Monetaire economen verliezen terrein
Aute ur(s ):
Geest, S.A, van (auteur)
Varkevisser, M. (auteur)
De auteurs zijn werkzaam b ij Ocfeb aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4342, pagina 32, 11 januari 2002 (datum)
Rubrie k :
Polderparade
Tre fw oord(e n):
De eurokoorts onder economen is gezakt. Monetaire economen weten hun hoge klassering van vorig jaar niet te behouden. De
opmars van geschiedkundige economen is opvallend.
De veertig Nederlandse en Belgische economen die in de nationale economendiscussie het meest geciteerd worden, vormen tezamen de
Polderparade. Deze ranglijst is samengesteld op basis van de citaties in de zeven belangrijkste economische periodieken die ons land
kent. Dit zijn esb, De Economist, Financiële en Monetaire Studies, Maandschrift Economie, Openbare Uitgaven, Tijdschrift voor
Politieke Ekonomie en de Preadviezen van de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde. Deze editie van de Polderparade
beslaat een periode van drie jaar. Tot de ranglijst weer de gebruikelijke periode van vijf jaar beslaat, zal telkens een jaar worden
toegevoegd zonder dat er een jaar wegvalt.
Telregels
Voor het samenstellen van de Polderparade worden alle referenties in bovenstaande periodieken bekeken. Iedere verwijzing naar een
publicatie van een Nederlandse of Belgische econoom is één punt waard. Wanneer meerdere auteurs vermeld staan, wordt dit ene punt
gelijkelijk onder hen verdeeld. Als in een artikel naar verschillende publicaties van eenzelfde auteur wordt verwezen, tellen deze allemaal
mee. Wanneer expliciet naar een bijdrage aan een bundel verwezen wordt, krijgt niet de (eind)redactie van de betreffende bundel maar de
auteur van deze specifieke bijdrage het punt toe-gewezen. Verwijzingen naar eigen publicaties, citaties in biografische artikelen en
citaties in artikelen waarbij een eenduidige auteursnaam ontbreekt, worden buiten beschouwing gelaten.
De Polderparade in 2001
Nadat de Polderparade vorig jaar verrassend werd aangevoerd door Fase, herovert Bovenberg dit jaar de koppositie (zie tabel 1). Fase
heeft de ranglijst dus slechts één jaar mogen aanvoeren. De 2,83 punten die hij gedurende het jaar 2000 aan zijn puntentotaal wist toe te
voegen, waren niet voldoende om de eerste plaats te behouden.
Tabel 1. De Polderparade 2001 op basis van citaties 1998, 1999 en 2000
rang
rang
2000
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
(2)
(1)
(4)
(13)
(3)
(6)
(4)
(14)
(11)
(8)
(20)
(6)
(22)
(18)
(28)
(8)
(10)
(11)
(16)
(21)
(22)
17.
19.
20.
21.
naam
A.L. Bovenberg
M.M.G. Fase
C.A. de Kam
C.N. Teulings
A.W.A. Boot
S. Cnossen
J. de Haan
P.T. de Beer
S.J.G. van Wijnbergen
J.J. Graafland
J. Hartog
W.C. Boeschoten
G. Hofstede
E.E.C. van Damme
A.H. Kleinknecht
J. Swank
H.P. Huizinga
L.J.R. Scholtens
F. van der Ploeg
J.J.M. Theeuwes
S.C.W. Eijffinger
werkgever
vorig
kub/CentER/Ocfeb
20,88
dnba/UvA
23,83
2,83
rug
12,83
6,33
Tinbergen Instituut/Ocfeb 10,25
8,83
UvA
14,67
3,33
eur/Ocfebb
12,50
4,00
rug
12,83
3,42
scpc
10,00
5,10
UvA
11,00
4,00
kub
12,33
2,08
UvA
8,17
TPG KPN Pensioen/rug
12,50
emeritus
8,00
5,00
CentER
8,74
4,25
TU Delft
6,67
6,00
dnb
12,33
0,33
kub/CentER
12,00
0,50
rug
11,00
1,50
Ministerie van ocw
9,00
3,33
seo
8,08
3,33
kub/CentER
8,00
3,33
2000
6,67
26,67
19,17
19,08
18,00
16,50
16,25
15,10
15,00
14,42
6,00
0,83
13,00
12,99
12,67
12,67
12,50
12,50
12,33
11,42
11,33
totaal
27,54
14,17
13,33
22.
24.
26.
27.
28.
30.
31.
33.
34.
35.
36.
38.
39.
40.
(38)
(15)
(26)
(26)
(17)
(35)
(38)
(19)
(25)
(32)
(32)
(28)
(22)
(36)
–
W.H. Buiter
H.A. Keuzenkamp
J.C. van Ours
J.L. van Zanden
P. de Grauwe
H.W. de Jong
I.J.M. Arnold
H.J. ter Bogt
J.M. Groeneveld
Th.C.M.J. van de Klundert
L.L.G. Soete
R.A. de Mooij
J.A. Bikker
W. Groot
A. Heertje
A.C.F.J. Houben
M.C. ‘t Hart
M.H.C. Lever
J.J. Sijben
L.G.M. Stevens
J. de Vries
H.P. van der Wiel
ebrd
seo
9,83
CentER
uu
KU Leuven
emeritus
Universiteit Nyenrode
7,00
rug
Rabobank
kub/rugd
6,13
merit
cpb/Ocfeb
dnb
UvA/um
emeritus
6,50
dnb
6,50
UvA
cpb
kub
eur
University of California
cpb
5,83
1,00
5,00
4,00
5,33
7,00
2,50
4,50
8,92
3,00
3,50
5,83
8,67
7,58
2,00
2,00
6,67
8,00
6,00
0,50
–
5,00
10,83
5,50
6,50
4,70
3,00
9,50
5,00
0,50
9,13
5,50
2,92
1,00
8,50
8,50
8,33
1,45
2,00
7,50
8,00
10,83
10,50
10,50
10,03
10,00
9,50
9,42
9,00
8,75
8,67
8,58
8,33
8,12
8,00
8,00
8,00
8,00
a. Inmiddels is Fase niet meer werkzaam bij dnb.
b. Inmiddels is Cnossen niet meer werkzaam bij de Erasmus Universiteit Rotterdam, maar bij de Universiteit van Maastricht. Wel is
hij nog steeds verbonden aan Ocfeb.
c. Thans is De Beer werkzaam bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
d. Sinds kort is Van de Klundert emeritus aan de kub.
Het stapje terug van Fase staat niet op zich. Het is opvallend om te zien dat meer monetaire economen hun hoge positie van vorig jaar
niet wisten vast te houden. Zo maken Boeschoten, Swank, Huizinga, Groeneveld, Bikker en Sijben allen een flinke duikeling. Zij
behaalden in 2000 minder dan één punt. Onze voorspelling dat de Polderparade dit jaar nog steeds gedomineerd zou worden door
monetaire economen, blijkt duidelijk niet te zijn uitgekomen 1.
Andere verschuivingen
Naast de wisseling van de wacht aan de kop van de ranglijst zijn nog enkele opmerkelijke verschuivingen waar te nemen. Allereerst
betreft dit de stijging van Teulings. Hij is als hoogleraar arbeidseconomie werkzaam aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en tevens
directeur van het Tinbergen Instituut. Zijn hoge klassering is met name het resultaat van zijn publicaties over de sociale zekerheid. Ook
De Beer, die gedurende de periode 1998-2000 nog werkzaam was bij het Sociaal en Cultureel Planbureau, schuift dit jaar een flink aantal
plaatsen op en komt daardoor op de achtste positie terecht. Hij dankt dit aan zijn veel geciteerde publicaties over de Nederlandse
arbeidsmarkt 2. Een stipnotering is er ook voor Hartog, die van de twintigste naar de elfde positie stijgt. Deze hoogleraar algemene
economie aan de Universiteit van Amsterdam is hard op weg naar een top tien klassering. Andere opvallend snelle stijgers zijn Hofstede
(emeritus), Kleinknecht (hoogleraar ‘Economie van innovatie’ aan de Technische Universiteit Delft) en Buiter (European Bank for
Reconstruction and Development en tot mei 2000 tevens hoogleraar ‘International Macroeconomics’ aan de University of Cambridge).
Nieuwe noteringen
De Polderparade kent dit jaar acht nieuwe binnenkomers, terwijl slechts vijf namen uit de ranglijst zijn verdwenen. De reden hiervoor is
dat nu vier personen gezamenlijk op de veertigste plaats staan. De auteurs die in tegenstelling tot vorig jaar nu niet tot de veertig meest
geciteerde economen behoren zijn L. de Haan, In ‘t Veld, Stokman, Gruijters en Van Berg-eijk. Tezamen met onder andere Oosterbeek
(Universiteit van Amsterdam) en Nooteboom (Erasmus Universiteit Rotterdam) blijven zij wel op de drempel van de Polderparade staan.
De hoogste nieuwe binnenkomers heten Van Ours en Van Zanden. Wat de Tilburgse econometrist Van Ours vorig jaar net niet lukte, lukt
hem dit jaar dus wel. Hij komt nu zelfs met stip binnen op de vierentwintigste plaats. Deze notering moet hij delen met Van Zanden, die
als hoogleraar economische en sociale geschiedenis verbonden is aan de Universiteit Utrecht. Opgemerkt moet worden dat deze het
merendeel van zijn puntentotaal heeft behaald in een themanummer van De Economist over de geschiedenis van de Nederlandse
economie 3. Ditzelfde geldt voor de nieuwelingen ‘t Hart (plaats 38) en De Vries (plaats 40). Het is dus onzeker of zij hun veroverde
positie volgend jaar weten te continueren. De andere nieuwe binnenkomers zijn minder verrassend. Zo was De Grauwe ook al in de
laatste Polderparade oude stijl aanwezig 4. Ook de binnenkomst van Ter Bogt en Soete kon – gegeven hun behaalde punten in
voorgaande jaren – verwacht worden. De laatste nieuwe binnenkomer is Van der Wiel die werkzaam is bij de afdeling Tertiaire Diensten
van het Centraal Planbureau.
Jaarlijst 2000
Naast de Polderparade is tevens een ranglijst opgemaakt van de dertig economen die gedurende het jaar 2000 het meest geciteerd zijn (zie
tabel 2). Dit klassement wordt aangevoerd door Teulings, die dat jaar 8,83 punten behaalde. Zoals al eerder werd opgemerkt, heeft dit tot
gevolg dat hij een flinke sprong voorwaarts maakt in de Polderparade. Het is opvallend om te zien dat in de top van deze lijst veel
geschiedkundige economen terug te vinden zijn. De verklaring hiervoor is dat zowel ‘t Hart, De Vries als Van Zanden veelvuldig geciteerd
zijn in een bijzondere uitgave van De Economist. De Vries is weliswaar Amerikaans staatsburger, maar komt toch voor vermelding in de
Polderparade in aanmerking. Hij is namelijk geboren in Nederland en medeauteur van een Nederlandstalig standaardwerk over de sociaaleconomische geschiedenis van ons land tussen 1500 en 1815 5. Opmerkelijk is verder de hoge klassering van Van der Wiel. Hij heeft deze
positie te danken aan zijn vele publicaties over arbeidsproductiviteit. De acht punten die hij in 2000 heeft behaald, zorgen er zelfs voor
dat hij direct is doorgedrongen tot de Polderparade 2001.
Tabel 2. Jaarlijst
rang
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
10.
12.
13.
16.
17.
19.
20.
25.
26.
27.
naam
C.N. Teulings
M.C. ‘t Hart
H.P. van der Wiel
J. de Vries
A.L. Bovenberg
J.L. van Zanden
C.A. de Kam
J. Hartog
A.H. Kleinknecht
J.C. van Ours
L.L.G. Soete
P.T. de Beera
H.J. ter Bogt
W.H. Buiter
G. Hofstede
P. de Grauwe
C.A. Davids
P. Nijkamp
E.E.C. van Damme
S. Cnossenb
J.W. van der Dussen
D. Jacobs
F. Kalshoven
S.J.G. van Wijnbergen
J. Hinloopen
J. de Haan
A.W.A. Boot
S.C.W. Eijffinger
F. van der Ploeg
J.P. Smits
J.J.M. Theeuwes
werkgever
Tinbergen Instituut/Ocfeb
UvA
8,33
cpb
8,00
University of California
7,50
kub/CentER/Ocfeb
6,67
uu
6,50
rug
6,33
UvA
6,00
TU Delft
6,00
CentER
5,50
merit
5,50
scp
5,10
rug
5,00
ebrd
5,00
emeritus
5,00
KU Leuven
4,70
vu
4,33
vu
4,33
CentER
4,25
eur/Ocfeba
4,00
Open Universiteit
4,00
rug/Universiteit Twente
4,00
de Volkskrant
4,00
UvA
4,00
UvA/TU Delft
3,50
rug
3,42
UvA
3,33
kub/CentER
Ministerie van ocw
rug
seo
2000
8,83
3,33
3,33
3,33
3,33
a. Thans werkzaam bij de wrr.
b. Inmiddels verbonden aan de Universiteit van Maastricht en Ocfeb
(zie ook tabel 1).
Net niet…
Naast de personen die ook in de Polderparade 2001 zijn terug te vinden, bevat deze jaarlijst ook een aantal namen van auteurs die in
totaal (nog) onvoldoende punten hebben verzameld om dit te bereiken. Allereerst betreft dit Davids, die werkzaam is bij de faculteit der
letteren van de Vrije Universiteit. Duidelijk is dat ook hij profiteert van de speciale aandacht die in 2000 bestond voor de geschiedenis
van de Nederlandse economie. Ook Nijkamp (hoogleraar ruimtelijke economie aan de Vrije Universiteit) behoort weliswaar tot de meest
geciteerde economen van 2000, maar bezit net niet genoeg punten om in de Polderparade te worden opgenomen. Zijn totaal-score van
7,08 punten biedt echter voldoende perspectief om dit volgend jaar wel te realiseren. Ook voor Jacobs, Van der Dussen en Kalshoven
geldt dat het mogelijk is om op korte termijn toe te treden tot dit selecte gezelschap. Kals-hoven – die adjunct-hoofdredacteur van de
Volkskrant is – dankt zijn klassering volledig aan zijn spraakmakende columns waarnaar steeds vaker verwezen wordt.
Samenvattend
Vorig jaar moest geconcludeerd worden dat de Polderparade werd gedomineerd door monetaire en fiscale economen. Dit jaar blijkt deze
hegemonie van korte duur te zijn geweest. Bovenberg keert als vanouds terug op de hoogste trede van het erepodium. De monetaire
economen kunnen vrijwel zonder uitzondering tot de grote verliezers van deze Polderparade gerekend worden. Naar nu blijkt heeft de
komst van de euro reeds vroeg-tijdig tot een verhelderende discussie geleid. Na de uitvoerige aandacht die in 1999 voor de introductie
van de Europese munt bestond, bleek het in 2000 al geen belangrijk gespreksonderwerp meer. 5
1 Zie S.A. van der Geest en M. Varkevisser, Eurokoorts in economenland, ESB, 5 januari 2001, blz. 8-10.
2 Zie bijvoorbeeld P.T. de Beer, De paradox van banengroei en armoede, ESB, 17 december 1999, blz. 950-952, en P.T. de Beer, Het
onderste kwart: werk en werkloosheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt, SCP cahiers, nr. 132, Den Haag, 1996.
3 Dit betreft een extra nummer ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde
(jaargang 148, nr. 4, oktober 2000).
4 Zie S.A. van der Geest en M. Varkevisser,
5 Zie J. de Vries en A. van der Woude, Nederland 1500-1815: de eerste ronde van moderne economische groei , Balans, Amsterdam,
1995.
Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)