Landen die meer gebruik maken van buitenlandse intermediaire goederen, en die dus meer geïntegreerd zijn in mondiale waardeketens, zagen over het algemeen een grotere toename in de binnenlandse prijzen in de periode 2021–2023.
Het MSR en CBAM helpen ons dus niet als we de fossiele subsidies in Nederland eenzijdig afschaffen. Het klimaatbeleid wordt door zo’n afschaffing niet per se effectiever, maar voor Nederland wel onnodig duurder.
Terwijl er werk wordt gemaakt van klimaatbeleid, wordt ook het gebruik van fossiele brandstoffen gesubsidieerd. Aan welke regelingen moeten we dan precies denken? En wat zijn de effecten als ze worden afgebouwd?
De huidige leerlingen in de bovenbouw van het basisonderwijs zijn nog steeds niet terug op het rekenniveau van het cohort dat vóór corona in de bovenbouw zat. Deze leerlingen liepen in 2019/2020 de grootste achterstand op en die is nog niet weggewerkt.
Er zijn zorgen dat snelle afschaffing van fossiele subsidies kan leiden tot het weglekken van economische activiteit en emissies naar het buitenland. In zijn huidige vorm maakt het emissiehandelssysteem dergelijke weglek binnen Europa echter onwaarschijnlijk, en de Europese grensheffing verhindert weglekken naar buiten Europa.
In het maatschappelijk debat wordt regelmatig gesteld dat fossiele subsidies per direct afgeschaft moeten worden. In de zomer van 2023 hebben diverse bureaus onderzoek gedaan naar hoe snel fossiele subsidies kunnen worden afgebouwd. Wat leren we uit deze onderzoeken?
Alleen door in te zien dat een energie-intensieve structuur voor Nederland niet meer mogelijk is en daarnaar te handelen, is een gezonde economische toekomst voor Nederland en Europa mogelijk.
Het afschaffen van fossiele subsidies kan leiden tot weglek van CO2-uitstoot, waarmee de effectiviteit van klimaatbeleid vermindert of zelfs omdraait. Hoe groot is het risico op weglek en wat voor implicaties brengt dit mee voor beleid?
Hoge inflatie gecombineerd met arbeidsmarktkrapte heeft de cao-loongroei recentelijk tot grote hoogtes gestuwd. In januari van dit jaar kwam de cao-loonstijging uit op 6,9 procent. In 2024 lijkt de loonstijging echter gematigder te zullen zijn.
Pensioenfondsen beschermen zich tegen een wisselende rentevoet door deze te ruilen tegen een vaste rente met verschaffing van onderpand. Op deze manier kunnen stijgende rentes nadelig uitpakken voor Nederlandse pensioenfondsen.