1
4
2 DECEMBER 1925
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economi
–
ch-Statistische
Beri*6ht’en
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINCEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VQOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
1OE JAARGANG
WOENSDAG 2 E
INHOUD.
Blz.
DEIN
DISCI-{E
FINANCIEN II (Slot) door C. van
clenBusche 1054
Cultuur van Jute-achtigegewassen en Jute.textielnij ver-
heid in Nederlandsch Oost-Indië door
J. F. Metselaar 1057
Zuiderzeekwesties. De volgorde der inpolderingen, door
S. L. Louwes
…………………………….1058
De Ge N.J. Jaarbeurs en Jaarmarkt te Bandoeng door
A. E. Simon Thomas ……………………….1059
De Nederlandsche Uitvoermaatschappij II door
K. Huij.
singa
……………………………………1060
B
IJITENLANDSCHE MEDEWERKING:
Verlaging van het Rijksbankdisconto? door
Prof.
Dr. K-iirt Singer
………………………. 1063
AANTEEKENINGEN:
De kwaliteit van de Javasuiker
……………..
1064
Suikerproductie der wereld ………………..
1064
Bescherming van de gedistilleerd industrie ……..
1065
STATISTIEKEN EN OVERZTCHTEN
………….
1066-1072
Geidkoersen.
Bankstaten.
Goederenliandel.
Wisselkoersen.
Effectenbeurzen.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Wd. Algemeen Secretari8: Mr. Q.
J. Terpstra.
• ECONOMISCH-STATISTl2CHE BERICHTEN
COMMISSIE VAN ADVIES.
J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van Lennep; ‘Prof. Dr. E.
Moresco; Mr. Dr. L. F. H.
–
Regout; Dr. E. van Welderen Baron Rengers; Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerde leden: Prof. Mr. D. van Blom;
Prof. Mr. H. R. Ribbius.
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink.
Secrëtariaat: Pieter de Iloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f25,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateur8 van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-tenties: Nijgh t van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot. ten
–
lam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
1 DECEMBER 1925.
In den toestand van cle geldmakt kwam geenver-
andering. Aanvankelijk was er iets meer aanbod van
geld voor particulier disconto, maar in het midden der
week werd dit weder veel geringer en was het aanbod
van wissels overwegend. Geopend op
351io
h 3Y
pOt.
werd Woensdag wedr voor 3Y2 pOt. afgedaan; in den
regel kon men echter voor
37/
pOt. slagen. De pro-
1ongatierntnoteerde meestal
3X
pOt. Ook deze week
was allen caal geld 6vervloedig, waarin zelfs gisteren
op den ultimo geen verandering van heteekenis kwam.
–
* *
*
De balans Van De Nederlandsche Bank geeft wei-
nig veranderingen vnu beteekenis te zien. De post
binnenlandscho wissels blijkt van] 13,8 millioen tot
f
71,9 millioen te zijn téruggeloopen. De beleeninge-n
stegen, in verband met de maandwisselin-g, van
f
129
millioen tot
f
136,4 millioen. Evenals verleden week
is ook thans geen schatkistpapier rechtstreeks bij d’-
Bank ondergebracht. Het tegoed van het Rijk, dat de
ECEMBER
1925
No.518
-orige weeksta’at had aan te ivijzen, maakte echter
plaats voor een debetsaldo tea bedrage van
f
5
1
5
in illioet:i.
De voorraad gouden munt verminderde ten gevolge
van het in circulatie brengen van gouden tiengulden-
stukken met
f
3,9 millioen. Het hoofd gouden munt-
iateriaal vertoont een vermeerdering van
f
1,3 mii-
lioen. De zilvervoo.vraacl der Bank bleef vrijwel op
dezelfde hoogte. De post papier op het buitenland en
de diverse rekeningen ouder het actief stegen resp.
niet
f
200.000 en
f 100.000.
De biljettencirculatie klom van
f
880,3 millioen tot
f
906,1 millioen. De rekenin courant-saldi van amde-
ren
met
f
6,5 millioen. Hdt beschikbaar me
taalsaldo blijkt met
f
4,4 millioen to zijn teruggeioo-
hien. Het dekkingspercentage bedraagt 51.
* *
*
De wisselmarkt vertoonde ongeveer hetzelfde beeld
pli de vorige week. De goudwissels- waren vast, in ver-
band met verwachtingen omtrent stijvere geidkoersen
iO Neiv York en Londen; de koersen ondes-gingen
nochtans weinig verandering. Londen opende op
i2,04/s en steeg tot 12,054. Nadat echter de verwachte
discontoverhooging uitbleef, zakte de koers weder in
tot 19,05. Dollars openden direct cent hooger, ,maar
bJpen verder de geheele week vrijwel onveranderd.
Frknsche francs waren weder flauw. Vooral in het
midden der week was het aanbod zeer groot, zoodat
voor den recordk-oers van 9,28 werd afgedaan. Nadat
na lang ‘aarzelen een nieuw Ministerie gevormd was,
werd de-stemming beter e.trad een herstel tot 9,65
â 9,15 in. Omtreut de overige wissels valt alleen op te
merken een flauwore stemming voor Madrid, dat voor-
bijgaand inzakte tot 35,10 en de nog steeds aanhou-
dende vrij groote schommelingen voor Oslo en Kopen-
hagen, die echter weinig verandering brachten -in het
niveau van deie wissels.
LONDEN, 30 NOVEMBER
1925.
De afgeloopen w’eek bracht de gebruikelijke geld-
béhpe.ften, die het einde van een maand kenmerken,
• dbch daar de geldmarlct hare maatregelen reeds vog
in -de week nam door een ruim -bedrag van de -Bank
van Engeland te leenen, was de toestand op Vrijdag
.ieeds en ook heden gemakkelijk. De groote dividend-
betalingen begin,December zullen mi verder de markt-,
vbor een korte wijle althans, – ruim houden. – –
De discontomarkt toonde zich zeer terecht uiterst
•
voorzichtig, daar het nog steeds niet te overzien is of
de Bank van En-geland niet -door huitentartdsche in-
vloeden gedwongen zal worden haar di-scontopercen-
toga te verhoogen. Driem-a-ands bankwiss-els -bleven dan
– ook vast op
315/is
pOt.
Dollars onveranderd op 4,84. Guldens werden iets
goedkooper en sluiten op 12,05.
1054
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 December 1925
DE INDISCHE FINANCIËN.
II
(Slot).
Na deze globale uiteenzetting van de wijze, waarop
de verbetering van den fi’uancieelen toestand in Indië
;
tot stand is gekomen, kan oVergegaan worden tot de:
vraag, of de toestand, zooals hij aan de hand van de ontwerp-begrooting voor 1926 kan worden geschil-,
derd, in absoluten zin als gunstig of als minder be-‘
vredigend moet ‘worden gekenschetst. Daarbij is een
zeer belangrijk p.unt of, indien eene sluitende begroo-
ting voor den gewonen dienst is ‘tot stand gebracht,t tevens zekerheid is verkregen, dat niet op het onbe-,
zwaard Lao’dsvermogeii wordt ingeteerd, dan wel –
indien zoodaisig vermogen niet duidelijk aanwijsbaar
is— dat de niet door kapitaalbetzit gecompeuseerde
schuld niet toeneemt.
Herhaaldelijk is bij eene beschouwing der Indische’
financiën een poghig gedaan om een balans van den,
vermogenstoestand van het Land op te stellen, waai1bij
de opstellers er in den regel wel in slaagden, vol-
doende activa
01)
te sommen om te kunnen volhouden,
dat de geheele Indische schuld door voorhanden be-
zittingen wordt gedekt.
De uitslag van zoodanige opstelling is echter in
Isooge mate afhankelijk van de criteria, welke gesteld
worden bij de beslissing, wel’ke objecten op een geids-
bedrag gewaardeerd mogen worden en evenzeer van
de methoden, welke ibij die waardeering worden ge-
volgd. Aan dergelijke opstellingen kan, daarom slechts een zeer betrekkelijke waaide worden toegekend, doch
het is van het meeste lbelang er zich rekenschap van
te geven, of de uitvoering eener begrooting zal me-
debrengen, dat de vermogenstoestand in het jaar
waarop deze betrekking heeft gunstiger wordt of niet.
Bij eene toepassing op de Indische Landshuishou-
ding moet voorop gesteld worden, dat nd 1911 l
Indië zeer belangrijk is in!geteerd. De diensten van
1918 tot en met 1924 toonen toch een gezamenliji
tekort op den geheeleii dienst van
f
1040 miLlioen,
terwijl in die jaren slechts
f
750 miljoen in buiten-
gewone werken is vastgelegd: Om verschillende rede-
nen kan dit laatste totaal igeeuszins als een nog ten
volle aanwezig actief ‘worden beschouwd: in de eerste
plaats niet omdat een aanzienlijk gedeelte van die
uitgaven in een itij
,
d van zee.v hooge prijzen en bonen
werd gedaan, zoodat belangrijke afschrijvingen noÖ-
dig zouden zijn om de boekwaarde der daardoor trbi-
kregen objecten met hunne actueele waaide in over-
eenstemming te brengen; in de tweede plaats met
omdat in het evenbedoeid tijdvak een ‘deel van liet
belegd kapitaal reeds •door slijtage en waardeve.rmin-
deririg verloren moet zijn gegaan en in de derde
plaats niet, omdat niet alle tea laste van den buiten-
gewonen dienst gebrachte uitgaven inderdaad 1)1 J ven-de kapitaalibelegging vormen.
in ieder geval moeten dus de nog aanwezige kapi-
taalbeleggingen uit liet tijdvak van 1917 tot 1924 een
geringere waarde ertegenwoordigen dan het eind-
cijfer van den buiteugewonen dienst van dat ijdValr
en dit sluit in dat – ‘ook al houdt men er rekening
mede, dat destijds de aflossing van Landsschuld wel-
licht eenigszins grooter was dan jaarlijks op kapitaal-
bezit moest worden afgeschreven – in de. bed:ede
periode de ‘balans enkele honderden millioenen in
0fl-
gunstigen zin ii gewijzigd.
Van enkele ‘zijden wordt thans de eisch gesteld,
door het vormen van overschotten in de komende
jaren de zooeven bedoelde verschuiving in te loopen,
doch dan wordt, naar het voor’kost, een in beginsel
juist verlangen op te smalle basis gesteld. Tercht
kan toch ‘worden aangevoerd, dat aan de periode van
intering een zeer lan.g tijdvak is voorafgegaan, waarin
uit de loopende ontvangsten kapitaal werd gevormd
en het is zonder meer niet duidelijk, waarom – ter-
wijl tal van eischen tot verhoogiug van de materiee-
le welvaart der bevolking en harer cuitureele ont-
wikkeling om bevrediging vragen – de oude spaar-
pot zou moeten worden gevuld voordat aan erkende
nieuw’e behoeften, wier voorziening eene versterking
van de Land shuishoud in g kan medebrengeu, wordt
tegemoet gekomen. –
Een redelijke gedragslijn kan in deze slechts ge-
trokken worden, door aan elke ‘begrooting den eisclt
te stellen, dat uit hare afwikkeling eene verbetering
van den vermogens-toestand van het Lanid moet voort-
vloeien. Deze in uitzicht te stellen verbetering is in
de eerste plaats noodig, omdat elk dienstjaar minder
gunstig kan uitvallen dan de begrooting doet verwach-
ten en het wenschelijik is voor dit risico eene dekking
aan te brengen, doch in de tweede plaats, omdat de
geschiedenis leert, dat telkens weer ‘kortere of langere
perioden intrden, waarin eene intering volstrekt on-
vermijdelijk is en deze slechts dan zonder te erastige
moeilijheden kunnen worden doorstaan, indien in
normale jaren kapitaal wordt gevormd.
Wanneer met betrekking tot de oritwerp-begrooting
voor 1926 de vraag gesteld wordt of, bij een verloop van liet dienetjaar volgens de ‘daarin opgenomen ra-mitigen, ‘de vermogenstôestand van het Land verbe-
t’ert, kan het antwoord niet onvoorwaardelijk beves-tigend luiden; omdat in de begrooting ‘verschillende
elementen schuilen, waardoor in-tering wordt veroor-
zaakt.
in de eerste plaats is er, in afwachting van het tot
stand komen eener Vleotwet, sedert 1916 toe over
gegaan, de uitgaven voor de marine voor een gedeelte
naar een zgn. dienst der vlootuitbreiding over te
hÎengen. Wel werd regelmatig een gedeelte der ge-
raamde middelen voor dien dienst afgezonderd, doch
hij sloot niettemin in den regel met een tekort. Ook
voor 1926 is dat het geval en wordt voor ‘den dienst
der vlootuitbreiding een tekort van
f 1.1
millioen ver-wacht, voor welk bedrag geen dekking is aangewezen.
Een tweede factor van intering is te zien in het
feit, dat het totaal bedrag van hetgeen door het Land aan pensioenen van civiele en militaire Landsdiena-ren wordt betaald, vermeerderd met de stortingen in de sedert 1911 bestaande pensioenfondsen, geringer
is, dan hetgeen ter verzekering van de in elk jaar
onjtsta nepensioensaanspraken noodig zou zijn, zood-at
op dit gebied een last welke liet heden zou moeten
dragen, naar de toekomst wordt verschoven. Voorts zijn onder de buitengewone uitgaven enkele
posten opgenomen, die noch ten volle rendabel zijn,
noch eene liquide waarde vertegenwoordigen. Met
name is het bij een strenge opvatting van ‘den buiten-
gewonen dienst niet wenschelijk, dat daarop de nieu-
we hevioeiingzwerken voor de helft hunner bouwkos-
ten worden opgenomen. Het is toch buiten twijfel,
dat deze werken, ook wanneer zij, in economischen zin
volstrekt rendabel zijn, slechts in beperkte mate tot
directe vermeerdering van de Landsin’komsten bijdra-
gen. In sterker mate moet dit bezwaar geldend ge-
maakt worden tegenover ‘de kosten van werken in het
belang van de volksgezondheid, waarvan eveneens -de
helft ten laste van den ‘huitengewonen dienst komt.
Deze werken zullen toch slechts in zeer enkele geval-
len, ‘bijv. wanneer ‘het op bedrijfsbasis gevestigde wa-
terleidingen betreft, rechtstreeks tot veiihooging der
middelen kunnen ,bijtdragen. –
Mede is het niet onbedenkelijk, den buitengewonen
dienst itebelasten met uitgaven voor lde mijnbouwkun-
dlige exploratie, waarvan ‘geenszins vaststaat, dat de
te verkrijgen resultaten te eeniger tijd een realiseer-
baar actief zullen vormen.
De belangrijkste factor van intering ligt evenwel
in de omstandigheid, dat de aflossing van de Lands-
sëh’uljd geringer is, dan de jaarljksche waardevermin-
dering van de productieve kapi4alen der Landsbedrj-
ven, die in den vorm van afschrijvingen uit de be-
drijfhbochh ondingen naar voren moet komen.
Voor een gedeelte der bedrijven waaibij eene co-
mercieele iboekhlanding ingevoerd vf in voorbereiding
is wijzen aan -de begrooti ng toegevoegde Ibijlagen uit,
dat een a,fsc’hrijving van
f
20.369.988 voor het jaar
1926 noodig wordt geacht, ni.
2 December 1925
ECONOMISCH-STATITISCHE BERICHTEN
1055
Havens….. … …… … ……….
f
1.500.116
Baggerbedrijf ……………….,,
977.115
Opiumbereiding ………………
18.900
Waterkrachtswerken ……. … ..
262.652
Landsdrukkerij …………….
111.240
Goud- en zilvermijnen ……….
781.500
Bangka-tinwinning …………..
1.447.480
Stecnkolenmijnen …………..,,
1.637.300
Zoutwinning en -verpakking …..,,
557.025
Post, telegraaf, telefoon . …
……
3.693.890
Spoor- en tramwegen ………… ,,
9.269.000
Automobieldiensten ……………
113.770
Gesteld teguover de verplichte aflossing der lee-
nitsgen tot een bedrag van f19.291.000 in 1926
ZOU
– waar het gebruikelijk is uitbreiding en vernieuwin-
gen bij de
bedrijven
op een kapitaaisrekening te boe-
ken en die. bedragen onder den buitengewonen dienst
op te nemen – reeds eenige in tering kannen worden
geconstateerd. Reeds op dien grond verdient het in
de ontwerp-begrooting voor 1926 vervat plan, om een
bedrag van
f
4.500.000 beschikbaar te stellen voor
extra aflossingen – welk plan overigens aan g&heel
andere overweginigen zijn ontstaan te danken heeft –
alleszins toejuichinig.
Doch ook indien in 1926 ten slotte f 23.8 millioen
voor schuld delging woedt besteed, bestaat nog geens-
zins zekerheid, dat dese aflossing tegen de werkelijke
waardevermindering van het kapitaal in preductieive
bedrijven opweegt. Allreert is bovenstaand staatje
onvolledig en ontbreken daarin gegevens omtrent af-
schrijvingen op de besittingen van den pandhuis-
dienst, het caoutchoucbedrijf, de bevloeiingswerken,
de woningen voor burgerlijk en militair personeel,
het marine-etablissement, het mijiiwezeu e.a.m., zoo-
dat de noodzakelijke afschrijvingen aanzienlijk meer moeten bedragen dan het uit de bijlagen der begroo-
ting aanwijsbaar bedrag van
f
20.4 millioen. Ook is
een niet onaanzienlijk gedeelte van de uitgaven voor
den buitengewonen idienst nog niet in de kapitaal-rekeningen der, bedrijven terecht gekomen, zoedat
daarop nog niet afgeschreven woedt en ten slotte moet
betwijfeld worden, of het stelsel van af.schrijving vol-
gens den vermoedelijk-en levensduur van alle in de
bedrijven wer1ame chjec4en, dat in de bedrijfsboek-
houdingen wordt toegepast, wel afschrijvingen van
voldoenden omvang medebrengt. De omstandigheid,
dat een zeer belangrijke stijging van de kapitaLen der
bedrijven heeft plaats gevonden in de periode van
zeer hooge bonen en prijzen maakt het aannemelijk,
dat een stelsel, dat ei- op gericht is, de boekwaarde
der ‘bedrijven zooveel mogelijk in overeenstemming te
brengen met de actueele waarde, in de .ioopende jaren
veel grootere afschrijvingen zou vorderen dan die,
welke op de basis van den vermoecielijken levensduur
tlr objecten zijn ‘berekend.
Eerst de in.voerin.g der bedrjvenwet en hare toe-
passing op alle bedrijven en diensten, waaraan kapi-
taalverstrbkking ten laste van den buitengewonen
dienst plaats vindt, zal omtrent het juiste cijfer der
te berekenen afschrijvingen zekerheid verschaffen en mede zal eerst dan de verwerking van die afschrijvin-gen in de La.adsbeg.r.00ting kunnen tot stand komen.
De hier besproken factoren brengen mede, dat in-dien het jaar 1926 niet gunstiger uitvalt, dan de ont-werp-begrootin.g doet verwachten, feitelijk intering
zal plaats vinden en dat slechts indien de gewone dienst in belangrijke mate overschotten geeft, die
automatisch tot verlaging van de vlottende schuld
voeren, aangenomen kan worden, dat de Lan rlshu.is
houding in evenwicht is.
Ook de •ontwerpbegrooting voor 1926 is opgesteld
op een wijze, waardoor het eriangen van een belangrijk
overschot op den gewonen dienst niet uitgesloten is.
Evenals in vroegere jaren gebruikelijk was, is nl. de opbrengst van de tiniwiuning op Bangka op een – in
vezgel ijking met den ‘tegenwoordigen marktprjs van
liet product – zeer laag cijfer gesteld, terwijl mede
verwacht mag worden, dat ook het dienstj.aar 1926
nog eenigszin’s zal profiteeren van belastingen over
vroegere jaren.
Eei en adér brengt mede, ‘dat’ de ,ten1enzen tot
verslechtering en tot verbetering van den vermogens.
:
toestand van het Land elkander in 1926 wellicht on-
geveer in evenwicht zullen houden. Er bestaat daarbij
echter die bjzonderheid dat de besproken factoren
‘van intering, ‘zoolang de opzet der begroo’ting niet is
gewijzigd, telken jare hun invloed moeten doen gel-
den, lt.eTwijljhetgeen daar tegenover gesteld kan wor-
den ten deele (nl. de
‘bijzondere
inkomsten uit de be-
latin,gen) een zeer tijdelijk en ‘anderdeels (ni. de
bijondere, tinopbren’gs’ten) een uiterst wisselvallig
karakter draagt.
In dit verband kan er op worden gewezen, dat het
bed.rag van het netto overschot uit tin, dat in •het
jaar 1926 ten bate ‘van den gewonen dienst is gebracht
(f
31.769.400) hooger is dan hetgeen tin eentig dienst-
• jaar vôdr 1023 uit •de’zen bron van inkomsten werd
ontvangen, w’aaruit wel reeds blijkt tdat de daarboven
ve-wacihte extra tinwinsten, die buiten de begrooting
– bleven, inderdaad een zeer excep•ti.oneel karakter dra-
gen en geenszins de ‘beteekenis hebben van een con-
star te correctie. tegenover de factoren der interin.g.
* *
*
Uit het voorafgaande kan afgeleid worden., dat
met het bereiken van sluitende begrootingen voo:r den
gewonen dienst in 1925 en 1926 in zake de, gezond-
‘making van de Indische financiën nog geenszins .het
•
l
•
aat’ste woor.d is gesproken en dat bij de volgende he-
grootingen telkens weer de wenschelijkheid zal be-
s.taan; door nauwkeuriger vaststelling van de lasten,
‘die elk dienstjaar moet dragen, tot eene versterking
van de inwendige financieele positie van het Land te
komen.
Een drietal noodzakelijke verbeteringen staat daar-bij op dçn voorgrond:
lo. de in’voeging van ‘den dienst der viootuitbrei-
,ding in den ,gewonen dienst;
o. de beperking en zuivering van den buitengo-
w6nen dienst;
3o. de doorvoering van de beginselen der bedrij-
venwet.
Alhoewel het toelaatbaar en ook om ‘technische rede-
,nen onvermijdelijk is, de consequenties van deze maat-
regelen over meerdere jaren te verdeelen, hebben zij
och het
onafwijsbaar
gevolg, ‘dat de uitgaven voor
ren gewonen dienst belangrijk zullen toenemen, ook
al werd in geen enkel opzicht aan de Overbeidswerlc-
aamheid uitbreiding gegeven.
Dit laatste zal echter allerminst het geval kunnen
zijn enzoowel de thans voorliggende ontwerp-begroo-
,tin’g al’s hetgeen
tijdens
hare behan,deliug in ‘den Tudi-
chen Volksraad naar voren weed gebracht, wijzen
luide1jk uit, dat voor de volgende jaren oolc’u.it ande-
ren hoofde vermeerdering van uitgaven ‘oor den g&
wiien dienst moet worden tegemoet gezien.
Ïn tegenstelling met de ontwerpbegrootingea voor
1
923
, 1924 en 1925, waaraan principieel de eiscli verd
teld, te komen tot een ‘zoover mogelijk doorgevoerde
beperking der uitgaven, die zonder aantasting van
îitale belangen voor vermindering vatbaar waren, kon
r bij da opstelling ‘der outwe’rp-begrooting voor 1926
aide woeden volstaan, bezuinigingen aan te brengen
ôp die gebieden, waar het onder alle omstandigheden
te handhaven streven naar verhoogde wer’kdadighei•d
tot verminderinig der uitgeven ‘kon voeren.
Hierdoor hd het proces der begrdotingssarnenstel-
ling zijn normaal karakter her’kregen en herleefden
de krachten, die in dit proces domineeren: de aan-
rng tot uitzetting van uitgaven in het ‘belang der
p’ntwi.kkeling en die tot vermindering van aan de
gemeenschap opgelegde lasten.
Uit de ontwerp-.begrootiig voor 126 blijkt duide-
lijk, dat aan den ‘aaadran.g tot, verhooging van uit-
gaven, voor zoover deze uit de adminisbratie voort-
kwam, in zeer voldoende mate weerstand is geboden
en inderdaad be’vab deze begrootin’g slechts weinig
maatregelen van ingrijpende beteekenis. Toch legt
zij er getiuigenis van af, dat de Regeeririg de nood-
1056
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 December 1925
zakelijkheid erkent op enkele punten do in de be-
zuinigingsperiode geslachte werkzaamheid te her-
vatten.
Het belangrijkste voorstel van dezen aard betreft
de verbetering van cie econoische toestanden in het
westelijk ,g&leelte van de residentie Batavia, waar-
voor een over een tiental jaren te verdeelen werk-
plan is opgesteld, dat Q terugkoop van enkele par-
ticuliere landerijen, den aanleg van irriigatiewerken
aldaar en ‘de verbetering van het wegennet omvat.
Ook is rekening gehouden met de terhandnemin;g
an een meerjarig werkplan met betrekking tot de
kolonisatie in de Lamponigscihe districten, die na tal
van lijidensjaren in het goede spoor is gebracht. Af-
gezien van de zooeven genoemde bijzondere terug-
koop van, particuliere landerijen is ook een bedrag
van
f 1
miljoen uitgetrokken om de geleidelijke
terugbrenging van particuliere landen tot het Lands-
domein op beschiden voet te kunnen hervatten.
Voorts is op enkele andere igebieclen de niogelijk-
heid tot eenige uitbreiding van de Overheidswerk-
zaamheild onder de oogen gezien en geven in het bij-
zonder de afdeelingen voor onderwijs en voor land-
bouw, nijveihe’icl en ha:ndel uitrioht op enkele nieu:
we maatrgelen, waardoor met .groote voorzichtig-
;
heid een, op bevordering van den welvaart der he-
volkinig gerichte, politiek word t hervat.
Op het terrein van den buitengewonen dienst trek-
ken voorts de plannen ‘tot u±bbreidiing van de Gou-
vernementakinsonderneming met eene tliee-afdeeling
en tot aanvang van den aanleg van twee spoorveriyin-
dingen, nl. ian Ga.roet naar Tjikadjang en van Loe-
rncdjang naar Poeger, de aandacht.
De openbare behandeling van de begrooting- in den
Volksrad bracht op welhaast elk gebied oude en
nieuwe wenschen naar voren en reeds zijn verschil-
1 ende begroo tin,gsp os ben aan te wijzen, waarbij het
College door eene verliooging met
f 1
te voteeren,
zijn verlangen naar veihooging der uitgetrokken be-
dragen en naar uitbreiding van de werkzaamheid
O[)
het daarbij betrokken terrein, demonstreerde. Wel moesten en konden deze verlangens voor het
jaar 1926 worden teruggewenen, doch liet is moeilijk
te ontkennen, dat aan verscheidene daa.rvan binnen
enkele jaren tot op zekere lboogto tegemoet gekomen
zal moeten worden, rroodat een stijging van het ut-
gavenibudget, welke een noodzakelijk gevolg is van
en voorwaarde voor de ontwikkeling van Indië, niet
te voorkomen zal zijn.
Het is in dit verband van gewicht te onderzoeken,
in hoeverre de thans ten.. bate van de begrooting ko-
mende middelen voor ontwikkeling vatbaar zijn, om-dat daardoor in belangrijke mate het standpunt wordt
bepaald, dat tegenover liet accre.s der uitgaven dient
te worden ingenomen.
Allereemt moet dan iii het licht worden gesteld,
dat een tweetal steunpilaren van de Indische huis’
houding nog slechts gedurende betrekkelijk kortpd
tijd hunne tegenwoordigé beteakeDlt zullen hehonden.
Gedoeld is hier op de opbrengsten van het opium-
monopolie en op de ‘baten der tinavinning. Deze beido
nii:ldeleu zullen in 1926 onderscheidenlijk
f
25.1 en
f
31.8 millioen voor cle gewone hicisiioudinig bijdra-
gen en geven daardoor igelegenheid om 13l pOt. van
de kosten dier huishouding te dekken.
De baten nit liet opiummonopolie zijn voorbe-
stemd, naar igeflax
g
g de bestrijding van het opiumge-
bruik voortgang maakt, van steeds minder belang te worden ‘en inderdaad zijn zij van 1922 tot 1926 van
f
33.2 tot
f
25.1 millioen geslonken, of gemiddeld
met 6 pOt,. ‘s jaars gedaald. Alle omstandigheden
welke de uitkomsten van liet opium.monopolie be-heerschen in aanmerking nemende, eischt de voor-
zichtigiheid aan te nemeii, dat in de eerstvolgende jaren de dafling van het overschot in dit tempo zal
voortgaan, zoodat op een jaarlijksehe vermindering
van het overschot niet 1 4 h 2 millioen moet worden
go
•rekend.
Met de bate uit de tinwinning sitaet het: eenigs-
zins anders: aan deze exploitatie nteet een einde ko-
men, zoo spoedig de met winst exploiteerhare erts-
reserve zal zijn opgeteerd en ook -al neemt men aan,
dat in de komende jaren aan die reserve nog wel
niewwC hoeveelheden toegevoegd zullen kannen wor-
den en dat hij de voortdurend voortschrijdende ver-
betering der techniek de exploitatie van minder rijke ertsen mogelijk ‘aal worden, zoo is toch te voorzien,
dat het batig saldo uit Bangka en Belitoen’g na be-
trekkelijk weinig jaren snel zal afbrokkelen
Ten aanzien van de groep- belastingen,waaruit
voor 1926
f
274.1 millioen ten bate van den gewone.n
dienst wordt verivacht, waardoor ’65 pOt i’an dien
dienst wordt ‘gedekt, is van belang dat; ook in Indië
een niet te miskênnen aandrang tot verlaging der
belastingen is ontstaan, waarvan het goed recht niet
kan worden betwist. Voor een 1godeelte is deze aan-
drang een reactie op de zeer sterke verawaring der
belastingen in liet tijdvak na 1919 en in de eerste
plaats gericht op edne beëindiging van de heffing
van opcenten op een aantal Lan’dsheffingen, met
name de inkomstenibelasting, de vennootschaptbelas-
tiug en de ver,ponjding. Waar deze opcenten nadruk-
kelijk zijn ingevoerd en van jaar tot jaar gehand-
haafd om tot een herstel van het begrootin’gseven-
wicht to komen, bestaat, nadat dit doel is bereikt,
eene moresle verplichting, aan
-de mogelijkheid tot
intrekking volle aandacht te schenken
– Ten. aanzien van de vennootschapsbelasting is dat
ook om economische redenen gewenscht, omdat de
lasten, welke in Indië op het bedrijfsleven uelegd
werden, in vergelijking met de onsliggende produc-
tiegebieden zwaar zijn. Weliswaar is de vestiging en
de uitbreiding vai cultuurbednijven van zeer veel
meer factoren afhankelijk dan van cie belastinghef-
fing, doch liet stént vast dat het tegenwoordig peil
der indische heffingen hij -de beoordoeliinig van dit
land als arbeLdsgebied voor de landbouwindustrie een
ongunstig element vorm-t, zoodat aangenomen moet
woeden, dat de toestrooming van nieuw kapitaal
daardoor nwadoker is, dan het geval kon zijn.
Andordeels berust de aandrang tot vorlaginu der
belastingen op liet meer en meer vcldwinnend oor-
deel, dat do Inlandsche bevolking veelal zwaar belast
is en dat daardoor aan de ontwi lekeling van de wel-
vaart en aan de binneniandsche kapitaaivormimig af-
breuik wordt gedaan.
Ook te dien aanzien is het nauwelijks mogelijk, een
objectieven maatstaf te vinden voor de beantwoording
van de vraa:g of de belastingdruk te zwaar is, maai
toch geven de onderzoekingen van de belastingherzie-
nilnigscommiss’ie, waarvan de heer Wellenstein in dit
tijdschrift ccii overzicht gaf
1)
en het afzoovlerlijk
onderzoek van den 4heer Meijer Ranneft wel aanwij-
zingen, dat het viigeeren-d belastingstelsel in verchil-
lende gevallen tot een zeer zwaren druk voert.
Neemt men daarbij in aanmerking, ‘dat tal van hef-
fingen kin cle periode na 1919 zeer belangrijk zijn -op-
gezet, veelal zelfs verdubbeld, dan is het niet te ge-
waagd aan te nemen, dat- de fiscus in de komende
jaren zijti eisoheu op meer clan één punt zal moêten
verzwakken.
Tegenover ‘deze tendenzen tot vermindering van de
belastingopibrengst staan twee belangrijke factoren:
in de eerste plaats de redelijke -verwachting van ‘het
accres, idat met de ontwikkeling van ‘liet Land ge’lij-
ken tred moet houden, in cie tweede plaats de nog
bestaande mogelijkheid tot verbetering van den belas-
tiingaanslag en in-vordering, waardoor in ‘het bijzonder
de opbrengsten van ide inkomsten’belastiug, ider slacht-
belastingen en van het; zegelrecht opgevoerd zullen
kunnen worden.
Een groep van de Landsmiddeleu, die met het oog op de toekomst nognadere bespreking vordert is clie
der bedrijven, vaarin in hoofdzaak de overschotten
van de ‘havens, ide spoor- en tramwegen en den post-,
1) [Verg-. de Nos. van 23 en 30
Sept.
en 7
Oct
II.
– Bed.]
CHE BERICHTEN
1057
2 December 1925
ECONOMISCH-STA
telegraaf- en telefoondienst zijn samengevoegd. Na de
moeilijke jaren 1921 en 1922 töont, zoosls reeds werd
opgemerkt, deze groep een groote verbetering, doch
ook het geraamd overscthot van
f
36 millioen in 1926,
waarvan
f
5 il1ioen iut de havens,
f
4 millioen uit
den postdienst •en
f
2534 millioen uit de Spoorwegen
wordt verwacht, is nog, niet gehel in overeen stem-
nsing met de in die bedrijven werkzame kapitalen. Bij
handhaving van het streven naar zoo volledig moge-
lijke rentabiliteit der betrokken bedrijven zal dan ook
het hier besproken overschot nog aanzienlijk kunnen
stijgen.
In het aiigemeen is de toestand dus zoo, dat het
einideijfer der uitgaven in de volgende jaren zal moe-
ten toenemen, in do eerste plaats doordien voor eene
volledige gezondmaking der Landshuishoutding aan
den gewonen diepst een aantal bel.an;grijke posten zal
moeten worden ‘toegevoegd, dat thans ten. onrechte
buiten do kosten der igeivoile Ihruis.houid.inrg wordt ge-
houden, in de tweede plaats omdat de ontwikkeling
van liet Lanid op verschiblende gebieden eisohen stelt,
waarvoor het oog niet kan worden gesloten. Tevens
staat wel vast, dat aan de zijde der ontvangsten be-
ianigrijke posten voorkomen, die lbinnen betrekkelijk
korten tijd in heteekenis moeten afnemen en dat ‘bui-
tendien de in vooiibereiding zijnde regeling van liet
belastingstelsel op zichzelf tot eene vermindering van
die belastiugopbren.gst zal leiden.
Op het bij voortgaande ontwikkeling van Indië te
verwachtendoorSlo’opentd accres der middelen is dus
feitelijk reeds in belangrijke mate beslag gelegd en
bij deien stand van zaken blijft, zoowel bij het votee-
renvan nieuwe uitgaven ‘als bij het prijsgeven van in
het huidig budget vooikomende middelen, een .groote
mate van voorzichtigheid geboden, terwijl daarnaast
aan eene zoo rationeel mogelijke vervulling van. de
Oveiiheiclsrtaak volle aandacht moet worden geschon-
ken.
Y. D.
Bussci-iE.
o
ULTUU1? VAN JUTE-A CHTIGE GE WASSEN
EN JUTE-TEXTIELNIJT
7
EEHEID IN
NEDE1?LANDSCH OOST-INpIË.
In den laatsten tijd
–
komeja in de dagbladen, alsook
in enkele periodieken mededeelingen voor, welke wij-
zen op groote belangstelling, die zoowel in Indië, als
hier te lande, bestaat voor de beide in thoofde dezes
genoemde onderwerpen.
Daar aaii schrijver ‘dezes veelvuldig blijkt, dat er
veel misverstand heersciht ovr ‘deze zaken en vooral
over het verband tusshen beide zaken, wil het hem
voorkomeij, dat het goed is de juiste positie weer te
geven.
Het is daarbij niet de bedoeling tot in kleinighe-
den af te delen, zoodat schrijver geenszins aanspraak
wil makeii op het geven van ccii volledig gedetail-
leerd overzicht, doch wel; om in het kort te vermel-
den, welke de oorzaken der verhoogde belangstelling
voor het ‘oogenblik zijn en hoe de werkelijke verhou-
ding tusschen de cultuur eenerzijd.s en de textielnij-
verheid ande±zijds is..
Nederlandsch Oost-Indië verbruikt jaarlijks een
groote hoeveelheid jute-zakken voor do verpakking
der belangrijkste uitvoer-artikelen, zd’oals suikat, kof-
fie, kina, cacao, rijst, peper
ds.
Deze zakken worden
betrokken uit Calcutta, hetzij direct, hetzij door tus-
schenkomst van handelaren .op Ja’va of Singapore.
Als bekend wordt verondersteld, dat Britsch-.[ndië
het monopolie heeft van 1de productie vee jute en dat
ongeveer de helft van deze jute in den omtrek van
Calcutta verspoiinen wordt in jute-zakken of jute
doek.
Deze toestanden zijn oorzaak geweest, dat reeds
ongeveer 20 jaar geleden proeven zijn 1genomen om
in onze Indische koloniën ‘de Ben’gaalscdie jute aan
te planten. Deze proeven, evenals vernieuwde pogin-
gen in latere jaren, zijn mislukt, omdat de gesteld-
lieden va.ri bodem en klimaat ‘in onze •kolon.jën niet
bleell te vulidoen aan de’: eiscihen, welke’ de Bengaal-
sche jute daaraan istelt. Proeven ‘met ‘andere jute-
aohtige vezelplanten ‘genomen, hebben even mi n een
blijvend succes ‘gehad. Krachtige pogingen, om bij’. de Hibiscus C.anna,binus .tot een cultuur voor Indië
te maken, zijn eveneens ‘vrij
j
wel op niet8 uitgeloopen
om: dezelfde redenen.
Voor eenige jaren is echter de aandacht ‘gevallen
op een jute-ac’htig gewas, de Hibiscus Sabdari.ffa
vai: Altissinia, waarmede eerst in ‘de Engeische ko-
l’oniën der Straits Settlements, alsook in Britscii
Noord-Borneo, proeven zijn genomen en waarvoor
tevens belangstelling in onze ‘kol.oiiiën gewekt werd.
De naam van do praktijk van dezevezelso’ort is do
Retel’l-a. De resultaten van de geomen proeven wa-reii van dien aar’d, dat in 1924 overgegaan werd ‘tot
het ‘oprichten op Java eener nja:aml’ooze venndot’selsap,
met liet doel ‘deze vezelvariëteit in ‘het groot aan te
planten.
Het prospectus van ‘bedoelde maatschappij spreekt
de ve.twaoliting uit, dat ‘d’o Rozella op de wer’elclmar’Ict
zal, cencurreeren met’ ‘de Ben’gaalsc’he jute.
at overigens -de vraag, ‘of in Nederl’anclsch-Indië
met goed -gevolg een jute-achtige vezel kan worden aaia’geplant,, van veel belang is, behoeft niet te ver-wohderen, wanneer men weet, dat ‘de productie van
jute in Ben’galen de laatste jaren beneden het peil
vai voor den oorlog is gebleven. De oorzaken hier-
vaj kunnen ‘hier ‘gevoegelijk onbesproken blijven.
Daartegenover is ‘de ‘vraag naar jute voortdurend
grooter igeworden, ten gevolge van grootere oogsten
enildoar de toepassing van jute voor doeleinden, welke
vroeger weinig of niet bestonden. De prijs van ruwe
jute -is daardoor belangrijk ‘gestegen en levert den producent ruime winsten op. Kan men dus in onze
koloniën gunstige voorwaarden vinden,
om
een gelijk-
waardige vezel te pr.oduceeren, ‘dan belooft zulks even-
eens ccii behoorlijk ren-dement van ‘het daarin geste-
keii kapitaal. Het is -daarom, ‘dat ‘belanghebbenden bij
del culturos in Indië -de berichten over de R.ozell’a-
cultuur met zeer ‘veel ‘belangstelling volgen.
Wij zullen -straks zien’ in hoeverre cle R.ozella be-
schouwcl ican worden een concurrent te zijn van ‘de
Beiigaalsche – jute.
Geheel ‘afgescheiden van ‘de kwestie der vezel-cul-
tuir, -is den laatsten tijd ‘de kwestie van jute-textiel-
iijver’hei’d voor Java op den voorgrood getreden. Zoo-
ads boven aan-gehaald, worden alle in Indië benoodi’g-
‘de, zakken betrokken uit Calcutta. Hoewel op zich-
zelf de hoeveelheid jute-zakken, welke Indië jaarlijks
henoodigt, een vrij belangrijk cijfer aanwijst, zoo be-
teekent ‘dit ‘toch ‘niet meer dan 234 t 3 pOt. van de
j-aiirljksohe jute-productie v.a Britsch-Indië, ‘d.w.z. oirca 534 j)Ct. van den -totalen output der Calcutta-
fabrieken. Hiervan vormen ‘de suikerzakken met on-
ge’eer 4 pOt. het voornaamste igedeelte. Nu heeft
Java sedert vele jaren ‘geklaagd over de kwaliteit ‘der,
chir Oalcutba geleverde zalcken. Klachten -en arbitra-
ge aldaar voo
r
geb
r
ac.ht, h’ebben -geen resultaat op-‘geleverd, noch wat betreft ‘schadevergoedingen, noch
wa:t betreft v’erbetering ‘bij latere leveringen. Boven-
-diërt is op Java bekend, dat op den ‘verkoop van zak-
keii ‘naar Java te Calcutta dikwerf zeer groote win-
stèn worden gemaakt.
Een en ander is aanleiding geweest, ‘dat enkele der
grote zakkenver’brn-ikers een s tu-die-synsdicaat ge
vorrnd hebben, hier te lande, om na te gaan ‘of de
voprwa’arden op Java gunstig zijn, om aldaar een jute-
s,pinnerj en , -weverij op te richten met het ‘doel uit
B,ongaalsche jute zelf zakken te faib,riceeren. Waar de
leden van ‘d’it studie-syndicaat allen ‘bekend zijn met
de mislukte pogingen, om Bengaalscihe jute in Ne-
derlian’dsch-Indië te planten, ‘daar spreekt vanzelf, -dat
men zich baseerde .op invoer van ruwe jute uit’ Ben-
galen, en aanplant in Nedeilandsch-In’dië ‘geheel ‘bui-
teil beschouwing heeft -gelaten. De studie van ‘dit –
sypdioaat is nog steeds aan den lgang.
Intusschen hebben de planter’s van Rezel.l a-vezels
1058
ECONOMISCH-STATiSTISCHE BERICHTEN
2 December 1925
op Java ook vernomen, welke moeilijkheden de zak-
kenverbru.ikers met Calcutta en dervin’den en gemeend
hunne cultuur ‘dienstbaar te kunnen maken âan het
zakkenivraagstuk voor Indië. Zij hdhben plannen ge-
maakt zakken uit Ro’sel]a te weven. Ook in Neder-
land werd deze mogelijkheid onder oogen gezien. Hoe
aangenaam het zou zijn om daardoor zoowel wat
grondstof, als fabrikaat betreft, onafhankelijk te wor-
den van Calcutta, zoo mag niet uit het oog verloren worden, dat de Rozeila- vezel eigenschappen bezit,
welke deze vezel niet zonder meer geschikt maken om
te verspinnen en tot zakken te verweven. Wel is het
laatste woord, nog lang niet gesproken over de cul-
tuur en bereiding van cie Rozella, doch er is gegronde
reden te verwacht:en, dat deze vezel steeds afwijkend
zal zijn van de Bengaaische jute en daardoor ]aatst
genode jute niet igeheel zal kunnen remplaceeren.
Toch zal voor een bepaald gedeelte in een eventueele,
jute-spinnerij en -wev’erij op Java Rozella verwerkt.
kunnen worden en daa.idoot: blijft de aanplant van.
Rozella in Nederiandsnh-Indi ë een pun t van belang voor hen, d’ie zich voor ‘de jute-spinnerij en -weverii
alci aar interesseeren.
Afgescheiden v’a n de gesclu ktheid, verwerkt te
worden tot zakken, zal de Rozeila-vezel als lange en
sterke vezel teker afzet op de wereldmarkt vinden,
doch de toekomst zal moeten loeren voor welke doel-
einden deze vezel het meest geschikt is.
De economische heteekenis voor Ned;erlari’dsch-
Indië ‘is gelegen in het feit, .dat ‘de mogelijkheid eener
nieuwe cultuur de gelegenheid brengt tot het openen
van nienwe terreine:a, welke tot heden toe geen be-
langstelling trokken voor andere cuitures. Het’ op-
richten van een groot jute-spin- en -weefbedrijf op
Jav.a zou ‘de mogelijkheid scheppen van een nieuw middel van bestaan voor de bevolking. Het is reeds
jaren een punt van overweging gesveest of textiel-
nijver9eitd op Java een plaats zal kunnen innemen,
m.a.w., of ‘de inlan’der een geschiikt spinner en wever
zal kunnen w’orden. Door het oprichten van een jute-
spinnerij en -weverij zou ‘deze vraag door ‘de practijk
beantwoord worden en daardoor ook voor andere tex-
tielbed rij ven perspectieven open en.
J. F.
MIETZELAAR.
ZUIDERZEEKWES’TIE1S.
,De volgorde der ‘i’n.poiderin.gen.
G’aarne zal ik naar aanleiding van ‘de opmerkingen
van den hee,: Ligtenberg in het No. van 4 Nov. 11. nog iets in ‘t midden brengen.
De heer Li’gtenberg meent, dat ‘de, zonder eenigen
twijfel, zeer slechte res.ultaten van de Waard en Groet
cii Anna Paulo’wnapo’]der te verklaren zijn, enkel en
alleen uit de onoordeelkun’dige wijze waarop ‘deze
gronden in cultuur zijn gebracht. Nu geef ik he
gaarne toe, ‘dat door het ontbreken eener goede erva-
ring en van een goeden wetenschappelijken opzet zeer
veel bedorven is. Waren geen betere resultaten d
daar bereikt zijn mogelijk, dan zoude de inpoldri
van de Wieringernieer natuurlijk, o,de’r alle o’mistan-
digheclen, dwaasheid zijn. :[k twijfel ‘er ‘dan öok geen moment aan, dat betere resultaten mogelijk zijn, als de
zaak practisch en wetenschappelijk wordt aangepakt
en zich aan ‘dezen goederi opzet een voldoende erva-
ring paart. Nu is er evenwel een reusachtig verschil tusschei
cle optimistische opvattingen van het wetsontwerp en
cle commissie-Lovink, die zich helaas niet op prac-
tische ervaring kunnen baseeren, eenerzids, en de
prac’t,ijk van cle l)oVeflgenOemde inpolderingen
ah-
derzij’ds.
Ik heb alleen maar naar ‘voren willen brengen, dat
do mogelijkheid bestaat, dat het practisch resultaat
tusscheii beide in ligt, hetgeen voor den N. W. Polder
een veel grooter verlies l)eteekent dan geschat is. Men
kan optimistisch of men kan pessimistisch ‘denken,
maar iedere deskundige zal moeten toegeven, dat, wat
er van gezegd wordt, een subjectieve meening is, die
zich’ ‘baseert op algemene inzichten,, maar” di,e den
toets ‘der practijk niet heeft
‘doorstaan.
Iedeie deskun-
dige zaA eerlijk moeten bekennen: ,,Ik geloof, dat het
zoo zal gaan’; maar weten doe ik het niet.”
Nu moeten er wel eens zaken ondernomen worden
waarvan men even weinig of nog veel minder weet
dan van den loop vân het in cultuur brengen van deu
N. W. Polder, maar, en dit is nu eigenlijk mijn groot’c bezwaar tegen ‘dit wetsontwerp, hier behoeft het niet.
Hier bestaat, door het onmiddellijke aanleggen van
den proefpolder en door het uitstellen der eerste
g.roote indijking, de gelegenheid, om practische erva-
ring op te doen.
De heer Ligtenberg meent, dat men de practische
ervaring ook nu wel opdoet, wijl de proefpoider 6 â
1
jaar droog ligt, voor en aleer ‘d’e werkzaamheden in
den Wieringermeerpoider aanvangen. Ik begrijp op ‘t oogenblik -niet, hoe de heer Ligtenbei-g aan deze
6 of
1
jaar komt, en al’s deze cijfers juist zijn, dan is
het wetsontwerp wol heel onduidelijk.
In 1926 wordt met ‘de indijking van den proefpol-
der aangevangen. In 1926 zal dan een gemaal worden
gebouwd en ook ‘cle proefpolde,,: drooggemalen moeten
worden, zal het op zijn allersneist gaan.
Dit staat ‘niet in hot wetsontwerp. In het wetsont-
werp staat evenwel zeer ‘duidelijk, dat cle N. W. Pol-
der in 1929 zaL’droog-vallon, en in
:i.flao
zal worden
drooggehoucleh. Nu kan het zijn, dat de heer Ligten-
berg alles één jaar opschuift, wijl het wetsontwerp
nog rekent met voorbereidende werkzaamheden in
1925. Dat verandert evenwel aan het aantal jaren
verschil niets’. Ik zal mij clan ook maar aan’ de in
het wetsontwerp genoemde jaren houden.
Op die 3 jaar verschil tusschen het ‘droogvalleii van
den proefpoider en van den eersten grooten polder
komt het aan.
Bj den proefpolder kan mcii ook niet ‘direct na
het droogvallen beginnen te werken. Men moet eerst
tijd hebben vé’or ‘de verkaveling en voor de eerste out-
zilting der gronden. Als men nu ‘aanneemt, ‘dat dit ‘hij ‘den kleineren proefpoider een jaar sneller gaat
dan in den grooten polder, ‘dan wordt het verschil
hoogstens 4 jaar en niet 6 of
1.
Ik moet mijn bezw’aar ,in dezen dus handhaven.
Maar gesteld nu eens, dat ‘de heer Ligtenborg ge-
heel gelijk had en dat de proefpo]’der werkelijk
1
jaar
eerder in cultuur kwam dan de Wieringermeerpol-
der, dan was daarmee nog niet alle bezwaar opgelost.
In de eerste plaats is deze tijd nog gering, maar ver-
der zouden ‘de, in die
1
jaren, genomen proeven kun-
nen uitwijzen, dat het h’ooge zoutgehal’te van het ho-
demvocht in ‘den Wieringrmeerpol’der toch ivel een
he’al groot bezwaar is, om de gronden in cultuur te
brengen, zoodat de ‘groote wenschelijkheid zou blij-
ken, om met een minder zouten pol’çler aan te vangen.
Dan zou men aan ‘den N. W. Polder vastzitten. Men
mag in dozen niet uitgaan ‘van het denkbeeid, dat de
N. W. Polder werkelijk in zoo korten tijd goed in cul-tuur is te brengen en dat cle proefpol’der slechts dient
om den besten weg te vinden. Een der dingen, die
nagegaan moeten worden is, of het bij dit hooge zout-
gehalte wel kan. Dat wordt, hier vergeten door ‘den
heer Ligtenberg.
Het bedrag van 12,5 millioen is overgenomen uit
de berekening van het wetsontwerp en ik heb ‘daarop
niet ‘de rent’eberekening van den heer Ligtenberg toe-
gepast. Ik wil wel aannemen, dat cle contante waarde
van dit bedrag, als ik’ het zoo noemen mag, geringer
is, maar nergens is door mij ‘beweerd, ‘d’at de 12.5 mii-
lioen in één jaar voor de andere ont,ginningen be-
schikbaar gesteld nhoesten worden.
Nu behot h’et heschikbaaï stellen van dit bedrag
voor de Wieringernieer ‘niet uit te sluiten, dat er voor
verbetering der afwatering en ontginning genoeg ho-
schikba’ar wordt gesteld, zegt de heer Ligtenberg,
maar wie de beschouwingen over ‘de Staatsfinanciën
volgt, weet wel dat hierop ‘weinig kans zal bestaan.
Het gaat bij de S’ta.atsuitgaveti niet en het moet ook
2 December
1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1059
iiinïmer gaan in dcii geest van: dmdat ik daaraan wat
geef, geef ik vooi: dat andere evenveel of meer, maar
lief, gaat er om, en moet er om gaan: waar, is het
weinige beschikbare zoo rendabel mogelijk te beleggen?
Aan de redenen, die de Memorie ‘van Antwoord
noemt voor de vermelde droogmaking, voegt de heer
Ligtenberg er een toe en ik moet eerlijk zeggen, dat
deze bij mij zwraarcle
r
weegt dan de andere, in de Me-
rnorie van Toelichting genoemde. Deze reden i, dat
de Wieringermeerpolder de kleinste dci’ droog te
maken polders is en dat men daar a.h.w. proeven kan
.nbmen en ervaring opdoen inzake uitgifte en ver-
kaveling der gronden enz., in ‘t kort dus met de kolo-
o .isatievraagstukken.
Dit zou er voor kunnen pleiten om, als uit de resul-
taten van den proefpoider blijkt, dat met groote kans van waarschijnlijkheid, zonder al te groote moeilijk-
lieden, de N. W. Polder in cultuur te brengen zonde
zijn, deren als eerste ria de afsluiting voor droogma-
king in aanmerking te doen komen. Men zou dan als
hij een keer droog was, hier ervaring kunen opdoen
en dan de andere polders achteresnvolgens in cultuur
kunnen brengen. Zoo zou een paar jaar ‘ondervinding
op te doen zijn. Men zal mij toevoegen, dat cle indij-
king zoo snel mogelijk moet geschieden, en •dat een
wijze van doen, als hier voorgesteld, vertraging moet
opleveren. Ik zou daarop willen antwoorden, dat haast
bij ide uitvoering van het inpolderingsplan nergens
goed voor is..
Renteverlies heeft er niet plaats. De afsluitdijk be-
taalt zich zelf. Iedere polder staat als werk op zich-
zelf. Maar dan die groote behoefte aan grond? Die
is er nu en zal er in de toekomst ook zijn. Als’ de
bevolking zoo blijft toenemen als op ‘t oogenblik en
voorioop.ig zal dat in ieder geval nog wel het geval
zijn, zal er ook in en na 1950 iog groote behoefte aan
cultuurgrond rijn.
De beschikbaarstel]ing van cult,uurgrond moet als
&in geheel in Nederland ‘beschouwd worden. Niet ont-
ginning, ruilverkaveling, en de ‘droogmaking der Zui-
derzee naast. elkaar, geen verband met elkaar hou-
dend, maar dat alles als 65n goed overlegd geheel. Dan
kan men nog jaren voor een geregelde redelijke uit-
breiding zorgen en heeft geen gevaar te vreezen voor
te veel aanbod
01)
eens, dat het te gemakkelijk maakt
om boer te worden, waarna een venl grooter tekort
aan gronden volgt dan er had behoeven te zijn.
De toestand is zoo, cla’t -wij op ‘t oogeublik en in de
eerste jaren ons nog voor een groot deel kunnen red-
den met de te ontginnen en droog te leggen gronden
elders. Daarom is er geen behoefte om i tout prix
den N. W. Polder nu ‘droog te maken. Daarom be-
hoeft men ‘de uitvoering der Zuiderzeewerken niet te
verhaasten; het eenige waaraan dringend behoefte
bestaat is het zoo snel mogelijk gereed komen van den afsluitdijk.
Wij
hebben behoefte aan een over lange jaren rei-keud programma voor ontginning en verbetering van.
afwatering, in ‘t k’ort wij moeten een plan hebben,
inzake het beschikbaar komen van nieuwe cultuur-
gronden, die der Zuiderzee inbegrepen. Continuïteit
en overleg zijn in ‘dezen meer nog ‘dan in andere zaken
gewenacht.
Voor ik eindig wil ik er nog op wijzen, dat de
Commissie Lovink nergens heeft gezegd,
;
dat het aan-beveling verdient ‘de Wieringermeer tegelijk met ‘de
afsluiting droog te maken. Uit het rapport is zelfs
te lezen, ‘dat de Commissie hiervan de er’nstige be-
zwaren wel degelijk heeft gevoeld. Ten einde dit dui-
delijk te maken haal ik aan ‘de volgende passages: Op
blz. 110 van het rapport schrijft zij:
,,Reecls nerd hierboven cle verwachuing uitgesproken,
dat cle zware zavel. en kleigroncien, na met zeewater be-
dekt te zijn geweest veel minder spoedig in goeclen ciii-
tuurtoestanci te brengen zullen zijn dan de lichte gron-
den. Waar ‘het Zuiderzeewater in de Wieringermeer het
hoogste zeutgehalte aanwijst, zal men goed doen de ver-
waohtingen van
deze
gronden iii de eerste jaren niet te
hoog te Spannen.
Het spreekt wel vanzelf, dat clie ontwatering ‘ait juist
(leze gronden aan zeer hooge eisehen moet voldoen. Hoe
beter hiervoor wordt gezorgI, hoe voorspoediger het
ontziltnugsproces van deze zware gronden zal verloopeii,
hoe spoediger redelijke opbrengsten zullen kunnen vor-(Inn verwacht. Ook voor deze gronden is het geweusukt
het brakke slootwater af en toe
(1001′
zoet ,[Jssulmeer-
water te vervangen, daar hierdoor aanzienlijke iioevee-
heden zout water worden weggevoerd. Het spreekt intus.
schen ivel vanzelf, dat voor deze gronden de beteekenis
‘Sfl
(leze ververscliing lang niet
01)
een lijn te stellen is
met die, welke hieraan voor ‘de lichte gronden is toe te
kemi en.”
Hier wil cle Commissie dus zoet water uit het Ijs-
selmeer, inlaten; zij kent hieraan, ook voor de cu]tuur
der zwaardere ‘gronden, in cle Wieringermeer, een
grooten invloed toe en dat zal toch alleen kunnen als
or een IJsselmeer is. In de eerste jaren, na het droog-
vallen van de Wieringermeer, zal ‘daarvan, daar de
afsluitdijlc eerst in 1933 gereed is, geen sprake zijn.
De Commissie rekent hier dus op het bestaan van
het IJsselmeer, als de N. W. Polder er ligt.
Op bldz. 111 schrijft de Commissie over den proef-
holder:
,,De moilijkhec1eu, welke dit gemis aan ervaring ten
• aanzien vaLt de toepassing van nieuwe inzichten bij het in cultuur brengen van den eersten droog te leggen Zui-
derzeepolder zal opleveren, moeten niet worden onder-
schat. De middelen tot ontwatering en bewerking der
• .gronden mogen in groote lijnen volkomen du.iclelijk zijn
aangegeven; slechts tastenderwijs zal men de intensiteit
kunnen bepalen, waarmede zij moeten worden toegepast.
Bij ‘het overwegen van elk samenstel van maatregelen zal
rien gedurig voor cle vraag komen te staan in hoeverre
nieedere ‘intensiteit, dus hoogere nitgaven, tot verhoogde
of spoecliger te verkrijgen cultuurresultaten aullen leiden;
– u hoeverre wellicht het afzien van opbrengsten voor eén
f enkele jaren winst voor de toekomst zal beteekenen.
)erst nadat men cle verschillende mogelijkheden aan
de practijk ‘heeft getoetst, ‘zal met zekerheid zijn vast te
stellen, op welke wijze het hoogste nuttig effect van de
toe te passen maatregelen kan worden verkregen. (aat
men nu bij het in cultuur brengen van de op een bepaald oogenblik ter beschikking komende 20.000 HA. van den
eersten polder, volgens nog slechts ten tleele aan de
practijk getoetste – hoezeer ook juiste – beginselen te
werk, clan is niet te vermijden, dat op aanzienlijke dec-leo van dit oppervlak bij het in cnituur brengen metho-
den zullen worden toegepast, w’elke later zullen blijken
iet de meest economische ‘te zji geweest om tot liet be- –
oogde (loel te geraken.”
Dit spreekt toch wel zeer ‘duidelijk voor den eisch
van voldoende ervaring met den proefpol’der; hoe
langer deze ervaring is, hoe beter. Men probeere eens
een cultuurplan voor een proefpolder op te zetten en
zal ‘dan zien, dat het jaren behoeft, voor men redelj-
kbrwijze goede gegevens mag verwachten.
Ik meen ‘dan ook in we’erwii van de ‘door den heei
Ligtenberg aangevoeide argumenten, mijne conclusie,
dat het niet geweo scht is, tegeljk met het leggen van
‘d afsluitdijk, met ‘de inpoldering te beginnen, vol
ledig te moeten handhaven. S. L. LouwEs.
‘Zwolle, November 1925.
DE 6e N.-I. JAARBEURS EN JAARMARKT
TE BANDOENG.
De heer A. E. Simon Thomas, te Batavia, schrijft
Oi’iS:
,E[oewel het natuu.rljlc niet ‘mijn becloei’ung kan zijn
ceh polemiek te openen met den heer S. A. Reitsma
ovr zijn artikel: ,,De Ge N.J. jaarbeurs en jaar-
markt te Bandoeng 1925″,
1)
mag
ik dit artikel niet
geheel ‘zonder protest laten passeeren, aangezien ‘het een zoo geheel verkeerden indruk geeft van clebetee-
kenis dier instelling, dat het zeker noodig is, dat mve
Hollandsche lezers hierover ook eens hooren vai’i
iemand, die niet zoo met ‘de jaarbeurs vereenzelvigd
is als de heer Reitsma.
1)
[In het No. van 19Aug. 11. – RecI.]
1060
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 December 1925
Als secretaris der lianclelsvereenigi.ug en der Kamer
van Koophandel alhier meen ik idaarbij wel iets beter
op de hoogte te zijn van wat de handel van een jaar-
beurs ‘veiwacht, terwijl ik door mijn lidmaatschap van
het comité, dat aihier de Passar Gambir beheert cii
door vroegere werkzaamheid steeds zeer veel belang-
t
stelling voor het jaarbeurs- en tentoons.tellingswezen
heb getoond.
Als de heer R. de z.g. Biollandsche af deeling de
clou
der jaarbeurs noemt, zegt hij wel de waarheid, ‘doch
slechts de halve waarheid: deze is, .dat deze inzending
van totaal 21 Hollandsche fabrikanten
de geheele
jaarbeurs
vormde al het andere was èf eleetriciteits-
tentoonstelling ôf opluistering van gouvernement of
Ban doengsche winkeliers, èf verhief zich in geen enkel
opzicht van dat, wat op iedere ,,passer malem” (ver-
taal: fatsoenlijke kermis) in geheel Indië te zien is.
:[eder ‘deskundige zal dan ook moeten erkennen, dat
zelfs met die inzending zoowel de Passer G’ambir te
Batavia als de Jaarmarkt te Soerabaja in ieder op-
zicht veel hooger stonden en veel en veel meer nut
afwerpen.
Ik weet wel, dat de heer R. mij ook hier wel weer
zal beschuldigen van ,,naijver der groote steden”, doch
de (op hand eisgebied geheel en al achterwege geble-
ven) ontwikkeling van Bandoeng zal toch wei hebben
bewezen, dat er geen enkele reden tot naijver kan
bestaan.
Om deze niet te lang te maken, meen jk hiermede
te moeten volstaan, ook al zou er nog wel wat te zeg-
gen zijn over cle eenzijdige voorstelling, gegeven van
liet’ overleg met bijv. de Passen Gambir in zake de
Hollandsche inzending, de cijfers over het bezoekers-
aantal, de zgn. internationalisatie, de belangstelling
van, import-zijde, ja zelfs over de inderdaad zeer grap-
pige ,,vergissing”, die den. beer Kelling tot redacteur
van de Indische Financier maakt.
DE NEDER.TJANDSCHE UITVOER-
MAATSCHAPPIJ.
Een kort historisch overzicht van haar doel en werking.
II.
Zoo namen op 1 Januari 1918 de werkzaamheden
der N.U.M. feitelijk een aanvang en van dien datum
af kon zij alle haar statutair toegekende bevoegdle-
den uitoefenen. Op 1 December 1911 had ‘de Nijve-
heids-Oomrn.issie hare werkzaamheden gestaakt en de
afdeeling Nijverheid had ‘dus reeds van dien datui
af gefu.nctionneerd, al gaf de omstandigheid, dat de
rechten der N.U.M. nog niet, geheel wettelijk geregeld
waren, een eenigszios gewrongen verhouding.
Tijdens de hierboaen omschreven voorbereidingen
om haar plaats ‘r
, in te nemen in het Handelsverkec
met het Buitenland had de N.U.M. zich intern geheel
georganiseerd, hare bureaux ingericht, personeel aan –
gesteld, welk personeel in hoofdzaak bestond uit, dat
van bureaux en kantoren, die ‘door hare oprichtipg
hunne werkzaamheden moesten staken. Behalve het
hoofdkantoor aan den Kneuterdijk, waar alleen Direc-tie en Algemeene Secretarie met de archieven konden
worden ondergebiacht, had de N.I.J.M. in eigendom
perceel Mauritskade
1,
in gebruik de bovenverdieping
van perceel Buitenhof boven ,,Riche”, benevens per-
ceel Oornelis Speelmanstrat en J.Pzn. Coenstraat.
in Ijmuiden en Scheveningen waren kleine kantoren
ten behoeve van de bem’ôeienis bij den vischuitvoer,
in Amsterdam, Rotterdam, Leiden en Venlo bij die
van groenten ingericht. In Roermond was een kan-
toor in verband met den uitvoer van versche melk
naar Duitschland, terwijl in Haarlem een bureau was
voor de Technische Commissie voor den bloembollen-
uitvoer. ,
De maatschappij was voor het behandelen der aan-
vragen voor uitvoervergun.ning verdeeld in een Kamer
‘voor Landbouw, een voor Tuinbouw, een voor Nijver-
heid en Visscherj, terwijl de comptabele aangelegen-heden werden behandeld. ‘door de,Kamer van Finan-
ciee]e Aangelegellhedlen. De A Igemeene Secretarie had
5
bureaux : Bureau T : Algemeene en Pnincipieele za-
ken ; Bureau 2 : Personeel Aangelegenheden ; Bureau
3: Statistiek; Bti reau 4′..Bewerkingsverkeer met het
Buitenland, terwijl Bureau 5 ‘omvatte het Bureau Uit-
voer van liet Departement van Financiën en een zeer
gewenscht nauw contact niet ‘de douane-ambtenaren
en de uitgangsstations onderhield. Bij ‘dit bureau
was een viertal ambtenaren gedetacheerd ‘van den
dienst der Directe Belastingen, wier ambtelijke be-
zoldiging ‘door de N.U.M. aan het Rijk werd geresti-
tueerd.
:De coosenten, clie ingevolge ‘art. 1 van den Alge-
meenen Maatregel van Bestuur uitsluitend door de
Regeering aan de N.U.M. konden worden verleend,
werden ‘door middel van endossementen aan belang-
hebbendei’i overgedragen. In gebruik wdren consenten
met langen looptijd (30 dagen) voor stapelartikelen,
en met korten looptijd (3-5 dagen) voor artikelen
van bederfehijlcen aard als versche groenten en visch.
De consenten met langen looptijd werden voor wat
‘betreft Nijverheidsartikelen voor elk uit te voeren
object en voor elke uit te voeren zending van een be-
paald artikel afzonderlijk uitgereikt,
terwijl
voor
stapelartikelen op land- en tuinbouwgebied en groote partijen vee hoofdconsenten werden uitgereikt, waar-
op de N.U.M. z.g. gesplitste consenten aan belangheb-
benden kon endosseeren.
Van de Nijverheids- en ‘gesplitste consenten werd
een exemplaar door’ Bureau Uitvoer naar het uitgangs-
station verzonden. Zonder dat dit exemplaar in han-
den van de douane was, gaf liet consent, niet de
gelegenheid tot exporteeren. ‘De consenten voor ver-
sche groente, versch fruit, versche visch en zaal wer-
den door con,troleu,rs van de N.U’.M direct aan be-
1 aazg’hehben’den uitgereikt, wat betreft die voor de 3
eerste artikelen op ‘de ‘veiliin,gen, wat betreft zaad
nadat een controleur had na’genien, dat de zending
werkelijk ‘overeenkomstig de aangifte was. Deze con-
senten werden
uh
tgereiikt krachtens door de Regee-
ring aan de N.U.M. verleend certificaat.
De N.U.M. beschikte over een uitgebreid personeel,
dat in 1918 ongeveer zezhon’derd personen telde, de
controleurs voor groenten, vischh, fruit en raad inbe-
grepen. De organisatie waa,rborigde een ‘snelle behan-
deling der aan’vra’gen, al ging dit meestal nog niet
V.I
,
u!g
1
gonoog naar den zin i4er exporteurs. De nood-
zakelijkheid ‘om iréér alles de n’oodige inlidhtingen in
te winnen over de uit te voeren artikelen bracht dan
ook dikwijls onigeiwenschte vertraging mede. Vele ar-
tikelen, die voor uitvoer in aa.ninerking kwamen, wa-
ren onder bepalingen, opgelegd door de Nederland-
soh’e Overzee Trust Maatschappij (de N.O.T.), bier
te lande aangevoerd of bevatten grondstoffen die
daaronder vielen. Het spreekt dun vanzelf, idait. voort-
durend contact met de N.O.T. werd gehouden en f ei-
teljk alle aanvragen aan ‘deze Maatschappij werden
voorgelegd ‘om advies, ten einde ‘haar in de gelegen-
heid te stellen na te gaan o’f de uitvoer niet in strijd
was met de overeenkonisten, gesloten met de Britsche
of Geallieerde Regeeaiingen, omdat eenige afwijking
daarvan den aanvoer van levenamididelen in gevaar racht, en ‘dus voor ons ‘land de ernstigste gevolgen
kon hebben. Deze overweging had op de ‘meeste expor-
teurs weinig ‘of geen vat. Voor hen tooh was de export
hoofdzaak, hun zaak ging voor, hun belangen domi –
neerden ‘ver boven ‘die van het algemeen.
Was er van de zijde der N.O.T. ‘geen bezwaar tot
uitvoer (bezwaar van NOT-zijde leidde onheir.oe-
peljk tot het weigeren van een con’sent), dan volgde
‘het ôn’derzoek bij de verschillende Rijksleantoreii,
Rijks-Commissies of Veree.nigingen, ‘die voor een spe-
ciaal artikel waren aangewezen, (er was bij den aan-
vang van 1918 eén ij;st, ‘die 24 namen van, dergelijke
instellingen bevatte!) ‘om na te gaan of met het oog
op den binnenlanidschen voorraad uitvoer kon wor-
den ‘toegestaan. Eerst na volleiige verzameling van
alle gegevens werd de aanvrage naar de Afdeeling
Z December 1925
ECONOMISCH-STATÎSTISCHE BERICHTEN
Crisiazaiken van het liepartemei:it. van Landbouw, Nij-
verheid en H’andel gezonden, die iimage nemeade von
een en ander, namens den Minister fiat tot. uitvoer
verleende. Indien hieraan nog wordt toegevoegd, dat
Je exporteur moest eljn Nederlander of een Neder-
ian’dsche Onderneming, terwijl in het bijzonder voor
tuin- en landbouw-artikelen alleen zij voor consent
in aanmeekin.g kwamen, die als exporteur in het ar-
titel bekend stonden, (voor n.ij nhei’ds-aztikelen was
dit niet wel mogelijk, alhoewel er zooveel doenlijk
voor werd gewaakt, dat •gelogenheids-exporteurs of
kettcinghan’del’aars een consent in handen kregen),
dan moge duidelijk blijken welke formaliteiten moes-
ten vervuld worden v66r .dat tot endossement van
een c’o’nsent kon worden overgegaan. Ten slotte had
dan de exporteur voor dekking te zorgen van zijn
financieele verplichting, die cie N.U.M. aan het en-
dossemenït verbond. Deze bepaling heeft ‘dikwijls heel
wat. ergernis en beroering veroorzaakt. Zooa.ls ik zeg:
de N.U.M. verbond hare voorwaarden aan, het endos-
sement ‘of zooals art. 2 van den nieeiigenoem’den Maat-
rgel van Bestuur het uitdrukte: ,,kon de N.U.M.
voor ide overdrachten aan de geën do’sseerden voor-
waarden opleggen in den vorm van betalingen te
haren bate als anderszins.” Uit deze bepaling vloeiide
voort, dat de stortirsgen in de N.U.M.-kas, gewoonlijk
heffing genoemd, dus geen.erlei verband hielden met
de resultaten der ‘ha.ndelstr:an’saetie, zelfs niet met
het al of niet ‘gebruik maken van ‘het consent. Moge
deze bepaling op het eerste gezicht onhillijk lijken,
het weerhield •gelegenhei dzkoop].i e3en va.n in ‘den
wilde weg conseniteti ‘aanvraigen, daar zij, bij het niet
gelukken van den. uitvoer, Irun geld kwijt wezen.
Daarnevens gaf de omstandigheid, dat de Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel de consenten
op vezoek van belanghebbenden steeds met 14 dagen
verlengde, ruime exportgelege’oihei’d, omdat een ter-
mijn van zes weken als alleszins voldoende ftco’n wor-
den beschouwd. In elk geval lag het in ‘de bedoeling
en werd er naar igestreefd, de meest .m67gelij’ke gelijk-
heid. van behandeling toe te passen in tegenstelling
met de tot dan toe bstaande vrij ,groote ‘versoheiden-
heid en w’illekeuri:gheid der verplichtingen, clie ‘v66r
de oprichting van de N.U.M. ‘aan de exporteurs wer-
den opgelegd. Om eindelijk bevoorrechting te voor-
komen., bepaalde de N.U.M., ‘dat geen ‘endossement
kon plaats hebben van uitvoervargunnin’gen voor goe-
deren, ten ‘name van personen of instalhingen, wier
tussc’hen;komst door ‘het betrokken rijk werd aange-
wezen voor den invoer van lbepaalde artikelen, met
uists.luiting’van ieder ander.
Naast de aligemeene heffing, – dat was dus de
betaling bij. de overdracii,t van ‘het uitvoerconsent, ‘die
eis bijdrage ter bestrijding van de bedrijfskosten der
Ventiootschap moest worden’beschouwd en die gewoon-
lijk 1 pOt. van het factuurbedrag bedroeg – konden
nog bijzondere heffingen worden opgelegd en wel ten
aanzien van goederen, welker uitvoer, ter heoordee-
li’ng vab de D;irectie, ‘ten gevolge van do crisisom-
s tand igheden buiten gewone ‘voord eel’en op’leverde. Ter
vaststelling van de heffingen, zpowel de algemeene
als ‘de bijzondere, waren de exporteurs gehouden een
gevaahrerkt afschrift ‘der op ‘de zen’diin;g ‘betrokking
hebbende factûren. over te leggen.
Alle ‘voorwaarden, die aan verkrij’gers v.n vergun-ningen tot u’itv’ôer van goederen naar ‘het buitenland
worden oirgelogd, werden op voorstel ‘van de ‘Directi.e
door de Gedelegeerde O.oim.’issie vastgesteld en aan
de g;oedkeuriu.g va,n den Minister van Landbouw,
Nijkerlicid en Handel o.n’der*orpen (Huishou delij.k
Regrement), terwijl v.oligeps den Aliganeenen Maatre-
gel van Bestuur bij dezen Bewindsman beroep open-
stond gedurende 14 dagen volgende op den ‘dag, ‘dat
den belanghebbende kennis daarvan was gegeven.
De N.U.M.-heffin.geu, ‘die dus ‘naar gelang van de
onstand i’gth’eden wér den bepaal cl, waren Vrem d aan
het kaya’kter van ‘belastingheffiiig, iets waarvan de
heffingen, die door cde’ vioegere Rijksco,mietissiën wer:
den gevorderd, moer den schijn hadden.
Uit d.en aard der zaak efen’de Duitschiand op het
gaheele handeisver’keer een ‘groote’pressie uit door de
al of niet levering van steenkolen. Het leek ide Direc-
tie ‘van ‘de N.U.M. dan ook alleszins noodzakelijk om
te trachten ‘de al’geheele beschikking te krijgen over
alle uitvoer- en invoervergunn’ingen, iets wat haar voorzoover het ide invoervergunningen betreft ten slotte niet is gelukt. Wel verleende de N.U.M. van
stonde aan, haar tusschenkomst
bij
‘den invoer uit
Zweden en Zwitserland en de daarmede in verband
staande doorvoervergunnin.gen door Duit’schland, ter-
wijl het aan haar initiatief te danken is ‘geweest, dat
in plaats vom de onbelangrijke zending smeer.olie, dcie
in ‘het ‘Oostenrijksc’h-Rongaarsche Abicommen was ge-
noemd, ‘geregeld .gr’oote zendingen olie uit de monar-
chie zijn aangevoerd, maar van ‘de plannen om van cle N.U.M. een N.I.U.M. te maken, is nooit iets ge-
komen. De onderhandelingen voor den aanvoer van
zout, waarbij zoowel ide industrie als de vissc’herij was
gebaat, van pot’asch en van kaliloog ‘voor de vervaar-
di,ginig van zeep en glycerine (de schrik van alle oor-
logvoerenrien in verband met de dynamiet-fabricage)
werden aan de N.U.M. overgelaten; overigens heeft
haar bemoeienis met den invoer, behalve bij het later
te ‘noemen bewerkings’verkeer, weinig te beteekenen
gehad. De Regeering wees anderen aan tot het voe-ren der besprekingen, en de Commissie van Advies
in Economische Aailgelegenheden was met de Drec-
tie van Economische Zaken – de nieuw gecreëercle
‘afdeeling van ‘het Departement van Buitenlandsche
Zaken -, het lichaam dat sterk op den voorgrond
trad.
De N.U.M. begon haar taak onder de eigenaardi.ge
omstandi’gheid, ‘dat zij u.ibvoerster was van de reeds
genoe.rnde overeenkomsten, die onzen uitvoer naar de ‘Centrale en Geallieerde Mogendheden regelden en die
door liet Landbouw-Export-Bureau eenerzijdo waren
gesloten met resp ,,Die Deutsche Haudeisstelle im
T-laag” (D.H.H.) en .de ,,British and General Tradlin’g
Association Ltd.” (B.&G.T.A.) anderzijds. De uitvoer
van landbouwproducten stond feitelijk geheel onder ‘den invloed van het Agricultural A.’greement en het
Provisorium van 1916.
Zelfs wer’d er groote moeite ondervonden bij den
uitvoer naar neutrale staten’, ‘terwijl ‘b.v. Zweden door
de Geallieerde Mogendheden niet als neutraal werd
beschouwd. Duitschl’and legde moeilijkheden in den weg voor den doorvoer “van goederen naar Zwitser-
land en bepaalde zelfs, dat Zwitserland daarvoor geen hoogeren prijs mocht ‘betalen dan Duitsehland.
Een bepaalde compensatie-politiek heeft Holland
nooit igevoerd, al werden tegenover den uitvoer van
land’bou.wpro’duct’en db ‘cloorlating van veevoeder en
‘kunstmest, de uitvoer van zout, kolen,, ‘hout en kalk
en ‘de ‘doorvoer ‘door Duitschldnd ‘van hout en olie uit
Oostenrijk-Hongarije beJon’gen. Lntusschert was aan
den invoer van vele artilcelen, zoowel door onze Oos-
telijke ‘naburen ‘als van En’gelsche zijde, .de voorwaarde
verbonden, dat ,liet er uit vervaardigde product, we-
çlerom naar het land vanwaar de grondstoffen kwa-
men, zou moeten ‘worden uitgevoerd. In h’et bijzonder
heb ik hier op ‘het oog margarine, glycerine, harde
zeep, been dervet enz. Deze zaken ‘kregen af en toe
zulk een verwonden loop, dat ‘t heel wat moeite kostte,
er een behoorlijke regeling ‘voor tot ‘stand te brengen.
Voornamelijk ‘hing hiermede ‘samen ‘de aanvoer van
vetten, p.otasch en lcal’iioo’g. Tot zel’fs ‘de vervaardi-
ging van z.g. ‘bouilioriibiokjes werd in zulke bespre-
leinigen betrokken. Een partij nargarine, waarop
Duitschiand reeds zeer lang wachtte, mtar die weer
door bepalingen ‘van de andere r4j’de werd vastgehou-den, kreeg den naam van: ,,Ma.r’garin met dom grauen
Haar”!
De handel tuaschen Zweden en Nederland bleef
zeer levendig en d’ank zij de onverm’oeide medewer-
king ‘van onrxén 9ezant in Stockholm, Jhr. Dr. C. G.
W
. van Viedenburch, met wien de N.U.M. een leven-
dige correspondentie ‘heeft gevoerd, ‘konden vele goe-
1062
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Decemler 1925
deren uit Zweden, in ‘t bijzonder electrische mahi-
nes, worden ingevoerd. Er iverden met dit land z.g.
desiderata-lij’sten ‘gewisseld, waarop de urgentie der
verlangde -uitvoeren werd genoteerd, naar aanleiding
waarvan -de N.U.M: na overleg met het bui-eau Nij-
verheid van de Af.d. Orisi,szaken ‘van het Departement
van L., N: & -EL cle aanvragen al dan niet onder-
steunde. – – – – –
Van de ver-h-ondingscijfers betreffende den uitvoer,
naar Oost eii West en naar de Neutralen nam men
zoowel van Egelsohe als van -Duitsche zijde nauw-
keurig kennis; het Bureau S-batist.ik dut van de Qom-
missie voor het Han.delsverkeer met ‘het Buitenland
was overgenomen en door de N.U.M. was uitgebreid,
verscdiafté atn de contraetanten maandelijks de cijfers,
w’aaruit ide Balins kon worden opgemaakt en een ach-
terstand
iti
levering
aan
een der heide partijen dadelijk
kon worden vastgesteld. Intus’scben -namen in den loop
van 1018 het aantal eii de hoeveelheden •der export-
artikelen isterk af zdodat het inhalen van zulk een
achterstand steeds m-oeilijkor -werd, wat vaak leidde
tot s
.
ch6rpe aanmerkingen van ide zijde, clie voor een
bepaald artikel in achterstand was.’
In: April 1918 achtte ‘de Minister van Landbouw,
Nijverheid en Haiidel’het noodzaikeiijk om den uIt-”
roer vai voedingsmiddelen stop te zetten ten einde
te kunnen nagaan welke voorraden in het land aan-
wezig waren, resp. van welke voedingsmiddelen meer
in Nederland ehnwezig was- -dan- in het binnenland
kon woiden verbruikt en of die ‘vôed-in’gsmiddel-en da
konden dienen terrervangi,ng van andere, waaraan
hier te lande een tekort was. Ook deze maatregel
levhrde weer groote moeilijkheden op- met betrekking
tot de uitvoer-ing der buitenland-sche ‘overeenkomsten,
waar zelfs eén -gedeelte van in convooi -geladen en
vôor En’gel’and bestemde goederen moest worden go-
lost en vaabgehoîaden.
Waar op 31 Maart 1918 ‘de overeenkomst met
Duitschlin-d -afliep, waarbij tegenover de verstrekking
der ci’ediet’en h de aan levering van boter, kaas, ca-
seïne en n.dere artikelen, het verstrekken. – van uit-
voerver,gunnin’gen ,-naar ons land voor kolen en ijzer
was geregeld, moest de uitvoer in verband met nieuwe
onideriian,delingen worden -getemperd. De levering van
ijzer, igescheiden iii contin’gentlic’h en ‘ausseroontin-
geutlich ijzer leverde steeds meer ‘bezwaren op, door-
dat het laatste in grootere mate werd aangevoerd
aan -den aanvoer ‘daarvan allerlei verplichtingen wer-
den veehon’den. Daarnaast kwamen -de onderhandelaars
voor een nieuwe overeenkomst met de z.’g. Geaazo-aleerde Regeeringon- uit Londen terug met plannen,
die wezen op een neiging om aan de wenschen der -Ge-
associeerden sterk tegemoet te komen. Ook aan de
IN. U. M. was een plaats ingeruimd •i-n -de Commissie,
die als Regeeringsdellegati’e de besprekingen te Lon-
den had igevoer.d. –
Einde 1918 kwam het nieuwe A-gricultural A-gree-
ment to,t stand, -dat tussoh-en de N. U. M. en de Bri-t,ish’an’d General Trading Association Ltd., de laktste
als vertegenwoordigster der Geallieerde Regeeringen,
werd gesloten. Even te voren was ook een nieuw
Fishery Agreemend tot stand gekomen, ‘dat -de reeds
lang – onvoldoende verschillende overeenkomsten 6p
vi.sseherjgebied verving. Dit A-greemen.t, ‘dat gesl-oten
was na lange onderhandelingen -tusschen tde -N.U.M.
en -vertegenwoordigers der Geas-socieerde Regeeringen
cii waarbij reken-ing werd -gehouden met de weoschen
van Dtcitsche zijde, maakte den vischuitvoer alsmede
dien -van ‘schaal- en ‘schelpdieren naar -de Centrale
landen, -die nu geheel stil-stond, ook weder mogelijk.
In verband hiermede konden enkele -trawlers naar
een dci: havens aan de lersche Zee uitvaren, oni van
daaruit de ‘vischvanigst te beoefenen. – De reederijen
van ‘deze schepen moesten zich intusscihen tegenover
de N.U.M. -v-erbindën een zeker bedrag vaas hun vangt
als heffing af te dra’gn, ten einde hen niet te bevoor-
deden boven de exporteurs van visc’lr van-uit de Ne-
deriaxidsche havens. – –
Beide overeenkomsten steunden, evenals de o’ver-
– eenkomst,, clie -cle NOT. ‘had gesloten, op het General
Agreement, dat- door de Nederlan-dische Regeerin’g
einde 1918 werd -gesloten met de Regeeringen van
GrootBrittann:ië, Frankrijk, Italië en ,,The War.-
Tr-ade-Bosuid” van de Vereen-igde Staten. Dit Agree-
mei
–
it regelde de scheepvaart, den aanvoer van vetten
en andere artikelen, bepaalde ‘den omvang van -den
export naar Duitsch’land vaas een-ige goedereii en
roortbren’gselen van Nederlandsohen bodem en re-
-gelde ‘de z.g. deficiency, terwijl credieten van Neder-
land -aan de meeste contractanten voor het doen van
inkoopen, zoow-el in Moederl’and als Kolo-n-iën in uit-
zicht werden igestel-d.
Het Agricultural Agreeeien,t, dat op sommige pun-
tefr’de’or’iige overeenkomst verduideljlcte en ver-
lichtte, bleef -nog een groot bezwaar voor den. Neder-
ian’dsohèn expo-rthandel, doordat -de uitvoer naar de
Centralen en Neutralen sterk -aan banden bleef ge-
legd. De meest belangrijke wijziging werd verkregen
in den uitvoer van groenten en fruit en in -dien van
suiker, zoowel -in. natura als verwerkt in jam, melk en
1 ikeuren,. –
In veiiban’dmet het nieiuve A’gricultural Agreement moest ‘het Duitach Provisoriurn van 1 Decembër 1916
tegen 1 Januari 1919 worden opgezegd.
Naast een zeei- goede verhouding, die -de N.U.M.
zoo’wei met’ de vertegenwoordigers van Duitsclh-larid aJa
met die der Geallieerde of Geassocieerde Regeeringen
onderhield, wêlke laatste o.a. zeer wer-d bevorderd
-dooi- het nauw en vriendschappelijk contact met de
N.O.T., had ‘de N.U.M. ook voor een goede verstand-
houding met de exporteurs te zorgen. De Expiort–Cen-
trale stond geheel anders tegenover ‘de exporteurs dan
het Landbouw-Export-Bureau, dat slechts -had toe
te zien dat -de ‘overeenkomsten met – de D.H. en
B. & G.T.A. nauwkeurig wei-den nagekomen, terwijl-de
NU.M. eerstens ibesla.g legde op een deel ‘der export-
vinst, tweedens dooi de opgelegde verplichting – tot
goedérenruil -de export eerst -deed plaats -vinden -o
het voor deren wai-enrui-1 meest -gunstige oo’gen-bl-i-k.
Door ‘deze -omstan’di-gftieden kon: de N.U.M. – d-an -ook
niet over gro’ote medewerking van expoteurs of
exporteurs-vereenigingen roepen, welke
laatste
vooral
veel van -haar zelfstandigheid moesten prijsgeven. Toch werd den exporteurs meer winst gelaten, dan
oorspronkelijk
‘bij
de wet van 1 September 1917 was
voorzien; voor nijverheidsartikelen en visch werden
vaste heffingen berdkend en voor land- en tuinbouw-
artikelen werd 50 pOt. van de prijzen, clie van een
buitenlan-dschen -kooper konden worden bedongen – bo-
ven de grondprijzen, aan den exporteur gelaten. In-
tusscihen heeft de praktijk dikwijls bewezen, -dat de
exporteurs ‘de N.U.M-.-hef-fin,gen -eenvoudig -door hun
bu,itenlandschen keeper deden vergoeden. Deze wan-
toestand -ware natuurlijk wel te vooi-‘komen geweest,
indien de N.U.M. zich ook met -het incasseeren van
de ‘betalingen der leveringen naar het buitenland -had
belast, doch -met
u-itzon4eriinig
van de zendingen naar
Zweden ‘heeft zij hiervan toch moeten ‘afzien.
De taak vaas de N.U.M. was ‘daarom des te moeilij
–
ker, omdat zij – feitelijk twee ‘geheel tegenstri.jdige – be-
langen moest ‘dienen. Eenerzij-ds h’ad zij tot taak zo-veel mogelijk waren tegen waren te ruilen, anderzijds
diende zij zooveel -mogelijk ‘winst te behalen. De wa-renruil wer-d echter sterk aan ban-den gelegd, doordat
de Regeerinig zich reeds ‘bij -overeenkomst verbonden
had tot het -leveren van vaste hoeveelheden kaas en
boter, terwijl de N.U.M., zooals reeds is -aangestipt,
weinig of geea -bemoeienis met den -invoer werd ge-
geven. Alleen wat betrof -het z.ig. bewerkings- of- ver-
edelirugsverkeer kreeg -zij ‘daarbij rechtstreeks haar
deel.
Het vei-edelin,gsverkeer was iutu-ssehen een voort-
durende ibion van -kwesties. De uitvoer -van metalen
was sl-echt.s ‘gereahtvaarçligd, indien daartegenover de
invoer -van hier te lande noodzakelijke artikelen stond,
2 December 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1i13]
te meer omdart van Engelsche zijde slechts toestem-
ming tot uitvoer van een bepaalde hoeveelheid meta-
len. naar ‘de Oentralen was verkregen. Luxe-artikelen
en. stook-‘artikelen wettigden igeen metaal-uitvoer, al
werd de invoer ‘daarvan, dikwijls zeer door onze Oos-
telijke naburen gewenscht, en dikwijls moest, zeer tot
teleurstelling van den betrokkene, nitvoer van corn-
pensatie-inetaal worden ‘geweigerd. T-Jet algemeen ‘be-
lang vorderde dat, al werd, dit niet ‘doior iedereen be-
grepen. Ik herinner mij een verzoek van een parti-
culier, ‘die een uitvoerver’gunnin’g vroeg voor lood, ten einde daartegen nieu
w
r
materiaal voör de electri-
sche batterij voor de vrlichti.ng van zijn particuliere woning te verkrijgen, wat moest vorden g@weigerd
omdat ‘hiermede niet het algemeen belang was ge-
diend. De betrokkene kwam zinh ‘beklagen en voei’de
als ondersteuning van zijn verzoek aan: ,,dat hij een der hoogst aangeslergenen in de belasting was in de
provincie waarin hij woonde.”
(Wordt vervolgd.)
KAREL HUIJSINGA,
Oud-President-Directeur. thans Liquidateur.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
VERLAGING VAN HET RIJKSBANKDISCONTO?
Prof. Dr. Kurt Singer te Hamburg tehrijft ons:
Sedert dan 26sten Februari jl. staat het disconto
der Rijksbanl< onveranderd op 9 pOt. en. de beleenings-
rente op 11 pOt. De rente in de open markt is sedert
dit tijdstip echter aanmerkelijk gedaald: particulier
disconto van S tot 6% pOt., en de rente voor daggeld
te Berlijn. 9 â 12 pOt. tot 1 â 8 pOt. Het ligt voor
de hand, de Rij’ksbank aan te raden, haar voorwaardeii
aan de veranderingen der open markt aan te passen.
Inderdaad schijnt dit niet slechts de wensch der be-
trokken on,dernemers ‘te zijn, dat ook de opvattipg
van het Reichswirtschaftsministeriurn, dat vermoe-
delijk hoopt, zijn pogingen tot prijsdaling ook langs
dozen weg te bevorderen. Althans is de ,,Direktor”,
onder wien ‘de geldpolitiek ressorteert, Dr. Dalberg, in het Bankarchiv als woordvoerder van ‘de aanhan-
gers der disconto’verlagin gsgedachte opgetreden.
Deze gedachte houd ik voor onjuist en wel om de
redenen, welke in het volgende kort zullen worden
uiteengezet. Om reeds dadelijk de conclusie te vermel-
den: de mogelijke vooideelen van zoodânigen maat-
regel zijn gering en onzeker, de zekere nadeelen groot
en vèrstrekkend; in het
•
bijzonder ‘zou hij’ als een
nieuwe schrede op een weg moeten worden beschouwd,
dien de Rijksbartk liefst spoedig moet verlaten; ‘den
weg ni. van mechanische credietrestri’ctie, in plaats
van organische geldcreatie.
Wie voor verlaging van het Rijksba2lkdisconto pleit,
verwacht van haar hoofdzakelijk verlichting van de
op de ondernemingen drukkende lasten. door vermin-
dering, zoowel van •de kosten van binnen- als van
buitenlandsche credieten. Of deze gevolgen inderdaad
zullen optreden, is echter de vraag. De rente, welke bij het opnemen van credieten in het buitenland be-
taald moet worden, heeft zich nooit naar het bank-
disconto gericht; •zij volgt onder normale omstandig-
heden, gelijk in den aard der zaak ligt, de rente voor
bijna risicolooze credietén, ‘derhalve het privaatdis-
conto. Of echter verlaging van het bank’disconto met
ongeveer 1 pOt. een daling van het particulier dis-
conto in dezelfde mate teweeg zou brengen, is ech-
ter ‘op zijn minst onzeker. Hier komt bij, dat de soli-
dariteit der geidmarkten volstrekt niet zoover ‘her-
eteld is, dat een reageeren der internationale kapi-
taalverplaatsing op zulke, in iêder geval zwakke ver-
anderin gen verwacht mag worden. Men zegt, dat de
i)uitsche banken zelf, die van haar cliënteele van 12–
18 pOt. rente plegen te vorderen, zich bij het opne-
men van buitenlandsch kapitaal, dat hun tot een half
zoo ]oogen rentevoet en daar ‘beneden aangeboden
wordt, terughoudend betoonen. Het buitenland slaat
echter moer acht op deze credietvoorwaarden der ban-
ken dan op het Rijksbankdisconto, waarvan het al te
goed weet
;
idat het onder ‘de heerschappij der crediet-
restrictie slechts een soort formeele beteekenis kan
bezitten. Eén ding kan ongetwijfeld den voorstan-
ders eene.r discontoverlaging worden toegegeven: zij
zou den rentelast weliswaar
11
auwelijks verminderen,
doch een remming van de ‘toestrooming van buiten-
landsch kapitaal kan van haai- niet gevreesd worden.
Dit volgt juist uit de losheid der onmiddellijke be-
trekldngen ‘tussehen ba’nkdiseonto en internationale
kapitaa]heweging in het algemeen, en onder ‘de hui-
clige- omstandigheden in het bijzonder. Van het buiten-
land ut gezien zou zoo’danige maatregel derhalve nut-
tig noch schadelijk zijn.
Anders staat het met de uitwerking op de binnen-
landsche credietmarkt. Wanneer de Rijksbank haar
çtconto van 9 tot 8 pOt. verlaagt, en wanneer de
banken haar tarieven eveneens met 1 pOt. vermin-
deren, heteekent dit zeker verlaging der rentelasten,
doch slechts met een bedrag, dat zelfs Dr. Dalberg
niet hooger dan 100 millioen R.M. schat. Ook wan-
neer men gelooft, ‘dat het door openbare kassen, zon-
der bemiddeling der banken en spaarbanken uitge-leende milliar’d 1 pOt. lager zou worden verstrekt,’
w’Ordlt ev engenoemd bedrag slechts zeer onbeteekenend
h’ooger. Wat zijn echter 100 nailliarden, wanneer de
belastingen en sociale lasten in het honderdvoud
hiervan loopen?
Eenige uitwerking zou op dit gebied derhalve wel
te bespeuren zijn, doch het voordeel ware gering en
het waarschijn]ijke nadeel daarentegen zeer aanzienlijk.
Want aangenomen mag worden, d’at do credjetbanken
hart debetrente niet verlagen, zonder tegelijk .hun
creditrente te verminderen. Het publiek heeft echter
het lot zijner bankd’eposito’s op het einde der inflatie-periode niet, vergeten en uit dit ‘door een geringe, ge-
neigdheid tot het vormen van spaardeposi-to’s. Deze
geringe neiging door verlaging der reeds thans zeoi-matige creditrente nog verder te verzwakken schijnt bedenkelijk. Anders zou de zaak ]iggen, wanneer de
banken zich tQt een aanrnei-kelijke vermindering van
de spanning .’tusschen debet- en- creditrente zouden
bereid verklaren.
In ieder geval zal echter verlaging van het dis-
conto een
vertragend moment
in de nieuwe ordening
van het Duitsche credietwezen beteekenen. Zij hèe’f t
tt compleme’n.t. ‘de handhaving der credietrestriëtie
tog gedurende langen termijn, terwijl alle krachten
éxop gericht moest.en zijn, een toestand in het leven
te roepen, waarin de verschillende rentevôeten zich
niet t-usschen 6% (in bijzondere gevallen daar be-
neden) en 18 pOt. (in bijzondere gevallen daarboven)
bewegen, en het is aan geen twijfel onderhevig, dat
het Rijksbankdiscon.to bij genormaliseerde toestanden
in ‘geen geval onder 9 pOt. zou liggen, ook ‘na uit-
schakeLing van ‘alle speculatieve en inflationistische
credietvraag. Waarom dan derhalve nog in ‘het laatste
Q.ogenblik. een schrede in de verkeerde richting ge-
4aan?
+- -De credietrestrictie was in het eerste stabilisatie-jaar een onvermijdelijke en hoogst ‘doelmatige over-
.gangsmaatregel; zij oefent thans nog een gewenschten
-druk u’it op al diegenen, die zich dok nu nog niet aan
de nieuwe omstandigheddu willen aanpassen, doch zij
begint ook de grootere, uit verstandige en wakkère
ondernemers bestaande rest in een kritieken toestand
van economische stagnatie te brengen, welke overal
onvermijdelijk wordt, waar de credietsom mechanisch
‘werdt begrensd, of eenzijdig aan ‘onvoldoende symp-
tornen, zooals de prijsvorming, wordt georiënteerd.
Het is juist, dat de vrijheid van disconteering niet
iersteld kan worden, zonder dat industrie en handel
.waarborgen geven, dat de ‘aanpassing van de Duiteche
volkshuishouding’aan ‘de omstandigheden van ‘de we-
reldmarkt, bij stabiele munt, door vrijere crôdietver-
leening niet ‘zal worden vertraagd. De weg uit de
crisis ligt derhalve in een voorzichtige ontspanning
‘der éredietrestrictie, in verbinding met krachtig
werkende beloften en daden op het gebied der pr,o-
1064
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Décember 1925
ductie en der prijspohtiek van cle economische veiborH
den, in wier handen de eens vrije prijsvorming ligt.
(In het bijzonder verdient hier vermelding een voor-
stel, door Dr. Hugo id zijn laatste Bochumer rede ge-
daan, ni. het ‘doen opleven van het bedrijfsleven door
een sterke verlaging van de grondstoffenprijzen).
Blijkt dan de geldpolitiek-e houding van eenige in-
dustrieën ook in de toekomst niet standvastig, dan
zal de Rijksbank i.n algemeene of partieele restricties een door alle kenners gebillijkt afweerwapen bezitten
en ‘de heer Schacht zal dit wapen tot heilzamen schrik
van zijn tegenstanders weten te hanteeren.
AANTEEKENINGEN.
De kwaliteit van de Javasniker. –
Gelijk reeds door het ,,Soer. Hbld.” werd medege-
deeld heeft ‘de
V.I.S.P.
zich per circule.ire tot haar
leden gewend, in verband met herhaalde klachten
over de slechte afwerking van de afgeleverde suiker.
Deze circulaire, dd.
‘7
October II. door de Commissie
Van Vertegenwoordiging der Vereenigde Javasuiker Producenten te Soerabaja verzonden, is, gelijk in het stuk wordt opgemerkt, niet ‘de eerste met betrekking
tot dit onderwerp. Reeds bij afloop der campagne
1924
werden de klachten ter kennis van de leden
gebracht, ontvangen over de kwaliteit der afgeleverde
SH.S., waarbij de leden erop werden’ gewezen, dat
het, met het oog op de steeds scherper wordende con-
currentie van het allerhoogste bela.ng
wa.§ voor ide
goede reputatie der Ja.vasuiker, de kwaliteit van de
suiker hoog, te houden. Ook het Ho’ofd.best’aur heeft sindsdien de kwestie nogmaals onder de aandacht der
leden gebracht.
,,Bij’ het einde van de ditjarige campagne”, zegt nu de
jongste circulaire, moeten wij echter tot ons leedwezen
oonstateeren, dat aan deze verwachting niet is vodaaii.
Blijkens het hooge totaal aan afgekeurde sukers heeft
de kwaliteit der afgeleverde suikers in vele gevallen
wederom zeer veel te wenschen overgelaten. Waar ie
totaal het kwantum afgekeurde suikers voor 1924.00gst
circa 124.000 pieols bedroeg, werden gedurende deze cani-
pagne meer dan 400.000 picols wegens kwaliteitsgebre-
ken afgekeurd. Deze cijfers wijzen er op dat, hoewel
uiteraard de markteonstellatie afkeuringen in de hand
werkte, blijkbaar toch nog steeds meerdere fabrieken in
‘doorsnee een product leveren dat’ net op het kantje af
is. De a’gemeene klacht betreft dan ook weder de zeer
groote hoeveelheden suikers die bij aflevering ternau-
wernood aan de uiterste eischen voldeed en dus door
koopers geaccepteerd moest worden.
Het behoeft geen betoog, dat hierdoor de naam van
de Javasuiker ve.er ernstige schade wordt toegebracht,
iet liet gevolg dat de positie van het Javaproduct op de
wereldmarkt hoe langer hoe ongunstiger wordt. Deze
gang van zaken is des te ernstiger waar als gevolg van
de groote producties in alle suikerproduceerende landen
de concurrentie zich hoe langer hoe scherper doet ge-
voelen.
Onze Comniissie meent daarom nogmaals den ernst der
positie ouder uwe aandacht te moeten brengen, in de
hoop dat herhaalde aandrang terzake eene verandering
– ten goede zal uitwerken.”
In verband met het bovenstaande zij de ‘klacht in
heriniieri.ng gebracht, ‘door den heer A. Volz geuit
op p. 93
in het
No.
van
4
Febr. 11. De liedr V. schreef
aldaar:
,,In de afgeloopen campagne moest echter opnieuw
geconstateerd worden, dat de doorsneekwaliteit van de
op Java geproduceerde witte suiker sterk vermindert.
Terwijl vroeger, de witte Javasuiker ver boven kleur
No. 25 D.S. bleef en van arbitrages op kleur nooit
sprake was, wordt het stan’claarclnummer 25 niet alleen
boe langer hoe meer genaderd, maar in veleg
e
vallen
e!f s niet eens meer bereikt. Nog nooit hebben op Java
• zooveel arbitrages van witte suiker plaats gehad als
in deze campagne. Britseh-Indië, dat tot cle gemakke-
lijkstb koopers van Javasuiker behoort, klaagt zeer over
‘de kwaliteit van vele der ontvangen partijen. Het is
• bepaald eene zeer kortzichtige politiek om ter wille van
eene kleine besparing ‘bij het fabrikaat den vroeger zon
goeden naa.van de witte Javasuiker te bederven, waar-
van het natuurlijke gevolg is, dat het Javaproduct op
(le wereldmarkt eene geriugere waarde zal bediugen iii vei’houiling tot andere suiker dan vroeger. Met hot oog
op de feile concurrentie,
clie Java thans
‘eer tegemoet
gaat tegenover te elk jaar grooter wordende
hietoogsten,
kan da ervoor ii jet genoeg gewaa rschiwd w’orden!’
Het zal belaugwekkand zijn, na te ‘gaan, wat ‘liet
effect dezer klachten en verman.ingen
op het pro-
duct der campagne
1926
zal zijn.
Suike’rproductie der
wereld.
Willett
&
Gray publiceeren hunne eerste raming van
de wereld-
suikeroogsteu
1925/26
in
vergelijking
met
de geraamde
opbrengsten
1924/25 als
volgt:
Rietsuiker.
1925/26 1924/25
Noord-Amerika:
Tons Tons
Louisiana ………….205.000
79.002
‘i’exas
…………….250
450
porto-Rico …………550.0’O
589.288
Hawaii Eilanden ……645.500
695.000
West-Indië:
Virginia Eilanden
7.000
‘7.200
Cdba …………………..0.000
5.125.970
Britsch West-indië
Trididad …………..55.000
69.628
Barbados
………….50.000
53.000
Jamaïca …………..40.000
42.600
Antigua
…………..la.000
17.300
St.
Kitts…………..13.000
16.000
Overige Eilanden
7.500
9.000
Fransch West4ndië’
Martinique …………21.000
23.000
Guadeloupe …………
.28.000
34.722
San Domingo …………
.’120.000
311.270
Haïti ………………..13.500
8.280
Mexico
………………175.000
165.223
Centraal-Amerika:
Guatemala ………….25.000
24.000
Overig Centraal-Amerika
62.500. 65.000
Zuid-Amerika:
Demarara ………….100.000
100.000
Suriname ………….10.000
10.200
Venezuela
………….19.000
19.000
Ecuador
…………..18.000
18.700
Peru
……………..265.000
310.522
Argentinië ………….365.000
246.717
Brazilië ……………
750.000
812.493
Totaal in Amerika.
8.910.250 8.853.565
Azië:
Britsch-Indië ……….
2.502.000
2.537.000
Java
……………..
2.290.000
1.977.490
Formosa en Japan …..
478.000 458.836
Philippijuen
……….
470.000 581.000
Totaal in Azië ……
5.740.000 5.554.326
Australië
……………
500.000
435.680
Fiji Eilanden …………
55.000
70.000
Totaal in Australië
en Polynesië
555.000 505.680
Afrika:
Egypte
……………
107.000 110.000
Mauritius
…………
206.000 224.710
Réunion
…………..
40.000
43.500
Natal
…………….
190.’ 00
143.974
Mozambique ………..
60.000
55.000
Totaalin Afrika….
603.000
577.184
Europa:
Spanje…………….
‘
9.000
10.629
Totale
Rietsuikerprodaictie
15.817.250
15.501.384
Beet wortels u ik er:
Europa:
Diii tschland
……….
1.680.000
1.575.684
Tsjecho-Slowakije
……
1.600.000 1.409.703
Oostenrijk
………….
85.000 75.000
Hongarije…………..
220.000 202.354
Frankrijk …. . ………
780.000 827.472
België
……………..
380.000
400.105
Holland
…………..
300.000
329.244
Rusland en Ukraine. ..
950.000 458.375
Polen
…………….
‘530.000
494.854
Zweden …………….
180.000 135.000′
Denemarken
………..
175.000
–
140.000
Italië ………………
200.Ö00
422.000
Spanje
……………..
.225.000
.
260.000
Zwitserland …………
6.000
6.000
2 December 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1065
Bulgarije …………..38.000
40.000
.Rumenië …………..85.000
90.000
Engeland …………..64.350
23.730
Andere landen ……..106.650
188.270
Totaal in Europa ……..7.605.000 7.077.791
Noord-Amerika ………..790.000
974.185
Canada……………….30.000
36.200
Totale Beetwortelsuikerpr. 8.425.000 8.088.176
Totaal .gen. Riet- en beetw. 24.242.250 23.589.560
Geraamde vermeerdering. .
652.690
3.468.291
Bescherming van de gedistilleerd
i n
d u s
t r i e.
– Bij schrijven dd. 3 October 11. aan
den Voorzitter dci- Eerste Kamer ‘heeft de Minister
van Financiën eenige mededeelingen verstrekt om-
trent de bescherming, genoten door enkele indus-
trieën, als compensatie voor ‘den druk der accijnshef-
fing. ,,Daar deze laatste”, addus het schrijven, ,,zich
iutusschen niet wel in cijfers laat brengen, is het niet
doenlijk, uit te maken, of de protectie de v’e’reischte
compensatie geeft, ‘of zij daar beneden blijft, of dat
zij deze overtreft. Behoudens dan ten aanzien van
gedistilleerd, tabaiesfabrikaten en zout, kan men haar
niet overmatig noemen, z•ooals uit het volgende
blijkt”. Over het d.nvoerrecht op gedistilleerd van
f
3,50 per
11fL.
herleid tot de sterkte van 50 pOt.,
wordt in het schrijven o.a. opgemerkt:
,,Dit recht dateert van de Wet van 1 Mei 1863,
(Staatsbiaci No. 47).
De accijns, die toen f 22 per EL.,
.herleid tot de sterkte van 50 pCt. bedroeg, is sedert ver-
hoogd tot
f
300 per EL. van die sterkte (onverminderd
de 10 tijdelijke opcenten ten behoeve van het leenings-
fonds), wat intusschen niet beteekent, dat de druk der
accijnswetgeving sedert dien in gelijke mate is toegeno-
men, zulks ais gevolg van tegemoetkomende maatrege-
len tegenover de accijnsplichtigen. Dit recht bedraagt 19
ten 100 van den tegenwoorcligen prijs van ]noutwijn en
32 ten 100 van dien van spiritus; een sterke bescher-
nliug derhalve, die stellig uitgaat boven de vereischte
compensatie, al is dit niet in cijfers te brengen, gelet op
cle tvisseende prijzen en omstandigheden.”
In een adres van de Nederlandsche GiSt7 en
Spii-i-
tusfabriek aan den Minister van Financiën wordt
hiertegen het volgende aangevoerd:
Ten volle erkennend en waardeerend ‘de tegemoetkomen
;
cle maatregelen, door Uw departement toegepast ‘ten op-
ziclite van de accijnsplichtigen, meënt ondergeteekende toch
te mogen opmerken, dat zelfs hij alle denkbare tegemoet-
koming cie risico’s van de accijnsplichtigen ten. opzichte
van verlies, diefstal, lekkage enz., zoowel tijdens de fabri-
cage als tijdens het vervoer, ten gevolge van het .hooge
accijnscijfer (f 330 per UL. 50 pCt. tegenover f22 bij de
vaststelling van het compensatoire invoerrecht van f 3,50
per EL. 50 pCt. in 1863) wel degelijk en zelfs in sterke
mate zijn toegenomen, zonder dat de compensatie zelve
eenige verhooging heeft ondergaan. De meening van Uwe
Excellentie, dat de bescherming, clie de gedistilleerd-fabri-
kanten genieten, de vereischte compensatie te boven gaat,
wordt in boven aangehaalde missive gemotiveerd, door het
bedrag van het in’oei-recht uit te drukken in procenten
van den prijs en ofschoon cle zoo verkregen percentages
van 19 en 32 ten honderd, gemiddeld niet belangrijk hoe-
ger zijn dan het bij bier afgeleide percentage van 25 en 15
ten honderd, en ‘deze cijfers voor tabaks-fabrikaten zelfs
45 en 30 ten ‘honderd bedragen, wordt alleen op de gedis-
tilleerci-industrie het odium gelegd van een verregaande
protectie. In dit verband veroorloof t oudergeteekende zich
op te merken, dat de als basis aangenomen prijzen geen
enkel verband houden met den kostprijs, van het pioduct,
doch gegrond zijn op het huidige prijsniveau der wereld-
markt, waar de buitenlancisebe concurrentie, ‘die veel groe-tore compensaf.ies geniet dan de gedistilleerd-industrie hier te lande, haar productie-excedenten tegen ,,clumpiag”-prij-
zen tracht te plaatsen.
Te minder kan ondergeteeken cle instemmen met vermelde
opvatting van Uwe Excellentie, aangezien toch het effect
van de in 1863 toegedachte compensatie juist in de laatste
jaren zeer belangrijk is verminderd ten gevolge van de
sterke inkrimping van het afzetgebied voor gedistilleerd
in het binnenland.
in hoe belangrijke mate dit afzetgebied is afgenomen
als gevolg van dezelfde oorzaak, welke het risico der accijns-
plichtigen heeft doen toenemen, nl. het opvoeren van het
accijnseijfer van
f
22 per ffl. 50 pCt. tot niet minder dan
f
330 per EL. 50 pCt., blijkt ten ‘cluidehijksté uit ‘cle op-
brengst van den gedistilleerd- accijns.
De veraccijnsde hoeveelheden bedroegen:
p. H.L.
‘
H.L. 50
°Io
in 1900 bij een totaal accijns v.
f 63,-
rond
425.000
,, 1920 ,, ,,
,,
,,
,,
,,165,-
nog ruim
350.000
1925 ,, ,,
,,
,,
,,330,-
te verwachten 150.000
1
)
Zulks beteekent, .dat de binnenlandsche gedistilleerd-
industrie zich in den loop der jaren in dezelfde verhouding
een deel van haar debiet zag ontvallen, een vermindering,
welke dle volle 275.000 EL. sinds 1900 en 200.000 HL. sinds
1920 dicht benadert, aangezien de uit het buitenland ing-
voerde gedistilleerde dranken te allen tijde slechts voor
een gering percentage aan het totale binnenlandsche ver-
bruik hebben bijgedragen:
Voor het weggevallen debiet moet de gedistilleerd-indus-
trie hier te lande trachten plaatsing te vinden in het bui-
tenland, waar de in werkelijkheid sterk beschermde gedis-
tilleerd-producenten het prijsniveau beneden kostprijs kun-
nen en, ook hebben doen dalen.
Deze gedwongen uitvoer beteekent, dat daarmede een
even groot aantal IIL. aan de door liet invocrrecht gegeven
compensatie is onttrokken, zonder dai de risico’s der ac-
cijns-wetgeving voor deze hoeveelheden hebben opgehouden
te bestaan.
Ondergeteekende is in het bijzonder getroffen door het
feit, dat Uwe Excel]entie ten opzichte van andere indus-
trieën, en met name ten opzichte van het bier, tot een zoo
geheel andere conclusie komt dan ten opzichte van het
gedistilleerd. De bierbrouwerijen toch genieten een bescher-
ming van 15-25 pCt. en zulks, in schérpe tegenstelling
met de gedistilleerd-industrie over een
toenemenden
omzet,
grootendeels zelfs het gevolg van den hoogen gedistilleerd-
accijns, die geleidelijk tot een belangrijke toename van het bierverbruik heeft gevoerd. Uit de opbredgst van den bier-
accijns over 1920 kan een verbruik worden afgeleid van
rond ddn millioen ffl.. De accijns-cijfers, over Januari/Sep-tember 1925 bekend geworden, ‘doen een toename van niet
minder clan 60. pCt. ten ôpzichte van het bierverbruilc over
1920 verwachten. De aan de brou.werijen terecht toega-
dachte en bij tusschentijdsche verhooging van cleh accijns
terecht verhoogde compensatie, zal door deze bedrijven der-
halve worden genoten over een steeds vermeerclerend aan-
tal EL. van hunne productie, terwijl in de gedistilleerd-
industrie niet alleen de compensatie, zelfs na 15-voudige
verhooging van den’ accijns, ‘nog onveranderd is gelaten,
maar bovendien mede ten gevolge van -de accijnsvei-hoo-
ging voor een
steeds verminderend
aantal BI. beteekenis
heeft.
Zonder zich te dezer plaatse uit te spreken over de wijze waarop ook haar bedrijf een meer billijke compensatie be-
‘hoorde te ontvangen, gelijk deze aan andere industrieën is toegekend, meent ondergeteekende uit hoofde van boven-
staande beschouwingen met klem te moeten opkomen tegen
de voorstelling, die door de betreffende missive bij de leden
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal is opgewekt, als’
zonde hare industrie een ,,sterke bescherming” genieten,
die ,,uitgaat boven de vereischte compensatie’.
Hetzelfde protest wordt aangeteekend in een adres
van de Zuid-Nederlandsche Spiritusfabriek te Bergen
op Zoom, ‘dat practisch gelijkluidend aan ‘dat van de
Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek is, behalve
in zooverre eerstgenoemde onderneming zich
wel
uit-
laat over de wijze, waarop haar bedrijf een meet- bil-
qijke compensatie behoorde te ontvangen ‘en wel als
volgt:
Naar de vaste overtuiging van ondergeteekende en zulks
‘zal ook Uwe Excellentie na het bovenstaande duidelijk zijn,
behoort de compensatie in tegendeel zoo spoedig mogelijk
te worden herzien en wel op zulk een wijze, dat deze zich
zoowel uitstrekt over het gedistilleerd, dat in het binnen-
land blijft, als over het gedeelte dat noodgedwongen moet
worden uitgevoerd.
Indien IJ’we Excellentie er prijs op itelt, en ongetwijfeld
doet Zij dat, dat Holland, ook wat de spiritus-industrie
betreft, een der voornaamste exporteerende landen blijft,
dan is het hoog noodig, dat deze industrie naast de kleine compensatie, die zij over haar in het binnenland geplaatst
product geniet, op de wereldmarkt steun vindt van de Re-
geering ‘door het verleenen van een export-premie.
Die export is door maatregelen van de Regeering (voërt-
durende accijnsverhooging) veel en veel grooter dan hij
zonder die maatregelen geweest zou zijn. Het is dus alles-
zins billijk, dat met behoud van het compensatoire invoer-
1)
Berekend op basis der bekende cijfers Januari t/m
September 1925.
1066
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 December 1925
re(:ht voor hiiiiichldndsche
plaatsing,
de uitv6ei ten laste
van cle acijnsopbtengst wordt ondersteund.
Ondergeteekencle vertrouwt, dat IJwe Excellentie na ken-
nisnerning van het bovenstaande, Haar meening
ten
op-
zichte
van cle compensatie, -die de gedistilleerd-industne
gen jet, wel zal willen -wijzigen en iii het belang harer
in{Iustrie, alsmede in het belang van allen iiie daaraan verbonden zijn, maar ook in liet bhlang an den Necler-
landschen exporthauclel in het algemeen, bereid is maat-
regelen te treffen, opdat een bescheiden en alleszins ge-
rechtvaardigde vergoeding, ook over de geëxporteerde hoe-
veelheden, zoo spoedig mogelijk worde verleend.
Deze argurnentabie is niet bijzonder duidelijk. De
export van spiritus is reeds ,,veel en veel grooter”
dam hij zonder accijnsverhooging
z6u
zijn geweesd.
De spiritu-s-inclustrie kan
dus
blijkbaar met stijgende
hoeveelheden op de wereldmarkt concurreeren. Niet-terni ii vr aagt de Zuid-Nederlandsche Spiritusfabriek om een exportpremie als steun op de wereldmarkt mi
wel op grond -van -het feit, dat de Regeering’ door
accijnaverhooging de hmnenlandsche consumptie be-
perk
–
t, welk feit gehëel los staat vkn de internationale
concurrentiemogelijkheid.
Uit een bijlage bij het adres der, Zuid-Nederland-sche Spiritusfabriek blijkt, dat in een aantal land-en
van Europa -de spiritus-export kunstmatig wordt be-
vorderd. De volgende voorbeelden worden genoemd:
En gel a. ii.d. De Engelsche regeering verleent een uit-
voerprëmie van 3 d. per proefgallon
(to cover cosis of
restrictions).
Deze premie staat gelijk -met
f
2,89 per
EL. 50 pCt.
D u
i
t s c h 1 a. n d. In Duitschland ontvangen cle spin-
tusfabrikanten op basis van cle ,,Brennrechte” een prijs,
die gemiddeld op
f
32,50 uitkomt, is
f
16,25 per BIL.
50 pOt.
De officieele exportprijs, waarvoor Duitschland afgeeft,
is 30 R.M. of rond
f
18 per EL. ‘100 pCt. is
f
9 per EL.
50 pOt. –
In werkelijkheid -wordt de Duitsche spiritus nog belang-
ijk goeclkooper geëxporteerd. Aan Zwitserland werd voor
den prijs van en. twaalf en aan Frankrijk voor een prijs
van en. dertien -gulden per EL. 100 pOt. of resp.
f 6
en
f
6,50 per BIL. 50 pCt. geleverd.
Het nadeelig verschil wordt vergoed uit een hoogen bin-
nenlandschen -prijs, nl.
R.M. 430,
dat is rond f258 per
BIL. 100 pCt. of
f
129 per EL. 50 pOt., een prijs, die in-
middels nog lang •zoo hoog niet is als de spinitusprjs in
door den hoogen accijns van f330 pel-
]-TL. 50 pOt. ca
.
f
340 per Bi. 50 pOt. bedraagt.
i)e Duitsehé spiritusfabrikanten genieten dtts op deze.
wijze op iecleren HL. geëxpoiteerden spiritus een piemie
van ca.
f
14′ per
BIL.
100 pCt. is
f’?
per Bi. 50 pOt.,
welke premie gevonden wordt uit de bijlnenlandsehe op-
brengst, dat zou dus bij ons zijn de accijns. Ook uit de berichten van de verschillende spiritnsmark-
ten blijkt duidelijk, hoe ])nitschlari’cl de exportprijzen dompt,
om -de afzetgebieden, die gedurende den oorlog verloren
waren gegaan., wederom in handen te krijgen.
–
Wat Tsjechoslowakije en Hongarije betreft,
shrijft Der Spiritusmarkt” als volgt: –
,Die Spiritusindustrien der Tsechoslovakei und Un-
-garns können sich- ohne jede w’eitere Schwierigkeit den
Luxus des Dumpings in ‘der Weise leisten, •dass sie deiÏ
Ernortspiritus van -die litilf te des Géstehungspreises
her’.”
geben u-nd sich diesen AnsI all bei der Inlan-cipreisen,
Wo
sie keine Konkurrenz haben, – einbningen.”-
–
Betreffende P ol e n schrijft hetzelfde blad het volgende:
,,Der Export aus Polen ist insoferu nut Sch.wierigC
keiten verbuuden, als -die Brennereien im Export nicht
,iii-teritiitzt werden, und
ohne Export pri/mie oder Dunr-
ping ist es heute
nicht
möglich, auf
dena
Weltwerkte anit
Spiritus xv
iconkurrieren.
–
j u g
0
s 1 av ï ë is out zijh gedistilleerd-industrie even-
eens te steunen, – een paar maanden geleden overgegaan tot
het verleenen van een export-premie, die 250 Dinare is
f
5,50 per HL: 50 pOt. bedraagt. –
Het ‘resultaat van dezen steun is reeds onmiddellijk merk-
baar, -doordat de Nederlandsche gedistilleerd-industrie op
cle export-markt in Jugoslavië een nieuven concurrent aan-
treft,. Waarover ,,Der Spinitusmarkt” van 1 November 1925 alt
vdlgt schrijft:
Séitdean der Spiritusexport sub-eentio-
uien ib’ni, konkurriert Jugoslavieher- Sprit erfolgreich
atif dem -Weltmarkté. Nach Oeiterreidh und in die Levante
wiirden.in (er ,letzten Zeit
–
einige 1000 TIL.
exportiert’ –
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N d
()’Be’
Wissels. 31
3 Oct.’25 Zwits.N at.Bk. 34 22Oct.’25
Bk Bel.Binn.Eff. 4 S
Oct.’25
N.Bk.v.Denem. 54
7Sept.’25
tVrsch. in R.C. 5
3 Oct.’25
Zweedsehe Rbk 44
8Oct.
’25
Javasche Bank . ..
4420 Oct. ’24
Bank v.Noorw. 5
14Sept.
1
25
Bankvan Engeland 4
1 Oct.’25
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 9
26Feb. ’25
slowakijë. -. 7
25 Mrt. ’25
Bank v. Frankrijk 6
9Juli’25
N. Bk.v.O’rijk. 9
3Sept.’25
Belgische Nat. Bnk. 7 30 Nov.’25 N. Bk.v. Hong. 7
22 Oct.’25
Fed. Ree. Bank N.Y.
3426 Feb.’25
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje… 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 54.
Amsterdam
Partic. disc.
1 Prolong.
Londen
DageId – –
Partic. disc,
1
Berlijn
Daggeld
30-55 d…
6314
56-90 d…
6
3
14
Waren-
wechsel.
8
3
14
New York1)
Cali money 5.1/
4
Partic. disc. 35/
1)
Cali money-koers
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
1 New ‘Londen
1
Berlijn 1 Parijs lBrusseliBatavia’)
York
) 1
)
1
) 1
1
1
24 Nov. 1925
2.48%
12.05
59.23
9.564
11.254
100si
25
1925
2.4818j,.
12.054
59.234
9.36
11.27
10034
26
1925
2.481
s/,
12.054
59.24
9.41
11.27
.
100j
27
1925
2.48% 12.054
59.24
9.72
11.27
100%-
28
1925
–
1205
59,22
9.63
11.27
100h
30
‘
1925
2.48%
12.044 59.214
–
9:674
11.27
10034
Laagsted.w.’)
2.485/
s
‘
1204H
59.19 9.25 11.24
100’/
Hoogste d.wl)
2.48is/,
12054
59.25
9.89 11.28
10034
23 Nov. 1925
2.485/
4
12.044
59.21
9.65
11.26*
1003
16
,,
1925
2.4891,
6
1
2
.0
4
*
59.16
9.98
11.27
1008I
Muntpaniteit
2.48% 12.10
59.26
48.-
48.-
100
8)
Noteering te
Amsterdam.
88)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere
opgave.
Data
–
land
Weenen
s)
Praag
‘i
Boeka-I
–
rest’)
Milaan
*8)
Madrid
*)
24 Nov. 1925
47.95 35.07%
7.36 1.10
10.08
35.32
25
,,
1925
47.96
35.10
7.37
1.124
10.06
35.324
26
1925
47.95 35.10
7.36
1.13
–
10.05
35.124
27
1925
47.95
35.10
7.36
1.13
–
10.06
35.324
28
,,
1925
47.91
35.10
7.36 1.13
-,
–
30
1925
47.93,4 35.10
7.36
1.13
10.10 35.25
Laagstedw.1)
47.90
–
35.-
7.34
1.05
10.-
35.07
Hoogsted.w’)
48.-
35.15
7.40 1.20
10.12
35.40
23 Nov. 1925
47.95
35.07′
7.36
1.10
10.11
35.40
16
,,
1925
47.92% 35.05
.7.36
1.15
10.-
35.444
Muntpariteit
48..-.
35.-
50.41
48.-
48.-
48.-
8)
Noteering te
Amsterdam.
8*)
Noteering
te Rotterdam.
1)
Particuliere
opgave.
– –
–
Data
Stock-‘
Kopen-
o
i •
s o
)
Hel-
Buenos-
Mon
–
–
.
holm)
hagen)
,tng
Aires’)
treal’)
–
OPEN MARKT.
–
1925
II
1924
II
1923
Ii
1914
28Nov
I
23-28
1
16-21 1 9-14 V 24-29 Ii 26-1 Ii 20-24
– Nov.
Nov.
Nov.
Nov.
Nov.
Juli
3I16-I2
1
3114-1/2
31/2
3118-/8
431
4
371_4
31131
3
1
12
1 31(,..4
1
331
4
_4
3.1/
4
4115_3/4
4
11
21
1014
2-3 1 2-4
3l5/_4 3″/is-4
9-10
7-10
79114
7-10
6314
6
3
14
6
3
14
–
6
3
/4 6314
6
3
14
8
3
14
8113.3(4
911
3
..3/
4
41/35114
4
1
12.5
114
4
1
13..5
1
/4
3
5
18
3518
3
5
18
.
27Nov.en daaraan vooi
2-4
1-3
1
12
1
3
14-2
I11
3
_3j
4
351
16
1
8
21/4/4
–
– 21j_h(,
24
1
14
411
311
4
131
4
211
3
aande weken t/m.Vrijd.
24 Nov. 1925
66.574
61.85
50.50
–
6.29
10334
248%
25
1925
66.60
62.05
50.70
6.26
10334
2.48%
26
1925
66.60
62.-
50.70
6.26
103
q
2.49
27
1925
66.60 61.924
50.65
6.26
103%
2.49
28
1925
66.60 61.90 50.70
6.27
103%
2.49
30
1925
66.60
61.95 50.65 6.27
103
i/
-.
2.487/
s
–
Laagsted.w.1)
66.50
61.65 50.25
6.25
103
2.48%
Hoogste d.w’)
66.60
62.10 50.75
6.30
10334
-2.49%
23
Nov.
1925
66.55
61.874
50.70
6.26
103%-
2.4834 16
,,
1925.
66.50
62.-
50.70
6.27
103s/.
2.48%
Muntpaniteit
66.6,7
66.67 66.67
48.-
105
,
2.4834
8)
Noteering
te Amsterdam..
5*)
Noteering
te Rotterdam.
1)
Particuliere
opgave.
–
–
2 December 1925
ECONOMISCH-STATiTISCHE BERICHTEN
1067
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
•D a a
Londen
($per)
1
Parijs
($p.IOOfr.)($p.lOOMk.)($p.IOOgld.) Berlijn
Amsterdam
24 Nov.
1925
4,847/
10
3,81
23,80
40,21
25
1925
4,8434
3,77
23,80
40,19
26
1925
–
– –
–
27
1925
4,84
3,88
23,80
40,20
28
1925
4,849/
16
3,89
23,80
40,22
30
1925
4,84
4,_
23,80
40,21
17 Nov.
1925
4,84
11
,
3,97
23,80
40,25
Muntpariteit …
4,8667
19,30
23,8134
4081
16
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
14Nov.
1925
21
Nov.
1925
23128
Nov.
’25
Laagste)ffoogste
28Nov.
1925
Alexandrië..
Piast. p.y,
97%
9734
97711
979/
1
9734
Bangkok …
Sh.p.tical
1/101/,
1/101/
9
1/108/
9
111034
1/103/
t
B. Aires’). ..
d. p.
$
467/
9
46
16
/
468/
8
47
46
11
/
Calcutta
;.
. .
Sh. p. rup.
1
/6
3
1
16
1/6
7
/
39
1/6
3
/
1/6
7
/
33
1/618
33
/
Constantin..
Piast. p.
£
8521i
88734
870 900
89234
Hongkong ..
Sh. p.
$
214
19
1
32
2j48,4
2j48/
2/5
2j4
21
/
32
Lissabon’)
. .
d. per Mii.
217/
33
2
17
/
32
234
2
9
/
217/
33
Mexico . ….
d. per
$
25
25
24
26
25
Montevideo’)
d. per
$
5071
9
507/
s
5034
511/
j9
50′
Montreal
. .
$
per
£
4.84
4.84
4.8334
4.841,,
4.84
R.d.Janeirol)
d. per Mii.
..
78/
9
71/5
6
18
/16
7
Shaüghai
..
.
Sh. p. tae.l
3118%
3/15j
3/134
312
3/111
Singapore. ..
id. p.
$
2/49/
214
8
/19
2141j, 2/434
2/48/
1
Vaiparaiso
2).
.peso
p.0
38.80
39.10 38.90
39.30
39.00
Yokohama
. .
Sh.p.yen
1818/
19
119
3
/
53
1/9
1
/
1
1915/
33
119
35
/
39
1)
Telegrafisch transfert.
3)
90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)
Londenl) N.York’)
Londen
23 Nov.
1925..
328
6934
23
Nov. 1925
84/1134
24
-,,
1925..
321/9
.
6934
24
,,
1925
84/1134
25
,,
1925..
321/
9
6934
25
1925…
84/111/
9
26
,,
1925..
321/
9
6934
26
1925
84/1134
27
1925..
321/
19
69′
27
1925
8411134
28
,,
1925.. 32
699/
9
28
1925
–
29 Nov. 1924.. 337/
39
69
28 Nov. 1924….. 89/11
20 Juli 1914.. 2418/,, 541/
9
20 Juli 1914…. 84/10
8)
in pence
p. oz.
stand.
2)
Foreign silver in $c. p. oz.
line.
3)
in
sI,.
p. oz. line
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen
1
23November 1925
1 30
November1925
Saldo bij Nederi. Bank…
1
r 9.726.415,15
f
Saldo bij betaalmeèsters…
2.341.273,39 ,, 2.473.939,08
Vooischotop uit. Oct.1925
aan ‘de gemeenten op
voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bel. en
opèentenopRijksink.bel. ,, 65.421.573,55 ,, 65.421.573,55
Voorsch. aan de koloniën ,, 8.828.985,07 8.922.050,45
Voorsch a. h. buitenland ,,212.993.681,10 ,,214.097.833,28
Daggeldieeningen tegen
onderp. v. schatk.papier ,, 13.500.000,- 1,, 18.500.000,_
Voorsch; door de Ned. Bank
f
–
/
7.101.230,24
Schatkistbilj. in omloop’)
,,161.505.000,- ,,161.505.000,- Schatkistprom. in omloop
,,107.440.000,-
,,107.440.000,-.
Waarv. direct bij Ned. Bk.
Zilverbons (met inbegripv.
de bedragen bij de betaal.
,,
16.912.159,-
,,
16.753.913,50
Door
.
den Postch.- en Giro-
meesters in kas)……..
dienst in
‘s
Rijks Schat-
,,
43.779.057,20
48726.029,22
kist gestort
………..
Schuld a. d.Bank v.Ned.
Gemeenten
…………..
,, »
3.470.952,97
1)
Waarvan
/
37.056.000 verva
len
op
of na
1
AprIl
1927.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1 21 November 1925
128 November 1925
Voorschot uit
‘s
Rijks
kas aan
N.J.
………
(
696.000,-
f
–
md. Schatk.prom. in
om!.
41.150.000,-
42499.000,
–
Ander Schatkistpapier..
1.750.000,-
1.750.000,-
Voorsch. Jav.Bk. aan N.-I.
9.116.000,-
3.928.000,-
Muntbiljetten in omloop.
34.668.000,-
34.460.000,-
Ten voor deele v. N.J.
ge-
boekt beleggingsgeiden
v.
h.
N.-I:
muntfonds…….6.358.000,_
,,
6.358.000,-
Id.v.d.N.-I.Postspaarbnk
I ,,
1.084.000,-
1.055.000,-
Totaal
……..
f
94.822.000,.._
f
89.731.000,_
Tegoedv.N.-I.b/d.Jav.Bk.
1,,
–
,,
319.000,-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 30 November 1925.
Activa.
Binnenl. Wis- p Hfdbk.
f
32.211.639,73
sels,Prom., Bijbnk. ,, 14.286.755,78
ulsu.l Itg.5C11. ,,
f
71.868.220,43
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……..
–
Idem eigen portef. .
f
244.893.377,-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.
–
244.893.377,-
Beleeningen
I
mcl. vrsch. Hfdbk.
f
47.038 127,88
in rek.-crt. Bijbnk. ,, 11.769.269,04
op onderp. Ag.sch. ,, 77.578.766,43
f
136.386.163,35
Op Effecten …….
f
134.802.508,35
Op Goederen en Spec. ,,
1.583.655,- ,, 136 386.163,35
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
5.514.768,54
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
52.563 895,-
Muntmat., Goud ..
405.274.286,61
f
457.838.181,61
Munt, Zilver, enz..
23.440.879,04
Muntmat., Zilver..
Effecten
481.279.060 65
BeleggingRes.fonds.
f
6.481.932,79
id.van 1/
9
v.h. kapit.,,
3.996.787,19
10.478.719,98
Gebouwen en Meub. der Bank
……..
5.171.000,-
Diverse
rekeningen
……. …………
,,
40.741.608,03
f
996.332.917,98
Passiva.
Kapitaal
…………………. ……
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………
,,
6.483.597,96
Bijzondere
reserve
……………….,,
12.000.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
906.073.700,-
Bankassignati8n in omloop
………..
1.565.944,39
Rek.-Cour.j Het Rijk
f
–
saldo’s:
l,
Anderen,,
36.843.364,16
36.843.364,16
Diverse rekeningen
……………….,,
13.366.311,47
f
996.332.917,98
‘Beschikbaar metaalsaldo
………….
f
291.820.031,27
Op de basis van
2
/1
metaaldekking….
,,
102.923.429,56
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ,,
1.459.100J55,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Data
______________________
Ooud
Zilver
Circulatle
opeisdzb.I
schuldenl
Metaal-
saldo
I.
3Ö’ Nov. ’25
457.838 23.441
906.074
38.409
291.820
51
23
’25
460.484
23.498 880.326
55.475
296.260
52
16
,,
1
25
456.087
23.265 898.458
‘42.179
290.662
51
9
’25
451.928 23.020 912.479
34.197
285.067
50
2
’25
435.870
23.127
940.046
38.583
262.715
47
26 Oct.
’25
418.337 23.397
881.287
35.153
257.889
48
1
Dec. ’24
505.222
12.042
964.007
28.109 312.339
50 25
Juli ’14
162.114
8.228 310.437 6.198 43.5211)
54
Data
Totaal
1
bedra
Schatkist-
irechtstreeksi
Hiervan
Belee-
Papier
1
op het
1
Diverse
dlscont’s
promessen
ningen
bulten-
1
land
n1,Ç.2)
30 Nov. 1925
71.868
–
1
23
136.386
244.893
40.742
,,
1925
73.833
–
.
129.011
244.718
40.084
16
,,
1925
77.653
–
134.238
244.536
40.394
1
9
.
1925
87.057
3.000
133.783
244.431 40.083
2
1925
93.484
10.000
166.259
244.249
39.486
26 Oct.
1925
90.134
11.000
126.397
243.155
38.551
1
Dec.
1924 143.089
6.000 194.178
55.377
144.506
25 Juli
19141
67.947
14.300
1
61.686
1
20.188
509
1) Op
de
basis van
31
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Data
Metaal
f/
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
Dlv. reke-
nlngenl)
______________
17
Oct.
1925..
972
1.722
818
976
481
10
1925…
972 1.762
‘
891
979
248
3
,,
1925-
–
977
1.788
516
983
341
26 Sept.
1925..
1.002
1.721
596
.
990 333
19
,,
1925…
1.002
1.686
661
992
255
18
Oct.
1924-
1.120
1.537
863
1.040
415
5 Juli
1914-
645
1.100
560
735
396
‘) buinpost oer activa.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver.
Circulatie
Andere opeischb.
schulden
Bchikb.
metaal-
saldo
21Nov.1925 186500
342.000
37.000
110.700
14
1925
186.250
344.000 43.500
108.750
7
1925
186.250
342 000 40.000
109.850
31
Oct. 1925
‘143.456
42.189
338.570 45.914
109.416
24
,,
1926
143.456
42.352 336.772
56.948
107.665
17
1925
143.861
42.371
335.993 64.425
106.742
10
1925
143.627
42.698 334.154
69.868 106.208
22 Nov. 1924 159.079
54.816
277.971
109.708
137.048
24Nov.1923
160.070
.
61.565 259.727
129.399
144.542
25 Juli1914
22.057
31.907
1
110.172
1
12.634
4.842′
Wissels,
–
Dek-
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.
Daarvan
L)eviezen
Andere
Data
u d
b(jbui-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
2)
geldende
cheques
23 Nov. 1925
1.207.2
96,6
392,5
1.379,5
11,6
14
,,
1925
1.207,0
96,6 375,3
1.443,0
9,8
7
,,
1925 1.206,9 96,6
361,1
1.474,3
9,8
31 Oct.
1925
1.206,9 126,5
348,3
1.630,1
22,2
23
,,
1925
1.204,7 124,4
323,5 1.311,5
14,0
22 Nov. 1924
694,8
240,0 231,6
2.171,2
18,5
30
Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9 50,2
Data
Effec- I Diverse Circu. Rekg.- Diverse kijksb.
ten Activa
2
) latie
Crt.
Passiva geher-
_________________
disc.
23 Nov. 1925 221,4
891,3 2.423,9 967,9
507,7 706,3
14
1925 220,7
845,3 2.558,8 832,7
496,1 686,2
7
,,
1925 220,3
786,4 2.677,8 698,0
462,4 646,2
31
Oct. 1925 219,5
682,1 2.802,9 617,7
452,8 594,8
23
,,
1925 216,9
789,5 2.395,2
814,8
450,5 746,3
22 Nov. 1924 77,5 1.781,3
1
.550,1
904,4 1.702,8 431,0
30
Juli 1914 330,8
200,4 1.890,9 944,-
40,0
–
‘) Onbelast.
8)
W.o.
Rentenbankscheine
23, 14,7 Nov., 31, 23 Oct., resp.
481,3; 407,7; 354,2; 273,8; 410,9
miii.
NATIÖNALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen france.
….
Data
.
4’c
n.
26 Nov.’25
395
85
480
.
906
545
5.200
7.544
101
19
,,
’25
395
85
480
1.018
523
5.200
7.543
152
12
,,
’25
395
85
480 1.021
623
5.200 7.638
199
5
’25
394
85
480
1.110
630
5.200
7.636
306
29Oct.’25
394
85
480
1.135
455
5.200
7.653
132
22
,,
’25
392
85
480
1.193
404
5.200
7.622
166
27Nov.’24
1
358
1
85
1
480
1.312
395
5.250
7.603
293
S
1068
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 December .1925
Data
Dis-
buiten
Belee-
”
kings-
conto’s
N.-Jnd.
ningen
(reke1)
percen-
betaalb.
lage
21Nov.1925
152
~7
70
49
14
1925
163.310
4
7
1925
162.710
ee.
49
31 Oct. 1925
ïo19
27.713 91.055
62.105
48
24
,,
1925
17.637
28.933
98.711
60.117
47
17
1925
17.235
28.905
104.262
62.185
47
10
1925
17.388
29.226
107:058
59.245
46
22Nov.1924
34.749 17.454
94.065
36.818
55
24Nov.1923
37.547
26.629
90.436
36.103
57
25 Juli1914
1
7.259
1
(1.395
47.934 2.228
44
1)
Sluitpost activa.
1)
Basis
2
1
6
me aaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.
Currency Notes
Data
Metaal
_irculatie Bedrag
1
Bankbilj.I
00v. Sec.
25 Nov. 1925
146.734 141.954
290.052
56.250
238.738
18
1925
147.680 141.203
291.664
56.250
240.439.
11
1925
148.058
141.519
292.8.18
56.250
242.578
4
1925 149.047
141.442
293.480
56.250
242.249
28 Oct.
1925
150.283
142.979
291.617 56.250 240.327
21
,,
1925
152.741
142.541
291.901
56.250
240.817
26 Nov. 1924
128.491 123.066
285.378
27.000
2
)
240.922
22 juli
1914
40.164
29.317
–
–
–
Data
0Ov:
Other
Public
I
Other
Reserve
kings
25 Nov.’25
41.598 77.348
14.274
111.441
24.531
19
18
’25
40.248
.
73.062
15.148
106.632
26.227
21
34
11
’25
39.403 74.422
13.169
.109.199
26.289
21
4
’25
35.209
75.148
14.213
105.801
27.354
22(
28Oct. ’25
30.179
74.149
11.106
1112.615
27.054
232%
21
,,
’25
32.379
74.111
9.618 109.182
29.950
25
26 Nov. ’24
41.198
82.391
18.743 112.275
25.175
1921
,
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185 29.297
528/
8
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
2)
Gouddekking.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste
posten in millioenen francs.
Waan’.
Te goed
Buit. gew. Schat-
wi
Data
Goud
in
het
Zilver
in het
voorsch.
kistoil-
se
S
buitenl.
buiteni.
old.
Staat jetten
26Nov.’25
5.548
1.864 315 568
31.950
5.178
3.588
19
’25
5.548
1.864
312 567
31.600
5.174
3.39-3
12
’25
5.548
1.864
311
566
31.350
5.167 3.232
5
,,
’25
5.548
1.864
311
566
31.400
5.161
4.468
29Oct. ’25
5.548
1.864
310
566
29.950
5.148
3.587
27Nov.’24
5.545
1.864
304 573
22.600
4.842 4.809
23Juli’14
4.104
–
640
– – –
1.541
Waarvan
Uitge-
B 1
e ee
–
Rekg. Courant
Data
op het stelde
ningen
Circulatie
Parti-
cullerenl
Staat
buitenl. Wissels
26Nov.
1
25
11
5
2.562
48.085
3.013
9
19
’25
17
6
.
2.633
47.943
2.485
30
12
’25
17
6
2.666
47.682
2.484
45
’25
17
6
2.578
48.011
2.368
16
29 Oct.
1
25
15
6
2.596
46.679
2.480
37
27Nov.’24
27
.
9
2.715
40.447
1.977
18
23
Juli’14
8
–
769
5.912
943
401
.
1)
in disc, genomen wegens voorsch. v. d.
Staata.buiteni.
regeeringen.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 30 November 1925.
De ministerieele crisis in Frankrijk heeft zich gedurende
de afgeloopen week ter beurze van P a r ij s geuit door
met den koers van den franc gepaard gaande hef tige fluc-
tuaties van buitenlaudsche fondsen, en een meer afwach-
tende houding ton opzichte van Fransche staats- en andere
papieren. Men wacht blijkbaar de plannen van den uien-
veu Minister van Financiën af, alvorens in de een of andere
richting te ban-delen.
To B e r lij n heeft -cle beurs, na zwakke opening, een
betere houding vertoond, haar oorzaak vindende in min-
der pessimistische bèrichten ten aanzien der West-
Duitsche Montan-industrie. De vordering der besprekin-
geu over Locarno in den Rijksdag was verder een
iii-
vloed ten goede. De contraminepartij ging derhalve tot
dekkingen over. Tegelijkertijd liepen weer kooporders uit
het buitenland binnen. De gunstige cijfers der handelsba-
lans over October varen een nieuwe haussefactor, daar
vooral de uitvoer van eincifabrikaten is verbeterd. De he-
langenconcentratie van den Norddeutscheu Lloyd deed
vraag naar seheepvaartaan-cleelen ontstaan. De week sloot
in uitgesproken vaste houding.
Te L o n d en heeft de -be]eggiugsmarkt zich vrijwel op
hetzelf de peil gehandhaafd.
–
De beleggers willen blijk. baar, te oordeelen naar het resultaat van recente emissies,
niet min-der dan 5 pCt. rendement. De aandeelenmarkt
was verdeeld; de meeste aandacht trokken rubbers, waar-
in winstnesuingen plaats vonden.
De fondsennia.rkt te N e
w
Y o r k heeft een verdeeld
verloop gehad. Ook hier heeft de verwachting van een dis-
contoverhooging der Federal Reserve Bank te New York
een deprimeorenden invloed gehad. Vooral motoraandeelen
hebben den druk hiervan ondervonden. Zeer groote koers-
dalingen zijn in deze fondsen voorgekomen, welke voor een
deel door de aandeelen in andere indust.rïeele ondernemin-gen zijn overgenomen. Door deze fluctuaties is cle baisse-
partij krachtiger naar voren gekomen, welke echter tegen
het einde der berichtsperiode tot gedeeltelijke Liquidatie van
haar posities is overgegaan. Tegenover de ongeaniineerde
houding van industtieele aandeelen kon echter eenige vraag
voor somige spoorwegwaarden- worden geteld, waarbij
voornamelijk de Jaag genoteerde soorten uit de markt wer-
den genomen.
. –
2 December 19
.
25
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1069
T e n o n z e n t is de stemming van de markt verdeeld
geweest, waarbij echter verschillende belangrijke koersver-
betoringen in het leven zijn geroepen. De
hele ggin.gsmarkt
is doorgaans vrij vast gebleven; er viel zelfs, naarmate de
Hoteeringen voor prolongatie iets lager werden, een lichte-
lijk stijgende vraag op te merken. 6
pot.
Ned. Werk.
Schuld 1922: 105
g
, 1055/s, 105111ie; 4% pCt. Neci. Werk.
Schuld 1917: 9815/i&, 99,
981511;
7 pCt. Ned.-Inclië: 101%,
10125/
32
, 101%; 6 pOt. Mexico £ 100-1000: 9%, 9
e
116;
5 pCt. Brazilië, 1903 £ 100: 75
11
/18,
75%; 8 pCt. Sao Paulo:
103, 103%, 103.
De minder vaste tendens werd voornamelijk veroorzaakt
door de houding van de
rubberncerkt,
welk6 ten onient fei-
telijk hetzelfde verloop heeft gehad als te Londen. Ook hier
kwam, ondanks cle vrijwel onveranclerde houding van de
productenmarkt, nogal eenig aanbod uit winstnemingen
naar voren. Waar tegelijkertijd door het uitblijven van een
belangrijke stijging voor het artikel de speculatie geen aan-
leiding heeft kunnen vinden tot groote aankoopen over te
gaan, kon tegenover het gestegen aanbod geen evenredige
vraag vorden gesteld. Het gevolg was een reactie, welke
vrijwel pver de geheele linie is ingetreden. Amsterdam
Rubber: 430,
421%,
415
3
/8; Deli Batavia Rubber: 314%,
306%, 298; Hessa Rubber: 585, 562, 550; Java Caoutchouc:
279, 276, 280; Kali Tele’pat; 485, 477, 463; R’dam Tapanoeli:
246%, 227, 230; Serbadjadi: 457, 448, 436; Sumatra Caout-
clioue: 399%, 398, 388; Wai Sumatra Rubber: 419, 411, 395.
In aansluiting aan dozen loop van •zaken waren ook
tabeksaendeelon
iets min’ler geanimeerd. In den laatsten
tijd zijn het voornamelijk de beschouwingen omtrent cle
rubberwinsten van cle tabaksoucleruemingen geweest, welke
aanleiding tot ingrijpen hadden gegeven. Nu cle animo voor
de rubbermarkt eenigszins afnam, hebben tegelijkertijd
liquidaties in tabakswaarden de leiding in de rubriek ver-
kregen. Arendsburg: 588, 557, 579; Deli Batavia: 455%,
442, 434%; Deli Mij.: 435, 428,
2
25%; Sene’mbah: 523,
509%, 505%.
Opvallend vast is daarentegen de afdeeling voor
thee-
aancieelen
geworden De berichten uit Britsch-Indië, welke
een veel geringer oogst wegens droogte voorspelden, te
amen niet den goeclen uitslag van de jongste theeveilisigen
te Londen hebben de aandacht van breedc kringen op de des-betreffende aandeelen gevestigd. Waar vele theefondsen zich
in vaste handen bevinden, kon aan de sterk gestegen vraag
seehts tegen opoopeude prijzen worden voldaan. De stij-
ging heeft zich binnen enkele dagen en met sprongen van
tientallen procenten voltrokken. Amsterdam Thee: 95, 98,
96%; Goalpara: 450, 459, 456; Pasir Na.nanga: 230%,
226%, 223; Ringga Lanclbousv Mij.: 330%, 340, 330.
Minder geënerveerd, doch ook opgewekt, is het verloop
voor
koffieaandeelen
geweest, in verband met de nog steeds
zeci’ hooge prijzen,, welke voor dit artikel gerealiseerd kun-
nen worden. :lçaliTello: 442, 43 1%, 444%; Soember Moed-joer.: 137 (ex div.), 140, 143, 142%.
De gunstige opvattingen omtrent het toekomstige prjjs.
verloop van indische producten heeft bovendien de aan-
dacht gevestigd op de eandeelen in 1wndelsondernencingen;
men oordeelde, dat deze vennootsohappen eensdeels hoogere
winsten kunnen maken door het gestegen prijsniveau van
de productei, waarin zij handel drijven, anclerdeels dooi den
import in Noderlandsch-Indië van allerlei artikelen, waar-
voor bij de Indische bevolking thans, door de grootere vel-
vaart, vraag is ontstaan. Het kraohtigst hebben de aan-
deden geprofiteerd van die maatschappijen, welke, behalve
uit den gewoneu handel, ook winsten kunnen trekken uit
eigen aanplantingen van :(ndisehe productn, zooals Banda,
Moluksche Haudelsveunootsehap, onz. Int. Crediet en Han-
dels. Verg. Amsterdam: 239, 249,
248%;
Linde Teves: 119,
123%, 127%; Mcd. Wol Mij.: 136, 133
Ook cle
ssikerafdeeling
is veel opgewekter van toon ge-
worden, al zijn bditenspdiige koersstijgingen hier niet voor-
gekomen. De betere tendens werd veroorzaakt door de op-
eenvolgende prijsverdioogingen, welke de V.J.S.P. voor haar
aîdoening.en uit oogst 1926 heeft toegepast. Hierdoor is zelfs
voor maatschappijen met een hoogen kostprijs de mogelijk-
heid van een winstsalclo geschapen. Cultuur Mij. der Vor-
stenlanden: 164%, 168, 170%; H. V. A.: 638, 644%, 641%;
Java Cultuur Mij.: 335%, 344%, 350; Moorman: 452, 455,
467; Poerworedjo: 113,
115%,
115; Tjepper: 600, 604, 618;
Watoetoelis Poppoh: 660, 664, 669%.
Petroleusnaancleelen
hebben een zeer kalm verloop gehad,
hoewel aandeelen Koninklijke .Petroleum werdn gesteund
doos- vrij uitgebreide aankoopen voor buitenlandsche reke-
ning. Daarentegen werd de markt eenigszins gedrukt door
verkoopen, welke werden uitgevoerd door hen, die hiertegen
aancleelen Geconsolideerde uit cle markt hebben genomen,
oni deze te verwisselen in aandeelen Koninklijke Petroleum
Mij. Op den laatsten dag der berichtsperiode was de handel
in aandelen Geconsolideerde sterk ingekrompen, omdat toen
de mogelijkheid van ini’isseling in aandeelen Koninklijke
Petroleum niet moer bestond. Dordtsche Petr. md. Mij.:
387
1
/2, 390, 387; G’econsolideerde Roll. Petr. Cy.: 192, 190%,
186; Kon. Petroleum Mij.: 412
3
/
8
, 411%,. 407.
&heepvacrtaandeelen
hebben een lichte verbetering ge-
toond, in verband met de
iets
betere berichten van de vrach-
tenmarkt en het in de vaart brengen van enkele der op-
gelegde vaas-tuigen, zoowel. hier als in het buitenland. Hol-
land-Amerika Lijn: 62%, 68,
66%;
Kon. Ned. Stoomboot
Mij.: 75, 78%, 78%; Java-China Japan Lijn: 116%,119%,
119%; Ned. Scheepvaart Unie: 157, 159
3
/8; Stoomvaart Mij.
Nederland:
169%,
171, 171%.
De
rnijna.fcfeeling
was over het algemeen stil, met uitzon-
dering van aandelen Re:ljaasg Lebong, welke een plotselinge
krachtige verbetering konden ondergaan, vermoedelijk in
verband met berichten, volgens welke het Zuidrif op de
onderneming-is bereikt. Alg. Exploratie Mij: 1
4
6%, 141%,
142%; Billiton le Rubriek: 629, 615, 595; Redjang Lebong:
305, 367, 348%.
Industrieele aandeelen
bleven over het algemeen weinig
opgewekt, waarbij de handel tot geringen omvang is in-
gekrompen. Centrale Suiker Mij.: 125, 126,
126%;
Hol-
landsche Kunstzijde Ind: 147%, 143%, 147%; Jurgens:
126,
120%,
123
1
,; Maekubee: 1671,, 163%, 164%; Ned.
Kunstzijdefabriek: 349, 321%, 336; Philips Gloeilampen:
404
3
/s, 409, 407. Bankaandeelen
waren vast, voornamelijk voor de Indi-
sche soorten, zooals Koloniale Bank, Nederlandsch-Tndische
Handelsbank, Mederlandsehe Hanel Maatschappij, enz.
Amsterdamsche Bank: 159,
160%;
Holl. Bank voor Z.-Ame-
rika: 82, 80%, 81; Javasche Bank: 325%, 332, 340;.Kolo-
niale Bank: 184%, 191%, 193
3
/4; Nerl.-Ind. Hande
1
s Bank:
148%, 153%, 158; Mccl. Handel Mij. C. v. A.: 144
5
/8,
147%,
149; R’damsohe Bankverg.: 68%, 69, 69%.
De
Arnerikaensche afdeeling
bleef stil. Eenige aandacht
bestond voor aandeelen Tntercontinental Rubber en Kansa
City Southern. American Water Works: 296, 308; Ana-
coada Copper: 99, 983/4, 98; Studehaker: 1435, 1475, 1460;
United States Steel: 127%, 131, 130
3
/
8
; Baltimore & Ohio:
917/
s
, 92%, 90% ; Ene: 36%, 36
3
/s’; Union Pacific Railr.:
1447/
s
, 147%, 147%;’ Wabash Railw.: 40, 4011/, 3013/16.
GOEDERENHANDÉL.
GRANEN.
1 December 1925.
De opwinding in de tarweiiia-rkten is in de afgeloopen
week niet mmdci’ geweest, dan in de voorafgaande en be-
halve op Zaterdag, toen er vooral in Noord-Amerika een
vrij sterke reactie plaats vond, bewogen de prijzen zich
voortdurend in de stijgende lijn. Nog steeds is de Argen-
tijiische oogst het mikpunt, waarop de cropkillers hun aan-
vallen richten en het feit, dat de oogst in het, Noorden van
de Zuid-Amerikaansche republiek ontegenzeggelijk door zoo-
genaamde zwarte roest ernstig beschadig:l is, heeft berichten
en schattingen in het leven geroepen, die waarschijnlijk
sterk overdreven zijn, maar die toch in ieder geval een over-
wegenden invloed op .de markt hebben doen gelden. Telkens
als men vrij algemeen overtuigd was, dat de berichten te
zwart gekleurd wareû, zorgden de haussiers,
•
dat weer een
nieuw bericht het vuurtje opstookte en het laatste wdt.on5
thans bereikt, is dat officieus in Argentinië vordt,-aange-
nomen, dat in Santa Ft en Cordoba de, he’f t van de tanye
weg en do andere helft van slechte kwaliteit. zou. zijn. Ja’ deze beide provinciën is 42 pCt. van den oogst uitgezaad
volgens de onlangs gepubliceerde schatting. Jsditrict juist, dan zou de oogst .21 pCt. kleiner zijn, terwijlle
kwaliteit van vei-dere 21 pCt. slecht zou: ziju.. Dit zoion
veer neerkomen op een vermindering van. denoogtyai
;
30 pCt., maar men moet dan tevens’ iii aanrnerkiiig nemen1
dat de oogst in het Zuiden en mde centiale provincias ng
verbeterd, is, zoodat de totale verin-dering. dan en. 25 pÇt.
zou bedragen of ruim 7 millioen quarters. Het exportsur.
plus zou dan van ongeveer 20% millioen tot 13% miiioen quartei-s teruggaan, hegeen vrijwel overeenkomt mèt eqn schatting in Chicago gepubliceerd door de Armour Grain.
Company van 100 millioen bushels (13% millioen quarters
= 108 millioen busbels). Dit zou zeer ernstig zijn, maar
mn doet goed, bij ‘de beoordeeling
vak
deze cijfers in aan-
merking te nemen, dat ze niet zijn opgemaakt door een
grondig onderzoek, doch slechts door 1-nwe schattingen in
verband met ontvangen berichten. Er zal dus nog af te
wachten zijn en zelfs een Argentijnsch officieel oogstbericht
zal ons voorloopig niet uit de onzekerheid brengen,, daar de regeering te Buenos-Aires evenmin over een goed ge-
outilleerd statistisch bureau beschikt. : ‘. -.
Dooi cle opwinding over den Argentijnhhen oogst vrd op-
Australië minder gelet. De ‘berichten vandaar zijn nogal ‘yat
1070
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2
December
1925
Nteeringen.
-.
Chicago
Buenos Aires
Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Mats
Lifnzaad
Dec.
Dec., Dec.
Dec.
Dec.
Dec.
28Nov.’25
1637/
8
721
8
38’/
8
14,70
8,10
18,20
21
,,
’25
1607/
s
73i,
398/
8
13,90
8,40
18,85
28Nov’24
l54
1138,i
52S,,
15.30 10,85
22,65
28Nov.’23
1021/
4
72
431,’
12,70
10,55
22,30
28Nov.’22
118
711,
43
8
8
11,50
7,75
18,25
20Juli’14
-82
56
8
/8
3634
9,40 5,38
13,70
‘Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
30 Nov.
23Nov.
1
Dec
1
.
–
1925
1925
.
1924
Tarwe’
..
.
…………
1
** 16,-
** 15,75
16,-
Rogge (No. 2 Western) _’
11,–.
10
2
60
14,40
MaIs (La Plata) ………
2
201,-.
210,-
225,-
Gerst
(48
lb. malting)
2
184,- 188,-
240,-
Haver
……………..
1
10,85)
10,758)
12,60
4
)
Lijnkoeken (Noord.Ameri-
kavan La Plata-zaad)
1
15,10
15,20
1
.14,35
Lijnzaad (La Plata)
.. …
425,_
438,-
476,-
1)
per 100 KG.
)
per 2000 KG.
2)
per
1960 KG.
•
No. 2
Hard/Red Winter Wheat. ‘)Canada No. 3.
*
0
Manitoba III.
AANVOEREN inptons van 1000 KG.
Rotterdam
i
II
Amsterdam
Totaal
Artikelen
22128 Nov.
Sedert
I Overeenk.
II
22/2.8 Nov.
1
Sedert
Overeenk.
1924
1925
1 Jan. 1925
tijdvak 1924
1925
1 Jan. 1925
1
tijdvak 1924
Tarwe
– 13.239
1.152.101
1.246.894
Rogge …
16.128
279.182 –
552.426
Boekweit .
..
442
20.748
22.449
MaIs .
38.542
733.692
727.658
Gerst.
18.978
281.583
305.073
Haver………………,…….
1.405
207.411
227.511
Lijnzaad…. __….
1.941
207.615
232.342
Lijnkoek
. 2.756
173.027
186.842
Tarwemeel . ._
–
1.394
113.595
242.096
Andere meelsoorten … ._
438-
9.3b6
8.009
beter en in ieder geval heeft de verhooging van prijzen in
Eurqpa nieclegebracht, dat een aantal Austra.lische ladiiigeit
verhandeld werd meest voor aflading begin Januari. Argen-
tiruë verkocht bijna niets en Europa blijft voorloopig nog
aangewezen op Noord-Amerika, vooral op Canada om zijn
behoeften tot ongeveer Maart te dekken. In Engeland zijn
de zaken het leven-d.igs.t geweest. Van -de matige tot kleine
veischepi-ngen van den laatsten tij
,
d naar Europa was het
deel voor het Britsche Rijk bestemd al heel •gering en er
dçêd zich dan ook weer een buitengewoon levendige vraag
voor, voor dadelijk leverbare tarwe. Sommige fabrieken
schijnen tijdelijk te moeten sluiten bij gebrek aan tarwe en
bovendien heet het, dat verschillen-de vroeger -door specu-
lanten verkochte contracten iijet geleverd zullen worden. De
verschepingen waren in -de afgeloopen week bijna even groot
als in de week daarvoor en zij lijken oppervlakkig voldoende
al zijn zij veel geringer -dan een ja1r geleden.
–
Als wij na-
gaan, dat een jaar geleden de hoeveelheid tarwe en meel onderweg naar Europa bedroeg 8.245.000- qrs. tegen nu
3.765.000 qrs. clan begrijpt men, dat de toestand gunstig w –
voor de haussiers om alarm te blazen. Met dat al hebben de
fabrieken vaak veel moeite voor hun meel naar verhouding
tot -tarwe vokloencle prijzen te beclingeu. Vooral in ons land
wordt daar ernstig over geklaagd; sommige fabrieken heb-
ben hun prijzen in het geheel niet verhoogd, ook al is hier
tarwe al evenmin overvloedig, zij het ook niet zoo schaarseh
als in Engeland. Wanneer men zijn aandacht r,inht op de te
geringe hoeveelheid tarwe-, die sedert Augustus Europa be-
reikte, dan moet men evenmin blind zijn voor het feit, dat
dit beteekent, dat Amerika en Canada onvoldoende geëxpor-
teerd hebben. In de Vereenigde Staten woi’dt dit niet ge.
oeld, daar cle oogst niet bijzonder groot is, maar in Canada
neemt de sichtbare voorraad wekelijks flink toe, aangezien
cle boeren de tarwe ruim aanvoeren. Maar door cle tegeii.
woordi.ge
opwinding wordt op dit feit al heel weinig acht
geslagen. Bovendien neemt het verre Oosten meer af dan
verleden jaar wat eenigszins de ophooping van voorraden
tegengaat. De zoo juist gepubliceerde weekcijfers -geven voor
clan Canacleeschen zichtbareja voorraad slechts een kleine
vermeerdering te zien, •die onmiddellijk de vaste stemming
nog .vnster gemaakt heeft.
R o g g e. Ook thans volgde -rogge tarwe eeniigszins, zoodat
de prijzen stegen. Daar de vraag evemvel niet vermeerclerde,
had de omzet- niet veel te beteekenen. Nooad-Amerika landcle
al heel weinig rogge af, son-cler dat dit een stimulans voor
de Europeesche roggemarkt was. Velen gelooven iii een
spoedige vermeerdering van de vraag naar rogge in verband
niet het groote prijsverschil van rogge en tarve. Tot nog
toe is van dit aannemelijk gevolg van cle dure tar.weprijzeii
nog niets te bespeuren. M aï s.
Tan
de voergranen valt in het -algemeen weinig
iiieuvs te vermelden. Ze volgden de beweging van tarwe
niet; integendeel de prijzen brokkeiden voortdurend iets af,
vooral in Noord-Amerika. Voor Januari-aflading is deze
nials met Balkanmaïs de goedkoopste en een vrij regelma-
tige doch niet groote handel vond plaats in deze Amerikaan-
100
21.216
46.407
1.173.317
1.293301
–
450
3.775
279.632
556.201
190
340
528
21.088 –
22.977
–
–
75.510
104.319
809.202
731.977 8.443
11.046
32.811
292.629
337.884
–
252
1.445
207.663
228.956
4.147
62.897
62.142
270.512
294.484
–
–
700
173.027
187.542
505
18.839
28.946
132.434
271.042
–
–
–
9.386
8.009
sc-he mais in L
–
iverpool en ten onzent. Voor spoedige leve-
ring trok vooral in Engeland Donaumaïs de aandacht, ter-
wijl -bovendien de ilussen eenige lacliuigen maIs terugkochten,
Zuidl-Arika ]aadde slechts weinig af cii het heeft er veel van,
of -de groote verschepingen van dit land. eenigszins tot liet
verleden -behooren. Tôch is er nog zooveel van Zuid-Afrika
onderweg, dat het aanbod daarvan groot -is en de prijzen
geen verbetering konden ondergaan. Ten onzent waren de
aanvoeren in verhoi-dinig te groet, zooclat de vraag voor
maïs gering w’as en in verband met de verlaging van Noord-
Amerika was de stemming tamelijk flaaw met weinig om-
zet. In verhouding ging er op de termijnmarkt nog al wat
om.
O e r s t was kalm met weinig aaken. De tweede hand
bood Amerikaansche gerst meestal aanzienlijk lager aan dan
de eerste hand; -het aan-bod – van Russische is sterk ver-
ininderd, maar ook cle vraag is klein. Tegenover ,het ver-
meerder-cle aanbod
–
van cle Donauhur-den stond onvoldoende
vraag.
Haver was bijna nominaal. Zoo min in Engeland als op
het Contincnt trokken de vrij sterke fluctuaties in Winni-
peg veel belangstelling en het slot is kalm tot bijna onver-
a-nclerde prijzen. –
–
. –
SUIKER.
–
– De verschillende suikermarkten waren cle afgeloopen
week kalm gestemd met vaste tendens.
– In A me r i ka liepen de noteeringen voor Spot Centri-
1 uga-ls zoowel -als op de termijnmarkt nog wat op, hetgeén
nut ondervolgende cijfers te zien valt: – –
– Sp. C. Dec. Jan. Mrt. Mei
Slot voorafgaande week ……..4.08 2.30 2.36 2.44 2.56
Opening verslagweek ………4.08 2.29 2.39 2.46 2.59
Slot verslagweek …………4.15 2.36 2.40 2.51 2.64
– De ontvangsten in de AtI havens -der V. S. bedroegen
deze week 48.000 tons, de versmeltingen 49.000 tons (tegen
41.000 tons in 1924) en de voorraden 57.000 tons.
De Specificatie van Willett & Gray’s ramin-g der we-
rel-doogsten 1925/26 vindt men in dit No. onder Aan-
teekebingen”. Intussclien hebben W. & Gr. .hunne taxatie4
voor -dec Amerikaanschen Biet- en Lousiana Rietoogst ver-
laagd met resp. 15.000 en 10.000 tons.
Prompte Cubasuiker werd verhandeld tot prijzen oploo-
pend tot 2% -dc. c. & Ir. New York, terwijl de noteering
cii Europa voor Januari/Februari verseheping Sh. 11J10
was. –
De laatste C u b a-statistïek is als volgt:
1925
1924
1923
Tons
Tons
Tons
Weekontvangsten tot 21 Nov. 7.920 12.962 714
Tot. 1 Dec. ’24-21 Nov . …… 4.915.303 3.918.946 3.478.899
Werkende fabrieken……….
–
1 – –
Weekexport 21 Nov . …….. 68.666 30.372 15.531
_Totale export 1 Jan.-21 Nov. . 4.593.810 3.850.996 3.430.680
Totale voorraad op21 Nov. – . .- – 327.798 67.261 47.034
2 December 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1071
In Cuba hebben thans reeds een half dozijn fabrieken
iie campagne geopend, waardoor de vroegere voorspellingen
van eenen laten Cnba-oogst gelogenstraft worden.
F. 0. Licht geeft de volgende niepwe ra.miog van de
bietsuikeroogsten in Europa:
1925/26
1924/25
tons
tons
Duitschiand …………F.680.000
1.575.614
Tsjechoslowakije ……..1.560.000
1.409.703
Oostenrijk …………..85.000
75.000
Hongarije ………….180.000
202.354
Frankrijk …………..740.000
827.472
België ………………360.000
400.105
Holland …………….315.000
329.244
Denemarken …………175.000
140.000
Zweden …………….192.000
135.000
Polen ………………550.000
494.854
Italië
.
……………..170.000
422.000
Spanje………………225.000
260.000.
Rusland’…………….1.000.000
458.375
Andere landen ……….300.000
348.000
Totaal in Europa.. 7.532.000 7.077.791
welke cijfers natuurlijk nog voor verandering vatbaar zijn.
In Enigelantl verhoogden Raffinacleurs hunne prijzen
(leze week met 6 ii.
Czarnikow publiceert de zichtbare voorraden als volgt:
1925
1924
1923
Tona
Tons
Tons
Duitschiand 1 Nov………..422.000 347.000 256.000
Tsjechoslowakije 1 Nov…….388.000 337.000 280.000
Frankrijk 1 Nov
.
. ……….
173.000
151.000
94.000
Nederland 1 Nov…………59.000
62.000
49.000
België 1 Oct……………..18.000
11.000
15.000
Engeland 1 Nov………….280.000
118.000
188.000
Europa.. 1.340.000 1.026.000 882.000
V.S. Atlant. havens 25 Nov. ..
57.000
20.000
48.000
Cuba 22 Nov. alle havens … . 328.000
67.000
47.000
Totaal … 1.725.000 1.113.000 977.000
Op J a v a bleef ook gedurende de afgeloopen week de
steniniiug van de markt zeer vast. Na verdere belangrijke
afdoeningen uit oogst 1926 tot
f
9% voor Superieur,
f S34
voor No. 16 en hooger en
f
8% voor Muscovados, werden
verdere biedingen op deze basis geweigerd, waarop door
een enkeleu kooper
f 10
voor Superieur betaald werd. Dis-pouibeie suiker werd verhatidelci tot prijzeli op!oopendc tot
f 10% voor Superieur.
Het slotrendement van 148 fabrieken bedroeg dit jaar
11 pCt. meer dan verleden jaar.
H i er te 1 a n cle opende de markt aanvankelijk kalm.
De tot verhoogden prijs gemelde afdocuingen door de
V.i.S.P. veroorzaakten hier echter meerdere belangatelling
voor termijnsuiker, zoodat prijzen geleidelijk konden oploo-
peit tot de slotnoteeringen vati
f
17% voor December en
f
iS voor Mei, waartoe grif koopers werden gevondei.i, ter
–
wijl Augustus tot
f
18% fi gedaan werd. De omzet be.
droeg deze week 11.100 tons.
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 18 November 1925. De A’merikaansche katoenmarkt is in de adgeloopen week
onder den invloed geweest van weerberichten en ,,profes-
sional operators”, waardoor prijzen aanzienlijk fluctueer-
den. De ontvangsten in de havens en de verzending vinden
geregeld voortga.ng, terwiji het Continent reeds aanmer
–
kelijk meer dan verleden jaar heeft afgenomen. Liverpool-
noteeriugen voor Mid-American spot stegen verleden i)ôn-
derdag 27 punten; de helft van deze stijging ging echter
Vrijdag j.l. weer verloren, doch Maandag werd de notee
ring tot 10.79 opgevoerd, wat het hoogste punt voor deze
maand beteekejide. Gisteren was er weer een val van 6
punten eh bij de opening van vandaag waren futures S
tot 11 punten hooger. Het op handen zijnd Bureau Rap-
port, dat Zaterdag verschijnt, heeft ten gevolge, dat de
meeste koopers een afwachtende houding aannemen. Egyp-
tische katoen is flauwer; F.G.F. Sakel spot noteerde deze
week 30 punten lager. Het eiidrapport over den oogst be-
draagt 7.860.929 cautars, waarvan Sakel 3:511.984 en na-
dere soorten 4.348.945 cantars. Loioverkoopen in Liverpool
ivaren verleden week gering, nI. pIm. 36.000 balen; Am.
18.690, Eg. 1200, en andere soorten 16.110 balen.
Spin.ners van Amerikaausche garens maken een mnoei-
lijken tijd door en het schijnt, dat er in enkele nummers
reeds voorraden beginnen te komen. Ervaringen van Spin-
iters varieeren onderling nog al; hier en daar schijut wat
geplaatst te zijn; enkele spinners van grove en medium
mule cops schijnen flinke posten geboekt te hebben, echter
tegen minder goede prijzen. Ritigspinners zijn in een betere
positie, daar jongste verkoopen de productie nog overtref-
feit, zooclat de drang tot verkoopen niet zoo heel groot is.
De vraag voor export is slechts gering, hoewel er enkele
zaken in 30/32 voor Indië gerapporteerd iworden. Naar
getivijnde gareils, zoowel voor het binnetillauci als voor
export is de vraag slechts beperkt. Het resultaat van cie
stemming over het voorstel van de Master Federation om
in de Amnerikaau.sche sectie den werktijd van 39% tot 35 uur te verminderen, wordt met belangstelling tegemoet gè-zien. Naar Egyptische garens bestaat slechts weinig vraag,
hoewel er geruchten gaan, dat er aanzienlijke hoeveelhe-
den in 60er twist geboekt zijn, ofschoon de prijzen van
deie contracten meer dati slecht te noemen zijn. Volgens
den ,,Board of Trade” bedraagt de export van katoenen
gilrens gedurende cle maand October 17.855.100 lbs. tegen
13.454.100 ibs. over dezelfde maand in 1924 en
14.733.500
lbs. in 1923. Voor Duitschl. en E[ollancl samen bedraagt het
totaal hiervan iets meer dan 10 mill. ibs., of circa 56 pCt. :De doekmarkt is de afgeloopen week nog al teleurstel-
lend geweest en slechts een klein gedeelte van de biediij-
gen hebben tot zaken aanleiding gegeven. Een gunstig
teeken is, dat Ce vraag van China svat beter is en dat er
vandaar nieer aanvragen aan de markt zijn. Hoewel er valt
te overige markten voldoende belangstelling is, is het
resultaat hiervan toch nog zeer gering. Doekprijzen blijven
‘nst, ondanks het feit, dat verschillende fabrikanten gaar-
iie willen verkoopeni, daar manulacturen in verhouding tot katoen- en garenprijzen momenteel zoo goedkoop zijn, dat
verdere concessies in den regel niet te verkrijgen zijn. Het
is te hopen, dat katoen ons verder geen onaangename ver-
rassingen meer zal brengen en dat het vertrouwen op de
overzeesche markten langzamerhand weer zal terugkeeren.
Manchester, d.d. 25 November 1925.
Prijzen van Amerikaansche katoen waren de laatste
dagen der vorige week wat flauwer in verband met het te
verschijnen Bureaurapport, dat inmiddels jl. Zaterdag ge-
publiceerci is, en een vermindering aaagaf van 88.000 balen
vergelekeii bij het vorige Bureaurapport, en waarvan hot
prtmnicldellijke resultaat was, dat New York ji. Zaterdag 60 tot 74 punten hooger sloot. Liverpool volgde ‘s Maan-
dags met een stijging van 40 punten bij de opening en sloot
32 tot 27 punten hooger. Prijzen van gisteren waren iets
lager, maar de toon bleef vast. Ook waren noteeningen van
Eg. katoen iets flauwer, doelt zijn wat vaster geworden op
berichten van 0 ouvernemetitsinkoopen. Verkoopen. te Livar-
Pool bedroegen cle vorige week slechts 35.000 balen.
De Amerikaansche garetimarkt is bepaald kalm. Spin-
iers van grove nummers, zoowel twist als svef t vinden het
iioeilijk hun productie te verkoopen. Er wordt dan ook
lechts weinig verkocht en voorraden beginnen toe te ne-
ascii. Ook is de vraag naar ringtwist, en naar muletw’ist
en wel t in de ineclium-nunsmers slechts gering. Fabrikan-
ten schijnen hunne behoeften slechts
vak
week tot week
te dekken en cle omzet is over het algemeen slechts klein.
Wel is er nog eenïge vraag aan de markt, maar de belang-
stelling voor eenigszins groote hoeveelheden ontbreekt, tenzij tegeis ruïneuy.e prjen. Naar getsvijnde garens be-
taat vraag voor het binnenland, doch zijn ook hier cle ge:
boden prijzen te Jaag. En de Egyptiscite sectie varieeren cle
onderviadingen van Spinners: sommigen rapporteeren flin-ke zaken, terwijl aiideren daarentegen nits te dodn hebbed.
OQk op. de doekkiarkt is nog wel vraag en er worden
voortdurend kleine orders in diverse soorten geboekt; bie
dingen voor groote hoeveelheden zijn echter over ‘het alge-
meen ook hier te laag, hoewel verschillende finbrikanteis gaarne orders willen boeken. Noteeringen blijvcn vast cii
ondanks de flauwe stemming op de markt is het moeilijk
cenige concessie te verkrijgen en is er deze week dan ook
slechts weinig geboekt. Het Bureaurapport hield als ge-
woonlijk verleden week zaken tegen, doch had anders geen
nserkbaren invloed. Er schijnt nog steeds een gevoel van
afzijdigheici te bestaan op de overzeesehe markten, wcnt
hoewel voorraden van manufacturen op de overzeesehe markten zonder twijfel gering zijn, schijnt niemand ge-
neigd te zijn tot inkoopen over te gaan.
–
.
KOFFIE.
i)e markt verkeerde in de afgeloopén week nog steeds
in cle ongea.nimeerde stemming, waarvan reeds in de laatste
berichten was meiding gemaakt. Van Brazilië,- alwaar de
wisselkoers eerst iets opliep, om daarna wederom iets te
dalen, waren de kost- en vrachtaanbiedingen afwisselend een
enkele shilling hooger of lager en ten slotte sloot de markt
aldaar op prijzen voor Santos iets boven de waarde der
vorige week, terwijl die voor Rio eer iets lager waren. Indië
was met Robusta op af lading wat gemakkelijker en aan
/
1072
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 December ‘I92
onze termijmarkt dobberden cle noteeringen met kleine
fracties heen en weer en toonden bij het afsluiten van dit
bericht slechts minjiSale verschillen met clie van een week te
voren. Ook de locoinarkt was bom en de omzet zeer beperkt.
Volgens mededeeling van het Permanente Comité tot
Terdedigijig van de Kofije in den Staat Sao Paulo bedroeg
ile voorraad in de pakhuizen en d,e spoorwegstations in het
binnenland van geooemden Staat op 14 November 3.827.000
balen, welk cijfer eene vermeexdering aanwijst van 175.000
balen tegen 31 October.
Per post üit Brazilië ontvangen berichten bevestigen nog-
maals, dat de langdurige droogte in dit najaar groeten in-
vloed gehad heeft op den bloei van den 1926/27e’r Santos-
oogst, en dat de verwachtingen van de opbrengst daardoor
gematigd, zijn. Omtrent den volgenden Rio-oogst zijn de voor-
uitzichten nog steeds onzeker; Victoria echter belooft groot
te worden.
Van Öentraal-Anierika komen thans regelmatig aanbie-
dingen van gewasschen koffie uit den nieuwen oogst, te ver-
schepen in de maand December. Hiermede wordt bevestigd,
dat deze oogst dit jaar iets vroeger is dan gewoonlijk, daar
andere jaren de verschepingen meestal eerst in Januari
plegen aan te vangen. In de vraagprijzen is den laatsten tijd
weinig verandering gekomen. Prima gewasschen Guatemala
hijv. wordt aangeboden tot ongeveer $ 30,50 t $ 31, ver-
scheping in December. Januari.versoheping is in de meeste
gevallen 6 d., Februari-verscheping 1/- lager te koop.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 100/- t 102/- per
ew’t., en van dito Prime ongeveer 103/- t 104/., terwijl zij van Rio type New York 7 met beschrijving, prompte ver-
scheping, bedragen 79/- t 79/6 en voor Januari-verscheping
78/6 t 79/-.
Van Bobusta op af lading zijn op dit oogenblik de aan-
biedingen van Indië:
• Palembang Fc>busta, Decenuber-verscheping, 45% ct.:
W.I.B. faq. Bobusta, Jan/Mrt-verscheping, 53 et., alles
per Y2 KG. e.i.f., uitgeleverd gewicht, netto contant.
De of ficieele boco-uoteeringen bleven onveranderd 67 ct.
per % KG. voor Superier Santos en 58 ct. voor Robusta,
doch om koopers te ontmoeten zijn houders onder de be-
staande omstandigheden meestal gedwongen niet onbe-
langrijk onder deze noteeringen af te geven.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt, via-
ren aan de ochtend-ca.11 als volgt:
S,antos-contract
Gemengd Contract
basis Good
11
basis Santos Good
Dec.
1
Mrt. Mei Sept.
Dec.
1
Mrt.
I
Mei
I
Sept.
1 Dec. 541i
51
491i
47
493,
471j, 45
44b(
24 Nov. 537/
s
50
3
4′
4S34
46
31
49
I8
46I
8
446/s
43-
17
55
I8
52b4′ 5O3
4734
51
485/
a
46
5
/
10
56
53
.1
511,
487/
s
53
50
481/
8
463(
De slot-noteeringen te New York van het aldaar geldende
gemeiigd contract (basis Rio No. 7) varen:
Dec.
I
Mrt.I
Mei
I
Sept.
30 Nov
$
1638
$ 16,25
$ 16,—
$ 15,15
23
»
16,73
16,25
15,83
14,90
16
,……..,, 17,75
,, 17,05
,, 16,63
15,53
9
,…….
…18,21
,. 17,30
,, 17,—
,, 16,15
Rotterdam, 1 December 1925.
THEE.
1
De stemming van de theemarkt onderging in de afge
loopen week’ Weinig vérandering. Zij bleef nl. onveranderd
vast met ‘aanvankelijk een rijzing, vooral van de gewone
soorten, welke 1-ijzing echter later in cle week gedeeltelijk
verloren gicig. Toch is de gemiddelde prijs ‘van Britsch-
Indische thee in Londen met bijna % A. per Ib. opgeloopen.
Hier op de markt ging weinig om, doch bleef men even-
eens vast gestemd.
Uit Batavia wordt bericht, dat de regens -nu in vrijwel
alle theedistricten zijn doorgekomen; de invloed daarvan
zal zich echter eerst voor de December- en Januari-oogsten
doen gevoelen.
Voor November wordt een oogst verwacht, die nog steeds
veel zal – verschillen met dien van verleden jaar. De totale
Java-oogst zal 6 t 7 millioen bbs. h.K.g. kleiner zijn dan
die van verleden jaar. ‘ Amsterdam, 30 November.
VRACHTENMARKT.
De Noord-Amerikaansche rnarkt was vast en vooral van
de Northern Bange was veel vraag. De bevrachters toon-
den speciical . interesse voor U. K. in welke richting de
vracht 3 d. is gestegen. Er werden booten bevracht van
verschillende grootten en posities tot 31 December tegen
311 tot 3/3 per qtr. Voor cancebling tot 10 Januari werd
3/- betaald. Naar de Midilellaudsehe Zee werd bevracht pei-
December op basis van 3/3 tot 3/4 per qtr. en naar Grie-
kenland tegen 41-. Van West St. John wei-d de betrekkelijk
goede vracht van 18 cents per 100 bbs. betaald, ook naar
de Mkldeblaudsche Zee. Naar het Continent was dc vraag
gering, doch werd niettbmin een groote boot naar Rot-
terdam direct gedaan per 10/24. December tegen 13 ‘cents
per 100 bbs. zwaar graan, optie volle lading •gerst en/of
haver tegen i-espectievelijk 1 en 2 cents etra. ‘Da Gulf
toonde meer belangstelling voor. bevrachting en ladingen
zijn aan de markt tegen 14 cents per 100 bbs. per Dec./
Jan. naar Antwerpen of Rotterdam, waarvooi .uvaarchiju-
lijk 15 cents te bedingen zal, zijn. Tegen ‘dit cijfec- toonen
reeders echter tot nu toe geen .interesse.
])e vi-acht van West-Indië voor suikerbadiugen was
vast, doch de vraag kalm. Een boot van 8000 tons bedong van Çuba 17/6 naar het Continent per ,10[24 Dec., terwijl
een handige lading van 3500 tons werd bevracht tegen
18/- naar U. K./Continent (,Eravre-Amstec-cicun rrnlge).
De betere vi-aag van de North Pacific heeft zich ont-
wikkeld en de bevrachters varen door schaarschte aan
tonnage gedwongen hoogere vrachten te betalen. De River Pbate bleef actief voor December belading, cii
er werd tot
22rn
betaald van Upriver ‘voor handige ton-
nage. Tegen het einde werd de markt minder en de vrach-
ten liepen iets terug.
De ehibisabpetervranhtenma.rkt bleef bijaoiider kalm. Naar
Europa zijn slechts twee orders in ‘cle. markt, waarvool-
25/6 ‘iwordt geïndiceerd, optie Middellandsche Zee tegeii
2716. De eenige’ afsluiting ‘is een lading van 7000 tons per 20 Dec./10 Jan. naar Alexandrië tegen 27/6. Voor parf.ijen
bestaat in het keheel geen vraag.
Met uitzondering van één of twee bleven de ‘markten
van het Oosten zeer kalm. Van Wladiwostock werd een
boot bevracht voor 7000 tons boonen 5/25 December tegen 3517% basis één haven RuIl/Rotterdam/Hamburg met ver-schillende opties. Per Febr, werd ‘een partij vci.n 3000 tons
geboekt tegen 35/-. Van Dalny werd prompte tonnage be-vracht tegen 24/- naar twee havens LondenfR’dam/Hamb.
Ook van Australië vonden verscheidene afsluitingen
plaats, doch moest in alle gevallen ‘de optie van Indië ge-
geven worden. Van Sydney uvefd een 6000 tonner bctaad
met 42/- naar Micidelbandsche Zee/U. R. /Continent, optie
Bombay/Calcutta /Karachi 27/6 per 1/31 Januari.
])e Britsch-Indische markt bleef zeer kalm; afsluitingen
vonden niet plaats. Van Zuid-Afrika vonden meerdere
afsluitingen p’aats. Handige boeten u’aii KaapstadfDurban
range naar U. K./Continent werden met 24/- ‘betaald per
prompt en 24/3-2416 (naar gelang van grootte) per
De Donau is vast en er is ueel vraag naar kleine booten
tegen 20/- tot 20/6 en 18/6 tot 19/- voor grooterè booten.
De Zwarte Zee is flauw.
De vrachten van de Midilellandsche Zee bleven onvej–
anderd. Er werd om, betaald: Hornillo Bay/Micldlesboro
7/6, IJmuiden 5/6, Algiers of Bona(Rotterdam 516. Fos.
fa-at betaalde: Sfax/Garston 9/9, Bougie/Rotterdam of
Vlaardingen 5/7%, vrije lossing. Van de Golf van Biscaye
vond een flink aantal bevrachtingen plaats en de vrachteu
blijven vast. Bilhao/R’dam betaalde ‘5/6. Onton/IJmuiden 6/-.
De time-charter markt ‘had een bevencliger aanzien.
Groote booten werden voor 7 en 0 maanden genoman (Pa-cifid vaart) tegen 95 cts. en $ 1. Met oplevering in een Ati.
haven der V. S. kunnen meerdere booten geplaatst worden.
De uitgaande vrachten voor koled van Engeland zijn
iets minder. Van Zuid-W-ales werd betaald: Nantes 4/3,
Gibraltar 8/3, Buenos Aires 13/6 en van de Oostkust: Liban
619, Bayonne 7/-, Buenos Aires 13/6. –
30 November 1925.
RLJNVAART.
Week van
23 t/m. 29 Noveber 1925.
]e toestand
te
Rotterdam bleef onveranderd. Ertsaan-
voer bleef gering. De ertsvrachten bedroegen
f
0,27/ met
1
/4
en
f
0,37% met % bostijd.
Naar den Boven’rijn werd niet veel gechartei-d, en cle
vracht bedroeg hiervoor
f
1,50 met verkorten bostij.d.
Het sleepboon varieerde tusschen 55-40 t.-tarief.
Het grootste gedeelte der ledige schepen sleepte naar de
Ruhrhavens, om aldaar kolen te laden.
De waterstand bleef vallend. Naar den Bovenrijn werd
op max. M. 1,80 afgeladen en naar den Beneclenrijn op
1W. 2,50.
In de Rulurhavens nam de vraag naar ruimte sterk toe, terwijl de aanbieding, vooral van Kanaalruimte, vermin-
clei-de. Dientengevolge ondergingen de v.rachten naar alle
richtingen eene beduidende verhooging.