Ga direct naar de content

Jrg. 32, editie 1579

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 13 1947

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

EconomischowStatistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

32E
JAARGANG

WOENSDAG 13 AUGUSTUS 1947

No.
1579
1

COMMISSIE VAN REDACTIE:

H. W. Lambers; N. J. Polak; J. Tinbergen;

H. M. H. A. van dr Valk; F. de Vries;

J. H. Lubbers (Redacteur-Secretaris).

Assistent-Redacteur: A. de Wit. –

Administratie: Pieter de Hoochstraat 5, Rotterdam (W.)
Telefoon: Redactie 38040, Administratie 38340. Giro 8408
Abonnementsprijs van het blad, franco per post in Neder-
land f 26* per jaar. Overzeese gebiedsdelen en buitenland
f 28 per jaar. Abonnementen kunnen ingaari met elk nummer

en slechts worden beëindigd per ultimo van het kalender-
jaar. Losse nummers 75 cents..

Aangeteknde stukken aan het Bijkantoor Westzeedijk,
Rotterdam (W.).

Alle correspondentie betreffende advertenties ie richten
aan de Firma H. A. M. Roelanis, Lange -Haven 141,
Schiedam (Tël. 69300, toestel 6).

IN]IOUID
:
k

Blz.

De artikelen van deze week ………643

Uit buitenlandse bron ……………..643

A tale of two ciVies door
Mr K P. van der Mandele
644

Noodvoorziening Gemeentefinanciën 1948, 1949 tn
1950 door Prof. Mr C. W. de Vries …………
646

De toekomstige werkloosheid door’A
yan Wijnen..
647

Welke maatregelen van de fiscu$ kunnen het sparen
bevorderen door
Mr J. van Hoorn Jr. ……….
648

Aan teken ing en:
Rondom

liet ,,MarslualI-plan”

……………………
649
Franse moeilijklicilon
………… . ………………….

650

Internationale notities:
Economiseho consoildatio In Zuid-Afrika
…………..
651
Verkeersproblemen in de Verenigde Staten
………….
65C
Deense kaas

……………………………………
65C

Geld- en kapitaalmarkt ……………………… 652

S t a t is t ie ken:
Bankataten

……………………………………
653
Stand
‘ftIl ‘S
Rijks
Kas
……………
“:

654
Productie en export van natuurrubber
………. . ………
654
Buitenlandse kapitaalsaldi In’ do’ Verenigde Staten
…..
655
(iroothandelsprljzen liuiden en stcneii
…………….
655 Goudproductio

………………………………. -. .

655

DEZER DAGEN

een schijnbaar rustpunt. Wat zi nu ontspanning brengen:
terra incognita of platgetreden paden? In Indonesië heerst,

politiek althans, de status quo ante; de Republiek stelt
zich buiten Linggadjati. Militirdenken ook Australië en

India in retrograden; zij wensen de politionele actie tot

verboden wandeling te maken. Vooralsnog behoudt van

Mook’s ,,J’y suis, j’y reste” zijn gelding in het belang
van bevolking en minderheden. Blijven de problemen op

het punt, waar zij waren, vele personen gaan over de
Indonesische kwestie op reis. Lake Success is voor de mees-

ten hunner het oord van bestemming, een uitspanning,
waar men voortdurend in touw blijft. Verplaatsing naar
internationaal niveau kon de moeilijkheden van het traject
nidt veranderen.Nederland wijstnogmaals op een binnenpad:
de rondetafelconferentie. Wie zal de paarden vÔÔr de wagen
spannen? Minister Neher soms, die schielijknaar Indië gaat,
per K.L.M. met minder leisterplaatsen? En dat, hoewel Ne-derland’s wederopbouw blijft dringen; gezien de Deviezen-
nota althans schort er, na de van de Wereldbank verkregen

lening van $ 195 millioen, aan de leeftocht voor 1947 nog
rond- f 350 millioen.

Dollars als onmisbaar proviand. De weg, die Attlee koos
voor Engeland’s herstel, leidde in Groot-Brittannië niet
tot een gunstig onthaal. Zolang de economische politiek
de oude wegen volgt, blijft het eigenlijk probleem voor het
Engelse publiek terra incognita. Minister Dalton moest
inmiddels verklaren, dat hej’ noodrantsoen van £ 600 mii-
lioen n.iet irLzijn geheel voor aanspreken vatbaar is; ,,alas,

as an oracle he was wholly dumb”, zo zeide de ,,Financial
Times” van de minister van Financiën.

Een ,,intensification of the mixture-as-before”: de ken-schets’ van ,,The Economist” voorde regeringsvoorstellen

typeert ook een ruimer situatie. Het ,,Marshall-plan”
althans blijkt een voorshands onbereikbaar vergezicht;
de Engelscn – tocht naar Canossa? – trokken naar
Washington voor besprekingen over het vijfde rad aan de
wagen: de steenkolenproductie in het Ruhrgebied – met

Frankrijk als ,,facheue troisième” – terwijl ook inzake
de clausules van de dollarlening de Amerikanen voor een

onderhandse yerkenningstocht bleken te vinden. Daarnaast
doet Engeland pogingen in Oostelijke richting: een aanbod
aan ‘Rusland om de handëlsbesprekingen te hervatten en
een commercieel accoord met Hongarije.

Volgens de Verenigde Staten vormt de Balkan inmiddels
politiek een steeds onherbergzamer oord: Riemenië ont-
ving een Amerikaansd protestnota, Hongarije zag zich
een dollarcrediet voor de aankoop van katoen ontgaan, in
Joegoslavië klaagde Tito over een Amerikaanse economi-
sche blokkade. Ook de overneming door de Russen.van de
grootste Oostenrijkse olieraffinaderij en het daarop volgende

protest van de andere drie der grote vier ging geheel
in het .spoor van vroegere voorbeelden. Platgestreden
paden: in de commissie voor atoomenergie is verschil van
mening tussen de Verenigde Staten en Rusland thans
meer ‘dan ooit een feit. De weg van de Franse premier
Ramadier keert al evenzeer steeds tot hetzelfde uitgangs-
punt: een motie van vertrouwen.

Behoud van uitgangsjunt zelfs bij verandering van
plaats: Gandhi vestigt zich in Pakistan, trouw aan zijn
ideaal van samengaan. –

ROTTERDAMSCHE,

BANKVEREENIGING

225
VESTIGINGEN
IN NEDERLAND

REISCHÉQUES

VOOR

BELGIË

Vermogensheffin gen

Objectieve

en deskundige
voorlichting aan bedrijven en particulieren die een deel van
hun vermogen moeten
vrij-
maken voor betaling der ko-
mende heffingen, verstrekt de

Naami. Venn.

Hollandsche

Belegging- en

Beheer-Mij.

Anno 1930

Heerengracht
320

Amsterdai,
C
.

/

ommlssor1ssen:
Prof, Ir, 1. P. de Vooys;
Drs.
J.
H.
Gispin; Mr.
J.
E. Scholtens.
Directie:
Gerlof Verwey;
Dr. F. Ph.. Groeneveld;
A. C, Leeuwenburgh.

N.V. KONINKLIJKE

N E D E R L A N D S C H E

ZOUTINDUSTRIE

Boekelo Hengelo

ZOUTZIEDERU

Fabriek van:

zoutzuur, (alle kwaliteiten)

vloeibaar chloor

cbleorbleekloog

natronloo& cauitic soda.

ijispen

cul•mborg
amsterdam
rottsrdam

Koninklijke

Nederlandsche
Boekdrukkerij

H. A. M. Roelants

Schiedam

NORTHWESTERN AND PACIFIC

• HYPOTHEEKBANK N.V.
DE TWEEDE NORTHWESTERN AND

PACIFIC HYPOTHEEKBANK N.V.


TE AMSTERDAM.

UITGIFTE VAN
• $1.340.000
31/2
pCt. Pancibrieven

Northwestern and Pacific Hypotheekbank H.V.

en van

$
660.000
3′
/2
pCI. Pancibrieven
De Tweede Northwestern and Pacific Hypotheekbank N.V.

in stukken aan toonder van nominaal
$
400 en
$
200

Oridergetekenden brichteii, dat zij de ii’ischrijving op
bovengenoemde pandbrieven openstellen op

MAANDAG, 18 AUGUSTUS 1947;

van des voormiddags 9 uur tot des namiddags 4 uur,
tot de koers van
100 pCt.,
de dollar berekend A
f
2,65

• te AMSTERDAM: ten kantore van de Heren HOPE & Co.
en van de Heren NACHENIUS & ZOON,

• te ROTTERDAM: ten kantore van de Heren
KRAEMER VAN DER KOOY & Co.

te ‘s-GRAVENNAOE: ten kantore van de
N.V. BANKIERSKANTOOR VAN LISSA & KANN
en
van de Heren KRAEMER VAN DER KOOY & Co.

met recht van voorkeur voor de per 19 Sept. 1947
aflosbaar gestelde Pandbrieven der Northwestern and
Pacific Hypotheekbank N.V. en van De Tweede North-
western and Pdcific Hypotheekbank N.V.,
op de
voor

waarden van het prospectus d.d. 8 Augustus 1947.
Prospectussen ,en inschrijvingsformulieren zijn bij de
kantoren van inschrijving verkrijgbaar.

Northwestern and Pacific
Hypotheekbank N V.
De Tweede Northwestern and Pacific Hypotheekbank N
.
V.

AMSTERDAM, 8 Augustus 1947.

Annonces voor het volgend niîmmèr

dienen uiterlijk Maandag 18 Aug. a.s. in het bezit te

:zijn.van de administratie, Lange Haven 141, Schiedam

DE
TWENTSCHE BANK
N.V

MAANDSTAAT OP 31JULI1947

Kas,

Kassiers en Daggeldleningen

. . . .’ …….
f.

16.883.869.50
Nederlands

Schatkistpapier

…….
…………
..610.679.828,08
Ander

Overheidspapier

…………………..
,

1.238,882,31
Wissels

.’.

……………..
.
.
……………

..
914.535,59
Bankiers in Binnen- en Buitenland

………….
18.055.333.03
Effecten

en

Syndicaten

…………………..
1.956.381,72
Prolongatiën en Voorschotten tegen Effecten
..,,

11.083.925,30
•Debiteuren

……………………. ……..

..83.157.230,29
Deelnemingen (mcl. Voorschotten) ………….

..8.558.870,35
Gebouwen

………. . ………………….

..3.500.000,-
Belegde Reserve voor Verleende Pensioenen
..,,

1.023.837,81

f:

757.052.693,98

Kapitaal

…………………………….
f.

40.000.000,-
Reserve

………………………………

..12.000.000,-
Bouwreserve

…………………………..
2.000.000,
Deposito’s

op

Termijn

………………..

..

63.497.757,63
Crediteuren

……………………………

..623.874.849,47
GeacceDteerde

Wissels

…………..
……..

..
21.814,18
Geaccepteerd

door Derden

………………..
200.145,05
Overlopende Saldi en Andere Rekeningen ……

14.434.289,84
Reserve voor Verleende Pensioenen

……..

..1.023.837,81

f.

757.052.693,98

~
n
J
172~0

Behandeling van, alle’

bankzaken

* *

Bezorging van alle

assurantin.

R. MEES & ZOONEN
ASSU
S ,A,N
TI
E-M
It
K ELAARS

AMSTERDAM.
ROTTERDAM

‘S.GRAVENHACC
OELPI
.
SCHIEDAM
.
VLAARDINGEN

Voor rubriek ,,Vacatures” zie blz. 655

13 Augustus 1947

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

648

DE ARTIKELEN VAN DEZE WEEK.

Mr R. P. van
der Mandele, A tale of two cities.

Twee steden, Amsterdam en Rotterdam, hèhben ieder,

op grond van eeuwenoude ervaring en oriëntatie op respec-

tievelijk Indonesië en Diiil,sland, een nieuwe taak te ver-

vullen bij dp aan- en inpassing van Nederland i,n de ver-

anderde omstandigheden van na de oorlog. 1-let gaat

daarbij niet om de nationale belangen alleen van Neder-

land,’ maar Nederland beseffe onder leiding en inspiratie

van Amsterdam en Rotterdam, dat zowel Indonesië als

Duitsland internationale problemen zijn geworden. Mo-
gendheden als de Verenigde Staten hebben door hua be-
langen in het Verre Oosten interesse in Indonesië. Wat
Duitsland betreft, de ‘rehabilitatie van het Rijn- en ‘Ruhr-

gebied zal de kern zijn, waarom West-Europa zal draaien.

Prof. Mr C.
W. de Vries,
Noodoorziening Gemeentefinanciën
1948, 1949
en’1950.

Een kort overzicht van de inhoud van het rapport’ van

de Commissie voor het herstel van de financiële zelfstan-

digheid van de gemeenten en provinciën. Omte bereike’n,.dat de ‘gemeenten de komende ‘drie

jaren, in de kosten harer huishouding kunnen voorzien, bleek het noodzakelijk, ongeveer f 96,5 n’iillioen nieuw

rijksgeld aan de pot van het Gementefonds toe te voegen.
De splitsing van het Gemeentefonds in twee afdelingen

komt te ‘vervallen. Voor de gemeenten zijn direct be-
schikbaar de totale middelen van het fonds per jaar,
verminderd met drie vôôruitkeringen. De gemeenten
winnen aan zelfstandigheid.

A. van Wijnen,
De toekomstige werkloosheid.

Er zijn tot nu toe vele pogingen geweest tot beheersing
van de conjunctuur: regeling (of beter: afremming) van investeringen in perioden van hausse, wereldvoorraad-
vorming van enkele belangrijke stapelproducten,in welk
verband de I.T.O. en’het werk van de F.A.O. te noemen

zijn. Er heerst nog geen eenstemmigheid.
Nederland kan echter reeds stappen doen om aan het
gevaar van een toekomstige massale werkloösheid te ont-
komen. Het is nodig, zich een beperking op te.leggen
bij de productie van’ goederen, die tijdelijk nog kunnen
worden gemist, om deze weer ter hand te nemen, wanneer
in de belangrijker productietakken werkloosheid dreigt
te ‘ontstaan.

Mr J. van: Hoorn Jr.,
Welke maatregelen oan de fiscus
kunnen het sparen beporderen?

De gedachte van fiscale bev6rdering van het sparen
dateert, met name wat de particuliere besparingen betreft,
reeds uit de vorige wereldoorlog. T.a.v. particulieren zijn
er enkele moeilijkheden: indien er al een maatstaf kan
worden gevonden voor berekening van het te besparen ge-
deelte, hoe kan dan ooit worden aangetoond, dat er inder-
daad besparing heeft plaats gehad? Voorts-moet rekening
worden gehouden met de persoonlijke en sociale omstandig-
heden van de belastingplichtige.
Wat de besparingen in het bedrijf betreft, acht schr. het
Franse systeem voor ons land te prefereren boven het En-
gelse en werkt dit in een cïjferoorbeeld uit. Ook hier het
practische bezwaar, dat contrôle mpet worden uitgeoefend
op de wijze, waarop het bespaarde wordt besteed.

UIT BUITENLANDSE BRON.

lie Nederlandse
tliinantindustrie heeft in de le helft
van 1947 een gunstig handelsbalanssaldo opgeleverd van f 6,2 millioen. De import yan ruwe diamant bedroeg f 4,3
millioen, de export van afgewerkte en voor de industrie
bestemde diamanten f 10,5 millioen. Juni was een top-

maand met, .aldus ,,Financial Times” van 6 Augustus jI.,
een import van

f 1,1 millioen en een export van f 2,4
millioen.-

Is een daling van de Amerikaanse export to verwachten?

In commerciële kringen in de Verenigde Staten verwacht

men, aldus Raymond L. Hoadley in de ,,New York Herald
Tribune” van 3 Augustus jI., dat de Amerikaanse export
in de laatste vier maanden van 1947 aanzienlijk beneden

het hoge peil van het eerste halfjaar, zal liggen. Men wijst
op het volgende:

Vele van de beste klanten, mcl. Engeland èn Frank-

iijk, staan voor een dollarcrisis, die, hangende de bespre-
kingen over de voorstellen van Marshall, beperking van
hun import w’aarschijnlijk maakt.

De’ meeste Latijns-Amerikaanse landen hebben ge-

durende de afgelopen vier maanden de import van niet-
essentiële goederen sterk ingekrompen; kort geleden deden
India,’ Zweden en enkele anderen hetzelfde.

Canada zal, gezien de onigunstige handelsbalans met
de Verenigde Staten vermoedelijk eveneens tot import-
beperking moeten overgaan.

,

Vooral’ de twee laatstgenoemde punten wekken bezorgd-

heid, daar de betrokken landen hun aankopen in de Ver-enigde Staten uit eigen middelen financieren, ,,while the
American taxpayer is the ultimate source of most of the
credits other countries aré using to buy goods here”.

Het Anierikaanse invasiegehi in Duitsland

destijds
op vOQrStel van Morgenthau uigegeve – bleek bij inwis-
seling tegen
‘S’
het oorspronkelijk uitgegeven bedrag met
$ 250 millioen ite overtieffen. Deeden is volgens rEi
m
ë

dat de Russen ook invasiegeld lieten drukken’én wel met
behulp vaii ‘door de Amerikanen afgesthne printers’
plates”. Dit Russische invasiegeld verschilde van het
Amerikaanse ,,by a dash in front of the serial numbei”

De Russen verklaarden hun invasiegeld oninwisselbaar
tegen roebels. Via de handel kwam het in handen vn
Amerikaanse sôldaten. 1-let werd door hen prompt tegn

3 ingewisseld( zonder dat het verschil aanvankélijk wèrd
opgemerkt.
7.

Engelse importen in de Verenigde Staten via New Orleaii
zijn, volgens het ,,l)epartmènt of Commerce”, in e’en ja
tijd met 1.000 pCt toegenomen, t.w. 615.000″lbs. in’ht
le kwartaal van 1946 en 7.148.000 lbs in de overenikorh,

stige periode van’ 1947. De grootste vermeerderïig’vèra
geboekt op wolleh’ goederen, jute, glaswerk, nibtoi’fiètsb
en antiek. ,,The Times Review of Industry” an Augostus

meldt, dat de Verenigde Staten behoefte hebben aan
,,high quality gdds”.

De steenkolenprodïsctie in deworeld toont, aldus ,,L’Ec-
nomie” van 7 Augustus jl., deze verschuiving, dat zij, ver-
geleken met voor de oorlog, in Europa afneemt,terwijl

zij elders is gestegen, zoals uit onderstaande cijfers blijkt:

1937-

1946

1947
’38-’39

Gem iddelen

gemiddelde

2e trimester
in millioenen tons

Nederland

……….
1,1
0,7
0,8
België

……………
2,5
1,9
2,2
Groot-Brittannië
19,5
16 17
Duitsland en Polen
16,2
9,4
10,8
Frankrijit

………..
4
3,9
4,2
rf
5
j
ec
l
os
l
owa
kjj
e

. . .
1,4
1,2 1,3
Verenigde Staten

. . .
34
44,3
541)

Zuid-Afrika

……….
1,3 1,9 1,9
India

……………..
1,9 1,7 2,1

– ) Op’ basis van le tnimester

644

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Augustus 1947

A TALE OF TWO CITIES.

Amsterdam.
Bij het noemen van Amsterdam herrijst

on*illekeurig voor onze ogen de Oost-Indische Compagnie,
die, wanneer niet alle tekenen bedriegen, de Engelsen thans

als voorbeeld voor ogen hebben bij de verwezenlijking van

hun nieuwe ,,Commonwealth of Nations” of beter gezegd,

bij hun ,,Third” of ,,Trading Empire”, zij het dan ook op

een veel hoger niveau, want de ervaring van drie eeuwen,

die ertussen liggen, en deontwikkeling, die de wereld in-

middelg genomen heeft, kunnen niet over het hoofd wor-

den gezien. Wanneer ons de gang van zaken in Indoresië

extra onbevredigd laat, dan komt dit onzes inziens omdat

wij
naar binnen
niet voldoende, met het Amsterdamse
belang rekening howjen en
naar buiten
niet genoeg de

Amsterdamse geest laten uitkomen. Of wij het wensen of
niet, de wereld gaat in de richting van functionele decen-
tralisatie, wat tengevolge zal hebben, dat in
onze
verhou-

ding tot Iidonesië het accent op de onderlinge economi-

sche verbondenheid – niet te vereenzelvigen met liberale
economische penetratie – dient gelegd te worden, maar

dat tevens de mogelijkheid onder de ogen gezien moet wor-

dën, dat daarnaast voor Indonesië 66k nôg een politieke,
strategische en culturele regionale belangengemeenschap be-

staat. Ons wil het voorkomen, dat wij de Indische kwestie

te eenzijdig als een zaak tussen ons en Indonesië zien en

het’internationale aspect totaal negeren.

Niemand kan ontkennen, dat de politieke structuur van Azië een algehele wijziging heeft ondergaan. Daardoor is

de verhouding van Indonesië niet alleen tot het Moedei-

land, maar ook tot zijn buren en tot de grote mogendheden

volkomen veranderd en niemand zou durven beweren, dat
Engeland en Amerika niets met de Indische zaak hebben
uit te staan, omdat deze een interne aangelegenheid van

Nederland is.
Zeer zeker
bestaat er een Indische kwestie,

verband houdend met de reorganisatie van ons Koninkrijk

en de plaats, die Indonesië in het Rijksvèrband zal innemen,

wat een zuiyer en uitsluitend intern Nederlands-Indisch

yraagstuk
is; maar daarnaast, of beter gezegd daarbovenuit,

is voor
,
ons, voor Engeland en Amerika, kortom voor alle

landen,

die bij de nieuwe oriëntering van Zuid-Oost-Azië

direct of indirect betrokken zijn, een gemeenschappelijk,
resp. een internationaal probleem ontstaan, dat wij eerst
onder de ogen hadden moeten zien, alvorens ons eenzijdig
op het nationale aspect blind te staren. Engeland, dat tot

nu toe de verbindingslijn (66k voor ons!) naar Zuid-Oost-
Azië opengehouden, bewaakt, verdedigd en last not least
ook bekostigd heeft, trekt zich strategisch en politiek op
korte termijn uit Indië terug; het geeft Ceylon dominion-
status; het erkent Burma als onafhankelijke staat en het
verlaat Egypte. Het ziet zich cm economische redenen ge-
dwongen de sterkte van zijn troepen te verminderen. Chur-
chill heeft trouwens al enige tijd geleden gezegd, dat de
Engelsen nu eindelijk eens moesten uitscheiden de ,,bloed-

gèvers yoor de gehele wereld” te zijn. Engeland is nu met
Amerika overeengekomen, om zich zoveel mogelijk militair
uit Azië terug te trekken, wat in de practijk hierop neer zal
komen, dat’ de Verenigde Staten in veel hogere mate dan

tot nu toe de verantwoordelijkheid, dus 66k de lasten,
zullen moeten overnemen, die nu eenmaal aan de positie van wereldmacht verbondén zijn. Kunnen wij onder deze
omstandigheden van de Engelsen verwachten, dat zij
hun

leger inkrimped en het onze ‘blijven financïerèn? Het is

immers een open geheim, dat de uitrusting onzer troepn
tot op de laatste cent door Engeland is voorges’choten.

,,Hoe kömt het nu”, zal men zich afvragen,’ ,,dat de
verwijdering tussen Nederland en Engeland met zijn Do-
minions hoe langer hoe groter wordt, terwijl vij toch

onmiskenbaar in Zuid-Oost-Azië een gemeenschappelijk
belang te verdedigen hebben? En hoe komt het verder, dat
Frankrijk, hoewel het eveneens grote interne moeilijkheden’
in Indö-China op te lossen heeft, van de kant van Engeland
geen inmenging en geen hinder ondervindt?” Het ant

woord lijkt nogal voor de hand’ liggend: Frankrijk heeft

eerst zijn buitenlandse politiek in Zuid-Oost-Azië in ovér-
eenstemming met die der omringende landen gebracht en

is pas daarna met de interne reorganisatie begonnen en
wij vrezen, dat wij. hoe langer hoe verder vanhuis komen,

wanneer wij ons er niet spoedig rekenschap van geven,
dat ook wij met twee totaal verschillende problemen te

maken hebben, namelijk met een
internationaal
en meten

Nederlands-Indisch
probleem.

De meest verspreide mening in Nederland is, dat wij

het niet van de Engelsen moeten hebben en dat uitsluitend
Amerika ons helpen kan, want zonder grote dollarlening,
waarmede wij Indonesië weer op de been kunnen helpen,

wordt onze ,,terugkomst” een precaire zaak. Dit is onge-

twijfeld juist, maar daarmede raken wij een ander teer punt

aan, nmelijk onze interne verhouding tot de Republiek.

Willen wij van Amerika een lening op zuiver commerciële

basis, zo moeten wij eerst zelf met Indonesië tot een

nuchtere en duidelijke economische verstandhouding ge-

komen zijn. Hierover staan Amerikaanse officiële kringen

even versteld als de Amerikaanse zakenwereld. Zij vinden
het onbegrijpelijk en verbijsterend, dat deals zo ,,shrewd”

bekende staande Hollanders niet eerst economisché af-
spraken gemaakt hebben, alvorens over volkomen bij-

komstige dingen te onderhandelen. Wij zouden het nu aan

de beoordeling van de Amsterdamse koopman willen

overlaten, of hij aan de Republiek, ifi Amerikaanse ogen,

een.kans geèft; of hij meent, dat het totaal verarmde,

maar zéér deskundige Nederland voldoende borg zal kun-

nen zijn voor Amerikaanse investeringen op grote schaal,

of dat niet een derde mogelijkheid de beste oplossing zal

brengen; de nauwe samenwerkink
van .allen,
Amerika

daaronder begrepen, in Zuid-Oost-Azië.
,,To Pool our resources” werd door Generaal Marshall
aan ons in 1947 voorgesteld. ,,To Pool our resources” werd

in 1940 zowel voor Zuid-Oost-Azië als 66k voor Afrika

door de Engelsen geadviseerd en met groot succes door-
gevoerd. Hlaas hebben wij door de Japanse overval niet
lang van deze pool kunnen profiteren. België met zijn

Congo verkeerde n verkeert daardoor ook heden nog in

gelukkiger omstandigheden. De Engelsen hebben met
hun spreekwoordelijke vasthoudendheid het idee van een
,,Mixed Chartered Company for South East Asia” nooit
laten schieten en Bevin heeft enige tijd geleden de Ameri-
kanen tot nauwere samenwerking in Zuid-Oost-Azië uit-
genodigd wat deze in principe aanvaard hebben. Neder-
land stond tot nu toe zeer afwijzend tege’nover deze
plannen en misschien was eei’st de Amerikaanse bemidde-
ling resp. de Amerikaanse schakel nodig om de uit de

nood van de oorlog geboren en daarna weer verbroken samenwerking tot ‘een alom bevredigende en blijvende

te maken.
Ons koloniaal beleid onderscheidt zich heel. duidelijk van het Engelse en van het vroegere Spaanse; d.w.z. het

kende twee fazes. De e’erste was die der handelsneder-
zettingen op strategisch gewichtige punten en overigens
van de ,,splendid isolation” l’Anglaise. De tweede was
die der Missie, van de vermenging der rasseii, van de
,,pénétration culturelle”
6L
l’Esjagnole, en het is zo goed

te begrijpen, dat het sentiment een doorslaggevende rol
speelt en dat een gevoel van bitterheid en teleurstelling
bij diegenen bestaat, ,die meenden, dat zij juist dat aan de

Indonesisèhe bevolking brachten en gaven, waarin ons
koloniaal beleid in zijn eerste faze tekortgeschoten was.
Hun kunnen wij alleen een troost
en
uit het dagelijks leven

en
uitde geschiedenis geven: De tegenstelling vader—zoon
wordt vaak pas door de kleinzoon tot een hogere eenheid

gebracht. .
Het Spaanse kolonialé experiment in Zuid-Amerika
verschijnt ons nu, na drie eeuwen, in een geheel nieuw
licht. Daar ‘is een wereld ontstaan, die de ontwortelde zoon
van Europa met open armen opneemt en die de hoedster

was van zijn culttur, die thuis door twée wereldoorlogen en

13 Augustus 1947

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

645

door een aziatische ideologie onder de voet gelopen is.

Dit alles neemt niet weg, dat het moeilijk zal zijn om een

andere bladzijde in onze geschiedenis met Indië open te

slaan en deze door andere mensen te laten beschrijven.
De beurt is nu weer aan
Amsterdam,
maar niet in die

zin, dat wij het algemeen Nederlandse belang aan Amster-
dam ondergeschikt willen maken. Neen, wij doen geen be-

roep op de Amsterdamse zakenman, maar op de Amster-

damse
Koopman-Regent,
die begrijpt, dat het niet om de limousine van de kapitalist, maar om de boterham van
allen
gaat en die voelt, dat hij alleen dan recht van spreken

en kans van slagen heeft, wanneer hij het
algemeen belang
tot het zijne weet te maken en niet andersom.
Amsterdam, herneem de leiding in de Oost-Indische
Compagnie en…. wij volgen.
**
*
Rotterdam
– de Rijn:
twee
namen,
één
onafscheidelijk
begrip, en hoe wisselvallig ook het lOt der rijken langs

de Rijn geweest moge zijn, steeds weer kwam hij tot macht

én welstand, die het Rijngoud, de op de bodem van de
Rijn rustende sprookjesachtige Nibelungenschat wist te

lichten; d.w.z. die zich een levend aandeel aan en op

deze maohtigste Europese stroom wist te verzekeren.
Rotterdam heeft met de opkomst van het industriële
Duitsland, met het Duitsland van Bismarck, zijn kans ge-
grepen en heeft zich een unieke positie weten te veroveren.
Zijn Rijnschat werden de zwarte diamanten uit de Ruhr.

Omdat Rotterdam de natuurlijke poort is, die van
en naar het dichtbevolkte en zwaar geïndustrialiseerde
Rijn- en Ruhrgebied leidt, is het vanzelf ten nauwste met deze streek verbonden en deze streek is nu
Engelse bezet-
tin gszône
geworden. Niet alleen van
subjectief
Rotterdams
standpunt, maar ook objectief bekeken, is de Rijn- en Ruhr-
vallei het kostbaars’e onderpand, dat zich de bezetter
kon uitzoeken, en wanneer wij aan het doorgestane leed
der laatste oorlogsmaanden denken en aan de ontzaglijke
verliezen, die zich de Engelsen hebben noeten getroosten
in de slag bij Arnhem en Oosterbeek, dan beseffen wij,
dat zij en wij, door de gemeenschappelijk gebrachte offers,
ç’oortaah
nauw verbonden zijn aan dit gedeelte yan Duits-
land en wel door hogere dan door zuiver economische be-
langen.

Twee keer binnen vijfentwintig jaar heeft de verkeerd

geleide stroom uit de krachtcentrales van Opper-Silezië en
de Ruhr wereldbranden veroorzaakt, die ons gehele conti-
nent in as en puin hebben gelegd. Een derde keer mag dit niet meer gebeuren en daarom moeten de schakel-
borden onder internationale contrôle komen en moet de

toevoer van de krachtstroom zô verdeeld worden, dat het
gevaar van kortsluiting practisch onmogelijk gemaakt
wordt. Daarvoor hebben wij gestreden en geleden en hierop
zullen wij onze toekomstige verhouding tot ons achterland
moeten baseren. Dat deze verhouding daardoor totaal
gewijzigd is, behoeft eigenlijk geen betoog. Vaak ziet men
echter alleen de onmiddellijke en economische veranderin-
gen, die plaatsgevonden hebben, en vergeet daarbij de
politieke, psychologischn en ideële, hoewel deze onzes in-ziens de doorslaggevende zullen blijken te zijn.

Van direct onmiddellijk belang voor ons, als de be-
vrachters van Europa, is natuurlijk de vraag, of de deur
naar Oost-Europa zal opengaan, of dat het ijzeren gordijti
voorgoed gesloten blijft. Het antwoord hierop is de Russen
tijdens de Parijse conferentie officieel ontlokt. Officieus
vermoedden, of beter gezegd wisten wij allang, wat z,ij
voor plannen met Oost-Europa hebben. Deze dienen wij eerst te onderzoeken, vöérdat wij ons bang laten maken,
op latén zwepen en als eën fatum aanvaarden, dat de breuk
tussen West en Oost onvermijdelijk is geworden.
Er bestaat een volslagen militaire alliantie tussen Rus-
land en Polen, Tsjechoslowakije en .Yougoslavië met ge-
meenschappelijke opleiding en training, rationalisering van
wapens en uitrusting èn nauwe ohderlinge samenwerking
der Generale Staven. Finland, Hongarije, Roemenië en

Bulgarije kunnen, omdat zij practisch ontwapend zijn, geen

eigen militaire wegen volgen, maar hun officieren zijn in
Rusland opgeleid, zodat wij als vaststaand feit moeten

aannemen, dat Rusland, ingeval van een gewapend con-
flict, op de bijstand van zijn buren kan rekenen.

Ook de buitenlandse politiek der Oost-Europese staten

tracht Rusland zoveel mogelijk te beheersen, wat deze

echter grotendeels vrijwillig aanvaarden als garantie

tegen eei hernieuwde Duitse overval. Tsjechoslowakije,
dat eerst zijn deelneming aan de. Marshall-Conferentie in
Parijs toegezegd had, moest deze onder druk van Moskou

later weer intrekken, daar het plan-Marshall volgens Rus-
sische opvatting een politieke strekking heeft. Dat Rusland
alles doet om de Oost- en Zuid-Oost-Europese economieën
onderling te coördineren en deze als
een
geheel ten bate van
zijn eigen vierde vijfjarenplan in te schakelen, is van zijn
kant begrijpelijk. Of het lukt, lijkt voorlopig problema-
tisch.

Uit dit gezichtspunt bekeken is het echter duidelijk,

waarom Amerika de Russische avances om e’en Donau-
Valley-Authority te financieren of om leningen aan Tsje-

choslowakije en, 1-longarije te verstrekken geweigerd heeft:

Uiteindelijk zouden deze Amerikaane dollars toch in de
Russische economie beland zijn. Van een
werkelijke
Russische penetratie, waarmede mën
ook in de toekomst rekening moet houden, kan o.i. voor-

lopig alléén in Roemenië en Hongarije sprake zijn. In deze
beide landen hebben de Russen de vroegere Duitse en vijan-
delijke bezittingen overgenomen en hebben zij, in samen-
werking met de regeringen dier staten, maatschappijen
voor luchtvaart, scheepvaart, olie, hout, bauxiet en levens-
middelenexport opgericht: Door het aan zich trekken van-..

de Oostenrijkse Donauschiffahrts-Gesellschaft (als vroeger

Duits bezit) heeft Rusland practisch het monopolie der
Donauscheepvaart verkregen.

Finland’s export en import naar en uit het Westen be-

droeg over het afgelopen jaar 70 pCt van het totaal;
Tsjechoslowakije’s handel (Amerika inbegrepen) was voor
ca. 50 pCt op het Westen ingesteld en ook het nieuwe
handelsverdrag met Rusland, dat begin Juli in Moskou

ondertekend is, zal hierin geen fundamentele wijziging
brengen. Tussen Engeland en Polen is een handelsover-

eenkomst geslôten, die de tendens van sommige Oost-
Europese landen, om hun handel met het Westen uit
te breiden, verder onderstreept. •Van meer ingrijpende
betekenis is de overeenkomst tussen Tsjechoslowakije en
Polen om de Opper-Silezische ‘krachtcentrale voor de
samenvlechting van hun beider industrieën te gebruiken,

met het doel om uiteindelijk de Duitse leverancier op dë Balkân te vervangen. Dit laatste echter is een plan
op ,,lang zicht”. Voorlopig zitten alle Oost-Europese
landen te springen om goederen die hun alleen het Westen
kan leveren en die zij graag tegen hun landbouwoverschot-
ten zouden willen ruilen.

De conclusie, die wij uit het bovenstaande zouden willen
trekken, is deze: dé grondstoffen uit Opper-Silezië worden

hoofdzakelijk in Polen en Tsjechoslowakije verwerkt,
waardoor de energiestroom al omgeschakeld is. Voor eèn
politiek-economische penetratie
a
la Russe is Oost-Europa
voor het Westen (dus voor Amerika) voorlopig gesloten,.
maar voor zuivere handelstransacties tussen Oost en West
staat de deur wijd open.
Wij laten in het midden, of het Marshall-plan niet een-
voudig de lôgische gevolgtrekking is van het Russische

optreden in Oost-Europa, en constateren alleen, dat het
negatieve doel van de tweede wereldoorlog door de ver-

deling in een Oost en West-Europese economie verwèzén-
lijkt is. Maar daarmede begint meteen de grote opbouwende
taak voor het esten, die wij nôch zonder de scheppende

visie der Engelsen, nôch zonder de royale Amerikaanse
geldschieter, nèch zonder de onfeilbare logica der Fransn,
nôch zonder het cement der kleinere naties en nôch zonder
dé vlijt en de vindingrijkheid der Duitsers kunni vol-
brengen. Vaak wordt de mening geopperd, dat de Duitsèrs

646

,

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Augustus 1947

deze ,.,’Umwertung aller Verte”, zoals zij het pledhtig
plegen uit te drukken, het moeilijkst zalva1len. Toch ver-

gisse men zich hierin niet! Er komen veelal berichten uit

Duitsland, die er op wijzen, dat de Duitser, juist omdat

hij alles verloren heeft, volkomen openstaat voor een nieuw
ideaal en dat de Eurôpesé gedachte zelfs al zéér sterk in

hem leeft. Alles zal nu daarvan afhangen, of. wij ons over

ons
kleine
eigenbelang zullén weten heen te zetten en of
wij de Duitsr kunnen aansporen tot vrijwillige medewer-

king aan een gemeenschappelijke’zaak,want anders blijft

het onbégonnen werk. Op het ogenblik tracht Duitsland
alles, wat hem opgelegd wordt, even nauwgezet te saboteren

als wij het tijdens de bezetting deden. Er heerst generlei meningsverschil tusen de Engelsen,

Amerikanen en Fransen hierover dat de grondstoffen van

de Ruhr voor de wederopbouw van
geheel
West-Europa

gebruikt dienen te worden;. men is het er alleen nog niet

over eens, hoe en in welke mate , doch flierover zullen de
Engelsen ‘en Amerikanen op de op 12 Augustus in Wash-

ington .begonnen conferentie wel tot overeenstemming
komen. Hoogstwaarschijnlijk zal men dit compromis weten
te bereiken de productie zo hoog mogelijk opvoeren en

de Fransen een groot percentage daarvan toewijzen, zodat

enerzijds aan de Franse eis voldaan wordt, anderzijds

tevens Duitsland een aanieiilijke’ hoeveelheid., overhoudt

voor zijn eigen economie. ;
**
*
Evenals bij de Indonesische.kw’estie rijst ook bij de Duit-

se de vraag, waarom Nederland soms een’bepaald vijandige

•en afwijzende houding van Engelse kant ondervindt ‘en
waarom het zo angstvallig uit zijn vroeger werkterrein
ge’eerd wordt. He,t antwoord, ‘dat wij van gezaghbbende

Engelse kringen steeds weer krijgen, komt hierop neer:
,,Nederland denkt nog teveel in de geest van v66r 1939

en wacht,nog steeds op het er zaken doen met een onaf-hankelijk Duitsland, in plaats van zich met zijn vroegere
.bondgenoten te verstaan over het nieu’e Europa”. Wij

geloven niet, dat dit verwijt volkomen gerechtvaardigd is;

zeer zeker niet wat Rotterdam betreft. Rotterdam heeft
allang begrepen, dat het de bakens moet verzetten en

.dat het rekening moet houden met de nieuwe functie, die.

het Rijn- en Ruhrgebied in de West-Europese samenleving’
gaat vervullen. 1-let %’eet, dat de kost voör de haat uitgaat
en dat niet alleen Duitsland, maar ook geen ander Europees’

land meer uitsluitend voor zijn eigen, nationale economie
kan werken. 1-let beseft, dat niet alléén Frankrijk, maar
66k Amerika’ en Engeland hun aandeel in de grondstoffen
uit de Ruhr willen.hebben en dat deze gedeeltelijk in Ne-
derland. verwerkt zouden kunnen worden. I-Iet’begrijpt, dat Engeland zal zorgen, dat de geweldige goodwill, die
Duitsland nog steeds in Zuid-Amerika heeft, aan de
Europese zaak niet ontgaat en dat het alleszalçloen om
een levendige uitwisseling van goederen met Latijns Ame-
rika, vooral met Argentinië, te bevorderen, en’het hoopt,
dat een belangrijk gedeelte daarvan ‘via Rotterdam zal
worden versçheept. En. lastot least realiseert het zich,

dat de enige schadevergoeding, die wi.j uifeindelijk van
Duitsland kunnen verwachten, in het overtrengen van
bepaalde industrieën naar ons land zal bestaan.
Rottërdam heeft een heel andere mentaliteit dan Am-
sterdam. Amsterdam heeft door ‘zijn eeuwenlange traditie’
als handels en geldcentrum een ruimere kijk op het wereld-

gebeuren kunnen krijgen dan Rotterdam. Rotterdam daar-
entegen is door zijn nauw contact met het grootste industrie
gebied van het vasteland in aanraking gekomen met de vraagstukken van de financiering en van de onderlinge

verbondenheict,yan het bedrijfsleven,, zowel als met de
problemen van de moderne vakbeweging en van ,d sociale
hervormingen en heeft daarin zijn ervaring, opgedaan..
Wanneer Rotterdam de roeping voelt de leiding te moe-
.teii nemen in de Duitse zaak, zo denkt het daarbij niet in
de eerste plaats aan zijn eigen belang. 1-let beseft echter
diep, dat de nucleus, waarom West-Europa zal draaien;

het Rijn- en Ruhrgebied. zal zijn, waarmede hei door

ontelbare oude en nieuwe banden is samengevlochten.

K. P. VAN DER MANDELE.

NOODVOORZIENING
GEMEENTEFINANCIËN
1948, 1949
.
EN J950.

Het (voorlopig) rapport van de Commissie voor het

herstel van de financiële zelfstandigheid van de gemeen-

ten ën provinciën is ve’rschenen. Het rapport brengt enige
desiderata ‘voor een meer duurzame regeling van de finan-

ciële betrekking tussen het Rijk en de gemeenten, maar

gaat öp çleze trouwens overbekende punten geenszins

in. 1-let ligt in de bedoeling, dat een afzonderlijk rapport

wordt uitgebracht ten aanzien van’ de financiële . positie
der provinciés. Dit rapport kan spoedig worde’n verwacht.

De wijziging in de taakverdeling tussen Rijk, provincie

en gemeënte wordt nog niet aan de orde gesteld. Evenmin

wordt een voorstel gedaan om bepaalde uitgaven van de
gemeenten naar het Rijk over te hevelen. Vast staat ook,

dat ten gevolge van het oorlogsgeweld veel’gemeentelijk

bezit is verloren gegaan. Voor herstel en wederopbouw

zijn enorme sommen nodig. Het Rijk heeft nog hierin een

deel der kosten definitief te vergoeden.
Iedereen is in Nederland overtuigd ,,van de noodzaak,

dat de gemeenten haar financiële zelfstandigheid herkrijgen”
(woorden van de voorzittér der Commissie). Thans wordt

een p9ging gedaan enige meerdere zëlfstandigheid voor

de ge’ffieenten te veroveren. Een nieuw, eigen belasting-
gebied ‘ijoor gemeenten en provinciën wordt niet aange-

geven.
**
*

De Commissie’draagt een wetsontwerp voor als nood-
voorziening, teneinde de gemeenten over de drie komende
jaren in staat te stellen in de kosten harer huishouding te
voorzien. Om dit te bereiken bleek het noodzakelijk een

bedrag van pl.m. f 96,5 millioen nieuw rijksgeld aan de

pot van het Gemeentefonds toe te voegen.
De splitsing an het Gemeentefonds in twee afdelingen

(ingevoerd in 1941) komt te vervallen, omdat de uitvoering
dezer noodvoorzïening ten gevolge heeft, dat de bekende ,,steunverlening” aan noodlijdende gemeenten, ingevolge

de wet van 22 December 1938 S. 715, in hoofdzaak onnodig
zal worden. Is ‘deze ,,steunverlening” in enkele gevallen
nog nodig, dan wordt zij over de begroting van Binnen
landse -Zaken gefinancierd, zulks ,,als vanouds”, om met

Gijsbrecht Karel te spreken. 1-Jet bedrag van f 85 millioen,
dat onder deze tweede afdeling als steunverlening werd.

uitbetaald, wordLals oud geld aan het nieuwe geld toege-,
voegd, in die zin, dat dit oude bedrag is begrepen in de
grote nieuwe uitkering aan het Gemeentefonds berekend
als hieronder aangegeven sub d.
De gemeentebesturen ontvangen uit het Gemeentefonds
een uitkering, berekend naar objectieve maatstaven, aan-
gevuld met subj ectief beoordeelde bijdragen. Het Gemeente-
fonds is niet langer een nivelleringsfonds maar een uit-
keringsfonds. Op het voor drie jaren vaststaande bedrag der uitkering kan de gemeente, gedurende deze periode,
geen invloed uitoefenen. Een aanvullende versterking der inkomsten van bepaal-
de gemeenten vind,t plaats door de ,,belasting-uitkering”
voor de gemeanten, toegestaan waar de eigen belasting-opbrengst blijft beneden een nader bij A. M. v. B. te be-

palen bedrag.
Voor degemeenten zijn dus direct beschikbaar: de totale
middelen van het fonds per jaar, verminderd met’ de drie
vôôruitkeringen, te weten: jaarwedde-uitkering, en de
belasting-uitkering zowel als de bijzondere uitkering,welke
niet aan alle gemeenten worden uitgekeera.
• Men vreze niet, dat bepaalde gemeenten ‘te veel zullen
innen. .Een kortingsregeling is mede in

de wet çpgenomen,

13 Augutus 1947

ECONOMISÔH-STATISTISCHE BERICHTEN

647

hetgeen echter niet zeggen il, dat elk surplus dadelijk
wordt afgenomen. Eerst wanneer een gemeente 10 pCt.
van de belastingcapac.iteit onaaiigesproken laat, begint de korting. Enkele gemeenten zullen stellig een surplus

kunnen boeken. 1-let gezamenlijk surplus wordt echter

slechts berekend op 8 miljoen. Het aantal gemeenten, dat nog een bijzoidere bijdrage zal behoeven, zal veel groter
zijn.
**
*

De gemeenten winnen aan zelfstandigheid. Ook de bij-

zondere uitkeringen zijn niet aan bijzondere voorwaarden
gebonden; zij worden verleend uit het Gemeentefonds,
dus uit het gezamenlijk belastinggebied der gemeenten,
en niet uit ,,Rijks”-geld, toegewezen op de rijksbegroting.

Ook de bijzondere uitkering wordt voor één maal vast-

gesteld, geldend voor de jaren 1948-1950. In de dekking
van de tekorten van vorige dienstjaren is nu mede voor-

zien.

1-Jet wordt als een vodrdeel voor de gemeenten beschouwd,
dat zij belang krijgen bij de algemene stijging of daling der

opbrengsten van de massa der rijksbelastingen. De pot
van het fonds wordt immers gevoed door storting van:
de zuivere opbrengst van de hoofdsom der groodbe-
lasting;
de zuivere’opbrengst van de hoofdsom der personele

belasting;
de zuivere opbrengst van de ondernemingsbelasting
bij toepassing van het vermenigvuldigingscijfer 1. Maar
thans
een jaarlijkse uitkering uit ‘s Rijks kas gelijk dan een

(door de wetgever alsnog te bepalen) percentage van de
zuivere opbrengst van de massa der rijksbelastingen. Deze
opbrengst wordt over 1948 begroot op ruim 1 2 niilliard,
zodat elk percent ruim 1 20 millioen vertegenwoordigt.
De Commissie heeft in haar voorstol niet,een bepaald be-
drag ingevuld,’ maar zij levert een overzicht van hetgeén
benodigd zal zijn, wanneer van de gemeenten zullen worden
afgenomen de tekorten, welke als een alp op de gemeente-
begrotingen drukken.

Het is zeer goed mogelijk, dat de opbrengst der aange-
geven middelen bij de rijksbegroting voor 1948 wordt ge-
schat op een hoger bedrag dan twee milliard, want reeds
lopen de schattingen op, aan de hand der werkelijke ont-
vangsten over 1947. –

De rijksbegi-oting, gepaard met enkele daarbij passende
wetsontwerpen, gaat in de regel in Augustus naar de Raad
van State. In September bij het publiceren der rijksbegro-
ting blijkt dan, welk bedrag op de begroting is uitgetrokken
voor de financiering van de gemeenten langs de weg van

het Gemeentefonds en welk bedrag aan nieuw rijksgeld
ter beschikking van de provincies wordt gesteld. Een ge-
zamenlijke pot zou voor de provincies iets nieuws zijn.
De beslissing der Regering zal in September blijken.
Ondertussen worden de provinciale besturen natuurlijk
over alle deze voorstellen gehoord.

**
*

Aan de publicatie van het rapport en van het wetsont-
werp is geen gebrek. De stukken zijn aan de Landsdrukkerij
gezet en verkrijgbaar. •De Vereniging van Nederlandse
gemeenten heeft een keurige uitgave (met toelichting)
beschikbaar gesteld voor haar leden. Een particuliere uit-
gever brengt een – al even keurig – boekje op de open
markt. Het wetsontwerp wordt later nog eens aan de
Landsdrukkerij gezet en ten verkoop aangeboden. Is dit
soms iets te veel van het goede?

Prof. Mr C. W. DE VRIES

DE TOEKOMSTIGE WERKLOOSHEID.

Hun, die hun gedachten over’ de toekomst laten gaan,

staat het schrikbeeld van de komende werkloosheid voor

ogen. Sommigen gaan daarbij zover, dat reeds de jaren

worden geteld, waarbinnen men met deze factor zal hebben

te rekenen. Of,gezien de vele onzekerheden, een voorspel-
ling in detail niet wat onvoorzichtig is, kan hier verder

buiten beschouwing blijven. Een
,
misrekening in het
,,wanner” betekent tenslotte niet, dat het gevaar zal
uitblijven. De komst van dit gevaar aanvaardende, is het

tijd, er zich grondig over te beraden.
Dit leraden heeft plaats en heeft reeds vele jaren plaats

.ehad. 1-let beheersen van te sterke conjunctuurschomme-
lingen is een onderwerp van veel studie en het resultâat

daarvan is vastgelegd in vele en ielerlei boeken en brochu-

res. Het vormt zeker ook mede een onderdeel van het
werk van het Centraal Planbureau. Ter bepaling van de

gedachte, en niet met de pretentie volledig te zijn, moge

hier op enkele pogingen tot beheersing van de conjunctuur
worden gewezen.

De meestoj de voorgrond tredende methode is wel de
regeling – of beter afremming – van investeringen, in

periodenvan hausse. Indien de winstkansen tot overmatige
expansie lokken en leiden, dan ligt daarin het gevaar be-
sloten, dat te eniger tijd de vraag te kort schiet. Daaruit

vloeit de noodzakelijkheid voort van het afstoten van ar-
beidskrachten, dat tot massale werkloosheid leidt. Dit heeft plaats zowel op het gebied van de productie van
kapitaal- als van consumptiegoederen.
Een ander middel tot conjunctuurbeheersirg is gelegen
in de wereldvoorraadvorming van enkele belangrijke stapel-
producten. Door’de voorraden te verkleinen of te ver-
groten, al naar gelang van de stand van het prijsniveau,

hoopt men een stabieler prijspeil te verkrijgen. T-let vor-komen van grote schommelingen in dit prijspeil betekent
het tegengaan van al te ruime winsten. Daardoôr wordt

weer de neiging tot.overinvèstering over te gaan afgeremd.
Dit plan heeft véÔr de oorlog reeds bestaan; in enigszins
gewijzigde vorm komt het weer tevoorschijn in het Ameri-

kaanse voorstel tot oprichting van een ,,International
Trade Organization”.

Men krijgt bij dit plan echter de indruk, dat het door
overheersing van het eigenbelang der betrokkenen moei-

lijk kan worden verwezenlijkt. Ernstige wil tot samenwer-
king, gevoed door het besef van het noodlottige van wéér
werkloosheid met alle ellende en degeneratie, die daaraan
verbonden is, zal hier alleen nog de balans ten goede
kunnen doen keren. De verantwoordelijkheid van hen, die
voor deze en andere pogingen niets dan een botte afwijzing

over hebben, is intussen wel heel groot.
Een grootse poging ligt in dë arbeid van het F.A.O. Geen overschotten mogen er komen. Er is nog onder-
consumptie in grote werelddelen. Derhalve: er moet orde-
ning komen van productie en consümptie in wereldverband.
Betekent het feit, dat nog geen eenstemmigheid heerst
over de pogingen tot conjunctuurbeheersing, dat wij maar
niets moeten doen? Stellig niet, want wij hebben te zien,
wtt wij zelf kunnen doei, nfi reeds,
om
aan het dreigend
geva
i
u
van een massale werkloosheid in de tekomt te
ontkomen.

Welke zijn de feiten voor ons, in Nederland? Voör her-
tel van ons productie-apparaat tot normaal toelaatbare
sterkte is het volledig bezetten van de arb,eidsposten in de

sector van de productie van kapitaalgoederen noodzakelijk.
Van deze productie toch is weer afhankelijk diè van ge-bruiksgoederen, nodig ter bevrediging van de behoeften
van het binnenland én voor de export. Daaruit vloeit’voort d&t med zich ‘een beperking dient
op te leggen bij de productie van goederen, die tijdelijk
nog kunnenor’den gemist. De beschikbare arbeid moet
worden geconcentreerd op posten, die noodzakelijk bezet
dienen te zijn voör ons econ’omisch ‘herstel.

648

ECONOMISCH-STATISTISCHE’ BERICHTEN

13 Augustus 1947

De tijdelijk uitgestelde productie van minder essehtiële

goederen -zal eerst ter hand moeten worden genomen,

indien in de belangrijker productietakken de arbeiders,
tengevolge van overproductie, werkloos dreigen te raken.

Gaan wij doelbewust in deze richting?. Hier komt het

op de houding van de Overheid aan.

Het is niet te verwachten, dat bedrijfsleiders, die midden
in de concurrentiestrijd staan, altijd zullen handelen in de

geest als bovenomschreven. De Overheid zal hier regelend

moeten optreden en – – . – zelf consequent dienen voor te

gaan..

De scheidinglijn tussen het dringend noodzakelijke

en wat nog wel enig uitstel kan leiden, is steeds zeer moei-

lijk te trekken. Dit moet geval voor geval .worden bezien,

maar dan ook met de ernst en de beslistheid, aan het

eraan verbonden belang evenredig. Wij willen aliës, wat

aan het verleden, aan de donkere bezettingsjaren her-.
innert, wel gaarne opruimen. Uitgestelde plannen van

voor de oorlog zien wij nu gaarne aangepakt. En het is

een normaal verschijnsel, dat ieder eigen objecten als het
meest dringend ziet. Hiertegenover moeten steeds twee

klare en gedecideerde overwegingen staan, nl. dat er

heden arbeidskrachten te weinig zijn in het productie-
proces tot economisch en financieel herstel, en ten tweede,

dat misschien de tijd komt – mogelijk spoediger dan .wij

vermoeden – waarin het opvangen van, vrijkomende
krachten van grote betekenis kan zijn.

In schier alle bedrijven is gebrek aan arbeidskrachten.

Industrie en landbouw worstelen met een tekort, wat

belemmerend werkt op het economisch herslel van ons
land. En toch is dit herstel primair, uit directe noodzaak

niet alleen, maar ook tot versterking van onze weer-
kracht bij een, eventuele toekomstigé terugval in de

conjunctuur. ;

Dit kan maar tot één conclusie’leiden: stop al het werk,

dat niet dringend noodzakelijk is. Bewaar dit werk tot la-
ter; dan zal het in plaats van een welvaartbelemmerende

een welvaartvasthoudende factor zijn, nl., indien het con-

junctuurdiepten opvalt en daardoor werkloosheid voor-

komt of verlicht.

Het arbeidstekort in essentiële sectoren van het econo-
misch leven heeft nog een ander gevolg. Het leidt tot een

streven om door hogere lonen arbeiders aan te trekken.
Dit geldt vooral.in de landbouw, waar de productie niet naar willekeur kan worden beperkt. Ex dit leidt er weer

toe, dat bij wat langere duur van deze toèstand deze
zwarte lonen als rechtmatig onderdeel van het totale loon worden gezien, met alle gevolgen van dien. Alleen ,al om
deze reden dient van de markt alle vi-aag naar arbeids-
krachten té worden gehouden, die op de productie van min-
der nuttige en minder direct noodzakelijke dingen’ is
gericht.

Men bouwe eerst aan een gezonde; normale productie
en’ wende daarvoor de beschikbare arbeidskrachten aan
en men reservere alle arbeid van minder urgentie voor
kwade dagen, wanneer het spookbeeld van de massale
werkloosheid werkelijkheid dreigt te worden. Voor een land als Nederlapd, dat financieel gesproken,
een dergelijke werkloosheid niet meer zal kunnen dragen, is dit een vraagstuk van de eerste orde, waarbij de samen-
werking van alle partijen als een harde plicht dient te
worden gezien.
A. VAN WIJNEN.

WELKE MAATREGELEN VAN DE FISCUS

KUNNEN HET SPAREN BEVORDEREN?

De quaestie van het fiscaal bevorderen van het sparen

houdt reeds lang de gemoederen der geleerden bezig.
Zowel na de oorlog 1914-1918 als na de laatste ‘ereld-
oorlog dwingen de chaotische toestanden, die door zulk een periode van vernitiging, ontstaan, tot een bezinning

– op de vraag, hoe in de kortst mogelijke tijd het productie-
apparaat weer op normaal peil kan worden gebracht.

Kortheidshalve zij hier gezegd, dat dit op tweeërlei wijze

moet geschieden: door besparing bij particulieren enerzijds,

,door eigen besparingen in hei bedrijfsleven anderzijds.

De eerste vorm van sparen werd door-‘de heer A. M.
Groot reeds in, dit blad bëhandeld
1).
1-lierbij zij mij ver-gund op te merken, dat het idee, dat hij naar voren brengt,
niet geheel nieuw is
:
Tijdens de vorige oorlog heeft de Freiburgse hoogleraar Paul Mombert
2)
het probleem
aldus benaderd, dat niet een belastingvrijdom zou worden

verleend voor het bespaarde gedeelte van het inkomen,

doch dat dat gedeelte van het inkomen, dat redelij’kerwijze,
aard en samenstelling van .het gezin van de belasting-

plichtige in aanmerking genomen, bespaard had kunnen

worden, bij vertering met een extra belasting wordt belast.

Ziet de heer Groot deze werkwijze als een compensatie voor de verleende vrijstelling, Mombeit beschouwt zijn

regeling als een bevordering van het sparen zelf: hij zag
nl. het bezwaar in de regeling van de Duitse Vermögens-

zuwachssteuer van 1913, dat deze slechts belastte ‘de man,
die gespaard had, terwijl hij, die zijn gehele inkomen

verteerd had en dus oneconomisch gehandeld, vrijuit ging.
Tegen de’ systemen van Groot en Mombert zijn enkele
belangrijke bezwaren aan te voeren.
,
Het voornaamste is:
iri’dien er al een maatstaf kan worden gevonden, waarnaar

het te besparen gédeelte kan worden bereknd
3),
hoe zal
dan, ooit kunnen worden aangetoond, dat inderdaad een
bespaj’ing heeft plaats gehad? Inleg bij een spaarbank,
aankoöp van effecten, om enkele punten te noemen, geeft
niet de minte waarborg, dat het geld niet spoedig toch

vei’bruikt wordt. Denkbaar zou zijn een verplicht, geduren-

de en groot aantal jaren onopvraagbaar deposito, hetgeen
op blökkering neerkomt. Men denke. .zich bovendien de
rompslomp in.

Een aAder punt is het rekening houden met persoonlijke

en sociale’omstandigheder van de belastingplichtige.

Speciaal het vraagstuk der bijzondere lasten biedt moei-
lijkheden. Toch zou daarmede, vooral ook in verband met

het stelsel van onze inkomstenbelasting, dat in enkele
opzichten, aftrek met betrekking tot deze uitgavei kent,

rekening gehouden moeten worden. Dit moge, blijken uit
de volgende becijfering, die uitgâat van het oudé tarief
van de inkomstenbelasting: ,

Gesteld wordt, dat een belastingplichtige uit tariefs-
groep 1, met een inkomen van f 3.000, daariiit.f 1.000 zou
moeten besparen. Volgens het’ systeem-Groot zou deze
som onbelast blijven, en bij niet besparing ervan met een
speciaal tarief worden belast. Aangenomen vordt, dat de

f 1.000 inderdaad worden bespard. Het belastbaar be-
drag’wordt dan …………………’…., f 2.000,-
De belasting daarvan bedraagt ………….. ..245,85

zodat netto mag woiden verteerd ten hooste f 1.754,15
Nu de man, die met hetzelfde inkomen bijzondere lasten
heeft van f 500 en deswege een vermindering krijgt, ovêr-
eenkomstig art. 51 inkômstenbelasting, van de belasting
berekend over dat bedrag. Zou bij de vaststelling van, het
bedrag, dat hij heeft te besparen, geen rekening worden gehouden met zijn buitengewone lasten, dan zou de be-
rekening aldus worden ‘(zie blz. 649 ‘bovenaan):

Hoewel erkend werd, dat deze belastingplichtige wegens

zijn bijzondere lasten f500 meer had te verteren dan
die uit het eerste voorbeeld, wijst
,
de tweede berekening uit, dat, hij uiteindelijk slechts t 105,05 meer heeft kunnen

‘)
Zie ,,Belastingvrij sparen” door A.
M.
Groot in ,,E.-S.O.” van
2 Juli ji., blz. 524.
In zijn werk ,,Eine Verbrauchseinkommensteuer. fOr das
Reich”, Tübingen 1916. Zie hieromtrent Adriani in zijn ‘praeadvies
ove’r Levensverzekering in verband met het Notariaat en Fiscaal-
recht, Uitgebracht voor de”Broedtrschap van candiclaat-Notarissen in 1929, Den Haag, Belinfan’te.
) 3lombert ‘neemt als mi., willekeurig voorbeeld, dat verteerd
mag worden ten hoogste ItiI. 1.000 per gezinslid per jaar; op. cit,,
blz. 15. ‘

13 Augustus 1947

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

649

inkomen

…………………………..
f

3.000,-
bespaard en onbelast

………………..,,

1,000,-

bruto belastbar bedrag
…………
……..
f 2.000,-
af: bijzondere lasten

………………..,,

500,-

netto belastbaar bedrag

……………….
fl,500,
belasting hiervan

……………………,,

140,80

resteert ter vertering
………………….
f
1.359,20

verteren, hetgeen gelijk is aan het door’de 1gere progressie

minder aan belasting betaalde. Zou hij het gemiddelde, in

voorbeeld 1 toegestane bedrag plus de extra f 500 verteren,
dan zou hij niet f1.000 doch slechts f 605,05 besparen
4)

en voor het te weinig gespaârde ad f 394,95 een zwaarder

tarief moeten betalen, indien geen correctie zou worden

toegepast; hem zou dus met de ene hand worden ont-

nomen hetgeen hem met de andere is gegeven.

De tweede vorm van sparen, ni. in het bedrijf, biedt,

bezien vanuit een oogpunt van fiscaal bevorderen daarvan,

enige aantrekkelijke mogelijkheden. In een aantal landen
zijn reeds maatregelen genomen om de expansie c.q.
wederopbouw van bedrijven fiscaal te bevorderen. Ik
‘noem enkele regelingen in Engeland en Frankrijk.
Toen de Engelse Excess Profits Tax in. artikel 26 van de

Finance Act, 1940, van 60 pCt op 100 pCt werd gebracht, werd daaraan de belofte vastgeknoopt door de toenmalige
minister van Financiën, dat na de oorlog 20 pCt zou worden
teruggegeven,- mits dit bedrag zou worden besteed aan de
wederuitrusting van het bedrijf. Hier werd een drieledig
doel gediend: de Overheid kon in oorlogstijd over ruime

middelen’ beschikken en daarmede o.a. een eventueel
inflatiegevaar tegengaan, en tegelijkrtijd werd er ge-

spaard ten behoeve van het productie-apparaat in een tijd,
waarin dit tot’ epansie toch niet in staat was. Deze maat-
regel was een positieve bevordering van het sparen.
In Frankrijk is een geheel andere regeling tot stand

gekomen. In dat land heeft men meermalen rekening
moeten houden met de waardedaling van de franc. Ener-.
zijds heeft men herhaaldelijk herwaardering van de activa
toegestaan en de hieruit ontstane winst beschouwd als
een bijzondere afschrijvingsreserve,’ anderzijds bestaat de

mogelijkheid uit de w’inst een vernieuwingsfonds te vor-
men, dat binnen bepaalde grenzen onbelast blijft. Binnen
vijf jaar nadat dit fonds de middelen bevat, nodig voor
‘de vernieuwing, moet het voor dit doel worden gebruikt.
Gebeurt dit niet of slechts gedeeltelijk, dan wordt het na

vijf jaar nog aanwezige gevoegd bij de winst van het dan
lopende boekjaar.

Het is hier niet de plaats, uitvoerig op de mérites van beide systemen in te gaan. Een enkeleopmerking moge
evenwel worden gemaakt:
Zouden wij in ons land een regeling willen invoeren, die’
– het sparen in het bedrijf bevordert, dan is daarvoor het
Engelse stelsel ten enenmale ongeschikt. Wij kunnen ons
niet veroorloven eerst eens enige jaren de fiscus onze geldéff
toe te vertrouwen en die later térug te krijgen. In Neder-land kan en moet nu gebouwd en uitgebreid worden,, en
daarvoor is direct geld nolig. Anders gezegd: ons past
een systeem zoals het Franse het beste, ni. van tevoren
vrijstelling van belasting voor een bepaald gedeelte van
de winst, dat gebruikt moet worden voor expansie en
wederopbouw. Evenwel: een bepaling als in de Franse
wetgeving, dat bij niet gebruik voor het gestelde doel de
bespaarde som gevoegd wordt bij de winst van het dan

lojende boekjaar, zou hier te schadelijk werken in verband

‘)
Tot dit bedrag komt men op de volgende wijze: Indien het
eerste geval wordt omgekeerd, vindt men het te besparen bedrag,
door hij de maximum te verteren som de betaalde belasting te
tellen, en dit totaal af t&trekken van het inkomen, aldus: f 3.000.

(t
1.754,15.+
t
245,85) =
t
1.000. In het tweede geval moet de
berekening gelijk zijn: f3.000 –
(t
1.754,15 + t 500 +
t
140,80)
t
605,05, waarbij het voordeel uit de lagere progressie de belasting-
plichtige wel toevloeit, doch wordt verhinderd, dat hij let ookt
extra verteert.

met de progressie. Dit is’nl. van belang voor particuliere

bedrijven alsmede, voor kleinere vennootsch’appen.
Daarom zou voor ons land de volgende ‘regeling aanbe-
veling verdienen: voor een bepaald aantal jaren mag van
de winst een’ zeker percentage worden géreserveerd voor

expansie. De aldus gevormde reserve blijft onbelast, en
wel zodanig, dat de belasting wordt berekend over de

totale jaarlijkse winst,, met een voorlopig uitstel en een

van zekere voorwaarden afhankelijk gesteld afstel voor-

zover betreft de toegestane reserve. Dit uitstel kan op twee
wijzen geschieden:

Gesteld wordt dat de reserve mag worden aangevuld
jaarlijks met 1/3 van de winst.

De n’ermindering wordt toegepast op het tarief.
tdtale

belast

belasting berekend

id. op nieuwe wijze
winst

wordt

op nprmale wijze
Voorb. 1.


37.500

37.500

(30 %) = 11:250

(‘/ x 30 .%)-

7.500
Voorb. 2.

,
42.000

42.000 (30 % +
f,
x.4.500)

(
2
1e
X
30 %’+
‘1,,
X
‘1

= 13.500

.x 4.500)= 9.000
Voorb. 3.

..
90.000

90.000 (33
1
/j %)
= 30.000

(!/ x 331/ %) = 20.000,

De 9ermindering wordt, toegepast op het belastbare bedrag.
totale

belast

belasting berekend Id. op nieuwe wijze,
winst

wordt

. op normale wijze

met zelfde tarief
Voorb. 1.
37.500

25.000

11.250

111
,

7.500
Voorb. 2.
42.000

28.000

13.500

8.400
Voorb. 3.
90.000

60.000

30.000

20.000

Ginakslalve wei’d in’ deze vooi’beelden gewerkt met

de . (nieuwe) tarieven van de ‘Vennootschapsbelasting, waarin slechts een kleine progressie voorkomt. De ver-
schillen, die tot uiting komen tusen voorbeeld 2A en 2B,

zullen a fortiori bij de inkomstenbelasting merkbaar
worden.

Voor de N.V. met eei’i winst tussen ‘f 37.500 en f 45.000 is het systeem 9 voordeliger, térwijl in systeem A de fiscus
het vöordeel’ van de progressie heeft. Voor- dit ‘laatste
stelsel is wellicht het méest te voelen: de onttrekking aan de Schatkist wordt niet zo rigoureus doorgevoerd, terwijl
toch de onderneming’wel vaart bij stelsel A. Bovendien
kan gewezen worden op een aantal buitenlandse wetge-
vingen, waarin de fiscus ook het voordèel van de progressie

wordt toegekend. Als voorbeeld ndem ik de Zwitserse
Wehrsteuer. De belasting, die een niet-ingezetene mOet
betalen, wordt naar h’et totale inkomen
be”e/cend’en
van het
inkomen in-Zwitserland
gehei.un.
Ekrenals ‘hij fis’c.le
.b

,

,
evordering van het’ particuliere
sparen is pok hier het grote practische bezwaar, dat de

administratie contrôle moet uitoefenen op de wijze, waarop
het bespaarde wordt besteed.’ Wellicht kan er een ‘manier
worden gevonden, waarbij deze moeilijkheden minder
groot en gemakkelijker te overwinnen zijn’. Tot zolang
blijft het streveh’ om nieuwe wegen – te vinden slechts
schoon. – ‘ ‘

Mr J. VAN HOORN- ‘Jr
1:

AANTEKENINGEN.

RONDOM HET ,,MARSFfALL-PLAN”.

1′

Het is thans bijna twee maanden geleden, datMarshall
te Hai’vard zijn rede uitsprak, die tot de besprekingen
te, Parijs heeft geleid. ,,The Banken” van ‘deze maand
ziet hierin aanleiding om een recapitulatie te geven van

de problemen, .die in dit-verband zijn gerezen
1)
,

Het blad begint,met Marshall’s rede te definiëren als

,,an invittion t6 Europe to exercise the virttfes of self-
help and a warning that no Amenican assistance would’be
forthcoming until that spirit of self-help.had been given
greater. expression”. Men mag Marshall’s woorden – niet

zien- als een belofte tot onvoorwaardelijke en onbeperkte

‘)
-T.a.p. blz 71: ‘,,Marshall ‘]lan or … ‘.
7″ ‘

.4
,

650

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Augustus

1947

hulp; als enig positief element ziet het blad de belofte,

dat de Verenigde Staten verdere hulp in overweging

zullen nemen, wanneer zij de overtuiging krijgen, dat de

Europese landen elkaar in feite helpen en een schema van
economische integratie overleggen, dat de Amerikanen

ervan kan overtuigen, dat hulp aan Europa hulp aan een

,,going concern” zou betekenen.

Inderdaad is bij de besprekingen te Parijs de gedachte
van onderlinge hulp naar voren gekomen, zoals blijkt uit

de agenda, die uit drie delen bestaat:
het opstellen van een lijst van behoeften, d.w.z. een

lijst van urgente prioriteiten inzake voedingsmiddelen,

grondstoffen en industriële uitrusting;
het opstellen van een lijst van aanbiedingen door de

deelnemende landen, ter bepaling vah de mate, waarin

over en weer overschotten beschikbaar zijn. Aldus kan

worden vastgesteld, in welke omvang men pel’ saldo op

hulp van buitenaf is aangewezen;

liet ontwerpen van een plan voor een nauwere in-

tegratie van het economisch leven der deelnemende lan-

den. Dit zal het moeilijkste en tevens liet belangrijkste
punt der besprekingen vormen, niet alleen omdat het

dit idee is, dat aan de Amerikanen ,,verkocht” moet
worden, maar vooral omdat hier in het geding is het
vraagstuk van de optimale resultaten der Europese pro-

ductiviteit op lange termijn.

Wat dit betreft, acht het blad het vormen van een
tarief-unie niet de hoofdzaak, liet zijn niet tarieven, die

de reconstructie belemmeren, doch de schaarsteverschijn-

selen op allerlei gebied. De betekenis van een’ tarief-unie
valt overigens niet te ontkennen; de Geneefse conferentie
dient in elk geval spoedig met resultaten te komen.

Onder de meer speciale problemen, die te Parijs aan
de orde zijn, geniet liet Ruhr-vraagstuk de hoogste priori-

teit. ,,Without a healthy industrial basin in the Rhine-

land, the economies of the low co’untries must be l)erIa-
nently undermined. The productive deficit of Europe
to-day is about equal to the loss of the Ruhr production”.

**
*

Welke reacties heeft Marshall’s rede in cle Verenigde

Staten zelf ge’ekt? ,,The response in the United States,
in so far as it has been vocal at all, has been at best non
comniittal, at worst definitely hostile”. Algemeen stonden de Amerikanen enigszins sceptisch tegenover de gedachte

om nog meer geld in het tot nu toe niet rendabele Europa
te steken. Dze houding werd nog versterkt dooi’ de in
Europa merkbare neiging om achter Marshall’s woorden
meer toe zoeken dan zij in feite bevatten.
Afgezien van deze ,,natuurlijke” reactie is echter, zo

stelt ,,The Banker” vast, langzamerhand een meer ra-
tionele oppositie merkbaar geworden.
Het eerste schot was 1-loover’s brief aan Senator Brid-
ges, voorzitter van de financiële comniissie van de Se-
naat, ,,the main hurdle which the dollar appropriations-

required for a Marshall plan will have to surmount”.
Iloover’s standpunt is, dat de- Verenigde Staten, in het
kader van een programma van giften en leningen, slechts
hun surplusproductie kunnen exporteren; zou deze export
hoger worden gesteld, dan zou dit ten koste gaan van de
levensstandaard van het Amerikaanse volk. De oud-
President tracht, aan de hand van cijfers, aan te tonen,
dat de Verenigde Staten zich tot nu toe bezondigd hebben
aan ,,over-exporting”, hetgeen gevaren schept voor de
economische stabiliteit. Dit is eveneens het thema van de
,,Monthly Letter” van Juli van de National City Bank,

die het betoQg met meer cijfers toelicht; ,,the task of
America is to stay strong”, zo concludeert deze publicatie.
,,The Banker” geeft toe, dat dit in Amerikaanse ogen een
begrijpelijk argument is.
Men dient derhalve t.a.v. de kansen op Amerikaanse
hulp enige voorzichtigheid te betrachten. Men mag niet
vergeten, dat vele Amerikanen van mening zijn, dat de

verschillende candidaten voor doilarhulp hun bestaande’

reserves nog niOt voldoende hebben aangesproken. Dit
was duidelijk ook de strekking van de cijfers van de

National City Bank, die in een vorig nummer reeds ter
sprake kwamen
2
). De desbetreffende gegevens tonen aan,
,,that there is in existence a substantial volume of dollar

purchasing power which could be mobilized wïthout any

assistance from the United States, and America obviously

fels that it should be mobilized before that assistance
is sought”.

In dit verband is er een ander punt, waarop de Ame-
rikanen, naar ,,The Banker” aanneemt, in de komende
tijd zullen wijzen. Dit is de mate, waarin Europa’s dollar-

tekort samenhangt met de.spanningen in prijs- en kosten-

structuren. Niemand veronderstelt natuurlijk, dat het
dollarprobleem opgelost zou zijn, wanneer er minder

inflatie in
Europa:
zou heersen en wanneer de wissel-

koersen in zuiverder verhouding zouden staan tot de

relatieve koopkracht van de valuta, die ze vertegen-

woordigen. Men kan echtér wel zeggen, dat de inflatie

in vele landen in belangrijke mate bijdraagt tot het ont-
breken van evenwicht in de betalingsbalans. De bestaande

dispariteiten in het internationale, prijsniveau dienen in
dit opzicht te worden gecorrigeerd; hier ligt mede een
taak vooi’ de Parijse conferentie. –

De kansen op Amerikaanse steun zijn dus inderdaad

niet â priori gunstig. ,,The Banker” stelt daarom vast
dat ,,in all the Paris. decisions there should be a hedging

element which would allow something constructive, in

terms of the integration of Europe, to emerge from the

discussions, whether or not the plan goes forward with assistance of the United States”.

)
Zie:
,,De dollarerilis in Amerikaanse ogen”, in
,,E.-S.B.”
van
6
Augustus
jI.,
blz.
635.

FRANSE MOEILIJKHEDEN.

Evenals in alle landen, die aan de oorlog hebben deel-

genomen, heeft ook de Fanse economie zwaar geleden. Aan de hand van het plan-Monnet dacht men de weder-

opbouw te kunnen voltrekken
1).
Dit plan voorziet in een
programma, dat de jaren 1947-1950 omvat.
De ontwikkeling in Frankrijk doet vrezen, dat de reha-
bilitatie van het economisch leven aldaar niet volgens
plan verloopt. Dit wil niet zeggen, dat, zoals weleens
wordt gedacht, Franki’ijk niet of nauwelijks aan zijn’
wederopbouw zou zijn begonnen. Op menig gebied zijn
belangrijke vorderingen gemaakt, zoals uit onderstaande
indexcijfem’s blijkt
2):

1938 = 100

1946

1947
Productie

Juni Jan. Febr. Maart, April Mei’) Juni
2

Steenkool

………
101
116 108 117
106
101
86
,Electr.

energie,,,
117
142
132
145
136 137
129
Petroleum
38
55
50
69 66
63
56
IJzererts

-.
. . . . . .
47
59
54
58 58
58
51
Zware industrie

. .,
69
95
86
96 97
94
87 Auto-industrie
. . .
68
84 79
89,
92
69
66
Textiel……….
’71
82
89
95
99
93
Bouwmaterialen

.
78
83 75


83
89
99
93
Algemene
index
85
95
98 99
102 100
.

88

‘)
Voorlopig. ‘) Schattingen

De productie van steenkolen en van electrische energie,
twee van de zes sleutelindustrieën – de andere vier zijn:

ijzer/staal, cement, landbouwmachines en transportmidde-
len -, waarvan het welslagen van het plan-Monnet in hoge
mate afhankelijk is, heeft het vooroorlogse peil overschre-
den, terwijl die van andere belangrijke goederen een, in
vergelijking met 1946, ormiskenbare vooruitgang vertoont.
Toch wil het nog niet vlotten met het herstel in Frank-
rijk.
‘) Zie: ,,IIet plan Monnet” in
E.-S.13.”
van
29 Januari
1947,
blz.
92.

2)
Ontleend aan New York Herald Tribune” van
3
Augustus
jI.
‘)„Inflation versus The Monnet Plan”, in ,,Tlie Economist”
van
’26
Juli en
,,A
question of confidence”
in
,,The Economist’?.
van
2 Aug. JI.

13 Augustus 1947

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

651

Allereerst schijnt daaraan, zoals in zovele andere landen

in Europa, de steenkoolvoorziening debet te zijn. V

Tant

weliswaar produceren de Franse mijnen momenteel – dank

zij o.a. het aanwenden van meer arbeidskrachten— meer dan voor de oorlog, maar de behoefte aan kolen, is groter

dan de eigen productie. Het plan-Monnet schat deze be-
hoefte in 1947 op 73,6 millioen ton. Volgçns hetzelfde

plan zou do eigen productie 55,5 millioen ton moeten be-
dragen en de rest worden ingevoerd. In werkelijkheid is de

toestand, volgens de cijfers van de ,,New Herald York

Tribune”, aldus:

Steenkool in 1947
Totaal
Jan.
Febr.
Maart April
Mei
Juni
Productie

……..
25.077
4.597
4.263
4.624
4.2-09
3.983
3.401
Invoer uit:
Duitsland
1.320
169
130
231
272
300
218
Engeland
2
1
1

– –

België/Luxemburg
227
22
16
32
50
57
50
Ver.

Staten

……
1
1.144
448 416
572
640
962
1.106
Andere landen

.
366
85
64
77
45
34 41

De eigenproductie blijft beneden de raming van het

plan; de import bedroeg in het eerste halfjaar van 1947
ongeveer 6 millioen ton bij een jaarvereiste van 18 millioen

ton.
Zo blijft de steenkolenvoorziening beneden de ramingen
van het plan-Monnet. Bovendien moet worden gewezen
op het feit, dat de grote invoer uit de Verenigde Staten
een ongunstige invloed heeft op de toch reeds zwakke
poitie van de betalingsbalans. Frankrijk tracht nu meer
steènkool te krijgen in Polen, maar vooral hoopt het op

aanvulling uit het Ruhrgebied. Een invoer uit dit gebied van 500.000 ton per maand voor de tweede helft van dit
jaar – volgend jaar 1 millioen ton per maand – zou

eigenlijk nodig zijn. Maar, zo schrijft ,,The Econo-
mist”, ,,this expectation raises the whole problem of
the level of industrial output in Germany; it will unquestio-
nably provide the most controversial of all these topics
that will be drawn into the .vortex of the Paris discussions,
which are to produce the answer to Mr. Marshall”.
De steenkolenvoorziening is één van de belangrijke
oorzaken, waarom de Franse productie ondanks haar
vooruitgang, nog achter is gebleven hij de door het plan-
Monnet gestelde doelen. –
**
*

Bij de opstelling van het pin-Monnet is ervan uitgegaan,
dat succes, behalve van de mobilisatie en coördinatie van
alle materiële hulpmiddelen, evenzeer afhankeli.Ik is van de gesteldheid van de ‘geest. ,,La modei’nisation”, zo kan
men lezen, ,,n’est pas un état de choses, ‘est un étai
d’esprit”. Aan deze geest nu hapert nog het een en ander.
Er heerst nl. een gebrek aan vertrouwen. Onomwonden heeft het plan-Monnet een sluitende begroting als onaf-
wijsbare eis gesteld voor zijn uitvoering. Aan deze voor-
waarde wordt niet voldaan. De laatste schattingen, t. w.
frs. 610 milliard uitgaven en frs. 590 milliard inkomsten,
hangen wederom in de lucht, ,,partly”, aldus ,,The Econo-
mist” van 2 Augustus jl. ,,as a result of the new social
security programme and partly through rises in ‘civïl
servants’ pay ththave been conceded while the budget
-was in course of discussion before the assembly”. 1-let daar-
uit voortvloeiende tekort zal vermoedelijk minstens frs. 100 milliard bedragen. Dit betekent inflatie:

In milliarden frs

1938

1946

1947
gemiddeld

Juli
Bankbiljettencirculatie ……..
101,7

605,1

816,4
Voorschotten aan de Staat
– . .

46,7 –

450,4

652,1

Deze inflatie bndermijnt het vertrouwen en brengt
Frankrijk regelrecht in d’e bekende vicieuse cirkel van
lonen en prijzen, zoals uit onderstaande gegevens blijkt:

Prijzen ‘

1938

– 1946

1947
Groothandel …………
100

648

847

(April)
Kleinhandel

………..
. 100

645

837

( ,,
Lonen……………….
100

375

, 480

(Jan.)

Zolang de race tussen lonen en prijzen niet ophoudt,

zal het economisch leven in Frankrijk onderhevig blijven

aan spanningen en onrust.

**
*

Op de positie van de Franse betalingsbalans hebben

zowel de nog niet voldoende gestegen productie als de

inflatie een ongunstige invloed. De eerste factoi’ maakt,

dat minder goederen beschikbaar zijn voor export, de

tweede heeft tot gevolg, dat, voorzover die goederen be-

schikbaar zijn, zij op de wereldmarkt, door de hoge produc-
tiekosten, moeilijk kunnen concurreren. liet geschatte

tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans

van 1947 bedraagt
,frs.
188 milliard of
S
1.555 millioen.

Men taxeert het actuele
tekort
op $ 1.800 millioen. Dit

tekort zal moeten worden aangevuld met: de opbrengst

van particuliere heleggirgen id S
.
400 millioen, buiten-

landse leningen hoofdzakelijk van de Verenigde Staten en
Canada ad. $ 640 millioen, goudrestitutie uit Duitsland
ter waarde van $ 95 millioen. Het saldo ter grootte van
pl.m. $ 660 millioen zal met de goudreservs van de

,,Bancjue de France” moeten w’orden yoldaan. Gezien de
iee
ds ‘relatief zwakke positie van de circulatiehank
,,France will have ëome to the end of her gold reserve in

two months”.
Dit bergt weer het gevaar in zich, dat, indien de impor-
ten moeten word.en beperkt, zonder dat de binnenlandse
productie in staat is haar aan te vullen, een nieuwe prijs-
stijging dreigt te ontstaan.
Oplossing van het steenkolenprobleem en vooral herstel
van wertrouwen door een sluitende begroting zijn nodig
voor een gestadige ontwikkeling van het economisch
leven in Frankrijk, waarvan de richtlijnen zo klaar om-

schreven zijn in het plan-Monnet.

INTERNATIONALE NOTITIES.

ECONOMISCHE CONSOLIDA’I’IE IN Z IJW-M?RIICA.

Onmiddellijk na de oorlog deed zich in Zuid-Afrika,
zoals overal elders, het verschijnsel vooi’ van een soort
koopwoede. Men had gebrek aan goederen en het publiek

heat overtollige kasmiddelen, later niet onbelangrijk
aangevuld door uitbetalingen aan oud-strijders, die in
Zuid-Afrika relatief talrijker waren dan in enig ander
deel van de Britse gemeenebest.
In de laatste tijd is in deze ontwikkeling verandering gekomen. Groothandelaren raakten hun voorraden niet
zo snel meer kwijt en kleinhandelaren riepen om langere
credieten. Men toonde zich nerveus, over deze gang van zaken, omdat men het begin van een depressie vreesde.
Deze vrees schijnt evenwel ongegrond te zijit.

Volgeis ,,The
rfimes
Review of Industry” van deze
maand was het begrijpelijk, dat enige reactie môest in-
treden. Door de sterke aankopen al. verdween een groot
deel vah de overtollige kasmiddelen. Met het slinken hier-
van w’erd men ook kieskeuriger bij het verrichten van
nieuwe aankopen. Men wilde meer. keus, betere kwaliteiten.
De situatie in de voornaamste sl&utelindustrieën is ech-
ter nog. altijd gunstig. De bounijverheid floreert binnen
de grenzen van het gebrek aan materialen en een strenge
contrôle. De productie van bakstenen en ruwijzer was in
Maart jl. hoger dan ooit te voren, die van cement werd al-
leen overtroffen door het cijfer van November 1946: De belangrijke exprten van Zuid-Afrika; goud, wol en fruit,
,,are disposed of without difficulty”.
Een waardevolleindex voor de stand van zaken in Zuid-
Afrika is die van de werkgelegenheid (zie staâtje blz. 652

bovenaan).
De dalingen waren tijçlelijk en werden veroorzaakt door
seizoensinvloedèn of stakingen. 1-let Maartcijfer in 1947 is
het hoogste cijfer ooit in Zuid-Afrika bereikt.
Volgens ,,The Times Review of Industry” heeft men-in

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13Augustus 1947

Ir

652

1935 = 100
Europeanen

Niet-

Totaal

Europeanen

Maart .1946

142,9

149,2

147,5

Juli

1946 …….

145,0

149,7

148,5

Oct.

1946 ……..

146,3

148,7′

148,1

Nov. 1946 ………

146,7

147,5

Dec.

1946 ……..

146,7

146,9

146,8

Jan.

1947 ……..

146,6

145,3

145,6

Febr. 1947 ………

145,5

149,4

148,4

Maart 1947 ………

147,2

151,8

150,6

Zuid-Afrika in verband met een zekere terughoudendheid

van de zijde van de kopers niet z,ozeêr te maken met het
begin van een inzinking, madr met een gezonde consoli-

datie op nog altijd hoog peil; dat evenwel afhankelijk is
van de algemene toestand in de wereld, en wel in hdofdzaak

van de situatie in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië

VERKEERSPROBLEMEN IN DE VERENIGDE STATEN.

Een medewerker schrijft ons uit Nèw York:

New York, metzijn geweldige b’evolkingsagglomeratie,
biedt, zoals vanzelf spreekt, een veelheid van’verkeers-
vraagstukken. Deze komen het duidelijkst tot uitdrukking

in Manhattan, het eiland, dat – met een oppervlakte van

nog geen 60 km
2
-,bijna een vierde gedeelte van de

New Yorkse bevolking herbergt (t.w. ongeveer 1,7 millioen

zielen). Enkele . honderdduizenden mensen betreden en

verlaten dagelijks dit eiland, dat de kern van de stad
vormt. Dit schept locale verkeersproblemen van buiten-

gewone omvang.
Men kan echter constateren, dat hiervoor een oplossing
is gevonden. Zonder dat langdurige en ernstige verkeers-
stremmingen optreden, kunnen bij het begin van een week-

end ongeveer 100.000 auto’s – d.i. evenveel als het voor-
oorlogs aantal auto’s, in geheel Nederland – de stad ver-

laten; ook de terugkeer levert geen moeilijkheden. Zelfs

bij de 15 bruggen en de 2 tunnels, die Manhattan met het
vastelarÇd en de omliggende eilanden verbirulen – slechts
2 bruggen zijn-tolvrij, bij de andere 13 moet iedere wagen

stdppen om zijn tol te betalen! -, weet men opstopppingen
meestal te voorkomen.
De vijze, waarop dit geschiedt, moge worden geïllus-treerd aan het feit, dat de lengte vân het w’egdek van de
Y-vormige Triborough Bridge ongeveer 5,5 km lang is,
dat deze brug minstens, twee banen in iedere richting

heëft, en dat de lengte van de oprijwegen, die de brug met

de grote verkeerswegen aan de drie uiteinden verbinden,
21 km is, zonder een enkele kruising of een enkel stoplicht.

Met dergelijke fantastische bouwwerken worden verkeers-

problemen opgelost. Een tweede voorbeeld, ter illustratie dat ook niet-locale
problemen op grootse wijze worden’ opgelost, is het deze
week ter sprake gekomen plan voor het ,,U.S. Super-l-Iigh-

way System”. Dit nieuwe ,,long range” plan voor een net-
‘werk van hoofdverkeerswegen, welk netwerk zich zal uit-
strekken over de gehele Verenigde Staten, werd aange-
kondigd door de ,,Federal Works Agency”. Na de uitvoe-

ring hiervan hoopt men. voldaan te hebben aan de stéeds
groter wordende eisen, die het, vooral, gedurende de laatste
25 jaren, sterk toenemende wegverkéer stelt en zal stellen.
Het doorgaande verkeer is reeds zeer efficiënt af te wik-

kelen over de ,,Highways, Skyways, Parkyays”, welke in het Oosten van de Verenigde Staten zijn aangelegd:
Het nieuwe plan echter wil dit netwerk uitbreiden over

het gehele.gebied dçr Verenigde .Staten. Het resultaat zal
zijn: Oost-West; Noord-Zuid en diagonaal verbindingen,
60.000 km lang, 42 van de 48 hoofdsteden der staten ver-

bindend; 182 van de 199 steden boven 50.000 inwoners

zullen direct met ‘dit netwerk van wegen worden gediend.
Met behulp van,turnels en viaducten door de grote steden
en door het vermijden van stoplichten, waar dit enigszins
mogelijk is, zal een gemiddelde snelheid van 55 â’ 65 km
pci uur op ieder traject kunnen worden bereikt.

Met het voltooien yan deze plannen zullen zeker enkele

jaren gemoeid zijn. Iedere vordering, die bij de uitvoering
van de plannen wordt gemaakt, zal echter voordelen op-

leveren. Nieuwe bevolkingscentra kunnen worden gecreëerd
nieuwe plaatsen voor vestiging van industrieën zullen

worden ontsloten.’ –

De financiering van het $ 3.000.000.000 grote project
zal, zoals gebruikelijk is bij de aanleg van.wegen, geschie-
den door de Federale Regering en de regeringen der staten

tezamen. Gedurende de laatste drie jaren is er hard gewerkt

aan de plannen. Definitieve plannen zijn thans aangeno-
men; het werk kan beginnen.

‘DEENSE KAAS.
In tegenstelling tot Nederland nam v66r ,de oorlogde
export van kaas in Denemarken, in vergelijking met die

van boter, slechts een bescheiden plaats in:

Export in 1938

Boter ,

Kaas

Kaas in pCt
van boter
(in millioenen
kg)
Nederland .

……

51

56

114
Denemarken
, . ,

158

9

6

Ten gevolge van de oorlog hebben zich in Denemarken in

de zuivelproductie stru’ctuurveranderingen’ voorgedaan,

die voor de Deense kaasexport van belang zijn. De direc-teur van de Nationale Federatie van Deense zuivelvereni-

gingen, L. P. Frederiksen, deelde in het ,,Danish Foreign

Office Journal” van Januari/Juni 1947 mede, dat gedurende de bezetting, tengevolge van tekorten aan andere voedings-

middelen, de kaasprodudtie, na aanvankelijk te zijn ge-S

daald; een stijgende lijn vertoonde.

!nmill.kq.

1939 1940 1941 1942 1943 1944 1945 .1946
Kaasprod.

32

31

27

30

38

36

44

52 –

De vergrote productie heeft aanvankelijk niet tot e-

stegen exporten geleid, o.a. door de, naar het schijnt,
blijvende grotere binnenlandse behoefte aan kaas. Het jaar
1946 echter geeft een ander beeld ,te zien:

Inmitt.kg.

1939 1940 1941 1942 1943 ‘1944 1945 1946
Kaasexport

9,6

8,9

6

4,7

2,2

1,7

0,9

10,7

Voor deze vergrot export is de gunstige vraagprijs een

belangi’ijke factor.
Nu deze exportmogelijkheid zich eenmaal vobr’doet, is men geneigd haar verder te benutten. Zij brengt deviezen
op, waaraan Denemarken, evenals zo,’ele andere landen,

behoefte heeft, èn, zij maakt tevens een einde aan de
eenzijdigheid van de Deense zuivelindustrie, die in het
verleden teveel op de productie van boter (‘en bacon) was
ingesteld. Te dien einde is men hard doende om door ver-
betering van kwaliteit zich een blijvende plaats te erver-
ven in de wereldexpo!’t van kaas.
Te eniger tijd zal derhalve door betrokkenen terdege

rekening moeten worden gehouden met deze nieuwe con-
current.

GELD6 EN KAPITAALMARKT.

Vooral in het begin dei afgelopen week bleef de geld-
markt nog krap. Degrote. behoefte van het publiek aan
chartaal geld, tot uiting komende in een stijging der bank-

biljettepcirculatie in de laatste 2 weken met f 83 millioen, en wellicht voornamelijk door vacantie-uitgaven ‘veroor-
zaakt, was hiervoor de belangrijkste reden. Aan het einde
der week vloeiden weer enige middelen naar de banken

terug, zodat’wellicht op de bij De Nederlandschè Bank af-
gesloten beleningen kon vorden afgelost en de callgeld.-

rente kon dalen tot 1 pCt.
In de disconto?s voor schatkistpromessen kwam in zo-

verre een verandering, dat voor 3 t/m 8-maandsprorriessen
een daling van
1/is
pCt intrad. Driemaandspapier noteerde
dan ook 1/ pCt, Feb’ruaripapier werd tegen 1
5
/
16
‘pCt,
achtmaandsprome$sen waren tegen pCt aangeboden,

1.

[1
13

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

653

terwijl de langere termijnen ongeveer 1jpCi noteerden.

Ruiltransacties kwamen bij deze geringe renteverschilleri

vrijw1 niet voor, zodat de omzetten beperkt bleven.

Ook na 1 Augustus heeft de Agent nog schatkistbiljetten

aan de banken afgegeven, zodat cle limiet voor Augustus

thans vrijwel bereikt schijnt te zijn.

De periode van de inningen der heffingen begint thans

vrij dicht te naderen. Voor de banken kan dit Vrij zware

liquiditeitsproblemen medebrengen, daar met name De-

cember-, Januari-, en ook Februaripapier over het alge-

meen in de portefeuilles der geldmarktinstellingen niet

ruim vertegenwoodigd is. Vermoedelijk zullen de betalin-

gen slechts ten dele met totverval komend schatkistpapier kunnen worden voldaan, zodat overdracht va’n schatkist-
promessen wel zal moeten plaatvinden. Het is hog niet

bekend, tgen welke voorwaarden deze door het Rijk zullen
worden overgenomen.

Van de Wereldbank heeft Nederland thans een lening
gekregen van
S
195 millioen, met een looptijd van 25 jaar
s

en een rentetype van 3f pCt, vermeerderd met 1 pCt voor

de vorming van het reservefonds der ‘Bank. Voor de weder-
opbouw van ons land is deze lening ongetwijfeld van groot

belang, daar de materiële uitxusting van het Nederlandse
productie-apparaat hierdoor verdere verbetering kan vin-
den. De gevolgen van een dergelijk crediet zijn in eerste
instantie ongetwijfeld deflationair, doch vermoedelijk

zullen de deficitaire overheidsuitgaven dit meer dan
compenseren.

Aangezien deze lening uitsluitend mag worden gebruikt
voor het binnenlands herstel, zal verdere liquidatie van
Amerikaans aandelenbezit onverminderd moeten plaats-
vinden, al was het alleen maar om aflossing op reeds eerder
verkregen Amerikaanse credieten te kunnen voldoen. Bo-
vendien zijn de deviezenmoeilijkheden uit anderen hoofde
met dit crediet niet opgelost, te oordelen althans naar de
in de Deviezennota destijds verstrekte cijfers.

De aandelenmarkt gaf in de afgelopen week slechts
geringe wijzigingen te zien, zowel voor binnenlandse als
Indische fondsen.

1 Aug. 8 Aug.
1947 1947

A.K.0.

………………….
.
187
1941
v.

Berkel’s

‘Paten

.
…………..
124f
127f
Lever Brd. Unilever C. v. A
…..
“289
294
Philips

G. b. v. A.

……….. . …
370f
367f
Koninklijke Petroleum

………
408
410f
H.A.L.’.

………………….
2011
2001
N.S.0

……………………
178f
1781
Déli

Mij

C.

v.

A.

………….
159
161f
H.V.A .

…………………….
242
238f
Amsterdam Rubber

…………
146 148

STATISTIEKEN.

BANK VAN FRANKRIJK.
(Voornaamste posten In millioenen
francs).

Voorschotten
aan
de Staat

Data

1″
‘6
,(1)

n
10 Juli
1947
64.817 143.457
117.449 106.700
426000
17

Juli
1947
64.817
138.663
117.449 108.700 426.000
24

Juli
1947
64.817
135.228
117.449
106.000
426.000
31

Juli
1947
64117
1
130.840
117.449
113.600
426.000

Bankbil-
Deposito’s
Data
jetten in
Totaal
Staat
Diversen

circulatie

10 Juli
1947
825.181 72.670
819
70.784
17

Ji,ili
1947
,..

816.457

75.724
759
74.020
24

Juli
1947
811.883
75.873
800
74.133.
31Juli
1947
831.587
72.122
792
70.230

DE NIODERLANDSORE BANK.

Verkorte balans op .11 Augustus 1947.

Activa.
Wissels, pro-
– Ç
Hoofdbank f

1)
Bijbank

in
schuldbrieven / Agentsch.,.

r

-_
Wissels, schatklstpapler en schuldbrieven, door
de Bank gekocht
(art. II, le lid, sub 3 van de
Bankwet 1937

art. 4 van het Koninklijk
besluit van t October 1945, Saatsblad No.
F204) …………………………….

Schatklstpapier, door de Bank overgenomen van
de Staat der Nederlanden Ingevolge overeen-
• komst van 26 Februari 1947 . .
………….. 2.100.000.000,-
Beleningen:

Hoofdbank f

151.571.113,22
2
)
(mcl. voor-
schotten In re- •Bijbank

,,

752.884,21
kening-courant
op onderpand)

.gentsch.
,,

11.735379,35

1

164.059.376,78
Op effecten, enz ……….. ..163.542.422,89 ‘)
Op goederen en celen

516.953,89

Voorschotten aan het Rijk (art. 16 van de Bank-
164.059.376,78
2
)

wet 1937) ………
………………….
t

.1
Boekvordering op de Staat der Nederlanden
ingevolge overeenkomst van 26 Februari 1947 ,, 1.50.000.000,-
Munt en muntmateriaal: Gouden munt’ en gouden

muntmateriaal . ……. t

502.078.712,94
Zilveren munt, enz

1.962.737,51
504.041.450,45
Papier op het buitenland … t 141.950.200,-. 1
Tegoed bij correspondenten In

het buitenland ……
‘..,,

198.940.854,03
Buitenlandse betaal-
middelen ……………. ..4.754.778,35
345.645.832,38
11

Belegging van kapitaal, reserves en pensioen-
.
fonds

………………………………64.951.153,98
Gebouwen en inventaris ………………….3.500.000,-
Diverse rekeningen …………………… ..71.621.495,07

4.753.819.308,66
Passlva.

Kapitaal …………………………….t

20.000.000,-
Reservefonds ……………… ………… ..12.452.579,46
Bijzondere reserves ……………………32.247.868,69
Pensioenfonds …………………………. 16.826.883,74
Bankbiljetten In omloop (oude uitgiften) ……,, 126.174.095,-
Bankbiljetten In omloop (nieuwe uitgiften) ……2.78

1.014.735,-
Bankassignaties in omloop …………………. . 27.035,91
Rekening-courant -saldo’s:

‘s Rijks Schatkist:…., t

833.226.508,53
Geblokkeerde .saldo’s van
banken

…………… ..51.123.072,14.
• Geblokkeerde saldo’s van

anderen ………….. .. .

34.394.151,99

Vrije saldo’s ………… ..

716.505.234,97
.635.248
12

.967,63
Diverse rekeningen ………………………

9.827.143,23

4.753.819.308,66
,

“) Waarvan schatkistpapler rechtstreeks door –

de Bank In disconto genomen ……….1


2)
Waarvan aan Nederlahds-Indië

(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad no. 99) ,,

39.529.875,-
Circulatie der door de Bank namens de Staat
in het verkeer gebrachte muntbiljetten ……149.054.249,50

ZWEEDSE RIJKSBANR.
(Voornaamste posten in millioenen kronen.

Metaal

Staatsfondsen

bh
-7———–,.

.

Data

.
a

cc
cb

co

,
Prq ‘0 V

7 Juli

1947

365

231

2.270

294

112 [

94

182
15 Juli

1947

343

217

2.080

312

106

1

94

182
23

Juli

1947

322

204

2.101

311

.148

1

94

182
31

Juli

1947

316

200

2.123

319

152 1

94

882
= = = = = 1
Deposito’s
c –


Direct opvraagbaar

Data

d

PQ

0

7

Juli

1947

2.544

757 1

602

69

189

193

3
15 Juli

1947

-2,464

717

606

.32

189

169

3
23

Juli

4947

2.384

756

643

34

186

169

3
31

Juli

1947

2.543

682

570

31

186

173

3

1.

654

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 Augustus 1947


DE NEDERLANDSCHE BANK.
(Voornaamste posten in duizenden guldens).

‘5
S.
ez,d
o
c
‘n
ts

.•
‘0

.-

23 juni’47
503.612
130.158 136.417
.
101
159.582
30

’47
503.670 129.943
226.966
103
173.896
7 Juli’47
503.732
129.943
235.756
3
157.687
14

,,

’47
503.817
139.661
214.047
3
164.720
21

47
504.087 143.983 210.429

153.944
28

.,

’47
504.149
146.443
207.391

151.520
4Aug.’47
503.978 139.818
215.139

172.464
Ii

‘4.7
504.041
14.1.950
203.696
•–
164.059

Saldi in rekening-courant

0)
‘5
.n
‘0
Cd
‘5)

23Juni ’47
2.709.037
.813.570
31.557
37.269
722.720
30

,,

’47
2.760.188
865.845
49.788
35.003 718.550
7 Juli ’47
2.752.018
874.031
30.533 35.505 724.780
14

1
47
2.723.679
872.849 43.736
36.357
734.059
21

’47 2.722.155
855.806 46.145

.
38.046
740.887
28

’47
2.768.323
810.252
46.561
35.882
738.182
‘4Aug.’47
2.804.931
836.932
32.256
34.930
722.890
11

’47
2.781.015
833.227 51.123 34.394
716.505

NATIONALE BANK VAN
BELGIË.
(Voornaamste,posten in millioenen franes).

(ID
Data
,5
0ON
•’5)
Cd
0O
‘O ‘0
0’OO
44

26 Juni

1947
28.163
92.644
2.380
272
780
51.468
3 Juli

1947
28.025
12.207 5.709
368
773
49.883
10

1947
,,
28.183
12.934 5.174 282
787
49.843
17

,,

1947
28.196 12.282 5.260
197 806
49.288
24

1947
,,

28.200
12.398
5.008
231
820
49.333
31,,

1947
28.214
‘12.227
6.190
266
754
49.763
7 Aug.

1947
28.420
12.155
6.020
280
759
50.038

Data
E
“5
0

‘0

0

ID

Rekening-
courant saldi
ti

1

ID’S

1

26

Juni

1947
637
162.697
75.380
1
5.838
548
13 Juli

1947
637
163934
76.665
5
5.943
539
10

1947
637
163.388
76.711
3
5.307
538
17

1947
,,
636
163.105
76.630
3
5.077
534
24

1947
637
163.062
76.484
4
5.213
534
,,
31

.,

1947
.637
164.484
77.597
3
5.520
530
7 Aug.

1947
637
164.871
78.228
3
5.159
530

‘) Waarvan 10.493 millioen frcs. onbeschikbaar goudsaldo na her-
waardering van de goudvoorraad (Besluitwet no. 5 van 8-5-1944).
2)
Waaronder begrepen de post ,,Emissiebank te Brussel”, ten
bedrage van 64.597 millioen fres.
‘) Deze post omvat: oude biljetten over te boeken op tijdelijk
onbes’chlkbare of geblokkeerde rekeningen en niet aangegeven oude biljetten.

FEDERAL RESERVE BANKS.
(Voornaamste posten in millioenen dollars).

1
Metaalvoorraad
Other
1 U.S.
‘Govt.
Goudcer-
Data
cash
securities
Totaal tificaten

88 Juni

1947
19.891
19.181 230
21.186
25 Juni

197
19.939
19.229
1

240


21.582
2

Juli

‘1947


20.057
19.347
1

219
21.629
9

Juli

1947
20.102
19.376
232
21.611

F R.-bll-
Deposito’s

Member-
Data
jetten in
circulatle
Totaal
Govt.
1

banks

18

.Tuni

1947
24.068 17.322
225
16.241
25 Juni 1947
24.064
17.637
642
t

16.081
2 Juli

1947
24:260
17.624
658
1

15.988
9

J’uli

1947
24.244
17.600
566
1

16.190

NATIONALE BANK VAN ZWITSERLAND.
(Voornaamste posten In millioenen franes).

5
5,5
‘5)

02
..,
.
s

Data
o
‘-
ID
.
•*26

15 Juli 1947
5.118,8
116,7
70,0
49,8
3.866,7
1.202,9
23 Juli 1947
5.16,0,2
118,4
71,5
49,1
3.867,3
1.210,7
31

Juli

1947
5.187,1
96,3 82,7
48,7
3.979,6 1.127,4
7 Aug. 047
5.212,5
88,2
86,4
48,3
3.927,2

1

1.197,4

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.

V o r d e r i n g e n
31Juli 1947
23 Juli 1947

Saldo van
‘S
Rijks Schatkist
bij

De Nedei-l. Bank N.V.
‘f

776.090.225,17
1

844.809.301,44
Saldd van ‘s Rijks Schatkist
hij

de Bank voor Neder-
landsche Gemeenten ……
17.121,90
,,

737.946,93.
Kasvorderingen

wegens

cre-
dietverstrekking

aan

het
buitenland

…………..

Daggeldlening

tegen

onder-
pand
Saldo der postrekeningen van
Rijkscomptabelen

……..,,
395.316.622,50
,,

379.556.756,29
Voorschotten op ultirno Juni
1947

aan

de

gemeen-
ten wegens aan haar uit te

…….

keren belastingen

……

…….

,,

80.922.715,24
,,

80 922:715,24
Vordering in rek.-curant op:
Nederlands-Indië

…………
667.174.613,46
654.100.459,01
Suriname

… . ……….
39.656.325,40
,,

39.557:195,40
409.813,26
,,

359.873,26
Het Algemeen Burger ijk Pen-
sioenfonds

……….



Curaçao

……..
…………….

Flet

staatsbedrijf der

P.,

T.

….

eisT
.

………………

……



Andere staatsbedrijven en in-
……

stellingen

……………

689.896.315,12
,,

665.593.501,98

Verplichtingen

Voorschot

door

De

Nederl.
Bank N.V. verstrekt
Voorschot

door

De

Neder-
landsche Bank N.V. in reke-
ning-courant verstrekt
….

Schuld

aan

de

Bank

voor
Nederlandsche Gemeenten


Schatkistbiljetten

in

omloop
t

857.222.600,-
f

857.222.600,-
Schat.kistpromessell hij De Ne-
derlandsche Bank N.V. inge-
volge overeenkomst van 26
Februari

1947

……….
2100.000.000,-

,,2100.000.000,-
Schatkistpromessefl

in

om-
loop

(rechtstreeks

bij

De
NederlanclsChe

Bank

N.V.
is

geplaatst

nihil)

……..
6367.300.000,-
,,6374.100.000,-
Daggeldleningen
Muntbiljetten in omloop
. . .

,,

147.742.722,50

144.886.428,-
Schuld

op

ultimo

Juni
4947

aan

de

gemeenten

wegens aan haar uit te keren


belastingen

…………….
Schuld

in rek-courant aan:
Nederlands-Indi6

– –

Het Algemeen Burgerlijk Pen-

Suriname

………………..

6.611.023,55
,,

30.628.760,89
sioenfonds

………………
Het staatsbedrijf der P..

T.

Cucaçao

……………….

.

,.

‘72.805.144,53
,,

484.794.331,11
Andere staatsbedrijven

….
4.106.388,91
,

3.962.617,48
en

T.

…………..
……

Schuld aan diverse Instellingen
…..

in rekening

met

‘s

Rijks
Schatkist

…………..
…..192.370.480,42
,,3202.831.265,93

PRODUCTIE EN EXPORT VAN NATUURRUEBER
1),

In
1.000
long tons

Productie
natuurrubber
Export
natuurrubber

Totaal Totaal
1ka
la

1941
650

600


1.600
636 575
1.510 8942

150
255,8
50
55
290
1943

50
280,6


2,07,4
1944

25.
280
. –
‘-
206,7
1945
– ‘

5,5
240
4,3
51,6
250
1946
175

402,7
835
212,5 366,9
940
1947 Januari
1

20

52,7
100
20
40,7
85
Februari
22,5

50,1
97,5
20
41,6 87,5
Maart
22,5

58,
107,5
20


62,7
112,5
April
25

49,7

97,5
30

41
‘)
Bron:

,,Rubber
Statistical

l2ulluti’n”
van Mei
1947. De cijfers
zijn schattingen.

betekent: niet beschikbaar.

13

Augustus
1947

ECONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN

655

-.
BUITENLANDSE’
KAPITAALSA
LIII
IN DE VERENIGDE STATEN’)


(in millioenen dollars).

Land
{

Ultimo
19
1
i2
Ultimo
1945
30April
1946
31

Mei
1946
30 Juni
I
1946
1946
31

Juli
1
3%
Aug.
~
j

946
30 Sept.
1946
31

1

1946
Oct..

30 Nov.
1946
Ultimo
1946
31 Jan.
1947

474,0
539,7 528,2
426,3
411,9 389,4 376,4
3
)
370,
12
)
351,1
2
)
322,8
‘326,4
319,1
837,8
892,5
709.5
585,8 485,3
756,0
624,1
665,1
1

736,3 640,9
563,1
585,6
Frankrijk
625,9
464,2
453,3
464,1
43,5
419,4
.

393,2
421,1
433,1
401,7
384,8 369,4
592,1
722,3
730.4 725,4
737,0 741,0
752,5
745
1
9
756,3
760,9
766,1
769,5

Nederland

……… Engeland ………..

3.608,1
4.037,0 3.889,6 3.698,7
3.554,&
3.790,7
‘3.612,0’)
3.649,5′)
3738,9
2
)
3.603,8
3.574,2
3.645,8
Zwitserland ……….

425,1
1.395,7
1.347,7
1.306,2
1.313,2I
1.278,7′)
1.223,5′)
1.177,3 1.110,6

1
1.067,0
979,7
967,1
Europa

………
Canada

……….
Lat. Amerika

. .
835,8
1.338,4 1.400,9
1.431,5 1.471,6
1

1.486,1
1.566,2
1.544,8 1.569,6
1.546,4 1.474,0
1.466,3
Azif’
932,9
1

1.781,,!
1.723.1
r

1.677,5
1.560,3
1

1.492,1
1.425,4 1.365,9
1.326,6 1.327.4 1.258,3
1.217,1

Totaal

……….
5.980.2
1

8.802,8
1

8.674,4
1

8.405,8

1
8,338,2′)1
8.496,2
1
)(
8.344,2′).250,1
2
)I
8.280,2′)I
8.270,4

1
8.009,5
1
i:ö’ï

1)
Ontleend aan het ,,Federal Reserve Bulletin” van Juni 1947. ‘) Oecorrigeerde cijfers.

[tANK VAN ENOELANI).
(Voornaamste oosten In millioenen ponden).

0

i’
.
‘5

‘a
“0

0

> [,
.-Q
0

16 Juli ’47 23 Juli ’47 30 Juli ’47
6 Aug.’47

0,2
0,2 0.2
0,2

1.449,3

t
1

1.449,3

1
1

1.449,3

1
1.449,3

1.450
1.450
1.450
1.450

L
l

,5
,3 ,3
,7

44,7 42,0
30,9 28,5

Other
securities
Deposi Is
5)

CIS

16

Juli

‘471
2,2

1
339,1
1

21,4
1

18,1
407,2
9.5
1

303,9
23

Juli

‘471
2,3

1
331,7
1

24,3
1

17,7
399,7
8,9
1

295,5
30

Juli
‘I
2,4

t
336,1
1

28,6
1

28,5
408,2
11,3
1

301,8
6 Aug.’471
2,4
335,0
19,0
27,2
393,7
18,3
279,6

OROOTHANOELSPRIJZEN HUIUEN EN STENEN
‘).

Fluiden
Stenen

‘verenigde Sta-

00
ten

Green
‘g
salted packers,
n,
Tijdvak
,

0
No. 1, heavy
native steers,
‘-‘-

Chicago

1
1

Hen.
‘n’
5

.

5)
5
)
$cts
per lb.I
Ned.
Crt

î
ço’
Zo
lnp,’t,,

1938
0,52
11,62′ 0,48 9,00 9,00 11,75
11,75
1947 Jan.
0,65
.
22,00
1,29
25,50 28,00 38,00 35,50
Febr,
0,65 25,00
1,47
25,50 28,00 38,00 35,50
Mrt
0,65
23,00
1,35
25,50
28,00
38,00 35,50
April
0,65
21,00
1,22
25,50
28,00 38,00 35,50
Mei
0,65
22,50 1,32 25,50 28,00
38,00
35,50
Juni
0,65
22,50 1,32 25,50 28,00
38,00′
35,50

‘)
De prijzen
in Nederland zijn,
behoudens
die van 1938, vast-
gesteld.

000DPJtODUCTIE
(in
1.000 dollars van circa $35 per
ounce fijn).

Jaar
Zuid-
Afrika
Veren.
Staten’)
Canada
‘)
Austra-
Iië ‘1
Totaal ge-

1939
448.753
196.391
178.303 56.182
1.020.297
1940
491.628
210.109
185.890 55.878
1.094.264
1941
504.268
209.175
187.081
51.039
1.089.395
1942
494.439
130.963 169.446
42.525
966.132
1943
448.153
48.808 127.796 28.560
760.527
1944
.429.787
35.778 102.302
16.310
682.061 1945

.
427.862
32.511
92.794
16.450

645.323
1946
417.647
56.890 98.994 21.595
668.973
1947 Jan.

34.021
7.612
8.184 ‘.2.205
Febr.
19.965
5.483
7.775 1.820
Maart
28.665
5.500
9.212

‘)
Ontleend aan: ,,Federal Reserve Bulletin” van Juni 1947.
‘)
Exclusief Sovjet Rusland.
1
1 Inclusief Philipr,ijnen. Jaarcijfers:
,U.S.
,

Mint”. De jaarcijfers
zijn schattingen van de ,,U.S. Mint”; de maandcijfers schattingen van het ,,Amenican Bureau of Metal Statistics”. Voor 1945 is het
totaal van de maandcijfers van het ,,Amenican Bureau of Metal Statistics” gelijk gemaakt aan het jaarcijfer van de ,,U.S. Mint”.
‘)
Te beginnen met 1945 zijn de Can. cijfers onderhevig aan
eventuele officigle revisie.
‘)
Te beginnen met Dec. 1941 werden de gegevens verschaft
door het ,,American Bureau of Metal Statistics”, Voor de periode’
Dec. 1941-Dec. 1943 hebben de cijfers betrekking op Australtil:
van Jan.
1944 af alleen op West-Australi6,

INDONESIE.

Econ. Doctorandus

gehuwd, vijfjarige praktijkervaring op het gebied van
financ. vraagst., beiastingrecht en accountancy, wenst
nu of met enige tijd een, hem
passende werkkring
in Indonesië te aanvaarden, en zoekt daartoe contact

met onderneming of instelling. Brieven onder no. E.S.B.
983 bur. v. d. bi. Postbus 42, Schiedam.

GEMEENTE ‘s-GRAVENHAGE.
Burgemeester en Wethouders roepen gegadig-
den op voor de functie van

HOOFD
der, op te richten secretarie-afdeling ,,Econo-mische Zaken” (waaronder ook dé gemeente’-
bedrijven zullen ressorteren) in de rang van
Referendaris C, op een jaarwedde van f 6.271,-
tot f 7.651,-, benevens een overbruggingstoelage
van
f
240,- (voor gehuwden of kostwinners) of
f 120,- (voor ongehuwden) per jaar en mogelijk
kinderbijslag. Aanstelling boven het minimum is
niet -uitgesloten. Alleen komen in aanmerking zij,
die doctor of doctorandus zijn in de economische
wetenschappen of meester in de rechtèn met
kennis van economische vraagstukken.
Adressen worden verwacht vÔÔr 1 September
1947, bezoeken eerst na uitnodiging.

Voor de Afdeling Wegverkeer worden gevraagd

ENIGE VROUWELIJKE KRACHTEN

die belast zullen worden mei de opleiding
van conduclrices
op de autobussen. Standplaats nader te bepalen.

Véreisten: Mulo., H.B.S. (3 of 5
j.
c.) of gelijkwaardig
.diploma. Minimum leeftijd 24 jaar.
Bezoldiging: f1. 1520.- of hoger; met de mogelijkheid dom
te lopen tot het maximum van f1. 2750.-
per jaar (le loonklasse).

Sllicilaties met afschriften cijferlijsten aan de 2e Afdeling
van de Algemene Dienst der N.V. Nedenlandsche Spoor. wegen te Utrecht

Annonces,
waarvan de tekst ‘s Maandags
in ons bezit is,

kunnen, plaatsruimte voorbehouden, in het nummer van

dezelfde week worden opgenomen,

Abonneert U op

DE ECONOMIST

Maandblad onder redactie van Prof. P. Hennip-

man, Prof. P. B. Kreukniet, Th. Ligthart, Prof.
N. J. Polak, Prof. J. Tinbergen, Prof.’ H. M. H.

A. van der Valk, Prof. C. A. Verrijn Stuart, Prof.

G. M. Verrijn Stuart, Prof. Mr. F. de Vries.

Abonnementsprijs
f22,50;
franco p. post,
f23,30;

voor studenten
f 19.—;
franco per post
f
19.80.

Abonnementen worden aangenomen door den

boekhandel en door de uitgevers

DE ERVEN F.BOHN TE HAARLEM

• •»-î

IRNHEM.

D

LEVENSVERZEKERING.
M A A T S
c
H A P PIJ

PERSONEELSVERZEKERINGEN

HOLLAN DIA”

HOLLANDSCHE FABRIEK VAN MELK-

PRODUCTEN EN VOEDINGSMIDDELEN N.V

.’ HOOFDKANTOOR TE

VLAÂRDINGEN

O
m
u
Rmi

Orde van

Nederlandse Raadgevende Ingenieurs

,

Verkrijgbaar bil vele plaatselijke comite

1
.n aan ALLE POSTKANTOREN

g•
(

Maakt
gebruik van de rubriek ,,Vacatures” voor het
oproepen van sollicitanten voor leidende functies. Het
aantal reacties die deze annonces tengevolge hebben
is doorgaans uitermate beviedigenci; begrijpelijk: omdat
er bijna geen groote instelling is, die dit blad niet
regelmatig ontijangt en waar het niet circuleertl

‘al

1•

ASSOtIATIE CASS.A.

KASSIERSINSTELUNG

OPGERICHT IN 1806

IIEERENGRACHT 179 • AMSTERDAM.0

Onafhankelijke adviezen, ont-
werpen, toezicht op uitvoering

Waarborg voor deskundigheid en integriteit

VAKGEBIEDEN:

Bouw- en waterbouwkunde, verwormingstech-

niek, electrotechniek, bedrijfsorganisatie, werk-

tuigkunde, scheepsbouw, koeltechniek

Vraagt
tedenlljst aan bij

Secretariaat: Prinsessegrucht 23 Den Hang

Nederlandsche Broederschap

van Accountants

Opgericht 1909
Examens November/December 1947

Vraagt inlichtingen omtrent de studie aan het Bureau

der Examens, Parkweg 14, Zwolle

Alle correspondentie betreffende advertenties, gelieve U te richten aan Kôninklijke Nederlandsche Boekdrukkerij H. A. M. Roelants,
Lange Haven 141, Schiedam (Tel. 69300 toestel
6)

Roelants

Schiedam

Auteur