27 b1WEM.J3EË
io
AutPURSR2C91
1
VOOPE’oUDËN
Econom’isc
‘h~Statistis
1
che
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
7E JAARGANG
WOENSDAG 27 DECEMBER 1922
No. 365
INHOUD
BIz.
VERKEERSBELANGEN
door
Ir. C. A. Jolles ………….
1104
Een Sinterklaas Surprise voor het reizend publiek door H.
1106
Het Rapport Pyttersen door
Tj.
Pyttersen
……….
1107
De geldelijke uitkomsten van het Staatsspoorweg(S.S.)- bedrijf in Indië door
S. .A..
Iieitsma ……………
1110
Gulden Contra Mark door
Jhr.
F. W. L.
de Beanfort
..
1111
Canada als land van vestiging voor Noord-Europeanen
en zijn immigratiepolitiek door
Jhr. J. C. C. Sandberg
1111
Londensche
Correspondentie
……………………
1114
AANTEEKENINGEN:
Het prijsverloop in de Vereen. Staten van 1810-1921
1114
Stand der cultures en uitvoer gedurende het derde kwar-
taal
1922,
in
Suriname …………………..
1115
OvERzIcH
–
r
VAN TIJDSCHRIFTEN
………………..
1116
MAANDCIJFERS:
Résumé uit het ,,Monthly Bulletin of Statistics” ……
1117
Handelsbeweging over de maand November 1922.. . . 1118
STATISTIEKEN
EN
OVERZICHTEN
.
….
1119-1126
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen. Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secreta.ris: Mr. G. W. J. Bruins.
Assistent-Redacteur voor het weekblad:
D.
J. Wan8-in*.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam,.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Pkzatweg 87.
Telefoon. Nr. 8000. Postchèque- en girorekening
Rotterdam No. 8408.
Aborzin.ementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 25,-
per jaar. Losse n.un’tmers 50 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s,. leden en dovi.teurs kosteloos,
voor zoover daaron-,,trent viiet anders wordt beslist.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abowrte-
men.t volgens tarief. Adm.iniistratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmo.r’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
BERICHT.
Met het oog op Nieuwjaar zal het volgend nummer
Donderdag 4 Januari 1923 verschijnen.
28 DECEMBER 1922.
Ook deze week bleef de geidmarkt weder vast. Par-
ticulier disconto noteerde regelmatig 3/8 pOt., her-
haaldelijk moest echter ook 4 pOt. toegestaan worden.
De prolongatienoteering was meestal 4 pOt.; een en-
kelen dag werd
33/
pOt. bijgenoteerd en een dag alleeit
33% pOt. afgedaan.
*
De post binnen1andche wissels op den heden gepu-
b]iceerden weekstaat van de Nederlandsche Bank
geeft, na de daling van verleden week, thans weder
een vrij aanzienlijke
stijging
te zien. Het totaalcijfer
van deren post, dat op 18 dezer
f
196,8 milli.oen be-
droeg, blijkt sindsdien tot
f
217,2 millioen te zijn op-
geloopen. De vermeerdering komt nagenoeg uitslui-
tend voor rekening van de Hoofdbank en laat zich ge-
heel verklaren uit de toeneming.van de credieteischen
van den Staat; het bedrag der rechtstreeks bij de Bank
geplaatste schatkistpromessen steeg in de afgeloopen
week tot f62 millioen.
De beleeningen vertoonen, klaarblijkelijk in verband
met de naderende maandswisseling, een stijging van
f
5,5 millioen. Het renteloos voorschot aan het Rijk
liep met
f
2,8 millioen op. Het hoofd munt eit
muntmateriaal en de post papier op het buitenland
bleven vrijwel onveranderd. De diverse rekeningen on-
der het actief namen met
f
4,3 millioen af.
De biljettencirculatie steeg in de afgeloopen week
met
f
6 millioen; de rekening-courant saldi met f17,9
millioen. Het beschikbaar metaalsaldo daalde met
f4,8 millioen. * *
De overdreven optimistische stemming voor mar-
ken van Maandag moest Dinsdag voor een uitgespro-
ken pessimistische plaats maken. Het inzicht, dat noch
voor het étin noch voor het ander voldoende grond was,
deed daarna eerst den koers weder sterk oploopen,
maar veroorzaakte later toch weder een lichte reactie.
Parijs en België liepen steeds in dezelfde richting
mede.
In de gestadige daling van den dollarkoers kwam
deze
w
reek aanvankelijk een keer en een koers van
2,52Y2 werd weder gezien. Daarna trad echter op-
nieuw een regelmatige, langzame daling in. Ponden
bleven ook deze week weder vast.
LONDEN, 22 DECEMBER 1922.
– De vraag naar liquide middelen kon gedurende de
afgeloopen week zonder moeite voldaan worden en
het is dan ook te beschouwen als een zuivere voor-
zorgsmaatregel, dat zoowel des Woensdags als des
Donderdags een klein bedrag bij de Bank of England
werd opgenomen. De noteeringeri voor daggeld en
zeveudaagsch geld ondergimigen geen wijziging. I)e
disco.ntomarkt bleef vast.
Treasury Bills 3-mnds. ……..
23 pOt.
Daggeld
…………. . ……
11/4_1
X
2
1
pOt.
Ze.veridaagsch geld …………
1Y
,
pOt.
2-mnds. prima bankaccept ……2
0
/—% pOt.
3-, 4-mnds. prima bankaccept .. 2
9
/—% pOt.
6-mnds. p.rlma bankaccept ……2% pOt.
3-, 4-mnds. handelswissels
. .
3-3Y5 pOt.
6-mrids. hanclelswissels . .
3/–3Y2 pOt.
1104
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27
December
1922
VERKEERSBELANGEN.
Bij de interpellatie op 19/20 October 1922 door het
lid
Van Braambe cle
in de Tweede Kamer der Staten-
Generaal gehouden omtrent de exploitatie-tekorten
der Nederlandsche spoorwegen en de wijze waarop die
zullen worden gedekt, werd door den interpeliant ook
aangevoerd:
,,dat de Regeering door het aanleggen van water- en land-
,,wegeu, waarvan direct zoo goed als niets terugvloeit in
,,clé Staatskas, maar waarvan concurrentie-inrichtingen als
,,auto-ondernemingen en binnenschipperij de directe voor-
,,deelen ondervinden, in ons land een toestand geschapen
,,heeft, waarbij de concurrenten van de spoorwegen in
bui-
,,tengewoon gunstige conditie worden geplaatst.”
Gewezen werd daarbij op een voorbeeld in zake een
autobus-onderneming tussehen de twee aan dezelfde
spoorlijn gelegen plaatsen Harmelen en Utrecht, voor
welke onderneming de gemeente Harmelen een subsi-die zou gaan verleenen.
De Minister heeft daarop o.a. geantwoord, dat bij
de Regeering de vraag was gerezen of het niet tijd is
het geheele verkeersvraagstuk eens onder oogen te
zien.
Dooi- het lid
Van der Waerden
werd het punt van
liet verkeer over land- en waterwegen uitvoerig prin-
cipieel besproken; het lid Mr.
Van Dorp
wenschte
geen terugkeer tot het heffen van land- en water-
tollen, omdat zij daarin zag belemmering van het
verkeer, waartegen de baten niet zouden opwegen.
Het lid
Bon gae’rts
verklaarde aan het slot van een
zakelijk betoog – waarin hij, met opsomming van ver-
schillende voorbeelden, uiteenzette dat geenszins alle
door het Rijk aan onze groote rivieren uitgevoerde
werken geschied waren in het uitsluitend belang van
het verkeer te water – dat hij het toejuichte dat de
Regeering voornemens scheen het geheele verkeers-
vraagstuk uit een algemeen oogpunt van economie
te doen bezien.
Het lid
Oud
zag in het heffen van rechten voor
het gebruik van land- en waterwegen slechts een ver-
keersbelasting, welke zwaar zal drukken op het econo-
misch leven.
Het lid
Troelstra
was van oordeel dat aan ,,onze
zwaar gedrukte binnenschipperj” reeds in den vorm
van kadegelden, liggelden, sluisgelden en bruggelden
lasten zijn opgelegd, waarnaast hij nieuwe lasten to-taal onaannemelijk acht en niet in overeenstemming
met de financieele en verkeerspolitiek van de
S. D. A. P.
Dit een en ander kan m.i. aanleiding geveA tot de
verwachting dat binnen niet langen tijd het ver
keersvraagstuk in ons land uit een algemeen econo-
misch oogpunt zal worden in studie genomen en deze
studie eventueel tot belangrijke maatregelen zal
leiden.
In die omstandigheden mogen eenige opmerkingen,
waarbij ik alle partijpolitiék uitschakel, in zake dit
vraagstuk hier wellicht niet misplaatst zijn, zelfs als
deze opmerkingen zich voorshands allicht niet in al
gemeeue instemming zullen kunnen verheugen, door-
dat zij zich niet op het standpunt stellen dat alle ,,tol-
heffing” op waterwegen en landwegen uit den booze
is. Daarbij zij echter dadeljk opgemerkt, dat zij geeiis-
zins den terugkeer tot vroegere toestanden bepleiten.
Laat Ons dan in de eerste plaats het verkeer te
water bespreken.
Onder de in ons land zeer talrijke wateren waarop
scheepvaart wordt uitgeoefend
zijn
er slechts weinige,
welke bepaaldelijk ten behoeve van de scheepvaart zijn
aangelegd of verbeterd.
Bij onze groote rivieren was het technisch ingrij-
pen omstreeks de helft van de 19e eeuw in de eerste
nu voornaamste plaats geboden door de belangen der
landstreek waaraan ijsgang en hoog opperwat.er zeer
belangrijke schade toebrachten, welke men reeds
eeuwen lang tevergeefs door aanleg en verbeterin.g van dijken trachtte te verhoeden. ,,De stroombanen
zelve verbeteren” was het wachtwoord dat in de rap-
porten der Inspecteurs van den Waterstaat van 1850
cn 1861 werd gesteld en op uitnemende wijze toe-
gelicht.
Dat mèt die verbetering de toestand voor de scheep-
vaart evenzeer gebaat werd is uit den aard der zaak duidelijk en, daarnaast is dan ook verklaarbaar dat,
waar met betrekkeljk geringe middelen vastlegging
van een voor de scheepvaart gunstige gesteldheid
mogelijk bleek, ook daartoe werd overgegaan. De zorg
voor de dijken kwam nimmer ten laste van het Rijk,
tenzij waar historische toestanden deze tot het Rijk
hadden gebracht. Herstelling van doorbraken in dij-
ken bleef evenzoo ten laste van degenen, wier landen
door de dijken werden beschermd. Gelijke regel werd
gevolgd ten aanzien van beschadiging door storm-
vloeden, o.a. nog in 1916.
Bij aanleg van kanalen bepaaldelijk ten behoeve
van de scheepvaart bleven zeer zelden de belangen van
de afwatering buiten aanmerking, hijv. ook niet bij
het Noord-Hollnndsch kanaal, het Noordzeekanaal,
het Merwedekanaal.
Als kanalen die inderdaad voor de afwatering geen
belang of nut hebben zou men misschien alléén maar
het Zuid-Bevelandsch kanaal en het kanaal door
Walcheren kunnen noemen, maar deze hebben hun
ontstaan te danken aan internationale verplichtingen.
Gelijk bekend is zijn door de wet van 22 Juli 1809
(Stbl. No. 113) alle scheepvaartrechten op de Rijks-
kanalen met ingang van 1 Mei 1900 afgeschaft, nadat
reeds bij de wet van 28 Juni 1890, (Stbl. No. 96) de
toiheffing op het Noordzeekanaal gedeeltelijk en bij
die van 28 Juni 1893 (Stbl. No. 110) geheel was af-
geschaft. Voor zooveel ik heb kunnen nagaan is dit
voorbeeld niet of slechts in zeer enkele gevallen door
andere besturen of door particulieren gevolgd. Het
schijnt mij toe dat evenmin kan gezegd worfien dat de
sedert vrij regelmatig tot aan het jaar 1914 op onze
hoofdwaterwegen voortschrijdende ontwikkeling van
het verkeer te water, bepaaldeljk aan het afschaffen
van de kanaalrechten is toe te schrijven. Natuurlijk
gelden daarvoor geheel andere redenen en ik kan
evenzoo niet inzien dat de tegenwoordige malaise in
alle verkeer en onderneming verband zou kunnen hou-
den met het al of niet bestaan van de scheepvaartrech-
ten, die thans nog in ons land geheven worden. Dat
het er intusschen met de scheepvaartrechten zonder-
ling naar toe is gegaan, kan niet worden ontkend.
In de eerste plaats met de onderscheiding tusschen
,,natuurljke” scheepvaartwegen en ,,kunstmatige”
scheepvaartwegen. Zoo heette het Noordzeekanaal,
wegens kosten van aanleg en verbetering in de eerste
vijftig jaren van bijna 60 millioen gulden, een kunst-matige scheepvaartweg en de Rotterdamsche Water-weg, waarvan de inrichting tot scheepvaartweg voor
de groote vaart benevens het onderhoud in de eerste
vijftig jaren meer dan vijftig millioen gulden heeft gekost, een natuurlijke scheepvaartweg. Dus ….op
den eersten werden vaartrechten geheven, op den an-
deren niet.
Zoo is vrijwel regel dat men rechten betaalt naar
de grootte van het vaartuig, niet naar de grootte
van de lading, ja zelfs voor een ledig schip evenveel
als voor een geladen schip. Geraakt men met een
geladen schip in eenig vaarwater dat niet voldoende
op het normale peil gehouden is, dan moet men een
deel der lading op een ander (ledig) vaartuig over-
brengen en aldus extra kosten maken en bovendien
voor beide vaartuigen •rechten betalen. In België
vaart men tegen een gering recht met een ledig
schip liet geheele land rond; rationeel, want met een
ledig schip verdient men niets. Aan heffing per
ton-kilometer, gelijk in Duitschland regel is, schijnt
in Nederland nooit iemand te hebben gedacht.
Ik
blijf
met de Staatscommisie in zake het binnen-
schipperj-bedrijf van meening – biz. 163 van haar
rapport van 6 November 1911 – dat het heffen van
27 December 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1105
scheepvaartrechten als op de openbare vaarwaters in
Nederland geschiedt, uit een algemeen oogpunt niet
is af te keuren. —
Ik ga verder, door het afschaffen der rechten op
de Rijkskanalen, gelijk dat in 1900 geschiedde, min-
der doelmatig te vïnden dan ik zou gevonden hebben
het wegnemen vai misstanden bij die heffing, zoowel
op Rijkswateren als op andere, door het invoeren
van een regelmatig systeem van heffing, met vereen-
voudiging van de wijze van inning, waarbij dan
tevens de belangrijke scheepvaaatwegen, die nog niet
in handen van het Rijk zijn, daarin moesten worden
overgebracht.
Ons land is door den handel groot geworden; eerst
lang na de Gouden Eeuw zijn nijverheid en land-
bouw ook belangrijk tot de algemeene welvaart gaan
bijdragen, maar is het daarom noodzakelijk dat de
belangen van den handel steeds als de belangen van
het geheel wordeiï beschouwd en dus ten volle uit de
algemeene kas worden gediend? Waarom zou niet ook
het haudelsverkeer nog bepaaldelijk daarin bijdragen?
Men zegt dat zulks tegenwoordig wel geschiedt en
wijst dan op de 10 tot 40 pOt., welke Amsterdam en
Rotterdam
bijdragen
in de kosten van latere verbete-
ringen van de scheepvaartwegen, die hun toegang tot
de zee geven, maar deze bijdragen zijn geene bijdra-
gen bepaald van den handel, doch slechts weder uit
de algemeene kas; dan niet van het Rijk, doch van
den kleineren kring, de gemeente. Feitelijk dus naar
dezelfde grondslagen als de andere.
Alleen de 6l millioen gulden gevorderd als bij-
cirage voor den aanleg van het kanaal naar Twenthe
icomen voor een belangrijk deel rechtstreeks uit de zakken der belanghebbende industrieelen, al gaven
daarnaast ook eenige gemeenten bijdragen in die
som.
0
Ik denk er niet aan om tegen te spreken dat er
onder onze kooplieden mannen zijn van uitnemende
bekwaamheid en onvermoeiden arbeid (ook begaafd
met avontuurlijken zin, gelijk een zeer bevoegde onder
hen als noodzakelijk noemde op 16 November 11. in
(Ie Handels-I-Ioogeschool te Rotterdam) maar moet
dâ(trom bij de economische maatregelen onzer Regee-
ring steeds het handelsbelang ailé5n heerschen? Zijn
het nog altijd de provinciën Holland, die de richting
van het Nederiandsch Regeeringsbeleid op economisch
gebied bepalen?
In Duitschland wordt geen scheepvaartkanaa!ont-
verp voorgesteld of het gaat steeds vergezeld van een.e
rentabili.teitsberekening; voor de tolheffing neemt men
dan veelal als basis het over 15 jaren te verwachten
verkeer om hiernaar onderhoud en afschrijving op
cle aanlegkosten te bestrijden. Toch kan geenszins wor-
den gezegd (ik spreek natuurlijk over de periode v66r
1914), dat die tollen daar eene krachtige ontwikke-
ling van het vrachtverkeer te water of den bloei van
handel en nijverheid belemmeren.
In Frankrijk is men ook al teruggekomen van vroe-
ger vrije kanaalvaart.
In de tweede plaats is liet verkeer op de landwegen
te beschouwen.
i)aar heeft vanouds tolheffing gegolden, te vol-
doen in handen van een barsch of vriendelijk gezin wonend aan den weg in een liefelijke woning naast
een moestuin en een onder het lommer daarxaast ver-
anholen priëel. Daar woonde dan de tolgaarder of tol-
pachter met zijn gezin; werkelijk menigmaal een
idylle als het maar niet zoo’n dure manier was om
het tolgeld bijeen te krijgen. Aan deze idylle langs de Rijkswegen heeft ook de
‘) Ik meen mij te herinneren dat, enkele jaren geleden,
toen het bij het Gemeentebestuur van Rotterdam aanvan-
kelijk niet erg vlotte met het verleenen van de gemeente-
bijdrage in de kosten der thans onderhanden verbetering
van den Rotterda.mschen Waterweg, cle Rotterdamsche han-
del door aanbieding van een bedrag van
f
500.000 gang
in de zaak trachtte te brengen.
meergenoemde wet van 22 Juli 1899 (Stbl. No. 113)
een einde gemaakt door het afschaffen van die tollen. De tolhuizen zijn verkocht of afgebroken —ze waren
ook nog al eens rechte sta-in-den-weg – en het is
niet aan te nemen dat iemand ze nog terugwenscht.
In do provincie Noordbrabant waren de wregtollen
reeds afgeschaft bij Statenbesluit van 16 November
1870 (bekrachtigd
bij
de wet van 16 Juni 1872, Stbl.,
No. 62). In de plaats van deze tollen kwam het tot
cene provinciale paardenbelasting. Aan het Rijk moest
door de Provincie jaarlijks
f
28.000 worden betaald
wegens derving van de tollen op de Rijkswegen, welke
betaling, in verband met de genoemde wet van 1899,
met 1 Mei 1900 verviel.
Deze Noordbrabantsche paardenbelasting werd in
1910 vervangen door eene provinciale weggeldveror-
dening (in verband met art. 126 septies van de Pro-
vinciale Wet), waarbij niet alleen paarden doch ook
rijwielen, motorrijwielen en auto’s getroffen worden.
Dit veggeld is niet alleen verschuldigd door in Noord-
brabant wonende weggebruikers, maar ook door elders
wonenden, welke meer dan 1 5 dagen per
)
jaar van de provinciale wegen in die provincie gebruik maken.
Sedert is eene soortgelijke belasting in 1920 inge-voerd in de provincie Groningen, terwijl Overjsel,
Gelderland, Utrecht en Limburg zoodanige invoering
overwegen.
Aanleiding tot deze belastingen geeft ongetwijfeld
de buitengewone stijging van de onderhoudskosten,
waartoe mede het in de laatste jaren zeer sterk toege-
nomen verkeer met zware vrachtauto’s bijdraagt. Deze
onderhoudskosten — buiten rekening latende de loo-
nen der wegwerkers – zijn voor de provinciale we-
gen in Noordbrabant, Groningen en Overijsel in de
laatste 5 â 6 jaren meer dan verdrievoudigd. Dit zijn geenszins provinciën, welke voor slechte wegen be-
kend staan, eerder het tegendeel.
Bovendien zijn thans in Noord-Brabant alle pro-
vinciale wegen, krachtens art. 4b van de .ulotor- en Rijwielwet, gesloten verklaard voor motorrijtuigen
van meer dan 1700 EG. eigen gewicht, globaal gelijk
geacht met de maximum te vervoeren belasting. Deze
bepaling zal eerlang daar wel tot alle wegen worden.
uitgestrekt, uitgezonderd dan de Rijkswegen, omdat
Gedeputeerde Staten daarover niet bevoegd zijn.
Z66 als het thans gaat kan hetwerkelijk niet lan-
ger; ook de groote
Rijkswegen
zijn, op misschien an-
kele uitzonderingen na, voor het tegenwoordig ver-
keer met zware vrachtauto’s niet moer voldoende en
het gaat niet aan, de thans meer en meer op den voor-
grond tredende eischen ten volle uit de algerneeue
kas te willen
bestrijden;
ook de weggebruikers zu1len
afzonderlijk moeten bijdragen. Ik verlang daartoe nu
niet zoozeer de liefelijke tolhuisjes terug, maar uij
schijnt het noodzakelijk dat door eene bepaalde weg-
belasting een deel der gevorderde uitgaven wordt
bestreden.
Daarnaast zal intusschen eene klassificatie der we-
gen naar de mate van hun belang voor het verkeer
niet achterwege mogen blijven en in verband daar-
mede voor elken weg, of wegencomplex, een mariinmn
gewicht van vrachtauto’s zijn vast te stellen; verinoe-
delijk zal daarbij de ei.sch van luchtbanden wel on-
vermijdelijk zijn.
Aan den anderen kant sta dan ook de verplich-
ting om de wegen voor het toe te laten verkeer iii te
richten en dan zal ook het motorrijtuig rijn plaats
op ons biljet van de personeele belasting, naast het
jleziervaartuig en het biljart moeten verlaten om
elders een plaats te vinden op een biljet van vebe-
lasting, waarvan de opbrengst gestort wordt in een
wegenfonds. Dit alles alzoo te regelen hij eene Rijks-
wet, gelijk in Frankrijk, Engeland en Duitaehland
reeds in beginsel is aanvaard en wel binnenkort tat
uitvoering zal komen.
Het is niet mijne bedoeling mij te zeer in de tech-
nische zijde van eene weggeldheffing te verdiepen –
mijn doel was meer de economische zijde van ]iet
1106
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27
December 1922
vrahgstuk aan te roeren. Wat de techniek betreft
moge ik volstaan met nog op te merken, dat cciie Coni-
missie, door de verschillende Oollegiën van Gedepu-
teerde Staten van al onze provinciën aangwezen en
bestaande uit cle provinciale hoofdingenieurs, in het
begin van 1922 een zeer belangrijk rapport uitbracht
nopens de regeling van het verkeer met ware motoi-
rijtuigen en motorrijtuigen met vôlgwagens op de we
gen, geen Rijkswegen zijnde, en dat sedert ruim 1’/l
jaar cenë door den Minister van Waterstaat ingestel-
de Commissie eene herziening van het Motor- en Rij-
wielreglement in studie heeft voor zoover liet verkeer
met zware vrachten betreft.
Waa.L het hierboven ten aanzien van het verkeér
over de landwegeni aangevoerde mi. wijst op. de nood
zakelijkheid, zoowel technisch als economisch tot het
nemen van maatregelen en het treffen van regelin-
gen, daar wi.l het mij ook toeschijnen, dat ten aanzien
van het verkeer over de waterwegen evenzoo eene
goede economie niet van het invoeren van watertol-
len zou behoeven te weerhouden, mits dit gepaard
gaat met eene verbetering in administratief beheer en
technische toestanden, en ook daarbij door het stich-
ten van een afzonderlijk fonds de opbrengst der wa-
tertollen ten bate der waterwegen wordt aangewend.
Arnhem, December 1922.
,
C. A.
J0LLES.
EEN SINTERKLAAS SURPRISE VOOR
HET REIZEND PUBLIEK.
Dell 5den December werd ook op het Binnenhof de
aardige traditie van dien dag gehandhaafd. Nadat dé
Tweede Kamer den Minister van Waterstaat had vej-
vast met hare weigering om de laatste hand te leg-
gen aan de reeds twee jaren geleden; wettelijk vast
gelegde afschaffing van den portvrijdom voor dienst-
stukken, die thans noodeloos zooveel paniementair
stof heeft opgewaaid en voorbereideiiden arbeid heeft gekost, bleef ook deze bewindsman niet achter en liet
zich
bij
de Waterstaatsbegrootingsdebatten ten aan-
zien van de reizigerstarieven eenige toezeggingen ont-
lokken, welke door het rcizend publiek als eene aan gename Sinterklaassurprise mogen worden geaccep
teerd.
De steeds groeiende ontevredenheid in• den lande
over de huidige reizigerstarieven, die zich behalve i
de Pers,.reeds herhaaldelijk had geuit in tot de Re
geering of de Staten-Generaal gerichte adressen en
in ,,vragcn” van Kamerleden, vond thans krachtigen
weerklank in ‘s Lands vergaderzaal ‘en gaf het aanzijn
aan eenige moties van orde.
Door een aantal Kamerleden van onderscheidene
fracties werd een motie’ ingediend, waarbij de Kamer
,.van oordeel, dat het wenscheljk is, dat voor groote
afstanden op de spoorwegtarieven degressie woidt
toegepast” den Minister verzocht, om te bevorderen
,,dat de tarieven in deze richting zouden worden her-zien en dat in ieder geval de kilometerkaarten weder
zouden worden ingevoerd.”
Voorts werd door het Kamerlid Wijnkoop eene mo-
tie ingediend, die het verzoek inhield, de 3e klasse
tarieven te verlagen en het huurtvérkeer te bevor-
deren.
Eerstgenoemde motie werd door de voors tellers in-
getrokken na de toezegging van den Minister, dat een
zoogenaamd ,,Staffel”-tarief, dit is een tarief met
vallende schaal, binnenkort zal tot stand komen.
Laatstbedoelde motie werd met groote meerderheid
verworpen na en met het oog op ‘s Ministers toezeg-
ging, dat het buurtverkeer in het aanstaande voor-
jaar, zij het ook niet in eens over het geheele land, zal
worden ingevoerd. Voor het reizend publiek zijn deze beide -toezeggin-
gen van helaug.
De beloofde invoering van degressie is des te moer
te waardeeren, omdat eene -vermeerdering van inkom-
sten, zelfs op cIe duur, verhioedeljk daarvan niet is
te verwachten; ddarvoor is het verkeer op de zeer
groote afstanden te weinig voor ontwikkeling vat-
baar -(en daar gaat het hier om; men zal zich immers
wel m:et behoeven to vleien met de hoop, dat de
degressie voor afstanden van minder dan 200 KM.
van eenige heteekenis zal zijn).
Hier heeft dan ook blijkbaar het commercieel be-
lang eenigszins moeten wijken voor het publiek be-
lang; want een publiek, ja zelfs een Staatsbelang is
liet, dat in een klein land als het onze niet voor reizen
als van Groningen naar Maastricht v.v. of van Vlis-
singen naar Delfziji v.v. of wel, indien ‘s winters
het veer En,khuizen—Stavoren is gestaakt van Wor-
kum naar den Helder vi’. in de 3e klasse, dus oi
zijn minst, prijzen van
f
21,50,
f
21,50 enz. moeten
worden betaald.
Juist om dergelijke excessen te vermijden zijn. des-
tijds, toen de degressie werd afgeschaft, de kilometer-
kaarten, die, gebaseerd op den kilometrischen een-
heidsprijs der kilometerboekjes van 1 i4 echt per KM.
in de 3e klasse tegen den
prijs
van
f 6,—
‘) het recht
gaven om twee trajecten elk van 200 of meer KM. af
te leggen, ingevoerd. Theoretisch was een dergelijk,
het element van den afstand zoozeer verwaarloozend
tarief zeker aanvechtbaar en terecht werd het dan
ook door de vodrstellers der motie slechts subsidiair
teruggevraagd en door den Minister verworpen, doch
als palliatief had het alleszins reden van bestaan en
sedert het werd beknibbeld en wegens de daardoor
ontstaande
knoeierijen
daarna over boord geworpen,
was – te voorzien, dat men tot een zekere degressie zou
moeten terugkeeren.
Immers, die
bij
den vorm van ons land ‘zoo goed
passende ‘degressie, wclkê ook elders veelvuldig is te
vinden, indien men zijn blik buiten de grenzen maar
niet uitsluitend tot de onmiddellijke buren beperkt,
heeft gedurende lange jaren hier bestaan.
Op het net van S.S. die het verkeer oord-Zuid,
dus op de lange afstanden, voornamelijk bediende,
heeft gedurende meer dan 30 jaren een zoogenaamd
Stdffel-tarief gegoiden; daarentegen is E. S., ook na-
dat zij zich niet meer tot have Hollandsehe stamlijn
beperkte, steeds een tegenstandster van een dergelijk
tarief gbieven.
2)
Zooals bekend, deelt in het huwelijk, dat in 1911
tusschen deze beide vroegere concurrenten werd ge-
sloten, EIS., die steeds overeenkomstig haar naam,
haar oorsprong en een zekere Amsterdamsche regen-
ten-traditie mer ,,Hollandsch” dan ,,Nederlandseh”
heeft gevoeld, de lakens uit;
bij
de unificatie der rei-
zigerstarieven werd dan ook de degressie over boord
geworpen; aanvankelijk in 1911, toert de latere echt-
genooten nog in den verlovingstijd verkeerden, werd
nog de concessie van de invoering der kilometerkaar-
ten gedaan, doch naarmate de maritale macht zich meer deed gevoelen, werd ook die concessie inge-
trokken.
‘t Valt niet te ontkennen, dat, toen het boveube-
doelde afdalend barême hier te lande gold, de tarief-
toestand buitengewoon ingewikkeld en ongunstig voor
de spoorwegfinanciën was; doch dit was niet ai,n
Eenvoudigheicishalve wordt volstaan niet de verinel-
dii.ig van den 3e klasse prijs, omdat de verhoi.idng tussehen
de prijzen der 3 klassen hier te lande vrijwel steeds en
voor – alle reizigerstarieven is geweest en nog is als
1 : 14 :2.
–
Flet bedoelde
1 Jan. 1911
ingetrokken S.S.-tarief was
voor de hoofc1spoorvegen het volgende:
voor de eerste
50 KM. 2.5
c. voor enk. reis 3e
ki., 4e.
voor retour
volg. 50 lM. 2
,,
,,
,,
,,
,,
3
(51
t/in.
100)
–
voor de volg.
50 KM.
(lOOt/in.
150)
1.75 ,,
,,
,,,,,,,,
2.5,,,,,,
voor de daarop-
volgende
50 KM.
(151
t/in.
200) 1.625 ,,,,,,,,,,,,2.25,,
hoven de
200 EM. 1.5 ,,
..,,,,..
2
Het
01)
denzelfden datum buiten werking getreden tarief
v. H.S. was
2,5
cent voor enkele reis en
3
cent voor retour
per EM. voor alle afstanden.
27 December
1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
uffi
j
het afdalend barême te wijten, doch aan het verschil
in tariefsysteem der beide concurrenten, ook wat be-
treft do reductie voor retourkaarten, waardoor tal-
boze vrachtprijzen onnoodig moesten worden ver-
laagd; na de sedert plaats gegrepen unificatie be-
hoeft een op een afdalend barême gebaseerd tarief
niet veel ingewikkelder te zijn dan het huidige. Bo-
vendien mag gevraagd worden of een zoo ver gedre-
ven eenvoud als thans bestaat, en die als een reactie
tegen de vroegere ingewikkeldheid en groote ver-
scheidenheid van reizigerstarieven is te beschouwen,
in dit geval wel het kenmerk van het ware is.
Of men reist over lange of korte afstanden, met
den mooisten snel- dan wel in den mierabelsten boe-
meltrein, op hoofd- dan wel op locaalspoorwegen, in
een comfortabel rijtuig dan wel in een dat zijne laatste
levensdagen ergens in de. provincie slijt, op een tra-
ject waar een dergelijke treinfrequentie heerscht, dat men een spoorgids niet noodig heeft, dan wel op een
baanvak waar een viertal reisgelegenheden per dag
bestaan, steeds betaalt men per kilometer eenzeifden
prijs.
Hierin zal – en daarmee komen wij aan de tweede
toezegging – in het aanstaande voorjaar eenige ver-
andering komen door de invoering van het buurtver-
keer; dit buurtverkeertarief, de bekende eendaagsche
retourlcaarten, is reeds sedert 1 januari van dit jaar
in het Nederlandsch reizigerstarief opgenomen en
wel met
prijzen
van
f
0,05 cent
1)
per KIt!. voor wat
de 3e klasse betreft, maar werd tot dusverre ) nog
niet ingevoerd. Het bestond v66r den oorlog op het geheele Neder-
landsche spoorwegnet en gaf toen baanvaksgewijs een
zeer belangrijke verlaging, terwijl die baanvakken
niet eng werden opgevat, (zoo weiden bijv. trajecten
als Amsterdam-IJmuiden, Leeuwarden-Peperga, Hee-
renveen-Meppel, den Haag-Rotterdam, Zwolle-Alme-lo, enz. als een buurtverkeer-baanvaak beschouwd) en
Op
de locaalspoorwegen dit tarief zelfs onbeperkt
gold; de internationale en de overige belang:rijke snel-•
treinen varen van dit buurtverkeer uitgezonderd,
doch ook hier heerschte een ruime opvatting, zoodat
dit tarief een vrijwel algemeene verlaging voor een-
daagsche retourkaarten op de korte afstanden gaf;
liet was wederom een troetelkind van H.S., door S.S.,
die tevoren een; althans op de wijze waarop het in
toepassing werd gebracht, niet levensvatbaar en fi-
nancieel nadeelig buurtverkeer van een geheel ander
systeem had gehuldigd, bij de unificatie der reizi-
gerstarieven overgenomen.
Dit zeer geslaagde buurtverkeer-tarief (waarvan de
prijs 2,5 cent per KM. in de 3e klasse was) zal thans,
zij het ook met 100 pOt. hooger eenheidsprjzen, wor-
den ingevoerd, echter geleidelijk en niet direct op
alle haarLvakkeii; hier schuilt con addertje onder het
gras.
Immers in tegenstelling met het lange-afstands-
verkeer is dit buurtverkeer uitermate voor ontwikke-
ling en voor concurrentie van andere vervoermidde-
hen
(tram, rijwiel, auto) vatbaar; doch deze beide
argumenten voor het herstel van een buurtverkeer-
tarief klommen uit den aard der zaak het meest voor
de lijnen
nabij
de groote steden, voor het centrum des lands, en nu zou het zeker in hooge mate te betreuren
en irrationeel zijn, indien
bij
de blijkbaar voorgeno-
men selectie, alleen de bedoelde commercieele over-
wegingen zouden voorzitten en een groot deel van de
lijnen in de buitenprovinciën van het buurtverkeer-
tarief althans voorshands verstoken zouden blijven.
Daardoor toch zou daar, waar het publiek, zoowel wat
quantiteit als qualiteit van reisgelegenheid aangaat,
in zooveel ongunstiger positie verkeert dan in het
centrum des lands (men vergelijke bijv. Rotterdam-
‘) Zooals bekend
is
de normale eenheidsprijs per
KM.
‘oor heen en terug thans
6,5
cent.
2)
Behalve in deu vorm van lO-rittenboekjes
OJ)
de
baan-
vakken Utrecht—Bilthoven, Utrecht—Zeist, Utrecht-
J3anrn.
den Haag met Zwolle-Almebo) en waar de noodzake-
lijkheid om te reizen dikwijls grooter en liet publiek
financieel zwakker is, meer moeten worden betaald
dan in die meer bevoorrechte streken.
V66r 1911 gold op de locaalspoorvegen een lager
barême dan op de hoofdspoorwegen
1),
en ook nadien
bleef dit beginsel bestendigd doordat •het buurtver-
keertarief in genoemd jaar voor de locaalspoorwegen
onbeperkt werd ingevoerd, en thans zou men dan den
omgekeerden weg volgen en dat terwijl juist bij
locaalspoorwegen de streek gemeenlijk financieel
krachtig voor den bouw hoeft bijgedragen.
Op grond van een en ander is het te hopen, dat in-
dien eene selectie noodig is en commercieele overwe-
gingen tot eene selectie in bovenbedoelden zin zouden
moeten leiden, daarnevens ook aan overwegingen van
publiek belang, als
bij
de belofte van degressie ver-
moedelijk zullen hebben gegolden, het oor zal worden
geleend. f1.
HET RAPPORT PYTTERSEN.
(Een antwoord op de beschouwing van den heer
–
Kasieleyn.)
Tegenover de kritische beschouwing, die de heer
J. S. C. Kasteleyn in liet nummer van 6 1)ecember ji.
heeft gegeven van
mijn
aan de Regeering n.itgebracht
Suriname-Rapport, wil ik het een en ander uit liet
rapport plaatsen, en hieraan tevens enkele opmerkin-
gen toevoegen.
Suriname is een land dat voor verschillende tropi-
sche cultures zeer gunstige factoren bezit, waar
tegenover liet arbeidsvraagstuk als ongunstige factor
staat.
Zoolarig het geoorloofd
blijft
om op de tegen-
woordige voorwaarden Javaansche arbeiders onder
contract aan te voeren, zal het aan ondernemers van
op breede basis opgezette landbouwbedrjven – on-
der benutting van handenarbeid in een vorm als
thans geschiedt – mogelijk
zijn
een zekere levens-
vatbaarheid der bedrijven aan te toonen. Die onder-
nemers dienen echter rekening te houden met de kans,
dat binnen afzienbaren tijd de contractarbeid woidt
afgeschaft, een afschaffing, die wellicht kan worden
geremd, maar mi. niet is tegen te houden. Het ge-
volg daarvan zal een verhooging der arbeidskosten
zijn, waardoor de levenskans der ondernemingen
kleiner wordt.
Vooruitziende ondernemers zullen daarom maat-regelen dienen te treffen, door welke de afschaffing
van den contractarbeid met gerustheid kan worden
tegemoet gezien. De cultuurondernemers in het nahu-
rige Britsch-Guiana (Demerary) hebben verzuimd
dergelijke maatregelen te treffen, zoodat het moeder-
land en direct of indirect onder Engelschen invloed
staande landen de suikercultuur in Demerary door
beschermende rechten moeten steunen, nu sedert 1918
het Britseh-Jndische Gouvernement aan Britscb-
Indiërs het emigreeren oni elders contract-arbeid te
verrichten verboden heeft. Op een bescherming in
dozen vorm mogen onze koloniale ondernemers niin-
mer van de zijde onzer Regeering rekenen.
Welke die maatregelen moeten zijn, zal ik straks
niet een enkel woord behandelen.
De Surinaamsche cultures kunnen in twee hoofd-
groepen worden verdeeld, t.w. die,
velke, in hoofdzaak blijven aangewezen op han-
denarbeid;
welke levende kracht sparende middelen kun-
nen benutten. De eerste kunnen wederom onderverdeeld Worden
naar gelang zij op zwaar polderlaud of op lichten
1)
Voor de eerste
50 KM. 2
cent per
KM. voor enkele reis
3e klasse en 3 cent voor retour.
volgende
50
KM.
(51
t/m.
100)
1,8
cent per
KM. voor enkele reis
3e klasse en
2.7
cent voor retour.
1108
ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN
27
December 1922
grond worden, gedreven. Op de laatste gronden zullen
vele der middelen, welke de landbouwtechniek vei-
schaft kunnen worden benut, daar de terreinen geen
hooge eischan aan drainage stellen en de grond meer
geschikt iw om met werktuigen te worden bewerkt,
waar nog bij komt, dat de terreinen in het voorloopig
voot cultures ‘in aanmerking komende deel van Suri-
name vlak of licht golvèud zijn.
Voor de cultures in het algemeen en voor de onder
a,
1
bedoelde, waartoe de langjarige als cacao en koffie
behooren, in het bijzonder, dienen cultuurweten-
schappelijke methoden te worden toegepast, (zie mijn
rapport) welke zullen leiden tot productieverhooging
per vlakte-eenheid, tot productverbetering, tot een’
meer bestand zijn der gewassen tegen ziekten, waa-
do
o
r dus, bij nâgènoeg een, zelfde onderhoud als
thgiis,nit sleqbts hoogere opbrengsten, maar even-
eens .producten van hoogere. marktwaarde. worden ver-kregen.
Ook al zal het mogelijk zijn een groot deel der tot heden noodige levende kadht door machines te ver-
vangen, dan toch zal aanvoer van werkkrachten vrn
buiten moeten plaats vinden, temeer indien het cul-
tituroperlak zich snl uitbreidt. In verband hier-
mede schreef ik in mijn rapport:
,.VÔbr alles is noodi
g
het oütstaan van kapitaaikrachtige
,,particuliere laudbouwondernemingen, in de eerste plaats
,,tot het drijven, met toepassing van de nieuwste technische ,,hulpmiddelen, van de suikerrietcultuur, waardoor in ruime
,,mate gelegenheid zal ontstaan tot verschaffing van goed ,,betaalden arbeid aan wèl-onderlegd technisch personeel
,,en aan z.g.n. skilled labourers. De regeering bevordere cle
,.totstaudkomiiig van dergelijke ondernemingen met alle te
,,H’aren dienste staande middelen, o.a. door zooveel mogelijk
,,er zorg voor te dragen, dat die totstandkoming ïiiet be-
,,lemmerd worde door gebrek aan werklieden. Deze dienen
,,dus aangevoerd te worden, zelfs in meerdere mate clan voor ,,de oogenblikkelijke behoefte noodig wordt geoordeeld,
aoo-
,,dra vast8taat, dat zij bij aankonist in de kolonie goed be-
,,taald werk kunnen vcr’ricicten”,
en verder .,,Er moet mi.
,,op gerekend worden, dat alle uit den aan- en terugvoer van
,,werklieden voortspruitende uitgaven in haar geheel ten
,,laste van de onderneming komen, zij het ook, dat de tegen-
,.woordige regeling, volgens welke het Gouvernement die
,,kosten voor een groot deel voor zijn rekening neemt voor
,,de naaste toekomst nog bestendigd zal ,moeten blijven.”
Zoolang het
blijft
toegestaan arbeiders onder con-
tract aan te voeren, later bij aanvoer van vrije arbei-
ders, steeds zal het een punt van uiterste zorg voor
de ondernemers moeten uitmaken om de beste werk-
krachten aan hunne
bedrijven
te binden, hetgeen zal
kunnen geschieden door hen op oƒ in de onmiddellijke
iabijheid van de ondernemingen woningen met een
stuk bouwgrond als wel een belang in de onderneming
te geven. Onder dit laatste versta ik, dat ieder dier
arbeiders met zijn gezin, eventueel
bijgestaan
door
onder hem werkende en door hem betaalde werklie-
den
;
een stuk aanplant in onderhoud bekomt onder
contrôle van de’ zijde der eigenaren, terwijl daarvoor
als vergoeding een tevoren vastgesteld percentage
van den oogst wordt uitgekeerd, hetzij in natura, het-
zij in’ contanten en dan berekend tegen den markt-
prijs (eener hoofdmarkt) van den dag van levering.
liet komt mij”voor dat in deze richting – het geldt
hier cultures welke grootendeels op handenarbeid zijn
aangewezen – een oplossing moet worden gezocht,
temeer waar de tijden voorbij zijn, dat een grooten-
deels van de ondernemers zeer afhankelijk arbeids-
leger, is te vormen, dat daardoor tegen elk aangeboden
loort zijn werkkracht beschikbaar moet stellen. Het
voordeel ,der methode is, dat de kostpiijs van de pro-
ducten met den marktprijs op en neer gaat .,Deze
werkwijze wordt in mecrderë tropische cultuurlanden
naar omstandigheden gewijzigd – sedert jaren
met goed gevolg toegepast. Zij is echter slechts daar,
in te voeren waar de cultures, evenals in Suriname,
een i gezins extensief kunnen worden gedreven. Zoo
wèr-dt ‘ bijv. het grootste deel van het suikerriet op
Ou’ba op met bovenomschreven methode .overeenko-
mend.e wijze aan de fabrieken geleverd.
Zoolang de ondernemer beschikt over contract-
arbeiders voor wie hij doorloopend werk moet heb-
ben, leidt het gemengde cultuur-bedrijf tot betere be-
nutting der werkkrachten. Ik schreef daaromtrent
ongeveer het volgende:
,,Waar verder een groot aantal cultuurgewasseir, zoowel
,,op zwaren als lichten grond naast elkaar kunnen worden ,,gedreven, zal het mogelijk zijn uitgebreide ondernemin-
gen met gemengde bedrijven in het leven te roepen, waar-,,door het risico verdeeld kan worcieci. Een ander voördeel
,,van die mogelijkheid is een meer economische benutting
,,van werkkraehten, waarmede bedoeld wordt, dat dé arbei-
,,ders gecltirende den tijd, dat een bepaalde cultuur minder
,,werkkrachten vordert,’ bij een andere cultuur worden te
,,werk gesteld, terwijl voorts de omstandigheid, dat het he-
,,heer in «n hand kan worden gelegd, tot een vereenvoudig-
,,de, minder kostbare administratie leidt. Ook opslag en
3
,afscheep van producten worden daardoor goedkooper, ter-,,vijl verder de verpleging van de arbeiders minder uitgaven
,,zal vereischen.”
De kans ‘is groot, dat de onder b. bedoelde cultures,
waaronder die van suikerriet een voorname plaats in-
neemt, in hooge ‘mate van de vorderingen, welke de
landbouwtechniek de laatste jaren heeft gemaakt,
partij kunnen trekken. Tot 1921 was het mogelijk
met de middelen, welke deze techniek verschafte, op
lichte en middelzware gronden een groot deel der
v66rdien noodige levende kracht door mechanische te
doen vervangen. Waar nu naast de zware zeer vrucht-
bare alluviale klei in Suriname lichte gronden i’oor-
komen, van welke de cultuurwaarde dQor mij kon wor-
den aangetoond, was het m.i. rationeel, dat werd voor-
gesteld om na te gaan wat met machines op dergelij-
ken grond kon worden bereikt en op hoeveel de kost-
prijs der producten kwam te staan. Even rationeel is
het, dat thans door mij wordt voorgesteld om de
waazde van
landbouwmachitles
te beproeven op zwa-
ren alluvialen kleigrond, waarvan ongeveer 1Y2 mii-
lioen HA. in de kolonie wordt aangetroffen, nu op
de zwaarste kleigronden op Java met machines gun-
stige resultaten werden verkregen. Deze resultaten wa-
ren mij v66r mijn vertrek naar Suriname ten deele be-
kend, zoodat ik bij aankomst in de kolonie spoedig
onderzocht of het type kieigroiad aldaar ongeveer
overeen kwam met het mij bekende Java-type.
Dit onderzoek bevestigde mijn vermoeden, dat het
laatste type over het algemeen zwaarder was dan
dat van Suriname. De op Java in de suikercultuur,
verkregen resultaten h n
ebben zich verder in gunstige
zin ontwikkeld. Het is hier de plaats erop te wijzen,,
dat wat met machines op zwaren grond te bereiken
valt op lichteren grond tegen minder kosten en beter
te bereiken is. Hierdoor komen lichtere Surinaam-
sche gronden, die overigens in voldoende uitgestrekt-
heid voorkomen (meerdere gegevens dan tot nog toe
door mij in mijn artikelen medegedeeld volgen in
,,De W.-I. Gids”) en die, de oude literatuur bewijst
liet, cultuurwaarde bezitten, voorloopig althans voor
proefnemingen niet in aanmerking.
Een deel van het zeer vruchtbare, laag gelegen,
alluviale kustgebied van Suriname, dat daarom, wil
men het voor cultuur benutten, op eenvoudige wijze
moet worden ingepolderd, is met bosch bedekt, terwijl
een ander, deel bestaat uit gras- en biezenvelden.
waartusschen hier en daar licht bosch voorkomt. Ten
einde de veel geld en arbeidskracht verslindende ont-
ginning te ontloopen, heb ik getracht iets naders om-
trent de z.g.n. open terreinen, als die gras- en biezen-
landen genoemd worden, te ontdekken. Vast staat dat
dergelijke terreinen over een uitgestrektheid van ette-
lijke tienduizenden HA. in het kustgebied worden
aangetroffen, van welke een deel niet slechts gunstig
gelegen is, maar waaromtrent eveneens zekerheid be-
staat, dat zij een hooge cultuurwaarde bezitten. Het
is daarom dan ook te verdedigen dat het onderzoeken
dier terreinen wordt voortgezet. Het bepoldej-en van
dergelijke landen kan middels baggermachines ge-
schi.eden, zooals in ‘Suriname nog slechts zelden, doch
27 December 1922
ECONOMISCH-STATIS’IISCHE BERICHTEN
1104
itt Britsch-Guiana veel toepassing vindt. terie der-
gelijke bepoldering zal vermoedelijk
f 200
tot
f 100
per HA. bedragen, naar gelang gebruik gemaakt
wordt van handenarbeid of van mehanische hulp-
middelen. Deze cijfers werden mij van deskuhdige
zijde in de kolonie verstrekt. Dé heer Kasteleyii
schrijft
0])
blz. 113 van zijn lezenswaardig rapport
omtrent inpolderen van gronden op het biezenlarid in
de Nckerievlakte:
,,De van Drimmeleopolcier ter grootte van pim.
550 HA.
,,in Nickerie, aangelegd door het Gouvernement, kostte pl.m.
,,f
60,— per
HA. aan aanleg.”
T
aar
deze aanleg geheel met handenarbeid is ge-
schied, kwam mij dit cijfer wei nat laag voor. Bij
informatie bleek mij dat hiervoor zee± waarschijnlijk
andere fondsen gebruikt waren. Er werd mij voor
middels handenarbeid bepolderd biezeuland een he-
cirag van ongeveer
f 200
per 1-lA. becijferd.
Gegevens omtrent open-terreinen zijn – voor zoo-
ver deze konden worden opgenomen – in het laatste December-nummer van ,,De W.-I. Gids” te vinden.
Ook in
mijn
rapport besprak ik deze terreinen in het
kort en noemde ik daarin om. de Noord-Commevyne-
en de Nickeriestreek. Omtrent deze beide streken
vond ik nog iets in ,,De West” van 10 Oct. j]. waarin
,,Landbouwer” uit Demerary na. het volgende
sehiijft
,,Aangemoedigd door faucyprijzen werd liet eene stuk
,,woeste grond na het andere outgoitnen, vooral door de
zeer nijvere Br.-] itdiërs en
het boomvrije biezenland, dat
,,00k bij ons
–
in ,Suriname— (o.a. in Nickerie ei achter
,,dc plantagcs aan den rechter Contmewyneoever in groote
,,complencn voorkomt) werd net verrassende snelheid in
,,sawahs herschapen.”
Wat liet beproeyen van mechanischen veldarbeid be’
treft diene het volgende.
De Java-suikerindustrie is bezig voor een klein deel
van ]Iaar plantareaai mechanische grondbewerking in
te voeren ten behoeve van het z.g.n. openmaken van
de gronden, welke ten gevolge van te late oplevering
door den inlandschen verhuurder of ten gevolge van
een tekort aan werkkrachten te laat zouden worden
afgeplant. Voor do na het planten noodige bewer-
kingen van den aanplant blijft zij zeer waarschijnlijk
steeds op handenarbeid aangewezen. (Zie het rapport).
De suikerindustrie in Suriname moet, wil van
mechanischen arbeid ten voile profijt getrokken wor-
den, niet alleen het geheele plaatterrein mechanisch
bewerken, maar eveneens alle veldwerkzaamheden
mechanisch doen geschieden, benevens het vervoer
van het gesneden riet naar cle transportmiddcleri
(ponten).
De eerste industrie stelt aan mechanisch werk zeer
hooge eischen waardool veel kracht moet worden ont-
wikkeld; de tweede stelt geen hooge – maar veel
meer echter minder kostbare eischen. Speciaalmachi-
nes en werktuigen zijn daarom noodig en deze die-
nen te worden beproefd. De prodven tot heden in
Suriname met kleine tractors genomen, kunnen bui-
ten beschouwing blijven.
Het zij hir vermeld dat een als bekwaam techniker
bekend staand suikcrplantcr in de koloni.e verklaarde,
dat ingeval de iroefnemingen gunstige resultaten op-
leveren, met é6n man tienmaal meer teirein in. cul-
tuur kan worden gebracht. ])e resultaten dez&r door
mij voorgestelde proefnemingen beslissen eveneens
teii aanzien van de mogelijkheid van gebruikmaking
van meclianischen arbeid ten behoeve van de grod-
bewerking voor andere cultures dait die
–
vafi suiker-
riet.
A]iiorcns ik dit uit den aard der zak kort over-
zicht eindig, wil ik hier een gedeelte overnèmen uit,
een rapport vooikomeude in de ,;Journal of the Board
of Agriculture it British-Guiana”, 15.3. July. 1922,
hetwelk ik vond in ,,The Intérnational Sugar Jour-
nal,” van November ii. dat ik zoöjuist in handen krijg.
,,British-Guiaaa. Labour is not s dear as in Cuba and
,,Haw-aii but, considering the possibility of an expan ding
,,rice growing industry, hal better be classed as dear. In.
,;tensive cultivation is thus indicated. There are two ways
,of obtaining this in the conditions naniely, in cane-far-
ming and improved implemental cultivation. The former is
,,really cheaper labour on the principle that a man working
,,for bimself does it more thotiroughiy and efficiently than
,,when working for others. But cane-farming, the Siiperiii-
,,dendent remarks, bas not been ii snccess in British-Guiana,
,,as everyhody knows”. It is certainly not suited to the
,coast lands where the heavy expenses of sea w’alls, drainage
,:etc. have to be incurreci. The place for this form of pro-
,,duction is further inland, up the riverine land where
,,alluvium is high and naturally drained. implimental cul-
,,tivation is the only course left.
But there are special clif
,,ficulties in the way, and it islittie short of a disaster that
,,the trials, which had been commenced on almost every
,,etate, have been summarily stoppe:l because of financial
,stringencv. The experiment station cannot undertake it
,,at present unless its staff is increased, Und it is suggested
,.that it might be done by the planters along o-operative
,,liues, the Government subsidizing the work substantially
,,because of its universal importance.”
De suikercultuur in Br.-G. wordt voor een groot
deel gedreven langs de zeekust, waardoor groote uit-
gaven jaarlijks voor zeeweringen noodig zijn. In Suri-
name, met zijn uitgebreid stelsel goede waterwegen,
is dit niet het geval, zoodat ook hierdoor (zie liet
rapport) dit land een voorsprong heeft op het buur-
land.
Wat de rijstcultuur aldaar betreft wil ik nog even
uit het b.v.g. artikel van ,,Landbouwer” uit ,,De
West” het volgende overnemen:
,,Omstreeks
1914
begonnen de beide broeders (Judgeo,
eenvoudige Britsch-Indiërs. P) met een aanplantje van
25
akkers rijst voor eigen rekening te verbouwen, en in pim.
.6 jaren tijds had zich uit dit bescheiden begin een onder-..Ïleming ontwikkeld met een grootere oppervlakte in cul-
,,tnur dan bijv. Alliance en Rust en Werk (twee suikerp]an-
..tages in Suriname. 1.) te zanien. Zij doen alles met
,,fractors, rijstbinders, pellers. In
1920
had Judgeo
2000
akkers in rijst en in
1921
ook.”
Zij hebben een bedrag van
f 80.000,—
aan machi-
nes in hun bedrijf gestoken. Verbetering der door
hen gebruikt wordende technische middelen is mo-
gelijk.
}3ritseh-jud.iërs hebben in een adres van welkom,
(lat door hen gericht werd tot de deputatie uit
llritsch-lndië, die in het begin van dit jaar de En-
gelsehe bezittingen in West-Indië voor een goed deel
bezocht, gezegd, dat:
,,The nee industry in Br. G. is now second in importauce
to sugar….
As
the nee industry af fords employment to
.,the xnajority of our people and is one of tbe chief sources
,,of their economie welfare, it will be seen that its siiccess
,,or failure would mean the success or failure of the
,.Ilast-Indian community.”
Deze industrie is op uitvoer aangewe’zeii.
Waar int het algemeen het particulier initiatief
zich nog van Suriname afzijdig houdt, waar verder de
gevestigde ondernemers èf niet voldoende kapitaal-
krachtig, ôf weinig voortvarend zijn, waardoor van
die zijde geen ernstig experimenteeren te verwachten is, ligt het op den weg der Regeering alle de door mij
in mijn rapport omschreven proefnemingen te doen
geschieden. De technische proeven, dienen te worden
genomen zoowel op oud-cultuurland als op nieuw ingo-
polderd biezenland. In verband hiermede wijs ik erop,
dat het vraagstuk der krachtopwekking een belang-
rijke schrede is vooruitgegaan nu sedert de laatste.
maanden uit melasse en andere producten een kracht-
alkohol bestaande uit. ongeveer 70 pOt. alkohol en
30 pOt. uit alkohol verkregen aether, waaraan ter
voorkoming van beschadiging der motoren door ont-
ledingsproducten een half procent pyridine is toege-
voegd, veivaardigd wordt, welke de benzine, die in Sueiname moet worden ingevoerd, geheel kan ver-
vangen.
Na beëindiging van deze onderzoekingen ware aan
de résultaten daarvan, indien deze, naar te verwach-
ten is, inderdaad gunstig zijn, op ruime schaal: be-
keudheid te geven, opdat het particulier initiatief
1110
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 December 1922
zich niet langer afzijdig houde van pogingen, ten doel
hebbende cle tetstandbrenging van groote, moderne
cultuurbedrijven in Suriname.”
PYTTeRSEN.
Den Haag, 15 December 1022.
DE GELDELIJKE UITKOMSTEN VAN HET
STAATSSPO ORWEG (5.8.) -BEDRIJF IN INDIE
De heer S. A. Reitsma te Bandoeng schrijft ons:
Naar aanleiding van het antwoord van den heer
Oaspersz in de ,,Economisch-Statistjsche Berichten”
No. 353 een slotwoord mijnerzijds, dat heel kort kan
zijn, omdat cle geachte schrijver begint met cle ver-
klaring, çlat hij op principieele verschilpunten niet
in zal gaan en dit voornemen ook werkelijk volvoert.
Van mijn kant rest er dus niets dan enkele der za-
kelijke mededeelingen van den heer Oasprsz nader
te bekijken. in de eerste plaats het feit, dat de uit-
komsten van het S.S.-bedrijf over 1921 den heer Oas-
persz in het gelijk zouden hebben gesteld, in zoover, dat de bedrijfsoverschdtten rond 10 millioen bedroe-
gen, waar dc schrijver deze op 8 miilioen stelde. Deze
redeneering zou te aanvaarden zijn, indien de fac-
toren, welke op de uitkomst van invloed waren, door
den heer Caspersz juist ,,gepeild” waren. Dit nu is
niet liet geval en evenmin als men aan een rekensom
een voldoend c••fer toekent, omdat de oplosser van het
vraagstuk het juiste antwoord heeft geraden, even-
min kan men den heer Caspersz met de door hem ver-
richte ,,peiling” gelukwenschen. Immers, de S.S.
raamde de uitgaven voor 1921 op
f
65.000.000. De
heer Oaspersz sprak: Neen, die schatting lijkt naar
niets, ge moet daarvoor
f
82.000.000 in de plaats stel-
len. Een feit was, dat S.S.-uitgaven in dat jaar be-
droegen
f
68.500.000 (op het voetspoor van den heer
0. met inbegrip der vernieuwingen en herstel van
buitengewone schade, doch zonder de automobieldien-
sten). Hoe het dan kwam, dat de heer Oaspersz
schijnbaar
gelijk heeft? Wel ten gevolge der sterk ver-
q
minderde inkomsten, welke na Juli 1921 plotseling
naar beneden gingen. ‘Bij de S.S. kon men dit
bij
liet
indienen der raming, pim. 1Y2 jaar te voren, niet
voorzien en ook de heer Oaspersz heeft dit’ feit niet
in zijne beschouwingen van September 1921 betrok-
ken. De geachte schrijver komt dan ook, evenals de
S.S., voor 1921 tot een vermoedelijke bate van
f 90.000.000,
terwijl deze in werkelijkheid niet hooger
dan
f 18Y2
millioen geworden is.
Stellen we de thans bekende feiten naast elkaar,
dan worden deze:
door S.S.
door lEEr. Cas-
in werke-
geraamd: persz geras
md:
lijkheid:
Ontvangsten..
.
. f
90.000.000
f
90.000.000
f
78.500.000
Uitgaven ……..
65.000.000
..
82.000.000
68.500.000
Overschot ……
f 25.000.000 f
8.000.000
f 10.000.000
Het is nu wel wat heel sterk door op grond van
het feit, dat 10 en 8 millioen minder van elkaar ver-
schillen dan 25 en 10 millioen de juistheid van de
aan de schatting ten grondslag liggende beschouwin-
gen op te eischen. Ware het vervoer niet zoo gewel-
dig achteruitgegaan, wat de heer Oaspersz zelfs in
September 1921 nog niet vermoedde, dan zou de ge-
ruimen tijd te voren door de S.S. opgemaakte ra-
ming juist of nagenoeg juist zijn gebleken en zou de
heer Oaspersz in het ongélijk zijn gesteld, toen hij
cle S.S.-raming van alle uitgaven als onbetrouwbaar
brandmerkte. Hetzelfde zou in hoofdzaak .00k gezegd
en bewezen kunnen worden aan de hand van de cijfers
voor 1922, – doch ik beloofde kort te zijn.
-In de tweede plaats komt dan, dat de heer Oaspersz
nog
altijd
zonder eenige reserve zijne zienswijze hand
haaft, dat de particuliere maatschappijen een goede
politiek voerden, toen zij hunne tarieven zoo hoog op-
voerden, de S.S. daarentegen in’ gebreke bleef door
met een matige verhooging genoegen te nemen.
Wat hebben sedert de cijfers uitgewezen? Wanneer
we van de spoor- en tramwegen de pas geopende lij-
nen uitzonderen, teneinde de vergelijking zuiverder
te houden, dan treft het dadelijk, dat de opbrengsten
bij de S.S. lang niet in die mate terugliepen als bij
de particuliere maatschappijen. Zoo was de opbrengst
der S.S. over de eerste 5 maanden van 1922 slechts
7 pOt. geringer dan die over het oei-eenkomstige
tijdvak van 1921, terwijl deze cijfers bij de Neder-
]andsch-Indische Spoorweg Maatschappij, Semarang-
Cheribon- en Samarang-Joanna Stoomtram Maat-
schappij 20,3 pOt., 12,2 pOt. en 14,9 pOt. bedroegen.
Nu is liet duidelijk, dat
als
deze vervoersdaling door-
gaat er een oogenblik zal komen, dat de ‘meerdere op-
brengst als gevolg van de hoogeré tarieven geheel zal
verdwijnen tegen de opbrengstderving ten gevolge
van
minder vervoer
(als gevolg van die hooge tarie-
ven). Het feit, dat de opbrengst over de eerste
zeven
maanden van dit jaar bij de S.S. 6,4 pOt. minder was
dan over de eerste 7 maanden van 1921, deze cijfers
voor de S. C. S. en S. J. S. 11,3 en 13,4 pOt. bedroe-
gen, wijst erop, dat een dergelijk ve:rmoeden nog zoo
vreemd niet is. Behalve in geldelijk opzicht zou een
dusdanig resultaat ook daarom fnuikend zijn, omdat
als straks de opbrengstcijfers van v66r de tariefver-
hoogingen bereikt zullen zijn, dit tot gevolg zal heb-
ben, dat de vervoerde hoeveelheden bij de S.S. vrijwel
gelijk zijn gebleven, die bij de particuliere spoor- en
tramwegen belangrijk zullen zijn verminderd. Dit
laatste nu is als een groot economisch nadeel te be-
schouwen, immers het nut van een railverbinding
wordt in hoogste instantie door het gebruilc bepaald,
dat van die verbinding gemaakt wordt, terwijl even-
niin uit het oog mag worden verloren, dat in een land
als Indië zonder vele sterke industrieën en met ecu
weinig kapitaalkrachtige bevolki uug achter uitgang
der trafiek ondergang van tal van inheemsche be-
drijfjes, verarming der bevolking zal beduiden.
Nu kan men wel tegenwerpen, ie. die doorgezette
achteruitgang in inkomsten is een suppositie en 2e.
als het vermoeden bewaarheid wordt, kan overgegaan
worden tot tariefsverlaging, waardoor het vervoer
weer vergemakkelijkt wordt en dus zal stijgen. Het
antwoord luidt, dat, zooals reeds werd vooropgezet,
het eerste argument juist is, doch alle teekenen erop
wijzen, dat mijn veronderstelling bewaarheid zal wor-
den. En wat het tweede punt aangaat, zoo is het een
feit, dat eenmaal vernietigd vervoer niet zoo spoedig
is terug te krijgen, het teweeggebrachte economisch
nadeel zeer groot zal blijven en de vervoersdiensten in belangrijke mate medegewerkt hebben om de normale
verhoudingen te ontwrichten.
Een eisch van goede tarieven is, dat zij stabiele
vrachten verzekeren. Niets is fataler voor handel en
bedrijf dan sterk schommélend vervoerskosten. Toen
de laatste tariefsverhoogingen bij de particuliere
maatschappijen ingevoerd werden, was de malaise
reeds ingetreden, het vervoer, dat hierôp niet dade-
lijk reageert, bewoog zich echter nog in stijgende lijn.
Of onder die omstandigheden een, tariefsverhooging,
al is het voor betrekkelijk korten duur, bij monopo-
histische transport-ondernemingen, die een deel van
de Staatstaak in delegatie. vervullen, uit een alge-
meen landsbelang te verdedigen is, meen ik te moeten
betwijfelen. Voor een Staatsdienst, die zijn vrachton
niet met tijdelijke periodes van Hochkonjunktur en
malaise mag laten op en neer vliegen, hij zijn tariefs-
politiek zooveel mogelijk standvastigheid en geen
heen en weer schommelende min of meer speculatieve
beursmethoden mag nastreven, is de vraag zeer posi-
tief ontkennend te bea.ntwoorden.
Maar door hier dieper op in te gaan, kom ik weer
op principieel terrein, waar de heer Oaspersz
mij
niet
heeft willen volgen. Een voortzetting der discussie
zou daarom geen nut hebben, weshalve ik het bij het
bovenstaande meen te kunnen laten. –
S. A.
REITSMA.
2 December
1922
ECONOIvÎISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
uh
GULDEN CONTRA MARK.
Jhr. F. W. L. de Beaufort schrijft ons:
In Duitschiand is tegenwoordig bij den export be-
taling in huitenlandsehe valuta bijna steeds een dwin-
gende eisch. De voordeelen daarvan zijn voor Duitsch-
land oogenschijnlijk zeer groot.
De exporteur is gevrijwaard voor het risico van een
waardedaling van de mark en behoeft dus hiervoor
geen risicopremiën in te sluiten hij Zijne calculaties.
Voor de Rijksbank wordt het ook gemakkelijk ge-
maakt contrôle op het deviezenverkeer uit te oefenen,
daar door den verkoop in buitenlandsche valuta een
grooter deel van het deviezenverkeer zich binnen de
landsgrenzen afspeelt. Al is er in deze redeneering
veel waars, toch komen
schijn
en werkelijkheid niet
steeds met elkander overeen.
Hoe was vroeger cle loop van zaken?
Een Hollandsch fabrikant bestelde een machine in
Duitschiand, bijv. tegen 100.000 mark op een koers
van 20 cent per mark. Door hem was een berekening
gemaakt, dat deze machine rendabel was op een kost-‘
prijs van
f
20.000,—. Was hij een voorzichtig koop-
man, dan dekte hij zich onmiddellijk door een marken-
koop en bleven dus gedurende het
tijdstip
verl.00pen-
de tusschen bestelling en aflevering de geheele 100.000
mark als tegoed in Duitschiand (in den vorm van
markenrekening hij een Hollaridsehe bank) ter be-
schikking van de :Diitsche g’eldmarkt. 1)oor willekeu-
rige prijsopslagen in Duitschiand
na
het oogenblik
van bestelling, door een steeds minderend vertrouwen
in de mark, werd steeds meer en meer van het solide
principe afgeweken om zich onmiddellijk
bij
bestel-
ling te dekken en geschiedde di.t meestal maar vooi’
een zeker deel (veelal X tot
Y2
van liet geheel).
Boe’ geschiedt de betaling nu hij verkoop in bijv.
guldens? Een bankchèque Amsterdam of Rotterdam
wordt naar Duitschiand gestuurd tegen het tijdstip
der aflevering, waarvan het provenu pas verscheiden
dagen later ter beschikicing van Duitschland komt. Inplaats van dus de beschikking te hebben over be-
duidende buitenlaiidsche geldmiddelen heeft men nu
een beschikking daarover somtijds na aflevering.
Vindt de betaling plaats door middel van een gul-
densacereditief, dan komen ook deze guldens pas ter
beschikking van Duitschiand na levering.
Het zijn geen geringe bedragen, welke öp deze wijze
aan de Duitsche geidmarkt worden onttrokken. Vol-
gens een zeer ruwe en conservatieve schatting bedra-
gen de guldeesremises in de stad Groningen pi.m.
f
1.000.000,— per maand en de guldensaccreditieven
f
130.000,—.
Blijven we deze ruw’e schattingswijze
volgen en nemen we aan, dat bij verkoop in marken
de helft dezer som gedurende een volle maand ter be-
schikking van Duitschiand had gestaan (wat een zeer
conservatieve wijze van rekenen is), dan maakt dit
alleen voor de stad Groningen uit een bedrag va:i
.f
560.000.— welke aan de Duitsche geldmarkt wordt
onttrokken, een bedrag op de tegenwoordige koersen
(3 cent per 100 mark) geiijkstaande met 1.848.000.000
mark!
Al is deze wijze van berekenen zeer ruw, toch blijkt
daaruit wel zeer
duidelijk,
dat door de verkoopen in
buitenlandsche valuta
zeer
groote bedragen aan de
Duitsche geidniarkt worden onttrokken.
Sommige Duitsche exporteurs trachten de moei-
lijkheid om aan bedrjfsmiddelen te komen te ontzei
len door onmiddellijke, gedeeltelijke
betaling
bij
be-
stelling te eischen en het is mij bekend, dat zij dan
zelfs genegen zijn zeer hooge kortingen toe te staan.
Meestal echter stuit deze vooruitbetaling af op den
zeer gerechtvaardigden onwil van den Nederlandschen
kooper.
Onder deze omstandigheden is het begrijpelijk, dat de
Duitsche banken en bankiers klagen over het steeds
zeldzamer worden van crediteuren en deposito’s, ter-
wijl bijv. in ons land de markenrekeriingen eerder
eenige neiging tot daling vertoonen.
Het is geen vroolijk beeld, dat de Duitsche geld-
markt op deze wijze vertoont.
Eenerzijds een vlucht voor dc mark door kapitaal-vlucht naar het buitenland en een voorkeur voor een
clebetstand der bankrekening hoven een creditstand,
anderzijds een steeds minder worden van de buiten-
landsche saldi en het is duidelijk onder deze omstan-
digheden, dat een rentevoet van 20 pOt. tot 30 pCt.
‘s jaars nog betrekkelijk matig genoemd kan worden.
In het stabilisatieproces van de Duitsche valuta zal
onmiddellijk teruggekeerd mbeten worden tot het vrij-
laten van den export in’
Zijne
wijze van prijsbepaii.ng.
Een gevolg
zal
zijn een terugvloeien van, een deel der
buitenlandsehe saldi.
De niet Duitsche ge]dmarkten, in het
bijzonder
de
Hollandsche, zullon er dus rekening mede moeten
,houden, dat de huidige toestand gevaren in zich bergt
n door het bezit van groote buitenlandsche saldi
(door kapitaalvlucht verkregen) èn door het bezit van,
bi
n
n en landsche saldi, welke bij ii ormal c tocstan den
reeds in buitenlandsehe saldi zouden
zijn
omgezet.
De angst voor den. gulden, welke door het verloop
van de dollarkoersen sterk overdreven bleek, heeft in
ons land weliswaar npg geen noemenswaardigen terug-
gang der erëdit- en der depositosaidi in het leven
geroepen.
De economische depressie in het bijzonder van het
landbouwend deel onzer bevolking daarentegen maakt
dat deze teruggang wel degelijk plaats vindt, al houdt
deze eenigermate gelijken tred met de verminderde
credietbehoeften.
,
1
Worden aan onze geldmarkt weder hoogere eischen
gesteld, hetzij door de opleving van handel en indus-
trie,
hetzij,
door deelneming aan internationale lee-ningen ten behoeve van het economisch herstel, dan
zal terdege rekening moeten gehouden worden, met
de directe en indirecte buitenlandsehe saldi, welke, i,n
ons land alechts
tijdelijk
zijn ondergebracht.
15 December 1922.
,
F. W. L.
DE BEAuFoar.
CANADA
als land van vestiging voor .jïoo9.dEu9.opeane?v
en zijn irn?nigratiepoliielc.
Onder de landen buiten Europa, die voor vestiging
van Noord-Europeanen in aanmerking komen, moet
– naast Zuid-Afrika, de Vereenigde Staten en
Australië – ongetwijfeld ook Canada genoemd
worden.
In het Canadeesche gebied, dat grooter is dan de
Vereenigde Staten van Amerika, treft men verschil-
lende klimaten aan, van het zachte klimaat in, deelen van Britsch Columbia, bijv. Vancouver Island tot het
vastelandklimaat in verscheidene streken van Canada,
bijv. in een. groot deeï der prairie provincies. Het
:Noordelijkste deel, hoezeer ook in sommige opzichten
belangrijk,
laten
wij buiten beschouwing.
Uit de gegevens in de navolgende staatjes zal men
zich eenigszins kunnen indenken in de in onderschei-
dene deden van Canada voorkomende temperaturen.
Verscheidenheid genoeg dus, maar het grootste deel
moet toch gerekendworden tot de in den winter koude
en zeer koude gebi.eden.
Canada heeft nog slechts ruim S millioen inwoners,
waarvan de zeven grootste steden er alleen albijna
2 millioen tellen of bijna 25 pOt. van de bevolking.
Het platte land is dus nog’ zeer. dun bevolkt en er
zijn dan ook millioenen. HA. vruchtbare gronden, die
nog niet in cultuur gebracht zijn.
Ook de industrie is nog betrekkelijk weinig’ ont-
wikkeld, niettegenstaande de groote rijkdommen aan
mineralen in Canada’s bodem voorhanden.
Een nadeel is het niet voorkomen van voor de in-
dustrie geschikte steenkool, maar daar tegenover staa’t
dat electrische, kracht overvloedig is en over ‘t alge-meen tegen zeer lagen prijs beschikbaar.
De factoren, noodig om ‘het land tot grooten bloei
1112
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27December 1922
Normale
,,.qemiddelde”
Norm.
,,gernidd&de”
Steden
temperatuur in
temperatuur
in
Januari (Fahrenheit)
Juli (Fahrenheit)
Victoria
..
40 graden
60 graden
Edmonton..
5
(27 gr. vorst)
60
Winnipeg
. .
—5
(37
,,
)
65
Toronto..
. .
15
(17
)
70
Montreal
..
10
(22
)
70
Quebec
..
..
10
(22
,,
)
70
Waargenomen
,,uitersle”
temperaturen
gedurende 30 jaar.
Waarge-
Waargenomen
nomen
Steden.
Mnd.
laagste temperatuur
aand
hoogste
in graden
tempe-
Fahrenheit.
ratuur in
Fahrenheit.
Victoria…
Jan.
–
2graden(34 gr. vorst)
Juli
90 graden
Edmonton
,,
—57
(89
,,
,,
)
,,
94
Wiünipeg.
,,
-46
(78
,,
)
Aug.
103
Toronto..
,,
-26
(58
,,
)
Juli
103
Montreal
.
,,
-26
(58
,,
)
,,
95
Quebec
,,
—34
,,
(68
,,
,,
)
96
te brengen, zijn derhalve in vele opzichten voorhan-
den; wat Canada in de eerste plaats ontbreekt zijn
arbeidskrachten en kapitaal.
Arbeidskrachten en kapitaal om de vruchtbare gron-den te bebouwen en daarnaast voor uitbreiding en ont-
wikkeling van de industrieele bedrijven.
Zonder twijfel leveren de in het grootste deel van
Canada vooikomende strenge winters met grooten
sneeuwval ernstige belemmeringen op voor de platte-
landsbevolking; verkeer tusschen de
boerderijen
onder-
ling en met de steden is in den winter bezwaarlijk,
soms zelfs onmogelijk. Dat de winter echter geen on-
overkomenlijk bezwaar is, hebben vele landbouwers
bewezen.
Een gevolg van die verkeersmoeilijkheid in den
winter en overigens ook van de ligging van de boer-
derijen op dikwijls grooten onderlingen afstand is
eenzaamheid, waartegen velen niet bestand zijn. Tele-
foon en automobiel hebben hierin echter reeds groote
verbetering gebracht, terwijl men groote verwachtin-
gen heeft van de draadloozc telegrafie.
Voor wie werken wil en niet opziet tegen de te
overwinnen moeilijkheden moet Canada dan ook een
goede kans bieden en naarmate de bevolking vermeer-
dert en het platteland dichter bewoond wordt, zullen
de moeilijkheden afnemen.
In verband met het sterk toenemend gebruik van
automobielen, dat in algemeenheid te vergelijken is
met het gebruik van het
rijwiel
in ons land, wordt
door de Federale Regeering en door de provinciale
regeeringen veel gedaan om het wegennet uit te brei-den en te verbeteren. Wisselwerking dus, het verkeer
wordt gemakkelijker.
De onderscheidene deelen van Canada zijn in ver-band met klimaatsomstandigheden, regenval, grond-
soort, enz. geschikt voor verbouw van een enorme ver-
scheidenheid van gewassen o.a. verschillende graan-soorten, suikerbieten, tabak, allerhande fruit, zoowel
groot als klein, groenten, enz.
In enkele deelen is, waar de regenval onbestendig
of gewoonlijk te gering is, door irrigatiewerken. de
mogelijkheid geopend tot geregelde bevloeiing van
gronden van uitmuntende kwaliteit.
Door inrichtingen van
onderwijs
op landbouwge-
bied, proefboerdeiijen en tentoonstellingen streeft men er naar de kennis der boeren te verhoogen en
hun kans van slagen te vergrooten.
.Coöperatie wordt aangemoedigd en gesteund.
Uitbreiding van het spoorwegnet leidt tot toene-
ming der bebouwbare terreinen, vanwaar afvoer der
producten economisch mogelijk is, zoodat zij voor ves-
tiging geschikt zijn. De eenige moeilijkheid, waarvoor de Canadeesche
regeering staat, is de arbeidskrachten te vinden om
de uitgestrekte beschikbare terreinen te bewerken en
het kapitaal dat in verl.and daarmede noodig is.
En de federale regeering èn de provinciale regee-
ringen zijn derhalve verplicht immigratie te bevor-
deren.
Canada kan nog vele millioenen menschen gebrui-ken en aan een behoorlijk bestaan helpen.
Geeft dit der regeering nu aanleiding om massa-
emigratie te propageeren? Neen, en terecht niet.
Reeds merkte ik op, dat de industrie in Canada nog
betrekkelijk weinig ontwikkeld is, reeds vermeldde ik,
dat een zeer groot, een te groot percentage der be-
volking in de steden is opgehoopt, en dan, op het
oogeublik, doet de economische crisis zich ook in Ca-nada gevoelen, speciaal in de industrieele en commer-
cieele bedrijven, zoodat ook Canada wet het werk-
loozenvraagstuk te kampen heeft.
in het bijzonder is dit uiteraard het geval geduren-
de de strenge winters, zelfs in normale jaren.
Canada heeft dan ook op het oogenblik geen be-
hoefte aan toeneming der stedelijke bevolking, geen
behoefte aan industrie-arbeiders. Alleen de vraag
naar vrouwelijke werkkrachten op huishoudelijk ge-
bied is in de steden grooter dan het aanbod en
ook
op het platteland is aan vrouwelijke werkkrachten
gebrek.
Voor het overige heeft Canada thans slechts be-
hoefte aan landbouwers en landarbeiders, die de
braakliggende vruchtbare gronden in cultuur brengen
of op reeds ontgonnen terrein het tekort aan handen
aanvullen.
De Canadeesche Immigratiepolitiek beperkt zich
daarom tot het opwekken tot emigratie van die ar-
beidskrachten, die het land gebruiken kan, aan de an-
dere belet zij terecht zooveel mogelijk het binnen-
komen.
Het is niet een Canadeesch belang, dat immigran-
ten binnenkomen voor wie geen arbeid beschikbaar is,
die er geen bestaan kunnen vinden.
Aan den anderen kant is het wèl een Canadeesch
belang, dat zij, die toegelaten worden, succes hebben.
Daarom tracht de regeering zelfs van de arbeids-
krachten, die gewenscht zijn, nog dezulken uit te slui-
ten, wier kansen van slagen gering zijn, omdat zij
niet naast de vakbekwaamhejd beschikken over de ka-
iaktereigenschappen, die een emigrant nu eenmaal
moet bezitten, wil hij in den vreemde niet ten onder
gaan. Die eigenschappen
zijn
o.m. vlijt, volhardings-
en aanpassingsvei-mogen.
De Canadeesche Immigratiepolitiek is derhalve ge-
richt op selectie. Terecht redeneert de regeering:
Beter weinig, mits van de rechte soort.
En voor die gewenschte elementen is zj dan ook
bereid hulp te verleenen, vanaf het oogenblik van aan-
komst, zoowel om ze te plaatsen
bij
betrouwbare erva-
ren boeren om daar hun leertijd door te maken, als
om ze te raden en te steunen bij het opzetten van een
eigen bedrijf.
Een
wijs
beleid, want, zooals reeds gezegd, dat die
immigranten slagen is in het belang van Canada en
bovendien verzekert dat het land voor de komende
jaren een toenemende immigratie van goede krachten, aangelokt door. het succes van voorgangers.
Het groote belang, dat er voor Canada aan verbon-
den is, om de vruchtbare braakliggende gronden in
cultuur te brengen wordt in den, lande in breede krin-
gen gevoeld en heeft ook geleid tot de oprichting van
de Canada Colonization Association.
Deze vereeniging, die samenwerkt met de regee-
ringen van het Dominionn, en van de provincies en met
de spoorwegmaatschappijen, beoogt de ontginning en
het in cultuur brengen van de beschikbare terreinen
in Canada te bevorderen.
Zij wehscht den immigranten die een landbouwbe-
drijf willen opzetten steun te verleenen door goeden
grond beschikbaar te stellen, niet te ver van spoor-
baan of markten gelegen, en door dezen grond tegen
redelijke prijzen tegen afbetaling op langen termijn
27 December
1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1113
(32 jaar )te verkoopen. Ook bij de ontwikkeljpg van
het bedrijf wil zij de emigranten met raad en,.daad
bijstaan.
Ter verkrijging van de benoodigde terreinen treedt
zij hemiddelend
01)
tusschen eigenaar en kooper, ter-
wijl zij voor zichzelf geen winst beoogt. Volgens haai
plan: ,,The National Land Settlement Plan”, zullen
(le te verkoopen stukken grond 160 acres (64 HA.)
groot zijn en zal de prijs 20 dollar per acre bedragen,
waarvan slechts 320 dollar onmiddellijk gestort be-
hoeft te worden.
De eerste twee jaren behoeft overigens niets afbe-taald te worden, maar over alle 32 jaren wordt 6 pOt.
rente over het nog verschuldigde bedrag berekend, dat
derhalve na die twee jaren 3225,6 dollar bedraagt.
i)aarna heeft afbetaling plaats gedurende 30 jaar
van ecn telkens hooger bedrag der schuld en uiteraard
afnemende rente, ni. tezamen jaarlijks 234 dollar en
34 dollareents.
Er bestaat hier voor immigranten, die den leertijd
achter den rug hebben, derhalve gelegenheid om met
een klein kapitaal een eigen
bedrijf
te beginnen.
Alvorens te eindigen moet ik hier nog melding ma-ken van immigranten, die, a±gescheiden van de reeds
genoemde, door Canada in het bijzonder hartelijk wel-
kom worden geheeten en dat reeds sinds jaren, nI. do
kinder-immigranten.
In mijn artikel: ,,Emigratie, een brandend Euro-
peesch vraagstuk”, in de aflevering van 5 Juli jl. van
dit weekblad werd kinder-emigratie reeds met een
enkel woord genoemd, waar ik melding maakte van de
erdediging van de ,,Empire Settlement Bill” door
Kolonel Amery.
Ik vermeen er thans wat meer over te moeten zeg-
gen, omdat de kwestie
mij
ook voor Nederland van be-
Lang toeschijnt.
Het zij mij vergund daarom nog eens een deel aan
te halen van hetgeen Kolonel Amery opmerkte, nl.:
,,De jeugd echter, die nog geen vak gekozen heeft, kan
in het landbouwbedrijf worden opgeleid en door hunne
emigratie zoude er toe medegewerkt worden, dat in de
reeds te veel arbeiders tellende industrieele en andere be-
roepen niet nog weer aanbod kwam en nog meer werkloos-
heid, terwijl ook de jeugd behoed wordt voor de geestdoo-
dende baantjes, die geen kennis vereischen en geen toe-
komst in hebben.
Het door
mij
gecursiveerde verdient mi. alle aan-
dacht, ook hier in Nederland. En ik denk daarbij in
de eerste plaats aan die kinderen, wier verzorging en
opvoeding, ‘t zij omdat zij wees
zijn,
of om andere
redenen, door de gemeenschap geschiedt. Een belang-
rijk voordeel aan de emigratie van kinderen verbon-
den is, dat
zij
zich over ‘t algemeen veel gemakkelijker
n veel sneller gewennen in de nieuwe omstandig-
heden en aanpassen aan de nieuwe toestanden dan vol-
wassenen.
Natuurlijk kan er slechts sprake zijn van kinder-
emigratie, indien zekerheid bestaat, dat zij in het
vreemde land goed ontvangen, verzorgd en opgevoed
worden en aldaar een betere toekomst hebben dan in
het eigen land.
Zou dat het geval zijn
bij
emigratie naar Canada?
Ik ben overtuigd die vraag bevestigend te mogen be-
antwoorden.
Uit do inlichtingen die
mij
ter zake
zijn
verstrekt
dooi- den Canadeeschen Inspecteur over de kinder-
immigratie en door anderen zij in ‘t kort liet navol-
gende vermeld:
De kinderen ontvangen voor hun vertrek naar Ca-
nada in Engeland eene vooropleiding; de jongens bo-
ven een zekeren leeftijd
in lichten landbouwarbeid, de
meisjes in huishoudelijk werk.
In Canada worden vrijwel alle jongens
bij
boeren
ondergebracht, de meisjes gedeeltelijk in de steden.
De pleegouders der kinderen worden met zorg ge-
kozen en eene meer dan vijftigjarige
ervaring – het
werk dagteekent reeds van 1868 – staat hierbij ten
dienste.
Geregeld toezicht wordt gehouden ‘niet alleen op
eene goede behandeling en verzorging, maar ook op
het geregeld krijgen van onderwijs en op behoorlijke
betaling, zoodra de kinderen door het verrichten van
arbeid daarvoor in de termen vallen. Het toczië’ht
loopt tot de kinderen den leeftijd van 18 jaar hebben
bereikt.
Het aantal aanvragen om hinderen overtreft als
regeL verre het aantal kinderen, dat binnenkomt; in
de laatste tien jaren bedroeg het aantal aanvrageh i
n
Canada om kinderen bijna 450.000, terwijl, er slpchts
31.000 in het land kwamen.
Daardoor is ernstige selectie onder de aanvragers
mogelijk en de ervaring heeft geleerd, dat cle kinderen
in alle opzichten als leden van. de familie ‘ordenhe-
schouwd en behandeld.
Ht verslag van den Inspecteur in het jaarrapport
van het Departement van Immigratie en Colonisatie
over het jaar 1921-1922 (1 April tot 31 Maart) ver-
meldt o.m., dat hij de inspectie het navolgende is gc
bleken:
Teh2tizen en toestanden:
Zeer
goed
…………………
1.934
Goed
……………………
25 Onbevredigend
…………..
2
Gezondheidstoestand:
–
Goed
……………………
1.880
Vrij
goed
………………..
9
Onbevredigend
……………
2
Algemeene vorderingen
tehuis en
op school.
Goed
…………………..
1.784
Vrij
goed
………………
168
Onbevredigend
…………….
9
Karakter en gedrag:
–
Zeer goed
………………..
1.780
Goed of Vrij goed
..
………..
17fl
Onbevredigend
…………….
5
Kinderen beneden schoolleeftijd..
627
In
loonarbeid
…………….
1.234
Aangenomen als eigen kind
26
In andere beroepen dan landbouw
21
Leerling Vakarbeider en in staat zich zelf te onderhouden
3
Teruggekeerd tot en inwonend bij hun eigen ouders
……..
17
Teruggekeerd naar Engeland
..
20
Totaal uitbetaalde arbeidsloonen
gedurende een jaar aan de7e
kinderen (jongens en meisjes)..
123.840
Dollar.
Naar de Ver. Staten vertrokken
8
Veroordeeld ………………
1
Jongens en meisjes (18 jaar en
ouder), die voor ‘t laatst gein-
specteerd werden en nu zelf-
staicZig werken……………
167
Tehuis en toestand:
Zeer goed ………………..
166 V
rij goed
………………..
1
Onbevredigend ……………..-
Gezondheidstoestand:
Goed
……………………
162
Vrij goed
……………….
4
Onbevredigeud …………….
1
Vorderingen:
Goed
……………………..
160
Vrij goed
………………
7
Onbevredigend …………….-,
Karakter en gedrag:
Zeer goed
.
………………..
‘
158
Vrij goed
………………..
8
Onbevredigend ………………
1,
Totaal
jaarlijksch loon van deze jongens en meisjes
$ 26.904,—.
I)eze kinderimmigratie mag in het bijzonder voôi de
kinderen zelf, maar ook voor hdt land van herkomst
en voor Canada een succes genoemd wordên.’ •’
Van de kleine immigranten is 95 pCt goed terecht
gekomen,
15
pCt. van de jongens als landbouwers, ter-
wijl’ men ze ook in verschillende andere bedrij
veh en
zelfs in de hoogste posities aantreft. – .’
1114
ECONOMISCWSTATISTIScHEflRIcHTEN
27 December 1922
Zou, in de eerste plaats in het belang van vele kin’
dren in Nederland, het niet waard zijn om in deze
iichting eens een proef te nêmen? –
In Canada is men bereid tot medewerking.
Het wil mij voorkomen, dat het denkbeeld ernstige
overweging alleszins waard is.
J. C. C. SANDBERG
LONDEN,SCHE CORRESPONDENTIE.
De alge?neene toestand; werkloosheid,
scheepsbouw, icatoenindustrie, handels-
politiek.; vooruitzichten; de Regeeri-i-tg
en de wericloozen; de Imperial Con-:
ference.
Onze Londensche correspondent schrijft ons ddf
23 December 1922:
The farce that A.merica was going to ,,see Europe
through”, was playedjust Jong enough by the pres
to prevent the public being disturbed durirur its
Christmas shopping. Now that the Christrnm break is
upon us, the majority are too much slaves to the tra
ditional behaviour which befits the season to worry
very much as to what will happen in Par.i.s on
3anuary 2. But the merrirnent is a littie forced: and
the attitude of defence which the daily ]).ress has had
to adopt in encouraging one to eat, diink and be
merry, for the next three days, at anv rate, shows
that the last thing the more serious minded of os
really want is an orgy of the usual type. In spite of
all that is really encouraging in the situation, the
slow revival of confidence, the death-blow which l;he
attitude of the Premier has given to the fear that this
country might be driven into more armeci adventures
on the Rhine, int spite of the revival of interest in
political ]ife and the hope that things will be better
all round in consequence, wa have not a very hnight
outlook before us.
To begin with, ii n e m p 10
y m c
ii t
is stili very
great. The trade returns for November encouraged us to expect that unemployment would not increase, but
there was actaally an increase in that month, so far
as the Trade Union index goes, from 14,0 to 14,2 per
cent. Truc, this is not a verr large amount, and, ai
the ,,Economist” argues, this return inciudes a larger
number of engineering unions, so that the real in-
crease is not so great. There has even been a fail of
0,1 pOt. if the engineering trade is excluded ..But. of
course, one has no right to exclude so important a
trade, for its prosperity affeets many others. It is truc that in one important respect the position
has been changing f&r the better in the last few days.
That is in shipbuilding. For the first time for
long past, the Noith East Coast huilders are enabied
to announce new orders, and the same seems to be
truc of Glasgow also. The depression in the trade has
caused great rivalry between the yarious areas, and
the fact that neither of the two new battleships are
to be bu.ilt upon the Clyde bas caused great searchings
of heart, and has lcd to a dispute hetween the Glas-
gow Labour Party and Lord Maclay the late Shipping
Controller, as to the responsibility, which the latter
desires to place on the shoulders of the men. On the
other hand, in t h e c o t t o n i n d u s t r y, pessimism
seems to prevail, and has the result of strengthening
thresentment at t h e Dy e s A c t, voiced by the
Manchester Guardian The Safeguarding of
1 n d u s t r i e s A c t coutiiiues also to rouse fierce
resentment; in this week’s Times will be found a
letter from the leading firm of British chernists pro-
testing at the administration of the A.ct, and asserting
T
t-hat the firm has had to pay £ 3000 duty on an article
which after six months delay was found not to fali
imder the Act at all, though the duty has not to date
been refunded.
But, taking it all in all, there is no doubt that the pirit of the industries of the country is rising, and
that there is a real advance in the extent to which
orders are being given. The collection of typical
opinions which the Manchester Guardian Commer
cial gives this week confirms this. The question now
is whether business is to be held up by the i
n
te
rm
il
nable Reparations Dispute, and, further, whether the
Government intends to force the process on by a litti
inflation. 1 do not think 1 am saying too much if T.
venture to hint that in certain City quarters t h é
phrase used by Mr. Bonar Law, that hé
was not ,,afraid of a littie infiation”,
is being looked upon as an indication of a change of
pclicy. .1 do not myself consider it likely that any
ehange of policy is likely to take place in thi.s respect;
for one thing, the City is too anxious to see the pound
back to panty with -the dollar to really want to do
anything which would emperil this eventuality. Bat
if American prices risc, and thus cause the pound to
go back to panty, 1 do not t-hink that anything will
lie done to preent our prices iising furthe, p a r
p a s s
ii
with Amenican ones. To that extent there :i.i
some reason to think that we are
in
fo:r an inflati.onist
wave, though it is perhaps a littie premature to worry
about it at this stage, when it is •not even clean that
we
are really out of the wood.
T h e m 1 n e r s have this week held a Conference
in order to consider whother or not to continue the
agreemeut with the employers which was the outcome
of the last strike. It is significant of the demoralisa-
tion of the organisation that the outeome was a post-
ponement of the- whole issue for the time being. Until
the Federation has had an opportunity of seei.ng how
the revival of trade and the higher export prices
affeet the position of the industry nothing will be
done. Thus -the distriets which have suffered most
will continue to suffer.
The Pnime Minister has so far relaxed his previous
attitude towards the un cmployed as tô
consent to meet a deputation of Seottish unemployed
in Glasgow to-day. The National organisation of thé
uncmployed has meanwhile, heen in touch with the
Trade Union Congress and the latter body has come
to the decision to demand an earli.er meeting of Par-
hiament. The air of indifference with which the mi-
employed question has hitherto heen daalt with by the Cabinet, though there is no reason to doubt the
real anxiety which is entertained, is one of the least
desirable sides of a Government whieh has so far
done pretty well, so well, iii fact, as to impress its
opponents most favourably.
The issues to bc placed before the new 1 m p e r i a 1
o
o n f e r e ii c e continue to attract attention. Si
W. Joynson Hick of the Board of Trade bas been
speaking to the Colonial Tnstitute on unter-impenial
trade, only to point out that the percentage of the
trade between this country and the Dominions has
been falling. It is out of the question to dernand that
the self-governing Dominions should surreuder the
industnies which they have already huilt up, at the
same time the demand for protection qn the part of
India was, though perfeetly natural, altering th
relations hetveen this country and that great aren
nlso It would appear from this that the Government proposes some sort •of division of labour in the in-
dustnial field, and that it does not look as if t-oo much were going to come of the whoie conference.
-AANTEEKENINGEN.
–
Het prijsverloop in de Vereenigde
Sta ten van
1 8.1 0-1 921.
— Van het prijsver-
loop in de Vereenigde Staten geeft nevenstaande gra-
fische voorstelling, waarbij het niveau van v66r den
aanvang van den wereldoorlog op 100 is gesteld, een
beeld. –
Schijnbaar herhaalt zich ook hier de geschiedenis
Uit de
–
congruentie, -die tot op zekere hoogte tusschen
de curven in de perioden
1812-1264
en
1864-1919
bestaat, kan echter zonder meer niet geconcludeerd
worden tot gelijkheid der oorzaken van de schomme
27 December
1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1115
PER CENT
PER CENT
_____ _____
00
5C
‘
_____ _____
250
?00
?00
150
_____ _____ _____ _____
/
151
100
_
/
J
100
30
0
___ ___ ___
___
0
1810
18?0
1a30
lów
1650
180
1870
1680
1890
1900
1910
1920
1930
lingen, clie deze vertoonen, terwijl uit haar voor de
toekomst ook geenerlei voorapelli.ng valt af te leiden.
Ziet men echter af van de kleinere conjunctuur-
golven, die culmineerden in de erises der vorige eeuw
‘n van het begin der onze, golven, die zooals ui.t de
teekening nog eens duidelijk blijkt, wanneer geen
noriog de normale ontwikkeling der dingen verstoort,
allengs minder hevig worden, dan spreken twee din-
gen d1idelijk uit het lijnverloop.
Allereerst de verschuiving in de verhouding tus-schn voortbrengingsmoeite en •product ten gutiste
van de eerste, m.a.w. het goedkooper worden der pro-
ductie i.n den loop der negentiende eeuw, aanvanke-
lijk vooral in de fabriek, later in steeds meerdeer mate
ook daarbuiten, door het verbeteren van de tram-
portmi ddeleu.
Teryolgens, hoe deze van den goèderenkant uit-
gaande prijsdaling, die zich bij ongeveer constante
goudproduetie vele jaren kon doorzetten, tweemaal
onderbroken is door een vermeerdering van, deze laat-
ste. Op het einde der jaren veertig deed het Califor-
nische goud een periode van prijsstijging inzetten,
terwijl in de jaren negentig de Zuidafrikaansche
productie haar invloed begon uit te oefenen. Zoo ziet
men dus per saldo in 1914 een prijsstand, slechts wei-
nig afwijkend van die van .1820, terwijl de 100 pOt.-
lijn :intusschen verschillende malen geraakt of ge-
sneden is, een
verschijnsel
dat, wanneer het om de
verdiensten van het goud als waarderneter gaat, in zijn
credit kan worden geboekt.
Stand der cultures en uitvoer gedu-
rende het derde kwartaal 1922, in Su-
r i n a m e.
1)
– De weersomstandigheden waren gua-
stig; de groote droge tijd deed zich krachtig gelden
en houdt nog steeds aan.
De stand der cultures is over het algemeen goed.
De caeaoproductie gedurende het derde kwartaal van
.dit jaar was minder dan over het gelijke tijdvak van
het afgelvopen jaar. De berichten over den stand der
boomen luiden echter over het algemeen. gunstig. Som-
mige ondernemingen konden ten. gevolge van geringe
inkomsten slechts gebrekkig de hand houden aan
het onderhoud van de beplanting en de bestrijding
van ziekten en plagen. In verband hiermede werden
meer krulloten en gevallen van versteening dan het vorige kwartaal aangetroffen. Over thripsaanvallen
‘) Zie
pag. 762 van den loopenden jaargang..
werd niet veel geklaagd, terwijl enkele plantages,
welke tot systematische thripshestrijding zijn overge-
gaan, gunstige resultaten daarvan melden.
De oogstvooruitzichten luiden evenwel over het al-
gemeen gunstig.
De stand van de Liberiakoffic is zeer goed en ook
•de oogstvooruitzichten zijn zeer bevredigend. De kof-
fiëproductie van het afgeloopen kwartaal is aanzien-
lijk grooter (Jan di.e van liet, overeenkomstig tijdvak
van het vorige jaar.
De bérichten over den stand van het sui.kerriet zijn
zeer gunstig, alsook do oogstvooruitzichten. De pio-
ductie aan suiker in het afgeloopen kwartaal wa
eveneens aanzienlijk meer dan die van het gelijke
tijdvak van 1921.
In het grootste deel van de kolonie is de rjstoogst
thans in vollen gang. De rijstoogst van het loopende
jaar belooft giooter te worden dan alle voorgaande
jaren. Het district Nickerie alleen zal naar schat-
ting eefi productie geven van 6.000.000 KG. padi.
Terwijl v66r den wereldoorlog de kolonie voor de
rjstvoorziening aangewezen was op invoer uit het
buitenland, i.s nu de
tijd
gekomen, dat de noodige
stappen gedaan worden voor de Surinaamsehe rijst
een afzet te vinden in het buitenland.
De overige gewassen van den kleinen landbouw,
zooals bananen, bacoven, mals, cocosnoten en aard-
vr,uchten staan er goed vooi. De aanvoer op de plaat
selijke marlt is ruim voldoende. De uitvoer van de
voornaamste producten bedroeg gedurende Januari
t/m. September 1922 in vergelijking met liet overeen-komstig tijdvak van 1921:
1922
1921
Balata ……..
….
KG.
228.389
1
1
2
203.451
Cacao
……………
1.320.076
1.369.979
1
1
2
Koffie
…………..
1.823.189
735.832112
Mais
…………..
94.291
355.438
Suiker (1e product)
,
6.134.661
4.504.685
1.
(2e
)
160.967
244.332
Rum
50
0
/6
………
L
182.683
127.864
Melasse
……….
..
–
53.760
Huiden
……….
KG
30.86612
Hout
…………
M
3
1.988
6
1
20
‘1 .9241
Letterhout
……..
KG
113.157
67.932
Goud
…………
Gr
247.5471a
197.446/o Bataten
… …….
KG:
14.368
243278
Groenten
……….
..
7.767 13.000
Vruchten
.. ..
..
66.611 19.105
1
1
2
Bauxite,tonvan1000
‘
I0.99791
Rijst (gepeld)
…….
,
14.400
60.461
Bacoven
…………
41.489
240
1116
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27
December 1922
ONTVANGEN:
De wijs geerige grondslag der Marxistische Staathuis-
houdkunde en hare waarde V00r den tegenwoor-
digen tijd
door Dr. J. A. Eigeman; Nijgh & van
Ditmar’s Uitgevers-Mij, Rotterdam, 1922.
Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman,
Verzamelde
op-
stellen,
uitgegeven onder toezicht van den schrij-
ver door H. van Malsen, Bibliothecaris van het
Koninklijk Huisarchief,
Tweede afdeeling Staal;-
huishoudkunde;
‘s-Gravenhage, Martinus Ny-
hoff, 1923, aflevering 1.
Uandleiding voor Arbiters
door Mr. W. Nolen, Advo-
caat te Rotterdam; ‘s Gravenhage, Boekhandel v.h.
Gebr. Belinfante, 1923.
Sociaal Technische Vereeniging van Democratische
Ingenieurs en Architecten,
De Doelmatigheid
van de Amsterdamsche Broodvoorziening
door
Dr. Ir. J. Goudriaan Jr.; Uitgevers- en Drukkers-Mij, van F. van Rossen, Amsterdam, 1922.
Het ontstaan van het moderne bankwezen in Neder-
land
door Dr. H. M. Hirschfeid; Nijgh & van Dit-
mars Uitgevers-Maatschappij, Rotterdam, 1922.
Der ne-ue Kurs in Russiand,
Wirtschaftsgesetze der
Sowjetregierung; herausgegeben vom Institut
für Weltwirtschaft und Seëverkehr an der Uni-
versitiit Kiel; bearbeitèt von Dr. W. Hahn und
A. v. Lilienfeld—Toal, Referenten am Institut
für Weltwirtschaft und Seeverkehr; Jena, Kom-
missionsverlag von Gustav Fischer, 1923.
liet Nederlandsche Belastingrecht onder hoofdleiding
van Prof. Mr. J. Ph. Suyling,
No. 1, De Wet op
de Inkomstenelasting en de Wet op de Verde-
digingsbelasting II,
door Mr. Dr. J. H. R. Sin-
ninglie Damsté, administrateur aan het Departe-
ment van Financiën te ‘s-Gravenhage, tweede
druk; Zwolle, W. E. J. Tjeenk Willink, 1923.
Rapport omtrent de uitkomsten van een voorloopig onderzoek naar de levensvatbaarheid van land-
bouwbedrijven in Suriname met toepassing van
moderne cultuurmethoden,
in opdracht van Zijne
Excellentie den Minister van Koloniën, ingesteld
door Ti. Pyttersen; Algemeene Landsdrukkerij,
‘s-Gravenhage, 1922.
Holland—Oesterreich,
Sonderheft der Zeitschrift
Deutsches Vaterland”, Wien 1922.
Op het gemeenschappelijke in de geschiedenis van beide
landen en nieuwe punten van aanraking wil dit extra-num-
mer van het tijdschrift ,,Deutsches Vaterland” wijzen. Daar-
door en daarnaast de kennis van Nederland in Oostenrijk
vermeerderen en het buitenland, in ‘t bijzonder ons land,
het bewijs leveren, hoezeer men in Oostenrijk zich inspant
cultureel op peil te blijven. Een zestiental bijdragen van
landgenooten bevat de aflevering, benevens negentien ar-
tikelen over Oostenrijk. Het blijft uiteraard over ‘t ge-
heel hij een vluchtige kennismaking, doch wanneer men
in aanmerking neemt het gebrek aan kennis omtrent Ne-
derland, dat in het buitenland veelal heerscht, mag men
een uitgave als deze al een gelukkig verschijnsel noemen.
De financieele positie van het koopvaardijbedrijf;
overzicht voor de Centrale van koopvaardij-offi-
cieren, samengesteld door J. Ratté; Uitgave Van
Staal & Co., Rotterdam.
De ontwikkeling van het Overheidsbedrijf;
Beschou-
wingen mede in verband met de plannen tot wij-
ziging der gemeentewet door F. van Meurs,
Secretaris van den Nederlandschen Bond van
• – Werklieden in Overheidsdienst, Stadhouders-
kade 68, Amsterdam, 1922.
Het Nederlandsch Verzelceringswezen
door A. F.
Breedenbeek, Brandassurantie-technicus en gene-
raal-agent der Nord Og Syd Forsikrings-Aktie-
selskab; Uitgave van H. J. Koersen, Amster-
dam; 1922.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
Journal des Economistes. – Parijs, 15
October 1922.
Yves-Guyot,
Aberrations germanophiles et dévalu-
ation du mark;
Fernand-Jacq,
La récupération des
taxes sur les bénéfices de guerre;
G. de Nouvion, Le
contrôle ouvrier sur la gestion des entreprises;
J.
Le fort,
Revue de l’Académie des sciences morales et
politiques (du 15 mai au 15 septembre 1922); 1.,
Chronique de l’inflation; X., Le developpement de
l’industrie japonaise et la récente exposition de Tokyo;
N. Mondet,
Les coopératives socialistes;
B. L. L. E.,
La Ligue du libre-échange (octobre 1922).
Jahrbücher für Nationalökonomie
u n d S t a t i s t i k. – Jena, October 1922.
G. Albrecht,
Zur Lehre von der Entstehung der
sozialen Klassen. Oppenheimer contra Schmoller;
Riedenauer,
Grundlagen der Preis- und Lohnbildung.
Journal of Political Economy. – Chi-
cago, October 1922.
R. ‘Lennard,
English agriculture since 1914. 1;
A. Berglund,
Iron and steel and Japanese policies;
J. Viner,
Dumping in international ti-ade. 1;
C.
Southworth,
Newsprint paper industry and the tariff;
E. S. Gregg,
Shipping fallacies;
J. F. Pyle,
The
taxation of incomes in Oklahoma.
Quarterlr Journal of Economics. –
Cambridge, U. S., November 1922.
F. W. Taussig,
The tariff act of 1922;
A. H. Cole,
The textile schedules in the tariff of 1922;
A. C.
Pigou,
The foreign exchanges;
C. S. Joslyn,
The
British building guilds: a critical survey of two
years’ work;
H. Gardner,
Communism among the
Mormons.
W e 1 t w i r t s c h a f t. – Berlijn, October 1922.
Dr. Kuntzemüller,
Das Wiedererwachen des inter-
nationalen Eisenbahnverkehrs nach dem Weltkrieg;
G. Buetz,
Preis- und Lohnabbau der Welt.
R e v u e 1 n t e r n a t i o n a 1 e d e S o c i o 1 o g i e.
– Parijs, Sept.—Oct. 1922.
P. Descamps,
Le mariage paz achat (Analyse et
synthèse);
G. L. Duprat,
L’orientation. actuelle de la
sociologie en France;
V. Totonsiantz,
La place de la
coopération parmi les autres mouvements sociaux.
Sociale Voorzorg. – Amsterdam, October
1922.
L. Heyermans,
Een gecentraliseerde medische rijks-
dienst; Dr. E. B. F. F. Baron Wittert van Hoogland,
Uitbreiding van de ouderdomswet 1919 en .de beleg-
ging der reserves;
J. Ratté,
De herziening der wette-
lijke bepalingen op het arbeidscontract voor zeeva-
renden; Prof. Dr. J. A. Veraart,
Het bevolkingsvraag-
stuk en de Vereeniging voor Staathuishoudkunde.
D i e B a n k. – Berlijn, October 1922.
A. Lansburgh,
Stinnes—Lubersac; W.
Boes
und
Dr. E. Harten fels,
Das Waren oder Dokumenten-
Akkreditiv.
B a n k-A r c h i v. – Berlijn, 1 October 1922.
Dr. P. Wallich,
Der Bedarf nu fremden Devisen
per spdtere Termine;
H. Dove,
Zur Rechtsbildung im
inodernen Geschiiftsverkehr;
Prof.
Dr. F. Bernstein,
Die Finanzierung des nordfranzösischen Wiederauf-
baues und das Anleiheproblem des Reiches;
Dr. K. A.
Herrmann,
Wiedereinführung der Goidmark;
Dr.
Lang,
Zur Besteuerung der Stimmrechts-Aktien nach
§ 15 K. V. St.G.
1 d e m. – Berlijn, 15 October 1922. 0. Bernsein,
Die Verordnung gegen die Spekula-
tion in ausliindischen Zahlungsmitteln vom 12. Oktober
1922;
Dr. Stübben,
Zum Zusammenbruch der Zweig-
anstalt Hamburg der Girozentrale Schieswig-Hol-
stem;
Dr. E. Schuitze,
De Zunahme der Konkurse in
den Vereinigten Staaten.
27 December 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1117
Geographical Journa1. – Londen, No-
vember 1922.
R. A. Frazer,
The topographical vork of the Oxford
IJniversity expedition to Spitsbergen (1921);
C. C.
Fagg,
The regional’ survey of the Croydon district;
F. W. H. Migeod,
Some notes on the lake Chad region
in British territory;
E. G. Sarsfield-Hall,
Darfur.
Tijdschi’ift voor Economische Geo-
g r a p h i e. – ‘s Gravenhage, 15 Nov. 1922.
H. van Veithoven,
De Ne.derlandsche iBoerenbond.
Stichting en
ontwikkeling;
A. M. W. van Renesse,
De beteekenis van Tandjong-Priok als haven voor den
wereidhandel (met havenplan);
Prof. Dr. H. Blink,
Vrijhavens der aarde.
D e 1 n d i s c h e G i d s. – Amsterdam, Nov. 1922.
J. S. van Braam,
Land-ontginning door de inheem-
sche bevolking van Nederlandsch-Indië;
W. H. van
der Haas,
Het rij sttekort in Indië;
J. J. Paerels,
Eenige belangrijke Nederlandsch-Indische wildhout-
soorten; A. K. A. 0jjsberi Hoden pijl,
De Zweedsehe
Oost-Indische Compagnie in 1732.
MAANDCIJFERS.
RESUME UIT HET MONTHLY BULLETIN OF STATISTIOS (VOLRENBOND).
Manndelijkv gemiddeld’
3
)
1922
1913
1920
1921
Maart
April
Mei
Juni
Juli
At.
Sept.
Productie van
5,617
4477
.
3,200
5,032
4,588
4,867
4,140
4,729
4,843
5,220
steenkool
9,946
11,267
8,823
11,907
3,542′
4,034′
4.639
7
3,667′
4,4537
9,962
(1000tons)
786
667
774 833
810
753
780
829 805
878e
1)
Duitschland 8)
..
3,887 2,527 2,607
2,935 2,789
2,651
2,063 2,263 2,233
2,397
Productie van
869 678
221
396
401
415
375
406
418 437
ruw ijzer
2623
3,084
1,400
2,068
2,105
2,344
2,399 2,438
1,845
2,067
(1000 tons)
Frankrijk
4)
434
276
280
385
383
442 416 428
447
462
Eugeiand …………
Ver. Staten ……….
207
93
73
118
114
119
115
127
154
163
Schepen
op
Frankrijk
2
)
………..
1,957
3,709 2,640
2,236
)
1,920
1 617
stapel eind
148
1,310
216
136
!
Kwartaals-
137
Kwartaals-
lol
der maand
229
398
353 286
1
opgave
243
opgave
197
(1000 tons)
125
364
394 312
3
286
210
Iniport(voor
België ……………..
Frankrijk
.
………….
Italië
6)
…………….
Engeland 1000
£
54,931
…..
142,861
81,748
‘
77,725
71,461
79,850
75,578
73,467 75,157
70562
binneul.
Ver. Stat. 1000
$
147,224
425,389 213,055
242,501
204,888
245,076
256,725
244,305 271,0006 232,0008
verbruik)
Frankrijk 1000Frs.
701,778 4158,748
1962,373 1931,965
1743,640 1810,125
1851,184
1995,746 1954,729
1893,121
Italië
1000 1ire.
303,803 2235,135
1241.758
10
1,310,8378
1,158,7058 1,248.697
8
–
–
export (bin-
Engeland …………..
Engeland 1000
£
43,771
111,297 96,631
64,581
55,508
58,045 52,146
60,419 60.032
62,511
nenlandsche
Ver. Staten ……….
Engeland ………….
Ver. Stat. 1000
$
204,025 673,373
708,531
323,452
310,959
301.989 327,198
296,651
301,805e
317,000
producten)
Ver.
Staten ………….
Frankrijk l000Frs.”
573,351
2241,249
1660,895
1876,668
1962,997 1866,964 12)
1433,142
12
1676,314
1761,062
Italië
1000 Lire
209,303
981,177
652,135
10
716,083
8
700
,
099
8
586.830e
–
–
–
–
Scheepsbew.:
Engeland
(geladet:)
4,089
3,043
3,098
3,238
3,313
4,101
3,822 4,042 3,995
3,704
Binnenkom.
Ver. Staten
schepen
(gel. en ballast).
4,440
5,344
5,182 4,753
4,627
5,471
5.548
6,622 6,540
–
(1000 tons)
Frankrijk (geladen)
2,876
2,399
2,275
2,666
2,811
3,161
3.159 3,329 3,022
–
End ex-cijfers:
Engeland
Grootband,-
(Board of Trade).
100
307.3
197.2 159.9
159.8
160.4
159.7
159.9 155.8
153.9
prijzen
Ver. Staten (Bureau
ofLabour5tatist.)
100
226
147
142
143
148
150
155
155
153
Frankrijk (off.cijfer)
100
510.3
345.2 ,
308.0 314.2
317.3
325.6
325.6 331.8
329.9e
Italië
(Prof. Bachi)
100
624.4 577.5 533.4 526.8
523.5
537.4
557.5 571.3
581.7
Wisselkoer-
NewYork op Londen
100
75.23 79.10 89.99 90.72
91.36
91.47
91.38 91.74
91.51
sen: (jaarl. of
NewYork opParijs.
1
100
35.54 38.65
46.72
47.87
47.26
1
45.55
42.64
41.52
39.72
waand.gem.)°
1
NewYork op Rome.
.
100
25.67
22.26
26.57
27.86
27.24
25.82 23.68
23.49
22.20
‘) Wekelijksche productie, berekend op grond der maandelijksche productie.
2)
Inclusief bruinkool (75.000 ton in Januari 1921). Vanaf 1919
mcl.
Elzas Lotharingen. Vanaf 1920 inclusief Elzas
Lotharin2en en het Saargebied.
Vanaf 1919 zonder Elzas Lotharingen. Vanaf 1920 zonder Elzas Lotharingen, het Saargebied en de Pfalz.
4)
Vanaf 1919 inclusief Elzaa Lotharingen. 8) Voorloopig cijfer.
) Vanaf 1919 inclusief Triëst.
7) Vermindering tengevolge van de kolenstaking.
8)
Nieuwe schatting op grond der gedeclareerde waarden.
Waarde der genoteerde geldsoorten in percenten der pariteit.
10)
Voorloopig jaarlijksch gemiddelde.
De waardeering van den invoer (evenals van den uitvoer) geschiedde in 1920 en 1921 resp. op grond van de officieele
waardecijfers van 1920 en 1919; vanaf Januari 1922 worden voor den invoer de opgaven van de import(-.urs als grond-
slag genomen, terwijl voor de waardeering van den uitvoer gedurende de eerste 5 maanden van 1922 de officieele
waardecijfers van 1919 als grondslag zijn genomen. Te beginnen met Juni 1922 waardeert men den uitvoer volgens
de of ficieele waardecijfers van 1921.
–
Volgens de waardecijfers van 1921 bedraagt de uitvoer gedurende het eerste halfjaar 1922: 9.368 millioen francs
en gedurende het eerste halfjaar 1921 : 10.069 millioen francs; voor de maand Juli 1921 bedroeg de uitvoer volgens
deze waardeering 1.485 millioen francs.
11
28)
Uitgezonderd voor de steenkoolproductie (zie noot 1).
B
a
h
k-A r c h i v. – Berlijn, 1 November1922.
Dr. A. Salornonsohn,
Wiederherstellung des Bank-
geheimnisscs und Aufhebung des Depotzwangs;
0. Bernstein,
Die zweite Verorcinurig zur Ausführung
der Devisennotverordnung;
Dr. W..Diibritz,
Die Ent-
stehung der Kredit-Anstalten;
Dr. H. A. Simon,
Die
rechtliche Zulitssigkeit von Vorzugsaktien mit rnehr-
fachem Stimmrecht.
B a n k e r s’ M a g a z i n e. – Londen, Nov. .1922.
bevat o.a.:
H. Cox,
The Austrian problem;
B. White,
Bank-
notes a century ago.
F i n a n z-A r c h i v. – Stuttgart, Berlijn, Jrg. 39,
Bnd. 1.
bevat o.a.:
H. Raase,
Die Errichtungimd die erste Instruktion
der preussischen Ober-Rechn ungskammer;
Dr. R.
Buchner,
Die britische Kriegsgewinnbesteuerung;
Dr.
E. Lorenz,
Auswiirtige Prhmienanleihen nach dem
Krieg;
Talmon-Gros,
Steilt die vom Bunde deutscher
Bodenreformer empfohlene Grundrenten steuer einen
,,Weg aus der Finanznot” dar? Eine Erwiderung.
1118
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 December 1922
HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND NOVEMBER 1922
(volgens de groepen der naamlijst van goederen, opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.)
Invoer
Uitvoer
Saldo Invoer Saldo Uitvoer
–
Groepen
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
a
Warde
Gewicht
Waarde
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
T Dieren en dierlijke
producten
13.858.964
8.241.146 47.446.633
26.058.421
–
–
33.587.669
17.817.275
II Plantaard.
voort-
brengselen
278.998.723
41.615.873
270.825.624
17.784.629
8.173,099
23.831.244
–
–
Illa Mineralen,metalen
en
niet in andere
groepen
opgeno-
men fabrik. daarv.
1.128.076.559
30.567.675
276115.688′
7.290.1401
851.960.871
23.277.535
Ilib Gouden en zilveren
munten inuntmat
520
302.038
8.026
916.550
–
–
7.506
614.512
IV Meel en meelfabri-
2.753.914
22.676.007
3.705.359
–
–
6.213.459 951.445
V Chemische produc-
ten,
geneesmidde-
len, verfwaren en
kleurstoffen
22.588.308
4.040.383 8.515.883 3.418.444
15.072.425
621.939
–
–
VI Olie, hars, was, pek,
teer en distillatie-
producten van teer;
fabrikaten van deze
stoffen, n. a. g.
51.066.211
7.091.436
29.237.654′
9.914.231
2
.
21.828.557
–
2.822.795
katen
…………16.462.548
VII Hout en fabrikaten
van hout en derge-
lijke stoffen; meu-
belen, v.a.s…….
12.773.162 3.214.672
540.573
159.945.991
12.232.589
–
–
VIII Huiden, vellen, ie-
der, lederwerk en
schoenwerk
2.788.356
5.227.276
2.799.558
3.730.935
–
1.496.341
11.202
–
IX Garens, touw
en
touwwerk, weefsels
.
.63.160.663
en stoffen, kleede-
ren en modewaren
7.919.082
23.157.146 3.741.260
10.810.125
4.177.822
12.347.021
–
–
X Aardewerk, porse-
lein,
potten bak-
kerswerk,
gebak-
ken steen en andere
kunsteteen
26.240.665 1.685.584
8.364.822
632.485
17.875.843 1.053.099
– –
4.123.692
1.034.794
1.768.471
475.096
2.355.221
559.698
–
7.100.251
2.786.100
21.020.771
3.277.570
–
–
13.920.520
491.470
XII Papier …………
XIII Voedings- en ge-
XI Glas …………..
notmiddelen,
niet
genoemd indegroe-
pen 1,11, IV en VI
34.665.536
12.287.926
28.225.040
9.992.526 6.440.496 2.295.400
–
–
XIV Rijtuigen, voertui-
gen, vaartuigen en
luchtvaartuigen
XV Andere
goederen
12.119.316
3.406834
541.280 506.608
11.578.036
2.900.226
–
–
dan gebracht onder
de groepen
1 tot
en met XIV
..
15.864.616
15.625.862
9.208.466 6.213.254
6.656.150 9.412.608
–
–
1.786.034.010
172.597.149
733.709.855
105.266.946
1.052.324.155
67.330.203
– –
Totaal ……..
WaarvanGouden Zilver,
al of niet gemunt (op-
genomen ingroep III)
520
302.038 8.026
916.550
1
7.506
614.512
OVERZICHT
van de waarde van den In- en Uitvoer voor elke maand van het loopende jaar en de
drie daaraan voorafgaande
jaren,
met uitzondering van Munt en Muntmateriaal, in guldens. *)
Invoer.
,
Uitvoer
tIaanden
1919
1920
1921
1922
1919 1920
1921
1922
1)
2)
1)
2)
1) 2)
1)
2)
Januari
…….
75.073.388
256.207.615
214.136.278
152.495.668
41.321.453
135.932.785 115.835.310 86.106.447
Februari ……
106.229.028 233.591.043
170.369.270 152.353.594
44.543.205
113.309.645
120.956.498
84.204.248
148.758.852 187.916.138
213.830.220
180.328.763
52.660.723 68.210.466
107.204.662
112.879.875
Maart ……….
April
………
189.565.086
..
203.592.812
195.772.602
167.451.702
50.827 142
99.448.337
108.819.697 92.729.841
257.009.336 298.514.162
168.114.951
194.080.257
96.168.708
170.393.137
93.818.710
108.423.679
Juni
……..
258.183.821
345.402.373
188.559.719 150.899.735 126.270.353 179.478.445
120.815.908 100.680.880
Juli ……….
274.264.390 314.861.366
170.674.007 163.863.700 133.623.129
177.114.162
105.420.129
104.572.575
Augustus
….
313.403.619
267.956.122
186.640.179
178.807.927
163.771.619 130.018.883 142.544.083
99.442.892
Mei
…………
September ….
Octobef ……
298.107.886
319.833.079
..
..
..
317.368.670
337.338.332
197.271.439
179.043.171
164.616.506 186.643.442
162.131.110 214.577.467 165.965.569
148.140.438
135.749.765
114.694.641
115.612.131
112.003.008
November
, . . –
296.351.809 270.811.334
175.806.364
172.295.111
171.171.804
156.557.011
106.623.879 104.350.396
ToL
Jan.—Oct.
2.536.780.294
..
3.033.559.967 2.060.218.200
1.863.836.405 1.257.066,713
1.544.568.878
1.483.282
1.121.005.972
December
….
288.958.920
302.154.125
8
)
180.000.903
–
154.241.692 156.922.833
97.115.318
–
Totaal….
2.825.739.214
3.335.714.092
8)
2.240.219.103
–
1.411.308.405
1.701.491.711
1.369.598.600
1)
Hieronder zijn niet begrepen de bunkerkolen voor Ned. schepen.
2)
1-lieronder
is
niet begrepen de bunkerolie
voor Ned. schepen.
) In de Statistiek over December
1919
zijn de bedragen vermeld
,net
inbegrip van gouden en zilveren munt en muntmateriaal.
3)
Bovenstaande bedragen zijn verhoogd met
f3.287.002
wegens te late inzending van gegevens betreffende
1920.
Zie voor verdere toelichting Jaarstatiestiek
1920
deel 1 ‘oorbericht blz.
XIV
punt
T.
27 December 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
WE
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
•*
beteekent: Cijter.s nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S
~Vrsch.
Disc.Wissels. 4
18Juli ’22
Zweeds.R.ksbk 5
lOMrt.’22
BI
dBe1BinnEff 4
18Juli
’22Bk.v.Noorw.. 5
17Aug.’22
inR.C. 5
18Juli ’22
Zwits. NaLBk. 31
2AIrt. ’22
Bk. van Engeland 3
13Juli ’22
Be1g.Nat.Bk.5-5l9
Mei
’21
Duitsche Rijksbk..
1014 Nov. ’22
Bank v. Spanje
5*
183ƒei ’22
Bk. van Frankrijk 5
11 Mrt. ’22
Bank v. Italië 6
20Mei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 8 2Sept.’22
F.Res. Bk. N.Y. 4
21Juni’22
Nat. Bk. v. Denem. 5 25Apr.’21
Javasche Bank
3
* 1Aug.’09
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs Part.
N. York
Call.
Part. Prolon.
disconto
gatie
disconto disconto
a’L,c.
morlegi
23 Dec.
’22
371
‘)
4 ‘)
21
4_51
–
5-5% 1)
18-23 D. ’22
3%-4
3%-4
218
4
–
18
–
4
–
5%
11-16 D. 22
3
1
I-%
3% -4
2
1
1
4-‘I8
–
3% -5%
4-9 Dec.
1
22
3%
-18
3% -4
21
8
1I
8
4_51
–
4% -6
19-24 D. ’21
4
3
18
4-% 318-%
4-V8
–
434-6% 20-24 D. ’20
4-34
4-5
6%
411
–
6-7
20.24Ju1i’14
31/8_1/i
234-34 234-34
2
1
18-%
2
534-734
‘)
INoteering van
Uecembee.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
Londen opende iets in reactie, maar zette daarua de rij.
zing der laatste weken weder verder voort. Slot 11,117.
Parijs en België
schomm,ld:ri
zonder groie vershi11eri on-
geveer in gelijke beweging met marken. Deze konden het
geweldige avans van Maandago’lttetd natuurlijk niet be.
houden. Voor de sterke reactie van Dinsdag
was
echter
ook weer geen reden, zoodat de voigende dagen weder eesi
rijzing zagen; later trad echter opnieuw een daling in.
Dollars vaster, maar later weder terugloopend. Skandinavië
vast voor Stockholm en Christiania, maar flauw voor Ko. penhagen. Zwitserland prjshoudend. Argentinië gezocht;
Java onveranderd.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
Londen
Parijs
“)
Berlijn
)
Weenen
0)
Brussel
)
New
York””)
18 Dec.
1922
.
11.62
18.97*
0.04
0.00375
17.39
2.4918
19
192.
11.61*
18.55
0.035750.003751697*
2.50i
20
1922..
11.61*
1875
0.03775 0.00375
17.21*
2.51
TOW
21
1922
.
11.63
1867
*
0
.
038250
.
0037517
.
1
2*
2.51+
22
1922..
11.66 18.70
0.0365 0.00375
17 Ii
2.51.
23
1922.
–
–
–
–
–
–
Laagsted.w.
1)
11.59j1 18.50
0.0325 0.0034
16.90
2.49%
Hoogste
.,
,,
)
11.67k
19 10
0.0460
0.0038
17.50 2.52%
16 Dec. 1922
11.61*
18.82*
0.039 0.00365
16.72
2
2 50
9
,,
1922..
11.49
17.80
0.0305
0.0037*
16.37
9
2.50*
3
Muntpariteit..
12.10
48.-S
59.26
50.41
48.-
2.48
)
Noceering te Amsterdam.
) Noteering te Rotterdam.
1)
ParthulIere opgave.
1)
Noteering van 15 December.
5)
Idem van 8 Decembrr.
Da a
t
Stock-
‘wlm”)
Kopen-
hagen”)
Chris.
tiania
0)
Zwitser.
land *)
Spanje
t)
Batavia
1)
telegrafisch
18 Dec. 1922
67.30
52.15
47.70
47.45
39.25
97*-97*
19
,,
1922
67.30 52.10
47.65 47.45 39.45
97k-97*
20
,,
1922
67.75
51.60
47.75
47.523
39.45
97*-97*
21
1922
67.75
5175
47.75
47.55
39.40
9*-97*
22
1922
67.75 51.95
47.80
47.55
39.50
971-97*
23
1922
–
– –
–
–
97
L’ste d.w.
1)
67.15
51.45
47.40
47.40
3920
971
4
H’ste,,
,,
‘)
68.-
5230
48.-
47.65
39.60
97814
16 Dec. 1922
67.35
5235
47.70 47.40
39.25
9734 9
,,
1922
67.80
51.80
47.80 47.35
3880
9734
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67
48.- 48.-
100
)
NOteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.
KOERSEN TE NEW YORK.
D
Q
a
t
Caisle Land.
(in
9
perC)
1
Zicht Parijs
(in
cls.p.frs.)
1
Zicht Berlijn
(1,2
ct. p. Mrk.)
1Zicht
Amsterd,
(in cl,. p. gld.)
23 Decemb. 1922
4.65 7.42
0.01
7
1,
39.88
Laagste d. week
4.62.12 7.40 39.69
Hoogste
,,
,,
4.65
7.47
0.01
56
1
40.02
16 Decemb. 1922
4.65.25
7.57
0.01
55
/
40.04
9
,,
1922
4.57.12
7.06
0.01’1
39.81
riluntpariteit
..
4.86.67
19.30
23.81%
1
401111
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
Plaatsen en
Landen
Noteertngs.
eenheden
9Dec.
1922
116Dec.
1
1922
1
18123Deceml,er’22
1
1
Laagste Hoogste
23Dec.
1
1922
Alexandrië..
Piast. p.
97
7
1,
97
7
/lo
97
1
I1
97’/16
97v/is
4
B. Aires’)..
d. p.
$
44
7
/8
44
8
/16
44
11
4416/
44,
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
113
81
1
114
1
381
‘
32
1141
33
114
1
j
Hongkong
..
id. p.
$
2/48/
1n
213
11111
2/2%
213%
213
Lissabon
….
d. per Mii.
2%
2
9
j
2%
2
5
1
2%
Ivladrid
….
Peset. p.0
29.42*
29.49 29.40
29.53
29.46
5
Montevideo’
d. per
$
4434′
2)
44
1
1
43%
4434
44
1
18
dontrea1….
$ per
£
4.57
4.66%
4.63
4.69
4.681
0
R.d.Janeiro
.
d. per Mii.
6
71
61
33
6’132
6/16
6
8
1
86
Rome
..
..
Lires p. £
91
,
18
9134
89
Y2
91
90%
Shanghai….
Sh. p. tael
311
7
/
311%
310
311%
311%
Singapore
.
.
id. p.
$.
2
1
4
11
2
1
48
1
33
2
1
41
1
33
2/4
8
1,6
2
1
46
1
33
8
Vaiparaiso..
peso p. £
36.90
2
37.20 35.80 36.80
35.80
Yokohama
..
Sh. p.yen
211/
1
211%
2111
33
211
5
1
8
211%
r..oersen oer vooratgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
2)
Noteering van 7 December
1922.
NOTEERING VAN ZILVER
Noteering te Londen
te New York
22 Dec.
1922
30
1
/
a
6271
8
16
,,
1922
.
30
1
1,
,
9
,,
1922
.
3118
6434
24 Dec.
1921
34
7
18
64%
24 Dec.
1920
.
…
40/,
20 Juli
1914
..
24
1
116
54’18
NEDERLAND5CHE BANK.
Verkorte Balans op 27 DeeeniIur 1922
Activa.
Binnen!. Wis.J H.-bk.
f115.508.414,68
sels, Prom.,B.-bk.,, 37.841.894,76
enz. indisc.!,Ag.sch.
,,
63.841.903,14
1′
217.192.212,58
Papier o. h. Buiten!, in disconto
–
Idem eigen portef..
f
75.399.233,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.
–
,,
Beleeningen
75.399.233._
H..bk.
f
29.667.220.85
mcl. vrsch.
in rek.-crt.
B.-bk.
,,
8.183.738,70
{
op
onderp.
Ag.sch.
,,
88.926.299,05
fl26.777.258,60
Op Effecten
……
f 112.305.471,55 Op Goederen en Spec.
,,
14.471.787,05
126.777.258,60
Voorschotten a. h. Rijk …………….
..
14.938.647.29
Munten Muntmaterjaal
Munt, Goud ……
f
56.239.410,-
Muntmat., Goud ….525.550.137,91
f581.789.547,91
Munt, Zilver, enz.
•
8.990.115,82
Muntmat., Zilver
–
Effecten
590.779.663,73
Be!.v. h. Res.fonds..
f
5.656.411,43
id. van
/s
v. Ii. kapit.
,,
3.998.449,37
9.654.860,80
Geb.enMeub. der Bank …………….
..
4.522.000,-
Diverse rekeningen
.
………………
..
25.021.707,03
f
1.064.285.583,03
Passiva.
Kapitaal
……….
.
….
……….
f
20.000.000,-
Reservefonds
………………….
..
5.660.599,75
Bijzondere
reserve ………………
..
1.675.581,33
Bankbiljetten
iii
omloop …………
..
974.100.715,-
Bankassignatiën in omloop ……….
..
862.033,42
Rek.-Cour.
,
Het Rijk
f
–
saldo’s:
J
Anderen
,,
48.965.286,73 48.965.286,73
Diverse rekeningen
………………
..
13.021.366,80
f1.064.285.583,03
Data
Goo.
Sec.
Other
Sec.
Public’
Depos.
Other
Depos.
Reserve
Dek.
kings.
20Dec. ’22
51.522
68.798
17.014 106.382
21.004
17,02
13
,,
’22’
53.927 66.123
10.113
114.773
22.735
18,20
6 Nov. ’22
66.892
65.831
11.142
126554
22.833
16,58
29
’22
48.305
67.935
17.029
104.435
23.006
18,94
22
’22
49.865
66.841
16.040 107.375
24.488
19,84
15
’22
49.968
66.143
1.2.855
109.506
23.989
19,60
21 Dec. ’21
50.825
85.200
14.116
124.207
20.210
14,60
22Dec ’20
77.178
78.914
13.770
136.031
11.629
7,75
22Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52
2
/
s
t)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voe.ruas.mste posten, onder bijvoeging 1er Darleheas-
kassenscheine, in milliôenen ‘Mark.
,
Data
Metaal
Daarvan
Goud
Kassen.
schetne
Ctrculatie
l
Dek.
1
kings.
Iperc.’)
14
Dec.
’22
1.071
1.005
177.607
970.202
18
7
.,
’22
1.070
.1.005
139.298
846.894
17
30 Nov. ’22
1.070
1.005
77.787
754.086
14
23
’22
1.072 1.005
81.227
643.750
13
15
’22
1.067 1.005
51.113 582.105
9
7
’22
1.072
1.005
49.123
517.036
10
15 Dec.
’21
1.005
994
4.023
104.568
5
15 Dec.
’20
1.097 1.092
21.158
65.147′
33
23 Juli
’14
1.691
1.357
65
1.891
93
1)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscaeine
t-
1120
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 December 1922
1
NED. BANK 27 December 1922
(vervolg).
Beschikbaar metaalsaldo ….
……..
f
385.298.469,41
Op de basis van
2
15
vnetaaldekking ……
180.512.862,38
Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is. . ,, 1.926.492.345,-
Verschillen m. d. vorig. weekst.:
Meer
Minder
Disconto’s …………20.411.297,85
Buitenlaijdache wissels
74 872,-
B1eeniugen ……….5.520.336,23
Goud …………….
–
Zilver
183.880,82
Bankbiljetten …
…..6.019.435,-
Part.. Rek.-Crt. saldo’s
17.850.733,55
Voornaamste posten in duizenden guldens.
B
Data
Goud
Zilver
°”k-
Andere
opcischbarc
oiqetten
scnutacn
27
Dec.
1922 ……
581.790
8.990
974.101
49.827
18
1922
..
581.790
9.074
968081
32.284
11
,,
1922
581.789
8.851
974.803 30.476 581.789
8.663
988.610
28.063
27 Nov. 1922
581.789 7.563 964.195
26.558
4
1922
……
27 Dec.
1921
605.969
8.241
1.012.878
31.658
27 Dec.
1920
636.141
21.190
1.072.145
87.185
25Juli
1914
162.114
8.228 310.437
6.198
Totaal
Hiervan
Beschtk-
Dek.
ata
bedrag
Schatkist-
8dec.
baar
ktngs.
isconto
$
promessen
ningen
iI’setaa,. percen.
rechtstreeks
suldo
tage
27 Dec.
1922 217.192
62.000
126.777
385.298
58
18
1922
196.781
36000
121.257
390.095
59
11
1922 204.439
40.000
116.443
388.889
59
4
1922 200.207
38.000
130.009
386.422
58
27 Nov. 1922 194.624
44.000
113.242
390.506
59
27 Dec.
19211
270.186
88.700
124.554
404.562
59
27 Dec.1920 196.824
51.000
247.606 424.669
56
25 Juli
1914
67.947
14.300
61.686
43.5211)
54′
‘)
Op
de basis van
li
s
metaaldekking.
Uit de bekond.makingvanden Minister
van Finan-
ci ié n
blijkt, dat uitstonden op:
18
Dec. 1922
1
27 Dec. 1922
Aan schatkistpromessen..
f466.520.000,-
f475.020.000,-
wsarv. direct bij Ned. Bk.,.
36.000.000,-
,,
62.000.000,-
Aan schetkistbiljetten ..207.182.000,-
,.207.162.000,-.
Aan
zilverbouis
……….
,
32.101.995,-
,,
31.866.629,-
Onder de vlotten de schuld is begrepen:
Voorsch. aan de Koloniën
1
.323.750.000,-
,,335.9 16.000,-
Voorschot aan Gemeenten)
31
October
30
November
voor door Rijk voor ben}
93.799.513,-
92.127.290,-
te heffen
luk.
belasting)
IS Dec.
27 Dec.
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste
posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Andere
Circitlatie
opeischls.
Disconto’s
Dlv. reke.
schulden
ningen
18Nov. 1922….
1.226 1.720
722
1.240
485
11
1922 ….
1.220
1.796
692
1.231
555
4
1922…
1.228 1.878
726
1.232
528
28Oct.
1922
.
..
1.240
1.686
928
1.217
510
21
1922 …..
1.254
1.704
967
1.185
473
14
1922 .
..
‘
1.236 1.743
649
1.167
458
19Nov. 1921
…
1.485
2.033
1.173
1.954
292
20Nov, 1920
..
1.055
2.130
853
1.947
374
25 Juli
1914
..
645 1.100
560
735
396
‘)
Sluitpost der activa.
BUITENLANDSCHE
BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoegin.g der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
–
Currency
Notes.
Data
Metaal
Ctrctila tie
Goudd.
Cao. See.
255.782
Bedrag
124.890
298.630
20 Dec.
1922
127.444
27.000
13
,,
1922
124.446
123.161
292.468
27.000
249.602
6 Nov. 1922
127.447
123.064
290.578 27 000 247 759
29
1922
127.440
122.885 11287.911
27.000
244.857
22
1922
127.445
121.407
287.209
27.000 244.128
15
1922 127.441
121.902
287.843
27.000 244.755
21
Dec.
1921
128.431
126.671
324.429 28.500
288.590
22 Dec.
1920
127.761
134.582
368.231
28.500 337.253
22 Juli
1914
40.164
29.317
1
–
–
–
Tegoed v.d.Postch.&G.dstl ,, 85.667.837.- ,, 85.792.075,-
JAVASCKE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
°”
li
k.
1
jetten
Andere
opeischb.
Beschtkb.
metaal.
scnuiaen
30100
16Dec. 1922
210.000 264.500
110.500
135.000
9
1922
212.250
267.500
112.500
136250
2
1922
210250
263.500
143.500
128.850
18Nov 1922
154.791
55.964 266.397
119.470
134.279
11
1922
155.477
55.803
269.962
123.004
133.382
4
1922
156.587
55.699 264.964
126.868
134.634
17Dec.1921
153.914
28.241
286.064 98.519
105.739
18Dec.1920
217.936
9443
371.700
124.045 128.366
25 Juli 1914
2.057
31.907
110.172
12.634
4.8422
Wisods.
Voor.
Iverse
Dek.
ata
Dis.
bulten
Beleg.
Ijch
otten
CC
e-
king,.
conto’s
N..fnd.
betaalbaar
ningen
aan het
ouv.nem.
ntn
g
en
i
percen.
lage
16Dec.1922
177.000
–
25,500e
56
9
1922
179.900
25.500e
•S
56
2
1922
204.500 28.800
52
18Nov.1922
35.531
22.600
110.364
–
32.168
54
11
1922
36.660
23.734
114 632
– ;
.32.226
54
4
1922
36.695
24.761
112.577
–
“30.485
54.
17Dec 1921
34.428
13875
1-10.2081
50.837
7146
47
18Dec. 1920
31.590
28.356
129.064 44.147 48.417
46
25Juli1914
7.259
6.395
47.934 6.446
2.228
44
t)
Sluitpost activa.
2)
Basis
2J
inetaaldekking.
5)
Creditslido.
Data
Wissels
____________
1
Rek. Cr1.
1
Darlehens.
‘,kaosen ochn
.
ei
Totaal
Handels.
Schatkist.
Totaal
Wissels
papier
uitgegeven
14 Dec.
’22
1.180 629 351.887
828.742
334.981
191.400
7
,,
’22
1.007 886
281.200
726.686
257.329
153.200
30 Nov. ’22
919.171
246.948
672.222 240.969
91.700
23
, ’22
801.471
208.736
592.735 201.379 95.200
15
’22 753.823
174 884
578.939 212.209 65.000
7
’22
637.373
125.877
511.495
150.649
55.000
15 Dec.
’21
.
117.976
1.437
116.539
24.299
11.646.
15 Dec.
’20
54.090
1
15.825
33.316
23 Juli
’14 .
7511
..71
–
.
944
–
27 December 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1121
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden 1 ranca.
Data
Goud
Waarvan
In het
Buitenland
Zilver
Te goed
in het Buitenland
BuIt.gew.
voorsd,.
old. Staal
21 Dec. ’22
5.534.663
1.864.367
288.984 572.698
23.400.000
14
‘225.534.531
1.864.367
288.837
573.072
22.400.000
7
’22
5.535.405
1.897.967
288.642
573.810 23.900.000
30 Nov.’22
5.533.921 1.897.967
288.539
573.969 22.200.000
22Dec.’21
5.524.164
1.948.367
279.582 606.937
24.500.000
23 Dec.
1
20
5.499.978
1.948.367
265.680
591.735 26.600.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
Wissels
Uitge.
stelde
l,V’issels
Belee.
1
ning
Bankbil.
jeItn
1
Rek. Cr1.
Parti-
culieren
Rek.
Cr1.
Staat
2.115.613
28.921
2.137.669
36.049.5152.130.148
15.216
E.
2.267.599
28.998
2.165,191
36.070.029
2.124.288
17.355
2.264.728
29.248
2.204.494
36.383.961
2.118.627 28.533 o 2.818.868
30.207
2.145.784
36.114.0502.116.042
68.142
2.245.161
57.826
2.276.757 36.246.215
2.574.151
13.181
~
3.253.756 409.486
2.217.662
37.444.362 3.521.482 79.120
1.541.9801
–
769.400 5.911.910
942.570 400.590
BANKSTATEN,
KWARTAALSGEWIJZE OPGENOMEN.
1. BANK VAN SPANJE.
(In millioenen Peseta’s.)
Data
Goud
Zilver
Staat
fond.sen ij
Dis.
conto
en
Bdeen.
i..irc
–
u
o,e
s’e
k.
… r.
9 Dee.
1922..
2523,7
643,8
847,3
1927,9
4105,0
1056,8
2
,,
1922..
2523,8
648,2
798,7
1944,5
4083,5
1054,1
25 Nov.
1922..
2523,7 648,2
806,6
1980,7
4089,8
1080,5
18
,,
1922..
2523,6
642,6 P35.9
1999,6
4135,4
1064,5
11
,,
1922,,
2523,5
639,5
804,1
2064,8 4174,8
1064,8
4
,,
1922,.
2523,5
639,2 835,5 2103,8
4179,4
1056,4
28 Oct.
1922..
2523,4
613,0 831,6
2098,7
4136,2
1064,5
21
,,
1922.
.
2523,4
641,2
841,6
2642,0
4146,0
962,3
14
,,
1922..
2523,4
639,8
827,0
1773,1
4129,7
1135,3
7
,,
1922..
2523,4
648,3
815,4
1722,4
4140,3
1137,5
30 Sept.
1922..
2523,4
646,9
823,0
1724,5
4142,4
1141,5
18
,,
1922..
2523,4
645,2
820,3
1756,1
4169,2
1139,7
10
Dec.
1921..
2510,0
624,9
1073,1
2483,8
4226,7
997,6
4 Dec.
1920..
2455,0
584,9 938,6
1716,3
4234,3
1062,9
24 Juli
1914..
543,5 726,8 494,4
783,8
1919,0
497,9
‘)
Inclusief de schuld van de schatkist in rek.-crt.
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden Iranca.
Data
Metaal
mcl.
buiten!,
saldt
Beleen.
van
bulten!,
oorder.
1
Beleen.
van
prom. d.
provinc.
1
Binn.
1
wissels
1
en
1
heleen.
1
t
Circu.
1
latie
1
Rek.
Cr1,
Parlic.
21 Dec.’22
341.651
84.653
480.000 715.407 6.641.656
275.682
14
’22
340.691
84.653 480.000 713.474 6.660.245
230.380
7
’22
338.620
84.653
480.000
738.497
6.661.322
211.137
30Nov.’22
337.816
84.653
480.000
791.566 6.704.738
257.249
22 Dec.’21
326.383
84.653
480.000 524.830
6.222.287
434.666
22Dec.’20
324.273
84.653
480.000
812.41616.001.980
1.033.877
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD
–
AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voor.nas.mste posten in duizenden dollars.
Data
Coudvoorraad
____
Zilve,
cle.
F.R.
Notes In
ctrcu-
Totaal
Dekking
In het
1
hutten!.
____________
bedrag
F. R. Notes
lotie
6 Dec.
’22
3.045.792
2.131.124
–
127.189
2.361.222
29 Nov. ’22
3.072.858 2.124.680
–
129.952
2.329.814
22
’22
3.088.325 2.146.713
–
130.358
2.299.391
15
.,
’22
3.073.848
2.145.504
–
130.912
2.321.219
7 Dec.
’21
2.851.027
1.909.777
139.606
2.373.355
10 Dec.
‘201
2.054.368
1.421.260
67.745
180.100
3.344.332
Data WIs,el,
Totaal
Depostto’o
Ge,tort
Kapitaal
Goud-
Dek-
ktngs
perc.
‘1
Alge
Dek.
kinga.
pe
,c.°)
6 Dec. ’22
971.772
1.910.104
107.265
71,7
74,3
29 Nov. ’22
909.322
1.860.223
107.207
73,3
76,4
22
’22 871.596
1.894.988
106.495 73,6 76,7
15
’22
913.699
1.939.510 106.448
72,1
75,2
7 Dec.
’21
1.252.443
1.718.283
103.089
69,3
73,1
10 Dec.
’20
2.961.529 2.328.806
99.174
39,7 43,2
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
tgezette
gui
hij
de
Reserve
Totaal
Waaraan
tIme banken
elden en
beleggin gen
F. R. bank,
depoatto’,
depoalta
29Nov.’22
784
11.218.731
1.356.129
14.912.650
3.647.977
22
’22
784 11.179.994
1.375.572
14.881.977 3.671.559
15
’22
785
11.233.218 1.391.559
14.967.857
3.651.805
8
’22
786
11.265.261
1.369.950
14.981.761
3.647.510
30Nov.’21
807
11.334.959
1.267.522 13.567.955
2.997.931
3Dec. ’20
823 16.630.185
1.332.081
13.677.460
2.822.479
Aan het eind van ieder kwamtaal wordt een
overzicht
gegeven
van enkele niet
wekelijks opgenomen bankstaten.
II. ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.
(In mnillioenen Franes.)
Data
Goud
Zilver
Darle.
hens.
kassen-
schetne
Dis-
conto’s
en
Beleen.
Circu.
!at,e
Rek.
Cl.
15
Dec.
1922..
534,0
108,7
11,7
424,6 916,6
153,0
7
,,
1922.,
533,0
108,9
11.7
426,9
955,1
110,6
30 Nov.
1922..
531,9
113,4
11,7
415,9 988,0
79,1
23
,,
1922
–
531,3
113,5
11,8 385,9
916,1
126,0
15
,,
1922,,
530,3
113,7
11,8
378,7
912,1
132,0
7
,,
1922,,
520,6
113,8
11,8
390,8 912,2
128,2
31
Oct.
1922..
520,1 113,9
11,6
386,3
903,9
143,3
23
,,
1922,.
520,3
114,2
11,0
356,2 813,4 200,9
14
,,
1922,.
506,3
114,3
11,0
347,0
789,1
205,2
7
,,
1922.,
505,8
114,4 11,0
343,5 797,8
189,4
30 Sept.
1922..
505,3
114,7
11,0
340,8
811,0
174,0 23
,,
1922.,
506,0
114,7
11,1
321,9
747,9
220,3
15
Dec.
1921.,
545,3
115,0
17,9
379,3
917,1
124,5
15 Dec.
1920..
541,9
120,3
16,5
390,5
922,6
135,8
23 Juli
1914..
180,1
18,9
–
107,8
267,9
50.7
III. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN.
(In niillioeuen
Kronen.)
Data
Goud
Zilver
ringen
op hel
buiten!.
conto’a
en
Beleen.
Circa.
lotto
Rek.
C,t.
30 Nov. 1922..
228,3
4,5
10,9
462,0
459,3
168,9
31
Oct.
1922..
228,3
4,5
9,1
500.7
478,1 180,7
30 Sept.1922..
228,3
,
4,3
13,7
516,9 466,6
210,7
30 Nov.1921..
228,3
3,5
13,2
378,4
465,0
136,5
30 Nov. 1920..
227,6
2,6
13,6
421,8
555,2
59,5
30 Juni 1914..
75,6
6,6
19,8
95,6
159,8
4,8
IV. ZWEEDSCHE RIJKSBANK.
(In millioenen Kronen.)
Data
Goud
1/orde.
ringen
op het
huilen!.
Sta
aat,.
lnd-
sen
Dii.
conto s
en
Be/cen.
CIrcu.
latle
Rek,
C,t.
16Dec.’22
274,0
119,4
95,4 503,2 529,6 401,7
9
,,
’22
274,0
90,2
94,4
464,6
521,8
353,5
2
,,
’22
274,0 77,0
94,0
401,3
582,4 206,9
25Nov.’22
274,0
70,3
90,6
347,7
534,6
182,3
18
,,
’22
274,1
69,4
90,6
359,0 541,4
184,8
II
,,
’22
274,1
73,3 82,3 365,9 551,2
177,0
4
,,
’22
273,9
81,1
73,9
378,1
566,4
175,6
28 Oct. ’22
273,5
78,7
73,9
358,4 533,0
185,4
21
,,
’22
273,5
77,1
74,0
368,3
527,1
199,3
14
,,
’22
273,5
77,6
74,0
375,8′
548,1
196,1
7
,,
’22
273,6
78,3
7’4,0
393,8
564,4
190,0
30 Spt. ’22
273,6
77,2
74,0
399,7
604,6
180,2
23
,,
’22
273,6
79,0
74,0
363,1
522,9
201,4
17Dec.’21
274,8
111,6
19,0
547,8
583,0
308,9
18Dec.’20
282,1 108,0
34,3 616,0
727,8
226,5
25Juli ’14
105,8
115,6
28,0 92,4
206,2
68,2
1122
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 December 1922
V. BANK VAN NOORWEGEN.
(In millioenen Kronen.)
Data
Goud
Vo,de.
ringen
op het
buiten!.
Effecten
Di,.
conto’,
en
Bdeen.
Circu.
latie
Rek.
Cr1.
15 Dec.
1922..
147,3
40,0
9,4
450,1
377,3
139,7
7
,,
1922..
147,3
39,8
9,4
435,3 368,0
134,0
30 Nov.
1922..
147,3
36,3
9,4
446,3
371,7 141,4
22
1922..
147,3
35,4
9,4
448,6
360,3
153,9
15
1922..
147,3
35,4
9,4
453,3
365,8
153,5
7
1922..
147,3
36,0
9,4
460,1
376,3
150,0
31
Oct.
1922..
147,3
37,6
9,4
489,5
383,4
173,4
23
1922..
147,3
38,1
9,4
483,0
374,8
175,5
16
1922,.
147,3
44,0
9,4
474,9 381,9
167,2
7
,.
1922..
147,3
44,6
9,4
449
380,6
138,8
30 Sept.1922..
147,3
42,8
9,4
444,0
383,6
134,8
22
,,
1922
.
147,3
41,7
9,4
430,0
373,7
132,0
15 Dec.
1921-
147,3
39,6
8,8
445,9
401,7
121,2
15
Dec.
1920..
147,3
56,2
10,5
439,1
460,7
89,4
22 Juli
1914..
52,4
65,7
8,9
79,3
120,8
10.7
VI. BANKBUREAU VAN TSJECHO-SLOWAKIJE,
verbonden aan het Ministerie van Financin.
(In millioenen Tsjecho-Slow. Kronen).
1
Vorder.
1
1
1
Vorde.
1
oi de
Data
Oosten,..
Dis.
Ee/ee-
1
ringen
1
Circu-
1
Rek.
1
1
Hong.
conto’s ningen
op het
1
latie
1
Cl.
Bank )
1
1
1
buiten!.
7 Dec.
1922 10096,71 567,1 1493,5 1347.4 9785,7 1447,8
30 Nov. 1922 10096,7 539,3 1501.1 1540,7 9996,6 1530.1
23
,.
1922 10096,7 473,8 1497,8 1648,0
9531,5 1413,0
15
1922 10096,7 396,1 1502,9 1649,0
9708,3 1246,1
7
,,
1922 10096,7 379,4 1510,5 1674,1
9951,5 1142,6
31 Oct.
1922 10096,7 392,1 1508,1 1692,6 10139,4 1041,9
23
1922 10096,7 430,6 1504,5 1688,1
9559,8 1509,6
15
1922 10096,7 427,0 1506,4 1657,8
9836,0 1192,8
7 .. 1922
10096,71
398,8 1507,5 1601.3 10025,0 971,6 30 Sept. 1922 10096,7 395,6 1493,0 1636,1 10196,9 865,2
23 .. 1922 10096,7 409,6 1475.2 1670.1 9664,5 1373,7
15
1922 10096,7 412,9 1467,6 1736,4
98.370 1258,0
7 Dec.
1921 10084,5 1880,6 1721,3 605,9 11742,2 889,0
7 Dc
1920 9521,9 1816,8 2212,4 145,4 10942,0 1056,1
7 Mrt. 1921 9526,2
1
681,9 2072,9 615,0 10881,2 989,5
5)
Bunkbiljetten, rekening-crt..saldi en schatkistbons.
VII. OOSTENRIJKSCHE BANK.
(Voornaamste posten in duizenden kronen)
Data
Gouden
buiten!.
gou
–
Wisse
5
Zil.
ver
Disconto
en
Ee/eeningen
Circulalie
Rek..C,t.
7 Dec.
22
465
8
721,946,862 3,417,786,498
207,846,951
30 Nov. ’22
398
8
827.248,049 3,133,276,346
342,136,922
23
’22
380
8
866,168,443
3,161,625,773
364,041,736
15
’22
340
7
888,935,229 3,132,670,816
265,253,336
7
,,
’22
429
7
900,749,755
2,979,322,991 155,522,748
31
Oct.
’22
434
21
877,621,743
2.970,917,000
108,208,383
23
’22
494
21
847,135,611
2,683,863,060
226,161,558
14
’22
604
21
827,067,483
2,590,414,336 217,040,559
7
’22
677
21
807,802,037
2,453,968.531
226,179,555
30 Sept. ’22
7,42
21
784,916,252
2,277,677,738 249,971,028
23
1
22
699
21
7
1,960,309,5701169,439,812
15
’22
751
21
684,948,457 700,865,397
164,157,872
7 Dec.
’21
8,201
5
21,633,758 132,457,939
12,676,032
VIII. HONGAARSCHE BANK.
(Voornaamste posten in duizenden kronen)
Data
Gouden
huilen!.
gou
–
Wisse
Zil.
ver
Disconto’s
en
Beleeningen
Ctrcu/atic
Rek..Crt.
7 Dec.
1922
15,342
596
50,791,777 72,007,176 5,934,573
30 Nov.
1922
14,916
596
51,106,524
72,016,112 6,407,920
23
,,
1922
14,845
596
51,927,655
70,371,291
8,073,867
15
1922
14.145
596
52,447.517
70,210,720
7,237,263
7
1922
1
14,145
596
53,295,255
67,934,531
8,066,355
31 Oct.
1922 14,012
596
53,358,744
70,004,923
5,188,721
23
1922
14.816 596
50,414,088
65,329,411
4,233,016
15
1922
14,598
596
50,024,907 61,940,752 5,636,263
7
1922
14,042
596
50.137,855
60,263,732 6,311,954
30 Sept.
1922
13,551
596
48,810.951
58,458,093 5,928,870
23
1922
13,493 597
46.646,592
55.412,204
6,553,619
15
1922
13.199
597
44,120,9891 52,404,9721
5,360,531
7 Dec.
1921
12.245
598
25.271,9541
25,3608681
2,282,921
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 22 December 1922.
Zoo mogelijk is de houding van de internationale beur-
zeii gedurende de juist achter ons liggende week nog stil-
Ier en lusteloozer geweest dan in de hieraan voorafgaande berichtsperiode. Het vooruitzicht op de Kerstvacantie, ge-
vcard gaande aan het geringer aantal beursdagen, hieraan
voorafgaand, hebben een groote mate van teru.ighouding
teweeg gebracht, die zich vrijwel overal heeft geuit in zeer
kleine variaties. Zelfs voor de Duitsche beurzen is dit het
geval geweest, howel hier uit den aard der zaak de fluc-
tuaties iets grootér waren iii verband met het feit, dut de
Duitsche effectenmarkten in den laatsten tijd geheel en al
sturen op het kompas der buitenlandsche deviezen en deze iederen dag koersvisselingen te aanschouwen geven. Toch
heeft de vacantie.stemming ook te Berlijn vel invloed uit-
geoefend, getuige het feit, dat, ondanks het opnieuw mon-
teeren van de buitenlandsche wisselkoersen, het index-cijfer’
van de ,,13’raukfurter Zeiturig” slechts een verbetering van 3455 tot 3545 te aanschouwen geeft.
De grondtoon is echtei’ zeer vast gebleven. Weliswaar
vleit men zich in verschillende kringen nog met de hoop,
dat de Vereenigde Staten ten slotte in huu eigen belang
ertoe zullen overgaan Duitschland een leeniug toe te staan,
doch aan den anderen kant ziet men wel in, dat tussehen
het voornemen der Unie (indien dit al mocht bestaan) en de uitvoering hiervan nog heel wat weken zullen verloo-iefl In dien tusschentijd zwelt de bankbiljetten-circulatie
van de Reichsbank met steeds grooter snelheid. Voor de
tweede week van December bedroeg de vereerdering van (ten
biljettenomloop niet minder dati ruim
.123 nijl/jand rnai’k
en
al houdt men rekening met het feit, dat in dit record-cijfer
a1 reeds verschillende noodzakelijke voorzieningen ten be-
hoeve van de jaarswisseling zijn begrepen, het behoeft geen
verwondering te wekken, dat zelfs kringen, die optimis-
tich denken ten aanzien van de .,merikaauscihe finan-
cieele hulp-verleening, toch niet al te gerust zijn op ecn
spoedig herstel of zelfs maar een stabilisatie van de waarde
vaii de mark. Dientengevolge is er op de Duitscbe beurzen
dan ook slechts weinig van aanbod van
effecten
le merken
geweest, afgezien dan van enkele dagen, waarop de speelt-
latie, angstig geworden door wilde geruchten omtrent
groote buitenlandsche leeniugen haai’ bezit op dc markt
wierp. In verband met het razend tempo van de biljetten-
circulatie is de geldmarkt ook veel ruimer geworden, zoo-
dat het publiek geenerlei moeite oudervitudt bil liet repor-
teeren van zijn posities. De aankondiging van de regec-
ring ten aanzien van de inkrimping van liet aantal be-
ainbten en werklieden is te laat gekomen, om reeds eeni-
gen invloed uit te oefenen op de beurskoersen van de laat-
ste dagen. Het is nog niet te voorzien, welke gevolgen
deze nieuwe politiek zal hebben; in ieder gevel echter re-
kent men op heftig verzet van de zijde der vakvereeni-
gingen.
Van de beurs te L o u de n valt weinig nieuws te ver-
melden. De tendens is, hoewel weinig veranderd, eerder iets aan den flauiven kant geraakt ouder aanvoering van
rubberwaarden, die aangeboden bleven in verband met (lan
iets lageren prijs voor het product. Ook petroleumwaarden
vermochten zich niet in groote belangstelling te verheugen,
ondanks liet feit, dat Walistreet gunstig voor deze waar-
den was gedisponeerd. Doch een uitermate stille en luste-
boze houding is speciaal voor de Lonclensche beurs karak-
teristiek gedurende de laatste weken van het jaar.
Ook P a r ij s heeft niet veel levendigheid beloond, doch
de omzetten waren hier in ieder geval iets grooter. Dit
stond in direct verband met de houding der Fransche vu
luta, die, hoewel op een hooger peil dan enkele weken ge-
leden, nog vrij groote variaties aantoont. in dezen gaat de leiding van Londen uit en de houding van Fransche fond-
sen aan de Theems is dan ook van groot gewicht voor de
Parijsche beurs. Nu de diplomatieke onderhandelingen in
een stadium van tijdelijke rust zijn gekomen, is men te
meer geneigd aandacht aan zuiver financieele en monetaire
overwegingen te schenken.
De beurs te W all s t r e e t was stil, doch overwegend
vast van toon. Na de jongste dividend-declaratie van de
Koninklijke Petroleum Maatschappij, die den koers der be-
trokken aan deelen tijdelijk heeft gedrukt, is de tendens
voor Royal Dutch te New York veel vaster geworden, het-
geen zich tot het einde der beursveek heeft kunnen hand-
haven. Teekencnd is de algemeen vaste houding wel, nu men
zich in de Unie in steeds grooter kringen rekenschap geeft
van de noodzakelijkheid Europa te hulp te moetèn komen,
wil men althans een groot consument in, staat honden ook
in de toekomst Amerikaansche producten te kunnen af-
nemen. Dat liet inderdaad meer en meer de richting uit-
27
December
1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1123
gaat van daadwerkelijke hulp-verleening valt af te leiden
uit (te houding, clie de farmers langzamerhand ten aanzien
van deze politiek gaan innemen. Het z.g.,. iarniers’-blok
in het Parlement wordt steeds noachtiger en één der woord-
voerders hiervan, de heer Frank Lowden, voormalig gou-
verneur van Ïlticrois, heeft reeds in het leidende boeren-
orgaan, ,,The Breeders’ Gazette” verklaard, als resultaat
van zijn indrukken gedurende een reis door Europa opge-
daan, dat de Unie er toe zal moeten komeii mcde te
wei’-
ken tot het economisch en financieel herstel van Europa.
Zijn opmerkingen zijn (les te merkwaardiger, waar de heer
Lowden niet als pro-i)uitsch bekend staat en het toch
:Duitschiand zou moeten zijn, dat in de eerste plaats voor
Ameriknansche hulp in aanmerking zou komen.
Te o
11
ze n t heeft (le markt zieb aet onderscheiden van
de buiteuiluinclsche beurs-centra, wat de levendigheid be-
treft. Toch zijn verschillende fondsen en afdeelingen nog
uloor het koersverloop op den voorgrond getreden. Hiertoe
behoorden niet de af deelingen voor staatsfondsen, die, zoo-
wel voor binnen- als buitenlandsche soorten, een on-inte-
rcssant verloop hebben gehad.
18 Dec. 20Dec.
22 Dec.
RigOT
dalin
6
0
/0
Nederland
1922 ……
98/
98
‘Is
98u116
–
5/is
5
oj
,,
1918
……
88%
88’lto
88% +
14
4
,
12
0
/0
1916
……
88’IG
88
88
–
4
0f
1916
……
8lu/,
81
814
–
1
/10
3
’12
0
10
,,
72% 72% 72%
3
62
62
62
2
1
1
2
O/
Cert. N. W.
S.
………
52/8
5214
52
7
/8
7
ol
o
Oost-Indië 1921
……
101
101%
101
,
18
+
/8
6
0/
1919
.
……
O5’/io
9571s
95%
–
5
0
10
,,
1915
93%
93%
931,, +
IIs
4
ol
o
Oostenr. Kronenrente
1
14
18/10
+
S
lie
5
O,
Rusland 1906
………
5
1
/10
514
518
+
“
ie
4
0/
Rusl. bij Rope
&
Co
3% 3%
3Io
– Ijle
4
o,i
Japan
1899 …………
67
8
/8
–
67%
+
118
5
o,
Brazilië
1895
………
49’/8
–
49
–
8
0/
San Paulo
1921 ……
92/
92
1
/1
!
–
–
6
o/
Arnst.erdam 1920 ……
100%
–
100”11
+
/io
7
0
/0
Rotterdam
1920 ……
102%
102
103
+
14
Daartegen was bv. cle markt voor
J)etrolcunrwaai-dcrt,
speciaal wat betreft aancleelea Koninklijke Petroleum-
Maatschappij, nogal bewogen. Na een tijdlang sterk onder
(ten indruk te zijn geweest vais cle teleurstellende dlvi-
deuddeclaratic heeft het hoofdfonds ten slotte nog een
avance aan liet einde dcr beursweek kunnen boeken. Gedeel-
telijk is dit toe te schrijven geweest aan de houding van
Wucllstrect voor cle betrokken aandeelen, voor een ander
deel echter trad hij het publiek meer en meer de gedachte
haar voren, dat het lage interim-dividend meer moest wor-
den opgevat als een onderdeel van den strijd der maatschap.
pij tegen de Indische belastingen en dat het dus niet pre-
j udicieerde op de slotuitkeering.
Rnbbereandeelcov
daarentegen waren lusteloos en oneeren-
deels lager in koers ii, verband met de hierboven gereleveer-
cle houding van de markt voor het ruwe product. Met be-langstelling ziet men cle aanstaande reis van de deputatie
der Rubber Crowers’ Associatiou naar New York tegemoet;
men neemt aan, dat cle besprekingen zullen loopen over cle
vraag, hoe de Unie in cle toekomst steeds van een voldoen-
(le hoeveelheid rnbber kan worden voorzien.
‘l’abaksaandeelen
hebben slechts zeer geringe variaties te
aanschouwen gegeven; (le tijd van het jaar is niet ge-
eigend oni voor deze markt groote belangstelling wakker te
roepen.
ïndnstriecle warden
daarentegen hebben meer van zich
doen sprelcen. Speciaal was hier cle vaste houding van ge-
wone Jurgeusaandeelen opvallend, terwijl de preferente
soorten eenigszins achter bleven.
rfer
heurze beoordeelt
men in verband hiermede cle rijzing der gewone aandeelen
uit beurs-technisch oogpunt. Weliswaar geeft-de algemeene
gang vnn zaken bij het Jurgensconcern wellicht aanleiding
tot een optimistischer beoordeeling, doch het is vrijwel
zeker, dat over het afgeloopen jaar niet
01)
een dividend-
uitkeering mag worden gerekend. Men is dan ook veeleer
van meening, dat de vaste houding, speciaal van de gewone
aancleelen, in de eerste plaats moet worden toegeschreven
aan dekking van cle contramine, wier partij iii den laat-
sten tijd zeer omvangrijk is geworden en clie thans Iclaar-
bljkelijk tot liquidatie van haar positie wordt gedwongen.
Van de groep der
handelsondernentin gen
varen aziaclee-
len Compania Mereantil Ârgënti.ua opvallend sterk aange-
boden. Reeds verluidde ter beurze, dat een groote afschrij-
ving op cle aandeelen zou moeten plaats, vinden, doch of-
ficieel is hiervan nog niets bekend geworden. –
18 Dec. 20 Dec. 22 Dec.
Rii:ingof
Amsterdamsche Bank ……119
119
119°1 +
5
18
Incasso Bank … …………… 90%
–
90% —14
Koloniale Bank … . ……….. 132% 131%
132%
—
14
Nedllandel-Mj.cert.v.aand. 133
132%
133
Rotterd. Bankvereeniging…
91
–
–
Amst. Superfosfaatfabriek.
–
30
–
31%
+
1%
Van Berkel’s Patent ………
34% 32%
34
—14
Gouda Kaarsen
……………
83%
81
83%
+
14
Holi. Draad- en Kabelfabriek
70
5
1!
72%
72
+
1
Jurgens’VerFabr.gew.aand.
49%
54
58Yo
+ 8%
pr. aand.
68%
68
51
70
+
1%
Leerdam Glasfabrieken ……
35%
36
38%
+
3
Philips’ Gloeilampenfabriek
247
248%
–
+
1%
Vereenigde Blikfabrieken…
9471
s
–
–
Vereen.Chemische Fabrieken
28
27%
–
–
14
Compania Mercantil Argent.
30’1
27% 25%
–
451
s
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.
157
1551
158i
+
1
8
18
Handelsver. Amsterdam ……
370’/
369%
372%
+
1818
Handelsverg. Reis
&
Co …….
21%
25
–
+
3%
Int. Crediet- en Handeleverg.
Rotterdam
………………
164
–
162
–
2
Linde Teves
&
Stokvis ……
71
70
69%
–
1%
Tels
&
Co’s Handel-Mij …….
5%
5/
6
+
14
Redjang Lebong Mijnb.-Mij.
103%
–
102%
–
Gecons. Holl. Petroleum-Mij.
128%
127%
126′,
–
2819
Kon. Petroleum-Mij. ………
390%
386%
397%
-f-
734
Orion Petroleum-Mij……….
Afgest. Aand.
37% 36
37
—14
Steaua Romana Petroleum
Mij. … Afgest. Aand
28
–
–
Amsterdam-Rubber-Mij ……
1 16
1
1
8
113
7
1
8
115118
_%
NederL-Rubber-Mij.
………
64 62
63
–
.1
Oost-Java-Rubber-Mij .
……
171
1709
2
166
—5
Deli-Batavia Tabak Mij.
..
272
272%
272%
+
34.
Deli-Maatschappij
…………
236%
233%
234%
–
2
Seaembah-Maatschappij
…
320
317%
324
+
4
De
ac/ceepvaartinarkt
was rustig, doch aan den vasten
kant. Hoewel de financieele uitkomsten der reeclerijea wel-
licht niet al te gunstig zullen zijn, heeft het toch een sti-
muleerenden invloed uitgeoefend, dat in de laatste dagen
opnieuw een deel van de opgelegde schepen in de vaart is
gebracht.
18 Dec. 20 Dec.
22 Dec.
Rij:ingol
Holland-Amerika-Lijn
——
118
118
1
18
120
+
2
,,
,,gem.eig
101%
103′!!
105
+
3%
ilollandsche Stoomboot-Mij
29
29%
30%
+
1%
Java-China-Japan-Lijn ……
71
–
77
+
6
Kon. Hollandsche Lloyd
17
1
1
17’/
1718
+
14
Kon. Ned. Stoomb-Mij …….
66
66%
681
±
2
7
18
Konink.Paketvaart.Mij
–
89
91
95 +
6
Maatschappij Zeevaart ……
57
–
60
+
3
Nederl Scheepvaart-Unie
93%
94%
96
1
1
+
2’/
Nievelt Goudriaan
…………
105
104
105
Rotterdamsche Lloyd………
121
120
123%
+
29
Stoomv.-Mij ,,Nederland”
1291,
6
131
135%
+
6’/,
,,
,,Noordzee’
34’1
35%
3514
+
1318
Dc
itrnerikaansche afdeeling
was zeer stil; de variaties
bleven tot een minimum beperkt.
18 Dec. 20 Dec.. 22 Dec-
Rijzing d
daling.
Amerie. Smelting & Refining 57
11
/
57!,, 57’/ –
Anaconda Copper ………….lOO”/
101%
100718 –
1
/10
Studebaker Corp . ………… 135
135%
–
+
34
Un. States Steel Corp. …… 109
107% 108
–
Atehison Topeka……………103
102%
10318 + 71
Ene
………………………..
11
,
1
8
109
109
–
3
18
Southern Pacific …………… 91%
90%
92%
+ 1%
Union Pacific ………………142
141%
142%
+14
Int. Mere. Marine orig. geur 12
1
1,
12%
12% -f ‘/,,
pref. 50% 49% 48% – 2%
De
geldnrar/,;f
was stabiel; prolongatie doorgaans
4
pCt.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
T a r w e. Aangezien de Kerstdagen vallen in de week
waarover wij dit overzicht schrijven, valt er veel minder
claut géw’oonlijk te rapporteeren. De oogstberieliten van het
Zuidelijk Halfrond blijven gunstig, de opbrengst in Austra-
lid wordt eerder iets hooger geschat. Indië vermeldt vol-
doende neerslag, waardoor waarschijnlijk op ruimere schaal
geëxporteerd zal kunnen worden. Daarentegen is in Ar-gentinië de regen te hevig geweest en er zijn geruchten,
1124
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 December 1922
Noteeringen.
Chicago
1
Buenos Ayres
Data
Tarwe
Mars
Haver
Tarwe
1
Mars Ltjnzaad
Dec
1
Dec
1
Dec
1
p.c
r
i.c.
1
p.c.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
1 27 Dec.
1
18 Dec.
27 Dec.
1
1922
1
1922
1
1921
23Dec.’22
12534
7234
431
11,55
7,5
16,85
16
,,
1
22
124
7434
4534
11,90
1)
7,85
1)
20,40
1)
23Dec.’21
113
49
33/8
11,75
7,65
17,30
23Dec.20
17534
7P/v
47
18
17,15
9,15
16,10
23Dec.’19
246
14434
8234
13,10
6,50 21,35
20Juli’14
82
1
56
8
1
8
36
1
/
3
9,40 5,38
13,70
1)
per December.
AANVOEREN in 1
Tarwe*
…………..
1
)
13,50
13,40 13,50
Rogge (No. 2 Western)
1)
11,90
11,80
11,75
Mais (La Plata)
……
2
)
192,-
193.- 180,-
Gerst (48 ib. malting)
.
.)
194,-
190,-
207,-
Haver (38 lb. whitecl.)
.
.1)
10,60 10,60
11,75
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Platazaad
3
)
14,50
13,75
1 1
16,25
Lijnzaad (La Plata)..
.
.)
1
433,-
440,-
378,-
1)
p. 100 K.G.
‘) p. 2000
K.G.
3)
per 1960 K.G.
•) Nr. 2 Hard/Eed Winter Wheat.
ons va’n 1000 K.G.
Artikelen,
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
17123 Dec.
Sedert
Overeenk.,.
17123 Dec.
Sedert
Oereenk.
–
1922
1 Jan. 1922
tijdvak 1921
1922
1 Jan. 1922
tijdvak 1921
1922
1921
Tarwe ……………..
22.935
1.104.825
1.451.110
–
34.509 46.482 1.139.334
1.497.592 22.388 362.187
145.177
–
–
1.831
362.187
147.008
Boekweit …………..
620
13.797
9.558
–
–
576.
13.797
10.134
15.339
946.991
993.376
1.679
97.497
112.861
1.044.488 1.106.237
Mais
……………..
2.359
152.074
241.879
–
8.871
9.010
160.945
250.889
Rogge
……………..
1.750 111.113
71.346
–
292
4.285
11.405
75.631
….
6.032 129.516
156.287
1.217
78.055
115.919
255.045
272.206
Gerst
………………
Haver
………………
5.256
176.990
121.361
–
4.187
32.339
133.703
153.700
Lijnzaad …………….
Lijukoek ……………
6.117
74.462 53.863
529
8.069 4.955
82.531
58.818
Tarwemeet ………….
Andere meelsoorten,.,
58
9.768
37.886
–
2.665
2.047 12.433
39.933
dat daardoor cle opbrengst minder zou zijn. In Europa
hecht men aan deze laatste mededeeling niet al te groote
waarde. Wat Noord-Aryierika hetrcit, de èindsch
n
att)ng va
den tarwe-oogst geeft een hooger cijfer voor den tarwe-oogst,
speciaal van de wintertarwe, maar niettegenstaande dat,
zijn de markten slechts weinig flauwer.
De nieuwe oogst lijdt in sommige gedeelten van het land
aan te geringe saeeuwbeclekking tegen de vorst.
De vraag is in Europa, niettegenstaande de feestdagen,
ta.melijk goed geweest, vooral cle Middellansche Zeelanden
bleven als koopers optreden.
M aï s. De prijzen voor La Platamafs toonden ten ge-
volge van de wederom zeer groote verschepingen eenige daling. In 4rgentinië zelf bleven zij vrijwel gehandhaafd.
In Noord-Amerika was de stemming kalm en cle noteerin-
gen te Chicago liepen geleidelijk iets terug. De vraag van
Europa blijft voor Noord-Amerikaansche maf s nog onvol-
doende.
In ge r s t en h a v e r kwamen slechts geringe omzetten
tot stand. Hetzelfde geldt ook voor lij n
z
a a d. De ver-
schepingen van dit artikel waren wederom klein, niet uit-
zondering van de Argentijnsche verschepingen naar Noord-
Amerika, die tamelijk ruim waren. De oogstbeweging in
Argentinid is nog zeer klein, zoodat de verschepingen in
Januari ook waarschijnlijk nog vel niet bijzonder groot
zullen worden.
Markten in Nederland. Ten gevolge van de
Kerstdagen is de omzet gering geweest. In tarwe gaat
weinig om. ‘In m aï s was de vraag af en toe iets beter,
maar ten gevolge van de terugloopende prijzen in de Ver-eenigde Staten liepen ook hier de prijzen achteruit, wat de
animo van de koopers bekoelde. De aanvoeren zijn echter
niet groot, zoodat de consumptie zich vel spoedig meer
zal doen gevoelen.
II
a v e r kalm met geringen omzet. Voor
.Amerikaansche ge r s t was wat meer attentie, doch ten
gevolge van de hooge vraagprijzen was de omzet niet groot.
Een halve lading D o n aug e r s t vond plaatsing naar
onze markt. L ij n z a a d bleef kalm gestemd, met geringen
omzet, niettegenstaande de prijzen voor ljnkoeken aan-
merkelijk opliepen.
SUIKER.
NOTEERINGEN.
Amster-
Londen New York
96pCi.
White Java
1
Amer.Gra.
Data
Jam per
Totes
Job. per
nulatedc,i.f.
–
Centri-
Dec.
Cubes
No 1
fugals
December,’Januari
December
–
‘Sh.
Sh. Sh.
$
cts.
19Dec. ’22
ƒ23
8
/to
5516
1913
231-
5,75
12
,,
’22
,,23t/
16
55/6
1913
231-
5,75
19 Dec. ’21
,,2034
52/3
1713 1819
3,86
19 Dec. ’20,,
–
84/-
301-
–
4,63
4Juli ’14,,1
1
13
/
32
18,’.
–
–
326
De stemming op de verschillende suikermarkten bleef
geheel gelijk aan die der vorige week.
In A m e ri k a trokken de noteeringen op de termijn-
markt wat aan en luiden die thans: dc. 3,65 voor Januari; dc. 3,39 voor Maart; cle. 3,51 voor Mei en d.c. 3,63 voor
Juli, terwijl Spot Centrifugals onveranderd bleef op d.c. 5,53.
Cubaplanters toonen zich nog steeds gereserveerd, zoodat
ondanks Guma’s taxatie voor den Cubaoogst van 4.193.500
tons de markt, na eene kleine inzinking, haar prijshoudend
aanzien kon handhaven.
De C uh a-statistiek luidt als volgt:
1922
1921 1920
tons
tons tons
Weekontv. n. oogst 16 Dec. ………. 18.202
–
7.646
Werkende fabrieken …………….31
12
ii
Weekexport 16 Dec . ……………. 4.571
–
—
Oude Oogst ……18.796
Voorraad 16 Dec………………..13.631
–
7.646
Voorraad Oude Oogst 16 Dec . …….. 11.620
In eenige districten vielen lichte regens. In E n ge 1 au d le’,;en raffinadeurs hunne prijzen voor
levering op termijn met 9 d. verlaagd, terwijl levering
Januari werd teruggetrokken. Ook hier bleven de uoteej’in-
gen voor loco suiker onveranderd.
Uit J a v ic werden geen nieuwe berichten gerapporteerd.
De markt bleef daar vrijwel hetzelfde met iets vastere
tendens.
lii e r te 1 s ii de was de markt de afgeloopen week zeer
oninteressant ook al wegens de fluctuaties der verschillen-
cle gelcikoersen en cle naderende feestdagen. De aarizegging
van eenige partijen suiker leidde tot gedwongen verkoon,
waardoor een oogenblik de prijzen, voornamelijk voor De-
cember, wat terugliepen. Overigens bleef de markt vrijwel
onveranderd en noteerde aan het slot Januari ongeveer
f
23,37/; Maart
f
23,624; April f23,75 en Mei
f
23,87 3.i.
De omzet bedroeg ruim 1500 tons.
KATOEN.
Marktberic3ct van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 20 December 1922.
Prijzen van Amerikaansche katoen zijn deze week onge-
veer vijftig punten gestegen in verband met kleinere oogst-
schattingen en de betere vraag uit de industrie in Amerika.
Het zevende Ginnersrapport, dat heden gepubliceerd zal
worden, wordt minder gunstig verwacht dan het vorige;
daartegenover zijn er minder gunstige berichten omtrent
den politieken toestand in het nabije Oosten, terwijl even-
eens de onzekerheid omtrent de te verstrekken leening
aan Duitschiand ontmoedigend op het speculatieve element
in de markt werkt. Er is weinig vraag naar Egyptische
katoen, hoewel prijzen iets hooger zijn.
G a r e n s. Terwijl men bericht, dat de industrie in Ame-
rika goed gaat, komen dergelijke berichten uit geen enkel
27
December
1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1 123
‘ander land voor, misschien met uitzondering van Japan.
De hoogere prijzen voor katoen en gare’us hebben een zeer
ongunstigen invloed op de vraag naar deze producten. Onze
eigen fabrikanten koopen geen skip meer dan zij absoluut
noodig hebben en hoewel het bij de tegenwoordige katoen-
prijzen en, de zeer verliesgevende marges voor Spinners absoluut onmogelijk schijnt, dat garens van Amerikaan-
s(‘he katoen goedkooper künnen worden, hebben toch de
groote consumeerende markten nog absoluut geen vertrou.
wen in de tegenwoordige prijzen en koopt men niet meer
clan volstrekt noodig is. Er zijn ep.kele zaken gedaan in
GOer Egyptisch en Amerikaansch voor Indië en ook enkele
kleine partijen in 40cr en 44cr mule om te verven. Van
China hoort men niets, terwijl ook Let Vasteland en het
Nabije Oosten alleen voor directe behoefte koopen en ab-
soluut geen belangstelling toonen voor latere levering. Het
is zeker al lang geleden, dat er zoo weinig onder contract
was en koopers zich uitsluitend beperken tot directe leve-
ring.
Het is zeer moeilijk om in manufacturen tot zaken te komen.
Ten gevolge van de hoogere katoenprijzen zijn prijzen van
manufacturen bepaald vast. Niemand schijnt echter eenig
veitrouwen te hebben en in verband met de naderende
feestdagen stelt men eventueele zaken uit en wacht men
over liet algemeen liever tot na Nieuwjaar. Op het oogen-
blik is onze markt bepaald vast, met een neiging tot hoo-
gere prijzen, ddch schijnt niemand zich hierover te bekom-
meren en koopt men absoluut niet op speculatie, zoodat
niettegenstaande velen hoogere prijzen verwachten, men
toch bereid is het risico van de markt te loopen. Men hoopt,
dat de vooruitzichten in het begin van het Nieuwe jaar
wat beter zullen worden. In verband met de vacantieda-
gen zullen wij cle volgende week geen bericht publiceeren.
13Dec. 20 Dec.
Oost. koersen. 12Dec. 19 Dec.
Liverpoolnoteeri ogen.
T.T.op Indië…. 113
H
114
F.G.F. Sakellaridis 17,65 17,80 T.T. op Hongkong 2/4
X/
21214
G.F. No. 1 Oomra
9,15 9,30 T.T.op Shanghai 3I1h/ 3/0/
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middlin.g Uplands).
22 Dec. ‘22115 Dec. 2219 Dec. ‘22123 Dec.
1
21123 Dec:’20
New York voor
Middling .. 26
1
20e 25,70c 25,10e 18,80e 15,-c
New Orleans
voor Middliog 26,- c 25,50e 24,75
c:1,22
7,SOc
14.- c
Liverpool voor
Fy Middling 15,01 d’ 14,61 d
2
, 14,35 d
d 11,64 d
2) 15 Dec. ’22. ) 8 Dec. ’22.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amer.ikaan.sohe 0iavena.
(In dulzendtallen balen)
1 Aug. 22
Ooereenkomstige perioden
tot
23 Dec. ’22
1
1920-21
1
1919-20
Ontvangsten Gulf-Havens..
3227
2458 2623
Atlant.Havens
691
922
693
Uitvoer naar Gr. Brittanniël
858
741
896
‘t Vasteland.1
1822
2044
1388
Japan etc…
1
–
–
–
Voorraden in, duizendtallen
23
Dec. ’22
23 Dec. ‘2!
24 Dec. ’20
–
1343 1422
Binnenland …………..
–
1583
1564
Amerik. havens …… ……
New York
………. . …
–
88
23
–
. .
376
458
New Orleans ………….
Liverpool
……………
–
936
974
KOFFIE,
(Mededeeling van de Makelaars
G.
Duuri.ng & Zoon, Kolf t
& Witkawp, Leonard Jacobson & Zonen
en G.
Bijdendijk).
Noteeringen en voorraden.
Data
Rio
Santo,
lVt,,elkoer,
v oorraaa
Prs
No.
ij
7
oorrao
Prijs
No. 4
23 Dec.
1922
1.555.000
17.850
2.345.000
22.700
63
16
1922
1.521.000
17.625
2.318.000
22.500
6
1
1
5
9
1922
1.496.000
17.625
2.224.000
22.200
6
19
/
23 Dec.
1921
1.823.000
13.950
2.972.000
17.800
771,
Ontvangsten.
Rio
Santos
Data
.Afgdoopen
Sedert
.4fgdoopen
1
Sedert
week
1 full
week
1
luit
23 Dec. 1922….
67.000
1
1.745.000
1
187.000
1
3.762.000
23 Dec. 1921 ….
83.000
2.221.000
183.000 4.337.000
Statistiek der firma
G.
Duuring & Zoon.
Zichtbare voorraad op 1 December 1922 in duizenden balen.
1922
1921
1920
1919 1918
Voorraad in Europa..
2.253
1.699
2.120 2.218
727
Stoomend fBrazilië ..
646
433.
,
741
706
127
n. Europa LOost-Indië.
22
63
–
49
2.921
2.195
–
2.861
2.973
854
Voorraad Ver. Staten
951
1.298
1.719
1.566
1.229
Stoomend ‘
naar
‘Brazilië ..
652 939
628
441
212
Ver.Staten)
4.524 . 4.432
5.208 4.980 2.295
Voorraad in Rio 1.537 1.763 522 463 938
Santos.. 2.170 2.862 2.692 4.597 7.785
Bahia – 26 55 27 28 64
Totaal…… 8.257
9.112
8.449 10.068 11.082
Op 1 November
8.392 8.950 8.053 10.494 11.429
Op 1 Juli ………. 8.639
8.700
6.750 10.336 11.702
NEDERLANDSCH-INDISCHE THEE.
(Opgave Pakhuismeesteren van de Thee.)
(Herleid tot 111 Kisten.)
Voorraad 31 October 1922
…………
51.407
Sedert aangevoerd………………..
13.805
65.212
Sedert afgeleverd
………………..
26.393
Voorraad heden ………………….
38.819
Waarvan in de eerste hand
……….
12.162
Amsterdam, 30 November 1922.
THEE.
(Opgave van
den makelaar J. van Eck.)
Bericht van den afloop Theeveiling op 14 December 1922.
Aanbod in veiling bestond uit:
Heden:
2917, 83/4 kn. Java thee
tJ30
Sumatra thee
4729
,, Java thee voor hand. rekening.
414/2 ,, China thee
Totaal. . 10676, 41412, 8314 kn. thee.
15 December 1921
14853, 2014 kn. Java thee
300
,, Sumatra thee
261
,, ex voorgaande veilingen.
Totaal.. 15414, 2014 kn. thee
Aanbod 1922.
1921
1920
16 veilingen 16 veilingen 14 veilingen
Java thee
14216’9 kn. 265302 kn. 235917 kn.
Sumatrathee 42320
31351 ,,
14010
voor Hand.rek. 9693 ,,
3525 ,,
9011
Totaal ……….194182 kn. 300178 kn. 268938 kn.
Gem. per veiling.. 12136 kn. 1871 kn. 18495 kn.
De veiling had een vast en vlug verloop, hoewel eenigs-
zins gedrukt door de algemeene verwachting van de koo-
pers, dat bij de thee aangeboden voor handelaarsrekening,
koopjes ivaren te halen.
Javathee, Oranje Pecco bracht van 2 tot 5 ets. meer 9p.
Pecco, Pecco Souchon en Souchon werden behoudens een
enkele uitzondering, 3 á 4 ets. boven taxatie verkocht.
Gebroken Pecco, met zeer klein aanbod, bedong. circa vo-
rige prijzen.
Gebroken Oranje Pecco, eveneens met een zeer gering
aanbod, werd gemiddeld met 5 ets., een mooi partijtje met
10 ets., boven taxatië betaald.
Dust, fannings en gebroken thee circa 415 ets. hooger.
Sumatra-thee, Oranje Pecco’s brachten 2 tot 5 ets. boven
taxatie op.
Pecco, Pecco Souchon en Souchon gemiddeld 2 ets.
1 126
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2.7 December 1922
:
C-broken
Pecco
eti geb1okeli Oranje
Pecco
liepen
van
•.
.
. .
INKLARINGEN.
.
.
.
.
tax. tot 3 cts. daarboveu.
•
.
NIEUWE WATERWEG.
•
Fannings en gebroken thee hadden een ivance van 3 tot
. .
5 cts.
.
November 1922
November 1921
De Oranje Pecco’s werden 2 ets., doch veelal 4 k
5
ct.,
Landen van
de Pecco’s en Pecco Souchon’s 5 ik 6 ets. boven taxatie v(.r-
•
herkomst
Aantal
1
N.R.T.
Aantal
N.R.T.
kocht.
.
.
schepen
schepen
China-thee, de Noning bedong 2 cts. meer dan tax., de
Panyong zelfs
9 ets.,
daarentegen
werden
de Kentucks
Binnenl. havens
36
25.768
31
22.277
iets lager afgedaan.
Groot-Brittannië
385
328.717
260
174.083
Volgende veiling 1.1 Januari 1923.
Duitschiand
73
87.938
54
61.254
J[et aanbod zal in het gunstigste geval oirca 10.000 kis-
Noorwegen
27
50.106
25
42.308
ten zijn, waarbij een partij China-thee.
32
26.229
21
17.553
Denemarken
2
394
3
2.417
KAPOK.
Rusland- Oostz.h
5
4.130
–
–
Zweden …………
Finland ……
.
8
5.771
9
9.614
(Opgave van do Makelaars Gebrs. van der Vies, Amsterdam.)
België
20
38936
19
20.176
Kapokstatistiek op 30 November 1922.
Frankrijk
32
25.300
74
60.051
Voorr. Aanv.
Verk.
Voorr.
Spanje
27
46.845
19
30.415
Importeurs:
1 Jan.
tot
tot
Portugal
15
41.857
3
2.369
1922 30Nov.
30Nov.
30Nov.
Italie……….
6.072
18
38.721
H. G. Th
Crone ……..115
5712
5827
–
Oostenrijk-long.
Edgar
&
Co ………….-
2445
2445
Griekenland
1
953
1
453
Van Eeghen
&
Co. ……
–
8499
8499
South Georgia
1
1718
–
–
N.V.HandelenCultuurMij.
Roemenië, BuIg
6
12.085
4
7.336
q.q.Edgar&Co’sHand.
And. Midd. Zeeh
20
43.024
23
49.938
Mij. Soerabaja ……..44
4735
4506
273
Over. Wk. Afrika
4
..4
9.355
4
6.549
Hnd.Venn v/h.Maintz&Co
199
1687
1886
–
Zuid-Afrika
2
9.955
7
21.315
Hand. Verg. Reiss
&
Co
–
124
124
–
Voor4ndië
8
30.030
6
20.557
Van Heekeren
&
Co…..
–
2123
2123
–
Achter-Indië
1
3.476
2
8.735
Hoving & Beer ……….
157
464
549
78
Ned.
Oost-Indië
6
21.357
8
28.322
Int. Handel en Crediet Mij
–
204
204
–
Ahd. Aziat. hav.
8
33.833
14
65.395
Internationale Prod. Cie
348
1753
2101
Australië
8
39.125
3
9.730
Koning, Teves
&
Co. ….-
827
827
Vereen. Staten
48
201.107
41
160.671
Landb. Mij.
64
88
152
–
,,Geboegan”
Canada …….
13
43.097
14
45.783
Mendes, de Jong
&
Co
–
–
95
95
Midden-Amerika
2
6.560
–
–
–
1626
1626
–
A. Merens
……..
Ned. West-Indië-
Mirandolle, Vote
& Co
–
1401.8
13829
189
Ned.
Antillen
2
2.782
– –
Ww. H. Müller
& Co
–
1276
1276
–
Brazilië
3
9.271
1
927
Ned. Mij. v. Overzeehandel
3617
1510
5127
–
Argent.,Uruguay
10
32.677
7
19.123
C. Strauss Evans
–
472
472
–
–
–
1
3.127
W. Tengbergen
& Co
–
390
390
Spitsbergen
–
–
1
165
809
1.884.68
673
Weise
&
Co………….1298
7681
8843
136
Chili …………
Totaal
929.364
Zweedsche Oost-Ind. Cie
173
2368
2541
–
Order………………
–
1284
1284
–
Periode 1 Jan.-
6015
59381
64726
670
30November
1)
8.629 12.317.269
8.691
11.375.387
Nationaliteit.
COPRA.
Nederlandsche
231
339.081
187
269.952
De Copra-markt blijft voortdurend vast gestemd.
Het
Britsche
282
387.500
221
283 832
aanbod van de productie-landen blijft zeer gering.
Duitache
118
120.050 84
59.139
Java
f.m.s…………………
f
29,75
Noorsche
42
55.664
34
51.918
Ned.-Ind.
f.w.s….
………….
.,
29,50
Belgische
2
5.035
6
4.794
27′ December 1922.
.
Fransche
35
42.805
52
44.697
Zweedoche
Deensche
27
5
28.599
10:712
15
3
11.618
4.446
VERKEERS WEZEN.
Vereen. Staten
20
72.103
20
80.492
Andere
47
126.919
51
118.476 SCHEEPVAART.
809 1.188.468
673
GRAAN.
Totaal ….
929.364
L)
1913, 10.555
schepen
met
12.837.792
N. R. T.
–
Petra
Ocles,a
Al!. Kust
Ver. Stalen
San Lorenzo
(Dirkzwager’s
Scheepsagentuur
Maassluis.)
Data
grad
Londen
Rotter
dam
DELFZIJL.
Rotler. Bristo!
Rotte,-
Enge.
R
‘
d
am dam
Kanaal
dam
land
Landen van
October 1922
October 1921
18-23 Dec.
1922
–
14
1
313
281-
281-
herkomst
Aantal
Aantal
11-16
,,
1922
14K
‘
314K
2718
27/8
schepen
N.R.T.
schepen
N.R.T.
‘
–
–
19-24 Dec.
1921
________________
Binnenl. havens.
-_______
–
________
–
2
________
361
20-25 Dec.
1920
–
.
7/_
71-
351-
351-
Juli
1914
11 d.
7/3
1111
1/4
1111
1
1,
121_
121…
Groot-Brittannië
4
5.012
3
1.975
Duitschland ….
6
979
1
7
594
‘KOLEN.
.
Zweden
Denemarken..
6
1
1.034
60
1
27
t
2
1
5.646
466
Cardifi
Oosik. Engeland
Rusland-Oostz.h
2
1.067
.
3
2.777
Bordeaux
Genuo
Port
plala
Rotte,-
Cot!,en-
Data
Finland
4
912
6
1.785
Pa
er
d
0
m
Totaal ….
23
9.064
50
13.604
18-23 Dec.
’22
617K
1013
1116
1118
4/9
71~
Nationaliteit.
11-16
’22
71-
1011
1116
11/6K
4110
7110
,,
19-24 Dec.
’21
619
1213
141-
13/4K
61-
9/
Nederlandsche
10
5.612
10
2.647
20-25 Dec. ’20
111-
.191-
–
–
Britsche
–
–
2
648
Juli
1914 fr. 7,-
71-
713
1416
312
41_
.
Duitsche
10
1816
24
5.209
Zweedache ……
3
636
12
.2.410
–
‘)
Amer. centsp.
100 lbs.
.
‘
Deensche
– –
2
2.690
Graan Petrograd per quarter
van
496
11,8.
zwaar, Odessa per
..
unit, Ver. Staten per quarter
van
480 ll,s, zwaar.
Totaal
.
23
9.064
50
13.604
Overige noteeringen per ton
van 1015 EG.
.
.
,
(.A.
van Dijk).
r’