6 JULI 1922
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Economisch-Statistische
Beri
*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
7E JAARGANG
WOENSDAG 26 JULI
1922
No.
343
INHOUD
Blz.
DE LAND- EN TUINBOUWONCEVALLENWET 1922
II door
Jhr.
Dr. P. A. van ioithe tot Echten ………………
650
Rentabiliteit en Kapitaalsvermindering door Ir. J. van
Dus-
seldbrp
met naschrift door
J. P.
Schaikwijk ……..
.
653
Centraal Verslag der Arbeidsinspectie over
1920
door
G.
deOlercq ………………………………….
654
Werkloosheidsverzekering door
Mr.
E. J.
Morren
met
naschrift door
Mr. R. A. iîockerna ………………
656
Londensche Correspondentie
……………………..
658
De Rijksmiddelen
……………………………..
659
AANTEEKENINCEN:
Suikerproductie der wereld
……………………
660
Kleinhandeisprijzen
…………………………
661
MAANDCIJFERS:
Overzicht der Rijksmiddelen
………………….
661
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
662-668
Geidkoersen.
.
.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr.
G.
W. J. Bruins.
Assis*ent-R&iacteur voor het weekblad: D. J. Wansink.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.
Telefoon Nr. 8000. Postch,èque- en girorekening
Rotterdam No. 8408.
25 JULI 1922.
De geidmarkt bleef ook deze week zeer ruim. Wel-
is’wa’ar ws de .prolong. ie-noteering regelmajtig iets
hooger dan de vorige week 2Y2, 2,1/
4
-2 pOt. en werd
gisteren v..elfs 3
t
3Y4 pOt. genoteerd, maar icht stond
in verband met de storting op de staatsleening, die
ieden moet plaats vinden. Daarentegen hleef •de
noteering voor particulier disconto geheel onver-
anderd. Ook de verlaging van de rentetarieven van
de NederlandicLhe Bank op Dinedag II. bracht daarin
geen v..
.aud’ering.
Bij d1e in
ijvinig op •schatkistpapier, die ‘heden
voor het oerst secievt eenige maanden weder gehouden
werd en waarbij na een zeer lange onderbreking ook
weder jaausbiljetten nu
t
4%’pOt., werden aangebo-
den, werd ingachrerven voor een totaal bechag van
f
194.085.000,—.
Toegewezen werd de geheele gevraagde honderd
millioen gulden en wel
f
68.670.000,— in drie-
maanjdJs’-prom.essen c
f
992,50;- f5.840.000,— in. zes-
maands-promessen .
P f
984,61 en
f
25.490.000,— in
biljetten á
f
1.010,90, zöodat het rentepercentage resp.
ongeveer 2
7
/8,
3 en 3,4 bed.weg.
*
Het iets minder ruim worden van de geldimaaikt,
verooraaakt door de ‘voor de storting op de staatslee-
n.ing uioodii,g gewonden finanojeringsimaatregelen,
sehijnt,de aanieiding.te zijn geweest, ‘dat er voor de
week in meerdere mate con beroep gedaan is op de
Nedea-lanidsehe Bank. Het hoofd beleeningen op den
heden verschenen weoksrtaat geeft althans een stijging
van
f
10,8 mdUioen ‘te viien. Daa’rentogcn nemen de
clieeonteeriugen ondanks tde op 18 deaer iugega’ne
ren teverlaging, met
f
1,8 m’illioen af.
Het bedrag der rechtstreeks bij de Bank geplaatste
sch’atkistpromossnn bleef gelijk; het renteloos voor-
schot a’
.an het Rijk nam met
f
1,2 millioen toe.
De biljettenciroulatiie vertoont cern vrij aanrzjienlijke
dahug
(f 15,7
.milli.oen). Aangezien de rekening-cou-
rant saldi echter tegelijkertijd’ met
f
25,4 miljoen en
de snetaaivoorraad slechts met een kleine
f
300.000,-
‘toenam, liep ‘het besdhikbaar rnetaa’lsaiLdo eenigsuin.s
terug.
S
*
*
De wisselmarkt was de afgeloopen week vrij stil en
de kioerseri. ‘ond’ergingen niet wo boel ‘veel v’eraode-
ring, behalve die van marken en fraines. De vaste
stemming voor marken van ‘de vorige week was weder
geheel vendiwenen ‘en een oogen,blik werd weder op
bert laagste ‘punt vara 48 cents :verh’arn.deld. Daarna
trad een licht herstel in, ‘maar de sitemmiing bleef
flauw. Daarentegen waren franos, aoowel Fr.an,scrhe
als Belgische, ‘vooral in het begin der week opllieniw
niet onaanzienlijk beter.
LONDEN, 22 JULI 1922.
Gedurende de afgeloopen week bestond aan de
geldmarkt een goede vraag; voor daggeld moest
meermalen 2 pOt. worden betaald, doch over het ge-
heel genomen varieerde deze koers tusschen 1/ en
1% pOt.;
7
di.
geld
‘bleef op 134 pOt.
Op Maandag kon het aanbod aan de markt niet
geheel in de behoeften voorzien en een klein bedrag
werd bij de Bank of England voor een week tegen
334 pOt. opgenomen.
De laatste verlaging van de bankrate gaf aanleiding
tot velerlei beschouwingen en hoewel sommigen oor-
deelen, dat met 3 pOt. wel het minimum zal zijn be-
reikt, zien anderen, en zulks op goede gronden, nog
verdere verlagingen met 34 pOt. tegen den herfst en
het voorjaar tegemoet.
Op de disconto markt waren de omzetten beperkt.
Koopers toonden weinig animo en zoodoende kwa-
men de disconto’s iets hooger af:
2 en 3-mnds. bankaccepten 1/io-
7
/8
pOt.
4 ,,
,,
1
7
/-2 pOt.
6 ,,
,,
pOt.
3 ,,
prima handelswissels 234-3 pOt.
–
6
,,
. 11 ,
‘
,,
. .
3-334 pOt.
650
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
26 Juli 1922:
DELAND- EN TUINBOUWONGEVALLEN.
WET 1922.
H.
Krachtens de Land- en Tuinbouwongevallenweft 1922
zijn de ‘arbeiders in de volgens deze wet ‘verzekerings plicJa’tige bedrijven van redhtsiwege
verzekerd
tegen
geldelijke gevolgen van ongevallen, hun in verband
met
de idienstbetrekkjgg ovenkonien. De IStaat ijs zon-
der ‘vooribehond aansprakelijk voor alle iuge’volge de
wet aan de verzekerden en h’u,nine nageiaten betrek-
kingen toekomen,de sehadeloosstellingen. ‘De wet ver-
klaart, de Ibe&rijven van landbouw-, veeho’ude’rij, tuin-
en boseh’bouw vermkertingsplichtig. Ingeval een ‘werk-
gever in rzijne onderneiminig noowel een of meer dezer
beidTijven ‘uitoefent, als een ‘of ‘moer bdrijven, die
krachtens de Ongevallenwet 1921 ‘verzekeringspl.iehtig
zijn, besJist het Bestuur der Rijk’sverzekerjngbaak of
de onderneming in haar geheel ‘zal ‘wordlen geacht ver-
-zelkeringsplicJrtjg te zijn volgens de Ongevallen.we’t
1921, dan wel ‘volgens de Land ‘en Tuinibouw-Onge-
vallenwiet 1922.
Als rwer’lcge’ver wordt aangemerkt ‘ieder natuurlijk
of re’chts’peraoon, die anderen ‘in zijnen dienst ‘heeft
voor de uitoefening van eenigerzekeringsplichtig
bedrijf, dat in de wet ijs genoemd. L’tiibeider is ieder,
die in dienst ‘van ‘den werkgever in een vereekerings-
plichti’g (bedrijf tegen loon werkzaam is, terwijl ‘ook
personen, ‘die wegens hunne ‘on’voltooide ‘opleiding
lo
f
leeftijd nog geene ui’tkeoring al’s vergoeding voor hun
arbeid ontvangen, of die van’ anderen dan ‘den werk-
gever uitkeerinjg’en in ‘geld genieten ‘onder de verzeke-
ring vallen.
‘Inwonende ‘lcindet’en ‘van den werkgever worden
voor de toepassing der wet niet ‘als arbeiders be-
selionwid.
Door deze regeling vallen dus aij, ‘die in andere
rechts-verhouding tot den ondernemer staan Idan in die
van dienstbe’trekking in juridischen zin buiten de ver-
zekering. ‘Bepalingen, ‘o’vereenikorns’tiig aan de artikelen
3 en 4 der Ongevallen,wet 1921 regelen de jverzekering
van ‘land- en ‘tuinbouwailbeidees in, dienst van publiek-
rechtelijke lichamen, onderscheidenlij’k ‘voorzien in bij.
a]gnmeenen maatregel ‘van. bestuur ‘te noemen ge-
vallen ‘in tde ‘verzekering van ‘werkijiddien, ‘die niet in
,,eene onderneming” werkzaam zijn (arbeiders
‘op
:bui
tenplaatsen bijv.). Dat op ‘deze wijize ibereikt zal ‘wo’r-
den dat allen, ‘die voor anderen. Land- en tuinbouw-
werkzaamheden verrichten, verzekerd zijn, meen ‘ik te
mogen bet’vijfelen.
De ‘wet geeft aan ‘op ‘wel’ke ‘scdiadloossteUingen ibij
een ongeval aanspraak .-van verzekerden bestaat. ‘Deze
regeling stemt beh’oiu.dens ééne enkele uitzondering
geheel overeen met die nopens ‘de ‘aanspraken op
‘schadeloosstelling in ‘de On’ge’vallenjwet 1921. De ‘hier ‘bedoelde uisbzond.er±ng betreft den als verplicht voor-
geschreven afkoop door eene ‘uitkeering van 900 maal
de iiitkeering per dag, inget-al ‘de blijvende gedeelte-
lijke ‘on,gesohiktheid’ ‘tot arbeid tien procent of minder
bedraagt.
De werkgever ‘is verplicht, in
depl’o
aangifte te
doen jvan het door hem uitgeoefend bedrijf aan het
Bestuur der RijkgverzeJkeringsb’ank, ‘welk Bestuur om-
trent den ‘verzekerisig’splic’ht (beslist. Ook ‘ambtsh’alve
kan. een ‘besluit omtrent ‘den vereekeringsplich’t ‘door
het Bestuur ‘der Bank worden genomen. Bepalingen,
die ‘overeenkomstig eijn aan die, rwelke de aangifte der
bedrijfsuitoefening (betreffen, gelden ‘omtrent de aan-
gif te ‘eenerr bedzijfsstaih±ng.
De werkgever heeft de onbelemmerde keuze of hij
zich bij een ‘door de Koningin erkende beclrijfsver-
eeniging ‘wil aansluiten, dan wel het risioo der ver-
zekering eljner arbeiders wil ‘laten dragen jdoor de
Rij’ksverzekeriugdbank. Kiest hij liet eerste, dan ‘zijn
de ‘arbeiders in dienst van den werkgever verzekerd
‘bij de betrokken bedrjfs’vereeniginjg, ‘welke geboudien
is aan de bij haar verzekerde arbeiders bij ongeval ten minste dezelfde ‘schadeloosstellingen te vevleenen als
de Rij’ksinste,flin’g volgens ‘de wet ‘verplicht is aan de
bij haar verizeker’de aribeijders te ‘doen. iDe bij eene ‘be-
drijfsvereenigjn,g aain,gesjlo’ten werkgever’ staat ‘buiten
verhouding tot de Rijksvereeker,jngsbanjr, behoudens
dan hetgeen hier’voreu ten opzichte ‘van de ‘aangifte
van hedrjfsuitoefoni’ug en -staking ‘is vermeld. De
werkgever, die niet bij eene’ ‘erkende bedrjfs’vereeni..
ging is toegetreden,
in
‘aangesloten bij de Rijksvenzeke-
–
ringsbank. Als zoodanig heeft hij naar de regelen van
een premiestelsel bij te dragen in de middelen tot
dekking van de ten laste der Rijksverzekeringshatk
komende schadeloosstellingen en administratiekosten,
volgens den ‘maatstaf ‘van ‘een ‘nader vast ‘te stellen
tarief en van het over het betrokken tijdvak door Zijne
arbeiders ‘verdiende ‘loon.
Uit het voorgaande blijkt reeds, dat de uitvoering
der verzekering is opgedragen aan Openbare organen
en aan bijzondere instellingen. De samenstellers van
het wetsontwerp hebben er ontegenzeggelijk naar ge-
streef d ‘deze beide ‘soorten van organen in gelijkberech:’
tigde positie naast elkander te stellen en al ben ik
van meening, dat enkele onderdeelen beter anders wa-
ren te regelen geweest, itooh ‘geef-t mijns ‘inziens de rwet
zonder eenigen twijfel, bij een goede toepassing, de
noodige ruimte voor ontwikkeling en den groei der
bedrjfsvereenigingen.
De wet laat uitsluitend onderlinge vereenigingen
van werkgevers als bedrijfsvereenjgingen tot de uit-
voering der verzekering toe en sluit daarvan winst-
‘beoogend’e ‘instellingen uit. Dc wetgever vereeniigde
zich bij het nemen van dit besluit geheel met het ge-
voelen der bij beschikking van den toenmaligen Min.
van Landbouw, Nijverheid en ‘Handel, van 22 Maart
1913 benoemde Commissie tot het instellen van-een
‘onderzoek naan- ‘de resultaten, svaajrtoe de risieoover-
dracht bij ‘de uitvoering ‘der Ongevalien’wet 1901 heeft
geleid toen’ deze Commissie op blz.. 45 van haar rap-port schreef:
,,Op het ‘gebied der . sociale verzekering behoort, naar
,,het der Coenmissie toesdhijat, aan wi’nstbeoogende orgaai-
,,saties geen plaats te worden ingeruitrnd, tenzij de om-
,,standigheden van ‘zoodaizigen aard zijn, dat haar gemis
,,het weLslagen der ‘verzekering ecu bedrei,gen.”
Van dit laatste is hier geen sprake.
Ter waarborging van de belangen der bij eene be-
drijfsvereeniging verzekerde . arbeiders bevat de wet
een aantal v’oo’rsci.r’jf’ten welke het zeker ‘stellen d!ièr
rechten tot oogmerk hebben. De bepaling dat de helft
van het bestuur eener bedrijfsvereeniging, benevens
‘hunne plaatsv’ervanjgers, tworden ‘aangewezen ‘door ‘den
met de uitvoering der wet belasten Minister uit eene
voordracht, opgemaakt door de werknemersvereenï.. gingen, door dien Minister aan te wijzen, acht ik van
deze voorschriften wel de meest belangrijke. Door de
wijze van -werken der bestaande werkgeversorganisa-
ties toch is bereikt, dat de arbeiders ‘hun vertrouwen
in (fe uitvoering der vrijwillige land’- en tuinbouw-
ougevallen’verzekerjng ‘zijn gaan schenken. Dat Iditeen
algeheeler om,aneJkejr in hunne ‘hoiidinig beteekende,
blijkt wel uit hetgeen ikhiervoren omtrent hunne op-
vattingen in en omstreeks 1909 vermeldde. Het recht
van medebesturen, dat den arbeiders bij de wet is ver-
leend, zal het vertrouwen in de uitvoering der wette-
lijke voorziening door de bedrijfsvereenigingen niet
anders dan versterken. In alle gevallen, waarin zij
zulks ‘wensc.hen, zullen zij een beslissing uitlokken en
zullen zij voor de helft het recht-van medespreken en
den (plicht ‘van meclever’anrtwoordolj’k.aijn heibben. Ik
twijfel niet of.dit zal inedewerken de huidige voorzie-
ning te maken tot eene regeling, die zich bij voortdu-
ring zalverheugen in de bèlangstelling ‘van de betrok-
ken werkgevers en werknemers.
1)
1)
Ter gelegenheid van ‘het in October
1921
te Utrecht
gehouden Congres -‘voor Sociale verzeker,iiig stelde de heer
Duy’s de ‘Ivraag, waarom de ‘becirij’fswereenigiagen in plaats
van organisaties van werkgevers,
waarvan
het bestuur voor
de helft ibestoud uit arbeiders, niet waren vereenigingen
‘van werknemers,
b’tuurd door
werkgevers en arbeIders.
26
Juli
1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
651
Naast het voorschrift omtrent de wijze van samen-stelling van het bestuur der bedrijfsvereeniging houdt
cle wet bepalingen in omtrent hetgeen de statuten
der [bedrij±svereenigiiig nroeten ‘inihoudien. Feitelijk
is deze verplicht voorgeschreven inhoud geen andere
dan die, welken elk statuut eener behoorlijke ver-
eeniging bevat. Helt voorschrift dat de 1vereeniging in
afdeelingen kan worden gesplitst, is om, van be-
lang voor de Oentrale Landbouw-Onderlinge, die naast
twee direct-aangeslotenen bestaat uit 10 provinciale
verzekeringsvereenigiifigen. Ingeval van dergelijke
splitsing is de bepaling omtrent de samenstelling van
het bestuur van toepassing op de afdeelingsbesturen.
Tot zekerheid voor de nakoming harer verplich-
tingen stort de l3edrijfsvereeniging in handen van
het bestuur der Rijksverzekeringsbank een algemeen
pand. Geheel in de lijn, welke de wetgever in de Oor-
iogszeeongevallenwet 1915 en de Zeeongevallenwet
1919 volgde, bepaalt de Land- en Tuinbouw-Ongeval-
lenwet 1922, dat van deze verplichting geheel of ten
deele vrijstelling nal hunnen ‘worden ‘verleend, ‘indien
in de statuten der bedrijfsvereeniging’ wordt bepaald,
dat de leden onderling voor de schulden der vereeni-
ging aansprakelijk
zijn
en nog een jaar na hun uit-
treden ‘als lid’ aansprakelijk blijven.
Voorts is de bedrijfsvereeniging verplicht om bij
elke toekenning van eene blijvende rente in handen
van het Bestuur der Rijksverzekeringsbank een pand
te storten ter waarde van de contante waarde dier
rente.
De wet laat aan de regeering over,
bij
algemecneu
maatregel van bestuur vast te stellen, hoeveel werk-
gevels ten ‘tijde der erkenning tot
de
vereeniging
moeten zijn toegelaten en hoeveel loon deze werk-
gevers aledian. te zamen moeten •uithetacIen. Het, komit
mij voor, dat het een verre van onbelangrijke zaak is,
Ik vooi- mij heb deze vraag als niet analer,s beschouwd dan
als een ‘handig dabaciteertrueje van den spreker, ‘dat ge-
heel paste in een betoog, dat slechts de strekking bad bij
zijne toehoorders aijgwaau te wekken tegen een toeiimaals
ter sprake zijnde actie inzake riekteveiuekering, meer
bekend geworden als het plan Posthunza-Knpers. In allen
ernst wendt de vraag herhaald in de nota van het lid der
Ecrte Kamer, d.en heer W’itter.t van Hoogland in zijn bij
het eindverslag der ‘Commissie van Rapporteurs gavoegde
nota. Met iwijlen zekeren Laoeoön, of om een recenter voor-
beeld te noemen, met ,,Nemo” iinhet Ailgemeen Handelsblad
van 16 April jI., z-ocpt ‘de heer Wittert van Hoogland uit: ,,quidquid id est, tiinieo Dauaos et dona ferentes.” Toch is
dit wwntruwcn in het geschenk des wetge-vers aan de land-en tuinbouwn.r,beiders misplaatst. Het feit dat het ‘de
werk-gever
is, die de koeten der verzekering betaalt, verklaaj-t
dat het de
‘werkgevers
zijn, uit wie de ‘bedrjfsvereenigi,ng
bestaan moet. Immers het privaatreohtelijk lichaam, dat be-
drijfsvereeniging heet, mOet, wil het van de werkgevers
kun bijdragen in idie koeten kunnen vorderen, in eene
zekere rechtscverlivuding tot de contr.iJhu.abel•en staan. De
geëigende vorm daartoe is de vereenigingsv’o’i-im. Hierin ligt
voor de werknemers geenerlei gevaar, immers cle hun toe-
komende sehadeloosstellingen baseeren zich op de wet. Dat
de belangen der arbeiders door eene vereeniging van werk-
gevers ‘bevorderd worden, ook dan, wanneer de wetgever die belangen nog tijdelijk verwaarloosde en de ambtelijke
bemoei.ing niet baatte, blijkt uit alles, wat ik hieiworen
omtrent de Landbouw-Onderlinge en Tuinbouw-Onderlinge
vertelde. Het ‘bestaan der aanvullende verzekering ‘van de
Centrale Werkgevers Risico-Bank is hiervan een ander
voorbeeld. Vrijwillig rwer.d daardoor door aangeslotenen dier
instelling voorzien in eene leemte in cle verzekering krach-
tens de Ongevadlenwet 1901, welke leemte daarin bestond dat, wilde een getroffen arbeider aanspraak op schadeloos-stelling hebben, verband moest bestaan tussehen het onge-val en de uitoefening van het v.erzekeringsplichtig bedrijf.
Werd de arbeider ‘getroffen ‘bij het verrichten van werk-
zaaniheclen, behooreude tot den bouw in eigen beheer of bij
het behulpzaam zijn aan het mondeeren eener nieuwe
machine, dan kon hein krachtens de wet geen uitkeering
worden verleend, omdat de bedrijfsuitoefening, waarmede
het ongeval verband moest houden, ten aanzien van het
nieuwe gebouw of de nieuwe machine nog niet ‘was aange-
vangen. Eerst zes jaren na het in werking treden dier aan-
vullende verzekering der Risico-Bank ‘werd door den wet-
gever in deze leemte voorzien.
waai- de grenzen zullen worden getrokken, die d’e te
erkennen ibedrjfsvereen.igi’ng nam Ibeneden niet ‘mag
overschrijden. In de Memorie van Toelichting werd
zulks in dezelfde mate ingezien; ik lees toch op pag. 5 dier Memorie, dat
,,de waarborg, dat de bedrijfsvereeniging’haar ctaak naar
,,behooren zal rvervuillen, niet alleen kan worden gevonden
,,in de verschillende panden, welke de ‘bedrjfsvereenigi.ng
,,verplicht is te storten, maar mede zal moeten worden
,,gezooht ‘in het stellen ‘van niet al te ‘lichte ‘eischen nopens
,,den omvang ‘van het ‘bedrijf der vereeniginig.” ,,’Vereeni-
gingen’, zoo gaat de steliler van het onderwerpeljke stuk
voort, ,,waaiibij slechte een bescheiden aantal werkgevers
,,zijii aangesloten, bieden niet denneliden waarbor.g voor
‘een deugdelijk beheer, als .’vereenigingen met een groeten
,,kring van aangeslotenen.”
Enkele Kamerleden drongen er evenwel op aan de
grens niet al te hoog te stellen, ten einde niet alle
kleine bedrjfsvereenigingen uit te sluiten. Hun plei-
dooi ten bate dier plaatselijke kassen is gebaseerd op
de goedkoopte der jaarlijksche afrekeningen van en-
kele dier kassen, doch dit argumend valt hun uit de
hand, wanneer men daartegenover stelt, dat uit niets
blijkt dat de voorwaarden, waarop door de bedoelde
kassen verzekerd wordt, dezelfde zijn als die der Land-
bouw-Onderlinge, waarmede zij worden vergeleken.
Integendeel de
practijk
toonde wel aan, dat van een
behandeling ‘der vevzeker&n op den ‘sc>et, als thans
wettelijk is voorgeschreven, bij dergelijke kassen veelal
geen sprake was. Bovendien heeft nog wel eens een
voor die kassen gunstig toeval, in verband met een
gering aantal jaren wei-ken en een klein aantal ver-
zekerden een rol gespeeld.
Evenwel de Minister heeft in zekere mate aan de
geuite wen,schen ‘voldoening gegeven, i:mcmers in ‘de
Memorie van Antwoord wordt verldaard
• ,,dat het geenszins zijne bedoeling ‘was alle kleine be-
,,drijfsvereenigingen uit te sluiten. Hij had integendeel het
,,00gmerk de eischen voor toelating zoodanig te stellen dat
ook vereenigin,gen van niet ad te ‘beperkten omvang voor
,,ei-ken.niug in aanmerking kunnen ‘komen. Hoewel ‘voor
,,zich meer gevoelende voor uitgebreide en idaardoor kracb-
,,tige organisaties, bestaat er ‘bij den ‘Minister geen over-
,,,wegenjcl bezwaar tegen ‘vereenigingen van meer beschei-
,,den afmetingen, aangezien ‘de verplichting tot het stellen
,,van het pand, als bedoeld in artikel 17, voorts de werplich-
,,tingen, geregeld hij artikel 25 (panden ter zake van blij-
,,vencle renten) en ten slotte het door den Raad •van Toe-
,,zicht uit te oefenen toezicht, voldoenden rvaaiiborg geven,
,,cla.t ide toegelaten bedrjfsvereenig.ingen haar taak naar
,,’behooren -vervuilen.”
Ik vermag niet anders dan een zekere controverse te zien tussehen beide bedoelde Regeeringsstukken.
Met behoud van allen eerbied voor de jongste zien s-
wijze van den Minister komt het mij voor, dat zijn
eerst gedateerd inzicht in deze zaak juister was. Even-
min als de kleine plaatselijke kassen hebben bijge-
dragen tot het algemeen succes der vrijwillige onge-
valdenvervzdkering, biedt hunne gestie voldoende waar-
borgen ten aanzien der wc’tteljke regeling. Aan het
fei.t van de erkenning van een aantal plaatselijke kas-
sen, zij het dan ook gevolgd door een slechts betrek-
kelijk kort bestaan dier instellingen, is in zooverre
eenig gevaar verbonden, dat een zeker gebrek aan een-
heid van uitvoering der wet in den aanvang liet ge-‘
volg dezer verbrokkeling kan wezen. Van sommige der
tegenstanders ‘van (het stelsel der gedeelde uitvoering
is te verwaehten, idat zij
met
zekere gretigheid een der-
gelijk gebrek ‘aan eenheid ‘zuilen rwij’ten aan het ‘systeem
zelf, in plaats van de fout te zoeken bij een wetsappli-
catie, die met het stelsel niet noodwendig samenhangt.
Behoudens enkele voorschriften bijv. betreffende de
samenstelling van een reglement, dat de goedkeuring’ van den met de uitvoering belasten Minister behoeft, betreffende het aanleggen en geregeld
bijhouden
van
een ledenregister en het doen van xnededeeling van
toekenning of
wijziging
van renten aan het Bestuur
der Rijksverzekeringsbank zijn de bedrijfsvereenigin-gen vrij in de wijze, waarop zij haar bedrijf wenschen
in te richten. 1
–
let onderzoek der voor haar rekening
652
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Juli 1922
komende ongevallen, de toekenning en uitbetaling der
doer haar .verschuidi’gde schadeloesstelliugen en het be-
rekenen der door de aangesloten werkgevers ver-
schuldigde bedragen geschieden overeenkomstig het
eigen inzicht der bedrijfsvereenigingen.
Het toezicht op de uitvoering der verzekering door
en de toestand en het beheer van de erkende bedrijfs-
vereenigixigen zijn opgedragen aan een Raad ivan Toe-
zicht, bestaande uit een Voorzitter en 9, 1 of 15
leden, door de Kroon te benoemen en wel voor een
derde deel uit een voo’rdï’acht, ‘opgeinraakit dor werk-
gversvereniiginJgen, en voor een derde deel uit een,
op’geim.aakt ‘door we knemersvereeniigingen, Ibeide soor-
ten van vereeinigiingen aan ‘te ‘wijzen door den Minister,
die met de uitvoering der vet ‘is belast. Dit College
adviseer.t de Kroon otmta’en’t d’e erkenning, weigering
tot of intrekking van de erkenxi±oig ‘v’an cle hecirjfs
vereenigingen en goedikeur’ing ‘van hare statuten en
reglementen en de wijzigingen daarivan. Voovts heeft
de Raad het recht door een uit zijn midden aaugeiwe-
zen co,munissie of door deski.nrdigen to allen tijde hare
boeken en bescheiden ite doen oncie,nzooken.
Zeer veel overige artikelen meen ik onbesproken te
mogen laten, omdat zij of geheel of nagenoeg geheel
overeenstemmen met de overeenkomstige bepalingen
der Ongevallenwet 1921, die aan de meeste lezers van
dit tijdschrift wel bekend zal zijn.
Eene korte
afzonderlijke
bespreking zou ik alleen
nog willen wijden aan de regeling van het beroep en
die betreffende de adlministnatieikosten ‘der Rijksyer-
zekeringsbank.
Door de Regeering was voorgesteld dat over de be-
slissing van het Bestuur eener Bedrijfsvereeniging
betreffende aanspraken op schadeloosstelling van voor
rekening der Bedrijfsvereeniging verzekerde arbeiders
in hooger beroep zou worden geoordeeld, door eene
Centrale Commissie van Scheidslieden. Naar de mee-
ning der Regeering kon, aangezien de Bedrijfsvereeni-
gingen privaatrechtelijke lichamen zijn, van hare be-slissingen geen beroep openstaan op den administra-
tieven rechter. Op het voorbeeld van artikel 40, eerste lid, letter c, der Invaliditeitswet, was de eisch gesteld,
dat door de Bedrijfsvereeniging een regeling werd ont-
werpen, ‘welke waarborgen geeft
‘vOOr
het ‘verkrijgen
van billijke beslissingen bij ‘geschillen ttusschen haar
en verzekerde arbeiders en hunne betrekkingen. Het lag in cie bedoeling ‘van den Minister liet reglement
der Bedri.jfsvereenigingen alleen dan goed te keuren,
iidien daarbij werden ingesteld naar ‘het beginsel van
pariteit samengestelde schQidsgerechten. Volgens deze
Regeeringsvoorstellen zou derhalve
bij
de Landbouw-
Onderlinge de regeling van het beroep in handen van
de in de verschillende provincies rechtsprekende com-
missies van scheidslieden, met hooger beroep op eene
Centrale Commissie van Scheidslieden, wettelijk wor-
en gesanctionnee’rd.
Het hoofdbezwaar tegen deze regeling, hetwelk zijne
uiting vond in een amendement van den heer Beurner
en andere leden der Kamer, betrof de moeilijkheid,
dat de zekerheid dat de wet op uniforme wijze in het
geheele land zal worden toegepast naar het oordeel
dezer leden geheel ontbrak Naar de meaning dr
voorstellers beston.d er geen de minste zekerheid dat
de Hoofdcommissie van Scheidslieden, die heeft
recht te spreken over de beslissingen der Bedrijfsver
eenigingen, zich zou richten naar de jurisprudentie
van den OentraJen Raad, die ‘recht spreekt over de be-slissingen ‘van het Bestuur der Rijksverzokeringsbank.
Tevergeefs werd door den heer Van Raprpard erop
gewezen, dat vooreerst de bij de Zeeougva1Ienwet 1919
getroffen regeling, welke eveneens zeker gebrek aan
eenheid van nechtspraak kan teweeg brengen, in de practijk daartoe niet heeft geleid. Een voordeel van
de door de Regeering voorgestelde regeling achtte de
heer Van Rappard het, dat ook in hooger bëroep wordt
recht gesproken door een college, dat paritetisch is
samengesteld. Derze sprek€r wees erop, dat ‘de werk-
nemers, ‘blijkens hc,tgc-en hij de fbediandeling der ‘zaak
in den Hoogen Raad van Arbeid tot uiting kwam,
meer vertrouwen in een dergelijke jurisdictie stellen
dan in de rechtspraak van een college, dat uitsluitend
uit juristen bestaat. Vooral wanneer het geschilpunt
de mate van invaliditeit betreft, achtte de heer van
Rappard het juister, dat vakmenschen de zaak van den
•kiager beoordeelen. Dat scheidsmannen als goede man-
n’en naar bi]dijkheid reehts’preken, achtte het hier aan
het woord zijnde Kamerlid een meer bevredigende op-
lossing der zaak.
Hoewel ook de Minister herinnerde aan de voor-
keur, door werkgevers en aTheiders
hij
de ‘behandeling in ‘dien bogen Raad van Arbeid gegeven aan eiene uit-
schakeling van de Raden van Beroep en den Centraleri
Raad -van Beroep ‘en eene ‘vervanging dier colleges
door scheidsgerechten, verklaarde
hij
tegen aanneming
van het amendement Beumer geen bezwaar te hebben.
Bierna wordt dit amendement, hetwelk de strekking
had over de beslissingen van het bestuur eener Be-
drijfsvereeniging betreffende aanspraken op schade-
loosstelling van voor rekening der Bedrijfsvereeniging
verzekerde arbeiders in hooger beroep te doen oordee-
,len door den Centralen Raad van Beroep, met 55 tegen 18 stemmen aangenomen. De ‘wet bepaalt thans duide-
lijk – ik geef toe, dat in het oorspronkelijk Regen-ringsvoorstel deze zaak formeel niet buiten twijfel
stond – dat de rechtspraak in eersten aanleg tea aan-
zien van de beslissingen van het Bestuur der Bedrijfs-
vereenigingen zal worden toevertrouwd aan Commis-
sies van Scheidslieden.
Ten slotte een enkel woord over de administratie-
kosten der Rijksverzekeringsbank en de oninbare pre-
miën dezer instelling. De eerstgenoemde kosten kwa-men volgens het oorspronkelijk ontwerp ten laste der
bedrjfs’vereenigingen, ‘voor zoo’ver izij ‘voor de – Rijks-
venzekeringsibanh ‘verbonden waren aan de uitvoering
der in deze wet geregelde ‘verzekering door de
bedrjfsvereenigingen. Nadat tegen deze regeling be-
zwaren waren geopperd in het Voorloopig Verslag,
mitigeerde de Minister de kracht der bepaling, die
voor de bedrijfsvercenigingen ook al in zooverre on-
billiji was, dat zij op de totstandkotmin’g der adm,ini-
stratiekosten geen invloed konden uitoefenen, door de
jaarljlcsche bijdragen der gezamenlijke bedrijfsvereeni-
gingen te beperken tot
f
25.Cr0,—. Ofschoon hierdoor
in belangrijke mate aan de bedoelde bezwaren is tege-
moet gekomen, ‘blijft mij de hijidijge regeling in princi-
pe onjuist voorkonren. De hed’rjfevereeuigingen ‘zijn
volgens de wettelijke regeling de geij’kbereohti’gd’en der
Rijksverzekeringsbank. Waar derhalve aan deze instel-
ling zelve geen toezicht op de bedrjfsvereeniging kan
worden opgedragen, houden de bemoeiingen der Rijks-
verzekeringsbank, welke voor haar verbonden zijn aan
de uitvoering der verzekering door bedrijfsvereenigin-
gen, alleen ‘verband ‘met het toezicht, uit [to ‘oefenen
door den Raad van Toezicht. Dat de wetgever de rege-
ling der l
an
db
ouw
-o
n
gevallenverzekering aan zich
trok, bewijst dat hij haar als eene zaak van algemeen
belang ‘beschouwde. Het toezicht op de juiste ruitwoe-
ring der wet wordt daardoor gestempeld tot een toe-
zicht, in het algemeen belang uitgeoefend en daarom meen ik dat de kosten van dat toezicht voor rekening
van den Staat dienen te komen.
Dat de oninbare premiën der Rijksverzekeringsbank
ten laste dezer instelling èn ‘van de bedrjfsvereenigin-
gen komen, vindt haar grondslag in de overweging
dat de Rijksverzekeringsbank alle risico’s, welke niet
bij eene bedrjfsvereeniging worden ondergebracht,
moet aannemen. Dat hieruit voortspruit, dat de be-
diijfsvereenigingen naar billjkheid met ‘het risico van
onverhaalbaa.rheid der aan de Rijksbank verschuldigde
premiën mede moeten worden belast, zie ik niet in.
De .oninhaarlhei’d der rpremiën is goeddeels te danken
aan het systeem der Rijksverzekeringsbank de premie
na afloop van het betrokken tijdvak te vorderen in
plaats van ,,per praenumorando”, gelijk elke andere
verzekeraar doet. De gevolgen van die fout dient de
Rijksinstelling naar
mijn
oordeel zelf te dragen.
26 Juli 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
653
1
Wanneer men zich nu afvraagt, welke beteekeijis
aan de totstandkoming van de hiervoren besproken
wet moet worden gehecht, dan valt het eerst de aau
dacht op liet feit, dat hij de huidige regeling odk in
den vervolge aan het particulier initiatief eene be-
langrijke plaats is ingeruimd. De bolanghbhenden, die,
gelijk ik reeds opmerkte, hun tijd en krachten tot nog
toe zonder vergoeding aan de vrijwillig op zich geno-
men taak wijdden, zullen hunne medewerking aan de
ongevallen-verzekering kunnen blijven geven. Dat zal
mijns inuieris in grnnte mate bijdragen tot de pop’uinri
seering van dezen tak rvan ‘sociale “venzekering. De lie-
drijfsvereenigingen zullen van hare bestaande orga-
nisatie gebruik maken om een snelle aanpassing vak
de betreffende bedrijven aan de wettelijke regeling te
bewei1kste’lligen en hare gedecenhraiiseerde ‘wize van
uitvoering zal het mogelijk maken, ook in den vorvolge
de behandeling van ongevallen en de schadeloosstel-
ling van verzekerden op de snelste wijze te doen plaats
vinden.
Ik wees er reeds op, dat de practijk naar alle waar-
schijnlijkheid nog wel zal aantoonen, dat er zekere
]ecmten in de wettelijke regeling bestaan. Gelet op de
wijze, waarop de Centrale Landbouw-Onderlinge. de
Tuinbouw-Onderlinge en de Boerenherverzekering tot
nog toe hare taak opvatten, is te verwachten, dat zij
ook thans niet zullen nalaten eventueel gebleken leem-
ten op doelmatige wijze aan te vullen. Ook dit zal
wederom aantoonen, hoe nuttig het is, dat het parti-
culier initiatief ten deze aan de uitvoering der wet
kan medewerken.
Maar naast dit alles, wat ik zou willen rangschikken
onder Jb meer ienhtstreeksche betieiekenis ‘van deze
wet, staat de vraag welke zeer belangrijke gevolgen het
stelsel van uitvoering van het onderhavig gedeelte der
sociale verzekering moet hebben voor de oplossing van
het reorganisatievraagstuk der sociale verzekering.
Het sP
,
reekt van,zeH dat, gelijk de Minister van. Arbeid
opmerkte in zijn.e notd naar aanleiding van het Eind-
verslag van de Commissie van Rapporteurs (Eerste
Kamer) ,
j
een on,veranderlijk reakt door ‘aanneming van
dit wetsontwerp niet geschapen wordt, doch dat de
toekomstige wetgever volle vrijheid bezit om, indien
hij tot de overtuiging mocht geraken dat eene behoor-
lijke uitvoering der verzekering uitslüitend langs
ambtelijken ‘weg ‘kan, worden verkregen, die overtui-
ging in de positieve wet tot uiting te brengen.” Dit
doet echter niets toe of af aan het feit, dat niet de
aanneming van het wetsonwerp zelve, doch wel de
wijze van uitvoering der wet door de bedrijfsvereeni-
gingen, ten deze beslissend zal wezen. Blijkt, dat het
onderhavige stelsel van uitvoering in de practijk tot
beter resultaten leidt, dan dat der andere verzekerings-
wetten, dan mag verwacht worden, dat de toekomstige
wetgever voor dit feit de oogen niet zal sluiten en in
de positieve wet de overtuiging zal tot uiting brengen,
dat eene behoorlijke uivoering der geheele sociale ver-
zekering niet anders kan worden verkregen dan door,
ooals de Minister in de Eerste Kamer zeide, ,,de
menschen het zelf te laten doen” en de Staat slechts
aanvullend te laten werken, voor zoover het particu-
her initiatief de betrokkenen niet bereikt.
De vraag mag worden gesteld of
bij
een dergelijke
oplossing van het organisatievraagstuk nog wel plaats
is voor do Raden van Arbeid in hun tegenwoordigen
vorm en zij de hun in de Radenwet toegekende auto-
nome positie zullen moeten behouden.
P.
A.
VAN HOLTHE TOT ECHTEN.
RENTABILITEIT EN KAPITAALSVERMIN-
DERING.
Onder bovenstaand hoofd somt de heer Sehalkwijk
in No. 339 van dit tijdschrift de voordeelen op van
ke pitaalsvermindering bij naamlooze vennootschappen
met groote verliessaldo’s.
Het
zij
mij vergund ook op de nadeelen te wijzen.
Volgens den geachten
schrijver
is het beter de nader
te behalen winst uit te keeren, dan deze te doen strek-
ken tot opverdiening van het tekort. Dat het lâatste
niet strekt tot verbetering der oeconomische toestan-
den, zou geen betoog behoeven.
Ziehier een ingewikkeld oeconomisch vraagstuk,
welks oplossing wel
degelijk
betoog behoeft en waarbij
m.i. vrijwel vaststaat, dat het uit een oeconomisch
oogpunt beter is te trachten het verlies te herwinnen,
(door opsparing van de verdienste) dan het verlies te
beschouwen als kapitaalsvernietiging en zich tevreden
te stellen met de opbrengst van het overgeblevene.
Herhaaldelijk wordt er door den
schrijver
op ge-
wezen, dat kapitaaisvermindering in het voordeel van
aandeelhoudérs is. Vergeten wordt echter, dat aan-
deelhouders slechts een deel van de (over) winst ont-
vangen. Soms is dat deel na aftrek van winstbewijzen, oprichtersaandeelen, tantièmes van Raad van Bestuur,
gedelegeerden, commissarissen, directie, slechts 50
pCt. (in enkele gevallen zelfs nog minder).
Bij kapitaalsreductie ontvangen aandeelhouders
alsdan slechts de helft van de overwinst op het ver-
kleinde kapitaal, welke helft wordt uitbetaald; terwijl
anders de geheele winst aan hen wordt toegekend,
welke toekenning zich in de innerlijke waarde van
hun aandeelen terugvindt. De naamlooze vennoot-
schap zelve keert in het eerste geval de winst uit,
terwijl deze winst in het tweede geval in de zaak blijft
en uitbreiding (herwinning van het verloren terrein)
mogelijk maakt.
In het algemeen is kapitaa]sreductie dan ook voor-
deelig voor tantième-trekkenden en nadeelig voor aan-
d eelhouders.
Terecht merkt echter de
schrijver
op, dat elk geval
afzonderlijk moet beschouwd, worden. Een algemeene
regel is dan ook niet te stellen.
Dat men echter bij kapitaalsreductie zoowel met de
na- als met de voordeelen moet rekening houden, is
cle strekking van dit betoog. J.
VAN DUSSELDORP.
Juli 1922.
De ‘hoeren Patijn, van Notten & Co. schreven in
‘hun heirrsbericht No. 135 o.an.:
,,Er ligt zeker iets aautrekkelijks in de gedachte om
de lei meteen flink schoon te maken. En de positie van
een aanzieelhou.cier, die jaar op jaar van gemaakte winsten
niets uitgekeerd krijgt, schijnt ook verre van ‘benijdens-
waard. Toch zal menig bestuur zich op dit oogeablik nog
wel dubbel ‘bedenken, adeer het met een plan tot lcaipitaals-
reductie voor den dag komt.
Het duidt toch geen tegenspraak, dat “vij ‘thans nog mid-den in de muddie ziten. Welke zorgen baart het ‘niet om
onverschillig of ‘er ‘een na- dan wel •een voordeelig saldo
zal moeten ‘worden geconstateerd – in de tegen.woerdige
nog ‘hoogst onzekere toestandea, een juiste inventarisatie
te verkrijgen! Velen, ‘die het vorig jaar na norgvuldige
taxaties ‘en berekeningen meenden een balans te hebben
getrokken, waarin met alle mogelijke ongunstige gdbearte-
niezen in de toekomst rekening twas gehouden, moeten
thans erkennen dat het ontworpen beeld toen nog te gun-
stig ‘was. En inmiddels ontbreekt hun toch nog ‘de moed om niet reorganisatie-voorstellen te komen. Ze mochten
straks eens blijken toch nog niet voldoende te zijn.
De rekening af te sluiten met een verliessaldo, ‘wellicht wat
krap of ‘te ruim genomen – ‘dat is sninder. IMaaT op een
verliescijfer alleen kan men geen kapitaaisreductie basee-
ren. Men moet dan de ‘toekomstmogelijkheden van zijn be-
drijf klaar voor zich zien, om daarnaar de waarde van
zijn ‘activa ‘af te meten. Taxatie van grondstoffen min of
meer onder dan marktprijs, ‘reserves voor dubieuze debi-
touren zijn voor een reorganisatie op aichzelf nog te wan-
kele grondslagen.
In het algemeen gesproken schijnt het restauratietijd-
perk nog niet aangebroken.”
In No. 136 merkten ‘zij o.a. het ‘volgende op:
,,Afboeking van al,le verliezen, om liet ‘uitkeeren van winst
weer mogelijk te maken, dat Ibeteeken’t tevens het weer
ontsluiten van een verstopte ‘bron voor belastingheffing.
Men kan nu wel
als volk
doen wat de vennootschap onder-
neemt, als zij ‘haar verliezen op haar aandeelenkapitaal af-
654
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Juli 1922
schrijft en dus als ‘feit stellen,, ‘dat de tnationale rijkdom
op zeker ‘moment niet meer F1. a bedraagt, maar F1. a—c.
Al ‘wat ‘men dan een jnk’r later ‘meer ‘bezit dan a—c heet
dail weer ‘winst en voor de ‘belastIngen is dan weer een
schijn’baar hechte basis gereed. MaaT feitelijk haalt men
zoo toch langzaam slechts de vroegere kapitaaisverliezen
in, een herstel, dat vlugger of langzamer gaat
:naar
gelang de individuen en ‘de Staat zich voor hun noo’dza’keijk on-
•derhoucl grootere dan wel geringere ci in het geheel geen
‘beperkingen opleggen.
Dit in ‘het oog vattende, schijnt er voor alle betrokken
partijen niets heilzamer te sijn, dan dat die enaamganarne
verliescij’fer.s, zoowel ‘hij vennootschaippeu als hij indivi-
dueele ondernemers nog maar eenige jaren op de lei blij-ven staan en dat men niet te haastig is met de spons. On-
getwijfeld, er kunnen gevallen aijn, ‘waarin de aard van
het bedrijf afschrj ving van kapitaal binnen niet te langen tijd noodzakelijk maakt, terwijl er oo!k izijn – ‘helaas niet
weinige – waarin herstel van den vroegeren toestand
redelijkerwijze niet meer te verwachten is. Maatschappijen,
die de helft en meer van haar kapitaal hebben ingeboet,
doen stellig het best, haar balansen niet de werkelijkheid in overeenstemming te brengen, zoodra ‘de tijd daarvoor
Inderdaad rijp te achten is. Maar waar het kapitaal ver-
moedelijk binnen enkele jaren weer geheel intact te ma-
ken is, late men de verliessaldi ‘voorshands rustig in het
debet prijken.”
N a s c h r i f t. Met genoegen las ik bovenstaande
beschouwingen van den heer J. van Dusseldorp over
mijn artikel in No. 339 rviana dit blad; deze ‘bescliouw’iu-
gen zijn grootendeels een aanvulling van hetgeen ik
over dit onderwerp schreef.
Nadeelen, verbonden aan uitkeering van winst,
tegenover het ,,inverdienen” van het door verliezen
ontstaan tekort, zijn er zéér zeker, en zelfs meer dan
de heer Van Dusseldorp aangeeft, o.a. zal er belasting
moeten worden betaald over de ‘winst, wanneer deze
wordt uitgekeerd terwijl de winst zoolang zij wordt
aangehouden, belastinigvrij is.
Vooropgezet mijn stelling, dat
elk geval op zichzelf
dient te worden beschouwd,
m.a.w. moet worden over-
wogen, of de factoren, die kapitaalsafschrijving een
nuttig effect geven, aanwezig zijn, meen ik dat het
oecon’omisch juist iis, zoo mogelijk aan aandeelhouders
rente van het in ‘de Naa’mloo’ze Vennootschap belegde
kapita’ad te verzekeren, rente ‘wuarever tzij zelf kuitnen
beschikken, anders ‘schrikt men heb particulier ‘kapitaal,
dat voor de exploitatie van de verschillende indus-
‘t.r’ieën en culturen noodiig ‘is, af, want degene, die hij
de oprichting aandeel neemt, verwacht principieel een
rendement van zijn kapitaal, en richt daarnaar zijn
uitgaven in. Dat het ,,uit een oeconomisch oogpunt
beter is te trachten het verlies te herwin.nen, dan het
verlies te beschouwen als kapitaalsvernietiging, en
zich tevreden te stellen met de opbrengst van het
ovegeblevene” ben ik met den heer van Dusseldorp
alleen dân eens, wanneer heb overgeblevene aiet toe-
reikend is, om de zaken met succes te drijven, wat
ik dan ook reeds in mijn vorig betoog vermeldde.
Wat ZEd. bedoelt met het bezwaar ,,dat
bij
kapitanis-
vermindering de aandeelhouders slechts stel 50 of 60
pOt. van die winst ‘ontvangen, is mij niet geheel
duidelijk. Ten eerste ontvangen aandeelhouders toch
steeds een eerste rente over het kapitaal, en daarna
50 of 60 pCt. van de overwinst, (van de resteerende 50 of 40 pOt. is ook weer een deel eigendom van de
aandeelhouders in den vorm .’an reserve enz.).
Wanneer de winst in mindering van het debet der
winst- en veriiesrekening komt, en dus niet wordt nit-
ekeerd, dun wordt wetliswaar zooals de heer v. D. zegt
,,de geheele winst aan de aandeelhouders toegekend,
welke toekenning zich in de innerlijke waarde van
hun aandeelen terugvindt”, maar daarmede is de aan-
deelhouder geenszins gediend, en ,om die winst te
realiseeren, ‘(‘wandeer hij daarmede zijn ‘bakker en
slager wil (moet) ‘betalen), zal hij ‘zijn aandeel moe-
ten verkoope, en hij zad ‘bevinden, dat in 90 ‘van
cle 100 gerra.Uen iht ,,terug4rinden van winst” ge-
heel nominaal is, om niet van veel erger te spreken.
Dat kapitaalsreductje voordeelig is, (kan zijn) voor
tantième-trekkenden is juist, maar dit is in vele ge-
vallen volstrekt niet onbilljk, en wdr het tot onbil-
lijkheid zou leiden, is daaraan best een mouw te pas-
sen, doch dat het nadeelig zou zijn voor aandeelhou-
ders, is een uitspraak, die ik meen dat evenmin juist
is, als die, ‘dat het aanibevuling zou ‘veirdienien ide kapi-
taaisvermindering in alle gevallen toe te passen. Dc
strekking van het betoog van den heer van D. is, zon-
als ZEd. zegt, ,,dat men bij kapitaalsreductie zoowel
niet de na-, als met de voordeelen rekening moet hou-
den”, en daarmede was en ben ik het meer dan vol-
komen eens, en zou het ook niet anders willen. Slechts
wanneer tusschen de voordeelen en nadeelen een
,,batig saldo” overblijft, dan is de kapitaalsvermin-
dering geboden, en daarom juist merkte
ik op, dat elk
geval afzonderlijk moet worden beschouwd.
Trouwens aan elke handeling in het bedrijfsleven
moet deze vergelijking voorafga,an, en moet de ‘balans
van het vdbr en tegen worden opgemaakt.
Een opmerking zij mij nog vergund naar aanleiding
van hetgeen de heeren Patijn van Netten & Co., in
hun beursberichten No. 135 en 136 in vdrband met
hetgeen ik opperde, schreven. Ook
‘ik zou
ka’pitaals
vermindering slechts dan willen ‘doorvoeren, wanneer
met vrij groote zekerheid het eind van de crisis (voor
de onderhavige vennootschap) als feitelijk kan wor-
den beschouwd, en bij de kapitaalsverxnindering moe-
ten de activa ook op een zeer safe basis worden ge
waardeerd. Zoolaug men ,,midden in de tnsu’ddle zit” is
het natuurlijk niet aan te bevelen, alleen al omreden
men de nieuwe balanswaarden niet kent. Het heeft
ook geen zin, die zaken, welke geen levensvatbaarheid
hebben, kunstmatig te ,,reorganiseeren”, men doet
goed, die hoe eer hoe beter te liquideeren; het kapi-
taal, dan daarvan bij liquidatie nog terer’ht komt, kan
beter besteed worden. Wat in beursbericht No. 136
omtrent de belastingen wordt opgemerkt, behoort zeer
zeker tot de nadeelen der eventueele kapitaalsvermin-
dering, doch m.i. een nadeel, dat bij de voordeelen ten
achter staat. Ook ,,waar het kapitaal
vermoedelijk
bin-
nen enkele jaren weer geheel intact te maken is, late
men de verliessaJdi ‘voonshan.ds rustig in het debet”.
Ook daarmee ben ik het volkomen eens, en ik kom
weder tot de praemisse, ,,elk geval moet nauwkeurig
op zichzelf beschouwd worden, en met koopmansbeleid
behandeld worden.”.
Ik dank zoowel den heer van Dusseldorp, als de
heeren Patijn van Netten & Co. ‘zeer ‘voor hun opmer-
kingen, en gaarne co’nstateer ik, ,,iis out prêché le
converti.”
J.
P. SCHALKWIJK.
CENTRAAL VERSLAG DER ARBEIDSINSPEC-
TIE OVER 190.
Ruim anderhalf jaar na het einde van het verslag-
jaar is het Centraal Verslag der Arbeidsinspectie in
het Koninkrijk der Nederlanden over 1920 (uitgege-
en door het Departement van Arbeid) ‘verschenen..
Blijkens het voorhericht van den Directeur-Generaal
van den Arbeid moet deze late verschijning van dit
boekwerk in hoofdzaak toegeschreven worden aan het
feit, dat de Arbeidsinspectie door de invoering van
de Arbeidswet 1919 overkropt was met urgent werk.
Het eerste wat van dit verslag opvalt is de ge-
ringere omvang. Vergeleken met het vorige jaarver-
slag is dit deel tot
bijna
de helft teruggebracht. Het
aantal pagina’s bedraagt en. 200 minder. Ten opzichte
‘van de allerwegen als urgent igevoelc11e
,
en geëisehte
bezuiniging, moet deze besparing op papier en druk-
kosten zeker toegejuicht worden, doch bovendien
waardeeren we dozen meer comipacten vorm van den
inhoud in verband met hetgeen we omtrent de lijvig-
heid en uitgebreidheid van deze verslagen reeds eeder
hebben naar voren gebracht. Immers hoe dikker dit
boekwerk is, des te minder zullen diegenen waar-
voor het eigenlijk bestemd is, de industrieelen en be-
26
Juli
1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
655
clrijfsleiders geneigd zijn van den inhoud kennis te
nemen. Integendeel zulk een lijvig boekdeel schrikt
den practicus af. Men heeft geen tijd om het voldoen-
de door te werken. En in den omvang waarin het ver-
slag dan ook ditmaal verschenen is, begint het al
aardig te lijken op het handige boekje, dat men in
zijn zak steekt, om het in verloren oogenblikken t
lezen. Alleen zou het formaat nog wat kleiner geko-
en moeten worden.
Deze meer geschikte omvang is in hoofdzaak bereikt
door het statistisch gedeelte van het verslag ten deele
in te krimpen en deels in compacter vorm op te
zetjten. Intussohen Iblijkt ‘dat het geheel hierdoor niet
heeft geleden.
Het Oentrajal Verslag over 1920 is ongetwijfeld door
menigeen mn’t belangstelling tegemoet gezien, om’dart
in het jaar .1920 cie Arheidswet 1919 in •werk’ing is
getreden en juist deze ‘wet in hoofdzaak ddor den
erin veiwatten 8-urigeri werkdag, voor onze nationale
be’drj’v’en van zooveel belang geweest is. Uitdrrukkelijk
vermeldt het verslag, dat de inwerkingtreding van
deze nieuwe wet gedurende het verdere gedeelte van
het jaar de Arbeidsinspectie dermate met werk over-
stelpt heeft, dat het slechts ten koste van de uiterste
inspanning en veel overwerk gelukt is, ernstige stag-
natie in de urgente zaken te voorkomen. Een tweede
belangrijke gebeurtenis in het verslagjaar was dat de
Ilooge Raad van Arbeid, ingesteld bij K. B. van 4
October 1919, zijne w saaimhdden aanving. Een
deel van zijn taak vindt deze Raad in het adviseeren
over ontwerpen van wetten en besluiten, waarvan de
voorbereiding en de uitvoering aan de Arbeidsinspec-
ibie zijn opgedragen. In 1920 werden als zoodaui’g in den
Raad behandeld alle algemeene maatregelen van be-
stuur ‘ter uitvoering d:er Arbeidsiw’et 1919, die op 24
October 1920 in werking traden en een ontwerp tot
wijging der Stoenwerswet. In den Raad aelf en
in de sub-commissies hebben enkele ambtenaren der
Arbeidsinspectie zitting.
In Hoofdstuk II, samenstelling van het personeel
der Arbeidsinspectie, is een belangrijke plaats inge-
ruimd om hulde te brengen aan den heer Ir. H. A.
van Ijsseisteyn, wien met ingang van 1 Mei 1920,
door H. M. de Koningin eervol ontslag verleend werd
als Directeur-Generaal van dien Arbeid, onder dainik-
betuiging voor de vele en gewichtige diensten door
hem in die functie aan den Lande bewezen. Weliswaa.r
was de heer Van I3sselstein reeds in 1918 bij zijne be-
noeming tot Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel ontheven van de waarneming van deze be-
trekking en werd deze functie sindsdien waargenomen
door den tegenwoordigen titularis den heer 0. J. Ph.
Zaalberg.
In 1920 werd het inspecteerend personeel uitge-
breid met 23 ambtenaren, het administratieve per-
soneel met 9 ambtenaren en het bedienend personeel
met 1 bode.
Het totaal aantal bezoeken dat door de ambtenaren
der Arbeidsinspectie in 1920 werd afgelegd bedroeg
61.613 tegen 45.395 in 1919. De medewerking, die bij
dc naleving der Arbeids-en Veilighidswetgeving van
de zijde der gemeentepolitie werd ondervonden is nog
steeds niet op het gewenschte peil gekomen. Ondierge-
woonte moet weer het eerst gek1aadi worden over het
bijna absolute gbrek aan medewerking der gemeente-
politie in Limburg en Noord-Brabant. Slechts in en-
kele gemeenten kon verbetering waargenomen worden.
In totaal waren er in ons land nog 458 gemeenten,
die in geen enkel kwartaal bericht inzonden.
Door de gemeente-politie, Rijksveldwacht en Kon.
Marohausse werden in 1920 tezamen opgemaakt
2516 processen-‘verbaa.l.
De medewerking welke de A’r’beidsinspectie van an-
dere zijde ondervond, was in dit jaar buitengewoon
groot. Er kwamen niet minder dan 1360 klachten in,
tegen 811 in 1919. Deze buitengewone toename houdt
onmiskenbaar verband met de in:v
1
oeriing van Ide Ar-
beidswet 1919. Het overgroote deel der klachten
kwam na dien datum in, en slechts weinig minder dan
de helft had betrekking op overtredingen ten aanzien
van den wettelijken arbeidsduur. Opvallend is de toe-
name der medewerking van de vakvereenigingen.
Bijna 40 pOt. der klachten kwam van deze zijde, tegen
ruim 20 pOt. in het vorige v’erslagjaar. Rechtstreeks
van de werknemers kwamen 265 klachten, d.i. 19 pOt.
Het aantal anoniem ingediende klachten was we-
derom groot, bijna 11 pOt. Ofschoon ze steeds worden
onderzocht, levert dit soort klachten dikwijls geen
resultaat op en veroorzaakt de Arbeidsinspectie veel
vergeefsche moeite. Vooral is dit het geval, wanneer
een anonieme klacht nog onvolledig is. Zoo bezorgde
een anonymus het hoofd van het 8e district (Deven-
ter) heel wat overbodigen last. Aanvankelijk klaagde
hij bij de Gezondheidscommissie over gebrek aan
licht en lucht in een sigarenfabriek. Die Commissie
zond de klacht door aan het districtshoofd, die haar
hij onderzoek ongegrond vond. Nu wendde de kiager zich rechtstreeks ‘tot de Arbeids±uspectie, thans met
bezwaren over onvoldoend gebruik der ventilatie-
middelen en over stofverspreiding bij het zeven der
tabak. Beide euvels bleken thans inderdaad te bestaan.
Het eerste was evenwel geheel aan de arbeiders zelve
te wijten, met wie het gebruik der ventilatiemiddelen
herhaaldelijk besproken werd. Het tweede bezwaar
werd opgeheven door het inrichten van een stofvrje
zeef. Niettemin bleven de klachten raan den .anonymns
aanhouden, ten slotte zelfs met tusschenpoozen van 2 dagen, ofsemhoon hij herhaalde contrôle geen enkele
tekortkoming kon worden geconstateerd –
Riïiim 32 pOt. der klachten bleek niet of slechts ben
deele gegrond- Dit toont hoe vaak men er maar op los
klaagt, zonder eenige zekerheid te bezitten omtrent
de juistheid der feiten, waarop men de aandacht ves-
tigt. Als voorbeeld hiervan is vermeldenswaard een
mondelinge klacht over zeer ernstigen hinder van
dampen en stank in een nieuw gebouwde teerdistil-
leerderij. Bij een bezoek, eenigen tijd daarna aan deze
fabriek gebracht, bleak, dat de naaohiues aldaar nog
niet eens waren opgesteld en zelfs de bouw der fabriek
nog niet geheel amE was. ‘Niet zelden’ werd ‘ok geklaaigki
over toestanden, waarvan de arbeiders zelf de schul-
digen blijken te zijn. Het volgende voorbeeld is hier-van een bewijs. Een klacht over een aiinkwdbfabriek
vermeldde, dat de arbeiders daar 12 uur per dag in
,,vergifl’okalen” moesten werken, zoociat neus het vleesih
op hun boterhaimimen gToen werd en niet mneer to ge-
bruiken was. Bekend was dat deze fabriek den ar-
beiders zeer goed ingerichte schaftiokalen, bad- en
wasch gelegenheden en kleerenbergplaatsen ter- be-
,
schikking stelde. Bij onderzoek bleelc dat met de ,,ver-
giflokalen” de z.g.n. meelhokken en magazijnen, waar
het zinkwit wordt verpakt, bedoeld werden. De daar
werkende personen bleven gedurende de schafttijden
in hun werklokaal en gaven als reden op dat elk oogen-
blik hun tegenwoordigheid kon worden vereischt, als
er iets bijzonders im de meellxokken gebeurde. Het
bleek echter dat de directie reeds vroeger bepaald had,
dat deze arbeiders in twee ploegen moesten schaften,
zoodat er dan toch steeds toezicht was en ieder naar
het schaftlokaal kon gaan. De arbeiders deden dit ge-
makshalve niet en brachten de schafttijden liever in
een klein hokje door en waschiten zich daar in een
emmer.
De afdeeling van dit hoofdstuk: werkzaamheden in
verband met de -bepalingen der hinderwet bevat de
mededeeling dat in 1920 werden uitgebreid 2632 in-
richtingen en opgericht 2440. Voor een groot deel
stonden de wijzigingen in de bedrijven in verband met
electrificatie, waaruit dus de conclusie getrokken mag
worden, dat de electriciteit tengevolge der meer en
meer uitgebreide distributie-districten een steeds
voornamer plaats in ons bedrijfsleven gaat innemen.
Uit technisch economisch oogpunt moet dit toege-
juicht worden, aangezien door eleotrificajtiie, ook, voor
656
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Juli 1922
hen die slechts een klein vermogen in hunne fabriek
o± werkplaats noodig hebben, geprofiteerd kan worden
van de zeer voordeelige wijze, waarop de groote
stroomleverende centrales de electriciteit met behulp
van machines met seer groote capaciteit pToducee-
ren, terwijl voorheen dit voordeel alleen beperkt bleef
tot de bedrijven van een zoodanigen omvang, dat zij
zelf machines van groot vermogen konden bézigen.
Bovendien valt er een streven te constateeren naar
toenemende mechanisatie der bewerkingen, d.i. het
vervangen van handenarbeid door machines. Voor een
groot deel wordt dit streven natuurlijk aangewakkerd
door de exur,bitanjt Ihooge oonen, die hier te lande he-
taalkl worden. Terwijl tot voor ‘enkele jaren het ver-
vangen van handenarbeid door dure machines meestal
de rente en afschrjving van het voor deze werktuigen
benoodigde ‘kapitaal niet opleverde, is dit thans veel
spoediger het geval, omdat een besparing van enkele
arbeiders een sterke vermindering geeft van het per
jaar aan loon betaalde bedrag. Dit hoofdstuk bevat
tevens een gedetailleerde c>pgave van de bedrijven,
welke in de verschillende districten der Arbeids-
inspectie werden opgericht en uitgebreid.
Hoofdstuk IV geeft artikelsgewijze behandeld een
opsomming van de Naleving der Arbeidswet. Hierin
wordt melding gemaakt van een groot aantal overtre-
dingen in hoofdzaak in zake arbeid door jeugdige en
beschermde personen ‘verricht. Voor het grootste deel
stonden deze in verband met de oude Arbeidswet 1911.
Ten opzichte van de op 24 October 1920 in werking
getreden Arbeidswet 1919 vermeldt dit verslag de
typische conclusie, die door velen met belangstelling
gelezen zal rwordn: dat uit financieel oogpunt cle
8-urige werkdag voor enkele bedrijven bijzonder be-
zwarend is, zonder dat de werkman van den verkorten
arbeidsduur veel voordeel geniet. Dit komt, aldus het
verslag, o.a. voor in het bedrijf dat groote grondwer-
ken uitvoert, terreinen opspuit, baggerwerken uit-
voert, of wel uitgebreide herstellingen aan zèewerken
verricht.
De arbeiders verkeeren daarbij ver van huis en
leven in keten of woonschepen, somtijds uren ver-
wijderd van het nchste dorp. De 16 uren, die zij niet
werken, kunnen zij op den
dijk
wandelen of op het dek
van den baggermolen zitten, terwijl het kapitaal, dat
de werktuigen vertegenwoordigen, zooals van bag-
germôlens, elevatoren, sleepbooten en persbuizen, ren-
teloos ligt. Bij het werken aan zeeweringen komt bo-
vendien het tijdverlies door slecht weer en de on-
vermijdelijke onderbreking van het werk door hoog
en laag water. Door het verleenen van overwerkver-
gunningen is hieraan echter tegemoet gekomen. Daar-
bij is in den regel als voorwaarde opgelegd, dat de ar-
beiders eens per drie weken naar hun woonplaats
moesten gaan.
Het is wel typisch, dat deze conclusie speciaal ten
opzichte van de renteloosheid van het in de onderne-
ming gestoken kapitaal alleen voor dit eene geval
wordt vermeld, terwijl dit hoofdbezwaar van den 6-
arigen werkdag zooals deze in de Arbeidswet 1919 is
vastgelegd toch voor alle bedrijven geldt. Er is geen
enkel •mgumenit aan te voeren, waarop de vast-
legging van een bepaalden tijd van den dag gedurende
wel’ken gewerkt mag w’orden, steunt. Het doel der Ar-
beidswet is de 8-urige werkdag en deze blijft ook ge-
hanjdthaa’fd, sail staat men allen bedrijven, van ,wellen
aard ih’unne fabricage ook is, toe om ge±irende 24
uur te werken. Wanneer dit was geschied, zou het
bezwaar van de zeer partieele benutting der machi-
nes, waarmede alle bedrijven, die alleen maar tusschen
7 v.m. en 6 ‘n.m. mogen ‘werken, te kampen hebben, ver-vallen. Deze tijd’ is eeifa ‘nog te ‘kortom met twee elikan-der opvolgende ‘ploegen te arbeiden. Hoogstsen kan men
een gedeeltelijke overlapping der ploegen, zoo, dat zij
gedurende een aantal uren tegelijk werken, toepassen,
doch in deze uren, gedurende welke beide ploegen
dan aanwezig zijn, loopen de arbeiders elkander in den
weg, terwijl er werktuigen te weinig zijn, om allen
arbeid te laten verrichten.
Overigens hebben de mededeelingen ten opzichte
der Arbeidswet 1919 in dit hoofdstuk vervat in hoof d-
zaak historische waarde, vooral nu men thans over
een veel langere ondervinding op dit gebied beschikt.
Voor den technicus is hoofdstuk V van het Ver-
slag inhoudende: Naleving der Veiligheidswet, enge-
‘vallen, van het meeste belang. Uitvoerig zijn hierin
de talrijke ongevallen behandeld, welke de Arbeids-
inspectie in 1920 heeft waargenomen en bestudeerd,
alsook de adviezen welke ter vermindering van de
kans op ongevallen zijn gegeven. Bovendien js ecn be-
langrijk deel van dit hoofdstuk gewijd aan ongevallen
‘dooi dan clectriscflien stroom, hoog- en laags.pan.ning,
veroorzaakt. Talrijke zeer duidelijke afbeeldingen
lichten den tekst toe. De overige hoofdstukken hebben
betrekking op’ de Steenhouwerswet, belangrijke rech-
terlijke beslissingen, huisindustrie, geneeslcundige on-
derzoekingen, schade veroorzaakt door fabrieken aan
de omgeving en arbeidstoestanden in de visscherij,
veenderj, het eikenschillen en van watermolenaars.
Schiedem.
G. DE CLERCO.
WERKLO OSHEIDS VERZEKERING.
In ‘liet nummer aren 21 Juni 1922 van dit tijdschrift
maakt
MT.
Focikema eenige opmerkingen naar aaniei-. ding ‘van hetgeen ik in het ‘rni’nhlmer van 24 Mei 1922
schreef.
De ‘strekking van mijn betoog was in ‘lioofdrsawk erep
te avijrzen, dat Mr. Fockema de ‘we’r’ldoozenraorg als een soort hedeeli,ng
‘wil
beschouwen en niet weten wil van
een met ‘overheidssteun aangem oedigde ‘vernekering,
terwijl er ‘ten onrechte ‘door geuoenad’en schrijver werd
gesproken van geldverspilling en de,moralisati.e. Op
deze laatste punten komt Mr. F. niet meer terug, eoo-
dat ik meen aanineunelijk te hebben gemaakt, dat er
noch’ van het een noch van het ‘ander sprake kan
zijn. De d
oor
mij o’pgegejv’en. vrij lage kosten (voor liet
Rijk in 1921 ‘pIm. rvijf miljoen gulden) zullen dan
ook voor Mr. F. wel een open’baring jzijn geweest.
Over ‘de ‘verzek-ering ‘als rzoodnig image hier nog een
en ander volgen.
De verzekering werd aanvankelijk door arbeiders-
(meest va;k) ve’reeni.gingen uon’der overheidssteun ter
li.aid genomen. Niet echter
alleen
als hulpmiddel in
den loonstrijd, doch vooral om de outzaglijke ellen-
de, die ‘werldoosheid’ ‘veroorsaakt, tegen te gaan. De
vakvoreenigingen namen hiermede een gewichtig
maatschappelijk weak op nich, dat de taak der Over-
heid belangrijk arer’lichtte. Deze zag in die ‘verzekering
een ‘groot ‘volks- en ‘staatsbelang en deed ‘dus haar ‘best
de verrhekerinjg door ‘subsidies aan te moedigen. We
hebben hier dus te ‘doen met een historisch gegroeide
zaak en men moet vooral ‘niet onderschatten ‘de be-
teekenis die de wer’klo’oeenkassen, vooral in de periode
1914 rtot 1922, voor liet sociaal welzijn van ‘ons ‘land
hebben gehad.
Maar een geheel andere kiwestiie is het, als ‘we gaan
denken aan een definitieve regeling ‘der wer’kloosheids-
verzekering. In ‘de Economist fv.m 1920 schreef ik,
d’at een dief initieive regeling n.i. praematuur was en
dat zij bovendien op andere leest zou imoeten ‘worden
geschoeid. Op dit standpunt sta ik thans nog.
Voor ‘den arbeid door iie ver.kl’oozeizkassen ,verr’idht
koester i’k groeten eerbied en ik
meen,
idat ‘wij ‘die kas-
sen unoertien houden, totdat de tijden rijp zijn ‘voor een
wettelijke regeling en men beter ‘in staat zal zijn te
beoord’eeien of en in welke mate ‘reorganisatie noc
dig is.
Wat doet nu Mr. F’ock&ma? In ell’end’ange ‘betoogen
geeft hij af op de •werkloosheidspolitiek der Regee-
ring. Of hij daarbij het oog heeft op de verzekering
tegen werkloosheid dan wel ‘op ‘de daarnaast staande
en ‘van liet Departement van Binnenlaiidsche Zaken
uitgaande steunregel:ingen is niet altijd’ duidelijk, om-dat hij beide niet Fsrold’oend’e ‘uit elkaar houdt. Duide.
26 Juli 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
657
lijk is evenmin of hij beide of een van beide wil af-
schaffen of wijzigen. Hij twijst wel op cie adressen
van den Raad van. Oo,mmissariss’en der ‘NecL Heide-
maatschappij en de Groninger Maatschappij van Land-bouw. Deze viIl’en werkloo’zenjkassen ‘van werkgevers
cxi werknemers gezamenlijk uitgaanide, met uitsluiting
van çwerldcyorzenkassen van organisaties van arbeiders
met verder liggend doel. Hun bedoeling is w.aar’schijn-
lijk, dat voor die kassen Overiheidssteun zal worden
gegeven, anders was het uiten ‘van hun ‘wense.h niet
oodig. Bijna nooit hebben werkgevers en werknemers
een poging gedaan om zulk een kas op te richten. Een
enkele •fahrieks:kas ‘heeft wel bestaan, doch dergelijke
kassen bezitten niet de minste ‘ievensva’baanhead. Zij
komen ‘niet tot bloei en ht zou verkeerd ‘zijn haar
kunstmatig leren in te blazen. Voor imij missen die
adressen, als buiten de practijk staande, practische
beteekenis.
Mr. F. noemt allerlei gesprekken met ongenoomde
personen gevoerd. Aan deze gesprekken hecht ik wei-
nig waarde, gezien ‘de bron waaruit ‘zij voortspruiten.
Dat Ïe ‘zegslieden van Mr. F. tot het uitsrprekan ‘van
een oordeel ‘bevoegd waren blijkt immers niet. Een
ieder; die in de practijk der werkloosheidsverzekering
‘zit, kan gemakkelijk de ‘aangehaalde ‘vooibeelden ‘met
ettelijke vermeerderen. De verleiding om misbruik
te maken is bij ide meuschen we groot! Om ‘die ‘be-
trekkelijk onbelangrijke onderdeelen gaat het dan
ook niet. Mr. F. bleef ,in ‘gbrche aan te ‘t’oonxin, dat
cxi waarom de gevolgde politiek in hare groote lijnen
onjuist was en hoe zij z1 had moeten
zijn.
Ook hier
staan de beste stuurlui aan wal. Dat de werkloosheids-verzelcering zooveel kost, dat zij zoo demoraliseerend werkt, het zijn prachtige verkiezingsleuzen. Maar men
moet zijn beweringen met feiten weten te staven. En
men moet de overheid helpen excessen op te sporen
en tegen te gaan. Aan de medewerking van pers en
publiek ontbreekt in dat opzicht nog zooveel. Dat laat-
ste weet Mr. F. bij ervaring.
De arbeid van Mr. F. is afbrekenci. Letterlijk ‘niets
komt er ‘voor in de plaats! Zelfs ‘wordt ons onthouden
een – toch interessante – uiteenzetting omtrent de
organisatie der werid’oozeixkassen, rzooals mv. F. zich
als ideaal denkt.
Hoe ten.dentieus Mr. F.
schrijft
blijkt ook hieruit,
dat hij zegt zich het ‘best op de ‘hoogte te hebben ge-
steld met wat de moderne organisaties willen en daar-
om van andere zweeg. ‘Dus doende, ‘zonder reserve ‘te
maken, laadt men toch den schijn van partijdigheid
op ‘zich.
Het is jammer, dat Mr. F’ockema niet meer waar-
deering heeft voor den arbeid door de vakvereenigin-
gen voor ‘ha.re werkloo’zenkassan verricht. Aan die ‘ad-
ministratie der werkloorzenkassen worden waarlijk niet
geringe eischen gesteld. En tallooze hoofd- en afdee-
lingsbestuurders ‘moeten daar voor vaak belangeloos in
hun ‘weinigen vrijen tijd werikzaaim zijn. Een gro’o’tsche
arbeid ‘wordt ‘hiie’r in ‘alle stilte ‘verricht. Mr. F. ziet
van de vakvereeniging alleen de ,,bureaiicr.ajtie”, die
door ‘haar politiek een anaatsc,happelijk’e ineenstorting
verooiizaa’kt. Alsof trouwens ‘het iwerklooxihoidv’raag-
stuk niet een groot maatsohap’pelijik ‘vraagstuk rware, waarvan het ‘l’oonprdbieem slechts een onderdeel is.
Mr. F’ockema wijst op Rotterdamsche bu’wvakaiibei-
ders, die
f
3000 per jaar ‘verdienen en ‘zelf het risico
hunner ‘werkloosheid ‘zouden kunnen ‘dragen. Ik ‘weet niet of deze bouwva’kar’beidevs georganiseerd ‘waren,
doch wil erop wijzen, dat de groote organisaties der
bouw’vakajibeiders alle categorieën van houwva’kar’bei-
ders in zich vereeudgen. Voor een zeer ‘groot deel izijn
dat grondwerkers en oip’perliedxin,
Me
een hoog ‘werk-
l’oosheijdsrisico hebben. De geschoolde arbeiders, die
weinig of niet werkloos zijn, (tot welke categorie de
bov’enbed’oel’de arbeiders ‘wel zullen (behooren) dragen
mede ‘het, risico ‘van de ‘ongeschoolden. En zij zouden
dit niet in voldoende mate kunnen, wanneer niet de
Overheid’ op’de ‘odik door hen betaalde premiën. ‘sub-
sidie gaf. Hierin ligt toch’ niets ‘irraitioneels.
Wat Zwitserland betreft, handhaaf dik mijne ‘berwe-
ring, dat men daar van Overheidswege de werkloorzen-
kassen ‘heeft gesteund uit het in 1917 ingestelde ‘werk-
loosheidsfo’n’d,s.
In, de N. R. Ot. ‘van 21 Februari 1922 (avondiblad
D) schreef Mr. F.:
,,Men
heeft
(scil. in Zwitsertoisv)
naar leniging der nooden gesocht uitsluxencZ door
steun en niet door verzekering, door assistairice, niet
door assurance.”
Een ieder leest hieruit, dat men in
Zwitserland geen werkioosheidsvevtekering ‘met ‘over-
heids,steun ‘heeft. Thans
schrijft
Mr. F. gezegd ‘te
hebben, dat men in 1919
voor den bond
(‘c’ursiveering
van Mr. F.) ‘zijn ‘heil niet had gezocht door steun
a’n de ‘ver;zekeninig, doch uitsluitend ‘door anderen
steun. Deze bewering is
klaarblijkelijk
‘onjuist. Maar
ok al ‘heeft hij
indertijd
aldus ‘bedoeld, dan is ‘het
nog niet juist.
in 191,7 werd bepaald d;at uit het weifdoosrhei’ds-
fonds subsidies kunnen worden gegeven:
ten ‘bate ivan ‘kanton’s, gemeenten en instellingen
van algemeen nut,
d:ie
werkio’ozen tegeinioetkcani,ng
gven;
om ‘den nood te verzachten ook als ‘hij niet door
werkloosheid
is
‘ontstaan.
Nu zegt Mr. F. dat h’et
mogelijk
is, dat ‘op grond
van a. steun aan kassen is verleend,
maar 7dat
hot geld niet in, ‘het
‘bijzonder
‘voor ‘dat doel beschikbaar werd
gesteld. Mij dunkt, ‘dat het ‘tegendeel ‘het geval is. De
nrerkioozenkassen vallen met name ‘onder instellingen
van algemeen nut.
De ‘bewering van Mr. F. dat het element: ,,behoef-
te”, dat in ¶b. ligt opgesloten ‘ook voor a. geldt, is ‘ook
klaarblijkelijk onjuist. ,Dit iblijkt trouwens ook ruit een
Boodschap aan den Ziwitserschen Bondsraad van 2
Juni 1922, waarvan ik een overzicht gaf in het Tijd-
scihr’iit ‘van ‘den Ned. Wer’kloo’srheidsvand van. J”uli
1922.
De opvatting die Mr. F. heeft ‘tea aanzien ‘van het
Duitseho ‘wetsontwerp kan ik niet deden. Vergelijking
met art. 376 B. W. ‘is hier mi. misrplaatzt. ‘Wat de
Oostenrjksche wet betreft, het geciteerde artikel 31 is
facultatief.
Merkwaardig is de conclusie van ‘Mr. ‘F., idht ‘het
wensc.helj’k is, d’at men aan het Departement van
Arbeid ‘zijn oor ook eens
(‘gelijk
:Mr. F. deed!) in mi-
men kring te luisteren legt. Ik ‘twijfel niet ‘of men
heeft ‘dat aan dat Departement steeds
gef:aan
en daar-
‘bij getuigd van ruimer ‘opvattingen en ruimer ‘blik.
De heer Fo’ck’ean’a ‘heeft ten slotte eeni’ge opmerkin-
gen gemaakt over dien toen van mijn. artikel. Ik ben
mij niet anders ‘bew’ust ‘dan izoe objectief en zakelijk
mogelijk geschreven te thebben. PeTsoonlijk
i
e twisten te
zoeken is verre van mij. Integendeel koester ik .a.11e
waard’eermnig ‘voor de goedbedoelde pogingen van den
heer Fockema om over deze moeilijke materie zijn licht
te laten schijnen.
H. J. MORREN.
‘Juli 1922.
*
* *
N a s c h r i f t: Van. de mij gdboden gelegenheid
tot het ‘plaatsen ‘van. een ‘onderschrift imaak ik gaairne
gebruik.
,,Niet
weten
wil
van een met overheidssteun aange
moedigde verzekering.”
Dit zegt schrijver, terwijl ik ‘op ‘bla,drz. 79 en v. v’aui
mijne brochure over werkloosheid aangaf, welke rege-
len Ibij dien steun moesten gelden.
,,Geldverspilling ‘en ‘demoralisatie.”
Mr. M. ‘had in zijn vorig ‘artikel niet aangetoond,
waarom hiervan niet kon. ‘worden gesproken. Ten aan-
zien van de bestaande misbruiken raadplege ‘ezen ‘de
brochure.
1.
,,De lage kosten (vijf millioen) ‘zullen dan, ‘ook ‘voor
Mr. F. wel een ‘openbaring ‘zijn.”
De wijze, waarop ‘hier wordt ‘gesproken ‘over dit
bedrag van voor een ‘deel ounoodlige uitgaven, is in
dien zin een openbaring, dat daaruit blijkt, hoe weinig
658
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Juli 1922
de financieele nood Ven ons vadenland in het Dep. v.
Arbeid &preekL
Eerbied ‘van ‘schrijver voor den arbeid ‘van onbezol-
digde bestuursleden dr W.l.-kassen.
Zijn daarbij teniet gedaan de door schrijver izelf in
dc ,,Economist” geopperde bezwaren?
k[eeut Mr. M. dat bestumisieden v;aai zelfstandige
kassen – als in .Dencmaik
–
en – daarvoor geen, ‘arbeid
iul1en ‘verrichten?
,,Voor mij (Mr. M.) missen diie aclviezen ‘(Gron.
Maatsch. ‘v. Laizdlb. en R. v. 0. der Ned. Heide
Maatsch.) ^als buirten de pr.actijk staande, practische
beteekenis.”
Zoo schrijft de Referendiarja ibij dan Dienst der
Werki. Vrz. en ATb. Bamidd. ‘o.a.: ten aanzien van
het aictres der Gr. M. .v. L., hetiweilk s’amnnhanigt met
‘de uitnernende rapporten ‘van Burgemeesters, Land-
bouwers e.a. ‘over de werking
in de p’ractijk
‘van de
Overheidsanaatregelen op ‘het besproken, terrein.
Dit alles dieef t voor den Referend’aris geen ‘betee-
kenis. Zeide ik ite veel, toen ik ‘b*eerd’e, dat men
aan ,,Arbeid”, iweokt achter gesloten blinden?
,,De arbeid van Mr. F. is afbrchend.
Letterlijk
niets
komt er voor in de plaats.”
De ‘brochure diene tot antwoord. In het bijaon:der
zij de aandacht gevestigd ‘op de uem’ concrete voor-
stellen tot verbetering (ibiadlz. 77-86). Zij schijnen
aan Mr. M. te tzijn ontgaan.
,,Hoe rtendentieus Mr. F. schrijft” eisz.
Men leze ter Ibeoordeeling van deze grief biadz. 85
cv. der ‘brochure.
,,Thans schrijft Mr. F., dat men in 1919 voor den
Bond (in Zwitserland) zijn ‘heil niet had gezocht door
steun, aan de ‘verzekering, doch uitsluitend door an-
de
ren
steun. Deze bewering is klaarblijkelijk onjuist.”
In de ,,N. R. Ot.” en in de Broch.
(bus.
51) wordt
de inhoud’ besp
r
olke
n
van, het niet name genoemde
Bondraadsbesluit van 29 Oct. 1919.
Bij
deze co’diifica-
tie van vooradgaande regelingen was geenerlei sprake
vii,.n steun aan dc ‘verakerden. Deze steun werd –
zooals later bleek – ‘wel genoten ‘uit ‘het Crisisfo’nds
van 1917, doch op beperkter schaal dan ten onzent
(over. 1921 franes 1.818.846).
Mr. M: zegt ten slotte iets over het ‘Benidisraaidebe-
siuit waarbij dit er isisfonds werd gesticht, over het
Duitsche ‘ontwerp eis over de Oostenrijksche wet.
Daaromtrent zij verwezen naar hetgeen hij hierover
schreef in de E. St. B., bL 462 van dezen jaargang
en, ‘naar mijn rectificatie, bi. 547.
De mededeelingen ‘van Mr. M. over den inhoud van
voormelde stukken ‘waren onjuist. Hieromtrent een
voorbeeld. Er was sprake ‘van andere landen, waar
rekening wer’d gehouden met den factor ,)belioe:f te”
of ,;gezinsinkomsten”. Nu schreef Mr. M., bl. 462
over het Duitsche Ontwerp: ,,Men geeft den ver-
zekerde een bijslag voor zijne familieleden zonder dat
met de inkomsten van deze laatsten rekening wordt
gehouden.”
Art. 15 ‘van dit ontwerp zegt echter ‘ultdTukkelij!k,
dat el’ecJarts toeslag ‘voor fainilieledien iwordt verleend,
zoo Idbzen (hebben een ,,Unter itunganspruch” en zulk
een aanspraak is uitgesloten, wanneer het familielid
over voldoende inkomsten beschikt. Het bleek dus,
dat met de inkomsten van deze laatsten wel rekening
werd gehouden.
.Tuist het tegendeel ‘van hetgeen Mr.
M. rapporteerde.
R. A. FOCKEMA.
Baarn, 17 Juli 1922.
LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.
De Chancellor of the Exchequer en
de Go.vernor van de Bank of England
over het schadevergoedingsv’raagstuk;
handelsbeweging over het afgeloopen
kwartaal; de protectionisten en de han-
del tusschen de deelen van het Britsche
rijk; de handschoenenkwes iie; het wets-
ontwerp op de valcvereenigingen; de
goudverschepingen naar de Vereenigde
Staten.
Onze Londensche Correspondent schrijft ons d.d.
22 J’uli 1922:
After the hot fit, ‘the col’cl one: the initrest
jas t ‘h e R o p a r a t i ons 1 as
is
e dia.s idiedl dwn
oonsiderajbie this week, ‘tlaoug’h tihe Ohaneellor
of the Exchequer had a good deal to say
011
the mat-
ter at the rliuner to ‘the Ban’lcers ‘in this City this
week. 11e had of course to pay usual tribute to the
talk of ,,just debts” which Germany ought to meet,
but wisely confined himself in the main to defending
the point of view that the difficulties of Germany
were in the main not duo to the Versailles Treaty,
but to a policy of infiation due to a policy of sub-
sidising ‘railways and other Gov’ernnzenrtail services;
had Germany followed the hard path of deflation, as
we had done, she would not be in her present posi-
tion. But he admitted that the present position was
one of ,,great anxiety and uncertainty”, and if, as
now unfortunately seems likely, the present opportu-
nity of arriving at a reasonable settlement is again
allowed to slide, the fault will not be that of the
British Government. The Ohancellor spoke of ,,some
comprehensive plan” to be arrived at in concert with
the AUies, .ainee ,;it is no goed deadiisg Wi’th ‘this mat-
ter any longer by artificial plans of a purely tempo-
rary characler.” Well, we shali see what we shail
see. The Governor of the Bank of England, speaking
on the same occasion, urged the necessity of arriving
at some agreement on war debts all-round. 11e won-
dered whether it would not be possible to hasten the
return of prosperity by concerted action.
The Ohancellor also referred to the Government’s
plans in other reapecits. Ho dief endieidJ the aditiosi taken
over attempts to evade supertax by the creation of
one-m:an companjies, and invitedi the co-operation of
the City in improving the legislation passed recently.
On the general trade position, he was moderately
hopeful: he thought the tide had turned.
As •a snartter of fact, when oase looks ait t h e
t r a d e returns for the last quarter as a
whole, is will be seen that the position is certainly
much better than it was, though there is no doubt that the J’uhe resuits were below expectations. In
this wek’e Board of Tracle J’o’urn’aJ, ‘the usnail article
appea’rs, comparing the ‘teadie returnis for ‘the puarter
with those of previous years, on the basis of 1913
prices. The result is as foliows:
Value en basis of
1913
Prices.
April
to
June
million
1,£
stg.
1922 1921 1920 1913
Total Imports
……….
£ 167
137
176
182
Re-Exprts
…………..
22
18
27
28
Exports,
1J.1,.
produce …..
, 84
50
95
130
The proportion which 1922 imports bear to 1913
imports for the same quarter is thus 91,5 per cent,
compared to 75,5 per cent a year ago, and 80 per cent
in the first quarter of the year.
On the other hand, the exports of British produce
are only 65 per cent of what they were in 1913,
whilst in the last quarter they were 67 per cent. As
regards the various classes of imports and exports
the position is as follows:
Values of Retained Import.s en
Basis of 1913
Paices.
April to June.
1922 1921 1920 1913
Food, Drisk and Tolbacco
69 68 62 69
Ra,w Materials sad articles
mainly ‘unmkl.
…………
42
28
47
42
Articles madnly manfcL
……
23 24
41
43
Exports iof United Kingdom
Predsice.
Food, Drink and
Tobacco
4
4 4
7
Raw Ma,’teriais and Articles
mainly
unrnaLd.
……….
15
‘
4
8
17
Articles .mai’nly mfd.
………..
63
42
82
103
26 Juli 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
659
It will be noted in the case of British exports that
whilst.this year the value of exports of raw materials,
that is, primarily coal, have reached almost pre-war
levels, the experts ‘of ananuf.aetureci articles is stili
very much behind the figures for pre-war years, and
only 2/3 of the boom year 1920.
Th e P r o t e c t i o n i s t s are finding the pessi-
mistic tone as to the immediate future of Europe
very useful to them. This week we have had Mr.
Bonar Law explaining that it was vain to build up
our hopes of trade revival on recovery in Europe, that
the Continent was for the time being played out, and
that .thouh e ishould niet sEir.k our ‘part
of
the job
of reconstruction, nevertheless, our future as a trad-
ing nation lay in stimulating i n t e r-I m p e r i a 1
t r ad. It nevier occars to this school rf ±hinikers, that
the may ho some Telatien botw een the amo’ant of trede
which this country can do with the colonies and the
amount which they do with the rest of the world, nor,
when the benefits of colonial trade are stresss, is
the inconvenient fact of the rise in colonial tariffs
fairly faced. This country has of course neither
the wish nor the power to interfere with the desire
of the Dominions to protect their own growing in-
dustries, but the fact that they are doing so surely
makes it desirable that we should not overcoucen-
trate our efforts. How difficult things are even for
important industries eau be seen in the case of
lndian duties on cotton goods. In spite of all the
power which Lancashire eau exert, the Government
cannot interfere successfully with Indian public
opinion, and nothing is more certain than that the
greater power Indian opinion gets, the more duties
will go up The recent Tariff Commission points
only too clearly in this direction.
Meanwhile, the self-respect of the cotton interests
has been helped by he news that the Calico-Printers
Association intends for the present, at any rate, not
to follow the plan which it has been investigating,
of transferring its Eastern production to India. It
now appears that the fuel difficulty, as well as the
absence of skilled labour, have prevented the appli-
cation of the plan. So far as f abri c g 1 o ve s are
concerned, the Committee, it is said, will not recom-
mend any plan. This is hardly surprising, consider-
ing that it is the same committee that had already
refused to regard the case of the spinners as con-
vincing, though on the present occasion it was not
sitting as a Court of Inquiry under the Act. It looks
as if the spinners would have to be content with the
knowledge that they have revealed some weaknesses
in the construction of the present act, and with the further fact that they have seriously weakened the
prestige of the administration. Lord Derby, who led
the recent deputation, has now put forward the plea
that when the House of Commons comes to consider
the draft orders, the House shail be allowed a free
vote. It is by no means certain that this would
result in a victory for the spinners, for the hard
and fast Tories, who believe in the act, are a very large
proportion of the membership of the House, but at
any rate it would save the Government from too
openly revealing the internal division of opinion
reigning on this subject.
The Labour Party is beginning to be seriously
alarmed over the new Trade Union Bill, the
main details of which 1 communicated some time ago.
The Labour members on the select committee which
went into the bill in detail, obstructed as much as
they could, but very unsuccessfully, and the bill is
now reported back to the House. The Premier has
evidently a good deal of dislike for the bill, which
is clearly framed only for the purpose of crippling
the Labour Party as an effective weapon of attack:
but the ill-feeling between the classes is now so great
that it is by no means certain that the bill will not
be passed. What the consequences would be is not
yet dear; that it will enormously strengthen the
extremists is almost certain, however.
The House of Commons has this week also con-
sidered the bill disposing of t h e p r o f i t s r e a 1 is-
e d b y t h e c a n t e e n s run in connection with
the various armies during the late war, and bas been
trying to unearth scandals. Of the very large profits
made by these canteens, a considerable proportion
over £ 2 millions in fact, is to be devoted to settling
the losses incurred by the Army and Navy Canteen
Board since May 1919, this organisation being dif-
ferent to that which ran the canteens during the
war. The debate yesterday of course gave the op-
ponents a good deal of opportunity for digs at the
Government, but the general plea advaneed by the
latter, that a loss of 2i’ millions owing to the fall
in price was not an excessive amount, for an organi-
sation with large stoeks, spread all over the world,
avas not unoasonbie. At ‘tlhe satme tinie a Select
Committee is to go into the charges brought against
the administration.
The p olicy of withdrawing gold for
s h i p m e nt t o A m er i c a continues, and the Bank
of England and the Treasury Note Account between
them suffered a loss of £ 1 million again this week,
the £ million withdrawn from the Treasury Gold
Reserve being replaced by Bank of England notes.
The Ohancellor was questiened on the mntter in. Par-
liameut, and stated that theDo was no mntontiort of
completely replacing gold in the Reserve by notes,
though he agreed that it was desirable to regard the
two issues as linked up together. Meanwhile this week
ther.e has heen a sharp rise in the rate on Treasury
Buis, and there is some reason to suppose that the
period of very cheap money will now come to an end.
At any rate, it is hardly likely that the Banks eau
afford to pay less than 1 per cent on deposits without
risking very heavy withdrawals, and this price will
of course determine the basis of market rates.
DE RIJESMIDDELEN.
In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van de opbrengst der Rijksmiddeleu over
de maand Juni 1922, vergeleken met de overeenkom-
stige cijfers van 1921.
De oorlogswinst- en verdedigingsbelastin gen brach-
ten tot dusver in totaal op
f
1.011.374.320,—, waar-
van
f
712.901.192,— op rekening komt van eerstge-
noemde heffing.
Met inbegrip van de opcenten ten behoeve van het
leeningfonds – behalve die op den suikeraceijns,
welke geen verzwaring van belastingdruk medebrach-
ten – is in totaal eene som van
f
1.333.676.321,-
ontvangen uit belastingheffing, die haren grond vindt
in de buitengewone omstandigheden.
De gewone middelen brachten in de afgeloopen
maand
f
31.802.137,— op, tegen
f
40.833.791,— in
Juni 1921 en vertoonen mitsdien een achteruitgang
van
f
3.031.660,—. De totale opbrengst in de afgeloo-
pen maand overtrof de raming met een bedrag van
f
2.002.054,—.
De opbrengst over de eerste zes maanden van 1922
overtrof de opbrengst over de overeenkomstige maan-
den van 1921 met een bedrag van
f
2.028.063,—, ter-
wijl de raming met een bedrag van
f
2.241.126,-
werd overschreden.
In vergelijking met Juni 1921 vertoonen
bijna
alle
middelen een lager opbrengstcijfer. Alleen brachten
de suiker-, wijn-, zout-, bier- en geslachtaccijns, de
rechten van successie en de loodsgelden meer op.
Toorts deed de met ingang van 1 Juni jl. ingevoerde
tabaksbelasting een bedrag van
f
1.097.392,— in de
Schatkist vloeien, waarin een bedrag vn circa 3 ton
is begrepen aan bedrijfsvergunningen.
In tegenstelling met de vorige maanden van dit
jaar ibracht,d.o grondibeiasting deze maand
f
91.905,-
nijudor lop dan in J’uni 1921.
660
ECONOMISCH-STATISTISCHE’ BERICHTEN
26 Juli 1922
Achterstand in de aanslagregeling is oorzaak, dat
de personeele belasting
f
115.860,- minder opbracht
en dat de inkomstenbelasting met een bedrag van
f
2.038.874,- terugliep.
Uit de dividend- en tantièmebelasting kwam slechts
f
1.143.374,- binnen, tegen ruim 2 millioen in Juni
1921.. In dezen achteruitgang weerspiegelt zich de
achteruitgang van het economisch leven.
• De vermogeobelasiting liep van
f
1.463.496,-
terug op
f
738.880,-, alzoo een achteruitgang ivan
‘f
724.616,-.
Een beipaalde ireden voer de geringere hoegere op-
brengst van den •s’uikeraccijns ‘is niet aan te wijzen.
Bedroeg de ‘opbrengst ower Juni 1921
f
2.614.369,-
deze maand is een e’pbvenigat ‘van
f
2.687.205,- aan
te iwij.en.
De aankondiging van dien maatregel van ibestuur
(K.B. van 15 Maart 1922, Sitaatsbiad no.. 123) tot
invoering van de wat van 13 JuIi 1914 (Staateblad
no. 317) heeft geleid tot groote ±nvoeren van wijn
en inslagen door het publiek, voornamelijk in Februari
en Maart j.l. Dit is de oorzaak, dat thans een ver-
meerdering van de opbrengst van den wijnaccijns van
f
32.945,- valt te constateeren.
Ontving de schatkist de vorige maand uit den ge-
distilleerdaccijns een meerdere opbrengst van
f181.168,-, deze maand bracht dit middel
f
107.806,- minder op. Daarentegen blijft de bier-
accijns stijgen als gevolg van de hooge prijzen van
de jenever. De stijging bedroeg deze maand
,f
35.669,-.
De geslachtaccijns verminderde van
f
901.516,- tot
f
800.490,-, gevolg van den achteruitgang van de
veeprijzen en invoer van buitenlandsch vleesch. Voor
de hoogere opbrengst van den zoutaccijns
(f
26.987,-)
is geen bepaalde reden aan te wijzen.
Niettegenstaande de op 1 Maart j.l. in werking
getreden nieuwe verhooging der zegelrechten bracht
dit middel over de afgeloopen maand
f
537.748,-
minder op dan over J’uni 1921. De beursbelasting,
die in de zegelrechten is begrepen, bracht slechts
f
159.058,- op tegen
f
284.256,- over Juni 1921.
De vermindering van de registratierechten, als ge-
volg van mindere uitgifte van aandeelen en het ge-
ringe.T aanitai overdracditen van vast goed, in dit keer
niet zoo belangrijk als vorige maanden. De vermin-
dering bedroeg deze maand
f
582.418,- tegen
f
1.126.482,- de vorige maand, terwijl April 1922
f
2.968.041,- minder opbracht dan de overeenkom-
stige maand van 1921.
De invoerrechten, die den laatsten tijd toenamen,
liepen thans van
f
3.145.272,- terug op
•f
2.980.253,-. Een bepaalde reden is hiervoor niet
op te geven, evenmin als voor den teruggang van de
statistiekrechten van
f
299.841,- op
f
207.354,-.
Wellicht als gevolg van de
belangrijke
verhooging
der tarieven brachten de rechten van successie een
bedrag van
f
1.198.748,- meer in de schatkist. (De
vorige maand bedroeg de vermeerdering
f
2.263.045.)
Viel over Mei 1922 eene vooruitgang van de be-
lasting op gouden en zilveren werken van ruim
f
15.000,- te boeken, Juni 1922 leverde ruim
f
2000,- minder op dan Juni 1921.
De loodsgelden, die geleidelijk blijven vooruitgaan,
brachten deze maand
f
41.203,- meer op.
Hoewel de totaal-opbrengst een bedrag van ruim
2 millioen boven de raming bleef, is de opbrengst
over Juni 1922 niet gunstig te noemen. Zoo v.alt
‘over de geheele linie der directe belastingen eene
achteruitgang te constateeren, terwijl van de overige
middelen alleen enkele accijnzen en de rechten van
successie eene eenigszins
belangrijke
verhooging aan-
wijzen.
AANTEEKENINGEN.
Suilterproduc’tie ‘der wereld.
De firma
Willett & Gray, New York, heeft hare laatste taxatie
als volgt gewijzigd:
Taxatie Opbrengst Opbrengst
1921122
1920121
191920
Bietsuiker
tons
toiis
tous
Duitschiand
…………
1.330.000
1.152.960
739.548
Tsjecho-Slowakye ……..
659.907 705.919
493 781
Oostenrijk en Hongarije
68322
47.977
12.151
Frankrijk
…………..
275.000
305.041
154.444
België ………………
300.000
242.589
146.918
Nederland
……………
370.000
316.402
238.692
Rusland
(Oekraïne en Polen)
325.000 278.905
218.013
Zweden
…………….
227.000
164.194
145.072
Denemarken …………
145.000 134.835
152.852
Italië
………………
200.000
135.484
182.343
Spanje
…………….
135.000
170.722
81.650
Zwitserland
…………
5.500
3.710 8.550
Bulgarije
…………..
22.000
7.837
10.974
Rumenië…………….
25.000
5000
–
Europa totaal
4.087.729
3.671.575 2.585.488
Riet s’u ik er.
Noord-Amerika:
Louisiana
…………
289.669
150.996
108.035
Texas
…………….
2.920 6.238
Portorico
…………
385.000
438.494 433.825
Sandwicheilanden
….
‘
490.000
508.392
496.183
West-Indië:
St.
Croix
…………
5.000
4.500
12.400
Cuba
………………
3.750.000 3.936.040
3.730.077
Britsch WestIiidië:
Trinidad
…………
52.000 54.933
58.416
Barbados…………..
20.000
24.817
54.279
Jamaïka …………..
35.000 40.000
46.875
Antigua
…………..
10.500
11.320
15.540
St. Kjtts …………..
8.000 8.063
10.036
Andere eilanden
10.000
3.603
5.651
Fransch West-Indië: Martinique
(uitvoer)
27.000 27.000
19.097
Guadeloupe…………
32.000
25.426 22.847
San Domingo……….
225.000
185.546 175.736
Haïti
…………….
,
10.000
5.625
4.125
Mexico
……………
110.000 115.000
.
92.000
Centraal-Amerika:
‘Guatemala
…………
19.000
17.500
15.100
Overig Centraal Amerika
18.000
20.000
20.000
Zuid-Amerika:
Demerara ..
……….
90.000
96.168
85.356
Suriname
…………
10.000
12.000
7.169
Venezuela (uitvoer)
‘
16.000 15.000
‘
18.000
Ecuador
…………..
7.000 6.998
7.628
Peru
…………….
325.000
350.000 330.000
Argentinië …………
175.000
202.158
298.709
Brazilië
…………..
325.000 340.063
177.155
A
m er ik a totaal..
6.447.089
6.605.880 6.244.239
Azië:
Britsch-Indië ……….
2.500.000
2.448.000
3.049.157
Java
…………….
1.649.610 1.508.755
1.335.763
Formosa en Japan
425.000
342.176 283.482
Phulippijnen
……..
276.000
255.843 209.336
A z i
ë totaal
……
4.850.610
4.554.774
4.877.738
Australië………… ..
298.701
182.401
162.298
Fidji-eilanden
……….
65.000
73.000
88.000
Au str al
i
ë totaal
363.701
255.401
250.298
Afrika:
Egypte
…………..
100.000
79.706
86.712
Mauritius
…………
200.000 259.872 235.490
Réuiion
…………..
38.593
42.079 32.336
Natal
…………….
150.000 151.500
142.851
Mozambique
……….
52.000 50.000 38.746
‘Afrika totaal….
540.953
•
583.157 536.135
Europa:
Spanje…………….
5.000
6.886
6.048
Rietsuikeroogst
totaal….
12.206.993 12.006.098 11.914.458
Bietsuikeroo gat:
Europa
…………..
4.087.729 3.671.575 2.585.488
Noord-Amerika ……..
911.190
969.419
652.957
Canada
…………..
18.931
34.600
16.500
Bietsuikeroo gat
totaal ….
5.017.850 4.675.594
3.254945
Wereldsuikeroogst
..
17.224.843,16.681.692
15.169.403
Na aftrek van den oogst
van Britsch-Indië wordt
het totaal
…………
14.724.843 14.233.692
12.120.246
26 Juli 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
ma
De opbrengst wordt volgens deze laatste raming
dus ongeveer 350.000 tons meer dan de taxatie van
13 April ii.
Kleinhan.delsprijzen.
De verhoudingscijfers van
verbruikersartikelen, in den handel gebracht door
de
Coöperatieve Winkelvereeniging van ,,Eigen Hulp”
te Amsterdam, Haarlem, Arnhem, Utrecht, Leeuwar-
den en ‘s-Gravenhage (voorheen E. H.), welke door
het Centraal Bureau voor de Statistiek
gepubliceerd worden, zijn de navolgende:
Artikelen
1913
1917
1918
1919
1920
1921
A922
pril
Me!
Boonen(bruine)
154
136
111
146
236
221
300
311
(witte)
166
338
221
138
331
248
310 307
Erwten(capuc.)
150
236
211
217 208
228
242 236
(grauwe)
125
220
191
209 248
250
225
223
(groene)
157
140
103
130
190 183
200 200
113
135
123 197
216
210
174 174
(boekweit)
104
292
312
292 367 296 229
229
Gort
……….
,,
(haver)
103
147 120
120
200
197 140
140
Kaas (Leids.)
140
221
207
253
286 279 246
186
(Gouda.)
124 126
177
195 221
246
228
195
Koffie ……..
94
118
174 169 154
128 125 125
Margarine
127
122
136 148
161
141
128 128
Meel (roggebl.)
85
144
130 130
231
156
–
–
(tarwebi.)
124
212
224
259
353
229
171
171
(boekw.)
105
324
362
314 352
295 219
214
Olie (boter)
94
235
409
381
271
174
162 148
,,
(patent)
135
293
351
446
446
280 265
261
(raap)
136
..
329
540 519 395
227
222
212
125 122
169
328
184 144
144
267 417 283 417
183
150 150
Stijfsel
……
103
320 680
577 343
210
153
153
179 193
200
207
189
161
157
Suiker(basterd)
89
116
120
147
218
158 124 122
(melis) 85
103
103
121
175 125 102
100
Rijst
………116
Thee
………112
127
119 139 137 123 125 125
Soda
………83
Vermicelli …,
121
272 266 300
338
290 224 217
Stroop
…….100
Zeep (w. Brist.)
100
160 183
191
153
147
117
117
,,
(zachte)
87
121
117
275
321 142 150
162 110 190
160 160
130
120
120
Zout
………80
Gemiddelde ver-
oudingacijfer8
114
195
228
239
264 202
184 180
Bij beschouwing van de’ze cijfers name men in aan-
merkiiug, dat het voorkomt, dat een artikel tijdelijk
door een of meer der 6 coöperaties niet werd ver-
kocht, wat van invloed kan zijn
op
den
ioop der
verhoudingscijfers.
De prijzen voor het jaar 1893 werden
gelijk 100
gesteld.
ONTVANGEN:
Vollcsvoeding, Weelcblad vooi- wetenschappelijiceen
practische kennis van levens’middelen en hygiën
e.
Onder redactie van: Dr
T.
J. van Eck, Dir. v. d.
Keurinigsd. ‘van waren te Leiden; Dr. J. D. Fi-
lippo, id. tte ‘s Grajvenihage; Dr. F. H. van der
Laan, id. te Utrecht; Prof. E. 0. ‘van Loertuan,
Dii. v. .h. Instituut voor Vodksvoeciiug te Aim-
sterdam; Dr. P. A. Meerburg, Div.
‘v.
d. Chem.
af d. v. h. Oentr. Lalboriatorium v. ci. V’oJikage.
nondih., te Utrecht; Dr. A. van Raalte, Dir. v. d.
Keuringsd. v. waren te Amsterdam (Hoofdre-
dact.) en Ir. J. Straiib, A&j.-Dir. v. d Keuringsd.
v. waren te Amsterdam, Secret. der Redactie.
le Jaargang No. 1, 5 Juli 1922.
De invoering der Wareawet en de oplevende belangstel-
ling in de studie der volkavoeding heeft tot de oprichting van dit orgaan aan]Âeiding gegeven. Doel ervan is voor-
lichtiïng van het publiek oenerzijcls, ‘van fabrikanten, gros-
siers en winkeliers anderijds, terwijl het orgaan tevens
beschikbaar, geztel4 zal worden voor de gedachtenwisseling
tussolien cle mannen ‘van wetenschap om’trnt de vele
vraagstukken, clie zich ten aanzien rva’n de volksvoeding en
bij het toezioht op levensmiddelen en andere waren voor-
doen.
The Dirctory of Inaurance Brokers with list of
Claims Assessors in the Principal Towrvs
.
,
1922.
London, Oawiey’s Pullioity Service, 11 Qaeen
Victoriastreet, E. 0. 4. Prijs 5 sh.
MAANDCIJFERS.
OVERZICHT
DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens).
Juni
1922
Scdcri
1
Januari
1922
Overeen.
kom,ttge
periode
1921
Directe bel a8tin gen.
Grondbelasting
…….
2.548.969
8.104.500
5.836.549
Personeele belasting ..
1.624.835
4.986.063 5.711.004
Inkomstenbelasting
..
11.246.406
66.553.988 60.128.722
Dividend- en tantième-
1.143.375
5.337.953
11.571.341
Vermogensbelasting ..
738.880 9.590.785 9.062.154 Accijnzen.
2.687.205
19.607.334 17.902.599
416.947
1.262.185
949.456
4.984.365 29.725.489
27.510.624
belasting ………….
Suiker
…………….
Wijn …………………
114.604
674.853
729.460
Gedistilleerd
……….
Zout …………………
430.310
1.945.484 1.650.686
800.490 4.486.500
6.094.605
Bier
………………..
Tabak
…………..
‘1.097.392
1.097.392
–
Geslacht
…………….
Belast, op speelkaarten
5.056 41.422 38.648
Indirecte belastingen.
‘1.385.257
2
8.758.780
8
10.288.189
Registratierechten 1.311.708
10.124.709
18.430.352
3.438.284
..
20.255.227
15.686.471
2.980.253
19.261.005
18.349.691
Successierechten …….
Gouden enzilverenwerken
Zegelrechten
………
Invoerrechten
………..
75.055
446.908
409.965
Essaailoon
64
559
49.182
Belasting ………….
207.354
1.676.989
1.877.914
–
286.915 260.542
Statistiejcreohg
………
105.203
980.178
933.670
170.301
408.308
405.596
lijnen
……………..
Domeinen
………….
Jacht
en
Vis8cherij
57.450 59.345
60.794
Staat8loterj
………..
232.377
1.369.355 1.123.739
37.802.137
217.042.226 215.013.263
(ioodsgelden
………..
Totaal ……….
.
OPOENTEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.
j
192
Sdcrt
1
Januari
1922
Overeen.
kom,i!ge
periode
1921
Directe belastingen.
Grondbelasting
510.535
1.624.811
1.171.544
Personeele belasting
273.774
1.013.117
1.169.272
Inkomstenbelasting
3.221.508
18.887.590 16.860.565
Vermogensbelaating
189.001
2.395.573
2.258.533
377.314
1.761.525
3.818.543
Accijnzen.
537.441
3.921.467
3.580.520
Dividend-
en
tantième-
belasting …………
252.437
189.891
Gedist. (binn.- en buitl.)
.98.436
2.972.549
2.751.062
Suiker
…………….
Wijn
……………..83.389
Indirecte belastingen.
Zegelrecht van buitl. elf.
9.351
46.381
128.742
Totaal
5.700.749
32.875.450 31.928.672
BELASTINGEN IN VERBAND MET DE BUITEN-
GEWONE OMSTANDIGHEDEN.
juni
1922
Sedert
1
Januari
1922
Verdedigingsbelasting la
226.704
2.875.925 Verdedigingsbelasting Ib
1.030.203
9.716.599
Verdedigingsbelasting
II
2.970.244
18.663.136
4.227.151
31.255.660
Oorlogswinstbelasting
734.55.1 ) 26.617.983
1)
Hieronder begrepen
f
159.058
wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beurabelasting).
2)
idem
f
1.135.375.
8)
Idem
fl.776.035.
) Juni
1921
f
5.380.399.
5)
De Tabaksbelasting is met
1
Juni ingevoerd, voor
1
Juli zijn banderolles aangevraagd tot een gezamenlijk bedrag
voor de schatkist van
f 3.821.191.
Een groot deel hiervan
wordt, waar onder zekerheidstelling een erediet voor hoog-
stens
6
maanden wordt verleend, eerst later betaald. Onder
de thans verkregen opbrengst is begrepen het jaarlijks te
betalen recht voor de bedrjfsvergunningen.
662
ECONOÏISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
26
‘Juli
1922
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N d
(
Disc. Wissels.
4 18Juli ’22
Zweeds.R.ksbk 5
10Mrt.’22
Be1.Binn.Eff.4
18Juli
’22Bk.v.Noorw..
5l8Mei ’22
Ek
(Vrsch.in R.C. 5
18Juli ’22
Zwits. Nat. Bk. 3
2 Mrt. ’22
Bk. van Engeland 3
13Juli
’22 Belg.Nat.Bk. 5-Si 19Mei
1
21
Duitsche Rijksbk. .5 23Dec. ’14
Bank v. Spanje
518ilfei ’22
Bk. van Frankrijk 5
ii
Mrt. 22
Bank v. Italië 6
20 illei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 7
30Nov.’21
F.Res.Bk.N.Y. 4
21Juni’22
Nat. Bk. v. Denem. 5
25Apr.’21
Javasche Bank 31
1Aug.’09
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
Part.
1
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
1
N. Yor
k
1
Cail.
Part.
Prolon-
disconto
gatte
disconto
disconto
disc.
moncu
22 Juli
’22
2
3
/
4
2
1
1
2
4-’18
–
4_41/
,
1)
17_.22,,
’22
2_1
1/
g
–
2
1
1
3
11_2
4
–
518
–
2
1
1
2
-5
10-15,,
’22
–
1
1/_21/
1
.
2h/
4_61
–
231
4
_01
2
3-8
’22
21
4
2-3
2’1
8
4
–
Ja
–
5-5’/, ])
19-24 Jl.’21
311
4
_1J
4
5I3
61
45/
–
6-8
1
21-25 Jl.’20
1
4-
1
8
3_1
1
3
I
1
9
i
–
5
i
4-/
–
5113-7
20.24Juli’14
”
1
3
~8-
8
1
10
‘)
1
l8
‘
4
14
21/_8/
2/
_
8
2
2′
4
‘
2
“
2
1)
Noteering
van 21 Juli.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
In de stemming voor Dollars en Pon.d•eu en voor de
wissels
ep de neutrale landen kwam deze week weinig
Ver-
andering. Over het algemeen was de
stemming
iets flau-
war; bovendien waren •de omzetten acer gering.
Belgische
en Fransohe fraucs waren opnieuw gezocht. Vooral Dins-
dag konden deze wissels belangrijk opkomen en ook de
overige
dagen
bleef ‘de stemming prijsho&idend. Daarentegen
waren Marken weder aeer flauw. Donderdag werd wederom
voor 48
v.eihartc1’e.ld
op izeer pessimistische uitlatingen ovr
het toestaan van het gevraagde moratortum. Later hlekeïi
{leze mededeelin,gen niet geheel juist, zoodat een Jicht Ler-
stel
intrad.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
Londen
S)
Parijs
S)
Berlijn
4)
Weenen
S)
Brussel
5*)
New
York)
17 Juli 1922..
11.46
21.27
0.57
0.0081
20.19
2.581
4
18
1922..
11.46
21.50
0.54
0.00720.25
2.57
5
1
19
1922..
11.451
21.80 0.521
0.006
20.40
2.571
20
,,
1922..
11.45
21.571
0.51
0.01
20.37
1
/2.57
8
/
21
,,
1922..
11.46
21.171 0.52k
0.008 20.56
2.571
9
22
,,
1922..
–
– –
–
–
–
Laagsted.w.
1)
11.44
21.15
0.48
0.005 20.05 2.56
1
1
Hoogste,,
,,
)
11.47
21.95
0.58
0.01
20.65
2.58
1
1
14 Juli 1922..
11.46
21.17
0.561
0.010
2I.07
1
1
2
2.58
1
1
t
7
,,
1922..
11.48
20.321 0.49
0.012
19.07
1
/
2
2.58/
Muntpariteit..
12.10
48.-
59.26
50.41
48.-
12.48
5)
Noteerng te Amsterdam. ‘) Noteering te Rotterdam.
)
Particuliere opgave.
D
ata
Steek.
holm
5
)
Kopen.
hagen”)
Ch,i,.
tlanla)
Zwitser-
1
land’)
Spanje
1)
Batata
1
telegrafisch
17 Juli 1922
67.25
55.40 42.80
49.60
40.-
9781,
18
,,
1922
67.10
55.50 42.80
49.471
39.95
971
19
,,
1922
67.-
55.50
42.90
49.424
40.-
978j,
20
,,
1922
67.10
55.60 42.60
49.45 40.05
97814
21
,,
1922
66.90
55.60
43.10
49.421
39.90
97814
22
,,
1922
–
– –
–
40.-
–
L’ste d. w.’)
66.75
55.20
42.40
49.20
39.80
97814
H’ste
,,
,,
1
1
67.15
55.65
43.10
49.65
40.20
97814
14 Juli 1922
66.80
55.40
42.60
49.50
40.10′
96
1
,-97
7
,,
1922
67.-
55.60
43.-
49.40
40.158
96
8
1,-97
Muntpariteit
66.67
66.67 66.67
48.- 48.-
100
“t Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.
0)
Nloteering van 15 Juli.
8)
Idem van 7 Juli.
KOERSEN TE NEW YORK.
a(0
Cable Land.
Zicht Parijs
Zicht Berlijn
Zicht Ameterd.
(tn
.
perI)
(In ets. p.jrs.)
(in ci. p. Mrk.)
(in cl,. p. giJ.)
22 Juli
1922
4.45.50 8.37 0.19
38.90
Laagste d. week
4.44.62 8.30 0.19 38.77
Hoogste
,,
,,
4.46.12
8.56
0.22 38.90
15 Juli
1922
4.44.37 8.28
0.23
38.77
8
,,
1922
4.44.62 7.82 0.19
38.83
Muntpariteit
. 4.86.67
5.18’1,
95114
408/,
IOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
Plaatsen en
1
Landen
1
Noteeringa-
1
eenheden
8
Juli
15
Juli
17-22
1922
1922
ILaagsklHoogakl
97
“/,2I
97′
/88
971I82l
Juli
22
t
22
Juli
1922
97133I
97151s,
IPiast. p.
5
B. Aires
1
).
.1
d. p. $
43718 1 43/
4381
4
4481s
4411
Calcutta
..
. .
8h. p. rup.
113
11
1
1
, 1131
33
1131
8
11/3
25
32
,’
4
Hongkong
..
id. p. $
2171
2171
217
1
217/
217
1
1
Lissabon
..
..
d. per Mil.
33!
4
329/82
3″/
16
1
4
37/
s
Madrid
….
Peset. p. £
28.50
28.64
28.55
1 28:
80
28.60
•Montevideo’
d. per $
44
44
8
1
18
2
)
44
4451s
1
44114
Montreal….
$ per £
4.51
4.481,
4.48
1
1
9
4.50
1
4.49518
•R.d.Janeiro.
d. per Mil.
7171
771
2)
771
8
18
16
717
1
1
82
771,0
,
Lires
.
£
991;
9781s
92’/
98
95719
Shanghai….
Sh. p. tael
316
1
1
316
315
31611
4
3/571
s
Rome
…….
Singapore
..
SValparaiso..
id. p.
$.
peso p. £
3811
238
1
/
32
213
7
j
$
82
34.40 1 34.80
1
34.70
2411
2/3191
33
I
82)
34.90
1
34.70
Yokohama
..
Sh.
p. yen
2/1’/
16
2
1
18
1
e
2/1h
1
/,
o
2/1
27
/
33
1
2111,
aKoereen der voorafgaande
dagen.
1 Telegrafisch tranaert.
‘)
Noteering
van
14
Juli.
NOTEERING VAN ZILVER
Noteering te Londen
te
New Yor1
22 Juli
1922
3
1
1
691
8
15
,,
1922
..
..
351 701
8
,,
1922
.
36
1
/,
71
1
1
23 Juli
1921
38
6011
4
24 Juli
1920
..
541
81/
20 Juli
1914
24
1
54
1
1
NEDERLANDSÇHE BANK.
Verkorte Balans op 24 Juli 1922.
Activa.
Binneni. Wis-( H.-bk. (108.324.826,01
sels,Prom.4B.-bk.
,,
39.971.545,13
enz, in disc. Ag.sch.
,,
67.389.208,87119
f
215.685 580,0111
3
Papier o. h. Buitenl. in disconto
–
Idem eigen portef..
f
67.372.120,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.,,
–
67.372.120,_.
Beleeningen
{
H.-bk.
f
42.114.813,61
mcl. vrsch.
in rek.-crt. B.-bk.
,,
6.421.605,3511
3
op onderp. Ag.sch.,, 67.663.558,14
f1
16.199.977,10
1
1
2
Op Effecten
…… fl02.124.974 37
1
1
OpGoederenenSpec.,, 14.075.002,73
,,
116 l99.977,1O/
8
Voorschotten a. h. Rijk ……..
……
..
13.l45.238,08’/
2
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.238.850,-
Muntmat., Goud
..
,,549.715.947,01
f605.954.797,01
Munt, Zilver, enz..
8.019.856,04’/,
Muntmat., Zilver
613 974 653 05′
Effecten
”
‘
Bel.v. h. Res.fonds..
f
5.575.320,37
1
1
9
id. van
1
/&V.
h. kapit.
,,
3.892.600,3711,
9.467.920,75
Geb.enMeub.
der Bank ……
……………
4522.000,-
Diverse rekeningen ……………….
45.587.200,48’/
2
(1.085.954.689,49
1
1
2
Passiva. Kapitaal
……………………..
f
20.000.000,-
5.660.599,75
Reservefonds……………… —-
,,
Bijzondere
reserve ………………..
1.675.581,33
Bankbiljetten in omloop ………….
976.324.950,-
Bankassignatiën in omloop …
……
..
2.251,959.17
1
/
5
Rek.-Cour.
Het Rijk
f
–
saldo’s:
5
Anderen
,,
73.605.400,71
73.605.400,71
Diverse rekeningen
………………
..
6.436.19B,53
(1 .085.954.689,4911
26 Juli 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
663
NED. BANK 24 Juli 1922
(vervolg).
DE SURINAAMSCHE BANK.
Beschikbaar xnetaalsaldo .
t
402.797.574,07
Voornaam8te posten in duizendexi guldens.
Op de basi8 van lis metaaldekking
. . . . ,,
192.361.112,09
1
AdCrC
Minderbedragaan bankbiljetten in omloop
Dala
1
Mclaal
Circulalie
opcjschb.
1
Disconto’s
Dio. rke-
ningn
)
dan waartoe de Bank gerechtigd is. .
..
2.013.987.870,-
1
Isdiu!dn
io
1922.
1.588
2.081
773
1.047
1.152
. ..
Verschillen m. d. vorig. weekst.:
Mcer
Mmde,
Disconto’s
…………
.
1.792.157,81
1922.
1.604
2.163
833
1.051
1.129
.
. .
Buitenlandsche wissels. .23.836,-
27 M’i
1922….
1.603
2.024
731
1.061
1.127
Beleeningen
……….757.253,89
20
1922….
1.603
2.064
786
1.048
1.177
Goud
13
1922 . . .
1.601
2.068
835
1.055
1.168
Zilver …………….299 678,96
Bankbiljetten ……. …
..15.711.410,-
11 Juni1921
…
1.112
2.057
872
2.069
291
Part. Rek.-Crt. saldo’s ..
25.447.528,’O
. 12Juni 1920.. . .
1.072
1.970
811
1.623
395
Voornaamste posten in duizenden_guldens
Juli 1914 . . .
645
1.100
560
735
396
‘
Sluitpost der
activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
DaM
.
Goud
Zilver
Bank-
biljetten
°peiach6are
Andere
chu1den
24 Juli
1922 ……
605.955 8.020 976.325
75.857
17
1922 ……
605.955
7.720 992.036 49.638
10
1922 ……
605.955
7.607
1.000.648
60.569
BANK VAN ENGELAND.
3
1922 …….
26 Juni 1922 ……
605.955 605.890
7.500 7.540
1.011.468
959.192 50.397
47.630
Voorna.aimste posten, onder bijvoeging der Curency Notes,
25
Juli 1921…..
605.969
11.159
1.012.790
55.867
in duizenden pond sterling.
636.338
15.015 1.017.208
124.828
Currenc_Nolei.
26
Juli 1920……
25 Juli
1914.
162.114
8.228
310.437
6.198
Data
Metaal
Circulatte
Bedrag
1
Goudd.
1
Gat’. Sec.
Data
1
,
1
Totaa,
bedrag
Hiervan
Schatkist-
Edee-
1
Be,chLr.T
baar
king’.-
19 Juli
1922
127.402 124.256
297.611
27.000 255.488
disconto
1
promeuen
s
rechhtreehs
ningen
1
1
Metaal-
aaldo
percen-
_i.5__
12
1922
5
,.
1922
127.901
128.459 124.249 124.523
298 635 297.904 27.500 28.000
257.411 256.461
24 Juli 1922 215.686 ‘
55.000
116.200
402.798
58
28 Juni 1922
128.947
123.048
295.374
28.500
254.312
17
1922
2174781
55.000
105.443
404.599
59
21
1922
128.883 121.373
295612
28.500 254.274
10
1922 232.728
68.000
105.275
400.578
58
14
1922
128.884 121.950
299.222
28.500 258.193
3
1922 229.403
1
60.000
102.940
400.341
58
20 Juli
1921
128.367
127.718
323.966 28.500
287.635
26 Juni 1922 176.417
–
100.968
411.390
61
21 Juli
1920
123.004
124.099
360.830
28.500 330.080
25
Juli 1921 260.225
118.700
131.777
402.655
56
22 Juli
1914
40.164
29.317
–
–
–
26 Juli 1920
90.256
–
332.238
422.150
57
25 Juli
19141
67.947
1
14,300
61.686
43.521
75.
1
t
Dek-
‘) Op de basis van
/c
metaaldekking.
Data
Goo.
Sec.
Other
Sec.
Pul,lk
Depos.
Other
Depas.
Re
1
,e,v
ktnga-
perC.
1)
Uit de bekendmaking van dan M i n i ii
t
er van F i n a n-
19Juli ’22
46.740
76.216
22.175
104.467
21.596
17,05
ci ën blijkt, dat uitstonden op:
12
’22
47.104
73.663
12.612
112.375
22.102
17,68
5
’22
67.988
75.820
14.923
133.394
22.386
15,09
17
Julri2j27lTT2T
Aan
schatkistpromessen..
1
f428.930.000,-
f429.320.000,-
28 Jtii ’22
49.221
75.725
16.348
115.088
24.349
18,52
waarv. direct bij Ned. Bk.,, 55.000.000,-
,, 55.000.000,-
21
,,
’22
45.029
76.801
16.802
113.156
25.960
19,97
Aan schatkistbiljetten ..
,,242.197.000,-
,,241.998.000,-
14
,,
’22
46.699
73.605
17.734 .110.140
25.377
19,84
Aan zilverhons …….. …28.492.025,50
,, 28.854.184,50
20 Juli ’21
82.718
82.275
16.936
149.286
19.100
11,49
Onder de vlottende schuld is begrepen:
21Juli ’20
56.588
80.081
16.559
119.594
17.355
12,75
Voorsch. aan de Koloniën
1
,,256.745.000,-
1
,,255.865.000,-
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
521,
Voorschot aan Gemeenten}l
31 Mei
.
1
30 Juni
voor door Rijk voor hen t.. 62.040.702,94 1., 48.957.697,71
‘)
Verhouding
tueschen Reserve en Depoait..
te heffen Ink. belasting
1
17 Juli
24
Juli
Tegoedv.d.Postch.&G.dstj,, 53.536.243,06
1..
53.547.924,43
DUITSCHE RIJKSBANK.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
Voornaaniste posten in duizenden guidens.De samengetrokken
kassenschaine, in duizenden Mark.
cijfers der laatste weken zijn telegrapkisch ontTaflgen.
Dato
1
Mctao.
Daarvan
Goud
Kassen-
schelne
Circu
1
latte
1
Dek-
t
klngs-
Bank
ATdTTT9e,chikl,.
Data
Goud
Zilver
1
biljclten
opcischb.
1
metaal-
1
______________
__________ __________
____________ _____________
Iperc.’)
14 Juli
1
22 1.024.326 1.004.859 10.789.974
175.437.4181
7
schulden
I3aldo
–
15 Juli 1922
203?0
269.500
79.000
134.050
7’22
1.024.476 1.004.859
14.281.874
172.736.6861
8
8
,,
1922
202.000
.
270.000 i
60.500
135.900
30 J’ini ’22
1.023.602 1.003.859
14.605.085
169.211.792
1
9
1
,,
1922
198.250
265.000
83.000
128.650 22
’22
1.023.200 1.003.861
11.150.689
157.935.228
7
17Juni1922
267.671
71.908
130.590
15
’22
1.022.615 1.003.861
9.163.162
155.345.277
7
171
47.890
10
,,
1922
152.571
47.576 271.103 74.390
131.692
7
’22
1.022.375 1.002.862
5.981.436
154.014.888
4
27Mei 1922
153.183
46.977
263.581
71.963
133.693
14 Juli
’21
1.102.994 1.091.544
5.511.748
75.352.635
11
16Juli1921
213.158
18.028
308.581
117.123 146.483
15 Juli
’20
17.210.482
1
53.846.706
34
17Juli1920
203.615
6.220
335.187
180.428
106.878
23 Juli
’14
1.096.00011.356.8571
1.091.715
1.691.398
65.4791
1.890.895
93
25Juli 1914
22.057
31.907
110.172
12.634
4.8422
1) Dekkin
g
der circulatie
door metaal
en Kassenscheine.
Data
Dis.
1
conto’s
brtaalbaarl
Wissels,
1
buiten
1
Belee-
N..lnd.
1
rnngen
–
oor-
schotten
aan het
Gouv.nem.I
Diver,e
reke-
ningen
kings-
pCrccn.
‘)
Data
Wissels
Rek. Crt.
Da,lehen,kassenschetne
Totaal
1
In kas hij de
uitgegeven
Reichsbanh
15Juli1922
160.340 17.900e
58 8
1922
143.550
300e
s•
61
14 Juli
1922
201.126.658
36.275.656
22.301.400 10.774.100
1
1922
164.920
20.300
56
7
,,
1922
189.949.556
31.531.010
25.221.100 14.264.400
17Juni1922
11.344
22623
58
30 Juni 1922
190.877.495
37.173.745
25.082.800 14.588.900
34.637
22.7601
74.871
10
1922
35.0861 22.8541
80.489
8.924
19.402
53
22
1922
171.785.995
29.490.168
20.696.500 11.134.800
,,
15
1922
175.657.942
36.831.696
18.656.300
9.145.400
27 Mei 1922
33.6151 21.0011
71.349
7.999
19.016
60
1922
167.361.132
28.011.143
15.623.200
5.962.900
16Juli1921
17Juli1920
35.5901
21
.
557
1
101
.
726
27.523! 20.2291162.332
24.943
73.983
22.744
32.845
54
41
14 Juli
1921
1
78.126.729
14.584.808
14.045.000
5.441,900
15 juli
1920
41.786.457
14.850.689
30.630.900 17.169.000
25Juli1914
7.259
6.395
47.934
1
1
6.446
2.228
44
5)
Sluitpost
activa.
5)
Basis
21
metaaldekking.
8)
Creditsaldo.
23 Juli
1914
750.892 943.964
– –
664
EC1ÖÏISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Juli 1922
•
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden franca.
Data
Goud
Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
Te goed
in het
Buitenland
Buit.gew.
voorach.
ald. Staat
19 Juli’22
5.529.780
1.948.367
285.239 578.178 23.400.000
12
’22
5.529.572
1.948.367
283.138
”
23 500.000
5
•
’22
5.529.200
1.948.367
284.942
**
23.700.000
28Juni’22
5.528.858
1.948.367
284.862 615.356
23.300.000
21 Juli ’21
5.520.888
1.948.367
274.947 633.868 25.000.000
22Juli
1
20
5.588.878
1.978.278
247.516
679.128
25.700.000
23Juli’14
1
4.104.39
*
0
1
–
639.620
–
–
Wisse!,
Uitge..
,tlde
Wissel,
Belee.
ning
Bankbil.
jelien
Rek.
Cr1.
Pont.
culieren
Rek.
Cr1.
Staat
2.081.932
35.723
2.206.053 36.369.763
2.379.916
42.853
2.103.289
35.957
2.218.741
36.501.518
2.197.409
47.238
‘
2.105.264
36.180 2.370.000 36.798.717 2.344.127 22.758
‘
0
2.331.740
36.651
2.174.770
36.039.356 2.390,692
57.681
2.586.578
76.123 2.208.310
37.269.951
2.770.225
31.306
11.541.9801
1.807.509
510.196
?
1.942.381
37.764.829
3.165.062
134.170
–
769.400 5.911.910
942.5701400.590
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden 1 rancs.
Data
1 Metaal
1
md.
1
buiienl.
saldi
1
Beleen,
1
aan
liulienl.
i
vonden.
Beleen.
1
van
1
prom. d.
1
provinc.
Einn. wissel,
t
en
1
bdeen.
Circu-
latie Rek.
Cnt.
pa,tic.
18 Juli ‘221330.763
84,6531480.000
624.133 6,287.335
256511
13
,,
‘221329.441
84.653
480.000 622.780
6.273.528 228.322
6
,,
‘22328.036
–
–
149.606
6.252.732 273.658
29 Junj’221328.130
84.653
480.000
625.395
6.228.201
228.561
19 Juli ‘211325.45384.652
480.000 697.199
6.092.590
381.067
22Juli ‘20,356.688
84.653
480.000
1
723.8345.354.912
1.482.992
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Goudvoorraad
F.R.
Zilver
Notes in
cie.
circu
Totaal
Dekking
________
in liet
bedrag
F. R. Notes
buiten1.
latie
5
Juli
’22
3.020.677
2.184.958
–
113.25212.194.323
28 Juni ’22
3.020.868
2.171.580
–
127.498 2.124.422
21
,,
’22
3.019.000
2.170.056
–
127.7152.126.304
14
,,
’22
3.007.794
2.186.652
–
128.684 2.122.610
6 Juli
’21
2.477.806
1.735.703
–
153.405 2.671.916
9 Juli ’20
1.971.316 1.288.096
111.531
136.8773.180.948
Data
Wissels
Totaal
Deposiios
Gestort
Kapitaal
Goud-
Dek-
king,
Algem.
Dek.
king,.
p
e
,
c
.2)
5 Juli
’22
653.937
1.884.702
105.217
74,0
76,8
28 Juni ’22
623.161
1.939.276
105.078
74,3
77,5
21
,,
’22
543.035
1.854.399
105.079
75,9
79,1
14
,,
’22
537.592
1.929.036
104.879
72,4
77,4
6 Juli
’21
1.832.499
1.713,152 102.103
56,5
60,0
9 Juli ’20
2.934,184
1.505.216
94.639
38,7
43,1
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL. Voornaamste posten in duizenden dollars.
D
ata
Aantal
t
Totaal
1
uitgezette
Reserve
hij de
Totaal
Waarvan
time
banken
1
gelden en
beleggingen
F. R. bank,
t
depositas
deposits
28Juni’22
799
10.783.121
1.440.290
14.627.985
3.380.434
21
,,
’22
817
11.873.822
1.254.660
13.371.133
2.919.332
14
,,
’22
800
10.943.997
1.339.433
14.730.535
3.281.607
7
,,
’22
799 10.887.452
1.398.452 14.609.406
3.305.627
29Juni’21
817
11.873.241
1.241.465 13.366.894
2.933.118
3Juli
‘201
814
16.928.8931
1.445.713 14.294.352
2.700.371
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
EFFECTENI3EURZEN.
Amsterdam,
24
Juli
.1922.
Het Runsisehe vraagstnk is gedurende de achter ons Jig-
gencie dagen geheel op tien achtergrond geraakt en vervaii-
gen door de moeilijicheden, die
jfl
Duitschland den toe-
stand beheerschen en de rust van tEuropa opnieuw lie-
dreigen. Wel niet direct in politieken zin doch zooveel te
meer in de economische vichting, die dan toch stellig poli-
tieke gevolgen met zich zou kunnen eleepen. Duitseklaud
is er eindelijk toe oveigegaan een ‘moratorium voor de e-
taling van Zijn schulden aan te vragen, hiertoe gedwongen
door de deplorabele fnaiicieele verhoudingen in liet eigen
laud. Men liehoeft slechts een lilik ‘te slaan op de week-
staten van de Rijksbank, pim tot de conclusie te komen,
dat de waarde van het Duitsohe ibetanimiddel den afgrond tegeimoet holt, indien niet zeer spoedig maatr.egelen hier-tegen worden genonien Nadat in de laatste ‘week van Juni
alleen de ci.rculatje van bankpaspier tmet Mk.
11.276 mil-
lioen was gestegen, nadat de eerste week -van Juli een ver-
meerderi.g van
3.524
milliosu Mark te aanschouwen
had gegeven, heeft ook .le tweede week van Juli een toe-
name van •Mk.
270
millioen doen zien, terwijl in het vorig
jaar dezelfde periode een -vermindering van Mk.
486 mii-
dioen en ‘voor twee jaren eveneens een vermindering van
Mk.
198
milioen had aangetoond. In zeer nauwe aan-
sluiting hieraan stonden dan ook de prijsverhoogingen
van verschillende grondstoffen, cd. gedurende de achter
ons liggende week. Kadi oin’dergi.n.g een prjsverhooging van
25
-pOt., phosphaiten een van 30 pOL; alle levensmiddelen
en kloedingstoff en ‘zijn aanmerkelijk duurder geworden.
Prijsv-erhoogingen van ijzer en steenkolen
zijn
reeds aan-
gek’ndigd, terwijl van den eersten October af de spoor-
weg-tarieven voor personen met
50
pOt, verhoogd zuLlen
worden. Het is te ‘begrijpen, dat ‘deze omstandigheden een
‘zeer gespannen toestand in -het land te voorschijn hebben
geroepen, welke samengaat met een hoogst ontokere situa-
tie op -liet gebied der ‘buitenlandach-e politiek. Het is echter
acer ei-genaardig, dat de wilde ‘hausse, die zich lwecler -op
de devi-ezen-markten heel-t ingezet (na de jongste periode
van k-al.mte is de noteering van den dollar weder boven
de Mk.
500
gestegen), niet door de effectenimarkt is over-
genomen. Weliswaar is ook hier een stijging te constateeren
geweest, -zoo.dat het bekende index-cijfer van de Frank-
furter Zeitu.ng ‘van
-282
tot
285
monteerde, idoch deze stond
in geen verhouding tot de tendens voor valuta’s. De verkla-
ring van dit ‘verschijnsel is te vinden ‘in het feit, idat men
in lireede kringen van liet Duitsche -specul-eerend publiek
thans ook de lieklemniing van de duui-‘te gaat ondervinden. Hierdoor worden
–
zeer -velen er toe gebracht de ‘door hen
gekochte stukken -weer te verkoopen; 1zoodra slechts even
de kan-s
op
twinst ‘wordt geboden. ilieubij komt, idat men
toch wel eenige hoop koestert op het toestaan -van een
mOrat-or,itLm, zij ‘het slechts ‘voor korten
tijd
en dat men
hieraan de verwachting van een daling ‘der buitenlandsche
dev-iezen vast ‘knoopt. Bovendien spelen de vooruitzichten op
de gedwongen Lenin,g een rol; men verwacht, ‘dat de bil-
jetten–pers niet meer aoo snel zal behoeven te draai-en
gedurende -den tijd, dat de aanslagen in de gedwongen
leeni-ng binnenkomen Alles tezamen genomen kiveekt eener-
zijds een aandrang tot realisatie, anderzijds een tendens
van afwachten, :het,geen -aan -de levendigheid van de
Duitsche beurnon ‘niet ‘ten goede ‘is gekomen.
Anders heeft het -er uit ‘gezien aan de beurzen in de
landen -der Entente. ‘Vreemd genoeg, althans in menig
–
op-
‘zicht, was ‘hier een optimistische stemming gedurende ‘liet grootste gedeelte van de iberich’tsperiode overhe:’rschend. In de eerste plaats mpet in -dit veuban-d Parijs maar voren
worden gebracht, waar zich langzamerhand dezelfde ten-(l-en-zen beginnen te voltrekken als aan ‘de markten van-
Duitsehla-nd en Oostenrijk. Het nauwe veilband, -dat tus-
seheii Duitschiand n Frankrijk bestaat (in zuiver finan-
cieel opzicht is deze, oppervlakkig beschouwd, vreemde uit-
spraak,
‘toch
zeker geen contradictio in t.erminis) sleept
den Franschen wisselkoers onvermijdelijk met den Duit-
schen mede. Hier ter plaatse is reeds herhaald-olijk de -aan-
-dacht gevestigd op de betoogen van Fransche (zijde, -die het
onmogelijk achten ook slechts in geringe mate aan de Duit-sohe verlangen’s tegemoet -te komen, indien hiermede -niet
een evenredige ver-mindering van de F-ran’sche schulden
aan
de geallieerden samengaat. Weliswaar aljn in verband
-met dezen maatregel herhaaldelijk plannen gevormd, die
ech-ter voortdurend zijn afgestuit op den onwil ‘van -de Ver-
eenigde Staten, om ook ihunnerzijds eenige aanspraken
kwijt te schelden. ‘Waar -het er n-i-et naar uitziet, dat dit
binnenkort wel liet geval zal zijn, beweegt cle ‘Fraasche
wisselkoers zich in dalende richting, in ‘sympathie met de
houd-ing van de Mark. Oorspronkelijk heeft dit -den Franse-hen
26 Juli 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
665
bezitters verontrust, doh thans schijnt men zich in ‘het blijk-
baar o’nvermijcleljkete’schikken en past men zich hij de ver
–
anderde omstandigheden aan. Dientengevolge t7ij.n voor-
nannelijk buitenlandsche fondsen gedurende de achter ons
liggende dagen gezocht geweest, doch, eigenaardig genoeg,
hebben ook Fransche renten zich niet aan de algemeene
opwaartsche tendens onttrokken. De stemming is tot het
einde toe vast gebleven.
Hetzelfde is feitelijk te L o ad en. het geval geweest,
hoewel hier de opgewekte tendens niet aan den stand der
wisselkoersen toe te schrijven is geweest. Wel is de posit.ie van het Pond Sterling iets ‘verswakt, doch niet in die mate,
dat hiervan eenigen invloed op de beurskoersen der f end-
sea is uitgegaan Het optimisme vond veeleer izijn oorsprong
‘in de gedachte, dat h’et aangevraagde nio.rateriimi van
Duitsohland ook werkelijk zou iword’ea toegestaan: De
aandrang tot inwilliging gaat dan ook werkelijk van En-
geland uit, en hoewel het vaker is voorgekomen, dat
het Engelsohe initiatief werd vernietigd door ide bespre-
kingen in de plenaire Commissie van Herstel, denkt men
thans toch wel betere resultaten te bereiken. liet directe
gevolg zou zijn een versterking van Duitschiand in econo-
misch opzicht, derhalve een grooter kans, om het oude
stzet,gebiecl te herwinnen. Af te wachten, blijft, of de
wenisch hier niet moet worden beschouwd als de v’ader van
de gedachte; in ieder geval in de hoop op het oogeublik
z66 sterk, dat ‘d’e effeetenimarkt er gunstig door wordt ge-
influenceerd.
Te N e ‘w Y o r k ‘is de ‘omvang der zaken sterk toege-
nemen, tegelijk met het opvoeren van het koersniveau der
fondsen. In de dagelijks naar Europa gesei’nLde koerslijst,
komt de geanimeerde tendens bijna niet tot uitdrukking,
omdat hier nog steeds fondsen worden aangeduid, wier
fbeteekeuis in Walls’treet sterk is achteruitgegaan. Be-
chouwt men echter de geheele lijst van te New York
verhandelde waarden, dan niet men dat r.ich hier een om-
vangrijke hausse aan het ontwikkelen is. Deze omstan-
digheid doel yreemd aan, waar men zich in ‘de Vereenigde Staten midden ‘in een tijdperk van heftige arbekis-conflic-
ten bevindt, die op dit oogeablik zeer eeker nog ‘niet de
gedachte aan een spoaclige oplossing wekken. Men ‘schijnt
echter daar te lande het gewicht der mijnwerkersstaking
(om slechts het voornaamste geschil te releveeren) niet al
te zwaar te gevoelen en men stelt deze en ‘andere con-
flicten liever tegenover de onmiskeiïbare teeken’en van meer-
deren welstand, die elders in het land zichtbaar werden.
Te ‘o
11
z e n t heeft cle markt een merkwaardig verloop
gehad. Gedurende het overgroote deel der berichtsperiode
was de stenuning gedecideerd, flauw, terwijl ‘cle omzetten
van geen beteekenis waren. Ook de beleggingamarkt ging
hieronder gebukt. Op den laatsten dag dcr iberichtsweek
echter keerde plotseling ‘de tendens, feitelijk izonder ‘eenige
direct aanwijsbare oorzaak. Het merkwaardig feit deed
zich hier voor, dat ook de staats-fondsen-afdeeling, althans
wat de ‘biunenlandsche soorten betref t, een zeer ‘scherpe
verbetering te aanschouwen gaf, op denzeifden tijd, dat de
geidmarkt veel stroever ‘en de prolongatie-rente aanzien-lijk hooger werd. Hieruit kan worden geconcludeerd, dat
ook de beleggingsmarkt, veel meer clan vroeger, onder-
hevig is aan stemmingen ‘en externe invloeden.
Ook buiteriluadeche staatsfondsen konden aioh bij ide algemeene beweging aansluiten. –
17 Juli 20Juli 24 Juli
5
0/
Ned. W. Sch.
1918
8711
87
1
1
87
41/
1
o/
‘
1916
86
1
1
86
861
+ 11,
6
4
0/
1916 77
77
77
1
/ +
11,
1
16
331,
0
/0
68
68
1
1
681
+
314
3
0/
,,
……
58
8
1
8
59
1
1
601
+
1
1
1
9
211,
0/
Cert. N. W. S. ‘ …… 5O°/
52
521
+
I
1
j2
5
0
/o Oost-Indië
1915
•. – – 90
89
1
1
4
89
1
1
2
1
1
2
6
o/
,,
1919 . .
951,
95118
951118 –
11
1
10
4
O/
Oostenr Kronenrente 31
4
314
814
5
0/
Rusland 1906 ……7
41/1
5314 – 111
4
4
I/
o
Rusi. bij Hope & Co.
311
3
511
5
+
11
12
411,
0
1 China Goud 1898 .. 72
1
1
74814 7431 ± 2
11
1
4 °/o’Japan 1899 ……..
65’/
18
65
1
1
671
4
+ 2
11
!
4
0/o
Argentinië Buiten!.. 673/g
67112
69/ +
11
4
5
0/
Brazilië 1895 … …58/
55
56
1
1
—21
13
7
0/
Staatsopoor ……..102’/
8
102
1
1
102
1
1
4
+
118
7 % Amsterdam ……..102/, 102°f, 102
15
1
+
7
1i6
Buitengewoon groot echter was de ommekeer op de aan-
dcelenma.rkt. De impuls is hier uitgegaan van een fonds,
dat ‘gewoonlijk niet ‘zoe sterk op dan voorgrond breedt,
althans nooit ‘verma’g leiding aan ‘de markt te geven.
Aandeelen Orion Petroleum Mij. ibleken nl plotseling ‘zee
in ‘trek, dat zij alle andere ‘af deelingen onweerstaanbaar
medesleepten. Reeds dagen te voren ‘hadden in bescheiden
mate aankoopen plaats gevonden in verband met de fusie
tussehen de Mij. en de Phoenix LOil Coaup. te Londen. Op
den ffatsten dag der beursweek echter cul’mineerde ‘de vraag
in pogingen om fonds te verkrijgen, bijna
á
t’out prix,
mede gestimuleerd. door kooporders van Londensehe zijde.
liet ‘gévolg ‘is geweest, dat het fonds een voordeelig ver-
‘schil, vergeleken met de vorige week, te aanschouwen geeft
van ruim 17 pCt. Dit beeld is echter nog niet eens
gui
lat-
teerd, daar in onderstaand lijstje slechts de tmiddenkoersen
zijn weergegeven, terwijl het niveau, waarop het ‘aandeel
de berichtaweek verlaat, nog een zestal procenten Jiooger is.
In aansluiting hieraan waren ook ‘de overige Petroleum-
papieren sterk gevraagd.
17Juli 20 Juli 24Juli
Rii:ingof
Amsterdamsche Bank
….
121
124
1
1
124
1
1
2
+
31/2
Koloniale Bank ……….
106
1071
109
+
3
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand.
I141
117
1
1
4
120
+
53/4
Rotterd. Bankvereeniging..
88
1
1
871
871
4
–
1
/2
Amst. Superfosfaatfabriek
.
36
8
1
g
34
3371s
–
21
Van Berkel’s Patent ……
27
2812
291
4
+
21
4
Insulinde Oliefabriek……
3
2
1134
– 171,0
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand
59
55314
5814
–
1/
4
Hollandia Melkprodueten ..
126
125
1
1
128
1
1
+
2’/
Philips’ Gloeilampenfabriek
219114
225
24811
+
291/4
R. S. StokviQ
&
Zonen ….
578
578
578,
Vereenigde Blikfabrieken..
74
1
1
2
72
1
1
2
72
–
2112
Compania Mercantil Argent.
23
221
3
311
3
+
8’/
3
CultuurMij. d. Vorstenland.
130
135
1371
4
+
7’/
4
Handelsver. Amsterdam. ..
3151
1
324
1
1
330
1
1
+
141
Roll. Transatl. Handeisver.
18
18 18
Linde Teves
&
Stokvis….
70 69 69
–
1
VanNierop&Co’sHandel-Mij.
31
11
4
11
+
1136
Tels
&
Co.’s Handel-Mij.. ..
7
6
5518
– 1818
Gecons. Roll. Petroleum-Mij.
97
105
1
0
1
5
116
+
19
Kon. Petroleum-Mij. ……
415/
3
425
428114
+
121
Orion Petroleum-Mij.
Afgest. Aand.
26
1
1
291
431
12
+
l7’/
Steana Romana Petroleum
Mij.
..
Afgest. Aand.
33
301
4
40
+
7
Amsterdam-Rubber-Mij.
..
48
1
1
50
55112
+
7
Nederl.-Rubber-Mij ……..
24
26114
‘
32
1
1
+
8
1
1
3
Oost-Java-Rubber-Mij.
….
96
96
1
1
105
+
9
Deli-Batavia…………..
220
233
1
1
2
245
+
25
Deli-Maatschappij
……..
175 180 186
1
1
3
+
111
I2
Senembah-Maatschappij…..
254
3
1
4
259
1
1
2
277
1
1
+
22/
Bovendien heeft geen enkele markt-afdeeling zich aan
de algemeene tendens onttrokken. Suikerwaarden konden
ten volle de zeer gunstige berichten van de laatste dagen
tot gelding brengen. In het bijzonder konden Tabakswa.ar-
den in koers verbeteren, omdat hier in den loop der laatste
weken een vrij omvangrijke contramine twas ontstaan, die
nu overhaast tot dekking overging. Ook
rubberwcucrden
werden op de sterk verlaagde koersen gevraagd.
Het is de vraag, ‘of in het optimisme van den laatsten
beursdag ook niet eenige overdrjving schuilt. alen komt
gemakkelijk tot deze onzierstelling, als men de krachtige
verbeteringen beschouwt, welke ook sommige i’ndustrieele
waarden hebben ondergaan. Aan den anderen kant echter
was ‘tot nu toe het pessimisme wellicht wat ‘al ‘te ver door-
gevoerd.
Zelfs
scheepvaartwaarden
konden ziah uit hun apathie
verheffen en hebben min of meer krachtige’ver.beteri’ngen
over de geheele lijst te aanschouwen gegeven.
17 Juli 20 Juli 24Juli
Rii:ingof
Holland-Amerika-Lijn
971 1031
4
1081
4
+ 1114
,,
,,
,,gem.eig 8711,
92
1
/
t
97’/
4
+ 98/4
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij
40
40
40
1
1
4
+ 114
Hollandsche Stoomboot-Mij 13
13
13
1
1, + 11
Java-China-Japan-Lijn
62
63113
70112
+ 8’/
3
Kon. Hollandsche Lloyd.
9
12
95
18
10,
18+
13,
8
Kon. Ned. Stoomb.-Mij……40
40
45
+ 5
Koninkl.-Paketvaart Mij
76
78
79
+ 3
Maatschappij Zeevaart …. 38
3811
4
45
+ 7
Nederl. Scheepvaart-Unie
87
82
1
1
4
85°/
8
—1 3/
Nievelt Goudriaan ……..97
102
104
+ 7
Rotterdamsche Lloyd …… 105’/, 107
1
1, 112
+ 6’/,
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg” 49
46
57
+ 8
,,Nederland”
108
1
1
10911,
112
+ 38/4
,,Noordzee” . .
19
18
19
14 ‘
,,Oostzee”…..47
1
/2
461
53
1
1
2
+ 6
De
Amerikaa,nsohe
markt was stil, doch in aansluiting
aan ‘Wallstreet vast.
666
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Juli 1922
17 Juli 20 Juli 24Juli
Rijzing of
daling.
American Car
&
Foundry..
164
164
164
Anaconda Copper
……..
107
108’/
3
109
+
2
tin. States Steel’Corp…..
102/
4
105
104
+
‘/
Atchison Topeka ……. …
106
106
1
1
4
105
1
1
2
–
1
12
Southern Pacific ……….
95
941
94
1
1
–
1
1
2
Union
Pacific …………
148
8
/
8
149
148
1
1
3
+
18
Int. Mero. Marine orig. Corn.
19
1
1
191
19
– 1,14
prefs.
76116
758/4
771
4
+
13118
De
prolonçjatierente
‘monteerde
van 2 tot 3 Y
4
,pC.t.
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
25 Juli 1922.
De vaste stemming, die aan het begin der afgeloopen
week aan de graanmarkten h.eerschte, heeft zich slechts
kuin’cn hninjcihayeu In Argentinië, waar het regenachtige
weder nog steeds ongunstig is voor de nieuw gezaaicle
tarwe en tevens het dorschen en den aanvoer van mais
belemmert. Eigenlijk gevaar voor ‘den tarw.eoogst ‘bestaat
nog niet en mede tengevolge van de flauwe Noord-Ae-
rikaansche markten en de teleurstellende Europeesche
vraag bleef prjsverhooging uit. De ariaakten ‘te Buenos
Aires en Rosario sloten op 22 Juli ongeveer op het niveau
van eene week te woren of Iets daaronder. Maïs steeg
echter, nadat in het midden der week wegens verbetering
van het weder eene flinke prijsdaling had plaats gevonden,
daarna ‘weder tot 10
ft
20 centavos per 100 KG. boven
den prijs van 15 Juli. De ‘belangrijke premie voor spoedige
posities bleef gehandhaafd, zoowed in Argentinië zelf als
voor Argentijnsohe maIs in Europa, ‘waar de ook deze
week weder zeer kleine versehepingen eveneens ‘tot prijs-verhoogiag teidden. Ronde maïs wordt uit andere uitvoer-
landen weinig algeladen en ofschoon de meeste landen het
grootste deel ‘hunner maïsbehoefte in Noord-Amerika dek-
ken, zijn de aanbiedingen van La Pdata-maïs in spoedige
posities zon gering, dat prijsstijging ook bij de kleine
vraag niet ‘kon uitblijven. Voor ‘latere af ladingen ‘was dit
in minlere.mate ‘het geval. De overweging, dat toch ten
slotte in Argentinië het weder wel eens ‘zal verbeteren,
waardoor de mais ter verschepiiag kan komen, en de schit-terende vooruitzichten van den Roemeenschen ‘maïsoogst,
houden koopers terug ‘van het ‘betalen van de tegenwoor-
‘dige prijzen voor La Plata-majs op afladin.g, ook al is die
lager te koop dan in .spocdige positie.
In tarwe van Argentinië is de ‘o’rnzet teleurstellend. Een groot dccii der ‘verschopingen betreft vroegere verkoopen,
waaronder groote contracten naar ‘Duitschiand. Reeds eeni-
gen tijd ‘worden door ‘dit land zeer weinig tar.we-iirkoopen
gedaan en ook in het overige Europa is de vraag niet
groot. Engeland toonde nog den ‘meesten kooplust, doch
ook daar wordt over het algemeen slechts ‘voor de degelijk-
Noteeringen.
Chicago
Bueno, Agre.,
Data
Tarwe
MaYo
Haver
Tarwe
Man
Lijnzaad
luit
Juli
Juli
Aug.
Aug.
Aug.
22 Juli’22
1
11
4
62
1
/
341
4
12,80
1
8,25 20,85
15
,,
’22
115
3
/
4
62314
34
7
1
,
12,85
8,10
21,50
22 Juli 21
124
1
1
2
641 391
4
18,65
9,40
24,25
22 Juli 20
282
154
92
25,-‘)
9,50
24,30
22
ulL ’19
J
223’/
2
195’i,
793/4
16,65
9,60
43,-
113,70
20 Juli’14
82
561
36
1
/
9,40
5,38
1)
per
Juli.
sc.he ‘behoefte gekocht. Dë zeer goede berichten omtrent
den stand der zomertarwe in de Vereeni,gde Staten en voor-
al in ‘Canada, ‘waar eene acer groote opbrengst wordt ver-
wacht van alle graansoorten, leiden tot omzichtigheid bij
den inkoop. Mecir dan in de ‘voorafgaande week schijnt dit-
maal in Noord-Amerika de gunstige stand der somertarwe
zijn invloed op ‘de markt. te hebben uitgeoefend, ondanks
het voortduren der stakingen in de kolennijverheid en bij ‘de spoo’cwegen. Ook het uitblijven van eene verbetering
van den markenkoers ‘werkt nog steeds ongunstig op de
Noord-Arnerikaansche tariveprijzen. Vrijwel de geheel.e
week was Ohicago flarnv en op 24 Juli sloot ‘daar de Juli-
termijn dci ‘September-termijn 4% idollarcent ‘per 60 lbs.
lager dan •eene ‘week tevoren. Ook rogge daalde flink in
prijs en noteerde op 24 Juli 2y
4
en 1
3
/8
cent per 56 iibs.
lager dan op den 17den.
in
‘dit artikel kwamen geregeld
zaken ‘van flinken omvang met de Duitsche .regeering bot
stand, ondanks den dagen ‘markeiikoers. In ‘West-Europa
is weinig ‘verandering ingetreden in de vooruitzichten der
oogsten van broo.dgraan. Va’n .rogge ‘wordt in Frankrijk
eene goede opbrengst verwacht, en het schijnt wel juist te•
zijn, dat ‘de rbar’we er iets beter voorstaat ‘dan onlangs werd
bericht. Door het natte ‘weder izal ‘de oogst echter vrij be-
langrijk vertraagd worden, evenals in de meeste andere
West-Europeesche landen. Zooads ‘wij reeds ‘herhaaldelijk
berichen, dient tevens in de roodgraan-invoerende landen
gerekend te worden met eene belangrijk geringere op-
brengst ‘dan in het vorige jaar, doch ‘wegens ‘de goede voor-
uitzichten in de uitvoerilanden, waaronder ook Roemenië, laat zich deze omstandigheid nauwelijks als ‘hausse-factor
op den loop der markten gel;den. In Frankrijk is ter be-
perking van iden tar’we-invoer in het komende seizoen ‘reeds
sprake van voorschriften omtrent ‘zuinige iiitmailing en
eelfs van verwerking in ‘het brood van andere graansoor-ten dan tarwe. De werel’dverscheping.en van broodgraan
waren deze ‘week ‘zeer voldoende voor de tbehoeften der in-
voerianden.
lIaïs was slechts voor La Plata-maïs ‘hij voortduring vast.
Noord-Amerika kon evenmin als voor ‘hroodgraan Zijne
prijzen voor ‘maïs handhaven. IDe Argentijasche ‘berichten,
goede binnenlandsh•e vraag en de invloed ‘der stakingen
brachten wel in het midden der week eene prijsstijging ‘te
Chicago te weeg, doch de vaste stemming was slechts van
korten duur en op 24
Juli
sloot ‘de markt te Chicago om-
streeks 1 dollarcent per 56 lbs. lager dan eene week tevoren.
De geringe Duitsohe’vraag en vooral het zeer goede weder
voor den maïsoogst werkten daartoe ‘mede. De stakingen
in de Vereenigde Staten leidden echter tot sterke vraag
aan de kust, zooclat daar en dus ook in ‘de invoerlanden
de vei-‘laging te Chicago slechts gedeeltelijk ,tt haar recht
‘kwam. De Noord-Amerikaansche v.erschepi’ngen namen
toe en ‘bedroegen bijna ‘het dubbele van de vorige week.
De vraag naar ‘Duitschland ‘was gerjog, ‘doch Engeland
toonde goeden kooplust.
In gevat neemt de omzet toe en de groc>te oogsten, ‘die
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
1
24
luit
1
17 Juli
l
25 Juli
1
1922
1
1922
1
1921
Tarwe
8
…………..
1
)
13,50
13.75
22,-
Rogge (No.
2
Western) ‘)
11,50
12,-
21,50
Mais (La Plata)
……
3
)
200,-
199,-
256,-
Gerst
(48 lb.
malting)
•
.)
225,-
216,-
305,-
Haver
(38lb,
white
ei.)..
1
)
10,65
10,65′
14,50
Lijokoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
Lijnzaad (La Plata)…
Bil
14,50
l
14,50
1
21,-
462,-
459,-
1
480
e
–
‘)p. 100
K.G.
2) p.
2000
K.G.
l
per
1960
K.G.
*)
Nr.
2
Hard/Red Winter
Wheat.
AANVOEREN in tons
van
1000
K.G.
Rotlenlam
Amsterdam
Totaal
Artikelen.
16122
Juli
Sedert
Ove,’eenk.
16122
Juli
Sedert
Overeenk.
1922
Ijan. 1922
tijdvak 1921
1922
1Jan. 1922
192
tijdvak
1
1922
1921
12.335
555.304
710.694
–
26.976
10.922
582.280 721.616
7.462
105.968
84.975
– –
325
105.968
85.300
Boekweit
……………
–
9.338 3.500
–
–
500
9.338
4.000
2.288 589.822
507.859
1.290
64.203 44.407
654.025
552.266
Tarw
……………..
Gerst
…………….
2.656 76.699
140.881
1.000
3.597
6.398
80.296
147.279
Rogge
……………..
1.771
64.235
45.858
–
50
1.154
64.285
47.012
Mais
……………..
660
.
90.674
71.502
4.397
58.480
53.459
149.134
124.961
Haver
……………….
Lijnzaad
………………
2.000
41.080
67.777
–
1.547 15.370
42.627
83.147
Lijokoek…………….
Tarwemeel
………….
1.303
31.508 28.107
–
4.954
1.070
36.462
29.177
Andere meelsoorten.,
256 4.946
19.557
–
2.615
1.263
1
7.561
20.820
26 Juli’ 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
667
zoowel in de Vereenigde Staten en Canada als in Roe-
menië worden verwacht, ‘beloven rvoor dit aTtikel weder een
grooteren omzet, dan in de laatste jaren het geval is ge-
weest.
Lijuzaad was prjshoud.end, met nu en dan vaste stem-
ming wegens berichten van groote Noord-Amerikaaisehe
inkoopen in Argentinië. Het steeds meer dooul.ringeride
vermoeden, dat Argentinië meer ljnzaad te verdiepen heeft,
dan de officieele oogatschatting aangeeft, hendt echter
blijvende prjsverhogin.g tegen.
•N ede r 1 and. Tarwe r’erd ook ditmaal slechts paar
–
‘zaam gekocht en alleen voor dekking der onmiddellijke be-
hoefte. Voor maïs bestaat.geregelide, doch niet ‘groote vraag en ‘nog steeds worden ‘voor spoedige Noord-Amerikaansohe
partijen liooge premies betaald. Dit zal waarschijnlijk nog
eenigen tijd het geval blijven, daar voorloopig geen ver-
meerdering in de aanvoeren te verwachten is. Ook andere
maïssoorten, zooiwel Donau, La Plata ‘als Zuid-Afrikaan-
sche trekken meer ‘belangstelling en sijn gemakkeljker, te
plaatsen. Gerst wordt geregeld, doch in •een kalm tempo
aangevoerd en vindt zonder bezwaar koopers. Haver echter
was deze week stil. 1n ‘ljuzaad kwamen gedurende enkele dagen der week
te-
larngrijke zaken tot stand, doch daarna ‘verminderde weder
de omzet
..SUIKER..
De suikerbieten in de verschillende Europeesche landen
konden zioh verder op bevredigende wijize ontwikkelen,
doch wordt thans na de veelvuldige regens van ‘den laat-
sten tijd naar warm en droog weer verlangd.
Op de ,Amer ikaaqis clie markt maakte de kalmte der
voorafgaande week weder plaats voor eene zeer vaste ‘stem-
ming en werd Cuba-suiker tot prijzen oploopende van 3
3
/
s
tot 3% e. c.&f. Nw York ‘verkocht. ‘De noteering ‘voorSpot
Ceutrifugals steeg tot 6.33 c, terwijl
sp
termijn 3.63 c.
voor September, 3.76 c. • voor December, 3.49 c. voor Maart
en 3.60 voor Mei genoteerd wordt. De berichten ‘over den
• ‘Anerikawnsohen hietsuikeroogst luiden ongunstig, men ver-
wacht dit jaar slechts 600.000 tons tegen verleden jaar
900.000 tons. Daarentegen zal de Oubaoo.gst ook de laatste
raming van 3% millioen tons overschrijden en nauwelijks
achterblijven hij verleden jaar, toen de productie 3.938.000
tons bedroeg.
De laatste •Cuba-statist.i.ek luidt:
1922
1921
1920
tans .
tons
tons
Ontv. d. w. t. 15 Juli ’22 62.218 20.068 35.933
Tot. sec,l. 1 Jan.-15 Juli ’22 3.355.662 .2.972.986 3.289.647
Aantal werkende fabrieken 14 8 6
Weekeport 15 Juli 1922
118.758
10.521
69.343
Tot. Exip. s. 1/1-15/7/’22 2.688.741 1.531.676 2.847.583
Tot voorr. op 15 Juli ’22
725.953 1.458.756
445.240
En gein n d kocht eenige ladingen witte Mauritius-
en bruine Java-suiker, voor welke laatste ah. 19/- c.i.f. be-
taald werd.
Op J a v a werd nog het een en ander tot de laatste prij-
zen ‘uit de tweede hand afgedaan. De loop der campagne is
zeer bevredigend en verwacht men een 1 linken oogst. Het
doorsnee ‘rendement van 129 fabrieken per 15 Juli was
ruim 6 pOt. hooger, dan op hetzelfde tijdstip van verleden
jaar. De Juni afsohepingen van Java ‘bedroegen 100.000
tons, ni. 19.000 bus naar Éuropa, 19.500 tons inaar ‘Japan,
14.500 tons naar China, 34.000 boos naar Britsch-I’ndië en 13.000 itous naar elders, tegen 104.000 ‘tous verleden jaar.
In ons land werden atooimende partijen witte Java-
suiker tot oploopende prijzen verhandeld, laangezieu
Dui’tshland .weder meer belangstelling tOonde. Voor Juli-
afsoheep v.an Java werd
f
24% betaald, en is de vraagprijs
.ini f
24%. Ook ‘aan de termijnmarkt was ‘meer leven te
bespeuren en werd aan liet slot ‘betaald
f
2534 voor Juli,
f
25.— voor Augustus en
f
2434 voor September ‘levering.
NOTEERINGEN.
Dalo
Amsler-
dom
PCI
Londen
New Yo,h
96pCi.
–
Toto,
1
WhUe Java
f.o.b. per
Amer. Cro.
1
nu!otedc.1.f. Aug.
Cul,ev
No.
‘1
1
Juli/Aug.
Juli/Aug.
fugols
Sh. Sh.
‘$
cts.
19Juli
’22
f25
1
1
8
5713 2019 231–
5,23
12
,,
’22
,,24/
4
57/3
2019 2219
.5,00
19
Juli
’21
,,29’/
8
62/6
2216 2916
‘4,61
19Jdli ’20
–
1161-
9116
–
16,56
4Juli ’14
,,l 1
18
/
32
181-
–
–
3,26
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 12 Juli 1922.
Sedert ons laatste bericht hebben prijzen van Amerikaan-
sche katoen ‘den invloed ondervonden van de gebeurtenis-sen in Midden-Europa en den achteruitgang van de vreem-
de wisselkoersen. De weerberichten zijn ook gunstig ge-
weest, hoewel liet ‘nog te vroeg is, om reeds een sbepaalde
meening te geven over de totaal-opbrengst van den oogst
van dit jaar. Prijzen zijn ten slotte over deze week onge-
veer 42 punten lager. Egyptisohe katoen is ook weer lager
wat de gewone soorten betreft, doch goede ‘Sakel-katoen ‘is
duurder.
Zooals gewoonlijk hij een dalende markt zijn koopers van
garens huiverig nieuwe orders af te sluiten en deze week
is er dan ook zeer weinig gedaan. Fabrikanten vragen on-
geveer
34
d. per pond meer ‘voor Ameri.kaansohe garens, ter-
wijl Egyptische garens ongeveer il d. ‘honger zijn en de
betere soorten zelfs nog meer. Ten gevolge van de jongste
verhoogiug izijn zaken met Indië en ‘het Verre Oosten on-
geveer tot stilstand gekomen, hoewel in liet ‘begin van de
week voor Bombay nog lwel iets gedaan is, speciaal in ge-
twijiade garens, ‘als no. 60 ‘en ho’oger. V’oor 4011 en 4012 ‘be-
staat weinig belangstelling en ‘vele haspelfabrieken hebben
geen werk. Ook ‘voor Duitschiand wordt weinig gedaan,
hoofdzakelijk om finaincieele ‘redenen. Men verwacht spoe-
dig wel weer een opleving ‘van de ‘vraag. De vraag voor
ox’tr.a harde garens is zeer gering, daar de meeste markten
hiervan nog voldoende in koop hebben.
De doekmarkt heeft deze week zeer ernstig den invloed
ondervonden ‘van ‘de ‘groote daling van ‘den Duitsohen wis-selkoers. Zooa’ls gewoonlijk bij een dalende markt, -worden koopers spoedig aenuiwachbig ‘en daar de economische toe-
stand van Midden-Europa van groeten i’nuloed is op den
algemeenen wereld/handel en bovendien de betere oogstbe-
richten uit Amerika en de .groote daling van de mark de
onzekerheid nog vermeerderen, nemen de meeste koopers
liever een afwachtende houding aan. De stemming in de
markt blijft ‘dan ook zeer lasteloos, ‘hoewel voor ‘Indië wel
wat gedaan wordt
en
hieruit iblijkt, ‘dat op ‘die groote mark-ten ‘wel behoefte ‘aan ‘manufacturen ‘bastaad. Prijzen blijven
dan ook ‘zeer vast.
Manchester, cl.d. 19 ,Juli 1922.
De stemming in ‘Aimer.ikaansche katoen is v.ast, hoewel
prjsen dagelijks fluct’ueeren, zoowel onder den invloed van
de ailbeidsmoeiljloheden in Amerika alsook van de steeds
wisselende iweerberichten. De huidige noteering is deze
week ben slotte iets hooger, ‘terwijl de positie van Amen-
kaa’nsche ‘katoen zeer sterk ‘blijft. ‘Egyptisahe katoen is iets
flaiswer.
Spinner’s van Amerikaamsche garen’s hebben een slechte
week gehad, doordht er algemeen gebrek aan vertrouwen
in de tegenrwoordige prijzen is, zoo,wel door ‘de groote
fluctuaties in ruwe katoen, alsook door de. onzekere voor-
uitzichten van de ‘buitenlandsehe ‘wisselkoersen. Prijzen
zijn voor de ‘Spmnners ook zeer slecht en in vele gevallen
inog zeer verliesgevend. Voor ‘het binnenland wordt zeer wei-
nig gedaan, terwijl de exportvraag ook gering blijft. China
doet vrijwel ‘niets, terwijl de Indische vraag izich hoof d-
zakelijk tot speciale nummers ‘beperkt, voornamelijk ‘No. 80
en fijner. Vele fabrikanten, speciaal spinners van 40er en 4er mule ‘werken weer korter en hieruit blijkt wel, dat ‘er
ovër het algemeen slechts weinig ‘omgaat. Egyptische ga-
rens eijn voor ‘de gewone soorten flauw, terwijl de betere
soorten zeer vast ‘blijven.
De stemming in de doelcmarkt blijft lusteloos. Koopers
nemen grooteiideels een afwachtende houding aan en ‘heb-
ben niet voldoende ‘vértrouwen om op flinke schaal or-
ders te plaatsen. De ma’iikt is zeer ‘onder den invloed van
de buitenlaudsohe wisselkoersen en de prijzen van ruwe
katoen. Het aanbod is niet heel groot en hoewel er niet
veel zaiken gedaan worden, izijn de meeste weverjen goed
bezet en hebben dus geen haast orders tegen eiken ‘prijs
af te sluiten. De ‘berichten omtrent de .regens in Indië
zijn zeer bevredigend ‘en men hoopt algemeen, dat de toe-
stand op deze markt weer meer normaal izal worden en
de ‘duurdere goederen, die daar ‘nog steeds in vooraad zijn,
inmiddels in consumptie ‘zullen gaan. ‘China is zonder veel
leven, doch zendt wel enkele orders. Ook met de ‘kleinere
markten is ‘zulks het geval en over ‘het algemeen is de toe-
stand voor fabrikanten niet onbevredigend.
12juli 19Juli
Oost. koersen.
11 Juli IS juli
Liverpoolnoteeri ogen.
T.T. op Indië…. 113* 113 *+
F.G.F. Sakellaridis 19,75 19,75 T.T. opHongkong 2/7
8/
217
G.F. No. 1 Oomra 9,35 9,10 T.T.op Shanghai 3161 31511
668
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26
Juli 1922
KOFFIE
(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon,
Kou
t
& Witkamp, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bijdendijk).
Noteeringen en voorraden.
Data
Rio
Santo,
Wisselkoers
Voorraad
1
Prijs7
No.
Vorraad
1
Pr
No.
ijs
1
4
22 Juli
1922
1.812.000115.175
2.451.0001
1)
15
,,
1922
1.772.000115.525
2.498.000
19.100
715
122
8
,,
1922
1.573.000 15.800
2.484.000
19.300
717
182
22 Juli
1921
1.317.000
112.525
2.902.000
114.700
7
2
1
16
Ontvangsten.
RUBBEL
De markt was iets beter gestemd deze week, en de
prijzen konden dientengevolge iets verbeteren. Vooral be-
staat belangstelling voor loco sheets, waarvan slechts weinig
wordt aangeboden. De omzetten blijven gering.
De noteeringen zijn:
einde voorafgaande week:
Prima Cr*pe Juli .. …….
40
…………39
Aug./Sept…..
401/2 ,.
………. 40
1
/2
Oct./Dec. ……
41
11 , .
42
Smoked Sheets Juli ……..40
1
/, …………401/,
Aug./Sept. . . . .
41
…………
41
Oct./Dec …….
41
11
,………..
42
24
Juli
1922.
COPRA.
De markt was deze week kalm gestemd. Het aanbod van importeurs blijft gering, terwijl er regel-
matig goede vraag blijft bestaan.
De noteeringen zijn, verkoopers
Java f.m.s. ………………….
f
29
1
19
Ned. md. f.m.s ……
…………. ,,
29114,
met koopers tot
f
1
18
lagei.
24
Juli
1922.
KAPOK.
(Opgave van de Makelaars Gebrs. van der Vies, Amsterdam.)
Kapokstatistiek op 30 Juni 1922.
Vaorr. Aanv. Verk.
Voorr.
Importeurs:
1 Jan. tot
tot
op
1922 30Juni 30 Juni 30Juiii
H. G. Th. Crone ……..115
5200
5315
–
Edgar & Co………….
—
643
643
–
Van Eeghen & Co. ……
– .5022
4722
300
Handel en Cultuur Mij
44 1590
1486
148
Hand. Venn. Maintz & Co
199
961
1160
-.
Hand. Verg. Reiss & Co
–
124
124
–
Van Heekeren & Co…..- 1662
1662
–
Hoving & Beer……….157
274
257
174
•
Internationale Prod. Cie
348
1,753
2101
–
Koning Teves & Co…..
–
449
449
–
Landb. Mij. ,,Geboegan”..
64
88
152
–
Mendes de Jong’& Co…..
–
30
30
–
A. Merens ……….. ..
–
1326
1276
50
Mirandolle Voûte & Co…
– 10770
10138
632
Wm. H. Muller & Co…..-
1118
1118
–
Ned. Mij.
v.
Overzeehandel 3617 1510
5127
–
C. Strauss Evans ……-
472
472
–
W. Tengbergen & Co…..-
200
200
–
Weise & Co………….1298
5967
5858
1407
Zweedsche Oost-Ind. Cie. 173 2368
2155
386
Order………………
–
_1084
1084
–
6015 42611
45529 ‘ 3097
4
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Dato
Ijzer
Cleo.
No. 3
S
Ko
P
dd
ton ar
Tin
Lood Zink
24
Juli
1922..
noni.
63.101-
158.-/-
25.1216 29.1216
17
,,
1922..
nom.
63.216
153.1216
24.1716′
29.-/-
10
,,
1922..
oom.
62.1716
154.101-
24.216
28.51-
3
,,
1922..
nom.
62.101-
154.216
24.51-
27.1716
25 Juli
1921.
oom.
70.216
160.1716
23.1716
25.151-
20 Juli
1914..
5114
61.-/_
145.151-
19.-/-
1
21.101-
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
GRAAN.
–
Data
Petra-
Odessa
grad
1
Rotte,-
Londeni
dam
Rdam
Au. Kust
Ve,. Stalen
San Lorenzo
Roiter-
1
B,I,iol
Rotte,.
Enge-
dam
1
Kanaal
dam
land
17-22 Juli
. .
’22
–
1
–
132
31-
2119
2119
10-15
,,
. .
’22
–
1
–
13
1
1
a
2
316
201
201_
.
18-23 Juli
. . ’21
–
1
–
61-
61-
501- 501-
19-24 Juli . .
’20
–
1
–
f29,-‘
111-
1001-
1001-
Juli
1914
11 d.
713
1111
1
/
4
1/11
1
/
4
121- 121-
KOLEN.
Cardiff
1
Oostk. Engeland
1
Bor.
Port
Plato
Rotte,. t Gothe,
Dato
‘
1
La
1
deaux
Genua
Said
1
1
dam
1
burg
17-22 Juli
’22
. 61-
1019
121-
1613
513
7/2
10-15
,,
’22
61-
10110
121-
1516
514
712
18-23 Juli
’21
81-
1619
1716 1519 713
1016
19-24
Juli
’20
251- 301- 351-
3716
112,-
Kr. 50
Juli
1914
fr. 7,-
71-
713
1416
312
41-
DIVERSEN.
Bom bag
Birma
Vladivo-
CI,i!i
Data
West
Europa
West
Europa
stock
West West
Europa
(d. w.)
(rijst)
Europa
(salpeter)
17-22 Juli
1922..
1716
251-
3216
301-
10-15
,,
1922..
181-
261-
3216
301-
18-23 Juli
1921..
2716 3716
601-
351-
19-24 Juli
‘
1920.’.
751-
1301-
–
–
Juli
1914..
1416
1613
251-
2213
1) Per ton stukgoed.
2)
Amer. cents p. 100 Ibs.
Graan Petrograd per quartet van 496 lbs. zwaar. Odessa per untt, Ver. Staten
per quarter van 480 lbs. zwaar.
Overige noteerin gen per ton aan
1015
K.G.
INKLARINGEN.
DORDRECHT/ZWIJNDRECHT.
Juni
1922
Juni
1921
Landen van
Aantal
schepen
R
I.
. T.
Aantal
schepen
R. T.
herkomst
Binneni. havens
1
563
3
‘
429
Groot-Brittannië
2
862
2
‘
317
Duitschland.,
‘5
794
1
2.618
Danzig
5 1.496
–
–
Letland
1
408
–
Finland
3
1762
–
–
‘
‘
–
.
–
3
.588
Frankrijk
-.
–
1
88
Portugal
1
,
828
–
–
Totaal ….
18
6.713
10
1.690
Nationaliteit.
België
………
Nederlandsche
– –
4
531
Britsche
2
862
3
602
Duitsche
15
5.443
2
408
Noorsche
1
408
–
–
Belgische
–
–
1
.
249
Totaal ….
18
6.713
10
1.690
Rio
Santos
Data
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sederi
week
1 Juli
week
1 Juli
22 Juli
1922….
81.000
1
183.000
112.000
1
228.000
22
Juli
1921
….
95.000
299.000
185.000
516.000
‘) Niet genoteerd.
(Gerard Mauritz.)