27 APRIL 1921
AUTEURS1ECHT
VOORBEHOUDEN.
Economisch-Statistische
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
6E JAARGANG
WOENSDAG 27
APRIL 1921
No. 278
INHOUD
Biz.
HET VERSLAC VAN DE CoM1IssIE
vooa
MELKVOORZIENINC
door Mr.
G. G. Pekei/iarinq …………….. ……
361
Het Engelsche Financieele Systeem II door
Mr. A.
$panjer. 364
Het Staatsbedrijf van de Posterijen, de Telegrafie en Tele-
fonie door
j
)J r.
G.
R.
flijkmans van Gunst ……….
366
Londensche Correspondentie……………………..368
De Rijksmiddelen …………………………….369
AANTEEKENINGEN:
Onderzoek van Surinaamsch hout ……………..370
Internationale credietverieening aan Oostenrijk ……370
Een stem uit de Londensche City over de schadevergoe-
ding en haar invloed op den wereldhandel ……..371
BOEKAANKONDICING:
H. J. van Arkel: De Balans, bespr. door
Prof. J. Ü. (Ee.
Volmcr………………………………..
372
OVERZICHT
VAN TIJDSCHRIFTEN
.
………………….373
MAANDCIJFERS:
Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmaatschappijen
December 1920 …………………………..373
Handelsbeweging over de maand Maart 1921 ……..374
Overzicht der Rijksmiddelen ………………….375
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…
375-382
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOO]? ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
2tB8istcnt-Redacteur voor he4 weekblad: D. J. Wansink.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterda.m.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 808.
Abonneinentsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 22,60
per jaar. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs van. het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abon.n.é’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0.50 per regel. Plaatsing bij abonrte-nsent volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van. Ditn’tar’s Uitgevers.
Maatschappij, Rottsrdam, Amsterdam, ‘s- Gravenhag e.
25 April 1921.
In den toestand ‘van de geldma.rkt kwiaem gedurende
de afgeiooen har’ieh.tsweek nog weinig ver.aitidering.
Na ven siotkoers van 3Y2 pQt. van de voorafgaande
week-, liep de prolongatienoteeiing aarn.van.kelijk weder
op tot
43/4
pOt. op Dinsdag. Daarna werd de vraag,
veroorzaakt door een meer iovendige effeotenmarkit,
weder geringeren deed het betrekkelijk geringer aan-
bed de koers weder terugloopen op 3 pOt. Voor wis-
sels daarentegen was er bijna geen geld beschikbaar.
Ook hier
was
echter de vraig gering, maar door de
inschrijving op schaetkist.papier ‘werd al hot voor dis-
conto-doeleinden beschikbare geld geabsopbeerd, zoo.
dat er onder bank slechts zeer weinig ‘veriianideld
wc’rd.
*
*
*
Bij dc insehrving op het sehatkistipapier weed to-
taal ingeschreven voer
,f
54.901.000,—, toegewezen
werden
,f
371 50.000,— drieern.aands-premesscn
it
f 987,80, f 9.400.000,—
zesniaanids-promessen
t
f 077,— en
f
1.811.000,— biljeten
i000,—, ge-
vende een rendemenit van
43%,
4Y2 en 5 pOt.
*
*
*
De wisselmarkt was deze week flauw gestemd. Al-
leen Parijs maaikte caarop een uibzonidieainig, maar ove-
J.igens liepen alle koersen meer of minder steric terug.
Vooral Marken waren sterk aangeboden, in verband
met den eisch der entente tot afstand van den goud.
voorraad van de Duitsehe Rijikbauk en den politie-
k-en toestand. Op eeendgsrsins betere berihten trad er
Vrijdag in don loop van den dag een verbetering in,
die ook verder bleef aanhouden en den koers na een
laagste punt eau 4,10 weedea deed oploopen tot circa
4,40.
LONDEN, 22 APRIL 1921.
Geld was deze week tamelijk sc’haarsch. De markt
was zelfs Dinsdag genoodzaakt om het bedrag, het-
geen ze schuldig was, te herneieiuwen en tevens een
bedrag van de Bank of England te leonen. Geen ver-
andening van de Bank rate.
Daggield werd hoofduaekelijik gedaan tegen 5-6
pOt.
en nov endaags-geld bleef onrveraniderd op 5 6 pOt..
De clisconito-markt was buiterugevoo,u stid; weinig
veranideriineg in koersen. Tweemaaiid:s-papier deed
5%_7/;
driomaanjcis- 0
1
,e pOt.; viermaanicis- 6% en
zesmaands-papier 5?/8….6 pOt.
HET VERSLAG VAN DE COMMISSIE
VOOR MELKVOORZIENING.
Het is bekend, dat de melk – een van ‘de in ons
land het averwloedigst voortgebrachte goederen – het
artikI is, dat in de crisis ‘via1n de levensmiddelen-
voorziening het langst moeilijkheden heeft opgele-
verd. De Miiniis’ter van Landbouw, Niverheid en Han-
del heeft dan ook niet tot de opheffing van de tot
dusver van kracht gebleven maatregelen ten opzichte
van de mellevoorziening willen overgaan dan na zich
te hebben ‘doen voorJiiohrten door een Oaeminrissie, die
hij daarvoor heeft ingesteld IDij beschikking van 10
Januari 1921 (Staatse. No. 6). De opdracht, welke
hij aan deze Commissie gaf, was ,,te onderzoeken in
362
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 April 1921
,,hoeverre in de toekomst de rvoorvieninjg van ‘de groote
,,stedeu in Nederland fnet ‘voldoende hoeveelheden
.,mel’k kan worden overgelaten aan de gemeentebe-
,,sturen of aan het particulier initiatief, dan wei in
,hoeverre de Staat hierbij regelend zal hebben op te
,,treden.” Zooais ‘blijkt uit de redevoering, waarmede
de Minister de Commissie op S Februari 1921 heeft
geïnstalleerd – opgenomen ivóór het op 21 Mkart 1921
door haar uitgebraohte en dezer dagen in druik ver-
schenen
1)
verslag -, heeft Z.E. de ver wraoh,ting ge-
koesterd, dat de veelzijdig samengestelde en om-
vangrijke (20 leden tellende) Commissie
spoedig
een
afdoend
antwoord zou geven op het ingewikkelde
vraagstuk, ‘dat aan haar werd ‘voorgelegd en hem ,,den
eenigen juisten weg zou wijnen in ‘het labyrint der
melkvoorzien’ing”. De Minister sonnde daarbij de
onderscheidene groepen van deskundigen op, die in
de Comm,issie waren vertegenwoordigd: de producen-
ten, ‘de distribuanten, de groote gemeenten (consu-
menten), do mannen der ivietenseh.ap, k’erleden, de
comim’issiie van advies – voor z,uiveiaangelegeniheden,
de leiders van het Zuivelkantoor, •de ambtenaren van
‘het ‘ciopnetement.
Aan
spoed
heeft het der Commissie bij de uitvoe-
iing van ‘haar taak niet ontbroken. Na 6 weken heeft
zij in een rapport van 26 ‘bladzijden dru’ks de beschou-
wingen samengevat, waartoe het mellcprobleem haar
aanleiding gaf. Dit heeft echter niet kunnen verhoe-
den, dat haar verslag eerst op het allerlaatste oogen-
blik v66r het aanJbreken ‘van het zomerseizoen (tegen
1 April) is gereed gchomen en dat haar adivies aan
den Minister nog niet pujbliek was geworden, toen de
Mini,ster bij beschikking van 31 Maart 1921 ‘de ver-
schillende nog bestaande bepalingen ten aaniien van
‘de voorziening met melk en melkpr’oducten – ver-werkingsver’boden – introk. Het ligt voor ‘de hand,
dat de Minister zich daarbij gesteund heeft gevoeld
door •de conclueies, waartoe de Commissie aan het
slot ‘van haar rapport is gekomen. Evenwel trekt het
de aandacht, dat deze conclusies met slechts geringe meerderheden van stemmen zijn aanvaard en dat het
verslag vergezeld gaat ‘van twee nota’s van leden der
Commissie, die zich met ‘de ‘in het rapport voorko-
mende beschouwingen in sommige ‘opzichten niet ‘heb-
ben kunnen vereenigen, welk’ een en ander aan de
afdoend heid
van het advies wel eerdge afbreuk doet.
Het ‘verslag zelf toont reeds op tal van punted, dat
bij de ‘beraadslain’gen in ‘den ‘boezem der Commissie
– meestal naar gelang van ‘de hoedanigheid ‘der leden
– veel verschil van meening heeft ‘bestaan.
Dit ‘niet over ‘het verleden: de melkvoor-ziening ‘v 66r
en ‘tijdens d’e oorlogsc’risis, doch in het Ibijzon)d’er met
betrekking tot de tocho’mst. V66r ‘den oorlog bestond er, zooals het verslag uiteenzet, eigenlijk geen vraag-
stuk van de voorziening met voldoende hoeveelheden
melk, al ging het ‘in de latere jaren bij het zich out-
w
–
ik’keiend ‘organisatieie’ven van ‘de melkveehouders en
mede door de uitbreiding van de ‘bouwterreinen eenige
moeilijkheden opleveren, vooral in den winter, naar
de groote steden ‘genoeg melk aan ‘te voeren, terwijl
de levering bovendien werd beperkt ten gevolge van
de verscherpte eischen op hy’giënisch gebied. Een
tekort en een ‘bedenkelijk ‘oploopen van de prijzen ont-
wiikkelden zich edhter eerst in hotnajaartvan 1915, toen
zich in ‘de centrale rijken een vergroote vraag naar
melkproducten ging voordoen en andernijds de pro-
ductie van ‘melk werd ‘belemmerd ‘door de beperking
in den aanvoer ‘van ‘krachtvoeder uit ‘de ‘overzeesche
(geallieerde) landen. In dien tijd begon het ingrijpen
van de Regeerin’g door de uitvaardiging van uitvoer-
verboden en de invoering van ‘het ‘bevriezings’systeem.
Het ‘v’ers’iaLg ‘sdhetst un dien ‘bueede de ge.schi’ëidenis van
dc over,hieiclabemoei)ing bij,si,ag, maxiimumprijs, bij-le-
vering van Regeeringsmelk, rantsoeneering, centrali –
t)
GeIrukt ‘bij Drukkerij
Voortvaren
en verkrijgbaar
bij Gebr. van Cleef, ‘beide- te ‘s-Gravenihage.
satie in den aanvoer, ens.) tot in den winter 1920-
1921. Het beëindigt deze uiteenzetting met een over-
zicht van de aantallen, uLn cle laatste drie jaren hij-
geleverde liters volle melk, waaruit ‘blijkt, dat, of-
schoon op ‘bot laaitst een -aanuzuieniljke verm’inideruiing is
ingetreden, in Jit tijdvak October 1920—Maart 1921
nog belaing’i’ij’k giroioitere hoieveel(hiedien melk werden aan-
gevoerd, ‘dan in ide twee voordgaande w’inter’s, zodat
in dat seizoen de hulp nog n’oodiger scheen dan te
voren.
Bij de beoordeeling van dit verschijnsel wijst het
rapport er op, dat vooral twee factoren de molkvoor-
mening ibeheerschen, n.l. de
prijs
en het
gebied,
waar-
uit de melk ‘wordt betrokken.
Terwijl
de groote steden
‘vroeger tegen betaling van de zuivelwaarde – ‘d’.’w.z.
den prijs van het ‘best betaalde melkp±oduct, vermeer-
derd met een zekere fractie – uit [hun naaste omge-
ving gemakkelijk de consump’Liemelk konden putten,
die zij n’oodig ‘hadden, zijn deze gebieden tijdens ‘den
oorlog opgehouden voldoende te leveren, doordat de
consurnptiemelik steeds ongunstiger werd betaald dan
-de zuivelproducten. De voorziening van het toene-
mende verbruik van de ‘groeiende steden werd beperkt
door de zich uirbbreidende behoefte van de -producten-
fabrieken. Daar ‘kwamno’g
‘bij
ide achteruitgang van
de voorlibrenging ten gevolge van gebrek aan kracht-
voer en andere ‘bedrijfsmoeilijkheden. Door de regeling
van ide verleening van consenteri tegenover ‘de ver-
plichting tot bijlevering en tot afstaan van gelden
tea behoeve van den bijslag werden ‘de productenfa-
brieken gedwongen in de consumptiemelkkoorziening
tegen laag gehouden prijzen mede ‘te helpen, waardoor
tevens de in achtneiming van de rnaximumprijzen
werd verzekerd. –
De beschrijving van de tijdens de cirtisis genomen
maatregelen in ‘heit verslag schijnt volledig. Alleen
rijst -de vraag of niet reeds ‘dit gedeelte van het ‘betoog
eenigssiins ‘is (dioortur,okiken ‘van den geest van ‘de moer-
derheid der Commissie, ‘die v66r afs±adfiiuig ‘van de
o-ver[heilclabeinoai±nig ‘is en of niet te veel ‘de indruk
woridit gevestigd alsof de ongewen’sclite verschijnselen,
die zich in menig ‘opizidhut hebben voorgadialan, -liet ge-
volg
‘zijn
‘van de toegepaste middelen, terwijl toch
om-
gokeeiid
t
deoe maatregelen in ‘de eerste plaats moeten
worden beoordeeld naar ‘de toesta’n’den tot welker ver-
betering zij werden aangewend. Reeds eerder heb ik’
er op gewezen, ‘dat men voorzinhitig moet zijn met
aan de crisiemaatregelen uitweir(kiinjgen toe te scihrij-
ven, ‘die ten slotte zuiver (Ireit gevolg zijn ‘van de
crini’somstanidigheiden zelf.’)
Bij de ‘behandeling van de vraag of na losl’ating
van ‘alle ibemoeienis voldoende hoeveelheden melk
beschikbaar zullen ‘zijn om de groote steden – welker
dageljksche ibehoefte blijkens de gegevens van het
Zuivelkantoor op gemiddeld 0,4 L. p’er ‘hoofd van de
bevolking is te stellen – te -voorzien, treedt het ver-
schil van inzicht onder de leden van -de Commissie
aan den dag. Voor de zomermaanden worden, wanneer
cie melikhanidel ‘maar vrij iis ‘de melk te betalen over-
eenkomstig cle zuiveiwaarde, geen moeilijkheden ver-
wacht; voor de wintermaanden zullen echter naar de
Commissie vreest, de
gebieden,
welke tot ‘dusver de
melk leverden, ‘onder den invloed ‘van de mededinging
der productenfabrieken, ‘de verandering van weiland
in ‘bouwgrond, de toeneming van d’e stedelijke bevol-
king enz., niet meer in staat zijn, genoeg aan te
roujefl.
Men zal zich tot andere districten moeten
wrenden, waar wei overvloed is, maar het is de vraag
of verzending ‘van daar uitvoerbaar is en of die melk
geschikt is voor d’e conisumplie. ,,De leden ‘der
Com-
missie,
die meer nauwifseurig mat de
mel1distribuie
bekend zijn”, ‘bleken van meening, ‘dat zekere drang
van ‘overheidswege nooclii,g zou zijn om ‘de ‘boter-, kaas-
1)
Zie ,,De Gemeente en cle distributie van goederen
in
de jaren 1914-1920″ ii,
liet Economisch-Historisch Jaar-
boek,
deel’
VI, 1920 (bi-t. 129),
ilamecIe Economiscli-Sta’bis-
tische Berichten
1919 No. 198
blz.
950.
27 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
363
en produe’teiifabrieken er toe te brengen, zich te ont-
houden van het inkoopen in de consuinaptiemelk-
leverende gebieden, terwijl die melk lii. toch èn om
het oploopen van ‘de kosten te vermijden èn om de
best mogelijke kwaliteit ‘te behouden, rechtstreeks van
de
boerderijen
naar de steden moet worden afgeleverd.
Van de zijde tder
producenten
werd daarentegen be-
toogd, dat de zuivel- en melkproductenfaibrieken in
liet algemeen geenszins af’keerig zouden zijn van om-
zetting van het bedrijf gedurende zekeren tijd door een
grooter ‘of kleiner deel van haar industriemielik voor
consumptie te bestemmen, mits zij voor die melk een
rationeele – naar het vetgehelte berekende – beta-
ling ontvangen, welke ‘de netto-opbrengst van het
artikel doet stijgen; in het vrije verkeer zou zulks
zelfs veel gemakkelijker zij n weg vinden, dan in de
afgeloopen jaren, toen de beschikbaarstelling van
hocygerh.and werd opgelegd. Wat de rechtstreekschc
levering van ‘cie ‘hofsteden naar de groote hevoikings-
centra aangaat, betwijfeiden
I
deve leden het of die op
den duur ‘bij iden toenemenden groei van de steden
wel is vol te h’ouden en uit een hygiënisch oogpunt wel aanbevelenswaardig ‘is te noemen. Zij vroegen
waarom voor Nederland een afstand van het melk-
rayon van ten ‘hoogste 30 K.M. zou moeten worden
gehandhaafd, terwijl in andere landen aanvoer van
aanzienlijk veel verder verwijderde punten technisch en commercieel mogelijk is gebleken (Parijs 40 pOt. van 100 K.M. en maximum-‘afstarfden van zelfs 500
K.M.; Londen onderscheidenlijk 65 pOt. en 300 K.M.;
New-York Oity ten minste 80 K.M. en tot zelfs 680
K.M.). In het Verslag zijn cijfers vermeld, volgens
welke het, met een straal van 100 K.M. getrokken
cirkelvormige gebied rondom ‘de 4 grootste steden –
omvattende nagenoeg het geheele land, behalve •de
melk-arme N.O. helft van Friesland, Groningen,
Drenthe en Imihurg ‘- in staat is voor een bevel-
kimg van 6 mihlio’an nieleil gemiiddeffd 1,44 L. per dag,
en in de periode van de ‘kleinste productie 0,75
0,8 L., af te ‘leveren. Tegen ‘de stelling, dat de melk
zoo noodig uit geheel andere streken kan ‘worden ge-
haald, dan tot dusver de gewoonte is geweest, zijn de
drie wethouders van ide ievensnii’ddelenvoorzieni.ng
van Amsterdam, den Haag en Utrecht, die als verte-
genwoorders van ‘die
consumenten
in de Oomimijssie
zitting hadden, a]smede het lid, .dat als vertegenwoor-
driger van cle
mellcsljjters
optrad, ideheer A. Sm,it, te
velde getrokken in de, twee boven’bed’oe’lde minder-
heidsnota’s, die de eerste drie te zamen – met in-
stemming van ‘het lid van de Oo’mmissie, den voor-,
zi.tter van ide afdeeling Meikverzorging van de Melk-
industrieele Ve’reeniging – en de laatste ‘afzonder-
lijk, aan den Minister hebiben fingezo[oidon. De
wat-
houders sah.rij’ven, dat, hoe aaai’nemeiijik de redenee-
ring en ‘hoe aanlokkelijk de vergelijking met het bui-
tenland ook mogen zijn, de schrik om het ‘hart slaat,
wanneer men bij de ‘aangeprezen voorbeelden an
Parijs en Amerika voor een mellcdr.inkend volk als het
onze ‘de prijzen nageet, die ‘daar per liter worden be-
bna]id; de keer Smit spreekt de vrees uit voor een zeer
oneconomjsche en oninoodig kostbare regeling, ‘indien
de groote steden en gemeenten als Haarlem, Leiden,
Gouda, Dordrecht hun melk zouden moeten betrekken
uit Friesland, Brabant, Linrburg en andere vèr afge-
legen provincies, terwijl de melk uit de eigen ‘onmid-
clellijke omgeving voor an’dere dan consumptiedoeL
cinden zou worden gebruikt.
Het moeilijkste punt, dat zich in het vraagstuk
voordoet schuilt dus wel in ddd
rijs
Het verslag
erkent dit en zegt, dat de Commissie ten aanzien daar-van vooral twee zaken heeft onderzocht, n.l. de
trust
vorming
en het ‘opdrij’ven van den prijs van de melk
als gevolg van dan
uitvoer
van melk, boter, kaas of
melkproducten. Het rapport voegt daar terstond aan
toe, dat
trustvorming
wegens de ‘bedarfelij’kiheid van
het artikel en omdat het organisatieleven onder de
melkveehouders nog niet van dien aard is, ‘dat deze
de melkprijzen boven de zuivelwaarde kunnen opvoe-
ren, slechts in theorie mogelijk is. Daartegenover oor-
deelen de drie evenbedoelde wethouders, ‘blijkens hun
nota, het gevaar voor de uitwerking van prijs-afspra-
ken in verband met opgedane ervaringen in het ge-
heel niet denkbeeldig; zij wijzen er op, dat ‘de ver-
‘erking tot houdbare producten het bederfelijk
karakter van de melk grootencieels heeft opgeheven.
Ook ten opzichte van het al of niet handhaven van
ustvoerverboden
en d.eiigelijike, om ‘ciaaridoo’r de melk-
en zuivelprijzen te drukken, is ‘de Commissie weder-
om sterk verdeeld geweest. Een scherpe tegenkanting
is uitgegaan van tde zijde dier producenten, zij vonden
het een ‘land’ehelan’g, ‘dat de export juist zoo veel moge-
lijk wordt bevorderd en noemden het, indien de be-
schikbaanstelling beneden de prijzen .van ‘de wereld-
niarkt moest plaats vinden, hillijk, dat de druk daar-
van dan op de geheele bevolking werd gelegd, doch
niet uitsluitend op ‘de producenten. De wenschelijk-
heid om ‘de bevoegdheid tot het uitvaardigen ‘van ver-
‘boden van uitvoer en verwerking nog behouden te
doen ‘blijven, werd weder dooi’ de vertegenwoordigers
van ‘het
coasumentenb’elang
‘bepleit, ‘die daaribij den
nadruk legden op ‘de ‘buitengewone omstandigheden,
welke nog steeds heerschen in de centrale Rijken, van
waar zij, naar mate er een eeon’om’isch herstel intreecit,
grooitere vraa[g naan onze zuivelprotduc’t,en ‘verwacht-
ten, welke kan ‘leiden tot een wegzuigen van de melk’
over de grenzen, ‘met als. gevolg een opzetten ‘van de
prijzen in het ‘binnenland. Uitvoeriger is hierop gewe-
zen in de nota van ‘de drie wethouders. Het belang-
rijkste verschil tusschen ‘hen en verschillende andere
loden ‘van ide Comzndissie heeft ‘wel hiea’tin bestaan, dat
zij ‘ voor ‘den grionk]slaig van ‘de prj’aregeling niet heb-
ben willen aanyaand:en de inçbemnajtionalc zuiiv’elwaarde
– een veilgens liet dn het geheel niet wèl-ounljnjden
norm. Zij meenen, dat de consuimptiemehik niet.
duurder mag zijn dan n’oo:diig is om aan de producen-
ten en dastTdlbuaioten ‘ham koeten te vergoeden en een
redelijke, matige ‘winst teverzokeren en hhben ver-
lda,arid liet niet toelaatbaar kte achten, dat die Nocier-
landsche bevolking, wat ‘haar mehikverbruik be-
treft, zou moeten ‘blijven lijden, zooa]s in ‘de ‘oorlogs-
jaren is geschied – men ‘dienike aan ‘de abnioriniaal
Jiooge’kaas’prijzen, diie ‘de mehkvoonzieriing telkens
ernstig hebben belenimervJ – ouder de met ‘de
melikpr’oducten in het ‘buitenland te maken veel hoo-
gere prijzen, dan voor ‘de binnenl’andsche consumptie.
melk no’odiig ,o’f gerechsbvajas’icjgid zijn’. In het verslag
is ook uiting gegeven aan de ‘opvatting van eezi van
de leden, d’ie d’e melk ‘beschouwt als een nationaal
product,, waarvan de voorziening door particulieren
slechts geo’rganjseer,d mag piaato viin’dien en wa&van de
uitvoer alleen kan worden toegestaan voor zcvover deze
het overschot betreft, dat overblijft nadat aan de ‘be-
hoefte van de eigen ‘bevolking geheel is voldaan; ‘hij adviseerde tot de instelling van een Melkraa,d uit het
mel’k’bedrijf en de zuivelindustrie, waarin tevens de
consument vertegenwoordigd zou moeten zijn en welk
lichaam zou hebben toe .te zien op de nuttige ‘beste-
ding van de melkv’oorraden en eveneens op de billijke
pnijebepaling.
Bij het einde van de gehouden beschouwingen deelt
het ‘verslag mede, dat de vetritegen
–
ivoorIffigelS ‘van iden
mel’khandel niet konden instemmen met het onvoor-
waardelijk loslaten van alle ‘bemoeiing, doch wegens
verwikkelingen, die zich nog kunnen voordoen, ook
in de toekomst waakzaamheid zouden willen zien be-
tracht. Ook ‘de beide minderhejdsn’ota’s manen tot
voo’rziuhitigjiej’d’ ‘vooral wat ‘de prij,zen ‘van de melk
aangaat. De meerderheid is daarentegen van oordeel
geweest, ‘dat het psychologisch oogeublik voor de op-
heffing van alle i’ngrjpen thans is ‘aangebroken: zij
verwachtte, dat in het komende melkj’aar de produc-tiekosten van ‘de melk en haar zuivelwaarde, niet zoo
heel veel uit elkaar zullen loopen en meende, dat met
schokken, die zich in ‘den tijd van overgang *el zul-
364
ECONOMISCH-STATISTISCHE BÉRICHTEN
27 April 1921
len voordoen, geen rekening behoeft te worden ge-
houden.
Het denkbeeld om de intrekking slechts bij wijze
van proef te doen plaats vinden en onder voorbe-
houd van onmiddellijke weder-inwerkin,gstellinig zoo-
dra de behoefte daaraan zich zou doen gevoelen –
gelijk in de beide minderheidsrapporten wordt aanbe-
volen – heeft de Commissie met 12 tegen 9 stemmen
verworpen. Eveneens is – met 11 tegen 7 en 3 blanco
stemmen – het voorstel afgewezen om ‘den Minister
in overweging te geven een Commissie in te stellen,
bestaande uit vertegenwoordigers van consumenten,
producenten en meikhandelaren, die te allen tijde
advies zou kunnen en mogen geven, op welker be-
staan eveneens in de tweede bij het rapport gevoegde
nota’s is aangedrongen. Wèl heeft de Commissie echter
in haar verslag – doch niet in haar conclusies –
opgemerkt, dat het h.i. wenschelijk is, dat de melk-
handel een centraal instituut vormt op dan grondslag
van het ‘Zuivelkantoor, hetwelk den ‘handel behulp-
zaam zal moeten zijn in het opsporen ‘van de plaatsen,
van waar de melk kan worden betrokken en in het
oplossen van zich daarbij voordoende moeilijkheden;
van Regeeringshulp ten deze heef t de meerderheid
evenwel niet willen weten.
Ten opzichte van het vrijlaten van den uitvoer heeft
de Commissie uitdrukkelijk een uitzondering ge-
maakt voor het artikel melk zelf; ook vroeger bestond
daarvan geen noemenswaardige expert.
De slot-beschouwing van het verslag is gewijd aan
de gevolgen, van de toekomstige hygiënische maat-
regelen ten aanzien van de melkvoorziening, ofschoon
de Minister reeds tin zijn installatie-rede vaststelde,
dat de’ Commissie zich niet had te begeven op het
terrein, dat zijn ambtgenoot van Arbeid (W’arenwet)
aangaat. De Commissie heeft de .wenscheljkheid te
kénnen gegeven, dat tuaschen de twee departementen
geregeld voeling zal worden gehouden, opdat de zorg
voor de deugdelijkheid van de melk en het belang
van de voorziening met voldoende hoeveelheden niet
met elkaar in botsing komen.
Zooals uit de hierboven gegeven samenvatting van
het verslag der Commissie wel blijkt, vindt men in
dat geschrift ,,het labyrint der melkv(>orziening” weer-
spiegeld in de uiteenloopende meeningen van de leden,
tusschen wie geen overeenstemming bereikt is kunnen
worden.
Let men op al iet verschil in opvattdng en
voorts op de geringe meerderheden, waarmede de in het verslag opgenomen conclusies ‘zijn aangenomen
en de minderheids-nota’s, die er aan zijn toegevoegd,
dan kan van het werk der Commissie inderdaad be-
•zwaarlijk worden gezegd, dat het ,,den eenig juisten weg” duidelijk aanwijst. Niettemin heeft de Minister
van Landbouw, Nijverheid
en
Handel op 31 Maart j.l.
overeenkomstig het advies van de meerderheid der
Commissie alle bestaande belemmerende bepalingen
ingetrokken. Sindsdien is ook de afdeeling voor de
melk en mel’kproducten van zijn departement opgehe-
ven. Of het niet beter was geweest den raad van de
sterke minderheid op te volgen om di.t alles voorloo-
pig bij wijze van proef te doen – al was het alleen
ter wille van de preventieve werking, die zou kunnen
uitgaan van het vooruitzicht, dat in geval van het
intreden van ihinder gewenschte toestanden, zekere
maatregelen weder zouden worden ingesteld – zal de
toekomst leeren. Voorshands valt reeds op te merken,
dat terstond na het herstel van den vrijen uitvoer
de boterprjs – tegen de voorspelling van de Com-
missie in – belangrijk is gestegen. Laten wij hopen,
dat dit een schok zal blijken te zijn van den overgang,
waarmede ongestraft geen rekening kan worden ge-
houden, en ‘dat ‘dit niet het begin is ‘van een periode,
waarin de melk- en ‘de zuivelproducten voor de Neder-
iandsdhe ‘bev’oi’king, niett,egenstaandë een voldoende
productie, overmatig ‘duur worden als gevolg van den
geheel ‘vrij gegeven ‘handel en export.
Utrecht, 16 April 1921.
Mr.
G. G.
PEKELHARING.
HET ENOELSOHE FINANCIEELE SYSTEEM.
‘
II
Kaseconomie is ook in het Nederlandsch financieel
beheer ver doorgevoerd. Tengevolge daarvan geven de
kredieten, welke de Generale T’hesaurie, door tus-
schenkomst van de Nederlandsche Bank, aan de Be-
taalmeesters opent, geen volledig of juist beeld van de
werkelijk gedane uitgaven. De Betaalmeesters toch
putten ook uit overstortingen van ontvangers en post-
kantoren, uit gedeponeerde fondsen, etc., en vragen,
slechts als uitputting der totaalkas dreigt, om hulp
bij de Generale Thesaurie. Het is echter om verschil-
lende redenen in Nederland nog moeilijker dan in
Engeland een overzicht van de
werkelijk
gedané uit-
gaven op een ‘bepaald
tijdstip
te geven. Dit moet aan
verschillende oorzaken worden toegeschreven.
De Betaalmeesters behandelen alles als één kas,
doch houden geen boek van de uitgaven ten laste van
de onderscheidene artikelen der begrooting. Deze boe-
kingen, alsmede de splitsingen der uitgaven in ge-
wone, buitengewone en tot den crisisdienstbehoorende,
worden op de Departementen gedaan. Vandaar dat die
splitsing afhankelijk is van de medewerking van alle
Departementen, wier administratief apparaat slechts
op een jaarlijksche verschaffing dier gegevens is
inge-
–
richt. Een navolging van de Engeische praktijk om
zeer ruwe en ruwe cijfers
maandelijks
en driemaande-
lijks mede te deelen, ware hiêr te lande slechts ten
koste van, veel nieuw personeel vereischende, vermeer-
dering van werkzaamheden
mogelijk.
Hoe het komt,
dat ‘deze
moeilijkheden
hier te lande grooter zijn dan
in Engeland, ku’nnen wij,
bij
gebreke van detail-kenniis
der Engelsche
praktijk,
niet in bijzonderheden aan-
geven. Wij wijzen echter op de uitgebreide en achter-
stallige financieele legeradministratie, op de marine-
en postadministratie, op de onder onderscheidene De-
partementen ressorteerende Statsbediijven en op de
gelden ter goede rekening, die hier te lande aan me-
nigen comptabele worden verstrekt. Een en ander zal
het
begrijpelijk
maken, ‘dat een herhaalder verschaf-
fing der thans door de Departementen jaarlijks ver-
schafte gegevens, zeer veel arbeid zou vorderen.
De wijzen van uitbetaling
zijn
hier te lande, ten
gerieve van het publiek, zeer gédifferentieerd en ge-
decentraliseerd. Betalingen door ‘den Staat geschieden.
niet enkel ‘door 21 betaalmeesters en tal van ontvan-
gers, doch ook wel door de Nederlan’dsche Bank, bank-
giro, overboeking, Postchèque- en girodienst en door
het Agentschap van het Ministerie van Financiën.
Ook ‘betalingen aan den Staat kunnen op velerlei wijze
geschieden. Het ligt voor de hand, dat mede hierdoor
voormelde verrekeningen hier te lande tijdroovender
zouden zijn ‘dan in Engelan,d.
1)
Bedoelde
moeilijkheden
werden bij de behandeling
van de laatste leeningwet door ‘den afgevaardigde
Vissër van Yzendoorn onderschat. Deze beklaagde zich
over de z.i. te ruwe raming der op een bepaald tijd-
stip gedane crisisuitgaven. Bovendien zag deze afge-
vaardigde
voorbij,
dat voor de te volgen leeningpoli-
tiek niet enkel het bedrag der reeds gedane uitgaven
en ontvangsten, doch ook dat der binnen afzienbaren
tijd te verwachten uitgaven en ontvangsten van be-
lang is. Voormelde moeilijkheden zouden, strikt geno-
men, niet enkel bij de uitgaven, ‘doch ook bij de ont-
vangsten moeten worden overwonnen,
2)
terwijl voorts
zoo nauwkeurig mogelijk ware te ramen hoeveel –
gesplitst naar ‘dienstjaren en gewoon, buitengewoon
Met den heer II. M. de Heus ,,De Verantwoording der Rijksinkomsten en -uitgaven”, De Gids
1920 blz. 280
ben
ik.van oordeel, dat op dit terrein, ter vermijdiag van a,d.mi-
iiistratieven omslag naar meer eenvoud moet worden ge-
streefd.
In dit verband is interessant de volgende zinsnede
uit de Engelsche Eoonomist van
20
Maart
1920. blz, 639
eerste kolom ,,Owing… •to the vicious System of National
bookkeeping,
we dé not
know how
much of the current
receipts comes from sale assets and how much from true
i-evenue”.
27 April
1921
9CONOM19CIT.S1ATISTISCHE BERICHTEN
3:65
en crisiskarakter – in de naaste toekomst zou worden
ontvangen en uitgegeven. Een navolging der En-
Selshe praktijk in dit opzicht, zou met teer veel toe-
neming van werk en gïoote kosten gepaard gaan, ter-
wijl het twijfelachtig is of werkelijke resultaten zijn
te bereiken; al blijft een streven naar zoo groot mo-
gelijke nauwkeurigheid natuurlijk gewenecht, zoo moet
die navolging o.i. worden ontraden.
Zal de Regeering van een land aan het ideaal beant-
woorden van sao gi’oot
mogelijke
resultaten met zoo
weinig
mogelijk
geldelijke opofferingen te bereiken,
dan moet hare gansche financieele gestie in het teeken
staan van de beginselen van verantwoordelijkheid,
rekenplichtigheid en kontrole. Want de gevaren van
bedrog, verkwisting en ondoeltreffende geidbesteding
doen zich steeds en overal dreigend gelden. En deze
gevaren vinden niet alleen hun oorzaak in de mensehe-
lijke oneerlijkheid of doniheid, maar vooral in den
strijd van belangen, die in zon sterke mate tusschen de
onderdeelen der gemeenschap en liet geheele Staats-
verband in zake de geidbesteding aanwezig is. De
ambtenaren van een bepaalden diensttak stelleh, gelijk
vanzelf spreekt, •het meeste belang in dien .diensttak
en zijn licht geneigd de eischen van dien tak zwaarder
te doen wegen dan die van het gansche Staatebestuur.
Onwiliekeurig achten zij hun eigen werk belang-
rijker dan dat van andere on.derdeelen van den Stâats-
dienst en trachten mede daarom een zoo groot mogelijk aandeel in cle door .den wetgever toegestane totaalsom
te hunnen behoeve te besteden. Deze neiging doet zich
te stevker gelden door de vrees, dat de gelden, welke
ten nadeele van hunnen diensttak worden bespaard,
geen werkelijke bezuiniging zullen opleveren, doch slechts aan een anderen, evenzeer verkwitenden tak
van Staatsdienst ten goede zullen komen. Zoo tracht
elke tak van Staatsdienst voor zich zelve de hoogste
salarissen, de beste huisvesting enz. te verkrijgen, daar
eigen zuinighe!d toch slechts de verkwisting van een
anderen tak zou doen stijgen.
Het groote gevaar vin.dt dus vooralhierin zijn oor-zaak, dat
op
de eigenlijke geidbesteding door onder-
deelen van den Staatsdieust machtige ja dikwijls be-
slissende invloed wordt geoefend, terwijl besef en
gevoel ‘voôr de dwingende eischen van liet algemeen
belang daar slechts zeer zwak of in het geheel niet
ontwikkeld is. Öe Oommissie nierkt voorts zeer terecht
op: ,,Men, contending for economy in general, are
always at a disavantage, when pitehed against men
contending for expenditure on particulars.”
De verdienste van een financieel systeem van een
land moet vooral worden beoordeeld naar de mate,
waarin het deze, uit ‘belarigenstrjd van geheel en dce-
len voortspruitende, principieele moeilijkheid is te
boven gekomen. En de studie van het Britsche finan-
cieele systeem is daarom zoo nuttig en belangrijk,
omdat het die moeilijkheid op zeldzame gelukkige
en praktische wijze heeft overwonnen, terwijl, in
flagrante tegenstelling daarmede, het Nederlancische
syteem in dit voorname Opzicht hoogst onbevredi-
gend werkt. De Commissie ziet hierin terecht de hoôfd-
zaak: ,,Should this report serve no other purpose
than that of ‘making known the ‘means by which
England has sticcesstilly met this primary requisite
of a sound fin&ncial systeem, it will, it is believed, far
more than jutify the expense and labör, involved in
its ,preparation.” Wat de hoofdlijnen betref t, loopen
beide systemen geheel parallel. Met name geldt dit het
opmaken van de begrooting door de Regeering, het
toestaan der door de Regeering aangevraagde gelden
door de Volksvertegenwoordiging, de verplichting van
de Ïegeering aan die verteg oordiging inlichtingen
to geven, cle verantwoordelijkheid van ide Regeering
tegenover die Vertegenwoordiging omtrent de wijze van
besteding der toegestane gelden, ‘de ‘kontrole over die
besteding d’oor een van de uitvoerende macht onafhan-
kelijke autoriteit, het ‘onderzoek ‘van d verslagen van die autoriteit door de volksvertegenwoordiging en de
vrijheid derRegeering om naar eigen inzicht vaji de door
die Vertegenwoordiging gegeven ‘machtiging tot geld-
besteding al of niet gebruik te maken etc. In dit ver-
band
zij
nog melding gemaakt van de ,,Votes on
Account” van het ,,House of Com.mons”, waarbij, in
afwachting van het definitief toestaan d’er b’enoodi.gde
gelden, waarmede het Huis als regel niet tijdig gereed
komt, voor drie of zes maanden de vereischte sommen worden bewilligd. Dit geschiedt biî een ,,appropriation
bill”, die ,,Oonsolidated Fund (No. 1) Act” wordt ge-
noemd en meestal op 31 Maart is gedateerd.
i)
(‘De
eigenlijke Consolidated Appropriation Act komt ver-
scheidene maanden later). Deze ,,Votes” hebben zoo
goed als steeds enkel op bestaande ,,services” betrek-
king van de ,
)
Civil service” en de ,,revenue Depart-
ments”, doch kunnen niettemin besteed worden voor
alle ,,services provided for by existing law”. Voor
,,Army” en ,,Navy” wordt het geld steeds vôér
1 April toegestaan en zijn ide ,,Votes on account” dus
onnoddig.
Deze praktijk vertoont overeenstemming met on’ze
cred±etwetten; wat in Engeland regel is, is hier te
lande echter uitzondering. Tegenover dit parallellisme
der hoofdlijnen
8chijneii kleine verschillen onbelang-
rijk. Zee staat de Nederlarsdache Bank in een eenigs-
zins andere verhouding tot de Regeering dan de
,,Ban.k of England” en de ,,Bank of ireland; in Groot-
Brittannië toch vervullen deze banken de rol van
Rassier; alle Staatsinkomsten vloeien in de kassen
dier banken en alle uitgaven geschieden mede door
hunne tussehenkomst. In plaats van 21 betaalmeesters
kent men in Engeland slechts één Paymaster-Gene-
rai, op wiens ordêr alle betalingen geschieden, terwijl
de kontrole-functies van de Algemeene Rekenkamer
zijn opgedragen aan den Ocmptroller and Auditor
General.
2)’
Deze beoordeelt niet enkel de wettigheid,
doch houdt tevens een wakend oog over doelmatigheid
en zuinigheid der uitgaven. Het overzicht der midde-
len en de inrichting der begrooting is in Engeland
eenvoudiger dan hier; van belang is voorts, dat ‘de
jaarlijksche begrooting
enkel
dc supply services, niet
de ,,consolidated services” betreft.) Typisch En’g’elsch
Bij deze ,,Aot” worden tevens de ,,excess expenditures”
geregulariseerd, d.z. uitgaven die, met overschrijding van
de door het Parlement toegestane sommen, door de Treasu-
ry uit het reeds genoemde ,,Civil Oontingency Funci” zijn
bestreden.
Ie Engeland ceatraiiseer.t men bij voorkeur de verant-
woordelijkheid in één persoon; in Nederland prefereert men Colleges boven ddrilingen. De unus judex in Engeland staat
tegenover de collegiale rechtspraak van Nederland; evenzoo
de Comptrollcr and Auditor General tegenover het College
van de Algemeene Rekenkamer.
‘) De Nederlanclsche niiddelen,staat kent in totaal meer
dan
20
middelen; cle Engelsche slechts
14,
te weten:
Customs, Exeise, Etate, etc. Duties, Staznps, Land Tax,
Heuse Dut, Property and Income Tax (inciuding Super-
Tax),
Excess PrOfits Duties, Land-Value Duties (belas-
tingen). en Post Service, Crown Lands, Receipts from
Sundry Loans etc., Miscellaneous (andere ontvangsten dan
belastingen). Over het dienstjaar 1013-1914 bedroeg de
opbrengst der Engelsche middelen ruim
198
millioen pond,
w5arvan ‘ ruim 160 millioen pond uit belastingen. De
Engelsche begrooting bestaat uit 4 deden:
1.
Army,
2.
Navy,
3- Civil Services (7 groepen:
1.
Public Works and Buildings,
2.
Salaries and Expenses of Civil Departments,
3.
Law and
Justice, 4. Education, Science and Art,
5
Foreign and Colo-
nial Services, 6. Non effective and Miscellaneous Services, 7.
Old Age Pensions, Labor Exchanges, Lnsurance etc) en 4
Revenue Deparbmeute
(3
groepen:
1.
Customs and Excise,
2.
Inland Revenue,
3.
Post Oîfice) en is in
153
hoofdstukken
(appropriations heads) cvotes) onderverdeeld, die wederom
in subheads met z.g. ,,supporting details” zijn onderver-
deeld. Met goed
–
vinden ‘van de Treasury en. onder nauwkéu-
rige speciale verantwoording aan het Parlement,. kunnen,
binnen de grenzen van één
»
head” gelden van het ééne naar
het andere ,,subhead” worden overgeschreven. Voor over-
schrijving van het eene naar het andere head is goedkeuring van het Parlement noodig, behalve bij ,,Army” and
,,Navy”,
die in dit opzicht als één ,,iiead” worden beschouwd. In het
366
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27
April 1921
is.voorts het in de laatste jaren sterk in omvrn,g toe-
genomen systeem der ,,appropriations in aid”, hierop
neerkomend, dat tal van Staatsinkomsten niet in het
algemeene ,,Oonsolidated Fund” de schatkist vloeien,
d.i. m.a.w. door de Bank van Engeland of Ierland ,,to
the credit of the Exchequer” worden geboekt, doch
•dadelijk aan een belanghebbenden diensttak ten goede
komen; slechts voor het nadeelig saldo worden aan het
Parlement gelden aangevraagd. De Studie-Oommissie
acht dit verwerpelijk en prefereert het Nederlandsche
systeem, dat als re’gel alle ontvangsten onder de mid-
delen verantwoordt.
1)
Mr. A.
SPANJEL
HET STAATSBEDRIJF VAN DE POSTERIJEN,
DE TELEGRAFIE EN TELEFONIE.
(Het tariefsvraagstuk).
Al kent ons geldend recht geen Staatsbedrijven als
econornische organisaties, toch komen naar hun aard
de onder het Staatsbedrijf der P. T. en T. ressor’tee-
rende densten evengoed als andere verkeersmiddelen,
(spoorwegen enz.) in aanmerking voor eene expiodtae
naar regelen van economische bedrijfsleiding. De
Staat hceft evenwel om redenen van algemeen ‘belang
de exploitatie dezer diensten aan het vrije initiatief
meenen te moeten onttrekken. Een bedrijf in den
Zili-
ver econornischen zin zijn de P. T. en T. dus niet.
Vraagstukken op het gebied der exploitatie van
post. telegraaf en
telefoon
zijn in wezen vraagstukken
van bedrijfsleiding in den economischen zin. Een
voor de practijk juiste en bruikbare oplossing zal
echter hij alleen weten te geven, die met zekerheid
weet te bepalen op welk punt telkens overwegingen
van bedrijfsbelang tegenover de eischen van het al-
gemeen belang hunme geldigheid verliezen.
Dat de
wetgever hem daarbij op ‘den ‘duur zijn steun en ‘voor-
dienstjaar
1913-1914
bedroegen de supply services
18,
de Consolidated Fund .Sersices •/ van de totale uitgaven.
(De middelen brachten op in
1914115 £ 227 miljoen,
1915116 £ 337
miii.,
f916117 £ 573
miii.,
1917118 £ 707
miii.,
1918/19 £ 889
miii.,
1919120 £ 1340
miii. (waaronder echter
£ 264
utillioen niet terugkeerende inkomsten wegens ver-
koop
van gedurende den oorlog ingeslagen regeeringsvoor-
raden).
De Britsche Staatssehuld bedroeg
op 31
Maart
1920,
bijna
£7.882
miliioen bruto; ‘de rente daarvan is veel meer
dan de geheele Staatsbegrooting ‘van vCÖr den ooriog.
Wij bepalen ons hieronder tot de 8uply.8ervices.
Een
scherpe, konsequente scheiding tusschen beide soorten uit.
gaven maakt ‘het Engelsche financieele systeem niet.
Alleen
voor de ,,supply-services” moeten jaarlijks gelden door het
Parlement worden bewiiligd; éénmaal toegestaan worden
ook de suppiy-serv.ices uit het ,,Consoiidated Fund” betaald.
1)
Een verdere ernstige grief van de Studie-commissie
tegen het Britsche financieele systeem is ,,the lack of any
General Reports of audited Receipts and Expenditures.” In verband met het gewraakte systeem der ,,appropriations in
aid” ware één dergelijk overzicht ‘van aiie gedane Staats-
uitgaven waarschijnlijk niet gemakkelijk te leveren. De
Commissie betreürt voorts, dat in Engeland nimmer wen-
schen zijn geuit naar een diepere analyse der Staatsuitgaven naar ,,functions, objects of expenditure, charakter of expen-
diture etc.” Zij bepleit:
a.
afschaffing van de ,,appropria-
tions in aid,
b.
scherpere, konsequenter scheiding tussehen
consolidated fund- en suppiy services,
o.
een algemeen ver-
slag van den Comptrolier omtrent alle ontvangsten en uit-gaven van den Staat naast zijn verslag omtrent de ,,appro-
priation (enkel. op de ,,supply services” betrekking heb-
bende) and other aceounts.”
Een verder bezwaar ‘van de Commissie tegen het
Engelsche systeem is, dat de onderscheidene gegevens, die de
Regeering aan het Parlement o’veriegt, niet in één stuk zijn
samengevat. Hiermede hangt samen, dat het woord ,,budget”
in Engeland beteekent ,,the document of speech through
which the finançe minister outlines the policy of the Govern-
ment in respect to revenues – the estimates of expenditure
having allready been laid before .Pariiament and considered in Comm’ittee of the whole.” In Engeland stelt, meer dan in
andere landen, Parlement en
Volk –
om begrijpelijke ‘histo-
rische redenen – vooral in den ontvangst-kant van het
budget belang.
lichting niet zal kunnen onthouden behoeft geen be-
toog. Een ,,Bedrijvenwet” van deze soort moèt er op
den duur komen. De bepaling der verhouding van
bedrijfsbelang en algemeen belang binnen het Staats-
bedrijf der P. T. en T. kan niet aan wisselende en
uiteenloopende inzichten worden ‘overgelaten.
i)
Van uit het daareven ‘vermelde gezichtspunt word’e
allereerst het vraagstuk der tarieven ‘aan een onder-
zoek onderworpen.
Hij, die de meenin’g verdedigt, .dat
bij
tariefabe-
paling naar een winstmaige dient te worden ge-
streefd, haalt zich veelal de verdenking fiscale be-
doelingen te koesteren, op den hals. Uit het voor-
afgaande volgt echter rechtstreeks, dat aan een der-
gelijke meenin’g geenszins zulke bedoeli’nen behoe-
ven tea grondslag te liggen.
Evenals bij het geheele verdere beheer van het
Staatsbedrijf der P. T. en T., zullen ook bij de
vaststelling van tarieven “bed’rijfseverwegingen
de
stuwende kracht
moeten zijn. Die kracht kan uit
hoofde van overwegingen ‘van anderen aard moeten
worden ingetoomd, ze dient niettemin steeds zich te
d’oen ‘gelden. Schakelt men haar uit, dan slaat men
het bedrijf vleugellam. Daaruit volgt dat de produc-
tiekosten-theorie het bedrijfskarakter van het ‘dienst-
vak ontkent en mitsdieri voer tariefabepaling on-
deugdelijk is. Natuurlijk speelt ‘het kostenvraa’gstuk bij de tariefs-
bepaling een zekere rol. Allereerst echter worde daar-
bij de aandacht gericht ‘op het in geld uitdrukbare
belang, ‘dat dé gebruiker bij de hem geboden diensten
heeft. De bepaling van dat belang zal in vele ge-
vallen uiterst moeilijk
zijn
en veelal niet verder ge-
lukken ‘dan ‘tot ‘de vaststelling van een geïniddeld be-
lang van den dienst in het ‘geheel der verkeersm oge-
lijkheden.
Het
resultaat zal bovendien veelal meer
een vrucht van bedrjfstactiek dan van te voren op-
gestelde en n’ageleefde regelen zijn. Het zal dan ook
niet steeds vrij kunnen . ijn van aanvec’htbaarheid.
Toch kan men in sommige gevallen met zekerheid het
maximale ‘belang voor den gebruiker aangeven nl.
wanneer naast den verzendin’gsweg, dien ‘het Staats-
bedrijf opent ‘andere van gelijken ‘aar’d bestaan, zoo
bv. bij den pakketpostdienst en het geldverkeer: pest-
wisseldienst, postquitantiedienst en postchèque- en
girodienst.In ‘deze gevallen zal het belang voor den
gebruiker beperkt blijven tot ‘de opoffering, die hij
zich moet ‘getroosten om van den anderen weg ge-
bruik te maken. In de practijk is herhaaldëlijk ge-
bleken, hoe noodzakelijk het is
‘bij
de bepaling van
tarieven de mogelijkheid van gebruikmaking van
andere wegen in het oog te houden. Niet alleen ter
voorkoming van afvloeiing van het verkeer naar
andere wegen, maar ook ter vermijding van aantrek
–
king van verkeer, dat voor ‘liet oogenbl’ik nadeelen
voor het bedrijf oplevert.
Ik zeide daareven, dat men veelal bij
zijn
peiling
van ‘het belang van den ge’bruiker zich tevreden zal
moeten stellen met vaststelling van een gemiddeld
belang. Dit zal vooral ‘het geval zijn
‘bij
die diensten.
die naar hun aard ‘bestemd zijn voor een gebruik ‘door
nagenoeg ieder lid der bevolking, althans van ‘groote
categorieën, sooa)s ‘het briefverkeer, het gewone tele-
gram- en telefoonverkeer. Er
zijn
echter ook geval-
len. waarin ‘het mogelijk is om het belang vast te
stellen. ‘dat de inidiv’idueele gebruiker bjj het hem Ier
beschikking gestelde verkeersmiddel ‘heeft. Zoo is er een verkeersmiddel, dat bijna uitsluitend’ door groote
han’delsfirma’s wordt ‘gebruikt, nl. ‘dat ‘der tot uit-
1)
Dat eenig richtsnoer hier noode wordt ontbeerd bleek
nog weer eens ten ‘duidelijkste bij de behandeling van de
jongste wijziging ‘der Postwet in Tweede en Eerste Kamer
en de behandeling der Ontwerp-Bedrijfsbegrooting voor het
dienstjaar 1921 in de Tweede Kamer. Bij die gelegenheden
‘werden tegenover het streven der Regeering naar een slui-
tende exploitatierekening zeer uiteenloopende meeningen
en standpunten verdedigd.
27 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
367
sluitend gebruik afgestane intercommunale telefoon-
verbinding. Het groote nut, dat voor den handel bij
duit ‘iinistiijtuujt is betroikiken, moet tot uitdriiikking ko-
men in de resuitaten Ider ondernemingen, die er zich
van bedienen. Aan de ‘hand van deze resultaten en
ain den aarid, omvang en organisatie van eul,k bedrijf
zon zeer wel de vaststel’lig van het bijzonder belao,g an den gebruiker kunnen worden beproefd.
Is het de bedrijfsleiding zoo gelukt een haar bevre-
digende belangen’waardeering tot stand te brengen.
dan is het ;oogenbli:k gekomen om voor haar zelf
die
belangen in een ‘gel’ds’om uit te drukken. Zoorwel bij
deze waardeerting als
bij
de vaststelling van hout geld-
bedrag, dient zij zich slechts te laten leiden door
het streven naar een zon groet mogelijke rentabiliteit
der ‘aan haar toevertrouwde ‘verkeersinstituten.
Maar het Staatsbedrijf der P. T. en T. is niet
alleen een bedrijf
maar ook een tak van Staatsdienst,
een ,,dienstvak”. De Staat vervult ‘hier in den vorm
van het bedrijf een gedeell1te zijner gemeensclhaupstaafir.
Derhalve zullen ook ‘overwegingen van algemeen be-
lang ‘bij de tariefs’bepaling een rol moeten spelen.
Men zou ze in dit proces de
renzmende lcrtzcht
kunnen
noemen. Op welk punt zal nu die remmende kracht
den onidernemingslust in
zijn
vaart moeten stuiten?
Dat is ‘ten slotte de cardinale vraag. Voor eik der
diensten zal 4lat punt moeten worden. vastgesteld.
Echter geldt voor alle diensten eenzelfde methode.
waar inziclit in het algemeen belang, dat ‘bij de door
haar geboden diensten is ‘betrokken, zsl ‘de ‘bedrijfs-
leiding moeten loeren binnen het bereik van welke kringen van gebruikers elke verkee’rsmogelijkheid
moet gesteld worden, welke ‘kringen misschien tot
een gebruik nog moeten worden gebracht. Aan dat
inzicht
zal
zij
moeten toetsen het aanvankelijk door
haar berekende waardebedrag van eiken dienst. Het
gevolg van deze toetsing zal in vele gevallen zijn
verlaging van dat bedrag, nl. tot ‘dat peil, waarop
die dinst ‘binnen de economische beschi’kkingsmacht
van die bevolkingsgroepen geraakt, die cie bedrijfs-
leiding daarvoor maatschappelijk gezien de aangewe,
zeá gebruikers acht. In enkele gevallen zal wellicht
het oorspronkelijke waardebedrag uit een oogpunt van
algemeen Ibela,rig
blijken
‘te kunnen worden gehand
haaf’çl. De eveu’genoemde verlaging kan ‘belangrijker
en minder belangrijk zijn; zij ‘kan zoo belangrij’k zijn
,
dat in plaats van winst ‘te behalen, niet eens meer
de kosten worden goedgemaakt, en dus op een ‘dienst
verlies wordt geleden; men denke aan ‘het tarief voor gedrukte stukken en nieuwsbladen. Voor deze laatste
diensten’ verliest het Staatsbedrijf zijn beidrijfskarak-
ter en wordt ‘het tot een .,dienstivalc”; van een ,,öffent-
liche Unterriehmung” een ,,öffentlicher Anstalt”. De
geschiedenis ‘van post, telegraaf en telefonie leert
dat alle drie met ‘al ‘hunne diensten
zijn
begonnen
als ö.ffentliche Unternehmungen en in den loop der
tijden voor vele daarvan het karakter van öffent-
licher Ansta,lt hebben aangenomen. Zoo ligt tusschen
heide vormen ook een historische ôntwikkel’ingsga’n.g.
Evenwel is niet op alle punten het etandpunt der
öffentliche Unternehmung verlaten, en met recht.
Zoo ‘dient het ‘ten onzent o.a. gehandhaafd te ‘blijven voor de ‘bovengenoemde ter uitslui’tende beschikking
geetelde intercommun.a’le telefoonverbindingen.
Welk ‘belang heeft ‘het nu, gezien de omstandigheid
dat ‘liet Staatsbedrijf met bepaalde diensten niet meer
dan zijn kosten goed maakt en vaak dat ‘niet eens, om
alle tariefabepalingen een aanivang te doen nemen
met een w’aardeering in ‘geld van het geibruikers’be-
lang; kan ‘men niet met een kostenberekening vol-
staan? MÂ. niet. Vooreerst niet om ‘de bo’v’enrvermelde
algemeene reden, dat de bedrijfsleiding door het ter
zijde stellen van economische oive’rrwegingen de span-
kracht ‘bij hare gestiie dreigt te ‘verliezen en boven-
dien niet om ‘deze ‘bijzondere reden, ‘dat men kloor bij
bepaalde diensten ide ‘ overwegingen ‘van algemeen
belang in ‘te zetten hij de zelfkos’en zal voorbijzien,
dat, was men aangevangen ‘bij de ‘h’oogere ‘gebruiks
waarde een hooger ‘tarief ook uit een oogpunt’ van
algemeen belang het jui’ste zou gebleken
zijn.
De even-
‘bedoelde intercommunale telefoonverbindingen kun-
nen hier weer als voorbeeld dienen.
En welke rol spelen nu ‘de ‘zelfkosten in dat ge-
heele proces? Z’oo’als blijkt
zijn
zij niet het
uitgangs-
punt der tarief soverweginugen., Wel ‘zal. het goedma
ken ‘dier kosten liet
resultaat
kunnen’ zijn van de
bovenge’sclaetste wijze van tariefsbepaliinig. Of ‘dit re-
sultaat zal be-ei’kt worden of niet, of wellicht zal wor-
den over,schreclen, daarin beslissen in laatste instan-
tie oiverwegiiugen van algemeen belang.
Maar nog in twee andere opzichten vervullen deze
overiweginigen in het proces ‘der tariefsbepaliinig een
functie. Vooreerst kan het algemeen belang als stu-
wende kracht optreden. Het is ri.l. mogelijk, dat, al
levert het tarief voor ouen bepaalden diensit zelfs zon –
der meer gebaseerd op het in geld uitgedrukte ge
br’uiikersbelan’g, een verlies op, niettemin overwegin-
gen van algemeen belang cie inrichting van zuik een
dienst eischen. De radiostations ‘in Kootwijk en Sam.
beek, waarvan de bouw gedurende dan oorlog om
redenen van landsbelang werd begonnen en die nu
wel haast voltooid zijn, leverden hiervan bij desi
opzet een voorribeel’d.
Ten tweede doet zich nog de vraag voor ‘of het ‘alge-
meen belang voor eiken dienst uniforme, voor allen gelijke tarieven eischt? Boven werd opgemerkt, dat
het mogelijk is om bij bepaalde srerkee’rsmiddelen een
individueel belang vast te stellen, althans te schat-
ten. Het is ldii,s ook mogeljk en van een zuiver be-
drijfsstanjdpunt redelijk om voor deze verkeersmid
‘delen individueel ‘gedifferentieerde ‘tarieven te bepa-
len. Verbiedt het ‘algemeen belang dit? M.i. niet; het
gebiedt het veeleer. Wij raken hier aan een der deli-
caatste vraagstukken der rtariefabepalinig. Is bij ge-
lj’ke ‘koiopkrachtigheid iemands jop geld waar’deer-
baar ‘belang bij een verkeersm’ogelijkheM tweemaal
zoo groot ‘als dat van een ‘ander, dan zou, wanneer het
tarief ‘voor beiden gelijk was, zijn geldelijke offer
slechts half zon ‘greot
zijn
als dat jan dien ander.
Toch zal ‘de toepassing van het individueel ‘gediffe-
rentieer’de tarief uiterst zeldzaam blijven en met de
grootste omaichtighei’d dienen te geschieden. Verre-
weg de meeste tarieven zullen uniform moeten zijn;
niet omdat niet bij eiken dienst ‘het belang van ge-
bruiker tot goubrui’ker zal verschillen, maar omdat bij
de meeste diensten ‘de vaststelling van dit telkens
wisselende belang onmogelijk zal blijien; om zuiver
practische redenen dus. Intusschen, de gedachte van
het individueel goudifferentieer’de ‘tarief is in ons
Staatsrecht reeds lang geleden ‘aan de orde gesteld.
Thorbecke ‘heeft ze in de Gemeentewet, in het oor-
spron’keli,jk ‘artikel 254, eerste lid
i)
voor de tarieven
van
alle
door de Gemeente te bewijzen diensten als
grondslag gesteld. Wel stelt dit artikel als absolute
grens aan de hoogte ‘der tarieven de zeifkosten; Thor-
heeke meende nl., ‘dat ‘het algemeen belang steeds
deze grens gebiedend voorschreef. Nu eenmaal alge-
meen in theorie en praotijk is erkend, dat het alge-
rneen belang ook het winst maken door ‘de ovbrheid
toelaat, ‘kunnen we Thorbeeke’s principe aanvaarden
zonder en’s aan de ‘door hem gestelde grens geb’onlden
te achten. De fout van het oude artikel 254 lag in ‘de
algemeentheid van den eisch van differentieele tarie-
ven. In ‘die algemeenheid was die eisch ‘niet ‘voor ver.
vulling vatbaar. Zoo kwam mn er in 1897 toe di’t
principe te laten varen. Ik acht het te betreuren, dat
het zoodoende geheel uit ons gescheven recht ver-
dween: met ‘beleid gehanteerd acht ik het nog steeds
‘) ,,De aan het slot van artikel
240
vermeidregten, loo-
nen en gelden worden tot geen honger bedrag geheven, dan
nooclig is te achten, om den betaler
naar evenredigheid van
het gebruik of genot, dat hij heeft,
in de kosten van aanleg,
onderhoud of verstrekking van het door hem gebruikte of
genotene te doen dragen.”
368
ECONOMISCff$TATISTISCHE BERICHTEN
27 April 1921
een der
,
fkin’d’amen’teele normen van tarief s’bepaling.
Tot slot nog dit tzeer ‘belangrijk punt. Om een zoo
nauw mogelijk ve’riband tusachen de tarieven en de
gbruikswaarde der’ Idiensten van de P T. en T. te
verzekeren – al ‘zal natuurlijk een tarief nooit kunnen
fluctueeren ‘als de prijs van en banidelsaTtikel – zal
naar een groote mate van soepelheid ‘bij de rtariefs-.
vaststelling moeten worden gestreefd. Thans nu het
staatsbeidrijf met tekorten te ‘kampen heeft, klemt ‘deze
eischte meer. Vaststelling of wijziging van tarieven
met terugwerkende kracht is voor ‘het meerendeel der
diensten uit den aard der zaak onmogelijk; voor de.
overige diensten zal veelal ‘de bil’lij’kheid een zoo-
danrigen maatregel verbieden. Elke ‘dag ‘dus dat de
nooduakelijke vaststelling of wijziging van een tarief
vertraging ondervindt, beteeken’t onherstelbaar ver-
hies of wmstderving is hier de nio’o’dige soepelhei’d en
snelheid van handelen verzekeild?’ De beantwoording
dezer vraag voert tot het vraagstuk van ‘de inuich-
ting ‘der ‘bedrijfsleijding, de organisatie van den
dienst. Daarover eenoigende maal.
Mr. G.
H.
DIJKMANS VAN GUNsT
LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.
De mijnwerlcersstaîdng; de crisis in
de schadevergoedingshwestie; de econo-
mische toestand; overzicht d. r handels-
beweging.
Onze Lonicienjsciie eorrespo’nident schrijft ons dcl.
23 April 1921:
How Europe is ever to shake off the influence of
the socalled leaders who ‘by their folly, short-sighted-
ness and moral weakneas are en the point ‘of ruining
it, is a political problem which one can leave to others
to ‘settie. The effeets are unfortunately not zo easily
to ‘be shuffied en to other sh’oulders. Beth as regards
the Reparaticms Crisis and th e B r i t is ‘h 0 o al S t r ike,,it is dear that no ‘hope is to be found in
the offficial element: if a reasonaible settiement is to
be ‘arrived at, it is ‘because outside these circies there
are: men who have not completely lost all power of
reasoning. Let ns ‘begin with the ‘d’omestic prohiem. It
is now ffnawu that last Friday, ‘when the Triple
Alliance cancelled the strike in a fit of panic, the
Ca’binet, also in a fit of panic, was prepare’d’ to throw
over the coal-owners. On hoth sides, therefore, there
was an absolute lach of knowledige of the staying
power of their opponents. Frankly, the ‘men of the
Triple Alliance had one ‘of two ialternatives, to strike,
or to stop violent threats, and to come to ‘business.
By their failure to adopt one ‘or’ other of these
attitudes, they have given the’ Labour Movement a
blow from which ‘it will take years for it to- recover.
T’here is no need for ‘me to deny that, immedi’ately,
the failure of the Triple Alliance has saved the
country from a ‘very serious situati’on. But it is at least doubtful whether the permanent’ effects will
be zo satisfactory. The effect in the long run will be.
1 am afraid, that the left-wing will ‘be strengthened
The ,,Rank-and-File” Movement h’a’s now apt illus-
tration ready to its hand. ,,Y’our leaders ‘have betrayed
you” ‘makes a powerful appeal to men faced ‘with the
painful ‘ necessity of accepting lower wages; and
‘deprived of the’moral support which a strong lea’der-
ship confers. Already it is dear th’at the prestige of
seine of the ‘leaders is dangerously shaJken, and “whe’ther
the men ‘in quest’ion were ‘associated with the left
wing or the rig’ht, it seems ‘dear that they will tcn’d
to ‘be replaced
Iby
‘others more in touch with the men
themselves. –
Meanwhile,
it
is the unoffiia’l participants of the
strike crisis who are d’oing most to jbring ‘about a
settiemeut. The ;act’ion of the
Heuse
of Co’mmons last
week bas ailready been referred to ixi last week’s letter:
this week it is a group of correspondente who have
been writing’ to the ,,Times” who have been ‘helping
both sides to arrive at a settloment.
The prohlem is
that
of the p’oorer distriots. So far
the attii’tuide of the owncrs ‘has been that
any
so’rt of
pooling in orfder to equalise the walges in the v’aelous
distriets in’volved the initerfer’enee of P’arliamonjt, and
was in any ca’se undesirabl’e. The Miners have con-
‘tended that this was not necessary: that a levy whioh
would be assessed before wages and profits were dis-
tributed would in effect lèave the surplus after other
costs (‘inciu’ding the levy) to !be distri’buted in any
proportion that the men and the owners desired,
without any legal sanction being necessary. The wok
of Sir William B’everidge, Sir R. Rechnayne ‘and Sir
J. Stamp ‘has been to ciarify the underlying concep-
tion of the pooi, and’ to ‘bri’ng out the difficulties
associated with it, as s’oon as the qu’estion ‘of the basis
of the levy is raised. All these ‘gentIem’en ‘have ‘been
distinguished Civil Servants, the first was Secret’ary
of the Food Ministry ‘during the war, the sec’ond Chief
Inspector of Mines, the third was Assistant Secretary
to the Board of Inland Revenue, and the author of
our most profound treatise on ,,Incomes and Proper-
ty” in relation especially to official statistics. W’hilst
they spend part of their time in ériticising each
other’s basi’s, they all agree that a Pool
iS
desirable
and possible, and the main
ciuestion
now
,
is whether
the p091 is to be used o n 1 y for the levelling up of
wages, or whether it is to be used also, as the Miners
want, to ‘guarantee the ow-ners who are working
mines on the ,,m’argin of pofitableness the standard
profits of the district. T’his is opposed’ ‘by the three
writers rnention’ed on economie grounds, but, though
there are dear ‘grounds’ for not aupporting it, T cannot
myself regard it with the ‘hoTror which its meution
evokes in soms quarters, for the very simple ‘reason
that such arrangements for’ compensating the weaker
members of an in’dustry have surely been’ adopted
many times before in the various cartellisations with
which modern industry is familiar. Admittedly the
principle is uneconomic, but it shoul’d’ not b
e
reg.arded
as introducing s’o’me revolutionary and novel i’dea into
industrial life.
At the moment of writing all is obscure: the owuers
an’d the men have met again at the request of the
Premier and a furt’her meeting is arrauged’ for
Monday.
Of the new Reparations Proposals, in-
sofar as we eau take ‘the Paris Proza as aecurately
inform’ed, all that one can say is that if ‘they are ac-
oepted, – and it is consijdered here unilijkely that the
Pretmiier will refuse to fo1lov M. Briainid, – they
‘menu the end of settied life in Ceiitr.ai Europe for
our generation. The City st eny rate ‘is full of mis-
givings as to where all this will leed us. These is
of oourse not the bast iiniderntainding amoeig the pu
blic as to what ‘this means. But the ‘idea first robbing
peopie of thei’r property, anid then taxi’ng them in order thwt the p’roporty may yield a profit to thais
oonquorors, is not ‘the kinid o’f economie reasoning
that eau conimenid ritself to unofficial cirel’es. The
Labe
–
ur Party is st last begiinaa±nig to sea wihiat reac-
tions these steps will have en the staxaJdarid of livinig
here, and the trader’s faxinh in official statisties of
nevenue to be collecitd from Germany bas recèxived
somewhat of a ‘s,hook wben he is inforsued that the
amoanit so-far coll’ectsd ‘is a ,,zu’bstan’tially ‘small
sum”, and wihon it b,eoom’es evary-day more dear that
the oxaly-effeot of the 50–50 Bill is that etiher the
coxasumer pays the tax, er that, if txhiis is imposstible,
the trade cannot be cairried en ajt all, and he boses his
1i’v’inig. This is a poinit by no m’eanis to be orver1ookd
ajt the moment: any niumber of small snerchant firms
are en the xverge of exlxiiac,.tion, and the iidea that at
a time of trade depression peopie oan be made to
pay a n y paice for ar.tie1s is beginxniicig to disappar.
Of course, people must do without,
27 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
A great
d;eal of 11oiie ir. lxsiaig made a ttrading oir-
des on the latest decijnion of the OnmissionOrs of
Customs. It ás said that the ‘Oustoins are demaniding
100 per cêt in place of 50 per cent, btit of course
this is a niisconoeption of the ponition. ‘Fhe Ousrtoins
peeple are asking for 100 petr ceai’t of what is paiiid
to the Gerrman, mud this tis of course exacrtly what
oughit to be-asked for, since wihat is pakT to the Ger-
man is supposd to be one-half the value of the goeds.
But the r.eal poimt ds that the Germans have deubled
their prices, and so, as .evaryone fo.r.eto]4, we have a
duty of 100 per cent on German imports, as preli-
minary ‘to coilcoting the doven thou’sanid millions for which, as the ,,Tiines” telis us this morning, we
cannOt wait any longer. It is thus that ‘tihe rescsirces
of human folly are exploited.
As for t h e ‘t r a d e p os i t i o n, áll that one can
say is that in some ‘directions there is iinproveanent.
Tihe cotton people are lookinig forward to better times,
and in the boot and -shoe trades, as well -as in the
dry.gctods trades, •there is pronounced activity. On
the other hand, the woollen industry remains as
depressed as over. After all, this is what one would
expect. The individual expenditure on iboots and
shoes, shirts and the like is capaible of finer adust-
mont than the expenditure on clothes, which cnn
always be .niade to ,,go a littie furtiher”, so that it is
not surprising that there should be more hope for
the cotton industry than for the voollen industry ait
the llLomênt. The iran and steel trades are of course
almost at a standstill in consequence of the strike,
but this makes littie difference to the fuirdamental
position. Oompetitors’ prices are stil far below the
prices of the British makers, and until the relative
price levels are adusted, there is not liikely to be
much of ,an improvement. It is interesting to see, by
the way, that the Middlesborough correspondent of
the
Manchester Ouardiaru Commercial
says that East
Coast ,,hematite makers stil adjaere to their fixed
figur-es for home sales, hut they are ready to negotiate
en foreign account at fully 201- Jbelow recognised home
quotations”. They are dumping, in o!ther words,
according to the
nOW
recognised standard definition
of the térm.
The Quarterly Tr,ade Comp-aris’on’s of
the Board of Trade-Joural are now avail-
able, and some interestingfaatsare disciosed.
On the
besis of 1913 Prices,
the trade in the January-March
quarter works out as follows:
1921 (miii. £) 1920
1913
Total lmport.s ………….
1139 ,9
186,8
196,3
Re-Exports ……. ………
£ 11,2
34,1
31,1
Exports
(Ci. K. GOeds) . .
f 68,2
90,8
127,3
Exports of British goods were thus only a little
over one-half of what they were in ‘1913, whilst last
year they were 65 per cent’of the 1913 amount. As
far as prioe-ohaniges are concorned, the position
revealed is -this:
ADerage Valt&es as Percentages of those of 1913.
Jan.-March Oot.Dec. Jan.-March
1920
1920
1921
Total Imports …………
284
283
.220
Re.exports ……………
220
213
156 Exports
((3. K. Goeds)
326
373
334
A5
oompared to a year – ago, the price of British
exports
hen
risen stil further, theugth .the high figu-res of the last quarter of-the last yoar
have
not ‘been
reaohed.
So far as classes of epoaitsare concernd, the figu.
res ‘show thwt, as coinpared to .1913, the food clans is
42 per cent inquaiatity of-that of 1913, the raw mate-
rial olasa, in whieh coal-ds of coirrse the moet Lrnpor-
tan,-t item, is 69 percent of the 1913 quantity, eind in
the manufactured group, the vo’lume is -45 per cent
of the 1913 amoiroit.
A certain amount
of
exediteanent has been produced
in the ‘City
oning to
the -mnohadon jij this week’s
0 u r re n-c y No te R’e t u r n of aholding of eilver
to the amount of £ 3 mills. It is said by some autho-
ritjes that this reprosents profiits on the
iesue
of the
nw and greatly debased sil’ver currency, buit there is nothiing in the Return to show this. AssuLming for a
moment that it
is
not so, this stp is rather difficult
to dfenid, ,for ‘silvar is siot the motel in wkicih the
note can ho redoomeci, for the Curr-eiacy Act of 1914 speaks ondy of gold. Some offidad explanaition would
seem kdesirabIe on. the .podnit, for to back one teken by
another wouild he very curioue fijnaaice.
T h e n e w ‘Indian Govorin.meait ban for
£
7X millions hen heen very succeaaf’ud, the lista
being closed on the’day of opening. T-ho
beige
nimount
involveid, and the oase wiith whiieih -the saim was eb-
tamneid, shows that tihere is pienty of money av’ailaible
for inverbment, though the iniveetor iias ‘learnt the
lossan of the recent slump, eind is avoidring indu-
strial securities. Banking anthoritiies are stUd not
at all pleased at the situation, and .by no means pre-
pared to rard the danger as past. Mr. Ben.dixson
of the Bnitish Bank of Northern Comnieroe, hen -been
adidsessing the Manchester Brannh of the Swodish
Uhamber of ‘Coiinmerce, and predicted .a ,,very bad
time in front of ns…. when lie iooked arounid
Europe today an’d saw how it had been commercially
eind .industri’ally ruined, lie wondered how
we
were
possiblytgoiag to recovnr.”
The oost of living index shows a .further f all of 8
points as coinJipaTed it last month, buit it is stil very
high. -So long as -it doos not fail any quiciker, i nm
af raiiid that the- wage recluetionis whieih are now bcin.g
disounsed, will ho won nit a very heavy debet .balanee
of bistnaess.
DE R1JKSMLDDELEI%T.
In dit nummer treft men aan het gebruikelijke over-
zicht met bij lagen ‘van ‘de opbrengst -der Rijksmidde-
lan over ‘de ‘maand Maart 1921, ‘vergeleken met de
evereenkomstige cijfers van Maart ‘1920.
De Oorlogswinst- en Verdedigingsbélastingen’braéh-
ten tot dusver in totaal op 926.680902, ‘waarvan
f
700.70&813 ‘op rekening komt ‘van eers’genoem’de
heffing.
Met inbegrip van de opeenten ton behoeve
van
het
leeniingf ouds – behalve die op den ‘eiiikeraccijns,
welke geen verziwaring van belastingdruk meeibrach-
ton – is in totaal een som van
f
1.111:614561 ont-
vangen uit belastingheffing, die haren grond vindt
in de buitengewone omstandigheden.
De gewone middelen brachten in’ de afgèloopen
maand
f
37.413.930 op, tegen
f
28.549.870 in Maart
1920 en ver’tioonen naitsdien eeu vooru,itgang van
f
8.864.060. De.op’brengst overtrof deraming met een,
bedrag van f.3.879.681. Daar de opbrengsti,n de eerste
twee maanden van het loopende jaar niet minder dan
f
7.371.278 beneden de raming bleef, is de opbrengst
der middelen ,over.-het eerstekwartaal 1920 f 3.491:597
beneden de s’a,ming.
Dit
cijfer
is intussehen te ongunstig, daar i onder
het cijfer ivan de opbrengst der ‘egelrechten -en van
het etatistiekrecht over ‘Maart’1921 de opbrengst dezer
middelen aan ‘de postkantoren door
bijzondere
om-
standigheden ditmaal niet isbegrepen. In ‘Maart’1920
werd uit dezen hoofde ontvangen f’789371.23.
Tot de hoogere opbrengst in de maand Maart 1921,
in vergebijkingmet die in Maart 1920„ d:roegen vooral
bij de personeele belasting, de inkomsten-, rdividend-,
tantième-. en verniogensbelastingen, de suiker-, iwijn-,
gedistilleerd–en hieraccijnrzen, de ‘rechtenop :den in-
voer en de loodsgelden. Daarentegen’ brachten -belang-
rijk minder çp de grondbelasting, de zoutaccijns, de
zegel-, successie- en registratiereehte.n, het statistiek-
rechten het recht opde mijnen. –
Bij de .mmudere
op
b
rengs
t van . het .zegel- -en het
Lqq
370
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27
April 1921
statistiekrecht moet rekening worden gehouden met
de’ ‘bGvenveranelde mededeeling, dat in de cijfers van
de opbrengst’ dezer rechten over Maart 1921 de op-
brengst dezer middelen aan de postkantoren ditmaal
niet is begrepen. De mindere opbrengst van de grondbelasting is het
gevolg
–
van achterstand in het opmaken der kohieren
in verband met de wijziging van cle Gemeentewet; die
van den zeutaccijna vloeit voôrt uit den invoer van
zout uit Duitschlan’d.
Dat de ‘opbrengst der registratierechten achterbleef
bij ‘die van het vorige jaar, is hieraan toe te schrijven,
dat minder kapitaal geplaatst is in Naamlooze Ven.
nootschappen en vermoedelijk ook aan de omstandig-
heid, dat minder overdrachten van vast goed hebben
plaats gehad.
De hoogere opbrengst van de personeele belasting
is te danken aan het inhalen van achterstand in ver-
band met de schattingen voor huurwaarde en mobi-
lair. Dat de inkomstenbelasting meer opbracht is
mede te danken aan het inhalen van den achterstand.
Van de ‘meerdere opbrengst van de dividend- en tan-
tième-belasting is moeilijk een bepaalde oorzaak aan
te wijzen.
De stijging in opbrengst van de vermogensbelas-
ting is niet aan eenige bepaalde oorzaak toe te schrij-
ven.
De hoogere opbrengst van den suikeraccijus houdt
waarschijniijk verband met ‘het aanvullen van voor-
raden; die van den wijnaccijna met den meerderen
invoer als gevolg vad den lagen stand der valuta in
wijubouwende landen. De gedistilleerd-accijns bracht
meer op door de navorderin’g van de ‘met ingang van
6 Januari j.l. in werking getreden accijnsverhooging,
die op 7 Maart en de daarop volgende dagen werd
voldaan. De ‘hoogere opbrengst van den bieraccijns
staat in verband met eene ruimere beschikbaarheid
van grondstoffen, clie van het geslacht met stijging
van de,veeprjzen in de afgeloopen maand.
Hoewel •de ontvangsten in de afgeloopen iiiaand
nIet ongunstig zijn te noemen,
mag
niet uit het oog
worden verloren, dat, met name ‘ten aanzien van de directe belastingen, de invloed van de economische
inzinking nog niet in de cijfers tot uitdirukking komt.
BovendieD. ‘zie men niet voorbij, dat de gedistilleerd
accijns sedert het opmaken van de raminig belangrijk
werd verhoogd, uit welke verhooging eene meerdere
bate voor een vol jaar van
f
15 millioen wordt ver-
wacht, terwijl eindelijk in aanmerking dient genomen
,te worden, dat de invoerrechten in Maart 1920 in
vergelijking met latere maanden van het afgeloopen
jaar, een lager cijfer vertoonden.
AANTEEKENINGEN.
Ortderzoek
vai Surinaam,sch
hout. –
‘Gaarne -roldoen wij aan het verzoek, het volgende te
plaatsen:
Ten einde cle houtrjkdomnzen van Suriname beter dan
tot nu (toe tot hun recht te ‘laten komen, heeft ‘het Kolo-
n’iaal Instituut te Amsterdam, op verzoek ‘van .het Mi-
nisterie ‘van Koloniën, een Commissie rvan Advies en
Onderzoek in zake Surinaamsche ‘houtsoorten benoemd,
van ‘welke als ‘voorzitter prof. dr. G.
van
Iterson te Delft,
en als secretaris di. L. P. de Bussy, directeur der afd.
Uan’delsmuseu.m van ‘het Koloniaal Instituut, is opgetre-
den, terwijl de ‘leden zijn:
Ir. – M. A. Cornelissen, Scheepsbouwkunidig Ingenieur,
Amsterdam.
Th. F. A. Delprat, Wad. Algemeen Secretaris van het
Koloniaal Instituut,, Amsterdam.
G
1
.
. D. van Es Gips, Dordrecht, afgevaardigde van het
Syndicaat voor Sur’inaarnsche Boschexploitatie, Amsterdam.
W. L. Ghijsen, Middelburg, afgevaardigde van het Syn-
dicaat voor Surinaamsche Boschexploitatie,. Amsterdam.
Ir. J. Lely, Directeur Gemeentewerken, Den Haag.
J.
M.
van der Meij, Architect, Amsterdam.
F. Poulie, afgevaardigde van de Mij. tot Exploitatie van
den Fijnhouthandel en
de’ Stoomzagerij te Amsterdam.
M. 0. ,A. Schappert, procuratiehouder van de firma G.
de Vries & ‘Zn., Amsterdam.
Prof. Dr. G. Stahel, Wageningen.
Prof. Ir. Ohr. K. Visser, Hoogleeraar Technische Hoc-
geschool, Delft,
Prof. Dr. P. Â. F. C. Went, Hoogleeraar Rijksuniversi-
teit, Utrecht.
Ir. C. J. Witteveen, Ir. Rijkswaterstaat, gewezen Di-
r’ecteur van Openbare Werken en Verkeer, Suriname,
Utrecht.
In de dezer dagen gehouden eerste vergadering heeft
de commissie zich als taak gesteld: ,,het geven van leiding
aan technisch-wetenschappelijk en practisch onderzoek en
het verschaffen van voorlichting op ‘verzoek aangaande
de hoedanigheden van Surinaamsehe houtsoorten, met het
doel het gebruik van Surinaamsch [hout hier te lande en
in het buitenland te bevorderen”.
De Commissie acht het’ in de eerste plaats noodzakelijk,
dat een in de practijk gemakkelijk bruikbare methode uit-
dewerkt wordt, waardoor het mogelijk zal zijn, ook aan
het gekapte hout de soort te onderkennen, en daardoor een
einde te maken aan ‘de schromelijke ‘verwarring in namen
en soor-ten, welke ‘er op het oogenbilk nog heerscht, en
thans een van de voornaamste hinderpalen tegen geregel-
den afzet van Sur’inaamsch hout vormt. Het staat vast,
dat een dergelijke sleutel gevonden zal kunnen worden.
Naast dit onderzoek moet een ander geschieden over de
technisch mechanische eigenschappen ‘van de verschillen-
de scherp omschreven soorten, een onderzoek, hetwelk,
zoowel in het laboratorium als met medewerking ‘van de
practijk en van tal van instellingen van ‘velerlei aard zal
moeten verricht worden.
Maatregelen worden overwogen, die de aanstelling van een specialen deskundige voor de bovengenoemde onder-
zoekingen mogelijk zullen maken. Met hulp ‘van Staats-
wege en van par-ticuliere’zijde hoopt de Commissie weldra
haar taak krachtig te kunnen aanvatten; zij stelt zich voor
t.z.t. tot de uitgave ‘van kleine monographieën over de ‘ver-
schillende Surinaamsôh’e houtsoorten, ‘haar eigenschappen
en haar bruikbaarheid voor verschillende doeleinden te
kunnen overgaan.
Internationale credietverleenifl’g
a
a n Oost e n r ijic.
– Reeds eeniigo weken geleden
ken men de mededeeliiing lezen, dat alvorens Oosten-
rijk Ter Meuien-obliigajties uit zou geven, -de Volken-
bonds-commisie eerst zou trachten, het buiciget in
evenwicht te brengen, waa’ridioor ‘de deipreciaittie van
de Kroon ‘geremd en de vaststelling van de goud-
waarde van ‘het onderpanid mogelijk zou worden
1)•
Dezer dagen nu heeft de Financieele Commissie van
den ‘Vcl’keiibond een memorandum aan de, geallieerde
Regeer-ingen doen toekomen, waarin de kwestie van
het herstel van het economische leven in Oostenrijk
aan de orde wordt gesteld. De Financtieele Conimis-
sie heeft de voorwaarden opgesteld, waaronder zij be-
ieid is de zeer moeilijke fmnancieele taak thans aan
den Vo]k’enbond toevertrouwd, omdat Oostenrijk de
kern van het groote economische organisme van Cen-
traal- en Zuid-Oost-Europa is, op ‘zich te nemen. Deze
voorwaarden zijn drastisch, doch zachte- heelmeesters
maken stinkende wonden. Het plan van ‘cle Finan-
cieele Commissie is financieel en economisch en niet
politiek en het is opgesteld door experts uit neutrale,
zo,owel als uit geallieerde [[arelen. Als basis voor haar
beraadslagingen in de laatste ‘week van Maart te Pa-rijs gehouden nam de Finandeele Comrniasie de ver-
klaring der Regeeringen ‘van Engeland, Frankrijk, Italië en Japan, dat zij er in toestemclen hun pand-
rechten voortspruitende uit het Vredesverdrag en uit
anderen hoofde op te schorten, teneinde het onder-
pand beschikbaar te. stellen als enderpancl ‘voor die
buiteniandsehe credieten, waaraan Oostenrijk zoo
dringend behoefte heeft, echter onder voorwaarde,
dat andere mogendheden, die ook pandrechstea ‘hebben
op Oos’tenirijksche eigerudomme3a, (bijv. uit relieflee-
ningen, zooals o.a. Nederland), er ook in toentemmen
hun rechten op te schorten. Het
lag
in de bedoeling
der vier genoemde geallieerde mogendheden, de nïo-
1)
Zie pgn. 285 ‘van dezen jaargang.
27 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
371
gelijkheid te overwegen, al deze rechten ouder een
trustee te stellen.
l)e in het memorandum genoemde voorwaarden,
welke vervuld dienen te worden, alvorens er eenige
kans op welslagen bestaat, kunnen gegroepterd wor-
den ouder diiie ‘hoofden, nl.:
Actie van de zijde der geallieerde mogeudheden.
Actie van de zijde der Oosteurijksc.he Regeering.
Voorwaarden in verband met de betrekkingen
tusschen Oostenrijk en zijn buurstaten.
De Commissie gaf in overweging de opschorting
der pandr’echten te doen geschieden voor niet korter
dan 20 jaar en zij stelt voor, aan leeningen met haar
voorafgaande toestemming gedurende de eerste 5
jaren aan te gaan, voor hun geheelein looptijd, zelfs al mocht deze langer
zijn
dan 20 jaar, een absolute
prioriteit te verleenen boven de opgeschorte. De ge-
allieerde Regeerinigen behooren dadelijk stappen te
doen om de aanneming van deze voorloopige voor-
waarden te verzekeren en dus de Financieele Oom-
missie in staat te stellen voortgang te maken met de
taak de interne £biane4iën van Oostenrijk ‘te hervor-
men, want totdait deze voorwaarden zijn aangenomen
kan geenerlei voortgang gemaakt worden.
Wanneer de eerste voorloopige voorwaarden vervuld
zijn, zal de volgende stap ‘de reorganisatie van
Oostenrijks dutenne financiën zijn. Thans vertoont het
budget een ‘deficit van ongeveer 42 milliar’d Kronen,
waarvan ongeveer 36 miilliard het gevolg is van het
verleenen van bijs&lagen op voedingsmiddelen en an-
dere levensbehoeften. Daar het deficit het resultaat
is van het koopen in liet buitenland, volgt hieruit, dat
het gedekt moet wôrden door buitenlandaclie crc]iie-
ten. Deze credieten kunnen niet verkregen wonden,
tenzij Oostenrijk zijn interne financiën hervormt, om-
dat het risico rvin geldieenan aan Oostenrijk te groot
is, zoolaug het gedwongen is voortdurend haar munt te doen depreci’eerea. De hervorming van de interne
iinauciën zal de uitgifte van een interne leening nood-
zakelijk maken en idaariaa’r zal ide emissie van eec
Oostenrijksche regeeringsieening .in het buitenland
voorbereid kunnen wonden, ten einde de Oostenrijk-sche Regeerding bij te staan, het tijdperk door te ko-
men, dat verloopen moet, alvorens het economisch
herstel een behoorlijken onsvang heeft vierkregeni.
Slechts dan zou het Credietplan-Ter kLeulen in vellen omvang kunnen werken.
In afwachting van de vervulling van deze voorwaar-
den en van de antwoorden ‘der betrokken Regeeringen,
heeft de Oomjm’issie ter verzameling van verdere in-
formatie een ‘delegatie naar Oostenrijk gezonden, be-
staahde uit den organisator ‘der Ter Meulen-oredieten,
Sir E. Drunirnond Fraser en het lid der Commissie,
‘den heer Avenol, waaraan men nog een vooraanstaand
Deeusch bankier hoopt te kunnen toevoegen.
De Commissie ‘acht het in ‘ieder geval n’o6dzakelijk,
dat ‘de contrôle en het ‘beheer ‘der Oostenrijksche ac-
tiva in het belang van beide de oude crediteuren en
nieuwe geldschieters, in haar handen gelegd wordt,
alsmede de contrôle van ‘cie door Oostenrijk gestelde
ouderpanden voor de diverse leeningen volgens ‘het
plan Ter MeuJen en de centrôle over de aanwending
der verleende eredieten.
Een belangrijk punt van het programma van de
Financieele Commissie is, dat de Conferentie van
Porto Rosa over de betrekkingen tusschen Oostenrijk
en de omringende Successie Staten wo spoedig mo-
gelijk gehouden zal worden.Slaat een mededeeling van
Lloyd George op 22 Apxil 1.1. in het Lagerhuijs ge-
dan over een Conîerentie tussehen ‘deze staten, waar-
aan ook Italië zal deelnemen o’p de Porto Rosa Con-
ferentie, dan zeil zij echter eerst in Juli a.s. plaats
vinden.
De Commissie is verheugd, dat de vooruitzichten
voor ‘deze Conferentie gunstig zijn, aangezien de zei-
ging bestaat
1
zooveel mogelijk de economische en an-dere siagboomen tussohén Oostenrijk en de Successie
Staten weg te nemen. De Conferentie van Porto Rosa
zal in behandeling nemen de verdeeling van spoor-
weg-materiaal, ‘de
toewijzing
van schulden’ en van voor-
oorlogsahe fondsen en het vraagstuk deir Oosten-
rjksch-Horigaarsahe Bank. De positie van deze Bank
is zeer gecompliceerd en terwijl de Commissie op
‘grond van de in haar bezit zijnde niededeelingen ruet
in staat was zich meer dan een algemeen denkbeeld
van de ver’eischte actie te vormen, stelde zij zich op
het standpunt, dat het van belang was,
dat
‘dit lichaam
in dein een of an4deren vorm zou gehanidihaafd wonden
om als Oentrale Bank voor Oostenrijk op te treden.
Een stem uit de
Londe”n.sche CiLp over
schadevergoeding en haar invloed op
den wereidhandel.
—Gelijk bekend is men
in de Londensche
City allerminst ingenomen niet de
50-percetits ‘heffing van goederen van Duitsch
origine. Zeer duidelijk komt dit uit in het jongste
nummer van het Maandbe,rieht der Barclay’s Bank,
waarin ‘opgemerkt wordt, dat, als een strafmaatregel
beschouwd, de wet wellicht effectief zal zijn, doch
dat zij als middel, om de schadevergoeding ‘te inkas-
seeren zoover van het ideaal verwijderd is, dat het
duidelijk is, dat ‘de belangen van alle
partijen mede-
brengen, dat de onderhandelingen, welke te Londen
werden afgebroken, hervat worden en tot een bevre-digend einde worden gebracht.
Wat de ‘betaling der schadeloosstelling aangaat
wordt opgemerkt, dat een zeer belangrijke zij’de van
de . kwestie haar invloed op den wereidhandel is.
Diverse plannen zijn al geopperd met betrekking tot
de
wijze
waarop Duitschland zijn verplichtingen zou
kunnen nakomen. De voornaamste hiervan schijnen
te zijn:
Overdracht van de nog in zijn bezit
zijnde
bui-tenla.ndsehe fondsen.
Levering van ‘diensten en van directen arbeid. Betaling in Duitsch geld.
Het verleenen van hypotheek op Duitsch eigen’.
dom.
Het plaatsen van een buitenlandsche leening en
het overdiragea van ‘de op,hrengst aan ‘de ‘ge-
allieerden.
Het betalen uit een export-surplus.
Ieder van deze methoden wordt dan nader onder
de oogen gezien, waarbij de volgende opmerkingen
worden gemaakt.
Wat de buitenlandsche fondsen betreft, deze zou-
den een ideaal betaalmiddel vormen, doch het saldo
hiervan, in Duitsch bezit, moet betrekkelijk onbe-
duidend zijn.
Ten aanzien van ‘het tweede punt wordt opgemerkt,
dat Duitsche arbeiders aangewend zouden kunnen
worden bij het hérstel van verwoeste etreken. Deze
methode zou in het bizonder ten aanzien van Frank-
rijk toegepast kunnen worden, ware
het
niet, ‘dat zij
niet door het Fransche volk aanvaard kan worden.
Ook andere diensten zou’den een aanvaardbaar be-
taalzuiidde,l gevormd heibben, doch fdeze zouden groo-
tendeels hebben moeten ‘bestaan uit vrachten en ‘daar
Duitschland ‘beroofd is van het grootste deel zijner
tonnage, bestaat er weinig mogelijkheid, dat in de
naaste toekomst deze bron
een
‘opbrengst van wezen-
lijke ‘heteekenis zal opleveren.
Betalingen in Duitsch geld, indien in een omvang
van eenige ibeteekenis uitgevoerd, zouden ongetwijfeld
uitloopen op een ‘verdere depreciatie van de Mark.
Het verleenen van hypotheek ‘op, of het verkoo-
pen van Duitsch eigendom zou neerkomen op het
ontvangen van inkomsten in Duitsch geld, dat is in
papieren Marken.
Ten aanzien van een internationale leening door
Duitschland te sluiten wordt opgemerkt, dat de Duit-
sehe schuldibekentenissen thans wel niet vlot opge-
nomen zullen worden en zelfs indien dit het geval
ware, dan zou de dienst der ‘buitenlandsche leening
372
EcQN0MS-STTtSTISCHE BRICHTEN
27 April 1.921
het noodzakelijk maken, ‘dat Dv.itschlancl goederen
exporteerde, ten •einde buiterd-andsobe tegoeden te
creëeren om -de ibedragen, jioodig voor rente en af-
loss’ing, te kunnen voldoen.
Een analyse van deze verschillende -plannen maakt
het duidelijk, dat direct of dn’direct de groots hof d-
zaak der -schadeloosstelling jbetaald moet worden door
export van goederen. i)aar nu .de Duitsche export in’
vele opzichten afhankelijk is van dn -voora€gaanden
invoer van grondstoffen, zal het scheppen -van een
voordeelig saldo der ‘han’delsbalans ‘van £300
nillioen
per jaar plus de opbrengst van -ide 12-percents hef-
Linig van den export, woals te Parijs beloten werd ‘),
het opbouwen van Seen ‘enormen ‘over’zeeschen handel
noodzakelijk maken. Door Duitsc’he experts wordt het
exportcijfer op ‘f 2000 -‘miljoen per jaar gesteld met
een ‘daarmede ‘co’rrespondeerende invoer van ‘f 1400
miljoen per jaar. Deze cijfers zijn waarschijnlijk te
hoog, -maar zij illustreeren ‘desniettegenstaande den
aard van dret probleem in zijn invloed op -den wereld-
handel.
Het opbouaven van een geweldigen experthandol
aluit niet nileen in zich het in ‘staat ‘zijn een even-
redige “hoeveelheid goederen te produceeren, -maar
odk, dat men deze ‘ter markt kan brengen. Hier rijst
nu een van de voornaamste -moeilijkheden, want zeer
weinig landen begroeten met instemming het denk-
beeld, dat Duitsche producten op hun binnenland-
sche markten zullen concurreeren en wel oneerlijk
naar hun meening. Dientengevolge ziet -men in ieder
land van de wereld de voorstanders van protectie
pleiten
–
voor nieuwe en hoogere -beschermende rechten.
De houding ‘van hen, die ‘eenerzijds schadevergoe-
ding -vragen en anderzijds te keer gaan-tegen ,,d’ump-
ing” is moeilijk te begrijpen, maar een toestand, die hier veel op gelijkt -zal ten slotte ontstaan -met ‘be-
treicking tot de intergeallieerde oorlogssch-ul’den, in-
dien men in het oog houdt, dat de betaling van
hoofdsom en rente hiervan zal dienen te -geschieden
in goederen of diensten.
Het feit moet onder de oogen worden gezien, dat
indien de volken weigeren goederen van hun debiteu-
ren aan te nemen, hetzij ter ‘betaling van hoodsom,
rente of schadevergoeding, zij betaling weigeren in
den eenigen vorm, waarin deze – kan geschieden.
De ‘huidige toestand is van groote beteekenis en
zeer moeilijk en indien de mivermijdeljjke ‘verstoring
in de richting van ‘den wereldhandel tot een mini-
mum gereduceerd zal wqrden, zal haar omvang op
zeer zergvuldige wijze dienen te worden onderzocht.
Vervolgens worden er nog enkele opmeikingsn ge-
maakt over het vraagstuk, hoe de vorderingen der
geallieerden te verzekeren. Als altein’atief op de ‘Pa-
rijsohe besluiten vôlgens welke de bet’aling zou
ge-
sehieden liu 42 annuïteiben wordt ‘het plan geopperd,
dat Duitschiand rented’ragende obligties voor de
contante waarde der schadeloosstelling aan de geal-
lieerden
zal
overhandigen. ‘Deze obligaties ‘verivallen
in opeen-vôlgende seriën met vaste tussehenruimten en ‘zij zouden worden uitgegeven op onderpand ‘b.v.
van .spoorwegen, waterwegen, wonden enz. De waarde
van de obligaties zon er door ‘vergroot ‘worden, als-
mede hun verhandelbaarheid, naarmate en wanneer
het wenschelijk en mogéljk zou blijken, hen te ver-
koopen.
Een .ander voordeel aan deze .method-e verbonden
is, ‘dat de fondsen een .vorm zouden hebben, ‘die hen
geschikt maakt voor .verhandeling Jangs den norma-
lan weg door cle beurs. :Het zou ook bij -overeenikomst
tusschen de geallieerden mogelijk geriaaakt kunnen worden, deze obligaties aan te wenden voor de ver-
effening van in’tergeallieerde schulden en door hen
geëndoaseerd, zouden zij gebruikt kunnen wqrden, om
het defioi’t in -de budgetten van zekere in nood verkee-
rende landen aan te vullen en op deze wijze te hel-
1)
Zie pag. 103 van dezen .jaargang.’
pen bij het herstellen van het financieele svenwiht
van Europa.
BOEKAANKONDIGING.
De balans door H. J. van 4rlcel.
(G. Delwel, Wassenaar 1920).
Een interessante studie over de verogenbalans,
waarin de verschi,llencle vragen, waartoe het onder-
werp aanleiding
;
geeft, rustig en zakelijk worden
behaaidéld.
‘
Doordat de
schrijver
een ruim -en goed gebruik
gemaakt ‘heeft van die uitingen in 4e literatuur, die
door argumen-teering of
1
gevolgen overweging veuiie-
nen, word-t het werk van -zelf reeds
tot
een bauciboek
voor allen, die ‘zich voor ,,de balans” in-teresseeren en
meer in het bijzonder voor hen, -diie ‘voor »accountant
of voor de acte handelswetensGbgppen -werken. Heit
boek kan natuurlijk geen behoorlijk voorziene boekerj
vervangen; ma,ar het maakt heit gemis ervan
-bij
de
bes-tu’deering van de leerstof toch minder hinderlijk.
Het ligt voor de ‘hand, da-t er, gegeven den om’vang
van het werk en – de uitgebreidheid der materie, zoo-
wel tot kritiek als tot verschil van -meening ruim-
schoots aanleiding is. –
De ivolgende
op-
en aanmerkingen mogen -ten be-
wijze etrekken van de belangstelling, waarmede ik
het -‘werk nog eens in zijn geheel ‘heb doorgelezen,
nadat ik t -reeds a1s lid van. -de jury, (die het een
eervolle vermelding waardig keurde) zorgvuldig en
kritisch h44 doorgewerkt.
Min-der gelukkig is de
wijze
van citeeren; door aan
het boek een lijst vn-de,geraadpleegde boeken toe te
voegen, zou 4it berLwanr tot een minimim kunnen
woj-den -teruggebracht.
De begzipsbepalngen zijn niet
altijd
even scherp;
zoo is die ivan ,,drijf” (pag 5) ,’nieit -gelnkkig en is
bij die van nfschijving (pag. 205) geen -onderscheid
gemaakt -tussejien de ,waardeverminderjng van eenig
goed (dep’reciatie) en het ‘verlagen ‘der iboekwaarde
(afschrijven).
jHet liquiditeitevraagstuk is slechts aangeduid; ge-
geven het belang, dat anen steeds meer ,in dit onder-
werp -stelt, ware en dieper en breeder -behandeling
gewensoh’t geweest: liefst Imet -eenige voorbeeliden
geïllustreerd. Trouwens het gemis aan voorbeelden en
typen maakt zich ook elders in het boek merkbaar.
Dat de schrijver jh bij,bet begrip ,,reserve” houdt
aan de in ,comptabele kringen algemeen gehuldigde
opvatting: reserve = kapitaaisurplus, is begrijpelijk.
Breeder zou echter de behandeling zijn geworden, in-
dien hij uitgegaan was van de erkenning, dat iedere terughouding ,,raserveeren” is; t zij – dan van winst
als
winstreserve
of van vlotteude middelen als kas-
of
liquiditeits’reserve.
‘De vragen betreffende de zee-
gen. -belegging van het reservef’onds vind-en ‘dan zoio’n
eenvoudige en logische beantwoording.
•En zoo zou ik ‘kunnen wijzen op tal van punten,
‘t zij om de meening van den schrijver te bestrijden
bf ore ze ‘te onderstrepen. Ik geloof dit echter achter-
wege te moeten laten om bijzonder de aandacht te
vestigen op én enkel hoofdstuk:
de invloed van de
waardeverandering van het geld op de taxatie.
Het wil mij tioeschijnen, dat allen, die eioh ‘tot nu
toe met dit onderwerp -beighielden, terugdeinsdep
voor de consequenties van wat ze zelf
als
juist -erken-
den; n.l.: –
lo. de n’oodzakeljkhei’d om de -waarde ‘van alle
activa en-ipassijva -‘uit te drukken in dezelfde ‘maat;
2’o. de onstand’vasti’gheid van de -waarde -van het
geld.
Tot -een juiste winstbecijfering kan -men alleen’ ko-
men, door (nadat – men de -fluctuati-e van de -gelds-
waarde heeft gefixeerd), de boekwaarden, stammend
uit vroegere jaren, -om ‘te -rekenen in
–
die van geld
per den ‘dag van afsluiting.
Het winet-aecrès of de winetdaling, die daarna
blijkt, ‘kan ook weer ‘alleen bepaald worden -door de
27 April 192,1
ECONOM’ISCHSTAT:ISTISCHE BERICJITE
373
winsten van vroegere jaren (bijv. van 1911113) om te
rekenen in ‘de zooveel kleiner geldinaat ‘van heden –
en daarna de afwijking te bepalen.
Of de fiscus met zoo’n calculatie geioegen neemt
is bijzaak – primair is, dat de becijfering juist is.
Z66 het wer’k ‘van den heer
Va,n Aricel
aanleiding
geeft tot een ernstige discussie van dit ‘en ‘van zoo-
veel andere onderwerpen, dan zal het ook daardoor
bewijzen te zijn een der interessantste hedrijfsecono-
misohe atudiën, die in ‘den laatsten tijd in ons land
zijn verschenen.
J. G. CH. VOLMER.
Reeds eenige weken geleden verscheen het F i n a n-
cieel Jaarb’oek v o o r 1920, .uitwendigen.in-
wendig gewijzigd. Uitwendig doordat, naar medege-
deeld wordt, op veler verlangen het oude formaat ge-
halveerd werd, inwendig door ‘uitbrding van den
tekst met enkele waardevolle overziiciiten over Suiker,
Koffie, Tabak, Granen, Levensverzekering en Goud
en Zilver. De uitwendige wijziging is aesthetisch geen
vooruitgang en wij kunnen ons geheel aansluiten bij
de elders gemaakte opmerking, dat door de regels van
den tekst evenwijdig te zetten aan de korte zijde der
pagina een aanigennmer geheel zou worden verkregen.
De koersoveraichten zouden daarbij in hun huikligen
stand behouden kunnen blijven.
Doch dit is natuurlijk geen hoçxMzaak. Zooals ge-
zegd, is de inhoud van het boek er weer op ivooruit
gegaan, waardoor het in verhoogde mate zijn functie
kan vervullen.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
Journal de la Société de Startistique
do P•aTi s. – Parijs, Februari 1921.
G. Rouleau, Ohronique des bainques eÊ des ques-‘
tions monétaires;
M. Huber,
Varjété: La réorganii-
sa,’üion des services of fiioiels de startiatique dans le
Royaume-Unii eit l’Empiire britannique.
Journal of the Instiitute of Bankers.
– Londen, Maart 1921.
F. Sheweli Cooper,
Oompany law in rela’tiion to
bainkers.
Zeitschrift
f ü r
flandelswieserr
s oh ‘a f t 1 i c ho F o r s oh u n g. – Leipzig, Jan.—.
Febr. 1921.
Prof. Dr. ‘Grossnzoinn.,
Kritisches zum Postsoheck-
betxrieb und -Verkehr; H. Hermes,
Der Shedbau;
Dr. Hübner,
Die Ausschaltung der Vaiutaschwankun-
gen hei Auslanclsauftrïgen.
Die B ank. – Berlijn, Feb(ruari 1921.
A. La.nsburgh,
Barzahlung oder Sachleistung?
F.
Koehier,
Zur Frage des Zinses;
Argentarius,
Güter-
uml auf und Geldusnlaif.
Weltwirtschaf’t. – Berlijn, Januari 1921.
Prof. Dr. M. Bering, Die
weltwirtsohaftliohe 13e-
d’eutun.g der Umwilzungen in der ost-europëâsche±i
Agrarverfassung;
H. Herzog,
‘J)ie Ergebnisse des
Weltpostkongress zu Maidrid; Die Fwike’artelegra-
pfhiie in dec derutscJicn Sahutzgobieton.
La R 6 f o r m e S o c ia 1 e. —Parijs, ‘Februari 1921.
G. Otphe-Oalliard,
L’enseigement teohinjique.
The ge.ographical Jdurnal. – Londen,
Maart 1921. –
L. C. Dunsterville,
From Baghdad ‘to the Caspi’a.n
in 1918;
Prof. E. H. L. Sch.warz,
The control of
climate by laikes;
F. Debenham,
The future of polar
exploratiion; D. Baud-Bovy,
The mountaingroup of
,Olympus; H. T. Morsheo4,
Report on ‘the expedition
to Kamet, 1920.
a n k-1. r c h& v. – Berlijn, 1 Februari 1921.
Dr. A. Koch,
Ist die Aufnaihme ‘der tBanikwissen-
schaft in ‘den Lehrpian der deutschn Universitë.ten erforderlich, rund wer siud ihre beriafenen Lehrer?
Dr. E. Jacobson,
De Wiocloreinfiilirung des Ter-
miiahandels rund das Börsengesetz;
Prof. D. Kaulla,
Der bargeldlose Kleiiaverkehr und die Banken;
Dr.
v.
Werthern,
Die sg. Plusstückzisen bei Emis-
sionen rund ‘das Kapitalertragsteuergese’tz.
1 dom. – Berlijn, 15 Februari 1921.
Prof. Dr. H. Göppert,
Börsenfragen;
Dr. P. Wal-
hek,
‘Devisenterjningesohë.ft un,d aijslandjsche Kre-dite;
Dr. Lorenz,
Aufhobung und kbiiniderung von
Inlanidsvaduteverbinidliichkeiten.
1) e 0 i d s. – Ajmsterdacn, Maart 1921.
bevat o.a.:
Mr. C. van. Vollenhoven,
Een accijdent in ‘de mcli.
sche r.ecb’tshervorming.
MAANDCIJFERS.
ONTVANGSTEN VAN SPOOR- EN .TRAMWEGMAATSOHAPPIJEN
DECEMBER 1920.
(Ontleend aan ,,4e Ingenieur”.)
Namen der Maatschappijen.
Personenvervoer.
Goaderenvervoer.
Totale ontvangsten.
Dec. 1920.
Dec. 1919.
Maatsch. tot Expi. van S.S., N. C.-S., Noord-
Brab.
Duitsche
Spoorwegmaatschappij
en
Roll. IJzeren Spoorwegmaatschappij
f
6.751.701,—
f
9.184.845,—
f
16.519.104,—
f
15.088.952,-
1
)
Tramwegmaatschappij ,,De Meijerj”
–
37.841,30
Nederlandsche Tramwegmaatschappij
……..
97.22187
,,
175.644,95
,,
181.462,01
Rotterdamsche Electrische Tramwegmij ……
–
577987,19’13
,,
486.877,72
1
!,
9,6.313,08
136.050,29
,,
231.363.37
174.284,15
Westlandsche Stoomtramwegmaatschappij
….
…,
577.987,19
1
12
,,
‘30.885,06
9.025,03
,,
43.422,40
,,
50.768,15
Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappij
lijn Samarang—Vorstenlanden—Willem L.
–
–
474.000,—
641.688,-
Oost-Java Stoomtramwegmaatschappij
…,,
73.582,42
–
–
30.600,—
,,
20.000,-
–
–
109.900,—
,,
87.400,-
Rotterdamsche Tramwegmaatschappij ………..
Semarang—C1teribon Stoomtramwegmaatsch…
–
–
576.700,—
401.400,-
Samar.—Joana Stoomtramwegmaatschappij
..
–
–
.480.300,—
,,
330.000,-
lijn Modjokerto—Ngoro
…………………..
lijn Soerabaja—Krian
…………………….
Serajoedal Stoomtraniwegmaatschappij’
–
–
82600,—
,,
56.600,-
lijn Bandjarnegara—Wonosobo …………
–
–
17.400,—
12.000,-
lijn Maos—Bandjarnegara
…………………..
……
Maloera Stoomtrammaatschappij
……
…..
…..
– –
154.000,—
105.000,-
hiodjokerto Stoomtramwegmaatschappij …….
,,
17.816,—
,,
27.899,—
,,
45.715,—
35018,-
Nagekomen over Novewbër.
Zuid-Nederlandsche Stoomtramwegmaatsehij..
1 f
11.385,71
J
•f
45.572,74’121
f
58.512,08
1
121
f
32.897,59
1
12
De ontvangeten der groote maatschappijen, die in
»
de Ingenieur” ontbreken, zijn aan hot ,Maandsohrift Centr. Bureau Statistiek” ontleend.
‘)
Definitieve opgave.
374
ECONOMISCH.STATISTISÇHE BERICHTEN
2′ April 1921
HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND
MAART 121
(volgens
de .groepen der naamlijst van goederen, opgesteld door het Centraal Bureau voor’ de Statistiek.)
Invoer Uitvoer
–
Saldo Invoer Saldo Uitvoer
Groepen
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
1 Dierèn en dierlijke
producten
……
11.618300
8.954.358 43.918.297
32.837.443
–
–
32.299.997
23.883.085
II P1antaard.
voort-
brengselen
…….
224.322.735 50.652.455 95.417.675
11.694.488 128.905.060
38.957.967
III Mineralen,metalen
.
en
niet in andere
groepen
opgeno-
men fabrik. daarv.
818.475.826
45.920.523
129.087.699 22.042.898
689.387.927
23.877.65
–
–
IV Meel en meelfabri-
13.821.232
3.583.771 15.599.690
3.225.970
-.
357.801
1.778.458
–
V Chemische produc-
ten,
geneesmidde-
len,verfwaren
en
kleurstoffen
. . .
14.680.157
3.899.326 3.753.546
2.127.270
10.926.611
1.772.056
VI Olie,hars,was, pek,
teer en distillatie-
producten van teer;
fabrikaten van deze
stoffen, D.
a. g.
63:476.902
17.090.134 20.355.591
8.346.407
43.121.311 8.743.727
–
–
VII Hout en fabrikaten
katen
………….
van hout en derge-
lijke stoffen; meu-
.
belen, v.a.s …….
63.451.378
‘8.805.923
3.373.953
915.319
60.077.425 7.690.604
–
–
VIII Huiden, vellen, le-
der, lederwerk en
1.919.122
.
3.762.927 1.428.327 1.833.303 490.795 1.929.624
– –
IX Garens,
touw
en
schoenwerk …….
tpuwwerk; weefsels
en stoffen, kleede-
.
ren en modewaren
4.309.361
21.298.263
2.725.555
10.406.257 1.583.806
10.892.006
– –
X Aardewerk, porse-
‘
1cm,
pottenbak-
kerswerk,
–
gebak-
ken stèen en andere
76.137.027
2.498.742 3.994.946
833.949
72.142.081
1.664.793
–
–
XI Glas
3.299.374
1.191.966
2.016.356
743.879 1.283.018
448.087
–
–
6.252.651 3.624.667
8.805.056
2.762.423
–
862.244 2.552.405
–
XIII Voedings- en ge-
.
–
kunststeen
……..
notmiddelen,
niet
.
…………..
XII Papier ………….
genoemdindegroe-
‘pen 1,11, IV en VI
21.191.196 13.018.453 25.573.802
13.662.331
–
–
4.382.606 643.878
XIV Rijtuigen, voertui- gen, vaartuigen en
luchtvaartuigen
5.510.371 6.611.954
1.960.182
1.985.010 3.550.189
4.628.944
– –
XV Andere
goederen
–
dan gebracht onder
de groepen
1 tot
en met XIV ..
18.343.619 23.212.793
8.783252
8.983.039
.
11.560.367 14.229.754
I.36.8O9.Q5i
213.926.255
364.793.927 122.399.986 982.015.124 91.526.269
Totaal ……
WaarvanGouden Zilver,
al of niet gemunt (op-
genonienin.g-roeplll)
350
..
96.035
21.644
15.195.324
–
. –
21.294 15.099.289
OVERZICHT
van
de waarde
van den
In- en Uitvoer
voor
elke maand
van het
loopende jaar
en de
drie daaraan
voorafgaande
jaren, met
uitzondering
van
Munt en Muntmateriaal,
in guldens.
)
Invoer
Uitvoer
Maanden
1918
1919 1920
1921
.
1918
1919
–
1920
1921
Januari
…………..
68.009.520 75.073.388 256.207.615
214.136.278 51.437.578 41.321.453
135.932.785.
115.985.810
Februari
…………..
45.903.517 106.229.028 233.591.043
170.494.270
54.372.261
44.543.205
113.309.645
120.956.498
Maart
48.897.456 148.758.852 187.916.138
213.830.220 47.372.422 52.660.723 68.210.466
107.204.862
April …………….
35.302.563 189.565.086
203.592.812
–
30.702.241
50.827.142
99.448.337
–
Mei
35.055.767
257.009.336 298.514.162
–
35.843.354 96.168.708
170.393.137
–
Juni
……………
.
30.330.163
258.183.821 345.402.373
–
23.040.469
126.270.353 179.478.443
–
Juli
47.764.858
274.264.390 314.861.366
–
35.046.826
133.623.129 177.114.162
–
Augustus
…………
40.567.746
..
..
313.403.619 267.956.122
–
25.501.39Ï
163.771.619 130.018.883
–
…………….
87.610.188
..
..
298.107.886 317.368.670
–
27.641.796
162.131.110 163.965.569
–
……………….
…………………
October …………..
67.702.922
319.833.079
337.338.332
–
12.704,155
‘
214.577.467 148.140.438
–
November
………….
57.929.799
..
296.351.809
.270.811.334
– .
15:278.909
171.171.804 136.713.011
-.
September
………
…
December …………
63.282.114
..
288.958.920 298.567.123
–
22.268.327
15’4.241.692
156.731.343
–
Totaal …….
808.336.613
..
..
2.825.739.214 3.332.127.090
598.460.768
381.209.729 11.411.308.405
1.701.456.221
344.146.470
In de Statistiek over December
1919
zijn
de bedragen vermeld
,net
inbegrip
van gouden
en zilveren munt en muntmateriaal.
27 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
375
OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens).
l
1
Sedert Overeen.
A2a’i
1
Januari komsug.
.1921
periode
1920
Directe belastin gen.
Grondbelasting
158.808
817.573
1.454.482
Personeele belasting
668.961
8.362.605
2.136.267
Inkomstenbelasting
8.740.359 21.362.349 16.552.788
Dividend- en tantiènte-
belasting …………2.675.749
6.614.914
3.676.584
Vermogensbelasting
1.380.198
2.705.415
2.516.045
Accijnzen.
Suiker ……………4.379.902 10.417.383
9.614.191
Wijn ………………386.898
464.528
373.830
Gedistilleerd ………6.361.222 13.288.181 10.607.438
Zout ……………..129.226
422.526
632.784
Bier ……………..218.521
620.184
282.224
Geslacht ………… .
.1.216.420
3.293.452
3.375.723
Belast, op speelkaarten
5.621
22.584
–
Indirecte bela8tin gen.
Zegelrechten …….. .
..1.792.798
‘
5.244.448
3
5.859.993
Registratierechten
2.837.992
9.020.782 11.835.738
Successierechten ……..2.545.151
8.088.738
8.891.882
Invoerrechten …………
3:284.127
8.917.385
8.739.409
Gouden enzilvereuwerken
Belasting ………….76.941
210.984
252.881
Essaailoon
87
222
208
,Statiatiekrecht ……..
.
..
87.418
819.791
1.024.533
Mijnen ……………..
11.128
150.892
200.394
Domeinen ………… .
..
33.046
446.512
365.154
Staatsloterij ………..
9.057
194.863
195.366
Jacht en vis8cherij
..
265
1.289
1.004
Lood8gelden …………
21
.
4.035
593.550
385.960
Totaal ………. .37.413.9301 97.111.1531 88.974.877
OPOENTEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.
Sed
1
Oen-
t
Maart
1
ert
Januari
vere
komsitge
1921
1921
1
periode 1920
Directe belastingen.
Grondbelasting
…..
32.908 171.534 292.161
Personeele belasting
164.256
718.282
415.422
Inkomstenbelasting
2.670.009
6.262.581
5.077.866 Vermogensbelasting
342.606 670.881 835.418
Dividend- en tantiême
882.997
2.182.921
1.213.273
Accijnzen.
875.980
2.083.477
1.922.838
belasting …………
77.380
92.905
74.766
Gedist.
(binn.
–
en buitl.
)
636.122
.
1.328.818
1.060.743
Suiker
…………….
Wijn ………………
Indirecte belastingen.
Zegelrecht van buiti. eff
80.927
100.605 148.100
Totaal
.,
5.768.185 13.611.934
10.840.587
BELASTINGEN IN VERBAND
MET DE
BUITEN-
GEWONE OMSTANDIGHEDEN.
Maart
1921
Sedert
1
Januari
192
1
Oorlogswinstbelasting
10.663.336
36.831.016
Verdedigingsbelastiug la
411.004
786.078
Verdedigingsbelasting Ib
1.145.203
2.578.937
Verdedigingsbelasting II
..
1.906.838
5.659.027
14.126.381
45855.058
t)
Hieronder begrepen
f
222.121
wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en
commissionnairs in effecten, enz.
(Beurubelasting).
‘)
idem f909.361.
t)
Idem f1.298.512.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N d fVrsch.
Disc. Wissels. 44
1Juli ’15
Zweeds.R.ksbk 74
l6Spt. ’20
Bk “Bel.Binn.Eff. 54
19Oct.
’20
Bk,v.Noorw.6-64
18Dec. ’19
in R.C. 64
19Oct.
’20 Zwits. Nat. Bk. 44
11Apr.’21
Bk. van Engeland 7
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 54
28Apr.’20
Duitsche Rijksbk.
.
S
23Dec.
’14
Bank v. Spanje 6
41Nov.
’20
Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank v. Italië. 6
20 Mei ’20
Oosteur. Hong. Bk. 6
12Apr.’21
F. Res. Bk. N.Y.
6-7
4Juni’20
Nat. Bk. v. Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank 34
1Aug.’09
OPEN
MARKT.
Data
Amsterdam Londen
Part.
1
Berlijn
I
P«,[)~
Part. Part.
N. York
Cali-
p
0
,
Prolon-
disconto
gatie
disconto
disconto
disc.
moneij
23 Apr. ’21 41/,
3
8
1
18
4_
1
1
6-7
1)
18-23
’21
411,
3….431
61
4-‘/
–
6-7
11-16
,,
’21
4′!1-
/8
3
1
12
618’/
4_
1
1
–
6-7
4-9
,,
’21
4’/,’/t
4-5
6
1
1s
4’18
–
5-7
19-24Ap.’20 31/,
4
8
/-5
6
1
19
4-
1
18
—
,
7
21-26Ap.’19
411
g
51
311_4
317/,
2
4_11
:-
4
1
146
2024Juli’14
31/511
2
1
1-
1
1e
2/g-14
2’/s-’12
2’1
1I4-2/2
t
)
Noteering
van
22
April 1921.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
Deze week
heerschte er algemeen
een
flauwe stemming.
Bij den slechten toestand op de goederenmarkten en de werk-
staking in Engeland kwamen nu nog
de
slechte politieke
toestand en de eisch der entente tot afstand van den goud-
voorraad van de Rijksbank. Vooral Marken waren dan ook
zeer flauw, zoodat Vrijdag voor ca. 4,10 werd afgedaan. Op
eenigszins betere berichten trad daarna een herstel in tot
4,40. Ponden waren eveneens flauw. De
daling was echter
niet zoo groot en betrof meer een herstel van een iets te
sterke rijzing der vorige week. Ook België was over het al-
gemeen aangeboden. Een uitzondering
maakte
Parijs, dat
van 20,6234 opliep
tot
over 21,40 en soodoende boven Bel.
gië kwam, maar daarna weder een
groot
gedeelte van
het avanoe zag verloren gaan. De stijging ontstond
hoofd-
zakelijk door
speculatie met het oog op het te ontvangen
goud van Duitschla.nd en de betere dekking van de papier-
circulatie, die daardoor heette te ontstaan. Dollars regel-
matig aangeboden en langzaam terugloopend; heden ca.
2.86. $kandinavië iets flauwer, vrij stabiel ‘voor Kopenha-
gen en Christiania, maar opnieuw met sterke fluctuaties
voor Stockholm. Zwitserland en Spanje .iets terugloopend. Buenos Aires onveranderd. Batavia aanvankelijk
iets
‘sas-
ter, later weder
meer aangeboden
9634, 97-96%.
KOERSEN IN NEDERLAND.
1
Londen
1
Parijs
1
Berlijn
1
Weenen
1
Brussel
1
New
Data
t
)
1
York’)
18 April 1921..
11.324
20.60
4.60
•
0.824
21.274
2.87
7
/,
19
,,
1921.
.
11.31 20.974
4.55 0.80 21.40
2.88
1
/s
20
1921..
11.314
21.-
4.60
0.79
21.324 2.8814
21
1921..
11.314
21.-
4.374 0.76
21.424
2.871/
4
22
,,
1921..
11.294
20.974 4.224 0.72
21.274
2.87
8
/
23
,,
1921..
11.30
21.-
4.374
0.75
–
–
Laagsted.w.
t
)
11.294
20.474 4.124 0.70 21.15
2.861
Hoogste
,,
,,
‘)
11.33
21.40
4.624
0.874
21.60
2.88
1
1
16April1921..
11.30
20.40
4.624
0.86
2
21.274
2.884′
9
,,
1921..
11.274
20.374
4.674
0.77
3
21.25
2.884′
Muntpariteit.
.
12.104
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48
3
1
S)
Noteerina te Amsterdam.
5*)
Noteering te Rotterdam
1)
Particuliere opgave. ‘)Noteering van 15April1921.
‘)
Idem v. 8
April.
13a a
Stock.
holm’)
1
Kopen-
1
1 hagen’)
Chris-
tiania
)
1
Zwtt.zer-
land’)
1
Spanje
1
t
)
Balavia
t
)
telegrafisch
18
Apr. 1921
68.10
52.25
46.10
49.90
40.05
96
1
/,’/
19
,,
1921
68.35
52.-
46.10
49.924
40.-
96’12-1
20
,,
1921
68.45
52.25 46.50 49.874
39.874
961214
21
1921
68.75
52.25
46.-
49.90
40.-
96/,-
1
/
22
,,
1921
68.-
52.-
45.85 49.85
39.80
981-/g
23
,,
1921
68.05
52.-
45.75 49.824
39.85
96h/,_11
e
L’ste
d.
w.’)
67.85
51.80 45.40 49.75
39.75
96
1
1
H’ste
,,
,,
‘)
68.85
52.20 46.40
49.95
40.15
97
16
Apr.
1921
68.40
52.20
46.40
50.-
40.20
96’/-
3
/
9
,,
1921
68.-
52.10 46.90
50.05
40.30
95
8
/
Muntpariteit
66.87
66.67
66.67
48.-
48.-
1 100
5)
Noteering te
Amsterdam.
1)
Particuliere
opgave.
376
1ICHÈN
2’7 April
1921
KOERSEN
TE’~
YORK.
D
a
CaMgLond.
ZichiParijs
Zicht Berlijn
Zicht Am,terd.
(in
.
per)
(in
c13.
per$)
(in ct.p.4Rm.) (in cl,. p. gid.)
23 Ajril
1921
3.94.75
7.35
nom.
34.82
Laagste d.week
3.93.-
7.22
nom.
84.69
Hoogste,,
,,
3:94.75
7.35
nom.
34.82
16 April
1921
3.93.25
7.12
nom.
34.78
9
1921
3:90.62
7.08
norn.
Muntpariteit.
.
48667
5:1811
959
4
40
3
/i.
KOÉRËN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
Plaatsen en
Nolee7Ings- 6 April 15Apr. l64pr./22Apr.2I 22Apr.
Landen
eenheden
1921
‘1921
‘Laagste
1
Hoogste
1921
Alexandri.
.
Piast. p.
971/i.
977/
97
7
f•
97
7
/t.
97
1
/i.
B
Aires
1
)..
d. p.
$
4418
44
11
/16
4351
4411′
44118
Calcutta
. . . .
£
p. rup.
1/3”!io
113
5
1&
113
5
1,
113
7
18
11314
Hongkong
..
id. :p.
$
216
1
1s
2/6
1
/s
216
2171
216
3
/s
Lissabon
. . . .
d. per MiI.
5
1
1
5’14
5
5112
5114
Madrid
..
.
Peset. p.
28.05
28.10
28.14
28.50
28.37k
5
Monitevjdeo’
d…per$
421/,
42
1
18
40
5
18
42
41
1
18
Mnntea1
$
per
£
4 39
4
43
»440
4 45
4 41
*R.d.Janeiro. ‘d.per Mil.
‘8118
18 715
818
‘8
8
1
814
1)
80
’85’/,
–
84
Shanghai..
. .
£
p.’tel
B/1’I
‘3/3
1
/t
f2′;s
‘3’5
1
/,
‘3
1
41
/4
Rome
…….Liresp.0
891,
81
1
18
Singapi’re
..
id.’p. $.
‘2/482
214
1
116
2/3″/,,
2/4’/,i
2
!4’/,i
5
Vslparais’o..
p-so p.
7″!i,
7
30:40
32.50
l’215
1
1*
81.70
Yokohama .. ”pr’én
’25!,e
215
8
/i
2/ö”/
‘2J5/s
Koersen der
ôorafgaande ‘dagen.
1)
Telegrasc’h
2)
Noteering’van’21 April 1921.
OTEERIN V&N ZILVER
Nteeiing te Lden
te
Nèw ‘York
23 April
1921
……..35
6018
16
,,
1921
………341/2
59718
‘9
,,
1921
……..
8/s
68
‘/
.
2
,,
1921
…….
‘
32 ‘/,
24
,,
ï920
…….. ‘9/a
118
261919
……..
4’8’/v
1
,
01’18
1
20
-Jili
ï914 ……..
. 24’1,.
NEDERLANDSCHE BANK.
Verktrte j3álaiiá
,
op
1
25 -April ’19’2’1.
Activa
Binnenl.Wis-Ç H.-bk. f152.314.761,94
1
1
–
sels, Prom., B.-bk. ,, 16.194.968,24
1
12
enz. in disc.1 Ag.sch. ,, 75.638.421,31_ ( 244.148.151,50
Papier o. h. Buitn1.’indiOÜtO ……….
–
Idem eigen portef ( 39.502.410,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgel. ”
–
., 80.502.410,-
Beleeningen
H.-bk.
70.487.373,80112
mcl. v,sch. B. bk. ,, ..153634:2,68’/,
in rek.-crt. Ag.sch. ,110.166.’439,57
op onderp.
1196.017.246,06
Ôp Effecten . .
(.179.859.946,06
OpGoederenen’Spec. ,, 16.157.300,-, ,, 196.017.246,06
Voorschotten a.’h.’Rijk ………………..,,
14.916.29U,81″12
Munten Muutmateriaal
Munt, Goud
.. (56.219.880,-
Muutniat., Goud .. ,,554.756.433,13
(610.976.31 3,13
Munt. Zilver, enz
.,, 14.434.310,06
Muntmat. Zilver
,,
—
625.410.623,19
Effecten
Bel.v. h. Res.fonds.. t 4.658.914,6211,
id. van ‘/m v. h. kapit. ,, 3873.652,87’l, ,,
8.532.567,50
Geb.enMeub. der Bank …………….,,
3.594.000,
Diverse rekeningen…….. ……….. ,,
26.286.378,05’/
f1.158.407.667,12
Pauiva.
Kapitaal ……………………
(
20.000.000,-
Reservefonds ………………….,, 5.000.000,-
Bankbiljetten in omloop …. . …. ..,, 1.043.275 895,-
Baukassignatiën in omloop …… ….,, 1.128.874,50’12
Rek.-Cour. Het Rijk /
–
saldo’s: J Anderen ,, 60.795.211,90
1
1,
60.795.211,90
1
12
Diverse rekeningen ………………,,
28.207.685,71
(1.158.407.667,12
NED. BANK 25 April 1921
(vervolg).
Beschikbaar metaalsaldo…………..
f
408.624.053,42
Op de ba8i8 van
‘/s
metaaldelGking
.. .. ,, 182.584.057,14
Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan Waartoe de Bank gerechtigd is.. ,, 2.018.120.265,-
Verschillen met de»
y
rigen weekstaat:
Meer
.
Minder
Disconto’s
……………..9.969.(j07,55
Buitenlandsche wissels
1.895.962,-
Beleeningen
………………’
7.094.693,16 Goud
…………
‘
.
‘
…….
Zilver
423.139,09
Bankbiljetten
3.934.005,- Pait. Rek.-Cst
éaldo’s ……
..444.468,48’/s
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Goud
Zilver
Bank-
biljetten
opeischbare
schulden
25 April
1921
…….
610.976
14.434
1.043.276 61.924
18
1921
……
610.976
14857
1.047.210
56.115
610.97-6
.15429
1.043.329
49.825
621.034
16.011
1.054.070
51.047
29
Mrt.
1921
……
621.034
,
lui.687
1.036.816
44.069
11
1921
…….
4
,,
1921
……..
24
April
1920
……
635.171 11.323 1.045.948
94.752
26 April
1919
……
663.3i8
8.114
1.034.638 94.915
25 Juli
1914
……
162.114
8.228
310.437
6.198
Totaal
iHn
1
Beschik.
Dek.
Data
bedrag
1
Schatkist-
2dec-
1
baar
hings.
disconto’
1
promessen
1
rechtstreeks
ningen
1
Metaal-
1
saldo
‘
percen-
1
lage
25April1921 ‘244.148 107.000 196.017 403.624
57
18
1921 234.179
97.000 203.112 404.422
57
11
1921 221.605
81.000 204.748 407.028
57
4 ,,
1921 218.201
53.000 219.721 415.256
58
29 Mrt. 1921 192.699
53.000 215.637 420.779
59
24
April 1920 232.329 155.000 191.075 417.837
57
26 April 1919 139.716
93.000 225.975 445.163
60
25 Juli 1914 67.947
14.300
61.686
43.521
1
) 75
1) Op de basis van
‘I/o
metaaldekking.
Uitde bekéndmaking validen Mini s t e r van F i na»-
cië’n blijkt, dat uitstonden öp:
25
April 1921
Aan schatkistpromessen..
f
486.860.000,- t 508.160.000,
‘.vaarv’an rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
97.000.000,- ,, 107.000.000,-
Aan schatkistbiljétten
64.744.000,- ,, 64.744.000,-
an’zilverb’ons ………,, 45.117.92,- ,, 44.259.853.50
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.De’saméngetrokken
‘cijfers der laatste ‘weken zijn telegraphisch ontvangen.
Data
– Goud
Zilver
Bank.
biljetten
schulden
16 April 1921
‘ 477.500
9
1921
477.000
2 -,,
1921 ……
…’
472.500
12 1[rt. 1921 …… 215.310
11.512
338078 135.917
5 ,,
1921 ……..225.365
11.098
338.020 143.679
26 Febr. 1921 …..
-. 225507
10 846
336.749 137.551
19
,,
1921 …….224197
10.617
341.583 135.012
17 April 1920..
183.089
4.420
320.347 ‘91.504
19 April 1919.
127.269 , 9.419
213.115 120.023
25 Juli 1914 …….22057
31.907
110.172
12.634
Wissels,
.
Diverse
Beschik:
Dek-
Data
Die-
buiten
Belee.’
reke.
– baar
kings-
conto
s
N.-Ind.
ningen
ningen
s)
metaal-
percen-
betaalbaar
saldo
lage
18Apr.1921
229.000
–
‘
142.500
‘
9
1921
229500
142.350 •’•
2 ,, 1921
227:000
143.000
°
12Mrt.1921 36.763 25.301 111.09(1 32.339 142.247
50
5 ,, 1921 37.007 31.570 119.176 ‘27.142 140 354
50
26Feb.1921 37.119 31.321 114,921 29.208 141.739
50
19 ,, 1921 35 001 30.754 122.011 34.963 140.414
49
17Apr.1920 15.283 24.347 139.210 29.384 105 338
45
19Apr.1919 8548 24.599 79.331 9443 70.39
41
25Juli 1914 7.2591 6.395 47.934 2.228
4.842
1
1 44
1) Sluitpost der activa.
1)
Op de basis van
1
/s metaaldekking.
27 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN
377
DE SURINAAMSCHE BANK.
Vooriiamste posten in duizenden guidens.
Data Metaal
‘Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
1
1
Disconto’s
Dlv. reke.
ningeni)
12 Mrt. 1921 ‘,,
1.135 2.304
757
2.045
193
5
,,
1921
..
1.133
2.367
761
2.027
231
26 Febr. 1921 ..
1.133 2.221
V804
2.025
320
19
1921
..
1.231
2.172
830
2.011
163
12
1921
..
1.232
2.243
1.012 2.158
192
5
,,
1921
..
1.232
2.259
915
2.175
74
13 Mrt. 1920 ..
1.055
1.751
793 1.713 642
15 ?drt.
1919 •.
958
1.627
833
1.345
114
25 Juli
1914
. .
645
1
1.100
560
735
396
t)
Sluitpoat der &CtiVL
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
Data
GOO.
Sec. Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re-
serve
Dek,
20Apr.’21
32.767
94.085
19.219
108.439
18.519
14,50
13
,,
’21
32.210 99.693
18.316
114.124
18 261
13,80
6
,,
’21
31 698
114.147 21.495
124.212
17.583
12,07
30 Mrt. ’21
26.004
102.909
23.047
114.634
16894
12,27
21Apr.’20
57.476
79.613 20.047 124.257
24.907 17,30
23Apr.’19
50.225 81.793
24.591 117.208 27.404
19,32
22 Juli
’14
11.005,
33.633 13.735
42.195
29.297
52
3
/9
•)
Verhouding tueaclsen F(eservc en Deposits.
DUITSCHE RIJKSBNK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens.
kassenscheine, in duizenden Mark.
Data
Metaal Daarvan
Goud
____
Ka,sen.
3chetne
Circu-
loije
Dek.
hing,.
perç.
‘)
15 Apr. ’21
1.099.788 1.091.598
23.143.827 88.736.150
35
7
,,
’21
1.100.163
1.091.602
22.941.114
69.235.201
35
31 Mrt.
’21
1.100.616
1.091.604
23.836.278 69 417.228
36
23′
,,
’21
1.100.621
1.091.606
23.366.173 67.647.934
36
15 Apr. ’20
1.160.467
1.077.651
14.379.809
45.706.106
34
15 Apr. ’19
1.932.558
1.912.036
6.839461
25.871.133
34
23 Juli
’14
1.691.398
1.356.857
65.479
1.890.895
93
‘) Dekking der circulatie door metaal en Kaasenscheine.
Data
Wissels
Rek, Cii.
Darlehenska,sen,c/,etne
Totaal
11n kas hij de
uitgegeven
Reichshank
15 Apr. 1921
59.252.063 20.436.489 32.958.900
23.083.800
7,
1921
57.159.128
17.449.975
33.003.800 22.882.100
31 Mrt. 1921
66.802.639 28.042.673 34.068.300 23.780.100
23
,,
1921
53.851.178
16.095.982
33.624.000 23.311.400
15 Apr. 1920
41.958.456
17.099.647
28.172.700 14.341.300
15 Apr. 1919
29.982.032
13.036.031
18.078.300
6.829.300
23 Juli
1914
750.892 943.964
1
–
–
OOSTENRIJKSCH.HONGAARSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden Kronen.
Data
1
Metaal- en
buiten!.
goudu,issels
Disc, en
heleenin gen
Bijz. schuld
Oostenrijk en Hongarije
1
Bank-
1
biljetten
i
Rek. Cri.
1
saldi
15Nov.’20
1
)325.730
37.782.521
32.954.000174.121.378
9.497.833
31Oct.
1
20
321.121 36.474.610 32.954.000172.902.605
9.930.245
7Feb.’20
290.428
19.251.400
32.954.000156.294.022
6.057.646
31Jan.’20
29Ï.083
19.162.543 32.954.000156.772.802
6.220.536
15Nov.’19
325.097 14.742.052
32.954.000j50.582.595
7.285.850
23Juli’14
1.589.267
954.356
–
1
2.159.7591
291.270
t
) waarvan 222.669 goud, 46.598 buitenlandsche goudwiasela en 56.463
munt en muntmaterjaal zilver.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden 1 rancs.
–
–
G.
Waarvan
in het
Buitenland
Data
Zilver
Te goed
in het
Buitenland
Buit.gew.
voorich.
a/d. Staat
21 Apr.’21
5.508.534
1.948.367 271.268
648.746
26 200.000
14
,,
’21
5.505,145
1.948.367
.270.301
644.404
26.250.000
7
,,
’21
5.504.629
1.948.367
267.959
642.994
26.400.000
31 Mrt’21
5.504.213
1.948.367
267.320
643.509 26.200.000
22 Apr.’20
5.586.035
1.97&.278
245.805 689.877 25.300.000
24 Apr.’19
5.546.326
1.978.308
310.672
787.422′
22.400.000
23 Juli ’14
4.104.390
–
639.620
–
–
Wissel,
Uitge.
stelde
Wissel,
Belee.
ning
Bankbil.
‘
jeilen
Rek. Cii.
Pont.
1
culieren
Rek.
Crt.
Staat
90
2.655.590
162.418
2.192.422 38.282.514 2.857.762
39 376
2.795.672
192.034
2.196.082 38.528.892
2.940.631
38610
2.801.339
215.044 2.230.287 38.695.618
3.055.180
75.887 3.051.904
286.663 2.177.038 38.435.078
3.066 121
37.074
2.145.842
563.809
1.803 019
37.267.320
3 338.385
302 830
897.166
912.299
1.203.099
33.978.450
3.080.4631
26.883
1.541.080
–
769.400 5.911.910
942.5701400.590
BANQLJE
–
NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden
franca.
7ÎI
1
Beleen.
1
Beleen.
Blnn.
Data
mcl.
l,uiienl. van
huilen!.
1
van
prom. a’.
wisselt
J
en
Circu.
1
lalie
Rek.
C,t.
saldi
t
von/er.
1
provinc.
1
belecn.
partic.
21Apr.’21
334.426
84.653j480.0001811.31515
082 815
509.295
14
,,
’21
331.148
84 6511480.000183
295
6.094 001
469.802
7
,,
’21
333 615
84.6531480
000 j8
7.53216
086 768
486 492
31 Mrt. ’21
330.620
84
653
1
480
0001869.4616
104.813
515.692
22 Apr.’20
359.654
84
.803480.000804.199I5,022
961
1.29.144
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Gçuavoorrqad
_________
F.R.
Data
Zilver
etc.
Notes In
circu.
Totaal’
Dekking
In het
bedrag
1
F. R. Notes
buitenl.
Iaiie
1 Apr. ’21
2.246.439
1.449.164
–
214.792 2.908.153
25 Mrt. ’21
2.210.765 1.408.892
–
211.212 2.930.729
18
,,
’21
2.206.039 1.425.536
.-
209.250 2.962,880
11
,,
’21
2.187.906
1.405.414
–
210.018 3.006:840
2 Apr. ’20
1.950 259
1.286.335
112.781
130.16t4 3.077.323.
4 Apr. ‘191
2.150.950 1.204.855
-,
67.67812.547.670
Pata
Wisjel,
Totaal
Deposito’,
Gestort
Kapitaal
Algem.
‘Dek.
1
king,.
perc.
1
)
Percent, Goud.
dekking
circul.
5)
1 Apr. ’21
2.337.086
1.789 233 101.137
52,4 63,1
25 Mrt. ’21
2.409.704
1.840.887
101.113
50,8
60,7
18
,,
’21
2.347.699 1.774.635 401.058
51,0
60,6
11
,,
’21
2.516.058 1.843.726
101.003
50,9
59,9
2 Apr. ’20
2.824.554
2.609.945
91.284
42,9
47,4
4. Apr. ’19
2.108.772
2.348.325
81.658
52,2
63,7
-., vernpuatflg tusechen: den totalen goudvoorrad. Zilver eic.. en ds
opelschbare
schu!dn,
F R. Notes en netto depoeito’,.
t)
Na aftrek
van 35 pCt. der totale
ekkingamidde}en
als
dekking
voor
de
netto
depoeito e.
PARTICULIERE B4NKEN AANGESLOTEN BIJ EET
FEb. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
1
Totaal
1
uitgezette
1
Res erve
de
1
‘
Totaal
1
Waarvan
1
time
banken
1
gelden en
beleggingen
F. R. bank,
depositos
‘
depos ii,
25 Mrt. ’21
823
12.598.819
1.259.573 13.446.812
2.932.472
18
,,
’21
824
12.654.481 1,252.032
13.649.792 2.926.448
11
,,
’21
824
15.976.114
1.302.232
13.486.100
.2.910.392
4
,,
’21
824
16.053.132
1.279.101 13.529.235
2.919.818
26Mrt. ‘2Q
809 15.466 778 1.413.492 14.127.109
2.581.774
28 Mrt. ’19
772 14.210.1511
1.244.821
12.342.152 1.679.153
Aan het eind van ieder kwartaal wodt een overzicht
gegeven yan ep.kele niet wekelijks opgenonen bankstaten.
Data
Metaal
Circulatie
Currencg Notes.
Bedrag
1
Goudd.
Gov. Sec.
20 April 1921
128.345
128.276
340.875
28.500
305.476
13
1921
128 348
128.537
341.862 28.500
309.433
6
,,
1921
128.348 129.215
343.826
28.500
311.334
30 Mrt. 1921
128.348
129.905
342.312
28.500 311.281
21 April 1920
112.421
105.963 337.182 28.500
313 017
23 April 1919
85.116
76.163
349.108
28.500
332.096
22 Juli
1914
40.164
29.317
–
378
.
ECONOMISCH-STMISTISCHE BERICHTEN
27 April 1921
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 25 Apziul 1921.
Het Britsche mijnwerkers.conflict is eenigszins op den
achtergrond gedrongen hij de beoordeeling ider interna-
tionale beurzen gedurende de achter ons liggende week en
hiervoor in»de plaats zijn de eischen van ide Comniission
des Rdparations, alias de Entente, ten opzichte van
Duitsehiand getreden. Nu de termijn meer en meer nadert,
waarop -von
4
Dui-tsche zijde definitieve voorstellen moeten
zijn gedaan -‘ten opzichte van het betalen der schadeloos-
stelling, indien Duitschiand althans niet wil, dat ide ver-
dere ,,swnctis” toegepast zullen worden, worden allerlei
maatregelen te haat genomen en verschillende plannen ont-
worpen, om althans eenig uitstel te -verkrijgen. Eén dezer
maatregelen was het telegram aan -den President der Ver-
eenigde Staten, den heer Harding, beoogende zijn bemid-
-deling in te roepen ten aanzien van het vaststellen van
het bedrag der schadeloosstelling, een verzoek, waaraan
door den president niet is voldaan. Het zou zeer zeker de
vraag zijn geweest, -of – de pas benoemde bestuurder zooveel overwicht op zijn eigen l-andigenooten en op
–
de Geallieerden
zou hebben gehad, om zijn voorstellen, indien hij er toe
besloten had zijn i,ntermediair aan ‘te bieden, te doen aan-
nemen; voorts -is het -van Duitsche -zijde liooZ spel geweest,
omdat men zich hier van tevoren reeds had neergelegd bij
welke beschikking dan ook van den President der Unie,
zoodat ook een niet verminderde, of zelfs een hoogere oor-
logsschatting reeds – priori door Dui-tsohlan-d erkend zou
zijn geworden. De Duitsohe beurzen hebben dezen loop van
zaken dan ook geenszins gunstig opgenomen; de koersen
van ide meeste fondsen zijn in aanzienlijke nate gedaald,
hetgeen te opmerkelijker moet worden genoerd, waar tege-
lijkertijd de Duitsche valuta in het buitenland een gevoe-
lige daling onderging en het gewone antwoord hierop
anders een sterke stijging der binnenlandsche waarden is. Doch de geheele stemming was onrustig geworden, mede
door den eisch van de Commission des Rdparations, dat de
goudvoorraad der Duiitsche Rijksba’nk in -handen van de Geallieerden uitgeleverd moet woeden. Voorloopig is het
antwoord van de Duitsohe Regeering wel absoluut afwij-
zend geweeat, onder verwijzing naar het privaat-rech-telijk
karakter van de oirculatiebank, doch het is de vraag, of bij
deze houding kan worden volh-ord, indien de Entente-
eischen worden doorgezet. Deze omstandigheden maken de
houding van de Berlijnsohe beurs volkomen begrijpelijk.
Een -uitzondering.hebben gevormd de obligaties der 3 pCt.-
Duitsche Rijksieening, die buitengewoon vast waren, naar
verluiidde, als gevolg van aankoopen voor buitenla’ndsche.
speciaal Londensche, rekening.
Te W e ene n heeft de onverwachte diisconto-verhooging
van de
Oostenrjksch-Honga&rsche’ Bank van 5 ‘tot 8 pCt.
(sinds 14 April 1915 was de rentevoet onveranderd op
5 pCt. gehouden) een eenigszins drukkenden invloed gehad.
Aanleiding -tot dezen verrassenden maatregel, was de hier
reeds vermelde omstandigheid, -dat de Oostenrjkseh-Hollgaar-
sche Bank in de laatste weken weer de beschikking heeft gekregen over een omvangrijke portefeuille van handels-
wissels; alleen in Duitsch-Oostenrijk bedraagt deze por-
tefeuille ieeds 1400 millioen Kronen. Deze wisselvoorraad
is ‘voortgekomen uit de
á
conto-betalingen der vermogens-
belastingen. Men is echter in Weenen van ineen-ing, dat de
maatregel der Bank geen ‘doel ml treffen. De omstandig-
heden toch, die aanleiding tot de disconto-verhooging heb-
ben gegeven, hebben slechts een verwijderd verband -met overspeculatie. Natuurlijk speelt wel een groote mate van
speculatie een rol bij de algemeene waardevermindering
van ‘het geld; deze is echter niet door een irenite-verhoo-
ging tegen te gaan, volgens de algemeene opvatting in Oos-
ténrijk. Wel echter zullen handel en industrie, die thans
reeds 10
ft
14 pCt. hebben te betalen voor ide door hen be-noodigde ‘gelden, automatisch 1 pOt. -meer moeten geven,
hetgeen nu niet bepaald doodend behoeft -te zijn voor de
betrekken bedrijven, ‘doch betwelk toch stellig niet zal
bijdragen tot een goedkooper worden van het levensonder-
houd in Oostenrijk. De meerdere -kosten toch zullen dadeljk
worden afgewenteld op de verbruikers. Hoewel dus uit
andere oorzaken, heeft toch ook hier de beurs -derhalve
geen opgewekt ‘verloop gehad. –
Het tegendeel was het geval voor de markt -te L o n ci e n.
Weliswaar was de tendens hier niet bepaald wiilhig ‘te noe-
men, doch men liet zich i het geheel niet ontmoedigen
door den langen duur van ‘het conflict met de mijnwerkers.
i Nu de actie der .Triple Alliantie een ,,failure” is gebleken,
heeft men alle hoop gevestigd op een uitputtings-straitegie te» opzichte van de mijnwerkers, een tactiek, welke welia-
waar tot op het oogenblik weinig resultaat heeft opgele-
verd, doch -die, in verband met de ‘herhaalde conferenties
tusschen -mjnwerkrs en mijneigenaars ten slotte toch wel
tot -het doel zou kunnen leiden, naar men in invloedrijke
Londensche kringen aanneemt. Inmiddels beginnen zich de
gevolgen van het gebrek aan ‘kolen reeds door het geheele
land te doen gevoelen, te sterker, nu de weersgesteldheid
tegenwerkt. Desondanks is de beurs uitermate vast geble-
ven, met uitzondering wellicht van petroleumwaarden, die
op sommige dagen vnuit Amsterdam en Néw York aan-
geboden werden. –
De beurs te P a r ij s heeft vrij-wel hetzelfde ‘aspect te
aanschouwen gegeven. Na de verzending van het Duitsche
verzoek iaan President Harding was de -tendens zoo moge-
lijk nog vester, daar men aan de Seine reeds dodelijk de
omogelijkheid van een voldoen aan het Dui’tsche verzoek
inzag en er conclusies aangaande Duitsche onmacht uit
trok. Het directe gevolg was, dat men -clan ook stellig rekende op het doorvoeren der sancties, -hetgeen door
Frankrijk als het meest effectieve middel wordt beschouwd
om zoo spoedig mogelijk ‘de gelden der schadeloosstelling
te verkrijgen.
Te B r u s se 1 was eveneens de stemming opgewekt te
noemen, voornamelijk doordat het algemeen aspect meer
en meer normaal ibegin.t -te worden. Zoo zal te beginnen met
2 Mei aanstaande, de •termijnbeurs weder geheel op de
wijze van vÔôr den oorlog worden ‘gevoerd, met dién ver-
otonde, dat de inmiddels tot deze markt toegelaten waar-
den, ook in den vervolge hier verhandeld zullen worden.
Deze .marlot-afdeeling heeft dus een aanmerkelijke uitbrei-ding ondergaan.
Te N e
w Y o r k was de stenming over ihet algemeen
vast te noemen, voornamelijk in verband met verschillende
berichten, die wijzen o’ een Licht herstel in sommige tak-
ken van industrie. Zoo komen uit de automobiel-wereld
in’dicaties, die er op wijzen, dat de periode van de ergste
malaise hier ‘wel voorbij is en al bestaat natuurlijk -de mo-
gelijkheid, dat men -hier te doen heeft met een slechts tijde-
lijke opleving, de beurs ziet in deze teekenen toch sympto-
men van een eenigszins beter gesitueerd zakenleven. Alleen
de spoorwegmarkt is eenigszi-ns achter gebleven. De exploi-
tatie lever-t ‘hier nog steeds geen winst op en al zijn de
ver-hoeren ten aanzien waarvan -de mogelijkheid tot ver-
hooging der v-rachttarieveh bestaat, begonnen, hiermede is
i-n ‘ieder geval nog zeer geruimen tijd gemoeid. En inmid-dels moeten eer -hooge kosten aan bonen, onderhoud, enz.
worden gemaakt. Bovendien is de Interstate (lommerce
Commission nog steeds -niet buitengewoon vriendelijk te» opzichte ‘van de -directies gestemd, zoodot ‘het publiek op
zijn beurt geen aanleiding vindt, kapitaal ter belegging of
voor speculatie ‘in spoorwegwaarden te steken.
De beurs te o » z e n t heeft wederom gedurende het
grootste gedeelte ‘der week een ongeanimeerd ver-loop gehad.
Niet voor staats
fondsen, die konden profiteeren -van de rui-
mere geidmarkt en van de grootere beleggingsvraag. Ook
o.a. van -het geheel toewijzen -der inschrijvingen op de lee-nin-g ‘der Gemeente ‘s-Gravenhage. Uit deze omstandigheid
is gebleken, dat de periode van beleggingen
op
‘langen
termijn tegen een lageren rentevoet dan ten minste 6 Y2 pOt.
nog niet afgesloten kan worden genoeriid. De uitgifte der
64 pCt.-obiigaties Staatsspoor is een volkomen succes
geweest; de sprong van 7 op 6 pCI. ‘is echter te groot
gebleken. –
Van buitenlan-dsche
staats fondsen
bestond eenig animo
voor China Goud 1898, welke voor bui’tenlandsche -rekening
gevraagd waren. Russen onveranderd en zon-der belang-
stelling.
19 Apr. 22Apr. 25Apr.
Rizgo
5
O/o
Ned. W. Scb.
1918 88,
87
87
+ 1
4111
O/
,,
,,
,,
1918, 87116
87/,o
87
‘
0
/is
-1-
51s
4
–
O/
,,,,,,
1916
77
1
1s
77
1
/t
771’12
+
11
8
3
1
12
0
/0
……
67
1
12
67
67
/o
–
3
°/o
58
11
1t6 58
12
116 58
1
/,o
212
0/
Cert. N. W. S…….
–
49
15
/,o
49I8
4919
–
1
/16
5
olo
Oost-Indië 1915 .. .
91
91
9114
+’
1
14
6
010
,,
1919 …..95
8
/4
950116
95114 – 415
4
°/o Oostenr. Kronenrente
3
1
Iis
3
1
1i6
3
1
116
5
0
/0
Rusland 1906
7514
712
711
4
0fl,
Rusl.
bij
Hôpe & Co
8
8
8
4
1
12
01
China Goud 1898 .
61
1
18
621/4
624 + la/s
4
°/o Japan 1899 ……..52/4
52
8
14
52/
4
– 0/
Argentinië Buiteni. – 5381
4
538/
4
5381
4
• 5 –
°Io
Brazilië 1895 ……50
50
50
1
18 + ‘/
s
7
0/
Staatsapoor ……..103’/s
10381
4
104
+
1
18
7
0/
Amsterdam ……..
100
1
14 101
814
101814
+
111,
27 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
319
Op de
aandeelenmarkt
werd de ongeanimeerde houding
ingeleid door de daling in suikerwaarden. Aanvankelijk
hadden de lagere noteeringen voor Cuba-suiker te New
York hier ter beurze geenerlei invloed gehad, omdat tege-
lijkertijd nog eenige kleine afdoeningen uit Indië werden
gemeld en •de V. J. S. P. liet bekend maken, dat de prijs
van
f 20,—
per picol in ieder geval zou worden gehand-haafd. Plotseling echter kwamen er berichten van afdoe-
Tlingen door outsiders tegen prijzen, aanmerkelijk onder
f
20,— per picol en op hetzelfde moment week het vertrou-
wen aan de Amsterdamsche beurs in de politiek der
V. J. S. P. Bovendien werd een nieuwe reactie voor Cuba-suiker gemeld, die er toe medewerkte de Suiker-afdeeling
te onzent op sommige dagen een paniekachtig aanzien te
geven. De betrokken fondsen bereikten ‘het laagste niveau
van de laatste jaren en hoewel tegen het slot een gering
herstel kon intreden, voornamelijk onder den invloed van
de opgewekte houding voor aandeelen Koninklijke Petro-
leum Mij., toonen de koersen aan het einde der berichts-
periode toch alle een zeer gevoelige reactie aan. Aandeelen
in cultuurbanken konden zich hieraan evenmin onttrekken.
Hand aan hand met dezen teruggang liep de daling voor
Petroleumwaarden.
Na een tijdperk van buitengewone vast-
heid en zelfs van onbewogenheid kwam er plotseling ruim
aanbod ‘aan onze markt, vermoedelijk mede veroorzaakt
door de liquidatie fvan posities, die door ‘de daling in suiker-
waarden wankel waren geworden. De koers van het hoofd-
fonds liep dan ook zeer gevoelig terug, tot plotseling op den laatsten dag der berichtaweek een zeer omvangrijke
kooplust outstond, die niet slechts het geleden verlies vol-
komen deed inhalen, doch het slot .bracht op een ongeveer 7 pOt booger prijsniveau dan dat van de voorgaande week. Aandeelen Geconsolideerde Hollandsche Petroleum sloten
zich hierbij aan. De vraag scheen te komen van particu-
lier’e zijde en ‘werd algemeen niet aan arbitrage of aan
buitenilandsehe aankoopen toegeschreven.
19 Apr. 22 Apr. 25Apr.
Rijzin, of
aalin,
Amsterdamsche Bank . . .. 174
175
1
1 175
+ 1
Koloniale Bank
……….187’/2
17881
4
178’14
–
811
4
Ned.Handel-Mij.cert.v. aand. 17511
4
17311
4
1732/,
–
1
7
1
8
Rotterd. Bankvereeciging.. 11214
114
1
14
114
8
1
4
+
2
Amst. Superfosfaatfabriek
.
110
110
1
12
112
+
2
Van Berkel’s Patent …….100
95
96’/2
–
392
Insulinde Oliefabriek……
42
418/
4
4012
–
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand.
86
1
12
8712
87’/8
+
1
Hollandia Melkprodueten .. 202
200
200/8
–
1
,
18
Philips’ Gloeilampenfabriek 334
•290
309
–
25
R. S. Stokvis
&
Zonen ….
578 578 578
Vereenigde Blikfabrieken.
.
1031
102
102
–
1814
CompaniaMercantil Argent. 140
130
138
–
2
Cultuur-Mij. d. Vorstenland 199
183’1
1858/4
—13’/4
Handelsver. Amsterdam
.
-. 426
400 400
1
12
–
25’12
HolI. Transatl. Handelsver.
40
40
40
Linde Teves
&
Stokvis ….
121
117
120
—1
VanNlerop&Co’sHandel-Mij.
62
1
12
65 70
+
7
1
12
Tels
&
Co.’s Handel-Mij ….
58
5814
62
+
4
Gecons. Holi. Petroleum-Mij. 1941/4
192
1
12
199
+
4’/
Kon. Petroleum-Mij…….538
529
1
f
1
545 1/4
+
7h/
Orion Petroleum-Mij. Afgest. Aand.
49
48 47
—2 Steaua Romana Petroleum
Mij. ..
Afgest. Aand.
558/4
58
59
1
12
+
3814
Amsterdam-Rubber-Mij.
. .
99
1
12
96
1
1
100
+
1/2
Nederl..Rubber-Mij ……..
50’/i
48114
‘
51
1
12
+
1
Oost-Java-Rubber-Mij.
….
160
15481
4
158
–
Deli-Batavia…………..452
444
450
–
2
Deli-Maatschappij
……..465
479
490
+
25
Medan-Tabak-Maatschappij
.
335 339 330
–
5
Senembah.Maatschappij…. 585
567 585
Omtrent de overige afdeelingen
ter beurze is niet ‘veel
te ‘vermelden.
De meeste hebben
een apathisch verloop
gehad en daarbij eenigs’zins onregelmatig.
Zoo b.v.
–
vcor
Tabakken,
die voor enkele soorten sterk gevraagd waren
en waar bij andere het aanbod ‘de overhand verkreeg:
Rubbers
waren over het algemeen iets vaster ‘van toon,
met uitzondering van aandeelen Soengey Raja, rvan welke
maatschappij de 6 pCt. obligaties door het niet-voldoen van
de Mei-coupon noodlijdend zijn geworden.
Voor
&heepvaartwaarden
bestond zeer goede belangstel-
ling; op de ‘tegenwoordige koersen
begint
wat beleggings-
vraag te ontstaan.
19 Apr.
22Apr.
25Apr.
Rijzina
Holland-Amerika-Lijn
..
. .
248
251
251
+
3
,,gem.eig. 23014
235’I
240
+
98/4
19 Apr. 22 Apr. 25Apr.
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij
120 120 115
–
5
Hollandsche Stoomboot-Mis
92
92
103
+
11
Java-China-Japan-Lijn …..
138 139
139
+1.
Kon. Hollandsche Lloyd. …
7511:
77114
78
1
12
+
3
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..
119’/2
123
8
14
125
+5
1
12
Koninkl.-Paketvaart Mij. ..
12114 125
1
14
127
+
5’1
Maatschappij Zeevaart
. . . .
117
119’1 119
1
11
f
.
2
1
1
Nederi. Scheepvaart-Unie.
.
148
1
14
148
1
14
148118
–
112
Nievelt Goudriaan ……..
219’/1,
214’1l
215
—4′!!
Rotterdamsche Lloyd ……
150/2
149 15I’12
+
1
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg”
90 99
105’11
+
15’15
,,Nederland” ..
181
1
12.
1&0/,
180
11
–
1
,,Noordzee”
– . .
431/
38
43114
-112
,,Oostzee”…..
107
95’12
105’12
–
1
,
12
De
Amerikacrnsche markt
was vast voor industrieele waar-
den en eenigszins aangeboden
–
voor spoorwegwaarden.
19 Apr. 22Apr. 25 Apr.
Rijzin, of
dziin.
Arnerican Car & Foundry. . 140
1
18 142
15
!,, 142″/, + 2821
16
Anaconda Copper
……..
88/1
89″116 88
1
1
Un. States Steel Corp…..
94’/4
94’/
96′!,
+
1
7/
Atchison Topeka……….
91
91
93814
+
21
Southern Pacific ……….
878/
4
85’/
8711
–
Union
Pacific
…………
132’84
132
1
14
132
1
1,
Int. Merc. Marine orig.
Corn.
16″1,6
1511
1
,
1681,6
– 518
prefs.
60 60 60
De
geidmarkt
werd in het verloop der week zeer ruim; prolongatie ten slotte 3% pCt. na
4% pCt.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
25 April 1921.
Het weder is over het algemeen zeer koud geweest in
West-Europa, doch schade heeft dit zoo goed als niet aan d oogsten gedaan, bijna overal is voldoende regen geval-
len, alleen uit Oost-Europa zijn de beriohten nog tegen-
strijdig. De stemming voor tarwe is in de afgeloopen week
zeer vast geweest en bijna dagelijks toonden zoowel de
Noord-Amerikaansche als ‘de Zuid-Amerikaansohe mark-
ten aanzienlijke prjsverhoogin,gen. Op dec eersten dag
van de nieuwe berichtsweek is evenwel wederom een scher-
pe reactie ingetreden. Over het algemeen was er vol-
doende vraag ‘van Europa. In Engeland bleef de vrije tarwe
lager aangeboden dan de Regeeri’ngs-tarwe, ‘niettegen-staande de verlaging van prijs ‘voor de laatste soort. De
Regeeri’ngsvoorraad is niet onbelangrijk verminderd, doch
het is toch zeer ‘de vraag, of die geheel geruimd zal zijn
op 31 Augustus.
Het is nog steeds Indië, dat slechte berichten over zijn
oogsten zendt. De berichten uit de andere exportianden
blijven onveranderd gunstig. Weliswaar was het weder in
de Vereenigde Staten ongewoon koud, doch belangrijke schade schijnt dit niet veroorzaakt te ‘hebben. Ook voor
maIs was de stemming in de afgeloopen week ‘beter en
belangrijke zaken kwamen tot stand. De druk van Noord-
Amerikaansehe mais verminderde aanmerkelijk, terwijl de
attentie voor nieuwen oogst La P’latamaïs vermeerderde.
Ook werden er verschillende ladingen Donau-mais gehan-
deld, terwijl bovendien de Zuid-Afrikaansche mais nog
steeds ‘de aandacht trekt. Het weder is in Argentinië nog
steeds te ‘vochtig, zoodat het nog wel eenigen tijd zal
duren ‘vÖÔr de nieuwe mais op ruime schaal zal geëxpor-
teerd worden; enkele partijen van den nieuwen oogst
worden evenwel nu reeds afgeladen.
De prijzen voor g er s t zijn vrijwel onveranderd ge-
‘bleven na eene aanvankelijke rjzing, terwijl ook voor
‘h a v e r geen belangrijke prjzen-fluetuaitie valt aan te
geven. Bij gebrek aan ‘voorraden blijft er voortdurend goede
vraag i’n Europa voor rogge bestaan, en daar deze voor-
namelijk uit Noord-Amerika moet komen, en de oogst van
dit artikel niet bijzonder groot is, is het begrijpelijk, dat
de prijs zelfs ‘hooger geworden is dan voor tarwe. De
groote daling in de 1 ii n z a a ‘d-pvijzen is in de vorige
week eindelijk tot staan gekomen. De prijzen in Argentinië
toonden van dag tot dag eenige verliooging. Aanvankelijk
‘bleven de prijzen ‘voor lijnolie vrijwel onveranderd, doch
toen ten slotte de oliemarkt verbetering begon aan te
toonen, en ook de attentie voor koeken vermeerderde, wer-
den de verhoogde vorderingen vrij gemakkelijk betaald. Op de verhooging in Argentinië is evenwel een scherpe reactie
ingetreden.
386
E1ICHTÉN
27 April’ 1921
Noteingen.____________________
Chicago
Bienos’
Ayrc
Data
Tarwe
Mará
Haver Taiwc
MaY
‘Lljnzaad
Mei
Met
Mei Mci Mei Mei
23Apr.’21
128
61’1 39
16,20 8,35
14,55
16 Apr.’21
137112
57
3
/4
38
8
1,
15,90
8,25
13,85
23Apr.’20
226
1651!,
95114
2455
10,40
27,85
23Apr.’19
226
168
1
/
7118
10,70
5,40
19,55
23Api.’18
220
127’/
747/8
12,05 12,05
23,40
20Juli’14
82
1)
56
1
18
1
)
36
1
1,’)
9,4Ö’) 5,38 ‘)
13,701)
1)
pei
D.
t)’
per
Locoprijzen te. Rôtterdain/Amsterdam..
Soorten
25
April
–
1921
18 April
1921′ 25
Ap,ll
1920
Tarwe.
…………..
‘)
19
1
–
19,- 38,-
Rôggi (No: 2 Wesern)’
1)
21,50
21,25′
29;7
MaIs (La Plata)
……’)
260,-
270,-
410,-
Gerst (481b iha1tig)
.
.1)
270,-
270,-
485,-
Havr (38
ib.
white’cL)’.
.1)’
1
,50
16,-
•21,50
Lijnkoeke
(NoordAm’iL
ka
van La Plata’-zaad)’)
160-
165,-
205,-
Lijniaad (L& Plata)..
.
.4)
305,-
285,-
860,-
)j.f00K.G.. ‘)
p2Ö06K.G.
‘) p.1000K.G.
4)
per
.1960 K.G:
S)
ard/Red Winter Wheat nr. 2.
–
AANVOEREN in tons van 1000 K’.G.
Rotterdam
–
Amsterdam
–
Totaal
Artikelen.
18Apr.123Apr.
1
Sedert
Overeenk.
18Apr.12 Ap’r.
Sedert
Overeenk
1
02
1
920
1921
1
lan.
1921
tijdvak
1920
1921
1
Jan;
1921
it/dook
1920
31.241
301.382 110.595
498
7.111 38.031
308A93′ 148.626
8.196
40.900
–
–
–
–
40.900
40900
549 1.803
2.500
–
500
2.303
4.803
13.247
288819
92.740 5:007 28.233
18924
317.052 111.664
Rogg
………………..
2.913
82.888
4.745
115
2.933
120
85.821′
4.865
Tarwe ……………….
Boekweit
……………..
1.225
3.561
14.050
–
430′
–
3.991
14.050
Mais
………………..
15.035 64.422
6.170
–
‘
25.459
2.424
89.881
&594
Gerst
……:…………..
Haver
.
.’.- …………….
2.450
53.873
20.523
8875
1.406
62.748
21.929
Lijnzaad ………………
Lijnkoek ……………..
Tarwemeel ……….
842 7.314
5.779
1.070
–
8.384
5.779
Andere meelsoorted
.
755
11.569
3.198
-‘
450
100
12019′
3
,
.298
Nederland. Ook deze week gingen de inkoopen van
Noord-Arnerikansch’e’ tiré voor spo&dige veriadiag op
bescheiden schaal voort. Môt- DUitsohlan4 kwamen regel-
matig zaken tot stand, ofschoon de ‘verhoogde prijzen
slechts moeilijk werden ingewilligd.. Aan het einde vande
vorige -w&êk verbeterde de poni4ie’ van rn’iied in onze niarkt
aaiizienljk. Dé nog vrij grob1é vcriaden bleken. ‘voorna-
melijk in vaste handeû te zitte ei daar niet onbelangrijke hoéveelheden daar Scandinië erkôch’t wairen, b’eg&nen
de prijzen steeds meér de’ Ameiikaaniche’ noteeringen te volgen. In A,msterdam *eiden bêrhaialdeljk, partijen ge-
veild vn milïdèi éóede kwaliteit. Tilet de betere Noord-
Âmerikaa-nsohe markteai, leêf.de’ oôk de belangstelling voor
gerst op en bijna daigeljIs kwaiceû iaken tot stand. Ook rogge werd bijna dagelijks gebaudeid, zij ‘het dan
ook in beperkte hoeveelheden.
Er is ‘nog een aanzienlijke hoeveelheid lijnzaad onver
–
kocht in onze havens aanwezig, doch deze wordt gehou-
den boven den prijs die koopers besteden willen. Er was
over het algemeen vrij veel kooplust en verschillende zaken
kwamen tot stand. .
;Jt
ÜÎKER.
!.iOTÉERINGE.
–
,4m,ier- d
-.
Londen
,-
New York
96 Ci
Whiie Java
Amer. ,Gra-
Dia
loop/na’e
T,iÈs
1ob:
er
nulaitd c.i.i.?
Ceiti’
No.!
,
Juli/Aug.
–
April/Mei maand
,fugahi
‘5h.
Sh.
5h;
$cte.
20Apr. ’21
f
7216
271- 381-
5,64
13
,;
’21
;;
–
731-
301- 391-
5,77
20 Apr. ’20
‘
841-
90’/-
1151- 1161-
19.56
20 Apr:’19
,;
–
6419
30/-
. –
7,28
11 Juli
’14
,,ii”/,
–
,
–
–
3,26
De in den laatsten tijd gevallen neerslag was in de ires-
telijke gedeelten van de Midden-Europeesche biet-
suikerdistricten nog niet voldôende ‘voor een. krachtige ont-
wikkeling van ‘het zaad en ‘wordt naar meer regen ver-
langd. –
Ook in T, r au k r ij k zal de met suikerbieten te beplan
ten, oppervlakte grooter zijn dan in het vorig jaar; in
België en’ N’e’d e riand wordt de uitbreiding op 10 pCt.
geraamd, terwijl in D e n erna r k e n ongeveer 12 pOt.
ulinder aangeplant zal worden.
– De suikermark
v
ten blijven zwak gestemd ten gevolge an
de terughoudéndhe.id door koopers getoond.
Te N e Y o r k ging er zoo göed
als
niets om en waren
verkôopèed gPnoddzaakt hunne .vraagprjzen telkens te ver-
liigen: Spot centrifiigals. ‘worden thans met 5,64 genoteerd,
terwijl de noteeringen op de termijnmarkt in de afgeloopen
week meer dan
1/,
cent teruggeloopen zijn tot 3,96 voor
ApriljMel, 4,06 ‘voor Juli, 4,08 voor September.
Op Cuba waren de wekelijksche ontvangsten belangrijk
grooter dan ‘verleden jaar, doch is de oogst in zijn geheel
nog 400,000 tons ten achter, terwijl de voorraden op het
eiland zelf niet buitensporig zijn.
De laatste ‘statistiek luidt:
1921
. 1920
1919
Weekontvangsttot16April 152.000 115.464 141.862 tons
Tot.ontv.sed.1 Dec.-16Ap. 1.877.000 2.283.993 2.159.101
Werkende fabrieken 196 179 195
Weekezport tot 18April.. 95.000 104.612 81.316
Tot. exp. eed. 1 Jan.-16 Apr. 968.000 1.595.937 1.187:809
Totale voorraad 16 April.: 954.000 – 657.765 971.140
Op de Londensche ‘markt doet naast de flauwe stem-
ming in Amerika de kolenstaking nog altijd haar rem-
mehden invloed gelden en is de lust om zaken op rverwij
derden ‘termijn te doen gering. De raffindeurs ‘hebben
den prijs van ‘hun ‘product verlaagd en ook op de termijn-
markt ‘liepen de noteeringen tei-ug tot sh 2316 voor Juni/
Juli, sh. 231- ‘voor Aug., 2213 ‘voor Sept. en 2116 voor Octo-
ber, basis 96.
In H o 11 a n d ging er noch in kristal noch in loco
Javasu.’iker iets van beteekenis om, de noteeringen zijn
f
42,50, resp.
Op Java bewegen zich de prjzenvoor nieuwen oogst
in dalende richting- en wisselden in de ‘tweede hand eenige
partijen van eigenaar tot
f
18,- en
f
17%. Afdoeningen
door de Producenten Vereeniging werden niet gemeld.
KATOEN.
M’arktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 20 April 1921.
Prijzen van Amerikaansche katoen zijn deze ‘week weinig
veranderd. Verkoopers zijn nog al vasthoudend en trach-
ten ielfs hoogere prijzen te verktjgeil. Dit wordt echter
wel moeilijk gemaakt dodr’ de zeer verwar’de toestanden
in de textielinduétrié teP gevolge -van de staking in de
kolenmijneri, hoewel men toch Inoet toegeven, dat de ale-
meen’e stemming -edster
is.
Prijzen
‘viin’
Egyptische katoen
blijven nog al fluctueeren en zijn per saldo weer iets
honger.
De verbetering in de prijzen van Amerikaansche garens,
die wij verleden week berichtten, ‘heeft verderen voortgang
gemaakt en de ‘vraag voor, 40er Miiie,’ zoo’wel voor. Calcutta
als Madras, ‘houdt nog aan. Ook zijn er ‘in Schotland nog
al zaken geda.n in 44er voor de iververjen, terwijl er ook
belangstelling bestaat voor 4012 ‘voor Boznbay. De vraag
van het Vasteland blijft ‘kalm en ook in Egyptisehe garens
gaat bijna niets om. .
Uoewel ‘het gevaar voor een algemeene staking over
is,
27 April 1923
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTÉN
383
schijnt een overeenkomst met de mijnwerkers nog niet zeer
nabij te ‘zijn, zoodat zaken in manufacturen daaronder nog
te lijden hebben en verkooers dan ook de stakersolausule
moeten handhaven. Dit houdt in vele gevallen zaken tegen,
hoewel de stemming wel wat beter schijnt en men meer
zaken verwacht, zoodra de staking over is. Er zijn ver-
schillende aanvragen aan de markt en er is ook nog al wat
gedaan, zoowel in lichte gebleekte goederen als ook in be-
drukte manufacturen. De beste berichten komen van Cal-
cutta, doch ook andere emarkten en het Verre Oosten too-
nen gèregeld belangstelling.
13Apr. 20Apr. Oost. koersen.
13Apr. 20 Apr.
Liverpoolnoteeringen.
T.T. op Indië….
113
1
14
113
1
18
F.G.F.Sakellaridis 17,50 17,75 T.T. op Hongkong 216
217
G.F. No. 1 Oomra 4,10 4,25 T.T. op Shanghai 312
1
1 313’/
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).
25 Apr2IIl8Apr.2l
I11
Apr’21126Ap
r
.’20125Ap
r
19
New York voor
Middling
..
12,20 c
12,30e
12,25e
42,— c
29,25
t’,
New Orleans voor Middling
11,25e 11,25e
11,25e
41,25e
27,63e
Liverpool voor
Fy Middling
7,891)
8,31(1
8,lld
26,70d
18,53d
1)
22 April 1921.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1Aug.
20
1
080reenkom3tige perioden
lot
–
22April21
1919-1920
1
1918.1919
Ontvangsten Gulf-Havens.J
4053
3854
2987
Atlant.Havensl
1204
1
2756
1860
Uitvoer naar Gr. Brittanniël
1304
1
2731
t
1757
‘t Vasteland
Japan etc..
2635
2719
2011
Voorraden in duizendtallen
22April
21
1
23
April
20
1
25
April
l9
Amerik. havens ……….
1463
1225
1262
Binnenland… ………..
1529 1116
1391
–
.
39
84
New York
……………
–
.
363 437
New Orleans ………….
Liverpool
…………….
970
1
1132
554
KOFFIE.
(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).
Noteeringen en voorraden.
Data
Rio
Saaio,
i4’ioselkoers
Voorraad Prija
No.
Vd
oorraa
–
Prija
23 April1921
558.000
8.570
2.790.000
1.0.800
81
16
,,
1921
540.000
8.495
2.783,000
10.200
8/
9
,,
1921
539.000
8.495
2.791.000
10.200
811
2
23 April 1920
316.000
10.625
2.598.000
1)
16/8
Ontvangsten.
Rio
Saab,
Data
Afgdoopen
Sederi
Afgdoopen
Sedert
week
1
Juli
wed
1
Juli
23Apr. 1921
….
76.000 2.503.000
177.000
8.974.000
23 Apr. 1920 ….
50.000
1
2.087.000
27.000
1
8.767.000
1)
Nominaal 15.000 tot 14.000.
-v
HUIDEN.
Bericht van de firma Grisar & Co.
De stemming der exotische huidenmarkt blijft voortdu-
rend ‘vast en er worden van La Plata wederom belangrijke
verkoopen gemeld, voornamelijk voor Noord-Amerika. Naar
Europa werden circa 10,000 Isuiden verkocht. Voor Sala-
deros worden hoogere prijzen verlangd. Liverpool meldt
aanzienlijke transacties en in ‘t algemeen is in Engeland
zoowel voor Buitenlandsche, als Inlandsche huiden eene
rjzing te constateeren.
Antwerpen verkocht 9400 Luiden. Hier wenden 5/6000
huiden afgedaan.
In Iniandsche Luiden komen tot hooge prijzen zaken
tot stand.
N u c h te r e k a 1f s
v
e 11 e n. Nu het seizen ongeveer
ten einde is, worden de prijzen omhoog gedreven, doch
Amerika weigert de verhoogde prijzen aan te leggen.
V e t t e vel 1 e n kalm. P i n k e n worden tot bestaande
prijzen verhandeld.
L o o i s to 11 e n genieten meer attentie en korte looi-
stoff en worden hooger gehouden. Q u e b r ach o wordt op £2140 verhandeld.
23 April 1921.
RUBBER,
Gedurende de afgeloopen week was de markt wederom
zeer rustig en ging er weinig om. De inschrijving in ‘Am-
sterdam verliep in overeenstemming met den algemeenen toe-
stand vrij flauw en werden ongeveer 110 tons, voornamelijk
sheets, van de aangebodene 500 tons tot nog al onregelma-tige prijzen verkocht.
De noteeringen luiden:
einde voorafgaande week:
Prima Crêpe loco ……….57
c.
……….
58’1
c.
Mei/Juni …… 57
111 , ………..
59
Juli/Sept…….61
,…… …. 61
Smoked Sheets loco ……..50
, ………..50
,,
Mei/Juni . . – . 51
,-………. 50
1
/2
Juli/Sept… .. 53
———-
—
53
25 April 1921.
COPRA.
De markt was deze week vaster gestemd en was er’ in
‘t algemeen meer vraag.
De noteeringen zijn thans:
Java f.m.s. loco………………………./ 32,50
Ned.-Ind. f.m.s. Januari/Maart ……………, 32,25
Februari/April ……………, 31,75
Maart!Mei ………………,, 31,25
April/Juni ………………., 31,—
Ceylon stoomend …………………….. .. 33,50
25 April 1921.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Dato
Ijzer
Cleo.
K
Stan°’rd
Tin
Lood
Zink
25 Apr. 1921..
nom.
70.216
174.218
20.151-
26.-/-
18
Apr. 1921..
now.
69.151-
169.216 20.1216 25.1716
26 Apr. 1920..
oom.
103.718
347.-/-
40.101.
49.-/-
29 Apr. 1919..
now.
76.151-
226.-/-
24.51-
35.101-
20Juli
1914..
5114
61.-!-
145.151-
19.-!-
21.101-
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
Veertiendaagscb overzicht.
De staking in Engeland heeft haar invloed op de vraeh
tenmarkt doen gevoelen gedurende de laatste 14 dagen.
Door gebrek aan bunkers worden
tal
van. stoonischepen in
Engeische havens opgehouden, met het gevolg, dat er weldra
een tekort aan tonnage zal ontstaan voor thuiskomende
ladingen. In Noord-Amerika zijn echter tal van booten op-
gelegd, welke bij een rijzing in de vrachten dadeljk in de
vaart gebracht zullen worden, zoodat dit een rem vormt
voor een werkelijk aanzienlijke rijzing in vraohten van
daar.
De vraag naar Ainerikaansche steenkolen in Europa is
bovendien gebleken niet zoo groot te zijn als rwel ver-
wacht werd. Wel zijn er ladingen onderweg, zelfs naar En-
gelsohe havens. De vraag voor ruimte naar de Eilanden en
andere bunkerstations is iets grooter en naar Las Pa.lma.s
kan 301- of iets meer worden gemaakt.
Ook de kolenvrachit naar La Plata havens is opgeloopen.
Er werd $ 6,35 afgesloten naar up river, terwijl waar-
schijnlijk nu nog $ 6,— voor down river kan worden ge-
maakt op Welsh charter.
382
ECÖNOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
27 April 1921
Zwaar gratn va,n Monrea’l notert
6
16
tot 916 per quarter,
terwijl van de Northern range ongeveer 6/3 het cijfer is.
Van ‘de Gnlf naar West-Italië is tot 8/- afgesloten.
De invloed van de staking heeft zich op de La Plata-markt in sterkere mate doen gevoelen en voor prompte
booten is zelfs tot 42/6 betaald. De invloed van de staking,
ook al komt deze vandaag of morgen tot een einde, zal
zich
daar nog wel minstens twee maanden lang door éen
tekort aan tonnage kenbaar maken en booten, welke ‘be-
lading kunnen geven tot en niet Juli worden dan ook
hevraeht ‘tot 4216. Op het oogenblik is
–
het geldende cijfer
voor Juni/Juli echter 401- of iets daarboven. Indien dc
staking nog eenigen tijd voortduurt, kan men ‘waarschijnlijk
nog hoogere vrachten verwaohten, daar Engelsche boeten
niet kunnen uitvaren.
In •het Oosten blijven de vrachten ongeveer op dezelfde
hoogte met Bombay en deadweight 2216.
Er bestaat een goede vraag naar ruimte voer steenkolen
van Japan, Aultralië en Zuid-Afrika naar Java, Sin-
gitpore, etc. –
GRAAN.
Data
Petto
grad
Landeni R’dam
Odejsa
Rotier.
dam
All. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo
—
Roll
er.
Bristol
–
Rotler.
Enge.
dom
Kanaal
dam
land
18123 April 1921
– –
613 613
4016 4016
11116
,,.
.1921J
–
–
616 616
411-
411-
19124 April 1920f
-.
-.
–
10161)
120.-
112161)
21128 April 19191
–
—
211-
816
25216
6216
Juli
1914J
11 d.
713
1111
1
1,
1/11
‘/ 121- 121-
KOLEN.
Cardlff
Oosik. Engeland
Data
Gothui-
Bot-
c
,
Port
deaux
Cfl
0
Said
1
Plato
Rier
burg
w
18/23 April ’21 –
–
1716 –
–
–
11116 ,, ’21 –
–
–
–
–
–
19124 April’20 401-
651-
751- 3819
21126 April ’19 281-
t)
4718
451-
–
t 10,- kr. 52
Juli 1914 ir. 7.—
71-
713
1416
312
41-
DIVERSEN.
Bombay
Birma
Vladivo-
Chili
D ia
a
West
Europa
West
Europa
stock West
West
Europa
(d.
w.)
.
(rijst)
Europa
(salpeter)
18123
April
1921….
–
v
—
–
3716
11116
,,
1921.. ..
2216
351-
–
371’6
19124
April
1920….
1101-
1401-
–
1301-
21126
April
1919..
. .
751-
–
751-
1
)
—
–
Juli
1914..
. .
1416
1613
251-
‘
2213
t)
Voor Britsche schepen.
Grdan Pet,ograd per quarter van 496 11,s. zwaar. Odessa per unhl. Ver. Staten
per quarter van 480 lbs. zwaar.
Overige noieeringen per ton van 1015 K.G.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Verschenen:
Bedrijfsleven en de strijd tegen
de Armoede in Nederland
door Dr. CH. A. VAN MANEN.
Prijs
ingenaaid
f
3,—.
Gebonden
f
4.75.
Voor leden der Vereeniging en geabon-
neerden op het Weekblad wordt dit werk
beschikbaar gesteld tegen den prijs van
f 2,50
ingenaaid en
f 4,—
gebonden.
Bestel1inen richte men tot het Secretariaat van het
Instituut, Pieter de Hooghweg 122, onder gelijk-
tijdige remise per postwissel of op postchèque- en
girorekening No. 8408, Rotterdam.
ADVERTENTIËN
De N.V.Nederlandsche Huistelefoon-Maatschnn
ppij
ROTTERDAM
.
‘s-GRAVENHAGE
.
GRONINGEN
Telefoon 3600
. Telefoon
H 280, 300
.
TOlefoon 1555
–
– AMSTERDAM
LEEÜWARDEN
ARNHEM
Telefoon N 5580
.
-Telefoon 2723
levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.
–
in
huur
en
koop.
–
–
Herstelt en . onderhoudt onder garantie ook alle niet door haar uitgevoerde i.nstallaties,
PROSPECTUS GRATIS.
.
—
ONTVAN&- EN BETAIIiKA-S.
NIEUWE DOELENSTRAAT 20-22, AMSTERDAM.
Rentevergoeding voor gelden h deposito:
met 1 dag opzegging ………………….2
‘/.
Bedragen tot
f
20.000,— terstond l-‘etaalbaar.
met 10 dagen opzegging ………………21/4
0/
Voor andere termijnen op nader ôvereen te komen voorwaarden.
OPEN EN GESLOTEN BEWAARGEVING VOLGENS REGLEMENT. –
SAFE.DEPOSIT.INRICHTING.
GEOPEND: op Werkdagen van 8’1 v.m. tot 4
1
1, uur n.m.
op Zaterdagen en Beursvacantiedagen van 8
51
v.m.
tot 12 uur.
Loketten van f2,50 per mand –
f
10,— per jaar – en hooger te huur voor
bij de Directie bekende of geîntroduceerde personen.