23 OCTOBER 1918
Economischo
w
Statistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID. FINANCIËN EN VERKEER
3E JAARGANG
WOENSDAG 23 OCTOBER 1918
No. 147
R 0 T T E RD APIS C H E
N.V.
Furness’ Scheepvaart-
Stooinvaart-lYlaatschappij
BANKVEREENIGING
en Agentüur Naatschappij
NEDERLAND
Rotterdam ‘s-Gravenhage
ROTTERDAM—AMSTERDAM
AMSTERDAM.
Boompjes
Mauritekade
TeIegram.Adres: ,,FURNESS”
Delfshaven
Bezuidenhout
Telefoon Nos. ROTTERDAM
77 44/47
–
Stoomvaart-Naatschappij
Feijenoord
Kneuterdijk
Glashaven
Naaidwijk
,,
AMSTERDAM N
6866, N
1267
ROTTERDAJYISCHE LLOYD
Reeders, Cargadoors, Expediteurs, Kolen-
Schiedam
Rijswijk
Vlaardingen
Scheveningen
handelaren, Stuwadoors, Assuradeurs etc.
ROTTERDAM.
Amsterdam
Rokin
Speciale afdeeling voor het bevrachten
TIJDELIJKE MIIILDIENST
Zaandam
van scheepsladingen per stoomende en
JAVA—SAN FRANCISCO Vice versa
KAPITAAL
EN
RESERVEN
zeilende ruimte.
via
/
Singapore, Hongkong, Manilla, Nagasaki
/
66.000.000
1
—
AAN- EN VERKOOP VAN SCHEPEN
GEREGELDE LIJNEN VAN EN NAAR:
BALTIMORE (Hou. Amer. Lijn) elke
10114
dagen
en
VRACHTBOOTENDIENST
NAT 1 0 N AL E
‘CARDIFF (en Birmingham Di8trict) wekelijks
van
Java
naar
San Francisco
vice versa, in
BANK VER EE Nl GING
‘MiDDLESBROUGH …..eiken Zaterdag
‘STOCKTON ON TEES
.
.
.
.
eiken Zaterdag
vereeniging met de Java-China-Japan Lijn.
Hoofddirectie en Centrale
*SUNDERLANO …….eiken Zaterdag
ALEXANDRiE …….elke 2/3 weken
JAVA—NEW YORK LIJN.
Administratie te Utrecht
CANADA (via Londen)
.
.
.
eike
10
dagen
AUSTRALIE (via Londen)
.
.
elke
14
dagen
Geregelde vrachtbootendienst van
NewYork
Alkmaar, Almelo, Alphen a. d.R., Amers-
ZUiO-AMERiKA (via Antwerpen) eike2/3weken
MAROKKO (via Antwerpen)eike
14
dagen
.
naar
Nederlandsc/:-Indië
vice versa, via
het
Panama-Kanaal,
in
samenwerking
foort, Apeldoorn, Arnhem, Assen, Barne-
veld, Bodegraven, Borculo, Boskoop, Den
CUBA (via Liverpool).
.
.
.
eike
10
dagen
met andere Maatschappijen.
Burg (Texel), Coevorden, Culemborg, Delft,
Doorerachten naar en van alle deelen der wereld.
Levering van Engelsche Stoomkolen en
Gaskolen.
Deventer, Doetinchem, Dokkum, Dordrecht,
Drachten, Ede, Emmen, Franeker, Gelder-
•
Diensten tijdens den oorlog gestaakt. JAVA—BENGALEN LIJN.
malsen, Goes, Gorinchem, Gouda, Groenlo,
Geregelde dienst van
Nederlandsch-Indië
naar
Rangoon
en
Calcu fla
vice versa.
Groningen, Haarlem, Harlingen, Heeren-
veen, Den Helder, Hengelo (0.), Hooge-
veen, Hoogezand, I1ulst, Katwijk, Leeuwar-
den, Leiden, Lochem, Meppel, Middelburg,
De N.V. Hypothecaire Crediotbank
Nijmegen, Oostburg, Purmerend, Schagen,
Schoonhoven,
Sliedrecht,
Sneek,
Stads-
Anna Paulownastraat 113
kanaal, Terneuzen, Tholen, Tiel, Uithoorn,
‘sGRAVENHAGE Utrecht, Veendam, Veenendaal, Vlissingen,
Wildervank, Woerden, Ijmuiden, Zeist,
Zierikzee, Zutfen, Zwijndrecht.
[t14′
i
o ii al
verstrekt credieten onder hypothecair ver-
band.
Geeft uit 5
5
/s voor hoofdsom en
rente verzekerde schuldbrieven in coupures
KAPITAAL
EN
RESERVEN
van fl000,—,
f
500,— en fl00,—.
/
7.200.000,
Levensverzekering-Bank
De Directie,
Mr. J. J.
C. PLOKHOOY.
De aandacht wordt gevestigd op de afgifte van
Binnenlaûdsche
Credietbrieven,
waardoor in ruim 80 plaatsen in Nederland
F. -&
W.
‘Ï.A.LN DA11
gelden franco kunnen worden opgenomen.
OPGERICHT 1 863
Makelaars in Assurantiën
ZUID-NEDERLANDSCHE
TE
Wijaliaven 63
–
Rotterdam
HANDELSBANK
Kapitaal
f
3.000.000,—
belasten zich met het
EINDHOVEN
–
TILBURG
–
‘s-HERTOGENBOSCH
BREDA
–
MAASTRICHT
–
SITTARD
–
VENLO
f () ‘T ‘T’ E R. D A 1/1
plaatsen van
–
alle Assurantin,
HANDELSCREDIETEN
Incasseering van
Wissels
—
In- en
onverschillig van wel-
Verkoop
van Buitenlandsch Papier
Effecten
—
Coupons
ken aard, geene uit-
DEPOSITO’S
gezonderd.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
KONINKLIJKE STEARINE.KAARSE”ABRIEK GOUDA
GOUDA
GOUDA KAARSEN – NACHT-, THEE- EN SCHEMERLICHT
STEARINE – KAARSENPIT – OLEINE
CHEMISCH ZUIVERE EN ALLE ANDERE. SOORTEN GLYCERINE
NEDERLANDSCHE HANDEL- MAATSCHAPPIJ
GESTORT KAPITAAL
f
70.000.000,—
STATUTAIRE RESERVE
f12.760.286,-
Hoofdkantoor:
AMSTERDAM
•
Agentschappen te ROTTERDAM en ‘s:GRAVENHAGE.
Vestigingen in NEDERLANDSCH-INDI
BATAVIA, SOERABAJA, SAMARANG, MEDAN en andere voorname plaatsen.
Vestigingen in de STRAITS-SETTLEMENTS, BRITSCH.INDI en CHINA:
SINGAPORE, PENANG, RANGOON, HONGKONG en SHANGHAI.
In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische Transferten,
Incasseeringen en Financieeringen, Schriftelijke of Telegrafische Credieten,
Reiscredietbrieven, Deposito’s, Rekeningen-Courant,
Administratie van Effecten en alle andere Bankzaken.
R. MEES & ZOONEN
ANNO 1720
BANKIERS
ASSURANTIE-MAKELAARS
ROTTERDAM
– DELFT – SCHIEDAM – VLAARDINGEN
ROTTERDAM – AMSTERDAM
Behandeling van alle Bankzaken
Bezorging van alle Assurantiën
S
23 OCIÖBER 1918
AUTÈVISRECH? VOORBËHOUDËt
E
Beyichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
3E
JAARGANG
WOENSDAG 23 OCTOBER 1918
No. 147
1
INHOUD
131z.
EEN DISCONTOMARKT IN DE VEREENIGDE STATEN door
Mr.
G. W. J.
Bruins ………. ………….. ……
929
De komende Draadlooze Verbinding met Indië d
oor
J.
Corver
932
De Wereldvoorraden van Tarwe door
W. C.
Bolle ……
933
De Aardappelvoorziening……………………….
934
De
Rijksmiddelen …………………………….
936
AANTEEKENINGEN:
Suikerprijzen
…………………………….
936
De Federal Reserve Board en de heer Warburg ……
936
Index-cijfers van het levensonderhoud in Frankrijk….
937
BOEKAANKONDICING:
Grotius, Annuaire international pour l’année
1917,
bespr. door
Mr. G. Vi8sering ………………
938
J. C. Mollema: De ontwikkeling van het eiland Billiton,
bespr. door
Ir.
Th.
Delprat ………………..
939
INGEZONDEN STUKKEN:
Onze Staatsleeningen door
J.
van Dusseldorp……..
939
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFrEN ………………….
941
REGEERINGSMAATREGELEN
OP
HANDELSCEBIED
…………
941
MAANDCIJFERS:
Rijkspostspaarbank …………………………
942
Overzicht der Rijksmiddelen ………………….
942
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ………………
942-949
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE
GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
WEEKBLAD ECONOMIBCH.HTATISTIHCHE BERICHTEN
SecretarssRedacteur:
G.
E. Huffnagel.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aan geteekende stukken: Bij kantoor Ruige Plaatweg 87.
Telef. Nr. 8000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 12,—. Buitenland en Koloniën f 14,-
per jaar. Losse nummers 80 cents.
Advertentiën f 0,85 per regel. Plaatsing bij abonne.
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uit
gevers-
Maatschappij, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s.Gravenhage.
21 OCTOBER 1918.
Ook deze week kwam er weinig verandering in den
toestand van de geidmarkt. De stemming blijft vast,
zonder een verheffing van de koersen te veroorzaken,
hetgeen bij de tamelijk geringe omzetten niet te ver-
wonderen is. De prolongatienoteering was 8% pOt.
met een bijnoteering op een enkelen dag van 4 pOt. De
rente voor particulier disconto bleef circa
aY
pot.
;
voor prima papier was zoo nu en dan iets lager plaat.
sing te vinden. Tot nu toe is alleen de regeering de
groote geldneemster; bij gröotere geldvraag van andere
zijde kunnen echter beduidend hoogere koersen ver-
wacht worden, daar het aanbod tamelijk beperkt is.
Dit blijkt ook uit de inschrijving voor het schatkist.
papier, waarvan de dfloop weinig bevredigend was.
Van de gevraagde 80 niillioen werd slechts iiigesohre-
ven voor pl.m. 75 millioen. Hiervan werden toegewe-
zen
f
43.500.000 schatkistpromessen
lt
f
989,30 en
f
24.113.000 schatkistbiljetten
f
1001,95. Deze prij-
zen geven eèn rendement van ongeveer 4 en 4
percent en zijn dus belangrijk hooger dan de gedu-
rende de afgeloopen week geldende koersen voor par-
ticulier disconto.
Qok bij de Nederlandsche Bank was de regeering
weder de eenige groote geldonttrekker. Volgens den
veekstaat heeft alleen op het hoofd Binnenlandsche
Wissels een belangrijke uitzetting plaats gehad. De
vermeerdering bedraagt ruim 15 millioen, geheel be.
staande uit schatkistpromessen. Aan de andere
zijde
is
daartegenover de bankbiljettenomloop met ca. 8 mil-
lioen en de rekening-courant-saldi van anderen met de
resteerende 7 millioen vermeerderd.
*
S
*
De wisselmarkt opende Maandag zeer vast. De Za-
terdag laat bekend geworden nota van Duitschland
had op de straatmarkt gedurende den Zondag de koer-
sen wild opgedreven. Zonder bepaald flauw te zijn
werden de koersavances in den locp van den Maandag
toch tot meer normale proporties teruggebracht.
S
S S
Het reeds Dinsdag bekend geworden antwoord van
Wilson werkte als een koude douche op de hoogge-
spannen vredesverwachtingen, zoodat vooral de Mar-
ken en Kronen weder snel terugliepen. Woensdag trad
ter beurze plotseling weder een hausse-beweging in,
door berichten over een toegeven van Duitschland,
welke berichten echter later tegengesproken wevden
en waarna wederom een reactie in.trad. De markt nam
verder een afwachtende houding aan, maar bleef prijs-
houdend. * *
Ingediend is een wetsontwerp tot het aangaan
,
van eene leening, ten laste van het Rijk, groot
f
350.000.000, rente 5 pOt. Het beginsel van ge.
dwongen leening, in geval op de vrijwillige leening
niet voor een bepaald bedrag ingeschreven wordt
(f
300.000.000), is gehandhaafd gebleven.
EEN DISCONTOMARKT IN DE
VEREENIGDE STATEN.
De toenemende beteekenis, ‘die Nw York als inter-
nationaal financieel centrum bezig is te vevkrijgen,
trekt in den laatsten tijd sterk de aandacht. Vooral
is dit het geval in de Londensdhe city-kringen, alwaar
een zekere bezorgdheid niet moeilijk te ouderkennen
930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 October 1918
valt. Men gevoelt, dat wat thans, gesteund door de
oorlogsconjunctuur groeiende is, ook na den oorlog
op de internationale verhoudingen invloed zal blijven
oefenen en dat het de rvraag zal zijn, of in een nieuwe
periode van vrij verkeer Londen dezelfde centrale
positie zal innemen als voorheen.
Inderdaad is er in den laatsten tijd voor het stellen
dezer vragen alle reden.
Tot in den oorlog was in het internationaal ‘verkeer
het dollardevies onbekend. En niet alleen internatio-
naal, ook nationaal, binnen do grenzen der Vereenigde
Staten, bestond nauwelijks eenig wisselverkeer. Ver-
schillende omstandigheden, waaronder niet in de
laatste plaats bot feit, dat een centrale circ’ulatiebank
naar Europeescli model, die aan den wissel zijn bijzon-
dere liquiditeit zou vermogen te geven, ontbrak, had-
den de credietverleening in andere banen geleid. Ook
het feit, dat het verkeer in de Vereenigde Staten meer
dan in Europa contant plaats vindt, werkte in dezelfde
iio,hting. Financiering van effectenoperaties in aller-
lei veem was mitadien de hoofdtaaic der New Yorker
geldmarkt, terwijl bovendien internationaal de Veree-
nigde Staten vooralsnog veeleer een debiteur- in stede
van een crediteurpositie innanien.
In dit alles is in de afgeloopen jaren een belangrijke
verandering gekomen.
Reeds thans kan men zeggen, dat in het binnen-
landsche credietverkeer de wissel definitief zijn
intrede heeft gedaan. Veel sneller dan zijn warmste
voorstanders durfden hopen is door den oorlog het
Federal Reserve-stelsel tot ontwikkeling gekomen en
is daarmede aan den wissel niet enkel, volgens Euro-
peesche begrippen, liquiditeit gegeven, maar heeft
omgekeerd het feit, dat de wissel de eenige vorm van
credietverleening door de Fderal Reserve Banks uit-
maakt
‘),
er in sterke mate toe bijgedragen de bij
liet stelsel aangesloten banken besef te gaven van de
wenscheljkheid van liet aanhouden eener flinke wis-
selportefeuille. Het streven van het particuliere bank-
wezen naar grooter liquiditeit der eigen positie valt
in ‘dit opzicht geheel samen met ‘het algemeen belang,
dat al sinds jaren in de Vereenigide Staten een meer
elastisch ruilmiddel dringend gewenscht maakte.
Niet alleen onder de credietoperaties der particu-
liere bankinstellingen begint de wissel een toenemende
plaats in te nemen, daarnevens zijn, er de eerste aan-
wijzigingen, dat zich in New Yr,k en wellicht ook in
andere A’merikaansche centra een wisselmarkt naar
Europeesch model gaat ontwikkelen. De laatste Ame-
rilcaansch.e post brengt hieromtrent meer dan een ge-
geven. Nadat reeds eenige maanden geleden een
eerste particuliere discoiitomaatsehappij in het leven
was geroepen, is thans een tweede gevolgd, de
Discoun.t Oorporation of New York met een kapitaal
van $
5.000r.000,
welk lichaam naar het voorbeeld der
Loisdensche discount houses zijn bedrijf uitsluitend tot
het clisconteeren van wissels beperken zal. Ook – en dit is nog wel zoo belangrijk – de firma J. P. Morgan
gaat in deze richting hare werkzaaniheid uitbreiden.
Op 23 Augustus j.l. heeft zij ‘bekend gemaakt, dat zij
met ingang van 26 Augustus zich bereid verklaarde
om, aanvankelijk tegen den rentevoet der Federal
Reserve Banks, aan handelaren en discount houses
voorschot te geven op daarvoor in. aanmerking
1)
Sedert
het intreden van de Vereenigde Staten in den
huicligen oorlog heeft het niet ontbroken aan stemmen, die
er op aandringen onder de crediettransacties der Fed. Res.
Banks naast de disconteering van wissels ook de beleening
van effecten en met name van staatsobligaties mogelijk te maken. Men betoogde, en niet ten onrechte, dat dit aan de
plaatsing der Liberty baas ten goede zou komen. Alhoewel
de Regeering zulks erkende, heeft zij niettemin tot dusver
gemeend aan deze verlangens niet te moeten voldoen. Voor-
alsnog blijft het Fed. Res. stelsel dus het centrale bank-
stelsel, dat op de meest principiëele wijze het beginsel
hul-
digt, dat de door de biljettenemissie geschapen credietmoge-
lijkheden bij uitsluiting aan handel en bedrijf behooren ten
goede te komen.
komende wissels, een beslissing, die J. P. Morgan zelf
toelicht als strekkeude ,,to encourage the development
of a free and active market in acceptances eligible for
discount at the Federal Reserve Bank on the haas of
similar markets in Loudon and Paris.” Een en ander
is in de Amerikaansedie pers uitvoerig besproken, waar-
bij het naaç ‘s lands wijs niet aan grootsche perspec-
tieven ontbroken heeft. Ook echter wanneer men deze
voorshands ter
zijde
laat, zal men moeten erkennen,
dat deze eerste stappen tot het in het leven roepen
van een geregelde discontomarkt van groote betee-
kenis zijn. Van de mDgeljkheid van herdisconteering
bij de Fed. Reserve Banks wordt al in belangrijke
mate gebruik gemaakt: de gezamenlijke portefeuilles
der twaalf banken beloopen reeds meer dan 1Y2 mil-
hard dollar, waarvan New York alleen meer dan een
derde. Eerst echter, wanneer n.aast de mogelijkheid
van herdisconteering ecu actieve wisselmarkt tot ont-
wikkeling is gekomen,
zijn
de voorwaarden geschapen,
waaronder de wissel in liet eredietverkeer tot volle
ontplooiing kan komen en is naast de binnenlandsche
wissel ook de van uit den vreemde getrokken dollar-
wissel steeds van een vast onderkomen verzekerd.
Niet minder dan deze interne organisatie trekt in
dit verband de internationale expansie van het Ame-
rikaansehe bankwezen de aandacht. Het in de National
Bank Act opgenomen verbod van filiaalvorming heeft
op de verhoudingen in het particuliere bankwezen
zijn stempel gedrukt. In de voornaamste centra, New
York in de eerste plaats, kende men weliswaar een
reeks groote bankinstellingen, aan welke de regeling der
wet met haar verdeeling in country banks, reserve city
en central reserve city banks en met ‘de daaraan ver-
bonden verplichting tot het aanhouden van een zeker
deel der reserve in de reserve city en central reserve
city banks een zeker overwicht in den lande gaf.
Hierbij bleef het echter. Een gecentraliseerd particu-
lier bankwezen met zijn vettakkixigeii alom in het
land en
zijn
neiging zich in een gering aantal zeer
machtige organisaties of combinaties samen te voegen,
gelijk Engeland en Duitsehlanti dit ieder op eigen wijs
te tien geven en
gelijk
het ook hier te lande bezig is
zich te ontwikkelen, kent Amerika dientengevolge
niet. En zelfs is door de in 1917 in de Fed. Reserve
Act gebrachte wijziging, waarbij de verplichte reserve
der national banks in haar geheel naar de Fed. Re-
serve Banks wordt overgebracht, de even.genoemde
wettelijke band tussehen de national banks onderling
komen te vervallen.
Wat het binnenland aangaat, blijft de wetgever bij
dit standpunt van opzettelijke desiutegratie volharden.
Wat het buitenland betreft is
hij
echter sedert liet in
werking treden van het Fed. Resertve stelsel een ander
standpunt gaan innemen met het gevolg, ‘dat sindsdien
aan Amerikaansche bankinstellingen verguisd is onder
goedkeuring van den Fed. Reserve Board filialen in het buitenland op te ridhten. Welk een druk gebruik
reeds van deze mogelijkheid gemaakt is, werd enkele
weken geleden in deze kolommen medegedeeld.
1)
En
nog gaan geruchten over belangrijke verdere plannen,
waarbij men zelfs het oogenblik aanstaande acht, dat
de meeste voorname New Yorker banken over een
eigen vestiging te Londen zullen beschikken.
Bij dit alles voegt zich ten slotte nog do in Decem
ber 1917 tot wet verheven Webb-bill, waarbij, alweder
voor het verkeer met het buitenland, de Sherman en
Clayton Anti-Trust wetten buiten werking worden ge-
steld en dus voor dit speciale doel aaneensluiting mo-
gelijk wordt gemaakt. De bepaling is in de eerste plaats
geschreven voor handel en nijverheid. Ook op het ge-
bied van het bankwezen schijnt zij evenwel haar doel
niet te missen.
Het is waar, dat over de beteekenis van buitenland-scho filialen niet door allen gelijkelijk gedacht wordt.
Nog op 13 September j.l. heeft Sir Edward Holden,
1)
Zie de Aanteekening in het nummer van
2
October
j.l., blz.
870.
23 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTÉN
931
gelijk in de genoemde Aanteekening reeds inherin-
nering werd gebracht, in een rede bij gelegenlinid van
de fusie der Loudon Oity en Midiand Bank met de
Loudon Joint Stock Bank zidh van het vestigen van
zoodanige filialen afkeerig verklaard en de meening
uitgesproken, dat de bestaande vriendschappelijke
relaties met ‘vreemde bankinstellingen voor, het behoud
van het noodwenidig verband voldoende zijn en dat
zelfs het stichten van filialen in den vreemde, door-
dat deze aan de bestaande vriendsdhapp.elijke verhou-
dingen afbreuk zouden kunnen doen, misschien zelfs een nadeel in plaats van een voordeel zou oplevereh.
Iutusschen zijn deze uitlatingen niet oniweersproken
gebleven en vooral door hen, die van het bankwezen
meer ‘verwachten dan de Engelsehe joint stock bank
naar oud model te geven pleegt, als een kenschetsing
van het in hun oog verouderd standpunt gebrand-
merkt. In een verstandig artikel in the Economist van
5 dezer, geschreven door iemand, die jaren lang in een
groote Duitsche bankinstelling is, werkzaam geweest,
wordt in dit verband weder eens een overzicht gegeven
van wat naar de Dui’tsøhe eivarin:g het bijkantoor in
den vreemde méér kan doen dan de vriendschappelijke
relatie met den vreemden bankier. Inderdaad is Sir
Edwarid Holden’s uitlating slechts begrijpelijk, wan-
neer men zidh op het standpunt stelt, ‘dat de bank,
die een groot deel van het liquide volksvermogen
onder haar berusting heeft, haar plicht heeft vol-
bracht, wanneer zij een zoo soliede mogelijke belegging
van dit vermogen in op. Londen getrokken wissels of
in beleeningen op ‘eerste klas fondsen bewerkstelligt
en, wat ‘het buitenland betreft, zich beperkt tot het
treffen van de noodige regelingen om haar cliënten
het doen van betalingen in iden vreemde mogelijk te
maken. Een standpunt, dat ook de Enigelsehe joint
stock banks zelf druk bezig zijn te verlaten en dat
evenmin door de Amerikaansche bankirtstellingen
wordt ingenomen, ook al pleegt de werkzaambeid van
deze niet zoovele gebieden te omvatten als bij de
Duitsche banken het geval is.
In dubbel opzicht idus, zoowel intern als extern,
heeft de organisatie der Amerikaansche baukwereld
wijzigingen ondergaan, die technisch bezien alle moge-
lijkheid openen, dat in de toekomst het internationaal
wisselverkeer zich voor een grooter of kleiner deel
over New York zal gaan bewegen in plaats van over
Londen. Geen wonder dus, dat deze vraag op het
oogeublik van Engelsche zijde herhaaldelijk wordt ge-
steld. Over haar ten slotte nog enkele woorden.
De vraag, waarin de suprematie van het Londensch
devies bestaat, is in de laatste decenniën voor den
oorlog vooral van Duitsdhe zijde herhaaldelijk aan de orde gesteld. Het ‘Duitsche bankwezen achtte niet ten
onrechte zijn internationale organisatie beter dan de Engelsche, met alle midelen werd gepoogd de mark
een internationale positie te verschaffen, en toch bleek
zulks, niettegenstaande ter verdediging van het pond
sterling nauwelijks eenige positive daad werd ver-
i’icht, slechts in enkele gevallen mogelijk. Het Lon-
cleusch devies bleef overzee het meest gewild om de
eenvoudige reden, dat aldus de beste prijs te maken
bleef en de Duitsohe ‘banken moesten zich hierin
voegen. Zij hebben zulks gedaan door het openen van
filialén te Londen en met succes: tot verbazing van
velen is bij de gedwongen liquidatie gedureiiide den
oorlog gebleken, welke een belangrijk deel van het ge-
heele Londensche buitenlandsche betalingsverkeer
door hun handen ging. Met dat al toch een buigen
voor de suprematie van Londen.
Van de talrijke argumenten, die van Duitsche zijde
voor dit verschijnsel plegen te worden aangevoerd
zijn er verschillende voor de verhouding Ldnden-New
York irrelevant. Laat men deze, ontleend aan de geo-
graphische positie, aan het volumen van den eigen
handel der betrokken landen en zoo meer, buiten
rekening, dan blijven onder de overige in hoofd-
zaak twee factoren over: de stabiliteit van den wis-
selkoers en de relatieve hoogte van het disconto.
Wat de stabiliteit van den wisselkoers betreft, zal
men in de toekomst vermoedelijk van de Vereenigde
Staten goede verwachtingen mogen hebben. Hier
vooral is de uiterst krachtige positie, die het Fed.
Reserve-stelsel zich in deze oorlogsjaren heeft weten
te verwerven, van de grootste beteekenis. Reeds thaDs
overtreft de goudvoorraad die van elke andere
centrale bank .ter wereld, terwijl de gedurende den
oorlog gevolgde politiek het vermoeden meer dan
rechtvaardigt, dat ook na den oorlog de leiders van
het stelsel tegen hun taak opgewassen zullen blijken.
Crisissen gelijk 1907 zullen ook in de toekomst het
Amerikaansche bedrijfsleven van tijd tot tijd kunnen blijven teisteren. De nieuw gewonnen elasticiteit van
het circulatiewezen waarborgt echtir een veel minder
acuten terugslag op de geldmarkt en de fondsenmarkt,
terwijl de reserve van het Fed. Reserve-stelsel aan de
wisselkoersen een vroeger ongekenden steun zal kun-
nen geven.
Behoeft men dus in Amerika in dit opzicht, naar
het schijnt, althans voor een reeks van jaren, niet
al te groote vrees te koesteren voor een superioriteit
van Londen, voorshands blijft het de vraag of ook
ten opzichte van den relatieven stand der disconto-
rente hetzelfde kan worden gezegd.
Laat men de toevallige omstandigheden van elken
dag buiten rekening, dan wordt het algemeen niveau, waaromheen als gemiddelde de discontorente zich in
ieder der verschillende landen pleegt te bewegen, ten
slotte bepaald door enkele zeer voorname factoren, die,
ten nauwste samenhangend met de algemeene struc-
tuur van het economisch leven in het land, in de
verhouding tusschen de vorming en de absorbeering
van nieuw kapitaal tot uitdrukking komen. Landen
als Engeland en Frankrijk, typen van sterk kapitaal-
produceerende landen, zij het voor een deel uit onder-
ling afwijkende oorzaken, en
tegelijk
landen, wier in-dustrieele ontwikkeling, eveneens om verschillende redenen, in gematigd tempo voorwaarts ging, varen
beide voor den oorlog landen zoowel van een lagen
rentestand als van een belangrijk jaarlijksch kapitaal-
surplus, beschikbaar voor afvloeiing naar den vreem-
de. Duitschland en de Vereenigde Staten daarentegen waren typen van landen, waar wegens tal van oorza-
ken, in de eerste plaats wel de zooveel later begonnen en sneller voortschrijdende industrieele ontwikkeling, de verhouding tusschen kapitaalproductie en kapitaal-
consumtie een andere was, in Duitschiand naar het
schijnt reeds een allengs
stijgend
surplus latend, in
de Vereenigde Staten vooralsnog passief. Een verschil
in gemiddeld renteniveau, constant als de factoren,
die het beheerschten, was het onvermijdelijk gevolg.
Uit dit alles vloeit voort, dat wie de vraag onder-
zoeken wil in welke onderlinge verhouding na den
oorlog het renteniveau in de .Vereenigde Staten tot
dat in Engeland zal staan, zich gesteld ziet voor de
plicht alle factoren onder de oogen te zien, die gedu-
rende den oorlog de relatieve positie van beide landen
ten opzichte van vorming en absorptie van kapitaal
hebben beïnvloed. Een dergelijk onderzoek, waarbij in
hoofdzaak tastenderwijs te werk moet worden gegaan,
zal hier niet worden beproefd. Niet verwonderlijk zou
het echter zijn, indien een zoodanig onderzoek velen
tot de conclusie leidde, dat, hoezeer de buitenlandsche
sehuldverhoudingen ten nadeele van Engeland en ton voordeele van Amerika verzet zijn en hoezeer ook de
druk op de productieve krachten in eerstgenoemd land
na don oorlog ongetwijfeld ongelijk zwaarder zal zijn,
toch voorshands de. balans vermoedelijk nog niet
ten gunste der Vereenigde Staten zal blijken te
zijn overgeslagen. Ongetwijfeld zijn do verhoudin-
gen reeds thans in verschillend opzicht belangrijk ge-
wij zigd. Te weinig echter ve±toonen de Vereenigde
Staten vooralsnog in hun economische structuur de
kenmerken der gevestigde erediteur-natie, dan dat aan-
genomen schijnt te mogen worden, dat, wat ook de
932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 October 1918
toekomst -eenmaal moge brengen, de positie reeds thans
door vier oorlogsjaren definitief verzet zou zijn.
– Het is dikwijls beweerd, dat in den wedijver tus.
schen het mark- en sterlingdevies, ten slôtte het Lon-
densche disconto – de eindbeslissing gegeven heeft. Is
dit zoo, dan zal ook tusschen Londen en New York
deze renteverhouding een zeer belangrijke rol Spelen.
Mocht hierbij blijken, dat vooralsnog de omstandig-
heden in het voordeel zijn van Engeland, dan is het
niet onmogelijk, dat het nieuw gegroeid internatio-
naal bankorganisme der Vereenigde Staten voor een
deel dezelfde rol gaat vervullen als het Duitsche bank-
wezen voor den oorlog en dat het dus evenzeer voor
een deel als intermediair gaat dienst doen om de
sterlingwissel en in het algemeen de internationale
credietvraag te voeren naar de Londensche markt.
Geen reden is er echter om aan te nemen, dat niet
ook de Vereenigde ‘Staten eenmaal uit de huidige
phase hunner economische ontwikkeling zullen over-
gaan in die, waarin Engeland, dat in industrieele
ontwikkeling de wereld éen geslacht of meer voor is,
thans verkeert. Breekt dit tijdstip, weiks komst door
den oorlog ongetwijfeld belangrijk versneld
–
is, een-
maal aan, dan zal voor- Londen de strijd tegen het
nieuwe wereldcentrum, waar in alle richtingen de
afmetingen van het economisch leven een veelvoud
zijn van die in Europa, een zeer moeiljke zijn.
B.
DE KOMENDE DRAADLOOZE VERBINDING
MET INDIE.
In een officieel communiqué aan -de dagbladen, werd
den lOden October j.l. bekend gemaakt, dat onze
regeering voor de levering van een draadloos station
in Nederland tea behoeve van de verbinding met
Indië den 23sten September een contract heeft ge-
sloten met de-maatschappij Telefunken te Berlijn.
Hiermede is gezegd, dat Nederland binnen afzien-
baren tijd een even machtig, radiotelegrafisch station
zal bezitten als dat te Nauen en daarmee in het draad-
loos wereldverkeer een plaats zal gaan innemen onder
de eersten. Helaas kan de voltooiing nog een paar
jaar duren.
Voor Indië was tot de aanschaffing van een over-
eenkomstige installatie van gelijken omvang, te leve-
ren door dezelfde maatschappij, al eerder besloten en
daar ginds zou vermoedelijk de montage reeds aange-
vangen zijn, ware het niet, dat de oorlogsomstandig-
heden de verscheping van hetgeen daarvoor noodig is
uit onze havens hadden belet. Te Bandoeng is intus-
schen echter een voorloopig station verrezen, dat –
ofschoon het maar één vierde deel van de energie
ontwikkelt, wâarmede later zal kunnen worden ge-
seind – reeds nu in staat zal
zijn,
gedurende be-
paalde uren van het etmaal Europa te bereiken.
Het vorig jaar, in de ,,Economisch-Statistische
Berichten” van 5 December 1917, werd door mij be-
toogd, dat het -doel, dat hij de totstairdbrenging van
deze verbinding zou voorzitten, van vitale beteekenis
mocht worden genoemd voor de ontwikkelingsmoge-
lijkheden, welke haar worden gegeven. Wij leefden
toen nog in de onzekerheid of daarbij het politiéke
dan wel het economische belang de overhand zou ver-
krijgen. Daarmede hing samen de.vraag of men zich
zou tevreden stellen met een verbinding, welke in den
regel gedurende enkele uren van den dag bruikbaar
zou wezen, dan wel of men dadéljk het rechtstreeksch
verkeer zou brengen op den hoogst bereikbaren trap
van volkomenheid. –
Gaan wij thans na van welken geest de genomen be-
slissing getuigt, dan mag niet worden ontkend, dat daar-
uit ontwi.jfelbaar de bedoeling spreekt om het vraag-
stuk van den breedst mogeljken kant aan te vatten:
Het streven is gericht op het scheppen van een
nieuwen weg voor ‘commercieel, publiek verkeer, waar-
bij de politieke belangen trouwens
gelijktijdig
het best
worden gediend. –
Eenige stemmen
zijn
opgegaan, die verwondering
te kennen gaven over een vermeende verwaarloozing
van defensie-overwegingen
bij
de uitwerking der plan-
nen voor het Nederlandsche station. Het daarvoor ge-
kozen terrein toch, het
Kootwijker
Zand,
bij
de halte
Assel, aan de spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn, ligt
buiten ons militair réduit en in geval van een oôrlôg,
waarbij ons land betrokken -zou wezen, is het onver-
dedigd.
Daartegenover moge de nuchtere vraag wegen, of
in ons land één terrein zou
zijn
aan te wijzen, waar
het station waarlijk veilig zou zijn tegen vijandelijke
vernielingspogingen? Voor luchtaanvallen
zijn
draad-
boze stations in den huidigen oorlog wel het minst
kwetsbaar gebleken; voor zwaar gesohut van zee of
land u-it een gemwkkeljke prooi. Wé.ér, binnen de
linie, zou het in een serieuzen oorlog daarvoor veilig
staan? –
Bij de hoogst problematische waarde eener plaatsing
in ons land onder militaire bescherming, lijkt het van
practisch inzicht te getuigen, dat militaire overwe-
gingen niet den doorslag hebben gegeven
bij
de
plaatsing.
Van de zijde der in dezen verantwoordelijke tech-
nici bestond uit electrisch oogpunt geen principieele
voorkeur voor eenige bijzondere soort van terrein,
maar er was een belangrijke oppervlakte noodig eil
het was van belang, door het aanhouden van een be-
hoorlijken afstand, storingen op gewone telegraaf- en
telefoonverbindingen te vermijden. Uit een bouwkun-
dig oogpunt – voor het verkrijgen der noodige stevig-
heid van fundeeringen -voor torens, enz. – bood zand-
grond bijzondere voordeelen.
Wat de grootte van het terrein betreft, kan gere-
kend worden, dat voor het Telefunken-project op ziji
allermiuzt een vierkant van 150 H.A. noodig was en
bij eenigszins ruime ligging der gebouwen, centrale en
woningen buiten het doör antenne met masten, tuien
en aardnet ingenomén oppervlak, minstens 200 H.A.
De meest wenschelijke grootte was’ naar boven toe
rekbaar, ofschoon het eigenlijke station daarbij het-
zelfde bleef. Van de door het station zeil gestelde
eischen aan ruimte kon in elk geval niets af. Bij
deze terrein-eischen speeldën prijzen – van den grond
zeer zeker een rol. –
Technische èn financieele overwegingen hebben nu
klaarblijkelijk de terreinkeus bepaald en deze twee
gingen samen. – –
Overigens mag in de uitschakeling van militaire
overwegingen – die bovendien toch
eigenlijk
als een
geheel onoplosbaar probleem buiten het gebied van
practische beschouwing lagen – slechts een bevesti-
ging worden gezien van de opvatting, dat bij het tot
stand brengen door ons land van dit wereidstation,
economisch-commercieebe verkeersoverwegingen den
boventoon hebben gehad. –
Nu is het geen geheim, dat van telegraaf-technische
zijde door velen niet wordt geloofd aan de economi-
sche bestaanbaarheid van de nieuwe verbinding in
dezen engeren zin, dat het bedrijf de kosten zou dek-
ken: De omvang van het geheele normale telegraaf-
verkeer tussehen Nederland en Indië van véér den
oorlog was zoodanig, dat het gemakkelijk met gewoon
handseinen in enkele uren per etmaal viel af te wer-
ken. Het geheele verkeer met Amerika daarbij, zou
nog geen bezetting geven van één vierde van den dag.
En dan zou er niets meer per kabel moeten gaan!
Het- is natuurlijk plicht geweest, op deze engere
opvatting omtrent de economische
zijde
van het be-
drijf het volle gewicht te laten -vallen, maar zooals
reeds vroeger hier werd aangeduid, gelden bij het tot
stand brengen van v.erkeersmiddelen door den staat
ook argumenten van een ruimer plan. De ontwikke-ling van het telegrafisch wereldverkeer langs dé lijn van uitbreiding der rol van de draadbooze telegrafie
heeft -ch sedert dien nog weer duidelijker afgeteekend.
Dat ons land met zijn koloniën in Oost en West daar-
23 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BRICHTEN
933
bij niet blijft stilzitten, lijkt van het allergrootste
belang.
Pas is nog in de bladen bericht, dat in Engeland,
dat van alle mogendheden over het beste kabelnet be-
schikt, thans een direct draadioes verkeer is ingesteld
met Australië.
Hoe veel meer beteekent het voor
Nederland’s
positie in het wereldtelegraafjverkeer, over een abso-
luut onafhankelijke verbinding te beschikken!
Gaat men na hetgeen is bekend geworden van de
plannen voor het station, dat Telefunken thans voor
Nederlaud zal leveren, dan treft het, dat die plannen’
er anders uitaien, dan wanneer enkel de véör den
oorlog bestaande statistieken van ons eigen verkeer
met de koloniën, of desnoods met Amerika er
bij,
daar-
aan waren ten grondslag gelegd. Behalve het zend-
station
bij
Kootwijk, dat zelf 66k als ontvangstation
zal kunnen werken, is een afzonderlijk ontvangstation
op ongeveer 50 K.M. afstand geprojecteerd, bij Box-meer, in zoodanige richting, dat men dââr tijdens het
seinen te Kootwijk zoowel uit Oost-Indië, uit West-
Indië als uit Amerika zal kunnen ontvangen en zelfs
gelijktijdig van twee verschillende correspondeerende
stations zal kunnen ontvangen. Dat is dus een volle-
dige duplex-inrichting. Daarbij zal ongetwijfeld het
zendstation, evenals in Indië, worden uitgerust ,voor
machinale sne.ltelegrafie, welker toepassing, waar die
mogelijk blijkt, de hoop op een eenmaal loonend bedrijf
nader brengt.
Dat het betrekken ‘van West-Indië in den Neder-
landschen wereldverkeerskring mede ligt binnen het
gezichtsveld, dat door den omvang der geheele onder-
neming wordt geopend, moet wel als vrij zeker worden
verondersteld. Onze West moge zelf in de verste verte
zulk een verkeersader niet voeden, Suriname ligt
daar als een voorpost van het groo’te net van draad-.
boze stations in Zuid-Amerika, dat bezig is zich
steeds uit te breiden.
Eenigszins teleurstellend moet. het misschien wor-
den genoemd, dat in de meeste periodieken, die –
trouwens maar sporadisehe – belangstelling toonden in de wordingsgeschiedenjs van dit groote werk, die
belangstelling zich bijna uitsluitend concentreerde om
de vraag of men niet met iets waarvan beweerd werd,
dat het in Nederland zelf gemaakt had kunnen wor-
den, had kunnen volstaan.
Wat het officieele conimuniqué mededeelt over speciaal daaromtrent ingestelde onderzoekingen –
waardoor de beslissing tussehen twee haakjes zeer is
opgehouden – heeft dezer dagen zelfs aanleiding ge-
geven tot een bepaalde verdachtmaking tegen de
ambtelijke ateliers van dat communiqué. Het was niet
do grootste zijde der zaak, welke daarbij naar voren
werd gekeerd.
Wij mogen hopen, dat voor den grooteren kant de
oogen intusschen meer en meer zullen opengaan.
Den Haag.
J. Coavza.
DE WERELDVOO.RRAJ)EN VAN TARWE.
Nu de vrede werkelijk nabij schijnt, zijn er velen,
die zich bezorgd maken over de voorziening met brood-
graan van het hongerige Europa. Zij vragen zich af
of, indien de blokkade der Centrale Rijken opgeheven
wordt, er niet zooveel vraag voor tarwe zal komen,
dat de voorraden in de exportlanden wel spoedig
geheel zullen verdwijnen. Indien men de cijfers na-
gaaf, die ons hieromtrent ter beschikking staan, blijkt
al spoedig, dat men zich hierover niet bezorgd behoeft
te maken. Het is niet gemakkelijk dienaangaande
accurate cijfers te geven en wij zullen dit
in
dit over-
zicht ook niet trachten te doen, doch slechts zooda-
nige cijfers, die een beeld geven, dat zeker niet gun-
stiger is, dan de werkelijke toestand.
Indien wij in de eerste plaats willen nagaan hoe groot de vraag van Europa zou zijn na den vrede,
staan wij voor een moeilijke taak, want dit
hangt na,uw samen met het vraagstuk der scheeps-
ruimte en
terwijl
het reeds niet gemakkelijk is na te
gaan hoeveel scheepsruimte er in Tiet algemeen be-
schikbaar zal
zijn,
ondoenlijk wordt het berekeningen
op te bouwen omtrent de hoeveelheid ruimte, beschik-
baar voor elk artikel in het
bijzonder.
Met zekerheid
kan men evenwel aannemen, dat
bijna
alle landen zich
nog geruimen tijd vrij aanzienlijke beperkingen in den
aanvoer van de begeerde goederen zullen moeten
opleggen, daar hun de benoodigde schcepsruimte
voor hun uitgebreide behoeften zal ontbreken. Zelfs
al neemt men aan, dat broodgraan boven vrijwel alle
artikelen den voorrang zal hebben, dan zal dit toch
niet beteekenen, dat men hiervan de voile behoèfte zal
laten bevredigen alvorens men met den aanvoer van
andere goederen zal beginnen. Dientengevolge zal bij
een algemeen tekort aan scheepsruimte ook de aan-
voer van tarwe nog niet op zijn maximum kunnen
komen. Neemt men nu aan, dat de aanvoer van tarwe
even groot zal zijn als
hij
v66r den oorlog was, dan
is men zeker, geen te kleine cijfers genomen te heb-
ben voor den te verwachten uitvoer uit de exportian-
den. Weliswaar zal, nu in Frankrijk een uitgestrekt
gebied verwoest is, op grooteren invoer voor dit land
gerekend moeten worden dan v66r den oorlog, terwijl
ook in andere landen de productie minder is geweest,
maar daar staat weer tegenover, dat in Engeland ge-
durende den oorlog de tarweverbouw zoodanig is toege-
nomen, dat de oogst aldaar bijna 1 millioen tons groo-
ter is dan véér den oorlog. –
Eiropa voerde v66r den oorlog ongeveer 280.000
tons tarwe (en meel omgerekend in tarwo) per week in. Indien Europa in 1919 op deze schaal zou invoe-
ren, zou daarvoor totaal noodig zijn 14.560.000 tons tarwe. Waar zijn die te vinden? De landen, die hier-
voor in aanmerking komen, zijn de Vereenigde Staten,
Canada, Argentinië, Britsch-Indië en Australië. Ar-
gentinië en Australië hebben een nieuwen oogst van tarwe in December, zoodat
wij
deze oogsten, waar-
omtrent slechts weinig ramingen te vinden zijn, te
schatten hebben. Hetzelfde geldt omtrent den oogst,
dien de Vereenigde Staten en Canada in Juli/Augustus
zullen hebben. Als
wij
evenwel dezen laatsten oogst er
geheel buiten laten, komen wij tot het resultaat, dat
er in de diverse landen zeker niet minder voor uitvoer beschikbaar zal zijn dan:
Vereenigde Staten ……..4.000.000 tons.
Canada ………………2.500.000
Argentinië …………..4.500.000
Australië …………….7.000.000
Britsch-Indië …………1.000.000
Totaal ……19.000.000 tons.
Dit geeft dus een overschot van ea. 434 millioen
tons, nog te vermeerderen met hetgeen de Vereenigde
Staten en Canada gedurende de tweede helft van het
jaar van hun nieuwe oogsten zullen kunnen uitvoeren.
Aangezien vooral Australië zeer ver van Europa gelegen
is en het vervoer van dat land naar Europa zeer veel
ruimte in beslag zou nemen, zal men zich hoofdzakelijk
willen beperken tot Noord- en Zuid-Amerika, die ge-
makkelijk in staat zijn 11 millioen tons te leveren. De
3Y2 miljoen tous, die men dan tekort zou komen, zou-
den hoogstwaarschijnlijk nog wel ‘van den nieuwen
oogst in de Vereenigde Staten en Canada beschikbaar
komen. In dat geval zouden de Indische •en Austra-
lische voorraden geheel als reserve kunnen dienen,
welke gang van zaken evenwel zeer zeker door Austra-
lië niet gewenscht zou zijn.
Wij hebben hierbij Rusland geheel buiten de bere-
kening gelaten. Dit v66r den oorlog zoo belangrijke
graanexportland zal zich voorloopig nog wel niet vol-
doende kunnen herstellen om
zijn
oude functie te her-
vatten. Zelfs zal men eer met invoer in Rusland reke-
ning moeten houden; zooals de hierboven genoemde
cijfers aantoonen, kan dit evenwel zonder bezwaar ge-
schieden.
Tarwe is niet het eenige broodgraan; in Duitseh
934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 October 1918
land zelfs niet het voornaamste, daar neemt rogge een
veel belangrijker plaats in. De handel in rogge was
vôér den oorlog zeer belangrijk, doch voor het grootste
gedeelte werd Duitsche rogge verhandeld, die uit de
Oostzee-provincies naar West-Duitscliland vervoerd
werd; bovendien betrok het aanzienlijke hoeveelheden
uit Rusland. De opbrengst van rogge is gedurende den
oorlog in de Vereenigde Staten aanzienlijk toegeno-
men en gestegen van ruim 1 millioen tons in 1914
tot bijna 2 millioen tons in 1918. Hiervan is ontegen-
zeglijk een belangrijk gedeelte beschikbaar VOOr
export of voor zoover het gebruikt zal worden in do
Vereenigde Staten zelf zal daardoor een overeenkom-
stige hoeveelheid tarwe vrijkomen.
Maar, zooals bekend, werden ook maïs en gerst reeds
gebruikt voor de broodvoorziening en vooral van
maïs hebben zoowel Noord- als Zuid-Amerika zeer
groote hoeveelheden beschikbaar. Het is evenwel te
hopen en gelukkig ook te verwachten, dat deze soorten
niet voor de broodvoorziening behoeven te dienen,
maar in de eerste plaats voor veevoeder beschikbaar
kunnen
blijven,
want het gebrek daaraan, en dienten-
gevolge aan vleesch, spek, melk, boter, kaas, eieren,
enz., is in de meeste Europeesche landen zeker niet
minder dan dat aan brood.
Dat er voorloopig geen vrees ibehoeft t.e bestaan ‘oor
een tekort aan tarwe wordt in den laatsten tijd ook
door de prijsbeweging bevestigd. In Noord-Amerika is
de tarweprijs vastgesteld, doch de prijs van maïs is
onder indruk van de vredosgeruchten den laatsten tijid
voortdurend teruggeloopen. In Argentinië is de tarwe-
prijs eenigszins gestegen, doch ‘deze stijging bedraagt
nauwelijks 5 pOt. De prijs van maïs is er vrijwel
onveranderd gebleven.
Prof. Koenen geeft in het laatste nummer van dit
tijdschrift in zijn artikel ,,Dreigen ons bij uitbreiding
van den graairbouw gevaren?” als zijn meenin’g te
kennen, dat de graanprijzen nog geruimen tijd hoog
zullen blijven. Hij verwijst daarbij n.ar zijn rede van
September 1917 op het Lanidhuishoudkundig Congres
te Assen. Voor zoover deze meening berust op de
werkelijke uitkomsten der graanoogsten in de verschil-
lende landen van de wereld is het onjuist naar het
najaar van 1917 te verwijzen, aangezien sedert dien
de oogsten zoowel in Noord- als Zuid-Amerika zeer
goed geweest zijn en ook tengevolge van het vermin-derde verbruik in Europa de ‘voorraden, althans in de
expo,tlanden sterk vermeerderd zijn. De prijzen zijn
in de exportlanden ‘dan ook niet hoog, bcha]ve in
Noord-Amerika waar de tarweprijzen door de Regee-
ring zijn vastgesteld, doch waar ten gevolge van den
grooten oogst de boeren hun graan in een zeer snel
tempo aan de markt brengen. Het plan van de Regee-
ring te Washington, dat beoogt een zeer grooten voor-
raad in het land te honden om voor het geval de vol-
gend.e oogst slecht mocht uitvallen, met onvermin-
derde kracht de oorlogvoering te kunnen voortzetten,
zal indien de vrede spoedig komt wel gewijzigd moeten
worden en waarschijnlijk zal de prijs ‘dan ook wel
eenigs’zins moeten dalen.
Hoe de prijzen van tarwe in Europa zullen zijn iii de eerstvolgende jaren, is niet gemakkelijk te voor-
spellen, daar dit voor het grootste gedeelte afhangt
van ide vracht. Waarschijnlijk zal nog geruimen tijd
bv. Plata-tarwe hier ruim tweemaal zoo duur zijn als
in Argentinië, maar naarmate het economisch leven
zijn normalen loop hervat, zal ook de kostprijs van
nieuwe schepen minder buitensporig worden en zullen
dientengevolge ook de vradhten kunnen. dalen. In
hoeverre zoowel de graanprijzen als vracliten zich
boven het niveau van v66r den oorlog zullen blijven
bewegen, is moeilijk te voorspellen. In het algemeen
heeft ‘de afnemenide waarde van ‘het .geld in den loop
der tijden thet prijsniveau van alle artikelen doen
stijgen en deze beweging zal nog wel niet zoo spoedig
tot staan komen. De tegenwoordige ver’hoogingen zijn
evemvel buiten alle proportie en kunnen dan ‘ook
niet geheel op dit verschijnsel teruggevoerd worden.
Wanneer liet tijdstip zal aanbreken, dat de zooveel
verzwakte koopkracht oo’k de vraag naar ‘vrachtruimte
zooveel zal doen verminderen, dat het a.an’bod over-‘
heerschen zal en dus de vrachtprijzen zullen dalen, is
niet te ‘berekenen, maar de ,,Kraoh”, welke ook Prof.
Koenen na ide ,,Hoohoonjunctur” na den vrede ver-
wacht, zai misschien vroeger kome.n dan men alge-
meen vermoedt en
terwijl
de kostprijs van nieuw te
bouwen schepen ‘tengevolge van de hooge bonen zeker
niet lager zal zijn dan v66r den oorlog en ‘deze prijs
ten slotte wel de basis is, waarop ‘de stabiliteit van
den vrachtprij’s gevonden zal worden, beteekent dit
nog niet dat de vrachten niet aanzienlijk en voor ge-
ruimen tijd kunnen dalen tot beneden het
cijfer
waar-
op nieuw te bouwen schepen met voordeel kunnen
geëxploiteerd worden.
W. C.
BOLLE.
DE AARDAPPELVO ORZIENING.
Een medewerker schrijft:
Onder de aan de orde
zijnde
vraagstukken op het
gebied der volksvoeding is op dit oogenblik, nu de
oogst ten einde loopt, dat der aardappelvoorziening
wel een van de meest op den voorgrond tredende.
Drie vragen doen zich daarbij vooral op.
10.
Zijn er genoeg aardappelen?
2°. Welke aardappelen zullen we krijgen?
3
1
. Is het goed gezien, dat gelegenheid wordt ge-
geven tot opslag?
Of er genoeg aardappelen zijn, hangt eensdeels af
van de geoogste hoeveelheid, andei’deels van het ver-
bruik buiten de distributie om. Het met volkomen
juistheid bepalen van de werkelijk geoogste hoeveel-
heid is niet mogelijk. Alle productiecijfers, van ‘welk
gewas ook, zijn ramingscijfers. Dit moet bij de beoor-
deeling wel in het oog worden gehouden.
In de laatste jaren nu kan men den oogst ramen op
pl.m. 40 millioen H.L. Afgaande op de-cijfers inzake
de beteeldë oppervlakte en den stand van den oogst,
zooals die zijn vermeld in het laatste oogstbericht, zal
hij daar dit jaar ook niet ver beneden blijven.
Niet die geheele 40 millioen H.L. zijn echter voor
de consunftie geschikt. Daarvan moeten worden afge-
trokken de poters, het knel en de wegens verschillende
oorzaken – ziekte, rot, enz. – voor de consumtie on-
bruikbare. Men hoort vooral in het Noorden des lands
over de houdbaarheid nogal klagen. De minst houd-
bare aardappelen zullen in de aardappelmeelfabrieken
en de iets betere in de drogerjen worden verwerkt.
Hoeveel dit in totaal zal zijn, is natuurlijk niet te zeg-
gen. Afgaande op het ten vonigen jare in, de aard-appelmeelfabnieken verwerkte kwantum en op de
klachten, die thans over de kvaliteit worden verno-men, zal die totale hoeveelheid voor 1918 zeker op
pl.m. 6 millioen H.L. zijn te ramen.
Deze 6 millioen H.L. af trekkende van de 40 mil-
heen, houdt men 34 millioen H.L. over. Gerekend kan
worden, dat daarvan voor poters, knel en afval 3′
moet worden afgetrokken. Er blijven dus pl.m. 22,6
millioen H.L. over. Bij eene bevolking van 64 mil-
lioen personen boven 1 jaar, zou er per hoofd der-
halve béschikbaar zijn voor het geheele jaar 3,48 H.L.
of pl.m. 244 K.G. Aannemende, dat het consumtie-
jaar loopt van 1 Sept.-1 Juli en dus 300 dagen telt,
zou per hoofd en per week dus kunnen worden ver-
bruikt pim. 5,7 K.G. Het tegenwoordige rantsoen
bedraagt 4 K.G. Het schijnt derhalve, dat dit veilig
zou kunnen worden verhoogd, zonder vrees voor een
tekort, zelfs al trekt ‘men een belangrijk percentage
af voor verlies door rot, bevriezing, inkrimpen enz.
Wie zoo redeneert, begeeft zich echter op een zeer
gevaarlijk pad. Vergeten moet niet worden, dat een
groot deel, wellicht het grootste deel der bevolking,
niet onder de distributie valt. Niet alleen door land-
bouwers, mar door tal van andere personen worden
de voor eigen huishouding noodige aardappels zelf
23 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
935
geteeld. De oogst en daardoor ook het verbruik der
talrijke zeer kleine verbouwers ontsnapt aan elke
contrôle. Zij kunnen niet alleen ovei de zelf geteelde
hoeveelheid beschikken, maar ook nog hun aandeel
van de distributie betrekken. Dit is juist gezien in
zooverre de productie voor eigen gebruik er door
wordt bevorderd. Maar het is niettemin een der oor-
zaken, waardoor elke distributieregeling, gebaseerd op
de geproduceerde hoeveelheid, fiasco maakt.
De grootere verbouwers mogen per hoofd 4 H.L.
behouden. Deze rantsoeneering kan zijn nut hebben
om eenigszins te kunnen vaststellen, hoeveel ieder
aan de Regeering moet afleveren. Voorkomen, dat die
4 H.L. 5 of 6 wordt en dat in de buurt wonende
familieleden en vrienden van de noodige aardappelen
worden voorzien, zal intussehen wel tot de onmogelijk-
lieden behooren, tenzij men te plattelande een waar
schrikbewind ging instellen. In dit verband moeten
eenige opmerkingen worden gemaakt naar aanleiding
van het ingezonden stuk van 0. R. in E.S.B. van
9 Oct. j.l. Het gebruik van de daarin verdedigde on-
geoorloofde machtsmiddelen zou heel wat minder
bedenkelijk zijn, indien zij alleen werden aangewend
tegen personen, die de distributievoorschriften over-
tieden om zich te verrijken en voorts die aanwending
geschiedde met veel wijsheid en tact.
Wat is echter het geval? Een groot aantal, wellicht
verreweg het grootste der gepleegde overtredingen,
geschiedt hetzij uit onkunde, hetzij omdat opvolging
der voorschriften den gang van het bedrijf onmoge-lijk zou maken, hetzij omdat de producent een sterk besef heeft van zijn recht om van het door hem zelf
geproduceerde
zijn
gezin te onderhouden en zijne
familie en vrienden voor tekort te behoeden. Neemt
men daarbij in aanmerking, dat, zooals algemeen be-
kend is,
bij
de uitvoering der Regeeringsmaatregelen
– de goede niet te na gesproken – allerlei elementen
naar voren zijn gekomen, waarvan het optreden, naar
de heer Marchant kôrt geleden zeer juist ppmerkte,
alleen reeds eene beleediging is, voor wie zij hun
gezag laten voelen, dan zal men begrijpen, dat tegen
het gebruik van de ongeoorloofde machtsmiddelen
heel wat meer bezwaren zijn aan te voeren, dan 0. R.
wil doen voorkomen.
Wat hiervan verder ook zij, zooals de menschen en
toestanden nu eenmaal zijn, heeft men aan de kennis
van de hoeveelheid aardappelen, die is geoogst, als
grondslag voor de rantsoeneering betrekkelijk weinig.
Wat men zou moeten weten, om eene goede distri-
butie mogelijk te maken, is:
1
0
. hoeveel aardappelen er voor de distributie be-
schikbaar zijn en
2
0
hoeveel personen onder de distributie vallen.
Het eerste is zeer moeilijk. Men heeft vermoedelijk
nog het meest aan de opgaven inzake de beteelde
oppervlakte en de vermoedelijke opbrengst, welke door
de Regeeringscommissarissen zijn verzameld.
Wat het aantal onder de distributie vallende per-
sonen betreft, zou men eenig houvast hebben aan de gegevens van het voorgaande jaar, ware het niet, dat
toen in September nog zeer veel aardappelen zijn
opgeslagen buiten de distributie om.
Alles wel beschouwd is het dus geraden, met de
aardappeldistributie niet te hard van wal te steken.
Naarmate het seizoen vordert, kan men over de be-
schikbare hoeveelheden beter oordeelen en het is altijd
beter het rantsoen in het laatst van het seizoen te
kunnen verhoogen, dan het te moeten verlagen.
Thans komen wij tot de tweede vraag: welke aard-
appelen zullen wij eten? Zullen de gedistribueerde
aardappelen weer voor een overwegend deel bestaan
uit veenaardappelen? De vraag is herhaaldelijk ge-
steld, hoe het toch komt, dat, terwijl vôôr den oorlog
hier nagenoeg geen veenaardappelen werden gegeten,
in de oorlogsjaren deze bij de distributie tot dusver
eene overwegende rol speelden.
Daarvoor zijn verschillende oorzaken. In mijne be-
schouwingen over het me]kvraagstuk in het No. van
2 October, heb ik er op gewezen, dat het tekort aan
melk vooral komt ten laste van de stedelijke bevolking.
Dit geldt wellicht nog in meerdere mate voor de aard-
appelen. Het tekort; nu, dat door vermeerderd ver-
bruik is ontstaan, moet worden aangevuld door de
voorheen voor de aardappelmeelfabricage of den
export gebruikte veenaardappelen. Deze moeten echter
hoofdzakelijk worden gegeten door hen, die door de
distributie moeten worden voorzien. Dat dit slechts
een betrekkelijk klein deel van het Nederlandsc]ie
volk is, blijkt daaruit, dat, terwijl het totaal verbruik
hier te lande ruim 22 millioen H.L. is, in 1917 ver-den gedistribueerd pl.m. 10 miflioen H.L.
Nu is, naar het mij voorkomt, het verbruik der
veenaardappelen door een beperkt deel der bevolking
bevorderd door de omstandigheid, dat men eerst de
veenaardappelen ging gebruiken en de kleiaardappelen
iii reserve wilde houden. ])it geschiedde met het oog
op de geringere houdbaarheid der veenaardappelen.
Gevraagd mag echter worden, of door het vele ge-
praat over die geringe houdbaarheid, zich niet lang-
zamerhand daaromtrent eene meening heeft vastgezet,
die met de
werkelijkheid
geenszins klopt.
Voörts spreekt het van zelf, dat naarmate de klei-
aardappelen langer in het bezit der verbouwers blij-
ven, er meer op geheimzinnige
wijze
verdwijnen, hetzij
dat zij worden vervoederd, hetzij dat zij klandestien
worden verkocht. Het eind van de geschiedenis is
dan ook zoowel in 1916 als in 1917 geweest, dat, toen
men aan de kleiaardappelen dacht te beginnen, ze
grootendeels verdwenen waren en men, ondanks
hunne beweerde geringe houdbaarheid, toch tot aan
het laatst van het seizoen veenaardappelen moest eten.
Zooals bekend is, heeft de tegenwoordige Minister van Landbouw op het punt der aardappelvoorziening
andere plannen, dan in voorgaande jaren werden
gevolgd.
In de eerste plaats zal iedere streek zooveel moge-
lijk worden voorzien uit eigen gebied. Dit zal ten
gevolge hebben, dat het aardappelvervoer veel minder
hooge eisohen zal stellen aan de transportmiddelen.
Vervoer zal alleen noodig zijn voor een deel der be-
hoefte van de groote verbruikscentra, speciaal der
groote Hollandsche steden. Deze zullen voor een aan-
zienlijk deel moeten worden voorzien uit de streken,
waar aardappelen over zijn, de Veenkoloniën, Noorde-
lijk Friesland, Zeeland, de Zuid-Hollandsche eilanden,
de Betuwe en Limburg.
In de tweede plaats zal aan particulieren gelegen-
heid worden gegeven tot opslag van eene beperkte
hoeveelheid, terwijl voor hen, die daartoe niet gezind
of in staat zijn, de gemeenten zullen opslaan. Het
gevolg daarvan zal zijn, dat in den herfst een grooter
deel der aardappelen komt in het bezit der verbrui-
kers of althans van de gemeenten, waar de verbruikers
wonen.
Hieraan zijn verschillende voordeelen verbonden.
In de eerste plaats zal men door strenge vorst niet van aardappelen verstoken kunnen worden.
Voorts zal er veel minder gelegenheid zijn om de kleiaardappelen op allerlei geheimzinnige wijzen te
doen verdwijnen. Het gevolg zal daarvan ongetwijfeld
zijn, dat men in de groote steden veel meer kleiaard-
appelen zal krijgen dan in vorige jaren het geval
was.
Gedupeerd zullen tot zekere hoogte worden de stre-
ken, waar de veenaardappelen worden verbouwd. Daar
zullen geen kleiaardappelen worden gedistribueerd.
Twee bezwaren w’orden tegen het opslaan aange-
r
o
e
r
d. In de eerste plaats, dat de transportmiddelcn
niet voldoendè zullen zijn, om ten behoeve van ‘den
opslag groote hoeveelheden v66r den winter naar de
verbruikscentra te brengen.
Dit bezwaar zou inderdaad bestaan, indien niet
door de omstandigheid, dat elke streek zich zooveel
mogelijk zelf moet voorzien en dus een eind wordt
936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 October 1918
gemaakt aan het doelloos heen en weer zenden der
aardappelen, een groot deel der in de voorgaande ja-
ren noodige transportgelegnheid vrij kwam.
Voorts wordt gevreesd, dat de verbruikers, daartoe
door de schaarschte van andere voedingsmiddelen ge-
dwongen, de opgeslagen hoeveelheid te vroeg zullen
hebben opgeteerd. Die vrees is inderdaad niet onge-
grond en het verdient aanbeveling, dat de gemeente-
besturen, die hiervoor vreezen, de voor opslag be-
stemde aardappelen zelf bewaren. De voordeelen van
het opslaan blijven daardoor bestaan.
DE RIJKSMIDDELEN.
In dit nummer treft men aan het maandelijksch
overzicht met bijlage, van de opbrengst der Rijks-
middelen over de eerste negen maanden van het loo-
pende jaar, vergeleken met de overeenkomstige cijfers
van het vorig jaar.
De Oorlogswinst- en Verdedigingsbelastingen
brachten tot dusver in totaal op een bedrag van
f
397.139.471, waarvan
f
299.647.481 op rekening
komt van eerstgenoemde heffing. Met inbegrip van
de opcenten ten behoeve van het Leeningfonds –
behalve die op den suikeraccijns, welke geen verzwa-
ring van belastingdruk medebrachten – is derhalve
een totaal van
f
489.192.404 ontvangen uit belasting-
heffing, welke haren grond vindt in de buitengewone
omstandigheden.
De overige middelen brachten in de afgeloopen
maand
f
21.074.592 op, tegen
f
16.925.515 in Sep-
tember 1917 en vertoonen mitsdien een
stijging
van
f
4.149.077.
Hierbij dient de
–
invloed der nieuwe belastinghef-
fing in aanmerking te worden genomen. In de eerste
plaats werden ingevolge de wet van 28 April 1917
(Staatsbiad No. 316) op de Inkomstenbelasting, voor
zooveel de
natuurlijke
personen betreft en op de Ver-
mogensbelasting over het belastingjaar 1917/1918 tien
opcenten geheven. Uit dien hoofde werd in Septem-
ber 1918 een som van
f
331.416 ontvangen. Hierbij
komt de verhooging der successierechten, terwijl de
overige nieuwe heffingen ook in September 1917
haren invloed reeds deden gelden.
In de voorlaatste millioenen-nota werd uit de wijzi-‘
ging der wet op de successie-belasting een meerdere
opbrengst over het geheele jaar 1918 verwacht van
rond
f
7.500.000. Voor één maand zou dit eene stij-,
ging beteekenen van ongeveer
f
625.000.
In totaal zou derhalve uit nieuwe belastingheffing
ruim
f
955.000 kunnen worden verklaard.
Afgezien van de nieuwe belastingheffing, zou de
opbrengst der middelen dus eene stijging van om-
streeks
f
3.195.000 hebben vertoond.
Deze vooruitgang is voornamelijk te danken aan
het ruim vloeien van de personeele en inkomstenbe-
lasting, van den suikeraccijns en van de registratie-
en successierechten.
Daartegenover staat een achteruitgang in opbrengst
van den accijns op gedistilleerd, van dien op bier en
geslacht, van de rechten op den invoer en van de ver-
mogensbelasting.
Gelijk reeds meermalen werd betoogd, zal de achter.
uitgang in opbrengst der accijnzen, op gedistilleerd en
1
geslacht en van de rechten op den invoer als gevolg
van den stilstand der graanaanvoeren, van het vleesch-
gebrek en van de belemmering van den internationa-
len handel aanhouden, zoolang de buitengewone om-
standigheden voortduren.
De stijging van de opbrengst van den suikeraccijns
hangt samen met het sterk toegenomen verbruik van
suiker, suikerhoudende of met suikerverbruik gepaard
gaande spijzen en houdt verband met het tekort aan
andere voedingsmiddelen.
De sterke stijging in de opbrengst der registratie-
rechten is vermoedelijk het gevolg van de zeer talrijke
overdrachten van onroerend goed en de sterke prijs-
stijging zoowel van gebouwde als van ongebouwde on-roerende goederen.
Vergelijkt men ten slotte de ontvangsten in de
eerste negen maanden van 1918 met die van het over-
eenkomstig tijdvak van 1913, toen de oorlog zijn in-
vloed nog niet deed gelden, dan vindt men, met toe-
passing van de gebruikelijke correcties
1)
en met ter-
zijdestelling, voor zoover mogelijk, van den invloed
der nieuwe belastingheffing
2)
de volgende cijfers: (
Tijdvak Januari t/m. September 1918
f
130.422.635
1913,, 110.816.277
Verschil …………
f
19.606.358
Deze stijging bedraagt 17,69 pOt. of, per jaar gere-
kend, 3,54 pOt. Deze percentages dalen tot 14,11 en
2,82, indien cle opbrengst der wisselvallige successie-
rechten in beide tijdvakken buiten rekening wordt
gelaten. Het zooeven bedoelde verschil daalt dan tot
f
13.965.930.
De door deze percentages tot uitdrukking gebrachte
stijging zijn, op zichzelf beschouwd, niet ‘ongunstig.
AANTEEKENINGEN.
Suiker prijzen. – 1)r.
H.
0. Prinsen Geerligs
geeft in de Indische Mercuur het volgende verge-
lijkende overzicht der suikerprijzen op 1 October in
de voornaamste productie- en consumptielanden, in-
clusief alle
accijnzen
en rechten, terwijl de omrekening
der vreemde munt volgens goudpariteit heeft plaats
gehad:
per 100 K.G.
Java ……….
7,75 gulden per picol
f
12,55
Denemarken….
55
kronen per 100 K.G. ,,
36,67
Cuba ……….
7,25
ct. per ib.
39,85
V’ereen. Staten..
7,50
ct. per lb.
41,22
Duitschiand….
36
mark per
50
K.G.,,
42,67
Zweden ……..
74
kronen per
100
K.G.
49,33
Nederland……
51,50
gulden per
100
K.G. ,,
51,50
Zwitserland….
112
franca per
100
K.G. ,,
53,76
Groot-Brittannië
5719
Sh. per cwt.
,,
68,83
Polen’) ……..
120
mark per
100
K.G.
71,11
Noorwegen …
110
kronen per
100
K.G.
73.35
Spanje ……..
155
peset.as per
100
K.G.
74,40
Oostenrijk……
149
kronen per
100
K.G. ,,
74,50
Frankrijk ……
173
francs per
100
K.G.
83,04
Hongarije ……
212
kronen per
100
K.G. ,,
106,00
Italië ……….
225
lire per
100 K.G.
108,00
België ……..
286 francs per
100
K.G.
137,28
Oekraine ……
72
roebel per poed
562,00
Turkije ……..
300
piaster per oka
2625,00
‘) Hierbij moet ongetwijfeld nog het bedrag van een of
andere belasting worden geteld, want volgens hetzelfde
bericht, waaraan wij deze opgave ontieenen, wordt de detail-
prijs in Polen gesteld op
2,80
mark per K.G. of
f
1,66.
De Federcsl Reserve Board en de heer
W a
r b u r g.
– Op 9 Augustus j.l. verliep de eerste
vierjarige termijn gedurende welken Paul M. War-
burg het lidmaatschap, en al spoedig na zijn benoe-
ming het vice-presidentschap, van den Federal Re-
serve Board had bekleed.
De heer Warburg heeft zoowel in de jaren van
voorbereiding als na de inwerkingtreding van het
stelsel een rol van beteekenis gespeeld. Het denkbeeld
om, naar Europeesch beginsel, naast het goud den ge-
disconteerden wissel als grondslag voor bankbiljetten-
emissie te aanvaarden en aldus zoowel aan het circu-
latiewezen de noodige elasticiteit, als aan het bedi-ijfs-
1)
Uitschakeling van hetgeen de Rijksinkomstenbelasting in
1918
meer opbracht dan de Bedrijfsbelasting in
1913,
na
aftrek van de mindere opbrengst uit de gewijzigde Vermo-
gensbelasting en toevoeging aan de cijfers van 1918
van dat
deel van de opbrengst van den suikeraccijus, dat in
1913
aan de algemeene middelen, doch in
1918 aan het Leening-
onds
1914
ten goede kwam.
‘) Uit de nieuwe zegel- en registratierechten, de wetten
betreffende den bieraccijns, het statistiekrecht en het recht
van successie werd voor
1918
een meerdere bate van
117.150.000
verwacht.
23 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
937
leven een bruikbaar credietinstrument te geven,
is
in
de jaren voor 1913 voortdurend door hem gepropa-
geerd. Een reeks artikelen van zijn hand zijn in 1914
in de Proceedings van de New Yorksche Academy
of Political Science door den hoogleeraar Seligman
onder den titel ,,Essays on Banking Reform in the
United States” bijeengebracht. In de inleiding wordt
de beteekenis van den arbeid des heeren Warburg
uiteengezet.
De heer Warburg heeft thans gemeend zich uit hoofde
van
zijn
Duitschen afkomst voor herbenoeming niet
beschikbaar te moeten stellen. Op 27 Mei heeft
hij zich in verband hiermede tot den president ge-
richt, die
op
den dag waarop de eerste termijn afliep
geantwoord heeft. Het is wellicht niet oneigenaardig
van beide brieven in originali kennis te nemen.
Schrijven van den heer Warb-urg:
Washington, May 27 1918.
M
•
ij Dear Mr. President:
On Aug.
9
my four-year term of
office as a niember of the Federal Reserve Board will expire.
1 do not know whether or not, under the constant burden
of grave and pressing decisions, yciu have reached the point
where you wish to deal with the question of naming my
successor, or whether or not you contemplate to have me
continue in this work. Nor would 1 presume to broach this
question were it not that 1 feIt that, in consequence of
recent occurrences, it has become one of policy rather than
of personalities.
Certain persons have started an agitation to the effect
that a naturalized citizen of German birth, having near
relatives prominent in German public life, should not be
per mitted to hold a position of great trust in the service
of the United States. (1 have two brothers in Germany who
are bankers. They naturally now serve their country to the utmost of their ability, as 1 serve mme.)
1 believe that the number of men who urge this point of view’ is small at this time. They probably have not a proper appre-
ciation of the sanctity of the oath of allegiance or of the
oath of office. As for myself, 1 did not take them lightly.
1 waited ten years before determining upon my action, and
1 did not swear that ,,I absolutely and entirely renounce
and abjure all allegiance and fidelity to any foreign poten-
tate, and particularly to Wilhelm II., Emperor of Germany,”
&c., until 1 was quite certain that 1 was willing and anxious
to east my lot unqualifiedly and without reserve with the
country of my acloption and to defend its aims and its
ideals.
Thése are sad times. For all of us they bring sad duties,
doubly hard, indeed, for men of. my
extraction. But, though,
as in the Civil War, brother must fight brother, each
must follow the straight path of duty, and in this spirit 1
have endeavored to serve during the four years that it has hten my privilege to be a znember of the Federal Reserve
Board.
1 have no doubt that all fair-minded and reasonable men
would consider it nothing short of a national disgrace if this
country, of all countries, should condone or indorse the
attitucle of those who would permit the American of German
birth to give his all, but would not trust him as unreser-
vedly and as wholeheartedly as he, for his part, serves the country of his adoption. Unfortunately, however, in times
of war, we may not always count upon faik reasoning. It
is only too natural that, as our casualty lists grow, bitter-
ness and uiidiscriminating suspicion will assert themselves
in the hearts of increasing nuinbers—even though these
iists will continue to show their full proportion of German
names.
Much to my regret, Mr. President, it has become increas-
ii&gly evident that should you choose to renominate me,
this might precipitate a harmful fight which, in the
interest of the country, 1 wish to do anything in my power
to avoid and which, even though resulting in my confir-mation, would be likely to leave an element of irritation
in the minds of many whose anxieties and suf ferings may
justify their intense feelings. On the other hand, if for
reasons of your own, you should decide not to• renominate
me it is likely to be construed by inany as an acceptance by you of a point of view which 1 am certain you would
not wish to sauction. In these circumstances, 1 deem it my
duty to state to you myself that it is my firm belief that
the interest of the country will best be served if my name
ho not considered by you in this connection.
1 am frank to admit that 1 have reached this conciusion
with the deepest regret, both on account of its cause and
its effect. 1 have considered it the greatest privilege to
serve my country at this time, and 1 do not abandon
lightly a work, half done, in which 1 am deeply and genuinely
interested. But iny continuation in office under present
conditions night make the Board a target of constant
attack by unserupulous or unreasoning people, and my
concern to save any embarssmeut to you and to the
Board in the accomplishment of its work would make it
difficult for me to conserve that independence of mmd and
‘freedom of action without which nobody can do justice to
himself or his of fice.
In writing you this letter 1 have been. prompted solely by
my sincere conviction that the national welfare must be
our only concern. Whatever you may decide to be best for
the country will determine my future course. We are at
war, and 1 remain at your orders.
May your patience and courage be rewarded, and may it
be given to you to lead our country to victory and peace.
Respeetfully and faithfully yours,
PAUL M. WARBURG.
The President, the White ilouse, Washington.
Schrijven van den President:
The White Heuse, Washington, Aug. 9 1918.
My Dear Mr. Warburg: 1
hope that my delay in replying
to your letter concerning your retirement from the Federal
• Reserve Board has not given you an impression of indiffe-
rence
011
my part or any lack of appreciation of the fine
personal and patriotic feeling which made that letter one
of the most admirable and gratifying 1 have received duriug
these troubled times. 1 have delayed ouly because 1 was
hoping that the Secretary of the Treasury would be here to
join me in expressing the confidence we both feel, alike in
your great ability and in your unselfish devotion to the
public interest.
Your retirement from the Board is a serious loss to the
public service. 1 consent to it only because 1 read between
the lines of your genereus letter that you will yourself feel
more at ease if you are left free to serve in other ways:
1 know that your coileagues on the Board have not only
enjoyed their association with you,but have also feit that your
counsel has been indispensable in these first formative years
of the new system which has served at the most critical
period of the nation’s financial history to steady and assure
every financial process, and that their regret is as great as my own that it is in your judgment best now for you
to turn to ‘other methods of service. You carry with you
in your retirement from this woik to which you have added
distinction, dear Mr. Warburg, my sincere friendship,
admiration, and confidence, and, 1 need not add, my
cordial goed wishes. Cordially and sincerely yours
WOODROW WILSON.
Hou. Paul M. Warburg, Fedei-al Reserve Board.
Indexcijfers van het levenson-
derhoud in. Frankrijk.
– De ,,Statistique
générale de la France” heeft
bij
de burgemeesters aan-
vragen gedaan aangaande de prijzen der eerste levens-
Middelen in den kleinhandel gedurende de oorlogs-jaren. Tot alle Fransche steden, voor zoover zij niet
binnen het bezette gebied liggen, niet meer dan 10.000
inwoners, heeft ‘het onderzoek zich uitgestrekt. De
prijzen, die verzameld zijn, hebben betrekking
op
een
30-tal artikelen behoorende tot de voeding, verlichting
en ‘de verwarming en zijn degenen, die
op
de openbare
markten voor gemiddelde hoeveelheden in den klein-
handel golden. Van de gegevens zijn indexcijfers be-
rekend uit de 13 belangrijkste artikelen, terwijl aan
de onderscheidene producten waarde-coëfficienten
werden toegekend in den vorm van een soorteljk
kwantum, waarvoor de geldende eenheidsprijzen wer-
den berekend. Bij de bepaling van deze hoeveelheden
nam men ten grondslag het gewicht daaraan jaarlijks
door een arbeidersgezin van 4 personen verbruikt. De
hoeveelheden zijn de volgende:
brood……700 K.G.
aardappelen 250 K.G.
vleesch …. 200 K.G.
boonen …. 30 K.G.
spek ……20 K.G.
suiker …. 20 K.G.
boter ……20 K.G.
spijsolie…. 10 L.
eieren …. 20 doz.
petroleum.. 30 L.
melk ……300 L.
ged. alcohol 10 L.
kaas ……20 K.G.
Teneinde een beter overzicht te krijgen, heeft men het
938
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 October 1918
indexeijfer afzonderlijk voor geheel Frankrijk en voor
de steden berekend, die gelegen zijn in de gebieden:
Noord, Oost, Zuid-Oost, Zuid, West. Hier volgt het
staatje der gevonden cijfers.
Frank-
Zuid-
rijk Noord Oost Oost
Zuid
West
le kv. 1911…. 1.014 1.059 1.002 1.003 1.015
993
le
1913..:. 1.020 1.043
989 1.036 1.038
985
3e .. 1914
1.004 1.089
988 1.018
988
9424
le
1915….
1.105
1.160
1.106 1.115 1.090
1.066
3e
1915..
1.235
1.279 1.205 1.231 1.261
1.1971
le
,,
1916..
.
1.336
1.415
1.276
1.327 1.388 1.270
2e
,,
1916..
1.379 1.450
1.311 1.394 1.403
1.308′
3e
1916..
1.420
1.461
1.379
1.436 1.456 1.363:
4e
1916..
.
1.466
1.534 1.437
1.465
1
1.406
le
,,
1917..
1.547
1.641
1.497 1.554
1.579
1.457.
2e
1917..
.
1.717 1.870 1.685
1.721 1.732 1.585
3e
,,
1917..
1.845
1.944 1.765
1.936 1.861
1.699′
4e
,,
1917..
2.008 2.083 1.920
2.104
2.001
1.888
le
,,
1918….
2.120
2.181
2.011
2.234
2.160
1.973
Uit deze cijfers blijkt dus dat het gemiddelde index-1
cijfer voor geheel Frankrijk in het derde kwartaal van
1914,
d.w.z.
aan den aanvang van den ooziog, iets ge-
daald was ‘vergeleken met voorafgaande periodes.
1
Vergelijkt men het indexcijfer yan het eerste kwartaal
van
1917
met dat van de overeènkomstige periode van•
1.914
dan vindt men een stijging van 55 pOt. Voor het’
eerste kwartaal van
1918
bedraagt deze stijging 112,
pCt. Voor de laatst geregistreerde periode staan de
hoogste cijfers
te boek voor de groepen Zuid-Oost en,
Zuid, de laagste voor het Westen en het Oosten.
De stad Parijs is in deze berekening niet begrepen,’
locale omstandigheden verschaften daartoe te groote
moeilijkheden. Daarom is voor de hoofdstad een afzon-!
derlijk indexcijfer berekend,’ hetgeen geheel volgens
dezelfde methode is samengesteld, afgaande op prijs-
eenheden verschaft door een coöperatie. In het onder-
staande tabelletje vindt men het resultaat. –
+
Index
0/
Index
0
/0
Juli …. 1914 1.075 –
October.. 1916 1.451 38
Januari.. 1915 1.295 22
Januari.. 1917 1.491 39
April….
1915 1.230 16 .
April . ..
1917 1.577 471
Juli .. . .
1915 1.288 22
Juli . . . .
1917 1.971 831
October.. 1915 1.266 20
October. . 1917 1.982 84
Januari.. 1916 1.439 37
Januari.. 1918 2.056 91
April…. 1916 1.423 35
April…. 1918 2.345 118
Juli ….
1916 1.387 32
Vooral trekt de aandacht, dat het indexcijfer, voori
Parijs, ofschoon het beschouwd moet worden als een’
rninimumcijfer, hooger is dan het gegeven voor geheel
Frankrijk of voor één der gewesten aangegeven is.
Sedert het begin der vijandeljkheden tot April
1918
bedroeg de stijging van het indexcijfer 112 pOt., voor
Parijs daarentegen
118
pOt. Door de exodus uit dei
overweldigde gewesten en ook doordat tal van lieden;
Parijs verlieten, zijn de kosten van -het levensonder-,
houd in enkele streken van het Westen, Zuid-Westen
en het Zuid-Oosten zonder twijfel sedert gestegen
4
boven die, welke in de hoofdstad gelden. Op den’
dorpel van den
vijfden
oorlogswinter – aldus het rap-.
port – en in het vooruitzicht van een slechten aard-.
appeloogst, moet een algemeene prijsstijging nog biji
voortduring verwacht worden.
BOEKAANKONDIGING.
Grotius, Aruaire irter,tsoiuz,l p
our
!
l’an’aée
1917.
La Haye, Martinus,
Njhoff,
1918.
Het
vijfde
deel van het Jaarboek Grotius is dezer
,
dagen verschenen; een flink boekwerk,
386
pagina’s
groot. Er is tegenwoordig wel stof voor een dergelijk,
werk!
Het eerste openslaan doet al ddeljk buitengewoon1
sympathiek aan: het boek begint met een uitmuntend
portret
•
ten voeten uit van den afgetreden Minister
van Buitenlandsche Zaken Jhr. Dr. J. Loudon; aant
dat portret is bijgevoegd een kort bijschrift over-twee;
bladzijden van de meest bevoegde hand, aan welke
men deze taak had kunnen toevertrouwen, die helaas
reeds verstijfd is. Mr. W. H. de Beaufort, dien men
den nestor van onze diplomaten zou kunnen noemen,
heeft in enkele, zooals altijd keurig gekozen woorden,
de verdiensten van ‘Dr. Loudon geschetst; het was
zijne laatste publicatie, immers enkele dagen na in-
zending van dit stuk was hij reeds overleden. Deze
hulde, op zich zelve stellig verdiend, moet voor onzen
pas afgetreden Minister van Buitenlandsche Zaken
een van de schoonste uitingen van erkenning van .zijn
werk zijn: een zoo waardeerend consilium abeundi
van den grijzen, hoogstaanden historicus en staats-
man zal voor den zooveel jongeren Dr. Loudon een
van de schoonste herinneringen aan zijn veelbewogen
Ministersloopbaan zijn.
Professor G. Bruins geeft een eerste deel van een
overzicht over de belangrijkste crisismaatregelen in
ons land op economisch en financieel gebied geduren-
de den oorlog; dit artikel zal in een volgenden jaar-
gang worden voortgezet. Prof. Bruins geeft een ‘be-
knopt overzicht van de belangrijkste wetten, besluiten
en regelingen, door den oorlogstoestand in het leven
geroepen; hij brengt ons weder in herinnering de
eerste fel bewogen dagen in Augustus
1914.
Wat ver
ligt dat al weder achter ons! Zijn artikel- is kort,
in aanmerking genomen het vele, dat daarin behan-
deld wordt, zakelijk en duidelijk. Alleen jammer, dat
de vertaling in het Frausch zoo stroef loopt; het is
misschien wel
moeilijk
om een zoo fragmentarisch
onderwerp in goed Fransch over te zetten, maar door
dergelijke taal zal het artikel van Prof. Bruins in den
vreemde niet de waardeering ondervinden, welke het
op zich zelf zou verdienen. Dit overzicht zal zeer
nuttig kunnen zijn om uit dien tijd snel iets na te
slaan.
Een omvangrijk artikel van Dr. J. H.W.Verzijl volgt
daarop, over de Jurisprudentie bij de prijsgerechten
in het volkenrecht. Dr. Verzijl begint met zeer
duidelijk het verschillend standpunt uiteen te zetten
van den rechter in den Engelschen Prizecourt en in
de Duitsche Prisengerichte. De Engelschman begint
met aan het volkenrecht alle eer toe te kennen en
wil dit toepassen, zoolang zijne national law niet
daarmede in strijd komt; de Duitscher is v66r alles
onderworpen aan zijn eigen wetgeving, vooral de
nieuwe, tijdens den oorlog ontstaan zijnde, waar-
onder ook de besluiten van de Keizerlijke regeering.
Waar echter ook de Engelsche wetgever zeer arbitraire
wetten gemaakt heeft,
blijft
er ten slotte bij beiden
niet veel van het volkenrecht over. Tal van schepen-
procedures worden door Dr. Verzijl geanalyseerd.
De Leidsche hoogleeraar Prof. Jhr. W. J. M. van
Eysinga geeft een belangwekkend overzicht van de
voornaamste feiten op internationaal juridisch ge-
bied. Hij begint met te herinneren aan de oprichting
van de 1.1.1., het Institut Intermédiaire Interna-
ti’onal, gevestigd in Den Haag, naast het Vredes-
paleis, en bestemd om te worden een medewerker
vs.n -het Vredespaleis, als een soort bureau voor infor-
matiën van wetenschappelijken aard op juridisch,
economisch of volkenrechtelijk gebied; als het ware
eene levendmaking van de prachtbibliotheek van het
Vredespaleis, die onnoemelijke schatten van weten-schap bevat, maar uit zich zelve natuurlijk deze niet
bekend maakt. Het I.I.I. moet daarnaast komen als
de levende gids, die nationaal en internationaal den
weg wijst in al die opgestapelde wetenschap
–
aan ieder,
die komt, aankloppen om inlichtingen, alwaar hij
arbitrale uitspraken, vonnissen van prjsgerechten,
wettelijke regelingen, enz., enz., kan vinden. Aan het
einde van het Jaarboek is nog een volledig overzicht
van het 1.1.1. opgenomen, met vermelding van alle
namen van stichters, bestuursleden, enz.
‘) [De belangstellende lezer zij herinnerd aan de bijdrage
en aanteekening ter zake in
No.
107.
Red.]
23 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
939
Prof. Van Eysinga behandelt nog een groot aantal
andere feiten van internationale hcteekenis, torpe-
deering, interneering van schepen, bewapening van
handelsschepen, de Rijn-Scheldequaestie. Zeer belang-
wekkend is o.a. eene opsomming, welke Nederland-
sehe diplomatieke of consulaire vertegenwoordigers dc
waarneming van de belangen van vijandelijke rijken
in de diverse oorlogvoerende landen op zich genomen
hebben; als het ware een adresboek voor tijdelijke
liulpgezanten; wij kunnen daaruit zien tot hoe vele
waarnemingen van vreemde belangen Nederland in
dezen tijd geroepen werd. Als annexen worden hierbij
gevoegd: het economisch verdrag met Duitschiand
van 6 October 1.917, over levering van goederen
(kolen, ijzer); en de regeling, onder leiding van Ne-
derland gesloten tusschen Engeland en Duitschiand
over de uitwisseling en interneering van krijgsge-
vangenen.
Dr. Van der Flier
eindelijk
geeft een overzicht
van de Nederlandsche jurisprudentie op het punt van
internationaal privaatrecht, persoonlijken staat, huwe-
lijkszaken, contracten, enz.
Als bijlagen komen dan een zeer groot aantal uit-spraken van prijsgerechten, waarin
wij
vele namen
van schepen tegenkomen, die door hun treurig lot
eene algemeene bekendheid gekregen hebben.
Tot slot eene lijst van leden van het Permanente
1-lof van Arbitrage en eene lijst van een 25-tal ,,insti-
tutions internationales”, in Nederland opgericht, be-trekking hebbende op arbitrage, statistiek, vrouwen-
kiesrecht, vredesbeweging, enz.
Grotius is een nuttig boek, en de uitgave is ver-
zorgd. Echter éôn opmerking: zou het niet vroeger
in het jaar kunnen uitkomen? Het loopt over het
jaar 1917, en 1918 is bijna weder voorbij. De actuali-
teit verliest natuurlijk veel door die late verschijning,
vooral in een tijd, waarin de gebeurtenissen elkander
zoo snel opvolgen.
G.
VISSERING.
J. 0. Molle?na. De Ontwiklcelin.g van
het Eiland Billiton en van de Billiton-
Maatschappij,
met 1 kaart en 44 af-
beeldingen. ‘s-Gravenhage, Martinus
Nyhoff, 1918, 170 blz.
Volgens de inleiding is met dit werkje bedoeld eene
handleiding te geven voor nieuw bij de Billiton-
Maatschappij in dienst tredend personeel, dit wegwijs
to maken in al de regelingen en werkwijzen en dit
buitendien liefde tot de Maatschappij in te prenten
door het er op te wijzen hoe slechts door de toewijding
en •den ijver van het personeel de Maatschappij het
stan.dpunt •heeft kunnen bereiken, waarop zij tharrs
terecht trotsch kan zijn.
In het eerste hoofdstuk worden behandeld de
geografische en geologische geaardheid van het
eiland, de fauna en de flora daarvan en de oorspron-
kelijke bewoners, v66rdat door den groei der Billiton-
Maatschappij de Ohineesche koeliebevolking de over-
hand kreeg.
In de volgende hoofdstukken wordt veel wetens-
vaardigs medegedeeld omtrent de wordingegeschiede-
uis der Billiton-Maatschappij, en der werkwijzen,
gevolgd bij het ontginnen der tinerts-vindplaatsen.
Zoowel de koelit-ontginningen als de kollongmijnen
worden behandeld. Vooral verdient deaandacht het-
geen medegedeeld wordt omtrent het voorkomen van
het tinerts in aders en de ontginning daarvan. Deze
aders toch verzekeren de toekomst der ontginning,
clie eenigen tijd geleden zich duister liet aanzien, toen
het bleek, dat de alluviale vindplaatsen uitgeput raak-
ten.
Het zeer belangrijke koelie-vraagstuk wordt op uit-
nemende wijze behandeld, waarbij de schrijver blijk
geeft geheel op de hoogte te zijn van de vele moeilijk-
heden, hierbij ondervonden en van de wijze, waarop
men die te boven is gekomen.
Na het lezen van dit belangrijke werkje gevoelt men
met den schrijver de teleurstelling, welke niet alleen
de Directie, maar het geheele personeel moet getrof-
fen hebben, toen door het afstemmen van het ontwerp-
contract tot verlenging der concessie aan de Maat-
schappij feitelijk belet werd uitvoering te geven aan
hare schoone toekomstplannen, n.l. het in ontginning
brengen der tinerts-aders door middel van diepbouw.
Daartoe moesten groote kapitalen worden aangewend,
waartoe de Directie zich niet gerechtigd achtte met
eene binnen weinige jaren afloopende concessie. Men
zal zich nu moeten blijven beperken tot het verder
uitputten der alluviale afzettingen.
TH. DELPRAT.
Tot een bundel van 67 pagina’s verzameld, ontvin-
gen wij een aantal economische schetsen – waarbij
o.m. te noemen is eene over de ontwikkeling der
concentratie van het bankwezen in Nederland – van
de hand van den heer
P. M. Visinans,
die in ,,De
Maasbode” verschenen waren. De brochure draagt tot
titel Economische Beschouwingen en werd
uitgegeven door C. Al. van Dongen, Rotterdam.
INGEZONDEN STUKKEN.
ONZE STAATSLEENINGEN.
Nu een wetsontwerp voor een niemve groote staats-
leening aan den Raad van State is ingezonden, is het
met het oog op de groote koersverliezen, welke onze staatspapieren in den laatsten
tijd
hebben ondergaan,
niet zonder belang het beloop der drie laatste emissies
na te gaan.
De 5 pOt. leening van Februari 1915, h pari uit-
gegeven, werd in Februari 191.8 grootendeels gecon-
verteerd in 414 pOt. schuldbrieven h pari met een
bonus van 14 pOt.; zij kan verder buiten beschouwing
blijven.
De 414 pOt. leening van Mei 1916, groot
f
125.000.000, werd
t
pari uitgegeven en staat nu
genoteerd 87 pOt.
De 4 pOt. leening van Februari 1917, groot
f
125.000.000, werd tot 97 pOt. uitgegeven en noteert
nu 8134 pOt.
De 41/2 pOt. leening van Februari 1918, groot
f
500.000.000, waarvan ongeveer de helft diende tot
aflossing der bovengenoemde 5 pOt. leening van Februari 1915, werd â pari uitgegeven en noteert
thans 87 pOt.
Op de 434 pOt. leeningen is er dus een teruggang
van 13 pOt. of
/s
van het geleende bedrag.
Op de 4 pOt. leening is dit 15’% pOt. of
1/7
der
waarde.
In het geheel dus een koersverlies voor de inschrij-
vers en beleggers van ruim
f 100.000.000.
Is dit
cijfer verbluffend, een onaangename kant is nog dit,
dat deze leeningen wel als ,,Vrijwillige” leeningen op het prospectus werden aangeduid, doch dit allerminst
waren. Over die vrijwilligheid is veel gesproken en
geschreven, doch aangezien allen het eens waren
over de aanwezigheid van ,,den stok achter de deur”,
kan men er slechts over twisten of het toelaatbaar is
in een zoo ernstige aangelegenheid het woord ,,vrj-
willig” in zoo euphemistischen zin te bezigen.
Afgezien van het weinig verheffende, dat Neder-
land slechts door leeningen met ,,den stok achter de
deur” in zijn credietbehoefte voorziet, is m.i. mede in dezen dwang en de onpractische toepassing er van de
koersdaling onzer staatsschuld gelegen. Dat die koers-
daling ongemotiveerd is, zoodat aan een kunst-
matig veroorzaakte depreciatie moet worden gedacht,
blijkt m.i. uit het volgende:
1912
1913
–
-.
gem.
pCt.
laags. hoog,. gem.
laags. hoogs. gem.
1912/’13
3f
Staatsleening
90f 93+
92,28
89+ 92
90,66
91,47
31
Amsterdam…
90f 931
92,37
87f 91
89,12
90,75
31
‘s-Gravenhage
91f 94
92,75
87f 92f
89,87
91,31
34
Rotterdam …..
91
941F
92,75
87
91f
89,37
91,25
3f
Rott.
Hyp.-B. 92
93.
1
‘
92,75
89f 92f
90,87 91,81
3
f Nat.
Hyp. – B. 92f 95
93,56
89
ff
93
91,72
92,64
940
S
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 October 1918
Zie hier dus een zestal solide fondsen, die v66r-
dat de oorlogsieeningen met ,,den stok achter de deur”
werden uitgegeven, merkwaardig gelijk noteerden.
Thans een vergelijking makende tusschen de koer-
sen op 15 October 1918 van de inmiddels gesloten
oorlogsleeningen en de overeenkomstige vijf andere
fondsen van dezelfde rentetypen, vinden wij het vol-
gende:
4
0
/0
Staatsleening…
81
1
/s
4
1
/
0
/0
Staatsleening…
87
4 O/o
Amsterdam ..
873[4
41/
0/
Amsterdam ..
951/3
4
Oio
‘s.Gravenhage..
73/4
4
1
/2
0
/0
‘s.Gravenhage..
97I/
4 /o
Rotterdam ….
87
41/2
0/
Rotterdam ….
94I/
4
0/
Rott. Hyp.bank
92
1
!2
411
0/
Rott. llyp.bank
99
/1
4 o/
o
Nat. Hyp.bank
941/
41/
3
0
/0
Nat. Hyp.bank
98
Vergelijkingen als deze zijn uiteraard slechts vol-
ledig, wanneer men tevens de verschillen in aflos-
singsregeling en de verdere factoren van deze soort,
die op den koers invloed kunnen uitoefenen, in reke-
ning brengt. Niettemin blijft het feit bestaan, dat,
gelijk deze cijfers doen zien, de Staatsleeningen van
4 pOt. en
41,4
pOt. meer dan 10 pOt. beneden de Pand.
brieven der Rott. Hypoth.bank zijn gedaald en onge-veer de helft daarvaii onder de stedelijke schuldbrie-
ven, welke laatste ongetwijfeld den druk der Staats.
leeningen hebben ondervonden.
Is, de zooeven genoemde factoren daargelaten, deze
relatieve teruggang zonder twijfel ook het gevolg van
de ongewoon groote. bedragen, die binnen korten tijd
dooi den Staat werden opgevorderd, een misschien
nog krachtiger oorzaak der depreciatie is te vinden
in het feit, dat
dergelijke
leeningen (met den stok)
wel worden geplaatst en ondergebracht, maar dat de
schuldbrieven niet komen in handen van hen, die ze
in bezit willen houden.
Wanneer een emissie plaats heeft, dan wordt daar-
voor reclame gemaakt, de aandacht er op gevestigd
en als de uitgifte inderdaad geslaagd is, dan is er,
na eenige dagen, rust in dat fonds en stelt zich de
koers minder of meer boven den koers van uitgifte.
Wanneer men echter de leening kunstmatig opdringt
aan hen, die de stukken liever niet willen of niet
kunnen opnemen, ontstaat er na de uitgifte een aan-
bod, dat, maandenlang aanhoudend, de markt voort-
durend drukt. Het gemakkelijke beleenen belet wel
de oogenblikkelijke inzinking, doch verdeelt den druk
daardoor over een groot tijdvak en vormt eene sle-
pende depressie.
De fout is dus, dat men de leeningen heeft uitge-
geven tegen te onappetijtelijke voorwaarden, in de eerste plaats tegen een te hoogen koers, een koers,
die bij de laatste leeningen aanzienlijk boven de markt
was, waardoor men h priori bijna elke’werkelijk vrij-
willige
inschrijving
uitschakelde. Bovendien zal ook
de conversie der, pas in 1915 gesloten 5 pOt. leening
ongetwijfeld den lust om staatsschuld te nemen niet
hebben vergroot. Indien eene particuliere instelling
in 1915 leende tot 5 pOt., in 1918 cönverteerde tot
41,4,
pOt. (met
34
pOt. bonus), na een klein jaar, als de kpers tot 87 pOt. was teruggeloopen, weer eene
leening tot 5 pOt. sloot, zoodat de belegger jaarlijks
1,4
pOt. rente en bovendien een achtste van zijn kapi-
taal kwijt was, zou dit wettelijk volkomen in den haak
kunnen zijn, doch de obligatiehouder zou toch den
indruk krijgen, dat hij niet behoorlijk behandeld was.
Meer en meer begint het putliek zich af te wenden van obligaties, vroeger de solide belegging bij uitne-
mendheid, waarbij rente en kapitaal behoorlijk waren gewaarborgd. Het bovenstaande voorbeeld toont aan,
dat te spoedige conversie, d.w.z. conversie zonder dat
een inderdaad stabiele en blijvende rentevrlaging is
ingetreden, rente en kapitaal in gevaar brengt. 06k het kapitaal, want dit is dan slechts ten volle reali-
seerbaar op het moment van uitloting.
Was door den te hoogen koers van uitgifte reeds voor-
af vastgesteld, dat de obligaties niet zouden komen
in de handen van hen, die ze hebben wilden, de ver-plichting tot inschrijving (wilde men een zware gel-
deljke straf ontloopen) werd gelegd op een betrek-
kelijk klein aantal personen, 3 4 pOt. van de be-
volking, benevens op de Naamlooze Vennootschappen.
Bij de leening van Februari 1918 werd bepaald,
dat een vermogen beneden
f
75.000 niet behoefde in
te
schrijven.
Men denke zich een 0.W.er die
f
70.000
kapitaal verdiend heeft; hij is het aangewezen type
om in de eerste plaats als geldbelegger in aanmerking
te komen. Maar hij schrijft vermoedelijk niet in op
eene leening, die een paar procent boven den koers
wordt uitgegeven, hij zou dit wel doen wanneer, zooals
altijd gebruikelijk is, de uitgifte één of twee procent
onder den dagkoers plaats . heeft. Maar bovendien,
waarom zou een vermogen van b.v.
f 10.000
niet
f 100
kunnen afzonderen om tegen betrouwbren koers en
marktwaardige rente te beleggen?
Het heeft den schijn, alsof deze Staatsleeningen
tegelijk gebezigd geworden zijn als belastingheffing
met sterk progressieve schaal en dat men daarom pas
bij f
75.000 is begonnen. Maar een leening moet geen
belastingheffing zijn en moet, om te slagen, aan het
publiek smakelijk en aannemelijk worden gemaakt en
zich niet tot enkele
inschrijvers
beperken.
Naast den bovenvermelden 0.W.er bestaat er een
breede zoom van personen, die een ruim inkomen
hebben, maar die dit verteren, die geen kapitaal vor-
men. Moet de spilzucht van die personen worden aan-
gemoedigd door ze niet op te nemen onder hen, die
verplicht kunnen wordei in de leening deel te nemen?
Ten slotte werd bij de leening van Februari 1918
nog bepaald, dat
bij
niet volteekening de Naamlooze
Vennootschappen en dergeljken voor % hunner uitkee.
ringen zouden moeten
inschrijven.
Eene N.V., die hare
uitkeering gedaan heeft, heeft die gelden niet meer in
kas, bovendien ligt het niet op den weg van Naamlooze
Vennootschappen houdsters te zijn van effecten, ten-
zij dan ter belegging van betrekkelijk kleine bedragen in reservefondsen. Het gevolg is dan ook geweest, dat
deze N.V. de schuldbrieven, hetzij direct of geleide-
lijk tegen enkele of meerdere procenten verlies heb-
ben opgeruimd, hetzij tegen het verlies hebben opge-
zien en er nu nog beleend of onbeleend mede zitten,
13 h 15 pOt. van het belegde kapitaal inboetend.
Een verder groot bezwaar van den ,,stok achter de
deur” is, dat sommigen zich er niets van aantrekken
en het inschrijven aan hunne medeburgers overlaten.
Ook in dit opzidt is deze samenkoppeling van leening
sluiten en belastingheffen uit den booze.
De grondoorzaak van al deze misère is geweest, dat
men heeft willen hebben, wat men wel eens noemt
,,vijf pooten aan één schaap”: groote bedragen tot
een koers boven de markt. De zuinigheid heeft. de
wijsheid bedrogen; door ongeveer 2 of 3 pOt. te hoog
uit te geven, heeft men eener.zijds wel 15 è 20 millioen
gulden bespaard, maar is anderzijds de stand der 434
pOt. leeningen, nu er opnieuw geleend moet wor-
den, beneden de 90 pOt. gedaald en is tevens den
beleggers een koersverlies van honderd millioen be-
rokkend.
Er is eene eenigszins banale spreekwijze, die zegt:
,,Vraag niet hoe kwam ik er in, maar hoe kom ik er
uit”. Het antwoord is dan in den regel niet gemak.
kelijk te geven. Deze vraag zal niet alleen op dit,
maar ook op vele andere gebieden, waarop wij in de
oorlogsjaren ‘6ngebruikeljke banen bewandeld heb-
ben, vermoedelijk nog dikwijls gesteld moeten worden.
Het kost heel wat meer moeite om op het goede pâd
terug te komen, dan het te verlaten.
Het beste zou misschien zijn tot het vroegere
gebruik terug te keeren en eene
vrijwillige
leening
uit te schrijven (stel op dit oogenblik, om’ een globaal
cijfer te noemen, b.v. een 5 pOt. leening tegen 97 pOt.,
onconverteerbaar gedûrende 15 jaar), die aan het pu-
bliek eene standvastige, degelijke belegging bood en
die, flink geplaatst zijnde, ook de andere staatslee.
ningen zou .steunen.
23 October, 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
941
Durft men .dit niet aan, dan zou men ook de ge-
dwongen leeningsbepalingen met eene groote uitbrei-
ding van den kring der gedwongen inschrijvers er bij
kunnen opnemen, doch niettemin den koers zoodanig stellen, dat personen, die daarover kunnen oordeelen,
van meening
zijn,
dat de
preferente
inschrijvingen
het bedrag der leening zullen bereiken. Als dat het
geval is, kan men inderdaad zeggen, dater eene vrij
–
willige leening is gesloten, ook al was er een gedwon-
gen leenin. aan verbonden; want de inschrijvers heb-
ben dan niet ingeschreven tengevolge van dien dwang,
maar zij hebben
prefere’ntie
gevraagd, d.i. zij hebben ingeschreven, omdat zij het fonds wilden
hebben.
In elk geval is de depreciatie onzer staatsschuld
een zoo belangrijk feit, dat ernstige overweging al-
vorens te handelen dringende eisch is.
1)
J. VAN DTJSSELDORP.
‘s-Gravenhage, 15 October 1918.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
De E c o n o mist. – ‘s-Gravenhage, October 1918.
Prof. Dr. C. A. Verrijn Stuart,
Mr. Dr. H. J. Tas-
man t;
W. Meerwaidt Jr.,
Quantiteitstheorie en be-
talingsbalansleer, in verband met hun beteekenis voor
de verklaring van den abnormalen stand der wissel-
koersen. –
‘The American Economic Review.—.Oam-
bridge U. S., September 191.8. G. D. H. Cole, Recent developments in the British Labor Movement;
J. E. Boyle,
The agrarian move-
ment in the Northwest;
R. T. Ely,
Private coloni-
zation of the land;
I. A. Looé,
Historical approach
to economics; C. C.
Plehn,
Substance and shadow
in war finance;
D. J. Tinnes,
The market Gage
dollar;
D. J. Tinnes,
Oommunication; Why not
valure?
J. Bauer,
Fixing depreciation requirements
under the Public Service Commission’s law; Street
railway rates;
J. H. Parmelee,
Report of the Rail-
road Wage Commission;
W. M. Leiserson,
Prevention of unemployment; H. L. Reed,
Senator Owen’s pro-
posal to stabilize foreign exchange rates;
H. J. Harris,
The workmen’s Oompensation Service Bureau; sickness
insurance and employers’ associations; German acci-
dent invalidity insurance 1916.
The Geographical Journal. —Londen, Sep-
tember 1918.
A. Sharpe,
The Backbone-of Africa;
D. Carr’uthers,
The Great Desert caravan route, Aleppo to Basra;
S. Burrard,
The identification of Peaks in the Hima-
laya.
Annales de Géographie. – Paris, 15 Juli-
15 September 1918.
W. M. Davis,
Les falaises et les récifs corâlliens
de Tahiti;
Henri David,
Le vignoble bourguignon;
A. Dernongeon,
Anvers;
L. Joleaud,
Le rocher de
Oonstantine;
Ernile Roubaud,
L’état actuel et l’avenir
dii commerce des arachides du Sénégal.
Het artikel van Demongeon, waarop wij wellicht nog
terugkomen, sluit met de volgende passage.
,,Enfin, Anvers appartient
5.
un Etat auquel les traités
qui Pont fondé ne donnent pas des conditlons d’existence
absolument normales. Par suite
clu
tracé des frontières,
Anvers ne communique libreinent ni avec la mer, ni’ avec
le Rhin; il faut souhaiter que, clans l’arraugement cle l’Europe
qui suivra une paix victorieuse, on puisse assurer
5
la
Belgique des limites qui n’entravent point le développement
économique de’ sea graad port.”
Weitwi r ts ch af t. – Berljn,.Augustus/Septem-
ber 1918.
Prof. Dr. C. Oppenheimer, Die deutsche Volks-
ern.hrung nach dem Weltkrieg;
Prof. Dr. C. Flassert,
Das Wirtschaftsleben Bulgariens;
Dr. A. Grabowsky,
Der wirtschaftliche Wiederaufbau Polens;
Dr. Ham-
‘) [Men zie in verband met deze béschouwing ook de
bijdragen in
No. 107,
pag.
54
en in
No. 117,
pag.
261 v.v.
– Red.]
burger,
Deutschiands künftige Versorgung mit Moto-
renbetriebsstoffen;
Dr. E. Schuitze,
Die mexikani-
schen Eisenbahnen;
J. M. Jurinek,
Wirklichkeiten
des Luftverkehrs der Zukunft.
REGEERINGSMAATREGELEN OP’
HANDELSGEBIED..
Uitvoerverbod. Met ingang van 18 October
is verboden de uitvoer van
pijpaarde, tichelklei, por-
seteinaarde, enz.
G o r t. Met ingang van 6 November is het rant-
soen van gort bepaald op 0,2 K.G. per hoofd per vier
weken. De maximuminkoopprjs voor de gemeenten
is verlaagd van
f
48 tot
f
36 per 100 K.G.
Boekweitmeel voor bloedworst. Van
dan vorigen oogst is nog overgebleven een hoeveelheid
van omstreeks 225.000 K.G. boekweitmeel, die niet
langer bewaard kan worden dan tot 15 Dec. De ge-
meenten kunnen thans van dit meel ontvangen, ter
bereiding van bloedworst, tot een hoeveelheid van
40 K.G. boekweitmeel per 1000 inwoners voor vier
weken.
S u i k e r v o o r jam en geconden-
s e e r d e m ei k. Het bedrag, verschuldigd voor de
aigifte van een leveringsbewijs voor suiker aan fabri-
kanten van jam, iset ingang van 16 Octôber be
paald op
f
8 ‘en aan fabrikanten van gecondenseerde
melk op
f
11 per 100 K.G.
Vlas en vlasafvalien. De Minister van
Landbouw heeft onder dagteekening van 7 Sept.
maximumprijzen vastgesteld voor vlas en vlasafvallen.
Z acht e zeep. De maximumprijs voor zachte
zeep, bestemd voor andere dan huishoudelijke doel-
eiriden (industriezeep) is bepaald op
f
72 per ton van
120 K.G.
De aanstaande periode voor de distributie van
zachte zeep zal worden overgeslagen. Ter vervanging
van het zachte-zeeprantsoen zal in November een
extra rantsoen van 6234 gram zeeppoeder met een
vetzuurgehalte van 10 pOt. en van: 100 gram harde
zeep met een vetzuurgehalte van 25 pOt. worden be-
schikbaar gesteld.
Voor de periode van 8 October tot 4 November is
de maximuminkoopprijs, door de gemeenten ingevolge
art. 3 der Distributiewet 1916 te besteden voor zachte
zeep, bepaald op
‘f
70,25 per 100 K.G. (voor de vorige
periode was die
prijs
f.69,75 per 120 K.G.) De voor
industriezeep vastgestelde maximumprijs blijft ge-
h.andhaafd op
f
72 per 120 K.G.
Z e e p. Ter bezuiniging op het gebruik van vetten
voor de zeepfabricage heeft de regeering besloten, ter
vervanging van de thans gedistribueerde huishoudzeep
met een gehalte van 60 pOt. en harde zeep met een
gehalte van 25 pOt. vetzuren, een harde zeep van laag
vetzuurgehalte (ongeveer 25 pOt.), vermengd met
minerale bestanddeelen in distributie te brengen.
Schoenen en reparatieleder. Het ver-
bod tot aflevering van schoenen is ingetrokken. Tege-
lijkertijd is, op 19 October, in werking getreden de,
distributieregeling voor reparatieleder en schoenen
(zie overzicht van 16 October). De toestand is hier-
mede derhalve aldus geworden, dat aflevering van
alle soorten schoenwerk met lederen of rubberzolen
en waarvan de schachten geheel of gedeeltelijk uit
ieder bestaan, alleen geoorloofd is tegen afgifte van Itijksbon; voor zoover standaardschoenen en omge-
keerd kinderschoenwerk betreft, gelden de vastgestelde
maximumprij zen. Schoenen, aan welker schachten
geen Ieder verwerkt is en die met – lederen schachten
en houten zolen, mogen zonder bon afgeleverd worden.
Het voorzien van schoenen met nieuwe zolen en hakken mag alleen geschieden tegen overgifte van
cen Rijksbon en voor de gestelde maximumprijzen, die
nog eenigszins gewijzigd zijn; de prijs van ieder per.
H.G. bedraagt
f
0;56. Reparaties met ‘afvalleder –
uitsluitend stukjes opzetten, e.d. – zijn vrij.
942
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 October 1918
RIJKSPOSTSPAARBANK.
AUGUSTUS
1918
1917
1916
Inlagen
………..
f
9.271.967f
8.230.881
f
7.969.929
Terugbetalingen
..
,,
6.748.418
,,
6.132.123
,,
5.223.935
Tegoed der inleggers
op ultimo ……….
,
228.310.541
,, 214.991.712 ,, 197.493.517
Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekjes
op ultimo ……….
,
31.016.850 27.776.200
,,
26.195.150
Spaarbankboekjes:
gegeven
10.123
9.694
9.858
Aantal nieuw uit-
Aantal
geheel af-
•
betaald
5.466
6.827
6.003
Aantal
uitstaande
op ultimo
1.797.144
1.751.683
1.717.496
OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens).
September
1918
Sedert
1 Januari
1918
Ouereen
komsilge
per(odt 1917
Directe belastingen.
Grondbelasting ……492.842
12.640.248 12.364.567
Personeele belasting
1.911.158 9.120.821
9.942.782
Inkomstenbelasting
5.471.274
47.902.535
41.098.047
Vermogensbelasting
26.097
2.646.401 1.712.359
Accijnzen.
4.044.919
31.590.582
22.248.044
Wijn ……………..367.947
.
1.243.602 1.210.303
Gedistilleerd
……..
1.315.171
14.723.850
22408.956
242.115
2.209.365 1.771.345
105.810 882.113 1)
1.850.410 932.838 7.784.460 7.809.387
Indirecte belastingen.
1
L091.823
)
9.704.371
9.032.978
Zegelrechten
……….
Registratierechten
2.175.055 18.969.743
10.618.409
Hypotheekrechten
–
–
655.714
1817.848
17.511.737
15.816.902
Suiker
…………….
760.642
6.106.856 8.755.363
Zout ………………
Formaatzegel ……….
–
..
–
1.378
Bier
………………
Gouden enzilverenwerken
Geslacht
…………..
570.692
492.560
Essaailoon
61
604
529
Successierechten ……..
Belasting …………..62.884
Statistiekrecht
98.134
.
05.218
783.748 1.407.834
Invoerrechten
…………
Recht op mijnen
–
–
43.664
Domeinen
…………
2.258.400
2.165.398
17.074
455.296
453.536
Jacht en visscherij
17.278
..
265.547 200.577
Staatsloterij
…………
18.404
144.983
299.413
21.074.592 187.515.954 172.360.455
Loodsgelden
…………
Totaal ……….
.
OPCENTEN VOOR HETLEENINGFONDS
1914.
Sep tember
Sedert
1 Januari
Overeen- komsiige
1918 1918
periode 1917
Directe belastingen.
Grondbelasting
98.843
2.532.849 2.480.606
Personeele belasting
292.420
1.631.247 2.401.921
Inkomstenbelasting
2.108.927
18.394.927
14.155.176
Vermogensbelasting
9.176
985.138
597.755
Accijnzen.
808.984
6.318.116
4.449.609
248.721 242.061
Gedist. (binn.- en buitl.)
.31.517
1.472.385 2.240.895
Suiker
…………….
Indirecte
belastingen.
Wijn ……………..73.589
Zegelrecht van buitl. eff.
41.822
401.374
633.193
Registratierechten ….
124
3.859
596.492
Hypotheekrechten
–
–
65.417
3.565.402 31.988.616 27.863.125
Totaal ..
BELASTINGEN IN VERBAND MET DE BUITEN-
GEWONE OMSTANDIGHEDEN.
September 1918
1
1 Ja;:’l9l8
Oorlogswinstbelasting
13.893.771
131.729.513
Verdedigingsbelasting Ja ….
23.232
2.362.099
Verdedigingsbelasting Ib ….
1.108.082
16.076.278
Verdedigingsbelasting II ….
2.373.816
25.501.895
17.398.901
175.669.785
1)
Hieronder
begrepen
f210.718
wegens zegelrecht
van notas van
makelaars en
commissionnairs
in
effecten. enz. (Beursbelasting).
5)
idem
f 1.507.291.
5)
Hieronder begrepen
de
opbrengst
van
den accijns op azijn.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
20 Juli 1914
Disc. Wislels.
Ned.BelBiflnEff
4
1
/1 sedert 1Juli ’15
3
1
/lsedert23 Mrt. ’14
lVrsch.in
4
1
I
1
an
,,
1
,,
’15
4
,,
23
,,
’14
R.C.
5
1
/t
,,
19Aug.’14
5
,,
23
’14
Bank van Engeland
5
,,
5 Apr.’17
3
,,
29 Jan.
1
14
Duitsche Rijkebank
S
,,
23Dec.’14
4
5Febr.’14
Bank van Frankrijk
5
,,
21Aug.’14
3
1
/1
29Jan.
1
14
Oostenr. Hong. Bk.
5
,,
12Apr.’15
4 ,,
12 Mrt. ’14
Nat. Bank v.Denem.
5
,,
9Juli’15
5
,,
6Febr.’14
Zweedsche Rijksbk.
7
,,
20Mrt.’18
4
1
/1
8
,,
’14
Bank v. Noorwegen
6 ,,
14 Dec.’17
4
1
/,
,,
11
,,
’14
ZwitserscheNat.Bk.
5
1
/s
,,
3 Oct. ’18
3
1
11
,,
19
,,
’14
Bank van Spanje..
4
22 Mrt.’17
41/2
Bank van Italië..
5 ,,
10 Jan.’18
5 ,,
9 Mei ’14
Feder.Res.Bk.N.Y.
3-44
–
–
–
Javasche Bank….
31/2
1Aug.’09
3
1
/,
,,
1Aug.’09
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. York
Cail.
Part.
P,olon-
disconto
I
gatte
disconto disconto
disc.
monet.,
19 Oct.
’18
31/2
1)
3514
31
f82
4-1/a
–
‘)
14-19 0. ’18
31/
4
_1/
3l/_4
317/j
4-‘/e
–
58/_6
7-12 0. ’18
31/
2
_4
31/_4
3
1
/it
4_’/t
5/4-6
30 5.-5 0.’18
2
2
/-3/t.
3
1
It
317/11
4_I/
–
13-20
0.
’17
2ij8_1/
21/
418/je
4/e
–
3
1
/:-4
16-21 O.’16
1_t/t
2/11-I4
5
4/t
–
2
1
/4-3
20-24Jul.’14
3
1
/s_t/je
2/-/g
2
1
/-4
2
1
/t
1
/2
2
1
/e
1
1
4_2
1
/t
5) Noteenog
van 18 October.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
Ook deze week was de wisselmarkt weder vol emotie. De
politieke berichten volgden elkaar zonder ophouden en ver-
oorzaakten wilde schommelingen in de wisselkoersen. Vooral
Marken en Kronen waren weder sterk fluctueerend en gingen
eenige malen heen en weer met als uiterste koersen 35,50
en 42 en 21,75 en 32. De Entente-vissels waren minder
aan schommelingen onderhevig. De eveneens sterke rijzing
van Maandag kon wel is waar niet geheel gehandhaafd
blijven. De teruggang was echter niet te vergelijken met
dien van de Marken en Kronen en reeds direct trad weder
een gestadige verbetering in, zoodat in het laatst der week
weder ongeveer tot de hoogste koersen werd afgedaan. In
de neutrale wissels waren de omzetten en ook de schom-
melingen slechts van geringe beteekenis.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Daa
on
Lden
Parijs
‘
Berlijn
Weenen
)
St. Pe-
New
York’)
14 Oct.
1918..
11.26
42.50
39.75
26.45
–
2.36/9
15
1918..
11.20
42.50
37.-
23.80
–
2.34
1
/,
16
,,
1918..
11.13
42.60
37.10 24.50
–
2.35
17
1918..
11.22
43.10
37.40 24.25
–
2.35’/2
18
1918..
11.30
43.40
37.50
24.-
–
2.38
19
,,
1918..
11.31
43.50
37.90 24.40
–
2.37/
Laagste d. w.
1)
11.12
42.25
35.50 21.75
–
2.33
1
/2
Hoogste ,,
,,
)
11.40
43.60 40.10 28.50
–
2.38/4
12 Oct.
1918..
11.12
42.60
37.60
23.75
–
2.33’/2
5
,,
1918..
10.48
40.30
33.45
19.-
–
2.20
Muntpariteit..
12.10
48.-
59.26
50.41
1.28
2.48’/4
) Noteering te Amsterdam.
t)
Particuliere opgave.
23 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
943
D t
0
a
Stock-
lwlm)
Kopen-
hagen°)
Ch,,,-
tiantal)
Zwitser-
land°)
Spanje
t)
Batavia ‘)
telegrafisch
14 Oct.
1918
68.35 64.50 65.70 47.55
–
99-100
15
,,
1918
68.75 64.50
65
,
.50
47.90
48.75
99-1001
16
1918
68.95
64.25 65.50
47.80
–
99-100
17
1918
69.40
64.40 65.50
47.90
48.50
99-100
18
,,
.1918
69.45
64.40 65.50 47.65
–
99-100
19
,,
1918
69.40
64.50
65.50
47.40
48.75
99-100
L’ste
.d. w.’)
68.25
64.-
65.25
47.30
47.50
99
I
S
EI’ste
,,
,,
)
69.50 64.70
65.75
49.90
49.-
100
12 Oct.
1918
68.95
64-
65.40
48.50
–
99-1001
5
,,
1918
69.25
63.-
64.40
47.60
48.50
99-100
Muntpariteit
66.67 66.67 66.67
48.-
48.-
100
iotecring
ce ,%msceraam. • t rarnculiere
opgave.
KOERSEN TE NEW YORK.
Cable
Zicht Zicht
Zicht
1)a a
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterd.
–
(in$
(in fra.
(in cents
(in cents
per
£)
P. $)
p. 4
Rm.)
per gld.)
19Oct…..1918
4.76.55
5.48
1
/8
nom.
42e/s
1) Laagste
d
week..
4.76.55
5.48
oom.
42
8
/s
Hoogste,,
,,
..
4.76.60
5.48
1
/s
oom.
42
7
/8
120ct…..
1918
4.76.55
2)
5.491/2
5)
nom.
443/
8)
5
,……1918
4.76.55
547
1
/
nom.
46e/s
Muntpariteit….
4.86.67
5.18’/
95
1
/
40
1
/ie
) ,’oceenng van i ,Jccober ‘)
lNoteersng van
11
(Jctooer.
2) Noteering van 10 October.
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.
Plaa(sen en
Landen
Noicerings.
eenheden
18Sept.
1918
1
Oct.
1918
Tijdperk
2-l1tobe,
Laagste Hoogste
14
Oct.
1918
Alexandri..
Piast. p.
£
97
18
/3,
978/
s
975/8
97
8
/8
978/
s
B. Aires….
d.p.gd.pes.
50
8
/10)
SO’/is
50/io
51/8
511/
8)
Calcutta
.. ..
sh/d.p.rup.
1/6
1
/a2
1/6’/,3
1/6 1/6
1
/,o
116
1
/s2
Hongkong ..
id. p.
$
318
3/6
3
1
314
1
/s
3161/
s
3148/
4
3)
Lissabon….
d.p.escudo
30
28
1
!2
27
1
!,
29
1
/2
29
Madrid
•…
Peset.
p.
£
20.81
21.89 21.70 23.40
23.16
Montevideo,.
d.p.peso
63
1
/
6214
588/4
62
59’/4
Montreal….
$
per
£
4.86’/s
4.86’/4
4.85’/s
4.868/4
4.86
R.d.Janeirot)
d.p.milr.
12
8
/in
12
1
/
12/s
12’/s
12°/ij
Lires p. £
30.31
30.31
30.25 30.371
30.31
Shanghai
..
sh/d.p.tael
516 513
5/0
5/4
5/0
Rome
…….
Singapore . .
id. p.
$
2/3
81
/22
2/381/
82
2/327/,
2
2/41/,,
2/351/,
2
Valparaiso
1)
d.p.pap.p.
16/2
15
1
/82
13
1
/,
158/,
14/,,
Yokohama
..
sh/d.p.yen
2/3
1
/4
2138/
4
2/3
1
/8.
2/4
2/3
8
/s
1)
Noteeringen
op
90 dagen.
5)
Koers van 16 September.
1)
Koers
van 13 October.
GOUD EN ZILVER.
Sedert
29
Juli
1916
worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.
NOTEERING
VAN
ZILVER.
Noteering te
Londen.
te New York
19 Oct.
1918 ……..
49l/
lQl’/s
11
1918 ……..
49’/,
101/s
5
,,
1918 ……..
49′!,
101’/s
28
Sept.
1918 ……..
49′!,
101’/a
21
,,
1918 ……..
49′!,
101
1
/8
20
Oct.
1917 ……..
42/
83
1
!2
21
Oct.
1916 ……..
32’/s
07
7
/s
20
Juli
1914……..
24″!,,
541/e
N..U. M.
Weekstaat der Nederlandsche Uitvoerxnaatschappij.
Voornaamste oosten in duizenden oiildena.
Buiienl.
Debet
5
pCi. Credit
Data
Bankiers
Schat-
Diverse
Schuld-
Diverse
kistbilj.
reken.’)
brieven
reken.’)
17
Oct.
1918..
1.656
53.200
70.400
14.513
97.493
10
,,
1918..
3.946
49.600
66.800
14.508
93.612
3
1918..
3.867
49.600
66.800
14.507
93.281
26 Sept.1918..
3.573
49600
63.900
14.470
90.255
19
,,
1918..
1.964
43.100
60.300 14.447
86.173
t) Beide rekeningen Omvatten, behalve garantiewissels in portefeuille t
tot het bedrag der büitenl. schatkistbiljetten, in hoofdzaak garantiewisgels
in dep8t bij de Ned. Bank.
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 19 October 1918.
Activa.
Binneni. Wis- ( H.-bk.
(115.867.057,92 t/
pels, Prom.,
B.-bk.
79.264,95
enz. in disc.1 Ag.sch.
17.750.153,611/
(
133.696.476,49
Papier o. h. Buiteni, in
disconto
.t ……………………
–
Idem eigen portef..
f
8.708.642,-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.
.-
,:
Beleeningen
1
8.708.642
9
–
H.-bk.
f
70.445.863,08
mcl. vrsch.
B.-bk.
5.156.891,07
in rek.-crt.
Ag.sch. ,, 43.675.961,67
op onderp.
f119.278.715,82
Op Effecten
……
(117.771.215,82
Op Goederen
en Spec.
,,
1.507.500,-
119.278.715,82
Voorschotten a.
h.
Rijk …………….
12.667.535,55
1
i/,
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……f 85.490.160,-
Muntmat., Goud .. ,,621.144.449,97
1
/,
f706.è34.609,97’/,
Munt, Zilver, enz. •
8.085.182,70
1
1,
Muntmat., Zilver ..
–
Effecten
714.719.792,68
Bel.v.
h.
Res.fonds..
f
5.035.969,32
id.
van ‘/v.
h. kapit.
,,
3.882.361,18
,,
8.918.330,50
Geb.enMeub.
der Bank
…………….,,
1.770.000,-
Diverse
rekeningen ………………,,
102.187.604,60
f1.101.947.097,64
/s
Passiva,
Kapitaal
……………………..T
20.000.000,-
Reservefonds
…………………..,,
5.079.402,56
Bankbiljetten in omloop ………….
990.088.530,-
Bankassignatin in omloop … . …….
1.373.911,43
Rekening-Courant saldo’s:
Van het
Rijk……
f
–
Van anderen
……
,,79.343.159,34
,,
79.343.159,34
Diverse rekeningen
………………,,
6.062.094,31
1
/1
f 1. 101.94 7.097,64 1/
Beschikbaar metaalsaldo…………..
f
499.995.425,07
1
!2
Op de basis van ‘/, metaaldekking….
,,
285.834.304,92
1
/1
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank
gerechtigd
is .. ,, 2.499.977.125,-
Verschillen
met den vorigen weekstand:
Meet
Minder
Disconto’s
…………….
15.405988,14’/
Buitenlandsche
wissels
30.800,-
Beleeningen
…………..
2.173.060,02′!,
Goud
882.454,14
Zilver
………………..
19.737,96′!,
Bankbiljetten
…………
7.951.660,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
6.868.209,21’/,
Voornaamste posten
in duizenden guldens.
Data
Goud
Ziloer
Bank-
biljetten
Andere
opeischisare
schulden
19
Oct.
1918
….
706.635
8.085
990.089
80.717
12
,,
1918
.
…
707.517
8.065
982.137
‘73.964
5
,,
1918
….
707.586 8.049 981.217
56.834
28
Sept.
1918
….
708.708
8.042
971.557
65.637
21
1918
….
706.810
7.997
956.250
77.383
14
1918
….
707.695
7.988
954.057 67.561
7
1918
….
707.437
7.959
953.797 61.104
31
Aug.
1918
….
709.316
7.953
946.392
46.733
24
,,
1918
….
707.424
7.953
922.122 69.883
17
–
,,
1918
….
706.089
7.861
922.377
60.996
10
,,
1918
….
706.419
7.867
– 919.104
56.560
3
,,
1918
….
713.251 7.860
927.020
53.851
27
Juli
–
1918
….
715.123
7.793
909.750
78.846
20
Oct.
1917
….
685.569
7.380
820.702 87.015
–
21
Oct.
1916
….
583.658 6.410
715.965.
91.762
25
Juli
1914
….
162.114
8.228
310.437 6.198
944
‘ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 October
1918
Dlsconlos
Beschlk-
Dek-
Hiervan
Belee-
baar
bingo-
0 0
Schatkist.
ningcn
‘Metaal-
percen-
otoa
promeosen
saldo
lage
rechlolreeka
19 Oct. 1918 133.696 106.000
119.279 499.995
67
12
1918 118.290
91.000
117.106 503.772
68
5 ,, 1918 110.654
89.000
112.556 507.415
69
28 Sept.1918 117.418
98.000
112.782 508.671
69
21 ,, 1918 113.457
94.000
101.081 50711
69
14
1918 99.258
80.000 102.049 510.661
70
7
1918 89.209
70.000
104.711 511.685
70
31 Aug.1918 75.116
57.000
104.715 517.884
72
24 ,, 1918 72.204
55.000 100.660 516.194
72
17 ,, 1918 64.448
47.000
101.787 516.473
73
10 ,, 1918 61.395
43.000
101.508 518.330
73
3 ,, 1918 51.430
32.000
110.082 524.086
74
27 Juli 1918 52.139
32.000
112.300 524.319
73
20Oct. 1917 72.138
61.000
78.869 510.475
76
21 Oct. 1916 98.853
83.000
60.507 427.622
73
25 Juli 1914 67.947
14.300
61,686
43.521
1
)
54
‘)
Op
de
basis van
51
metaaldekking,’
Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
c i ë n blijkt, dat uitstonden op:
19 Oct. 1918
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Ourrency Notes,
in duizenden p. st.
Currenc,, Notes.
Data
Metaal
Circulatie
Bedrag
1
Goudd.
1
Goo. Sec.
17 Oct. 1918 73.197
62.997
10 ,,
1918 73.109
62.796
3
1918 72.158
62.252 278.888 28:500 256.659
25 Sept. 1918 71.542
60.496 275.169 28.500 253,116
17 Oct. 1917 56.035
41.639 184.187 28.500 157.091
18 Oct. 1916 56.455
36.668 134.934 28.500 102.633
22 Juli 1914 40.164
29.317
1
Gov.
1
Other
1
Public
1
Other 1 Re-
1
kl
ngs
Dato
1
Sec.
1
Sec.
1
Depos.
t
Depos.
1
sarve
1
percen-
Aan schatkistpromessen..
I
f
240.870.000,-
f
255870.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
91.000.000,- ,, 106.000.000,-
Aan schatkistbiljetten ..
99.658.000,-
99.658.000,-
Aan zilverbons ………,, 69.107.270,- ,, 69.419.571,-
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Naast de per mail ontvangen gegevens worden de telegrafisch
bekend geworden tota.alcijfers der obligo’s en uitzettingen en
het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.
Andere
Data
Goud
Zilver
Bk-
8
opelschb.
Ijetten
schulden
5 Oct. 118 ……
……
400
21 Sept. 1918
256.100
13 Juli 1918…… 101.95.
12.446
193.483
62.204
6
,,
.1918 …… 101.988
13.643
191.247
64.980
29 Juni 1918 …… 102.110
•13929
189.275
67.268
6 Oct. 1917 ……
82.208
17.242
172.666
57.989
7 Oct. 1916 ……
70.441
23.743
154.876
58.821
25 Juli 1914 ……
22.057
31.907
110.172
12.634
D ata
Di,.
conto’s
N.-Ind.
betaalbaar
Belee-
ningen
Dioerse
te e-
nngen
metaal-
saldo
–
percen-
lage
5Oct. 1918
145.100
61.600
21Sept.1918
136.900
‘
63.300
***
13 Juli1918
36
22.995
72.3
24.643
63.401 45
6
,,
1918
7.836
23.108
71.996 23.964
64.588
45
29 Juni1918
7.887
23.567
72.062
24.018
64.898
45
6 Oct. 1917
7.576.
35.077
48.714
23.016
53.575
43
7 Oct. 1916
6.399
37.374
74.127
8.585
50.823
44
25Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
4.842
2
)
44
t
)
Sluitpost
der
activa.
2)
Op de
baai,
van
2/6
metaaldekking.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten iii duizenden guldens.
Data
Metaal
Circulatle
Andere
opeischb.
schulden
Dicontoa
Dlv. reke-
ningen’)
27 Juli
1918
..
615 1.444
961
1.154 940
20
1918
..
686
1.423
832
1:138
613 13
1918
..
677
1.483
837
1.134
668
6
,,
1918
..
668
1.520
771
1.163
600
28 Juli
1917
..
782
1.206 1.100
902 735
29 Juli
1916 ..
728
1.054
890
917 618
25 Juli
1914 ..
645
1.100 560
.
735
396
1)
Sluitpost
der
activa:
Data
Wis,l,
Rek. Crt.
Darlehensbassenschelne
Totaal
In kas bij-
uilge-
de Rcichs-
_________________
geven
bonk
15 Oct.
1918 19.019.129
9.489.975
11.908.200 2.796.000
7
,,
1918 18.893.812
‘9.376.311
11.705.000 2.701.900
30 Sept.
1918 23.830.058
14.538.078
11.502.200 2.636.000
22
,,
1918 17.590.086
–
9.106.408
10.941.700
2.327.800
15 Oct.
1917 12.004.932
5.942.991
6.584.100 989.800
15 Oct.
1916
7.478.921
3.289.675 2.466.000
326.600
23 Juli
1914
750.892
943.964
RUSSISCHE STAATSBANK.
Sedert
5 November 1917
is geen bankstaat verschenen.
17 Oct. ’18 60.265 96.617 34.258 133.665 28650 17,10
10
– ’18 59243 .95.511 28328 137.586 28.763 17,33
3 ,, ’18 57.671
99.727 30.525 137.127 28.355 16,91 25 Sept.’18 54.203 100.336 31.942 13,3.988 29.497 17,78
17 Oct. ’17 59.232 100.359 42.732 132.069 32.846 19,93
16 Oct. ’16 42.188 101.390 55.589 108.496 38.237 23
1
/4
22 Juli ’14 11.005
33.633 13.735 42.185 29.297. 52
8
/s
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposite
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.
Dek-
–
Daarvan
Kassen-
Circu-
bingo-
.sjata
vsetaat
Goud
achelne
Zatte
percen-
–
lage’)
15 Oct. 1918 2.662.929 2.549.283 2.804.239 16.079.088 34
7 ,, 1918 2.661.348 2547379 2.710.299 15.798M49 34
30 Sept. 1918 2.563.033 2.447.215 2.646.896 15.334.358 34
22 ,,
1918 2.565.351 2.447.215 2.340.130 14.429381
34
15 Oct.. 1917 2.507.476 2.404.265 1.002.121 10.295.726 34
15 Oct. 1916 2.518.042 2.501.223 340.427 7.126.516 40
23 Juli 1914 1.691.398 1.356.857
65.479 1.890.895 93
t)
Dekking der circulatie door metaal en Kassen8cheine.
23 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
945
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden franco.
Dato
Goud Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
Te goed
in het
Buitenland
Buit.gew.
&’oorsch.
a/d. Staat
17 Oct. ’18
5.439.853 2.037.108
319.554
1.529.068
18.600.000
10
’18
5.439.271
2.037.108
320.054 1.574.028
18.400.000
3
,,
’18
5.438.630 2.037.108 319.809
1.540.155
18.300.000
26Sept.’18
5.437.881 2.037.108
320.564
1.539.631
18.000.000
18 Oct. ’17
5.257.401
2.030.000
256.964
776.261
12.250.000
10 Oct. ’16
4.885.785
– –
328.560
778.340
8.600.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
Wissels
Uilge.
stelde
Wissels
1
Belee.
1
j
ning
an
Bkbil.
jetten
Rek. Cel.
1
Parti-
culieren.
Rek.
Cr1.
Staat
841.802
1.055.134 833.347
30.630.953
2.856.535
59.497
IN
867.983
1.056.136
841.265 30.539.744
2.899.423
97.403
E.
902.103 1.058.039
831.567
30.225.175
3.629.352
76.040
851.272
1.059.226
818.855
29.922:374
3.106.859
57.485
0
606.338 1.158.046 1.124.579
21.680.181
2.859.536
•
35.663
452.150
1477.592
1.175.617
16.800.016 2.541.756
79.451
1.541.080
–
769.400
5.911.910
942.570
400.560
SOCIETE GÉNÉRALE DE BELGIQUE.
t
)
Voornaarsiste posten in duizenden francs.
Datô
1
Metôô.j
1°
mci.
1
huilen!,
saldi
Beleen.
van
bulten!,
vorder.
van prom. d.
prooinc.
Binn.
1
wissels
t
en
1
heleen.
Circu-
latie
Rek.
Cr1.
saldi
17 Oct. ’18
1.216.753 100.082
480.000
97.728
1.507.912 377.440
10
,,
’18
1.219.743
100.021
480.000
100.040
1.508.011
382.595
3
’18
1.144.781
100.011
480.000
95.287
1.452.612 358.318
26Sept.’18
1.145.778
.99.982
480.000
101.783 1.452.948 365.452
18Oct. ’17
476.043
.90.903
480.000
100.351
1.172.474 91.204
19Oct. ‘161
352.8721
76.0331480.0001
39.8341
828.739
110.068
1)
Sedert
einde
1914 met de functie van
circulatiebank belast.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Waarvan
F.R.
Data
Goud
1
voor dekking
1
vanin
hel bui.
I
Waar.
Zilver
civ.
.
Notes
in
I
F.R.Noles
j
circa.
toile
16 Aug. ’18
1.992.543 .1.001.614
5.8291
52.980
1.985.419
9
,,
’18 1.990.301
1
978.841
9.6961
54.222 1.955.276
2
’18
1.980.896
1
.939.611
9.696J
54.022 1.906.465
26 Juli
’18
1.974.200
945.783
11.6281
55.129 1.870.835
17Aug.
’17 1.374.583
1
512.383
52.5001
52.906 558.782
Waar.
Dek-
Goud-
van
I
kings.
dekking
Kapitaal
percen-
circa-
__________
tage i)
latie
76.960
59,2
50,5 76.876
59,5
50,1
76.518 66,8
49,3
76.441
63,4
50,6
17 Aug. ‘171 299.275
1
1.425.480
1
58.093
1
68,8
1
91,9
1)
Verhouding tuaschen: den totalen goudvoorraad. zilver
dc..
en de
opeischbare
schulden:
F. R. Notes en netto depositos met
inbegrip
van
het kapitaal.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
uitgezette Reserve
hij de
Totaal
1
Waarvan
t
time
banken
gelden en
beleggingen
F. R. banka depositos
1
deposits
9 Aug. ’18
722
12.881.502
1.137.577 11.364.931
1.466.556
2
,,
’18
723
12.763.948
1.146.129 11.236.990
1:443.754
26 Juli ’18
725
12.668.369 1.150.922 11.132.555
1.426.697
19
,,
’18
718
12.402.030 1.161.867
10.931.250
1.409.212
12
’18
713
12.561.057
1.142.726
11.258.595
1.410.345
EFFECTENBEURZEN.
Amsteidam°, 21 October 1918.
De gebeurtenissen op politiek, diplomatiek en ndlitair
terrein van de afgeloopen week hebben heftige emoties op
cle fondsenmarkten der internationale beurzen te voorschijn
geroepen. De geweldige spanning, waarin de gansche wereld
zich bevindt, heeft echter geheel u.iteenloopende gevolgen voor de effetenbeurzen gehad, verschillend in verband met
(ie ligging der markten in de landen der Centrale of in die
(ier Entente-landen.
Vooral te B e r 1 ij n zijn de koersbewegingen van zeer
grooten omvang geweest en hebben de fluctuaties vaak het
karakter van een pauiek aangenomen. Naar bekend• is, was
een ondersteuningssynd icaat, samengesteld uit de groote
banken, gevormd, welk syndicaat echter gedurende de vorige
berichtsperiode zijn werkzaamheden nog niet, of althans
uog niet op groote schaal, had aangevangen. De gedachten-
wisseling met President Wilson was toen juist begonnen en
liet ruimte voor de onderstelling, dat binnen afzienbaren
tijd een wapenstilstand zou worden gesloten, waaraan dan
vaatgeknoopt zouden kunnen worden d’e onderhandelingen
omtrent een definitieven v’rede. Inmiddels echter zijn de
nieuwe voorwaarden van den President der Vereenigde
Staten bekend geworden en hieruit is gebleken, dat, moge
ook al de hoop op een gunstig eindresultaat, niet geheel uit-‘geschakeld zijn, het tijdstip van overeenstemming toch veel
verder is verschoven dan aanvankelijk was aangenomen.
Bovendien is Oostenrijk-Hongarije, Duitschland’s krachtigste
bondgenoot, er toe overgegaan, den ouden staatsvorm te
wijzigen en den binnen zijn grenzen wonende volkeren auto.
nomie te verleenen, waardoor de basis van het bondgenoot-
schap gevaar loopt minder hecht te worden. Ten slotte is
het antwoord op de nieuwe eischen van president Wilson pas héden verschenen en dit, gepaard gaande met de ont-
ruiming van de Belgische kust, heeft er toe geleid een zeer
nerveuze tendens aan de Berlijnsche beurs te doen ontstaan.
In de achter ons liggende dagen heeft het steunsyndicaat dan ook groote posten van op, de markt geworpen fondsen moeten opnemen. Het is echter teekenend voor de gesteld-Iieid in het land, dat deze omstandigheid geeneriei invloed
op het koerspeil heeft uitgeoefend. In den regel gaat van de
vorming van dergelijke syndicaten een groote, preventieve
kracht uit; het publiek weet, dat er een krachtig consortium
gereed staat, om de eerste schokken op te vangen en het
toont zich bovendien gewoonlijk gaarne bereid de leiding
van ervaren financiers te aanvaarden. Thans echter was van
dezen loop van zaken niets te bespeuren. Zelfs gingen er van
verschillende zijden stemmen op, die er op aandrongen de
1 beurs tijdelijk te sluiten. ZC’S ver is het inmiddels niet
gekomen. In de eerste plaats oordeelde men het in leidende
kringen schadelijk voor het aanzien der beurs, indien men
tot dêzen uitersten maatregel zou overgaan, in de tweede
plaats echter wilde men het publiek de gelegenheid niet
ontnemen, zich desgewenscht van zijn fondsenbezit te ont-
doen, zij het dan ook in sommige gevallen tegen paniek-
prijzen, wijl men in geenerlei opzicht de komende gebeurte-
1
nissen kon beoordeelen en dus ook niet kon wor:den gezegd, of de tegenwoordige geweldige daling al of niet gemotiveerd
moest worden gendemd. Ook was men van meening, dat een
deel der reactie op rekening van de’ regeeringsvoorschriften
moest worden gesteld, die met name de ultimocontramine
geheel hebben verboden; hierdoor kon zelfs tegenover soms
t gering aanbod geen enkele vraag worden gesteld. Ook de
verhoogde omzet’belasting droeg een, deel bij tot het ver-‘
scherpen der crisis, wijl de beroeps’speculatie zich onthield
van het entameeren van affaires, die rèeds bij voorbaat
hooge kosten tengevolge van de ‘zegelbelasting met zich
brachten.
t
Vrijwel alle fondsen hebben dan ook geweldige prijs-
reacties’ te aanschouwen gegeven en het is geen zeldzaamheid
noteeringen aa.n te treffen, 100 tot 150 pCt. lager dan hal niveau van nauwelijks twee maanden geleden. Het sterkst
hebben wel de waarden der oorlogsindustrie’te lijden gehad;
de koersteruggangen in Montaanwaarden bedroegen gemid-
deld 10 pCt., die van electriciteitsaandeelen ongeveer 7 pCt.
per dag. Dat dit geschiedde, ondanks het feit, dat de hoop
op een spoedigen vrede eenigszins op den achtergrond was
gedrongen, is wel karakteristiek voor de algemeen ongun-
stige opvatting van de naaste toekomst. Het waren niet
enkele waarden, die in verband met binnen zeer afzienbaren
tijd te wachten gebeurtenissen verkocht werden, zooals ge-
woonlijk ter beurze plaats vindt en in welk geval dan ook
bijna steeds fondsen aan te wijzen zijn, die een ‘tegengestelde
richting hebben ingeslagen, doch het gansche complex van, ;waarden werd in zulk een mate aangeboden, dat de geringe
vraag geen rem voor, de daling kon verschaffen. Dit komt
Totaal
Data
1
Wissels
Deposiio’s
16 Aug. ’18 1.497.572 2.136.002
9
,,
’18 1.541.030 2.161.080
2
,,
’18 1.480.104
2.090.397
26 Juli ’18 1.507.425 2.181.262
946
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 October
1918
duidelijk naar voren uit het feit., dat naast oorlogsvaa.rden
ook echeepvaartaa.ndeeleu, die juist kort te voren ten
sterkste de belangstelling van het publiek hadden getrokken,
op groote schaal verkocht verden
Een minder goeden indruk heeft ook het uitstel van den
inschrijvingstermijn op cle negende Duitsche oorlogsieeniug
gehad, vooral omdat tot nu toe in de pers steeds verluicide,
dat de inschrijvingen een uiterst gunstig resultaat zouden
opleveren, te oordeelen naar de reeds bekend zijnde gege-
vens. De eindtermijn is nu uitgesteld met circa 14 (lagen,
zoodat deze bijna samenvalt met den eersten dag van de
verplichte storting ad 30 pCt., welke op 6 November valt.
Van buitenlandsehe staatsfondsen waren cle z.g. Ponden-
leeningen goed gevraagd; Argentijnen, Japanners, enz.
vormden dan ook vrijwel de eenige uitzondering
01)
de
buitengewoon lustelooze stemming, die te Berlijn gedurende de gansche berichtsperiode overheersehend is geweest.
De geklmarkt is kalm gebleven; daggeld gold ongeveer
4 pCt.
De beurs te W e e ii e n heeft zich uit den aard der zaak
mede uiterst ongeanimeerd betoond. Toch valt hier een sterk
onderscheid op te merken met de Berlijnsche fondsenmarkt,
in dien zin, dat van een paniek hier niet zoo zeer kan
worden gesproken. Het koersverloop was wel analoog, doch
de geweldige verschillen kunnen hier niet worden genoteerd.
Dit is niet toe te schrijven aan betere opvattingen, die men
in .de landen der Dubbel-Monaichie ten opzichte van de
naaste toekomst koestert, doch louter aan het feit, dat reeds
lang te voren de Weensche beurs geen teekenen van leven-
digheid heeft gegeven. De aanduidingen uit Budapest, die
vaak geheel het karakter van de, beurs te Weenen bepalen,
wezen sinds lang in dalende richting, mede tengevolge van
voorvallen van binnenlandsch.politieken aard, die thans
hun uitwerking in den staatsvorm doen gelden.
Tengevolge van deze opvattingen, als het ware een voor-
bereiding op de verwachte reactie, bleven de koersteruggan.
gen te Weenen naar verhouding vrij gering. Zoo daalden
in de laatste veertien dagen scheepvaart-, munitie- en
petroleumaandeelen gemiddeld 15
1
20 pCt., de overige
fondsen toonen een reactie van circa 10 pOt. aan. Te
Budapest was de beweging van ongeveer gelijken omvang;
alleen kwamen daar nog variaties voor van 30 en meer
procenten in fondsen, die als zuiver locaal moeten worden
aangemerkt en derhalve geen compensatie konden vinden
door, zij het geringe, Weensche aankoopen.
Het spreekt vanzelf, dat de loop van zaken op cle beurzen
in cle landen der Entente geheel en al verschillend is geweest.
Een uiterst opgewekte stemming viel hier op te merken,
die zich voor ongeveer alle fondsen gelijkelijk uitte en
slechts voor sommige waarden tijdelijk werd tegengehouden
door invloeden van plaatselijkeu aard. Zoo werkte te
L o n
cl
e n de staking op de spdorwegen nog eenigszins na,
hoewel langzamerhand ook dit feit aan beteekenis begon in
te boeten. Alleen oorlogswaarden maakten hier een uitzon-
dering
01)
de algemeen opgewekte tendens.
liet meest teekenend is de betere toekomstbeschouwing
wel geweest op de markt voor inheemsche staatsfondsen.
Ter beurze van Londen zijn Consols nog steeds de graad-
meter voor cle publieke opinie en hoewel de omzetten
gewoonlijk zeer beteekenend zijn, blijvende fluctuaties toch
meestal tot fracties van procenten op dén enkelen dag be-
Perkt. liet moet clan ook niet minder clan sensationeel wor-
den genoemd, dat het voornaamste staatsfonds op én dag
twee procent is gestegen; sindsdien is een reactie van betee-
kenis niet ingetreden. In sympathie met deze houding varen
ook de obligaties der oorlogsleeningen vast gestemd, zoomede
de koloniale waarden, gemeentelijke obligaties, enz. Voor buitenlandsche staatsfondsen bestond eveneens groote be-
langstelling o.a. voor Russisehe waarden en voor de schuld-
bekentenissen van Roemenië en Montenegro. Daarentegen
moesten Scandinavisehe en andere neutrale waarden iets
van hun vroeger avance prijsgeven.
Als gezegd, waren in den aanvang iuheemsche spoorweg-
waarden eenigszins gedrukt, evenals Grand Truuk en Cana-
dian Pacif ie; hiertegenover werd echter groote vraag gecon-
stateerd voor Mexicaansche en Argentijnsche spoorweg-
fdndsen.
Industrieele waarden bleven verdeeld; in deze fondsen
gaven beschouwingen omtrent den gang van zaken nit den
oorlog de richting aan. Die fondsen, waarvan verwacht werd,
dat zij onder vermindering van inkomsten te lijden zouden
hebben, werden aangeboden, zulks was o.a. het geval bij
Vicker, Nobel, enz. Ook Marconi’s reageerden vrij scherp,
evenals scheepvaartwaarden. In tegenstelling met de neu-
trale landen worden in Engeland deze fondsen als oorlogs-
waarden beschouwd, in verband met het zeer intense ge-
bruik, dat thans van vrachtruin3te wordt gemaakt. De
overige afdeelingen der markt echter bleven alle
01)
hoogere
prijzen en met goede vraag.
Te P a r ij s gaf de beurs ongeveer hetzelfde beeld te aau-schouwen als te Londen. Ook hier waren staatsfondsen zeer
veel vaster van toon; de voorloopige berichten omtrent de
inschrijvingen op de vierde oorlogsleening doen een zeer
gunstig resultaat verwachten. Interessant is het wetsontw’erp tot naasting van sommige
Fi-a.nsche Spoorwegen. Hier dient naar voren te worden
gebracht, dat van een eigenlijke en definitieve overname van
het Fransche spoorwegnet geen sprake is, doch dat de maat-
regel slechts dient vooi- enkele lijnen (Chemins de Ier
d’intérêt gdnéral) en ook slechts wordt toegepast voor oor-
logsdoeleinden. Zoo wordt in het ontwerp bepaald, dat de regeering de beschikking over de betrokken lijnen slechts
behoudt tot 31 December van het jaar, volgende op dat van
den vrede. De Minister van Financiën verkrijgt bij de even-
tueele toestemming tot staatsbeheer tevens zeer uitgebreide
bevoegdheden, o.a. de faculteit tot wijziging van de tarieven,
tot verandering der arbeidslooneu (waaromtrent reeds een
verhooging w(>rdt voorgesteld, gezamenlijk ongeveer frs. 200
millioen ‘s jaars bedragende), enz. Uitdrukkelijk wordt
voorts bepaald, dat de dienst der obligatieleeningen geener-
lei wijziging ondergaat. De aandeelhouders ontvangen ge-
durende het staatsbeheem een dividend, gelijkstaande aan liet
gemiddelde der drie laatste boekjaren. Dientengevolge wordt
voorgesteld op de aandeelen van den Noorderspoorweg een
uitkeering van frs. 44 (11 pCt.) te doen geschieden, op die
der Paris-Lyon-Mdditerrande frs. 40 (8 pCt.), op die van
den Oosterspoorweg frs. 35,50 (7,10 pCt.), op die van den
Zuiderspoorweg frs. 50 (10 pOt.) en op die van den Orleaus-
spoorweg frs. 59 (11,20 pCt.)
Te N e w Y o r k heerschte op de meeste dagen van de
berichtsperiocle een zeer vaste stemming, waarin zoowel de z.g. ,,00rlogs”- .ls de ,,vredes”-fondsen konden deelen. Ook
Mexicaansche waarden en speciaal petroleumatindeelen ver-
den tot aanmerkelijk hoogere prijzen uit de markt genomen,
z66 zelfs, dat de terugslag op de markt te Amsterdam goed
merkbaar was. De berichten uit Europa droegen tot deze
houding sterk bij, terwijl ook het bewustzijn, dat de Repu-bliek der Vereenigde Staten thans in zekeren zin de leiding
van het vredeswerk heeft genomen, een stimuleerenden
invloed uitoefende.
In de eerste plaats konden spoorwegaandeelen van deze
houding profiteeren. De garantie der regeering loopt bij het
einde van den oorlog af, doch op dat moment wordt ook
de volle eigendom van aandeelhouders weder erkend, hetgeen
algemeen als een gunstige factor wordt beschouwd. Daaren-
tegen bleven Marinewaarden eenigszins aangeboden; daar,
naar verluidt, de afbetaling van het achterstallige dividend op de preferente aandeelen niet in contanten, doch in aan-deelen zal geschieden, terwijl eveneens de overdracht van
het Engelsche bezit der Trust in nieuwe aandeelen eener
01) te richten maatschapjij zal worden voldaan. T e o n z e n t kon op de
staatsfondsenmarkt
voor de in-
heemsche soorten een lichte verbetering na den heftigen
koersval vaii de vorige berichtsperiode geconstateerd wor-
den. Op het sterk verlaagde peil traden eenige koopers op,
die voldoenden steun aan de markt verleenden, om althans
het niveau van het laagste punt te doen monteeren. Groote
omzetten hebben echter nergens plaats gevonden.
Wat de buitenlandsche soorten betreft, scheen de belang-
stelling eenigszins te zijn verminderd. Althans konden de
meest vooraanstaande soorten zich 51 juist op peil houden,
5f moesten iets van hun vroeger behaald avance prijsgeven.
Dit laatste was vooral voor Russen het geval, terwijl de
Oostenrjksche Kronenrenten, na een verbetering in het
midden der vorige week, de markt op lagere koersen Ver
–
laten.
Alleen voor Mexicaansche waarden bestond nog goede
interesse, zoodat de betrokken koersen wederom verbete-
ring aantoonden.
15Oct.. 18Oct.
21 Oct.
Rij:ingof
4
1
/2
0
/0
Ned. W. Sch.
1916
87 88
1
/s
89hIi
4
°/o
,,
,,
,,
1916
81
1
/2
82’/io
82’/j
+
2h/
11
/16
31/
01
. . . .
77/5
73 Vi
74
–
3110
3
0/
,,
,,
,,
. . . .
65h/ 652/
s
65/
.+.
l/
21/s
/
o
Cert. N. W.
S.
……
541/
s
5510/
557/8
+
1
5
°/o
Oost-Indië 1915 ….
92/
937/
93
1
/8
+
4
0/
Hongarije Goud
..
. .
41
.
48 47
1
/
+
6’12
4
01
Oostenr. Kronenrente
40
2
/2
422/
4
39
6
/8
– Ye
5
01
Rusland 1906 ……
44/8
44
43
–
Plo
411
t
0/
Iwangorod Dombr…
40
1
I2
39
1
/s
34
1
/2
–
6
4
0/
Rusland Cons. 1880..
362/
8
37’/4
34
–
2
3
/s
4
o/o Rusl. bij Hope &,Co…
37°/in
38
1
4
30/4
–
23 October 1918
ECONOMISCH-STATIS’ISCHE BERICHTEN
947
15 Oct. 18 Oct. 21 Oct.
Rijzing of
daling.
4
o/o
Servië
1895 ………
54
52
52
–
2
4
1
/2
0
/0
China
Goud
1898
.
551/
4
551/4
64/2
+
91/4
4
0/
Japan 1899 ……..
65
65
–
4
0/
Argentinië Buiteni
62
8
/8
62
1
18
62
– 1/8
5
0/
Brazilië 1895
……
72
71/
71
7
/8
–
‘Is
5
0
/0
,,
1913
……
68 68 68
De locale markten hebben een zeer geagiteerd, doch
uiterst opgewekt verloop gehad. Dit geldt wel voor alle
atdeelingen, doch er zijn hier tamelijk uiteenloopende gra-
den van opgewektheid te vermelden. 1
–
let sterkst was het
animo wel voor binnenlandsche industriecle
en voor
suiker-waarden.
De eerste werden tot voortdurend oploopende
koersen gekocht in de verwachting, dat de vrede betere
bedrijfsmogeljkheden zal scheppen voor vele takken der
nijverheid, die thans zoowel met gebrek aan materiaal als
met de moeilijkheid van export te worstelen hebben. Het
sterkst werden hier gemarkeerd aandeelen Werkspoor,
Fijenoord, Philips’ Gloeilaanpen, Rotterdamsche Droogdok
Mij. Op sommige dagen waren in deze fondsen levendige om-
zetten op te merken, waardoor de handel, die meestentijds
een. kalm karakter draagt, doordat vraag en aanbod zich
concentreeren bij den beurs-specialist, een openlijk kefimerk
verkreeg.
Indische suikerwaarden hadden gedurende de gansche
beridhtsperiode een levendig aanzien bij oploopende markt.
stemming. Voortdurend werd de markt gestimuleerd door berichten van groote suikerverkoopen tot prijzen, die zeer
verre uitgaan boven de eenigen tijd geleden door de Suiker-
Vereeniging vastgestelde minima. Dientengevolge ontstond
groote vraag naar de hoofdsoorten als Handeisvereeniging
Amsterdam, Cultuur-Maatschappij der Vorstenlanden, enz.,
doch ook de overige der betrokken waarden vonden grif
koopers, o.a. aandeelen Javasche Cultuur-Maatschappij. De resteerende cultuurmarkten,
tabak
en
rubber omvat-
tende, waren mede optimistisch gestemd, doch de omzetten
waren hier van veel minder beteekenis, terwijl ook de
koersverbeteringen lang niet den omvang van die op de
suikermarkt aannamen. Zelfs was een voorbijgaande reactie
op te merken, die voor de rubberafdeeling hoofdzakelijk
werd veroorzaakt door ongunstige beschouwingen aangaan-
de het verslag over het jaar 1917 van de Rubber Cultuur-
ï’.Iaatschappij ,,Amsterdam”. Ook gingen vele houders (en
dit geldt met name voor de tabaks-afdeeling) tot winst-
liemingen over, waartegenover niet voldoende nieuwe vraag
kon worden gesteld. Per saldo konden de hier genoemde
rubrieken wel verbeteringen aantoonen, doch slechts in be-
schhiden omvang, – terwijl de ondertoou in verhouding tot
de overige locale afdeelingen veel minder vast moet worden
genoemd.
Daarentegen bevond zich de
pctrolcn’nanaarkt
wederom in
het centrum der belangstelling. De aandacht concentreerde
zich opnieuw op aandeelen Koninklijke Petroleum, die dan
ook een zeer groote koersverbetering kunnen aa,toonen. Om
het hoofdfonds groepeerden zich de audere soorten, in de
eerste plaats de met de Koninklijke zeer nauw gelieerde
maatschappijen als Dordtsche Petroleum, Moeara Enim, enz.
doch voorts ook de Roemeensche waarden, als Geconsoli-
deerde, Orion en Steaua Romana, in verband met de om-
standigheid, dat de ontruiming van de Roemeensche gebie-
den door de Duitsche legermacht niet slechts de vrees voor
een hernieuwde vernieling van de petroleumvelden en bron-
sien wegneemt, doch ook, wijl thans de mogelijkheid be-
staat, dat de exploitatie der ondernemingen in de toekomst
vrijer kan geschieden, dan onder voortdurende Duitsche
contrôle wellicht mogelijk zou zijn geweest. Ook neemt men
aan, dat de export bij het terugkeeren van meer normale
verhoudingen beter en winstgevender ter hand genomen zal
kunnen worden. Alleen aandeelen Steaua Romana toonden
aan het slot eenige reactie, in verband met het- feit, dat
deze aandeelen grootendeels in Duitschiand worden gehou-
den en derhalve den invloed ondergaan van de daar t
laude heerschende opvatting omtrent den algemeenen toe-
stand.
Handelsvcrccniginçjen
bleven kalm en zonder veel handel,
itiet uitzondering van aandeelen Compania Mercantil Argen-
tiva, die een sterke opwaartsche beweging konden aantoo-
nen, echter zonder het hoogst bereikte punt te behouden. In verband niet de betere beschouwing van cultuur- en
speciaal van suikerwaarden, bleven ook de bij deze cultu-
ren betrokken
bankinstellingen
zich in de belangstelling
verheugen. Zoo waren aandeelen Nederlandsch-Indische
Handelsbank en Nederlandsche Handel-Maatschappij goed
gevraagd. –
15 Oct. 18 Oct.
Amsterdamsehe Bank …. 184
Ned.Handel-Mij.cert.v. aand. 177
3
I4
Rotterd. Bankvereeniging ..
1468/
4
Amst. Superfosfaatfabriek.. 182
Van Berkel’s Patent ……
147
Insulinde Oliefabriek ……
2308/
4
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand.
270
Ned. Scheepsbouw-Mij. ….
161
1
/3
Philips’ Gloeilampenfabriek
370
R. S. Stokvis
&
Zonen:…
532
1
/3
Vereenigde Blikfabrieken..
‘142’/o
CoanpaniaMercantil Argent.
2451/
4
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.
147
1
/4
Handelsver. Amsterdam….
161
1
18
Holl. Transatl. Handelsver.
153
1
/1
Linde Teves & Stokvis ……
211’/,
Van Nierop
&
Co’s Handel-Mij
172
Tele
&
Co’s Handel-Mij ….
166
$Gecons. Holl. Petroleum-Mij
2458/
4
Kon. Petroleum-Mij…….
595
Orion Petroleum-Mij…….
92
Steaua Romana Petr.-Mij
188
1
I2
Amsterdam-Rubber-Mij…..
191
1
1,
Nederl.-Rubber-Mij .
……
118
Oost-Java-Rubber-Mij.
….
226′!,
Deli-Maatschappij
……..
529
Medan-Tabak-Maatschappij..
235
Senembah-Maatschappij….
484
1
/2
* ex dividend. § div. 10
0
10
t div. 5 °/.
De
scheepvaartnaarkt
heeft wel tot de meest kalme van
de achter ons liggende dageii behoord. De diverse berichten
hadden slechts uiterst geringe uitwerking op het koerspeil,
zelfs het vooruitzicht van het stopzetten van den ongebrei-
deiden duikbootoorlog, welke verwachting inmiddels een
feit is geworden. In overeenstemming met de algemeene tendens was hier van een scherpe reactie weliswaar geen
sprake, doch enkele fondsen hebben toch een aanzienlijken
teruggang aan te toonen, terwijl nergens, met ddn enkele
uitzondering voor aandeelen Zeevaart (die echter tot dc
minder courante soorten behooren) een eenigszins betee-
kenende verbetering te constateeren valt.
15 Oct. 18 Oct 21 Oct.
Rijzing of
daling.
Holland-Amerika-Lijn
….
441
gem. eig.
417
1/
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij ..
291
Holi. Alg. Atl. Stoomv.-Mij.
1830/
4
Hollandsche Stoomboot-Mij..
232
Java-China-Japan-Lijn ….
338
1
/
Kon. Hollandsche Lloyd ..
188
3
/4
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..
256’/s
Kon. Paketvaart-Mij …….
272’/s
Maatschappij Zeevaart ….
330
Nederl. Scheepvaart-Unie ..
2761/
s
Nievelt Gondriaan ……..
540
Rotterdamsche Lloyd ……
319′!, Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg”
406
,,Nederland” ..
305
1
/
,,Noordzee”
..
229
1/,
,,Oostzee”
.. .:
392
De
ilmerihaanschc afdeeling
te onzent vp
1
s zeer hoopvol
gestemd, zoodat op sommige dagen door gebrek aan mate-riaal bij ruime vraag de koersen van enkele fondsen buiten
verhouding tot de New Yorksche aanwijzingen konden mon-
tecren. Hoewel in de laatste dagen de indicaties van Wall-
stieet eerder op eenige reactie ivijzen, bleef hier de stem-
Ining zeer vast en werden groote posten van de hoofdsoorten
uit de markt genomen.
15 Oct. 18 Oct. 21 Oct. dalineof
.
American Car & Foundry .. 76
78
79’/ + 3’/.
Anaconda Coppér ……..145’i
158
1
/
159/8 + 14′!,
Un. States Steel Corp ….. 95°/io 95
11
1,2 98
+ 2/io
Atchison Topeka ……….92/4
978/
4
977/8 + 5118
Southern Pacific ……….. 9O
1
/to
94
94
7
/8 + 4
11
Iia
Union Pacific …………. 138 –
139″/,, 139
11
/1 +
l’?/,o
Int. Merc.Marine afgest.. . .. 351/4
3529/,, 335/, –
prefs 122
5
/8 122
1
/4 121
– 1/8
])e
gekirnarkt
bleef ruim, prolongatie
38%_4
pCt.
184’/4
1821/,
146’/
l86’/s
147
232
284
l61’/s
406
547
l43’/s
259
152
385*
153
,
/s
213 170
165
258
7
/s
626
96
197 1/4
199
119
245
540′!,
240
495
21 Oct.
186
+2
182
+
4
‘/4
145’/4
1
185/4 + 38/4
1361/
4
* —1014′
247
+ 16114
285
+15
1611/,
393
1
!3
+ 23’/,
544
+ 11’/
147
+4’/s
255
+ 98/4
158
+ 10
8
/4
399
+3V/st
153’/a
212’/
–
1
-1
172 168
+2
261’/, + 15/4
644
+49
93
+1
188’/,
–
194’/, +3
1191/2 +
1
1
/3
234
+
7’/s
537
+8
244
+9
489
+4’/s
443’/2 444 3/4 + 38/4
422
423
+ 5h/
291
291
183′!, 180I4 —3
233 1/4 234
3
/s + 20/s
3398/
4
339
,
/s +
7
/s
1901/
s
190 + 1’/g
262
262’14 +
6’/4
273
266’/, —6
350
348
+18
274
‘Is
272’/ – 38/
4
549 1/4 5391/
t
–
1
/s
311
1
/2
309
–
10′!,
406
395
– 11
302 l/
302’/4 – 31/
4
233
233
+ 3′!’
400
402
+10
948
ECONOMISCH-STATÏSTISCHE BERICHTEN
23 October 1918
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
21 October 1918.
• Weinig belangrijk nieuws voor dit weekbericht heeft ons
gedurende de afgeloopen week bereikt. ‘t.Jit Groot-Brittannië’
en Ierland komen nog steeds klachten over het ongunstige
weder, dat in September nog zooveel schade aan de graan-‘
oogsten heeft berokkend. Gelukkig blijkt ten slotte, dat de
meeste tarwe tijdig binnengehaald was, doch van de gerst
en haver bevond zich vooral in de Noordelijke districten en
in Wales op het einde van September nog een groot ge-
deelte op het land, waar het sterk van regen en wind had
geleden. Ook voor de aardappelen begon men bevreesd te
worden. Het slechte weder heeft ook ten gevolge, dat wei-
nig wordt gedorscht, doch door de groote aanvoeren uit de
Vereenigde Staten hebben de molens geen moeite, zich van
voldoende tarwe te voorzien.
In het einde van September zijn de hoeveelheden van het
in 1917 in het Vereenigd Koninkrijk ingevoerde graan be-
kend gemaakt. Déze blijken veel grooter te zijn geweest dan
algemeen verondersteld werd. Ondanks den verscherpteu
duikbootoorlog is in 1917 vrijwel evenveel tarwe en tarwe-,
meel ingevoerd als in 1916, zelfs meer dan in 1915 en
slechts 10 pCt. minder dan in 1913, terwijl de eigen pro-
ductie in die jaren telkens ongeveer dezelfde geweest is.
Wel is de invoer van haver, gerst en mais in 1917 belang-
rijk minder geweest dan in 1913. De vermindering bedraagt
voor deze graansoorten ongeveer 50 pCt. en daar bovendien
de in 1917 ingevoerde gerst voor het grootste gedeelte,
‘evenals een deel der mais als broodgraan verbruikt is, is
het duidelijk, dat eigenlijk slechts voor veevoeder sprake
is geweest van een werkelijk tekort. Wel is van de tarwe.
een gedeelte gebruikt voor het vormen van een flinken
voorraad, maar deze hoeveelheid is niet van voldoenden
omvang geweest om tot een tekort aan broodgraan te leiden.
Het broodverbruik is in het Vereenigd Koninkrijk in 1917
blijkbaar zeer groot geweest, ten deele ter vervanging van;
andere in minder groote hoeveelheden beschikbare voedings-
middelen.
Voer het in Augustus begonnen seizoen zal waarschijnlijk,
behalve tarwe ook veevoeder in eenigszins ruimere mate
(
kunnen worden beschikbaar gesteld. De eigen tarweoogst
is in Groot-Brittannië en Ierland zooveel grooter dan iu
vroegere jaren, dat men minder zal behoeven in te voeren,
en er meer scheepsruimte voor voedergraan en ander vee-
voeder overblijft, t
Aan geen enkele graansoort zal in de uitvoerlanden voor-
loopig gebrek zijn. De Vei’eenigde Staten van Amerika en
Argentinië hebben groote overschotten voor uitvoer ter be-
schikking en ook uit Canada kômt nu weder het bericht,
dat de tarweoogst werkelijk niet onbelangrijk meevalt. Be-
rekend wordt, dat de opbrengst niet 25 pOt., doch hoogstens
15 pOt. bij die van 1917 tea achter blijft.
Mats van den ouden oogst wordt in de Vereenigde Staten
nog steeds in groote hoeveelheden ter markt gebracht en
ofschoon de nieuwe oogst, die waarschijnlijk reeds grooten-
deels binnengehaald is, van geringeren omvang is dan in de .jaatste jaren, is er blijkbaar nog zooveel oude mais in
het land, dat er volop voor uitvoer beschikbaar zal zijn.
De reactie in de Noord-Amerikaansche ma.ïsprijzen, die
na de sterke prijsdaling van begin October reeds op 11 Octo
ber was begonnen, heeft zich in de afgeloopen week verdér
ontwikkeld en de pi-ijzea der verschillende termijnen te
Chicago zijn na het laagste punt tot 19 October 7Y
2
tot 14
cent gestegen. Den 2len October was de prijs echter weer
wat lager.
Den Oen September is te Chicago een termijnmarkt in
gerst geopend. Voor dit artikel bestaat den laatsten tijd
in de Vereenigde Staten weinig kooplust en de prijzen zijn
sedert begin September sterk gedaald. Tot de oorzaken voor
(lie daling behooren het op 1 December ingaande brouw-
verbod en de weinige vi-aag voor gerstmeel als grondstof voor brood. Voor de verplichte 20 pCt. bijmeuging bij het
tarwemeel geeft men meer en meer de voorkeur aan maïs-
meel.
Lijnzaad heeft in Noord-Amerika dit jaar later dan ge-
woonlijk van vorst te lijden gehad. Dikwijls is in Augustus
reeds sprake van vorstschade, doch dit jaar is eerst om-
streeks 7 September vorst opgëtreden, toen de oogst ove het algemeen reeds te ver gevorderd was om daarvan nog
schade te ondervinden. Ook uit Argentinië luiden de berich-
ten’ over het te velde staande’ ljnzaad, evenals over de
andere graansoorten, gunstig. – Wel zijn in de allerlaatste
(lagen de prijzen van lijnzaad aan de markten te Buenos
Aires en Rosario gestegen en het is niet onmogelijk, dat
ongunstig weder daarvan de oorzaak is.
• N e d e r 1
P.
n d. De bekende beschikbaarstelling van steen-kolen door de Regeering der Vereenigde Staten en de weder-
opvatting der economische onderhandelingen tusschen Ne-
derland en de geallieerden te Londen hebben de hoop op
nieuwen graanaanvoer naar ons laud verlevendigd. Van de
zijde der Vereenigde Staten schijnt te worden aangedrongen
op aankoop van althans een gedeelte van het ons toegestane
Noteeringen.
Chicago
BUefl03 Aurea
Data
Tarwe
Mars
Haver
Tarwe
MaTa L(jn:aad
T
Oct.
I
Oct.
I
Oct.
Nov.
I
Nov.
I
Febr.
19Oct. ’18
226
130
1
4
68V4
11,60
5,80
18,95
11
,,
’18
226
117
1
/
66
1
/8
11,75
5,75
18,55
19Oct. ’17
220
115
1
/
‘)
58
1
/8 ‘)
10,85
3
)
7,95
18,50)
19Oct. ’16
168I8
‘)
82
1
14
)
49
5
/g
)
12,60
6,50 18,90
19Oct. ’15
1061/
1)
64
38I4
)
10,45
1
)
4,90)
12,60′)
20Juli’14
82
‘)
56
1
/8 ‘)
36
1
/
‘)
9,40
1
)
5,381)
13,70
1).
1)
per Dec.
1)
per Sept.
5)
per Jan.
4)
per Oct.
‘)
per Nov.
Tarwe (inlandsche) ……
25,-
1)
25,-
1
)
–
Rogge (70 Kg. natuur gew.)
28,50
1
)
•
28,50
1
)
–
–
.
–
360,’)
Gerst (60 Kg. natuur gew.)
20,-‘)
20,-
1)
–
23,-‘)
23,-
1)
–
Mais
(La Plata)
……….
Lijnkoeken
(Noord-Ame-
Haver
(inlandsche) …….
rika van La Plata-zaad)
–
–
250,-
1
)
Lijnzaad (inlandsch)
….
40,-
1
)
40,-
1)
1)
Regeeringsprijs.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
1 21 Oct.
t
14 Oct.
1
21 Oct.
–
1
1918
1
1918
t
1917
AANVOEREN in tons van
1000.
K.G. voor verbruik in Nederland.
Rotterdam
–
Amaterdam
–
Totaal
Artikelen.
13-19
Oct. Sedert
Ove,een&.
13-19
Oct.
Sedert
Overeen1.
1918 1917 1918
1
Jan.
1918
tijdvak
1917
1918
1
Jan.
1918
tijdvak
1917
Tarwe ……………..
–
8.944
253,376
–
2.920 38.227
11.864
29,603
–
–
8.465
–
–
–
–
8.465
–
–
2.314
–
–
–
–
2.314
– –
114.637
–
4.590
80134
4.590
194.771
Rogge
………………..
Boekweit
……………
….
–
–
30.600
–
–
–
11.886
–
42.486
–
–
12.399
,
–
–
–
27.269
–
39.668
MaIs
……………….
– –
8.322
–
–
7.560
–
15.882
Gerst
……………….
Haver
………………..
–
•-
34.078
•
–
–
27.985
–
62.063
Lijnzaad
…………….
Lijnkoek……………..
Tarwemeel
…………
756
19.988
–
6.068
3.051
6.824
23.039
Andere meelsoorten….
–
19.716
–
–
4.286
–
24.002
–
AANVOEREN
in tons van
1000
K.G.
voor België.
–
15.107
216.196
351.171
–
1
–
–
216.196
351.171
–
90.191
12.335
–
– –
–
90.191
12.335
–
5.174
–
– –
–
5.174
–
Tarwe
……………..
MaIs
………………
–
68.918
6.962
–
8.807
–
77.725 6.962
Rogge
………………
Tarwemeel
………….
–
24.172
667
–
–
–
24.172
667
G
erst
……………….
Andere meelsoorten….
–
37.540
– –
9.510
– –
‘47.050
–
23 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
949
graan in Noord-Amerika. Blijkbaar bestond de bedoeling, de Nederlandsche graanschepen naar Argentinië ter bela-
ding te zenden. Wel is flaar het graan goedkooper te
krijgen, ook wanneer de hoogere vracht in aanmerking
wordt genomen, doch de kortere duur der reis naar Noord-
Amerika pleit er weer voor, althans een gedeelte, in dat
land aan te koopen. –
SUIKER.
Nadat de weersgesteldheid tijdelijk wat gunstiger voor de
oogstwerkzaamheden geweest is, werken de sedert eenige
dagen vallende regens weder nadeelig zoowel op het binnen-
halen van den oogst als op de verdere ontwikkeling der
nog te velde staande bieten.
In Nederland werd onlangs van regeeringswege de
maximumprijs voor den groothandel verhoogd tot
f
54,25
per 100 K.G. en de tusschenhandelsprijs tot
f
55,50 bij
levering van ten minste 100 K.G. en tot
f
56,— voor klei-
nere kwantiteiten, terwijl de detailprjs op
f 0,30 per
I,
K.G. werd gebracht. De kansen van toestemming voor
eenigen uitvoer of verhooging van het verbruiksrantsoen
in het binnenland zijn niet groot.
Evenals in Hongarije heeft men-ook in Oostenrijk
de suikerbelasting verhoogd en wel van Kr. 39,— per 100
K.G. op Kr.
45,—.
De suikerprijs werd in Oostenrijk per
15 October verhoogd op Kr. 112,— per 100 K.G. basis 88
0
/0
exclusief belasting en Kr. 226,— inclusief belasting voor
ruwe suiker en op Kr. 246,— voor witte suiker. In Hon-
garije werd de witsuikerprijs op Kr. 292.— per 100 K.G.
vastgesteld.
De oogst
in
Frankrijk is ongeveer 14 dagen later dan
verleden jaar en wordt verwacht minstens 25
0/
kleiner
te zijn.
In E n geland waren de voorraden op 5 October in de
3 voornaamste havens als volgt:
1918
1917
1916
Londen …………..152.330
51.171
44.981 tons
Liverpool …………80.414
75.538
18.678
Clyde…………….51.180
40.773
6.369
Totaal ……..283.924
167.482
70.028 .tons
Hieruit blijkt wel, dat Engeland de suikerdistribulie goed
geregeld heeft, aangezien de voorraden dit jaar aanmerke-
lijk grooter zijn dan in de andere oorlogsjaren.
Zooals verwacht hebben de vredeskansen grooten invloed
uitgeoefend op de stemming der markt in Java. De Pro-
ducenten-vereeniging heeft, nadat zij oogst 1917 geheel ver-
kocht had en uit oogst 1918 nog slechts 6 millioen picols
over heeft, verdere verkoopen voor het oogenblik gestaakt.
Intusschen moet voor suiker uit de tweede hand of van
onaf4nkelijke fabrieken reeds omstreeks
f
11,— voor Supe-
rieur betaald zijn. Het is echter niet aan te nemen, dat voor
al de in den laatsten tijd verkochte groote kwantiteiten
reeds scheepsruimte gevonden is. Waarschijnlijk zal een
groot gedeelte daarvan gekocht zijn op speculatie, waarvan
de verscheping dan afhankelijk is van de verdere ontwik-
keling der vredesonderhandelingen. Bij de plaats gehad heb-
bende rijzing speelt natuurlijk ook de wisselkoers voor
Sterling een groote rol, die in korten tijd ongeveer
f
11/
1
per £ gestegen is.
Dat ook in andere koloniën de suikervoorraden wegens
afscheepmoeilijkheden groot zijn, blijkt daaruit, dat begin
Augustus op de Philippijnen 175.000 tonsen op Hawaii
124.000 tons voor afscheep gereed lagen.
Voor For m os a wordt de volgende oogst op ongeveer
300.000 tons Centrifugals geschat.
De Louisiana-oogst wordt op 223.000 tons geraamd
tegen 217.500, 271.340 en 122.770 tons in de drie voorgaande
jaren.
Cuba -statistiek:
1918
1917
1916
Ontv. d. week tot 21 Sept.
14.521
11.863
780 tons
Totaal sedert 1 Dec. 1917 3.249.732 2.953.106 2.956.008
Werkende fabrieken….
3
1
1
Exp. U. K. 1 Jan.-17 Aug. 660.011
688.255 491.072
,,Frankr.1 ,, 17 ,,
15.843
69.963
118.629
KATOEN.
Voorrnden in duizendtnllen
18 Oct.
18
1
19 Oct. ’17
1
20
Oct.
’16
Amerik. havens ……….
1124
698 1175
Binnenland …………..
936
615
1005
1
.
89
NewYork
……………..
1
..
270
New Orleans ……………
Liverpool
……………
20 7
1
)
558
‘) 19 October ’18.
Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).
1
21
Oct.
I8 114
0c1.18
l 7
Oct.’18
122 Oct.’17
1
21
Oct. ’16
New York voor
Middling
..
32,50e
32,60e 33,15e
28,45 e
18,50e
New Orleans
vôor Middling
31,— c
30,75e
32,63e
27,50e
17,69e
Liverp. v. Good
Midd.Texas.. 23,98d1)
24,06d
24,49d
20,92
d2)
10,57d
3
)
‘)
18
Oct. ’18
)
Gcod Middling
Amer.
3)
20
Oct.
’16
Middling Amer.
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
21 October 1918. Gedurende de laatste weken werden
zeer weinig bevrachtingen gemeld. Kolenvrachten varen
lager; van de Oostkust van Engeland naar Gothenburg
brokkelden ze geleidelijk af van Kr. 200 tot ca. Kr, 150.
Als oorzaak werd aangegeven, dat, naast ruim aanbod van
schepen, de onkosten voor molest-verzekering met een derde
verlaagd zijn, omdat verliezen door oorlogshandelingen in
den laatsten tijd aanmerkelijk geringer zouden zijn dan ze
lang geweest zijn.
De vaart tussehen Noord- en Zuid-Amerika werd voor
een groot gedeelte onderhouden door Amerikaansche schepen.
Britsche lijnen, die vroeger het leeuwendeel van de vaart
hadden, zagen haar schepen opgecommandeerd voor troepen-
en voedselvervoer naar Europa; ze probeerden tevergeefs
om ruimte onder Amerikaanseh beheer voor haar Zuid-
Amerika lijnen in gebruik te krijgen. Alles wijst er
op, dat de Yankees zullen trachten de vaart op Zuid-
Amerika na den oorlog voor henzelf te houden. De Hampton
Roads havens zijn nog steeds overvol, zoodat de bunkering
langzaam geschiedt.
$et neerleggen der wapens door Bulgarije, waardoor
Turkije vermoedelijk spoedig meegesleept zal worden, doet
verwachten, dat de Dardanellen eerlang heropend zullen
worden. Export van de Zwarte-Zee- en Donau-havens zal
echter niet spoedig kunnen plaatsvinden, omdat de voor-
raden te gering om uit te voeren en de toestanden in de
afscheephavens nog geheel gedesorganiseerd zouden zijn.
De wisseling van boodschappen tusschen de Centralen en de Vereenigde Staten en als gevolg daarvan de verwachting
van een spoedigen vrede, bracht een groot aantal binnen-
en buitenlandsche handelshuizen in de markt, om zich te
voorzien van scheepsruimte. Hooge vrachten werden geboden,
zoowel voor ladingen als voor time charters over meerdere
jaren. Volgens geruchten zou de Nederlandsche scheepvaart
nog eenigen tijd onder regeeringstoezicht blijven, ten einde
den aanvoer van noodzakelijke voedingsmiddelen in de eerst-
komende maanden te verzekeren. De vaart van Nederlandsche schepen op Scandinavië werd
hervat. Tengevolge van het stopzetten van den onbeperkten
duikbootoorlog werden de molestpremies verlaagd. Duitsche
reçders hebben zich intussehen de gelegenheid tea nutte
gemaakt, om schier alle houtladingen in te pikken, die naar
Delfzijl gebracht werden. Die haven is dermate overkropt
van Duitsche booten, dat geregeld een dozijn of meer schepen
op de reede moet wachten tot plaats vrijkomt.
Van Amerika zal 50.000 ton graan naar Nederland aan-
gevoerd worden. Een aantal Nederlandsche schepen werd
aangewezen om naar Noord-Amerika te vertrekken, teneinde
daar of in Argentinië te gaan laden. De reeds eenige
maanden in New York zich bevindende z.g. ruilschepen lig-
gen daar nog steeds werkeloos.
RIJN VAART.
Week van 14 tot 21 October 1918.
Sedert de vorige opgave is de toestand op den Rijn wei-
nig veranderd. Van Rotterdam naar de Ruhrhavens overtrof
de vraag naar sleepwerk het aanbod, zoodat het sleeploon
van f1. 1,25 boven het 50-centstarief tot f1. 1,10 boven het
50-centstarief daalde. Bevrachtingen van Rotterdam naar
de Ruhrhavens hadden niet plaats. De waterstand was gunstig.
De Rijuvrachten van Duisburg naar den Bovenrjn werden
onveranderd met Mk. 2,50/Mk. 2,75 per ton genoteerd. De
aanvoeren in de laadhavens waren echter van dien aard,
dat de aangeboden scheepsruimte de vraag overtrof. Dien-tengevolge was ook het aangeboden sleepwerk minder; het
sleeploon werd onveranderd met 12 pf. per Centner genoteerd.
De waterstand was in den loop van de week wassende.
Cauber Pegel wees einde der week Meter 2,12 aan.
950
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 October 1918
De
Y.Nederlandsche Huistolefoow Maatschappij
.
ROTTERDAM
‘s-GRAVENHAGE
GRONINGEN
Telefoon 3600
–
Telefoon H 280, 300
Telefoon 1555
levert uit voorraad TELEFOON-, SC1IEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,
•
in huui’ en koop.
Herstelt en onderhoudt o n d er garantie ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.
PROSPECTUS GRATIS.
COMME’K
‘~CIAL
KÖNINKLIJKE
HOLLANDSCHE
11OLLAND
LLOYD
Maandelijks verschijnend export-blad ter bevor-
Geregelde
dering van den Handel en de Industrie van
Passagiers-
en
Vrachtdienst
Nederland en Koloniën in den vreemde
met nieuwe, mode rne
‘
post-stoomschepen
Behalve een keur van artikelen, geschreven in
TUSSCHEN
de Engelsche taal, van vooraanstaande mannen
Alvi S T E R D A lvi
op het gebied van internationaal handeisverkeer
zal het blad geregeld bevatten berichten, mede:
EN
deelingen, statistieken en al of niet geïllustreerde
ZUID
–
AMERIKA
beschrijvingen, uitgezocht en
saniengesteld met
de bedoeling om in den vreemde kennis te ver-
VIA
spreiden over Nederland en wat het voortbrengt.
NEV
YORK
De verspreiding geschiedt over de geheele wereld
en volgens een systeem, dat de vrucht is van
jarenlan gen nauw gezetten arbeid.
Internationale
‘
Bank
Commercial Holland, opgezet met de bedoeling
Hollandsche belangen in den
om zuiver
vreemde
t’°
J
31Wktt
waarlor
te propageeren, kan zich, wat inhoud, technische
iJIli
t
(3rontn3tn.
verzorging en verspreiding betreft, meten met
0/
de toonaangevende buit enlandsche exportorganen.
to
l,)anMJrtQvn
Ter verkrijging van een proef-exemplaar van het eerste
TOT DH
nummer, alsmede voor nadere inlichtingen,
wende men zich tot
It
KO.RSV/r1
I
NIJGH & VAN DITMAR’S UITGËVERS-MIJ.
ROTTERDAM:
A?viTERDAM:
WIJNHAVEN 111-113.
N.Z. VOdRBURGWAL 157.
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK
AMSTÈRDAM
BATA VIA
‘s-GRAVENHAGE
AMPENAN, BANDOENG. CE-IERIBON, HONGKONG, INDRAMAJOE,
MEDAN, MENADO, PEKALONGAN. PROBOLINGGO, SEMARANG,
SINGAPORE, SOERABAYA, TEGAL,
TJILATJAP,
WELTEVREDEN.
Kapitaal
/
35.000.000,—
•
Réserven
f17.400.000,-
23 October 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
951
Algemeene Filliesche Hypothedbank’
LEEUWARDEN
Kapitaal /1.000.000,—
Reserves
=1=
/ 147.573,-
Uitstaand bedrag Pandbrieven ruim
/
8.000.000
1
–
41/2 0/
Pandbrieven â 98
0
/
0
4
0/
Pandbrieven
â
90/
N.V. VAN DER LELTS TOUWFABRIEKEN
ROTTERDAM,
AMSTERDAM,
GRONINGEN,
Boompjes 93.
Prins Hendrikkade 16/7.
Der—A—Brug.
Telefoon: 3277 en 3296.
Telefoon:
7415 N.
Telefoon:
1035.
Telegr.-adr.: Vanderlely. Tel.-adr.: Vanderlely-touw. Telegr.-adr.: Vanderlely
FABRIEKEN TE MAASSLUIS.
SCHEEPSTROSSEN in alle soorten en afmetingen.
VISSCH ERIJTOUWWERK.
Geteerd en ongeteerd Manila-, Sisal-, Nieuw-Zeeland-,
Bombay- en Russisch henneptouw.
Cocostouw.
TRANSMISSIESNAREN met en zonder reguleerbare
koppelingen.
STAALDRAADTOUW voor Scheepsgebruik, Liften,
Mijnen- en HiJschwerktuigen. IJzerwanten Hercules.
ALLE SOORTEN PAK- EN BINDTOUW
MAATSCHAPPIJ
voor
Schoeps-
CII
Werktuigbouw
,,FIJENOORD”
ROTTERDAM
Kruisers – Torpedobooten
Onderzeebooten
Mailstoomschepen
Vrachtstoomschepen
Baggermateriaal
Machine-installaties
tot 65000 P.K.
Scheeps-Zoelly-Turbines
Machines en apparaten voor
Suikerfabrieken, enz.
GRONINGSCHE CREDIET-
EN HANDELSBANK
GRONINGEN, APELDOORN, APPINGEDAM, ASSEN EN VEENDAM
Kapitaal / 5.000.000,-
Geplaatst en volgestort
f 2.000.000,-
Reserves ruim
……
f
387.000,-
VERSCI-?AFT BEDRIJFSKAPITAAL AAN
LANDBOUW, HANDEL EN NIJVERHEID
INCASSO
–
DEPOSITO
–
SAFE DEPOSIT
PRACTISCH EFFECTENBOEK
ter vereenvoudiging van administratie en
ten gebruike voor de vermogensbelasting
Prijs
f
1,25
Verkrijgbaar bij den Boekhandel
en
bij ‘NIJGH & VAN DITMARS UITC.-MIJ. Rotterdam
NUGH. & VAN
D ITMAR’S
UITGEVERS-MIJ
ROTTERDAM
Wijnhaven 111-113
Tel. 7841 -’42-’43-’61
Belast zich
met ‘t verzorgen
van uitgaven’
en tijdschriften
op elk gebied
952
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
23 October 1918
HOLLANDSCHE BANK VOOR ZUID-AMERIKA
AMSTERDAM
BUENOS AIRES
RIO DE. JANEIRO
SANTOS
KAPITAAL
f 14.000.000,—
RESERVE
f 2.100.000,-
ALLE BANKZAKEN OP ZUID-AMERIKA
VERLEENT BEMIDDELING TOT HET ANKNOOPEN VAN HANDELSRELATIES IN
ARGENTINIË
EN BRAZILIË
DE GRONINGER BANK
Neder1andsche Gist-
Groningen, Winschoten, Stadskanaal, Wildervank,
en Sp Ir itusf abr lek
Veendam,Sappemeer, Deifziji, Emmen, Hooge-
DELFT
veen
en
Ter Apel
(Firma TIMMERMAN
&
SASSEN)
ARTIKELEN:
Kapitaal! 6.000.000,— Geplaatst eu gestort /4.440.000,—
Reserves
/
430.501904
Gist
Brandspiritus
VERRICHT
ALLE BANKZLKEN
Zuivere spiritus
Foezelolie
Belast zich met het incasseeren van wissels op binnen-
Amyl-alco hol
en buitenland
Aether Sulfuricus
Narcose ether
ONTVANG-
EN
BETAALKAS
NIEUWE DOELENSTRAAT
20-22
AMSTERDAM
Ku rken en
KAPITAAL EN RESBEVEN
f5.500.000,—
S
Gedroogde Spoeling
DEposITo’s VOOR
1
JAAR
FIXE
â
4 PCT.
now
GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT ZIJN NA ÂFLOOP VAN HET
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
TIJ
•
ii 1!
1,
nÇf
TV
esLel.
-uuierr(LULnauerij
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER
HALF JAAR
OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.
AMSTERDAM
GROOTSTE RAFFINADERIJ
GEBROEDERS SCHEUER
IN NEDERLAND
Assuradeurs en Assurantiebezorgers
Levert de mooiste Suiker,
Expediteurs en Cargadoors
omdat
haar
zuuveringsver-
mogen, het grootst
is.
AMSTERDAM EN ROTTERDAM
Produceert behalve alle soorten
Verzekering van Koopmansgoederen tegen
Buiker
en
Ba8terd8:
Cristallen,
groote
en kleine,
Klontje8
transport, molest, brand en diefta1 tegen
(Cubea),Theeklontjes, Cruahed (brokken)
concurreerenue premlen…
Tabletten, Brooden, Poederauiker, fijne
Suikera voor Vruchtengebruik, enz. enz.
Pletterij, voorheen
L.
1.
Enthoven
&
Cie
–
Delft
Wissels, Veerwissels, Goederenwagons, Draaischijven,
Bruggen, Kappen en Gebouwen, Tanks, Aanlegsteigers.
•ZWAAR EN LICHT
SMEEDWERK
EN
PERSWERK.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
W
.,T
H. MULLER & Co.
REEDERS EN KOOPLIEDEN
HÔOFDKANTOOR: ‘s-GRAVENHAGE
HOLLAND-AMERIKA L1JN
GEREGELDE AFVAARTEN TUSSCHEN
ROTTERDAM en NEW YORK, BOSTON, PHILADELPHIA,
BALTIMORE, NEWPORT NEWS, NORFOLK, SAVANNAH,
NEW ORLEANS, CUBA, MEXICO en NEW YORK—JAVA.
Voor inlichtingen wende men zich tot de
HOLLAND-AMERIKA LIJN, WILHELMINAKADE, ROTTERDAM
Scheepvaart- en Steenkolen-Maatschappij – Rotterdam
Filialen: AMSTERDAM – IJMUIDEN – LEEUWARDEN – HARLINGEN
ENGELSCHE STEENKOLEN
GEREGELDE LIJNEN VICE-VERSA:
ROTTERDAM – LONDON
;
ROTTERDAM – HULLIGOOLE; ROTTERDAM – NEWCASTLE;
ROTTERDAM—LEITH
VAN RIJN & C
UTRECHT – POSTBUS 40
EENIGE FABRIKANTEN
FAN DE UTRECHTSCHE
FIJNE TAFELMOSTERD
P. Cbs & Looffibruggeil
LEIDEN
Opgericht 1 Mei 1766.
Tel. lntercomm. 370
Telegr.-Adres: CLOS
Sajetten en Wollen
Garens voor Hand-
en Machinebreien
R. S. STOKVIS & ZONEN Ltd – ROTTERDAM
WESTZEEDIJK 594
Ul
Groote voorraden van artikelen op industriëel gebied
ROTTERDAM
WEISE(X CO,
AMSTERDAM
Import van en Handel in
OVERZEESCHE PRODUCTEN
speciaal
RUBBER, GUTTA-PERCHA en BALATA
11
23 OCTOBER 1918
3EJAARGANG No. 147
ONOMISCH-STAT1STISCHE BERICHTEN
£NNb 1616
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
BLAAUWHOEDENVEEM – VRIESSEVEEM
AMSTERDAM
ROTtERDAM
ANTWERPEN
EXPEDITEURS
MAATSCHAPPELIJK
RESERVE –
KAPITAAL:
FONDSEN:
f10.000.000,-
f 1.639.297,151
EXPEDITIE
RUBBER-
IN-
EN
IJITKLARING
ETABLISSEMENT
ASSURANTIE
KINA- ETABLISSEMENT
PAKHUIS EN SILO-GEBOUW ,,ST. JOB”. ROTTERDAM
BEÊEDIGDE WEGERS EN METERS
BEWARING
VAN
KOOPMANSGOEDEREN
TEGEN
UITGIFTE
VAN
,,CEDULLEN
AAN
TOONDER”
WELKE LEVERBAAR EN BELEENBAAR ZIJN
IVIODERNE KOEL-. EN VRIESJNRICHTINGEN
TE AMSTERDAM EN ROTTERDAM VOOR HET OP LAGE
TEMPERATUREN BEWAREN VAN AAN SPOEDIG BEDERF ONDERHEVIGE LEVENSMIDDELEN EN HANDELSWAREN.
CORRESPONDENTEN:
TE LONDEN: BRITISH BLAAUWHOEDENVEEM, LTD., 1 MINCING LANE, E.C.
BIJKANTOOR TE LIVERPOOL.
IN NED. INDIË: ,,HET INDISCHE VEEM” EN ,,DE SCHEEPSAGENTUUR”, BATAVIA, ENZ.
DIRKZWAGER’s SCHEEPSAGENTUUR
MAASSLUIS EN HOEK VAN HOLLAND
Belasten zich met het rapporteeren van schepen en het
behandelen van scheepszaken op den Nieuwen Waterweg
NIEUWE BERGING-MAATSCHAPPIJ
MAASSLUIS
Contracteeren voor het bergen van gezonken schepen en
ladingen, op de rivieren en buitengaats; belasten zich met
het instellen van duikeronderzoek, enz. enz.
DE SPAARNE-BANK
HAARLEM
Gestort Kapitaal en Reserves
f
1.184.000,-
REKENING-COURANT, CREDIETEN, INCASSEERINGEN, ASSURANTIEN,
WISSELS, EFFECTEN, COUPONS, PROLONOATIËN, DEPOSITO’S, ENZ.
w 1
i —
—
DRIJFWERK
Groote voorraad onder
–
deelen en complete
installatiën
Assen, Lagers, Koppel-
bussen, Snaarschijven
tot de grootste afme-
tingen
i1ACHIMfIABH IN 611
ROTTERDAM, Zuidblaak 56
MAER’X. & Cas BANK
sZRAVENHAGE, Kneuterdijk 13
KAPITAAL f 10.000.000,— VOLGESTORT
Directie: P. J. VAN OMMEREN. Jhr. D. F. REUCHLIN, S. S.
BOSMAN JR.
Raad van Commissari8sen: Mr. J. A. LOEFF, J. RIJ PPERDA WIERDSMA, A. C. MEES en Mr. A. J. MARX
NIJGH & VAN DITMAR’S BOEK. EN HANDELSDRUKKERIJ. ROTTERDAM