Klimaatbeleid wordt vaak op nationaal niveau vormgegeven, en dat leidt tot problemen. Wanneer één land CO2 beprijst en het andere schone industrieën subsidieert zonder CO2 te beprijzen, dan wordt de concurrentie verstoord in het voordeel van CO2-intensieve bedrijven in het subsidiërende land. Ook kunnen landen té hoge subsidies bieden voor verduurzaming wanneer ze hun vestigingsklimaat aantrekkelijker willen maken. Carbon border adjustment verlicht deze problemen, zo tonen Clausing en Wolfram aan de hand van een keuzematrix. Met zo’n mechanisme kunnen landen de prijs op CO2 gelijktrekken door een importtarief te eisen ter hoogte van het verschil tussen de twee nationale CO2-prijzen.
Auteur
Categorieën