5 JANUARi 1922
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch
—
~Statistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID. FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
7E
JAARGANG
WOENSDAG 25 JANUARI 1922
No. 317
INHOUD
MEDEZEGGENSCHAP 1 door C.
Smeenk ………………
Handelspuliliek en Verbruikersbelang door
Mr. 0. P. M.
Ro?nnle …………………………………..
Goud in Zwitserland dcor
Prof.
lIr. 0;
W. J.
Bruins
De jongste uitbreiding der Koninklijke Shell-groep 1 door
Dr
. W.
Mautncr …………………………….
De Zeruwsche Oester- en Mosselvisscherij door
Mr. J. 0.
van $cha gen ………………………………
Londensche Correspondentie ……………………..
De Rijksmiddelen …………….. ……………….
AANTEEKENIt
G:
De toestand in het drukkersbedrijf ………………
BOEKAANKONDIGING:
John Maynard Keynes C. B. A Revision of the Treaty,
being a sequel to the Economic Consequences of the
Peace, bespr. door Prof. Mr.
G. W. J.
Bruins ……
MAANDCIJFERS:
Overzicht der Rijksmiddelen ………………….
Giro-omzet bij de Nederlandsche Bank …………..
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …… . ………….
87-
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goedereuhandel
–
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
Assistent-Redacteur voor het weekblad:
D. J.
Wanaink.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Aan geteekende stukken.: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.
Telefoon Nr. 3000. Postchèque- en girorekeniing
Rotterdam No. 8408.
Abonemen.isprijs voor het weekblad franco p. p.
i
‘n
n Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 25,-
per jaar. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditm,ar’s Uitgevers-
Maatscitappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Oravenhage.
23 JANUARI 1922.
De geld!markt is gedurende de afgeloepen berichts-
week eerder iets ruimer geworden. In de noteering
van particulier disconto kwam weliswaar geen ver-
andeiing; dit lag echter meer aan het algeheel ont-
breken van zaken op de disco’ntomarkt. De meerdere
geldrui.mte was echter goed merkbaar bij de notee-
ring rvan de prolongatierente, die tot 3% pOt. terug-
liep en nog beter bij de inschrijving op het schatkist-
papier, die heden opengesteld was. Ingeschreven werd
in totaal voor
f
109.350.000. Toegewezen werden
f
91.000.000 3-maands promessen
h f
988,24 en
f
5.040.000 0-inaands promessen
e
f
977,49%, uit-
komend op een disconto van 4,7 en 4,45 pOt.
De wisselmarkt ‘was de afgeloöpen week zeer vast
voor ponden en dollars en daarentegen teer flauw voor
marken; terwijl de franken bijna niet veranderden.
De ‘wending, die de politiek in de laatste 14 dagen ge-
nomen heeft, heeft, zooals te verwachten was, een zeer
slecliten inrvloed op den markicoors gehad. Het aan-
bod is regelmatig everheerschend, aoodat bijna dage-
lijks de koers iets verder daalt. Opmerkelijk was overi-
gens deze week een plotselinge stijging van den peso,
waarvan de koers na wekenlang op en. 90-91 te heb-
ben gestaan, plotseling opliep tot 94
h
95.
LONDEN, 21 JANUARI 1922.
De invloed van de Regeerin.gsuitkeering aan de
spoorwegen, welke aan het einde der voorafgaande
week plaats vond, bleek, voorzoover de geld:markt be-
treft, slechts van zeer voorbijgaanden aard te zijn en
werd geheel •overschaduw.d door den stroom van in-
schrijvingen op de ,,O” Treasury Bonds, welker ver-
krijgbaarstellin.g op Dinsdag ten einde liep. Dit laatste
fêit beheerschte de markt en bracht in het Ibijzonder in
het eerste ideel der week minder gemakkelijke condi-
ties voor geldn’emers teweeg.
In het begin der week was daggeJid vast op 4 pOt,
t- ‘wijl 7-daagsgeld opliep tot 3% pOt., doch eerst,ge-
noemde koers liep vervolgens terug tot 3% en 234 pOt.,
terwijl 7-daags geld tot 3% pOt. daalde.
De disconto-markt was vast, niet bij voortduring ge-
ringe omzetten.
‘ 2-m.aands fbankaccepten
35/%
pOt.
– 3_
3%…._13/1
4
313/_%
‘
6-
,,
,,
,,
3% pOt..
• 3-maands prima handels-wissels 434-5 pOt.
S
4-
5_53/
6-
5-534
MEDEZEGGENSCHAP.
I.
In ht bedrijfsleven heef t men met groote moeilijk-
heden te kampen. Reeds sedert het einde van 1920 valt, er over malaise te klagen. Het jaar 1921 stond
geheel in het teeken van de economische crisis. En het is wel zeker, dat ook 1922 tot het crisistijdperk
zal behooren.
Slechts •oppervlakkigen kunnen beweren, dat de
crisis in ernstige mate wordt verscherpt door de sociale
webgeving ten onzent. De malaise is het gevolg van
de verarming, van de desorganisatie van productie en geldwezen, waartoe de oorlog wel leiden moest. Ook
de politieke en sociale conflicten, in meer dan een
land na den wapenstilstanci uitgebroken, droegen er
BIz.
71
73
76
77
79 81
82
83
85
87 87
;
.94
72
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 Januari 1922
toe bij om de ellende nog grooter ‘te maken. En de
wijze, waarop men te Versailles liet ‘vredestractaat
redigeerde, was weinig geschikt om een spoedige
restauratie van het Europeesche economische leven te
bevorderen.
Al komt er nu straks ook in de verhouding tus-
schen de oorlogvoerende Staten een verandering ten
goede, al gelukt het ook spoedig aan Engeland, om
liet Frankrijk van Poincaré van ongelijk te overtui-
gen, dan nog zal men in een reeks van jaren niet de
gevolgen van den oorlog kunnen overwinnen. In geen
tien jaren van harden, toegewijden arbeid en van
groots spaarzaaniheid kan worden herwonnen, wat
sedert 1914 verloren ging. Stellig is, al heeft onze
moderne maatschappij een groot restauratievermogen,
daarvoor een veel langere periode noodi’g. En dan
moet nog worden voldaan aan allerlei voorwaarden,
waarvan het nog onzeker is, of zij wel door allen aan-
vaard worden. –
Nu versta men mij wel. Ik zôg niet, dat in alle lan-
den, ook in ons land, de majaise zich in sciierpen
vorm vele jaren lang zal doen gevoelen. De toestand
was en is ten onzent in menig opzicht gunstiger dan
elders. Wij hebben veel bij anderen voor. Maar in
de meeste staten, die aan den oorlog hebben deelge-
nomen, zal het levenspeil van millioenen gedurende
een reeks van jaren lager blijven dan het ‘voorheen
was. En het is te vreezen, dat ook wij daarvan de ge-
volgen zullen ondervinden. In steeds mindere mate,
wanneer het ons gelukt om nieuwe banen voor onze
industrie en onzen landbouw te ontsluiten, om voor
onzen export nieuwe afzetgebieden ‘te vinden. In meer-
dere mate, wanneer dit, door allerlei omstajndigheddn,
onmogelijk zou blijken -te zijn.
Hoe maken wij nu voor onze bedrijven de omstah-
digheden zoo gunstig mogelijk? Op tal van factorén, die ‘voor de economische restauratie van Europa vin
beteekenis zijn, kunnen wij, burgers van een klein
land, weinig directen invloed -uitoefenen. Men denke
om. aan het Ru’ssische probleem, aan -de regeling dér
schadeloosstellingen, aan de oorl-ogssohulden, aan de
verkwisting, waartoe het Franshe militairisme ‘leidt.
Wij kunnen op internationale conferenties onze stom
doen hooren, maar ten slotte ligt de beslissing niet
in ônze handen.
Wèl kunnen wij
met
inspanning van alle krachten
ons
eigen
bedrijfsleven ‘z66 organiseeren, op zulk een
peil brengen, dat wij ,,concurrenzfokig” ‘zijn. Wèl kun-
nen wij ernstig pogen, om de verhouding tusachen
ondernemers (bedrijfsleiders) en arbeiders 266 te
regelen, dat niet telkerrs ‘weer allerlei conflict .het be-
drijfsleven en daarmede ook onze nationale welvaart
schaadt. Het is vooral over deze quaestie, ‘waarvan wel
niemand de beteekenis ‘voor onze economische positie
zal ontkennen, dat ik enkele opmerkingen ‘wensch te
maken.
Wel zeer eenzijdig ‘wordt in de ‘laatste tijden op
loonsverlaging en verlenging van den werktijdaan-
gedrongen. Nu erken ik gaarne, dat in een groot
aantal gevallen verlaging van de ipio’ducbiekosten
noodzakelijk is. Ook ik zie -daarin ‘heel dikwijls
een der voorwaar’den voor industrieele herleving,
voor geleidelijke vermindering dus van ‘de werkloos-
heid. Ik zou niet gaarne ide stelling van Mej.
Mr. v.
Dorp
‘voor ‘mijne rekening nemen, dat er ‘werk -genoeg
zou zijn voor alle arbeider’s in Nederland, indien zij
zich maar tegen een sterk verlaagd loon wilden -aan-
bieden. Naar mijne overtuiging zou de practijk wel
leeren, ‘dat deze theorie onjuist is. Een ‘gr-oote idaling
van ‘het welvaartspeil der Nederlandsche arbeiders
ou ook voor het Nederlandsche bedrijfsleven zeer be-
denkelijke gevolgen hebben!
Maar ik erken in een aan-tal gevallen de noodzake-
lijkheid van verlaging der productiekosten. Er is
thans te ‘weinig ,,vraag”. Maar daaruit mag niet de
conclusie worden getrokken, dat er ,,-overproductie” is,
zoodat
reeds izit dien hoofde elke ‘gedachte ‘bijv.’ aan
een tijdelijke verlenging van den werktijd een belache-
lij’ke dwaasheid zei,i zijn. ZÔÔ -wordt het wel eens in
arbeiderskringen voorgesteld, maar ‘deze voorstelling
is onjuist. Er is geen voldoende vraag bij de
tegen-
woordige prijzen.
Maar er is wel groots behoefte. Al-
thans aan andere dan weeldeproducten. En in ver-
band met heel den wereldtoestand zullen -wij tegen
lagere prijzen moeten aanbieden. Daar’toe noopt nie,t
alleen de concurrentie van de landen met gedepre-
cieerde valuta, waarvan men de ‘betse,kenis voor de
naaste toekomst m.i. niet moet •overschatten, maar
daartoe noopt ook de verlaagde levensstandaard reeds
-op zichzelf.
Nog iets anders geef ik -toe. Er is voor de Neder-
landsche arbeiders een verlaging van de bonen denk-
‘baar, waarbij de levensstandaard niet daalt, vergele-
ken bij den tijd, -toen het hoogere loonbedrag ‘werd
vastgesteld (in 1920 ‘bijvoorbeeld). De prijsdaling kan
•de daling -der geldloonen rieutraliseeren.
Maar zij men -hier met ‘zijn conclusies voorzichtig!
Met statistieken -kan men hier nu eens niet alles be-
wijzen. Er
is
prijsdaling. Maar in een groot aantal
gevallen wordt die prijsdaling weer geneutraliseerd
door de ‘huurstijging. Door een grootere huurstijging
dan in de Amsterd’amsche budgetistatistiek tot uit-
drukking komt. Zoolaug de prijzen z66 weinig dalen,
schijn-t mij
alleen op grond daarvan
een loonsverlaging
‘zeker -niet ‘gemotiveerd.
Vooral echter moet hier met het volgende worden
gerekend. Het is •een niet -te loochenen feit, dat de
– levensstandaard der arbeiders-in-doorsnee, zij moge
vergelijkenderwijs hier hooger zijn dan in menig ander
land, nog altijd vrij -laag is. Maa’kt men een uitzonde-
ring voor- enkele ‘groepen ‘van stedelijke houwvakar-
beiders, voor gezinnen, die -mede door den arbeid van
inwonende kinderen
tijdelijk
in goede conditie verkee-
ren, dan kan voor het overige zeker niet gezegd, dat
het levenspeil hoog is. Integendeel! Er blijven nog
zooveel onvervulde, maar toch -op ‘zichzelf volstrekt
niet onredelijke, behoeften. Ik bedoel hiermede geen
verwijt aan wie ook. Ik acht de ,,verdeelin
g
” in onze
maatschappij zeker niet ideaal. Maar ik weet ‘ook, dat
zelfs bij de meest ideale verdeeling de maatschappe-
lijke rijkdom het niet mogelijk maakt, om aan allen
een hoog levenspeil te verzekeren.
Slechts een
feit
wilde ik consbateerexi. De levens-
‘standaard der massa is betrekkelijk laag. Bij allerlei
eventualiteit -komen de arbeiders onmiddellijk in moei-
lijkheden.
Met dat
feit
moet gerekend.
Ook vergete men niet, dat velen in den oorlogstijd
achterop zijn’ ‘geraakt. Wie -geen vreemdeling is in
de gezinnen van goede, -degelijke arbeiders, die geen
cent uitgeven voor drank -of bioscoop, weet hoe er
vaak
geleden is
in de jaren, toen de prijsstijging nog
niet door de loonsverhooging ten volle ‘werd gecom-
penseerd. En wie bij een ar-beidersinkomen eenmaal
achterop raakt, ‘kan, ook al s-tijgen de bonen vrij aan-
zienlijk, niet in korten tijd de schade weer -inhalen.
Maar vooral wees ik op het feit van den betrekke-
lijk lagen levensstandaard, op -de vele onvervulde be-
hoeften, -om te doen gevoelen, dat het ‘beroep op de
prijsverlaging ten einde een loosvermindering te
rechtvaardigen, menigmaal op de ‘arbeiders een vreein-
den indruk maakt. Het is mij zelfs herhaaldelijk over-komen, -dat men mij vroeg, of ik wel geloofde aan de juistheid van -de bekende Amsterdamsche budgetsta-
tistiek. Men bemerkte weinig of niets van die prijs-
verlaging. Men had het loon nog evenzeer hard noo-
dig, om rond te komen-
Heel verklaarbaar!
Dalen de prijzen en blijven de geldloonen intact,
dan zet zich, schier onmerkbaar, de behoeftenbevre-
diging uit. Heel weinig -maar. Wat beteekenen een of
twee gulden per week meer uit-gaven voor een arbei-
dersgezin met vijf i zes personen. En toch bedraagt
het voordeel van de prijsverlaging, na aftrek van de
huurstijging, in een aantal gevallen niet meer. Soms
zelfs nog minder. Vandaar, ‘dat velen geheel te goe-
73
25 Januari 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
Pl
der trouw zeggen: ‘wij merken er niets van, dat de
budgetsta’tistiek een verlaging van ruim 12 pOt. aan-
wijst. Velen iclinnen hier ook geen zuivere rekening
maken, omdat de omstandigheden in hun gezin, ‘bijv.
door de geboorte van een kind, veranderden.
Men zal dan ook steeds, gezien ‘de onvervuldè be-
hoeften der arbeiders, bij een loonsverlaging voor bij-
zondere
moeilijkheden
staan. Zelfs al dalen de prijzen
nog sterker. Wie bij het spreken en
schrijven
over
deze dingen geen rekening houdt met dien factor der
onvervulde ‘behoeften, wie hier niet met voorziehbg-
heid zijn uitdrukkingen kiest, ‘doet moer kwaad dan
goed. Menig betoog, dat in den laatsten
-tijd
werd
geleverd, mocht ‘op Vrij goede economische argumen-
ten steunen, het was
psychologisch onjuist
en had een
niet gewenschte uitwerking.
Verlaging der prod’uctiek’osten 1 Hoe daartoe te
komen? Ik geef natuurlijk onmiddellijk toe, dat ht
antwoord niet eenvoudig kan luiden: door verminde-
ring van de ondernemerswjns’ten! Het ‘schermen met
hooge dividen’den, met aanzienlijke inkomens van fa-
rikanten, zegt hier meestal heel weinig. Zelfs niet,
al laat men buiten beschouwing de quaes’tie der ‘kapi-
taalvormin’g – waarvan de noodzakelijkheid ‘overigens
door ieder wordt erkend -, en al ‘houdt men geen
rekening ‘met het feit, dat een niet onbelangrijk deel
van ‘deze winsten en groote inkomens weer aan ,,de
gemeenschap” ten goede komt ‘in den vorm ‘van de op-
brengst der belastingen. In een aantal gevallen ver-
tegenwoordigt de eigenlijke winst, ook al bedraagt
zij in een groote fabriek in totaal een ‘vrij aanzienlijk
bedrag, toch clechts een klein percentage van den
verkoopprijs per eenheid. Verlaging van deze winst,
vermindering van ‘de inkomens der bedrijfsleiders, hoe-zeer in een aantal gevallen onvermijdelijk en noodzake-
lijk, zal meestal niet kunnen ‘leiden tot een veel goed-
koopev aanbod.
Maar het is m.i. eveneens onjuist, ‘om zonder meer
te zeggen: de verlaging der ‘productiekosten moet al-
leen komen door vermindering van de loonen of d’oor
verlenging van den arbeidstijd. Waarbij ‘men dan ge-
voonlijk ook met den invloed daarvan op de ‘praesta-tie, op de ,,Arbeitsfre’uidigkeit” geen rekening houdt. Er zijn ook nog andere middelen! Ik denk -hier aan technische verbeteringen, aan een meer ‘economische
inrichting van het bedrijf, aan het tegengaan van
alle verspilling, aan d-oeltreffender arbeidsmethoden,
aan een vereenvoudigde, minder kostbare regeling van
den afzet. Wat dit laatste betreft: herhaaldelijk moet
de fabrikant den groothandelaar, grossier of winke-
lier leveren tegen lage prj’zen, terwijl toch de verkoop
van het artikel gedrukt ‘wordt door de tamelijk ‘hooge
prijzen, welke de consument moet betalen.
Hiermede zeg ‘ik niet, dat al deze middelen ‘overal
toegepast •ktinnen worden. Ik zeg alleen, dat er in
deze richting stellig nog ‘wel een en ander valt te be-
reiken. En het is te ‘bejammeren, da-t men door het voortdurend spreken over verslechtering van de ar-
bei’dsvoorwaarden aan -deze, metterdaad minder ge-
makkelijk toe ‘te. passen, middelen betrekkelijk zoo
weinig aandacht ‘schenkt.
Maar i’k ‘geef ‘sveer toe, dat ‘men in een aantal ge-
vallen de verlaging ‘der produc’tiekosten mede moet
verkrijgen door vermindering van dc geldloonen.
Nu veroorloof ik mij evenwel een vraag aan de
leiders der productie, aan de schrijvers over dit onder-
werp in de groote pers. Hoe zendt gij het opnemen, indien uw inkomen nauwelijks ruimte liet voor een
eenvoudig levensbestaan en men wilde dat nog met
eenige procenten verminderen? Zou thet u dan onver-
schillig zijn, ôf en op welke wijze men u de overtui-
ging bijbracht, dat het niet anders ktn? Zoudt gij in
de .gewenschte stemming verkeeren, indien men de
vermindering van uw inkomen vrijwel decreteer-de,
zonder u behoorlijke inlichtingen te verschaffen?
Zoudt gij het langs u heen laten gaan, wanneer onder
die omstalidigheden anderen, die op royaler voet -kun-
nen leven, zich stekelige opmerkingen aan uw adres
veroorloofden over het feit, dat gij u wel ‘eens een
‘minder noodzakelijke uitgave hebt geper’mitteerd?
Het ‘ware ook in dezen ‘tijd wel zeer in het belang
-van den sociaden vrede, indien -men meer handelde
overeenkomstig de Evangelische vermaning: ,,En ge-
–
lijk gij wilt, dat de menschen ‘u ‘doen zullen, doet gij
hun ook desgelijks.”
Meer dan ooit moet op
georganiseerd overleg tus-
schen werkgevers en arbei’ders worden aangedrongen.
– Maar ik zeg ‘dit niet alleen met ‘het oog op de moei-
lijkheden, waarin het bedrijfsleven zich thans bevindt.
‘Ik zou het ook zeggen, indien wij verkeerden in een
periode van hoog-conjunctuur. ‘De positie, waarin de
arbeiderskiasse in onze moderne maatschappij ‘is ge-
komen, is van dien aard, dat ‘zij geen ‘genoegen ‘kan
en -mag nemen met een toestand, waarbij er van erken-
hing en overleg weinig of geen sprake is. De drang
-naar ,,-medezeggenschap” is verklaarbaar niet alleen,
maar zelfs ‘toe te juichen.
r Medezeggenschap!
Maar hoe?
–
C. SMEENK.
HANDELSPOLITIEK EN VERBRUIKERS-
BELANG.
De malaise, waaronder ook Nederland ebuk’t gaat,
doet dan roep om tijdelijke beschermende maatregelen
onder onze groepen van -producenten steeds sterker
worden. Zoowel van ondernemers- als van arbeiderszijde
is een stijgende drang naar -‘tijdelijke (bescherming on-
inisken-baar. Het -door fabrikanten-organisaties opge-richte ,,Oomit& van Verweer tegen abnormale valuta-
concurrentie”
1)
-omvat ijzergi e’terijen, kopergieterijen,
ihstrumentfabrieken, metaadin-dustvieelen; fabri kan-
ten op electro-technisch gebied, ‘boekdrukkersbedrijven,
loekbin’derijen, ,textielfabrikanten, fabrikanten van
wollen stoffen, confectie-fabrieken, leerfabrikanten,
meubelfabrikan’t.en, zoutzdederjen, papierenzakkenfa-
brikanten, smeden, klompenmakers, borstel, stoffer-
en -schuierfabrikanten, – en het -breidt zich stang uit;
-daarnaast hebben zich de Christelijke Werkgeversver-
eeniging en de Algemeene R. K. Werkgeversvereeni-
ging v66r tijdelijke bescherming door invoerbelemme-
ring uitgesproken. Wat de arbeiderszijde betreft, moet
vooreerst gewezen ‘worden op ‘het R. K. Vakbureau,
dat in een vergadering ‘van de Hoofdbes’turen der ‘aan-
gesloten organisaties op 31 October I.I. ‘als zijn mee-
n’ing te en.nen gif, ,,dat de Regeering door een wet
moe
–
t worden gemaehti,gd -alle ‘maatregelen (te treffen,
waardoor tijdelijk aan verschillen-de -bedrijven steun
wor-de verleend”; ‘daarnaast is zeker ‘merkwaardig het
artikel van Henri Polak in ,,Het Volk” ‘van 21 Decem-
ber 1.1., terwijl niet minder sprekend is ‘het verslag in
,,De Vakbeweging” van Aug.-Sept. 1921 ‘over een ‘ver-
gadering van hoofdbestuurders van -bij ffiet N.V.V.
aangesloten organisaties, waar W-iibaut het vraagstuk
v-an ‘de besc’hermin-g der industrie behandelde en bijna
alle debaters verklaarden het met den inleider niet
eens tè zijn.
Wij zou-den -niet gaarne zeggen, da-t deze groeiende
beweging ender de producenten ,het ontbr-ande’n be’tee-
kent van den ou-den strijd tusschen vrijhandel en pro-
tectie. De omstandigheden waaronder en de vorm
waarin ‘de huidige strijd -tusschen v66r- en tegenstan-
ders gevoerd wordt, izijn van dusdanig -bijzo’nderen
aard, da-t hier allerminst zonder ‘meer een parallel
met vroegere vrijhandels- en -protectionist’ische bewe-
gingen kan worden ‘getrokken. De huidige crisis
levert een dusdanig geheel bijzonder aspect, dat eenige
vergelijking slechts met ‘de grootste voorzichtigheid
mag worden -gemaakt.
1)
Ter voorkoming van eenig misverstand
zij
-uitdruleke-
lijk
opgemerkt, dat dit Comitd -niet ijvert voor bescherming
-van de takken van nijverheid, ‘die -in het Comite ‘vertegen-
woordigd zijn, ‘maar dat ‘het
zich
alleen ten doel stelt (en
alleen ten doel
kan
stellen) ‘het openen ‘van ide
mogelijkheid
van -tijdulijke invoerbelemmerende maetregelen -tegen de
a’bnormale ‘valutconcurrentie.
74
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 Januari 1922
Het doet daarom eenigsins vreemd aan, door. de
tegenstanders van tijdelijke invoerbeieniim.erende maat-
regelen op het oogenbilk alom ads een ax’oma ‘te
hoe-
ren verkondigen, dat door dergelijk ingrijpen het be-
lang van den consument wordt geschaad, en wel omdat
daardoor de goederen voor den consument duurder
worden. Wibaut zegt het in ,,Het Volk” ‘van 16 De-cember 1.1.: ,,besehermende rechten, onder welken
naam en onder welk voorkomen ook, (hebben) nood-
zakelijk de werking den
prijs
van het levensonderhoud te
verhoogen”. Wij meenen het ook ‘te ‘lezen in het artikel,
van Prof. Bruine tin het nummer van dit orgaan van
28 December 11, waar hij het heeft over de belangen,’
waarom het bij beschermende maattre.gelen gaat en de
beteekenis, welke aan deze belangen ,,iu het geheel
van onze Nederlandsche economische samenleving, ge-
troffen als deze zou worden in, haar consumentenbe-
lang, moet worden toegekend”. Ook Stork verklaart
in zijn prae-ajdvies ‘t’oor het laatste internationale
vrijhandelsco’n.gres, dat !het heffen van invoerrechten
‘geen andere strekking kan hebben idan ‘de bedoelde
producten duurder te maken”.
Het is echter een
vraag,
of inderdaad ‘onder de huj-d.ige verhoudingen tijdelijke beschermende maatrege-
len prijsverhoogend moeten werken. En daarnaast
•staatt nog een andere ‘vraag, of – rwarniee’r een prijs-verhoogende werking mdet worden aangenomen – ‘dit
inhoudt het schaden van het consumentenbela’ng,
‘daaronder verstaan ‘het belang van de gezamenlijke
laatste verbruikers.
Op ‘de eerste vraag antwoordt Mr. Smissaer’t in het
Tijdschrift van den Nederlan’dschen Werkloosheids-
raad van September. 1021 bevestigend, en…. hij argu-
menteert het. .
,,Het te bestrijden
euvel is,
dat het ‘vreemde goed hier
te goedkoop
(d.i. u.it een oogpunt ivan Nederlandsehe me-
derlinging) wordt aangeboden; het aan te wenden
middel
is: dat dit vreemde goed
duurder
hier te lande zal zijn.
De onderstelling is, dat de ‘invoerrechtenheffing dit effect
zal hebben. Nam ib.’v. de buitenlandsehe fabrikant of de
importeur dit recht ‘voor zijn rekening (wellioht daarvoor
dan met geringer winst genoegen nemend) en bleef dus, trots dit in.voerreoht, de prijs van het goed even laag als
voorheen, dan
izou
dit bedu.iden, ‘dat het middel aLs middel
faalde. Mij dunkt: hierover is verschil tyan gevoelen uit-
gesloten te achten. Men verwacht, tmen gelooft, men rekent
erop, dat door en wegens het invoerrecht het vreemde fa-
brikaat hier te lande
item zooveel
duurder aangebodei
(of
wellicht miet meer aangeboden)
zal worden.
Voorzoover langs .dezen ‘weg arbeidsgelegenheid
wordt verruimd, zijn
het
de verbruikers der hier bedoelde
goederen, die de preiie van deren maatregel betalen, im-
mers in den hoogeren prijs dier goederen.”
Inderdaad zal een ieder het er ‘wel over eens zijn,
dat beschermende maatregelen -. ‘willen zij als zoo-
‘danig wei-ken – de buitenlanldsche goederen hier
‘duurder in ‘het land moeten doen komen. Wil dat ech-
ter zeggen, dat daarom ook het bèschermde product
duurder zal worden voor den consument? Tusschan
het-komen-van-het-goed-in-het-land en ‘het-komen-van-
het-goed-in-het-huis van ‘den ‘verbruiker ligt nog een
heele afstand, en de bewering, idat het artikel onder-
weg heel wat duurder wordt, mist – wanneer men,
zij het dan ook zeer voorzichtig en bedachtzaam, de
bewegingen van groet- en kle’inhandelsprijzen ‘veage-
lijkt – zeker niet allen grond.
De bed’oeling van ide voorstanders van
tijdelijke
,be-
schermende maatregelen. is, ‘dat ‘het buitenlan’dsehe
,,valuta-product” ‘tegen h&ogeren prijs dan thans in
het land komt. In vele gevallen zal hot verschil tus-
schen Nederlandschen en Duitschen
fo,brielisprijs
niet
groot zijn. De export-politiek van Duitschiand is er immers op gericht, om voor den hoogst mogelijken prijs het product op onze markt af te zetten. In ,,De
Neiderlandsche Nijverheid” van 10 Februari 1921
wordt het Leitmotiv der Du.itsche uitvoer-politiek
weergegeven idoor de woorden van den ,,Reichskom-missar für Aus- un’d Einfüihr”, dat ,,Deutsche Waren,
die unter Auiwendutng von Papier-mark in Deutsch-
land beschafft worden sind, mit dam Augenblick wo
sie die Grenze übei’schreiten Goldiwerte darstellen”;
en ter illustratie wordt daar ‘tevens weergegeven hot
algemeene voorschrift der Aussenhandelsstelle voor
papier: ,,Bei der Preisstellu.ng ist von dam Grun.d-
satz auszugehen, das die Ausführpreise den Markt-
preisen dec Bestimmungslan’des anzunehern sind”.
Van een aterk-prijsdrukkende werking der buiten-
landsche va.luta-concui-rentie voor ‘den consument is
daarom
‘kwalijk
te spreken. Het grootste deel ‘van het verschil tusschen den
prijs,
dien ‘de binnenlandsche
producent moet vragen en dien voor welken de Duit-
sche f.abrikant het zou
kunnen
geven, komt ten goede
aan ‘het buitenland, dat zich zooveel mogelijk richt
naar onzen binnenlandschen kostprijs, die clan nog
door het heerschende gebrek aan werk uiteraard na-
deelig wordt beïnvloed! Voorts komt’van het verschil
tusschen den
prijs,
dien de Nederlandsche industrieel,
rekening houdend met izijn geringen omzet, moet vra-
gen, en dien, welken de Duitscher zich inderdaad
beding&
meer of minder ten goede ‘aan alle tussehen-
schakels tusschen fabrikant, en verbruiker, en eerst
wat er ‘dan nog overblijft –
als
er iets overblijft – is
voor dozen laatste.
Daar komt nog iets bij. De Duitsche uitvoer-politiek
beoogt ini.’mers nie.l alleen de hoogste prijzen te be-
dingen, die nog vereenigbaar zijn met de aantrekke-
lijkheid van het koopen van Duitsche artikelen, zij
heeft ‘daarnaast klaarblijkelijk als doel ‘een geleidelijke
verovering van onze binnenlandschhe markten. Dat
opent voor den consument geen vroolijk perspeciJef
voor de toekomst. In de Maasbode van 29 December
I.I. stelde Mr. Korten,horst klaar en bondig deze vraag:
,,’denkt men nu iwerkelijk – Duitschlands indiistrieele
taktiek van v66r den oorlog kennend – dat menschcn
als Stinnes en Rathenau de beleefde sen’timentali-
teit zullen hebben, om ons land – zoodra b.v. de Na.-
derlandsche constructiefabrieken verdwenen zijn –
van goedkoope bruggen te
blijven
voorzien?” Tegen.
over een dergelijke reëele vraag, gesteld onder ide hui-
dige economische omstandigheden, is moeilijk aan te
voeren een bemoedigende theoretische ‘wet ‘van voort-
brengingskosten, ‘die
op den duur
Stinnes en Rathanau
misschien tot het leveren van goedkoope hruggen zal
dwingen!
Na het ‘iovenstannde moge uitdrukkelijk gezegd
worden, dat voor ons niet ‘vaststaat, dat
tijdelijke
be-schermende maatregelen
nergens
een remmende
kracht op prijsdalende bewegingen zullen ‘uitoefenen.
Wel echter gelooven wij, dat die remmende kracht over
het algemeen niet van voel beteekenis zal zijn, omdat
de valuta-concurrentie geen sterk prijsdrukkeude wer-
king uitoefent. Aangenomen echter, dat
tijdelijke
bescherming een
rem zal zetten op ‘de prijsdaling, of sterker: ‘ver-
ondersteld, dat tijdelijke ‘bescherming prjsverhooging
met zich brengt, dan ‘blijft de ‘vraag over, of dit inder-
daad ‘beteekent het schaden van het coniuimenten-
belang.
Het zij ons vergund, hier nogmaals
uit
het straks
aangeduide praeadvies van Mr. Smissaert te citee-
ren. Op de vraag, wat het beduidt, dat de verbruikers
van de in een beschermd vak voortgebrachte goederen
‘daarvoor hooger prijzen besteden dan zij anders zou-
den behoeven
te
betalen, antwoordt hij:
,,De ‘verbruiker betaalt ‘boven
fv
(den normalen
b.v.
Duitschen prijs)
f y (
wegens invoerrecht en als premie voor
arbeidsgelegenheidverruiming) ; zonder uit invoerrecht, deze
premie zou hij voor die
f
y iets anders ikoopen, ‘waarvan
‘hij
thans moet afzien. Zijn koopkracht daalt recht even-
redig met de stijging ‘van ‘den prijs. De daling van zijn
koopkracht beteekent geringer afzet op alle markten,
waarop hij anders de
f
y zou hebben besteed; die geringere
afzet
beteekeot:
vermindering van arbeidsyelegenheid in de
bedrijven, welke deze andere goederen voortbrengen….
Dit middel
vermeerdert niet, maar verschuift den afzet
en
verraeerdert dus niet
in het algemeen
de te geringe er-
beidsgelegenheid,
maar
verschuift dit tekort.”
Dit betoog is itweeledig. Op de eerste plaats behelst
2
5Januari 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
75′
‘t het oude in- en uit.roerargument, 1dat took door Stork
in zijn. genoemd •praewdvies is aangevoerd, waarbij
deze ‘zich ontslagen rekende ‘van het ,)vele malen op
voortreffelijke wijze gegeven ‘bewijs va.n deze sbelliug”.
Op le ‘tweede plaats voert het aan, dat de koopkracht
door de (voor een oogenbli’k ook door
ens
veronder-
stelde)
prij’s-verhciogende werking ivan beschermirrg
vermindert en dut dit een vermindering anarbeid’s-
gelegenheid beteekent, in het algemeen evenredig aan
de door de bescherming geschapen verruiimiinig ‘van
werkgolegenheid in het beschermde vk.
Deze argumenten moeten we uiteraard bezien van-
uit de huidige economisehe verhoudingen en om’staiia-
digheden, en als argumenten tegen dein huidi’gen roep
naar itijdeuij ke invoer{belenimerende maatregelen voor
noodlijdende – wnn’t door de iabnormale buitenland-
miie ‘concurrentie getroffen – industrieën. Het gaat
hier niet om jonge, nog weinig ‘beiteekenende takken van nijverheid, die ‘door protec’tiie ‘tot, ‘bloei moeten
worden ge’bracht, het gaat om gevestigde indus-
trieën, die in normale ‘omstandiigheden ‘bewezen heb-
ben tegen het buitenland op ‘te kunnen, maar ‘die
thans tea gronde dreigen te gaan, ‘waardoor de be-
staansnzogeiijkheid van al degenen, ‘die er werk in had-
den, ernstig wordt tbedreijgd. ‘Het gaat hier tevens om
tijdelijke hulp ‘tegen landen, waarmee industrieel ver-keer tijdelijk niet knogeuijk is; omdat wij enze inchis-
trieele producten daarheen niet itogen aannemelijke
prijzen ‘kunnen aanbieden. Het gaat ten slotte ‘tegen
een land, dat een geweldig exportorverscho’t moet heb-
ben, om in eenige mate aan de voorwaarden yen het
Verdrag van Versailles, te kunnen ‘voldoen. Wanneer tengevolge van ‘de Jbescherming
f
x aan
den Nederlandschen arbeider wordt gegeven inpiaiats
van aan dein Duitschen, waardoor dan – in den ge-
daeh’teaga’ntg van ‘hen, ‘die liet in- en uitvoer-argumen’t
han’teeren – de Duitscher voor
f x
minder aan Ne-
derlauadsc’he ‘goederen en diensten zal vragen, ‘dan’ is
‘het niet te begrijpen, waarom de hoeveelheid da’aadoor
vernietigde arheidisgelegeaul’eid
gelijk izou
moeten zijn
aan de hoeveelheid geschapen ‘aiibeidsgelegenihei’d.
Maar ‘in de huidige omstandigheden, jwaarin het in-
du’strieele verkeer naar Duitscirlan’d laim geslagen is,
en waarin ,,de handel” met Duitschl’and niet liet ka-
rakter draagt ‘van zuiver ‘wederzijd’sche levering van
goederen en ‘diensten, liggen redenen om aan te nemen,
dat de lioeveehheid vernietigde ‘aribeidegelegeaheid
viel
kleiner is
‘dan die, welke door de bescherming wordt
verschaft. Daarenboven is het toch zeker een belang
van de geheele Nederlandsc’he gemeenschap, dat in
d’ezen crisis-tijd niet in-‘zich-gezon1de industrieën wor-
den vernietigd, waardoor voor de toekomst het ‘weinig
a’anlokkeuijke vooruitzicht zou komen openliggen, ,,een
volk van krujers” geworden te rzijn.
Ook ‘wait het tweede argument ‘van ‘Mr. Sxni’ssaert
betreft,, geldt het ‘bezwaar dat
ei
niet naar kv’ordt ‘ge-
vraagd, ‘voor
hoeveel t
arbeiders er werkgelegenheid zit
in het produceeren vande goederen, waaraan e
f
y
werden besteed. ’tilswijgend wordt aangenomen, dat
in het algemeen de geringere afzet op alle markten,
waarop de
f
y anders besteed zouden zijn,
evenveel
vermindering van werkgelegenheid met zich brengt
als er vermeerdering van werkgelegenheid ‘ijs door de
bescherming. Afzet en werkgelegenheid op ‘de eene
mafkt verhouden ‘zich echter ‘aibsoluujt niet
in
dezelfde
rede als afzet en werkgelegenheid op ‘ainztere nnark’ten,
en uit het betoog van Mr. Smissaer,t is daarom op
zichzelf geen enkele conclusie betreffende de hoeveel-
heid werkgelegenheid te trekken. ‘Er ligt echter in dit
beteog borven’diien een ‘onjuistheid; de koopkracht ‘van
,,den ‘verbruiker” ‘daalt niet recht evenredig met de
stijging ‘van ‘den prijs. Immers de koopkracht van die
verbruikers, ‘die eerst werkloos rwaren, maar ‘door de
bescherming werkgelegenheid ‘hebben gekregen,
stijgt.
Die stijgende koopkracht beteekent weer groteren af-
zet, waar anderzijds d’e afzet verminderde.
Door de bescherming wor dit aan dit consumu’pitie een
zekere richting gegeven: men is er nu van verzekerd,
dat de
f
y besteed worden aan producten van Ne-
derlan’dsohe aTbeiders. Zonder bescherming weet men
niet, waar en hoe de
f
v
worden uitgegeven; thans
weet men, dat ze ten minste é&rimaal dienst d:oain om
dein Neder.landschen ‘arbeider werk ‘te verschaffen.
Door ‘de bescherming ‘zullen er minder valuta-koopjes
worden gedaan, waar,nee de kans ‘op vevruJ1mn,ng van
de totale werkgelegenheid stijgt, omdat ‘de inwoer van
Dui’tsche goederen (inpla’ats van directe Nederland-
schei consumptie) in de huidige omsta.n’digheden ver-
mindering vaa arbeidsgclegenheid ‘ten oxszent ‘beltee-kent. Deze ‘kans ‘op verruiming van werkgelegenheici
zou echter teniet kunnen worden gedaan, wanneer
door ‘de bescherming de prijzen zouden stijgen en
daarmee de koopkracht der verbruikers dalen. De ver-
nietiging van werkgelegenheid, die in 1heorie nieit
uitgesloten is, zal onder de huidge omsibanéfigheden
echter steeds belangrijk kleiner zijn ‘dan de door ‘de
bescherming geschapen arhei’dsgclegen’heid, omdat
naast ‘de eventueele daling ‘van de koopkracht ‘van een
deel der ‘verbruikers een sterke stijging van een andere
groep der consumenten (n.l. de oorspronkelijk werk-
loozen) staat.
– De (veronderstelde) prijsverhoogende werking van bescherming tegen de huidige abnormale concurren-
tie, houdt een verschuiving in koopkracht van dit ‘ge-
zanujenlijke verbruikers in. Het komt ons voor, dat
onder de ‘huidige omstandigheden deze verschuivin.g
niet misplaatst is.
Een zeker ,verb and -. ‘zij ‘het dan lang geen nauw-luisterend’ verband – ‘tusschen de belooni,ng van ver-
sc.hi’l’lende ;sor’ten arbeid heeft steeds jbestaas. Daar-
naast is in de latere jaren meer en meer een, ook uit
‘economisch oogpunt zeer toe te juichen, bewusrt ‘stre-
ven naar no’rmaliseering ,op te merken. Nu wordt door
de crisis ‘de eene ‘groep arbeiders veel en veel zwaar-
der ‘getroffen dan de andere; de eene groep kan ‘aan
den arbeid blijven, terwijl ‘de andere werkloos wordt;
de eene groep blijft, zeg
f 36,—
per week verdienen,
terwijl rde andere een uitkeering ‘van
f 18,—
krijgt.
Gaat het nu aan, d’at de werklooze ‘zijn und’e-arJbeidor duur moet betalen voor zijn diensten, terwijl ‘die mede-
arbeider ‘de even dure ‘diensten van den ‘werklooze ver-
s:maad,t en ‘zich ‘de desbetreffende ‘producten ‘aanzsoh.aft
in het buitenland tegen een prijs, waartegen ‘de werk-
lo’ze hier te ‘lande niet in het leven zou kunnen lblij-
ven? Heeft hij h’et
recht, om den werkloeze een nood-
uitkeening toe ‘te stoppen en voor eenzelfde ‘bedrag zelf
geen praestatdes te wfflen leveren? Tot de oorzaken
van dit bestaande verschillen tussohen den Nederland..
schen en dein Duitschen kostprijs – vooralsnog alleen
te overbruggen wanneer ‘d’e werklooze zijn arbeids-
kracht zou rwil’len geven ‘tegen een hoagerloon – ‘be-
hoort ‘mede liet cfeit, dat zij, dle hier ‘te lande arbeid
hebben (,,ar.beid” genomen in den ruimsten zin), zich
hun diensten laten betalen, zocals zij ‘dat ‘doen. “Hier
is maar ‘bweeërlei, ‘voor de gezamenlijke ‘ver:bruike’rs
billijke oplossing mogelijk: 6f wel een tijdelijke, ver-
standig toegepaste, bescherming van de tijdelijk nood-
lijdende industrieën, ook al gaat eventueeil een ‘ver-
schuiving van ‘de koopkracht als ge’volg ‘van prijsver-
hooging daarmee gepaard, 6f wel beginnen met zijn
levensomstandigheden te wijsigen naar Dui’tschen
trant. Nu geven wij toe, en zijn het er volkomen mee
eens, dat Nederland een te hoogen ‘leweasstandaard
voert. Maar d’aarom willen ‘en kunnen we toch nog
niet eischen, dat ons volk ‘afbuiteirt, naar den levens-
standaard’ onzer Duitsciie naburen. ‘Er zal ‘trouwens
niemand zijn, die zich zonder meer zeo’n eind naar
beneden gooit, – ook niet onder ‘hen, die toch daar-
van alleen het heil ‘verwachten. Wie ‘den eersten ‘weg
van de vrzachten’de tijdelijke bescherming voorbij-
gaat, en de
oplossing
van ‘de crisis ‘tegemoet wil ijlen,
snoere ‘zich dito buikriem zoo dicht aan, dat hij naar
aditm srca.kt. Maar van onze volksgemeensch’ap mag hij
,niet eischen, dat zij, in haar moeulijken gang naar het
einde ‘der crisis-ellende, onderweg neerval’t.
Aan de
oplossing
‘van de crisis zal ook het Neder-
76
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25Januari
1922
landsche volk, zijn offer moeten bijdragen. Maar d’at
eischt .levenskracht, en iieder leven, ‘ook het econo-
misch leven van een volk – ‘is be’pertkït. Daarom is er,
in het belang
ven
de gemeensehap, fvóór alles norg
voor te ‘dragen, ‘dat de crisis, door te groove ‘scihok-
ken, ons deze ievenskraeht niet ontneemt, maar
dat we juist door een verzao,h’t,inig ‘onzer crisis-ellende
haar zoo onge’rept mogelijk behouden.
Mr. C. P. M.
ROMME.
GOUD IN ZWITSERLAND.’
In de laatste dagen van 1921 is plotseling in Z’wit-
seriEand weder goudgeid’ dii ‘het dagelijksch verkeer
te voorschijn gekomen, en wel, naar al spoedig bleek,
tot niet onaanzienlijke bedragen. Het feit zelf en de.
(begeleidende omstandigheden rijn merkwaardig ge-
noeg om er ‘een oogenbiik bij cliii te staan.
De ver.klaiin’g is zeer eenvoudig. Reeds weken lang
staat de Zwitsersohe franc
vrijwel
op gondhoogte.
De dollarkoers schommelt om en hij de pa’riteit. Een
klein diisa’gio was voldoende om het internabionale
goud in beweging te zetten. Daarbij ‘komt de verander-
de positie op de goud.m’arkt. Werd deze in de laatste
jaren v66r den oorlog beheeracht door het bij vrijwel
alle centrale banken ‘op het vlasteland bestaande stre-
ven tot voortdurende vergrooting van liare goud-
reserve, thans is ‘de toestand geheel anders. Een der-
gelijke vraag naar goud ‘bestaat nergens. De oude ivrije
goud.m’aekt te Londen is ‘sedert eenigen tijd hersteld
en de ,,Eeo’nomist” brengt ons weder wekelijks een
overzicht van het goudverkeer. Bij raadpleging blijkt,
dat, gelijk te ver’w’achten ‘was, nog steeds ‘vrijwel al het
aangevoerde goud naar de Vereen’igde Staten gaat.
Alleen het Oosten – Britsoh-Indîë v’ooraan – neemt
d’aarnaast nog geregeld ‘zekere bedragen op. In de Ver-
eenigde Staten ziet men dèzen go’udstroom echter met
voortdurend stijgenden tegenzin. Zoolang de goudiin-
voer vrij blijft ‘kan men zich er niet tegen verzetten.
Allengs echter is ‘bij de Federal Reserve Banks de dek-
king boven ‘alle redelijke verhoudingen ui’bgestegen.
Het dekldngsp’ercentage van deipo’sito’s en biljetten
tezamen ga’at thans d’e 70 ‘pOt. te boven. Rekent
men
met de werkelijke ‘dekking der deposito’s
ad
35 pOt.,
dan is ‘voor dekking der (bankbiljetten ‘zelfs ruim 100
pOt. aanwezig. De toestand ‘op de :gouidhnarkt ‘is idian ook zoo, dat,
zoo spoedig hier in Europa uit den zondvl’oed van dc-
preciatie en inflatie weder enkele eilandjes opdui’keia,
deze er van verzekerd kunnen zijn, dat zij ooigenblik-
kelijk het goud in massa zullen zien binnênstr’oomen.
Behalve d’e toestand van de goudmarkt is er nog een
factor, die de goudbewegingen in de hani ‘moet wer-
ken. Een van de groote versehi’Uen tussc’hen den toe-
stand op internation’aal-finantiee’l gebied v66r d’en
oorlog en thans, is dit, dat het internationaal verkeer
van .ba.nksaJdi, dat voor ‘d’en oorlog zon enorme ‘af.me-
•tingen had aangenomen, th.ns ‘deor de ‘onzekerheid op
het gebied der ‘wisselkoersen, vrijrwel geheel ontbreekt.
Nog ‘gevoeliger dan het goud, reageerde dit ‘salld’i-ver-
keer oogenblikkeljk op verschuivingen in renteniveau
of wisselkoersen. Het had daardoor het
‘ god’rkeer
vrijwel tot het tweede plan teruggebracht, gelijk om-
gekeerd zijn ‘afwezigheid thans veel verklaart, van de
verschillen in uitwerking, ‘diie thans
hij
disconto’verhoo-
gingen vergeleken bij t’oen, ‘zijn waar te nemen. Op het
ooge’nbLik echter ‘ontbreekt ‘dit verkeer, ‘als gezegd,
vrijwel geheel, zood’at ook uit deren hoofde het goud
geheel ep den voorgrond komt.
Het is dan ook geen wonder, dat mcii i’n Zwitser-
land den toestand met eenige bezorgdheid a’anizi’et. Als
de meeste neutrale landen heef t Zwitserland zijn goud-
‘voorraad gedurende den oorlog ‘belangrijk zien toe-
nemen .V’an 171 milioen franc’s is liet bedrag tot 550
mi’lli’oen gestegen, een stijging, die izoowel in percen-
lege als in bedrag per hoofd van ‘bevolking, frappante
gelijkenis vertoont met de .on4wikke1ing hier te lande.
Gedurende liet oo’rlogstijd’perk en aoolang dc dollar
zeo wilde schomtmeingen vertoonde, ‘heeft ‘de Zwitser-
sche Nationale Bank deze gestegen goudwoorr’aad te-
recht (beschouwd ‘als een zeer rwensohelj’ke reserve. En
ook nu
‘zijn
‘de toestanden ‘in Europa nog allerminst
van dien aard, dat een flinke reserve niet zeer
ge-
wens’cht is. Volkomen laat het zich echter begrijpen,
dat met dat al de Nationale Bank, ‘wier biljetten thans
ru,imsoh’oots – ongeveer 55-60 pOt. – ‘gondd’ekking
h&j(ben, op liet oogenblik weinig zin heeft haar goud-
vooraad belangrijk verder te rie’n aa’nzwel’l’en.
Vergeten moet hierbij niet worden, dat de Zwitser-
sdhe Bank in dit ‘opzicht in een ‘zwakker positie staat
dan eventueel met ‘de Nederlandsche Bank het geval
zou zijn. Tegen invoer van haren goud kan de Con-
tra’le Bank zich nog ‘eenigszins iverweren doordat bij
mogelijke weigering harerzij,ds, – daargelaten of dit
‘verstandig zou zijn – de in’vioerende ‘baink verplicht
ao’u wezen eerst deze baren in l’anjd,mun’t te doen om-
‘zetten, ‘wat kosten en renteverlies zou medebrengen.
Het goudinvoerpunt zou hierdoor een.igszins worden
verschoven. Door ‘het lidmaatschap der Latijn’sche
muntunie, is ‘echter liet Fr’ansohe, Belgische en Ita-
l’iaa’nsche goud in Zwitserland wettig ‘betaalmiddel,
zoodat Zwitserland, ‘anders dan Nederland, ibloot ‘kan
staan aan g’o’udinvoer in massa, direct in ga.ngbaren
muntvor’m. Gedurende ïden oorlog ‘heeft Zwitserland
p ‘soortgelijke wijze aan een massa import van zilveren
vijffiianc stukken ‘blootgestaan, wat geleid heef t tot
een
feitelijke
verbreking iran ‘de L’atijn,s’che nuituuio
wat liet ‘zilver betreft, en tot ‘zeer langdurige onder-
handelingen, die eerst ‘kortgeleden tot een voor Zwit-
serland ‘aannemelijk resultaat hebben geleid. V’or het
op volle waarde circuleereude ‘goud staat de ‘zaak na-
tuurlijk anders. Voor de ,wensch’eljkheid in de toe-
komst opnieuw muntu.n’ies ‘aan ‘te gaan, ‘pleit een en
ander echter waarlijk niet!
In het licht van ‘dit alles is ‘wat izich in ide laatste
weken feitelijk in Zwitserland (heeft afgespeeld, niet
‘onei’genaardig. Ik moet hierbij afgaan op mijn zegslie-
den. In hoofdzaak echter ‘zijn zij liet eens.
Geen ‘zekerheid bestaat ‘al d’adelijk ‘over liet bedrag
dat ingevoerd is. Gesproken werd van enkele tiental-
‘len ,miillioenen, ‘zelfs ihet cijfer honderd millioen ‘werd
genoemd ials het bedrag, ‘d’at in totaal ‘deels reeds zou
zijn ingevoerd, deels spoedig te ‘vei’wadhten ‘zou zijn.
Zijn ‘deze cijfers juist, dan moet dit gouid in hoofdzaak
niet uit Londen izijln gekomen. I’mmer,s pas in de week,
eindigend 18 lanuari, wordt vandaar een expoiit van
eenige beteeke’nis – ter waarde van ruim 3,5 imillioen
francs – naar Zwitserland gemeld. Hoe ‘dit ‘zij, een
feit is, dat reeds vô6r 1 Januari een niet ‘onaana’ien-
lijk ibedrag is ingevoerd. De Zwitsersche banken zijn
hiermede – het goud’ ‘was in den vorm van ‘baren in-
gevoerd – gegaan naar de Nationale Bank, ‘die’ zich
naar het schijnt ‘op het standpunt (heeft gesteld, dat
zij bereid was het goud te aanvaarden, echter tegen
unruihng van gouden ‘munt, waardoor haar geu’d’vor-
raad niet zou toenemen. Een deel s’chijnt ook door de
banken naar de Munt te zijn gebracht. De banken hot-
ben hierop ‘het ontvangen ‘guadgeld, grootendeel’s ‘oude
Fransche en Belgische stukken, in omloop gebracht,
althans getracht dit te doen. Immers ‘het merkwaardige
feit heeft zich voorgedaan, ‘dat het publiek liever
papier bleek ‘te hebben, ‘zood’at het goud lterugvl’oeiide.
Waar ook de banken, ‘bij de ho,ud,ing ‘van de Nationale
Bank tegenover het goud, voor hun kas aan bank-
papier ‘dc voorkeur geven, doet zich ‘het merkwaardige
feit voor, d’at nu eindelijk de ‘lang verbeide terugkeer
van het goud in het feitelijk betalingsverkeer in ons
werel’d;deel werkelijkheid’ igeworiden is, ‘deze ‘terugkeer
allerminit is een joyeuze
r
enrt
r
ée, doch weer gelij’kt op
den terugkeer van iemand, ‘die ervaren moet, dat ge-
durende tde jaren zijner awezigheid zijn plaats is in-genomen d’oor ‘anderen, wier diensten ‘boven ‘al zijn
vroeger glorie ‘verkozen worden. Een feit, ‘dat inider-
daad ‘te denken geef t! ,
B.
II
2
5Januari 1922
ECONOMISCH-STAT?STISCHE BERICHTEN
77
DE JONGSTE UITBREIDING DER
KONINKLIJKE-SHELL-GROEP.
T.
I. De overeenkomst met de Union Oil Co.
(of Dela.wctre).
Nadat reeds verscheiden maanden geleden, n.l. in
Maart en Juni, de eerste berichten in de pers waren
verschenen betreffende een te verwachten fusie van
de belangen in ‘de Ver. Staten van de
Komin.klt,lce
met die van de
Union Oil Co. (of Dela.wa.re
),
1)
ver-
den ‘zij in de laatste weken ten volle bevestigd. In-
derdaad is door de aandeelhouders van de Union 0fl
Co. in de algemeene vergadering van ‘den 17den
November j.l. ‘do samensmelting bekrachtigd.
Over de voorwaarden en •de beteekenis van deze fusie hebben ‘wel ‘de Nederlandsche ‘bladen eenige
korte medod’eelingen gepubliceend, doch daaruit viel
niet aanstonds op te maken, in hoe sterke mate door
deze fusie de macht ‘deir groep ‘an de Koninklijke
is toegenomen. Het doel ‘van de vdlgende mededeelin-
gen is dan ‘ook, daarop een iets ‘duidelijker licht te
laten vallen, zulks aan ‘de hand der laatstrbek-ende ge-
gevens.
Allereerst zij het communiqué weergegeven, dat
door het bestuur van ‘de Union 011 Co. ‘op den 2den
November tot aandeelhouders werd gericht naar aan-
lei:ding van ‘de ‘ophanden fusie:
,,De ‘overeenkomsten worden gesloten tiisschen
de Union Oil Co. en de Anglo Saxon Petroleum
Co. Ltd., welke laatste ‘de delan,gen van de Knink-
lijke-Sheil vertegenwoordigt, en hebben ten ‘doel
de Amerikaansche maatschappijen, ‘die door laatst-
genoemde worden gecontroleerd, samen te smelten
met ‘de v’oornaamste bezittingen van de Union Oil
Co. (‘of Delaware), waaronder ook is ‘begrepen het
bezit aan aand’eelen dor- Union Oil Co. ‘of Gaiifor-
nia, dat ongeveer $ 12.500.000 of 25 pOt. van het
gezamenlijke geautoriseerde kapitaal ‘beloopt. (Op-
merking: In werkelijkheid ‘betreft het hier 25 pOt.
van ‘liet
uitgegeven,
en
niet,
‘zooals gezegd, van het
geo,utoriseerde
lcap’itaal der maatschappij, ‘want ‘dit
bedraagt $ 100.000.000, waarvan ide helft •is uitge-
geven). De bezittingen van de KoninklijkeShell,
clie onder de fusie zijn begrepen, omvatten de
Shell Co. of California,
Roxa.na Petroleum Corp.,
Ozerk Pipe Line Corp.
(‘en naar later verluidde: de
Ma.tador Petroleum
Co.).
Het plan der fusie ‘heeft ten ‘doel de oprichting
eener maatschappij ‘onder de ‘wetten van ‘dein Staat
Delaware met een kapitaal van ’10 mi’llioen aandee-
len ‘zonder nominale waarde, die uitgereikt zullen
worden tegen de over te nemen ‘bezittingen en fond-
sen. De Union 011 Go. (of Del’awiare) ontvangt
2.240.000 ‘of 28 pOt. dezer aandeelen en de K’o-
ninrklijke-Shefl 5.760.000 of 72 pOt. voor haren in-
breng. (Opm.: Hieruit schijnt te volgen, ‘dat ‘voor-
loopig slechts een aantal ‘van 8.000.000 dezer ‘aan-
doelen ‘zullen worden uitgegeven).
Niet ‘begrepen onder de fusie ‘zijn de ‘bezittingen
der Union Oil Co. of Delaware in West-Virginia
en Kentucky, ‘alsmede 2 tankschepen elk groot
10.000 ton; •oo’k niet hare liquide activa, bestaande
uit contanten, staatsfondsen, voo’rra:den aan pe-
l) Op grond ‘van deze ibei-ialiten had ‘reeds op
22
Septem-
ber
1921
Senator King van Utaili ‘voorgesteld om eea
on’derzoek te doen instellen door de Federal Trade
Corn-
mission, ,,ciat alle ‘beschikbare ‘inlichtingen moest
ge-
ven anngaaincle de contrôle over ‘en het eigendom ‘van ‘de
Union
011 Go. (’01
Delaiware), ide Union Oi,1 Co. of California
en de Shell Co
,
. of California, zoowel als !b5treffende ‘hare
bezittingen in Cal’ifornië en a’ainigaancle de betrekkingen
tusschen
dc. ‘Shell Co.
ren ide Union O,il -Co.; eveneens moest
het nadei’e berichten uitbrengen omtrent iden aa.nihaugigen
naakoop ‘van terreinen in Californië ‘door ,buitenlandsdhe
maatschappijen.
troleum en materiaal, loopend’e vorderingen enz.,
te zamen ter waarde van $ 2.082.000. Tegenover deze
som staan de looperijde verplichtingen, inclusief
bankschulden en slotdividend te betalen in Januari
1922 ‘op de aandeelen Oolumbi’a Oil Producing Co.,
teir hoogte van $ 5.250.000.
Voorts wordt aan ide Union Oil de som van
$ 777.777 uitbetaald, bestemd tot dekking van
hare verplichtingen tegenover banken, alsmede
$ 386.000, .wellc bedrag het saldo ‘voorstelt bever
loopende vorderingen ten opzichte van ‘de Joopeade
verhintenissen harer dochter-ondernemingen.”
Deze voorstellen werden, ‘zooals vermeld, aangeno-
nen in de op 17 November gehouden algemeene ver-
g’adering van aa’ndeeli’ouders.
II.
De thans aajneengesloten ondernemingen.
A.
De Union Oil Co. (of Delawa.re).
Deze holding
en exploitatiemaatschappij wand opgericht op 15
Augustus 1919. Haar nominaal kapitaal bedraagt
5.000.000 ahares, waarv’an uitgegeven 1.367.170 aan-
doelen en wel op de volgende wijze:
± 1.000.000 aand. in contanten om met de opbrengst
te verwerven $ 12.425.000 of 24,85 pOt.
van het kapitaal ider Union Oil Co. of
California (‘volgens een andere mede-
deeling ‘zou het ‘bezit ‘der Union Oil
– Co. of Delaware ‘bedragen, $ 13.196.950
of circa 26 pOt.), en $ 3.418.891 of
99 pOt. van de $ 3.500.000 gewone aan-doelen der Golumbia 011 Producing Co.
en voorts om een werkkapitaal ten ‘be-
drage van $ 9.830.471 te verschaffen.
H
–
360.000 aand. werden uitgereikt tegen 300.000
aandeelen der Oommonweal’tli Petroleum
Corp. in verhouding van 1/ aand.
Union. Oil Co. tegen 1 aand. Gomm’on-
wealth;
±
1.000 aand. ‘voor diverse aandeelenvan bij
laatstgenoemde onderneming ‘aangesloten
maatschappijen, ‘die in bezit varen
van verschillende houders.
1.367.170 aan’deelen, vertegenivoordi
g
ende vol-gens balans van 31 December 1920 een ‘kapitaal van
$ 46.483.983.
De Union Oil Co. (‘of Delawaire) vertegenwoordigt,
zooals reeds uit bovenstaande gegevens blijkt, derhalve
een voorname holding-, doch bovendien, zooals hare
balans te kennen geeft, ‘ook een zelf-exploiteerende maatschappij. Haar ‘bezit aan aandeelen van andere
maatschappijen, zoowel ‘dochter.. als aangesloten on’der-
n’eunin.gen, was op 31 December 1920 als volgt samen-gesteld:
1.
Com.mowwealth. Petroleum Corp.
300.000 aandee-
len zonder ‘nominale waarde, waarvan do Union
299.079 verkreeg. De Common,wealth zelf is
, weder geïnteresseerd bij de volgénde maat-
schappijen:
Westerri. Union Oil
Co.,
kapitaal $ 999.900, ge-heel in bezit der Gommonwealth;
United
Western Gonsoliduted Oil Co.,
$ 3.489.600 in 697.920 aanideelen van $ 5, waar-
van 678.656 in bezit der Oommoniwealth;
The Dunlop Oil
Co.,
kapitaal $ 200.000, geheel
in bezit der Gonimonwealth.
2.
Eddpstone Oil Corp.,
kapitaal $ 500.000 in 50.000
aandeelen van $ 10, geheel in bezit der Union
Oil co.
3. /
Colum.bia. Oil Producing Co.
Uitgegeven kapitaal
$ 3.418.891, waarvan $ 3.415.636 in bezit der
Union Oil
co.
a) Puente Oil Co.,
uitsta’and kapitaal $ 250.000, ge-
heel in bezit de
r
Oolumbia 011.
4.
Gentral Petroleum Co.,
uitstaand kapitaal $ 900.000
(180.000 aaird. ‘van $ 5), waarvan $ 613.015 in
bezit dci Union 011 Co., terwijl deze gehouden
11
78
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25
Januari 1922
is nog $ 0.000.000 preferente aandeelen tot den
parikoers over te nemen op 30 April 1923.
a.,) Wolve’rine
Oil Co.,
$ 1.423.175 (56.927 aand. van
$ 25), geheel in bezit der Cen’tral Petroleum;
b) &1ganore
Oil &
Gar
Co.,
‘uitstaand kapitaal
$ 264.100, waarvan $ 263.100 in handen der Oen-
t’ral Petrolenm;
c.)
The Wigwara
Oil Co.,
uitstaand kapitaal
$ 120.000, waarvan $ 118.117 in bezit der Oen-
tral Petroleum.
Uwion Oil Co.
of California.
Uitstaand kapitaal
$ 50.000.000 in 500.000 aand. van $ 100, waarvan
$ 13.086.900 in bezit der Union Oil Co,. of
Delaware (‘omtrent dit ‘belang aullen hieronder
nog nadere med’ed’eelingen worden gedaan).
Nationo2 Exploi-ation
Co.
Uitstaand kapitaal
$ 3.000.000 in 600.000 ‘aand. van $ 5, waarvan
$ 800.000 in bezit der Union Oil Co. (of Dele-
ware); op het res4ant kan de laatste tot 1 Decem-
ber 1921 een op’tierec.ht uitoefenen.
Een stoonsvaart-maa.tschappij
(naam ?), welker ka-
pitaal $ 2.000.000 beloopen moet, werd ‘door de
Union Oil Ce. of Delaw.are in 1920 opgericht
voor den bouw van taikstoomhooten en het
transport. Deze zou ‘vier schepen bouwen, waar-
van een tweetal met ‘winst werd verkocht. Ook
de ‘beide andere zullen inmiddels wel voltooid
‘zijn; de schepen zullen wel meer dan. $ 8.000.000
hebben gekost.
De Union Oil Go. (of Delaware) bezat direct o in-
direct
zonder
de eigendommen der Union Oil Co. of
California en de National Exploratien Co. de vol-
gende
terreinen:
Pro’chctie per dag:
Opperivlakte
1920
1921
West-V’irginia …….
28.011
acres,
257
barrels
Oklahoma ………..
27.532
4.847
,,
8.064
Califor.nië ………..
18.401
4.635
,,
5.560
Texas ……………
18.180
Kansas ………….
1.480
Ohio ……………
1.186
en bovendien velden in Utah, Californië en Nieuw-
Mexico.
De
National Exploration
Co.
is, zoo’als uit ‘den naam
blijkt, een ‘ontginnings-ondarneming en had ‘boringen
verricht in Oklahoma, Kentucky, Nieuw-Mexico en Californië. Op deze terreinen worden tegenwoordig
dagelijks ongeveer 1000 barrel’s gewonnen. De Natioaa.l
Expl•orat.i’on Co. ‘ontvangt van de Union Oil Co. ‘den nood’igen financieelen steun.
Een ‘overeicht van ‘de financieele resultaten en de
balans der Union O,il Co. of Delawa’re ‘is waarsohijn-
lijk niet zonder belang:
Union Oil Co. (of Delaware).
11’inancieefe resultaten over het eerste halfjaar.
1921
1920
‘J3ruto ouitvangsten …………$
4.233.554 $ 2.619.415
Onkosten
Cli?
. …………….. ..
2.155.654
,, 1.791.112
Bediijfswinst ……………..
$ 2.077.900 $
828.363
J)iverse baten ………………-
,, ‘
814.579
Bruto-winst ………………
$ 2.077.900, $ 1.642.942
Afschrijvingen enz. ………… .
1.174.196 ,,
405.564
Belastingen …………………
15.000
,,
50.000
Netto-winst ……………….$
888.704 $ 1.187.378
Balans.
Activa:
30
Juni
1921
Terreinen, installaties, enz……
$
21.357.566
Deeiu. in andere ondernemingen
,,
36.483.645
Op rekening volgend jaar
……..
376.283
Kasmicidelen enz .
…………..
..
2.045.778
Voorschotten en
cliv.
tdebiteuren .,,
781.902
Te ontvangen
op
rekening voor
2
verkochte schepen
–
Voorraden
………………….
1.092.081
Totaal ….
62.137.255 $ 62.499.247
Passiv’a:’
Kapitaal …………………
$ 46.488.804 $ 46.483.983
Obligatiën ………………..,,
6.767.707
,, 7.254.780
Surplus ……………………,
323.363
,,
319.072
Diversen …………………
138.465
148.240
Winst ……………………..
3.066.701
,, 2.178.406
Te betalen rekeningen ……..,,
1.014.853 ,, 6.083.176 Crediteuren (banken ‘enz.) …….
4.337.361 ,,
31.590
Totaal …. $
62.137.255 $ 62.499.247
B.
De Union
Gil Co.
of
California.
Beschouwen
wij thans nader de belangrijkste ‘der hij ‘de Union O.il Co.
(of Dela,ware) aangesloten onidernemin,gen, cle Union
Oil Co.
of California,
die zelve ‘weder een ‘zeer groot
petroleumco’ncern ‘vertegenwoordigt. De maatschappij,
welker h’oofdkantoren ‘zich bevinden te Ole’um, Gort-
tra Costa Cou.nty, Calif’ornië, en de zetel ‘te Los
Angeles, werd ‘opgericht lop 17 Ocbber 1890, ter ver-
eenigin’g ‘der belangen van de RaTdison & Stewart
011 CO.,
de ‘Sespe 011 Co. en de T’orrey Canyo’n Oil
Co. Deze drie maatschappijen werden later geliqui-
deer’d en hun bezit aan aandeelen ider Union Oil Co.,
dat
zij
verkregen ‘hadden
un
iruil voor hunne bezittin-
gen, werd verdeeld onder hunne aandeelhouders. De
nieuwe onderneming is een holding- :zoowel als expl:oi
tat’ie-maatschappij. Raar tegenwoordig kapitaal be-
draagt $ 100.000.000, waarvan ide helft – ‘in aandee-
len van $ 100 – uitgegeven eu ‘volgestort. De laatste
emissies hadden plaats gevonden als volgt:
Maart
1917: $3.385.700
genomen door ‘aandeelhouders,
1917: ,, 2.032.200, waartegeno’ver een zelfde bedrag
aandeelen der Producers
Tram-
portation Co. werd overgenomen,
Maart
1918:,, 3.951.000 als 10
pCt. dividend in aandee-
lee iop het destijds uItstaande ka-
pitaal ‘van $
39.510.000,
1919: ,,3.658.200 tot
den parikoers aan oude aan-
deelliouders uitgereikt.
In hetzelfde jaar vond de overname plaats door de
Union Oil Co. of Delaware van den groeten post
aa.ndeelen der Union 011 Co. of Galifornia. Tenge-
velge ‘van kleinere Cmissies, waaromtrent geen ‘bijeen-
derheden ‘bekend zijn, bedroeg het kapitaal ‘bij het
einde van. 1919 $ 46.743.674 en op ‘het einde ‘van 1920
$ 50.000.000.
Met ‘betrekking ‘tot de
deeln’en’cingen
der maat-
sch’ap’pij kan worden medegedeeld, dat zij geïnteres-
seerd was ‘bij ‘de volgende ‘ondernemingen:
a. door bezit van het geheele uitstaande kapitaal bij de:
laatste gegevens:
‘Union Transportation
Co.
‘Miasion T’ivtnspertation & Refining Co.
Producer’s Transpor’ta.tion Co.,
kapitaal
$ 2.032.200
Miasion Transf er Co.
,,
2.500.000
Santa Maria 011 & Gas Co.
Union Well Suppiy Go.
Surf Oi’l Co.
S. Union Gil Oo. ‘of Ar:iaona.
International
011 Co.
Kaiser 011 Co.
Union Steamsihip Co. Peotan Stea.msh’ip Co. Ltd.
Slip
Shnla Co. Ltd.
Bedrock Oil Co.
Newlove 011 Co.
,,
11
1.500.000
TJn.icyn Gil Co. of Mexico.
Old Keystone 011 Co.
Pioneer Pipe Line Co.
b. door bezit van de grootste helft van hot uitstaande
kapitaal bij:
waarvan in het bezit der
Union OiI Co.
Kapila’l
of Cal.
Lake View
011 Co.
$ 2.500.000 $1.347.600
Giaremon,t
Gil Co.
,,
96.686 ,,
50.025
OaIifornia Coast O’il Co.
104.667
52.333 Gentral Ca’l’iforni’a Gil Co.
‘
162.500
,,
105.000
Los
Angeles Oil Go.
50.000
31.090 Union Tool Co.
Gewone aamnideelen
,,
600.000
,,
355.000
7
‘pOt. Preferente ‘aandeelen
,,
703.200
,,
330.800
Sout.h’western
Gil Co.
,,
47.500 ,,
27.970
Outer Hatbor, Dook & Warf
Co. ,, 2.625.150 ,, 1.878.200
Sans Souo.i 011 Co.
11
10.000 ,,
7.470
31
Dec.
1920
$ 21.001.169
33.601.257
15.772
2.061.644
725.000
3.875.000 1.219.406
25Januari
1922
ECONOMISCH-STATITISCHE BERICHTEN
79
11
c.
door bezit van een deel van het uitstaande kapitaal bijde:
National P.rodiu.cts Go. of Coliifornia $
750.000 $ 150.000
Iia Habra Water Co.
,,
250.250 ,, 18.250
Gsjlifor•niin Domestie Water Co.
400.250
12.500
Synklica.te OiJ Go.
,,
118.357 ,, 29.120
John Ir’win Oijl Co.
,,
14.000
,,
7.000
Gasmalia Raach Oil & Dév. Co.
463.000 ,,
300
Shîipow’ners & Merdhants
Tug
Bont
co.
,, 1.000.000 ,, 25.000
Pitdher & Garbutt Oi1 Co.
,, 487.060 ,, 200.035
Bren Pownsite Co.
,,
39.800 ,, 12.600
d. bovendien heeft de maatschappij in 1917 alle bezit-
tingen der:
t.
Pinal Dome 011 Co. en ‘van de
2.
Pinal Dame ReHning Co. verwonven tegen ietaliin.g van
$ 3.783.000,
wa.arivan $
500.000
in contanten, en de
rest in ohli.gatiën ‘van de Union 0(1 Co. of Gailifornia.
Einde 1920 verbond de maatschappij zich voorts
in den loop der dTie volgende jaren haar belang bij
•de Union Tooi Co. te ‘verkoopen aan. de Nationad
Supply Co., en wel tot den parik’oere voor de prefe
rente aandeelen en tegen $ 387,10 per stuk voor de
gewone aandeelen.
Als gecnnsolideerde
schulden
heeft de maatschappij
uitstaan: een 5 pOt. hypothecaire leening, pro resto
groot $ 7.746.000 fbenervens nog andere ubligatiën ten
bedrage van $ 568.296. Bovendien heeft zij hoofd-
som en rente gegarandeerd der obligatiën van de Mis-
sion Transport & Refiniin.g Co. en van. de Union
Transportartion Co., te za.men ter hoogte van
$ 1.245.000.
Sedert 1910 werden door de onderneming de vol-
gende dividenden. uitgekeerd: 6,2, 7,2, 4,2, 0, 0, 6,
9, 10, 104 pOt. Daaronder zijn dan begrepen extra-
uitkeeringen in contanten van 3 pOt. in Tanuari
1917, 4 pOt .in 1918, 1919 en 1920.; (bovendien 10 pOt.
dividend in aandeelen in ltLaart 1919.
In bezit of in pacht heeft de maatschappij:
Terreinen:
Oalifornië
212.646 acres
Wyeming
26.980
Tenas
9.762
Oolorado
8.920
Mexico
16.107
274.415 acres
Pijpleidingen
ter lengte van ‘te zamen 740 Eng.
Mijlen en opslagruimte in taniks voor 19.150.000 bar-
rels.
Op 31 December 1920 beschikte de maat-
schappij over 523 produceerende
bronnen
en 103
boringen.
De
raffinaderijen
der onderneming – met een
capaciteit van circa 60.000 barrels per dag – bevin-
den zich te Oleum aan de San Paiblo-:baai bij San
Francisco, in M’al.tha bij Bakersfield, in Avila, Santa
Parula en Brea, alsmede een nieuwe raffinaderij te
Los Angeles Har.bor.
De maatschappij bezat 8
tanJcstoombootere
en
8 banken met een laadruimte van (bijna 500.000 (bar-
rels, en h
a
d: voorts 4 tankbooten ,met een capaciteit
van ongeveer 315.000 (barrels in aanbouw. Gecharterd
waren 4 sdhepen mat 285.000 barrels. Voorts bezat zij
404 tankwagens, 799 vrachtauto’s, 275 automobielen
enrz., 159 Amerikaansche en buitenlanjdsche verkoop-
plaatsen en agenturen.
Ten slotte zij nog vermeld, dat voor de maatschappij
vroeger een holding company, de ,,United Petroleum
Co.”, had bestaan, die i:n 1917 ingevolge rechterlijke
beslissing moest worden ontbonden; de iaandeelen der
ontbonden holding company werden omgewisseld in
die van de Union 011 Ce. Omtrent de
financieele resultaien
en de
balans
der
onderneming bev.at
het volgende staatje nadere ge-
gevens:
Union Oil Co. of California. 1’inancieele resultaten over de 9 maanden, geëindigd
30 Septein1er.
1921.
1920
Ontvangsten ……………..
$ 45.260.000 $ 46.210.000
Winst na aftrek van algemeene
onkosten, belastingen, enz. . .
16.200.000 ,, 16.000.000
‘Minst na afschrijvingen, eniz. . .
9.600.000 ,, 10.500.000
Balans per 31 December.
.élctiva:
1920
1919
Terreinen, ibronnen, concessies,
e’nz. ………………….. $
43.416.192
$41.504.146
Pij’ leidingen, stooniadhepen, raf-
finaclerijen, verkoop-stations,
enz.
……. . ………….. ,,
38.858.125
,, 31.687.201
$ 82.274.317 $73.191.348
Reseiwe voor afschrijvingen, enz. ,,
23.038.059 ,, 19.500.873
Bezittingen eaz. netto …. $
59.236.258 $53.690.475
Deelname in andere mantscliap.
pijen, fondsen en ‘voorschotten ,,
3.775.034 ,, 4.409.628
Uritgaiven voor volgende jaren .,,
613.786
,,
466.722
K.aamiddelen, debiteuren en
voorraden ……………..,,
38.280.124 ,, 31.112.966
Totaal ……
$ 101.905.202 $ 89.679.791
Passiva:
Aanideelen-kapitnal. ………. $
50.000.000 $ 46.743.674
0bligatieschuld …………….
9.529.670 ,, 10.535.016
Bedrijfsresenve, surplus, enz…,,
32.804.860 ,, 25.878.615
Loopencie •vertbintenissen ……
»
9.570.672 ,, 6.522.485
$ 101.905.202 $ 89.679.791
Bedrijfskapitaal netto .. ,,
28.709.452 ,, 24.590.481
De
productie
der Union Oil Co. of California en
did van de aangesloten maatschappijen beliep over de
laatste 5 jaren:
1916 ……..6.681.015
ibarrels
1917 ……..7.430.154
,,
1918 ……..8.271.084 1919 ……..8.705.447 1920 ……..8.681.308
In de eerste 9 maanden van. 1.921 bedroeg de pro-
ductie ongeveer 7,5 millioen barrels ‘tegen circa
6.725.000 in de overeenkomstige periode van 1920.
41 nieuwe bronnen met een dagelijlosohe productie van
aanvankelijk 15.500 ‘barrels werden ‘aangeboord. De
voorraden aan petroleum bedroegen op 30 September
11.200.000 barrels, d.i. nagenoeg 1.375.000 barrels
meer dan op 31 December.
Dr.
WILHELM MAUTNER.
1T.E ZEEUWSCHE OESTEE EN MOSSEL-
VISSOHERIJ.
Naar aanleiding van het ixegerzonrden stuk van den heer H. F. 5tdbbelaar in het vorig niiimaner zij het mij
vergu
n
d hierbij een enkele opmerking te maken.
Hoezeer ook met enkele der door den heer Stctbbelaar
getrokken conclusies kan worden ingestemd, meen ik
toch, waar schrijvers standpunt in andere opzichten
wellicht minder juist schijnt, in het belang van een
goed (begrip van zaken op eenige punten ‘de aandacht
te moeten vestigen.
Schrijvers betoog saimenvattende bevindt men, ‘dat
zijne bezwaren ‘zich feitelijk richten tegen drie pun-
ten, zij.
10.
tegen het feit, dat de vroegere ‘vrije vis-
scheuj heeft plaats gemaakt voor cul’tuin
4
bedrijf;
2
0
. tegen het verschijnsel, dat de oestercultuur
gaandeweg het mosselbedrijf ‘van rversdhillende ter-reinen heeft verdrongen;
3
1
tegen de ongelijke behandeling, die den mos-
sel- en oestervissehers is ten deel gevallen met be-
trekking tot de paohtpolitiek van het Domeinbestuur.
Ten aanzien ‘van het eerste punt nu schijnt mij
schrijvers meaning niet houdbaar. Wat zich hier dieeft
voorgedaan is het eenvoudig economisch ‘verschijnsel,
dat de meest primitieve productievonm van zonder
meer putten uit de natuurlijke weivaartebren, zooals
dat bij de vrije of ,,wilde” visscherij geschiedt, plaats
heeft gemaakt voor den hoogeren vorm, nl. de
cultuur. Dat dit een economische winst is, beh’oeft
wel weinig uitleg. De omstandigheden waren bier ‘niOt
anders dan zij in dergelijke gevallen plegen te zijn;
verwaarloozing van de zorg voor de toekomst ter çwille
van onmiddellijk gewin was ook voor het tijdperk der
vrije oester- en snosselvisscherj in Zeeland kenmer-
80
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25Januari 1922
kend. Te scherpe heviasching
‘was
dan ook liet ‘noodaa-
kelijk gevolg van dezen ,,natuurlijken” toestand en
een betrekkelijk geringe productie
ging
daarmede ge-
paard. Klachten hierover zijn reeds vroeg te vinden.
Zoo vermeldt reeds Jac. Ermcri’ns in zijn Zeeu’wsche
oudheden, d.d. 1797, dat wegens gebrek aan reglemen-
teering en te groo’te ‘baatzucht de oesteiibanken ten
Zuiden ‘van Schouwen waren ‘doodge’vischt en hij
slaa’k’t daarbij de eeni’gsziris pathetische veraiiahting,
dat wanneer zich oesterbanken opdoen, men die ter-
stond ‘ziet vernielen, doordien men ,. …. als gieren,
die een prooi ‘verscheuren, op dezelve aanvalt, tot
de ‘laatste is weggeraapt”.
Vanouds heeft het hier blijkbaar aan voldoende
inzicht van het algemeen belang of aan de samenwer-
king, noodi’g om ten gunste daarvan te ‘handelen, ge-
mmïkeerd en dientengevolge kon de ‘so,helpdierenivis-
scherij zich, zoolang zij ,,vrij” bleef, niet ‘verder dan
tot een betrekkelijk ‘onbeteekenenden omvang o’ntwi’k-
kelen.
Eerst nadat het Doimeinbestuur aan’ving terreinen
aan ide vrije vi.sscherij te onttrchken en de schelp-
dierencuU’uur een aanvang ‘had genomen, bleek ver-
dere ontwikkeling mogelijk en de nieuwe voortbren-
gingsvorm bleek zooveel meer rendabel, dat de pro-
ductie spoedig een groote vlucht nam; terwijl deze
b.v. voor de oeters omstreeks 1850 slechts rond één
milloen stuks bedroeg, ‘was zij in ‘het tijdperk na de
eerste ve’rpachti’n,gen, 1870-1878 gestegen tot ±
13.000.000 stuks, bedraagt ‘zij thans ongeveer 50.000.000
per jaar. Yerseke ontwikkelde ‘zich ‘in dien tijd’ van
een onbeduidend visschersplaatsje tot. een ‘welvarend
en belangrijk vi’sscherij-centrum. Weliswaar werden
de bloeiperiod’en door kwade tijden afgewisseld, ‘ten
gevolge van natuurlijke tegenslagen noowel als ten
gevolge van het ongelukk-ige paohtstclsel; ook concen-
treer’de zich het bedrijf van talrijke kleine plaatsjes
min ‘of meer naar enkele centrale punten, wat sommi-
gen nadeel bracht, ‘dit alles neemt toch niet
weg,
dat
waar de productie zoo’n v’lucht nam, de overgang tot
het cultuurbedrijf een groote stap vooruit is geweest,
welke door ‘de qualificatie van ,,onna’tuurlijkheid” haar
waarde niet ‘kan verliezen. Bij schrijvers grieven tegen
de ‘kunstmatigheid der huidige ,,onvi’ije” ‘toestanden
moge, waar men ‘haar van visscherszijd’e ‘zoo vaak ver-
neemt, nog even worden stilgestaan. Er schijn’t hier
toch een ‘voor vele vissehers ‘typeerende ‘psychologische
trek in het spe1, ‘waarvan belanghebbenden goed ‘zou-
den doen zich eens rekenschap te geven. Terwijl ‘het
bij een landbouw’er niet meer ‘opkomen aal een laos te
breken voor de afschaffing van particulier grondbe-
zit en -exploitatie, omdat bij ,,vrijen landbou’w” alles
veel beter gaan ‘zou, schijnt een zeker deel der oester-
en mosselvisschers er nog steeds niet recht van over-
tuiigd, dat d’oelbewuste en vakkundige cultuur op den
duur voordeeliger uitkomt dan ,,’wi’lde” ‘visscherij,
waarbij ieder ‘haalt, ‘wat hij halen kan. Het meer spe-
culatieve karakter van het visscherjbedrijf, waarin zij
zijn opgegroeid, is hieraan uiteraard niet vreemd,
verder aal wellicht in een wat ver gedreven indivi-
d:ua’lisme, naar het wel schijnt, vergezeld van een ver-
troirwen, dat men ‘den ‘anderen ‘wel ‘te slim af zal zijn,
de verklaring van deze bijzondere liefde voor vrijheid en ,,natuurlijk” verloop van zaken moeten worden ge-
vocht. Het ‘kan daarbij wel eens nuttig ‘zijn eraan te
herinneren, tot welke crises en misstanden ‘het om
zijn ,,’vrje mededinging” •geroemde puibliek verpach-tin’gss’telsel in Zeeland heeft geleid. Ook mogen spe-
ciaal de mosselkweekers zich wel eens te binnen bren-
gen, wat voor ‘hen de gevolgen zijn geweest van de uit
eonomiisch oogpunt geheel natuurlijke ontwikkeling
van het gebruik van stoom- en motorvaartuigen, in
hun ‘bedrijf. Met behulp van deze vaartuigen konden
groote ‘hoevelheden volwassen mosselen van de Zui-
derzee ‘worden aangevoerd ‘tegen lage ‘kosten, zoodat
de concurrentie hiertegen voor diegenen, die niet ka-
pitaalkrachti’g genoeg zijn ‘om hieraan deel te nemen,
zeer ‘zwaar werd en er thans ‘ten slotte vele stemmen.
opgaan voor een verbod van invoer ‘in Zeeland ‘van de
goed’koope Zuiderzee-nrosselen, een zeker weinig na-
tuurlijk verloop van zaken, daar hierdoor kunstmatig
de productiekosten voor sommigen iworden verhoogd.
Ook ten opzichte van het tweede punt, ‘de ‘verdrin.-
ging van mossel- door oester,bedrijf, welke, naar ik
meen te ‘begrijpen, schrijver per ze ‘onge,wen’scht acht,
kan ik het niet met ‘hem eens
zijn.
Indien en voorzoo-
ver deze verdri’nging gevolg is van economische meer-
waardigheid, grootere prod’uctivi’takt dus, der oester-
cultuur, mag zulk’s voor de betrokken ‘mossellcweekers
onaangenaam zijn, uit een oogpunt van algemeen
economisch belang aal men echter dezen natuurlij’ken
‘ontwikkelingsgang geen belemmering in ‘den ‘weg mo-
gen leggen. Dit nu schijnt ‘meermalen het geval te
zijn; ook v66r dat eenig verschil in de wijze van pacht-
bepaling bestond tusschen oester- en mosselkweekers,
kwam het ‘geregeld voor, dat mosselperceel’en in han-
den van oeaterkweeker,s overgingen, ‘die daarvoor hoo-
gere pachten ‘konden bieden. Een ‘dergelijk algemeen
verschijnsel kan niet ‘louter op imeerdere ‘kapitaal-
krach’tigheid der oes’ter’kweekem gebaseerd zijn; men
kan toch op den duur niet h’oogere ‘pachten bieden,
wanneer men de perceelen ook ni.et’werkeljk rendabeler
weet te maken. ‘Daar, waar dit inderdaad het geval is,
kan tegen een terugtreden der mosselcultuur dan ook
weinig bezwaar zijn.
Echter is ‘het een geheel andere vraag, of het wel
wenscheljk is, ‘dat het kleinbedrijf door het groot-
bedrijf w’ordt verdrongen; in verschillende gevallen
toch schijnt inderdaad ‘het terugtreden der mossel-
kweekers louter hierop te berusten. In dergelijke ge-
vallen is dergelijk terugtreden zeker ‘te betreuren.
Van ‘kleinbedrijf kan, waarschijnlj,k ‘ook hier, evenals
hij land- en tuinboww, intensiever cultuur worden
verwacht, ook schijnt een behoorlijk gebaseerd ‘klein-
‘bedrijf uit algemeen v.elva artsoog’punt wenschelijker
dan concentratie in een betrekkelijk ‘klein akntal groot-
bedrijven. Het zou dan n.m. took op den weg van den
Staat-verpachter liggen om, wanneer gebroken kon
werden met ‘het publiek verpachtinigsstelsel, dat ‘auto-
matisch ‘den besten pachter met den ‘hoogsten ‘bieder
vereenzelvigt,
‘bij
invoering, inplaats daarvan, van de
on’derhandsche verp’ach’ting tege’h mobiele ‘pacht (als
tihans reeds de leden van het Centraal oesterbureau be-
talen), welke een d’oelbewuste, op het algemeen econo-
misch ‘belang gerichte pachtp’olitiek mogelijk maakt, bij het kiezen van ‘zijn pachters om. de belangen der ‘klein’s
kweekers in het oog ‘te houden en overmatige con-
centratie van bedrijven tegen te gaan. La het alge-
meen ‘kan dan gezorgd worden, dat de gronden in
handen komen van diegenen, ‘die ‘deze het beste rzu’llen
exploiteeren. K’apita’alkrachtigheid val aisdan als cri-terium ‘hebben afgedaan, evenmin ‘zal ‘dan de oester-
cultuur per ze bij de mosselcultuur behoeven v66r te
gaan.
Hiermede raken wij aan ‘het derde punt, het stelsel
van pachtheffin’g. Inderdaad
‘schijnt
‘het onbillijk en
onîweusehelijk, dat dit niet voor allen gelijk is en het
is zeker zeer ‘wensc.heljk, dat de mobiele pachtheffing
wordt uitgebreid ‘voor allen, gepaard met afschaffing
van het publiek verpachtinigssteisel met zijn vele na-
deelen. Het on’gewenschte van den hsuidigen toestand
ligt toch niet in het feit, ‘dat de leden van het Cen-
traal Oesterbureau een mobiele pacht betalen, welke
zich bij de ‘bedrijfsresultaten aansluit en daarom juist
billijker is, maar in ‘het feit, ‘dat tdeze wijze van pacht-
heffing niet voor
allen
geldt. Omstandigheden mogen
het de Regeering ‘waarschijnlijk belet hebben tot nog
toe de mobiele pacht algemeen te maken, dit neemt
niet weg, dat de huidige toestand ougewenscht is
en er ernstig naar een oplossing dient te ‘worden ge-
streefd om de mobiele pachtheffing voer allen ‘moge-
lijk te maken. Men breke ‘dan echter ook tmet het
publiek verpachtingastelsel, daar eerder een ‘bepaal-
delijk economische paohtpolitiek, met name een
keuze
25
Januari
1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
91
van de beste pachters en van de beste exploitatie niet
wel mogelijk schijnt. Den Iheoretici, die hiertegen
aanvoeren, dat de zittende 1)achtens dan een ,,mono-
poli&’ krijgen en dat alle anderen daardoor alsdan
beknot worden in. hun staatsburgerlijke rechten, moge
er in de eerste plaats op worden gewezen, dat het
hier een cultuurbedrijf is, evenals land- en trunbouw,
waar men allerminst op publieke ‘verpachting gesteld is, integendeel juist verzekering van des pachters ge-
bruiksrecht wenscht, en .dat voorzoove
r
ei hier sprake
is van een monopolie dit het zgn. natuurlijk mono-polie is van den grondèigenaar, dat bij ieder pacht-
stelsel blijft bestaan. Het komt er slechts op aan van
dit monopolie een wijs gebruik te maken. En wan-
neer nu het Domeinbestuur deze natuurlijke macht
weet te gehruiken, om daarmede een rustig en stabiel
bedrijf te scheppen, waarin noch huitensporige pacht-
opdrijvingen met de daanbij aansluitende crises be-
hoeven voor te komen, noch periodiake uitpachting en
plaatswisseling op groote schaal ‘van de zittende pach-
ters, noch verdringing van den mosselk’weeker door
den oesterkweeker, waar dit geen economisch betang heeft, noch terugtreden van klein- voor groobbedTijf,
noch wilde concurrentie, diefstallen enz. om
de op-
gejaagde pachten te kunnen betalen, doch dat aan
een aantal ervaren pachters een behoorlijk bestaan
kan verzekeren, dan rzal men zich, met even vermelde
natuurlijke gevolgen der vrije mededinging voor
oogen, uit een oogpunt van algemeen economisch be-lang over de ,,kunstniatigheid” van deren (vooralsnog
,,ideaal” blijvenden) toestand gereedelijk kunnen
troosten.
Wat tenslotte het beroep op de staatsburgerlijke
rechten der gegadigden betreft, moge er nog op wor-
den gewezen, dat het hier een zuiver privaatrechte-
lijke zaak geldt, waarin de Staat niet als overheid
staat, doch geheel als particulier grondeigenaar, die
dan ook in zoover volkomen vrij is zijn eigendommen
te verpachten, zooals hem dat het beste voorkomt.
Men schijnt dit niet steeds goed uit elkander te hou-
den en een recht voor oogen te hebben ongeveer
analoog aan de benoembaarheid van ieder Nederlen-
der tot lands!bedieningen. Tot nog toe behelst ons
Staatsrecht echter geenerlei bepaling, welke den land-
heer verplicht pachters te aanvaarden, die hem niet
aanstaan of slechts een bepaalde wijze van verpach-ting te volgen.
J. C.
v. S.
LONDENSCHE dOREESPONDJINTJE.
Handelsbeweging over December 1921
en betalingsbala.n.s over dat jaar; wéric-
loosheid; de toestand in de arbeiderswe.
reld in Engeland en Ierland; de werking
der Key Industries Act; de City en de
• schadevergoedingskwestje; het nieuwe
boek van Keynes; fondsen- en geldmarlçt.
Onze Londeusche correspondent ‘schrijft ons d.d.
21 Tan. 1922:
Nothing shows more clearly the dominating position
vdiich political forces have gained over economic life
since the war than the wave of pessimiam and out-
spokenness which has ewept over the country since
the collapse of the Cannes Conference. Even hardened
supporters of the ex’trenaist attitude over Reparations
have, 1f not repented of their sins, st any rate express-
ed their regret that the rwhole question is in the
meltiing pot again, and that the hopes of a favourable
outcome should have ‘been so completely daahed.
There was, of course, always a goed deal of unreality
about the optimisni which manifested itself at the
turn of the year. To sonie extent it represented the
effort of the Government to induce a tone which
would assist the chances of its candidates st the
General Election which ‘was then being prepared for.
There were other signs, however, which pointed to
revivad. The complaints of the industrialists were
giving way to a more reasoned attitude, abo.ve all, tit
was possible to hope that the Cannes Conference would
heal European distress. Now that hoth the industrial
hopes .and the politioal hopes have vanjished, the gloom
bas gathered again.
The figures of f o r e i g n trade for the
last m on t h of the past year are now available,
and so are the preJiminary returns for the w’hole
twelve rnonths. –
December
’21
conipareci wibh Novembei’
’21
(milil
f.
stg.)
Imports •…… £
85,3
£ 3,9
lesa
4,4 pCt.
Exports ………..,,
59,4
,, 3,5
, …….5,5
Re-exports ……..,,
9,2
,, 0,6
,. …… 6,3
Year
1921
coinpared with year
1920
Imports …….. £
1086,7
£ 846,0 Iers ..
43,7
pOt.
Exports ……..,,
703,2
,, 631,3 , …..47,3
Re-exports
…….
107,1
,, 115,7 , …..51,9
Total-exports …,,
810,3
,, 747,0 , …..47,9
This return afforcis one the opportu.nity of inves-
tigating the, trade bailance of the country. The, net
excess of imports over exports is £ 277 millions. The
yaar was a bad one for shxipping, and shipping ear-
nings may ‘be put as low as £ 120—f 150 millions.
Banking and other services may he estimated at the
usraal figure of £ 40 millions, which ‘is somewihat loss
than 24 per cent on the aggregate rtrade turnover.
Inve.stments cnn har.dy be put st lens than £ 100 mil-
lions. These figures ure sufficient to bridge the gap
and to convince one that even in a year of excepti.
onally bad trade the country has heen able to meet the
adverse trade balauce in full, even if the total of
oapital owned abroad had not increased. But, as is well
known, very considerable amounts have been ±nvested
afresh, especially in the overseas portions of the
Empire. There eau therefore be no question of bank.
iuptcy. In estimating the prospects, we must reckon,
however, not only with un imprcved trade, whieh
would improve chipping and commission earnings,
but with the effect of American debts, which will be
feit with increased sharpness next year;
Meanwhile, u n e m plo y m en t renïains at about
the same figure, and the position here gives rise to
much anxiety. The £ 10 millions wliich were intended
to stimulate relief works are on the po’int of exha’ust-
ion, the raipirdity of their consumption being partly
due to the continued slump, and in part to the aet
that the cost of the relief works bas been greater than
was anticipated, owing to the f act that the unem.
ployed have to a large extent succeedeci in tihei,r de.
mand that the r’ates of wages to ‘be paid should not
depart too much from the usual seales. The money is
not all spant in the sense that the works must now
stop, but spenrt in the seiise that no now schemes can
ho sanctioned. What is to happen now is by no means dear. The doles are costing the country some £ 2 anil.
lions a week, there is a further large thougb uniden.
tified amount spant on poor-relief, and private
charity must come to a further considerable sum.
The only welcome feature is that the figure of un-
omployment is more er loss staible.
The Labour situation is again becoming
unsettled. The Scottich railways have demanided’ a
reduction of w’ages and a revision of the aight.hours
day. It bas been fairly clearly shown that in come of
the remote districts of Scotland, the oight.hours day
is a farce, in the sense that the men. do not do any. thing like eight.hours work. The representatives of
the men hardly dispiited this point, but, nevertheless,
it bas been forunafly annoimced that the leaders will
assist in opposing a general ineroase of the working
day, and it will be a ‘very difficult tank to delimit the
areas in which the 8 beurs day shail not be worked.
The wage question is equally likely to prod’ace trouble,
if redactions greater than those justified by the
full
in prices are to be pressed.
The Irih Free State ‘also has had a ‘beginning of
its Labour treubles. Already before the signature of
the treaty, the men had threatened to come out
82
ECONQMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
25
Januari 1922
against the latest award, which had recliuced wages and
lengtdiened hours. The stri’ke ‘bas been postponed for
a montih ‘both in the North and the So’uth, by agree-
mont with the two govenïments concerned, but it
is by no means dear that a final settlment will ibe
arrived at. The Proviisionial Government bas alread,y
been visited b§ a depirtation representing the Irish
workers, which usd seme violent ianguaige about a
workers’ R.e’pnblie, the tact ‘being that the Irish wer-
kers are much moie èxtrome than the British. These
facts .aftest the rig]itiress of the view that once the
question of self-government were aettled, the problm in Ireland ‘would be a Labour one, and that the Repu-
bilican issue would f all more er leas into the back-
ground.
Mearuwihile, to add to the difficulties, there is seine
talk of a new Irish currency. That ‘the’re will be a
tarff we may ‘take for granted’, for w’hat State eau
resist the temjrtation of making the foreigner pay
especially a State wit,h prodomina’ntly a farmer popu-lation, whiich dislikes the income-tax? The begixrnirtig
of a floating debt, in the shape of a d.oan of £ 1 .millien
from the Bank of Irelaind, is also to ho noted. It looks
as if the provisional government will ho fully occupied
for some time to come.
The Key Industries Act bas been the sub-
ject of .a goed deal of rough handlinig in the ‘last
few days. At Mr. Asquith’s great meeting in the Oity
en Thursday it was condomndd outright, and even
at the meeting of the Coiadition Liberals it was stated
that no furthr legislation en the same lines was
contempiated, and the existing measure wass, treateid
with considerable roughness. Meanwhile, accordiing to
Mr. Asquith there are 330 appeals pending agairist
the sc.hed,ule to the Act, of which so far only four
havn been settleid. The num’ber of indiustries which
sees nu opportunity of getting prottection is steadlily
cm the increase. In addition to these adready men-
tioned in previous letters, the makers of Aluminium
Ware, and the Toy Makers have clenianded the .assis-
tance of the Act.
Mr. Asquith’s meeting was remarkable also for the
support which was given, both iby him and. tby Dr.
Walter Leaf, ‘wibo was in the Ohair, to m o r e m o-
derate views concerning Reparations.
It is flairly safe to say that the idea of ,,making Ger-many pay” has been killed in the Oity, the represen-
tative ‘of ‘wdiich at the Peace Oon.ference was respon-
sible for the idee that £ 20 mi’lliards was not too rauoh
to hope for from the defeated party. The ‘history of
reparations to date is the subject of a n e
w
b o oh b y
kil r. J. M. K e y n es, ‘which is marked by the mme
brilliance of expression, ‘and fran!lmess of uitterance,
as the famons ,,Economiic Oonsequences’. Presumaibly,
this book will be reviejwed in other eolumns of your
journad. 1 will confine anyself therefore to two state-
ments concerning it, and one criticism. Mr. Keynes
now assesses the ahiliity to pay of Gernsany at £ 03
millions a year, and he prepoSes ithwt this arnount
should go almost en’tiirely to France and Belgium,
whilst the mme time the debts of Franco are to be
wipod out. In the seicond place, Mr. Koynes shows
conciusively that the assessmeiiit of the actual daimage
done bas rasulted’ in some perfectly prelposterorts figu-
ree, such as £ 2200 each for the coat of re’bui’ld’ing
houses in Franco, and £ 1000 ‘per heuse for r’e,storing
furniture.
Mr. Keynes commits himself to the view that so
long as the volume of German Tveaury Bil’ls ds almost
equal to the vuhame of Gernuan notes, it is impossible
to cease the issue of notes, ‘because the banks can al-
ways deniand currency. This is a view whiah has been
aippliied to the British currency situation also, and
appears to me to possess no validity whats.oevor. This
lwwever is ‘a very minor matter. The book bas received
a iwedeome, in very unsuspectecl quarters, among ethers,
the,,Times Liberary Suppiemant”.
The giltedged boom continues, and
new issues are haiving a very ‘goed reception. One of
the first fru1its of the increasing d,nvestment demand
is a rise in the T.reasury Bill rate, which in the last
two ‘weeks has been in the neighbourhood of £ 3/131-.
The Government was forced to aocioimmod’ate itsel.f to
tdie mar’kst alhortage this week by ‘reducing the amount
offer cd by £ 10 millions, amid it is stated that next
week, only £ 35 millions will be offered, instead of the
£ 50 millions available this week. The Treasury bas taken advantage of the lower money rates by wiith-
diawing the old Treasury Bond series, the nominal
in:terest on which is only now 5 pot., though the
Bonds being issued nt 99, and the date of repnymont
beting tbree years aarlier than the series now wiith-
drnwn, the not saving to the Government is a littie
und’er
YS
,
per cent. Whether the boom in gilt-edgedl-
stock will continue is a moot point: if the great hanks
use the opportunity to clar out seine of their tvast
holding’s we may see a dec]ine again, and any revival
of trade will necessarily redice the funds available.
The whole market is in an artifuicial position, as the
Government will diseover as soon as trede rovives,
which, unfortunately, will not ‘be for mme sime to
come.
DE RIJ’KSMIDDELEN.
In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van de opbrengst der Rij lcsmiddelen over
de maand December 1921, vergeleken met ide overeen-
komstige cijfers van December 1.920.
De oorlogswinst- en verdedigingsbelastiugen brach-
ten tot dusver in totaal op
f
1.013.500.678, waarvan
f
746.289.210 op rekening komt van eerstgenoemde
heffing.
Met inbegrip van de ‘opcenten ten behoeve van het
leeningfonds – behalve die’ op den suikeraccijus,
welke geen verawaring ‘van belastingdruk meideibracih-
ten – is in totaal eene som van
f
1.246.642.492 ont-
‘vangen uit belastingheffing, die haren grond vindt in
cle buitengewone omstandigheden.
De gewone middelen brachten in de afgeloopen
maand
f
38.405.872 op, tegen
f
41.151.277 in Decem-
her 1920 en vertoonen mitadien eenen achteruitgang
van
f
2.745.405. De totale opbrengst in ‘de afgedoopen
maand o
v
ertrof de raming met een bedrag van
f
4.871.622.
Daar de opbrengst der
middelen
over de eerste elf
maanden van het jaar 1921 de rauming met
f
30.739.068
overtrof, overtreft ‘de ‘opbrengst over het geheele jaar
1921 de ra.ming met een bedrag van
f
35.610.690.
– In
vergelijking
met December 1920, vertoonden in
December 1921 vooral de inkomstenbelasting, de ver-
mogensbelasting, de wijn- en bieraccijns, de rechten
van successie, ‘van overgang bij overlijden en van schen-
king, en de loodsgeld’en een ijooger opbrengstcijfer.
Daarentegen brachten minder op de gronclbelasting,
de personeele belasting, de dividend- en tantièmebelas-
ting, de gedistilleerd-, zout- en gesliachtaccijn’s, de
zegel- en registratierechten, ‘de rechten ‘op den invoer,
het startistiekrecht en het recht op de mijnen.
Was de opbrengst der grondbelasting in de maanden
Augustus t/m. November 1921 hooger dan in ide over-
een.ko’mstige ‘maanden van 1920 (de vorige maand be-
droeg de hoogere opbrengst
f
202.036), in de ofiaand
December 1921 valt een mindere opbrengst van
f
125.007 te cons’tateeren, een gevolg van achterstand
in het, opmaken der kohieren. Ook de mindere op-
brengst van de peusoneele belasting
(f
333.673) is
waarschijnlijk het gevolg van achterstand.
Do hoogere opbrengst van de inkomstenbelasting
beliep
f
1.025.992 ‘tegen
f
1.092.563 over de vorige
maand, terwijl de’ bate uit dle dividend- en tantième-
belasting, die de ‘vorige maandl de opbrengst over
Novemiber 1920 met een bedrag van
f
441,455 over-
trof, thans een bedrag van f813.735 Ibij de opbrengst in die overeenikomstige maand van het vorig jaar ten
achter bleef.
25 Januari 1922
ECONOMISCH-STA’ISTISCHE BERICHTEN
83
Vor deze verschillen, alsmede voor de hoogere op-
.brengst van de veDmogensbelastio.g
(f
1.09.653)
is geen
bepaalde reden aan te wijzen.
Betreffende den suikeraccijns vairt
op
te merken,
dat, nu de aflevering der suiker voornamelijk in édn
hand berust, ni. de Centrale Sdiker-Maatschappij, de
aflevering onregelma.ti.ger geschiedt dan vroeger, ten-
gevolge van de prijzenpolitiek dier onderneming; van-
daar verschillen tu.sschen de opbrengsten over de op-
volgeinie maanden, die echter met het verbruik niet
onim.iddeilijk samenhangen. Ditmaal bedroeg de hoo-
gere opbrengs
f 1.285.549.
Ook
deze ‘maand was de opbrengst vsin den wijn-
accijns hooger dan in de overeenkomarbige maand van
het vorig jaar, tengevolge van het aanvullen ‘der voor-
raden.
De opbrengst van den gedistilleerdaccijns was in
December
1920
.abnormaal hoog, tengevolge der toen
ko’mnnxle chcijnsveThooging. Niettegenstaande den ‘hoo-
garen accijms bleef daarom de opbrengst in December
1921
toch ten achter bij dien in de laatste maand van
het vorig jaar. De hoogere ‘opbrengst van den
bier-
accijns wordt verklaard door
de
toename van het bier-
verbruik, dat langzamerhand den omvang van vroe-
gere jaren herkrjgt.
Invoer van geraffineerd zout, dat alleen aan in-
roerrecht is onderworpen, drukte den
z
o
u
rtaccijns, ter-
wijl dalende veeprjzen en invoer van buitenia,n4dsch
4eesch oorzaak waren van de vermindering in op-
:brengst van den geslachtaccijus.
De invloed, der tijdsumstaaid:igheden kwam tot uiting
in de zegel- en registratierechten. De zegalrechten ble-
ven een bedrag van
f
593.689
ten achter bij de op-
brengst over December
1920 –
gevolg van de malaise
in den geld- en fondsenh’a.n
4
del – ‘de registrtatierec’hten
brachten
f 2.813.406
minder p, welke vermindering
samenhangt met
de
mindere uitgifte van aandeelen en.
het geringer aantal overchachten van vest goed.
De rechten van successie, van overgang
bij
overlij-
den en van schenking brachten deze maand
f 1.282.284
meer op dan over December van het vorige jaar; hierin
komt waarschijnlijk nog niet tot ‘uiting de werking
van het hoogere tarief, ingevoerd
17
Tuni
1921.
:De verdubbeling der waar’borgrech’ten, ingegaan
1 December j.l. had ten gevolge, ‘dat de belasting op gouden en zilveren we*en
f
21.411
meer opibracht.
De teruggang van invoer- en statistie&rechten .duur.t
steeds voort. De mindere opbrengsten bedroegen deze
maand respectievelijk
f 126.653
en
f 124.699, gevolg
van stilte van den haniclel en prijsdaling. De toen’ame
van de opbrengst der loodagelden was over Decamber
1921
in vergelijking met December
1920
weder gering
(f 22.087).
Dé vorige maanid’ bedroeg de J],00gere op
rbrengst
f 26.029.
De vermindering van de opbrengst van het recht
op de mijnen
(f 22.435)
is een gevodg van achteruit-
gang in lcoleniwinnimg door de lagere steenkoolprjzen.
Was d.e opbrengst over de eerste elf ‘maanden van
1921
nog
f 1.143.492
hooger cLan over de eerste elf
maanden van
1920,
de totale opibrengat over
1921
bleef
f 1.601.899
ten achter bij de totale opbrengst over
het jaar
1920.
AANTEEKENING.
Deocstdinh.etdru1ckersbedrijf.-
Dezer dagen verscheen onder den titel ,,De nood
dringt” een brochure van wege het Algemeen HooFd-
bestuur van de Federatie der Werkgeversorganisa-
tiën in het Boekdrukkersbedrjf, waarin ide huidige
situatie in het cFrukkersbedrjf wordt uiteengezet. De
gegevens van feitelijken ‘aard, welke dit rvlugsehrif
b
eval
t, vermeerderd met een aantal, door ide Federatie
nog nader tte iomer beschikking gesteld, ‘laten wij
hieronder ‘volgen:
In ‘het Zt
sc
h
r
ft ïür Deutschiaads Buchdrueker ‘van
18 November 1921 worden twee brieven •afgednmkt, een van
de Noorsehe en een, van de Zweedsche Boekdrukkersijver-
eeni,gin.g, welke een beroep doen op hun Duitsehe collega’s,
oma de moorciende concurrentie, welke zij vanuit Duitscli-
land ondervinden, te beëindigen. In een onderschrift ibij deze brieven zegt de Redactie: ,,Besonders auc.h aus ider Sehweiz
karmen ‘dieselben Klagen wie aus dem Norden. Die Schwei-
zerisehe Buchdruckeresituag schildert die Notlage des Ge-
werbes in den sdhwkrzesten Farben nad auch das Organ
‘der
,diinnisdhen
Buehdrucker ‘brachte ‘sahon friiiher Artikel
gleichen Inhaits.”
Met de daling van den Mark gaat natuurlijk gepaard een
‘vermindering van het aantal werklooze Duitsche typo-
grafen, omdat ‘de orders ‘uit alle omringende landen met
kooge valuta rworden weggesleept. D’it blijkt uit de volgende
cijfers:
Aant. georg. Du.itsche Daarvan
Graf. arbeiders
werkloos
Juli 1921 …………..223159
4264
Augustus 1921
224635
.3767
September 1921
225052
2913
October 1921
230327
2698
November 1921
233019
1520
i)erhaLve: het ‘aantal georganiseerde arbeiders
verweer-
clrt
in vijf maanden met 10.000, maar id.esniettemin ver-
imminclert
het aantal wer,k,loozen onder hen met 2700! Tot
rvergeljk.iug diene, ‘dat het Grafisch Bedrijf in Nederland
pLm. .19000 arbeiders omvat.
Ook Holland heeft voor een ibelangrijk deel tot ‘deze kolos-
sale vermindering der Duitadhe werklooheid bijgedragen.
Daarom tis het van fbelaug om een vergelijking te ‘maken
tussehen de Nederl’anidsahe en de Duitsehe producimiekosten.
Arbeidsloon. Uit een onderzoek, in een 12-tal zeer
verschillende drukkerijen ingesteld, i.s gebleken, ,dat ‘het
arbeidsloon gemiddeld bijna 40 pCt. der totale jaarlijk-
sche .productiekosten eener drukkerij uitmaakt.
Neclerlandscit arbeidsloon (
m
i
n
i
mum
volgens kie C.A.O.).
Laagste gameenteklasse
f
30,60 per week.
Hoogste
,,
,, 38,25
I)nvisclt arbeidsloon, (1
Dec. 1921 opnieuw vastgesteld.)
380 Mk. =
f
5,70 per week (100 Mk.
a
F1. 1,50).
510
,,
=
7,65
,,
,,
( ,,
,, ‘ ,, ,, 1,50).
Het ‘Nederlandselie arbeidsloon is dus per week ‘nieer dan
vijf
maal zoo hoog als het Duitsche.
Maakt men een ‘vergelijking tu5schen het Ndderlanrlsehe
en het Duiitsohe uurloon, dan fwordt de ‘verhouding voor
Nederland nog veel ongunstiger. Want in Nederland be-
staat de 45-urige arbaidsweek. Maar ‘in Duitsehiand werkt
men minstens 48 inir, terwijl zonder Ivengunning der Ar-
beidsinspectie vele overuren kunnen worden gemaakt.
Zelf s wordt in Du’itsdhian’d anet idrie ploegen gewerkt,
dwz. .dat dezelfde machines, die ‘bij ons 8 uur loopen, in ])uitsdhland 24 uur kunnen draaien (‘zie Algemeen
Hou-
clelablad van Zaterdag 1 October 1921).
Natuurlijk geeft de ‘daling van de mark wel ‘aanleiding
tot loonsverhoogiagen voor ide Duitsche typograf en. Maar
vooreerst gaat ‘dit verhoogingsproces zeer, izeer ‘langzaam,
terwijl de verhoogingen ‘bovendien weer meer dan geneu-
traliseerd worden door nieuwe koersdali’ngen ‘van de mark.
Het ‘volgend staatje toont dit diridelijk aan:
Duitsctie arbeidsloon
Ned. arbeids
per weeki)
loon p. wk.
1
)
Juli ’21 4,10 (Markenk.)
X
310 Mark – f12.71
f
38,25
Sept.’21 3,70 (
) )<335
—f12,39
Oct.
1
21 2,50 (
) )< 385
– f 8,62
l)ee. ‘2! 1,50
(
) X
510
–
f
7,65
De verhouding wordt )us nog steeds ongunstiger!
Reeds door de hier vermelde factoren is elke ooncur-
rentie van den Nederlandschen drukker tegen den Duit-
schen onmogelijk. Maar ook ten aanzien van de grondstof,
b.v. het papier, heeft de Duitsehe drukker een belangrj-
ken ‘voorsprong.
Het papier maakt gemiddeld 20-25 pOt. uit van
de jaarljkselie rproductiekosten eener drukkerij. Dit is
vastgesteld door het onderzoek ‘van den accountant der
organisatie en wordt ook bevestigd ‘door de Statistiek van
Voorbren,ging en Verbruik (pag. 4), rwanneer men in aan-
mei-king neemt, ‘dat het papier (van dagbladen moet wor-
den uitgeschakeld. Deze statistiek immers geeft aan, dat
van den totalen omzet van 84 miflioen pl.m. 27 millioen
op rekening komt van den kostenfactor papier. In Duitsoh-
land wordt er naar gestreefd om grondstoffen voor !hoo-
gen prijs en afgewerkte producten voor lagen prijs uit ‘te
‘voeren. Daarom wordt bij den ‘uitvoer van ‘blanco papier
een i7,eer ‘belangrijke toeslag op de iniandsohe prijzen ge-
legd. Het gevolg is, dat cle Nederiandsahe drukker voor
1)
In de hoogste gemeenteklasse.
84
ECONOMISCWSTATISTISCHE BERICHTEN
25Januari1922
het papier bijna
drie maal
zooveel betaalt als de Duitische.
Bovendien bestaat door het huidige Tarief van invoerrech-
ten van Nederland nog steeds de onbillijke bepaling, dat
blanco papier met 5 pCt. wordt belast, terwijl bedrukt
papier geheel ‘vrij binnenkomt.
Het bovenstaande doet zien, dat de Nederlandselic druk-
ker ook bij den inkoop ‘van de grondstof papier veel en
veel duurder uit ie, dan zijn Duitsche collega.
En neemt men arbeidsloon en papier, welke bijna % der
totale jaarlijksche productiekosten uitmaken, te zamen,
dan blijkt dat de Nederlandsche drukker aan deze posten
ongeveer
vier maal
meer moet uitgeven dan de Duitsche.
o.
Ten aanzien der persen en haar drjfkraeht, inkt,
rollenspecie e.d. en ten aanzien ‘der algemeene onkosten
(huur, licht, verzekeringspremiën, reiskosten, belastingen,
porto, enz.) heeft de Duitsche drukker, door de valuta-ver-
houdingen natuurlijk evenzeer een belangrjlcen ‘voor-
sprong.
Dit springt zeker wel ‘het meest, in het oog hij ‘de
porto’s. Terwijl in Nederland het porto voor elk drukwerk
minstens 2 cents bedraagt, betaalt ‘men bij verzending
vanuit Duitschla.nd 30 pfennig (dus ruim 0,4 ets.). Van-
daar dat talrijke firma’s (wij noemen ,b.v. de firma’s:
St-assen, Bloembolleakweeker te Hillegom, Misset, Uit-ge-
ver te Doetinchem en Van der Donk, Woninginrichting ‘te
‘s-Gravenh’age) hun reclamedrukwerk in Duitschiand laten
drukken en frankeeren, om het ‘bij honderdduizenden te-
gelijk naar Nederland te verzenden. Dit wetende wordt
het ook begrijpelijk, dat i’ertegenwoordigers van Duit-
sehe drukkerijen de clientèle der Nederlandsche drukkers
afloopen, met de mededeeling, dat men het drukwerk
ge-
heel gratis
krijgt, wanneer men voor de verzending van-
uit Duitsohland slechts de Nederlandsohe porto-kosten
betaalt!
Zoo heeft de chaos in de wisselkoersen er toe geleid,
dat Nederland met offerten van Duitsohe drukkerijen
wordt overstroomd en .dat ‘iedere concurrentie tegen
Duitschland tot de onmogelijkheden behoort. Uit de over-stelpende hoeveelheid materiaal nemen wij een paar voor-
beelden. 1)
10,
Drukkerij M. te Leipzig biedt ‘aan: 1000 bedru’kte
brie(kaarten ‘voor M. 138, d..i.
f 2,35.
In Nédei-la’nd zit in dat wer,k
alleen aan zuiver ar-
beidsloon 3
X
85 ets. is
f 2,55.
Daarbij zijn alle onkos-
ten aan papier, pers, inkt, bedrijfkracht enz., om ‘van
winst niet te spreken, dus geheel buiten beschouwing
gelaten.
2o. Drukkerij S. te Berlijn biedt aan: 1000 badrukte
enveloppen voor M. 70, ‘d.i.
f 1,19.
Dezelfde enveloppen kosten in ons land onibedrukt
reeds
f 1,65.
3o. Uiterst moordend is de concurrentie ‘bij het boekwerk.
Drukkerij
A.
te Hannover bi.edt aan voor M. 800 per
‘vel te leveren, d.i. voor
f 13,60.
Een bekwaam typo-
‘graaf zet, distribueert en drukt dit v.el in 41 uur. In
die 41 uur verdient hij 41 X 85 ets. is
f 34,85.
De
Nederlandsehe patroon betaalt alleen aan loon drie
maal meer dan •den prijs, waarvoor de Duitsohe druk-
ker het geheele werk gereed aflevert! 4o. Drukkerij S. te Berlijn vraagt voor het bedrukken van
1000 enveloppen
25 ets.
Een goed typograaf wer.kt
hieraan 1 uur. In dat uur ontvangt de Nederl’andsche
typograaf reeds
85 ets.
aan arbeidsloon.
5o. Drukkerij B., te Hamburg levert 52000 berichten ‘voor
M.
3640,
d.i. ‘voor
f 61,88.
De Nederlandsche drukker
betaalt hiervoor aan papier alleen reeds
f 85,80.
Uit bovenstaande voorbeelden blijkt, (lat de concurrentie
het sterkst wordt gevoeld in het bedrijf der drukkers, die
boeken drukken.
2)
Daarom werd in het voorjaar van 1920
‘de prijs voor het drukken van boeken voor uit-gevers met
10 pOt. verlaagd, waarmede de ‘winstmarge voor die ordeis
vrijwel geheel is weggenomen. Desniettemin is de toestand
mogelijk nog slechter geworden dan hij reeds was.
‘) De mark is hierbij
fL f
1,70 berekend, omdat dit ‘de
stand was op het oogenblik dat ‘cle aanbieding werd ‘ge-
daan.
2)
Nauwkeurige cijfers voor den omvang van den in-
voer van voor Nederlandshe. opdrachtgevers in Duitsoh-
land vervaardigd drukwerk rijn niet te verkrijgen. De sta-
tistiek van In-, Uit- en Doorvoer geeft een cijfer van den
invoer ‘van bedrukt papier, doch dit is zonder meer voor
ons doel niet bruikbaar. Het omvat nI. ook Duitsche boe-
ken enz., waarvan, gelijk bekend, groote hoeveelheden de
laatste jaren naar ons land zijn uitgevoerd. Deze uitvoer
beteekent evenwel ‘geen concurrentie voor onze drukkers-
bedrijven. Het cijfer der statistiek, zooals het daar staat,
geeft du. een te ongunstig beeld ‘van den toestand.
Reeds zoo nijpend zijn de omstandigheden geworden, dat
een Duitsche enveloppenfabriek te Amsterdam kort gele-
den ‘in het Handelsblad enveloppen te koop aanbood, met
de mededeeling, dat het ibedrukken geheel ‘gratis geschiedt!
Hoe kan een Nederlaudsohe drukker daartegen concur-
reeren?
Door den stand dei ‘valuta dreigt het Nederlandsche
drukkersbedrijf al verder in het moeras te zinken. Zelfs
indien de
–
valuta-verhoudingen weer spoed’ig tnormaal moch-
ten worden, zwl het bedrijf nog langen tijd ouder de gevol-
gen ‘van den tegenwoordigen toestand gebukt gaan. Want
de afnemers, ‘die haisdelsdrukwerk vanuit Duitschlanicl be-
trekken, maken van de gelegenheid gebruik, om hun druk-werk thans ‘voor jaren tegelijk te bestellen.
De daling van den ‘markenikoers, welke een steeds onrust-
barender karakter gaat aannemen, doet dan ook met
steeds meer klem de vraag stellen, of ‘het niet noodzake-
lijk is, ‘dat de Nederla,ndsehe industrieën door tijdelijke
Overiheidsmaatregelen worden gesteund, om door de hui-
dige chaotische verhoudingen te kunnen heenkomen.
Bij normale verhoudingen is het systeem ‘van den inter-
nationaden vrijhandel ongetwijfeld het juiste. In het ‘alge-
meen is de ‘geheele volkawelvaart er het meeste hij ‘ge-
baat, indien elk land, die goederen voortbrengt, welke
het door zijn natuurlijke omstandigheden het goedkoopste
kan produceeren en7 daarbij vrij ruilverkeer tussdhen de
volkeren plaats vindt. Maar deze redeneering past niet ‘bij den chaos der wis-selkoersen, waaronder wij op ‘het oogenblik leven. Thans
immers ziet men gebeuren, ‘dat talrijke industrieën, die tot
nu toe uit ziehzelve voLkomen levenskrachtig zijn gebleken
en die straks, wanneer de normale verhoudingen met
Duitsohland zijn teruggekeerd, ook weder volkomen levens-
krachtig zullen zijn, door ‘den stand ivan ‘den markenkoers
tijdelijk
bijna haar geheele afzetgebied aan Duitschland
moeten afstaan. Laat men dit proces zijn Vrije ‘beloop,
dan zullen ‘talrijke industrieën tijdelijk moeten verdwij-
nen, om straks, wanneer de normale verhoudingen zijn
teruggekeerd, weder ‘geheel opnieuw te worden ‘opgebouwd.
Er moet alles aan gelegen zijn, om ‘dit te -voorkomen.
In de eerste plaats, omdat ontza,gljke kapitaalverdiezen
-moeten ontstaan, wanneer men nu tallooze ondernemin-
gen laat liquideeren, die over :eeni.ge jaren weder opnieuw
moeten worden begonnen. En de ‘vel-arming, welke door
den oorlog ‘is ingetreden, maakt het noodiger ‘dan ooit,
om spaarzaam te zijn met kapitaal. Maar het bovengenoem-
de proces moet evenzeer worden voorkomen, omdat anders
tijdelijk een ontzettende werkloosheid moet ontstaan met
al de moreele ellende, die daaraan is -verbonden. Waar
haalt men bovendien de gelden t-er ondersteuning ‘van deze
werkloozen vandaan, wanneer het grootste ‘gedeelte der
industrie ligt lamgeslagen?
Nu kan de tegenwerping worden gemaakt, dat het zoo’n
vaart niet zal loopen. En dan zou men kunnen wijzen op
‘de lidhte verbetering, die in sommige ‘bedrijfstakken ‘is in-
geti-eden, doordat Duitschland is volgepropt met orders.
Intusschen is het perspectief, om door ontvangst van den
afval tijdelijk haai- bestaan te mogen rekken, voor ‘de Ne-derlandsche industrie al heel weinig ‘aantrekkelijk. Straks
immers volgt een nieuwe overstrooming met Duitsehe goe-
deren, vooral wanneer – wat niet onwaarschijnlijk is
de mark nog ‘verder gaat dalen. En die orverstrooming zal
dan -voor ons land nog te heftiger zijn, omdat alle andere
landen den inrvoer van uit Duitschland 6f verbieden 6f
belemmeren, waardoor het ‘kleine Nederland het ‘uitslui-
tend object voor den geweldigen Duitsehen uitvoer zal
worden.
Ongetwijfeld leidt ‘de daling ‘van de mark in Duitsch-land zelf tot voortdurende prijsstijgingen. Maar juist het
feit, dat dit proces zich sleohts zeer langzaam voltrekt,
maakt den toestand ‘voor onze industrie zoo ondiageljk.
Daarom is er alle aanleiding om door het nemen van tijde-
lijke maatregelen het herstel van ht ruilverkeer tussohen
I)uitschland en Nederland langs banen der geleidelijkheid
te ‘doen geschieden. Wanneer men ziet, dat de loonstandaard
‘in ons land vijf
è
zes maal hooger is dan in Duitschland,
dan ‘blijkt hieruit reeds, dat men, door dit nivelleerings-
proces te willen forceeren, ‘in onoplosbare moeilijkheden
geraakt. –
Ongetwijfeld zuilen ide bonen in Nederland moeten wor-
den ‘verlaagd. Maar het is natuurlijk een rvolsla
g
gen illusie
om te maanen, dat een loonsverlaging van pl.m. 80 pOt.
tot de mogelijkheden behoort. In het overgaagstijdperk,
waarin de Duitsche en de Nederlandsche bonen zich weder
‘bij elkaar zullen moeten aanpassen, zal men de scherpe
gevolgen van de ontwrichting der wisselkoersen zooveel
mogelijk moeten ‘ueutraliseeren.
25
Januari
1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
85
Daarom is een tijdelijke bemoeilijking van ‘den invoer
noodzakelijk. Een verbod van den invoer
‘zou
te ‘ver gaan,
omdat zulks tot prjsoipdrjving in ons land aanleiding zou
kunnen geven en omdat fhet herstel van het internationaal
verkeer niet meer moet worden belemmerd dan strikt
noodzakelijk is. Slechts een tijdelijke ivalutatoeslag moet
worden geheven, en wel zoodauig dat de Nederlanjdsdhe industrie weder in normale concurrentie met de Duitsche
kan ‘treden. De toepassing ‘van dit beginsel aal in de ‘ver-
schillende ‘bedrijven tot een toeslag van ‘veradhillenzie hoogte
leiden.
Dat sommige arbikelen idoor de belemmering van den
insvoer in prijs zuilen stijgen, ‘valt niet te ontkennen. Maar
daar staat tegenover, idat de ondernemers en de werklooze
arbeiders, die op het oogenbiik onder de ellende der rvaduta-
concurrentie dreigen onder te gaan, weer een bron van
inkomsten zullen hebben
en
derhalve een ‘veel grootere
koopkracht zullen krijgen. Wat I,eeît men aan lage prijzen,
als een groot deel der bevolking te weinig verdient, om
zelfs die prijzen te kunnen betalen? Bovendien behoeven de
gezamenlijke verbruikers geen zware bela.stingen op te
brengen voor de werkloosheiduit.keeringen. Integendeel, de
rechten, die van tle Duitsche goederen worden geheven,
zullen de schatkist stijven. Trouwens, reeds op het oogen-
blik legt Duitsdhland in vele gevallen bij den uitvoer een
belnegrjken ,,Zusehlaig” op het product, zoo.dat ‘van ,,vrij-
handel” reeds geen sprake meer is. Het lijkt ons, ook van
het standpunt ‘van den vrjhaindelaar gezien, dan ‘toch heel
wat beter, dat die toeslag aan deze en niet aan gene zijde
van de grens wordt geheven.
Daarom moet naar onze meening aan den Minister van
Landbouw ide ibevoegdheiid worden gegeven, om die in-
dustrieën, welke steeds uit zichzelrve levenskracKtig zijn
gebleken, maar door den abnormalen stand van de mank
dreigen onder te gaan, door een tijdeljken rvaluta-toeslng
te besdhermen. In elk bedrijf zouden commissies moeten
worden gevormd, bestaande uit werkgeveris, werknemers,
verbruileis en regeeringsvertegenwoord igers, met het
‘doel, de noodige gegevens en adiviezen aan ‘de Regeering te
‘verschaffen. Boven de bedrijfscommissies zou een alge-
meene commissie moeten komen om de nooditge eenheid tus-
sehen de bedrijven tot stand te brengen. Natuurlijk zouden
‘vdrstrekkende bevoegdheden ter berekening van den kost-
prijs ‘van het product (iboekenonderzoek door accountants
e.’d.) niet kunnen worden gemist.
Wij zullen geenszins ontkennen, dat aan ide doorvoering
‘von dit plan bezwaren verbonden zijn. Maar deze ‘be-
zwaren zijn o.i. nog maar kinderspel bij de moeilijkheden,
clie ‘zich zullen openbaren, indien alleen Nederland aan de
Duitsche nijverheid de vrije gelegenheid blijft geven om,
door gebruik te maken van den chaos in de verhoudingen
der wisselkoersen, aan onze tgeheele industrie onherstelbare
schade toe te brengen.
BOEKAANKONDIGI NG.
John Mczynard Keynes
C. B. A
Re-
visiois of the Treaty, being a sequel to
the
Economic
Consequences of the
Peo..ce.
Loudon, lacMillan & Cc. 1922.
Twee jaren geleden verscheen het eerste boek van
Keynes, het boek, dait gelezen en herlezen door dui-
nenden in de Oude en Nieuwe Wereld, meer dan
iets anders ertoe heeft bijgedragen de discussies over het vredesverdrag en de te betalen schaidevergoedin-
gen terug te voeren in de economische werkelijkheid.
Thans een tweede boek, geschreven in denzelfden bril-lanten stijl, uitgaand ‘van dezeifde beginselen, komend
tot dezelfde resultaten, instructief bij uitstek ‘over
wat sedert de tot stan’dkoming van den vrede -van
conierentie op conferentie is verricht, een ‘boek even-
zeer de aandacht waard, doch dat deze aandacht niet
of in ieder geval op geheel andere wijze zal hebben
dan het eerste.
Niet als prediker en strijder toch behoeft de sohrij-
ver ditmaal voor zijn lezers te treden. De wereld heeft
in deze twee jaren veel geleerd en er is geen beter
middel om zich te realisee’ren, hoezeer zijn beginselen
zijn doorgedrongen, dan door thans, na twee jaren,
opnieuw van de beschouwingen van deren man, die
zichzelf geheel gelijk is gebleven, kennis te nemen.
In twee opzichten ademt het boek een anderen geest.
In de eerste plaats is tegen ‘den eenigen overlevende
in het politieke strijdperk van hen, die ‘voor het
werk van Parijs aansprakelijk zijn, tegenover Lloyd
George, de bitterheid van het eerste boek grooten
deels verdwenen. Grooter staadsrnanschap zou het wel-
lidht geweest zijn niet te onderteekenen, wat men on-
uitvoerbaar weet, niet te buigen voor wat de publieke
opinie van. ‘het oogenb]iik schijnt te wezen. Lloyd
George heeft de verdienste met een moesterschap,
waarin weinigen hem zouden hebben geëvenaard, de
feitelijke uitvoering steeds ‘binnen de perken van het
mogelijke te hebben gehouden. Was meer mogelijk ge-
weest? ,,He may jugde rightly that this is the best
of whiah a democracy is capa)bie – to be jockeyed,
llrumllyugged, cajoled along the right road.” Een Moe-
tessori-systeem voor ‘het groote kind, het publiek, een
dubbele ,,publieke opinie”, niet als in vroeger tijden
een ware en een valsche, maar een voor de massa, uit
den mond van politici en couranten, een binnenska-
mers van dezelfde p’olitici, journalisten, hooge amb-
tenaren en vei
–
dere leden van dezen kring. ,,In time
of war it becaime a patriotic duty that the two opini-
ons s,hould be as different as possiMe; and some seem
to tbink so stili.”
Is dit de eene oorzaak, die ten slotte de werkelijk-
heid beter heeft doen
zijn
dan Key-nee vreesde, aan
den anderen kant is het Oude Europa hechter geble-
ken en krachtiger in weerstandsvermogen ‘dan de
schrijver meende te mogen hopen. ,,The patience of the com,mon people of Europe” en ,,the stabikity of
its ins-titutions” hebben het tegen de ergste schok-
ken van deze twee jaren bestand doen zijn en een
nieuw evenwicht is bezig zich te vestigen. Engeland
en Europa hebben in den loop van 1921 geleerd, wat
de Fransche revolutie reeds aan den dag had gebracht.
Niet in
tijden
van depressie maar van onmatigen
voorspoed van een deel ‘der bevolking zijn sociale
moeilijkheden te verwachten. ,,It is the profiteer, not
privaition, that makes man shake his chains.” {erk-waardig is allerwege het herstel. Twee hinderpalen
blijven slechts: het vredesverdrag en de desorganisatie
in de wisselkoersen.
bever intusschen, wat de uitvoering van het vre-
desverdrag betreft, het gezond verstand reeds gevor-
derd is, blijkt duidelijk uit het gedetailleerd over-
zicht, dat Keynes geeft van de resultaten op de ver-schillende conferenties bereikt. Merkwaardig is het
volgende staatje van cijfers, ontleend aan b]z. 66,
waaraan ter vergelijking de thans door Keynes voor-
gestelde
cijfers
zijn toegevoegd.
In aanuïteit van
Schatting ‘van
milliar.den goudmarken
Lord Cunliffe en de Engelsche ver-
kiezing -van
1918
28,8
Klotz in de Fransche IÇa.mer,
5
september
1918
18
De Commission des Réparatiions
April
1921
8,28
De Lonslensche Regeling Mei
1921
4,6
Keynes, op grond van de wezenlijk
te vergoeden bedrogen
2,16
Keynes, wanneer Engeland afstand
doet en slechts Frankrijk en België
het hun in redelijkheid toekomend
deel verkrijgen
1,08
Uitvoerig gaat Keynes, ter adstructie ‘van de door
hem genoemde cijfers, in op de feitelijke schade-bedra-
gen en opnieuw op de quaestie, in hoeverre de pen-
sioenlasten vnu Duitschlaizd kunnen worden terug-
gevorderd.
Zijn schatting der werkelijk geleden, terugvord
–
er-
hare -schade is 36 milliard goudmark, waarvan een 30
jarige 6 pOt. annuïteit het genoemde cijfer van 2,16
milliard representeert. Van dit bedrag komt Enge-
land toe 11 xnilliaird, waarvan 9 voor schadevergoe-
ding in hoofdzaak voor verloren schepen, Frankrijk
18, waarvan 16 voor de verwoeste atreken, en o.a.
België 3.
Ook al stelt Keynes verderop voor, dat Engeland
zijn
–
vordering geheel zal laten vallen, zoo blijft toch
86
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 Januari 1922
het feit, dat hij de EngeLsche en Fransche voa’d.erin-
gen principieel gelijk ‘blijft stellen, conder op het ver-
schil tussehen beide nader in te gaan, zeer te betreu-
ren. Te meeT, waar na ‘zijn eerste boek al van ver-
scliillende zijden gdb.lek’en is, dat buiten Engeland
deze gelijkstelling allerminst wordt aanvaard. Hoe
kan het ook anders. De verwoesting in Noord-Frank-
rijk is tot het volle bedirag een verlies. De verloren
Engelsche schepen hebben via de ;h’ooge vrachten en
den opslag voor molest-risioo’ongetiwijfeil’cl ook het En-
gelsche volk gedrukt. Daar staat eiveniwel tegenover dat alleen reeds gedurende de bonim-.periode na den
oorlog Engeland wegens vrachtdiensten van andere
landen een bedrag heeft ontvangen,
dat het normale
uit dezen hoofde te vorderen bedrag met meer heeft
overtroffen dan de geheele som beloopt, die Enge-
land thans op de scho4erekeninig brengt.
Voor den invloed van Keynes’ meening in, het bui-
tein]and is het zeer jammer, d.at hij dit niet ton volle
laat gelden. Had hij zulks gedaan, dan ware zijn
scherpe aanval ‘op. Loucifieur en Ratihenau wegens de
te Wiesbaden ‘aan Frankrijk gegeven prioriteit achter-
wege gebleven en had hij zijn voorstel, dat Engeland
van alle vergoeding zal afzien, niet uitsluitend als
een daad van grotm!oedigheid van dit land kunnen
afteekenen.
In
zijn
beschouwingen over de schadevergoeding
vlocbt Keynes verschillende vraagstukken in, ‘die in en-
kele bladzijden op schitterende en glashe]4dere wijze
worden besproken. Zoo
zijn
beschouwingen over de ge-
volgen der Duitsche betaling en de vermeende verschil-
lan tueschen betaling in geld en in goederen, over de
pIositie van de mark en ‘zoo meer, lwaarvoor, n’aar het
boek zelf verwezen wordt.
K’eynes’ definitief voorstel is 18 milliard mark aan
Frankrijk en 3 milliard aan België. Totaal 21 milliard
mark. Noodig is hierbij tevens., dat Amerika een streep
haalt, door zijn vorderingen op de ciontinentaie landen
van Europa. Engeland is, naar Koynee’ oordeel,
eooriomisoh voldoende krachtig om zijn schuld te ‘hono-
roeren en moet das geen gunsten adsmeeken. Dit komt
– gelijk in En.gelscihe besprekingen reeds naar voren
is gebracht – dus hierop neer, dat Keynes aan het
Duitsche volk van 60 millioen zielen ten slotte een
gelijk bedrag wil opleggen (21 miljard gonidmark =
£ goud 1050 millioen) als het Engelsche volk van
45 millioen
tilt
dozen oorlog tegenover Aimerika op
zich voelt rusten (pUin. £ 1000 •miiiioen): En gesteld
Amerika t
r
eedt
niet
in het voorstel, dan zal de toe-
stand voor Frankrijk deze zijn, dat het tegenover een
buitenlandische o’oriogsschuid van eveneens belangrijk
moe
r
dan £ 1000 •milli’oen, van ])uitschiand in totaal
slechts.f 900 millioezi te vorderen zal hdlyben. Cijfers,
diie inderdaad te denken geven en de criitink, ook uit
bezadigde kringen, begrijpelijk maken.
Ten slotte nog een enkel woord over cie eveneens
uiterst lezenmv’aardiige beschouwingen, die K.eynes
wijdt aan het recon’structievra’agstuk, buiten het vre-
desverdrag. Terecht waarschuwt hij tegen schema’s,
die al te paterna’al zijni of te geeoinipli’ceercl. Niet
drankjes of verpleging behoeft cle patiënt, doch een
gezonde en niet kunstmntige ‘omgeving. Vandaar dat
een goed plan in hoofdzaak
negatief
moet zijn, en hei-
staan in het verwijderen van belemmerende banden,
het vereenvoudigen van den toestand en het afschaf-
fen van niets heteekenende doch schadelijke ve’rhou-
dingen. Ook in deze ialgemeene diagnose is Keynes
juist. ‘ B.
Verzameling van wetten, besluiten en
regelingen betreffende ons Munt- en
Bankwezen, verzameld en ingeleid door
Mr. S. G. Bininerts,
Ajnistendam, J. H.
de Bussy, 1921, 155 blz.
Met het
bijeenbrengen
dezer verz’aimeling heeft de
schrijver een goed werk gedaan. De voornaamste wet-
ten en verdere regelingen zijn in extenso gepubliceerd,
naar de verdere bronnen wordt voortdurend ‘v’erwe-
zen. Ook de inleidingen, waarbij de
schrijver
o.a. ten
opzichte van. het Nederl’ancische en Indisdhe mimtwe-
•zen en de circulatinban:ken in ‘beide lancisdeelen een
resumé geeft van de adhtereen’violgens gegolden ‘heb-
bende regelingen, zijn overzichtelijk en voor het be-
oogde doel voldoende volledig.
Een verzameling als deze loopt iuiteraiard spoedg
het gevaar op oniderdelen te verouderen. Over het al-
gemeen zijn wij op het bestrekeu gebied op het oogen-
blik in een tij dp’erk van
betrekkelijke
rust. De vraag
mag echter gesteld, waarom de uitgave niet nog enkele
maanden is aangekouden, tot ook het weldra te ‘ver-
wachten nieuwe octrooi voor de Javasche Bank tot
wet zonde zijn verheven. , B.
ONTVANGEN:
Het huidig Stadium en de nsaste Taak der Bedrijfs-
leer,
Rede uitgesproken bij de aanvaarding van
hef Hoogieeraarsanmbt aan de Nederl’andsche Han-
‘dels-Hoogescibool te’ Rotterdam op dein 17en
Januari 1922 door Dr. N. J. Pol’a&; Haarlem
de Erven F. Bohrt, 1922.
De waarde van het Geld,
Rode uitgesproken bij de
aanvaarding van ‘het iambt van Buitengewoon
Hoogleeraar aan de Ned’erianclsche Hand’elsh’oo-
geachool’ te Rotterdam op den 20 Januari 1922
door Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart; Haarle, de
Erven F. Bohn, 1922.
Balanslezen,
Handleiding voor £ondsenbeziitters, oom-
missariss’en van Naam]ooze Vennootschappen en
studeer’enden in de Handelswetenscharppen, door
A. E. 0. van Saarloos, Accountant; Nij’gûi en van
Ditmar’s Uitgevers Maatschappij, Rotterdam,
1922.
Economisch_Historisch Jacirboeic. Bijdragen tot de
Economische Geschiedenis van Nederland,
Uit-
gegeven door de Vereeniging Het ‘Nederla’ndsch
Economisch-Historisch Archief, gevestigd te
s-Gravenhage, zevende deel; Martinus Nijhoff,
‘s-Gravenliage, 1921.
De Nede’rlandsch-Indische Landbouw ilfaatschappij, haar Verleden, hare Toekomst en hare Bewijzen
van Deelgerechtigdheid;
Een juridick-finaincieele
n’abeitr’achting tot de buitengewone algemeene
vergaderingen van aandeelhouders der Necler-
land’scih-Indische Randelsib’ank van 14 October en
2 November 1921, ‘door Mr. J. Dîking Dura;
Drukkerij en Uitgeverij J.
H.
de Bussy, Amster-
dam, N’ovenzber—Deoetnuiber 1921.
Grafieken Atlas,
uitgave van do afdeeling Handels-
museum van het Kol’oniaal Instituut.
Aan het prospectus onitleenen rwij:
De bedoeling is, elke maand een viertal grafieken, be-
trekikinghebbeniie op koloiniale voor.tbrengselen en ciii-
tures,
;cLw.z. op
productie, uitvoer, totale wsarcle, prijsver-
loop, (beplante epperviakte, opbrengst per oppervlakte-een-
held, eer. enz. ‘sin1ds die laatste 10, 20, 30 of meer jaren,
fit
steen’d’ruk, groot 30
X
31 c.M., met de exacte cijfers er-
naast gedrukt, (het
licht
te doen uien. Jaarlijks zuilen dus
48
(bladen verschijnen, terwijl mede na afloop van elk jaar
de voor dat jaar geldende cijfers van ide reeds gepubliceerde
staten verstrekt zuilen worden, roodat men daarmede zijn
tabellen up-to-date kan houden.
Voorts zuilen dan de ‘bronnen genoemd worden, ‘aan welke
de gebruikte cijfers ontleend zijn.
De collectie zal in verschillende seriën gesplitst worden.
Indien tot ide uitgave overgegaan kan worden – wat
afhangt van het aantal abonnementen – dan zal een ste-
vige snap, om de gratieken erin te (bewaren, verkrijgbaar
worden gesteld, terwijl men later afzonderlijke snappen voor
de verschillende seriën zal kunnen ontvangen.
Perskiaar zijn ‘thans o.a. grafieken over:
Aardolie en hijproducten (waarde van den uitvoer van
Ned.-Iadiië).
Cacao (productie Led. Oost-indië, Suriname).
Oassave (geoogste uitgestrsktheden op Java en Maidoera).
Copra en cocosolie (‘uitvoer
rvan
Ned. ‘Oost-Indië).
25
Januari
1922
ECONOMISC}J-STAflSTISCHE BERICHTEN
87
Groaduoten (.geoogste uitgestrekthden op Java en Ma-
doera).
Kapok (uitvoer Ned. Oost-Indië).
[(ina (uitvoer uit Ned. ‘Oost-Iu.dië van bast en .kinine).
Koffie (productie wereld e.n Ned. Oost-Indië).
Rietsuiker (.beplante op.pervlakte op Java, gemiddelde .sui-
kerproduetie in rpicols per bouw, gem.iddelde rietproductie
in picols per bouw).
Rubber (productie van ‘verschillende landen, uitvoer, be-
pla.ute oppervlakte).
MAANDCIJFERS.
OVERZIOHT DER RLTKSMIDDELEN.
(In Guldens).
December
1921
SederI
1
Januari
1921
Ooereen-
komatige
pe,iod
1920
Directe belastin gen.
1.240.003
16.753.101
16.836.267
Personeele belasting
2.727.121
21.300.239
17.251.400
Inkomstenbelasting
5.090.605
107.056.084
84.067.442
2.670.612
30.427.674 25.599.363
Vermogensbelasting
825.030
14.002.308
11.862.830
Accijnzen.
Grondbelasting
………
4.753.073
37.558.828
36.479.931
429.938
2.006.922
1.689.126
belasting ………….
7.234.683
61.001.294 52.424.583
125.969
1.460.919 1.933.934
Suiker
…………….
426.208 4.415.747 3.014.349
743.451
11.250.376
14.527.337
Dividend- en tantiënje-
Belast, op speelkaarten
12.285
75.140
136.276
Indirecte belastingen.
‘1.290.293
218.960.485
24.932.280
Registratierechten
2.413.181
31.136.202 55.122.485
Wijn ………………..
4.175.122
32.255.971
32.979.839
Gedistilleerd
……….
Zout …………………
Geslacht
……………..
3.301.579
37.081.180 46.879.929
Bier
………………..
Gouden enzilveren werken
94.532
904.324
912.250
Zegelrechten
………
Successierechten …….
Essaailoon
127
1.097
1.022
Invoerrechten ………..
Belasting …………..
Statiatiekrecht
,,,,,,,,
252.321
3.687.523 5.154.435
llijnen
9.007 520.302
1.099.936
354.976 2.779.183
3.895.355
659.306
700.603
Oomeinen
…………..
Jacht en visscherij
1.776
.
291.512
281.254
Staat8ioterj
………..
24.341
[,00ds gelden
……….
209.639
2.435.975
1.841.365
Totaal ………. .
..
38.405.872
438.021.692
439.623.591
OPOENTEN VOOR HET LEENINOFONDS 1914
December
1921
‘Sedert
1
Januari
1921
Overeen-
komstige
periode
1920
Directe belastingen.
Grondbelasting
248.283
3.358.049 3.372.187
Personeele belasting
608.846
4.340486
3.297.237
Inkomstenbelasting
1.763.113
31.866.496 25.937.833
Vermogensbelasting
245.825 3.325.200
2.970.455
Dividend- en tantiènie
881.302
10.041.132
8.447.790 Accijnzen.
belasïing ………..
7.511.766 7.295.986
401.384 337.825
Suiker
……………950.615
Wijn ……………..85.988
Gedist. (binn.-en buiti.)
723.468 6.100.129 5.242.458
Indirecte belastingen.
Zegelrecht van buitl. ef f.
11.898
222.786 408.879
Registratierechten,,
–
–
6
Totaal
5.519.338
67.1748
57.310.656
BELASTINGEN IN VERBAND MET
DE BUITEN-
GEWONE OMSTANDIGHEDEN.
December
1921
Sedert
1
Januari
1921
Verdedigingsbelasting Ja
….
293.276
4.114.946
Verdedigingsbelasting Ib
….
929.647
14.716.794
Verdedigingsbelasting II
….
1.223.736
31.429.681
2.T
,
W659
50.261.421
t)
Hieronder begrepen
f
118.862 wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en
commissionnairs in effe”t.en.
an.
(Beursbelasting).
2)
idem
f
3.137.066
2)
Idem
f
7.343.206.
Rijst (‘geongste uitgestrektheden padi-gogo in bouws, ge-
oogste hoeveelheden op Java en Madoera).
Sojaboonen (geoogste uitgostrektheden op Java en Ma-
doera).
Tabak (productie van Java en Sumatra, prijs per pond).
Tfhoe (uitvoer Ned. Oost-Lndië, productie van vershillende
laaiden).
Tin (uitvoer in tonnen .Ned.-I’aidië).
De abonnementaprjs per jaa.rgang (‘van 48 graiieken)
bedraagt
f
10,-, dA. ongeveer 20 ot. per plaat; de verzen-
ding zal plaats hebben maandelijks in stenen ‘van 4, ver-
pakt lin een ibordpapieren eizveloppe.
Een viertal grafieken wordt ter kennismakiaxg rondge-
zonden. In handig formaat wordt een duidelijk overzicht
gegeven over’ een reeks van jaren terug. Grafieken geven
altijd een duidelijker kijk dan cijfers u.11een. Voor subjec-
tieve waardeering ‘laten zij geen ruimte. Een ieder, die bij
den K.oloninlen land- en mijnbouw ‘belang heeft of er be-
innig in stelt zal daarom goed idoen, wil hij ‘zich een oordeel
over den toestand ‘vormen, naar deze grafieken te grijpen.
Zoowel ‘voor het onderwijs, als voor consulaire ambtenaren,
zoowel voor idareetáes ‘van cuituurondernemingen als van
handelavennootschappen
–
hierop wijst het prospectus
teredht
–
zuilen zij van waarde blijken.
GIRO
–
OMZET BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK.
Dec°mber 1921
11
December 1920
Posten
1
Bedrag
II
Posten 1
Bedrag
Voor reke-
45.533
1fl
.913.865.0001 38.603 1f1 .990.872.000
waarvan door
de 11.-bank
plaatselijk… 22.700 ,,l.576.279.000 15.909
11
1.598.408.000
Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast.
1.733
,,
12.155.000, 1.498
,,
12.898.000
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N d ~Vrsch.
Disc. Wissels.
4
+
1Juli ’15
Zweeds.R.ksbk 5
+
19Oct. ’21
Bk “Bel.Binn.Eff.
5+
19Oct. ’20
Bk.v,Noorw,.
6+
6 Juli ’21
inR.C.
6+
19Oct. ’20 Zwits. Nat.Ble 4
13Aug.’21
Bk. van Engeland
5
3Nov.’21
Belg.Nat.Bk.
5-5+
19Mei ’21
Duitsche Rijksbk.
.
5
23Dec. ’14
Bank v. Spanji 6 4Nov.’20
8k. van Frankrijk
5
+
28Juli ’21
Bank v. Italië.
6
20 211 ei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 7
30Nov.’21
F.Res.Bk.N.Y. 4
+
2Nov.’21
Nat. Bk. v. Denem.
5+
5Nov.’21 Javasche Bank
3
+
1Aug.’09
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Landen
1
Part.
.
Berlijn
1
Part.
I
P.,i1.
1
Part.
N. York
Cal!
–
Part.
Prolon-
disconto
J
disconta
disconto
disc.
maneu
21
Jan.
’22
411
41
3f
8
14
31
37
18
«
1
8
–
4
1
1
3
_5
)
16-21 J. ’22
411
4
_31
5
321_4
331_71
4_51
–
4-711,
10-14,,
’22
41/_81
3
4
33131
4_6
–
2
1
1
2
_3
1
1
2
2-7
,,
’22 41/4_3/5
34
3113..515
18
–
3_5
17-22 J. ’21
‘/2
2/-3
61
‘«
–
6-7
19-24 J.’2033!
‘
4
l8
311
2
1
!
4
I/8
55/
s
4._5/
–
5-8
20-24Ju1i’14
31
I8
–
I
16
2
“
14
’14
2
1
4-/4
21
1
8-‘
1
3
23
1
1
5
1
12
–
7
1
1
2
1)
Noteering van 20 J3nuari 1922.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
Londen was de geheele week zeer vast. Vooral in de
tweede helt der week kip de koers niet onbelangrijk op.
Ook dollars waren zeer gezocht. Danrentegen waren Parijs
en België meestal eerder aangeboden, ‘hoewel de stemming
herhaaldelijk gedurende den dag wimeide. Marken waren
85
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2
5Januari
1922
uitgesproken flauw. Het aanbod was steeds overheersohend
met uitzondering van Zaterdag, toen een lichte verheffing intrad. In aansluiting met de -vastere stemming voor pon.
den en doliars waren ook de Skandiu•avisohe koersen en
Zwitserla,nd vaster en daar de Lonziensahe koers in al
clie landen zelfs eerder iets tlauw.er was, was •de stijging
dezer koersen hier in verhouding nog grooter. Daarentegen
was Spanje bijna onveranderd. Buenos Aires vast, 94%
It
95. Indië onweranderd ca. 98
3
/4.
Zeer vast reeds eenige we-
ken 2aug is Praag, dat na een laagaten stand ‘van ca. 2,85
nu weder omstreeks 5,- noteert.
KOERSEN IN NEDERLAND
Dato
Londen
S)
Parijs
S)
Beilijn
S)
Weenen
S)
Brussel
8*)
New
York”)
16 Jan. 1922
.
11.491
22.45
1.48
0.10
21.42
1
/
2
2.71/
4
17
,,
1922..
11•48r
22.371
1.46
3
0.09
21.36″
3
2.71/
5
18
,,
1922 11.49
22.27k
1.44
0.09
21.30
2.721
9
19
1922
11.511
22.35
1.42
0.08
21.36
2.72/
20
1922
11.55
22.35
1.371
0.081 21.35
2.731
4
21
1922
1157
22.273
1.38
0.081
–
–
Lasgsted.w.
1)
11.473
22.10
1.331
0.07
21.12
1
1
3
2.71
1
1
4
Hoogste
,, ,,
)
11.58
22.45
1.483
0.10
2l.47/
3
2.75’h
14Jan.1922
11.481
22.30
1.503
0,0921.l7322.713
7 Jan.1921
11.48
22.-
1.48
0.093,20.91
8
)
2.723
Mutitpariteit..
12.10
48.-
59.26
50.41i48._
2.48/
5)
Noteering te Amsterdsm.
5*)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere
opgave.
5)
Noteering van 13 Januari 1922.
8)
Idem van 6 Januari.
Da
ta
Stock.
1
hoimS)
1
Kopen-
1
hagen
5
)
Ch,is.
liania
5
)
Zwitser.
land)
Spanje
1
1)
Botavia 11
telegrafisch
16 Jan. 1922
67.70 54.25 42.60
52.823
40.65 98
1
/
2
-99
17
1922
67.75
54.45
42.40 52.85
40.70
981
3
-99
18
1922
67.80
54.40 42.85
52.923
4010
9811
3
-99
19
1922
68.05
54.75
42.90 53.10
40.773
98
1
/
3
_99
20
.,
1922
68.30
54.90
43.-
53.25
4080
98
1
/
3
-99
21
;,
1922
68.40
55.10 43.15 53.40 40.75
98’/
3
L’ste d
w.’)
67.60 54.20
42.30
52.70
40.60
981
3
H’ste
,,
,,
1
1
68.40 55.15 43.20 53.45
40.90
99
14 Jan. 1922
67.75
54.40 42.65
52.80
52.80
981
3
_99
7 Jan. 1921
67.55 54.20
42.70
52.80
52.80
981/
3
-99
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67
48.- 48.-
100
8)
Noteesing te
Amsterdam.
1)
Particuliere
opgave.
Termi.jnnoteeringen der Valuta-Kas.
Ecarts tusschen termijnnoteering en contanten koers
(week van 16-20 Januari 1922).
Londen.
Uit. Jan.
Uit. Febr.
Uit.
Ivlaart
Hoogste B Koers
agio
8
/4ct.
agio
8
1
4
ct. agio
2
1
1
3
ct.
Laagste B
,,
,,
– ,,
,,
– ,,
,,
11
1
2
Hoogste
L
,, ,,
81
,,
,,
1
1
1
2
,,
,,
3
Laagste L
,,
,,
11
,, ,,
1
,,
,,
13
14
New-York.
Hoogste B Koers
agio
1
/
8
ct.
agio
1
/
8
ct.
agio
31
8
ct.
Laagste B
,, ,,
– ,,
,,
11
11
Hoogste
L
,,
8
18
‘
.
l
s
‘,
Laagste L
11
,, ,,
11
.,
118
Parijs.
Hoogste B Koers
agio
5
ct.
agio
5
ct.
agio
7
1
1
2
ct.
Laagste
B
,, ,,
2
1
/
Pan
21
Hoogste
L
,, ,,
5
agio
5
,, ,,
711
Laagste L
,,
2112
,,
2
1
1
2
,,
21
Brussel
Hoogste
3
Koers
agio
2
1
1
3
ct.
agio
7113
et.
agio
13
1
1
2
ct.
Laagste B
,,
,,
1
,,
,,
6
,,
,,
12112
Hoogste
L
,,
,,
711
,,
,,
10
,,
,,
16
1
1
3
Laagste L
,,
5
711
,,
,,
12
1
1
B er
1 ii
n.
Hoogste B Koers
agio
1
et. agio
2
ct.
agio
3
et.
Laagste B
,,
lisagio
1
,,
Pari
Pan
Hoogste L
,,
agio
2
,,
agio
3
,,
agio
4
–
Laagste L
,,
,,’VR
,,
,,
11/2
,,
,,
1
1
1
2
KOERSEN TE NEW YORK.
D
i
0
Ca6le Lond.
(in
*
pers)
Zicht Parijs
(in cis.p.frs.)
Zicht Berlijn
(in ci. p.
M,k.)
Zicht Amsierd.
(In
ds.
p. gid.)
21 Jan… 1922
4.21.37
8.09
0.50 36.44
Laagste d. weelt
4.21.25 8.09
0.49
36.44
Hoogste
..
4.23.12 8.18 0.54
36.86
14 Jan. .. 1922
4.23.37 8.22
0.55
36.88
7
,,
..
1921
4.20.25
8.04
0.53
36.61
Muntpariteit..
4.86.67
5.18’1
95’1
4
40
,
l
io
KOERSEN VAN
DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
Plaatsen en Landen
Noieerings.
1
eenheden
7Jan.
1922
1
14Jan.
1921
16-21
Jan.
’22
21Jan.
Laagste
1
Hoogste
J
1922
Alexandrië..
Piast. p. £
97711,
97
7
1
97
7
1I977
1
1,
9771
‘B.
Aires
1
)..
d. p. $
4311
4311
43
44
43151
Calcutta
. . . . 8h.
p.
rup.
1/3
1
/
1/3/
113
4
113
1
1
113
7
I
33
Hongkong
..
id.
p. $
217
1
/
9
217
1
1
3
217
2/8114
2/7/8
Lissabon
.. . .
d. per
Mii.
4’13
418
3314
413
‘1G
Peset.p..
Ma
d
rid
….
28.23
28.24
28.17
28.30
28.24,1
Moutevideo
1
d.per$
41
41
1
1
4
41
411
4
41I
Montreal….
$
per
£
4.46
1
1
3
4.47
4.44
4.48
4.44113
•R.d.Janeiro
d. per Mii.
771
7318
116
731s
7113,2)
Rome
……
Lires
p. £
97
961
8
95
1
1
3
97.00
96
11
1
Shanghai….
Sh. p.
tael
3/7114
361
315113
317
1
1
2
3,’6
1
1
4
Singapore
..
5
Valparaiso..
id. p. $.
peso
p. £
.
213I
2’3
1
1
2131
4
213
7
1
1
1
40
:
20
44.00
44.10
46.70
2)3
13
)
16
45.00
Yokohama
..
Sh.
p.
yen
23
1
1
8
2,23h/
33
12/215/
5
2/3
1
1
39
213
1
1
33
Koeraen der vooralgaande
dagen.
1)
Telegrafisch tranafert.
5) Noteering
van
20
Januari.
NOTEERING VAN
ZILVER
Noteering te Londen
te
New York
21Jan.
1922
…..
34
8
/
4
641
14
,,
1922
318
66118
7
,,
1921
34814
6471
30 Dec.
1921
34314
6414
22 Jan.
1921
……
–
66
3
/
9
24 Jan.
1920
……
80
1
/
4
13211
3
20 Juli
1914
……
24151,6
5411
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 23 Januari 1922.
Activa.
Binneni.
Wis-t
H.-bk.
f1
16.000.276,23
1
1
2
sels,
Prom..!
B..bk.
»
42.121.322,81
enz. in disc.
Ag.sch.
,,
65.141.072,93
1
1
3
f
223.262.671,98
Papier
o.
h. Buitenl. in
dic’or,to
Idem eigen portef..
f
20.824.326,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet
afgeL,,-______
20.824.326,
Beleeningen
mcl.
vrsch.
f
60.565.829,0l’/
3
{H.-bk.
B.-bk.
,,
11.484.136,20
in rek.-crt.
op
onderp.
Ag.sc’h.
,,
66.577.343,02
[138
627.308.23
1
1
3
Op
Effecten
……[107.432.71 3,27
1
1
3
Op
Goederen
en
Spec… 31.194.594,96
138.627.308,23113
Voorschotten a. h. Rijk
…
…..
…..
..
182.983,lO’/
3
Munt
en
Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.238.105,-
Muntmat., Goud
..
.549.730.929,59
1605.969.034.59
Munt. Zilver, enz..
,.
7.325.697,80
1
1
3
Muntmat., Zilver..
,,
–
Effecten
613.294.732, 39’/
3
Bel.v. h. Res.fonds..
f
5.333.515,25
id. van
/s
v.
h. kapit.
3.878.472,37113
9.211 .987,62’/
Geb.enMeub. dei Bank…………….
..
3.747.500,-
Diverse rekeningen ………………..85.551
.680,06
1
1
3
[1
.094.703.189,40
1
1
2
Pasiva.
Kapitaal
……………………..
f
20.000.000,-
Reservefonds
………………….
..5.386.728,62’/
3
Bankbiljetten in omloop
…………
..1.006.881.840,- Bankassignatiën in omloop …
….. .
,,
724.064,60
1
1
Rek.-Cour.
Het Rijk
f
–
saldo’s:
J
Anderen
,,
40.702.775,53
40.702.775,53
Diverse
rekeningen
………………
21.007.780,64
1
1
3
f1.094.703. 189,405
NED. BANK 23 Januari 1922
(vervolg).
Beschikbaar metaalsaldo
…………..
f
40289237028
Op de ba8i8 van
lis
metaaldekking
……
193.230.634,25
Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is.. ,,2.014.461.850,-
Verschillen In. d. vorig. weekst.:
Meer
Mmde,
Disconto’s
69.497.035,92
Buitenlandsche wissels
3 249.009,-
Beleeningen
4.228.292,02 Goud
……………
–
–
Zilver
116.838,05
1
1
Bankbiljetten
15.546.975,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s..
8.124.874,01
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Goud
Zilver
B k
”
6ilJ’.ten
Andere
opeischbare
achulden
23 Jan.
1922
……
605.969
7.326
1.006.882
41.427
605.969
7.443
1.022.429
51.227 605.969
7.536
.1.038.382
37.673
605.969
7.896
1.057.251
38.288
16
1922
……
605.969
8.241
1.012.878
31.658
9
1921
……
2
1921
…….
27 Dec.
1921
…….
636.141
22.144
1.043.313
85.079
24
Jan.
1921
……
24 Jan. 1920
631.883
7.758
1.017.487 117.666
25
juli
1914
162.114
8.228 310.437
6.198
Data
Totaal
bedrag
disconto’,
flterVafl
1
Schatkist.
promessen
rechtstreeks
1
1
Belec-
1
ningen
1
1
ije,cfllk-
t
baar
1
Metaal-
1
saldo
Vek.
t
kings-
t percen.
1
lage
___________
23 Jan. 1922
‘
223.263
57.000
138.627
402.892
58
16
1922 324.073
106.000 142.856
397.940
57
9
1921 310.158
114.000
124.041
397.554
57
2
1921 295.823
94.000
151.551
394.029
56
27 Dec.
1921 270.186
88.700
124.554
404.562
59
24 Jan. 1921 209358
77.000
218.858
431.791
58
24 Jan. 1920 218.708
138.000
204.477 412.099
56
25 Juli
1914
67.947
14.300
61.686
43.521′
75
1)
Op
de
basis van
215
inetaaldekking.
Uit de bekendmaking van den
M
in i ster
van F
i na n-
ci ë n blijkt, dat uitstonden op:
1
)6Januori I922123
Januari1922.
Aan schatkistpromessen..
1574.500.000,-
1510.750.000,-
waarv. direct bij Ned. Bk.
,,106.000.000,-
,, 57.000.000,- Aan schatkistbiljetten ..
,,275.453.000,-
,,272.990.000,-
Aan zilverbons
………..
32.349.210,-
32.169.237,-
Onder de vlotteode schuld
ie
hegepen:
Voorsch. aan de Kolonin
,,339.070.000,- 278.901.000,-
Voorschot aan Gemeenteii’
1 December
voor door Rijk voor hen
}
,, 74.503.573,53
te heffen Ink. belasting)
16 tanuari
Tegoed v.d. Postch. & G.dst i . 31.982.512,99
31.893.522,99
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch_ontvangen.
Data
Goud
Zilver
.8
°”
–
k
.
jetten
Andre
opeiscl,b.
Be,chikb.
metaal.
schulden
saldo
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Circulatle
Andere
opetschb.
sdiulden
Disconto’s
Dio. reke.
3Dec. 1921,
1.485
2.086
1.089 1.930
263
26Nov.1921
1.485
2.037
1.121
1.924
278
29
1921
1.485
2.033
1.178
1.954
292
12
1921
1.485
2.058
838
1.945
280
1.516
2.207 857
1.958
265
290ct. 1921
1.508
2.074
963
1.931
223
5
1921
…..
4 Dec. 1920
,..
1.157
2.508
1.053 1.947
286
6Dec. 1919….
1.034 1.667
1.086
1.525
530
25 Juli 1914
…
645
1.100
560
735 396
1)
Sluitpost
der
activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
Data
Metaal
Circulatle
Currency Notes.
Bedrag
—
1
Goudd.
1
Cao. Sec.
18 Jan. 1922
128.444 122.600
308.566
28.500
271.364
11
1922
128.453
123.627
313456
28.500
276.624
4
.,
1922
128.440 125.690
319.803
28.500
283.484
28 Dec.
1921
128.434 126.520
325.584
28.500
289.131
21
1921
128.431 126.671
324.429
28.500
288.590
14
1921
128.437
124.734
318.329
28.500
281.545
19 Jan.
1921
128.287
128.541
346.889
28.500
315.001
21 Jan.
1920
96.807
88.094
332.594
28.500
314.931
22 Juli
1914
40.164
29.317
–
–
–
1
Gov.
1
Other’
1
Public
Other
Re.
Dek..
Data
Sec.
Sec.
Depes.
Depos.
serve
king,.
perc.
18 Jan. ’22
47.144 83.975
19.623
117.821
24.294
17,67
11
’22
55.004 85.162
15.602 129.887
23.276
15,99
4
.
’22
68.752
120.020
17,118 174.704
21.195
11,04
28Dec. ’21
36.962
83.165
16.057 106.532
20.364
16,61
21
,,
’21
50.825
85.200
14.116
124.207
20.210
14,60
14
,,
’21
69.800
80.683
13.858 140.869
22.153
14,32
19 Jan.’21
54.510
81.325
16.076
120.012
18.197
13,37
21 Jan.’20
60.257
84.408
21.472
140.341
27.162
16,80
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297 52
3
1
t) Verhouding
tusechen
Reserve
en Deposit..
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kasseuscheine, in duizenden Mark.
Data
Metaal
Daarvan
1
Kassen-
t
Circu.
Goud
scheine
Zatte
kings.
t
,,..,.
14 Jan. ‘2211.007.0851 995.3921 3.940.304112.593.937
7Jan.1922
178.000
284,500 117.500 97.600
7
’22 11.007.1071 995.3951 4.903.0561 13.139.872
31Dec.1921
176.250
281.500 119.000 96.150
31 tec ’21 1.007.0041 995.3921 6.963.6071113.639.464
24 ,, 1921
180.250
281,500 115.000 100.950
23
’21
11.004.1421
993.695 6.208,644
1
108.995.550
17Dec.1921 153.914
28i41′ 286.064
98.519 105739
15
’21
1.005.1711
993.696 4.023.2611104.567.851
10 ,, 1921 152.978
27.551 289.558
93.595 104.412
7
’21
1.005.7501
993.697
3.
522
.
2
091
1
0
2
.789.634
3 ,, 1921 153.972
26.937 285,984
82.241 107.734
15 Jan. ’21 1.097.946’1.091 .638 22.046.039
1
66,546.702
8 Jan.1921 218.587
9.622 370.075 114.364 131.517
15 Jan. ’20 1.105.263 1.089.268 1L030.2021 35.638.581
10 Jan.1920 173.591
3.288 317.695
95.409 94.468
23 Juli ’14 1.691.39811.356.857
65.479J 1.890.895
25 Juli 1914 22.057
.31.907 1 110.172 1 12.634
. 4.8422
‘i Dekking der circulatie door
metaal en Kasaenecbeioe.
Wissels,
–
Voo,’-
Diverse
Dek.
Dis.
bûiten
t
Belee.
1
schotten
1
1
kings.
Data
conto’s
N..lnd..
1
ningen
aan het
ningen 1
percen.
betaalbaar
Couv.nem.
tçge
Data
Wissel,
Rek. Cit.
Darlehenskasscn,cheine
jtQal
7Jan.1922
‘
43.56I 60.800
***
44
31Dec.1921
239.000
55600
***
44
24
,,
1921
233.000
73.200
***
45
17Dec.1921
34.428
13.875 110.208
50.837 7.146 47
10
,,
1921
35.236
14.6311120.141
32.919
13.446
47
3
1921
,,
34.982
13.779 117.995
23.024
9.193
50
8 Jan.1921
32.423 26.658 156.2361
–
55949
47
10Jan.1920
14.303
13.881
159.5851
6.308
53.963 42
25 Juli 1914
7.259
6.395
47.9341
6.446
2.228
44
1)
Sluitpost
der activa.
5)
Op
de ba8is van
1
15
,netaaldekking.
4
5
7
6 5 4
33
34
93
In kas bij de
uitgegeven
12.098.800
1
Reichsbank
3.836.400
14 Jan.
19221124.608.539
22.136.278
7
,,
1922
119.693.959 16.822.769 13.155.500
4.802.000
31 Dec.
1921
133.392.660
32.905.673
15.308.100
6.863.300
23
1921
118.445.263 21.789.203
14.213.100
6.110.800
15
1921
117.976.002
24.298.689
11.646000
3.926.700
7
1921109.803.798
17.325.757
11.157.600
3.429.200
15 Jan.
1921
53.794.358
15.537.435
33.676.300 22.000.300
15 Jan.
1920
35.685.147
11.227.932
24.175.200
10.996.200
23 Juli
1914
750.8921
943.964
–
–
99
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
25Januari
1922
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden francs.
Data
Goud
Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
Te goed
in hei
Buitenland
Buit.gew.
voorsch.
a/d. Staat
19 Jau
.
22
5.624.573
1.948.367
280.235 623.786
23.350.000
12
,,
’22
5.524.456
1.948.367
280.072
623.595
23.800.000
5
,,
’22
5.524.316
1.948.367
279.897
623.595
24.150.000
29 Dec.’21
5.524.228
1.948.367
279.765 623.733
24.600.000
20 Jan.’21
15.501.507
1.948.3671
267.963 678.654
25.600.000
22 Jan.’20
5.579.909
1.978.2781
256.409
826.141
25.400.000
23 Juli’14
4.104.390
–
1
639.620
–
–
Wissel,
Uitge-
stelde Wissels
1
Belee.
ning
Bankbil-
jetten
Rek. Cri.
Parti.
culieren
Rek.
C,t.
Staal
2.456.843
54583
2.267.226
36.785.72412.451.742
33.347
–
2.446.979
55.195 2.310.717
37.123.67012.467.510
41.685
2.850.821
56.596
2.273.021
37.421.830 2.880.352
18.786
cr
2.505.828
57.239
2.228.044
36.487.4562.717.192
26.014
0
3.002.834
393.114
2.239.845
38.152.8903.301.550
37.221
1.702.646
609.572
1.531.506
37.679.425
3.004.354
45.256
1.541.980
–
769.400
5.911.910
942.570400.590
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden t ranca.
Data
mcl.
buitenl.
saldi
Metaalli
n
.
1
van
buttenl.
1
oorder.
Edeen.
van prom. d.
prooinc.
1
wissels
1
en
1
bdeen.
Circu.
latie
1
Rek.
i
Cr1.
portie.
19Jan.’22
327.549 84.653
480.000 559.674
6.313.721!
187.992
12
’22
327.233
–
–
–
6.342.3041
253.845
5
’22
327.334
–
–
–
6.335.0121
351.056
29 Dec.’21
327.758 84.653
480.000 546.166
6.289.5761
509.109
916.81
4!6.241
20Jan.’21
308.988
84653
480.000
.398
889.298
22Jan.’20
351.5271
84.955480.000
459.64614.852.68512.127.650
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD.AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Goud000r,aad
1
F.R.
1
Zilver
1
Notes in
Data
Totaal
1
Dekking
1
In het
1
etc.
1
circu
I
bedrag
1
F. R. Notes 1 buitenl.
1
1
latte
28 Dec.
’21
2.869.600
1.954.590
–
122.6002.443.497
21
.,
’21
2.870.994
1.931.105
–
122.066
2.447.560
14
’21
2.869.173
1.933.869
–
132.413
2.393.777
7
’21
2.851.027
1.909.777
–
139.606
2.373.355
30 Dec. ’20
2.059.333
1.435.837
3
.
300
1
189.8303.344.686
2 Jan. ‘201
2.062.615
1.327.963
131.320,
58.657
2.998.992
Data
Wissels
Totaal
Deposito’s
Gestort
Kapitaal
Algem.
Dek-
king,.
1
perc.t)I
1 P1.
t Goud.
dekking
circu!.
‘)
28 Dec.
’21 1.294.0731
1.764.524
103.186
71,1
97,2
21
.
’21
1.351.228 1.784.750
103.167 70,7 96,8
14
’21
1.252.568
1.742.760
103.130
72,6
99,9
7
’21
1.252.443 1.718.283
.103.089
73,1
100,7
30 Dec. ’20
2.974836
2.321.417 99.770
44,9
50,5
2 Jan. ’20
2.805.818
3.022.911
87.433
42,6 49,5
1)
Verhouding
tusochen den totalen goudvoorraad, zilver etc., en de
opeischbare schulden: F. R. Notes en netto deposito’s.
2)
Na aftrek
van 35 pCt. der totale
dekkingsmiddelen
als
dekking
voor
de
netto
depositoe.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
1.
Totaal
uitgezette
R eserve
bij de Totaal
Waarvan
tIme
vangen
gelden en
F. R.
deposito’,
deposits
beleggingen
21 Dec. ’21
808
11.289346
1.307.715
13.506.653
2.966.918
14
,,
’21
808
11.303.323 1.245.778 13.433.339
2.979.543
7
,,
’21
808
11.312.744 1.241.604 13.313.698
2.989.967
30 Nov. ’21
807
11.334.959 1.267.522
13.567.955
2.997.931
24Dec. ’20
824
16.695.325
1.333.808
14.786.220
2.788.649
26Dec. ‘191
796
15.620.369 1.347.092
14.055.9591
2.302.026
Aan liet •ein.d wan ieder kwartaal wordt een oversi.aht
gegetven van enkele niet wekelijks opgenomen ia!nikstaten.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdani, 23 Januari 1922.
De Coxfereatie te Cannes heeft, ondanks henr plotseling Cii
eenigsz.ins drasnatisch einde toch lichtelijk ontspanning
in den algetneenen toestand gbraoht, vooral in Duitsch1an(1.
Men weet daar nu teiimin.ste,
wlani’ann
men zich in de
iiaaste toekomst heeft te houden. Het gedeelteijk morato-
rium, .dat onze Oosterburen hebben verkregen, legt hen de
vert1iiohting op tet lietaling van 31 millioen .gouclmark per decade, hetgeen neerkomt
op
een uitgave van rond vhir miljard paipierniarken per •mnnad. Daarenboven dient
Il)aitsohinnd nog iin natura op te brengen een itotaal van :i 2-1400 goudmark per jaar. Daar echter de iielastinigen
hij lange na niet toereikend zijn tot v.oldoaaing van deze
verpliehtingen, moet het ontbrekeide voorloopig nog in
den aanrmank van nieuwe bankbiljetten worden gevonden.
Wel zoekt. cle Regeering naar nieuwe bronnen, die haar
geld kunnen opbrengen ; tot nu itoe iis zij hierin echter
nog niet gesiaagd. De oaderhaade1ien tussehen Centrum
en sociaal-democraten hebben in zooverre eenig resultaat
opgeleverd, dat nien heeft ‘afgezien van het tot nu toe als onafwendbaar voorgestelde plan van onteigening van on-
derneiningen, maatschappijen, euz. Of hieruit nu resultee-
ren zal het doorvoeren van een gedwon.g.n leening, valt
inmiddels ino
g
g af te wachten.
Ter ibeurze van B e r 1 ij n heeft men aan geruchten om-
trent een dergelijke gedwongen leening nog niet veel aan-
dacht geschonken, hoewel toch eenige ‘berugda>uding er door is veroorzaakt. Men is nl. bevreesd, dat het publiek,
om zïoh de benoodigde gelden te versdlzaffein, zal oivergaan
tot het verkoopen van nadere waarden, waaronder dan ook
allicht aauideelen zich zonden bevinden. In de eerate plaats
echter zouden vermoedelijk de oudere stantsieeningen den
zwaren druk van een gedwongen leeniing onideiwinden. Toch
was de stsminring ter beirrze absoluut niet flauw, zelfs niet
ongeanimeerd te noemen. In de eerste plaats staat dit wel
in verband met de uitbreiding van het aantal beursdagen
tot vier per week, waardoor vanzelf de handel meer sti.
mulans heeft verkregen. Aan den anderen kant echter speelt
de buitengewone activiteit van de iniclusbrieele- en de bank-
wereld, vooral wat oetreft het aanknoopen van relaties met Rusland een groots rol. Meer en meer oriöiiteerit men zich
naar liet Oosten en tracht men zich gereed te houden voor
het tijdstip, dat in Rusland werkelijk krachtig kan worden ingepen. Een der diuidelijkst sprekende teekenen van de-ze houding is wel het proces van concentratie, dat zich in
vrijwel alle takken van bedrijf afspeelt. Zoowel in horizon-
tele als in verticale richting vinden aanieensluitingen
plaats, ciie vele bedrijven tot een zoodanige trap van ont-
wikkeldag doorvoeren, dat een hecht gesmeed concern be-
staat, waarbij de kosten tot een minimum zijn geredu-
ceerd en de opbrengst-caipsoiiteit bot de grootst mogelijke
hoogte is opgevoerd. Het behoeft geen betoog, cla.t een der-
gelijk proces ook uit het oogpunt van ivolies-economie ‘niet
alleen uiterst interessant, doch ook aanbevelenswaardig is.
Een recent voorbeeld heeft in de a.fgeloopen week de kali-
industrie gegeven. Door de concurrentie van de kali-feibrie-
ken in den Elzas en het uitvoerverbod van kali naar Polen
is de export van de gezamenlijke Duitsche fabrieken, die
vSÔr den oorlog 50 pOt. van de productie bedroeg, tot 16
pCt. van de productie teruggeloopen. Aan den anderen kant
echter heeft zich de mogelijkheid voorgedaan, tengevolge
van het buiten werking stellen van de oorlogswetten voor
den landbouw de velden weder beter met kunstmest te
voorcien. De ervaring heeft geleerd, idtt kak tezamen met
phosphateh, tot de beste kunstmest gerekend moet worden.
Er worden dan ook thans allerwegen pogingen aangewend
om tot een aaneensluiting te komen tnsschen cle reeds ge-ooncentreerde kali-bedrjven en de producenten ‘van phoe-
pliaat. Een uitbreiding ‘tot de anilmniefabrieken is reds in
uitzicht gesteld uit hoofde van het belang bij de kunstmest-voorziening idoor hun fabricage
‘vat
atiikstok.
Zoo interessant liet economisch leven in Duibse.hlaud zich
ontwikkelt ouder den drang van het heilige noeten, zoo on-
bcia.ngwekkeud is de gang van zaken in de andere landen.
Vooral ‘in Engeland en Frankrijk loopt men langs de plat-getreden banen in de hoop, dat men wel eens een’ weg zal ontmoeten, die tot betere verhoudingen zal leiden. Vooral
in Frankrijk is men in ‘dit ‘opzicht vrij las. De directe
prikkel tot verdere ontplooiing van handel en iadusti-ie
is hier niet aanwezig wijl de bedrijven volop ‘werk hebben,
speciaal in verband met den weder-opbouv van Noord-
Frankrijk en mede als gevolg van de vermindering aan
valicle arbeidskrachten. Hieruit is dan ook wel de starre
houding te ‘verklaren van de Emansche politiek ten op-
zichte van Duitsebland. De beurs echter ‘die gewoonlijk fijn
25 Januari 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
kl
voelt en verder ziet dan de directe resultaten, is niet zoo optimistisch ten aanzien van de toekomst. Zij houdtzich
enigsains afzijdig; de omzetten bereiken niet eens een
middelmatig cijfer en de koersverschillen zijn niët zooda-
Lig dat zij afzonderlijk vermelding behoeven.
Een ongeveer gelijk beeld heeft de beurs te Le a d en
te aanschouwen gegeven. Engeland is voorloopig in het
Fransche vaarwater medegetrokken en hierdoor is voor den
eersten tijd de kans op krachtige herleving van den han-
(lel vrijwel verkeken. In tegenstelling met Frankrijk echter
gevoelt men in Engeland wel alle nadeelen van het vredes-
verdrag aan den lijve. De omvang van den buiteiïiandschen
handel is sterk afgenomen; in 1921 bedroeg de ‘invoer
slechts £ 979.635.000 tegen £ 1.714.336.000 in 1920, terwijl
de uitvoer in 1921 £ 703.196.000 beliep in vergelijking met
£ 1.335.509.000 in 1920. Het behoeft dan ook geenerlei ver-
wondering te wekken, dat de geidmarkt op het oogeriblik
te Londen een beeld van zeer groote ruimte te aanschouwen
geef t. Hoe ongezond dit op zich zelve kan worden genoemd,
cenig voordeel brengt deze ‘omstaincligheid toch vel mete, doordat de staatsleeningen alle aanmerkelijke koers-aivan-
ces toonen en doordat de Regeering zeer gemakkelijk de
noodige fondsen voor haar budgetaire uitgaven kan vin-
den. Het niet te onderschatten nadeel echter is, dat de
door de Regeeri’n’g opgenomen gelden niet geconsolideei-d
zijn, doch alle vlottend blijven zoodat op een gegeven mo-
ment wanneer door de één of andere wending in de inter-
nationale politieke constellatie de vraag naar geld ‘door de
zakenwereld toeneemt, de Regeering plotseling voor een
tekort aan de noodi’ge middelen kan komen te staan. Voor-
loopig echter ziet het hiernaar niet uit. De vraag naar aan-
deelen ‘is ter beurze dan ook tot een minimum ingekrom-
pen.
Te N e w Y o r k vertoont de beurs geen scherp beeld
van de economische verhoudingen. De tendens is meestal
weifelend geweest; de zeer lange duur van de coferentiie te
Washington heeft het vertrouwen in een werkelijk belang-
rijk resultaat sterk verminderd.
Te onzent is de beurs voor alle afdeelingen buitengewoon
lusteloos geweest. Zelfs Staatsfondsen hebben zich hieraan
niet kunnen onttrekken, hoewel de geklmarkt veel ruimer
is geworden. Vermoedelijk moet dit worden toegeschreven
aan het meer en meer ter beui-ze postvattend denkbecid,
‘dat de nieuwe Staatsleening banen zeer korten tijd zal wor-
den doorgevoerd. Wel is op een mededeeling dienaangaande
in ddn der dagbladen een ddmenti gevolgd, doch ter beruze
gelooft men toch, dat het indienen van het betrokken
wetsontwerp nog slechts een kwestie van dagen is. Ook de
geldruimte beschouwt men als een voorbode, bestemd om
het terrein voor de nieuwe leening meer vruchtba.ar te
maken. Buitenlaudsche staatsfondsen trokken geener1e be-
langstelling. Russen waren aangeboden. Alleen vonden
eenige omzetten plaats, niet-officieel, in de 7% Chileen-
sche leening die de arbitrage uit Londen aanvoerde.
16Jan. 19Jan. 23 Jan
r
of
5 % Ned. W. Sch.
1918 871 Y873116-86
– 71
4
16
1/2
0
/0
,,,,,,
1916 851 ‘,85
0
85h/
_1/3
4
oj
,,
,,
,,
1916
76
11
/
761
8
751
51
,8
– 81
4
31
3
010
,,,,,,……
6.9
681
4
68113
– 1/
3
3
Olo
,,,,,,……
58/
58
3
/
8
58
1
1
11
/
10
211
3
0
/0
Cert. N. W. S. …… 50/8
49
3
1
50
– 8/
5
0
/o Oost-Indië 1915 .. .. 91/
4
911
911131
– 1/
6
0/
,,
1919
94111
94151
94151,
+
1
1,
4
Olo
Oosteur Krnnenrente
21
1
3
1
1
°I
–
5
Io
Rusland 1906 ……l0/
3
8’/3
7314 – 2’/
4
4
‘lo
Rusl. bij Hope & Co 10
1
1
16
91
3
r91/2 –
41
12 010
China Gniid 1898
66
66
1
1
66
1
1
4
+
114
4
0/
Japan 1899 ……..59
7
/,
59
7
1
9
59314 – 1/8
4
0/
Argentinië Buiten)
58/
4
58
3
1
4
583114
0
5
0/
Brazilië 1895 ……58
1
/
3
60 f
60
+
11
12
7
0
/o
Staatsspoor ……..103
3
/
4
1031
103
5
1
–
1
/
8
7
0/
Amsterdam ……..lO3’/16
10315116
103718 11
Beschouwt men de aan4eelenmarkt,
dan vindt men nauwe-
lijks een enkel fonds ‘dat in koers is vooruitgegaan. Een
buitengewone loomheid gepaard met een o’verwegenden
drang tot verkoopen ‘viel vrijwel overal op te merken. Zelfs
in de suikerafdeeiin.g is dit doorgedrongen. In den aan-
.vang van de ber.ichtsperiode viel hier nog een vrij groote
levendigheid op te merken, welke allen’gs verslapte en tegen
het einde der week uitliep in een totaal gebrek aan affaire bij reageeren’de koersen. Toch zijn hier de nadeelige ver-schillen niet zoo groot, omdat de koersen van een hooger
niveau kwamen. Daarentegen heeft de
petroleummarkt wel
een veer moe-
ten laten. Oorspronkelijk waren hier belangste1ing en koop-
lust voor aandeelen Kon. Petr. Mij. ook niet gering, vooral
daar men verwachtte liet betaalbaar gestelde dividend ad
15 pCt.
wéde
i spoedig op den koers te kunnen ,,in.haleu”.
Plotseling echter kwam een zeer groote verkoop-oi-der van
locale zijde in de markt, ‘die liet geheele beeld wijzigde.
De contramine-partij, die even uit het veld ‘geslagen was,
zag de kans weer schoon nieuwe posities op te bouwen,
waarbij nog kwam de ongunstige houding die de buitenland-
sche beurzen ton aanzien van aaudeelen Koninklijke Pe-
troleum Mij. aan den dag legden. Roemeensche waarden slo-
ten zich geheel
bij
de beweging van liet hoofdfonds aan.
16Jan. 19 Jan. 23 Jan.
Azasterdamsche Bank …. 165
160
160
—5
Koloniale Bank ……….125/, 123
1
1
3
125114
– 115
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand. 144
1411
4
1411 – 2’/
4
Rotterd. Bankvereeniging.. 1061
105
10311, – 31/
4
Amst. Superfosfaatfabriek . 55
54
511 – 3’/,
Van Berkel’s Patent ……
‘
/8
43113
4331t – 18
Insulinde Oliefabriek……
771
8
–
51
,
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand 84’/,
84
85/
8
+ 1818
Hollandia Melkproducten .. 156
153
152
—4
Philips’ Gloeilampenfabriek 23911
4
231
199112 — 398/
4
R. S. Stokvis & Zonen … 578
578
578
Vereenigde Blikfabrieken.. 75112
713
14
72
1
1
4
– 3/
4
CompaniaMercantil Argent. 78
1
1
4
71
3
1
4
75 – 31/
4
Cultuur-Mij. d. Vorstenland 151
3
1
4
1481, 150
1
1,
– 111
Handeisver. Amsterdam. .. 355
1
1,
350 357 + 1
1
1
2
Holl. Transati. Handeisver. 231
4
24
2313 – ‘
L,
Linde Teves & Stokvis …. 82 ‘,,
77
78’1’2 – 3’12 –
VanNierop&Co’sHandel-Mij.
7112
7118
71/1 – 71,6
Tels & Co.’s Handel-Mij…. 48
1
1
2
48 46 – 2’/2
Gecons. Hol). Petroleum-Mij. 145,
1
8
1401, 1351
4
– 97,8
Kon. Petroleum-Mij . …… 429 40511
4
* 399314 – ?
9
t
Orion Petroleum-Mij.
Afgest. Aand.
371
12
36
1
1
2
34112 – 3
Steaua Romana Petroleum
Mij. .. Afgest. Aand. 48
46314
47314 – 11,
Amsterdam-Rubber-Mij. .. 101
100
98
1
1
2
– 2’12
Nederl.-Rubber-Mij …….. 59’/
55
57
1
1, – 2’/
4
Oost-Java-Rubber-Mij. …. 160
1
/
4
154
154
– 6/
4
Deli-Batavia…………..325
323
1
1,
328
+ 3
Deli-Maatschappij ……..269
268
1
1
2
272112 +
31
12
Medan-Tabak-Maatschappij . 272
272
272
Senembah-Maatschappij. .. 388
387113
388112 + ‘/
* Ex dividend, t Ex 15
0
1
0
dividend.
Van
jndustrjceje waardc)i
trokken
anu
d
ee
l
en
Philips
Gloeila.mpenfabrieken ved:e,- de aandacht door een sensa-tioneele daling van circa 40 pot.; geruchten omtrent een on-
gunstigen gang van liat bedrijf, tezamen met een zeer’ be-
pei-k’te markt, waarin iedere verkoop-order een zwaren druk
uitoefent, vormden hier de oorzaak der reactie.
Ook
bank-aandeelen
waren gedepnimeerd, zonder eenige
aanwijsbare reden.
De daling ‘van den prijs van ruwe ru’bber op ide wereld
markt had weder een o’vereen.konistige reactie in de be-
tr.okkeai waarden ter besirse ‘tea gevol
g
e. De af deel’ing sluit
bom en op vi-ijwel de laagst bereikte koersen.
Alleen
tabakswaarden
konden hun gunstige houding lie-wai-en. In deze mark zijn dan ook bijna geen speculatieve
posities; de eoncent,-atie van ‘de laatste jaren heeft het
aantal ‘houders van tabakswaarden sterk doen inkrimpen
en deze zijn dan nog bovendien te vinden in de kringen
der beleggers.
16Jan. 19Jan. 23J
an
,Ra0
Holland-Amerika-Lijn …. 162
156
156
—6
,,
,,gexn.eig. 146
140
140814 – 5/4
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij… 95
95
95
Hollandsche Stoomboot-Mij. 59
54
1
/
4
55
– 4
Java-China-Japan-Lijn …. 108
105
104
—4
Kon. Hollandsche Lloyd. .. 201
231
4
2114 – 31/
4
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..90
84
83
—7
Koninkl.-Paketvaart Mij. ..
96
’12
95
93 – – 3’/
Maatschappij Zeevaart -. – – 84
r84
84
Nederl. Scheepvaart-Unie.. 110
3
1
4
109
15
1,
108
3
1
4
—2
Nievelt Goudriaan
……..140
135
130
– 10
Rotterdamsche Lloyd …… 143
1
/
2
1
139
1
1
2
138
—5112
Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg” 77
77
77
,,Nederland” .. 169
164
1621
4
—61
4
,,Noordzee” . .. 34/
33
31112 – 31/
4
,,Oostzee”…..81
80
80
– 1
De
scheepvaartmarkt
bleef bom en zonder belangstel-
ling.
16Jan. 19Jan. 23Jan.
American Car & Foundry
162
15781
4
15731 – 411
4
Anaconda Copper ……..l04/,, 1061
II l’/
+ 611,
92
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25
Januari
1922
16 Jan. 19 Jan. 23 Jan.
Rij
of
Un. States Steel Corp…..93
3
/
4
93
5
1
8
Ô5/
8
+ 1
7
1
5
Atchison Topeka……….102
105
106
+
4
Southern Pacific ………. 89t/2
81
12
91
+ 1113
Union Pacific ………… l42L/
2
14311
2
142
1
12
Int; Merc. Marine orig. Corn 16I
15/
4
1514 – 1
prefs.
73I
7314
773/4
+
45f
,ilmerika.ansche waarden
zonder animo, met een uitzonde-
ring ‘voor aandeclen Intercon,tinèn.tal Rubber, waarin op
sommige dagen zich een eenigszins omvangrijke handel ont-
wikkelde.
De
geidmarkt
bleef ruim; prolongatie 3Y
4
pOt.
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
–
24 Januari 1922.
In •de Europeesche importianden is overal behalve in
Italië een einde gekomen aan de klachten over onvoldoen-
den neerslag. Sneeuw en regen zijn den laatsten tijd in
voldoende hoeveelheid gevallen om den stand der te velde
staande oogsten te verbeteren en ook ivoor ide yoorjaars-werkzaamheden bevat de bodom nu bijna overal een vol-
d’oeud voohtgehalte. Zelfs in Noord-Italië, dat het langst
van ide droogte geleden heeft, is nu eindelijk sneeuw geval-
len, die nog veel verbetering belooft te brengen. Slechts in
Zuid-Oost Europa schijnt blijvende schade te zijn aange-
urao.ht. Roemenië meldt namelijk een tegenover het vorige
jaar sterk vermnderden uitzaai van brooclgraan. Ook in
de uibvoerlanden zijn de oogstberiohten gunstig, uitgezon-
derd de voc.rtdurende droogte, waaronder de wintertarwe
lijdt, in enkele gedeelten van ‘het Zuid-Westen der Ver-
eeniigde Saten van Amerika, terwijl in Britsoh-In.diië hier
en daar gevreesd wordt voor schade wegens orvendadigen
regenval. In Argentinië echter mag nu wel op een zeer
groeten tarweoogst worden gerekend. De oogst is eenigen
tijd belemmerd door regen, doch het weder is nu goed en
met den oogst wordt goede voortgang gemnaikt, zoodat ook
de aanvoeren naar de havenpl’aatsen toenemen. Ook het
Zuiden der Republiek, waar de verwachtingen minder goed
waren dan meer noordelijk, meldt nu een bevredigend oogst-
resultaat. Australië schat den nieuwen tarweoogst op ruim
5 pOt. minder dan het ‘vorige jaar, doch dit neemt niet weg,
dat ide opbrengst nog zeer bevredigend mag worden ge-
noemd.
Na een paar weken met kieine werel&verscbepingen van
‘tarwe was in de afgeloopen week ide hoeveelheid weder vol-
doende. Argentinië begint nu ‘werkelijk weder als tarwe-leverancier mee te tellen. Er werden ongeveer 55.000 ton
verscheept, waarvan ongeveer /s voor Europa. In de ko-
mende weken mag eene verdere ‘toename ‘van de Argen-
tijniscihe versahepingea worden verwacht, daar de hoeveel-
heid bevracihte sc.heepsruiimte zeer groot is, ‘de laatste weken
-veel La Plata tarwe in Europa is gekocht en ‘het aanbod
van tarwe in Argentinië ruim is.
Zeer groot waren deze week de verschepingen ‘van tarwe
uit Australië, die het cijfer van Noord-Amerika overtrof-
fen. Het ziet er naar uit dat Argentinië en Australië nu
eenigen tijd den doorslag zullen gaan geven bij de versche-plagen iaar Europa. De Vereen igde Staten en Canada heb-ben zeker reeds een groot gedeelte van hun tarweoverschot
uitgevoerd. In 1021 is door de Vereenigde Staten in Canada
ruim bijna 24 miljoen -ton tarwe. en meel (omgerekend
in tarwe) meer uitgevoerd dan in het vori.ge jaar. De
markten in Noord-Amerika bewegen zich dan ook meer en meer onafhankelijk van exportfactoren en ondanks de toe-
nemende rverschep.ingen van Argentinië •en Australië en
het sterke aanbod uit die landen was de markt in Noord-
Amerika in ide afgeloopen week vast. Voo’ral in de laatste
‘dagen d’er week kwam ‘die vaste stemming tot uiting cci de
markt te Chicago sloot voor dan Mei-termijn op 21 Januari
4Y
2
cent,. te Winnipeg 4 cent per 60 lbs. hooger dan eene
week’ tevoren. Voortdurende ongunstige oogstberichten
werkten daartoe mede, alsmede verkoopen van Canadeesehe
tarwe naar Rusland waarschijnlijk voor den zani en van
tarwe uit -cle Vereenigde Staten naar Griekenland. Overi-
gens was de export-vraag uit Noord-Amerika niet groot.
Die richt ‘zich meer en meer op Argentinië. Wel koopt
Engeland nog steeds Ma.nitoba’s, doch ook Argentijnsche
ta.rwe neemt een steeds grootere plaats, in bij de Engelsche
tarwe-inkoopen. Deze waren in de afgeloopen week van
graaIen omvang en de Engelsche tarwemarkt vertoonde
ccce levendigheid als in langen tijd niet het geval is ge-
wenst. Van Argentinië werden vooral spoedi.ge posities go-
kocht en zoowel in ladingen als in parcels werd een ‘groots
omzet bereikt. De andere groote kooper van La Plata tarwe
was Duitschiand, waar de Regeering op meer verwijderde
aflading groote inkoopein deed, vooral op de Engelsche
markt. Deze inkoopen konden tot dalende prijzen wordén
bewerkstelligd, want ondanks de groote vraag bleef in de
eerste helft der week het Argentijnsche aanbod steeds drin-
gend met dalende prijzen. Eerst in de laatste dagen der
week werd de Argentijnscbe -tarwemarkt tengevolge der
Europeesche groote vraag vaster, om daarna ‘echter veder
iets te dalen, toen eene stijging van den pesokoers den prijs
voor Europa -te plotseling deed stijgen en -daar de koop-
lust bekoelde. De prijzen in Argentinië waren Zaterdag
vrijwel onveranderd tegenover eene week tevoren. Naar
Italië waren de verschepingen deze week belangrijk kleiner
dan de laatste maanden het geval is geweest. Portugal
kocht twee ladingen -van de Amerikaansche Westkust en
Argentinië en enkele zaken kwamen in La Plata- en Mani-toba-tarve tot stand naar België en Nederland. Van betee-
kenis zijn die laatste zaken -echter nog niet, terwijl particu-
liere zaken in tarwe naar Duitschln,nd en zijn nabuurlaa-dan nog bijna geheel ontbreken.
De statistische toestand ‘van -de tarwemarkt blijft vrij-
wel onveranderd met zeer voldoende overschotten in de exportlanden en men mag voor de naaste toekomst eene
goede vraag blijven verwachten, speciaal in Engeland, met
nu en dan in de landen aan de Mid-dellandsohe Zee, voor
spoedige posities mat een ruim aanbod op afiacling en zeer
voldoende versdhepi.ngen paar Europa.
Omtrent le oogsten van rogge in Europa kan hetzelfde
worden gezegd als voor tarwe. Ook de Noord-Amerikaan-
sohe roggeoogst staat er zeer goed voor, doch zaken in rogge
zijn niet van groeten omvang. Kouder weder in Engeland, goede vraag
1fl
Duitschland,
vermeerdering der belangstelling in Nederland, Zwi t.ser-
land, België en Scandinavië, benevens kleine verschepin-
gen van maIs hebben geleid tot vaste markten in voeder-
granen. Eigenlijk geldt dit nauwelijks voor gerst en haver.
Wel was in de afgeloopen week voor deze artikelen de
vraag iets beter met standihoudende prijzen, doch tegenover
mais zijn beide te duur -om groote belangstelling te wak-
ken. I.n mais waren echter in verschillende landen de zaken
levendig met hoogere prijzen. Vooral La Platamaïs is hier
en daar- sterk gevraagd, hetgeen echter wegens het zeer
geringe aanbod en de steeds afnemenide verschepingen niet
tot igroo’s zaken kon leiden. Stoomenide en spoedig af te
laden partijen vinden gemakkelijk koopers, doch van de
Noord-West-Europeesche havens heeft eigenlijk slechts Ant-
werpen belangrijke aanvoeren. Zoowel Nederland als Zwit-
serland en Duitschiand kwamen -daar als koopers ter markt
en tot steeds stijgende prijzen werden de aanvoeren gemak-
kelijk opgenomen. Een flinke omzet wordt in Noord-kme-
rikaansohe mais bereikt, ofschoon ook van deze soort in
de afgeloopen week de afladiingen zeer matig waren. In het
laatst ‘van Januari en in Februari mag echter eene toe-
name worden verwacht, daar veel zaken op die termijnen
tot stand zijn gekomen naar alle Noord-West-Europeesche
landen. Duitsehland kocht nu en dan wegen’s den clalenden
markenkoers weliswaar slechts schoorvoetend, doch tea
slotte is de omzet zeer bevredigend. De inkoopen voor Rus-
land aan de Noord-Amerikaa’nsche mar-kten worden gere-
geld voortgezet. Ook -in Amerika zelf ie wegens het koude
weder de vraag verbeterd en ondanks ide zeer groote aan-
voeren was de stemming .te Chicago vast en kon in den
loop ‘der week de prijs voor den Mei-termijn daar 1
3
/
8
cent
per 56 lhs. verbeteren. Argentinië was vast met eene prijs-
verhooging van 5
á
10 centa.voe per 100 Kgr. Met de ver-
hooging van den pesokoers was de markt echter aan het
einde der week weifelend.
Voor lijnzaad was de vraag in Europa niet groot wegens
teleurstellenden prijs en afzet van olie. Bovendien wacht
men op eene verdere ontwikkeling van den oogst in Argen-
tinië, waarover de berichten nog steeds tegenstrijdig zijn.
Het weder is nu gunstig voor den oogst, doch het aanbod
is niet ‘dringend, ofschoon ook Amerika niet veel belangstel-
ling toont. De prijs in Europa richtte zich voornamelijk
naar ide Argentijnsahe markten, die vrijwel de geheele week
vast waren en circa 70 centavos per 100 K.G. stegen, tot
Zaterdag eene prijsdaling van 20
á
25 centavos intrad.
e d
v
r 1 a n -d. De tarweinkoopen waren ditmaal van
iets meer beteekenis dan in de vorige weken. Vooral stoo-mende en’ spoedig af te laden Manitoba en La Plato. wei-
den -gekocht, gedeeltelijk via Antwerpen. Voor mais ver-
beterde de inlanidsohe vraag en voor stijgende prijzen wordt
meer Mixed Mais gekocht dan in de voorafgaande twee
weken. Geheel bevredigend is de vraag echter nog niet en
Maandag viel de belangstelling tegen. De omzet in Januari
en Februari afladiug is echter de laatste dagen nu en dan
vrij belangrijk. Voorraden van,La Plata mais zijn vrijwel
2
5Januari 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
Noteeringen.
Chicago
Buenos Ayre,
Data
Tarwe
Mais
Haver
Taru,e
Mais
Lijnzaad
Mei.
Mei
Mei
Febr.
Febr.
Febr.
21 Jan. 22 116
5351
s
391/
10,95
7,50
17,95
14
,,
’22
111
1
/
2
521 381
11,-
7,40
17,55
21 ,lan. 21
175
3
/
6718
4331
18,65
10,25
16,25
21 Jan. 20 270
135
82/
13,90
6,20
21 Jan. 19 226
1291
671
8
10,45
4,90
122,45
18,_1)
20 Juli14
82
561
36
1
/
9,40 5,38
13,70
1)
per Maart.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
23 Jan.
1922
16 Jan.
1922
24 Jan.
1921
Tarwe’
…………..
1
)
13,75
13,50
23,25
Rogge (No, 2 Western)
1)
11,90
11,75
23,50
Mais (La Plata)
……
2
)
204,-
200,- 278,-
Gerst
(48
Ib. malting)
•
.)
203,-
205,- 315,-
Haver (38 ib. white cl.).
1)
12,50
12,-
15,-
Lijukoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
16,50
16,50
20,-
Lijnzaad (La Plata)…
i
394,-
380,-
425,-
‘)p. 100 K.G.
2)
p. 2000 K.G.
3)
per 1960 K.G.
*) Nr. 2
Hariiifled Wirter Wheat.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G.
Artikelen.
Rotterdam
16
,
21 Jan.
Sedert
Overeenk.
1922
1 Jan. 1922
tijdvak 1921
3.229
36.344
106.997
50 50
11.563
Tarwe ……………..
Boekweit
…………
–
2.138
329 9.546
.
60.270
36.538
Rogge ………………
7.308
22.221
840
241
MaIs
……………..
8.228
13320
7.918
Gerst
……………..1.050
Haver ……………..-
1.100
11.737
2.349
Lijnzaad ……………
Lijnkoek ……………
.
591
1.885
581
Tarwemeel …………
Andere meelsoorten
367
735
2.417
geheel opgeruimd en vrij geregeld werd tot stijgende prij.
zee in Antwerpen gekocht. Gerst is te duur tegenover mais
en de zaken in dat artikel zijn daarom niet van grooten
omvan.g. De aanvoeren vinden echter geregeld koopers.
In lijnzaad varan de zaken niet levendig. Herhaaldelijk
waren olioslagers als verkoopers aan de markt wegens de
teleurstellende oliemarkt en er werd slechts weinig ge-
kocht. Slechts in stoomende en ladende partijen kwamen
nu en dan zaken van weinig omvang tot stand.
SUIKER.
NOTEE1UNGEN.
Londen
Amsier- –
New York
dam per
While Java
Amer. G,a- 96pCi.
Data
loopende Tates
f.o.b. per
nulatedcl.f
Ceniri.
Cubes
maand No. /
Jan/Maart
Jan/Maart
fugals
Sh.
Sh.
18Jan. ’22f20
1
1
511-
201-
18
1
3
3,61
II ,, ’22
11
20,- 50,6
201-
1713
3,54
18 Jan. ’21 ,, – 761-
401-
–
5,39
18 Jan. ’20
– 721-
841-
–
13,04
4Juli ’14 ,,11′
3
/
181-
–
–
3,26
itet E n ge 1 s e h e consumptiecijfer over December toont
in vergelijking met dat van verleden jaar ccce belangrijke
toename, terwijl – zoonls uit de laatste Boa.rd of Tracle
statistiek blijkt – de voorraden aanmerkelijk kleiner wa-
ren dan die op hetzef de tijdstip in de voorafgaande jaren.
jaren.
De statistiek lukit:
December
Januari-December
1921
1920
1921
1920
Import rietsuiker .. .. 83.918 132.718 811.170 1.251.544
biet
geraffineerd
29.332
91 468.344 119.812
Totaal……113.240 132.809 1.279.514 1.371.355
VoorraadinEntrepôt.. 141.100 361.600
–
–
Raffivader. 24.950 27.750
–
–
Aflevering
,,
62.695
57.187 787.572 785.140
B innenlat, dsch verbruik 106.788
65.681 1.388.926 1.106.033
Tutale export ……..680
56
4.111
16.366
De vaste stemming op alle suikermarkten beef in de af-
geloopen week ten volle gehandhaafd en prijzen kuden
verder stijgen.
De omzetten op de A m e r ik aan s oh e markt waren
belangrijk, aangezien zich op deze markt tegenwoordig niet
alleen inheemsche koopei-s maar ook Europa en zelfs eenige
koopers in het verre Oosten, zooals de groote Japansche
en Chineesche raffinaderijen van hunne behoeften voorzien.
])e in den laatsten tijd naar Europa – hoofdzakelijk naar
Engeland – ‘verkochte hoeveelheden Cubasuiker bedragen
circa 120.000 tans; bu.itend.ien werden ook flinke kwanti-
Amsterdam
1
Totaal
1612′ J
22
an.
19
1
Sedert
1Jan. 1922
Overeenk.
tijdvak 1921
1922
1921
–
325
978
36.669
107.975
– –
–
50
11.563
–
–
–
2.138
329
9.334
19.531
5.127
79.801
41.665
165
685
–
7.993
22.221
–
–
144
840
385
13.904
18.101
8.043
31.421
15.961
30 470
2.730
12.207
5.079 500
772
–
2.657
581
161
742
200
1.477
2.617
teiten Amerikaansohe bietsu.iker naar de Europeesche lan-
den verkocht. Prijzen konden dientengevolge verder ver-
beteren. Voor Cubasuiker uit den
ouden
oogst werd het
laatst iets meer dan dle. 2.- en voor
nicuwen
oogst onge-
veer dle. 2 c.&.f. New York betaald. De noteeriug voor
Spot Centrifugals steeg tot dl.c. 3.79, de noteeringen op de termijnmarkt tot d.l.c. 2.31 voor Maart, dle. 2.52 voor Mei, dle. 2.69 voor Juli en dl.c. 2.82 voor September.
De laatste C u b a-stajtisti.ek luidt
1922
1921
192J
Weekontvangst t. 14Jan.
29.000
35.972 143.951 tons
Tot. ontv.lJan.-14 Jan.
61.708
64.316 302.739 Werkende fabrieken ….
67
100
169
Weekexport tot 14Jan…
13.000.
14.581
62.619
Weekexp. t. 14 J. O.00gst
92.000
19.244
–
Tot. exp. 1 Jan.-14 Jan.
23.925
18.581 200.726
Totale voorraad 14 Jan. 848.000 206.345 211.412
Op J n v a nam de koopulust voor suiker uit den nieu-
wen oogst steeds toe en hebben de Vereenigde Javasuiker Producenten verdere belangrijke hoeveelheden van Supe-
rieur Juni-Juli-Augustus levering tot
f 11.-
e.k. afge-
daan. Ook eenige partijen Kanaal-Assortment werden tot
f 10.
e.k. verhandeld. In het geheel zijn door de Produ-
centen Trust thans circa 7.000.000 picols verkocht, d.w.z.
circa van de te verwachten productie der bij de Trust
73
aangesloten fabrieken. Het grootste gedeelte dezer aankoo-
pen werd echter door de koopers op Java nog niet naar de
consuniptielanden geplaatst. Prijzen van de betrekkelijk
kleine nog op Java aanwezige voorraden uit den ouden
oogst werden door de locale speculatie sterk opgedreven en
voor disponibele Snpereu.r werd het laatst
f
15V f.o.b. be-
t.aald.
Prijzen op de Hol 1 and s cli e markt waren in over-
eenstemming met de New Yorksclie termijnmarkt éveneens
stijgende en werd aan het einde der week op de termijn-
markt September levering tot
f
21.37V2 verhandeld.
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behren2 & Sons,
Manchester, d.d. 11 Januari 1922.
Prijzen van Amerikaansche katoen zijn de geheele week
Vrij vast geweest, doch vandaag gedaald op slechte berich-
ten van New York. Het achtste rapport ‘van het Census-
Bureau gaf aan, dat tot 31 December totaal 7.884.000 balen
van den oogst van dit jaar zijn gegind. Deze cijfers wer-
den als ,,bullish” heschouwd en veroorzaakten een stij-
ging, die echter niet gehandhaafd kon worden door groo- tere aanbiedingen van het Zuiden, verkoopen door Wall-
street en de slechte vraag uit de industrie, zoodat ten slotte
de markt in New York lager sloot en wel 50 punten voor
den ouden en 14 punten voor den nieuwen oogst. Liver-
pool opende eveneens flauwer, waardoor de handel ook a.l
94
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 Januari 1922
niet aangemoedigd werd. Egyptische katoen is eveneens
flauwer en prijzen zijn opnieuw lager.
De vraag naar Amerikaansohe garens blijft nog steeds onbevredigend. Van de weverijen komen slechts weinig
orders binnen en deze trachten nog de benoodigde hoe-
veelheden zoo goedkoop mogelijk te koopen, daar er nog
steeds spinners schijnen te zijn, die vrijwel elke biedin.g
accepteeren. Hoewel er dan ook ‘wat meer garens worden
afgenomen is de vraag toch te klein om de markt te ver-
beteren, zoodat dit jaar tenslotte ook zeer slecht begint.
De exporthandel in 30132, 40er en 00cr enkel voor Indië
duurt voort, eveneens in 3012 tot 6012, zoowel voor Indië als voor China. Enkele spinners van 4212 zijn nu tot April
bezet. Prijzen blijven vast, daar spinsiers bij de tegenwoor
–
dige verliesgevende prijzen niet tot verdere concessies be-
reid zijn. In Egyptische garens is de vraag naar cops
slechts zeer gering, maar in bundelgai-ens schijnt de vraag
iets beter te zijn, terwijl noteeringen over het algemeen
onveranderd zijn.
De stemming op de dovkmarkt is bepaald beter, hoewel
fabrikanten hiervan nog niet veel hebben kunnen pro-
fiteeren. Er zijn meer aanvragen aan de markt, maar over
het algemeen zijn de biedingen nog te laag en worden
slechts kleine partijen geboekt. Van het Oosten is echter
bepaald meer belangstelling en de biedingen van China zijn
wat hooger, zoodat voor deze markten enkele zaken tot
stand zijn gekomen. Indië zendt ook biedingen ‘voor
dhooties en gebleektte goederen, speciaal voor Calcutta, zoo-
dat men ook de hoop koestert, dat voor die markten spoe-
(lig wat meer zaken gedaan kunnen worden. De andere
markten toonen ook wat meer belangstelling, hetwelk over
het algemeen een gunstiger stemming aan de imarkt geeft.
11Jan. 18 Jan.
Oost. koersen. 10J2n. 17Jan.
Liverpoolnoteeringen.
T.T. op Indië . – .. 113 .j- 113
1
18
F.G.F. Sakellaridis 20,75 19,50 T.T. opHougkong 217
112
217 ‘/
Q.F. No. 1 Oomra
7,05 6,65 T.T.op Shanghai. 317’/ 316
1
1
.
COPRA.
De eerste dagen van de afgeloopen week bleven de prijzen
onveranderd, doch de laatste dagen was de stemming aan-
merkelijk vaster, de markt sluit zelfs willig met gering
aanbod.
De noteeringen zijn heden voor:
Java f.m.s., stoomend………………
f
29,-
Febuari/April aflading
.. ..
29,50
Maart/Mei …………….., 29,75
23 Januari 1922.
VERKEERS WEZEN.
Veertiendaagsch overzicht.
De markt, welke de belangstelling trok gedurende de af-
geloopen 14 dagen, was de La Platamarkt, waar de vraag
naar ruimte bleef aanhouden. Wel kwam er in de laatste
week een kleine inzinking, doch de markt sloot vast, ter-
wijl er een tiental booten werden opgenomen. Heden, Maan-
dag, blijft de vraag naar ruimte gehandhaafd en werd
3319 betaald voor een boot van handige grootte met 10
Maart ca.ncelli.ng
. Voor prompte is het cijfer ongeveer 3716.
Doordat de La Plata.markt ruimte tot zich trok, was het
aanbod van ruimte op de Noord-Amerikaansche markt van
prompte boeten minder groot. Er werd 19 c per 100 lbs.
betaald naar Continent, Antwerp Hamburg range. Thans
zijn echter de vrachten weer flauwer met 16 cent naar
één, 17 cent naar twee havens. Voor prempte ruimte naar
Italië wordt 24 cent in uitzicht gesteld, terwijl Februari-
ruimte niet meer dan 21 cent kan bedingen. Voor het Rus-
sisehe Relief Comité wordt ruimte gezocht naar cle Oostzee
tegen 27 cent en naar de Zwarte Zee voor 30 ct.
Er zijn een betrekkelijk groot aantal booten bevraolit
met suiker van Cuba naar de gebruikelijke havens in En-
geland en het Continent tegen $ 5,75 per ton. Een proanptu
boot kon echter $ 6,25 bedingen.
Van Zuid-Australië is een boot bevracht voor Februari
belading tegen 4819 met optie Sydney tegen 501-.
Bombay en deaclweight bedingt ongeveer 22/-.
De vraag naar ruimte van Wales naar het Oosten is
goed. Naar La Plata werd weer tegen 1316 afgesloten, welke
zelfde vracht echter ook van Newcastle werd bedongen.
AD VE RTENTIËN.
NIJGH
&
VAN DITMAR’S
Algem. Advertentiebureau
Wijnhaven 111-113
–
Rotterdam
Telefoon 7841-7842-7843-7861
ilollandsche
Stoomboot Maatschappij.
AmsterUam—Rotterdam.
Londen en Huli.
Leith (Gl8sgow, Edinburgh),
-.
Aberdeen en Dundee.
Liverpool, Manchest., Belfast,
Cork en Dublin
Southampton, Plymouth, Fo-
wey, Bristol en Swansea.
1(GoudkustliJn).
West-Afrika(Kameroenlijn).
i(Congolijn).
Zuid-en Oost-Afrika Walfisch-
baai tot Beira
(md)
Ruime loodsen. Spoorwegaansluiting.
Billijke vrachten. Afvaartkaarten worden
desverlangd geregeld toegezonden. De
stoomschepen vervoeren een beperkt aan-
tal
passagiers.
Zooeven verscheen:
Balansiezen
Handleiding voor Fondsen-
bezitters, Commissarissen van
Naamlooze Vennootschappen
en Studeerenden in de
Handeiswelenschap pen
DOOR
A. E. C. van Saarloos
Accountant
Prijs f2,50
Nijgh
&
Van Dilmar’s Uitgevers-Mij
Wijnhaven 111-113
Rotterdam
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK
AMSTERDAM
BATAVIA
‘s-GRAVENHAGE
AMPENAN, BANDOENG, BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,
HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEM BANG, PEKALON-
GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,
TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDEN.
Kapitaal
f
55.000.000,—
Reserven
/47.750.000,-