7 S’EPCEJII3ER 1921
AUTEURS’RECIIT VOOJ3J3E1IOUDEN.
EconomiSch~Statistische
Be r
–
“l*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL,
NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VÔOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
6E JAARGANG
WOENSDAG 7 SEPTEMBER 1921
No. 297
1
INHOUD
Blz.
HET
VRIJHANDELSCONGRES
door
Prof. Mr. G. W. J. Bruins 757
Geen verzwakking, maar verbetering der Arbeidswet nood-
zakelijk door
C. F. Stork ……………………..758
Veder-Opbouw van Oostenrijk door
Ir. 0. van Dusseldorp 760
Nederlaud en de Ontwerp-verdragen van Washington door
Mr. Dr. A. ilI. Joekes ……………………….763
Londensche Correspondentie
……………………..
765
AANTEEKENINGEN:
De Economische toestand van Nederlandsch-Indië in het
afgeloopen jaar
…………………………
766
– De Internationale Financieele en Economische toestand. .
788
BOEKAANKONDIGING:
– T. E. Gregory: Foreign Exchange, before, during and
after the War, bespr. door
Mej. Mr. E. C. van Dorp 769
INGEZONDEN STUKKEN:
– Dollar- en Pondenkoers -door
Prof. Mr. Ant.
van Gijn. 769
MAANDCIJFERS:
Emissies in Augustus
1921 ……………………
770
Handelsbeweging over de maand Juli
1921 ……..771
STATISTIEKEN
EN OVERZICHTEN
………………
772-779
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankataten.
1
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J.
Bruins.
A88i8tenS-Redacteur voor
hel
weekblad: D. J.
Wansink.
Secretariaat: Pieter de
Hèoghweg
1, Rotterdam.
Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.
Telef. Nr. 8000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.
Abonnementspri.js voor het weekblad franco p. p.
in Nederland
f 20,—. Buitenland
en
Koloniën f 25,-
per
jaar. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het instituut uitgaande
ontvangen de abonn.é’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0.50 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uit gevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
5 SEPTEMBER 1921.
1i tien toostaijd van dc geidmarkt kwam ook deze
week weder weinig verandering. In verband met de
maandswisseling was do vraag naar geld wellicht nog
grooter -dan do vorige weken; aangezien er echter
reeds sedert geruimcn tijd geen of bijna geen geld
voor particulier disconto beschikbaar is, kwam dit
niet tot uitdrukking in de noteering. Ook nu veer
werden af en toe kleine posten drie-maandspapier
voor 4% pOt. afgedaafl en was er alléén voorbijgaand
vraag vobr 3
a
4 weeks schatkistwissels tot -beduidend
lagere rente.
Cailgeld was eveneens weder sterk gevraagd. Daar-
entegen was •de prolongatierente weder laag. Aan-
vankelijk nog 3% pOt. noteerend, liep deze Dinsdag
tot 2% püt. terug en -bleef verder op deze hoogte. Zoo-
lang de effectenmarkt nietuit haar lusteloosheid is
los te maken, zal deze rente wel steeds abnormaal laag
blijven. – –
De wisselmarkt was de afgeloopen week zeer flauw.
lle wissels liepen meer of minder sterk terug. Voor
Marken en Pransche franes bleef deze
• -daling aanhou-
den. De andere wissels waren in de tweede helft der
week prijshou-dend of,
zoals
vooral dollars, eerder
weder opioopen-d.
LONDEN,
3
SEPTEMBER 1921.
In het begin van de week was geld schaarsch, maar
vanaf Woènsdag was het zeer gemakkelijk te verkrij-
gen. Het uitbetalen van rente door den Staat,
tot een bedrag van £ 23.000.000,—, droeg er onder
meer toe bij •de markt met geld te overstroomen, het-
geen een belangrijke daling dor koersen tea gevolge
had. .E[ernieuwing van daggel-d was tot Woensdag
4 pOt., daarna daalde de koers – t-ot 3% pOt. en zelfs
lager.
Nieuw geld begoh eveneens met 3%-4 pOt. en
sloot op 2% pOt.
.
t
Zeven-daags geld nog steeds 4 pOt.
De groote overvloed van geld en de scliaarschtc van
wissels had ook invloed op de discontorna:rkt, waar
het volgende betaald werd:
2-maandspapier
4%—
°
/i(; pOt.
,,
4X 1)Ot.
4%—
pOt.
0- ,,
,,
,,
4%
pOt.
•
– HET VRIJHANDELSCONGRES.
Over enkele dagen zal te Amsterdam het Iiie In-
ternationale Congres voor -den Vrijhan-del een aan-
vang nemen, het congies, dat ih September 191.4 zou
hebben plaats gevonden, indien de -oorlog niet tus-
sehenbeide -was- gekomen.
Reeds ging in October
•
van verleden jaar ccii con-
ferent-ie vooraf, aan welke conferentie Nederlanders-
een werkzaam aandeel nam-en.
Thans een Congres. Juichtonen over behaalde in- –
omfen zullen op dit congres niet weerklinken. i)e
tijden, -dat de voorstanders van den vnijhandel hun-
beginsel binnenkort in -de wereld meenden te zullen zien zegevieren en -dat -de vrijhandeisgedachte zich
1)
Ze het nummer van
25
Augustus
1920,
blz.
737
en
747,
en voorts een verslag der conferentie in het nummer-
van
27
Octdber
1920 blz.
929. –
758
1
ECONOMISCH-STATISTISCHE’BERICHTEN’
7 September 1921
stevig verankerd mocht weten in het alom veidwin-
nend liberaal beginsel, zijn lang voorbij. Nieuwe pro,
tectionistische stroomingen kwamen reed.s in de tach-
tiger jaren van de vorige eeuw naar voren en defen-sief werd sedert dien de positie van ‘den vrijhandel.
Lichtpunten bleven ook daarna niet ontbreken. Met
name werd de groote strijd, in het ‘begin dezer eeuw
in Engeland gestreden, gewonnen op een wijs, die den
voorstanders van het vrijheidsbeginsel gerechtvaar-
digde voldoening nocht geven.
Thans saat de wereld voor. de .ontzaglijke taak in
den chaos, dien de oorlog ons gebracht heeft, een
nieuwe orde in het leven te roepen.
De oorlog, zelf aan ‘het beginsel van den vrijen han-
del in den hieest voistrekten zin tegengesteld, heeft
aan het streven naar nationale afsluitiig nieuw voed-
sel gegeven. Het valutavraagstuk, de internationale
verschillen in productiekosten, doen in de landen,
wier ruilmiddel het minst geleden heeft, stemmen op-
gaan naar maatregelen van afweer, ‘onder den on-
eigenilijken naam van anti-dumpingmaatregelen en in
enkele landen is aan die roepstem gehoor gegeven.
Tot deze landen behoort ‘Engeland, zij het, dat de al-daar tot stand gekomen regeling in haar definitieven
vorm er veel minder gevaarlijk uitziet dan aanvan-
kelijk te verwachten was.
Voldoende om te doen zien, dat de voorstanders van
den vrijen handel staan voor een zware taak. Een taak
van voorlichting in de eerste plaats.
Deze voorlichting is een moeilijke. Niet alleen
heerscht er over het wezenlijk karakter van het
valutavraagstuk ontzaglijk veel wanbegrip, maar bo-
vendien heeft de voorstander van den vrijen handel
het nadeel, dat hij tegenover het eenvoudige en
schijnbaar sluitende betoog van de tegenpartij steeds
een veel ingewikkelder redeneering moet stellen.
Feiten, die zijn betoog ondersteunen zijn er genoeg
– heeft niet Amerika, het land met de hoogste be-
scherming, op het oogenblik tegelijk de gr’ootste werk-
loosheid -, maar het betoog eischt van den hoorder
doordenken en begrip voor den samenhang der ver-
schijnselen. Verliest deze voorlichting hierbij iets van
het absolute en dogmatische, dat haar dikwijls is eigen
geweest en toont zij een open ‘oog te hebben voor ‘de
bijzondere omstandigheden van ieder oogenblik en
ieder land – ‘het kan aan de zaak van den vrijhandel
slechts ten goede komen..
De agenda van het Congres toont, ‘dat men de
groote vragen van het oogen’blik niet uit den weg
gaat. Het’ eerste onderwerp waarbij het verband van
vrijhandel met werkloosheid, met bonen, met pro-
ductie en met koopkracht aan de orde komt, voert
ons midden in het terrein, waar voorlichting het
meest noodig is.
Het laatste ‘onderwerp van de agenda is getiteld:
Het ethisch element in den vrijhandel. Velen zullen
dit onderwerp met buitengewoon genoegen op .de
agenda aantreffen. Vijf praeadviezen zijn onder dit
hoofd aangekondigd. Van harte mag worden ge-
hoopt, dat op het Congres deze zijde van het vraag-
stu.k volle belichting vinde. , B.
GEEN VERZWAKKING, MAAR VERBETERING
DER ARBEIDSWET NOODZAKELIJK.
Inhet nummer van dit weekblad van’ 10 Aug. komt
een artikel voor van den heer Schaper, waarover ik,
zij het ook wat laat, wel iets in het midden wil bren-
gen. Indien een gezaghebbend man, een der leidende
figuren van zijn partij in het Parlement, als de heer
Schaper, over de Arbeidswet zijn stem doet hooren,
mag hij verwachten, dat daaraan aandacht wordt ge-
schonken, als men het niet met hem eens is. Al ben
ik met hem van oordeel, dat niet op verzwakking
van de wet mag worden aangestuurd, onze meenin-
gen verschillen, waar ik verbetering, waardoor de
wet niet verzwakt, maar werkelijk uitvoerbaar en dus
versterkt zal worden, dringend noodzakelijk acht.
Het is ook waarschijnlijk, dat de heer Schaper en
.i’k er een verschillende meening op nahouden over wat
onder verbetering is te verstaan; aan den anderen
kant zal een groot doel .van de industrie in haar oor-
deel aan mijne zijde staan. Deze heeft aan de wet een
,,fair
,
trial” gegeven, zonder dadelijk op groote wij-
zigingen aan te dringen, hoe moeilijk uitvoerbaar de
voorschriften •ook waren; nu de Minister, die deze
ontwierp, zelf met wijzigingsvoorstellen komt, is het
noodzakelijk, ‘dat ook industrieelen hun stem doen
hooren over de wijzigingen, die
zij
noodig achten.
Laat ik beginnen van
mijn
zijde de hoofdvraag te
stellen: moet de 45-urige werkweek worden gehand-haafd? Sedert 27 Oct. 1920 is de nieuwe wet in wer-
king; zij werd ingevoerd toen de dreigende malaise
in de industrie langzamerhand scherper vormen aan-
nam. Dientengevolge waren aan den eenen kant de
omstandigheden voor de groote ver.kor’ting, die de
wet voorschreef, gunstig, want tal van bedrijven had-
den door werkgebrek behoefte an verm’indering van
werktijd, zoo ze al niet ‘tot geheele stopzetting ge-
dwongen waren. Aan den anderen kant zagen ver-
schillende andere bedrijven alleen nog ‘kans in gang
te blijven, mits hunne onkosten’ belangrijk daalden.
Dat ‘was alleen mogelijk
bij
langeren werktijd, waar-
door ‘de totale loonkosten kunnen dalen,
bij
behoud
van eenzelfde weekloon of zoo gering mogelijke ver-mindering daarvan. Een groot deel van de industrieele
bedrijven, die thans nog geen behoefte aan verlen-
ging van den werktijd hebben, omdat er geen werk is,
zullen zoodra ‘de omstandig.hedeü iets veranderen,
alleen weer tot vooruitgang kunnen komen, als zij wat
werktijd en daardoor onkosten betreft n’iet
bij
het
concurreerencie buitenland worden achtergesteld. Aan
veel op dergelijke overwegingen gegronde verzoekén
tot verlenging van
werktijd
door’ verschillende in-
dustrieën – ik herinner aan het éclatante voorbeeld der
Goudsche Kaarseiifabriek, – moest de Minister, zij
het met geforceerde wetsuitlegging, gehoor verleenen.
Wel werden
‘dikwijls
buiten de wet liggende voor-
waarden gesteld, maar waar de werkgevers deze niet
wenschten te aanvaarden, deed de Minister in het be-
lang der industrie en .der werklieden goed ze te laten
vervallen. Het ging hier overal om
werktijden
belang-
rijk ‘boven ‘de 48 uur; over 45 uur wer.d daarbij wel
niet meer gedacht!
Van de hoofdzaak op de punten van de tweede
orde overgaande, is vast te stellen, dat tallooze ver-
gunningen verleend moesten worden voor overwerk
van tijdeljken aard en op bepaalde oogenblikken voor
reparaties, enz., waaraan
altijd
d’e arbeids-inspectie
te pas moet komen. Als een voorbeeld uit de practijk
kan ik mededeelen, dat een machinefabriek, waar men
tracht de wet consciëntieus uit te voeren, op een
gegeven oogenblik 64 verschillende
soort eiz
van werk-
tijden op groote papieren brieven aangeplakt had.
Het komt mij, dit wetende, waarschijnlijk voor, dat de
arbeids-inspectie, die hiervoor veel administratief
werk moet doen, sedert de invoering der wet, ondanks
grooten ijver, eigenlijk geen
tijd
meer heeft voor
eenig ander ernstig en nuttiger werk, maar geheel in
de paperasserj dreigt onder te gaan. En dit alles
geschiedt aan hèt groene hout van groote bedrijven
op plaatsen, waar contrôle betrekkelijk gemakkeljk
is. Wat het ‘dorre betreft, de tallooze oncontroleer-‘
bare, middelbare en klein-bedrijven ……? Zoude de
voorspelling, dat deze wet op den duur een copie
van een niet-uitgevoerde Zondagsw’et zoude worden,
voor deze bedrijven reeds thans zijn uitgekomen?
In de derde plaats is in de practijk gebleken, dat
de regeling van den arbeid in continu-bedrijven vol-
gen het systeem der’ wet, volstrekt onhoudbaar is.
Om do wet uit te voeren, zouden deze bedrijven met
4 ploegen moeten werken, tegenover 2, hoogstens 3
ploegen in het buitenland. Over de financieele gevol-
gen daarvan behoef ik wel niet uit te weiden?
Zoo is, indien ik
mij
niet vergis, in groote trekken
het resultaat van de Arbeidswet-Aaiberse.
• Van dit alles schijnt tot den heer Schaper niets
te zijn doorgedrongen; hij leeft schijnbaar, nog in het
7 September 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1
759
zalig bewustzijn, dat alle beloften van de in zijne
oogen veelbelovende wet in vervulling zijn gegaan.
Een poging tot verbetering – daargelaten of deze
geslaagd mag worden genoemd -, moet in zijn oogen
op verzwakking van de wet uitloop’en.
Van de hoofdzaak, de 45-uren-week sprekend, kent
hij ,,geen dankbaarder onderwerp voor een jongen
man, die wil zijn een geleerde op economisch gebied” 1
Maakt men zich z66 af van een eenstemmig geuit be-
zwaar van de geheele industrie, en mag ik er niet
bijvôegen, van ons belastingbetalers, die met leede
oogen de dure 45-urige week in Rijks- en Gemeente-
bedrijven zagen ingevoerd?
Begrijpt de heer Schaper nu nog niet, dat, ter-
wijl de geheele wereld hoogstens tot de 48-urige
werkweek overging, in heel wat soepeler wetten en
onder heel wat minder strenge contrôle, onzë ‘groot-
doenerij met de 45-uren-week niet vol te houden is?
Of zoude de schrijver meenen, dat ons volkskara’kter
Nederland bij uitatek geschikt maakt voor deze proef-
neming? Strookt het speciaal met ons karakter in
minder tijd evenveel of meer te doen dan een Duit-
scher, Belg, Zwitser of Engelschman? Ligt het
niet veeleer in onzen aard wel wat langer te
willen werken, maar per tijdseenheid wat minder te
doen? Ik zeg met deze opmerking niets geen kwaads,
ik meen’ alleen op een algemeen bekend punt in ons
volkskarakter te mogen wijzen en al wie in de afge-
loopen jaren dikwijls gelegenheid had Belgische
(speciaal Waalsche) en Duitsche werklieden met Hol-
landsche werklieden van hetzeifde kaliber te verge-
lijken, zal mij gelijk geven. Maar daarom is het een
groote fout geweest juist ons volk tot de 45-uren-
week te willen dwingen.
De heer Schaper voelt dit misschien wel een beetje
waar hij zegt, dat er ,,wer.keljk bezwaren zijn”, maar
deze zijn volgens hem ,,te ondervangen, evenals de be-
zwaren tegen den vrijhandel in deze moeilijke dagen
ondervangen moeten worden, nl. door verhoogde
energie ‘bij de bedrijfsleiding, door een beter werk-
systeem, desnoods, enz.”
Dit is wel een merkwaardig zinnetje in zijn be-
toog. Op een vroegere plaats werd wat smalend over
,,werkgevers en liberale economen” gesproken, die,
evenals waarschijnlijk, volgens zijn meening, het
vriendelijk aangeduide ,,ondernemerdom”, met ,,ver-
beten en onverbeten woede de insteffing van den
8-uren-dag gadesloegen”; thans wordt een bijna aan-
doenlijk beroep gedaan op derzelver energie
bij
de ‘be-
drijfsleiding, en hun verzocht om maar eens te zorgen
voor betere outillage! Hoe is de heer Schaper tot de
wetenschap gekomen, dat onze fabrieken achterlijk
zijn ingericht of meent hij, dat de nieuwe wettelijke
bepalingen reeds uitvinders hebben gekweekt, •die
uit de werktuigen veel meer wten te halen? Wel
heeft de wet tot het maken van vele uiterst kostbare
uitbreidingen genoodzaakt, maar een voordeel is dit
zeker niet en van het andere effect kwam mij tot nog toe niet ‘ter oore.
En wat die verhoogde energie bij de bedrijfsleiding
betreft 1 Beteekent dit een aansporing tot meer mili-
tair beheer op oud-Duitsche wijze, zoo vrees ik, dat
de door hem gedachte resultaten ‘bij dergelijke ‘behan-
deling van onze Hollandsche werklieden zullen uit-
blijven. Ik waag de vraag, of ‘s heeren S.’ vakver-eenigingsvrieuden hem dankbaar zullen zijn voor
dezen raad, vooral als
,,desnoods
een beter werk-
systeem” – hiermede is zeker aan Taylor gedacht –
wordt ingevoerd? Ik zal daar verder niet op ingaan,
maar curieus is inderdaad de vergelijking van de ge-
volgen onzer arbeidswef met die der buitenlandsche
protectie. Die protectie is een ramp voor onze export-
industrie, door toedoen van anderen over haar ge-
bracht. Zien we kans ons daartegen te verweren zon-
der groote nadeelen voor onszelf, dan zal niemand aar-
zelen, dit te doen. Met de 45-urige week echter snijdt
ons eigen staatsgezag ons willens-en-wetens in het
vleesch en de industrieele leiders moeten dan trach-
ten terecht te brengen, wat sociale chirurgen in en-
bekendheid met de eischen van de practijk hebben
bedorven.
Om tot ‘s heeren Schaper’s betoog terug te keeren,
in tegenstelling met hem meen ik, dat wij den Mi-
nister dankbaar moeten zijn, dat hij over wetswijzi-
ging denkt. Niet voldaan echter, want vôôr alles mag
van hem gevraagd worden den moed te hebben, het
aantal van 45 uren per week in 48 te willen ver-
anderen. Daartegen zal dan wel een klein stormpje
opsteken, maar ik meen te durven voorspellen, dat in
het licht der ervaring in de laatste jaren opgedaan,
een meerderheid in de Tweede Kamer voor deze
wetswijziging te vinden moet wezen.
Indien dit in de eerste plaats geschiedt, kan de
wenschelijkheid en uitvoerbaarheid der voorstellen tot wijziging, die de Minister thans aan den Hoogen
Raad van Arbeid om advies heeft gezonden, aan de
opgedane ervaring worden getoetst.
Boven het getal van 48 werkuren per week zullen
tal van algemeene uitzonderingen moeten ‘worden toegelaten aan bedrijven, die deze verlenging drin-
gen’d noodi,g hebben; dit is ook ‘op de Haagsehe bu-,
reaux thans wel voldoende bekend, en de wetswijzi-
gingen moeten in hoofdzaak dienen om aan deze ge-
dachte uitvoering te geven.
De ‘heer Schaper zet uiteen, hoe de Minister op
grond van overleg tusscheii werkgevers- en yakver-
eenigingen ôf een andere ,,’behoorlijke vertegenwoor-
diging van werkgevers en arbeiders uit een bedrijf”
algemeene overwerk-vergunningen zoude willen ver-
benen. – Hij is beducht, dat de vakvereenigingen
niet krachtig genoeg zullen zijn voor de hun toege-
dachte taak. – Ik del deze angst niet, ik meen in-
tegendeel op grond van de ervaringen door de proef-
konijntjes van ‘den Minister op dit terrein reeds op-
gedaan, dat ‘te vreezen is, dat een vakvereenigingsbe-
stuur om minder gewilde werkgevers te treffen, wel
eens opzettelijk obstructie zoude kunnen voeren. –
Het is daarom zeker noodig, dat de Minister zich de
bevoegdheid voorbehoudt, ondanks een afwijzende be-
slissing van een
dee’
der vakvereenigingen, goedkeu-
ring tot verlenging te geven indien een ander deel
zich daarvoor verklaart. – Er is een ander bezwaar
tegen deze adviezen der vaitvereenigingen, n.l. dit,
dat in een bedrijf waarin ‘betrekkelijk weinig georga-
niseerden zijn, een minderheid den doorslag kn
geven. – Toch meen ik, dat men, waar het
gehe eis
bedrijven betreft, waarin goed georganiseerde verte-
genwoordigingen van werkgevers en werknemers be-
staan,’ van het hier door den Minister gedachte over-leg, met wat goeden wil van weerszijden, gebruik zal
kunnen maken. – Daarnaast verwacht ik echter in
tegenstelling met den heer Schaper, die een andere
,,behoorlijke vertegenwoordiging” met suprême min-
achting behandelt, dat meestal juist van die andere
soort, de fabrieksvertegenwoordiging, gebruik zal moe-
ten worden gemaakt. – Dit geldt in al die gevallen
– en dat is de overgroote meerderheid – waar niet
geheele ‘bedrijven maar ondernemingen, om welk
reden dan ook, overwerkvergunningen voor langeren
termijn en voor het geheele of een groot deel van hun personeel noodig hebben. Het verzoek tot een zooda-
nige vergunning, mits behoorlijk gemotiveerd en in
samenwerking met een vertegenwoordiging van het
personeel door den werkgever ‘gedaan, zal den Minis-
ter als grondslag tot het verleenen eener vergunning
moeten strekken. Natuurlijk zal de Minister voor de goede werking van een vertegenwoordiging als hier
bedoeld, waarborgen moeten stellen en de wet kan
b.v. bepalen, dat van de in zulk een vertegenwoordi-
ging genomen besluiten een behoorlijk proces-verbaal
wordt opgemaakt. Van een wetsbepaling als hier be-
•doeld kan opvoedende kracht uitgaan, want in tegen-
stelling met den heer Schaper, die het deukbeeld van
den Minister al ,,voor alle werkgevers in achterlijke
bedrijven om van te watertanden” vindt, meen ik dat
in bevordering van het hier bedoelde overleg een
groots prikkel tot vooruitgang ligt, ook in de richting
van medezeggenschap ‘door den heer Schaper wen-
760
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7
September 1921
schelijk geacht Waarom zoude de liefde daartoe plot-seling verslappen als het op daden aankomt?
Natuurlijk moet hij toepassing van de door mij
en vele anderen voorgestane wetswijziging, die in
de richting van den Minister gaat, maar van wat
wijder strekking is en ten gevolge kan hebben, dat de
arbeids-inspectie, weer wat uit den stroom van papier
opgedoken, in het werkelijke arbeidsleven wordt
teruggebracht, het werkuren-minimum per week waar-
van algemeene overwerk-vergunning kan worden ver-
leend, anders worden aangenomen dan door den Mi-
nister voorgesteld. De Minister spreekt van 2500 uren
per jaar. Deze zouden in ieder geval te verhoogen zijn
met 52 maal 3 uren ten gevolge van de basis-ver-
hooging van 45 op 48 uur per week, dus te brengen op 2650 uur. Met den beer Schaper ben ik ‘het eens
dat hierin een element van willekeur is gelegen. In
sommige bedrijven, waarin veel gedwongen vacantie voorkomt, zoude dit misschien tot te lange, in andere
tot te beperkte werkweken kunnen leiden en niet
overal zonde de lange wekelijksche werktijd gelijk wèl
in het bouwbedrijf, te verdedigen zijn. Het komt mij
dus beter voor, naast het jaarmaximum, een maxi-
mum aantal weekuren te stellen, dat op 54 en 56 ware
aan te nemen. Het laatste cijfer schijnt wellicht wat
willekeurig, maar men verge’te niet, dat het hier om
een
werkelijk
maximum gaat en bedenke bovendien,
dat het cijfer 56 toch als regel zal moeten gelden voor
de zoogenaamde continu-bedrijven.
Over deze laatste nog een enkel woord. De in de
wet neergelegde regel is volkomen onhoudbaar ge-
bleken. Om één voorbeeld te noemen, zoude een con-
cu’rreerend hoogoven-bedrijf hier te lande uitgeslo-
ten zijn, daar dit bedrijf met vi’er ploegen zoude moe-
ten werken. Ditzelfde geldt voor tal van andere bes’
drijven. Het is noodzakelijk voor continu-bedrijven
het drie-ploegenstelsel mogelijk te maken en dit kan
alleen geschieden met een werkweek van 7 X 8 = 56
uren. Natuurlijk zal een verstandige arbeids-inspectie
kunnen zorgen, dat bij ploegverwisseling een vol-
doende Zondagsrust gewaarborgd zij, maar men
trachte dit toch niet alles in de wet en in bestuurs-
maatregelen vast ‘te leggen.
Naast de algemeene overwerkvergunningen zul-
len speciale vergunningen als tot dusverre door de
arbeids-inspectie verleend, ook in de ‘toekomst noo-
dig blijven. De arbeids-inspectie heeft in de afgeloo-pen jaren groote ervaring in dat opzicht opgedaan en
zoude tal van -vereenvoudigingen en verbeteringen
weten aan te geven, mits zij het oog vestigt ‘op de
eischen der practische toepassing. Het komt mij voor dat met deze ervaring
bij
de ontworpen wetswijziging
niet voldoende rekening is gehouden; ik zal op dit
punt thans niet nader ingaan, maar hoop, dat de
Minister het met een definitief ontwerp nader onder
•de oogen ziet. Het is, om mijnerzijds te besluiten, een
der groote fouten van deze wet. evenals helaas van
onze verdere sociale wetten, dat ze alles aan het papier
opdraagt, niets aan de mensehen overlaat. Ook in dat
opzicht zou de Minister door vereenvoudiging der
bepalingen van de wet groote verbetering kunnen
aanbrengen. Hij zonde werkelijk huiveren als hij de
muurvlakte papier eens bezag, die in één groote fa-
briek alleen reeds noodig is voor de arbei’dslijsten, die
nooit door iemand worden ingekeken, laat staan of
het voor iemand noodig is dit te doen. Maar aan de
lust tot paperasserij is voldaan. Is dit ook iets voor
de Bezuinigingscommissie? –
Op een andere zaak wensch ik ten slotte de aan-
dacht te vestigen. Men zal tegen de ‘boven zeer in het
kort ontwikkelde denkbeelden over wetswijziging
kunnen aanvoeren, •dat deze in
strijd
zijn met de
Washingtonsche Conventie.. Dat is zeker geen be-
zwaar, dat gewicht in de schaal mag leggen. De on-
vereenigbaarheici van wat voor ons land en industrie
noodig is, met de bepalingen der conventie, is een
reden te meer om deze niet te teekenen. Ook zonder
deze reden zijn er anders afdoende om niet in te
gaan op deze conventie, die ons voor 10 jaar in een
onveranderbaar economisch verband zoudo brengen
niet met de groote industriestaten, die terecht wei-
geren de conventie te onderteekenen, maar met
Griekenland en wie nog iseer?
De Tweede Kamer moge om de voorbereiding van
een goede en noodzakelijke wijziging der Arbeidswet
mogelijk te maken haar veto uitspreken over het
wetsontwerp ter onderteekening van de conventie,
velks verwerping zelfs door de Regeering, die het
pour acquit de conscience indiende, waarschijnlijk
niet ernstig zoude worden betreurd.
En daarna moge zij de noodzakelijke verbetering
der Arbeidswet zoo spoedig mogelijk tot stand weten
te brengen; de moeilijkheden voor de industrie wor-den met den dag grooter.
C. F. STORK.
WEDER-OPBOUW VAN OOSTENRIJK.
Volgens hei rapport van de Financieele Commissie
uit den, Volicenbond.
Nadt in 11919 en 1920 verschillénde credieten tot een totaal bedrag van ongeveer £ 30.000.000,— aan
Oostenrijk waren verleend, heeft einde 1920 de ‘Ween-
sche Sectie van de Commission de Répa.ra.tion, onder
Voorzitterschap van ,Sir William Goode, een voorstel
tot crediet-verleening van zrerdere £ 50.000.000,— uit-
gewerkt.
Dit voorstel is op de conferentie der geallieerden
van, ‘Januari te
Parijs
verworpen, waarop spoedig
daarna
het plan Louchewr
opdook, waarbij het voor
weder-opbouw van Oostenrijk benoodigde crediet zou-
de gegeven worden door een op te richten particuliere
Maatschappij met 200 tot 250.000,000,— francs, waar-
bij ‘dus het crediet niet door ‘de Regeeringen doch ‘door
particulier kapitaal ioude worden verschaft.
De Fransche zocywel als de Engelsc’he ‘Banken hier-
over geraadpleegd, bleken echter niet geneigd daar-
op serieus in te gaan, want hoewel zij niet bepaald
weigerden, gaven ‘zij toch te kennen dat ‘waar het
geven van crediet aan Oostenrijk ook een sterke ‘po-
litieke zijde ‘had, n.1. het rustig ‘houden van 1id’den-
Europa, zij het voor noodzakelijk achtten dat door
de diverse regeeringen de te geven credieten geheel
of althans gedeeltelijk gegarandeerd ‘zouden worden
Toen nu ook
hei plan Loucheur
van de ‘baan was,
heeft de Oostenrijksche Regeering, geconstitueerd op
een parlement ‘da’t ria de laatste verkiezingen een niet
socialistische meerderheid vertoonde, den wensch te
kennen gegeven door ‘de geallieerden gehoord te ivor-
den, ‘omtrent hare plannen van reorganisatie, die zij
tot redding van Oostenrijk meende te kunnen door-
zetten, :zoodra er waarborgen waren dat van de zijde
der geallieerden een voldoend crediet zou worden be:
willigd.
Als gevolg van deren wensch werden van
1-17
Maart te Londen besprekingen gehouden
tussehen de financieele afgevaardigden der Oostenrijksehe Repu-
bliek, als resultaat waarvan op
17 Maart
eens verkla-
ring door de geallieerden werd bekend gemaakt waar-bij ide ‘Regeeringen van Engeland, Frankrijk, Italië en
Japan zich bereid verklaarden hunne vorderingen op
Oostenrijk voor een aantal jaren ‘te ‘verschuiven op
conditie, dat andere crediteuren hetzelfde zouden
doen en op voorwaarde, :dat de Oostenrijksche Regee-
ring de toepassing van het internationale crediet-
schema van den volkeiibond op hare financiën zoude
aanvaarden, en het toezicht hierop aan ‘de financieele
commissie van den ‘volkenbond zou worden opge-
dragen.
In bars vergadering te Parijs op 2
8181 Maart
ver-
klaarde ‘bovengenoemde financieele tommissie zich bereid de haar ‘opgedragen taak ‘te aanvaarden, mits
vooruit vaststond, dat enkele grondvoor.waarden zoo-
wel van Oostenrijksche als van Entente-zijde, werden
aanvaard. Deze g
r
o
n
drvoo
r
waa
rden bevatten in ‘hoofd-
zaak, dat alle bestaande schulden voor ongeveer 20
jaar zouden ‘worden uitgesteld; dat de nieuw te
ma:ken schulden steeds preferent zouden blijven, ‘ook
nk afloop van ‘die 20 jaar; dat de geallieerden bij de
7 ‘September
1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICËTEN
761
te houden conferentie in Porto Rosa er op zouden
aandringen, dat zooveel mogelijk de vrije handel tus-
schen Oostenrijk en de vroegere successiestaten zou
worden bevorderd, terwijl men van Oostenrijksche
zijde reeds in principe zoude garandeeren, •dat ‘het
uitschrijven van een binnenlandsche leening ter be-
ein’diging der bankbiljetten-productie en het sluitend
maken der begrooting, zoodra dit verlangd werd,
zoude doorgevoerd worden.
De finacieele Commissie stelde verder als voor-
waarde tot de onderneming harer taak, idat aan haar
als trustee zoude worden opgedragen de administratie
van de Oostenrijkscha onderpanden, dat hare toestem-
ming noodig ‘zou zijn tot het uitgeven van buiten-
landsche leeningen en dat ‘zij het toezicht p deze lee-
ningen zoude hebben.
Toen hieromtrent overeenstemming was verkregen
heeft de financieele Commissie een delegatie, bestaan-
de uit de heer,en M. E. Glückstadt, M. Avenol en
Sir Drummond Drummond Fraser (organisator van
de Internationale Volkenbond-credieten) ‘uitgezonden
naar Weenen, welke commissie ru-au 15 April tot 10
Mei te Weenen de credietaangelegenh’eid bestudeerde
en aldaar een aantal personen van de meest uiteen-
loopende richting en positie heeft geraadpleegd.
Deze delegatie is te Londen ‘teruggekeerd na over-
eenstemming te hebben gekregen met de Oostenrijk-
sche Regeering •over de te •nemen maatregelen en na
van alle politieke partijen de schriftelijke toezegging
te hebben ontvangen dat zij ‘deze maatregelen zouden
steunen; zij heeft haar rapport uitgebracht aan de
financieele Commissie waarop op 31 Mei door den
Volkenbond aan de geallieerden kennis werd gege-
ven van het definitieve plan ‘tot reconstructie der
O ostenrijksehe financiën.
‘S
*
S
Zooals reeds boven medeedeeid werd ‘heeft de dele-
gatie te Weenen haar onderzoek niet eerder aange-
vangen ‘dan na verkregen zekerheid, dat zij ‘van de
Oostenrijksche Regeering medewerking zonde ‘hebben
bij een eventueele doorvoering van een hervorming
van het muntsysteem en dat de Oos’tenrijksche Re-
geering (bereid was zelf, door verschillende ingrij-
pende maatregelen op het, gebied ‘harer staatshuis-
houdkunde, krachtig mede te helpen. De Oostenrijk-
sche Regeering heeft daarop nog tijdens het verblijf
der delegatie te Weenen ‘een program van actie in-
gediend, dat door deze grootendeels werd aanvaard.
De delegatie nu heeft de ‘opsteflin,g van ‘haar ‘defi
nitief program verder eerst aangevangen, nadat ‘zij ‘de
principieele vraag had overwogen of eene poging tot
reconstructie van Oostenrijksch financiën recht van
bestaan had, ‘aangezien ‘toch veelal wordt Ibeweerd,
dat de Oostenrjksehe Republiek in haar tegenwoordi-
gen vorm, bestaansmogelijkheid noch toekomst ‘heeft
en in elk geval ‘tot ondergang gedoemd ‘is. Bij haar
desbetreffende onderzoek kwam de delegatie tot ‘de
conclusie, dat de vraag omtrent •de bestaansmogeljk-
heid in gunstigen zin kon worden beantwoord, ‘zoodra
er verondersteld mocht worden, dat het tegenwoor-
dige Weenen nog recht van existentie ‘heeft. De ver-
schillende provincies van Oostenrijk, wijken in ‘geen
enkel essentieel punt af van gelijk gesitueerde stre-
ken van andere bestaande landen (vergelijk Tirol
tegenover Zwitserland), zoodat ‘gevoegljk ‘kon vorden
aangenomen, dat zij kunnen voortbestaan onafhanke-
lijk van de omstandigheid tot welken staat zij toe-
vallig ‘behooren. .
Te Weenen ec’hter is een overgroot aantal per-
sonen aanwezig, dat onproductieven of ‘geen arbeid
verricht, terwijl een onnoemelijk aantal staatsambtena-ren en dergelijke geëmployeerden van de oude Donau-
monarchie het staatsbudget onevenredig drukken.
De ‘delegatie heeft nochtans de overtuiging ver-
worven, dat Weenen als handels-centrum tusschen
Oost en West een goede toekomst tegemoêt gaat en
dat, ‘mits van regeeringswege ‘krachtig wordt inge-
grepen, de thans niet of op verkeerde wijze werk-
zaam zijnde personen, vanzelf een ‘nuttig emplooi
kunnen vinden. Reeds ‘thans schijnen te Weenen weer
verschillende beurzen en centra ‘van handel geves-
tigd te zijn, die kort na November 1918 uit natio-
ualistische overwegingen naar Praag en ‘elders waren
verlegd. Geographie laat zich ten slotte niet dwin-
gen, en de gunstige ligging aan waterweg en spoor-
weg, het zeer ‘goed internationaal ontwikkelde bank-
wezen, ‘de vele voordeelen die Weenen als tijdelijke of
blijvende ‘woonstad biedt, zullen ook ‘hier op den
duur den ‘doorslag geven.,
*
* *
Als ‘hoofdoorzaak van den deplorabelen . toestand, waarin op het oogenhlik de Republiek Oosténrjk ver-
keert, noemt de delegatie de enorme toename der ‘cir-
culatie en, voor zooverre de stagnatie ‘in handel en
industrie aangaat, de onstabiliteit van de Kroon.
1. Als verste en voornaamste maatregel. acht zij,
en met haar ‘de’ Oostenrjksche Regeering, ‘de directe
invoering van een nieuwe ‘bank en een nieu’we, sta-
biele munteenheid, absoluut’ noodzakelijk. ‘Zij ver-
wacht, zoodra dit nieuwe Instituut gecreëerd zal zijn,
een stabiliseering van de Kroon en als gevolg daar-
van een terugkeer vân vertrouwen, dat momenteel
ten eenen male ontbreekt.
Door ‘dit toenemen van vertrouwen zal het moge-
lijk zijn een:
Brwtenlcindsche leening te pla.sen.
‘Deze
Binnerilandsche leening zal moeten dienen, om een einde te maken aan de fabricatie van Kronen-biljet-ten, wat een eerste vereischte is voor d’e stabilisee-
ring van de Kroon. Slaagt ‘deze Binnenlandsche lee-
,ning dan zullen vanzelf verschillende, ‘thans aan de
circulatie onttrokken gelden voor nuttig gebruik dis-
ponibel komen.
Evenwicht in de beqrooting.
De Oostenrijk-
sche Regeering is bereid door beperking der uitga-
ven en verhoôgingen der inkomsten al het mogelijke
te doen om de begrooting sluitend te maken. Zij heeft
zich verplicht de enorme toeslagen, die thans nog op
verschillende levensmiddelen worden gegeven, zoo
spoedig mogelijk te doen verdwijnen ‘en deze toesla-
gen zijn thans zoo beduidend, dat alleen het verdwij-nen daarvan door velen voldoende wordt’ geacht, om het nadeeli’g saldo in de betalingsbalans geheel op te
heffen..
Contrô’e.
De Financieele Commissie behoudt
zich het recht van contrôle voor, waardoor ‘de (waar-
borg aanwezig zal zijii dat’ strikt de hand ‘gehouden
wordt aan een eenmaal vastgesteld plan.
Buitenla.ndsche Crediete’n.
‘De Oostenrjksche
Regeering heeft zich alleen bereid verklaard haar
rigoureus hervormingsplan door te voeren op conditie
dat’ werkelijk beduidende buitenlandsche credieten
zull’n worden verstrekt.
Deze credieten zullen in de eerste plaats noodig zijn
om het deficit in ‘de begrooting, ‘dat niet direct kan
verdwijnen omdat het technisch onmogelijk is den be-
zuinigingsmaatregel direct door te voeren, te dekken.
Vooral wat aangaat den, toeslag op levensmiddelen is
het begrijpelijk dat een plotselinge geheele ophef van
den toeslag noodlottig zou kunnen zijn voor de rust
van het land, wanneer men ‘bedenkt dat het graan
bij een kostprj van Kr. 62,— aan het publiek
wordt aangeboden tegen circa Kr. 9,— per kilogram.
Het deficit van de handelsbalans, ‘dat ongeveer
$ 50.000.000,— uitmaakt, komt vrijwel overeen met
het ‘bedrag aan buitenlandsche betalingen, die de
Regeering thans moet doen.
De Commissie stelt verder voor, dat, zoodra beslo-ten’ is, tot crediet-hulp aanstonds voorschotten zullen
worden gedaan, ‘die dë Oostenrij’ksche Regeering in
staat zullen stellen haar buitenlandsche graan-aan,koo-
pen voort te ‘zetten zonder ‘daarvoor papier te druk-
ken, welke voorschotten gelijk gerechtigd zullen ‘zijn
met ‘eventueel ‘later ‘te geven credie’ten.
*
*
De Commissie legt ‘zeer sterk den nadruk op de
762
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 September 1921
onmiddellijke invoering van de nieuwe Emissie bank.
Zij acht dit absoluut noodzakelijk, ten einde ‘de oude
kroon te kunnen stabiliseeren en nieuwe buitenland-
sche leeningen te kunnen aangaan. Voor dit laatste
is noodig dat:
De Bank beschikt over een voldoende groot kapi-
taal; zij stelt dit op Frs. 100.000.000,—. Dit kapitaal
zal echter niet voldoende zijn de Bank in staat te
stellen steeds in goud te betalen. Dit behoeft ook
niet wanneer zij slechts steeds de beschikking heeft
over een hoeveelheid buitenlandsche betalingsmidde-
len, groot genoeg om aan alle redelijke vraag te vol-
doen. Behalve haar kapitaal zal
zij
daarom te harer
beschikking hebben: inkomsten uit douane-, tabak-
monopolie, hout-uitvoer enz., terwijl te harer be-
hoeve een hypotheek ten bedrage van 4 pOt. op alle
onroerende :goederen in Oostenrijk zal kunnen wor-
den afgesloten.
De weder-opbouw-credieten zullen door haar wor-
den geadministreerd en zal zij te samen met de con-trôle commissie toezicht houden op alle buitenland-
sche betalingen en verplichtingen in buitenlandsche
valuta die de Staat zou willen aangaan.
Legt dus de commissie zeer groeten nadruk op de
belangrijkheid van dit punt, zij geeft daarnaast di-
rect te kennen dat naar hare meaning haar plan als
één geheel moet worden opgevat, zoodat
zij
slechts de
verantwoordelijkheid voor de doorvoering van het
plan op zich neemt, wanneer
alle
door haar voorge-stelde punten worden aangenomen.
Zij stelt zich voor dat de te geven voorschotten
door bemiddeling van den volkenbond zullen worden
verschaft en dit nu lijkt een punt waarvan de mogelijk-
heid van doorvoering niet voldoende vast staat, aan-
gezien toch ook
bij
vorige plannen en op vroegere
bijeenkomsten steeds de wil tot helpen aanwezig was,
maar de onmogelijkheid om de noodige contante mid-
delen ‘te vinden de oorzaak is geweest, dat van alle
plannen tot op heden niets gekomen is .Het is echter
mogelijk, hoewel het niet in het rapport te lezen staat,
dat de commissie op dit punt van de verschillende
regeeringen reeds min of meer bindende toezeggin-
gen heeft gekregen; dat het momenteel mogelijk zou
zijn eventueele obligaties onder het publiek te plaat-
sen moet vooralsnog ernstig worden betwijfeld.
Aan den anderen kant wil het mij voorkomen, dat
zoodra de noodige voorschotten en credieten door de
Regeeriugen worden verstrekt, waardoor het moge-
.ljk wordt den voedingsmiddelen-invoer te financieren, de voor industrieele en handelsdoeleinden benoodigde
credieten automatisch in voldoende mate zouden te
krijgen
zijn
van diegenen, die thans groote voorraden
grondstoffen bezitten, welke
zij
bij niet onevenredig
groot risico gaarne op crediet zullen willen ver-
koop en.
Ok •thans reeds worden grondstoffen, waaronder
in ‘de eerste plaats katoen op drie- en zesmaands cre-
diet aan Oostenrijksch fabrikanten gegeven, doch deze
credieten zijn tot op heden nog slechts in beperkte
mate afgesloten, omdat het vertrouwen in Oostenrijk
bij de buitenlandsche leveranciers nog niet voldoende
•is teruggekeerd en voornamelijk omdat
bij
den tegen-
woordigen onstabielen stand van de Kroon het voor
den Oostenrijkschen fabrikant onmogelijk is op
eenigszins solide basis een crediet transactie op lan-
gen termijn aan te gaan. Bij een teruggaan van den
Kronenkoers heeft ‘bovendien een fabrikant, die niet
in hoofdzaak exporteert naar landen met sterke va-luta er ‘weinig voordeel van groote ‘buitenlandsche
credieten in aanspraak te nemen. Wanner men
echter ziet dat, niettegenstaande veel onzekerheid
thans reeds gereedelijk crediet wordt aangeboden, ter-
wijl ‘het een jaar ‘geleden schier onmogelijk was voor
eenige firma in Oostenrijk levering op crediet te be-
komen, ‘krijgt men de overtuiging, dat bij een stabi-
liseering van de ‘Kroon en een terugkeer van vertrou-
wen,
bij
de tegenwoordige overkropte markt van
grondstoffen de crediet-kwestie voor ‘de Oostenrijk-
sche industrie geen overkomenlijke moeilijkheden zal
opleveren. Het is toch ook Vrij algemeen bekend, dat
de Weensohe Groot-Banken ook thans reeds van hunne
buitenlandsche relaties steeds zeer bechiidende credie-
ten in ‘buitenland sche munt te ‘hunner beschikking
hebben.
Over de mogelijkheid van het plaatsen van een
binnenlandsche leening zijn de deskundigen in Oos-
tenrijk het niets eens: terwijl enkelen meenen ‘dat de stabiliseerin’g van de Kroon het vertrouwen dermate
zou doen ‘terugkeeren, dat ‘de gelden voor een binnen-landsche leening gereedeljk gevonden kunnen worden,
meenen anderen dat na de slechte ervaring die men
in de laatste jaren met staatspapier heeft opgedaan,
het pu:bliek er voor zal bedanken opnieuw in ‘bedui-
dende mate ‘staatsfondsen op te nemen. Mocht dit
juist zijn, dan zal de Oostenrjksche regeering tot een
gedwongen leening moeten overgaan, waartoe aij zich
in principe ‘bereid verklaard heeft.
Van het grootste belang lijkt mij punt IV, waarin
wordt vastges’teld dat de geheole contrôle, zoowel over
de administratie der gegeven leeningen, als over •het
aangaan van alle verplichtingen ‘in buitenlandsche
valuta, onder ‘de Financieele Commissie van den Vol-
kenbond zal ressorteeren.
Tot op heden strandde elke poging van d’e Regee-
ring tot opheffing van Oostenrijk uit het moeras
waarin het langzaam zonk, op d’e politieke tegenwer-
king in het Parlement.
De Regeering •steunen’de op een slechts’ geringe
meerderheid – vaak door deze meerderheid niet of
maar ten deele gesteund, wanneer ‘het er öm ging ‘een
hervorming door ‘te zetten’ die ontslag of salaris-ver-
mindering van bepaalde groepen of vermindering van
een der levensmiddelen-toeslagén ten doel had, –
moest steeds weer in schikkingen treden, waardoor
het nimmer mogelijk was iets van belang tot stand .te
brengen.
Wordt het plan vaü de Commissie uit den Volken-
bond aangenomen, dan verplicht ‘zich de Oostenrijk-
sc’he Regeering ‘bepaalde, vooraf vaststaande maatre-
gelen, door te voeren en kan zij zich ‘dusaltijd tegen-
over het Parlement op deze verplichtingen beroepen’.
Bovendien
zijn
de verschillende politieke ‘partijen ge-houden ‘de Regeering te steunen, aangezien ‘de Com-
missie uit den Volkenbond van die verschillende par-
tijen schriftelijke verklaringen heeft verkregen .dat
zij zich met het ontworpen program kunnen ver-
eenigen en dat zij de uitvoering van dit program niet
tegen zullen werken.
Zij
‘hebben zich alleen de vrij-
heid voorbehouden om over de
wijze wa&rop
de ver-
hoogde inkomsten zullen worden geïnd, zelve te be-
slisen.
*
*’
*
Van nature optjmist heeft men in Oostenrijk al-gemeen verwacht dat dit Voikenbondplan uiterlijk
Juli definitief ‘zoude zijn gerageld. Daarbij kwam dat,
door het uitzenden der uiterst deskundige delegatie
die uit louter in ‘de practijk werkzaam zijnde perso-
nen besto’nd, men de zekerheid had gekregen, dat een
werkelijk pract,isch en spoedig uitvoerbaar plan zoude
worden voorgesteld.
Het traineeren dezer aangelegenheid, welker uit-
voering ‘nu weer wacht op de beslissing van Amerika,
heeft in Weenen een zeer siechten ‘indruk gemaakt,
wat tot resultaat heeft, dat thans een ieder, tot
eiken koers zijn Kronen kwijt wil om daarvoor bui-
tenlandsche betalingsmiddelen te koopen.
De toestand is hierdoor zeer ernstig geworden en
hoewel ‘de Oos’tenrjksche Rêgeerin’g met de beste be-
‘doelingen bezield is en haar Rijkskanselier Schober
algemeen geacht ‘wordt een zeer krachtig persoon te
zijn, zoodat dus alle factoren aanwezig zijn om een
eventueele reconstructie te doen slagen, laat het zich aanzien, dat voor het geval de reeds in •principe toe-
gezegde hulp wederom niet zou komen, de toch reeds
uit zich zeer onafhankelijk voelende provincies be-
staande re’publiek, uiteen zou vallen en een toestand
van anarchie zou kunnen ontstaan, waarbij het’ de Westersche machten weleens te laat duidelijk zou
7 September.
1921
ECONOMISÇH-STATITISJfE BERICHTEN
763
kunnen worden van welk een vitaal belang voor de
rust van ‘het gansche -Midden- en Oost-Europa een zelfstandig en rig voortbestaan -van Oostenrijk ‘had
kunnen zijn. C. v. D.
NEDERLAND EN DE ONTWERPVERDRA GEN
VAN WASHINGTON.
De samenstellers van het vredesverdrag h bben lzich
niet alleen beijverd de constitutie der Internationale
Arbeidsorgani-satie vast te stellen, zij hebben tevens
de plaats en het tijdstip der eerste Conferentie be-
p-aald en de onderwerpen aangegeven, welke •op die
Conferentie zouden worden behandeld. Dienovereen-
komstig ‘werd de erste Conferentie in October 1919
bijeengeroepen ‘te Washington, de zetel van Amerika’s
president, aan ‘wiens nobele initiatief de oprichting
van den Volkpnbond was te danken.
De Conferentie opende onder teleurstellende om-
standigheden: Wilson zelf ziek, de Vereenigde Staten,
– hoewel belast -met -de leiding van het comité van
organisatie -, als staat geen deel nemend aan de
Conferentie. –
De vertegenwoni-digers van de 41 landen, die. wel
deel namen, hebben er -zich niet door uit het veld laten
slaan en zijn begonnen met eene voor de interna-
tionale samenwerkin’g veel-‘beteekenende beslissing:
de toelating van -Duitschiand als lid van de Interna-
tionale Ar.beidsorganisatie.
1)
Als resultaat van ingespannen beraadslagingen ge-
durende een maand zijn een zestal ontwerp-verdragen
en even zooveel aanbevelingen met cle vereischte meer-
derheid van X van het aantal stemmen vastgesteld.
De ontwerp-verdragen betreffen:
de 48-urige arbeidsweek in de nijverheid en de
transpo-rtbedrijven;
de -bestrijding van werkloosheid;
den arbeid van vr-ouwen v66r en na hare beval-
ling -en de verzekering van -uitkeeringen geduren-
-de -dien tijd;
–
•den arbeid -van vrouwen gedurende den nacht;
den leeftijd, waarop kinderen mogen ‘worden toe-
gelaten tot arbeid in .uijverhei-dsondernemingen;
den nachtarbeid van jeugdige personen.
Bij Koninklijke Boodschap van 21 Juli j.l.
2)
zijn
deze on-twerp-vrdragen bij zes ontwerpen van wet bij
de Tweede Kamer ingediend: vijf dagen voor het
einde van den uitersten termijn, volgens het vredes.
vei-drag toegelaten. De sluitingsdatum van de Wash-
ingtonsche Conferentie toch is gesteld op 27 Januari
1920. Wel eindigde de Conferentie zelf reeds 29 No-vember 1919, doch men -heeft ‘den sluitingsdatum op
27 Januari d.a.v. -gestel-d, omdat het vredesverdrag
v66r dien nog niet was geratificeei’d, -en derhalve ook
de
–
bepalingen betreffende de Internationale Arbei-d-i-
organisatie niet eerder – rechtskracht hadden ver-
kregen.
De Regeering stelt zich, ‘terecht,
bij
deze wetsont-
werpen in het algemeen op het standpunt, -dat toe-
treding tot ‘de ontwerp-verdragen in hooge mate
wenscheljk is. – Wenschelij-k, zoowel uit het -oogpunt
van Nederland’s eigen ‘belang, -daar -onze sociale wet-
geving -reeds in een betrekkelijk ver gevorderd stadium
van -ontwikkeling verkeert, zoodat wij slçch-ts – ge-
baat kunnen zijn
hij
de toepassing van overeenkom-
– stige sociale maatregelen in andere landen, -als uit,
het oogpunt van -de internationale organisatie, die
–
bij
toetreding van Nederland tot de ontwerp-verdragen
een zeer gewenschten -steun ontvangt.
Ten aanzien van drie der ontwerp-ver-dragen, -de
drie laatste van het bovengenoemde zestal, stelt de Regeering goedkeuring zonder meer voor. Nieuws
brengen deze ontiwerp-verd-ragen voor Nederland niet
of nagenoeg niet. Zoowel de nacht-arbeid voor vrou-
Duitschiand is evenwel niet ter -Conferentie vertegen-
woordigd geweest, omdat de Duitsche afvaardiging niet
tijdig te Washington kon -zijn.
–
Gedrukte stukken Tweede Kamer
-1920/21 No. 553.
wen en van jeugdige -personen .beneden de -18 jaar in
nijverheidso-ndernemingen, als .de -arbeid van kinde-
ren beneden -de 14 jaar in zoodanige ondernemingen,
is bij ons reeds wettelijk verboden, wat -den nacht-
arbeid van vrouwen betreft overeenkomstig de bepa-
lingen van de in 1906 te Bern mede door Nederland
gesloten convetie. Ons land -kan -derhalve tot -de drie
laatstbedoelde ontwerp-ver-dragen toetreden zonder.
dat wijzigingen van beteekenis in de wetgeving ‘be-
hoeven
–
te worden aangebracht. –
Bij de drie andere ontwerpverd-ragen is de zaak
eenigszins anders.
Het -ontwerp-verdrag betreffende -de werkloosheid
behëlst in hoofdzaak de verplichting tot instelling
voor zooveel noodig van -openbare bureaux voor kos-
telooze arbeidsbemiddeling met commissies van ad-
vies, waarin vertegenwoordigers van -de werkgevers
en -arbeiders zitting hebben -en de o-rdening van alle
arbeidsbeurzen, zo-o particuliere als open-bare, in een
nationaal stelsel.
–
De bepaling is in overeenstemming met de heer- –
schende -opvattingen betreffeiAe -de •gewenschte in-
richting van -de bureaux voor arbeidsbemiddeling. Ten
deele vindt ‘zij in -ons land thans reeds toepassing, doch
zij moet nog worden voltooid en bij eene – in voorbe-
reiding zijnde – wet nader worden uitgewerkt. –
Deze ken echter op het tijdstip, waarop het ont-
werp-verdrag volgens één der bepalingen in werking
treedt – 1 Juli j.l. – haar beslag nog niet ‘hebben
gekregen. Met het oog -daar-op stelt de Regeering
voc’-r de Kroon te machtigen, om, nadat bedoelde wet
tot stand -zal zijn gekomen, tot het -ontwerp-verdrag
toe te treden. – –
Overeenkomstige overwegingeia leid-den de Regee-
ring tot een gelijkluidënd voorstel met betrekking tot
het ontwerp-verdrag betreffende ide moedersch-aps-
zorg. Het ontwerp-verdrag gaat op verschillende pun
te ver-der, dan de geldende wetgeving te onzent.
De tij-d, gedurende -wel-ken een vrouw v66r en na
hare -bevalling van werk wordt vrijgesteld, zon-der dat
het dienstverband om die reden – -door den werkgever
mag worden opgezegd, – welke than-s volgens de Arbeidswet acht weken bedraagt -, ‘wordt gesteld
op twaalf weken, -waarvan -zes v66r, en zes na -de -be-
valling. De vrouw heeft geduTende dien tijd recht-
op eene uitkeering, ,,voldoende – voor het onderhoud
van -zichzelf en van haar kind onder goede hygiënische
omstandigheden” en bovendien op kostelooze behan-
deling van een geneeskundige of vroedvrouw.
– Het ontwerp-verdrag stelt daarbij als -beginsel de
gelijkstelling van de gehuwde en ongehuwde moeder
op -den voorgrond.
Het is verheu-gend, da-t
–
de Regeering de toetre-ding van Nederland tot het ontwerp-verdrag voor-
stelt, hoewel
–
de bepaling betreffende de vrijstel-
ling van arbeid gedurende den -in het ontwerp-ver-
drag voorgeschreven tijd voor enkele categorieën van
personeel, waarop -de regeling toepasselijk zal zijn, als
d-e w-achteressen bij de spoorwegen, aanvankelijk tot
eenige m-oeielijk-heid aanleiding- kan geven-. Het lijdt
– toch geen twijfel, dat -met -doorvoering van deze be-
palingen groote volksbelangen worden gebaat en de
volkskracht zal ‘worden verhoogd.
Ook ten aanzien van -dit ontwerp-verdrag wordt
evenwel geen goedkeuring zonder meer voorgesteld,
om-dat de wetswijziginged, die het gevolg zullen
moeten zijn van -de toetreding, niet zullen kunnen
zijn tot stand gebracht v66r den datum van 1 Juli
1922, waarop het ontwerpverdrag in werking treedt
Mt het oog daarop wordt voorgesteld ook hier de
Kroon te machtigen -om, nadat deze wetswijzigingen
zijn -aangebracht tot het ontwerp-verdrag toe te
treden. Met -betrekking tot de gelijkstelling van -de
ongehuwde met de gehu-wde moeder houdt de egee-
ring in de Mem-orie van – Toelichting een slag om de
arm. Zij is van oordeel, dat het beginsel der gelijkstel-
ling in zich sluit, dat gelijkelijk aan ongehuwde zoo-
wel als aan gehuwde.moeders recht moet worden ge-
beven op de voorgeschreven uitkeeringen en de -koste-
764
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 September 1921
1
boze geneeskundige behandeling, doch .dat in de wijze
waarop deze uitkeeringen 2ullen worden gegeven en de geneeskundige behandeling zal worden verstrekt,
tusschen de gehuwde en ongehuwde moeders onder-scheid toelaatbaar is. (Ten aanzien van de toepassing
der bepaling omtrent vrijstelling van arbeid is uit den aard der zaak geen verschil te maken; ook thans wor-
den te dien aanzien in de Arbeidswet gehuwde en
ongehuwde moeders op één lijn gesteld).
In het midden latende of bedoeld onderscheid in
de toepassing ‘der bepalingen betreffende de uitkee-
ringen en geneeskundige behandeling wenschelijk zou
zijn,
verdient eene ruime uitlegging der verdragsbe-
palingen in ieder geval aanbeveling, ten einde de mo-
gelijkheid tot toetreding tot de ontwerp-verdragen op
zoo ruim mogelijke schaal te bevorderen en daarmede
de werkingssfeer dier verdragen zoo groot mogelijk
te doen zijn.
De meest ingrijpende •der Washingtonsche ontwer-
pen is ongetwijfeld het ontwerp-verdrag tot beper-
king van den arbeidsduur in nijverheidsondernemin-gen. Het is gebouwd op het beginsel der achtenveer-
tig-urige werkweek. De titel en artikel 2 van het ont-
werp-verdrag spreken wel van beperking van den
arbei’dsduur niet alleen tot 48 uren per week, doch
ook tot acht uren per dag, maar hetzelfde artikel 2
geeft vrijheid tot afwijking van den acht-uren dag
(tot een maximum van negen uur per dag) bij ver-
ordening van de bevoegde overheid of hij overeen-
komst tusschen organisaties van werkgevers en ar-
beiders.
Op het beginsel der ‘achtenveertig-urige werkweek
zijn voort een aantal ‘afwijkingen toegelaten, en wel:
wanneer een ongeval heeft plaats gehad of dreigt.
wanneer spoedwerk moet worden verricht aan de
installaties of werktuigen of in geval van over-
macht, voor zoover de omstandigheden het ver-
eischen;
voor continu-arbeid tot een gemiddelde van 58 uur
per week;
. voor voorbereidenden en voltooiings-arbeid, die
noodzakelijk moet geschieden, buiten de tijden
voor den algëmeenen bedrjfsarbeid, zoomede voor
arbeid van personen, wier werkzaamheden met,
onderbrekingen geschieden (b.v. verschillende
groepen van spoorwegpersoneel als spoorwegwach-
ters, conducteurs, enz.);
d.
tijdelijk
bij
buitengewone opeenhooping van werk.
Voor de onder
c.
en
d.
genoemde afwijkingen bepaalt
‘het ontwerp-verdrag geen maximum-arbeidsduur; de
arbeidstijd moet in deze gevallen nader door de over-
heid voor bepaalde bedrijfstakken of bedrijven wor-den geregeld bij algemeene verordening na raadple-
ging van de betrokken vereenigingen van werkgevers
en arbeiders.
Bij ‘de onder
d.
bedoelde afwijkingen van tijdeljken
aard moet voor de over-uren overwexkgeld ‘worden
uitgekeerd van ten minste 25 pOt. boven het gewone
loon.
De bepalingen van het ontwerp-verdrag zijn derhalve
in meer dan één opzicht ruimer, dan die van de op
het beginsel van de vijf en veertig urige werkweek
berustende Nederlandsche Arbeidswet.
Daarenboven geeft het ontwerp-verdrag gelegen-
heid bij overeenkomst tusschen vereenigingen van
werkgevers en arbeiders
tijdelijk
het maximum van
48 uur te overschrijden, mits het gemiddelde van den
arbeidsduur niet langer is dan 48 uur per week.
Ook eene dergelijke bepaling, die de gelegenheid
opent tot een meer soepele toepassing van de wette-
lijke regeling van den arbeidsduur, ontbreekt voor-
nisnog in. de Nederlandscho Arbeidswet.
i)
t)
In het kortgeleden openbaar gemaakte aan den Hoo-
gen Raad van Arbeid voor advies gezonden wijzigingsont-
werp der wet komt evenwel eene bepaling van dien aard
voor; zij wordt daarin gekoppeld aan de bevoegdheid den maximum-arbeidsduur, die volgens ,het ontwerp als regel
op 45 uur per week bepaald blijft, te overschrijden en te
Daar het ontwerp-verdrag slechts de’ aLgemeene
lijnen aangeeft, waarbinnen de nationale wetgever
zich’ bij toetreding tot het ontwerp-vsrdrag moet hou-
den, zou men oppervlakkig ‘kunnen meenen, dat tegen
toetreding tot dit verdrag in verband ‘met de omstan-
digheid, dat onze Arbeidswet verder gaat dan het
Washingtonsche ontwerp, geen bezwaar ‘bestaat.
Zoo eenvoudig is evenwel de zaak niet.
In de eerste plaats is het ontwerp-verdrag mede
van toepassing op ‘de spoorwegen, die in Nederland
buiten de toepassing van de Arbeidswet vallen. Aan-
vaarding van het ontwerp-verdrag houdt daarom de
noodzakelijkheid in de spoorwegwetgeving (met in-
begrip van de Algemeene Reglementen Dienst) waar
noodig te wijzigen.
De bovenvermelde bepalingen echter van het ont-
werp-verdrag, waarin afwijking van den normalen
maximum-arbeidsduur wordt toegestaan voor arbeid.
die met onderbrekingen geschiedt, geeft in het bijzon-
der voor de spoorwegen de noodige ruimte voor doel-
matige toepassing van de bepalingen van het ontwerp-
verdrag.
Maar niet.alleen voor de spoorwegen, ook voor de nijverheid zullen de Arbeidswet en haar uitvoerings-
voorschriften
op
verschillende punten – zoo wat be-
tref t de ‘betaling voor overwerkuren, wa’arvoor thans
in de wet geen bepaling voorkomt – zijn te herzien.
Tot de voorschriften, die niet met de regels van, het
ontwerp-verdrag in overeenstemming zijn, behoort
o.m. het z.g. Overgangsbesluit 1920, waarbij voor
enkele industrieën voor ‘den tijd van twee jaar na de
inwerkingtreding van de Arbeidswet, derhalve tot 24
October 1922, een arbeidstijd is toegestaan, die de
48-urige werkweek overschrijdt.
De wijziging van de verschillende bovenbedoelde
bepalingen, in het bijzonder ‘ook van de laatstgenoem-
de, kon in verband met het tijdstip, waarop de ont-
werp-vedragen aan de Staten-Generaal zijn voorge-
legd, niet tot stand worden gebracht v66r den, in het
ontwerp-verdrag bepaalden datum, – 1 Juli 1921 –
waarop het verdrag in werking zou moeten treden.
De Memorie van Toelichting merkt terecht op, dat
bij het vaststellen van dezen datum, – die ook in het
ontwerp-verdrag voor ‘de werkloosheid voorkomt -,
geen rekening is gehouden met den in het vredes-ver-
drag bepaalden termijn
voor het indienen van de ont-
werp-verdragen
bij
de bevoegde macht, die voor de
ontwerp-verdragen van Washington eerst op 26 Juli
1921 eindigde.
Afgezien echter van dit bezwaar, dat uitsluitend den datum van toetreding geldt, doet zich ten aan-
zien van het ‘ontwerp-verdrag op de 48-urige werk-
week nog eene zeer gewichtige overweging gelden
bij – de vraag of Nederland tot het ontwerp-verdrag
moet toetreden.
Eenerzijds heeft Nederland met zijne ingrijpende
wettelijke regeling op het gebied van den arbeidsduur
er groot ‘belang bij, dat zooveel nogeljk landen tot
een gelijke mate van arbeidsbescherming overgaan, om
niet de Nederlandsche industrie onder bezwarender
omstandigheden te doen werken dan de buiten-
landsche.
Anderzijds echter is het met het oog op de mede-
dinging van buitenlandsche nijverheid geraden om
niet tot het ontwerpverdrag toe te treden, voordat
gebleken is, dat ook de voornaamste andere landen
het ontwerp-verdrag zullen ‘bekrachtigen. Op het
oogenblik toch kan in verband met buitenlandsche
mededinging overschrijding van de 45-urige arbeids-
week worden toegestaan. Is Nederlaid echter één-
maal tot het ontwerp-verdrag toegetreden, dan is het
d’aaraan voor ten minste elf jaar gebonden
1)
en mist
het ook tegenover de niet-toegetreden landen ‘de vrij-
brengen op 2500 uur per jaar, een grens, die vrijwel over-
eenkomt met de 48-urige arbeidsweek.
1)
Het ontwerp-verdrag is voor tien jaar verbindend en
kan daarna met inachtneming van een termijn van een
jaar worden opgezegd.
7 September
1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
765
heid van beweging, welke het met het oog op de
mededinging noodig zou •hebben.
De Regeering stelt daarom voor eerst •dan tot het
ontwerp-verdrag toe te treden, wanneer de voornaam-
ste andere landen daartoe eveneens overgaan, en na-
dat eventueel de noodige wetswijzigingen zullen zijn
aangebracht.
Eene andere oplossing schijnt ook niet mogelijk,
als men eenerzijds de nationale belangen niet uit het
oog verliest, anderzijds metterdaad wil toonen de
niquwe internationale organisatie te willen steunen
‘in het vertrouwen, dat alleen langs den weg der ge-
organiseerde samenwerking eene duurzame vrbete-
ring in de maatschappelijke verhoudingen en in de
verhoudingen tusschen de volkeren onderling is te
bereiken.
In een volgend artikel zullen wij nagaan wat in de
andere landen met de ontwerp-verdragen, is gebeurd.
A.
M.
JOEKES.
LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.
De belastin.gkwesiie te Poplar; beroe-
ring onder de Londensche werkloozen;
de toestand in het bedrijfsleven,; de
stand van zaken ten aoizzien der rubber-
producfriebeperking; het eindigen van
den oorlogstoestand en de beurs.
Onze Londeusche’ correspondent schrijft ons d.d.
3 Sept. 1921:
National economie events have this week been
completely eclipsed •by a series of
0 C
c u r r e n c e
S
affecting the administration ôf local
government in London. Some time ago
1
des-
cribed the position in ‘Poplar, a London
district which was refusing to collect monies due
from it to the’ superior local governing bodies. The
councillors’were threatened with imprisonment if the
sums were not collected by the end of the rnonth, and
they have now chosen to go to prison. It was fairly
obvious from the first that so spiendid an oppor-
‘tunity to advertise the inegualities of the present
position would not be missed by a body of men who
many of them have taken a prominent part in the
Labouj Mo’vement, and who are therefore experts in
the art of propaganda. The result of forcing matters
to an extreme is that the prospects of getting any
money out of the district are more remote than ever,
for it is a physical impossibility to collect rates which
people refuse to pay en masse, and there is the
further possibility that there will be a ,,no rent”
movement at the same time. .
But this tragi-comedy has been completely put in
the shade by the uprising of the London
u n e m p Joy ed. Poor relief is in the hands of special
bodies, the Poor-Law Guardians. As a result of the
Labour Victories of 1919 at the Municipal Elections,
some of these bodies are controlled by the Labour
Party entirely, and in others there is a very consi-
derable Labour minority. Early this week, as a result
of Unemployed Deputations to the Islington Guar-
dians, this body agreed to a scalé of unemployed relief
which works Out at £ 3113/6 for a man and wife with
a family of six childrën. The success of the unem-
ployed denlonstratiQn in this district was naturally
the signal for similar action in other districts, and in one case a demand was put forward for a scale
which would have amounted to about £ 5 per week.
At Woolwich there has been a formal detention of the
Guardians by the Unemployed; at another place 21
unemployed, who had sought the shelter of the Work-
house pro-ved refractory, with the result that at the
local police court seven of them have had to be sen-
tenced to a week’s imprisonment with hard labour.
Some districts have so far refused to capitulate to
the new scale, but Gamberweli and Bermondsey have
agreed to the now Islington Scale.
Naturally, these events have provided the Govern.
mental Prees with an admirable opportunity for
,
a
campaign against the ,,Communist Danger”. The ar-
gument is that the Oommunists, •defeated in their
attempt to capture the Parliamentary nachinery, are
now utiising the unemployed as cats-paws in a re-
newed attempt upon society. That some at least of the
leaders of the unemployed are extremists is certainly
time, but the agitation against the new scale is char-
acterised by an absence of restraint which is as pain-
ful as the naked violence of the claims presented by
the unemployed themselves. It is essential that the
case of the men should be properly u,nderstood. In the
first place, £ 3110 a week is objectively considered not
a wildly extravagant amount in view of rising rents
and the size of the family among which it is to be
distributed. It is, in fact, equivalent to about
301-
pre-war. In the second place, the men are panic
striken at the prospect of being deprived of their
unemployment pay under the National Insurance Act.
Thirdly, there is only too much truth in the statement
that the Government was warned weeks ago of the
possibility of trouble in the autumn, if they refused
to face the situation squarely. It is often overlooked
that the Government Actuary himself has always
faced the possibility of continuous unemployment mi
a very large scale in the next two years.
But, of course, there is another side to the ques-
tion. The burden of these payments will mean a
crushing additioü to the volume of local taxation,
made all the heavier by the fact that there is no
equalisation •of the charge over the whole area.
Secondly, there is, the temptation which such high, or relatively high, relief payments, offer to the man
in einployment who is earning less than these
arnounts. There has accumulated enough evidence to
show that in the case of the younger men and women
on unemployment pay, the relief acts in a demoral-
ising manner. It is to be feared that stili higher
payments than these will have a still more demoralis-
ing effect.
The argument of some papers is that the move is
a wicked conspiracy to keep wages up, and by keeping
them up, it will prevent trade from improving. There
is some truth in this, though those of us who fouglit
against the idea of regulatiug wages •by the cost of
living had not a very popular reception until recently.
A thorough.ly
false economie doctrine has been
accepted by society in the last few years, and now that it is realised that it cannot stand in the face of
the facts, a bitter process of disillusionment has to be
begun. One only wishes that statesmen would look a
little longer ahead. The social bitterness which the
wages struggie will now cause is a heavy price to pay
for the mistakes which have been made.
The Ministry of Healtli, which has now charge of
the control of poor relief matters, proposes to do what
it can to check the grant of undue relief, but it does:
not appear to have power to enforce any given scale,
though it eau control the quality of institutional relief. The task must lie in the hands of the rate_
payers, but as no election can take place this year,’
this
is
not much comfort.
Meanwhile, whatisthetradeposition,
since it is agreed on all hands that the only real
remedy for our ills is increased trade? Between
August 19 and August 26. there was a decline of
67.000 in the number of fully unemployed, whilst the
numbei on short time fell by 27,000. This still leaves
1.575.000 fully unemployed, and 444.000 part-time
omployed. As to the state of trade, all that one can
say is that if there is improvement, the improvement
is very slow. 1 talked yesterday to two men connected
with two great businesses; both gave it as their.
opinion that feeling in trading circles was hopeless.
The utmost that eau be said is that in the Iron and
Steel Trades the fali in the price of coal and coke
is leading to a slight revival, and that the clearing of
stocks in the cotton trade is leading to a fractional
improvement in yarn and cloth prices., The margin
between cotton prices and yarn and cloth prices is
766
ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERICHTEN
7
September
1921
widening, and this undue margin will lead, it is
hoped, to a rise in cloth prices, unless, as the pessi-
mistic say, the rise in raw cotton is a mere flash in
the pan. The boot and shoe trade is busy with home
demands, the pottery trade seems satisfactory, and
the clothing and dry goods trade is also improving,
though it is admitted here that orders are about one
third of last year.
With things in this condition, the temptation to
blame someone else for the trouble is of course
irresistible. The steel trade blames the coal owuers,
the home manufacturers blame the retailers, these
blame the consumers strike, all of them of course
blame the trade unions, the banks and the Govern-
ment. A further step has been taken in extending the
Export Credits Scheme, which now applies to Por-
tugal and Italy, and the Economy Committee is
proceeding with its labours, whilst the Post Office
actually proposes to use the pillar boxes and the
telegraph poles as advertising stations: all matters
designed to please the business community, which
refuses to take the change of heart at all seriously.
As for the baukers, the interminable •dispute on the
virtue of inflation proceeds, and that is all that can
be said, though the advocates of infiation are gaining
in strength, or at any rate, iii volubility.
The disputes in the Rubbe
–
r Industry
c o n t i n u e. It looked at one moment as if the
refusal of Dutch interests to co-operate in a restric-
tion of output-schenie had killed the proposal alto-
gether, but yesterday there appeared a long letter
in the Press from Messrs. Harrisons and Crossfield,
which has attracted much attention. The upshot of
their letter is that there is no need to take a too
gloomy view of the position. ,,Rubber production,
has now become a sound industry, resting on that
surest of all foundations the permanent unavoidable
and growing needs of the whole world for its
product.” The shortage of consumption this year
they attribute entirely to America, and the future is
likely to show that consumption will equal the restrict-
ed production. But this still leaves the world with
greatly increased stocks, and the argument of the
letter is that ,,the principal remedy is the temporary
restriction of output, organised and unorganised, and
all interested in the industry should encourage res-
triction.” Meanwhile, it appears that the new Rub-ber Shareholders Association is making rapid pro-
gress, though it is really not very dear that a mis-
cellaneous body of shareholders can help very -much
to arrive at a settiement of what is best for the
industry. –
Sept. 1 mark-ed the beginning of the
Official Post-War period; the war having
ended en August 31 at ifiidnight. For the man in the
street, this means merely extra facilities for drink-
ing, the hours of opening of licensed pi-emises
having now been extended by legislation passed at the
end -of last session, but in the City it means that sett-
lement of pre-war bills and open accounts on the
Exchange is now a closely appr-oaching matter. Not
that it is likely to make very much difference, the
ottstanding ameunt owing to the Bank of England
is said to be only about £ 8 millions, and the Stock-
Exchange accounts are said to be practically all
taken care of already. More important is the question
whetlher the Stock Exchange is to go back to the
system of fortnightly settlements, with definite
carry-over facilities. It is understood that the Bank
of England is not in favottr of fortniglitly settle-
meuts being reintroduced for Government Stock, in
view of the fact that the pressure of business at the
settiement would become intolerable. Views in other
sections of the Exchange are also said to be divided.
The present system of cash dealings is thus not likely
to be immediately awept away.
AANTÈEKENINGEN.
De Econion’t.ische Toesfand in Iisdië
in het afgeloopeis jaar. –
Aan het Verslag
van den President van de Javasche Bank over het
boekjaar 1920/1921 is het volgende ontleend:
De Handel in Nederla.ndsch-Indië heeft in 1920 een zeer
moeilijken tijd doorgemaakt. Het geheele jaar werd hij be-invloed door de groote fluctuaties in prijzen van producten
en goederen, waarbij de eerste zes maanden nog een tijd-perk waren van grooted voorspoed. De sterke rij zing der
productenprijzen maakte, dat de -economische toestand zeer
gezond was; de Inlaucler kreeg hooge prijzen voor sijne
producten, waaronder padi, welk laatste product van Gou-
verneinentawege werd opgekocht, om later van Gouvene-
mentswege weder te worden verkocht, toen de voedings-
middelen voor de bevolking bleken voldoende te zijn.
De rjsthandel bleef het gebeele jaar in handen van de
Regeering. Prijzen werden hoog gehouden, want de Regee-
ring zat met groote voorraden buitenlandsche rijst, die tot
dure prijzen waren gekocht. Als gevolg van een ruimen
oogst, die o’ver het algemeen in Nederlandsch-Indië be-
stond, deed het geval zich voor, dat de eigen geteelde rijst,
beter van kwaliteit, tot goedkoopere prijzen werd aange-
boden dan de zoogenaainde Regeeringsrijst. Door deze dure
Regeeringsrijst bleven ook de eerste kosten van levens-
onderhoud hoog; een gevolg daarvan was dikwijls het op-
voeren van loonen, waardoor men zelfs zoo ver was geko-
men, dat -een havenkoelie
f 1,50 fi. f 1,75
per dag kon ver-
dienen. Met de rjzing der productenprijzen en de overal
bestaandè groots ver-diensten, konden de hoogere bonen
gemakkelijk betaald worden, men vergat echter, dat ook
slechtere tijden zouden aanbreken en dan zou men voor de
moeilijkheid staan van een verlaging der loon-en. –
Speciaal ,in den suikerhandel is gedurende de eerste 6
maanden enorm veel geld verdiend, maar het -grootste ge-
deelte daarvan is in het tweede halfjaar weder verloren. Een vermeende schaarschte van het product in Amerika
en het vasthouden van voorraden door Ouba-planters, de-
den op een gegeven moment dan prijs van suiker op Java
tot
f 70,—
stijgen. Toen men kort daarop inzag, dat men
de suikermarkt in Amerika verkeerd had beoordeeld, daal-
den -de prijzen ‘van
f 70,—
tot
f 44,—
en later tot beneden
f
20,
—
. –
Ongeveer gelijktijdig trad ook eene daling in bij andere
producten, die alle ongekend hoog waren opgevoerd, toen
men meende, dat na het sluiten van dan vrede onmiddellijk
normale toestanden weder zouden intreden. Nadat echter
de eerste voorraden in Europa waren aangevuld, hielden
koopers zich terug. –
De schadelijke gevolgen ‘voor Nederlanclsch-Indië -van de
daling der productenprjzen werden het eerst gevoeld bij
het artikel rubber. Waar Midden-Europa, als gevolg van de
ongeregelde toestanden eil den buitengewoon slechten finan-
cieelen toestand, bich van het koopen van -rubber onthield,
daar beheerso.hte Amerika de markt. Overtuigd als men was, dat de productie grooter was dan de tegenwoordige consumptie van rubber, hielden koopers in Amerika zich
terug, wel wetende, dat zij het product tot lagere prijzen
zouden kunnen koopen.
De daling der productenprjzen had eveneens een minder
gunstigen invloed op de klapperolieindustrie. De Indische
oliefabrieken hadden tot nog toe geprofiteerd van de bui-
tengewone omstandigheden uit den oorlog voortvloeiende; toen Europa begon mede te concurreeren, moesten de Indi-
sche fabrieken het afleggen.
Het tijdvak van de reactie -heeft zich verder voortgezet.
Voor nagenoeg alle voornaamste uitvoerprodueten zijn aan
het einde rvan het jaar 1920 de prijzen -in korten tijd van het vroeger hooge niveau tot veel lager peil gedaald, het-
geen tot ernstige moeilijkheden in den handel heeft aanlei-
ding gegeven. Het eerst deden die moeilijkheden izich voor
in den rubberhaudel, door het failleeren als gevolg van
speculatie van een buitenlandsehe Maatschappij te Batavia;
vervolgens bleek een Noorseb concern zich dusdanig in
speculaties in suiker te -hebben begeven dat faillietver-
klarin-g moest worden aangevraagd. Het tekort werd daar
tusschen de
f 15
en
f
20 niillioen begroot.
In nauw verband daarmede stond de -afwikkeling der dure
suikercontracten van Chineesche en Britsch-Indische koo-
pers, en de enorme winsten vroeger gemaakt, moesten groo-
tendeels worden aangereikt.
De daling in de theeprjzen heeft mede vele verliezen
bezorgd. Verschillende ondernemingen hebben besloten om
voorloopig het oogsten te staken.
Vergelijkt men -de uitvoercijfers van Java en – Madoera
7 September 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
767
over ‘1920 met die over 1919, dan blijkt dat de uitvoeren ge-
durende het verslagjaar aanmerkelijk minder zijn geweest
dan die in 1919, een gevolg hoofdzakelijk van de omstandig-
heid, dat in 1919 belangrijke voorraden werden afgevoerd,
welke zich hier te lande door gebrek aan scheepsruimte, ge-
durende de oorlogsjaren hadden opgehoopt. De cijfers geveu
dus geen juist beeld van den varen toestand.
1918
1919
1920
2.365
K.G.
66.020 K.G. 50.868 K.G.
Arachides, gepeld
5.01
..
0,000
8.811.000
.,
8.676.000
Akarwangi
…………
ongepeld..
2.169.000
,,
6.091.000
,,
9.726.000
Liter
1.738.000 Liter 1.648.000 Liter
Arak
……………..21.000
Cacao
…………….
.806.000 K.G.
2.408.000 K.G.
995.000 K.G.
17.303.000
,,
35.263.000
,,
31.166.000
Cocabladeren
……….
494.184
994.203
,,
1.707.438
3.493.000
103.848.000
,,
4).733.000
Cubeben (staartpeper)
85.558
,,
214.431
,,
124.834
1.057.000
,,
2.765.000
,,
1.824.000
Coprah
…………….
39.132
,,
56.780
,,
49.821
48.617
,,
683.606
,,
3.655
Hoeden, bamboe
1.576.000
St.
4.110.000
St.
3.244.000
St.
pandan
2.655.000
,,
5.751.000
,,
7.787.000
11.119.000
,,
97.845.000
,.
45.174.000
Huiden, buffel
……..
1.127.000 K.G. 5.751.000 K.G.
3.816.000 K.G.
1.610.000
,,
4.560.000
,,
2.080.000
geit
en
Caoutchouc
…………
bokkevellen
1,026,000
St.
3.078.000
St.
1.106.000
St.
2.440.000 K.G. 5.402.000 K.G. 4.526.000 K.G.
Damar
…………….
Foelie
……………….
251.104
,,
642.028
,,
418.861
Gambir
……………..
Koffie, gepelde.
645.000
,,
12.677.000
,,
2.241.000
koe
……….
Java
…………
Liheria
281.0 0
,,
2.150.000
,,
154.000
3.402.000
,,
78.523.000
,,
38.628.000
Kinabast
…………..
Kinine
…………….
andere
1.107.000
,,
8.232.000
,,
2.655.000
Lombok
…………..
147.000
,,
468.000
,,
771.000
Dlie, aetherische:
228.124
,,
528.534
,,
434.245
citronella
……….
Dlie, vette:
2.489,895 Liter
6.715.609 Liter
949.229 Liter
27.777.000
.,
76.891.000
,,
63.899.000
K.G.
3.654.000 K.G.
1.661.000 K.G.
zwarte.
.. .. .. .
10.135.000
,, 20.355.000
,,
7.515.000
katjang
……….
klapper
………
ng
,,
6.724.000
,,
‘4.846.000
,,
1.087.000
,.
1.623.000
Horens
…………….
Spiritus
…………..
4.916.000 Liter
15.462.000 Liter 17.349.000 Liter
Tabak, blad
……….
K.G.
32.392.000 K.G. 23.610.000 K.G.
,,
66.069.000
,,
78.392.000
gekorven
…
202.000
,,
.
9.791.000
,,
339.000
,,
198,000
Tapioca, meel
……..
.1.053.000
93.148000
,,
64.140.000
Robusta
……..
,,
19.815.000
,, 3.891 000
krossok …….2.204.000
,,
…
11.617.000
,,
7.354.000 27.186.000
,,
.
48.620.000
,,
42.545.000
,,
2.006.000
,,
593.000
Peper, witte
……….1.741.000
Tin
………………
…
11565.000
,,
16.252.000
,,
13,648,000
Pinanoten
………4.989.000
Veevoeder:
Rotting ……………192.000
10.000
,,
14.050.000
,,
4.406.000
oliekoeken
20.000
,,
31.517.000
,,
48.873.000
fiake………4.797.000
Vezels:
pearl
…….3.397.000
Thee,
blad’
………..
gemoetoe(arenvezels)
33.273
,,
.
4.051.000
,,
45.505
,,
84.913
stof
………..546.000
.
,,
17.082.000
,,
12.205.000
boengkil
…………..
katoen, gezuiverde.
670.000
,,
227.000
79.000
ruwe
1.470.000
,,
379.000
‘
614.000
kapok
……………8.843.000
sisalhennep
……..
15.119.000
,,
16,141.000
Zaden, oliehoudende:
djarakpitten
……..
560.000
,,
.
1.218.000
,,
1.047.000
kapokpitten
7.000
,,
.
9.035.000
,,
12.973.000
sesamzaad
………
269.000
,,
1.929.000
,,
1.209.000
Is het vergelijk van deze cijfers dus, zooa.ls gezegd, niet
het juiste beeld van den waren toestand, evenmin is dat
het geval bij eene vergelijking der cijfers van de douane
ontvangsten.
De imponthandel maakte toch, evenals de export, bij zon
dere tijden door. Het begin van het jaar was buitengewoon voordeelig. Elke prijs, die gevraagd werd, werd betaald en
de import was daardoor genegen, om omnjddel.ljk het ver-
kochte tegen hooge prijzen, elders buiten Necterlandsch-
Indië, weder in te koopen. Bc$vendien werd de aanvoer van
diverse goederen zoo enorm groot, doordat vele goederen
uit vroegere bestellingen in de Europeesche hnven.plaatsen
lagen opgehoopt, en na de havenstakingen in een versnld
tempo naar Indië werden verscheept. Plotseling trad ook
de daling in en tegelijk daarmede de onthouding van de
tweede hand om te koopen. Voor katoentjes kon eene da-
ling van 50 pOt. worden geconstateerd. In November waren
de voorraden goederen in Ned.Ind. zoo groot, dat de scheep.
vaartmaatschappijen aan verschepers mededeelden, wegens
abnormale omstandigheden in alle Nederlandsch-Indische
haivens geen afaceep in bepaalde maanden te kunnen garen-
deeren. De iinporthandel bleef met groote stocks zitten;
de tweede hand had voldoende voorraden, onthield zich van
koopen en trachtte de prijzen eveneens op te houden. Het bleek echter spoedig dat het publiek ongenegen
was,
die
hooge prijzen op den duur te betalen. Gelukkig hebben im-
porteurs in vorige jaren enorm veel geld verdiend, zoodat
de groote verliezen, die zij in het jaar 1920 te boeken had-
den, grootendeels konden worden betaald uit de reserves,
die zij hadden gemaakt.
De in- en uitvoerrechten en accijnzen bedroegen:
in 1917
…. …… . ……….
f
38.622.978.58
in 1918
………………….,, 30.574.896.-
in 1919
…………… . ……
,, 52.333.433.76
in 1920
. …………………
83.582.642.24
Teneinde nog een vergelijk te kunnen maken tusschen de
producteaprijzen gedurende dit jaar, worden hieronder de
prijzen gegeven van:
1 Januari 1920
t Juli1920 31 December 1920
Suiker ………..
45.50
f
55.50
f
20.-
Koffie, Java .. ..
90.-
80.-
,, 64.-
Robusta ..
64.-
,, 44.50
,, 29.50
11
Coprah ……….,, 34.50
24.-
20.-
Rubber
……….1.47
,,
1.05
,,
Tapioca ……..,, 13.-
,, 10.50
,,
7. –
Tin …………., 196.-
165.-.-
,, 170.-
Ten aanzien van •den Tmporthandel moet nog . wordeu
opgemerkt, dat de meer en meer veld winnende Japansche
import, evenals de A.mei-ikaansehe, de sterke concurrentie
niet alleen vah Engeland als gewoonlijk ondervond, maar
thans ook rekening had te houden met Frankrijk en
Duitsohland. Dit laatste land vooral had een grooten voor-
sprong door den stand van de valuta en het is wel merk-
waardig, dat bij de algemeene malaise, die thans over de
geheele wereld heerscht, de fabrieksnijverheid in Duitsch-
land in vellen gang is.
De vrije invoer van rijst werd 15 April 1921 weder open-
gesteld. De voorraden van het Gouvernement werden ver-
kocht; het is moeilijk na te ‘gaan, welke financieele resul-
taten de G’ouvernements bemoeienissen met den rijsthandel
hebben gehad.
De Comumisie destijds ingesteld door Z.Ex. den Gouver-neur-Generaal om de Regeering te adeiseeren in alle zaken,
verband houde.nde met een geregelden aanvoer ivan buiten-
la.ndsche rijst, zoowel op Java als op dé Buitenbezittingen
en met de distributie (laanvan, werd evenals in vorige
jaren, in geen enkel geval gehoord.
De batikindustrie had mede sterk te lijden door de groote
6 luctuaties in prijzen van wit goed. Slechts enkele kapitaal-
krachtige konden nog voortwerken, maar de meeste kleine
batikerijen moesten worden gesloten. Verwacht kan lworden,
dat binnenkort de batikindustrie weder zal lièrleven, naar-
mate de grondstoffen gemakkelijker en goedkooper ver-
krijgbaar zullen zijn.
Voor de aanmoed.iging van .industrieele ondernemingen
bleef ook dit jaar de door de Regeerin.g in 1915 ingestelde
Commissie tot Ontwiikeling der Fabrieksnijverheid werk’
zaam.
Haar arbeid betrof allereerst liet voorbereiden en helpen
stichten van nieuwe industrieën, daarnaast de uitbreiding
van bestaande bedrijven, voorts het steaniverleenen aan on-
voldoend gefundeerde, doch levensvatbare en voor de staat-
huishouding van belang zijnde fabrieken.
Onder de zaken, waarvoor in 1920 hare beoordeeling en
medewerking werd fverzocht, neemt het plan tot stichten
eener kunstmeststoffabriek in Asahan, alsmede de stioh-
ting van metallurgische bedrijven, samenhangend met dan uitbouw van belangrijke waterkracht- en electriciteitswer-
ken in de Buitengewesten, eene voorname plaats in. Als nieuwe te stichten ondernemingen werden door haar
voorts in samenwerking met Hollairdache ondernemers
plannen voorbereid voor de papierfabricage hier te lande
en voor de textielindustrie; ‘terwijl met hare medewerking
op —dp loopetrde landsbegrooting memorieposten zijn -uit-
getrokken voor de oprichting eener zwavelzuurfabriek en
eene fabriek voor de fabricage van chloor en soda, beide
chemische industrieën verband houdende met het vraag-
stuk der springstof fahricage hier te lande en dus al even-
zeer ten doel hebbende, geleidelijke onafhankelijkheid van
het buitenland voor z.g. vitale- of sieutalbedrjven.
Hare belangstelling geld verder het vraagstuk der in-
heemsche ijzerinidustrie. Voorshands verleende zij hare me-dewerking aan een groo’te buitenlandsche groep, beoogende
de stichting eener fabriek van spoorwegwagens.
J)eze wagonfabriek is thans in Cheriibon, de genoemde papierfabriek i:n Padalarang in aanbouw.
In voorbereiding bleven verder de lucifersfabricage hier te lande, het stichten eener klasfabriek, van een azijnzuur-
fabriek, van industrieën steunende op de bruinkoeldestil-
latie enz. euz.
In het algemeen kan worden gezegd, dat van de volvoe.
ring al dezer plannen en de overweging van andere indu-
strieele mogelijkheden mede afhangt het scheppeii van
nieuwe welvaartbronnen voor de toekomst, steunende op
Indië’s bezit aan grondstoffen en mineralen, geschikt ‘voor
verwerking tot half fabrikaten en eindproducten.
768
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 September 1921
Beschouwt men den geheelen econoinischen toestand in
Nederlan’dsch-Indië, dan is die m,derdaad op het oogeublik
niet rooskleurig te noemen, evenmin als over bijna de ge-
heele wereld.. Het ziet er naar uit of ook de Javasche Bauk
voor• groote moeilijkheden ‘zal komen te staan, maar de
toestanden in haaael, landbouw en industrie zijn in Neder-
landsch-Indië niet zoodanig, dat er redenen bestaan om
met groote bezorgdheid de toekomst in te ‘gaan. Van een
eccmomisch veiwal kan hier nog
niet
‘worden gesproken,
want dat is er
niet,
al zou een oppervlakkige beschouwer
van prijzen van producten thans met die van een Jaar
geteuen bij die vergelijking gaan waahopen aan goede re-
sultaten. Men c.vergete niet, dat ‘die prijzen over het alge-
meen nog hooger zijn dan die, voor dan oorlog besteeil.
Naarmate normale toestanden in de ‘wereld terugkeeren,
én dat kan niet uitblijven, al zal liet ook met schokken
gepaard gaan, zullen ook normale productiekosten komen
en een normale vraag naar productexi van Nederlandsch-
Indië.
De moeilijkheden moeten worden doorgemaakt en moe-
ten worden overwonnen.
De krachtige positie van de circulatiebnn.k, de onder-
linge samenwerking van de andere banken in Nederlandsch-
Indië, zooals die zich in het laatste jaar heeft geopea-
baard, is er borg voor, dat men de moeilijkheden hier ge-
makkelijker zal overwianen dan elders. Nederland.sch-Indië
staat
niet
aan den vooravond van den economischen onder-
gang; wel mag men verwachten, dat veel van het zoo
gemakkelijk in vorige jaren verdiende geld weder zal wor-
den verloi-en, maar daarmede gaan de cultures, op zulk
een hechten grondslag opgezet, nog niet te loer. Betere
tijden zullen aanbreken. Het is niet de eerste crisis, die
men in Nederlandsch-Indië op cuituurgebied doormaakt
en de geschiedenis heeft. geleerd, dat elke crisis in de
grondslagèn der ondernemingen ten slotte nog verbete-
ring heeft gebracht.
De irter’n,cstio.ncsle financieele en
economische ioestand. – Op
het dezer da-
gen te Stockholm gehouden congres van de Inter-parlementaire Unie heeft Prof. Treub de volgende
s tellingen verdedigd:
,,Opcïat Europa zich zal kunnen opheffen uit den
staat van oeconomische uitputting, waarin het door den
oorlog is gebracht, is het van het hoogste belang, dat in
ieder land de productie zooveel mogelijk wordt geprikkeld. Opdat dit doel zoo spoedig mogelijk zal kunnen wor-
den hereikt, is het dringend noodzakelijk, dat de indus-
trieën rvan de verschillende landen worden bevrijd van de belemmeringen, ‘welke veroorzaakt zijn ten eerste door de
belemmeringen, welke veroorzaakt zijn, ten eerste door de
de prijzen van de producten, en tea tweede door de regee-
ringsmaatregelen op het gebied van de distributie en an-
dere regelingen van ‘hetzelfde ‘soort.
Zoowel voor ‘de landen met gedeprecieerde .geldswaar-
de, als voor ‘die met ‘hoogen ‘wisselkoers is het een levens-belang, dat hun uitvoer zooveel mogelijk ‘wordt bevorderd. In verband met deze algemeene oecononiische nood-
zaak zou een politiek der regeeringen, ‘welke er naar streeft,
den invoer in hun ‘respectieveljke landen te beperken, ten
einde te komen tot een grooter actief saldo ‘van hun inter-
nationale balans, ernstig bijdragen tot vertraging van het
proces van oeconomische opheffing van Europa en dien-
tengevolge ook van hun eigen land.
Daar de landen met hoogen ‘wisselkoers hun ocono-
mischen toestand niet zullen kunnen verbeteren, tenzij zij
hun uitvoer tot normale hoogte vermeerderen, hebben zij
evenveel ‘belang bij ‘het economisch herstel van de landen met lager wisselkoers als die landen zelf.
De oecononiische toestand ‘is zoo precair en draagt
zoovele gevaren voor de naaste toekomst in ‘zich, in alle
landen ‘van Europa zonder uitzondering, dat men niet mag hopen, zonder débâcle uit dezen toestand te geraken, wan-neer men niet komt tot een intense samenwerking von alle
volkeren, gegrond op ‘wederzijdsche ‘welwillendheid. Men moet derhalve vastbesloten den ‘weg van ‘de internationale
handelsvrijheid ‘betreden en zonder verder dralen ‘de poli-tiek van de open deur volgen.
Het is de plicht van de parlementen van alle ‘landen
en met name van die in ‘de landen met sterk gedeprecieerde
geidswaarde, om al hun invloed aan te wenden, opdat het
ontwerp inzake internationale credieten,
dat aangenomen
is ‘door de internationale 1 inancieele conferentie te Brus
sel, zoo spoedig ‘mogelijk in werking wordt ‘gesteld. Intus-
schen moeten de vraagstukken van handelscrediet
in de
eerste plaats opgelost worden door de ha’ndeldrijvenclen zelf
en ‘door “hun organisaties, door tussehenkomst van ‘de
pa’r-
ticuliere
banken
en de ‘relaties van deze banken over de
geheele wereld.
De organisatie van het internationaal crediet moet niet alleen strekken om de toegestane credieten de noo-
dige waarborgen te doen verkrijgen, maar ook er zorg voor
dragen, .dat deze credieten niet anders worden toegestaan
dan met ‘het oog op zaken van allereerste noodzakelijkheid voor het oeconomische leven van .den debiteur. Het schijnt
derhalve volstrekt noodzakelijk, dat, naast deze organisa-
tie, een orgaan van contrôle wordt ingesteld ten opzichte
van de aangelegenheden, waarvoor haar ‘medewerking
wordt ingeroepen. Dit orgaan zal het meest geschikt zijn
om zich tegelijkertijd bezig te houden met het vraagstuk
van de internationale verdeeling van de grondstoffen, voor
zoover ‘liet ‘noodig ‘zal zijn hierin te voorzien. I’ntusschen
zal de werkzaamheid van dit orgaan op dit gebied zich
moeten bepalen tot het ‘hoogstnooclzakeljke en deze werk-
zaamheid zal moeten ophouden, zoodra de oeconomische toe-
stand van de wereld voldoende hersteld ‘zal zijn om deze
bemoeiingen te kunnen ontberen.
0ff icieele’ en half-offioieele organisaties, belast met een
internationale verdeeling van goederen van “welken aard
ook, zijn noodzakelijkerwijze ‘zÔS gebrekkig en zij stooten
bij de uitoefening van haar taak op zôôvele moeilijkheden,
dat men haar instelling alleen kan beschouwen ‘als een
n’oodmaatregel van zeer ‘beperkt nut. Het ‘gevaar bestaat,
dat zij ernstige belemmeringen worden voor de oeconomi-
sche ontwikkeling van het oogenblik, of dat de wereld-
toestand niet langer nadrukkelijk haar inmenging vraagt.
Het is volstrekt noodzakelijk, dat de
wisselkoersen
zich stabiliseeren, opdat de ‘internationale handel weder zal
kunnen opleven en zich krachtig zal kunnen ontwikkelen.
Een zoodanige stabilisatie zal niet tot stand komen, zoo-
lang ‘de
geldinflatie
voortduurt, ‘met name niet in de lan-
den met sterk ‘gedeprecieerde geldswaarde; maar het is
noch noodzakelijk, noch wenschelijk, te streven naar een
systematische deflatie. Een deflatie, die niet tegelijkertijd’
zeer langzaam en. zeer voorzichtig tot ‘stand zou komen,
zou Europa stellen voor nieuwe ‘problemen, welke niet min-
der moeilijk zouden zijn dan het vraagstuk van de inflatie.
De internationale handel zal belemmering ‘blijven
ondervinden en de uitvoerende landen met beogen wissel-
koers ‘zullen een zeer ongelijke concurrentie hebben te dra-
gen, zoolang de ‘wisselkoers van de landen met, sterk ge-
deprecieerde geidswaarden ‘niet zal overeenstemmen met de
koopkracht van hun geld in het eigen land.
De hier bedoelde vraagstukken zijn zoo uitgebreid
en tegelijkertijd zoo ‘ingewikkeld, dat de Interparlementaire
Unie zih te dien aanzien niet kan uitspreken, zoolang deze
vraagstukken niet het onderwerp hebben uitgemaakt van
grondige bestudeering in bijzondere studie-commissies. De
door de Unie ingestelde oeconomisehe studie-commissies
zouden zich in verbinding kunnen stellen met de oeconomi-
sche- en financieele commissie van den Volkenbond, ten
einde tot de werkzaamheid ‘van deze commissie bij te dra.
gen en zooveel mogelijk te vermijden, d’at ‘tegenstrijdige
oplossingen of voorstellen worden geopperd.
Systematische en diepgaande studies van de oeconomisdhe
wereldvraagstukken van den tegenwoordigen tijd in com-
missies, welke ad hoc door ide Interparlementaire Unie
worden ingesteld, ‘zullen tevens kunnen bijdragen tot ver-h’ooging van de ‘belangstelling van de parlementen in den
oeconomischen arbeid van den Volkenbond, terwijl zij zul-
len ‘bevorderen, dat het belang van dezen arbeid voor het.
verkrijgen van den werkelijken en duurzamen vrede meer
in het oog valt.”
Nadat de keer Treuib in de conferentie te Stockholm
bovenstaande stellingen ‘had toegelicht, werd de volgende
resolutie aangenomen:
,,De 19e Interparlementaire Conferentie, kennis geno-
men hebbende van ‘het rapport van den ‘heer Treub over
,,het internationale oeconomische en financieele vraag-
stuk en de Volkenbond”, besluit tot het instellen van een
oeconomische en financieele interparlementaire conimis-
sie, belast met het bestudeeren van de vraagstukken, be-
–
handeld ‘door .den heer Treub, ‘met de daarbij behoorende vragen en’ met het uitbrengen van rapporten aan volgende
conferenties.
De groepen zullen worden uitgenoodigd om ieder een
lid in die commissie aan te wijzen. Het uitvoerend bestuur
van de Unie wordt verzocht voor deze commissie een com-
missie van redactie van drie leden aan te wijzen, ‘belast
met het voorbereiden van de werkzaamheden van ‘de com-
missie door het opstellen van vragen, lijsten, enz.”
7 September 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
BOEKAANKONDIGING.
T.
E. Gregory,
(Casselreader in corn-
merce, University of London),
Foreigii
Exchan.ge
before, d’uring and after the
war. Humphrey Milford, Oxfbrd. 116 blz.
Dit, voortreffelijke, aan prof. sCannan opgedragen
geschrift geeft; behalve een reeks statistische gege-
vens, een uitvoerige theoretische uiteenzetting van de
oorzaken der koers’beweg.ingen. De schrijver laat gns
niet lang in het duister aan welke zijde hij, zich in
den strijd der meeningen ten deren schaart. Reeds in
de ‘voorrede deelt hij mede, dat hij zich in het kamp
dergenen bevindt, die in de inflatie en niet in de
betalingsbalans de oorzaak der koersbewegingen zoe-
ken. Hij voegt eraan toe, dat dit inzicht, dat aanvan-
kelijk zoo vreemd aandeed, op ,het oogenblik vrijwel algemeen als het juiste wordt aangenomen. Laten wij
hopen, dat hij niet te optimistisch is.
Geen beter voorbeeld van de, ingewikkeldheid der
economische causaliteit dan de .wederkeerige werking
van betalingsbalans, wisselkoersen en prijsniveau op
elkaar. Toch is het een ‘betrekkelijk onontgonnen veld.
Het pionierswer’k’ is door Ricardo en zijne tijd’genoo.
ten verricht, zij trokken de groote lijnen. sedert zijn
wij echter niet veel verder gekomen. Het gouden
standaard stelsel, de schrijver maakt zelf de opmer-
king, werkte te gemakkelijk; dat heeft het theore-
tisch denken ver.weri,d en traag gemaakt. Men zocht niet naar de oorzaken, waardoor het systeem werkte.
Ook de slechtste dingen brengen wel eens iets goeds
voort. Uit de tegenwoordige gel’dverwarring is het
begrip:. koopkrachtpariteit te voorschijn gekomen,
dat den weg voor verder ‘zoeken gebaand heeft.
De schrijver wijst er op, dat, wat thans als de
theorie van Prof. Cassel bekend staat, niets ‘anders is
dan een uitwerking van de denkbeelden, die sedert de
dagen van het Bullion (Jommittee door de economi. sche wetenschap als vasitstaande ‘zijn aangenomen.
De quantiteits-theorie is volgens dezen Lschrjver een
onomstooteljke waarheid, al kan men van meening
verschillen over do vraag, wat als geld moet worden beschouwd, en over de snelheid en nauwkeurigheid,
waarmede het prijsniveau op een geidvermeerdering
reageert.
En de fundamenteele ‘wetten ‘der economie ‘zijn
niet veranderd, integendeel, zij zijn volledig beves-
tigd door wat in den oorlog is gebeurd; maar men
zag niet,’ dat de traditioneele oplossing van proble-
men niet meer opging, omdat men de Vrije beweging
van hot goud had belemmerd.
Op zeer ‘verdienstelijke wijze rafelt de schrijver de
bovengenoemde wisselwerking van ‘betalingsbalans,
koersen en prijzen uit elkaar, om tot Ide conclusie te
komen, dat in- en uitvoeren niet meer dan een tij,
delj’ke rwerking op den koers uitoefenen, en ‘het eind-
resultaat steeds op de prijsniveau’s berust. Hier en
daar schijnt ons zijn uiteenzetting minder bevredi-
gend, maar de tijd voor een volmaakt geschrift over de koersen is nog niet gekomen; des schrijvers ver-,
dienste is er niet geringer ‘om, wanneer misschien
nog hier en daar feilen aan zijn wèrk ‘kleven. Wat
tegenwoordig op ‘dit gebied geleverd wordt, áa eerst
een begin.
Wij laten hiei enkele voor de strekking van het ge-
sehrift, en ook ioor den ‘levendigen stijl van den
schrijver kenmerkende aanhalingen volgen.
Naar ‘zijn ‘meeuing ligt ‘de hoofdoorza’ak van de
ontwrichting der wisselkoersen, ,,in de algemeene ver-
waarloozing van de regelen ‘van het gezond verstand
bij de geidvoorziening”. Hij wijst op verschillende
bronnen van misverstand: zoo h.v. dat men in den
regel meent, dat op de wisselmarkt vreemd geld wordt
verhandeld, terwijl de waar, die ‘d’aar ‘wordt gekocht en verkocht, uit vorderingen bestaat.
Hij wijst erop, dat niet goud het saldo van ide be-
Lalingsbalans’ aanvult, zooals het in het gebruikelijke
jargon heet, maar dat goud maar één van vele dingen
is, waarmede internationale schulden plegen betaald
te worden. Hij toont aan, dat men de dagelijksche
balans met ‘de periodieke dooreenhaalt; en dat ‘de
‘groote overschotten van niet op een of andere wijze
afgedane internationale vorderingen, wâarover ‘men
zooveel hoort spreken, niet bestaan, (a balance r’arely
exists).
L’aat men, aldus de schrijver, zijn aandacht maar
aan de waarde van het geld, aan het prijsniveau wij-den, over de betalingsbalans behoef t men ‘zich niet
ongerust te maken (there is no need to worry about
the ‘balance of trade), die zal wel voor zichzelf zorgen.
Hij wijst op .de futi’liteit van de pogingen om de
wisselkoersen ‘te beïnvloeden, en ‘op ‘de dwaling, dat de
markenexport de mark zou doen dalen: niet die
export maar de overmatige uitgifte draagt de schuld. De houding ‘der regeeringen .kenschetst hij aldus:
zij hebben éérst zeven jaar lang de geidhoeveelheid
vermeerderd om voor hunne onderdanen liet feit, te
verbergen, ‘dat oorlog een kostbaar verm’aak ‘is, en
toen getracht het prijsniveau desniettegenstaande om-
laag te houden.
Nu de oorlogswoekeraar uit de mode begint te
raken, wordt de koersspeculant degene, op wiens,
schouders de schuld wordt geschoven voor dingen,
waarvoor de regeering verantwoordelijk is. De specu-
latie vervroegt alleen de gevolgen ,wat en maakt de koersen niet ongunstiger, maar de ongunstige koer-
sen maken het de moeite waard te speculeeren. Spe-
culatie verhinderen is hetzelfde als ‘den thermometer
veranderen, omdat hij hoog
wijst
in een kamer, waar
men alle vensters gesloten en een vuur ‘aangeleg.d
he,eft.
De schrijver houdt zich ook bezig met de ‘discussie,
die tusschen Prof. Cassel en schrijfster dezes is ge-
voerd over de oorzaken van de afwijking tusschen
koersen en koopkr’achtpariteit. Hij noemt het een be-
laugwekkend teeke’n van het internationale karakter
der economie, dat zulk een discussie plaats vond tus-
schen’ een Zweed en een Hollandsche in een Engeisch
tijdschrift. Hij geeft ook een eigen uitlegging van dit
‘zeer ingewikkeld verschijnsel, die ons echter niet kan
bevredigen. Een geanticipeerde verdere daling van
den kiers zou op de Mark gewerkt hebben. Deze uit-
legging schijnt ons in strijd met des schrijvers eigen
beschouwingen over de werking der speculatie.
De schrijver komt.ten slotte tot de middelen ter
verbetering.
Prijzen en koersen moet men ongemoeid laten; en
niets verwacht hij van de plannen, in het bijzonder
voor Oostenrijk gemaakt, om naast het oude geld een
nieuwe geidsoort te scheppen: zij laten alles
bij
het
oude, zijn volmaakt nutteloos en kunnen alleen de
verwarring nog wat vergrooten. Men ziet daarbij ok
voorbij, dat men in het goud te allen tijde een inter-
nationaal verrekenmiddel had en heeft. Of er gedefleerd moet worden, laat de schrijver in
het midden, wel somt hij de n’adeelen ervan op. Maar
het ééne dat gebeuren moet, aldus ‘ de schrijver, is
met twee woorden te zeggen, die hij met kapitale
let-
ters neerschrjft: houd op met de inflatie,
sLop
i?flatiors.
.
Het geschriftje is uit den aard’ der zaak, hoe leiven.
dig ook geschreven, geen lichte lectuur. Want even
gemakkelijk als het is, ‘zich riet een formule als:
,,de wisselkoersen stijgen door de ongunstige beta-
lingsbalans” ‘van ‘de zaak af te maken, even moeilijk
is het in de stof door ‘te dringen. Moge dat niet ‘van
de lezing van dit nuttige geschrift van een Engeisch-
man van naam terughouden. Men zal zijn moeite
ruimschoots beloond vin’den. E. C.
VAN DORP.
INGEZONDEN STUKKEN.
DOLLAR- EN PONDENKOERS.
Hooggeachte Heer Redacteur, ‘ *
In het onderschrift, door U ‘toegevoegd aan het
artikel van Prof. Bordewijk over ,,Dollar- en ponden-
koers”, komt een zinsnede voor van zeer principieelen
aard in mijne oogen, waarmede ik het zoo volstrekt
770
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 September 1921
oneens ben, dat ik niet wil nalaten daartegen op te
komen.
,,Een van •de
eerste
plichten”, zoo schrijft U, ,,die
,,de wetenschap in deze tijden heeft, is m.i. juist
deze,
,,dat zij gedurig wijst op de ontzaggelijke ingewik.
,,keldheid en de talrijkheid der factoren, die in het
,,dagelijksch verloop tot uiting komen en waarschuwt ,,tegen overijlde en te absolute conclusies.” De laatste
zeven woorden onderschrijf ik, maar de daaraan voor-
afgaande? Neen, driemaal neen, de
eerste
plicht van
de economische wetenschap in deze moeilijkè en inge-
wikkelde tijden is uit de ingewikkelde verschijnselen
de groote lijnen bloot te legger
en deze duidelijk voor
te houden aan de zeer velen, die 6± overijide beslis-
singen plegen te nemen op grond van hetgeen de
practijk op relatief zeer klein gebied hun
schijnt
te
leeren 6± die (en dit zijn de verstandigsten) hunkeren
naar duidelijke leiding in den doolhof van schijnbaar
strjdige feiten en van strijdige meeningen. Op geen
enkel gebied van de economie is het opdiepen van,
en het vasthouden aan de groote lijnen, het weglaten,
zooveel immer mogelijk en verdedigbaar, van ver-
warrende bijkomstigheden m.i. zoo volstrekt noodig
als op het gebied van,het geldwezen, dat in de laatste
jaren zoo ontzettend moeilijk is gebleken.
Bv.: De ‘dollar staat op
f
3,20 (misschien is het al
f
3,15 of 3,25; het d’oet er m.i. weinig toe) ‘de gulden
is geen 40 maar nog slechts 30 dollarcenten waard.
Van die depreciatie is er één oorzaak, die U, M. de
Red., ook erkent, een oorzaak, waaraan U en de meeste
wetenschappelijke economisten meenen, dat
hier te
lainde
iets te verbeteren valt; er is daarnaast nog een
aantal andere oo.rzaken, waaraan wij beslist niets ‘kun-
nen doen: als één van die laatste oorzaken niet werkte,
zoude de dollar misschien niet op’
f
3,20 maar op
f
3,15 staan; als er nog een andere niet werkte, wel-
licht op
f
3,10 enz.; alle te zamen zijn ze misschien
de ‘schuld dat de dollar bij oogenblikken althans nog
20, 30 en 40 ct. ho’oger staat dan het .gval zoude
zijn, als alleen ‘de oorzaak werkte, die hier te lande
ligt. Wat kan het nu onder zulke omstandigheden
voor nut hebben om de toch reeds zoo moeilijke dis-
cussie over de vraag, of de machthebbenden hier te
lande, door de hoofdoorzaak weg te nemen of te ver-
zwakken, al ‘of niet iets doen kunnen opdat de dollar
minder hoog bljve staan’) te embrouilleeren en
misschien voor 90 pOt. van de belangstellenden (mij
zelf incluis) vrijwel
onbegrijpelijk
te maken door het
zeer voorzichtig opperen van allerlei, vermoedens en
onderstellingen omtrent oorzaken, waaraan wij zeker niets kunnen veranderen?
Gold het om in een kalmen tijd, waarin voor de
theorie in maar weinige actueele vraagstukken den
weg te wijzen viel, de. wetenschap te verdiepen door
het in elkaar zetten en wederom uit elkaar pluizen
van uiterst moeilijke casus posities, natuurlijk was ik
dan geheel op uw zijde; de wetenschap zoude daarbij
geen detail of ‘bijkomstigheid buiten beschouwing mo-
gen laten . om tot volkomen juiste verklaringen te
komen. Maar zoo is het niet; wij zijn in een
tijd,
waar-
in het er om gaat: 6f met
terzijde
werping van de
thèorie door ontzettende schade (en schande) wijs te
worden 6f wel te trachten door vasthouden aan
de ‘beproefde hoofdbeginselen, die de’ wetenschap aan-
geeft, aan nog meer materieele rampen en ellende te
ontkomen.
Als de economische wetenschap in. zulk een
tijd
niet
beter weet te doen dan •de voorstelling der zaak z66
ingewikkeld te maken, dat het, zelfs den meer inge-
wijden en aan goed overdenken der vraagstukken ge.
wenden, telkens gaat ‘duizelen, ‘als de eisch, die U
zelfs in ‘deze tijden in de
eerste
plaats aan de weten.
schap stelt, algemeen aanvaard mocht worden, dan
vrees ik ten zeerste, ‘dat er bij vele lezers van econo-
mische geschriften een neiging zou komen om op vra-
gen als: ,,inflatie of geen inflatie”, ,,gouduitvoer of
geen gouduitvoer”, ,,’discontowijziging of niet”, ,,al of
) Met als gevolg een hoog invoerrecht op belangrijke
levensmiddelen.
niet defleeren”, maar liever het antwoord te zoeken
door aftelling op een paar rijen knoopen van een
kleedin.gs’tuk, dan zich het hoofd te breken op kolom.
men vol onderstellingen en vermoedens van
moge-
–
lijkheden, waaraan dezerzijds niets te veranderen valt.
Ik ben overtuigd, dat het ,,gedurig wijzen op de
ontzaggelijke ingewikkeldheid en de talrijkheid der
factoren”, die ook wel eenigen, soms zelfs belang-
rijken, invloed kunnen hebben, practisch niets is dan
in de kaart spelen van de niet weinigen, ,,wien (zoo-
als het Verslag van de Kam. van Kooph. te Rotter-dam het zoo juist uitdrukte) wetenschappelijk den-
ken te zwaar valt en die daarom uit naam van de
pra’ctijk de theorie geheel verwerpen, als zijnde iets
dat slechts voor normale tijden geldt”.
Er is natuurlijk niets tegen – ja zelfs alles v66r,
– dat in ‘den strijd ‘der meeningen over vraagstuk-
ken als b.v. de depreciatie van ons geld, zoo nu en dan eens nuchter wordt opgemerkt: ,,Heeren Strij.
denden, wilt er aan denken, dat gij wel geen van bei-
den geheel gelijk zult hebben met ‘de oorzaken, die
gij aanwijst, dat er zeker in deze tijden, meer nog ‘dan anders, naast de hoofdoorzaak een menigte –
soms ‘lang niet onbeduiden.de – bij’oorzaken mede-
werken tot den ongewenachten toestand, bijoorzaken,
waaraan wij niets ‘kunnen ‘doen.” Maar wie die wen-
schelijke en practische waarschuwing doet klinken,
moet dan toch m.i. zeer voorzichtig zijn, niet zôôveel
ten bewijze aan te voeren, niet zô6zeer in ‘bijkomstig-
heden zich te begeven, dat de h’oofdkwestie onduide..
lijk wordt en het aan vele lezers (‘die over de vraag,
of zij iets ‘begrijpen met zich zelf eerlijk zijn) als em
Mühlrad
mi
K’opf herumdrehen gaat, met het gevolg, dat zij hun belangstelling voor wetenschappelijke ver.
klaringen en recepten verliezen en, voorzoo’ver zij
zelf te handelen hebben, tot het meest hopelooze
opportunisme kdmen, ja erger (om het Versl. van de Rott. Kam. v. Kooph. nog eens te citeeren): ,,tot een
onbewust handelen zonder zich rekenschap te geven
van het waarom, vervallen.”
ANr.
V.
GIJN.
Den Haag, 2 Sept. 1921.
[Naar aanleiding van de opmerkingen van den ge-
achten inzender een enkel woord. De vraag, waar het
om gaat, is deze: Mag de wetenschap één der facto-
ren, die een toestan’d ‘beheerschen, isoleeren, met ver-
waarlooziug ‘der andere? Gaat het om wetenschappe-
lijk onderzoek, dan is het antwoord: ja, ‘en zal resul-
taat in vele gevallen slechts langs dezen weg zijn ‘te
bereiken. Zoo spoedig het evenwel gaat om de p’ac-
tische vraag, welk beleid onder zekere omstandighe-
den moet worden gevolgd, dan moet 66k de weten-
schap alle factoren in acht nemen. Ook dan, wanneer
er ‘onder deze factoren in hoofdzaak slechts één is,
waaraan iets te ‘doen is, blijft deze eisch gelden. Ge-
tracht m’oet worden uit te maken, welk aandeel ‘deze
factor ‘heeft aan den toestand en welk resultaat mits.
dien met een gewijzigde politiek te bereiken is. Het
verschil tusschen Mr. van Gijn en mij is blijkbaar,
dat hij beide grooter acht dan ik op het oogenblik zou
durven. Men ‘staat nu eenmaal voor de feiten en een’
positie als die van de Zweedsche kroon tegenover den
Amerikaanschen dollar moet wel tot groote v’oorzich-
tighei’d manen. Eenmaal het bestaan van andere fac.
toren er’keunende, mag men, vooral wanneer zij zoo
enormen invloed oefenen, althans een poging deze
factoren te determineeren, niet uit den weg gaan.
B.]
MAANDCIJFERS.
EMISSIES IN AUGUSTUS 1921.
Provinc. en Gemeentelijke leeningen
f
7.175.000,-
zijnde:
Woensdrechtf60.000,-6
0/
obi.
5100
0
/0
Gennep
f 105.000,-6
2/,
0
/0
obi.
S 100
0/
Soerabaja
f
5.000.000,—
7
1
12
0
/0
obi.
S 100
O
lo.
Semarang 12.000.000,—
7212
0/
obi.
S 10011
2
0
/0.
Traneporteeren..
f
7.175.000,—
Vervolg op pag.
772.
7 September 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
771
HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND JULI 1921.
(volgens de LyroeDeu der naamlijst van goederen. 0teste1d door het Centraal Bureau voor de Statistiek.)
Invoer
Uitvoer
Saldo Invoer
Saldo Uitvoer
Groepen
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
1
Waarde
Gewicht
Waarde
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
1 Dieren en dierlijke
producten
12.056.113
8.954.720 36.066.340
29.383.536
—
—
24.010.227
20.428.816
II Plantaard.
voort:
242.123.108
46.073.328
112.967.542 18.339.142 129.155.566
27.734.186
—
III Mineralen,metalen
en niet in andere
groepen
opgeno-
men fabrik.daarv
652.523.766 39.893.328
221.911.320 13.752.048
430.612.446 26.141.280
— —
IV Meel en meelfabri-
23.159.850
5.740.349 24.284.910
4.783.237
—
957.112
1.125.060
—
V Chemische produc
‘
ten,
geneesmidde-
–
len, verfwaren
en
kleurstoffen
..
16.843.403 4.658.730 4.833.467
2.380.747
12.009.936 2.277.983
—
VI Olie,hars,was, pek,
brengselen
……..
teer en distillatie-
.
producten van teer; fabrikaten van deze
katen
…………
stoffen, n. a. g.
36.827.316 8.945.385
21.157.643 8.266.181 15.669.673 679.204
VII Hout en fabrikaten
van hout en derge-
lijke stoffen; meu-
97.084.404
9.619.890
2.926.266 754.495
94.158.138 8.865.395
—
–
VIII Huiden, vellen, le-
der, lederwerk en
belen, v.a.s………
2.250.622
3.770.251
2.487.014 2.564.764
—
1.205.487
236.392
—
IX Garens,
touw
en
touwwerk, weefsels
en stoffen, kleede-
ren en modewaren
4.893.049
15.043.138
2.698.717
8.131.984 2.194.332
6.911.154
— —
X Aardewerk, porse-
–
lein,
pottenbak-
schoenwerk ………
kerswerk,
gebak’
.
.
ken steen en andere
125.452.521 2.855.873 3.045.919 585.090 122.406.602
2.270.783
2.739.587 986.545 3.411.452
969.489
—
17.056
671.885
—
3.898.593
2.057.201
10.345.455
2.337.524
—
—
6.446.862
280.323
kunststeen
……..
XI Glas …………..
XIII Voedings- en ge’
‘
*
XII Papier …………
notmiddelen,
niet
genoemd in de groe-
pen 1,11, IV en VI
28.668.775
12.804.786
26.138.863
12.266.495
2.529.912
538.291
–
XIV Rijtuigen, voertui-
gen, vaartuigen en
–
luchtvaartuigen
4.996.340
4.889.480
1.629.583 1.838.091
3.366.757
3.051.389
— —
XV Andere
goederen
dan gebrachtonder
de groepen
1 tot
en met XIV
14.534.128 17.874.629 4.590.195
4.937.058 9.943.933
12.937.571
—.
1.268.051.555
184.167.633 478.494.686
111.289.881
789.556.869 72.877.752
—
Waarvan Goud en Zilver,
Totaal ……..
al of niet gemunt (op-
genomen ingroep III)
‘221.181
13.504.466
10.093
5.869.652
211.088
7.634.814
—
OVERZICHT van de waarde van den
In-
en Uitvoer voor elke maand van het loopende jaar en de drie daaraan voorafgaande jaren, mét uitzondering van Munt en Muntmateriaal, in guldens. )
Invoer
.
Uitvoer
Maanden
1918
1919
1920 1921
1918
1919 1920 1921
Januari …………..
68.009.520 75.073.388 256.207.615 214.136.278
51.437.578
41.321.453
135.932.785 115.835.310
45.903.517
106.229.028
233.591.043
170.494.270 54.372.261
44.543.205
113.309.645
120.956.498
48.897.456
148.758.852 187.916.138
213.830.220
47.372.422
52.660.723 68.210.466 107.204.662
April …………….
35.802.563
189.565.086
203.592.812 195.781.602
30.702.241
50.827.142
99.448.337 108.819.697
35.055.767 257.009.336 298.514.162
188.114.951
35.843.354 96.168.708
170.393.137
93.818.710
Juni
…………….
30.330.163
258.183.821 345.402.373
188.559.719
23.040.469
126.270.353 179.478.445
120.815.908
Juli
……………..
47.764.858
..
274.264.390 314.861.366
170.663.167
35.046.826
133.623.129 177.114.162
105.420.129
Februari
………. ….
Maart
.
…………….
Augustus
.. ……….
..
40.567.746
313.403.619
267.956.122
—
25.501.391
163.771.619
130.018.883
—
Mei
………………
September
……….
298.107.886 317.368.670
—
27.641.796
162.131.110
165.965.569
—
October …………..
67.702.922 319.833.079
337.338.332
—
12.704.155
214577.467
148.140.438
—
November ………….
..
..
67.610.188
57.929.799
..
296.351.809
270.811.334
—
15.278.9Ö9
171.171.804
156.557.011
—
63.282.114
.. ..
..
288.958.920
298.867.123
—
.22.268:327 154.241.692 156.922.833
–
Deoember …………..
Tôtaal …….
608.356.613
2.825.739.214
3.332.427.090
1.321.580.207
381.209.7.29
1.411.308.405
1.701.491.711
772.870.914
)
In ce watistiejc over iiecember 1919 zijn de bedragen vermeld
met
inbegripvangoudenen zilveren inuntenmuntmateriaaL
772
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7
September
1921
Transport..
f
7.175.000,-
Indoistrieele Ondernemingen …… ..
2.500.000,-
zijnde:
N.V. Van. den Bergh’s Fabrieken
f
2.500.000,- 7
0
/0
obi.
á
100
Olo.
Petroleum Ondernemingen
11
1.582.000,-
zijnde:
Geconsolideerde Hollandsche ‘Petro-
leum Compagnie
f
1.582.000,-
cert. A
á 100
0/•
Spoorweg-Maatschappijen ……..
,,
1.000.000,-
zijnde:
Serajoedal Stoomtram-Maatschappij
11.000.000,- 7
0/
obi. á 100
o
lo.
Diversen ……………………
11
960.000,-
zijnde:
N.V. Gemeenschappelijk Eigendom,
Maatschappij tot exploitatie van
woon- en winkelhuizen
f
300.000,-
aand,
á
120
Ol
o
.
Vereeniging voor Jaarbeurzen in
Nederland
f
600.000,- 7
0/
,obl.
ft 100
0/,
Totaal ..
. .f
13.217.000,-
f
49.295330,-
29.964.250,-
69.463.000,-
19416.000,-
36.486.931,25
,, 49.850.500
1
–
104.801.800,-
13.217.000,-
f
372494.811,25
Bovendien:
f
53.430.000,- 31m. Schatkistpomessen
ft
f
987,82
6.570.000,- 61m.
,,
,, ,,
.976,10
terwijl voorts ook hier te lande gelegenheid bestond tot
inschrijving op de uitgiften van Brikettwerke Dames & Beth
Mrk. 25.000.000, – 6
0/
obl. ft 100
0/;
,,Phoenix” Aktien
Geseilschaft für Bergbau u. Hüttenbetrieb Mrk. 139.000.000,-
aand.
á 110
0/;
Dresdner Bank Mrk. 350.000.000,- aand.
ft 150
O
lo.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N
d
(Disc. Wissels.
4
1
1Juli ’15
Zweeds.R,ksbk8
6Juli ’21
Bk ‘Bel.Binn.Eff. 51
19Oct. ’20
Bk.v.Noorw.. 61
6Juli ’21
VhjRC 61
19Oot. ’20 Zwits.
Nat.Bk.4
13Aug.’21
Bk. van. Engeland tij
22Juli ’21
Belg.Nat.13k.5-54
19Mei ’21
Duitsche Rijkshk. .5
23Dec. ’14
Bankv.Spanje6
4Nov.’20
Bk. van Frankrijk
5128
Juli ’21
Bank v. Italië.6
20Mei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 5
25Juli ’21
F.Res.Bk.N.Y. 51
20Juli ’21
Nat. Bk. v. Denem. 6
5Mei ’21
Javasche Bank 31
1Aug.’09
OPEN MARKT.
D
ata
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
P.W.
Port.
–
N. York
Cal!.
Part.
Prolon.
disconto
gatie
disconto
disconto.
dtsc.
monei,i
3 Sept.
’21
–
214
411
2
4_01
–
29A.-3 S.’21
–
214-314
411…51
4-
1
1s
–
22-27 A. ’21
–
3
41s-1
4.81
s
–
41/,_511
15-20 ,,
’21
–
311_451
4114-18
4_51
–
5-6
30A.-4 S.’20
301_11,
411i
.
6
0
/i
4-/s
-j
6-10
1-SSpt.’19
321_71,
4
315
4-
1
18
411
2
_6
20-24Juli’14
3I1_01,
211
4
_51
4
211-31
21/s_Oh
2’1
5
1
127
1
1
1)
Noteering van
2
September 1921.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
De week opende met een sterke daling voor alle wissels.
Londen liep terug van 11.8134 tot 11.7034 en dollars van 3,20% tot 3,13%. Hiermede was echter voor deze wissels
het laagste punt bereikt en konden dollars in het bijzonder
weder niet onbelangrijk verbeteren. Parijs en Berlijn ble-
ven echter doorloopend aangeboden. In Parijs verwac.ht
men nog steeds een algemeene stijging der koersen op het
buitenland .zoodat dese wissel waarchijnljk een- gedeelte
van de in de laatste maanden behaalde avances zal moeten
prijsgeven. Daar België steeds prjshoudend blijft krimpt
het agio tusschen deze twee wissels geleidelijk in. Berlijn
was ook in de nieuwe week weder flauw, zoodat .heden voor
3.45 werd afgedaan. Sandi.navië was wederom zeer on-
zeker. Vooral 1-oorvegeu blijft sterk schommelen: De han-
del in dezen wissel is zoo gering, dat bijna iedere vraag of
aanbod van eenige beteekenis de sterkste schommelingen
veroorzaakt. Nu het reisseizoen ten einde loopt, begint
Zwitserland langzaam aan terug te loopen. Ook Spanje
was flauw, hoofdzakelijk door den Marokkaanschen tegen-
slag. Buenos Aires vaster, ca. 95. Daarentegen Indië weder
terugloopend en voor 9934 aangeboden, terwijl meestal niet
meer dan 08%
á
99 geboden werd.
KOERSEN IN NEDERLAND
Data
Londen
•
Parijs
s
Berlijn
.
S)
Weenen
S)
Brussel
5*)
New
York”)
29Aug.
1921..
11.80+
24.77+
3.70
0.371 23.99
3.20
30
,,
1921..
11.781
24.771
3.721
0.40
23.98
3.18T
9
g
31
,,
1921..
–
–
–
–
–
–
1
Sept.1921.
11.74+
24.70
3.671
0.38
24.-
3.14
2
1921..
11.71+
24.61 3.59
0.37+
24.-
3.12
1
1,
‘1921..
3.
,,
11.72+
24.45
3.58+
–
–
Laagsted.w.
‘)
11.701 24 42+
3.53,
0.41.
23.85.
3.11 Hoogste
,,
,,
)
11.811
24.821
3.75 0.35 24.05 3.2014
26 Aug. 1921..
11.83
24.86
3.74
0.371 24.03 3.21
19
,,
1921..
11.79+
24.95 3.82
0.38
24.411
3.22
1
/
1untpariteit..
12.10*
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48
51
5) Noteering te
Amsterdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
t) Particuliere opgave.
D
t
0
Stoel.
holm)
Kopen.
hagen)
1
Chri3.
-tianla
3
)
Zwitzer.
land
5
)
Spanje
‘
Batavla
)
telegrafisch
29Aug.
1921
69.30 54.90
43.15
54.35
41.65
99 30
,,
1921
69.10
55.15
44.-
54.12+
41.45
99
31′
•,
1921
‘
– – –
–
–
99
1
Sept. 1921
68.30
55.90
42.85 53.65
41.15
99
2
,,
1921
68.10 55.60
42.40
53.40
41.-
99
3
,,
1921
68.25 55.60
42.30
53.621
‘40.60
99
L’ste d.
w.’)
68,-
54.45
42.-
53.40 89.90
98
5
1
H’ste
,,
,,
1)
69.30 56.25
44.-
54.35
41.70
99
1
12
26 Aug.
1921
69.40
55.-
43..10.
54.30
41.60′
lOO’/i
19
,,
1921
68.65 52.60
41.90
54.50 41.75
99’1,
Iuntpariteit
66.67
66.67
66.67′
48.-
48.-
100
5) Noteering te Amsterdam.
2)
Partculiere opsave.
1) Noteering van 27 Augustus. 5) Idem van 20 Augustus.
Termijnnoteeringen der Valuta-Kas.
Ecarts tusschen termijnnoteering en contanten koers.
(week van 29 Augustus-2 September 1921.)
Londen.
Medio Sept.
Medio
Oct.
Medio Nov.
Hoogste B Koers
‘
agio
‘I
ct. agio
‘/s
ct.
Laagste B
disag.
1/4 ct-
Pan
,,
Hoogste
L
agio
,,
,,
1
Laagste L
agio
11
4
,
.
Pan
112
New-York.
Hoogste B Koers
Laagste B.
}
disag.
1
12 ct.
disagio
1
ct;
disagio 1
1
12 ct.
Hoogste L
,,
,
11
1/
}
Laagste L
Pan
‘
,,
Parijs.
,
Hoogste B Koers
agio
‘2
1
/2
ct.
disagio 7’12 ct.
disagio
10
ct.
Laagste B
‘
disagio 2112
,,,
Pari
,,
5
11
Hoogste L
Laagste L
}
‘
,Pari
disagio
2’It
d
Pan isagio
21
België.
Hoogste B Koers
agio
2
1
1 ct.-
agio
5
ct.
agio
5
ct.
Laagste B
,,
disagio 2
1
12
Pari
Hoogste L
,,
agio
2
1
12
,,
agio
5
–
,,
,,
10
Laagste L
,,
Pan
.
2
1
12
,,
5
r
Belijn.
HoogstB Koers
Laagste B
}
Pari
agio
1
et.
agio
3
et.
Hoogste
L
agio
2
ct.
}
,,
5
Laagste
L
,,
,,
1
,,
,,
–
,,
4
Totaal der emissies in Januari
Februari
Maart
April
Mei ……
Juni
J
u
li ..
Augustus..
Algemeen Totaal
KOERSEN TE NEW YORK.
D
0
t a
Cable Lond.
1
Zicht Parijs
Zicht Berlijn
1ZichtAmsterd.
(in I per)
(in cts.p.frs.)
(in ct. P. Mrk.)
(in
ci,.
s.
gid.)
2 Sept… 1921
3.71.-
7.74
1.13
31.78
Laagste d. week
3.70.25
7.74
1.13
31.40
Hoogste,,
,,
3.7460
7.87
1.16
31.91
27 Aug… 1921
3 68.75
7.74
1.14
31.20
20
…..
1921
3.86.50
7.74
1.18
80.99
Muntpariteit..
4.86.67
6.18
‘la
9514
40
3
!,.
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
Plaatsen en
Landen
Noteerings.
eenheden
19Aug.
1921
26Aug.
1921
27Aug./2Sept.211
LagstelHoogste
2Sept.
1921
Alexandrië. .
Piast.
p.4C
97″,2
97″1,2
97
18132
97151s2
9715/,,
•B. Aires’)..
d. p. $
44
44
8
!1,
43’18
44’12
44
Calcutta . . . .
Sh. p. rup
1/4
18
!1,
115
114
5
1,
115
1
/
1141,
aongkong ..
id. p. $
219
2
1
8
1
!,
218
219’/
21881,
Lissabon
..
. .
d. per Mii.
6
6’18
58/4
6′!,
6’18
gfadrid
….
Peset. p.
28.26 28.43
28.35
28.67 28.66
‘Montevideo’
d. per $
43
l
1
45e)
4112
44
42
1
!,
Ilontreal….
$ per £
4.06
4.09
4.08.
4.17
1
12
4.15
1
12
•R.d.Janeiro.
d. per IVlil.
8I,o
728192
7
83
1
8e1s2
881
Lires p. £
84.75 86.50 81.00 86.50
82.37
Shanghai.. ..
Sh. p. taei
319
1
!8
318′!4
317
319
1
14
31714
Rome
…….
Singstpore
..
id. p. $.
2,3!,
2/3
7
!,
213
11
/1ø
21388/,,
213271
57
‘Valparaiso..
peso p. £
36 20
38.80 88.20
40.10
88.70
Yokohama ..
Sh. p. yen
217
814
217
5
18
217
2/7″!,,
217
1
!,,
•
Koersen der voorafgaande
dagen.
1)
Telegra&sch
transfert.
5)
Noteering van
25
Augustus.
NOTEERING VAN ZILVER
Noteering te Londen
te
New York 3Sept. 1921
……
38
1
Ig
63
1
)
27 Aug.
1921
……
38 62 20
.,,
1921
…….
38′!,
61
7
18
13
,,
1921
……
37’/s
‘
.
61.-
4
Sept. 1920
……
60′!,
94
2
)
6
Sept. 1919
……
61
11114
20
Juli
1914
……
24″!,,
5411′
1)
Noteering
van
2
Sept.
1921.
2)
Idem
van
3
Sept.
1920.
NED. BANK 5 September 1921
(vervolg).
Beschikbaar metaalsaldo…………..f 401.829 958,91
Op de basis van
‘!,
metaaldekking …..
, 188.148.838,90
Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is.. ,, 2.009.149.790,-
.Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer
. Mmde,
Disconto’s …………18.917.754,99
Buitenlandséhe wissels
38.904,-
Beleeningen
1.491.588,45
1
12
Goud………………
–
–
Zilver
282.799,58’12
Bankbiljetten……….16.902.410,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s ..
5.501.972,80′!,
Voornaamste posten in duizenden guldens.
B
4
Andere
Data
Goud
Ziloe,
6iljtten
op:lachb are
schulden
5 Sept. 1921 ………605.969
10.283 1.021.031
47.375
29 Aug. 1921 ………605.1.69
10.566 1.004.129
50770
22
1921 ……605.969
10681
993.146
53758
15
,, 1921 ……805.969
11.007 1.004.597
58.938
8
1921 …..606.969
10.792 1.018.176
60.967
6 Sept. 1920……..636.339
16.747 1.033 388
75.450
6 Sept. 1919 ……
.631.587
5.801 1.003.950
66.211
25 Juli 1914…….162.114 1 8.228 1 310.437
6.198
Hiervan
.
Beschik.
Dek-
Totaal
Data
bedrag
.,c al fit.
Dcce.
aa,
ing,.
prome.,sen
ningen
Metaal.
percen-
isconto,
rechtstreeks
saldo
tage
5 Sept. 1921 242.1192
72.000 157.286 401 830
57
29 Aug. 1921 223.675
69.700 158.778 404.814
59
22 ,,
1921 223 122
70 700 15285,5 4116.528,
59
15 ,,
1921 221 915
68.700 168306 403.528
58
8 ,,
1921 275.816 138.700 130.229 400.. 91
57
6 Sept. 1920 91 185
–
322.346 430 524
59
6 Sept. 1919 122.819
60.000 220.161 .422.589
60
25Juli 19141 67.947
14.300
61.686
43.521′) 75
‘)
Op de basis van
t
!,
metaaldekking.’
NEDERLANDSÇHE BANK.
Verkorte Balans op 5 September 1921 Activa.
Binnenl. Wis.( H.-bk.
f145.449.689,44
sels,Prom.,< B.-bk.,, 34.622.063,98’/,
enz. indisc.(Ag.sch. ,, 62.520.718,14
242.592.471,5611,
Papier o. h. Buiten 1. in diséonto
–
Idem eigen portef..
f
47.933.726,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgeL,,
.
Beleeningen
47.933.726, –
mcl. vrsch.
H.-bk.
f
60.396.338,94
1
/
in rek.-crt.
•B..bk.
,,
16.926.564.08
op onderp.
Ag.sch. ,,
79.963.067,26’12
f157.285.970,29
Op Effecten
……f144.198770.29
Op Goederen en Spec.,, 13.087.200,-
167.285.970,29
Voorschotten a. h. Rijk
……………
,,
12.000.348,61
1
1,
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.237.620,-
Muntmat., Goud ..
649.730.929,59
f
i0ö .968 .54 9. 59
Munt, Zilver, enz. •
,,
10.283.155,42
Muntmat., Zilver
Effecten
616 251.705,01
Bel.v.h.Res,fonds..
f
5.275.094,76
id. van ‘/sv.h.kapit. ,
3.954.306,87112
9.229.401,621!,
Geb.enMeub. der Bank ………………
3 747.500,-
Diverse rekeningen …………………15.802.709,50
f1.104.843.832,60
1
I,.
Passiva.
Kapitaal
……………………..
f
20.000.000.-
Reservefonds
………
…………
…5.386.728.62′!,
Bankbiljetten in omloop …………..
1.021.031 080.-
Bankassignatiën in omloop …………
3.949.664 34
1
12
Rek.Cour.
Het Rijk
f
–
saldo’s:
J Anderen ,,
43.424.855,73
1
12
43.424.855,73
1
!,
Diverse rekeningen . …
…………..
»
11.031.503,90
fi
104.843.832,60
1
1,’
Uit de bekendmaking van den Mini s t e r v a n F i n a n-
ci ë n blijkt, dat uitstonden op7
1
29 Augustus 1921
5 September 1921
Aan schatkistpromeasep..
f
409.650.000,- f 425.820.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
69.700.000,-
72.000.000,-
Aan achatkistbiljetten ..
221.991.000,- ,, 225.137.000,-
Aan zilverbons ………..38.302.314,76 ,, 39.767.920,75
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.
Data
Goud
J
Ztloer
Bank
J
‘biljeti;n
I,naere
opeischb.
schulden
27Aug. 1921
227.500
303.500
157500
20
,,
1921
227.250
30.4.000
147.000
13
,,
1921
228.000
306.500
144.500
16Juli
1921 ……
233.158
18.li2j’
308.581
117.123
215.792
17.633
311.552
117.341
221.362,
16.935
307461
118.466
25 Juni
1921 ……
226.457
16.340
310.892
121.852
9
,,
1921 ……..
2
,,
1921 ……..
28 Aug. 1920..
210.497
6.534
347.509
206.095
30 Aug.
1919 ……
155.375
2.885
..
277.162
110.367
25 Juli
1914
……
..’ 22.057
31.907 110.172
1
12.634
Wissels.
1
–
Diver e
1
Dek.
Data
huilen
1
Belee.
reke.
baar
J
king,.
conto’s
N..Ind.
1
ningen
ningen ‘)
metaal-
t
pe,cen.
saldo
lage
27Aug.1921
20
,,
1921
13
,,
1921
16 Juli1921
211T’000
207.000
212.00Ô
”
**
22.744
135.300
137.050 137.800
146.4
49
50
51
54
35.5911
21.567 101.726
9
,,
1921
36.314
20.416
103.162
16.198
148.107
52
2
.,
1921
34.934
21.222
101.877
24.901
153.562 56
25Juni1921
33.413
19.895
105.990
’23 507
156.678
56
28Aug.1920
29.302
29063
157.957
19 699
106.439
39
30Aug.1919
12.083
18.783
183.649
22.711
80.68
41
25Juli1914
7.2591
6.395
47.934
2.228
4.842
2
)
44
1)
Sluitpoat
der 5ctiva.
5) Op
de
basis
van
1/s
metaaldekking.
774
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7
September
1921
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Disconto’,
D
k
ningen
‘)
25 Juni 1921
..
1.113
1.889
1.430
2.074
237
18
,,
1921
..
1.112
1.990
872
2.076
299
11
,,
1921
..
1.112
2.057
872
2.069
291
4
,,
1921
..
1.125
2.150
927
2.074
262
23 April 1921
..
1.129
2.126
928
2.081
392
16
,,
1921
..
1.127
2.235
885
2.059
399
26 ,Juni
1920
,.
1.072 1.900
1.111 1:666 356
5 Juli
1919 ..
933 1.565
953 1.516 405
25
Juli
1914
..
645
1.100
560
735 398
1)
Sluitpo,st der activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
Data
Metaal
Circulatie
11
Currencg
Notes.
Bedrag
1
Goudd.
1
Gov. Sec.
31 Aug. 1921
128.409 126 890
319.254
28.500 282.782
24
1921
128.403 125.965
320.362
28.500 283.888
17
1921
128.407 126.235
323.241 28.500
287.071
10
1921
128.381 127.564
327.133
28.500
290.827
3
,,
1921
128.382
128.699 329.220
28.500
293.038
27 Juli ‘1921
128.370
128.283
325.214
28.500
288.736
1 Sept. 1920
123.082 126.533
355.186
28.500
325.064
3 Sept. 1919
88.252 80.798 330.787 28.500
314.725
22 Juli
1914
40.164
29.317
–
–
Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
1
Other
Depos.
1
Re.
serve
Dek.
king,-
perc.
‘)
31Aug.’21
55.102
79.800
17.801
122.976 19.970
14,60
24
’21
52.415
78.659
17.706
116.186
20.888
15,55
17
’21
57.740 79.525
17.285
122.547 20.622 14,75
10
,,
’21 50.115
81.107 18.259 114.197 19.266 14,55
3
..
’21 47.597
77.281
16.318
108,71fl
18.133
14,50
27Juli’21
43.188
78.001
15.374
106.436
18.557
15,20
1Sept.’20
57.408
75.467
16.433
113.340
14.999
11,56
3Sept.’19
37.491
81.837
24.516
102.314
25.904 20,42
22
Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
5221
6
1)
Verhouding tusechen Reserve en Depoeits.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens- kassenscheine, in duizenden Mark.
Data
Metaal Daarvan
Goud
Kassen.
schemne
1
Circu.
latie
Dek-
king,.
31 Aug. ’21
1.040.556 1.023.708
3.044.888 80.072.721
5
23
’21
1.108.107
1.091.543
3.644.332 77.190.575
6
15
’21
1.108.173 1.091.551
3.452.186 77.396.140
6
4
,,
’21
1.106.010
1.091.554
3.900.631 77.654.680
7
28 Juli
’21
1.105.815
1.091.557
5.397.594
77.890.858
9
21
,,
’21
1.105.645
1.091.556
6.344.943 74.997.125
10
31 Aug. ’20
1.098.675
1.091.668
18.686.476 58.018.467
84
31 Aug. ’19
1.122.771
1.103.252
8.565.350 28.492.316
84
23 Juli
’14 1.691.398
1.356.857
65.479 1.890.895
93
t)
Dekking
der circulatie door metaal en Kassenschrine.
Data
Wissels
Rek. Ct.
Darlehenskassenscheine
Totaal
in kas bij de
uitgegeven
Relchsbank
81 Aug. 1921
1.002.497
13.649.599
.
23
,,
1921
1.031.609
9.639.476
11.536.400
8.558.900
15
1921
1.003.939
12.884.299 11.613.300 3.373.800
4
,,
1921
1096.443
9.311.940
12.223.000 3.825.400
28 Juli
1921
1.135.529
15.824.156 13.802.200
5.323.700
21
,,
1921
1.470.787 9.928.184 14.673.700 6.273.000
31 Aug. 1920
46.379.155
15.771.786 32.028.500
18.641.600
31 Aug. 1919
31.246.515
10.885.265
20.348.900 8.541.500
23 Juli
1914
750.892 943.964
–
–
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden francs.
Data
Goud
Waarvan
.
in het
Buitenland
Zilver
Te goed In het Buitenland
Buit.gew.
000,sch.
ald. Staat
1 Spt. ’21
5.522.383
1.948.367 276.831
627.337 25.300.000
25Aug.’21
5.522.132
1.948.367
276.752 626.563
24.900.000
18
’21
5.521.869
1.948.367
276.193 624.082
24.900.000
11
,,
’21 5.521.597
1.948.367
275.948 623.876
25.000.000
2 Spt. ’20
5.590.670 1.978.278
254.527
688.870
26.300.000
4 Spt. ’19
5.572.540 1.978.278
295.766
888.572
23.850.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
Wissel,
Uitge.
stelde
Wissds
Belee.
ning Bankbil-
jetten
Rek. Crt.
Pont-
culieren
Rek.
Crt.
Staat
2.524.996 71.326
2.151.807
37.024.7352.795.463
40.733
2.458.114
71.602
2.153.752 36.783.000 2.687.141 61.822 2.442.623
71.798
2.169.065 36.983.253
2.661.754
44.329 2.513.100
72.725
2.180.895
37.25.800
2.641.845
39.415
2.167.712
486.924 1.925.826 38.333.160 3.041.163
64.892
1.070.470
707.230
1.248.5271
35.456.177
1
2.857.406
19.635
1.541.080
–
769.400
5.911.910
942.570j400.590
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden francs.
Metaal
Bele,n.
Bdeen.
Rek.
Data
mcl. van
1
van
wissels
Circu.
Crt.
1 buiten!. buitenl.
1
prom. d.
en
latie
partic.
1
saldi
vorder.
1
provinc. beleen.
1 Spt. ’21
322.146
84.853
480.000
798.732
6.216.234
437.776
25Aug.’21
322.823
84.653
480.000
771.012
6.152.046
578.982
18
,,
’21
324.505
84.653
480.000
770.991
6.173.134
374.349
11
,,
’21
321.509
84.653
480.000
760.666
6.190.687
341.944
2 Spt. ‘201358.0691
84.653
480.000
693.770
5.603.999
1.378.971
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Goudvoorraad
______________
Zilver
etc.
F.R.
Notes in
circu.
Totaal
Dekking
in het
bedrag
F. R. Notes
1
buiten!.
10 Aug. ’21
2.575.901 1.744.140
–
144.947
1
2.520.744
3
,,
’21
2.552.813
1.714.211
–
151.030
2.536.673
27 Juli
’21
2.531.231
1.721.825
–
154.065
2.537.511
20
,,
’21
2.508.298
1.735.845
–
151.068
2.564.613
13 Aug. ’20
1.977.358
1.296.270
111.531
155.527
3.169.181
15 Aug. ’19
2.082.587 11.240.730
–
69.136
2.540.904
Data
Wissels
Totaal
Deposito’s
1
Gestort
1
Kapitaal
1 1
Algem.
Dek-
kings.
perc)
Percent. Goud.
dekking
circul.
2)
10 Aug. ’21
1.571.637
1662.472
102.600
65,0
84,9
3
,,
’21
1.647.579 1.705.066
102.372
63,7
83,1
27 Juli
’21
1.669.920 1.695.274 102.263
63,4
82,4
20
,,
’21
1.710.056 1.693.019
102.222
62,5
80,6
13 Aug. ’20
2.909.624
2.490.605
96.551
43,9
48,6
15 Aug. ‘Igi
2.117.714
2.616.704
84.400 47,3 48,8
t)
Verhouding tusschen: den
totalen goudvoorraad, zilver etc., en de
opeiachbare
schulden:
F. R.
Notes en netto dcpo8ito’s.
2)
Na aftrek van 35
pCt,
der totale
dekkingsiniddelen
als dekking
voor de netto
depositos.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ EET
FED. RES. STELSEL. Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
1
Totaal
1
uitgezette
Reserve
bij de
Totaal
Waarvan
1
time
banken
1
gelden en
F. R. bank,
deposito’s
1
depo,ita
beleggingen
3Aug.’21
813
11.672.582
1.218.537
13.202.236
2.897.136
27Juli ’21
814
11.661.814
1.237.555
13.002.814
2.905.293
20
,,
’21
814
11.677.590 1.227.247 13.059.045 2.905.378
13
’21
816
11.737.598
1.247.211
13.266.870
2.903.087
6Aug.’20
815
16.813.847
1.374.806 14.096.697
2.721.624
8 Aug.’191
770
14.768.0881
1.353.345
13.17 8.8 2 21
1.882.694
Aan het eind van ieder kwartaal wordt
een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankststen.
7 September 1921 .
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
775
1
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdaim, 5 September 1921.
Bij een beschouwing van de effectenibeurzen der wereld
kan het niet anders, of de aandacht wordt in de allereerste
plaats steeds weder naar onze Oosterburen getrokken. Ter-
wijl er op de beurzen van het Continent en van Walistreet vrijwel geen omzetten te registreeren zijn, terwijl op
deze
markten eerder een onaangename tendens overheerschend
kan worden genoemd, moet te Berlijn, te Frnkfurt, te
Hamburg, ‘enz. een levendigheid worden geconstateerd, die
buiten alle verhoudingen gaat. Tijdelijke sluiting van de
beurzen oip enkele dagen, lim.iteer.ing van orders zijn alle
tot nu toe hulpmiddelen gebleken, waarvan de kracht zeer
problematiek gebleven is. En het teekenencie moet wel
worden genoemd de omstandigheid, dat er van eenige re-
actie in ook slechts weinig beteekenende mate geen sprake
is. Er heerscht aan de Dui-tsche beurzen een nerveitze
kooplust, die alleen te verklaren is uit de pessimistische
verwachtingen, •die men ten aanzien van de toekomst
koestert. Met de grootste moeite, met gebruikmaking van
den goudvoorraad van de Reichsbank ten bedrage van 68
millioen is de eerste betaling van 1 milliard geschied, welke
echter in haar gevolgen een nieuwe phase van inflatie te
voorschijn heeft geroepen, met de begeleidende verschijn-
selen van opvoering van bonen en prijzen. Zooals niet
anders te verwachten was, heeft deze gebeurtenis een span-
ning op de arbeidsmarkt veroorzaakt; zonder wrijvingen
worden dergelijke conflicta nu eenmaal nooit uit den weg
geruimd. En hierbij kwam ‘nog dè politieke mQord op den
afgevaardigde Ersberger, die het smeulende vuur van
partijtwisten extra fel heeft doen oplaaien. be straffe hou-
ding. van de Regeeriag en de met haar verbonden partijen
hdbben een felle uitbarsting op het oogeublik nog verhoed,
doch ieder voelt, dat de bodem onder de voeten weer uiterst
warm is geworden. Onder deze omstandigheid wordt de naaiste toekomst niet
met groet vertrouwen tegemoet gezien. De daling van de
Mark in het buitenland, of liever de stijging van vreemde
deviezen in Duitschland is een bewijs voor den gedepri-
meerden toestand, waarin men zich bevindt. Langzamer-
hand begint zich in Du,itschland hetzelfde af te spelen,
wat men reeds gedurende maanden en maanden in Oosten-
rijk kan aanschouwen: een ongebreidelde reactie van het
eigen betaalmiddel, een evenredige verlieff.ing van de bui-
tenlandsche deviiezen en, in direct verband hieimede een hausse op de effectenbeurs, die nog in de hand wordt ge-werkt door de zucht van zeer uitgebreide kringen der be-
volking, hun inkomsten door speculatie te vergrooten. Het
gevaar van ben plotselingen ommekeer ziet men hier een-voudig niet meer; indien mën nog eenige overweging van
gezond verstand laat gelden (doch in de meeste gevallen
is het niet anders dan blinde speelwo.ede), dan is het deze,
dat per saldo de ,,Papierwirtschaft” nog veel grootere ver-houdingen zal moeten aannemen, waardoor de waarde, ‘in Marken uitgedrukt, van de verschillende fondsen automa-tisch zal moeten stijgen.
Het zou geen zin hebben, hier ‘enkele fondsen in het bij-
zonder naar voren te doen treden; alleen willen wij regie-
treeren, dat bankaandeelen over het algemeen aangeboden
waren in verband ‘met de vrees die men koestert, dat de
bankinatellingen het werk ‘niet meer aan kunnen en zoo-
doende een deel van hun debiet naar de bankiers zullen
zien overgaan.
Een scherpe tegenstelling met lezen algemeenen toestand
in Duitschland, waar de Reichsbank een gedeelte van, haren
goudvoorraad heeft moeten afstaan, vormen de Vereenigde
Staten van Noord-Asnr.ika. Volgens een memorandum van
den Minister van Financiën in de Unie bedroeg op 1
Augustus ‘de voorraad gemunt en o’ngemuat gnii’l
3.288.608.408, hetgeen. in vergelijki’kg met dec eersten
Juli een toename van $ 65.256.764 beteekent. Waar de Ame-
rikaansche goud-productie op het oogeniblik circa 4 ‘mii-
lioen dollar bedraagt, is de import dus grooter dan 60 mil-
lioen dollar ih dén maand geweest. De tegenwoorclige goud-
vdorraad van het lan’d is grooter dan ooit ‘tevoren en is
sinds Augustus 1914 met niet minder dan 74 pOt. toege-nomen. Vol.gens de jongste becijfering van de Munt der
Vereenigde Staten ‘bevinden de laatste zich in het bezit
van circa 41 pOt. van den ganschen wereldivoorraad. Niettegenstaande deze buitengewoon gunstige monetaire toestand is de tendens op •de beurs’ te Wallstreét geenszins
eanimeerd te noemen. Europa is weliswaar de sehuidena,ar
van de Unie en betaalt, blijkens bovengenoemde cijfers, die
schulden wel gedeeltelijk af ,doch nieuwe ‘worden bijna niet
meer gemaakt, d.w.z. dat de export ,zoo goed als stil ligt.
Dit is natuurlijk een zeer onaa.ngenaa.m ‘verschijnsel en het
verklaart volkomen de vrijwel voortdurend ‘lustelooze hou-
ding van de beurs. Verschillende middelen worden aan de
hand, gedaan, doch in verband met den uitermate verwar
den toestand o’p het Europeesoh ,continiant (,,dn nieuwen
alkan”, zooals men in de Unie ‘met voorliefde placht te
zeggen) zal het nog wel eenigen tijd moeten duren, alvo-
reus één dezer middelen ‘toegepast zal’ kunnen worden.
Te L o n ‘d e n is de markt vrijwel onveranderd geble-
ven. Petroleumwaarden bleven eerder iets beter van toon,
doch de omzetten waren bijna nihil. Hetzelfde is van
P a r ij s te zeggen.
Te o n z e’n t daarentegen hebben zich wel enkele op-
vallende momenten ‘voorgedaan. Niet op de Staatsfondaien-
markt, waar de tendens meerendeels vast is gebleven en
waar men doorgaat goede ‘belangstelling voer de i’nheem-
sche soorten te hetoönen. Ook de afdeeling voor beleggings-
waarden heeft tot nu toe een opgaande tendens getoond;
zoodat de ‘obligaties der jongste 7 pCt. en 7 4 pCt..emis-
sies alle aanmerkelijk boven .pari genoteerd kannen. worden.
29 Aug. 1 Sept. 5 Sept.
Rid
r
of
5
5/
Ned. W. Sch. – 1918 911io 9211
92110 + 1e18
4112
/
o
,,
,,
,,
1916
91’1
91’14
911
4
01
,, ‘ ,,
,,
1916
83”/jo
83″/lo
8314
_l_ 11
3’12
0
/0
…….
……
737/
s
7411
4
74014
__ ?/
3
o
lo
,,
, ……….
62
1
/1
62
0
18
62
7
18
-f-
5
1S
2
1
12
Olo
Cert. N. W. S. …… 52’/
52
1
1s
521
+
0/
5
0
/s Oost-Indië 1915 .. . . 91
1
1
92
1
12
93
+ 114
6
0
10
,,
1919 . . . .
96
7
1i6
96
1
12
96
1
1i0 + 01
4
01
Oostenr Kronenrente
2014,
21
2111to –
5
0
1 Rusland 1906 …….9
$101
3
1
1t
–
1
12
4 ‘ °/o RusI. bij Hope & Co.
81oo
8
1
/
8/s + ‘/o
4
1
11
01
China Goud 1898 .. 69
68
1
1s
68
– 1
4
°/o Japan 1899 ……..58/a
58
0
18
64
1
/s + 6
1
/9
4
01
Argentinië Buitenl.. 53014
5711
4
57014 – 1 –
5
0/
Brazilië 1895 …….56’/
56’/
56’/
7
°/o Staatsspoor ……..104
1
/4 1041i6 104
11
/os +
71
7 °/o Amsterdam .. .j…. 103
103
103°12 + ‘/s
Op de aandee1en-ma-kt heeft de belangstelling zich echter
weer, plotseling op de Scheepvaartmarkt geconcentreerd.
De aanleiding hiertoe moet gevoaide,n worden in het be-
richt, dat de heer W.ilmi’n’k ontslag zal nemen als direc-teur van de Koninklijke Holiandsche Ll’oyd. Dit was het
sein voor zeer omvangrijke verkoopen, waarbij ‘de contra-mme ook wel meclehielp om het fonds aanmerkelijk lager
te doen verhandelen, doch waarbij de hooidstoot toch van
het publiek uitging. Het vertrouwen is thans klaarblijke-
lijk geheel en al geschokt, te moer, waar de vrachtenmarkt
nog geeneriel uitzicht op verbetering opent. Men heeft
daarenboven in ‘den laatsten tijd zoowele verliezen geleden
in papieren, die men als prima beleggingen beschouwde,
dat men bij het minstegerucht er de voorkeur aan geeft,
het resteerende bezit te realiseeren, hetgeen natuurlijk’
slechts tegen uitermate onereuze prijzen kan geschieden.
29 Aug. 1 Sept. 5 Sept.
Rizigof
Holland-Amerika-Lijn’ …. 212
215/, 215
+ 3
em.ete. 203
203
200
– 3
HolÏand.Gulf:StoonlMij.
95
95
–
95
Hollandsche Stoomboot-Mij.
86
11
86’1
‘
75
–
11111
Java-China-Japan-Lijn ….
138
1
I
138
1
12
138
–
11
Kon. Hollandsche Lloyd. ..
66
–
65
5711s
–
8
1
12
Kon. Ned. $toomb.-Mij…..
115 112 109
–
6
Koninkl.-Paketvaart Mij…
116’12
117
1
1
117
+
‘/
Maatschappij Zeevaart ….
94
‘
92
92
–
2
Nederl. Scheepvaart-Unie..
122
1
12
12101
8
120
1
1s
–
2
Nievelt Goudriaan ……..
216
213
213
–
3
Rotterdamsche Lboyd ……
151/
149e14
148
– 3
,
14
Stedmv.-Mij.,,Hillegersberg”
91
91
91
,,Nederland” ..
180
175
11
‘177
–
3
,,Noordzee”
.
..
41
‘
40’12
41e18
+
118
05
05
05
Ook de markt voor Handels-vennoots chappen
i
was zeer
sterk ‘onder den indruk. Na een aanvankelijke opleving
voor aandeebeij Companiia Mercantil Argentina hebben
deze een nieuw laaigte-record behaald. Tegelijkertijd moesten
aandeelen van Nierop een gedeelte van hun toch reeds laag
niveau prijs geven. ‘
Daarentegen was de markt voor
oSuikerwaarden
vrij vast
gestemd. Tegen het einde der berichtsperiode brak ook
hier een neerwaartsehe richting zich baan, doch dit moet
alleen worden toegeschreven aan den invloed van de overige
markt-af deelingen. De situatie op de suikermarkt zelve
schijnt zich zoo langzamerhand te hebben ‘geconsolideerd. Men ziet dan ook geen wilde bewegingen meer, noch in de
776
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 September 1921
éne, noch in de andere richting, de markt behoudt haar
kalm en onbewogen voorkomen.
De
Petroleum-markt
echter was in de achter ons lig-
gende dagen weder het middelpunt der belangstelling. On-
danks de ongunstige berichten omtrent de wereld-positie
van het artikel, ondanks den verder gaanden strijd tusschen
de beide geweldige organisaties, ondanks de mededeelingen
van het intrekken van orders en het stopzetten van een
deel der productie in Indië door de Koninklijke Petroleum
Maatschappij, ondanks ook dan eenigazins reageerenden dol-
larkoers heeft zich weder een golf van optimisme op de
petroleum-afdeeling geopenbaard, welke echter voorname-
lijk is ingeleid door de vrj groote aalikoopen ter Amste,-
damsche beurze van édn bepaalde firma. Toen deze dan
ook haar aankoopen op den laatsten beursdag niet voort-
zette, daalde de belangstelling eenigermate, zonder noch-
tans een groote reactie te veroorzaken. In verhouding tot
de geheele markt hebben petroleumwaarden dan ook een
stevigen indruk gemaakt.
Veel animo bestond voor Thee-aandeelen in verband met
de betere prijzen, die het artikel kan bedingen. Rubber
bleef prijshoudend, eerder aan den vasten kant, zonder veel
handel. Tabakken met weinig variatie, doch vast.
29 Aug. 1 Sept. S Sept.
Rnol
Amsterdamsche Bank
188
165
165
– 1
Koloniale Bank ……….134
8
/8 13611
4
137
8
14 + 211
8
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand 15814 160
1
1, 16114 + 3
RotterdBnkvereeniging
11011, 110
110814 – 81
4
Amst. Superfosfaatfabriek 107
108
107
Van Berkel’s Patent ……91
89
91
Insulinde Oliefabriek ……. 298/
4
28
1
14
27
8
14 – 2
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand 93
9211
8
94
+ 1
Hollandia Melkproducten . 195
194
190114 – 48/
4
Philips’ Gloeilamponfabriek 26481
4
24981
4
255
9
8
14
R. S. Stokvis & Zonen
578
578
578
Vereenigde Blikfabrieken
89
89
88
– 1
CompaniaMercantil Argent 10012 1011
97
– 3
8
/1
Cultuur-Mij. d. Vorstenland 156
1
12 15814 159
+ 2/1
Handelsver. Amsterdam.
896
1
1 403
402
11
4
+ 6
HoIl. Trapsatl. Handelever. 36
36
36
Liride Teves & Stokvis •
9312
9211,
92
– 1113
Van Nierop&Co’sllandel-Mij 2518
25
28
–
2
1
18
Tele & Co.’s Handel-Mij..
4511t
4612
49
1
12 + 4
Gecons. Holl. Petroleum-Mij 149814 153
1
1
155818 + 5818
Kon. Petroleum-Mij. …… 441′!, 456
461
1
1, + 20
Orion Petroleum-Mij.
Afgest. Aand 42
41
41
– 1
Steaua Romana Petroleum
Mij. .. Afgest. Aand 521
52
52
-718
Amsterdam-Rubber-Mij. .
91
5
1
90
1
1
94
+ 2’/4
Nederl.-Rubber-Mij …….. 48
461/
t
48
Oost-Java-Rubber-Mij…..138’f
13881
4
149
+ 1011
4
Deli-Batavia…………..360
358
361
1
12 + 1
1
12
Deli-Maatschappij ……..332
332
332
Medan-Tabak-Maatschappij – 320
315
318
—2
Senembah-Maatschappij
425
418
427
+ 2
De
Amerikaansche markt
bleef uitermate stil, vooral in
verband met twee vacantiedagen te New York.
29 Aug. 1 Sept. S Sept.
Rizieof
American Car & Foundry.. 155
1
1, 155/16 157
1
1, + 2/1
Anaconda Copper ……..84/I6 84
1
116
88
+ 311118
tJn. States Steel
93
1
1% 93′!, 96 + 2
1
5
Atchison Topeka ………. 107’/8 10711
4
107’14 + 18
Southern Pacific………. 96
1
/,
97 97′!, + 1
Union Pacific ………… 160
,
18
150
1
116
151
+ 1
18
Int. Merc. Marine orig Corn. 11’12
12/86 13
+
1
,
12
prefe. 49
1
18
52
5
18
53
1
18 + 4
De
geldm,arkt is
als gevolg van de vrij omvangrijke ver-
koopen op verschillende gebieden iets ruimer; prolongatie
3 pCt.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
5 September 1921.
De wereldverschepi.ngen van tarwe waren in de af ge-
loopen week wederom zeer groot en overtrof en nog het
reeds hooge voorafgaande weekcijfer. Bijna het .geheele
kwantum kwam van Noord-Amerika, dat daarmede telkens weder toont, hoezeer Europa voor zijne voedselvoorziening
van dat deel der wereld afhankelijk is. Die groote Noord-
Amei-ikaansche verschepingen en het bewustzijn, dat con-
currentie van andere uitvoerlanden nauwelijks te duchten
is, hebben er toe meegewerkt, dat, ondanks de blijkbaar
zeer groote beschikbare hoeveelheid tarwe, de markt te
Chicago vrijwel de geheele week vast was. Zij sloot op 3 September voor den September-termijn 54 dollarcent
per 60 lbs. hooger dan een week tevoren. Eenigermate als concurrent van de Vereenigde Staten begint Canada op te
treden en de verschepingen van Canadeesche tarwe zullen
binnenkort in vollen gang zijn. Het Canedeesche surplus schijnt weliswaar iets lager te zijn dan de zeer optimisti-
sche berichten van dezea zomer deden verwachten, doch
het is toch nog van respectabelen omvang. Argentinië laat
zich als tarweuitvoerend land nog steeds bijna geheel on-
betuigd en de uitivoer was ook in de afgeloopen week
weder zeer onbeteekenend. Toch bedraagt volgens de of 1 i-
cieele schatting het surplus van tarwe in Argentinië nog
ruim 1.700.000 ton. Indien, deze schatting juist is, wordt
het steeds meer onverklaarbaar, dat de Argentijnsche tarwe-
prijzen voortdurend te hoog blijven, tegenover de Noord-
Amerikaansche en dus den uitvoer geheel tegenhouden.
Zelfs zijn die prijzen gedurende de afgeloopen week nog
gestegen, zoodat op 3 September te Buenos Aires tarve 55
centavos en te Rosario 5 h 35 centavos per 100 K.G. duurder
was dan een week tevoren. Gedeeltelijk vindt deze vaste
stemming hare verklaring in het uitblijven van regen, die
voor den ‘te velde staanden oogst noodig is. Men zou echter
meenen, dat het ontbreken van export sterker factor was
voor prijsdaling dan de droogte voor prijsstijging.
In Europa is over het algemeen de vraag naar brood-
graai niet levendig. Volgens het Fransche Ministerie van
Landbouw is de oogst ‘daar zoo goed uitgevallen, dat
Frankrijk in dit seizoen slechts zeer weinig tarwe zal heb-
ben in te voeren; in Spanje wenscht de regeering zich door
export te ontdoen van ‘haar tarwevoorraden; Engeland
toont slechts matige belangstelling voor tarwe en de
Duitsche kooplust is minder sterk dan hij in dezen zomer dikwijls is geweest. In verschillende Europeesche landen
voorziet nu de eigen nieuwe oogst in een deel der behoefte,
zoodat men zich daar eenigen tijd kan veroorloven, Zijne
bu.itenlandsclie inkoopen te beperken. Van verschepingen
van beteekenis naar Rusland blijkt nog weinig. Slechts is
uit enkele landen, waaronder Zweden en Nederland, nog al
rogge naar Rusland verkocht, doch hoeveelheden, die in-
vloed kunnen uitoefenen op den werel.dprijs van ‘brood-
graan zijn dat niet.
Voor voodergraan blijft de vraag in verschillende Euro-
peesche landen zeer bevredigend. In Engeland werd in het
begin der week vrij levendig maIs gekocht, ofschoon de
laatste dagen de vraag sterk is verminderd. De verschepin-
gen waren echter deze en de vorige week niet zeer groot
en daar in verschillende landen van het vasteland een
goede vraag naar mais bestaat, was hier en daar de stem-
ming zeer vast. In Zu.id-Slavië en Hongarije en den Balkan
heeft de mais door droogte geleden, vooral in het eerst-
genoemde land en Centraal-Europa ziet zich daardoor.
meer op aanvoer van overzee aangewezen. Vandaar vraag
voor zoowel Noord-Amerikaansche als Argentijnsche mais,
vooral naar Hamburg. Ook te Antwerpen werd de laatste
dagen door Centraal-Europeesche landen gekocht, waardoor
de markt daar eeni.gszins verbeterde. Van de vastelandsche
markten is Rotterdam op het oogenblik voor La Plata maIs
de slechtste markt. Aan alle Europeesche markten bevindt
trouwens de prijs voor deze mais zich nog steeds belang-
rijk beneden de Argentijusche pariteit. De zeer groote ver-
schepingen van. Juli en ‘begin Augustus laten ‘zich nog
steeds gelden. Ook voor mais handhven zich echter, on-danks deze omstandigheid, de prijzen in Argentinië vrij-
wel onveranderd. Te Chicago toonde in de afgeloopen week
de maïsprijs evenmin veranderingen van eenige beteekenis.
Zaken ‘in Noord-Amerikaansche mais komen zoowel naar
Engeland als naar Nederland, Diiitschland en andere Cen-
traal-Europeesclie landen geregeld tot stand. Lijnzaad vindt den laatsten tijd over het algemeen min-der belangstelling dan eenigen tijd geleden het geval was.
De verschepiugen van Argentinië naar . Europa szijn in Juni en Juli dan ook zon groot geweest, dat zich hier en
daar in Europa zeker flinke voorraden bevinden.
N e d e r 1 a n d. Ook in deze week zijn tarwezaken naar Nederland niet levendig geweest. De consumptie van mais
blijft echter groot en dagelijks werden weder flinke hoe-
veelheden, vooral Noor.cl-Ameri’kaansche mais, hier ge-
kocht. In spoedige posities is het aanbod echter klein en
daarvoor wordt een niet onbelangrijke premie betaald. La
Plata- en Donau-mais is in ruime hoeveelheid voorhanden,
doch •de afzet ‘daarvan houdt geen gelijken tred met den, aanvoer, zoodat, slechts tot telkens dalende prijzen zaken
te doen zijn, terwijl toch cle prijs ongeveer
f
10,— per last
lager is dan voor Noord-Amerikaansche mais.
In lijnzaad is de omzet gering. Ten gevolge van vol-
doende voorraden bestaat weinig vraag voor spoedig zaad,
7 September 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
777
Noteeringen.
Chicago
1
Buenos Agres
Data
1
1
1
Tarwe
t Mais t
Haver
1
Tarwe
1
MaE, 1 LlJnzaad
Sept.
1
Sept.
1
Sept.
1
Sept.
1
Sept.
1
Sept.
3Spt.’21
126
1
12
54
1
/2
35e/8
18,058)
9,208)
22,75e)
27Aug.’21
121,-
54
8
/8
34
7
/8
17,502)
9,258)
22,55e)
3 Spt.’20
226,-
138’/
651/
8
20,-
4
)
9,70 25,60
3 Spt.’19
226,-
167,-
69,
–
16,70e)
9,508)
33,702)
3 Spt.’18
226,-
155-,
7Oijs
10,95
5,85
26,50
20Juli’14
82
)
56
8
/8
8
)
36119
8)
9,40
8)
5,38 ‘)
13,708)
1)
per Dec.
2)
per. Sept.
8)
per Oct.
4)
per Februari
Locoprijzén te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
5 Sept.
1921
29
Aug.
1921
6 Sept.
1920
Tarwe
…………..’)
18,50 17,75
35,0
Rogge (No. 2 Western)
1)
17,50
17,50
31,-
MaIs (La Plata)
……
1
)
212,-
218,-
362,-
Geret (48 lb. malting)
.
.1)
290,- 293,-
445,-
Haver (38 lb. white cl.).
.2)
14,-
14,-
24,-
Lijukoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
188,50
188,50
1
245,-
Lijnzaad (La Plata)….
4
)
475,-
468,-
775,-
1)
p. 100 K.U. ‘) p. 2000 K.G. ‘) p. 1000 K.G.
4)
per
1960 K.G.
5)
n.o. ‘) NE 2 Hard/Red Winter Wheat.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G.
Rotterdam
II
Amsterdam
Totaal
Artikelen.
27 Aug.-3 Sept.
Sedert
Overeenk. 1127 Aug.-3 Sept.’
Sedert
1
Overeenk.
II
1921
1
1Jan. 1921
1
tijdoak
1920
II
1921
1Jan.1921
t
tijdvak
1920
II
1921
1920
Tarwe……………..
31.236
915.176
339.513
–
12.845
105.721
935.396
445.234
Rogge ……………..
1.652
99.438
76.219
–
825
615
99.763
76.734
3.603 2.825
–
500
–
4.103
2.825
Boekweit
…………..
35
–
.109
635.714
254.443
–
55:503
45.181
691.217
299.624
6.582 167.444
24.688
–
6.974
918
174.418 25.606
3.395
58.878
21.118
–
3.026
–
61.904
21.118
Mais
……………..
Gerst
……………..
8.026
96.550 27.956
–
72.406
10.434
168.956
38.390
Haver ……………..
1.720
78.709
–
19.120
1.406 97.829
31.382
Lijnzaad ……………
Lijnkoek ……………
Tarwemeel ………….
7.173
41.372
1
29.976
19.575 1.070
–
42.442
19.575
Andere meelsoorten
96
26.322
10.158
–
1.263
100
27.585
10.258
terwijl koopers weinig ambitie toonen om voor latere posi-
24Aug. 31 Aug. Oost. koersen. 24 Aug. 31Aug.
ties hoogere prijzen te betalen.
Liverpoolnoteeringen.
T.T. op Indië…. 11481, 114
1
18
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 31 Augustus 1921.
De stijging van prijzen van Amerikaansche katoen, die
verleden week begon, heeft zich deze week voortgezet en
prijzen zijn van dag tot dag gestegen op voortdurende
slechte oogstberichten. Dekkingsaankoopen door bais-
siers, speeulatieve steun en orders van Liv.erpool hebben
alle tot deze stijging bijgedragen, die tot nu toe in Liver-
Pool sedert de vorige week Woensdag
134
d. bedroeg en
sedert ‘veertien dagen geleden
zelfs
2 d .per ib. De tegen-
woor.dige noteeringen zijn ‘ongeveer de hoogste van dit jaar,
daar midduing in Januari j.1. 10,74 noteerde, welke pvijs
in Februari tot 6,38 d. daalde, de laagste prijs, dien wij dit
jaar hebben gezien. ‘Men meejit algemeen, dat prijzen
thans een niveau hebben bereikt, dat de schade aan den
nieuwn oogst geheel disconteert, vooral ook in verband
met het feit, dat ‘van den vorigen oogst ndg ongeveer negen
millioen balen zijn overgebleven, •doch is het niet onmoge-
lijk, dat bij de slechte oogstberichten prijzen tijdelijk nog
verder zullen stijgen. Niettegenstaande de gunstige oogst-
berichten van Egyptische katoen, is deze ook 2 d. per 1h.
gestegen, hoofdzakelijk door de rijning van de Amerikaan-
sche katoenp rijzen.
In Amerikaansche garens zijn de vorige week nog al
zaken gedaan. Binnenlandsehe fabrikanten, die nog niet
geheel gedekt zijn, hebben flink gekocht, tvoordat de prij-zen van garens, die van katoen waren gevolgd. Sedert zijn
garenprijzen wel 1 h 2 d. per ib. gestegen, doch voor
spinuers is liet weer slechter geworden, daar deze niet de
volle stijging vnu katoenprijzen op hun garens kenden ver-
halen. Er zijn wel meer zaken gedaan, zoowel in Amen-
kaansche als Egypt.Lsche garens, doch voor spinners zijn
deze verre van lucratief. Tegen de verwachting in, is de
exporthandel ook niet verbeterd met deioogere prijzen.
Inciki zoowel als China zijn geheel uit de markt en ant-
woorden niet op uitgeseinde offertes. Egyptische garens
zijn in de betere kwaliteiten vrijwel onveranderd, maar de
gewone en medio kwaliteiten zijn 2 d. duurder, terwijl in garens voor de uaaigarenfabreken heel weinig omgaat.
Het is heel moeilijk om over de doekmarkt iets te zeg-
gen, daar ook deze sterk beïnvloed wordt door de prijzen
van ruwe katoen. Prijzen voor manufacturen zijn ook veel
vaster en er zijn vrij veel aanvragen voor alle soorten
goederen. Tot nu toe worden echter weinig zaken gedaan
en het schijnt wel of cle meeste fabrikanten zeer om orders
verlegen zijn. De overzeesche markten toonen dan ook
weinig neiging om de hooge vraagprijzen ‘te betalen en
over het algemeen gaat er zeer weinig om, al hoopt men
dan ook op een spoedige rverbetering.
F.G.F.Sakellaridis 15,50 17,75 T.T. op Hongkong 2/81/
4
21811
4
G.F. No. 1 Oomra 5,50 6,75 T.T. op Shanghai.
318114
317
1
14
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).
6Sept.’21
29Aug.’2l122Aug._2113_Sepl.20155
e
pt.19
New York voor
Middling
..
20.10e
16,05e
13,60e
31,75e
29,40e
New Orleans
voor Middling
19.- c
15,25 c
12,50e
28,75e
29,- c
Liverpool voor
Fy Middling 1l,70d’)
10,34d
8,90d
22,46d
18,75 d
1) 2 Sept. ’21.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtellen balen).
1
Aug.21
Overeenkomsuge pertoden
tot
2Sept.21
1919-1920
1918-1919
ntvangsten Gulf-Havens..
310
147
147
,,
Atlant.Havens
137
40
166
Uitvoer naar Gr. Brittannië
59
54
234
t:it.d:
Japan
}_362
112
316
Voorraden in
duizendtallen
2Sept.
21
3
Sept.
20
5
Sept.
19
Amerik. havens ……….
1299
718
834
Binnenland …………..
740
620
150
.
29
85
New York
…………….
New Orleans …………..
.944
398 200
263
Liverpool
……………
1001
1
929
310
SUIKER.
De stemming op de overceesche Suikermarkten was in
de afgeloopen week iets vaster.
Op de A me r ik a a nec h e markt kwam er voor dis-
ponibele ruwsuiker meer vraag opzetten, en werden ver-
schillende partijen Porto-Rico en Philippijnsche suiker op
basis 4% c. duty paid afgedaan. De noteering voor Spot
Centrifugals bleef onveranderd 4,86 c., terwijl prijzen op
de termijnsnai’kt opliepen tot 2,82 c. voor Oct., 2,61 c.
voor Dec., 2,48 c. voèr Maart en 2,52 c. voor Mei.
Niettegenstaande de groote, nog op C uh a aanwezige
voorraden, is de Regeerings Commissie aldaar niet gene-
gen beneden het equivalent ‘van 3%
C. C.
& f. New York te
verkoopen, en kwam dan ook geen transactie in gecon-
troleerde Cubasuiker tot stand. De laatste statistiek luidt:
778
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 September 1921
1921
1920
1919
Weekontvanget t. 27Aug.
26.000
16.172
36.818 tons
Tot.ontv. 1 Dec.’20-27Aug. 1.121.000 3.454.459 3.653.288 ,, Werkende fabrieken
4
4
4
Weekexport tot 27Aug.. 78.000 24.033 122.172
Tot. exp. 1 Jan.-27 Aug.. 1.864.000 3.413.405 2.784.916
Totale voorraad 27Aug… 1.255.000 327.032 813.072 ,,
Op J a v a werd de stemming gunstig beïnvloed door
eenige vraag van Britsch-Indië, naar welk afzetgebied ge-
durende de laatste week het een en ander geplaatst werd. Voor Superieur werd in de tweede hand
f
14% per picol eerste kosten betaald, terwijl bruine suiker No. 16120 nog
tot
f
11% van de producenten te koop is. Voor Muscova.
dos bestond er in den laatsten tijd hoegenaamd geen be-
langstelling en zijn van dit assortiment nog ruime voor-
raden in de eerste hand beschikbaar.
Evenals in Lo n d e n was ook op de markt h
ii
er te
1 a n d e de stemming kalm bij een beperkten handel. De
termijnnoteerin.gen bewogen zich ongeveer op het zelfde peil als de vorige week.
KOFFIE.
(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).
Noteeringen en voorraden.
Rio
1
Santo,
1
Data
1
1
Wiudkoera
Voo,yaa 1 Prij,
Voonaa 1 PrO,
°
1N7
INo4I
3 Sept. 1921 1.514.000 12.400 3.019.000 15.300 8u,3
2
27 Aug. 1921 1.461.000 12.250 3.070.000 15.200 71/
20 ,, 1921 1.45.000 12.325 3.031.000 15.000 7″/i
3 Sept. 1920 369.000
7.175 1.982.000 10.300 13
1
/1e
Ontvangsten.
Rio
Santo, Data
Afgdoo pen
Sedert
Afgeloo pen
Sedert
week
1 Juli
week
1 juli
3 Sept. 1921…. 112.000
898.000
177.000 1.617.000
3 Sept. 1920….
1
56.000
1
517.000
268.000 1.895.000
THEE.
(Opgave van den makelaar J. van Eck.)
Bericht van den afloop Theëveiling op 1 September 1921.
Aanbod in veiling bestond uit:
Heden: *21879, 2014, 1212 kn. Java thee
2280
,, Sumatra thee
664
,, ex voorgaande veiling
Totaal.. 24823, 20/4, 1212 ku. thee.
*ex de 120 ku. thee terug genomen.
2 September 1920:
23553, 5014, 86116 kn. Java thee
1204
,, Sumatra thee
1670
,, ex voorgaande veiling
Totaal.. 26427, 5014, 86116 kn. thee
Aanbod 1 Januari j.l. tot heden: idem 1920 idem 1919
11 veilingen 9 veilingen 9 veilingen
Java thee
201557 kn. 149718 kn. 101170 kn.
Sumatrathee 10027 ,,
10729
1267
Totaal ……….211584 kn. 100447 kn. 102437 kn.
De stemming was zeer vast, het verloop vrij vlug, doch
op het eind der veiling trad eenige vermoeidheid in en
werd het verloop trager.
Voor alle soorten en sorteeringen was een zeer goede
vraag, uitgezonderd voor Witpunt. Mooi spierig blad be-
dong veelal flink boven taxatie en vele werden 8 tot 15
cts. daarboven betaald. Goede midden-kwaliteiten en ordi-nair bedongen gemiddeld 6
ft
7 ets. hoven taxatie, terwijl
de taxatie voor diie soorten reeds 2
it
3 ets. boven afloop
vorige veiling was opgemaakt.
Prima mooi geelpuntig gruis bad een zeer goede vraag
en bedong zeer hooge prijzen, enkele haalden 15 5 20 ets.
boven taxatie.
De taxatie voor midden-kwaliteit, ordinair en klein
gruis was reeds 2
ft
3 ets. hooger dan afloop vorige vei-
ling, doch deze bheeën brachten nog gemiddeld 4 tot 6 ets.
meer op.
Volgende veiling zal plaats hebben op Donderdag 22 Sep-
tember e.k., aanbod circa 18000 kn. thee.
Amsterdam, 1 September 1921.
RUBBER.
Gedurende de afgeloopen week was de rubbermarkt iets
vaster gestemd en er was iets meer kooplust van de zijde
der faJrikanten. Men is echter nog niet geneigd hoogere
prijzen te betalen en aangezien verschillende eigenaars er
nog niet toe zijn overgegaan tot marktprijzen af te geven,
blijven de zaken nog altijd zeer beperkt.
De noteeringen zijn:
eiilde voorafgaande week:
Prima Crpe loco ……….48
e………..45
c.
Oct./Dec. …… 48’/i ,………..461/2
Jan./Maart 1922 51
,……….. –
Smoked Sheets loco ……..
47
,………..
44
Oet./Dec. ……
47
/s ,……….. 45
1
12
Jan./Maart 1922 50
,……….. –
5 September 1921.
COPRA.
Voor stoomende partijen bleef de geheele week goede
belangstelling bestaan, maar ee vraag voor late aflading
is zeer gering.
De noteeringen zijn:
Java f.m.s. stoomend ………………
f
42,25
Augustus/October-aflading
.. ,,
40,75
SeptemberjNovexnber
.. ‘,,
40,25
01
,, OctoberLeeember
. . ,, 39,75
alles naar Hollanu111am burg Bremen.
5 September 121.
METALEN.
IJZER EN STAAL
Maandoverzicht, 25 Augustus 1921.
D u i t s eb 1 a n d. In aansluiting aan ons vorig maand-
bericht is er nog in het geheel geen reden om reeds opti-
mistisch omtrent. de verdere ontwikkeling der ijzermarkt
te zijn. Wel wer.d een vermeerdering van aankoop geconsta-
teerd, doch wij zijn van meening (lat deze aankoopen voor.
het grootste gedeelte hun oorsprong vinden tin speculatieve
bedoelingen. In Duitschland vreest men algemeen weder
een verhooging der prijzen welke noodzakelijk zal wor
–
den door ee liooge bedragen, welke .Duitschlanjds rechters
als hun schadevergoeding hebben vastgesteld. Het aantal
afgesloten zaken mat het buitenland was matig, doch leek
het in let begin van deze maand alsof de zaken speciaal met
Holland door het zinken van den marken.koers ‘weder zouden
opleven. Engeland fungeerde in versterkte mate als kooper
van half-producten, de handel naar Oostenrijk en de Donau-
landen is nog zeer lusteloos. Vele aanvragen van Overzee-.
sche landen kwamen aan de markt, doch slechts zelden
voerde dit tot deïin.itieven verkoop. Het aantal verkoopen
staat dus niet in verhouding tot het aantal aanvragen,
doch is de schuld hierin te zoeken bij de aanvragers zelf,
velker rogeeriugen hoe langer hoe meer orvergingen tot be-
schermende invoerrechten. De ontwikkeling van de loon-
beweging welke op het oogeublik weder schijnt te zullen inzetten, is nog niet te overzien. Door de vele aanvragen,
doch hoofdzakelijk wel door het feit dat de voornaamste
walswerken voor 2-3 maanden.met uerk zijn bezet, liepen
de prijzen naar boven, hetgeen natuurlijk weder zijn ge-
volgen had op de schrottmarkt. Duidelijk was eene verbete-
ring merkbaar bij stafijzer, strippen en bandijzer, platen,
buizen en walsdraad.
B e 1 g i ë. Het eindigen der Engelsohe staking in de
kolenmi,jnen, bracht, zooals te ‘verwachten was, voor sBelgië
geen verbetening in den toestand. Integendeel werd opge-
merkt, dat de hngelsche prijzen naar . beneden gaan, en de
verkoopprijzen in Engeland hoe langer hoe meer die hoogte
bereiken, waarop de Belgische producent met zijn zelf-
kosten staat. Hoewel de Belgen zeer goed inzien, dat alleen
vermindering van fl.rbeidsloonen leiden kan tot opleving
der ijzerindustrie in dat land, zoo schijnen voorloopig de
Belgische arbeiders hunne eisehen niet te willen vrmin
deren. Gevolg ‘is natuurlijk een scherpe concurrentie van
Duitsohiand en Frankrijk, en slechts een gering percen-
tage der bestaande hoogovens is nog aan het werk. De
staat is in zekeren zin de ijzerindustrie te hulp gekomen.
door het verlagen der spoorwegvraehten voor ijzer en aan-
verwante artikelen. De regeering schijnt eveneens eenige
belangrijke opdrachten voor de Belgische werken te willen
reserveeren.
F r a n k r
ij
k. Ook de export der Fransehe waiswer-ken schijnt in gevaar te zijn. De regeering, in dit land
tenminste, is van plan de Duitsche koks tegen eenen prijs
aan de walswerken te leveren, welke hun veroorlooft, het
product tegen denaelfden prijs te verkoopen, als tegen
welken de Duitsche ko1s aan de’ grens worden geleverd.
7
September
1921
ECONOMISCH-STA
BERICHTEN
779
Ook hier, evenals in België, heeft de regeering de vraohton
voor ijzer, enz. verlaagd, en zelfs een vermindering van
25 pCt. voor exportzendiagen ftoegestann. Hiermede ging
gepaard een verhooging der invoertarieven. De uitvoer
uit Frankrijk is wel eeniguzins toegenomen, de vraag
naar ruwijzer was in ‘het algemeen klein, de handel in
ijzeren balken was ook flauw, evenals in rails, staafijzer
en platen. Groote onderlinge concurrentie heerschte op
de draadmarkt, waarvan de prijs tot’onder de zelfkosten
ging.
En g ei a n d. Nog steeds werden de goede verwachtin-gen welke men had van het eindigen der kolenstaking niet
vervuld. De verwachte prijsdaling kwam niet en het bui-
tenlandsche product bleef veel en veel goedkooper dan het binnenlandsohe. De eport uit Frankrijk en Duitsch-
land is nog buitengewoon groot en is nog niet te over-
zien hoeveel tijd zal verstrijken, voor Engeland !weder imet
ooncurreerenide prijzen aan de markt komt.
A rn er i ka. In dit land waren in tegenstelling met
de vorige maand de vooruitzichten iets gunstiger. Van de
enorme voorraden werd hier en daar nog wel iets ver-
kocht, en werd meer overgegaan tot het aankoopen van
ijzer en staal, speciaal voor de soheepsindustrie. Ruw-
ijzer werd meer gevraagd, en uit Chicago en uit New York
werden wel de meeste van de aanvragen gemeld. De ver-
koopen zijn, (hoewel niet groot, toch meer regelmatig ge-
worden, zoodat de prijzen voor stafijzer iian ook vast zijn. Men geloofL, te oordeelen naar de verschillende berichten
in Amerika werkelijk, dat het culminatiepunt voor de
meeste artikelen der ijzermarkt is bereikt, en is dan ook
de stemming veol hoopvoller, hetgeen spoedig rzijn uitwer-
king vond in een verhooging der scrap prijzen. Het aan-
tal a.ankoopen op de buizeirmarkt is vrij groot, zoo ook
bij btonijzer, draad en spijkers. Ook in Amerika denkt
men erover de spoorvegvrachten voor ijzer- en staal-
producten te verlagen.
Loco-Noteeringen te Londen:
Dato
Ijzer
K
st°’,a’
Tin
Lood
Zink
5 Sept.1921..
nom.
69.-!-
159.716
23.51-
24.1216
9 Aug. 1921.:
nom.
67.1716
153.716 23.716
24.151-
7 Sept.1920..
Dom.
95.216
264.151-
35.101-
38.51-
8 Sept. 1919..
nom.
100.101- 282.151-
25.216
40.51-
20 Juli 1914..
5114
81.-!-
145.151-
19.-1-
21.101-
VERKEERS WEZEN.
1%
lostijd genoteerd. Op eenige dagen der week werden
schepen in daghuur aangenomen en bedroeg deze 3 á 234
cents per ton. Het sleeploon bedroeg in het begin der week
60 cents per last, de laatste dagen der week daalde dit tot
55 cents.
De verladingen van exportkolen bleven gering en bleef
de vracht’ onveranderd genoteerd met 40 cents per ton
met vrij sleepen Ruhrhavens/Rotterdam.
Scheepsruimte naar Mannlieim werd weder tegen een
vaste vracht van Mk. 18,— aangenomen.
De waterstand op den Rijn bleef gunstig; Cauber Pegol
noteerde einde der week ca. 134 cM.
SCHEEPVAART.
GRAAN.
Data
Petto-
graa’
Londenl
Rdam
Odei.,a
Rotte,-
dam
Ati. Kuit
Ver. Staten
San Lorenzo
Rotte,-
Brlstol
Rotte,.
1
Enge.
dam
Kanaal
dam
land
29Aug.-3Sept.’21
–
–
4I7’1
h
4/7′
301-
30-
22-27 Aug. 1921
–
–
516
–
–
3819
30Aug.-4Sept.’20
–
–
11!-
11/-
95L.
951-.
1-6 Sept. 1919
–
–
f90,-
1
)
816
2)
1751-
651_2)
Juli
1914 11 d.
713
1!11’1 1111u/
121- 121-
KOLEN.
Data
Cara'(
1 Oostk. Engeland
Bot-
deau x
..,enua
Port Sald
Plata
Rotte,-
da,n
1
Gothen.
burg
Rtvie,
29A.-3Sept.’21
716
1413
1316
141-
619
9’6 22-27Aug. 1921
–
151-.
141-
141-
617
1416
30A-4 Sept.’20
–
–
2816
– –
–
1-6 Sept. 1919
2516e)
511-
4716
401-
f
10,-
Kr.80-
Juli
1914
Ir.
7,—
71-
718
1416
312
41-
DIVERSEN.
Bom bag
Birma
Vladivo-
Chili
Data
West
1
Weit
stock
West
1
Europa
Europa
West
Europa (d. w.) (rijst)
Europa
(salpeter)
29 Aug.-3 Sept. 1921..
301-
–
601-
22-27
Aug.
–
1921..
301-
–
–
–
30 Aug.-4 Sept. 1920..
6716
1201-
–
951-
1-6
Sept.
1919..
1251-
215/-
–
–
Juli
1914….
1416 1613
251-
2213
RIJN VAART.
Week van 29 Augustus tot 5 September 1921.
‘) Per ton stukgoed. ‘) Voor Britsche schepen.
In de afgeloopen week werd de ertsvracht van Rotter-
Graan Petrogrod per quartet van 496
Ib,.
zwaar, Odeisa per unit. Ver. Staten
per guarter von
480 Ib,. zwaar.
dam naar de Rulirhavens met 40 tot 50 cents per last bij
Overige noteeringen per ton
van
1015 K.G.
ADVERTENTIËN.
Groeneveld, van der Poll & Co.
Electrotechnische Fabriek
Teletbon
Telegramadres
0
AMSTERDAM
N 2078 N 9078
,,GROENPOL”
de Ruyterkade 41-42
‘
N 9482
Complete installatiën voor
Electrische verlichting en Krachtoverbrenging
,
ALLEENVERTEGENWOORDIOERS DER
S
ALLMÂNNA SVENSKA ELEKTRISKA Akt.
BOL
te VÂSTERÂS (Zweden)
Generatoren, Dynamo’s en Motoren voor gelijk-, wissel- en draaist room
Transtormatoren en toestellen
7 September 1921
Nederlandsch-Indischie Escompto Maatschappij.
Opgericht in 1857.
Kapitaal
f50.000.000,—,
waarvan geplaatst en volgestort
f47.000.000,—. Reservefonds f11.000.000,—.
HOOFDKANTOOR: BATAVIA.
AGENTSCHAPPEN te: Soerabaja, Soerabaia-Simpang, Semarang,
Weltevreden, Padang, Bandoeng, Cheribon, Macassar, Djokdja,
AMSTERDAM,
Medan, Tegal, Palembang.
‘s-GRAVENHAGE,
Keizersgracht 573/5.
Prins Hendrikplein 14.
BANKZAKEN IN HET ALGEMEEN.
–
SAFE DEPO’SIT.
• KONINKLIJKË
HOLLANDSCHE
LLOYD
AMSTERDAM
PASSAGIERS-, VRACHT- EN
POSTDIENSTEN
NAAR
ZUID-AMERIKA
CUBA EN MEXICO
EN
NOORD-AMERIKA
t
AFD. KETELBOUW
RESERVOIRS
in alle afmetIngen
TOESTELLEN
voor chemische Industrieën
met blibehoorende
Piipleidingen
)1ACUINUAB%KH[N6LÔ
ONTVANG-
EN
BETAALKAS
NIEUWE DOELENSTRAAT
20
–
22
AMSTERDAM
DEP0sIT0’s VOOR i JAAR FIXE â 412 PCT.
GELDEN, OP DEZEN TERMIJN GESTORT, ZIJN NA AFLOOP
VAN HET JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.
NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STIL-
ZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER
HALF JAAR OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.
P
Effecten
–
boek
ter vereenvoudiging van administratie en
ten gebruike voor de .vermogensbelasting
Prijs f1,50
Verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij NIjGH & VAN DITMARS
UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ, Rotterdam.
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK
AMSTERDAM
BATAVIA
‘s-GRAVENHAGE
AMPENAN, BANDOENG, BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,
HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON-
GAN, PROBOLLNGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,
TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDEN.
Kapitaal /55.000.000,
–
Reserven /47.750.000,-