Een zoontje van een transferverpleegkundige dacht dat zijn moeder goed verdiende. Hij had het zelf op het schoolplein gehoord. Transfers, daar zat het grote geld. Wat is de reden dat ik deze ietwat obscure beroepsgroep van een paar honderd professionals uit de vergetelheid probeer te onttrekken?
De beroepsgroep, verantwoordelijk voor een ordentelijke overgang van jaarlijks ruim 350.000 patiënten van het ziekenhuis naar elders, toont de twee gezichten van ons gezondheidszorgstelsel.
Keerzijde
Vanzelfsprekend willen we dat patiënten niet aan hun lot worden overgelaten als ze de drempel van het ziekenhuis over gaan, maar simpel blijkt dit niet. Overdracht van medische dossiers, therapietrouw, logistiek, indicatiestelling, zorgtoewijzing en administratieve lasten — allemaal complexe fenomenen waar men snel in verdrinkt.
Het kan de maatschappij een hoop opleveren als dit goed gebeurt, vooral nu we patiënten zo snel mogelijk (ook in hun eigen belang) het ziekenhuis willen uit bezemen om elders te herstellen of verzorgd te worden. Ze zijn kwetsbaarder dan vroeger en hebben dus meer ondersteuning nodig. Als zo’n overgang ordentelijk verloopt, herstellen de patiënten sneller en ondervinden ze minder stress, terwijl de maatschappij profiteert omdat onnodige zorgkosten worden vermeden.
Tot zover het halfvolle glas. Want er is een keerzijde. In Nederland is het hele zorgsysteem ingesteld op het denken vanuit instellingen en productie leveren. Ook de financiering is daarop gebaseerd. Laat dat nu net vervelend zijn voor deze beroepsgroep.
Volumestampen
Wie hebben er baat bij de acties van de transferverpleegkundige? In eerste instantie het ziekenhuis, maar ook de patiënt zelf, de verzekeraar, de thuiszorg, de verpleeghuizen en in toenemende mate de gemeente. Vaak is de transferverpleegkundige in dienst van het ziekenhuis. Dat wordt niet vanzelfsprekend door andere partijen vertrouwd, waardoor zij een deel van het werk overdoen.
Daarnaast is financiering vanuit één partij onverstandig, omdat het transferverpleegkundigen dagelijks met ongewenste ethische dilemma’s en belangentegenstellingen confronteert. Ook elders in de zorg zien we dit fenomeen. In ziekenhuizen moeten artsen voortdurend ongemakkelijke afwegingen maken tussen het financiële belang van het ziekenhuis en het collectieve belang van gepaste zorg leveren. Bij de geestelijke gezondheidszorg en de langdurige zorg is het niet anders. Deze wereld van volumestampen moeten we als maatschappij niet willen.
Ik droom van een toekomst waarin zowel de organisatie als financiering van de zorg uitgaat van de patiënt. Transferverpleegkundigen en al die andere bevlogen mensen in de zorg kunnen dan weer doen waar ze het beroep ooit voor gekozen hebben. Transfervrij als het even kan.
Auteur
Categorieën