23 MEI 1917
Economisch-Statistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID. FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
1
2E
JAARGANG
WOENSDAG 23 MEI 1917′
No.
73
1
INHOUD
BIz.
DE NIEUWE BETJRSWET IN ZICHT? ………………..381
Regeeringscontrôle op Buitenlandsche Beleggingen ……
382
De Benzinedistributie…………………………..
383
Beteekenis der Winstcijfers in de-Jaarcijfers
1915
voor
de Nederlandsche Levensverzekeringmaatschappijen
opgenomen………………………………..
384
De Verkoop van Bankatin ……………. . ………..
386
Index-cijfers ………………………………..
388
AANTEEKENINCEN:
Requisitie van Nederlandsche schepen in Engeland…..
389
Oorlogsfinanciën in Engeland…………………..
389
Beslag op Duitsche schepen in Amerikaansche havens. –
389
Amerikaansche levensmiddelprijzen in
1907, 1913
en nu
389
RECEERINGSMAATRECELEN OP HANDELSCEBIEO
…………
390
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……………….
390-398
Geldkoersen.
Effectenbeurzen. Wisselkoersen.
Goederenhandel. Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE
GESCHRIFTEN
WEEKBLAD
ECONOMI$CH-$TATI$TISCHE
BERICHTEN
Het secretariaat van het weekblad is gevestigd te
Rotterdam, Pieter de Hooghweg 12,
telefoon
no. 3000.
‘Bijdragen en mededeelin gen, den inhoud betref-
fende, gelieve men te zenden aan het secretariaat.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland, f 10,—, buitenland en icoloniën f 1e,-
per jaar. Losse nummers 25 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekbla4 gratis.
Advertentiën
1
0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief.
Mededeelin gen
betreffende
abonnementen en adver-
tentiën richte men tot Nijgh & van Dit mar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, Den. Haag.
In verband met de .Pinksterdagen zal het volgend
nummer een dg later verschijnen.
22 MEI 1917.
De geidmarkt onderging weinig verandering gedu-
rende deze week. De noteeringen bleven onveranderd;
in het algemeen was de positie echter ruimer en voor-
al de vraag naar cail-geld verminderde sterk. Prima
driemaandspapier werd aanvankelijk k 2Y4 pOt. later
zelfs
t
2 pOt. gemakkelijk geplaatst.De prolongatie-
rente noteerde onveranderlijk 2V4 pOt.
*
Donderdag a.s. zal wederom een, inschrijving •op
schakistpapier plaats hebben. De Minister biedt aan
tot een totaal bedrag van ten hoogste 40 millioen gul-
den, in dezelfde soorten als reeds herhaaldelijk heeft
plaats gehad, n.l. drie- en zesmaands promesseit en
jaarsbiljetten. Aangezien vooral de banken belangrijk
ruimer van middelen voorzien zijn, mag men op een
beter onthaal hopen dan bij de laatste inschrijving.
De terugvloeiïng van gelden naar de Nederland-
sche Bank kon deze week sterke voortgang maken.
Volgens den weekstaat is afgelost aan Binnenland-
sche wissels circa 2Y2 millioen en aan beleeningen
irca 2 millioen gulden, terwijl de rekening-courant
saldo’s van anderen vermeerderden met 16Y2 millioen;
1
21 miflioen vloeiden dus in totaal naar de Bank
terug. Aangezien de regeering echter circa 12 mil-
lioen noodig had, bedroeg de vermindering van den
omloop v’an biljetten slechts tien millioen.
-‘
De wisselmarkt was zeer bewogen en vooral in de
tweede helft der week was de stemming uiterst flauw;
echter alleen voor wissels op de oorlogvoerenden. De
neutrale koersen ondergingen slechts kleine veran-
deringen. De geringe hoop op een spoedigen vrede,
die vooral in de laatste weken gekoesterd werd, begint
weder geheel te verdwijnen en hiermede ook de lust om
eenigszins belangrijke saldi bij de oorlogvoerenden
aan te houden. Door de sterke beperking van den bui-
tenlandschen handel en de daardoor aanmerkelijk inge-
krompen omzetten in buitenlandsche wissels, komt
bovendien een onzekerheid in de markt, waardoor be-
trekkelijk gering aanbod reeds een buitengewone daling
kan veroorzaken, -waarna dan weder een kleine vraag
de stemming totaal doet omslaan. Ook de nieuwe
week opende wederom slecht, zoodat Londen voor 11,44
en lager werd afgedaan en Berlijn circa 36,70 be-
reikte. In den loop van den dag trad echter een
– krachtig herstel in en even moeilijk als ‘s morgens
een bod, was ‘s middags een offerte te verkrijgen.
DE NiEUWE BEURSWET IN ZICHT?
In deren tijd van toenemende staatsbemoeiing is
het vrij hopeloos te pogen een nieuwen aanval op de
individueele of. corporatieve vrijheid te keeren. Te
meer klemt dit, omdat zoo licht een dergelijk onder-
nemen als oratio pro domo wordt beschouwd; dit is
tegenwoordig vaak het geval omdat juist de belang-
hebbenden meestal tevens degenen zijn, die het
sterkst de gevaren en bezwaren der staatsinmenging
zien. Toch wil ik het wagen eenige opmerkingen te
maken, naar aanleiding van het artikel: ,,Beurs-
noteering van buitenlandsche effecten”, opgenomen
in het nummer van 9 Mei.
1)
Een ieder zal het eens zijn met de grondgedachte,
dat het gewenscht is
bij
leeningen aan het buitenland
de bevoraering der natjonale welvaart in het oog te
houden. Kunnen wij met onze kapitalen aan onze
industrie afzetgebiedén, aan onzen handel relaties bezorgen, dan zal iedereen dit toejuichen. Maar is
1)
Wij ontvingen te dezer zake nog een tweede bijdrage, welke men hierachter vindt afgedrukt.
382
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 Mei 1917
hierbij contrôle door den Staat of door een zijner
organen gewenscht?
In de eerste plaats wil ik er de aandacht op vesti-
gen, dat contrôle vrijwel onmogelijk is, indien zij zich
niet over het geheele zakenleven kan uitstrekken.
De heer v. T. d. B. gewaag’t van contrôle op de toe-
lating van buitenlandsche effecten tot de officiëele
noteering; welnu, men zal zich weten te helpen door
het creëeren van naamlooze vennootschappen in den
geest van de American Foreign Securities Oompany
in ‘de Vereenigde Staten; deze is eene zuiver bin-
nenlandsche . maatschappij maar heeft geen anderen
werkkring dan het verleenen van voorschotten aan
Engeland en Frankrijk; de oude Hollandsche Beleg-
gings-Compagnie rediviva! Wil de heer v. T. d. B.
de zegenrijke werking der staatsbemoeiing werkelijk-
heid zien worden, dan zal hij wel genoodzaakt zijn de
contrôle ook over binnenlandsche effecten uit te
strekken. Maar hoe zal deze dan moeten geschieden?
Tal van moeilijkheden doen zich aanstonds voor. Hoe
zal men b.v, handelen ten opzichte van industriëele
ondernemingen, die niet alleen, in Nederland, maar,
ook in het buitenland werken? Ik noem aandeelen
Jurgens, Koninklijke Petroleum, Ned. Gist- en Spiii-
tusfabriek, Van den Bergh’s Limited, Lever’s Zeep-
fabrieken; zal de Staat bij iedere emissie nagaan,
waarvoor het nieuwe geld zal worden aangewend?
De heer v. T. d. B. memoreert het geval, dat in
Nederland pandbrieven geplaatst zijn van een Zwit-
sersche maatschappij, die in Argentinië het hypo-
theekbedrijf uitoefent., Maar is er principiëel verschil
tusschen deze hypotheekbank en de vele Nederland-
sche, welke in de Vereenigde ‘Staten of Argentinië
werken? Door deze nationale ondernemingen zijn de
handelsbetrekkingen met Amerika
waarlijk
niet in
belangrijke mate verlevendigd; maar dan zal de Staat
ook geen enkele nieuwe uitgifte van dergelijke pand-
brieven meer mogen toelaten. Consequent doorrede-
neerende, zal voorts de Staat het oog er op moeten
houden, dat de groote banken geen transacties met
het buitenland afsluiten zonder dat onze handel en
industie daarvan profiteeren. Er is meer; men zal
het verderfelijke ,,nieuw-zegel”-systeem moeten hand-
haven, want anders bestaat de mogelijkheid, dat ons
publiek zijn belang
bij
hier genoteerde Amerikaan-
che en Russische fondsen sterk uitbreidt. Maar, blijft
het nieuwe zegel gehandhaafd, dan is het voor goed
uit met de effecten-arbitrage op onze beurs, terwijl
wij juist een prachtige kans hébben een grôot deël
der Londensche effectenzaken tot ons te trekken; im-
mers . er zullen voorloopig weinig Duitschers gevon-
den worden, clie op de Londensche ,Beurs zullen, gaan
opereeren. De nieuwe zegelwet zal onze arbitrage
reeds zeer belemmeren, maar met het nieuw-zegel-
systeem zou men haar dan nekslag toebrengen.
Het artikel zou te uitgebreid worden, wilde ik alle
gevallen opnoemen, maar het zal, naar ik vertrouw,
ieder duidelijk zijn, dat de taak van den Staat of zijii orgaan buitengewoon moeilijk zou worden. Door de
abstracte begrippen van ,,Staat” ‘en ,,Orgaan van den
Staat” te bezigen, cijfert men niet het feit weg, dat
men toch menschen noodig heeft,’ en welke man of
commissie zal eene dergelijke taak op zich durveii
nemen? Men houde wel in het oog: hij mag niet
belanghebbende zijn; en wie is dat niet? In ieder
geval zal het geen zakenman zijn; men zal dus een
ambtenaar moeten aanwijzen, gelijk trouwens overal
waar de Staat optreedt, de met de speciale functie
belaste ambtenaar gewoonlijk den doorslag geeft.
En de aldus werkende Staat zal dan moeten uit-
maken, of’ aan de redelijke binnenlandsche vraag
naar kapitaal voldaan is, of
–
de compensaties vol-
doende zijn, enzoovoorts.
Reeds onder de thans vigeerende beurswet is het
gebleken hoe moeilijk het is de bepalingen naar, den
geest der wet toe te passen (onder andere wat de vraag betreft of een fonds al dan, niet als buiten-
landsch is te beschouwen); hoe zou het dan
bij
zulk
een ingewikkeld systeem gaan? Bovendien werkt de
staatsmachine altijd
langzaam, hetgeen speciaal bij
emissies en groot bezwaar zal zijn. Om al deze rede-
nen is staats-contrôle te verwerpen. Men zal, mijns
inziens, beter tot het gestelde doel komen, wanneer
men het publiek tot nationale belegging opvoedt.
In deze richting is d.e laatste jaren reeds veel be-
reikt; de Nederlandsche Handel-Maatschappij en de
Twentsche Bankvereeniging hebben het eerst de na-
tionale gedachte bij de belegging op den voorgrond
geplaatst (men denke bijvoorbeeld aan den Konink-
lijken Hollandschen Lloyd) en thans is de belegging
in nationale. fondsen haast mode geworden.
Men late de banken rustig voortgaan; de idee van
de nationale belegging heeft bij ons wortel geschoten,
en niet licht zal thans een groot bankierconsortium
gevonden worden, dat eene buitenlandsche leening zal
overnemen, wanneer daar geen voordeelen voor onze
nijverheid en handel tegenover staan. Den heer v. T. d. B. zal het toch wel bekend zijn, dat reeds thans de
Nederlandsche Bank weigert steun te verleenen bij
het verstrekken van voorschotten op korten of langen
termijn aan het buitenland, wanneer aan bovenge-
noemde voorwaarde niet voldaan is. Een zachte wenk
zal voldoende zijn; men denke aan den Federal
Reserve Board, die om goudinvoer te bevorderen, ge-
durende eënigen tijd leeningen aan de Gealliëerden
belet ‘heeft.
Op ‘de hierboven geschetste wijze zal ook zonder
Staatsinmenging, die in het bijzonder bij den handel
en de industrie zoo gevaarlijk is, de kapitaalbelegging
in de goede richting geleid kunnen worden.
L. H. v. L.
REGEERINGSCONTE OLE OP BUITENLAND-
SCHE BELEGGINGEN.
De protectionistische wind, die ook over ons land
waait, vervult ieder vrjhandelaar met zorg voor de
toekomstige welvaart des vaderlands.
De stroom moge nog zoo sterk zijn, wie er een ge-
vaar voor onzen handel en onze industrie in ziet, moet
op zijn post staan en doen wat hij kan om hem te
keeren.
In nr. 71 van dit weekblad werd het denkbeeld
voorgestaan, dat regeeringscontrôle geoefend zou wor-
den op de toelating van buitenlandsche effecten, met
het doel de binnenlandsche nijverheid te steunen.
Men moet, in dien zin werd er betoogd, niet alleen
vragen of een belegging voor den eigenaar voordeelig
is, maar ook, of ze ons land vooruitbrengt, en die
vraag kan alleen de regeering beoordeelen.
,,Aan dit punt is in ons land tot heden te weinig
aandacht besteed.” Ik weusch den schrijver deze laat-ste illusie, dat we hier met een gloednieuw denkbeeld
te doen zouden hebben, te ontnemen. Misschien, dat
het enthousiasme voor deze bescherming s-
p o 1 i t i e k verflauwt, wanneer men zich te binnen
brengt, dat men ±iiet met nieuwe wijsheid, maar met
oude dwalingen te doen heeft, die wij reeds midden
der vorige eeuw of nog vroeger over boord wierpen.
Het is tragi-komisch te zien, hoe de menschheid
van heden weer in al de oude fouten vervalt, die ze
juist een eeuw geleden, na de Napoleontische oorlogen
maakte, en waarvan w ij althans sindsdien lang terug-
kwamen. De toèn en de nu gehouden betoogen lijken als twee druppels water op elkaar. Toèn – hebben wij
ons leergeld betaald; en toèn waren onze fouten ver-
geefelijk: wij waren in een miserabelen toestand, een
uitgeput, verarmd, gedemoraliseerd-land, dat het ge-
loof in eigen kracht verloren had en de staathuishoud-
kunde begon pas een wetenschap te worden. Ieder
beantwoorde zelf de vraag of onze fouten thans even
vergeefljk zouden zijn.
Hoewel, zooals nog onlangs een schrijver (Dr. W. L. D. van den Brink) opmerkte, onze buitenlandsche
beleggingen in het begin der 19e eeuw de oorzaak
23 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
383
waren, dat er nog wat gered was, kregen we in 1816
(en toen was het al niet geheel een nieuwigheid)’
eerst een Kon. Besi. en daarna een wet, waarbij het
introduceeren hier te lande van buitenlandsche be-
leggingen door tal van maatregelen belemmerd werd,
met het uitgesproken doel ,,de kapitalen in het land
te houden”, landbouw, handel en nijverheid te steu-
nen,
t
Het bleek aliengs, dat men alleen de buitenland-
sche bankiers bevoordeeld had; het boleggende publiek
wende er zich aan het te doen zonder den’ waarborg,
die de introductie hier te lande gaf, èn – last not
least – men ging inzien, dat protectie uit den booze
was. In 1824 reeds werd de wet zeer verzacht; in 1856
werd het denkbeeld geheel van de baan geschoven met
deze beteekenisvolle woorden in eene considerans:
,,opdat. de belemmeringen tegen het sluiten van
vrcemde leeningon hier te lande worden weggeno-
men”. In 1910 is het laatste overblijfseltje der wet
van 1824 verdwenen.
Men leze op de evolutie der denkbeelden G. K. van
Hogendorp maar eens na. Reeds in 1818 zegt hij:
,,De groote vraag is al sedert eenigen tijd deze, of de
regeering iets met vrucht (hierin) doeh k a n tot nut
van het algemeen.” En in 1823 betoogt hij uitvoerig,
dat men alleen m i s h r u i k en moet tegengaar, en
dat daarvoor v r ij h e i d het beste is.
,,Dagelijks neemt de verlichting toe onder alle klas-
sen vn ingezetenen. Worden er eens ongewone voor-
deden bij eene vreemde geldligting aangeboden, zoo
zal men daarin zelfs het gevaar ontdekken hetwelk
men loopt, en er zijn reeds voorbeelden in vroegeren
.tijd, dat zulk een gevaar is ingezien en uit den weg
gegaan.”
Ik geloof dat G. K.’s standpunt nog steeds het
eenige goede is. Alleen misbruik – het introdu-
ceeren van onsoliede fondsen – moet gekeerd wor-
den. Ieder za.i het er wel over eens zijn, dat dkt het
beste aan vakl.ringen is toevertrouwd, desnoods onder
een oppertoezicht of opperste instantie der regee-
ring. Maar onze nijverheid moet er niet komen door-
dat de rentenier nolens volens gedwongen wordt haar
te steunen, (en zich dus wel in alle bochten wringen
zal om aan dien dwang te ontkomen,) maar uit eigen
kracht, energie, ondernemingsmoed. D o m h e i d
wordt alleen bestreden door o n t w i kk ei i n g, niet
door
dergelijke
lapmiddelen.
De omstandigheden waaronder de beurswet tot
stand kwam, dit zal wei ieder toestemmen, waren z66
dringend en van z66 geheel eigen aard, dat
zij
voor
normale tijden n i e t s praejudicieeren.
Nog een gewichtig argument tegen de voorgestelde
regeeringsbemoeienis kan men vinden
bij
Buys (Ne-
derlandsche Staatsschuld): een dergelijke bemoeienis
kan slechts onze neutraliteit tegenover geldopnemen-‘
de staten in het gedrang brengen.
Hogendorp schrijft in 1823: ,,Ik zelfs ben daarin
de eerste geweest om mijn dwaling te erkennen; ik
had medegewerkt tot de wet op de geldleeningen, en ik heb al lang aangeraden om dezelve in te trekken.”
Moet inderdaad, zooals de schrijver in dit week-
blad veronderstelt, onze wetgever van 1917 weer in
dezelfde dwaling vervallen, als waarvan die van 1816
de dupe werd, dan kunnen we alleen hopen, dat de
inkeer even spoedig kome, en even ruiterlijk erkend
worden zal. E. C. v. D.
DE BENZINEDISTRIBUTIE.
Ret is een opvallend verschijnsel, dat in een tijd,
waarin het woord benzinegebrek tallooze malen wordt
gehoord of gelezen, waarin de schaarschte dezer brand-
stof verschillende bedrijven heeft beperkt ôf stilge-
legd, nog zooveel luxe-auto’s, pleizierj achten en mo-
torfietsen op wegen en wateren worden gezien, voor
het genoegen van den eigenaar verspillend de ben-
zine, die zooveel beter voor productieve doeleinden
kon worden aangewend. Velen zullen het verschijnsel
met verontwaardiging en afkeuring hebben waarge-
nomen, eerst verontwaardigd over de burgers, die zoo-
zeer hun gebrek aan gemeenschapsgevoel toonen,
daarna het afkeurend, dat de regeering maar niet
ingrijpt.
Intusschen hééft de regeering ingegrepen: zij heeft
de distributie van benzine ter hand genomen en de
verbruikers ontvangen slechts zulke hoeveelhedn als
zij voor algemeen productieve doeleinden noodig heb-
ben. Er heeft dus in zekeren zin rantsoeneering plaats,
waarbij ieders rantsoen naar omstandigheden wordt
bepaald. Evenals hij tal van andere artikelen, waarin
door overheidsbemoeiing wordt voorzien, wordt hier
-contrôle uitgeoefend op de door ieder te v e r k r ij-
e n hoeveelheden.
-. Het ligt voor de hand, dat men tot deze wijze van
rantsoeneering is overgegaan, aangezien zij bij andere
artikelen bewezen heeft goed te werken, maar zou
men in dit speciale geval niet een stap verder moeten
• gaan ter bereiking van het doel: voorkoming van ben-
-zineverspilling? Hier toch heeft men te maken met
‘een artikel, waarvan verschillende verbruikers groote
voorraden heitten, zoodat contrôle bij de v e r k r ij-
g i n g geenszins tot resultaat heeft contrôle van het
v e r b r u i k. –
De contrôle
hij
verkrijging is voor voedingsmidde-
len voldoende, omdat contrôle van het verbruik daar
ondoenlijk zou zijn, voorts wijl de rantsoenen voor de
‘verschillende verhrui.kérs gelijk of ongeveer gelijk
kunnen zijn en dusdanig worden bepaald, dat ver-
krijging en verbruik vrijwel gelijk met elkander op-
gaan. Bovendien worden door particulieren gevormde
voorraden niet opgebruikt, zoodat de artike]en bij n.g
hoogeren nood, door inbeslagneming van voorraden
voor eigen verbruik, nog altij.d voor het algemeen
‘hnt kunnen worden aangewend. Voor gas en electrici-
teit, waarvoor, in tegenstelling met het preventief
kaart- en bonstelsel voor de voedingsmiddelen, een
repressieve rantsoeneering in het leven is geroepen
mogelijkheid van afsriijding van den aanvoer –
geldt de bijzondere omstandigheid, dat verkrijging en
.rerbruik vrijwel geheel identiek zijn, zoodat ook hier
de rantsoeneering bij verkrijging voldoende is.
Geheel anders is dit bij een artikel als benzine. De
behoeften der verschillende verbruikers loopen zeer
ver uiteen, het verbruik van iederen consument op
zichzelf kan zeer wisselvallig
zijn,
de gevormde voor-
aden blijven niet intact, maar worden verspild. De
rantsoeneerin’g bij verkrijging heeft tengevolge, dat
de industriëel, de vrachtschipper, de platteiandsge-
sieesheer, die geen voorraad hebben opgeslagen, ern-
stig in ongelegenheid geraken, terwijl de pleizierrei-ziger, die bij gebrek aan saamhoorigheidsbesef voor
grôote voorraden zorgde, er maar lustig op los kan
tuffen.
Het huidige stelsel heeft voorts nog een ander
ernstig bezwaar. Op zich zelf valt op het motief, dat
bij den opzet der distributieregeling leidend is ge-
eest: instandhouding van het bedrijf en voorkoming van werkloosheid, niets af te dingen. Zonder toezicht
op het verbruik staat echter allerminst vast, dat de
gedistribueerde benzine ook inderdaad aan het bedrijf
al ten goede komen. Men denke zich de ondernemer
van een automobielverhuurbedrijf, wien, voor de hem
toegewezen benzine, fancy-prijzen geboden worden! Is
het wonder, dat, naar beweerd wordt, in het verbor-
gen een fornieele handel in gedistribueerde benzine
bezig is tot ontwikkeling te komen, waarbij voor het
uitnemend bedoelde beginsel der Regeering ten slotte
de koopkracht van den particulieren automobielbe-
zitter in de plaats treedt?
Contrôle bij het verbruik moet juist
bij
dit artikel
wel mogelijk zijn: men verbiede eenvoudig het ge-
bruik van alle door benzine gedreven vervoermidde-
len en verleene consent aan hen, die daaraan werke-
lijk behoefte hebben. Laat de Distributiewet zulk een
maatregel niet toe. en geeft ook de Motorwet geen
384
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 Mei 1917
macht totintrekking der rijbewijzen, dan is een wetje
in enkele dagen tot stand te brengen: En als bijkom-
stig voordeel heeft men nog de provincieletters bij
de autonummers, waarvan men partij kan trekken
door te bépalen, dat iemand met consent zich .niet
buiten zijn provincie mag begeven, teneinde te voor-•
komen, dat consenthouders hun wagens ook voor lange pleizierIbchten bezigen of afstaan. Met een
11-auto in Twente te rijden is in dezen tijd toch wel
een misdadig genoegen.
Zou men tot zulk een krachtige rgeling van het
verbruik overgaan – mogelijk is ook bij het militaire
gebruik nog beperking aan te brengen – dan lijkt
het zeer wel waarschijnlijk, dat veel van de ii voor-
raad gehouden benzine beschikbaar zou kömen. Reedi
nu leidt de benzinenood tot aanbod van motorrijtui-
gen, die men nu toch niet kan gebruiken; zou verbod
van benzineverbruik ook niet velen nopen tot verkoop
van hun voorraad?
De ontwikkelingsgang van het overheidsingrijpen
in de voorziening met tal van benoodigdlieden toont
begrijpelijkerwijze een steeds meer naderen tot het
v e r b r u i k der artikelen, iets waarvan broodkaar-
ten, bonboekjes en vooral de vragenlijsten voor de
brandstoffendlistributie blijk geven. Ware het niet
gewenscht, in dit geval nog verder dienzelfden weg
te vervolgen en waar hier de mogelijkheid bestaat het
verbruik ‘zelve onder contrôle te stellen? De practijk
bewijst, dat de tegenwoordige maatregelen niet vol-
doende zijn om de genoegens van enkelen te beperken
ten bate van het economisch belang der gemeenschap.
P.
BETEEKENIS DER WINSTCIJFERS IN DE
JAARCIJFERS 1915 VOOR DE
NEDERLANDSCHE LEVENS VERZEKERINÛ-
MAATSCHAPPIJEN OPGENOMEN.
In het vorige nummer van dit blad werd aange-
toond, dat, behoudens de bij de vervaardiging voorge-
komen onjuistheden, in de Jaarcijfers waren neerge-
legd bruto winstcijfers. der Nederlandsche Levens-
verzekeringmaatschappijen, die uit de netto-winstder
verslagen verkregen waren door bij deze de afschrij-
vingen op Effecten, Vaste goederen, Meubilair en
Koersverschil op buitenlandsche wissels op te tellen.
Na de vraag naar de technische juistheid dezer
aldus vervaardigde cijfers rijst nu die naar de betee-
kenis, welke aan deze cijfers is toe te kennen. Om
zich daarvan rekenschap te geven, is het noodig eerst
de begrippen bruto- en netto-winst voor de levens-
verzekering-maatschappij nader te beschouwen.
De S.’15
1)
hebben als verschil tusschen bruto- en
netto-winst aangenomen het totaal der afschrijvingen
bovengenoemd. Zij hebben daarbij klaarblijkelijk alle
afschrijvingen en randere correcties voor waarde-ver-
mindering over één kam geschoren, althans ze alle
op één lijn gesteld. Deze afschrijvingen, die ten
opzichte der verschillende onderdeelen van het bezit
bij de levensverzekering-maatschappijen worden toe-gepast, zijn echter van verschillenden aard. Te onder-
scheiden vallen toch:
Afschrijvingen, voortvloeiende uit waardevermin-
deringen van privaten aard, die meer direct haar oor-
sprong vinden in de persoon of instelling, die als
debiteur
bij
het bezit optreedt, of in de materieele
eigenschappen van het goed, waarin het bezit is be-
legd. Als voorbeeld hiervan mogen gelden die ten
opzichte van agentensaldi, in de meeste gevallen ook
die ten opzichte van vaste goederen en meubilair.
Afschrijvingen voortvloeiende uit waardevermin-
deringen van algemeen economischen aard, die haar
oorsprong vinden in de economische omstandigheden,
welke ‘zich voordoen op het tijdstip, waarop de waar-
deering plaats vindt. Dit vormt bijv. het hoofdbe-
standdeel der afschrijving op effecten en van het
1)
Samenstellers der Jaarcijfers 1915.
verlies op buitenlandsche wissels voor zoovei nog
aanwezig;
Bovendien treden op:
Afschrijvingen, die verricht worden, om de be-
trekkelijke bezitting tot een te voren vastgesteld
bedrag in de balans opgenomen te krijgen. (Meu-
bilair tot
f
1 e.d.) Zij staan het dichtst in karak-
ter bij de afschrijvingen, die voortvloeien uit de
waardeverminderingen sub a, omdat zij te beschou-
wen zijn als uitvloeisel van een zich zelf opgelegd
systeem.
Afschrijvingen van gemengden aard, ontstaan
meestal uit vermenging van die sub
a.
en
b
of van die
sub a en
c.
Zij doen zich voor bij effecten als ver-
menging van die sub a en
b,
bij vaste goederen en meubilair als vermenging van die sub a en
c.
Daar nu de verschillende bestanddeelen der af-
schrijvingen ontstaan uit vermenging van die sub a
en
b,
voor een insider van het bedrijf reeds moeilijk,
doch voor een outsider in ‘t geheel niet
zijn
vast te
stellen, is het voor den laatste noodig afschrijvingen
sub
d
in te deden bij diegene der vorige groepen, die
het hoofdbestanddeel er van vormen.
Ook evenwel de afschrijvingen uit vermenging van
die sub a en
c
ontstaan zijn voor den outsider niet met
zekerheid te scheiden, zoodat hij practisch genood-
zaakt zal worden, een bepaalde afschrijving sub
d
in
haar geheel in te deden bij die sub
a.
of
bij
die sub
c.
Hierdoor blijven ten slotte drie groepen over,
waarvan de groep a ten nauwste verband houdt met
de eigenlijke
bedrijfsuitoefening,
de groepen
b
en
daarvan meer los staan.
Voor de bepaling van een bruto-winstcijfer is deze
splitsing onmisbaar; door alle afschrijvingen te zamen
te nemen moesten de S.’15 dan ook tot een bruto-
winstcijfer geraken, dat principieel onjuist en te
hoog was.
Wie zich dus tot taak stelt, belangstellenden voor
te lichteu met behu’p van een winstcijfer, dat voor
hen belang heeft, zal met zich zelf tot klaarheid die-
nen te komen, welke der afschrijvingen het verschil
tusschen bruto- en netto-winst vormen, en welke reeds,
véér dat de bruto-winstbepaling plaats vindt, moeten
zijn in rekening gebracht. Het van technische onjuist-
heden gezuiverde cijfer volgens het systeem der Jaar-
cijfers is voor dat doel m.i. niet geschikt.
De gepubliceerde winstcijfers laten zich
echter:
nog
van een andere zijde bezien.
Elk bedrijf wordt toch in een zekeren ondernemings-
vorm uitgeoefend, tengevolge waarvan er in de be-
stuursfunctie steeds tweeërlei elementen zijn aan te wijzen. Het eene zou ik willen aanduiden als de be-
drijfsuitoefening in engeren zin, het andere als het
verrichten van een complex van handelingen, die haar
oorsprong vinden in den specialen ondernemings-
vorm, die voor het bedrijf is gekozen. De winst uit
het eerste element is de bedrijfswinst,die in het on-
derhavige geval zou voortvloeien uit het bedrijf van
verzekeren als zoodanig; die uit het twede vormt het
verschil tusschen totale winst en die uit het eerste
verkregen en ontstaat uit het financieren, dat meer en
meer aan dit bedrijf verbonden is geraakt.
Nu is het verzekeringsbedrijf in het algemeen te
ontleden in twee bestanddeelen, n.l. het administra-tiebedrijf, en het aanvaarden van de risico door au-
deren geloopen. Bij het levensverzekeringsbedrijf komt
daar evenwel een derde bestaiiddeel bij, n.l. het finan-
cieien der waarden, die als een onmiddellijk uitvloeisel
van het tweede bestanddeel in het bedrijf worden ge-
,oerd, d.i. het financieren van de belegging der pre-
miereservé.
Het resultaat van deze drie gedeelten te zamen is
dus de bedrijfswinst van het geheele bedrijf, of zoo
men wil de netto-winst van het verzekeringsbedrijf in
engeren zin.
Daarnaast treedt dan op winst ontstaan uit de ver-
richtingen, die samenhangen met den ondernemings-
—
23 Mei 1917
ECONOMISCH-STATÎSTISCHE BERICHTEN
385
vorm, waarin het bedrijf wordt uitgeoefend, bestaan-
de, in hoofdzaak uit het financieren der in het bedrijf
uit de winsten van vroegere jaren achtergebleven gel-
den, die in den vorm van belegde reservefondsen e.d.
optreden, in bijzaak uit het financieren van het ge-
storte kapitaal en der gelden, die in den loop van het
jaar binnen vloeien en nog geen aangewezen bestem
ming hebben. Het resultaat van dit financieren beïn-
vloedt de totale winst der maatchappij, doch is los
van de bedrijfswinst.
De meeste directies gevoelen geen belang deze
scheiding te maken, die ook, zoolang het voortbestaan
der maatschappij niet wordt bedreigd, van geen prac-
tisch nut is. Het gevolg daarvan is echter, dat zij in
de gepubliceerde verslagen de rendementen uit de be-
legde premie-reserve verkregen en die uit de belegd
reservefondsen en andere beleggingen ontstaan, on-
derling veelal vermengen, en dat de vaardeverminde-
ringen, die betrekking hebben op de bezittingen in
elk onderdeel afzonderlijk voorkomende, al evenmin
worden vermeld.
De laatsten zouden bijv. op de volgende wijze zijn
in te deden:
–
1.
Admirtistratiebedrijf.
Hiertoe zou zijn te reke-
nen waardedaling’der agentensaldi, der in eigen ge-
bruik zijnde gebouwen, van het meubilair, enz.
Het risico-loo pen.
Hiertoe zouden zijn te reke-
nen niet ontvangen premiebedragen.
Het b’eheer der belegde premie-reserve.
Hiertoe
behoort de waardevermindering der belegde premie-
reserve.
Het financieren. Hiertoe behoort de waarde-
daling van belegde reservefondsen, belegde kasgelden
e. d.
Nu zou nen dus een stap verder kunnen gaan en
ten opzichte van elk der ondernemingsonderdeelen begrippen bruto- en netto-winst invoeren, waarvan
het verschil zou worden gevormd door de bovenbe-
doelde waarde-wijzigingen. Schematisch aldus voor-
gesteld:
fl14
jA
•rrîuss
terwijl de S.’15 namen:
Maatschappij.
De gehele i-echthoekjes zijn daarbij de bruto-win-
sten (opgemaakt volgens systeem S.’15), de gehar-
ceerde gedeelten de waardeverminderingen ten op-
zichte van elk onderdeel. De grootte der verschillende –
i-echthoekjes is volstrekt willekeurig genomen.
Nu is het duidelijk, dat, zoodra er sf,rake is van –
overname van de portefeuille, alleen van belang is de
som der netto-winsten uit de onderdeelen 1, II en. III ‘vérkregen; de rendementen van onderdeel IV
zijn immers, evenals het bezit zelve in onderdeel IV
opgenomen, onvervreemdbaar eigendom dci- aandeel-
houders. Worden dus in de verantwoordingen der
maatschappijen de netto-rendementen uit het bezit in,
onderdeel III aanwezik vermengd met die in IV, dan,,
zal ter bepaling van de juiste bedi-ijfswinst een schei-ding moetén worden aangebracht.
Zoolang dit niet is geschied, weet dan ook niemand,
wat in het Nederlandsche Leveusverzekeringsbedrijf
is verdiend. Het cijfer
f
4.185.000 wilde immers voor-
stellen de winst door de Nederlandsche Levensverze- –
kering-maatschappijen
en niet de winst door het
N ederlandsche Levensverzekerings-b
edrijf
gemaakt.
Slechts het laatste had evenwel voor Minister Treub,
toen hij monopolie-plannen koesterde direct interesse
en heeft dit voor hen, die zich omtrant de practische
waarde dier plannen een oordeel willen vormen. Om
toch aan winsten uit onderdeel IV in het monopolie-
bedrijf te komen zou het eerst een bestaansduur ach-
ter den rug moeten hebben, ongeveer overeenstem-
mend met den gemiddelden levensduur der bestaande
maatschappijen, zoudeir in dat bedrijf winsten moe-
ten
zijn
gemaakt,en ten opzichte van deze een divi-
dendpolitiek gevoerd moeten zijn, die overeen kwam
met die, door de thans bestaande maatschappijen ge-voerd. Met de mededeeling van Minister Treub voor
oogen, dat hij zich voorstelt, dat zelfs de eerste jaren
wel eens zonder eenige winst zou moeten gewerkt
worden, liggen rendementen uit onderdeel IV voor
het monopolie-bedrijf dus nog in het verre verschiet.
Een ruw denkbeeld, wat voor de bestaande maat-schappijen de winst uit het onderdeel IV beteekent,
verkrjgt men; door optelling van de kolom ,,Alle
overige reserven” uit de Jaarcijfers 1915, aanwijzende
een bedrag van
f
11.469.000. Rekent men, dat hier-
over bijv. 4 pOt. wordt gemaakt, dan is het ruwe ver-schil tusschen de winst der Levensverzekering-maat-
schappijen en dat uit het Levensverzekeringsbedrjf
uit dien hoofde alleen reeds
f
458.760. Buiten be-
schouwing zijn dan nog gelaten de rendementen uit
belegd eigen, kapitaal en uit die gelden, welke nog
geen bepaalde bestemming hebben.
Doen de beide bovengenoemde bedenkingen het vol-
gens het systeem der 3aarcijfers vervaardigde bruto-
winstcijfer voor belangstellenden in verband met
mogelijke monopoliseering reeds sterk in beteekenis
verminderen, nog een derde omstandigheid komt zich’
daarbij voegen. –
In een vorig nummer van dit blad
1)
zette ik reeds
uiteen, dat de onderlinge maatschappijen met het
monopolie-plan Treub niets te maken hebben, omdat
deze maatschappijen niet als verzekeringsondernemin-
gen
zijn
aan te merken. De door de onderling verze-
kerden behaalde winst moet dientengevolge ter be-
paling der bedrjfswinst der verzekeringsmaatschap-
pijen buiten beschouwing blijven. Naast deze winstdeelenden in het onderlinge bedrijf
treden evenwel in de verzekeringsmaatschappijen clie-
genen der verzekerden, welker polis hun een aandeel
in de winst garandeert.. Iemand, die een dergelijk
contract sloot, deed dit met de gegevens en geschie-
denis der maatschappij voor oogen, die hem periodiek
een deel van zijn betaalde premie in den vorm van
een winstaandeel terugbetaalt, waardoor deze – effec-
tief voor hem lager wordt. Voor de levensverzeke-
ringsmaatschappij beteekent deze uitkeering een der-
ving van een deel der winst, ‘t geen op de totale
winst van alle verzekeringsbedrjven een verlagenden
invloed uitoefent. Zij heeft toch op het rendement
dezer bedrijven hetzelfde effect als een verlaging van
premie zou teweegbrehgen. – –
Overbrenging van
dergelijke
contracten in een
bedrijf, dat geen winst uitkeert, zou trouwens bezwaar-
lijk denkbaar zijn zonder uitkeering van een scha4e-
loosstelling in eens aan de verzekerden of zonder ijer-
laging der door hen te betalen premiën. Beide syste-
men, het een in den vorm van renteverhooging, ‘t
andere in den vorm van premiedaling zouden dus het
rendement der nieuwe instelling verlagen met een
bedrag dat overeenstemt met de thans uitbetaalde
winstuitkeeringen.
Eerst als ook de invloed van dit element op het
bruto-winstcijfer zal zijn toegepast zal dus een bedrag
ontstaan, dat althans bij benadering de winst van
het levensverzekeringsbedrjf, zooals het in den tegen-
woordigen vorm wordt uitgeoefend, weergeeft en
eenigermate geschikt is, om de basis van overwegingen
uit te maken.
– Het ligt in mijn bedoeling gelijktijdig met de publi-
i) No. 71,
pag.
342 v. v.
386
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 Mei 1917
catie der resultaten den weg te beschrijven, dien ik
gevolgd heb, om tot deze to geraken.
J.
G. DE JONGH.
Naar aanleiding van het artikel ,,De juistheid van
het winstcijfer
f
4.185.000 der Nederlandsche Levens-
verzekeringmaatschappijen”, in het vorig nummer van
dit tijdschrift, verzoekt Mr. W. H. A’ E ii n k
S c h u u r m a n ons mede te doelen, dat zijn aandeel
in de tabellen opgenomen in de Jaarcijfers 1915, blz.
152-159, om welke tabellen het in dezen, gaat, zich
heeft beperkt tot overleg omtrent de inrichting. De
cijfers zelf zijn niet door hem bewerkt doch, gelijk
aan het hoofd der tabellen wordt medegedeeld, door
het Centraal Bureau rechtstreeks ontleend aan opga-
ven ön verslagen der maatschappijen.
DE VERKOOP VAN BANKATIN.
Gelijk bekend, werd tot het uitbreken van den
oorlog het op Banka gewonnen tin voor rekening van
het. Indische Gouvernement in Nederland verkocht.
De verkoop geschiedde door tusschenkoinst van de
Nederlandsche Handel-Maatschappij
bij
wege van
periodieke veilingen te Amsterdam en Rotterdam.
Om welke bedragen het hierbij, gaat vermeldt het
jaarverslag der Handel-Maatschappij. Bedroeg de
bruto opbrengst in de jaren 1905-1910 tusschen de
20 en 25 miljoen, waarmede reeds een voor vroegere
jaren ongekend hoog cijfer werd bereikt, in de jaren
1911, 1942 en 1913 steeg de opbrengst tot 35,40 en
38 millioen. Het behoeft dus wel geen nader betoog,
dat bij
,
een richtige organisatie van den verkoop het
financiëel belang van den Indischen schatkist in
hooge mate betrokken is, terwijl het zich tevens laat
begrijpen, dat bij een omzet van zoodanigen omvang
zich in het artikel allengs een handel van beteekenis
had ontwikkeld. Een geregelde termijnmarkt had zich
gevormd en naast den eigenlijken handel hadden tal
van andere groepen, stoomvaartmaatschappijen, ban-
kiers, assuradeuren, veemen, werklieden enz. – kort-
om de ,,omgeving” van de markt, zooals een op 14
dezer aan den Minister van Handel’ verzonden adres,
d’er Vereeniging voor den Handel in Tin en andere Metalen in Nederland, het noemt – bij de geregelde
veiling een grooter of kleiner belang.
Het uitbreken van den oorlog dwong de Regeering
tot een andere wijze van verkoop. Zij volgde het voor-
beeld van de Billiton Maatschappij en bracht het
metaal in Indië ter markt. De ervaringen met deze
wijze van verkoop opgedaan – in het laatste jaar-
verslag der Javasche Bank ,,hoe langer hoe meer een succes” genoemd – hebben voor eenigen tijd de Indi-
sche regeering aanleiding gegeven er in Dén Haag
op aan te dringen den tinerkoop ook in de toekomst
in Indië te doen plaats hebben. De Minister van
Koloniën heeft hierop door tusschenkomst van .zijn
ambtgenoot van Handel advies verzocht van de Ka-
mers van Koophandel te Amsterdam en Rotterdam,
en daarbij’ in het bijzonder de vraag gesteld ,,of en
zoo ja, welke economische bezwaren, aan het belang
het moederland ontleend, tegen de overbrenging van
de tinmakt aangevoerd kunnen worden”.
De Kamer te Rotterdam kwam het eerst met haar
antwoord gereed. Zij herinnerde er aan, hoe zij in
1908, toen de vraag eveneens ter sprake_was geko-
men, in tegengestelden zin had geadviseerd, doch
meende, dat thans de omstandigheden veranderd
waren. ,,Deze tinsoort aldus citeerde de Kamei
met haar jongste jaarverslag – had tot nu toe in
hoofdzaak haar weg gevonden naar centraal-Europa
en was bij den grootsten consument, Amerika, dat de
halve wereldproductie verbruikt, een geheel veron-
achtzaamde soort geworden.” Thans is dit geheel ver-
anderd. De vooroordeelen, die uit onbekendheid met
het Bankatin wellicht tegen deze soort bestonden, zijn
op weg overwonnen te worden en dank- zij de directe
stoomvaartverbinding met Amerika •heeft reeds in
1915 een zeer belangrijk deel der Banka-productie zijn
weg naar Amerika gevonden. Frankrijk, dat voor
Billiton-tin te Batavia reeds lang kooper was, is thans
ook een geregeld afnemer van Banka-tin geworden,
terwijl ook Rusland direct uit Indië via Wiadiwostock
tin heeft betrokken. Verschillende andere consumptie-
landen hebben voorts via Singapore hunne behoefte
ten deele door tin uit Ned.-Indië gedekt.
Deze beschouwingen der Rotterdamsche Kamer
vinden in de
cijfers
bevestiging. Zelfs heeft, gelijk
uit het staatje blijkt, de verschuiving zich in 1916
nog geaccentueerd.
Uitvoer van tin in tons.
1913 1915
1916
–
Uit
Nederland
Billiton
tin uit
Ned.Indie
Bestemming.
Uit
Ned.-Indië
Uit Ned.indië
Nederland
– –
1.042
2.056
Duitschiand en
achterland ..
11.807
– –
–
Amerika
………478
–
2.444
11.682 1.368
–
–
–
België …………
Engeland
1.310
–
3.581 3.503 Frankrijk
251
1.219
2.335
3.332
2.605
–
–
711
Oostenrijk
–
569
–
–
Rusland ……….
Japan
. ‘.
……..
–
,
–
95
1.000
Andere
……..
‘
..
765
339
4.442
1.613
Totaal.. ..
18.584
1
2.127
139391)
23.8972)
) Waarvan 2.500
tons Billiton tin.
2)
,,
3.589
De Rotterdamsche Kamer legt er voorts den nadruk
!op dat de Regeering, door den verkoop in Indië te
brengen, zich aansluit bij wat elders geschiedt. De
‘Billiton-Maatschappij verkoopt reeds sedert jaren
haar product in het Oosten, het onverwerkt erts aan
de Straits Trading O
y
. te Singapore en het door haar
zelf gesmolten en, geraffineerde tin te Batavia.
‘Al het in de Straits Settlements en de Malay States
gewonnen erts kbmt in handen van de genoemde
maatschappij, die te Singapore haar smelterijen heeft.
Voor hare ertsinkoopen dekt
zij
zich geregeld door
verkoop van equivaleerende hoeveelheden tin op de
Singapore-markt, waâr alle tinverbruikende landen
hunne orders plaatsen. Do Londensche Tinhandel
voorziet zich op die wijze door inkoop te Singapore.
Ook Australië en Zuid-Afrika alsmede China ver-
koopen het afgewerkte tin in het eigen land.
Alles saamgenomen meent de Kamer, dat een ge-
zonde economische politiek het niet aanbevelenswaar-
dig maakt terug te keeren tot het oude stelsel van
Gouvernementsaanvoer naar Nederland en verkoop
aldaar.
.uat dit advies der Kamer niet onweersproken zou
blijven
•
was te verwachten. In dag- en weekbladen
werd, in de eerste plaats uit de kringen der belang-
hebbenden, met klem van redenen tegen de blijvende
verplaatsing van de tinmarkt naar Indië’opgekomen.
Ook de Amsterdamsche Kamer van Koophandel komt
in haar dezer dagen vastgesteld’ antwoord tot een
tegengesteld standpunt.
In afwijking van hare Rotterdamsche zuster, tegen
wie niet geheel ten onrechte het verwijt is gericht, dat
zij de eigenlijke vraag van den Minister onbesproken
had gelaten, geeft de Amsterda.msche Kamer in de
eerste plaats een overzicht van de verschillende moeder-
lands,che belangen, die door verplaatsing van de markt zouden worden geschaad. Zij bespreekt daarbij de ver-
schillende groepen van personen, reeds in dit artikel
genoemd en kont tot de conclusie, dat van dozen kant
gezien, inderdaad ernstige economische bezwaren van
de verplaatsing het gevolg zouden zijn. ,,Onze Kamer
– aldus vervolgt het schrijven – beseft echter dat
zij, hiermede niet kan volstaan om tegen die ‘overbren-
ging te adviseeren, doch dat zij nog zal hebben te
23 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
onderzoeken, of tegenover die bezwaren wellicht voor-
deelen zijn aan te wijzen, welke het verplaatsen der
markt iiiettemin zouden rechtvaardigen. Met name
wil zij erkennen, dat de belangen van Nederlandsch-
Indië, en in het bijzonder van de Indische schatkist
in deze zaak den doorslag moeten geven. Onze Kamer
heeft evenwel de overtuiging, dat door verplaatsing
van de markt naar Batavia de Indische schatkist niet
alleen niet zal worden gebaat, doch integendeel bena-
deeld.”
Het uitvoerig betoog, dat de Kamer tot deze slot-
som leidt, en dat voor een deel met het betoog in het
adres der Verceniging voor den Handel in Tin, en
andere Metalen in Nederland parallel loopt, bespreekt
in de eerste plaats enkele speciale punten. Het weg-
vallen van transport- en verzekeringskosten – van
betrekkelijk gering belang,
terwijl
het Gouvernement
bovendien vermoedelijk nog een lagere vracht betaalt
dan particulieren – zal zich in een gelijke verlagiu
van de te bedingen
prijs
oplossen. Verlies van rente
voor de schatkist zou slechts dan uitgesloten zijn,
wanneer men zekerheid had, dat ook na den oorlog
voor elk te Batavia aangevoerd gedeelte van de pro-
ductie terstond koopers zouden zijn te vinden. Boven-
dien zou ook hier dan nog blijven gelden, dat de koo-
per zijn prijs zal stellen onder aftrek van de rente
thans door hèm wegens vervoer gederfd. Wat voorts
de aan verkoop in Nederland verbonden onkosten be-
treft, merkt de Amsterdamsche Kamer op, dat onge-
twijfeld een verlaging zou plaats hebben, wanneer de
commissie van 1Y4 pOt. aan de Nederlandsche Handel-
Maatschappij kwam te vervallen. Intusschen zouden,
gesteld men maakte voor den verkoop in Indië gebruik
van ambtenaren of andere personen, deze toch ook
moeten worden gehonoreerd, waarbij dan’ het bezwaar
zou bestaan, dat de verkoop wellicht zou worden ge-
bracht onder niet-commerciëele leiding.
De vraag, op welke markt ten slotte naar verhou-
ding de hoogste prijs zal zijn te bedingen, geeft de
Kamer aanleiding tot de volgende beschouwingen:
,,Vôôr den oorlog waren er slechts twee distributie-
markten voor tin in deze beteekenis van het woord: Londen voor Straits- en Nederland voor Banka-tin.
Deze twee markten waren in staat het artikel met den
kortsten leveringstijd zoo dicht mogelijk hij de afne-
mers te brengen. Ook hieraan moet voor een groot
deel worden toegeschreven, dat de prijs van Banka-tin in den regel hoog was, voor Banka-tin in Neder-
land zelfs hooger dan die van Straits-tin te Londen.
Deze hooge prijs zal niet meer kunnen worden be-
haald, wanneer de markt van Banka-tin uit Neder-
land verdwijnt en het artikel daardoor de eigenschap-
pen van een ,,speciaal” tin verliest en tot den rang
van een ,,general” af daalt.
,,Onze Kamer is dan ook van oordeel, dat de hooge
opbrengst, die te danken was aan de termijnmarkt en
aan de geschiktheid van Amsterdam en Rotterdam om
de rol van distributiemarkt te vervullen, na den oor-
log niet zal kunnen worden behaald, indien de markt
naar Batavia wordt overgebracht; zij wenscht ook
dit nog in het kort nader toe te lichten.
,,Dat te Batavia een termijnmarkt voor tin zal
ontstaan, is niet te verwachten. Immers de consu-
menten – en in het bijzonder die in Europa – zul-
len er niet meer op kunnen rekenen, dat zij zich lang
te voren voor hunne toekomstige behoeften kunnen
dekken en daarmee valt voor hen de grond om voor
Baifka-tin een hoogeren prijs te geven, dan voor
Straits of andere soorten; veeleer is te verwachten,
dat zij liever Straits-tin te Londen, dan Banka-tin te
Batavia zullen koopen en bij het verdwijnen van de
termijnmarkt vervalt dan tevens voor de tweede hand
alle aanleiding om aan het Gouvernement voor Banka-
tin een hoogeren prijs te betalen, dan de pariteit van
dien, welke voor andere soorten te Londen wordt
ge-
noteerd.
,,En dat Batavia nimmer eene distributiemarkt zal
–
kunnen worden in de beteekenis als hiervoor werd
aangegeven, is een gevolg van den grooten afstand
tusschen het productieland en de landen, die voor
den oorlog als de grootste afnemers gelden, in het bij-
zonder Midden-Europa. Batavia zal waarschijnlijk
de rol vervullen voor Bauka-tin, welke Singapore
steeds voor Straits-tin ‘vervulde, n.l. die van versche-
pingsplaats.”
De lezer zal ons deze uitvoerige aanhaling uit het
antwoord der Amsterdamsche Kamer ten goede hou-den. Gezien van de zijde van ‘s
Rijks
financiën is dit
toch de principiëele vraag: Zal het verschil in prijs
in Indië en hier te lande al dan niet opwegen tegen
de meerdere kosten, die verkoop hier te lande voor de
Regeering oplevert?
Dat het bestaan eener termijnmarkt aan de te
maken prijzen ten goede kan komen, zal moeilijk
kunnen worden ontkend. De beschouwingen der Am-
sterdamsche Kamer vinden in dit opzicht aanvulling in een ingezonden stuk van den heer J. M. A. Bicker
Oaarten Jr. in de N. R. 0. van 10 April j.l., waarin
.deze een overzicht geeft van den aard der markt en
er op
wijst
hoe de levendige handel in cedullen er toe
leidt, dat de veilingen zelf meer het karakter krijgen
van een Settling-day, terwijl de prijs zich in den
regel boven Londensche pariteit stelt. Ook anderen
oordeelen desgelijks en deelen nog mede hoe Amerika,
dat een 25 jaar geleden veel Banka-tin in Nederland
‘kocht, ook thans nog voortdurend biedingen doet,
welke alleen daarom niet tot aankoopen leiden, aan-
gezien de prijs doorloopend te hoog’is. Ook de Rot-
terdamsche Kamer zelf achtte in haar advies van
1908 de termijnmarkt van veel invloed op den afloop
der veilingen. ,,Vele contracten zijn op termijn afge-
sloten, de verkoopers worden genoodzaakt zich in de
veilingen te dekken en geen huns ondanks een krach-
tigen steun aan de marktwaarde.”
Intusschen is, gelijk de heer A. 0. Mees in een
artikel in In- en Uitvoer van 28 Maart j.l. terecht op-
merkt, met het feit, dat de Nederlandsche prijzen dik-
wijls ten opzichte van de Londensche pariteit, aan
den guristigeii kant
1
zijn, de zaak allerminst beslist.
Voor den oorlog was Duitschland verre de voornaam-
ste kooper op de Hollandsche markt. Moest dan de
prijs niet reeds hierom altijd boven Londensche pan-
teit zijn?
Onder deze omstandigheden is het te betreuren, dat
noch de beide Kamers, noch, voor zoover ons bekend,
één der deskundigen, die zich over het vraagstuk
hebben uitgelaten, getracht hebben in het openbaar een
cijfermatig antwoord te geven op de vraag, hoe in de
laatste jaren voor den oorlog de netto-opbrengst van
de Banka-tin in Nederland zich heeft verhouden tot
de netto-opbrengst van de Billiton-tin te Batavia. De
uitvoerige onkostenbecijferingen, voor het eerst ge-
publiceerd in het in 1914 verschenen afzonderlijk
Verslag van het Vervoer en den Verkoop van Banka-
tin in 1911—’12 en 1912—’13, welk verslag voor
1913—’14 toegevoegd is aan het algemeene Tinver-
slag, brengen voor een zoodanige berekening waarde-
volle gegevens, terwijl, wellicht, door de verschillen
in de nesp. Londensche dagprijzen in rekening te
brengen, het bezwaar te elimineeren ware, dat de Bil-
litonverkoopen op andere dagen plaats vonden dan
de veilingen hier te lande. Men zal misschien opmer-
ken, dat het nut der gevonden cijfers slechts betrek-
kelijk zou zijn, aangezien de Billiton-verkoopen veel
geringer posten betreffen, terwijl thans en wellicht
in de toekomst verschillende andere landen, in de
eerste plaats Amerika, koopers van beteekenis kunnen
zijn, dit neemt niet weg, dat de cijfers toch zekere
aanwijzing zouden kunnen bevatten. Aan den anderen
kant zou men ook rekening kunnen houden met het
feit dat, gelijk opgemerkt werd, een deel van de thans
op den verkoop in Nederland vallende onkosten niet
onverbrekelj k aan deren verkoopsvorm verbonden
zijn. Een dezer posten, het registratierecht, dat in
388
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 Mei 1917
1913-’14
niet minder dan
f 207.000
beliep, is, gelijk
ook door de Amsterdamsche Kamer wordt opgemerkt,
door art. 60 der nieuwe registratiewet vervallen.
Naast een financieelen heeft het vraagstuk ook een
zekeren koloniaal-politieken kant. De Rotterdamsche
Kamer wijdt hieraan enkele woorden, waarin zij een
beroep doet op de verandering, die in de groote lijnen
onzer koloniale politiek is ingetreden en die het oog
in de eerste plaats doet richten op een meer zelfstan-
dige ontwikkeling van Nederlandsch-Indië.
Het moet ons van het hart, dat dit betoog ons niet
zeer krachtig voorkomt. Legde niet de Indische maar
de moederlandsche schatkist beslag op de opbrengsten
der veilingen of stond het vast, dat de overbrenging
van de tinmarkt naar Indië aan een breeden kring
van de Indische bevolking zelve ten goede zou komen,
dan ware inderdaad een beroep op de groote lijnen
der nieuwere koloniale politiek op zijn plaats. Geen
van beiden is echter het geval. Ook het door de Kamer
aangehaald voorbeeld van de Indische leening,. waar-
toe zooveel andere motieven hebben medegewerkt en van welke leening bovendien het grootste deel’ hier te
lande en niet in Indië is geplaatst, kan, voorzoover
het ter zake dienende is, slechts geringe waarde heb-
ben. Met
waarlijk
niet minder recht kan men het
een eisch van goede koloniale politiek achten, indien,
waar zulks zonder schade voor de vrije economische
ontwikkeling der kolonie eschieden kan, de banden
tusschen moederland en kolonie, ook op economisch
gebied, worden aangehaald. Dit blijft waar, ook al’
ontbreekt uiteraard voor het tin het directe verband
dat b.v. ten opzichte van de tabak bestaat tusschen
de Nederlandsche markt van het product en de bereid-
willigheid van het Nederlandschen kapitaal deren
kolonialen bedrijfstak
te steunen.
Natuurlijk, had zich voor het tin in den loop der
jaren een geographische verdeeling van het afzetge-
bied ontwikkeld als b.v. ten opzichte van de suiker
ontstaan is, dan zou, niet uit koloniaal-politieke doch uit zuiver economische motieven verkoopen in Indië
aangewezen
zijn.
Voor den oorlog was dit echter zoo
weinig het geval, dat, zooa1s uit de in dit artikel
medegedeelde
cijfers
blijkt, alle in
1913
te Batavia
verkochte Billiton-tin naar Europa is uitgevoerd.
En de voorstanders van een verkoop in Indië hebben
vooralsnog niet voldoende aannemelijk gemaakt, dat
na den oorlog zoodanige geographische verdeeling
van afzetgebied te wachten is. ‘Trouwens, het behoeft,
wel geen betoog, dat op de ervaring in deze oorlogs-
jaren opgedaan yoor wat later te wachten zal zijn,
niet dan met de uiterste voorzichtigheid een beroep
mag worden gedaan.
Intusschen, deze argumenten treffen slechts een
deel van het vraagstuk en het geven van een advies
ligt niet op onzen weg. Als gezegd betreuren wij het
ontbreken van een deugdelijke vergelijking van de
financiëele resultaten van beide wijzen van verkoop
v6or den oorlog, waaraan wij de algemeene opmerking zouden willen toevoegen, dat, voorzoover in deren van
bewijslast gesproken kan worden, het feit, dat overal
elders de verkoop in het overzeesche productieland
zelf geschiedt, de
bewijslast
wel in de eerste plaats
legt op hen, die handhaving van den verkoop hier te
lande bepleiten.
INDEX-CIJFERS.
Ofschoon in de afgeliopen maand nog aanmerke-
lijke
prijsstijging
zich voordeed, bleef deze toch
verre onder die, welke bij de laatst gepubliceerde
cijfers viel waar te nemen. Het
totaalcijfer
liep tot
5379
op, einde Maart was dit
5300.
Vergeleken met
April
1916
constateert men een toename met
-1189
eenheden. In percenten uitgedrukt bedraagt de, wijzi-
ging
224.5
tegen
190.5
een jaar geleden.
Wij
zijn nu
zoover gekomen dat, ten opzichte van den toestand
aan den vooravond van den oorlog, de sovereigu meer
dan de helft van zijn koopkracht verloren heeft.
Hier volgt de gewone statistiek:
Data
Granen
vleesch
–
Au-
dere
voe-
dings-
en ge-
not,n.
Grond- stoffen
textiel-
in dus.
e.
,
elf-
stoffen.
Diver-
set,:
ohen, hout,
,’ubber,
eng.
Totaal
Alge-
,neen index-
cijfer
Basis (gemidd.
1901-5)
. .
500 300 500
400
500 2200
100,0
1 Januari1914
563
355 642
491 572
2623 119,2
1 April
,,
560
350’12
626
1
12
493 567
2597
118,0
1 Juli
,,
5659
345 616
47111
2
551
2549 115,9
EindeJuli ,,
579 352 616
1
12
464
1
1
553
2565 116,6
Aug. ,,
641 369 626
474
588 2698
122,6
Sept. ,,
646 405
611
1
/ 472
1
1,
645 2780 126,4
Oct. 656
1
1,
400
1
/
560 458
657
2732
124,2
Nov.
683
4971/
512
473
88411
1
2760
125,5
Dec.
714 414
1
/
509
476
686
1
1,
2800
127,3
Jan.1915
786 413 535
521′
748
3003
136,5
Febr.,,
845
411-
552
1
1,
56111
2
761
3131 142,3
Mrt.
,,
840 427 597
644
797
3305
150,2
April,,
847 439
1
12
594
1
1
630
816
327
151,2
Mei
,,
893
437 583 600
814 3327 151,2
Juni
818 428
601
624 779
3250
147,7
Juli
838″2
440
1
12
603 625
774
3281 149,1
Aug. ,,
841
438
1
12
628
610
1
12
778
3296
149,8
Sept.
,
809
1
12
470′!,
667 619
1
12
769’1 3336
151,6
Oct.
,,
834
443
1
11
681
631
1
1,
781
3371 153,2
Nov.
871
1
/
444
691 667
1
1,
826
3500
159,1
Dec.
897 446 731
711
1
1,
848’12
3634
165,1
Jan.1916
946
1
12
465
782
1
1,
761’1,
884
1
/ 3840
174,5
Febr.,,
983 520
1
12
805
1
12
801 ‘,’,
897
1
1
4008
182,2
Mrt. ,,
949
1
12
503
796’1
851
913
4013
182,4
April,,
970
1
/
511
7941/2
895
1019
4190
190,5
Mei
1024
529
805 942
1019
4319
196,3
Juni
989
520
794 895
1015
4213
191,5
Juli
981 525 797 881 1040
4204
191,1
Aug.
999’1
531
1
1
882
873
1086
4372
198,7
Sept.
1018
536
1
/
937 858
1
1,
1073
4423
201,0
Oct. 11241
543
990’12
850’1,
10874
4596
208,7
Nov. ,,
1177
558
1091
850
1
1,
1102
4779
217,2
Dec.
,,
1294
553
11241
820/
1112
4908
223,0
Jan.1917
1310
561 1137
825
1
1,
1119
4953
225,1
Febr.,,
1312
581
1
1
1189
829
1
/
11591
5072
230,5
Mrt.
1346
81011
2
1226
834’1,
1283
5300
240,
April
1362
642
1240
842 1293
5379
244,5
Aan de aanteekeningen van The Economist ont-
leenen wij het volgende:
Alle groep
–
cijfers zijn in April toegenomen, levens-
middelen stegen het meest, delfstoffen het minst.
Maar overal is de totale stijging het eindresultaat
van tegengesteldwerkende krachten. Zoo staat biiv.
inlandsche tarwe op het nieuw officieel maximum
lager, het zelfde is bij gerst het geval, maar haver
wordt beter’ gewaardeerd. Hoogere noteeringen voor
schapenvieesch worden ten deele in evenwicht ge-
houden door goedkooper varkensvieesch. Thee en kof-
fie zijn als gevolg van de invoerbeperking sterk op-
geloopen. Bij boter cônstateert men teruggang van
beteekenis.
Van de artikelen, die niet geheel en al officiëel
gecontroleerd worden, kan men wellicht katoen be-
schouwen als hetgeen waarbij in de afgeloopen maand
de belangrijkste schommelingen zich voordeden. Ame-
rikaansche Middling sloot tenslotte maar weinig hoo-
ger doch ‘de good fair bruine Egyptische kwaliteit
steeg omtrent
3
pence. Voor den katoenhandel zijn
de moeilijkheden groot, de stemming van de markt
werd beïnvloed door de waarschijnlijkheid, dat als
gevolg van President Wilson’s opwekking voedselge-
wassen in grooter mate te verbouwen, het oppervlak
niet katoen beplant eene inkrimping zal ondergaan.
De officiëele noteering voor Cleveland no.
3 G.
M. B.
ijzer kwam op
92/6,
maar de bijzonderé gebeurtenis
hier was
stijging
van den tinprijs. Bij de diversan
deden olieën en zaden een .flinken stap voorwaarts.
ERRATUM.
In het artikel ,,De export-centrale en’ de uitvoer-
handel op Ned.-Indië”, in het vorig nummer, leest
men: katoen steeg sedert Januari van 4% op
13
pence.
Bier, was bedoeld Januari
1915.
re.-,,..; ZIV
23 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
389
AANTEEKENINGEN.
Requisitie van. Nede’rlandsche sche-
p e n.
– De Engelsche regeering heeft van de sche-
pen, die in Engelsche havens lagen en waarvan het
meerendeel 15 dezer ons land bereikte, een drietal
gerequireerd, de Veghtstroom van de Maatschappij
,,Ocean”, de Veenbergen en Kelbergen van Furness’
Scheepvaart- en Agentuurmaatschappij. Blijkens een
Reutertelegram stelt de Engelsche regeering zich op
het standpunt, dat zij gerechtigd is onzijdige schepen
op te vorderen, indien veel Engelsch kapitaal in de
reederij van zulke schepen betrokken is, aangezien
het onmogelijk is deze Engelsche belangen te bescher-
men, zoolang zulke schepen ongewapend onder onaij-
dige vlag varen. Dat deze verklaring van het stand-
punt der Engelsche regeering hier te lande met eenige
verwondering ontvangen is, laat zich begrijpen. Is
inderdaad een door de Engelsche regeering gerequi-
reerd haudelsvaartuig zelfs indien het bewapend is,
veiliger dan een schip, dat voor rekening onzer regee-
ring granen of andere voedsel- en grondstoffen naar
Nederland vervoert, vooral sedert men van Engelsche
zijde de eisch van het aandoen eener Engelsche haven
heeft laten vallen? Dichter
bij
de waarheid zal zijn
wie in het nijpend gebrek aan. scheepsruimte, waar-
mede Engeland op het oogeublik te kampen heeft, de
eigenlijke reden ziet die de Engelsche regeering tot
dezen op ernstige wijze tegen het recht der neutrale
vlag indruischenden maatregel heeft doen overgaan.
Het feit, dat het grootendeels Engeisch kapitaal is,
dat aldus in dienst van den Engelschen aanvoer wordt
gesteld, vermag aan de daad haar onrechtmatig
karakter niet te ontnemen.
Oorlogsfinancsôn in Engeland. –
Bij de behandeling van de begrooting voor het nieuwe
fiscale jaar pleegt de kanselier van de schatkist een
overzicht te geven van de financiëele positie van het
Rijk en de verschillende financiëele voorstellen toe te
lichten. Ook ditmaal heeft Bonar Law zulks op de
hem eigen sobere wijze gedaan en het Lagerhuis heeft zich zonder noemenswaardige discussie met de voor-
stellen vereenigd. Een vergelijking met de resultaten
der voorgaande jaren geeft het volgende beeld:
In millioenen
19131 19141 19151
19161 19171
£
1914 1915
1916
1917
1918
Totale uitgaven
197
563
1559
2198
2290
,Gew. inkomsten
198
226 336
573
638
In°/o der uitg.
100,5
40,1
21,5 26,1
27,8
Belastingen
. .
163
189
290
514 569 In
0/o
der
uitg.
82,7
33,6
18,6
23.4
24,8
Bij deze cijfers moet in aanmerking worden genomen,
dat onder de totale uitgaven gedurende de oorlogs-
jaren belangrijke bedragen begrepen zijn wegens voor-
schotten aan bondgenooten, uitgaven, die dus veeleer het karakter dragen van beleggingen en voor een juist
gezicht op de eigenlijke oorlogslasten buiten rekening
moeten blijven. Voor 1914—’16 en 1915—’16 tezamen
– gesplitste opgaven ontbreken – beloopen deze
voorschotten 376 millioen, voor 1916—’17 594 mil-
heen, terwijl voor 1917—’18 op 400 mihlioen gerekend
is. Het percentage dat de gewone inkomsten van de
eigenlijke oorlogsuitgaven uitmaken stijgt hier-
door voor 1914—’15 en 1915—’16 tezamen tot
32.2 pOt., voor 1916—’17 tot 35.7 pOt. en voor 1917-
’18 33.7 pOt., het belastinginkomen voor de overeen-
komstige jaren tot 27.4, 32 en 30.1 pOt.
Al is dus voor 1917—’18 door de relatief nog snellere
stijging der uitgaven de verhouding ietwat ongunsti-
ger, duidelijk blijkt uit deze cijfers, dat de Engelsche
regeering blijft vasthouden, aan het stelsel een zoo
groot mogelijk deel door belastingen te dekken. Nieu-we belastingen stelde Bonar Law niet voor, wel daar-
entegen verhooging van de schouwburg- en tabakbe-
lasting en verhooging van de oorlogswinstbelasting
van 60 pOt. op 80 pOt. In het Lagerhuis werd door
enkelen tegen deze laatste verhooging wel eenig be-
zwaar ingebracht, aangezien men vreesde voor een te
groeten druk op den ondernemingslust, hetzelfde ar-
gument, dat ook hier te lande werd gehoord, toen het
ging om de verhooging van het oorspronkelijk voor-
gestelde cijfer van 25 pOt. op 30 pOt. Inderdaad blijft
van de gemaakte oorlogswinst weinig over, wanneer
men in aanmerking neemt, dat van het resteerende
deel nog inkomstenbelasting moet worden betaald,
welke stijgt tot 5 sh. in het £, dat is 25 pOt. van het
inkomen en voor de hooge inkomens nog vermeerderd
wordt met een supertax van 1 tot 2 sh. in het £, dus
tot 30 en 35 pOt. De inkomstenbelasting, welke ten
vorigen jare op dit niveau werd gebracht, bleef dit-
maal onveranderd, wat verschillenden in het Lager-
huis aanleiding gaf de reeds verleden jaar geuite
klacht te herhalen, dat in het stelsel de supertax ver-
dere verhooging behoorde te ondergaan. Voor 1917-
’18 wordt de opbrengst der oorlogswinstbelasting, die
in het afgeloopen jaar alle verwachtingen overtrof,
geschat op £ 200 millioen, die van de inkomstenbe-
lasting op £ 224 millioen, tesamen £ 424 millioen van
een bek. tinginkomen van £ 569 millioen. Welke last
den ingezetenen moet worden opgelegd om tot derge-
lijke gigantesque bedragen te geraken, blijkt wel uit
de zooeven genoemde cijfers.
Beslag op Duitsche schepen
in Ame-
r i k a a n s c h e h a v
e n. s. –
Onder dezen titel ver-
scheen in no. 60 van dit weekblad een artikel, waarin de rechtstoestand der Duitsche schepen in de destijds
nog onzijdige Amerikaansche havens behandeld werd,
alsmede welke maatregelen Amerika, ten opzichte
van deze schepen, zou mogen nemen, mocht de oorlog
uitbreken. In verband hiermede ontleenen wij het
volgende bericht aan de Ohronicle van 7 April j.l.:
Op 6 April zijn door Washington bevelen uitgegeven, op de Duitsche
koopvaardijschepen
in de Amerikaan-
sche havens beslag te leggen, als gevolg van het be-
sluiten tot den oorlog door het Congres. Men neemt
aan, dat 90 schepen hierdoor getroffen worden. Rap-
porten door het Treasury Department ontvangen, be-
vatten dat voor het oogenbhik alle schepen onbruik-
baar zijn gemaakt. Uit eenige aanwijzingen conclu-
deert men, dat de schepen zoo spoedig mogelijk voor
den duur van den oorlog in gebruik genomen zullen
worden. De Secretary of the Treasury heeft zich bij
de inbeslagneming aldus ter zake geuit: ,,For the
purpose of protecting the vessels from further injury, and until a decision can be reached as to their proper
disposition, customs guards have been placed
011
board all German merchant vessels anchored in the
ports of the United States. The officers and crews
have been taken into custody by -the Department of
Labor pending a determination of their status.”
Blijkens telegrammen, sedert uit Amerika ontvangen,
heeft men nog geen der schepen in gebruik kunnen
stellen.
Ameri/caansche levensmiddelprijzen
i n 1907, 1 9 1 3 e n n u. – Het Department of
Labor te Washington heeft onlangs een nota gepubli-
ceerd aangaande stijging der levensmiddelprjzen. Vol-gens dit stuk zijn de kosten van voorziening in levens-
behoeften – voor een normaal gezin gestegen van
$ 339 30 in 1913, op $ 425 54 thans. Uitgedrukt in
het loon kan men zeggen, dat
bij
een dagverdienste
van $ 3 in 1907 of nu, de werkman er 69 cents op
achteruitgegaan is. De sterkste stijging der voedsel-
prijzen vertoonde zich in de laatste vier jaren bij
aardappelen in verhouding van $ 18 96 op $ 44 69,
eieren dito $ 33 01 en $ 43 07, meel $ 15 12 op $ 25 40
en boter $ 45 72 op $ 54 78. Van de geheele lijst voe-dingsmiddelen vertoonen slechts twee vleeschsoorten eene prjsvermindering vergeleken met vijf jaar terug.
Er is ook nog de becijfering gemaakt, dat wanneer
men in 1907 voor een dollar in een bepaalde samen-
stelling een gewicht van 10 pond aan levensmiddelen kon koopen, dit quantum thans is toruggegaan op iets
390
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 Mei 1917
meer dan 7 pond. Niettegenstaande eene gemiddelde
toeneming der bonen met 19 pOt. in de afgeloopen
10 jaren en daarbij een afname, in het aantal werk-
uren met 4 pOt., heeft de stijging van de levensmid-
delprijzen het loon van den Amerikaanschen werk-
man relatief omtrent 16 pOt. verminderd, berekend
in reden van voedseiquantum, dat hij voor den dollar
kan koopen.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. • beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
1. BANKDISCONTO’S.
20
Juli
1914
REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.
Verwerken van haver ströo. De aandacht
van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat over-
wogen wordt het verwerken van haverstroo van den
aanstaanden oogst te verbieden of te beperken, zulks
met het oog op de grootere waarde als veevoeder v.an
dit stroo in vergelijking met die van andere stroo-
soorten.
Regeling voor industrie-melk. Door
den Minister van Landbouw, enz. is vastgesteld eene
nieuwe regeling voor industrie-melk, zijnde melk of
ondermelk, ter bereiding strekkende van eenig zuivel-
product.’
K a a s. De Minister van Landbouw heeft bepaald, dat met ingang van 20 dezer 20 pOt. van den inkoop
of de productie van alle kaassoorten, met uitzondering van komijnekaas van Leidsch of Delftsch model, voor
het binnenlandsch verbruik beschikbaar moet blijven.
Kaarsen en schemerlichten. De Toewij-
zingscommissie voor kaarsen, schemerlichten en der-
gelijke vestigt er de aandacht op, dat onder kaarsen
ook worden verstaan vet- en waskaarsen.
Eetbare vetten voor technische dol-
o i n d e n. In verband met zijne beschikking van 20
April j.l., waarbij het is verboden eetbare oliën of
vetten en oliën of vetten, welke eetbaar gemaakt kun-
nen worden, voor een ander dol te gebruiken dan als
levensmiddelen en als grondstoffen voor levensmid-
delen, heeft de Minister van Landbouw enz. eene
Commissie van Advies ingesteld ‘inzake het gebruik
van eetbare vetten voor -technische doeleinden.
Mximumprijzen ijzer en staal. Onder
intrekking van de beschikking van 24 Januari ji.,
aangevuld
bij
beschikking’ van 2 Maart, heeft de
Minister van Landbouw onder dagteekening van 14
dezer nieuwe maximumprijzen vastgesteld voor han-
delsmaterialen in ijzer en staal.
Schepenuitvoerwet. Ter kennis van be-
langhebbenden wordt gebracht, dat de afgifte van
eene vergunning krachtens art. 2 der Schepenuitvoer-‘
wet voor het uitvaren naar het buitenland van
biji-
nenschepen langs rivieren en kanalen aan de land-
zijde door de daartoe aangewezen inspecteurs der in-‘
voerrechten kan worden geweigerd, indien gegrond vermoeden bestaat, dat de in een vorige vergunning
voor de wederbinnenkomst van het vaartuig gestelde termijn zonder noodzaak niet is in acht genomen.
Wo lv o r de r ing. Het voornemen bestaat om
ook dit jaar de scheerwol in het geheele land, ter
voorziening in de behoeften van het leger en de
vloot, weder rechtstreeks van de schapenhoiiders te
doen vorderen. Uitzonderingen hierop zullen aan de
betrokken burgemeesters worden k
en
ba
ar
gemaakt.
Ter voorkoming van moeilijkheden en eventueele
schade wordt er op gewezen, dat de handel in wol
van inlandsche schapen, in verband met het boven-
.
staande, niet geoorloofd is.
• Uitvoer van artikelen, die uit een
mengsel van verschillende bestan.ddee-
1 en b e s t a a n. Geen vergunning tot uitvOer -zal meer
worden verleend voor a$ikelen, -welke uit een eng-,
sel van verschillende bestanddeelen bestaan, als bijv.
nougat, huishoudjam, vischconserven, tenzij gebleken
is, dat voor ieder der samenstellende deelen afzônder-
lijk reeds vergunning tot uitvoer verkregen is.
Ned (Disc.Wissels.
4
1
12 sedert 1Juli ‘).5
3’/2sedert23 Mrt.
’14
Ban jBel.Binn.Eff.
4
1
1t
,
1
,,
’15
4
,,
23
,,
’14
IVrsch.inR.C.
5
1
12
,,
19Aug.’14
5
,,
’14
23
,,
Bank van Engeland
5
,,
6 Apr.’17
3
,,
29 Jan.
1
14
Duitsche Rijksbank
S
,,
23 Dec.
1
14
4
,,
5 Febr.’14
Bankvan Frankrijk
5
,,
20Aug.
1
14
3
1
1
,,
29Jan. ’14
Oostenr. Hong. Bk.
5
,,
10
Xpr.
1
15
4
,,
12 Mrt. ’14
Russische Staatsbk.
6
,,
27 Juli ’14
5
,,
1 Apr.’14
Nat. Bank v.Denem.
5
,,
10
,,
’15
5
,,
6 Febr.
1
14
Zweedsehe Rijksbk.
S’Ii
,,
9Nov.
1
16
4
1
1s
,,
6
,,
’14
ZwitserscheNat.Bk.
4
1
12
,,
2Jan.’15
3
1
12
,,
19
,,
14
Bank
van
Italië ..
5
,,
1Juni’16
5
,,
9 Mei
1
14
Feder. Res. Bk. N.Y.
3-4
1
1,
–
–
–
Javasche Bank….
3
1
1t
,,
1Aug.’09
3’12
,,
1Aug.’09
II. OPEN MARKT.
Data
Amsterdam Londe,l
Part.
Berlijn
Part.
P
Par
N. York
Cali.
Part.
Prolon-
–
disconto
gatie
disconto disconto
disc.
inoncy
19
Mei ’17
2-2
2
18
2’14
4
28
182
4118
–
2-2’1
14-19
’17
2-2
1
1
4
2’14
4t-
1
14
4-118
–
2-3
7-12
,,
’17
2_211
4
2
‘/42’/,
48/4
4
1
18
–
15143
8/,
30A.5M.’17
2-2
1
12
2’14-3
4
8
14
4
8
15
–
2
1
12-4
15-20Mei’16
2-2
1
14
3-3
1
14
4’/io
–
–
1’14-2’14
17-22Mei’15
3
1
1
7
1
3
1
124
24-718
–
–
1,18
20 -24Ju1.’14
3
l/.8/
2
I/
4
_8/
4
28/
4
-8/
4
2
‘Is-‘!,
2 sla
1 ‘/-2
‘/,
WISSELKOERSEN.
1. KOERSEN IN NEDERLAND.
Voor Londen, Berlijn en Parijs worden voorloopig ook de
dagelijksehe noteeringen te Amsterdam opgenomen. De dage-
lijksche koersen op New York, alsmede de laagste en
hoogste der week zijn aan ‘particuliere opgaven ontleend.
Data
Londen
Berlijn
Parijs
New York
14 Mei
1917
..
11.62’14
37.42’12
42.65
2.44
1
/8
15
,,
1917
..
11.62
3747
1
/
42.70 2.44
16
1917
..
11.611/
37371/2
42.70
2.43
1
/4
17
,,
1917
..
-.-
-.-
-.-
–
18
,,
1917
..
11.56 37.10 42.52
1
/,
2.42
7
/8
19
1917
..
11.52
36.97
1
12
42.40
2.42
Laagste der week
11.50
36.90 42.35
2.4111
8
Hoogste
,,
,,
–
11.63
37.47
1
12
42.75
2.44
1
14
12 Mei
1917
..
11.621/
4
37.4281
2
42.75
2.44
5
,,
1917
..
11.63
37.57’/
42.80
244
1
14
Muntpariteit
..
l2.lO’/s
59.26
48.-
2.48
8
1
Data
Zwitser-
land
Weenen
Kopen-
hage,
Stock-
hol,»
Batavio
telegrafisch
19
Mei
1917
47.55
23.42′!,
69.75 72.87
1
1,
99-100
Laagste d.
w.
47.47
1
12
23.40
69.55
72.60
–
Hoogste
,, ,,
47.85 23.70
69.95
73.22
1
12
–
12 Mei
1917
47.85
23.57
1
1,
69.67
1
1,
72.75
99f1004
.5
,,
1917
47.35 23.60 69.95
73.40
99j-100′
Muntpariteit
48.-
50.41
–
68.67
66.87
100
23 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
391
OVERZICHT.
Gedurende de afgeloopen week heerschte een overwegend
aanbod voor alle wissels, waarop ‘slechts een uitzondering
gemaakt werd voor ‘wissels op de weinig overgebleven
neutrale Europeesche landen, waarmede dagelijksehe ver-
bintenissen onderhouden worden. Londen liep terug van
11,62
1
14
tot circa 11,52. Parijs aanvankelijk nog gezocht,
was daarna dubbel flauw, omdat de koers voor Londen in
Parijs wederom sterk aantrok, zoodat het slot hier Zaterdag
42,35 aangeboden was. Ook dollars sterk aangeboden
244
1
I-242.
Berlijn, na de rede van den Rijkskanselier,
beduidend flauwer 37,45-3,95. Weenen 23,65-23,42’12.
Zwitserland ten slotte ook aangeboden: 47,75-47,55. Kopen-
hagen onveranderd 69,75-69,90-69,75. Zweden iets flauwer
72,95-73-72,87
1
12.
Roebels zeer onzeker en hier steeds
belangrijk beneden pariteit van Londen.’ Verdere wissels
bijna zonder zaken.
II. KOERSEN TE NEW YORK.
Cable
Zicht
Zicht Zicht
0
D
0
Londen
Parijs
Berlijn
A,nsterd.
(in t
(in frs;
(in cents
(in cents..
per £)
P.
)
p. Rrn. 4)
per gld.)
19 Mei
1917
4.76.45
5.73
nom.
41
Laagste d. week..
4.76.45
5.72
—
4018
Hoogste,,
,,
..
4.76.50 5.73
–
41
12 Mei
1917
4.76.50
5.72
2
12
nom.
40
7
18
5
,,
1917
4.76.45
5.71’19
nom.
402/
4
Muntpariteit ….
4.86.67
5.18’1
95214
40/i
III. KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP
LONDEN.
Plaatson en Landen Noteerings-
eenheden
27 April
1917
2Mei
1917
Tijdperk
3 Mei—IS Mei
Laagste Vloogste
15 Mei
1917
Alexandrië.
.
Piast. P.
£
971i0
9771
1e
9771
je
97711e
9711,
B. Aires ….
d.p.gd.pes.
49/ic
49
1
1
49
49718
49/it
Calcutta
. .
..
sh/d.p.rup.
114
9
1gI
114
9
1a2
11414
114
2
/it
14/82
Hongkong ..
id. p.
$
214
1
I2
214
2
18
214
1
12
214
3
/g
21418
Lissabon….
d.p.escudo
31
1
18
31
1
18
30814
31
1
11
31
,
18
Madrid
….
Peset. p.
£
21.80
21.571
21.40 21.70 21.59
Montevideo..
d.p.peso
547/g
64
2
11
5411
2
5521
4
552/
4
Montreal….
$
per
£
4.78’1
4.78212
4.78 4.79
4.784*
Petrograd ..
R. p. £10
167814
170
169
1
12
186 171
7
18
R.d.Janeiro
2)
d. p. inilr.
12
11
13
1
18
13/ia
1321
4
13
71
,
0
Lires p.
£
32.87
33.224
33.22
33.70 33.41
Shanghai
..
sh/dp.tael
36
1
14
3161g
316
1/
4
31681
4
316
1
12
Rome
…….
Singapore
. .
id. p.
$
2
1
4
8
1
28
2
1
4
1
i9
214 Vs
2/4/
214
8
1it
Valparaiso
1)
d.p.pap.p.
10
81
1
8
1
llIi,
11111
82
11
2
91
82
11
2
91
3
2
Yokohama ..
sh/d.p.yen
211e18 211
5
1a
2l11io
211′
8
h,
211
1
18
‘) Noteeringen op 90 dagen.
GOUD EN ZILVER.
GOUDBEWEGING BIJ DE BANK VAN ENGELAND.
Sedért begin Augustus 1916 worden de dagelijksche ont-
vangsten en onttrekkingen van goud door de Bank van
Engeland tijdelijk niet bekend gemaakt.
ZILVER.
Noteering te Londen.
te New York.
19 Mei
1917
……..37
8
/s
74
5
1
12
,,
1917
……..38
74
7
19
5
,,
1917
……..38
74
7
18
28 April
1917
……..37
8
/
74
21
,,
1917
……..371/s
‘741/g
’20 Méi’
1916
……..36
751/t
22 Mei
1915
……..23
°
/ia
•
49
8
14
20
Juli
1914
……..24’°/ia
54118
NEDERLÂNDSCHE BANK.
–
VERKORTE BALANS OP 19 MEI 1917.
Activa.
Binnenl.Wis-(H.-bk.
f
57.567.842,95
1
1
sels, Prom., B.-bk. 55.420,24
eiiz. in disc.
I
Ag.sch. ,, 11.088.773,93
Papier o. h. Buitenl. in
disconto……………………..
Idem eigen portef..
f
8.233.821,-
Af: Verkocht maar voor de bk. nog niet afgel.
Beleeningen EH.-bk.
f
44861.339,05′
mcl. vrsch. B.-bk. , 3.014.462,50
in rek.crt.1Agsch_,, 38.691.561,48
1/
op onderp.
f
86.567.363,03
2
12
Op
Effecten
…… f
81.536.363,03
1
I
Op Goederen en Spec. ,, 5.031.000,-
Voorschotten a. h. Rijk……………..
MuntenMuntmateriaal
/
Munt, Goud
… …. f
60.945.985,-
Muntmat. Goud…. ,,535.234.346,87
1 596.180.331,87
Munt, Zilver, enz. • ,,. 7.129.194,96
1
1,
Muntmat. Zilver
Effecten
Bel. v.h. Res.fonds..
f
5.108.870,12 ‘/8
id. van
1
/IV. h. kapit. ,, 3.940.898,25
Geb. en Meub. der Bank …………….
Diverse rekeningen ………………
f847.690.284,74
2/,
—
‘Paseiva.
Kapitaal
………………………..f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
5.155.090,93 1/
Bankbiljetten in omloop ………….. ,, 757.338.605,-
Bankassignatiën in omloop ………… ,,
2.850.981,39
1
1a
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk ……
f
—
Van anderen ……,, 56.632.548,80 Vi
56.832.548,8021,
Diverse rekeningen ……………….,,
5.713.058,61
f
847.690.284,74
1
1
Beschikbaar metaalsaldo…………..
f
439.015.639,81
1
/1
Op de basis van
2
1
6
metaaldekking ……
275.651.212,77’/
Minder bedragaanbankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. 2.195.078.195,-
Bij vergelijking met den vorigen weekstaat blijken de volgende
verschillen:
Meer
Minder
Disconto’s
2.632.475,33
1
1
Buitenlandsche wissels
47 .025,-
Beleeningen
2.192.662,99
Goud
………………
545.487,22
Zilver
………………
107.136,95
Bankbiljetten
10.642.925,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
16.598.354,12
2/
N.B.
Uit de bekendmaking van den Minister van Financiën
blijkt, dat uitstonden
op:
19
Mei 1917
12 Mei 1917
‘Aafl schatkistpromessen
f146.060.000,—
f
147.060.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst-
,,
54.000.000,—
,,
55.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
,,105.701
.000,—
,,105.701.000,-
Aan zilverbons
………
,,
20.544.301,—
,,
20.099.798,50
f
68.712.037,12 i/
86.567.363,03
1
1,
67 .36 3,03
13.003.207,6021
1
603.309.526,83 Vi
–
9.049.768,37
1
12
1.400.000,-
57.414.560,77
19 Mei 1917
12
1917
5
,,
1917
28 April 1917
21
1917 ..’..
14
1917
7
1917
31 Maart1917
24
1917
17
,,
1917
10
,,
1917
3
,,
1917
24 Febr. 1917
20 Mei 1916 22 Mei 1915
25 Juli 1914
596.180 595.635
596.027
596.527
591.059
590.555 590.529 590.515 591.015
592.024
592.024 591.560 591.555
538.286
313.981
162.114
757.339
767.982 785.419 773.592 755.256 755.372
752.563 745.849 729.111 731.798 739.349 744.585
732.694
635.156
476.495
3.10.437
7.129 7.022
6.961 6.858
6.900
6.856 6.680 6.917
7.011
6.876
6.586
6.481 6.577
2.04
2.868
8.228
392
ECONOMISCH-STATITISCHE BERICHTEN
23 Mei 1917
SURINAAMSCHE BANK.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
?fidïzenden guldens.)
Dato
Metaal
Circulote
Andere
opeischb.
schulden
Disconto’s
1
Div. reke-
fin gen
t)
24Maart1917
..
762 1.043
1.104
939 360
17
,,
1917
..
750
1.053 1.048
939 281
10
,,
1917
..
737 1.083 1.002 940
265
3
,,
1917
..
735
1.090
969 948
259
25Maart1916 ..
970
895 835 928 560
27Maart1915
..
1.259
990 1.331
821
646
25 Juli
1914
..
645 1.100 560 735
396
1)
Sluitpost der activa
80.771
54.470
52.915
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
6.198
1
Aan het eind vaniederkwartaalwordteenoverzichtgegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
(in’ duizenden guldens.)
1
Andere
Dato
Goud
Zilver 1
1
oJ,eischbare
biljetten
schulden
59.484
42.903 54.812
62.604
79.160 80.222 73.753 79.535 94.210
90.824
OQ i1e
Data
Disconto’s
Belee-
Besch,k.
baar
Dek-
kings-
Hiervan
Totaal
Schatkist- ningen
Metaal-
percen.
peomessen
saldo
tage
rechtstreeks
19 Mei 1917
68.712
54.000 86.567
439.016
74
12
,,
1917
71.345
55.000
88.760
439.551
74
–
5
,,
1917
88.126
70.000
93.061
434.013
72
28April1917
85.942
69.000
88.693
435.216
72
21
,,
1917
78.980
62.000
89.044
430.156
72
14
,,
1917
77.830
60.000 88.379 429.372
71
7
,,
1917
77.681
60.000
87.316
431.026
72
11 Mrt. 1917
77.537
60.000
86.848
431.495
72
24
,,
1917
78.052 60.000 84.953
432.462
73
17
,,
‘1917
79.044
60.000 86.300
433.516
^73
10
,,
1917
79.421
60.000
87.407
430.158
71
3
,,
1917
78.218 58.000
91.014 430.226
72
24Febr.1917
58.721
37.000
86.208
434.538
74
10Mei
1916
29.644
7.300
70.584 401.893
78
12Mei
1915
58.688
.7.000
154.438
210.586
60
15 Juli 1914 1
67.947 14.300
1
61.686 43.5211)
54
t)
Op de basis van sla metaaldekking.
Dato
Goud
Zilver
.
8
k
biltn
Andere
0;
schulden
71.400 22.712
157.271
33.836
72.301
22.935 157.594
33.974
72.498
22.232
159.163 35.822
3Maart1917 ……..
24 Febr. 1917
……
71.479
22.701 157.860 38.918
17
,,
1917 ……..
10
1917 …….
48.293 33.232
141.050
30.659
4Maart1916 …….
25.913 28.217
120.495
172247
6Maart1915 …….
25
Juli
1914 …….
22.057 31.907 110.172
12.634
Dato
D.
conto’s
Wissels,
buiten
N..Ind.
1
Belec.
1 ningen
‘
–
Dtverse
ningen’)
Beschik.
baar
metaal.
saldo
Dek.
1
king:.
1
percen.
1
tage
3Mrt.1917
6.310
35.906 51.385
8.233
56.616
49
24Feb.1917
6.450
35.999
51360
7.059
57.419
50
17
1917
6.513
36.170
54.164
8.137
56.246
49
10
,,
1917
6.470
36.514 55.205
8.953
54.276
48
4Mrt.1916
6.098
16.901
44.842 26.606 47.183
48
6Mrt.1915
5.624
7.884
37.503 6.236 26.581
39
25 Juli 1914
7.259 6.395
47.934
2.228 4.842
2
)
44
‘) Sluitpost der activa.
‘) Op de basis van
als
inetaaldekking.
Data
Metaal Circulatie
Currency Notes.
Bedrag
Goudd.
Gov. Sec.
16 Mei
‘1917
54.841
38.514
9
.
1917
55.020
38.724
154.696
28.500
123.279
2
,,
–
1917
55.075
38.850
154.368
28.500
122.837
26 April 1917
55.248
38.227′
152.080
28.500 120.125
17 Mei
1916
60.094
34.671 117.182 28.500
83.775
19 Mei
1915
61.707
34.002 43.795 28.500
9.586
22 Juli
1914
40.164
29.317
Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos. Re-
serve
Dek-
hing:.
percen-
tage
t)
16 Mei ’17
44.963
108.231
52.996
108.231
34.776
20,43
9
,,
17
45.049
111.480
54.173 119.376
34.745 20,02
2
,,
17
45.025
114.093
47.226
128.859
34.676
19,69
26Apr.’17
37.492
114.437
52.450
117.249
35.471
20,90,
17 Mei ’16
33.187
79.879 60.645
78.583 43.873
31
1
12
19 Mei ’15
51.043
145.534 130.382
94.625 36.155
20
t/
12 Juli’14
11.005
33.633 13.735 42.185 29.297
52’/
t)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
1, BANK VAN ENGELAND.
WEEKSTAAT VAN9 MEI 1917.
ISSUE DEPARTMENT.
Notes issued.. £ 71.226.985
Governm.Debt £ 11.015.100
Othersecurities,, 7.434900
Gold coin and
bullion….
52776.985
£ 71.22.985
. £ 71.226.985
BANKING DEPARTMENT..
Capital……£ 14.553.000
Government
Rest ……..,,
3.135.107
securities .. £ 45.049.406
Public deposits,, 54.172.724
Othersecurities,,111.479.848
Other deposits
119.375.972
Notes ……..,, 32.502.830
Seven-day and
Gold, and silver
other buis..
37.907
coin ……,,
2.242.626
£191.274.710
.
£191.274.710
Door het uitblijven der Engelsche bladen konden de cijfers
van den laatsten weekstaat hierboven niet worden opgenomen.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Onderstaand overzicht bevat tevens de cijfers der door de
Regeering uitgegeven currency notes van 1 £ en 10 sh. met
JAVASCHE BAMIP
het bedrag der gouddekking en der tot dekking aangewezen
Government securities. De publicatie dezer cijfers geschiedt
OVERZICHT DR VOORNAAMSTE POSTEN,
sedert 28Augustus 1914.
(In duizenden Guldens.)
. .
(In duizenden p. st.)
23 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
393
H. DUITSCHE RIJKSBANK.
1
IV. RUSSISCHE STAATSBANK.
STAAT VAN 15 MEI 1917.
De biljetten zijn sedert den oorlog niet inwisselbaar.
Metailbestand
……………………
Mk. 2.554.842.000
davon Goldbestand
………………
,,
2.533.093.000
Reichs- und Darlehenskassenscheine……
,,
458.962.000
Noten anderer Banken
…………….
,,
7.150.000
Wechsel …………………………
,,
9.277.793.000
Lombnrdforderungen
………………
,,
10.059.000
Effekten…………………………
,,
107.711.000
Sonstige Aktiva
………………….
1.062.926.000
Grundkapital……………………..
,,
180.000.000
Reservefonds ……………………..
90.137.000
Notenumlauf …………………….
8.206.299.000
Sonstige tllglich flillige Verbindlichkeiten
4.592.682.000 Sonstige Passiva
…………………..
,
411.326.000
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Onderstaand overzicht bevat tevens het cijfer der uitgegeven
Darlehenskassenscheine. De Scheine, welke niet in kas zijn
bij de Reichsbank, circuleeren grootendeels onder het publiek.
De Darlehenskassen zijn ingesteld op 11 Augustus 1914.
(In duizenden Mark)
Data Metaal
Daarvan
Goud
porc
16
Kassen-
scheine
Circu-
~
tage
en,
latie kings-
Mei
1917
2.554.842 2.533.093 458.962
8.206.299
37
7
1917
2.550.502 2.532.916
469.176
8.303.592
36
30 April 1917
2.549.222 2.532.548
509.203
8.315.403
37
23
,,
1617
2.549.132
2.532.304
550.426 8.144.933
38
15 Mei
1916
2.502.216
2.462.791
683.630 6.536.244
49
15 Mei
1915
2.424.459 2.376.156 517.136 5.198.980
57
23 Juli
1914
1.691.669 1.356.857 65.479 1.890.895
93
1)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.
–
Dorlehenskassenscheine
Data
Wissels
Rek. Crt.
Totaal
In kas bij
uitge-
1
de Reich.r-
_____________
geven
bonk
15 Mei
1917
9.277.793
4.592.682
4.512.900 444.300
7
,
1
1917
8.710.581
3.952.098
4.512.100 454.500
30 April 1917
8.714.760
3.970.984
4.512.400
494.000
23
,,
1917
8.484.810 4.014.338
4.371.900 533.100
15Mei
1916 5.046.962 1 1.510.915
1.892.7001 642.700
15Mei 1915 3.988.654
1.547.605
1.182.000 492.000
23 Juli 1914
750.892
943.964
III. BANK VAN FRANKRIJK.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Van 6 Aug. 1914 tot 28 Jan. 1916 werden geen staten
gepubliceerd. De met * geteekende posten komen eerst sedert
28 Jan. 1915 in den weekstaat voor. De biljetten zijn sedert den oorlog niet inwisselbaar.
(In duizenden francs.)
Data
Goud
Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
*
Te goed
in het
Buitenland
Buit.gew.
7’oorsch.
af d. Staat
17 Mei ’17
5.264.420
1.948.706 257.232 760.437
10.300.000
10
’17
5.258.602
1.948.706
257.074 761.170 10.100.000
3
’17
5.251.443 1.948.706
256.734
864.310
9.900.000
26 Apr.’17
5.242.196
1.947.672
256.595
841.150
9.900.000
18 Mei ’16
4.722.895
–
354.289 806.130
7.400.000
20 Mei ’15
3.915.654
–
375.225 838.756 5.500.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
Wissels
*
Uitge.
stelde
Wissels
Belee-
1
ning
Bankbil-
jetten
. Crt.
1
Rek
Par ti.
1
culieren.
Rek.
Crt.
Staat
483.356
1.234.245
1.129.851
19.344.045 2.511.567 67.839
545.625
1.240.905 1.139.976
19.275.171
2.518.154
31.756 644.638 1.249.616 1.130.383 19.183.388
2.455.479
70.655
500.390
1.252.569 1.157.536 19.009.853
2.508.788
122.129
0
ffi
422.418
1.543.909
1.218.552
15.445.566 1.995.538
106.035
221.086
2.494.609 649.952 11.738.038 2.332.171
80.146
1.541.080
–
769.400
5.911.910 942.570
400.560
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
De post ,,Schatkistbiljetten” komt eerst sedert 14 November
1914 n. st. in den weekstaat voor. De biljetten zijn niet in-
wisselbaar.
•
(In millioenen Roebel).
Dato n. st.
Goud
Tegoed
sf1, bui-
te,sland
Zil.
ver
Schat-
1
kistbil.
letten
Dis.
conto’s
en belee-
menI
Circu-
1
latie
1
Rek.
Cou-
rant
14Mei
’17
1.478
2.119
119 9.101
1.014
11.457
2.376
6
,,
’17 1.480
2.119
123
9.243
964 11.316
2.598
29 Apr. ’17
1.480
2.119
122
9.373
939
11.187
2.669
21
,,
’17
1.477
2.119
123
9.487
1.007
11.154 3.425
14Mei
’16
1.631
1.224
62
3.647
1.036
6.213
1.825
14 Mei
’15
1.571 139
55
1.490 866
3.362
1.374
21
Juli ’14
1.601
144
74
….
757
1.634 1.099
V. BELGIË.
Van de Nationale Bank van België, die haar goudvoorraad
1
naar Londen heeft overgebracht, zijn sedert 6 Augustus 1914
geen weekstaten openbaar gemaakt.
De Socit6 Gnrale de Belgique is einde 1914 met de functie
van circulatiebank belast. Het Notendepartement dezer bank publiceert wekelijks verkorte balansen. De biljetten zijn niet
inwisselbaar.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden francs.)
Metaa,
Be’-.
Beleen.
Binn.
Rek.
Data
mcl.
van van
wissels
Circu. Crt.
buitenl.
buitenl.
prom. d.
en
latie. saldi.
saldi
vorder.
provisie.
beken.
17 Mei
1917
382.262
87.368 480.000 76.828
917.730
98.999
11
1917
380.244
87.057
480.000
76.497
916.205
97.891
4
,,
1917
379.991
86.757
480.000
70.483
914.219 92.599
28 April 1917
378.956
88.705 480.000 75.352
905.733
104.910
18 Mei
1916
248.627 63.045
480.000 63.285
694.348
155.905
21 Mei
1915
62.2481
7.8791240.0001
24.938
248.781
86.256
VI. VEREENIGDE STATEN VAN NOORD.AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Inwerking getreden op 16 November 1914.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden dollars.)
Data
Goud
Zilver
Wissels
Deposito’s
c
‘
/f
Dckkings-
Percen-
lage
1)
6Apr.’17
565.102
19.110
100.663
804.680
14.295
73
30 Mrt.’17
577.378
9.282 104.579
740.978
15.941
79,9
23
,,
’17
562.536
10.665
108.271
730.819
16.725
79
16
,,
’17
559.318
16.176 114.236
744.698
19.444
77
7Apr.’16
327.338
11.600
64.384
460.513
10.751
71
9Apr.’15
239.540
30.018 35.251
294.042
10.449
80
t)
Gouddekking van deposito’s en circulatie na aftrek van
de posten tusschen de banken onderling.
VEREENIGDE NEW YORKSCHE BANKEN EN TRUST
MAATSCHAPPIJEN.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(Gemiddelden in duizenden dollars.)
Data
Reserve
Deposito’s
Circulatie
Bekenin gen
ditcto’s
–
Re;v
18 Mei ’17
763.440 3.776.310 28.690
3.621.400
146.630
12
’17
737.220
3.849.510
28.740
3.581.170
123.980
5
,,
’17
701.150 3.806.720 28.770
3.624.980
79.600
28Apr.’17
762.090
3.918.520
28.700
3.678.930
121.920
20 Mei ’16
663.340 3.528.670
31.630
3.379.220
84.460
22Mei ’15
581.180 2.463.840
37.940
2.421.030
178.530
25 Juli’14
467.880 1.958.320 41.730
2.067.570 26.170
1
)
‘) up basis van
25
0/5
van alle lepositos.
II
j94
– ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 Mei 1917
11
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 21 Mei 1917.
Alweder hebben politieke factoren in de afgeloopen week in hooge mate invloed op het zakenleven uitgeoefend. Meer
dan de militaire operaties aan de verschillende fronten
vroegen eenige redevoeringen, gehouden in oorlogvoereode
landen onze aandacht; het zijn de redevoeringen van den
Duitschen rijkskanselier en die van Lord Robert Cecil en’
Asquith in het Engelsche Lagerhuis.
Vooral de rede van den rijkskanselier was allerzijds lang
te voren met groote belangstelling tegemoet gezien, in de’
eerste plaats wel in Duitschiand zelf, alwaar alle partijen
al sedert weken den wensch te kennen hadden gegeven om
uit den mond van den kanselier te vernemen, hoe deze als
hoogste verantwoordelijke regeeringspersoon in Duitschland
thans tegenover hunne opvattingen van het oorlogsdoel
stond.
Voor Duitschland’s vijanden waren, daar een belangrijke
frontverandering tenopzichte van de geallieerden in het
algemeen niet werd
,
vooral de woorden die aan
Rusland zouden worden gewijd, van beteekenis. De goedge-
zinde houding, die de Duitsche regeering al dadelijk na de.
omwenteling ten opzichte van Rusland heeft aanvaard, werd
door de Foorden van den rijkakanselier bevestigd. Duideljk;
ligt hieraan ten grondslag de bedoeling om Rusland tot
een afzonderlijken ‘irede te bewegen, die Duitschland thana
zeer te stade zou komen, het in staat zou stellen zijn mili-
taire en materieele krachten, welke in weerwil van den
ingetreden stilstand aan het Oostelijke front nog altijd ge-
immobiliseerd moeten blijven, in hun geheel tegen den
vijand in ‘t Westen in ‘t werk te stellen..
En aan •de andere zijde klinkt hetzelfde parool: Voort-,
zetting. Voortzetting tot de tegenstander gedwongen is de eischen tot ontruiming van de bezette gebieden, herstel en
schadevergoeding, voorts gebiedsa,f stand, in te willigen.
Zoo verschillen dus de eischen der vijanden nog.hemels-
breed, zoo gaapt nog een klove die zelfs den optimistischen
beschouwer niet te overbruggen moet schijnen. En alleen de
tijd – zal leeren hoe de brug zal kunnen worden geslagen,
waarop de tegenstanders elkander weder de hand zullen’
reiken.
Bij de slechts geringe wijzigingen die tot dusver de Rus-
sische omwenteling en het partijkiezen van de Vereenigde
Staten vermochten te brengen, — welk een teleurstelling leverden deze twee feiten den neutraal die van beide een
spoedig einde aan den wereldstrijd verwachtte niet! — zou
men tot de slotsom moeten komen, dat alleen de nood die
brugbouwer zal kunnen zijn. Een volkomen uitputting van’
de volkskracht -die het einde niet meer venschelijk doch tot
een gebiedeude noodzakelijkheid zal maken, willen niet aan
beide zijden kinderen tegen grjsaards in het veld treden,
moge niet het land in een woestenij verkeeren.
Italië hervat den strijd, levert voor do tiende maal slag
aan -den Isonzo, de Vcreenigcle Staten bereiden zich voor
om den eersten slag te leveren. De eerste afdeeling Amen-
kaansche troepen vertrekt weldra naar Europa.
Welken omvang die voortbrenging van vernietigingsmid-,
delen — reeds zonder Amerika’s deelneming aan den krijg,
– heeft aangenomen, daarvan getuigen de volgende getal-,
len; die telkènmale den uitvoer uit de Vereenigde Staten.
naar Europa van verschillende artikelen gedurende de eerste 2Y
2
jaren van den oorlog vergelijken met een even lang tijd-
vak onmiddellijk aan den strijd voorafgaande.
De voornaamste artikelen dan, die werden uitgevoerd,
waren: ontploffingsmiddelen, tot een bedrag van $ 992 mil-
lioen tegen $ 14 millioen in de periode vÔÔr den oorlog;
fabrikaten van koper (voornamelijk materiaal voor grana-
ten) $407 millioen tegen $21 millioen; chemicaliën $ 276
tegen $67 millioen. Dit maakt te zamen aan hoofdzakelijk direct tot ‘vernieling dienende stoffen een som van $ 1675
millioen tegen $ 102 millioen mde dertig maanden die den oorlog voorafgingen. Hetgeen in twee en een half jaar van
oorlog een gebruik, – grootendeels verbruik — beduidt van
wat had kunnen dienen voor een bijna 163′ maal zoo lang
tijdvak van vrede, dus voor 41 vredesjaren, aannemende dat’
wat in die vredesjaren werd uitgevoerd tevens werd ver-
bruikt.
Nog eenige cijfers, deze ook van niet direct vernietiging
brengende zaken, doch die in ieder geval ten deele gediend
hebben tot onderhoud van menschen en werktuigen die de
vernietiging volvoerden, ten deele ook daarom in zoo groote
hoeveelheid moesten worden aangevoerd, wijl de productie
in de Oude Wereld zoo Verre tekort schoot: broodgranen:
$ 1278 millioen tegen $449 millioen; vleesch: $ 638 mil-
lioen tegen $ 368 millioen; suiker: $ 153 millioen tegen
$ 6 millioen; paarden en. muilezels: $ 235 millioen tegen
$ 12 millioen; katoenen goederen: $260 millioen tegen
$133 millioen; wollen goederen: $91 millioen tegen $11
millioen; zink: $107 millioen tegen $2 millioen; ijzeren
en stalen fabrikaten: .$ 1434 millioen tegen $695 millioen;
ruwe katoen: $1131 millioen tegen $1332 millioen; automo-
bielen: $ 255 millioen tegen $ 79 millioen; in totaal: $ 5582
millioen tegen $ 3087 millioen.
Dit is een deeLvan wat de Vereenigde Staten gedurende
den oorlog aan de Gealliëerden en neutralen in Europa
leverden, niet het geheel. Vanzelf spreekt, dat het overgroote
gedeelte van den Amerikaanschen export naar Europa voor
de eerstgenoemden bestemd was. Zoo ontving Groot-Britan-
nië in de eerste dertig maanden van den oorlog voor een
waarde van $3571 millioen tegen $1439 millioen; Frank-
rijk $1545 miljoen tegen $ 363 millioen; Italië $660 mil-
lioen tegen $184 millioen; Rusland $ 714 millioen tegen
$ 67 millioen; te zamen $ 6490 millioen van een totalen
uitvoer naar Europa van $ 7648 millioen, op een wereld-
uitvoer van $ 10.562 millioen. In de periode vSSr den oor-
log waren deze cijfers voor Groot-Britannië, Frankrijk,
Italië en Rusland te zamen $ 2053 millioen op $ 3565 mil-
lioen naar Europa op $ 5882 millioen naar alle landen der
wereld.
Wanneer men bij het aanschouwen dezer cijfers, ontleend
aan een statistiek opgemaakt door een der groote New
Yorksche banken, bedenkt, dat deze den uitvoer toonen
van artikelen die dienden: ten deele om te vernietigen en
vernietigd te worden, ten deele om tekorten als gevolg van den oorlog — natuurlijk boven de vredestekorten — aan te
vullen, hierbij in aanmerking neemt de niet te becijferen
waarde aan daardoor direct of indirect vernietigd ,,men-
schen-” en ander materiaal, daarbij overweegt dat, buiten
de eigen landen, die zeker nog meer leverden, de Vereenigde
Staten wel de voornaamste, doch niet de -eenige oorlogs-
leverancier der Geallieerden waren, dan moet men wel
eenig inzicht krijgen in de onmetelijke kosten, welke de
oorlog in de eerste dertig maanden, alleen nog maar voor
de Geallieerden, niet zich bracht. –
Bovenstaande cijfers illustreeren ook de ongekende voor-
spoed,in die bedrijven, welke zich bezig hielden met het
vervaardigen der oorlogsinaterialen, tevens de hooge koer-
sen, die aan de •verschillende beurzen bij de betaling in
rekening genomen moesten worden. En hun vaste houding,
zoodra sprake is van een verlenging van den oorlog, hun
zwakke tendentie bij vredesgeruchten.
En daar men te N e w Y g r k in de afgeloopen week de
crisis in Rusland als een vreclesfactor beschouwde, lokten
de daaromtrent inkomende berichten sterk aanbod van
oorlogsfondsen uit, in sympathie waarmede de geheele lijst
koersverlizen toonde. Later in de week werden die berich-
ten gunstiger geïnterpreteerd, waarbij vooral de tijding
omtrent de Amerikaansche regeeringsleening van $ 100
millioen aan Rusland vertrouwen inboezemde. Toen volgde
ook een herstel der koersen. Intusschen venluidde, dat die
financieele steun slechts gegeven wordt mits Rusland geen
afzonderlijke vrede sluit en het geld slechts voor militaire
doeleinden gebruikt, dus tot voortzetting van den oorlog
tegen Duitschland.
T e o n z e
ii t genoot de
Arnerikaansche afdeeling
in de
afgeloopen week doorgaans minder belangstelling dan die
voor
locale waarden.
15
,,.
,
–
Rijzing of
ei.
ei.
ei.
daling.
American Car & Foundry – – 6711
2
69
1
18
69
1
12 +
2
United States Steel Corp …
110
1
18
114
114
1
ijio + 49/je
Union Pacific …………137
138
135/
— l/s
Int. Merc. Marine afgest. .. 29
1
/,a
39814
301
+ /io
prefs 84
85
1
/
4
85114 + 114
Op de locale markt waren vooral
cultuuraandeelen, zoo
rubber- als snikeraandeelen,
in trek.
&heepvaartaaude clan
verkeerden eveneens de meeste
dagen in vaste houding, hoewel ditmaal van omzetten van
eenige beteekenis geen sprake was. Ook in
tabalcsaandeelen
ging slechts weinig om; groote
koersschommelingen zijn dan ook niet te vermelden.
Nederlandsche
nijverheidsaandeelen
vroegen weinig be-
langstelling.
–
15 Mei. 18 Mei. 21 Mei.
Rjngof
Ned.
mci.
Handelsbank – – – – 235
233’14 233’/ – 114
Necleri. Handel llj. …… 1931/
4
195 196
8
1 ,+ 2/a
Amst. Superfosfaatfabriek. 150
1
1 1531
4
154214 + 4
1
12
P. S. Stokvis & Zonen 360 359 359
—1
Handelsver. Amsterdam ….4l5’/i 427
1
/2
430’/ +
15’/
Kon. Petroleum Mij. …… 547
544
542 —5
Amsterdam Rubber Mij,
238
238
241 – + 3
Holland Amerika Lijn …. 359
357
360 – + 1
23 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
395
15 Mei. 18 Mei. 21 Mei.
Rijzingof
Kon. Hollandsche Lloyd
174I8
17518
178
1
12
+
l/s
Kon. Ned. Stoomboot Mij
226
224’14
22701
+
1814
Bothnia Vrachtvaart Mij.
367
1
12
366
1
I2
376
+
8’/,
Deli Maatschappij
……..
514
514
506
-8
In verband met dé gelftruimte
was
nu en dan vraag voor
beleggingswaarden te bespeuren. De
prolongatiekoers bleef
op hetzelfde niveau en noteerde heden:
2’/-2.
15 Mei. 18Mei. 21Mei.
Rijzingof
5
0
/0
Ned. ‘Werk. Schuld
101
1
18
101116
10112
+
132
4
1
1
0/
0
1916
100
1
1
100%
100”/io
+
7
116
4
%
,,
,,
,,
1916
93
3
/
93112
93V2
+
‘loo
312
0/
,,
,,
,…..
82’/.,
82
15
116
81’1
-1
3
%
,,
,,
74
1
1
73718
7371
–
Pl82
211
2
0/
Cert.
N.
‘V ………
62
11
/16
61
1
/11
6111
4
-1
7
/to
5
0/
Oost-Indië 1915
……
100
0
/10
10051i8
100014
+
01
4
0/
Hongarijes Goud ……
44
8
/4
44
1
18
44/10
–
6
/10
4
0/
Oosteur. Kronenrente..
37814
38
38
+
1/4
5
0/
Rusland 1906
……..
74
7
/s
74
88
116
74814
–
1/5
4I1
0/
Iwangorod Dombrowa
71 71
1
/8
7011
–
4
0/
Rusland Cons. 1880
. .
62
61’12
6081
4
–
1 ‘/4
4
Olo
Rusland bij Hope
&
Co
65 62
8
/16
62
-3
4
0/
Servië
1895
……….
45
1
/4
46
1
1
8
45
–
4
8
1
2
0/
China Goud 1898..
66
11
/10
67
1
14
68
8
18
+ Plio
5
0/
Brazilië
1895
……..
6f
1
/8
61814
61
3
1
+
‘Is
5 °/o
Brazilië
1913
……..
61
60
1
18
63V
+
2
1
12
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
21 Mei 1917.
T a r w e. De aandacht blijft op Chicago geconcentreerd,
waar wij nog steeds de meest wilde prjsbewegingen gade-
slaan. Die beweging was aanvankelijk sterk omlaag, zoodat
de Julitermijn van 275 tot 219 daalde. De markt herstelde
zich evenwel tot 240, doch op 21 Mei is de slotkoers 233.
Wat precies de oorzaak is van de scherpe daling, is ons nog
niet nauwkeurig bekend; waarschijnlijk is het in hoofdzaak
de vrees voor ingrijpen van de Regeering, maar blijkbaar
werd ook sterke pressie uitgeoefend op het patriotisch ge-
voel der graanhandelaren en speculanten. Men maande
ieder, die nog tarwe te verkoopen had, aan dit onmiddellijk
te doen. Intusschen is de statistische toestand allesbehalve
rooskleurig. De zichtbare voorraden, zoowel in de Veree-
nigde Staten als in Canada, nemen sterk af, zoodat het
zeker is, dat men aan het eind van dit oogst.jaar slechts
over een klein overschot zal beschikken. Het vorige oogst.
jaar begon waarschijnlijk met het grootste overschot, dat
men ooit ‘aan het eind van een oogst gehad heeft, en waar
men nu ter nauwernood nog kan hopen op een oogst gelijk
aan die van het vorige jaar, volgt hieruit, dat de hoeveel-
heid tarwe, beschikbaar voor het volgende seizoen, aan-
mekeljk bij die van dit jaar ten achter zal staan. Europa
zal zich dus niet meer zoo op Noord-Amerika kunnen ver-laten en in verband hiermede is het des te ongunstiger, dat
Zuid-Amerika den uitvoer geheel heeft stopgezet. Geen wonder, dat men reeds nu veel belangstelling heeft voor
den uitzaai in Argentinië, aangezien bij een gunstigen oogst
aldaar, men na 1 Januari 1918, een belangrijken uitvoer
van dat land zou kunnen verwachten, wat mede in verband
met het groote overschot in Australië, Europa afdoende
zou kunnen helpen. Wij beschikken nog steeds niet over
officieele gegevens betreffende zomertarwe in de Veree-
nigde Staten, doch men heeft te vaak minder gunstig weer
gemeld, om te kunnen verwachten, dat het eerste rapport
een buitengewoon grooten oogst zal voorspellen. In Canada
waar men zeer met gebrek aan arbeidskrachten worstelt,
is de uitzaai ruim 14 pCt. kleiner geweest dan verleden
jaar.
Ten einde het vervoer en het verschepen van tarwe in
Australië te vergemakkelijken, worden groote sommen be-steed aan het bouwen van elevators, een maatregel, die dat
land natuurlijk ook voor de toekomst zeer ten goede zal
komen.
De wereldverschepingen worden nog steeds niet opge-
geven; alleen van Noord-Amerika zijn ze bekend; van dat land waren ze in de afgeloopen week wederom zeer klein.
Er zal dus van de andere landen ieer veel moeten worden
afgeladen, om zelfs in de gereduceerde behoefte van Europa
te voorzien, vooral als men de in den laatsten tijd stijgende cijfers der torpedeering in aanmerking neemt.
M al s. Het export-surplus van Zuid-Afrika wordt ge-
schat tusschen 200.000 en 250.000 tons, hetgeen voor de
voorziening van Europa een zeer nuttige bijdrage genoemd mag worden, nu Argentinië zoo weinig belooft. De uitvoer
van Noord-Amerika blijft nog steeds belangrijk en het is
dan ook geen wonder, dat de markt aldaar vast gestemd
blijft, vooral ook omdat een middel om te trachten de prijs-
stijging in tai
–
we tegen te gaan, is aanmoediging van het
gebruik van maIs. Bij de scherpe daling van tarwe, is de
maïsprjs dan ook niet medegegaan. Ook g e r s t blijft vast
gestemd met weinig aanbod, ofschoon de prijsverhouding
van dit artikel tot maIs en tarwe aanmerkelijk gewijzigd
is, vergeleken met het begin van het oogstjaar. Zelfs de
mindere gerstsoorten stonden toen belangrijk hooger ge-
noteerd dan maIs, terwijl op dit oogenblik maIs minstens
20 pCt. á 30 pCt. hooger staat. De prijsschommelingen van h a v e r te Chicoga blijven betrekkelijk bescheiden en alles
Noteeringen. Loco-prijzen te
Rotterdam/Amsterdam.
– –
Chicago
Buenos Avres
*)
Soorten.
21
Mei
14
Mei
22
Mei
Data
Tarwe
‘
1
Mais
Haver
Tarwe
Mais
Lijnsaad
1917 1917 1916
Juli Juli
‘
Juli
Juni Juni
Jun,
588,-‘)
588,-
1
)
388,-
1
)
21 Mei ’17 233
1541
56e1s
17,60
11,85
25,90
Tarwe
……………….
Rogge (No. 2 Western)
..
nom. nom. nom.
14
,,
’17 259
156’13
68014
16,95
11,65
25,80
345,-‘)
345,’)
255,-‘)
22 Mei ’16 108
1
12
71
5
18
40
1
18
7,35
4,25
10,75
Gerst (46 ib. feeding)….
345,-‘)
345,-‘)
363,-
21 Mei ’15 128’/2
76’/o
50/
]3,]58)
5,40
)
11,800)
Haver (38 lb. whiteclipped)
20,_
1
)
20,-
1
)
16,85
21 Mei ’14
88
1
1
6V/8
38•
7
18
9,10
5,50
13,05′)
Mais
(La Plata)
………
Lijakoeken (Noord-Asne-
20 Juli’14
82
0
5601
s
1
)
36
1
12
‘)
9,40
2)
5,38
‘)
13,70
1)
rika van La Plata-zaad)
.
200,-
1
)
200,-
1
)
oom.
Lijnzaad (La Plata)
…….
nom. oom.
470,-
0
per Dec.
t)
per Sept.
8)
per Mei.
4)
per Juli.
‘)
Regeeringsprijs.
*)
De uoteeringen van Buenos Ayres
zijn van
11
en.18 Mei.
AANVOEREN in tons van
1000
K.G. voor verbruik in Nederland.
Rotterdam
An,sterdam
Totaal
Artikelen.
13-20
Mei
Sedert
Overeenk.
13.20
Mei
Sedert
Overeenk.
1917
1916
1917
1
Jan.
1917
tijdvak
1916
1917
1
Jan.
1917
tijdvak
1916
Tarwe….. …………
11.090 138.042
235.039
12.180
16.733 4.225
154.755
239.264
8.465 12.027
–
–
–
8.465
12.027
2.314
5.539
– –
500
2.314 6.039
MaIs
…………….
77.841
79.990
–
54.331 49.870 131.972 129.860
Rogge
……………..-
–
.
22.949
41.019
–
9.563 4.549
32.512 45.568
Boekweit
………….-
–
10.025
21.660
–
15.042 4.218 25.067
25.878
Gerst
……………..
3
..705
–
8.322
41.676
–
7.560
32.790
15.882
74.466
Haver
……………..
Lijnzaad
……………
Lijukoek ……………
209
19.432 67.800
–
20.576
4.165
40.008 71.965
Tarwemeel
………….
.831
6.243
450
195
195
–
6.438
450
AANVOEREN
in tons van
1000
K.G.
voor België.
Tarwe …………….
113.032
276.013
– –
–
113.032
276.013
Mais
…………….
.
–
7.479
1
46.697
– –
–
7.479
1
46.697
396
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 Mèi 1917
toont aan, dat er voor dit artikel in de Unie geen nood
bestaat. In Europa daarentegen zijn de voorraden zeer ge-
ring en ook in Engeland heeft men maatregelen genomen
om het verbruik zooveel mogelijk ‘te_beperken. De rant-
1
soenen die bedrjfspaarden krijgen blijven zeer ruim, daar-
entegen mag aan luxe paarden in het geheel geen haver
1
meer gevoerd worden. In 1 ii n z a a d doen zich geen nieuwe
gezichtspunten voor en na een aanvankelijke daling zijnde
markten weer vast en stijgend.
Buiteniandsche granen in Nederland.
In langen tijd is de aanvoer van tarwe niet zoo bevredi-
gend geweest als in de afgeloopen week. Bij het zoo geredu-:
ceerde verbruik is ontegenzeggelijk de voorraad toegenomen) hetgeen evenwel zeer noodzakelijk is, aangezien zonder twij
;
ei in de toekomst, de aankoop en het vervoer groote moei-
lijkheden zal opleveren. Nog steeds zijn de ca. 40 booten
clie in onze havens liggen, niet uitgevaren, ten einde graan
voor Nederland aan te voeren, en het is te hopen, dat dit
spoedig zal geschieden, aangezien er anders natuurlijk een
langdurige periode zal volgen, gedurende welke de aanvoered
weinig of niets zullen bedragen.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
1
Dtita
1
1-hier
1
Ckv.
Koper
Standard
Tin
Lood
Zink
No.3
18 Mei
1917..
nom.
130.-!-
250;716
30.101-
–
11
,,
1917..
nom.
130.-!-
243.-!-
30.101-
–
19 Mei
1916..
8216
138.-!-
197.51-
31.151-
21Mei
1915..
6511
73.51-
162.51-
20.-!-.
73.-/-
20 Juli
1914..
5114
61.-!-
145.151-
-19.-!-
21.101-
PETROLEUM.
(Ontleend aan den ,,Petroleum Review”
van S en 12 Mei 1917).
Loo den. Petroleum. Ook in de afgeoopen twee weken is er geen verandering gekomen in de petroleum-prijzen,
welke zijn gebleven als volgt:
Water White ……1 s. 3 d. –
–
Standard White …. 1 s. 2 d.
Second Grade …….1 s. 1
1
12
d.
Smeeroliën. De noteeringen voor smeeroliën bleven ge-
durende de twee laatste weken op hetzelfde niveau gehand-
haafd.
American pale
vanaf £ 24.1,0 s. tot £33
American red
£26
, £33
‘American filt. cyL
,,
£26
–
American dark cyl.
£ 19
Benzine. De toestand van de markt heeft geen verande-
ring ondergaan. De prijzen zijn eveneens onveranderd
gebleven.
No. 1 …………2s. lOcL
No.2 …………2e.
9d.
No.3 …………2s.
8d.
Alle merken zijn in Schotland en Ierland 1 d. per gallon
duurder.
Bij bovenstaande prijzen moet 6 d. per gallon verbruiks-
belasting worden gevoegd.
Terpentijn. Op 4 Mei waren de terpentijn-prijzen als
volgt teruggeloopen:
Loco…………van 54 s. 9 d. tot 53 s. 3 d. –
Mei/Augustus ….
..55 s. 9 d. ,, 54 s.
September/Dec…
57 s. 3 d. ,, 55 s 9 d.
–
De daarop volgende week daalden de prijzen eeniszins;
doch op 11 Mei was de noteering dezelfde als op 4 Mei.
Paraffine. De prijzen zijn onveranderd gebleven, en wel:
Smeltpunt
140
0
……….6’/-7 d. perib.
130-132
0
……….6 d.
125-127
0
……….SV, d.
118-120
0
………. 5°/8d.
De voorraden zijn klein.
Stookolie en vethoudende oliën zijn niet officieel genoteerd.
L i ver pool. Petroleum-producten vinden vasten verkoop
en Amerikaansch wordt 1 s. 1. d. tot 1.s. 2 d. per gallon
genoteerd. Er is geen aanvoer van Russische olie op de markt. Benzine staat 2 s. 10 d. per gallon (kleinhandel)
genoteerd. – –
Bakou. De markt voor ruwe olie blijft vast en no-
teeringen staan op 65 kopeken per poed.
New York. De prijzen zijn:
Geraffineerd in kisten……12,75 c. per gallon
Standard White in vaten .. 10,25 c. ,,
Credit Balances…………3,05 c. ,,
Pennsylvanian Crude :…. $ 3,10 per vat.
Philadelphia. Standard White heeft zich op 10,25 c.
per gallon gehandhaafd.
WOL.
De volgende verkoop te Londen is vastgesteld op 24
dezer. Men veronderstelt dat ongeveer slechts 80.000 balen onder den hamer zullen komen.
Van de markt te B r a d f o r d valt niets belangrijks te
berichten. Vrije afdoeningen waren er nagenoeg niet. De
noteeringen zijn dan ook als volkömen nominaal te be-
schouwen.
Volgens de statistieken van de heeren Dalgety & Co. Ltd.
bedroeg de afname van den uitvoer van Australazië voor de periode 1 Juli 1916-28 Februari 1917:
voor Australië……..396.702 balen
Nieuw Zeeland .. 113.240
Totaal ……. 509.942 balen
•
Noteeringen te Bradford:
64
Colonial carded Data
a
56
1
50
1
46
40
18 Mei 1917 ………..72
57
45
38
32
11
,, ‘1917 ………..72
56’12
45
37ij
32
19 Mei 1916 ………..47
38
32’1
28’/a
25
KATOEN.
Noteeringen voor Loco-Katoen.
–
(Middling Uplands.)
1
18 Mei’17
I
1
lMei’
17
1
4Mei
‘
I7
I
l8Mei
‘
l6
I
l8Moi
‘
15
New York …. 20,80e 19,80e 20,05e 13,35e —,—c
Liverpool …. 13,26d 12,80d 12,89d
8,66d
1
.5,36d
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)
1 Aug.
’16
Overeenkom3tige perioden
tot
11 Mei ’17
1915.16
1914’15
Ontvangsten Gulf-Havens..
4734 4391
6676
11
,,
Atlant. Havens
1892
2364
•3524
Uitvoer naar Gr. Brittannië
2326
2200
3436
‘t Vasteland.
1956
2086
3756
,,
13
Japan etc…
464
383
423
Voorraden in duizendtallen
1
11
Mei ‘171 11 Mei ’16
1
11
Mei ’15
Anierik. hvens ………..933
1170
1241
Binnenland …………..
.850
750
649
New York
.
…………..
.67
231
229
New Orleans …………
168
298
294
Liverpool ……………607
732
1553
Marktbericht van de Heere» Sir Jacob Behrens & Sons,
– Manchester dd. 25 April 1917.
De in ons laatste bericht gerapporteercie daling van prij-
zen van Amerikaansche katoen, heeft gedurende de afge-
loopen week verder voortgang gemaakt, totdat Maandag j.l.
de markt plotseling omsloeg en doordat het aanbod slechts zeer klein was, prijzen sterk stegen, zoodat tenslotte Ame-
rikaansche katoen veer 50 punten en Egyptische zelfs 210
punten hooger is. De vooruitzichten van de nieuwe oogst
zijn wel eenigszins verbeterd, doch men schijnt dit seizoen
geen noemenswaardige uitbreiding van den aanplant te
mogen verwachten. Fluctuaties van Egyptische katoen zijn
zeer hevig geweest, doch verkoopen blijven tot een minimum
beperkt.
Hoewel men niet, veel hoort van garenverkoopen, zijn
spinners toch vaster gestemd,
–
zoodat men wel moet aan-
ifemen, dat er nogaL wat gedaan is. De vraag voor het Bin-
nenland blijft echter beperkt en de meeste contracten wor-
den vlot geleverd, doch prijzen zijn over het algemeen hoo-
ger en de spinners verzetten zich hardnekkig tegen elke
verdere inkrimping van hun marge. Bij exportzaken blijft
23
Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
397
gr
de levering nog steeds de groote moeilijkheid. Door de
groote ophooping van goederen in de haveaplaatsen, het
geringe aantal stoomschepen, dat disponibel is en de moei-lijkheden in het spoorwegvervoer, zijn groote vertragingen
niet te vermijden. De vraag blijft echter goed en ‘de neu-
trale markten blijven geregeld orders plaatsen. Er. gaat
niet veel om in Egyptische garens en alleen die spinners,
welke ruim van: katoen voorzien zijn, kunnen op de tegen-
voordige prijzen nog orders aannemen.
De doekmarkt blijft kalm, hoofdzakelijk door de nieuwe
bepalingen betreffende verpakking enz. en verder door de
verhoogde Regeeriugsmolestpremie, ‘die thans 5 pCt. be-
draagt.- Gebleekte Shirtings zullen in plaats van in kisten,
voortaan in balen verpakt moeten worden en moet men
nog afwachten hoe deze nieuwigheid door de Indische en
Chineesche handelaren beoordeeld zal worden. Ofschoon
enkele firma’s wel meer vraag van het Verre Oosten rap-
porteeren, komen er toch niet veel orders tot stand, zoodat
dan ook een groot aantal weeftouwen stil staat. De kleinere
markten zijn over het algemeen in een gunstiger conditie
en hebben bijna alle zeer kleine voorraden. De kooplust
blijft echter nog. gering, voornamelijk door de onzekerheid
in de verschepingen.
RUBBER.
De markt gaf in de afgeloopen week weder een herhaling te
zien van de voorafgaande. De stemming blijft kalm, de grond-
toon is echter tamelijk vast en er bestaat over het algemeen
meer neiging tot koopen, dan tot verkoopen.
De week sluit prijshoudénd op nagenoeg onveranderde
noteeringen:
PrimaHeveaCrêpeMei/Juni 31-
1
1 einde vorige week .3/t/4
Juli/Dec. ……………. 3j1/
2
,, 2111814
Hard cure fine Para …… 3/1
..
,.
..
SUIKER.
De vastere stemming aan onze Bietsuikermarkt
bleef gehandhaafd. Het opslaan van cle aangediende Mei-
suikers had meerdere vraag voor dekking door contramine
ten gevolge, doch bleven zaken beperkt, daar verkoopers
opnieuw hunne vraagprijzen verhoogden. De markt sloot met
koopers voor Mei-levering tot f22
8/4
en verkoopers tot f23
15/,
zoodat nog een belangrijk prijsverschil overbrugd moet worden
om tot zaken te komen.
De verminderde uitzaai van beetwortels in Duitsch-
land wordt door F. 0. Licht in doorsnêe op 3 tot
4
O/
getaxeerd. Volgens berichten uit Oosten r
ij
k gelooft men
thans weder, dat de bephLnte oppervlakte niet alleen gelijk
zal zijn aan die van verleden jaar, maar haar zelfs ietwat
zal overschrijden.
• In Engeland bedroegen op 1 Mei de voorraden in Bond
71.000 tons tegen 97.850 tons verleden jaar en de voorraden
in de raffinaderijen 12.450 tons tegen 12.300 tons. In den
laatsten tijd heeft Engeland weer ‘eene post Cubasuiker ge-
kocht, doch nieuwe oogst Javasuiker wordt alsnog genegeerd,
niettegenstaande de belangrijk lagere prijzen. Onder deze- omstandigheden en bij de moeilijkheden die
andere Europeesche landen ondervinden voor het verkrijgen
van scheepsruimte tot vervoer der suikers, ishet niet te
verwonderen dat de stemming op Ja v a lusteloos was. Volgens
telegrafische berichten bedroeg de afscheep gedurende Februari
49.000 tons en gedurende Maart 54.000 tons tegen 44.860 tons
en 57.000 tons verleden jaar, dus in totaal van af April
1.386.812 tons tegen 1.144.534 tons in het vorig jaar. Er
zijn onlangs eenige stoomers op Java aangekomen om het
eenigen tijd geleden door de Engelsche Sugar Com’mission
gekochte kwantum 1916-suikers weg te halen. Hierdoor komt
opslagruimte vrij voor de binnenkomende nieuwe suikers. –
In A m e r i k a is de markt wat teruggeloopen. Waren een
week geleden Spot Centrifugals nog met 6,21 c. genoteerd,
thans luidt de noteering 5,95
ft
6,02 c. Blijkbaar heeft Enge-
land van deze flauwere stemming gebruik gemaakt om wat
Cubasuiker in te slaan. De aanvoeren in deS Atlant. havens bedroegen 73.000 tons, de versmeltingen 63.000 tons en de
voorraden 329.000 tons.
Cuba – statistiek:
1916117
1915116 1914115
Ontv. der week tot 5 Mei.
93.099*
94.914
116.000 tons
Totaal sedert 1 Dec. 1916
1.713.524 2.438.327
1.873.786
Werkende fabrieken….
?
.
123 166
Export d.week tot5 Mei.
83.000 90.053
61.000
Totaal sedert 1 Dec. 1916
1.039.823 1.502.565
1.160.040
Totaal voorraad op 7 Mei
573.000
934.946
680.000
*
Slechts 6 havens.
NOTEERINGEN.
Data
Amsterdam per
Londen
New York
96%
Totes
1
White
Granu-
Mci
Cubes
Josos
lated
Cent rifug.
No. 1
fob.
lol’.
18 Mei 1917….
f
231
4711
1
12
–
3216
6,02
11
,,
1917….
,,
2181
4
4711112
–
3218
6,27 ft6,62
18 Mei 1916..
..
,, 31
4711
11
2
211-
3119
6,52
18 Mei 1915.. ..
2281
4
311-
1913
–
4,89
21
Juli1914….
11/eo
181-
i
– –
3,26
KOFFIE.
(Uit het Mailbericht van de Makelaars G. Duuring & Zoon,
–
Kolff & Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).
. Er valt vanonze markt niets te vermelden.
Noteeringen en voorraden.
Data
Rio
Santos
Wisselkoers
Voorraad
1
..
Voorraad
..
19 Mei
1917
95.000
6275
1.324.000 5900
1301
4
14
1917
138.000 6125
1.338.000 6000
131io
7
,,
1917
192.000
6800
1.337.000
6000
13/
19 Mei
1916
130.000
7425
1.324.000
5900
12
0
102
Ontvangsten.
Rio
Santos
Dato
Afgeloo pen
Sedert
1
Afgeloo pen
1
Sedert
week
1 Juh
week
1
1 Juli
19
Mei 1917….
20.000
2.107.000
38.000
1
9.519.000
111.057.000
19 Mei 1916
.. ..
17.000
3.092.000
38.000
COPRA.
In den toestand van de markt kwam deze week nog niet
veel verandering.
Ceylon cif. Londen £ 45.10.-.
Een klein postje Malabar Copra stoomend naar Marseille
werd tot £ 77.-.- gedaan (volgens bericht uit Londen).
NOTEERINGEN.
Java f.m.s.
19 Mei
1917…. 152
0
/el
12
,,
1917.. ..
nom.
‘
N.O.T.-conditiea.
19 Mei
1916….
,,38I2
J
19 Mei
1915….
,,72
20-25 Juli1914 …… 288/
4
0
‘
VERKEERSWEZEN.
BINNEN VRACHTEN.
In de afgeloopen week was
het aantal binnenvarende
schepen grooter dan in de vorige week. De volgende vrachten
.werclen besteed:
175 last suiker van Amsterdam naar
Gorinchem
áf 1,40 p.last
100
,,
,,
,,
Vlaardingen
1,75
75 ,,
kolen
Rotterdam
,,
Utrecht
,, ,,1,75
60
,,
,,
Tiel
,, ,,2,50
800
,,
,,
,,
,,
,,
Amsterdam
,, ,,1,40
50
,,
,,
–
,,
,,
Middelburg
,, ,,2,25
50
,,
,,
,,
,,
Vlissingen
,, ,,2,25
150
,,
,,
,,
Breda
,, ,,2,10
100,,
,,
,,
,, ,,
Lobith
,, ,,2,50
–
30
St. Pieter
,,
,,4,-
BEVRACHTINGEN.
19 Mei 1917. Bevrachtingen ir de open markt vondin ge-
durende de laatste weken nauwelijks plaats. Ongeveer negen-
tig percent van de Britsche haudelsvloot moet opgekom-
mandeerd zijn, terwijl de schepen van de overige gealliëerden
onder den een of anderen vorm eveneens onder contrOle staan.
Zoodoende komen slechts neutrale booten voor bevrachtiiig
in aanmerking, welke, bij het steeds toenemend gebrek aan
ruimte, vrijwel de condities naar goeddunken kunnen die-
teeren. Zoo werd van Bombay naar West-Europa ca. 1001-
meer vracht betaald dan enkele weken geleden; voor de
kolenvaart van Engeland op Fransche havens in het Kanaal
KOLEN.
Cardiff
Oostk.
1
Engeland
Port
La
Rotter- 1 Cron
Genua
Said
Plato
dan,
stadt
Rivier
10115
1401-
–
–
–
951- 11216
J
‘
601-
f
6,50
–
301- 2216
2519
,, 6,—
–
71-
713
1416
3/2
51-
DIVERSEN.
2
1
398
–
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23
Mei
1917
werden booten gehuurd tot 1201-
ft
1401- per ton laadver-
HOUT.
mogen per maand met lage molestverzekering.
Cronstadt
Golf von Mexico
Van Indië komen gunstige oogstberichten over tarwe en
rijst, doch, niettegenstaande fabelachtige vrachten te bedin-
Data
O
Holland
Engeland
gen zouden
zijn,
zenden neutrale reeders hun schepen bij
–
Holland
(mijn-
(Pitch-
1
(pitch-
voorkeur
niet in die richting, omdat, door het nemen der)
stuIten)
j’ine)
t
pine)
Middellandsche Zee route, het gevaar van duikbootaanvallen
aanmerkelijk grooter
is dan op andere trajecten. Vermo-
J14119 Mei 1917 ……..
–
–
–
–
delijk zullen eerlang Japansche schepen voor dit verkeer in
7112
,,
1917 ……..
–
–
–
–
aanmerking komen.
15120 Mei 1916 ……..
–
–
…
–
5601-
Een aantal onzijdige schepen werd afgesloten voor de be-
17122 Mei 1915 ……..
–
–
… …
–
2201-
trekkelijk veilige vaart van Noord- op Zuid-Amerika en
Juli
1914 ……..
.112,—
2416
…
751-
7716
West-Indië tot verhoogde vrachtcijfers.
De tot dusver vrije invoer van mijnhout in Engeland werd eveneens aan banden gelegd; speciale vergunning tot invoer
—
ERTS.
moet in het vervolg gegeven worden, zools reeds het geva1
is met andere houtsoorten. –
Het verbod van uitvoer van tarwe en meel uit Argentinië
stelde een aantal kustvaartuigen buiten dienst; deze werden
aan de gealliëerden verkocht en met stukgoed naar Europa
gezonden.
Kolenvrachten bleven onveranderd hoog, vooral naar on-.
zijdige landen. De toch reeds beperkte scheepsruimte ver-
t
minderde echter meer en meer door de werkzaamheid van
Bilbao
Cartha- Grieken-
Poli
Data
Middles-
Mfddl5_
Mid les
Middles-
bro
–
bro’
bro’
YO
–
–
–
– –
–
–
14119 Mei 1917 …………
18/6
1916
–
–
7112
,,
1917 …………
15120 Mei 1916 ……….
11/3
1319
–
–
17/22 Mei 1915 ……….
Juli
1914 ……….
4/3
514
1
12
519
816
uuIKI)uuLeu.
–
–
In
Frankrijk werd verplichte verzekering tegen molest
–
-.
gevaar ingevoerd tot stejk gereduceerde premies. Voor de
vaart tusschen Algiers en Marseille werd de premie van ca 6 op 2
1
/d
0
/o gesteld, voor de kolenvaart op Kanaalhavens
ca. 8 op 3 °/o voor stoomschepen en van ca. 11 op 4
1
12
°Ioj
voor zeilschepen, alles per maand; voor de trausatlantische
Data
Bor.
deaux
vaart van 12
15
01
op
ca. 531
01
per reis.
–
Uit de Vereenigde Staten wordt bericht,
dat de voorJ
–
14119 Mei 1917
–
neutralen
iii aanbouw
zijnde schepen door
de regeering
opgevorderd zullen worden. Met het zeeklaar maken. van
7112
,,
1917
691-
15120 Mei
1916 fr 66,-
Duitsche
en
Oostenrijksche
vaartuigen
wordt voortgang.:
gemaakt; men verwacht spoedige indienststelling.
17122 Mei
1915 ,, 16,50
Juli 1914 ,,
7,-
GRAAN.
Petro-
Kust
TJ
‘
C,
.
–
San Lorenzo
gad
‘1
IJ(0eS5
Rotter- Data
Londen!1 dom Rotter-
1
Kaenäal
,/stal
Rotter.
1
Enge-
R’dam
do,,,
1
dam
1
land
14119 Mei 1917
–
–
–
–
–
–
7112
,,
1917
–
–
–
401-
–
–
15120 Mei
1916
–
-,
–
141-
f110.-
1731-
)
17/22 lei
1915
–
–
10/-
81-
6216
671-
,Juis
lul’k
1
11 U.
jIO
1111 ’14
i,ii’iej
1f-
1l-
–
Hout gezaagd en p&tchp&ne per St. Pot. Standard von 165 kub. VI.,
Graan Petrogrod per quarter van 496 lbs. zwaar, Odessa per Un/t, 1 m&jnstutten per vadem van 216 kub. VI.
Ver. Staten per quarter van 480 lbs. zwaa-.
-J
Overige noteerin gen per ton van 1015 K.G.
ADVERTENTIËN
Nederlandsché Bank voôr Russischen Handel
–
BANQUE NÉERLANDAISE POUR LE COMMERCE RUSSE
Kapitaal 5.00.000 Roebels.
Kantoor: 20 NEWSKY PROSPECT
– Telegramadres: NEDRUSBANK
De Bank neemt geldeil deposito en in rekening-côurant en verricht alle soorten iissel- CII ballkzakoll.
Voor inlichtingen kan men zich wenden tot alle kantoren van
de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ -en de TWENTSCHE BANK,
zoomede tot de heeren HOPE & Co. en LIPPMANN, ROSENTHAL & Co. te Amsterdam
en R. MEES & ZOONEN te Rotterdam.
INCASSO-SANK
–
AMSTERDAM – ROTTERDAM – ALMELO – DORDRECHT
Volgestort Kapitaal
f
10.000.000,-
Reserve
f
1.664.000,-
–
KANTOOR TE ROTTERDAM, LEUVEHAVEN W.Z. 103
—
–
Bomboy
Bir,na
Vladivo-
Chili
D
(1
0
West West
stock
West
Europa
Europa
West
Europa
(d. ii’.)
(rijst)
Europa
(salpeter)
–
–
–
–
7112
,,
1917 ……..
400/-
–
1601-
14119 Mei 1917 ………..
133/9
140!-
–
1501-
15120 Mei 1916 ………
37
.5/-
55/-
–
—
851-
17122 Mei 1915 ………
Juli
1914 ………
1416
1613
251-
2213
23 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
399
NEDERLANDSCHE GRONDBRIEFBANK
J.
&
J. M. VOORHOEVE
HEERENGRACHT 495, AMSTERDAM
Makelaars in Assurantiën
5
pCt. Obligatiën (Grondbrieven) Beurs
tege
ko
n
ers
Anno 1836
Gecertificeerd door de Centrale Trust-Compagnie
ROITEROMI
Verkrijgbaar in stukken van
f
2500,—,
f
1000,—,
f
500,—
en
f100,—
op elk goed effectenkantoor
•
GEO. H. MÇFADDEN
&
BRO. COTTON MERCHANTS
PHILADELPHIA—NEW YORK
Vertegenwoordiger voor Nederland:
D.
BREEKLAND, Oldenzaal—Enschede
GEBROEDERS CHABOT
ROTTERDAM
KASSIERS
en
MAKELAARS
in
ASSURANTIËN
Deposito’s.
–
Rekening-Courant.
–
Franco Chèque-Rekening.
Aan- en Verkoop van Wissels op het Buitenland.
–
Aan- en Ver-
koop van Fondsen.
–
Bewaarneming en Administratie van Effecten.
Oorlogs-, Transport-, Casco-, Brand-, Diefstal- e. a. verzekeringen
van eiken aard.
Sdioorsteenbouw
ONTVANG- ENBETAALKAS
NIEUWE DOELENSTRAAT
20-22
AMSTERDAM
KAPITAAL EN RESERVEN
f
5.500.000,—
PRACTISCH EFFECTENBOEK
DEP0sIT0’s VOOR
i
JAAR FIXE â
4
PCT.
ter vereenvoudiging van admini-
GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT ZIJN NA AFLOOP VAN HET
stratie en ten gebruike voor de
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.
NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR
VERMOGENS BELASTING
GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
Prijs
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER HALF JAAR
OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.
Alom verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij
–
NIJGH&VANDITMAR’SUITG.-MIJ,R’DAM
RUSSISCH-HOLLANDSCHE BANK
RUSSKO-GOLLANDSKI BANK
Telegram-Adres:
PETRODAM
BANQUE RUSSO-HOLLANDAISE
PETROGRAD
–
NEWSKI PROSPEKT 21
ILINKA IPATEWSKI PEREOULOK
3
–
MOSCOU
Rentevergoeding op
chèque-rekeningen
Volgestort Kapitaal
R8. 10.000.000
tot nader order 4
pCt.
Reserven
Rs. 1.000.000
Financiering van im- en export. Rembours-credieten. Incassering en aan- en verkoop van wissels. Handelsinformaties.
Inlichtingen verkrijgbaar bij de Hoofdvertegenwoordiging voor Nederland:
de Rotterdamsche Bankvereenigi’ngte Amsterdam en Rotterdam
HAARLEMSCHE BANKVERÈENIGING
HAARLEM, AALSMEER, BEVERWIJK,. HItLEGOM, .HOOFDDORP, LISSE, IJMUIDEN
Volgestort Kapitaal /3.050.000,—
Reserve
/
712.500,-
Reeder3 en Cargadoors
GEBR.VAN
1
Bevrachtingsagenten
–
Expediteurs
KOOP
en VERKOOP VAN SCHEPEN
ROTTERDAM
–
AMSTERDAM
–
ZAANDAM
Telegram-Adres: ,,VANUDEN”
400
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 Mei 1917
PIERSON
&
Co.
BOISSEVAIN
&
Co.
AMSTERDAM
NEW YORK
FINANCIEREN IN- EN EXPORT.
–
BEHANDELEN VERSCHEPINGS- EN ANDERE DOCUMENTEN.
BEZORGEN OPSLAG, VERSCHEPINGEN ASSURANTIE VAN GOEDEREN.
FOURNEEREN EN INCASSEEREN WISSELS OP ÂLLE PLAATSEN IN DE VER. STATEN EN CANADA.
OPENEN REKENING-COURANT MET RENTE-VERGOEDING.
PHs= VAN OMMEREN
REEDER CARGADOOR, EXPEDITEUR,
ASSURANTIE
ROTTERDAM
–
Agent van Stoonivaartlijnen naar: AUSTRALIË en NIEUW-ZEELAND, CHINA en JAPAN, BRITSCH-INDIE, ZUID-AFRIKA, CHILI en PERU,
MEXICO, WEST-INDIË, LONDON, LIVERPOOL, MANCHESTER, SOUTHAMPTON en OORK.
PHs. VAN OMMEREN (LONDEN) LTD, LONDEN
VAN ES
&
VAN OMMEREN, AMSTERDAM
THE PH, VAN OMMEREN CORP’N OF NEW YORK, NEW VORK
COMPTOIR MARITIME ANVERSOIS, ANTWERPEN
VEREENIGDE CHEMISCHE FABRIEKEN
Telefoon: 2053, 2072 en 2073
Hoofdkantoor: Hatringyliet No100
Een polis der
Telegram-Adres: ,,RODUMA
–
ROTTERDAM
KUNSTMESTSTOFFEN
Fabrieken
te: KRALINGSCHEVEER, ZWIJNDRECHTn GRONINGEN
NILLMIJ.
van 1859
WEISE&CO*
‘s-Gravenbage, Veenestraat
Import
van en Handel
mE
geeft volledige
OVERZEESCHE PRÖDU
CTEN
zekerheid en
rust.
speciaal RUBBER, GUTTA-PERCHA en BALATA
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK
•
‘AMSTERDAM
BATA VIA
1
‘s-GRAVENHAGE
AMPENAN, BANDOENG, CHERIBON, HONGKONG, INDRAMAJOE,
MEDAN, PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SINGAPORE,
SOERABAYA, TEGAL,
TJILATJAP,
WELTEVREDEN.
Kapitaal
/
30000.000,—
Reserven /14.000.000,-
VAN RIJN
&
c
o
‘DE SPAARNE-BANK
UTRECHT
–
POSTBUS 40
HAARLEM
EENIGE ‘FABRIKANTEN
G
estort Kapitaal en Reserves
f
1.184.000,-
VAN DE UTRECHTSCHE
REKENING-COURANT, CREDIETEN, INCASSEERNGEN, ASSURANTIEN,
FIJNE TAFELMOSTERD
WISSELS,
ËFECTEN,
COUPONS, PROLONGATIËN,
DEPOSITO:S,
ENZ.
WERKSPOOR, AMSTERDAM
Land- en Scheeps-Machines – Dieselmotoren
*
Installatiën voor Suikerfabrieken
–
Polderbemalingen
Ijzerconstructiën