18 PERUA11 1921.
AUTkURSÈECflD VOokt3ÈHOUDN
Economïsch~Statistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
6E JAARGANG
WOENSDAG 16 FEBRUARI 1921
No. 268
INHOUD
BIz.
OVER DE BEZWAREN
DER
DIJITSCHE
CONCijRRENTIE
EN DE
MIDDELEN DAARTEGEN door
C. F. $torlc
…………..
140
Socialisatie van den Steenkolenmijnbouw
VI
door
Prof. Ir.
Is
.
P.
de
Vooys …………………………….
142
Djambi-Exploitatie en Anglo-Persial) (met naschrift) . .
144
Goud en Zilver in 1920
……………………….
147
Londensche
Correspondentie……………………..
149
Index-cijfers
………………………………..
150 AANTEEKENINGEN:
Prijzen en bonen in Duitschiand ………………..
152
Een Vrijhandelsadres …………………………
152
STATISTIEKEN
EN
OVERZIChTEN
……………….155-162
Geidkoersen. Effectenbeurzen. Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerawezen.
iNSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
Aasi8tent-Redaceur voor hel weekblad:
D. J. Wansink.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 1, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg $7.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adre8: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.
Abonementsprijs voor het weekblaé franco p. P.
in Nederland f 20,—. Buitenland
en Koloniën
1
22,50
per jaar. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut tit gaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uit gevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
14 FEBRUA1II 1921.
De verruiming van ide gelidimarkt maakte deze
week nog eeniigen verderen vooritgang. De prolonga-
tiereute daalde van 34 ‘tot 3 pOt. en de rente Voor
particulier disconto liep ongeveer 4 pOt. terug. In
verband met de medio was er heden iets meer vraag
naar geld ,,on cail”; door de geringe omzetten op de
effecteumarkt kwam er echter in ‘de prolongatie-
noteering geen verandering.
*
S
*
De Minister van Financiën stelt op 17 dezer de
inschrijvTing open op 60 miffioen gulden schatkist-.
papier. Aangeboden worden wederom drie- en zes-
maandapromessen en 5 pOt. schatkistbiljetten met
een looptijd van een jaar.
*
*
.5
De wisseiniairkt vas deze week over liet algemeen
vast gestemd. U.itigezoniderd waren dollars en pesos.
Dollars daalden van 294 tot 291 en Pesos liepen tot
ca. 1.01 terug. Van de ‘versdhi’llende wissels, die het
afgeloopen jaar
ver
boven pani noteerden, ‘blijven nu
nog slechts New York en Yokohama over. Buenos
Aires .dat tot 20 pOt. agio genioteeid heeft is nu
weder 4 pOt. onder het goudpunt gedaald, Zwitser-
land en Spanje zijn reeds lang er onider; Indië en
Oanada zijn ongeveer parti; .tezwijl ook de twee over-
geblevenen reeds een beiangpijk ‘deel van hun avanee
bobben moeten pr7ijsgeven. liet ‘disa,gio van den gul-
den is dus weer aan het verdwijnen, zonder dat goud-
zendingen hebben plaats gehad. De ervaring dat Ar-
geutin,ië, ondanks den grooten goudstrooirn, die er in
de laatste jaren is ‘binnengekomen, nu eveneens *ei-
gert goud af te gsven, hoewel de wisselkoers daartoe
aanleiding geeft, is niet aaziimoedigend om verande-
ring te brengen in ‘de Nederlandscdie goudpolitiek
en bewijst, dat de Nederlainjdsahe Bank goed gezien
heeft, niet te spoedig tot goudafiifte over te gaan.
*
* *
LONDEN, 12 FEBRUARI 1921.
Iii het begin van deze week was er een tamelijk
groet aanbod van beleenLyare fondsen en opnemers
konden op gemakkelijke voorwaarden aan hunne be-
hoeften voldoen. Gedurende het laatste gedeelte van
de week was er echter een merkbare krapheid in
de markt, die veoor.zaakt wond door, het intrekken
van gelden door de banken voor de maandelijksehe
,,window-dressjng” en verdere belastingstortingen.
Het resultaat was, dat de markt kleine bedragen
moest leenen van de ,,Old
Lady”
op Donderdag en
Vrijdag tegen
74
pOt.
De hernieuw’in,g van daggeld werd in het begin
van de week gedaan tegen 5 pOt., hetgeen tegen het
einde opliep tot 5Y2 pOt. Nieuw geld kostte in het
begin 5 pOt., liep op tot 6 pOt. en kostte op som-
miige oogenblikken zelfs meer.
Zevendaags-geld bleef 5 ‘6 pOt,.
Korte wissels waren . vaster door de kraiiheid van
het geld. Weinig verandering in vier- en zesmaands-
papier. Tweemaa.nds-papier werd verhandeld tegen
6’/io—% pOt.; driemaands 6%’
1
ha pOt., viermaands
6Y4—% pOt. en zesmaands tegen 6-6Y4 pOt.
*
*
*
140
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 Fëbruari 1921
OVER DE BEZWAREN DER DUITSCHE
CONCURRENTIE EN DE MIDDELEN
DAARTEGEN.
De Nederlandsche verbruikers profiteeren in deze
dure tijden van de betrekkelijk lage prijzen der
ult
Duitschlaïnld ingvoeride producten, onze industrie
klaagt over de concurrentie. In ‘deanu strijd van be-
langen, waarbij velen dringend roepen om hulp ‘in dec
nood, loopen velen gevaar. voorbij ‘te zien, dat de
ellende niet voor all van over de Oo’stgr.en.s komt, maar
oyer de geheele wereld een geweldige malaise is in-
getred en ook ons land, maar ons land lang niet
het meest, onder ideze malaise lijdt, .dat onze werk-
loozen piet ‘door speciale, tegenolver, dan Dnitschen
invoer te nemen, maatTe.1gelen geholpen kunnen
warden.
G,roote voorraden zijn door ‘den handel opgestape]d,
ten ‘de.elle uit speculatie gekocht in tijden, toen aan de
prijsstijging geen ‘eind scheen ‘te komn, en nu tegen
verlaagde prijzen niet meer
,
verkoopbaar, omdat zelfs
tegen deze prijzen geen koopers zijn te vinden. De
exportixudust’r’ie kan niet iverkoopen wat ze vervaair-
‘digt; in sommige takken, bijy. in de itextiòlnijverheid
in T;wentlhe en Br’a,baai,t, werkt men verkorte tijden om
de over-productie tegen te gaan. Het schijnt dwaas
heid in ,dezen jd van over-productie te spraken, tei-
wijl
wij
weten, idat
,
er. een ontaaggelj’k tekor,t is in de
productie, maar ue weten ook, dat ‘vele, vroeger wel
varende volken, vo.ouheeoi onze grootste afnemers, tot
den bedelstaf zijn gebracht, of in economisch opzicht
buiitn de gemeenschap geplaatst, gesloten en afges],o-‘
ten staten zijn geworden.
Deze algemeene malaise, waaraan wij in de eerste
plaats de crisis ook in ons ‘land te wijten hbb,en,
buiten bescihou’wiiig latend, wal ik mij bepailen ‘tot de oorzaken van ‘cle buitenlandsche en met name de
Duitsdllie concurrentie in ons ‘eigen ‘land en ide nzid-,
delen, die ‘wij ‘kunnen gebruiken om idéze concurrentie
te bestrijden;
Twee populaire beglrippen, die wel aa,nleidii3g ga-
ven tot misverstand, moeten hierbij werden bestreden.
In de eerste plaats ‘is ‘het ‘goed in te zien, dat de naam
van ‘dan boema.n ,Sleela’te yaiujta” ‘vaalk ijdellij,k ge-
,bruikt is. Zeer duidelijk heeft ‘bijv. dia helt januari-
nummer van den ,,,Economist”, Prof. Viera’ijn Stuart
de fouitieve redeneering over den invloef .veh slechts
‘lage valuta ibestreden. Niet de lage valuta op
zichzelf, maar de groots stijging en •dailding der ver-
hou’cFingucijfers zijn de e’uvelen, die in- n ‘uitvner
bedreigen. En al zal menigeen bij professors’ betoog
geneigd
zijn
te zeggen, dat het er niet ‘veel toe doet
of hij van de ‘kat of den kater ‘geb’eten wordt, en het
voldoende i’s ‘dat ‘hij de pijnlijke plekken voelt, ‘het is
toch goed, dat wij niet alle heil wachten van een
rij zing van den markenkoers, ‘terwijl onze ‘hoop op
‘stabiele koersen gevestigd moet zijn. Als dezé er
eenmaal zijn, zullen ook voor ide huitsnllan’dsche con-
currentie weer n,ornale omstandigheden in’tredein. In de tweede plaats zij er nog eens,op gewezen, dat
hier van ,,’dumping”, dat is ‘op de ,buitenlandsche
markt verkoopen ‘beneden kostprijzen, omdat men
cp ‘de binnenlan’dsche markt hooge ‘prijzen maakt,
geen sprake is.. Integendeel, allerlei Duitsche artike-
len, maar vooral half-fabri’katen worden op onze
markt tegen veel , hoogere prijzen afgezet ‘dan in
Duitschiand.
Wil men een meening vormen over maatregelen,
die wellicht ‘te nemen zijn tegen de gelvatren, die one
industrie bedreigen, ‘dan is het noodig v66r alles’ te
weten waarin deze laatste bestaan. Daarbij spr.eek ik
alleen over de binnenlandsche moeilijkheden tenge-
volge van goedftcoopen ‘buitenl’audschen invoer.
Daaronder lijdt d’an in de eerste plaats de metaal-
industrie in al haar vertaikkingen. In ii construc-
tiewerk kunnen de Nederlandscihe fabrieken niet
concurreeren tegen Duitsche offertes. ‘Deze zijn dik-
wijls 30 of 40 pOt. lager, soms nog meer; met stoom-
machines, drijfwerk, locomotievén, pompen, waggons,
stoomketels, is het niet veel beter. Zien wij, naar
andere industrieën, dan is ‘door de textiel- en con-
fectie-, door de ‘leder-‘ en schoenen-industrie ‘tegen
de prijzen van Duitschian’d niet te leveren. In de
papier-industrie is de toestand even slecht iof nog
slechter wat den Duitschen invoer betreft; ide hout-
zagerjen hebben het .aan te zien hoe gezaagd hout
voor woningbouw tegen prijzen worden ingevoerd,
die ver beneden de hunne liggen; Duitsche chemische
fabrieken leveren tegen ‘abnormaal lage
prijzen.
En
wat ‘de tallooze ‘klein-industrieën ‘betreft, ieder weet
uit eigen ervaring, ‘dat ,,bilhi,g und soieclht” weer vol-
op in eere is, want voor vele artikelen moet het laat-
ste deel van de qualificatie aan het eerste worden
toegevefgd.
Eryai’ingen in het ‘laatste opzicht oggedaan, kun-
nen eenige troost geven: Vele Duitsche fabrikaten zijn
wel goedkoop, maar ook van minder kwaliteit dan
vroeger het geval was, en ondanks onze bekende Ne-
deriandsche voorkeur voor buitenlandsche artikelen,
komt men wel eens bedrogen uit. ‘Fabrikaten, die be-
kwaamheid eisciien ‘bij de * werklieden, zijn achteruit
gegaan in qualiteit, want de ‘bekwaamheid en voor
alles de vroegere zorgvuldigheid ontbreken dikwijls.
Ieder fabrikant, die Duitsche werktuigen gebruikt,
die vroeger ‘onberispelijk varen, weet hoeveel daar-
aan .tlhans veelal ontbreekt. Dit geldt niet alleen
van oorlogs-, maar ook van n’a-oorlogs-in’dustrie. In
den oorlog zijn veel van de beste ‘leiders en ‘de tknapste
werklieden gevallen; veel fabrieken zijn nog gedes-
organiseerd, al is men bezig ‘zich op ‘bewond’erens-
waar’dige
wijze
aan te passen aan nieuwe ‘toestanden.
Met deze gewijzigde toestanden hangt echter samen
– en hiermede komen we tot het scherpste Duitsche
concurrentie-wapen – dat ‘de bonen belangrijk lager
werden dan voor den oorlog. Natuurlijk zijn ze wel
gerezen in verband met de waardevermindering van
het geld, maar niet in verhouding. Over ‘het alge-
meen is het z66 gegaan, dat in den oorlog ‘de bonen
bnorniaal stegen wegens de groote behoefte aan de
vervaardiging van alles wat voor de oorlogsvoering
noodi,g was. Na’ den oorlog, ‘toen ‘bij i0,ns juist de groots loonstijging intrad, gingen de ‘Duitsche loo-
nen betrekkelijk weinig omhoog, ho geweldig de
blEark ‘ook ,in waarde daalde. De werklieden voelden,
.dat de gouden tijd voorbij was, waarin de onverstan-
dige arbeidersvrouw in de ,,delicatessen”-winlcels ‘of
in modemagazijnen de ‘toen reeds voor den midden-
stand on,bereikbare prijzen ,,unverfroren” betaalde.
Zij ‘moesten zich wennen aan een, sober leven met
zeer ingekompen behoeften en bovendien zouden die
behoeften toch niet te hevredigen zijn geweest we-
gens gebrek aan aanvoer en onvoldoende ‘binnenland-
sche productie; ‘in het laatste jaar van den oorlog
had zien dat alles al bitter ‘ervaren! Bovendien zijn
dé levensvo’oa’waarden van beambten en middenstand
nu eens de O.W.’ers of ‘Schieber’ daargelaten –
nog veel ‘slechter. Voor jalouzie is ‘dus zeker geen
reden. Het ijs daaraan dunkt mij toe te schrijven, dat
ondanks de revolutie, ondanks socuiaiisatji.e-gepraat,
toch de werklieden en fa’brieksbeambten in ‘Duitsch-
land met bonen en salarissen genoegen nemen, d’ie in
guldens uitgedrukt, ver beneden de onze blijven.
De Duditscihe bivoiking heeft zich aan een lagen
levenustanlciaard aan te passen, ide onze daarentegen
heeft zich, door, oinistandiighciden buiten haar eigen
werdienste, tot den hoogsrten leveizsstaindaaaid van
Europa weten op te werken en ‘denkt .er natuuriik
ongaarnle aan daaiiwain ‘afstand ‘te ‘doen. Onze industrie
kan echter ‘diientenlgevo’llge niet met ide Duilsohe con-
curreeren. Dat zonde zij alleen kuinnen doen ondanks
hooger looneu en onkosten, als ide productie’ per
werkman bier ‘te lande veel hooger of beter ‘was idan
daar. En ‘hiervan is ‘voorloopig, ondanks ‘de ‘straks
genoem’de bezwaren, ‘die op het oogenhlik ‘in Duii.tsch-
land ondervonden worden, geen sprake t Het zonde
16 Februari 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
141.
kuniaen rzijn, ‘dat ‘de Duitscihers tengevoge
ven
slechte
1evensomstanidigheden ahteruiit ghzgeiz maar den
aard van dit kracihtiige volk in aammerioi’ng nemenide,
geffoof ik, dat het rtegenovengestelde het geval
zal
we-
zen, dat zij er n.l. door stoere wericzaaimlheiid in zullen
sI aigen door grootere snteniszvtitaist hij ide p.ro’dnieti’e,.
deze te vergrooten en
n daardoor tevens weer tot hooge-
ren levensstanidaard op te kliriunen. Mocht dit laatste
hun gelukken zonder ‘de proiducitie duurder te ‘maken,
dan enuide de concurrentie met ons volk in even ster-
ke mate iblijven bestaan. Wij mogen in ieder geval
gegronde hoop koesteren, dat deze lage bonen niet
van iblijvenden aard zijn.
De rtiwe.ede oorzaak der tegenwooridige ischierpe Duit-
sche cncurreutie is gelegen in ‘het feit, . dat onze in-
diustrie ‘van Du’itseh]and”s hulp
– al
treedt hier ge
iziikki,g met ‘den dag grooter ‘verbetering in – ahain-
kelijk’ is ‘voor ‘verkrijgiiug ‘van haar grondstoffen en
materialen. Dit geldt vo’or steenikolen over de ge-
heele linie en in allerlei industrieën
inor
‘bepaalde
artikelen, buy, in de claern,i,scihe industrie, ‘de papier-
indn strie- de metaa’l-i nidius’trie voor bepaalde grond-
stoffen, enz. En om finiancieele redenen èn ter wille
van de ibinnenla’nidsehe maatregelen ‘zijn ‘de prijzen
dezer materialen en grondstoffen bij levering hier te
lande veel hooger dan in D’uitshlanid. Terwijl men,
gelijk ik ‘boven aanduiidde geheel ten onrechte, bij de tegenwooildige Duitscihe econorniscihe politiek
dikwijls nog ‘van ,jdazmpinig” spreekt, heeft hier
het tegeuoveestel,de plaats en het gevolg is zeer
onaangenaam voor onze industrie. In vroeger jaren
heeft onze metaal-nijverheid., vooral . de kleine
scheepsbouw, zeer igeprofiteerd van de werkelijke
,:duinping’, toen de Duitsche industrie in ons lainid
de grondstoffen ‘voor de ‘verdere ‘verwerking veel
goedikooper leverde dan in het binnenjanid; thanis
lijden wij onider het omgekeerde systeem. In dit op-
zicht is de ‘tegenwoordige conjunctuur learrijk, want
men moge verbetering verwachten en zij mo;ge niet
geheel uitblijven, als wij aandringen op gelijkstelling
van prijzen, indien de door den ,,Oppersten Raad”
gestelde ,eisdhen ingewill’iigd worden, gaan wij een
lange periode tegemoet, waarin de grondstoffen ons
door Duitsch].anid te leveren, kunstmatig ‘duur ,zuilen
worden gemaakt. Het ‘zal goed zijn daarmede rekening
te houden en als b.v. in iden laatsten tj’d’ de ‘vraag
wordt geesteld 6f de jonge ijzer- en staalindustrie.
‘die te Velzen in 1922 aan het werk zail gaan en te
Zuilen ‘reeds binnen ‘zeer korten tijd haar Oerste
scihrede op
, een moeilijk pad eet, wel levensvatbaar
zal ‘zijn bij ‘de gewij:zigide wereld-constellatie, moet
deze -vraag met het ‘oog op ide horo,ge belastingen,
die in welken. vorm ‘dan ook op ‘den Duitsehen uitvoer
van grondstoffen zullen drukken, bevestigend b-
an’twoord worden. Om dezelfde ‘redenen zal, naast de
verihooging der loonen, vertho:ogi.ng van onkosten, de
scherpte der: Doitsche concurrentie verminderen.
Voor het oogenibliik echter, is ‘de naaste toelcmest
voor bijkans onze geiheele industrie nog zeer donker
en hondt de vraag regeeniirg en nijverheid ‘ernstig
bezig 6f en welke maatregelen kunnen worden geno-
men om ‘verbetering te ibrengen.
In de . eerste plaats moet ide regeerinig veel meer
dan zij tot dusverre deed haar invloed aanjwQniden
om de moeilijkheden ‘die Duitschlainid maakt en de
de lasten idie liet oplegt ten naideele gpeeáaal van onze
,,veredelings”4ndustrie – om het Duitsche woord
evn te gebruiken – weg te nemen. Het het sluiten
der crediet-overeenkomsten heeft men, voor zoover ik
al.s buitenstaander hierover kan oor,deelen, wat dat
punt aangaat een goede gelegenheid ongebruikt ge-
laten. Daar de ‘verschillende regeeringaorganen we-
genis de lege prijzen of omdat ze daar ter markt
moeten gaan, werk in Du’itsdhland plaatsen, hebben
wij echter nog kans, ‘dat deze organen invloed uit
kunnen oefenen ter wille van onze industrie eni ons
geheele volk, ‘dat bij levering ‘van goecikoope grond-
stoffen gebaat
is.
Hierop is sinds vele maanden aan-
gedrongen;
‘wij
bespeuren helaas nog niet, dat in
deze zaak ernstig wordt gewerkt.
Wegneming van onnoodige lasten in het eigen
land mag met ‘klem gevraagd worden. Voor zoover
deze nog uit den oorlogstijd overbleven mag op ‘haar
wegneming wel gerekend worden. Op .grondige wij-
ziging van de. nieuwe arbeidsvet in de richting van
verruiming ten behoeve van midustrieele eischen, is
thans misschien met hoop
op
goeden uitslag ‘aan te
dringen. Van geen der Nederiandsche sociale wetten
in deze eeuw gemaakt, is zoo spoedig na haar invoe-
ring gebleken hoe vele bezwaren, daartegen inge-
bracht, ‘gegrond waren. Aan deze bezwaren tracht
men thans tegemoet te komen ‘door faciliteiten hij de
toepassing van uitzonderingsmaatregelen. Wetswijzi-
gingen sullen noodig zijn.. Misschien geeft ‘de behaii,
delinig in de Belgische volksvertegenwoordiging van
de 48-urige (niet 45-urige) werkweek, waarbij een
amendement is aangenomen om verlenging van werk-
tijd mogelijk te maken ‘door overleg tusschen werk-
gever en werknemer, een viixgerwij zing. In ieder ge-
val zal het aan de Reigeering mogelijk zijn aan de
bezwaren . tegen haar sociale wetgeving tegemoet te
komen en heeft ‘ze het in haar hand
hij
nieuwe wet-
ten, bijrv. ide ‘ziektewet, in andere, voor de industrie minder kostbare banen te gaan.
Z66 zijn er nog andere middelen van meer of min-
der ingrijpende beteekenis, die misschien in den
tegenwoor.digen concurrentiestrijd met het buiten-
land, de levensvoorwaarden van onze indnistrie kun.
nen ‘verbeteren. Het is, vreemd genoeg, nog altijd
nood’ig ‘er op te wiijøen, dat staats- en gemeentelijke
autoriteiten uit een zeker soort on,partij.digheids-
manie, idie speciaal Hollandsoh is, werk in het bui-
teiiianid bestellen, dat met eeniig overleg en goeden
wil in ons land te bestellen ‘ware.
De hoofdv-rang echter, waarom het
bij
velen gaat,
is deze: ‘kan en moet de Staat niet ingrijpen door in-
voering van beschermende rechten ‘ of beter nog door
volledige insvoeryerhoden met boepassin van con-
centen? Passen voor de ernstige kwalen niet krach-
tige middelen?
–
T.oegevendie, luidt het antwoord, ‘dat de ‘kwaal ‘voor
het oogeniblik ernstig is, moet toch de wedervr.aag
rijzen of de aanbevolen middelen tot verbetering
zouden beiden, ‘of deze middelen in tegendeel nog
niet erger ‘zouden blijken dan het te bestrijden euvel?
Voor een algemeen debat over vr,ijhandel of be-
scherming is het thans en hier niet het oogenblik of
de plaats.’ Maar als wij bizondere gevallen nagaan,
moet toch van bescherming gezegd worden: zeker niet
uu
L
en niet voor de ‘thans meest bedreigde industrie.. Zien we even naar ‘de meest gehandicapte bedrij-
ven, dan treedt bijv. de houtzagerij op den voorgrond.
Het’ is hoogst onaangenaam voor die industrie te
moeten aanzien, hoe voor den woningbouw naast de
d’eur gezaagd en ton deele getimmerd hout tegen een
lageren pi-ijs wordt’ ingevoerd, maar welke fabrikant
met eenigszins ruimen blik zoude er over denken
door uitzonderngsmaatregelen den voikswoningbouw
te willen bel emmeren of nog duurder te maken dan
ze reeds is.
En geldt ‘dit zelfde niet evenzeer voor iooveel an-
dere artikelen, ‘bijv. schoenen en ‘confectie.’artikelen,
die thans eindelijk na de schromelijke duurte wat
lager in prijs komen te staan.. Zoude één regeering
den moed hebben daartegen in te ‘gaan?
En. bovendien, ‘welke bezwaren rijzen
on
,
m
id:d
e
Ui,jl
voor ‘onze geheele export-industrie! Wij kunnen het
allerbest ‘de moelijkheden in het ‘binnenland bestrij-
den door den ‘export te verbeteren en de ‘kans daartoe
bestaat, want ‘de toenemende invoer kan niet anders
dan met uitvoer gepaard gaan. Zullen we nu, terwijl.
elke gelegenheid tot export-vermeerdering ‘gebruikt
moet worden, grond- en hulpmaterialen door den in-
voer daarvan te bemoeilijken duurder ‘maken? Zullen
we ter ‘wille van metaal-, electrische-, of papier-indu-
142
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 Februari 1921
strie bijv, de gelboruwen en wektuigen en electrische
apparaten
:voor
de textiel-industrie, die van export
moet bestaan, of het papier dat deze voor verpakking gebntikt, doo
r
hooge invoerwechten treffen?
1)
Het is treffend, dat de grootste nijverheidsv&r
eenigingen
rich
tegen bescherming of i.uvoerver.boden
verzetten, dat, om een enikelsu naam te noemen, de
Handeisivereenigiing van metaal-in4ustrieeien, die
lang niet alleen uit principieele vrijhandelaren be-
staat, zich eenstemmig tegen het nemen van uitzon-
deringsmaatreg&len op dit terrein heeft ruitgesp roken.
Ik geloof niet te boi.iid ‘te spreken aus ik meen te mogen negigen, dat verreweg het belangrijkste deel
van onze nijrverheiud door maatregelen als invoer-
rechten, niet zoude worden gebaat en die niet
wenscihit.
Moet
men daarom, het andere kwaad kietsejn’de,
neiggen: geen bescherming, maar oniheperkte steun
aan werikloozen?
Ik hoop te hebben aangeduid, dat de tegenwoordige
zeer ougunsluige toestand, voor zoorver deze aan de
concurrentie met landen met sLiehte valuta te wijten
is, wianrsdhijnlijk van v000bijgaaniden aard is, en, dat
deze concurrentie ons moet prikkelen, en ons oolf ge
legenheid geeft, tot uitvoer aan den anderen karit.
Vo&r zoorver de ongunstuige toestasni aan de álgemeene
malaise te wijten is, is zij ‘vnu nog ernstiger aard
en zal zij ons langer hinderen. Hoe groot de werke-
loohei
,
d dientengevolge zal k
u
nn
en
stijgen, is nog
niet te rvoouzien. In de eerste plaats zal echter em-
stig overwogen nioete.n worden, of tin vele gevallen
hier werk van binnen- en buitepiland ‘te verkrijgen
is doom lager prijzen. Daartoe nullen rente van het ka-
pitaal of loon van den .aaberijd of beide moeten dalen.
Daarbij bestaat de ivraag of kapitaal tegen lage rente
beschikbaar is
en
of de arbeid niet elders emplooi
zal kunnen vinden zonder vmerJagirrig van bonen.
Daarbij is ‘bijiv. te jdenken aan den arbeid in het bouw-
bedrijf, waar ide bonen wegenis de groomte rvraajg zoo
a]bnorniaal gestegen zijn. Indien andere werklieden
naar dit bedrijf overgaan, wo kan ook hierin verbe-
tering korrnen.
in ieder geval is het aan te bevelen, dat Staat en
Gemeenten wo voorzichtig rnagelij’k zijn in het ver-
Ileenen ‘van werkloozen-steim door uitkeeringen of
su’bsidies. Wanneer daardoor de nooidzaikelijke boons-
‘daling om tot betere toestanden te komen, of omvergang
van werklieden naar andere bedrijven wordt tegenge-
gaan, is deze steun zeker uit
dein
boom te achten. Meer-
malen is dia idart rveebajnid reeds gewezen op ide diananrt-
indiuitr,ie met harre krachtige organisatie, waarvoor ik
alle ‘bewondering heb. Maar is voor zulk eet krachtige
iuudutrie voortdurende .rijkssiteun bij do chronische
werkloosheid iin dit bedunijf ‘van weelde-inlduistrie, noo-
dig en goed? Is het raition.eel, dat Hobu1audch’e textiel-
arbeiders, diie even over ide grens in Duitschiand Wer-
ken, steun orntuva’ntgen uit onze staatskas als toeslag
op het in niarken uithetaalde en daardoor te lage
Duitsche loon? Dit is Holilanldsdhe pro’tec’ttie voor do Druitsche epdinnierijen! En in den grond werken aller-
lui
niib’sidie’s ‘voor rwerkloonen-steun op dezelfde wijze,
al is dit niet altijd z66 te zien als in het laatstgenioerrn-de geval!
Het is natuuriijk
moeilijk
hier algemeene regelen
te geven, maar wl is in het belang van een alge-
meene geleidelijke ontwikkeling tot gezonde toestan-
den zeer groote voorzichtigheid bij de steuinregelin-
gen geraden.
De Minister van Arbeid heetft.bij gelegenheid der
interpellatie ‘van den Temjin1 gezegd, dat maatrege-
len in .orverweuginug zijn om de Industrie te laten be-
talen voor den werkloozen’steuu. Ret geld daar’voor
moet ergens gevonden worden, naar het mag toch wel
gevraagd worden, of het ‘door de industrie moet wor-‘dein opgebracht op het o:ogenibilik, dat men enquête
‘houdt maan’ de middelen hoe deze te stennem is!
*)
[Zie
pgn. 52 van dit nummer. — Red.]
De Staat moet en kan belemmeringen wgnemen,
moet en ‘kan zuiniger zijn in het algemeen beheer,
In dit veriband mag zeker ‘gewezen worden op het
Wetsontwerp tot Staatselectrifiicatie. Zonde de Mi-
nister onder druk ‘van de mbeigenrwoordige osnstaudig-
heden niet terug komen, op het zee uiterst kostbare
voorstel tot orverineminug en inbrenging van ‘de be-
staande electrisch centrales in een staatsbedrijf? Be-
thalve op vele andere ga-ouden is dit denikbeeld af te
keuren, ‘daar de uitvoering zeer kostbaar
zal
wezen
en ide exploitatie jiaarliijks teruugukeerende deficiten
voor het Rijk zal brengen.
Staat en gemeenten mogen nietaarzelen zoo nioodig
het voorbeeld te geven ook op het gebied van loons-
verlaging, moeten terugkomen •op de ‘dwaasheid van
45-urigen werktijd in aillerlM ‘bedrijf, waar zulk een
korte weiktijd noodig noch nuttig is. Dor meer
arbeidsieveming ban v’oorboopig loonsverlaging wel-
licht ‘voorkomen worden.
Door verstandig en cormrmereieel optreden van
openbare besturen zal direct en indirect de industrie
geholpen en gesteund kunnen .w’orden. Dan zal deze
zich verder zelf wel weten te helpen zonder de ge-
vaarlijke hulp van het tweesnijdend zwaard van pro-
tectie of invoerverboden.
C. F.
STORK
1
SOCIALLSATIE VAN DEN STEENKOLEN
MIJNBOUW.
VI.
–
(Nieuwe voorsellev., en gegevens).
Op 1 December kwam •de 2e ‘verzoeningscommissie
van 14 leden in Essen samen, en ‘op 6 December werd
bekend, dat zij uiteen gegaan was in afwachting van
gegevens die verzameld werden over een nieuw plan
om de mijnen van de teugenwoor<±ige bezitters wel te
onteigenen, maar aan hen in huur ‘te jeven. Ondanks
de aanmaning ‘der regeemiing ‘aan den Rijks ekono-
mischen raad om spoed te betrachten met ha’ar advies
opdat de regeering er mede rekening kan houden hij
de ‘samenstelling van haar wetsontwerp; is tot heden
nog niets meer bekend geworden.
Toch
zijn
er ‘gegevens, waaruit op te maken valt
in welke richting
zich
de verzoening beweegt. Aller-
eerst komt ‘daarvoor in aanmerking ‘het plan Beek-
mann-Erkelen’z. Beiden zijn ‘vertegenwoordigers, de
één ‘van beambten, ‘de ander van iarbelders niet uit het
mijn’bedrijf, en in politieken zin te beschouwen als :de
moknaten. Het plan heeft ‘de duidelijke ‘streklzing om
de niacht
van
‘trustnnargxsa’ten te breuken en tevens aan
den po’pni}lair-p:oh’irtieken «isch tegemoet te komen, dat
de ‘kolenrvoorraden s’taatseuiugen’doim zullen zijn en blij-
ven. Dit laatste wordt vooropgesteld, doch
om
‘de hoog-
ste en zuinuigste kolenpmoiductie te ‘verkrijgen zal de
exploitatie in ‘handen gegeven worden van de vrije
onderneming, diie het .exp’ioditatierecuht verwerft doom
pacht.
De hoogte van ide pachtsom zal bepaald worden
‘door een ‘vrije dnscuhmijrviirnug, maar zal tevens meet de
kolenprijzen op en neer gaan. Afspraken bij de in-
schrijving kunnen worden teg’etnugegaan door ook ‘den
Staat daaraan te doen deelnemen. Tegenover syndicaat
en trust ‘wrô’rd,t alidus de
Vrije
oomcurrntie hersteld.
Bovenudien zuilen odk ‘de arbeiders genamnentjlijk ene
mijn-oin’derua’eminig kunnen pachten en ‘daarbij door,
Staattbanukuloredrieten geholpen wonden. Wat het rwiinst-
aandeel der aribeilders ‘betreft wordt tegenover de in-
diuvidueele Klein-Actie gesteld een gezameritbjke deel-
nane der arbeiders door een ,,Arbeitsgeselisehaft”,
die o,nrmiddellijk
X
van ide ‘reserves verrkrij,gt, en na
rentebebaling op kapitaal ‘en reserves voor do helft
in de overige winst mededeelt. Naast ‘dit p:lan staat
het op ii J’anunarri bekend geworden soc.iaiisatie.
piogriaim van ide christelijke vakvereeiniiginugenj; wier
leider lixihusch in de ‘ve’rzoenrinugscormmissie zitting
had. Een ‘vei-tuaulriniug vara dit program is aldus:
16 Februari 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE ‘BERICHTEN
143
De bodemschatten aan kolen worden overgedra-
gen in het ‘bezit an het gezamenlijke volk.
Do exploitatie wordt aan de tegenwoordige be-
zitters overgelaten. Ter verzekeiiing van een v.akkun
dligen afbouw wosiden pachtcontracten van la.ngeren
duur afgesloten en voopzorgen genomen .dat de pacht-
contracten tijdig ‘vernjieuwd kunnen worden.
Van de ‘bezitters woedt voor het ter hunner be-
schikking laten van de bodemschatten ter exploitatie
een heffing gedaan, in overeenstemmng met de waar-
de der betreffende koftenafietting.
De in mijnbouw werkzame personen moeten
belang krijgen bij de productie.
De samenvoeging van den ‘mijnbouw op den.
grondslag van het ,,Ko’lilen.wirtschaftsgesetz” wordt
aangehouden en verder otwikke1d. Doelmatig was
b.v., dat de prijzen niet meer door den rijkskolenbon’d
en de commissie uit den rij’kskoienraad, doch alleen
door de laatste vastgesteld werden.
Beperking van de winst in den mijnbouw,
Over die winsten maakt men zich zeer veel ‘verkeer-
de voorstellingen. Zij zijn niet zoo hoog ‘als. bijna
algemeen aangenomen wordt. Dit sluit niet uit, dat
toch iii vele gevallen, •ongereehtvaârdigd hooge win-
sten gemaakt worden. Deze moesten aan ‘t gezament-
lijke volk dienstbaar gemaakt worden. Dat is moge-
lijk, wanneer men h’et in mijnbouw belegde kapitaal
een matige rente toestaat, doch de hoogere winsten
grootendeels voor sociale en ‘andere doeleinden door
belasting heft, zonder het streven naar hoogere winst
to dooden.
Het scheppen eener ‘bevredigende positie. voor
de in het bedrijf werkzame arbeiders en beambten.
De ‘bedrijfsraderuwet moet naar den geest toege-
past worden en eventueel rveibeter’d. Hoe minder
de ‘bedijfsleiiclers zich daarmede innerlijk verzoenen,
zooveel scherper moeten de dwingende voorschriften
uitgewerkt worden.
Hierbij kome de invoering der kleine aandeelen,
die wegens de noodzakelijkheid der ‘kapi’baalvorm’ing
niet ontgaan kan worden.
In ‘dit program is ‘als ‘t ware een nieuw ‘practisch
plan ontworpen, ‘dat voor de machtige centrumspartij
tegelijk een politieke beteekenis heeft.
Alvorens nog in eene samenvatting de positie van
de socialisatiekwestie ‘te overzien, zij hier terugge-komen op de redenen, die éenige ontnuchtering ge-
bracht hebben ‘bi,j hen, die van ‘de socialisatie der
mijnen niet ‘alleen ideëele resultaten, maar ook mate-
rieele gevolgen verwachtten voor Duitschian’d’s we-
deropbouw. De redenen liggen niet in argun enten en
beweringen, doch in de feiten en cijfers. Waar het
planLederer der 2e socialisatiecommissie zooveel ‘diii-
delijker als de voorstellen van de le commissie deden zien, dat de ,,Kohlenwirtschaft” van de gemeenschap
in wezen ‘slechts een anderen vorm was voor het
staatsbedrijf, – naar de bedoeling een betere vorm,
maar naar deskundige verwachting een ‘slechtere, –
doken allereerst de vergelijkende cijfers weer op der
vroegere ervaring. Het is nuttig deze hier – zij het
zonder verdere beoordeeling – ‘te vermelden. In een
vroeger stadium, toen de socialisatie-voorstellen
zelve het staatsbedrijf veroordeelden, ‘hadden die wei-
nig zin, doch naar mate die veroordeeling op den
achtergrond geraakt,
verkrijgen
zij ter verklaring
van den meeningenstrjd in Duitschland nieuwe be-
teekenis. De ,,Leistungsfhikeit” van de mijnonder-
.nemingen moet blijken uit twee dingen: lo. den prijs
waarvoor de ko’len ‘geleverd .kunnen worden, en 2o. de
ontwikkeling die aan het bedrijf gegeven wordt,
waardoor •de slapende waarde der in den bodem lig-
gende kolen langzamer of sneller gerealiseerd wordt.
Wat de prijzen betreft geldt het volgende staatje
voor de gemiddelden eenerzijds ‘der p’articuliere West-
f.aalsc’he mijnen, anderzijds der st;aatsmijnen in het
Saargebied.
Per ton kostten de kolen gemiddeld in marken:
in particuliere in staats-
hoogere prijs
van:
mijnen mijaen
staatsmijnen
1881-1885
4.91
6.54
1.63
1886-1890
5.55
6.96
1.41
1891-1895
6.90
8.27
1.37
1846-1900
7.40
8.73
1.33
1901-1905
8.51
10.52
2.01
1905-1910
9.61
11.26
1.65
Het staatsspoorwegbedrijf ‘betaalde voor locomo-
tiefkolen per ton gemiddeld:
in:
‘
uit het Ruhrgebied uit het Saargebied
1893
8.00
10.84
1898
9.50
13.98
1905
10.50
14.06
1911
11.85
14.80
Wat het teiiipo der ontwikkeling van het mijribe-
drijf betreft geven de tvolgende cijfers een denkbeeld.
Het percentage in ‘de totale Duitsche kolenproductie ‘verdeeld over ‘drie groote districten was:
voor ‘t Ruhr- voor Boven Silezië voor ‘t Saar-
gebied geheel deels particulier gebied alleen
in:
particulier deels staatsbedrijf staatsbedrijf
1860 46.6
24.7
19.5 1880 53.0
23.9
12.6
1890
55.2
26.2
9.4
1910
59.9
24.4 9.3
1913
–
60.2
22.8
8.9
De p’ro’dluctiostijgiizg in procent tegenover het voor-
afgaande jaar was:
voor ‘t voor ‘t
Silezië
Silezië
.Ruhr-
Saar-
staats-
particulier
in:
gebied
gebied
bedrijf
bedrijf
1891
5.45
2.86
1.88
5.99 1899
7.14
2.93
0.81
5.39
1900
9.11
4.12
.
3.75
6.36
1906
17.40
4.63
7.43
10.38
1907
4.39
‘
3.94
0.83
10.55
Naast ‘deze cijfers, waartegenoiver opgemerkt werd
dat de kolenigebiedon sterk van elkaar verschillen en
niet onderling ‘vergeleken mogen worden, ‘is ‘boven-
dien gewezen op de proef ‘met ‘de mijn ,,H.iberniia” in
Westfal.en, die als particulier bedrijf belangrijke ‘divi-
deniden uisdeelde, doch daarmede ophield toen dc
aaizdeelen aan den Staat waren overgegaan, ofschoon
de proef juist beoogde de gobeel’e organisatie onver-
anderd te laten op eenzelfde basis van cijfers en fei-
ten is het rappont ‘opgebouwd van den ,,Geschafts-
führer” van ‘den rijkskolenraajd Röngeter, waarnaar
reeds vroeger verwezen werd. Een vast middelpunt
van zijn betoog is de volgende ‘kostprijs vaststelling
van een ‘ton kolen als een ‘gecontroleerd ‘gemiddelde,
‘en waar uit ‘te ‘zien is, welke ‘beteekeniis de oniderne-
merswinst heeft ten opzichte van andere factoren:
Loon
en
salaris ……………………
91 M.
Hout……………………………
15
Andere materialen
.
………………..
40
Verder onkosten, premiën, enz…… … .
22
Toeslag woningbouw
………………
6
11
levensmiddelen
…………….
2
‘_’
7
Kolenbelasting en andere belasting……
40
216M.
Rabat voor handel
3
0/
…………….
7
223 M.
Ondernemerswinst
………………..
2
/
225 Mk.
Deze cijfers
1)
.j,n zeker ontnuchterend, wanneer
het aandeel ‘van de werknemers, van het rijk (door belasting) en van de ondernemerswiust vergeleken
wordt. Vooral hierom, daar blijkt hoe ‘gemakkelijk de
ondernemerswi.njst verdwijnt indien de kolenprijs laag
gchouden wordt, en ‘de productie minder, ‘dus duurder
wordt.
Dat die onidernemerswiinst van 2 Mk. geen fictie
is
blijkt
uit de cijfers voor ‘de grootste en ‘beste West-
1)
Zie noot volgende pagina.
144.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 Februari 1921
faalscbe ‘mijnen, die Röneter in ‘t voigenide staatje
samen vat.
1913 1914 1915 1916 1917 1918 1919
HarpenerBergbau
1.08 0.83
0.79
1.40
1.38
1.37 .0.69
Hibernia …………
1.66
1.11
1.71 .2.08
1.47 1.03
0.13
Consolidation ………
2.35
1.31
2.47
2.37
2.00 2.32
1.81
Essener Steink. Bergw.
0.76
0.4
1.00
1.22 1.43
1′.82
2.08
.Constantien der Grosse
1.43 0.98
1.25
1.61
1:74
1.44
1.18
Graf Bismarck
……
1.78
1.42
1.34
1.41
1.73
1.72
0.89
König Ludwig
……
1.26
0.86
1.07
.54
1.83 1.12
1.64
Deze cijfers zijn bov’e,nidiien sterik geflatteerd omdat
zij ‘beieik’en’d oijin uit een winst, die ook cle ophrn.gst
nv.enproduoten van de kelenidestillatie ornivaitten.
Zonder verder op het ‘kalnie hetoog van Römgeter in
te gaan rzij verwezen uJaaT twee nieuwe rarpporten.
Het jongste van cie hoogere mijnbo’uwlbeaanbten, dat
zijn zij, die
;
zonder bedrijfsleiders (drecteuren) te.
zijn, toch een veraaxüwo’or’de.lijkhei’d in het bedrijf dra-
gen, is van Jaiivani 1921 en is gelijkgestem,d als dat
van Rönigeter, door ‘dat het erop wijst hoe het ver-
diw
–
ijnen ‘van de winsten het omslaan in verlies (even-
tueel het verhoogen v:an iden kolenprijs en het vermin-
deren ‘van ‘de opbrengst) van ‘kieiniigheden afhangeii,
waarop nich in het vaije bedrijf olie aanciacilit
snoei
concentreerien. Van meer ‘be’tiekends is liet ‘doorwerkte
rapport ‘van .de Beribajuwereijn in Esse.n, gepubliceerd
isa de Glüakauf van 23 en 30October 1920. Hier zijn
vooral ‘de hedrijfsleid’er aan liet woord, en ijlieb’ben
ter ondersteuning van de resolutie der D,uitsche Berg-
bauverninen ‘zich bij ‘uitstelk op
cijfers
‘beroe4pen. Aller-
eerst bestrijden ‘zij de n.eeuiinig, dat de koiennaijnibo’uw
in liet Drnitsclhe ókonomische leven een manopoiistii-
sche plaats innam, met, cijfers. Het Rijnsch.West-
faalscihe ko’lenisyn’dikaat leverde in S iverkeersdiistric-
ten van het Duitse,he spno’riweignet ‘meer dan 50 pOt.
(der vezbruikte ikoien (55-87 pOt.) , in 7 yerkeers-
districten van 10-50 pOt. en in 14 ‘verkeer’s-
districten minder ‘dan 10 pOt. Bovendien, wordt erop
gewezen, hoe de Staat ‘door dd spoorwegtarieven in
staat was elke poging om ‘van een monopolie misbruik
te madoen te onderdrukken.
Het ‘uitvoerigst is het rapport over ‘de rentabilitei
van het mij abedrijf, dat zjoo’n reusachtige onderne-
merswinst zou opleveren. Met uitvoerige statistieken
wordt aangetoond, dat dit een fabel is. Het in mijnen
belegde kapitaal, d’at ‘aafl een groot verliesrisico is
blootgesteld en van 10-15 jaar conder rente blijft.
verkrijgt gemiddeld evenveel ‘dividend als in andere
industrieën, en oolfá minder dan ‘b.v.’ dhem’isclhe in-
dustrie, glasin’&ustrie, zijdefabrikage, verzekerin’gs2
/ bedrijf, tabaks- en ‘bekleedingsmudustrie. In ?t bijzon-
der is de gemiddelde winst in Duitschlnn’d minder
daii in België, Engeland en Fran’kriijijk geweest.
Ten slotte zij nog een belangrijk staatje aange-
haald, waarvan ‘de .grafische voorstelling bijzonder
sprekend is, die aangeeft, hoe zich het ‘bedrag der
bonen en sbciaie uitgaven verhoudt. tot de winst
voor de gezamenlijke Wesitfaalsche mijnen:
‘) Ter vergelijking geven
wij
hiebij de door ht ‘Mines
Departmènt
of
the Board of Trade gepubliceerde
Kostprijs-
l)erekening van een ton’ Engelsche Kolen geldende, voor het
tweede Kwartaal van
1920
L
oonen
…………………………
2515.72
Hout en ander materiaal ……………
.
512.63
Andere kosten (adm. salarissen,assur., her-
stellingen, algern. onk. enz.) ……….
2/4.70
Royalties
……………………….
-/7.64
33/3.69
Minus opbrengst van aan mijnwerkers ver-
kochte kool
………….. . ………
-/
1.71
Netto kosten ………………… …..
33/6.98′
–
Winst ………’ :,………………….
3/0.32
Opbrengst …… . …………………..
36/7.30
[De marge was toentertijd in Esgeland dus nog aanzienlijk
grooter, dan ze volgens bovenstaande Duitschecijfers is. – Red.]
Van totale opbr.
–
Arbeids- Sociale
aan
aan
Jaar
loon
uitgaven Winst arbeiders winst
1910 .. . .
531.9
69.6
88.6
85.72
14.28
1911 .. . .
566.8
72.9
101.4
84.83 ‘ 15.17
1912 .. . .
650.6
79.9
117.3
84.72
15.28
1913 . . ..
755.3
83.1
122.9
86.00
14.00
gem.
1910/13. .
626.1
764
107.6
86.34
14.66′
1914 .. . .
661.2
79.8
81.6
89.02
10.98
1915 .. .
577.1
62.1
104.4
85.06
14.94
1916
….
715.3
65.3
129.3
84.69
15.31
1917
….
959.1
79.3
142.0
87.10
12.91
1918 . . .
. 1.181.1
100.2
128.1
90.22
9.78
1919
….
2.161.5
169.9
79.4
96.46
3.54
Ofschoon niet te verwachten ‘was, dat alle ijveraars
voor de politieke ,,vollsocialisierung” door de, koelté
van feiten en cijfers ‘bereikt werden, of wel dat een
politieke
lijn
van zoo groote strakheid ‘als de sociali- –
sa’ti.e idoor ‘t ,gewiicEt jdeT cijfers opeens ‘zou omzwen-
ken, kregen ‘de gegevens, die hiervoor. zeer kort zijn
aangeduid, toch sieer groote ‘beteekenis, zoodra de
e’konomisc’hé socialisatie overwicht op de politieke
erkreeg, cia zooals dat bij dit onderwerp ‘behoort van
‘de publieke ‘tribune naar ‘de ‘biinnen’kamersohe onder-
handeling werd ‘verlegd.
De positie der soci’alisatie schijnt ‘op ‘dit ‘ocigenblik
aldus geworden -‘te zijn.
De wetteliijike onteigening der mijubezi’tters en de
orgunisatie ‘van ‘den onteigenden bedrijfstak oen’traihs-
tiscih en vrijwel zuiver bo,riqoaitaal, nooal’s diie zich
aaniva.nkeljk als eei gtootsche en ,,einheijflliche” (zoo
was ‘t geliefdd )v.00rd) grondslag voor één nieu.’v
naitiosiaail ,ed.rjfsieven ‘vertoonde, staat nog steeds
rechtop adseen politieke eisclh, wier verwezenlijking
‘tot ‘driemaal toe is beloofd, n.l. dia-eet na de revolutie,
na cle Kaipp’putsch, en na Spa. Aan beide zijden wou
er tot voor kort een ontevreden gemopper van weinig
kracht, .n.l. eenerzijds ‘van ‘de Sparta’loisten, die de
socialisatie ‘begrepen als een daadwerkelijke inherjijt-
nem,in]g Van de mijnen door de arbeiders, waarvoor
tweemaal in Westfaien een aanJop is ‘gedaan, ander-
zijds van de ‘bedrijfsleiders, ‘die den ondeiiga
,
nig van
het tro’bsohe mijnwezen tegemoet zagen. D:aaaiin is
thans verandering gekomen. Het geimo’pper is zooweil
liniks als rechts ‘omgeizet of op ‘t punt omgezet te wor-
‘den ‘in een poilitieken ‘eiscih. De communisten ‘geloovn
niet meer, nôch in ‘de socialisatiebeloften, dôch in
de onteiigeniin,g naar Russisch voorbeeld ‘door een
dictatuur, en achten het daarom ‘orveilbodig en zelfs
schadelijk plannen en sciheina’s uit te werken. Recht
daarte’genover hebben ‘de besprekingen in al de op-
eenvolgende commissies uiitewerkt, dat er voor de
practische Plannen een politiek program is ‘gevormd,
waarmede ‘de
christelijke
vakbeweging het eert voor
den dag komt.
Van een onteigening is daarin nauwelijks meer
sprake. Wel echter komt daaruit duidelijk naar vo-
ren, zooals het ook, reeds geschiedde in de intirpel-
latie van den ‘meerderheidssocialist Loeffier op 20
Nov., idat de ‘steenkoienontginndng’ uitgaat van ‘het
inijnrechtsbeginsel, dat de staat als rechtavertegen-
woordiger van de gemèenschap ‘de ‘bodemschatten be-
zit, en te zoeken heeft naar de vorme, w’akrdoor dit
bezit, ‘dat slapende -is, gewekt wordt tot een leven,
dat de pi’oductieve
bedrijvigheid
van het geheele volk –
het meest ten goede komt.
IS. P. DE
Vooys.
Januari 1921.
–
DJAMBI-EXPLOZTATIE EN ANG’LO PE.RSIAN.
De deadiock in de economische ontwikkeling der, Koloniën, waartoe een motie van jaren geleden aan-
leidiiig gaf, doet natuurlijk eenige ‘belangstelling ‘out-‘
‘staan voor het nieuwe Dj ambi-on’t,werp en het daar-
over gegevene in dit tijdschrift.
Waarschijnlijk zullen de meeste lezers in ‘No. 258
een misschien weigemeend pleid’ooi voor Staatsexploi-
tatie gezien hebben, al munten enkele daarin voor-
komende passages niet uit ‘door duidelijkheid. Wasa-
16 Februari
1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
145
neer de heer Rub in zijn verhandeling zegt: ,,Nie.
mand betwist dat de Staat evengoed als de Konink-
lijke kan produceeren en verodelen”, met andere woor.
den de te bewijzen steiing bij voorbaat eis axioma
aanvaardt, komt dit het betoog niet ten goede.
Aan de uiterst zakelijke bestrijding
van een anoniem
schrijver in de volgende afleveringen is niets toe te
voegen, aangezien deze’blijkbaar over alle mogelijke
gegevens ‘beschikt. Maar ook in die dingen, waarin
meerderen het met den heer R. eens zullen zijn, komen
feiten aan ‘t licht, die tot nadenken stemmen.
Wanneer over het belang der groote Stoomvaart
Mijen bij een Staatsexploitatie van stookolie gespro-
ken wordt, is iedereen ‘t hiermee eens. Wat zien we
echter? De Staat heeft in Indië practisch ‘t monopo.
lie der steenkoolproductie, een ideaal toestand vol-
gens soiiamigen, maar ziet geen kans om zelfs sporen
en trami van het hoog noodige te voorzien, vol-
doende blijkend uit het nu bij de 2e Kamer ingekomen
adres dier Mijen om stookolie. –
Aller hoôp is blijikbaar gevestigd op ëen onderne.
ming, die bewezen heeft, dat als de grondstof er is,
ze in voldoende mate weet te produceeren en niet on-
machtig blijkt als de Staat. Dé laatste als cömpagnon in de zaak, zorge slechts voor voldoende macht in de
prijsbepaling voor haar eigen benoodigdheden.
In No. 264, biadz. 49, geeft ide heer R., om de voor
deden van het distributiebedrijf aan te toonen, een
passage uit het laatste verslag der Anglo Persian,
veller distributie tot en met dit jaar nog in hoofd.
zaak in handen der ,,Asiatic” (Kon. Shell) is. Wel ligt de vraag voor de hand: Wat is die Angio
Persian?
Laten we beginnen met de moeder dier onderne-
ming: de Burmah Oil ü
y
., opgericht in pl.m. 1901 als een zuiver Schotsche particuliere onderneming,
waarin het Engelsche element slechts sporadisch voor-
komt, was het zonder twijfel de meest succesvolle
olieonderneming van ‘t Vereenigd Koninkrijk. Met
een geleidelijk opgebouwd distri.butibedrijf over ge-
heel Voor-Indië ‘beheerschte ze daar eenigszi.ns de markt. De steun, die ze genoot, ten minste wat haar
mededingers haar verweten, was, dat ze van haar in
Indië gewonnen producl geen invoerrecht betaalde,
wat de Shell, die Russische petroleum en de S. 0. C.,
die Ameriikaanscihe inwoerde, natuurlijk wel te betalen
hadden. In een der debatten in het Lagerhuis over
deze quaestie werd de Shell genoemd een niet ,,bona fide British concern”.
Pl.m. elf jaar geleden werd de Anglo Persian ge-boren; allerminst ontbrak het aafi belangstelling en
zeker had de B. 0. 0. niet bij de Eng. regeering be
hoeven te komen voor kapitaal.
De verhouding tot de S. 0. 0. sloot die uIt, maar
wat zou het de Koni.nldijke, wier verhouding tot de
B. 0. 0. zakelijk goed was, niet waard geweest zijn
in de combinatie te worden opgenomen, te meer ze
ongetwijfeld bekend was met waar het om ging!
Door •de ideelname der Eng. iregeering met
€ 2.200.000 weed ze op vrien’dscha,ppeljke wijze uitge
sloten.
Natuurlijk was er in ‘t pariiement oppositie tegen die
regeeiriingsdealnaime en motiivieerde Churchill dezen
maatregel ajidus: Zijn verihorudiinjg tot ide oiiiietrusts, zonails hij zich uzi4drukte, was schitterend. Hun vader
lanjdsliedde, iroyahtedt en verldere v’erheven eigen-
schappen werden zeer evaarideerd maar – – – – de En.
gelsehe Marine betaalde voor haar stookolie het duib-
bele ‘an rvroeger, reden waarom de eegeerdng mede-zeggenschap iii de prijhepaling dijier levensbchoeftie
hbben moest. Was ide staat
geen
groot aandeelhouder
in de Su•ez Kanaal Mij.’ geworden toen. haar. Koop-
vaardijvloot bij dien wateriweg een zoo ower’wegenid
belang kreeg; waarom dan nu niet in een olieon’der-
iiem.ing?
• Businessiike opgevat!
Toen twee jaar later ‘in de
leidende
Engelsehe pers
weei tegen diie deelname gewerkt werd, waar ‘t be-
schreven was als dobbelen met “t geld der natie etc.,
deelde de Ohairman der Aniglo Pe.rsian op een mee-
ti.ng van aandeelhouders mede, dat ingeval de r8gee-
ring eventueel rouwkoop had, hij iberreid was direct
een kooper te vinden, die 10.-, 20-, eventueel 40 mii-
Uoen bereid was te geven.
Een slechte belegging was het blijkbaar niet voegde
hij
erbij!
Wien hij op ‘t g had als eiuentueelen koop er,
kan men slechts gissen. Maar blijkbaar had de regee-
ring allriminist beroniw over de ,dead”, ‘want toen nu
onlangs kapitaalvergrooting plaats had, weuid de re-
geeriingusdeelniame opgevoerd ‘tot pim. % vnu ‘t ge-
wone aanrieelenkapitaal en schijnt dus de overieri-
komst zeer bevredigend te werken.
In dn
Board
of diirectors der Anglo Pers,ian, be-
staande uit 12 l
e
d
en
, waar ‘we de ihoiofdmahnen der
B. 0. 0. in terugiviniden zijn er twee: Lord Inchcape
en Siir Edwairid H. Packe als vertegeionwoos-digers der
Engelsche regeering. Maar niettegensta,ande het hier
een Britsche levensbelujoefte geldt, waar haar bolwerk,
de vloot, geheel van aiihanlkeijk is, liet men, en hier
kwam de commen-cieele
zijde
‘der regeering boven, de
exploitatie over aan daanivoor bevoeguden, die liet be-
drjf kenden en idit bewezen hadden, met het gejvo’lg
dat de A. P. in 1920 produceerde 400.000 ton ‘benzine,
welke hoeveelheid in ’21 verdubbeld zal worden. De
hoeveelheid Ijichtolrie en istookolie is natuurlijk ver
over ‘t miljoen ton. In ide vaart of in aanbouw is een
vloot van 1.000.000 ton idiw.; in ‘cle
nabijheid
van
Swansea is een o’liestaid inmiddels verrezen en dit
alles niiettegenstaainde d:e eigenlijke exploita’bie plaats
had in een land met ver iva.n geregelde toestanden,
getuige ‘de ‘vernieling ‘der
pijpleiding
naar Abadan.
Voeg hierbij een klimaat, .dat het land in den zomer
en niet ten onrechte di
en
naam van hel der ‘aande heeft
doen krijgen en waar meerderen
der
B. 0. 0. hun rust-
plaats ‘vonden, ‘dan dwgt een dergelijke energie b
e
.
woniciering af. Geleid door cie ivakunaunen der B. 0. 0,
gesteund met Britsoh regeeringskapitaal, werd in den-
zelf den tijd een werel’dbed;rijf opgebouwd, dat ‘we hier
ons tevreden stelden met een motie! Kan het eliendji-
ger? En ‘snnait d
oe
t tdie A. P. in Frankrijk? Een Fran
sohe Mij. is opgericht met fres. 100.000.000, ‘het kapi-
taal voor ide helft genomen doo
r
A. P. en voor de helft
door de F’ransclie regeerling. En wat zien we de regee-
‘ring doen -van misschien liet rneest ‘democratische land
der aarde: Austiralië? The ,,0ommonswealh 011 Refi-neries” Ltd. is opgericht met £ 500.000 kapitaal; deel-
nemers Ang-lo Persian en Auistraldische regeeriing me-t
natuurlijk in de orvereenlkomst, ‘t was in een ware
deniocra’tiie ‘niet anders denkbaar, talrijke proteotioriis-
tisdhe bepalingen ouni vireemcie concnirren’ten uit te
sluiten! Het Engelsche gedeelte vnu N.-Gu,iirnea wordt
nu ‘v’lj’big afgezocht doo
r
de geo’iogen ‘der A. P. Merkwaardig komt hierin overal steeds naar voren:
Staatsdeelneming, maar de exploitatie wordt overge-
laten aan bevoegden, die in het ibedTijf hun sporen
verdiend hebben. Natuurlijk levert deze metho4e geen
plaats voor theoretiseerende Specialiteiten!
Ook de schrijven- in no. 264 schijnt weinig, voor rechtstreeksche Staatsexploitatie te voelen en wan-
neer Djaatbi niet toevallig in Sumatra’s binnenland lag, maar in Overijsel of Drenthe zouden de daarin
gegeven conclusies niet onpractisch zijn. Die ligging
in Sumatra’s binnenlanden verbindt en ,,maren” aan
waarvan de grootte slechts door weinigen geschat
kan worden.
,,Eenige boringen worden aangezet.” Kan ‘het een-
voudiger?
Vermoedelijk is een groot deel van Djambi bedekt
niet oerwoud en zal de Lalan, die tot boven Moeara
Bahar voor niet lange schepen bevaarbaar is, (ccii
kleine 200 K.M. van den mond der Banjoe Asin) de
beste transportgelegenheid aanbieden – Opgemerkt zij
hier, dat ‘toen de Koninklijke op Noord-Sumatra be-
gon, zij haar materiaal gelost kon krijgen te Penang
of Singapore Voor ‘tverdei’e Icon ze zelf zorgen. Do
hebbeljkheid van’ peti-oleum om op minder toeganke.
146
1
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 Februari 1921
lijke plaatsen voor te komen speelt een zéer voorname
rol. Onlangs kon men uit ide bladen ‘vernemen berich-
ten over petroleum in Canada. Werkelijk heeft een
explori,nig expeditie in de nabijheid rvan fort Norman aan de Mackenzierivier een bron aangeboord. De kos-
ten van het vervoer van ‘t ‘materiaal naar dit punt,
aan een grooie rivier gelegen,
worden gegeven als
volgt (gerekend van af de bewoonde wereld): per
Eng. lbs. 4
V2
d. pf £42 per ton gewicht. Groote cclii
£ 84 per ton. De kosten van het materiaal dus waar-
schijnlijk veel minder dan ‘t vervoer. Er wordt dus
allerminst over te verwaarloozen bizonder’hed’en ge-
s’proken. Ook het miniatuur opgezette bedrijf: raffi-
nage met blik’kenfabriekje in Djambi vereischt toe-
lichting, aangezien het toch niet gezet wordt om de
zeer schaarsche bevolking van .dat gewest met petro
leum te voorzien. Is export van daar mogelijk?
– Een ‘der eerste dingen, welke de S. 0. 0. bij haar
prichting in de Ver. Staten deed, was alle minder
goed gelegen raff’inages af te breken en op gunstig
gelegen terminals te herbouwen, ‘bereikbaar met diep
gaande schepen.
Vasthoudend aan dit beginsel wat goed ‘blijkt te
zijn, zou dus deze inrichting dienen te komen ergens
aan een der minder ‘bekende ‘bochten der Banjoe Asin.
en paar honderd kilometer van de vindplaats. De
pijpleiding alleen zal eenige millioenen kosten. Zou
men werkelijk ‘denken, dat ‘derigelijke bedreigen maar
geregeld door de volksvertegenwoordiging’werden
toeest’an voor een bdrjf, waarvan de productivi’
teit nog bewezen dient te worden?
In h’oe’ver onze regeering vertrouwen kan hebben
in een ,,intègre man, die geen eigenbelang in de zaak
heeft” en ,,dus een oibjec,tief rapport levert”, besipre-
ken we liever niet. Een kleine aneedorte zij hier meege-
deeld. De reis naar Indië rnalkend en ‘de zeekaart van
Straat Jubal, inziend (Roode Zee) zal men aan de
Westzijde nabij ‘het land van Zeiti en op cie eilanden
kleine cirkeltjes vinden met ,,petroleum welis”. De’
boringen d’ateerden van ‘t laatst der vorige eeuw. Er
was olie, maar ‘om het in hoeveelheden te vinden, die
‘de exploitatie 1ooneid zouden maken, bleek niet moge-
lijk,’ ‘hoewel er voor Egypte dat voor kolen en petro-
leum geheel ‘op import is aangewezen veel ‘aan gelegen
was.
Toevallig had schrijver eens een gesprek met
iemand, die aldaar werkzaam geweest was. In een paar
woorden was ‘de zaak saam te vatten. Wanneer men olie vond, gaf de exploitee’rende Mij
cen bonus, maai wanneer iien geen olie vond gaf een
ander een veel grootere bonus.
‘t Resultaat laat zich, denken! De volkomen isolatie
of onbereikbaarheid van zulke plaatsen bevordert
‘deze practijken.
Niet ‘zoodra werd de zaak aangevat door eenonder-
ivlij. der Koninklijke of na ‘t overwinnen van groote
moeilijkheden ‘boor n
‘de men olie aan kreeg zelfs een
maal veel te .veel.
Z’oovelen zijn ‘geslaagd roept d’e schrijver uit, maar
zou werkelijk 1 pOt. der bestaan hebbende petroleum-
mijen succes hebben gehad?
Onveranderlijk was de doodsoorzaak: ‘t Onderschat-
ten der moeielijkheden en gehrek aan bedrijfskapitaal
Heeft de’ Koninklijke dit zelf niet ‘doorgem’aakt’ in
haar kinderjaren, afhankelijk als ze was van een be-perkt terrein, toen na een kor,tstondiigeu voorspoed
haar bronnen zout water gaven ea de groote in time.
charter genomeü schepen, duizenden per dag kostend,
naast elkaar te Senibilang ‘lagen, wacihtend op lading
die er niet was?
Neem Tarakan, ontegenregljk een olie’lan’d, wat de
tegeniwoor;clige productie bewijst. Hun, diie er oor-
spronlkelijk werkten, zich met alles wisten te behelpen,
ontbrak ‘t allerminst aan energie, maar ‘t kapitaal
was spoedig verdwenen, toen onmiddellijk succes uit-
• bleef.
Olie was er, maar de op slijkvulkanen geljkende
erupties bedierven alles. Ten slotte het royalty con-
tract met de
Koninklijke
en dank zij Ausdauer en
ongelimiteerde middelen
eindelijk
succes tot heil van
aandeelhouders van Taraikan en Koninklijke beide.
Neem de thans over de heele wereld ‘bekende
Shell”.
Oorspronkelijk reederij en distributiebedrijf vestigt
ze zich als petroleumexploiitante onder een Holland-
sciien naam te Balikpapain, een uitsteked gekozen
punt. –
In zeer korten tijd ibleek er meer dan £ 1.000.000
v.erwêrkt te zijn. De waarde van wat er lag was prac-
tisch nihil en het Borneo avontuur had deze groote
Mij. bijna den nek gebroken!
Een
vergelijkende
fo’to van Balikpapan Shell en
Bauiikpapan Koninklijke bevattend een petroleum be-
dirjf waarvan moeilijk een voorstelling te maken is,
geeft een idee van hot kapitaal wat er thans verwerkt
moet zijn!
Maar tevens levert ze misschien ‘t ‘bewijs voor min-
der fanatiek ‘dogmatisch aaugel.egden, dat – ter berei-
king van een economisch
bedrijf
met een miniatuur
onderneming op ‘dit gebied – in deze wereld – geen
plaats meer is.
F. B.
N A S 0111 F T.
De vraag, in welke verhouding ide B r d ts c’h e R e-
geering deel, ‘heeft in ‘de Anglo-Per-
si a n. is voor het Djambi-ontwe,rp van groot belang.
Hierom volgen hieronder,’ ter aanvulling van het-
geen dienaanigaande in bovenstaand artikel wordt
medegedeeld, ‘enkele gegevens, ontleed aan de offi-
cieele stukken in 1914 door ‘de Enigelsohe Regeering
aan het parlement voorgelegd onder ‘den titel ,,Agree-
ment w’ilth tihe A’nglo-Persiaun Oil Oömpany Limited”
[Cd. 74191.
Gelijk bekend, was de .wenseh verzekerd te
zijn
van
voldoende vloeibare brandstof voor de marine oor-
zaak van ‘de overeenkomst. De onderhandelingen zijn
dan ook gevoerd ‘door de Admiraliteit, die tevoren
een uitgebreid zelfstandig onderzoek naar ‘liet ‘bedrijf
en ‘de geoloigische gesteldheid ter pl’aatse ihaid inge-
steld. De uuitkö’cisten ‘zijn neergelegd
in
een £in’ad re-
port, gedateerd 6 April 1914.
Op 20 Mei 1914 is ihietorp door de Admiraliteit
onder voorbehoud van goedkeuring door het parle-
ment een overeenkomst gesloten met de Auglo-Per’
sian Oil Co. Ltd.
Wat’ de fiinancieel’e
zijde
betreft, werd bepaald, dat
de Regeerircg in de ‘maatschappij zou deelnemen voor
een totaal ‘bedrag van £ 2200.000, waarvan £ 2.001.000
aan gewone en preferente aandeelen en £ 199.000
aan o’bliugaties. Door deze ‘,deelneming werd de kapi-
talisatie der oriiderizeniinig eis volgt:
Gewone aandeelen in part. ‘handen
..
der
Regeering
Preferente
in part. handen
. .
-.
der
‘Regeering
.
Totaal aandeelenkapitaal
Obligaties
in
part.
handen ……….
‘
600.000
11
der
Regeeriag
…………..
199.000
Totaal obligatiekaipitaal.. . …
799.000
Totale kapitalisatie – .. .
4.799.000
Ter vergelijking met het Djambiontwerp blijkt
dus, dat de aandeelen der Regeering geheel in de-
zelfde positie zijn als die der overige aandeelhouders.
De groote meerderheid der gewone aanideelen, in
particul’iêre ‘handen, zijn in het bezit der Burmaih
0fl
00.
De positie, die ‘de Regeer’ing in de leiding van, het
bedrijf erlangt, wordt in’ de Toelic)htinig als volgt ge-
kenschetst:
,,De -overeenkomst en de gewijzigde statuten voorzien in
de benoeming van twee ex officio ,,Directors” door ‘de
Schatkist, van wie een gekozen zal worden ter vertegen-
woordiging van ‘de Admiraliteit.
£
£
1.000.000
2.000.000
999.000
1.000
4. 000. 000
16 Februari 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
147
Ten einde de regeeringsbelangen bij de onderneming
voldoende te beschermen en tevens het •ingrjpen in de
leiding der gewone
bedrijfszaken
tot een minimum te be-
perken, is een veto-bevoegdheid over alle daden van den
,,Boarcl of Directors” en de ,,Connnittees” der maatschap-
pij en haar onderhoorige maatschappijen aan de twee
ex of ficio ,,Directors” voorbehouden met bevoegdheid aan
de overige ,,Directors” om in beroep te komen bij de Re-
geering, ten deze vertegenwoordigd door de Schatkist en de
Admiraliteit. De Regeering doet evenwel geen afstand
van haar recht om zich in den ,,Board” door een .grooter aantal ,,Directors” te doen vertegenwoordigen naar ver-
houding van haar aandeel in de maatschappij, zoo spoedig
zulks in de toekomst noodig mocht worden geacht.
De regeering heeft aan de maatschappij •de verzekering
gegeven, dat dit recht van veto slechts zal worden uitge-
oefend met volledige in acht neming van de financieele
en commercieele lelangen 4er maatschappij, en slechts in
zaken van algemeen beleid, als l.v. het toezicht op de
werkzaztmheid der maatschappij, voor zoover deze vragen
van buitenlandsch of militair beleid mochten raken, een
voorgenomen verkoop der onderneming of verandering van
statuten, nieuwe expioitaties en andere zaken in direct ver-
band staand met de nakoming van bestaande contracten
met de Admiraliteit.”
Aangeteetkenid zij hierbij, dat de Boarid
of
Direc-
tors behoudens de beide ex-officio leden der. Regee-
ring, bestaat uit 10 leden. Het bedrijf der Anglo-
Persian omvat niet afleen de winning der olie, doch
tot zekere hoogte. ook de verwerking iran het pro’-
duet, de verscheping met een eigen tanlcvloot, etc.
Van belang 2ijn ten slotte nog de volgende be-
schouwingen uit de toelichting, volgend ‘op een be-
toog, dat, waar andere landen uit hoofde hunnei
marinebelangen zullen volgen, Enigeland reeds thans
maatregelen moet nemen. ,,Op het oogeriblik is de productie en distributie van
petroleum in de wereld verdeeld over een reeks maat-
schappijen. Er bestaat evenwel een duidelijke neiging de
olievelden in de ‘wereld en het ter markt brengen van het
product meer en meer ander contrôle te brengen van een
betrekkelijk klein getal groote lichamen. Voor een groot
deel is dit waarschijnlijk onvermijdelijk. De politiek van
aaneensluiting is gebaseeid op overwegingen van practi-.
schen aard, geljksoortig aan die, welke de groote petro-
leumverbruikers er toe brengen ‘hun orders zoo ruim mo-
gelijk te distribueeren, n.l. grooter verzekerdheid van
levering, zoodat aldus een mogelijk tekort in •de ééne rich-
ting opgewogen kan worden door overvloed elders.
Een groot verbruiker als ‘de Admiraliteit, belast met
‘het nationale belang van de verdediging ter zee, kan zich
echter voor haar vitale lehoeften niet plaatsen in een po-
sitie van afhankelijkheid tegenover een paar groote maat-
schappijen, wier belangen noocl.zakeljkerwijs internationaal
zijn en in de eerste plaats door financieele overwegingen
wörden beheerscht, wat niet weg neemt, dat natuurlijk de Admiraliteit een redelijk deel van ‘haar contracten zonder
bezwaar met dergelijke lichamen van erkende kracht
en in het, bezit van groote hulpbronnen sluiten kan.
Niettemin is ‘het een essentieel belang voor de verdediging
ter zee dat het voortbestaan van ten minste ddn groote
Engelsche petroleum maatschappij, beschikkende over het onafhankelijk zeggenschap over belangrijke voorraden na-
tuurlijke petroleum en verbonden met de Regeering door
financieele en contractueele ‘banden, blijvend worde ver-
zekerd. Zulk een regeling zal niet nalaten haar invloed te
doen gevoelen, niet alleen op ‘de leveringen direct aldus
verkregen, maar ook op de termen en voorwaarden, waarop
in cle geheele behoef te van de Admiraliteit kan worden
voorzien, gevolg van de grootere onafhankelijkheid en de
betere positie bij onderhandelingen aldus verkregen.”
Omtrent de behandeling in het Parlement worden
itt horvenstaand artikel enkele ‘mededeeliugen ge-
daan, gelijk over de later plaats gehad hebbende ka-
pitaalvergrooting. In ‘de positie van de Regeer’ing
tegenover ‘de maatschappij
sijn
hierbij geen ‘priuci-
pieele veranderingen gebracht. Het eigenlijk ‘bedrijf
staat, gelijk bleek, geheel buiten inmenging der Re-
geering. Intusschen zijn tegelijk met de boven ver-
melde overeenkomst, bij afzonderlijke overeenkomst
de voorwaaren geregeld, waaronder stookolie aan de
Admiraliteit geleverd wordt. Deze overeenkomst is
wegens redenen van staatsbelang niet gepubliceerd.
B.
GOUD EN ZiLVER IN 190.
Aan . het jaaaevernietht der
F
ir m a H. D rij
f-
h o u t & Z o o n is het volgende ontleend:
Go ‘u d. De Europeesche markten werden voor een groot.
deel beheerscht door de valuta fluctuaties, doch meer dan
vorige jaren vormde op de vrije markt de wet van vraag
en aanbod weder een factor van beteekenis. Het was weder
de stand van den dollar, die in het algemeen den basisprijs
bepaalde, aangezien zonder uitzondering in alle landen van
Europa de dollar belangrijk boven pariteit noteerde. De
gouclprijs te Londen werd nauwkeurig ,op ‘den dollarkoers
gebaseerd en onderging derhalve voortdurend gevoelige
schommelingen. Buitengewoon heftig rwerd de goudprijs te
Londen ‘bewogen in de eerste maanden van het jaar toen
na 110 ah. 9 d. in begin Januari de noteering steeg tot
127 ah. 4 d. op 5 Februari en vervolgens weder terugliep
tot 102 ah. 7 d. o39 April. Een dergelijke fluctuatie, die
in een tijdsverloop van ongeveer 2 maanden een daling in-
sluit van 24 sh. 9 ‘d. per oz. fijn, geljkstaande met circa
f
500.— per kilo fijn, is een welsprekend ‘bewijs voor
het wisselvallige der marktpositie,
die thans voor ‘het gele
metaal geldt. Ook gedurende den verderen loop van het
jaar bleef de ‘noteering aan groote schommelingen onder-
hevig, welke echter binnen de gredzen. van 127 sh. 4 d. en
102 sh. 7 d. konden worden gehouden, zoodat deze noteerin-
gen den hoogsten en den laagsten stand over het afgeloopen
jaar aangeven. De buitengewoon wisselvallige positie der
goudmarkt duidt ook op het speculatieve karakter, dat
de goudproductie-industrie thans heeft, vooral nu de meeste
ondernemingen wegens de hooge kosten nog alèchts zon
(Ier verlies kunnen werken, indien de ‘goudprijs zich belang’
rijk boven de noteering van 9 April blijft bewegen. De ge
middelde noteering van dit jaar, die
112
sh. 11 d. bedraagt,
kan de ‘goudproducenten in de Engelsche bezittingen even-
wel tot tevredenheid stemmen.
Minder tevreden zijn echter de Amerikaansche goud’
producenten, ‘die niettegenstaan.de
hunne krachtig doorge-
zette actie ter verkrjging van een premie op den goud-
prijs, “in
deze
richting nog geenerlei succes konden boe-ken. Zelfs schijnt deze actie in den laatsten tijd niet aan
populariteit te win’nen nu de wet, die de zilverproducenten
beschermt, de bekende Pittman Act door de inmiddels in-
getreden scherpe daling in het witte metaal ‘hernieuwden
fellen tegenstand ontmoet. Iteeds in o.ns overzicht 3e kwar-
taal
1)
wezen wij er op, .dat de gevolgen van het uitblij.
ven van een bonus voor de goudprocluceuten zeer duidelijk merkbaar zijn in de productiecijfers der Vereenigde Staten.
Bleef 1919 met 88.000 K.G. reeds 20 pCt. ten achter bij
1918, in 1920 werd slechts een cijfer van 74.000 K.G. be
reikt, derhalve nog 16 pCt. beneden 1919. Loonen van
$5.— tot $7.— per dag voor op contract aangenomen
mijnwerkers gelden thans als gemiddelden, ‘terwijl de alge-
meene productiekosten .berekend ‘naar maatstaf van den
dageljkschen arbeid per man gestegen zijn tot $11.— tegen
$ 6.— vÔör den oorlog. Met deze cijfers voor .00gen wordt
de teruggang der .goudproductie in de Vereenigde Staten van 152.000 K.G. in 1915 tot 74.000 K.G. in 1920, inder-
daad alleszins verklaarbaar.
Ook in de Engelsohe bezittingen houdt de daling in de
productie aan, ofschoon ‘gelijk wij reeds aantoonden, de toe-
stand daar veel gunstiger is met het oog op de dit jaai’
nog bereikte ‘hoogere opbrengst van het product.
Goudproductie Transvaal.
1916
1919
1920
Januari/Augustus K.G.
192300
173750
172s00
September.
…………..
24100
21800
21200
October …………….
24700
,
22600
20600
November …………..
24400 21100
19700
December . . . . . . ……..
24100
20250
19700
Totaal EG…..
289600
259500
253600
–
Goudprociuctie Rhoclesia
1916
1919
1920
Jahuari/Augustus K.G.
19250 12655 11340
September …………..
2360
1640 1400
October
…………….
2390
1500)
November
……………
2325
1365
‘
4880
December
…………..
2245
1140 J
Totaal K.G.
….
28570
18300
17800
Opnieuw toonen beide centra een daling aan tegen het
reeds zoo lage cijfer van 1919, zij ‘het dan ook, dat deze be-
perkt blijft tot 234 pCt. voor Transvaal en 4 pCt. voor
Rhodesi.a. Tegen 1916 wijst de productie van Transvaal dit
1)
[Zie pgn. 963 van den vorigen jaargang. – Red.]
/
148
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
.
16 Februari 1921
jaar reeds een terugang aan van 121/2 pCt. en Rhddesia
van 38 pCt. De wereldproductie zal naar schatting 6 á 7
pCt. bij 1919 achter blijven en ongeveer 510.000 K.G. bedra-
gen. Dit cijfer beteekent derhalve een daling der wereld
productie tegen 1915 van 200.000 K.G.
Onder den invloed van den stijgeuden dollarkoers liep
de gouziprjs te Londen op van 104 eb. begin Juli tot 118 ah.
‘t u.
op eind September. In Frankrijk werd opnieuw cie
noteering van f.rs. 10.000.— per K.G. fijn overschrden, terwijl spanje eind September 4550 peseta per K.G. fijn
noteerde tegen een pariteit van 3444.45 p.s. en de prijs in
Zwitseriana zelfs .1 rs. 4100.–,– per K.G. fijn bereikte. De be-
kendmaking van de Nederlandsche Bank op 16 Augustus,
dat de prijs waartegen voortaan goud aan het Vrije verkeer
zou wdrd.en afgestaan, verhoogd ‘werd van
f
1s50.— tot
f
2025.— per K.G. fijn beteekende voor ons land leen s,tij.
ging van
f
175.— per K.G: fijn. De maanden Juli en
Augustus waren door het uitblijven van’ aanbod onuntgoud
ook buitengewoon vast vooi cle goudnoteering in het Vrije
verkeer; de maand September bracht hierin echter vera.nde•
ring door een via Scanclinaviëingetreden aanbod Russisch
goud. Dit goud, blijkbaar door ce Sovjet-regeering tegen
iagen prijs afgestaan
1
veroorzaakte in verschillende landen
een tij clelijke daling op de vrije markt; de moeilijkheden,
die .dit goud hij invoer in vele landen ondervond, deed ‘wel-
dra’ hernieuwde vraag ontstaan tegen .hoogeren prijs naar goud, waarvan lewezen kon worden, dat dit niet van ‘Rus-
sisohen oorsprong was,’zooals gemunt goud van andere ‘na-
tionaliteiten. Hierdoor deed zich zelfs de eigenaardigheid
voor, dat in het Vrije verkeer twee gouclprjzen golden, die
meermalen belangrijk uiteen-liepen, oh ce prijs voor goud
in haren, dat in verband »niet voornoemde moeilijkheden
zelfs onder speciale vergunning niet voor export in aan-
merking kon komen en derhalve geregeld werd naar, voor
hét ‘binnenland, bestaand vraag en aanbod en het gomimt
goud, met uitsluiting van Russische munten, dat zich eeni- –
germate richtte naar den dollarkoers. Hetzelfde goud, dat
in het eerste ‘halfjaar beneden den marktprijs verhandeld
werd, gold thans meermalen niet onbelangrijk hooger. Het
is duïuelijk, dat de markt onder den invloed van deze bij-
zondere toestanden geen juist, beeld gaf van de werkelijke
positie, daar het wisselvklllig aanbod tegen lageren prijs een
krachtige uluctuatie in de noteering •tdweegbracbt en een
erughoudende stemming deed
»
ontstaan. Aan het einde
van het derde kwartaal ‘was echter reeds nieer stabiliteit
‘merkbaar, clie niettegenstaande de inmiddeld ook in Europa
ingetreden crisis in handel en industrie, gedurende October
en November gehandhaafd bleef. De maand December
toonde bij
i
uiterst stillen handel een lichte neiging tot
dalen. Het jaar sloot bij een sterlingkoers te New-York
van
$.53
op een noteeringvan 16 sh. 4 •d. te Londen,
geljkstaande met
f
2100.— jer K.G. fijn, derhalve onge-
veer 10 pet. boven de ten ouzent geldende noteering van
f
1900.— per K.G. fijn. –
Z i 1 v e r. Wezen ,zv’ij in ons vorige
»
aarovepzioht op een
verschil tussohen hoogste en laagste noteering van
3011i6
d.
41S een bijzonderheid zooals nog ‘nier ‘was voorgekomen, dit
Jaar overtrof in hooge mate ‘het in 1919 bereikte record.
De hoogste noteering, die sinds het ‘bestaan van de zilver-
markt ‘werd opgeteekend. bereikte Londen op 11 Febr. met
89
1
/S
d., doch ook ‘de laagste stand sinds Juni 1917 wees
-de zilvermarkt dit jaar aan met 87/ d. op 10 Dec., zoo
dat de spanning 50
5
/8 d. hedragende, inderdaad door iedere
vroegere prijsbeweging verre in de schaduw werd gesteld.
Een dergelijk koersverloop, het is duidelijk, kan slechts
het uitvloeisel zijn inn de fatale ontwrichting, der in te?-
nationale economische verhoudingen. De ontmunting, die
zooals ,bekend is, reeds sinds gerui’men tijd op bescheiden
schaal plaats had, werd door den hoogen zilverprijs en den
lagen stand der va]uta buitengewoon loonend, soodat plot- –
seling een zou belangrijk aanbod niuntzilver ontstond, dat
een gevoelige reactie op de ‘zilvermarkt niet te çweer,hou-
den was. Een krachtige daling trad in toen
»
een nieuwe
»
factor, de ‘zichtbaar, verminderende kooplu’st van ‘Indië en
Ohina, de reeds zwakke houding in een gedecideerd flauwe
»
tendenz deed overgaan, soodat New-York van $ 1.30 op
28 Februari reageer4e tot $ 1.21 op 11 Maart, terwijl Lon-
den na 83 •d. aan het .einde vin Februari nog slechts
697/
s
d. op 11 Maart, wist te ‘bedingen. Het nerveune ka-
rakter der zilvermarkt bleek op bijzondere wijze uit de
groote verschillen in de ‘noteeringen
–
tussehen Londen en
New-York. Kooporders voor rekening van Enghlsch-Inciië
en China, die op den lagen prijs aan de markt kwamen,
stelden de noteering te New-York op $ 1.21 op 17 Maart,’ gelijkstaand’e met 71% •d. ‘te Londen, terwijl Londen op
dien datum slechts 65% d. noteerde. Zoolang de ‘zilver-
markt ‘nog steun vond, elj ‘hete dan ook in geringe mate, ,
in aankoopen voor het Verre Oosten, koi aan den steeds
– aanwadsenden stroom muntzilver iveerstand worden gebo-
den, doch toen in April China als kooper uit de markt
trad eii ‘later zelfs met verkooporders kwam, verzwakte
lie mnarktpoiitie ‘zoo -zeer, dat de baisse-speculatie sonder
groot gevaar met, gunstig gevolg kon opereeren. De ‘notee-
ring daalde dan ook tot $ 1d1
Y
en 64
V
2
d.. op 30 April,
terwijl de daling op 7 Mei reeds voortgang ‘had gemaakt
tot $ 1.02% en 60 d. Gedurende het verdere deel van Mei
was de markt zeer. vast
cip
‘dezen prijs, die zich met lichte
schommelingen wist te ‘haiïcihaven .op cle gunstige verwach-
tingen, die het in werking treden der Pittman Act vooraf-
gingn. De maand
Juni;
waarin de eerste symptomen van
tIen omkeer in de conjunctuur merkbaar werdèn, ws met
het oog op de minder gunstige vooi
–
uitz,ichten der landen in
het .Vei-re Oosten uiterst zwak gestemd voor’ het witte
metaal. Op 17 Juni, den datum ‘waarop na lang ‘tadmen
de Amerikaansche Regeering ‘ten slotte overging tot dcii-
nitieven aankoop van het sinds 17 Jan. 1920 ‘in het bin-
nenland geproduceerde.zilve? tegen $ 1.— per oz. tot een
,hoevéelbeid van 207 millioen oiz. zou zijn bereikt, kon de
noteering als gdvolg van dezen maatregel, alsmede op grond
van Jiernienade vraag voor Chinaich herstellen tot 90 c.
en 49%
‘ci.
Geheel in tegenstelling met Juni, was de maand
Juli vast van toon op verminderd, aanbod muntzilver
.
en
– regelmatiger vraag voor Engelsoh-Indië en China, zoodat
zelfs ‘weder een stand van 98
3
/8 c. en 56/8 d. aan het einde
der maand kon rworden bereikt.
De maanden Augustus en September ‘waren eveneens
gunstig gestemd voor het witte metaal, zoo -dat op 20
Augustus een’ ‘noteering te New-York kon worden bereikt
van 101% c., waarmede derhalve de aankçoopprjs der Ame-
rikaasisohe . regeering weder werd overschreden. Londen
steeg op dien datum tot 63% d. Deze
»
verbetering in de
noteering i-ustte echter niet op den hechten grondslag
van een ‘het aanbod overtreffende vraag,
»
doch was meer
het gevolg van speculative operaties. De meer en meer
.in omvang toenemende crisis op de ‘goederenmarkten
waarop wij reeds in onze overzichten over het 2e en 3e
kwartaal de aandacht vestigden, rechtvaardigde geenszins
deze stijging in cle zilvernoteering – –
Naarmate de economische crisis
in
Europa zich ernsti-‘
ger deed gevoelen, verzwakte de »markt ‘zichtbaar met als
gevolg een krachtige daling in de noteeriag, die van medio –
November af zich bijzonder scherp begon af te teekenen.
De maand October opende op 59 d. ‘te Loiiden en 91% c.
te New-York, ‘wa,arïn zeer geleidelijk: doch nagenoeg onaf-
gebroken een daling tot 50% en 76% c. op 19 October
intrad,in hoofdzaak als gevolg van verdere reactie in den
In’daTschen wisselkoers. Toen, na reeds 1 ah. 7
4.
geweest
te zijn, op 14 ‘October een lidht herstel volgde en ‘de rupee
vervolgens op een stand tusschen 1 sh. 7 .d. en 1 sh. 8 d.
tamelijk vast bleek te zijn, kwam ook de daling in der
– zilverprijs tot stilstand en zelfs kon op dekkingsaankoo-
pen een verbetering intreden, zoodat met lichte schomme-
lingen de noteering vrij vast ‘bleef op gemiddeld 52% d.
tot het einde der maand. Novetsber ‘was aanvankelijk nog gunstig voor ‘de zilvermarkt,’ daar ‘het aan’bod eenigszins
verhuinderde en China ‘weder eenigen koo’plust toonde, zoo-
dat de noteering nog een herstel tot 82% c. en
545/s
cl. op
10 November kon bereiken. Dit .hrstel -zou echter weldra
blijken slechts een onderbreking te ‘zijn van •de ,niet te
weerhouden krachtige inzinking op de zilvermarkt als gé
volg van de zich wijzigende conjunctuur. De Ohineesehe wisselkoers, die zich in het begin van het vierde kwartaal
nog rondom 6 sh. ‘bewoog, was op 15 November reeds tôt
5 eh. teruggeloopen, ‘waardoor ook de steun. van China,
die -tot dusverre niet onbelangrijk ‘was geweest, grdoten-
deels aan de marktpositie ontzonk. Toen echter de stilstand
in China’s ‘buiten,landsohen handel den wisselkoers zelfs
deed dalen beneden 5 ah. waardoor dit land meer’ interesse
bij verkoop dan bij aankoop ‘kreeg, ‘was het sein gegeven voor een debacle op de zilver-markt. Onder ‘den druk van
voortdurend aanbod bij nagenoeg sigeheelen atilstand in
vraag, viel de prijs terug tot’68% c. eh •d. op 30 No-
vember, ‘welke noteeringen bij den sterlingkoers van 3.47%
vrijwel in overeenstemming waren. De depressie, die op de
,goederenmar’kten ‘bleef heerschen, liet zioh ook •i’n Deeem-
her nog op de zilvermarkt gelden. De ‘loop der noteeringen
wees aan, dat ‘de daling in den ‘laatsten tijd hoofdzakelijk
‘uitging van New-York, waar op de inmiddels nog verder
teruggeloopen Indische en Ohineesehe ‘wisselkoersen van
24.50, en 70.50 c. ongeveer gelijkstaande met 1 sh. 51/
8
cl.
en
4 sh. 1 d. te Londen, een ruim aanbod van ‘zi.lver op ‘de
markt ontstond. De noteering te New-York op 10 Dec. van
59% c., die ons terugvoert tot 1916,,alvorens weder een
16
Februari
1921′
ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN
149
zeifden stand aan te treffen, deed liet aanbod verminderen
en elfs weder kooplust voor speculatie in China ontstaan,
waarbij zich later nog eeni’ge vraag voor de Indische
Bazaars voegde, ‘zoodat weder herstel kon volgen tot 66 c.
en 42
5
/8
‘d. op 15 Dec. Zoodra echter aan de vraag was
voldaan, trad geleidelijk weder een daling in; waardoor
het jaar sloot op 64Y
4
c. te New-York en bij eën sterling-
koers van $ 3.53 op
407/
s
d. te Londen. In •de z.g. neutrale
landen ontstond wegens den gu’nsti.gen valutastand regel-
matig een ruim aanbod van buitenlandsche zilvermunt tgen lageren prijs, zoodat ook dit ja.r de’ zilverprijs ‘in
die landen nog een tijdlang ongeveer 10 pCt. ‘beneden Lon-
den ‘bleef. Tijdens de scherpe daling op de hooidmarkten
viel echter ook dit verschil gro9tendeels weg, zo,odat aan
het einde’van het jaar de noteeringen op ‘de verschillende
markten vrijwel overeenstemden. In ons land daalde de
zilverprijs van
f
98.75 per K.G. fijn voor gefineerd en
f
87.— per Kg. fijn voor ongefineerd zilver tot onder-
scheidenljk’
f
64.— en
f
61.75 per K.G. fijn op 31 Dec.,
derhalve nog een gering percentage beneden Londen. Ook
voor Londen is •de stand van 10 Dec.
387/8
d. de laagste
noteering van het jaar geweest. Houden wij hierbij in het
oog, dat deze noteering luidt in een .gedeprecieerde waarde-
eenheid en dat bij vergelijking met noteeringen die golden,
voordat de depreciatie ingetreden was, de sterlingkoers
thans ook op .pariteit moet worden aangenomen, d’an wordt
dè berekening als volgt: .
cl. .38.875 >< 3.44
is. d. 27
t/
4.8667
waaruit dan ook blijkt, .dat de gemiddelde voor-ooi’logsprijs
reeds weder ‘bereikt is. Het is duidelijk, dat deze prijs, die
bij normale produetiekosten nog eenigszins loonend was,
thans geenerlei evinstmarge meer laat, ‘zelfs voor de meeste
ondernemingen een verlies bij de productie Ibeteekent. In
Mexico heeft clan dok om ‘het sluiten der zilvermijnen te
voorkomen, de Regeering verschillende maatregelen moeten
nemen, o.a. vermindering der rechten op het zilver, zelfs
alge.heele opheffing daarvan, indien de zil.verprijs op 60
centavos per oz. mocht komen, en eventueele overname der
productie door den Staat tegen ‘de noteering van New-York.
De A’merikaansohe producenten. verkeeren thans in de buitén’gewoon gunstige positie het door hen’ gewonnen
zilver onder de bepalingen van ‘de Pittman Act tegen $ 1.-.–
aan de Regeering te kunnen afleveren,, wat bij den hui-
digen stand van den zilvprprijs een niet gering voordèel
uitmaakt. Niettegenstaande de herhaalde verzekeringen,
dat de Pittman Act onder alle omstandigheden gehand-
haafd zal ‘blijven tot de ..geheele hoeveelheid van 207 ‘mii-
heen o’z. overgenomen zal zijn, heerscht hieromtrent nog geenszins algemeene gerustheid. Mocht de .zilverprijs op
den huidigen ‘prijs blijven, of wellicht nog verder dalen,
dan zal het eventueel buiten werking stellen der Pittman
Act geen grooten invloed op de zilvermarkt ‘uitoefenen;
10.
daar de zilverproductie der Vereenigde-Staten op ‘het
oegenblik betrekkelijk gering is; 2o. ‘omdat het produ-
ceeren, van zilver ook als nevenproduct bij de tegenisvoor.
dige metaalprijzen slechts met verlies zou kunnen plaats
hebben, waarvan een nieuwe ‘belangrijke inkrimping het
noodzakelijk gevelg.zou zijn. Dit gevaar voor de toekomst
achten wij dan ook gering in vergelijking met de bedrei
ging uit het Verre Oosten. De enorme voorraden ‘zilver in
de laatste jaren daar opgestapeld, kunnen, indien deze.
naar de hoofdmarkten terugvloeien, nog eigenaardige ge-
volgen hebben, temeer daar, Europa vuor.loopig niet in staat
is, hoeveelheden van eenige ,beteekenis op te nemen. ‘De
maatregelen in ‘het ‘begin van ‘het jaar door de neeste lan.
den genomen met betrekking tot de aanmunting van zil-
vergeld, waarbij het gehalte der munten belangrijk lager
gesteld werd, mag thans, nu Engeland, juist op ‘het oogen-
blik waarop de zilverprijs weder den laagsten stand’ ‘heeft
bereikt, inplaats van het ‘bekende standar.dgehalte, munten
van
.
500/1000 in Circulatie brengt, als een ironie klinken,
het beteekent niettemin een vermindering in de zilverbe.
hoef te. Ook ons land zal ter uitvoering van de wet van
27 Nov. 1919 dit voorbeeld moeten volgen, en in de plaats
van de thans bestaande zi.lvercirculatie, munten van
720/1000 in omloop brengen. Ten opzichte van de naaste toekomst der ziivermarkt kan dan ook geen optimistische
stemming heersohen, ofschoon voortdurend belangrijke
schommelingen in opgaande en in dalende richting -te ver-
wachten zijn, zooiang niet eenige orde gekomen zal ‘zijn ‘in
den financieelen en economischen chaos,’ waarin wij ons
thanis bevinden. ‘
Amsterdam Januari 1921.
LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.
‘Lord Inchcape over de bescherming;
moèilij/cheden in de spoorwegwereld; de
Chinese Chartered Corporation; han-
delsbeweging over Januari; rapport der
Dui,rteconzmissie in zake de zeep-
industrie.
Onze Lonideniscihe eo.riespondent scLhrijft ons
12 Fbruori 1921:
T ‘h .e de p r es s i o n doos ‘not ‘lift, ainid ‘that is all
that one can say about it. The 6arfier oubbimst of
sati’s’factiou orver the reimoval of the Excess Profits
Duty has already ‘diied dowin, ‘and’ the Ohancellor is
now beinig pressed to ligh’ten ‘the jbunden by recluciig
the Inconie Tax and ‘reimorvriinig the Oorporarbion T.ax.
Tihe b’asiness ‘world kas in f act made
a
ivery senious
tactical miistake in saying that the dierpression was the
wovk o.f the Excess Profits Duty. Ph.ey ve,re namied
that this could not be ee, isince like dpressiion was
wor’lid-‘w’iide, but .tlheir leardisus perrisisted, and rthisy now
look distinctly fooliiih. The Olancollos’ eau now w-ith
a dear co.nsc.iance refuse ajny fnxritiher ooncessiions, aard
the fact that the E. P. D. irs ‘to he aibo.lisk’ed makers
niot
the slirghtost idifferonce, for nothirnig would have beren
got from it in ‘any ‘oase.
The resiult drs ‘tihart the diiscustion of credit soheirnes
goes on as vrigouroi,idy as over; anid no one is ser±orusly
thinikinig how all
1
this anxiefy to seil our goeds to
the for.eujgner en credit is ‘to hei reconeriled witlh our
equally ohrvious intention of p’reventing his selling
‘to ns. lIke Key Indus’tiries Billi wihicih is to sea light
in a very .shorrrt tiirn.e’ from now will make trard’e stili
more idif£rult, for, tin spdite of like belief that a de-
preoiaited exclharnge ‘enables ianrd:orôatting, dit is eer-
tai’uly truc that to imaike import more drifficult ,is not
a fijtti,iilg pr!eli’mnnary to entering into lo’ng-periosl
fmiancinig arrangements.
It would ho au exaiggeration to say that di we are
to be sa,red from the thinga that bhreaten ns, tt will
be like Ibankors to ‘wikom we unj!fl one our salvaitiorn.
Noverlihieleas, dt is certajitily true that it is from ‘like
finiancial leaid’ers that we are art present hearrinrg the
doctrine of irno:der,ajtiai
,
. This w.eeik dit drs Le r ‘cl 1 n oh’
c a p ‘er who kas ‘boem’ dciv elopdiog ‘the thejme, at the meeting of the Nation.al P.r,orvincri.al and Union Bank.
Lorid Inciheajpe is of course tlho’lliead of the P. & 0.
Line, and his reputation
as
a great, organiiser stands
too high for kim, to be atitaciked on the.gro.unds that
he is an unipr.actical drea,mer. Nervertheless, his sta-
‘tement ‘was quiite uncompr.onuisinrg enoiagih to satisfy
the moit ardent ,heliover in the virtues of Eree-Trade.
T’b tihesis that our ‘present troi.iibles are lairgely
political and not ,diiectly economie in orijgirn receurves
the moet ampleconfirmatio.n from the m oct re-
cent news from tihë r ai1way world.
Pirstly, ‘the financri’al rlatious of ‘the Government and
the railways aTe now coinrirnig up for fircial ardjustmeut,
and a great deal ‘of un.easiaress prevails as to the out-
come from the s’tandporint of raijiway friiaanee. Sir Ene Gedides ‘kas heen called on to express. liiie con,fidernoe
in ‘the fuittire of th’e railways,’rin order tot comfort the
hrareiholderis, ibut the tone of the vanioias Ohairmen
nt
the Oompany M’eeitings is not toe optimiistic. Arm ex-
pert wi.th wibroni 1 discuesed the srituation to-day teuts
iiie that ‘the rarilsways Tequlire some £ 400
j
naillionis if
they ar.e rerafly ‘to geit themr linres dinto efficienit werk-
ing order. The’Go’vornm’ent it not likely to offer themn
anything like this cum. It remarins to bieseen wihether the men will co.nsenjt to the recluction in thetir wages
wihicili will result from ‘the shiddinig scale agreemenlis’
as the
oost
of Jirvting f all’s. But these arre questiionis of
the future. At the ‘moment “the question is rathei
whetrher we aa’e not to harve a railw’ay strriike next weeik.
This cirisaster would be duo to the political situation
in Irelanid. As . result of the poiridy of reprisals, come
of the menibers of one of ‘the uitiiions, tliart of the Dri
vers, have heen shot. Tiheir union fdemands an dnquiry,
150
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 Februari 1921
faiinig whioh they will go en strilce rtext week. The
rijval union, the Nationel Union of Railwaymen,
has decided
‘to
press for a Parliameirtary Debate, and
has also astkcd for en imimocliate iinqniry. Whilst
th’ere is not the sLigh’test doubt that this •threat of
direct ac’tion comes ‘at a nomen
1
t wihen the Lahour
Party ‘is none itoo strong tin the country, there is also
to be considered ‘liiie feeLing wihich exists atmong the
ranik and file that at all costs fthe posittion of the wor-
kers in idisturibed areas must ho protected, otheiriwise
the use of foirce as a norimal weapon in polijticad dis-
putes may receive a sanction wthich it is extremely
tiu’desira’bie it sihould obtain. Prohably there will be
no strike, siuce the etff eet on the finances of the
other ninjionis, a’ireaidy ibadly hit by the growth of un-
employmeut, would be absolnitely farbal, and ‘there is
therefore a stronig ‘inidueetnient to comproimise,
nu
at-
,
titude wlbich will ‘no doujbt be assisted iby the holding
of au iuquiry by ‘the Goveraunent.
Theidebaite en the German I
;
nd.emnitv
proceeds in a soimetwhat desultory way, bu.t it is not
rou.sin,g soery much ‘public interest. The official view
now
seems to be that tit is possiible to reconctile the
payment of the i.ndemnity witih the interests of
British T’raie by forcitig Gersnain exports to those
overseas areas whio,h proviclo this country wilt1h ra,w
mater’ials. The ex’teait to ‘whiio,h ‘this could be done ha,s
not ‘been so far clorely invesitiignted, hut the feeling
that in any oase the payrnenits will in’violve fur.thea
dislocation of ‘the export trade is gining to be
vojced even in the ,,Times” i’tiself.
Thijs question of increasd competition in over-
seas marikets receijves .increased iuterests from the
fact that the
new
Chinese C’har’tered Oorpo-
t
a t ii o n wihich ihais received u charter from ‘the
Chinese Government, and is half British and half
Chinese, so far as capitalisation is concerned, was
the subj eet of coanment tin the Press yesterday. The
,,Daily Herald” was naturally initeut on exploitiflig
themenace to British Labour, Ibut incidentally it
had a very interesting interrviiew ‘witoh one of the
representatiives of a firrim inter.ested in the ‘rso,heme,
Mr. lLtetcaif of Messrs. Baibcock ad Wilcox, the.
engineering firm. The ‘new Corporation proposes
not only to uuder’taJe the prniv’ision of ,,puiblic uti-
1ities’, such as electric ‘lighting, rtramways, water
and sewage ‘works, but also inten,ds ‘to operate rtextile
factories. Among ‘the finnas conniected ‘with the new
Directorate are, in . acidition to the aborv’e mentioned,
the United Glass Bottie MarLiifaoturers, Armstrong
Whjitworth and Co., Lever B.ros., ‘the As,iatic Petro-
leum Co., Hea4, Wriigihtson and Co., wihilat Mr.
Springer of the Federation of British Inidustries,
and Mr. J. 0. P. Bland,, the well-known authority
en China, are also on the advisory committee.
The tr ade r etu’rns f or Janu
ary
are ‘na-
turâlly affected by ‘the depression:
Increase or (lecrease Iacrease of decrease as compared
as compared
January ’21
to
Dec. ’20.
to
January ’20.
Imports . . £ 117.1 . . £257 dec.orll
/o.. £
66.3dec.or36 0f
Exports – . ,, 92.8 . – ,, 3.9
,,
4
0/, . .
13.2
,, 12
010
Re-exports ,, 10.0 . . ,, 2.7
,, 21
0/
:.
,, 15.5
,, 61 ‘/o
The wctiht of the iimpor’ts is e.stimated at’ 3.4
million tous; a ‘deerease of 340.000 tons from last
monith’s total, and 1.134.000 tons loss than in Jan-u-
ary1913. ‘
The nows from ‘the textile districts contiaxues to
be alar,miinig. In the Cotton dirstricts trade seems
practically nt a staai’dstill, iall the brighter hopes
whieh were dn,dulged in in some quarters prorving
groundless. In the woollen, districts, the makers of
lehaki olo’th neem to ibe idoing farirly well, but top
makers are finiding that the in4emaiity iroposals are
leading to cancellation of German orders, and great
slokness is reported both fom Bradford. and from
Dewsbury. The Loudon Chaniber of Coanmerce ‘has
‘this week been d,iscussinxg the Indian positiori, where
the kcai Asoc’iations are refuising to pay until the
r.upee reaches 2/. The Wool Realisation Schemeis
again the subjeczt of rvery adwerse ccnmments in ‘the
Manchester Guardian, wb.’ioh finds ils worse fears
confirimed hy the recent prJivate ci’rcular of Sir
Arthur Gol’dfinoh, who takes the line that the f all
in priees must be stoppd, ,,inot by an imprdrvement iii the demaud, ‘but by concarrieci resistance on the
part of sellers”.
The Soap-Makers, er, rather, the great firm of
Lever Bros., are rather. roughily haindled in the new
Report on ‘the Soap Industry (Omd.
1126) whrich was issued thds week. The upshot of
the iuqisiry is that there is no free niarket in soap in
the Kingdom, that the Ivtanufacturers A,ssociatiion
is tdominated iby Lever Bros.; that the price of soap
tis not f’allin,g in spite of the rccluctiion in the net
eest of prorducinig it, anid that consequenitly the
price of soap is ait the moment higher than it woul’d,
have heen under competition. The Report states, that
in sipiLe of ‘the outp ut being laiigely controlled by Le-
ver Bros., ‘the ev’idence doos ‘not suggest that sub-
staaitial econoimies have heen eff.ected by ,unuified control, or that the econo,mies actually effected ,,re-
present to ‘the public alny a&va.nitaige conaparable with
the loss and ‘danger intvolved in the fixiing of exces-sitve prices”. LoM Leverhudme’s anaiwer to the plea
‘that soap ouigh.t to he 1orwer is that the present
price of ‘the ra,v ‘matterials is aict nu economie price,
and that consequently it cannot he taken as the basis
of pico ‘fixiug of a permanent kind.’
The last of the private note issuing, barniks is now
to diisappear. Lloyds Bank is ‘to absorib, subj eet to
Treasury consen’t, the old established firm of Fox,
Fowler ‘& Co., a celebra’ted West-Country ‘bach witih
deposi’ts reputed at some £ 3 milionis. It is an-
nounced ihy Lord Inchcape that the National Prosrin-
oial Bank doos not intend to continue ‘the policy of
atmaitgamation. As a matter of fact it is difficult ‘to
find any bank with wihich to anialgamate, buit there is
no dou.bt that ‘the economie limit of efficient working
must now ‘haive heen reached by these hugo concerns.
As it is, the number of ,,General Managers”, Assis-
tante ‘to, these, and ass,istanit to the assistauts is
causing some conamen.t nt ‘he shareholders’ meetiu.gs.
T h e B a n k R e t u r n shows the following
variations:
Public
Deposits ……….
£ 1.573.079
increase
Other Deposits ……….
., 23.520.264
decrease
Gort. Securities ………,,
20.419.450
Other Securities ….. . ….
2.108.565
Reserve
……………….
0.601.521
inerease
Circulation ………….’ –
,,
0.610.835
decrease
Coin and Buiiicrn ……….
0.009.3 14
Tihe 0urieiicy N:ote OiTculation shows a small de-
elmo of £ 311.000. The first consolidatetd m o t h 1 y
statemen’t of the lea’ding London Joint
S toe k B a niks is now available. 1 present only the
figures for, ‘the ‘nitne banlis as a w’hoie
(In
Miii. £
stg.)
Liabilities.
‘
Assets.
Deposits………
£ 1810.1
…. Buis Discounted
£ 361.9
Acceptances …….
84.0 .. . .
Investnients . – ..
329.8
Cash in Hand &
at Bank ……
204.1
…. l.dvnnces ……. ..
845.1 –
Cheques in transit
51.7
Cash at Cail
..,,98.9
These figures represent the averaige of ,,one par-
ticular iday in each of the
weeks
eontairid in the
month” and this method is ‘wlrewd grivring rise to
heart-burninig
‘INDEX-CIJFERS.
De snelle val van het indexcijfer van grootha’ndels-prijrzen gedurende de laatste ‘maanden is de afgeloo-
peru maand niet zoo groot, nl. 807 punten, tegen 670
16 Februari 1921
1
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
151
in December en
581
punten in November. Het totaal-
cijfer van de laatste maand ‘is het laagste sinds Mei
1.917.
L)ala
ranen
en
olcesch
Andere
vat.
alngs-
Weef-
stoffen
Ddf-
stoffen
Dlve,-
aen:
olln,
hout,
rubber,
enz.
otaw
,lIge-
meen
Index-
cijfer
Basis (gemidd.
1901-5)
. .
500
300
‘500 400
500
2200 100,0
1 Januari 1914
563
355 642
491
572
2623 119,2
1 April
560
3504
626+
493
567
2597 118,0
1 Juli
5654
345 616
4714
551
2549 115,9
1 October
646
405
6114
472+
645 2780
126,4
EindeDec.1914
714
414+
509
476
686+
2800 127,3
1915 897
446
731 711+
848+
3634
165,1
1916
1294
553
1124.4
824+
1112
4908 223,0
1917
‘1286+
686
1684+
8394
1348+
5845
263,2
1918 1303
782+
18054
8)6
1337
6094
277,0
Jan.1919
1287
782+
1618+ 828
1335
5851
265,9
Febr.,,
1288+ 782+
1596+
818
1310+
5796
263,8
Mrt. ,,
1285
782+
1502
‘
844+
1294
5708
259,4
April,,
1306+
.
752
1512+
912+ 1290+
5774
262,4
Mei
,,
1310+ 776+
1643
931′
1327
5988 272,2
Juni ,,
1338
800
1741+
937
1371+
6188
281,3
Juli
,,
1394
8054
1854+
1033+
1417
6450
293,2
,
Aug. ,,
1380
822+
18774
1040
1383
6503
295,6
Sept. ,,
1399
817+
1979+
1047
1344
6587 299,4
Oct.
,,
1412
838
2123
1064
1358
6795
308,9
Nov. ,,
1427+
866
2202+
1093
136
6985
317,5
Dec.
,,
1441+
881+
2442+
1145
1453+
7364
334,7
Jan.1920
1461
857+
2702+
1211+
1535+
7768
353,1,
,
Febr.,,
1454
886+
2951+
1253+
1614+
8160 370,9
Mrt. ,,
1508
914 2974+
1246
1709+
8352 379,6
April,,
1498+
908
29384
1232+
16544
8232
374,2
Mei
,,
1484
9814
2819
1295
v
1619
8199
372,7
Juni’,,
1511
9294 2562
1289
15554 7847
356,7
Juli
,,
1499
934
2594
1308
1541
7876
358,0
Aug. ,,
1438
927
2521
13024
15544
7743
352,0
Sept. ,,
1504
928
23624
1311
15394
7645
347,5
Oct.
,,
15604
9004
19514
13164
1446
7175
326,1
Nov.
1478
8694
1651
12594
1336 6594
299,7
Dec.
,,
1344
805
1284
1216
1275
5924
269,3
Jan.1921
12954
797
1187 11284
1209
5617
255,3
Uit bovenstaande – aan
Economist” ontieen-
de – tabel blijkt, dat de daling gelijkmatiger ver-
deeld is over de ‘versc,hille.n,cle groepen idan voor-
gaande tmaaiiden, ofschoon de textielgroep steeds de
grootste daling vertoont,
nI. 97
punten. In Ju.nii
1917,
toen het totaalcijfer
5646
bedroeg, was de verdeeling
tussehen ‘de vijf groepen geheel versohiUerid. De
eerste groep der voedingsmiddele
n
was veel honger,
xii.
14323′,
de tweede lager, ni.
6524,
weefstof
fen stonden op
1441,
‘delfstoffen
8414
en cie groep
,,diversen” op
1287V2
punten.
Een vergelijking van •de ‘thans geldende prijzen
met die van einde November
1918
geeft ‘onderstaande
tabel. Het indexcijfer voor de verschillende groepen
aan het einde van die maand iis gelijk 100 gesteld.
Dato
Granen
en
vleesch
Andere
1,0e-
dings-
en ge-
notm.
Weef.
stoffen
Delf-
stoffen
sen:
oliEn,
hout,
,ubher,
Totaal
Einde Nov. 1918
..
100 100
100 100 100 100
Sept.1919
–
.
108
104 107
116
97
106
Dec.
1919
112 113
132 126 104 118
Mrt. 1920
.
.
117 116
161
138 123
134
Aug. 1920
–
.
111 118
136
144
112 124
Sept.1920
..
117 119
128′
145 110
123
Oct.
1920
..
121
115
104
‘145
104
116
Nov. 1920
.
.
115 111 89 139
96
106
Dec.’ 1920
.
–
104
103
69
134 92
95
Jan.
1921
..
100
1
102
64
125
87 90
Ofschoon de delfstoffen ‘een verdere “daling in
Januari vElrtooxien,, rzijn sij toch de eenige groep, die
aanzienkjk boven ‘het peil, bereikt ‘bij het sluiten van
den
Wapenstiistand, ‘blijven.
Gedurende Januaci zijn ‘de veranderingen in graan-
prijzen in ‘benedenwaartsehe riehtng; alleen inland-
sche tair,we ‘is iets liooger. Rijst sterk gedaald, vleesch-
prijzen iets vaster. In de ‘tweede gro:ep was thee een
weinig, lager, .de andere artikelen bleven o’p hetzelfde
peil staan.
In
‘de ‘textie]gr-o.ep zijn wol- en zij’deprjzen
vrijwel gelijk, de, overige artikelen zijn gedaald in
prj’s.
Ook
katoeinprjzen wøder’om gedaald, doch
niet ‘in die mate als in voorgaande maanden.
In
de groep ,4elfstoffen” zijn ijzer- en staalprijzen
dalende, ‘de ‘vraag voor export is opgehouden in af-
wachting van verdere reductie der prijzen. De voor-
naamste daling in de ‘groep ,,d.iversen” vertoonen
olie en oliesaden;
talk
en soda’ ‘zijn eveneens lager.
Algem.
Gem. pon-
Herleid
index-cijf.
denkoers
algemeen
–
vah ,,the
over de
‘
index- Datum
Economist”
afg. mud,
cijfer,
1 Januari 19f4 ……..
119,2
12,11°1
4
119.6
1
Januari
1915……..
127,3
.
11,78
124,1
1
Januari
1916……..
151,6 11,02
138,3
1
Januari
1917 ……..
223,0
11,68
215,6
1 Januari
1918 ……..
263,2 11,06
240,9
1
April
,… ……
266,6
10,395
229,4
1 Juli
‘1 October
277,5
9,37
214,4
,………
283,5 9,86 228,1
‘1
Januari
1919……..
277,0
11,19
‘
256,6
Einde Januari 1919..
265,9
11,33
249,4.
April
‘
,…..
262,4
11,535
250,1
Juli
.
,
…..
293,2 11,70
284,0
October
,…..
308,1′
11,06
282,1
Januari 1920
353,1
9,83
286,7
‘Februari.
,…..
370,9
8,985
275,9
Maart
379,6
‘,
10,125
318,2
April
374,2 10,65 329,9
Mei
372,7
10,655
328,7
Juni
,…..
356,7
10,905
322
Juli
,,..,
358,0
11,107 329,2
Augustus
,…..
352,0
11,01 320,8
September ..
….
347,5
11,21
322.5
October
326,1
11,20’1, 302,48
November
..
….
299,7.
11,37
282,09
December
..
….
269,3
11,31
280.6′
Januari 1921.. ..
255,3
–
11,37’12
240,4
Kleinhandeisprjzen,
De verhou’dingscijferg van
•
verbruiksartikelen, in den handel gebracht
door
de
Coöperatieve ‘Winkelvereenigi.ng van ,,Eigen
Hulp”
te Amsterdam, Haarlem, Arnhem, Utrecht, Leeuwar-den eü ‘s-Gravenhage (voorheen
E. II.),
welke door
het Centraal Bu.reau voor de Statistiek
gepubliceerd worden, zrjn ‘de navolgende.
Artikelen
1914
1915
1916
1917
‘1918
1919
,°ib
Boonen(bruine)
157
175
214
136
111
146
282 271
(Witte)
172
200
259
338
221
238
317
283
Erwten(capuc.)
153 178 192
236
211 217 225
225
(grauwe)
139
157 177
220
191
209 270 259
(groene)
143
160
203 140
103
130
197
203
Gort
……..123
‘142
161 135
123
197
226
226
(boekwejt)
117 171
200
292
312 292
421 421
,,
(haver)
.:
103
137
150
147
120
120
200 200
Kaas (Leids.)
140
160 179
221
207
253
286
291
11
(Gouds.)
125
133 123 126 177 195
250 250
Koffie ……..
91
101
118
174 169 147
145
s1 argarine ….
,
99
102 110
122
136 148 163 162
1’leel (tarwebi.)
.29
159 159
212
224
2-i9
388
382
(boekw.)
114 152
195
324 362
314
381
381
Dlii (boter)
101 127
149
235
409
381
253
242
(patent)
141
207
228
293
351
446
409
397
(raap)
137
188
208
329
540 519
379 360
116 112
122 125
122
169 303 303
’83
117
283
267
417 283
400
383 107
130
160
320 680 577
347
333
…88
100
125
154
.179
193
200
218 218
Suiker(basterd)
91
107
115
116
120.
147
225
225
,,
(melis)
89 97
100
103
103 121
179
172
Rijst
………..
113
117
120
127
119
139 136
1.31
Soda
……….
Stijfsel
………
Vermicelli ..
124
203
207
272
266
31’O
352
355
Stroop
………
Zeep(w,Brist.)
100
119 126
160
183
191 153
153
Fhee
………..
,;
(zaéhte)
87
121 158
121 117
275
296
267
80
90,
90
110 190 160 160
160
Zout
…………
1emiddelde ver-
‘ioudingecijfers
‘116
141
165
195
228.
239
270
263
152
–
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
16 Februari 1921
Bij
beschouwing van deze cijfers nemo men in aan-
merking, dat het voorkomt, dat een artikel tijdelijk
door een of moer der 6 coöperaties niet werd ver-
iocht, wat ‘v’an invloed kan
zijn
op den loop der
verhoudingscijfers.
De prijzen voor het jaar 1893 werden gelijk 100
gesteld.
AANTEEKENINGEN.
Prijzen en bonen isvDuitschlnd.
–
Gelijk bkend is sinds kort ,de Frtkf.
Ztjg.
begonnen
met
het publiicieeren rvan een
indexcijfe’r
voo’ groot-
han’d.elsprijzen in
Duitsckland. Aan
een in het werkje
,,Die Indexzalhlen der
Frainkfurter
Zeitun
g
“,
oorko-
monde tabel, i
die
het prijsverloop van
een
70-tal der
voor. Duitsohianid
gewiclh’tigste arttikeien
.weergeeft, is
het hieronder volgende overzicht ontleend, waaruit
de prijsrevolu.tie, waartegen men in D.uitscMand te
strijden heeft, iduidielijk blijkt. Vooral een vergelij-
king met de bijgevoegde
vredesprijzen is zeer
hedanig-
wekkend. Stelt, men ni. de prijzèn voor midden 1914
op 100, dan wordt het cijfer voor begin 1920 1055,
voor Ibe
g
gin 1921 zelfs 1471.
Waar men nut dit
ver-
loop voor de ‘kleinhanideisprij zon geen
conclusies
kan
‘trekken, ware het te
wenschezi,
dat de Prkf. Ztg.
ook nog eens bet initiatief nam tot het saniensiteilei
–
i
van een ±nidexcijfer voor
klein
andeisprjzion, dat zidh
tot op zekere hoogte onafhankelijk van
dat
der groot-haudelsprijzen beweegt
en
dat
zich
bij de daling ‘dezer
laatste thans
tin een ongewone
belangstelling mag
verheugen.
Goederen-
1-Toe-
–
3
–
1
9
20
1921
soorten.
veel-
heid.
i
e.
1Jan.
1April
1 Juli
1 Oct.
1Dec.
8Jan.
_
GRoar
T.
Levens-en
genotmid-
.
delen ed.
Tarwe.
. .’
100 kg
21,50
64,-
64,-
’64,-
17S,-
178,-
178,-
Rogge
.
18,20
91,50
100,’-
140,-
140,- 140,-
150,
Mais
16,25
190,-
-,-
400,- 385,-
360,
Aardappel
50 kg
4,20
18,-
36,-
132,-
37,-
45,-
45,-
Boonen.
.
1 kg
0,24
7,20
7,40
‘
2,50
3,20
2,80
2,50
Vet
. .
.
-.
kg
0,57
14,75
20,-
17,50
18,-
-,–
14,5
Margarine
«
0,52
17,25
20,25
18,-
-,-
-,-
13,7f
Boter
. . .
50 kg
119,
800,25
1125,-
1260,75 1625,25
3300,-
-.
Suiker
. .
100 kg
43,-
178,85
251,-
377,-
381,-
420,-
420,-
GROEP
II.
Textiel,
Leer, enz.
Katoen
–
1 kg.
0,67
68,75
55.-
41,-
47,-
33.-
29,-
Zuidd. scha-
–
penwol A-B
gewasschen.
1,72
64,-
-,-
65,-
110,-
110,-
92,
Huiden
–
(Runder)
1 kg.
1,15
32,60 35,50
24,–
30.- 22,-
19,
Leder(Zool)
1 kg.
2,80
82,50
145,-
60,- 79,-
78,-
70,-
Schoenen
.(Rundhox)
1 paar
II,-
165,- 305,-
165,-
180,-
185,-
180,-
GROEP
III.
Mineralen.
Gaskolen
. .
‘
)
13,75
117,70
230,90
238,-
238,-
238,-
238,-
Vette Kolen
1
t
11,65
106,90
192,40 198,40
-198.-
98,-
198,-
Gietcokes.,.
3
17,50
155,60
291,80
300,20.300,20
300,20
300,2(
Gietijz.,ruw
75.50
1324,50
1776,-
1740,50
1650,-
1660,-
1660,-
la Staal en
Kernschrott
,,
.
46,-
1300,- 1600,-
600,-
5025,-
900,-
1000.-
Staafijzer
.
‘
98,-
1745,-
2802,-
3200.- 2840,- 2440,-
2440,-
GROEP
IV.
Diversen..
Petroleum
.
100 lcg.
26,-
343,-
590.-
478,-
648,-
779,-
779
2
–
Benzine
–
,,
35,-
542,-
994,50 994,50
7.93,-
793,-
800,-
Couranten.
papier
.
.
100 kg.
21,50
195.50
340,25 410,25
392,75
300.-
300,-
Baksteenen
1000
St.
25,-
365.- 365,-
355,- 300.- 300,-
300,-
1)
,
Op wagon aan de mijn, mcl. lcolen- en omzetbelasting.
Hoe het prijsverloop in de afzonderlijke groepen
zich sinds 1
Januari
1920 heeft ontwikkeld, toont ‘de
tabel -aan het ‘hoofd ‘der volgende ‘kolo-m,waarin de
prijsstand op genoom-den
datum -op 100 is gesteld.
Belangrijk ixLverbanid met
de
idoor
de
ontwikkeling
van
-het
koersverloop
noT jDui-tschla.nd geschapen
concurrentie’mogoljkhei
–
d -is -ook
het
daaronder vol-
gende overzicht ‘van de -ontwikkeling der uurioonen in
eenige takken van bedrijf
te
Frankrijk
a/M.
–
1
1
1
Groep T
1
Levens- en1
genotmid
–
delen ed. 1
Groep II
Textiel,
l
eer
enz.
IIII
Mme-
ralen.
Groep IV
Diversen
Groep V
Algemeen mdcx-
.
cijter
Vredesindex
. . .
11.38
2.92
7.15
12.0
9.30
1 Janueri 1920.
.
100
100
100
100
100
1. Februari
119
151′
145
123
131
126
165
163
147 146
135
147
135 170
145
134
115 133
170
157
1 Maart
…….
128
94
110
197 185
1
April
……..
1Mei ………
146
91
-111
195
189
149
96
112 194
143
t
September
. . .
150
104
118
193
146
1
Juni
……..
1 October
153
108
124
191
148
1
Juli
………
1 Augustus ……
1 November
. . .
165
111
120
199 154
1 December
. . .
177
96
117
195 155
7 Januari 1921
. .
154
94
120
189
150
5 Februari 1921
.
144
.89
118
183
1
136
)
Voor 70 goederensoorten.
Uurloonen
a) absolute Getallen.
(alles in
Pfenningen)
~
1920
1. T.
z-
‘
..:
1921
1.
1.
Spoorwegen
)
.
430 430 430 430
430
520
520
520 520
520 520
520 520
‘Fegelindustrie
. . –
350 350
350 350
480
460 480
480 480
480 500
500 500
Brikettenindustrie
333
333
333
333
588 588
644
646 646
646 646
646 646
Bouwnijverheid
.
300
400 400 525 525 525
585
585
625
625 625
685
685
Zeepindustrie
.
284
295
417
480
480.480
540
550
550
550 550
560
590
Voedingsmiddelen-
275 275 315
450 450 450
465 495
495
495 580
580 580
industrie
……
Schoenenhandwerk
270 270
270
405 405
405 405
405
405
520.520
520
520
Schoenfabrieken
. –
270
270
270
270 425 425
425
425 425
425 470
470
470
Schilders en Lakkers
260
260 380 380 530 530 530 560 560
560 615
615
630
Sorteerinric.tingen
260
260 260 00 500
500
550 550 550
550 550
550
550
Gumminijverheid.
235
320 320 510
510
510
560
570
570
570 600
600
600
Chen,. Grootindustr.
220 320
320
500 500 500 550 575 575
575600
600
600
Kleinindustr.
200 320 32
1
)
500 500 500
500
550
550
550 570
570
570
)
Gewone handarbeiders boven 24 jaar.
b) rela.tieve Getallen.
Spoorwegen ……100 100 100 100 100 121 121 121 121 121 121 121 121
Tegelindustrie
. . –
100 100 100 100
137 137 137 137 137 137 143 143 143
Brikettenindustr-ie
100 100 100 lOO 176 176 193 193 193 193 193 193 193
Bouwnijverheid.
. –
100 133
175 175 175 175 195 1
1
,5 208 208 208 229 229
Zeepindustrje
. .
100 104
147 169 169 169 190 194 194 194 194 208 208
Voedingsmiddelen-
–
industrie ……100 100 164 164 164 164 169 170 170 170 211 211 211
Schoenenhandwerk
100 100
100
150 150 150 150150 150 150 192 192 192
Schoenfabrieken
– –
100
100
100 100 157 157 157 157 157 174 174 174 174
Schilders en Lakkers 100 100 146 146 202 202 203 203 203 203 236 236 242
Sorteerinrichtingen 100 IUO 100 192 192 192 211 211 211 211 211 211 211
Gumminijverheid.
–
100 136 136 221 221 221 238 243 243 243 255 255 255
Chem. Grootindustr. 100 145 145 227 227 227 250 261 261 261 279 279 279
Kleinindustr.
100 160 160 250 250 250 250 275 275 275 285 285 285
Gemiddelde …..1
.100I114129I146I17511801901193I1941198I2081211I
211
Een vrijhan.delsadres.
–
Door de’liierna
genoemde F-a-brika.nten-Vereenigingen
is
onder-
staand adres met toelichting aan de Tweede Kamer
gericht:
Geven met verschuldiigden eei-,bied te kennen onderge-
tekenden, namens de besturen der Ned-erlandsche Ver-‘
ee.n’iging
van
Katoenspinners en Spinners-Wevers te En-
schede, der Fabrikantenvereeniging te Almelo, -der Fgbri-
kantenvereenigin.g te Enschede,
der V-ereeni’ging van Hen-
gelosche
Tentielfabr-ikan-ten
te Hengelo (0), van idenBond
Jvan’ Loosxbleekerijen
-te Enschede, en van den Bond van Ten-
tiel-ondornemingen in en
buiten
Twente te
Enschede,
dat zij namens de leden dezer vereenigingen zich ver-oorloven onderstaande beschouwingen
aan
uwe welwil-
lende aandacht te onderwerpen en
tJwe
Kam-er ‘te veroe-
ken met die beschouwingen rekening te willen
houden,
wanneer de Begeering de goedkeuring van uw
College
mocht vragen voor -eenige wet,svoordracht, welleer strek-
king zoude zijn invoer van sonsinige buitenlancische goe-
deren,
geheel of gedeeltelijk
te beletten,
of
de toelating van
dien invoer aan bijzondere voorwaarden te verbinden,
zulks wegens
des wetgevers beducht-held, ‘dat voortgezette
invoer van zoodanige goederen op den to-t nu toe gelden-
den voet wegens den lagen stand der
valuta
van de -munt
ja
–
het land van therkomst
groote schade
aan
onze vader-
lancZsche nijverheid
toebrengt,
aangezien deze tegen de me-
dedinging van zoodanige vreemde goederen niet opgewas-
sen zou-de zijn.
–
Zij zijn van oordeel, dat zoodanige wettelijke maat-regel
strijdig aou zijn met
den geest des tijds, die
Vrij
ruilverkeer
eischt als grondslag voor het zoozeer -noodig economisch
herstel en
die
zich richten wil op verzoening en vriend-schap tusschen
de
vôlkeren met vermijding vals alles wat
tot
hernieuwde rvjan-dschap kan leiden. -Zij zien in zooda-ni-gen wetteljken maat-regel een factor van prijsverhooging
ten laste van de Nederlandsche verbruikers en ten na,deele
.”an al die Nederlartdsche ‘bedrijven, welke
de
in prijs stij-
gende goed-eren verbruiken, welk nadeel dekans op mede-
16 Februari 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
153
dinging voor onze export-industrieën verkleint. In zulk
een wetteljken maatregel als tijdelijk bedoeld, zien onder-geteekenden de inleiding tot blijvende bescherming. Zij veroorloven zich de aandacht Uwer Kamer te vragen
voor de uiteenzetting der hierboven kort aangeduide be-
denkingen in onderstaande toelichting.
Op deze gronden veroorloven ondergeteekenden zich uwe Kamer met aandrag te verzoeken
hare goedkeuring te önthouden aan elke haar voorgelegde wettelijke regeling,
welker strekking rende zijn den invoer te beletten of te
belemmeren van goederen uit landen, waarin door dep’rc-
ciatie van de valuta die goederen tot lager prijzen dan hier
worden voortgebracht of ons eenige andere reden hier
te lande tot lager prijzen dan de Nederlandsche worden
aangeboden.
TOELICHTING.
Dat de indiening van eenige wetsvoordracht met een
strekking ‘als beven aangegeven niet onwaarschijnlijk is te
achten, leiden ‘ondergeteekenden hieruit af, dat in de ver-
gadering Iiwer Kamer op 18 November 1920 door den keer
De Wijkerslooth de Weerdesteijn op die indiening is aan-
gedrongen en dat de Minister van Binnenlandsche Zaken
op 23 November in Uwe ‘vergadering te dier zake gezegd
hoef t: ,,de volle aandacht van de Regeerin’g’ is op deze aan-,
gelegenheid
gevestigd?’,
terwijl in die zelfde vergadering de
Minister van Financiën ,,een herziening van liet ‘tarief van
invoerrechten” aankondigde.
Naar ‘het oordeel van ondergeteekenden zonde een maat
regel, als door den heer De Wijkerslooth de Weerdesteijn
aanbevolen volkomen in strijd zijn met de gedragslijn, die
de Regeeringen van alle landen, in deze tijden meer dan
ooit; in het wel’begrepen belang der burgers van alle be-
schaaf.de staten behooren te volgen. De Internationale Fi-
nancieele Confereatie te Brussel heeft, zonder tegenspraak
ook van de zijde der ‘Nederlandsche afgevaardigden, den
vollen nadruk gelegd op de wenschelijkheid, ja noodzake-
lijkheid, dat het herstel van het economisch evenwicht, het-
welk door den oorlog en zijn nasleep zoo jammerlijk is vex
stoord, zonde worden bevorderd o.a. door vergemakkelijking
van ruilhandel tusschen de verschillende landen, die voor den wederopbouw ‘van hunne volkshuishouding de elders
voortgebrachte goederen in vele gevallen niet kunnen ont-
beren. Terwijl een dergelijke handelspolitick ook reeds werd
voorgestaan door dan President der Vereenigde Staten van
Noord-Amerika in zijn bekende ,,veertien punten” en ter-
wijl zij gesteund wordt door schier alle economisten, die
‘middelen tot ontkoming uit de algemeene economische ont
redderin
g
overwegen, soude het naar ons oordeel ii hooge
mate t,e betreuren zijn; wanneer de Nederlandsche Regee-
ring in strijd met den te Brussel uitgesproken wensch.
maatregelen tot beperking van den invoer ging nemen.
Nog een andere algemeene beschouwing stelt het on
raadzame van dergelijke maatregelen in een helder licht.
Dd grondslag, waarop de Volkerenbond berust, Is liet
denkibeeld van vrede en vriendschap tusschen de ‘daarbij
aangesloten Staten, waartoe ook Nederland ‘behoort. Dit
reeds vroeger meermalen uitgesproken denkbeeld is nu ver-
wezenlijkt in een organisatie, welker doel is alle beschaafde Rijken te omvatten, onS door gezamelijk overleg een goede
verstandhouding tusschen alle ‘.olkeren onderling te hand’
haven en te bevorderen. Met dit denkbeeld nu is opzette
Ijke invoerbelemmering en in sterker mate een invoer
verbod in onverzoenlijken strijd, omdat het land, hetwelk
daardoor wordt getroffen, zulk een maatregel beschouwt als
een zoo al niet vijandelijke dan toch onvriendschappeljke
daad. Al moge de wetgever, die zulk een maatregel’ neemt.
niet ‘het oogmerk ‘hebben een naburigen staat te schaden,
maar den eigen staat voor schade tebehoeden, het gevolg
daarvan is toch, dat de “naburige staat schade lijdt. Wil
de wetgever.va’n eenig land handelen in den geest van dce
tijd, die, ‘streeIt naar vei-.zoening en broederschap, dan
bekoort hij’.’zich naar ons inzicht te onthouden van han-
delingen, welker onafwendbaar gevolg is het ‘kweeken van
wrok en nijd, gewekt door opzettelijke schadeberokkening.
Dat zulke gevoelens inderdaad gewekt wor’den bij den staat wiens uitvoer, ‘wordt belennnerd of belet, ontgin
ook den heer De;’Wijkerslooth de Weerdesteijn niet, toen
hij in zijn reecls’,Udi-en’ aangehaalde rede de weerlegging
van zijn aanprjzing voorzag. Maar men zal zeggen: ,,ge
zult represaille-inaatregelen uitlokken”, op welke onder’
stelde weerlegging hij antwoordde. ,,Maar wat doet het
buitenland zelf? Met welk recht zou men ons kunnen ver wijten onze industrie te willen redden van den ondergang
ten gevolge van de daling der valuta?” Naar de meening van ondergeteekenden is niet het ho
langrjket de vraag: met welk recht men ons iets zou ver-
wijten, maar het feit, dat men zich door onze handeling
gegriefd en beha’deeld ‘roude gevoelen. Dat gevoel ‘leidt
allicht tot represailles en deze leiden allicht tot weder
scherper maatregelen van hem, tegen wien die represailles
gericht zijn. Aldus ontaardt, geljk de ‘geschiedenis c,ler
handeispolitiek van verschillende landen leert, een stelsel
van wederzijdsehe represailles reeds spoedig in een tarie-
ven-oorlog, welke, zooals de geschiedenis ook leert, adtijd
voor ‘beide partijen schadelijk is. Tijdens den tarieven-
oorlog tusschen Frankrijk en Zwitserland (1892-1895)
daalde de uitvoer uit dit eerste land naar het tweede met
42 procent. Doch ook al leiden represailles niet tot een•
tarievenooriog, dan nog zijn zij strijdig met den geest
van broederschap ten verzoening tusschen de volkeren,
waarop de nieuwere staatkunde aanstuurt.
In hetzelfde redever’boud ‘wees de heer De Wjkerslooth
de Weerdesteijn er op, dat andere landen reeds invoer van
sommige artikelen tegengaan (Duitschland van luxe-artike-
len, Amerika van ,,onze planten”). Het moge ondergetee.
kenden vergund worden op te merken, dat dit beroep op
hen geenerlei indruk heeft gemaakt. Een in zichzelf ver-
keerde maatregel vindt geen rechtvaardiging in het feit,
dat anderen daartoe zijn overgegaan. Tegenover dit beroep
moge overigens gesteld worden het feit, dat – blijkens een
bei-‘icht in de
,,Nieuwe Rotterdamsche Courant”
van 24
Nov. JA. (avondlilad) – de Deensche Regeering, ina onder-
zoek van het voorstel der valutacommissie, een verklaring
openbaar gemaakt heeft, waarin zij uitsprak, het om ver
–
schillende redenen niet raadzaam te achten overeenkomstig
het voorstel dier commissie den invoer te beperken of de
invoerrechten te verhoogen. Dit feit staat tegenover het
voorbeeld van Duitschland en Amerika. Indien onze wet-
gever oordeelt, dat hij voor ‘de behai-tiging van Neder-
landsche belangen moet letten op wat de buitenlandsche
wetgever doet en hem moet navolgen, dan is er, duakt ons,
geen reden, waarom hij ter school zou gaan hij Frankrijk
en Amerika en niet bij Denemiu-ken.
In het verder beloop zijner rede stelde de heer De Wij-
kerslooth de Weerdesteiju zelf ‘als ,,een ernstig bezwaar”
de vraag, of ,,men niet door het beletten van invoer van
met goedkoope Marken betaalde producten de duurte be-
vorderen” zonde. Het heeft ondergeteekenden getroffen,
dat deze spreker die vraag niet ontkennend heeft beant-
woord. Zijn antwoord luidde, dat de Regeering de z.i. aan
een invoerverbod verbonden voordeelen moest ,,wegen
tegen het iets duurder worden van een artikel en naar
‘gelang van zaken beslissen”. Spreker nam dus aan, dat de
verbruikers van een artikel de slachtoffers zouden zijn van
een maatregel als door hem voorgestaan. ,,Komen er dan
uitwassen,” zoo vervolgde hij, ,,dan moet de Regeering, in
den vorm van Duurtewet of anderszins, die uitwassen
tegengaan.” Hebben ondei-geteekenden den zin ‘dezer woor-
den goed begrepen, dan was de bedoeling deze: de ‘binnen-
landsche proddcent, bevrijd van de buitenlaadsche mede-
dinging, zal tot willekeurige prijsbepaling (dus: prjsver-
booging) in staat zijn; gaat hij daarin te ver, dan moet de
Regeering hem daarvan terugbrengen door een duurtewet
of iets dergelijks.
Het komt ond’ergeteekenden voor; – dat een dergelijke
‘handelwijze van ‘de zijde der Regeering even moeilijk te
verdedigen als uit te voeren zoude zijn. Van haar wordt
eerst verlangd, dat zij door een invoerverbod den binnen-
lanclschdn ‘verbruiker aan de willekeur van den binnetf-
landsch’en producent overlevert; is dit geschied, dan moet de Regeering blijven toezien en de grens bepalen, waarbij
,,uitwassen” zich voordoen, om die dan ‘door haar ingrijpen
af te snijden. Zij zal dus een winst-marge moeten bepalen,
welke dan binnenlandschen fabrikant, van ‘buitenlandsche
mededinging bevrijd, toegestaan wordt. Het wil ons voor-
komen, dat hier aan de Regeering een taak wordt toege-
dacht, welker riohtige uitvoering voor haar ztiô ‘bijzonder
bezwaarlijk zijn zonde, dat daarop zeer zeker niet mag
worden gerekend en daarop geen stelsel mag worden ge-bouwd. Overigens bewijst het door dezen spreker aange-
geven redmiddel tegen de wegens invoerverbod verwachte.
duurte opnieuw, dat zoodanige inmenging van Regeerings-
vege in den ruilhandel van goederen als in een invoer-
verbod is gelegen, noodwendig verdere inmenging van de
overheid medobrengt; tegen prijsopdrijving zal zij dan
moeten waken door na te gaan (dus zorgvuldig te onder-
zoeken) waar en wanneer deze aanwezig moet worden ge-
acht en door dan daartegen maatregelen te nemen. In zoo-
dsnig stelsel ontkomt de voortbrenging en de verdeeling
van goederen nooit meer aan ambtelijk toezicht en aan
ambtelijke bemoeiing. Ondergeteekenden meenen, dat na
het vele, hetwelk in de oorlogs- en crisisjaren in die rich-
ting van toezicht en bemoeiing – is gedaan (en, naar zij
erkennen, in menig geval gedaan moest worden) de tijd
nu gekomen is, om daarvan af te zien. Zij meenen ook, dat
de ervaring, met dat toezicht en die bemoeiing opgedaan,
154
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN. .
16 Februari .1921
niet van dien aard is geweest, d’at men voort4zetting langer
zou kunnen wen.schen dan door noo:dwendigheid wordt
geboden.
Zooals vanzelf spreekt ontveiiszen ondergeteekenden-
Spinners zich niet, dat een invoerverbod of zelfs maar
invoer’belemmering van garens uit landen met sterk gede-precieerde valuta hen als Nederlan’dsche garen-producen-
ten zou bevrijden van een anededin.ging, waaraan ‘het hun
uiterst moeilijk valt het hoofd te bieden. Nochtans ver-
klaren zij gaarne en zonder eenig voorbehoud voor zich
zoodani.ge bescherming niet te ‘verlangen.
,
Nadat sind
1862 de .garens, die als grondstof dienen voor Nederland-sche weverijen, van elk invoerrech.t zijn vrijgesteld, heeft
onze spin-industrie geleerd op eigen kracht alleen te bou-
wen. Ook minister Koikman heeft den vrijdom voor ‘weef-
garens in zijn ontwerp’tariefwet ‘van 1911 gehandhaafd;
wel kwamen, gelijk hij. opmerkte, gesponnen ‘garens als
,,hdlffabricaat” in zijn stelsel in aanmerking voor een
recht van 6 pC maar een dergelijk recht, op alle garens
zou, aldus de stel’ler der Memorie van Toelichting, ,,onzen
natioha.len arbeid niet alleen niet bevorderen, maar
.dezen zelfs ‘tot nadeel zijn.” Daarbij werd overwogen, dat
het afzetgebied onzer spin-industrie steeds tot ons eigen
land beperkt zal blijven en, ook al werd ‘zij door een recht
van 6 pOt. beschermd, zich onmogelijk in belangrijke mate
zou kunnen uitbreiden. ,,Onze katoenweverij heeft”, zoo
heette ‘het verder, ,,aan groote ver.scheidénheid van speciale
garens behoefte; zij verwerkt verreweg het grootste deel
der in T’wenthe gespon.nen garens (.deels van eigen spinne-
rijen), maar de invoer tot verbruik van buitenlandsche ga-
reus is toch zeer belangrijk. Een invoerrecht op garens zou
dus, de inlandsche spinnerijen weinig baten en leiden tot
prjsveroogiug van de geimporteerde grondstof der weve-
rijen”. Zulk.een recht nu moet worden afgekeurd, ,,’vooral
ook met ‘het oog op den zeer belaugrijken uitvoer der hier
geweven katoenen goederen”, al moest toegegeven worden,
dat door den vrijdom ,,de Nederlandsche gar.enspinnerijeu ‘bij andere nationale industrieën eenigszins worden achter-
gesteld”, welk bezwaar echter ,,niet moet worden over’
schat”.
In geljken zin had ten jare 1904 de Minister Harte van
Tecklenburg in ‘zijn Memorie van Toelichting ‘tot een ont
werp-wijziging’ van onze Tariefwet geschreven: ,,O.nze zeer
ontwikkelde weef-industrie dankt voor een ‘groot deel
haren bloei aan den vrijen invoer ‘van garens. Tengevolge van de productie-verhoudingen ‘iii andere landen is zij ‘iii
staat ‘deze gron.d(hulp)stoffen voor ‘haar fabricaat tegen de
voordeeligste prijzen .te betrekken. Bekend is het, dat de
âverproductie van garens uit andere landen hier menig-
maal afzet vindt tot een prijs, ‘die in het eigen land niet
meer loonend zou zijn en waartegen ook hier ‘niet ,met
voordeel zou zijn te produceeren. De weverij die voor een
zoo belangrijk deel voor export ‘Werkt, gebruikt .dan ook
hoogst belangrijke hoeveelhe4en buitenlandsche .garens en
de voordeelige conditiën, waaronder zij die betrekt, zijn
mede oorzaak, dat ‘zij ‘op markten aan de ‘butteniandsche’
weverijen met kracht liet hoofd kan bieden.”
Ondergeteekenden veroorloofden ziëh deze zi’n.sneden uit
de Memoriën van Toelichting tot protectionistische ‘tarief-.
herzieningen in uw geheugen terug te, roepen, omdat daar-
in toegegeven, of liever uitgegaan wordt van de stelling,
dat een beschermd artikel duurder zal worden, dat de last
dier prijsstijging drukt op den verbruiker en dat, wanneer
die verbruiker (gelijk bij garens het geval is) zelf produ-
dent is, die prijsverhooging voor hem beteekent verhooging
a’n zijn productiekosten.
‘De bovenstaande, aan de ‘genoemde Memorie van Toelicli-
ling ontleende beschouwing over de beteekenisvolle rol,
die de beschikking over goedkoope grondstoffen speelt
voor de Nederlandsche ‘weverijen, is nog, volkomen juist.
Bij ,de zeer scherpe concurrentie op de’ wereldmarkt is elke
factor van goedkoopere voortbrenging een zaak van groot
gewicht; de afnemer geeft bij gelijke qualiteiten, de voor
keur aan de manufacturen, die ‘het laagst ‘in prijs hem
worden aangeboden. Een bekend feit was ‘het dan ook, dat
‘I’wentsche weverijen op de wereldmarkt niet den strijd
hadden’ aan te ibinden tegen fabrieken, die in beschermende
landen gevestigd waren; deze toch konden daardoor niet
produceeren op een voet, die Vrije medediuging toeliet.
.Het ‘is deze zelfde, door de Ministers Harte van Tecklen-
burg en’ Kolkman tea aanzien van ‘weefgaFens ontwikkel-
de stelling, welke ondergeteekenden, voorzoover zij fabri:
kanten van weefgarens zijn, afkeerig maakt van in’voerver-
bod opbuitenlandsche goederen. Wel verstaan zij, dat zoo-‘
danig.’ invoerverbod voor ‘garens voor hen voordeelig zou
zijn als gemakkelijk middel tot prijsverhooging, maar zij
begrijpen tevens, dat die prijsverhooging een ernstig nadeel
voor de weverijen .zou.opleveren en zij zien niet ‘voorbij,
dat benadeeling van de Twentsche ,weefnijverheid op den duurgeen voordeel voor de spininciustrie zijn kan. Boven-
dien zoude ‘niet van garens alleen cle invoer verboden of
belemmerd ‘worden. Het motief zou gelijkelijk gelden voor
andere goederen, veiwaardi’gd in landen met gedeprecieerde
valuta’s. Wanneer dus om hetzelfde motief invoer van
voortbiengselen. der buitenla’ndsche chemische of metaal-
nijverheid werd belet ,of 4)eperkt, zouden ook die vOOit-
brengselen ‘hier te ‘lande in prijs stijgen en zouden daar-
door de exploitatiekosten onzer fabrieken ‘worden ver-
zwaard. ,Tegenover het oogenblikkelijk’ voordeel voor Ne-
derlandsche spinnerjen zou een allicht niet geringer na-
deel staan.
Deze zelfde overweging moet voor’ velerlei, vooi schier
alle nij’verheidstakken in Nederland gelden. Het moge waar
zijn, dat sommige van deze kwade tijcfen doormaken, –
doordat in eenige vreemde landen verschillende goederen
thans door waardevermindering van de standaardihunt
tot veel lager prijzen voortgebracht en dus hier verkocht
kunnen worden – -, daaf staat tegenover, dat diezelfde
njjverheidstakken optreden als verbruikers van ‘vele thans
voor zeer lage prijzen aangeboden buitenlandsche goe-
‘deren, een omstandigheid, waarin een belangrijke vergoe-
ding gelegen is’ voor veiliezen; die zij uit anderen hoofde
lijden.
–
Viel dit voordeel ‘,’eg en verkeerde het in een na-
deel doordat een invoerverbod tot prijsstijging van die
goederen leidde, dan zouden zij niet in betere conditie ge-
raken dooi- de mogelijkheid thans ook hun eigen product –
wanneer ook dat door een invoerverbod beschermd ‘werd
(‘hetgeen zeker niet bij alle het gei’al zou zijn) – duurder
te kunnen verkoop
”en. Wat onze spinnerijen betreft, de fei
telijke voorstelling door de beide bovengenoemde Ministers
daarvan gegeven, was in het algemeen juist. Inderdaad
waren de ,,productie-‘verhoudingefl” ‘in vreemde landen oor-
zaak, dat hier herhaaldelijk vreemde garens werden aan-
geboden tegen prijzen, die in het eigek land niet meer loo-
nend zouden zijn en waartegen oôk ‘hier niet met voordeel was te concurreeren. Deze ,,.productie-verlioudin’gefl” be-
stonden in bescherming van de elders gevestigde spinne-
rijen, die daardoor of liever door’de op eigen markt rnoge-
lijke prijsbpdijving meerCdan eens tot overproductie werden
geprikkeld, waarna zij dan ‘het te veel ‘voortgeb’rachte, dat
de eigen markt niet kon opnemen, hier tegen niet zelden
verliesgevende prijzen 1ilaatsten. Vraagt men ‘hoe bij zoo-,
danigen ‘staat van zaken de garenspinnerij in Nederland
toch nog zich kon handhaven, ja zelfs zich uitbreiden
(gelijk Minister Harte van Tecklenburg erkende en ‘trou-
wens vaststaat), dan is ‘het antwoord, dat dit mogelijk was, –
doordat onze geldende tariefwet met haar laaggehouden
invèerrechten de spinnerijen in staat stelde voortbreng-
selen van dè chemische en de metaalnijverheid, die izij voor
haar bedrijf behoefde, goedkooper te betrekken dan zulks
aan spinnerijen in ‘verscheidene staten mogelijk was. De
fabrikanten van spingarens hebben’ gedurende lange jaren
uit de .dugelijksche ervaring geleerd, dat op dien grond-
slag hun bedrijf nièt alleen ,bestaanbaar is, maar door goede
,
en kwade tijdperken heen zich ook in moeilijke omstandig-
heden weet te handhaven. Zij duchten niets zoozeer als
,een wijziging, van ‘dien grondslag, waarbij door de ,hun
toegedach’te bescherming tevens al hun bedrj fsbehoeften
in prijs zouden stijgen. (Deze beduchtheid bestaat trou-
wens niet hij ‘hen alleen, doch ‘bij een overwegend groot
deel der Nederlandsche fabrikanten).
Ook ‘in als tijdelijk bedoelde bescherming zien onderge-
teekenden geen heil, doch een ‘groot gevaar. Het is ‘hun
niet ontgaan, dat de heer De Wijkerslooth de Weerde-
steijn in zij’n reeds vermelde rede aan ‘tijdelijke maatrege-
len dacht. Hij zeide immers: ,,ik heb geen protectie ge-
vraagd of prohibitie voorgestaan in dien zin, dat dit zou
zijn een duurzame maatregel, maar ‘ik heb gewild een
tijdelijken noodmaatregel voor den abnormalen ‘tijd, dien
wij nû ‘doormaken, door tijdelijke wering ‘van producten van een industrie, waarmede wij de concurrentie niet vol
kunnen ‘houden. Er is groet onderscheid tusschen protec-
tionisme en het, voorstaan van een tijdelijkea maatregel,
om ‘te beletten dat onze industrie ‘te ‘gronde ‘gaat.” Onder-
geteekenden achten het rw.aarschijnlijk, dat ook de Regee-
ring een te dezer zake ‘welLicht te ontwerpen wettelijke
‘regeling als van tijdelijken en voorbijgaanden aard zal
voorstellen. Te dien aanzien “veroorloven ondergeteekenden
zich op te merken, da’t op het stuk van bescherming niets
zoolang duurt als het tijdelijke; dat herhaaldelijk bljvede
bescherming aanvankelijk als. tijdelijke en voorbijgaande is
aangekondigd en verdedigd geworden, dat het weer afschaf-
fen van tijdelijke bescherming schier altijd op tegenstand stuit bij hen,’ voor wie de maatregel werd ingevoerd, om-
‘dat zij daarop hun bedrijf hadden ingericht en het hun
uiterst bezwaarlijk scheen dat ‘bedrijf ‘bij, ‘het ‘wegvallen
16
Februari
1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
155
van den tot nu toe verleenden steun zonderdsehade voort
te ‘zetten. In dit verband mogen ondergeteekenden her-
inneren aan het verzet, ook uit de kringen van Twentsche
industrieelen, tegen de verlaging eerst, de afschaffing daar-
na van de differentieele rechten inIndië (1872) en aan de
beraadslagingen in Uwe Kamer (Maart .1886) over het
amendeinent-Bahlmaan, ‘hetwelk beoogde die differentieele
rechten te herstellen. Trouwens heel de geschiedenis der
handelspolitiek, niet slechts ten onzent maar in alle lan-
den, bevestigt de juistheid van liet ‘hierboven aangevoerde:
dat ,,’tijdelijke” bescherming veelal lang duurt en altijd
moeilijk weer terzijde te stellen is.
Overigens moeten ondergeteekenden verklaren, niet in
te zien op welke wijze in de practijk een tijdelijke besoher-
ming als hierbedoeld zonde moeten worden ingericht en
wanneer zij als overbodig weer te niet gedaan zou worden.
Motief voor invoering van zoodanige bescherming zou dan
zijn de ‘lage valuta b.v. van de Duitsche Mark, waar-
door Duitsche fabrikanten sommige thunner goederen hier
tegen buitengewoon lage prijzen aan de markt kunnen
brengen, weliswaar ‘ten hate ‘der Nederlandsche verbrui-
kers, ‘doch tot schade van Neclerlan.dsche voortbrengers.
Deze schade, wegens onmogelijkheid van concurrentie wordt
allicht aanwezig geacht bij een stand van de Reichamark
op 5 cent Nederlandsch Crt. De vraag is: tot weiken stand
deze vreemde munt zal moeten stijgen om den Nederland-
schen •wetgver, te doen beslissen, dat alsdan onze nijver-
held wel tegen de vreemde mededinging is opgewassen?
Of zal men .terugkeeren ‘tot iets dergelijks als de uit het
jaar 1835 bekende ,,schaalrechten” en de bescherming (het
invoerrecht) trapsgewijze verminderen naar gelang de
koers van de Mark stijgb? Op welke wijze zal de Regee-
ring zich verschaffen zooveel en zoo diepgaande kennis
van do voortbrengingskosten der Nederlandsche fabrieks-nijverheid en van de mogelijkheid harer mededinging ‘met
huitenlandshe vakgenooten (die onder gausch andere
omstandigheden produceeren), als voor de Regeering ‘noodig
zal zijn om een juist inzicht te verkrijgen in de noodza-
kelijkheid en in de draagwijdte van de door ‘haar voor te
stellen maatregelen? Ondergeteekenden meenen, dat de,
Regeering over zoodanige kennis niet beschikt en niet be-
schikken kan en zien daarin een practisch geheel ovér-
wegend bezwaar tegeu reehtstreeksche inmenging van de
overheid ‘in de regeling ‘der voortbrengings’voorwaarden der
vaderland sche nijverheid.
Aan het bovenstaande mogen ondergeteekenden nog het
volgende toevoegen. Terwijl ‘zij op de hoven ontwikkelde
‘.gronden elke ,,besoherming” van hun nijverheid met be-
slistheid afwijzen, dringen zij met niet minder klem er op
aan, dat een einde worde gemaakt aan maatregelen, die
hun productie belemixieren, de kosten ‘daarvan verhoogen en de reed moeilijke mecledinging verzwaren. Onder zoo-
danige maatregelen begrijpen ondergeteekenden:
1
0
. het weigeren ‘van pas-visa aan arbeiders uit het bui:
teniand, indien naar ‘het oordeel van de Centrale Rijks-
Arbeidsbeurs te ‘s-Gravenhage Nederlandsche arbei-
ders te werk gesteld kunnen ‘worden. Deze regeling
heeft «tot gevolg, dat de fabrikanten niet zelden min-
der bekwame arbeidskrachten moeten aannemen en de bekwame buitenlandsehe niet in dienst kunnen nemen,
2
0
. de bijbetaling van een ,,Markentoeslag” aan Nederland-
sche arbeiders, die nog steds in Duitschland’werken
(en steeds ‘gewerkt hebben), terwijl de Duitselie fabrie-
ken, waarin deze arbeiders ‘werken, de veel lagere loo-
nen in Marken betalen. Hier is feitelijk een ‘bescher-
ming onzerzijds van Duitsche fabrikanten!
Ondergeteekenden ontkennen niet, dat voor het nemen
van deze maatregelen goede gronden bestaan (hebben, maar
zij oordeelèn tevens, dat deze gronden zijn vervallen en dat een eind gemaakt moerworden aan regelen als deze,
die een ‘kunstmatigen toestand scheppen en bestendigen en •daardoor terugkeer tot normale verhoudingen tegen-
gaan. Wat ondergeteekenden vragen, is ‘in enkele woorden
de vrije nijverheid
en
de vrije arbeidsmarkt.
Enschede, ‘ Januari 1921.
–
In
de rubriek goede overrnidhsten
vindt
men op-
geuomen ,,Koffie ‘in 1920″.
ONTVANGEN:
‘
Produclielcostenverrelcening en Wetenschappelijke
Bedrijfsleiding,
Leiddraad voor fabrikanten, in-
geniieurs
en
accountants door
A. E. 0.
van Saar-
loos, Nijgh & Van Ditmar’s Uitgevers-Maatschap-
pij, Rotterdam,
1921.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. • beteekent: Cijiere nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
Ned(Disc. Wissels.
4+
1Juli ’15
Zweeds.R.ksbk
7,
168pt. ’20
Bk Bel.Binn.Eff.
54
19Oct. ’20
Bk.v.’Noorw.6-64
18Dec. ’19
IVrsch.inR.C. 64
190ct.’20
Zwits.
Nat.Bk. 5
21Aug.’19
Bk. van Engeland 7
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 54
28Apr.’20
Duitsche Rijksbk. .5
23Dec. ’14
Bank v. Spanje 6
4Nov.’20
Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank v. Italië. 6
20
Mei
’20
Oostenr. Hong.Bk. 5 12Apr.’15
F. Res. Bk. N.Y.
6-74
Juni’20
Nat. Bk. v. Denem.
7
19’Apr. ’20
Javasche Bank 34
1 Aug.’09
OPEN MARKT.
Dato
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. York
Cali.
Part.
P,’olon.
disconto
galir
disconto disconto
disc. moneij
12 Febr. ’21
31s
3
)
6’1
4/
–
67
1)
7-12
,,
’21
351s
3-
1
12
6
1
I8-
5
14
4-‘/s
–
6-8
31J.-5F.’21
3
1
18-“/a
3
1
/1-4
1
I
618
4-s/s
–
79
24-29
J.
’21
3
1
1,-
5
/s
3…’/,
6’/e
4_5/
6-7
914 F. ’20
3
81
_4
31/_4
5/
4-‘Ie
–
6-9
10-15 F. ’19
3
1
1_
71
3/2••4
.
3.44
4-1
1
2
1
/e
–
llt
4I/…5$/4
20-24Juli’14
3It-‘I,.
2
2
I-I
24
2’/
1
3
12
1
19
t
)
Noteering van II Februari 1921.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
Bij tamelijk Ieven’dige omzetten heerschte een vaste stem-
ming op de wisselmarkt, Londen l’iep van tot
11.374 op, waarna een daling tot ongeveer 11.34 plaats
vond. Op dezen koers ‘bleef er sterke vraag heerschen.
Parijs en België ‘waren circa 50 c. ‘beter en Marken ver-
beterden dagelijks
e
zoodat ‘heden tot 5.12V2 betaald ‘werd.
Spanje en Zwitserland waren ‘vrij stationnair. Alleen
Skand’inavië was weder hoogst onzeker. Stockholm, over het algemeen nog het minst, aan schommelingen onderhe-
vig, kon nog iets verbeteren, maar Kopenhagen en Chris-
tiknia,waren weder zeer onzeker. Koerssehommelingen van
f1.50 op ééxl ,dag kwamen ‘weder herhaaldelijk voor en
teh slotte waren beiden weder lager dan een week ge-
leden. Dollars liepen weder ca. 1 pCt. terug. De daling
bedraagt nu bijna 20 pCt. van den goudkoers.. Buenos
Aires weder zeer flauw, lieden op 1.01 aangeboden. Idië
vrij stationnair, 99%-100.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
Londen
•
Parijs
S)
Berlijn
S)
Wcenen
0
Brussel )
Neus
York”)
7, Febr.1921..
11.30* 20.65
4.70 0.724
21.824
2941/,
8
,,
1921..
11.32
20.774 4.80 0.724 21.65 2.9314
9
,,
1921..
11.34+
20.8
7
4
4.85
0.75 21.85 2.92’1
10
,,
1921..
11.33
.20 924
4.874
075
21.874
2.92
11
,,
1921..
11.35
21.15
‘
4.974
0.75
22.074
2.91
12
,,
1921..
11.34.4
21.15
5.-
0.70
–
–
Laagste d.w.
0
11.29*
20.55
4.65
0.65
21.55
2.90
floogste
.,
..
0
11.374
21.20
5.05
0.774
22.20
2.95’/
5 ‘Eebr.1921..
11.32*
20.72+
4.67+
0.774
1
21:75
2.944′
29 Jan. 1921..
11.404
20.7
7
+
.
5.22*
0.92+
°21.50
2.93*’
lduntpariteit
–
12.10*
48.-
1 59.26 50.41
48.-
2.48
8
1
.
4
‘) Noteering te Amsterdam.
*5)
Noteenng te Rotterdam.
t)
Particuliere opgave.
2)
Noteering van 4 Febr.
2)
idem van 28 Jan.
Da
t.
‘
Slock-
1
holm
5)
Kopen- 1
hagen’)
Chris-
ttania
)
Zuitzer.
land’)
Spanje
1)
Batavia
t)
telegrafisch
7 Febr1921
64.75 56.25 53.75 47.374
41.25
100-100.4
8
,,
1921
64.70
55.75
53.25 47.35
41.15
100-100+
9
,,
1921
64.75
54.-
52.-
47.35 41.10
100-100+
10
,,
1921
64.80
54.50
52.50
47.30
41.30
00-100.4
11
,,
1921
64.95
55.-
53.50
47.50 41.10
100-100+
12
,,
1921
65.10 54.60 52.50 47.55
41.15
100-100+
L’ste d. w.’)
64.50 53.65
51.25
47.25
40.85
100
H’ste
.,
,, 0
65.10
5675
54.-
47.45
41.30
100
1
14
5 Febr.1921
64.75
56.50 54.25
47.30
41.30
100-100+
29 Jan. 1921
64.95 56.25
54.50 47.40 41.25
100-100*
Muntpariteit
66.67 66.67
66.67
48.-
48.-
100
–
8)
Noteenog
te
Amsterdam.
t)
Particuliere
opgave.
ii
156
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16
Februari
1921
KOERSEN TE NEW YORK.
Da
a
CableLond.
(in
pet £)
Zicht Parijs
(In
ds.
pet $)
Zicht Berlijn IZIcht
(in ct. p. 4 Rm.)
Amsterd.
(in cl,. p. gid.)
11 Feb.. . 1921
3.89.12
7.22
nom.
Laagste d.week
3.84.37
7.02
nom.
Hoogste,,
,,
3.89.12
7.22
nom.
5 Feb… 1921
3.85.50
7.-
nom.
29 Jan… 1921
3.96.75 7.30
nom.
Muntpariteit..
4.86.67
5.181/
4
95114
40111.
,KOER”SEN
VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings. 129
eenheden
Jan. 15
1921
1
Febr.
1921
5-12
Laagste
Feb.21
1
Hoogste
1
12 Feb.
1921
Alexandri..
Piast, p.I
9781,,
977/,,
9771
1
,
977/
977/
•B. Aires’)..
d. p.
$
50
49
7
1
4
8
11
50
48′!,
Calcûtts
. . . .
£
P. rup.
115 115
1
112
114
5
1
1/5
114
22
122
Hongkong ..
id. p.
$
918
1
14
21
13
I,,
215
1
12
216u/8
2113/,o
Lissabon ….
d. per Mii.
6
1
1,
6′!,
6
7
6’1,
Madrid
….
Peset. P.
27.72
27.60
27.50
27.75
27.6
•Montevideo’
d. per
$
48
1
14
49 48
49
1
!,
48
1
12
Montreal….
$
per
£
4.1
1
!,
4.32 4.32 4.42
1
12
4.41’12
•R.d.Janeiro.
d. per Mii.
9181,
6
981
4
9
1
1
14I
1
1
9
7
11n
Rome …….
Lires p.
£
103
1
!,
106 106
107
106
1
14
Shanghai
..
£
p. tael
316112
31581,
314
36
1
1,
314
1
12
Singapore ..
Id; p.
$
.
2/3
11
/,
213
25
1,2
2I3
2115
2(31
213″182
SValparaiso..
d. ppeso
8″/,,
8
1
19
8,2
8′
s,
827182
Yokohama
..
£
per yen
2/61/
s
2
1
6
5
182
215
7
1,
216
8
18
2/5″i,,
•
Koersen der vooratgaande
dagen.
1)
Te1egrasch
transfen.
•
NOTEERING VAN ZILVER.
Noteering te Londen
te New York
11
Febr.
1921
……..36’/
62’/a
5
,,
1921 ……..36’/4
60
29 Jan,
1921 ……..36’/
62’Ig
22
,,
1921……..
–
‘
66′!,
14
Febr.
1920
……..82
13′
.
15
Febr.
1919 ……..
47’/s
‘
10111
8
20 Juli
1914
………
24″!,.
•
NEDERLANDSCHE BANIÇ.
Verkorte Balansop 14 Februari 1921.
•
Activa.
Binnenl.Wis-(H.-bk.
f.84.123.374,90
sels, P’rom.,B.-bk.
,,
8.108.455,36
1
1
e’nz.indi,c.! Ag.sch. ,, 83.348.453,21′
175.580.283,4711
Papier o. h. Buiten!, in disconto
–
Idem eigen portef..
”
33.791.209,-
Af Verkocht maar voor
debk.nognietafge!.
‘
–
,.
33.791.209.-
Beleenin
g
en
t
H.-bk.
f101.362.190,88′!,
ncl. vrsch.
B.-bk.15.936.74,31’/
,,
in
rek..crt.
E
Ag.sch.
64,37’/,
,,114.058
op onderp.
f231.357.605,57′!,
Op Effecten
……f216 $06.484,38
•
Op Goederen en Spec.
.
14.651.121.191/,
231.357.605,5711,’
Voorschotten a. h. Rijk ……………..
..
12.092.305,76
Munt en Muntmateriaal
–
Munt, Goud ……
f
56.219.785.-
Muntniat., Goud ..
,,579.921.066,39
f636.140.851.39
Munt,
Zilver, enz..
22.123.875,4511,
—
Muntmat., Zilver
..
,,
Effecten
658.264.726,84
1
12
Bel.v.h.Res.fonds..
7′
4.517 5
1
8.62
1
12
Id. van ‘/,v.h.kapit
,,
3.875.652,8711
8.393.221,50
Geb.enMeub. der Bank
…………….,,
3.594.000,-
Diverse
rekeningen
………………,,
26.686.515,33
f1.149.759.857,48
1
1,
–
Passiva.
Kapitaal
………….
………….
7′
20.000.000,-
Reservefonds……….
………….,,
s.000.000,-
Bankbiljetten in omloop
…………,,
1.043.937.835,-
Bankassignatin in omloop ……….. ,,
1.186.098,85112
Rek.-Cour. Het Rijk f
–
saldo’s
J Anderen ,, 57.032.845,51
1
1,
Diverse rekeningen … ……………
f1.149.759.857,48
1
12
NED. BANK’ 14 Februari 1921
‘(vervolg).
Beschikbaar metaalsaldo……………f 437.037.805.59/1
Op de ba8i8 van ,/s metaaldekking …..
, 216.606.449,72
1
1,
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is… ,,2.185.189.025,-
Verhil1en met den vorigen weekstaat:
Meer
:
Minder
Disconto’s …………….4.289.869,83′!,,
Buitenlandsche wissels……,
1.250.561,-
Beleeningen
15.371.306,54’1
G
oud ………………..
Zilver
490,470,46’12
Bankbiljetten …………
Part. Rek.-Crt. saldo’s ….
‘ 5.534.491,67’12
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
–
Goud
Zilver
.
R
”
k
jetten
‘
Andere
opeischbare
schulden
14 Febr.
1921
..
..
‘
636.141 22.124 1.043.938
58.219
7
,,
1921
….
636.141 22.614
1.055.840
63819
31 Jan.
1921
..
..
636.141
‘
22.456 1.072.109
70.361
24
;
1921
636.141 22.144
1.043.313
85.079
17
,,
1921
636.141 21.890
1.073.598
92.915
14, Febr.
1920
.
…
632,789
8.797
1.025.965 121.093
15 ‘Febr.
1919
..
..
677.328 8.996 1.007.335 66.967
25 Juli
1914
..
..
162.114
8.228 810.437 6.198
Data
Totaal
bedrog
disconto’s
Hiervan
Schatkist.
prom essen
rechtstreeks
Belee. ningen
1
baar
Metaal.
.
saldo
kings.
percen.
‘lage
14 Feb. 1921
175.580
32.000 231.358
437.038
59
7
,,
1921
171.290
33.000
246.729
434 028
59
31 Jan. 1921
206.121
77.000 238.656
429.308
58
24
,,
1921
209.358
77.000
218.858
‘431.791
58
17
1921
211.296
77.000 248.671
423.932
56
14 Feb. 1920
226.691
149.000
2i4.575
‘
411.662
56
15 Feb. 1919
101.348
‘
50.000
186.008
471.008
64
25
Juli
1914
67.947 14.300
1
61.686
43.521
1
)
76
5) Op d besi.
vee
,
1
1 nsetaaldekking.
Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
ein blijkt, dat uitstonden op:
14
Febr. 1921
Aan schatkistprome8sen. f 390.580.000,-
7′
396.580.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst’
33.000.000,-
32.000.000,-
Aan schatkistbiljetten ..
47.219.000,-
47.919 000,-
Aan zilverhons ………,, 52.102.309,50
51.547.852,50
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrokken
cijf.rs der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.
I
naere
0fl.
Data
Goud
Zilver
, .
opelschb.
01
jetlen
scnu aen
5 Febr. 1921
‘
464.500
29 Jan. 1921
463.500
15 ,,
1921
, 475.500
25 Dec.’ 1920…….219.439
9.314
369.057 113.812
18
;,
1920 ……217.936
9.443
871.700 124.045
11
,,
1920 …… 218.422.
9.345
374.792 146.256
4
,,
1920 …… 224.800
9.216
373.014 160.947
7 Febr. 1920…….168:776
3.952
306.658 100.677
8 Febr. 1919 …… 119.686
13.740
201.112 124.202
25 Juli 1914 ……
22.057
81.907
110.172
12.634
–
VY
(53ClS,
Diverse
fl5Çfl(fl
Dis.
buiten
Belee.
baar
king,. L,ala
•
re e-
conto s
N..Ind.
ntngen
i
,
metaal. percen.
betaalbaar
” ngen
saldo
5Feb.1921
208.000
‘
142.500
29Jan.1921
207.000
‘ 142.500 •
15 ,, 1921
213.500
133.250
25Dec.1920 30.991 26.644 130.546 58.294 132.350
47
18
1920 31.590 29.356 129.064 48.417 128.366
44
11 ,, 1920 30.647 20.116 128.445 53.768 123.717
44
4 ,, 1920 29.993 20.113 132.990 47.590 127.379
42
7Feb.1920 14.980 14.498 154.318 ’50 994 91.476 . 42
8Feb.1919 8.413 20.111 84.431
9.613 .68.541
41
26 Juli 19141 7.2591 6.3951
47.934
2.228
4.842′ r 44
‘)
Sluitpost der
activa.
5)
Op de basis van
21
metaaldekking.
57.032.845,51 ‘/2
22603078.11
1
12
16 Februari .191
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
157
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Dato
Metaal
Circulatle
Andere
opelschb.
ichulden
Disconto’s
•
,
o
k
11 Dec.
1920 ..
1.157
2.508
1.059
1.947
286
4
,,
1920
..
1.159 2.530
1.210
1.954
442
27 Nö’v. 1920 ..
1.061
2.183
809
1.954
433
20
,,
1920
..
1.055
2.130
853 1.947 374
13 Dec.
1919 ..
1.035
1.634
1.056
1.532
544
14
Dec.
1918
..
1.044 1.715 1.175
1.249
129
25 Juli
1914
..
645
1.100
560
735
396
t) Slutpoot der activo.
BANK VAN FRANKRIJK.
–
Voornaamste posten in duizenden
Iranes.
–
Waarvan
Te goed
Butt.gew.
Data
Goud
In het
Zilver
in het
voorsch.
Buitenland
Buitenland a/d. Staat
10Feb.’21 5.562.269 1.948.367 226.628 732.783 25.900.000
3 ,, ’21 5.501941 1.948.367 .268.646
732.531 25.900.000
27Jan.’21 5.501.757 1.948.367 268.467
703.675 25.600.000
20 ,, ’21 5.501.507 1.948.367 267.963 678.654 25.600.000
12Feb.’20 5581.019 1.978.278 253.956 872.601 25.800.000 13Feb.’19 5510.746 2.037.108 314.804 856.678 20.000.000
23Juli’14 4.104.390
–
639.620
–
/
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
Gov.
Other
Public
Other
Re.
Data
Sec.
Sec.
Depos.
Depos.
kings.
flrc.
9 Febr.’21 ‘50.202 78.588 20.177 106.332 17.744 14,02
2 ,, ’21 70.621
78.697 18.604 129.852 17.142 11,54
26 Jan.’21 53.211
75.107 16.081 112.528 18.249 14,20
19 ,, ’21 54.510
81.325 16.076 120.012 18.197 13,37
11Febr.’20 53.948 88.838 22.012 132.276 34.501 22,40
12 Febr.’19 52.680 83.298 28.158 120.046 30.236 20,40
22Juli ’14 11.005 33.633 13.735 42.185 29.297 52/8
t)
Verhouding tuoochen Reserve en Deposito.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der DarleheDs- kassenscheine, in duizénden Mark.
Daarvan
Kassen.
Circu.
Dèk-
Data
Metaal
kings.
Goud
scheine
latie
perc, )
7 Febr. ’21 1.098.530 1.091.630 22.033.757 66.482.587
33
31 Jan. ’21 1.098.006 1.091.635 22.810.443 66.620.804
33
23 ,,
’21 1.098.306 1.091.637 22.669.679 66.018.450
33
15 ,,
’21 1.097.946 1.091.638 22.046.039 66.546.702
33
7 Febr. ’20 1.111.653 1.090.496 11.994.993 37.988.719
34
7 Febr. ’19 2.276.978 2.252.150 5.781.470 23.665.071
34
23 Juli ’14 1.691.398 1.356.857
65.479 1.890.895 93
t) Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.
Darlehenskassenscheine
Data
Wissels
Rek. Cr1.
‘”3taal
in kas hij de
uitgegeven
1
Retchsbank
7 Febr. 1921 48.870.920 10.874.628 33.323.700 21.986.000
31 Jan. 1921 53.336.946 15.833.964 34.224.200 22.763.500
23 ,,
1921 48.499.388 11.426.851 34.123.100 22.622.500
15 ,,
1921 53.794.358 15.537.435 33.676.309 22.000.300
7 Febr. 1920 36.296.634 10.798.310 24.964.300 11.958.800
7 Febr. 1919 26.030.456 11.389.795 16.190.800
5.774.200.
’11
23
Juli 1914
750.892
943.964
–
OOSTENRJJKSCH-HONGAARSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden Kronen.
1 Metaal, en t
1 Bijz. schyld 1
Bank.
1
Rek. Crt.
Disc, en
Data
t buitenl.
1
Oostenrijk
1
I
goudwissels bdecnlngen
1
en Hongarije
1
biljetten
saldi
151lov.’20
t)
325.730 37.782.521 32.954.000 74.121.378 9.497.833
31Oct.’20 321.121 36.474.610 32.954.000 72.902.605 9.930.245 7Feb.’20 290.428 19.251.400 32.954.000 58.994.022 6.057.646 31Jan.’20 291.083 19.162.543 32.954.000 56.772.802 6.220.536
15Nov.’19 325.097 14.742:052 32.54.000 50.582.595 7.235.850
23Juli’14 1.589.267 954.356 – 2.159.759 291.270
1)
waarvact 222.669 goud. 46398
buitenlandache
goudwissels en 56.463
munt en muntmateriaal zilver.
Uitge.
1
Beige.
Bankbil.
Rek. Crt.
Rek.
Wissels
stelde
1
.
Pa,tt-
Crt.
Wissels
ning
jetten
e’ulteren
Staat
3.082.659 334.459 2.235.440 38.272.306 3.366.052 51.047
3.317.704 372.9,73 2.211.628 38.205.387 3.619.931 50.927
3.068.661 390.556 2.205.919 37.913.005 3.389.879 39.610
c’ 3.002.834 393.114 2.239.845 38.152.890 3.301.550 37.221
0
1
599.341 1.556103 37.986.767 3.123.278 66.279
1.153.745 994.240 1.213.764 32.506.655 2.664.302 67.630
1.541.08Ö
–
769.400 5.911.9101 942.5701400.590
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
‘
Voornaamste posten in duizenden franes.
Data
______________
Zilver
dc.
.
Notes in
ctrcu.
Totaal
Dekking
in het
bedrag
F. R. Notes
butten!. latie’
21 Jan. ’21
2.095.769
1.450.905
3.300
205.482
3.115.310
14
,,
21
2.085.454
1.441.616
.
3.300 203.084
3.159.491
8
,,
’21
2.080.282
1.421.203
3.300
196.566
3.270.023
30 Dec. ’20 2.05.333 1.435.837
3
189.830 3.344.686
23 Jan. ’20 2.026.650 1.247.482 117.322 61.246 2.844.227
24 Jan. ’19 2.101.317 ‘ 1.344.099
5.828 67.070 2.466.556
Data
Wissels
Totaal
efeposito
5
Gestort
ap,taa
Dek.
clngs.
perc.
1)
Goud. aee,lng
circul.
2)
21 Jan’.
‘1 2.650.979
2.295.648
89.962
4,5
55,6
14
’21 2.652.952
2.302.211
99.815
43,8
54,8
8
,,
’21 2.842.108
2.378.649
99.808
42,4
52,1
30 Dec.
’20 2.974.836
2.321.417
99.770
44,9
50,5
23 Jan. ’20 2.729.247
2.840.476
87.589
44,8
51,0
24 Jan. ’19 2.046.572
2.396.124
80.820
52,3
64,1
t) Vérhouding
tu8achen:
den totalen goudvoorraadzilver etc., en de
opeiachbaee
schulden: F
R. Notes en netto depositos.
5)
Na aftrek
van 35 pCt. der totale
dekkingsmiddelen
alt
dekking
voor de netto
depositoa..
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN .BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
uitgezette
Totaal
Waarvan
banken
gelden en
F. R. banki
deposito’s
depo:its
beleggingen
14 Jan, ’21
829 16.440.082 . 1.317.050’13.930.678 2.933.310
’21 828 16.570.242 1.356.643 14.965.648 2.908.792
31 Dec. ’20 820 16.740.253 ‘1.356.877 14.041.377 2.841765
24 ,, ’20 824 16.695.325 1.333.808 14.786.220 2:788.649
16 Jan. ’20 802 15.825.543 1.472.755 14.6.00.225 2.440.665
17 Jan.
1
191 765
13.863.2841
1.298.009 12.333.978 1.603.005
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gege.
ven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
Data
Metaal
Circulatie
Currency Notes.
Bedrag
1
Goudd.
Gov. Sec.
9 Febr. 1921
128.283
128.990
341.554
28.500
309.193
‘2
,,
1921
128.292
129.600
341.901 28.500
,
309.747
26 Jan. 1921
128.284
128.485
342.489
28.500
310.369
19
,,
1921
128.287
128.541
346.889
28.500
315.001
11 Febr. 1920
106.027
89.977
327.372
28.500
309 083
12 ‘Febr. 1919
81.619
69.833 310.905
28.500
292.250.
22 Juli
1914
40.164 29.317
–
–
Data
mcl.
oulteni.
saldi
vi,
.
ouiten,,
vorder.
van
prom. a.
provinc.
wissels
en
‘beleen.
Circu.
.
tatie
Kek.’
Cr1.
Panh,.
10Feb.’21 324.286
84.374 480.000920.265 6.074.974 1.085.055
3
,,
’21 325.005
84.388 480.000 909.371 6.224.107
843.041
27Jan.’21 313.017
84.653 480.000 922.344 6.241.398
880.931
20
,,
’21 308.988
84.653
–
916.814 6.246.874
889.298
12Feb.’20 353.882
84.955 480.000 478.258 4.942.841 1.547.228
VEREENIGDE STATEN VAN NÔORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE
BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
F.R.
1
158
. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 Februari 1921
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 14 Februari 1921.
Het is waarlijk moeilijk gedurende de laatste jar&n van
de geschiedenis der internationale beurzen een week aan
te treffen, die in apathie evenaart aan de juist achter
ons liggende. In geen enkel centrum vn den handel is
ook slechts voor een oogeublik -sprake geweest van een
opgewekt en levendig verloop; doorgaans was de tendens
uitermate mat, bij het onverschillige af. Zelfs in de vacan-
tieda-gen, die toch van oudsher het minst bewogen zijn, is’
het aspect gewoonlijk nog veel ilevendi-ger, dan in de laatste
dagen het geval is geweest.
De oorzaken van deze lustelooze houding zijn gemakke-
lijk aan te geven. Men leeft over de geheele wereld i.n
CCD
toestand van afwachten; afwachten ten aanzien van het
herstel der internationale handelsbetrekkingen. Vrij alge-
meen beschouwt men den toestand zÔS, dat de staatslieden,
nu wel aan het einde van de reeks der conferenties zijn
gekomen en -dat eindelijk dus een besluit genomen zal
moeten worden. Ten aanzien van dit besluit echtei is men zeer sceptisch gestemd. Eenerzijds beschouwt men het als
mogelijk, dat de eischen van de Eiitente ten aanzien van
de Duitsche schadeloosstelling elementen bevatten, die bij
nadere bespreking er uit gcëlimineerd kunnen en izullen
worden; als bewijs voor deze onder-stelling haalt men dan
ook aan het voorbeeld van de waardever-meerdering van
de Duitsche Rijksmark, die juist in de laatste (lagen te
constateeren is geweest: Aan den anderen kant echter
achten ook deze kringen, die toch waarlijk optimistisch
oordeelen, het al-s Vrij zeker, dat de definitieve ei-sohen der
Entente toçh nog een zeer s-waren druk op de economtiohe verheffing van Duitsehiand zullen blijven uitoefenen, waar
door een eeni-gs’zins belangrijk ‘herstel niet zal worden be-
reikt. Het gevôlg hiervan -zou ku.nnén zijn, dat de wereld
nog jaren lang de gevolgen zou moeten ondervinden van
een uitgeput centrum vin Europa, niet in staat de pro-
ducten op te nemen uit de landen, die allereerst naar
Duitschland als afzetgebied uitzien. Dat de crisis van
thans derhalve tot in het onafzienbare zou worden ver-
lengd. Rooskleurig wordt dan het perspectief ook nog uLet
en dit verklaart ten volle de volkomen stilstand van alle
eenigsz.ins omvangrijke zaken ter beurze.
Het is mogelijk, dat de aanstaande conferentie te Lon-den althans eenige opklaring -zal brengen. Dat men daar
ter plaatse in eei ernsti-ge bespreking tussehen de afge-
vaardigden der Entente en -die van Duitschland, een bespre-
king, waarbij de vraagstukken der -politiek wellicht uitge-
schakeld kunnen worden, tot besluiten jzal komen, die
eenerzijds Duitschlan-d een behoorlijke schadevergoeding
opleggen, andrzij-ds rekening houden met de -zeer subtiele
ver-houdingen, die economisch gebied over de gansche
wereld bestaan. Want wel is- men nu in de Vereenigde Sta-
ten begonnen met een soort van valorisatie van verschil-
lende stapel-prdducten, doch effect kan -deze wijze van
handelen slecht,s hebben, indien -een korte tijd er mede
is gemoeid. Want er wordt toch steeds nieuwe voorraad
van koper, wol, katoen, e.d. geproduceerd en indien -de
productie met geweld wordt verminderd, •kan dit slechts
werkloosheid ten gevolge hebben, waardoor liet geheel nog
meer uit zijn voegen wordt gerukt. – –
Toch is het teekenend, dat onder al deze donkere be-
sohouwingen en smal ere .vooruitzichten, de grondstemming
van de meeste buitenlan’dsche beurzen vrij vast is geble-
ven. Van B e r 1 ij n echter kan dit niet worden gezegd.
Hier ter plaatse is eèn vrij gevoelige daling ingetreden,
die eensdeels. in verband staat met de rijzing in waarde
van -het eigen betaalmiddel, anderzijds met de vrees, die
men ten aanzien van zeer hooge belastingen koestert. Toen
ruim een jaar geleden de wereldmarkt voor een groot deel
werd opengesteld voor de Duitselie producten, had men
geen oog voor de tijdelijke verhoudingen, waarin de export-
industrie was geplaatst en was er -bij het publiek een nei-
ging op .te merken – om alle fondsen, rijp en groen, tot
fabelachtige koersen op te nemen. De zaken gingen over
al toch goed, men meende aan het begin van een bloei-
periode te zijn gearriveerd en bovendien was er e voort-
– durend dalende richting van de Mark, -die tot de z.g.
.,Markenvlucht” aanspoord’e. Van -dezen toestand maakten
de ondernemingen ook gebruik om nieuw kapitaal op te
nemen tegen uitgifte van verdere series van het aandee-
len-kapitaal. Thans -vormen al deze factoren te samen de
reden van de flauwe houding op de Berlijnsche beurs. De
bloei-periode is slechts tijdelijk gebleken, de hooge belas-
tingen
–
nemen -bovendien een -groot deel van de winsten
weg en nu hoven-dien de Mark -weer stijgende is en het
publiek ook uit dien hoofde gaarne zijn bezit realiseert,
is er zulk een overvloed van materiaal – gevolg van
de emissies van nieuwe aandeelen”—, dat slechts door aan-
merkelijke verliezen het doel kan worden bereikt. Toch
zijn ook te Berlijn stroomingen te onderscheiden, die
weer een terugkeer tot de ver-houdingen van een jaar ge-
leden waarschijnlijk achten, vooral wat .betreft het – niveau
van de Mark. Hierdoor is liet dan te verklaren, dat het
aanbod -niet zoo -dringend is. –
– Ondanks -de geweldige cri4is, waarin ook Oostenrijk
zich bevin-dt, gaat -men te W e e n e n toch steeds ver-der –
met uitbreidingen op bankgebied, al moet dit voo worden
verstaan, -dat de meeste der groote instellingen -zich thans
vrijwel geheel onder oppertoezicht van het
–
buitenland heb-
ben geplaatst. Zoo gaat de Oesterreichische Credit-anstalt
thans weder over to-t uitbreiding van haar kapitaal met
80 millioen tot 400 inillioen Kronen. In Juni 1920 -heeft
ook een emissie plaatsgevonden, ter gelegenheid -waarvan
de Guaranty, Trust Gompany en de firma Kuhn Loeb &
Co. zeggen-schap in het bestuur hebbmi verkregen: Thans
heeft een Hollandsche groep, onder leiding van de heeren
Hope & -Co. en de Neclerlancische’ Handelmaa-tschappij, van
de nieuwe emissie 16 m-illioen Kronen overgenomen tot een
koers, iets boven 525 pCt., terwijl -de overige aandeelen aan
aandeelhouders wordén aangeboden in verhouding van
5 tot 1. Een plaats in het bestuur wordt -door de Holland-
sche groep niet verlangd. –
Van -de beurzen -te L o ,n -d e n, N e w Y
0 T
k en P a r ij s
fs slechts uiterst -weinig nieuw-s te vermelden. In de Ver-
eenigde Sten is men thans aangevangen met de werk-
zaam-heden der War Finanoe Corporation, -in zooverre,
dat deze oranisati-e thans toestemming heeft -gegeven voor
een crediet van 10 millioen -dollar, waarmede -de export van
gecondenseerde melk naar Europa zal worden gefinancierd.
Ook in Frankrijk is men doen-de met een dergelijke orga-
nisatie, in-verband waarmede de Banque Nationale Fran-
çaise -du Commerce Exterieur met het Fransche minis-terie besprekingen heeft gehouden ten -aanzien van den
export naar landen met -een lagen valuta-stand.
Te o nz en t is de beurs Vrijwel even apathisch gchle-
– ven als in het buitenland, doch ook met denzelfden vasten
ondertoon. Voor beleggingsfondsen kan men voortdurend
nog goede belangstelling constateeren, hetgeen in de band.
word-t -gewerkt door -den lagen stand van geld op prolon-
gatie. Weliswaar is -hierin iets kistmatigs te zoeken, -doch
het vergemakkelijkt in ieder
,
geval het classeeren van de
thans aangeboden 7 pCt. -leeningen. Zelfs worden er reeds
gewone aandeel-en ter inschrijving geëmiteerd, getuige de
emissie ad.
f
1.000000,— in -de -N.V. Wilton’s Dok- en
Werfmaatschappij. Op den koers onzer inheemsche staats-
fondsen heeft een en ander natuurlijk een -zeer goede uit-
werking, waardoor dan ook in sommige gevallen vrij -aan-
mer-kelijke -verbeteringen te constateeren zijn.
8Feb. 11 Feb.14 Feb.
Rz:of
5
0
10 Ned. W. Sch.
1918
85
9
1je
86
–
86
+
7/je
434
0
/0
,,
,,
,,
1916
8501is
86
2
1
8
86114
—1—
11116
4
01
,,
,,
,,
1916
77
1
14
78
78
+
114
334
0
/0
,,
,,
….
64
1
18
65
31
67
+
2118
3
0
/0
,,
,,
,,
•
234
0
1
0
Ce
N. W.
S.
….
55
7
18
47
8
/8
56e18
47
7
1
56
7
1s
48
1
1
-4–
1
+
71
5
O/
0
Oostindië 1915’….
–
91
92
2
12
,92′!
+
1
1
14
4
0
/o
Hongarije Goud
4 381
4
311/i
–
4
0
I0
Oostenr. Kronenrente
2
8
1i
21j
2
88
1is
+
814
5
0/
Rusland 1906
7
7
116
77
11
e
77
1
44
o/
Iwangorod Dombr
6’14
6’/s
612
+
1
14
4
01
Rusland Cons.
1880
5
1
12
512
511
4
–
11
4
4
0
1
Rusl. bij Hope
& Co
6
1
1.
611
581
–
01
4
4
°/Servië
1895
……
18
18
18
–
434
0
1
0
China Goud 1898
64
11
58
59
–
5
1
12
4
0
1
Japan
1899
……..
543/
s
53’12
–
53818
–
81
4
4
0
Io
Argentinië Buitenl…
–
53t1
53
1
18
53e14
+ l/
5
0/
Brazilië 1895
…….
46/s
46
8
18
4631
–
5
01
,,
1913
……
42
1
/!
43
43111
+ 1
Op de markt voor binnenlandsohe aandeelen hebben
aandeelen Koninklijke Petroleum Maatschappij vrijwel den.
toon en de richting voor de geheele beurs – nangegeveu-
Over het algemeen was het vdrloop hier bom te noemen,
vooral in verband met de reacties i-n ‘het buitenlah-d en de
berichten omtrent prijsverlagingen voor -liet product en de
derivaten hiervan. Zoodra echter de koers van het hoofd-
fonds dreigde aanmerkelijk te -reageeren, ontwikkelde -zich
steun, waardoor met hulp van -dekkingsaankoopen door
baissiers, al spoedig weder een honger niveau kon worden
bereikt. Tegen het slot kon -zelfs een flinke verbetering
worden -geconstateerd, hoofdzakelijk veroorzaakt door
betere Londensche berichten en de ontstentenis van Ame-
rikaanshe slotkoersen, daar -de beurs te Walistreet Za-
terdag j.l. gesloten -is gebleven. ‘ –
16 Februari 1921 ‘
ECONOMISCH-STATITISCH.E BERICHTEN
w
e
i
Ook in de Roemeensche soorten, met name’i•n aandeelen
Orion, werdeb vrij groot,e omzetten tot stand gebracht. De
hoogste koersen konden hier weliswaar niet behouden
blijven, docji de stemming bleef aan het slot toch zeer ge-
animeerd.
Nauw in aansluiting aan de
petraleum-afdeeling
waren
de fluctuaties op de
suikermarkt.
Ook hier werd tegen het
slot der berichtsperiode een zeer aa.nmerkeljke verbetering
bereikt; echter, waren ‘hier de variaties gedurende het
verloop van de achter ons ligende weak niet zoo groot
geweest. De berichten ‘omtrent de wereldmarkt voor suiker
blijven bij voortduring schaarsch; de. houding van de
V. J. S. P. schijnt echter bona-fide ibézitters veel ver-
trouwen in te iboezemeu. De omzetten ter beur.ze werden
echter grootendeels tot stand gebracht door den beroeps-
handel; het publiek geeft ‘bijna geen orders, noch in de
éne noch in de andere richting en zoo is hét te verk!laren,
dat de handel zeer beperkt is gebleven.
Ook voor de verige af cleel’in.gen.
Rubberwaa.rden
gaven
even blijkvan eenige opleving, toen de prijzen voor het
product ‘uit Londen iets geani’meerder werden gemeld en toen de veilingen ‘te Amsterdam ook een iets opgewekter
beeld te aanschouwen gaven. Dit aspect werd echter niet
geheel ‘behouden; toch schijnt er ‘zich een .weinig meer
animo te ontwikkelen
Voor
tabakken
bleef de tendens voortdurend vast. Men
spreekt hier van fusies tusschen de nog overgebleven
zelfstandige ondernemingen en dit stimuleert als steeds het
publiek.
in
g
8Feb. ii Feb. 14 Feb.
Riid
Z
g
0
f
Amsterdaansche Bank -… 177
176
176
– 1
Ned.Handel-Mij cert.’v.aand. 189
192
1
14 194814 + 5514
Rotterd. Bankvereeniging.. 127
1
1, 127
1
1
128 . + ‘i
Amst. Silperiosfaatfabriek.. 115
1
/,
116
.116
+
15
Van Berkel’s Patent ……98
9611
4
.
– 2
Insulinde Oliefabriek …. 79’1
87
‘ 86
+.6/4
Jurgens’ Vër. Fabr. pr.aand. 87
1
18
8714
88112 +
12/,
Ned. Scheepsbouw-Mij …. 89
1
1,
90
90’11 + j
Philips’ Gloeilainpenfabriek 419
420
445
+ 26
R. S. Stokvis & Zonen …. 625
625
625
Vereenigde Blikiabrieken.. 103
101
8
14 103
Compania MercantilArgent. 158
1
1, 153
155
– 31/t
Cultuur-Mij. d. Vorstenland. 218
8
1, 234
238
1/,
+ 19
2
1,
Handeisver. Amsterdam . . 54211 579113 583
1
!2
+41
1
14
HolI., Transatl. Handeisver. 54112
54I1 . 541/,
Lin.de Teves & Stokvis . . -.
12711
9
128’/, –
1
12
VanNierop&Co’sHandel-Mij. 90 ‘/
9114 90
Tels & Co’s ‘Handel-Mij …. 81
8314 •82
2
14 + «
ie
Gee.ons. Roll. Petroleum-Mij. 195’/2 209
21014 + 151/4
Kon. Petroleum-Mij . …… 501
515 ‘ 522
+ 21
Orion Petroleum-Mij… …. .’2/4
58/4
66
+ 3
5
14
Stea.ua Romana Petr.-Mij.. – 120
1
1, 12081, 110
-t– 10′!,
Amsterdam-Rubber-Mij. …. 1 268/
4
140
137’14 + 10’/,
Nederl.-Rubber-Mij. ……. 68
71
1
12
75’/
+ 71/t
Ost-Ja’va-Rubber-Mij. …. 2001 225
219′!, + 181
4
Deli-Maatschappij …….,. 494
498
508
-1-
14
Medan-Tahak-Maatschappij. 323
30
347
+ 24
Senembah-Maatschappij …. 612
621
644
+ 32
De
scheepvaartmarkt
was verlaten en zonder eenige.
richting.
8 Feb. 11 Feb. 14 Feb. Riizingo
Holland-Amerika-Lijn
265 ‘ 269
1
12 276
+ ii-
,,gem.eig 251
256
261
+ 10
Holland-Gulf-Stoornv.-Mij
15
165
165
Holi. Alg. AtI. Stooinv.-Mij 20
20
20
Hollandsche’ Stoomboot-Mij. 110
110
110
Java-China-Japan-Lijn …. 175 – 176
180
+5 –
Kon. Hollandsche Linyd .. .101
1
/,
99314 100
1
;
4
– 111
4
Kon. ‘Ned. Stoomb.-Mij. .. 130
1
1
1,34
138 ‘ + 7
1
1,
Koninkl.-Paketvaart Mij.. . 147
148
1
1 15014 + 3814
Maatschappij Zeevaart … 164
164
140 ‘ – 24
Nederi. Scheepvaart-Unie.. 164
166
169/4 ± 55/4
Nieveit Goudriaan ……271
271
255
– 16
Rotterdamsche Lloyd …… 165 . 164
168
8
1 + 3
8
1
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg” 138
125125
– 13
,,Nederland” . 197
1
1 199′!8 201
± 3814
,,Noordzee” -. ,
48
1
1
4,9
54
7
18 + 6518
,,Oostzee” .. .. 129
129
130
1
14 + 11/4
Op de
Amerikaa,ngche af deeling
overheerschte ‘het aanbod
in verband met de reactie van den Amerikaansohen wis-
selkoers.
8Feb.11 Feb. 14 Feb.
Arnerican Car & Foundry.. 142
1
1,, 142
1
/, .1421/,,
‘
daling.
Anaconda Copper ……..89
18
/1,
92
1
1
-‘ 91’/4 +
1
11
I,
8 Feb. 11 Feb.
14 Feb,. Riz
f
;
g
Un. States Steel Corp…..
95
I
/
95814
95l2
,
Atchison Topeka
……..
95’/
95
9
11,
95’12
+
‘/
Southern
,
Pacific
……..
91
91
90114
–
81
4
Union Pacific
………….
136′!,
13714
137
8
1
+
l’/
Int. Merc. Marine orig. Corn
16’1, 1618
17 ‘/
+
‘/
prefs
6014
.62014
60’/g
Geld op prolongatie 3 pOt.
,
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
Wegens uitstedigheid was onze medewerker tot ons leed-
wezen verhinderd deze week – het gebruikelijke overzicht
samen te stellen.
Men zie voor den staat volgexide pagina.
SUIKER.
In D u i t’s c ‘h la n ‘d en de overige !bietsuikerlanden ver-
wacht men thans met spanning nadere gegevens omtrent
den nieuwen aanplant en worden de daarop invloed heb-
bdu’de factoren druk besproken. Volgens F.O.Licht is het
in Duitschland nog steeds ide ,Zwangswirtsch’aft”, die eene
uitbreiding van den aanplant van suikerbieten belemmert
en zonde bnt ophouden van de regeeringtoontrôle aldaar
de productie gunstig beïnvloeden. De opheffing der regee-
ringsmantregelen was ‘trouwens reeds eenigen tijd geleden
aangekondigd, doch werd later officieel weer tegenge-
sproken. –
De E n g ‘eis c h e Boar.d of Trade statistiek over de
maanid Januari luidt:
–
–
1921′
‘
1920
Import rietsuikej ……….76.838
‘ 57466 ,tons
biet
..
………..
–
– geraffineerd……….175
41.445
Totaal……….77.013
98.511 tons
Voorraad in entrepot
345.650 , – 261.250
raffinaderijen .
26.400
26.900
11
Opbrengst
•,,
.
77.708 ‘
57.451
Binnenland,che consumptie
90.989
111.993
Totaal export
…………485
1.453
In December 1920 bedroeg de consumptie slechts pl.m. 65.000 tons, waartegenover het verbruik van ruim 90.000
tom in Januari ‘dus eene ‘belangrijke toeneming heteekent.
De verlaagde prijzen doen blijkbaar hun ‘invloed reeds
gelden.
De zichtbare voorraden in het begin van ‘het jaar be-
droegen volgens F.O.Licht:
1921
.
1920
1919
Duitschiand 1 Jan.
828.919
582.059 1.028.127 ‘tons
Tsjecho Slowakye 1 Dec. 618.751
417.186
400.0ö0*
– Frankrijk 1 Nov…..124.869
33.136
18.000*
Nederland 1 Jan…..
‘
166.218
81.878
70.081
België
1 ,,
– ….187.160
103.058
72.424
Engeland 1 ……406.799
325.942
396.694
Totaal in Europa 2.332.716 1.543.259 1.985.426 ton,
V. S. v. N. A. 20 Jan. -.
53.227
25.182
34.882
Cuba, alle hav. 29 Jan.319.000
264.700
249.232
– Totaal …… 2.704.943 1.833.141 2.269.540 tong
* Ramiing.
In navolging van A m e r i k a verkeerden de suiker-
markten gedurendë de laatste ‘week in tamelijk vaste
stemming. De prijzen te New York ‘bleven vérder stijgende,
welke verbetering wel hoofdzakelijk verband houdt met
een ‘bericht uit Cuba, dat de Regeer.ing aldaar de suiker-
verkoopen zal gaan contro’leeren en den minimuimiprjs op
434 cents vrij aan boord zal vaststellen. De noteering voor
spot centrifugals liep op tot 5.27 cents, terwijl op,’de ter-
mijnmarkt eveneens hoo’ger genbteerd werd, namelijk:
Maart 4.52, April 4.62, Mei
4.69,
Juli 4.89 cents.
De laatste C u b a-stati,stiek ‘luidt:
1921
1920
1919
‘Weekontvangst tot 5 Febr.
95.000 102.347 145.066 ton,
Tot.ontv.sed.lD.’205F.’21 338.000 769.347 597.684
Werkende fabrieken
164
184
‘ 187
Weekexport tot 5 Febr…
34.000
98.053
92.212
Tot.exp.sed.lJan.-5 Febr. ‘85.000 469.816 293.356
Totale voorraad 6 Febr… 371.000 268.993 302.086
De stemming op J a v a is onvèranderd vast en dispo-
ni;bele suilçer in de tweede ‘hand is nit onder
f
2534 per
picol Lo.b. te koop. Verdere afdoen.tingen van nieuwen
oogst kwamen niet ‘tot stand. –
1
160
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 Februari 1921
Noteeringen.________________________
Chicago
Buenos Ares
Data
Tarue
MaTs
Haver
Tarwe
MaTs
Lijnzoad
Maart
Mej
Mei
Febr.
Febr.
Febr.
12Feb.’21
–
6V/s
–
15,95
10,25
15,50
5
,,
’21
162’/4
66′!,
43/a
15,75
9,70
14,10
12Feb.’20
226
132/8
79/a
14,40
6,35
22,75
12Feb.’19
226
129
608/
8
11,15
5,
18,75
12Feb.’18
220 125
5
/8
81
13,108)
7,308)
20,-
20 Juli’14
82
‘)
56’18)
36113
1)
9,402)
5,38′)
13,70
2
)
t)
per Dec. ‘)per Sept.
8)
per Maart.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten.
14 Feb,.
1921
7 Feb,.
1921
‘
14 Feb,.
1920
Tarwe’
…………..’)
21,75
21,25
Rogge (No. 2 Western)
1)
21,50 21.25
–
Mais (La Plata)
…..-.’)
285,-
285,-
330,-
Gerst (48 ib. feeding)
.
.2)
290,-
295,-
425,-
Haver (38 ib. white cl.). .’)
14.- 14,-
20,25
Lijukoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
192,50
197,50
210,-
1
Lijnzaad (La Plata)..
..’)
420,-
370,-
810,-
) P. 100 K.G. ‘) p. 2000 K.G. ‘) p. 1000 K.G.
4)
per
1960 K.G. *) Hard/Red Winter Wheat nr. 2.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen.
7-12 Feb.
Sedert
Overeenk.7-12 Feb.
Sedert
Övere’enk.
9
1920
1921
1Jan. 1921
tijdvak 1920
1921
IJan.I921
tijdvak 1920
1 2!
74.025
39.511
–
978
14.983 75.003
54.494
Tarwe ………………2.174
Rogge
…………….
2.771
16.141
–
–
–
–
16.141
-.
329
2.196
–
.
—
–
329
2.196
Mais
…………….
12
87.546
46.609
–
6.511
–
94.057
46.609
Boekweit
.
……………..
2
–
47.002
.
466
–
–
–
47.002
466
568
10425
–
419
–
98
10.425
Gerst
………………2.560
..940
11.940 3.602
–
11.043
495 24.983 4.097
Haver
……………..138
15.494
.
15.891
100
–
2.830
1.406
18.324
17.297
Lijnzaad
……………579
Lijnkoek …………….3.572
1.081
5.779
122
122
–
1.203 5.779
Tarwemeel………..135
Andere meelsoorten
–
2.447
3.198
–
–
4
–
–
2.447 3.198
Op de markt in N e d e r la n d ondergingen prijzen voor
ready suiker geene belangrjk9 verandering.
NOTEE RINGEN
1
Amster.
t dom per
1
Londen
New Yo,h
96 pCt.
1
Whjtc Java Amer. Gro-
Dota
IloopendelC
u
b
m
l
T
ates
f.oi,. per
nu/ated
C.
t.J.
Centri-
Febr.! Maart
Febr/Maart
maand
No. 1
fttgdls
1
Sh. Sh.
Sh.
$cts.
9Febr.’24f
–
761-1
361-
–
5,02
2
,,
‘211.,
–
1
761-1
381-
–
4,64
2 Febr.’201,,
–
1
721-1
8916
–
13,04
2 iFebr.’191,,
–
64191
2416
–
7,28
11 Juli
‘
14
1,
11
‘jI
–
1
–
–
3,26
KATOEN.
Noteeringen
voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).
114F
r.
2
II
7Febr.’21
31 Jan.2I Il4Febr.’20/l4Febr.’19
New York voor
Middling
. .
13,75
c
13,65e
14,30 e
38,75 c
25,80e
New Orleans voor Middling
13,- c
.
13,25e
14,- c
39,25e
26,25e
Liverpool voor
Fy Middling
8,92d
9,28(1
9,40d
3092d
1
17,69d
‘) 13 Febr. 1920.
2)
Middling.
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1 Aug. .j
Overeenkomstlge perioden
tot
ii Feb, 21
1919-1920
1918-1919
Ontvangsten Gulf-Havens..
3362
3083
2385
,,
Atlant,Uavens
932
2093
1304
Uitvoer naar Ge. Brittannië
1115
2126
1821
‘t Vasteland.
‘
1914
1936
1304
Japan etc…
Voorraden in duizendtallen
11
I_Febr.
21 113
Febr. ’20
14Febr.
19
1427
1413
1393
Binnenland. ………….
1613
1208
1436
Amerik. havens………..
New York ……………..
109
55
93.
..
.
422
451
New Orleans ………….435
Liverpool
……………
1012
1086
492
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sone,
Manchester, d.d. 9 Februari 1921.
Prijzen van. Amerikaansche katoen zijn gedurende de
week weer ongeveer ‘j d. per .lb
. gedaald, hoofdzakelijk
door voortdurenden drang tot verkoopen en slechte benich-
ten uit de industrie. Voorspellingen over een verminder-
den aanplant hebben weer wat dekkingsinkoopen veroor-
zaakt en de markt sluit wat vaster. Ondanks een iberiolit
uit Alexandrië, dat er pogingen ‘worden gedaan om de rest
van den Egyptischen oogst op te houden in afwachting van
betere prijzen, is de vraag nog niet verbeterd.
Amerikaansche garens worden nog in groote hoeveel-
heden aangeboden, terwijl in het binnenland wel iets meer
vraag schijnt te izijn, zoodat er dan ook vrij veel orders
worden afgesloten. Prijzen blijven echter slecht, hoewel Spinners wel probeeren hun vraagprijzen te verihoogen,
doch tot nu . toe zonder succes. Men heeft dan ook besloten
om de 50 pCt. reductie in werktijd voorloopig nog geduren-
de een maand te handhaven. Ten gevolge van de groote
moeilijkheden om betaling van overzeesche landen te
krijgen, ook all door de groote koersfluctuaties, gaat er voor
export weinig òm, behalve enkele partijen voor de Neder-,
landsche markt. Ook voor den Bailcan isnog iets gedaan in.
extraliard getwijnd en bestaat er voor deze soorten wel
wat be14ngste1ling. De berichten van den Board of Trade
over Januari geven een belangrijke vermindering aan in
den uitvoer van katoenen garens, die slechts 7.188.900 lbs.
bedraagt tegen 16.458.000 lhs. een jaar geleden en 19.093.300
lbs. in ,1913. Over Egyptische garens valt niets van be-
lang te vermelden. De doekarkt blijft kalm en zonder leven, doch overigens is hier ook na ons bericht van de vorige week geen nieuws
te vermelden. Zoolang prijzen voor ruwe katoen en ook
de buitenlalldsche wisselkoersen niet op een eenigszins
stabiel niveau zijn gekomen, vreezen wij, dat het vertrou-
wen van de overzeesche koopers niet zal terugkeeen. Bo-
vendien is de algemeene geidschaarschte, die op. alle mark-
ten schijnt te heer.schen, een ongunstige factor.
2 Febr. 9 Febr.
Oost. koersen
2 Febr. 9 Febr.
Liverpoolnoteeringen.
T.T. op Indië ….1/4
8
/s
114
1
12
F.G.F. Sakellaridis 19,00 18,50 T.T. op Hongkong 2/5
215
1
1
2
G.F. No. 1 Oomra 5,50 5,25. T.T.op Shanghai 3/3 315
HUIDÈN.
Bericht van defirma Grisar & Co.
Er is geen noemenswaardige verandering in de exotische markt en zaken blijven zeer beperkt.
Droge Buenos Aires Americanos genieten op de tegen-
woordige prijzen nog belangstelling; er werden 2000 af-
gedaan.
Nieuwe aanbiedingen luiden tihan.s met 10115 pCt. zomer-
haar, de oudere partijen zijn alle geruimd.
Van de bij inschrijving te Liverpool aangeboden 5000
Liebighuiden kocit Engeland 500, Holland 2000, België
2500, tot prijzen van i0/-11 d., op elf conditiën naar
plaats van bestemming.
Hier te lande bestaat kooplust voor inferieure waar tot
‘zeer lage prijzen, doch houders zijn niet meer geneigd tot
weggeefprijzen der veiling te verkoopen.
16 Februari 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
n1andsche huiden:
.Niettegenstaande
de
ka,lmte
in het artikel zijn wederom de ‘prijzen aan ‘het abattoir te
Amsterdam met
%
ct. verhoogd en betalen enkele hande-
laren 27128 ct. E’eneens voor kalïsvellen zijn hoogere prij-
zen bij inkoop betaald; men ‘zegt voor de centrale landen.
Amerika wil lager koopen door de daling van den dollar.
L o o .i stof ten: Zonder nieuwe gezichtspuûten.
12 Februari 1921.
KOFFiE IN 1920.
(Uit het Maandeljksch Mark’tbericht over December 1920 der firma G. ‘Duuring &
Zoon.)
De invoeren en afleveringen aan de hoofdmarkt,en van
Europa waren voor z.00ver bekend:
*
1920
1919
1918
1917
1916.
1915
1914
in Balen
Inc. 4,634,000 8,662,000 968,000 2,826,000 5,833,000 8,215,000 8,716,000
Aflev. 4,751,000 6,953,000 3,163,000 1,935,OOu 5,531,600 9,078,000 11,658,000
meering.
–
1,709,000
–
–
302,000
–
–
afgel.
117,000
–
2,195,000 1,109,000
–
803,000 2,942,000
in
elf maanden.
De aanvoeren in de Vereenigde Staten waren in de elf
maanden van
dit
jaar 833.000 ‘balen kleiner en de afleve-
ringen 350.000 balen kileiner dan in 1919.
De invoer daar te lande bedroeg in elf maanden van:
1920
1919
198
1917′
1916
1915.
1914
•
In I3alen
8,556,000 9,389,000 6,825,000 8,420,000 7,743,000 8,230,000 0,696,000
en het verbruik in dezelfde periode:
1920
1919
1918
‘1917
1916
1915
1914
in Balen
8,428,000 8,778,000
>
7,858,000 8,406,000 7,443,090 7,694,000 6,846,000
De zichtbare ,werel.dvoorraad bedroeg op..1 December:
1920
1919
1918
1917
1910
1915
1914
in
Balen
8,449,000 10,068,000 11,082,000 10,923,000 11,082,000 10,12 ,000 10,117,000
De ontvangsten in Brazilië bereikten in de eerste
6 maan-
den van
het
oogstjaar het cijfer van 1.544.000 balen in Rio
en 6.372.000 balen in Santos, hetgeen aanleiding geeft te
gelooven, dat die oogsten eenigszins onderschat waren.
Men is ‘daarom geneigd den Rio oogst op 2Y mil’lioen balen
en den Santos oogst op ,8
6
millioen balen aan
te nemen. De 1919-1920 oogst in
Rio
bedroeg 2.549.000 ibalen,
tegen 1.759.000 ‘balen in 1918-1919, 2.952.000 balen in
191.7-1918 en 2.310.000 ‘balen in 1916-’17. De tegen-
woordige wordt op 2.500.000 haled geschat. Daarvan wer
–
den reeds ontvangen 1.544.000 ‘balen. Wanneer men nu,
zooals gezegd, den oogst aanneemt op 2.500.000 balen, dan
blijft te ontvangen in de volgende ‘zes ‘maanden 956.000
balen, tegen 1.182.000 ‘balen in 1920, 736.000 balen in 1919
en 1.255.000
halen
in 1918. De volgende oogst ‘wordt
ge-
raamd op 2.750.000 balen.
De
,S’a.ntos
oogst
1919-’20 theeft.
bedragen 4.161.000 balen,
tegen 7.393.000
balen
in 1918-’19, 12.143.000 balen in
1917-’18 en 9.803.000 balen in ‘1916-’17. Den tegenwoor-
diigen
oogst,, inclusief Minas, raamt
men
op 8.500.000 balen.
Tot einde December werden daarvan ontvangen. 6.372.000,
balen, zoodat van 1 Januari tot einde Juni 1921 nog
2.128.000 balen ‘zouden overblijven, tegen 1.172.000
baden
in 1920, 2.805.000 balen
in 1919 en 4.467.000 balen in 1918.
De volgende oogst wordt
geschat op 8.000.000 balen.
Victorie
wordt
geraamd op 500.000 halen (waarvan
reeds 291.000 ‘balen ontvangen) tegen 634.000 balen
in
1019-1920, 545.000 balen in 1918-’19 en 712.000 balen in
1917-’18. Men raamt den volgenden oogst op 550.000
balen.
Bakje
wordt op 170.000 ‘balen geschat (waarvan 75.000
balen reeds ontvangen), tegen 220.000 ‘balen in 1919-1920,
222.000 balen in 1918-1919 en 160.000
balen
in 1917-’18.
De volgende oogst wordt
geraamd op 220.000 baden.
Uitvoer van
Rio
de Janeiro van 1 Juli tot 31 December.
1920
1919
1918
Naar Noord-Europa …… 351,000 Balen 452000 Balen 126,000 Balen
Middellandsche Zee 102,000
,,
70,000
,, ‘
112,000
Europa.. 453,000 Balen 522,000 Balen 238,000 Balen
V’ereenigde Staten.. 602,000
,,
651,000
,,
200,000
Kaapstad en La Plata 370,000
,,
254,000
,,
315,000
Totaal.. 1,425,000 Balen 1.431,000 Balen 753,000 Balen
Uitvoer’ van Santos van 1 Juli
tot
31 December:
920
1919
1918
Naar Noord-Europa.;.. 1.741.000 Balen 1.130.000 Balen 364.000 Balen
Middellan’dsche Zee’ 398.000
62.000
. ,,
381.000
EUROPA ……
2.139.000 Balen’ 1.192.000 Balen 745.000 Balen
Vereenigde Staten 2.291.000
,,
2.251.000
, ,,
1.117.000
Kaapstad enLaP’lata 109.000
,,
69.000
,,
215.000
Totaal.. 4.539.000 Balen 3.512.000 Balen 2.077.000 Balen
Zeilend van Rio n,ar Europa op 31 December.. 78.000 Balen
tegen
98.000
,,
in 1919
Santos
,,
,,
op 31 December
..
206.000 Balen
tegen
152.000
,, .
in 1919
RIO
Van 1 Juli tot 31 Dec.
1920
‘
1919 1918
Ontvangsten ……..
1.644.000
1.359.000
1.003.000 Balen
Uitvoer naar ‘Europa
453.000
622.000
238.000
,,
N.-Amerika
602.000
655.000
200.000
Voorraad
‘ ……….’
521.000
317.000
908.000
SANTOS
Van 1 Juli tot 31 Dec.
1920
1919
1918
Ontvangsten ……..
‘6.372.000
2.981.000 4.491.000
Balen
Uitvoer naar Europa
2.139.000
1.192.000
745.000
,,
N.-Amèrika
2.291.00
2.251.000
1.117.000
.
Voorraad
……….
3.180.000 1.632.000 5.237.000
Invoeren.
l5ecensber,
1
Van Jan. tot uit. Dec.
1920 11919 119181 1920
1
1919 11918
Balen
1
Balen 1Baleni Balen
1
Balen IBalen
Ned. Oost-Indië
.
19800
46700
–
555400
580400
–
103500 76800
–
369100
240000
–
Centr.-Amerika
en West-Indië.
10900
8200
–
188700
180400
–
Brazilië
………
–
-.
11100
20500
–
Afrika
………100
‘
.
200
7000
–
71600
115200
–
Diversen
……..
Totaal….
138500
138700
–
1195900 1136500
-‘
Voorraad op 1 Januari.
1921
1920
1919
Balen
,
Balen
Balen
Nederlandach
Oost-Indië
205400
189800
–
Brazilië ……………..84800
55700
–
Centr.-Amer. en West-Indië
.45700
98800
–
1800
.2800
–
1600
2000
–
Afrika
………………..
Diversen
……………….
Totaal ……..
439300 349100
–
Tegen voorraad 1 December..
447600
.
358200
–
Afleveringen.
December
Van Jan. tot uit. Dec.
1920
1919
1918
1920
1919 1918
Balen Balen Balen Balen Balen Balen
Alle soorten..
..
146800 147800
–
1105700 825600
–
KOFFiE.
(Mededeeling van de Makelaars G. Duuriug & Zoon, Koifi
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).
Noteeringen en voorraden.
Dato
•
Rio
Santo,
Wisselkoers
Voorraad
Prijs
No.
7
‘ ‘
.
Voorraad
Prijs
No.
4
12
Febr.
1921
473.000
7.795
3.352.000
9.100
9’1
5
‘,,
1921
438.000
7.870
3.512.000
9.100
‘9
1
/1
29′ Jan. 1921
465.000
7.995
3.446.000
9.200
911/j
12 Febr. 1920
3
1
3.000
‘10.750
1.062.000 14.900
181j
Ontvangsten.
Rio
Santo,
Dato
,.4fgeloo pen
Sedert Afgeloo pen
Sedert
week
1
Juli
W~
1
1
juli
12 Febr. 1921….
52.0(i
1.854.000
1
117.000
7433.000
12 Febr. 1920.
. .
45.000
1.663.000
59.000
3 320.000
RUBBER.
De markt was in hèt begin der afgeloopen week kalm
en onveranderd, later echter konden de prijzen zich ongeveer
10 cents per K.G. voor alle posities verbeteren. Spoedig
bleek ëchter, dat de meerdere vraag
slechts van speculatieven
162
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
16 Februari 1921
ard was en de noeerjng kwani wederom langzamerhand
ongeveer op de oudê
prijzen.
Deze zijn:
einde vorige week:
Prima Crêpe loco ……….68’/ c………..
62
1
12
c.
Febr.’/Maart . . .
69
,,
……….63
1
1
April/Juni ..
70
,.
………. 66
Smoked Sheets loco ……..57ij , ………..
58
‘/
,
12
Febr./Maart
58
,……… .
57 l/
Apr./Juni
59
, ………..58
1
/
,
15 Februari 1921.
COPRA.
De markt was deze week zeer vast gestemd, tengevolge
van dekkingsvraag. Het aanbod werd plotseling zeer gering.
De noteeringen zijn:
Ned.-Ind. f.m.s. Januari/Maart aflading..
f
36,50
,,
,, .
,,
Februari/April
,,
… ,,
36,25
,,
,,
,,
loco
………………,, 35,-
15 Februari 1921.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
Ijzer
Cle,,.
‘No. 3
Koper
Standard
Tin
Lood
Zink
14
Febr. 1921..
nom.
71.216
172.216
20.151- 24.151-‘
7
,,
1921..
nom.
72.216
166.151-
22.1216
24.151-
16 Febr. 1920..
nom.
118.716
389.101- 50.101-
60.151-
17 Febr. 1919..
Dom.
75.10/-
2 13.-/-
28.101-
45.-/-
20Juli
1914..
51/4
61.-I–
145.15/-
19.-/-
21.101-
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
Veertiendaagsch overzicht. –
De viachten,markit Is sedert ons vorige rapport slap ge-
bleven. Alleen in de La Plata vaart ‘is wat leven geko-
men. De mededeeling van de Argentijnsche Regeering, dat’
er geen uitvoerrecht op graan geheven zal worden, ‘heeft
blijkbaar den handel weer ‘wat moed tot zaken doen ge.
geven. Als gevolg daarvan zijn er wat hoogere thuisvrach-
ten. betaald, pl.m,. 3716 tegen. 301- verleden week.. Ook de
uitgaande kolenvraohten Cardiff/Plate zijn iets ‘hooger, n..l.
21/6
naar •de ,,lower ports”. In alle andere streken blijft
de apatbáe onveranderd voortduren.
GRAAN.
Data
Petra- grad
Londen/I
R’dam
1 Odessa
Rotter-
dam
All. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo
Rotter.
1
Bristol
Rotter.
1
En ge-
dam
Kanaal
dam
land’
7112 Febr.
1921
–
–
–
519
3216
3216
31 J.15
,,
1921
– –
–
301-
301-
9114 Febr.
1920
-,
–
1)
f66
2
)
816
1901-
2)11215
10115 Febr.
1919
–
–
161-
1716
–
–
Juli
1914 11 d.
‘713
1/11
1
/t
1111
2
1
’12/-
121-
KOLEN.
Bombag Birma
Vladivo-
Chili
L,ata
W03t
Europa
West
Europa
stock
West
‘
West
Europa
(d. u,.)
(rijst)
Europa
(salpeter)
7112 Februari 1921.
. . .
251-
–
–
351-
31Jan15Feb.
1921….
301.-
– –
40/-
9114 Februari 1920….
1251-
1701-
–
–
10115
,,
1919….
Juli
1914..
– .
1416
1613
251-
2213
t)
Per ton stukgoed.
1)
Voor Britsche schepen.
Graan Petrograd per guarter van 496 iks. zwaar, Odessa per unit, Ver. Stoten
per quorter van 480 lbs. zwaar.
Overige noteeringen per ton van 1015 K.G.
INKLARINGEN.
,
VLISSINGEN.
Januari 1921
Januari 1920
Landen van
herkomst
Aantal
BrutoM’.
schepen
,
Aantal
BrutoM’.
schepen
Binnenl
1?avens
1
466
.
1
5.660
Groot-Brittannië
37
206.872
22
138.900
België
…….
1
1.805
–
Frankrijk
1
1.618
1
4.343
Italië
1)
8
–
4.230
14
30.874
LQvant.’)
15
6.983
5
3.384
Totaal ….
63
221.974
43
183.161
Nationaliteit.
Nederlandsche
35
200.791
29
152.109
Britsche
16
16.669
– –
Duitsche
6
1.881
– –
1oorsche
–
‘ –
2
‘
4646
Belgische
6
2.633,
11
25.261
Rualische
‘–
–
1
1.145
Totaal ….
6,
221.974
43
183.161
–
1)
Bijleggers 2) Sleepbooten.
(B. Stofkoper.)
NIEUWE WATEWEG.
Januari 191
‘Januari 1920
Landen van
‘Aantal
schepen
N.R.T.
.
Aantal
schepen
N..R.T.
herkomst
Birineni. havens
34
18.042
5.2
27.960
Groot-Brittannië
254
‘195.918
198
‘
132.055
Duitschiand
88
122.141
32
.
21.751
Noorwegen
..
19
33.610
‘
8
4.926
11
7.194
22
10.519
Denemarken
3
.
1
‘
–
4
L826
Rusland-Oostz.h
L024
– –
–
Finland
1
658
5
2.407′
België
23
.
36.839
–
18
24.046
Frankrijk
75
58.576
.
51
39.507
Spanje
39
50.446
9
8.237
Portugal
3
6.686.
.
1
.
390
Italië………..
–
8
18.414
Griekenland
–
–
4
9.800
Zweden …………..
‘
1
1.096
,
.
1
2.438
Rusland-Zw. Zee
1
3.737
–
1.
‘
4.016
11
22.104
–
–
rurkye
………
And. Midcl. Zeeh.
8
15.453
.
.1
.
.
2.252
–
Dakar
…’ …..
1
.949
Dver. Wk. Afrika
2
.
2.839
3
. .
3.553
Roemenië………..
Zuid-Afrika ….
7
18.476
1
1.248
‘
1
4.105
1
,
1.912
Achter-Indië
..
3
.’
12.159
2
7.103
Ned.
Oost-Indië
6
,
‘
24.898
7
–
27.624
And. Aziat. hav.
8
37.911
‘
4
21.836
‘Jereen. Staten..
63
235.070
38.
.147.689
iIidden-Amerika
2
9.077′
–
–
Voor-Indië
……
ed. West-Indië-
Ned. Antillen
1
1.191
—
Brazilië ……..
2
4.807
2
.
6.629
h.rgentenië
….
7
18.717
‘
19
.
37.545
E’eru
……….
..
–
-‘
1
4.037
..-
3
6.708
–
–
686
.
968.845
‘
485,
551.306
Jhili …………..
Totaal ….
ationaliteit.
ederlandsche …
192
248.853
‘
163
168.047
Britsche
197
306.962
126
148.254
‘
101
51.400
70
33.182
oorsche
36
51.025
26
23.754
Belgische
6
7.254
4
8.257
‘ransche
61
53.285
34
24,324
Duitsche
……..
fweedsche
12
16.816
11
11.390
Deensche
9
9.326
4
1.438
Vereen.Staten
37
142.269
27
83.565
/,.ndere
……….
35
81.655
20
.
49.095
686
–
968.45
485
551.306
Totaal
..
. .
1)
1913,
887
8chepen met
1.039.305 N.
R. T.
(Dirkzwager’s Scheepsagentuur Maassluis.)
ILI
Data
Cara’lff
Oostk. Engeland
Bo,-
–
‘
Genua
Port Plato
Rotter-
Golhcn-
__
deaux
Sald
R wier
dam
burg
–
_
7112 Febr. ’21
–
1819 1716 2016
81-
1216
31 J./s ,,
’21
10/-
1716
161-
1716
.716
–
9114 Febr.
’20
57/6
701-
801-
3716
f
12
–
10115
,,
’19
541-
.4716
4716
soj-
f 10
Kr. 50
Juli
1914
Ir. 7,-
71-
713
1416
312
41-
DIVERSEN