“Zeg, die WIA, is dat nou eigenlijk een succes?” Deze terloopse vraag in de redactievergadering van ESB leidde tot een wonderlijke ontdekkingstocht voor de redactie.
In 2006 werd de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen van kracht. De wet vormde het sluitstuk van een reeks van hervormingen die allemaal tot doel hadden om het gebruik van de werknemersverzekering voor arbeidsongeschiktheid beheersbaar te maken. In die opzet zijn deze hervormingen geslaagd, maar toch verschijnen er de laatste jaren steeds meer wolken aan de horizon.
De in 2006 ingevoerde arbeidsongeschiktheidsregeling WIA focust sterker op het hervatten van werk dan de WAO-regeling tot 2006 deed. In hoeverre is de uitkeringsstatus nu inderdaad tijdelijk? Een analyse vijf jaar later van de status van aanvragers uit 2010.
Met het SER-advies Werken aan arbeidsgeschiktheid stond de polder aan de basis van een ingrijpende hervorming van de WAO. In hoeverre zijn de uitgangspunten van het SER-advies in de WIA realiteit geworden en wat kan er nog worden verbeterd?
Bij de preventie van arbeidsongeschiktheid richt het beleid zich veelal op de fysieke of mentale belasting van het werk. Maar beïnvloedt de bedrijfscultuur, sociale sfeer en het bieden van perspectieven niet ook de kans de kans dat iemand wel of niet langdurig uitgeschakeld wordt? Een analyse van de rol van kwaliteit van arbeid in brede zin.
De verantwoordelijkheid voor jonggehandicapten is vanaf 2015 verschoven van het Rijk naar de gemeenten. Daarbij komt een sterkere prikkel om te werken, en ook een prikkel voor de gemeenten om zo veel mogelijk jonggehandicapten aan het werk te helpen. Heeft dit ertoe geleid dat nu meer jonggehandicapten aan het werk zijn?
In de dienstverlening van UWV aan gedeeltelijk arbeidsgeschikten valt nog veel winst te behalen. Idealiter maken UWV-professionals, zowel door een heldere analyse van de situatie van de persoon als door kennis van de effectiviteit van re-integratiediensten, een weloverwogen inschatting van de in te zetten dienstverlening.
De afgelopen decennia is de macht van aandeelhouders in bedrijven flink toegenomen. De schaduwzijden van deze ontwikkeling worden steeds duidelijker. Hoe kunnen de machtsverhoudingen binnen bedrijven weer in balans worden gebracht?
Kuddegedrag van institutionele beleggers vormt een risico voor de stabiliteit van financiële markten. Het aantal mensen dat de Nederlandse pensioensector bestuurt en adviseert, is niet groot en is sterk verweven. Wat betekenen deze connecties voor het beleggingsbeleid van pensioenfondsen in alternatieve beleggingen?