T.-.-
—
–
lp SIi’PTEMBËR 192
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch
~
St’,atistisch e
H
T
Beri
*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL
ORCAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE
UITGAVE VAN HET INSTITUUT Vi
8E JAARGANG
WOENSDAG 19
INHOUD
Blz.
DE ONTWRICHTING VAN DEN POSTCHEQUE EN GIRODIENST
door
Mr. D. Crena delongh …………………..
814
Nieuwe gevaren -bij den Postcheque en Girodienst door
Mr. F. E. Posthumus Meyjes ………………….
815
De afschaffing der Turksche Capitulaties 1 door
Prof.
Mr. J. P. A. François ;. ……………………..
816
De Nederlandsche Bank en de Javasche Bank. Naschrif-
ten .van Mr. J. Gerritzen
én
Mr. G. Vissering ……
817
De Hooge Raad van Arbeid en de Herziening dci Sociale Verzekering door
Ir.
A.
Plate…………………
818
Dc I3ritsche (jolonial Preference en de Nederlandsch-
Indische Tlieecultuur
……………………….
819
De Millioenennota
…………………………..
820
MAANDCIJFERS:
Postchèque en Giroclienst ……………………
824
Rijkspostspaarbank ………………………..
824
S’rAPls”IEKEN EN OVERZICHTEN …………….825-831
Geldkoersen.
Effectenbeurzen. Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
– VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
/cclactenr-Secretaris van het wcekblad: D. J. Wansinic.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg
12e,
Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantôor Ruige Plaa.tweg 37.
Teiefoon.Nr. 3000. Fostchôque- en girorekening
–
Rotterdam No. 8408.
BERICHT.
Van de discus’sie tusschen de lieeren Mr. J. Ger-
ritzen en Mr. G. Vissering over de verhouding tus-
schen De Nedeï’landsche Bank en De Javasche Bank,
welke discussie met de in dit nummer opgenomen
naschriften gesloten wordt, is een afzonderlijke her-
druk verschenen.
Als bijlage is aan dezen herdruk toegevoegd het
interview van den heer K. F. van den Berg, Directeur,
Eerste plaatsvervangend President van De Javasche
Bank, tijdelijk hier te lënde vertoevnde.
Exemplaren zijn tot den prijs van 60 cents ver-
krijgbaar bij het Secretariaat van het weekblad, den
boekhandel en Nijgh & Van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij te Rotterdam. –
18 SEPTEMBER
1923.
:e geldmrkt begint reeds eenige teekenen van de
mindere geidruimto te vertoonen, die meestal tegen
November haar hoogtepunt bereikt. Weliswaar komt
dit nog niet sterk tot uitdrukking in de noteeringen,
iiiaar dit wordt veroorzaakt door het zeer geringe aan-
bod van wissels cii cle iiog steeds geringe bmzetten
van cle Effectonmarkt. Particuliet -disconto was meest-
al
niet onder 3Ys pOt. te plaatsen, enkele malen moest
ook 3’/i pOt. worden toegestaan. Prolongatierente
3pOt. ‘
NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
–
CE4TRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART –
)OR ECONOMiSCHE GESCHRIFTEN
EPTEMBER. 1923
–
–
. . .
–
No. 403
iebalans van lie. Nedeilandsche Bank geeft geen
wijz’igiiigen van gro-ote beteekenis te zien. De post
binnenlandsche. wissels -blijkt – met een kleine
f
300.000 te zijn afgenomen. Het totaal der recht-
streeks bij de Bank geplaatste schatkistpromessen
bleef onveranderd
f 22
millioen bedragen. De be-
leeningen ve.rtoonen een’ stijging van
f 1.1
millioen.
Deze vermeerdering komt voor het grootste gedeelte
• voor rekening van- de Hdfdbanken bdtreft nagenoeg
– uitsihitend de effectenbeleeningen.
De metaalvoorraad der Bank bleef vrijwel op de-
zelfde hoogte. Het renteloos voorschot aan het Rijk
lidp vail
f 9.2
milli-deil tot
f 14.1
millioen op. – De
kleihe stijging, die de post papier op het buitenland
– te zien geeft, correspondeert nagenoeg geheel met de
gelijktijdige -daling van de diverse rekeningen onder
het actief.
De bilj-ettencirculatie steeg van
f
963.1 millioen
tot
f
965.6 millioen. De rekeningcourant-saidi blijken
niet
f
2.9
millioen te zijn toegenomen. Het beschik-
baar metaalsaldo stelde zich
f 1.1
millioen lager dan
verleden week. * *
*
De Minister van Financiën stelt op Woensdag a.s.
de inschrijving op-en op 3- en 6-maands schatkistpro-
messen en
4
pOt. schatkistbiljetten van 1 jaar, tot
een totaal bedrag van 65 millioen gulden.
* *
*
Aan de daling van de Marken komt nog steeds
geen einde. Na een licht herstel op Maandag werd
Woensdag voor 1% cent jier millioen verhandeld.
Daarna trad opnieuw een-verbetering in tot
2%,
maar
gisteren werd ten slotte voor 1 cent per millioen afge-
daaji. Voor Francs was de stemming in den regel –
beter. Vooral in h-et begin der week trad een krachtig
herstel in. Later liepen de koersen weder iets terug,
maar de stemming bleef toch vast en het slot was op
het hoogste punt. – –
–
–
LONDEN, 15
SEPTEMBER
1923.
– Beschikbre middelen vonden gedurende deze ge-
heel’e week beter emplooi en, hoewel de navraag be-
vredid werd, bleek er geen overschot te zijn. Woens-
dag steeg de noteering van daggeld door niet ver-
nieuwen van uitstaande leeningen tot
–
3 pOt., daalde
evenwel de volgende dagen tot 234—% pOt., terwijl
aan, het einde van de week kort crediet beschikbaar
was tegen 2— -pOt. Zevendaagsch geld bleef 2Y2 pOt.
– De discontomarkt was bom en de noteeringea iets
lager.
2-maands prima bankaccept 3_
1
18
pOt.
3-maande
idem
3
116_
1
14 pOt.
4-maands-. – — -idem– •..
3
/2
–
18 pOt.
6-maands
idem
– . 3
1
-.
_
.18
pOt.
–
814
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 September 1923
DE ONTWRICHTING VAN DEN POST.
CHEQUE EN GIRODIENST.
1)
:1
De redactie van dit Weekblad verzoekt mij mijne
bevindingen over den toestand, waarin de Post-
cheque- en Girodienst zich thans bevindt, te wil-
len mededeelen. Wellicht is het niet ongewenscht, dat
naast den stroom van ingezonden stukken van d9n
groot aantal gebeigde reken highouders en interviews
van journalisten ook een stem uit het bedrijfsleven
zich laat hooren, hetgeen, voor zoover ik weet, áog
niet is geschied. Ik neem dan tevens de vrijheid a’an
mijne uiteenzetting nog eenige verdere beschouwin-
gen vast te knoopen.
Wel geen enkel bedrijf met een administratie die
groote aantallen posten van dezelfde
soort
heeft te
verwerken, zal het in dezen
tijd
zonder moderne kan-
toormachines kunnen stellen. De zeer belangrijkebe-
sparingen, die deze machines, mits goed toegepast,
verschaffen kunnen, maken de toepassing ervan voor
een modern
bedrijf
gebiedend; bovendien
zijn
netheid
en accuratesse
bij
eene goede werking verdere aan-
gename consequenties. Toch
zijn
de kantoormachines
in Nederland nog niet lang in gebruik en wellicht
heeft de tot besparingen dringende malaise eigenlijk den grootsten stoot gegeven aan de invoering van in
Arnerika reeds lang bestaande toestellen. Hoe dit,00k
zij, het Nederlandsche
bedrijfsleven
heeft eerst koit-
geleden met de kantoormachines kennis gemaakt en
heeft dus
nog
versch in het geheugen, welke kinder-
ziekten men daarmede doormaakt. Deze zijn van drie-
crlei aard:
le. nimmer voorziet men in een groot bedrijf
alle
eonsequenties van de invoering van een verandering;
2e. de machines moeten ,,inloopen”;
3e. het personeel bereikt eerst langzamerhand de
snelheid, die gewenscht en mogelijk is.
Al deze factoren stemmen tot voorzichtigheid
bij
de
toepassing. Zoo zaL bijv. eene bankinstelling, die
haar afdeeling rekening-courant mechaniseert goed
doen te beginnen met én groep daarvan, vervolgns
een tweede, om dan in versneld tempo de rest der ge-
heele afdeeling op de machines over te schakelen. Op
deze wijze geschiedt de invoering van een dergelijken
maatregel zonder schokken.
En nu onze Postcheque- en Girodienst. Wat er ook
OJ)
het financieel beleid der Directie aan te merken
is,
administratief, daar was men het wel over eens,
liep alles uitstekend. Fouten kwamen zelden voor, ook
werden de opdrachten met bekwamen spoed uitge-
voerd. Op de groote postkantoren werden zeer uit-
gebreide administraties gevoerd, ondervinding d&ar-
omtrent was er dus genoeg, ook omtrent machines, die
daar gebruikt werden, al waren die verschillend van
de nieuwe van den gecentraliseerden dienst. Met ver-
bazing vraagt men zich af hoe degenen, die zelf onder-
vinding hebben opgedaan op administratief gebid,
die bovendien konden profiteeren van de pas opge-
dane ervaring van het particuliere bedrijfsleven, èen
fout konden begaan, die alleen een nieuweling in het
vak der administratie zou kunnen maken, door het
plotseling invoeren van een enorm ingrijpende ,er-
andering in de administratie, zoo groot als hier’in
Nederland
bij
het particuliere bedrijf wel nooit is
geschied. Bedenkt men met hoeveel omzichtigheid “die
minder omvangrijke •omzettingeu plegen te geschie-
den, dan komt de daad van de leiders van den Pt-
pheque- en Girodienst ons wel zeer roekeloos_. voor.
Men heeft de moeilijkheden te gering geacht: Quem
Jupiter vult perdere……
1)
[Over een
tweetal volgens hem te ver gaandeadmini-stratieve vereenvoudigingen hij den Postcheque- en Giro-
dienst volgt hieronder een artikel van Mr. F. E. Posthu-
mus Meyes te Amsterdam. Dit artikel was geschreven voor
de moeilijkheden uitbraken, waarin de dienst thans ver-
keert, doch moest tot ons leedwezen eenige weken op plaat-
sing wachten.
–
Red.].
,,Het Bestuur doet een beroep op de bijzondere wel-
wi Ilendheici van de
rekeninghouders bij de beoordee-
Ling van de
geringe
ongemakken, welke zich n’s-
schien
gedurende
enkele dagen
zullen voordoen.”
Deze slotwoorden’ uit een circulaire van den Direc-
teur van den Postchèque- en Girodienst toonen wel
aan, hoezeer de
moeilijkheden
van eene reorganisatie
op groote schaal als deze dienst had te ondergaan,
werden onderschat.
lntusschen het geval ligt er nu en uit den aard der
zaak wast steeds de stroom van booze rekeninghou.-
ders en men geeft als
eenvoudig recept: Gij hebt door
centralisatie •onzen schoonen •dienst bedorven, welnu
decentraliseert hem en de zaak is weer gezond. Doch
zoo eenvoudig is het daarmede niet gesteld.
Met .de cijfers van mijn vorig artikel
‘) over den
Postcheque- en Girodienst werd wel voldoende aan-
getoond, dat deze dienst onze schatkist jaarlijks veel
geld kost, m.a.w. de aangeslotenen werden beneden
kostprijs bediend. Geen porto, geen zegel, geen kosten
voor giro en
nog
rente-vergoeding bovendien! Was
het wonder, dat, naarmate men dit meer en meer
merkte, het
bedrijf
zich zeer uitbreidde. Niemand zal
een dergelijke uitbreiding gezond noemen. Wil de
Postcheque- en Girodienst op zijn uitbreiding ti’otscii.
kunnen zijn, dan moet hij minstens
zijn kosten dek-
ken (natuurlijk ‘dan nog, vide
mijn
vorig artikel, ‘meI
inachtneming van alle factoren, ook die nu niet uit (Ic
winst- en verliesrekening
blijken).
Nu kon men dit
op verschillende wijzen doen,
bij
elke manier echter
moest de rekeninghouder
wat
inboeten van de voor-
deelen, die hem wat al te kwistig waren toebedeeld.
De meest logische weg ware wel geweest de rente af
te schaffen. Uit de betoogen
van den Directeur bleek,
dat deze, met het doel de resultaten (onnatuurlijk)
te verbeteren, voor
zijn
dienst het deposito-bedrijf op-
eischte, daarmede m.i. het doel va
~
n het girobedrijf
miskennende. Een andere weg was de kosten te ver-
hoogen. Ook dit middel, minder wenscheljk dan
het eerste, omdat het remmend werkt op het gireeren,
werd niet gekozen. Gepoogd werd nu door administra-
tieve besparing het jaarlijksch deficit te verkleinen.
Op zichzelf is dit lofwaardig; intusschen zal de
f
700.000,— gehoopte besparing bij
de tegenvallers,
die blijkbaar in grooten getale aanwezig zijn, wel niet
verkregen worden.
Doch •ook zou zelfs met dit bedrag het lek niet
gestopt zijn. Bovendien is het toch niet wenschelijk,
het offer, dat de rekeninghouders te brengen hebben,
in de eerste plaats te doen bestaan in eene belang-
rijke vermindering van het gemak, .dat de dienst hen
brengt. Nu moet men deze zaak natuurlijk niet toetsen
aan den tegenwoordigen toestand. Deze moet t.z.t.
veranderen(‘ al is voor ieder, die met administratieve
werkzaamheden bekend is, het inhalen van achter-
stand een moeilijke en langdurige zaak; doch ook
na
inrichting der centralisatie zal de dienst minder snel
werken. Intusschen, men is thans verwend. De zoo
enorm uitgebreide decentralisatie van voorheen, die
in geen enkel land bestaat, isinderdaad een te groote
luxe geweest. De grootste bezwaren hij centralisatie
ontstaan bovendien
bij
de cheque-opnamen, docil
mi.
is, de mogelijkheid om per cheque direct geld op te
nemen alleen een hoofdvereischte, als men vasthoudt
aan den m.i. verkeerden opzet van het giro- een depo-
sito-bedrjf te maken. Zullen dus ook na de ordening
van den dienst groote bezwaren blijven bestaan, dan
zoude in plaats van hij
één centraal giro-kantoor de
dienst over een klein aantal centralen verdeeld moeten
worden. Had men
bij
de reorganisatie den juisten
weg
gevolgd, dan ware men met een geleidelijke inkrim-ping begonnen en had de grens der centralisatie zich
van zelf afgeteekend. Zij, die pleiten voor algeheele
terugkeer naar den ouden toestand, handelen mi. ech-
ter te zeer onder den indruk van het oogenblik.
Ten slotte echter is er uit deze geschiedenis nog
1)
[In het nummer van 11 April jl.
–
Red.].
rJ
19 September 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
815
iets meer te leeren dan dat de leider van een staats-
bedrijf wei eens maatregelen neemt, welker gevolgen
hij niet van te voren heeft overzien.
De leiding van onze would-be staatsbank heeft
thans op pijnlijke wijze gevoeld, dat men zekere gren-
zen niet kan overschrijden zonder zich te bezeeren. De harde wetten der werkelijkheid, die het particu-
liere bedrijf dagelijks voelt, doch waaruit tevens de
bron ontspringt der natuurlijke genezing en hernien-
ving onzer maatschappij, daarvan merkt het Post-
cheque- en Girobedrijf thans iets, nu het een poging
waagt door verlaging der onkosten het ‘debet en
credit der winst- en verliesrekening te doen kloppen;
te weinig heeft het tot nu toe gevoeld, dat het bedrijf
sinds den aanvang op kosten der belastingbetalers
wordt gedreven en dus in zijn tegenwoordigen vorm feitelijk geen bestaansrecht heeft.
De uitslag van het forceeren der grenzen van cle mogelijkheden van den administratieven dienst en
van den goeden wil der rekeninghouders moge de Di-
.rectie van den Postcheque- en Girodienst er aan doen
denken, dat er ook andere grenzen zijn, die evenmin
overschreden dienen te woiden en wier overschrijding
naarmate zij elastischer en onzichtbaarder zijn, een des
te grooter gevaar oplevert. Juist omdat een overheids-
bedrijf, ongeaoht de fouten die het maakt, toch blijft
bestaan, worden daarbij de wetten der noodzakelijk-
heid niet zoo ‘direct gevoeld als in het particuliere
bedrijf en .dat is de oorzaak van vele misslagen, die
op den duur een groot gevaar kunnen gaan opleveren,
en waardoor de leiders licht de noodige voorzichtig-
heid van optreden uit het oog kunnen verliezen.
De Postcheque- en Girodienst zou als particulier
bedrijf reeds lang gefailleerd zijn door zijn financieel
niet te verdedigen beheer, hij zou door de huidige
desorganisatie ten tweede male zijn ten onder gegaan.
Als staatsbedrijf zal hij ook ‘dien slag te boven komen,
zij ‘t wederom niet uit eigen verdienste. Hoe het
verdere verloop der reorganisatie ook zal zijn, de
uiterst mogelijke administratieve bezuiniging zal
zeker nu wel verkregen zijn (of overschreden, men
denke in dit v’erband ook eens aan de afschaffing van
de naamsvermelding op de giro-biljetten, waardoor
een m.i. noodige contrôle vervalt en aan de voor niet
ingewijden moeilijk te ontcijferen formulieren). De
aandacht dient nu gevestigd te worden op de wijze,
waarop de dienst werkelijk zelf-supporting kan
worden.
De vraag moge hier wel gesteld worden of het
Departement van Waterstaat, waaronder de Giro-
dienst ressorteert, voor een dergelijk onderzoek wel
het aangewezen departement is en of het niet beter
ware, dat de dienst, die zulke groote kapitalen bchan-
dit en een groot deel van ons betalingsverkeer ver-
werkt, rechtstreeks onder het departement van finan-
ciën komt te staan. –
Het girobiljet heeft het bankbiljet ten deele ver-
vangen, de gebruikers hebben er recht op, dat de Giro-
dienst voor de vervulling van zijn taak op een zaak-
kundige wijze beheerd wordt in overeenstemming met
het groote publieke belang, dat
hij
behartigt en niet
op ruwe wijze als thans geschiedt, tot schade van ge-
bruikers en schatkist.
D. CIUSNA DE IoNoI-I:
NIEUWE GEVAREN BIJ DEN POSTCHEQUE-
EN GIRODIENST.
Onlangs is verschenen, én aan de rekeninghouders
toegezonden de le druk (Aug. 1923) van den ,,Gids
voor Rekeninghouders” bij den Postchèque- en Giro-
dienst.
Hoewel klein van formaat, bevat dit boekdeeltje
niet minder dan 113 krijgsartikelen, verdeeld over 84
bldzijden d.ruks. Als bijlagen zijn eraan toegevoegd de
Wet van. 11 Febr. 1921, tot wijziging en aanvulling
van art. 22 der Postwet (Stsbld. 1919 no. 543), en het
,.Girobesluit 1923″, benevens een tarieftabel en een
korte inhoudsopgaaf, ‘- alles te zamefi ongdveer 110
bladzijden.
Indien een bank in dezen vorm en op zoo tot in de
kleinste bijzonderheden afdalende wijze, hare admini-
strcitieve inrichting en voorschriften aan de cliënten
mededeelde, zou zij terstond voor ,,red-tape” en on-
bruikbaar worden uitgekreten, en de cliënten zouden
Qnmiddelljk overloopen naar een andere instelling,
die coulanter en minder omslachtig te werk ging.
Onze Nederlandsche staats-depositobank meent zich
echter de luxe van een
dergelijke
ambtenarij te kun-
nén veroorloven, en verwacht van het publiek blijkbaar,
dat het zich dezen onverduwbaren kost binnen kor-
ten tijd
eigen maakt, en de voorschriften’op zijn duim
kent. Wij voor ons verwachten slechts vertraging en
last van de noodzakelijkheid om al die minutieuze
voorschriften te bestudeeren en uit elkander te hou-
den, en van ‘de plechtstatighei’d en den tijd, die er
met het openen van een rekening en met het verkrij-
gen van de noodige formulieren gemoeid zijn, 66k als
men reeds een rekening hééft. Bij zijn gewonen ban-
kier krijgt men op eerste aanvraag terstond tegen reçu
een chèqueboekje, en meestal zonder aanvraag de ge-
bruikelijke formulieren. De opening der rekening ge-
schiedt daar, als men het over rente- en omzet-condities
eens is, binnen vijf minuten. Maar vraag niet welk
een omslag voor die eenvoudige zaken
bij
den rjks-
dienst noodig en hoeveel tijd er mee gemoeid is. Men
wordt tureluursch bij het enkele doorlezen van al deze
voorschriften, en de rekeninghouder, die bij zijn par-
ticuliere bank zooveel vlotter bediend wordt, krijgt
neiging om het boekje in de prullenmand te werpen en
zijn postrekening op te zeggen.
Dit alles zou evenwel nog te verdragen zijn, als men enkel dacht aan het op zichzelf zoo voortreffelijke van
het instituut, dat bedoeld en bestemd is, om het beta..
lingsverkeer te
vergemakkelijken
en het risico en de
bezwaren van verzending van postwissels of bankpa-
pier zooveel mogelijk te beper]den.
Doch de nieuwe gids bevat een paar nieuwe voor-
schriften en bepalingen, die z66 ernstig afbreuk doen
aan de zekerheid, die de Staat door den postchèque-
en girodienst tot dusverre gaf, dat er met den groot-
sten nadruk op gewezen moet worden, dat
de rekc-
ninghouders niet meer veilig zijn in handen van dien
dienst.
In afwijking van de vroegere voorschriften is ni.
thans bepaald, dat hij het Centraal-Girokantoor
(‘roortaan het een ige) ,,alleen op nummers gewend
wordt, zonder dat op de namen de’r relceninghoudccrs
ubrdt gelet
(art. 22, al. 5 van den Gids), en dat de
bdragen van de chèques en girobiljetten
niet meer in
letters, doch alleen M cijfers moeten worden vermeld:
in don letterbalk van de oud-model ‘formulieren ‘(die nog opgebruikt mogen worden) moet een dikke inkt-
streep worden getrokken (art. 22 al. 3): de nieuwe
formulieren zul 1 en geen letterbal k meer hebben.
Vergist zich dus – wat bij iedereen kan voorko-
ren – een rekeninghouder in het nu reeds tot over
de honderdduizend loopende nummer der te credi-
teren rekening, of plaatst
hij
(wat evenzeer mensche-
lijk is en misschien nog lichter voorkomt) een geld-
cijfer, dat niet heel duidelijk is of voor tweeërlei lezing
vatbaar – dan wordt de verkeerde rekening of een
foutief bedrag, of beide, gecrediteerd.
,.Tot
dusverre
kreeg ieder die een girobiliet secuur
en compleet invulde, een bewijs van afschrijving met
naam, woonplaats, nummer en cijfer; men hechtte
dat eenvoudig, vast aan de
‘betaalde
nota of het ho-
taalde belastingbiljet, en een knlppe crediteur (Staat
of particulier), die de juiste afdoening der zaak, ge-
waarmerkt door poststempel en handteekening van
den postambtenaar, dan betwisten kon. Dit zal voortaan anders zijn, en ook hij de ,,uiterste
nauwkeurigheid” die de Gids aanraadt bij de invulling
der formulieren in acht te nemen (art. 22, al. 5 en
elders), zal de deur voor vergissingen en chicanes wa-
genwijd worden opengezet. Wij krijgen een bewijs van
816
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 September 1923
afschrijvirtg,
zonder
cle hadteekening van den posti
ambtenaar, en zonder naam van den crediteur
en
roetên, daar de alfabetische lijst geen klapper heeft
(teilminste het blijkt niet, dat dit het geval zal zijn
met de nieuwe), gaaii nTazoeken ton guiiste van d’iens
i-ekeninhetbèdrag is afgeschreveii van de onze. Hier
wordt aan de auwkeurigheid van het publiek de aller
onredelijk’ste eisch gesteld, en worden
zijn
gemak ei
‘eil’ighid opgeofferd aan die van den dienst.
Wij zijn, om
kort te gaan, vooj het vervolg
niet
meei,
doör de ôntvangst van de strook van afschrij
ving; jegens’ ‘onzen ôrediteur met volkomen zekerheid
gekweten.
‘ 4
Bij het gebruik van chèques, zonder i:nvulling van
het bedrag 66k in letters en dus zonder contrôle van
den postdienst, dat cijfers en letters met elkaar kloppen
is het gevaar nog veel.grooter. De oneerlijke ontvanger
van een pöstchèque – hetzij aan toonder of op naam,
hèeft slechts bijv. achter het getal 100 een nul te
plaatsen, van een 1 een 6 of een 1 of een 4 of een 9
te maken of het’ bedrag op andere niet direct zcht
bare wijze te vervalschen, en het kunstje is klaar. Uit
vin.dêrs beijveren zich om een soort papier te fabricee-
ren of weiktuigen te bedenken, die vervalsching van
chbques zoo goed als onmogelijk maken, – onze post-
dienst sluit voor dat alles gemakshalve het oog, en
kijkt alleen flaar de
cijfers,
zooals ze er staan. Dat het
advies van de chèque altijd’nauwkeurig zal vergeleken
worden met de chèque zelve, mag men hij deze slappe
en onverantwoordelijke wijze van handelen nauwelijks
veiwachten.
Dit alles beteekent een zoodanigen achteruitgang in
de goede functie van den dienst, dat het ernstige over-
veging verdient of men een bestaande postrekening
zal aanhouden of een nieuweopenen. . –
De Postchèque- en Girodienst kan hierop nu vel
antwoorden dat hij alleen spreekt van ,,behooven”, en
geen verplichting
oplegt, – maar waar hij op allerlei
plaatsen aandringt op de ,,uiterste nauwkeurigheid”
en uitdrukkelijk bepaalt, dat er alleen met de
num-
mers
der rekeningen en niet meer met namen gewerkt
wordt; en letter-bedragen niet meer kuinnen geplaatst
worden, zal
hij
zich, ingeval van vergissing, steeds op
die bepalingen en aanmaningen kunnen beroepen en
alle schuld van zich afschuiven.
Hebben wij den naam goed ingevuld, maar ons ook
maar in 66n enkel
cijfer
van het nummer vergist, of
hebben ‘wij een bedrag niet z66 duidelijk geschreven,
dat ook de minst ontwikkelde postambtenaar er niets
anders uit ‘lezen. kan en er ook inde:i-daad ujt léést, dan
wij bedoelden, ‘(men denke ook aan tikfouten bij het
invullen met de schrijfmachine), dan is de geheele
zaak in de war, en onze zekerheid verloren. Geldt dit
reeds in hooge mate voor particulie:ren, waaronder wij ook verstaan handels-, fabrieks- en nijverheidszaken in
den ruimsten zin.) hoeveel te meer klemt dan het be-
zwaar voor- de bank- en -kassiersin stellingen., die dage-
]jks, vaak in de grootste haast, duizenden giro’s heb-
ben te verwerken.
—
–
.
‘De postrekening wordt. op die wijze eigenlijk . o-
brnikbaar. en hare voo’rdeelen gaan volkomen ver-
loren.
De -bovenstaande bepalingen dienen ten spoedigste
weder gewijzigd te- worden, en uitdrukkelijk moet de
eisch van invulling van naam en-van bedrag-letters,h
eere worden- hersteld. -Heeft -men ooit een gewOne
hankchèque gezien, waarin de bedragen niet in cijfers
èn in letters
moeten
worden ingevuld, en waarin de
nemer alleen onder een bij den dehiteur bekend num-
mer voorkomt? En wie heeft daar -ooit aanmerking
op gemaakt?
Wij waarschuwen uitdrukkelijk een ieder- vooi- de
gevolgen van deze- gevaarlijke schijnbare vereenvoudi-
giug hij den postdienst. Ir.
F. E. POSTHUMUSMEYJES.
N
. a s c h r i f t. – Het Girobesluit 1923 handhaaft
ten, onrechte den port-vrijdom en berooft het Rijk
daardoor van niet te schatten inkomsten, die het zoo
hoog noodig heeft. De vrijdom van zegel berust op de
Zegelwet 1911, die ,,de girobiljetten” vrij verklkai-t,
en kan dus niet hij K. B. afgeschaft worden: het mo
tief dâtrvoor was trouwens de –
mits goed werkende
bevordei-ing van het ,,bargeldlose” verkeer;
en dit
verkeer werkt nu hij de post niet goed meer.
– De funeste wets-bepaling, dat de wijze van belegging
der saldo’s van den ehèque- en g.irodienst wordt gere-
geld
bij
Koninklijk Besluit, waardoor, al verleent ook
de Rijkspostspaarbank haar ,,tusschenkomst”
(maar
ook niet meer dan die
en
niet
haar
bindend
advies), de
deur voor allerlei ongewenschte toestanden en ge-
vaarlijke stroppen wordt open gezet, is nog steeds van
kracht. –
De éônige, maar dan ook hoognoodige, verbetering
yen den gebeden dienst bestaat iii de terugbreri-
ging der rentevergoeding op een (althans op het
oogenblik) meer normaal niveau. – P.
DE AFSCHAFFiNG DER TURKSCHE
C’APITULATiES.
1.
,,Les – Hautes Partjes Contractantes
dc1arent accepter, chacuae en ce qui ]a
coricerne, I’abolition complète des Capi-
tulations en Turquie á tous les points
de vue”
in deze bewoordingen maakt artikel 28 van het
Vredesverdrag van Lausanne een einde ,aan een
regiem, dat nu bijna vier, eeuwen in het Turksche
Rijk
–
had bestaan. Weliswaar geldt deze verklaring
alleen voor de onderteekenaars van het verdrag, niet
dus voor een land als Nederland, dat daarbij geen
partij is, maar men behoeft geen prof eet te zijn om
te voorspellen dat, nu eenmaal landen als Frankrijk,
Engeland en Italië de afschaffing der Capitulaties
hebben erkend, ook de overige stoten wel spoedig dit
voorbeeld zullen volgen.
Daarmede zullen de Capitulaties verdwenen zijn
uit het rijk, dat de bakermat van dit eigenaardige in-
stituut is geweest en vanwaar het zich, min of meer
gewijzigd, over de andere ,,pays hors chrétienté”
heeft uitgebreid. Onder deze Capitulaties verstaat
men de verdragen, door de Porte sinds de middel-
eeuwen met tal van Christenstaten, o.a. met Neder-
land, gesloten, waarin het rechtsregiem van de
vreemdelingen in Turkije werd geregeld. Over den
oorsprong van den naam ,,Capitulaties” bestaat ‘geen
volkomen eenstemmigheid; waarschijnlijk is die naam
toe te schrijven aan de ,,capitula” waarin de verdrags-
bepalingen waren verdeeld.
De Capitulaties waarborgden den vreemdeling niet alleen de
vrijheid
van vestiging, van godsdienst, en
van handel, maar
zij
onttrokken hem bovendien aan
de werking van de Ottomaansche wet, om hem onder
het gezag van zijn eigen recht te laten. Onder den
indruk van de vèrgaande opoffering van souvereini-
teit, die, naar tegenwoordige opvattingen, het toeken-
nen van deze capitulaire rechten -, eenzijdig, en dus
niet op voet van wederkeerigheid -, zou beteekenen,
is men gekomen tot de voorstelling, dat deze Capita-
laties door de Christenstaten in het belang van hun
handel aan het Turksehe Rijk zouden zijn afgedwon-
gen. Pélissié du Rausas heeft in zijn voortreffelijke
werk ,,Le Régime des Capitulations dans l’Ernpire Ottoman” het onhoudbare van deze theorie aange-
toond. De eerste Capitulatie, die tusschen Frans 1
van
Frankrijk
en Soliman II dateert uit een tijd
(1535), waarin het Turksche Rijk op het hoogtepunt
van
zijn
macht stond, de positie van Frankrijk daar-
entegen tamelijk precair was. De voorrechten, in deze
Capitulatie toegekend, waren dan ook volstrekt niet
bedoeld als van een zoo abnormaal, de Franschen
eenzijdig bevoordeelend karakter. Ten deele waren het
bepalingen, zooals men die in een gewoon vestigings-
verdrag aantreft en waarvan de niet-reciprociteit
verklaard wordt door het feit, dat uitsluitend de
T
19 September 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
817
vreemde handelaars zich naar Turkije begaven, e
niet omgekeerd Turken ‘de Ohristenlanden bezochten.
Anderdeels
—
en hier juist komen wij bij de voor-
schriften, die men later als de specifiek capitulaire
is gaan beschouwen
—;
waren de bepalingen een uit-
vloeisel van de omstandigheid, dat de verhouding van
deo Turkschen Staat tçt zijn onderdanen in de eerste
plaats was van godsdienstigen aard. Deze betrekkiri-
gen werden beheeracht door den Koran, en zij, die niet
behoorden tot de geloovigen, konden van deze ge-
meenschap geen deel uitmaken. Hun
verschijnen
in
rechte zou bv. omogeljk zijn, omdat hun getuigenis
niet zou kunnen worden aanvaard. Toen echter
vreemdelingen meer en meer zich in het Turksche
Rijk kwamen vestigen, moest men met hun tegen-
woordigheid wel rekening houden. Het Romeinsche Rijk had vroeger in een eenigszins overeenkomstige
positie verkeerd. Ook daar was het eigenlijke recht
een
,,iuS
propriurn civiurn rornanorum”,
waar de
vreemdelingen buiten stonden. DÔ.t.r werd voor hen
een speciaal recht aanvaard, het
ius gentium.
In
Turkije loste men de moeilijkheid aldus op,. dat men
hen aan hun eigen recht overliet. Het Ottomaansche
Rijk frok als het ware de hand van de vreemdelin-
gen af, en liet hen, in het algemeen, onderworpen
aan hun eigen, nationale rechtsregels.
De Frausch-Turksche capitulatie van 1535 heeft
niet anders gedaan dan7 dit regiem, dat in de prac-
tijk reeds bestond, vastleggen. Behalve met Fninkrijk
werden met verscheidene andere landen, die nin be-
langijken handel op Turkije ui.toefenden, overeen-
komstige verdragen gniloten, zoo niet Nederland in
1612 en in 1680. Al dergelijke verdragen bevatten de
meestbegunstigingsclausule, waardoor op de vooi-
rechteii, aan één dci staten toegekend, ook de overige
een beroep kunnen doen. Zoodoende outstond een een-
vormig capitulair regiem voor alle aten, die zulke
verdragen met Turkije hebben aangegaan. Dit capitulaire regiem is van Turkije overgebracht
naar tal van andere weinig ontwikkelde landen, wan-neer deze voor den Europeeschen handel werden ge-
opend. De Capitulaties hebben in het leven der staten
ongetwijfeld een nuttige rol gepeeld, niet alleen voor
de vreemdelingen, maar ook voor de betrokken staten
zelf. W.nt de aantaking met de vreemdelingen was
voor dergelijke landen de noodzakelijke voorwaarde om
tot ontwikkeling te konin en alleen op deze wijze
werd het den vjeemdelingen mogelijk gemaakt, zich
in die landen te vestigén en de handelsrelaties oau-
wr aa’n te halen. Maar is eenmaal deze ontwikkeling
bereikt, heeft het land
zijn
bestuur en zijil recht-
spraak Weten aan te passen aan de begrippen der meer
ontwikkelde Europeesche volken, dan begint het
regieni vooî den staat, die het oorspronkelijk vrijwillig
heeft aani’aard, meer en meer te worden tot een druk-
kenden last, tot een bron van vernedering en
1
ergernis,
en steeds krachtiger wordt de aandrang, dit ervan
ontslagen te worden:
Dat de staat de rechtsbèdeeling uit handen heeft
gegeven, wanii ëer het ‘reëhtsverhoi.iding’en tusschen
vreemdelingen onderling betreft, is niet h’etgeen het
meeste aanstoot geeft. Maar dat ook daar, waai de
eigen lan.dsbelangen op het spel staan, dat ook in
reehtsverhoudingen, waar slechts een der partijen een
vreemdeling •is, en de andere een onderdaan der iandsovërheid, deze laatste de inmenging van de
vreemde autoriteit heeft te dulden, dat begint het zich ontwikkelende, cle Europeesche begrippen van ,,sou-
vereiniteit” overnemende land meer en iiaer als een
krenkende inbreuk op zijn zelfstandigheid te gaan
voelen. Aa den anderen kant is ook voor den vreem-
den staat het capitulair regiem vérre vn een onver-
rnengd genot. De consülaire’ ambtenaren worden ge-
plaatst voor een taak, die veelal hun krachten te boven
gaat. In den regel geen . juristen, zien zij zich als
a1leenprekend rechter een rechtsmacht opgedragen,
eenigszin’s te vergelijken met die van den kantonrech-
tel’ hier te lande, en wordt hun
i
bijgestaan door twee
bijzitters, die veelal êveumin juristen’ of’geen’ l’and-
genooten zijn, als ,,consulaire rechtbank” de taak toe-
,
.rerttouwd, die bij ons de’arrondissements-rechtbauk
heeft te vervullen. Dat de rechtspraak, aldus uit-
geoefend, niet altijd den toets der critiek zal kunnen
doorstaan, behoeft .geen nader betoog. Wil echter dc
vreemde staat gevolg kunnen geven aan den aandrang,
door het capitulaire land geoefend, om’ van den druk der Capitulaties te worden verlost, dan moet voldaan
zijn aan deze ‘twee voorwaarden: in de eerste plaats
moet de rechtsbedeeling worden geseculariseerd, zoo-
at zij zich ook over de ,,ongeloovigen” kan uitstrek-ken, in de tweede plaats moet die rechtsbedeeling op
zoodanig peil staan, dat de ‘vreemdeling zich ook met
vertrouwen eraan kan onderwerpen.
Talrijk is het aantal staten geweest dat, na een tijd-
lang het capitulaire tegiem te hebben gekend,, zich
daaraan heeft onttrokken. In Algiers verdween hét in
1830, na de inlijving doorFrankrijk,’en in Tunis in
1883. ‘Roemenië stelde, reeds vöér het Berljnsche
Congres van 1878, de capitulaties eenzijdig buiten
werking, zonder verzet der bverige mogeudheden. In
Egypte verloor het stelsel een glroot deel van zijn be
teekenis door de oprichting dcr gemengde ïechtban-
ken in 1876. Servië wist, dooi het sluiten van nieuwe
verdragen in d’e tachtiger jaren, zich ervan te ont-
doen. Japan verkreeg de opheffing na den Chineesch-
Japanschen oorlog (1894), Bulgarije in 1907. in Tni-
polis verdwenen de Capitulaties na de verovering door
Italië. In de Fransche zone van Marokko werden zij
opgeheven door verschillende in de laatste jaren geslo-
ten verdragen, zoo met’ Nedetiand in 1916. De vom-
naamste landen, die het capitulair regiem nog ken-nien, zijn Turkije, China, Siam, Perzië en, ondanks
pogingen tot afschaffing van Spaansche zijde, de
Sbaansche zone van Marokko. J.
P. A.
FRANÇoIs. (Slot volgt.)
DE NEDERLANDSCHE 1ANK EN DE
JAVASCHE BANK.
N a s e h r i f t. De Redactie van dit Weekblad is
van oordeel, dat, waar de heer Tissering en ik ieder
twee termijnen hebben gehad om onze inzichten uit-
een te zetten, de tijd aangebroken is om het debat te
sluiten: sunt certi denique fines. Met dit inzicht
kan ik mij volkomen vereenigen; en het is dan ook
uitsluitend om deze reden, dat ik er voorloopig van
afzie om te antwoorden op de laatste beschouwingen
van den heer Vissering, al ben ik het daarmede in
geenen dccle eens.
,!
Ik zie
mij
echter verplicht, twee slotopmerkingen
te maken naar aanleiding van hetgeen de heer Vis-
gering tegen
mij
persoonlijk heeft aangevoerd.
“Aan het slot van mijn artikel yan 1 Augustus jI.
zeide ik, dat de heer Vissering wel heeft beweerd,
dat De Javasche Bank aan De Nederlandsche Bank
herhaaldelijk beloofd zou hebben, dat zij deze steeds
op de hoogte van hare goudpolitiek zou houden, doch
dat van eene dergelijke belofte noch aan mij noch
aan De Javasche Bank iets bekend is. Naar aanleiding
hiervan vroeg de heer Vissering in zijn artikel van
29″Augustus jl. (pag. 755), wie mij de autoriteit ver-
shaft heeft, om zulks te verklaren uit naani van De
.Iavasche Bank, en aan die vraag voegde hij toe, dat
hij tegenover mijne pertinente ontkentenis eigenlijk
zou moeten publiceeren extracten uit een aantal be-
sI)rekingen met heeren van De Javasche Bank; dat’
hij echter tot eene dergelijke publicatie nog geene
vrijheid kon vinden; dat hij daarom tegenover mijne ontkentenis wilde volstaan met eene even pertinente-
bevestigingzijnerzijds; dat hij mij de
vrijheid
gaf om
op zijn kantoor ‘te komen om inzage van die stukken
te nemen, en ten slotte, dat hij niet kon begrijpen,
dat De Javasche Bank mij machtiging heeft gegeven
om aldus uit haar naam. te’spreken. Op voormelde vraag van den heer .Vissering ant-
woord ik, dat ik sprak uit naam van De Javasche
818
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 September 1923
Bank met voorkennis, goedkeuring en medeweten van
de gedelegeerden dié” Bank te Amsterdam en van haar tijdelijk iii Nedland verblijf houdenden direc
teur, den heer K. F. v den Berg. Ik ben den heer
Vissering dankbaar voor ht aanbod om te
zijnen
kan-
tore kennis te nemen van de door hem bedoelde
extracten uit een aantal besprekingen met heeren
van De Javasche Bank, zoowel gedelegeerden uit Am
sterdam als directieleden uit Indië, doch van dit aan
bod behoef ik geen gebruik te maken, daar die extract
ten, voor zoover zij door De Nederlandsche Bank aan
De Javasche Bahk zijn medegedeeld, mij bekend zijn
Uit die extracten blijkt echter volgens de meening van
De Javasche Bank en mij hoegenaamd niets van dé
bovenbedoelde zoogezegd door De Javasche Bank aan
De Nederlandsche Bank gedane belofte. Meer kan
ik hiervan niet zeggen, daar de heer Vissering terecht
geschreven heeft, dat hij tot eene publicatie die
extracten nog geene vrijheid kon vinden.
In de tweede plaats heeft de heer Vissering in’zijni
artikel van 29 Augustus ji. (pag. 756) van
mij
gezegd,
dat ik hem en De Nederlandsche Bank op alle punten
zoo fel bestnijd. Dit is minder juist. Ik heb De N
derlandsche Bank en den heer Vissering niet bestie-
den, maar enkel en alleen De Javasche Bank verde
digd tegen een aanval, die in het laatste jaarverslag
van den president van De Nederlandsche Bank tegen
haar gedaan werd, omdat die aanval den noodigen feitelijken grondslag miste. Het zich teweerstellen
tegen een aanval is iets anders dan zelf aanval1en
maar misschien gaat de gedachtengang van den heei
Vissering in dezelfde richting, die zoo geestig is ge-
typeerd in het bekende Fransche versje: –
.,Cet animal est très méchant,
Quand
011
l’attaciue, ii se défend!”
J. G1xnaiTzEn”
N a s c ii r i f t. Op dit naschrift van Mr. Gerritzei
zal ik de discussie niet meer heropenen. Het ware te
veel gevergd van het geduld der E.-S.B.-lezers en het
zou ook tegen de goede vormen zijn, nu ook Mr. Oer-
ritzen liet debat hier ter plaatse wil sluiten.
Naar aanleiding van dit naschrift zal ik daarom
alleen het volgende aanvoeren:
Nu twee partijen uit dezelfde schriftelijke gegevéns
lijnrecht tegenover elkander staande conelusiën rnee
nen te moeten trekken over de heteekenis der af ge
;
legde verklaringen, waarop De Nederlanclsche Bank
bereid is geweest goud af te geven aan De Javasche
Bank, zou er slechts eene keuze in twee’ richtingen
te .doen zijn:
èf volledige publicatie en daarbij aan het lezend
publiek de vrijheid latend ieder voor zich daaruit zijne
conclusie te trekken
;
òf eene Commissie van 3 hoogstaande, onpartijdige
mannen uit te noodigen om kennis te nemen van di
stukken en in verband met het in dit blad behandelde
meeningsverschil tusscheni de beide circulatiebanke4
eventueel eene uitspraak te dpen, welke zin aan de
door De Nederlandsche Bank naar voren gebrachte
verklaringen van De Javasche Bank te hechten is.
Zooals ik reeds heb medegedeeld, acht ik den er
sten weg niet den aangewezenen en zou ik voor mij
dus dezen laatsten weg willen kiezen, als zijndede
meest kiesche en toch volkomen voldoende op1ossig
Bij de tweede slotopmerking van Mr. Gerritzen wil
ik alleen aanteekenen, dat ik in
mijn
jaarverslag van
De Nederlandsche Bank niet bedoeld heb De ,Tavasche
Bank aan te.vallen, maar wel eehige opmerkingen hel)
moeten maken, omdat wij niet den schijn op ons wil-
den laden, dat wij het met cle politiek van De’ Java-
sche Bank’ eens waren en daaraan’ onze medewerking
hadden willen verleenen.’
G.
VI5sERING.
– Amterdam, 11 September 1923.
*
Yan den heer V a n d e xi B e r g vernemen wij, dat
hij meent thans niet in discuss:ie te moeten treden. Hij
wijst ero, dat de kwestie van de in zake de remises
voor rekening van het Gguvernement en de Indische
vlottende schuld te voeren politiek het onderwerp is
geweest van een uitvoerige gèdachtenwisseling in een
tweetal nota’s door De Javasche Bank en Dé Neder-
landsche aan de resp. Regeeringen uitgebracht. Zon-
der kennis van deze stukken is het niet wel doenlijk deze zaak – te beoorcleelen. Overigens sluit hij zich
geheel aan bij den inhoud van het naschrift van
Mr. 0-erritzen. – Red.
DE HOOGE RAAD ‘VAN ARBEID EN DE
HERZIENING DER SOCIALE VERZEKERING.
De heer Ir. A. Plate te Rotterdam
schrijft
ons:
Zit Holland tot de nok toe vol met beginselen?
Is buiten het zakenleven in engeren zin geen zakelijke
behandeling van materieele onderwerpen mogelijk?
Moeten ook deze voor alles door wat men beginselen
pleègt te noemen worden beheerscht?
Deze vragen kwamen hij mij op
bij
doorlezing der
bescheiden betreffende de voorgestelde herziening van
onze sociale wetgeving. Men kent de kwestie wel; ook
in dit blad werden vele artikelen eraan gewijd. Ter
herinnering moge het volgende dienen.
De Minister van Arbeid legde destijds den Hoogen
Raad van Arbeid een aantal vragen voor betreffende
een herziening van onze geheele sociale wetgeving
met leidend motief: vereenvoudiging en bezuiniging.
Commissie XI uit den Raad bracht een advies uit. De
Hooge Raad van Arbeid vergaderde 26 Juli en
6 Augustus verscheen zijn advies aan den Minister.
Wat weet de Minister nu?
Hij
kent de antwoorden
welke de Raad in meerderheid en minderheid op zijne
vragen geeft. Deze antwoorden zijn echter slechts ge-
geven naar beginselen, of naar wat men wenschelijk oordeelde, geheel zon-der kennis van te verwachten
practische resultaten. Op tal van plaatsen in. de ge-
publiceerde stukken ‘openbaart zich dan ook een op-
vatting, welke men een s]ag om den arm pleegt te
noemen. Houvast heeft de Minister nog geenszins.
In de inleiding van het rapport van Commissie XI
kan men al aanstonds lezen, dat met een bevestigend
antwoord op een vraag de Commissie uitspreekt: ,,dat
zij een regeling in dien zin wenschelijk en de verwe-
zenlijking van dat denkbeeld mogelijk acht.” Met on-
middellijk daarop: ,,Verschillende leden wenschen
zich echter uitdrukkelijk de vrijheid voor te behou-
den, om, wanneer te zijner
tijd
aan de Commissie de
voor-ontwerpen wonden voorgelegd waarin de herzie
ning zal zijn belichaamd, op hun antwoord terug te
komen, indien mocht blijken, dat de uitwerking van
de denkbeelden, welke in beginsel werden aanvaard, tot onverwachte practische bezwaren mocht leiden.”
En in het advies van den Raad aan den Minister leest
men op ‘de eerste bladzijde een klacht, welke nog posi-
tiever ‘klinkt:
,,Zij
(lees ,,eenige leden”) achtten het onmisbaar voor den Raad om zich omtrent de ver-
schillende vragen een oordeel te vormen, zonder dat
een uitvoerig cijfermateriaal zou zijn overgelegd,
waan-door de leden zich een beeld zouden kunnen vor
menvan de administi-atieve en finaricieele gevolgen
van de geopperde denkbeelden. Waar die gegevens ge-
heel ontbraken, kon hun antwoord op degestelde vra-gen slechts op ove.nwegingen van principieelen aard,
en niet op de overwegidgen, welke verband houden
met de praétische gevolgen, gebaseerd worden.” Soort-
gelijke opmerkingen kan men ook op tal van andere
plaatsen in het praeadvies der Commissie en in het
advies van den Hoogen Raad vinden.
De vragen, -aan den Raad voorgelegd, waren op zich-
zelf duidelijk en sôherp omlijnd ges’teld, mâar wie’ ze
te beantwoorden had moest v66r zich de noo-dige finan-
cieele gegeveûs hébben.’ De vragen toch zijn voortge-
kérnen uit den wensch tot verenoudiging van onze
soiale’wetgeviiig, uit het verlange±i daarin meer een-
heid, meer systeem te brengen. Door die meerdëre den
h-eid en vereeuvoüdiging hoopt men be;sparink^ in
19 September 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
administratie te verkrijgen. Dit is feitelijk de grond-
toon van alles wat in de laatste jaren over onze sociale
wetgeving gezegd en geschreven is. Alle bij de zaak
betrokken partijen wenschen – om het met het woord
van den dag uit te drukken – meer efficiency bij de
uitvoering van onze sociale wetgeving en om daartoe
te geraken wil men nagaan, welke wijzigingen in die
wetgeving noodig zijn. De wensch naar meer efficien-
cy beheerscht feitelijk alles. Wie sterk principieel den
loonarbeid als basis voor sociale verzekering bepleit
zal van zijn principe wat laten varen als hem blijken
mocht, dat b.v. verbreeding van die basis door ook
niet-loontrekkenden in de verzekering op te nemen
voordeeliger blijkt (gesteld een oogenblik dit ware het
geval). De meest principieele voorstander van uitvoe-
ring der sociale verzekering uitsluitend door van
overheidswege ingestelde organen, zal water in zijn
wijn doen en ook particuliere organen toelaten, zoo-
dra hem overtuigend bewezen wordt, dat het daardoor goedkooper gaat, dat meer nut met minder lasten ver-
kregen wordt. In weien dus omvatten de gestelde vra:
gen een
bij
uitstek zakelijk onderwerp.
Gegevens
–
omtrent hetgeen men financieel te ver-
wachten heeft indien een vraag met ,,ja” dan wel met
,,neen” beantwoord werd, zijn niet verstrekt. Men
tastte in het duister. Als A. van invoering van een-
heidsrente bij de invaliditeitsverzekering belangrijke
bezuiniging in administratie verwacht, trekt B. dit
minstens in
twijfel
en als 0. zegt, dat millioenen be-
spaard worden door opheffing van de individueele
boekhouding spreekt D. hem gedecideerd tegen. Van
overlegging van berekeningen, zij het uit den aard
der zaak van globale, is niets gebleken. Toch waren zij
onontbeerlijk. Dat het maken dier berekeningen een
bij uitstek deskundig en veel omvattend werk is,
wordt niet ontkend. Het werk had tijd gekost, maar
het zou geen verloren tijd geweest zijn. Immers bij
het opmken van wetsvoorstellen zal toch ook vooraf
gecijferd moeten worden. Financiën zal toch bezwaar-
lijk beginsels in plaats van guldens op de rijksbegroo-
ting ‘kunnen brengen. En de tijd, welke nu in Com-
missie XI en den Hoogen Raad is doorgebracht zon-
der practisch resultaat, ware gewonnen.
Straks zal de Hooge Raad, naar verwacht wordt,
opnieuw vergaderen ter behandeling van concrete
voorstellen betreffende de herziening van onze sociale
wetgeving. Moge voor de leden dan slechts één be-
ginsel gelden: practisch zijn. Ir.
A. PLATE.
DE BRJTS’C’HE COLONIAL PREFERENCE EN
DE NEDERLANDSCH-INDISCHE THEE-
CULTUUR.’)
Een medewerker schrijft:
Nu binnenkort – in October – in Londen de ,,Irn-
perial Conference” zal plaats îinden van Groot-Brit-
tannië en Ierland en de Britsche Dominions,” zal de
,,Oolonial Preference” ook een belangrijk punt van
bespreking vormen en is het wel van ‘belang om eens
na te gaan, welken invloed die ,,Colonial Preference Act” in den loop van haar bestaan heeft gehad op de
rnarktprjzen van onze Nederlandsch-Indische thee. Zooals bekend, is Londen nog steeds de hoofdmarkt
voor thee en zijn de marktprjzen van thee, die altijd
,,in entrepôt” gelden – dus exclusief-invoerrecht –
over de geheele wereld gebaseerd op de Londensche
noteeriugen. In een adem dient daarnevens vermeld
te worden, dat de Londensche theemarkt hoofdzake-
lijk consumptie-markt is, d.w.z., dat het overgroote
deel – 90 pOt. —,van den aanvoer van thee in Groot-
Brittannië en Ierland, gekocht worden voor het bin-
nenlandsch verbruik. Slechts 10 pOt. van dien aan-
voer is voor export bestemd.
Waar nu alle rnarktnoteeringen gelden voor thee
,,in entrepôt,, is het duidelijk,- dat, wanneer op de
1)
[Ve’rg.’ pgns.
140, 218
en
245
van den vorigen jaar
gang. – ‘Red.]
.Londensche markt voor thee van vreemden oorsprong,
bij invoer tot verbruik een hooger recht moet worden
bbtaald dan voôr Britsch-koloniale thee, dit veschil in recht duidelijk in mindering komt van deii te be-
talen prijs in veiling.
Dit was dan ook na de invoering der ,,Colonial
l’reference Act” – die aanvankelijk een voorkeurs-
iecht van 2 d. schonk aan thee van Britsch-kolonialen orsprong – zeer goed merkbaar in de gemaakte prij-
zen van ons koloniaal product op de Londensche
markt. Die marktprjzen zakten, in verhouding tot de
prijzen van thee van Britsch-kolonialen oorsprong,
in met ongeveer 2 d. per lbs., en waar wereldmarkt-
prijs vooi- thee van Londen uitgaat, werd die ver-
laagde prijs dadelijk overgenomen door de markten
te Amsterdam en Batavia.
Deze prjsdrukking met 10 ets. per pond beteekende
een belangrijk verlies voor onze thee-cultuur. im-
iers werd in normale tijden – de jaren véôr den oor-
I – in de prospecti van, nieuwe theecultuurmaat-
schappijen vaak een winst van 10 á 15 ets. per pond
thee in uitzicht gesteld, zoodat een prjsdrukking van
),0 ets. per pond vrijwel het geheele winstcijfer in be-
slag nam.
‘Engeland – met Nederland – de bakermat van
het vrjhandelsstelsel, bleef met de invoering van deze
,,Colonial Preference ,Kct” dat beginsel,
in naam
etrouw.
De bestaande fiscale invoerrechten op thee, des-
tijds 1 sh. per Eng. pond, bleven toch onveranderd
gehandhaafd; alleen genoot thee van Britsch-kolo-
nialen ooiprong een
voorkeur
van 2 d. per Eng. pond.
In het wezen was het echter wel degelijk een
be-
schernrend
recht ten faveure der Britsch-koloniale
theesoorten, vooral waar nog steeds Engeland en de
Engelsche dominions de grootste theeproducenten
van de wereld zijn.
In 1922 werden alle,invoerrechten op thee ver-
laagd met % gedeelte. Daardoor werd ook de ,,Oolo-
nijd Preference” op thee teruggebracht van 2 d. tot
1Y
3
d. per Eng. pond.
Hoe stond nu de Engelsche belanghebbende tegen-
over die ,,Colonial Preference Act”? De ver vooruit-
ziende Britsch-Indische planter koeiterde de vrees, dat onze Java- en Sumatra-thee door die prijsdruk-
king het Britsch-koloniale product van diè marktén,
waar geen ,,Oolonial Preference” was ingevoerd, zou
verdringen. En dit is uitgekomen! Namen verschil-
lende Engelsche dominions als Canada en Nieuw-Zee-
land, die ,,Colonial Preference” van het moederland
ôver, het sterk theedrinkend Australië handhaafde
ongewijzigd haar
vrije invoer
van thee, van welken
oorsprong die ook was. En d.âr zag men juist datgene
ebeureu, waarvoor de Engelsche belanghebbende ge-
vreesd had. Nederlandsch-Indische thee kon, ten ge-
volge van den gedrukten prijs, scherp concurreeren
met de Britsch-Indische- en Ceylon-thee van dezelfde
kwaliteit. Was de invoer in Australië in 1910–1913
an 1,5 ‘tot 1,8 millioen KG. thee per jaar, zoo be-
droeg die invoer in 1919 reeds ruim 7 millioen KG.
om geleidelijk doch snel te stijgen tot 11,7 ii:iillioen
1KG. in ‘1922. En nog steeds verder stijgt die invoer!
In de eerste vier maanden van dit jaar bedroeg die
invoer 4,7 millioen 1KG., een hoeveelheid, die 75 pOt.
hooger is dan de ingevoerde hoeveelheid in de ‘over-
enkomstige maanden van 1922. Australië dèkt haar
behoefte aan thee thans voor ongeveer de helft in
Ned.-Indië, terwijl de uitvoer van thee uit Java naar
Australië thans bijkans even groot is als die naar En-
geland of
–
Nederland. Australië is dus eenS zeer be-
langrijk afzetgebied geworden voor oiize Ned.-Indi-
sche thee. De ‘verhoogde invoer van Ned.-Indische
thee in Australië is natuurlijk ten koste gegaan van
den invoer van het Britsch-koloniale product en spe-ciaal ten koste van de Ceylon-thee.
Het mag dan ook ‘geen wonder, heeten, dat er op
de as. ,,Imperial Conference” een sterke druk zal
worden uitgeoefend op de nog niet tot de ,,Colonial
820
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 September 1923
–
S-
P.referenee” toegetreden dominions. Zou dat streven
succes hebben en zou dan b.v. ook Australië tot de
,,Oolonial Preference” toetreden, dan zou dat een ge-voelige klap beduiden voor onze Ned.-Indische thee-
cultuur.
De vraag is nui moet Nederlandsch-lndië zich dat
zonder meer laten welgevallen?
Wij
kennen geen ko-
loniale voorkeursrechten. Britsche en Britsch-kolo-
niale goederen ‘worden even zwaar getroffen in het
betalen van invoerrechten als goederen van uit Ne-
derland. Boter en andere zuivelproducten uit Austra-
lië worden bij invoer in Indië even zwaar belast als
diezelfde producten uit Holland, terwijl onze katoen
2
industrie op de Indische markt onder gelijke omstan-
digheclen heeft te concurreeren met de Engelsche.
Ook de Nederlandsche invoerrechten maken geen
verschil voor Nederlandsch-koloniale goederen of
goederen van vreemden oorsprong. Juist-nu de han-
delsbetrekkingen tussehen Nederlandsch-Indië eener
zijds en Engeland en Australië anderzijds sterk uitge-
breid worden, waartoe ook de in Londen en Batavia
gevestigde ,,British Ohamber of Oommerce for the
Netherlands East Indies” krachtig werkzaam is, mag
deze vraag gesteld worden. Nederland is een klein
land, maar heeft een uitgebreid koloniaal bezit, waar
de open-deur politiek gevolgd wordt ten aanzien van
alle naties en goederen van welken oorsprong ook.
Moet nu Nederland c.q. Necleriandsch-Indië maar
lijdelijk toezien, dat haar buurstaat, met wien zij de
meest vriendschappelijke betrekkingen onderhoudt:
ook op hanclelsgebiecl, een dumping systeem volgt
voor hare voorthrengselen? Vandaag is het thee, mor-
gen is het een ander artikel, want heeft men eenmaal
het pad van preferentieele – lees beschermende —
rechten betreden, dan weet men wei waar het begin,
doch niet waar het einde is! Oaveant consules!
DE MIL.TIOENENNOTA
De op 18September 1923
bij
de Tweede Kamer in
;
gezonden Nota betreffende den toestand van ‘s Lands
financiën leert on m
s otrent dien toestand het vol-
gende:
Sedert de samenstelling van de vorige, in de E.-S.13.
van den 21 Sept. 1922 besproken Nota, ondergingen
de cijfers van het dienstjaar 1919 geenerlêi ver-
andering.
J)e cijfers van het dieristjaar 1920 zijn als volgt:
Totaal.
Ruiteneewoon. Crisisdienst.
Gew. dienst.
•
GId.
GId.
GId.
Gid.
Uitgaven…. 911.227.771,64 188.006.190,91 110.190 419,29 613.031.161,44
Ontvangste& 810.701.715,48
12 12.833,955 184.983.628,70 613.695.252,82
5
Tekort
……
100.436.056,16 175893 356,95
5
–
–
Overschot ..
-.
–
74.793.209,41
664.091,385
Terwijl in de vorige nota het dienstjaar 1920 een
tekort opleverde van ruim 6.5 millioen is er thans ee
overschot van ruim 6.5 ton en dat niettegenstaande
de gewone uitgaven door militaire uitgaven voor
traktementen, pensioenen, wachtgelden, door kosten
der arbeidersverzekering, van de volksgezondheid, van
de werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling
tegenvielen. Dit was mogelijk door de hoogere op-brengst van enkele middelen als de rente over wo-
ningwetv.00rschotten, inkomsten uit gevangenisar-beid, pensioenbijdragen en het aandeël van gemeen
ton in de subsidiën van werkloozenkassen.
De cijfers van het.dienstjaar 1921 zijn als volgt:
–
Totaal
Buitengewoon Crisisdienst Gew. dienst
Gid.
GId.
Gid.
Gld.
Uitgaven . . 990.172.091,805 289.676.072,785 79.307.284,21 621.188,734,81
Ontvangsten 709.245.087,385
5.655.104,16 95.206.895,43 608.383.087,795
Tèkort
……
280.927.004,42 284.020.968,625
–
12.805.647.015
Overschot..
–
.
–
15.899.611,22
–
In de voiige nota was het tekort op den gewonen
dienst ruim
f
22,1 millioen hooger geraamd. Dit gun-
stig verschil is zonwel te danken aan meerdere ont-
vangsten als aan mindere uitgaven. Inkomstenhelas-
ting en rente van woningwetvoorschotten vloeiden
ruimei-. De uitgaven varen ruim 537 millioen lager
cliior
minder
kosten, voortvloeiend uit buitengewone
internationale toestanden, minder subsidie Nijver-
heids- en Handelsonderwijs, minder kosten vlootbouw,
vaar ente van vlottendo schuld, aanschaffing en her-
stel van artilieriemateriaal, kosten van de marechaus-
sée, aanleg van het Wilhelminakanaal, waterstaats-
werken, minder verlies P. T. T., minder uitgaven
land- en tuinbouwonderwijs en voor vergoeding admi-
nistrate-kosten ingevolge de Ouderdomswet.
Meer
werd uitgegeven voor subsidies enz. van voogdijkin-
deren, gerechtskosten, kosten van gevangenissen en.,
van volksteiling en statistiek, krankzinnigenverple-
ging, uitkeering aan de gemeenten, bijdragen aan ge-
meenten volgens de Woningwet, voor Suriname enz.
De voorloopige cijfers
voor den dienst 1922 zijn:
Totaal.
Buitengewoon. Crisisdienst.
Ges,’. dienst.
Gid.
Gid.
Gld.
Gld.
Uitgaven.
… 1.098.325.410,055 197.141.090,335 270.068.782,425 530215.537.295
Ontvangsten 647.032.943,62 16.626.936,88 49.495.437,52 580.910.569,22
Tekort
……
451.292.456,435 180.514.153,455 221.473.344,90 49.304.968,07
Overschot
Over de laatste 20 jaren geeft de Millioenennota
het gebruikelijke overzicht, waarbij ook ditmaal de extra-aflossing van schuld in verband met de intrk-
king der inuntbiljetten (dienst 1904) buiten reke-
ning is gelaten, terwijl, wat de diensten 1914 tot en
met 1922 betreft, de cijfers zijn opgenomen, gelijk die
zijn ra uitschakeling van den invloed van de crisis
op de ontvangsten en de uitgaven.
Voor- of na-
Voor- of na-
Voor- of na-
Dienst- – deelige saldi
. deelige saldi
deelige saldi
jaren.
van den
ge-
v.
d.
buitenge-
van den ge-
wonen
dienst.
wonen
dienst.
heeten
dienst.
Gid.
Gid.
Gid.
1903-12 27.549.699,18
5
56.683.684,285 – 29.133.985,1.0
1913
. .4-
4.162.186,72 – 15.466.387,05 – 11.304.200,33
1914 .. – 10.114.960,29
5
— 11.921.932,96 – . 22.036.893,25
1915 .. —15.548.220,24
5
— 12.555.1 80,20e – 28.103.400,45
1916 . – + 20.276.373,44 – 20.188.794,70
.4-
87.578,74
1917 .. — 36.345.008,73 – 30.043.143,85 + 6.301.864,88
1918 – – – 4.311.366,64
5
—
67.976.348,42 – 72.287.715,06e
1919 . . +22.285.982,52
5
_107.731.780,33
5
_ 85.445.797,81
1920 . – .– 664.091,38_ 175.893.356,95_175.229.265,57
1921 – . —1 2.805.647,01
5
_284.020.968.62
5
……296.826.6 15,64
1922 . – —49.304.96S,07–1S0.514.l53,45
5
-229.819.I2 1,53
1 903-‘-22 + 19.198.1 79,71 —962.995.730,84 —943.797.551,13
De Minister wijst er echter uitdrukkelijk
01),
dat
deze cijfers een te gunstig beeld geven van den toe-
stand dier financiën. Ovei de jaren 1903-06 is een
andere splitsing tusschen gewohe en buitengewone
uitgaven en ontvangsten gevolgd dan sedert 1907 ge-
bruikelijk is. Neemt men laatstbedoelde splitsing over
het tijdvak 1903-06 wel in acht, dan worden de
eindcijfeis over het geheele 20-jarige tijdperk:
Voordeel i g saldo gewöiien cl en st.
Voordeelig saldo gewonen dienst……..
f
11.667.859,54e
Nadeelig saldo buitengewon.en dienst….
,, .955.465.410,07
5
Blijft nadeelig saldo geheelen dienst
– . . – f
943.797.551,13
Ook deze emdcijfers geven een nog te gunstig beeld,
omdat daarbij die ontvangsten uit spoorweghuur als
gewoon zijn beschouwd en daarenboven in die cijfers
niet is begrepen het in 1905 aan Indië verstrekt be-
drag, waarvoor een leening werd gesloten, welke op
ultimo Juni1922 per saldo rond f28,4 millioen be-
droeg.
Afgezien daarvan mag niet uit het oog worden ver-
oren, dat de hegrooting nog te weinig van eeu corn-
mercieelen opzet uitgaat, ten gevolge waarvan op het
Staatsvermogen belangrijk wordt ingeteerd, zonder
dat zulks in de cijfers tot uiting komt. Kapitaalsver-
miuderingen komen bv. door te geringe afschrijvingen
niet tot uitdrukking; ook wordt niet voldoende gere-
serveeid met het oog op de verplichtingen, welke
vooi-tvloeien uit de aanspraken op pensioen van amb-tenaren enz.
Omtrent het loopende dienstjaar 1923 teekent de
Nota aan, dat de oorspronkelijke begrooting, met in-
begrip van de suppletoire begrootingen, in verband
met het overgaan van de taak van het voormalig De-partement van Landbouw enz. noodig, een eindcijfer
19 September 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICITEN
•
821
•
aanwees
van
rond
f 817.420.000,
waaronder
rond
.
.
.
f 194.964.500
aan buitengewone en rond
f
6.836.000
‘
.j’
aan crisisuitgaven. De gewone mtgaven der aanvanke-
lijke
begrooting
bedragen
dus
rond
f 615.61.000,
•
1
c
c
1
1
1
1
d
eq
waartegenover staan rond
f 567.696.500
aan geraamde
2
)
•f
a
1R
C
ontvangsten, latende een
tekort
op
den
gewonen
. .
2
dienst van ruim
f 41,9
millioen, dat door sappietoire
.
.
verhoogingen over de
f 48
millioen zal stijgen. Bo-
‘
L
.
L
L
vendien hieekreeds, dat de salarissen der onderwijzers
rond
f 9
mi11ioen zuilen tegenvallen. Weliswaar bie
1
1
.
1
1
1
.i
C11
e
In
0
1
v.on de middelen in de eerste
8
maanden van
193
i
ruim
f 14
millioen boven de raming, doch reeds bleel.
van een sterke inzinking. Ook het aandeel in de winst
van De Nederlandsche Bank viel tegen. Het tekort
.
1
1
1
1
1
1
1
zaldus welniet minder dan
f50
millioen bedragen.
.
.
r,
•
.
.
..
komen we tot het dienstaar
1924.
Dit dienst-
.Ihans
0
,-
t
<
,
,
j
kn
c
^1
c
ci
–
.
–
.
T.
1
1
1
1
.
3aai veiboont nei voigenue i.eei
.
..’
C
co
L-
C1
t-
C.1
0
r
.
,
00
.
Gew. dienst.
engew.
Crisdienst.
Totaal.
‘
•
C1
,
i
‘
C
•
len,t.
c.
-_
–
.-
Uitgaven ……
646.892. 168,90
112.634.420,
–
5.737.456,—
765.264.044,90
C
Ontvangsten
.
548.628.259,52
40 793.392,76
—
589.421.652,28
Tekort
……..
98
.
2
63.
909
,
38
fl.841.021,24
5.737.456,—
175.842.392,62
0
:
0
c’
r.
UitvoerigbelichtdeNotaaandehandvanhet
l
1
II
1
I.I
II
nevenstaancie vergelijkend overzicht de oorzaken van
daling of stijging der onderscheidene hoofdstuki?ert
van de rarning der uitgaven voor
1924
met de bedra-
–
gen, welke voor
1923
in de aanvankelijke begrootings-
8
1
wettnn zijn neergelegd.
Q
0
Bij destijgingen en dalingen betreffende den ge-
1
1
1
1
1
1
I
Ic
1
1
wonen dienst wordt er
op
gewezen, dat de stijging tot
2
een bedrag van
f
22
millioen niet een gevolg
is
van
2
vermeerdering der uitgaven, •doch van de omstandig-
heid, dat het tekort
op
de spoorwegen thans ten laste
1
L
L
l
L
van de gewone uitgaven
is
gebracht,
terwijl
het ten
—
2
2
vorigen jam onder de buitengewone voorkwam.
Voorts
.
wordt er de aandacht
op
gevestigd, dat tegenover de
2
stijging der gewone uitgaven van de Staatsmijnen met
g
f
5
millioen een hoogere raming van
f
1
millioen
–
t
ct
co____
..
..
.
der gewone ontvangsten dier Mijnen staat.
In de dalingen
op
de verschillende hoofdstukken
weerspiegelt zich veelal den invloed van de bezunti
–
0 0
O
C’
Cl C
OD
t-
.
gingsactie,
waarvan
intusschen
het
rechtstreeksch
–
d
o3
t
resultaat vaak tot
op
zekere hoogte wordt verminderd
Y
0 – 0
CD
0 – t 0
OD 0 D
t-
–
als gevolg van het toekennen van wachtgeld aan ont-
slagen ambtenaren.
Wat de stijgingen betreft kan als algemeen werken-
L
L
de oorzaak wordeil aangewezen de ve:rhooging van de
.
.
aan het Postbedrijf te goed te schrijven vergoedingen
.
in ve:rband met de afschaffing van den portvrijdom.
Voorts moet de uitvoering van wetten als de Pen-
.
sioenwet, de Woningwet en de Onderwijswetten voor
0
–
1
1
1
2
1
1
—
2
een belangrijk deel der
stijgingen
aansprakelijk wor-
den gesteld.
S
S S
S
S
De
stijging
van Hoofdstuk
VA
moet voor een he-
.
2
t
langrijk deel worden toegeschreven aan een vermeer-
t
0 CD
D
dering van uitgaven voor suhsi.diën aan bijzondere
Hoogere Burgerscholen en Lycea, industrie- en huis-
_..
C
houdscholen
(f 840.000
meer), voor saiarisen aan. on-
derwijzers
(f 5.115.000
meer), doofstommen enz. on-
1
derwijs
(f 346.000
meer), wachtgelden en pensioenen
.
.
.
2
(r106000
-‘
0
–
0
J_
–
Cl
De
stijging
van Hoofdstuk
VIIB
wordt hoofdzake-
lijk veroorzaakt door een stijging van den post pen-
2
–
gelden met
f
110.865.
Hiertegenover staat een daling
:
van de kosten van •de Administratie der Directe Be-
e
………..
:
:
:
:
:
:
:
.
lastingen met
f
118.911
en van den Dienst der Rijks-
-..
.
.
..
2
.
Cd
gebouwen met ruim
f87.000.
–
.
:’
.
:
.
:
De
stijging
van Hoofdstuk
VIII
wordt hoofdzake-
.
lijk veroorzaakt door eene vermeerdering van de kos-
.
8
sioenen met rond
f
1.328.000
en. van dien voor wacht-
………………
ten der Luchtvaartafdeeling
(f 495.650),
het mate-
.
.
0
Z
0
0
rieel
der
artillerie
en
proeven
bij
dat
wapen
(f 893.209),
de militaire pensioenen
(f 1.503.000),
de
–
–
k
h
..
de
wachtgelden
en
non-activiteitsjaarwedden
(f 3.410.508).
Daling wordt vooral veroorzaakt door
mindere uitgaven voor bezoldiging van het personeel
.
.
der verschillende wapens
(f 5.084.340).
.
–
Hoofdstuk
IX is
gestegen
wegens: Tekort spoor-
–
.
.
………..0
822
ECONOMISCH-STATISTISÇHE BERICHTEN
19 September 1923
wegen: f22 mi]lioen; Staatsrnijnen, uitgaven 5 mi1
lioen meer (waartegenover echter f 1 mill.ioen meei.
inkomsten) en voorts geraamd tekort P. T. T. ron4
f
1.268:000.
Hoofdstuk X doet eene
vermeerdering
van
f
2.500.000 zien voor bijdragen aan gemeenten in ver-
band met cle te dekken exploitatietekorten op volgens
de Woningwet gebouwde woningen en een stijging
van
f
415.000 voor de bijdragen in verband met d
ûitvoerinS der Warenwet. De bestrijding der werk-
loosheid eischt
f
984.025 meer, terwijl de uitgaven in verband met de afschaffing van den portvnijdom eene
stijging van bijna
f
l’12
millioen vertoonen.
11
De
vermindering op
hoofdstuk III werd voorname-
lijk mogelijk gemaakt door het vervallen van de uit-
gaven voor het Marine-detachement in Peking
(f
225.000).
De
vermindering o
Hoofdstuk 1V is in hoofdzaak
een gevo]g van diverse kleinere bezuinigingsrnaat,
regelen.
Op hoofdstuk V is vooral een
daling
mogelijk als
gevolg van de bezuiniging op de afdeelingen Land-
bouw en Visscherijeu, resp.
f
561.026 en
f
106.295.
Daarentegen vermeerdern de uitgaven in verband
met de afschaffing der portvrijdommen met
f
354.400.
Met betrekking tot de
daling
van hoofdstuk VI
wordt het volgende opgemerkt:
,,Het eindcijfer der begr.00ting voor 1923 was
f
48.486.108, waarvan
f
3.111.460, zijnde een deel der
kosten van nieuwen vlootbouw, tot de buitengewone
uitgaven werd gerekend. De gewone uitgaven beliepen
mitsdien
f
44.168.048. Voor 1924 wordt het totaal
der zooeven bedoelde kosten op den gewone dienst
gebracht. Daargelaten, dat, volgens het ten vorigen
jare gevolgde systeem slechts een bedrag van
f
933.181 voor boeking op den bitengewonen dienst
in aanmerking zou komen, wordt deze boeking niet
gerechtvaardigd geacht in verband met het bekende
besluit der Regeering ten aanzien van het ontwerp-
Vlootwet. Waar het •eindcijfer voor 1924 is geraamd
op
f
42.884.013, bedraagt het voordeelig verschil met
1923 (gewonen dienst)
f
1.884.635. Hier staat echter
tegenover, dat:, wegens bijdrage van Indië i.n de kos-
ten van den vlootbouw onder de middelen
f
2.450.249
minder moest uitgetrokken worden.
Van het bovengenoemd voordeelig verschil ad
f
1.191.835 [waar genoemd? – Red.] komt
f
1.290.412 op rekening van de eerste Afdeeling Mili-
taire uitgaven (waaronder
f 1 ‘/i
millioen minder
voor kosten van nieuwen vlootbouw,
f
millioen
meer voor kosten personeel der zeemacht) en
f
501.423
op rekening van de tweede Afdeeling Niet-Militaire
uitgaven.”
Hoofdstuk VIIA vertont een daling van
f1.844.312op het hoofd interest tegen een stijging
ad
f
1.242.438 op het hoofd aflossing.
I)e vermindering van hoofdstuk XI wordt veroor-
zaakt door een daling der uitgaven voor het Depar
–
iement ad.
f
74.214 en voor Curaçao
f
234.238.
• De Middelen, welker opbrengst in de maandelijk-
sche middelenstaten wordt gepubliceerd, zijn voor
f
386.937.000 6pgeoomen en dus
f
18.518.000 lager
geraamd. De overige middelen, voor zoover onder de
gewònè gerangschikt, zijn
lager
geraamd
f
550.000,
samen dus
f
19.068.000 minder.
Watde eérste gbep betreft, merkt de Minister
apr
dat de belastingen; die naar den maatstaf van hèt
inkomen wordën geheven, gezaenijk niet lager be-hoefden geraamd te worden. Dit is te danken, naar
wordt medegedeeld, aan de voorzichtigheid, welke het
vorig jaar werd betracht. Daarentegen moest de
raming van de opbrengst der
accijnzen,
der zegel- en
registratierechten en der invoerrechten belangrijk
lager worden gesteld.
Van de eerste groep zijn
lager
geraamd:
in duizend. guld.
de vermogensbel.asting ………………
500
wijnaccijns
……………………..
200
n duizend. gul(l.
de
geclisti]leerdaccijus
………………..
9.900
tabaksaceijtis
……………………
3.000
zegelrecliten
……………………
2.500
registratiereehten
………………..
2.000
invoerrechten
…………………..
4.000
het statistiekrecht
………………….
200
de
loodsgelden
……………………..
200
Van de eerste groep zijn
hooger
geraamd:
in duizend.
gald.
de
grondbelasting
………………….
482 persoiieele belasting
………………
500 zoutaccijns
……………………..
100
bieraccijns
……………………..
600
geslachtaccïjns
………………….
1.200
suecessierechten
…………………..
1.000
het
recht
op
cle
mijnen
………………
100
Van de tweede groep zijn
lager
geraamd:
in duizend.
guld.
aandeel winst Nederl. Bank …………
11.183
leges
…………………………….900
rente kasvoorschotten ÏÇoloniëii ……….
7.163
consul aatrechten ……………………
200
teruggave door gemeenten van het over
1922
teveel genotene ingevolge art.
56
wet
L. 0. 1919
………………….440
aandeel Ned.-Indië in den vlootbouw
. . . .
2.550
Van cle tweede groep zijn
hooçjer
geraamd
in duizend. guld.
rente voorschotten ingevolge Woningwet
•
4.880
woningbouw met premie
700
Zuiderzeefonds
300
aandeel Indië in aflossing Staatsschuld
1 24,
inkomsten arbeid gevangenissen en rijks.
werkinnichtingen …………………
469
boeten enz
.
.
……………………….
285
collegegelden
………………………
–
540
bijdragen gemeenten kosten R.II.B.S
706
aandeel Indië in Mariueluchtvaartdienst .
100
teruggaaf door prov. enz. van aandeel kwa.
de posten directe belastingen ……….
2.750
ontvangsten hypotheken en kadaster
• . •
150
bijdragen kosten onderhoud landswerken
653
gewone ontvangsten Staatsmijneu
7.097
aandeel gemeenten subs. Werkloozen kassen
750
baten keuring ingevoerd vleesch
100
toezicht stoomketels ………………..
250
bijdragen 1 andsdienaren eigen en weduwen –
en weezeapensioen …………………
2.105
opbrengst verkochte Rijksgoederen enz.
. .
198
De belangrijke beschouwingen over de grootte van
het tekort en de wegen tot zijn dekking van hiz. 13
e.v. der Nota, laten
wij
hier volgen.
Met betrekking tot vorenstaatide cijfers moge worden op-
gemerkt, dat het
op
pag.
10
[der Nota, zie hierboven pag.
821. –
Red.J geiiocmcle tekort op den gewonen dienst
van rond
f
98 millioeui nog geen juist beeld geeft van
den financicelen toestand. Vooreerst is op de begroo-
ting, waarvan de uitkomsten in cle hjervorenstaancje
cijfers zijn weergegeven, geen bedrag uitgetrokken als
Staatsbijdrago aan het Ouderdomsfoncls tot dekking van het
tekort, dat in dat fou.ids als gevolg van de invoering der
vrijwillige ouclerdomsverzekering zal ontstaan. Toch zou
volgens het
tegenwoordig
systeem van financiering dier
verzekering, over 1924
de eerste anniuïteit tot dekking van
dat tekort moeten worden gestort.
Als
gevolg daarvan zal
het bedrag van
f 98
millioen met u.Iaai rarninig
f
12
mii.
lioen stijgen. Voorts zullen de uitgaven voor rente en aflos-
sing van Staatsschulcl naar ramiulg met een bedrag van
j 5%
millioen toenemen in verband niet de noodzakelijke
cohsolideering ijan
f250
milljoen vlottende schuld.
Blijkens het voren staande zou, werden geen bijzondere
maatregelen genomen, voor
1924
moeten worden gérekend
op een tekort op
,
den gewonen dienst van rond
f 116
nul.
lioen, en dat ondanks de maatregelen tot bezuiniging, tot
nu toe getroffen en waarvan in de Millioennota’s der vori-
ge jaren werd gesproken. Daarbij lioude men in het oog, dat
in de begrooting voor
1924
nog in totaal
f 5.737.456
ania
crisisuitgaven zijn begrepën, terwijl naar de meening der
Regeering, te beginnen met
1925,
behoudens in geval het
betreft de liquidatie van vroeger genomen maatregelen,
geen posten meer ten laste van den cnisisclienst zullen mo-
gen worden gebracht.
Het is dus wel boven allen twijfel verheven, dat met het
nemen van zeer ingrijpende maatregelen tot dekking van
het ieder jaar grooter wordend tekort op den gewonen
dienst niet langer kan worden gewacht.
19 Septernbèr 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
823
Over de gevolgen welke voor de geheele Nederlandsehe
natie in al haar geledingen zouden voortvloeien uit heL
voortduren van deii toestand, waarin wij thans leven, zal
in het licht der gebeurtenissen om ons heen wel niet ge-
spiokeii behoeven te worden. Wat Nederland noodig heeft,
wil het ook in de toekomst aan Zijne steeds toenemende be-
volking een ciragelijk bestaan kunnen waarborgen eti zijne
positie te midden der volkeren kunen handhaven, is in de
alereerste plaats een werkelijk evenwicht in zijn ficcancPin.
Dat om dit evenwicht te verkrijgen het in de eerste
plaats noodzakelijk is alle maatregelen te vermijden waar-
uit hoogere uitgaven zouden voortvloeien, zal wel geen be
toog behoeven. Bij de sanienstelliiig van de begrooting voor
1924 is met dat beginsel zooveel mogelijk rekening gehou-
den, terwijl w’ettelijke en andere regelingen, w’aaruit zoo-
danige uitgaven als nog zouden voortvloeien, niet tot stand
vullen kunnen komen. Het hij de Staten-Generaal aanhan-
gige wetsontwerp op de gezondheidscliensten (Gedr. Stuk-ken 1.922, no. 28) en het wetsontwerp tot wijziging van de
wet op het Middelbaar Onderwijs (Üedr. Stukken 1922123,
no. 05) zullen derhalve voorshands niet verder behanded kunnen worden, terwijl geen subsidies voor nieuwe hoo-gere burgerscholer en gymnasia zullen worden verleend,
noch ook van Rijkswege nieuwe hoogere burgerscholen zul-
len worden gesticht.
Ook bij een streng volgen van de hierbedoelde gedragslijn
zal echter eene stijging der uitgaven niet geheel te vermij-
den zijn.
Vooreerst zal de afschaffing van den crisisdienst, ook al
wordt op dien dienst aanmerkelijk bezuinigd, eene verzon-
ring van deii gecvonen dienst medebrengen.
In verband hiermede zij gewezen op de z.g. steunregelin-
gen voor werkloozen. Het ware naar cle meening der Regee-
ring onjuist, de oogen te sluiten voor de harde waarheid,
dat men hier niet met een kwaad van tijdelijken aard te
doen heeft. De Begeering is daarom van meening, dat niet
langer mag worden afgeweken van den w’eg, dien de Ar.
menwet wijst ter voorziening in de nooden van hen, die geen middelen van bestaan hebben. Deze wet draagt de
hierbedoelde voorziening subsidiair op aan de gemeenten
Mocht het noodzakelijk blijken gemeenten, welke als gevolg
van die voorziening in financieele moeilijkheden komen, uit
s Rijks kas te steunen, dan zal en hiermede is één der
oorzaken van de stijging van de gewone uitgaven aangewe-
zen – zulks teii laste van den gewonen dienst moeten ge-
schieden.
Voorts moet rekening gehouden worden met de omstan-
digheid, dat de Staatsuitgaven in sommige opzichten –
men denke aan de sterke stijging van dcii pecisioenlast –
een automatisch accres vertoonen, terwijl een dergeijk ac-
cres bij de middelen
niet
mag verwacht worden, integendeel
niet een verdere inzinking moet worden gerekend. Eerst in
ccii verdere toekomst, en bij herstel van het economisch
leven zal weder een zoodanig jaarlijksch accres der mid-
delen mogen worden aangenomen, dat het miormaal accres
der ii itgaven daardoor w’ordt opgewogen. –
i)e hierbedoelde omstandigheid dwingt dus allereerst tot
liet nemen van tijdelijke maatregelen, welke gedurende cle
periode, dat evenwicht iii de Staatsfinanciën nog niet is
bereikt, het automatisch necres zooveel mogelijk tegen-
gaan.
De maatregelen, waarmede dit laatste doel zonde zijn te
bereiken, zijn de volgende:
Vooreerst zullen ‘voor cciie periode, welke naar de mee-
ning der Regeerii:ig op vermoedelijk ten hoogste drie jaren
moet worden gesteld, alle periodieke traktementsverhoogin
gen moeten worden stopgezet, in afwachting o.a. van cccie
nadere regeling dier periodieke vei
–
hoogiiigen, welke naar
de na nvankelijke mcciii ng der Begeerung noodzakelijk is.
In de tweede plaats zal, ter opvanging van het auto-
matiscli accres der uitgaven voor het lager onderwijs, als
gevolg van de jaarlijksche vermeerdering van liet aantal
der schoolgaande kinderen met 10
á
15.000, tot 1930 moe-
ten worden afgezien van cle invoering van het zevende leer-
jaar en van de uitbreiding van den leerplicht, terwijl op cle
gemeentelijke en bijzondere scholen, welke het zevende leer-
jaar reeds hebben en er uit ‘s Rijks kas betaling voor ge-
nieten, het zgn. uitstervingssysteem zal worden toegepast.
Hierdoor zal de automatische toeneming van liet aantal be.
noodigde leerkrachten, althans ten dccle, worden opgè-
vangen.
De vorengeschetste maatregelen ku n.n en cv enwel slechts
strekken ter voorkoming van een
uitbreiding
van het
kwaad der tekorten; voor de opheffing dier tekorten zelve
zijn andere middelen noodig.
Bij het overwegen der maatregelen, die daartoe kunnen
leiden, had de Regeering zich minder te richten naar de
hiervorengenoemde cijfers voor 1924 dan naar den vermnoe-
deljken toestand in 1925. Afgezien immers van de omstan-
digheid, dat de hierna te vermelden maatregelen voor ccii
deel eerst in 1925 of latej- effect zullen sorteeren, en dat
met een zekere stijging der uitgaven, ondanks de hooger
geschetste voorzieningen, moet worden rekening gehouden,
kan ook het peil der middelen, waarvan men voor 1924 is
uitgegaan, niet als blijvend worden beschouwd. Met een
veideren terug
–
gang daarvan moet integendeel woi-clen ge
rekend. Bij het opstellen van haar plannen is de Rcgeering claii ook uitgegaan van de noodzakelijkheid om een tekort
vii.li
f
140 millioen te overbruggen in stede van een van
f
116 niillioen, het cijfer van het tekort op dcii gewoneli
dienst voor 1924.
, Bij het overwegen der l)lanneii stond voorop, dat de over-
lircigging van het tekort in de eerste plaats zou dienen te
geschieden door een terugbrenging van het peil der uit-
gaven –
• Bij de beantivooi-ding der vraag, hoe liet peil der uit-
gaven zou kunnen worden gei
–
eciciceerd, is uit den aard der
zaak allereerst onderzocht, welke mögelijkheden eene reor-
ganisatie en inkrimping van den Stnastdienst zou kunnen
opleveren.
Gebleken is, dat – afgezien van hetgeen
eventueel
uit
eene andere financiering van de sociale vea
–
zekering zon
mogen worden verwacht – uit hoc-file van reorganisatie of
inkrimping in geen geval
01)
maei- dan
f
50 millioen be-
sparing zou mogen worden gei
–
ekend,
1)
latende alzoo een
bedrag van
f
90 inillioen te dekken over.
– Acht de Regeering liet uitgesloten oni meer dan
f
50 nul-
heen per jaar op de verschillende Staatsdiei:sten te be-
sparen, zij acht het evenzeer onmogelijk om aan de natie
een nieuwen
belastingdruk van 90 mi Ilioen gulden per jhar
op te leggen. –
Onvermijdelijke conclusie hieruit is, dat zonder aantas-
ting van het salarispeil van liet personeel, zooals dat in
1920 werd vastgesteld, het uitgesloten zal zijn om tot een
sluitenden gewonen dienst te geraken, temeer omdat het
onmogelijk moet worden getacht om zonder aanmerkelijke verlichting van den
op.
liet spoorwegbedrijf drukkenden ma-
larislast, dat bedrijf weder rendabel te doen zijn. Men staat te dezen voor een in geen geval te vermijden noodzakelijk-
heid.
Boven en )jehalve de besparing op salarissen, die verkre-
gen wordt uit reorganisatië en inlcrimping van den Staats-
dienst zal de last van salarissen en bonen (welke op ruim
f
260 millioen moet worden geschat) met 20 pCt. (over
twee jaren verdeeld) vej-minderd moeten worden. Dat zulks
eene onmogelijkheid is zonder aantasting ook van clie wed-
den, welke vbôr 1 Juli 1922
–
werden genoten, zal wel voor
iéder duidelijk zijn. De Regeering ziet zich daarom genood-
zaakt de intrekking van art. 40 van het Bezoldigingsbe-
sluit Burgei
–
lijke Rijksambtenaren te bevorderen.
Aangezien over de wijze waarop de salarisverlaging vol-
trokken zal moeten worden, nog overleg wordt gepleegd,
kan de Regeering daarover thans nog niet anders dan hare
aanvankelijke meening kenbaar maken.
Deze luidt aldus:
to. Eene verlaging van den totaleni last van salarissen
cii bonen met 20 pCt., over twee jaren te vesdeelen, is
ncodzakelijk.
2o. klet ingang valt 1 J anuu-i 1.924 worden alle sal:i-
risse:i en bonen van hoog tot laag niet 10 pCt. vei
–
minderd.
3o. Onmiddellijk zal worden ter hand genomen een alge-
meene herziening van het bezoldigingsbesluit, ten doel heb-Icend om met ingang van 1 Januari 1925 een zoodanige sa-
lanisregeliug in w’erking te doen treden, dat over – dat
dienst aal- liet sub
10.
gestelde geheel bereikt ii’orde.
De Regeering is van oordeel, (lat bij die herziening voor
de -hoogste salarissen, bijv. die der Ministers en enkele an-
dere, de huidige bedragen met de volle 20 pCt. verminderd vullen moeten worden ; dat cle bonen der werklieden meer
in overeenstemming zulleii moeten worden gebracht met
dn plaatselijkeii loonstandaai-d cii dat overigens bij de
herziening rekening zal moeten worden gehouden niet de
mate, waarin voorheen de vem-icoogingen w’erdeit toegekend.
Vipi eene gewijzigde regeling voor den z.g. standplaats-
aftrek voor ambtenaj-en en onderwijzers meent de Regee-
1
–
ing te moeten afzien.
Als gevolg van deze maatregelen tot vermindering van
den salarislast kan worden aangenomen, dat het tekort op
liet Staatsbedrijf der Posterijen, Telegraf ie en Telefonie
zal verdwijnen. Een overeenkomstige maatregel ten opzich-
te van liet Spoorwegpersoneel zal, mede in verband met
1)
De Regeering hoopt in staat te zijn in de Memorie
van Antwoord – op het Voorloopig Verslag in zake Hoofd-stuk T der Staatsbegrooting nadere mededeehingen te doch
nopens de hierbedoelde maatregelen van reorganisatie en
inkrimping. –
824
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 Seçtember 1923
‘ndere beziliTligiligen, ook bij de Spoorwegen vrij zekei tot
eene sluitende rekening voereil. Wit dit 1atste punt ho-
treft, zal de invloed darvaii zich eerst hij de sftmeflstelllug
van de begrootitig 1925 doen gevoelen, aaiigezien ten 1ast
van de begrootiiig voor 1924 het tekort over het hednjfs’
jaar 1,923 moet worden vergoed. .
Voor ooee de s;tlarisscn ten loste vii den eigefl]]jkofl
Staatsdienst betreft zal dd besparing, clie zich echter eerst
op de hegrooting voor 1925 ten volle zal doen gevoelen,
0
1
)
f
35 á 40 millioen kunnen worden gesteld. In arinmer
;
king moet immers worden genomeu, (lat het hooger ge-
noemde bedrag van
f
260 millioen tot een bedrag van rond
f
50 millioen de bonen der Staatsbedrijven omvat en
voorts, dat het als gevolg der voorgenomen reorganisatie-
maatregelen zal dalen.
Voegt men daarbij de dekking der tekorten op
Spoorweg-
en Postbecirijf, (ocderscheidenlijk
,f
22 en
f 1.3
millioeri)
dan blijkt, dat van liet hooger genoemde bedrag van
f
90
millioen door de tot nu toe genoemde maatregelen in totaal een kleine
f
60 millioeii gevonden zullen worden, zooda.t
nog ruim
f
30 inillioen to dekken valt.
In dit verband zij opgemerkt, dat de Regeering overweegt
of, zonder tekort te doen aan ile belangen der verzekerden
en zouden zwaardere lasten te leggen op hen, die de premie
betalen, ccii zoodanige wijziging in de financiering der
sociale verzekering mogelijk is, (lat cciie verlichting van de
daaruit voor ‘s Rijks Schatkist voortvloeiende lasten mo-
gelijk zon blijken. Uit den aard der zaak zou een wijziging
als hierhedoeld niet kunnen leiden tot vermindering van
de bijdrage aan het Ouderdomsfonds in verband niet het
toekennen van ouderdomsrente ruui personen, die den leef-
tijd van 65 jaren reeds hadden hereikt, die dus nimnier
premie betaalden of zullen betalen. Zij zou moeten strekken
tot vermindering v;,n de bijdragen onderscheidenlijk van
f
2134 millioen aan het Tnvaliditeitsfonds en van
f
12
mjllioen aan het Ouderdomsfoiids de laatste in verband
met de uitvoering der vrijwillige ouderdonisverzekering. Eri
afwachting van het resultaat van de overweging der hei-
bedoelde wijziging, acht de Ilegeering zich echter niet vel–
antwoord de eventueele gevolgen daarvan in haar finan-
cieele plannen te disconfeeren.
Zij ziet zich daarom genoodzaakt om tot dekking van de
bovengenoemde resteerende
f.
30 millioen haar toevlucht
te nemen tot wijziging van bestaande en invoering van
nieuwe heffingen.
Binnen enkele weken hoopt de Regeering in staat te zijn
de .noodige wetsontwerpen tot dekking van dit bedrag in
te dienen. Worden deze ontwerpen tijdig behandeld, din
zullen de verwachte baten daaruit ook nog geheel of ten
deele aan het dienstjaar 1924 ten goede komen. En elk ge-val laat zich dan aanzien, dat het dienstjaar 1.925 een aan-
merkelijk beter beeld zal vertoonen dan 1924, al zal
het resultaat van organisatie en inkrimping – waarvan
het bedrag op
f
50 millioen geschat werd – dan nog slechts
voor een betrekkelijk gering deel effectief geworden zijn.
Alleen wanneer het resultaat der overwegingen in zake
de financiering der sociale ‘verzekeringen leiden mocht
•
tot
een belangrijke vermindering dci- uitgaven ten laste van
den Staat, zou in 1925 een ongeveer sluitend budget ve-
kregen worden.
Daarvoor zou dan, om te resumeeren, noodig zijn :
eene reorganisatie of inkrimping van Staatsclienst,en,
welke geleidelijk zou leidei:i tot cciie besparing van ongeveer
f
50 millioen
cle mogelijkheid van een andere financiering der
So-
ciale verzekering;
de vermindering van den totalen last der salarissen
en bonen met
1/
d: de oplegging van ongeveer
f
30 millioen aan nieuwe
lasten.
Niet met é6n dezer vier maatregelen of met twee er val
kan men er komen. Ze zijn alle vier noodig. Want, naiir-
mate het effect van den sub a bedoelden maatregel toe-
neemt moet tegelijk gerekend worden met de zekerheid van
een voortgezet accres der uitgaven en de waarschijnlijkheid eener verdere daling van sommige inkomsten.
Voor zooverre betreft cciie noodzakelijke verlaging van
sommige al
.
te drukkende heffingen; is de Regeering –
hoezeer van den ernst van dit vraagstuk overtuigd – van
oordeel, dat daaraan niet kan worden gedacht, zoolang het
hudgetair evenwicht niet verzekerd ka.n worden geacht.
Zoodra dit het geval is zal overwogen worden in hoeverre
door
verdere
wijzigingen in ons belastingstelsel de verla-
ging van sommige economisch schadelijke lief fingen moge-
lijk zal blijken.
Wat nu de begrooting voor 1924 betreft zij er op ge’e-
zen, dat de hiervoren ontwikkelde plannen geen sluitend
budget kunnen brengen. Wel zal het oorspronkelijk ge-
raamcbe tekort er niet onbelangrijk door verminderen. Bij
Notas van Wijziging zulbeii dezer dagen enkele ‘eraude-ringen werden aangebracht, welke ci it hoogergenoemcle
maatregelen voortvloeien. Laat men de eventueele vermeer
–
dlering der inkomsten als gevolg van wijzigingen in liet be-
lastinstelsel en de bezuiniging als gevolg van voorgeno-
men reorganisatieplannen voorshands buiten beschouwing, (lan zal liet tekort verniinderen met de volgende bedragen
salarisvermindei’ing
f
21 millioen
tekort Postbedrijf ……., 1.8
Totaal rond
f
23 millioen
ivaarcloor het tekort, tot rond
f
93 millioen zal dalen. Bo-
vendien bestaat ei- naar het oordeel der Regeering aanlei-
ding, om, in afwachting van de definitieve vaststelling vaij
haai- standpunt in zake de financiering der sociale verzeke-
ring, cle bijdragen aan het Invalidliteitsfonds voor 1924 stop
te zel.ten en niet het storten van de hooerbedoelde bijdrage
ad
f
12 millioen nog niet te beginnen.
1)
Een wetsvoorstel
tot regeling van destopzetting der ecrstbedoelde bijdrage
zal spoedig worden ingediend. In verband daarmede zal cle
post ad
f
2134 millioen vooi
–
de bijdrage aan liet Invalidi-
teitsïonds bij Nota van. wijzig’i ng van de hegrooting worden
afgevoerd, ‘terwijl die van
j
12 millioen niet op de begrco-
ting 7al worden gebracht. Een dergelijke gedragslijn is te
eerder gemotiveerd, w’aar ten gevolge valt het onvermijde-
lijk tekort op de begrooting voor 1924, (le hierbecloelde bij-
dragei feitelijk uit geleend geld zouden moeten worden be-
taald. Het tekort op den gewnnen dienst zal daardoor per
saldo rond
f
60 millioen bedragen, waartegenover dan mag worden gesteld cle te verwachten bate uit de nieuwe voor te
stellen heffingen en de bezuinigingen, welke ter hand ge-
nomen worden. Het laatste bedrag ma echter voor 1924
niet al te hoog worden aangeslagen
Daarna volgt nog een uiteenzetting omtrent den
stand der kas en de Orisisuitgaven en haai
–
dekking.
Aan de nota zijn de gebruikelijke staten en bijiagen
toegevoegd.
1)
Zou het resultaat der gemaakte berekeningen uitwij-
zen dat de tegenwoordige stortingen in die fondsen niet
verminderd kunnen worden, dan zou liet gemis der bijdlra-
gen over 1924 natuurlijk geocmpeuseercl moeten worden
door de annuïteit van af 1925 iets te verhoogen.
Tot ons leedwezen noopt ruimtegebrek ons het
tweede ‘gedeelte van de discussie tusschen de hoeren
S.
A. Reitsma en J.
Th.
Gerlings over indische
Staats- en Particuliere Spoorwegen een
week te
doen
overstaan. – Red.
MAANDCIJFERS.
POSTOHEQUE EN GIRODIENST.
Mei 1923
Mei 1922
Aantal
1
Bedrag
11
Aantal
1
Bedrag
Aantal rekenin-
gen op u°…….102.632
–
70.012
–
Stortingen
139.477.682
127.494.347
Overschrijvingen: 971.152
679.855
bijgeschi-even
356.973.054.
308.248.898
afgeschreven
357.880.762
310.439.955
Afschrijvingen
716.581
462.995
wegens chèques.
86.991.42911}
78.077.506
opu0.1
–
1321.709.62511
–
1209.568.404_
RI
JKSPOSTSPAARBANK.
AUGUSTUS
1
1921
–
1922
1
1923
f
11.211.918f
11.046.2.12
f
10.955.497
Terugbetalingen
. . .
,,
9.761.179,, 9.039.619,,
9.184.446
Tegoed der inleggers
op ultimo ……….
277.317.894,,287.835.076,,
296.762.118
Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekjes
op ultimo
………
,,
43.704.350
,,
45.280.150
,,
44.51.0.450
Inlagen …………
Spaarbankboekjes:
Aantal nieuw uit-
–
gegeven
9.537
9.004
9.543
Aantal
geheel
af-
betaald
7.697
7.024 6.719
Aantal in omloop
–
op
ultimo
1.915.515
L929.507
1.944.919
19 September 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
825
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent:
Cijfer.s nog
niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N d Disc. Wissels. 4
18Juli’22
Zwits.Nat.Bk. 4
16Juli ’23
Bk Bel.Binn. Elf.
4 18Juli ’22
N.Bk.v.Denem. 6
1Mei ’23
Vrsch.inR.C. 5
18Juli ’22
ZweedscheRbk 4
1Juli ’22
Javasche Bank .. *31
1Aug.’09Bankv.Noorw.6 131ei ’23
Bank van Engeland 4
5Juli ’23
Bk. v. Tsj echo-
Duitsche Rijksbk. 90 15Spt.
’23
slowakijë…
4283ƒei ’23
Bank v. 1irankrjk 5
llMrt. ’22
N. Bk.v.O’rijk 9
2Bept.’22 Belgische Nat.Bnk.
522 Jan. ’23
Hong. Bank.. 18
5Juli ’23
Fed.Res.BankN.Y.
421 Feb. ’23
Bank v. Italië.
511Juli ’22
Bank van Spanje.. 5
23Mrt. ’23 Z.-Afr.Res.bnk 6
OPEN MARKT.
Dato
.’lmsterdam
L.Oflaefl
t
Port.
J
disconto
Call
disconto
Berlijn
Port.
l
patU3
~
Part.
N. York
Port.
Prolon-
1
golie
1(3
mnd)
disconto
dijc.
nioncy
15
Sept. ’23
3
‘i
3
–
–
411_
10-15 S. ’23
18
3-
–
–
43.
_6
3-8
,,
’23
3-11,
3
–
–
27A.-1 S.’23
–
– –
4_.59(
11-16 S. ’22
1
184(
2
1
1%
2K.
5
18
– –
45
12-17 S.
21
4s/
3
h-
1844
– –
4_5
20_24J1i’14
3
‘/è1
2_
2
lli
_2
1
Noteering van
14
September.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
Londen kon zich deze we,k iets herstellen van de in de
laatste weken geleden verliezen. Dinsdag wérd voor 11,61
verhandeld. Daarna trad een reactie in, maar het slot.was
neder vast. Parijs en België waren vast. Het vooruitzicht
op de overwinning in het Ruhrconflict deed het binnen-
landsehe vertrouwen in tien frank sterk toenemen.
Of het
uiteindelijk resultaat een werkelijke verbetering in deii Ii-
nancieelen toestand van de beide landen zal brengen, worlt
voorloopig niet in de overwegingen opgenomen. Van 14.17
4
en 11,55 stegeil (le koersen na herhaalde schommelingen tot
14,95 en 12,45. Marken waren weder zeer flauw. Na een
lichte stijging op den eersten dag, viel cle koers Woensdag tot 1%. Daarna werd wederom 2% bereikt, in verband met
(ie maatregelen van de nieuwe Begeering, maar daalde
vervolgens weder op 2. Dollars iets tc’rugloopend. Skandi-
ltavië weder zeer flauw, vooral voor Kopenhagen en
Christiania. Ook Zwitserland liep weder sterk terug, slot
ca. 45.25. Spanje fluctueerde heftig onder invloed van de
militaire dictatuur. Jndië eerst weder zeer flauw, was daar-
na iets beter.
18 September 1923.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Da
ta
Londen
Berlijn
Weenen
Parij3
Brussel
New
10Sept. 1923
11.53e
0.000004k
0.0036
14.271
11.74
2•54H
11
,,
1923
11.58*
0.0000031
0.0036
14.72
12.20
2.54+*
12
,,
1923
11.54
0.000002k
0.0036
14.75
12.231
2.543%
13
1923
11.531
0.000002k.
0.0036
14.60
12.04
2.541/
8
1.4
1923
11.54
7
0.000002e
0.0036
14.85
12.31
2.54
5
1
8
15
,,
1923.
11.56k
0.000002*
0.0036
14.94
–
–
Laagste d.w.’
11.53k
0.000004
0.0035
14.14
1 1.62k
2.54
Hoogste,,
1
11.61
0.000007
0.0037
15.-
12.50
2.55
8 Sept. 1923
11.541
0•0000°5k
0.0035k
14.14
11.52e
2.54+p
30 Aug. 1923
11.57
0.000023
1
0.0035
14.32k
11.71
2.541
4
Muntpariteit
12.10
59.26
50.41
48.- 48.-
2.48%
)
oceering te Amateraam.
) NOteering te ktotterdam.
1)
Particuliere opgave._____________
D
t
°
Stock.
holm
)
Kopen-
hagen°)
C/,ris.
tionto)
Zwitser.1
lond)
Spanje
1)
Bataittol)
telegrafisch
10 Sept. 1923
67.65
46.20 41.25 45.70
34.15
96-96%
11
1923
67.70 46.10
41.10
45.74
34.25
969681
e
12
1923
67.65 46.30
41.10
45.521
34.25 95%…96
13
1923
67.55
46.-
40.90 45.20
33.95
95796
14
,,
1923
67.50
45.85
40.85
45.10
33.65
9696
15
,,
1923
67.55 45.65
40.80
45.221
33.95
961..96
L’ste d. w.
1)
67:40
45.40
40.70
44.85
33.65 9631
8
H’ste
,,
,,
1)
67.80
46.50 41.40 45.90
34.40
96
3
18
8 Sept. 1923
67.70 46.35 41.30
45.75
34.10
96%
30 Aug. 1923
67.94
47.40
41.45
45.84
34.20
9631
8
4untpariteit.
66.67
66.67 66.07
48.-
48.-
100
ioteering ce Amsteruam. ) k’articuflere opgave.
5)
Noteering van 7 Sept.
KOERSEN TE NEW YORK.
–
Doto
Cal,le Lond.
(In
3
per)
Zicht Parijs
(in ets. p.frs.)
1
Zicht Berlijn
(in cl. P. Mrk.)
1Zicht
.,4msterc!
(in ets. P. gld.)
15 Sept.
1923
4.54.25,
5.86
0.000001
39.32
Laagste d. week
4.53.87
5.67
0.000001
39.27
Hoogste
,,
4.55.37
5.86
0.000002
39.35
‘8 Sept.
1923
4.53.50
5.56
0.000003
39.30
31 Aug.
1923
4.54.50
5.64
0.000009
39.32
ltuntpariteit..
4.86.67
19.30
23.81%
1
.
40811
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
.,Plaat3en en
Landen
Noteerings.
eenheden
1
Sept.
1923
8Sept.
1923
10115
Sept.’23
Laagste 1 Hoogste
115Sepl.
1
1923
Alexandrië
.
.
Piast. p. £
9715/
97151
97151
97
15
110
97
36
1
32
*Bangkok
Sh.p.tical
1110 1110 1110 1110
1110
B. Aires’)
.
d. P.
$
38131
395
39%
Calcutta
.
.
.
Sh. p. rup.
1143133
114
5
/
32
11411
11481
16
11431
Constantin.
Piast.p.0
805
.
790 710
785
765
Hongkong
.
id. p.
$
21331,
2139/
213
31
8
213
13
116
213
51
8
Lissabon’)
.
d. per Mii.
2
13
1
32
2
7
1
211
251
1
,
2
5
1
Madrid …..
Peset.p.£
33.73 33.75 33.70 34.10
33.851
Mexico …..
25
25
24
26
,
25
Montevideo
1)
..d. per
$
id.
38
•,
39% 39%
40
39
,
12
Montreal
.
$ per
£
4.65%
4.65.’
4.64 4.67
4.65%
Praag …….Kr.
p. £
154
152
151
153
151%
R.d.Janeiro’)
d. per Mil.
5
57
1
32
581
5′
1
55
1
Lires p. £
107%
105
100%
105
10211
8
Shanghai
.
.
.
Sh. p. ta4l
31071
8
31131
311
312
3I
1
‘i
Rome ……..
Singapore.
.
id. p.
$
2
14
5
1
82
2
14
5
1
32
214
3
1
33
2/4
7
/
214
5
1
Valparai80
2
)
peso p. £
36.30
36.40 35.60 36.40
35.60
Yokohama
Sh. p. yen
211271
33
211231
33
21171
66
2/1%
.2/1%
1S.oersen der voorafgaande dagen.
‘)
Telegrafisch transfert.
0)
90 dg.
NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen N. York
te Londen N.York
15Sept. 1923..
31.11/
6411
8
16Sept. 1922..
35
8
16
69%
8
.,
1923.. 3171
63%
17 Sept. 1,921.. 39%
,
65
1
1923.. 30
15
1
62%
20 Juli 1914.. 24’5/
541
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte BaliL’ns op 17 Sept. 1923.
Activa.
Binnenl.Wis.l H.-bk.
f
66.155.444,18
sels, Prom.,’ B.-bk.
,,
35.265.198,89
enz.indisc.IAg.scb.
,,
64.822.704,76
f
166.243.347,83
Papiero.h. Buitenl. in disconto
–
Idem eigen portef.
.
f
53.289.898,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.
–
53.289.898,-
Beleeningen H.-bk.
f
24.493.239 16
mcl. vrsch. B.-bk.
,,
12.306.032,39
in rek.-crt.
op onderp. Ag.sch.
,,
99.989.573,22
f
136.788.844,77
Op Effecten…….
f
132.102.844,7
OpGoederenenSpec.
,,
4.686.000,-
136.788.844,77
Voorschotten a. h. Rijk …..
………..
14.098.447,43
Munt en Muntmateriaal.
Munt, Goud ……
f
56.240.100,-
,.Muntmat., Goud
.. ,,
525.548.925,82
f
581.789.025,82
‘Munt, Zilver, enz..
10.332.743,81
Muntmat. Zilver
Effecten
592.121.769,63
Bel. v.h.Res.fonds
.
f
5.964.480,24
‘id.van 11
5
v.h. kapit.
,,
3.947.006,62
9.911.486,86
Geb. en Meub. der Bank …………….
,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,
66.532.469,87
f
1.043.986.264,39
f
20.000.000,-
5.999.469,43
9.000.000,-
965.569.860,-
1.701:710,88
34.663.193,20 7.052.030,88
f
1.043.986.264,39
Beschikbaar metaalsaldo ………….
f
391.047.968,45
Op de basisvan 21, metaaldekking….
,,
190.661.015,63
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
–
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd ii’.
Passiva.
Kapitaal …….
…………………..
Reservefonds …………………….
Bijzondere reserve ……………….
Bankbiljetten in omloop…………..
Bankassignatiën in omloop………..
Rek.-Cour.j Het Rijk
f
–
saldo’s:
Anderen
,,
34.663.193,20
Diverse rekeningen ………………
1.955.239.842,25
826
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 September 1923
NED. BANK 17 September 1923
(vervolg).
Voernas.mste .nosten in duizenden guldens.
Dato
Goud
Zilver
B
k’
jetten
Andere
opetschb.
schulden
Beschikb.
Metaal-
saldo
Dek-
kings-
perc
17 Sept. ‘231581.789
10.333
965.570 36.365 391.048
59
10
’23
581.789
10.387
1
963.718
32.813
392.183
60
3
’23
581.791
10.505
966.693
42,423 389.783
59
27 Aug. ’23
581.795
10.956
931.910
34.633
398.752
Civ
20
’23
581.794
11.007
930.715
29.071
400.153
62
13
,,
2
23
581.793
10.870
939.468
30.357
398.005
61
18 Sept. ’22
605.955 8.902
966.944
23.452
416.037
62′
1.9 Sept. ’21
605.969
10.267
999.361
39.652
407.692
5
25 Juli
’14
162.1141
8.228
310.437
6.198
1
43.521
1
)1
54
Totaal
iervan
Papier
1
Diverse”
Data
bedrag
1
S
h
chatkist.
Belee-
het
rekeningen
disconto’s
promessen
ni
op
ngen
buitenland
”
17 Sept. 19231
166.243
22.000
136.789
53.290
66.532
10
1923
166.509
22.000
135.683
52.720
67.153.
1923
165.330
22.000
145.921
52.577 64.579
7 Aug. 1923
141.169
2.000
133.242 52.591 58.389
20
1923
139.094
–
136.098 49.502 67.713
13
1923
142.124
–
14.1.487
34.084 85.303
18 Sept. 1.9221
181.727
30.000
1.10.250
72.473 20.199
19 Sept. 19211
243.833
76.000
129.495 45.841
15.088
25 Juli
19141
67.947 14.300
1
61.686
20.188
–
) up ae oasts van
,,
tItnLao.iuea,tn5. -, otutpus’…
–
‘s
RIJKS SCHATKIST.
Uitde bekendmaldn.gvanden Minister van Finan-
o i ë n blijkt, ‘dat uitstonden op:
1
10
Sept. 1923
_I
17 Sept. 1923
Aan schatkistpromessen f209. 180.000,-
1
f2O7.730.000,-
waarv.directbij Ned. Bk. ,, 22.000.000,- ,, 22.000.000,-
Aan schatkistbiljetten. ,,214.958.000,-‘ ,,214.917.000,-‘
Aan zilverbons …….
.,, 28.175.369,50 1,3 28.141.124,50
Tegoed v.d.Postch. en Gdst.
bij’s Rijks Schatkist. . .
1
,,106.352.826,531 ,,106.352.826,53
Onder de vlottende schuld is begrepen:
Voorsch. aandeKoloniën ,,155.882.000,- ,,158.831.000,-
Voorschot aanGemeenten
31 Juli 1923
3′ Augustus 1923
voordoorRijkvoorhen ,, 40.452.561,61 ,, 79.670.697,23
te heffen lak. belastingj
t)
Waarvan f37.056 000
vervallen
op
of na 1 April
1927.
NEDERLANDSCU-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniëii maakt bekend:
8
Sept. 1923
1
15 Sept. 1923;
Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan N..I ……… .fl
4I.5l8.O19,28
f
142
.
631.344,18
md. Schatk.prom. in om!. ,, 79.100.000,- ,, 79.100.000,-
Voorsclt.Jav.Bk.aanN.I. 5.700.000,-‘ ,, 8.000.000,-
Muntbiljetten in omloop.,, 40.800.000,- ,, 41.700.000,.
2
t
) Tegoed van
Ned -Indië
bij
de Javasche
Bank.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
2
k-
Andere Beschikb.
o:
Data
Goud
Zilver
.
?”
tje tien
opeisd,b.
metaal- schulden
saldo
8 Spt. 1923
222T000
264.500 128.000 144.000
1 ,, 1923
222.250
258.500 127.500 145.050
25Aug.1923
220.250
259.000 119.500 146.550
11Aug.1923 153.982
60.699 266.111 105.742 140.912
4 ,, 1923 160.893
60.926 262.947 103.259 149.200
28 Juli 1923 152.380
60.920 260.975 107.053 140.285
9 Spt. 1922 149.304
54.104 270.305 105.072 128.944
10 Spt. 1921 202.255
20.751 306.174 140.110 134.218
25 Juli1914 22.057
31.907
110.172
12.634
4.842
Wjssds.
Voor.
Dek-
Dis-
buiten
Belee-
schotten
Diverse
kinjs-
ata
.
conto’s
N.-Ind.
ningen
aan het
TC
e1
percen
ningen )
etaa oaar
(
ouv.nem.
tage
8 Spt. 1923
176.500
5.700e
•**
57
1
1923
168.830
2.700
***
58
25Aug.1923
162.820
100
*0*
59
11Aug.1923 38.701 41.297 74.305 7.123 18.448
58
4 ,, 1923 38.709 40.925 65.003
1.711
19.893
61
28Juli1923 36.219 37.788 69.876 10.106 22.997
58
9Spt. 1922 35.136 33.152 104.604
–
23.825
54
10 Spt. 1921 35.186 19.215 115.748
1
40.809
20.156
49′
25 Juli1914 7.259 6.395 47.934 6.446
2.228
44
‘) Slultpoat activa.
2)
BasIs
‘/1
metaaldekklng.
5)
Credltsaldo.
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
1
Discontds
Div. reke-
ningen’)
28 Juli
1923..
1.193 1.778
1
854
1.187
523
21
1923..
1.193 1.697
981
1.194 534
14
1923..
1.192
1.729
1
963 1.204 500
29 Juli
1922..
1.341
2.038
1
761
.
1.217
421
25 Juli
1914..
645 1.100
1
560
735
396
t)
Sluitpost der activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATENO
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoegiii.g der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
Data
Metaal
Circulatie
Currency Notes.
–
Bedrag
________-
1
Gouda’.
_________
1
Gov.
Sec.
12 Sept. 1923
127.648
124.091
285.312 27.000
240.834
5
,,
1923
127.650 124.885
286.022
27.000
241.542
29 Aug. 1923
127.643
124.605
285.069
27.000′
240.592
22
,,
1923
127.643
124.277
286.768 27.000
242.542
13 Sept. 1922
127.421
122.065
291.585 27.000
249.001
22 Juli
1914
1
40.164
1
29.317
– –
–
Data
Gov.
Sec.
Other
1
Sec.
Public
Depos.
Other
–
Depos.
Dek.
Reserve
1
kings-
1
perc.
t)
12Sept.’23
47.040
70.166
15.752 106.509
23.3081
19,06
5
,,
1
23
49.846 70.030
14.129
110.016
22.515118,14
29 Aug.’23
46.281
69.208
16.581
103.550
22.7881
18,97
22
’23
46.456 70.053
15.325
106.197
23.1161
19,02
13Sept.’22
46.753 71.466
10.405 113.436
23.8091
19,22
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
1
42.185
29.2971
528/
8
) veruuuuuu uoocuau
a000rvo
VU nJUbDIuD.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voorutjam.ste posten, ouder bijvocgin.g ider Darlehen.s’
kassenscheine, in milliarden Mark.
Kassen- 1
Data
Metaal Daarvan1 Waa7v. 1
Dek-
Goud hij Buitl.l
scheine
Circulaile
kings-
Icird.bkn’I
Iperc.
2)
31 Aug. ’23
21,4
0,510
0,011
14.176
663.200
2
23
–
’23
22,5
0,512
0,010
13.018
273.906
5
15
’23
22,6
0,516
0,010
12.641
116.403
11
7
23
25,1
0,596
0,090
2.569 62.327
4
31 Aug. ’22 1,0
1,005
0,050
23
238
10
23 Juli
’14
1,7
1
1,357
–
0,065
1,9
93
Wissels
.
Darlehens- kassenscheine
Rek. Crt.
Totaal
Handels-
Schatkist.
Totaal
In kas btjde
St
Wissels
papier
uitgegeven
Rijksbank
S
,
psI1.151.863 164.644
987.219
591.080
14.180
14.180
lIt 596.576
89.696
506.880
326.237
13.000
13.000
‘ 227.166
49.532
177.634
113.167
12.700
12.600
104.987
25.340
79.646
38.044
2.600
2.600
272
. 22
250
56
37
23
0,751 1 0,751
–
0,944
–
–
t)
Onbelast. Bovendien verpand op
7 tug.
1923 245.5
miii, op’
15
Aug.
1923 325.5
miii., op
23
Aug.
1923 325.5
mill.,op
31
Aug.
1923 325,5
millioen,
t) Dekking der circulatie door metaal en
Kassenscheine.
BANK VAN ‘FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden franca.
Waarvan
.
Te goed
1
Buit.gew. Data
Goud
in het
Zilver
in hetvoor,ch.
Buitenland
Buitenland old. Staat
13Sept.’23 5.538.161 1.864.345 294.647
581.126 23.800.000
6 ,, ’23 5.538.103 1.864.345 294.540 581.382 23.900.000
30Aug.’23 5.537.957 1.864.345 294.437 568.773 23.400.000
14Sept.’22 5.532.223 1.948.367 286.404 576.249 23.900.000
23 Juli’14 4.104.390
–
639.620
–
–
Uiige-
Rek. Crt.
Rek.
Wissels
stelde
Eelee.
Bankbil.
Part!.
Crt.
Wissels
ningen
jeiien
eulieren
Staat
2.259.622
18.345 2.134.610 37.703.655 1.927.467 26.378
10 2.199.085
18.387 2.125.896 37.998.782 1.935.149 35.900
‘ 2.634.145
18.764 2.045.908 37.364.044 1.909.405 19.506
1.887.327
33.195 2.120.574 36.607.125 2.130.1i5 22.137
1.541.980
–
769.400 5.911.910 942.570 400.590
19 September 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
827
2ANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaa.mt
.e posten in duizenden 1 ranes.
metaal meteen.
1
ijeleen,
tnn.
Rek.
1
mcl.
Van
1
van
1
wissels
Circu.
1
Dato
bulten!, bulten!.
1
prom. d.
1
‘en
iatic
Cr1.
saldi
vorder.
1
proolnc.
heleen.
t
PartfC.
13 Spt.’23 347.623 84.653480.000 1320.278 7.139.546 193.969
6 ,, ’23 347.509 84.653 480.000 1330.000 7.114.739 100.452
30Aug.’23 348.766 846531480.000 1256.439 7.193.628 172.580
14 Spt. ’22 330.994
84.053
1
480.000
606.56216.501.105 361.446
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenclen dollars.
Goudvoorraad
FR.
Data
Zilver
Notes in
Totaal
Dekking
1
F. R Notes
In het
dc.
circu-
–
bedrag
buitenl.
latie
29 Aug. ’23
3.120.989
2.110.468
–
1
80.245
2.224.760
22
’23
3.122.764 2.150.305
–
78.612
2.225.063
15
’23
3.120.881
2.137.707
–
74.186
2.231.815
30 Aug. ’22
3.063.414
2.235.243
–
132.47412.153.181
Totaal
Gestort
Dek-
Dek-
Data
Wissels
.
Deposito
Kapitaal
kings
kings-
perc.
1)
perc.
2)
29 Aug. ’23 989.003 1.907.582
109.751
75,5
77,5
22 ,,
’23
957.206
1.881.905
109.678
76,0
77,9
15
’23
974.628 1.902.430
109.886
75,5
77,3
30 Aug.
‘221
576.074 1.881:680
106.086
75,9
79,2
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelacbbare
schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTiCULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Aantal
u
:
)
;;
O
,
:
z
o
e
O
t
l
te
Reserve
Totaal
Waarvan
Data
b,j de
. .
time
banken gddcnen F. R. bak, a’eposrto
5
deposits
22 Aug.’23
76911.676.507 1.340.529
1
15.003.020 3.981.112
15 ,, ’23
770 11.702.009 1.359.778 15.112.400 3.971.754
8 ,, ’23
771 11.696.092 1.382.893 15.084.459 3.971.879
23 Aug.
‘221
791
V 10.766.0391
1.35.998 14.706.370 3.588.105
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 17 September 1923.
Ondanks het niet bijster voorspoedig verloop van de on-
(terhandelingen tusschen Duitschla.ud en Frankrijk – in-
dien uien althans van onderhandelingen mag spreken, nu
dc iii cle redevoeringen van Streseniann belichaamde voor-stellen nog geen rechtstreeksche uiting van Fransche off i-
cieele zijde hebben uitgelokt – is men bij onze Oosterburen bezig maatregelen te nemen, die een verder verval van ]set
ge]dwezeti moeten voorkomen en die opnieuw een natie
zullen moeten. scheppen, gereed en geschikt om op vaste
basis het economisch leven te doen opbloeien. Aan het ge-
weldige van deze taak is het w’ellicht, toe te schrijven, (lat
cle reeds lang gefoi’mnleerde znaatrege]eu slechts langzaam
vorderen en dat mcii inmiddels telkens komt tot beslui-
tezi, die de moeilijkheden van den overgauigstijd duidelijk deinonstreereii. Enkele dagen geleden toch stond het vast,
dat liet plan E1.elfferich – liet invoeren vati een ,.,rogge.
valuta – definitief was verworpen en dat iii plaats hiervan
het donkbeeld
WftS
aanvaard tot oprichting van een nieuwe
circtilatiebank, die biljetten zou ‘uitgeven, volkomen gedekt door goud en goud-vorderingen. Plotseling echter is het be-
richt gelanceerd, dat nu toch een valuta’ zal worden inge-
voerd, gebaseerd op cle roggeprijzen, welk bericht vergezeld
is gegulan van de mededceling, dat dit nieuwe betair.Imiddel.
slechts zou dienen om in den oogsttijd en kort daarna een
functie te verrichten. Nadere omschrijvingen ontbreken tot
dusverre, doch het is vermoedelijk niet ver van de waal-
held, indien incH ook hier weder machtige politieke finau-
cieelo invloeden aanwijst, als oorzaak van deze gedeeltelijke
front-verandering. Het plan vati een goucl-biljettenbank
heeft men echter klaarblijkelijk niet laten varen cii men
is thans doende vormen te vinden. waarin de reeds voor het
grootste gedeelte feitelijk voltrokken omwisseling van hel
op papiermarken gebaseerd verkeer in 60n, gegrondvest op
cle goind-niark lcan worden gegoten. Het disconto toch valt
de Rijksbank is verhoogd tot 90 pCt. ‘s jaars (of, zooals (Ie
formuleering luidt, 734 pCt. per maand), terwijl tegeijkei-
tijd de beleeningsrente is verlaagd van 31 pCt. tot 10 pCt.
‘S
jaars. Op deze wijze wil men trachten de credieten in
papieren marken zoo duur te nialcon, dat zij niet meer aan-
trekkelijk worden geacht, terwijl de rente voor beleeningen,
die reeds op de basis van een bestendige waarde worden
verleend, althans grootendeels, meer tot normale verhou-
dingen wordt teruggebracht. Het is duidelijk, dat deze bc-
sluiten slechts aangemerkt kunnen w’orden als eerste stap-
pen op den weg, die naar een definitieve oplossing .vert.
Want, hij een rentestand in de open markt van 700 h 1000
pOt. ‘s jaars is een officieel disconto van 90 pCt. natuur-
lijk geenszins afschrikwekkend (vermoedelijk moet hierin
ook de reden worden gezocht van het zonder eenig verzet
aanvaarden der verhooging door de Commissie uit de
Rijksbank) terwijl, aan den anderen kant, een berekening van 10 pCt.
‘S
jaars voor bestendige credieten als veel te
hoog moeten vorden gekarakteriseercl. Wellicht is het ook
teil deeleaan de tot nu toe nog veel hoogere beleeningsreuite
td’e te schrijven, dat de leveusmiddelenprijzen in Duitschland
in den laatsten tijd zoo sterk boven het dollar-niveau zijn
gestegen. Volgens een berekening van de Frankfurter Zei-
tung heeft de dollar thans een stand bereikt, overeeuiko-
nienci iflèt het 23.214.285-voudige van de vredes-pariteit, tetwiji levensmiddelen cii andere benoodigdheden zijn ge-
stegen tot het 25.649.21 0-vouidige. Ongetwijfeld zijn er ook
andere factoren, die een woordje medespreken
;
in de eer-
st.c’ plaats iiel de risicos, die door iederen fabrikant en
handelaar in meer dan ruime mate bij de prijsbepaling wor-
ç
den berekend. ])och het is te verwachten, dat er althans
eenige verbetering zal kunnen intreden, als een sterk zicht-bare 1)rod(iieftictor aanmerkelijk kan worden verlaagd.
•
Inmiddels is men in serieuze ki
–
ingen in Duitschlanrcl
zelve niet zeer optimistisch, omtrent cle naaste toekomst ge-
sternd. Men is er te sterk van overtuigd, dat politiek eni
financiën te eng zijn verbonden, dan dat een oplossing val)
de monetaire verwikkelingen mogelijk zou kunnen zijn, zon-
der een gelijktijdige regeling van de politieke conflicten.
En, hiermede rekening houdende, heeft ook de beurs haar
tendens niet gewijzigd. Mocht er ook al op sommige dagen
een zeer lichte neiging tot reactie waar te nemen zijn ge-
1
weest, al zeer spoedig werd deze achterhaald door een nieun-
we geweldige rijzing, die het niveau van de aan de beurs
van Berlijn en andere Dnitsehe bankplaatsen verhandelde
fondsen met millioenen procenten heeft doen stijgen.
‘De stemming op de overige markten van het vastelancl’is
veel kalmer geweest. Met name te L o n d e u waren de ore-
zetten gering en was het koerspeil weinig bewogen. Er
waren clan ook geen factoren, die eenigen stimulans hadden
kunnen geven. De lange afwezigheid buitenslands van. dcii
Premier ]3aldwin heeft aanvankelijk wel cle hoop gewekt,
dat er in het Fransch-Duitsche conflict eenige teekening
gebracht zou kunnen worden door de daadwerkelijke liulu
van Engeland, doch nu men de houding van Frankrijk ten
aanzien van de jongste Duitsche voorstellen heeft out-
waard, is het den meesten wel cluide]ijk geworden, dat de
bngelsche Regeering er vooloopig de voorkeur aan geeft de
ontwikkeling der gebeurtenissen af te wachten. En- zon is
men weder tot het oude pessimisme vervallen, een pessi-
misme, dat in Engelaud weliswaar geen aanleiding geeft
tot heftige dalingen ter beurze, gezien den innerlijk gezon-
den toestand van industrie, verkeer en financiën. doch dat
zich uit iii eelt bijna volslagen stilstand van den beurs-
haitclel. Eenigc opleving is ontstaan voor de aandeelein,
soorten, die in nauw verband staan met de staal- en kunst-
zijde-nijverheid, wijl mcii voor deze branches eenige Japan-
sché orders verwacht, doch overigens.waren er geen feiten
vaui beteekenis te registreeren.
Te P a r ij s daarentegen is de stemming veel geënerveer-
clei’geweest, waarbij de koersen echter vrijwel over de ge-
bede linie aanmerklijk konden stijgen. Arbitragew:nardeui
n,a.,kteni hierop een uitzondering, in verband met de ver-
heteiing van den Frauschen wisselkoers, doah waar deze
verbetering op zich zelve een vreugdevdl verschijnsel want,
spieekt het vanzelf, dlat de beurs als geheel opgewekt van
tendens ‘was. Het is moeilijk mi té gaan, voor i-ttlk deel’
cle stijging van den Frau.ischen Franc aan zuiver econonti-
sche motieven en voor welk deel aan financieel-technische
maatregelen is toe te shrijven. In buiten.landsche beu rs-
centra helt men over tot de meening, dat althans
in
zekere
mate bewust, richting aan de Fransche w’isse1bewcgiu.ig
wordt gegeven, temeer, omdat de Fraitsché Regeering hint-
nen afzienbareuj tijd een nieuwe leenings-transactie wenischt
cIor te voeren. Vermoedelijk zal een leening worden aange-
boden in dec vorm van obligaties niet betrekkelijk korteut,
doch verschillenden looptijd; volgens Fransche berichten
zouden deze obligaties aflosbaar zijn in drie, zes of tien
828
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 September 1923
jaxee niet dieuovereenkomstige premies De rente wordt op zes procent getaxeerd. Tot nu toe heeft de Pransche Regea
ring met inbegrip van de emissies vali het Credit National
en van de. ,groupements” der bewoners van de verwoeste
gebieden over 1923 minder opgenomen, clan w’aarvoor zij
autorisatie heeft verkregen, zoodat de komende leening
vermoedelijk van vrij grooten omvang zal worden. Een gun.-
stige wisselkoers met, dientengevolge, een lager peil van de
prijzen der eerste levensbehoeften, kat natuurlijk slechts
gunstig werken in de richting van het welslagen. Toch zijii
er ook bepaalde economische factoren, die. het gewenschte
effect op den koers van het i?ransche betaalmiddel uitoef e-
nen. De inclustrieele bedrijvigheid bijv. is aanzienlijk
en zelfs de z.g. ,,zware” industrie heeft zich niet al te
zeer te beklagen, ondanks de hinderpalen, clie de beperkte
kolen-aanvoer haar nog steeds in den weg legt. Voorts is
het ni.t wel zeker, dat de graan-import,
—
indien al nood-
zakelijk — zeer veel geringer zal behoeven te zijn dan het
vorig jaar, waa.rdoor groote bedragen bespaard kunnen
worden. Dit alles tezamen genomen, heeft het vertrouwen
in de I{egeering .en in de toekomst slechts kunnen bevesti-
gen, zoodat het volkomen verval van de mark zelfs geener-
lei invloed meer uitoefent.
In N e
w
Y o r k is de stemming weifelend geweest. Men
houdt in de Unie nog geen rekening met de Europeesche
toestanden, doch de omstandigheden iii cle Vereenigde St:i-
ten zijn op zich zelve niet van dien aard, dat een steeds
opgewekte beurssteniming gerechtvaardigd zou zijn. Tegen-
strijdige berichten doen de ronde. Nog steeds worden groote
verwachtingen gekoesterd, omti1ent een opleving in de eerst-
komende maanden doch, in verband met de concrete mede-
cleelingen der industrieele bedrijven, wordt deze hoop niet
overal in gelijke mate gedeeld. In vele gevallen toch vertoo-
mien de cijfers van de geboekte orders eerder een afname
dan het tegenovergestelde. Ook baart cle toestand in de
petroletim-imj’erheic1 zorg. De overproductie in Californië,
instede van geringer te worden, heeft uitgebreider. vormen
aangenomen en de groote ondernemingen staan hier vrijwel
machteloos, gezien liet feit, dat een zco groot aantal kleine
en onafhaukeljke eigenaars de verschillende terreinen ex
ploiteort. Toch kan niet iorden gezegd, dat de algemeene
tendens ongeanimeerd is geweest, hoewel het optimisme in
de achter ons liggende week niet sterk tot uiting is ge-
komen.
Te ii o n ‘z e rit héeft de markt een zeer kalm verloop
gehad. Voor
hele ggingswaarden is
de normale toestand we-
der teiuggekeerd; het ilgemeen koersniveau heeft zich ge-heel van de schokken van de voorafgaande weken kunnen
herstellen. Toch dient niet uit het oog te worden verloren,
dat de recentelijk geconstateerde nacloelige koersverschillen
voor onze inheemsche staats-fondsen voor een groot deel
zijol veroorzaakt door dc opstuwing van verkoop-orders in
enkele dagen tijds. Waren deze verdeeld geworden over een
ruimer tijdsverioop, dan zon de reactie — en ook het hier-
na gekomen herstel
—
niet zoo grooten omvang hebben
aangenomen. De fluctuaties van dei:i. laatsten tijd geven
derhalve niet zuiver de gevoelèns aan, clie een tijdlang heb-
ben geheerscht.
Van huitenlandsche staats-papieren konden Japan en
Brazilië iets monteeren.
10 Spt. 14 Spt. 17
Spt.
Rijzing of
daling.
6
0
/o Nederland 1922 … . 100
10081
10
10071s + 1101
5
o/
,,
1918 . . . .
90
901110
90i1
+ /
io
4%
0
/o
,,
1916 ..
88%
8811
8
88
—
4
ojo
,,
1916 . . .
82%
81′,
817/
18
—
3%
0
/0
,,
74X
74
74
3
o
,,
. . .
65
6471
8
Mal
0
..-
2% ol
o
Cert. N.W. S. …… 5538/,, 55
18
1
55%
—
23132
7
0
/1
Oost-Indië 1921
101I1/
j6
101
11
/ 1011o,,,
-f-
3
,,
6
0
/0
1919 – . .
97II1
97%
97%
+
1
1’9
5
O/
,,
1915 . . .
90
18
91%
92
± 1
3
18
5
0/
Rusland 1906
3%
3%
4
+
4 o/
0
Rusl. bij Rope & Co
4
4%
4’l/16+,li/to.
4 o’
8
Japan 1899 ……..60
6431
64% + ‘%
5 o, Brazilië 1895 ……43%
45%
451.
+ 2
8
0/
San Paulo 1921
96%
97
6
0
/0
Amsterdam 1920
101
—
—
7
o,’o Rotterdam 1920. . . 101%
10111
8
101
71
8
+- ‘Is
De . aandeelenmarkt was grootendeels in handen van den
heroepshandel. Zoo is het ook te verklaren, dat
indnstrieele
wa08-deao
niet profiteerden van het bericht, dat de uitvoer-
contrôle uit Dnitschland is opgeheven, hoewel hierin toch
het bewijs is te vinden, dat de prijzen van de bij onze Ooste-
lijke buren gefabriceerde artikelen ôf het wereld-niveau
hebben bereikt, Of dit reeds hebben overschreden.
Te.baksfonclsex
werden aanvankelijk in iets grooter mate
uit de markt genomen in verband met de aankondiging van
een interim-dividend ad. 10 pCt. op aandeelen Deli-Batavia
Tabak.
,S’uikerwacrrden
bleven vast
als gevolg van de be-
richten omtrent gunstige afd9eningen
door
de
V.J.S.P.
.kubberaandeeleib
daarentegen waren ietwat gedrukt
toen
bleek, dat de voorraden te Londen
in geringe mate waren
toegenomen.
De
petroieumnrarkt
was verdeeld.
Op sommige (lagen nam
de Amnsterdamsche beurs hei initiatief tot hooger koersen
vor aandeelen
Koninklijke Petroleum Mij. en doorgaans
heeft dit fonds zich dan ook goed
kunnen handhaven, al
waren er enkele vrij groote reacties te constateeren. Aan-
doelen
Geconsohideercie bleven
voortdurend
vast op
aan-
knopen van bepaalde zijde.
10 Spt
14 Spt
17 spt
Rijzing of
daling.
Amsterdamsche Bank
11711
2
117
1178%
+ %
Incasso Bank …………87%
88%
–
+ %
Koloniale Bank .’ ………154%
153%
I52o1
–
1
7
10
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand
127
128
126%
—%
Rotterd. Bankvereeniging
90%
—
–
Amst. Superfosfaatfabriek
34
—
–
Van Berkel’s Patent ……40%
39%
39
—
1%
Gouda Kaarsen
……….69
72
73%
.-f..
4
Holl. Draad- en Kabelf abriek
58%
6211,—
j_ 3%
Jurgens’Ver.Fabr.gew.aand
56%
53
55%
—
1%
pr. aand
59%
57
58
–
1%
Leerdam Glasfabrieken
32%
—
31
–
1%
Philips’ Gloeilampenfabriek 252
250%
251%
—
Vereenigde Blikfabrieken
101%
–
—
Vereen.Chemische Fabrieken
38
—
—
CompaniaMercantilArgent
9’1
8%
9%
+
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
165%
16434
164%
—
1
Handêlsver. Amsterdam
439%
439%
442%
+
23%
Handeisverg. Reiss
&
Co
25
—
27
+
2
Int. Crediet- en Handeisverg.
Rotterdam
…………179%
17934
175%
—
3%
Linde Teves
&
Stokvis
64
64%
64%
+ %
Tele
&
Co’s Handel.Mij…..4%
—
7%
+
2%
Redjang Lebong Mijnb.-Mij
96%
97
102i/
+
6
Gecons. Hol!. Petroleuni-tolj
138%
136%
.135
—
3%
Kon. Petroleum.Mij. …… 354%
348%
351
—
20/
t
Amsterdam-Rubber-Mij …. 159%
154
,
1
8
15211
–
7818
Nederl.-Rubber.Mij.
……
79
—
—
Oost-Java-Rubber-Mij.
…. 228%
223
221
–
7%
Dehi-Batavia Tabak Mij.
324
31834
317
—
7
Dehi-Maatschappij
.
……..295%
289
289%
—
6%
Senembah-Maatschappij
70
264%
268%
—
1%
De
achcepvaart-afdeeling
heeft hare
vaste houding niet
kunnen handhaven. Bij sterke afname van den handel lie-
–
pen ook de meeste koersen terug, waarbij de aandeelen der
Indische lijnen nog het best op peil
bleven.
lOSpt
14Spt
17Spti58
of
daling.
Holland-Amerika-Lijn
88 83
82
—
6
,,
,,gem.eig
77
7011,
71
.
—6
flollandsche Stoomboot-Mij
20
19%
.
17
—3
Java-China-Japan-Lijn
78%
82
80
+
1%
Kon. Hollandsche Lloyd
8
8’18
87
18
+
71
Kon. Ned. Stoomb.-Mij …..
56g
—.
54
—
Konink.Paketvaart-Mij.
110
—
114
+
4
Maatschappij Zeevaart
52
–
–
Nederl. Scheepvaart-Unie
108
109
108510
+
5/
Nievelt Goudriaan ……..88
–
843/
4
84
—
4.
Rotterdamsche Lloyd ……123%
123
1243%
+
1
Stoomv.-Mij. ,,Nederland”
– –
136
139%
14071
s
+
41
,,Noordzee”
25
26%
—
.4-
1%
De
A.nuerikee.nsche me.rkt
reageerde bij geringen handel.
10 Spt.
14 Spt
17 S
p
t
.
Rijzing of
daling.
Americ. Smelting
&
Refining
61
60
59
’11
—
li/
jo
Anaconda Copper
……..85%
85
83%
–
21/
4
Studebaker Corp.
……… 110%
107
105%
–
4%
Un. States Steel Corp…..97%
94
93’18
—
4o,
Atchison Topeka ……….
102%
—
–
Ene
………………..
1571
8
14%
14
—
1
71
8
Southern Pacific ……….93l
3
/
92%
91
8
18
27/
Ig
Union Pacific
…………139%
137%
135%
–
4
Int.
Merc. Marine orig. gew.
8
7
1
7ia1
1 g
7%
—
81
116
pref.
2611
10
27%
2531
8
—
11
110
De
gelclrnarkt
was ruim en
stabiel;
prolongatie 3 pCt.
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
18Septiber 1923.
De rajningen van den Canadeeschen trwe-oogst tonnen
nog
vel onderlinge verschillen, doch
zij stemmen daarin
19 September
,
1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
829
Noteeringen.
Locoprjzen te RottrcLam/A.mster-dam.
Chicago
Data
Tarwe
–
MaTs
Sept.
Sept.
15 Spt.
123
99K
829(
8
,,
’23
102h
8551
8
15 Spt. ’22
10151,
62(
I5Spt.’21 126(
53
15 Spt.
1
20
2503,
13271
8
20Juli’14
82
5681
8
1)
Per Febr.
2)
Per Sept.
Buenos Agres
Hauer
Tarwe
MaTs
Ltjnzaad
Sept.
Sept, Sept.
Sept.
383
14
11,50
8,80
23,._
37’1
11,70
2)
9,_2)
22,952)
374f
11,30
8,05
18,55
3651
8
17,55
S,95
21,30
61
20,50
1
)
10,15
26,70
36
–
9,40 5,38 13,70
Soorten
Ta
rwe
*t)
Rogge (No. 2 Western)
1)
Maïs (La Plate) ……..
Gerst (48 ib. malting) …2)
Haver (38 ib. White cl.).
.1)
Lijnkoeken (Noord-Amen.
ka van La Plata-zaad)
1)
Lijnzaad (La Plata) .. . .
3)
‘)
. 100 KG.
2)
p..20(
) Nr. 2 Hard/Red Wint
17September 10September 18September
1923 1923
1922
12,50
12,25
12,35
9,25
9,70
194,-
215,-
170,-
171,-
193,-
10,_
10,25
11,75
11,40
13,75
438,- 432,-
380,-
0
KG.
er
KG.
3)
per 1960
Wheat.
AANVOEREN
in
tons van 1000 KG.
Rotterdam
.
Amsterdam
Totaal
Artikelen.
9115 Sept. Sedert
Overeenk.
9115 Sept.
Sedert
Overeenk.
I23
1 Jan. 1923
tijdvak 1922
1923
1 Jan. 1923
tijdvak 1922
1923
1922
Tarwe ……………..
10.151
532.323 807.836
–
31.086 30.124
563.409 837.960
1.819
302.879
195.015
–
485
–
303.364
195.015
logge
……………….
4.852
16.497
9.555
–
– –
16.497
9.555
Boekweit
……………
3.067
414.955 722.574
81
295
53.759
73.435
468.714
796.009
Maïs
………………..
4.257 157.747
104.681
–
9.227
j.597
166.974
108.278
2.633 54.416 84.798
–
50
54.949 84.848
Gerst ……………….
1.774
101.160 126.342
–
49.856 61.864
151.016 188.206
Haver
……………..
Lijnzaad ……………
5.130
153.931
87.608
. –
–
1.547
153.931
89.155
Lijnkoek ……………
Tarwemeel ………….
4.453
68.781
38.568
–
4.509
5.338
73.290
43.906
Andere meelsoorten
–
1.444
8.036
–
–
2.615
1.444
1
10.651
overeen, dat men blijkbaar algemeen van meeniug is, dat
Canada een record-oogst heeft. in vergelijking met ver-
leden jaar wordt cle oogst ongeveer 70 millioen hushels
grooter geschat en daar deze hoeveelheid ongeveer gelijk
is aan wat cle oogst in cle Vereenigde Stateh minder ge-
raad wordt dan de opbrengst van het vorige jaar, kan
men in ronde cijfers zeggen, dat de opbrengst van den
tarwe-oogst van het Noorcl-Anierikaansche Continent dit
jaar ongeveer gelijk za] zijn aan ctien van het vorige jaar.
Dit is een resultaat, dat aanmerkelijk beter is clan men
eenige weken geleden had durven vermoeden. Niet alleen kreeg men toen berichten over dcii achteruitgang van den
stand van de zomer-tarwe in de Vereenigde Staten, doch
ook de berichten van Canada waren geenszins gunstig en
het is dan ook wel boven verwachting, dat Canada ten
slotte met een record-oogst voor dn dag komt. Zoowcl
Chicago als Winnipeg waren dan ook f]auw gestemd gedit-
rende cle afgeloopeit week. Chicago liep terug van 19234 tot
99 voor den Septembertermijia en Winnipeg van 9734 tot
94% voor den October-termiju. Met clie prijzen meenen cle
boeren in Noord-Amerika niet te kunnen uitkomen, doch
op dit oogenblik ondervindt men nog geen gevolgen van
de ontevredenheid, die zij daarover -betoonen. Wel wordt
bericht, dat cle uitzaai van wintertarwe aanmerkelijk klei-
ner znl zijn, doch nadere cijfers hebben bus nog niet bereikt
en het is zeer de vraag of dit dreigement wel uitgevoerd zal
worden, aangezien cle boeren zelf zich met deze politiek toch
evenmin zouden bevoorcleelen. In Europa waren de markten
kalm gestemd. In ladingen ging zeer weinig om, alleen
Italië toonde eenige belangstelling en kocht eeuige ladin-
gen Australische tarwe. Overigens concurreerde .Australië
weinig op cle Europeesche markten, aangezien dat land
betere prijzen kon maken naar het v’erre Oosten. De we-
reidverschepingen waren iets ruimer dan de
–
vorige week.
liet totaal der verschepingen sinds 1 Augustus is aanmer-kelijk minder dan verleden jaar of 2 jaar geleden, hetgeen
voornamelijk moet worden toegeschreven aan het feit, dat
Dnitschland zooveel minder betrekt. Engeland blijft gere-
geld als kooper optreden, omdat de voorraaden daar niet
groot zijn, doch men heeft er een open oog voor cle wereld-
positie van het artikel tarwe en men is algemeen van oor-
deel, dat de productie dit jaar grooter is dan de import-
landen zullen kunnen opnemen. Op sommige dagen bestond
er nog al belangstelling voor partijen Manitoba-tarwe, toen
clie tot aanmerkelijk lagere prijzen te koop waren. Argen-
tinië gaat voort ‘op tamelijk ruime schaal tarwe te ver-
schepen, terwijl ook de oogstberichten betreffende den
nienwen oogst gunstig blijven luiden. Betreffende Rusland kunnen wij deze week weinignieuws
vernielden. Op het oogeublik is de Sowjet-Regeering niet
dringend aan de markt, doch vrijwel algemeen verwacht
mei), dat de verschepingen. in den loop van het jaar aan-
ziefilijk ullen worden, althans van rogge en gerst en in
1
iindere mate van mais. De tarweverschepingen zullen
waarschijnlijk nog niet van grooten omvang zijn.
• Na de levendige markten der laatste week trad er deze
week een reactie in voor ma-ïs. Gebrek aan kooplust deed
zich in bijna alle Europeesche markten geldien met als ge-
volg een langzaam terugloopen der prijzen. Ook Argentinië
liep 20 á 25 .ctnis. terug, doch tea slotte w’erd dle stemming
iets beter, in ladingen ging in cle afgeloopen week bijna
niets om. De meeste belangstelling bestond nog voor par-
tijen Zuidl-Afrikaansche maïs, die meest in lingeland tot
naar verhoudh]:Ig goede prijzen plaatsing vonden. Eet feit,
dat op latere af lading door Zuid-Afrika weinig of niets
wordt aangeboden, prikkelt natuurlijk eenigszins dien koop-
lust. De tamelijk gi
–
oote hoeveelheid La Plata-niaïs, onder-
weg naar of ladenil voor het Continent veroorzaakt, dat de
meeste Coictinentale markten geen belangstelling toonen.
Enkele Midldlel lan cl sche zeeni arkten waren zei fs zoo gedie-
primeerdi voor dlisponibele maïs, dat zij trachtten locale
voorraden naar Nooï’d-Europa te verkoopeii. De Noord-
Amerikaansche markten waren -kalm gestemd. De zoo hoog
genoteerde Septeniber-termijn liep terug van 85% tot
83%. Ook cle nieuwe oogst-positie toonde een daliug, doch
op 17 dezer herstelde de markt zich, zoodat het grootste
gedeelte van deze daling wederom ingehaald werd. Of-
schooii de prijzen voor December- en Januari-aflading van
Nöordt-Anlerika niet höoger zijn dan die van La Plata-maïs
en men hij gelijke prijzen zeer zeker een niet onaanzienlijken
ekport van Noord-Amerika mag verwachten, is het ver-
trouwen in de meeste markten van Europa nog niet van
dien aard, dat mcli tot aankoopen van Noord-Amerikaan-
sche maïs van den nieuwen oogst op eenigszins ruime
schaal durft over te gaan.
Goede kwaliteiten voergerst bleven goed gevraagd, doch
de eenigszins hoogere prijzen voor rhlnis en Algiers-gerst
waren moeilijk te maken. Donau-gerst is weliswaar lager
aangeboden, doch de koopers toonen zich gereserveerd, aan-
gezien de kwaliteit zeer onvoldoende lijkt. Rusland biedt
op:het oogeublik niet aan. De markt voor haver is vrijwel
onveranderd;
in
de meeste markten worden cle prijzen
goed gehandhaafd.
Argentinië blijft zeer vast gestemd voor lijnzaad en de
prijzen sluiten op het hoogste punt voor den ouden oogst,
dlit,”niettegenstaande cie versehepingen uit dat land gsdu-
rende de laatste weken klein geweest zijn. De berichten
voor den nieuwen oogst blijven gunstig, hetgeen ruim-
schoots in de prijzen wordt uitgedrukt, aangezien Februari
te Buenos Aires tot 18,30 genoteerd is op hetzelfde oogen-
blik dat October op 23,10 staat. Ook de berichten betref-
fende den Noord-Amenikaanschen oogst bleven goed, of-
schoon men in vakkningen meent, dat ook dit jaar. de of f i-
c.ieele raming een te hoog cijfer aangeeft.
SUIKER.
De verschillende suikermarkten bleven voor disponibele
suiker .vast gestemd. Op de termijnmarkteu fluctueerden de
tioteeringen voor late termijnen eenigszins.
Te N e v 1′ o r k steeg de noteening voor Spot -Centrifu-
830
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
September
1923
gals van de. 6,28 tot ‘dc. 6;78 om op dc. 6,65 te sluiten.
Cubasuiker .. weid tot prijzen oploopencie tot dc. 5,-
New
York verhandeld en zelfs een in Liverpool opgeslagen
lading Cubasuiker werd tot d.c. 4% c.i.f. New York daar
–
heen verkocht. De Amerikaansche markt beweegt zich dus aanmerkelijk boven de marktwaarde in Europh. Op de Nev
Vorksehe termijnmarkt was de loop der prijzen a3s volgt:
September: opening cle. 4,58, hoogste lunt
4,94
en slot
4,80; December 4,51, 4,57 en 4,39; Maart 380 tot 3,69;
Mei 3,90 tot 3,79.
De laatste C ii b a statistiek luidt als volgt:
1923
1922
1921
Tons
Tons
Tons
Weekontvangsten 9 Sept. ’23
10.576
24.570
33.452
Tot. sedert 1 Dec. ’22-9 Sept.’23 3.349.770 3.710.033 3.185.000
Aantal werkende fabrieken
– –
–
–
Weekexport 9 Sept. ’23 ……47.264
62.358
44.253
Totale export 1 Jan.-9 Sept.’23 2.956.876 3.323.900 1.971.000
Totale voorraad 9 Sept. ’23..
392.900 397.730 1.230.550
De termijnmarkt te L o n don opende in eene vaste stem-
ming met gestadig oploopende prijzen. De Engelsche Raffi-
nadeurs verhoogden wederom hunne prijzen en wel met 6 d.
De Board of rf
ra
d
es
t
a
ti
s
ti
e
k luidt:
Augustus.
Jan./Aug.
1923.
1922
1923
1922
Tons
Tons
Tons
Tons
Import Riet ……..134.919
65.367 836.900 963.226
Biet ……..-
–
–
–
33
Geraffineerd
17.224
40.766 282.373 355.618
Totaal …………..152.143
106.133 1.119.773 1.318.844
Voorraad in Entrepot 283.250 243.800
–
–
11
in Raffinader.
53.250
48.150
–
–
Opbrengst
,,
75.013
84.742 619.824 636.987 Tot. binn. Consumptie 132.247 139107 984.900 1.077.075
Totale Export
4.340
2.291
39.672
35.656
Voorr. op 31 Juli 1923
306.900
in 1922. . 344.050
31 Aug.1923
336.500
in 1922.. 291.950
De zichtbare voorraden zijn volgens C. Czarnikow Ltd.
London:
Duitschland 1 juli ’23 ……
Tsjechoslowakije 1 Aug. ’23. –
Frankrijk 1 Aug. ’23 …….
Nederland 1 Aug. ’23 …….
België 1 Aug. ’23 ……….
Engeland 1 Sept. ’23 ……..
Totaal in Europa…..1.006.600 625.450
754700
Ver. Staten (Atl. bas’.) 8 Sept.’23
97.000
149.435
135.700
Cuba 8 Sept. ’23 . …….. . .
392.900
405.630
1.230.500
Totatl . . 1.496.500 1.180.515 2.120.900
Opmerkelijk is (le groote voorraad in Duitschl:iucl.
Op J a v a voudeis verdere herverkoopeit plaats tot prij-
zen oploopende tot ongeveer
•f
16,50 voor Superieur en
f
15,75 voor No. 16 en hooger. Daarna werd Superieur Weer
tot
f
16,- gelaten. In verband met het meevallen van dtn
oogst kou de Trust met ongever 300.000 picols restant.
oogsten aan de markt komen, die tot
f
1.6,25 voor Supe-
rieur en 15s gulden voor No. 16 en hooger koopers von-
den. Het rendement over 146 fabrieken bedroeg op 15 Sep-
tdniber
°
63′ pCt. ujinder dan op datzelfde tijdstip verledén
jaar.
De afschepingen ‘van Java gedurende Augustus bedroegen
188.000 tons.
De markt h i e r t e 1 a n d e opende in overeensteni-
nii]ig met (le oveiige suikermarkten in eene vaste stem-
nlilig met oploopende prijzen, waartoe goede kooplust bleef
bestaan. Aati het einde der week liepen cle noteeringen naar
aicnleicling van het lager afkomen van New York ietwat
terug en sloot de markt in eene kalmer stemming als volgb:
NOTiOERINGEN.
Am,te,.
dom
‘
Londen
New
York
96pCt.
.
i’Vhite Java
Amer. Gra-
Data
Oct.!
T
ales
Cu be3
f.0.!
,
.
per
nulated c.I.f.
Cenfti.
Sept./Oci. Sept.,Oct.
Dec.
No.!
1uigaIs
8h. 5h.
13 Sept.’23 f2801,
5819
241_
321_
1
)
.6,78:
6
,,
123
2)
5813
221_
321_
1)
6,28 1
13 Sept.’22
,,211/
58/3
1913
2313
4,95
13Sept.’21
,,2881
611_
.
2016
271_
.
4,86
4 Juli ‘1411
131
132
”
1S/_
– –
3,26
Nom.
Wéeris dë fee4tdagën
te Amsterda,
geen nôteering.
September
f
28,75; October
f
7,2% ; December
f
25,25 en
Maart f26,87 %. De totale omzet op de termijnmarkt be-liep gedurende de afgeloopen week 6300 tons. Ook deze
week toonde cle industrie belangstelling voor binnenkomende
err loco partijen Javasuiker.
KATOEN.
Marktberich.t van de fleeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 12 September 1923.
Prijzen van Arnerikaanscbe katoen zijn de laatste week
door speculaties en minder gunstige veerberichten gestegen.
Het Ginner’s rapport van: j.l. Zaterdag was 1.141.000 balen,
of ongeveer 41y, o/ meer clan 1922, en 135
0/
5
meer dan
in 1921. Zeer opmerkingswaardig is de opbrengst van
Texas van 1.088.000 balen tegen 565.000 liet vorig jaar.
Deze hooge cijfers hadden echter iveinig invloed op de
prijzen en Mid. Arnerican is vandaag 185 punten duurder
dan een week geleden. De slapte in den handel wordt
ondersteund door de afname van katoen, die slechts 55
0
/0
bedraagt, vergeleken bij denzeifden tijd van het vorig jaar.
Egyptische katoen is gedurende deze week ongeveer 1. penny
gestegen.
Garenprijzen zijn’, evenals die van het ruwe materiaal, naar
boven gegaan. Spinners kunnen echter slechts weinig ver-
koopen, daar het onmogelijk is behoorlijke prijzen te krijgen.
Enkele verkoopen van Iinggarens voor dhooty strepen en extra harde garens hebben sedert plaats gehad, doch cops
worden slecht verkocht. :Rr is veel vraag geweest voor
40’s mule voor :[ndië, doch tegen prijzen, die niet geaccep-
teerd konden worden. Slechts enkele goedkoope partijtjes
zijn dan ook geboekt. Twofoids zijn nog rustig, doch er zijn
enkele aanvragen van Indië geweest tegen lage biedingen.
Egyptische kettioggarens zijn vast, doch de hoogere no-
teeringen, als gevolg van de duurdere katoen, w’orden zoo
goed als niet geaccepteerd. Er gaat dan ook zeer weinig
om. Naaigarens worden evenmin verkocbt.
De handel in manufacturen is ten gevolge van de hoogese
katoenprijzen geheel stil komen te staan. Vele zaken, die
anders tot stand zouden gekomen zijn, zijn nu blijven rusten.
Wat nog afgesloten is, liep tegen oude contracten. Alleen
in die soorten, die aan de markt gehouden moeten worden,
ging nog wat om. Daar de handel slechts voor onmiddellijk
verbruik kocht, kan een ieder slechts tegen den dagprijs
verkoopen en het behoeft geen betoog, dat deze in het oog
van de verbruikers natuurlijk veel te hoog was.
5Sept. 12Sept.
Oost. koersen.
4Sept. Ii et.
Liverpoolnoteeringen.
T.T. op Indië
114′ 114,
F.G.F.Sakellarides 16,80 17,95 T.T.opHongkong233( 213s/
G.F. No. 1 Oomra 9,40 9,95 T.T.op Shanghai 3/1k 32
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplauds).
14 Sept.
7
Sept 23 131
4ug.’2314Sept.’22l4 Sept.’21
New York
VOO 1
Middling … 28,70e 27,80e 26,35e 21,75e 20,20e
New Orleans
voor Middling 27,50e 20,- c 24,75e 21,-c 19,75e
Liverpool voor,
Fy Middling 17,39 d 10,22 d
1
15,18 d 13,42 d 13,86 6
Ontvangsten in- en uitvoeren vin Amerikaansehe havens.
(In duizendtallen balen)
1
Aug.
’22
Overeenkomsilge perioden
tot
14Sept.’23
1
1922-23
1
1921-22
OntvangstenGulf-Havens.
611
–
465
676
,,
Atlant..E[avens
j
UitvoernaarGr.Brittannië
90
104 106
‘tVasteland.
280
173
353
Japan
….
11
41
176
Voorraden
(Iii
duizendtallen balen)
14 Sept. 23
14
Sept. 22
14 Sept. ’21
351
488
13118
438 463 994
Amerik.
havens
………..
–
–
–
Binnenland …………..
New York
……………
– –
–
New Orleans ………….
Liverpool
. –
53
309.16
1)
579.55
2)
….
‘) 15 September 1922.
2)
16 Sptember 1921.
1923
1922 ‘
1921
Tons
Tons
Tons
1
424.900 147.900 178.800
68.800
41.000
156.100
104.000
61.000
36.700
37.600
52.700
26.000
34.800
30.300
60.100
336.500 291.950 297.000
19 September 1923
ECONOMISCH-STATIS+ISCHE BERICHTEN
831
KOFFIE.
(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff
&. Witkainp, Leonard Jacobson & Zonen en
G.
Bij dendijk).
Noteeringen en voorraden.
Data
Rio
Santo,
Wisselkoers
Voorraad
No.7
Voorraad
F’
i
No.4
15 Sept. 1923
759.000 119.600
1.099.000
22.500
5’/
8
,,
1923
1)
1)
1)
1
1)
1)
1
,,
1923
778.000
1
19
.
87
5
1.046.000
1
22.300
55:
182
15 Sept. 1922
1.819.000
16.200
2.525.000
1
22.000
627:
182
Ontvangsten.
Rio
Santos
Data
Afgdoopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1 Juli
week
1
1
Juli
15 Sept. 1923….
112.000
890.000
211.000
2.030.000
1
15 Sept. 1922….
75.000
737.000
141.000 1.422.000
‘) Feestdag.
COPRA.
De markt was de afgeloopen week zeer vast, gestemd, en er ging zeer veel om. Vooral Duitschiand was sterk kooper, speciaal voor stoomende partijen, waardoor de premie voor
stoomend boven October/December aflading van
f
0,1211
2
tot circa
f
0,75 opliep.
De markt sluit met de volgende noteeringen;
Ned.
mci.
f.m.s. stoomend ……..
f
32,
Aug./Sept. afi. . . .
,,
31,75
Oct./Dec.
. . . ,,31,25
17 Sept. 1923.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
Koper
.
Slandaardj
1
Koper
Electro-
Tin
lytisch
Lood
Zink
17Sept. 1923..
62.716
1
68.51_
193.1216
25.1216
32.1716
10
,,
1923..
63.17/6
69.101_
199.216 25.1216
33.1216
3
,,
1923..
63.716
68.15/.
194.151_j
25.216
33._/_
27 Aug. 1923..
64._/_
69.151_
190.151_J
24.101_
32.1216
18Sept. 1922..
63._/_
71.1216
159.216 24.216
31.1216
20 Juli 1914..
61._/_
1 145.151_.
19.-t-
1
21.101_
VERKEERS WEZEN.
GRAAN.
Data
Pelro-
grad
Londen,
R’dam
Odessa
Rotte,-
dam
All. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo
Rotter-
Eristol
Rotte,-
Enge-
dam
Kanaal
dam
land
10-15 Sept. 1923
–
1513
2,15
1
– –
2113 2113
3-8
,,
1923
–
1513
2
2,15
1
–
2014
2014
11-16 Sept. 1922
– –
IOY,
3
219
2018
2018
12-17 Sept. 1921
– –
4110 411034
271_
271_
Juli 1914
11 d.
713
1/113(
1/113.(
121_
121_
KOLEN.
Cardi.9
Oostk.
Engdand
Data
1
I
Lal
Bordeaux Genua
Plato Rotter-
1 Gothen.
Rivier
dam
kurg
10-15 Sept. ’23
61_
9110
916
1414
511
71_
3-8
,,
’23
611
9/2 9/6
1414
514
71
11-16 Sept. ’22
616
11/4
1319
161101
5151
8/..-
12-17 Sept. ’21
8’/_ 131_ 1216 141_
613
913
Juli 1914
fr. 7,-
71-
713
1416
312 41_
DIVERSEN.
Bombag
Birma
Vladivo-
Chili
Data
Weit
We.,t
stock
1
West
1
Europa Europa
West
Europa
(d.w.)
(rijst) Europa
(salpeter)
10-15 Sept.
1923..
231.
3216
351
301
3-8
1923..
2216 3216
351
321_
11-16 Sept.
1922..
1916
261_
301_
311101
12-17 Sept,
1921..
301_
–
–
–
Juli
1914..
1416
1613
251_
2213
1) $
per ton kolen.
2)
Per ton d.w.
3)
Am. cents per 100 lbs.
Graan Petrograd per quartet van
496 lbs. zwaar, Odessa per unit, Ver. Staten per
quarter van
480 Zbs.
zwaar.
Oven ge noteerin gen per ton van
1015 KG.
RIJNVAART..
Week van 9-15 September 1923
De aanvoeren van zeezijde waren miiider. . dan de voor-
afgaande week en bestonden wederom hoofdzakelijk uit
kolen. De beschikbare voor’raad Rijnchepen . iarn voort
–
durend toe
:
daar er weinig aanbieding van vracht was.
De daghuur voor groote Duitsche schepen bedroeg 13
ets., voor kleine vlotgaande Duitsche schepen 2-2y4 cts.
Voor groote Holla.ndsche schepen werd betaald 2 ets. voor
kleine 2-234.
De waterstand bleef vallend, zoodat naar den Bovenrijn
(Köln pim. 2 M., Ruhrhavens pl.rn. 2,30) slechts op 1,70
M. afgeladen werd. Het sleeploon was genoteerd volgens
het 55 ets. tarief.
INKLARINGEN.
VLISSINGEN.
‘s-
–
Augustus 1923
Augustus 1922
hLanden van
Aantal
M.
Aantal
M.
herkomst
schepen schepen
–
Binnenl. Havens
3,
17.948
1
18.940
Groot-Brittannië
31
254.740
31
255.020
Duitschiand
..
. .
2
993
–
–
Zweden ……….
1
2.451
1
1.714
België ………
–
1
1.231
6
2.679
3
2.125
..-
23
11.140
–
–
Rusland_Zw. Zee
–
–
S
3.362
Totaal….
’66
289.951
45
282.392
Nat io n al
i
te
i
t.
Italië
1)
……….
Levant 2) ……..
Nederlandsche.
.
1
47
261.689
{3
274.586}
]lritsche
4
18.186
2
1.64E
Duitsche
8
6.691
1
1.714
Noorsche
–
–
7
4.179
Belgische
7
3.385
–
–
Totaal ….
66
289.951′
45
282.392
1)
.tsI)leggers.
‘)
1eep000ten.
(1areud Stofkoper & Co.)
DORDRECHT/ZWIJ NDREC}1T.
–
‘Landen van
Augustus 1923 Augustus 1922
herkomst.
Aantal
N. 11. T.
schepen
Aantal
N. II. T.
schepen
Binneni. havens
6
2.378
–
–
Groot-Brittannië
2
336
–
Duitschiand
5
844
–
–
])anzig
7
3.296
– –
Totâal….
20
6.854
–
–
Nationaliteit
Nederlandsche
1
761
–
–
Britsche
6
1.234
Duitsche
13
4.859
– –
Totaal.. ..
20
6.854
–
(Gerard Mauritz.)
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
• Bedrijfsleven en de strijd tegen
de Armoede in Nederland
door Dr. CH. A. VAN MANEN.
Prijs ingenaaid
f
3,
–
.
Gebonden
f
4.75.
Voor leden der Vereeniging en geabon-
neerden op het Weekblad wordt dit werk
beschikbaar gesteld tegen.den prijs van
•
‘ 1 2,50 ingenaaid en
f
4,- gebonden.
Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het
Instituut, Pieter de Hooghweg 122, onder gelijk-
tijdige remise per postwissel of op postchèque- en
•
girorekening No. 8408, Rotterdam.
S
t-
832
19 September 1913
DE TWENTSCHE BANK
AMSTERDM1 – ROTTERDA1 – ‘s-RAVENllAGE- DORDRECHT – UTRECHT – ZAANDAM
Maandstaat op .1 Augustus 1923
DEBET
Aandeelhouders
nog
te storten 90
pOt.
op
aandeelen B,
waarvoor waarborg
gedeponeerd …………………..
….
f
1.683.900,-
Deelneming in de firma’s:
B. W. BLIJDENSTEIN
&
Co., te Londen;
B. W. BLIJDENSTEIN Jr. te Enschede;
LEDEBOER
&
Co., te Almelo,
f
7.985.000,—, waarvoor in
geld
gestort
…………………………………..
…,,
6.435.000,-
waarvoor effecten gedeponeerd
…………………….
f.
1.550.000,—
-..
-•
Deelneming in bevriende Bankinstellingen
. . . .
f
9.976.855,08
waarvoor
in
geld
gestort
……………………….
,,
7.359.655,08
waarvoor
effecten gedeponeerd ……………………
2.617.200,—
S
Effecten van Aandeelhouders
gedeponeerd bij bevriende instellingen
…………..
..
3.000.000,1
ten
eigen
gebruike
…………………………….
Wissels
en
Coupons
…………………………
.
,,
21.396.744,89
Nederlandsche Schatkistbiljetten exi Schatkistpromessen
….
.
,,
45.048.071,45
Saldo’s bij Bankiers:
beschikbaar voor eigen gebruik
………………….
f
2.714.237,49
voor
rekening
van
derden ……………………….
15.552.456,78
18.266.694,27
Prolongatiën
gegeven ……… . ……………………….
,,
11.912.665,-
Eigen Effecten
en
Syndicaten ………………………..
,,
11.019.529,47
Credietvereeniging
……..
. …………………………
f
62.425.025,17
Af:
loopeude
Promessen
………………… …………..
,,
7.059.000,—.
55.366.025,17
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en Saldi Rek. Ort
f
49.894.360,36
Af:
loopende
Promessen
……………………………..
,,
1.425.000,-
48.469.360,36
Voorschotten
op
Consignatiën …………………………..
,,
2.610.904,67
Gebouwen
……………………………………….
,,
4.532.292,97
–
Totaal.
..
.
.’
:f
270.256.393,33
CREDIt
Kapitaal ………………………………
…………..
f
35.500.000,-
Reservefonds ……………………………………..
,,
8.388.581,85
Buitengewone
Reserve
…………………………….
,,
1.700.000,—
Waarborgfonds Credietvereeniging …………………….
5.613.552,50
Reserve
Oredietvereeniging
….. . …………
………….
,,
2.593.606,20
f
53.795.740,55
Aandeelhouders voor gedeponeerd als .waarborg voor 90 pOt.
storting op aandeelen B:
Effecten
…………………………
f
1.668.400,-
Contanten
….
. ………… . ………..
,,
15.500,-
–
in
Leen-Depot
Effecten
…………………………
,, 34.487.150,-
32
Contanten
……………………….
,,
1.675.600,-
Totaal Effecten …………………………
Totaal Contanten ………………………..
Zieken- en Pensioenfonds …………………………..
Deposito’s ……………………………………….
Prolongatie-Deposito’s …………………………….
Saldo te ontvangen en te leveren Fondsen …………….
Saldi Rekeningen Courant
………………………….
,,
,,
voor gelden in het Buitenland .
Credietvereeniging …………..
Daggeld1eenngen ………………………………….
De Nederlandsche Bank ……………………. ………
Te betalen Wissels ………………………………..
Diverse Rekeningen………………………………..
,, 36.155.55.0,-
1.691.100,-
1.903.602,42
41.163.269,81
2.109.800,—
2.062.536,44
f
82.210.966,62″
15.552.456,78
15
3.858.775,59
,, 101.622.198,99
29
– 900.000,-
4.040.488,10 22.765.051,71 2.047.055,31
Totaal……
f
270.256.393,33
1