9 MEI 1917
,
41
S
S
Eco
–
n
‘
omisch~
–
Statistisch-
e
Beric-
ALGEMEEN
hten
WEEKBLAD VOOR HANDEL:NIJVERHELD. FINANCIÈN EN VERKEER
–
‘UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
2E JAARGANG
WOENSDAG 9 MEI 1917
No. 71
INHOUD
BIz.
BEURSNOTEERING VAN BUITENLANDSCHE EFFECTEN ……..
341
Is de Onderlinge Verzekering-Maatschappij een Verze-
keringsonderneming? …………………………..
342
Het wetsontwerp inzake de Export-Centrale
…………
344
Een Nederlandsche Huiden- en Lederbeurs ………….
345
Productie en Prijsverloop van het Zilver in
1916 ……..
346
Het Agrarische Vraagstuk in Engeland
…………..
348
AANTEEKENINCEN.;
Stoomvisscherijbedrijf te Ijmuiden……………….
348
Suriname
………………………………..
348
De nieuwe Engelsche Trade Bank ………………..
348
De buitenlandsche handel van Italië in
1916
……..
349
RECEERINCSMAATRECELEN OP HANDELSCEBIED
…………
349
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………350-359
Geidkoersen.
Effectenbeurzen. Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE
GESCHRIFTEN
WEEKBLAD
ECONOM1BCH-BTATISTIBCRE
BERICHTEN
Het secretariaat van het weekblad is gevestigd te
Rotterdam, Pieter de Hooghweg 12,
telefoon
no.
8000.
Bijdragzn en mededeelingen, den inhoud betref-
fende, gelieve men te zenden aan het secretariaat.
.Abonnernentspri.js voor het weekblad franco p. p.
in Nederland, f 10,—, buitenland en koloniën f 12,-
per jaar. Losse nummers 25 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
Advertentiën f 0,85 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. –
Mededeeliigen
betreffende
abonnementen en adver-
tentiën richte men tot Nijgh & van Dit mar’s Uit gevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, Den Haag.
8 MEI 1917
De geidmarkt was ook deze berichtsweek tamelijk
vast, vooral voor particulier disconto, daar in verband
met de maandswisseling slechts weinig vraag naar
wissels bestond.
Ook bij de inschrijving van schatkistpapier was dit
van invloed, zoodat deze ditmaal niet zoo bevredi-
gend is afgeloopen en de regeering belangrijk hoogere
rènte heeft moeten toestaan. Er werd in totaal slechts
ingeschreven voor
f
21.096.000. Hierbij dient men in
aanmerking te nemen, dat de regeering in de laatste
maanden reeds herhaaldelijk een beroep op de geld-
markt heeft gedaan, zoodat belangrijke bedragen er
in zijn vastgelegd.
Toegewezen werden
f
8.670.000 driemaandspro-
messen á
f
993,55,
f
.87Q.000 zesmaands-promesse
l f
983,21 en.
f
7.802.000 jaarsbiljette
f
1006,80,
gevende een netto rendement van respectievelijk 2,
en4pCt.
1.
Particulier disconto, dat de eerste dagen nog circa
‘i pOt. noteerde, liep na het bekend worden der in-
schrijving direct sterk op, zoodat Zaterdag alleen
vôor dezelfde rente als van het , regeeringspapier,
zijnde 2Y2 pOt. kon afgedaan worden.
De prolongatie-rente was aanvankelijk eveneens
vast op 3 pOt., later werd echter 2Y2 en 2Y4 pOt.
gènoteerd.
BEURSNOTEERING VAN BUITEN:
LANDSCHE EFFECTEN.
Tot de vragen, die met het oog op den tijd na den vredede aandacht eischen, behoort de toelating van
• buitenlandsche effecten tot de noteering ter beurze.
iZoolang een buitenlandsh effect, dat hier wordt
aangevoerd, niet officieel wordt genoteerd, bereikt
het als regel slechts een beperkten kring van koopers.
Eerst wanneer de opname in de prjscourant gelegen-
beid’geeft het koersverloop te volgen en de officiëele
verhandeling ter beurze het uitzicht biedt zich des-
ewenscht weer
5
van het fonds te kunnen ontdoen,
kan een dergelijk effect ruimer plaatsing vinden. Die
opname in de officiëele noteering opent voor het
fônds de brandkast van den belegger.
Het is te verwachten, da’t na den ôorlog een groot
aanbod van buitenlandsche effecten, onder voordee-
lige voorwaarden voor de nemers, zal ontstaan. De
vlottende oorlogskosten zullen moeten worden gere-
geld, de gelden voor heîstellingen der aangebrachte chaden, voor aanvulling der voorraden worden ge-
vonden, misschien zullen zelfs de kosten van nieue
krijgstoerustingen te land en ter zee moeten worden
bestreden. Allerwegen, niet in het minst bij de neu-
tralen, is groote vraag naar kapitaal te voorzien.
Ons land heeft thans een grooten goudvoorraad en
bdvendien aanzienlijke vorderingen op het buiteû-land voor gedurende den oorlog aan liet buitenland
geleverde goederen. Beide zullen na den vrede in de
eerste plaats moeten dienen om de noodig geworden
aanvulling onzer opgebruikte voorraden te voldoen.
Het zal wel uitgesloten zijn, dat de thans strijdende
landen bij machte zullen
zijn
hetgeen zij ons daarna schuldig zullen blijven, af te betalen. Dt is ook niet
g.ewenscht, omdat het ons maar verder goud dat wij
niet behoeven, zou brengen. De wijze waarop onze restant vorderingen op het buiteniad zullen worden
vereffend, zal zijn die van leening.en op langen ter-
rnijn.Op deze1fde wijze kan ook dt deel van he
goud, dat wij niet voor buitenlandsch gebjk beh.oe-
ven, aan het buitenland worden afgestean.
Maar bij dezen afstand van belegging Zoekeiid kapi’
tai aan het buitenland dient er op te worden gelet,
dat de binneniandsche behoefte gan kapitaal daar-
door
,
niet in liet gedrang komt.
Die afstand van kapitaal aan, het bvitenJn,d
Jn
wprden be]a.eerzcbt door geacliikte banteerieg de
.p to-
lating van uitçnjandce effecten to den bourshaur
del, omdat huitenlandsebe effecten hiez alleen
op
–
–
342
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Mei 1917
eenigszins groote schaal onder zullen kunnen worden
gebracht, als zij in de prijscouranten der beurzen wor-
den genoteerd.
Die toelating tot den officiëelen beurshandel be-
rustte tot v66r den oorlog uitsluitend bij de beurs-
houdende Vereenigingen van Effectenhandelaren.
Ter bescherming der nemers van fondsen hebben deze
in Reglementen voor het opnemen van fondsen in de
Prijscouranten verschillende eischen voor die op-
name gesteld.
Eischen van veiligheid en van openbaarheid.
Als eischen van veiligheid vorderen zij overlegging
der stukken, waarop de uitgifte berust, en waaruit de
formeele onaantastbaarheid van het fonds moet
blijken.
Als eischen van openbaarheid vorderen
zij
een pro-
spectus of bericht met zoodanige mededeelingen om-
trent het fonds, dat het publiek, onder .voorlichting
zijner raadgevers en der financiëele pers, in staat zij
de kansen van het fonds te beoôrdeelen.
Ook eischen van nuttigheid kunnen worden ge-steld. Onze beurshoudsters deden dit niet. Met de
vraag waartoe de gezochte kapitalen zouden dienen,
lieten zij zich niet in.
Toch is dit punt van groot belang, vooral ten aan-
zien van buitenlandsche emissies.
Het nationaal vermogen van een volk moet in de
eerste plaats aan bevordering van eigen welvaart wor-
den dienstbaar gemaakt. Het is niet genoeg, dat een
belegging is veilig en behoorlijk rendeerend; daar-
naast moet worden gevraagd, of zij er ook toe mede-
werkt het land vooruit te brengen. Aan dit puntis
in ons land tot heden te weinig aandacht besteed.
Tot aan den huidigen wereldoorlog stond onze kapi-
taalmarkt onbelemmerd open voor ieder die kapitaal
behoefde. Welke belangen dit kapitaal zou dienen,
deed niets ter zake, mits maar de belegging voordee-
lig was., Eene in Zwitserland thuisbehoorende hypo-
theekbank kreeg gelde van onze kapitaalmarkt ten
einde deze in Argentinië uit te zetten en daardoor
de internationale betrekkingen van Zwitserland te be-
vorderen. Over de duitscl1e grens gelegen spinne-
rijen verschaften zich het geld voor hare stichting
of uitbreiding op de nederlandsche markt, die aldus
den bloei der duitsche industrie bevorderde. De meest
verschillende amerikaansche industriëele en spoor-
wegmaatschappijen plaatsten obligaties en aandeelen
bij den nederlandschen belegger, met wiens geld som-
tijds tegen vaderlandsche industrieën werd geconcur-
reerd. Van de ongeveer 2050 fondsen, ter beurze ‘te
Amsterdam genoteerd, hooren er ongeveer 935 in het
buitenland thuis.
Het stellen dier eischen van nuttigheid kan moei-
lijk door de Vereenigingen voor den Effectenhandel
worden uitgeoefend. Dit toezicht op de aanwending
van nederlandsch kapitaal behoort uit zijn aard bij
een macht, die boven de belanghebbenden staat. Daar-
bij zal toch niet volgens bepaalde, vooraf vast te stel-
len algemeene regelen kunnen worden gehandeld,
maar zal naar de telkens wisselende omstandigheden
in eigen land en de verhoudingen met het buitenland
te handelen zijn.
Daarom zal dit toezicht in handen van den Staat
of zijn organen moeten komen. Deze zal hebben te
beoordeelen of in de gewettigde behoeften aan kai-
taal van het binnenland voldoende wordt voorzien,
en naarmate dit ‘het geval is, de sluizen, waardoor
het kapitaal naar het buitenland kan afvloeien, meer
of minder
wijd
kunnen openzetten.
Naast de behoeften van het eigen land kan daarbij
ook ip andere punten worden gelet. Die plaatsingen
in het buitenland zullen de voorkeur verdienen, waar-
tegenover voordeelen voor onzen exporthandel of
industrie staan, of die onze handelsbetrekkingen of
invloedssfeer bevorderen. Al treedt dit bij een klein
land minder op den voorgrond, zoo zal de toelating
van buitenlandsche leeningen tot den beurshandel een
factor kunnen zijn
bij
het bedingen van gunstige be-
palingen
bij
handelstractaten.
Het belang eener buitenlandsche effecteuporte-
feuille wordt hierbij niet voor.bijgezien. Hoe groot het
belang hiervan is voor betalingen aan het buitenland
en voor den wisselkoers, kunnen de oorlogvoerende
mogendheden getuigen. Ook wij
zijn
gewoon den aan-
koop van buitenlandsche effecten en de rente, die het
buitenland ons dientengevolge schuldig is, te bezigen
tot geljkmaking onzer betalingsbalans. Belegging in
het buitenland kan voorts
zijn
pionierswerk voor den
handel, leiden tot nieuwe betrekkingen voor handel
en industrie, tot versterking van nederlandschen
invloed. Indien door die belegging zonder grooter
risico een hoogere rente van het kapitaal kan worden
gemaakt, verhoogt dit ook het inkomen, en dus de
koopkracht of de besparing van ons volk. Het bezit
van buitenlandsche fondsen naast binnenlandsche
voorkomt eenzijdigheid
der belegging, verdeelt haar
risico.
Bij
uitsluitende bestemming onzer besparin-
gen voor binneulandsch gebruik, zoude overvloed van
kapitaal tot lichtvaardige ondernemingen ‘kunnen
verleiden.
Dit alles maakt ook belegging in het buitenland,
zoowel door nederlandsche ondernemingen, als door aankoop van buitenlandsche effecten, gewenscht.
Maar dit neemt niet weg, dat het ongewenscht
zoude zijn na den oorlog ons nationaal vermogen zon-
der eenige beperking ter beschikking van den meest-
biedende hier te lande of in ‘het buitenland te stellen.
Voordeelige aanbiedingen der dan de kapitaalmarkt
bestormende staten zouden tot zoo grooten uitvoer
van onze belegging zoekende gelden kunnen leiden.
dat de binnenlandsche behoeften in het gedrang zou-
den komen.
Die uitvoer moet dus onder contrôle komen. Eerst
moet aan de redelijke binnenlandsche kapitaalvraag
kunnen worden voldaan; daarna zullen die buiten-
landsche aanvragen, wier vervulling nederlandsche
belangen dient, in aanmerking kunnen komen; ten
slotte kunnen andere beleggingen in het buitenland,
die zich als goede plaatsingen aanbevelen, worden toe-
gelaten.
Die contrôle zal alleen kunnen geschieden door
regeling van de toelating tot de beursnoteering. On-
dershandsche aanvoer van buitenlandsche effecten is
niet te regelen, maar zal zônder noteering geen groo-
ten omvang nemen.
Alleen de Regeering of haar orgaan zullen in staat
zijn de moeilijke taak dezer contrôle op zich te nemen,
omdat daarbij telkens, naar gelang der omstandig-
heden van het oogenblik, door een boven alle belang-
hebbenden staande autoriteit, die zich alleen door de
eischen van het algemeen belang laat leiden, zal
moeten worden beslist.
Dat ook
bij
onze Regeering voornemens voor eene
regeling dier contrôle in dien geest bestaan, valt af
te leiden uit de uitlating van den Minister van Fi-
nanciën in de Memorie van Antwoord aan de Eerste
Kamer omtrent zijne begrooting voor 1917, dat hij
het onverantwoordeljk zou achten, dat na afloop van
den oorlogstoestand de Beurswet werd ingetrokken
zonder plaats te maken voor eene wettelijke regeling,
waarbij de Regeering de bevoegdheid behoudt onge-
wenschte noteering en emissies van buitenlandsche
fondsen tegen te gaan.
v. T. d. B.
IS DE ONDERLINGE VERZEKERINGMAAT
–
SCHAPPIJ EEN TTERZEKERINGS-
ONDERNEMiNG?
De heer Stork maakte
bij
de behandeling van de
begrooting van Financiën in de Eerste Kamer, spre-
kende over de plannen van Minister Treub betref-
fende monopoliseering van het levens- en brandver-
zekeringsbedrijf, de opmerking, dat onderlinge ver-
zekering. toch diende te blijven toegelaten.
1)
1)
Zie N. R.
Ct.
27April, Ochtendbi. A, Verslag Eerste Kamer.
9 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
343
Deze opmerking gaf aanleiding tot het stellen van
de boven dit artikel geplaatste vraag, welke in de
tegenwoordige omstandigheden onverwachts groot
practisch belang heeft verkregen, en die wij daarom
zullen trachten in enkele woorden te beantwoorden.
Zonder ons te begeven in een omschrijving van
het begrip onderneming, zullen wij voorop stellen, dat de zgn. onderlinge verzekeringmaatschappijen
gewoonlijk ontstaan zijn, doordat één persoon of
enkele personen, zich als regel met den naam van
directeur latende bestempelen, het initiatief namen
tot het zoeken van andere personen, die bereid waren
ohderling het risico tegen een zekere soort eventua-
litoit te dragen en aan hen tegen een zekere vergoe-
ding de met deze aangelegenheid verbonden admini-
stratie op te dragen.
Betreft de eventualiteit schade, die kan worden
aangebracht, dan heeft men te doen met een onder-
linge schadeverzekering, is zij verbonden aat het
leven van eenig persoon, dan met een onderlinge
Ievesverzekering maatschappij.
Er zijn hier dus in den regel twee groepen personen. De eerste groep vormen de zgn. directeuren, de onder-
nemers wier doel met hun onderneming is, -zooveel
mogelijk administratieloon te genieten. Zij stellen
zich daartoe onder opoffering van een deel van hun
loon in verbinding met anderen, die onder den naam
van agenten of correspondenten, tot taak hebben zoo-
veel mogelijk gegadigden voor de tweede groep to
vinden.
De tweede groep vormen de zga, deelhebbers, die,
stond elk op zichzelf, individueel zouden risico
loopen.
Indien er dus sprake zou kunnen zijn van een
vcrzekeringsbedrijf, zouden het de onderlinge deel-
hcbbers moeten zijn, die het uitoefenden, immers het
bedrijf door de directeuren uitgeoefend bestaat slechts
uit het tegen een zekere vergoeding administreeren
van risico’s door anderen geloopen. Zouden we dit
willen qualificeeren, het zou niet anders kunnen dan
als een loonbedrijf.
Dat bij een dergelijke overeenkomst een reglement
gemaakt wordt, dat de verhouding tussehen beide
groepen regelt, en dat er een derde groep personen,
kan worden aangewezen, die onder den naam van
commissarissen in gemeen overleg een toezicht uit-
oefenen op de wijze, waarop de ondernemers, direc-
teuren, hun bedrijf uitoefenen, zijn zaken, die in het
karakter der onderneming geen wijziging brengen.
Evenmin wordt deze teweeggebracht door de wijze,
waarop de deelhebbers wenschen de gevolgen van hun
risico loopen onderling te regelen. Tweeërlei wegen
staan hierbij toch open. Zij kunnen namelijk op het eind van het jaar hun bijdrage leveren, die variabel
zal zijn, afhankelijk van de resultaten van dat jaar,
of wel zij kunnen overeenkomen hij voorbaat vaste
stortingen te doen onder den naam van ,,premies”,
om daarna af te wachten wat de afloop van eenig
jaar zal zijn. Een eventueel voordeelig resultaat zul-
len zij dan in den vorm van ,,winstuitkeering” kun-
nen terug ontvangen, een eventueel nadeelig saldo
alsnog hebben te dekken.
Zien wij nu eerst de vraag onder de oogen of de
gezamenlijke deelhebbers als zoodanig wellicht een
verzekeringsbedrijf uitoefenen.
Indien één persoon, omdat dit hem venschelijk toe-
schijnt, nalaat zich te verzekeren, staat hem ujet
anders te doen, dan op het eind van een jaar zich
rekenschap te geven, welke gevolgen deze handel-wijze voor hem gehad heeft. Vindt dit optreden met
betrekking tot één onderdeel van zijn bezit plaats,
dan zal uit den aard der zaak de schade, uit dit niet
verzekeren voortspruitende, op dit eene onderdeel
komen te drukken. Vindt dit evenwel plaats ten op-
zichte van meerdere onderdeelen van zijn bezit, dan
is het een volmaakt verstandige maatregel, de schade,
door dit niet verzekeren ontstaan, te verdeelen over
de verschillende onderdeelen, ten opzichte waarvan het verzekeren is nagelaten, naar evenredigheid van
elks waarde en elks gevarenskans.
Een stoomvaart maatschappij bijv., die in de tegen-
woordige omstandigheden zeeschepen en lichters be-
zit en geen van beide verzekert, zal de totaal in eenig
jaar haar vloot overkomen schade kunnen verdeelen
over de verschillende typen naar gelang van hun
waarde en de gevarenskans die voor elk bestond.
Indien nu een groep personen in gemeen overleg
besluiten ditzelfde systeem onderling toe te passen,
elk ten opzichte van zijn bezit, dan kan op volkomen
gelijke wijze ieders aandeel in de schade worden vast-
gelegd. Het is daartoe slechts noodig aan een admi-
nistrateur op te geven, welk het bezit is van elk, die
in de combinatie wordtopgenomen.
Deze administrateur reikt daarna een acte van
deelneming uit en bericht op het eind van het jaar
hoe groot in verband met waarde en gevarenskans ht
aandeel voor iederen participant in de totale schade
beloopt.
Dit is wat zich voordoet, indien de onderlinge deel-
hebbers verkiezen individueel hun bijdrage te leve-
ren op het eind van het jaar, afhankelijk van do
resultaten van dat jaar.
Een ander persoon kan evenwel, ook omdat dit hem
wenseheljk toeschijnt, deh administratieven maatre-gel invoeren zoogenaamd eigen risico te loopen, d.i. een zoodanig bedrag van zijn ééne kas in een andere
kas storten, als hij naar zijn meening zou moeten
betalen voor ‘t geval hij zich verzekerde, en in geval
van schade uit de laatste kas zooveel nemen, als hij
meent dat een assuradeur in het onderhavige geval
hem zou hebben uitbetaald. Een eventueel overschot
kan dan in de eerste kas worden téruggestort, dan wel
voor later worden bewaard. Hoogstens ontstaat daar-
door een toestand, die wat het uiterlijk betreft den
vorm van verzekerd zijn aanneemt, doch waaraan het
wezenlijke der assurantie ontbreekt.
Hij kan dit systeem toepassen ten opzichte van
één bezit, doch niets belet hem het eveneens te doen
ten opzichte van meerdere bezittingen. Zijn beheer
zal er dan vanzelf toe leiden op elk te laten drukken,
wat hij als premie voor dat deel heeft vastgesteld.
Aan de zoo ontstane kas zal hij weder ingeval van
schade kunnen onttrekken, zooveel als hij meent dat
een assuradeur hem zou hebben uitbetaald. Een even-
tueel overschot kan ook nu weder worden terugge-
stort, verdeeld naar evenredigheid van de oorspron-,keljke stortiugen, dan wel voor later bewaard.
Besluit ook nu weder een groep personen in ge-
meen overleg, ditzelfde systeem onderling, elk ten
opzichte van zijn
*bezit,
toe te passen, dan kan ieders
voorloopige bijdrage in een gemeenschappelijke kas
worden gestort, en ieders aandeel in het overschot
of ieders tekort aan het eind van het jaar worden
opgemaakt.
Dit en niet anders geschiedt als de onderlinge deel-
hebbers besluiten een ,,premie” te betalen.
Het blijkt dus, dat er ten opzichte van de onder-
linge deelhebbers van een bedrijf in ‘t geheel geen
sprake is, zij zijn toch niet anders dan een groep van
eigen risico dragenden, die om utiliteitsredenen de administratie aan hun optreden verbonden aan een
ander opdragen.
Beschouwt men dus zelfs de onderlinge maatschap-
pij in haar ruimsten zin, dus als een lichaam be-
staande uit twee groepen, de directeuren en de onder-
ling verzekerden, me commissarissen als hen onder-
ling verbindende schakel, dan blijkt de eenige be-drijfsvorm in en door dat lichaam uitgeoefend een
loonbedrijf te zijn.
Maar ook al wilde men het optreden der onderling
verzekerden als een bedrijf qualificeeren, waaraan
voor die gelegenheid de onontbeerlijke factor winst-
bejag zou ontbreken, dan nog zou de combinatie di-
recteuren—onderling verzekerden geen verzekerings-
bedrijf uitoefenen, de onderlinge verzekering maat-
344
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Mei 1917
schappij geen verzekeringsonderneming zijn. Immers
het verzekeringsbedrijf heeft, blijkens de wijze waarop
het sedert onheuglijke jaren wordt uitgeoefend, steeds
omvat de gelijktijdige uitoefening door één en dezelfde
belanghebbende van beide onderdeelen, de admini-
streering en het aanvaarden van het door een ander
geloopen risico.
Het karakter vn. verzekeringsonderneming is dan
ook aande onderlinge maatschappij vreemd, ondanks
den naam, dien zij in sommige gevallen heeft aange
nomen.
Dat van dit standpunt bezien, de winsten uit het
,,verzekeringsbedrjf” een ander aspect verkrijgen
dan zij bij oppervlakkige beschouwing vertoonen, ligt
voor de hand.
De zoogenaamde winst bij de onderlinge verzeke-
ringmaatschappijen
blijkt
toch rèeds te bestaan uit
een voordeelig saldo door eigen risico verkregen en
rente van beleggingen, uit onverdeelde overschotten
ontstaan. Beide hebben met den bedrijfswinst, dien
Minister Treub aan den Staat wil brengen, niets uit-
staande. Het zijn bedragen, die het eigendom zijn der
gezamenlijke deelhebbers en voorzoover zij niet aan
de eigenaars worden g
.
erestitueerd, door dezen uit
vrijen wil in het bedrijf worden gelaten. De winst uit
het loonbedrjf der directeuren wordt gewoonlijk niet
gepubliceerd, en al werd zij het, zij zou niet ter zake
doen.
Dat met deze omstandigheden bij de samenstelling
der statistieken niet steeds rekening gehouden i,
blijkt uit de Jaarcijfers 1915
1),
waar zij onder de
winst der, verzekeringsbedrijven is opgenomen. •
Bij de practische uitvoering der onderlinge ver-
zekering heeft zich evenwel een omstandigheid voor-
gedaan, die tot het in ‘t leven roepen van een tweede
instelling heeft aanleiding gegeven. Er waren toch
van den aanvang af steeds een aantal personen, die.
wel wilden deelnemen, mits zij een vaste premie kon-
den betalen, die hen zou ontslaan van hun aanspra-
kelijkheid tot aanzuivering van tekorten, doch hen
daardoor tevens van hun recht op een aandeel in het
overschot beroofde. Er ontstond daardoor de behoefte
aan een nieuw instituut, datzich zou belasten met
het overnemen van de verplichting op déze onder-
linge deelnemers rustende; natuurlijk tegen vergoe-
ding.
In dezé behoefte werd voorzien, doordat 6f ‘de
directeuren in privé zich met deze functie belastten,
6f een afzonderlijke naamlooze vennootschap daartoe
werd opgericht. Deze voldeed dan administratielodn’
aan de directeuren der onderlinge maatschappij, be-
taalde voor rekening der premie betalende onderlinge
deelhebbers den collectief van hen te heffen omslag
en genoot daartegenover de betaalde jremies. De
onderlinge deelhebbers kochten dus op die wijze hun verplichtingen af; de vennootschap stelde zich in hun
plaats garant tegenover de onderlinge maatschappij:
Deze is de toestand zooalls hij zich in het brandver-
zekeringsbedrijf hij de grootste ondernemingen van
dien aard heeft ontwikkeld.
Deze vennootschappen, ook al namen zij veelal
den naam an verzekeringrnaatschappij aan, oefenen
echter, indién zij niet anders doen dan het hierboven
omschrevne al evenmin het verzekeningsbedrijf uit; zij verrichten geen enkele daad, die den verzekeraar
typeert en zijn dan ook niet als verzekeringsonder-
nemingen te beschouwen. Zij hebben toch een zuiver
passieve functie, kennen zelfstandig geen schaden,
betalen slechts, wat van, haar door de onderlinge
maatschappijen als haar aandeel in den door deze te
heffen omslag wordt verlangd. Deze stellen haar dan
) Dit is niet de eeiiige grief, die tegen cle in de Jaar-
cijfers opgenomen berekeningen kan worden ingebracht.
Ik.
stel mij voor de juistheid dezer berekeningen, speciaal
wat betreft de winst der Nederlandsche Levensverzekerings-
maatschappijen, in enkele volgende artikele nader onder
de oogen te zien.
ook, wat haar bijdragen in de gezamenlijk te dragen
schade betreft, op één lijn met de individucele onder-
linge deelnemers en berichten haar evenals aan dezen
na afloop van elk boekjaar, hoeveel zij dientengevolge
hebben te voldoen.
Ook naar buiten verrichten zij geen enkele han-
deling, die aan het optreden van een verzekeraar doet
denken; zij sluiten geen contracten af, geven geen
polissen uit, hebben geen agenten. Zij vormen zuiver
‘p1ssieve instituten, die ontvangen en betalen, wat
haar opgedragen wordt te ontvangen en te betalen.
De meeste overeenkomst vertoonen zij nog met her-
verzekering-maatschappijen, doch missen de voor deze
kenmerkende eigenschap, dat degeen van wie
zij
ont-
vangen en degeen aan wie zij betalen, één en dezelfde
verzekering-maatschappij is. Zij ontvangen toch de
premies van elken piemiebetaler individueel en be-
talen voor hen collectief de bijdragen aan de onder-
linge maatschappijen.
De boven dit artikel gestelde vraag meenen wij
dan ook op grond van de uiteengezette functies en
verhoudingen ontkennend te moeten beantwoorden, ja
zelfs nog een stap verder te kunnen gaan en zeggen dat
op grond van cle door haar verrichte handelingen en
de
bij
haar bestaande verhoudingen noch de onder-
linge verzekeringmaatschappij, noch de som,t’ijds dan
haar verwante naannlooze vennootschap, mits de laat-
ste zich bepaalt tot den boven aangegeven werkkring,
een verzelceringsonderneming is.
Bezien wij in dit licht het feit, dat de Minister,
wien deze verhoudingen niet onbekend zullen
zijn,
de
,opmerking van den heer Stork onbeantwoord liet,
dan achten wij ons gerechtigd daaruit de gevolgtrek-
king te maken, dat hij de
vrijlating
van het onderlinge
bedrijf met de
hijbehoorende
naamlooze vennootschap-
pen als vanzelfsprekend beschouwde. –
Verbod toch van onderlinge verzèkering zou neer-
komen op het verbod van collectief niet verzekeren
of collectief eigen nisico loopen, een recht, dat den
Nederlandschen staatsburger zelfs bij de Ongevallen-
wet 1901, waar het om hoogere belangen ging dan
een mogelijk gewin voor de schatkist, nadrukkelijk
werd gegarandeerd. J. G. DE JONGH.
HET WETSONTWERP INZAKE DE
EXPORT-CENTRALE.
Het vorig nummer bevatte een overzicht van het
in de Eerste Kamer gehouden debat inzake de te
stichten export-centrale, aan het slot waarvan, gelijk
den lezers bekend is, de Kamer zich bij wege eener
motie met algemeene stemmen uitsprak voor rege-
lin.g bij de wet.
Thans is onder datum van 5 Mei een wetsontwerp
te dezer zake ingediend. Het bestaat uit één artikel, dat de regeering volmacht geeft ingeval van oorlog
of oorlogsgevaar alsmede zoolang de daardoor ver-
oorzaakte bijzondere omstandigheden blijven voortbe-
staan, maatregelen te nemen ter centraliseering van de leiding van het goederenverkeer met het buiten-
land, ten einde:
a.
er voor te zorgen, dat de uitvoer wordt geregeld
in verband met de eischen van het oogenblik en in
verband daarmede de invoer van hier te lande benoo-digde goederen wordt bevorderd;
6. wanneer in het buitenland voor de overeenkom-
stig
a.
uit te voeren artikelen hoogere
prijzen
moch-
ten zijn, te hedingen dan bij verkoop dezer artikelen
voor binnenlandsch verbruik, aan den uitvoer van
zoodanige artikelen voorwaarden te verbinden van.
geldelijken of anderen aard.
Voorts wordt de regeering gemachtigd voor ten
hoogste
f
20 millioen deel te nemen in het aandeelen-
kapitaal eenei zoo noodig op te richten bank of de
Nederlandsche Bank te vrijwaren voor mogelijk ver-
lies uit disconteering of beleening in verband met
dezen export.
Een bespreking ligt thans niet in de bedoeling,
9 Mei 1917
ECONOMISCH-Si”ATISTISCHE BERICHTEN
345
zoodat
g
wij de vraag in het midden laten, of met deze
enkele bepaling, die voor de te treffen organisatie
blanco volmacht geeft en als zoodanig in sterke mate
overeenkomst vertoont mt de noodwetten uit de
eerste Augustusdagen van 1914, aan de bedoeling der
Eerste Kamer, ,;dat het in het leven roepen van het
centrale lichaam, indien noodig geacht, behoort te ge-
schieden door een speciale wet”, is voldaan. Geeft de
wet noch voor de te treffen organisatie, noch voor de
toe te kennen bevoegdheden eenig uitsluitsel, ook de
toelichting, hoe overtuigend in hai’e uiteenzetting
van de redenen, die in beginsel centralisati.e van het
goederenverkeer met het buitenland gewenscht ma-
ken, laat op de punten, waaromtrent men in de eerste
plaats klaarheid zou wenschen, den lezer in het on-
zekere, z’oo niet geheel onwetend.
Wat de toe te kennen bevoegdheden en in het al-
gemeen de positie betreft, die cle centrale ten op-
zichte van den export zal innemen, wordt mede-
gedeeld, dat in het vervolg de uitvoerconsenten ;,door,
haar handen moetei gaan”. Met alles, wat onze ex-
portindustrie doet om haar producten in het buiten-
land te plaatsen, de onderhandeling die zij door mid-
del harer vertegenwoordigers of agenten voert, zal zij
zich niet inlaten. Pas als totfeitelijken uitvoer wordt overgegaan, zal zij ,,optreden”. De uitvoercentrale –
dus toch zij zelve? – ,, zal alsdan consent moeten
geven en ter wille van de eenvoudigheid der controle
waarschijnlijk zelfs het goed op haar ,naam moeten’
nemen, maar ‘zij zal slechts dn verder gaan dan bloot
formeel haar tusschenkomst verleenen, wanneer blijkt,
dat de verkoop naar het buitenland geschiedt tegen
hoogere prijzen dan in het binnenland zouden zijn te,
bedingen en dat met zulk een uitvoer z66 groote win-.
sten worden behaald, dat het onbillijk zou zijn die
niet ook s— evenals thans reeds geschiedt bij den ex-
port van verschillende land- en tuinbouwproducten
– voor een deel te doen strekken tot vermindering
der kosten van de in het algemeen belang van regee-
ringswege ter hand genomen distributie van levens-
middelen en huishoudelijke artikelen.” Een nadere
omschrijving der bevoegdheden, welke in verband met
deze taak aan de centrale zullen moeten toekomen en
welke de regeering zich naar men ‘mag aannemen op
grond van de algemeene bewoordingen der wet gerech-
tigd acht aan de op te richten zuiver privaat-rechte-
lijke instelling te varleenen, ontbreekt.
Wat den import beti’eft, mogen uit de Handelingen
der, Eerste Kamer de volgende woorden van minister
Posthuma worden aangehaald: ,,De vraag van den
geachten afgevaardigde, welk gebied de naamlooze
vennootschap zal bestrijken, is reeds door mij beant-
woord, dat is het geheele gebied van import en
export. . . .” De heer Stork: ,,Dat is dus alles!” De
Minister: ,,Dat is alles.” In de memorie van toelich-
ting lezen wij thans echter: ,,De eerstondergeteekende
– minister Posthuma – heeft duidelijk willen ma-
ken, dat de export-centrale zich met die (ingevoerde)
producten evengoed zal bemoeien als met de voort-
brengselen van onzen eigen landbouw en onze eigen
nijverheid, in dezen zin, dat zij, voor zoover zij weder
worden uitgevoerd, ook door do handen dezer instel-
L
ling zullen moeten gaan.” Dus: gn bemoeienis met
den import als zoodanig? Doch slechts ,,degelijke
samenwerking” met de N.O.T.?. Hoe zal dan echter,
de centrale, die slechts de eene helft van het verkeer
met het buitenland beheerscht, dan gewenschten ruil-handel kunnen drijven? Wat de organisatie betreft wordt enkel het beginsel
gesteld, dat tot oprichting eener vennootschap zal
worden overgegaan, welker inrichting en beheer zul-,
len worden geregeld door vertegenwoordigers van
landbouw, nijverheid en handel, terwijl daarnaast te-
gen bevoorrechting en willekeur door een strenge
contrôle van staatswege zal worden gewaakt. –
Verdere mededeelingen omtrent het lichaam, dat
een tot dusver in ons staatsleven ongekende macht
zal bezitten, naar eigen inzicht belastingen zal mogen
heffen en zich op handelspolitiek gebied tot beslissin-
gn van ongemeene draagwijdte gemachtigd zal kun-
nen rekenen, ontbreken. Is het wonder, dat reeds
dadelijk in den lande stemmen zijn opgégaan, vragende
naar meer licht?
Wij mogen van de gelegenheid gebruik maken hier
een onjuistheid in het artikel in het. vorige nummer,
waarop een vi’iendelijke hand ons
wijst,
te rectifi-
ceeren. Wij schreven, dat uit de mededeelingen van
den Minister in de Eerste Kamer bleek, dat het be-
kende uitvoerverbod van tabak niet met de ontworpen
regeling samenhing.
Blijkens
de Handelingen is dit
echter wel het geval. Wel stond in de eerste plaats de
bestrijding van de werkloosheid in de sigarenmakers-
industrie op den voorgrond, ,,maar daarnaast moeat
men, nu do concentratie in het verschiet was en daar-
onder zouden vallen alle mogelijke producten, niet
beginnen met de deur open te houden, maar moest
die deur dicht”.
EEN NEDERLANDSCHE HUÏDEN EN
LEDERBEURS.
Reeds eerder heeft het noodlot der geschiedenis
ons land’ nieuwe takken van, handel verschaft door
een val van Antwerpen. Ook thans weer hebben der-
gelijke verschuivingen plaats gevonden en zoo met
name voor den handel in La Plata-huiden. Wij heb-
ben hier tijdens den oorlog de vestiging van ‘enkele
Antwerpsche wereldfirma’s in deze branche gezien,
wier bedrijf in de stad van herkomst door de omstan-
digheden stil gelegd was, wij noemen Grisar & Co.,
A. Constant Ficq, welk laatste huis in nauwe verbin-
ding staat met andere belangrijke Belgische impo:rt-
huizen, die wij vermoedelijk ook in afzienbaren tijd te
Rotterdam ullen kunnen begroeten. Het is te ver-
wachten, dat deze vestiging van blijvenden aard zal
zijn, de relaties met het Duitsche achterland zullen
zich van Nederland uit vermoedelijk sneller en beter
aanknoopen dan voor een weder oplevenden huiden-
handel in België het geval kan zijn. Voor onze looiers
was de Antwerpsche Huidenmarkt van groote beteeke-
nis, daar toch deden zij wekelijká hunne inkoopen van
La-Plata-huiden, het belangrijkste artikel voor hunne
industrie. Sedert den oorlog moesten deze tranacties
bij hier gevestigde firma’s plaats vinden. Men voelt,
dat het tijdstip aangewezen was den kiemenden han-
del te organiseeren, om den rechtstreekschen aanvoer
,.van Amerikaansche huiden voor Nederland te behou-
den: In Rotterdam is nu daartoe het initiatief geno-
men en; men hoopt aldaar tot de vetiging van een
huiden- en lederbeurs te komen. Het maakt den in-druk, dat voor deze plaats inderdaad veel voorhan-
den4s, wat aan het den.kbeeid toekomst kan verzeke-
ren. Een wijde kring van geïnteresseerden is nu hier
aanwezig, door de vestiging der Belgische firma’s,
terwijl ook verscheidene der groote huizen uit Chicago,
zooals Swift and Company, Nelson Mooris & Cy., zoo,
ook Armour & Company en Liebig, welke alle ook zeer
veel omzetten in Zuid-Amei’ikaansche huiden, reeds
kantoren te Rotterdam hebben. Weliswaar moet men
niet buiten beschouwing laten, dat een uitmunteude
verbinding bestaat van het herkomstland der La
Plata-huiden met Amsterdam door de vaarten der
Hollandsche Lloyd.
De dagbladen hebben ons het verslag gebracht van
de vergadering van belanghebbenden bij den handel
en de nijverheid in huiden en Ieder, om, aangemoe
–
digd door de La Plata-markt, die zich ontwikkeld
heeft, nu tot een algemeene codificeering der condi-
ties te komen, waarnaar een geregelde beurs voor
huiden en ieder gehouden kan worden. Men weet,
dat de heer W. H. Croockewit, lid van de Rotterdam-
sche Kamer van Koophandel, op instigatievan den
heër L. J. van Gun, directeur van het distributie-
bureau van huiden en looistoffen te ‘s-Gravenhage,,
onder de auspiciën van voornoemde kamer, het
mi-
346
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Mei 1917
tiatief nam voor deze bijeenkomst. Wij willen niet
nalaten ook hier de belangrijkste passages uit de
rede van den heer Croockewit over te nemen.
,,Thans,” zeide de spreker, ,,een enkel woord om
u mede te deden hoe het plan, dat wij u wenschen
voor te leggen, tot ontwikkeling kwam.
,,De heeren A. Constant Ficq en Grisar & Co. wend-
den zich het eerst tot den heer Van Gijn, teneinde
door zijne bemiddeling een organisatie der nieuw te
Rotterdam gevestigde La Plata-markt te verkrijgen.
Zijn wensch, door mij aan den voorzitter onzer
Kamer overgebracht, vond
bij
hem ,varme sympathie.
,,Bij onderlinge bespreking der eerste plannen
kwam het ons gewenscht voor de organisatie niet te
bepalen uitsluitend tot de La Plata-mai’kt maar deze
uit te breiden tot. den geheelen handel en de geheeiç
industrie van huiden, leder, vellen, bontveilen, looi-
stoffen etc. en dus eene organisatie in het leven te
roepen, zooals de zoo algemeen gunstig bekende en
met zoo gunstig resultaat, althans .vôôr den oorlog
weikende Bourse aux Ouirs de Bruxelles, wier con-
dities en arbitrage-regeling over geheel België en
Noord-Frankrijk burgerrecht verkregen en zelfs op de groote Antwerpsche Huidenmarkt algemeen geaccep-
teerd werden.
,,Evenals de Bourse aux Cuirs de Bruxelles zich ook
de belangen der industrje tot de hare heeft gemaakt,
zoo stellen wij ons voor de Nederlandsche Huiden- en
Lederbeurs op de meest uitgebreide wijze ten dienste
der industrie te stellen.
,,Wij hopen, dat onze voorstellen uwe goedkeuring
zullen mogen wegdragen en dat deze vergadering zal –
willen besluiten tot ôprichting der Vereeniging de
Nederlandsche Huiden- en Lederbeurs, gevestigd te
Rotterdam.”
Het bleek ter vergadering, dat de belanghebbenden
uit Amsterdam nog niet in ieder opzicht met de Rot-
terdamsche voorstellen wenschten mede te gaan. Wij
zullen hier de discussies, die zich in de bijeenkomst
ontsponnen, buiten beschouwing laten en willen ook
geen oordeel hebben over de wenschen, die over en
weer werden uitgesproken; haar wij van alleszins,
competente personen vernemen, mag men vertrouwen,
dat het tot een gunstig vergelijk tusschen Amster-
damsche en Rotterdamsche betrokkenen zal komen.
Het is een eisch, dat allen hiertoe in ruime mate ge-
neigd zijn concessies te doen, eendrachtelijke samen-werking van den geheelen kring van handel en indus-
trie in de huiden- en ieder-branche zal noodig zijn om
het gewonnene te behouden en dienstbaar te maken;.i
voor versnippering zou ons land natuurlijk geen plaats”
bieden. De behandeling van de ontwerp-statuten en
reglementen, welke de commissie Oroockewit c.s.
had opgesteld, is uitgesteld tot een volgende ver-
gadering, intusschen zal voornoemde commissie over-
leg plegen met de commissie uit de Amsterdamsche
belanghebbenden. Gelijk uit de rede van den heer
Ci’oockewit bleek, hebben ‘de. condities en arbitrage-regeling der Bourse aux Cuirs de Bruxelles ten voor-
beeld gestrekt. Dit was zeer zeker aangeween waar,
gelijk gezegd,, onze looiers gewend waren naar deze
condities zich te Antwerpen in te dekken. Het voor-
beeld te Brussel gegeven beveelt zich ongetwijfeld
voor nadere studie aan. De organisatie zooals zij daar
voor den oorlog werkte interesseerde zich ook voor
verstrekkende vakbelangen der looi- en schoen-indus-
trie, als regeling van vakonderwijs enz.
PRODUCTIE EN PRIJSVERLOOP VAN HET
ZILVER IN 1916.
Wanneer het zilver in dezen oorlog nauwelijks min-
der dan het goud de aandacht trekt, dan is zulks in
hoofdzaak wegens het merkwaardig prijsverloop, dat
het metaal in de nu welhaast drie jaren van den
wereldkrijg heeft te aanschbuwen gegeven.
Over de productie kan met enkele cijfers, toège-
licht door het hierbij afgedrukt diagram, worden vol-
staah. Evenals de vorige maal zijn de cijfers ontleend
aan the Statist. De hoeveelheden zijn evenwel van
ounces in kilogrammén omgerekend. Ook bij het zil-
ver bestaan tusschen deze gegevens, die van den Ame-
nikaanschen Director of the Mint en die van den
Ohronicle afwijkingen, die intusschen voor vroegere
Jaren over het geheel vrijwel verwaarloosd kunnen
worden. Voor de oorlogsjaren 1914, 1915 en 1916
komen de Statist en de Amerikaansche muntdirec-
teur, hoezeer uiteraard de
cijfers
voor een deel op
schattingen berusten, tot een vrij eensluidend resul-
taat. De Chronicle daarentegen is beduidend pessi-,
mistischer, met name wat betreft de Mexicaansche
productie. De toekomst zal hebben uit te
wijzen,
wie
in dezen juist heeft gezien.
De wereldproductie van zilver, welke omstreeks
1850 de 700.000 K.G.
nauwelijks
overtrof, waarvan
meer dan 450.000 K.G. uit Mexico, steeg sedertdien
geleidelijk, tot in het jaar 1893 de 5 millioen K.G.
overschreden werd. Eerst was het de ontdekking der
zilvermijnen in de Vereenigde Staten, die al spoedig, omstreeks 1872, van dit land’ de voornaamste zilver-
producent maakten, terwijl tegelijkertijd de zilver-
productie van Peru en Bolivia niet onbelangrijk steeg.
In de tweede helft der tachtiger jaren waren het
voornamelijk de hernieuwde
stijging
in de Mexicaan-
sche productie, de ontdekking der zilvermijnen in
Australië en de vooruitgang iii de techniek, waar-
door, met name in Duitschiand, veel, van elders inge-voerd, tot dusver als onbruikbaar beschouwd erts, met
sucëes versmolten werd, die de pro’ductie, tegen het
ongunstige prijsverloop in, deden toenemen. In 1905
trad een nieuwe stijging in, hoofdzakelijk doordat
Canada zich als nieuw productiéland van beteekenis
bij de oude kwam voegen. In cijfers: –
K.G.
K.G.
K.G.
1871.. 1.969.000
1887.. 3.008.000
1902.. 5.064.000 1872.. 1.969.000
1888.. 3.384.000
1903.. 5.216.000
1873.. 1.969.000
1889.. 3.739.000
1904.. 5.110.000 1874.. 1.720.000
1890. 3.922.000
1905.. 4.893.000
1875.. 1.938.000 .
1891.. 4.267.000
1906.. 5.132.000
1876.. 2.106.000
1892.. 4.762.000
. 1907.. 5.729.000
1877.. 1.950.000
1893.. 5.148.000 –
1908.. 6.320.000
1878.. 2.283.000
1894.. 5.120.000
1909.. 6.597.000
1879.. 2.314.000
1895.. 5.210.000
1910.. 6.933.000
1880.. 2.327.000
1896.. 4.886.000
1911… 7.036.000
1881.. 2.457.000
1897.. 4.989.000
1912.. 6.977.000 1882.. 2.690.000
1898.. 5.256.000
.1913.. 6.983.000
1883.. 2.774.000 .
1899.. 5.235.000
1914.. 6.644.000
1884.. .538.000
1900.. 5.400.000
1915.. .6.031.000
1885.. 2.849.000
1901.. 5.381.000
1916.. 5.518.000 1886.. 2.902.000
Over de voornaamste .productielaniden verdeeld,
geven de drie laatste jaren het volgende beeld:
1916
.
1915
1914
K.G.
K.G.
K.G.
Vereenigde Staten
2.266.000
2.329.000
2.253.000
Canada
…………..
780.000
810.000
849.000
Mexico
…………….
1.250.000
1.866.000
2.3 99.000
Australië
…………..
280.000
188.000
170.000
Europa
…………..
124.000
124.000
498.000
Azië en Japan
……..
198.000
155.000 . 168.000
Afrika
……………..
30.000
30.000
30.000
Zuid- en Centr. Amerika
590.000
529.000
477.000
5.518.000
6.031.000
6.644.000
Gelijk blijkt is het lagere cijfer voor 1916 uitslui-
tend gevolg van de zeer veel lagere schatting van de
Mexicaansche productie. De daling van 1914 op 1915
heeft ten deele dezelfde oorzaak, doch is voor een
ander deel gevolg van de zeer: veel lagere productie
van Europa, welke samenhing met het feit, dat met
den ooi’log de toevoer van vreemde ertsen naar
Duitschland werd stopgezet. De overzeesche landen
moesten toen trachten zelf in de,verwerking te voor-
zien. Het vraagstuk had vooral beteekenis voor
Australië, waar, in de bekende Breken lul-mijnen
het zilver voor een groot deel tezamen met zink en
lood in ertsvorm voorkomt. De groote behoefte aan
zink leidde er toe, dat, gelijk in nummer 34 van dit
9 Mèi 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
347
1′
DE WERELDPRODUCTIE EN WERELDPRIJ5 VN ZILVEP
SEDEPT
1S71
1W’
.UIC. VAN
JJPILUNIJPINM=ZILVERMARKT
IN PENCE PER0UNCE.1OUNCE=31,1035 GRAN
blad – 23 Augustus 1916 – werd uiteengezet, de
verwerking in Australië zelf met kracht werd aange-
vat, hetgeen, zooals uit bovenstaande cijfers blijkt,
ook in de zilverproductie tot uitdrukking komt.
*
*
*
Wat den zilverprijs betreft, is een uitvoeriger terug-
blik wenschelijk. Gelijk bekend, is na 1870 de groote
prijsdaling van het Zilver, dat, dank zij Fra’nkrijk’s
dubbelen standaard, gedurende het voorafgaande deel
van de 19e eeuw, in vrijwel vaste waardeverhouding
tot het goud had gestaan, begonnen. Een daling, die
gelijk uit de graphische voorstelling blijkt, niet zon-
der schokken is gegaan en eeist in den loop der 90cr
jaren tot staan kwam. In het prijsverloop kan men
duidelijk den invloed der voornaamste gebeurtenissen op het gebied van het zilver terugvinden. Wij noemen
er enkele:
1873: Zilverontmunting in Duitschland, uitge-
voerd in 1876.
1878: Beëindiging der zilveraanmunting in de
Latijnsche muntunie. Bland Act in de V. S.: de trea-
sury zal maandelijks tusschen $ 2 en 4 millioen aan
zilver aankoopen en aanmunten.
1890,: Sherman Act in de V. S.: verhooging der
aan te koopen hoeveelheid tot 4.500.000 oz. per maand.
1893: Sluiting der Britsch-Indische munt. Intrek-
king der Sherman Act en beëindiging der zilveraan-
koopen door de regeering der V. S.
1905: Sluiting van de Mexicaansche munt.
De oorlog leidde aanvankelijk tot een prijsdaling.
Bij’ het uitbreken van den krijg stond de prijs op
27% d., in November 1914 was zij gedaald tot 22′,4 d.,
op welk niveau zij gebleven is tot Februari 1915.
Daarna begon een geregelde stijging tot in Mei 1916
een prijs van 37 d. werd bereikt. Juli bracht een
terugval tot 28%, doch aan het einde van 1916 schom-
melde de prijs weder tusschen 36 en 37 d.
De oorzaken van dit merkwaardige prjsvrlmp, in
het afgeloopen jaar meer dan eens in deze kolommen
besproken, zijn in korte woorden de volgende: In de
eerste plaats heeft zich alom het verschijnsel voorge-
•
daan, dat tengevolge van den oorlog de lehoefte aan
klein ruilmiddel, zoo goed als aan groot, toenam. De
stijging der prijzen en de toeneming van het contante
1
vrkeer hebben hiertoe medegewerkt zoo goed als de onttrekking aan de circulatie door angstige houders.
‘Het gevolg is dan ook geweest, dat na de eerste
periode van aarzeling vrijwel alle landen, die accès
hadden tot de wereldmarkt, tot aankoop en nieuwe
aanmunting overgingen. Toen het -noodig bleek deze
aanmuntingen voort te zetten en de productie daar-
entegen afnam, kon prijsstijging niet uitblijven. De
stijging accentueerde zich toen in het begin van 1916
bleek, dat ook Britsch-Indië, in gewone tijden toch
reeds een van de grootste afnemers van zilver, zijn
behoefte in deze tijden nog belangrijk zag toenemen
en ter aanvulling van de geslonken regeeringsvoor-
raden er ten slotte zelfs toe waá overgegaan van
China, dat tegen de geldende prijzen gaarne een deel
van zijn voorraad afstond, een bedrag van £ 350.000
over te nemen. De stijgende vraag van Britsch-Indi-
che zijde is hoofdzakelijk te verklaren uit de groote behoefte aan rupees voor de exped-itielegers, tenge-
volge waarvan deze muntsoort in Mesopotamië, Oost-
Afrika en Egypte een regelmatige fator werd in het letalingsverkeer en in beide laatstgenoemde landen
zelfs tot wettig betaalmiddel werd verklaard. Bij dit
ailles kwam nog, dat in het begin van Mei in Mexico,
dat toch reeds door de heerschende troebelen als pro-
ductieland sterk in beteekenis was gedaald, een uit-
oerverbod van zilver – niet evenwel van zilvererts
werd in het leven geroepen, waarvan de oorzaak
moest worden gezocht in het féit, dat bij den slechten
stand der wisselkoersen de prijsstijging van het zilver
de metaalwaarde van den Mexicaanschen dollar tot
boven zijn muntwaarde had doen stijgen. Het kan
geen verwondering baren, dat onder al deze gebeur-
tenissen de speculatie, vooral in Indië, zich in hooge
mate van het artikel meester maakte. Messrs. Samuel
Montague & Cy. zien in hun annual bullion, letter
dan ook de oorzaak van den prjsval in Juli in hoofd-
zaak in de ontwikkeling van speculatieve posities.
Nadien ging de prijs echtei weder regelmatig om-
hoog, vooral toen China in November j.l. voor eigen
behoefte wederom tot den aankoop van zilver over-
ging. Het jaar 1916 sloot mitsdien om en bij het
hoogste punt, op welk punt de prijs zich sindsdien in,
1917 met eenige schommelingen van geringe omvang
heeft kunnen handhaven.
1
348
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Mei 1917
• HET AGRARISCHE VRAAGSTUK IN
ENGELAND.
In het nummer’ van 25 April 1.1. werd onder boven-
staanden titel een overzicht gegeven van de vèrstrek-
kende maatregelen, door de Engelsche regeering voor-
gesteld, ten einde zoo spoedig mogelijk te geraken teL
een belangrijke uitbreiding van den Engelschen
graan- in de. eerste plaats tarwebouw. De lezer zal
zich herinneren, hoe de voorsteflen, die met het oog
op hun mogelijke werking nog in dit jaar, reeds in
Februari door Lloyd George in het Lagerhuis werden
uiteengezet en die spoedig daarna in den vorm van een
wetsontwerp aan het parlement werden voorgelegd,
in de eerste plaats neerkwamen op garantie van een
minimum-prijs voor tarwe en haver, het hoogst in
1917 en vervolgens afdalend tot 1922, met welk jaar
de garaiitie vervallen zou. Daarnevens stond een mi-
nimum-loon voor landarbeiders en aan den anderen
kant een verbod tot verhooging van de pacht. Het
wetsontwerp is thans met grooten spoed behandeld en
na een uitvoerig debat in het Lagerhuis op 25 en 26
April 1.1. met overgroote imeerderheid, 288 tegen-
27 stemmen, aangenomen.
Het groote belang der zaak geeft ons aanleiding
nogmet een enkel woord op het vraagstuk in te gaan,
ook omdat in het Lagerhuis enkele beschouwingen
zijn gevoerd, die vermelding verdienen.
Uit verchiflende redevoeringen bleek, dat men
uiterst sceptisch was over de mogelijkheid den maat-
regel in 1922 te doen eindigen. Moet – zoo vroeg
men – dan ook aan het minimum-loon een einde
komen? Is men eenmaal op dezen kunstmatigen weg,,
dan is het uiterst moeilijk hem weder te verlaten. Hoe,
beter resultaat, de maatregel oplevert, hoe talrijker
het aantal nieuwe bedrijven zal zijn, dat sleçhts in
den prijs-steun van overheidswege bestaanmogelijk-
heid vindt. Van de zeer groote beteekenis van den
stap, dien men stond te doen, n.l. wellicht te leiden tot
een volslagen verandering in,de agrarische en dienten-
gevolge misschien in de handelspolitiek van het land,
bleken verschillende sprekers dan ook terdege door-
drongen. De meening, door een van de leden in het
debat geuit, dat het standpunt van den volksverte-
genwoordiger in oorlogstijd geen ander mocht Lijn
dan: ,,It’s not niine to reason why, it’s mme to do
and die”, heeft dan ook niet kunnen verhinderen,
dat van verschillende zijden ernstige bezwaren werden
ingebracht. Intusschen omtrent de noodzakelijkheid
van oogenblikkelijk werkende maatregelen bestond eenstemmigheid en krachtig was dan ook de positie
f
.,
van de regeering, toen deze er op wijzen kon, dat ir’
het debat geen enkel ander middel was aan de hand
gedaan, dat voldoende resultaat zou opleveren. Beter
onderwijs, coöperatie, beter distributie en beter trans-
portmogelijkheden, ieder was het over de beteekenis
van dit alles eens, maar kan de regeering tot het volk komen met de boodschap: Er bestaat kans op oogen-blikkeljk gebrek en dus zullen wij scholen gaan bou-
wen?
Ook uit de woorden van enkele voorstanders bleek,
van welke beteekenis men den stap acht. Wat is de
oorzaak van Frankrijk’s merkwaardige kracht en van
het uithoudingsvermogen, waarmede het in dezen oor-
log de wereld heeft verbaasd? Naar den bekenden na-
tionalistischen afgevaardigde Dillau moet het antwoord
op deze vraag luiden: F
.
rankrjk’s boerenbevolking, de
beste stut van den staat en de zekerste bescherming
tegen kwaden van alle soort. In Engeland was de gee3t
va.n den boer uitgestorven. Heel wat jaren zou het ne-
men, dezen te doen herleven, indien zulks mogelijk was.
De maatregel was echter een eerste schrede in deze
richting en moest door meerdere worden gevolgd. Ook
de heer Prothero, afgevaardigde van Oxford Univer-
sity, die het ontwerp inleidde, liet zich in dezen zin
uit. Ook Jij achtte den achteruitgang van den Engel-
schen landbouw een van de ernstigste verschijnselen
in het Engelsche volksleven. Dat deze ontwikkeling
niet in alle opzichten kwade gevolgen had gehad,
ontken,de hij niet. Naarmate de behoefte aan voedsel
uit den vreemde toenam, was in den vreemde de
vraag naar voortbrengselen van de Engelsche incius-
trie gestegen. Maar – the furnace and the factory
flourished by the ruin of English agriculture. We
in the present war are feeling some of those advan-
tages. Our mercantile marine and our commercial
wealth ore two of them. But is it necessary_ that
agriculture and trade and commerce should be anta-
gonistic? Cannoi they both florish the one as comple-
ment of the other and both as parts of a great
national policy?
Naast dit betoog, dat men b.v. bijna woordelijk’in
Bülow’s ,,Deiitsche Politik” kan terugvinden, wees
deze spreker ook nog op de noodzakelijkheid hun, die
van het front terugkomen, de gelegenheid te geven
zich, ook in Engeland zelf, aan den landbouw te ivij
den. De spreker raakte hiermede een vraagstuk, dat
reeds meer dan eens in het parlement ter sprake
kwam. Het verblijf in de vrije natuur, waartoe het
soldatenleven dwingt, schijnt bij zeer velen, vooral
mijnwerkers en industrie-arbeiders, het verlangen
wakker te hebben geroepen na den oorlog, het land-
bouwbedrijf op te vatten. . Speciaal daartoe in liet
Engelsche leger ingestelde nnderzoekingen hebben
doen zien, dat men niet met enkele gevallen, maar
meteen zeer verbreici algemeen verschijnsel te doen heeft. Moet men nu deze mannen naar de dominions
verwijzen,
waar
zij
weliswaar den band, die het ‘rijk
tezamen bindt, zullen versterken, maar waardoor zij
voor Engeland zelf verloren gaan?
Ook van regeeringszijde werd de meening uitge-
sproken, dat de maatregel nog door andere zou moe-
ten worden gevolgd, waarbij het woningvraagstuk ten
plattenlande en het groote vraagstuk van den grond-
eigendom zelfs op den voorgrond staan.
Uit het verdere debat zijn nog merkwaardig de
mededeelingen omtrent het resultaat van de pogin-
gen der regeering om in Engeland een reservevoor-
raad van tarwe aan te leggen. Runciman, minister
in Asquith’s oorspronkelijk kabinet, deelde mede, dat zijn pogingen in 1915 ten gevolge hadden, dat er een
reservevoorraad van 6 weken in Engeland aanwezig
was. Zijn opvolger, Lord Selborne, zette deze taktiek
met kracht voort met het gevolg, dat in Juni 1916 de
voorraad grooter was dan ooit. Cijfers hieromtrent
werden evenwel niet genoemd en de regeeringsver-
tegenwoordiger deelde mède, dat reeds tegen liet
eind van 1916 deze voorraden vrijwel op warén, ter-
wijl bovendien de eigen oogst verbruikt was. De spre-
ker greep dan ook de gelegenheid aan om, evenals
tegelijkertijd Lord Devonport in het Hoogerhuis
met nadruk te wijzen op den ernst van den huidigen
toestand.
AANTEEKENINGEN.
Stoomvisscherjbedrijf te Ijmuiden.
– Van groote beteekenis is het besluit door de
Vereeniging van reeders van visschersvaartuigen en de Onderlinge Oorlogsrisico-niaatschappij te IJmui-
den genomen, het uitvaren der vloot na 6 dezer on-mogelijk te maken, met andere woorden het bedrijf
stop te zetten, door schepen, welke na dien datum
nog zee villen kïezen, van de verzekering bij genoem-de maatschappij vervallen te verklaren. De aanleiding
hiertoe is niet ver te zoeken, de herhaalde torpedee-
ring van visschersvaartuigen buiten het versperde
gebied heeft alle zekerheid aan de overeenkomsten
met de betrokken regeering ontnomen. Wij zullen
niet al te zeer blijven hangen aan het feit van den
Duitschen duikbooteommandant, die het wenschelijk
oordeelde de grens van het door zijne regeering af-
gekondigde ,,Sperrgebiet” over te nemen, zooals deze
op de kaart van een Nederlandsch. visscher stond,
maar men heeft zich toch in pijnlijke verbazing afge-
vraagd, wat het. nut van een openbaar besluit is, als
‘”17
9 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
349
zij die ten nauwste daarbij betrokken zijn, schijnbaar
daarmede niet nauwkeurig bekend gemaakt worden.
S
u
n a m e.
De jongste West-Indisch’e mail
brengt het bericht, dat door bemoeiingen van gouver-
neur Staal de oprichting van een landbouw-crediet-
bank, zonder subsidie of rentegarantie door de regee-
iing, vrijwel verzekerd is. Al draagt de niededeeling
nog een vaag karakter, zoo zal zij toch met belang-
stelling worden opgenomen. Wij willen nog eens in…
herinnering brengen het opstel, afgedrukt in No. 47
van dit weekblad, waar in kort bestek liet Surinaain-sche landbouw-credietvraagstuk geschetst werd. Ter
uitbeelding van den economischen toestand, waarin
onze kolonie zich nu bevindt, volgen hier de vergelij-
kende cijfers
voor 1916 en 1917 van de uitvoeren in de maanden Januari en Februari.
Januari en
Februari
Producten
1917
.
1916
Balata ……..
….
K.G-.
125.436
65.192
Bacoven versche
..
bos
–
.
23
Idem gedr………
K.G.
–
4.920
Cacao
…………
K.G.
125.252
37.766
Goud ruw ……..
Gr.
60.009
6.414
Hout (rond) of 0..
MU
126
208
Idem letter
……
K.G.
11.098
–
Huiden
… ……..
K.G.
3.132
6.616
Koffie…………
K.G.
88.205 100.428
Maïs
.
…………..
K.G.
9.160
69.740
Rum of dr. 50
O/
..L.
136.452
379.670
Suiker le pr……..
0.
3.236.450 984.748
Idem 2e prod…..
K.G.
53.368
11.070
De nieuwe Engel-sche Trade Bank. –
In het Lagerhuis is 27 April j.l. medegedeeld, dat
de Trade Bank, welke heeten zal: British Trade
Oorporation, thans definitief gesticht is. De Corpo-
ration ontving een Royal.Oharter voor 60 jaar, ter-
wijl in de bepalingen van het Charter de samenwer-
king tussehen, regeering en corporation geregeld is.
Een subsidie wordt niet gegeven noch eenige garantie.
Ook van een wettelijk monopolie is geen sprake. Het
kapitaal is bepaald op £ 10.000.000, waarvan dadelijk
£ 2.500.000 wordt uitgegeven. Lord Faringdon, 1e
voorzitter der Commissie, die het voorstel deed, wordt
voorzitter, van commissarissen, Mr. F. Dudley Docker,
directeur. Volgens de Times blijft de stemming in
bankierskringen verdeeld. Speciaal de plannen om
het acceptbedrijf op groote schaal te gaan uitoefenen
– de heer F. Huth Jackson, firmant vQn een der
-goote. accepting houses, is een der leidende personen
-‘ worden met een weinig gunstig oog aangezien.- Men
achtte het juister, indien het nieuwe instituut zich
had bepaald tot die takken van het bankiersbedrijf,
waarin niet reeds door de bestaande Londensche in-
stellingen is voorzien.
De buitenlandsche handel van flalië
i n
19 1 6. – De ,,Economista d’Italia” ontleent aan
de officiëele in- en uitvoerstatistieken de volgende
cijfers:
–
Invoer
Uitvoer
in millioenen Lire.
1913 …………3366
2591
–
1914 …………2950
2230
1915 ………….4720
2536
1916 …………5458
2293
Bij deze
cijfers
moet in aanmerking worden geno–
men, dat de cijfers yan 1916 berusten op de in 1915
vastgestelde officiëele prijsnormen, welke aan de be-
rekening van .het te betalèn recht ten grondslag wor-
den gelegd. Wil men de werkelijke waarde vinden,
daii moet wegens prijs- en vrachtverhooging eener-
zijds en verdere waardedaling van de Lire anderzijds
(de koers op Londen is van L. 25,2 per £ thans geste-
gen tot ongeveer L. 36) het invoercijfer voor 1916
stellig mèt 40 pOt. worden vermeerderd, het uitvoer
cijfer met ongeveer 15 pCt. Aldus komt men tot een
invoercijfer van 7650 millioen Lire en een uitvoer-
cijfer van rond 2650 millioen Lire, latend een invoer-
aldo van rond 5 milliard Lire, tegenover -no’g niet
een milliard ii het laatste vredesjaar.
Amerika, dat tot dusver voor den buitenlandschen
handel van Italië van slechts geringe beteekenis was, staat thans met niet minder dan 40 pOt. van den gan-
chen invoer onder de invoerlanden bovenaan. Daarop
volgt -Engeland met 20 pOt. De voornaamste landen
ZIfl.
1916 in millioenen
Lire.
Vereenigde Staten
2202
235
Engeland …………1078
374
Frankrijk …………458
543
Zwitserland ……….134
– 395
Argentinië ……….434
153
De voornaamste in v o e rgodere *aren: granen
709 miii., steenkolen 669 mili., katoen 390 mili.,.
pringstoffen 282 mill., wollen goederen 275 miii.,
Svol 218 miii., huiden 170 mili., vleesch 194 miii., ko-her, messing, brons 141 mili., paarden 138 miii., haver
t52 miii., petroleum 96 miii., machine8 112 miii.
De voornaamste u i t v o e rgoederen: katoenen goe-
deren 280 miii., ruwe zijde 255 mill., zijden stoffen
174 miii., katoenen garens 72 mill., automobielen 74
hiill., sinaasappelen en citroenen 68 mii]. gedroogde
vruchten 58 mili., ruwe hennep 49 miii., kaas 44 miii.
Alles naar de standaardprijzen van 1915.
REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.
Regeeringsmeel., De buitenliindsche roge,
–
gebezigd voor de bereiding van regeeringsmeel zal
worden vervangen door mals, zoodat de samenstelling
van dit meel zal zijn: 4734 pOt. dngebuild tarwemeel,
.15 pOt. ongebuild maïsmeel, 30 pOt. aardappeimeel
‘en 734 jOt. tarwezemeien of tarwegrind. De prijs
blijft ongewijzigd. –
?rovisie in het graap- en meelbedrjf.
feeifabrikanten en molenaars zullen bij aflevering
van tarweeel en tarwebloem, resp. regeeringsmeel
-en -bloem, aan tussehenpersonen, door wier bemid-
deling de levering geschiedt, een reductie van 25 ets:
per 100 K.G. dienen te geven, met dien verstande,
.dat tusschefipersonen, die in normale tijdep als regi1
d
oor tusschenkomst van de agenten hun meel betrok-
-ken, slechts recht hebben op een reductie van 1234
ct. per 100 K.G-., in welk geval het overige aan -den
agent moet worden uitgekeerd. Als tusschenpérsonen
en agenten zullen in hoofdzaak worden beschouwd
zij, die v66r 1 Aug. ’14 in het graan- en meelbodrjf
‘wkzaam waren en dit nog zijn.
K 1 e i a a r d a p p ei en.
De maximuminkoop-
prijs voor de gemeenten, ingevolge art. 3 der Distri-
•
butiewet, voor kieiaardappelen is door den Minister
van Landbouw, enz.- bepaald op
f
940 per 10.000 K.G-.
V,a t g r o e n.t e i.
Bij
circulaire aan de gemeente-
besturen vestigt de Minister van Landbouw, enz. er
‘de aandacht op, dat tengevolge van het koude voor-
-jaar de aanvoeren van versche groenten nog klein zijn,
terwijl de voorraden versche stapelgroenten van den
vorigen oogst, als kool, raen, peen, enz. nagenoeg zijn
uitgdput, terwijl eveneens de voorradige spinazie in
blik geheel is afgeleverd. Echter beschikt de Veroe-
niging ,,Groenten-Centrale” nog over zeer aanzien-
lijke voorraden vatgroenten, als 29.000 vaten. snij-
boonen en ruim 9000 vaten zuurkool. Deze groenten
zijn ten deele niet lang meer houdbaar en moeten in
de eerstvolgende weiden in het binnenland worden ge-
consumeerd of wel ten uitvoer toegelaten. In ver-band hiermede wordt verzocht na te gaan of in de
gemeenten nog behoefte bestaat aan deze ingemaakte
groenten.
Distributieregeling voor looitof-
± e n. Door den Minister zijn vastgesteld een distribu-
tieregeiing vodr looistoff en, alsmede maximumprijzen
voor inlandsch eikenschors.
350
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Mei 1917
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
*$S
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
T. BANKDISCONTO’S.
20
Juli
1914
(Disc.Wissels.
N d
4’/ sedert 1Juli’15
3
1
/2sedert23 Mrt. ’14
Ba
e
Be1.Binn.Eff.
i
j
4
1
12
1
1
15
4
,,
23
,,
’14
IVrsch.inR.C.
5
1
12
,,
19Aug.’14
5
,,
23
,,
’14
Bank van Engeland
5
6 Apr.’17
3
29 Jan. ’14
Duitsche Rijksbaak
5
23 Dec.
’14
4
,,
5 Febr.’14
Bankvan Frankrijk
5
,,
20Aug.
1
14
3
1
12
,,
29 Jan. ’14
Oostenr. Hong. Bk.
5
,,
10Apr.’15
4
,,
12 Mrt. ’14
Russische Staatsbk.
6
27 Juli
’14
5
,,
1 Apr. ’14 Nat. Bank v.Denem.
5
10
,,
’15
5
,,
6 Febr.
1
14
Zweedsehe Rijksbk.
51/t
,,
9Nov.’16
4’1
,,
6
,,
’14
ZwitserscheNat.Bk.
4
1
1
2Jan.’15
3
1
I2
,,
19
,,
14
Bank van Italië ..
5
,,
1Juni’16
5
,,
9Mei
1
14
Feder. Res. Bk. N.Y.
3_41/
–
–
–
Javasche Bank….
3
1
12
,,
1 Aug.’09
3
1
12
,,
1Aug.’09
II. OPEN MARKT.
Data
Amsterdam Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs
Port.
N. York
CaIl
–
Part.
Prolon-
disconto
gatie
disconto
disconto
disc.
money
5
IIliei
’17
2 ’12
211
4
481
4
4_51
–
3.
8
12
30A.-5M.’17
2-2
1
12
2’14-3
4814
4.118
–
2’I-4
23-28
’17
118-21
4
281
4
.3
4
3
144
4-118
–
2.311
16-21
,,
’17
1
1
12-2
1
14
2-2
1
12
4.118
–
2114-3
1-6 IV[ei ’16
1
3
/4
.
2
8
/8
3 ‘/t-4
4
18/s,
4
1
14
–
2 114-2
11
3-8 Mei ’15
4-1I8 4814
2’/s-+
–
–
1718.211
20-24Jul.’14
3
1/_$/
21/
4
.21
4
2
1
14_
1
14
2
‘Ia-‘Is
28/
4
1
2/4.2
h/
WISSELKOERSEN.
T. KOERSEN IN NEDERLAND.
Voor Londen, Berlijn en Parijs worden voorloopig ook de
dagelijksehe noteeringen te Amsterdam opgenomen. De dage-
lijksche koersen op New York, alsmede de laagste en
hoogste der week zijn aan particuliere opgaven ontleend.
Data Londen
Berlijn
Parijs
New York
30April 1917
..
11.64.
3760
42.82
1
/,
2.44’/8
1 Mei
1917
..
11.6412 37.52
1
12
42.80
2.44
8
18
2
,,
1917
..
11.66
1
1,
37.65
.
‘42.90
2.44/s
3
1917
..
11.67
37.65
42.95
2.44
7
/
4
1917
..
11.65 37.62
1
/t
42.90
2.40/8
5
1917
..
11.63
37.57’/s
42.80
2.44’/
Laagste der week
11.62 37.45
42.70
–
2.44
Hoogste
,,
,,
11.671
37.72
1
1t
43.02’/
2.45/a
28 April 1917
..
11.651
37.65 42.90
24481
4
21
,,
1917
..
11.68
1
12
37.85
42.97
1
12
2.45’12
Muntpariteit
..
12.1081
8
59.26
48.-
2.48
8
1
Data
Zwitser-
land
Weenen
Kopen-
hagen
Stöck- holm
Batavia
telegrafisch
5 Mei
1917
47.35
2360
69.95
73.40 99*-100
Laagste d.
w.
47.30
23.45
69.75
73.35
–
Hoogste
,, ,,
475711
23.72
1
12
70.-
73.80
–
28 Apr. 1917
47.471/2
23.65
70.10
73.85
99f 100k
21
,,
1917
47.70 23.45 68.75
71.75
99*
-10
0
Muntpariteit
48.-
50.41
66.67 66.67
100
OVERZICHT.
De wisselmarkt was de afgeloopen week -weder zeer ge-
voelig. De rijzing van de koersen voor Londen, Parijs en
New York kon nog eenige voortgang maken en vooral
Woensdag en Donderdag was de stemming zeer vast door
belangrijke vraag naar kabel New York. Toen aan deze vraag
was voldaan zakte d6 markt weder in en was vooral Zater-
dag de stemming zeer flauw; Londen 11,64–1l,66/411,63,
Parijs 42,80-42,95-42,80, New York 244
3
18-245-244
1
14.
Berlijn en Weenen alleen Dinsdag sterk aangeboden, de
overige dagen eerder gevraagd zoodat de koersen weinig
veranderden: 37,60-37,50-37,65-37,57 /t eu 23,60-23,50-
23,70-23,60. . Zwitserland onregelmatig 47,54-47,37 l/
47,52
1
11-47,35. Skandinaviö verdeeld: Kopenhagen bijna
onseranderd 69,85-69,95, daarentegen Stockholm flauwer 73,85-73,40. Roebels flauwer, eveneens Italië. Spanje vast 53,30-54,15 op vraag voor Zwitsersche rekening Zaterdag
echter eveneens weder aangeboden voor 53,65.
II. KOERSEN TE NEW YORK.
Cable
Zicht
Zicht
Zicht
n
at
0
Londen
Parijs
Berlijn
A,nsterd.
(in
,
(in frs.
.
(in cents
(in cents
per
£)
P.
$)
p.
Rm.
4)
per gld.)
5 Mei
–
1917
4.76.45
-5.71’12
nom.
401/
4
Laagste d. week..’
4.76.45
5.71 11
4
–
40’1
Hoogste,,,,..
4.76.45
5.72112
–
41
28 April
1917
4.76.45
5.7114
norn.
40
1
1ia
21
,,
1917
4.76.45
5.71’/
norn.
40
8
14
Muntpariteit ….
4.86.67
5.18’14
95
1
1g
40
1
/,
III. KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP
LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
een/seden
1
5
April
1917
14
April
1917
Tijdperk
14-27 April
Laagste Hoogste
27April
1917
Alexandrië..
Piast.
p. £
97
1
/1e
97
1
1
97
8
19
97’/ic
977/1e
B. Aires
….
d.p.gd.pes.
49 48
81
48
1
18
49’/ta
491/
Calcutta
….
sh/d.p.rup.
114182
114/t2
114
1
1
1I4
5
/ia
1141s2
Hongkong
..
id.
p. $
214
8
/s
214
1
1
214
1
14
2/4’1
2/4’12
Lissabon….
d.p.escudo
31
31
30
1
12
31’12 31V8
Madrid
….
Peset.
p. £
22.11k
22.16
21.73 22.30
21.80
Montevideo..
d.p.peso
53
5
/,a
53112
53
1
18
549/1e 5471i
Montreal….
$
per
£
4.7881
4
4.77814
47711
4.79
478’12
Petrograd
..
R.
p. £ 10
167
1
18
165
1
18
165
168
167
3
14
R.d.Janeirot)
d.p.milr.
11
2
!32
12
1
18
12 12
1
12
12
1
12
Lires
p. £
35221
34.05
32.75
34.10
32.87
Shanghai
..
sh/dp.tael
3/614
315
5
14
315818
316’/4
3161/
4
Rome
…….
Singapore
..
id.
p. $
214
1
11a
214
5
/6
214’/s
2/4’18s
214/ia
Valparaiso
1)
d.ppapp.
lO’/;s
1O
28
/s,
1085/,,
1051/,,
102
11
3
2
Yokohama
..
sh/d.p. yen
211 8/
21111
8
2/1
‘/ie
2/1
1
8/,
a
211
1
18
t) Noteeringen op 90 dagen.
Door het uitblijven der Engelsche bladen kunnen wij, tot
onze spijt, de wisselkoersen op Londen sinds 28 April j.I. niet
geven.
GOUD EN ZILVER.
GOUDBEWEGING BIJ DE BANK VAN ENGELAND.
Sedert begin Augustus 1916 worden de dagelijksche ont-
vangsten en onttrekkingeu van goud door de Bank van
Engeland tijdelijk niet bekend gemaakt.
ZILVER.
Noteering te Londen.
–
te New York.
5 Mei
1917 ……..38
74719
28 April 1917 ……..37’/16
.
74
21
1917 ……..37’/8
74814
14
1917 ……..36/ta
73
5
/s
7
1917 ……..38
8
/st)
73e18
6 Mei
1916 ……..36″/,s
7681
4
8 Mei
1915
……..
23/i
50
20 Juli
1914
……..
24w/
16
54
1
18
1)
Noteering van 5 April 1917.
9
Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
351
NEDERLANDSCHE BANK.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden guldens.)
VERKORTE BALANS OP 5 MEI 1917.
Data
Goud
Zslver
b°’n
oi
te
An
Activa.
schulden
5 Mei
1917
.. ..
596.027
6.961
785.419
54.81
Binnenl.wis-{H.-bk.
f
75.004.252,87’/
sels, Prom.,
B.-bk.
,,
568.891,97
enz. in disc.
Ag.sch. ,, 12.552.810,53112
28 April 1917
.. ..
596.527
6.858
773.592
62.604
f
88.125.955,38
21
1917
….
591.059
6.900
755.256
79.160
Papier o.h. Buiten!, in
14
1917
.. ..
590.555
6.856
755.372
80.222
disconto
……………………..
–
7
1917
.. ..
590.529
6.680
752.563
73.753
Idem eigen portef..
f
7.855.739,-
31 Maart1917
.. ..
590.515
6.917
745.649
79.535
Af: Verkocht maar voor
24
1917
….
591.015
7.011
729.111
94.210
de bk. nog niet afgel.
–
17
,,
1917
….
592.024
6.876
731.798
90.624
7.855.739,-
Be!eeningen
10
,,
1917
….
592.024
6.586
739.349
98.414
mcl.
vrsch.
/
47.985.780,85
3
,, ..
1917
….
591.560
6.481
744.585
89.986
{rr..bk.
in rek.-crt.
B.-bk.
2.829.486,54
24 Febr. 1917
….
591.555
6.577″
732.694
80,771
op
onderp.
Ag.sch. ,, 42.245.597,99
1
12
17
,,
1917’….
590.555
6.481
737.606
71.794
10
,,
1917
….
589.552
6.673
743.322
62.770
f
93.060.865,38’/
6 Mei
1916
….
532.877
1.797
664.373
98.044
1
)
OpEffeeten
……/ 89.084.965,38
1
1
8 Mei
1915
.. ..
301.179
1.973
486.083
38.067
Op Goederen en Spec. ,,
3.975.900,-
93.060.865,38’1
25
Juli
1914
….
162.114 8.228
310.437
6.198
Voorschotten a.h. Rijk …………….
..10.688,260,63
112
1)
Waarvan Rek.-Crt.
saldo
van het Rijk
f
34.492.000,-.
MuntenMuntmateriaal
Di.sconto’s
Munt, Goud ……/ 60.945.795,-
Muntmat. Goud……535.081.482,90
Dato
Belee-
Beschik-
baar
Dek-
kings.
1
Hiervan
Totaal
Scha tkist-
1
ni
a gen
Metaal_
percen.
/ 596.027.277,90
promessen
1
saldo
toge
Munt, Zi!ver, enz.
•
6.960.841,1511,
recj,tstrees
5
Mei 1917
88.126 70.000
93.061
434.013
72
Muntmat. Zi!ver ..
–
602.988.119,05’lt
28April1917
85.942 69.000 88.693 435.216
72
Effecten
21
1917
78.980
62.000
89.044 430.156
72
Bel.v.h.Res.fonds..
f
5.108.870,12’/,
14,,
1917
77.830 60.000 88.379
429.372
71
id. van
lis
v. h. kapit.
3.940.898,25
7
,,
1917
77.681
60.000 87.316
431.026
72
9.049.768,37
’12
31 Mrt. 1917
77.537
60.000 86.848
431.495
72
Geb. en Meub. der Bank …………….,,
1.400.000,-
24
1917
78.052
60.000
84.953
432.462
73
Diverse rekeningen
………………
61.875.861,60
17
1917
79.044
60.000
86.300
433.516
73
f
875.044.569,43
10
1917
79.421 60.000 87.407
430.158
71
3
1917
78.218
58.000
91.014
430.226
72
24Febr.1917
58.721
37.000 86.208
434.538
74
Passiva.
17
1917
59.420 37.000
85.970 434.255
74
Kapitaal ………………………./
20.000.000,-
10
1917
,,
51.710
29.000 91.257
434.106
74
Reservefonds ……………………5.155.090,93’1
,,
Bankbiljetten in omloop …………..
,, 785.419.365,- 6Mei 1916
101.267.
79.000
90:295
381.418
76
Bankassignatiën in omloop …………
,,
3.905.069,69 ‘/
8 Mei 1915
65.697 7.000
161.227 197.942
58
Rekening-Courant saldo’s:
25 Juli 1914
67.947
14.300
61.886
43.521
1
)
54
Van het Rijk ……
.-
‘)
Op de basis
van
‘Is
metaaldekking.
Van anderen ..
50.907.072,31
….
20
50.907.072,31
Diverse rekeningen
………………,,
9.657.971,49
‘
JAVASCHE BANK.
f
875.044.569,43
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden Guldens.)
Beschikbaar metaalsaldo …………..
f
434.012.500,01
Andere
Op de bais ‘van ‘/s metaaldekking ……
265.966.198,61
Minder bedragaanbankbiljetten inomloop
.
Data
Goud
Zilver
Bank- bi;letten
opeischb
dan waartoe de Bank gerechtigd is ..
2.170.062.500,-
schulden
71.400
22.712
157.271
33.836
3Maart1917 …….
72.391
22.935 157.594
33.874
Bij vergelijking met den vorigen weekstaat blijken de volgende
24 Febr. 1917
……
,,
72.498 22.232 159.183
35.822
verschi!len:
71.479 22.701 157.860
38.918
Meer
Minder
Disconto’s
…………..2.183.764,94
17
1917 …….
10
,,
1917 …….
48.293 33.232 141.050 30.659
Buitenlandsche wissels..
228.048,-
4Maart1916 …….
25.913
28.217
120.495
17.247
Beleeningen
…………4.367.547,56
6Maart1915 …….
25
Juli
1914 …….
22.057 31.907
110.172
12.634
Goud
499.267,07
Zilver ………………103.202,95
Dis-
Wissels,
1
buiten
t
Belee.
1
Diverse
1
Beschik.
baar
1
Dek
1
kin gs-.
Bankbiljetten…………
11.827.855,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
..
8.584.646,67
Data
conto’s
N.-Ind.
1
ningen
reke_
1
metaal-
1
percen-
ningent)1
saldo tage
3Mrt.1917
6.310
35.906
51.385
8.233
56.616
49′
N.B.
Uit de bekendmaking van den Minister van Financiën
24 Feb. 1917
6.450.
35.999
51.360
7.059
57.419
50
blijkt, dat uitstonden op:
17
1017
6.513
36.170
54.164
8.137
56.246
49
10
,,
1917
6.470
36.514
55.205
8.953
54.276
48
8
Mei 1917
28 April 1917
4Mrt.1916
6.098
16.901
44.842
26.606
47.183
48
Aan schatkistpromessen
/149.520.000,-
f156.540.000,-
6Mrt.1915
5.624
7.884
37.503
6.236
26.581
39
waarvan rechtstreeks bij
25 Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
4.842
5
)
44
de Ned. Bank geplaatst
,, 70.000.000,-
69.000.000,-
Aan schatkistbiljetten .. 97.899.000,-
,, 83.809.000,-
‘) Sluitpost der activa.
Aan zilverbons
……..
.,, 19.861.058,-
,, 19.446.203,- ‘) Op de basis van
21
metaaldekking.
352
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Mei 1917
SURINAAMSCHE BANK.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden guldens.)
Data
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Disconto’s
Div. reke-
fin gen
1)
24 Febr. 1917
..
737
1.040
1.029 947 286
17
1917
..
726
1.064 1.028 950
282
10
,,
1917
..
714
1.104 986 958
449
3
,,
1917
..
708
1.028
997 965
361
26 Febr. 1916
..
915 889 1.069
919
694
27 Febr. 1915
..
1.324
910 1.158
806
472
25
Juli
1914
..
645
1.100
560
735
396
‘) Sluitpost der activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
Aan het eind van ie’der kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
1. BANK VAN ENGELAND.
WEEKSTAAT VAN 25 APRIL 1917.
ISSUE DEPARTMENT.
Notes issued.. £ 71.566.980
Governm.Debt £ 11.015.100 Othersecurities,,
7.434.900
Gold coin and
bullion….
53.116.980
£ 71.566.980
•
£ 71.566.980
BANKING DEPARTMENT.
Capital……£ 14.553.000
Government
Rest ………,
3.090.769
securities .. £ 37.472.228
Public deposits,, 52.450.017
Other securities ,, 114.436.540
Other deposits
117.249.044
Notes ……..,, 33.339.890
Seven-day and
Gold and silver
other bills..
,,
36.465
coin …….,
2.130.637
£ 187.379.295
£ 187.379.295
Door het uitblijven der Engelsche bladen konden de cijfers
van den laatsten weekstaat hierboven niet worden opgenomen.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Onderstaand overzicht bevat tevens de cijfers der door de
Regeering uitgegeven currency notes van 1 £ en 10 sh. met
het bedrag der gouddekking en der tot dekking aangewezen
Government securities. De publicatie dezer cijfers geschiedt
sedert 26 Augustus 1914.
(In duizenden p. st.)
t
Currency Notes.
Data
1 Metaal ICirculatie
Bedrag
1
Goudd.
1 Gov. Sec.
2 Mei 1917 55.075
38.850
***
26 April 1917 55.248
38.227 152.080 28.500
120.125
19
1917
55.065
38.112
152.031 28.500
119.748
12
1917
54.931
38.631
151.713 28.500
115.729
3 Mei 1916 57.469 ‘34.333
117.160 28.500
83.677
5 Mei 1915 56.304
34.945
42.999 27.500
8.623
22 Juli 1914 40.164
29.317
Data
GoV.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re-
serve
Dek
–
king:.
percen. toge t)
2 Mei ’17
45.025
114.093
47.226 128.859
34.676
19,69
26 Apr. ’17
37.492
114.437
52.450 117.249
35.471
20,90
19
,,
’17
37.575
124.044
54.768
124.539
35.403
19,74
12
,,
’17
37.596
123.624
49.392
128.863
34.750
19,50
3 Mei ’16
33.188
77.377
48.444 86.024
41.587
307/
5Mei ’15
51.044
146.153 134.165 85.129 39.809
18
1
/8
22 Juli’14
11.005
33.633
13.735 42.185 29.297
52
1
1
t)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
II. DUITSCHE RIJKSBANK.
STAAT VAN 30 APRIL 1917.
De biljetten zijn sedert den oorlog niet inwisselbaar.
Metalibestand ……………………Mk. 2.549.222.000
davon Goldbestand ………………
2.532 ‘548 *000
Reichs- und Darlehenskassenscheine ……
509.203.000
Noten anderer Banken …………….
3.179.000
Wechsel …………………………
8.714.760.000
Lombardforderungen ………………
13.172.000
Effekten …………………………
112.814.000
SonstigeAktiva ………………….
1.081.180.000
Grundkapital ……………………..
180.000.000
Reservefonds ……………….
,,
90.137.000
Notenumlauf ……………………..
8.315.403.000
Sonstige t8.glich fiillige Verbindlichkeiten
3.970.984.000
Sonstige Passiva ………………….
417.017.000
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Onderstaand overzicht bevat tevens het cijfer der uitgegeven
Darlehenskassenscheine. De Scheine, welke niet in kas zijn
bij de Reichsbank, circuleeren grootendeels onder het publiek.
De Darlehenskassen zijn ingesteld op 11 Augustus 1914.
(In duizenden Mark)
Data
Metaal
Daarvan
Goud
Kassen-
scheine
Circu-
latie
kings.
porcen-
30 April 1917
2.549.222 2.532.548
509.203
8.315.403
37
23
1917
2.549.132 2.532.304
550.426
8.144.933
38
14
1917
2.548.665
2.532.285 444.062
8.359.554
36
7
1917
2.548.055
2.531.940
350.236 8.558.866
34
29 April 1916
2.503.901
2.461.702
938.972 6.696.911
51
30 April 1915
2.416.729 2.368.526
768.540
5.310.282
60
23 Juli
1914
1.691.669 1.356.857 65.479
1.890.895
93
1)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine
Data
Wissels
Rek. Crt.
Dorlehenskassenschcine
Totaal
In kas bj
uitge.
de Rcichs-
1
________________
geven
bank
30 April 1917
8.714.760
3.970.984
4.512.400
494.000
23
1917
8.484.810 4.014.336 4.371.900
533.100
14
1917
9.552.276 4.691.812
4.286.900
428.300
7
,,
1917
9.941.607
4.819.929
***
29 April 1916
5.138.090
1.736.894 2.158.900 900.500
30 April 1915
3.787.936
1.463.852 1.412.000
752.000
23 Juli 19141
750.892
1
943.964
III. BANK VAN FRANKRIJK.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Van 6 Aug. 1914 tot 28 Jan. 1915 -werden geen staten
gepubliceerd. De met * geteekende posten komen eerst sedert
28 Jan. 1915 in den weekstaat voor. De biljetten zijn sedert
den oorlog niet inwisselbaar.
(In duizenden francs.)
Data
Goud
Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
•
Te goed
in het
Buitenland
Buit.gew.
voorsch.
old. Staat
3 Mei ’17
5.251.443
1.948.706
256.734
864.310
9.900.000
26 Apr.’17
5.242.196
1.947.672
256.595 841.150
9.900.000
19
,,
’17
5.232.489
1.947.672
257.913 792.194
9.900.000
12
17
5.222.346
1.947.672
259.606
780.280
9.800.000
4 Mei ’16
4811.032
–
356.191
697.636 7.100.000
6 Mei ’15
4.168.999
–
376.667 634.513
5.200.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
Wissels
•
Uitge.
t
stelde
Wissels
Belce-
ning
Bankbtl-
jetten
Rek. Crt.
Para-
culieren.
1
Rek.
1
Crt.
Staat
644.638
1.249.616 1.130.383
19.183.388
2.455.479
70.655
‘
500.390
1.252.569
1.157.536
19.009.853
2.508.788
122.129
495.166
1.257.047 1.169.429
19.001.719
2.442.450
97.237
493.068
1.261.885
1.181.999
18.844.127
2.510.370
91.048
0
445.678
1.567.296
1.219.124
15.423.122 2.040.139
32.623 235.673
2.553.035
654.578
11.584.353
2.317.147
43.043
1.541.080
–
769.400
5.911.910
942.570
400.560
9 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
353
IV. RUSSISCHE STAATSBANK.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
De post ,,Schatkistbiljetten” komt eerst sedert 14 November
1914 n. st. in den weekstaat voor. De biljetten zijn niet in-
wisselbaar.
(In nnlhoenen Roebel).
1
Tegoedl
Za.
1
Schat- 1 Dis-
conto’s
1
Circu-
Rek.
Data n. st.
Goud s/h bus.
1
kistbil- en belee-I latie
1
Con-
tenland
ver
jett
rant
1
nsngen
1
29 Apr. ’17 1.480 2.119 122 9.373
1039 11.187 2.669
21
,, ’17 1.477 2.119 123 9.487
1007 11.154 3.425
14
’17 1.477 2.119 121 9.084
850 10.981 2.530
5
’17 1.477 2.141 125
8:493
723 10.590 2.214
29 Apr. 16 1.629 1.229
59 3.762 1.036 6.254 1.825
29 Apr. ’15 1.573
139
54 1.453
897 3.277 1.323
21 Juli ’14 1.601
144
74
.. ..
757 1.634 1.099
V.
BELGIË.
Van de Nationale Bank van België, die haar goudvoorraad
naar Londen heeft overgebracht, zijn sedert 6 Augustus 1914
geen weekstaten openbaar gemaakt.
De Société Générale de Belgique is einde 1914 met de functie
van circulatiebank belast. Het Notendepartement dezer bank publiceert wekelijks verkorte balansen. De biljetten zijn niet
inwisselbaar.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden francs.)
Metaal Ijeteen. Boleen. B4nn.
R k
D
md.
c°t
0 0
buiten!, buiten!, prom. 4.
en
latie.
saldi
vorder. proviuc. beleen.
5.
28 April 19171378.9561 86.7051480.0001 75.352 905.733 1104.9
1
0
21
,,
1917
374.759 88.661 480.000
68.847
899.438 100.760
12
1917
374.915
86.557
480.000
73.966
896.890
109.005
5
1917
374.409 86.346 480.000 62.705 894.333 99.425
29 April
1916
209.426
59.984 480.000
61.179
683.661
142.229
29 April
1915
51.426 7.254 200.000
3.005 178.788
82.996
VI. VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
In werking getreden op 16 November 1914.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden dollars.)
Circu- Dekkings-
Data
Goud
Zilver Wissels Deposito’s latie
Percen-
1
tage’)
9 Mrt.’17 538.070 19.113 120.160 732.889 18.787
74,6
2 ,, ’17 518.541
9.971 132.898 723.055 19.772
74
23Feb.’17 497.138 15.249 144.232 705.882 19.061
71,4
16 ,, ’17 292.392
7.609 145.607 699.442 17.089
71,8
10 Mrt.’16 338.539 20.036 54.478 456.961 10.178
75
11 Mrt.’15 246.999 21.603 27.785 288.031 7.004
84
1)
Gouddekking van deposito’s en circulatie na aftrek van
de posten tusschen de banken onderling.
VEREENIGDE NEW YORKSCHE BANKEN EN TRIJST
MAATSCHAPPIJEN.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(Gemiddelden in duizenden dollars.)
IOUJCCflIUYUfl
Surplus
Dato
Reserve Deposito’s Circu!atiel
en
1
di
Reserve
1
sconto’s
1
5 Mei ’17
701.150
3.806.720
28.770
3624.980
79.600
28Apr.’17
762.090
3.918.520
28.700
3.678.930
121.920
21
’17 754.360 3.906.140
28.710
3.673.530
114.780
14
,,
’17
785.640
3.935.990
28.660
3.674.090
139.260
6 Mei ’18
668.660
3517.100
31.610
3.358.490
93.040
8Mei ’15
565.040
2.483.310
37840
,
2.460.310
159.200
25 Juli’14
467.880 1.958.320 41.730
2.057.570
26.170
1
)
1)
Op basis van 25
°Io
van alle deposito’s.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 7 Mei 1917.
De tegenstrijdigheden die deze oorlog niet ophoudt ons
voor te tooveren, worden steeds schriller. In het Westen
van Europa woedt de strijd zoo hevig als bijna nooit te
voren, noch in dezen, noch in een vroegeren krijg; in het
Oosten tracht men naar vrede, wordt het Russische volk
steeds onwilliger om het oor te leenen aan diegenen zijner
regeerders, die voor het meegaan tot het bittere einde toe
i!ret de Gealliëerden pleiten en wint de roepstem van den
hier tegen gekanten volksleider uit het Zuiden, Tsjeidsje,
iederen dag aan kracht.
En aan gene zijde van den Oceaan, in de Nieuwe Wereld,
die zoolang toeschouwer bleef van den titanenstrijd tus-
schen de volkeren der Oude Wereld? Daar ook is, zoodra men
er de rol van belangeloozen toeschouwer liet varen, de ver-
starring die oorlog steeds medebrengt, de verstijving van
het productieve vredesbedrjf om voedsel, geld, te ver-
schaffen aan de onproductieve, vernietigende ,,00rlogsma-
çhine”, begonnen.
Als gevolg hiervan heeft de N e w Y o r k s c h e b e u r s
in de afgeloopen week bijna voortdurend een flauwe hou-ding ten toon gespreid. Deze steekt scherp af bij den opti-
mistischen toon die nog maar eenige weken geleden werd
aangeheven, toen Amerika zich nog op weg naar den oor-
log bevond. Naast de heftige schommelingen der graan-
markt hebben de onvermijdelijke groote oorlogskosten die
hun schaduw vooruit beginnen te werpen, tot deze flauwe
tendentie bijgedragen.
De bedragen van de oorlogsleening en de geprojecteerde
oorlogsbelastingen zijn zeer hoog, hooger dan men in. de
Vereenigde Staten vOör de oorlogsverklaring had ver-
wacht; zij zijn: aan oorlogsleeningen $ 5 milliard, waar-
van $ 2 milliard ter bestrijding der directe oorlogskosten
moeten dienen en de resteerende $ 3 milliard om op ruimer
4chaal leeningen aan de verschillende Gealliëerden te ver-strekken, en $ 1% milliard op te brengen door belastingen.
De grootte der gevraagde bedragen zal wel toe te schrijven
zijn aan het feit, dat men thans meer dan ooit te voren
de enorme kosten van den oorlog is gaan beseffen. Het
lijdt geen twijfel of de uitgifte van de eerste tranche van
$ 2 milliard zal een groot succes blijken te zijn; de ban-
kiers hebben zich bereid verklaard zonder commissie of
onkosten voor de regeering tot het welslagen van de lee-
ning mede te werken. De groote bedragen, welke om in te
schrijven moeten worden vrijgemaakt, hebben echter moeten
leiden tot het realiseeren op groote schaal van oudere be-
leggingswaarden en deze opruimingen hebben in de afgeloo-
pen week het koerspeil in Wallstreet sterk gedrukt.
Toch is het niet te verwachten, dat Amerika., om zijn
oorlogsleeuingen te kunnen plaatsen, van dezelfde maat-
regelen zal moeten gebruik maken als Engeland dat, alvo-
rens het tot de uitgifte overging, het beleggen van Engelsch
kapitaal zonder toestemming der regeering in andere waar-
den dan WarLoan, verbood. Door deze maatregel heeft
Londen de rol van ‘s werelds financier eenigszins verloren
en veel Amerikaansch kapitaal heeft in de laatste jaren de
plaats ingenomen, die anders aan Engelsch kapitaal was
toegekomen. Van de £ 585 millioen, welke in Engeland ge-
durende 1916 in allerlei soorten van nieuwe beleggingen
werden geplaatst, werden slechts £ 9 millioen niet in de
Engelsche oorlogsleeningen geplaatst; voor 1915 was deze verhouding soortgelijk. Amerika nu financierde gedurende
de laatste twee jaren $ 600 millioen nieuwe waarden van
vreemde neutrale landen na daarenboven de zeer groote
1 inanciëele eischen die door de binnenlandsche onderne-
mingen werden gesteld, te hebben bevredigd Amerika’s
groote financiliele kracht bestaat derhalve niet slechts in
naam. Er is dan ook tot dusverre nog niets dat er op wijst,
dat Amerika zoo het na de tegenwoordige nog meer oorlogs-
leeningen zou moeten uitgeven, tot dwangmaatregelen zijn
toevlucht zal moeten nemen. Daarbij kan worden aange-
nomen, dat de oorlogskosten niet in die mate zullen op-
loopen als bijv. bij Engeland het geval is geweest Amerika’s
leger zal, zeker in den eersten tijd, van bescheiden omvang
zijn, de vloot is veel kleiner dan de Engelsche en zal niet
zoo actief dienst behoeven te doen. Zeer waarschijnlijk zul-len dan ook de Vereenigde Staten die van de oorlogvoeren-
den zijn, die zich het snelst van den nadeeligen invloed
van den strijd zullen weten te herstellen.
Het is daarom ook zeer wel mogelijk dat, zoodra Ame-rika’s militaire deelneming aan den oorlog vasteren vorm
zal hebben aangenomen en daardoor beter overzichtelijk
zal zijn, zal blijken, dat het pessimisme waaraan Walistreet
zich in de afgeloopen week heeft overgegeven, wat al te
sterk geprononceerd is geweest.
–
354
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Mei
1917
II”
‘
T e o n ze n t hebben de ongunstige factoren, waarmede
wij thans reeds geruimen tijd te kampen hebben en vaar-
van wel de eerste is: gebrek aan grondstoffen en steen-
kolen, gedeeltelijk als gevolg van den tweeden: moeilijkheden
op scheepvaartgebied, ook in de afgeloopen week hun in-
vloed doen gelden. Wederom moesten enkele fabrieken, zoo-
als de Stoomweverij te Nijverdal en de Fransch-Hollandsche
Oliefabrieken ,,Calv6 Delft”, als gevolg hiervan geheel of
gedeeltelijk voor eenigen tijd stopgezet worden. De regeering
gaat voort op den weg dien zij heeft meenen te moeten in-
slaan om het economische leven des lands aan te passen aan’
de eischen welke ons door den oorlog die rondom woedt
worden gesteld: in de afgeloopeh week werd door den Minis-
ter van Financiën de commissie van voorlichting inzake
het Staatsmonopolie van het Verzekeringsbedrjf geïnstal-
leerd, terwijl voorts het wetsontwerp ,,houdende bijzondere
maatregelen ten aanzien van het goederenverkeer naar het
buitenland”, m.a.w. tot instelling eener export-centrale, bij
de Tweede Kamer is ingekomen. De verhoudingen op scheep-
vaartgebieci zijn nog steeds weinig doorzichtig. Langzamer-
hand schijnt er wel verbetering in tè treden, doch in som-,
mige opzichten, zooals bijvoorbeeld de kwestie van het al
of niet uitkiaren van graanschepen te Halifax, blijft nog
onzekerheid bestaan. Wat de ingaande vaart betreft, werd
voor eenige dagen gemeld,’ dat omstreeks de helft dezer
maand de na 1 Mei j.l. in Engeland nog achtergebleven
Nederlandsche stoomschepen in de gelegenheid zullen wor-
den gesteld, naar het vaderland terug te keeren. Ten op-zichte der uitgaande vaart verluidde, dat in de loopende
week enkele stoomschepen zullen kunnen vertrekken; zoo de
,,Noordam” (H.A.L.) naar New York, de ,,Koningin der
Nederlanden” (Stvrt. Mij. Nederland) omstreeks 12 dezer
naar Nederi. Indië, voorts het s.s. ,,Ophir” (Rott. Lloyd)
via, het Panama-Kanaal naar Nederl. Indië.
• Dat een schip der Holland-Amerika-Lijn binnenkort zu
vertrekken werd reeds in het begin der bei-ichtsweek in de’
icheepvaartafdeeling
onzer beurs – gefluisterd; grooten in-,
vloed op den koers had het gerucht echter niet. Dezé vr-”
toonde de geheele week geen schommelingen van beteekenis,
een houding, die vrijwel overeenstemt met de overige fond-‘
sea der afdeeling. Voor de aandeelen ,,Bothnia” kwam
heden bij geringen omzet een koers van 340 tot stand, na
360 en
35734
in het begin der week. De flauwe houdihg”
werd toegeschreven aan den twijfel die bestaat ten aanzin”
van de’ rechtsgeldigheid van het in de buitengewone alg:
meene vergadering genomen besluit tot uitkeering van
100 pCt. op de aandeelen.
Voor ruberaandeelen bestond, vooral in den aanvang der,,
week, flinke kooplust, die zich voornamelijk richtte op de
aandeelen ,,Amsterdam” en Nederlandsche Rubber. De gun-
stige opvattingen voor de laatste gingen evenwel spoedig. teloor ‘toen de aanvankelijk verspreide geruchten betref-
fende de te verwachten samensmelting met de ,,Amsterdam
Rubber”, werden ontkend. , ,Nederlandsche” verloren de
eerst behaalde koerswinst van ca. 5 pCt.
Toch was de ondertoon in de rubberafdeeling gunstig en
heden trokken de meeste koersen dan ook weder een l)aar
punten aan. – – –
De in ons vorig overzicht vermelde ongunsitge indruk,
die het uitvoerverbod van ruwe tabak wekte, werd in de’
nieuwe week aldra weggevaagd door de tijding, dat een.
regeling in voorbereiding was, waardoor dit verbod voor-
loopig zou worden• opgeheven. De stemming in de
tabaks-
afdeeling
werd spoedig vast en bleef dit tot het einde der
berichtsweek. Groote omzetten vonden echter geen enkelen
dag plaats; toch is het koerspeil van zoo goed als alle ver-
handelde tabaksaandeelen boven dat van den eersten beurs-•’
dag. Deli-Batavia aandeelen stegen 9 pCt. (401-410),
Senembah 5 pCt. (490-495); voorbijgaand bestond vraag
tot hoogeren prijs voor Medan Tabak (17834-181-176—..
178); het belangrijkste avans werd behaald door het aan-
deel Deli-Maatschappij, welks koers van
48534
tot 510 kon
opkomen. Voor dit fonds bestond goede vraag op grond
van het gunstige jaarverslag, dat van goede conservatieve,
dividendpolitiek getuigt. Er werd besloten in verband met
de – tijdsonastandigheden een bedrag van
f
4.467.048 af te
schrijven op oogst 1916. Mocht deze afschrjving later door een mogelijke verandering in de omstandigheden geheel of
gedeeltelijk onnoodig blijken, dan wordt een vervroegde
uitkeering op rekening van het nieuwe boekjaar in het
vooruitzicht gesteld.
1n
thee-aandeelen
ging weinig om. Het spreekt van zelf, dat de plannen, welke den Minister van.Koloniën worden
toegeschreven om ter gedeeltelijke voorziening in de uitga-
ven voor de verdediging van Ned.-Indië tot het heffen van uitvoerrechtèn op thee over te gaan, niet aangenaam stem-
den. Voor de thee-cultuur op Java is het zeker te hopen,
1
dat’ het rekest om van die heffing af te zien, dat door de
Nederlandsche’ directies van .57 bij deze cultuur belangheb-
bende maatschappijen aan den betreffenden Minister is ge-richt, tot het door haar gewenschte gevolg zal leiden. –
In de
cultuur-afdeeling,
hebben enkele waarden in de af-
geloopen week voorbijgaand levendige belangstelling ge-
wekt. Vooral betrof deze de aandeelen ,,Handelsvereeniging
Amsterdam”, die in den loop der week van 355-400 kon-
den opkomen, daarna geleidelijk weder tot 385 terugliepen.
• Door het aan de in Juni te houden algemeene vergadering
voor te stellen slot-dividend van 20 pCt. komt het dividend
‘over 1916 op 30 pCt. te staan (v. j. 25 pCt.). Eenerzijds
waren het geruchten betreffende deze hooge uitkeering,
anderzijds vredesverwachtingen, die gunstig voor dit aan-
deel werden geïnterpreteerd, die de rjzing in het leven
riepen. De belangstelling verflauwde later eenigszins. Ook
andere suikeraandeelen, vooral Javasche Cultuur en Kali-
bagor, werden hooger gezocht.
In de
j3etroleun’t
–
afdeeling heerschte de meeste ‘dagen even-
eens meer levendigheid dan te voren. Hier waren het aan-
deelen Geconsolideerde Hollandsche en Koninklijke, die
voornamelijk naar voren kwamen. Ook Orions werden tot
wisselende, doorgaans stijgende koersen omgezet. Voor de
Rameensche soorten
was
de betoonde kooplust toe te schrij-
ven aan berichten, volgens welke de petroleumbedrijven in
Rumenië thans weder geheel in gang zijn. De opbrengst
zou dagelijks aan de Duitsche autoriteiten tbt een vastge-
stelden prijs (16 Lei per H.L.) moeten worden afgedragen.
Aankoopen van speculatieven aard riepen in de
mijn.
bouw-afdeeling
voor de langen tijd veronachtzaamde aan-deelen ,,Swansea Copper” een snelle rijzing van 45-60 te
voorschijn. De stemming was den laatsten dag der berichts-
week zelfs zeer levendig.
In nijverheids-soorten ging weinig om. Toch zijn hier en daar koersverschillen van eenige beteekenis aan te wijzen.
Zoo bij het aandeel Amsterdamsehe Superfosfaatfabriek
(142-1537%) en Centrale Guanofabrieken (
103-
10734).
Aandeelen van scheepsbouwondernemingen verkeerden in
opgewekte houding.
1 Mei. 4Mei. 7 Mei.
Ned. md. Handelsbank …. 222
‘227
227
+
5
Ned. Handel-Mij ……….. 188’/ 18881
4
189’1 + 1
5
1
Amsterd. Superfosfaatfabr. . 143
1
1 15181
4
15318 + 10
8
18
R. S. Stokvis & Zonen……347 354 357 + 10
Cultuur-Mij. d. Vorstenlanden 24314 227
8
/8 226
1
12 – 17
1
1
Handeisver. Amsterdam …. 365 , 39611
4
384 + 19
Javasche Cultuur-Mij ……369
8
/4 382
1
12
382814 + 13
Kon. Petroleum-Mij ……… 523/8 535
1
1 540 + 16118
Amsterdam Rubber-Mij…..232
231
1
12
233
1
11
+ 1’/,
Holland Amerika Lijn …… 3618/
4
358
1
12 35814
3
Kon. Hollandsche Lloyd…. 172
5
1 175
8
/4 175111 + 21
Bothnia Vrachtvaart-Mij. -. 360,
3571/4 340
—20
Deli-Maatschappij ………. 485
8
12 502
1
12
510
+ 24
1
/1
Een van de locale markt, die doorgaans vast gestemd
was, geheel verschillend beeld, bood onze
A,merikaansche
afdeeling.
Deze was doorgaans zeer gedrukt, waartoe de
iederen dag lager uit New York afkomende slotkoersen alle
aanleiding gaven. Het publiek liet zich zelfs door de lagere
koersen moeilijk tot het opnemen van fonds bewegen, zoo-
dat de nadeelige koersverschillen aan het einde der week,
zooals bij American Hide & Leather, tamelijk belangrijk
zijn. Ook voor Central Leather en Car & Foundry’s, beide
tot de ,,00rlogsfondsen” gerekend, bestond flink aanbod, in
verband met vredesverwachtingen. Evenwel werd doorgaans
aangenomen, dat de flauwe houding der meeste Amerikaan-
sche fondsen eerder toe te schrijven is aan de bovenom-
schreven financiëele oorlogstoebereidselen van de Vereenig-
de Staten en den’ nadeeligen invloed, die men daarvan voor
het zakenleven vreest.
1 Mei. 4 Mei. 7 Mei.
Rijzingof
American Car & Foundry. .. 70
8
1jo 69
1
14
68
1
/l6—
118
Un. States Steel Corp……111
108
9
110
1098132 –
1
18
/1,
Atchison Topeka ……….
101
10018
99114 _1814
Union Pacific
………….139
138
136
1
11
_2
1
1,
Int. Merc.Marine afgest…..31
29
8
18
29
2
18 – 118
prefs 85 8/is 8381
4
8314 – 1
7
11
Voor
inhee-nische staatsfondsen
bestond slechts zeer weinig
belangstelling; van de buiteneuropeesche waarden waren
Mexicanen beter gestemd naar aanleiding van berichten,
1
dat voor dit land financiëele hulp van de zijde der Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika kon worden verwacht;
5 pCts. Mexbio 1899 stegen va,n 49
15
/1o_55. Door deze hulp
zou de rentebetaling kunnen worden hervat. De regeering
der V.S zou tot dit dol een bedrag van $ 20 mil’lioen ter
beschikking van Mexico stellen. In dit verband verdienen
9 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
355
de in de afgeloopen week ingekomen berichten omtrent een
aanstaande aansluiting van Mexico bij de Ver. Staten tegen
Duitschiand belangstelling. Door deze financiëele opoffe-
ring zouden de Ver. Staten zich voor Mexicaansche tegen-
werking tijdens hun oorlog met Duitscliland trachten te
vrijwaren.
1
Rijzing of
ei.
4
ei. .,
ei.
daling.
5
0/
Ned. Werk. Schuld. . . . 101
101
,
116
101
1
18 +
t/S
4,12010
,,
,,
,,
1
916-
1008I1
1001/
4
1001/4
+
‘
116
4
010
,,
,,
,,
1918
921
93
93
+
18
3
2
/2
0
/0 ,,
,, –
,…..
8l/a
8301
4
83818
+
2
3
0/
,,
,,
,…..
71
1/
7311
7312/1
+
2/1
2
‘Is
0
/0
Cert. N.W.
. . . . . 61
1
18
628/4
61 ‘
–
‘ho +
‘ho
4
°Io
Hongarijes Goud…..42’/s
4301
4
441/4 + 1
1
18
5
°Io
Rusland 1906 ……..
73h5/
7481
4
74814
+
‘,/
je
4
0/
Rusland Cons. 1880. . .
611i
61
6l/,,
–
1/
4
4
0/
Rusland bij Hope & Co. 62
1
14
62
15
1to
62
1
116
5
0/
Brazilië 1895 ……..61’/4
6118
6118
+ /s
5
0/
Brazilië 1913 ……..
58’Is
5331
58214 + 118
Van Bankaandeelen waren die der Amsterdamsche Bank
en der Nederl. Indische Handelsbank tot stijgende prijzen
gezocht.
Prolongatiegeld bleef ruim; de koers daalde van 3-23,
heden 2.
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
7 Mei 1917.
T a r w e. De 1 luctuaties in de ,,wheatpit” te Chicago
trekken meer en meer de algemeene aandacht, want of-
schoon zonder twijfel allerlei speculatieve invloeden zich doen gelden, ofschoon nu eens vredesgeruchten den prijs
abnormaal drukken, dan weer de afwezigheid van zulke
geruchten een snelle reactie veroorzaken, door alles heen
drukt zich toch in deze markt de betrekkelijke schaarschte
of overvloed uit van een van de belangrijkste levensmidde-
len. En dat de prijzen nog maar steeds zoo’n vaste nijging
vertoonen, geeft dan ook geen indruk van overvloed, inte-
gendeel de cijfers van den zichtbaren voorraad geven weke-
lijks een zelfs voor dezen tijd van het jaar te sterken ach-
teruitgang aan. En daarbij is niet aanmoedigend, dat cle
exporteijfers evenmin bijzonder groot zijn, zoodat men niet
kan zeggen, dat Europa zich ten koste van Amerika be-
voorraadt. Natuurlijk worden de oogstberichten nu met
meer dan gewone belangstelling gevolgd. Veel kan men
er niet uit opmaken; het land is zoo groot, dat men natuur-
lijk steeds van verschillende streken verschillende berich-
Noteeringen.
Chicago
1
Buenos Ayres )
Dato
Tarwe
MoosHaver Tarwe
Mais Lijnsaad
Mei
Mei
Mei
1
Mei
1
Mei
1
Mei
7 Mei’17
283
153
1
1,
67
1
12
16,-
11,70
23,00
30Apr.’17
271
149
7
/8
68
5
/a
15,35 9,90 23,20
8 Mei’16
114e18
758
1
,
4711t
7,65
1
) 4,35
2)
10,85)
7 Mei ’15
158 75
1
14
53
5
/
13,30
6,10
11,55
7 Mei’14
938/8
66
1
18
3718
8,80
1
)
5,30 ‘)
13,30
4
)
20 Juli’14
82
1)
5611s
1)
36112
1) 9,40
2
)
5,38 ‘)
13,70 ‘)
‘)per Dec.
1)
per Sept.
1)
per Juni.
4)
per Juli.
S)
De noteeringen van Buenos Ayres zijn van 28 April en 5 Mei.
ten krijgt. Maar waar de stand van de wintertarwe bij het eerste officieele oogstbericht zoo ongunstig werd aange-
geven, zou men gunstiger berichten weuschen om den ach-
terstand te kunnen inhalen. Van het Noord-Westen, waar
de zomertarwe nu wel moet zijn uitgezaaid, wordt herhaal-
delijk koud
–
weder gemeld. Toch wordt aan de Daily Tele-
graph uit New York geseind, dat de Commissie voor de
statistiek uit de Kamers van Koophandel, na een diep-
gaand onderzoek o.a. mededeelt, dat ,,de tarweoogst overal
die van het vorige jaar aanmerkelijk zal overtreffen.” Hoe
eenige Commissie op dit tijdstip reeds een dergelijke uit-
spraak kan doen, is ons niet düidelijk en wij betwijfelen of
inderdaad de tarwe er beter door zal groeien.
In West-Europa is het weer aanmerkelijk gunstiger ge-
worden. In de meeste streken zal regen nu wel gewenscht zijn en een stijging van temperatuur zou daarbij al heel te
stade komen. De vooruitzichten zijn voor Europa alles bij
elkaar genomen nog verre van gunstig en het is dan ook
geen wonder, dat de regeeringen steeds meer naar beper-
king van het verbruik streven. Ook in Engeland zal men
tot de broodkaarten overgaan, mtar deze zullen niet voor
Juli worden ingevoerd.
M a ï s. Eindelijk zijn ook in Argentinië de prijzen
gestegen, wat geen verwondering wekt, nu de Noord-Ame-
i-ikaansche markt zich reeds geruimen tijd op een naar
verhouding veel hooger niveau beweegt. Zoodra Europa
op eenigszins groote schaal van Zuid-Amerika gaat in-
koopen, zullen de prijzen wel spoedig zooveel stijgen, dat
de Argentijnsehe Regeering zich tot ingrijpen zal zien
gedwongen. Of dit evenwel spoedig zal gebeuren, is op het oogenblik iiiet te beoordeelen. G e r s t blijft evenals mais zeer vast gestemd
1
met goede
soorten schaarsch. Wel is met de opening van de scheep-
vaart op de Amerikaansche meren veel Canadeesche gerst
beschikbaar gekomen, maar tot een prijsverlaging heeft
dit geen aanleiding gegeven.
ila v er. Ofschoon de markten prijshoudend zijn, too-
nen de prijzen in Noord-Amerika toch geenszins de abnor-
male stijging van die van de andere graansoorten. In
Europa is men evenwel minder goed voorzien en indien
de markten vrij waren, zou men in de meeste landen onge-
loofelijk hooge prijzen betalen.
Buitenlandsche granen in Nederland.
Vijftien meerendeels met voergraan beladen schepen zijn
uit Amerika, via Engeland, waar ze maanden lang gele-
gen hadden, binnen gekomen. Ook van Halifa.x schijnen
eenige tarwescheten onderweg te zijn. Toch is een defini-
tieve regeling der scheepvaart nog niet bereikt, doch er
schijnt eenige hoop te zijn, dat deze spoedig tot stand komt.
Loco-prijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten.
1
7 Mei
1 30 April t
8 Mei
1
1917
1
1917
t
1916
588,-
1
)
588,1)
368,1)
Rogge (No. 2 Western)
nom.
»om.
nom.
345,’)
345,’-)
255,__1)
Tarwe ……………….
Gerst (46 lb. feeding)
345
,
_
i)
345,1)
374,
Mais
(La Plata)
………
Haver (38 lb.whiteclipped)
20,-‘)
20,-‘)
17,30
Lijnkoeken (Noord-Ame-
rika van La Plata-zaad)
200,-
1
)
200,-‘)
165,-
Lijnzaad (La Plata) …….
»om.
nom.
457,50
‘) Regeeringsprijs.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.
Rotterdam
Amsterdam Totaal
Artikelen.
29Apr..5Mei
Sedert
Overeenk. 29Apr..5Mei
Sedert
Overeenk.
1917
1 Jan. 1917
tijdvak 1916
1917
1 Jan. 1917
tijdvak 1916
1917
–
1916
Tarwe ……………..
19.400
126.932
211.590
–
4.553 4.225
131.485
215.815
4.000 8.465 7.007
–
–
–
8.465
7.007
1.660
2.314 5.539
–
–
500
2.314 6.039
Mais
…………….
9
73.936
73.816
4.202
54.331
45.240
128.267 119.056
Rogge
………………
20.341
..
22.949 37.979
4.071
9.563
4.549
32.512
42.528
Boekweit
…………..
..037
10.025
10.02e
18.260
–
15.042 4.218
25.067 22.478
Gerst
……………..
Haver
……………..
8.322
36.926
–
7.560
28.284
15.882
65.210
Lijnzaad ……………-
Lijnkoek ……………
.2.743
19.223
66.500
–
20.576
4.165
40.799
70.665
Tarwemeel ………….
275
5.412
450
–
–
–
5.412
450
AANVOEREN
in tons van
1000 K.G.
voor België.
Tarwe …………….
109.566
1
233.851
– –
–
109.566
.
233.851
Mais
……………..
–
7.479
46.697
– –
–
7.479
46.697
–
356
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Mei 1917
Er wordt een aanvang gemaakt met het afleveren van het
kleine kwantum voedergranen, dat in Mei gedistribueerd wordt. Waar de verscheping uit Amerika van voedergra-
nen nog niet hervat is, heeft men de uiterste zuinigheid te
betrachten. Gelukkig is nu het meeste vee in de wei, al
vindt het daar, helaas, nog geen overvloed van voedsel.
METALEN.
IJZER EN STAAL.
. ..-
E n g e 1 a n d. Onafgebroken bedrijvigheid blijft’ ‘de
scheepsbouw- en metaalindustrie kenmerken. Bijna de ge-
heele productie is voor .Regeeringsdoeleinden gereserveerd.
De fabrieken hebben orders in hare boeken, die haar voor
ongeveer drie maanden werk verschaffen en voor leverin-
gen na dien tijd maken zij thans nog geen haast zich te
verbinden. De verschepingen naar Frankrijk en Italië wer-
den verder beperkt, zoodat deze lande, met uitzondering
van hetgeen hun door de Vereenigde Staten wordt geleverd,
min of meer op hunne eigen hulpbronnen zijn aangewezen.
De geruchten omtrent een mogelijke herziening van het
tarief voor ijzer en staalproducten door het Ministerie van Munitie werden tot dusverre niet bevestigd en het valt ten
zeerste te betwijfelen, of eenige stappen in die richting
door de autoriteiten zullen worden genomen.
De oude klacht over het gebrek aan geoefende werklieden wordt nog steeds vernomen. Er hebben inderdaad besprekin-
gen plaats gehtd onder de.auspiciën van de militaire auto-
riteiten en de vertegenwoordigers van de voornaamste tak-
ken van nijverheid, met het doel een verder aantal man-
nenop te roepen van nu tot den isten Juli.
D ii i t s c h 1 a n d. Men schat de fabrieken op haar
hoogste kracht en door de verbetering in het spoorwegver-keer, waardoor een behoorlijke aanvoer van ruw materiaal
wordt verzekerd, is het mogelijk geweest, de productie
eenigszins te verhoogen. De jongste stijging der koleii
–
prijzen, als gevolg van de invoering eener Rijksbelasting
op kolen, zal het waarschijnlijk noodzakelijk maken, dat de
fabrieken zich wederom tot het Gouvernement moeten wen-
den teneinde machtiging te verkrijgen tot eén verhooging
der prijzen voor afgewerkt materiaal.
De vraag naar ijzererts is zeer levendig, doch ook
1
hier-
voor stijgen de prijzen, tengevolge• van de gestadigtoe
nemende productiekosten.
A m er ik a. De ruw-ijzerproductie gedurende April be-
droeg 3.335.000 ton tegen 3.251.000 ton in Maart cii
3.327.768 ton gedurende dezelfde periode in 1916. De dage-
lijksche productie bedraagt derhalve 112.000 ton. Het aan-
tal hoogovens in werking is 336 tegen 361 in de vorige
maand.
De condities van de markt geven aanleiding tot de beste
verwachtingen, daar de prijzen voor ruw-ijzer, half afge-
werkt en afgewerkt staal gestadig stijgen.
De handel in gietijzer was bijzonder levendig en de prij-
zen bereikten een ongekende hoogte.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
IJzer
CIcv.
Koper
Stndo,’d
Tin
Lood
Zink
No.3
4 Mei
1917..
ni.m.
130.-!- 231.-!-
30.101-
–
27 April
1917..
nom.
130-/-
230.101- 30.101-
t
5 Mei
1918..
901-
nom.
201.-!-
34.216
98.1-
6Mei
1915..
6417
78.101-
161.101-
20.51- 64.101-
20 Juli
1914..
5114
61.-/-
145.151-
19.-!-
21.101-
PETROLEUM.
–
(Ontleend aan den ,,Petroleum Review”).
(van 14, 21 en 28 April 1917).
Londen. Petroleum. Sedert de noteering van 4 April
zijn de noteeringen van Amerikaansch geraffineerd onver-
anderd gebleven, en wel:
Water White ……1 s. 3 d.
Standard White …. 1
8.
2 d.
– Second Grade ……1 s. 1
‘/
d.
De bovenstaande prijzen gelden voor olie in vaten met
inbegrip der vaten.
Over het algemeen heerschte er op de markt een sterke
vraag naar geraffineer’de petroleum.
Smeeroliën. De toestand van de markt is voor alle merken
zeer vast gebleven gedurende de afgeloopen drie weken, uit-
gezonderd op 20 April, toen de vraag naar smeeroliën wat
verflaûwde in verband met eenige goede aanvoeren. De ver-
koopers wisten echter hun prijzen te handhaven. De nominale prijzen..waren gedurende deze drie,weken:
– Amer. pale
vanaf £ 24.10 s. tot £33
American red
£26
– ,, £33
Ainer.filt. cyl.
£26
Amer.darkcyl.
,,
£19
Benzine. Over het algemeen blijft de vraag zeer goed.
De loopende prijzen voor den kleinhandel zijn als volgt
voor de drie afgeloopen weken:
No. 1:
.
.. ……… 2s. lOd.
No.2 …………2s.
9d.
No.3 …………2s.
8d.
Alle merken zijn in Schotland en. Ierland 1 d. per gallon
duurder.
Voôr de verbruiks-belasting dienen bovenstaande prijzen met 6 d. per gallon te worden verhoogd.
Terpentijn. Over het algemeen was de markt vast. De
noteeringen waren:
13 April
20 Apil
27 April
Loco ……..53 s. 9 d
53 s. 6 d.
54 s. 9 d.
Mei/Augustus… 55 s
55 s.
55 s. 9 d.
September/Dec. 56 s. 6 d
56 s.
57 s. 3 d.
Paraffine. De marktprijzen van pnraffine zijn als volgt
geschat:
Smeltpunt
140
0
……….6t/_7 d. perib.
130-132
0
……….6 d.
125-127
0
……….5’/ d.
118-120
0
……….5°/s d.
De voorraden zijn klein.
Van stookolie en vethoudende oliën zijn geen officiëele
noteeringen bekend.
–
Live r pooi. Petroleum-producten vinden vasten verkoop
Amerikaansch staat 1 s. 1. cl. tot 1. s. 2 d. per gallon ge-
noteerd. Er is geen aanvoer van Russische olie. Benzine voor
dec kleinhandel staat 2 s. 10 d. per gallon genoteerd.
Bak u. De markt voor ruwe olie blijft vast. Het poecl
blijft op 65 kopeken genoteerd staan.
New York. Behalve van Pennsylvauian Crude, (lat op 26 April van $ 3.5 op $ 3.10 is geloopen, zijn de prijzen
onveranderd gebleven.
Philadelphia. De noteering ‘an Standard White is
10,25 c. per gallon gebleven.
STEENKOLEN.
De berichten omtrent de productie in Limburg luiden
tevredenstellend;
daarentegen’ is
de briket-fabricage
door
het gebrek aan pek zeer beperkt.
De aanvoer van Duitschiand liep in den laatsten tijd iets
minder gunstig; sedert 1 Mei zijn de prijzen met
gemiddeld
f
2.— per ton verhoogd.
Het verkeei
met Engeland staat nog altijd zoo goed als.. geheel stil;
het zeer ongeregeld binnenkomen van de mail
maakt het uiterst moeilijk betrouwbare weekberichten te
geven omtrent den loop van de niarkt daar te lande. Over
het algemeen zijn de veranderingen in de noteeringen
niet
groot.
De
laatst ons geworden noteering luidde als volgt:
Newcastle Northiands
Steams. Blyth Prinies
30!-
Tyne Primes
2716
Seconds
..
211-
241-
Smails.
Blyth Primes
1816
Tyne Primes
191-
Seconds
– . .
1516
1616
Dnrhams.
Gascoals Wear Specials
2716
Tyne Primes
251-
Seconds
..
. –
171-
181-
Bunkers
…………
18/6
1816
Cokiug …………..
17/6
1816
York8hire. So Yorlcshire
Hards
…………..
28/9
Derbyshires
do
…………..
28/3
West Yorksh.
Hartleijs
…………
27!6
Glasgow
Lanarkshire
Prime Splints ……..
27/-
281-
(feb Glasgow)
Eils
…………….
21/6
•
1]iartleys
…………
27/-
Fifeshire.
Best Steam Navigations
281-
301-
•
(fob. Burntisland
Unscreened ……….
24/-
251-
Methil)
First Steamh
………
25/
Thirds
………. ….
20/-
–
Trebles ……….
…..
24/-
Doubles
…….
…..
22!-
Singies …………..
20!-
211-
Pearls
…………..
18/-
Lothians.
Prime Steams ……..
23/-
(feb. Leith)
Ordinaries
……….
21/-
Trebles …………..
23/-
Doubles
….. . ……
22/-
•
.
–
Singles
…………..
20/-
211-
•
Pearis
…………..
181.
–
.
–
9 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTËN
357
Hierbij is echter op te merken, dat de noteeringen over
het algemeen slechts nominaal zijn en met vaste orders en
disponibele ruimte in handen vermoedelijk lager te koopen
zou zijn.
WOL
Tengevolge van de radicale maatregelen door de Engelsche
regeering genomen, werden te B r a d f o r d zoo goed als geen
zaken gedaan, de noteeringen zijn dan ook als nominaal te
beschouwen. Door gebrek aan scheepsruimte wordt ongeveer
niets uitgevoerd. De openingsdatum voor de volgende ver-koopen te Londen is nog nietvastgesteld. Het gerucht loopt
dat de regeering eveneens de wolproductie der Kaapkolonie
zal requireeren.
Noteeringen te Bradford:
64
Colonial carded
Data
~
average
~
56
1
50
1
46
4 Mei
1917 ………72
5612
45
37113
32
27 April 1917 ………72
56
45
37
32
5 Mei
1916………44
37
32
1
I
28’1
25
KATOEN.
Noteeringen voor Loco-Katoen
(Middling Uplands.)
Mei’17
27 Apr.’17120 Apr.’171
4Mei
‘161
4Mei
’15
New York
….
20,05e 20,40 c 19,85e 12,65e
-,-
c
Liverpool
….
12,89d 12,88d 12,26d
8,17d
5,19d
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)
1 Aug.
’16
tot
20Apr.
1
17
Overeenko-mstiqe petioden
–
1915’16
-‘
1
1914’15
Ontvangsten Gulf-Havens..
4603
4197
6456
11
Atlant. Havens
1833
2206
3341
Uitvoer
naar
Gr.
Brittannië
2234
2044
3167
,,
,,
‘t Vasteland.
1836 1896
3469
Japan ete…
454 353 402
Voorraden
induizendtallen
120
April
1
17
20
April
‘161
20 April
’15
Amerik. havens ……….
1111
1339 1420
Binnenland …………..
961 897
734
.
247
193
New York
……………95
.
338 306 352
New Orleans ………….
Liverpool
…………… 680 813
1542
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester dd. 11 April 1917.
De oorlogsverklaring van Amerika heeft een stimulee-
rende invloed op de Amerikaansche katoenmarkten gehad,
omdat men meende, dat de vraag naar katoenen goederen
voor legerdoeleinden zou toenemen en bovendien door ge-
brek aan de zoo noodige arbeiders de opbrengst van de
volgende oogst wel eens zoude kunnen tegenvallen. De
Liverpool-markt was ook hooger en de prijs daar is nu bo-
ven 13 pence, terwijl de nieuwe oogstposities circa
%
pence lager zijn. Egyptische katoen is veer sterk gestegen,
gisteren zelfs 1 penny, voornamelijk door slechte oogst-
berichten eii groote verschepingsmoeilijkheden.
De garenmarkt is door de Paaschdagen sedert ons vorig
bericht slechts twee dagen geopend geweest, zoodat de om-
zet natuurlijk niet van veel beteekenis is geweest. De hevige
1 luctuaties van katoen houden ook verschillende zaken
tegen, daar deze spinners
zeer vasthoudend maken. Over
het algemeen zijn noteeringen van
garens ongeveer
1%
pence hooger, terwijl katoen
%
pence gestegen is. Hierdoor
zijn de spinmarges weer
verder ingekrompen en is
de po-
sitie voor vele spinners thans verre van rooskleurig. Egyp-
tische garens waren gemiddeld —1 penny hooger, al naar
gelang van de kwaliteit, en vel voor de beste kwaliteiten
het meeste. De vraag was ook zeer beperkt. De doekmarkt vertoont weinig leven, maar enkele fabri-
kanten rapporteeren eenige verbetering en er schijnt zoo-
wel van Indië als van China wel iets meer vraag te komen.
Transportmoeilijkheden zijn in plaats van minder, thans
weer erger geworden en exporteurs zijn daardoor dikwijls
huiverig contracten, vooral voor latere levering, af te
sluiten. De weverijen in Burnley zijn alle gedurende een
week gesloten geweest en men hoopt, dat hun positie door de kleinere productie wat gunstiger zal worden. Er is meer
belangstelling van de kleinere markten en de binnenland-
sche vraag is nog steeds voldoende.
RUBBER.
De noteeringen zijn in de afgeloopen week wederom
onveranderd gebleven.
Het Engelsche Gouvernement heeft de molest risico met
2
0
Io
verhoogd, hetgeen natuurlijk aanleiding geeft dat de
Londensche markt nog meer uitgeschakeld wordt voor de
Amerikaansche consumptie.
Aan den anderen kant worden de invoeren bij de tegen-
woordige schaarschte aan scheepsruimte zooveel mogelijk
beperkt en ofschoon de voorraden in London voor het oogen-
blik tamelijk groot zijn in verhouding tot de vraag, zullen
deze zeer zeker gaandeweg verminderen. De importeurs zijn
daarom tamelijk gerèserveerd en toonen geen haast hun
beschikbaren voorraad van de hand te doen.
De week sluit als volgt:
PrimafleveaCrêpeMei/Juni 31- einde vorige week 2111
3
1
Juli/Dec. ……………. 2/11
,,
2I10
3
I
Hard cure fine Para
….
31-
1
1,
,,
,,
,,
3111t
JAVA KINABAST.
(Opgave van het Kina-Bureau).
De voorraad te Amsterdam in de eerste hand van Fabrieks-
en Pharmaceutische Kinabast bedraagt na aftrek van de
toewijzing van 2 Mei 1917 en de veiling van 3 Mei 1917:
4 Mei 1917
tegenover op
2 April I.I.
‘
21566 Colli
Eerste hand
24719 Colli
6303
,,
Ueberstock
11322
665
,,
in bewerking zijndeB.S. 999
gedeelte ex s.s. Riouw
28534 Colli
37040 Colli
‘De Unit voor de toewijzing van 2 Mei 1917 werd in ver-
band mt het gemaakte compromis op
11,45 Cts. per
l/
K.G. vastgesteld.
SUIKER.
NOTEERINGEN.
Londen
Ameterdan:
New York
–
I A,ner,c.
Data
per
Tates
White
Gronu-
96%
Mci
Cubes
bros
1
lated
1
Cent
rifug.
No.
1
fob.
b.
4 Mei
1917..
f
21
1
1
47/1’/s
–
32
1
6
6,28
27 April 1917..
,,
21
8
18
47/11/2
–
3216
6,27
4 Mei
1916..
30/3
4711
1
‘,
1914
1
12
3016
6,40
4 Mei
1915..
,,
20
1
I2
311-
171
1
–
4,83
21 Juli
1914..
11
13
I,
181-
–
–
3,26
Onze Bietsuikermarkt is kalm. Mei-levering werd
tot
f
21’/,, verhandeld en wordt thans
f
21°12 geboden, doch
houden verkoopers op
f
211,.
De Javamarkt blijft lusteloos gestemd en Juni/Juli-
levering wordt tot
113′!!
tevergeefs aangeboden door Chi-
neesche houders. Verlevendiging van den suikerhandel mag
eerst verwacht worden, wanneer Engeland zich voor Java-
suiker interesseert. Voorloopig dekt Engeland zijn behoefte
met Cubasuiker, die, alhoewel aanmerkelijk duurder dan
Java, toch de voorkeur verdient, omdat de
transportweg
zooveel korter is. Zoo kocht Engeland in de tweede helft
van April een flink kwantum Cuba tot 4,90 c. f.o.b., gelijk-
staande met ongeveer 231- Sh. f.o.b. basis 96
0
.
Cuba – statistiek:
1916117
1915116
1914115
Ontv. der weektot2l Apr.
86.000* 137.215
137.000
tans
Totaal sedert 1 Dec. 1916 1.527.471 2.213.308 1.639.786
Werkende fabrieken….
162
176
Export d.week tot 21Apr.
66.000 108.419
79.750
Totaal sedert 1 Dec. 1916 893.823 1.310.364 1.017.790
Totaal voorr. op 23 Apr. 534.000 902.128
587.250
Y.S. exp. ger. 1 J.-7 Apr.
86.005 217.810
29.848
*
Slechts 6 havens.
In Amerika blijft de vaste stemming gehandhaafd. De
noteering voor Spot Centrifugals kwani van 6,21 c. op 6,28 c.
358
EC0NOMISCH-STATJSTJSCJ
–
ÏE BERICHTEN
9 Mei 1917
De ontvangsten in de week eindigende 20 April waren
96.000 tons, de versmeltingen 69.000 tons en de voorraden
311.000 tons.
De raming van den oogst der Philippijnen werd tot
172.000 tons gereduceerd, hetgeen niet veel meer dan de
helft is van den opbrengst van verleden jaar.
KOFFIE.
(Uit het Mailbericht van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff & Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen):
De stemming van koffie is nominaal tengevolge van de
regeeringsmaatregelen. Wat in de eerste hand werd afgedaan
geldt alleen indien consent van uitvoer kan worden verkregen.
Noteeringen en voorraden.
Rio
1
Santos
1
Dato
1 ________i
Voorraad
Prijs
Voorraad 1 Prijs 1
No.7
INo.4′
7 Mei
‘1917
192.000
1
68001.337.000
6000
13132
28 April 1917
191.000
6950
1.330.000
6000
12
15
110
6 Mei
1916
262.000
7425
1.015.000
7250
11
7
/8
24 Juli
1914
353.000
4900
889.000
5700
16
Ontvangsten.
Rio
.
Santos
Data
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1 Juli
week
1
1 Juli
7 Mei 1917
.. ..
31.000
1
2.055.000
97.000
9.405.00Ô
6 Mei 1916
..
. .
22.000
3.052.000
51.000
110.980.000
Statistiek der firma G. Duuring
&
Zoon.
Zichtbare voorraad op 30 April, in
duizenden balen.
1917
1916 1915
1914 1913
Voorraad in Europa..
3.358
3.599,
4.289
8.258
6.813
(Brazilië ..
733
Stoomend
763
1.315
317
209
Oost-Indië.
?
n.Europa
165
30
9
25
tVer. Staten
–
.6
31
24
26
4.091
4.533 5.665
8.608
707
Voorraad Ver. Staten 2.874
1.984
1.998
1.717
2.245
Stoomend lBrazilië…
659 476 273
329
11
naar
Ver.Staten
i
Oost-Indië.
?
1
3
26 42
7.624
6.994
7.939
10.680
9.475
Voorraad in Rio ….
191
296
457
212
104
Santos..
1.318 1.167
607
1.174 1.424
Bahia ..
28
30
20
58
44
Totaal……9.161
8.487 9.023
12.124
11.047
1916 1915 1914
1913
1912
Op
31 Maart ……..9.746
8.934
9.665
12.617
11.632
Op
1 Juli ……….7.091
7.538
11.289 10.275
10.965
TABAK.
(Uit het Maandbericht der firma P. Meerkamp van
Embden & Zoonen)
April was voor dit artikel een veelbewogen maand.
In de eerste plaats is hierbij natuurlijk te denken aan de
onverwachte afkondiging van het
uitvoerverbod voor ruwe
tabak
met ingang van 20 April.
Uit de inmiddels door de betrokken Minister gegeven in-
lichtingen, kan men opmaken dat een hoofdmotief, welke’
tot dit besluit geleid heeft, was beteugeling der werkeloos-
heid.
Wat dit punt betreft, zoo valt inderdaad niet te loochenen,,
dat door de voortdurende stijging der grondstoffen de toe-
standen’ in de sigareniudustrie moeilijker geworden zijn ên
dat het onmogelijk is sigaren tot de vroeger hier te lande
geldende, prijzen te blijven fabriceei-en.
Tabak en sigaren zijn echter werkelijk niet de eenige
artikelen waarvan de prijzen thans veel hooger zijn dan
vroeger, en het schijnt zeer de vraag of er inderdaad vol-
doende redenen bestaan om, ten koste van een bepaalde.
groep van, belanghebbenden, maar steeds te blijven trachten
de prijzen daarvan op kunstmatige wijze te houden beneden
de feitelijke productie-kosten van het oogenblik, niet uit
drang om het fabrikaat,als bij onontbeerlijke voedings-
middelen, tot een bepaalden prijs in de consumptie te bren-
gen, doch alleen om te trachten te voorkomen dat fabrikan-
ten een deel van hun werkvolk zouden ontslaan.
E.erst heeft men dit een tijdlang volgehouden door de
‘distributie van goedkoop ombiad en binnengoed. Deze heeft
opgehouden toen bepaald werd dat een deel van den Java-
oogst (waarbij later nog een kwantum Sumatra gevoegd
is) onder N. 0. T. verband verkocht zou worden, waarbij
allerlei maatregelen getroffen werden om te zorgen, dat dit
dan ook inderdaad binnen beperkten tijd in handen van de
ilollandsche industrie zou komen, en nauwelijks zijn de ge-
i
–
egelde N. 0. T. inschrijvingen een paar maanden aan den
gang, of er wordt, zonder zelfs dit lichaam in de zaak te
kennen, alweer een nieuw middel gezocht en gevonden door
den uitvoej- van het ruwe product geheel te verbieden.
Vraagt mèn zich nu af of in werkelijkheid de nood, al-
thans het gebrek aan tabak, plotseling zoo hoog gestegen
kan zijn om zulk een dra.stischen maatregel noodzakelijk te
maken, dan valt het in de eerste plaats op, dat sinds begin
Februari onder N. 0. T. verband in inschrijving gebracht
zijn 32.000 pakken Java en 7000 colli Amerikaansche soor-
ten, terwijl tegen 4 Mei een inschrijving aangekondigd is
van 7215 pakken Java, 2394 pakken Sumatra en 3686 colli
Amerikaansche tabak en bovendien den laatsten tijd via.
Londen groote partijen Engeisch-Indische tabak (eveneens
onder N. 0. T. verband) hier aang4zomen zijn.
Verder werden in Maart en April N. 0. T.-vrij bij in-
schrijving verkocht (om van de tweede handsvoorraden niet
te spreken) 22.000 pakken Sumatra en 52.000 pakken Java,
welke voor een groot deel in handen der ilollandsche han-
delaars kwamen, zoodat mén toch moeilijk zeggen kan, dat aan de binuenlandsche industrie geen gelegenheid geboden
is zich van materiaal te voorzien.
Zij moet echter dan ook de prijzen kunnen aanleggen –
en dit is feitelijk de kern der zaak waarop wij boven reeds
doelden – welke de tabak op de Vrije markt blijkt waard
te zijn, waarbij zij dan toch nog het groote voordeel van de
verminderde concurrentie en daardoor lagere opbrengst-cijfers voor de onder N. 0. T. verband verkochte partijen
geheel aan haai- zijde heeft.
Bij de beoordeeling dezer zaak moet men niet uit het
oog verliezen, dat de prijsstijging niet plotseling gekomen is; het is menig fabrikant, wiens blik ruim genoeg was om
in de toekomst te zien en die niet in de eerste p’laats op
oogenblikkelijk voordeel bedacht was, dan ook mogelijk
geweest, door zijn ouden voorraad uit te spinnen en slechts
langzamerhand met de duurdere tabak te vermengen, den
moeilijkheden heel wat gemakkelijker het hoofd te blijven
bieden dan anderen. Een algemeen bekend feit is het toch
dat verschillende fabrikanten bij de stijging der prjen
van het ruwe materiaal aan de verzoeking geen weerstand
hebben kunnen bieden om een groot deel van hun voorraden
met dikke winsten weder te verkoopen zonder zich vol-
doende rekenschap te geven van de vraag of zij in staat
zouden zijn deze weder an te vullen en deze politiek moest
zich noodzakelijkerwijze eenmaal wreken.
Verder was April een belangrijke maand voor het artikel omdat daarin de eerste S u m a t r a van den nieuwen oogst
ten verkoop kwam en wel 20.506 pakken te Amsterdam
op 5 April en 2210 pakken te Rotterdam op 14 April.
In doorsnee was de eerste indruk van den oogst verre
van ongunstig: de meeste partijen toonden een dunbiaddig,
lichtsoortig product met veel heldere kleuren; alleen kwam
nog al wat .miskleur daarin voor en vooral ook wat teer.
Een fout waarover veel geklaagd werd was dat de brand om
de sigaar niet zoo wit was als wel gewenscht is.
Van topblad kwamen in beide inschrijvingen reeds eenige
partijen voor; hiervan was de uitval zeer mdtig, vooral
wtt rijpheid betreft, stond dit ver achter bij het topbla.d
van den vorigen oogst en dit verwekt den indruk, dat men
vermoedelijk niet met zulk een doorloopend goedsoortig
gewas te rekenen zal hebben als verleden jaar het geval
was.
Hoewel Duitsche koopers alleen aan de Rotterdamsche inschrijving deelnamen (waar zij echter slechts één partij kochten) was de stemming in beide inschrijvingen willig.
Ook ‘thans werd in verhouding tot den uitval de minste
tabak weder het hoogst betaald; in goede middeltabak, ge-
deeltelijk nog vrij helder, vond men vooral onder de bij-
soorten tot niet al te opgedreven prijzen, redelijke keuze,
te meer omdat de Amerikaansche koopers wat meer kies-
keurig waren dan verleden jaar soms het geval was en ver-
schillende twijfelachtige merken thans lieten’ liggen.
De beste merken werden echter grif door hen genomen en zeer hoog betaald, waardoor het doorsneecij Ier van ht
verkochte kwantum een ‘flink eind in de hoogte gebracht
werd.
In het geheel werden circa 4000 pakken voor Amerikaa,i-
sche rekening gekocht, grootendeels door_fabrikanten.
De in Amsterdam verkochte 20.003 pakken (503 pakken
werden opgehouden) brachten op circa 233 cents tegen
226 cents voor de eerste inschrijving verleden jaar, ter-
9 Mei 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
359
wijl de alhier verkochte 2210 pakken, waarbij de verhou-
ding topblad veel grooter was, circa 188 cents opbrachten.
Van J a v a werd op 14 April te Rotterdam een inschrij-
ving gehouden bestaande uit 16.280 pakken gewas 1915
en 9816 pakken gewas 1916.
De oude oogst leverde een prachtige collectie reëel omblad
met wat bruin dek, welke nog eens toonde met welk een
buitengewoon goed gewas men verleden jaar te doen had.
De tabak van den nieuwen oogst ‘bevestigde geheel den
indruk welke de in de N. 0. T. inschrijvingen verkochte partijen reeds gewekt hadden, zoodat daaromtrent niets
meer te vermelden valt.
De stemming was, zooals te verwachten was, uiterst wil-
lig: daar voor de in eerste hand gekochte partijen inmid-
dels een règeling met Duitschland getroffen was, waren
voor het eerst sinds Juli verleden jaar weder Duitsche koo-
pers aan de markt en ook andere geregelde afnemers (oa.
Zwitserland en Oostenrijk) waren op het appèl.
De Hollandsche handelaars lieten zich evenmin onbe-
tuigd, zoodat van het dien dag ten verkoop komende totaal-
kwantum van circa 28.000 pakken den gezamenljken bui-tenla.ndschen koopers in eerste hand niet veel meer dan de
helft ten deel viel.
COPRA.
In den toestand van de markt kwam ook deze week geen
verandering, op Java wordt ni. nog steeds geen laadruimte
voor Holland aangebaden.
De markten te Londen en Marseille waren deze veek zeer
willig gestemd.
Ceylon cif. Londen £ 5L-.- (vorige week £ 47.10.-) en cif.
Marseille £62.-.- (vorige week £
54.5/-).
NOTEERINGEN.
Java f.m.s.
5 Mei
1917….
f52h/snom.)
28 April 1917…. ,, 47 nom’ NO.T.-condities..
5 Mei
1916 ……
4OVs
fi
5 Mei
1915….
,,67h1
s
20-25 Juli1914…. ,, 28h
VERKEERS WEZEN.
BINNENVRACHTEN.
De afgeloopen week bracht voor den oorlogstijd een groot
verkeer in de Rotterdamsche haven en wel door de binnen-komst van diverse graanbooten uit Falmouth.
BEVRACHTINGEN.
6 Mei 1917. Er werden gedurende de laatste weken
weinig bevrachtingen gemeld, omdat de aanvoer naar de
Entente landen hoe langer hoe meer in handen van de ver-schillende ministeries, commissies, comité’s, etc. genomen
wordt. Zoo werd de invoer van meel en gerst, welke tot
dusver aan den handel gelaten was, in beheer van de Wheat
Commission gegeven. De scheepvaartbeheerder onttrok een
aantal booten uit den dienst der geregelde lijnen om voed-
sel en oorlogstuig aan te voeren, doch daartegenover stond,
dat verscheidene eigenaars van onzijdige schepen tenge-
volge van den verscherpten duikbootoorlog niet wilden
afsluiten.
In de Vereenigde Staten golden wederom hoogere vrach-
ten tw. 40/— per quarter graan naar Engeland en 2001-
per ton zwaar gewicht op de net charter naar Fransche
Westkust-havens. Er dreigt in Amerika een ernstig tekort
aan wagons in den naasten toekomst, alsmede opeenhooping
van goederen bij de spoorwegen en in de havens. De Inter-state Commerce Commission moet middelen beramen ten-
einde de moeilijkheden te boven te komen; aan genoemd
lichaam wordt tevens het voonemen toegeschreven maxi-
mum-vrachten voor goederen van de Vereenigde Staten vast
te stellen. Voor kolen naar Zuid-Amerika werd een aantal
schepen tot verhoogde vrachten (1101— è. 117/6) opgeno-
men. Verwacht wordt, dat scheepsruimte aan de markt ont-
trokken zal worden om kolen voor de marine te vervoeren.
Aan de vaart op de groote meren werd een aantal booten
onttrokken om voor de Transatlantische vaart ingericht te
worden. De aanbouw werd krachtig ter hand genomen, doch
men verwacht niet veel verbetering van den toestand vøÖr
Juli/Augustus, wanneer de nieuwe schepen, en wellicht ook
de in beslag genomen Duitsche booten, in de vaart ullen
komen.
Van Engelsch-Indië werden wederom – hoogere vrachten
betaald, t.w. Birma/Middellandsche Zee 400/— per ton,
Calcutta en Bombay/Engeland 2801— per ton DW, Madras/
Marseille 5001— per ton zaad, Karachi/Engeland 2001-
per scale ton.
Voor het vervoer van kolen en erts werd een overeen-
komst gemaakt, teneinde met Spaansche schepen maande-
lijks 150.000 ton kolen van Engeland naar Spanje te stu-
ren en op de terugreis erts, aardappelen, sinaasappelen, etc.
mede te brengen. Bevrachtingen van erts werden sedert ge-
ruimen tijd niet meer gemeld, zoodat de aanvoer wel ge-
heel met gerekwireerde en gehuurde schepen zal geschieden. Volgens berekening van deskundigen, wordt per dag 100.000
ton scheepsruimte gebruikt uitsluitend voor den aanvoer
van erts en ijzer voor oorlogadoeleinden.
Kolenvrachten van Engeland bleven onveranderd hoog.
Verscheping van hout van Noorwegen naar Engeland
vond bijna niet plaats, omdat de vastgestelde maximum-
prijzen laag bleken te zijn na aftrek van vracht en assu-
rantie. Voorts wordt overwogen om den uitvoer eerlang te
verbieden; ‘teneinde bij het nijpende gebrek aan kolen, hout
als brandstof te kunnen beziged.
GRAAN.
AtI. Kust
San Lorenso
Petro- Odessa
Ver. Staten
grad
Rotte,-
Data
Londen! dom Rotte,- Bristol Rotter.
1
Enge.
R’dam
dom
t
Kanaal dom
1
land
23128 April 1917
1
–
–
1
–
t
40/-
1
–
–
16121
,,
1917
1
–
1
–
1
–
1
401–
–
1
–
I
116 Mei
19161
–
1
–
1
–
1217
92
1
–
1 1701-
–
318 Mei
1915
–
1
–
1
10/-
1
.81-
1
6319
701-
Juli
19141
11 d.
713
1111
1
14
1111
1
14
121-
121-
HOUT.
Cronstadt
Golf een Mexico
Data
Holland
Oostk.
Engeland Holland Engeland
(gesaagd)
(mijn..
pitch-
j’ine)
(pitch.
psne)
tutten)
23128April
1917….
–
-.
–
–
16121
,,
1917….
–
–
116 Mei
1916….
–
–
318 Iei
1915….
–
–
–
2151-1)
Juli
1914….
f12,—
2416
4
751-
7716
ERTS.
1
Bilbao
Cartha-
1
Grieken-
Poti
Data
Middles_
gena
Middles-
1
land
1
Middles- Middles-
bro
bro’
1
bro’ bro’
23128 April
1917..
..
–
–
–
16121
,,
1017….
-.
–
–
–
116 Mei
1916….
1916
201-
–
–
318 Mei
1915.. ..
121-
1319
-.
–
-.
Juli
1914….
413
514
1
11
519
816
KOLEN.
Cordiff
Oostk. Engeland
Dato
1
Bor- Genua
Port
j0°J
1
Rotte,-
Cron-
deaux
Rivier
dom
stodt
1
23128 Apr. 1917
691-
10113
1001-
10216
–
–
16121
,,
1917
691-
10113
1101-
10216
–
–
116 Mei
1916 fr 60,-
9116
–
601-
f6,50
–
318 Mei
1915
,,
20,25
2613
301-
2612
,,6,—
–
Juli 1914
7
,-
713
1416
312
51-
t
–
–
DIVERSEN.
Data
1
– 1
West
1
1 i
ve.t
1 (a.w.
23/28 April
1917….
2801-
3601-
–
—
16121 ,,
1917….
2801-
3601-
–
–
116 Mei
1916. … 12716
142!6
–
–
318 Mei
1915….
5613
801-
8716
901-
Juli
1914 .. ..
1416
1613
251-
2213
1) Per zeilsehip.
Graan Petrograd per quarter van 496 lbs. zwaar, Odesso per Unit,
Ver. Staten per quorter van 480 lbs. zwaar.
Hout gezaagd en pitchpine per St. Pet. Standard van 165 kub. vt.,’
mijnstutten per oodem van 216 kub. vt.
Overige noteeringen per ton van 1015 K.G.
1
360
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Mei 1917
DE. TWENTSCHE BANK
Amsterdam
RotteFdam..
‘s-Gravenhage
1
iviaanastaat op, 30 April 1917
DEBET
0
Aandeelhouders nog te storten …………….
……………
f
1,784,700,-
Deelneming in de firma’s:
B. W. BLIJDENSTEIN & Co., te Londen
B. W. BLIJDENSTEIN Jr., te Enschedé
LEDEBOER & Co., te Almelo,
f
8284.250— waarvan in,
geidgestort
………………………………………
6.734.250.-
Deelneming in bevriende Bankinstellingen
f
1.617;800,— waarvan
in geld gestort ………………………. . ………….. .,
1.138.600,-
Voor rekening der Twentsche Kantoren gedeperd te Londen ,, 580.000,-
f
10.237.550,-
Fondsen van Aandeelhouders
te Amsterdam, Rotterdam, ‘s-Gravenhagei-
,, 29.084.850,-
Fondsen door ons gedeponeerd voor rekening/van bevriende
instellingen ……………………………………..
Kassa, Wissels en Coupons
Nederlandsche Staatsleeningen, Schatkistbiljetten en Schatkist-
promessen
…………………………. ……………
Saldo’s. bij Bankiers…………………………………….
Prdlongatiën gegeven ………………….
..”
Eigen Fondsen en Syndicaten …………………………..
Saldo te leveren en te ontvangen fondsen…………………
Crediêtvereeniging
……………………………………
f
18.770.751,65%
af: loopende Promessen ……………………………,, 1.300.000,-
1.449.200,-
21. 530. 875,45%
44.569.133,26
9. 550.878,47%
6.042790,-
3.008.378,47
157.71.4,34
17.470.751.65%
19.682.185,65
1.569.180.35
1.871.432,33%
Voorschotten tegen onderpand of Borgtocht en Saldo’s Rek. Crt.
Voorschotten op Oonsignatiën …………………………….
Geboiien
. …………………………………………
1L
CREDIT
f
Totaal ……
f
166.224.919,99
Kapitaal ……………….. . …………………………
f
16.000.000,-
Reservèfondsen
…………………………………….
,
8.13.539,82
–
Waarborgfonds Credietvereeniging …………
…………..
2.528.417,50
Reserve Credietereeniging ………………………….. ,,
2.461.754,79
f
29.113.712,11
Zieken- en Pensioenfondsen ……………… , ……………
211.393,63%
Aandeelhouders voor gedeponeerde fondsen als’waarborg voor
90 pOt. storting op aandeelen B ……………………
f
1.784.700,-
in Leendepôt …………….28.749.350,
11
•
,,
30.534.050,-
Deposito’s
……………………………..
…………..
,,, 25.655.604,39%
op Prolongatie ……………….. . …………..
,,
3.915.100,-
Saldo’s Rekeningen Courant …………………………..
.
49.462.943,04
Credietv’ereeniging
,,
8.950.226,86
Saldo
,,
met de kantoren in Londen en ‘Twente
,. 5.241.863,29%
Kassiersrekeningen …………………………………..
,,
3.111.587,15
Te betalen Wissels
……………………………………
0
,,
9.254.931,56
Diverse Rekeningen ……………………………………
773.507,94%
Totaal ……
f
166.224.919,99
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
Nederlandsche Bank voor Russischen Handel
BANQUE NÉERLANDAISE. POUR LE COMMERCE RUSSE
Kapitaal 5.000.000 Roebels.
Kantoor: 20 NEWSKY PROSPECT
Telegramadres: NEDRUSBANK
PETROGRAD.
De Bailk neemt goldeu á deposito en in rekening-courant en yerridht alle soorten viissel- en ballkakell.
Voor inlichtingen kan men zich wenden tot alle kantoren van
de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ en de TWENTSCHE BANK,
zoomede tot de heeren HOPE & Co. en LIPPMANN, ROSENTHAL & Co. te Amsterdam
en R. MEES & ZOONEN te Rotterdam.
J. & J. M. VOORHOEVE
Makelaars in Assurantin
Anno 1836
ROTrERDAM
NEDERLANDSCHE GRONDBRIEFBANK
HEERENGRACHT 495, AMSTERDAM
5
pC t. Oh 1 igatiën (Grondbrieven)
Beurkoers
Gecertificeerd door de Centrale Trust-Compagnie
Verkrijgbaar in stukken van
f
2500,—,
f
1000,—,
f
500,— en
f100,-
op elk goed effectenkantoor
GEBROEDERS CHABOT
KASSIERS en MAKELAARS in ASSURANTIËN
Deposito’s. – Rekening-Courant. -, Franco Chèque-Rekening.
Aan- en Verkoop van Wissels op het Buitenland. – Aan- en Ver-
koop van Fondsen. – Bewaarneming en Administratie van Effecten.
Oorlogs-, Transport-, Casco-, Brand-, Diefstal- e. a. verzekeringen
van eiken aard.
ONTVANG- EN
BETAALKAS
NIEUWE DOELENSTRAAT 20-22
AMSTERDAM
KAPITAAL EN RESERVEN
f
5.500.000,
DEPOSITO’s VOOR
1
JAAR FIXE á 4 PCT.
GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT
ZIJN
NA AFLOOP VAN HET
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.
NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGETND VOOR
GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER HALF JAAR
OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.
•PRACTISCH EFFECTENBOEK
ter vereenvoudiging van admini-
stratie en ten gebruike voor de
VERMOGENSBELASTING
Prijs
f1,—.
Alom verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij
NIJGH&VAN DITMAR’SUITG.-MJJ,R’DAM
•
I
AMSTERDAM – ROTTERDAM – ALMELO – DORDRECHT
Volgestort Kapitaal
f 10.000.000,—
Reserve
f 1.664.000,-
KANTOOR TE ROTTERDAM, LEUVEHAVEN W.Z. 103
GEO. H. MÇFADDEN & BRO. COTTON MERCHANTS
PHILADELPHIA—NEW YORK
Vertegenwoordiger voor Nederland: D. BREEKLAND, Oldenzaal—Enschede
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
PIERSON
&
Co.
BOISSEVAIN
&
Co.
AMSTERDAM
NEW YORK
FINANCIEREN IN- EN EXPORT.
–
BEHANDELEN VERSCHEPINGS
7
EN ANDERE DOCUMENTEN.
BEZORGEN OPSLAG, VERSCHEPING EN ASSURANTIE VAN GOEDEREN.
FOURNEEREN EN INCASSEEREN WISSELS OP ‘ALLE PLAATSEN IN DE VER. STATEN EN CANADA.
–
OPENEN REKENLNGCOURANT MET RENTE-VERGOEDING.
-.
–
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
UNIE BANK
DeWit&Co’s
.Dekenfabrieken
voor
GEVESTIGD TE HELMOND Nederland en Koloniën
Kapitaal ……………
.
1.200.000,—
AMSTERDAM
Waarvn geplaatst ………,,
9•000,
BATAVIA
–
SOERABAYA
t
–
UITGIFTE EENER
5%
Eepste Hypothocaipe ObligâtieIeeoio
NIJGH
&
VAN
ijpoot ƒ6003000
D ITMAR’S
verdeeld in stukken van f1000,—, aflosbaa.á pari in 20 jaar,
UITGEJERS-MIj
in jaarlijks gelijke termijnen.D
–
Indien v6r 1 Mei 1922 tot versterkte aflossing wordt
overgegaan, zal dit geschieden met een prèniie van 2 pCt.
ROTTERDAM
De DIRECTIE bericht, dat
‘Op
.
Wijnhaven 111-113
•
VRIJDAG ii MEI 19179
Tel.7841-’42-’43-’61
van des morgens 9 uur tot des namiddags 4 uur,
1
,
de Inschrijving zal zijn opengesteld op bovengenoemde Leening
tot den koers’ van
984
pCt.
Betast zich
te
Amsterdam.
.
bij de Heeren
PATIJN,
VAN NOTTEN
. &
‘Co.,
te
Rotterdam
. .
bij de DISCONTO-MAATSCHAPPIJ,
met ‘t verzorgen
te
‘s-Gravenhage.
bij de Heeren SCHEURLEER
&
ZOONEN.
van u lt gaven
te
Hdmond.
. .
bij LOTICHIUS&Co’s COMMA’NDITAIRE BANK
Prospectussen en Inschrijvingsbiljetten zijn aan de hierboven ge-
en tijdschriften
noemde kantoren verkrijgbaar, waar de statuten en de voorwaarden der
op eik gebied
liggen.
.
trustacte-ter
inzage
zullen
N. V. De Wit
&
Co’s Dekenfabrieken.
Ir
HELMOND, 5 Mei 1917.
WERKSPOOD’ AMSTERDAM
Land-, en Scheeps-Mchines
–
Dieselmotoren
Installatiën voor Suikerfabrieken
–
Polderbemalingen
–
IJzercdhstructiën
Reeders en Cargadoors
E B R.
‘Tj
GN UDEN
Bevrachtingaagenten.
–
Expediteurs
KOOP en VERKOOP VAN SCHEPEN
ROTTERDAM
–
AMSTERDAM
ZAANDAM
TeIegramAdres: ,,VANUDEN”