vcr.mi nderiiig van •onu itgevoerde orders, welke
cle ninaudelijksohe staat van iie Steeltrust te zien heeft
gegeven, heeft geen indruk vnu beteekenis gemaakt, ver-
rnoedeli,jk, omdat de mededeeliogen omtrent den gang van
zaken hij de spoorwegen nog steeds in opgewckten toon ge-
houden konden worden.
Te n o ii z e ii t is de beursweek onderbroken door twee
‘acantiedagen. De ccrste was het gevolg van den Hemel-
vauurtsclag, de tweede stond in verband met de viering van
het vijftigjari
g
jubileum der Vereeniging voor den Effec-
tenhandel te Amsterdam. Desondanks zijn do omzetten op
sommige dageii vel van eenige beteekenis geweest, vooral
onmiddellijk na het bekend ‘worden van de opheffing der
staking in Engeland.
Zooals gewoonlijk stond de
beleggingsmae

kt
eenigszins
geïsoleerd, omdat deze afdeeling ter beurze zich niet zoo
spoedig door allerlei factoren laat beïnvloeden. De stem-
nuing is hier vast gebleven, vooral toen tegen het einde der heriehtswcck de geidmarkt teckenen van verruiming begon
te vertoonen. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922:
100
5
/8,
106
5
/1o;
4% pCt.. 1917: 99%, 99%, 99i1j . 7 pCt.
Ned.-TudiLi: 1.01 %, 1 101% 5 pCt. Mexico Goud 1899,
£20.000: 44%,
451%;
5 pCt. Brazilië 1903, £ 100: 75%,
75%, 75% S •pCt. Sao Paulo:
10415/, 106.

])e
i’ubbcrafdceliny
heeft, in verhouding, niet zoo sterk
cle aandacht getrokken. De fluctuaties sijn hier tamelijk be-
perkt gebleven, vooral ook, omdat de rubberprijs te Lon-
dcii, ook na dc staking, Vrij stabiel is gebleven. De divi-
dencipolitiek vaur .de verschillende directies blijkt nogal
uiteen te loopen, zoodat nu eens een stimuleerende, clan
weder een belemmerende invloed uitgaat van de publicatie
der jaarverslagefl over 1925. Op deze wijze hebben de ver-
schillende factoren elkaar vrijwel in evenwicht gehouden.
Amsterdam Rubber: 3367%, 338, 334; Deli Batavia
Rubber: 240, 242, 230; Hessa Rubber: 442%, 447, 443;
Java Caoutchouc: 186, 187%, 186; Kali Tele’pak: 377,
384%, 375; Kendeng Lemboe: 440, 448,
449%;
Ned.-Ind.
Rubber & Koffie: 333, 332%, 334%; Oost Java Rubber:
394, 385, 380; R’dam Tapanoeli: 160, 163, 159%, 160; Ser-
badjadi: 354, 358, 351%; Sumatra Caoutchouc: 296, 303,
296; Sumatra Rubber: 363, 367%, 3
7
1%, 365.
‘J’nbaksaaa,cfeelen
bleke ii over het algemeen nogal gezooht
te zijn. De berichten omtrent droogte in Neclerlandscli-Indië
uerclen niet meer zSÔ opgevat, alsof de geheele oogst van
de verschillende maatschappijen hiervan de nadeelige ge-
volgen heeft ondervonden. Nu de voorjaarsinschrijvingen

voor het grootste gedeelte achter den rug zijn, heeft de
fondsenmarkt ook meer aandacht besteed aan de resul-
taten, op deze inschrijvingen behaald. De beurs heeft deze,
blijkens het koersverloop, zoodanig beschouwd, dat de thans vigeerende beursprijzen eenigazilis in overeenstemming zijn
niet cle behaalde resultaten. Arendsburg: 523, 524
3
/
4

]3esoekiT abak: 210, 209, 205; Dcli Batavia: 395
9
fio,
398,
39634 ; Deli Mij.
:
379%, 352, 350; De Oostkust: 193%, 196,

ISO%;
Senembali:
428%,
433%, 42734.
Suikeraendeelen
hebben weinig de aamid acht getrokken.
IDe courante soorten hebben het verloop gevolgd van de
Cuibanoteeriugen te New York, welke nogal sterk uit elkaar
zijn geloopen op dc verschillende dagen van de berichts-
week. Daartegen over hebben aandeelen Hanclelsvereeniging
,,Anmsterdam” een uitzondering gevoi’md door een voort-
durend vaste houding. Het materiaal, dat voor deze aan-
deelen aan cle markt is gekomen, is sohaarsoh geweest,
zoodat aan de vrij groote vraag slechts voldaan kon wor-
den door het besteden van hoogere prijzen. Cultuur Mij.
der Vorstenlanden : 173%, 171%, 171% ; Handels Verg.
Anisterclam: 661%, 667,
668%;
Java Cultuur Mij.: 350%,
351, 353; Knac: 137%, 135%, 136%; Moornian: 419, 420;
Ned.-Ind. Suiker Unie: 226%, 227; Pagottan: 259, 257;
IPoeruvoredjo: 106,
106%;
Suiker Cultuur Mij: 258, 257,
259; Tjeweng Lestari: 221%, 224%, 225.
Petroleurneandeelen
zijn in den aanvang van de week
verwaarloosd geweest. Aandeelen Koninklijke Petroleum
Maatschappij hadden liet karakter van internationaal fonds eenigszins verloren door de uitschakeling van ccii kleine teleurstelling heeft veroorzaakt; over het alge-
meen ‘had men ter beurze op een tweetal procenten meer
gerekend. Later echter werd de stemming voor het hooi d-
fonds beter, toen eenerzijds de ‘handel met Londen weer
ouihelemmerd plaats kon i’inclen, anderzijds opnieuw prijs-
verhoogingcu voor petroleum in Amerika werden gemeld.
De overige soorten deelden niet in de betere stemming; aan-
deden Perlak bijv. waren eenigszins aangeboden. Dordt-
sehe Petr. md. Mij.: 369%, 374, 375; Kon. Ned. Petr. Mij.:
390, 394, 393% ; l’erlak Petroleum:
67
5
/s,
70%, 65%
Peudawa:
369/ia,
37, 36%.
De
scheepva.ertinarkt
was niet veel veranderd, bij zeer
kalmen handel. Holland-Amerika Lijn: 47; Java China-
Japan Lijn:
116%,
117%; Kon. Ne:l. Stoomboot Mij.: 84%,
8
5%, 86; Ned. Scheepvaart Unie:
173%,
1737%; Stoom-
vaart Mij. Nederland:
170%,
172%.
In
bimine’uilendscluc industrieele aicdlij
zijn nogal ei-kole variaties voorgekomen. In den aanvang van de beurs-
week hadden cuutdeeln iii kunstzijcle-ouuclerneiningeii ouder
d ruk vete veu’koopou’ders te lijden, wlke vooral aandeelen
Hollandsehe Kunstzijde Industrie sterk heef t aangetast.
Tamelijk spoedig echter is een herstel van beteekenis inge-
treden, niet alleen voor dc genoemde aandeelen, doch ook,
voor aandeclen Nederlai.idsohe Kunstzijclefabrick en Maeku-
hee. Aandeelen Jurgens werden vSSr de detacheering van
het dividend ad. 15 pCt. in vrij groote mate uit de markt
genomen, hetgeen met een koersrijiing gepaard is gegaan,
welke zich ook na de betaling van het dividend heeft kun-
hen handhaven. De overige soorten waren kalm, doch door-
gaans vast. Centrale Suiker Mij.: 118,
117%;
Feijenoord:
168%, 167%, 157% (ex div.) ; Roll. Kunstzijde md.: 102%, 105, 111, 113% ; Jurgens:
1703.,
174, 158, 1587%; Maekn-
hee: 126, 127 1%, 128%; Ned. Kunstzijdefahriek: 315, 318,
322; Philips Gloeilampen: 353% (ex De afdeehing voor
bankaancieelen
was rustig en niet veel
veranderd. A.msterclamsehe Bank: 160, 162, 1617%; Incas-
so Bank: 114; Koloniale Benk: 198, 1998/, 199%; Ned.-
md. Handelsbank: 1.62, 162, 162% ; Ned. Handel Mij.:
145%, 145%, 146%; R’damsche Bankverg.: 66, 66%, 66;
Twentsohe Bank: 134, 133.
Ook in
mnijnaccndeelen
is weinig omgegaan, terwijl de
stemming hier niet opgewekt is gew’eest. Aancicelen Alge-
mneene Exploratie Maatschappij konden geen herstel van
beteekenis boeken, na het verlies, ontstaan door de publi-
catie van het laatste jaarverslag. Alg. Exploratie Mij.
106%, 107%, 107; Billiton le Rubr.: 647, 651; Redjang
Lebong: 255%, 251, 255; Singkep Tin Mij.: 283, 286, 284%.
De
Aneerikeansche af deeling
‘heeft geen aanleiding tot
bijzondere bespreking gegeveru. Anaconda Copper: .93%,
94, 93% ; Stndebaker: 51%, 52, 50; United States Steel
Corp.: 121%, 122, 120; Atchison Topeea: 131, 1317%, 131%;
Ene: 30%, 32%; Union Pacific Railway: 148, 148%, 1487%;
Wabash Railevay:
39L5/16,
40
5
/8,
39
1
/.
De
geldmcarkt
was ruim; prolongatie was doorgaans
3 pCt. verkrijgbaar, doch de noteening sten dag der beriohtsweek tot 2%
A
2% pCt.

7
1
7

468

ECONOMISCH.STATJSTÏSCHE BERICHTEN

19 Mei 1926

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

18 Mei 1926.

De omzet van t a r
w
e in cle verschillende Europeesche
iiiarkten is betrekkelijk klein geweest. De opheffing van
de algemeene staking in Engelancl heeft geen grootere
activiteit gebracht. Wel blijft, zoowel in de Britsohe als in
de Coatinentale markten een goede vraag bestaan voor
disponibele en spoedig aankomende tarwe, maar er bestaat
op het oogenblik niet voldoende vertrouwen in voortduring
van de betrekkelijk Jaooge prijzen dan (lat er zich veel
koopers zouden voordoen voor latere af ladingen. Als een
gevolg hiervan blijven de verschepingen tamelijk klein, en
nergens doet zich eenige ophooping van cle grondstoffen
voor de ‘broodfabricage voor. Deze toestand zal nog wel
voortduren, tot de ii ieuwe oogsten in Noord-Amerika en in
Europa aan de markt komen. De berichten van (leo uien-
ven oogst in Amerika blijven zeer gunstig, in de eerste
plaats van cle wintertarwe, waarvan, een goede oogst nu
vrijwel zeker sohijnt. in enkele streken van Texas zal uien
nieds over 2 weken aanvangen met oogsten, hetgeen overi-gens geen groote beteekenis heeft. Van de zomertarwe zijn
niet veel nieuwe berichten. Blijven de toestanden gunstig, dan is ook van deze tarwe een goede oogst te verwachten,
(10011
hier is men nog terdege afhankelijk van het weer.
.Eietzelf de geldt in nog sterker mate van Canada, en zoo
lang geen meerdere zekerheid omtrent deze oogsten be-
staat, is men van den Noord-Amerikaaasclien oogst als
geheel nog niet voldoende zeker. Toch hebben cle markten
zich iii Noord-Amerika niet geheel kunnen handhaven en
in den loop van de week zijn zij ongeveer 3 4 pCt. ge-
vallen. Ook de Argentijnsehe prijzen zijn iets teruggeloo-
peil, ofschoon minder dan in Noord-Amerika. De versche-
pingen van Argentinië gaan regelmatig voort en de haûdel
heeft zich nu vrij goed aangepast aan de mmdcie kwali-
teit van, deze soorten. Ook Australië blijft regelmatig tarwe
verschepen. Opmerkelijk is een tamelijk scherpe vermincle-ring der af ladingen naar de niet-Europeesche landen. Blijk-
baar is de vraag van het verre Oosten op het oogenblik
niet levendig en dit is dan ‘hoogst waarschijnlijk ook wel
een der oorzaken waarom cle Noorci-Amerikaansohe mark-
ten zoo ‘w’eii:iig reageeren. op eenige Europeesche vraag.
De prijzen op de r o g g e-markt zijn weinig veranderd, maar de markt zelf blijft tamelijk stabiel. Spoedig aanko-mende partijen vinden vooral in onze markt grif koopers,
daar de eigen oogsten grootendeels verbruikt zijn. Het is
dus te verwachten dat Noord-Amerika nog tamelijk wat
rogge van den ouden oogst zal kunnen exporteeren, het-
geen hatuurlijk zeer wenschelijk is voor dat land, aange-zien er over eenige maanden wederom een nieuwe oogst
aan de markt komt. Deze oogst zal evenwel waarschijn-
lijk kleiner zijn dan de vorige oogsten, terwijl hoogst waar-
schijnlijk ook de Europeesche oogste ii klein ere afmetingen
zullen hebben, dan een jaar geleden. Men zal evenwel moe-
ten afwaohten of Rusland in deze nog niet veriassingen
zul brengen.

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe
Mats
Haver
Tarwe
MaTs
Lfjnzaad
Mei
Mei
Mei
Juni
Juni
Juni

15 Mei ’26 1597/
8

70 40
1
4
13,35
1
)
6,75
1
)
15,25
1
)
8

,,

126
161
K
691/
8

402/
s

13,35
1
)
6,80
1
)
15,20
1
)
15 Mei ’25 1683,
1117/
451
/
15.35
9,50
21,75
15Mei ’24 104i/
763/
46%
11,10 7,75
19,45
15Mei123 1181/
8

78i
42y,
11,80
8,30
21,60
20Juli’14

82
561/
8

36
K
9,40
5,38
13,70
1)
per 1 Mei.

M
a ï s. Dc toestand op cle maïsmarkt is in het algemeen
flauw geweest, zonder dat de prijzen een zeer. groote ver-
laging hebben ondergaan. Voor’ den zeer grooten oogst iii.
Argentinië ontmoet men in Europa over ‘het algemeen te
weinig belangstelling. Alleen in België was de omzet de
laatste week zeer bevredigend. Onder invloed van een ver-
der terugloopen vail den franc was de vraag gisteren even-
wel weer onvoldoende. Na de staking kocht een Britsehe
firma een stoomende lading Platamaïs, doch diezelfde fir

ma was er gisteren wederom mee aan de markt tot een
nominale winst, zoodat hieruit wel blijkt, dat ook in En-
geland de vraag teleurstellend is. De Anierikaansche ]i’iark-
ten blijven aanvankelijk stabiel, doch zijn de laatste dagen
wederom iets gedaald. Noord-Aerikaansche maïs speelt
op het oogenblik evenwel geen rol in de Europesche
markten. Vøor het eerst sinds langen tijd heeft cle Donau
meer maïs afgeladen. De kwaliteit van deze mnïssoort is
ook verbeterd. Jugoslavië is niet tot concurreerencle prijzen
aan cle markt; veeleer wil men daar maïs terugkoopen, maar cle geboden prijzen zijn toch nog niet voldoende.
Tweedehands partijen op Rotterdam werden tot zeer lage
prijzen afgesloten.
De vraag voor g e r s t is de laatste week verbeterd en de
prijzen voor locQ voergerst in Holland en Dnitschland kon-
den voldoende geliandbaaftl worden. Wegens gebrek aan
scheepsruimte is het aanbod op Mei van Noord-Amerika
zeer ‘beperkt; voor later bestaat er weinig koopfnst.
De flnctuaties ‘in h a v e r hadden weinig te beteekenen.
Nu en dan was er vraag naar Canadeesche haver, doch
ook deze was wederom niet gemakkelijk verkrijgbaar voor
spoechige af lading, zooclat daarvoor in verhouding vrij hooge
pi-ijzen moesten betaald worden. De ter’mijnniarkten zoowel
in Noord- als in Zuid-Amerika toonen weinig verandering in prijs.

SUIKER.
De verschillende suikermarkten waren de afgeloopen week
prijshoudend gestemd en het feit van de opheffing der Al-
gemeene Staking in Engeland heeft niet veel beroering
teweeggebracht.
In Amerika liepen de prijzen op de termijnmarkt iets
terug ondanks de vroege beëindiging der Campagne door
reeds vele Cubafabrieken, en eene spoorwegstaking op Cuba,
welke echter, volgens laatste berichten, opgeheven is ge-
durende de arbitrale besprekingen omtrent de geschilpünten.
Intusschen is het door het Cubaansche Gouvernement vast-
gestelde Maximum van den oogst gesteld op 4.900.000 tons.
De termijnmarkt te New York had het volgende verloop:

Sp. C. Mei Juli Sept. Dec.
Slot voorafgaande week …….4,21 2.48 2.59 2.70 2.81
Opening verslagweek……….4,27 2.49 2.59 2.70 2.80
Slot verslagweek …………4,21 2.42 2.52 2.63 2.74

De ontvangsten in de Ati. havens der V. S. bedroegen
deze week 75.000 tons, de Versmeltingen 68.000 tous (tegen
62.000 tons in 1925) en de voorraden 310.000 tons.

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

s
oorten
17 Mei
10 Mei 18 Mei
1925

Tarwe (Manitoba III)
.
1
16,.-.-
16,50
*

17,75
Rogge (No. 2 Western)
.
1
** 10,50
11,30 13,60
MaIs (La Plata)

………
1
167,-
168,-
262,-
Gerst (48 lb. malting)

.
2
193,- 192,-
261,-
Haver (Canada 3) ……..
1

10,40 10,80
12,-
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)

1
11,60
11,65
13,25
Lijnzaad (La Plata) …..
2
334,-
336,_
472,-
1)
per 100 KG.

2)
per 2000
KG.
3)

per 1960 KG.

No. 2
Hard/Red Winter Wheat.
** Zuid-Russische.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal Artikelen
9115
Mei
Sedert
Overeenk.
9115
Mei
Sedert
Overeenk.
1926
1925 1926
1 Jan.
1926
tijdvak
1925
1926
1Jan.
1926
tijdvak
1925

Tarwe…………_
29.924
441.439
350.161
1.286
7.568 9.498
449.007 359.659

6.927 72.822
54.644

296

73.118
54.644
Boekweit…………….
905

9.897
10.759
203
500
150
10.397 10.909 13.230
320.939
254.359
2.850
27.549 32.776
348.488
287.135

Rogge

……………

Gerst

…………
6.995 120.605
57.554
306
4.355 3.158
124.980
60.712

Maïs ……………..

2.090
66.904
44.081
100
2.095
150
68.999
44.231
5.866
76.289 62.433
10.106
87.822
18.450 164.111
80.883

Haver …….
………….

Lijnkoek

…………….
97.599
90.624



97.599 90.624

Lijnzaad

………………..
4
..059
2.816 23.702
38.612
535
4.679 6.767 28.381
43.379
Tarwemeel

…………….
Andere meelsoorten ..
367
8.078
3.137
-.


6.076
3.137

19 Mei 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

469

Promte Cubasuiker werd verhandeld tot 2818 $ ct. op-
loopend tot 2 $ ct. c. & fr. terwijl Mei/Juni verscheping naar Europa te koop was tot Sh 12/IX c.i.f.
De C u b astatistiek is als volgt:

1926

1925

1924

Tons

Tons

Tons

Weekontvangsten tot 8 Mei .. 103.435 167.185 109.067
Totaal sedert 1112 tot.8/5 ……3.307.555 3.510.801 2.941.180
Werkende fabrieken ……….75

.149

84

Weekexport 8 Mei ………..84.439

85.512

91.286
Totale expôrt sedert1/1 tot8/5.. 1.836.415 2.270.889 1.982.634
Totale voorraad 8 Mei ……..1.471.142 1.239.912 958.496

Tot den l3en Mei hadden 115 fabrieken de Campagne
beëindigd (tegen 34 op dit tijdstip verleden jaar). Het oogst-
resultaat van 110 fabrieken bedroeg 227.230 tons minder
dan Guma’s raming. De zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow:

1926

1925

1924

Tons

Tons

Tons
Duitschiand 1 April ………927.000 598.000 737.000
Tsjechoslowakije 1 April

680.000 494.000 378.000
Frankrijk 1 April

………

325.000 373.000

127.000
Nederland 1 April ……….164.000

176.000

89.000
België 1 April ……….

148.000

166.000

72.000
Engeland 1 April … ………505.000

192.000

264.000

Europa

2.749.000 1.999.000 1.667.000
V.S. Atlant. havens 12 Mei

333.000 202.000 186.000
Cuba 8 Mei …………….1.471.000 1.240.000

958.000

Totaal . 4.553.000 3.441.000 2.811.000
In Engeland sloot de termijnmarkt op de volgende
noteeringen:
Mei

Sh 1413

Sept.

Sh 151-
Aug.

,, 1419

Dec.

,, 1512
Op Java verkochten de V.I.S.P. nog wat Muscovados
uit den ditjarigen oogst tot 1 9._. In de tweede hand ging zoo goed als niets om. De afschepingen gedurende April
bedroegen 28.200 tons.
Hier te lande had de markt de afgeloopen week een
rustig verloop. Aanvankelijk trokken prijzen iets aan, om
daarna echter weer wat af te brokkelen. Het slot was als
volgt:

Mei

f 163/

I

Aug.

‘6/B geboden

Dec.

, 17

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 12 Mei 1926.
De afgeloopen week is sedert geruimen tijd dén van de
rustigste geweest in de Amerikaansche katoenmarkt. In de
Vereenigde Staten zijn de weercondities ongunstig geweest en prijzen dientengevolge iets vaster geworden. Ook Liver

Pool heeft deze prijsstijging gevolgd, doch voor de dichtst-
bijzijnde maanden is het verschiltusschen de beide markten
grooter geworden. Ondanks de week stilstand in de Amen-
kaansche katoenspinnerijen en de zeer kleifle dagelijksche
verkoopen in Liverpool noteerde Mid American spot gisteren
43 punten duurder dan op den dag van ons laatste rapport.
Egyptische soorten zijn ook vaster en F G F Sakel noteerde
gisteren zelfs 16.60. In de Amerikaansche garenmarkt is natuurlijk ook weinig
te doen onder de momenteel ongunstige omstandigheden.
De meeste Amerikaansche spinnenijen zijn na de week
stilstand weer aan het werk gegaan en werken deze week
korter. De vraag is gering en verkoopen komen moeilijk
tot stand, ook al als een gevolg van de transportkwestie
hoewel er zich tot nu toe geen onoverkomelijke moeilijk-
heden hebben voorgedaan. Wat garens voor export betreft, houdt de stakingsclausule zaken zoowel in Amerikaansche
als Egyptische garens tegen. Ondanks al deze moelijkheden
gaat er in beide soorten op beperkte schaal toch nog wat
om. Gisteren hebben de textielarbeiders gestemd over hun
houding in de algemeene staking, waarvan het resultaat
later bekend zal worden gemaakt.
In de doekmarkt is deze week wat meer belangstelling geweest; Shanghai en Calcutta zijn de meest op de voor

grond tredende markten en er zijn ènkele flinke partijen
afgesloten. Prijzen zijn vaster en verkoopers verlangen de
stakingsclausule. voor alle orders uitgezonderd voor latere
levering. Om deze reden zijn er verschillende zaken niet
tot stand gekomen, doch er heerscht een algemeen optimis-
tische stemming, zoowel wat de vooruitzichten van den
handel als wat den duur der staking betreft, terwijl de toon
over het algemeen gezonder is dan sedert langen tijd het
geval is geweest. De interne organisatie der industrie is

door de staking det transportarbeiders natuurlijk eenigs-
zins gedesorganiseerd, doch het blijft een feit, dat er
leveringen plaats hebben tusschen spinners, fabrikanten
en handelaren ondanks alle moeilijkheden, waarmede zij
ömringd zijn.
5 Mei 12 Mei. Oost. koersen. 4 Mei 11 Mei
Liverpoolnoteeringen. T.T. op Br. Indië
1
/
529
115+
F.G.F.Sakellanidis 16,25 16,60 T.T.opHongkong2/38, –
G.F. No. 1 Oomra 6,40 6,85 T.T.op Shanghai 310 –

Noteering voor Loco-Katoen.

(Mi-cldling Uplands.)

14
Mei
1926
7 Mei
1

1926
30 April
1

1926
14 Mei
1

1925
14 Mei
1

1924

New York voor
Middling…
18,95 e
19,20e 18,90e
22,40e
31,70 c
New Orleans voor Middling
18,18e
18,13e
17,95e
22,75e
31,- c
Liverpool voor
Middling…

d

d
9,94 d
12,26 d
18,06d*)

*) Voor fully middling. ouden Standaard.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).

1 Aug. ’25
I
Overeenkomst ige periode
tot –


7 Mei ’26

1924125

1

1923124

Ontvangsten Gulf-Havens.

9119
Atlant.Havens .J
Uitvoer naar Gr.Brittannië 2055
‘t Vasteland ete

4047
Japan ……
.1036

Voorraden.
(Indulzendtallenbalen).

Overeenkomstigtijdstip
7Mei’26
1925

1924

Amerik. havens………..72

683

438
Binnenland …………..1439

466

410
New York ……………25

178

75
New Orleans …………..309

168

114
Liverpool ……………..-

642

283

KOFFIE.
Ook ditmaal valt er over de afgeloopen week eene vaste
stemming te vermelden, die in hoofdzaak uitging van do
product-ielancleii, in de eerste plaats van Brazilië. In over-
eenstemming hier-mede liepen aan de termijnrnarkten de
prijzen verder op en aan onze markt bedroeg de rijzing
voor het Santos-contract ongeveer % et. voor de dichtbij-
zijnde maanden en ongeveer 1% ct. voor de latere, en voor
het Gemengd contract voor alle maanden ongeveer 1Y tt
1% ct. Door afneming van den voorraad twijfelachtig
smakende Robusta’s in ons la.nd, verminderde de druk
van deze soort op de waarde van het Gemengd contract
en liepen de noteeringen voor de dichtbijzijnde maanden
veel meer op dan -bij het Santos-contract het geval was.
Het abnormaal grooto prijsverschil tussehen beide con-
tracten (in de eerste helft -van Februari was dit nog dage-
veer 7Y
2
ct.), is daarmede beduidend kleiner geworden.
Nieuws -van Brazilië is ditmaal niet ontvangen en alleb
wijst er op, dat -het bekende Verdedigingscomité van de
Koffie den toestand vast in handen -heeft. Zoolang de om-standigheden op de wereldmarkt, bijv. eventueel door zeer groote oogstramingen, zich niet wijzigen, zal dit naar allen
schijn ook wel het geval blijven, al mag niet over -het hoofd
worden gezien, dat de togenwoordige tooh altijd Vrij hooge
prijzen zonder twijfel aanmoedigencl op de productie zul-
len werken. —
Volgens telegram uit Brazilië bedroeg de voorraad, in de
Gouvernementspakhuizen en de spoorwegstations -in het
binnenland van Sao Paulo en Minas Geraes teruggehou-
den, op 30 April 3.531.000 balen, hetgeen tegen 31 Maart
eene vermindering aanwijst van 371.000 balen. –
Van Haïti wordt bericht, dat de oogst aldaar totaal ge-
eindigd is.
In loco was de afzet wel iets beter, al kan helaas nog
altijd niet van een bev-redigenden gang van zaken worden
gesproken. –
De prijzen van gewoon goed beschreven Sitperior Santos op prompte verscheping zijn thans ongeveer 101/6 l. 10216
per cwt. en van dito Prime ongeveer 103/-
a
104/-, terwijl zij van – Rio
tyre New-York 7, met beschrijving prompte
verscheping, bedragen 90/3 h 91/-.
Van Robusta op aflacling zijn de aan-biedingen van Ne-
derlandsch-Indië op het oogenblik:

9109

6441

2439 –

1556
4232

3005
242

565

470

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 Mei 1926

Pal embang Robusta, Mei versoheping, 49 et.; Palem-
bang Robusta, Mei/Juni verscheping, 48
1
/2
ct.; W.I.B. f.a.q.
Robusta, prompte verscheping, 56 ct., alles per
Y
2
KG.,
c:i.f.; uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 64 ct.
per
4
KG. voor Superior Santos en 55 ct. voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-ren aan de ochtend-cail als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
‘basis Good

11

basis Santos Good

Mei
Sept.
Dec.
Mrt. ILMei
Sept.
Dec.
Mrt.

18 Mei

57
55.4
54
5231

54
518j
49
l4′
11

,,

57
542,.g
521/
8

505/
52′
497
47′
45
1
/8
4

57
54i
52y,
501/
8

51.(
49
46%
445/
8

27 Apr.

/8
53
51
49i
51
49
46(
44

De slot-noteeriugen te New-York van
het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Mei

_
Juli

J
Sept.
I

Dec.

17

Mei

……..
$17,95
$
17,35
$16,65
$16,02
10
17,45
17,02
16,20
15,61
17,49

.

17,08
16,25 15,70
3

……
26Apr:
17,04
16,84
16,21 15,70
Rotterdam,
18 Mei 1926.

(ilededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam,)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te Rio
1

te Santos
I
Wisselkoers
Data
te Rio
Londen
Voorraad
1

Prijs
I Voorraad I
Pr
d
sop
(In Balen)
1
No.71)
1
(In Balen)
1
No.

17 Mei

1926
159.000

27.225 1.306.000
26.500
7’/
10 Mei

1926
*159.000

26.550 1.350.000
1
26.500
78 132
30 April 1926
74.000

26.425 1.354.000
26.500
77
132
18 Mei

1925
151.000

33.025 2.309.000
37.500
55
164

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië
in Balen,

te Rio
te San fos
Data
IAfgeioopen
t

Sedert
Afgeloopen
Sedert
1

week

1

1Juli

1
week
i

1Juli

15 Mei 1926… ..

27.000
1
3.613.000

128.000
1
8.091.000
16 Mei 1925..

12.000 2.968.000 114.000 8.706.000
1)
In Reis.
*) Voorraad her Leid; vermeerdering 102.000 balen.

THEE.
Het eenige nieuws, dat van de theemarkt medegedeeld kan worden, is, dat nu de algemeene staking in Engeland
weder tot het verleden behoort, de geregelde wekelijksche
Londensche veilingen deze week weder hervat worden. Het
zal van belang zijn om na te gaan, welken invloed de alge-
meene staking, die zoowat twee weken geduurd heeft, gehad
heeft zoowel op den handel als op het verbruik in het
land zelf.
De cijfers, waaruit dat valt op te maken, kunnen eerst over eenigen tijd bekend zijn. Veel reden tot optimisme
te dien aanzien bestaat er niet, omdat iedere verstoring
van de geregelde toestanden, vrijwel steeds een nadeeligen
invloed achter zich laten.
Op den 20en dezer zal wederom de drieveke1ijksche
Amsterdamsche theeveiling plaats vinden, die – zooals
bekend – ca. 17000 kisten zal omvatten en waarvoor de
verwachtingen gunstig zijn.
Amsterdam, 17 Mei.

RUBBER.
Geringe kooplust was gedurende de afgeloopen week de oorzaak van een kalme marktstemming met weinig veran-dering in prijzen. Amerikaansche consumenten tonnen nog
steeds weinig belangstelling, terwijl het aanbod wat ruimer is.
De slotnoteeringen luiden:
la Crêpe:

einde voorafgaande week:
Mei

1.3l

…………..1.34
Juni

1.31

……. … ….l.34
JuliiSept.

1.30

…………..1.31h
Oct./Dec.

1.29

…………..1.301
18 Mei 1926.

COPRA.
De markt opende begin der vorige week goed prijshou-
dend, was later op het bericht van de beëindiging der
Labour-strike in Engeland vast, doch sloot kalm. Van de
zijde der consumptie bestond wat vraag voor dichtbij stoo-

mend, doch weinig belangstelling voor afiading. In stoomend
goed kwamen eenige zaken tot stand, doch op aflading was
de handel uiterst beperkt.

De slotnoteeringen zijn
Nederl.-Ind. f.m.s. stoomend ……..fi.
347/,
tot 6. 348/
4

Apr./Mei afi……

34
Mei/Juni ,…..,, 346
alles basis één haven.
17 Mei 1926.

VRACHTENMARKT.
In de Noord-A.merikaansche graanvrachtenmarkt was een
verbeterde vraag merkbaar, speciaal van Montreal en de
viachten zijn iets opgeloopen. Er was hoofdzakelijk vraag
naar Mei-booten. Van Montreal naar Antwerpen of Rotter

dam werd 131/2

cents per 100 l’bs. betaald en in twee ge-
vallen zelfs 14 cents, optie Bremen of Hamburg 1434 cents.
Bevrachters hebben ook tonnage opgenomen naar U.K. op
basis van 313 en 316 per qtr., optie Antwerpen/Hamburg range 3/3. Van de Northern Range was practisch gespro-
ken niets te doen, terwijl ook van de Golf van Mexico
geen bevi-achtingen plaats vonden.
De suikermarkt van West-Indië was iets vaster en de
vrachten .vertoonen een kleine stijging. Een kleine boot
werd bevracht naar [3K/Continent van één der, havens
San Domingo of Cuba, tegen 17/6, Mei/Juni ‘belading. Per
1/10 Juni bedong een 6000 tonner 15/6.
Ook van de North-Pacific was de vraag beter en er
werd bevracht van Portiand naar U.K./Continent tegen
30/-
per 1120 Juni, alsook van Vancouver tegen 2716, optie
Portland 2819. Voor den nieuwen oogst, Augustus/September,
werd een groote boot bevracht tegen 311- van Vancouver.
In het begin der week vertoonde de markt van de La
Plata rivier eenige verbetering en werd
201-
‘bedongen voor
ben handige boot, terwijl van Buenos-Aires 18/- werd be-
taald naar U.K/Continent. Van de boven La Plata havens
accepteerde een 6400 tonner 1916 naar de Middellandsche
Zee en 19/- naar Genua direct. Tegen het einde der week
werd de markt kalmer.
Alle Oostelijke markten waren toonloos en bevrachtingen
vonden niet plaats, met uitzondering van kolen van Dur-
ban. Van deze haven werd naar Djibouti 13/6 en naar
Kaapstad 91- betaald. Van Delagoa Bay werd een 5000′
tonner ‘bevracht naar Mauritius tegen 13/-, alles prompt. De markt van ‘den Donau is iets flauwer gestemd en is
17/- te ‘bedingen voor handige booten en werd 16/3 betaald
voor groote booten naar cle bekende continentale havens.
De Zwarte Zee is iets vaster en er werd 12/3 betaald
voor Junibelacling, hetgeen 6 d. meer is dan de vracht van
verleden week.
De Middellandsche Zee was buitengewoon levenloos en er
vond geen enkele bevrachting naar U. K. plaats. Naar de
contineutale bestemniingen is niets te doen vÔdr begin Juni.
La GoulettefRouaan betaalde 6/- en VillaricosfDuinkerken
hetzelfde.
Ook van de Golf van Biscaye ging slechts zeer weinig om.
Naar het Continent werd betaald:
BilbaoTl{otterdam
4/9 en
Santander/Rotterdam 51-.
De time-charter vrachtenmarkt was levendig en het mee-
i’endeel der bevrachtingen was voor Vereenigde Staten/
West-Indië vaart. Een flink aantal ‘bevraohtingen werd ge-
daan voor 3, 6 en 9 maanden en de vrachten varieeren tu-
schen $1 .10 en $ 1.40, naar gelang van de grootte der
booten. Voor oplevering in Europa wordt een tussohendek-
ker van 4/5000 tons gezocht voor een Zuid-Amerika rond-
reis.
De Amerikaansche kolenvrachtenmarkt opende wederom
zeer levendig en de vrachten, speciaal naar de Zuicl-Ame-
rikaansche havens, vertoonden een enorme stijging. Tegen
het einde nam cle markt echter af. Naar Rio werd $ 4.85
bedongen, terwijl naar de la Plata rivier $ 5,— herhaald
werd, beide voor prompte versoheping. Nu wordt naar Rio
niet meer dan $ 3.50 in uitzioht gesteld en wordt tonnage
aangeboden tegen $ 4.—. Naar Las Palmas werd $ 3.75 be-
taald en naar St. Nazaire $ 3.10.

RIJN VAART.

Week van 9 t/m. 15 Mei 1926.

De aanvoeren van zeezijde, hoofdzakelijk erts, waren iets
minder. Toch kon de vracht zich op fi. 0.50 met
y
4
en
6. 0.60 met S lostijd handhaven, aangezien de scheeps-
ruimte schaarsch bleef, omreden het grootste gedeelte der
leeg gekomen schepen naar Ruhrort sleepte om Kolen te
laden. Het sleeploon bedroeg in doorsnee 25 c. tarief.
De waterstand bleef gunstig.
In de Ruhrhavens bleven de verschepingen van kolen
zeer levendig en bedroeg de vracht voor exportkolen ‘Mk. 1.30 per ton met vrij sleepen.

Auteur