Ga direct naar de content

Jrg. 9, editie 451

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 20 1924

0 AUGUSTUS 1924

AUTEtJRSRBCff T VOORBEHOUDEN.

Economisch~Statistische

Beri*chtèn

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL. NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET iNSTiTUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

gE JAARGANG

WOENSDAG 20 AUGUSTUS 1924

No. 451

INHOUD

BIz.
1TunI
ONT
WaR
P-TA RIEF WET
doorIr. C. F. $tork …….
720
De :Liscaal-technisehe zijde van het Ontwerp-Tarief wet II
door J. van (Ier Poel ………………………..
721
De Finaucieele toestand
in Chinadoor T1,os. 7′. 11.
Ferqnson
725
Universat Cotton
Standards
door
1. J.
Kalmon …….
727
BUITENLANOSCIII1 MEDEWERKING:
Werklooshejd
en het Regeeringsprogramma door Dr.
T. E. Gregory …………………………..
728
A ANTEEKENING:
De
Indische
producten in
1923124 …………….730
BOE i{AANKONDIGING:
Dr. B. 0. Escher: De methodes der grafische voor-
stelling, bespr. door Mr. Dr.
J. R.
van
Zanten . .
733
STATISTIEKEN EN OVERzICHTEN ………………
733-741
Geldkoersen.

Effectenbeurzen.
WiBBelkoersen.

Goederenhandei.
Bankstaten.

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
Iloclacteur-Secret arts van het weekblad: D. J. Wansink.

Seeretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telefoon Nr. 3000. Postchêque- en girorekening
Rotterdam No.
8408.

Abonnemontsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 25,-
per jaar. Losse nummers 50 cents.

Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonne”s, leden en donateurs kosteloos, voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

19 AUGUSTUS 1924.

Van
eenige vermindering
in
het aanbod van geld
is nog niets te bespeuren. Het gevolg hiervan is
dan

ook, dat de
noteering voor
privaat-disconto weder

van
2114
pOt. tot
2
pOt. is teruggeloopen.

Prolongatie
noteerde
2
1
1
4
_2h1
2
_2
3
/
4
pOt.

Op Woensdag
20
Ai.igustus stelt de Minister van

Financiën de gelegenheid open
tot inschrijving op

zestig m i1lien
Gulden schatkistpromessen en biljetten.
* *

i)e post
binnenlandsche wissels op den
weekstaat

van de
Nederlandsche Bank
geeft een vermindering

te zien van f 4,6 millioen; zoo ook de post be-

leeningen,
die met ruim f 6 millioen blijkt te zijn

afgenomen, welke vermindering voornamelijk de effec-

tenbeleeningen betreft.
Wijziging vertoont eveneens

de post papier op het
buitenland,
die met f 7 mii-
lioen terugliep,
tegenover een vrijwel gelijke stijging

van
de
post diverse rekeningen onder
het actief,
die

in de
vorige
weekbalans
f 103,5 millioen beliep
en

thans
f 110,6
millioen bedraagt.
De biljettencirculatie

daalde met
f 11
millioen van
f963,9
millioen tot
f952,9

millioen. Het rekening-courantsaldo van het
Rijk
steeg

met
ruim
f 5 millioen. Het
saldo van anderen daalde

met
bijna
f 5 millioen. Ten
aanzien van
het be-

schikbaar metaa]saldo valt opnieuw een
stijging,

thans van bijna f
21
12
millioen, op te
merken.
Het

dekkingspercentage bedraagt
54.
* *

Aanvankelijk
was
de handel op de
wisselmarkt
nog

al
levendig, doch tegen het einde
der week deed
zich

de invloed gevoelen
van
het gesloten zijn dei beurzen

bij
onze
zuidelijke
buren en
werd de handel ook hier

weder minder vlot.

Na het definitieve einde der conferentie heeft de

Fransche franc, die na de groote
daling op 12Augustus

van 14,60
01)
14,17
1
/
2
en 14,07’/2,
zich gaandeweg

weder
tot 14,60 kon
verbeteren, zich niet kunnen
handhaven. Heden was het aanbod, waarschijnlijk

voortkomende uit afgewikkelde hausse-positie’s, over-

wegend en kwam het slot na veel ups en downs op

14,12/
2.

Dollars
bleven tamelijk wel op hetzelfde
niveau;

het slot
echter
iets
beter
2,56.

Verder
valt nog
melding
te maken van eenige
ver-

levendiging in het deviezenverkeer
met Duitschland.
* *

Op
de
termijnmarkt deden Ponden op levering een
aanzienlijk disagio (ca.
2/
4
cent voor
3
maanden); de

laatste dagen is hierin echter verandering gekomen

en waren contante Ponden tegen
3
maands weder

met 2 cent
aangeboden.

LONDEN, 16 AUGUSTUS 1924.

Hoewel de markt Dinsdag en Woensdag haar schuld

aan de Bank of England terugbetaalde, was dit geen

teeken, dat er meer aanbod was of zou komen. In-

tegendeel, de vraag
naar
kort crediet
was
grooter
dan

de
voorgaande week, en Donderdag werd weer een

klein bedrag bij de Bank tegen
434 pOt.
opgenomen.

Nieuw opnemen van daggeld kostte in de meeste ge-

vallen
4 pOt.,
maar sporadisch is zelfs
434
pOt. be-

taald.
Vernieuwen
van
zevendaagsche leeningen

kostte 2V
4
pOt.

De
discontomarkt was
iets levendiger, terwijl . de

koersen
vast
bleven. September
Treasury BilIs waren

gevraagd
tegen
3
°
/i-9/s pOt.

2-mnds prima
bankaccept
3%
13
1
1
e
pOt.

3

3131 POt.

4- ,,

,,

,,

334-
1
1
POt.

6-
52

91

51

411e—I1 pOt.

720

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Augustus 1924

HET ONTWERP-TARLEFWET.

Het zal velen industrieelen moeilijk vallen, zich met
het thans bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakte

tariefwet-ontwerp te vereenigen, ook al zien zij Minis-

ter Colijn gaarne aan het werk, omdat zij hoop heb-

ben, dat het dezen man van zaken en bekwaam regeer-

der, wie’n de bloei van handel en nijverheid ter harte

gaat, zal gelukken ons aan een sluitend budget te

helpen.

In de eerste plaats is het ontwerp niet te aan vaar-

den, omdat elke verdere belasting-verhooging gepaard

noet gaan met een belastingvermindering aan den

anderen kant. Ons volk kan geen vermeerdering van

belasting dragen, allerminst waar deze belasting direct

en indirect de piocluctiekosten der nijverheid en de
levensk.osten der werkers in die nijverheid zal ver-

hoogen.

In de tweede plaats is het ontwerp verwcrpelijk

voor de voorstanders van den vrijen handel, die, on-

danks alle propaganda in tegenovergestelde richting,

mogen vertrouwen nog de groote meerderheid van ons
volk achter zich te hebben.
Zij
achten een verhooging

der invoerrechten van 5 op 8 pOt. voor wat het ont-
werp ,,toonbank-artikelen” noemt, ‘voor vele van die

artikelen een groote stap in protectionistische rich-

ting. Zij vreezen bovendien met recht, dat die stap

zoo heel gemakkelijk door anderen zou worden ge-
volgd, daar reeds nu de ,,begeerlijkheden” zijn opge-

wekt, waartegen Pierson zoo overtuigend wist te waar-

schuwen.

In de derde plaats zijn zelfs de protectionisten niet

tevreden, ‘die nog meer ‘bescherming wenschen voor

tal van artikelen en die aan den anderen kant be-

scherming zien wegvallen, waar deze thans voor vele
artikelen zelfs ‘bij’ het matige recht van 5 pOt. inder-
daad bestaat. Waar deze artikelen volgens den ont-
werper van het voorgestelde tarief niet tot die ‘van

de toonbank behooren, zullen zij ‘zonder invoerrecht
worden ingevoerd. Dit maakt het bestaan in deze
uiterst moeilijke tijden voor vele industrieën nog

moeilijker en zelfs
bij
vrij.han’delaars moet men wel
cen groote opofferingsgezindheid verwachten, om

tegen deze voornemens niet op te komen, als bestaande

bescheming
verdwijnt
op hetzelfde oogenblik, dat hun

productiekosten kans loopeti verhoogd te worden.
De v’oorsteller van het ontwerp zal de critiek der
laatste klagers misschien niet ongaarne ‘hooren. Hij
kan aan hun wenschen tegemoetkomen door aan hen
voor het oogenblik de bestaande bescherming te laten,

waardoor
hij
nog eenige millioenen meer uit het tarief
zal kunnen halen. Met eenigen goeden wil zijn die

artikelen ‘ook wel’naar de toonbank te verplaatsen en
de zaak is gezond!
Maar zoo komt men er toch niet en zoo zal de minis-
ter er niet willen komen. Waarom dan ec’hter als een
soort van noodmaatregel plotseling deze ingrijpende
wet ingediend, die
bij
de Tweede Kamer zon weinig
ernstig is beschouwd, dat zij meende haar in een
zomerschen achtermiddag in de afdeelingen te kun-
.nen behandelen?
De voorstanders van het ontwerp, die het ten deele zullen willen aanvaarden, omdat ‘het hun van de on-
aangename taak ontslaat tot het uiterste mede te wer-
ken aan bezuiniging, terwijl andere.n uit protectionis-
tische neigingen, dankbaar, zij het onvoldaan, hun

stem zullen geven, zullen
waarschijnlijk
tot verdedi-

ging van het ontwerp aanvoeren, dat men nu reeds

sedert vele jaren op een zoogenaanxle technische her-
ziening heeft aangedrongen en dat die nu eindelijk
in ‘het ontwerp haar beslag kan krijgen.
De vraag daargelaten of aan die technische’her zie-
ning, nu ‘de practijk met de meest onduidelijke of
onjuiste bepalingen van de bestaande wetgeving wel
weg weet te vinden, werkelijk zoo groote behoefte was,
moet geconstateerd worden, dat dan toch thans wel
‘de allerslechtste methode gekozen is om die wijziging’
lot stand te willen ‘brengen. Zulk een herziening is

cen zeer moeilijk werk en kan zeker niet goed worden
uitgevoerd zonder een ernstig en nauwkeurig onder-

zoek ‘door de vele belanghebbenden bij het tarief.
Men heeft echt’er juist ‘het tegenovergestelde ge-

daan. Nauwelijks ingediend bij de Tweede Kamer,

behandelt deze het in cle af’deeiingen; zij acht zich
snel tot oordeelen in staat. De Minister echter ver-

moedt blijkbaar, dat er toch nog wel moeilijkheden

kunnen bestaan, waar de Kamer ze niet bevroedt en
geeft te elfder ure ‘handel en in’dustrie gelegenheid

tot 1 Augustus ‘bezwaren in te ‘brengen. Zal de Minis-

ter op grond van ‘ingebrachte bezwaren met een nota

van wijzigingen komen? Zoo ja, dan zal hij het ge-

heele systeem wel moeten wijzigen. Maar bovendien
is het geheel onmogelijk, dat vSSr 1 Augustus het

ontwerp ook ‘door belanghebbende en d’eskundige krin-
gen voldoende is bestudeerd. Wie het even inkijkt zit

reeds met de handen in het haar en wie zich verder
in do zaak verdiept, staat voor schier onoverkomelijke

moeilijkheden, clie een spoedig bescheid onmogelijk

maken. Ook na 1 Augustus zullen zeker nog bezwaren
kunnen worden medegedeeld.

Op de eerste nota zullen dus w’ellic’ht andere volgen

en als het ontwerp geheel gewijzigd is zal de Kamer

eigenlijk eerst aan een ernstig onderzoek kunnen be-
g innen.

Dit alles had vermeden kunnen worden, als de Mi-
riister
bij
zijn oorspronkelijken
.
opzet gebleven was,
waarin een verhooging van de invoerrechten zonde
moeten dienen ter verlaging van voor de nijverheid

en ‘de kapitaalvorming meest schadelijke directe be-
lastingen. Dan gold het dus verbetering, die wel noo-

dig maar niet zoo ‘dringend was als dit plan, en ha’d

men, indien een technische herziening van het tarief
zoo noodi’g werd geacht, deze met cle noodigo zorg tot
stand kunnen brengen. Dan zoude ook waarschijnlijk

cle ontwerper van dit wetsontwerp zelf overtuigd zijn

geworden, dat het tarief in zijn geheel moeilijk in

aanmerking kan komen om het als verteringebelasting
te laten dienen, en zonde beter ‘dan thans kunnen zijn

overwogen, welke artikelen in den’ een of andereii
vorm als ‘weel’de-artikelen zouden kunnen zijn belast.
Ik zal er
mij
niet aan wagen hier het tarief uit-
voerig te bespreken, omdat ik dan zou vervallen in

dezelfde fout, welke aan de samenstellers terecht mag
worden verweten, dat is ‘onvoldoende onderzoek, maar
ik wil ‘slechts enkele opmerkingen maken, die zich
bij oppervlakkige besc’houwing opdringen.

De kwalificaties, die i.n par. 1 van de Memorie van
Toelichting als klachten tegen het tegenwoordige
tarief worden genoemd, te weten:

– a. Het tarief is in ‘het belasten en vrijstellen van
artikelen inconsequent en willekeurig;

Het verleent in verschei’dene gevallen een ave-
i’echtsche bescherming;

Het geeft bij de toepassing voortdurend aanlei-
ding tot geschillen;

gelden ook in even, zon niet
sterke*r
‘mate voor het
nieuwe voorstel. Men oordeele aan de hand der Toe-
lichting.

Het bestaande tarief berust op het beginsel, dat grondstoffen vrijl zijn en volledige fabricaten het
hoogste recht ‘betalen. Het nieuwe wil ‘daarvoor vol-gens de Memorie van Toelichting in de plaats stellen
dat ,,voor een invoerrecht slechts in aanmerlcirig ‘komt
het artikel, dat zonder nadere bewerking en zelfstan-
dig voor het gebruik van den consument geschikt is
to achten. Daarbij is aangenomen, dat als zoodanig
in het algemeen alleen zijn aan te merken de artike-
len, welke over de toonbank aan den verbruiker wor-,
den afgeleverd, m.a.w. de toonbank-artikelen.”
Wil men zich inderdaad aan deze bepaling houden,
dan springt ‘hare onbruikbaarheid onmi’ddelljk in het
oog. Fabriekswerktuigen van allerlei aard b.v. blijven
als tot dusverre vrij, hoewel zij ,,zonder nadere bewer-
king en zelfstandig voor het gebruik van den consu-

ment geschikt”
zijn
te achten en ‘dus voor invoerrecht

20 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

72

in
aanmerking komen. Toonbank-artikelen echter
,
kan

men ze bezwaariijk noemen! Op grond van welke be-

paling zijn ze nu volgens den samensteller van het

tarief vrij?
Een electrische kabel, welke •b.v in rollen van

5000 K.G. gewicht geleverd wordt, zal om fiscale rede-
nen met een recht van 8 pOt. belast worden, evenals

clê zware rollen papier, waarop onze kraten gedrukt

worden. Toonbank-artikelen kan men zulke zaken ech-

ter moeilijk noemen.

Zou men de .geheeie fraaie definitie niet liever tei

zijde laten en is de oude van ,grondstoffen, half-fabri-

caten en volledige fabricaten” niet duidelijker?

Tengevolge van hun grondslagen eenerzijds en de

noodzakelijkheid om opbrengst te halen uit het tarief
anderzijds, komen de ontwerpers voort’duend in con-
flict met hun eigen beginselen, en zij moeten zich

met gezochte argumenten verdedigen. –
Z66 biedt de Toelichting op No. 13 van het Tarief:
Bergings- en Veriakkingsmiddelen, den lezer een war-
kelijk humoristische lectuur, als zij een invoerrecht op
verpakkingsmiddelen, toch één der laatste artikelen

om voor duurder maken in. aanmerking te komen,
gaat verdedigen. Men oordeele over de volgende me-

dedeeling.
,,Uet behoort zelfs geenszins tot de uitzonderingen, dat
de goederen zoodanig zijn verpakt, dat zij door den ver-
bruiker hoofdzakelijk worden gekocht om
zich
een voor
keuken, huishouden of kaptaf ei geschikt gebruiksvoor-
werp te verschaffen.”

Alsof het hierom te doen ware en niet om heel wat
gewichtigei verpakkingsmiddelen, in den vorm van

papier!
Nog curiuzer dam deze motiveering is die, waarbij

een ander verpakkingsartikel nl. jute weefsels wordt
behandeld. Men wil voor dit artikel, hoewel bij bijna

alle andere geweven artikelen het recht van 5 op
8 pOt. wordt gebracht, het recht laten vervallen en
motiveertzuiks hij de toelichting van No. 85 als volgt:

,,Mct het oog op het zeer speculatief karakter van de
jute-grondstof mag worden aangenomen, dat een invoer-
recht van 5 pOt. der waarde, zooais thans van jute-
weefsels wordt geheven, op ‘het rendeerend werken van
de jute-industrie geen grooten invloed kan uitoefenen.
De prijzen toch, welke in de verschillende maanden van
het jaar voor jute.weefsels worden gevraagd, loopen nl.
dermate uiteen, dat het reudeerenci uitoefenen van het
bedrijf voor de jute-industrie in hoofdzaak afhangt van
liet koopeii van de grondstof op het meest gunstige
tijdstip.”

De econoom en de practische zakenman kunnen hun
voordeel doen met deze ‘departeméntale wijsheid.
G’arens zullen gelukkig Vrij blijven, maar zouden

spinners, die niet heel vast in hun vrijhandelsschoenen staan, langzamerhand ook eenig bezwaar gaan maken,
dat hun artikel vrij wordt ingevoerd, terwijl de thans
reeds bestaande protectie van 5 püt. voor de geweven
artikelen tot 8 pOt. wordt verhoogd..
Naaigarens zullen mdt 8 pOt. worden belast. Wat
de naaigaren en weefgoed gehriikon’de confectie-
fabrikant daarover wel zal zeggen, wiens artikelen

geen protectie genieten?
Garens en draad zijn zeker als toonbank-artikelen
te beschouwen, welke als zoodanig belast moesten wor-
den, maar, gelijk gezegd, Vrij blijven. Met het oog
Op

de belangen van de schatkist echter zullen electrische
d
r
aad en electrische kabels, welke un vrij zijn en, zoo-
als reeds opgemerkt, geen toonbank-artikelen, met
8 pOt. worden belast. De fabrikanten van electrische

appariten en toestellen, welke electrische draad als grondstof gebruiken, zullen daartegenover de door
hen gefabriceerde artikelen vrij van invoerrechten zien
binnenkomen; geen aadgename ervaring!
Papier wordt ter wille van de schatkist met 8 pOt.
belast; men denke aan de verpakkingsmiddelen! Dat
automobielen in het algemeen met 12 pOt. worden
belast, terwijl toch een groot deel der automobielen
niet alleen niet als toonbank-artikelen maar bovendien

niet als, voorwerpen van weëlde kunnen worden be-
schound, .dat benzine en petroleum zullen worden

belast,, van ‘welke artikelen ‘men het laatste evenmin kan getuigen, zijn eenige van de vele onjuistheden in

het voorgestelde tarief.
De chemische industrie zal zich zeker krachtig doen
horen. Het voorgestelde tarief wemelt van bepalin-

gen, die voor enkele takken dezer industrie fnuikend

zijn.
Ik zal mij op den gevaarlijken weg van detail-cri-

tiek, waarop ik
mij
onwillekeurig heb laten voeren,

niet verder bewegen. Als men de bezwaren, die bij

bestudeering van alle kanten zullen ‘komen, aandach-

tig onder het oog heeft gezien, zal waarschijnlijk blij-

4
ken, .dat amendeering van dit voorstel, waarover de

‘belanghebbende en deskundige lcri’ngen niet vooraf
zijn gehoord, onmogelijk is. Ondanks âl het werk, dat
blijkbaar in de ‘bureaux aan het nieuwe tarief isbe-

sto’ed, zal men er alleen door algeheele omwerking

iets drageljks van kunnen maken.
En als vrijhandelaar èn als industrieel acht ik het

zeer jammer, dat Minister Colijn, dien wij tot ‘de vrij-
handelaren rekenden, in een tariefsverhooging zijn

heil wil zoeken,
terwijl
het dubbel te betreuren zonde
zijn, als .hij d’it zoude doen zonder een onmiddellijke

compensatie in verlaging van andere belastingen.
Wanneer hij echter bij zijn voornemen mocht willen
volharden, dan zou een geringere, algemeene,
uitdruk-
kelijk als
tijdelijk
vastgestelde
verhooging van het be-
staande tarief verre te verkiezen zijn boven het on-
tijdig aanhangig gemaakte- wetsvoorstel tot een z.g.
technische herziening, waarvan ‘de nadeelige gevolgen
oorloopi’g niet zijn te overzien. C. F.

DE FISCAAL-TECHNISCHE ZIJDE VAN FIET

ONTWERP-TA]?:ÏEFWET.

H.
Een der groote nieuwe principes is, dat heffing
van de specifiek belaste goederen voortaan zal plaats
hebben naar het netto-gewicht, waaronder te verstaan
het gewicht der goederen ontdaan van
elke
verpak-

king, dus ook van de onmiddellijke omhulling als

:
t1oelPaP1, enz. ‘
De samenstellers van ‘het ontwerp leggen hier een
;buitengevone voorkeur voor ‘realiteit en vrees voor

ficties aan den dag! Doch
geen
vrees voor tailooze
wegingen, monsternemingen, scheikundige onderzoe-

ken ed., die van hun systeem steeds het gevolg moe-
ten zijn. Het schijnt mij een illusie, dat
meestijds
deze

netto-gewichten en deze gohalten’ aan de belangheb-
benden bekend zullen zijn. Het zal natuurlijk wel eens
voorkomen, wellicht vaak voorkometi, dat een en ander
op de facturen of op de emballage is ver.iiield, doch
het lijdt mi. geen twijfel, dat daarnahit in vele ge-
-vallen met geen mogelijkheid kan worden opgegeven,
hoeveel dat netto gewicht ‘bedraagt. Het schijnt mij
‘daarom toe, dat de hamdel, doch ook de administratie,
‘veel meer gebaat is met een stelsel, dat het zonder veel
omslag op te nemen bruto-gewicht als maatstaf neemt
en dat hij ‘het opnemen van gehaltes van zekere ficties
ii itgaat.
De moeilijkheden, hij het bepalen van juiste wette-
lijke tarra-percentages onder de tegenwoordige wet-
geving, d’ie bruto-gewicht als maatstaf aanneemt, zijn
aanleiding geweest tot de wijziging van systeem, doch
het is de vraag, of de-nu rijzende bôzwaren – ver-
hooging der perceptiekosten, last en oponthoud vôor
den handel – ‘tegen het door heffing naar netto-
gewicht verkregen voordeel opwegen. Die bezwaren
voor de schatkist waren trouwens toch zoo groot niet
meer, sinds in 1921 ‘de wettelijke tarra’s, die men te
hoog meende te zijn, heeft verlaagd. Mocht dit nog
het geval zijn, dan zouden zij andermaal kunnen wor-
den gewijzigd; de praktijk zal een
te laag
tarrapercen-

tage wel prefereeren boven
oponthoud en
ontpakking.
Wel zeer eigenaardig is, dat, terwijl de Mem. van Toe-
lichting op het Tariefsontwerp
1911,
.dat na gezette

722

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Augustus 1924

overweging tot handhaving van den
bruto
maatstaf
besloot, alle bezwaren tegen netto heffing opsomt,

daarvan in de Memorie op het huidige ontwerp met
geen woord wordt gerept!

Nu verder art. 29 weer
terugkomt
op het systeem
van art. 26 en voor bepaalde goederen het
bruto-
gewicht weer als basis neemt, wil het mij toesohijnen,

dat in elk geval het tegenovergestelde systeem de

voorkeur had verdiend. Het ware nu gewenscht ge-
weest, het
bruto
gewicht als
algemeene
maatstaf van
heffing te handhaven en
alleen
voor die goederen,.
waarbij om bijzondere reden heffing naar
netto-
gewicht de voorkeur verdient,
dit
als basis te nemen.

Wat de in
andere
wetten aangebrachte wijzigin-
gen letreft, zij hier nog op een tweetal punteif de aan-

dacht gevestigd. Art. 33 brengt wijziging in de
ver-
plichting
tot aangifte van ingevoerde goederen vol-
gens de Alg. Wet.

Onder liet thans geldend systeem is. niet de ver-
plichting opgelegd, hij de aangifte den tariefpost

te noemen, waaronder de goederen vallen – eene ver-

plichting, die bijna niet is op te leggen, omdat dc
tarifieering zelfs voor den geroutineerden ingewijde

steeds moeilijkheden blijft baren – of eene omschrij-

ving van het artikel te geven, die in overeenstem-
ming is met die in de Tarietwet ‘vermeld. Art. 120
3o Aig. Wet eischt slechts eene juiste specificatie

van de goederen ,,onder derzelver ware of eigene be-
namin” Het noemen van den tariefspost heeft men
– het ondoenlijke daarvan inziende – ook
nu
niet
geëischt, doch men heeft den aangever de verplich-

ting opgelegd, de goederen zoodanig te omschrijven,
dat twijfel omtrent de rangschikking verder buiten-
geiloten is. Vindt men dit eenvoudiger, dan zal men
kunnen volstaan met het vermelden van den tarief-

post. De praktijk is met het eerste vereischte reeds

bijna geheel in overeenstemming, vooral nadat art. 1.
der Statistiekwet reeds de bevoegdheid heeft gegeven

hij A. M. v. B. nadere bepalingen vast te stellen
omtrent de ,,aangiften, die volgens de wetten en inter-

,,nationale regelingen onder eenigen naam worden
,,vereischt bij den in-, uit- en doorvoer van goederen,
,,rechtstreeks of over entrepot.”
Het in de Mcm. v. Toel. gestelde, dat do taak van

den invoerder, wat de aangifte betreft, door de be-
palingen van het nieuwe Tarief niet aa.nmerkelijk
wordt uitgebreid, kan daarom worden onderschreven,
vooral ook, omdat negatieve verldaringen b.v. ,,dat
de goederen niet zijn samengesteld met alcohol, sui-
ker of andere aan belasting onderworpen stof” niet
meer wordt gevorderd.
In dezelfde richting – gemak der ambtenaren –

beweegt zich de bepaling, dat ambtenaren voortaan
niet meer verplicht zijn, om desgevorderd de door hen
geopende ensballage terstond
na afloop van het, onder-
zoek
weer dicht te maken.
De thans bestaande bepa-
ling, die haar oorsprong vindt in het daaromtrent in
de Stelselwet van 1821 – die zeer bijzonder vreesde,
te veel lasten op den Handel te leggen – bepaalde,

zal in gewone omstandigheden niet veel last veroorza-
ken. De Handel weet wel, dat ambtenaren geen emhal-
leurs zijn en geeft er daarom de voorkeur aan, zelf
vtor wederinpakking zorg te dragen. Alleen
bij
de
,,henadoring”, het vroegere systeem van contrôle op
de waarde-aangifte, leverde de bepaling bezwaar op.
Dat stelsel veroorzaakte, dat de Handel het den amb-

tenaren zoo lastig mogelijk maakte; teneinde deze te
clwinen niet tot benadering over te gaan. Met deze
praktij].i rekening houdende, bepaalde reeds de Waar-
dewet, die een nieuw ssteem van contrôle op de aan-
g:ifte der waarde invoerde (art. 8), dat de
aangever
naar
de waarde belaste
goederen voor de inventarisatie moet doen outpakken, terwijl bij weigering om hieraan
te voldoen, de on.tpakking geschiedt op kosten en
risico van den aangever. Eenzelfde bepaling komt nu
in de
Tarief
wet
voor
alle
goederen.

– in het voorgestelde nieuwe art. 192ter der Alg.
Wet wordt den aangever cle verplichting opgelegd,
desgevorderd de op den koop of de levering der goe-
deren betrekking hebbende
bescheiden
en daarop be-trekking hebbende kantoor- en verdere stukken
over
te leggen,
c.q.
te vertoonen,
op straffe van ophouding
der goederen op kosten en risico van den aangever.

Met deze bepaling hangt samen, die van het voor-
gestelde nieuwe art. 38 Tariefwet.

Wederom krijgt men hier een duidelijk beeld van
het eigenaardjg samenstel der wetgeving
mv.
en acc.

Om des wetgevers doel ten dezen te bereiken, is wij-

ziging noodig van de Algemeene Wet, de Waardewet
en de Tariefwet.
DeWaardewet (
1906) is één der wet-
ten, die het systeëm van heffing der invoerrechten en

accijnzen voltooien. De wijze, waarop de aangegeven

waarde voor de heffing van het recht wordt gecon-
troleerd, is sinds de afschaffing der benadering in

deze wet geregeld. Zij stelt in de eerste plaats vast,
wat voor haar toepassing onder

waarde is te
verstaan, en houdt daarnaast maatregelen van con-
trôle en sanctie in, opdat de waarde
juist
worde aan-
gegeven. Het is duidelijk, dat de
feitelijke
druk van
het Tarief ten nauwste samenhangt met de
wettelijle
definitie
van het begrip waarde en de middelen, die

de Wet heeft, om een juiste aangifte af te dwingen.

Het nieuwe tarief, gaande in de richting van de

hier te lande steeds doeltreffend gebleken praktijk,
houdt in hoofdzaak vast aan de ad valorem heffing.

Pit stelsel is theoretisch het eenig juiste. Rechten,
naar de hoeveelheid, di. uitgedrukt in eenheid van

gewicht, maat enz., moeten onbevredigend werken,
aangezien zij doorgaans de mindere kwaliteiten en

soorten zwaarder belast, dan de betere. Dit euvel ken
op geen andere wijze worden bestreden, dan door in
minutieuse onderverdeelingen van de verschillende

goederensoorten af te dalen. Die onderverdeelingen

moeten dan verband houden met aard van grondstof,
hoedanigheid daarvan en wijze van bewerking. Dit

voordeel – men zal het bij vluchtige inzage van hel, nu reeds om andere reden zoo ingewikkelde en uit-

gebreide tarief onmiddellijk toestemmen – is erger dan de kwaal. Het theoretisch zuivere systeem der
ad valorem heffing heeft echter tweer tegen, dat, aan-

gezien ,,waarde” een subjectief begrip is, hij de uit-
voering gemakkelijk verschillen rijzen. Aan, de
wettelijke omschrijving van hetgeen onder waarde is te verstaan, kan du.s niet voldoende zorg worden be-seed. En bij elke verhooging van het heffingspercen-

tage moet allereerst worden nagegaan, of cle definitie
van het waardehegrip aan redelijke eischen voldoet
en of de sanctie’s op het nakomen der verplichting

tot liet juist aangeven, der waarde voldoende zijn.

Ten dccle hpeft de ontwerper der nieuwe wet door
de hoven geciteerde artikelen 192ter en 8 Waardewet

met deze eischen rekening gehouden.
Als de waarde is in algemeenen zin te beschouwen

de
loopende
prijs hier te lande
01)
den. dag der aan-

gifte. Bij de bepling van dien loopenden prijs laat
de visiteerende ambtenaar zich leiden door de factu-
ren op de zaak betrekking hebbende en. door zijn
waren.kenn is.
In den regel zal de factuui- der zending, indien zij
liet resultaat weergeef t van een onder normale om-
standigheden gesloten koop en verkoop, dezen loopen-
den prijs weergeven. Is echter op het oogen’blik der

aangifte de loopende prijs hooger dan die in de factuur
uitgedrukt, dan moet met die prijsstijging steeds wor-
den rekening gehouden, is hij lager, dan kan mt aan-
gi fte van den gedaalden prijs worden volstaan.

Dat gaf na den oorlog, in verband met wisselende
stand der valuta et andere abnormale omstandi.ghe-
tien, tot moeilijkheden aanleiding. Overigens geheel normale facturen konden niet worden gevolgd. Over
de grootte der prijsstijgingen ontstonden geschillen
alleen te vermijden door liet verleenen der
bevoegd-
heid
tot aangifte naar de uit facturen, ladingspapie-

20 Augustus
1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

723

ren en andere bescheiden blijkende, normale, werke-

lijk bestede prijzen.
1)

Die bevoegdheid werd verleend bij art. XV der
wet van 31 Dec. 1920 Stbl. 977, zonder dat echter
het zou mij te ver voeren, dit hier nader ui:teen te

zetten – het gezette doel ten volle werd bereikt.
Op het verleenen dier bevoegdheid is het thans voor-

gestelde art. 192ter een uitstekend correctief.
Na de wijziging van art. 120 A. W. bij art. XV der

wet van 1920 heeft de
bela’n.ghebbende
en deze alleen,

de keus tusschen aangifte naar ,,den loopenden prijs”

en de aangifte volgens factuur. De
fa,ctuur
wordt

dus gevolgd in die gevallen, waarin dit voor den

aangever
voordeeliger is. De regeling drukt dus de

opbrengst van het Tarief. Acht echter de aangever,

aangifte volgens den
loopenden prijs
op den dag der
aangifte meer gewenscht, dan heeft hij niet eens de

verplichting den visiteerenden ambtenaar de factuur

•te vertoonen, waaraan deze althans een vergelijkende
maatstaf van beoordeeling zou hebben!
Daar komt bij, dat de toepassing der waardeheffing,’
in theorie gebaseerd op den ]oopenden prijs, prac-
tisch toch reeds steeds weer neerkomt op een heffing
volgens de uit facturen blijkende prijzen der goede-

ren. Aard en soort der goederen zijn bij sterk wis-

selende
prijzen
te uiteenloopend, dan dat de verifica-

teur zich in hoofdzaak op zijn warenkennis zal kun-
nen verlaten. Waar mogelijk neemt hij gaarne de ge-
-gevens mde factuur te baat. De
verplichting,
die ‘het

nieuwe artikel den aangevers oplegt, tot het vertoo-

tien van de bescheiden, waarmede
zij
de aangegeven

waarde kunnen staven, of de toch reeds zoo moeilijke
taak der visiteerende ambtenaren verlichten, is dani
ook niet meer dan rationeel en in het minst niet be-
zwaarlijk voor den belanghebbende.
En wil dit voorschrift op zich zelf weder ten volle
tot zijn recht komen, clan moet er scherpe strafsanc-
tie staan ‘op het overleggen of vertoonen van
valsche:

bescheiden.
Hiervoor wordt gezorgd door art. 38 van het nieuwe

ontwerp wet.
Was tot nu: toe alleen het
opzettelijk
overleggen van’

een valsch of vervalscht stuk met het oogmerk om in-

vloed uit te oefenen op de toepassing van de
Waarde-

wet strafbaar, thans is het simpele
vertoonen
of
over-

leggen
reeds strafbaar. Wanneer men bovendien de wetenschap bezat, dat het stuk valsch of vervaischt
is, Ican gevangenisstraf worden opgelegd. (De nieuwe-
bepaling geldt bovendien niet alleen ten opzichte van

naar de
waarde
belaste, doch voor
alle
goederen. Con-

trôle der bescheiden kan immers ook voor het nagaan’

der
hoeveelheid
van belang zijn).
Bij een systeem, dat zich in hoofdzaak op de fac-
tuur baseert, komt alles aan op de absolute betrouw-
baarheid van het overgelegde stuk papier; alleeri
straffe strafsanctie kan misbruik hier binnen de per-
Icen houden.
Aan den
laatsten
eisch ten opzichte eener goede ad
valorem heffing te stellen, n.l; die, dat de wettelijke

waardedefinitie
aan redelijke eischen ‘voldoet, wordt•
echter
niet
voldaan.’ Bij deze partieele wijziging der
Waardewet blijft juist het meest urgente onderdeel
ongewijzigd. Wellicht ‘echter ligt het in de bedoeling,

deze zaak bij eene andere, afzonderlijke-herziening dier
wet nader onder de oogen te zien.

De Tabel.

Blijkt uit de reeds gegeven beschouwingen voldoen-

de ‘de onmogelijkheid van een volledige bespreking
der artikelen van het ontwèrp, reeds éen
vluchtige
inzage van de
tabel zelve
doet zien, dat het ten eenen-
male ondoenlijk is, alle details van het tarief en de
beginselen, die daaraan ten grondslag liggen, in kort
bestek onder oogen te zien.

1)
D.i. de uit werkelijke koopprijzen, vrachten en ver-
dere kosten samengestelde, uit handelsoogpunt beschouwde
normale waarde, alles voor levering’ hier te lande.

Het aantal opmerkingen, dat dienaangaande te ma-

ken is, alleen van fiscaal-technische zijde, is legio en

den Minister, ‘die na inzage van een dergelijk tarief

kan meenen, dat
bij
uitvoering daarvan een eind wordt

gemaakt aan inconsequentie en willekeur, aan ave-

rechtsche ‘bescherming, aan veelvuldige geschillen,

kan zijn optimisme worden
benijd.
Wat daarvan reeds

uit de in peri’odieken verschenen artikelen, uit de

door verschillende Kamers van Koophandel verstrekte
adressen is gebleken, spreekt ten deze duidelijk ge-

noeg. En aan de practijk, deze spiegel, die zuiverder

‘dan welk’e kritiek ook, het echte beeld weerkaatst en

die bovendien grilligii is dan elke verbeelding, is het

ontwerp nog niet eens getoetst.
Ik bepaal mij in het volgende tot het bespieken der
grondgedachten, die aan het voorgesteld systeem ten
grondslag liggen, van de wijze van uitwerking daar-van, tot een vergelijking van het oude en het nieuwe

systeem en de bruikhaarheid van heide.

Het bestaande tarief berust, al’s bekend, op het be-
ginsel, dat artikelen alleen belast
zijn,
wanneer zij
in artikel 1, dat is de Tabel,
zijn
genoemd en (art. 2)

wanneer zij naar hun aard ‘of bestemming ‘onder eene
der aldaar vermelde goederenso’orter kunnen worden
gebracht.

De rangschi’kking in de Tabel van ‘de daar ge-

noemde goederen is verder gebaseerd op het vrijlaten
van grondstoffen, het gedeeltelijk belasten van half-fabrikaten en •het zwaarder belasten van heelfabrL-
katen.

Dit systeem heeft natuurlijk bezwaren. De tariefs-toepassing staat niet
altijd
a priori vast. Een artikel
kan van verschillend standpunt worden beschouwd.
Meerdere artikelen zijn op zichzelf als fabrikaten,
tegenover andere industrieën echter als halffabrika-
ten of grondstoffen te beschouwen. Ook in verband
met de rangschi’kking van art. 2 rijzen bezwaren. Nu

eens zal’ de aard, ‘dan weer de ‘bestemming, den door-
slag geven. Vele goederen hebben meer dan ééne be-
stemming. Andere zouden naar hun
aard
belast moe-
ten worden naar hunne
bestemming
niet. Sommige
goederen, teenen meubels bv., zou men kunnen bren-
gen onder ‘mand- en teenwerk onbelast (hetgeen ge-

schiedt), doch naar het voorkomt is evenzeer te be-
toogen .dat zij’ als meubelen belast moeten zijn.

Ook zijn meerdere voorbeelden van inconsequentie
tengevolge van ‘het telkens varieerende subjectieve

inzicht ‘van degenen, die achtereenvolgens aan het De-
partement ‘de beslissing te nemen hebben, te vermel-
den. Ten slotte ontwikkelden zich
bij
sommige posten
zooveel vragen, dat men algemeene regels heeft moe-
ten stellen, die omtrent ‘de belastbaarheid hebben te

beslissen. Referte aan den heruchten post ,,Fahrieks-,
landbouw- en stoomwerktuigen”.
Noodzakeljkerwijs is het bestaande systeem ook
aanleiding tot wat het nieuwe ontwerp noemt
,,ave-
rechtsche .beschernaing”.
Kranen, schroeven, veilig-heidstoestellen, manometers en verschillende andeie
artikelen voor ‘het samenstellen van werktuigen en toestellen zijn aan rechten onderworpen. Fabrieks-
en stoomwerktuigen, waaraan die artilcelen in het
buitenland zijn aangebracht, kunnen in hun geheel
zonder betaling van rechten ‘het Rijk worden in ge-
voerd.

Deze en dergelijke moeilijkheden tracht het
nieuwë ontwerp te omzeilen, door de
onderscheiding
,,grondstoffen, half fabrikaten en heelfabrikaten” te
laten varen.
Het stelt daarvoor de verbruiksbelasting
op het ,,toonbankartikel” in de plaats. Voorts wordt
de ran,gschikking naar aard en bestemming losgelaten

en worden de te belasten artikelen – althans dit is
de opzet
– niet name genoemd.
De ontwerper heeft
daarmed’e tegelijkertijd het karakter van een verbruiks-
(en verterings-) belasting meer op den voorgrond wil-
len brengen. De onderscheiding ,,en verteringsbelas-
ting” – de beide benamingen worden in den regel
als synoniem, als aanduidende de consumtiebelasting

724

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20
Augustus 1924

beschouwd – doelt blijkbaar speciaal -op -het verbruik

van luxe, van minder onontbeerlijke artikelen.
Bij de
witvoering
van deze gron-dgedachte van het
nieuwe ontwerp wil het verder spëciaal inconsequen-
ties, averechtsche bescherming, willekeur en geschil-
len voorkomen.

Volgens blz. 2 en 3 der Memorie stelt het ontwerp

zich verder tot taak, het uniform tarifieeren van niet

voldoende te scheiden aanverwante artikelen.

Ten slotte moest het, wil-de de benaming technische

herziening iets meer blijven dan de vlag, die de lading

dekt, zooveel mogelijk het karakter van het bestaande tarief bewaren.

Waar -die bestaande wet als regel grondstoffen en

hulpmiddelen voor de fabricage en industrie, gereed-
schappen voor den handwerksman, algemeene voe-

dingsmiddelen en de eerste levensbehoeften vrijlaat,

moest de technische herziening een regeling geven,

die tot resultaat had, dat deze ook nu vrij zouden

blijven. Aan vrijstèlling om gelijksoortige economische

redenen (fabriekswerktui gen, steenkolen en chemica-
liën) mocht niet worden geraakt. Zie Mcm. v. Toel.
blz. 12. Het groot verschil tusschen oude en nieuwe

heffing, gevolg van het invoeren van het ,,t-oon-bank-

artikel” als nieuwe heffingsbasi.s, wordt door deze
berninnelijke inconsequentie van den ontwerper reeds

veel minder principieel.

Toch moest in verband met eeh en ander de

opzet van de Tabel een geheel andere worden dan die
in de tegenwoordige wet.

Het met name noemen der artikelei-i in de Tabel.

Bedoeling is o.a. om

voor zooveel moge-
lijk – vragen naar aard en bestemming voor het ver-
volg uit te sluiten, en de te belasten artikelen
met
name
te noemen.

Bij raadpleging van de zeer uitgebreide tabel, welke

thans niet meer in het lichaam der wet
is
opennomen,
doch aan het slot daaraan is toegevoegd, krijgt men.
dan ook een overweldigend idee van de warenkeunis
p
n
de rubriceeringscapâciteit (men ‘oge het met de

gemaakte onderscheidingen overigens eens zijn of

niet) der samenstellers. Zij hebben bij die con-
structie een uitgewerkten leidraad gehad. Legt men
ho-t, me

t alle ter zake betrekking hebbende beslissingen
ijgewerkte tarief van
Heinsi-us
(pl.m. 500 hladzijden)
naast het niduwe ontwerp, dan ziet men allereerst,
dat de aldus uitgeclij-de omvang van het eerste Jien
van het ontwerp nog verre overtreft en bovendien,
dat de onder de vorige wetgeving gevallen beslissin-

gen -den ontwerpers der nieuwe wet een alphabetische
lijst hebben geleverd van artikelen, welker belastbaar-
heid, uitgaande van de -nieuwe beginselen, door de
ontwerpers opnieuw onder oogen is gezien. Aange-

nomen -mag dus worden, dat naar den huidigen staat
van zaken het aldus ontworpen tarief een vrij volledig

beeld, een warenlijst, geeft van alles, wat de -huidige
maatschappij oplevert en produceert, inzonderheid
voor zoover het volgens het nieuwe tarief belasté arti-
kelen betreft. –
Geheel
,,bij”
kan deze lijst echter niet zijn. Sedert
haar samenstelling – zullen reeds nieuwe vin dingen
hebben plaats gehad. –

Het bestaan-de tarief zal bij zijn verschijnen meer
up to -date zijn geweest; toen voldeed het, theoretisch,
waarschijnlijk geheel. Doch er is een veel grooter
gevaar, dat ik in
mijn
eerste artikel reeds besprak.
Het nieuwe ontwerp leidt tôch weer tot rangschik-
king, eene rangschikking in den regel naar den
aard,
soms naar de
bestemming
1)
[zie -bv. de Bijz. Bep. 2 op
den
Post Beelden
2)]
der goederen.

‘) Het hoofdbeginsel der wet, het
met name
noemen der
belaste artikelen, tracht men hiermede in overeenstemming
te brengen, door in art. 2 de bepaling op te nemen, die de
Kroon machtigt tot het aanvullen der lijst, nadat de be-
trokken directeur der directe belastingen enz. of de Ta-
riefsconimi-ssie over de belastbaarheid van een speciaal goed
heeft beslist.

Er zijn zelfs posten – n.i. die, welke in
algemeene
benamingen zijn vervat – -kleurstoffen, electro-tech-

nische artikelen, verpakkingsartikelen, versiervoor-

werpen – waarbij, met in acht neming -overigens van

de -beperkingen in den betrekkelijken post zelf gege-
ven, de rangschikking naar den
aard
van het goed
haast van evenveel belang is als die onder de be-

staande wetgeving. Alleen volgt dit recht van rahg-
schikking nu niet uit een
algemeene
wetsbepaling als
die in art. 2 der bëstaande wet, doch uit de omschrij-
ving- van -elken pest. –

Van den opzet – het met name noemen der artike-

len – is soms reeds sterk afgeweken, -zoo zelfs dat
men bij tijden- meent, dat de ontwerper zijn -geheele

uitgangspunt uit h-et oog heeft verloren. Wie dit
nagaan wil, vindt hij

het doorloopen der posten voor-
heel-den van verschil in opzet en uitwerking te kust
en te keur.

De in de Mcm. van Toel. breed uitgemeten beawa- –

ren tegen het bestaande tarief in verband met het

niet met name noemen der artikelen schijnen intus-
schen tegenover de vele afwijkingen van het nieuwe
beginsel, di-e -het ontwerp zich vooroorloof t, van veel
minder belang.

Wat daarentegen het ontwerp met het met name

noemen der artikelen juist wil voorkomen – het

anders tarifi-eeren van aanverwante artikelen, heeft

juist door.het niet name noemen – en ook om and-ere
hierna te noemen iedenen –
tocls
plaats.
Niet ge-
noemde
aanverwante artikelen; welke volgens de om-

schrijving van -den hetrekkelijken post niet gerang-

schikt kunnen worden, moeten nu juist vrij blijven.
Voorts heeft -men rekening te houden met art. 2
van het ontwerp.

– Volgens dat artikel zijn goeeren Vrij of belast,
evenals het volledig voorwerp, indien -daaraan eenig

onderdeel ontbreekt, indien dit onvolledige voorwerp

niet valt -onder een
andere, wèl in
het tarief vermelde
benaming. Gedemonteerde voorwerpen zijn volgens dat
art. 2 op -dezelfde wijze te belasten, als wanneer zij
als é.bn geheel waren ingevoerd.

De strekking van dit artikel is m.i. beperkt. Het
in-gevoerde deel moet het karakter dragen van het in

de tabel genoemde artikel; geringe oncle.rdeelen mo-

gen niet als gedemonteerde artikelen, als voorwerpen
‘waaraan een onderdeel ontbreekt worden belast. Voor
z-oover het ontwerp
bijkonsstige
onderdeele.n wil helas-
ten, -noemt het die afzonderlijk in de tabel.
Ook wahn-eer men dit in het oog houdt, is het echter
klaar, dat over -de toepassing van dit artikel 2 voort-

durend -geschillen tusschen aangever en administratie
zullen rijzen. Ook – dit en passant – zal in de prak-
tijk wel
blijken,
-dat de opzet van het artikel niet vol-
doende is, om een logische toepassing te waarborgen
ert ontduiking te voorkomen. Men zal niet in •de tabel

genoemde onderdeelen van belaste artikelen, die even-
min -onder art. 2 vallen, steeds afzonderlijk invoeren,
teneinde op deze wijze invoerrecht te ontgaan.
1 Het ligt b.v. voor de hand, auto’s, belast met het
hooge recht van 12 pOt., in gedeelten in te voeren,
‘zoodat men de belasting voor het meest waardevol

gedeelte (de motoren, die – als ?Jwaarder dan 5 KG.
– vrij zijn) kan ontgaan en voor -de rest alleen
8 pOt.
recht heeft te betalen.

– Blijft nog na te gaan, op welke wijze de onvan-

ger en de verificateur de invoerrechten en last not
least – want voor dozen zal h-et bij min-der veelvul-
diger praktijk nog moeilijker zijn – voor den parti-

2)
Deze bepaling lijkt overigens niet gelukkig. Gemeente’s
ccl. die zich zulke luxe permitteeren, kunnen er zeer goed
voor betalen. Aan de bezwaren der Nederlandsche beeld-
liouwers, aan welke het nieuwe ontwerp, nadat zij zich lang
hebben beklaagd over de onbillijkheid, dat zij bij invoer
van uit het buitenland gegoten eigen bronzen invoerreclit
hebben te betalen,
ook
over de kunst-waarde van het beeld,
tegemoet komt, wordt nu weer een nieuw toegevoegd: de
bevordering der concurrentie van den buitenlander. –

20 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

725

culier, die immers volgen art. 120 Alg. Wet nieuw
tot een omschrijving, waaruit de mate van belastbaar-

heid is na te gaan, zal worden verplicht, zich zullen
hebben te overtuigen van de toepasselijkheid van het

Tarief in een bepaald geval.
Allereerst raadpleegt men de alphabetische lijst, die

bij de tabel is gevoegd. (De alphabetische verdeeling

der tabel zelve kan niet baten, aangezien die alleen
op de – toevallige aanvangswoorden van den be-

trekkelijken hoofdpost is vervaardigd). Vindt men het

artikel daarin
niet
vermeld, dan moet men nagaan,

of het artikel ook valt onder ecn algemeéne of enun-

tiatieve benaming, of wel onder een omschrijving als
,,on ‘dergelijke”, ,,en overige”, ,,en andere”, ,,samen-

gesteld met”, ,,hoofdzakelijk vervaardigd uit”. Im-
mers die alphabetische lijst noemt lang niet alle be-
laste artikelen
0L•
Tal van bekende gooderensoorten

zoekt men daarin tevergeefs. Verder is in sommige
gevallen daarnaast nog te bezien, of de
bestemming

ook de belastbaavheid beïnvloedt. (Zie b.v. Bijz. Bep.
2 op post Beelden). Nog kan een artikel vallen, onder

meer dan één
post. Volgens art. 4 moet dan het recht

worden geheven, dat voor den fiscus het voordeeiigst

is. Een specifiek recht of een accijns gaat boven een
cd va]orem heffing. Is een post volgens 6éne om-

schrijving
vrij,
volgens een andere
belast,
dan zal de

laatste moeten worden toegepast. Doch op dezen regel
zijn op zich zel:f weer uitzonderingen!
Ten slotte zal – zie hiervoor – gelet moeten wor-

den op art. 2.
Men zal inzien, dat de raadpleging op deze wijze

inderdaad niet eenvoudig wordt en zeer zeker niet
eenvoudiger dan het bestaande tarief.
Doch rlaa:rbij komt nog iets anders, w’aaro’,’er in een

siotartikel. J.
V. D. PoEL.

(Slot volgt).

J)E j’jJqAN6jEjjtE TOESTAND iN CI-IJNA.

(t.
Verslag der Commissie voor Financieel Onderzoek

van Dr. 11′. W. Yen.

b. Nationale Conferentie van Chineesche Bankiers te

Peking.

Er zijn ton huidigen dage weinig kwesties op eco-nomisch gebied waarvan het zoo moeilijk is een be-

vredigende uiteenzetting of zelf’s eenigszins betrouw-
bare gegevens te verstrekken als de Ohineesche finan-
cieele toestanden. Schrij ver dezcs waagt zich dan
ook noode aan een poging om eenige uiteenzettingen

op dat gebied te geven.
De taak zou op zichzelf reeds zeer moeilijk en om-

van gnijk zijn, ‘indien het slechts te ‘doen ware om in
een ,,plain, unvarnished tale”, juist en duidelijk een
volledige ‘voorstelling te leveren van China’s schulden-
last in al zijn ontstellcnde verscheidenheid en com-
plicaties. Deze verder i.n verband to ‘brengen met
China’s financieele draagkracht, zou de taak meer dan
verdubbelen doch – gesteld dat men eindelijk zo’o vèr
ware gekomen, – ‘dan zou ten slotte nog erkend moe-
ten worden, dat van al het voorgaande slechts
zeer

weinig op vasten grondslag gebaseerd is;
dat, in ver-
band met den politieken toestand, den hopeloozen
chaos in China, al ‘het geschrevene weinig bevat, dat
niet binnen korten tijd door een of andere onvoor-
ziene wending in den toestand kan worden te niet
gedaan of diametraal omgekeerd! Daarbij komen nog
een menigte gegevens, berekeningen, gevolgtrekkin-
gen, die thans geregeld dienst ‘doen en door velen

au serieux worden behandeld en als grondslagen ge-
bezigd, terwijl toch een ieder, die eenigszin.s goed
ter zake ingelicht is, weet, dat zij ‘nu, reeds ten eenen-
male alle verband met ‘de werkelijkheid missen en ‘dus

geheel onbetrouwbaar zijn.
Thans over China te spreken is dus niet in ‘de eerste
plaats een taak voor den econoom, doch van den hel-
der denkenden staatsman, den massa-psycholoog, van
een Tamerlan of Kublai Khan. Dus niet zeer ge-

schikt voor een economisch-statistisch weekblad. Doch
nu en dan doen zich gevallen voor, welke zich leenen

tot een afgeronde bespreking, zij het in den geest der

zaak – au senieux genomen – zelve,
zij
het als nuttig

vehikel voor een loopend commentaar, waaruit de on-

bevangen lezer de conclusies kan putten, die hem

voorkomen als het meest voor de hand te liggen.

Een. zoodanig geval h’eef t zich thans voorgedaan
naar aanleiding van het verschijnen van een, min of

meer voorloopig verslag, uitgebracht ‘door een in Sep-
tember 1923 ingestelde commissie voor financieel on-

derzoek onder voorzitterschap van dr. W. W. Yen,
een der meest gezienen financiers in de regeering

va’n Peking. Ongeveer tegelijkertijd (ul. tegen het

eind van April jl.) werd bekend het resultaat, in den
vorm van een rapport en manifest, van de vijfde jaar-
iijksc’he nationale conferentie van Chineesche ban-

kiers te Peking. ‘Deze twee nauw samenhangende eve-

nementen laten zich gevoeglijk in een artikel be-

spreken.

Van het rapport van dr. W. W. Yen kan in het kort
gezegd worden, dat het zeer nauwkeurig en openhar-

tig is in het blooti’eggen van den toestan’d, doch be-

denkelijk wat betreft tendens en gegrondheid der con-
clusies. Als resultaat van meer dan zes maanden ar-
beid wordt in cie eerste plaats een zeer uitvoerig en

naar alle waarschijnlijkheid compleet overzicht gege-
ven van China’s tegenwoordigen schuldenlast, d.w.z.
voor zooverre betreft ‘het ,,centrale” gouvernement. Dc

financiën der provincies worden geheel buiten be-

schouwing gelaten. Waar de volledigheid der gegevens
nog te wensc’hen overlaat, moet ‘dit hoofdzakelijk te
wijten zijn geweest aan ‘de moeilijkheid, door de Chi-
neesche regeening ondervonden, om eenige buiten-

landscho crediteuren te bewegen tot het verstrekken
van nauwkeurige en volledige gegevens ‘omtrent hunne
vorderingen. Dit – terloops vermeld – geeft een der
grootste in China verschijnende dagbladen aanleiding
om ‘op te merken dat .het ,,een oude woekeraarstruc is,
welke dr niet toe stemt om de vorderingen van die
heeren-crediteuren in beter licht te gaan beschouwen

clan tot dusverre werd gedaan.”

Verder verdiept het rapport zich in gegevens om-

trent de staats-inkomsten, waarbij zeer terecht wordt ingegaan op het belangrijke verschil tusschen die in-
komsten, welke Peking wèl, en die welke Peking
niet

bereiken. In ‘de laatste categorie moet men nog on-
derscheid maken tusschen de door. de provincies ach-
tergehouden posten ‘die, zij het dan ook gedwongen,
door Peking worden ,,erlcen’d” en als ,,uitk’eeringen”
of ,,subsidies” geboekt, en de ongelegaliscerdo achter-
houdingen, tekorten, verduisteringen, enz., die men

nich eenvoudig moet laten aanleunen met of zonder
uiting van den vromen wensch, ‘dat ‘de provinciale
autoriteiten eenmaal de ‘dwaling hunner wegen zpllcn
inzien en de gelden, die zij thans onder zich houden
“oor zichzelf, hun vrienden, verwanten en de leveran-

ciers van hun oorlogstuig, zullen laten vloeien naar
Peking waar andere vrienden, verwanten en leveran-
(:iers van oorlogstuig er zoo dringend behoefte aan
hebben, om nog niet te spreken van alles wat met een
hoofdstad en centrale regeering in. verband staat. ‘) Eet laatste gedeelte van dr. Y’en’s rapport is gewijd
aan een poging om aan te geven op welke wijze een
reorganisatie van het finantiewezen tot stand kan ge-
bracht worden. Met de zeer zware taak van het uit-werken van een ‘definitief plan in dit opzicht houdt
(Ie Commissie zich thans onledig. De voorloopig door
dr. Yen aangegeve:n punten worden hieronder be-

sproken.
De tabellen waarvan het rapport vergezeld gaat,
zijn zeer uitgebreid en dus moeilijk in redelijk bestek

1)
Te Peking wordt beweerd, .dat er zooveel ambtenaren
aan de diverse ministeries en bureaux verbonden zijn dat, indien zij het eens in hun hoofd mochten krijgen om allen
tegelijk ten bureele te verschijnen, er nauwelijks staanplaats
voor hen zou zijn, laat staan zitplaats
1

726

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Augustus 1924

weer te geven. In ‘hoofdzaak wijken zij wein.ig af van

de reeds meermalen uitgewerkte en gepubliceerde ta-
bellen (o.a. te vinden in diverse uitgaven van het

,,China Year-book”) van China’s schulden, inkomsten,
enz. Dat deze gegevens, uit verschillende bronnen

geput, bijna nooit met elkaar kloppen, ja zelfs de

grootste afwijkingen vertoonen, is te wijten aan

de ‘groote verscheidenheid van condities, muntsoorten,

enz., welke de diverse posten beheerschen en de uit-

-eenloopende ‘wijzen van beschouwing, ‘herleidiisgsfac-

-toren, enz., door de respectievelijke samenstellers toe-
gepast. In ‘dit opzicht is het niet te verwachten dat

iemand – Chinees of niet-Chinees – er ooit in zal
‘slagen om een goed, duidelijk, volledig ep consequent

ddorwerkt beeld van China’s finatiewezen in het

leven te roepen. De eenig mogelijke benaderingswijze
is door zorgvuldige splitsing en afzonderlijk houden

der ettelijke posten onder de meest belangrijke hoof-
den, en, wel hoofdzakelijk
goud
en
zilver.
Deze
methode is niet door dr. Yen gevolgd in het thans
uitgekomen verslag waarin alle bedragen, inclusief de
-schulden in goud, zijn herleid tot zilveren dollars ter
waarde van ongeveer
f
1,25.

Als -de g.rooto bronnen van inkomsten voor decen-
-trale regeering noemt dr. Yen er vijf, nl. de opbrengst

der Douane, inclusief de binnenlandsche rechten (Na-
-tiv€ Customs) binnen de 50
ii
(21 KM. grens, de op-
brengst der Native Customs buiten de 50
ii
grens, de
zoutrechten, de wijn- en tahaksrec-hten en de zegel-
rechten. Andere groote bronnen van inkomsten, -zooals
de grondbelasting,- de likin, e.d. hehooren van rechts-

wege aan de provincies en olj-ven dus in dr. Yen’s
verslag buiten beschouwing. In -het navolgende staatje

zijn weergegeven het bedrag onder elk der bovenge-
noemde vijf posten dat in werkelijkheid wordt geïnct –
en daarachter het bedrag dat Peking bereikt of ten
goede komt, alles per jaar naar de laatste gegevens.

Wat Peking
Opbrengst

bereikt

(in millioenen dollars)
1.
Douane Rechten, enz., (onder
effectief vreemd beheer).
94
alles
Native Customs buiten de 50 1
i
(onder Chineesch beheer)
.
6,7
2,7
Zoutrechten

(onder

vreemde
contrôle

doch niet effectief
beheer) ……………….
89,8
49,3
Wijn- en Tabaksrechten (onder
Chineesch

beheer) ……….
15

.
1,4
Zegelrechten (onder Chineesch

behee
r) ………………..
3

0,3

Totaal (rond) ….

209

148

Uit bovenstaande baten ioet bestreden worden:
98 millioen dollars per jaai vo-or dienst der binnen-
en buitenlandsche leeningen, welke de douanenj-
brengst en de zoutrechten als onderpand b-ebheii;

43 ‘millioen dollars per jaar voor ,,militaire subsi-
dies” (vermoedelijk de legers, die het Pekingbewind
op het oogenbiik steunen resp. niet actief bestrijden)

en voor de aflossing van schatkistbiljetten enz., oj’de
zoutr-echten gebaseerd, hetgeen ‘als saldo ter dek-
king van alle adrninistratieire en militaire uitga-

ven van het centrale -gouvernement overlaat de
somma van 7 millioen dollars per jaar! V
o
o
rw
aa
r

een w-elspiekend stelletje cijfers. Het- vereischt

geen buitengewone scherpzinniheid om uit boven-
staanden staat op te maken, welke rol de onder
vreemd beheer staande dienst d-er Douane – speelt in
het financieele stelsel van China, hetgeen trouwens
ook wel bekend was. Zeer opmerkenswaard is het feit,
aldus door een groot Chineesch autoriteit offi-
cieel geboekstaafd, dat i,00r ,,su-bsidies” aan eenige
militaire machten, dus hoofdzakelijk voor omkoop, af-
koop en chantage (u.g.)
bijna de helf t
benoodigd is
van wat dient voor rente en amorti-satie van
alle ge-
waarborgde buitenlandsche leenin gen, Borer-indensni-feit, enz., benevens alle gew&trborgde binnenlan,dsche
schulden, aangegaan vainaf 1912.
Als mendaarbij be-

denkt ‘dat deze ,,subsidies” slechts een fractie voor-

stellen van wat er over geheel China wordt uitgegeven

voor -hét militaire gedoe en alles wat daaraan vast-

kieef t, dan beseft men zoov-eel te sterker het onzin-

nige in de bewering, als zonde in hoofdzaak de
– ,,obstructie” dei- vreemde mogendheden en bankiers-

consortii, die China beletten om respectievelijk zijn

tarieven naar believen te verhongen en/of alles te he-
leenen wat los en vast is, de oorzaak zijn van het steeds
verder .wegzinken van het lând in zijn financieel
moeras. –

Inderdaad’ hebben,
-bij
elkaar genomen, d-e bronnen
der staats- en plaatselijke ovérheidsinkomsten in China
nog nooit zoo rijkelijk gevloeid, en was de regeering
– centi-aal en provinciaal – nog nooit zon -goed in
staat om alle
wettige
uitgaven te bestrijden, – als
thans.
1)

Uit bovengenoemd beschikbaar saldo van
$
7 mil-
lioen, moeten nu volgens dr. Yen, bestreden worden alle

administratieve en directe militaire onkosten der cen-
trale regeering, welker bedrag begroot wordt op res-

pecti-eveljk $ 58 ‘millioen en $ 70 millioen, dus te za-
men $ 128 millioen per jaar. Om -dit beeld nog verder
op te luisteren vinden
wij
nog genoemd een post van
$ 723 millioen als het (kapitaals-) – totaal van onge-

waarhorgde of onv-oldoend gewaarborgde leeningen der
twee ministeries van Financiën en Verkeer. Deze

leeningen tegen de best mogelijke condities te fundee-
ren, zou een jaarljksche, voorziening van ongevedr

$
70 millioen vereischen.
-:

Wat nu dr. Yen als remedie voorstelt, komt neer op
h-et volgende:

De provincies moeten gebracht worden tot een
goed helder besef van de noodzaak om het centrale
gouvernement te ,steunen en het de -gelden te remit-
teeren, die -dit gezag toekomen;

Nationale uitgaven moeten tot het uiterste wor-
den gereduceerd, vooral w-at betreft militaire uitga-

ven, welke nu ongeveer 70 pCt. van het geheele bud-
get bedragen;

-Een tijdelijk nationaal budget, waarin de tering
naar de nering wordt gezet, moet worden uitgewerkt en striktelijk nagevolgd; – –

Stappen -moeten terstond genomen word-en om

te geraken tot het samenkomen der door Washington
beloofde Conferentie ter herziening van het douane-
tarief, waardoor een vermeerderin-g van jaarlijksche
• inkomsten ad $ 25 milli-oen kan worden tegemoet
gezien;

De -ont’iangsten der spoorwegen, telegrafie, pos-terijen en rijks-zeevaartdiensten -moeten intact worden
gehouden en gevrijwaard tegen oneoorloofde be-

sn-oeiïngen, die, met de diensten in casu niets te ma-
ken hebben. –
Een com-binatie, zooals men ziet, van vier vrome
wenschen en een praktisch uit-voerbaren maatregel, ni. de verhooging van -het douanetarief met buiten-
landsche medewerking. Dat ‘de -opbrengst hiervan slechts een vijfde van het tekort kan dekken, is bij-
zaak. Hoofdzaak is, dat elke Ohinees binnen en buiten
China zonder een enkele uitzondering, en vele -dui-
zenden intelligente n iet-Chin-eezen (meest buiten China) dit punt kunnen aangrijpen en propageeren
als bewijs dat het sle’c’hts van Europeesche en Amen-
kaansche -mdewerking afhangt -of China ,,gered” zal
worden of niet en- dat da buitenian-dsche tarief- en
financieele contrôle, v-oor zooverre’ die reiken, exten-
ritorialiteit, concessies, ja wat niet meer, het -groote
struikelblok vormen in den weg van China’s eerlijk
en moeizaam pogen om – te geraken tot welvaart en
efficiency.

1)
Een even ingenieuze als eenvoudige belastingsmethode,
die
nu
en dân te Canton wordt toegepast, is dat op een gegeven oogeb1ik alle buis- of winklhuur voor de
loo-
pende maand ten bate der overheid door de politie wordt
geïnd, die

de noodige decharge daarvoor verleent in stede
der huiseigenaren!

20 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

727

Wie denkt dat het bovenstaande ietwat scherp is

-geteekend, en geen inzage kan -verkrijgen van betrouw-
bare -dagbladen •in China uitgegeven, waarin hetzelfde

in nog veel krassere bewoordingen wordt uitgedrukt,

oordeele slechts naar het manifest dat kort na het
verschijnen van dr. Yen’s verslag werd uitgevaardigd’

door -de Nationale Conferentie van Chineesche Ban-

kiers te Peking.

De Chineesche bankiers waren tot voor eenige jaren’

de meest betrouwbare ter wereld. De reputatie van
den S’hansi-ban-kier was spreek’woordelijk. Ook als

gezond oordeelende, en onbevangen hun zakelijke mee-

ning verkondigende mannen, ‘heeft schrijver dezes hen

in den loop van vele jaren in China steeds gekend en

hooggeschat. Hoezeer ook een zaak door politieke ver-
wikkelingen en populair vooroordeel ware verward en
verwrongen, •de bankier was steeds de man om met

een paar woorden, ‘hetzij in
zijn
eigen taal, •hetzij in

,,pidgin Engeisch”, de ware strekking, -het zakelijk

aanzien h’eldêr te -maken en te toonen dat, zoo
hij
er

al geen verandering in konbrengen, hij zich zeker ook
niet liet bedotten of verleiden tot verkrachting van

zijn gezond verstand. Sinds de dagen der republiek
is ‘dit hel-aas anders geworden. De ban-kier heeft zijn

troon verlaten en is -aan de politiek gaan doen, na de
loterij en het drukken van bankbiljetten als over-
-gaogsstadium in de laatste jaren van het keizerrijk
met vlijt te hebben beoefend. Thans bestaat er in heel
China vermoedelijk geen enkele Shansi-bankier van
het oude stempel méer. Aan de kust heerscht de mo-
derne -beschaving, in de binnenlanden de bandiet,
beide onvereenigbaar met de beoefening van zijn be-
,roep op de origineele wijze.
En hoe heeft -nu de Chineesche -geidman, in grooten
getale in -de hoofdstad vertegenwoordigd, ‘zich in deze
kritieke tijden over zoo’n levenskwestie van het rijk
uitgelaten? Zoo ooit, dan was het nu de gelegenheid

voor den ban-kier om zichte -doen kennen als man van
zaken en van gezond verstand, om met -het in zijn
blootlegging der toestanden zoo openhartig verslag
van dr. Yen v66r zich, nu eens spijkers met koppen
te slaan en te toonen dat in de -goed ingelichte geld-
en zakenwereld van China de elementen aanwezig -zijn

om te dienen althans als uitgangspunt voor de redding
van het land van binnen uit…. IJdele hoop! Het
manifest der vereenigde bankiers dat
wij
nu te zien
krijgen, had in. zijn tendentieuze wijze van voorstel-
ling en valsche conclusies den meest verstokten poli-
tikaster eer aan kunnen doen. Zooals veelal de argu-
menten der laagste volks-menners, is het feitelijk een
beleediging, het intellect van den lezer aangedaan. Wij
zullen -hier een zoo nauwkeurig mogelijk résumé van
het stuk laten volgen, -hier en daar extracten in hun
geheel vertalende en cursiveerende dâtgene waar wij
de aandacht op wenschen te vestigen. –

In zijn inleidende woorden -hangt deze uitspraak
van
Chineesche
zakenlieden een beeld op van den toe-stand van ‘s lands financiën, -handel en volkswelvaart,
z66 ontzettend als een buitenlander het nauwelijks
zou wagen te doen. In een kort en kernachtig over-
zicht van even -over de honderd woorden worden ach-
tereenvolgens de politieke ontreddering van het land,
zoowel te Peking als in de provincies,
de ,,ontzettende
overvloed van roovers en bandieten” de ,,-overstelpende
hoeveelheid, der nationale inkomsten, die ieder jaar
worden aangewend voor militaire doeleinden”, de
wanorde van ‘s lands financiën, de -desorganisatie van
handel en nijverheid, het algemeen voorkomen van

hongersnood, het drijven der bevolking in -brigandage,
de feitelijke ineenstorting van het economisch be-
staan der natie, – alles -dik aangestreept en met
elkaar in verband gebracht. Nu zou een – denkend
mensch vragen: – waartoe nog meer gezegd? Past het
hieraan toe te voegen eeni-ge beschouwingen waarin
een ,paar inillioen dollars betrok-ken zijn? Niet aldus
‘de Chineesche -betooger. Volgens het klassieke model
is hij gewend zijn prelnissen op te stellen in uitslui-
tend verban-d met hetgeen hij verdej wenscht op te bouwen, dus niet voor den lezer om onafhankelijke

conclusies op te baseeren. Dat zou niet fair zijn! Van-

daar -dat wij- nu het manifest een trapje af zien dalen

en eenige cijfers – aanhalen waaruit blijkt (zooals
hierboven ook is aangetoond), dat het centrale gou-

vernement op verre na niet van -de provincies ont-

vangt wat het behoort te ontvangen; dat de beschik-

bare inkomsten, nl. $ 7 -millioen, slechts
vijf procent
bedragen van het ja,arlijksche budget van uitgaven en
eindelijk -dat het gezamenlijk bedrag van dat -deel der

binnen- en buitenlandsche schuld
waarin niet voor-
zien kan worden, $
723 milli-oen beloopt. Nu zou men
tenminste verwachten dat verder op zulke cijfers werd

ingegaan en iets geopperd in verhouding met de

grootte ervan. Doch neen-, de Chineesche ban-kier laat
ook rustig de verhouding der cijfers in het midden en
concludeert -dat
,,de eenige straal van hoop,
-dat deze
financieele moeilijkheden
op voldoende wijze
kunnen
worden opgelost, ligt in de 2’% pCt. verhooging van

het douanetarief, te Washington beloofd.” Elke -ban-
kier en ieder rudimentair ingelicht lezer van het ma-

nifest weet, -dat het meeste, dat van -dit verhoogde

tarief te verwachten is, $ 25 millioen zou bedragen,
dus een kleine fractie van de behoeften, doch daar

stoort -men zich niet aan. Met een verdere aanzegging
dat- de opbren-gst van het verhoogde tarief
ook
nog
zou kunnen -dienen (dus behalve voor het stoppen van
een gat -dat vijfmaal zoo groot is) voor het consoli-
deeren -van China’s ongewaarborgde schulden (waar-
voor zij’ juist hadden uitgerekend dat viermaal zoo-

veel noodig zou zijn) -doen de bankiers een beroep op
de medewerking van alle ,,well-wishers of China” om
toch zoo spoedig mogelijk te kunnen geraken tot de

speciale conferentie ter verhooging van het -douane-
tarief. In een later deel van het manifest wordt nog
gewezen op ,,internationale obstructie” en zijn gevol-

gen ten nadeele van buitenlandsche ondernemingen
in China, hetgeen ongetwijfeld als een soort caveat
met het voorgaande in verband moet worden gebracht.
Na nog eenige beschouwingen te hebben gewijd aan
de inwendige verwarring van het rijk en beaamd dat
zoowel de provinciale autoriteiten als het volk in het

algemeen dienen mede te werken voor de instandhou-
ding van een gezond centraal gouvernement en van
gezonde toestanden in de provincies wat betreft munt-
eenheid en verkeer, besluit het manifest met een drie-
ledige conclusie waarvan het eerste en het derde lid
gewijd zijn aan een aan-sporing tot medewerking, res-

pectievelijk van den kant van -het -gouvernement en
van ,,onze -buitenlandsche vrienden” aan de spoedige
-bijeenroeping van de speciale conferentie voor ver-
hooging van het douanetarief, en het tweede lid een
aanmaning -beviit tot het volk in het algemeen (,,the
people ‘of all walks of life”) om ,,middelen te be-

ramen ter verbetering van de provinciale financiën
en ter voorkoming van de wanorde in het verkeer en
het muntwezen in de provincies.” Een nationale con-
ventie van
bankiers,
die het
volk
aan-maant om een
schandelijke verwarring in het muntwezen ‘) te stui-
ten! Moet men dit zinnetje opvatten als eenvoudig
rhetorischen onzin -of als sardonische spotternij?
Voorwaar een merkwaardig document, dat het vertrou-
wen van hen, die nog meen-den dat China – wat er
ook gebeure – steedë zal kunnen bouwen op -het ge-
zon-de verstand van haar geld- en zakenmannen, wel
op treurige wijze den -bodem in zal slaan!

THOS. T. H. FERGUSON.

UNIVE.RSAL COTTON STANDARDS.

Nu na de einde Juli 1.1. te Londen op uitnoo-
diging van het ,,Department of Agriculture of the

‘) Te Autung,
op
de grens tusschen Manchurye en Korea,
is de handel gedwongen om met
zeven
munteenheden om
te gaan, al. een Japansohe en zes Chineesche, waarvan de
koersen willekeurig door de bankiers, dikwijls met eenige
perceiiten daags, in schommeling gehouden worden. –

728

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Augustus 1924

U.S.A.”- met vertegenwoordigers van alle Europeesche

katoenbeurzen gehouden conferentie het van kracht
worden der Universal Standards op 1 Augustus van
dit jaar een feit is geworden, is het wellicht niet

ondienstig hier ter plaatse eenige regelen aan deze
aangelegenheid te wijden.

Waar toch voorheen alle erkende Europeesche

katoenbeurzen, zooals die zich o.a. bevinden te

Barcelona, Bremen, Genua, Havre, Liverpool en Rot-

terdam,- haar eigen standaard monsters hadden om

eventueel bij koop en verkoop en bij arbitrage-uit-

spraken als basis te dienen, zoo zullen deze monsters
voor het vervolg hebben afgedaan en worden ver-

vangen door de genoemde Universal Standards.

Deze Universal Standards waren oorspronkelijk

onder den naam van ,,Washington Standards” de

monsters, die bij transacties in Amerika zelf als
basis dienden;
bij
het doen van zaken in Europa en
bij inkoopen in Amerika werden echter als regel de

standaardmonsters der in aanmerking komende ka-

toenbeurzen als basis genomen. Een Bremer koopman

kocht dus bij voorkeur op Bremer- en een kooper
in Liverpool op Liverpooler classification en waar

de standaard monsters van de Europeesche katoen-

beurzen onderling, doch ook ten opzichte der ,,Wash-
ington Standards”
afwijkingen
vertoonen, is het

unoodig te zeggen, .dat het zich moeten richten

naar de verschillende standaard monsters der onder-
scheidene beurzen in Europa den Amerikaansche af-
lader steeds heeft bemoeilijkt.
Van Amerikaansche
zijde
is dan ook reeds lang.
géijverd om hierin verandering te
krijgen
en na het
aahnemen van de Fulmer Law, die eenige wijziging
ui de samenstelling der ,,Washington Standards”
met zich bracht, is door Amerika getracht deze ge-
wijzigde standaarden als basis voor den wereidhandel

ingang te doen vinden.

Te dien einde had in Maart 1924 te Washington

een conferentie plaats, tot welke vertegenwoordigers

van de voornaamste katoenbeurzen van Europa waren
uitgenoodigd, teneinde ter zake tot overeenstemming

te komen. Van Europeesche
zijde
is er toen op aan-
gedrongen, die nieuwe standaardmonsters ten behoeve

van den handel op het Vasteland eenige wijzigingen
te doen ondergaan, hetgeën op de reeds eerder ge-

noemde conferentie te Londen zijn beslag heeft ge-
kregen, nadat van beide zijden ten opzichte van de
samenstelling der monsters nog concessies waren
gedaan. De overeenkomst werd aangegaan door alle

katoenbeurzen en katoenvereenigingen, voorloopig
voor den tijd van 1 jaar, doch het is nu reeds vrijwel
zeker, dat de regeling door allen voor goed zal wor-
den aangenomen, met uitzondering van de beurs te
Liverpool, vigens wier meening de regeling niet in
alle opzichten zou voldoen.

Uit een en ander volgt, dat de samenstelling dezer

.,Universal Standards” in Amerika plaats heeft en de
of ficieele monsters te Washington berusten. Getrouwe
dopieen van deze standaardmonstérs worden ten be-
hoeve van den handel gratis aan alle katoenbeurzen
en .vereenigingen verstrekt,
terwijl
voor iederen han-
delaar series tegen betaling
verkrijgbaar
zijn.

De aard van het artikel katoen brengt mede, dat
het opmaken van deze standaardmonsters ieder jaar
zal moeten geschieden. Katoen toch is onder invloed van droogte, vochtigheid, licht of duisternis aan ver-
kleuren onderhevig en welke zorg men ook aan
het bewaren der monsters zou besteden, verandering
van
uiterlijk
is niet te
vermijden.
Hoewel dit een
omstandigheid is, waarmede tot dusver iedere katoen-
beurs rekening had te houden, werd hij de nieuwe
regeling de toestand toch eenigszins anders, nu de
samenstelling der monsters te’ Washington plaats
heeft en de Europeesche beurzen als medeondertee-kenaars van de overeenkomst bij deze samenstelling haar invloed wenschen uit te oefenen.
Daarom is overeengekomen,’ dat telken jare in Maart

iedere aangesloten katoenheurs of katoenvereeniging

2 deskundigen zal afvaardigen naar Washington.
Aldaar zullen dan naar de bestaande ,,Standards”
minstens 40 nieuwe series of meer, indien noodig,

worden samengesteld, welke als getrouwe copie van
de reeds bestaande officieele standaardmonsters zullen

worden beschouwd, wanneer % der aanwezigen hun

stem daartoe hebben gegeven. Hierbij dient opgemerkt,

dat de V.S. even zoovele stemmen kunnen uitbrengen
als de aanwezige Europeesche vertegenwoordigers ge-

zamenlijk. Van deze series worden door loting 2 series

als nieuwe officieele Universal -standards aangenomen,
waarvan 1 dient om het volgend jaar
bij
de nieuwe
samenstelling als basis te dienen, terwijl de andere,

in een ander gebouw bewaard, in de plaats van de
eerste komt wanneer deze door brand of anderszins

zou worden vernield. Het lot beslist verder, welke 2

series van de overgeblevene aan elk der katoenbeur-

ren of vereenigingen worden verstrekt. Voor de han-
delaren zijn copieën der nieuwe’ series wederom tegen

betaling verkrijgbaar, hoewel deze in de gelegenheid

worden gesteld de in hun bezit zijnde monsters met
die der katoenbeurzen te vergelijken.

Alle aan het naar Washington uitzenden van des-
kundigen en het verstrekken van nieuwe monsters

aan de beurzen verbonden kosten worden door de V. S.
gedragen.

Hoewel het hier een Amerikaansche wet betreft,
die in hoofdzaak Amerikaansche belangen beschermt,

mag niet uit het oog worden verloren, dat bij het samenstellen der Universal Standards en ook hij

andere gelegenheden, op zeer tegemoetkomende wijze
met de Europeesche belangen rekening is gehouden,

hetgeen o.a. nog tot uitdrukking kwam in de bereid-
heid der Amerikanen om ten behoeve der Twentsche
Spinners een serie standaardmonsters te Enschede
te deponeeren. –

Overigens zij opgemerkt, ‘ dat deze nieuwe regeling
op den omzet in katoen zoornin hier als elders in-

vloed zal hebben, doch uitsluitend beoogt eenheid te
verkrijgen in het classificeeren der verschillende

soorten. Moge Rotterdam dus voortgaan op den in-geslagen weg, nu het in het afgeloopen seizoen zijn
katoeninvoeren percentsgewijze meer zag toenemen dan eenige andere katoenhaven ter wereld.

Rotterdam.

I. J.
KALM0N.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

WEB.KLOOSIIEID EN HET REGEERINGSPROGRAMMA.

Di’. T. E. Gregory te Londen schrijft ons:

De mate, waarin de economische toestand hier te
lande en in Europa verbetert, is niet zoodanig, dat
het ovei’bodi.g zou zijn opnieuw plannen tot ‘bestj’ij-
ding der werkloosheid in den komenden winter te

overwegen. Onlangs heeft Minister ‘Snowden in het
Lagerhu.is de hoofdlijnen van een .werkplan aange-
geven, dat, geheel afgezien van -zijn onmiddellijk ver-
band met het werkloosheid’svraagstuk, belangrijke
punten bevat. De plannen -dei regeering vallen uit-

een in een ‘tijde-lijk en een permanent gedeelte en hoe-
wel het permanente plan onderdeelen van g.roOte ‘be-
teekenis bevat, kan nauwelijks worden gezegd, dat
het zeer opmerkelijke resultat’en zal hebben, voor zoe-
ver het de onmiddellijke vermindering der werkloos-
heid betreft. De tijdelijke en eenigszins po-overè plan-
nen der regeering hebben betrekking op éen versnel-ling van -wegenaanleg en wegverbetering, waaruiede
opeenvolgende regeerin gen ‘zich reeds hebben” bezig
gehouden. Alles bijeengenomen ligt een programma,
dat £15 milli-oen zal -kosten, in -de bedoeling. Uit de
redevoering van Minister Snowden volgt niet met
zekerheid of ‘cle v6orgestelde nieuwe Theems-tuu nel
en de nieuwe weg naar ‘de Londensche haven hier-
onder vallen. Boven- en behalve de kosten voor de
wegen -heeft het Unemployment Grants Oommittee
sinds Febtuari 750 nieuwe plannen goedgekeurd, die

20 Augustus 1924

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

729

een totale uitgave van £ 53 millioe.n met ‘zich zullen
breugén, terwijl verdere plannen, waarmede ongeveer

£ 3V2 millioen gemoeid is, zoowel als gemeentelijke
plannen, die over £ 3 millioen loopen, in behande-
ling zijn. De Minister verwierp liet denkbeeld, dat

een politiek, gericht op verbetering der waterwegen,

veel goed zou doen, doch hij kondigde aan, dat cle
vier spoorweggroepen kapitaaisuitgaven en verbete-

ring hunner uitrusting overwegen, tot een totaal be-

drag van £ 55Y2 millioen.
Hij
zeide, dat de spoorwe-

gen de electrificatie niet zeer sympathiek gezind wa-

ren en liet doorschemeren, dat een politiek van natio-
naisate der spoorwegen in dit opzicht enkele zeer
ingrijpende veranderingen met zich zou brengen.
Wellicht mogen wij deze uitlatiifig beschouwen als een

hint voor een toekomstige verkiezing. De meer be-
langrijke, permanente regeeringspolitiek kan worden

sameilgevat in de woorden goedkoope werkkracht en

goedkoop transport.
In de eerste plaats is het de bedoeling der regee-
ring, krachtig voort te gaan met het wetenschappe-

]ijke onderzoek der kolenlagen hier to lande. De
maatregelen, ten aanzien van de ste.nkool getroffen,
worden onderzocht van economisch en fihancieel

standpunt en de regeering heeft goedgevonden, dat
verdere bedragen hiervoor beschikbaar worden gesteld.

Verder is het voorloopig technisch onderzoek in ver-
band met den bouw van een stuw in, de Severn goed-
gekeurd, hetgeen ongeveer £ 100.000 zal kosten. Van
vee] meer belang zijn echter de e]ectriciteitsvoorstel-

len. i)o Minister wijst erop, dat sinds 1919 hier te
lande zeer aanzienlijke verbeteringen in de electrici-
teitsvoorzieriing hebben. plaats gevôndon. Het kan zijn
nut hebben den toeztand even uiteen te ‘zetten. Godu-
rende den oorlog stelde het Coal Conservation Corn-
inittee een stelsel van electriciteitsclistricten voor, met

hoofdcentraies, gebouwd op of vlak
bij
de kolenvelden,

teneinde productie cii distributie in het groot van
electrische energie ontzaglijk veel goedkooper te ma-
ken en te vereenvoudigen. Dit plan werd verder on-
derzocht door een andere commissie, het zgn. Wil-
liams Committee, dat een stelsel van electriciteits-
districten onder toezicht van een zgn. Electricity
Board en bekroond door een college van Electricity
Commissioners voorstelde, terwijl het gronddenkbeeld
van het plan was, productie, overbrenging en dis-
tributie van electrische energie het monopolie van
den Electricity Board van ieder afzonderlijk district
te maken. Toen deze plannen in het Lagerhuis kwamen
worden zij van veel van hun glans ontdaan. De Elec-‘
tricity Supply Act van 1919 stelt echter een lichaam
van 5 Commissioners ter bevordering en regeling van
en tot het houden van het oppertoezicht op de elec-.
tri.eitcitsvoorziening in. Dc ‘meest ‘belangrijke bepa-
lingen van de wet van 1919 zijn de volgende: De
Electricty Oommissioners hebben volgens hoofdstuk
V de bevoegdheid electriciteitsdistricteu te vormen.
I.iidien het de commissie chijnt, dat in zoodanig
district de electriciteitsvoorziening verbetering be-hoeft, mag zij plaatselijke onderzoekiigen instellen
cii plannen ontwerpen tot instelling van een con-

trale instantie voor de electrici.teitsvoorziening in
zoodani.g district, waaraan alle bestaande centrales’
kunnen worden overgedragen. Ougelukkigerwijs werd
het oorspronkelijke plan, waarbij bestaande centrales,
zouden lcnnneri worden gedwongen zich te stellen on-
der deze centrale instantie in ieder district, verwor-
pen door het Iloogerhuis. In artikel 6 van de wet
werd ru. bepaald, dat geen o:nd’erneming zou kunnen
word en gesteld onder de centra] e autoriteit, behalve
met toestemming van haar eigenaar. Plicht dezer cen-
trale autoriteit was te voorzien in een blijvende, goed-
koope en ruime electriciteitsvoorziening, met inbe-
grip
natuurlijk van de bevoegdheid centrales op te
richten en bestaande ondernemingen over te nemen.
De Commissioners kregen bevoegdheid den groei
van daartoe niet geschikt geachte ondernemingen te
belemmeren. Alvorens bestaande centrales konden

worden uitgebreid of nieuwe opgericht was de toe-

stemming •der commissioners noodig wier bevoegd-

heid zich uitstrekte tot de krachtstations, opgericht
door spoorweg- en havenautoriteiten, hoewel in deze

gevallen toestemming alleen lcon worden geweigerd,
indien een voldoende andere bron tegen een prijs,

niet ‘hooger dan die, welke de uitvoering van het

plan niet zich zou brengen, beschikbaar was. Deze

wet werd gevolgd door een Amendment Act in 1922,
welke zich grootendeels bezig hield met het recht

van de Joint Eleetricity Authority, de meergenoemde
centrle instantie, om leeningen aan te gaan, doch

die in ander opzicht eeraer de bevoegdheid van de

Eleetricity Commissioners, hun toestemming voor de

uitbreiding van bestaande of de oprichting van nieu-
we ondernemingen te weigeren, besuoeide. Blijft nog
te vermelden, in verband met Mr. Snowden’s nieuwe
plan, dat krachtens hoofdstuk 18 van de wet van 1919

de Board of Trade, thans het Ministry of Transport,

bevoegdheid verkreeg nieuwe krachtstations op te
richten en verplichtingen aan te gaan tot een maxi-
mum van £ 20 millioen. Zouden nieuwe electricteits-

districten worden gevormd, dan zouden deze nieuwe
stations met inbegrip van kabels enz. overgedragen

worden aan de Joint Electricity Authority in zoo-
danig district ingesteld, terwijl alle kosten, gemaakt
door het Departement, dan terugbetaald zouden moe-
ten worden.

Mr. Snowden is nu in de eerste plaats van plan een wetsontwerp i.n te dienen, dat do Eiectricity
Commissioners de dw.ingende bevoegdheid geeft, die

zij in 1919 niet konden krijgen. Overigens stelt hij
‘voor onder cle aegis van een leiclend electricitei.ts-
deskundige een conferentie van electriciteitsmaat-
schappijen bijeen te roepen, teneinde een uniforme

stroomfrequentie te verkrijgen. De kosten hiervan
worden op ongeveer £ 10 millioen, over drie opeen-
volgende jaren te verdeelen, geschat. Het derde punt

is, dat de Eleetricity Commissioners een conferentie
zullen houden, teneinde een zoo groot mogelijke ont-
wikkeling van het hoogspanningsnet te verkrijgen.
Aangezien zoodanige uitbreiding belangrijke kosten
met zich zal brengen, die geen onmiddellijk rende-
ment opleveren, zal de schatkist een subsidiesteisel
moeten uitwerken, krachtens hetwellc de electrici-
teitsmaatschappijen het verschil zullen ontvangen
tussehen een vast rendement van hun kapitaal en
het werkelijke inkomen, dat het net oplevert. Deze
subsidies worden verleend voor een maximumperiode

van 10 jaar of totdat de netto-opbrengst voldoende
is om de lcosten te dekken, wanneer zulks binnen
10 jaar het geval is. Tenslotte heeft de kanselier dan
nog plannen ten aanzien vhn de ontwikkeling der
electriciteitsvoorzienin.g van het platteland. Op dit
punt was hij ongelukkigerwijs buitengewoon vaag, doch
wrel van meening, dat een of andere nieuwe Organi-
satie tot dit doel vereischt zou kunnen zijn. In ieder
geval voorzag hij in verband hiermede verdere uit-
gaven van regeeringswege.

Minister Snowden eindigde zijn rede met een voor-
stel, de beetwortelsuikerindustrie een subsidie te ver-
benen. De voorwaarden hiervan zijn op het eerste
gezicht niet zeer duidelijk. Op binnenslands gepro-
duceerde suiker zal 19/6 per cwt. bijslag worden ge-
geven, doch tezeifder tijd ‘zal een accijns van 919 per
cwt., gelijk aan het bestaande preferentieelé recht
op koloniale suiker, worden geheven. Het resultaat
is, dat een subsidie van 919 wordt verleend, gelijk
aan het verschil tusschen den opgelegden accijns en
het verleende subsidie en het is niet zeer duidelijk
hoe de suikerindustrie hiervan meer zal profiteeren
dan zij thans van de bestaande invoerrechten op sui-
Icer doet. De Minister voegde er aan toe, dat het sub-
sidie in Ien loop van den tijd zal verminderen. Hoewel
hij zich niet bond aan een velomschreven schaal van verlagingen, liet hij doorschemeren, dat na 4 jaar het
subsidie tot 13/- en na ‘T jaar tot 616 per cwt. zou
worden teruggebracht en het in ieder geval 10 jaar,

730

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20
Augustus 1924,

nadat het stelsel in werking zou zijn getreden, zou

verdwijnen. Het wil mij toeschijnen, dat L1oyd George

het geheel bi het rechte eind had, toen hij betoogde,

dat dit subsidie den toestand van den landbouw in
het Vereenigde Kwiinkrjk waarschijnlijk niet zou

revolutioneeren in den omvang, welke Minister
Snowden mogelijk achtte. Verder kan worden opge-

merkt, dat het, terwijl het niet zal opleveren, wat

ervan verwacht wordt, het tezeifder tijd den tegen-
standers ‘an vrjhandel hier te lande een uitstekend

argument ten gebruike bij de volgende verkiezingen

verschaft.

Deze redevoering heeft onder de verschillende par-
tijen de vraag doen rijzen, wie werkelijk voor de erin

vervatte denkbeelden verantwoordelijk is en Lloyd

George is er gauw
bij
geweest voor zijn vleugel van
de liberale partij de verdienste – voor ‘zoover dan
van verdienste kan worden gesproken -. op te eischen,

welke deze voorstellen hebben. Middelerwijl zijn zij,

die belang stellen in het permanente aspect van de
productiviteit van het Vereenigd Koninkrijk, ver-
heugd dat de kwestie der electriciteitsvoorziening op

zoodanige wijze ter tafel is gebracht, dat het wezen-
lijke vraagstuk wederom aan de orde komt. De pro-

ductiekosten, betoogt dé Minister, moeten omlaag en
een economisch stelsel van krachtsdistributie zal waar-

schijnlijk veel in deze richting bereiken.

Tezeifder tijd heeft een recente publicatie andere

en meer permanente kantén van het werkloosheids-
vraagstuk op uitnemende wijze naar voren gebracht.

In het merkwaardige boek, ‘getiteld: Is Unemploy-

ment Inevitable, dat een groep zakenlieden en eco-
nomen, onder leiding van den heer W. T. Layton
van ,,The Economist” als voorzitter, heeft samenge-
steld, wordt het conjunctuurvraagstuk eenerzijds en
het bevolkiri gsvraagstuk anderzijds wetenschappelijk

behandeld op een wijze, die zoowel belangwekkend

als overeenkomstig de beteekenis der kwesties is. Op

het conjunctuurviaagstuk zal ik hier niet ingaan,
doch gaarne zou ik de aandacht Ijwer lezers vestigen
op het belangrijke bevolkingsaspect, dat door Prof.
A. L. Bowley naar voren wordt gebracht en waarop

de schrijvers van het boek den nadruk leggen. Vol-
gens Prof. Bowley’s onder’zoekingen bestaat er op het oogénblik geen gevaar voor overbevolking, zoodat de
kansen op werk niet dalen, maar daarentegen in de
volgende twee decennia eenigszins stijgende zullen
zijn. De toestand is de volgende: De jaarlijksche toe-

neming van de mannelijke bevolking tusschen 15 en

65 jaar in Groot-Brittannië in de jaren 1921-1931
wordt door hem op hoogstens 140.000 per jaar ge-schat. Doch dit maximum onderstelt, dat geenerlei
emigratie plaats vindt. Wanneer emigratie plaats

vindt op basis van die in het decennium, voorafgaande
aan de volkstelling van 1911, zal de jaarlijksche toe-
neming in 1921-1931 slechts 65.000 bedragen, ter-
wijl indien zij plaats vindt op de basis van 1921-22,
de jaarlijksche toeneming slechts ongeveer 90.000 zal
zijn. In het decennium 1931-41 ‘zal er, 1911 als
emigratie-grondslag nemend, een jaarlijksch tekort
van 6000 zijn, terwijl, indien geenerlei emigratie
wordt verondersteld, de toeneming slechts 47.000

mannen per jaar
zal
bedragen. Wat de vrouwen aan-
gaat, het aantal dat werk ‘zal zoeken, verondersteld
de emigratie is zoo groot als zij ooit is geweest, be-draagt 18.000 in het decennium 1921-31 en het laat
een tekort van 7000 per jaar gedurende 1931-41.

De auteur
wijst
erop, dat hieruit voortvloeit, dat
een betrekkelijk kleine wijziging in den leeftijd, waar-
op de kinderen de school verlaten, van de arbeids-
markt het grootste gedeelte van den druk zal weg-
nemen, die er waarschijnlijk op zal worden uitge-

oefend. Dit onderzoek van Prof. Bowley is van zoo-
danige beteekenis, dat het in zeer ruimen kring be-

kendheid verdient.
T. E.
GREGORY.

AANTEEKENING.

De Indische producten in 192814.

Het verslag van den President van de Javasche Bank’
over het boekjaar 1923/24 bevat hierover de volgende.

mededeelin gen:

Suiker.
Reeds spoedig na den aanvang van dit verslag-
jaar verkocht de Trust de laatste superieure hoofdsuiker
van oogst
1923
en was daarmede geheel uitverkocht. De
gezamenlijke opbrengst der bij de Trust aangesloten fabrie-
ken heeft ten slotte bedragen
25.928.000
picols en de total
verkoopsprijs der verkochte suikers rond
f 345
milliocri,
neerkomende op een gemiddelde opbrengst van pl.m.
f 1334
per picol: Dit is ongeveer
f 2.—
per picol meer dan oogt
1922
heeft kunnen bedingen en hierbij komt nog, dat sedert
lat jaar de kostprijs . aanmerkelijk omlaag gebracht is
kunnen worden.
Rekent men de opbrengst van de suikers der onaf han-
kelijke fabrieken op
3.000.000
picols met een opbrengst van
f 40.000.000.—
dan geeft vergelijking met het vorige jaar
een mindere opbrengst van
370.000 picôls
en een beter
financieel resultaat van
en. f 48.000.000.—.

De minder groote oogst ondanks een grooter beplant
areaal komt geheel op rekening van het weder, dat voor
dezen oogst op verschillende tijdstippen tegeuwerkte; nadat
eind
1922
de Westmoesson veer te laat was ingevallen en
deze ook verder’abnormaal droog gebleven was, gaf in
1923.
de Oostmoesson een grooten regenval op gelijksoortige wijze
als dat in
1922
het geval was geweest.

De verdeeling van oogst
1923
over de landen van be-
stemming verschilde niet veel bij die van verleden jaar en
dus bleven de overige Oostelijke landen als afzetgebied
overw’egen; hierheen ging 2/3
van den geheelen uitvoer..,.
Het aandeel van Europa was ongeveer
1/5
grooter dan ver-
leden jaar, terwijl de expoit naar Amerika niet – z66 onbe..
langrijk was als toen.
Reeds half Mai’t
1923
was de belangstelling voor sui-
kers uit oogt
1924
levendig geworden en begin Mei, diie.
bijna een jaal vôdr dé eerste afleveringen, waren er reeds
rond
8.800.000 picols
verkocht, waarvan
5.300.000
musco-
vado’s. De Trust-limites, ingezet voor de drie assortimen-
ten op onderseheidenlijk
f 15, f14
en
f 131%
waren ge-

leidelijk tot
f
1634.
f 1534
en eveneens
f 1534
verhoogd,
het laatste wegens de gronte hoeveelheden reeds verkochte
muscovado’s. Oostersche met name Japansehe koopers
waren hierbij sterk overwegend.
– Het duurde tot eind September voordat de verkoopen
voor oogst
1924
hervat konden worden, echter op het lager
peil van
f 14
voor superieur. De goede belangstelling
maakte het echter mogelijk de limite geleidelijk weer tot

J.
16 op
te voeren, totdat half December weder een stil-
stand intrad. In deze periode w’aren
10.550.000 picols
afge-
daan, hiermede het totaal brengende op
19.350.000.
Ook de oogst voor het thans loopende jaar heeft wat de
weersomstandigheden betreft weinig voorspoed gehad. Be-halve. dat de Oostmoesson.regens, die het rijpende riet vail
oogst
1923
schaadden, ook den nieuwen aanplant belem-
nierden, was de thans geiadigde Westmoesson in de meeste
streken veel te droog. 0p sommige landen zag het riet
er bijna verdroogd uit en men mag van geluk spreken, dat
tnen de regens eenmaal doorkwamen een en’- ander zich zon
spoedig herstelde. Toch wa het riet gemiddeld zeer be-
langrijk korter dan voor den tijd normaal was, zoodat men de oogstschatting, voor de bij de Trust aangesloten fabrie-
ken, oorspronkelijk
27.093.000 picols, op 26.762.000 picols
terugbracht. Dat, deze schatting nog iets meer is dan oogst
1923
heeft bedragen, wordt veroorzaakt, door de verdere nitbreiding van het beplante areaal
(241.200
bouws tegen
229.000)
en door hèt feit, dat een tot dusverre onafhanke-,
lijke fabriek zich aansloot.
• In de Lampongs worden sedert eenigen tijd proeven’
genomen met den aanplant van suikerriet als meerjarig
gewas, zooals dat op Cuba geschiedt, en wel op droge gron.
den. Mochten deze proeven, die voorloopig geslaagd zijn,”
dok bij voortzetting op grooter schaal aan de verwachtin-
gen beantwoorden, dan openen zich voor de suikercultuur
geheel nieuwe perspectieven.
• Bovendien zijn verschillende concessie-aanvragen voor
suikerfabrieken in diverse streken van Java in behandeling.

Uitvoer vail Suiker in millioenen K.G.

1907.. 1133

1913… 1281

1919.. 1867
1908.. 1281

1914. .’.1321

1920.. 1515

.1909.. 1258

1915.. 1372

.1921.. 1677
1 – , 1910. ..-1,317, ,. . 1916.. ,1448:

1922. . 1436

,,..

J
19i1..438…

.

.1923.. 1830

1912.. 1457 .. • 191,8,. ,.1540

20 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

731

:

1h

1907

1910

1915

1920

1923

Koffie.
Na de hooge prijzen, waarmede het vorige ver-
slagjaar gesloten was, had een inzinking plaats, waardoor
eind April 1923 de noteeringen waren voor Java Robusta •f 43.- en voor Palembang Robusta
f
34.- per picol. Dit
bleef zoo ongeveer het niveau tot einde 1923, behalve dat
in de maanden Augustus en September tijdelijk voor de
eerste soort een opleving en voor de andere een teruggang van verscheidene guldens plaats had. Na der’ aanvang vali
1924 had een sterke prjsverbetering plaats, in overeenstem-
nhing met de betere stemming voor Santos-koff ie op de
hoofdmarkten in Europa.
De groote droogte in de tweede helft van 1923 heeft den koffie-oogst op Java sterk bedreigd en de regen kwam nog maar juist bijtijds om de schade grootendeels te keeren.
Voor de Padangsche fancy-koffies verminderde de be-
langstelling aanvankelijk, maar ten slotte kon met
f
95
per picol nog hooger prijs bedongen worden dan voorheen.
Ook de Menado.koffie was voor dergelijke hooge prijzen
gevraagd; de beschikbare hoeveelheid van deze vermindert
evenwel steeds.
Vergelijking van de opbrengst der oogsten 1922 en 1923
geeft:

(in picols)

Java

Sumatra

CelebesenBali

1922

1923

1922

1923 1922 1923
Liberia en Li.

beria-achtige 12.261 14.791

2.568

3.487

997

1.340
RobustaenRo-
busta-achtige 461.679 606.588 187.005 249.558 4.025 9.604

Java.koffie

20.092

7.629 39.083 31.050 74.875 107.385

Voor 1924 is de raming voor Java 15 pCt. minder, voor
Sumatra 30 pCt. meer en voor Celebes en Bali 30 pCt.
minder of totaal 5 pOt. minder.
Vermeldenswaard is nog, dat men met onze Java- en
Sumatra-soorten proeven neemt in Europa en wel in Hon-garije en dat men, op kleine schaal werkende, product van
goede kwaliteit verkregen schijnt te hebben.

Uitvoer van Koffie in millioenen K.G.

1907 29,4

1913 28,9

1919 124,2

1908 25,8

1914 32,3

1920 62,3

1909 20,1

1915 53,3

1921 43,7

1910 15,8

1916 33,8

1922 57,4

1911

26,8

1917

16,7

1923

39,1

1912

38,4

1918

7,4

(Voorl. cijfer)

120

120

110

hO

100

100

90

go

80

80

70

70

60

60

50

50

40

40

30

30

20

20

10

10

1907

1910

1915

1920

1923

Thee.
Het prijsverloop van dit product was zeer bevre.
digend. In het begin van het verslagjaar alleen had een
tijdelijke inzinking van omstreeks 10 cent per half KG.
plaats, maar de noteering herstelde zich spoedig en bleef

zich bewegen op de hoogte van den iliaximum prijs van
het jaar te voren, nl. 76 cent voor medium souchon pecco-
scuchon. Van den grooten Britsch-Indischen oogst was dus
geen drukkeude invloed te bemerken. Hierbij client nog in
aanmerking te worden genomen, dat de productie-kosten
nog in dalende richting bleven gaan.
Het onregelmatige weer miste ook voor de thee-onder-
nemingen zijn invloed niet: eerst schaadden de vele regens
in den Oostmoesson de kwaliteit van liet product, daarna
beinvloedde de groote droogte de hoeveelheid van den oogst.
In het midden van hct verslagjaar werd de Amsterdam-
sche theemarkt in sterke beroering gebracht door het be-
kend worden van het voornemen der Regeering om het
invoerrecht op thee belangrijk te verzwaren en te brengen
van 25 cent op
f 1.-
per K.G. Natuurlijk wilde de handel
zich zooveel mogelijk vÔÔr de inwerkingtreding van voor-
raden voorzien en dit had een prijsstijging op de Amster-
damsche veilingen ten gevolge buiten verband met de Lon-
densche noteering. Inmiddels raakte met het clemissionair
worden van het ministerie deze zaak op den achcergrond
om echter bij het opnieuw optreden van het kabinet de
belangstelling te herkrijgen. Reeds spoedig werd de tarief s-
verhooging aangenomen, echter na aanneming van een
amendement, dat het recht op 75 cent per KG. bracht. iie
verhooging trad in werking in den loop van Mei 1924.
Aandrang, uitgeoefend op het Australische Gemeenebest
om evenals de andere Dominions bij de heffing verschil te
maken tussehen thee, die al of niet uit deelen van het
Britsche Rijk afkomstig is, had geen wijziging ten gevolge.
Dat overigens de kwaliteit van onze theedn een tegenwicht tegen de tariefbelemmering geeft, wordt bewezen door het
feit, dat cle uitvoeren naar Engeland van 9.600.000 tot
11.400.000 KG. toenamen; hierbij kwam kort na het slui-
ten van deze verslagperiode nog de gunstige omstandig-
heid, dat het Engelsche invoerrecht op thee tot op de helft
verminderd is, waardoor dus ook de nadeelige marge voor
onze thee gehalveerd is en nog maar % cl. per 1h. bedraagt.
Alles samengenomen kan men voor de verdere vooruit-
zichten van deze cultuur niet anders dan gunstige verwach-
tingen koesteren; voorverkoopen der Preanger-ondernemin-
gen van naar schatting 30 1 35 millioen KG. tegen de
heerschende gunstige prijzen legden een deel dezer ver
wachtingen reeds in tastbaren vorm vast.

Uitvoer van Thee in millioenen KG.

1907

12,1

1913 26,5

1919

55,1
1908

15,8

1914 31,9

1920 46,3
1909

16,3

1915 47,8

1921

35,9
1910

15,3

1916 47,1

1922 41,6
1911

17,4

1917

38,0

1923 48,4
1912

30,2

1918

30,5

(Voori. cijfer)

60

60

50

50

40

40

30

30
20

20

10

10

1907

1910

1915

1920

1923

Rubber.
In groote lijnen genomen was cle marktprijs
van dit product dalend, zÔÔ sterk zelfs, dat de noteering,
aan het begin van het verslagjaar nog 90 cent per half
KG. bedragend, eind Maart 1924 onder de 65 cent geko-
men s’as. Deze geleidelijke daling had plaats niettegen-
staande de Engelsche restrictie-bepal ingen allengs meer
uitwerking kregen, doordat fouten in (lan opzet, die ont-
duikiugen mogelijk hadden gemaakt, werden hersteld.
Hiertegenover stond, dat niet alleen de Nederlandsche
ondernemingen in Nederlandsch.Indië van oogstbeperking
in dien vorm niet wilden weten, maar dat bovendien de
productie der Inlandsche tuinen snel toenam. Dit laatste
irL
het bijzonder houdt thans de aandacht bezig. Gesteld
al dat onze rubberplanters zich vOOr het beginsel der
restrictie zouden willen verklaren, dan nog zouden deze
aanplantingen naast cle Europeesche ondernemingen een –
toepassing in den weg staan. In tegenstelling toch met die
in de Engelsche gebieden zijn deze tuinen niet geregistreerd,
terwijl het instellen van een registratie zou afstuiten op
verkeersmoeilijkheden in de grote nog nauwelijks ontgou-
aan gebieden, zoodat men het punt van uitgang voor de
bepalingen reeds zou missen; wanneer men daarentegen
deze productie vrij liet, zou het doel eener restrictie
hier
geheel onvoldoende benaderd worden.
Ook echter in de onthouding van iedere inmenging
schuilt een gevaar, zoowel voor de bevolking zelf als voor

1800

1600
1400

1200
1000

800

600

400

200

732

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Augustus 1924

de regelmatige voorziening van cle markt. Mocht nl. de
prijs weer eens komen te dalen tot een niveau, waarop de
tap ie de bevolkingstuincu onvoldoende loonend wordt, dan’
zal men evenals voorheen een terugval in de productie
zien,
te sterker naarmate deze meer opgedreven was. De bevolking zelf, die allicht voor den rubbertap andere ge-
wicssen verwaarloosd zal hebben, ziet zich dan plotseling
tot een lageren trap van welvaart teruggebracht.
Een en ander deed zoeken naar een middenweg om, zon-
der over te gaan tot maatregelen als in de Engelsche kolo-nin, een abnormale uitbreiding der bevolkingsaanplantin-
gen tegen te gaan. Zoo opperde men een plan tot heffing
van een uitvoerrecht uitsluitend voor deze soort rubber en
n:otiveerde dit met het argument, dat de Europeesche
ondernemingen zwaar door belastingen worden getroffen
en daartegenover de inkomens uit de inlandsche rubber-
winning in de practijk buiten iedere belasting blijven.
t
Hoewel alleen Engelsche ondernemingen in Nederlandsch-‘
Tndiii, vrijwillig, de Engelsc-he restrictie-bepalingen volg-
den, brachten vele Nederlandscite toch ook een beperking
van haar productie tot stand, en wel door verschillende
systemen van alternatieven tap. Het nadeel wordt hierbij dan opgeheven ten eerste doordat het verkregen product
meer bedraagt dan uit de verhouding van het aantal tap-dagen voorheen en thans zou volgen, en voorts door be-
sparing van taploon.

Ondanks de vrees voor overproductie, die in den aan-
drang tot restrictic-maatregelen tot uiting komt, is het
eigenaardig om te constateeren, dat vôôrverkoopen van rubber tot groote quanta bleven plaats hebben en dat de
prijzen daarvoor veelal meerdere centen boven de notee-ring van het oogenblik lagen. De uitvoer uit Nederin.ndsch-Indië heeft over 1923 be-
dragen 142.500.000 K.G. tegenover 1922 103.500.000 K.G. en over 1921 71.300.000 K.G. Hiervan waren achtereenvol-
gens 53.000.000 EG., 25.000.000 K.G. en 6.000.000 K.G.
bevolkingsrubber of onderscheidenlijk
3734,
24 en S pOt.
van liet totaal.

Uitvoer van
Rubber
in

millioenen

K.G.

1907112

1916 34,1
1920

77,1
1913
7,1
1917
46,0
1921

71,3
1914
10,4 1918 44,1
1922

103,5
1915
20,1
1919 90,1
1923

142,5
(Voori. cijfer)

160

160

140

140

120

120

100

100

80

80

60

60

40

40

20

20

1907

1910

1915

1920

1923

Tebalc.
De verdere verkoopen van Sumatra tabak in 1923
hebben de gunstige verwachtingen, die men reeds dadelijk
voor den verkoop van oogst 1922 koesterde, niet beschaamcl
en de doorsneeprijs was 30 cent per half K.G. hooger dan
die, welken oogst 1921 het jaar tevoren behaalde
(f
2.24
tegen fl.94). Voor de resultaten der ondernemingen is
verder nog van belang dat de kostprijs aanmerkelijk lager
was en dat de quantiteit van den oogst niet onbelangrijk grooter was, nl. 193.219 pakken tegen 163.681. De op-
brengst was pIm.
f
65.000.000 tegen pl.m.
f
48.000.000.
Voor den verkoop van oogst 1923 koestert men wederom
de beste verw’achtingen; niet alleen is het weder voor het
gewas in hoofdzaak gunstig geweest, maar ook gaf cle
eerste veiling zeer bevredigende prijzen. Zooals reeds meer-
malen in het verleden stond men verbaasd over cle hooge
prijzen, die de Duitsc,he koopers in staat bleken te be-
steden.
– De Vorstenlandsche tabak kon voor oogst 1922 in ver-
houding tot de kwaliteit zeer goede prijzen bediugen. Oogst
1923 ondervond, wat het gewas betreft, groote schade door
het weer. Eerst belemmerden zivare regns door wegspoe-
ling van den grond in ernstige mate den groei der jonge
planten en daarna hield de droogte, hoewel aanvankelijk
niet ongunstig werkende, zoo lang aan, dat de bladeren
soms bijna verschroeiden. Alles samengenomeu bleek hoofd-
zakelijk de quantiteit en niet zoozeer de qualiteit te heb-ben geleden en dit gevoegd bij het gunstige prijsverloop,

dat zich laat aanzien, zal het eindresultaat voor oogst 1923
ivelicht doen meevallen.
Ook het Besoeki product profiteerde van de gunstige
prijsontwikkeling.

lima.
Er vas dit jaar voldoende vraag en in het bijzon-
der. de afname van kinine door Japan trok de aandacht.
Het uitvoercijfer voor liet bereicle product vertoont dan ook
ecn aanmerkelijken vooruitgang hij verleden jaar ‘erge-

leken: 1923 1922

uitvoer bast …………. 6.843.000 KG.

6.517.000 EG-.
ij

kinine.sulfaat….

250.800 ,,

124.600

De unitprijs voor 1922, in mijn vorig verslag geschat op
13.19 cent, is definitief uitgekomen
01)
12.9134.

Tpioca.
Deze cultuur leverde voor de bevolking belang-
rijk mindere baten dan gedurende het vorige verslagja.ar
.
Niet alleen was de prijs, dooreengenomen verscheidene gul-
dens lager, maar bovendien leed de aanplant sterk van de
droogte.

De uitvoering der plannen’ai.het reeds verleden jaar
veimelde Amerikaansche concein, dat in cle streken bij de
Wijukoopsbaai werkt, werd met kracht ter hand genomen.
De uitvoer bedroeg (in duizenden K.O.)

1923

1922
wortels

22.691 .

8.794 meel

69.994

63.477
flake

5.588

. 7.610
paar!

12.149

9.903
Copra.
In het algemeen gesproken waren in het jaar 1923
zoowel producenten als exporteurs tevreden met de resul-
taten der zaken in dit product gedaan. Toch haren de
noteeringen geenszins hoog te noemen, nl. meestal tusschen
de
f
17.— en
f
19.— per picol voor sundried, doch de ver-
anderingen varen ‘in hoofdzaak geleidelijk en de stijging,
clie in de tweede helft van het jaar int,rad, .maakte dat
partijen, die vOOr de aanvankelijke prijsdaling opgekocht
waren, toch zonder verlies konden worden verkocht. De
marktprijs hier sloot zich nauw aan bij de noteeringen in
Europa en deze op hun beurt werden sterk beïnvloed door
cle f.inancieelc• en valuta-verhoudingen der koo1 ende landen.
Geringe regehval in de voornaamste productie-streken
was oorzaak, dat

de totale oogst 10 k 15 pCt. bij dien van
verleden jaar achterbleef. De cultuur zelf blijft zich met
name op Celebes en in de Molukken voortdurend uitbreiden.
Steeds vaker hoort men de opmerking, dat de meer
moeite en hulpmiddelen eischende bereiding van sundried
product onvoldoende door het prijsverschil goed gemaakt
wordt.
Peper.
Dit artikel, -waarvan enkele lcleinere gebieden in
ons Indië het overgroote deel van de wereldproductie leve-
ren leent zich bij uitstek tot epeculatieve doeleinden en
zoo traden in den loop van het jaar belangrijke prijsver-
schillen en fluctuaties op: liet laagste punt was
f
17 per
pico!, het hoogste
f
26.
De uitvoer. von Java en’Madoera
verminderde
van 189.000
tot 166.000 picols, die van Palembang van 44.000 tot 10.000
picols, die van Atjeh vaiL 71.000 tot 62.000 picols en die
van Wet-]3orneo van 27.000 tot 15.500 picols.

iSteenkolen.
De productie der Nederlanclsch-Indische kolen-
mijnen bedroeg:

Gonvern. expl.

Partic. expl.
in 1923.’.

780.100 ton

315.350-ton
1922..

770.700

261.200 ,,
1921. .

984.700

228.000 ,
1920..

897.500 ,,

.

198.200
Pet roleunz.
De totale productie in Nederl iiticlsch-Indië
gedurende 1923 bedroeg (voorloopig cijfer) 2.750.000 ton…
Petroleum-productie in tonnen.
1907.. 1.330.674

1913.. 1.503.579

1919. . 2.092.870
1908.. 1.254.859

1914.. 1.539.236

1920.. 2.284.100 1909.. 1.655.850

1915.. 1.598.452

1921.. 2.295.500
1910.. 1.501.045

1916.. 1.678.859

1922.. 2.382.100
1911.. 1.670.545

1917.. 1.687.441

1923.. 2.750.000 1912.. 1.496.500

1918.. 1.906.681 –

(Voor!. cijfer)

2800

2800

2400

2400
2000

2000

1600

1600
1200

1203

800

800
600

600

1907

1910

1915

1920

1923

20 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

733

Tin.
Ondanks groote 1 luctuaties (tusschen
f
124.—
en
f210.—
per picol) bewoog de noteering Van het metaal
zich vrijwel voortdurend op een hoogte, die een zeer be-
l;’ngrjke marge voor de exp]oiteerende lichamen liet. Voor
het Gouvernement was zelfs cle opbrengst zôdver boven
hetgeen geraamd was, dat deze meerdere winst in niet
onbelangrijke mate de uitkomst van het begrootingsjaar
:1923
zal beïnvloeden:
Toch was er een voorname factor, die op zichzelf be-
sc:houwcl prijsdrukkend werkte, nl. de voortgezette gelei-
delijke liquidatie van den grooten voorraad, hier en in (Ie Straits aangehouden volgens de z.g. Baudoengsche over-
eenkomst. 1-Jet feit, dat dus de aanvoer van nieuw gewon-
nen metaal nu reeds een jaar lang wordt versterkt door
deze achtergehouden hoeveelheden en dat desondanks de
prijs zoo krachtig gestegen is, wijst wel op de groote be-
hoefte, die (le verelcl aan dit metaal heeft. In het eerste
kwartaal van het jaar
1924
werden de hoogste prijzen
genoteerd.
Belangrijk is cle beslissing, door de Regeering in Neder-
land genomen, dat de verkoop van het Gouvernements tin
in Indië zal
blijven
plaats hebben.

Goud.
De waarde van cle totale goudproductie in Neder-
landsah-Inclië bedroeg in:

1923 f 5.100.000
1
) bij een wereldproductie v.
f 870.000.0001)

1922 ,, 5.635.000

,,

768.000.000
2
)

1921 » 5.101.000

,, 816.000.000

1920 ,, 5.059.000

,,

,, ,,
834.000.000

Voorloopig cijfer.
Het voorloopige cij Ier van verleden jaar was dus
£ 1.000.000 te hoog.

BOEKAANKONDIGING.

Dr. B. G. Escher.
De methodes der
grafische voorstelling. Vakbibliotlieek

van de Maatschappij voor goede en goed-

koope lectuur te Amsterdam 1924. 12
blz. met 64 figuren.

Nadat prof.
Holwerda
in een artikelenreeks in ,,Administratieve Arbeid” van September 1923-
Maart 1924 een uitvoerige studie over grafische

voorstellingen had gepubliceerd, die voor den statis-
tieus tal van nuttige wenken bevat, komt thans het

hierboven genoemde boekje van prof.
Escher
een ge-
deelte aanvullen van de leemte, die in ons land nog
altijd moet worden geconstateerd, doordat er geen
geschikt leerboek in de statistiek bestaat.
0
Het is een gelukkig verschijnsel, dat ook in ons
land hoe langer hoe meer de behoefte wordt gevoeld
om van de allerwegen steeds meer beschikbaar ko-
mende cijfers systematisch te verzamelen en ze dan
ook op een technisch juiste wijze te rangschikken en
in beeld te brengen. .De tentoonstellingen van de

laatste jaren vooral leeren ons, hoe ook in het parti-
culier bedrijf in toenemende mate van tabellen en
grafieken wordt gebruilc gemaakt om verkregen resul-
taten te laten zien. Men kan daarbij echter dilcwijis
c’onstateeren, dat cle samenstellers dier statistieken
niet op de hoogte zijn van de eischen, die aan der-
gelijke voorstellingen zijn te stellen, en daardoor
011-

juiste beelden geven.
Des te meer nut levert een werkje als het onder-
havige op, dat speciaal bestemd is om allen, clie zich
op dit gebied hebben te bewcgeh, de juiste methode
te leoren. En de schrijver is daarin bijzonder goed
gdslaagcl.

hij geeft een systematische indeeling der grafieken,
zooals die kunnen worden gebruikt, en wel gebaseerd
op het principe van voorstellingen resp. met één,
twee en drie variabelen en combinaties daarvan, en
voegt daaraan toe een aantal wenken voor de praktijk
en een groot aantal voorbeelden. Onder de grafieken
met het princIpe van één variabele brengt hij de lijn-,
staaf-, ster-, cirkel-, spiraal-, vlakdiagrammen en de
stereogrammen; onder die met twee variabelen •de ge-
wone en de logarithmische curven, de pool- en de

1)
Het bekeide werk van prof. Verrjn Stuart, hoe voor-
treffelijk ook, is voor een eenvoudig leerboek te omvang-
rijk en vat er verder bestaat is ondeugdelijk. –

driehoekscoördinaten; tot die met drie variabelen de
topografische lcaarten en de isoplethen.

Van al deze vormen wordt aangegeven, hoe zij wor-
den samengesteld, in welke opzichten
zij
al dan niet
doelmatig zijn en dus in welke gevallen zij het best
kunnen worden gebruikt.

Over het algemeei hebben wij met volle intem-

ming zoowel van de beschouwingen als van de prak-
tische wenken lennis genomen. Hier en daar maakten
wij enkele aanteekenin gen over van de onze afwij-

kende opvattingen, waarop wij echter te dezer plaatse

niet willen ingaan. Slechts tot deze opmericing be-

perken wij ons, dat ‘het werkje, naar onze meening,

aan nut zou hebben gewonnen, als hier en daar wat
meer aandacht was gewijd aan de
praktijk
der statis-
tielc, met name ook in ons land. Dit maakt zich o.a.
voelbaar door het feit, dat de schr. betrekkelijk wei.-
nig van zijn voorbeelden ontleent aan de eigenlijke

statistiek en, waar hij dat doet, nog bijna uitsluitend
aan het Indische bedrijfsleven. Van heel groot belang
is dit natuurlijk niet, omdat men ten slotte de me-
thode kan demonstreeren aan welk voorbeeld men wil,
maar het zou toch ook wel eenig voordeel opleveren

te laten zien, welke voorbeelden de Nederlandsehe

praktijk aanbiedt en. zelfs c.q. daarin ook eens enkele
fouten aan te toonen, die er zeker vel zijn.
Maar in het bijzonder geldt het bezwaar voor de behandeling •der ,,curven”, die in de statistiek een
zoo groote rol spelen, ook doordat zij zoo geschikt zijn

om verband tusschen verschillende verschijnselen aan
te toonen. Hetgeen de schr. omtrent de curven mee-
deelt, geeft, naar onze opvatting, van die rol geen
voldoende beeld, vooral doordat het gebruik van meer
dan één curve in één voorstelling en hetgeen hiermee
te bereiken is, feitelijk onbesproken is gebleven. En
anderzijds had de schr. o.i. wat scherper kunnen waar-
schuwen tegen verkeerd gebruik van curven, •hierin
bestaande, dat zij als gevolg van het feit, dat de
schaalverdeeling naar willekeur kan worden gekozen,
gelegenheid geven tot de tendentieuze voorstelling
van zaken, waarvan wij meermalen voorbeelden heb-
ben gezien.
Maar dit
zijn
kleine leemten, die bij een nieuwe
druk gemakkelijk te verhelpeii zijn. Zooals gezegd, wij
hebben het boekje met groote instemming gelezen en
de voorbeelden bestudeerd; het is het eerste in onze
eigen taal en wij twijfelen er niet aan, of het zal in
veler handen komen en aldus niet alleen een groeten
invloed kunnen hebben op de verbetering van de tech-
niek der grafieken, maar ook velen, die hiertoe nog
niet lcwamen, tot het gebroik van dit uitnemende
puhiioiteits- en reclamemiddel brengen.
VAN ZANTISN.

ONTVANGEN:

Geloof en ongeloof in Nederland
(1909–1920). Een
statistische studie door Prof. Mr. W. A. Bonger.
Amsterdam, 1924. N. V. Boekhandel en Uitge-
vers-Mij. ,,Ontwikkeling”.

Ancsterdana corn,me Centre Financier International par Dr. H. M. Hirschfeld. Extrait de la Revue
Economique Internationale, juillet 1924. Bruxel-
les, 1924. Goemaere.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N
d
(Disc. Wissels.
5 24Jan.’24
Zwits. Nat. Bk. 4
16
Juli ’23
Bk Bel.Binn.Eff.
524 Jan.’24
N.Bk.v.Denem.
7
17 Jan. ’24
tVreh. inR.C.
6424 Jam ’24
ZweedscheRbk
54 8 Nov. ’23 Javasche Bank . .-.
34 1Aug.’09
Bankv.Noorw.
7 9 Nov. ’28
BankvanEngeland.4
5Juli ’23
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijk8bk.
.10
29 Dec.’23
slowakijë..
6 27Mei ’24
Bank v. Frankrijk 0
17Jan.’24
N. B k. v. O’rij k
I512Aug.’24
Belgische Nat. Bnk. 0
14 Feb. ’24 N.
Bk. v. Hong.
1030 Jseni ’24
Fed. Res. Bank N.Y.
3 8Aug.’24
Bank v. Italië.
5411Juli ’22
Bank van S.panje .. 5
23 Mrt. ’23
Z..Afr.Res.bnk 6

734

ECONOMISCH-STATÏSTISCHË BERICHTEN

20 Augustus 1924]

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
Londen
d Pa rt.
isconto

Berlijn
Part.
Parijs
1
Part.
N. Vork Cali-
Part.
1
Prolon-
disconto
1

gatie

1
(3 mnd.)
disconto
disc.
money

16 Aug. ‘242
21131)
3
17
1


2_

1)
11-46 A. ‘242
2y
4
-g
39/
4

718


2%
49

,, ’24
/8-/s

2_%
38
4

_71


2_%
281-2A.’24
211
3
_8/
4

2_%
71
5

– –
2_

13-18 A. ’23
251
8
-/
2%_3
116h


411-5%
14-19 A. ’22

1% _2%
2_8/


3-3k

20_24Jli’14
3
15116
2%_3%
2


21_
l

_234
1)
Noteering van 15 Augustus.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De eerste dagen van de week viel op de wisselmarkt
een opgewekte handel waar te nemen. Ponden varieerden niet
veel; slot eerder aangeboden dp 11,60. Dollars ook met be.
trekkelijk weinig variatie; slot 2,56 eerder biedend. Fransche
francs aanvankelijk sterk terugloopend van 14,60 op 14,07%,
waarna weder een constante verbetering tot ‘14,60 intrad.
Heden echter weder een scherpe reactie; slot 14,12.
Belgische francs daalden en rezen natuurlijk in sympathie
met den Fransehen franc (13,30-13-13,45-13,10). Zwit-
sersche francs eerder flauwer (48,35-48,25). Bij de Skan-
dinavische deviesen blijft de Zweedsehe Kroon natuurlijk
den dollar volgen (68,20-68). Denemarken vooral in het
eind der week gezocht (41,60). Kristiania 35,75. Ook Spanje
en Italië zonder veel beweging (35,40 en 11,50). Reichsmarken stationnair 605. Oostenrijksche Kronen na
flink aanbod (3571
9
) ten slotte weder voor Duitsche rekening
gezocht (36%).
Buenos-Aires vaster (86
3
%), evenals Indië 97t1.
Tsecho Kronen vinden weder wat meer belangstelling, waardoor de zoo sterk tot 7,55 teruggeloopen koers, zich
weder tot 7,65 kon herstellen.

*

Op de bankpapiermarkt deden Fransche bankbiljetten
een groot agio tegen overboeking; er werd tot circa 1211
2

cent per frs. 100 betaald. Heden was er wat meer aanbod
en liep het agio tot 7 h 9 cent terug.
Verder valt een zeer groote vraag waar te nemen naar
de oude Romanoif Roebels, waarvoor
f
2.75 per ton wordt
geboden.

16 Augustus 1924.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da a
Londen
Berlijn2
Weenen
Parijs
Brussel
New
York’)

11 Aug. 1924
11.654
0.604 0.0036
14.67413.364
2.54
7
1
8

12

,,

1924
11.63
0.604
0.0036
14.374 13.264
2.55h
13

,,

1924
11.594
0.604
0.003621
8

14.074
13.10


2.56.
1

14.

,,

1924
11.604
0.604
0.00361/ 14.30 13.16
15

,,

1924
11.624
0.604
0.00361/
8

14.574
13.354
2.5581
3

16

,,

1924



– –

Laagsted.w.’
11.594 0.60
0.00353%
14.05
13.024
2.54%
Hoogste

1

11.674
0.61 0.0036%
14.80 13.50
2.5611,
8Aug. 1924
11.63
0.614
0.0036%
14.50
13.19
2.56
7
1
8

1

,,

1924
11.524
0.634
0.0036
7
1
8

13.374
12.04
2.6151
9

Muntpariteit
12.10
59.26
3)
50.41
48.-
48.-
2.48%

S)
Noteering te Amsterdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
Particuliere opgave.
Gulden per billioen Mark.
3)
Gulden per lOO Mark.

Data
Stock-
holm
)
Kopen-
hagen)
Chris-
ta)
Zwit..

ser a.n)
Spanje
ij
Batavia’) telegrafisch

11 Aug.

1924 68.10 41.70
35.75
48.50
34.40
12′

,,

1924
68.10
41.-
35.60
48.25 34.45
97′
13

,,

1924
68.15 41.15 35.60 48.25
34.45
97i
14

,,

1924
68.15
41.35 35.75 48.30 34.45
97’1
15

,,

11124
68.15 41.55 35.75
48.324
34.40
97’1
16

,,

1924

– –

34.55
9711
L’ste d. w.
1)

67.90
41.-
35.30
48.15
34.30
97
,
1
8

H’ste

,,

,,

1)
68.70
41.80
35.85 48.85
34.80
9711
8 Aug. 1924
68.70
41.70
35.90
48.874
34.60
2

9797% 2
1

,,

1924
69.60 42.10
35.40
48.60
34.874
96% _978
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
1
100

5)
Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.
2) Noteering van 9 Augustus.
8)
Idem van 2Augustus.

KOERSEN TE NEW YORK.

Data
1
Cable Land.
(ih
1
Cahle,Porlj,
I
(In
c
L8.
Pfr
)
,1,,.,,
J

Cable Berlijn
(In
cli
per
i
,

Ma,k)J(In

1

CoMe
1
Amsierdam
clip. gid.)

16 Aug.

1924
4,5512
5,71
2371
s

,
39,15
Laagste d. week
4,5325
5,55
23
39,06
Hoogste

,,
4,5550
5,71
39,15
9 Aug.

1924
4,5237
5,49
2371
8

38,88
2

,,

1924
4,4387
5,27
237/
8

38,39
Muntpa’riteit..
4,8667
19,30

23,81%
1)
,

40sj,
‘) in ci. per Mark.

KOERSEN VAN DE VOLGENDE -PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
2Aug.
1924
1
9Aug.
1924
11/16
Aug.
’24
Laagstelfloogste
16Aug.
1924

Alexandrië..
.Piast.
p. £
97 “132
9715133
97’j
97151
2

‘Bangkok….
Sh.p.tical
111081
8

1110
7

1/10
1110 1110
B.
Aires’)
..
.
d.
p. $
4015,
40%
4071
40281j9

40s1
Calcutta
.. . .
Sh.
p.
rup.
115171
33

115
1
1
52

114i51
115
8
32

1/58/
33

Constantin.
.
Piast.p.c
.863
830
825
855
847%
Hongkong
Sh.
p. $
2/427152
91421139

214 2/4131
2/481
3

Lissabon’)
d. per Mil.
1’4
1
1
15
1
1.17/
53

1
Peset.p.,
33.01
33.66 33.52
33.80
33.63
d. per
$
29%
29.50
29
30
29.50 Mexico
……..
Milaan

__
Lires
p. £
1015/
‘°°H
100
101
1001
Montevideo’)
d. per
$
42%
413%
41
1
13
42
41%,
Montreal
$
per
£
4.42
7
18
4.52+4
4.53
4.59
4.55k

Madrid
…….

Praag
Kr.p.
148%
i533.

152 155
152.(
R.d.Janeirol)
d. per Mil.
5%
511133
58116

511133

5%
Shanghai

Sh.
p.
tael
313
11

31351
3/2%
3/3%
3/2%
Singapore.:..
id.
p. $
214
1
/
32
.
214
1
1
33

213
81
1
82

2/4 /8
21431,
Valparaiso
2
).
peso
p. £
44.40
43.30
43.50
44.10
43.90
Yokohama
_.
Sh. p.
yen
111044
1110
1
,
l/971
8

1110
3
.
9

119
29
1
32

‘Koersen der voorafgaandedagen. 1) Telegrafisch transfert.
2)
9Qdg.

NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen N. York

,

te Londen N. York
16 Aug. 1924… 33s,

681
/s

18 Aug. 1923.. 31

627/
9

9
,,

1924- 34% 68%

19 Aug. 1922.. 34%

6934
2
,,

1924— 34% 68%

20 Juli 1914- 24l81

54
1
1


NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 18 Aug. 1924.
Activa.
Binnenl.Wis-gH..bk.
f
57.853.913,23
sels, Prom., B..bk.

28.377.416,53
enz.
in
aIsc.l
Ag.scu.
,,
46.17.76,
IS

f
132.449.050,54
Papier
o.k.
Buitenl. in disconto
……….

Idem eigen portef.
.
f
69.072.397,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet af gel.

69.072.397,-
Beleeningen
mcl.
vrach.
H..bk.
.
85.632.612,39

in rek.-crt.
B.-bk.

{

12.791.755,33

op
onderp.
Ag.sch.
,,
82.282.855,34

f
180.707.223,06

Op
Effecten.
._…..
f
169.157.407,05
OpGoederenen Spec.
,,
11.549.816,01
1

O.707.22 3,00
Voorschotten a. h. Rijk………. …… ,,


Munten Muntmateriaal
Munt, Goud ….
f
56.241.230,- Muntmat., Goud .. ,, 475.269.922,97

f
531.511.152,97
Munt, Zilver,
enz..
11.499.338,48
Muntmat., Zilver

Effecten

543.010.491,45

Bel.v.h.Res.fonds . f

5.654.378,37
id.van i/ v.h. kapit. >

3.982.548,68

9.636.927,05
Geb.en Meub.derBank

,,

5.212.500,-
Diverse rekeningen

_

110.610.443,31

t
1.050.699.038,41
Passiva.
Kapitaal _………………..—- …………

20.000.000,-
Reservefonds ………….. .. ………….

.

5.655.237,53
Bijzondere reserve … ………………,, . 8.235.000,-.
Bankbiljetten in omloop.. ….. . …….,, 952.933.610,-
Bankassignatiën in omloop…………., 989.077,80
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f
11.113.375,11
saldo’s: ‘I Anderen,, 43.542.821,72 ,,

54.656.196,83
Diverse rekeningen … … .. . ._ …………

8.229.916,25

f
1.050.699.038,41,

Beschikbaar metaalsaldo . …._…

340.695.961,57
Op de basia van
2
18
metaaldekking……..
,,
148.980.184,65
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,, 1.703.779.805,-

20 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

735

• NED. BANK 18_Aug. 1924. Voornaamste posten in 000.

Ischulden

Andere 1 Beschikb. 1
Dek-
Data

Goud
Zilver Circulatle opehb.I Metaal- Ikings
l saldo

perc.

18 Aug. ‘241531.511 11.499

952.934 55.645 340.696

54
ii

‘241531.511 11:178

963.973 55.104 338.275

53
4

’24 531.511 10.925

982.452 45.697 336.208

53
28 Juli ’24 531.511 10.883

963.504 75.094 334.076

52
21

’24 531.51110.548

963.023 82.096 332.437

54
14 ,,

’24 531.511 10.015

‘978.793 71.753 330.818

52
7′

’24 531.511 10.033

992.295 66.636 329.158

51

20 Aug. ’23 581.794 11.007

930.715 29.071 400.153

62
21 ‘Aug. ’22 605.955 8.717

958:173 43.098 413678

60

25 Juli ‘1411
,
62.1
.
141 8.228
1
310.4371 6.198 43.521
1
) 1
54

rotaaih1ah1

— Papier Diverse
Data

1

chatkist- Bèlee-

oohetreke-
t
pmessenningen

buiten-
échtstreeks

land

ningen
2)

18 Aug. 1924 69.072

180.707 69.072 110.610
11

1924 137.0.83 .

186.783 76.006 103.528
4″

1924 138.819

193.892 93.694 85.956
28 Juli 1924 137.665

198.776 95.283 90.661
21

1924 142.182

199.023 92.379 95.058
14

1924 143.393

197.971 92.734 100.100
7 ,,

1924 145.316

191.774 93.105 102.071

20 Aug. 1923 139.094

136.098 49.502 67.713,
21 Aug. 1922 185.129

35.000

98.587 81.875 27.826
25 Juli 1914 67.947

14.300

61.686 20.188

509
‘)Op de basis van
215
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

STAND VAN ‘s RIJKS’KAS.

Vorderingen
t

II
Aug.
1924
1

18
Aug.
1924

8a1do bij Nederl. Bank..
f

4.979.831,07

f 10.737.860,78
Saldo bijbetaalmeester’s..
,,

7.640.904,16
,,

8.154.344,31
Voorschotopult. Juli 1924

a/ui de gemeenten op
“voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.beL en
opcenten op Rijksink.bel.
,, 40.792.259,05. ,, 40.792.259,05
Voorscb. aan de koloniën
,,105.724.039,82
,. 97.366.420,32
Voorach. a. h. buitenland
,,217.221.192,84 ,,220.277.692,63
‘Uitbetal. aan rek.houders
v. d. postch.- en girod.
,,121.873.030,-
,,122.265.319,92′
Daggeldieeningen

tegen
onderp. v. schatk.papier
6.500.000,-
,,

6.500.000,.-.

VoorscltdoordeNed.Bank


Schatkistbilj. in omloop’) f200.900.000,_ f200.865.000,_
Schatkistprom. in omloop ,, 183.900.000,- ,,182.530.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk.


Zilverbons(met inbegripv.
de bedragen bij de betaal.
meesters in kas) …….
.,, 30.050.011,- ,, 29.823.028,-
DooT den Postch.- en Giro-
dienst in ‘s Rijk8 Schat-
kist gestort deel v. h.
tegoed van den dienst . ,,106.558.190.53 ,,106.558.196,53
1)
Waarvan / 37.056.000 vervallenopofna
1
April 1927.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Kolonin maakt bekend:
9
Aug.
1924

16Aug.1924

Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan
N..I
……….

.flOO.
569
.
000,-
f
91.565.000,-
md. Schatk.prom. in’oml. 102.400.000,- ,,102.400.000,-
Voorsch.Jav.Bk.aanN.-I.

500.000,-

Tegoed van N..I. bij De
Javasche Bank.
…….,,

,,
5.600.000,-
Muntbiljetten in omloop.

45.100.000,-

46.200.000,-
Ten voordeele v. N.-I. ge.
boekt beleggin,gsgeld v.

h. N..I. muntfonds…. _,,5.955.000,-

5.955.000,-

DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
.
Andere
opeischb.
schulden
Disconf.
D

‘k
nen$

5 Juli

1924-
1.144
1.554
873 1.107
398
28 Juni

1924—
1.156
1.535

:988
1.106

..,
443
21

,,

1924..
1.152 1.406
830
1.119
435
14

1924.:
1.142 1.432
817
1.107
435
7

1924..
1.144
1.515
«713
1.110
425

7 Jûli

1923…
1187
1.754
‘- 956
1:194

486

25 Juli

1914..
645
1.100′
560
735,’
39.6

3IUJt)JU5L UCI dCIIVU.

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Andere 1 J3eschikb.
Data
Goud
Zilver Circulatie

opeischb. Schulden
,rzetaal-
1

saldo

16 Aug.1924
223.000 263.900
99.000
150.600
9

1924
.
211.250 262.500
89.000
140.950
2

,,

1924
219.500
255.500
107.500
146.900

12 Juli1924
144.179

64.828 260.201
80.259
141.617
5

j,

1924
150.644

65.137
256.643
82.087
148.795
28Juni1924
141.235

65.136
253.230
71.206
142.217
21

,,

1924 140.699

65.129
253.792
65.692
142:662

18Aug.1923
160.867

60.668
262.680
110.973
147.380
19Aug.1922
146.354

52.879
272.122

97.140
126.011

25 Juli 19141
22.057

31.907
110.172 12.634
4.842
2

Data
Dis-
conto’s
bulten’
N.-Ind.
befaaib.

Belee-
ningen
schten
a/h. Oou-
vernem.

Diverse

n
g
n
percen-
fage

16Aug.1924

1418

5.600e
62
9

1924

137.830

500
60
2

1924

141.990
,

8.400e
60

12 Juli 1924 37.080

22.240

654

8.527 21.001
61
5

,,

1924 35.484

21.611

66.881

2.254
18.222
64
28Juni1924 35.145

20.834

60.647

5.198
17.266
61
21

,,

1924 35.533

17.643

58.707

9.222
19.058
64
18Aug.1923 38.288

40.337

68.605

3.577
24.131
59
19Aug.1922 34.006

31.425 104.374


23.903
54
25 Juli1914

7.259

6.395

47.934

6.446
2.228
44
1)
Sluitpost activa.

2)
Basis
2
/2
metaaldekking.

3)
Creditsaldo.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency
Notes,
in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Circulatie
Currency_Notes
Bedrag

Ooudd.
1
Gov.
Sec.

12 Aug. 1924
128.315
129.034
295.578
27.000
251.841
0

,,

1924
128.308 127.106
298.825 27.000
255.244
30 Juli

1924
128.309 127.092
295.566
27.000 251.474
23

,,

1924
128.270
126.273
292.302 27.000 248.295
16

1924
128.271
126.203
292.844
27.000
248.804
9

1924
128.269
127.270
293.686
27.000
249.620

15 Aug. 1923
127.644
124.829
291.035
27.000
240919

22 Juli

1914
40.164
29.317
– –

D
0
a
00v.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
1
Dek-
g ,

12Aug. ’24
42.857
75.410
13.406
108.796
22.031
18,03
‘6

,,

’24
43.242
78.137
13.311
110.936
20.951 16,86
30Juli ’24

45.762
75.495
12.194
111.991
20.967
16,88
23

,,

’24 39.682 73.510
11.336
105.575
21.747
18,60
16

,,

’24
45.187
70.131
11.739 107.447
21.819
18,30
9

,,

’24
48.057 69.950 9.928
110.875
20.749
17,17

15 Aug. ’23
45.836
69.120
10.417
109.021
22.565
18,89

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52s1
8

) vciiivuuiiig
LU22LIICII
ncscJ
vv
cli lJcpvslLs.

BANK VAN FRANKRIJK.
– Voornaamste posten in duizenden Franes.

Waarvan
Tegoed
Buit. gew.
Data
Goud
in het
Zilver
in het
voorsch.
buitenland buitenland
ajd.
Staaf

14Aug.’24
5.543.744
1.864.321
300.409
567.528
22.900.000
7

,,

’24
5.543.589
1.864.321
300.280
567.848
23.000.000
31 Juli ’24
5.543.540
1.864.321
300.190
571.106
23.000.000
24

,,

’24 5.543.408
1.864.321
300.063 573.885
22.700.000
17

,,

1
24
5.543.364
1.864.321
299.988
573.608
22.900.000

16Aug.’23
5.537.913
1.864.345
294.212
565.019

____

23.400.000

23 Juli’14
4.104.390

639.620

1


Uitge-
B
e ee-
Rekg. Courant
Wissels
stelde
Wissels,
ningen
Circiilafie
“‘Parti”

Staaf
culieren


4.510.090
9.174
2.739.388 40.399.968
2.037.1121
12.090
,
4.562.869
9.183
2.800.789
40.571.700 2.158.765
12.524
5.133.852
9.187
2.653.471
40.324.616
2.142.743
15.544
er
54

4.698.163
9.201
2.696.654
40.081.713
2.174.048
15.305
4.715.315

9.212
2.709.893
40.155.862 2.181.753
14.282

2.404.536
18.805
2.110.104 37.265.406
1.952.045
14.787

1.541.980
-‘
769.400
5.911.910
942.570 400.590

736

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Augustus 1924

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Goudmark
/millioenen Rentenmark/trillioenen Papiermark.

Data Metaal
Daarv.

Goud’

Waan).

knl’

1

Wissels

~
circ.l

b. buitl.
1
Totaal

Handels-
Schatkist.
papier

7 Aug. ’24
516
491
51
1.800
1.800

31 Juli

’24
510
484
45
1.798
1.798

23

’24
509
478
39
1.798
1.798

15

,,

’24
498
469
34
1.826
1.826

7

’24
491

466
34 1.871 1.871

30 Juni ’24
486
462
30
1.898 1.898

7 Aug. ’23
0,025
2

596
90
104,987
2
25,340
2

9,647
2

23 Juli

’14
1.691
1.357

751
751

Belee-
n
i
nge
n
4)

Renten-
bank-
scheine
Diverse
activa
Circu-
latle

Rekg. Courant
nomen
de
Renten- Partic.5)

____________-
Rijken
_______
1

in kas
.Staat6)
bank


55
301
993 1.201
356 443 800
62
268
973
1.211
290 453 800

69
443
906
1.010
384.
677
800
Cr
74
377
842
1.062
332 598 800
92
303
767
1.106 320
491
800
P
109
278
702
T1.097
281
493
800

8,6242

5,6022
62,327
2

28,23621
9,8082




1,891
944

1)
Onbelast.
2)
In billioenen.
3)
Waan’, in Renteninark:
3
0Juni
1.058;
7 Juli 1.052; 15 Juli 1.012; 23 Juli
979;
31Juli
973; 7
Aug: 955.
Idem zelfde data: 87; 77; 62; 55;
49; 43.
Idem: 125; 144; 152; 174; 139; 165. Idem: 264; 256; 323; 314; 114; 129.

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden francs.

D

mci. van te-

van

wissels

schot

Circu-

a

buitenl. goed in prom. d.

en

aan den

latle
saldi h.buitl. provinc.1 beleen. 1

Staat

12Aug.’24 352.783 84.653 480.000 1714.170 5.250.000 7.705.287
7
,,
’24 353.369 84.653 480.000 1749.414 5.250.000 7.685.195,
31 Juli’24 353.575 84.653 480.000 1815.205 5.250.000 7.764.487
24

’24 352.751 S4.653 480.000 1701.379 5.250.000 7.602.784
17

’24 354.027 84.653 480.000 1655.309 5.250.000 7.603.701

16Aug.’23 350.195 84.653 480.000 1105.090 5.300.000 7.061.497

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD

AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Goudvoorraad
F. R.

Data
Zilver
es

Not

in
Totaal
Dekking In het
etc.
circu-
bedrag
F. R. Notes
buitenl.
latie

30 Juli

’24
3.154.905
2.123.779

105.093 1.761.569
23

,,

’24
3.167.527
2.137.110

106.015 1.782.626
16

,,

’24
3.160.550 2.148.830 105.864 1.812.712
9

,,

’24
3.143.402
2.137.268
-.
101.904 1.855.005
2

’24
3.120.655
2.159.820
– ‘
98.963 1.874.270

1 Aug. ’23
3.109.066
2.114.787

84.058 2.187.729

Goud-
1 Algem.
a a
sse
Totaal
Gestort
Dek-
Dek-
Deposito’s
Kapitaal
kings-
kings-
_____________

perc.’)
perc.
2
)

30 Juli

’24
318.336
2.164.795
111.487
80,4 83,0
23

,,

’24
322.302
2.144.851
111.409
80,6
83,3
16

,,

’24
342.671
2.144.005
111.405
79,9
82,6
9

,,

’24
369.222
2.078.910
111.400
79,9 82,5
2

,,

’24
421.812
2.074.492
111.407 78,0
81,5

1 Aug. ‘
2,
31
989.067
1.944.551
109.497 75,25
.

77,3
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad
munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.


Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Aantal
banken

Totaal
uitgezette
gelden en

Reserve
bij de
F. R. banks
b

1

Totaal
1
deposito’s
Waarvan
time

deposits

23 Juli ’24
747
1.7.158.750
1.569.101I16.724.932 4.489.661
16

’24
748
17.122.177 1.586.387
1
16.743.660
1

4.481.539
9

’24
7.48
17.055.091
1.538.366
16.575.4791
4.437.143
2

’24
748
17.056.459
1.520.871
16.542.1221
4.418.377
25Juni’24
748
16.968.760
1.544.661 16.380.869
4.414.306
25 Juli ’23
772
16.344.032
1.355.902
1
5.188.2221
3.964.432
Aan
het
eind van ieder kwartaal wordt
een
overzicht
gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 18 Augustus 1924.

De stemming op de internationale beurzen is gedurende
de achter ons liggende week, bij het naderen van de zeer
moeilijke besprekingen omtrent de Roer-kwestie ter confe-
rentie van Londen, vrij nerveus geworden. Hoewel men in het algemeen niet geloofde aan een mislukking der onder-
handelingen, achtte men het toch van essentieel belang,
dat de voorwaarden der geallieerden door de Duitsche ver-
tegenwoordigers ook met volle overtuiging aanvaard en
dat in dien geest de hieruit voortvloeiende maatregelen
ook uitgevoerd zouden worden. Het is ten slotte een groote
verlichting geweest, dat de conferentie tot een eenparig
besluit is gekomen, hetwelk alleen nog de goedkeuring der
betrokken parlementen en de handteekeningen der onder-
handelaars behoeft.
Toch is er op den laatsten dag der berichtsperiode, welke tevens de eerste was, waarop de gunstige uitslag der confe.
ren tie het volle effect kon sorteeren, geen opleving van
beteekenis te constateeren geweest. Vrijwel alle beurs.
centra hebben een kalme tendens te aanschouwen gegeven,
waarin de ernst van de situatie, de moeilijkheden, welke
nog overwonnen moeten worden, goed’ tot uiting zijn ge-
komen. Toch was de ondertoon optimistisch.
Vooral te Londen is deze mengeling van hoopvolle
verwachtingen en ernst goed naar voren gekomen, waartoe echter ook andere factoren en overwegingen hebben mede-
gewerkt. De opgewekte houding van den sterlingkoers,
welke door het wegtrekken van saldi uit New ‘York

na
de jongste discontoverlaging

in de hand is gewerkt, heeft
een stimuleerende uitwerking op de beurs gehad. ,,Gilt-
edged”-fondsen waren vast, voornamelijk ook omdat het
onmiddellijk vooruitzicht op een verhooging van de Engelsche
bank-rate thans niet meer bestaat. Daarentegen werd een
tegengestelde invloed uitgeoefend door de moeilijkheden
in Egypte en in Marokko. Ook zijn er sommige’ kringen,
die met bezorgdheid de verdere ontwikkeling, nu de Dawes-
plannen ten uitvoer gebracht zullen worden, gadeslaan. In
het, bijzonder is dit het geval met betrekking tot de inter-
nationale leening ten behoeve van Duitschland. Officieel is
hieromtrent nog niets bekend geworden, doch officieus ver-
luidt.,. dat de Amerikaansche bankiers slechts geneigd zullen
zijn de helft van de leening te financieren, waardoor een
gedeelte van £ 20.000.000 voor rekening van Europa zal
blijven. Men is bevreesd, dat het grootste gedeelte hiervan
wel op Londen zal komen te rusten, hetgeen in verband
met eischen, welke ook door andere landen gesteld zullen
worden, hier en daar als vrij bezwaarlijk wordt geacht.
In dit verband is het van belang, dat ook van een leening
aan Frankrijk wordt gesproken. In ieder geval denkt men
in Citykringen, dat de geldmarkt in het algemeen aan den
vooravond staat van zeer belangrijke transacties, waarbij
het zoo juist verkregen hooger niveau van den sterling-
koers wel eens gevaar zou kunnen loopen. Ook zou dit het geval kunnen zijn, indien de Engelsche markt zou worden
overstroomd met Duitsche goederen; hiertegen ‘schijnt men
echter reeds maatregelen te willen nemen in den vorm van
hooger
.
invoerrechten. Alles tezamen genomen is het be-
grijpelijk, dat de fondsenmarkt niet enthousiast is geweest,
al «’as een stemming van vertrouwen overheerschend.
Te P a rij s is het meest opvallende van de afgeloopen
berichtsperiode de buitengewone stilte ter beurze geweest.
Ongetwijfeld ‘moet deze in verband worden gebracht met
de vacantie-periode. Alleen voor arbitrage-fondsen heeft
eenige belangstelling bestaan, welke echter niet steeds in
overeenstemming was met Jeu loop van zaken op de wissel-
markt. De reactie in de betrokken fondsen heeft nl. geen
gelijken tred gehouden met die der buitenlandsche wissel-
koersen; laatstgenoemde daalden sterker. Vermoedelijk kan
de verklaring hiervoor gevonden worden in de omstandig-
heid, dat een goed deel der fiuctuaties op de wisselmarkt
door de speculatie wordt beheerscbt, terwijl de arbitrage-
waarden, na de débâcle van den Franschen wisselkoers in
den aanvang van het loopende jaar, zich meer in vaste
handen zijn gaan bevinden. De koersen der buitenlandscbe
fondsen volgen derhalve slechts op een afstand die der
wisselkoersen; deze afstand is bovendien deze week vergroot
door het gebrek aan zaken.
Te Berlijn is de beurs als geheel zeer vast geweest.
Alleen is een scherpe reactie in de koersen van binnen-
landsche obligaties ingetreden, hetgeen echter als een
natuurlijke reactie kan worden aangemerkt op de schielijke
rjzing, welke tevoren had plaats gevonden. De terugsiag
is voor Pruisische Consols het scherpst geweest. Daaren-
tegen is de belangstelling voor buitenlandsche fondsen wel
zeer groot geworden. Overigens kon ook aan de Duitsche

20 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

737

beurzen tegen het eind van de vorige week een niet onbe-
langrijke daling van het koerspeil worden waargenomen,
toen men begon te twijfelen aan den goeden uitslag van
de conferentie te Londen. Hiervan heeft de beurs zich
echter spoedig kunnen herstellen.
Te New York is men; ondanks de nog steeds niet
gunstige berichten uit de kringen van de industrie, over
het algemeen opgewekt gestemd gebleven. De markt wordt
gesteund door de opvatting, dat in den aanstaanden herfst
een opleving zal worden aanschouwd, eensdeels als gevolg
van de pogingen, welke in Europa ondernomen zullen
worden om tot een definitief herstel te komen, anderdeels onder den atirnulans van ruim en goedkoop geld. Men be-hoeft bovendien in de Unie geen gevaar te koesteren voor
een verstroeving van de geidmarkt, zelfs niet als zeer
groote eischen gesteld zullen worden. Inmiddels wordt het
toch meer en meer als een merkwaardigheid beschouwd,
dat de gemiddelde koersen van de voornaamste spoorweg-
en industrieele aandeelen thans hooger zijn dan
01)
eenig
tijdstip sedert 1920 het geval is geweest. Het gemiddelde
is bovendien slechts fractioneel onder het in 1920 bereikte
niveau gebleven. Weliswaar liggen aan deze’ koersverheffing
zeer reilele factoren ten grondslag. In de eerste plaats de
ruime geldmarkt, in de tweede plaats de voor de Vereenigde
Staten gunstige oogst-vooruitzichten, vooral voor die ge-
wassen, wier prijs grootendeels door . de wereldmarkten
wordt beïnvloed. Hier staan echter ook omstandigheden
tegenover, welke niet met zoo groote zekerheid kunnen
worden aanvaard. Men beschouwt in sommige kringen den
uitslag van de presidentsverkiezingen als zÔO vaststaand,
dat men er reeds hausse-posities op durft te bouwen en
acht het zoo goed als zeker, dat. de Amerikaansche nijver-heid zeer sterk van Europeesche bestellingen zal gaan pro-
fiteeren. Gezien het problematieke van de beide laatste om-standigheden, is het begrijpelijk, dat men in bankierskringen
langzamerhand eenige terughouding aan den dag begint te
leggen.
Ten onze n t heeft de markt een vrij rustig verloop
gehad. De stemming was als geheel eenigszins verdeeld;
sommige afdeelingen hebben per saldo koersverliezen moeten
lijden, andere hebben een lichte verbetering aangetoond.
Nergens echter zijn groote fluctuaties te constateeren ge-weest. Men bleef in afwachting van de besluiten der con-
ferentie van Londen en toen deze eenmaal gevallen waren,
viel voor sommige afdeclingen eerder een lichte reactie te
constateeren. Hier, zoo min als in het buitenland, heeft
men zich aan overdreven verwachtingen overgegeven, hoewel
de grondsteniming opgewekt is gebleven.
De
bcicggingsmarkt
is voor inheemsche soorten wederom
vast geweest. Wel is de geidmarkt niet meer zoo ruim ge-
weest als gedurende de vorige berichtsperiode, doch geld
was ook thans nog wel zoo overvloedig en tot zoo lage
rente- verkrijgbaar, dat staatsfondsen hierin een stimulans
moesten vinden. Van de buitenlandsche soorten hebben
Russen geen belangstelling meer getrokken; Brazilianen
waren iets beter in verband met de bevredigende ontwik-
keling daar te lande.

11Aug.15 Aug. 18 A
ug
.Rui1s 01
daling
6 ol
o
Nederland 1922 …..
9
/8

100

10011

+
5

o,’
o

1918 …..

89I6!,

89151,

89151
1

434
,
10

1916 …..90
8
/8

90711

90’1


4
0
/0

1916 …..817/
8

8271

82

+ 1/6
38%o/,,

,,

74


3

…..
67

6651
4

66518 – 318
2
0
/0
Cert. N. W. S …….. 533%

53

53113 –
8%
7
o/o
Oost-Indië 1921 ….. 102
1
1/
32
10251,
6
10281

+
1
132
6 o/

»

1919 .. … 987/
8

988%

9825132
– 1
32
5
o,i

1915 …..94

93

93
,
18 —/
5
0/
Rusland 1906 ……./8

48%


4 o/ RusI. bij Hope & Co

6I
5
16
6′,


4
0/
Japan 1899 …….. 60
,
al
le
608%

603%

11
5 0′
Brazilië 1895 …….48%

48

+
8
0
/0
San Paulo 1921 .

922/
8

9271

93

+ 18
6
o/
Amsterdam 1920 ..

100%

101

+ ‘t,
7
0/o
Rotterdam 1920 … 102k 1025/
s
10211
16
— 01,6

Op de aandeelenmarkt waren
bank-aandeelen
opnieuw
vast van toon met aandeelen Amsterdainsche Bank aan de
spits. Industrieele aandeelen
waren verdeeld, hoewel over
het algemeen iets meer vraag in deze afdeeling ontstond.
In verband met de betere vooruitzichten in Duitschland
werden Jurgens-waarden uit de markt genomen, meer in
het bijzonder de preferente aandeelen.
De
Suiker-markt
was eerder iets gedrukt, ondanks de
vrij stabiele houding van de Cuba-noteering.
Petrofeum-aandeelen
werden, wat het hoofdfonds betreft,
geleid door de aanwijzingen van het buitenland. Waar de

buitenlandsche beurzen echter geen indicaties van betee1enis
hebben gegeven, was ook
hier

de
handel zeer gering en
bleven de variaties beperkt. Ook voor
Consols ontwikkelde
zich geen ruime handel.
Rubber-aandeelen

varieerden
nauwkeurig met
de yer-
anderingen in den prijs van het ruwe
product te Londen.
Toen deze dan ook tegen het
einde der berichtsperiode
van
een vastere stemming blijk
gaf, konden de meeste koersen
zich weder herstellen.

Tabakken
waren stil en
vrijwel zonder
belangstelling op
ongewijzigd koersniveau.

11 Aug. 15 Aug.
18 Aug.9,
g
°

Amsterdamsche Bank …..
133
1325%
134%
+
1113
Incasso Bank …………
978%
98
98’1
+
1
Koloniale Bank ……….
179%
17671
8

1788%

1%
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand
129%
129
12915116
+
9
1I5
Rotterd. Bankvereeniging
84 84 84
Van Berkel’s Patent …….
‘19%
56
59
+
8%
Gouda Kaarsen ……….
15
14
1
18
1411
4


51
4

ioll.Draad.enKabelfabriek
50 50
51
+
1
A.Jurgens’Ver.li’abr.g.aand
57%
56
57%

%
,,

,,

,,

pr. aand
65
6311
9

6471
9


1
18
Leerdam Glasfabrieken
25%
27
24

1%
Philips’ Gloeilampenfabriek
319%
311
315%

394
Vereenigde Blikfabrieken
87%
88

+
4
Vereen.Chemjsche]l’abrieken
44W
44
4
+
1%
CompaniaMercantilArgent
22%
218%
21718
— 71,
Cultuur-Mij. d. Vorslenland
1688%
167
1678% —
1%
Haudeisverg. Amsterdam
520
5148%
5158%

4%
Handelsverg. Reiss
&
Co
328%
318%
328%
Int. Crediet- en llandelsverg.
Rotterdam ………….
188
1928%
192%
+
48%
Linde Teves
&
Stokvis
87
87
87718
+
719
Redjang Lebong Mijnb..Mij
218
21771
8

219
+
1
Gecons. Roll. Petroleum-Mij
1588%
156
1548%

381
Kon. Petroleum.-Mij ……
341
339%
339
—2
Phoenix Oil …………..
910/
s

918%
92
+
14
Amsterdam-Rubber-I’.-lij
1518%
148 150

134
Kendeng Lemboe ………
176 17034
1718%
—4%
Oost-Java-Rubber-Mij ……
223 220
225%
+
2%
Deli-BataviaTabak Mij.
320
3141
4

3148%
—5%
Deli-Maatschappij ………
3698%
36734
369

Senenibah-‘Maatsciiappij
. – –
3389/
4

336
33931
+
8%
De
S’checpvaartmarkt
was veel kalmer
dan een
week ge-
leden,

doch

de koersen hebben zich vrijwel kunnen hand-
haven.

11 Aug.
15 Aug. iS
daling
Holland-Amerika-Lijn …..
868%
861
8

85

1
,,gem.eig
708%
688% 688%

13/
4

iollandsche Stoomboot-Mij
278%
26
258%

1I1
Java-China-Japan-Lijn
104
1028% 1038%
—34
Kon. Hollandsche Lloyd …
9
,18
8
8″1

7
116
Kon. Ned. Stooinb..Mij …..
788% 768%
788%
Konink.Paketvaart-Mij. ..
139k
139%
139%
+
34
Maatschappij Zeevaart
. . .
77
76
76

1
Nederl. Scheepvaart-Unie
129s1
1258%
126
51
8


2%
Nievelt Goudriaan ……..
988%
94
95%

2%
Rotterdamsche Lloyd ……
129%
127
125

4%
Stoomv.-Mij. ,,Nederland”.
15211,,
152
15051
4


134


,,

,,

,,Noordzee”

.
25
23%
25

De
A.merilcaansche markt
was vast in overeenstemming
met Walletreet.

11Aug.
15 Aug.
18 Aug.3
1
,g
0
I

Americ.Smelting&Refining
71%
71
748%
+
2
%
Anaconda Copper ………
75is,’,,,
79
7
1,
6

8134
+
551,
0

Studebaker Corp ……….
99y4
99718
+
‘/s
[In. States Steel Corp…..
110%
1095/
8

1118116
+
151,0
Atchison Topeka
……….
109%

10911

8%
Ene
…………………
33
30%
31518

1
5
18
Southorn Pacific ………..
97′,’,,
998%

+ 134
Union Pacific….. ……..
145
145%

+
8%
Ent. Merc. Marine orig. gew.
10
ii,’,,,
10%
11
34
+

/i0
11

»

,,

,,

pref.

40’1
3991
16

413%
— 1%
De
gelcimarkt
is
iets minder ruim
geworden; prolongatie
monteerde tot 2% pCt.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.

18 Augustus 1924.

Na het gunstige rapport over de tarwe-oogst in de Ver-
eenigde Staten, waren er velen, die verwachtten dat ook
het Canadeesche of ficieele oogstbericht een grooteren oogst
zou aangeven dan de cijfers die in den laatsten tijd worden

738

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Augustus ‘1924

Noteeringen.

Chicago
Buenos Ayres

Data
Tarwe
MaTs
Haver
Tarwe Maïs
Lljnzaad
Sept. Sept.
Sept.
Sept.
Sept.
Sept.

16Aug.’24
13311
8

122%

551/
15,05
9,95
23,50
9

,,

4

128s1
8

114%

49%
15,10
9,85
23,20
16Aug.’23 100%
7734

31
1
18
10,95
8,40
20,45
16Aug.’22 1007/
5934

3071
5

11,80
7,60 19,40
16Aug.’21

122%
553/
8

337/
8

18,60
1
)
9,
22,40
1
)
20Juli’14

82
56
,
1
8

3634
9,40 5,38
13,70

1)
Per Augustus.
S

Locoprjzen te RotterdainjAmsterdam.

Soorten
18Aug. 1 ii Aug. 1 20Aug.

1

1924

1

1924

1

1923

Tarwe’ …………….
1

15,25

14,50

11,75
Rogge (No. 2 Western) . ,
1

11,30

11;40

8,-
MaIs (La Plate) ………
2

203,-

198,-

176,-
Gerst (48 Ib. malting)

.
2
260,-

259,-

171,-
Haver(381b. white clipp.)
1

12,25
5
)

11,80e,

9,30
Lijnkoeken (Noord-Amen-

kavan La Plata-zaad)
1

13,60

13,90

11,-
Lijnzaad (La Plata) .. .

449,-

442,-

407,-
1)
per 100KG.
2)
per2000KG.
8)
per 1960KG.
‘No.2llard/RedwinterWheat.
4
) Donaugerst. S)Canada No. 3.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Tdfaal

Art Ikelen
10116 Aug.
Sedert
Overeenk.
10116 Aug.
Sedert
Overeenk.
1924 1923
1924′
1 Jan. 1924
tijdvak 1923
1924
1Jan. 1924
tijdvak 1923

Tarwe

… … _. ..
11.537
611.197 470.259

18.573
31.086
629.770

501.345

Rogge ……………..-.
4.942
313.027
295.169

3.775
485
316.802

295.654

13.351
9.937
– – –
13.351

9.937
Boekweit………………..
MaIs

…………………
13.7 79
458.285
363.826
802
73.773 51.377
532.058

415.203
1.557
199.037
132.135

28.806
7.842
227.643

139.977 4.524 118.369 50.259

305 533
118.874

50.792

6.275 152.542 90.213
-.
47.841 48.156
200.383

138.369

Gerst.

………………
Haver

……………….

5.619
136.052
140.658

700

136.752

/
140.658
Lijnzaad ……………..
Lijnkoek …………….
1.105
145.897
55.620

16.895
3.924
162.792

59.544
Tarwemeel ………….
Andere meelsoorten
140
4.093 1.344

– –
4,093

1.344

genoemd. Dit is evenwel niet zoo uitgekomen, het cijfer
282 millioen bushels komt vrijwel overeen met hetgeen ver-
wacht werd, al zijn er ook nog wel veel lagere schattingen
genoemd. –
De markten toonden dan ook bij het bekend worden van
dit rapport weinig neiging tot stijgen noch dalen. Wel be-
gon eenige dagen later weder een stijgende beweging, waar-
bij allerlei motieven genoemd werden, die elk op zichzelf van weinig belang zijn. Het voornaamste was, dat er door
speculanten en handelaren gekocht werd. Er blijven dan
ook nog genoeg hausse argumenten over; allereerst dat de
Canadeesche oogst nu slechts 282 millioen bushels geschat
wordt, tegen een eindraming verleden jaar van 474 millioen.
Ook heeft men bij de berekening, dat er dit jaar juist vol-
doende tarwe beschikbaar zou zijn in de exportlanden voor
de behoefte der importlanden met niet al te groote cijfers
voor deze importlanden rekening gehouden, terwijl toch de
oogsten in de meeste importlanden niet al te best zijn uit-
gevallen. Nieuws hieromtrent hebben wij deze week weinig
te vermelden, maar terwijl de vorige week het weer gun-
stig was in West-Europa, wat maar al te zeer gewenscht
was, is het helaas de laatste dagen weer opnieuw begonnen te regenen in de Noord-Zee landen.
0

In de meeste landen van Europa is de kooplust niet
bizonder groot geweest, vooral in Engeland hield men zich afzijdig omdat men er over voldoende voorraden schijnt te
beschikken. Later vermeerderde de vraag zeker omdat in
den laatsten tijd de verschepingen niet al te groot zijn ge-
weest. Bij de ladingen, die verkocht werden, waren er ver-
schillende groote met Amerikaansche Hard-Winter tarwe,
en deze afdoeningen hadden weer een stimuleerenden in-
vloed op de Chicago markt. Dat daarna de stemming weer flauwer werd, komt wel doordat de nieuwe oogst met zeer
groote hoeveelheden wordt aangevoerd, waardoor het cijfer
der zichtbare voorraden snel stijgt. Van de Zuidelijke
landen was het vooral Portugal dat belangstelling in tarwe
toonde, o.a. door het koopen van twee ladingen Argentijfi-
sche tarwe.
Argentinië was over het algemeen vast gestemd, doch later brokkelden de prijzen nogal af. Men heeft daar een
zeer groot deel van den tegenvo’ordigen oogst uitgevoerd,
en hoewel de uitzaai van den nieuwen oogst nog grooter
wordt geschat dan verleden jaar, is een grootere opbrengst
niet waarschijnlijk, omdat de droogte wel is waar door
regens gebroken werd, maar men toch meent, dat meer
regen noodig is. Bovendien werd er vorst gemeld, die eenige schade zou hebben berokkend.
Waar zooals bekend de toestand in Oost. Europa ongunstig
is, in zooverre er weinig.of geen export van tarwe wordt
verwacht., en Zuid-Australië bij voortduring klaagt over te
weinig regen, al zijn de vooruitzichten in het overige
Australië gunstig, daar kan men toch niet al te gerust zijn
op de tarwevoorziening voor het aanstaande jaar en dus
ook op den loop der prijzen.
Voor Ma ïs scheen de markt aanvankelijk een langzaam
dalende richting ingeslagen te hebben; althans in Europa
en dientengevolge ook in Argentinië. De regelmatig groote
export van dit land
1
scheen. te veel te worden voor de
consumtie in Europa en ladingen die in Enropa verwacht
werden konden maar steeds geen koopers vinden. Van de
verhooging der prijzen in Chicago nam men niet veel
notitie, totdat die met 3 en 4 cents per bushel tegelijk
zulke afmetingen aannam, dat het ook Europa en vooral
Argentinë beinvloedde. De prijzen liepen toen weer snel
omhoog, al was nog steeds de vraag voor spoedige levering
niet bevredigend. Chicago liep op van 1,13% tot 1,2234
voor September en van 1,03% tot 1,1834 voor December. Dit zijn geweldige hooge prijzen voor mais en de vooruit-
zichten zijn, dat ook in het komende seizoen Amerika regel-
matig van Argentinië zal importeeren. Intusschen wordt
deze import in de Staten door de douane-autoriteiten be-
moeilijkt in verband met mond- en klauwzeer. De invloed
van de politici, die voor de boeren opkomen, zal hieraan
wel niet vreemd zijn.
Gerst was aanvankelijk kalm, tengevolge van geleidelijk
lagere prijzen in Canada, en een daarmede gepaard gaanden
drang om te verkoopen. De schatting van de nieuwe oogst is slechts weinig kleiner dan verleden jaar, zoodat wel een
flinke hoeveelheid voor export zal beschikbaar zijn. De
Donaulanden bieden slechts zeer weinig gerst aan; voor de geldende hooge prijzen zijn de stoomende partijen niet ge-
makkelijk te plaatsen. In NoordAmerika werden later de
prijzen weer vaster, waarschijnlijk onder invloed van MaIs.
De H a v e roogst wordt in Canada geschat op 379 millioen
bushels tegen verleden jaar 537 millioen waarop wel eenigs-
zins was gerekend. Toch heeft deze schatting zijn invloed
gehad, en over het algemeen zijn de markten vast gestemd.
In Platahaver kwamen flinke zaken tot stand.
L ij n z a a d werd weer vast, nadat de prijzen aanvanke-
lijk nog wat waren teruggeloopen. De verschepingen naar
Europa waren in de afgeloopen week al heel gering. Dê
toekomst hangt voor het grootste gedeelte af van de vraag
of Noord-Amerika inderdaad den grooten oogst zal krijgen,
die de schattingen aangeven. Maar al te vaak moesten de
schattingen juist voor het oogsten aanmerkelijk verminderd
worden tengevolge van vorst.

SUIKER.
Terwijl gedurende de afgeloopen week de suikerprjzen
in Amerika verder aantrokken bleven de markten in
Europa vrijwel onveranderd met slechts kleine fluctuaties. De openings- en slotnoteeringen te N e w Y o r k waren
voor Spot Centrifugals 5,15 en 5,40, en op de termijnmarkt
als volgt:

September December

Januari

Maart
3,4413,61

3,5213,69 . 3,423,48

3,3113,31

De ontvangsten in de Atlantische havens bedroegen deze

20 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

739

week 41.000 tons, de versmeltingen 64.000 tons en de voor-
raden 148.000 tons.
Nog steeds wordt alle Cubasuiker, die aan de markt
komt, door koopers opgenomen en de laatst betaalde prijs
voor prompten afscheep was
3
18
$c. c. & f. New York.

De laatste C u b a-statistiek luidt als volgt:
1924

1923

1922
Tons.

Tons

Tons
Weekontvangsten 9 Aug. ’24

60.698

17.003

49.360
Tot. sedert 1 Dec.’23_9 Aug. ’24 3.541.220 3.301.680 3.591.214
Werkende fabrieken

1

1

7
Weekexport 9 Aug.
1
24

95.571

37.509

99.565
Tot, sedert 1 Jan.’24_9 Aug. ’24 3.005.291 2.822.854 3.080.117
Totale voorraad op 9Aug. ’24 535.929 478.832 548.610

Ook Europa kocht eenige ladingen Cubasuiker.
In Engeland werd de Board of Trade statistiek over
Juli bekend gemaakt met de volgende cijfers:

Juli

Jan./Juli

1924

1923

1924

1923

Tons

Tons

I’ons

Tons

Import Riet ……..73.779

61.365 747.912 708.022
Geraffineerd

41.331

18.726 362.109 261.628

Totaal …………..115.110

80.091 1.110.022 969.651
Voorraad in Entrepot 195.800 263.650


in Raffinader.

41.850

50.800


Opbrengst

82.189

81.587 542.218 544.810
Tot. binneni. verbruik 158.619 120.350 931.869 852.853
Totale export

10.872

3.796

44.647

35.327
Voorr. op 30Juni…. 1924 Ç 309.700

1923
381.740
,, 31 Juli..,.

237.650

314.450

Raffinacleurs verhoogden deze week hunne prijzen in totaal
met 9d voor alle posities.

Op Java liep de prijs voor disponibele witte suiker op
tot
f
15, terwijl voor latere levering ongeveer
f y
4
min-
der betaald werd. Daarna trad eenige reactie in en is de
marktwaarde thans ongeveer
f
15, terwijl het verschil tus-
schen prompte en latere levering hoe langer hoe kleiner
wordt. Ook uit den volgenden oogst vonden verdere be-
langrijke afdoeningen plaats tot de laatste prijzen; vooral
voor Muscovados bestond veel belangstelliug van de zijde
van Japanners, die daarvoor
f
11% betaalden.

De afschepingen gedurende Juli bedroegen volgens
officieele gegevens 363.011 tons tegen 332.225 tons in 1923.
Het rendement van 147 fabrieken bedroeg op 1 Augustus
ongeveer 7 pOt. meer dan op dat tijdstip in 1923.

Hier te lande werd cle markt beïnvloed door het
gunstig verloop der Londensche Conferentie. Prijzen
trokken aanvankelijk flink aan. Augustus werd tot
f
273
en September tot
f
2651 gedaan, terwijl ook December tot
f
2251
8
koopers vond en voor Maart
f
22v
4
werd geboden.
Daarna zakten prijzen echter in en werd Augustus, Sep-
tember, December en Maart aangeboden tot resp.
f
26%
/ 26118, / 2171, en
f
22w, met koopers voor de laatste 2
maanden tot / 21% en / 22. De niarkt sloot prijshoudend
met koopers voor Augustus
f
26, September
f
26, De-
cember
f
22 en Maart
f
22 – De omzet bedroeg ongeveer
6300 tons.

Naar D u i t s eb 1 a n d werd nog wat Javasuiker afgedaan,
doch achteraf blijkt, dat de aankoopen van die zijde niet
grootgeweest zijn. De bedoeling van de tijdelijke afschaf
fing van het invoerrecht in Duitschlaod was de opgedreven
prijzen in het binnenland aldaar te drukken, welk doel
met dezen maatregel bereikt werd.

J)e zichtbare voorraden bedragen volgens Czarnikow:

1924

1923

1922
Tons

Tons

Tons

Duitschland 1 juli ’24 ……

488.000

516.000 216.000
Tsjechoslowakije 1 Juli ’24.

113.000 107.000

83.000
Frankrijk 1 Juli ’24 …….

78.000

109.000

61.000
Nederland 1 Juli ’24 ……..

67.000

79.000

90.000
België 1 Juli ’24 …………

38.000

35.000

30.000
Engeland 1 Aug. ’24 ………

247.000 326.000 351.000

Totaal (Europa). 1.031.000 1.172.000 831.000
V.S. Atlant. havens 13Aug.’24 148.000 – 121.000 204.000
Cuba alle havens 9 Aug. ’24.. 536.000 499.000 590.000
binnenl. 26 Juli ’24….

523.000 267.000

316.000

Totaal .. 2.238.000 2.059.000 1.941.000

In deze opgave werden voor het eerst opgenomen de
voorraden in het binnenland van Cuba, die dit jaar aan-
merkelijk grooter zijn dan gedurende de beide voorafgaande
jaren. Door het opnemen van dit cijfer wint de opgave der
totale zichtbare voorraden aan zuiverheid.

NOTEEIUNGEN.

Data
Amster- dam per

Londen
New York
96pCt
Centri-
Tates
WhiteJavas
f.o.b. per
1

Cuba’s
1
96 pCt.
c.1.f.
Aug.
Cube..
No.1
Augustus
Augustus
fugals

8h.
8h.
$cts.
15Aug.’24
f
27
‘/i6
4316
20/6
181_
5,40
8

,,

’24
,,26
3
1
431_ 2013
1719
5,15
15Aug.’23
,,26%
6019
1816
221- 5,78
15Aug.’22
,,2471
5919 2016
1913
5,25
4Jûli ’14
11’I
32


18′


3,26

KATOEN.

Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling tJplands.)

15Aug.
1924
8 lug.
1924
1 Aug.
1924
15Aug.
1

1923

15Aug.
1

1922

New York voor
Middling …
29,40 c
30,25e
30,95e
25,65e
*
New Orleans voor Middling
26,90 c
27,42 c
28,60e
24,50e
Liverpool voor
Fy Middl. ..
16,94 d
17,38 d
118,18
d
15,51 d*
***

*) Voor ouden Standaard.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

1 Aug. ’24 Overeenkomstige periode
tot


14 Aug. 24

1923-24

1
1922-23

Ontvangsten Gulf-Havens.
Atlant.ffavens
5
51 78 67

IjitvoernaarGr.Brittannië
14
17
22
‘tVasteland.
19
47
42
Frankrijk. .
14
6
13
Japan

….
1

2
26

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

8A ug.’24 – Overeenkomstigtijdstip

1923

1922

Amerik. havens ………
Binnenland ………….
New York ……………..
New Orleans ………….
Liverpool …. ……….. 157 119 428

Mtrktbi

iclit van de Heeren Sir Jacob Behreus & Sons,
Mancbester, dd. 13 Augustus 1924.

Prijzen vuil Aiiierikaansche katoen zijn de laatste dagen
weer iets achteruitgegaan. Op Vrijdag j.l. vci-i1 het Bureau
Report gepubliceerd, dat de conditie van clan oogst aangaf
als 67,4, terwijl men algemeen 68 verwacht had. Prijzen
werden hierop vaster, doch gingen spoedig weer naar be-fleilen, toen de acreage bekend werd, welke op een oogst
van 12.351.000 balen zou wijzen. De dagelijksche weerbe-
richten zijn vail grooten invloed op prijlen en tengevolge
van droog veer in Texas stegen futures 115 tot 80 pun-
ten; hedenmorgen opende Liverpool 35 tot 41 punten hoo-
ger. Er wordt vrij veel verkocht, voori.iamelijk Peruvian.
Egyptische katoen is vast en prijzen hiervan zijn stijgeiicle,
doch er gaat slechts weinig om; men bericht, dat goede
Sakel grades sehaarsch en duur zijn.
])oor de groote fltictuaties in katoer prijzen is de garen-
markt zeer onregelmatig. Naar cle grovere nummers, zoowel
itEule als Ringgaren, bestaat weinig belangstelling. Over
het algemeen beperken zaken zich clan ook tot kleine pal

tijen voor spoeclige levering. Wel bestaat er een goede
vraag, doch prijzen zijn op nieuwen oogst gebaseerd, waar-
door slechts weinig posten geboekt worden. Eïptische
garens zijn vaster, doch ook hierin gaat weinig om Er zijn
wel enkele uitzonderingen en er worden bv. flinke verkoo-
pen van Warp en Doubling Wef t cops gerapporteerd; er
zeil nog meer gedaan kunnen worden, indien het prijsver-
schil tussehen ouden en nieuwen oogst niet zoo groot was.
i)e exporthandel is kalm en staat voornamelijk onder den
iivlocd
Vuil
de Londensche Conferentie inzake de oplos-
sing vuil het Midden-Europeesch conflict.
De ontwikkeling van cle •cloekmarkt wordt tegengehoud.en
door de onzekerheid van den loop van katoenprijzen. Ge-durende de afgeloopen week zijn er echter wel aanvragen
geweest, terwijl ook een gedeelte hiervan geboekt is. Voor
West-Afrika en Zuid-Amerika zijn flinke zaken gedaan,

740

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Augustus 1924

doch inkoopeil. vaji het Verre Oosten en Indië
zijii
van wei-
nig beteekenis geweest. Het is moeilijk de positie van 1 abri-
kanten te generaliseeren; het komt zelfs voor, dat een
fabrikant, clie voor kort nog gebrek aan orders had, thans
voo’ eenigen tijd voldoende gedekt is. Het spreekt van zelf,
dat hij er in dergelijke gevallen niet veel voor voelt prijs-
concessies toe te staan, zonder welke zaken thans onmo-
gelijk schijnen te zijn.

6Aug. 13Aug. Oost. koersen. 5Aug. 12Aug.

Liverpoolnoteeringen. T.T.op Indië 1/5k
1I4I,
F.G.F. Sakellaridis 25,75 26,35 T.T. op Hongkong
2/46/
8
2141,
G.F. No. 1 Oomra 11,55 11,55 T.T.op Shanghai 313M 3/2
8
%

KOFFIE.

Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolf 1
& Witkanip, Leonard Jacobson
.&
Zonen en G. Bijdendijk.)

Noteeringen en voorraden.

Rio

Santos
Data

Wisselkoers
Voorraad
1
Prijs Voorraad jjJ

16 Aug.. 1924

351.000 32.675 1.205.000 35.000

511/

9 ,, – 1924

349.000 30.925 1.106.000

1)

513/
8
,

2 ,,

1924

316.000 30.975

683.000

1)

55,’,

16 Aug. 1923

847.000 19.750 1.285.000 21.500

551,

Ontvangsten.

Rio

Santos
Data

Afgeloopen

Sedert

Sedert
week

1Juli

week

1Juli

16 Aug. 1924

94.000

654.000 194.000

592.000

16 Aug. 1923….

68.000

509.000 177.000 1.161.000

1)
Niet genoteerd.

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Augustus 1924 in duizenden balen.

1924 1923 1922 1921 1920

Voorraad in Europa.. 1.624 1.840 2.463 1.997 2.220
Stoomend-ÇBrazilië ..

491

421

478

633

275
n. Europa Oost-Indië.

25

12

7

52

2.140 2.273 2.948 2.682 2.495

Voorraad Ver. Staten

868

797 1.124 1.761 1.783

Stoomend)
naar

,Brazilië

242

237

229

430

543

Ver.Statenj

3.250 3.307 4.301

4.873 4.821

Voorraad in Rio

294

890 1.819 1.351

322
Santos

812 1.342 2.481 2.932 1.567
Bahia

22

11

13

36

19

Totaal …..4.378

5.550 8.614

9.192

6.729
Op 1 Juli ……….5.071

5.340 .8.639

8.700

6.750

KAPOK.

(Opgve van de Makelaars Gebrs. van der Vies, Amsterdam.)

Kapokstatistiek op 31 Juli 1924.

Voorr. Aanv. Verk.

Voorr.
1 Jan.

tot

tot

op
Importeurs:

1924 31 Juli 31 Juli 31 Juli

(in pakken).
Burma Handel.Mij …….

– 1271

1271


II. G. Th. Crone………

2572

2382

190
Edgar & Co …………..

438

438


Van Eehen & Co ……..- 3302

3290

12
N.V. Hade1 en Cultuur Mij.
v/h. Smidt
&
Amesz q.q.
Edgar

&

Co’s Handel
t

Mij.

Soerabaja

……..
115
1550
1665

Hand.-Verg.v/h.Reiss&Co

908
908
Jacobson v. d. Berg
&
Co

3214 3214

Koning, Teves
&
Co…….

856 856

Landb.Mij.,,Geboegan”

171
171

Maintz Productenhandel.
.

1386
1186
200
Mirandolle, Voüte
&
Co…
311
7115
6962 464
Wm. H. Müller
&
Co. ….

1846
1040 806
Ned. Kolon. Handelsvereen.

1946
1946

Weise &Co…………..
33
2180
651
1562
Order ……………….

7402 7402


459
36157
33382
3234

NEDERLANDSCH-INDISCHE THEE.

(Opgave Pakhuismeeteren van de Thee.)
(Herleid tot 1/1 Kisten.)

Voorraad- 30 Juni 1924 …….. ……

89.188
Sedert aangevoerd …………………

17.091

106.279
Sedert afgeleverd ………………..21.657

Voorraad heden (Entrepôt en Consumtie) 84.622

Waarvan in de eerste hand …………

33.449

Amsterdam, 31 Juli 1924.

RUBBER.

Ofschoon de markt in het begin der week zich nog door een vaste stemming kenmerkte, trad plotseling een reactie
in en de nöteeringen zijn belangrijk gedaald. De consumtie
trok zich geheel als kooper terug, hetgeen de daling nog
meer in de hand werkte.
De lagere prijzen zijn echter grootendeels nominaal, aan
gezien daartoe moeilijk verkoopers te vinden zijn.
De slotnoteeringen luiden:
einde afgeloopen week:
Prima Crôpe

Aug.

714 ct. …………. 72ct.
Sept./Oct.

72

,………….. 74
Nov./Dec.

74

,………….. 75
Snioked Sheets Aug.

71

,………….. 713
Sept./Oct.

72

,………….. 72
Nov./Dec. 74

,……………73
18 Augustus 1924.

COPRA.
De markt was deze week aanvankelijk zeer flauw, doch
later kwam er weder meer vraag, vooral voor stooniend
goed, waarin tamelijk veel omging. De noteeringen zijn:

Nederl.Ind.
f.m.s.
Juli

afiading – fi. 35

,,

,,

,,

Augustus

,,

,, 35(
September

,, 35,-
October

,,

,, 349
18 Aug. 1924.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
Tin lytisch

Lood

Zink

18 Aug. 1924..
63.15/_
68.10_
255.17161
33.216
32.151_
11

,,

1924..
64.-/_
0.51_
253.1716
32._/_
31.12/6
1

,,

1924..
63.216
67.51_
248.12/6
32.101_
32.216
28 Juli 1924..
63.1216 68.51_
244.101_-
33.151_
33._/_
20 Aug.1923..
64./_
70.216
186.216
24.
/_
1

32.51_
20 Juli 1914..
61._/_
145.151_
19._/_
1
21.101_

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

Veel verandering is er niet gekomen in cle algemeene
toestand van de vrachteninarkt in de afgeloopen week. De
drang van charterers om te hevrachten is niet groot, met
het gevolg, dat men nergens een rijzing van eenige betee-
keus kan wLarne•men. –
Van Montreal werd betaald muur de Micldellanclsche Zee
uuiet beoosten West Ttalië 4/- per quarter voor een kleine
September boot. – –
Vat de Northermi range kwanuen geen graanbevrachtin-
gen tot stand, doch voor steenkolen naar West Italië werd
$ 2,6& betaald voor een prompte boot en naar Rio de Ja-
neiro $ 3,15 vooi een Augustus boot.
i)e vraag naar ruimte voor graan val, de Gulf is minder
dan cenigen tijd geleden. –
Van Cuba werden eenige Augustus bootems bevracht tegen 2016 en 2019 naar U. K./Contineut.
De North Pacific zal een betrekkelijk groot aantal boo-
ten nooclig hebben voor het vervoer van graan gedurende
de herfst, doch dé aangeboden tonnage is niet gering en
voor September werd dan ook een boot tegen een lagere
vracht clan welke onlangs betaald werd, afgesloten. Deze
bevrachting was op basis van 301- naar U. E./Continent
met volle opties 10/25 September ligdagen.
De vrachten van La Plata hadden eerder neiging tot
daling dan tot stijging en voor Augustus ruimte was de.
vraag beperkt. De laatste bevrachtingen welke tot stand
zijn gekomen, zijn op basis van 2316 naar U. K./Continent
voor een boot van middelmatige grootte en 25/- voor een

20 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

741

kleinere boot met cle optie Gulf of Noord Amerika tegen
dezelfde vracht; beide voor prompte belading.
Voor September wijken de vrachten niet veel af van bo-
vengenoemde cijfers. 251 is echter niet te bedingen.
Er is iets meer vraag naar ruimte van het Oosten, doch
de lijnbooten hebben voldoende ruimte. Een Augustus Sep.
tember boot werd afgesloten tegen 2016 on cleadweight.
De vrachten van de Midclellanclsche en Zwarte zee blijven
slecht. De vraag naar ruimte voor erts is niet groot.
Van de Donau was (le vraag naar ruimte ook gering.
i)e oogst schijnt edhter niet tegen te vallen, doch men
heeft aldaar te kampen met de transportmoeilijkheden en
de geringe diepte van de rivier.
Van de Russische Zwarte Zee havens kwamen geen be-
vrachtingen tot stand. De bevrachters varen echtei bereid
out October ruimte op te nemen tegen 11/6 naar het Con-
tinent, tegen welk cijfer de reeclers echter geen ruimte
willen afgeven.
Van Alexandrië is 10/6 te bedingen naar RuIl.
De uitgaande vrachtea van Wales naar La Plata varen
iets beter. Naar Rosario werd 1213 betaald met optie Santa
F6 13/3 en naar Buenos Aires 1119.
Van Wales naar West Italië werd een prompte boot van
5000 ton tegen 8/9 afgesloten.
De dospatch in Wales is op ht oogeublik weer slecht
tengevolge vali de geringere productie na iie holidays.

18 Augustus 1924.

GRAAN.

Data

Péfro
g rad
Londen
IR’dam

Odessa
Rofter
dam

Ati. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo

Rot ter-
Bris tol
Rotter-
– – –
En ge-
dam
kanaal
dam
land

11-16 Aug. 1924

131_

2
– –
2316
2316
4-9

,,

1924

131_
2

2517 2517
13-18 Aug. 1923

1513

2

2.12
1


18
1
‘9
18,9
14-19 Aug. 1922


11


219
23/_
23,’…
Juli

1914
11 d.
713
1/l13
1111
121_
12/_

KOLEN.

Data

Cardlff
Oostk. Engeland
Bordeaux
Qenua
Sald

Plata
Rotter-
00f hen-
Rivier

11-16 Aug. ’24
4/7X
8110

1016
1119
41_
5141
4-9

,,

’24
4110k
91

1016
1119
41
514
13-18 Aug. ’23
5110
913

101_ 1413
418
616
14-19 Aug. ’22
71…
111101 1313
1513
519
716
Juli 1914
fr. 7,-
71_

1

713
1416
312
41_

DIVERSEN.

Bombay
Blrma
Vladivo-
Chill
a a
West
Europa
West
Europa
stock
West
1

West
Europa
(d.v.)
(rijst)
Europa
(salpeter
,

11-16 Augustus 1924..
201_ 251_
2919
2316
4

9

,,.

1924..
2016
251….
281101
291…
13-18 Augustus 1923..
22/6
361_
351-
351_
14-19 Augustus 1922..
19/10
261..
301..
327
Juli

1914..
1416
1613
251_
2213

t)
Am. cents per 100 lbs. ) Per ton d.w.
3)
per ton kolen. Graan Petrogract per quarter van 496 ibs. zwaar, Odes8a per
unit, Ver. Staten per guarter van 480 tbs. zwaar.
Overige noteeringen per ton van 1016 KG.

RIJN VAART.
Week van 10 t/m. 16 Augustus 1924.
De aanvoeren in Rotterdam waren tamelijk en bestonden
hoofdzakelijk uit erts.
Scheepsruimte bleef schaarsch, aangezien het grootste
gedeelte der disponibele schepen ledig naar de Ruhr sleepte
om aldaar kolen te laden.
De eftsvrachten bedroegen gemiddeld fi. 0.60 met i en
fi. 0.70 niet
1
lostijd.
De waterstand bleef gunstig, in het laatst der week
wassend. Naar den Bovenrjn kon op vellen diepgang af.
geladen worden.
Het sleeploon bedroeg gemiddeld het 45 cents tarief.

INKLARINGEN.

VLISSINGEN.

Juli 1924 Juli 1923
Landen van herkomst
Aantal

M.
schepen
Aantal
schepen

Binnenl. havens
2
21.448
1
5.520
Groot.Brittannie
33
258.798
32
258.095
Zweden ……..


1
1.368
Rusl.-Oostz.hav.

3
5.657


2
2.553
1
268

Italië’)
{
1
2
2.194
– –
Levant
2)


10
5.344
Rusl.-Zw. Zee
2
).
13
4.817

Totaal….
55

..

295.467
49
272.721

België ………..

N ci t io n al i te i t.

Portugal’) ……

Nderlandsche
35
256.027
34
255
Britsche
7
29.683
5
d

5.139
Duitsche
2
3.554
4
8.877
Noörsclic
1
2.287


Belgische

…….
9
2.996
6
2.920
Zweedsche
1
920

Totaal ….
-.

55
295.467
49
272.721
) Jljleggers. ) 1eepDooten.
(Barend Stofkoper & Co.)

DELJjZIJL.

1

Landen van
herkomst

Juni 1924
. Juni 1923

Aantal
schepen
N.R.T.
Aantal
schepen
N.R.T.

Binneni. Havens
1
3.407
1
4.022
(.root-Brittannië
6
5.107
2
1.842
Duitschland
14
2.496
15
2.091
11
2.793
1
465
Rusl..Oostz.hav.



2
765
Finland
14 .
6.240
6
2.585
Litthauen
1
131

-.
Vrije Stad

Zweden ……….

Danzig
1
68


Midden-Amerika
1
3.364

Totaal ….
49
23.606
27
1L770

N
atje n al i tei t

Nederlandsche
18
6.423
10
3.142
Britsche
3
1.325


Duitsche
21
8.125
16
4.606
Belgische


1
4.022
Vrije Stad
Danzig
2
466


Zweedsche
3
496

Vereen. Staten
2
6.771

Totaal ….
49
23.606
27
11.770

(A. van Dijk.)

LiORDRECHT/ZWIJNDRECHT.

Landen van herkomst.

Juli 1924
Juli 1923

Aantal
schepen
N.R.T.

Aantal
schepen
N.R.T.

Binnenl. havens
14
3.601
6
2.351
Groot-Brittannië
10
1.938
5
864
Duitschland
1
1.090


Danzig
5
3.105
6
2.128
Denemarken
– –
1
607
België
1
272
3
1.364
Frankrijk
1
1.201
6
3.900
Portugal
1
488
2
1.515

Totaal….
33
11.695
29
12.729

Nationaliteit

Nederlandsche
6
1.200
6
3.900
Britsche
16
3.037
5
1.152
Duitsche
9
5.770
16
6.920
Belgische


1
70
Fransche
1
1.200
.1
687
Deensche
1
488
– –

Totaal….
33
.

11.695
29
12.729

742

o
Augustus 124

DE TWENTSCHE BANK

-AMSTERDMJI ROTTERDAM – ‘s-GRAVENHAGE – DORDRECHT- UTRECHT – ZAANDAM

Maandstaat op 31 Juli
1924

DEBET

Aandeelhouders

nog

te

storten

90

pOt.

op

aandeelen

B,
waarvoor waarborg

gedeponeerd
………………….
.
f

1.575.000,-
1)eelneming in de firma’s:

B. W. BLIJDENSTEIN
&
Co., te Londen;

B. W. BLIJDENSTEIN Jr. te Enschede;
LEDEBOER
&
Co., te Almelo,
f
7.985.000,—, waarvoor in

geld

gestort

…………………………………..
,,

6.435.000,–

waarvoor effecten gedeponeerd

……………………f
1.550.000,-

Deelneming in bevriende Bankinstellingen
. .
.. f
10.220.969,84

waarvoor

in

geld

gestort

……………………….
.
,,

7.513.769,84

waarvoor

effecten

gedeponeerd
……………………,,
2.707.200,-

Effecten van Aandeelhouders

gedeponeerd bij bevriende instellingen

…………….,,
3.000.000,-

ten

eigen

gebruike

……………………………..,,

28.827.485,-

Kassa,

Wissels

en

Coupons

…………………………

33.281.050,61

Nederlandsche Schatkistbiljetten en Schatkistpromessen
. . .
,,
28.339.096,88

Saldo’s

bij

Bankiers

………………………………

21.912.524,41

Prolongatiën

gegeven ……………………………….

Effecten

en

Syndicaten

……………………….

8.628.003,58
Credietvereeniging

………………………………..
f
59.531.443,22
Af:

loopende

Promessen

……………………………
,,
18.005.000,-
41.526.443,22

Voorschotten tegen Onderpand of Borgtochten Saldi Rek. Ort
f
51.789.449,81

Af:

loopende

Promessen

…………………………..
,,

4.549.035,05

47.240.414,76

Voorschotten

op

Consignatiën ……………………….

1.686.384,95

Gebouwen

………………………………………..
,,
4.666.225,50

Totaal

…..
f
251.041.178,75

CREDIT

Kapitaal

………………….

.

……………………..
f
35.500.000,-

Reservefonds
……………………………………..
,,

8.584.219,51

Buitengewone

Reserve

…………………. . ………..
,,

1.800.000,-

Waarborgfonds

Oredietvereeniging
…………. . ………..
,,

5.406.590,-

Reserve

Credietvereeniging

…………………………
,,

2.353.896,16

f
53.644.705,67
Aandeelhouders voor gedeponeerd als waarborg voor 90 pOt.
storting op aandeelen B:
Effecten

……. ……………………
f

1.565.890,-
Contanten

…………… ………….
,,

in

Leen-Depot

Effecten

…………………………
,,
34.518.795,-

59

Contanten

……………………….
,,

61.355,-

Totaal Effecten …………………………
Totaal Contanten ……………………….
Zieken- en Pensioenfonds ……………………………
Deposito’s ……………………………………….
Prolongatie-Deposito’s ……………………………..

Saldo te ontvangen en te leveren Fondsen …………….
Saldi Rekeningen Courant

…………………………

,,

,,

,,

voor gelden in het Buitenland
Credietvereeniging . . :………..

B. W. Blijdenstein & Co., Londen, B. W. Blijdenstein Jr.,
Enschede en Ledeboer & Co., Almelo ……………….
Te betalen wissels ………………………………..
Diverse Rekeningen……………………..

:…………

31
36.084.685,-
70.465,-
2.069.959,18 41.999.657,44
2.974.000,-
1.736.380,75

f
68.713.020,49 10.567.659,60
5.424.976,59

,, 84.705.656,68

15.109.945,23 10.472.576,73 2.173.147,07

Totaal……
f
251.041.178,75

Auteur