Ga direct naar de content

Jrg. 8, editie 387

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 30 1923

80 MEI 1923

S

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

EconomiséhStatistischç

Berl
*lc
,,
h
;-,ten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDELNIJVERHEID, FINANCIËN
EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

8E
JAARGANG

:

WOENSDAG 30 MEI 1923

No. 387

INHOUD
Blz.
Di

OvE1c1lI1e
us BANKIIc1c door
H.
Keegstra
………
478
Loonsverhoudingen in de Metaalnijverheid door
Ir. B.
Bölger
……………………………………
480
B UITENLANDSOFIE
MEDE W
EItICINO
Enkele hoofdlijnen uit de lersche Staatsinrichting.
I. Noord-Ierland door
1)r. P. E. Oregory
……..
482
Het Landbouwcrediet in de Vereenigde btaten van
Noord-Amerika II dOor
Dr.
1-1. W. A.
Beenhouwer
483
AANTEICKENINOEN
Kosten van hetleveiisonderlioud hij arbeidersgeziniien
to

Amsterdam

…………………………..
485
ILet rendement van enkele Bi-itsche en Britsch-kolo- niale

Staatsfondsen

……………………….
486
Overzicht van de door Minister de Craaff ten laste
van Nederlandsch-Indië uitgegeven leeningen ….
486
Stand der cultu es cii uitvoer gedurende liet vierde
k war to ii

1 922,
in Su rin ame………………..
486
BOEI(A1NiCONDIOiNOEN:
J. van den Tempel: Problemen der Socialisatie, bespr.
door

Prof.

Mr.

D.

van
i3lonc

………………
487
Dr. ir. J. Goudriaan Jr.: De doelmatigheid van cle
Amsterdamsche Broodvoorzieniug, bespr. door
Ir.
J. van Duoseldorp Jr……………………..
487
OviCazIci-ir

VAN

TIJDSCI-iin
FTEN
…………………
489
bi
AAND0IJFE1CS:
i’ostcheque

en

Girodienst ……………………
489 Rijkspostspaarbank

………………………..
489 Productie der Koleninijnen

………………….
489
S’rTIsT11cKEN EN

OviCicz
iOl-I’i’EN
…………….490-496
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goedereuhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algenieen Secretaris: Mr. G. W. J. Brui’ns.
Redacteur-Secretaris van het weekblad: D. J. Wccnsink.

Secretariaat: Pieter cle Hooghweg i, Rotterdam.

29
MEI
1923.

Ook gedurende cle afgeloopen week bleef geld aan-

geboden. De ]1oi:ee.I:ing voor call geld is tot 2% pOt.
teruggeloopen. .E[ede.n werd echter weder voor 3 pCt.

gedaan. Door cle meerdere geidruimte was er nog al

veel vraag naar- wissels tegen privaatdisconto, waar-

tegenover slechts weinig aanbod stond. De noteering

liep clan ook terug op 3
5
/s en 3% pOt.

Prolongatie kwam van 4 pOt. op 3% pOt.

De weekstaat van De Nederlandscho Bank geeft

wederom van een daling der disconteeringen blijk. De

post binnenlandsche wissels verminderde; grooten-

deels als gevolg van de aflossing van rechtstreeics bij

de Bank geplaatste schaticistpromessen, in de afgeloo-

lee week van
fl67.].
millioen tot
f
155.4 millioen.
Ook de beleeningen geven een vermindering te zien. In

totaal blijken zij van
f
144.1 millioen tot
f
135.4 mii-

lioen te zijn teruggeloopen. De daling betreft uit-

sluitend de effectenbeleeningen en komt voor het

grootste gedeelte vobr rekening van de Hoofdbank.

Het creditsaldo van het Rijk, dat de vorige week-

staat had aan te wijzen, heft- weder plaats gemaakt

‘oor een debetsaldo ten bedrage van
f
9.9 miljoen: De

daling van
f 6.7 millioen, die de post papier op het bui-

tenland te zien geeft, correspondeert voor het grootste

gedeelte met de gelijlctijdige vermeerdering van de

I
diverse rekeningen op cle actiefzijde van de balans.

De hiljettencirculatio daalde met
f
82 millioen;

de rekening-courant saldi liepen met
f
37
millioen

,terug. Het beschikbaar metaalsaldo stelde zich weder

‘f
2.1 millioen hooger.

De gang van zake:rt op de wisselmarkt is nog steeds

onbevredigend. De koersen van de hoofddeviesen va-

rieeten maar weinig en de omzetten zijn dan ook niet

root. De Marlc heeft zich aanvankelijk kunnen her-

steii.en en het had er wel den schijn van, of er
p0-

-gingen werden gedaan den koets op peil te houden.

Zaterdag, ongeveer na afloop de:r- zaken, wei-den Mar-

ken echter weder in gi-oote posten door de Duitsche

Banken aangeboden, wat het behaalde avans geheel ver-

4.o-en leed gaan; heden kwam de koers zelfs op 0,0041.

Voorts wordt de aandacht getrokken door de daling

van dc Argentijnsche Peso, die heden op 90% kwak,

welke koeis wel heel laag lijkt. Gezien echter

rde eigen aardige positie, waarin dit landbouwland z:ich

bevindt, zal het voorloopig vel moeilijk vallen, hier-

verbetering te brengen.
– Daarentegen verbeterde de G-rieksche Drachme aan-

zienlijk; de par.iteit komt heden ongeveer op 5, tewijl
deze in het begin der maand nog ca. 3 was.
Ook uitbetaling Sofia zeer vast, ca.
2.60.

Met het oog op dQ naderende ultimo bestond er hier

-nog al vraag naar contante Marken per ultimo Mei

/egen afgifte per uitirno Juni. 1

Tiervoor word grif

6 h 6% cent betaald, wat bij den huidigen Mark-

koers op.ca. 180 pOt. p. a. uitkomt.

LONDEN,
.26
MEI
1923.

De geldmarkt is gedurende de afgeloopen week zeer

kalm geweest en de verwachting, dat het moeilijk zou

zijn de schuld aan de Bank af te betalen, werd ho-
di
sc
haam
d Daggelci zette in op ca.
1%
p0., liep ietwat

op des Dinsdags tot
2
pOt. en sloot wederom op 1%

pOt. Zevendaagsch geld noteerde hetzelfde.

:De cliscontomarkt was eveneens flauw; Treasury

Bilis werden des Vrijdags echter toegewezen tegen

een iets hooger percentage en prima 3-maands papier

bereikte
2_2h/16
pOt. na

1’I1o_2
pOt. op voorafgaan-

de dagen. 2-, 3- en 4-miids. prima bankaccept 2_2
1
1

pOt. 6-rhricls . ideni 2’/s—% pOt. –

478

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1923

DE OVERHEID ALS BANKIER.

Onder bovenstaandeii titel heeft Mr. J. P. va1

Tienhoven, Directeur van de Rotterdamsche B
an
k
ver
L

eeniging, in Economisch-Statistische Berichten” vai

18 April 1993 eene beschouwing geschreven over

girodiensten van het rijk en de gemeente.

t
Deze beschouwingen, voorzoover zij het gemeente-

giro betreffen, alsook de woorden welke de heer Mr.
Tissering, President van De Nederlandsche Bank,
sprak op het Bezuiri i gings- (Efficiency) -Congres, deh

l9den April 1923,
1)
hebben een overeenkomstigen in-

houd als de opmerkingen, welke werden gemaakt bij de behandeling van het praeadvies over het Gemeeni

telijk Girowezen van Mr. S. de Vries Czn., Wethou-

der van Amsterdam, op het Congres voor de Gemeente

Finanei, den 9den September 191.6.

Aangezien sedert die behandeling ruim 6 jaren zijn

verloopen en niet ieder de daarop betrekking hebben-
de stukken ter beschikking zal hebben, meen ik goed

te doen uit het toen geschravene en gesprokene eeh

en ander aan te halen, ten einde. de verschillende in

zichten zoo goed mogelijk te kunnen toetsen.

De President van De Nederlandsche Bank waai

schuwde toen, terwijl
hij
de invoering van het ge-

meente-girowezen aannioedigde, tegen een misschien
wat eenzijdige richting, waarin Mr. de Vries de zaak

had belicht; – dat was geen critiek, doch slechts

eene opmerking, – waar hij zeide dat de gemeente-

lijke girobank een gewoon bankier zou kunnen wor-den, dat iedereen ook via de gemeentelijke bank zijn

s’eks1ager, enz., zou kunnen betalen.
Hieromtrent merkte Mr. Vissering op .,, Ik zou zeg-

gen, is het niet beter dezen arbeid nog maar aan de
kassiers over ‘te laten, die daarvoor uitstekend zijit

ingericht en die volkomen en gaarne berei.d
zijn
het
te doen; en die van hun zijde ook zooveel moeite
hebben gedaan het publiek duidelijk te maken, dat

zij op die wijze van hun diensten gebruik kunnen

maken. ik zou er dus wel op willen aandringen het

doel niet voorbij te streven; misschien dat het schoo-

ne streven van Mr. de Vries dan een mislukking zou

worden”.
De praeadviseur heft daarop toen geantwoord, dat,
hoezeer hij ook de autoriteit van Mr. Vissering er-
kende, hij toch met eenige bescheidenheid het advies
in zake het betalen aan speksiagers en dergelijken te-
rug zou willen wijzen. ,,En als men dan wil zeggen, dat hie:rdoor de gemeente ook eigenlijk gaat worden ban-
kier, dan moet ik erkennen, er is wei iets van waar!
Maar vindt U het een groote schande om bankier te

worden? En wanneer daardoor nu een groot belang
gediend wordt voor de gemeente, dan is de vraag, of
wij daar niet overheen zullen stappen en niet zullen
moeten zeggen: weinu dan dat ook”. Mr. de Vries was
ei van overtuigd, dat door dat te doen, wij in het
minst geen concurrentie aandoen aan de bankiers en
zelfs niet aan het spaarhankgiro n het postgiro.
Dat is ook de practijk in Duitschland; het bank-

giro ontwikkelt zich fleurig daarnaast.
De ondervinding zal vermoedelijk zijn, dat òf voor-
al cle kleine burgerij van het gemeentelijk gi io ge-
l)rujk maakt, bf wel dat de menschen, die een bank-

giro hebben, ook een rekening nemen bij de ge-

meente.
Tot zoover de meeningen op het Congres geuit. 1-hema verscheen den 27sten September 1916 van
de hand van Mr. F. E. Posthurnus Meijes, Directeur

‘Ort
de Kasvereeniging te Amsterdam, in,, Econo-

misch-Statistische Berichten” een artikel: ,,Gevaren
van het Gemeentelijk Girowezen”. Deze ving aan met
de mededeeling, dat uit het ten congresse gesprokene bleek, (lat het in liet voornemen van liet Amsterdam-
sehie gemeentebestuur ligt, binnen kôrten of langen
tijd een genieentelijken girodinst in het leven te
roepen, die alle betalingen, niet alleen aan de ge-
meente zelve, maar ook die van de barge:rij onder-

1)
[Zie
hiervoor het no. van 25 April ji. – Red.]

ling zal pogen te vereffenen zonder gebiuikmaking

van baar geld. Verder merkte hij op, dat doom den in-

leider en clbor andere sprekers onomw’ondn is ge-
zegd, dat het doel van een gemeentelijke girohank

(want met een anderen naam kan men dezen dienst
niet bestempelen) ook wel is het gemak in de beta-
lingswijze – maar vooral in de eerste plaats – het

verschaffen van bedrijfskapitaal aan de gemeente.

En wanneer dit gemeentelijk girowezen eens waarlijk
de uitbreiding kreeg, die de voorstanders er van ver-

wachten en waartoe zij misschien de burgerij wel

langs den weg van verordeningen en met het lok-

middel van vrijdom van provisie en een zekere rente-
vergoeding zouden willen dwingen, dan zou deze

maatregel vele millioenen in de gemeentekas bren-

gen, voor de directe terugbetaling waarvan de ge-

meente geen anderen waarborg biedt dan den goeden
klan kv en haar naam.

Mr. de •Tries heeft naar aanleiding van de vooraf-

gaande opmeridngen in .,Economisch-Statistische Be-
richten” van 25 October 1916 een en ander weerlegd

en daarbij doen uitkomen, dat liet met betrekking

tot de liquiditeit niet
moeilijk
zal vallen een zooda-

nige regeling te treffen, dat niemand bevreesd behoeft

te zijn, dat hij op het tijdstip dat het hem noodig
voorkomt rjnaldo op te ei.schen
bij
de gemeente-
lijlce instelling, dit niet zou kunnen krijgen.

De voorspelling van Mr. Posthumus
Meijes,
dat het
zou ]comen tot de oprichting van een gemeentelijkeii

girodienst. is uitgekomen. Ook heeft deze instelling
eenige millioenen in de gemeentekas gebracht. Op 1

Januari 1923 was aan dagdeposito’s 11 millioen aan-

wezig en aan jaardeposito’s 8 millioen, in totaal der-

halve 25 niillioen gulden.

De voomafguande mededeeling omtrent de bezwa:ren
tegen een gemeentelijken girodienst in 1916 geuit,
doen zien, dat de recente critiek van Mr. van Tien-

hoven in Economisch-Statistische Berichten” geuit,

een anderen geest ademt. liet liquiditeitsgevaar, het
spook van de steenen voor brood, door Mr. Posthu-
mus Meijes in het geding gebracht, doet geen opgeld
meer. De practtijk heeft doen zien, dat dit gevaar
denkbeeldig was.

Mr. van Tienhoven staat echter tegenover het ge-
meentegiro zeer afwijzend. Hij
zegt, dat de overtollig-
heici wel geen betoog behoeft, ergo: ,,la mort sans
phrase”. Men vej-ooriove ons op de opmerkingen van
den Directeur der Rotterdamsche Bankvereeniging
nader in te gaan.

Het Giroverkeer, eens door den Staat ter hand ge-
nomen en geregeld, behoort aan andere publiekrech-
telijke organen onttrokken te worden. Iedere gulden
aan de kleinere parallel loopende publieke Organisatie
besteed is weggeworpen, aldus vervolgt hij. sier mis-kent Mr. van Tienhoven de heteekenis en de werking
van het gemeentelijke giroverkeer ten eenenmale. Het
is of de schrijver het wil doen voorkomen, dat de ge-
meente met haar giroverkeer een tweede maal doet
wat het rijk door middel van den Postgirodienst
reeds verricht, aldus dubbel werk. Zoo is tenminste
voor ons deze opmerking alleen verstaanbaar. Maar
dat is in geenen deele juist. Geen enkele van de ver-

richtingen van het gemeentelijke girokantoor zijn de-
zelfde als die van den Postgirodienst. De handelingen
welke de eene dienst verricht, doet de andere niet nog
eens. Ware dit het geval, dan zou men kunnen spre-
ken van dubbel. werk en zou men kunnen opmerkcn dat iedere gulden voor den parallel loopenden dienst
uitgegeven, is weggeworpen geld. Thans is de toe-
stand geheel anders. 1-let gemeentegiro, het rjksgiro,
het ban kgi.ro en het spaargiro werken, hoewel ieder
voo.r zich zelfstandig, onderling aanvullend. Elk heeft
op zichzelf alle reden van bestaan en alle helpen
mee, al is ieders terrein uit den aard der zaak niet
nauwkeurig afgebakend, het giroverkeer algemeen te
maken. Geen enkele der, genoemde instellingen zou
met betrekking tot de giroheweging kunnen bereiken

30
Mei
1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

479

wat zij gezamenlijk tot stand weten te brengen en
omdat het girostelsel maatschappelijk van beteekenis

is verdient elk giro aanbeveling en aatimoedigi:ng.
Mr. Vissering noemde op het Bezuinigingscongres
liet bevorderen van het geldverkeer door middel van

overschrijving op zichzelf een model van effici,ency.
l:.r. van ‘.i’ionhoven prijst liet stelsel en geeft er de

voorkeur aan boven elke andere
wijze
van geld ont-

vangen en betalen. En hij voegt ei aan toe, wij halen
zijn woorden aan, dat liet giroverkeer eerst recht tot

bloei kan geraken, wanneer het een voorwerp van

ovcrhe.i dszorg is.
Wie deze stelling aanvaardt zal ook de verdere
consequonties welke deze overheidsbemoeiing inhoudt

voor lief moeten nemen, wil men haai niet reeds

dadclijk met het oog op de te maken onkosten tot
mislukking doemen. Ten einde- met betrekking tot deze opmerking niet te worden misverstaan, volgt,

enkel met het oog hierop, eeis antwoord
OP
cle vraag

wat het giro
eigenlijk
is.
Het giroverkeer bestaat daarin, dat verschillende
clebitciu,en en crcd:i.teuren elkaar betalen door middel
van banken en giro-instellingen zonder dat daarvoor

contant geld vereischt wordt. In plaats dat de beta-
l.ingc.n in baar geld geschieden, worden zij verricht door overschrijving in de hoeken der instellingen en

wei zooclan:ig, dat de te betalen som geids van de re-
kening van den betaler op de rekening van den ont-vanger wordt overgeboekt. Door- een stelselmatige
dooi:voeri ng van een zoo uitgebreid mogelijk gi.rover-
keer venninclert -de behoefte aan geld in c.ircuiatie.
De gelden die nutteloos en renteloos in de kassen van
iallouze personen lagee vloeien naar cle kassen der
banken en. giro-instellingen. Economisch is het giro-
verkeer daarom van heteekeni.s, omdat liet de anders
op de
ccii
of andere wijze vastgehouden circulatie-
middelen verzamelt en die bedragen tot een groot
fonds te zarnen voegt. Aldus worden nieuwe crediet-
middelen mobiel gemaakt. Bovendien is het giro-
wezen een model van efficienicy, voor heel de maat-

schappij.
ITiermecle is Mr. van Tienhoveri het waarschijnlijk

wel eens. Maar
hij
zegt, cle overheid bevordere het
giro, maar moet over cle te zamen gebrachte middelen
geen rente vergoeden, ook niet een matige rente, neen
geen rente en zulks als beginsel.

Maar wanneer de overheid naar dezen raad luister-
de, de ervaring leert dat, dan zou men het girowezen
riet zoo snel zien verdwijnen als men het thans heeft
zien opkomen. Het kostenvraagstuk zou niet zijn op
te lossen dan door liet heffen van tarieven van elke
handeling en dat beteekent de opkomende girobewe-

ging doodmaken.
De heer van Ticnihoven deelt mede, dat het geen
particuliere instelling
mogelijk
is met een zuiver

girobedrijf winst te behalen; zelfs weet het particu-
lier bedrijf dit, volgens hem, niet te doen, wanneer
het de gelden in rekening-courant met rentevergoe-
ding aanneemt, bij eene mechanisch geprefectioneer-
de Organisatie. Toch wil
hij
de overheidsorganen op-

leggen. ore geen rente te vergoeden. Hij is in zoo-
verre consequent, dat hij op principieelen grond ook
over de particuliere depositogelden geen rente wil
vergoeden en ook op praktischen grond zou hij even-
zeer tot dien maatregel durven adviseeren.
Wij staan met betrekking tot het gemeentegiro op
i:,raktisclie gronden lijnrecht tegenover dit inzicht.
Wij kunnen aan de hand van de opgedane ervaring
verklaren, dat het doel, dat bij de giromethode
voorzit, om de bedragen aan circulatiemiddelen, die
nutteloos en renteloos in de kassen van tallooze per-
sonen liggen, niet tot een groot fonds zullen samen-
vloeien, wanneer niet de gemeentelijke giro-instelling
een reclelijlce rente vergoedt. Alleen door een behoor-
lijke rente en door een praktische inriohting van cle
giromethode zal liet duurzaam mogelijk blijken de
hierbedoelde ci..cul.atiemiddelen op te hoopen. En
wanneer de rentevergoeding er toe zou leiden, dat

gelden toestroomen welke een ander karakter dragen,
gelden die bijv. zuster-instellingen zouden willen de-

)oneeren, omdat zij voor hun overtollig kasge]d geen

imploy weten te vinden, dan wordt een passend halt toegeroepen, zooals bij het girokantoor reeds plaats

l.rond Immers op deze saldo’s valt niet duurzaam te

rekenen en zij zouden liet totaal tegoed al te zeer op
ongewenschte wijze doen schommelen. Dergelijke

s.ldi dienen geen rente te dragen en behooren terug

te vloeien naar de Centrale regelaarster van het geld-

enlceer De Nederlandsehe Banlc. Over dergelijke saldi

.vergoedt het Girokantoor dan ook – geen rente. – In

zoove.rre kunnen wij accoord gaan met liet advies vati

Mr. van Tienhioven. Maar even zeker als de hierbe-

doelde gelden geen rente dienen te dragen,
bij
welke

giro- of bankinstelling ook, is het noodzakelijk dat
van de overige grosaldi rente behoort te worden be-
taald, ten einde het doe], dat bij liet girostelsel voor-

zit, te doen slagen. Door de 3 püt. rentevergoeding,
toegepast op de wijze als hier is aangegeven, heeft

het Girokantoor de bovengenoemde sommen weten op
te zuigen. En deze gelden hebben en vinden nog een zeer nuttige aanwending als
bedrijfskapitaal
voor de
enecnte en, indien zij eventueel deze behoeftegrens
ôverschrijden, zal kunnen worden overwogen ze te ge-
buiken tot het aankoopen van prima heleggings-

api.ereii van openbare lichamen, waarbij de uitloting
is verzekerd en die voor beleeni.ng bij De Nederland-
sche Bank in aanmerking komen. Aldus zal de giro-
instelling kunnen re]ceneu op een rentevergoeding,

‘ove:reenkomende met de rente, welke de gemeente voor
lee:ningsgelden op de open markt moet betalen.
De gunstige werking als zuigpopip voor de te

‘overvloedige wettige circulatiemiddelen zal. het Giro-
kantoor hij de tegenwoordige rentevergoeding ouge-
t’ijfeld behouden. Wanneer men bedenkt, dat
0])
25
juli 1014 300 millioen bankbiljetten (:reeds een te
hoog bedrag) in omloop waren en dat liet totaal dezer

biljetten thans 000 milhioen bedraagt, dan is er voor
:do hie,rbedoeide warkzaamheid der gemeentelijke giro-instellingen nog voldoende ru.i rnte.
1.
Met eeniige bevreemding vernam ik ui.t liet artikel
van Mr. van Tienhioveni, dat cle particuliere banken
met liet zuivere girohednijf geen winst weten te be-
halen, omdat het Girokantoor ruim voldoende aan de
toegekende vergoedingen en rente heeft voor de te
maken onkosten:
Daarenboven geniet de gemeente nog indirecte
,voordeelen, die het batig saldo, welke de exploitatie-
rekening van het Girokantoor op deze wijze afwerpt,
nog belangrijk overtreffen.

Het Girokaitoor verricht
namelijk
de onderlinge
verrekenin gen tusschen de gemeentebedri.jven en
-diensten kostenvrj, en ontvangt voor alle betalingen
voor de gemeentebedrijven en -diensten slechts een
provisie van
1%
0
/00
over de grootste
zijde
der reke-
riing-courant,
terwijl
de rekening-courant-saldi dezer
bedrijven en diensten geenerlei rentevoordeel ople-
veren.
Wanneer men hierbij in het oog houd, dat de ge-

meente zich op een praktische
wijze
bedrijfskapitaal
verschaft, waarop zij blijvend kan rekenen, en daarbij
der burgerij belangrijke diensten bewijst, terwijl het
Girokantoor in steeds toenemende mate een beper-
Icing van de te overvloedige circulatiemiddelen be-
vordert, dan meenen wij dat Mr. van Tienhoven wat
te lichtvaardig het Girokantoor heeft afgemaakt, ver-moedelijk door deze zaak van een te eenzijdig stand-

punt te bekijken. –
– In het kort samengevat maakt zijn beschouwing
den indruk, dat hij alle girowinst wil opeischen voor de partieuliere banken en alle lasten aan de overheid
w’il laten. Maar daarmede kan de overheid in onzen
tijdt niet accoord gaan.
Zij
zal hare bedrijven zoo moe-
ten inrichten, dat deze de te maken onkosten dekken
en daanl)ij past aithan.s voor liet girobedrijf; zooals de gemeente dat heeft ingesteld een redelijke rente-
vergoeding voor de ïekeninghouders. En dat de ge-

11
480

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30Mei 1923

meente daarmede het bankwezen niet ondermijnt be-
hoeft geen uitvoerig betoog.

De girobeweging, thans door de overheid te.r hand
genomen, heeft Mr. Vissering. destijds aan onze ban-

kiers tef ni’oering en navolging aangeboden, doch

zooals 11ij in 1916 op het congres voor de Gemeente
Financiën meedeelde, niemand pakte het aan.

Toen hij in 1907 zijn bekend boekje ,,Het Oude en

Moderne Giroverkeer” schreef en het den bankiers ‘te

Amsterdam liet lezen, hebben. die heeren gezegd

,,Verbazend interessant, maar berg het zoo diep in je

koffer als je maar kunt, want je krijgt groote tegen-

werking en wij zijn er niet voor klaar”. Later is het

wel verspred, maar bijna geen mensch keek. het in;
bijna niemand die er eenige notitie van heeft ge-
nomen.

Wij hâien deze historie op om te doen uitkomen,

dat de bankwereld van het moderne. giro niet heeft

willen weten, toeii het tijd was. Maar nadat men bij

cle gemeente het stelsel nauwkeurig bestudeerde en
daarbij terdege kennis nam van het werkje van Mr.

Vissering en nu er gunstige resultaten aan den dag

komen, nu komt Mr. van Tienhoven de beweging den
voet dwars zetten.

Met betrekking tot de door hem geuite bezwaren
geldt echter ten opzichte van het Girokantoor
act lo. Het kostenvraagstuk levert het Girokantoor

tot. nog toe geen moeilijkheden op;

ad 2o. Met betrekking tot het inflatiegevaa.r werkt
het Girokantoor gunstig;

act 3o. Beleggingsrisico in ongunstigen zin is niet
aanwezig;

ad 4o. Aan onderniijning van het bankwezen wordt
niet gedacht.

H. IKEI0s’I’ RA,
Directeur van hel G irokanloor der Gemeenk Amsierdam.

Amste:rdam, 17 Mei 1923.

LOONSVERHOUDINOEN IN DE METAAL-

NIJVERHEID.

Door de verschillende publicaties van den heer M.
Triebels (o.a. in dit tijdschrift No. 281, 18 Mei 1921)
is de wijze, waarop in de Metaalnijverheid de loon-
gegevens worden verzameld en verder verwerkt, ge-
n oegzaam bekend. –

Ik kan daarover dan ook zwijgen; wie er nog nadere
inlichtingen over wenscht te hebben, zal deze kunnen
verkrijgen aan het bureau van het N. A. M. ,,Werk-
spoor” Amsterdam, of aan dat van Centraal Overleg,
Schotersingel 9, T-laarlern.

Uit de verschillende gegevens, die het
N.
A. M. in
den loop der laatste jaren heeft gepubliceerd, stelde
ik eenige tabellen samen, die misschien van voldoen-
de waarde geacht mogen watden om ze in ruimer
kring bekend te maken.

Deze tabellen geven een duidelijk, en
objectief juist
beeld van de loonbeweging en de groepeering van cle
arbeiders
itt
de Metaalindustrie. Van hoeveel waarde
het is over zoodanige cijfers te kunnen beschik-
ken, zal iedereen, die onderhandelingen over arbeids-
voorwaarden heeft te Vberen, lcunnen beseffen. Het is

materiaal, dat voor accountantsonderzoek openstaan-
de, zonder eenige tendenz, in welke richting dan ook,
den toestand weergeeft. Nuchtere cijfers, die echter t
voor hen, die er mee gaan werken, beginnen te léven.

Wordt hierdoor weer aangetoond van welk een

waarde ee instituut als het N. A. M. voor ons sociaal-
economisch leven geacht mag worden, des te meer
voldoening schenkt het, wanneer daardoor ook in
andere bedrijfstakken langzamèrhand een zekere
strooming komt, die de richting aangeeft naar de in-
stelling van soortgelijke bureaux.

Ongetwijfeld zijn daarbij vele bezwaren te over-S
winnen en moeten heel wat vooroordeelen uit den weg geruimd worden.

Moge het onderstaande er toe bijdragen ook in
andere bedrijfstakken te doen beseffen wat, voor-

opgezet een goede wil, met betrekkelijk geringe kos-
ten en moeite bereikt kan worden.


Daarbij zal men echter de bijzondere omstandighe-
den van elkeii bedrijfstak in aanmerking moeten

nemen en hoede men zich er voor klakkeloos over te

nemen, wat in cle metaalindustrie juist en doelmatig
:is gebleken.

Beweging van het aantal en groepeering der werk-
nemers N. A. M.

Uit cle gegevens van het N.
A.
M. kunnen de vol
gende tabellen 0-ver cle beweging van het aantal werk-

nemers en hun rie groepeering worden samengesteld:

.-

CN
dc

.-,i

5’i

ci

ei

– – – – – – – – – – – –

Opgaven verstr.

door . . ondern.

86 .129

140

1.40

137

128

116
Tot. aant. arb. 2815438651 426 1.3 41643 35588 29603 26445
Meerderjarigen. 21098 28407 31521 3094827187 22744 20495
:l:n Gein. Klasse 1 11.115 14961 16320 16031 14141 10877 10009
2 7934 10833 11787 1.1667 10330 9393 8519
3 1905 2432 3148 3081 252 2319 1814

4

144 181

266 169

154 155 153
in
0
/0
van het aantal meerderj arigen in:
le Gem. Klasse
1

531 53

52 5252

48

49
2e

7 38

37 37,5 38

41

41,5
3e

9

8,4

10 10

9,4 10,3

8,8 4e

1

0,61

1

0,51

0,6

0,7

0,7

De verhouding van cle meerderjarigen en minder-
jarigen en de geschooldei:i, geoefenden, ongeschoolden

:is uit het onderstaande te zien:

:,-,
.nc,

c’
5O

C’5

ci

Csi

50.)

ci

c,a,

– –

– – –
– – ,-
– –
– – – –

Opg. verstr.
door
. .
on
dernem.
99
86
129 140
140 137 128 116
Tot, aantal
arbeiders
22101
28154
38651
42613
41643 35588
29603
26445

:tn
O/

van het totaal aantal arbeiders:
fiileerdei-j
78 75 74
74
74
76 77 78
Minderj
22
25
26
26 26
24
23
22
13

jaar
. – .

1,5 1,8 1,5
1,2
0,7
0,5
0,4

2,0
2,9
2,9 2,8
2,3 2,3
1,9
15

3,9
4,0
3,7 3,7 3,2 3,3
3,1
16

,,…

3,8
4,2
4,1
4,1
4,0 4,0,
3,7

14

…….

17

4,2 4,0
3,9
4,0
4,0
4,1
3,9
18

,,

. . .

3,8
4,0
3,8 3,6
3,7
3,6 3,7

3,1
.2,8
3,3 3,3 3,2
2,9
3,4
19

…….
20

. : –

1,9
2,8 2,8
2,91
2,6
2,61
2,5

1fl
0/

van liet aantal meerderjarigen:
liescb.den
55.
49 47
46
47
48
50
50,5
Geoefend.
26
28
29 29
30 30
30
30,5
Ongesch.
19
23
24
25 23
22
20
19

Loonbeweging Metaalindustrie.

De beweging van de
werkelijke
hoogte der
uurinko-
mens in cents is te zien uit de onderstaande
tabel,
ontleend aan de gegevens van het
N.
A.
M.

Meerderjarige

werklieden.
‘-1

ie Gern. Klasse….

2e 3e 4e
Geoefendeio.
le Gein. Klasse.
2e
.,

, …..
3e
4e
Ongeschooldeu.

66

76

83

88
62

69

81

81 57

65

76

79
52

56

70

70

62

71.

76

81
52

60

68

70
50

57

66

68
52

57163166

86

78

74 83

73

72 76

68

(15
68

69

65
79

71,

67 71

63

61 66

58

55
66164

55

ie Gern Klasse

54

61

66

69

68

61

57
2e

49

51

58

60

61

54

53
3e
……45

51

60

59

57

50

49
4e

.

……

41

44

49

51

48

47 – 44

Hieronder laten
we
nog eenige tabellen volgen,
die op de
relatieve
hoogte van de uurinkomens der

meerclerjarige werklieden betrekking hebben:

Relatieve hoogte der uurinkonserts.
De uurinkomens
01)
1 Jan.
1920
zijn steeds op

:1.00 gesteld.

SI
1 Jan. 1920=100 el

— .’—

— —,

— .—,

Gesehoolden.
ie Gem. Klasse

100 115 126 134 131 118 112
2e

100 111 131 131 134 118 116
3e

100 114 133 138 133 110 114
4e

, ……100 108 135 135 131 133 125
O’eoe[u1en.
ie Cern Klasse …. ….00 115 123 131 127 115 108
2e

,,

, ……100

1.16

131

135

137

121

117
3e

100 114 132 136 132 116 110 100 110 121 127 127 123 125
0
ugcscli ooklen.
le. Gein. Klasse

1.00 111

122 128 126 113 106
2e

, ……100 104 118 122 124 110 108
3e

, ……100

113

134

131.

127

111

109
4e

,.

, ……100

108

120

124 117

115

107

Relatieve hoogte der aurin/consens.
De uu r nkomens der geschoolden zijn steeds op 100

gesteld.

Geschoolden = 100

4

.-..
. 0”
…..

…-‘ –

30 Mei 1923

ECONOMISCH-STATISISCHE, B’ERI’CHTEN

481

41

le

Gein

:l..iasse ….
100 100
100 100
100 100
100
2e
100 100 100 100 100 100 100
3e

,,

.’…

100 100 100 100 100
100 100
4e

,,
100 100 100 100
100
100 100
Geoc/’cndcn.
le Gern.

Klasse
95
94 92
02 92
91
90
2e
84
87
84
86
85 86
85
88
87
86
87 85
85
4e

,,

,
…..
100
102
90
94
97 93
100
Ongcsclwoiden.

3e
……88

le Gein. Klasse
82 80
79 79 79
78
77
2e
79
74 72
74
73
74
74
3e

,,
79
79
79
75
75
73
75
4e
79
79 70
73
71
68
OS

Relatieve hoogte der uurinlconsens.
De uisrinkomeus

in

de
eerste
Gem.

klasse zijn
steeds op 100 gesteld.

ieGein.K1asse,=i00

Geschoolden.
le Gern. Klasse..
100
100 100
100
100
100
100
2e

,,
94
91
98 92
96
93
97
86 92 90 88 87 88 74
84
80
79
88 88 v
Geoefcclen.
le Geni.

Klasse….

100
100
100
100
100 100 100
2e
84
85 90
86
90
89
91
3e
82
80
87
84
34
82 82

3e

,,

,
……86
4e

,
……79

4e
84
80 83
81
84 90
97
Ongeschooidn.
le Gein. Klasse. .
.
100
100 100 100
100 100
100
91
83
88
87 90 89 93
2e

,
……
3e
83
83
91
85
84
82
86
4e

,
……
76
72
74
74
71
77 77

Ter aanvulling volgen hieronder
nog
eenige andere cijfdrs, ontleend aan .de
N. A.
M. mededeelingen.
Overzicht van de verhouding
van het
uurinkomen
(vakgtoepgemiddelde) en uurloon
(vakgroepgemiddel-
cle) in de verschillende gemeenteklassen
op 1 Januari
:1920
en 1 Jan.
1023.
Het uurloon
is steeds op 100 ge-

Uurinkomen
Uurinkomen
1 Januari 1920
1 Januari 1923

Uurloon= 100
g

”n

o’e
b
C
.n
o’o
no
.)
(
c
0.0
0.)
0.0

ie

Cern.

Klasse
110 113
fl0
121
122 119
2e
115 106
117 122 117 118
3e

,,

,,
105 106 107
118
119
114 4e

.

,,

,,
108 .
113 103 120 125
rio

Geschookien.
le Geni. Klasse

GO

75

67
2e

, ..57

70

63
:3e

,,

, …….54

GO

59
4e

. . .

51

63

57
.

Ocoefenden.


ie Gein. Klasse

54

65

58
12e

,,

51

GO

. 54
13e

, …….48

56

50
4e

45

53

48
Onyeseiiooldcn.
ie Gern Klasse

48

55 .

49
2e

45

50

45
r3

, ……42

46

41
4e

…….39

.

43

39

In ondeistaande tabel is een overzicht geeven. van

: verhouding van het werkelijke uijri.nkomen (vak-
groepgerniddelde) en het vastgestelde minimum ge-
middelde uurinkomen (Collectief cöntract of Lande- –
lijke Regeling). Hieruit is te zien, hoe hoog het wer-
kelijke uurinkornen was, voor de gemeenteklassen
0
1
)

de onderscheidene tijdstippen, wanneer men het 0.1)

dat tijdstip voor de gemeenteklasse vastgestelde mini.-
mum vakgroepgerniddelde op 100 stelt. Men ziet, dat
de werkelijke uur inkomens steeds een aantal procen-
ten hoven het minimum staan:

•0
………..

Jan.

Juli Jan. Juli Jan.
1
Juli
1
Jan.

1.920

1920 1921 1921 1922 1022 1923

Gesc/toolden.
ie Gein. Klasse
1.1.0
118
111
117
128
1.1.6
hO
109
121 116
116 132 116
11.4
105 120
115
120
129 115
110 102 110
1.11.
lii
120
121
114
Geoefenden.
,ie Gein. Klasse ….
131 117 125
136 123
116
2e
102
118
113
1117
132
117
113

Ze

,
……

3e

,,
1104
119 118
121
132
116
110

‘3e

,,

‘,
……
4e

,
……

‘4e
lIG
127 119 125 135 133 135
Ongeschoolden.

……

127 120 126 139 125
.1,16
109
113 116
120
136 130 118
le

Cern.

Klasse……..13
‘2e

……..
3e
1.17
121
131.
128
A39
1.22
120
4e

,
……
105 113
114
119
123
121
113

Absolute

hoogte der
uurinkomens
in
cents
op
1 Januari
1920, 1
Juli
1922
en 1
Januari
1923
voor
de boven de kolom
genoemde
leeftijden:

0 0

1 Jannari 1920
le Gem. Klasse
41 33
.30
24
20
16
12
7
2e
39
-33′
7
22
18
14
1:1
9
3e
38
32 27
21
18
15
13
9
4e
36
31
26
21
20
1.3
U
4
1 Juli 1922
le Gein. Klasse
44 36 28 23
19 15
11.1
9
2e
41
33 28 22
IS
14
12 10
3e
39
32
25
19 15
13
]
0
8
4e
45 40
31
2319
15
S
6
1 Januari 1923
ie Gem. Klasse
38
33
25 22
17 13 10
8
2e
38 31
25
21 16
13
10
S
3e
34
27
24
19
14 12
0
9
4e
51
38
25
18 19
1.3
10
8

Ten einde de onderlinge verhouding der bonen. i,a

‘steld. Men ziet uit deze tabellen, dat sinds
1920
het

uurinkomen ten opzichte van het uurloon is gestegen,
1
m.a.w.
het tariefwerk thans meer invloed heeft dan
:in
1920;
typisch is verder, dat voor de geschoolden dit
1
1ercentage hooger is dan voor de ongeschoolden, waar-

nit blijkt, dat de geschoolden meerop tarief werken

dan de ongeschoolden.
T.
De absolute hoogte der uurinkômens is reeds in. een

der voorgaande tabellen vermeld, het vastgestelde
minimum vakgroepgemiddelde bedroeg resp. in cents

per uur:

Jan. juli Jan. juli Jan. Juli Jan.
.1920 1920 1921 1921 1922 1922 1923

482

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1923

te gaan is het uurinkomen der 20-jarigen op 100 ge-
steld en zijn de andere daarin uitgedrukt. Het a$

misschien juister geweest liet uurinkomen der meer-
derjarigen op 100 te stellen, doch wij stonden in twijfel
over de vraag of wij daaraan de uurinkomens der on

geschoolden of die der geoefnden ten grondslag
moesten leggen, terwijl verder het uurinkomen d’èi

meerderjarigen een gemiddelde over het totaal is en

men voor vergelijking met de mindeijarigên toch oeii

soort aanvangsloon bij meerderjarigheid zou moeten
nemen. Dit bestaat in de Metaalindustrie niet (de

arbeider doet mee aan-de bepaling van het vakgroep-

gemiddelde zonder recht te krijgen op een bepaald

persoonlijk minimum-loon), zoodat wij het beste meent

den te doen de uurinkomeias der 20-jarigen als basis
te nemen:

Ijurinkomen
20jaar=100
oce
d
cID

s

‘-

..
cs
c’


‘•

1 Januari 1920
ie Gern. Klasse
100
88
73
59 49
39
29
17
2e

.
100
85
72
56 46 36 28
23..
3e

,,

,,
100
84
71
55 47 40 34
24
4e
.

,,
100
86 72 58
55
36
31
151

1
Juli 1922
ie Cern. Klasse
100
82
66
52 43
34
25
20
2e
100
80
(iS
54
44
34
29
21
3e

.,,

,,
100 82
64
49 39
33
26
21
4e
100
89
69
51
42
33
18 13
1
Jwuuari 1923
le Cern. Klasse
100
87
69 58 45 34
26
21
2e

,,

,,
100
82
66
55 42 34 26
21
3e

,,

,,
100
79
70
56 41 35
27
27
4e
100
75
49
36 37
25 20
16

Ten slotte is nog gegeven een vergelijking van de
uurinkomens der minderjarigen op 1 Januar.i 1920,
1 Juli 1922 en Jan. 1923,
waarbij
1 Jan. 1920 op 100
is gesteld. Legt men deze cijfers naast de gepubliceer-

de over de meerderjarigen, dan ziet men, dat de loo-

nen der minderjarigen veel minder zijn gestegen, dan
clie der meerderjarigen:

1
Januari ]920oe
—100

..
oce

i

ct
e
Cd
d
ce
c
-c
c

1
Juli 1922
II.e Cern. Klasse
107
100
117
96 95
94
92
129
2e

,,

,, 105
100
104
100 100
100 109
11,1
3e

,,

,,
103
1100
93
91
83
93
77
89
4e

,,

,,
125
129 119
110
.95
115 73 150
1 Januari 1923
le Cern. Klasse
93
100 87
92
85
81.
83 114
le
97
94
93 95
89 93
91
89
3e

,,

,,
90
84
89
90
78
80
69 100
le

,,

,,
142 123
96
86 95
1 100
11.0
200

Haarlem.

Ir. B. Böiaicft.

11 ee t i f i c a t i e.
De Noden. In- en Uitvoer in

de beide laatste lanen.

In het nummer van 9 Mei 11. staan op blz. 418 in
cle eerste tabel achter katoenen garens abusievelijk de cijfers der katoenen dekens. Men leze achter
katoenen

gareflS:

1922: invoer 35.651 ton; uitvoer 2.922 ton.
1921: invoer 2.655 ton; uitvoer 1.908 ton.

De gareninvoer – vooral voor de wcverij – is heel
at grooter dan de uitvoer. Niettemin zijn invoer en
ultvoer beide toegenomen. In de wolnijverheid worden
alleen maar garns ingevoerd, niet uitgevoerd. Ook
zijn onze eigen wolfabrikaten veel meer voor binnen-landsch verbruik bestemd.

Voor de gedetailleerde cijfers voor katoenen weef-
en naaigarens zij verwezen naar liet artikel over de

katoenindustrie in E.-S. B. van 28 Febr. 11., blz. 184
van de hand van den heer
J.
Gelderm,an.
Ik dank
hem voor de vriendelijkheid op de fout in de cijfers
te hebben willen wijzen.
W.E.B.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

ENKELE I-ÏOO1jrDI,ÏJNJN UIT 1)E IE1ISC}IE STAATS-

INRICHTING.

1.
Noord-Ierland.

Dr. T. E. Gregory te Londen schrijft ons:

Voor cle eerste maal werd in de statistiek van den
Boarcl of Trad’e de vorige maand rekening gehouden

met het feit, dat Zuid-Ierland. in statistisch opzicht niet langer deel uitmaakt van de Britsche eilanden.

De zuiver administratieve terugsiag van de verande-

ringen, welke onlangs hebben plaats gehad, is van
betrekkelijk weinig belang, doch de omvang der wet-

geving van de lersche staten is thans voldoende
om een
beschrijving
van de hoofdzaken te recht-
vaardigen. Bij . een bespreking van het lersche

ri-aagstuk wordt soms over het hoofd gezien, dat wij

niet uitsluitend te doen hebben met Zuid-Ierland,

doch ook met Noord-Ierland en de eerste wet, welke

het vrastuk regelde, de ,,Government of Ireland
Act, 1920″, riep inderdaad een aantal gelijksoortige

instellingen in het Noorden en Zuiden in het leven,
waarbij de
mogelijkheid
bestond beide deden in de
toekomst te vereenigen.

Aan deze wet moeten thans de volgende worden
toegevoegd:

De Irish Free State Agreement Act, 1922.
De Irish Free State Oonstitution Act, 1922.

‘De Irish Free State (Conseque’ntial Provisions)
Act, 1922.

Deze drie wetten zijn het gevolg van het op vrede
gerichte overleg tusschen de lersche leiders en de
Britsche regeeri.ng
en bevatten een ratifi.catie van het
vredesverdrag, liet geraamte van de
zuidelijke
con-
stitutie en de te deren aanzien noodzakelijke wijzi-
gingen. Doch in het Noordet staat men nog direct
0])
den grondslag der Government of Ireland Act van

1920 en deze zal dus het eerst worden beschreven.

De wet roept beperkte wetgeveode bevoegdheden in

het leven, draagt slechts bepaalde takkeii van staats-dienst over en beperict het recht tot belastingheffing
der Noordelijke regeering, terwijl zij tezeifder tijd be-

palingen bevat omtrent een bijdrage in de algemeene
kosten van liet Rijk en cle beslechting van geschillen.
Administratief bestaan dus ,,gereserveerde diensten”
en ,,overged:t-agen diensten”, evenals ,,gereserveerde”
belastingen of belastingbronnen en ,,overgedragen be-
lastingbronnen”.

Wat nu de
wetgevende bevoegdheid
van de Noor-
delijke Regeering aangaat, hiervan is uitgesloten alles
wat betreft:

de kroon en de erfopvolging, oorlog en vrede, of de regeling van de gedragingen van een deel van
Z.M. onderdanen gedurende het bestaan van vijande-lijkheden tusschen vreemde staten, waarmede dit land
in vrede verkeert;

de gewapende macht, zoowel te land, ter zee als
in de lucht, met inbegrip van de pensioenen;

e. verdragen of overeenkomsten;

ridderorden,’ naturalisatié en nationaliteit;

den handel met eenige plaats buiten dat deel
van Ierland, dat onder de jurisdictie van de onderlia-
vige Regeering valt, uitgezonderd indien zoodanige
wetgeving het noodzalceljk gevolg is van wetgeving
in ander opzicht;
de draadlooze telegraf ie, onderzeesche kabels, luchtvaart, vuurtorens, boeien en bakens;

het wettig betaalmiddel, het recht van de
munt, verhandelbaar papier, met inbegrip van bank-
biljetten, verder maten en gewichten, handelsmerken,

ontwerpen, of andere industrieele eigendomsrechten en verder ,,afles, wat in deze wet uitdrukkelijk gere-
serveerd wordt, zoolang het gereserveerd blijft”.

Als resultaat dezer beperking blijft derhalve aan
liet Parlement van het Vereenigd Koninkrijk de be-
voegdheid, voorzieningen te treffen ten ‘aanzien van

30 Mei 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

483

al die commercieele kwesties, ton opzichte waarvan
couvorrnigheid zoozeer gewenscht is. Positief gezegd

staat de wet alleen wetgeving toe in zake kwesties,

dce
uitsluitend
Noord-Ierland aangaan. Verder kan

Noord-Ierland nooit eenige godsdienstige overtuiging
hevoordeelen en voorts kan een wet van de locale Ee-
goer.i ug een van het Vereenigd Koninkrijk niet ter

zijde stellen, terwijl het omgekeerde wel het geval is.

:De meest belangrijke
gereserveerde diensten
zijn

de post, waaronder begrepen de postspaarbank en de
,,trustee”spaarbanken, ontwerpen van postzegels, ver-

der de overdracht van vaste goederen en het aanhouden

van de openbare registers, hoewel ten aanzien van cle-
ze laatste bevoegdheid wordt verleend het aanhouden

ook zelf ter hand te nemen. Al deze diensten zouden

overgedragen worden, wanneer de lersche eenheid be-
reikt zou zijn, een ideaal, dat de wet bedoelde te be-

vorderen.
Wat de
financieele bevoegdheden
aangaat, de wet

stelde twee lersche Regeeringen in, waartusschen
bepaalde kosten verdeeld zouden worden en daar
i.n ieder geval tusschen de twee deelen wel finan-
cieele kwesties zouden rijzen, werd een Joint Exche-

quer Baard ingesteld met een
,onpartijdig
voorzitter,
welke beide Regeeringen vertegenwoordigt. Dit col-

lege heeft ook thans een belangrijke taak, ongeacht

den nieuwen toestand in het Zuiden.
De volgende belastingbronnen zijn aan de wetge-
vende bevoegdheid van Noord-Ierland onttrokken: in-
en uitvoerrechten, accijnzen, belasting op buitenge-

wone winsten, corporation profits tax en andere
winstbeiastingen, benevens de inkomstenbelasting;
deze laatste gelijk hieronder nader wordt uiteengezet

niet geheel. –
Verder mag de Regeering in de eerste plaats geen

belasting invoeren, die voor, een groot deel hetzelfde
karakter draagt als de zoo juist genoemde en verder
geen belasting invoeren, voor eenmaal of geregeld te-
rugkeerend, welke het karakter heeft van een alge-meene kapitaalbelasting, indien deze niet in wezen
hetzelfde karakter draagt als een bestaande belasting.
Hieruit blijkt, dat de Noordelijke Regeering de be-
voegdheid heeft, voorzieningen te treffen ten aanzien

van successie- en zegelrechten; bovendien staat de wet
de Regeering toe de inkomstenbelastiiig en de super-
tax te verhoogen of te verlagen, terwijl zij tevens vrij

is patentrechten te jieff en, welke niet zooals de ac-cijnzen varieeren met den omvang van de productie
van een.bepaald artikel. Dientengevolge was het nood-
zakelijk, in de wet bepalingen op te nemen, waardoor
de heffing van dubbele successie- of zegelrecliteia zou
vermeden kunnen worden en deze bepaling treft men
clan ook inderdaad aan.

:De
wezenlijke
moeilijkheid, waarvoor men zich ge-
steld ziet, indien een gebied, dat vroeger een eenheid
vormde, in stukken wordt verdeeld, is de toewijzing
der in een der deelen geheven belasting aan dat deel,
dat deze werkelijk ,,betaalt”. In dit geval rust de toe-
wijzingstaak op den Joint Exchequer Board, die
ieder jaar te dezen aanzien voorzieningen moet tref-
fen. Aangezien een groot deel der belastingen is gere-
serveerd, is dit ook het geval met de inning en de
opbrengst dezer belastingen wordt dus gestort in het
Consolidated Pand van het Vereenigd Koninkrijk en
niet in de schatkist van Noord-Ierland. Dat wil dus
zeggen, dat, aangezien Noord-Ierland moet bijdragen
in de rijkslasten- en het tevens zekere bedragen voor
Engelsche rekening ontvangt, terwijl daarnaast be-
paalde in Engeland ontvangen bedragen in werkelijk-
hei.d ook aan het Vereenigd Koninkrijk ten goede
moeten komen, een ingewikkelde jaariijksche verre-
kening plaats moet vinden. Hierdoor wordt de geheelè
kwesti.e der lersche bijdrage aan de orde gesteld.
Oorspronkelijk zou de last tusschen de beide lersche
Regeerin gen verdeeld worden, van weilce regeling het
beginsel, hoewel de omstandigheden in onderdeelen gewijzigd zijn, voor de verdeeling tussehen Noord-
Ierland en de Britsche Regeering gehandhaafd is.

• In. de zesde bijlage
bij
en in art. 23 van de wet is

bepaald, dat bijdragen verschuldigd zijn voor:
den dienst der Staatsschuld en alle andere las-

ten van het Consolidated Pund ter zake van leeningeri;

uitgesloten bepaalde lasten, waaronder die, voort-

yioeiende uit gegarandeerde leeningeu voor den aan-
koop van landerijen in Ierland;

de kosten der zee-, land- en luchtmacht, met in-
begrip der pensioenen;

1
3. zoodanige uitgaven als door den Joint Exche-
quer Board rijksuitgaven geoordeeld worden te zijn.

– Grondslag voor de bijdragen is de relatieve draag-
kracht van Ierland en het Vereenigd
Koninkrijk, doch

elke regeling zal iedere vijf jaar door den Joint Ex-
chequer Board herzien worden, die in eersten aanleg
de bijdragen zal vaststellen. Indien Zuid-Ierland ook
onder de wet viel zou de bijdrage tusschen de twee deelen in verhouding tot hun draagkracht verdeeld

zijn.
– Na vastgesteld te hebben, waarvoor een bijdrage

verschutdigd is, bepaalt de wet het volgende: Telken
jare zal aan de Regeering van Noord-Ierland uitge-

keerd worden een bedrag, gelijk aan het verschil der
gereserveerde belastingen en het totaal der bijdragen,
vermeerderd met de kosten der gereserveerde diensten

voor de Britsche schatkist. De Noordelijke Regeeririg
is derhalve sterk ondergeschikt aan de Regeering te
Westminster. De positie van Zuid-Ierland is hiervan
-geheel verschillend en zal de volgende week onder het
oog worden gezien. T. E. Gaicoony.

HET LANDBOTJWCREDIET IN DE VEREENIGDE

STATEN VAN NOORD.AMERIKA.

II.
(Slot).

Dr. H. W. A. Beenhouwer te New York schrijft ons:

De
,,Agricultural Credits Act of
193″
is het pro-
totype van een wet met sterk heterogene bestanddee-
len. 1)it kon ook moeilijk anders zijn, daar zij, aan het
slot der zittingsperiode van het Congres, overhaast

door compromis uit de verschillende ingediende wets-
èntwerpen, (de z.g. Capper, Lenroot, Anderson en
Strong Bills) werd saamgevlochten.
Deze wetsontwerpen varen door de leiders van ver-
schillende schakeering uit het Farmers Bloc aan het
congres voorgelegd. Alle beoogden uitbreiding der cre-
dietfaciliteiten voor den landbouw. Het streven be-

stond algemeen, de wetsontwerpen nog in de afgeloo-
pen zittingsperiode bekrachtigd te zien, waarbij zon-
der
twijfel
de invloed, dien zulks op de gezindheid der
boeren-kiezers zou hebben, een factor van groote be-
teekenis is geweest. (Enkele ondeugende menschen
gaan zelfs zoover te zeggen, dat bij de Agricultural
Credits Act de landbouwers minder dan de politici
geïnteresseerd geweest
zijn).
Het gevolg is, dat men
iii de samengestelde wet een aantal scherp te scheiden, onderling soms min of meer tegenstrijdige, onderwer-
pen opgenomen vindt:

1. In de eerste plaats behelst de wet een uitgebrei-
de aanvulling der reeds genoemde Federal Farm Loan
Act, waarbij deze wordt versterkt met een hoofdstuk
omtrent de
,,Federal Intern-cediate Credit Banlcs”.
Het
omvat de oprichting en bevoegdheden van een 12-tal
Federal Intermediate Banks, in aansluiting aan de
reeds bestaande Federal Land Banlcs. Het doel dezer
banken is, zoôals itit den naam reeds blijkt, juist Je
intermediaire credieten ter beschikking van den land-
bouw te stellen. Ieder dezer nieuwe Intermediare
Banks zal een kapitaal hebbeh van $ 5.000.000, liet-
welk uitsluitend geteekend wordt door de
regeerircg.
De banken zullen komen te staan onder toezicht van
den Federal Farm Loan Board en hun werkzaamheden
zullen in hoofdzaak bestaan in het disconteeren of koo-
pen van promessen, wissels, schuldbrieven etc., van een
State Bank of Trust Company, Nationalbank, Land-.
bouwcredietbank, ,,live stock ban company” of coö-
peratieve verkoopsvereeniging. De voorwaarde is,
dat de opbrengst voor landbouwdoeleinden
(mcl.
het

484

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30Mei 1923
fokken, iiiesten en verkoopen van vee) gebruikt wordt.

Voorts kunnen de banken voorschotten verleenen

aan coöperatieve landbouwvereenigingen, tegen dek-,

king in den vorm van ceelen, documenten, hypotheek
op levende have’) e.d.

De duur van al deze credieten zal niet korter zijn
dan 6 maanden en niet langer dan 3 jaar. –

De Intermediate Credit Banks doen geen zaken
direct met het publiek, doch zijn gedacht als Bankers’

Bankz, m.a.w. als herdisconteeringsinstellingen. (Men

treft hier dus dezelfde grondgedachte aan als bij het
Federal Reserve System) –

Tegenover de voorschotten kunnen de lnte.rmediaie

Banks obligaties (z.g. collateral trust debentures) uit
-1

geven, met een maximum looptijd van 5 jaar. De to-
tele omloop dezer obligaties mag niet meer bedragen
,

dan het tienvoud van het kapitaal plus de reserves
der Bank. Ter bevordering van de uitgifte dezer obli

gaties zullen deze vrij van belasting zijn; de rentevoet

wordt vastgesteld met toestemming van den Federal
Farm Loan Board, maar mag het wettelijk maximum
van 6 püt. niet overschrijden. Bovendien is bepaald,

dat de marge tusschen de rente, welke de banken voor,
de voorschotten berekenen en den rentevoet den
laatstuitgegeven obligaties niet meer dan 1 pOt. mag
bedragen.

Dit zijn slechts enkele der
belangrijkste
punten der
wet. Men heeft dus te doen met zuivere staatsinstel-

lingen, waarvan de werking en tarieven zeer gedetail-.
leerd zijn vastgelegd, op een wijze, die men in Euro-
peesche landen zelden of nooit aantreft..

Het principieele verschil tusschen de credietverlee-,

ning door de Federal Farm Loan Banks en de Federal’
Intermediate Credit Bks ligt hierin, dat de eerst-

genoemde banken slechts crediet geven tegen zeker-
heid op den grond, en met een minimum lengte van
5 jaar, terwijl de laatstgeiioemde geld leenen op pro-
messen, wissels e.d.,. gesteund door endossementen of

gedekt doôr ceelen enz., met een duur van 6 maanden
tot 3 jaar. In beide gevallen wordên tegenover de ver-
leende credieten obligaties uitgegeven.

Dan bevat de wet een hoofdstuk omtrent de
voorwaarden, waartoe onder een speciaal charter door

particulier initiatief z.g. Natioizal Agricultural Credit
Associations
opgericht kunnen worden; eveneens
worden de werkzaamheden dezer banken nauw

keurig omlijnd. Deze banken komen, eveiials de
National Banks, te staan onder toezicht van den
Comptrol]er of the Currency.

In grove trekken komt de werkkring overeen met

die der Jntermed.iate Credit Banks, met dit princi-
pieele verschil, dat, behoudens een, enkele uitzonde-ring, de duur der credieten beperkt is tot 9 maanden.
Ook zij kunnen obligaties uitgeven, welke echter niet vrij van belasting zijn en die zich dus in dit op
zicht in een belangrijk nadeelige positie bevinden
tegenover die der Intermediate Credit Banks: Daaren-
tegen kunnen zij, zoolang hun kapitaal een bedrag van
$ 1.000.000 niet overschrijdt, direct met het publiek
zaken doen. Wordt het genoemde bedrag overschreden,
dan worden zij, evenals de Intermediate Crédit Ba.n]instellingen, welke slechts voor andere banken herdis-,
eo nteeren.

Voorts bevat de wet eenige
amendementen op
de Federal Reserve Act,
waarvan wij reeds melding
maakten.

De belangrijkste wijziging is, dat de Fedéral Reser-.
ve Banks bevoegd zullen zijn, landbouwpapier te her-
disconteeren, dat een looijtijd heeft van 9 maanden, tegenover het tot dusver bestaande maximum van 0
maanden.

Eveneens is er een wijziging gemaakt, die State

1)
De hypotheek op levende have is een specifiek
Ame-
rikannsche vorm van dekking voor credieten. De zeker-
heidi bestaat uit hypotheken
01)
bepaalde hoeveelheden vee
in bepaalde districten. De credieten hiertegen verleend stel-
leri de landbouwers in staat het fokken en mesten van
vee
te financiêren.

Banks, welke tot nu toe geen lid konden worden van
het Federal Reserve System, daar hun eigen kapitaal
het vereischte minimum niet bereikte, daartoe onder
zekere voorwaarden in staat stelt.

Voorts verlengt de vet wederom het bestaan
der War Finance Corporation en wel tot Maart 1924.
Dit is in de eerste plaats om in den overgangstijd den

landbouw niet van de tot nu toe door de War Finan-
ce Corporation ter beschikking gestelde gelden ver-
stoken te doen zijn.

Ten slotte bevat de wet eau zeer eigenaardige
bepaling, waarbij besloten wordt tot instelling van

een officieele commissie, welke zal onderzoeken, door

welke oorzaken een zoo groot aantal State Banks in

het landbouwgebied buiten liet Federal Reserve
System gebleven is, hoewel zij tot aansluiting ge-

rechtigd waren. Tevens moet de commissie vaststellen,

welken invloed dit feit op de belangeii van den land-
bouw gehad heeft.

Ten eihdo zich omtrent de beteekenis der door deze
commissie te beantwoorden vragen een beeld te kun-

nen vormen is het wenschelijk volgende cijfers te
noemen: in de Vereenigde Staten zijn niet minder

dan 9.618 State Bank, ivelke het recht hebben zich
bij het Federal Reservé System aan te sIuitn, daar-

buiten gebleven. Hun kapitaal en reserves bedragen

$ 1.209.000.000 en de totale resources $ 9.000.000.000.
Alleen in de zes voornaamste landbouwstaten met 4S

pCt. der geheele Amerikaansche graanproductie en

resp. 45 en 25 pCt. der varkens- en veeteelt, komt
een derde
dezer buitenstaande banken voor.

Wij hebben hiermede, zeer schematisch, de voor-
naamste punten der wet behandeld. Uit het weinige,
dat hier vermeld is, kan men reeds zien hoe groot de

draagwijdte der nieuwe wet is en in welke mate de
wetgever voorschriften voor de wijze, waarop het-
landbouwerédiet verder ontwikkeld zal worden,
geeft.

Men mag hierbij als Europeesch lezer niet ver-
geten, dat te dien opzichte de Vereenigde Staten in – een geheel andere positie verkeeren dan de meeste

Europeesche landen. In Amerika toch is in opmerke-

lijk korten tijd een geweldige economische organisatie
tot stand gekomen; men is nog midden in een zeer

snel groeiproces, dat men in een fractie van den tijd,
welke daartoe in Europa noodig was, doorloopt.
Dit brengt mede, dat de geleidelijke groei en ont-
wikkeling van een banksysteem, op de wijze als men

in Europa waargenomen heeft, niet heeft kunnen
plaats vinden en men in de Vereenigde Staten, door
het scheppen van organisaties langs wettelijken weg,
hierin heeft moeten voorzien. Het is van dit stand-
punt, dat men o.a. de Federal Reserve Act en ook
de n:ieuwe wetgeving moet beschouwen.

Hetgeen zeer sterk frappeert is ook de verbluffende

snelheid, waarmede de nieuve wetten ten uitvoer
worden gebracht. Nauwelijks twee maanden na liet
tot stand komen der wet, welke hun oprichting be-
helst, zijn thans reeds de Intermediate Credit Bauks
in het leven geroepen;
zij
zullen binnen enkele weken hunne werkzaamheden reeds beginnen. Men hoopt op
deze wijze reeds voor het komende seizoen de vruch-
ten der nieuwe regeling te kunnen plukken.

Het is nu bijzonder interessant, ter beoordeeiing
van de verschillende stroomingen, die zich ten aan-
zien van de ontwikkeling van het bankwezen in de
Vereenigde Staten, in het bijzonder van het land-
bouwcrediet, kenbaar maken, de voornaamste punten

van crediet ten opzichte der Agricultural Credits
Act nader te beschouwen.
In de eerste plaats houdt zich de critiek bezig met
de vraag, die wij reeds aanstipten: behoeft de land-
bouw credietfaciliteiten, welke zich buiten de reeds
voor het tot stand komen der wet bestaande moge-
lijkheden uitstrekken?
Niet weinig stemmen hebben zich verheven, welke
erop wijzen, dat de positie der landbouwers sinds

30 Mei 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

485

1.920 in de eerste plaats aan de ontwrichte economi-sche toestanden in de wereld sinds den wereldoorlog
toe to schrijven is. Een verbetering zou niet door het

ter beschikking stellen van nieuwe credieten te weeg
gebracht kunnen worden, maar eerst dan plaats kun-
nen vinden, als de nog steeds bestaande. krachtige be-

lemmeringen voor de hervatting van den internatio-
nalen handel, gelijk deze voor den oorlog gedreven

werd, zullen zijn opgeheven.

Anderen toorien aan, dat onder de bestaande wette-
lijke regeling reeds op overvloedige wijze gelegenheid

bestaat, in alle legitieme credietbehoeften van den
laddbouw te voorzien. In dit opzicht is het overzicht

in het Apriliiummer der Monthly Bulletins, welke

de National City Bank of New York uitgeeft, bij-

zonder interessant. Ook wordt dikwerf, als een der
zwakste punten in de organisatie van den landbouw in
Amerika, het gebrek aan samenwerking tusschen de

individueele landbouwers genoemd en als hoofdoor-
zaak hunner ongunstige positie aangegeven. De ge-

ilezing wordt dan o.m. gezocht in aansluiting in coö-
peratieve vereenigingen, hoofdzakelijk voor den afzet
der producten.

Veelal wordt ook de meerling vertegenwoordigd,
dat het juister ware geweest, eerst de nitwerking van

de amendementen op, de Federal Reserve Act af te
wachten, alvorens tot verdere wettelijke maatregelen
over te gaan. De hierin door de nieuwe wet aange-
brachte veranderingen worden vrijwel unaniem goed-
gekeurd.

Velen van hen, die geen principieele tegenstanders
der nieuwe wet zijn, zijn intusschen sterk gekant te-
gen het feit, dat nu de regeering in versterkte mate
als bankier zal gaan optreden.
Ook het gevaar voor overmatige credietverleening en de hiermede in verband staande inflatie-mogelijk-
heid vormen een punt van critiek, dat men herhaal-
delijk geuit vindt.

Evenzeer het feit, dat door de nieuwe wet feitelijk,
naast het bestaand Federal Reserve System, een min

of meer concurreerend stelsel wordt geschapen, dat
in het algemeen gesproken onafhankelijk naast het
Federal Reserve System staat. In plaats van te trach-
ten, voor zoover dit eenigszins
mogelijk
is, den gehee-
len stroom der liquide middelen in &én enkel systeem
te leiden, maakt de nieuwe wet een scheiding, welke tot groote moeilijkheden in critieke tijden aanleiding
zal kunnen geven.

Het kan niet ontkend worden, dat ieder dezer pun-
ten van critiek zeer gezonde argumenten bevat, welke
oPze volle aandacht waard zijn.
De toekomst zal ons moeten leeren, in hoeverre zij
steekhoudend zijn.

Een ding echter kan men wel reeds nu zeggen. De
geschiedenis van het economische ontwikkelingspro-
ces in de meeste landen der ,,oude wereld” heeft ge-
leerd, dat hoe meer traditie”. en hoe minder wette-
lijke bepalingen den grondslag voor het economisch
leven vormen, des te gunstiger dit. voor de ontwik-
keling van het betreffende land is.

De groeibeweging in de Vereenigde Staten is nog zoo krachtig, dat de wetgever dikwerf helpend moet
optreden.

Indien echter eenmaal een zekere geleidelijkheid
en evenwichtigheid in het ontwikkelingsproces zullen zijn gekomen, dan is ook het oog’eriblik daar, een be-
gin te maken met de bevrijding van het economische
leven uit de vaak zeer kriellende wettelijke banden.

Dr. H. W. A.
BIIEN1louwlIR.
New York, April 1923.

AANTEEKENINGEN.

Koste’n van h e t ‘evensonderhoud bij
arbeidersgozi’nnen te Asnsterdam.1) –
Het onlangs door het Bureau van Statistiek der Ge-
meente Amsterdam gepubliceerde Maart-indexcijfer

1)
Verg. pag.
171
van dezeu jaargang.

van de kosten van het levensonderhoud bij arbeiders-
gezinnen daar ter stede, vertoont een daling tegenover
zijn voorganger van 2,2 püt. of van 1,8 pOt., indien
men dat van Mdart 1920 als grondslag neemt.

Een overzicht van het beloop van het
cijfer
sinds
evengenoemde maand volgt hieronder.

en
1
1
dalingin perc.
1
ding . Rest

Totaal sedert Mrt. ‘201 Index-
cijfer
Voe-
1
Rest
ding

Gemiddelde

weke-
lijkscheuitg.perge-
ziIseenhad
zj’
f
5,561

f
5,701

f 11
,27
1
1.00

Bedragen, welke p.
gezinseenheid zou-
den zijn uitgegeven,
indien besteed aan
hetzelfdealsjn Mrt.
1920, in:
Juni

1920 ….
5,75k,,
5,781
,, 11,54
3,4

1,4
102,4
Sept.

1920….
…6,20
,,5,83
,,12,03
11,4

2,2 106,8
Dec.

1920.
. . .
0,15
,,5,54
,, ?1,69
10,5

2,9
103,7
,5,83
,, 5,231
,, 11,06
4,8


8,2
98,2
,, 5,88
5,08k i0,96
5,7

_iO,9
97,3

Maart

1921…….

,, 5,43
5,07
,, 10,50

2,4 -11,1
93,2
5,15k
4,881 ,, 10,04

7,3 -14,4
89,1

Juni

1921 …..
Sept.

1921 …..

Maart

1922 ….
,, 5,21k
.,4,91
,, 10,121

6,3 _13,9
89,8

Dec.

1921……..

,,4,93
,, 4,92k
9,85_11,4
-13,7
87,4
4,33

.

,, 4,88k
,

9,21k
-221

-14,4
81,8

Juni

1922.
….
Sept.

1922 … ….

,
4,38k
,,4,91
9,30
-21,2 _14,_
82,5
Dec.

1922……
M
aart

.1923 …….
4,26k ,, 4,83
,,

9,09
_23,4 -16,1
80,7

‘1

De hei-leidiing
tot
gezinseeniheden
geschiedt
KInt
de man geldt voor
1,

de
vrouw
voor 0,9,
een kind
in het
eerste levensjaar
voor 0,15,
in
het tweede
voor 0,2,
in het
derde voor
0,3
volwassene
en
zoo geleidelijk
opklimmende
met 0,05 voor elk
leeftijdajaar.

Het Bureau licht de jongste resultaten als volgt
toe.:

Sedert een drietal jaren wordt het driemaandelijksche
indexcijfer der kosten van het levensonderhoud berekend op
grondslag van het verbruik, geconstateerd bij het onderzoek
naar de uitgaven van arbeidersgezinnen, dat in Maart 1920
werd ingesteld, eu van de prijzen, welke gedurende dezelfde
maand gegolden hebben.
Over Maart
1923
werd het inclexcijfer wederom op dezelf.
de basis vastgesteld. Het resultaat van deze berekening is,
dat van Maart
1920
tot Maart
1923
voor cle totale kosten van levensonderhoud een daling is ingetreden van
19,3 pCt.
13ij de vorige driemaandelijksche periode bedroeg de daling
17,5
pCt., zoodat zich van December
1922
tot Maart
1923
een verdere vermindering heeft doen gevoelen en wel van
$ 2,2
pCt. Sedert September
1920,
in welke maand de duurte
haat’ hoogtepunt bereikt had met een stijging van
6,8
pCt.
1
hoven het niveau van Maart
1920,
bedraagt de daling
24,4
pCt.
Voor de voeding afzonderlijk bedraagt de daling sedert
Maart
1920 23,4
pCt., tegen
21,2
pCt. in December
1922.
Een aantal posten hebben deze daling veroorzaakt, in de
sterkste mate melk en eieren, die sedert de vorige bereke-
ning belangrijk in prijs gedaald zijn. Ook de groep aardap.
1
peleit onderging een niet onaanzienlijke vermindering. Een
lichte daling van cle groep brood, beschuit en koek is het
gevolg van prijsverlaging van beschuit en koekjes. Enkele
andere posten zijn onveranderd gebleven : de groep grut-
1 terswaren, waarin een prijsvermiudering van sommige soor-
ten peulvruchten geneutraliseerd wordt door een verhoo.
ging van enkele andere, en de groep kruidenierswaren, –
waarin een stijging van de theeprjzen wordt teniet gedaan
door een daling bij de gedroogcle vruchten. Daartegenover
staan enkele posten, die gestegen zijn, en wel voornamelijk
kaas, suiker, vetten. De stijging op vetten is toe te schrij-ven aan prijsverhooging van iiatuurboter en bakolie. Een
1
toeneming der prijzen van bevroren rundvieesch, ingetredeit
met
13
Maart en waarvan in overeenstemming met het bij
vorige driemaandelijksche periotlen in toepassing gebrachte
beginsel is rekening gehouden in evenredigheid met het ge.
1
deelte der maand, dat nog moest verstrijken, komt in de her-
leide uitgaven per eenheid en per week niet tot uiting en
heeft dus geen invloed op het eindcijfer.
Van cle overige posten van liet budget vertoonen de meeste
ccii verclei-e daling sedert December
1922.
De daling
eau
de groep verlichting is het gevolg van cle sedert
het . tijdvak, eiticligende met de eerste meteropneming
na 26
Januari
1923,
in werking getreden wijziging
van het gastu-ief (van
13
cent gebracht op
12
cent per

/

486

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei- 1923

Ma.; over den niujitmeter resp. 13% en 12i4 cent). Een
prjsverminderiug van petroleum en anthraciet is te gering
ôm tot uiting te komen in de eenheidsuitgave van de gtoep
brandstof. Op huishuur is over de afgeloopen drie maanden
slechts een onaanzienlijke stijging waar te nemen.
De omrekening van het indexcijfer van 80,7 voor Maart 1923, verkregen op den grondslag van Maart 1920 = iOO,
op cle basis
van
de cijfers 213,7 voor Maart 1920 en 100
voor 1911 volgens de oude methode, gaf als uitkomst een
cijfer van 172,5, zoodat nog steeds een stijging van 72,5
,
0

pCt. boven het peil van vSSr den oorlog te constateeren
valt. In December
was
dit cijfer 76,3. Wederom moet er op
1

gewezen worden dat dit cijfer slechts onder vooibehoud kant
worden aaiivanrd, omdat de cijfers van de nieuwe en diei
vnu de oude reeks, waartusschen door deze berekening ver-:
band wordt gelegd, op een ongelijksoortïge basis berusten
cii volgens verschillende methodes werden vastgesteld.

Het rendement van enkele Britsche’
en Brit sc h-k o lo nial e staatsfondsen. –

Naar aanleiding van de emissie op 17 Mei ii. van een
1

4%
pOts. Britsch-Indische leening van £ 20.000.000
tegen den koers van 90 ‘püt. merkte de Times dezerl

dagen op, hoe het de Indische regeering binnen twee’
jaren mogelijk is gebleken, den rentevoet voor zoodani
ge emissies van
7
püt. tot even boven 5 pOt. te doen
0

dalen. De oorzaken zoekt het blad eenerzijds in de ver-
ruiming van de kapitaalmarkt in Engeland, anderzijds

in de verbetering van de politieke en financieele om-‘
standigheden in het overzeesche gebied. Het rende-f
ment blijft echter nog vrij aanzienlijk boven dat den

andere Britsche en Bnitsch-koloniale fondsen, zooals[

uit onderstaande tabej blijkt:

Rendement

Bij
zon laat

Fonds
Aflossing
Koers
LTt
sluitend
â
paij
interest
(interest
inbegrepen)

£

s.

d.
£

s.

d.
Consols, 2% olo

581f
4

6

0

War,

5
0/. …….
10071
4 19

0
4 16

1
Funding 4
0j..
.
1 960_90
9281
8

4

6

6
4

7

0
Victory, 4
0
/0
..
uitloting
93%
4

5

6
4

7

0
Convsn., 3%
0
/o.•

.1929-47

1961 of
791
4

8

0

daarna
Local loans, 3
0/

6881
4

7

6

N.Sth.Wales,4?/
0

1935_45
97
4 14

9
4 16

6
New Zealand,
4
0
/0
1933_43
91%
4

7

6
4
14

0
Natal,

3o

……
75
4

1

0
4 14

6
Sth.Australia, 491
1940_60
92
4

S

0
4

ii.

0
Tasmania, 3 o
192040
.
1941

71
86%
4

2

0
4 15

6
Jamaïca, 4% o/o
99%
4 10

6

India, 3 o/ … . . . 1948 of

59%

5 0 0


daarna

J)o., 2%
0
/0….
1926 of

51%

4 18 0


daarna

Do., 4%
0/….
1950-55

90

5 1 2 5 4 4

Nieuwe uitgifte. Daar in November a.s. rente over een
vol halfjaar wordt betaald is de koers van uitgifte feitelijk
ongeveer 1
0
/0
lager.

Afgezien
dus
van de 5 pOt. War Loan, waarvan het
-relatief hooge rendement het gevolg is van de optie;’
welke de Regeening heeft, in 1929 tot aflossing â
pari over te gaan, rendeeren de Britsehe regeenings-fondsen thans dus slechts ongeveer 4% pOt., terwijl
die der Dominions (kans van aflossing inbegrepen)
nauwelijks 4% pOt. overschrijden.

Overzicht van de door Minister de
Graaff ten laste van Nederlandsch-
indiëuitgegevenleeningen.—Als
bijlage
van de Memonie van Antwoord op het Voorloopig
Verslag inzake het de vonigeweek door de Tweede
:Içamer aangenomen wetsontwerp tot het aangaan van
een geidieening ten laste van Nederlandsch-Illdië, is
doo.r den Minister van Koloniën het volgende hier-
bovengenoemd overzicht verstrekt:

Leening.
Wijze van

uitgifte.
2
0e

o

.-
‘en

o o

Ned.-Ind. leening
rechtstreeks
1919 …………

1001
6
Ned.-Ind.leen.1921A
.(guichetleening)
idem

100
7
Ned.-Ind. leen1921B
idem

Ned. 99
fij
Ind.99fr
Ned.-Ind. dollar-
Guaranty Tiust
leening 1922A
Comp. of N.York
90,77
941
6
Ned.-Ind. dollar-
leening 1922B
idem
90,98
oq
6
Ned.-Ind. dollar-
leeniag 1922 C
. .
idem
92,75
961
6
Ned.-Ind. leening
.lTambros Bank
1921 C ……….
Ltd
&
Lazard
92,50
Eng.98
6
Brothers &Co.
Ned.96
Ltd Londen

..

Ned.-Ind. leening
Guaranty Trust
1921 D ………..
Comp. of N. York
84,25
88
5

Stand der cultures en uitvoer gedurende
het vierde kwartaal 1 922’in Suriname
1
).-
De weersomstandigheden waren gunstig; de kleine

regentijd trad vroeg in en houdt nog steeds aan.

De regenval in October bedroeg 76,5, in November
196,5 en in December

306,9 mM.

De stand der cultures is over het algemeen goed

te noemen. De cacaoproductie gedurende het vierde

kwartaal was weer minder dan die ovOr het gelijke

tijdvak van het jaar 1921. De berichten over den
stand der boomen luiden gunstig. Er waren echter
evenveel krulloten, maar minder versteening dan in

vorige kwartalen; alleen thripsschade bleek wat meer
voor te komen.
.0.
De marktprijs van cacao
blijft
laag en beneden
kostprijs. Door de geringe inkomsten kunnen vele ondernemingen slechts gebrekkig de hand houden

aan het onderhoud van de beplanting en de bestrij-
ding van ziekten en plagen, zoodat de oogstvoor-

uitzichten van dit gewas onzeker zijn.

De stand van de Liberiakoffie blijft gunstig en
iok de oogstvooruitzichten zijn zeer bevredigend.
De koffieproductie van het afgeloopen kwartaal was
weer aanzienlijk grooter dan die van het overeen-
komstige tijdvak van 1921.

De berichten over den stand van het suikerriet luiden vrij goed. Eén onderneming klaagde over
schade in het riet, veroorzaakt door boorders en
froghoppers, een andere over ziekte in het riet.

Deze gevallen zijn echter niet van ernstigen aard
en zeer plaatselijk. De productie in het afgeloopen
kwartaal was minder dan die van het
gelijke
tijdvak
van 1921. De mindere productie is voor een deel
toe te
schrijven
aan het niet
tijdig
gereedkomen van
de nieuwe fabriek van de grootste suikeronderneming
hier te lande, waardoor de campagne eerst laat kon
aanvangen. De oogstvooruitzichten zijn vrij goed.

Vôôr de regens invielen was de
rijst
al binnen-
gehaald. De rjstoogst was over het algemeen be-

vredigend; in het district Nickerie zelfs zeer .goed.
Door de lage
prijzen
houden vele landbouwers het
product nog vast, in de hoop later betere
prijzen
te
zullen maken. Over de oogstvooruitzichten kan eerst
na den komenden
planttijd
iets vermeld worden.

De overige gewassen van dën kleinen landbouw,
zooals bananen, bacoven, maïs, cocosnoten, aard-

vruchten, e.a., staan er goed voor. De aanvoer op
de
plaatselijke
markt was ruim voldoende.

De uitvoer van de voornaamste producten be-
droeg gedurende het afgeloopen jaar in vergelijking
met het jaar 1921:

1)
Zie pag. 1115 van den vorigen jaargang.

30 Mei 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

487

1922
1921

Balata …………
KG.
395.542
464.437,5
Cacao

………….
,
1.558.679
1.636.465
Koffie ………….
,
2.169.525
1.514.009
Msïs

…………
105.566
365.644

Suiker (le product)
8.880.460
8.408585

11

(2e

,,

)
,,
590.475
1.156.832
Rum 50
O/
L
250.276
188.676
Melasse

……….

53,760
Huiden

……….
KG
42.862
9
Hout

…………
M
8

2.133,6
4.106
Letterhout ……..
KG
154.210
71.946
Goud

…………
Gr
351.3374

Bataten

en

andere
Aardvruchten…..
KG 14.591
258.035
Groenten ……….
7.925
13.030
Vruchten

….

..
77.843
41.563
Bauxite,tonvan 1000
12.999

Rijst (gepeld) ……
79.450
94.161
Bacoven

……….
,,
7.419 4.239
BOEKAANKONDIGINGEN.

J. van. den Tempel, Problemen der So-
cialisatie (Populair wetenschappelijke

herdrukken;
Amsterdam 1923, NV.
Boekhandel en Uitgevers-inaatschappi.j

,,Ontwikkeling”).

Het boekje past goed in de serie, waarin het plaat-sing vond en die populaire wetenschappelijkheid be-
oogt. Want het is uitermate geschikt om den politie-
ken vrienden en volgelingen des schrijvers iets te laten
zien van de ingewikkeldheid der vraagstukken, die
samen het social:isati.e-vraagstuk uitmaken. En een
veel hoogeren eisch mag popu]airwetenschappelijke

lectuur zich niet stellen op straffe van gevaar te loo-.
pen ôf te weinig populair ôf te weinig wetenschap-

pelijk to worden.

Aangaande clan aard van zijn onderwerp had de
schrijver een beperkte opvatting. Die problemen, wel-
ke men pleegt onder te brengen bij de economische
bedrijfsorganisatie en die velen aan het socialisatie-
v.i:aagstuk nauw verwaiit,. zullen rekeneii, liet hij lig-
gen. Het was zijii recht. Maar het kan onbevredigcl-
heid
l)ij
menig lezer laten.

Onbevredigdheid kan wellicht ook nog uit andere

oorzaak voortvloeien. Het geheel is wat heterogeen:
hoofdstukken 1 en V (handelend achtereenvolgens
over de productiviteit en over de superioriteit van
het gesocialiseerde bedrijf) blijken bij lezing zoo ge-
Jijkslachtig van inhoud, dat de volgorde der hoofd-
stukken wat ]asti.g
begrijpelijk
wordt en soms leest
men
bladzijden
achtereen niet veel anders dan (goed gei’esumeerde) critiek van tegenstanders der socia-

isati.e, clan weer,
bij
een volgend punt, treft men over-
wegend polemische intermezzo’s aan. Het zijn echter
.,herdrukke.n” van een reeks artikelen in De Vakbe-.
weging”. i)it maakt veel begrijpelijk; aan zulk een
uitgaaf mag men niet dezelfde eischen stellen als
aan een boek, dat den toeleg heeft, één goed sluitend
en homogeen geheel te vormen.

Bij auteurs; die minder in de mars hebben -dan
cle heer van den Tempel, zouden nochtans deze ge-
breken hinderlijk kunnen worden. Bij hem is ruime

compensatie.

Wie hij te woord staat, zij Icrijgen zeker niet steeds
een antwoord, dat hun het gevoel geeft, buiten ge-
vecht te zijn gesteld. Wèl een, dat zij gaarne zullen
overwegen. De zuiver zakelijke klank van dit geschrift
– zij kenden dezen tQon trouwens reeds uit vroegere
verhandelingen uit dezelfde pen – moet hen aange-
naam aandoen. T-let is niet de toon van den eenzij-
d:igen partijman; het is het geluid van den eerlijken

onderzoeker, die weliswaar met beslistheid partij heeft
gekozen maar clie cle voors en de tegens zelf te goed
heeft bekeken van alle kanten om ze’ niet in zijn ant-woord weer te geven met een onpartijdige klaarheid,
die soms den indruk wekt, dat de schrijver zelf nog
vraagt en zoekt. v. B.

De doelmatigheid van de Amsterdam-

sche Broodvoorziening, door Dr. Ir. J.
Goudriaan Jr.
Amsterdam 1922.

Een belangwekkend geschrift; be]angwekkend voor
den vakman, maar ook voor den leek, omdat het zich

gemakkelijk laat lezen en omdat de schrijver er tame-

lijk wel in geslaagd is een wetenschappelijke behan-
deling aan een betrekkelijk populairen vorm te paren.
T
e
l
zullen er voor den niet-wetenschappelijken vak-
man en voor den buitenstaander bladzijden met inge-

wikkelde formules en voor hen onbegrijpelijke termen
in voorkomen, doch zij moeten die dan maar ter zijde

laten en bedenken, dat een proefschrift ter verkrij-

ging van den graad van doctor in de Technische We-

tenschap aan de Technische Hoogeschool te Delft, nu
eenmaal geen lichte lectuur kan
zijn.
Hoofdzaak is,
dat menig vakman door dit boek een dieper inzicht
kan krijgen in het economisch wezen van zijn bedrijf

en dat het ook veel belangwekkends biedt aan hen, die
een studie willen maken van oeconomischemaatschap-
pelijke productie of van het tot dusver te zeer ver-

waarloosde vraagstuk der’ distributie, een vraagstuk,

waarbij in doorsnee veel grooter marges gemoeid zijn
dan
bij
de productie.

-, Het is niet wel mogelijk binnen de in dit tijdschrift
beschikbare plaatsruimte een eenigszins volledig over-
zicht te geven van dit, 257 bladz. tellend, geschrift,
in welks eerste hoofdstuk ,,De maatschappelijke doel-
matigheid der productie” achtereenvolgens worden be-
handeld:

Theoretische en technische economie.

De doelstelling der sociaal-economische politiek.
Eet sociale productivisme.

De cultureele, ethische en sociaal-technische pro-
diictiviteit.

Na dus in deze paragrafen te hebben nagegaan hoe,
• naast het verkrijgen der grootst mogelijke productie,
ook in oogenschouw moet worden genomen het ver-
minderen ‘van de voortbrenging van weinig nuttige
of schadelijke producten, het bevorderen eener meer
gelijkmatige verdeeling van het maatschappelijk inko-
• men (bits niet tot vermindering van kapitaalvorming
of afneming der persoonlijke productiviteit voerend),
en de hoogere opvoering van de arbeidskracht ook
van een ethisch standpunt beschouwd, komt de schrij-
ver tot de slotsom, dat de groei van het sociale pro-ductivisme voor een groot deel tot stand komt door
krachten die niet rechtstreeks dien groei tot doel heb-
ben. Naast deze krachten (natuurlijke en vrije evo-
lutie) kan volgens den schrijver, door welbewuste, op-
zettelijk op dit doel gerichte maatregelen (geleide
evolutie) de sociale productiviteit bevorderd worden. ‘Alleenlijk, men hoede zich, dat de remedie niet erge!’
zij dan de kwaal.

• Om te beoordeelen of en in hoever de vrije ont-
vikkehing geleid heeft tot de bereikbare doelmatig-
,heid, moet elk geval afzonderlijk beschouwd worden.
t De
schrijver
koos zich daarvoor het broodhakkersbe-
drjf te Amsterdam.

Allereerst wordt nu geschetst de historische ont-
twikkeling van dit bedrijf. Tot het midden der 19e
eeuw kocht de bakker zijn graan en liet dit bij den uw-
lenaar malen. Aanvankelijk vond de afzet plaats in
den winkel of op de markt, doch reeds in 1530 be-
stonden in Amsterdam wederverkoopers. Later ont-
wikkelde het aan huis bezorgen, hetwelk in 1601
op verzoek der bakkers door de overheid wérd verbo’
den. Hiermede werd ingeluid’ de overheidsbemoeiing.
ten doel hebbende eenerzijds den afnemers prijs en
kwaliteit te verzekeren, anderzijds de producenten te
beschermen tegen te groote mededinging. Zoo werd
lo.a. in .1477 een prjszetting, in 1479, normale ge-
wichtsvaststelling ingevoerd. In 1483 werden offi-
cieele broodwegers aangesteld, welker getal in 1653
van 4 op 8 werd gebracht. De prjszetting werd ook
als minimum beschouwd, wharonder niet mocht wor-den verkocht, tenzij aan godshuizen en wederverkoo-

488

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1923

pers. Invoer van brood van buiten de stad was be
:

halve ‘s Maandags en op marktdagen. verboden. Is dit

verbod vermoedelijk in den loop der 18e eeuw opgehe-
ven, de prijszetting overleefde de afschaffing der gil-

den en bleef tot 1854 bestaan.
Twee eeuwen lang, tot het. midden der 19e eeuv,
schijnt het bakkersbedrijf in tecbiiiscli en economisch

opzicht ongeveer onveranderd te zijn gebleven; doch
toen waren er ongeveer tegelijkertijd drie gebeurte-

nissen, die nieuwe gezichtspunten openden: de af-

schaffing van de prijszetting in 1854, de afschaf-
fing van den accijns op het gemaal in 1856 en in dat-

zelfde jaar de oprichting van de Maatschappij voor

Meel- en Broodfabrieken aan de Vijzeigracht, een
combinatie op groote schaal van het maal- en het

bakkersbedrijf. In 1858 volgde de brood- en meel

fabriek Oeres, later de Holland, de Voorzorg, de

Haan, de Leeuw. Nevens den grooten omzet, brachten deze instellin-

gen drie nieuwe factoren: de samenkoppeling van
malerij en bakkerij, de toepassing van deegkneed-

machines en heeteluchtovens, een nieuwen vorm van
distributie door de heele stad, door aan huis bezor-
gen en e’en depôtstelsel.
De combinatie van malerij
ene
bakkerij wordt thans

nog slechts door Ceres en Holland uitgeoefend en

schijnt dus geen doorslaande, overweldigende voor

deelen op te leveren.
Opmerkelijk is, dat, mits op de hoogte van den tijd

gebracht, alle grootten van bakkerijen zich hebben

weten te handhaven. Dit komt doordat de groote f a-
brieken wel goedkooper producedren, maar meer dis-,

tributiekosten hebben, omdat zij niet, zooals de kleine

bakkerjen, het brood zonder kosten van beteekenis in
haar eigen winkels afleveren. Die distributiekosten
zijn niet gering en bedragen 10 á 20 pOt. van den
broodprijs. De positie der kleine bakkerijen werd bo-

vendien belangrijk versterkt door de electrische drjf

kracht.
Een groot deel van het boek is nu gewijd aan be-
cijferingen van de kosten van productie en distributie
bij drie hoofdtypen: de éénovenbakkerj, de zesoven-

bakkerij, de automatische
bakkerij,
(het nieuwste cd,

best ingerichte op het gebied der grootbakkerij). Voor-
af is een uitvoerige beschrijving gegeven van de be-

werkingen, die grond- en hulpstoffen moeten onder-gaan en van de verschillende werktuigen, die daarbij
gebruikt worden, als: deegkneedmachines, rijskasten,
verdeelmachines, opbol- en opmaakmachines, ovens en
ton slotte de inrichting der automatische bakkerij.

Dat die becijferingen hoogst ingewikkeld zijn en
bovendien moeten uitgaan van veronderstellingen en
gemiddelden, die niet atlijd met de practijk kloppen,
hoewel de schrijver zich geen moeiten heeft gespaard
om alles persoonlijk na te gaan, behoeft geen betoog.
Om twee
moeilijkheden
te noemen: de broodbakkerij is
veelal tevens koek- en banketbakkerij; de verkoop ge-
schiedt in winkels, die ook andere artikelen verkoo-
pen. Een woord van lof aan de volharding om deze
schier onnaspeurljke gegevens in
cijfers
te brengen is

hier op zijn plaats. –
De conclusie van den
schrijver
i, dat de rationeele,
broodvoorziening van Amsterdam zoude zijn: door
kleine bakkerijen, door autdmatische bakkerijen of
door een combinatie van beide.

De volgende staat moge een overzicht geven van
den tegenwoordigen toestand en van dien, welke ver-
kregen zoh worden in de twee eerstgenoemde ge-
vallen:
Tegen-
Eenoven-
Auto-
w’oordige
bakke-
matische
toestand
rijen
bakkerjen
Aantal bakkerijen ——
274
220
19
ovens

……….
500 200

verkoopplaatsen.
805
220
95
arbeiders voor de
productie

. . . .
1580
916
f23
arbeiders voor de
ir
bezorging
1072
440
456

Aantal arbeiders voor den
winkelverkoop.

800

440

380
Wekelijksch steenk.verbr.

220
toa
220
ton

95
ton
Jaarlïjksclie besparing.
.

f 3.400.000 f 4.300.000

Een plotselinge oiergang van den bestaanden toe-
stand tot de monopoliseering in de automatische hak-

kerjen, zou volgens den schrijver een uitgaaf vorde-

ren van
f 3.000.000,— ‘s
jaars, getaxeerd op de hui-

dige onteigeningswetten en wachtgeldregelingen, zoo-
dat er maar
f 1.300.000,—
voor prijsverlaging zou

ôverschieten of ruim 1 cent per brood van 800 gram; die.plotselinge overgang wordt dan ook ontraden; hij

is in 1902 te Catania op Sicilië beproefd, doch niet

geslaagd.

In het laatste hoofdstuk behandelt de
schrijver:
De

rationalisatie van de Amsterdamsche broodvoorzie-

ning in de
practijk.
Hij onderscheidt natuurlijke ra-

tionalisatie, die thans uit zich zelf langzaam veld wint
en voortspruit uit den concurrentiestrijd en opzette-

lijke rationalisatie, die in veel sneller tempo tot het
doel zou voeren. Hoewel zich de nadeelen van een
overheidsingrijpen niet verhelend, neigt
hij
tot het
stelsel eener copcessionneering met een steeds inniger.

samenwerking tusschen het bedrijf en de overheid;

een concessionneering van het
bedrijf
onder overheids-

sarictie waardoor voorkomen zou worden het vestigen

van overbodige ondernemingen die het afzetgebied per

onderneming noodeloos beperken en daardoor tot ‘hoo-

geren
kostprijs
voeren. Tevens wordt voor elk bedrijf

het afzetgebied vastgesteld, waardoor de distributie-

kosten worden verlaagd.
Voor- en nadeelen worden nu op onpartijdige wijze

tegenover elkander gesteld. Het hoofdvoordeel is: de

verlaging van kostprijs. De hoofdnadeelen zijn: de

kans van prjsafspraak (tegen te, gaan door maximum-
prijs of gemeentelijke
bakkerij);
de moeielijkheid voor de overheid om te bepalen of een nieuwe bakkerij mag
worden opgericht, of een bestaande zal mogen worden
uitgebreid, en wie tot het bedrijf zal worden toegela-

ten; het bezwaar dat de afnemer eenigermate wordt
overgeleverd -aan de willekeur van den ondernemer,

waarop hij is aangewezen.
1)

Ziehier dus een uitgebreid veld voor persoonlijke
appreciatie. Men kan van oordeel zijn, dat het niet
mogelijk i.s een -toestand te scheppen, waarbij de be-
drijfscapaciteit steeds ten volle benut is, o.a. omdat

de afzet niet altijd even groot is, en dat dus de be-sparing de becijferde drie of vier millioen niet zal bereiken, men kan meenen, dat in deze tijden van
steunverleening een besparing op arbeidskracht niet

als zuivere winst kan worden beschouwd, men kan
overheidsbemoeiing om hare verslappende gevolgen
afkeuren, de bedragen der
becijferde
besparing, zijn
niettemin zoo groot, dat den schrijver lof, toekomt op
zoo
degelijke
wijze de aandacht op dit onderwerp te
hebben gevestigd. J.
VAN DussIdTï)oI’.

‘s-Hge, Mei 1923.

ONTVANUEN:

Rapport sur la Double imposition
présenté nu Comité
Financier par MM. Bruins, Einaudi, Seligman et Sir Josiah Stamp; Société des Nations, Commis-
sion Economique et Fin ancière, Genève, 5 April
1923.

Toelichting op cle
Voorschriften
voor cle Beiroting
en .flelcening de?- Gemeente,
bewerkt door
W.
Wagenaar, commies ter provinciale griffie van
Utrecht, met een voorwoor.d van Mr. Dr. A. van
Doorninck, Griffier der Staten van Utrecht;
Alphen aan den Rijn, N. Samsom, 1923.

1)
1-let bezwaar van het gemis der concurrentie, zoodat
de leverancier geen moeite meer behoeft te doen om door
welwillende bediening den afnemer te winnen of te behOu-
den, vertoont zich reeds bij de monopolistische bedrijven,
waarbij
zich
nog niet eens voordoen kwesties omtrent kwa-
litiet, tijdige bezorging, richtige uitvoering van orders en
dergelijken.

1

30 Mei 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

D e E c o n o rn i s t. – ‘s G-ravenhage, 15 Maart
1923.

Mr. A. M. de Jong,
De Engelsche Bank-Restriction
van 1797. ÏÏ;
G. J. W. Putman Cramer,
De Indische
hegrooting 1923 in de’ Tweede Kamer der Staten-
Generaal.

T h e Economie Journal. – Londen, Maart
1923.

Prof. D. H. Macgregor,
Motives and standards in
industry;
W.
M. Acworth,
Grouping under the rail-
ways act, 1921; Prof. E. G. Mears,
Wheat, flour, and
bread prices;
F. Lavington,
-The Indian fiscal corn-
mission;
J. M. Keynes,
Prof. Je’ons on the Indian
exehange;
H. .Daitort,
Pantaleorji fascist;
Prof. F. Y.
Edgeworth,
Rathenau idealist;
G. C. Allen,
An eigh-
teenth-century comb:inatiou in copper-mining.

Journal des Economistes. – Parijs, 15
Maart 1923.
Yves-Ouyot,
Finances ineohérentes;
N. Monde t,
Le
,,Pederal reserve” des Etats-Unis;
Fernand-Jacq, La
propriété scientifique;
A.
Barriol et
I. Brochu,
Em-
prunt 1923 du-Crédit national;
J. Lef ort,
Revue de
l’Acadérn:ie des sciences morales et politiques (du 15
niovembre 1922 au 15 février 1923);
N. Mondet,
Prix
moyens da ,,New York stock exchange;
A.
Pawlowsi;i,
îlouilie bianche et houillo bleue;
X.,
Chronique de
L’:inflatiou;
G. de Nouvion,
Le congrès de la houlan-
gerie;
G. de Nouvion,
La Pologne économiciue;
B. L.
L. E.,
La Ligiie du ljbre-éehauge (mars 1923).

Jahrbücher f ü r Nationalökonomio
u n d S t a t i s t i k. – Jena, Februari 1923.
iS’tiller,
Die Erwerbslosenfürsorge.

The Geographical Journal. – Londen,
Maart 1923.

J. W. Gregory
and
C.
J. Gregory,
The alps of
Chinese Tibet and their geographical relations;
Ph.
Lake,
Wegener’s hypothesis of continental drift;
G. Ingle Finch,
Equipment for high altitude rnou:ut-
aineering, with special reference to climbing Mount
Everest;
J. Bilby,
A note on Baffin Land;
J.
H.
II.,
The Russo-Turkish boundary of 1921.

Tijdschrift voor Economische Geo-
g r a p h i e. – ‘s-Gravenhage, 15 Januari 1923.
Prof. Dr. 11. lilink,
Bij het eind van 1922 en den
aanvang van 1923;
P. W.
Scharroo,
Het nieuwe
Polen; F. B. Löhnis,
Het tarwevraagstuk, ook voor
Nederlanclsch-Indië;
H. G. Aalders,
De haven van
Shangai.

1 d e m. – ‘s-Ü.raveuhage, 15 Februari 1923.
W. E. Jioerman,
Een en ander over Rotterdam’s
verre achterland;
P. W.
Scharroo,
Het nieuwe Polen
(vervolg en slot);
H. van Mensch,
Canada en zijn im-
migratie.

Idem. – ‘s-Gravenhage, 15 Maart 1923.
H. G. Oh. J. van der Mandere,
De economische be-
teekenis van de suikerindustrie
01)
Java;
Mr. P. H.
Schröder,
Het Hansakanaal;
l’rof. Dr. H. Blik,
Het
eiland Ceram of Seran en zijn bewoners;
H. Bi.,
op

komst en verbreiding der aardappelcultuur in Ned.-
Indië.

D e En d i s c h e G i d s. – Amsterdam, Januari
1.923.
J. van Roon,
De Nederlandschlndische topogra-
fische dienst in het verleden, in het heden en in de
toekomst;
J. J. Paereis,
Mangrovewouden;
S.
Kaiff,
Het land Tjiomas;
R. R. Roeifsemo,
Grepen uit deu
Indischen Archipel (Langs de noordkust van Neder-
landsch Nieuw-Guinea).

1 d e m. – Amsterdam, Februri 1923.
Mr. J. H. Heslinga, Schets van de agrarische wet-
geving in het rechtstreeks bestuurd gebied van Java
en Madoera;
L. L. F. de Grevc, Belawan oceaanhaven;

woi
G.
A.
N. Scheltema de Heere,
De helastinginvoering
ëp Sumatra’s Westkust.

:r
d om. – Amsterdam, Maart 1923.

Dr. G. J. Nieuwenhuis,
De economische opvoeding
in de Phil:ippijnen;
L. L. F. de Greve,
Belawan oceaan-
haven;
A. T.
H. Winter,
Bezuiniging in Neder-
landsch-Indië;
H. R. Roeifsema,
Grepen uit den In-
dischen Archipel (natuur en klimaat).

Koloniale Studiën. – ‘sG’ravenhage, De-
cember 1922.

Mr. Dr. H. Westra, Decentralisatie
bij
administra-
tieve rechtspraak;
N. W. van Hartingsveidt, De ko-
mende bestuurshervormiifg. II;
K.
A.
Janses,
De
pepercultuur ter Oostkust van Atjeh;
Mr.
A.
J. G.
M aclaine Pont,
Indisch grondrecht en de stadsuitbrei.-
ding;
Dr. W. Feuilletau de Bruyn,
De verdediging
van Nederlandsch-Indië in verband met den finan-
cieelen nood der kolonie.

MAANDCIJFERS.

POSTCHEQUE EN GIRODIENST.

Januai
1923
Januari
1922

Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag

Aantal rekenin-

58.226

1
137.187.045
97.913.064
Overschrijvingen:
.982.721
‘-
580.525
– a.
bijgeschreven
418.658.745
J
288.239.705
gen op
u0
……89.355

b.
afgeschreven 41 1.669.033
1
282.634.597

Stortingen …….

Afschrijvingen
742.980 426.685
wegens cheques.
95.033.579)
96.335.162
Totaal tegoed reke-
ninghouders op
it
0
.

256.575071

1
1455
33.812

RIJKSPOSTSRAARBANK.

A:PRIL
1921
1922
1923

Inlagen …………
f

9.315051
f

9.208.171

f

7.718.982 Terugbetalingen
. . .
,,

11.836.346,,
10.251.307,,
10.431.961
Tçgoed der inleggers
274.719.629
283.995.476
294.960.790
Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekj es
,,

43.324.600 44.062.700 44.717.500
Spaarbankboekjes:

op ultimo ………..

op ultimo

………

gegeven
8.488
8.446 7.343
Aantal

nieuw uit-

Aantal

geheel

af-

11.080 8.995
8.881
betaald ………
Aantal in

omloop
op ultimo
1.911.9541
1.922.843 1.938.282

P:R0DuCTIE DER KOLENMIJNEN.
1)

(In tonnen van
1000 KG.)
(Gegevens verstrekt door den Itooldingeuieur der mijnen.)

Naam van de
Januari
Febi’uari

Mijn
1923 1922
1923
1922

Staaisinijnen.

Wilhelmina
55.897
50.752
50.881
44.894
51.566 77.934 75.612 67.517
Emma …………
Ltendrik ……….
62.920 41.662 57.320 38.105

Totaal….
200.383
170.348 183.813 150.516

i’arlioul. mijnen

Domaniale mijn. 53.458 44.473
47.336
38.470
45.281 40.523
41.056 37.287 Oranje-Nassau 107.489

89.642
96.531
80.005

MijnLauraen Ver-

Mijn Willem

So.

eeniging ……..

29.040
25.785
28.485 23.720

mijnen ……….

phie …………

236.168 200.423 214.308
179.542
Totaal ……

Totaal genem-aal
436.551 370.771 398.121
330.058

1) Kolenslik
eict
inbegrepen (in 1922 voor alle mijnen te zamen 276.532
ton en in de maand Januari 1923: 25702 ton en in Februari 1923: 25488 ton.)

a

490

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1923

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
0

/
Disc. Wissels. 4
18Juli ’22
Zwits. Nat. Bk. 3
17Aug.
’22
Ned
f
Bk Bel.Binn.Eff. 4
18Juli ’22
N.Bk.v.i)eneni. 6
1Mei ’23
lVrscb. inR.C. 5
18Juli ’22
ZweeclscheRbk
44 1Juli
’22
Javasche .l3ank . . . 34
1Aug.’09
]3ankv.Noorw. 6
1Mei ’23
Bankvan Engeland 3
13Juli
’22 Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 18
23Apr.’23
slowakijs… 4428Mei
‘2
Bank v. Frankrijk 5
ilMrt. ’22
N.13k.v.Oost.r. 9
2Sept.’22
Belgische Nat. Bnk. 5422
Jan.’23
Hong. Bank.. 12
25Apr. ’23
Fed.Res.BankN.Y.
4421J.d’eb. ’23
Bank v. Italië.
54llJuli ’22
Bank van Spanje.. 5 23
Mrt. ’23

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
1
Londen
1

po,t.
1

Prolon.

1
disconto

Berlijn

Parijs
Part.

Part.
N. York Cali.
Part.
disconto
gatie

(3
mnd.)

3%

2

disconto

disc.

moneij-

26 Mei

’23
39
44-3%
1)

21-26 M.’23
3%-I8

34

1t
5
11_2


4.5%
1.4-19 ,,

’23
31%

3%..%

34_2i1
8


4%_%
7-12 ,, ’23
3518-%

3_4

1718_2118


4%_54

22.27
M.
22
1
18
3Y,

2
8
1_%


3_5

.
23-28 M. ’21
4%_%
3_4

5%_71


6%_7%

20..24J1i’14
3i1_3
2%_%

2%_%
2’1_

23%
1
3
4 _2%
t)
Noteenng
van
25
Mei

WISSELKOERSEN.
Op de wisselmarkt blijft een onprettige stemming heer

sehen. De koersen fluctueeren slechts weinig, waardoor 6fl
ontzetten gering zijn. Slechts enkele deviesen maakten hier-
op een iiitzoisclering. Ponden waren over het algemeen.
;et.ngeboclen, cle koers liep iets terug, 11,S3l,-_.11,817/. Zoo
ook de drie francs-devieseu; de slotnoteering van heden was:
16,96, 1457
/2,
46,05. Dollars iets hooger; van 2,55 kwam
de koers op 2,553%.
Marken werden in het eerst tamelijk gevraagd cii de
koers kon dan ook tot 0,0047 verbeteren, totdat er op 26
dezer weder groot aanbod voor Duitsche rekening kwam,’
waardoor de koers heden zelfs tot 0,0041 terugliep. Oosten-rksche kronen blijven zich op de iets hoogere koersen hand-
haven (0,0036-0,0036%).
Stockholm en Kopenhagen tamelijk wel onveranderd
(68.1,0 en 47.20). Daarentegen flnctueerde de Noorsche kro-
hen zeer sterk. Nadat een groot aanbod in het midden dci:
week den koers tot 40,50 hid doen dalen, trad een verbe
tering in en het slot kwam heden op 41,90, eerder biedend.
1)al1,ie en Italië bijna onveranderd
(38,873%;
12,25). Tiitbe-
taling Buenos Aires overwegend aangeboden. Slot 90
3
/4
brief. De Balkan-deviesen waren alle vaster; Roemeeiische Lei pl.m. 1.35, Sofia pim. 2,60 en i)rachmes pIm. 4,95.
29 Mei 1923.

KOERSEN IN ‘NEDERLAND.

Data
Londen

Parijs
2)

Berlijn
*)
Weenen
2)
Brussel
22)

New
York2)

Ii Mei

1923.





22

1923.
11.83 16.95
0.0046
0.00364
14.62 2.55%
23

1923.
11.824 17.024
0.00464
0.0036k
14.66
2.55w
24

1923.
1.1.84
16.95
0
.
004
6+
0.0036+
14.62
2.55k
25

,,

1923.
11.824
16.90
0.0
04
7+
0
.
0036
+
14.51
2.55%
26

1923.
11.82

16.90
0.00454
0.003
6
+


Laagste d. w.
1

11.81+

16.83
0.00424
0.0035
1.4.474
2.54% Eloogste
,, ,,

11.834
17.06
0.00494 0.00374
14.70
2.55%
18 Mei

1923.
11.814
17.024
0.00524 0.00364
14.07
2.55%
1.2

,,

1923.
11.81+

16.874 0.0059+ 0.0036
14.54

2′
2.56
T
I
W


iluntpariteit.
12.10
48.-
59.26
50.41
48.-
2.483%.

)
Noteering te Amsterdam.

“) Noteering te Rotterdam.
‘)
Particuliere opgave.
1)
Noteer,ng van
II Mei

Data

Slock.

Kopen.

C.hris-

Zwitser.

Spanje

Batavial)
holm

)

hagen°)
1
tionia
5
)

land)

1)

telegrafisch

21 Mei

1923.


– –

22

,,

1923
68.124
47.501
41.40 46.124
38.874
97i
23

,,

1923
68.15 47.50 41.25
46.10 38.90
5/8/,
24

,,

1923
68.124
47.35 40.75
46.074
38.90
7
18/8
25

,,

1923
68.124
47.45 40.90
46.05
38.874
97%…%
26

,

1923
68.10
47.45
41.10
46.05
38.90
97%…%
L’ste d. w.

)
68.-
47.20 40.50
46.-
38.80
975
IEE’ste

,,

,,

1)
68.25
47.50 41.80
46.15 38.95
9771,
18 Mei

1923
68.20 47.30
41.75
46.-
2

38.87e
97171
12

,,

1923
68.10 47.90 42.50 45.90

1
38.85
98-98T2
Tetuntpariteit.
66.67
66.67 66.67
48.- 48.-
100

)
Noteering te
Amst,rdam.
‘)
Particuliere
opgave.
2)
Noteering
van
17
Mei.
2)

Idem van
19
Mei.

KOERSEN TE ‘NEW YORK.

D
ata
CableLond.
(In
5
peri)
ZlchtParijs
(in ets.
p.frs.)

Zicht Berlijn
(in
ct. p. Mrk.)
ZichtAmstera’.
(in
cl,. P. gid.)

26 Mei

1923
4.62.75
6.61
0.001671
8

39.13
Laagste d. week
4.62.75
6.61
0.001.67,
39.13
Hoogste

,,
4.63.62
6.67
0.0020%
39.20
119 Mei

1923
4.62.87
6.66
0.00213%
39.1.6
12

1923
4.62.25
6.59

0.0022% 39.10
Muntpariteit..
4.86.67
19.30
23.81%
4O3/,

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen
en
Landen
Noteerings-
eenheden
12Mei
1923
19 Met
1923
21126 Mei’23
Laagste
1
Hoogste

26Mei
1923

Alexandrië.
.
Piast.
p. £
97151
33

97151
97151
973519715112
*Bangkok
..
Sh.p.tical
1110
1110 1110 1110
1110
B.
Aires’)
.
d.
p. $
42
17
1
32

42%
41151
6

42%
42I1
Calcutta
– . .
Sh.
p. rup.
114
1
18
114
1
1
8

1141133

114u1
1
1
4,
18
Constantin.
Piast.p.g
765
750 750 775 760
Hongkong
id.
p. $
21451,
0

2147132

214
2/4111,6
2149/32
Lissabon’)
– –
d. per Mil.
2
9
/
33

2
11
1
32

2111
33

29
2131
33

Madrid
…..
Peset.
p. £
3035
30.38 30.33 30.42
30.39
Mexico …..
d. per
$
25
24.26
24.26
24.26 24.26
Montevideo
1)
id.
41
5
18
4211
8
413%
42% 42
Montreal
$
per
£
4.70 4.72
4.72
4.73%
4.73
Praag ……
Kr.p.0
155
15511
8

154% 155% 155
R.d.Janeiro
1)

d. per Mii.

.

571t6
5315
182
5
11
13
2

5
11
13
2

Rome
…….
Lires
p. £

..

95
95 95
96%
96%
Shanghai

..

Sh.
p.
tael
3/251
8

3/2%
312
31311
5

3/2%
Singapore…

.

id.
p. $
21481
t6

21481
16

214
3
1
33

214
7
1
33

214
5
1
33

Valparais0
2
)
peso
p. £
35.60 35.40 34.70 35.40
34.70
Yokohama
. –
Sh.
p.
yen
21181
18

2/17/
t
,
2/1
11
/
32

2119
33

21111,
• Koersen der voorafgaande dagen.
t)
Telegra6sch transfert.
2)
90 dg.

O

NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen
N.
York

te Londen N,York
26 Mei 1923.. 3211,, 67
1
18
27Mei 1922.. 36%

71%
19 ,,

1923.. 32%

663% 28Mei 1921.. 34

58
12 ,,

1923.. 32
1
1
8

663%

20 Juli 1914.. 24
15
16 54
’18

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 28 Mei 1923.

Activa.

Binnenl.Wis
t
H.bk.
f
64.507.574,93
seis,Prom., B.-bk.

33.337.846,18
enz.in disc.I Ag.sch.

57.559.089,79 f

155.404.510,90
Papier o.h. Buiten!. in disconto ……..

Idem eigen portef. .
f
59.634.143,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.

59.634.143,-
Beleeningen { IE[.-bk.
f
31.942.930,32
mcl. vrscli.
in rek.-crt. B.-bk. ,,

6.908.429,31
op onderp. Ag.sch. ,, 96.518.056,12

f
135.369.415,75

Op Effecten…….
f
121.649.241,43
OpGoederenenSpec. ,,
13
.
720
.
1
.
74,32
Ql,

Ci
,l1e 7′

Voorschotten a. Ii. Rijk…………….
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.240.390,-
Muntmat., Goud – – ,, 525.550.137,91

f
581.790.527,91
Munt, Zilver, enz.. 9.709.848,17
Muntmat., Zilver

Effecten
Bel.v.b.Res.fonds .
f

5.650.646,93
id.van
1/3
v.h. kapit. ,,

3.966.813,50

Geb. en Meub. der Bank …………….
Diverse rekeningen ………………

Passlva.
Kapitaal ……………………….
Reservefonds ……………………
Bijzondere reserve ………………..
Bankbiljetten in omloop …………..
Bankassignatiën in omloop ………..
Rek.-Cour.
j
T

let Rijk
f


saldo’s: ‘ Anderen,, 27.989.262,80

Diverse rekeningen ………………

Beschikbaar metaalsaldo ………….
Op cle basis
vast 21
melaaldeicking.
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.

9.927.055,16

591.500.376.08

9.617.460,43
4.522.000,-
35.352.075,94

f
1.001.327.037,26

f

20.000.000,-
5.660.599,75
1.675.581,33
928.044.350,-
1.103.515,92

27.989.262,80
16.853.727,26

f
1.001.327.037,26

f
399.377.363,05
,,
207.949.937,31

1.996.886.815,-

30 Mei 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

491

NED. BANK 28 Mei 1923
(vervolg).
Voornaamsteposten iqi duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
1
Andere
opelschbare
1
schulden

28 Mei
581.791
9.710
928.044
29.093
22
581.791
9.450
936.235
33.321
14

1923 ……..

581.790
7.938
960.476
25.653
7
581.790
7.832
976.722
26.71
30
Apr.

1923 ……..

1923 ……
581.790
8.099 988.881
33.044

29 Mej

1923 …….
1923 ……..

605.889 6.506 902.777 32.526
30
Mei
1922 …….
1921 …….
605.956

..

13.065
1.029.565 60.227

25 Juli
1914
……
.
162.114
8.228
310.437
6.198

Totaal

Hiervan
– –

Bik.

1

Dek-
Data

bedrag
Schatkist-
1

Belee.

baar
1

kings’

disconto’s

promessen

ningen
Metaal.

1
percen-
rechtstreeks
saldo
tage

28 Mei
1923:
155.405

16.000 135.369 399.377

60
22
,,

1923 167.069

25.000 144.109

396.634

61
14
,,

1923, 172.082

28.000 142.772

391.806

60
7
,,

1923 183.061

37.000 159.622 – 388.207

59
30 Apr. 19231 84.933

34.000 159.622 384.627

58

29 Mei 1022: 195.385

3.000 105.044 406.659

60
30
Mei 1921 225.043

96.800 183.926 400.334

57

25 Juli 191
4
1
67.9471

14.300

61.686

43.521
1
)

54
‘)
Op de basis van
2
1
metaaldekking.

Uit ide bekenclmaking van den M i n is t e r v .a n F in a ii
o i 6 n blijkt,
cla4
uitstoinden op:

1

22
Mei
1923

1

28
Mei
1923

Aan schatkistpromessen.
f339.410.000,-
1
[324.410.000,-
waarv. direct bij Neci. Bk.
,,
25.000.000,-

1G.00&.000,-
Aan schatkistbiljetten . . ,,215.861.000,

,,215.861.000,-‘
Aan zilverbons ……….
,,
27.610.399,50

27.068.413,-
Onder de vlottende schuld is begrepen:
Voorsch. aan de Koloniën
1
,,27 1.525.000,-
3
,272.36 1.000,-VoorschotaanGerneenten)

31
M,f.
1923

30
Ap,.
1923

voor door Rijk voor hen
,,
97.537.646,93

77.709.420,31
te heffen Ink. belastingJ –

22
Mei
1923

28
Mei
1923
Tegoedv. d. Postc. & 0-. dst ,,1
13.653.961,98I
,,i 13.653.96 i,98
‘)
Waarvan
f
32.806(00
vervallen op of na 1 April
1927.

JAVASCHE BANK.
Vocniiiaatrnte pos-tea in duizenden guldens. De sarneugetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn t4legra(isch ontvangen.

an
B
i
k-

Andere

Beschikb,
Data

Goud

Zilver

opeischb.

metaal’

.,elten

schulden
1
saldo

19 Mei 1923

220.500

268.000 102.500 146.400
12

1923

223.000

271.500

98.000 149.100
5

1923

222.750

269.000 107.000 147.550

14Apr. 1923 1.60.605

60.90 266.431 105.903 147.804
7
,,
1923 161.151

60.941

267.654 104.931 148.324
31 Mrt. 1923 161.014

60.666 261.357 109.766 148.182

20 Mei 1922 143.628

.46.435 264.079

79.491 121.947
21 Mei 1921 223.752

14.794 308.329 132.295 150.747

25 Juli 1914 22.057

31.907

110.172

12.634

4.842
2

Wissels.

Voor’

.

Dek.
Diverse

Dis.

buiten

Belce-

schotten

kings-
L..’ata

.

.

reee-

conto s

.- n .

ningen

aan et

percen-
ningen ) etao oaar

uouv.nem.

tage

19 Mei 1923

166.520

31.300-

60
12

1923

163.310

29.100

60
5 ,, 1923

165.650

29.000

°

60

14Apr. 1923 36.603 30.113 61.11 10.911

38.616

60
7 ,, .1923 36.354 31.081 59.351 11.313

39.326

60
31 Mrt. 1923 36.367 31.727 60.183 8.775 38.858

60

20 Mei 1922 33.915 21.434 71.865 8.730 35.938

55
21 Mei 1921 37.123 23.434 112.980 16.388 28.247

54

25 Juli1914 7.259 6.395 47.934 6.446

2.228

44
1)
Slultpost activa.

2) Basls2/5inetaaldekklog.

E SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Andere
Data

Metaal Circulatie opeischl’. Disconto’s Div. reke-

schulden

flingen

21 April 1923.. 1.198

1.540 ‘ 1.042

1.179

459
14

,,

1923.. 1.188

1.600

1.014

1.172

486
7

1923.. 1.1
,
85

1.720

742

1.182

508

22 April 1922.. 1.609

2.054.

887

1.063 – 1.138

25 Juli

1914..

645

1.100

560

735

396
‘) Sluitpost der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.

Voonuaamste posten, csndér 1ijvoegiing dor Currency Notes,

iii duizenden pond sterling.

Data
Metaal
Circulatie
Currency Notes.

-_______
Bedrag
1

Goudd.
Gov. Sec.

23 Mei

1923
127.527
123.280
287.919 27.000 243.449
16

1923
127.525
123.476
287.416
27.000
242.915
,,

1923
1127.522
123.776
287.049
27.000
242.557
2

1923
127.521
124.192
285.746 27.000
241.220

24 Mei

1922
128.881
120.890
206.920
19.450
256.900

22 Juli

1914
40.164

29.317

11

– –

Data

Gov.
Sec.
Other
Sec.
1

Public
Depos.
Other
Depos.
Reserve
1

Dek-
1

kings-

2
3Mei ’23
42.576
69.604
12.577 105.806
22.996 20,27
16

.

’23 44.131
72.226
15.660
106.723
23.799
19,44
9

’23
42.221
68.614
14.602 102.003
23.496 20,15
2

23
45.359 70.130
13.235
107.636
23.079
19,01
24Mei ’22
49.188 74.593
18.562
113.874
26.441
19.96

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
5231,
) vernoucllng tusachen J.-deserve en IJeposits.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvnegiag kier ‘Darlehen.s-
kassenscheine, in millioenen Mark.

Data
Metaal
Daarvan’
Goud
Waarv:
Ibij Buitl’I
Icirc.bkn’i
__

1
i

Kassen-
scheine
Circulatie
t Dek-
king,’
perc.2)

15 Mei

’23
14.655 842
212.0
1.725.328
7.112.782
24
7

,,

’23
14.429 914
224 1.639.259
6.723.103
24
30 Apr. ’23
14.517
920 217
1.464.270
6.545.984
23
23

-;,

’23
14.014
920
165
1.363.365
6.096.053
23

15 Mei

’22
1.021
1.002
50
3.531
142.904
3

23 Juli

’14
1.691
1.357

651
1.891
93

.

Darlehens-
bVissels
kassenscheine
Rek. Crt.
Taa 1

Handels- Schatkist-

Totaal

In kas bj de
0

wissels

papier

uitgegeven Rijksbonk

, 10.116.437 3274.331 6.842.106 4453.730 1737.800 1.725.300 9.350.270 3088.654 6.261.616 3979.579 1651,800 1.639.200 9.211.016 2986.117 6.225.899 3854.275 1476.900 1.464.300 8.577.858 2758.191 5.819.667 3671.859 1376.200 1.363.600

166.819

2.615 164.205

37.544

12.730

3.341

751

751

044

– 1 –

‘) Onbelast. Bovendien verpand op 23- April 1923 84.9 miii., op 30
April 1923 84.9 miii.,
Op
7 Mej 1923 90.9
mmli.,
op 15 Mei 1923 102.9 mi!!.
2)
Dekking der circuiatie door metaal en Kassenscheine.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaa,nmste posten in dtiizenklen 1 rancs.

Waarvan

Tegoed

Butt.gew.
Data

Goud

in hel

Zilver

In het

voor,ch.
Buitenland –
– Buitenland
1
af d. Staat

24 Mei ’23- 5.537.242 1.864.345 292.256 596.602 22.600.000
17

’23 5.537.107 1.864.345 292.175

596.840 22.800.000

11
,,
’23 5.536.995 1.864.345 292.132

597.304 22.800.000

26 Mei ’22 5,527.645 1.948.367 283.622 630.153 22.450.000

23 Juli ’14 4.104.390

639.620

Uitge-

Rek. C,t.
1
Rek.
Wissel,

stelde

Belee-

Bankbil-

Parli-

Crt.
Wisjels

riingen

jetten

culteren

Staat
a 2.413.266

20.478 2.109.507 36.386.138
2.172.885!
33.534
10
2.402.226 20.584 2.165.400 36.692.073 2.098.752 5795
2.557.669 ‘ 20.617 2.186.61.7 36.964.008 1.986.660 10.139

2.318.901

38.410 2.210.778 35.674.180 2.294.918 42.604

1.541.980

769.400 5.911.910 942.570 400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voor-naa,uiste posten in duizenden 1 ranos.
Metaal
heleen. heleen.
hlnn.
Rek.
Dato
mcl.
van van
wissels
Circu-
Cr1.
buiienl.
buitenl.
prom. d.
en
lotie


saldi
verder.
provinc.
heleen.
portie.

84.6531480.000
’23
24
Mei
348.190
851.982
6.779.629
194.327
17

,,

’23
347.823
84.6531480.000
860.863
6.814.581
134.607
10

,,

’23 347.633
84.6531480.000
870.361
6.843.230
140.081

24 Mei ’22
327.514
84.6531480.000

838.043
6.103.065 68.914

492

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1923

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL EESERVE ]3ANKS.

Voornaamste posten in duisenlen idollars.

Goudvoorraad

1
____
FR..

Dato
Zilver
Notes in
Totaal
Dekking
In het
cie.
circu-
bedrag
F. R. Notes
buiten!.

lalie
1

2 Mei

’23
3.080.579
2.069.275

93809
2.237.505
25 Apr. ’23
3.084.569
2.065.117

94.473
2.222.58,8
18

,,

’23
3.082.622
2.096.360

95.920 2.220.251

3 Mei

’22 2.994.776
2.227.134

124.041
2.i73.43i

Data
i4’IsselS
Totaal
.
Gestort
Dek-
Dek-
Deposito s
Kapitaal
k,ngs
kings-
______________

perc.

1)

perc.
2)

2 Mei

’23
1.005.769 1.983.848
108.822
72,98 75,2
25 Apr.
1
23
910.638 1.908.543
108.857 74,67
77,0
18

,,

’23
920.909
1.991.001 108.649
73,2
75,5,

3

b:lei

’22
616.654
1.892.332
104.531 73,66
76,7.
1)

Verhouding

totalen
goudvoorraad

tegenover
opeisehbare schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding
totalen
voorraad muutmateriaal en wettig betaalmiddel
tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTKN BIJ HET- FED. RKS. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Totaal
Reserve

Waarvan
anla

uitgezette

..

1
olaal
Data

bij de

.

time

banken gelden en F. R. banks deposilo

deposits..
e eggingen

25Apr.’23

776 11,839,195
1.367.695115.410.943
3.988.783
.
18
,,
’23

777 11.821.111 1.438.241 15.484.723 3.966.813
11 ,, ’23

777 11.825.036 1.387.452 15.538.839 3.951.362

29
Apr.’221
801
10.846.1091
1.325.346 14.067.757 3.183.745

Aan het eind van ieler kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelij k.s opgenomen ‘ban kstatcn.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 28 Mei 1923.
De week, onmiddellijk volgende op de Pinksterdagen, heeft
geen verandering iii cle tendens op cle beurzen te voorschijn
geroepen. lii die landen, waar het economisch leven niet
onnsicldellijk door cle politieke omstandigheden of door een
mogelijke wijziging in clie omstandigheden wordt be’-
heerscht, heeft cle fosidsenmarkt over het algemeen een stii
en kalm verloop gehad, ondanks cle onweerswolkeii, clie zich
vaak anti den horizon hebben saarligepakt. Het mag wel een
merkwaardige speling van het toeval worden genoemd, dat
in de drie voornaamste landen van Europa Of veraiiclerin
gen in het ministerie hebben plaats gevonden, 61 clerge]i,jkè
wijzigingen op cle nominatie hebben gestaan. Oogenschijn
lijk lijkt het, alsof ddn en ander niets of zeer weinig heeft
uit te staan met de problemen, die thans iii Europa tot
oplossing gebracht moeten worden. Inderdaad kan de ziekte
van den heer Bonar La’, clie den beer ]3aldwin als prime. minister op het kussen heeft gebracht, geheel en al uitge-
sehalceld worden, temeer ,,’nar cle tendens van het nieu,ve
Engelsche Ministerie dezelfde is gebleven. Doch liet is de
vraag, of de ontslagaanvrage van den heer .Poincard, een
ontslag-aanvrage, die inmiddels met werd geaccepteerd, wel
zoo geheel vreemd is aan de politiek ten aanzien van
i)uitschland, al is dan ook het plan tot deinissie ontstaan
uit de houding van den Senaat ten opzichte van de ver-
volging der communisten. En zeer stellig staan cle hard-
nekkige gèruclsten omtrent een aftreden van den heer Cuno
in Duitschland in onmiddellijk verband met het Frai.iseh-
i)uitsche conflict. Er zijn dan ook factoren te over, clie
den belegger tot uiterste voorzichtigheid moeten aanmanen
en die zelfs den speculant aanleiding moeten geven tot
groote tem-ughouding.
Uit den aard der zaak heeft de fondsenmarkt in Duitseli-
land hierop weder een uitzondering gevormd. Toen bleek,
dat de heer Millerand de thans gevoerde R-uhr-politiek in
bescheimuing nam door het weigeren van des heereim Poin-
caré’s ontslag-aaiivrage, toen derhalve kou wordesi gecon-
clucleerd, dat de groote massa van de Fransclse bevolking
achter de tegenwoordige Regeering staat, was voor ])tiitsch-
land een nieuw tedken gegeven, dat cle tegenwoordige toer
standen voorloopig bestendigcl zullen blijven, mèt alle ge-
volgen van dien. Een nieuwe scherpe verhooging van het
peil .der buitenlandsche deviezen vpncl plaats, gepaard gaau
de met een overeenkomstige rijzing der verschillende aan-
deden.
Gedurende .eenigen tijd was de fondsenmarkt eenigszins
achter gebleven bij de hernieuwde valuta-rijzing, doch in

de afgeloopen week is het verschil ruimschoots ingehaald.
Ondanks de verminderde concurrentie-mogelijkheid der Duit-
sche industrie (de redenen hiervoor werden in het vorig
overzicht t. d. p. gereleveerd) kocht men, vrijwel zonder
eenige keuze, alle inclustrieele aandeelen, waarbij echter de
waarden der Stinnes-groep het meest vooraan stonden. Voor-
namelijk was dit het geval na het bekend worden vnu de
vooswairclen, waarop naar het heette de Duitsche industrie
een garaiitie zou willen geven voor de nakoming der Duit-
sche verplichtingen. Van eenigen werkeljken last voor
de nijverheid, scheen derhalve geen sprake en de beurs te 13 e r 1 ii ii heeft dit feit op den laatsten beursdag der be-
richtsperiode verdisconteerd in een nieuwe, stormachtige,
ongekende hausse, waarbij koersverheffiugen van 100.000
tot 150.000 procenten zijn voorgekomen.
1)
Geheel afgezien
hiervan echter, acht uien het aan cle 1)uitsche fondsenbeur-
zen onw’aarschijnlijk, dat het tw’eede aanbod van Duitsch-
land (dat thans uitgewerkt wordt) zal w’orden geaccepteerd, iii welk geval de inf]atie baar ongebreideldeti loop zal moe-
ten volgen, hetgeen op zichzelve reeds een reden tot een
verdere hausse zou zijn.
Te P a r ij s hCeft leien nog andere dan de i)uitsclme fac-
tom

en, vaarmnede men ter heurze rekening houdt. O.a. s1elt
cle Gi

ieksch-Furksche kwestie hier een rol van beteekenis,
doch vaar de conferentie te Lausauiie in haar langzaam
verloop reeds telkens uitzicht gaf op een bevredigende op-
iossii.ig, is de ;nvloed, die hiervan op de markt is uitgegaan,
eerder vals stimuleerenden aard geweest. Bovendien waren
er meerdere omstandigheden, die tot een optimistischen kijk
hadden kunnen bijdragen. In de eerste plaats het hier reeds
besproken geschil van den heer Poincaré met den Senaat;
i’ervolgens de geruststellende berichten, die uit industrieele
kringen komen (al schijnt er dan ook in het Comité des
Forges nogal oneenigheid te bestaan) en de vooruitzichten
up een goedmei oogst, dlie het waarschijnlijk maken, dat een
minder groot kwantum graan ingevoerd zal behoeven te
worden. Doch al deze omstandigheden te zameli hebben niet
de kracht gehad de beurs tot groote activiteit te bewegen.
De ondergrond is echter vast gebleven.
De markt te L o mi
cl
e n is wel bij uitstek lustelqos ge.
,’eest. De transacties waren buitengewoon gering, zoodi,t
fluctua,ties van eenige beteekenis niet zijn voorgekomen.
Binnenlandsche staatsfondsen konden hun. niveau handha-ven; van buitenlandsche soorten wareti Mexicanen voorbij-gaand gezocht in verband met de publicatie van de regeling
der achterstallige schuld. Over het algemeen heeft het nieu-
we Ministerie een gunstigen itldlruk in cle City gemaakt;
uien verwacht de voortzetting van de politiek des heeren
Bonar Law. Ook de Russisch-Engelsche besprekingen betref-
fende de han dels-overeenkomst schijnen ecn voor Engel and
bevredigend verloop te zullen hebben, nu de onverbiddelijke
houding van Groot-Brittannië Rusland heeft genoopt een
zeer tegenioetkoménde houding aan te nemen. Hoewel, zoo-
als reeds vroeger betoogd, cle werkelijke handelsomzettemi met Rusland zeer gering zijn gebleven, zou het afbreken der
handelsbetrekkingen toch allicht in zekere kringen der be-
vn]king nieuwe onrust kunnen zaaien, ioodat uit dit oog.
plint beschouwd, een regeling alleszins te verkiezen mag
worden geacht. Mede in verband met de goede kansen in dit
opzicht is do beurs vast gebleven.
De markt te N e wY o r k heeft slechts geringe variaties
getoond. De situatie iii de Vereenigde Staten is onveran-
derd; zelfs komen mnt de staalnijverbeid berichten omtrent grooter productie, zoodat de vrees voor een spoedige wijzi-ging in cle conjunctuur weder geheel op den achtergrond is
gedrongen. Hiertoe heeft ook bijgedragen de uitspraak van dec Feder,d Reserve I3oard, die als zijn meen ing verkon-
digde, dat de innerlijke toestand van het bedrijfsleven iii de
Unie gezond moet worden geacht. –
T e o mi x cli t is de grootste aandacht weder op beleg-
gingsiondsen gevallen. Nu de kortstondige periode van 01).
bloei in (Ie nijverheid tot het verleden behoort en het voor
uitzicht op loonenci emplooi van vlottend kapitaal in die
richting dus voorloopig niet bestaat, zoekt men beleggings-
mogelijkheden in objecten van onverdacht soliden aard,
waartoe in de eerste plaats Nederlandsche cmi Nederlandsch-
Tndisciie fondsen, vervolgens gemeentelijke- en provinciale
obligaties, onS, in aanmerking komen. Voorts heeft het een
goeden indruk gemaakt, dat de komende Indische leening
maximaal slechts .300 million gulden zal bedragen. Van
huitenlandsclie soorten waren Mexicanen ook hier tijdelijk
gevraagd. –
De
aan4eeic-imnmarlvt
echter heeft gedurende het grootste
gedeelte der beriehtsperiocle een troosteloozen indiruk ge-
maakt. De nadeelige verschilleij waren weliswaar niet van

‘) Uit hetgeen sinds dit overzicht werd geschreyen is
bekend geworden blijkt, dat de industrie tot meer

bereid
is dan men aanvankelijk meende. –

L

30 Mei 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

493

iS Mei
25
Tsl:ei
28 Jtlei
Ruzing of
daling.
6

0
1
0
Nederland 1922 . . . . 101
15
1
16
102%

10108/
16

1
18
5

01
0

,,

1918 . . . . 9315I,

94%

94i015 ± 1

4%
0/
0

,,

. 1916 .. . . 92V
8

9234

92% + 318
4

°/o

,

1916

.

8531

8681
5

87s, + 2’1

3340/
0

,,

75
v
4

7 5 14

7534
+34
3

0/
0

,,

.

66%

6Gs 1,

671/8 + 51,
234 o/ Cert. N.W. S. …… 56%

5734 + 1
7 ol
o
Oost-Indië 1921

10231

102% 10251,8 + 34
6

01
0

,,

1919 . . .

99/10

99111
16
9911118 +
34
5

o/

,,

1915 .

95’18

95

95

— ‘Is
4
0/
0
Oostenr. Kronenrente 71,

71

5
0/
0
Rusland 1906

434

4%

4

—34
4
0/
0
Rusi. bij Hope & Co

5
1
1
16

5

5

– 11
18

4

0/
0
Japan 1800 ……..74

72ls

73

—]

5
0/
0
Brazilië 1895 ……51%

50%

503

—ll/
8
0/
0
San Paulo 1921. . .

991,

991 — 3/16
6
0/
0
Amsterdam 1020

101,i51, —


7

ol. Rotterdam 1920. . . 104
1
/8 103

104 /8
‘ee1 heteekenis, doch cle omzetten waren hiermede geheel
in overeenstemming, zoodat cle beurs eeie uiterst stil aan-
ziet had. Geen enkele afdeeliug heeft een uitzondering ge-
vormd, al varen er sommige dagen waarop het é6ti of an-
der speciaal fonds iets meer naar voren is gekomen. Dit
is o.a. het geval geweest voor aatideelen Geconsolicleerde
i[ollaudsche Petroleum Mij., clie in eenigszins ruimer mate
01) een enkelen dag werden verhandeld in verband met be-
richten omtrent een milder houding van de Roemeeusche
Regeeriug tegenover de petroleum-industrie. Aandeelen .Ko-
in nklijke Petroleum Mij. bleven verlaten.
Vrij vast waren
suikeraandeelen,
in het bijzonder aan-
deelci.i Harodelsvereeniging ,,Amsterdam”, zonder echter eenig
i,ieusv gezichtspunt te openen. Daarentegen
WaS
het verloop
van
rubberwaarden
iets interessanter, vooral ook omdat
tegen het slot der berichtsweek de koersen der diverse aa,,-
deden iets konden oploopeis, in verband niet de prijsver-
betering van het product te Londen.
Tabaksaancieelen
bleven aangeboden;
Ccii
enkel stuk be-
Poalde hier den koers.
Ook
industricele waarden
bleven veronachtzaamd; een uit-
zondering vormden hier Jurgens-aandeelen. Als gevolg van
de verhoogde margarineprijzen in Di,itschland verwacht
men, dat het concern grooter winsten zal kunnen reali.
seeren.

18 Mei 25 Mei 28 Mei
Riizing of
dalin
g
.
Amsterdamsche Bank

12734 129

129% + 2%
Incasso Bank …………93%


Koloniale Bank ……….171% 169s1

172% +
34
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand. 134

1337

133718 –
‘Is
Rotterd. Bankvereeniging.. 9734

91% —5%
1)

Amst. Superfosfaatfabriek . 4034


Van Berkel’s Patent ……50i

48

471
a
– 3
Gouda Kaarsen ………. 90
,
1
8

91%

93% +
3
18
llolI.Draad- enKabelfal,riek 72

70

69

—3
Jurgens’Ver.Fabr.gew.aaiid. 6634

6734

71

+
4%
p’ aand 6634 70% 71

+ 4%
Leerdam Glasfabrieken

37


Philips’ Gloeilampenfabriek 259% 25534 –

— 4%
Vereenigde Bhiklabrieken 102

102


Vereen.ChemischeFabrieken 41

38% 40

– 1
CompaniaMercantilArgent 15

15

14

– 1
Cultuur-Mij. d. Vorstenland 183% 180

183% _
Handelsver. Amsterdam

471

471

476

+5%
Handelsverg. Reiss & Co. – 29%

2834 –

— 134
Int. Crediet- en Handel sverg.
Rotterdam …………183

180

182

— 1
Linde Teves & Stokvis – – . – 75

73%

73

— 2
Tels & Co’s Handel-Mij

8

8% –
Redjang Lebong Mijnb-Mij 105

10251


Gecons. Holl. Petroleum-Mij 126% .12334 125% —
Kon. Petroleum-Mij . …… 386 383 383 — 3
Orion Petroleum-Mij…….
Afgest. Aand 32% 31% 31% –
34
Amsterdam-Rubber-Mij ……1% 156% 1 57s

— 351
8
1)

Nederl.-Rubber-Mij. …… 7634

7834

79

+ 2%
Oost-Java-Rubber-Mij. …. 211% 2105/ 217

+ 5%
Deli-Batavia Tabè.k Mij. .- 323
31
8
314

314% – 8718
Deli-Maatschappij ……..281

27234 271% –
Senembah-Maatschappij

294% 285

285
1
4 – 9
1)
ex. div.
De scheepvaartaf dec/ing
was geheel verlaten; indien er
nog van handel sprake was, domiueerde het aanbod, zooclat
alle koersen een dalende richting insloegen.

18 Mei 25 Mei 28 Mei
Rijziog of
daling.
Holland-Amerika-Lijn …. 111

110% 110

—1

11

21

,,gem.eig. 97

96

95

—2

18 Mei
25 Mei 28 Mei Riizing
of
daling.
Hollandsche Stoomboot-Mij
2634


Java-China-Japan-Lijn …..
92


Kon. Hollandsche Lloyd
S
6o1
6%

1%
Kon. Ned. Stoomb.-Mij …..
72
(19
6834

3%
Konink.Paketvaart-Mij

.
112
111%
112
Maatschappij Zeevaart —
. –
66
63 63

3
Nederl. Scheepvaart-Unie

117
11651
116i/
— 71,
Nievelt Goudriaan ……..
110
106
105%
—434
Rotterdamsche Lloyd ……
138
123%


125
_13
1
)
Stoomv.-Mij. ,,Nederland”

154% 152% 153%

1%
,,

,,Noordzee”

.
40

3334

6%
ex. div.

Alleen cle AnuriIaaossu/ce
afdeeling
was vast in
aanslui-
ting aan Wallstreet; in de afgeloopen
week
was ook de be-
]angstelling voor deze rubriek iets grooter

18 Mei
25 Mei 28 Mei
Rijzing of
daling.
Americ. Smelting
&
Refining
5934
60
62%
+
2%
Anaconda Copper

……..
93%
94i5
96
+
2%
Studebaker Corp.

………
.119
11811
1187/
— 11
9

Un. States Steel Corp…..
100%
100%
101%
+
34
Atchison Topeka ……….
104%
104%
105
+ %
Ene

………………..
1134 10
01
1134
_%
Southern Pacific ………
.
92
5
/
8

939
9434
+
1
7
18
Union Pacific

…………
140%
1401

+
018
Int. Mere. Marine orig. gew.

925133 813116
9711

11
1
31

34,iil
jo

34
1
1
8
3334

171,
ie
gcldmaski
bleef stabiel;
prolongatie
334
pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

29 Mei 1923.
De graniomarkten toonden deze week aadvankehijk weinig
verandering iii stemming en prijs. Noord-Amerika was vast
niet eenige prijsverhooging en Argentinië handhaafde zijn
prijzen met vrij goede exportvraag voor mais zoowel als
voor tarwe. Voor het laatste artikel beperkte de Europeesche
vraag zich bijna geheel tot spoedige posities, afgezien you
een verderen inkoop van een lading Hard Winter van den
nieuwen oogst door de Duitsche regeering, die ook La Plata-
tarwe op Juui-aflading kocht. Zoowel Engeland, waar de
recente vermeerdering der naar Britsche havens verseheepte
Noord-Amerikaansche tarwe den geringen omvang der voor-
raden nog niet heeft aangevuld, als België (zoowel voor eigen
gebruik als voor den Elzas en Noord-Frankrijk) en Neder-
land toonden goeden kooplust voor spoedige tarwe. In En-
geland wenden vooral stoomende Manitoba en La Plata-
tarwe gekocht, Nederland en België waren ook koopers voor
iets verder verwijderde posities, waarbij vooral La Plata
op den voorgrond trad, doeh verder dan ladend/geladen was
ook daar moeilijk verkoopbkar. Deze week waren de Noord-Amenikaausche taroveverschepingen kleiner dan den vorigen
keer, doch niet cle hervatting van den Con adeeschen directen
export ging daarvan weder een flinke hoeveelheid naar En-
geland en met de kleine voorraden zal het daar nu seel
spoedig gedaan zijn. De Argentijnsehle tarweverschepingen
gaan in hetzelfde tempo der laatste weken voort met be-
vredigende vraag in verschillende Europeesche handen. Door
daling van den Pesokoers en lagere vrachten kon, of school)
in Argentinië geen prijsverandeniug te constateeren viel, in
Europa de prijs voor La Platatarwe geleidelijk iets vermin-
deren. Nu de aanvoeren van nieuwe maïs aan de Argentijn

sche havens in volhen gang zijn, blijven die van tarwe bij de
verschepingen ten achter en de tarwevoorraden in de havens namen iets af. Ook gebrek aan regen in de zuidelijke Argen-
tijnsche provincies werkte het standhouden der tarweprij-zen aan cle termijnmarkten te Rosario en Buenos Aires in
de hand. Overigens zijn overal cle oogstberichten gunstig.
Koel weder en regen kwam in de Vereenigde Staten overal
den tarweoogst ten goede en met den uitzaai der zomer-
tarwe is het ten slotte naar wensch gegaan, ofschoon hij
hier en daar wel wat is vertraagd. Zoowel in de Vereenigde
Staten als in Çanada schijnt echter van een vermindering der bezaaide oppervlakte weinig sprake te zijn. Australië
heeft nu genoeg regen gehad en Britsch-IFndië is geregeld en
soms vrij dringend met tarwe uit zijn record-oogst aan cle
markt. Ook in Europa zijn de vooruitzichten overal hoopvol,
ofschoon hier en daar geklaagd wordt over het koude, uitte
weder. Vooral geldt dat voor Engeland, doch van kans op
schade van eenige beteekenis is tot nog toe geen sprake en
zoowel de met broodgraan bezaaide oppervlakte als de stand
der gewassen is overal in de Europeesche importiandeso
beter dan het vorige jaar. Vooral in Frankrijk toont cle
tarweuitzaai een flinke uitbreiding tegenover 1922. Ook ooit
de Balkanlanden luiden de berichten gunstig, ofschoon in

494

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1923

26Mei
1
23
116
41

1)

11,80
8,30
21,20
19

,

’23
1178
80 42
11,75
8,35
21,25
26 Mei ’22
126y
2

60
3
4
37′
13,-
7,60
20,45
26Mei’21
168
6034
387j
17,05
7,60
16,-
26Mei’20
305
193
105
24,90
11,25
27,75
20 Juli’1’4
82
5631
8

36X
9,40 5,38
13,70

1)
Per Juli.

AANVOEREN in

Locop rij zen te .Rotterdam/Amsterdam.

Soorten
28 Mei
1923
22 Mei
1923
29 Mei
1922

Ta
rwe
*1)
13,50
13,0
14,50
Rogge (No. 2 Western)
1)
10,__L
10,35
13,25
Maïs (La Plate) ……..
2
)
217,- 213,- 200,-
Gerst (48 ib. malting) …
2)
180,-
183,-
224,-
haver (38 ib. White cl.).
.1)
10,30
10,30 11,70
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavan La Plata.zaad)
1)
11,-
11,-
16,85
Lijnzaad (La Plata)
.
.. .3)
442,-
441,- 430,-
1)
p. 100 1ÇG.

2)
p. 2000
1ÇG.

3)

per 1960 KG.
*)
Nr. 2 Hard/Bed Winter Wheat.
ons van 1000 KG.

Noteeringen.

Chicago

1

Buenos Ayres

Data

Tarwe – Mars

Haver

Tarwe

Mars Lljnzaad

Mei

Mei
1
Mei
1
Juni

Juni
1
Juni

Artikelen.

Rotterdam

,
Amsterdam


Totaal

20126 Mei
Sedert Overeenk.
20
1
26 Mei
Sedert
Overeenk.
1 23
1922 1923
1 Jan. 1923 tijdvak 1922
1923
(Jan. 1923
tijdvak 1922

11.045
274.791 380.864

17.811
26.216
292.602
407.080
15.216
181.022 31.187

485

181.507
31.187
Boekweit

………….

5.157
8.471)
– – –
5.157
8.479

Tarwe ……………….
Rogge

………………

4.054 251.206
441.387.
1.521
38.047
53.670
289.253
495.057
…….

13.439
86.087
47.719
2.194
7.062
2.505 93.149
50.224
1.236
34.160
34.060

533
50
34-693
34.110

Maïs

…………………

3.501
59.834
71.572
1.382
44.002
50.771
103.836
122.343

Gerst ……………….
Haver

……………….

90.283
62.836
– –
1.547
90.283
64.383
Lijnzaacl

……………
Lijnkoek ……………1.534
Tarwemeel …………
29.604
23.983

3.864
3.743
33.468 27.726
Andere meelsoorten ..
2
..245
60
717
4.61


1.740
717
6.359

Boenieuië de uitzaai van tarwe en rogge te klein schijnt te
zijn geweest om in dit seizoen uitvoer mogelijk te makeu
Als oorzaak daarvan wordt beschouwd cle uitvoer- en prijs.
politiek der regeering, clie den verbouw van broodgraan
011-
voorcleeliger doet zijn dan dien van gerst, haver en mais.
Zijn dus cle vooruitzichten voor het nieuwe seizoen gunstig,
ook in het tegenwoordige oogstjaar is nog steeds volop tarwe
beschikbaar en naarsïiate dat jaar zijn einde nadert, trekt
het meer en meer de aandacht, dat op 1 Augustus bij het
begin van het nieuwe seizoen nog zeer veel oude tarwe in
de uitvoerlanden beschikbaar zal zijn. De bekende Sir Jasutes
Wilson, clie van tijd tot tijd beschouwingen publiceert over
de wereldpositie van tarwo, berekent, dat dit overschot 01)
1 Augustus te zanlen met zeg 6 millioen quartcrs onderweg
naar Europa, 37 millioeu quarters zal bedragen (tegen, zeil-
(er den zeilenden voorraad, 12 millioen in 1922 en 15 mii-
liocu in 1921) of voldoende voor de behoefte gedurende 5
maanden van alle importlauden te samen. Misschien heeft
naast cle voortdurende verbetering der oogstvooruitzichten
dit vooruitzicht ertoe meegewerkt, dat in Noord-Amçrika,
waar men zich reeds zoo 1aug vergist heeft in de hoeveelheid
broodgraan, die Europa dit seizoen zou kunnen opnemen,
in het einde der week de tarweprijzen langzaam begonnen
te dalen om op den 26sten een grooteri sprong omlaag te
maken, waarop den volgenden marktdag niet als anders soo dikwijls het geval is een belangrijke reactie volgde. Zelfs was gisteren Chicago nog weder iets lager esi 01)
1141% voor Juli en 112% voor September zijn nu weder 1le
prijzen van begin Maart bereikt, nadat intusschen, vooral
door slechte, doch nu sterk verbeterde oogstvooruitzichten,
cie prijs ongeveer 9 pCt. hooger was geweest. Het is op-
merkelijk, dat de tarweprijs in Argentinih ongevoelig bleef
voor de Noord-Amerikaansche verlaging n geen prijsver
laging vertoonde. Voor rogge was te Chicago de prijsverla-
ging nog grooter dal) voor tarwe. Voor dat artikel geldt
clan ook in nog meerdere mate het baisse-argument der zeer
groote voorraden, omdat daarvoor geen andere uitweg be
staat dan uitvoer naar enkele Europeesche landen, waarvan
het grootste, Dnitschland, deze week weinig kooplust toon-
cle. Wel werd tot de clalénde prijzen nu en dan gekocht, doch
de Duitsche regeering heeft den laatsten tijd zooveel i

ogge
gekocht, dat voor geruimen tijd cle Duitsche behoefte voor
een groot gedeelte gedekt is. Ook is de versceping der naar
Duitschland verkochte Russische rogge in vollen gang. Deze
week werden daarvan van de Zwarte Zee 34000 cjrs. ver-
scheept. De roggeprjs te Chicago was op 28 Mei gedaald
op
731%
cent per 56 lbs. voor Juli en 75 cent voor Septem-
ber, een verschil met midden April ian :14 en. 13 cent. Sedert
de eerste helft van October is rogge te Chicago niet zoo
laag in prijs geweest. Daarbij is het opmerkelijk, dat in het
einde van Mei 1922 Juli.rogge te Chicago 10
1
/2
pCt. lager
noteerde dan dezelfde gewichtseenheid aan tarve, terwijl nu
het verschil 22% pCt. bedraagt. Zelfs staat nu rogge 3% pCt.
beneden mais en in Mei 1922 60 pCt. daarboven. Toch is in
Nederland, dat toch ook geregeld Noord.Amerikaansche

rogge koopt, de belangstelling voor dit artikel nu gering
en wordt niaïs flink gekocht.

– Van de voedergranen blijft haver stil met zeer weinig
vrkag. op het Europeesche vasteland en ook onbevredigeu-den kooplust in Engeland, waar de prijzen geleidelijk daal-
den niet nu en dan dringend aanbod, zoowel uit Argentinië
als uit Noord-Amerika. Aan de sterke prijsdaling te Chi-
cago op 26 Mei deed ook haver mccle en sedert midden April
is de prijs daar nu .12% pCt. gedaald. Ook in gerst worden
weinig zaken gedaan. De verschepingen van den Dônan na-
men iets af en van Russisch aanbod hoort uien niet meer,
doch Duïtscliland koopt -niet, België en Nederland toonen
ondanks lagere prijzen evenmin veel belangstelling en in
Engeland wordt slechts weinig gekocht. Deze week was er
eenige vraag in Schotland, dat een kleine lading Donau-
gerst kocht en ook Noord-Afrikaansche en Britsch-Indische
op zomerafladiug. Vooral in gerst schijnt men uit Tunis,
Algiers en Marokko dit jaar een ruim aanbod te kunnen
verwachten.
In maïs was de stemming over het algemeen vrij goed.
Levendig-was de vraag vooral iii Nederland, i’aar het ge-
ricge Noord.Arnerikaansclse aanbod iveer tot een klinken om-
zet in La Plata-mnaïs meewerkte. In cle Vereenigde Staten
blijft namelijk het aanbod voor export klein, evenals de ver-
sehepingen, en ofschoon na een ige vaste dagen in het be-
gin der week Chicago ook voor mais ten gevolge van beter
weder en de algemeen flauwe stemming reeds spoedig lagere
prijzen meldde en op den 26sten een sterke prijsdaling in-
trad, die door een noemenswaardig herstel niet werd ge-
volgcl, daalden aan de kust de prijzen veel minder. De prijs-
verlaging te Chicago bedroeg van 21 tot 28 Mei ongeveer
234 cent per 56 lbs. Nog steeds koopt Duitschland geen
ntaïs. ]n Engeland was de vraag voor Noord-Amerikaatiselie
maïs beter wegens de kleine verschepingen en hetzelfde.
geldt voon Nederland. Van La Palta-niais. waren de versche-
pingen wel wat kleiner dan in de vorige week, doch het
aanbod van spoedige verlading blijft ruim, waardoor in En-
geland de markt werd gedrukt met lagere prijzen voor par-
cels en slechts een enkele zaak aan de ladingmarkt. Neder-
land kocht echter flinke hoeveelheden, waarbij ook eelt
reeds enkele weken stoomende lading. Ook in België was
de omzet teleurstellend, zooals trouwens ten gevolge van de
spoorwegstaking voor alle graansoorten zaken op Antwer-
pen slechts moeilijk tot ontwikkeling konden komen. In
Argentinië blijven de maïsaanvoeren groot en de voorraden
in de havens nemen flink toe: De prijzen bleven echtej
sedert 21 April bijna geheel onveranderd ondanks cle Noord-
Amerikaansche verlaging; fluctuaties van eenige beteekenis
kwamen gedurende de gehoele week niet voor.
N e d e r 1 a n d. Voor tarwe bestond deze iveek weder
goede vraag, vooral voor La Plata soorten. In Noord-Ame-
rikaansche tarwe werden echter slechts weinig zaken ge-
daan. Weder kwamen in verband met cle Belgische spoor-
wegstaking – geregeld zaken naar België tot stand. MaIs
bleef goed gevraagd en het beperkte aanbod uit Noord.

.4

30 Mei 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

49,5

1merika werd tot dalende prijzen goed opgenomen, terwijl
zich in de havens geen nieuwe voorraden vormen. Weder
kwamen flinke in,.ken in La Plata-maïs tot stand, zoowel
stooinende als op spoedige aflading. Daarbij werd een reeds
eelrigen tijd stoomende lading nieuwe ma.ïs aangekocit.
Eenig aanbod van Javamaïs, aangekomen en stoomend, ont-
moeIte goede vraag. Gerst is stil cii ondanks laag Belgisçh
aanbod moeilijk te plaatsen. in rogge brengen cle voort-
(lilrendi clalcuicle Noorcl-Amerikaausehe prijzen geen vermeer-
dering der vraag teweeg en in haver gaat weinig, om.

SUIKER.

1*11
A. iii e r i k ‘. fluctueerden de noteeringen op de termijn-
markt iii het begin der week nogal, cloeh liepen daarna ge-
staclig op, waardoor liet volgende cijferbeeld ontstoud:

Openings laagste slotnoteering

Juli …………..6.39

6.37

6.55
September ……..6.45

6.38

6.64
December ……… .5.96

5.88

6.09
Maart ………….4.77

4.67

4.85

Spot Centrifngals bleven dc geheele week met 8,23 dc.
aangeboden. Belangrijke reëele zaken kwamen echter niet
tot stand, evenmin in Cubasuiker, waarvoor prijzen tus-
schen 6 cii 634 d.c. c.&.f. New ‘York schommelden.

De C ii b a statistiek is als volgt:

1923

1922

.1921
Tons

Tons ‘ Tons
Weekontvangsten 19 Mei ’23

08.498 128.129 114.119
Tot, sedert 1 Dec. ’22-19 Mei 23 2.922.587 2.745.974 2.545.264
Aantal werkende fabrieken
,
19

81

172
‘Veekexport 19 Mei ’23

80.393 114.111

46.954
Totale export 1jan.-19 Mei’23 2.189.316 1.680.103 1.261.199
Totale voorraad 19 Mei ’23

733.277 1.114.850 1.312.243

Weder: Hevige regens over het geheele eiland.

Thans zijn 169 fabrieken afgemalen met cciie productie
van ongeveer 353.000 tons minder dan verleden jaar, ter-
wijl 14 nog werken.
In s%mpathie met Amerika werd ook 01) de overige sni.
kermarkten de stemming na het midden der week vaster,
terwijl allerwegen meerdere belangstelling voor het artikel
merkbaar. wordt.
:l:n Engeland verhoogden raffinadeurs hunne prijzen voor
klontjes niet 3 cl. er voor alle andere soorten met 6 d.
Op J a v a trokken prijzen van snuker in cle tweede band
ook aan en kwamen eenige zaken uit dcii oogst van dit jaar
tot stand. Afclocningen van 1924 suiker uit de eerste hand
werden niet gemel cl.
De stemming
01)
de mlcrkt Ii i e r t e 1 a n cl e was vrijwel
cciie afspiegeling van clie te New ‘York. Aan het begin der
week was zij prijshoudend. Mei noteerde f4134, terwijl
Augustus tot f371/8 en December tot
f
29% gedaan werd.
Wegens roalisatieaanb.od daalden cle prijzen tot ongeveer
f3(;34 voo’ ‘Aug. cii f2834 voor December. Daarna ontstond
iveer meer vraag cii was (le prijs aan het eind der week
voor Augustus ongeveer
f
37% cii voor December
f
29%.
De onuzet bedroeg deze week slechts ongeveer 2700 tons.

NOTEERIENGE’N.

Londen
New York
i
Whlte Java
Amer. Gra.
Amster.
96 pCI.
Data
dom per
1
Tates
1

Job. per
1
nulated c.I.f.
Centri-
,,,MelICukes
fuga!,
No,
/
Juni/Juli

Mei

Sb.
Sh.
$
ets.
24 Mei ’23
f41%
711_
291_
371_
8,28 i)
17

,,

’23
,,4 1.
711_
2819 371_
7,78
24 Mei ’22
,,22%
5216
1 8/_
201_
4,23
24 Mei’21
,,

6316
2116 321_
5,02
4 juli ’14,,11
13
1
32
181_


3,26
i) Laten.

KATOEN.
Noteeri’ng voor Loon-Katoen.

(Middling t3pla’nds).

26Mei

23
I
I9Mel

23
1
12Mei

23
I
26Mei’22
1
26Mei’2I

N e w York voor
Micldling . .. 28,65 c 27,15 c 25,45 c 21,50 c 13,05e
New Orleans
voor Middling 28,— c 26,25 c 24,75 c20,25e 11,75 c
Liverpool voor
Fy Middling1 15,60 dl 14,84 do, 14,18 d

3

11,84 d

8,18 d

1)
24 Mei 1923.
2)
18 Mei 1923.
3)
11 Mei 1923.

Ontvangsten ‘in- ‘en uitvoeren vain Amerikaansche ihavens.

(In cluizendtallen balen)


1 Aug. ’22
Overeenkomstige perioden
°
tol
26Mei’23
1921.’22

1920.21

Ontvangsten ‘Gulf-Havens.
4476
4044
4555
Atlant,’Havens
1113
1615
1426
Uitvoer naar Gr. ]3rittanuië
1242
1481.
1481
‘t Vasteland.
3182 3645
3001
Japan

….
— — —

Voorraden
in
duizendtallen
26Mei’23
26Mei’22
27 Met ’21

399
900
1.579
465 764
1432
Amerik. havens ……….

207
138
Binnenland …………..
New York ……………86
1

New Orleans ………….
102
1

211
419
Liverpool

…………….
694′
892
1001
1)
19 Mei 193.

KOFFIE.

(Mededeeling van
de
Makelaars G. Duaring
&
Zoon, Kolt t
&
.Witkamp, Leonard
,
Jacobson
&
Zonen en G. Bijdendijk).

Noteeringen en voorraden.

RIO
Santos
Data
Wlsselkocr,

rijs

.
s

oorraa
P
No.
7
oorraa
Prij
No.
4

26 Mei

1923856.000

22.475 1.373.000

23.400

537/,
19

1923

857.000

20.775

1.382.000

23.400

5131s,

12

1923

850.000

20.625

1.470.000

.

)

5291

26 Mei

1922

1.647.000

15.650 2.797.000

18.700

717/3,

Ontvangsten.

Rio
1

Sanlos
1

Data
Afgeloopen
Sedert
Afge!oopen
Sedert
week
1

1 Juli
week
1 Juli

Mei 1923,.,.,

23.000

2.418.000

38.000

6.389.000
26

Mei
1922……18.000

‘3.534.000

111.000

7.812.000
1)
Niet genoteerd.

RUBBER.
Na de belangrijke daling is ei

algeloopen week een
klein herstel ingetieden en prijzen konden eenigszins
verbetéren. I)e markt bleef echter fluctueerend, en dc
stemming onvast.
De slotnoteeringen zijn:
einde.voorafgaancle week:
Prima Crêpe

Mei …..76

ct.

………… 75

cl.

juni ….76

, ………….7
Juli/Sept 7 7y,………….. ..

Snioked Sheets Mei …..77

, ………….79
Juni . . .

77

,………….80
Juli/Sept

78

,…………. 76V
28 Mei 1923.

COPRA.
De markt was deze week uitermate lusteloos gesteund,
en de prijzen liepen bijna dagelijks terug.
Stoomnde partijen zijn weinig aangeboden, terwijl Maart/
Mei aflading enkele dagen ook moeilijk te verkrijgen was.
De’ noteeringen zijn:
Java f.m’.s. stoomeud ……….tot
f 34,_
Maakt/Mei afi …….

33,75
April/Juni ………
.

33,12
28 Mei 1923.

VETTEN EN OL1N.

(Ontleend aan ,,Cerealia”).

II? ui e L ii r cl. Loco en stoomende kisten tot f 70,-
gedaan, op prompte aflading luiden de offertes van
f
74
tot f7534 voor kisten. Tierces prompte aflading f73,—.
Spek. Promptc aflading:
Short lat backs 8/10
f
62% ; 10/12
f
64% ; 12/14
f
65%
.14/to f67,—; 16/18 f6834; 1.8/20
f
69%; 20125f 71%.
Loco short fat ‘backs 12/14 $26,—; 14/16 $36,30; 18/20
$2734; 20/25 $28,—.
C o
In
p o u ii d L a r d. Hollandsch fabrikaat, prompt

f
64,—.
Prime Steam Lard. Prompte aflading $27%.

495

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Mei 1923

Ge r a 1f. C o c o s v.e t. Hollancisch fabrikaat, Mei-leve-
ring f 58,— in vaten af fabriek.
u w e C oc 0
9
olie. April/Mei-aflading Ceylon £46;
Cochin £ 49; J-Iollanclsch fabrikaat, basis 3 pCt., max. 5
pCt., f.f.a. prompt in vaten f 55,—.
K a t o e n z a a d o 1 i e. Amerikaansche Butteroil Nov./
Febr. f58,—; Loco Engelsche Wesson 44 f63,—; Loco
Eiigclsche geraffineerde
f
57,—.
Get af 1. Ses amol ie. Prompt in vaten f63,—f.o.b.
ijjii nenlanci.
Geraff. Aracliideolie. Prompt in vatn f60,—.
Geraff. Soyaolie. Prompt in vaten
f54,—
f.o.b.
binnenland.
R u we
S
o y a o 1 i e. Mei/Juni-aflading in bulk £ 35,10.
o
1 e o M a r ga r i n e
lager.
Extra’s loco en prompte
aflading van Amerika tot f77,–.. ged,an. Later werden
Extra soorten op aflading tot f 76,— aangeboden, terwijl loco extra’s onder f76,— te koop w’aren.
Tweede soorten prompte af lading weiden tot f7Z,—,
derde soorten tot /’ 68/6934 cii vierde soorten tot f 61/6334
aangeboden. Stoomende Extras f
711,—.
P r e m i e r J u s. Noorri-Amerikaansche Extra Stock
prolnpte aflading eerst tot f 72,— gedaan en later tot

,f
69,— aangeboden; Loco Noorcl-Anterikaansch Extra
Stock
f
72,—; Zuici-Amerikaansche Extras Juui-aflading
afgedaan tot f 54,—, tweede soorten tot
f
52,—, derde
soorten tot f 50,— en verder zoo aangeboden. Loco en
stoomende Zuict-Amerikaansche Extra’s f 54,—, tweede
soorten
f
52,— ,derdc soorten
f
50—; Loco Australische
Beef Jus
f
54,—; Loco Muttoti Jus f52,—; Loco kratten
La Plata Extra’s f 54,—. .
0 1 e o S t e a r i n e. Noorcl-Aiuerikaansche eersté soort
01) prompte aflading tot
f
5434 afgedaan en verder tot
f5634 aangeboden; Loed Noord-Amerikaansche .f 63,—.
Eet b are tal k’. La Plata prompte afladink tôt
f 43,—; stoomend tôt f49,— afgedaan; Loco La Plata
f49,—;
prompte aflading van Engeland 45/—.

8

C ook i n g f a t. Jiiui-aflading tot f47,— gedaan;
Loco La Plata. f.48,—.
Techt isch e talk. Loco La Plata t f45,—; stoo-
mende f46,—; prompte aflading van Engeland 40/—.
EI a r d v e t. Hollandsch fabrikaat,

smeltpunt circa
40/42
0
, f56,— af fabriek.
N e u t r all a r d. Loco Choice tet f 76,— gedaan.
Pronipte afladiug tot f76,— aangeboden.
Rotterdam, 26 Mei 1923.

STEENKOLEN.

(Veertiendaagsch overzicht).

Sinds ons laatste bericht zijn de kolenprijzen in alle
districten flauwer geworden cii ivei voornamelijk in Schot-
land, ivau de tweedehancl eindelijk schijnt Jos te komen. De
mijnen zelf. zijn nog.tot einde Juli goed van orders voorzien,
doch er schijnt veel speculatief gekocht te zijn. Het district,
dat nog de meeste vastheid vertoont, is Carcliff.
:De prijzen zijn
als
volgt
Northumberland Ongezeetde ……..f 20,50
Durhani Ongezeefdc

…………..

Ougezeefde …………….

., 23,50
Schotsche Gezeefde …………….

……………………

., 46,-
Alles per ton val) 1000 KG., franco Botterclarn/Amsterd:ini
5i.ai’
kt f1 auwes’.
20 Mê’-t923. –

METALEN.,
Loco-Noteeringen te Londen

Data

Si’,a’,d
Koper
Electro-
lyii.sch
Tin
Lood
.

Zink

28 Mei 1923.
65.
l.0/_I

74._/_
196.1716 25.1716
30.1216
18

,,

1923..
67.151.. 77.101_
202.1216
26.716
31.1716
14

,,

1923..
66.J
76.101.
199.51
25.216 29.151
7

,,

1023..
70.1216
79.151
210.716
25./
32.216
29 Mei

1922..
62.716
‘69.51
151.216
25_/
28.216
20 Juli 1914..
61./
145.151_
-19.,/_
1

21.101_

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.
Bijna overal is cle vraag naar scheepsruimte weer gerin-
ges. Nergens is op het oogenblik een markt aan te wijzen,
waar verbetering in de vrachten is te constateeren. De
cenige uitzondering- is misschien de North Pacific, ‘vanwaar
een stoomschip is afgesloten voor September belading tegwi
3 7/6.
De bevrachtingen van La Plata zijn niet zeer talrijk ge-
weest, en de betaalde vrachteii varieerden tusschen 24/. en
28/. al naar grootte en positie. De laatste dagen is er
een ige verbetering in de vrachten
Wil
ar te nemen. Van Noord-Amerika zijn de vrachten gedaald cr1 slechts
een enkele boot werd voor graan bevracht. Italië is het
eeiige land waarheen volle ladingen graan momenteel gaan
en de vracht daarheen is 19 ct. per 100 lbs. naar Gernia
en 17 ct. naar West-Italië voor pronipt.
Er zijn eenige booten met steenkolen bevracht naar Ant-
werpen of Franscli Atlantische havens tegen $ 2,25, het.
geen belangrijk lager is dan eenigen tijd geleden.’
Van Montreal is een midden Juni boot bevracht naar
West-Italië tegen 41134 per q. naar 1 loshavcn en 4/3 naar
2 loshavens. Naar Bordeaux/Hamburg range is voor prompt niet meer dan 14 ct. per 100 lbs. te bedingen.
Van Bombay werd geen ruimte opgenoi nen. doelt liet ge]-dende cijfer is ongeveer 27/6 on clii’.
De uitgaande vrachten zijn over het ;.dgemeen iets lager.
Naar Algiers werd 9/. en naar Marseille 10/9 l,etaald, terwijl
naar La Plata 141- is te bedingen.
29 Mei 1923.

GRAAN.

Dato

Petro
grad
Londen!
R’dam

Odessa
Rotte,.
dom

All. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo

Rotte,.
Bristol
Rotte,-
Enge.
dam
Kanaal
dam
land

21-26 Mei

1923

1914
2
2,20
1

2617 2617
14
7
19

192

1914
2
2,75
i

2713
2616
22-27 Mei

1922
– –
14e
8

413
2819 2819
23-28 ivlei

1921
– –

.616
1

616
551_
551_
Juli 1914
11 d.
713
l/llY
4

111
ix
121_
121_

KOLEN.

Data

Cardift
Oostk. Engeland

Bordeaux Genua

Plata
Rotte,.
1 Gothen.
said
Rivier
dam
burg

21-26 Mei
’23
519
111_
139
142
513′
69
14-19

,,
’23
5111
11/…
10/101
1412
513
619
22-27Niei
’22
61_
10/6
1313
1313
5;3
713
23-28 Mei
’21






Juli1914
fr. 7,—
71_
713
1416
312
41…

DIVERSEN.

Bombay
Birma
Vladivo. Chili
Data
West
Weit

1

doch
West

1

Europa
Europa
West
Europa
(ei.
w.)
(rijst)
Europe
(salpeter)

21-26 Mei

1923..
2613
3216
351
3216
14-19

,,

1923..
2719
3216
351
351_
22-27 Mei

1922..
1716
2616
351_
301_
23-28 Mei

1921..




Juli

1914. .
1416 1613
251_
2213

l) $ per ton kolen.
,
2)
per ton cl.w.
8)
Am. cents per 100 lbs.
Graan Petrograci per quarter van 496 Ibs. zwaar, Oaessa per
unit, Ver. ,S’taten per quarter van 480 lbs. zwaar.
Overige noteeri,igen per ton van 1015 KG.

RIJN VAART.

Week van 19-26 Mei 1923.

De mi livoeren van zeezijilc bedroegen nieer dan de vooraf-
gaaiicle week en bcstoiideri hoofdzakelijk uit kolen en eenige ertst,00ter.
De voorhanden zijnde I

Iollanclsche en Duitsche schepen
ii’erden schaarscher.
De ivaterstanul i’as Inugza.aai vallend. Naar den ‘J3oven-
Rijn werd
01)
en. 2.40 M. afgeladeii.


De daghuur voor liollandsche schepen naar de Rijusta-
tious varieerde van 2% tot 234 ets. Voor schepen van klei-
ner kaliber werd in sommige gevallen 2% ets. betaald.
.Daghuur voor Duitsche schepen voor erts naar cle -:E{uhr-
havens bedroeg 134 et., terwijl ook Duitsche schepen in
vracht werden aangenomen tegen
j
0,50 met % en f 0,60
met
34
lostijd.
Het sleeploon was ‘genoteerd volgens het 60-cents tarief.

Auteur