Ga direct naar de content

De conjunctuur na de Golfoorlog

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: maart 6 1991

DEZE WEEK

Verbetering indicatoren in VS

De coniunctuur
na de
Golfoorlog
Het beëindigen van de vijandelijkheden in de Golf kan van positieve invloed op de wereldeconomie zijn.
Het kan enig tegenwicht vormen tegen de recessieve tendensen die in
steeds meer landen voelbaar worden. Het wegvallen van de vrees
voor een hogere olieprijs is gunstig
voor de inflatieverwachtingen,
terwijl het vertrouwen van consument
en ondernemer kan verbeteren, zo
wordt algemeen aangenomen.
Voor de financiële markten zou de invloed echter negatief kunnen uitpakken. De oliedollars zochten in het verleden een weg naar de internationale
kapitaalmarkten, terwijl ze nu eerder
in de eigen regio besteed zullen worden. Bij de wereldwijd toch al te verwachten kapitaalschaarste is dit geen
gunstig vooruitzicht.
Een positieve invloed daarentegen
zou kunnen uitgaan van de nieuwe
orders die los kunnen komen nu de
vijandelijkheden zijn beëindigd. De
civiele schade in het Midden-Oosten
dient hersteld te worden. Het grootste is uiteraard de schade in Irak, die
wel op $ 250 miljard wordt geschat.
Het herstel aldaar zal echter mogelijk pas vertraagd en zeer gedeeltelijk op gang komen. Anders ligt dit
ten aanzien van de schade in Koeweit. Ruwe schattingen komen op
rond $ 50 miljard. De financiering
hiervan behoeft geen onoverkomelijke problemen op te leveren. Koeweit heeft aangekondigd zijn bezittingen over de gehele wereld niet te
zullen verkopen, maar kapitaal aan
te trekken in de vorm van leningen.
Dat Irak de schade moet vergoeden
lijkt een formaliteit, te meer daar
Irak al $ 17 miljard in het krijt stond
bij Koeweit.
Grote orders kunnen uit logistieke
overwegingen slechts gefaseerd worden gegeven en worden uitgevoerd.
Ze zullen vooral terecht komen bij leveranciers uit landen die voor de bevrijding van Koeweit hebben gestreden. In eerste instantie de VS,
Engeland en Frankrijk.

In de VS werd de daling van het bnp
over het vierde kwartaal opwaarts
bijgesteld. De daling blijkt geen
2,1% maar ‘slechts’ 2% te hebben bedragen. Ook de daling van de index
of leading indicators viel mee. Over
januari werd een teruggang gemeten
van 0,4% waar algemeen -0,5% was
verwacht. (Overigens blijkt het cijfer
over december gecorrigeerd van
+0,1% tot -0,1%. Daarmee is de index over zes achtereenvolgende
maanden gedaald.) Daarnaast daalden de orders voor kapitaalgoederen in januari slechts met 0,7%, terwijl was gerekend op een daling met
1,7%. Het consumentenvertrouwen
blijkt in de VS voor het eerst sinds
maanden tekenen van herstel te tonen. In februari was er een stijging
van 2,6 punt tot 57,7%. Ook de eerste indicatie over de activiteit in de
maand februari, gemeten in de index van inkoopmanagers,
liet een

i

Fvan Lanschot

Bankiers nv
SINDS 1737

eerste positieve impuls zien. Deze
steeg van 37,7% in januari tot 38,5%.
De laatste cijfers zouden er op kunnen wijzen dat de recente renteverlagingen effect beginnen te sorteren,
dat de economie aantrekt en dat een
verdere daling van de rente minder
noodzakelijk wordt.
VK in recessie
De macro-economische
cijfers in het
VK bevestigen dat de economie zich
in een recessie bevindt. Het bruto nationaal produkt daalde in het vierde
kwartaal van 1990 met 0,9% ten opzichte van het voorgaande kwartaal.
In het derde kwartaal nam het bnp
al af met 1,3% vergeleken met het
tweede kwartaal. De werkloosheid
bedraagt nu 6,6% van de beroepsbevolking, hetgeen betekent dat circa
2 miljoen mensen geen werk hebben. In januari verslechterde de handelsbalans tot een tekort van £ 1,23
miljard, vooral door een forse toename van de olie-import.
Volgens enquêtes van de Britse werkgeversorganisaties zijn de verwachtingen bij de bedrijven nog erg somber, alhoewel geen verslechtering
vergelijkbaar met begin jaren tachtig
wordt verondersteld. Onderzoekers

263

I

ECONOMIE

Beursindices
1991
hoogste
koers
VS (Dow Jones)
Engeland (FT-100)
Duitsland (DAX)
Nederland (CBS)
Japan (Nikkei)
Australië (All Ord)

2.935
2.387
1.601
183
26.463
1.414

van de London Business School
voorzien echter dat de Britse economie (evenals de natuur) in de lente
weer zal opbloeien.

Tragere groei in Frankrijk
In Frankrijk daalde het bruto binnenlands produkt in het laatste kwartaal
met 0,4%. Daarmee kwam het jaarcijfer op 2,8%, tegenover 4,1% in 1989.
Het handelsbalanstekort
over januari
was met FF 5,8 miljard fors lager dan
de 9,3 miljard van december. Met
name de goede groei in Duitsland
lag hieraan ten grondslag. (Overigens daalden daar de orders voor kapitaalgoederen in januari met 3%,
vooral omdat het buitenland 12%
minder bestelde). Voor 1991 rekent
de Franse regering op 2% groei,
maar onafhankelijke economen rekenen eerder op slechts 1%. De mogelijkheden om de economie te stimuleren door middel van een renteverlaging zijn beperkt gezien de positie
van de Franse frank binnen het EMS.

Moeilijke keuze voor Japan
De Japanse economie vertoont nu
reeds 50 maanden van onafgebroken groei. Toch is ook hier sprake
van verminderende
economische
omstandigheden.
Het aantal faillissementen van Japanse bedrijven bedroeg in januari 646, een derde
van het totale aantal van vorig jaar
en het op een na hoogste cijfer
sinds de start van de reeks in 1964.
De meerderheid van de bedrijven
verwacht dat de economische
groei in 1991 afneemt. De sedert
begin 1989 fors opgelopen rente
remt de bestedingen. Verwacht
wordt dat de bedrijfsinvesteringen
in het tweede kwartaal van 1991
met 0,9% zullen afnemen, waar ze
de afgelopen jaren steeds een
groei van meer dan 10% toonden.
De economische groei in het laatste kwartaal van 1990 bedroeg
0,6% ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Op jaarbasis
komt dit neer op 2,6%. De afnemende groei zal de druk op de cen-

1991
laagste
koers

Koers
per
15/2

Koers
per
1/3

2.470
2.055
1.323
162
22.443
1.205

2.915
2.297
1.531
178
25.344
1.377

2.910
23.87
1.517
182
25.882
1.395

trale bank om de rentetarieven te
verlagen verder doen toenemen.
Sinds mei 1989 is het Japanse disconto in zes stappen verhoogd van
2,5% tot 6%.
Een zorgenkind blijft echter de aanhoudende groei van de geldhoeveelheid, hoewel het tempo vertraagt.
De toename van 7,3% in januari ligt
ver boven het groeitempo van de reele economie. Een te sterke groei
van de geldhoeveelheid kan de inflatie aanwakkeren, terwijl de binnenlands gegenereerde inflatie toch al
zorgen baart. Zowel de consumenten- als de groothandelsprijzen
stijgen sneller dan in de afgelopen negen jaar is voorgekomen.
Consumentenprijzen
in de agglomeratie Tokio stegen in januari met
4,2% op jaarbasis, tegenover een stijging van 2,5% medio vorig jaar. 60%
van de toename is te wijten aan factoren als hogere olie- en voedselprijzen, maar 40% komt voor rekening
van onderliggende factoren, zoals
hogere loon- en produktiekosten.
Deze ontwikkeling baart de Bank of
Japan nog veel zorgen in haar beoordeling van de economische situatie.
De keuze voor een renteverlaging is
in dit licht dan ook moeilijk te maken.

Duitse begrotingsperikelen
In Duitsland viel het beroep van de
overheid op de kapitaalmarkt in
1990 mee, gezien de eerdere ramingen. Uiteindelijk werd voor een bedrag van DM 117 miljard geleend.
Wellicht dat het tekort voor 1991 dan

ook eerder op DM 140 miljard uitkomt dan op de al genoemde DM
155 miljard.
Toch is de Duitse overheid niet gerust met de grote tekorten. Wees de
Bundesbank er nog op dat ze liever
bezuinigingen zag dan belastingverhogingen, in verband met het daarmee samenhangende
inflatiegevaar,
de regering besloot toch tot fiscale
maatregelen over een breed front.
Men wil de loon-, inkomsten- en
vennootschapsbelasting
per 1 juli,
en in beginsel voor een jaar, verhogen met 7,5%. Verder voert men een
verhoging van de accijns voor brandstoffen door. Het pakket is nodig ter
financiering van de Duitse bijdrage
aan de geallieerde coalitie, Oost-Europa en de wederopbouw van de
vroegere DDR.

Rentedaling stagneert
Na de forse rentedaling als gevolg
van teruglopende economieën en dalende olieprijzen lijkt de euforie nu
ten einde. De kapitaalmarkt gaat nu
weer vooruitlopen op een sneller
dan verwacht economisch herstel nu
de Golfoorlog is beëindigd.
Gezien het verwachte aantrekken
van de groei in de VS later dit jaar is
het de vraag of de Fed tot verdere
verlagingen overgaat. Voorzitter
Greenspan gaf al aan dat hij eerst de
effecten van de eerdere verruiming
van het monetaire beleid wil afwachten. Het rendement op dertigjarig papier steeg weer tot boven 8,1%.
De ontbrekende stimulans van lagere Amerikaanse rentes speelde ook
Europa parten. In Duitsland werd de
aandacht weer meer op binnenlandse factoren gevestigd, onder andere
door de begrotingsbehandeling
in
het parlement. De kosten van de
eenwording blijven daarbij boven de
markt zweven.

Dollar scherp in herstel
Als gevolg van de euforie rond de
beëindiging van de Golfoorlog kon
de dollar weer aan kracht winnen.
Ook de uitspraak van Greenspan dat

Valutakoersen
1991
hoogste
koers
Amerikaanse dollar
Engelse pond
Duitse mark (100)
Zwitserse frank (100)
Japanse yen

1,75
3,31
112,82
135,62
129,83

1991
laagste
koers
1,64
3,26
112,65
131,36
125,36

Koers
per
15/2

Koers
per
1/3

1,66
3,28
112,66
131,39
127,73

1,73
3,29
112,72
130,07
128,89

DEZE WEEK

een verdere renteverlaging op zich
laat wachten, en dat een daling van
de dollar vanaf de huidige niveaus
ongewenst is, draagt aan het optimisme voor de valuta bij. De inflatie-ontwikkeling biedt vooralsnog geen al
te optimistische kijk op de rente. De
consumentenprijzen blijken in januari met 0,4% te zijn gestegen. Wanneer de prijsveranderingen van energie en voedsel buiten beschouwing
worden gelaten, is er sprake van een
toename van 0,8%, een hoog cijfer
voor één maand. De Fed verwacht
overigens een dalende inflatie.
Het Engelse pond kwam slechts licht
onder druk na de discontoverlaging
van 13,5 tot 13% per eind februari.

Optimisme op beurzen
Nadat de scherpe stijging van de aandelenkoersen zich aanvankelijk
voortzette, werd de laatste week van
februari gekenmerkt door een consolidatie op de internationale aandelenmarkten. Het wegvallen van de rentestimulans speelde hierbij een
belangrijke rol. De bouw- en constructiebedrijven konden zich internationaal verheugen in een scherp
toegenomen belangstelling. In Koeweit zijn zeer grote orders te vergeven, zo wordt geredeneerd.
In Amerika schommelde de Dow Jones rond het niveau van 2.900. De
zwakke positie van het bankwezen
blijft de beurs van tijd tot tijd parten
spelen, hoewel ook wel eens positieve uitzonderingen zijn te bespeuren.
Zo ontvangt Citicorp financiële hulp
van de Saoedische prins Alwaleed
Bin Talal. Hij steekt $ 590 miljoen in
converteerbare preferente aandelen.
De prins bezit al 4,9% van het aandelenkapitaal. Door de omwisseling
van de converteerbare stukken kan
hij het pakket vergroten tot ongeveer 14%. De conversiekoers is bepaald op $ 16, hetgeen dichtbij de
fors gestegen huidige beurskoers
ligt. De achtergrond van deze plaatsing is gelegen in het feit dat de onderneming een versterking van het
eigen vermogen nastreeft van $ 1 tot
1,5 miljard. In het vierde kwartaal
van 1990 boekte Citicorp een verlies
van $ 382 miljoen. De bank wil
8.000 banen schrappen op het totaal
van 90.000.
De Nikkei-index in Japan is inmiddels gestegen van 22.000 medio januari tot 26.500 aan het eind van februari. Ook buitenlandse beleggers
toonden zich actief. Zij richtten zich
vooral op de bekende elektronicawaarden zoals Toshiba en Fujitsu.
Op de Duitse aandelenmarkten

ESB 6-3-1991

werd aanvankelijk negatief gereageerd op de tijdelijke belastingverhogingen die de regering voorstelde.
Later won de overtuiging dat meer
belasting een kleiner beroep op de
kapitaalmarkt betekent, hetgeen positieve gevolgen voor rente- en dus
ook aandelenmarkt heeft. Daar staat
weer tegenover dat te verwachten
looneisen ter compensatie van het
koopkrachtverlies
de inflatie-angst
aanwakkeren.

Amsterdam vriendelijk
Op de Amsterdamse aandelenmarkt
heerste wederom een vriendelijke
stemming. Ook hier bestond grote
belangstelling voor de internationale
bouwers, die mogelijk zullen profiteren van werkzaamheden
die vanuit
de Golf wordt verwacht.
Hoogovens is als gevolg van een inzakkende vraag gedwongen de produktie met 10% tot 15% te beperken.
Het bedrijf houdt er rekening mee
dat werktijdverkorting voor het personeel moet worden aangevraagd.
Het aandeel Hoogovens verloor in
één dag bij hoge omzetten f 6,60 en
sloot op f 45,60, een verlies van
12,5%. Kort daarop volgde echter
een herstel.
Grote schommelingen in de olieprijzen alsook afzwakkende economische groei hebben de winstval van
de Koninklijke/Shell Groep over
1990 exclusief voorraadwinsten
op
16% doen uitkomen. De winst per
aandeel kwam daardoor uit op
f 13,98 tegenover f 15,05 vorig jaar.
Het slotdividend van Koninklijke
komt uit op f 4,50. Met het al eerder
vastgestelde interimdividend van
f 3,35 komt het dividend over 1990
in totaal op f 7,85. Een 20% goedkopere dollar ten opzichte van het Britse pond en de relatief hoge rentestand drukten het resultaat. De koers
steeg na publikatie slechts marginaal, maar later trok zij verder aan.
Unilever heeftf 630 miljoen opzijgelegd voor herstructurering van de activiteiten in Europa. Een en ander
vindt plaats in het kader van de gemeenschappelijke
Europese markt
van na 1992, waarop Unilever zich
concurrerend wil positioneren. De
nettowinst van het concern is hierdoor in 1990 met 14,2% gedaald tot
f 2,98 miljard. Bij de bepaling van
het resultaat per aandeel, f 12,86 tegenover f 12,36 vorig jaar, gaat men
uit van het bedrag zonder voorzieningen. Als gevolg van de voorgenomen maatregelen komen de volgende 3 jaar 5.500 banen te vervallen.
De cijfers werden ter beurze als te-

leurstellend ervaren, waardoor de
koers in enkele dagen tijd terugviel
met zo’nf 5 tot even bovenf
148.
De koers van AKZO stond vooruitlopend op de publikatie van de jaarcijfers onder druk. De winstdaling met
30% totf 14,94 per aandeel en de dividendverlaging vanf 8 totf 6,50 lagen aan de benedengrens van de
taxaties. Toch veerde de koers, na
een aanvankelijke verdere tik, op.
Bij bestudering van de cijfers bleek
ook hier een reorganisatievoorziening ten laste van de resultaten te
zijn gebracht. De aankondiging van
plannen voor produktiviteitsverbetering en reorganisatiemaatregelen
boezemde de beleggers vertrouwen
in.
Ahold stond in de belangstelling nadat was medegedeeld dat een vierde
winkelketen in de VS zal worden gekocht. De Amerikaanse omzet zou
daarmee in de richting van $ 6 miljard komen. De acquisitie zal geheel
vanuit de Amerikaanse activiteiten
kunnen worden gefinancierd.
Het nettoresultaat van Hagemeyer is
over 1990 met ruim 24% gestegen tot
f 67,6 miljoen bij een met ruim 9%
toegenomen omzet. Bij ongewijzigde valutaverhoudingen
zou de omzetgroei bijna 18% hebben bedragen. Daarvan was dan de helft
afkomstig van autonome groei en
het overige deel van acquisities. De
winst per aandeel kwam op f 12,59
tegenover f 10,60 vorig jaar. Het handelshuis stelt voor een dividend van
f 4,52 uit te keren (in 1989 f 4,00),
naar keuze deels in de vorm van een
stockdividend.
Al met al was het bedrijfsnieuws gemengd. De reactie op de beurs was
over het algemeen goed, hetgeen de
vriendelijke ondertoon illustreert.
Het is de vraag of de weerstand rond
het niveau van 260 voor de EOE aandelenindex op afzienbare termijn
ook nog kan worden genomen.

265