Ga direct naar de content

Tussenbalans zaakt beleggers

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: maart 6 1991

ECONOMIE

Tussenbalans
zaakt
beleggers
De vooruitzichten voor de jaren 19911994, zoals gepresenteerd in de Miljoenennota 1991, leidden op Prinsjesdag al tot sceptische opmerkingen
van velen. Ook het Centraal Planbureau gaf toen al aan dat het centrale
economische scenario van de MEV,
op basis waarvan de begrotingsplannen waren opgesteld, gezien de inval
van Irak in Koeweit wel eens te optimistisch zou kunnen blijken. Dit
vormde de aanleiding voor de nu gepresenteerde Tussenbalans.
Door onder meer Internationale oorzaken is de verwachting dat het rentepeil in Nederland voorlopig niet substantieel kan dalen, terwijl men
indertijd uitging van een niveau van
6% vanaf 1991. Sinds het aantreden
van het kabinet in 1989 vormt een
aantal bijzondere gebeurtenissen aanleiding tot het bijstellen van de verwachtingen. De ontwikkelingen in
Oost-Europa resulteerden in een sterke stijging van de vraag naar kapitaal.
Het meest direct wordt dit zichtbaar
in de financiering van de Duitse eenwording. Ook de Amerikaanse recordtekorten leidden tot een opwaartse
druk. De komende jaren zal er vanuit
deze optiek nog een forse zuigkracht
naar kapitaal plaatsvinden. Daar komt
nu bij dat de wederopbouw van Koeweit en Irak naar alle waarschijnlijkheid honderden miljarden guldens zal
kosten, hetgeen lang niet volledig
door de beide landen zelf opgehoest
zal kunnen worden.
Het gevolg is dat de rentelasten van
het Rijk, voor onder meer de financiering van de staatsschuld en de woningbouw, in 1994 circa/ 3,7 miljard
hoger zullen uitkomen dan verwacht. In verband met de financiering van de ontwikkeling in Oost-Europa is daarnaast de verwachting
gerechtvaardigd dat de afdrachten
aan de EG zullen stijgen.
Naast deze oorzaken van externe
aard staan die met een interne achtergrond. De belastinginkomsten vallen aanzienlijk tegen. In 1990 lagen
vooral de vennootschaps- en inkomstenbelasting ten grondslag aan de

/ 1,1 miljard lager dan geraamde inkomsten. Naast andere tegenvallers
wordt voor 1994 een gat voorzien
van circa / 5 miljard ten opzichte
van eerdere ramingen. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, verband
houdende met de ongunstige ontwikkeling van arbeidsongeschiktheid en ziekte, naast de hoger dan
geraamde loonstijging met repercussies voor de begroting gezien de
koppeling, vormen de laatste belangrijke negatieve factor.
De genoemde tegenvallers leiden tot
een extra druk op de begroting, oplopend van/ 4,7 miljard in 1991 tot
/ 12,6 miljard in 1994. Dit heeft ertoe
geleid dat in de Tussenbalans een
pakket maatregelen wordt voorgesteld van ruim/ 17 miljard, waarvan
/ 12,8 miljard uitgavenbeperking en
/ 4,7 miljard lastenverzwaring.
Voor de belegger was de in eerste instantie voorgestelde vermindering of
afschaffing van de rente- en dividendvrijstelling, naast beperkter aftrekmogelijkheden voor kredieten, de grootste verrassing. Als compenserende
maatregel werd een verhoging van de
belastingvrije voet voorgesteld.

Banken furieus
De banken reageerden furieus op de
voorgestelde maatregelen.
Voorheen gold een rentevrijstelling
van (f 1000 per persoon of)/ 2000
per paar, en per kind een extra vrijstelling van/ 500. In 1987 verplichtte het kabinet de banken om de
door hen uitgekeerde rente aan de
belastingdienst te melden. Ter compensatie werd de rentevrijstelling
verhoogd van/ 700. De dividendvrijstelling dateert pas van 1980. Met ingang van 1985 werd deze nog verhoogd tot / 2000 voor echtparen.
De voorgestelde beperking van de
rente- en dividendvrijstelling leidt
volgens de banken tot een verslechtering van de Internationale concurrentiepositie van de Nederlandse
banken bij het aantrekken van spaargelden. Deze verslechtering zou negatieve repercussies hebben op de
funding van de banken, hetgeen de
belangrijke positie van de banken
als financieringsbron voor het bedrijfsleven aantast.
Het al dan niet volledig schrappen
van de rentevrijstelling zou opnieuw
leiden tot sterke ontsparing en kapitaalvlucht naar het buitenland. Het
negatieve effect van de invoering
van renterenseignering in 1987,
wordt door de banken geschat op
een ontsparing van/ 5 a/ 9 miljard,
waarvan volgens de schattingen van

de zijde van het Ministerie van Financien/ 2 miljard kapitaalvlucht. Dit
geeft aan dat dergelijke maatregelen
majeure gevolgen kunnen hebben.
In de Tweede Kamer vond de oppositie gehoor. Voorlopig blijft de regeling van de rentevrijstelling zoals die
was. De rente op persoonlijke leningen blijft in ieder geval gedeeltelijk
aftrekbaar. Het ziet er echter naar uit
dat het afschaffen van de dividendvrijstelling wel doorgang vindt.
De effecten- en optiebeurs reageerden gezamenlijk met een brief, waarin ook zij wezen op de gevaren van
een kapitaalvlucht. Naar hun mening
zullen vooral de kleine beleggers getroffen worden door afschaffing van
de dividendvrijstelling. Sinds de invoering daarvan is het particuliere
aandelenbezit fors toegenomen,
waardoor mede een betere spreiding
van het aandelenbezit is opgetreden.
Ook ontstaat hierdoor een beter klimaat voor de financiering van het
Nederlandse bedrijfsleven. Er wordt
op gewezen dat het regiem op winstinkomen in Nederland toch al strenger is dan in ons omringende landen. In Nederland wordt de winst bij
het bedrijf met 35% vennootschapsbelasting belast, waarna het uitgekeerde dividend nog eens onder de
inkomstenbelasting valt. In het algemeen kent men een dergelijke dubbele belasting op in het bedrijfsleven gegeneerde winst in het buitenland niet. Overigens geldt dat in veel
ons omringende landen het tarief
voor de vpb hoger ligt.
De particuliere belegger zal zijn in
het verleden zorgvuldig opgebouwde beleggingsportefeuille, in samenhang met zijn overige financiele en
fiscale plaatje, moeten herzien. Daarbij zal de keuze waarschijnlijk op andere beleggingsvormen vallen dan
voorheen. Te denken valt daarbij bij
voorbeeld aan de (nu nog) fiscaal
vriendelijke buitenlandse fictief-rendementfondsen en de beleggingsmaatschappijen die onder de vennootschapsbelasting vallen (rentegroeifondsen). Verstrekkers van hypothecaire leningen kunnen wellicht
ook profiteren, daar de hypotheek
fiscaal bezien een relatief extra aantrekkelijke financiering zal worden.
Kortom, voor de particuliere belegger leiden de maatregelen tot de
noodzaak het gehele financiele plaatje opnieuw door te lichten.

Deze bijdrage is ontleend aan de tweewe-

kelijkse uitgave Beleggen met Van Lanschot.