ivolko hoofdsiakelij’k ‘of geheel ‘op de :intei’n
31 MEI 1922
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
EC
”
onomisch-Statistische
Beri*chten
–
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
7E JAARGANG
WOENSDAG 31 MEI 1922
No. 335
INHOUD
1317..
DE ]IUSSISCHE JUNGLE 1
door
J. H.
Cohen Stuart ….
479
l3uitenlandsche Leeningen aan Duitschiand door
Jhr. F. W.
L.
de Beaufort ………………………….
481
Medezeggenschap III door
0. J.
Kuiîer …………..
483
De Statistiek van de kosten van Levensonderhoud te ‘s-Gra- venhage door
J.
Rensen ……………………..
485
Londensche Correspondentie ………………………
487
AAwTi:7.v
RNINC
EN:
De Belgische Staatsfinanciën ………………….
488
Kleirihandeisprijzen …………………………
489
De maandstaat der Cüraçaosche Bank …………..
489
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN ………………….
490
MAANDCIJFERS: Handelsbeweging over de maand April
1922
……..
491
Giro-omzet bij de Nederlandsche Bank…………..
492
Productie der Kolenmijnen…. ………………..
492
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…….. ………
492-498
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
1
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
..4ssistent-Red’zcteur voor het weekblad:
D. J.
Wansink.
Secreta.riaa.t: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteeliende stuk ken: Bijkantoor Ruige Plaa.tweg 37.
Telefoon Nr. 3000. Postchique- en girore7cenSng
Rotterdam No. 8408.
Abown.emen.tsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 25,-
per jaar. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van. het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonrtementen
en advertenties: Ni.jgh & van Ditmar’s Uitgevers-
ltlaatschap pij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
BERICHT.
tet het oog op de aanstaande Feestdagen zal het
volgend nummer Donderdag S Juni verschijnen.
29 MEI 1922.
liet aanl)od van. geld was deze berichtsweek nog
iets grooter. Dc prolongatierente liep dan ook verder
terug, zoodat Vrijdag 3 pCt. genoteerd werd. Ook cle
rente van particulier disconto werd eerder nog iets
lager; meestal weird ‘voor 4’/s pOt. afgeciaain, maar
herhaaldelijk icon prima papier voor 4 pOt. plaatsing
vinden.
*
*
*
De wisselmarkt was wederom vrij stil en kenmerkte
zich door een verdere daling van het pond en den
dollar. Dakrëntegen vaen marken niet obelangrjk
vaster en konden franken zich goed handhaven; vooral
Brussel was ieer gèzoeht en niet onbelangrijk hooger.
LONI)EN, 27 MEI 1922.
Ook deze week bleef de geidmarkt gemakkelijk, hoe-
v’el het aanbod niet zoo overvloedig was als gedu-
rende de vorige week. Hernieuwing van daggeld vond
plaats tot op 2% pCt., doch het meerendeel der lee-
ningen werd afgedaan tegen 2%-2 pOt.
Nieuw geld was aan het einde der week verkrijg-
baar tegen 1 pOt., na eerst gesehommeld te hebben
tussehen 2-1% pOt.
7-d. geld liep iets op tot 2%-234 pOt.
Aan de discontomarkt ging weinig om; disconto’s
srerden eenigszins beïnvloed door het aantrekken der
andere geidkoersen, niet het rerutaat, dat. zij iets hoe-
ger afkwarnen. De disconto’s voor 2, 3 en 4-mnd.-
baukaceepten bedroegen 2
3
/s-
7
/
1e
pOt., terwijl 6-rnnd.-
accepten 2/
1
—% pOt. deden.
DE RUSSISCHE JUNGLE.
I.
,,Unit’i’l you establiah peace over the wtho’le of Europe
there will ,be a stanrling element of cliaturtance, and trade
‘wiiI
not go en. The nerves of oommeree have heen dhaiken,
li.ile lihere are constant runtours of great armies bang
built up,
of hondns o,f savage revolutionartes to he precip-
itated upon Europe to rednce 4lhe countries of Europe to
the saime coudition of de.soIajtiou…. 1 aan sorry to say
these runsours are nt withut foundaion. NaturaSly there
is great aipprehension. You caitnot teli wiiat is happening
there. It is an impenetrable jungle.”
Aldus Lloyd G’eorge in het Lagerhuis, aan den
vooravond van de Conferentie te Genus. Vreemd, dat
men het niet noodig gevonden heeft, dien jungle –
‘die er toch het hoofdthema moest uitmaken – vooraf
:wat nauwkeuriger te verkennen, ‘met het onvermijde-
lijk gevolg dat, zooals Keynes terecht heeft opge-
milct, ,,onze plannen voor de hervatting van het eco-
nomisch verkeer vaag en vaak ongeschikt zijn, omdat
wij niet weten, waarmee wij -te maken hebben.” (Alg.
•I-Ibl. 28 April).
Wie, zooals met schrijver dezes het geval is, zelf
e.enige jaren in den Russischen ,,jungie” doorgebracht
en er nu kort geleden (Februari—April j.l.) weer een
kijkje genomen heeft, moet van de onderhandelingen
te Genua den indruk hebben gekregen van een door-
loopend misverstand, dat dan ook wel niet anders
dan met een vraagteeken kon eindigen. WTellicht kun-
nen de volgende opmerkingen ertoe bijdragen, het
misverstand eenigermate op te helderen.
Het Russisehe antwoord, dat de Conferentie uit-
een deed gaan, kan niemand hebben bevredigd. De
vraag is, of het niet anders zou zijn uitgevallen, wan.-
neer de Russen de overtuiging hadden gekregen, dat de tegenpartij ernstig voornemens was om hun tege-
moet te komen in hétgeen zij als de hoofdzaak van de
480
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
31 Mei 1922
bijeenkomst beschouwden, ni.. credietverleeni
–
ng voor
Ruslands economische onstructie. Mijn indruk is,
dat tij, teleurgesteld in die verwachting, de eer
and
zich hebben willen houden, door niets toe te geven -.
een tactiek, die verklaarbaar mocht zijn met het oo
op de stemmifing te Moskou, maar die geen rekenin
hield met de gevoelens in Europa, en aan de Russi
sche zaak zeker geen goed heeft gedaan.
Deze miskenning van de Europeesche mentaliteit
– in dit geval de mentaliteit van een gedupeerd cre-
diteur – is typisch, niet alJeen voor de bolsjewiki
maar voor heel het huidige geruïneerde, gedeorali-
seerde Rusland. Het Russische volk heeft in de revo-
lutie-jaren zoo ontzettend veel doorgemaakt; de be-
zittende klassen zijn zoo volslagen te gronde gericht
en alle begrippen van recht, plicht en eigendom zijn
zoodanig in verwarring geraakt, dat niemand in Rus-
hznd denkt aan compensatie voor verliezen, die hij-
elf of anderen in d:i. catnstr.he gelden. hehben.
Wie het alles overleefd heeft, mag van geluk spreken!
Daarbij komt, dat men zich in Rusland een zeer over
dreven voorstelling maakt van de aantrekkelijkheid,
die ,,de onmetelijke rijkdommen van Rusland”, onde
de gegeven omstandigheden voor het buitenlandsche
kapitaal hebben, en men denkt dat de buitenlanders,
verlokt door de mogelijkheid van fabelachtige winsten,
op Rusland komen neerstrijken als een zwerm sprink-
hanen, tegen wier roofzuchtige plannen de noodige
voorzorgsmaatregelen dienen te worden genomen. Dat
r een zekere moed toe beheert, ‘om in Eurepeesche
en Amerikaans’che sakenJ ringen het woord ,,Rusland?’
uit te spreken, kan aren te Moskou ‘volstrekt niet be-
grijpen.
Vandaar de oprechte, maar niettemin naïeve ver-
l)azing en teleurstelling der Russen dat Europa, alvo-
1
.rc-ns hun grootsche reconstructiep]an.ncn en hun aan.
–
zoek om een crediet van ,,drie milliard goudroebels”
(excusez dru peu!) te willen disoussieeren, db kwestie
der oude schulden, schadeloosstelling voor geleden
verliezen en herstel van eigendomsrechten te berde bracht. Het daarbij gerezen dispuut over het herstel
,
,
van den particulieren eigendom schijnt er echter op
to wijzen, aat Europri zich van zijn kant evenmin vol-
doende rekenschap geeft van de situatie in Rusland.
Onnoodig te zeggdri, dat dc eisch der Belgen naar,
WTeste
r
sch
e
opvntting volkomen redelijk is. Maar hij
lio.udt geen rekening met het groote fit, dat Russi-
iche Revolutie heet. Men vergist zich, wanneer meri
meent, in dit geval te doen te hebben met een ,,bol:
sjewistisch”, niet door de groote massa van het Rus-
sische volk gewild beginsel. 1-let gaat hier om het be
zit van onroernd goed, en in de eerste plaats van
land. Meer dan iets anders is het juist deze land-
krestie geweest, die den Russischen boer – 85 pOt:
der bevolking – de laatste twintig, dertig jaren tot revolutionnaiie gedachten en daden, en ten slotte
in de armen van het bolsjewistische industrieele pro-‘
letariaat gedreven heeft.
De boeren eischten de onteigening van alle groote
particuliere landerijen. De tsaristische regeering
heeft zich, onder den invloed van den lahdadel, altijd
.
tegen dien eisch verzet, hoewel zijzelve, zooals o.a.
Witte in zijn
Memoires
opmerkt, in 1860 het eigen-
doinsbeginsel aangetast en daarmede het eigendoms-
begrip
bij
het volk vertroebeld heeft door, bij de af-
schafing der lijfeigenschap een deel der particuliere
landgoederen ten bate van de vrijgemaakte boeren te
onteigenen. De boeren echter verkeerden in cle over-
tuiging, dat hun daarmede een groot onrecht was aan-
gedâan omdat al het land hun toekwam. Hun eigen-
aardige opvatting van het grondbezit uitte zich nog
tijdens de ljfeigenschap in hunne zegswijze: ,,Wij be-
hooren aan de landheeren, maar de grond behoort aan
ons.”
De opvatting dat de grond en alles wat erin zit
behoort aan ,,het volk”, wortelt diep in het Russi-
sche volksbewustzijn. Het zou dwaasheid zijn, dit aan
bolsjewistische propaganda toe te schrijven. Eerder
zou men kunnen zeggen,,dat dit echte Russische volks-
begrip de bodem is geweest, waarop de bolsjewilci de
,,marxistische” theorie hebben gepoot, volgens welke
ook alles wat
op
het land staat en productiemiddel
is, aan het gehéele volk en dus aan den staat behoort.
Zoo werd het accoord tusschen boeren en arbeiders: neemt gij het land, wij nemen de fabrielcen, mijnen,
en z.
Al deze en vele andere dingen. bevinden zich thans
in den smeltkroes. Wat er uit voort zal icomen, kan
geen mensch nog zeggen. In elk geval zal men mo.tea
inzien, dat dit kwesties zijn, die het Russische volk
voor zichzelf heeft uit te maken, en dat de buiten-
landers, door. voor zich rechten op te eischen, die zoo-
zeer tegen de nieuwe orde indruischen, een geweldige
oppositie in het heele Russische volk zouden ont-
ketenen. Ik geloof dan ook niet dat eenige Russische
regeerinig, boisjeevistische of niiet-bo.lsjewistise,he, er
ooit i.n zou toestemmen, den buitenlanders rechten
toe te kennen, die den eigen Russen ontnomen zijn..
Nu is het waar, dat de Belgisch-Fransche eisch
geen zuivere kwestie van . grondbezit is. Elk gevoel
van recht en billijkheid verzet er zich tegen, dat een
groote industrie als die, welke de bUitenlanders en
in het bijzonder de Franschen en Belgen, ten koste
van enorme kapitalen, met buitenlandsche kunde en
energie en met bijzondere aanmoediging van de tsa-
ristische regeering in het leven hebben geroepen, hun
eenvoudig ontnomen en, in het gunstigste geval, als
tijdelijke ,,concessie” in bruikleen of pacht terug-gegeven wordt. Het feit, dat deze industrie alleen
met behulp van datzelfde buitenlandsche kapitaal en
diezelfde buitenlandsche capaciteiten weer hersteld ken worden, verleent stellig aan den Fransch-Belgi-
schen ei’seh een nog ste ‘keren grond. Geen buitenlan-
der zal er niabuu.rlijk aan danken, een ‘dergelijke ,,cou-
cessie” te aatnvraarridën, zonder goedrvrinden
–
vnu den
rchtm’a•tigen ‘eigenair.
Intusschen meen ik te moeten betwijfelen, of deze
beginseikwestie wel de grootste moeilijkheid is, die
aan het reconstructiewerk in’ ‘Rusland in het alge-
meen, en aan het herstel der groote industrie in het
bijzonder, in den weg zal blijken te staan. Een prac-
tisch compromis als van Engelsche zijde wordt voor-
gestaan, nI. toelcenning van zekere preferentieele
rechten aan de vroegere eigenaars en concessieverlee-
ning voor zeer langen termijn, lijict redelijk en voor beide partijen, zuiver zakelijk bezien, ,aannemelijk. Een veel grootere, en naar ik vrees in de naaste toe-
komst niet zee gemakkelijk te everbrrruggen ‘hirilciernis
is mi. gelegen’ in het wederaijd.sehe gebrek aun ver-
trouwen.
Met een openhartigheid, die aan onbeschaamdheicl
grenst, gaan de Sowjetleiders voort te verklaren, dat
,,de wereidrevolutie” het eigenlijke doel van hun stre-
ven blijft; dat ook de economiiche opbouw van Rus-
land ten doel heeft een stevige basis voor die wereld-
revolutie te scheppen, en dt de hebzuchtige buiten-
landsche kapitalist in het gareel van den Russischen
staat moet worden gespannen, om te helpen dat doel
te bereiken. Zelfs aan den vooravond van Genua heeft
het aan dergelijke openbare uitlatingen niet ontbro-
ken. Maar, zal men vragen, hoe stellen de bolsjcwiki
zich dan toch wel voor, de hulp van, het buitenland
te kunnen verwerven, wanneer zij het met zulke voor-
uitzichten afschrikken? Het antwoord daarop is koel
en simpel; zij zijn zich beevust dat het herstel van
Rusland een noodzakelijke factor is van het wereld-herstel, en dat daarom de overige volken der wereld
uit puur eigenbelang Rusland te hulp moeten komen.
Lenin heeft dit den 27en Maart j.l. in zijn groote
rede op het communistisch congres te Moskou zeer
duideljic gezegd:
,,Wij gaan naar Genna met Jhet practisehe idoel, onzen
handel met het buiLen’lanl uit te breiden…
. Voor
het
auoces der conferentie staan wij natuurlijk niet in. Maar
dat wij ons
doel hereiikeii, staat ‘vast.
Wij
bereiken (let ‘door
Gn’ua, indien onze tegenpartij liet noodige inzicht betoont
1
31 Mei 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
481
en niet te koppig ds, en anders zonder Genna, omdat de
dringeudste, meest praetisdhe en steeds meer op den voor-
grond tredeade be1aigen van alle kapitalische ianden liet
vorderen. Ei waar eenmaal dergelijke lielangen aanwezig
zijn,
daar kan ipen di.spiitecren, twisten, ja •zelfs in ver-
sdsiliende eombiuwtiies uiteen gaan – het is aclis zeer
waausObijnlijk dat men uiteen
zeil
moeten gaan – en toch
zal
ten langen leste ‘die econoniscihe noodzakeljkiheid aioh
baan breken. Ik geloof dat wij op dat punt gerust
kun-
nen
zijn.”
Op deze redeneering zou niets anti te merken zijn,
wanneer het economisch herstel van Rusland alleen
van eene uitbreiding van den handel afhing, en weL
van de soort ruilhandel, zooals thans nog gedreven
wordt binnen de perken van het weinige, dat Rusland
aan exportwaarden vermag te producee.ren en reali-
scoren,. Deze handel vereischt betrekkelijlç weinig ka-
pitaal en het risico is te overzien, omdat elite trans-
actie zich binnen enkele maanden af wikkelt. Geheel
anders is liet echter met het eigenlijke groote recon-
structie-werk, dat in Rusland moet wordeu verricht:
het herstel van land- en mijnbouw, transportwezen en
industrie enz. Dit vereischt niet alleen ontzaggelijke
kapitalen, doch ook en wel v66r alles een factor, dien
de bolsjewi.ki. in hun economische naïveteit ôf in
het geheel niet, ôf.in elk geval veel te licht tellen, al.
crediet, hetgeen beteôkent
vertrouwen.
Zoolan dit
niet aanwezig is en de bolsjewiki het niet door een
verstcndiger optreden weten te herstellen, zal van
eene vruchtbare samenwerking met het buitenlandsche
kapitaal uit den aard der zaak geen sprake kunnen
zijn – en zoolang zal men ooit sceptisch moeten den-
ken over plannen als van de Belgen, die, met een
grootsch gebaar, beweren een milliard francs nieuw
kapitaal in Russische raken te wiUen steken, zoodra
hun vroegere eigendomsrechten weer erkend worden.
Deze voortvarendheid baart temeer verwondering,
wanneer men zich de geweldige déhâele herinnert, die
de Belgisch-Fransche metallurgische industrie in
Zuid-Rusland in het laatst der negentige.r jaren door-
maakte waarbij een aanzienlijk percentage van het
kapitaal verloren is gegaan. Juist deze Zuid-Russisehe industrie is typisch voor
de groote politieke moeilijkheden die zich bij de eco-
nomische reconstructie van Rusland zullen voordoen.
Immers beschouwen de bolsjewiki haar – en zeker
niet ten onrechte – als een vat de ,,domineerende
hoogten”, die zij niet kunnen ontruimen zonder hun
economische en daarmede ooit den grondslag van hun
politielce heersciiappij prijs te geven. Volgens hunne
opvatting behoort de Russische staat (en ,,de Staat –
zijn wij” heeft Lenin op het coinmuidstisch partij-
congres gezegd) alle vnornaamste bedrijven, in ‘handen
te houden, dlie voor de behoeften van den Staat on-
misbaar zijn en het overige bedrijfsleven beheerschen.
Zoo het transportwezen, de steenkolen- en ijzermijnen,
de pctroleumbronnen., de metallurgische en. de tex-
t.ielinclustrie enz. Tot al deze bedrijfstakken zullen zij
het buitenlandsch kapitaal joker gaarne toelaten,
maar daarbij voor den Russischen Staat medezeggen-
schap in het beheer en namdeel in de winst yerlangen.
is een dergelijke nauwe samenwerking mogelijk tus-
schen twee partners, die elkaar wederkeerig zoo wei.-
nig vertrouwen?
Itt leg hier den nadruk
op wedericeerig.
Want, om
het Russische standpunt objectief te beoordeelen,
moet men er zich wel rekenschap van geven, dat het
in Rusland niet alleen de bolsjewilci zijn, die het bui-tenlandsche kapitaal met eenige achterdocht zien ko-
men. De verdenking, dat er bij sommige mogendhedcn
plannen bestaan om van Rusland ,,een kolonie” te malcen is daar zeer verbreid. In dit opzicht heb ik
bijv. i.n Icringen der vroegere Russisehe bourgeoisie
een stemming aangetroffen, die weliswaar vooralsnog
getperd wordt ‘door het groote verlangen om de
buiten.landsche hulp te zien opdagen, maar die mi..
mettertijd een factor van beteekenis kan worden in het Russische vraagstuk, en waarmede men dus bij
voorbaat relcening dient te houden. Het standpunt der
Sowjet-regeering wordt er natuurlijk ten zeerste door
versterkt.
Wanneer men zich van dit alles rekenschap geeft,
dan rijst vanzelf de vraag: welk reëel voordeel of
yelk reëel gevaar kn eene intensieve ‘deelneming
ian het huiteniandsche kapitaal aan Rnsl’ands
economischen opbouw met zich brengen? Bij de
overweging van deze vraag moet men de situatie
iii Rusland zeer nuchter weten te bezien en zich
niet ‘te erg laten impoineeren, noch door optimis-
tische voorstellingen en ,,wild: cat schemes”, noch
ook door dapper en zelfs uitdagend revolutionnair
gepraat. Wat dit laatste betreft, moet men nooit ver-
geten, dat de boisjewiki nu eenmaal als beroeps-revo-
lutionnairen met de idée fixe van ,,de wereldrevolu-
tie” behept zijn, en voorts, dat de leiders, die een jaar
geleden den ,,strategischen terugtocht” begonnen,
voortdurend rekening hebben te houden met den geest önder hun volgelingen. Die terugtocht zelf is het beste
bewijs, dat op den duur het lot van Rusland zal wor-
den beslist, niet door revolutionnaire phrases, maar
door harde economische realiteiten.
In een volgend artikel wil ik trachten den indruk
weer te geven, dien de feitelijke toestand in Rusland
tijdens niijn recent bezoek op mij gemaakt heeft.
–
J. H. COHEN STUART.
BUITENLANDSCHE LEENINGEN AAN
DUITSCHEAND.
,,Das nicht ausgenutzte deu tseh-,hollhndisc’he Kre-
clit.iubk.o’mmen.”, zee noemde ‘reeds een viertal weken
geleden het ,,Berlinnr Tageblat,t” het 200-millioen
‘ulden crectiet, indertijd door onze Tegeerrng aan
Duitschltmid toegezegd. Waar de schrijver ivan ‘boven-
s.aandd woorden wijst op de hooge rente en pr’ovisiën,
welke zoorwel handel tals industrie tegenwoordig in
Duitsehlan’d moeten ‘betalen ‘en de groote moeilijkhe-
den, welke men ondervindt om crediet te ibekomen,
daar acht hij dit terecht een ider ‘gevolgen van ,,die
lig’tas’ti’opha’le Entwertung unserer Valuta”, die maakt,
dat steeds ‘gr ootere kapitalen ‘gehr ui’let moeten worden
‘oor hetzelfde productievermogen.
De credietnoocl is ‘oqimis’kenbajar groot. Grondstof-
f en ruit het ibuitenland verkregen, stijgen ivrijwel even-
redig met de deviezen, werlcloon,en volgen deze stij –
ging met eenigen .a,f stand, de door ‘de regeerirg onder
En.tente- ik
‘dru aangewienide pogingen, om inkomsten
en uitgaven in een ‘oogenblikke.lijke overeenstem-
ming ‘te ‘brengen, werken er ‘toe mede om de kosten
van levensonderhoud te doen stijgen. Ieder bedrijf
‘heef t dus’ meer’ bedrijfskapitaal noodig, wil liet ‘de-
zelfde hoeveelheid blijven prochiceer.en. Waar ,de
winsten op vroegere leveringen meest ‘niet voldoende
zijn om een bedrijf ‘op den ‘tegeriwoord:igen voet te
financieren, rzijn er slechts ‘twee middelen om daarin
te ‘voorzien, n.m. kapi’taal’suitbreidi’ngen en ‘vei’hoo-
ging van bankcredieb. De eerste iweg is slechts voor
een heperk’ten kring imo.gelijk, terwijl het een ernstige,
v’r.a’ag is, of ida voortdurende ka’pitaa].suitbr:eidingen
‘geen gevaren in zich sluiten
hij
een ‘teruggaandu’ eoih-‘
junctuur, ‘vooral Waar het nieuwe kapitaal, o.a. hij de
groote ‘warenhuizen, slechts in goederen ‘wordt ,omge-
zat.
Kapitaalsuibreiiding door emissies vooronder-
stelt een publidk, in staat ‘en gewillig om nieuwe aan-deden op ‘te nemen ‘en alleen liet feit, ‘dat de Benugs-
rechte meestal ver ‘onder ‘hun theoretische waarden
verhandeld worden, wijst op het’verschijnise], dat deze
lcapitaaiisuitbreÂ’diingen niet al te gemakkelijk ‘tot stand
lcom’en. Als eeni.gat ander middel ‘blijft over v’erhoo-
ging )van het bankcrediet, doch dit is lweer ‘aan, twee
grenrien gebonden. De eredietwaar’digrhei’d ‘van den
crad.iebn’emer en de mogelijkheid voor ‘de banken, om
hunne cred.ie’ten ‘te ‘blijven uitbreiden. Het eerste, de
credietwaardigheid van den credietnemer, staat in
nauw ‘verband met izijn eigen niijdldelèn en het ‘tweed?
‘hangt samen met de m’Ld’d’ien, ‘door deiposaniten en
crediteuren aan de banken toevertrouwd, vi,llen deze
482
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
31 Mei 1922
altlLans die Riehshank niet iu tsteedsateaker rnate be-
1aten, •wat ten sLobbe tot eien verdrc en nog sned1ero
inflaie moeb
In de kfg1’oop•en jaren Van stoods ogaancM coua-
j unctuur stroomden [deze
–
nilddelén de banken in steeds
ruimere inlate toe en konden deze ‘gemakkelijk aan
de
stijgende behoeften ‘vnu. hun -nlientèle voldoen. In de
laatste tijden, w,a,arin erinstige pogingen ‘worden :aan
gewend, om eene verdere inflatie te voorkomen, gaat
de toename niet meer in hetzelfde snelle tempo w’Oort.
Twee handelwijrzen blijven de banken open zonder van
‘de Roic’hstbank gebruik te maken; eenerzijds het door
onrissies op het publiek ‘ovendr’agen jvwn een deel van
hun: croclieten, rajdhinijds eredietheperkiin,g. Zoo’aLs
beven reeds ‘vermeld is, gaat het emit’teeren niet meer
zoo v1’t, als ‘een jaar geIeclen, terwijl iedere emissie
de banken deel van baar idepoeito’s nut-
neemt. Blijft ‘over credi.et1beperkiing. De politiek van
credii’atbep:erkinig Jieef t yiczh ‘reed’s liet ‘vorig najaar
ingezet en uitte ‘zih in de eerste ‘plaats ten aanzien
van cie voorschotten op effecten, in liet istrenger rijn
op ond’eapiun,d, liet ‘eischie.n van een g.roorber surplus,
vooral bij de h’o:oger genoteerde naaiideel’en ‘en ook in
het moer reik.ening houden inreit cie mog’elijkh.ei’di, of ‘de
eind ietn’e’mer ‘verder’kau suppleeren, het tegengaan
‘van grooto spec,ulatieve engagernen’ten. Dit heeft als
onmiddellijk gevolg gehad, ‘dat cle aand’eelonmar’kt minder snel ‘de bewegingen van ide deviezenima rkt
volgde.
De r’estr’ioti’es ‘op deze oeconornisch liet minst nood-
aa’k’elijke eredieten, ‘wanen op riicbze’lve niet vold]oende.
:Ien groot deel der bau:kd
,
obiteureu wordt gev’oi’std
door ‘de owerliei’dsiicihamen; hetzij iii ‘den v’oir,m van
een wiss’eier’odiet; hetzij in den ‘vorm van een rekening-
con rent orsd’iet. Veranincterini,g lijm van, ibehalve,,d;oor
‘aflossinig of emiss’ie bracht alleen mede een sterker
beroep ‘op de Reic’hdbsn’k en dki.s verdere inflatie, zoo
dat da banken izieh voor de n’o’o’clzakelijk’heid r7jage1
ge’p:.liaa’ts’t•, hot handels- en iindns’tii’e’el crediet ‘in Egroe-
ter mate idian voorheen te heip’erlken. Zooals ffvier’boven
reeds vermel.di is, ‘waren de eerste versihijnselen dezer
politiek reeds iie den ‘vorigen herfst merkbaar.
De ‘vôôr den oorlog deor de groothan’ken gepubiL-
ceeide bw’eemaandhalansn worden niet meer’open-
haar gemaakt, maar’o.a. twij
,
zen ‘enkele gegevens, welke
‘de ,,Frankfurter Zeitun” eeniigen ‘tijd geleden gaf,
erop, ‘dat ‘de hank’liqu’iditeit ‘in liet algmeen sedert
‘denen ‘winter ier niet op vooruitgegaan is en dit, ‘en-
cianks den sch;rikwekkencien voor uitga’ng van ‘den bil-
jettenoml’oop.
Op zichzelf beschouwd hoed t ihet bovenstaande een
gezond karakter en is ‘deze door de bÊcnkein, gedeelte-
lijk uit verstandsover’wegjngen, gedeeltelijk uit de
harde noo’deakdlij’kheid’ gevoerde politiek ‘een ver-
schijnsel, dat islechits ‘kan iniedeholpen,
om
weder tot
normale ‘toestanden ‘terug te keeren. De ‘verliezen ‘aan
vo’lksvermogen geleden, zoowel tijden’s als ‘na den oor-
log, kunnen niet eeuwig ‘weggedoozeid blijven en moe-
ten eenmaal in. hun -volle scherpte voor den dag komen
De crisis bijna overal -in de iworeld, voeiib’aiar, moet ‘ook
in ‘Duitsch:lanjd komen ‘en hoe eerder’met iden afbouw
he’g6n’n’en ‘wordt, hoe minder lornstig id.e igevoligen
zullen rijn.
Het is echter begrijpelijk, dat ‘:i’n een tijid vab
crdietn:ood’ het met Holland Lgesloten verdrag op-
rcieuw op ‘d’en voorgrond komt. In liet, voorjaar van
1920 is ‘door onze regeering aan Duitsehiand; een
cr’ediiet ‘van 200 ‘mi’lli’oren gulden ‘verleend, 60 tin’Uhioen
hiervan zouden strekken voor l’efreusrnidd’elenleve’rin-
gen en ‘met Dui’tsche steenkolen afbetaald- worden,
140 mil’li’oen zouden ‘zijn een industrieel r’ov’ol’ving
cred’iet, waarvan het beheer in banden ‘is ges’telid van
een Trustim’aiatschaippij -te Berlijn. Blijkens -liet ‘artikel
van Mr. S. ‘de Vries Ozn. in het Jaarverslag der Ne-
‘d’eri’a,nd’scho Kaimer van Ko’o’pba’ndeJ te Fran.kfur’t
-a/M. waren voor dat crediet ‘op ’20 Febr. j.i. 103 aan-,
‘vragen ‘tot een gezamenlijk bedrag van
f
21.952.870
toegestaan, waarop door ‘de Nederian’clsc,he Bank
f
‘ 18.696.705 was uitibetaalci ‘en terug onitvangen
f
4.685.815, zood;at buiten renteberokening de ‘reko-
ning-‘oourant ‘op dien ida
g
a
f
14.010.889 ‘debet stond.
Van genoemde Du’itscho zijde ‘wordt in deze moalhijke
ooenbl’i’]cken, ‘zeer berecht, gewezen op deze nog ‘ bij na
ongebruikte crediet,b’ron. ‘Zijn ‘de gepuib.lieeer,d’e gege-
‘ens juist, ‘dan biedt ‘cli’t crcliet den i)uiitsch’er zeer
groote voordeelen. In de eerste plaats cle groote goed-
koopte, 6i POt. rente en X pOt. provisie per dr:ic
maanden, welke kosten aanmerkelijk lager zijn, dan die
‘van ‘het ilorniale Dui’tsche “b’ankoredjet. De er ed’ietino-
mei’ ‘krijgt ivaliswaar een ‘guidenscred,iet, imaar mag
deze guldens ook ‘gebruiken, tot betalingen in
iedere
‘valuta voor den import van waren uit
ieder
‘land.
In liet ialgemoen wmd:en deze ‘ored’ietcn -voor ‘den tij’d
van één jaar gegeven. Ls ‘het crediet in den ioop van
‘het jaar ‘minstens eens afbetaald, dan bestaat ‘do mo-
gelijkheid’ ‘van veatlengin,g ‘met een tweede jaar. Ore-
diietcn worden ‘alleen gegeven ‘vioor dien i’n.vioer ivan. die
waren, ‘welker prijrzen aan vaiutas’ehommeljnigen on-derhevig zijn. Verder wo,rdit geen blanco crediet ver-
leend, maar alleen itogert ‘zdkerlieid’. Dit alles
is
voor
Dui’t’sc’hlanjc]J hcriiteng-ewioon ‘gunstig en het is 1wo1helit
begrijpelijk, dat ons -land ‘tot eene dergelijke crediet-
v’erleenii’njg is overgegaan in een Itijid, ‘toen een crisis
van ict.en teigenwoouicligen omvang ‘en duur slechts door
een enkeling :iver,d ‘vo’oraien. ‘Het, ethisch ‘motief, ‘van
door een ‘daad’ ite willen toonen, erffcdiudlig aan -‘desi
wedbr’6pho’ûiw te wilen nueclleweek’en, is misschien aan
de erediietverleening niet geheel vreemd geweest, al
heeft liet
‘Ge.
in liet ‘adFvi’es -van con -Nijverhreidbraad
‘niet -aan waarschuwingen ontbroken. Word-t door
Dui tschl’airiidi nog “van ide ‘o’peisclrb:are 126 millieen e-
bruik geniaalet, i
clan
is liet ‘niet te ‘ven-wachten, .dat
&nte r’eJgneri’ng ‘deze zal ‘kunnen geven, ‘sonder een be-
roep te idoen ‘op de Naclerlandsolie Bank en ‘dan go-
schioclt -zulks’, ‘zonder dat ons eigen land of industrie
eenige izekorheidheeft, er eee ‘diiredbe bate
bij
‘te vin-
den. Onze eigen aankooîpen iin ‘het buitenland. ‘zullen
wij iwellielit duua,der in;odten beta,len ‘door ‘vei’zwak-
king van het guidien’sdev-ios.
Volkomen juist schreef de Nijveehoid’sraa
i
cl in: haar
brief -aan idlen :Mj,n,jsten
.
‘van landbouw, N ij:ver’hei,ci ‘en
handel ‘van 9 Maart 1,920:
,,De ‘nijverheid’sr’ascl ‘waarfeert ten ‘volle lc ethishe aan-
‘tienen 1voor IlifulpiverleenLug aaii Duitsb,lan,d, maar finoeiit
te moeten ‘waarsdhdtw’en tegen KJ(vor,{lr’Oveu ivenwacimiingen
ben ajanniien
‘van
ide ‘resultaten ‘van een ‘geïsoieende ‘Ndder-
latid.sehe erecti’etverleaniiiig aan een
,z,00
groot rijk als
Du.i’tsdh,Ian-d. De Raad is ilemihalve van oordeel, tint onze
reg’eerlmng alleen idan -op thisehe gronden ‘Duilischlaimscl
op
ruIme sdliaajl crcliet nou,cle belinoren te geven, 1 n,{tien cciie
wer’kOlijk iinternaitionale eredlebverleani’ng, met ruime iiie–dewerkint ‘der ,Veraeni’gde Staten zou,d,e tot stand komen.”
Dat ons’ land zich toentertijd illusies maakte, dat
end-ere landen ‘ons
–
voorbeeld’ zenden
volgen,
is begrij-pelijk en. ware deze credietvea’:l’eening- ‘het begin ge-
weest van liet plan Visseriing- ivian georganiseerd inter-, :natio’ijaa’l ored’iet, dan waren weliljiclit vele er i,sis’toe-
standen nu minder scherp.
Dit alles is echter -n-iOt geschied en ons ‘land ‘wordt veffioh t ‘m’et ‘het grootste deel ‘van ‘dit crodiiet belast
op eenajl’l’eisrzins ongewens’cht ‘o,oeijbJik, terwijl de ‘hulp
aan D,uitsch’ia.nd als’ een druppel water iop een g’loeien
‘de plaat ‘vult. Partieele hulp als ont ‘land’, alleen-
staande, slechts geven kan, is ien blijft een lapmiddel.
Toch is er een ‘licih’tmp,unt. Bedriegen do veorteeke-
nen niet, dan win-t dank ,zij veel persoonlijk contact
en ide macht der iiinerkelijkheid
,
‘de ‘overtuiigi.nig veld,
dat i’rachtdad’iigo hulp moet gegeven worden, wil
Daitscljian’d’ in ‘een ‘zware crisis niet de wereld met
viich mede sloepen. Twee belangen Irnoeten bij iderze
hu-lpver’l-eening vooral ‘gediend wo’r’den. Frankrijk,
wranrv&or het een levensbelang ijs, onmiddellijk ‘eene
belangrijke ‘betaling te verkrijgen en Duitseblan-di,
waarvoor liet eveneens een leve’nsbelsnig is, ‘niet nret
een lapmididel te rw’or’d-ein’ ‘tevreden gesteld ‘en een
I,angi’ij:k bedrag van ‘deze Jceni’ng ‘te kunnen gebruiken
voor regeling van het eigen finanti’erwezen. Z’ooals een
31 Mei 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
483
iran t,raal bankier, die lang :jtl Lcmcl’cn gewoond heeft,
dezer d,agen in de ,,Köinisøho Zoituing” schrijft, ‘kan
zulk een Jeeniing slechts
op
een behoorlijke basis ge-
plaatst woeden, hetzij daa’diien 😀 i’tsciiian’cl goede zeker –
heden ‘aanbiedt, ibeh5
,
i,i Fean’krijlc
en
Engeland o,rikler
helyaa]Jde ‘v’oor’waarcien ]ut.n borgatelling geven. Veer
beide ‘partijen via1 wellicht (het eerste het verkieselijk-
ste qijn, rterwijl er ‘wel een vorm izal gevonden iunnen
worden, iit ‘beheer van het ‘even:tuoele onderp.aruci ‘op
voor de D,uitscihegevoelens minst ipijnlijke 1wijr,e ‘te
‘doen geschieden. Een groo’te moeilijkheid is, om te
bepalen, lioe’veet er aro’o,di’g
ijS,
om de Duitsche ±in,an-
ciën iop een stabielea en gezonder peil te Ibreilgen. De
verplichtingen ‘blijiven ‘onheken’d
al
woedtaan ‘cle
😀 ‘uitscho rogee’ring een ‘ad(emn uize gegeven ‘voor het
betalen der •schacl!edoossItelling, (hcdialv’e rwegens ide. af-
lossingen ‘op de 1eeni ug, ‘welke iafl.ossin,gori bovendien
naar cle latere ‘terirnij een kurwen ‘verschoven ‘vor’cien.
Het psychologisch oogenb’Eik voor ceneclefi,nitieve en
practische regeling schijnt nog .niiejt ‘te ‘zijn gekomen
en dat maakt de bepadi’ntg van (het bedrag, noodig ‘voor
oene, doeltreffende hulp, rwel heel ro:oeilij’k. Toch, de
tijd lioelt en al valt het bedrag ‘niet 91a11wikeiinig te
bepalen, is ‘de tijd der adempauze werkeiijk :laig ge-
nioeg, om. eene oecotnornische versterking te ‘veroor-
loven, dan ‘kan in die jaren het onderling ‘vertrouwen
w’cderkeeren, zor der hetwelk geen welvaart mogelijk is.
Belofte van een nieuw tijdperk van Hocheon,junc-
tu’rho’ïud,’t eene ‘eiventuecia lenning niet in. Dui’bscir-
land blijft een ‘land, zwaar bij (hetbuitenland’ in ‘cle
schuld, ‘welks ‘hnndeis’ba’l’ans ‘op het oogenbiilk meest
passief is en met ‘weinig andere bronnen clan haar uit-
voer, om, haar ‘betai:i’ngubaians in evon,wiic,h’t te ‘bren-
gen. Reeds n u zijn er iversch,illende
,
‘ver’schijnseten, welke iwijizeu ‘op eene ‘verf.iauiwin,g ‘van de ‘H’oic.hcorc-
ju’nctur. Was hij ‘de Laipisiger M’esse ide verimeerdeiuing
der ,bi’nnenlan’cische ‘aiizet, niet jten koste ‘vnu ‘cle b’uïiten-
le n’dsche, wordt ‘er niet
onder
meer in de eaeeste
over Aipril ‘op igewozen, ‘d,aut in
de ‘tweede helft van April eene vermindering van
opdrachten Le vermelden vult? Wijnen de ci’e.diet(he-
perkin,gen ‘der banken
niet
iii ‘dezelfde richting? Wat
ic
overgang naar een stabîieier ciev’i.enenkoars betee-
kent, bemerkt op het oogen,’bl’ik ‘I’schecho-Sl’o’waikyo.
I)e’crisis, ‘die zich daar heeft ingezet ‘vian,af het
oogenlb’lik (N
ov
eetbe
r
1920), ‘dat ‘de T’scihech’entkro-
enk’oers gealagen is ‘Lot haar tegenwoordige stabili-.
teit (een Zur:icJier noteering ‘van ‘ongeveer 1,0) en die c’erst als ‘voo’rbijga.ancl verd ‘beschouwd, is laten’t ge-worden en alleen Maart j.i. ibr’achrt evenveel failitisse-
menten ‘a’ls’de’eerste 8 maanden ‘van 1,920. Van No-
vember ji. tot nu toe stegen de ,o’nidersbewrd’e werke-
loeren van 21.000 ‘op 60.000. Drastische loon’sverla-
gingen. zijn ‘onvoldoende geweest om imeeT afzet ‘Le
schepper. iDoor’deze crisis moet D,u itsch.land, nog heeui
en ‘dat kan ‘niet zonder dat de overige ‘wereld daarvan
den terugsiag onidervirud’t.
T4xclI,
eene ,internatio’rialoJ’eemng is een eerste be-
wijs’va’ri, ‘waderkeeren’d ver trouwen, vertrouwen eener-
v,ijds in liet vermogen van herstel van Dui’tsc’h’l’an,d,
.an’d’erzij,ds van Dui,tsc’hlan’d, ‘dia’t ‘cle lasten en, pEch –
ten, ‘welke het op icich neemt, niet vergeefs eijn. In-
dien dat vertrouwen ‘dooi de laatste anaa.n’dèn rwellich t
nader gebracht ‘is, dan is reeds een groote s’ba’p ge-
daan.
F. W. L.
DE BEMJFORT.
1T[a.mburg, ‘Mei 1922.
MEDEZEGGENSCHAP.
III (slbt).
Uitgaande van de reeds o’n’tw’i’kkeldie steliliuii,’geui, aal
i,k thans trachten, dii, min of maar co’ncieite lijnen aan
te geven, in v’el’ken vorm het medezeggenschap der
aubeiders in ‘liet (hed.rijfs’ierin vare ‘te gieten.
Natuurlijk is vooraf nooit aan ‘te geven, hoe in ‘een
levend orgaini,anme, gelijk ‘het bedrijfsleven ‘is, ‘cle
houdingen ‘zich ‘in alle
,
oncl:eiidinieui iitillen cn’tiwiikke-
leo, en het is daarom van weinig ‘wi,arcle in, details
af te ‘dalen.
Ten aanrsien van cle hoofdipijlers staat liet ‘echter
anders; en ofsch’on é&ii enkele eenimeidovorm ‘voer
liet geheele be&rijfsleveu iook d’oër mij ‘on,besbaan(baai,
wordt geacht, schijnen mij ‘toch ‘wel algemeene regelen
niiogelijk, clie ‘n,ietitemdn naar den aard, der badii.jfstak-
ken ‘cie noo’cli’ge soepalhei’d’ in de toepassiii
0
”v en liet
nieclezaggen’schaip ‘niogeuij k maken.
Da’t.iis ‘ook inoodh,g en zal noodig blijven, ‘omdat
’01) ‘punt uiteraard een Ilnhiaih
j
giij.k verschil bestaat tus-
scheui ‘bedrijfstakken, ‘w’elike iii tslui’Lend ‘of g,r’ooten’cl’eel s
“ool. ‘de nationale imarkt ‘wenilcon en becl’rijfst’a’kk.eu
1