13 APRIL 191
A U’M7ËSËECT VOÖRBE.OU1ÉN.
Eco110m1sc
/
Ber i* chten
1
.
ALGEMEEN.WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJYERHEID,t FINANC1ËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
6E JAARGANG
WOENSDAG 13APRIL
1921.
No.
276
!
INHOUD.
BIz.
MUNTVEZEN EN CIRCULATLEBAN KEN IN NRDERLANDSCH-INDLO
door
Jhr. Mr. Dr. J. R. OliffordKocq van Breugel ..
319
Economische Dwalingen en de Landbouwproductic door
J.
Smid ………………………………..
322
Stoomvaartverbinding tusschen Nederland en Zuid-Afrika
325
Londensche Correspondentie. . ……………………..
325
Index-cijfers ………………………………..
327
AANTEEKENINGEN:
De crisis
………………………………..
328
De-kostprijs van een ton Engelsche.kolen …………
329
Stand der cultures en uitvoergedurende liet vierde kwar-
taal
1920,
in Suriname
……………………
329
MAANDCIJFERS
Emissies inMaart
1921 ……………………..329
Résümé uit het ,,Monthly Bulletin of Statistics” ……
330
Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmaatschappijen
November
1920 …………..
……………….. 330
Productie der Kolenmijnen ………………….
33
Rijkspostspaarbank ……………………….
331
Giro-omzet bij de Nederlandsche Bank ……………
331
Postchèque en Girodienst
………………………
331
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
331-339
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel. Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMLCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruin..s.
Assistent-Redacteur voor het- weekl,lad: D. J. Wa.nsink.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 1, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkan.toor. Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.
Abonnementsprijs voor het wekblad franco p. p.
in Nederland f EO,—. Buitenland en Koloniën f 22,50
per jaar. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
hct weekblad gratis
De verdere publicaties van het instituut uitgaande
ontvangen de abon-né’s, leden en donateurs. kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0.50 per regel. Plaatsing b-i3 abonne-
ment volgens tai-ief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s- Graverthage.
11. Apii
–
1 1921.
Zooals meestal om deren tijd van het jaar, bleef ‘de
geidmarkt, gecluren de de afgeloopen beriehtsweek nog
vrij vast. Geld voor particulier ‘disconto was er bijna
geen enkelen dag ‘beschiHbaar. Slechts nu en .dan kon-
den kleine postjes van het alIeibeste papier voor
4% pOt. pldatsing ‘vinden. Dat de prolon.gatierente
geleidelijk van 5 tot 4 pOt: te’rugliep is dan ook hoofd-
zakelijk toe te schrijven aan’ de zeer geringe vraag,
daar door de ‘talrijke liquidaties en het r.eer verlaagde
koerspeii van de effecten-mark-t de ben-oodigde bedra-
gen ‘veel geringer werden. Ook voor ,,cailgel-d” bleef
het aanbod beperkt.
.
*
*
De wisselmarikit was vrij stationn.air, de meeste
koersen waren na eenige vrij. ‘geringe schomandi-ingen
aan. ‘het einde der week ongeveer gelijk aan die van
het begin. Uiçtaondering m’aaikt&- Londen, dat i’n ver-
ban.d imet de mijuwerkersstak-ig teer aangeboden was.
Vooral Zaterdag vroeg was de stemming ‘uiterst
flauw, zoodat ‘voor 11,25 werd afgedaan. Op ‘betere
berichten omtrent de staking, -trad echter twoder spoe-
di een verbetering in, die lieden verder voortgang
inïakte en .denkoers weder iop ca. 11,31 r-acht. Overi-
gen’s
waren Ba’tav-i-a en Buenos AJres opnieuw
.
flau-
war, 95 latend en 93Y b 94.
LONDEN,
9
APRIL 1921.
Geld was gemakkelijk te ‘verkrijgen in liet ‘begin der
wek, hetgeen veroorzaakt werd door ‘sware uibbertalin-
gen ‘van de Regeering; ‘de markt gebruikte dit Itedrag
gr.ôoten-deels door haar schuld aan de Bank ‘of Englarid
terug te b
e
t
a
l
en
.
‘Hernieuwin-g van daggeld werd voornamelijk tegen
5Y2 püt. gedaan; terwijl dit cijfer ook geldt ‘voor -nieuw
geld. Saldi -werden slechts tegen 4 pOt. opgenomen.
Zevendaags-geid bleef 5X
,
pOt.
I5’oir -het -geringe aanbod van wisels was er in de
disconto-markt niet veel te d-oen en prijzen bleven
or tweemaan’d-s-papier 5
3
/s pOt., dr-iermaands-
010
pOt., vierm’aands- 6½ pOt. en zesmaan-ds- 6 pOt.
MUN-TWEZEN- EN C1RCULATIEBANKEN
IN. NEDERLANDSCH-INDIE.
Onder ‘do zen titel verscheen eenige ‘maanden gele
den een boek van de ‘h-and ‘van Mr. Visseri-ng, (Amster-
dam, J. II. de Bussy 1920). Hèt -beivart. ‘een ibreed op-
gezet pleidooi voor eene -scheiding rvan ‘de muntstel-
sels van Nedèrlan’d en Ned. Indië, en wel, woals uit
itt hier -volgende zal -blijken, eene scheiding in het be-
lang van Ned. Indië.
Hoe komt ‘de Presideni
iran -de Nederla’n,dsohe Bank
er toe, om zijne belangstelling ‘aldus te richten op eene
meer specifiek. Indische. qu aestie? zou men kunnen
vragen. Het antwoord vinden wij in -cle voorrede, waar
Mr. Vissering het feit rnemoieert, idiat -deze qua-aktie
redde meermalen is opgeworpen, hij ‘voorziet, dat bin-
nenkort zeer geiyichtijge beslissingen ten aanzien van
hot, munbwezen. in Ned. Indië zullen moeten rwordbn
genomen en hij wil door dit hodk ‘materiaal bijdragen,
dart n’o-odig kan rblij’ken,.om ‘die beslissingen met juist
inzicht te
nemen
en te ‘beoord-eelen. Dank zij zijne
vroegere werk’zaamheid in Ned. Indië besehi’k-teMr.
Vi-ssering -over zeer veel materiaal, dat in dit boek
verwerkt kon worden. – –
320
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 April 1921
Daanbij komt nog iets:
Bij
de lezing van het tiende
hoofdstuk, hetwelk de conclusies bevat van den achrij-
ver nopens de te nemen beslissingn inzake het Ned. Indische Mu.ntstelsel voor de naaste toekdmst, kaai
men zich moeilijk aan den indruk ‘onttrekken, dat de
schrijver – misschien onibewust – een pleidooi wilde
schrijven ter verdediging van de houding der. Nedei:-
landsche ‘Bank tegenover Ned. Indië in ‘dexi jonigsten
tijd.
•
Het streven van. den President ‘van de Nederland-
sche Bank
nm
de publiciteit inzwke de gestie ven ‘dit
Instituut uit te breiden buiten de grenzen, waartoe
het Ba’nk in
octrooi de Oirculaitiebaik rei.plichit, kan
niet anders dan met de grootste ingen’omenheid wor-
d’eii begroet. Naast .de wckelij’ksche publicaties ‘van
de Balans, geven de talrijke brochures van: den Pre-
sident ‘der , Nederlaudsehe Bank aan het publiek op
iui’me wijze de mogelijkheid, om zich een denkbeeld te
‘vormen nopens de ‘door die Bank gevoerde politiek.
Men schijnt hieruit te mogen opmaken, dat Mr. Vis-
sering terecht het gevoelen van de bekende 17 Hoeren
in hun protest van Mei 1920 geuit, niet deelt, als
zonde het publiek geen recht hebben zich te bemoolen
met de door de Nederlandsche Ban’k gevoerde of te
voeren politiek: Op lof’waardige wijze bracht Mr. Vis-
sering achjtereenvolgns al de hoofdlijnen der gevolgde.
Bankp.olitiek voor ‘het forum dor publieke opinie, de
gou4politiek, de eredie’tverleeninig, de Ibanikbilletten-
uitgifte enz. ‘en thâns weer de politiek tegenover de
J’a’vasche Bank gevoerd.
Bezien wij dit boek nader, dan blijkt, dat het ver-
deeld is in drie Afdee]in’gen, ‘waarvan de eerste eeiie
uitgebreide en ijkeurige historische inleiding geft
nopens ‘het Munt- en Bankwezen in Necierlandseb
Indië tot ongeveer het begin dezer eeuw In hoofdzaak
dient dit historisch overzicht, ‘om het gevaar voor
Nederland van de zil’verterugvl’oeiing uit Nec!. Indië
duidelijk te tmaken. Het schijnt overbodig om deze
uaestie voor de lezers van dit blad uitvoerig uiteen
te zetten.
Vermelding verdienen in deze afdeeling nog een
hoofdstuk over de steeds krachtiger wordende positie
van de Ja’va’sche Bank tot aan’ het jaar 1906 en een
in ‘breecie trekken gehouden scMlderin ‘van de dp-
leviug van Ned.. Indië op economisch gebied na 1906.
De volgende afdeeling behelst ‘drie muntadviezen
door Mr. Vissering gedurende zijne Indische jaren
uitgebracht .aa’n het Gouvernement., Van deze eidsvie-
zen heeft het tweede meer in het ‘bijzonder ‘waarde
‘voor den gang ‘van het betoog in het besproken boek.
Daar de ‘maatregelen en voorschriften op muntgeibi’ed in Nederlandsch Indië onoverzichtelijk waren gewior-
den in den loop d!er
tijden,
had het Gouvernement het
voornemen om deze geheele materie in eene nieuwe
wet te codificeeren en ide Directeur ‘van Financiën
legde aan het Bestuur van de Jaw’asch’o Bank ,een ontwerp van wet voor met verzoek, daaromtrent te
willen rappor’teeren. Dit ‘rapport is het hierboven
bedoelde tweede Muntadivies., iHet begint met een
uitgebreid historisch overzicht van de Necierlandsehe
en Nederlaindsch Indische Muntstel’sel’s. De buiten-
staanld.er vraagt zich niet zonder verwotid’eriiog iaf, of
de Javasche Bank het meerendeel ‘der daar voorge-
dragen feiten hij den. Directeur van Financiën niet
als bekend im’o’ch t veronderstellen. Hoe dan ook er
wordt uitvoerig uitgelegd, hoe Nederland in 1.875 na
lang aarzelen tot tden g.ouid’en (hinkende’n) stanidaard
overging, hoe door die aarzeling het zilvergeld na den
overgang niet ‘dan met zeer groot verlies kon worden
outmunt, hoe om verschillende redenen, die ion’fmun-
ting achterwege bleef en ‘hoe Nederlandsth Indië
s’uccessievelijk een zeer gr’oot gedeelte wat
hunne naetaalwa arde betreft, zeer sterk gedeprecieerde
zilveren .standpennin’gen’ had ‘opgenomen.
Na deze inleiding wordt’ dan betoogd, dat Neder-
land de garantie voor de pariwaarde dier zilveren
munten moet blijven dragen, ook al zijn ze in Neder-
landseh Indië; dat de wil ‘daartoe van de ‘Nederland
sche Regeering ‘duidelijk in de Wet moest blijken:
Hierop volgt eene belangwekkende ‘Ibeschouwing over
het feit, dat zilver
h.ei
gewenschte circulaitiemiddel
‘ in Ned. Indië is. Daar’ ‘dit ‘metaal ‘echter door zijne
voortdurende depreciatie niet meer ideugt jals waarde-
meter, moet men aan .de zilveren ‘munten eene vasite,
fiduciaire gouid’waarde verleenen; ‘m:a.w. ook bij eene
nieuwe regeling van ‘het muntwezen moest, volgens
het iadvies ‘van 1908, d’e ‘bestaande gouden standaard
voor Ned. Indië gehandhaafd blijven.
Een aiguiment ‘van de tegenstanders van den gen-”
den standaard’ voor Indië wordt daarna ontzenuwd
en het is wel nuttig ‘hierbij een ‘oogenbliik stil te
staan. Inmers ‘de geheele quaestcie van het zilveren
teekeugeld is in haar wezen dezelfde als die ‘van het
papieren teekengel’d; waar deze laatste quiaestie nog
altijd van :zul’k een intens actueel belang is, schijnt
het nuttig om met aandacht te beschouwen, wa men
i.nder,tij’d voör het loslaten van de goudibasis van
teekengeld’ vist aan te voeren, en vooral; ‘wat Mr. Vis-
sering destijds er tegen in. bracht, hij, die thans zulk
een voornaam aandeel heeft, in de politiek ten op-
zichte ‘van ‘het Nederlandsche papieren ruilmi.dldel hij
ui’tnesnend.heicl, de billetten van ide N’ed’erlandsch’e
Bank. Hetgeen dan de tegenstanders van de goud-
basis ean’haalden, was het voorbeeld van Del’i. Daar
had men ‘zich jiren lang moeten behelpen met den
steeds meer de,reeieerenden zilveren Dollar en.
dit behelpen is juist ‘de oorzaak geweest van groote
voordeel’e.n voor de cultures en ‘de exp’orteurs van
l)eli. Die schijidbare tegenspraak is gemakkelijk ‘te
verklaren, ‘zegt de J’avasehe Bank (Mc. Vissering). En
er ‘volgt eene aanbaling van hetgeen Mr. N. G. Pier-
sea en Dr. A. Vrolik schreven in hunne nadere ver-
dediging van hun voorstel tot de vet van 1884 strak-
kende, gelijk men weet, om gedeprecieerde teekenmunt
op ‘zijne.goudpariteit te hanidihëw’en. De beide bekende
econ’omiisten wezen er op, wie in het algemeen wel en
wie niet de naideelen zouden ondervinden eener depre-
ci’atie van ‘het geld ten gevolge van het loslaten der
goudhasis; ‘zij schreven: ,,Niet ‘den bankier, niet den
grooithanidel’aar, hebben ‘wij bij het indienen van ons
voorstel op het oog gehad; allerminst den ekporteur,
w’ien eene rjzing ‘der wisselkoersen steeds welkom is,
‘maar den ‘kleinen rentenier, den gepeizsion.neerde, den
ambtenaar, den daglooner. ,Daalt Ide waarde van het
goud (? moet wel zijn
1
geld) op
‘hunne schouders zal
het neerkomen.” Het advies vereenigt zich ‘hier vol-.
komen mede en toont dan aan., dat ‘van al de hier
genoemde ‘klassen, die nadeel ‘konden ondervinden, in
Deli ‘de ‘meesten ontbraken .of door hijzonidere omstan-
digheden buiten het ruilmiddel omigaan’de, ze niet
voelden; slechts de ‘klasse ‘der ambtenaren bleef over
en die had ok genoeg geklaagd over ‘het dure leven
op Deli.
Gelijk gezegd, deze reminiscentie is wel merkwaar-
dig voor dezen tegenwoor’d’igen tijid, waarin os. ban-
kiers ‘in hunne jaarverslagen den raad’ geven niet ‘te
bang te ‘zijn voor inflatie.
Na aldus de ‘wenschelijkheid van ‘het behoud der
goudibasis voor het Ned. Indische rui’l’midel t
e
hebben
aangetoond, behandelt de J’avasche Bank in haar
advies van 1908 ide vraag, ‘hoe de Regering ide par.i-
w:aarde van ‘het teekenigeld ‘zal ‘kun,nen ‘waarborgen,
waartoe zij naar het oordeel dier , circulatiebank ‘bij
de wet moet ‘verplicht worden.
,,Deze vraag zal, evenals in ‘andere landen, telkens
naar omstandigheden te beoordeelen zijn” (bla. 237).
Na het vooropstel’len dezer op,portunistisehe formule,
wordt erop gewezen, hoe do circulatieba.niken de ‘Regee-
ring ‘hierbij groots diensten kunnen bewijzen. De
Javasche Bank haalt dan ee’ne ‘schriftelij’ke verklaring
aan., die ‘de Nederladsche ‘Bank aan ‘de Ned’erlandsche
Regeering op haar verzoek afgaf ibij. de (destijds)
laatste vernieuwing van het Ibankoctrooi, welke ver-
kl’aring, zooals men uit d’e er’via.ring weet, helaas thans
hare geldigheid ‘schijnt te hebben verloren. Zij is juist
daardoor thans echter veel mekwaardiger clan destijds;
zij luidde:
,,De ‘Directie ‘der Nederlandsche Bank ‘veiibindt, zich
13 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
321
tegenover ‘de Regeering tot handhaving en voortzet-
ting van de tot dusver door haar gevolgde goudpoli-
tik, door ‘hij stijiging van de wisselkoersen up ‘het bui-
.tenland bven de pariteit der gou’d.w’aarde, haren
goudvoorvaad, zooiang zij ‘daartoe ‘hij machte sal
zijn,
voor uitvoer ‘beschikbaar te blijven stellen op den voet
van
f
1653.44 per Kilogram fijn ‘voor ‘haren en tot
hiermede overeenkomende prijzen ‘voor gouden munt-
speciën.”
Eigenaardig treft het hiernaast te lezen eene pas-
sage, waarin de schrijver, President van de Neder-lanidsche Bank, de ‘weigering van dat Instituut om
verder goud aan de Javasche Bank af te geven, be-
spreekt (‘hlz. 374):
Nog eenige bijkomstige redenen hdb’hen ‘de
Nederl’andsc.he Bank tot dit ibesluit geleid. In Neder-,
land meende de circulatiebank geen goud aan het
publiek te moeten afstaan, omdat het ‘publiek door
het ‘belangrijk a,gi’o op goudmetaal ‘elder.s te verwer-
ven, een geheel oigemo’tiveerde, persoonlijke winst
door die afgifte kon maken. . ..
Dc Javasc’he Bank ‘bleef bij bare gezonde principes
van 1908 en gaf wel goud af; zoodoende zou ide
.,o’a.qern,otzveerde, persoonlijke” winst,
.die men ‘aan de
Nederlanders in ‘Nederland
moest
onthouden, in de
zakken van ‘had’ji’s en Arabieren ‘komen.
Ik moge volstaan deze ibeide citaten naast elkaar
te stellen zonder er hier ‘verdere beschouwingen aan
vast ‘te knoopen.
Er ‘wordt verder erop gewezen, dat ook ‘de J.a’v’asohe
Bank veel zal ‘kunnen bijdragen tot de handhaving van de goudpaiteit voor de in Ned. Indië circulee-
iende Nederlandsche zilveren teekenmunt. Op de
daarbij aangevoerde argumenten zal hieronder nader
teruggekomen worden. Het nivies einidig’t met d’e ‘be-
handeling van eenige ‘technische ‘details op munt-
gebied.
De Derde Afdeeling van het ‘boek ‘brengt ons ‘op
het ‘gbied van de actueele muntpolitiek, zij handelt
over
het vraagstuk der scheiding van muntstelsels
tussohen Nederland en Ned. Indië. Men zou de beide
voorafgaande Afdeelingen kunnen beschouwen als
eene ‘inleiding t’ot ‘deze derde Afdeeling en men moet het, ‘buitengewone talent van d’en schrijver Ibewonde-
ien, die het niet zonder durf weet klaaT te spelen een
historisch ‘overzicht en eene verzameling van adviezen
zoodanig achter elkaar ‘te doen afdrukken, dat men ze
leest als de hoofdstukken
‘van
één boek, dat men, er
een doorl’oopen.d ‘betoog in kan lezen.
Ons ‘wordt ‘eerst voor ‘oogen gevoerd, hoe Ned. Indië
kwam aan zijne ununteenheid met Nederland dan, in
de ‘adviezen, welke ‘gevolgen dat ‘voor Indië met zich.
brengt, welke verantwoorde] ijkheid Nederland daar-door op zich nam, tihans komt ‘in de derde Afdeeling
als eerste hoofdstuk het vierde muntacFvies van den
schrijver, ‘he’tavel’k hij. ‘in. 1913 aan de Regeering gaf.
T)•irt handelt ‘over de fwending ‘der gevaren, welke voor Nederland voortvloeien uit zijne bovenbdoelde
verantwoordelijkheid.
Bij de behandeling ‘van de nieuwe mun twetten was
in 1912 in de Staten Generaal als afweermiddel tegen die gevaren aanbevolen eene scheiding van muntstel-
sels. De Regeering beloofde de zaak te doen onder-
zoeken Idloor eene ‘Staatscommissie en ‘noodigd’e ‘den
President van d’e Nederlandsche Bank uit eene noo-
d’anige Ooiumisie te iwillen samenstellen en er het
Voorziterschap van te aanvaarden. ‘Deze ‘bean±woor.dide
dit verzoek met een uitvoerig advies, waarin hij ‘de
benoeming eener zooda.nige Oomim’issie ontraadde.
Zijn betoog ‘was, dat de hier’hedoeldd gevaren ‘boston-
den in eene rterng’vl’oeiinjg van ‘het zilvren teekeugeid
naar Nederland, hetwelk alhier niet in de circulatie
zou ‘kunnen ‘word’en opgenomen en dus – niet zon-
der groot verlies ‘voor ‘de schatkist – ontmunjt zou
moeten worden. ‘Schrijver betoogt dan, dat Nederland
zich aan die verantwoordelijkheid’ niet mag unttrek-
kou (‘daarmede blijft hij in de ‘lijn van het ‘tweede
muntadvies ‘voormelid). Als pleister op de wond ‘werd
echter onmiddellijk ‘daarop aangetoond, dat de waar-
schijnlijlcheid niet groot was, dat het in theorie .be-
staande ‘gevaar in zie
practijk
zou tot uiting ‘komen.
Ned. Indië zou, naar des’ schrijvers overtuiging, Ide
op rzijn gebied aanwezige voorraad zilveren ‘teeken-
munt wel altijd nooidig hebben ‘v’our zijne eigen be-
hoef’te. Die lb&hoef’te -toch is sedert 1905 .belan’,gnjk
groot’er geworden, d’oor de uitbreiding van, ons recht-
streeksch gezag over een veel grooter ‘deel van ‘den
Archipel. i)oor het gebruik slijten de munten en er
gaan er ‘verloren, ‘de voorraad wordt ‘dus kleiner ‘van liet
reeds aanwezige .zilvergeld; voor hbt nieuw daarheen te
zenden ‘zilvergeld ‘hebben ‘wij sedert 1912 een garan-
tiefonds in het zgn. Mun,tfonds, waarin ‘de fiscus dc
winsten behaald door ‘de seignoriage moet etorton.
Oo’k het argument van den vreemden veroveraar, die
het Nederiandsche teekengeld uit Indië naar Neder-
land zou kunnen terugzenden en door eigen teoken-
geld ‘vervangen, wordt onder ‘de oogen gezien en out,-
zenjuiwd. De Regeering vereenigde zich ‘met dit advies
en liet de zaak, rusten.
Nu komt Mr. Vissering in zijn laatste hoofdstuk
op ideze quaestie terug en ‘komt tot de conclusie, ‘dat
men thans binnenkort tot scheiding der muntstelseis
moet overgaan. Dit ‘slot is, even verassend als ‘belang-
woikkend. Men’ houde zich goed voor oogen, ‘dat de
quaes’t.ie in 1.912 erover liep een ‘middel te vinden, eau
de
gevaarlijke
gevolgen ‘voor Nederland, van de een-,
heid ‘der muntsteisels, af te wenden. De ‘radicale ‘op-
lossing van het probleem in ‘de Staten Generaal aan-
gegeven was: opheffing dier eenheid, dus scheiding.
Met s’beekihoudende argumenten ontraadde Mr. Vis-serin,g in 1913 die wijze van. handelen. ‘Thans begint
hij zijn ‘betoog van 1920 met de vaststelling, dat die gevaron ivooT Nederland om verschillende redenen
niet meer bestaan, waaronder in Ide voornaamste
plaats ‘de zeer sterke rijzing van den zilverprijs en
het als gevolg daarvan insmelten ‘door de bewoners
van Ned. Indië of derden van liet aldaar circuleerende
Nederlandsc’he zilver’geid; men zou meenen, dat de gang
van het ‘betoog ‘moest luiden, dat nu voor Nederland
er geen gevaren meer voortvloeien uit ‘de eenheid van
muntateisels, niets zich meer tegen eene ¶bestendigi.ng
van die eizheid verzet, maar nu komt een verrassende
‘wending: ‘het laatste hoofdstuk beveelt de scheiding
der ‘beide muntstelsels met ‘klom aan. Toch ‘is het be-
toog ‘van Mr. Viss’ering consequent.
Reeds aan het slot van ‘het advies van 1913 werd
gezegd, dat, wanneer over 1.5 of misschien reeds 10
jaar het M’antfonds tot een zood’anig bedrag zou zijn
aangeg-roeid, dat het als garan’tiefondi voor de in
Ndd. Indië circuleeren,de zilveren teekenniunt zou
kunnen ‘dienen, deze kolonie
zoover zou kunen zijn
tegen dien ‘tijd als thans reeds ‘(1913) Bri’tsch Indië
en de Straits ‘Settlements zijn, zoodat zij zich de weelde
zou kunnen veroorloven ‘van een eigen ‘koloni,aal ‘munt-
stelsel ook voor de zilveren teokenmunt. Tegen dien
tijd zou een ‘onderzoek der quaestie eener mu.utschei-
ding dcor oene Staatscommissie op bare plaats zij:n. Hier als het ‘ware bij aanslujtende, deelt de ad’viseur
van 1913 thans mede, dat die tij’d gekomen is, dat
Ned. Indië en ‘de Indische circulatieban’k thans ‘hunne
positie dusdanig hebben versterkt, dat ‘die kolonie ‘de
weelde van een eigen muntsrteisel kan’dr agen. Boven-
dien, zoo wordt ,an verder betoogd, hebben verschil-
lende onas’tan’digheden ertoe geleid, ‘dat thans de facto,
die scheiding van munts’telsels reeds bestaat, slechts
de waarde,meter is nog dezelfde, doch ide iniun’t’s’telsels
van Nederland en Nederlandach Indië hebben in de
practijk thans geen enkel muntsoort meer gemeen.
Wel mi, zegt ‘de schrijver (pag. 377) ,,laten wij idien
toestand dan ook in theorie aanvaarden en in de munt-
wet vastleg’gen”. En schrijver’ eindigt zijn boek met
er op te wijzen, dat alle ernstige bezwaren, welke vroe-
ger tegen eene scheiding van ariun.tiwezen bestonden, thans verdwenen zijn. ,,De tijd ‘i’s rijp voor eene defi-
nitieve beslissing.” (blz. 380). ‘Die definitieve beslis-
sing zal ‘de scheiding moeten brengen; deze beteekenrt
niet ome indestoeiklating door Nederland van zijne
322
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
13 April
1921
k.oloniën, maar eens ontwikkeling van Indië tot meer
eigen kracht ook ‘op idit punt. Ib1z. 378).
Waarom dus thais scheiding? Niet wegens het ge-
‘a.ar vôor Nederland, dat de ‘Staten Generaal van 1.91
als ‘scheidin’gsg’ro’nd eventueel wilden 1)eschouwen, in
tegendeel, zoolang dat gevaar bestond, kon de schei-
ding niet plaats ‘vinden, Nederland
moest
dat gevaar
loop en cn blij ven loop en, het mocht niet adgeiken’teld
worden op Ned. Indië. Nu is het er niet meer en
bovendien is Ned. Indië rijk geworden en bezit nage-
noeg ‘geen Nederlandsche munten meer. Daardoor
kan
men nu ‘tot scheiden overgaan, en dus
moet
het
er klan maar van ‘komen. Als men het ‘geheele ‘betoog
zee kortelij.ks samenvat, dan bespeurt men, waar wij
aan des schrijvers hand over iden afgrond moeten
springen. Tu.sschen het kunnen scheiden en moeten
scheiden gaapt een kloof, die slechtst kan ovenbruSd
worden d’oQr de wenscheliikheid van die scheiding aan
te toonen. is dit bewijs geleverd, dan kan ,men zeggen:
het is nuttig, 1dus noodig.
Dat Ned. Indië ‘op het oogeisbli’k door de stijging
«au ‘den zilwerprijs en het Idientengevolge uit de cir-
eniatie rv.rdiwijneu ‘van het zilveren beekengeld, en
voorts door de depieciatie van het Nedorlandsohe
papiergeld met als gevolg het ‘go-udagio en de weige-
ring van de N&ierlandsche Bank om aan dé J,avasche
Bank goud af ‘te geven, dat, zeg ik, door dieomstan-
digheden Ned. Indië thans bijna geen Nederla’ndS
sch
standpenningen bezit, ‘kan geen bewijs opleveren voor
de wensch’el.ijkheid eener scheiding. Wij houden dan nog over het ‘boven’geciteerd’e argu-
ment ‘van de ontwikkeling van Indië tot moer eigen
kracht ook op dit, punt. Het moet echter wel treffen, ‘dat uit Ned. Indië zelf geen stommen in die richting
zijn opgegaan. Mr. Vissering noenit een eigen munt-
stelsel ‘eene weelde voor Ned’. Indië; een weeldear.t’i’kel
heft altijd’ twee eigenschappen, het levert een genot
van een ibijitentgewonen nard op en het is duur. Aan
don laatsten eisch kan het eigen niun’t,stelsel ‘onder
omstandigheden ‘voldoen, het kan Indië ‘duur te staan
komen, ‘maar welke is ‘het genot, dat die kolonie ervan
kan hebben? Zoolang’ het Nedit
‘erlad’sc
an
‘he untweden
in orde is, vermag ik geen speciale voordeelen voor
Indië te zien in het opgeven ‘van de in 1.854 na zee-
veel moeite verkregen eenheid, van mnnbwc’zen. Die
eenheid toch brengt mede, dat Indië, ials Nederland
een
goed
geordend murutwenen ‘heeft, dat eveneens
bezit en er alle voordeelen van ‘verkrij.gt. Hapert er
echter iets acm het -Nederlanid’sche miintwezen, dan zou
het cor ‘Indië ‘van «voordeel
knivn,en
‘zijn om ‘tot een
eigen muritstelsel over te gaan; noodzakelijk is dit
ook zelfs in dat gv.al ‘niét, omdat een eigen Indisch
•niwytvenen in theorie ‘even goed in wanorde ‘kan ‘te-
raken, als liet Ndér1andsche. Maar ‘hou Indië op dien
grond olp eens scheiding aandringen, wat het niet
doet, ‘dan ‘zou men in waar.hoi!d kunnen spreken van
cciie ‘indesteeklatin’g, Indië ‘zô’u zijn rnoed’erland ver-
zaken ‘op ruiinbgebied.
Hier moeten wij terugkomen op het ‘tweede muht-
‘advies en wel op ‘hegeen de Jaiv’asc’he Bank mededëelde
omtrent ‘de steun, die ‘deze circulatiebank kan ver-
leenen ibij het op goud’par.i’tei’t houden a.n het Ndder-
landsche ruiltmiddel. Zonder te veel in bijzondr.hedËn
te treden (‘belangstellen(den ‘zij de betrokken passage
t.a.p. blz. 238 ter lezing”aaobefroien) ‘kan men zeggen,
dat ‘de Javasche Bank, naar ‘haar eigen oord’eei, uit-
stekende «diensten in dien zin kan ‘verleenen en reeds
verlèenid’ heeft. ‘Zij heeft het in ‘hare nnaht door dis-
oonteering der ‘oogstwissel’s ‘op Londen, ‘zich ‘zooveel
goud te-verschaffen, a.is’zij wil, ten.hnin’ste in normale
‘oogstj aren. Want in zulke .jaren’ overtreft ‘de export
van Inidië verre den import, ‘het excedsnt kan ‘de
Indische eiroul’atiehan’k ‘zich dan in goud ‘laten uit-
betalen’-en ‘dit goud ‘aan do Ned’erlandsche Bank af-
-dragen, als die het uoo:dig mocht hebben in liet, belang
van ‘de gou’dpariteit ‘van het ruilmiddel. ‘De door ‘de
Javasche Bank ‘aairrgegeven, zeer logische, hrganisatie
van wat men ‘zou kunnen noemen de Muntwacht, is
dus: De Regeering is verantwoordeljk voor den toe-
stand van ‘het ruilmiddel, zij wordt gesteund idoor ‘de
Nederlandsche Bank, en deze kan ‘op hare beurt
rekenen op den steun van de Javsche Bank. Dit
stelsel, levert -in het ‘oogspringende voordeelen op;
schieten op een oogenbl’ik de -krachten van ‘de Neder-
landsc’he Circula’tiebank tekor’t, dan kan de steun uit
Indië haar de vervulling harer taak mogelijk maken,
kan anderzijds in tijden van malaise in ‘de cultur-es ‘de
Tajvasc-he Bank weinig steun verleenen, dan is ‘het ‘zeer
wel mogelijk, . dat de ‘Ned’erlandsche Bank op dat
oogeniblik zoo sterk is, dat zij ‘het ‘zonder dien steun
af ‘kan; gevaar voor het rui’lmididel dreigt dan sledhts,
wanneer in eene periode beide circulatidbanken in eens
zwakke ‘positie staan. En zelft idan nog blijft de ‘moge-
lijkhe’id, dat de Regeeri’ng het buiten den ‘steun der
‘beide circulatiebanken ‘kan stellen. Ik denk hier aan
de les, gegeven door R. G. L&vy en afgedrukt in het muntad’vies van 1912 (t. a. ‘p. hlz 356):
,,Lâ
alt
les particuliere ne peuvent pas puiser le
mé-tal jaune ‘dans la ci’rcnlation, -il faut que ‘l’au’torité
pnblicpie -opère les ‘remèdes qui ont le ‘mé-me effet; et
pour les effe’ctuer sans )difficul’tés, le Trésor doit an
prialaJbIe ‘avoir .préparé les moyens ‘de le faire, c. a. d.
être’ criditeur de sommes importantes sur des pl’aces
1
‘traugères.”
Maar in dit systeem werken deze drie krachten alle
mede tot berei’kinJg van ‘het eene doel, het houd-en -op
goudpëil van de ,circulatiemiddelen van Nederland, ‘die
door de eenheid’ “van muntwezen -ook die van Ned.
Indië ‘zijn. Verbreekt men die eenheid, dan zullen ook
de ‘k’rac-h’tsiiaspann’ingeu dier drie ‘m.ohten anders ge-
richt worden, aan diwergeeren; de Javansahe Bank
zal voor de Indische i’oepy gaan werken, de Neder-
landsche iBank voor de Gulden, eventueele onderlinge
steun ‘zal eene vriendelijkheid- worden, geen noodzaak
meer ‘zijn. Dit komt- al dadelijk tot uiting, waar Mr.
‘Vissering op blz. 378 de mogelijkheid bespreekt eener
later eventueel noodige Indische ‘valutaleening, waar-
van men, naar het ‘oordeel- van iden schrijver, mag ver-
wachten, dat zij in Nederland’ in ruime mate de ‘be-
l’an.gstel-ling van het heleg,gend publiek zal trekken.
Mr. Vi,sserinig sluit zich op zijn ‘gebid dus aan ‘bij
het koor van diegenen, die voor Indië ‘zelfsbandigheid
eischen. Dieper op deze -kwestie in ‘te gaan, zou be-
teekenen het geh’eele moderne ‘koloniale vraagstuk ‘te
oritrollen, ‘hetgeen de ‘grenzen ‘van ‘dit artikel ver te
buiten zou gaan. –
Maar, zou -men ‘kunnen zeggen, Britsdh Indië en de
Strai’ts ‘Settlements dan? Al neemt men aan, dat deze
kolonies terecht, een eigen qnirntwezen -hebben gekre-
gen, dan nog bewijst dat niets ‘voor Ned. Indië. De
omstandigheden, die ‘ginds leidden tot een eigen
,munttstel’sel ‘bestaan bij ons niet.
De inleiding van het ‘boek van Mr. Vi’ssering legt
den -nadruk erop, dat Nederland met zijns bevolking
van nog geen 7 millioen ‘de zorg op ‘zich heeft gen-o-
-men ‘voor het inuntwOzen van Ned. Indië met zijn
50 milli’oen bewoners en ui’bgestrekt gebied. Bij de
lezing daarvan -zou ‘d’e gedachte ‘kunnen rijzen, dat het
misschien beter ware, om, als -liet maar eenigsz’ins k-an,
van’ die zware zorg bevrijd ‘te worden; maar ‘heb ik niet ergens ‘gelezen, dat’ voor Nederland zijn ui’tge-
bruid -koloniaal bezit niet zoo’zee’r het voordeel op-
levert van zeer winstgevende ‘onidenneminigen en ‘han-
delszaken, maar bovenal – het voordeel, dat het een
klein volk nOod’za*t tot -het voortdurend volhiengen
‘van grOots ;d,adenl C. K. . B.
ECONOMISCHE DWAtINGEN EN DE LAND-
-BOUWPRODUCTIE.
In “den laatsten tijd ‘is ‘door mij
meer
dan eens be-
weiid, .dat men door ‘onvoldoende inwicht in ‘den land –
‘bouw bezig ‘is het maatschappelijk gebouw te i’eetau-
roeren, zonder re1cenii’ng te houden met -de funida-
mei’iiten ‘van ‘dat gebouw en dat liet daarom u’oodiijg ‘is’
inzotnide’nheid onidr de imtellectueelen, meer iuzjidht
te -verspreiden om’trnenst het karakter der landbouw-
1.3 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
323
L
productie en hare beteakeaiiis voor het ecouom.isch
leven. Het ‘doel van de volgende beschouwingen is,
deze bewering eeniigszins nader toe te lichten.
Zal deze toelichting ‘volledig zijn, soo zou ik echter
meer raiinite noodig ‘hebben dan ik durf vragen. 11<
zal daarom ‘kont moeten zijn en mijn betoog hier
en daar Jet karakter moeten geven van eene opeen-
volging van stellingen, waarvan sommige elk op zich-
zelf het ‘onderwerp van een afzonderlijk artikel zou-
den kunnen vormen. Ik hoop intusscdien, dat ‘diie be
knoptheid aan de duidelijkheid niet al te veel af.
breuk doet.
Als ik den landbouw het fundament noem van het
maatschappelijk gebouw, dan bedoel ik ‘daarmede
meer dan een.vondig Bene gemeeniplaats Deze bewe
ning steunt hierop, dat ‘de meest wezenlijke behoeften
van dan .mensch, clie aan ‘voediing, kleediigg en ge-
deeltelijk ook woning, slechts kuninen wonden bevre-digd, door middel ‘van or’ga.niische stoffen. De inidu-
strie kan die stoffen wel veTwerken, de handel kan
ze verplaatsen, maar ze voortbrengen kan alleen de
landbouw. Daarom moet de stedelijke en industrieele
bovenbouw van elke maatschappij rusten op een land-bouwfundainent. Oorspronkelijk waren bovenbouw en
fundament vereeni.gd
in hetzelfde bedrijf: de primi-
tieve natuurhuishou’ding. Later kwam er scheiding
tussehen
nijverheid
en ‘landbouw, maar beide bleven
in eiken ders nabijheid: de betrekkelijk kleine steden
vonden hun landbo’uwfun’dameut in de onmiddellijke
omgeving. Deze toestand gaf aan het bestaan eene
groorte mate van zekerheid, terwijl de maatschappij
gemakkelijk was te doorzien, wat voor allerlei eco-
noinisch ‘bijgeloof behoedde. Later is gekomen ‘de we-
reldhuish&udiirig met ‘hare groots bevolk.ingsceutra,
die hun Jandbouwfundament meer en meer vonden
in andere landen en andere werelddeelen, waardoor
de verhoudingen voor velen niet meer te begrijpen
waren en allerlei dwa]inge.n op economisch gebied
een zeer ‘gesch.ilcten voedingsbodem vonden.
Deze d’waiin,gen vinden, voor zoorrer zij niet aan
de opperviakkig’h’eiid zijn ‘toe te schrijven, welke het
stedelijk leven uit zijnen aard eigen is, haar oor-
sprong ‘vooral daarin, dat het denken over de econo-
mische mogelijkheid van sociale ‘verbeteringen een-
ijclig steun-t op het ,i.ndustrieele productieproces, ter-
wijl het laraclbowv-prroductieproces per slot van reke-
ning het fundament van de geheele ‘voortbreng.ing is
en in haar de groots lijnen, die den vorm van het
maatschappelijk gebouw bepalen, haar oorsprong vin-
‘den. Dit is te ibedenkelijker, wijl het productieproces
in dan 1 endhouw een geheel ander ‘is dan het indu-
strieele proces. Bij dit laatste speelt de arbeid de
beslissende rol en het is niet moeilijk te verklaren, hoe men, van dit standpunt uitgaande, komt tot de
inzichten omtrent bestaansmogelijkheid, omtrent
loon, omtrent de regeling der productie en omtrent
den invloed van de hevoikin-gsdichtheid op de wel-
vaart, die tegenwoordig in gele kringen o’verheer
sohen. Dat ‘diie inzichten echter voor een groot deel
op dwaling berusten, springt duidelijk in het oog’
zoodra men ze toest aan ‘het karakter van ‘de land
bouwproductie.
Bij h.ert productieproces in den Jain1dbo.u* speelt niet
de
arbid
de beslissende rol, maar de grond. Het zijn
inzonderheid ide beperktheiiid van den grond en de wet
der afnemen-de bodem- of meerôpbrenigst, welke oor-
zaak zijn, .dat de ‘verhoudingen bij de lainidbouwpro-
ductie geheel anders zijn dan ‘bij de industrie. Laatst.-
genoemde wet komt, zooaJs bekend ‘verondersteld mag
worden en daarom hier alleen wordt aangestipt.
hierop neer, dat op eene zelfde oppervlakte slechts
eene beperkte •hoeveeffieid organische stof kan wor-
den voortgebracht en arbeids- en kapitaalsaanwen-
ding minder productiief zijn, naarmate men, vam
zeker punt af, den grond intensiever gaat cultivee-
ren. Tegen deze wet ‘der afnnmenide meeropbrengst heeft men wei eens bedenkingen geopperd. Onlangs
is dit nog geschied door Dr. E. Leur in
Zijne
,,Ein-
fiihrung in idie Wir’tscJiaftlehre des Landbaus”. Deze
bedenkingen blijken echter steeds op misverstand te
berusten en zijn niet beter te weerleggen, dan door
gebruik ‘te maken ‘van wat men in de wiskunde een
bewijs uit het o’ngerjnade noemt. Als ‘die wet niet
bestond, zou zulks tot zulke ongerijmdheden leiden,
dat ieder voelt, ‘dat nij juist moet zijn. Indien iedere
volgende arbeid’s- en kapitaalsaanwending op dezelf-
de oppervlakte hetself de resultaat opleverde, zou het
dwaas
zijn,
dat een boer, die verscheiden kinderen
heeft, zich ‘in schulden steekt om aan ieder kind een
bedrijf te verschaffen, zooals hij zelf heeft. Hij zou
eenvoudig zijn bedrijf in zoorveel ideelen kunnen splitsen als hij iein’deren had en ieder kind zou op
de kleinere oppervlakte even goed den kost kunnen
uinnen als de ‘vader op de grootere. En deze kinderen
zouden later op hunne beurt weer evenzoo kunnen
handelen. Ook zou het zeer dwaas zijn-, dat wij een.ige
honderden millioenen aan de idroogmaking der Zui
clerzee gingen besteden, indien de exploitatie van
deze gronden geen beter resultaat gaf dan ‘verkregen
kon wonden, ‘door ide ‘voor die exploitatie noodige
kosten aan te wenden tot intensiever cultuur der
reeds ‘anwetige gronden.
Het zou mij te ‘ver voeren op een en ander verder
in te gaan. Mijn doel is alleen in het licht te stellen,
dat ‘deze wet der afuemende ‘bodem- of nieeropbrengst
beslissend is voor de structuur der maatschappij, dat
door hare verwijdering van den landbouw de heden-
daagsehe democratie bedoelde wet uit het oog ver-
liest en ‘dat zoodoende de middelen, welke zij aan-
wendt om te komen’ tot eene restauratie van het
maatschappelijk gebouw, nooidwendiig moeten falen
Uit die wet toch ‘vloeit an.i. voort:
a. daf het met behoud ‘der grondslagen van de
tegenwoor,dige maatschappij niet mogelijk is door
loonopidrjivring ‘te komen tot eene betere verdeeling
van het maatschappelijk inkomen;
5. dat de richting onzer sociale wetgeving in me-
Ti.ig opzicht- berust op kardinale economische dwa
lingen;
c.
dat het socialisme ve,l kan leiden tot meer ge
lijkheid, maar niet duurzaam tot meer welvaart, ook
niet voor de arbeiders.
Het zijn ‘deze drie stellingen, welke ik mij voorstel
in het kort toe te lichten.
Ten gevolge van het ‘bestaan der wet van de afne-
‘mende bcdemopbrengst geeft dezelfde arbeid in den landbouw zeer verschillende uitkomsten. Als men in
eene streek bijv. 3 millioen H.L. graan teelt, ver-
eisohit de voortb’renging ‘van het eerste millioen H.L.
per H.L. minder arbeid dan het tweede millioen en
dit weer minder rdan het derde. Het is gemakkelijk
in te zien, ‘dat het loon zich nicht naar de opbrengst
van den minst productieven arbeid. Men mag dit
onibilljk vinden, maar ‘het ‘is niet anders. En als men
het hooger wil stellen, b11ijft ‘die minder productieve
arbeid eenvoudig achterwege; er ontstaat werkloos-
heid, waarvan men wel tijdelijk ‘de gevolgen kan be-
strijden, maar die toch o’p iden duur, zal de maat-
schppij niet te gronde gaan, ‘door loonsverlaging
moet verdwijnen.
Wat bier nu direct voor den landbouw – en ook
voor de winning van anorganische grondstoffen —
geldt, laat zich langs indirecten weg gevoelen in
de stedelijke en ii’udustrtieele bedrijven. De ‘daarin to
verdienen bonen staan onder den invloed van- de
landbouwloonen, doordien bij groot verschil in loon-
standaard in den landbouw en in andere bedrijven
er een sterke toevoer komt van landarbeiders naar
andere ibedrijven.
Nu kan men mij tegemoet voeren, dat dank zij de
loon-actie, de welstand der arbeiders in de laatste
25 jaren toch sterk is vooruitgeghn. Hierop anjt-
woord ik het ‘volgende:
10.
de verhooging van het ,loon betreft gedeelte-
11
324
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 April 192]
lijk alleen het geldloon en niet het werkelijke loon,
doordien de verhooginig leidt tot prijsstijging;
2
1
. de ‘grootere productiiviiteit van dan arbeid –
ook die onder de ongunstigste omstandigheden –
ten gevolge van den teoh,nisehen vooruitgang ko’n
langs natuui’ljken weg tot verhoogtinig van het wer-
kelijke loon leiden;
3
0
. de vermeerde’rde welstand der arbeiders is voor
een deel ook té danken aan de steeds toenemende
overheiidsverzor.ging; –
4
0
. wel kunnen sommige groepen van anbeiiders,
die ‘geen concurrentie hebben te vreezen, met name
clie in dienst der overheid en sommige mono’polisti-
sche bedrijven, hun welstand ,door loon.opdrjwing
vergrooten maar dit geschiedt dan mede ten koste.
van andere arbeiders, die de door ‘die bevoo’rrechte
aDbeideragroepen tverkregen meerderen welstand in
‘den vbrm van Izoogere belastingen of hoogere prijzen
zullen moeten beÂtaden en zelf hun loon niet kunnen
opvoeren.
Het in het oog houden van het karakter der lond-
bouwproductie en wel speciaal van ‘de wat der afue-
mende bodemopbr.engst leidt ook tot een gakeel an-
deren, kijk op de rticliting, waarin zich onze sociale
wetgeving inzonderheid beweegt, doordien zij ‘den
toestand van ‘den arbeider wil verbeteren door den
werkgever te dwingen den arbeid duurder te betaien.
De wetgever kan wel bepalen, dat de premie voor den
een.en of anideren taik van arb’eidersverzekerinig geheel
of gedeeltelijk ‘door den werkgever moet worden be-
taald, per slot van rekening zal zij toch komen ten
laste van den arbeider. Loon +’ premie kunnen op dec
duur niet hooger ‘zijn dan de opbrengst van iden on-
der de gunstigste omstandig.hden uitgevoerden
arbeid.
De arbeiders mogen zich verheugen over de weitte-
lijke verkorting van den arbeidsduur, in de meaning,
dat zij voor eene kleinere prestatie hetzelfde loon
zullen ontvangen als vroeger voor eeiie grootere, op
dan duur zal het ‘loon zooveel lager moeten zijn, als
de vermindering van het resultaat van den anbaid
door de ver.korti.n,g van dein arbeidsduur bedraagt.
Nu zou men zich niietjteniin bij de bedoelde rih-
birtg in de sociale wetgeving kunnen neerleggen, in-
dien de arbeider’s van het bovenstaande goed waren
doordrongen. Zij zijn dit echter niet. Daardöor leiden
vele goedbedoelde maatregelen van sociale wetgeving
tot verscherping van den loonsitrijd, tot meer werk-
loosheid en tn slotte tot vermindering der productie
met al de gevolgen ‘daarvan ook voor de arbeiders.
,Wat betreft de veronachtzaming van de beteekenis
en het karakter der laoidbouwproductiie spant de.
sociaaldemocratie wel de kroon. Wj staan hier voor
een stelsel, dat geheel is gebaseerd op inidustrieele en
dan nog wel groot-industrieele verhoudingen en alle
productie beschouwt als’ mechanische productie.
De zoo belangrijke organische productie, diie per slot van rekening de bestaansmogeljkheid der men-
schen bepaalt, wordt, zoo er al aandacht aan wordt
geschonken, geheel behandeld als de mechanische pro-ductie. Die organische productie stelt echter geheel an-
dere eischen dan de mechanische en zij levert voor de toepassing van de socialistische theorie ‘in de practijk
ongetwijfeld groote, m.i. onoverkornenlijke moeilijk
–
heden op. Ik wil daarop echter niet verder ingaan,
doch alleen wat uitvoeriger stilstaan bij het hoofd-
bezwaar tegen het socialisme, dat uit het karakter
der land.bouwproductie, met ‘name uit de wet ‘der af-
n.emeizde bodemo.pbrengst, voortvloeit
Het socialisme brengt, doordien het, alle productie-
middelen in het bezit ‘der gemeenschap doet over-
gaan, noodzakelijk met zich mede, dat de veran’t-
woordeljkheid voor het bestaan, wordt verplaatst van
het individu naar ‘de gemeenschap. Dit . geldt ook
voor het bestaan der kinderen. Tegenwoordig ge,voelt
ieder wéldenkend mensch den plicht te zorgen, dat
zijne kinderen later een behoorlijk bestaan- hebben.
Dit zet aan tot werken, tot sparen en totvoorzich-
tigheid op het gebied der gezinsvorming. In eene
socialistische maatschappij zal het ‘anders zijn. Daar
kan het individu voor het bestaan van
zijn
kroost
weinig doen. Het gevolg zal
zijn
grooter roekeloos-heid op het gebied der gezinsvorming en nog sterker
bevolkingsaaiivas dan wij than’s reeds kennen. Wij
komen hier tot een punt, ni. het verband tuisschn
bevolkingsdichtheid en welvaart, waaromtrent allerlei
onjuiste inzichten meer en meer terrein schijnen, te
winnen. De stedelijke middenstander,. wiens omge-
ving al ibijzmder geschikt is vooi de ontwikkeling
van allerlei economische dwaliuzgen, komt er licht
toe, ‘te geloo’ven, dat toeneming der bbvolkiug ‘de wel-
vaart bevordert.
Wie zich stelt op het standpunt der industrieele
productie zal dit wel niet willen aannemen, niaar hij
zal toch ‘ook moeilijk’ inzien, welke gevaren voor de
algemeene welvaart ‘er’ in eene voortdurende toene-
ming der ‘bevolking gelegen zijn. Ieder mensch toch,
zoo hoorde tik onlangs eep jong Ingenieur in verband met dit vraagstuk beweren, brengt zijne beide handen
mede en daardoor het ‘vermogen om in zijn onder-
ho’u’d te voorzien.’ Van het standpunt van’ een inge-
nieur gezien, lijkt
‘het inderdaad zoo te zijn.
Bij
het
industrieele produc’tieproces speelt de arbeid de be-
–
slissende rol en naarmate er ‘meer menschen komen,
kan er meer geproduceerd worden. Voor de industri-
eele productie, zijn echter grondstoffen noodig en bij
de winning daarvan speelt niet de arbeid, maar de
natuur een beslissende rol. Om ons tot de organi-
sche grondstoffen te bepalen, staan wij hier voor de
beperkthed van den grond en de wet der afnemende
bodemopbren,gst. Daardoor’ wordt aan de toeneming
der bevolking niet alleen eene absolute grens gesteld,
-maar ook veroorzaakt, ‘dat die toeneming, van een
bepaald punt af, de strekking heeft ‘de opbrengst
van ‘den arbeid -en daarmede ook het loon te doen
dalen.
Het komt mij ‘voor, dat, er niets nood,zakelijker ‘is
dan dat ‘helderder inzichten ontstaan omtrent den
‘invloed der bevolkiu’gsdichtih’eid op de welvaart dan
tegenwoordig overheersoheii. In het bekende boek
van Keynes vindt men ‘zeer juist de kwetsbare ple,l
van ‘d’e West-Europeesche maatschappij aangewezen:
een te ‘klein’ landbouwfunidaent in verhouding tot
den stedelijken en industrieelen bovenbouw. En wat
Keynes. ‘hier van West-Europa in het algemeen zegt, geldt, naar het mij toeschijn.t, ‘inzonderheid voor Ne-
derland. Het binnenlandsch landbouwfu,ndament kan
men echter niet willekeurig vergrooten, vooral
niet, wanneer de menschen minder willen werken en
meer ‘verteren. Daardoor wordt het bevolkingsvraag-
stuk voor d’e oplossing ‘der sociale kwestie meer en
meer urgent. Dat ziet de democratie door har’e ‘ver-
wijdei
–
ing van den landbouw echter uit ‘in.
Op grond van al het bovenstaande ‘geloof ik, ‘dat
zij haar doel, duurzame verbetering van het lot der
massa door de ‘thans gebruikte of aanbevolen mid-
delen niet zal bereiken, maar dat ‘de geheele demo-cratische beweging zal uitloopen op een igroote de-
bacle. Velen gevoeleii dit, al kunnen zij wellicht dit
gevoel niet precies verklaren Ik heb getracht in, het
bovenstaande idie verklaring in het kort te ‘geven. Zij
is gelegen in een onjuist inzicht in den bouw der
maatschappij, door bij de bestudeer’ing van die maat-
schappij niet uit te gaan van ,haar fundament.
Naar ik geloof, zal men, wil men duurzame ver-
betering der maatschappelijke verhoucliagen, door
veel van wat men voor dit idoel tot tdusver tot stand
heeft gebracht, zoo spoedig mogelijk een streep moe-
ten halen en van voren af moeten beginnen, geleid
door een geh’eel ander ‘inziolit. in de structuur, der
maatschappij dan thans den toon aangeeft, isteunende
op een geheel andere mentaliteit dan tegenwoordig
wordt aangekweekt en gebruik makende van geheel
andere middelen dan men nu aauwendt.
13 )-pril 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTÊN
325
Aan ‘eene• sooiale actie, waarvan duurzaam succes
zal zijn te verwachten, moet m.i. ten grondslag
liggen:
10. Het streng hancijhajven. van ‘de verantwoorde-
lijkheid ‘van het injdiviijdu voor het ‘bestaan van zich
en zjn gezin.
20. Het aankweeken van een sterk besef van die
verantwoordelijkheid.
39. In plaats van opheffing van het privawtbezit
eene zoo algemeen mogelijke verbi-eiding daarvan,
waardoor het dragen van de verantwoordelijkheid
voor het bestaan mogelijk wordt. J.
SMID.
Vooburg.
STOOMVAARTVERBINDING TUSSCHEN
NEDERLAND EN ZUID-AFRIKA.
Aan de ,,Volksstem” van 17 Februari is het vol-
gende ontleend:
De laatste zeepost bracht ons o.a. de Economisch-Sta-
tistische Berichten van 19 Januari j.l., ‘welke ‘n inleidings.
‘artikel bevatten, waarin de schrijver de onlangs opgerichte
Holland—Zuid-Afrika Stoomvaartlïjn ter sprake brengt in
verband met ‘t door de Nederlandse Regering bij -de
Tweede Kamer ingediend wetsontwerp om aan genoemde
lijn ‘n voorschot van
f
5.000.000 te verlenen. We zullen onze
lezers niet lastig vaflen met de techniese bezwaren welke
in genoemd artikel tegen dit wetsvoorstel worden inge-
bracht. We beschikken over te weinig gegevens om dezé
bezwaren te kunnen weerleggen of te beamen. Maar wèl
achten we ‘t gewenst dit men zich
•
in Nederland geen ver
keerde voorstelling nake omtrent cle vooruitzichten eoer
rechtstrêekse verbinding ‘tussen ‘t Vasteland van Europa
en Zuidafrika.
De schrijver van genoemd artikel wijst, er terecht op,
dat £12.000.000 aan diamanten en £ 3.000.000 struisveren
geen schpen vullen, maar hij wijst niet op ‘de grote stij-
ging in onze eksport van asbest, corundurn, koper, steen-
•kool,.tin, mica, looibast, wol, katoen, bokhaar, vlees, vruch-
ten, wijneo, kouserven, mielies, walvisolie enz. Hij wijst er
niet op dac Zuidafrika zich reeds lang afvraagt of ‘t tijd.
stip niet is aangebroken om voor zijn stijgende produktie
ruimer afzetgebied te vinden. We betreuren ‘t dat voor-
lopig onze grondstoffen nog elders verwerkt moeten wor-
den, maar zolang dit ‘t geval is, moeten we trachten de
beste prijzen ervoor te krijgen, en we weten welk ‘n ruime
markt ‘t Kentinent ons biedt.
Ook maakt de schrijver geen melding van de grote en
grootse werken welke ‘hier op uitvoering ‘wachten. Nu onze
Regering met meer vertrouwen dan ooit haar aandacht ‘aan
zuiver ekonomiese belangen kan wijden, zullen onze spoor-
wegen, ‘havens, graansilo’s, bevloeiingswerken enz. krach-
tig ter hand genomen kunnen worden. Al ‘t geenwe daas-
voor nodig hebben aan rollend en bouwmateriaal, moeten
we op de beste en billikste,markten kopen en ‘daarvoor zal
‘t Tçontinent zeker willen mededingen. Men denkt bij de
stichting ener stoomvaartlijn niet aan ‘de dag van heden
alleen, maar ziet ook in de toekomst en als ‘de moeilikheclen
der eerste jaren zo groot geacht moeten wor’den ‘dat ze de
gewone geldbelegger afschrikken, dan mag ‘cle Staat tussen-
beide treden om ‘de toekomst te redden..
Niet alleen terwille van Nederland, ‘maar ook voor Zuid-
afrika hopen we dat de Nederlandse Tweede Kamer ‘t voor-
schot zal toestaan. Terwille van Nederland omdat ‘t iets
heeft goed te maken en dit tans kan doen op ‘n wijze
welke het tenslotte ook zelf voordeel zal brengen; terwille
van Zuidafrika omdat we in de Re
g
eriagshulp en ‘t daaruit
voortvloeiende regeringstoozicht ‘n waarborg menn te
mogen verwachten tegen ‘t gevaar waaraan andere lijnen
nog nooit ontsnapt zijn: ‘t bij slot van rekening toch weer
treden in de bestaande scheepvaartring. ‘
Is •die waarborg eenmaal gegeven, dan geloven we ‘dat
men ook hier zijn steun niet onthoudén zal. Niet door mid-
del van bevoorrecht’i’ng hoven andere lijnen, maar ook
door ‘t aanbieden van gelijke kansen. Billike voorwaarden
van de ene kant zal zeker ‘n izeer ‘welwillende ‘houding uit-
lekken van de andere kant. En ‘als ons publiek ervan over-
tuigd kon worden, dat de rechten welke de Nederlandse Mi-
nister ivan Landbouw, Nijverheid en Handel zich heeft
voorbehouden bedoeld te zijn om onze ‘eigen iandszonen ‘n
plaats in ‘te ruimen tin ‘t beleid en bedrijf van de’ Hol-
land—Zuidafrika-lijn, zodra daartoe anleiding hestaat,
dan zal ‘de weg gebaand zijn om ‘n beroep te doen op de
beurs van hen die nahst
hun
eigen voordeel ook oog heb-
ben voor grote nationale belangen.
LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.’
De mijn.werlcersstakin.g; anLi-dunspirtg
voorstellen; inkomsten en uitgaven van
den Staat over 1930-1921; oneenigheid
in de British Dyestuffs Corporation.
Onze Londen’sohe’ Correspondent schrijft ons
d.d. 2 April:
1)
• D’ifficu,lt as it is, in view of ‘the events of tihe last few yeare, to decide whei’e the limits to human folly
lie, yet the events of the last few days in the ‘m,ining
industry of this country show that even the moet
•generous limit must now be expanded. T ‘h e m i n e r s
ire refusi’ng to work in the te’rms offered. by the
‘ownei-s, not because of the sibility of the industry to
b’ea’r ia ‘hiigher wage than ‘those wihich form the content
of the ‘offer — because it is ‘admitted even by Mr.
Hodges that the industry is, temporarily at any rate,
ban’kriipt – but becau’se of the refusal of the ewners to
onsent to a national wages agreemen’t, and because of
the refusa’l of the Government to subsidise ‘the in-
• dustry ‘as a wh’ole. These two aspects hang ‘togetiher.
Even und’er’a, national seheme, the industry, would
not ‘be in a position to pay ‘the cxisting *a’ges unless
the industry were given ‘a ‘very generous measure of
ass’istance at the expen’se of the tax-iayer•s. The
miners’ contention ‘is that what is ‘abo’ve all avanted to revive industry is cheap coal. At present the Sta’te
is forced to pa at least as muèh as is required by
the terms of the miners’ demands in the s’hape of
unemployment benefit. Why not reduce the price of
coal, thus getting industry’to go ‘again, ‘and at the
same ‘time satisfy the Miners’ Federation?
1f that is the’ official case, the psych’ological. situ-
ation is ‘of course very much less idifficult to describe.
The men are put ‘because they resent the wages reduc
tien i’n any case, ‘and because the ‘amount of sacrifice
required from utihe different ‘di’stricts is very different.
i The men will not submit tô a reduction tifl the cost
of living is’ lewer ‘than it is without a very grim
struggie, and the fact that ‘the ‘dispute is now fun-
damentally a wages di’spute ha’s as its ‘very first
result that the miners eau reckon on ‘an enormous
amount of moral support from the men in other
in’dustrie. The shadow ‘of wages reductions ‘han’gs
heavily en all traides just n’ow: the sweep’in’g remarks
of certain organs •of opinion and of inju’dic’ious
employers have greatly stimul’a’téd the idea ‘that this
is part of a geperal cam’paign against high wages.
At the time of the last great railway strike, ‘the cry
of ,,your turn next” had a ,great deal of ‘influence:
the unspolren suppoft w’hich the railwaymen then
got was quite enough to cause ‘the press to modify its
commeuts, and the present crisis, coming as it does
‘at a moment of general unsettlement, will evoke this
feeling even ‘to
‘i
greater extent.
It is hy no means dear that the s’ituati’on will not
greatly worsen in the next few days. The fact ‘that
the ininers are lea’ving the pits ‘to look after them-
selves is a ‘good stick to ‘beat an iinpopular d’og ‘w’ith:
w’hilst’on the other hand, the Miners have appealed
to the ‘other rnembers of the Triple Alliance, ‘and the’ Transport Workers and the Railwaymen are •both to
meet en Tuesd’ay néxt.
It is co’rjsidered improble hy goed judges, ‘not
in the least ‘biatsed b ‘their ,wishes, that these two
unions will come in. T’he fact is that the railwaymen
will pro’bably have ‘troi,i’ble of their ywn over the
decontrol of the lines, whilst it is very d’oibtful in deed
whe’ther the funds of ‘the Transport Werkers will
stand u strike. In ‘view of the trade depressien, these
must have been retty severely hit ‘already.
Opinion is di’vided en the su.bject of the prbable
length ‘of ‘the strike. The Union aan hardly have
1)
Aangezien deze brief (expressebestelling) iruim twee
dagen ten postkantore te Rotterdam bleef liggen, alvorens
besteld ‘te worden, ‘waren wij ‘tot ons leedwezen niet in
staat, hem in ons vorig nummer te publiceeren. – Red.
326
ECONOMISCH-STATISTISCHt BERICHTEN
.
13 April 1921
recovered from the effects of the strike last yea’r. It
is doubtful whether the men can succeed in their
claim
to
unemployment benefit, and under these
conjditi’ons a short struggie only would seem to be
in’dicwted. On the other hand, strikes in the past have
been fought ‘on next to no funds, and the saaie ‘bhing
may happen again, though the older generation of
unionists is rather scornful of the present day worker,
who wants ‘to be as comfortable during a strike as
during a boom.
The strike will of course at once affeet trwde. In
the heavy iron and steel trades especially it will laad
to a closing ‘down of works, for the depression in
these trades shows no signs bf ‘liftiug at all. In the
cotton industry, where tihings are at long last impro’v
–
ing a little, there is probably no danger from coal
shortage, though it will pr’oibably act as a ‘bear in-
fluence en ‘buyers.
The stri.ke is not the only influence whih will
affect trade in the near future. The Government have
now tabled their proposals w i t h r e g a r d to
key industries, idumping, and depre-
ci a t ed e x c h a n g es. They so far consist of two resolutions which are to ‘be submitted to the Oom-
mittee of Ways and Means w’han the H’ouse of Oom-
mons meets again next week. That is, it ‘is the intent-
jou of the Government to inciude these proponals
amongst the financial lagislation of the year: the
resolutions will of eoursè he discussed by the whole
House, for the Ways and Means Oommittee consists
of the whole House of Oommons.
T’he proposals show a considera’ble falling
away
from the i’deals of ,,Hiigh-Protection” in cornparison
with previ’ous schomes of this kind. Roughly, they
are s foliows:
For a period of five years,
there ‘are to lie
imposed
ad valorem
‘duties of 33Y3 per cent on the
key articles, viz., cihemical and optical glass, seient-
if ie instruments inciuding instruments of precisi’on of the types used in engineering machine shops and
v
iewing rooms, wireless valves and similar rectifiers,
and vacuum tubes, magnetos and magnets, arc-lamp
carbons hosiery iatch needies, metallic tungsten,
f
erro
t
u
ngsten, and the other rare earth metal-comp-
ounds, and, finally, all synthethic orga’nic chemicals,
analytical re-agents, all other fine chemicals, and
chemicals manufactured by fermentation processes.
Here it will be noted that the idea of ‘prohibiti’oi
has been abanidoned in favour of protection pure and
simple.
The Board of Trade is given power ‘to ‘order
the inciusion fof goods in the category of dumped
goods,.and these then hecome subeet to an
ad vo2orem
duty ‘of the name amo’unt as under 1 ‘above. Dumping
is defiied as the sale or the offer foi sale in this
country ‘of gooide ,,at priees belorw the coat ‘of pro-
d’uction thereof”.
A duty of a similar Rind is imposable on goode
hich are gold or offered for sale .,at priees, which
by reason of depreciation in ‘the ‘value in relation to
sterling of the currency of the country in which the
goods are manufoctured, are below the priees at
w4hicli similar goords can be profitaibly mamifactured
in the United Kirigdom”, and that by reaso therof
employment i.n the United Kingdom is ‘being er is
likely to he seriously affected.”
‘.
Presumably, thes’e duties ‘are cumulati’v: no that
the importation ‘of goods fallin’g into the category
of keyindustry goods will he subject to a taxation
of 66 and % per cent if these goods come from a
country with a depreciated exehange. 1f they come
from Germany, they will he further subject to a
dediiction of 50 pOt. of the inrvoice alue, which
means a doubling of iie price er ‘a duty of 100 ‘percent
Whilst the first part of these proposalwill niainly
affect German imports, the exehange clau’se will of
course affect practically every European country
except a very feiw. But presuinably it will be possible
to escape from the worst consequences. of the pro-
posals ‘by stretsing the qualifying clause that the
depreciation must be causing er bé about to cause
serious unemployment in this country, a clause which
is, so far as my kri
7
owledge extends, appropriated
from the Australian Industries Preservation Acts.
This qualification will in the main exempt all goods
except competitive ones, or goods that eau be argued
to be such. But it will âlearly not hit Germany alone,
as things are, though no doulbt this will be the mmm
in’ducement with a certain school of thought. For the
transferences of territory to France and Polanid, not
to mention the Tchecks, ‘has meant en important
redistribution of na’tional industries. Ooxament so far bas not been ‘very important: the
free-trade press very rightly cliaracterises these
proposals as veiled protection. Sinee the ,,50-50″ Act
has already practically killed German jinports, it is
not ait present necesary to discuss the influence of
these further measures. That they are not of the type
w’hih one would expect to assist trade goes without
saying: that they are an improvement on the last
proposals of the saime nature is, 1 think, also bobvious.
A great deal will depend on the precise terms of the
bill, for
to
really control dumping in the n’arrower
sense a machinery lof inspection must be set up, and
in the case of the abortive anti-dumpiug ‘bill of 1919
this was of such an onerous nature that all partjes
ware up in arms. Further, by fixing a definite amount
of taxation these new proposais avoid the intoleraihie
feature ‘of the last bill, under which the Board •of
Trade would have bad discretionary power to vary
the rates in short periods of time.
On Friday morning there appeared t h e r e v e n u e
and expeüditure fi’gures of the Finan-
ci al Ye a r 1920-21. The position may be thus
summarised:
Revenue
.(000
omitted) …………. ….
£ 1,425,985
Expencliture ………………………
..
1,1 95427
Surplus ………………………….
..
230,558
Total applied to the reduction
of
4debt . . ,, .
279,338
As the surplus was only f 230 odd millions, the
de’bt reduction accomplished ‘bas only resultod in the
creation of other forms of indébtedness to the extent
of the Idifference. Debt reduction has taken the fol-
lowinig forms:
Securities tendered in Payment of
Taxes
niill. £ 76.3
Depreciation Fund ………………. ,,
31.9
American Debt Repaid ……………..,,
59.3
Other clebt Repaid …………………..
46.8 *
net
xchequer
Boucis
Repaid …………….
28.2
Floating Debt Reduced ……
,, ,,
36.8
£ 279.3
The rervenue as a whole has come remarkably close
to the egtimates, ‘being £ 7.7 mills greater than was expectad, whilst the expenditure is £ 75.7 ‘less than
the estimated a.mount, ‘tihough this is in part only
due ‘to a postponement of expenditure, no that the net
sa’ving will be less. There is ‘a heavy ‘fali in custosus
revenue as cornpared to estimated incomé the dif-
ference beinig £ 15 millions, Excess Profits and the
Oorporation Tax ‘also show a falling off, all tibree
being eloquent testimony of the trade depression. The
Post-Office also shows en income £
4Y
millions less
than was expected. As far as expenditure is con-
cerned, ‘the heaviest gain is en accôunt of ,,supply
services”, the services, in lother words, which depend en annual supplies being voted by the House of Oom-
mmie, ‘and the subject, therefore, of parliamentary
criticism.
Whether the £ 32 millions devoted to ikeepin
,
9 up
the ‘value ‘of War-Loaii is of the slig’htest use whilst the Government is still borrowinig is hardly
en
open
matter. The ‘device is open to very o
,
brrious attack.
There is not very much to report ‘on the subject
of the c’apital market: though itis nioteworthy
that Levers Debenture Issue was har.dly a success,
even taking present staridards into account. The
market is sh’owing more interest in railway shares,
13 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
327
but
1
âm igiven to understaud that ‘the real difficulty
with’
regard to voluntary agreements ‘among the
comp.aüies is the position of the Scottish lines. rjhe
want to be taken over
hy
the Eiglish companies, buit
the latter disLike the proposal, since the Northern
lines would represeat too heavy a burden without any
overwhelniing aidvaatages being derived from union.
In. view
lof the National importance of t h e
B
r i-
tish Dyestuffs Oorp oration, and the fact
that a considerable aimoudt has heen sujbscribed ‘by the tax-payers, it is to be regretted’ that ‘more details
have not been made public concerning the superses-
sion of Sir J’oseph Turner and Dr. Levinstein as ‘the
Technical Managing Directors of the concern, a mat
ter which has excited la good deal of interest since it
first •became known in t’he’early
das
of this week.
At yeater:day’s ‘meeting, the Ohairman stated that
the ‘system of .dual control ,,contained in ‘itself
elements of weakness ‘which were detrimenta,l to
the interests ,both of the industry and of the
shareholders.” But as he also announced the for-
mation of an Executive Oomniittee of three, which
for the time ‘being ,,will control the operatiohs of
the company”, there must
‘he
ra’ther more in it than
this.
It
4aas heen suggested ‘that there is a differece ‘of opinion as to ‘the relatiive claims of research and
finance, and that the financial element hias won
against the scientific element. Buit the published
report of ‘the meeting conitains a eulogy of research
by the Clhairman, w’hieh may of course ibe a smoke-
screen ‘to hide ‘a real change of ‘policy. Evidently
there is consi’derable opposi’tion to the new ‘proposals
among ‘the shaTeholders, though the new scheme was
carried
‘by
a large majority. Bi.tt furtiher explanartions
would ‘seem very desirable.
INDEX-CIJFERS.
Algem.
Gem. pon-
Herleid
index-cijf.
denkoers
algemeen
van ,,the
over de
index-
Datum
Economist”
afg. mnd.
cijfer.
1
Januari 1914 ……..
119,2
12,11
8
I
119,6
1
Januari
1915 ………
127,3
11,78
124,1
1
Januari
1916……..
151,6 11,02 138,3
1
Januari
1917 ………
223,0
11,68
215,6
1 Januari
1918 ……..
263,2
11,06 240,9
1
April
,………
,
266,6
10,395
229,4
1
Juli
,………
277,5
9,37
214,4
1
October
,………
‘
283,5
9,86
228,1
1
Januari 1919……..
277,0
11,19
256,6
Einde Januari 1919.. ..
265,9
‘11,33
‘
249,4
April
,…..
262,4
11,535 250,1
Juli
…….
293,2
11,70
284,0
October
308,1
11,06
282,1
Januari 1920…..
353,1
9,83
286,7
Februari
,…..
370,9
8,985 275,9
Maart
,…..
379,6
.
10,125
318,2
April
,…..
374,2
10,65
329,9
Mei
,…..
372,7
10,655
328,7
Juni
356,7
10,905
322
Juli
,…..
358,0
11,107
329,2
Augustus
..
….
352,0
11,01
320,8
Septémber ,…..
347,5
,
11,21
322,5
October
,…..
326,1′
11,20
1
/
302,48
November ……
299,7
11,37
.
‘
282,09
December …….
269,3
11,31
252,1
Januari 1921
255,3
11,37
1
/2
240,4
Februari
,…..
235,3
11,34
220,9
Maart
,…..
231,7 11,36 217,9
De daling der groothandeisprijzen was in
de ,afge-
loopen maand Maart niet zoo scherp als in de
onmid-
‘dellijk voorafgaande
maanden.
Integendeel
was
er
eerder een neiging”tot stijgen in
de noteeringen
merk-
baar, ofschoon het totale indexcijfer een daling
van
79 punten vertoont, in yergelijkin’g met eind Februari,
zoodat het gedaald is ‘tot 5097 punten. Dit,
verge-
leken met 5924 aan ‘het eind van
December
en 8352
een jaar geleden, ‘toen ‘het hoogste niveau ‘bereikt w’as
en 0212 ‘bij ‘het sluiten ‘van ‘den wapenstilstand, is
‘het laagste
,
cijfer ‘sedert Februari 1917.
Hieronder volgt de gebruikelijke -‘ ‘aan ,,The
Economist” ontleende – tabel:
ole
tonen
en
okesch
Andere
voe-
ings-
en ge. nolm.
Werf-
itoffen
Dell-
stoffen
Dlve,’-
oliën,
hout,
ruhber.
olaa
Alge-
meen
Index.
cijfer
Basis (gemidd.
1901-5)
. .
500 300 500
400
500′ 2200
100,0
1Januari1914
563
355 642
491
572
–
2623
119,2
1 April
560 3504 6264
493
567
2597
118,0
1 Juli
5654 345
616
4714
551
2549
115,9
1 October
646
405
6114
4724
645
2780
126,4
EindeDec.1914
714
4144
509
476
6864
2800
127,3
11
1915 897
,
446
731
7114 8484
3634 165,1
1916
1294
553
11244 8244 1112
4908 223,0
1917
12864 686
16844 8394 13484
5845
263,2
1918 1303
7824 18054 816
1337
6094
277,0
Jan.1919
1287
7824
16184 828
1335
5851
265,9
Febr.,,
12884
7824
15964 818
13104
5796
263,8
Mrt.
,,
1285
7824
1502
8444 1294
5708
259,4
April,,
13064
752
15124 9124 12904
5774
262,4
Mei
13104
7764
1643
931
1327
5988
272,2
Juni
1338 800 17414 937
13714
6188
281,3
Juli
13394
805v 18544
10334
1417
6450
293,2
Aug.
1380 8224
18774
1040
1383
6503
295,6
Sept.
1399
8174
19794
1047
1344
6587
299,4
Oct.
,,
1412
838
2123
1064 1358
6795
308,9
Nov.’,,
14274
866,
22024 1093
136
6985
317,5
Dec.
,,
14414
8814
24424
1145
14534
7364
334,7
Jan.1920
1461
8574
27024
12114
15354
7768
353,1
Febr.,,
1454 8864
29514
12534 16144
8160
370,9
Mrt. ,,
1508
.
914
29744
1246
17094
8352
379,6
April,,
14984
908
29384
123
2
4
l6544
8232
374,2
Mei
,,
1484
9814
2819
1295,
1619
8199
372,7
Juni ,,
1511 9294
2562 1289
15554 7847
356,7
Juli
,,
1499
934
2594
1308
1541
7876
358,0
Aug. ,,
1438
927
2521 13024
15544
7743
352,0
Sept. ,,
1504
.928
23624
1311
15394
7645
347,5
Oct.
,,
15604
9004
19514
13164
f446
7175
326,1
Nov.
1478
8694
1651
12594
1336 6594
299,7
Dec.,,
1344
805
1284
1216
1275
5924
269,1
Jan.1921
12954
797
1187 11284
1209 5617
255,1
Fëbr.,,
11764
771
1038
1053
11374
5176
235,3
Mrt. ,,
1212
727
1030 1003 1125 5097
231,7
De mineralen, welke tot nu toe achterbleven in de
‘daling, daalden de laatste maand ‘het ‘sterkst,
doch
alle andere ‘groepen, uitgezonderd ,,granen en vleesch”,
droegen tot de daling in verschillende mate bij.
Hoe ‘de prijzen ‘zich sedert het sluiten rvan den wa-
penstilstand ‘bewogen, toont onderstaande tabel aan, waarin ‘de cijfers aan het einde van Novemiber 1918
gelijk
100
gesteld ‘zijn:
Data
Granen
en
vleesch
Andere
00e-
ding,-
en ge-
nolm.
Wee!-
stoffen
Dell-
sloffen
sen: oliën,
hout,
rubber,
enz.
Totaal
Einde Nov. 1918
..
100 100
100 100 100
100
Sept.1919
–
.
108
104
107
1
116
97
106
Dec.
1919
.
.
112
113
132 126 104
1J8
Mrt.’ 1920
.
.
117
116
161
138 123
134
Aug. 1920
..
111 118
136′
144
112 124
Sept. 1920
.
.
117
.119
128
145
110 123
Oct.
1920
..
121
115
104
145
104
116
Nov. 1920
..
115
111
89
139
96 106
Dec.
1920
–
.
i0(
103
69
‘
134 92 95
Jan.
1921
..
100
102
64 125
87
90
Febr.1921
..
911
99
56 116
82
83
Mrt. 1921
..
94
93 56
111
81 82
Van de granen vertoonde inlanrd’sche tarwe een aan-
zienlijke stijging aan het einde ‘van Maart, ‘doch
‘bui-
tenlandsohe tarwe was ‘onveranderd; nieuwe ‘officieele
prijzen treden iop 1 ‘April ‘in werking. Haver en gerst noteerden ‘lager, maar rijst en aardappelen waren iets
hooger.
Run’der- en sch’apen’vleesch waren iets ge-
makkelijker; varkensvleesch daarentegen steeg iets.’
Bij de 2e groep der voedingsmiddelen id
,
aalden koffie,
boter en tabak, doch suiker was iets hooger.
De textielgroep, Amerikaansch katoen en ‘katoenen
garens, daalden wederom; er was evenwel een reactie
328
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 April 1921
in Egyptisch katoen, hetwelk aan het eind van de
maand 3 d. ‘hooger noteerde, xi.l.
131%
d.
Wol is practisch on’veran’derd, zijde en vlas zijn ge-
daald en jute, na een scherpe daling in Februari, is
weder iets gestegen.
In de deifstoffengroep is de voornaamste verande-
ring een achteruitgang met 45 sh. in ruw ijzer. Dit
werd door de Oleveland groothandelaren in ijzer
bewerkt op 1 Maart, gezien de schaarschte ‘der zaken
en in de ‘hoop op aanzienlijke opdrachten. Menig
hoegovenbedrijf werd in de laatste maand geslo-
ten en zaken zijn tot een miniem aantal gedaald:
IJzeren staven zijn eveneens lager, doch stalen rails,
welke ‘daalden in Februari,
zijn
onveranderd.
Bij de lagere metalen is lood hooger, koper en tin
evenwel daalden beide. De eenige veranderingen
in
‘de
diversengroep
zijn
kleine dalingen. in olie, oliezaderi
en talk.
Kieinhandelspr.ijzen.
De verhoudingscijfere van
verbruiksartikelen, in den handel gebracht door de.
Coöperatieve Winkélvereeniging van ,,Eigen Hulp”
te Amsterdam, Haarlem, Arnhem, Utrecht, Leeuwar-
den
en
‘s-Gravenhage (voorheen
E.
H.),.welke door
het Centraal Bureau voor de Statistiek
gepubliceerd worden, .zn de navolgende.
A,Ukdcn
1914
1915 1916 1917 1918 1919
/,
fJ
Boonen(bruine)
157
Ï75
214
136
111
146 225
207
11
(witte)
172
200 259
338
221
238 262
245
Erwten(capuc.)
153 178 192
236
211 217
225
231
(grauwe)
139
157 177
220
191
209
255
264
(groene)
143
160
203
140 103
130
193
187
123 142
161
135 123
197
219
223
(boekweit)
117
171
200 292
312 292
371
337
(haver)
103
137
150
147
i20
120
200
150
Kaas (Leids.)
140
160
179
221 207
253 290
289
,,
(Gouds.)
125 133 123
126
177.
195
236 245
Koffie ……..
91
101
118 174
169 139 135
Margarine
99
. 29
102 110
122
136
148
1 69
152
Meel (tarwebi.)
159
.159
212
224
259 288
271
Gort
………
,,
(boekw.) ‘
114 152
‘195
324
362 314
362
329
Olie (boter)
101
127
149 235
409
381
202
180
,
(patent)
141
207
228
293
351
446
353 295
(raap)
.88
137 188
208
329
540 519. 296
237 116
112
122
125 122
169 253 288
83 117
283 267
417 283
300 233
Rijst
……….
Stijfse,1
……
107
130
160
320 680
577
297
257
Soda
……….
Stroop
……
10 0
125 154
179
.193
200
214 207
Siiiker(basterd)
91
107
115
116
120
147
184
178
(melis)
89 97
100
103 103
121
148
138
Thee
………
113
117
120
127
119 139
1271
121
Vermicelli ..
124
23
207
272 266 300
341
328
Zee
»
p (w.Brist.)
100
..
119
126
160
183
191 147
106
(zachte)
87 121 158 121
117
275
204 150
90
90
110
190
160
150 140
Zout
………80
Gemiddelde ver-
houdingscijfers
116
141
1
165 195
1
228
.239 236
214
Bij beschouwing van deze cijfers neme men in aan-
merking, dat het voorkomt, dat een artikel tijdelijk
door een
of
meer der 6 coöperaties niet werd ver-,
kocht, wat van invloed kan zijn op den
loop
der
‘verheudingscijfers.
De prijzen voor het jaar 1893 werden gelijk 100
gesteld.
.
AANTEEKENINGEN.
D
e c r i s i s.
– Aan ‘bert Verslag
der
Rotterdamsche
Bankvereenigiug is het volgende ontleend:
Spraken wij in ons vorig jaarverslag de ‘hoop uit, dat
voor de vele en moeilijke problemen, welke zich op econo-
misch, sociaal, financieel ‘en politiek gebied voordeden, ten
slotte toch eene oplossing zou, worden gevonden, sedert is
een jaar verstreken, zonder dat er in die richting veel
van beteekenis is bereikt. Integendëel heeft zich de onge-
zonde toestand op staatkundig en economisch gehied aller-
wege verscherpt en is ten slotte de lang gevreesde crisis
ingetreden.
Van ‘het sluiten van den wapenstilstand in ‘ November
1918 ‘af tot in het begin van 1920 had de geheetewereld,
ondanks alle ongunstige factoren, in een optimistische
stemming verkeerd. Men zag wel ‘de vele moeilijkheden,
gevoelde aan den lijve den invloed van het ontwrichte
geldverkeer, men tobde over den , veiminderden arbeid.s-lust en de sterk gedaalde koopkracht, doch profiteerde aan
den anderen kant van hooge prijzen, ‘bonen en vraçhten.
En dan was alle hoop gevestigd op ‘de uiteindelijke zege-praal van het gezond verstand bij de vroegere belligeren-
ten, op ‘de ‘hulp ‘door de Vereenigde Staten bij den weder-
opbouw, speciaal in den vorm van internationale credieten,
te verleenen en op tal van andere even onzekere factoren.
Intussehen trokken bijna ongemerkt donkere wolken
samen en begon men in de landen met hooge valuta te
bespeuren, dat de appr’eciatie van het ruilmid,del ‘als eene
prikkeidraad-versperring de koopers, clie met gedeprecieer-
de valuta moesten betalen, buiten de grenzen hield. Als
gevolg daarvan, hoopten zich de: voorraden onverkochte
goederen op, steeg het totale bedrag aan geëmployeerd ban-
kierscrediet voortdurend en daarmede de rentestand. in de Vereenigde Staten kwam ‘het het allereerst tot een crisis en zooals steeds ondervond de geheele wereld daar-
van den terugslag.
I)atgene, waarnaar men zoo lange jaren vurig had ver-
langd, de daling van de prijzen der stapel.artikelen, vbl-
trok zich thans in een zffi kort tijdsbestek, dat de onder-
linge aanpassing er door in gevaar werd gebracht; deze
toch kan alleen behoorlijk ‘functionneeren, ‘wanneer tegen-
over groot aanbod voör lagere prijzen ook equivalente
koopkracht en betalings-mogeljkheid staan.
De ‘scherpe daling in de Vereenigde Staten bracht pro-
ducenten en kooplieden aldaar in groote moeilijkheden,
maar miste hare ‘gewone.uitwerking van grooteren afzet,
omdat zelfs op het verlaagde niveau niet te realiseeren
was. De eerstgenoemde categorie moest het geneesmiddel
zoeken in inkrimping der productie, waarvan werkeloos-
heid en daling van dea loonstandaard de gevolgen zijn.
Voor de kooplieden was de kwestie veel moeilijker en zij,,
die zich als fatsoenlijke, lieden aan ‘hunne contracten hiel-
den, leden grootè verliezen. De banken moesten te hulp
komen en waren dikwijls gedwongen in te .grijpen om erger
te voorkomen.
Zoo was en is op dit oogenblik nog dé toestand hij de
rijkste natie der wereld en dit kan vrijwel als type dienen
voor wat zich in de meeste landen der oude en nieuwe
‘wereld afspeelde, oo’k in bescheidener afineting in ons lgnd.
Het lijdt dan ook geen twijfel, dat ook hier te lande een
groot deel van de winsten door handel en industrie in
den oorlog en daarna gemaakt, weder verloren is gegaan.
De crisis, waarin handel, indu n
strie e scheepvaart thans
verkeeren, onderscheidt ieh van soortgelijke gebeurtenis-
sen in vroegere jaren door de snelheid van het tempo, waar-mede ‘zij is uitgebroken. Nog in,het begin van het jaar 1920
scheen alles even’ goed te zijn. Fabrikanten kon’den ‘de
vraag niet bevredigen. De handel, gerugsteund door het
‘publiek, betaalde iederen prijs voor dadelijke levering.
Dientengevolge stegen de prijzen van vele artikelen tot in
h’et ongekende en de handel ontaardde in een woeste spe.
culatie. Toen bleek voor de zooveelste maal, diep in het
najaar, hoe waar het gezegde is, dat hausse en baisse,vlak
naast elkaar ‘liggen en ‘liep de optimistische beweging te
pletter op de onder-consumptie.’
Die onder-consumptie, of beter igezegd ide ‘onmogelijkheid,
waarin een groot deel van ‘de wereld ver,keert om voor
zijn consumptie te betalen, is de eigenlijke oorzaak van den
ziektetoestaud; daardoor is dan ook de automatisch rege-
lend optredende faétor uitgeschakeld, die gewoonlijk door
prijsdaling verbonden aan overproductie het verbruik sti-
muleert. De laâgste prijzen toch liggen nog boven ‘het be-reik van den verarmden kooper.
Het spreekt vanzelf, – dat deze toestand voor ons land,.
dat in de eerste plaats op zijn handel en de daarmede ten
nauwste verband houdende scheepvaart is aangewezen,
uiterst bedenkelijke gevolgen heeft. Wel kunnen ‘de oude,
gezonde ondernemingen op iedei gebied, ook in de industrie,
een etootje vèrdragen, maar hier zooals overal zijn i’n den
oorlog tal van zaken opgericht, die de vaste basis, welke
kennis en erv.aricg verschaften, misten en welker aan-
vankelijk succes ‘bijna ‘uitsluitend een gevolg was van de
opgaande conjunctuur, die haar de winsten als ‘het ware
in den schoot wierp.
De voorspoedige groei van deze oorlogskinderen ‘heeft tot
gevolg gehad, dat ook kleinere firma’s van goede standing
trachtten de vleugels wijder uit te slaan en zich waagden
aan ‘zaken, welke zij later bleken niet voldoende te be-
heerschen. Men ‘heeft dit zoowel in den handel als op nu-
verheids- en scheepvaartgebied gezien en het zijn mede deze
ondernemingen, welke gelijk de ,,00rlogsza.ken”, thans öf’
13 April 1921
ECONOMIC-STTÎSTISCHE BERICHTEN
329
ten onder gaan ôf in groote moeilijkheden verkeeren.
In tijden als deze is het voorzeker de taak van de ban. ken hare volle medewerking te verleenen, om hare oude
relaties in de moeilijke omstandigheden bij te staan en er
in het algemeen voor te zorgen, dat de veranderingen in
het economisch leven zooveel mogelijk zonder schokken of
calamiteiten plaats vinden. De positie van onze eigen instel-
ling is krachtig genoeg om, voor ons deel, dezen steu.n,
waar noodig, gerust te kunnen verleenen.
De kostprijs van, een. ton Engelsche
ic o 1
e n. –
Ten Vervolge op de samenstellingen van
de zeifkosten van een ton Duitsche en Engelsche kolen
in het artikel van Prof. de
Vooys
in
No.
268 van dit
‘blad gegeven en in verband met de huidige Engelsche
mijnwerkersstaking, volgt hieronder een overzicht van
de gemiddelde samenstelling van den kostprijs van een
ton Engelsche kolen over de maand Februari 1921,
voorkomende in een der laatste nummers van het
Board of Trade Journal. Ter vergelijking drukken
wij die over het tweede kwartaal 1920 daarnaast nog-
maals al.
Februari 2e kwartaal
1921
1920
s.
d.
s.
d.
Loonen
……………………
’29/
3.63
2515.72
Hout en ander materiaal
……..
6/ 0.96
512.63
Andere kosten
(admin., salarissen,
assurantie,
herstellingen,
algem.
onkosten,
enz.l …………….
2/10.85
214.70
Royalties
………………….
-I
7.98 -17.64
38111.42
3318.69
Minus
opbrengst
van
aan
miîn-
werkers verkochte kool
2.26
1.71
Netto
kosten ………… . …….
38/ 9.16
3316.98
Opbrengst
………………….
32/ 9.39
3617.30
Winst
310.32
Verlies
……..
5/11.77
Uit bovenstaande cijfers blijkt,
dat de gestegen loo. nen en de gedaalde opbrengst ongeveer een
evengroot
aandeel hebben in het doen omslaan van
het batig
saldo in een verlies.
Stand der ciltures en uitvoer gedu-
rende het vierde kwarta•a119.20, inSuri-
n a m e
1)
–
De weersomstandigheden waren gun-
stig; het kleine regenseizoen viel half November in
met een matigen regenval. Voor de groote landbouw-
cultures alssuiker, koffie en cacao, maar ook voor de
meeste kleine landbouwgewassen was het seizoen gun-
stig. De stand van genoemde gewassen mag dan ook
niet onbevredigend genoemd worden. Voor den rijst-
bouw met vroegrijpende rijstsoorten in den kleinen
regentijd, z.g. 4-434-maand
sc
h
e
rijst, was echter in
verschillende streken van de kolonie de regenval te
gering en zijn de oogst-vooruitzichten niet gunstig.
De cacao-oogst over 1920 is meegevallen, de uit;voer
m
bedroeg ruim 130.000
K.G.
eer dan in 1919. De
oogst-vooruitzichten voor het 1.e half jaar zijn belang.
rijk gunstiger dan in 1920, de cacaoboomen zijn over
‘t algemeen bezet met jonge vruchten.
De Liberiakoffieoogst is beneden de verwachtingen gebleven. Het seizoen kenmerkte zich in de eerste vijf
maanden van af half Januari tot half Mei door een
geringen regenval, wat van grooten invloed is geweest
op het aanrijpen van de koffie. De koffieaanplautin
gen staan er goed voor en de boomen zijn nog goed
bezet met bessen.
De stand van het ‘suikerriet is op de plantages in
de districten Commewyne en Cottica bevredigend, in
Nickerie heeft het niet te lijden gehad van de droogte., De uitvoer der producten van den kleinen landbouw
blijft toenemen; de stand dier gewassen was goed te
noemen.
De uitvoer der voornaa.mste producten over 1920
bedroeg in:
‘) Zie pag. 269 van den loopenden jaargang.
4e kwartaal
Jan/Dec.
Jan./Dec.
1920
1’l9
Balata ……..K.G.
143.543,5
432.728,5
493.907
Cacao ……..
213.712
1.793.897
1.669.617,5
Koffie ……..
229.888
981.681,5 3.665.511
Idais ……….
58.100
435.032,5
328.427
Suiker ……..
2.973.061
7.299.773
5.665.187
Rum 50
0/
..
L.
59.174
195.790,5
234.908
Huiden ……..K.G.
–
14.454
37.923
Hout ……….
Ml.
423,7
3.761
871,5
Letterhout
K.G.
2.468
56.588,5
42.324
Goud……….Gram
91.583,7
485.739,6
556.641,4
Bonnen ……..K.G.
–
22.601,5
–
Melasse……… L.
152.113
283.067
–
Bataten
K.G.
41.066,5
124.096
–
Groenten
2.055
6.080,5
–
Vezels ……..
–
5.948
–
Vruchten
2.104
2.599
–
MAANDCIJFERS.
EMISSIES IN MAART 1921.
Staatsleeningen ………………
f
17.550.000,-
zijnde:
San Paulo (Republiek der V.-St. van
Brazilië)
f
18.000.000,- 8
0
/0
obl.
971/s
0/
Provinc. en Gemeentelijke leeningen
8.230.000,-
zijnde:
Gelderland t 4.000.000,- 6
1
12
0
/0
obi.
‘
100
0
/0.
Friesland / 2.000.000,- 6’/
0/
obi.
. 100
0
/o
Weert f230.000,- 651
4
01 obi.
a
100
0
10.
Industrieele Ondernemingen …… ..23.115.000,-
zijnde:
N.V. W. A. Hoek’s Machine- en Zuur-
stoffabriek
f
500.000- 7
0/
obi.
100
0
/0.
N.V. Zuid-Hollandsche Bierbrouwerij
f
2.500.000,- 7
0/
obi. á 100
ol
o.
N.V. Koninklijke Pharmaceutische
Fabriek v/h. Brocades & Stheeman
f750.000,- 7
0/
obl. á 100
ol
o.
Coöperatieve Vereen. Coöperatieve
Beetwortelsuikerfabriek ,,Roosen-
daal”fl .000.000,- 7
0
/o
obl. 100
0
/0.
Droste’s Cacao- en Chocoladefabrjeken
f
300.000,- 8
0
/o
pref. aand. 5.
105
Olo.
Deventer Metaalwarenfoibriek ,,Isala”
f
50.000,- aand. 5. 100
0/
N.V. Van den Bergh’s Fabrieken
f15.000.000,- 7
0/
obl. á 100
Ol
o
.
Coöperatieve Vereen. Coöperatieve
Beetwortelsuikerfabrjek ,,Dintel-
oord”
f
3.000.000,- 7
0/
obl. &
100
Olo.
o
ultuurondernemingen, Handelsver-
eenigingen en Handelsvenn ….. ..1.000.000,-
zijnde:
N.V. Overzeesch-Hardhout ImportMij.
f
1.000.000,- 7 % obl. 5.100 olo.
Scheepvkart-Maatschappijen …… ..20.784.000,-
zijnde:
Nationale Stoomvaart-Maatschappij
f
800.000,- 7
0/
obl.
5.
98
O
lo.
Koninki. Holl. Lloyd
f
20.000.000,-
7
0/
obl. 5. 100
0
/0
Diversen ……………………
..784.000,-
zijnde:
• Hoogheemraadschap Delfland
f
800.000,- 6
0/
5.
98
0
/0.
Totaal….
f
69.463.000,-
Totaal der emissies in Januari
.. f
49.295.330,-
Februari .. ,, 29.964.250,-
–
Maart .. . . ,, 69.463.000,-
Algemeen Totaal
……f
148.722.580,-
330
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 13 April
1921
Bovendien
:
.
– •
terwijl voorts ook hier te lande gelegenheid
bestond tot
f
•
37.940.000,- 3/m. SchatkistproinesBen
ft
f
987,862
inschrijving op de uitgiften van Compagnie Internationale des
.
Wagons-lits
&
des Grands Epress Europens frs. 1 7.187.5tiO,-
.
30.060.000,- 6/m.
,,
,, ,,
977,75
aand. 124
0
/0
en
Steaua
Romana Petroleum Maatschappij
10.402.000,-
5
0
/o Schatkistbiljetten
,,
1.000,-
Lei 200.000.000,- aand.
ft
105
0
/0.
RESUME UIT HET MONTHLY BULLETIN OF STATISTIOS (SUPREME EOONOMIO OOUNOIL)
.
.
.
Maande!. gemidd.
1920
.
19
2 0
121
.
.
.
:
.
1913
1
1919
Jan.
1
Juli
i
Aug. Sept.
.
•
Oct.
Nov.
Dec.
Jan.
Productie van
24,342
19,468 19,402
18,409
17,151
2
23,883
9,960
16,1912
‘23,891
1
18854
steenkool
43,100
41,157
48,825e
48,454
51,779
‘48,884
54.668
48,610
53,700
41,683
(1000 tons)
Frankrijk ………
3,404
1,822e
2,974 3,218
3,9745
3,213
3,283
‘
3,1718
3.317
–
14,383
8,974
10,952
11,509
10,788 11,550 11,870
11,814 11,926 12,009
Productie van
869 627 678 763
765
753
542
410 ,
694
,648.
ruw ijzer
2,623
2,627 3,084
3,117
3,199 3,180 3,346
2,983
2.748 2,441
(1000 tons)
434
201
–
300
–
–
– – –
.
1,074
525
–
–
–
–
–
–
–
-.
Schepen
op
Engeland ………….
Engeland ……….
1,957
2,994
3,709
3,731
)
,3,709
Kwar
stapel eind
148
2,967
1,310
!
Kwartaals-
1,772
(,
Kwartaals-
1,310
taals-
der maand
229 217
398
.
opgave
293
opgave
398
a e
pg v
(1000 tons)
125v
315
7
364
1
)
‘
365v)
,
364
Imports(net-
Engeland ………..
Engeland ………
54,931 121,784
142,861
145,494, 139,886
139,342,
133,758
131,145 130,086
107,096
to) 1000
£
Ver.
Staten ………
Ver.
Staten.’ ……
30,501
64,822
89,088.
109,607
105,359
73,571
67,576
64,845
.
52,900
40,800
Duitschiand ………
Frankrijk ………
28,071
..
119.331 118,017
–
112,018
105,359
103,818
106,887
117,930 79,299
Ver.
Staten ……….
Frankrijk ………….
12,152
55,056
–
,
41,614
49,975
48.065
–
– – –
Exports (bin-
Duitschiand ……..
43,771
66,553
111,297
137,452
114,903
117,456 112,295
119,365
96,631
92,756
nenlandsche
Ver.
Staten ………..
Frankrijk …………..
42,505 134,545
140,292
133,361
118,916
123,862
54,594
138,906
147,637
133,800
producten)
Italië
…………….
22,934 39,599
74,783
. –
95,980
22,807
.93,302
75,344
66,43,6
75,305
1000 •
8,372
.
17,295
–
,
20,860
21,278
–
–
–
Scbeepsbew.:
Italië
………….
Engeland ……….
Engeland
(geladen)
4,089
2,464
3,043 3,313
3,624 3,260 3,258
3,108
3,104 2,926
Binnenkom.
Ver.
Staten ……..
Frankrijk ……. …
Ver. Staten
schepen
Italië
………….
(gel. en ballast)..
4,440
3,892 5,344
6,647
7,055 6,541 6,491
6,006
5,748
–
(1000 tons)
Frankrijk (geladen)
2,876
1,903
2,399 2,603
2,595
2,509 2,737
.. 2,708
2,668
–
Index-cijfers:
Engeland
Groothand.-
(Economist) ……
.
.
100
235.2
283.2
292.5
287.6
283.9 266.5
°
244.9
220.0 208.6
prijzen
Ver. Staten
,
,
134.6′
(Bradstreet’s)….
100
204.0
201.3:
205.0
195.7 184.1 170.6
148.3
137.8
Frankrijk ………
100
358.3
512.0
–
498.2
503.9
528.4
504.3
463.1 437.0
«
408.3
Wisselkoer-
NewYork op Londen
100
90.89
74.96
79.26
74.00
71.98
71.20
70.31 71.75 76.98
sen: (wekel.
NewYork op Parijs.
100
74.71 36.50
42.13
37.02 34.74 33.73
30.81 30.88
33.42
gemiddelde)
Parijs op Londen..
100
126.20
209.19′
190.89
200.15
206.81
211.88
227.03
233.39
232,38
1)
Vijf weken.
1)
Vier weken
8)
Inclusief
de productie
van Lotharingen.
4)
Voorloopige
opgave.
)
Inclusief
de productie vaii Lotharingen
en het
Saargebied.
6)
Inclusief
Elzas-Lotharingen.
7)
Inclusief
Triëst.
S)
Gemiddelde
voor de twee maanden
November/December.
.
ONTVANGSTEN VAN SPOOR- EN
TRAMWEGMAA•TSOHAPPIJ’EIq NOVEMBER
1920.
(Ontleend aan ,,de Ingenieur”.)
.
.
Totale ontvangsten.
Namen der Maatschappijen.
Personenvervoer.
Goederenvervoer. Nov. 1920.
Nov. 1919.
Maatsch. tot Expl. van S.S., N. C.-S., Noord-
Brab.
Duitsche
Spoorwegmaatschappij
en
Roll. IJzeren Spoorwegmaatschappij
f
6.480.753,-
f
9.508.384,-
f
16.596.659,-
f
13.186.432,-
1)
Tramwegmaatschappij ,,De Meijerj”
–
–
”
31.567,69
,,
33.058,23
11.213,2012
6.889,15
,,
18532.35
1
1,
19.254,951/,
Zuider Stoomtramwegmaatschappij ………..,,
64.291,98
92.664,28
,,
162.308.46
,,
161.960,54 532.615,68
–
532 615,68
,,
435.416,01
1
1
2
81.101,85
217.243,50
,,
298.345 35
,,
189.529.60
Westlandsche Stoomtramwegmaatschappij
,,
27.854,50
,,
10.600,27
,,
39.524,93’1
,,
35.537,47
Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappij
lijn Samarang-Vorstenlanden-Willem 1..
°
–
–
,
694.000,-
661.236,
Nederlandsche Tramwegmaatschappij
………,,
Oost-Java Stoomtramwegmaatschappij
.
.
.
Rotterdamsche Electrische Tramwegmij;……….
Rotterdamsche Tramwegmaatschappij ………,,
– ,
–
,,
21.000,
,,
.
14.400,-
. –
–
,,
93800,-
,,
‘
69.700,-
Semarang-Cheribon Stoomtramwegmaatsch…
–
–
,,
.530.400,
–
,,
343.900,-
lijn Modjokerto-Ngoro
…………………
Samar.-Joana Stoomtramwegmaatschappij
..
–
.
–
,,
369 400,-
,,
302.300,-
lijn Soerabaja-Krian …………………
Serajoedal. Stoomtramwegmaatschappij
. –
,
–
,,
75.000,-
62.200,-
lijn Maos-Bandjarnegara ……………..
lijn Bandjarnegara-Wonosobo …………
.
–
.
–
,,
17.400,-
,,’
14.900,-
–
–
,,
154.Ü00,-
,,
97.000,-
Madoera Stoomtrammaatschappij ………………
Modjokerto Stoomtramwegmaatschappij
…….,,
20.607,-
15.898,-
,,
36.508,-
,,
28.649,-
Nagekomen over October.
.
.
Dedemsvaartsche StoQmtramwegmaat4chappij.
f
12.754,85
1
f
28.551,49
,
f
42.715,89
f
40.037,87
-De ontvahgsten der groote maatschappijen, die in
de Ingenieur” ontbreken, zijn aan het ,,Maandschrift Centr. Bureau Statistiek” ontleend.
1)
Definitieve’ opgave.
13 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
331
fRODUOTIE DER KOLENMIJNEN.
1)
(in tonnen).
(Ontleend aan ,,Maaudschrift Centraal Bureau Statistiek”)
Naam van de
December
Januari
Mijn 1920
1
1919
1921
1920
,Staatsmijnen.
Wilhelmina ……
46.428 43.718 45.875
43.521
78.480
..
59.624
.
72.969
61.022
44.901 29.548 42.928
27.700
Emma …………
Totaal
.. . .
169.809 132.890
161.772
132.243
Rendrik ……….
Particul. mijnen.
Domaniale mijn.
49.843 45.966 47.412 47.599
i4ijn Laura en Ver
48.536 41.177 40.368
43.543
Dran je-Nassau
mijnen
……..
75.679
61.740
74.435
65.723
eeniging ……..
lijn Willem So
..
22.895
17.195 21.185
18
.245
phie …………
Totaal
….
196.953
16608
183.400 175.110
Totaal generaal
366.762
298.968 345.172 307.353
1) Kolenslik
,iiet
inbegrepen (in 1920 voor alle mijnen tezamen
175.043 ton en
in
Januari 1921: 14.425 ton.)
Het
,,Maandschrift” teekent
bij
de
cijfers aan:
Zooals uit bovenstaande cijfers
blijkt,
vertoonde de
productie in Januari 1921, hoewel ruim
10.500
ton
hooger dan de gemiddelde maandproductie in 1920,
een achteruitgang, vergeleken met elk der laatste zes
maanden van
1920. Vergeleken
met December 1920
was de daling ruim 21.500 ton of bijna
6
pOt.
RIJKSPOSTSPAARBANK
FEBRUARI
.
1919 1920 1921
Inlagen
……….
If
12.756.854f
11.071.106f
12803.400
Terugbetalingen
..
,,
9.030.227
9.971.359
,,
10.017.338
Tegoed der inleggers
243.923.631 264.627.4C2
,,
278.006717
Nom. bedr. der uitst.
op ultimo ………..
staatsschuldboekjes
33.589.000
38.592.300
,,
42.904.900
Spaarbankboekjes:
Aantal nieuw uit-
op ultimo ………..
gegeven
16.019 12.298 12.506
Aantal
geheel
af-
betaald
7.015
8.263 9.957
Aantal in omloop
–
op ultimo
1.843.251 1.904.257
1.915.273
GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDScIHE BANK
Maart 1921
Maart
1920
Posten
Bedrag
Posten
Bedrag
Voor reke-
37.677 Ifl.817.317.00011 31.756
1f
1.443.667.000
waarvan door
de H.-bank
plaatselijk… 16.716 ,,1.474.440.000 11.516
,,
1.075.217.00.0
Ter voldoe-
ning van
Rijkebelast.
1.383
,,
14.248.000 1.243
,,
17.509.000
POSTOHEQUE EN GIRODIENST.
1
Februari 1920
II
Februari 1921
Aantal
Bedrag
II
Aantal
Bedrag
Aantal rekening-
houders op u° 23.080
–
33.711
–
Aantal rekenin-
Stortingen …….115.203
Overschrijvingen
.
64.911
gen op u
0
……23.752
Afschrijvingen
. .
65.811
Totaal tegoed reke-
nnghouder. op u’.
–
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN..
N.B.
”
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N d ~Vrsch.inR.C.6v
1
190ct.
Disc.Wissels. 44
1Juli ’15
Zweeds.R.ksbk
74
l6Bpt. ’20
Bel.Binn.Eff. 54
19Oct
.
’20
Bk.v.Noorw.6-64
18Dec. ’19
’20
Zwits. Nat. Bk. 44
84 pr. ’21
Bk. van Engelan&7
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 54
28Apr.’20 Duitsche Rijksbk.
.
5
23Dec.
’14
Bank v. Spanje 6
4Nov.’20
Bk. van Frankrijk 8
8Apr.’20
Bank v. Italië. 6
20Mei ’20
Oostenr. Hong.
Bk.
5
12Apr.’15
F. Res. Bk. N.Y. 6-74
Juni’20
Nat. Bk. v. Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank 34
1
Aug.’09
OPEN MARKT.
Data
1
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
1
Parijs
1
Part.
t N
.
York
1
Call
–
1
Part.
Prolon-
disconto
gatie
disconto
disconto
1
1
money’
9
Apr.
‘214’/,
4
6
1
Is
4-
1
1
,
–
6-7 ‘)
49
,,
‘2l41I,_I
a
4-5
6
1
1
1
/
4I8
5-7
29M.-2A.’2114’/,-‘/,
4’/t5
6/t
–
‘1
4
–
1
18
–
6-7
21-26
M.
’21
I4l/,_1/
4-5
6’/
4-
/8
–
6-7
5-lOApr.’2014-‘/,
5’Is
–
°14
4
–
DIs
–
5
h
/,7
7-l2A
p
r
‘
19
1
4
‘/
,
_
$
/
,
I4″ -5
v
179
,T
3
4-‘Io
1
–
156
0
–
24Juli’14J3
‘/8’/lO
2
1
14_
3
/
2
1
14
‘/
2V8
–
t!,
2
31
I131-2
ij,
.,
INoteenug van
0
April
191.
WISSELKOÈRSEN.
WISSELMARKT.
Londen was deze week zeer fluw in
verband met de
mijnworkersstaking en liep direct
terug van
11.36
1
/2
op
ca. 11,32, bleef daarna vrij stafionnair op berichten, dat
een minnelijke
schikking
nog mogelijk was, maar liep
Zaterdag op berichten van mislukking en uitbreiding der
staking tot ‘spoorweg- en transportarbeiders sterk terug
tot 11,25. Op betere berichten trad echter snel een sti
–
ging in, waardoor heden wedr ongeveer 11,31 betaald
werd. Parijs
was om dezelfde reden, waardoor de moge-
lijkiseici van kolenleverant,ies naar voren trad, sterk ge-
zocht en steeg van 20,25 tot 20,65 en liep later dan ook
weder terug tot 20,35. België was eveneens aanvankelijk
gezocht, 21,15-21,37%, en sloot
weder
op 21,20. Berlijn
schommelde tusschen 4,65 en 4,72
1
/
2
. Slot 4,67%. Weenen
was de geheele week en.
77
a
78,-. Dollars liepen terug
tot 2,88, maar sloten later vaster ca. 2,89%. Skandinavië
Vrij stationnair, elleen voor Kopenhagen 1.ger. Ook Spanje
en Zwitserland zonder -veel verandering. Batavia en
Buenos Aires waren opnieuw sterk aangeboden. Batavia
95% en lager verkrijgbaar; Buenos Aires
93
tot 94%.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
Londen
•
Parij8
S
)
Berlijn
S
)
Weenen
)
Brussel
“)
l.
Neus
1
York”)
4April1921..
11.34
20.30 4.70
0.774
21.174
2.89
3
/,
5
,,
1921..
11.32
20.25
4.724
0.774
21.124
2.89
8
1
4
6
,,
1921..
11.32
8
,
20.45 4.724
0.77
21.274
2.89
7
,,
1921..
11.324
20.60
465
0.75
2440
2.871
8
,,
1921..
11.804
20.45
4.674
0.75
21.25
2.88
1
/
9
,,
1921..
11.274
20374
4.674
0.77
-.
–
Laagste d.w.
1)
11.25
20.174 4.624
0.75
21.10
2.87′!,
oogste
,,
‘)
11.36
20.65 4.75
080
21.474
2.90
1
12
2April1921..
11.364
20.25
4.65
0.74
1
21.15
2.894′
24 Mrt. 1921..
11.37
20.124
4.624
0.75
21.05
2.90’1,
liuntpariteit.
–
12.104
48.-
69.26
50.41′
4-
2.4801
4
-,
..otecnng ie
nscero.m.
)
lNoteenng
te Rotterdam.
3)
Particuliere opga
m
ve.
9)
Noteering van 1 Auril 1’21.
D
t
a a
Siock-
holm’)
Kopen.
hagen’)
Chris-
tianla 1
Zwitser-
land’)
j
Spanje
t
)
Baiav’ia
1)
telegrafisch
4 Apr. 1921
67.85
53.10 46.75 50.30 40.55
95
0
14
5
.,
1921
67.75
51.90
4640
50.20
40.50
95914
6
,,
1921
6790
51.35 46.33 50.10 40.40
95814
7
1921
68.-
52.50
46.30
50.074
40.45
9581,
8
,,
1921
68.-
52.25
4650
50.-
4030
95
1
1,
9
,,
1921
68.-
52.10
46.90
50.05
4(1.30
95
9
1,
–
L’ste d. w.
1
)
67.50
51.25
45.75
4980
4020
95’14
H’ste
,,
,,
)
6810
5310
47.-
6035
40.65
953/4
2Apr. 1921
67.75
53.20
47-
5030
40.60
978143)
24
Mrt.
1921
67.10
50.45
4650
50.15
40.60
97
1
/,
tvluntpariteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
100
34.611
48.589.469 183.686
99.925.227 100.031
29.911.324 110.462
19.579.8
70.277.137
151.02&322
105.57 1.382
109.289.010
1
l) Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.
332
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 April 1921
KOERSEN TE NEW YORK.
D
t °
°
Cable
Lond.
Zicht Parijs
Zicht Berlijn
Zicht Amsterd.
(In
!
pet £)
(in
ds.
pet ,) (in
cl.
p. 4 Rm.)
(in
ds.
P.
gid.)
9 April
1921
3.90.62
7.08
now.
Laagste d. week
3.88.87
6.99
now.
Hoogste.,
,,
3.93.-
7.11
norn.
2 April
1921
3.92.25
7.01
non(.
26
Maart 1921
3.92.-
6.92
oom.
Muntpariteit..
4.86.67
5.18’14
95’/
‘.
40
1
11e
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
Plaatsen en
1
Landen
Noteerings-
eenheden
26.M,t.
1921
2April
1921
4Apr.18 Apr.’21
Laagste Hoogste
8
Apr.
1921
Alexandri8..
Piast. p.
97
7
/is
97
7
11,
97
7
/is
97
1
/t.
97
1
/is
‘B. Aires’)..
d. p.
$
•
4781
1
4651
&
44/,
40
‘447/s
Calcutta
. . . .
£
p.’ rup.
1/3
1
10
1/3
18
11e
113
1
1
113/
113u1/j
Hongkong ..
id. p.
$
214
7
/s
214
7
18
214
215
51
21581
9
Lissabon….’
d. per Mii.
5
5t1
5
5l1
581
4
Madrid
….
Peset.
p.
28.07
28.09 28.00
28.12
28.05
eMontevideol
d. per
$
45
44 42
45’/,
42
1
/,
Montreal….
$
per
£
4.45
441117
4.36
4.42
4.39
•R.d.Janeiro.
d. per Mii.
9
1
/jo’)’
9
8
1
1j
9’/i.
8
5
18
Lires p.
£
98.33
95/86
87
1
1,
95 89
7
/s
Shanghai
..
£
p. ‘tael
31181t
3,11s
311
31281
4
3/1
3
1s
Rome
…….
Singapore ..
Id. p.
$
213
7
18
2/3
7
1s
21381
4
.214
1
18
21458
•Valparaiso..
d. p. peso
8
7
19
88!
1
716/je
8181i
7i6/j
Yokohama
..
£
per yen
2/5°/to
215
1
1,
2/5
8
/s
21581s
2/5°/ji
• Koersen der vooratgaande dagen,
1)
Telegra6ach tranefert.
8)
Noteering van 24 Maart 1921:
NED. BANK 11 April 1921
(vervolg).
Beschikbaar metaalsaldo…………..
f
407.028.1 71,56
Op de basis van
215
metaaldehicing …..,
188.397.361,90
Muider bedragaan bankbiljette” in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is.. ,, 2.035.140.855,-
Verschillen met den vorigen weekstaat:
ileer
Minder
Disconto’s …………….3.403.568,09
Buitenlandsche wissels
1.138;603,-
Beleeningen
……………
‘
‘
‘
14.972.979,19
Goud
………….. . ……
.
10.057.188,05
Zilver .’
581.457,821/.
Bankbiljetten
10.740.660,-
Part. Rek.’Crt. saldo’s
1.454.792,56
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Goud
Zilver
B
k.
bilj
a
c
h
ilen
Andere1
opeischbare
schulden
610.976
15:429
1,043.329
49.825
621.034
16.011
L054.070
51.047
11
April 1921
…….
4
,,
1921
…….
621.034
l’i.687
1.036.816
44.069
636.119 17.831′
1.025.268
45.475
638.119
18.525
1.037.984 53.801
29 Mrt.
1921
…….
21
,,
1921
…….
10
April 1920……
‘
634.516
10.749
1.049.693 121.016
14
,,
1921
…….
’12 April 1919
…….
667.070
8;851
1.020.674
90.518
25 Juli
1914
…….
162.114 8.228
,
310.437 6.198
Totaal
n,Crusn
.
‘..-
Data
bedrag
Schatkist.
Belee-
.
baar
kings.
disconto’s 1 promessen
ningen
Metaal.
percen.
rechtstreeks
saldo
lage
NOTEERING VAN ZILVER
11April 19211
221.605
81.000 204.748
407.028
57
Noteering to Londen
te New York
4
,,
121
218.201
53.000
219.721
415.256
58
9 April
1921
………
33
8
/8
581/8
29 Mrt.
19211
192.699
53.000 215.637
‘420.779
59
2
1921
………,
32
1
/..
56e/8
21
,,
1921
1
190.8581
50.000
1207.8261
439.009
61
24
Mrt.
1921
………32
,
71/
,
14
,,
19211
203.395
53.000
210.838
435.495
60
19
,,
.
1921 ……..331/
‘
57°h
10
April 19201
252.638
177.000 196.625
1′
410.609
1
55
10
April
1920
……
69
120’/2
12
April
1919i
140.327
94.000
1200.495
453.290
61
12
April
1919………487/s
‘
1018/s
.
25 Juli
19141
67.9471
14.300
61.6861
43.521′)I
7
20
Juli
1914
……..
24″/e.
54
1
1
1) Op
de basis
van
‘/
e
metaaldekking.
,NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 11 April 1921
Activa.
Binnenl. Wis.( H.-bk. f135.271.701,78
1
12
sels, Prom., B.-bk.,, 15.502.919,63’/.
1.. 2….
‘7fl 590 065 (IS
u’
”
(
221.604.579,45
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto
……..
–
Idem eigen portef..
f
15.394.486,-
Af:Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.
•,
15:394.486,
Beleeningen
I1..bk.
f
74.086.046,07
mci.
v,sch.
B.bk.
,,16.855.575,35’/o
in rek.-crt.
Ag.scb. ,,113.805.902,41
op
onderp.
f204,74 7.523,83
8
/s
Op
Effecten
……
f194.827808,97
OpGo’ederenen Spee.,,
9.919.714,86110 204.747.523,83112
Voorschotten a.h.Bijk
…………….
..14.277.775,07’/o
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
. ‘ …..f
56219.880,-
Muntmat, Goud
..
,,554.756.433,13
f610.976.313,13
Munt. Zilver, enz
.
,,
15.429.261,59
Muntmat., Zilver
..
,,
—
626.405.574,72
Effecten
Bel.v.h.Res.fonds..
(
4.653.858,87
1
12
id. van ‘hv.h.kapit.
,,
3.873.652,871s
8.527.511,75
Geb.enMeub.derBank
…………….
,,
3.594.000,-
Diverse rekeningen
………………,,
50.920.866,82
fl.145.472.317
,69
Paseiva.
Kapitaal
………………………
20.000.000
Reservefonds
………………….
,,
5.000.000,
Bankbiljetten in omloop
…………..
1.043.328 850,-
Bankassignatiën in omloop
…………
2.675.063,75
Rek.-Cour.
Het Rijk
t
saldo’s:
J
Anderen
,,
47.150.234,59
47.150.234,59
Diverse rekeningen
……………….
,,
27.315.169,31
(1.145.472.317,85
Uit de bekendmaking van den Mi n i st er van F.i na n’
ci ë n blijkt, dat uitsto’ndeû op:
4
April
1921
1
ii
April
1921
Aan schatkistpromessen..
f
478.380.000,-
f
472.360.000,-
waarvan rechtstreeks bij
‘de Ned. Bank geplaatst ,, 53.000.000,-
81.000.000,-
Aan schatkistbiljètten
,, 64.744.000,- ,, 64.744.000,-
Aan zilverbona ………., 47.352 228,– ,, ‘45.970.715,50
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden .guldens.De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
Bank
biljetten
Andere
opeischb.
schulden
‘
‘
472.500
26 Mrt.
1921
467.000
2 April 1921…….
19′
,,
1921
468.000
336.749
137.551
26 Febr; 1921
……,
225.507
10
846
19
1921…….
224.897
10.617
341.583
135.012
225.053
10.470
844.600
126.060
6
,,
1921
……
‘
225.127
10.238
344.426
120.433
12
1921
…….
182.731
4.311
315.543
92.072
3 April1920
……
127.009
10.530
211.469
123.992
5 April 1919
…….
25
Juli
1914
…….
22.057 31.907
110.172
12.634
Wissels,
–
Diverse
hik.
Dek.
Data
l”C
ontoi
Dis.
buiten
1
Belee.
re
C’
1
k
baar
kings.
N..Ind.
nin
gen
,
ningen t)
metaal-
percen’
betaalbaar
3,21d0
lage
2Apr.1921
227:000
C•
143.000
00
•
26Mrt,1921
223.000
000
143.750
‘
19 ,, 1921
225.000
00•
143.250
000
26Feb.1921 37.119 31.321 11492′ 29.208′ 141.739 ‘ 50
19
1921 35.001 30.754 122.011 34.963 140.414
49
12
1921′ 34.551 25.414 119.444 43.221 141.622 ‘ 50 5 ,, 1921 34.629 24.642 122.657 ‘ 44.682 142.636
51
3Apr.1920 16307 21.636 144.773 27.3 8 105.712
44
5Apr.1919 8500 20.832 78.731
8.515
70,880
41′
25Juli 1914 7.259
6.395 47.934
2.228 . 4.842′
44
1) Sluitpost der activa.
2)
Op de basis van
r/
metaaldekking.
13 April 1921
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
333
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden ‘u1dens.
Data
Metaal
Circulatie
Andere
opeischl,.
schulden
D
13
conto’3
D k
h, re e.
ningen’)
________________
26 Febr. 1921
..
1.133
2.221
804
2.025
320
19
,,
1921
..
1.231
2:172
830
2.011
163
12
,,
1921
..
1.232
2.243
1.012
2,158
192
5
,,
1921
..
1.232
2.259
915
2.175
74
29 Jan.
1921
..
1.233
2.215 1.133 2.176
‘.
197
22
,,
1921
..
1.233
.2.226 1.064
2.175 260
28 Febr. 1920 ..
1.050
1.689
968 1.749 278
1 Mrt.
1919
,.
948 1.692
‘847
1.303
115
25
Juli
1.914
..
645
1.100
560
735
‘396
1
.1
3IuItpoBt der activa.
.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND:
Voornaamste posten, ouder bijvoeging der Currency Notes
in duizenden pond sterling.
ata
Go,,.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
.Rc.
serve
Dek.
6Apr.’21
31.698 114.147 21.495 124.212
17.583
12,07
30 Mrt. ’21
26.004
102.909
23.047
114.634
16.894
12,27
23
,,
’21
24.000
101.022
22.983 101.169
17.241
13,90
16
,,
’21
23.524
102.077
18.910
‘107.259
18.669
14,80
7Apr. ’20
59.049
93.550 24.978
133.708
23.784
15,-
9Apr.’19
58.031
77.624,
30.309
116.292
28.58!
19,50
22Juli ’14
11.005
33.633 13.735
42.185
29.297
52
1
/
‘,..ouu.ng
cusocnen
11eserve en Vepo8jte.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der ‘Darleheng-
kassenschejne. in duizenden Msirlc,
Data
Metaal
1
Daarvan
Goud
Kassen.
scheine
1
Circu.
‘
‘latie
J
pDek-
J
king,.
erc,
1)
31 Mrt.
’21
1.100.616
1.091.604
23.836.278 69.417.228
36
23
,,
’21
1.100.621
1.091.606
23.366.173
67.647.934
36
15
,,
’21
1.100.492
1.091.609
22.947.266
67.484.759
36
7
,,
’21
1.100.0481.091.613
22.732.952 67.907.828
35
31 Mrt.
’20
1.134.338
1.091.453
13.720.502
45.169.780
84
31 Mrt.
’19
1.915.993
1.906.690
6.732.155 25.490.489
34
23 Juli
’14
1.691.398
1.356.857
‘ .
65.479 1.890.895
93
.1
ueIcing der circulatie door metaal en
Kassenachejne.
Data
Wissels
Rek. Cit.
Darlehenskasse;ischeine
Totaal
In kas bij de
uitgegeven
Reichsbank
31 Mrt.
1921
66.802.639 28.042.673
34.068.300
23.780.100
23
,,
1921
53.851.178
16.095.982
33.624.000
‘23.311.400
15
,,
1921
53.398.423 20.967.890
33.404.400
22.890.200
7
,,’
1921
55.228.423 15.873.047
,
33.454.300 22.678.600
31 Mrt.
1920
44.575.764 18.49842’9
27.786.800 13.935.100
31 Mrt.
19191
30.177.273 14.502.943
17.872.600
6.724.800
23 Juli
19141
,
750.892 943.964
OOSTENRIJKSCH.HONGAARSCHE BANK.
Voornaamste oosten in
i1iii7,nndar
Data
Metaal. en
buiten!.
goudwissels
1
Disc, en
beleenin
gen
Bijz. schuld
,
Oostenrijk
en Hongarije,
‘
Bank.
‘I
biljetten
Rek. C,t.’
saldi
15Nov.’20
1
)325.730137.782
52132
954 000174
,
121378
9.497.833
31Oct.’20
321.121136.474.61
0
1
32
.
954
.
000
1
72
.902.605
9.930.245
7Feb.’20
290.428
I
19
.
251
.
400
J
32
.
95
4
000156994022
6.057.646
31Jan.’20
.291.083119.162.543l32
954 000156
772 802
6.220.538
15Nov.’19
325.09714.742.0
52l32954000
I50582595I7235850
23Juli’14
1.589.267
954.3561
–
1
2.159.7591
291.270
BANK VAN FRANKRIJK.
Yoornaamste posten in duizenden lrarn,a,
Data
Goud
Waarvan
in het Buitenland
Zilver
Te goed
in het Buitenland
Buii.gew.
voorsch.
old. Staat
7 Apr.’21
5.504.629
1.948.367
267.959
***
26.400.000
31 I1rt 21
5504.213
1.948.367
267.320
643.509
26.200.000
24
,,’ ’21
5.503.910
1.948 367
265.408
643.174
25.900.000
17
,,
’21
5.503.743
1.948.367
264.930
646.482
25.800.000
8 Apr.’20
5.585.259
1.978:278
243.948
707.089
25.300.000
10 Apr.’19
5.545.014
‘1.978.308
311.425
789.655
22.150.000
23Juli’14
4.104.391,1
–
639.620
‘
—
–
tl
Wissels
Uitge.
‘
stelde
Beleg.
Bankbil.
Wissels
ning
jetten
Rek. Ct.
Parti.
culieren
.
Rek.
Crt.
Staat
2.801.339
21
5.044
1
2.230:287
1
38695618 3.05.180
75.887
,,,
3.051.904
26.663 2.177.038 38.435.078 3:066.121 37374
2.859.119
275.861 2 198 565 38.132.816 3.103 963
39.66
g
2.863.943
300.679 2.209.240′ 38.245.394 3.087.596
.64.268′
CD
2.171.012
572.074 1.804 891
37 5fl7.’ 6 3.204.188
462.079
924.743
931.967 1.232.172 33.998.16312.879 581
41.185
,
1.541.080
–
769.400
5.911.9101
942.5701400.590
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE..
Voornaamste
posten in duizenden franna
Metaal
Belgen.
Belgen.
Bi,,,,.
D ata
mcl.
buitgnl.
van
.
van
buiten!,
prom. d.
wiasels
en
Cireu.
latie
R k
-.
saldi
vorder.
provinc
belgen.
.
7Apr.’21
333 615
84.653 480.000
827.532
6.086.768
486.492
3lMrt. ’21
330.620
84.653 480 000
869.461
6.104.823
515.692
23
’21
328.238
84.653 480.000
879696
‘6.022.096
602.385
17
,,’
’21
328.963
84.653 480.000
857.648
6.033.654
535.788
8 Apr.’20
358.744
84.955 480.000
728.905
4991.765
1287.634
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD..AMERIKA.
FEDERAL RESE1TE BAqKs.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Goudvoorraad
FR.
Zilver
Notes tn.
Data
Toiaol
Dekking
In het
cie.
circu-
bedrag
F. R. Notes buitenl.
latie
18 Mrt. ’21 2.206.039 1.425.536 ‘ –
209.250 2.962.880
11 ,,
’21 2.187.906 1.405.414
..-
210.018 3.005.840
4 ,,
’21 2.183.090 1.402.238
– ‘212.673 3:042.811
25 Febr. ’21 2.140.313 1.392.874
–
216.686 3.051.706
19 Mrt. ’20 1.934.581 1.273.869 112.781 125.745 3.047.133
21 Mrt.
1
19 2.140.842 1.238.4081 5.829 67.736 2.510.687
.Data
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
‘
bij de
1′ 1
1
lotaol
1
Waarvan
1
banken
i
gelden en
I ‘F. R: bank,,
beleggingen
1
deposito’s.
time
1′
deposits
11 Mrt. ’21
824
15.976.114 1.302.232
13.486.100
‘2.910:392
4
,,
’21
824
16.053.132
1.279.101 13.529.235
2.919.818
25 Féb. ’21
826
16.107.849
1.296.808
13.524.730
2.908.663
18
,,
’21
826
16.097.444
1.293.847 13.602.290
2.907.210
12 Mrt. ’20
808
15.371.381
1.436.486
14.314,860′
2.563 893
14 Mrt. ‘191
.771
14.416.7501
1.292.165 12.597.610 1.658.431
Data
.
Metaal
Circulatie
Currency Notes.
Bedrag
,Goudd.
Gov. Sec.
6 April 1921
128.348
129.215
342.560
28.500
310.944
30 Mrt.
1921
128.348 129.905
343.826
28.500
,
3,11.334
23
1921
128.327
129.535
342.312
28.500
311.281
16
;,
1921
128.325
128.106
338.086
28.500 305.397
7. April
1920
112.145
106.811
335.372 28.500
313.370
9 April 1919
85.090
74.957
335.325 28.500
318.068
22 Juli
1914
40.164 29.317
–
–
,j
aia
isseis
Totaal
Deposito’s
Gestort
Kapitaal
Aigem.
Dék.
king,.
perc.
1)
Percent.
‘Goud.
dekking
circul.
5)
18 Mrt. ’21 2.347.699
1;774.635
101.058
51,0
60,6
11
,,
’21
2.515,058
.
1.843.726
101.003
50,9′
59,9
4
,,
’21
2.505.509
2.269.918
100.865
50,8
69,3
25 Febr. ’21 2.566.757
2.279.019
100.790
49,9
58,1
19 Mrt. ’20 2.670.913
2.625.851
90.958
43,5 48,3
21 Mrt. ’19j 2.143.463
2.565.949
81.612
51,6 63,3
t)
Verhoudin
g
tueechen: den totalen goudvoorraad. zilver etc., code
opeischbare
,jchulden, F
R.
Notec
en netto depesito’e.
15 Na aftrek
van 35 pCt. der totale
dekkingomjddeje0
als dekking
voor
‘de
netto,
depoajto
8.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN ‘BIJ
HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in ‘duizenden dollars;
., waarvan
Lh.00
goud.
4e.591j
buitenlandsche
goudwissela en 56.463
munt en
muntmaterjaal
zilver.
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
1
334
ECONOMISCH-STATÏSTISCHE BERICHTEN
13 April 1921
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 11 April .1921.
Nog steeds heeft de internationale markt onder dn in-
vloed gestaan van het geweldige arbeidsgcschiL dat in het
Britsche Rijk is ontstaan en dat daar moet worden uitge-
streden. Het conflict tusschen mijnwerkers en mijneigenaars
is ver uitgegroeid boven de gewone moeilijkheden, die vooral
in de laatste jaren schering en inslag zijn bij isderen tak
van industrie. Er is, volgens sommigen, thans.-in Engeland
voor het eerst een grootscheeps georganiseerde poging op
touw gezet, om een industrieèl geschil dienstbaar te maken
aan de doorvoering van politieke verlangens, ja, er heerscht
een algemeen gevoelen, dat de economische eischen der
mijnwerkers nr voren geschoven zijn om de politieke
verlangens te kunnen maskeeren. Op het oogenblik, waarop
dit overzicht wordt samengesteld kan nog niet worden ge-zegd, welken loop de gebeurtenissen zullen nemen, vooral
niet, wijl nog conferenties tusschen Regeering en arbeiders-
afgevaardigden moeten plaats vinden en mede, omdat er
wel eenige oneenigbeid schijnt te bestaan tusschen de ar-
beiders-bonden der zoogeuaamde Triple Alliantie (de mijn
werkers, spoorweg- en transportrbeiders). Voor zeer velen
is het thans toegepaste middel veel te radicaal en het laat
,zich derhalve ook voorzien, dat bij voortzetting van het
conflict er een scheiding tusschen de werknemers onderling
zal ontstaan, die vetstrekkeade gevolgen voor de geheele
economische ontwikkeling van Engeland zou kunnen
hebben.
Teekenend is in dit geval, hoe krachtig cle ‘beurs te Lon-
den tegenover het gebeuren staat. Wel zijn hier natuurlijk
reiicties voorgekomen, doch niet alleen was van een paniek
geen sprake de meest vage aanduidingen omtrent komende
conferenties of berichten uit het bûitenland waren’voldoen’
de een uitermate vasten ondertoon te doen ontstaan. – Al
leén de Engelsche valuta heeft zich niet kunnen handhaven;
het Pond Sterling is gedurende de afgeloopen week gevoelig
geaffecteerd, &ch ook’ hier was het vooruitzicht op de be-
sprekingen tusschen Regeerng en arbeides reed vol-
doende, om een relatief aanmerkelijk herstel te voorschijn
te roepen. .
Te P a r ij s is
1
de beurs doorloopend Vrij vast gebleven. Dé nog steeds, in zuiver financieel opzicht althans, eenigs-
zins precaire toestand van de Fransche Republiek doet
ieder conflict in het’buiteuland, waardoor de mogelijkheid
van tijdelijke stagnatie der concurrentie bestaat, treden in
het licht van een voordeel voor Frankrijk zelve, hetwelk de
publieke opinie op gunstige wijze beïnvloedt. Hierbij kwam
in de afgeloopen week de zeer agressieve redevoering van
Minister Briand, agrssief tegenover Duitschland, waar-
door niet slechts het Fransche volksgevoel werd bevredigd, doch, waarbij de mogelijkheid in het vooruitzicht werd ge-
steld binnen afzienbaren tijd, door het toepassen van ver-
dere ,,sancties”, van den erfvijand aanmerkelijke bedragen
te verkrijgen. In hoeverre de door deze rede van den Mi-nister opgewekte hoop zal worden verwezenlijkt, dient te
worden afgewacht,- doch in ieder geval heeft de beurs te
Parij s er de directe voordeelen van getrokken. Er wi.s
geld beschikbaar om vrijwel alle fondsen te koo.pen, doch
vooral die, welke door bepaalde omstandigheden in het bui-
tenland aan de Seine in groote posten, werden aangeboden
Van deze worden hier allereerst gereleveerd aandeelen
Royal Dutch, diie vrijwel op geen enkelen dag zoo laag
gedaald zijn, als de koers te Amsterdam, omgerekend tegeit
den Franschen wisselkoers, had kunnen doen verwachten-
Bovendien waren mijuwaarden gevraagd.
Te B e r lij n heeft aanvankelijk een optimistische toon
de leiding gehad, speciaal voor enkele inciustrieele waarden.
als aandeelen in Chemische ondernemingen, electrici’teits-
aandeelen, montaanwaarden, enz. Het teekeneude hiervan
is, dat deze rjzing niet in verband stond met aankoopen
door het buitenland, noch met groote variaties in de vreem-
de valuta’s, zooals vroeer zoo vaak het geval is geweest.
‘De oorzciak ‘moet eerder worden gevonden in de alge
meene gedachte, dat het tijdstip voor herziening van de
vredes-bepalingen, speciaal die ‘an de jongste Londensche
conierentic
i
nabij is gekomen. Door welke voorvallen men
clie gedachten koestert ,valt niet na te gaan, doch het is
een feit, dat men halsstarrig aan die denkbeelden vast-
houdt. Af te -wachten blijft of ook hier niet de wensch de
vader van de gedachten• is geweest. In ieder geval is het
opmerkelijk, dat na de rede van Minister ]3riand plotse-
ling een inzinking op de ‘Berlijnsche beurs heeft plaats
gehad. Ook deze is echter weder spoedig geremd, doordat
de , maatregelen, door de Amerikaansche Regeering geno-
men ten aanzien van den export naar Duitschand, een
meer intensief handelsverkeer in het vooruitzicht stellen.
‘De Engelsche mijnwerkers-staking heeft ‘hier niet al te veel
invloed uitgeoefend.
Te N e w York is de stemming eeni:gszins verdeeld ge- –
weest, doch over het algemeen was zij niet lusteloos. Alleen
aandeelen Koninklijke Petroleum Mij. hebben hierop een
uitzondering gemaakt, voor het grootste gedeelte door aan-
bod vanuit Amsterda.m. Inciustrieele waarden echter waren niet eens op groote schaal aangeboden, ondanks den ongan-
stigen staat van onuitgevoerde orders der Steeltrust en de mededeeing, dat de fabrieken der Truat nog slechts op 40 pCt. capaciteit werken. Het gevolg van
ede
en ander zal
vermoedelijk moeten zijn een drastische verlaging der staal-
prijzen, waardoor wellicht ‘wat opleving in dezen tak van
industrie zal kunnen ontstaan. Althans, indien de toestand
in het spoorwegverkeer eenigszins ‘verbetert. Misschien is –
dit te verwachten door de maatregelen, door den vroegeren – ,,food-controller” -en tagenwoordigen Minister van Handel
in de Vereenigde Staten ,den heer Hoover, te nemen. Een
zijner eerste Regeeringsdaden is geweest het opheffen dei bepaling, dat exporten naar Duitschiand niet door den War
Finance oard gefinancierd acochten worden, omdat de
vrede tusschen beide landen nog niet formeel is ge,teekend
Tengevolge van deze opheffing is onmiddellijk een uitvoer
van
15000
balen katoen naar Duitschland en naar Tsjechii’.
ter hand genomen. Dit is o.a. één der redenen geweest,
waarom de Duitsche beurzen een vrij vaste houding aan den
dag hebben’ gelegd, -zooals hierboven reeds gereleveerd.
Nog op andere wijze wordt overigens de uitvoer vanuit
Amerika bevorderd. In dit verband zijn verschillende maat-
schappijen opgericht, die ten doel hebben het financieren
van den export ter hand te nemen. Hier ter plaatse zijn –
reeds vroeger diverse i’nteiLingen met name genoemd, oa.
– de Ameriican International Corporation, de International
Banking Corporation, enz. die ‘echter in den laatsten tijd
hunne werkzaamheden zeer sterk ‘hebben nitgobreid.
Te o n z e nt is’ de markt voor
staatsfondsen
vrij stabiel
gebleven’. In hetmidden der berichtsperiocle viel er een ge-
ringe inzinking te censtateeren, vermoedelijk in verband
staande met den eenigsz.ins stroeveren toestand van de geld-
markt, doch toen tegen het einde ook ideze situatie ver-
anderde, wijzigde zich het aspect op de markt voor inheem- –
sche staatspapieren. Inmiddels zijn de variatiaf toch alle
binnen zeer ‘enge grenzen gebleven.
– Van buitenlandsche staatsfondsen viel de aandacht op
China Goud, welke voor buitenlaudsehe rekening gevraagd
waren.
mh
z
–
5
Apr.- 8Apr. 11Apr.
Rg8I
5
Olo
Ned. W. Sch.
1918 87
87’I2
86
—1
4
1
12
0
10 ,,,,,,
1916
86
2
/16
85
1
110
87
+ /io
4
°Io
,,
,,
,,
1916
77
1
/10
77
1
18
77
1
116
3
1
13
0
10
,,,,,,…..
69
68
6818
–
718
3
0
/0
,,,,,,….,.
58/&
98
1
1,o
583182
–
25182
2
1
12
0/
Cert. N. W. S. ……
4911/10 491/
4
49214 -‘
18
/16
5
°/o
Oost-Indië
1915 .. .
90
9014
90I4
+
814
6
°Io
,
1919 – . . –
9471
je
94112 – 95
1
1
18
/to
4
O/j
Oostenr. Kronenrente
313/io
3
13
110
3110
S
Oio
Rusland
1906
731
4
781
4
781
4
4
0/
Rusl. bij Hope & Co
751
s
781
4
7151jj
+
5/jo
4’12
0
/0
Chin Gnud
1898 – – 60114
6018
60I1
114
4
°/o
Japan
1899 ………54
1/4
54
521s – 2’/s
4
O
lo
Argentinië Buitenl – –
53314
53
8
14
53’1
5
O/
Brazilië
1895 …….52I4
52814
52/s
7
O/
Staatsspoor – ……..
10314 103
1
/g
103
7
18 + %
7
– 0/
Amsterdam .. … ….
100/4 1001/
4
100’/
De
aandeelen-markt
heeft over het algemeen een ten-
den’s vertoond, die somtijds slechts weinig van een paniek-
stemming verschilde. In alle afdeelingen was een zeer
flauwe stemming overheerschend, welke
,
door verschillende
oorzaken -in het leven is geroepen. In de eerste plaats -was
het ‘de mijnwerkersstaking in Engeland, die ook in ons
land visioenen van zeer ver doorgevoerde arbeidsmoei-
lijkheden naar voren bracht niet alleen, doch welke, in
uitzicht stelde een stokken van den regelmatigen hadel –
met het Britsche Rijk, een duurder worden van steenkolen, moeilijkheden voor de scheepvaart, enz.,Vervolgens varen
er bona-fide .liquidaties op vrij groote schaal, die enkele
speciale aandeelen-rubrieken omlaag hebben gedrukt, o.a- • Tabaks-aandeelen, doch waardoor ook liquidaties in andere markt-afdeel-ingen te voorschijn werden geroepen. En ten
– slotte
–
kwamen hierbij aanvallen, van de contramine-partij,
die door haar blanco-verkoopen in een vrijwel gedemorali-
seerde markt gemakkelijk spel heil. Eigenljk moet hier
niet worden gesproken van een contramine-,,partij”, om-
dat dit woord ‘een zekere organisatie onderstelt, die -aan
de Amsterdamsche markt, althans tot het uitvoeien van
13 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
335
blanco-verkoopen, geenszins aanwezig is. Nietteniin is er
steeds een .groote groep .gelijkgezinde handelaars, die iedere
gelegenheid aangrijpen, ‘om het koerspeil te drukken en
zoodoende van een neergaande mai’kt fina.ncieeYprofijt te
trekken.
Het ergst hebben in de afgeloopen week jwel Tabaks-
waarden te lijden gehad. Zooals hierboven reeds gezegd, vônd in deze aandeelen een zeer groote liquidatie plaats,
waardoor alle fondsen sterk werden geaffecteerd. Dit komt
goed naa; voren, indien men ziet, dat na het uitermate
sterke herstel, dat op den laatsten beursdag, heeft plaats
gehad, de koersen van de meeste vooraanstaande papieren
nog zeer aanmerkelijk onder het peil van een week geleden
in het hierbij opgevoerde staatje paraisseeren.
5 Apr. 8Apr. 11 Apr.
Amsterdamsche Bank . . .. 174
173
170114 – 381
4
Koloniale
•
Bank ……….
185
1
/4
182
1
12 187
+ 114
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand: 173
1
12
1671/
3
172
1
11
1
Rotterd. Binkvereeniging..
122
1
18
120
120
– 2
1
12
Amst. Superfosfaatfabriek . 110
– 105
109
– 1.
Van Berkel’s Patent ……83
72
80/4 – 2
1
14
Insulinde (iliefabriek …….
511/2
4218
47
—41/
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. send. 811
81
82’12 + 814
Hollandia Melkproducten . 200
202
1
202
+
2
Philips’ Gloeilamp”nfabriek 249
1
1
232
1
11
251
+ 1
1
12
R. S. Stokvs & Zonen . . .. 580
578
578
– 2
Verenigde BLikfabrieken. . ‘lOPh 101
101
114
CornpaniaMercantil Argent. 1491
4
1091/
1
128
–
211
Cultuur-Mij. d. Vorstenland 1961
1851
191112 – 51/
4
Handelsver. Amsterdam . .. 448
431
440
– 8
Hol!. Transatl. Handelever. 4581
4
45814
40’11 ._… 51/
Linde Teves & S okvis . . .. 107
95
108
+ 1
Van Nierop&Co’Hande1-Mij. 59
45’12
61
118
,
+ 2e18
Tels & Co.’s Handel-Mij.. . . 59
45’/
56
-, 3
Gecons. Hol!. Petroleum-Mij. 19214 174
183/ – 9
Kon. Petroleum-Mij… …. 505
492’/, 5191
+ 14/4
Orion Petroleum-Mij.
Afgst. Aand. 49
42
461 –
t
–
2
8
1,1
Steaua Romana Petroleum
Mij. .. Afgst. Aand. 57
52
52
– 5
Arnsterdam-Rubber-Mij. . . 901′
8881
4
96’14 + 521
4
–
Nederl.-Rubber.Mij.. ……. 50
43’12
46
–
4
•Oost-Java-Rubber-Mij…..154
143
146
1
1,
7’/2
Deli-Batavja ……….
….483
370
405
—48
Deli-Maatschappij ……..450 410 454 + 4
Medan-Tabak.Maatschappij . 34711 347
8
12 316
1
1 – 31
Senenibah-Maatschappij…. 605 491 545 – 80
Hiernaat werden Rubber-aandeelen aangegrepen, eens-
deels door het uitblijven van eenigszins geruststellende be-
richten betreffende het product zelve, nuiderdeels als een uit-
vloeisel van de marktpositie, waardoor tegenover het niet
eens zoo groote aanbod geen voldoende
•
vrahg kon worden
gesteld. Vooral in de lager geprjsde soorten zijn dan ook
gevoelige verliezen voorgekomen. Ook hier echter is een
herstel te constateeren, hetweik voor eengedeelte op reke
ning mag ‘worden geschreven van .de algemeen verbeterde
tendens ‘tegén ‘het slot, voor eeü ander deel in verband staat
met de mededeeling van de Rubber-Cultuur Mij .,,Amster-
dam”, dat -de rente-betaling op de obligaties dezer onder.
neming voorloopig verzekerd mag wordeii geacht.
Het spreekt vanzelf, dat ook de
suikermarkt
gevoelig
ijérd getroffen. Aandeelen Handelsvereeniging ,,Amstr-
dam” bijv. daalden tot onder het peil van de jongstë Decem.
bercrisis. Dat ten slotte ook hier de verschillen niet zoo
groot zijn, moet mede worden toegeschreven aan het alge-
meen herstel.
Zeer sterk hebben aandeelen in handels-ondernemingen
geleden en hier was de verbetering niet voor alle fondsèn
zoo groot. Aandeelen Compania Mercantil Argentina in
het bijzonder hebben zeer sterk te lijden gehad, mede door de omstandigheid, dat er gedurende eenige dagen geen no
teering tot stand was gekomen en het aanbod zich inmid.
– dels bij de dalende tendens had opgehoopt.
Scheepvaariwaarden
hebben zich per saldo nog het best
gehouden; hier was het verslag van de Koninklijke Neder-
landsche Stoomboot Maatschappij geruststellend.
– .
5Apr. 8Apr. 11Apr.
Rijzing
dalin
Holland-Amerika-Lijn .. . – 23111
220’/
236
+ 48/4
;,gem.eig. 207
204
2161/8 + 91
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij… 120
120
120
Hollandscbe Stoomboot-Mij. 85
85
88
2
12 + 3
1
12
Java-China-Japan-Lijn . . . . 133
127
135
1
12 ± 2
1
12
Kon. Hollandsehe Lloyd. .. 77814
72’12
73
– 48/
4
Kon. Ned. Stoomb.-Mij……116
110
1
12 106
– 10
1)
‘) Ex. div.
5 Apr. 8 Apr. 11Apr.
Rijzing of
daling.
Koninkl.-Paketvaart Mij.
. .
121
2
12′
117
122
1
1
±
81
Maatschappij Zeevaart
..
. .
113
113
111
–
2.
Nederl. Scheepvaart-Unie..
1391/2
13521
2
141
–
1’12
Nievelt Goudriaan ……..203
190 210
+
7
Rotterdamsche Lloyd ……142
13518
145
+
3
StoomvMij.,,Hillegersberg” 115
115 110
–
5
,,Nederland”
. .
166’/
156
1
12
168
‘
—
j
–
1/,
,,Noordzee”
.
..
31
33
36
+
5
,,Oostzee”…..111
111
110
–
1
De
Ameril.caan8che
markt was eerder
n deit
flauwen
kant onder den invloed van Wallstreet en als gevolg van
het verder reageeren van den dollarkoers. De omzetten zijn
hier echter van vrijwel geen beteekenis.
5Apr.
8Apr. 11Apr.
Rizigof
American Car
&
Foundry
147
142
144
–
3
Anaconda Copper
……..
80/,
83
82
+
118
Un. States Steel Corp…..
93
2
/4
92
2
1
4
93
.
–
114
Atchison Topka …….. ..
91
90’12
9014
– 314
Southerri Pacific ……….
88
8412
85
2
12
–
2
1
12
Union
Pacific …………
136′,
133’/4
132
1
1,
– –
4
Int. Mere. Marine orig. Corn.
15’12
15/,
6
1511
‘
–
prefs.
561g
56814.
57818
+
‘/s
,
De
geidmarict
bleef tegen het
slot
ruim;
prolongatie
34pCt.
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
Tar
w
e. Ofschoon’ er voor de vorige week in verschil-lende streken van Europa regenbuien vielen, -is toch over
het algemeen de ,,droogte” niet gebroken en men let nu met groote belangstellipg op de dagelijksche weerberichten. Tot
nog toe staan de oogsten er goed voor, en daai- het voor-jaar vroeg was, is ook reeds zeer veel zornergraan uitge-
zaaid. Dank zij Iden gegarandeerden prijs zal in ‘Engeland
de met tarwe bezaaide oppervlakte groot zij. In Frankrijk
staande oogsten er best voor, behoudens in enkele streken
waar de droogte eenige vrees- opwekt. Valt er niet spoedig
iegen, dan zullen -de klachten, die tot nog toe niet veel te
beteekenen hebben, over heel West-Europa algemeener en
ernstiger worden.
In Noord-Amerika werd het eerste rapport betreffende
tien stand van de wintertarwe gepubliceerd, en zooals men
verwachtte,
was
het zeer gunstig. Het percentage van ,,win-
terkilling” is zeer gering, en het cijfer d4 den ‘stand’ -aan-
geeft, bijzonder .hoog. Schade ‘door insecten, waarover af en
toe min’ of’ meer.
. ernstige berichten op de graanbeurzen ge-
lanceerd werden, heeft dus niet -veel te heteakenen gehad.
De opbrengst fwordt -thans 621.000.000 Busbels, tegen ver-
laden jaar op 1 April 483.617.000 Bushels geschat en een
werlelijke oogst van 577.763.000 Bushels..Het is ‘dan bok
geen wonder, .dat ide noteeringen, vooral voor den nieuwen
öogst veel lagere prijzen aangevèn ,en dit heeft vanzelf het gevolg, .dat men van den ouden oogst niet meer koopt, dan
men onvoorwaardelijk eloodig heeft. De Wct der gemid-
deiden bracht volgens velen in de Staten mee, dat er dit-maal een slechte oogst zou k6men, maar het ziet er naar
uit, dat er deze Wet tea spijt zeker zooveel tar.we zal
geoogst worden als het’ jaar tevoren. Edoch erkannog veel
gebeuren voor de tijd van oogsted daar is. – –
Europa heeft op matige wijze den aankoop van tarwe
oortgezet. In Engeland
–
trokken weer Canadeesche soorten
de belangstelling. Ook de Regeering verkocht voortdurënd
van haren voorraad, zoodat die met ca. 100.000 tans ver-
minderde. – –
De vraag van Duitschland
was
gering, waarschijnlijk ook
tengevolge Van den nog zoo onzekeren politieken toestand.
Voor .R;ogge blijft belangstelling-in Europa; tenge-
vo1ge san het betrekkelijk geringe aanbod, staat de prijs
honger dan tarwe. Ook voor dit artikel is de stand van
den oogst in de Staten goed, maar de uitzaai is kleiner,
oodat de opbrengst kleiner wordt verwacht dan een jaar
geleden. ‘ –
– Maïs ‘was aanvankelijk zeer flauw gestemd. De prijzen
zijn in de Vereenigde Staten tot een zeer laag punt ge-
claald en in verband met de hooge spoor-vr-achten is de prijs
die de boeren in vele streken realiseeren zeer slecht en aan-
-merkelijk beneden den kostprijs. Dit zou zeker aanleiding
‘even tot – zeer veel kleinere aanvoeren, indien niet het
liquideeren van bankposities verkoopen noodzakelijk maak-
-te. Waar- nôg zooveel graan op de ,,farms” aanwezig is,
zullen deze verkoopen nog wel moeten voortduren en dien-
tengevolge zullen de Noord-Arnerikaausche markten
–
nog
336,
ECONOMISCH
–
STKTISTISCHE BERICHTEN
.
13
April
1921
.
.
.
Noteeringen.
Locoprijzen te
Rotterdam/Amsterdam.
Chicago
1
Buno, Aje3
Soorlen
1 1
April
4 April’
1 1 April
Dala
1921 1921
920
Taru,e
1
MaY
Haier
1
Tarwe
1
Ma
Lijnzaad
Tarwe*
…………..
t)
Rogge (No. 2 Western)
t)
19.50
21.75
20,-
21,50
34,50
27,75
Maart
Mei
Mcl Mcl
Mei Mei
.
..’
‘
9 Apr.’21
–
60,-
39
1
18
7
16,70
8,25
13,65
•
MaYs (La Plata)
……’)
270,-
270,-
385.-
,,
’21
137
4)
59/&
4114
17,15
3
)
8,25
8
)
14,80
8)
Gerst (48 ib. feeding)
.
.2)
275,-
275,-
450,-
9 Apr.’20
226
166
8
u
951
19,f35
9,90
28,10
Haver (38 ib. svhite cl.)
. .
‘)
1,25.
16,50
22,-
9Apr.’19
226
•
156
1
/,
68-
11,-
.
5,45
19,50
Lijukoeken (Noord-Amen-
9Apr.’18
22Q
127V:
75
1
18
12,60
5,05
24,25
ka van La Plata.zaad)r)
172,50
180,-
225,-
20 Juli ’14
82,
t)
56818
1)
36
1
I
‘)
9,40 ‘)
5,38
‘)
13,70)
Lijnzaad (La Plata)
. .
… ‘)
300,-
365,-
850,-
1)
per Dec.
1)
per Sept.
‘)
per 23 Mrt.
‘)
per Mei.
•
•
1)
p. 100 K.G.
‘) p. 2000
K.Q.
•
‘)
p. 1000 K.G.
‘)
per
.-
.
1960 K.G.
*) Hard/Red Winter
Wheat
ur. 2.
:
AANVOEREN in tons van i000K.G-.
‘
.
Rolkrdam
‘
AmiIerdam
Totaal
Artikelen.
4 Apr.19 Apr.
1
Sedert
Opereenk.
4 Apr.19 Apr.
Sedert
‘
1
Overcnk.
1921
‘
1920
1921
J
1 Jan. 1921
tijdvak 1920
1921
•
1 Jan. 1921
tijdvak 1920
23.108
235 882 141.185
–
6.613
20.717
242.495
161.902
.
Tarwe ……………..
Rogge ………
…….
.
1.034′
30.073
– •
–
–
–
.
30.073
30.073
Boekweit
………………
164
1.24
2.500
–
•
.
500
–
1.754
‘
2.500
Maï
…………….
259.533 103.286
–
19.242
18.924
278.775
122.210
6.578
‘
73.995
5.252
505
2.492
120
76.477
5.372
31
1.456
13.444
–
430
–
•
1.886 13.444
Lijnzaad …………..
19.4
.89
6.199 43 752
12.631
,-
25.419
2.424
•
69.211 15.055
Gerst
……………..
ilaver
……………….
2.726
44.746
20.858
–
8.875
1.406 53.621 22.264
Lijnkoek ……………
.
1.393
6.068
9.979
–
1.070
–
7.138 17:117
Tarwemeel …………..
Andere meelsoorten
. . .
233
10.534 3.228
–
449
.
100
•
10.983
•
3.328
wel geruimen ‘tijd onder tamelijke sterke pressie blijven
reecimaken
ler velden voor den nieuven uitzaai flink ge-
staan
vorderd
èn
is
in
gedeelten
van Duitschiand en Tsjeclio
‘
Plata maIs werd meer aangeboden voor nieuwe oogst-
Slowakije reeds de helft der met bieten te bebouwen opper
posities en
lagere prijzen
werden geaccepteerd,
doch de
vlakte aangeplant.
De vroegtijdige uit7aai
kan voor
het
weerberichten bleven afwisselend, zoodat verschillende af-
gewas door verlenging van den groeitijd sleohts van goeden laders zich huivèrig toonden spoedige aflading te offreeren.
invloed zijn. In D u
i
t s c h 1 a n d verschilt de uitbreiding
Donaumaïs werd slechts in geringe hoeveelheden aan-
van den aanplant in ide verschillende districten nogal sterk
geboden; in verband met het seizoen waardoor de Amen-
en is een nauwkeurig overzicht ten gevolge van de onrits-
kaansche maïs minder goed houdbaar is, trekt deze soort
tige
binnenlandsche
toestanden
nog
niet nogelijk;
F.O.
wel attenti.
.
Licht neemt de toename in doorsnee over geheel Du.itseh-
Voor g, e r st béstaat tamelijk goede vraag, daitr de voor-
land voorloopig met 15 pCt. aan.
raden in Europa over het algemeen gering zijn. Ook voor
In T s j e c h o S 1 o w a k
ij
e, waar sten thans voor den
haver blijfLbelangstelling bestaan, zoo’el voor goede Ca-
oogst 1920121 op eene opbrengst van 680.000 tois rekent,
nadeesche sooiten, als voor sommige goedkoo.pe kwaliteiten,
bedraagt de geraamde uitbreiding van den aanplant
5
1
10
di
de Staten aanbieden. In Engeland blijft ook Plata.haver
pCt., en in Oostenrijk, welk land thans slechts plm. 10.000
belangstelling trekken.
.
t,ons produceert, 40 pCt.
De 1 ij n
z
a a dnra,rkt had een zwak vçrloop. De prijzen
De E n g e 1 s c h e ,,Board of Trade”-statistiek over Maart
in
Argentinië
daalden
voortdurend
ofschoon
de
.
üitvoèr
wijst eene belangrijke toename der
consumptie aan, het-
op tamelijk ruime schaal plaats vindt. Veel van dit zaad
geen uit de volgende statistiek blijkt:
is nog onverkocht en er bestaat in Europa weinig Vraag
voor. In het algemeen zijn de toestanden nog zeer onzeker
Mrt.
Mrt.
Jan.-Mrt.
Jan. Mrt.
1921
1920
‘
1921
1920
in alle markten der oliehoudende zaden. De groote daling
Import rietsuiker
..
. .
58.372
89.570
197.850
251.367
der prijzen heeft ‘de meeste koopers ontmoedigd, vooral nu
–
–
-.
biet
..-
ook tengevolge van het zomerveer de koeken slecht te vent
……
geraffineerd
..
51.333
12.566
54.698
6Q.957
,,
.
koöpen zijn. De prijzen voor •d.itartikel daalden, tengevolge •van den’algemeenen drang tot verkoopen in verband met de
Totaal……109.705
102.136
252.478
321.324
lagere zaadprijzen. Ook de olieprijzen hielden zich niet, en
iiieve ‘,lov
records”
verden
bereikt.
Groote
voorraden
Voorraad in Entrepot
297.259
234.200
–
–
bestaan
nergens, behailve in Nord-Amerika, hetgeen wel
,,
,,
Raffinader. ,.26.800
26.750
–
–
akntoont, höe ged’emoralseerd de markt is, om toch bijna
Opbrengst,,
,,
94.038
57.836 .257.177
161.368
dagelijks lager te gaan. Er begint op latere levering eenige
Totalebinnenl.consump. 147.284
116.616
334.361
332.094
attentie van speculanten te komen.
‘
•,
export
,,
14
148
523
1.708
N cd er lan d.
Ook
deze
week
bestond
hier
weinig’
De zichtbare voorraden bedragen volgens F. 0. Licht:
atentie
voor
tarve.
Duitschland bood
eveneens
slechts
lage prijzen, zoodat slechts enkele zaken tot stand kwamen.
1921
1920
1919
Vöor r o g ge k’ômt meer ‘vraag; de prijzen toonen neiging
Duitschiand 1 Febr. ..
747.925
547.561. 1.014.376
tons
tot stijgen, tengevolge van de verhoogde vrachtprijzen.
Tsjecho Slowakye.1 Mrt.
510.368
366.114
378.000
Ma ï s herstelde zich eveneens van den grooten val der
Frankrijk
1 Mrt…..261.727
142.593
70.000
vorige week. Toch blijft daclelijk leverbare mais nog bene-
Nederland 15 lirt…..131.332
72.125
71.679
den paniteit van Noord-Amerika ‘en dientengevolge was het
België
1 .Mrt…..151.016
72.097
70.943
,,
weer mogelijk niet onbelangrijke hoeveelheden naar Scan-
England
1 Mrt.
.. ..
370.519
314.288
311.466
,,
dinavië
te
re-exporteeren.
Voor ge r St was goede vraag tot eeni’gszins’ stijgende
Totaal in Europa 2.172.887
1.514.778
1.913.464
tons
prijzen, vooral voor spoed.ige levering.
V. S.v. N.A. 24 Mrt.
. .
113.060
‘
111.440
41.125
Ook voor
h a v e r
bestaat meer belangstelling en tenge-
.
Cuba, alle hav. 26 Mrt.
8(17.000
280.122
728.075
volge van de hooge vrachten moesten hoogere prijzen be- steed worden. Op de lagere prijzen ging af en toe in 1 ij n-
Totaal ……3.092.947
2.206.340
2.682.664
tons
za a.d nog al wat om, maar ook hier geven de steeds lagere
De suikermarkten waren ‘in de afgeloopen week kalm
prijzen nog al eens aanleiding tot ontmoediging.
gestemd.
In A m e r
i
k a was de kooplust zeer gering en liepen
SUIKER.
.
dientengevolge
de
noteeringen
langzaam
maar
gestadig
terug:
spot
centrifugals
tot
6,02,
termijnlevering
April
Ten gevolge van de gunmtige weersgesteldheid is men
tot 4,61, Mei 4,70, Juli 4,80, September 4,82.
in’ de E u ro
p
ee’s c h e bietsuiker-districten met het ge-
De laatste C u b a-statistiek luidt:
13 April 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
337
1921
1920
1919
Weekontvanget tot2 April 125.000 141.173 192.509 tons
Tot. ontv.aed.1 Dec.-2 Apr. 1.555.000 2.025.039 1.849.870
Werkende fabrieken
195
185
195
Weekexport tot 2 April..
93.000 105.249 108.778
Tot. exp. sed. 1
–
Jan.-2 Apr. 778.000 1.378.702 1.035.822
Totale voorraad 2April .. ‘833.500 616.046 811.806
De L o n d e n s c h e ‘markt ondervond de uitwerking
van de dalende tendens van New-York en werd hier de
lustelooze stemming nog in de hand gewerkt door de zwaar
op den hnde1 drukkende staking in het mijnbedrijf. Op
de 4 dezer heropende termijnmarkt werden de noteeringen
dagelijks verlaagd en waren op 8 dezer 281.- voor Juni,
2716 Juli/Augustus, 26/- Septmbe’r, 251- October, basis
ruwsuiker 96 pCt.
De J a v a-markt blijft verder in apathische stemming
verkeeren en er vonden geen omzetten van beteekenis
plats. –
In N e d e r 1 a n d bleef de vraag voor binnenlandscho
kristal gehandhaafd, terwijl voor readyJavasuiker ook tot
der verlaagden prijs van f41,- geen belangstelling ge-
toond werd.
NOTEERINGEN.
Am,ter-
dam per
Londen
–
New York
96pCt.
–
White Java
.1
Amer. Gra.
Data
ioopende
T
air,
Cubea
f.o.b. per
nulated c. j•J
Cenfri.
Juli/Aug.
1
–
April/Mei
maand
No 1
fugals
Sh.
5h. $
ets.
6Apr.’21
f
-,
7216
301-
401-
6,02
30 Mrt. ’21
,,
–
7216
30/-
4013
6,27
6 Apr. ’20
,,
–
841
681-
851-
14,79
6Apr. ’19
,,
–
6419
2913
-.
7,28
11 Juli ’14
,,11
13
1:2
–
–
–
3,26
KATOEN.
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middiing tlplands).
I
11A
pr.
21
I
4
Apr.’
21
I
28
Mr
1
.’
21
II
2
Apr ‘
20
II
2
Apr.’19
New York voor
Middling .. 12,25e 11,65e 12,450 43,- c 28,35e
New Orleans
voor Middling 11,25e 11,- c 11,50e 41,50e 26,25e
Liverpool voor
Fy Middling – d 7,62d -,-d 28,87d
‘ij
1)
11 April 1919.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1
Aug.
20
Overeenkomsiige perioden
tot
8April21
1919-1920
1918.1919
Ontvangsten Gulf-Havens.. 3901
3744
2872
,,
Atlant.l3avens 1151
2624
1767
UitvoernaarGr.Brjttannjë 1261
2662
1646
2539
2586
1839
Voorraden in duizendtallen
8 April
’21
9 April’20_
.
1
II
April
’19
Amerik. havens………..1421
1213
1248
Binnenland …….
……..1558
. 1134
1437
New York …………….120
42
.79
New Orleans ………….
405
349
413
Liverpool …………..1
991
1114
. 497
Marktbericht van de Heeren’ Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 6 April 1921.
De algemeene toestand, die veroorzaakt wordt door de
staking in de kolenindustrie gepaard met .de onzekere
houding der spoor- en transportarbeiders, heeft .een slech-
ten invloed op zaken in het algemeen en ook de katoen-
markt ondervindt daarvan de gevolgen. De verko-open zijn
niet onbelangrijk, maar prijzen zijn nog al gedaald, spe-
ciaal in het begin van de week, hoewel daarna een kleine
reactie heeft plaats gehad. in’ Egyptische katoen gaat
weinig om, hoewel spinners beweren, dat prijzen eigenlijk iets vaster zijn. *
Amerikaansche garens zijn weer wat flauwer in ver-
band met de daling der ruwe katoen. Weverijen schijnen
nog al wat in ringboams -en weft te koopen, maar over het
algemeen gaat er toch niet veel om. Er zijn enkele aan-
vragen aan de markt in 40er mule voor Calcutta, hoewel
ook daarin de limites meestal te laag zijn, terwijl voor
Madras hetzelfde geldt. Bombay heeft iets gedaan in ge.
twijade Egyptische garens, •doch over het algemeen gaat er ook in Egyptische ga.reus weinig om.
De groote beroering in de industrieele wereld ten ge-
volge der kolënstaking en de vrees, dat deze zich verder
uit zal breiden, maken het moeilijk eenige definitieve be-
richten te geven omtrent den toestand in de doekmarkt.
Men kan alleen zeggen, dat tot de staking nog al wat
aanvragen van verschillende markten binnenkwamen, spe-
ciaal van Calcutta. . Prijzen van d’hooties en Jaconeto,
waarin nog al wat gedaan is, waren bepaald vast. Enkele weverijen dachten er over hun fabrieken weer in gang te
zetten en over het algemeen was de toestand bepaald beter.
Thans gaat er vrijwel niets om, daar men er de voor-
keur aan geeft eerst de ontwikkeling der crisis af te
wachten, alvorens orders te plaatsen..
30
Mrt. 6 Apr.
Oost. koersen.
30Mrt. 6Apr.
Liverpoolnoteeringen.
T.T. op Indië….
11311
4
1131,
F.G.F. Sakellaridis 17,50 17,00 T.T. op Hongkong 2/4
1/
214112
G.F. No. 1 Oomra 4,60 4,10 T.T. op Shanghai 311
311
KOFF1E,
(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring& Zoon, Kolff
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).
Noteeringen en voorraden.
Rio
1
Saab,
–
. Dato
1
1
Wj.,!}.oer,
Voorraad 1 Prij,
Voorraad 1 Prij,
1
No.7
1
N,4
9April 1921
539.000
8.495 2.791.000 10.200
8
1
/2
2
,,
1921
501.000
8.495 2.840.000 10.000
91
26 Mrt. 1921
1)
6)
2)
1)
1)
9April 1920 – 307.000
2)
2.865.000
‘)
16/
Ontvangsten.
Rio
Santo,
Data
,
Afgeloo pen
Sedert
Afgdoo pen
Sedert
week
1 Juli
week
1 Juli
9Apr. 1921 ….
63.000
2.362.000
145.000
8.622.000
9 Apr.1920 ….
62.000
1.981.000
33.000
3.714.000
Feestdag.
2)
Niet genoteerd.
Nominaal
15.200 tot 14.200.
Statistiek. der firma G. Duuring & Zoon.
Zichtbare voorraad op 1 April 1921, in duizenden balen.
1921
1920
1919 1918
1914
Voorraad in Europa..
1.966 2.042
684
2.461 8.167
Brazilië
.
Stoomend
550
531
1.984
163
450
Oost-Indië.
D.
Europa
{Ver.
17
–
107.
1
24
Staten
–
–
–
61
2.533
2.573
2.775
2.624
8.702
Voorraad Ver. Staten
2.048
1.528
1.363 2.100
1.690
Stoomend lBrazilië
,717
.
681
.
601
414
460
naar
loostIn.
Ver.Staten
–
1 1 1 1
22
5.298
4.782
4.739
5.138 10.874
Voorraad in Rio .. ..
513
310
713
735 321
•
,,
,,
Santos..
2.832 3.059
6.314
6.178 1.363
Bahia ..
44 23
33
80
59
Totaal …….
8.6S7
8.174
11.799
12.131
12.617.
Op 1
Maart ……..
8807
9.737
11.641
12.557
1.2.802
1920
1919
1918
1917
1913
Op
1
Juli
……….
6.750 10.336 11.702
-7.778
10.275
•
THEE.
(Opgave van den makelaar J. van Eck.)
Bericht van den afloop Theeveiling.
Aanbod in veiling bestond uit:
–
15999 3612 en 2014 kn. Java thee
1440
Sumatra thee
321
Java thee ligg. Rotterdam
Totaal. . 17760, 3612 en 2014 ku. thee.
338.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Ari1 1921
Aanbod 1 Jauari j.l. tot heden: idem 1920 idem 1919
– 5 veilingen ..
3 veilingen 2 veilingen
90816 kn. Java, thee
56042 kn. 19205 kn.
–
3484 .. Sumatra thee
5603
Totaal . 94300. ko. thee.
61645 kn. 19205 kn.
De stemming was iets beter dan in voorgaande veilingen,
prima bladtheeën werden goed betaald evenals de zeer goede midden kwaliteiten. Ordinaire bladtheeën en iets beter liepen
taxatie en enkele centen daar boven. Voor gebroken was
eveneens meerdere attentie en waren de prijzen dooreen
eenige centen honger dan in de voorgaande veilingen. Dust,
Fannings enzeer ordinair stelig gruis onveranderd.
0
Witpunt zonder vraag; van de aangeboden 48 en 2014 kn.
werden slechts 1014 kn. afgedaan.
Onverkocht bleven 5650, 1212 en 1014 ka. thee.
• De volgende veiling zal
0
plaats hebben op Donderdag 28
April e.k., aanbod cirla 1750 kn. thee.
A
ms
t
er
da
m
, 7 April 1921.
•
RUBBER.
De markt verkeerde in de afgeloopen. week in zeer kalme
stemming. De onzekere economische toestand, nog verhoogd
door de staking in Engeland, blijft een beletsel voor trans-
acties van eenige beteekenis.
Prijzen zijn wederom teruggeloopen, de noteeringen zijn echter eenigszins als nominaal te beschou*en.
De noteeringen zijn:
einde vorige week:
Prima C
r
êpe loco ……….58′!, c………….62
0.
Mei/Juni ……59
,, • ……….83
Juli/Sept…….61
*…………
66’13
Snioked. Sheets loco ……..48′!, , ……….. 54
0
MeilJuni .. . . 49
,………..55
•
,,
Juli/Sept…..53
‘, ………..
60
11 April 1921.
0
–
0
HUIDEN.
0
–
Bericht van de firma Grisar & Co.
L a p 1 a t .a m a r 3e t Stemming stationnair, men heeft
weer groote verkoopen genoteerd op basis van i5 gouden
pesos. In verband met de stijging van den StePling-koers
zijn offerten -in Engelsch geld 1 D, 2 pCt. gemakkelijker.
In Antwerpen zijn op de lage prijzen zaken tot stand gé-
komen, doch thans zijn de limites verhoogd en worden
Rio de Janeiro Juiden op basis van 18119 cent aa.ngeboden.
Van de Rotterda.msche markt kwamen ook enkele f.doe-ningen tot stand.
Van i n 1 a n d s cli e •h u i d e n worden geen afdoeningen
vermeld, zoowel bij de Clubs als bij de handelaren zijn nog
Vrij belangrijke voorraden.
K a 11 s v e 11 e n. Na de verkoopen van de Amsterdam-
sche iluidenciub werd nog bekend de verkoop van de
Rotterdamche Huidenciub over de maanden September
1920 tot Maart-‘1921. De markt in A m e r i k a blijft kalm
gestemd en op hooger niveau kunnen geen zaken gedaan
wordeu. Handelaren hier koehten de versche kalfsvellen
tot iets honger prijzen.
0 0
Bottrdam, 9 April 121.
COPRA.
De markt opende deze week zeer flauw met dringend
iaiibod,voöfal vân Ceylon Copra. Tengevolge van de dek-
kingsvraag en het vermeerderd aanbod uit Londen sluit de markt zeer vast met weinig verkoopers.
De noteeringen zijn thans:
Ned.-Ind./Str.
•
f.m.s..loco …. ……………
f
30,-
Februar0April ….. . …. ..29,75
Maart/klei ……………, 29.50
April/Juni ………….. .. 29,25
Ceylon f m.s …………………………. ,, 30,-
11 April 1921.
0
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
Cie,,.
No.
3
Koper
Standard
Tin
Lood
000
Zlnh
11 Apr. 1921..
nom.
69.51-
163.216
20.131-
25.151-:
4
,,
1921..
nom.
68.216
154.216
19.716
24.-/-
12 Apr. 1920..
Dom.
102.1216
34;.216
37.151-
48.-/-
14 Apr. 1919..
Dom.
75.151-
222.101-
24.101-
35.101-
20Juli
1914..
5114
61.-!-
145.151-
19.-1-
23.101-
VERKEERS WEZEN.
INKLARINGEN.
0
IJMUIDEN.
Maart 1921
Maart 1920
Landen
van
herkomst
Aantal
N.R..
Aantal
N.R.T.
schepen
schepen.
Binnenl. havens
22
21.025
8
11.076
Groot-Brittannië
7 9
60.789
3
605
Duitschland
.
29
30.553
17
7377
Noorwegen
–
–
3
1.214
Zweden
4
2.325
7
2.273
Denemarken
7
2.45
2
0
495
Finland
1
312
.
4
2.785
België
2
2.388
1.
401
Frankrijk
14
11.370
3
1.694
Spanje
5.100
Portugal
1
526
2
86
0
1
1.146
–
–
Levant
2
2.683
2
2.419
Over.W.k.Afrika
2
4.193
–
–
Achter-Indië
1
5.810
–
–
Italië …………
Ned. Oost-Indië
5
20.289
7
23.546
Vereen. Staten
8
20.614
3.
11.209
Midden-Amerika
2
7.323
–
–
Ned. West-Indië-
Ned. Antillen
6
10.270-
4
7.141
Brazilië…….
‘
–
–
6
.15.762
Argentinië, Uru-
6
34.025
–
guay ……….
1
1.989
–
–
Chili …………
Totaal ….
198
.245.218
72
88.883
Periode 1 Jan.
–
31 Maart
.. ..
570
672.595
365
440.175
Nationaliteit.
Nederlandsche
112
151.337
28
54590
48
66.423
32
0
9.929
Duitsche
20
6.329
1
4.650
Britsche
……..
Noorsche
……
0
4
4.449
1
344
Fransche
0
9
4.610
2
82
Zweedsche
3
2.157
1
431
Vereenigde Stat
2
9.913
2
6.010
Andere
.
–
–
5
12 847
198
[
7
24218
5
72
88.883
(Vereenigde Scheepsagenturen van
Halverhout & Zwart en Zurmühlen & Co.)
VLISSINGEN.
Maart 192
Maart 1920
Landen van
herkomst
Aantal
BrutOM’.
Aantal
.
Brutokl’.
schepen schepen
Binnenl. havens
2
0
3.613
1
9.990
Groot-Brittannië
26
186.208
22
131.400
Zweden ……..
– –
.
1
228
België
– –
1
1.391
Italië, Bijleggers
5
1.559
5
3.116
Levaut’)
32
..
14.443
27
14.744
M.-Am.Demerara
1
970
–
–
Totaal ….
66
206.793
57
160.869
Nationaliteit.
.
Nederlandsche..
40
191.860
23
141.390
Britsche
……•
12
6.016
–
–
Duitsche
4
3.981
–
0
–
Belgische
9
3.968
1
.
1.391
Zweedsche ….. ,
.-
–
1
228
Deensche
–
.
–
–
5
2
)
3.116′
Vereen Staten.
– –
–
.
27
8
)
14.744′
Lettische republ
•
1
970
– –
Totaal .. ..
66
206.793
..57
160.869
1)
Zeésleepbooten en bergingsvaartuigen. (B. Stofkoper.)
‘) Bijleggers.
8)
Sleepbooten.
&) Nederland, Engeland, België, Duitschlaud.
•1
13 April
1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
339
NIEUWE WATERWEG.
Maart 1921.
Maart1920
Landen van
Aantal
schepen
N.R.T.
Aantal
schepen
N.R.T.
herkomst
Binnen!, havens
33
13.883
15
4.234
Groot-Brittannië
276
168.872
59
49.961
Duitschland
.
77
72.137
17
14.067
Noorwegen
..
3.7
61.523
6
2.879
11
6.884
5
.
3.4-25
Denemarken..
6
3.322
5
4.651
Rusland-Oostz.h
–
–
1,
965
België
15
29.319
8
8.075
Frankrijk
–
11i3
86.294
39
35.260
Spanje
40
47.522
2
3.328
Zweden ………….
Portuga
2
,
835
1
–
15
36.385
–
–
Roemenië, Buig
6
12.023-
–
&nd. Midd. Zeeh
6
10.336
–
–
Etalië ………….
Senegal, Dakar.
3
3.037
–
–
Dver. Wk. Afrika
5
9.070
1
164
)ostkust Afrika
–
2
– –
8.880
–
zuid-Afrika
–
–
1′
3.310
Voor-Indië
– .
–
2
7.530
hchter-Indië
4
–
14.705-
–
ed.
Oost-Indië
2
.
6.322
8
–
29.014
A.nd. Aziat. hav.
9
36.837
1
1.235,
Vereen. Staten
46
196.927
18
62.025
ilidden-Amerika
3
–
6.484
–
–
Brazilië
2
6.928
1
3.967
A.rgent.,Ilruguay
–
17
53.120
10
19.219
5
–
17.121
1
5.115
Dhili ………….
Totaal….
725.
908.766
201
258.424
E’eriode 1 Jan.-
31 Maart ….
2.101
2.746.676
1.031
1.260.997
at on al
i
t è
i
t.
eder1andsche
178
214.235
58
–
76.217
Britsche
226
267.173
35
52.712
102
46.373
36
‘
10.281
oorsche
37
40.451
11
15.058
Selgische
6
11.457
2
2.384
l’ransche
72
61.920
31
29.586
Dtiitsche
……..
veedsche
20
27.901
–
‘1
592-
)eensche
14
19.817
7
8.253
Vereen. Staten
37
136.281
9
36.737
33
83.158
11
26.604
nderê …………
Totaal
..
. .
725
908.766
201
258.424
t)
1913, 2.653 schepen met 3.103.790 N. R. T. –
– (Dirkzwager’s Scheepsagentuur Maassluis.)
DORDRECHT
.
Maart 1921
Maart 1920
Landen van
herkomst
Aantal N. R.T.
Aantal
N. R. T.
schepen,
schepen
Binnenl. havens.
1 .
135
2
1.361
Groot-Brittannië
—
–
4
394
Dujtschland .. ..
2
660
2
651
Totaal….
3
795
8
2.406
Nationaliteit.
•
Nederlandsche
1
135
4
1.535
Britsche
.’
–
1
77
Duitsche
2
660
2
651
Fransche
–
–
1
143
Totaal ….
3
795
8
2.406
(Gerard Mauritz.)
–
Veertiendaagseb overzicht.
Door de staking iii de kolenmijnen in Groot rittamiië
is de regeeringsoont-rôle op de scheepvaart *eer -in werking
gesteld, -al is.het dan ook in minder sterke mate als gedu-
rende den oorlog. De Îiitvo’er van steenkolen is alleen
maar op consent toegestaan, -met als gevolg, dat het aantal
stilliggende tonnage weer aanz/enlijk is uitgebreid.
Amerika, dat toch al druk bezig is om vasten voet te
krijgen op -de kolenimarkten, -waar U)ngelaud voor den
oorlog absoluut alleeuheercher was, krijgt een -nieuwe
kans om-zich ‘hechter-te vestigen en dit gemakkelij-ler, daar
er groote – hoeveelheden goédkoope steenkool in Amerika
voor ex-port beschikbaar zijn. De kolenvrach-ten van
Amerika zijn echter slechts weinig vaster. Wel werden er
booten afgesloten tot 251- naar Gibraltar en 351. naar
P-ort.–Saicl, ‘doch het groote aan-bal opiiggeude booten ver-
hindert een rjzing van eenige beteekenis. De Vracht naar
Rotterdam/Antwerpen is $ 3,75-$ 4,-, terwijl naar La
Plata havens clown-niver nog niet veel meer dan 30/- is
te bedi-ngen.
De graanvrachten zijn zoowel in Noord- als Zuid-Amerika
va.ster. Van (Ie Gulf naar U. K. wordt tot 713 genoteest
en 8/- naar Griekentlaad. Van de Noordelijker havens
iaar U. K. is de vracht ongeveer 613 per quarter. –
– La Plata is vast voor prompte tonnage tot 40/- per ton,
terwijl voor Je-nl belading veel vraAg bestaat; veel meer dan 3716 wQrd-t voor die positie echter nog niet betaald.
Bombay noteert 20/-
011
deadweigh.t.
Voor ertsverschepirnigen vanaf de Middellandsohe Zee be-
staat weinig belangstelling, te meer waar ihet mogelijk is,
dat cle booten niet in Engeland gelost zullen worden.
–
– GRAAN.
Data
Pel,,o
grad
Londen/1
R’dam
Odcssa
Rotte,.
dam
Ati. Kust
Ver..Staten
San Lorenzo
–
—
–
Rotte,-
1
Brisiol
Rotte,-
—
Enge.
dom
J
Kanaal
dam
1
land
419 April
1921
–
–
—
.6/3
401- 401-
28 M.12 Apr. 1921
–
5110
1
1
3716 3716
1.5110 April 1920
–
– –
–
f
80.-
112161)
7112 April 1919
–
–
f21.-
816
1)
2801-
6216
1
)
‘Juli
1914
11
el.
713
i/11
1
/
1/111/
4
121-
–
121-
KOLEN.
Data
Canluff
Oostk. Engdand
Bor.
Genua
–
Ç°
La
1
Plato
Rotte,.
Gothen-
deaux
1
Rivier
dam
burg
419
April- ’21
–
–
–
–
–
– –
28 M.12 Apr.’21
8/-
1816
1713
–
5110 April ’20
451-
6216
751-
–
–
–
7112 April ’19
541-
4716
4716
451-
f
10.- Kr.52
Juli
1914
ir.
7,-
71-
713
1416
312
41-
DIVERSEN.
–
Bomliay
–
Bl,ma
Vladivo-
Chili
D ata
West
West
stock
West
Europa Europa
West
Europa
(d. w.)
(rijst) Europa (salpeter)
11
419
April
1921….
2216
–
.
–
3716
28 M.12 Apr.
1921.. ..
2216
–
–
37/6
5110
April
1920….
– –
–
–
Ir
.7112
April
1919….
751_.1)
161…
1
)
–
–
Juli
1914.. ..
1416
1613
251-
2213
1)
Voor Britsche schepen.
Graan Petrograa’ per guarter van 496 lbs. zwaar. Odessa per unit. Ver. Staten
per quarier van 480 Ihs. zwaar.
Overige
noieeringèn
per ton van 1015 K.G.
INSTITUUT’VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Verschenen
Bedrijfsleven en de strijd tegen
‘de Armoede in Nederland
-‘
door Dr. CH. A. VAN MANEN.
Prijs
ingenaaid
f 3,-.
Gebonden
f 4.75.
Voor leden der Vereeniging en geabon- –
neerden op het Weekblad wordt dit werk
beschikbaar.
.gesteld tegen den prijs van
f
2,50 ingenaaid en
f
4,- gebonden.
Bestellingei richte men tot het Secretariaat van-het
Instituut, Pieter de Hooghweg 122, onder gelijk-
tijdige remise per postwissel of op postchque- en –
girorekening No. 8408, Rotterdam,
340
13 April
1921
DE TWENTSCHE
–
BANK
AMSTERDAM – ROTTERDAM – ‘S-GRAVENHAGE- DORDRECHT- UTRECHT – ZAANDAM
Maandstaat op 31 Maart 1921
DEBET
.
.
.
.
.
Aandeelhouders nog te. storten 90 pOt. op aandeelen B, waar-
.
voor
effecten
gedeponeerd ………………………..
f
1.784.700,- Deelneming in de firma’s:
.
B. W. BLIJDENSTEIN,& Co., te Londen;
.
B. W. BLIJDENSTEIN Jr., te Enschede;
LEDEBOER
&
Co., te Almelo, f7.503.125,—, waarvan in
geld
gestort
…………………………………..
,,
5.953.125,-
waarvoor
effecten
gedeponeerd ……………………..
f
1.550.000,-
Deelneming in bevriende. Bankinstellingen
f
6.703.527,24, waar-
.
van
in
geld
gestort
………………………………
5.019.627,24
waarvoor
effecten
gedeponeerd …………………….
1.683.900,-
Effecten van Aandeelhouders
.
gedeponeerd
bij bevriende instellingen
…
……………
3.000.000,-
ten
eigen
gebruike
……………………………..
,, 36.319.850,-
42.553.750,—.
Kassa,
Wissels
en
Coupons
………………
…………
,,
56.270.459,1334
Nederlandsche Schatkistbiljetten en Schatkistproméssen
.
,,
13.777.635,50
Saldo’s bij
Bankiers:
.
.
beschikbaar
voor eigen
gebruik ……….. .. ………….
f
5.731.722,434
voor
rekening van
derden
……………………….
,, 23.261.427,33
28.993.149,7634
Prolongatiën
gegeven………………………………..
13.449.400,—
Eigen
Fondsen
en
Syndicaten
………………………..
,,
6.933.370,47
Credietvereeniging
…………
f
77.389576,29
.
..
Af
loopende Promessen …………………..
12.060.000,-
65.329.576,29
Vooschotten tegen Onderpand of Borgtocht en Saldo’s Rek. Ort.
f
81.914.879,2334
Af:
loopende
Promessen ……………………………..
,,
4.648.000,—
–
.
.
77.266.879,23W
Voorschotten
op
Consignatiën
………. . ……………..
.
,,
2.883.329,70
Gebouwen
…………………………………………
,,
3.752.287,82.
Totaal
……..
f
323.967.260,2534
CREDIT
.
.
-.
..
.5
Kapitaal …………………………………………..
f
35.500.000,-
Reservefonds ……………………………………….,,
7.594.457,06
Buitengewone Reserve ……………………………… .,
1.000.000,-
Waarborgfonds Oredietvereeniging ……………………,, .6.241.875,—
.
Reserve Oredietvereeniging
.
………………………… …,,
3.675.021,57
f
54.011.353,63
Aandeelhouders voor gedeponeerde fondsen
als waarborg voor 90 pOt. storting op aandeelen B
. . . f
1.784.700,-
in Leen-Depôt ………………………………..,, 40.769.050,-
Zieken- en Pensioenfondsen …………………………..
Deposito’s ………………………………………..
Prolongatie-Deposito’s ……………………………….
Saldo te ontvangen en te leveren fondsen ………………
Saldo’s Rekeningen Courant………………………….
f
88.572.405,91
voor gelden in het Buitenland.. ,, 23.261.427,33
Credietvereeniging …………..,, 7.063113,40
Beleeniugen en Daggeld genomen……………………..
De Nederlandsche Bank ………………………………
Te betalen Wissels ………………………………..
Diverse Rekeningen …………………………………
42.553.750,-
1.326.598,8534
52.604.227,28
4.357.750,-
837.517,46
118.896.946,64
10.343.000,-
2.668.318,3234
32.580.783,23
3.787.014,8334
Totaal ……
f
323.967.260,2534.