Ga direct naar de content

Kinderopvang heeft niet altijd een gunstig effect

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 4 2024

Diverse media berichtten eind augustus dat kinderopvang gunstig is voor de ontwikkeling van kinderen. Die conclusie was echter slechts gebaseerd op correlaties. Methodologisch sterkere studies laten zien dat het effect afhangt van de toegang tot en kwaliteit van de kinderopvang, en dat starten op hele jonge leeftijd mogelijk risico’s met zich mee brengt.

Het kabinet is van plan het huidige kinderopvangstelsel grondig te herzien en investeert vanaf 2027 structureel ruim twee miljard extra in kinderopvang. Om overheidsgeld juist te bestemmen, en gegeven het grote maatschappelijke belang van kinderopvangbeleid, zou de overheid zich moeten baseren op het meest overtuigende wetenschappelijk onderzoek. Methodologisch minder solide onderzoek leidt snel tot onjuiste beleidsconclusies.

In een nieuwe studie, gepubliceerd in The Lancet – Regional Health Europe, analyseren Barry et al. (2024) data over bijna 90.000 kinderen uit vijf Europese landen, waaronder Nederland. De onderzoekers laten zien dat het gebruik van kinderopvang in de leeftijd van nul tot vier jaar positief gerelateerd is aan de emotionele ontwikkeling later in de kindertijd, en concluderen dat het gebruik van kinderopvang gestimuleerd moet worden met publiek beleid. Ook geven de auteurs aan dat er geen positieve effecten worden gevonden voor kinderen uit sociaaleconomische achterstandsposities.

De studie kon in Nederland rekenen op veel aandacht in de media. Zoals een van de betrokken onderzoekers stellig opmerkte: “Het effect van kinderopvang is niet slecht, zelfs gunstig.” (NOS, 2024). Bijzonder hoogleraar kinderopvang Ruben Fukkink, zelf niet betrokken bij het onderzoek, schrijft in een commentaar op de studie het volgende: “The robust outcomes of the European study of Barry and colleagues provide a convincing case that attending center-based childcare has a positive impact on children’s emotional development.” (Fukkink, 2024). Deze conclusies worden door verschillende stakeholders overgenomen, van Sectorpartijen in de kinderopvang (2024) tot het Nederlands Jeugdinstituut (2024) en de Kinderopvangraad (2024). Maar kunnen deze conclusies wel getrokken worden op basis van de studie in The Lancet?

Slechts correlaties

De studie van Barry et al. laat correlaties (‘associations’) zien tussen het gebruik van kinderopvang en latere emotionele ontwikkeling. Deze correlaties zijn echter niet informatief over de effecten van kinderopvang. Kinderen worden namelijk niet willekeurig toegewezen aan deelname aan kinderopvang, ouders kiezen daarvoor. Daardoor kunnen ook niet-geobserveerde kenmerken de gerapporteerde correlaties verklaren. Dat kan bijvoorbeeld gaan om cognitieve of niet-cognitieve vaardigheden van ouders die samenhangen met zowel arbeidsparticipatie (en daarmee het gebruik van kinderopvang) als de ontwikkeling van hun kinderen. Er kunnen daarom geen causale beleidsconclusies getrokken worden op basis van deze studie.

In veel effectonderzoek vormt zo’n selection bias een belangrijke uitdaging. Vaak is het in de praktijk niet mogelijk om de effecten met een gerandomiseerd experiment te toetsen. In de afgelopen decennia hebben economen wel methoden ontwikkeld (zoals difference-in-differences, methoden met instrumentele variabelen en regressie-discontinuïteit) om andere willekeurige variatie – natuurlijke experimenten – te gebruiken om causale effecten te schatten.

Bewijs uit natuurlijke experimenten

Uit een meta-analyse op basis van dertig studies die gebruikmaken van dergelijke natuurlijke experimenten blijkt dat het bewijs gemengd is: er worden nul en positieve effecten van kinderopvang op de cognitieve en niet-cognitieve ontwikkeling gevonden, maar soms ook negatieve effecten (Van Huizen en Plantenga, 2018).

Ook wanneer we specifiek kijken naar effecten op de emotionele ontwikkeling – de focus van Barry et al. – blijkt dat de significantie en richting vaak veranderen wanneer causale methoden worden toegepast (Dearing en Zachrisson, 2017). Zo vinden Europese studies positieve effecten (Felfe en Lalive, 2018), nul-effecten (Kuehnle en Oberfichtner, 2020), maar ook negatieve effecten op emotionele ontwikkeling (Felfe en Zierow, 2018; Fort et al., 2020; Berger et al., 2021).

Opvallend is dat de Franse studie van Berger et al. (2021) gebaseerd is op data die ook gebruikt worden door Barry en collega’s, maar een tegenovergesteld resultaat rapporteert. Bovendien vindt deze meta-studie dat de baten van kinderopvang in de regel geconcentreerd zijn binnen de groep kinderen uit relatief kansarme gezinnen, terwijl Barry et al. (2024) een nul-effect concludeerden voor kansarme kinderen.

Ook blijkt uit een natuurlijke experiment dat kwaliteit bepalend is voor de richting en de omvang van de effecten van kinderopvang (Leseman en Slot, 2024). Ten slotte komt uit de literatuur het beeld naar voren dat vooral vroege kinderopvang (tot twee jaar) mogelijk een negatief effect heeft, terwijl kinderopvang op latere leeftijd meestal positieve effecten heeft (Leseman & van Huizen, 2022).

Implicaties voor kinderopvangbeleid

Gedegen onderzoek toont aan dat kinderopvang geen eenduidig positief effect heeft op alle kinderen. Dat vraagt om een zorgvuldigere invulling van kinderopvangbeleid dan gesuggereerd door de studie van Barry et al. Goede kinderopvang is van hoge kwaliteit en start niet op te jonge leeftijd.

De gevonden negatieve effecten van kinderopvang op hele jonge leeftijd blijven een serieus aandachtspunt voor beleid. Goed kinderopvangbeleid is daarom onlosmakelijk verbonden met goed beleid voor ouderschapsverlof (Van Huizen en Plantenga, 2023). Zo laat een nieuwe Deense studie zien dat het verlengen van volledig betaald ouderschapsverlof in het eerste jaar – en de facto uitstellen van de start van kinderopvang – een positief effect heeft op de emotionele ontwikkeling van kinderen en zelfs de kans op ADHD en depressie in adolescentie significant verlaagt (Houmark et al., 2024).

Daarnaast leidt de studie van Barry et al. af van wellicht de belangrijkste evidence-based motivering om te investeren in kinderopvang: het vergroten van de kansengelijkheid. In tegenstelling tot hun studie laat het bewijs uit natuurlijke experimenten zien dat de maatschappelijke baten van investeringen in kinderopvang juist voor een groot deel bepaald worden door de mate waarin deze investeringen de deelname van kansarme kinderen vergroten (Van Huizen et al., 2019).

Conclusie

Van beleidsmakers wordt meer en meer verwacht dat ze evidence-based beleid ontwikkelen. Wetenschappers hebben daarom ook een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid: ze moeten kristalhelder zijn over de interpretatie en beleidsimplicaties van onderzoeksresultaten. Als het gaat om associaties en niet om effecten, zouden onderzoekers zeer terughoudend moeten zijn met het trekken van causale beleidsconclusies.

Het is onverstandig en onnodig om kinderopvangbeleid te baseren op methodologisch zwakke studies. Dat leidt tot een onjuiste focus van beleidsinspanningen en mogelijk zelfs tot perverse effecten. De bestaande evidence base laat overtuigend zien dat investeringen in breed toegankelijke, hoge kwaliteit kinderopvang in combinatie met genereuzer ouderschapsverlof in het eerste jaar bij kan dragen aan de ontwikkeling van kinderen en de kansenkloof kan verkleinen. Evidence-based beleid zet die extra twee miljard daarop in.

Literatuur

Barry, K.M., D. Avraam, T. Cadman et al. (2024) Early childcare arrangements and children’s internalizing and externalizing symptoms: An individual participant data meta-analysis of six prospective birth cohorts in Europe. The Lancet Regional Health – Europe, 45, 101036.

Berger, L.M., L. Panico en A. Solaz (2021) The impact of center-based childcare attendance on early child development: Evidence from the French Elfe cohort. Demography, 58(2), 419–450.

Dearing, E. en H.D. Zachrisson (2017) Concern over internal, external, and incidence validity in studies of child‐care quantity and externalizing behavior problems. Child Development Perspectives, 11(2), 133–138.

Felfe, C. en R. Lalive (2018) Does early child care affect children’s development? Journal of Public Economics, 159, 33–53.

Felfe, C. en L. Zierow (2018) From dawn till dusk: Implications of full-day care for children’s development. Labour Economics, 55, 259–281.

Fort, M., A. Ichino en G. Zanella (2020) Cognitive and noncognitive costs of day care at age 0–2 for children in advantaged families. Journal of Political Economy, 128(1), 158–205.

Fukkink, R. (2024) Is childcare good or bad for children’s socio-emotional development? Context matters. The Lancet Regional Health – Europe, 45, 101044.

Houmark, M.A., C.M.L. Jørgensen, I.L. Kristiansen en M. Gensowski (2024) Effects of extending paid parental leave on children’s socio-emotional skills and well-being in adolescence. European Economic Review, 170, 104880.

Huizen, T. van, en J. Plantenga (2018) Do children benefit from universal early childhood education and care? A meta-analysis of evidence from natural experiments. Economics of Education Review, 66, 206–222.

Huizen, T. van, en J. Plantenga (2023) Kabinetsplan kinderopvang moet lessen trekken uit stelselverandering Quebec. ESB, 108(4827S), 66–70.

Huizen, T. van, L. Dumhs en J. Plantenga (2019) The costs and benefits of investing in universal preschool: Evidence from a Spanish reform. Child development, 90(3), e386–e406.

Kinderopvangraad (2024) Kinderopvang: een springplank naar een betere toekomst. Overwegingen voor het nieuwe kabinet. Kinderopvangraad Advies, 19 september.

Kuehnle, D. en M. Oberfichtner (2020) Does starting universal childcare earlier influence children’s skill development? Demography, 57(1), 61–98.

Leseman, P. en T. van Huizen (2022) Effecten van kinderopvang op de

cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Universiteit Utrecht.

Leseman, P. en P. Slot (2024) Kwaliteit als sleutel tot maatschappelijk rendement in de kinderopvang. ESB, 108(4827S), 54–59.

Nederlands Jeugdinstituut (2024) Minder emotionele problemen na kinderopvang. Nederlands Jeugdinstituut Nieuwsbericht, 4 september.

NOS (2024) Kinderopvang heeft positief effect, kinderen minder druk en minder depressief. NOS Nieuws, 30 augustus.

Sectorpartijen kinderopvang (2024)Gezamenlijke reactie op regeerprogramma: ‘Blij met erkenning belang kinderopvang en zorgen over betaalbaarheid voor ouders’. Brancheorganisatie Kinderopvang Nieuwsbericht, 16 september. Te vinden op kinderopvang.nl.

Auteur

Categorieën

Plaats een reactie