Studenten tegen marktwerking
Aute ur(s ):
Haven, K. van der, (auteur)
Kritische Studenten Utrecht
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4359, pagina D27, 9 mei 2002 (datum)
Rubrie k :
Kiezen in het onderw ijs
Tre fw oord(e n):
hoger, onderw ijs
Ongeacht waar de student voor wordt opgeleid, is het voor onze samenleving van belang dat de student de werkomgeving of het
onderzoeksveld waar hij later actief in zal zijn, kritisch kan benaderen. Op die manier vindt er telkens een toestroom plaats van
kritische jonge mensen met een frisse en open blik op bepaalde kwesties en maatschappelijke vraagstukken. Zonder die toestroom
bloedt het innovatieve vermogen van onze samenleving dood, ontbreekt het intellectueel debat en verworden mensen tot passieve
consumenten of abstracte ‘human resources’.
Ditzelfde speelt op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Een te grote invloed van bedrijven op het curriculum bemoeilijkt een kritische
reflectie op de beroepspraktijk en werkt een eenzijdige benadering van de eigen bedrijfstak in de hand. Ook voor meer beroepsgerichte
universitaire opleidingen als tandheelkunde of farmacie geldt dit. Studenten moeten zich breder kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld door
vakken als wetenschapsfilosofie te volgen.
Inmiddels lijkt echter niet het wetenschappelijke onderwijs maar het beroepsgerichte onderwijs de norm te zijn geworden voor ‘goed’
onderwijs. De scheiding tussen hbo en wo wordt hierdoor onduidelijk. De mentaliteit van de hedendaagse student, die vooral kijkt naar
beroepsperspectieven, is hier ook debet aan. Deze ontwikkeling moet worden tegengegaan. Direct investeren in de kwaliteit van
opleidingen die van wetenschappelijk of maatschappelijk belang zijn, maar niet direct aansluiten op een bepaalde beroepspraktijk, is
hiervoor noodzakelijk. Het kan immers maatschappelijk evenveel nut hebben, je te verdiepen in bijvoorbeeld bedrijfsmanagement als in
Renaissanceliteratuur. Om de scheiding tussen hbo en wo helderder te maken, zouden beroepsgerichte academische opleidingen ook
onder het beroepsonderwijs geplaatst kunnen worden.
De profilering van universiteiten wordt steeds meer bepaald door een concurrentieslag om de studentenaantallen. Overal verrijst
hierdoor hetzelfde (beroepsgerichte) aanbod van studies die de meeste studenten trekken of in hoge mate interessant kunnen zijn voor
investeringen vanuit het bedrijfsleven. Juist universiteiten die bijvoorbeeld waardevolle ‘unica’ aanbieden (bijvoorbeeld Kleine letteren)
zouden, ook al trekken zij minder studenten, extra financiering moeten krijgen om de pluriformiteit in het wetenschappelijk onderwijs te
behouden.
Doet de overheid dit niet, dan ontstaat een eenzijdig onderwijsaanbod dat zich sneller zal moeten kunnen aanpassen aan de grillige
onderwijsvraag vanuit de ‘onderwijsconsumenten’. Bevordering van dit vraagdenken via de inkoop van onderwijs moet dan ook worden
afgewezen. Dit zou het korte-termijndenken op universiteiten stimuleren. Lange-termijninvesteringen zijn echter nodig, willen we de
kwaliteit, continuïteit en de diversiteit van het wetenschappelijk onderwijs in Nederland handhaven. Hiervoor zou een nietvraaggestuurd vast gedeelte van het overheidsbudget voor onderwijs moeten worden gereserveerd, dat in samenspraak met de
gezamenlijke universiteiten wordt geïnvesteerd in achtergestelde onderzoeks-onderwijsgebieden.
Dossier Kiezen in het onderwijs
H.J.E. Bruins Slot en J.W. Oosterwijk: Kiezen in het onderwijs
J.M. Pomp: Marktwerking in het onderwijs
C.N. Teulings: Investeren in onderwijs
R. Bosker: Reactie: Onderwijskundige aspecten van transparantie en kwaliteitsborging
O.C. McDaniel: Vouchers en leerrechten
M. van Dyck en S. Schenning: De leerling centraal
F.J. de Vijlder: Maatwerk gevraagd
R.M. Ulrich en M.D.L. Veraart: De school als onderwijsproducent
E.J.F. Canton en R.J.G. Venniker: Prikkels in het hoger onderwijs
F. van Vught: Reactie: Internationale marktwerking
E. Frinking en E. Horlings: Reactie: De prijs voor onderwijs
C.J. van der Haven: Studenten tegen marktwerking
J. Zondag: De student aan zet
H.J.M. Adriaansens en R.J. in ‘t Veld: Bama: kansen en bedreigingen
M.C.E.J. Bronckers en G.A.V.C. Desmedt: De invloed van de wto op het onderwijsbestel
S.G. van der Lecq: De markt voor onderwijs
Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)