24 APÏ1L I91
A UTEURSJECHT
VOORBEJ-/OUbEW
Economi*sch,-Statistische
Ben”chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FII’ANCEËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
3E JAARGANG
WOENSDAG 24APRIL
1918
No. 121
INHOUD
Blz.
DE ZUIDERZEE-POLDERS II
door
F.
B. j,öhns …………
341
De Suikeraanplant op Java voor
1919 ………………343
Index-cijfers ………………………………..
344
Overzicht der in beslag genomen Schepen …………..
344
De Moermanspoorweg …………………………
347
Commercieel Amerika na den oorlog ………………
349
Een Nederlandsch Hoogoven-, Staal- en Waiswerk ……
349
AANTEEKENINCEN:
De wereldproductie van goud ………………….
350
Graanbouw in de Oekraïne ………
……………
350
Stand der cultures en uitvoer in Suriname
.
………
351
Engelsche contracten v66r den oorlog gesloten ……..
351
Het bankwezen in Britsch-Indië ………………..
351
De achtste Duitsche oorlogsieening …………….
352
INGEZONDEN
STUKKEN:
Het wetsontwerp betreffende een Nederlandsch Hoog-oven-, Staal- en Walsbedrijf door
E. P. Wellcnstein.
352
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN
……………………
355
REGEERINGSMAATRECELEN OP HAIJDELSCEBIED
…………
355
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…… . ………..
356-364
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel. Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
WEEKBLAD ECONOMIBCH-BTATIBTISCHE
BERICHTEN
Becretaris-Redacteur:
G. E.
Huffnagel.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Telef… Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut. Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.
Abonnern.entsprijs voor het weekblad franco P. P.
in Nederland f 1e,—. Buitenland en Koloniën f 14,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
22 APRIL
1918.
De verruiming van de geidmarkt heeft de afgeloo-
pen week verderen voortgang gemaakt. Vooral de
prolongatiekoers kon beduidend terug loopen, hetgeen
echter niet alleen aan ruimer geld, maar vooral ook
aan de sterke inkrimping van de omzetten op de
Effectenbeurs is toe te schrijven. De noteering sloot
op 3% pOt. Ook voor particulier disconto was weder
meer geld beschikbaar, vooral na afloop van de in-
• schrijving op het schatkistpapier. Dooreengenomen
was de noteering 2% pOt.; verschillende kleinere pos-
ten Jirima papier konden echter nog belangrijk lager
plaatsing vinden.
De inschrijving op het schatkistpapier was een
buitengewoon succes en een bewijs te meer voor de
ruimte van de geldmarkt, die in staat blijkt zoo snel
achter elkander dergelijke bedragen tot terugloopende
rente op te nemen. Ingeschreven was in totaal voor
f
78.250.000. Toegewezen werden
f
26.110.000 drie-
maands-promessen â
f
992,37,
f
29.200.000 zesmaands-
p:omessen
it
f
984,25 en
f
14.070.000 eenjaars-biljet-
ten
t
f
1007,—, gevende een netto rendement van resp.
ca
. 2v/s, 3 en 3
7
/8
pOt.
De wisselmarkt was weder zeer stil. De week opende
et een sterke daling voor alle wissels op de oorlog-
ôerenden. In het verdere verloop der week bleven
de koersen verder zeer stationnair.- De stijging voor
Madrid maakte aanvankelijk nog verderen voortgang,
zoodat de koers tot 63.— klom. Daarna trad echter
weder een even sterke daling in. Slot circa 56.50. Dit
kersverloop was in overeenstemming met de notee-
ringen in Madrid, witar de Londenkoers voorbijgaand
tot 15.90 terugliep.
DE ZUIDERZEE-POLDERS.
Ter voortzetting van de behandeling eeniger
vraagstukken van geografischen en technischen aard,
in het vorig nummer ‘), willen wij thans nog enkele
vraagstukken op landbouwkundig terrein, die bij
de Zuiderzee-polders een oplossing moeten vin-
den, in oogenschouw -nemen. De vraagstukken zijn
Van verschillenden aard. In de eerste plaats zal wel
een nadere studie moeten worden gemaakt aangaande de wijze van uitgifte der gronden, in verband met den
aard van de bedrijven, welke men in den nieuwen
polder beoogt; vervolgens komt aan de orde de gang
van de bewoonbaarmaking der nieuwe gronden; de aheiderstoestanden zullen onder – de oogen moeten worden gezien; maatregelen zullen moeten worden
voorbereid om den landbouwers, die zich komen ves-
tigen, zooveel mogelijk voorlichting te geven op aller-
lei gebied.
Omtrent de wijze van uitgifte der gronden bestaat
reeds een vrij omvangrijke litteratuur. Algemeen is
men het daarover eens, dat het streven moet zijn een
welvarenden, krachtigen boerenstand in het leven te
rôepen. Voor een gezonde ontwikkeling der land-
houwtoestanden in Nederland’ is deze factor van over-
groot belang. Aan boerderijen van middelmatige grQot-
tq bestaat bij ons te lande groote behoefte; vooral in
de provinciën Zeeland en Groningen, alsmede in de
kleibouwstreken in het algemeen, bestaat daarvoor
een groote vraag. Het is dan ook te verwachten, dat
zich vooral uit die streken tal van gegadigden zullen
aanmelden en als pioniers kan men voor deze bouw
–
pMders geen betere wenschen.
– Aangaande de middelen om het 4oel te bereiken loo-
pen de meeningen echter nogal uiteen. De Staats-
commissie van 1894, zonder met beslistheid partij te
kiezen voor een bepaald stelsel, pleit voor de vesti-
ging van een eigengeërfden boerenstand, door den
)
[Men zie het overzichtskaartje aldaar, terwijl nog een
clrukfout te herstellen is: de Noord-Oostelijke polder wordt
geschat op
48.900 H.A.]
342
. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 April 1918
uit te geven grond, met de daarop v.n Staatswege te
vestigen gebouwen, te belasten met een vasten cijns, in
annuïteiten van 35 40 jaar aflosbaar te steller.
Zulk een aflosbare cijns wordt door de heeren Van
der Houven van Oordt en Vissering in hunne studie,
getiteld: ,,De economische beteekenis van de afslui ting en drooglegging der Zuiderzee”, niet overgeno-
men. Hunnerzijds wordt het denkbeeld bepleit om van
Staatswege op de te verkoopen gronden een hypo-
theekschuld te vestigen, eveneens bij annuïteiten af-
loshaar te stellen. Ook in de Memorie van Toelichting,
hehoorende bij het wetsontwerp, betrekking hebbende
op een gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzeë
van 1907, wordt in algemeenen zin met bovenge-
noemde denkbeelden instemming betuigd.
Bij al deze voorstellen staat dus het vormen van een
eigengeërfden boerenstand op den voorgrond. Boven-
dien worden, om de bedrijven ook voor minder bemid-
delde gegadigden toegankelijk te maken, midaele
aanbevolen om de betaling van de koopsom zoo ge-
makkelijk mogelijk te maken.
Ook bij de Commissie van Landhuishoudkundigen,
bovengenoemd, heeft dit vraagstuk een punt van em-
stige overweging uitgemaakt. Ook
zij
stelde zich op
het standpunt dat het doel moet zijn, het in het leven
roepen van een krachtig gefundeerde boerenbevolking.
Zij was echter, in afwijking van bovenstaande advid-
zen, eenstemmig van oordeel, dat dit doel het best bè-
reikbaar ware, door den grond onder doelmatige vooi-
waarden, te verpachten. Dat aan de vestiging van een
nieuw uitgebreid domein voor den Staat bezwaren
zijn verbonden, werd allerminst ontkend. Een der hé-
zwaren is zeker wel, dat de Staat, in dit stelsel, zelf
heeft te voorzien in de behoeÇte aan hofsteden en
woningen, maar in de hierboven aanbevolen stelsels
wordt die taak ook aan den Staat opgedragen, zoodat,
wat dit belangrijke punt betreft, het pachtstelsel niet bij andere plannen behoeft achter te staan. Verpach-
ting nu, mits op deugdelijken grondslag, levert de
beste gelegenheid voor ruime aanwending van be-
drijfskapitaal, daar de ontwikkelde, doch niet bemid-
delde landbouwer als pachter eener flinke boerderij
veel meer kans heeft zijn kapitaal en kunde produc-
tief te maken, dan als eigenaar eener kleine boer-
derij. Door, voorloopig althans, de gronden niet te
vervreemden, maar deze in pacht uit te geven, wordt
de toekomst niet te veel aan banden gelegd, daar de
Staat zich daardoor de beslissing voorbehoudt, hoe de
uitgifte der gronden op den duur het best geregeld
kan worden.
Wat de arbeiderstoestanden betreft, zoo mag met
vrij groote zekerheid worden verwacht, dat dadeli.jk
na het droogvallen der gronden een talrijke vlottende
arbeidersbevolking, aangelokt door de hooge bonen,
zich naar den nieuwen polder zal begeven, om daar
werk te zoeken. In den aanvang zullen dit hoofdzake-
lijk polderwerkers zijn, maar gaandeweg, als meer ge-
regelde toestanden intreden,- zullen akkerbouw en hui-
zenbouw een groot aantal handen vragen. Een deel
dezer vlottende bevolking zal dan ook zeker bestemd
zijn om zich blijvend in den polder te vestigen, hoofd-
zakelijk als vaste en losse arbeiders. De vaste arbei-
ders zullen ten deele moeten worden ondergebracht
op de hoeven, anderdeels zullen zij met de losse arbei-
ders een woonplaats moeten vinden in de toekomstige
dorpen.
Ten einde op den duur gunstige arbeiderstoestan-
den te verkrijgen, zal het zaak zijn aan de huisvesting
der arbeiders groote aandacht te schenken. De toe-
komstige poldertoestanden toch zijn in niet geringe
mate afhankelijk van het gehalte der arbeiders, waar-
over men te beschikken heeft.
Wat den voorlichtingsdienst betreft, welke ten be-
hoeve van de nieuwe bevolking in het leven ware te
roepen, zoo verkeert men thans in heel wat gunstiger
omstandigheden, dan zulks ten tijde der vroegere
groote inpolderingen het geval was. Door de ontwikke-
ling van de Staatsbemoeiing in Nederland in de laat-
stc ]cwartceuw, is iaridhouwkeinis gaandeweg meer
algemeen doorgedrongen en tevens beschikt de Staat
ovei een corps ervaren, goed onderlegde ambtenaren,
op wier kompas met vertrouwen kan worden gevaren.
Ook het zich krachtig ontwikkelend vereenigingsieven
schijnt voorbestemd reeds dadeljk organiseerend op te treden. Het staat te voorzien, dat de boerenbevol-
king in de nieuwe polders uit alle provincies zal wor-den gerecruteerd, al zullen de provincies met ontwik-
kelden akkerbouw op de klei waarschijnlijk wel het
grootste contingent leveren: De boerenbevolking is
over het algemeen aan overgeërfde gebruiken ge-
hecht, en zoo hebben dan ook de vroeger in gebruik
genomen polders aanvankelijk een bonte mengeling
vertoond wat betreft huizenbouw en wijze van grond-
gebruik. Ieder zeilde op eigen compas, en dit leidde
tot kostbare proefnemingen en niet zelden tot mis-
lukking. Dit nu moet zoo mogelijk voorkomen worden.
Een goed ingerichte voorlichtingsdienst zal voor heel
wat teleurstellingen behoeden.
Aan het slot dezer beschouwingen mogen hiér nog
enkele opmerkingen een plaats vinden met betrekking
tot de beteekenis voor ons land van de groote aan-
winst van tweehonderd duizend hectaren vruchtbaren
grond, in verband met de volksvoeding. In den tegen-
woordigen tijd treedt het voedingsvraagstuk voor pns
land meer en meer op den voorgrond en de belang-
stelling, welke het Zuiderzee-vraagstuk in wijden
kring ondervindt, vindt mede haren grond in de
overweging, dat de Zuiderzee-polders er toe zullen
bijdragen onze afhankelijkifeid van het buitdnland in
dit opzicht te verkleinen.
De grondslagen, ivaarp de Nederlandsche land-
bouw van de laatste kwarteeuw was opgetrokken, zijn
door den tegenwoordigen oorlogstoestand geheel on-
dermijnd. Onze landbouw had meer en meer het
karakter aangenomen eener export-nijverheid, met een
sterke neiging om het zwaartepunt der productie te
stellen in het teeken der veehouderij (rundvee, var-
kens, schapen, paarden, pluimvee). Mede ten gevolge
van
stijging
der arbeidsloonen breidde het grasland
zich meer en meer uit ten koste van het bouwland.
Zuivelfabrieken verrezen allerwegen, en ook de teelt
van tuinbouwgewassen en handelsgewassen breidde
zich meer en meer uit ten nadeele van de graanteelt
als bron van menschelijk voedsel. Het bedrijf werd
gaandeweg intensiever, waartoe de gemakkelijke im-
port van kunstmeststoffen en voedermiddelen in staat
stelde, en zulks kwam mede tot uiting in een steeds
kleiner omvang van het bedrijf.
Nederland behoort tot de Rijken, welke nimmer in
staat zijn geweest in eigen behoefte aan tarwe te
voorzien; de graanimport is steeds een belangrijk on-
derdeel van den handel geweest. Gaandeweg is de
terweteelt echter tot zulk een kleine oppervlakte
teruggedrongen, dat deze slechts in staat stelt voor
ongeveer drie maanden in de behoefte der bevolking
aan wittebrood te voorzien.
Tot voor korten tijd werd door niemand eenig ge-
vaar in dezen toestand gezien. Het buitenland voor-zag tegen matige prijzen in de behoefte, en het mo-
derne Nederlandsche landbouwbedrijf leverde produc-
ten, waarvoor in het binnen- en buitenland heel wat
hoogere opbrengsten waren te bedingen dan met graan-
bouw. De tegenwoordige tijd leert maar al te zeer, dat
dit stelsel in oorlogstijd geheel in den steek laat. Thans,
nu wij van het buitenland afgesloten zijn, is steunen
op eigen voedselvoorziening meer dan ooit geboden en
zulks leidt tot geheel andere bedrijfsinrichting.
Scheuren van weideland is thans het parool, de f a-
briekmatige zuivelbereiding in de zandstreken komt
ift het gedrang, de varkensstapel is wegens gebrek
aan voedsel grootendeels vernietigd, en zulks is ook
het geval met den pluimveestapel, onzen rundveesta-
pel bedreigen groote gevaren, en de productié van
plantaardig voedsel voor den mensch is, op straffe
van hongersnood,- meer dan ooit geboden.
24 April 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
343
Hoe de toestand zal zijn, als de vreeselijke oorlogs-
tijd voorbij is gegaan, is moeilijk te voorspellen. Dit
is echter wel zeker, dat de vroegere toestanden zich
in allen gevalle eerst zeer langzaam, indien ooit, zul-
len herstellen, en dat de naweeën nog lang zullen wor-
den gevoeld.
De Zuiderzee-polders nu, met hun vruchtbaren klei-
grond, zijn uitermate geschikt voor den aanbouw in
oorlogstijd. De bodem is echte tarwebodem, en bijge-
volg zullen tarwe, gerst; haver, ook rogge, alsmede
peulgewassen, erwten en boonen, de hoofdproducten
zijn. Ook voor de teelt van handelsgewassen, zooals
suikerbieten, vlas, karwij, alsmede aardappelen, kla-
ver en lucerne, is die bodem na verloop van jaren
zeker geschikt, maar men heeft het in de hand die
teelten,al naar gelang van de conjunctuur, al of niet
toe te passen.
Wat de te verwachten opbrengsten betreft, zoo mag
men met grond verwachten, dat deze, althans in de
Wieringermeer en den Hoornschen polder, met de
beste gronden in Nederland zullen kunnen wedijveren.
Ten einde zich een voorstelling van de productie te
vormen, overwege men de volgende getallen. Voor de
jaren 1909, 1910 en 1911 werd volgens nauwkeurige
berekening de bruto geldelijke opbrengst per hectare
geschat voor den Waard-enGroet-polder op
f
363, f360
en
f
435; vooi den Haarlemmermeerpolder op
1
253,
f
271 en
f
329. Voor een door de gemeente Gronin-
gen zelf geëxploiteerde boerderij in den Reiderwolder-polder bedroegen de gemiddelde ontvangsten per H.A.
in 1909
f
302 en in 1910
f
284.’ Van een boerderij in
den Wadpolder, groot 50 H.A. werd per H.A. ont-
vangen in 1908
f
303, in 1909
f
263, in 1910
f
284.
Stelt men op grond van de bovengemelde gegevens
de gemiddelde bruto opbrengst per H.A. in de Zui-
derzeepolders op
f
300 (wat zeker niet te hoog is),
dan geeft dit voor den Wieringermeerpolder een
bruto jaarljksche opbrengst van
f
5.400.000 en voor
ile vier Zuiderzee-polders van
f
60.000.000.
In den tegenwoordigen oorlogstijd zou liet bezit
van zulk een graanschuur van onberekenbare waarde zijn, maar hoe oök de toestanden zich in de toekomst
mogen wijzigen, het staat wel vast, dat de aanwinst
van zulk een groote uitgestrektheid vruchtbaren
grond voor Nederland van onschatbare waarde zal
zijn. — F. B.
LöHNIs.
DE SUIKERAANPLA-NT OP JAVA VOOR 1919.
Onze medewerker schrijft:
Gedurende den laatsten tijd hield de vraag of de
aanplant suikerriet op Java voor den oogst 1919, die
dit jaar in den grond komt, ingekrompen dient te
worden, de gemoederen in Javasuikerkringen in be-
weging.
Bij de Ned.-Ind. Regeering scheen nog kort gele-den liet plan te hebben bestaan om eene inkrimping
van den suikeraanplant met 25 pOt. te gelasten, ten-
einde de daardoor vrijkomende gronden met
rijst
te
laten beplanten, aan welk voedingsmiddel in sommige
districten schaarschte dreigt, terwijl liet zeer de vraag
is of import van buitenlandsche rijst (Saigon en
Rangoon) mogelijk zal zijii. Bij de groote moeilijk-heden, die in verband met dezen import in den laat-
sten tijd door de Regeering overwonnen moesten
worden, is het begrijpelijk, dat van Regeeringswege
alles in het werk gesteld wordt om zich onafhankelijk
te maken van den import van rijst. Tegen het plan
om dit ten koste van den suikeraanplant te bereiken
verzetten zich echter de groote belanghebbenden bij
de suikerindustrie en volgens latere telegrafische be-
richten heeft de Regeerind er van afgezien om eene ordonnantie in dezen geest uit te vaardigen; zij ver-
genoegde zich er mede de fabrieken op de wensche-
lijkheid eener inkrimping te wijzen. Ongeveer tege-
lijkertijd deed de Jav’asche Bank, die bij belangrijke economische vraagstukken in intiem overleg met de
Ned.-Ind. Regeering handelt, den suikerfabrikanten
weten, dat
bij
niet iakrimping van den aanplant het
haar onmogelijk gemaakt zoude kunnen worden om
voor de financieering van den oogst dezelfde, facili-
teiten te verleenen als tot dusver. Dit leidde tot min-
der juiste uitleggingen en maakte de Gedelegeerde
der Javasche Bank te Amsterdam daarom de volgende
mededeeling bekend:
,,Eenigen tijd geleden werd
–
in de dagbladen een
telegram gepubliceerd, bevattende een waarschuwing
door de Directie der Javasche Bank te Batavia, ge-richt aan de Nederlandsche eigenaren der suikerfa-
brieken op Java, omtrent de financieering van den
suikeroogst 1919. Het schijnt, dat uit dit telegram
niet altijd even juiste gevolgtrekkingen zijn gemaakt.
Wij wenschen daarom uitdrukkelijk hier te constatee-
ren, dat de Javasche Bank
nooit
heeft gezegd onge-
neigd te zijn haren financieelen steun te verieenen.
L
,,Met het oog op de tegenwoordige onzekere toe-standen voor de Javasuiker echter, en met d9 waar-
schijnlijkheid, dat groote hoeveelheden hiervan aan
het einde van dit seizoen onverkocht zullen blijken
te zijn, is het
duidelijk,
dat dit in het volgend jaar tot
een ramp moet leiden, indien er geen keer ten goede
komt en suikerfabrikanten zonder eenige terughou-dendheid met hun bedrijf doorgaan. Tijdig heeft de
Javasche Bank hare waarschuwing tot de eigenaren
gericht, omdat, indien deze geen acht geven op de
tekenen des tijds, er allicht omstandigheden zouden
kunnen ontstaan, welke ‘de Javasche Baiik zouden verhinderen in het heleenen van suikers in het vol-
gend jaar.
,,Overigens heeft de Javasche Bank het voornemen
elke gewettigde aanvrage voor hulp steeds tegemoet
te komen.”
Hierop volgde dezer dagen een telegrafisch bericht,
waaruit op te maken valt, dat de Regeering den be-
trokken bestuursambtenaren opgedragen zoude heb-
•ben in gevallen, waar de rijstcultuur in conflict komt
met den rietaanplant, het irrigatiewater in de ‘eerste
plaats te bestemmen voor de rjstvelden. Dit bericht
veroorzaakte ‘nieuwe onrust bij de suikerplanters, die hunne belangen daardoor bedreigd zien.
Als hoofdreden van het verzet tegen eene gedwon-
gen inkrimping geven de fabrikanten bij monde van den voorzitter van den Bond van Eigenaren in Indi-
sche suikerondernemingen op, dat hierdoor de met moeite verkregen uitbreidingen dieigen verloren te
gaan en het bedrijf ontredderd wordt, tçrwijl de ver-
minderde oogst eerst in 1919 gaat meetellen. De bij-
voeging, dat inkrimping van den rietaanplant ter
vermeerdering van den aanplant’ van inlandsche voe-
dingsmiddelen onpractisch geacht wordt, omdat sui-
ker evengoed een voedingsstof i.s en de opbrengst pel’
bouw minstens viermaal grooter is dan van den rijst-
oogst en bovendien bij inkrimping van den rietaan-
,plant met 25 pOt. slechts 2Y2 pOt. aan den jaarlijk-
schen rjstoogst wordt toegevoegd, is minder gelukkig
te noemen. Suiker is zeer zeker evengoed een vo.e-
dingsstof als rijst, maar kan onmogelijk rijst rempla-
ceeren, terwijl bovendien
overvloed
aan suiker en
schaarschte
aan rijst heerscht. Dat 25 pOt. inkrim-
.ping van den rietaanplant slechts 2Y2 pOt. vermeer-
dering van den rjstoogst beteekent, kan eveneens buit
,ten beschouwing blijven, daar liet toch uitsluitend er
op aan komt wat met de 2l pOt. vermeerdering van
den rijstoogst bereikt kan worden – bijv. of de Re-
geering zich daardoor onafhankelijk kan maken van den import van rijst.
Een groot bezwaar voor de suikQrfabriekeu is, dat
zich eene inkrimping eerst in het
volgende
jaar kan
doen gelden. Wanneer eene vermindering van den aanplant tegelijkertijd een zooveel kleineren oogst
voor het
loopende
jaar oude beteekenen, dan zoude
men zich misschien gemakkelijker daarbij kunnen neerleggen, daar wel iedereen er van overtuigd zal
zijn, dat verkoop en verscheping van den oogst in dit
iar nog de grootste moeilijkheden zal opleveren, zoo-
dat eene vermindering van dezen oogst met 25 pOt
:in menig opzicht als eene uitkomst beschouwd zou
344
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN .
24 April 1918
kunnen worden. In het volgende jaar kunnen de toe-
standen aan de suikermarkt echter geheel veranderd
zijn – verbeterd, wanneer intusschen de vrede ge-
sloten wordt, die oplossing der afscheepmoeilijkheden
kan brengen en inkrimping om die reden overbodig
maakt, waartegenover echter staat, dat bij een voort.
duren van den oorlog de toestand in het volgende jaar
nog zé&r veel ongunstiger zal worden. Dan zal niet
alleen het grootste gedeelte van den oogst
1918,
maar
wellicht ook nog een restant van
1917
in de pakhui-
zen op Java opgeslagen liggen en daar boven op zonde
dan een groote oogst in
1919
moeten komen, zoodat
eene waarschuwing – zooals door de Javasche Bank
gegeven – wel gewettigd is.
Onder deze omstandigheden is het voor vele fabrie-
ken moeilijk om hieromtrent eene beslissing te nemen.
De financieel krachtigste fabrieken schijnen ov?r het
algemeen besloten te hebben de volle uitgestrektheid
aan te Planten en kan slechts de toekomst leeren of
dit een wijs besluit geweest is. Bij het beoordeelen
van het vraagstuk moet niet uit het oog verloren wor-
den – en dit werd tot dusver niet voldoende op den
voorgrohd geplaatst – dat eene inkrimping van den
oogst met
25
pOt., gelijkstaande met ongeveer
7
millioen picols of
450.000
tons suiker, op den wereld-
prijs van Javasuiker van gunstigen invloed moet zijn
en dus liet directe nadeel, dat de fabrieken bij inkrim-
ping van den aanplant door verhooging der exploita-
tikosten en uit anderen hoofde
lijden,
allicht gecom-
penseerd kan worden door een hoogeren verkoop-
prijs van haar product. Hoeveel dat prijsverschil zal
uitmaken is natuurlijk niet bij benadering vast te
stellen, maar dat de uitval van een dergelijk groot
kwantum bij een voedingsartikel a]s suiker invloed
op den prijs moet hebben, is eene economische waar-
heid, waartegen niets valt in te brengen.
INDEX-CIJFERS.
De verschillende groepen hebben in de afgeloopen
maand weinig interessants vertoond, behalve weef-
stoffen, die tengevolge der voortdurende stijging van katoen aanzienlijk toenamen en in hoofdzaak de ver-
meerdering der maand,
49
punten, teweeg gebracht heeft. Maart sluit op
5867
of relatief
266
1
6,
tegenover
Data
Granen
en
V!ee.lcJ,
Andere
voe-
dings.
enge.
nolm.
Weef-
sloffen
–
De!!-
stoffen
Dioer-
sen:
ol,en,
hou!, ,ubl,er,
enz.
Totaal
Alge.
meen
index-
cijfer
Basis (gemidd.
1901-5)
.
500 300
500 400 500
2200
100,0
1Januari1914
563 355 642
491
572 2623
119,2
1 April
560
350+
6263
493
567
2597 118,0
1 Juli
5653
345
816
4713
551
2549
115,9
1 October
646-
405
6113 4723
645
2780 126,4
1Januari1915
714
4143
509 476
6863
2800 127,3
1 April
,,
840 427 597
644
797
3305
150,2
1 Juli
,,
818
428
601
624
779
3250
147,7
1 October
,,
8093 4703
667
6193
7693
3336
151,6
1Januari1916
897 446
731
7113 8483
3634
165,1
1 April
,,
9493
503
7963
851 913
4013
182,4
1 Juli
,,
989
520 794
895
1015
4213
191,5
f
October
,,
1018
5363
937
8583
1073
4423
201,0
1Januari1917
1294
553 11243
8243
1112
4908
223,0
Einde Jan. ,,
1310
561
1137
8253
11193
4953 225,1
Febr.,,
13123
5813
1189
8293
11593
5072
230,5
Mrt.
,,
1346
–
6103
1226
8343
1283
5300
240,9
April,,
1362
642
1240
842
1293
5379
244,5
Mei
13763
648 12613
8393
12863
5412 246,0
Juni
14323
6523
1441
8413
12783 5646 256,6
Juli
13333
607
1512
840
12963
5589 254,4
Aug.
1342
670
15043
830
13113
5658 257,1
Sept.
12213 726 15093
8223
13543
5634
256,1
Oct.
,,
12263
724
15753
824
1351
5701
259,1
Nov.,,
12363
679
16603
848
1344
5768
262,2
Dec.
12863
686
16843
8393
13483
5845
265,7
Jan.1918
12213
686 17193 829
1329
5785
262,9
Febr.,,
1235
693
1733
838 1319
5818 264,4
Mrt.
1238
697
1777
836 1319
5867
266,6
cursief
verbeterde cijfers.
240,9
in de overeenkomende maand van het vorig jaar en
116,6
bij het uitbreken van den oorlog.
Aangaande de kwartaalsgewijze stijging geeft het
onderstaande staatje een beeld.
U. leErt..
U. juni
TJO.
Sept.
U1′.
Dec.
1915..
. .
505
-55
86
298
1916….
379 200 210
515
1917….
292 346
12
221
1918….
22
–
–
–
Voor granen en vleesch valt weinig op te merkcn,
Engelsche haver viel
2/-,
evenzoo gerst; koffie was
iets vaster. Ten aanzien van katoen vermeldt liet
rapport van Robert Barhour and Brother Limited:
i)e verwachting op vermindering der textielproductie is
bewaarheid geworden door de nieuwe maatregelen van het
,,Cotton Control Board”, hierbij gevoegd de omstandigheid, dat de scheepsruimte beschikbaar voor aanvoer van Amen-
kaansche katoen verminderd is, valt een uitermate vaste
markt te constateeren, niet, steeds aanhoudende stijging voor
garens en doek, terwijl levering pronipt nog moeilijker te
verkrijgen is. Bovendien blijft de vraag voor regeeriags-
behoeften groot. Lagere prijzen in de naaste toekomst wor
–
den niet meer verwacht.
Bij de delfstoffen viel standaardtin £ 3 in prijs; bij
de diversen is rubber nog wat opgekomen.
OVERZICHT DER IN BESLAG GENOMEN
SCHEPEN.
(Na4ruk verboden).
Van
dc
inbeslagneming der Nederlandsche koop-
vaardijschepen – daaronder verstaan di.e, welke OP
1 Maart j.l. van een Nederlandsche zeebrief voorzien
waren, van
500
tons d.
w.
en meer volgen hier een
aantal tabellen, die een medewerker uit directe gege-
vens samengesteld heeft. In de eerste plaats wordt
hierondem: eep algemeen overzicht gegeven.
Volgens den stand op
18
April vindt men in
e eerste kolom wat met de inbeslagneming van
21
Maart j.l. verloren is gegaan, daarnaast wat van
de Nederlandsche vloot nog overgebleven is, hetzij in
overzeesche gewesten verblijvende, hetzij in Neder-
land aanwezig of in kleine vaart. De getallen in dit
tableau en de andere drukken tons total deadweight,
inclusief bunkers, op zomermerk uit.Volledigheidshalve
zij aangestipt wat hieronder verstaan wordt. Het ge-
wicht, dat een ledig schip op zekeren diepgang brengt,
heet ,,deadweight”, gewoonlijk – zooals hier – wordt
daarin het gewicht van de brandstof in de bunkers
begrepen. De tonnen zijn Engelsche gewichtstonnen
van
1016 K.G.
De diepgang van een schip staat onder
den invloed van liet soortelijk gewicht van het water,
dat in zomer en winter verschillend is. Het zomer-
merk is het punt tot waar een schip diepgang mag
hebben in dc zomermaanden.
Ten einde het effect van de inbeslagneming op onze
scheepvaart-verbindingen te beoordeelen, moet, zooals
in liet tableau geschiedt, ondeischeid gemaakt vodem
tusschen de geregelde lijnen, waarop onze handel met
cle Koloniën, met Noord- en Zuid
;
Amerika, West-
in beslag 1 over-
Bedrjfstype
genomen
1
gebleven
Ger.Lijneei(groote vaart):
Indische
lijnen ……… . ……..
202.180
360.514
Paketvaart en Java-China-Japanl
59.614
187.639 136.525
..
43.572
N.-Amerikaansche vaart
………93.919
W.-Indië, Centr. Amerika, Chili
63.827
90.212
Argentinië, Brazilië
………….33.630
N. en Z.-Europa, N.-Afrika
..
.
.1
.
453.170
818.462
Ger. Lijnen (kleine vaart)
34.668
31.472
Wilde vaart …………………
196.081
163.953
Tankschepen ……………….
14.400
88.939
Algemeen Totaal..
1
698.319 11.102.826
24 April 1918
‘
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
345
geen beslag,
geen beslag,
jvend in
in beslag
varbl
verbljvend
1
of
Reederjen
geno1e’a
buiten Nederland
Oostzee-vaari
Maatschappij Nederland ……………………..
Rotterdamsche Lloyd ………………………..
Kon. Ned. Stoomboot-Maatschappij ………………
Kon. West-Ind. Maildienst ………………….
Kon. Paketvaart-Maatschappij ………………..
Java-China-Japan-Lijn ……………………..
Scheepvaart- en Steenkolen-Maatschappij ……….
Hollandsche Stoomboot-Maatschappij …………..
Maatschappij ,,Noordzee” ……………………
Hudig & Pieters …………………………..
Holland-Amerika Lijn………………………
v. l4ievelt, Goudriaan & Co…………………..
van Ommeren …………………………….
v. d. Eb & Dresselhuys ……………………..
Maatschappij Holland-Friesland ……………….
Vinke & Co……………………………….
Ruys & Zonen …………………………….
Kon. Hoil. Lloyd…………………………..
Hudig & Veder
…………………………..
vanUden
………………………………..
Erhard & Dekkers ………………………….
Maatschappij ,,Oostzee” ……………………..
Maatschappij ,,Hilligersberg” ………………
Lensen………………………………….
Solleveld, v. d. Meer & v. Hattum…………….
Dordtsche S/S Maatschappij ……………………
Klevenberg ……………………………….
H. A. A. S………………………………..
Ned. md. Tankstoomboot-Maatschappij …………
Jos. de Poorter ………..
…………………….
Smith & Co ………………….
……………
Alg. Ned. Scheepvaart-Maatschappij …………..
v. Driel’s Stoomboot- en Transport-Onderneming
Havre Stoomboot-Maatschappij
.
………………
…
Roll. Vrachtvaart-Maatsch appij ………………
N. V. S/S Aug. Borremans …………………..
N. V. S/S ,,Jan van der Steen” ………………..
led. Stoomboot-Maatschappij Wm. H. Müller … …
Wm. H. Müller’s Alg. Schv.-Maatschappij. ……..
Bothnia……………………………………
Berghuys…………………………………
Maatschappij ,,Bestevaer
..
……………………
van Es & Co………………………………
Stoomvaart-Maatschappij ,, Oostvoorne” …………
Stoomvaart-Maatschappij ,,Eigeh Hulp 1″ ……..
Groningen-Rotterdam Stoomboot-Maatschappij
Ned. Lloyd ………………………………..
Maatschappij S/S ,,Oostzee” ………………….
Scheepvaart-Maatschappij ,,Oranje-Nassau” ……..
Ned. Scheepvaart-Maatschappij ,,Transatlanta”
Maatschappij ,,Eigen Hulp
..
…………………..
Maatschappij ,,Oceaan” ……………………..
Maatschappij S/S ,,Zeeraaf
..
………………….
Tanlcschepen:
Phs. vanOmmeren …………………., ………
Petroleum-Maatschappij ,,La Corona …………. …
Ned. md. Tankstoomboot-Maatschappij …………
Bataa,fsche Petroleum-Maatschappij ……………..
Ned. md. Industrie- & Handel-Maatschappij ……
Maatschappij Zeelichter ,,Zeelandia” …………..
Amer. Petroleum-Maatschappij ………………..
Totaal……………..
105.163
180.937
97.017
67.500
48.640
20.612
15.187
4.100
21.998
146.068
37.616′
41.571
17.726
3557
1.965
1.270
93.919
48.450
63.651
9.200
1.550
950
2.000
2.000 16.970
33.630
1.4. 025
11.600 34.129 12.350
14.350
2.200
5.400
6.650
4.200
16.800 5.296
3.900
600
835
14.400
22.109
–
19.761
–
12.719
–
3.025′
–
1.085
698.319
1
590.362
48.890
56.997
62.380 3.120
7.818
4.429
980
88.075
18.879
1.800
1.050
10.844
10.280
29.547 7.310 15.514
7.200 12.250
2.800
10.400
9.250
10.448
1.400 1.025
10.435
775
2.095-
1.055
2.030
975
5.365 3.475 4.730 1.040
2.650
660
2.050
550
2.663
2.100
1.800
2.200 5.600 6.190
1.100
6.250
23.990
512.464
Bovendien nog: Schepen, gerequireerd vSôr
21 Maart 1918
Holland-Amerika-Lijn ………………….20.900
Furness’ Scheepv. en Agent. Mij
.
……….. 32.392
Maatschappij ,,Oceaan” ………………25.350
Wm. H. Müller & Co…………………8.300
Totaal……86.942
Indië en Centraal-Amerika, Noord- en Zuid-Europa
en Afrika steunt, en de z.g. wilde vaart, die in het
algemeen daarheen trekt, waar de bste vrachten te
vinden zijn; evenwel valt hierbij op te merken, dat
ôok van deze schepen een groot aantal geregeld em-
plooi vindt in hout- en ertsvaart op Nederland, die
niet tot het speciaal domein der geregelde lijnen be-
hoort. Ten slotte nemen de tankschepen nog eene af-
346
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24
April 1918
In beslag genomen schepen.
a = door Ver. Stalen.,
e.= door En.gelan.d,
Stoom’. Mij. Nederland. Koningin der Nederlanden …………..6.850
a
Oranje ……………………………4.631
a
Prinses Juliana……………………7.080
e
Celebes …………………………..8.955 «
Lombok …………………………9.054
e
Boeroe …………………………..9.850
e
Kambangan – ……………………..10.020
e
Roepat ……………………………10.047
ct
Rondo ……………………………10.110 «
Batjan ……………………………9.700 «
Bali …………………………….9.805
a
Sumatra ……………………………9.041
e
105.163
Rotterdamsche Lloyd.
Goentoer …………………………5.100
e
Madioen ………………………….9.800
e
Arakan ……………… ……….s….
8.580.a
Besoeki
…………………………5.500
(t
Buitenzorg ………………………10.297
(t
Deli …….. . …………………….10.195
e
Gorontalo
……………………….8.900
(t
Malang …………………………..
.5:200 «
Merauke ………………………….9.800 «
Ophir
4.650 «
Samarinda ……..;
10.195
(t
Ternate
…………………………8.800 a
97.017
Kon. Ned. Stoomb. Mij.
•
Hercules ……….
4.090
(t
Mercurius
3.970 «
Clio …………………………….
3.940 «
Pollux ………………………
3.880
(1.
Poseidon …………………………..3.350
(t
Triton
3.350
(t
Bacchus
………………………….3.100
a
Vesta
……………….
2.710 «
Neptunus
……………………….
2.130 (t
Adonis …………………………..
2.260 «
Pluto
………………………….. .
1.685
(t
Rhea……………………….
……
2.070
e
Agamemnon
3.350
e
Venus …………………………..2.710
e
Tellus ………………………….
2.305
e
Thalia …………………………..
2.070
e
Danae …………………………..
1.670
e
48.640
Kon. West-Ind. Maildienst
–
Jan van Nassau
……… ………….4.880
(t
Nickerie ………………………….3.235
(t
Prins Frederik Hendrik …………….
2.977
a
Prins der Nederlanden………………
2.155
(t
Prins Willem T
…………………..
1.940
(t
15.187
Kon. Paketvaart’Mij.
Tasman
…………………………5.395
e
v. Heemskerk ………………………3.527
‘s Jacob
…………………………3435
e
P. Hordijk ……………………….3.355
e
Rochussen
……………………….2.856
e
v. Waerwijck ……………………..3.430
e
21.998
Java- China- Japan-Lijn.
Tjikembang……………………….11.086
(t
Tjisondaii
……………………….11.086 «
Tjibodas ………………………….6.844
e
Tjitaroem
……………………….8.600
e
37.616
Scheepv. en..Steenk. Mij.
Friesland
910
e
Gaasterlaud
1.360
e
Hoogland
……………………….
1.747.
e
Noord-Holland
………………..
.
…1.178
c
Oosterland
……………………….
1.791
C
Scjokland
……………..
1.370
e
St. Annaland
3.026
e
St.
Philipsland
……………………
3.318
e
Schieland
………………………..
3.026
e
17.726
Hol]. Stoomb. Mij.
Scheldestroom
1.665
e
Vliestroom ……………………….820
e
Ystroôm
1.072
e
3.557
St. Mij. Noordzee.
Hengelo
…………………………975
e
Boekelo
…………………………
990
e
1.965
Hudig & Pieters.
Otis Tetrax
……………………..1.270
e
Holland- A mei’ ik a -Lii n.
Rijndam
13.625
a
Beukelsdijk
10.530
a.
Gorredijk
9,095
(t
Maartensdijk
…………………….:
9.095
«
Oosterdijk
……………………….
11.927
(t
Soestdijk
………………………….
9.095
a
Westerdijk
……………………….
11.927
«
Zuiderdijk
……………………….
8.075
a
Veendijk
…………………………
10.550
(t
93.919
V.
Nievelt, Goudriaan
&
Co.
Aliotli
…………………………..
3.630
«
Dubhe
…………………………….
5.600 (t
Merak…………………………..
5.250
a
Mizar
……………………………
3.300
«
Alcor
………………………….
6.293
«
Alkaid
…………………………..
5.200 a
Bellatrix
…………………………
6.020
t
Mirach
…………………………..
6.293
(t
Phecda ……………………………
4.425 a
Procyon
…………………………
6.020
a
Thuban
…………………………
6.020
((.
Yildum
…………………………
5.600
e
63.651
v. Ommeren.
–
Kieldrecht
………………………..
2.000
e
Loosdrecht
………………………..
2.000
Sliedrecht
……………………….
5.200
«
9.200
v. d. Eb
&
Dresselh,uys.
Mercator
………………………….
1.550
Mij. Hol]. Friesland.
Prof.
Buys
……………………….
9.50
e
Vinke
&
Co.
Waal……………………………
2.000
e
Ruys & Zonen.
Ameland
…………………………
6.290
a.
Texel
……………………………
5.500
a
Wieringen
…………………………
5.180
(t
16.970
Kon. Hol]. Lloyd.
Drechterland
……………………..
6.230
ct
Gooiland
…………………………
6.600
(t
Rijnland
…………………………..
6.490
«
Zaanland
……………………….
6.490 a
Zeelatidia
……………………….
7.820
(t
33.630
24 April
1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
347
Hudig
&
Vecler.
Arundo
………………………….
5.600
a
Themisto …………………………
6.000
a
11.600
v. Uden.
Veerhaven
………………………..
5.350
Jobshaven
……………………….
6.293
a.
Kralingen
………………………
2.200 o,
Sassenheim
……………………….
1
3.250 a
Waa]haven
……………………….
6.293 a
IJsselhaven ………………………..
6.293 a
Maashaven
……………………….
4.450
e
–
34.129
Erliar d
&
Dekkers.
Rijswijk
………………………….
2.750 a
Randwijk …………………………
4.200
a
Winterswijk
……………………..
5.400 a
–
12.350
Oost zee.
Bussum
…………………………
6.100 a.
Leersum
…………………………
6.100 a
Rossum
…………………………
2.150
e
14.350
Rulligersberg.
Larenberg
…………
5.400 a
Lens en.
Magdalena
.
………………………
3.700
a
Elisabeth
.
………………………..
2.950 a
6.650
Solleveld, v. d. Meer
&
v. Hattum.
Oostdijk
…………………………
5.200 a
Noorddijk
………………………..
5.600
e
Rijndijk
…………………………
6.000 a
16.800
Dordtsehe S/S Mij.
Woudrichem
………………………
5.296 a
K le ven berg.
Noord-Brabant . …………………..3.900 i
H. A. A: S.
Biesbosch
………………………….600 a
Ned. md. Tankstoomboot Mij.
Poseidon …………………………835
e
Tan1schepen:
–
Plis. van Ommeren.
Barejidrecht
……………………….5.100 a
Mijdrecht …. . …………………….
4.550
a
Vicldrecht ……………………….4.750
a
14.400
Schepen gerequireerd ‘v6r 21 Maart 1918.
Holland-Amerika Lijn.
Statendarn ……………………….20.900
Furness Scheepv. en Agentuur Mij.
Eibergen
………………..
…………8.400
Kelbergen
………………………
8.400
Rijsbergen
…….
5.950
Ubbergen………………………….
3.256
Teenbergen ……………
………….
6;386
32.392
Mij. Oceaan.
Antenor
………………………….
7.160
Patroclus ……………………….
…7.160
Sarpedon ……………………….
.-
6.200
Tantalus
…………………………
4.830
25.350
Wm. II. ilüller
Adm. de Ruyter ……………………8.300
zonderlijke plaats in. Bij de geregelde lijnen is nog
onderscheid gemaakt tusschen de groote maatschap-
pijen en de kleinere, welke laatste in de korte vaart,
voornamelijk op Engeland werkzaam zijn.
Als tweede overzicht is – op pag.. 345 – een ver-
deeling voor alle reederijen gegeven over de navol-
gende groepen:
10.
in beslag genomen schepen, 2°.
niet in beslag genomen schepen, buiten Nederland
verblijvende, 3°. niet in beslag genomen schepen, ver-
,blijvende in Nederland, of in de Oostzeevaart. De ge-
heele Nederlandsche koopvaardijvloot vordt daarbij
blijkens de totaalcijfers op 1.801.145 tons deadweight
gerekend.
Bij dit overzicht sluit nog aan een staatje der sche-
pen v66r 21 Maart 1918 door diverse landen gerequi-
ieerd.
Ten slotte hierneven de lijst der in beslag genomen
schepen voor iedere reederij afzonderlijk met vermel-
ding van liet land, dat in beslag nam, terwijl hieraan
toegevoegd is eene specificatie van
•
de voornoemde
schepen, gerequireerd v66r 21Maart 1918.
DE MOERMANSPOOR WEG.
In den laatsten tijd zijn in de Duitsche dagbladen
geruchten opgedoken, volgens welke de geallieerden
een begin gemaakt z%uden hebben met een bezetting
van den Moermanspoorweg. Wat hiervan waar is, zal
de tijd moeten leeren. Alarmkreten in de Engelsche
pers over bedreiging van den spoorweg door de Fin-
-sche Witte Gade en de noodzakelijkheid om tegen het
oprukken van deze Duitschgezinde strijdmacht maat-
regelen te nemen, wijzen in elk geval in dezelfde
richting. De publieke aandacht is hiermee opnieuw
op deze interessante spoorlijn gevestigd, en daarom
leek het ons niet ongeschikt hier een en ander over
deze oorlogsonderneming mede té deelen.
Het Europeesche Rusland van v66r 1914 grensde
aan drie zeeën. Van deze drie echter kwamen alleen
de Oost- en de Zwarte Zee voor het wereldverkeer in
aanmerking. De Ijszeehavens hadden geringe -.betee-
kenis; alleen liet houtvervoer was hier van belang.
Niet slechts lagen deze havens ver van de groote
scheepvaartroutes, zoowel als van Ruslands belang-
rijkste productiegebieden, maar ook het klimaat was van dien aard, dat het een geregeld verkeer onmoge-
lijk maakte. De hoofdhaven. Archangel, is 8 maanden per jaar toegevroren!
De oorlog echter, die liet verkeer over de Zwarte Zee onmogelijk, over de Oostee uiterst bezwaarlijk
maakte, bracht in deze toestanden een volslagen om-
wenteling. In tegenstelling met de Zuid- en West-
kust, grensde Rusland in liet Noorden aan den open
Ocëaan. Hier -konden de Dui.tscher het verkeer wel belemmeren, maar toch geenszins beletten; hier was dus van nu aan de toegang tot het groote rijk te zoe-
ken. Het laat zich denken, welke bezwaren deze
nieuwe toestand mt zich bracht. Alleen Archangel
kwam als haven in aannierkihg, omdat slechts deze
stad bij het spoorwegnet was aangesloten. Zoomin de
havenwerken echter als de verbinding met het achter-
land, een lijn met enkel spoor van geringe breedte,
waren op deze nieuwe taak ook maar in ‘t minst. be-
rekénd. Een groote opstopping van goederen was het
onvermijdelijk gevolg, en ook het gebruik van den
watei-yeg kon hierin maar weinig verbetering bren-
gen, aangezien cle kanaalverbindingen tussehen de
rivieren slechts een geringe capaciteit hebben.
Dit deed het oog vallen op een gedeelte van de
Ïjszee-kust, dat zich onderscheidt door bijzondere
voorcieelen – de Noordzijde van liet groote schier-
eiland Kola, de zoogenaamde Moei-mankust, en wel
speciaal cle Westhelft hiervan, die aan Noorwegen
grenst en door haar fjorden met de Noorsche kust een
zekere overeenkomst vertoont. Deze streek ligt veel
dichter bij West-Europa dan Archangel. Van de
Schotsche havens bijv. is naar hier de afstand onge-
ver gelijk aan dien naar Petrograd. Bovendien was
de reis hierheen veel veiliger, omdat men desge-
348
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 April 1918
wenscht bijna geheel door Noorsch territoriaal water
varen kon, terwijl men juist tusschen de Moerman-havens en Archangel overal aan duikbootaanvallen
was blootgesteld. Maar wat het grootste voordeel is, en een, waardoor deze streek zich niet alleen van de verdere IJszeekust, maar ook van de Obstzeekust en
zelfs van sommige havens aan de Zwarte Zee gunstig
onderscheidt: de Westelijke Moermankust, hoewel de
noordelijkste van geheel Rusland, is vrij van ijs! Zij
dankt dit aan den onvolprezen Golfstrolm, die met
zijn uit zuidelijker breedten komende wateren voor
West-Europa de rol van een reusachtige centrale ver-
warming speelt. Een laatste uitlooper van deze zee-
strooming bespoelt de Moermankust en is oorzaak, dat
hier ook in den koudsten winter de watertempera-
tuur even boven het vriespunt blijft.
10111
WA
:94
e
Reeds in den eersten winter van den oorlog besloot
dan ook de Russische regeering in allerijl uitvoering
te geven aan het plan, om de Moermankust met het
spoorwegnet in verbinding te brengen. In vredestijd
had men wellicht die aansluiting in Noord-Finland
gezocht, omdat in deze richting de nieuw aan te leg-
gen lijn het kortst zou zijn geweest. Aangezien echter de Noord-Finsche spoorweg dicht langs de kust loopt
en aan het gevaar van een landing bloot stond, koos
men de meest radicale oplossing en besloot de nieuwe
lijn langs den kortsten weg, uitgaande van Petrosa-vodsk, aan het Onegameer, recht naar het Noorden
te leiden. –
Het werk zou worden uitgevoerd op normale spoor-
breedte, waardoor overlading zou worden voorkomen
en tevens de vervoercapaciteit grooter kon zijn. Hoe ernstig de gebreken van de lijn naar Archangel wer-
den gevoeld, blijkt wel hieruit, dat men onmiddellijk
begon om ook deze op normale breedte te brengen en
van dubbel spoor te voorzien. Het, spreekt wel van-
zelf, dat de Moermanlijn een staatsonderneming moest
worden. Een spoorweg van duizend kilometer door een
bijna onbewoonde woud- en moeraswildernis is geen
aanlokkelijk object voor het particulier initiatief. De
aansluitende lijn van Petrosavodsk naar Svanka
echter, die in 1915 gereed kwam, werd een particu-
liere onderneming.
Met een niets ontziende energie werd de zaak door-
gezet tegen overweldigende
moeilijkheden
in. Het ont-
breken van een noemenswaardige bevolking maakte
het noodzakelijk om de arbeiders en al wat noodig was
om hen te huisvesten en te voeden van elders aan te
voeren. Meer dan een tiende van de heele lijn loopt
door moerassen, wat niet alleen in technisch opzicht
groote bezwaren meebracht, maar ook uiterst fnuikend
is geweest voor den gezondheidstoestand der werklie-
den. Mag men de Duitsche berichten gelooven, dan
hebben vooral de krijgsgevangenen, die bij. het werk
gebruikt werden, zwaar te lijden gehad. Het klimaat
van de streek is zeer ongunstig. Heete zomers, geken-
merkt door muggenplagen, wisselen af met scherpe
winters. In Januari is dit gebied een der koudste van
Rusland. Toôh trachtte men zooveel mogelijk ook
tijdens den winter door te werken.
Als eindpunt van de lijn koos men de Kolagolf,
door de Russen Katherinahaven, later ook Moerman-
haven genoemd, de aanzienlijkste inham aan de Moer-
mankust. Reeds in 1899 had men aan de Westzijde
van dezen zeearm het stadje Alexandrovsk gesticht,
dat tot handels- en oorlogshaven bestemd was, maar
nooit tot bloei kwam. Daar de haventoestanden hier
toch onvoldoende waren en men in militair opzicht de
plaats niet veilig genoeg achtte, nam men het eind-
punt van de spoorlijn 30 kilometer zuidelijker, aan
den oostelijken oever. Hier verrees het stadje Roma-
nov, dat sedert de revolutie zijn monarchalen naam
moest verwisselen voor het neutrale ,,Moerman”. Ook
hier zijn de haventoestanden niet ideaal, maar voor ‘t oogeublik toch voldoende. Een bezwaar is, dat de
golf, zoover binnenwaarts, bij strenge vorst niet vol-
komen vrij van ijs meer is. Met ijsbrekers schijnt men
echter deze moeilijkheid genoegzaam te boven te
komen.
Het tracé, dat men voor de nieuwe lijn koos, bevor-
derde de snelheid van aanleg. Het middelste derde
deel loopt namelijk langs de oevers van de Witte Zee.
Hierdoor was men in staat het werk niet slechts van
de beide eindpunten, maar tegelijkertijd ook van de
kleine havenplaatsjes aan deze binnenzee uit te be-
ginnen, daar de materialen hier betrekkelijk gemak-
kelijk konden aangevoerd worden. Het tempo, waarin
men voortjoeg, was echter niet bevorderlijk voor de
qualiteit van het werk. Tal van verzakkingen schijnen
te zijn voorgekomen en herhaaldelijk storing in aan-
leg en exploitatie te hebben gebracht. Naast de ge-
heimzinnigheid, waarin om militaire redenen het
heele werk werd gehuld, zijn wellicht deze storingen
oorzaak van de vele tegenstrjdige berichten over het
al of niet gereed zijn van de lijn. Van de zijde der
geallieerden stelt men de voltooiing voor als een vol-
dongen feit. Van Duitschen kant daarentegen wordt
volgehouden, dat nog in den zomer van 1917 het mid-
delste deel niet voor exploitatie gereed was, zoodat
auto’s en scheepvaartdiensten op de Witte Zee de ver-
binding tusschen de Noord- en de Zuidhelft van de
baan onderhielden. Of in den winter 1917-1918 een
doorgaand verkeer zonder overlading reeds mogelijk
is geweest, zou volgens deze berichten onzeker zijn.
In elk geval is de lijn te laat gereedgekomen om op
den loop van den oorlog van grooten invloed te zijn.
Tragisch is het, dat de voltooiing van het met onge-
hoorde snelheid – uitgevoerde werk ten naastenbij
moest samenvallen met de ineenstortiug van Ruslands
politieke macht, waarmee de onderneming haar voor-naamste reden van bestaan verloor.
De beteekenis van de spoorlijn na den oorlog zal
waarschijnlijk voor een groot deel samenhangen met
den toekomstigen politieken toestand. Blijft deze, zoo-
als de Duitschers dien wenschen, dan zal ongetwijfeld
de IJszee voor de Russen een veel grooter beteekenis
hebben dan v66r den oorlog het geval was; de Moer-
manspoorweg zal dan voor hen van zooveel belang zijn,
dat zij dien moeilijk uit handen kunnen geven en reeds
om deze reden alleen gedwongen zullen zijn zich tegen
de Finsche aanspraken op Kola en de streek ten WeS-ten van de Witte Zee te verzetten. Mocht daarentegen
de vroegere politieke toestand ongeveer hersteld wor-
den, dan zal ook in de toekomst de Oostzee de hoofd-
toegang tot Rusland blijven. Het doorgaand verkeer
24 April 1918
EWNOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
349
zal dan opnieuw de natuurlijke richting naar
.
het
Westen inslaan en de Moermanspoorweg zal een groot
deel van zijn beteekenis verliezen. De landstreek zelf
is woest en leeg en heeft weinig verkeer, al zal ook
hier de spoorweg wei een middel tot economische ont-
sluiting blijken. Zoo verwacht men, dat liet transport
van hout en houtproducten mettertijd het bedrijf be-hoorlijk rendabel zal maken. Wat er worden zal van de grootsche plannen om van de Kolagolf de hoofd-
uitvoerhaven voor Siberië te maken door een recht-
streeksche aansluiting in Zuidoostelijke richting (men
zie het kaartje) bij de Siberische lijn, via Wjatka,
dient men nog af te wachten. Voorloopig is dat alles
nog toekomstmuziek. P. S.
COMMERCIEEL AMERIKA NA DEN OORLOG.
Bij de vele profeten, die zich aan voorspellingen
wagen omtrent- de vraag: hoe de economische en
commercieele relaties er zullen uitzien na den oor-
log, heeft zich nu ook de heer Gerard gevoegd, die,
zooais bekend is, ambassadeur der Vereehigde Staten
in Berlijn was, tot ook Amerika zich ten oorlog
begaf.
Zijn beide boeken over de toestanden in Duitsch-
land, de talrijke scherpzinnige opmerkingen daarin
vervat, geven hem er aanspraak op als ernstig en
nauwgezet beoordeelaar te gelden. Bçvendien is het
duidelijk, dat hij als diplomatiek vertegenwoordiger
der Vereenigde Staten en als waarnemer van de be-
langen van andere landen tevens, in de gelegenheid
is geweest vele dessous te zien en zijn eigen waarne-
mingen te toetsen, niet alleen aan die van zijn ge-
zantschapspersoneel, maar ook aan die van,rerschil lende hoogst bekwame correspondenten der Amen-
kaansche pers.
Wanneer hij zich dus uitlaat over de econoiische
plannen en vooruitzichten, dan geschiedt dit in dub-
belen zin
en pays de connaissance.
Al mag dan het
ontworpen beeld, als gevolg van de tegenwoordige
vijandschap, wat al te scherp geschaduwd zijn, toch
behoudt dat beeld zijn waarde, ook al is het minder
als
conipte rendu,
deh wel als waarschuwing vôor zijn
landgenooten bedoeld.
De conclusie van
zijn
tweede boek ,,F a c e t o F a c e
v i t h K a i s er i s m”, is, dat de wereld na den vrede
voor een alles vermorzelende Duitsche concurrentie
zal komen te staan en dat thans reeds niet alleen voor-
bereidingen getroffen worden, doch reeds gemaakt zijn
om dien
wedijver
op handeisgebied met alle macht en
energie door te zetten.
Gerard heeft reden te gelooven, dat Duitschland er
alles op zal zetten zijn werkkrachten binnen zijn gren-
zen te houden, zelfs wanneer daartoe een emigratie-
verbod noodig zou zijn. In elk geval zal het aan ge-
schoolde werkkrachteu in verschillende bedrijven po-
sitief onmogelijk gemaakt worden het land te verlaten.
Daardoor zal het mogelijk zijn na den oorlog een
groote energie te ontwikkelen, al is ‘ian den anderen
kant aan te nemen, dat de arbeiders veel hoogere
eischen op verschillend gebied zullen trachten te
stellen.
Den eersten aanval verwacht Gerard op het gebied
van de vrachtvaart. De riviermondingen liggen vol
met schepen van 7000
t
8000 ton, zegt hij, waarvan de
meeste tijdens den oorlog gereed zijn gekomen en die er
toe moeten dienen de tonnage van het wereldverkeer,
die verloren ging, te vervangen. Doch naast de vracht-
vaart staat natuurlijk de export. Als de staat niet
helpt, is de exporteur vermoedelijk ‘voor een reeks
van jaren in verschillende landen zijn afzetgebied
kwijt. Dat hebben de fabrikanten en handelaars, dat
heeft ook de regeering ingezien. Om den uitvoerhan-
del te steunen, is het dus noodig de waren, die voor
export in aanmerking komen, zoo aantrekkelijk te maken, dat het vijandelijk buitenland van thans ze
toch koopt, trots alle antipathie. Dit kan geschieden
door invloed uit te oefenen op de qüaliteit of op de
prijzen en Gerard houdt het voor waarschijnlijk, dat
vooral de laatste methode in toepassing za1,woden
gebracht. Eensdeels zijn daartoe kartels opgericht of
in oorbereiding, zooals er bijv. in de kleurstofindu-
itrie een bestond, dat zich thans nog nauwer aaneen-
sloot om de nieuwopgenichte fabrieken op dit gebied
in Engeland en Amerika te bestrijden. In die kartels
neemt de Duitsehe regeening een werkzaam aandeel,
zoodat de fabrikanten aanzienlijk beneden hun zelf-
kostprijs zullen kunnen- verkoopen om hun concur-
renten het leven onaangenaam te maken.
Bovendien zal een systeem van gemeenschappelijk
inkoopen en verkoopen onder Staatscontrôle worden
ingevoerd en zal de import van alles wat het .Duitsche
Rijk niet strikt noodig heeft verboden of althans zeer
bemoeilijkt worden. Eenerzijds, omdat dit de eigen
industrie versterkt, anderzijds, omdat het de handIs-
balans gunstiger. maakt en het Duitsche goud en cre-
diet binnen de landsgrenzen houdt.
Gerard betoogt verder, dat de antipath,ie tegen de
Duitschers in de Ententelanden en in Amerika ver-
moedelijk jaren zal duren. Maar toch moet men niet
te veel met dergelijke gevoelsoverwegingen rekenen. Eenkoopman heeft niet alleen een hart, maar ook een
grootboek en het is de vraag, welke invloed op den
,uur de sterkste zal zijn.
Eenigszins vreemd doet het aan, dat deze Amen-
kaah niet bijster voor de democratiseering van
.Duitschland – dat stokpaardje van Wilson en van de
Entente! – geporteerd is. Want hij schijnt te vree-
zen, dat, als het eenmaal tot een democratisch Duitsch-
land komt, die gevoelens van antipathie spoedig geheel
zullen verdwijnen. Dan immers kan elk Duitscher
zeggen: ,,maar, meneeren, ik was tegen den oorlog,
tegen de gruwelen en we hebben de regeening weg-
gejaagd, die er aansprakelijk voor was.” Dan heeft
men een argument minder om den Duitschen con-
current te weren….
Op al die gronden wenscht Gerard staatshulp tot
afweer van die. concurrentie. Want, zegt hij: ,,Even-
als er op het oogenblik geen legers, doch wel gewa-
– pende volken .tegenover elkander staan, zoo zullen er
na den vrede in den handeiswedkamp geen produ-
centen en exporteurs, maatschappijen en individuen
tegenover elkaar staan, doch zullen geheele naties
elkaar bestrijden om zich van de wereldmarkten mees-
ter te maken. Duitschiand heeft reeds zijn bevoor-
-rechte trusts, die de prijzen en de unfaire concurren-
tie regelen – en op het gebied van inkoop zoowel als
van verkoop zal heel Duitschland achter zijn-Zentrale
‘Einkauf Geselischaft bij het koopen, achter zijn Kar-
telis staan bij den verkoop, een offensief, waartegen
geen geïsileerd handelaar op kan.”
Natuurlijk verlangt Gerard dus voor de Amerikaan-
sche industrie en de export jYegeeningssteun en –
hooge invoerrechten.
Het is opmerkelijk, dat sedert Gerards jongste boek
aan de protectionistis’che beweging opnieuw steun
schonk, er aanstonds stemmen zijn opgegaan in de
Vereenigde Staten zelf, die er voor pleiten – als het
dan tot taniefverhooging moet komen – als pallia-
tief een serie vrijhavens te openen. Dit streven, waar-
omtrent tot dusverre van Reuter en uit andere bron-
nen slechts schaarsche berichten naar Europa door-
chongen, doch dat alleszins een beschouwing waard
is, ook voor ons land, schijnt in de laatste weken, ook
in Amerikaansche regeeningskringen, meer en meer
veld te winnen. –
Den Haag.
‘
J. H. A.
EEN NEDERLANDSCH HOOGOVEN-, STAAL-
EN WALS WERK.
Volledigheidshalve drukken wij hieronder den tekst
af van een tweetal adressen naar aanleiding van het
aanhangig wetsontwerp inzake de voorgenomen deel-
neming van den Staat aan een op te richten Neder-
350
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 April ‘1918
landsch hoogovenbedrijf
J)
aan
de Tweede Kamer der
Staten-Generaal toegezondèn.
Het eerste adres, gedateerd 5Apri1
1.018
en afkom-
stig van de directies der Kon. Nederlandsche
Stoom-
boot-Maatschappij te ‘Amsterdam. der Holland-Ame-
rika-Lijn en van den Rotterdamschen .Lloyd te Rot-
terdam, luidt als volgt: –
De ondergeteekendeii veroorloven zinh te Uwei’ ‘kennis te brengen:
(lat Zij hun geldelijke medewerking aan het Comité voor
cle oprichting van een Hoogoven-, Staal- en Waiswerk in
Nederland hebben toegezegd op grond vati de beteekeiiis,
welke zij aan de verwezenlijking van het plan voor nijver-
heid, handel en vervoer toekennen, en van hun meaning,
(lat een dergelijke onderneming onder het tegenooidige
fiscale stelsel, hetwelk den vrijhaudel nadert, groote kant
van yvelslagen biedt;
dat zij sedert dien met leedwezen kennis genomen hebben
van de meening van het Bestuur van den Economischeti
Bond, welke op dit punt, naar aangenomen mag w9rcleit, ook clie van den tegenwoordigen Minister van Financiën
is, en volgens welke meening het hoogoven- en walsbedrijî
onder zekere omstandigheden – en klaarblijkelijk niet in.
de laatste plaats – in aanmerking behoort te komen voor
bescherming van een tijdelijk karakter;
dat zij die meening geenszins deelen en hunne mede-
werking aaic het plan zeer waarschijnlijk niet toegezegd
zouden hebben, iudien zij voorzien hadden, dat het hoog-
oven- en walswerkbedrijf naar het oordeel van een zoo
invioedrijk man als cle tegenwoordige Minister van Fivaa-,
ciën, iii het geval van hevige concurrentie met het buiten-
land, tijdelijk client beschermd te worden. Zij zouden daarbij
cle waarschijiflijklieid in aanmerking genomen hebben, dat-
de deelneming van den Staat aan cle onderneming den,
drang naar protectie moeiljkem- veerstaanbaar zou maken,.
dan anders het geval zou zijil;
dat hun afwijkende meening gegrond is op de volgende
overweging:
zij achten het, al spreekt cle Memorie van Antwoord van
een vorm van bescherming, die de algemeene handelspoli-
tiek niet raakt, onwaarschijnlijk, dat een andere vorm van
bescherming dan vci-hooging der invôerrechten op de pro-
ducten van de onderneming zou verleend worden en zijn
van meening, dt in dat ‘geval de bescherming zich zou
moeten uitstrekken tot de tallooze nijverheden in ons land,
welke de producten van een hoogoven- en walswerkbedrijf
als grondstof of werktuig gebruiken, dar deze zonder
dat niet in staat zouden zijn te concul-reeren. De bescher-
ming, eenmaal voor cle gansche metaalindustrie iii al haar
geledingen gevestigil, is niet meer ongedaan te maken,
zonder dat de betrokken industrieën daarvan een hoogst
nadeeligen en storeuden invloed ondervinden. Voegt men
daarbij den -sterken tegenstand, welken men bij ,beschermde
industriëelen natuurlijkerwijs tegen opheffing van bescher-
ming ontmoet – het verschijnsel wordt thans reeds
waal’-
genomen, nu de uitschakeling van buitenlandsche concur-
rentie gedurende den oorlog een ongewilde sterke protectie
voor tal van industrieën in het leven geroepen heeft –
dan valt het moeilijk te gelooven aan de mogelijkheid, de
beschermende maatregelen hun tijdelijk karakter te doen
behouden.
De ondergeteekenden vreezen dan ook, dat met een als
oveigangsmaatregel bedoelde protectie van het hoogoven-
en walswerkbedrijf, een onherstelbai-e bres’ in het vrijhan-
delsstelsel geschoten zou worden.
Waar zij, evenals alle Nederlandsche reederijen, in het bijzonder belang hebben bij de goedkoope ‘vervaai-digig
van een der voornaamste voortbrengselen van het hoogoven-
en walswerkbedrijf., nl. schcepsbouwmateriaal, en overigens
van meening zijn, dat het algemeen belang – ook dat der
nijverheid – gegeven de ligging van Nederland en zijn be-
perkt binnenlandsch aiaetgebied, cle huldiging van het vol-
ledige vrijhandeisstelsel voorschrijft, dat na den oorlog,
wanneer èenmaal de onvermijdelijke ovem
–
gangsperiode van
allerlei restricties op in- en uitvoer achter den rug zal lig-gen, bijzondere kansen van welvaart opent, hebben zij het
hdn plicht geacht hun zienswijze aan ‘EJ iloogedelgestrengen
vOOr cle openbare behandeling van het wetsontwerp mede
te deden. –
1)
[van deze gelegenheid mogen wij gebruik maken om
op te merken, dat de met lettem- K. geteekende bijdragen
inzake ,,De economisch-geografische standplaats van hoog
–
ovens en staalfabriekea”, opgenomen in de Nos. van 5 en
12 December 1917, blz. 907 en 927, alsmede het oudem-schrift
onder het ingezonden stuk op 19 December 1917, blz. 954,
niet, gelijk eenige malen werd onderstelci, den heer A. G..
Kröller tot schrijver hebben.)
Naar aanleiding van dit adres heeft het Comité
aanleiding gevonden
zich
eveneens met een adres tot
de Tweede Kamer te wenden, waarvan de
N. R. 0.
van 19 dezer, Ochtendblad B, het volgende mededeelt:
Het comité voor cle oplichting van een hoogoven-, staal-
en walswei-k in Nederland zegt in een ach-es aan de Tweede
amer, dat het adres, door cle Kon. Nederl. Stoomboot-
Maatschappij, cle iolland-Anici-ika Lijn en den Rottei-dam-
schen Lloyd tot de Kamer gericht, wellicht den indruk zon
kunnen wekken, alsof in den boezem van het comité vooi–
noemd een neiging zou bestaan, voor het bedrijf van een
hoogoven-, staal- en walswerk
01)
het verkrijgen van be-
schermende recbteii aan te sturen.
Het comité achtte het noodig, dezen indruk, indien hij
mocht zijn ontstaan, weg te nemen, door te vei-klaren : dat
onder cle overwegingen, (lie cle samenwerking van cle leden
van het comité tot het beoogde doel beheerscht hebben, cle mogelijke iIivoerng van beschermende rechten op cle door
het nieuwe bedrijf te maken producten nooit eenige rol
heeft gespeeld; dat bij de met verschillende leden van de
1-egeering gevoei-de besprekingen nooit eenige toezegging
in dien zin is gevraagd noch gedaan, en dat de leden van
het comité ten volle onderschrijven de in de memorie van
antwoord duidelijk uitgedrukte meening, dat het door het
comité beoogde bedrijf geen reden viiii bestaan zou hebben,
wanneer het zonder beschermende rechten geen voldoende
levensvatbaarheid zou bezitten.
AANTEEKENINGEN.
De Wereldprodscctie van Goud. —
De New Yorksche Ohronicle geeft productiecijfers
voor goud over de geheele wereld vooi- het achtei-
ons liggende jaar. Tegenover £
91.318.739
voor
1916
wordt £
85.076.197
voor
1917
gegeven, hetgeen dus
cmie vermindering aanwijst van meer dan £ 5Y2 mii-
lioen. Tusschen begin
1906
en einde
1917 is
de totale
goudproductie van de wereld vermeerderd met
1.352.307
ounces fijn. Ei- wordt op, gewezen, dat de
Zuid-Afrikaansche productie voor deze geheele perio-
(:1e beschouvd, geen slecht figuur maakt. In de ver-
‘melde jaren werd in Afrika
3:713.315
ounces fijn
meer gewonnen, terwijl in andere productiecentra
eene vermindering van
2.361.008
ounces
fijn
plaats
vond, bijna geheel ‘voortvloeiende uit den teruggang
voor Australië. De lezer zal zich herinneren, dat, aan-
gaande bezwaren die. zich voor het oogenblik voor
Zuid-Afrika voordoen, in een vorig nummer
(117)
eene aanteekening verscheen.
Graanbouw in de Oelcramne.
.L)_
De
Frankfui-ter Zeitung van
13
April Icomt, als resultaat
van een in de Oekramne omtrent den graanvoorraad en
cle oôgstvooruitzichten ingesteld onderzoek, tot de
conclusie, dat de Centrale Rijken veel geringere aan-
voeren moeten verwachten, dan tot nog toe veelal is
bericht. ‘Volgens den berichtgever zijn in de silo’s en
pakhuizen geen graanvoorraden van eenige beteekenis
voorhanden. Wel liggen nog f]iuke hoeveelheden bij
cle boeren, doch deze zijn in den laatsten tijd reeds
sterk afgeiiomen en doen dat nog steeds door de be-
denkelijke gewoontb om aan liet vee graan van de
allerbeste kwaliteit te voeren en tevens door algemeen
voorkomende geheime branderijen, met als gevolg
meer dronkenschap dan ooit. Bovendien zijn die bran-
derjen zeer oneconomisch ingei
–
icht en verspillen zij
groote hoeee]heden graan. –
Ook van den nieuwen oogst mag volgens de Frkf.
Z tg. niet veel worden verwacht. Gelukkig is weliswaar.
in den herfst van
1917
45 pOt. van den voor land-
bouw geschikten grond met wintergraan, bezaaid, doch
het binnenbrengen van den oogst zal een moeilijk op
te lossen vraagstuk zijn. De bQeren hebben de ont-
eigening van den grond ongeveer beschouwd
als
eene
vogelvrijverklaring van het groot-grondbezit. In
Januari heeft een werkelijke boerenoorlog gewoed met
verwoesting van landgoederen, voorraden, schuren en
landbouwwerktuigen. Vernielde machines liggen bij
de landgoederen verstrooid, trek- en fokdieren en
melkvee zijn gestolen en grootendeels geslacht.
l)
Men zie ook No. -109 en 113.’
24 April 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
351
Ook zeer bezwaarlijk zal de uitzaai van liet zomer-
graan zijn. Mannen zijn ruimschoots aanwezig, doch
zij doen niets voor de bewerking van den onteigenden
grond dci grondbezitters. Wei zorgen zij voor den uitzaai op hun eigen grond, doch in den vredestijd
was van het uit de Oekraïne uitgevoerde graan
van cle groote landgoederen afkomstig. De oekraïni-
sche boer verkrijgt door zijn gebreic aan kennis en eiva-
ring van zijn grond eene veel geringere opbrengst
dan de groote grondbezitters, zoodat zelfs, indien ook
dit jaar alle grond bewerkt werd door de boeren, de
graanopbrengst der Republiek veel kleiner zonde zijn
clan vroeger. Het heet echter nu reeds vast te staan,
dat slechts zeer weinig zomergraan zal worden u.itge-
zaaid.
Ook de suikerproductie belooft zer weinig. De sui-
kerbieten worden in de Oekraïne hoofdzakelijk ver-
bouwd door de gioote grondbezitters en de suikerfa-
brieken zelve. De boeren verbouwen zeer weinig sui-
kerbieten en bereiken tevens een zeer veel kleinere
opbrengst pér hectare.
De Frkf. Z.tg. komt tot de conclusie, dat men in dit
en het volgende jaar niet te groote verwrachtingen van
levering van -]andbouwproducten uit de Oekraïn.e
dient te hebben.
Stand der cultures en uitvoer
gedurende h e t v i e r d e kwartaal
1 9 1 7
i n S u r i n a ?n e.
– Het Departement
van den Landbouw te Paramaribo verstrekt de na-
volgende gegevens. –
De uitvoer der voornaamste producten in het 4e kwar-
taal van
1917
bedroeg in vergelijking met dien in
het 4e kwartaal van
1916
het navolgende, hetgeen
voor de onderscheidene jaren voert tot het daarneven-
staande:
4ekw.’17 4ekw.’16
1917
1916
Balata……..K.G. 511.672 458.653 1.034.211 925.410
Cacao ……..
.,
341.890 412.557
1.927.025 2.014.169
Koffie ……..
…-
165.490
733.307 770.706
Suiker ……
,;
11989.539 3.209.351 11.210.209 8.249.770
Goud ……..Gram 362.548 202.650
701.342 886.458
Bacoveu(versch)Bossen
439
–
.1.678
23
Over het geheel genomen is de cultuirstand gemid-
deld varieerende van vrij goed tot goed. Van cacaö,
koren, bananen en aai-dvruchten was de stand goed,
van koffie en kokosnoten zelfs zeer goed. Van suiker
was de stand vrij goed en van rubber slecht. Omtrent
de verwachtingen van den oogst luidden de berichten
als volgt: cacao, koren, aardvruchten en bananen goed,
kokosnoten en koffie zeer goed, suikr vrij goed, mb-
ber slecht.
0 Vergelijk No. 109, pag. 97.
Engelsche contracten, vôér den
o oi’
t o g
g e s t o t e n.
– De britsche commissie, die
onder voorzitterschap van Lord Buckmaster de quaes-
tie van britsche contracten, die v66r het uitbreken
van den oorlog gesloten waren en tengevolge van het
uitbreken daarvan niet konden worden uitgevoerd,
had te bestudeeren, is met haar onderzoek gereedge-
komen. Rare bevindingen zijn nedergelegd in een
,,Witboek” (Cd.
8975),
dat dezer dagen werd gepubli-
ceerd. Hieronder volgt een uittreksel uit dit witboek.
De commissie hoorde in liet geheel
46
getuigen en
behandelde ongeveer
600
contracten. Dit bewijst, in
hoe groote mate de oorlog invloed heeft gehad op den
handel en tevens, dat alleen, wanneer de betrokken
partijen bereid zijn tot wederzijdsche tegemoetkoming,
de mogelijkheid bestaat, groote moeilijkheden te om-
zeilen.
Het resultaat van het onderzoek is geenszins, gelijk
door sommigen werd verwacht, dat de Commissie den
iaad geeft, de contracten op te zeggen. Ongeveer de
helft er van werd gesloten,, tusschen britsche onder-
danen, die handeldrjven in het Vereenigd Konink-
rijk zelf, terwijl de andere helft betrekking heeft op
overeenkomsten tusschen britsche . firma’s eenerzijds
en onderdanen van geallieerde of bevriende-neutrale
landen anderzijds. Speciaal een. opzegging der con-tracten, die tot de laatstgenoemde rubriek behooren,
zou kunnen leiden tot, een groote schade van het
britsch crediet, dat thans meer dan ooi.t noodig is
tot wederopbouw van alle verloreh relaties en tot neu-
traliseering van de geleden verliezen. Iedere poging,
van wien dan ook, liet britsche crediet, ten opzichte
van het uitvoeren van geslotèn contracten, te schaden,
wat door het niet-nakomen daarvan zeker zou geschie-
(ten, moet thans, meer dan ooit, zorgvuldig worden
vermeden.
De commissie -is echter van oordeel, dat geen wetge-
ving van eenig land-op-zichzelf de internationale hami-
delsbetrekkingen kan beschermen tegen de algemeene
verwarring, die het gevolg is van den wereldoorlog.
Derhalve verdient het aanbeveling er naar te streven,
dat de verschillende regeeringen hieromtrent te zamen
overleg plegen en een algenieenen grondsiag vast-
stellen voor de behandeling van alle dergelijke vragen.
Een internationale conventie of voor zoover het, quaes-
ties geldt, die tusschen britsche firma’s en onderne-
mingen in andere deden van het Rijk hangende zijn,
een ,,Imperial Agreement”, kan in dit opzicht een
goede basis voor een regeling vormen. Men zou dan
wederkeerig de contracten met onderling goedvinden
miaar billijkheid kunnen wijzigen, z66 dat er geen reden
tbt klagen overbleef. Ten opzichte van binnenlandsche
contracten wenscht de commissie geenerlei voorstellen
te doen, zoolang niet bewezen is, dat de laudswetten in dit opzicht tekort zijn geschoten.
Ten slotte meent de commissie, dat het niet aangaat
uit de rjkskas [den’buiteniandschen niedecontrctant?]
schadevergoeding of tegemoetkoming in geleden
schade te verleenen, zoolang niet bewezen is, dat die
schade door direct optreden der regeering is veroor-zaakt. In enkele weinige gevallen zou de commissïe bereid zijn tot uitbetaling van een zeker bedrag over
te gaan, doch enkel en alleen, wanneer dit zich bepaalt
tot schadevergoeding. Tot het voorstellen van betalen
of vergoeden van winstderving uit de openbare kas
acht de commissie zich geenszins gerechtigd, noch het
Rijk verplicht. J.
H.
A.
H e t Bankwezen van Britsch-indië.
– Het Britsch-Indisch Statistich Bureau deed in
1915
eene uitgave het licht zien betreffende het bank-
wezen in dit gewest. Onlangs is van dit bureau een
gecomprimeerd overzicht der onderwerpelijke aange-legenheid verschenen. Wij laten hieronder volgen een
daaraan ontleende tabel der kapitalen en reserves –
uitgedrukt in duizenden roepies – waarmede de in-
stellingen der onderscheidene categorieën in het jaar
1916
te boek stonden.
Kapitaal
Reserves
Totaal
Presidency Banks.. ..
3,75,00 3,60,99 7,35,99
Exchauge Banks ….
34,25,40 22,64,25
56,89,65
Voornaamste Indische
Joint-Stock
Banks
2,87,36 1,73,66
4,61,02
Kleinere
Indische
Joint-Stock
Bauks
51,77 11,50
63,27
Totaal.. . .
41,39,53
28,10,40
69,49,93
Wij hebben de Engelsche namen voor de verschillende
groepen overgenomen. Onder Presidency Banks ver-
staat men de drie van oudsher semi-officieele banken,
welke in meerder opzicht in haar bewegingen door de
‘wet beperkt
zijn,
ieder haar eigen ressort aangewezen
hebben, en zaken van aanzienlijk grooteren omvang drijven dan de na te noemen Joint-Stock Banks.
De Exchange Banks zijn banken, waarvan het hoofd-
,kantoor buiten Britsch-Indië, gevestigd is. Van het
10-tal is voor
5
een zeer belangrijk gedeelte van het
arbeidsveld in Indië gelegen. Feitelijk kan dus niet
het geheele kapitaal, onder dit hoofd vermeld, gere-
kend worden in liet land in kwestie te opereeren.
Tot de Indische Joint-Stock Banks worden gerekend
de bankinstellingen, welke onder de Indian Companies
Act vallen en haar hoofdkantoor in Britsch-Indië
352
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 April 1918
hebben. De meeste vindt men versprëid door het
Noord-Westen, met name in het Pendsjaab en in de
Vereenigde Provinciën.
In de tabel zijn de banken verdeeld in één groep, met
een minimaal volgestort kapitaal met reserves van
5 lakhs ‘) roepjes en een tweede groep, omvattende de
1
kleinere banken, met een’kapitaal tusichen de één en
vijf lakhs roepies.
Behalve do in het overzichtsstaatje genoemde banken
moeten nog vermeld worden de postspaarbanken met
meer dan anderhalf millioen inleggers en een deposito
van ongeveer £ 6.250.000. Voorts bestaan er nog
coöperatieve credietbanken van niet zeer groote be-
teekenis.
Men telt in Britsch-Indië 71 hoofd- en 267 bijkan-
toren van banken. Het aantal plaatsen, waar banken
of filialen daarvan gevestigd zijn, bedraagt 15, d.i.
20 pOt. van het totaal aantal steden in Indië met een
bevolking van 10.000 zielen of meer, volgens de tel-
ling van 1911. Er bestaan in Britsch-Indië 75 plaatsen
met een bevolking van 50.000 zielen of, meer. In 58
of 77 pOt. daarvan zijn banken gevestigd.
1)
een iakh is 100.000 roepies.
De achse D”uische o.orlogslee-
n i n g. –
Wolff verbreidt ambtelijk, dat de jongste
Duitsche oorlogsieening – kleine collectieve inteeke-
ningen en een deel der deelneming te velde nog niet
medegerekend – 14,5 milliard mark opgebracht heeft.
Wij laten het staatje, opgenomen in No. 95, nu aan-
gevuld met het laatste resultaat, hier nogmaals volgen.
Ie (Sept.
1914) 4.4S1 miii. mark
Iie (Mrt.
1915) 9106
Iiie (Sept.
1915) 12.183
IVe (Mrt.
1916) 10.767
Ve (Sept.
1916) 10.699
Vie (Apr.
1917) 12.979
Viie (Sept.
1917) 12.459,,
Viiie (Apr.
1918) 14.550
Rond 87 milliard is dus tot op heden saamgeschraapt,
di. ongeveer
Y4
van het véôr den oorlog in Duitsch-
land geschatte volksvermogen. De oorlogsuitgaven
worden tot op heden 112 milliard geraamd.
,,Renteneinkommen in einer Höhe, Rentenbezieher in einer Zahl sind damit geschaffen, als sollten: wir em
Volk von Staatspensionaren werden…. E
,
in sehr
grosser Bruchteil des Volkseinkommens wird künftig
nicht in die Reich’skasse, aber durch die Reichskasse fliessen. . . . Die gerade jetzt veröffentlichten Steuer-
vorlagen sind ein Vorspiel dafür” – aldus de Frank-
furter Zeitung.
INGEZONDEN STUKKEN.
HET WETSONTWERP BETREFFENDE EEN
NEDERLANDSCH HOOGOVEN-, STAAL-
EN WALSBEDRIJF.
Reeds sinds geruimen tijd houdt de vraag of met
hulp én steun van de Nederlandsche Regeering hier
te lande een hoogoven-, staal- en walsbedrijf tot stand
zal worden gebracht, de gemoederen bezig.
1)
Den 27sten November a°. p°. is ten slotte aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal een wetsontwerp
ingediend, bevattende in hoofdzaak het voorstel om
den Staat der Nederlanden met
f
7,5 millioen te doen
participeeren in zoodanig hoogovenbedrijf, waarvan
het totale aandeelenkapitaal
f
25 millioen zal bedra-
gen
(f
500.000 pi’eferent). De mernorie van toelichting
op dit wetsontwerp, de handteekening dragende van
den Minister van Financiën is van een buitengewone
soberheid en verstrekt geenerlei gegevens. Enkele
algemeenheden als ,,vooraanstaande mannen uit de
Nederlandsche zakenwereld”, ,,groote beteekenis voor
onze hoogontwikkelde metaalindustrie”, worden vol-
doende motiveering geacht voor de voorgestelde par-
ticipatie.
1)
[lIet onderwerp w’ercl in dit blad reeds aan de orde
gebracht in de
Nos. 95, 96, 97, 101, 102, 103.
– Red.]
In verband met de soberheid van die toelichting
was het Voorloopig Verslag der Kamer weinig vrien-
delijk. Vooral uitte zich de angst, dat de Staat een-
S
maal met
f
7,5 millioen in het nieuwe
bedrijf
deelge-
nomen hebbende, tot steeds verdere deelneming zou
uroi’den verplicht, ook e n v o o r a 1 wanneer cje ten slotte verkregen resultaten aanmerkelijk minder gun-
stig zouden uitvallen, dan thans wordt verwacht en
gehoopt. Nog sterker echter sprak de g e r e c h t-
‘v
a a r d i g d e vrees, dat door den voorgestelden.
vorm van Staatsbemoeienis met een nieuwe en veel-
omvattende industrie, men onbewust den weg op ge-
dreven – zou worden van een o n g e w e n s c h t pro-
tectionisme.
De memoi’ie van antwoord verstrekt de voor een
grondige beoordeeling van de onderwerpelijke aange-
legenheid noodige gegevens evenmin als een korte
nota, welke ‘het gevoelen van den Minister van L., N.
en H. aangeeft ‘en de plannen van den ambtgenoot
van Financiën ondersteunt, naar aanleiding van een
verzoek der commissie van voorbereiding sedert nog
door den laatstgenoemden Minister overgelegd.
Zal nu over eenige weken, wanneer de Tweed.
Kamer geroepen zal zijn om, steunende op de gege-
vens, welke haar ten dienste staan, een beslissing te
nemen in de vragen waar het hier om gaat, dat college
ook werkelijk een waardevol oordeel terzake kunnen
vellen? Voor een toestemrnende beslissing ontbreken
de meest noodige gegevens ten: eenen male, slechts een
afkeurend votum lijkt ons mogelijk, want hoe sym-
pathiek de oprichting in Nederland van een zuiver
Nederlandsch Hoogoven-,’ ?Staal- en Walsbedrjf ook
moge wezen, de vorm van hulpveileening is zoodanig,
dat daarmede het Nederlandsche volk en de reeds be-
staande Nederlandsche industrie o v e r h e t a 1 g e-
m e e ii niet -zijn gebaat; integendeel. Deze stelling
dient bewezen te worden
Wanneer men zonder chauvinisme, vanuit een zui-
ver commercieel standpunt, alle verrichtingen na-
gaat, welke aan het onderwerpelijke wetsontwerp zijn
voorafgegaan, dan ziet men, dat eenige vooraan-
staande mannen, uit de Nederlandsche zakenwereld,
,,die v o o r een del tot de belang-
hebbenden behooren”
1)
zich te zamen heb-
ben verbonden om te trachten een nationaal hoog-
oven-, staal- en walsbedrjf tot stand te brengen. Aan de kapitaalkracht van de combinatie behoeft niet ge-
twijfeld te worden, terwijl daarin verder de meest
verschillende industrieën zijn vertegenwoordigd.
Terwijl nu deze combinatie werkzaam was om het
noodige kapitaal bijeen te bréngen, werd reeds ver-
nomen, dat nauwe aaneensluiting met den Staat der
Nederlanden zou worden gezocht, zoodat zeer zeker
v e 1 e n van de o u t s i d e r s hun medewerking heb-
ben toegezegd in het idée, lat de voorontwerpen, enz.,
door of vanwege het syndicaat samengesteld, van
staatswege aan het oordeel van o n a f h a n k e lij k e
d e s k u n d i,g e n zouden worden onderworpen. Zoo-
danig nader onderzoek heeft niet plaats gehad en
men beschikt dus over niet anders dan over de ge-
gevens van het oorspronkelijke syndicaat, ook als
o p r i c h t e r s
b.ij
het tot stand komen der onder-
neming geïnteresseerd (restitutie van alle voorbe-
reidings- en oprichtingskosten tot een o-n g e 1 i m i-
t e e i d bedrag en mededeeling in de win.st
). Deze
nalatigheid van de Regeering moet zeker bij velen een
gevoel van onrust hebben gewekt en wij behooren tot
hen, dib ten zeerste betreuren, dat de Regeering zoo-
doende aan haar tegentanders een zeer scherp wa-
pen in de hand heeft gegeven’. )
0 Handelingen
1917-1918.
Gedrukte stukken
No. 268
Voor-
loopig Verslag bldz.
1.
‘) Waren de gegevens van het syndicaat in handen ge-
steld van een commissie van hoogleeraren van Handels- en
Technische H. S., dan had men
binnen korten tijd
een
objeo-
tieve
en
waardevolle
beoordeeling van het geheel kunnen
hebben.
.24 April 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE ‘BERICHTEN
353
4
Voor deze beschouingen wifien wij echter v66rop-
stellen, dat werkelijk de door het voorbereidingssyn-
dicaat verzamelde gegevens in technischen, economi-
schen en cammercieelen zin volledig den toets eener
deskundige critiek kunnen doorstaan; wij wenschen
zelfs ook de mogelijkheid te aanvaarden, dat de Mi-
histor van Financiën inderdaad deze veelal geheel
of gedeeltelijk technische vraagstukken voldoende
heeft k ‘u n n e n beoordeelen, om ‘de indiening van
het wetsontwerp, nagenoeg zonder toelichting, te
rechtvaardigen. Toch behoeven dan enkéle punten nog nadere opheldering.
De vraag of de ligging van Nederland voor het
ontworpen hoogovenbedrijf gunstig mag worden, ge
acht, dient naar onze meening volmondig to’ëstem-
niend beantwoord te worden, evenals de vraag of de
afzet van de eindproducten bij behoorlijke prijzen
verzekerd niag heeten. Wat deze onderdeelen van het
vraagstuk betreft, londerschrijven wij volkomen de
gunstige meeniu.g, welke hierover o.m. dooi4 den heer
K. in
zijn
sympathieke verhande]ingen in dit tijd-
schrift van 5en 12 December a°. p°. is uitgesproken.
Andere vragen, welke gesteld dienen te worden,
zijn echter de ‘volgende: Hoe komt men aan de
g r o n d s to f f en voor het nieuwe bedrijf, kolen en
ijzererts? De voor gebruik geschikte kolen worden
waarschijnlijk wel in voldoende hoeveelheid in den
eigen bodem gevonden, maar het erts? In dit ver-
band vermeenen wij te mogen verwijzen naar een
artikel van de hand van Prof. I. P. ide V o o y s, tex
aanbeveling van het onderwerpelijke Regeeringsvoor-
stel gepubliceerd in ,,De Ingenieur” van 6 April 1918,
waarin beo treffend liet navolgende is geschreven:
,,En ieder; die het geheel der moderne technisch
toegeruste industrie overzie’t in den gecompliceerden
oriderlingen samenhang, kent haar afhankelijkheid
van kolen en ijzer. Wie die beide bezit en de productie
daarvan b e h e er s c h t, heeft de macht om de indus-
trio omhoog te voeren.
1)
En verder:
,,Maar bovendien wie waarborkt, dat in komende
tijden onze door den oorlog verarmde buren bereid
zullen zijn om het kolen- en ijzervoedsel voor onze
industrie af te staan zonder een schatting te vragen?
Is de wereld er niet vol van, dat de Staat ter eigen
in stan dhou ding het uiterste gebruik zal moeten gaan
maken van de economische machtmiddelen, die hij
in zijn g r o n d s t o f f e n bezit?”
1)
Men kan de hoogst pessimistische gevoelns, welke
nopens de toekomst van een hoogovenbedrijf, door
deze woorden van Prof. D e V o o y s worden
gewe
kt
slechts van zich afzetten door het oog gevestigd te
houden op de voordeelige geografische ligging van
Nederland voor de nieuwe industrie, en op de om-
standigheid, dat bij een juiste keuze van hetfabrieks-
emplacement voor de distributie van de eindproduc-
ten het binnenlandsclie fabrikaat alle voordeelen kan
hebben van een schitterend net van waterwegen. De
mogelijkheid blijft zeer wel bestaan, dat de ahanke-
lijkheid van het ‘buitenland het nieuwe bedrijf niet
al te sterk in ongunstigen zin zal beïnvloeden.
Wat echter in deze wel den doorslag geeft en bij
de beantwoording van de vraag, op welke wijze de
Nederlandsche hoogovens aan het noodige erts zullen
komen n i e t uit het oog mag worden verloren, is
de omstandigheid, dat die ertswinniig – zij moge
nog niet uit een politiek oogpunt gemonopoliseer,d
wezen – op vele punten reeds sterk geconcentreerd is en gedurende de laatste jaren ook van Engelsche
zijde krachtig op een belangenconcentratie is aange-
stuurd. Men denke in deze, wat vroegere jaren be-
treft, slechts een oogenblik aan de moeiten en kosten,
welke de bekende Gebroeders’ M a n ii e s m au n zich
destijds hebben moeten getroosten om ertsen uit
Tunis en Marokko te verkrijgen, ten einde een zekere
‘) Wij
spatieeren.
onafhankelijkheid van hun nationale kartels te
bevechten.
1)
Willen dus de Nederlan.dsche hoogovens verzekerd
zijn van ‘hun toekqmst, dan dienen zij in de eerste
plaats staat te kunnen maken op de productie van een
of meer ijzermijnen en dan verder, in deze tijden
meer dan ooit, tevens op de schepen, welke die
productié herwaarts zullen vervoeren. Eerst dan is,
bij vold’oend groeten opzet van het geheel, de bestaans-
mogelijkheid van een lioogovenbedrijf zoodanig vast-
gelegd, dat ook zonder ongewenscht protec-
tionistische maatregelen van Regeeringswege, een
dergelijk bedrijf met goede kans – op succes den
concurrentiestrijd tegen machtige buitenlandsche
concerns kan aanbinden.
Wat men nu echter van den opzet van het onder-
werpelijke hoogoveubedrijf heeft mogen vernemen,
leert geenszins, dat niet de hiervoren aangegeven
ee r s t e veteischten voor welslagen voldoende reke-
ning is gehouden. Alen moge misschien in de samen-
stelling van het syndicaat eenigen waarborg willen
zien, dat de afhankelijkheid van het ijzererts en van
zijn toevoer, zich niet al te sterk zal doen gevoelen,
een hoogst omvangrijk bedrijf op die wijze aan handen
en voeten gebonden, aan enkelen over te leveren,
getuigt toch zeker niet van dien scherpen commer-
ciëelen blik, welke voor het welslagen van het geheel
6odzakeljk is. Vooral is zoodanige gestie voor den
Staat als participant niet toelaatbaar, waar die Staat
de aangewezen partij is, om een groet deel van ‘de
kwade kansen op te vangen.
Vooropstellende, dat de 23
t
24 millioen gulden,
‘elke na bestrijding der oprichtings- en voorberei-
dingskosten voor de inrichting van een krachtig
hoogovenbedrjf en wat daaraan annex is, voldoende
zullen wezen – iets wat wij voor ons in deze tijden
van industriëele concentratie vooralsnog ten sterkste
betwijfelen – kunnen toch van dat bedrijf geen
bevredigende resultaten worden verwacht, waar aan
de eerste vereischten voor een onafhankelijke en
krachtige ontwikkeling n i e t is voldaan. Door dozen
ijzeren reus op een leemen voetstuk te stellen, is de
opzet van het geheel veroordeeld.
Beschouwen wij thans meer speciaal de wijze, waar-
op de Staat der Nederlanden in de nieuwe onder-
neming zal participeeren, dan is ook daarbij een
eerste vereischte, dat men zich vrij weet te houden
van cbeuvinistische overwegingen. Met koel verstand
dient van elken maatregel het v66r en tegen gewikt
te worden, zonder dat men zich door het zwaaien met
de nationale vlag van de wijs laat brengen.
2)
Zooda-
nige houding zal aan velen weinig sympathiek zijn,
maar is zij ten slotte niet de eenig juiste, welke vooral
in de moeilijke tijden, die wij tegemoet gaan, zeker
niet mag worden verlaten?
• Stelt men zich op dit eenig juiste standpunt, dan
dient allereerst de vraag beantwoord te worden of er
redenen bestaan om aan een hoogovenbedrijf van
Staatswege steun te verléeuen. Die vraag kan i n
ii 1 g e m e e n e n z i n bevestigend beantwoord wor-
den, mits…. geen andere nationale belangen van
zoodanigen steun de dupe worden. Met deze grond-gedachte, is, naar ons voorkomt, in het ter bahande-
]ing aangeboden wetsvoorstel geenerlei rekening ge-
hou den.
1.
Wij willen ook op dit punt aan het nieuw ontwor-
pen bedrijf the benefit of the doubt geven,
zooals wij zulks ook op andere punten hebben gedaan.
Wij willen eens aannemen, dat het bedrijf, zooals het
is opgezet, niet allerlei protectionistische maatrege-
len zal behoeven om levensvatbaar te worden en zich
staande te houden, maar zelfs met dit aan te nemen,
) Aan hen, die zich de geschiedenis van het Agadir-
incident nog herinneren, zal dit stukje geschiedenis van
ijzer-politiek wel niet vreemd wezen.
2)
In dit verband verwijzen wij bijv. naar de afscheidsrede
van den Utrechtschen hoogleeraar
d’Anlnis d. 13.,
gedeeltelijk
opgenomen in de Economist van 1917.
354
ECONOMISCH-STATISTISCHE 113ERICHTEN
24 April 1918
is medewerking van den Staat in den gekozen vorm
u o g ongewenscht, want wie waarborgt, dat
l
iet
nieuwe hoogovenbedrijf ten goede zal komen aan
o II e Nederiandsche staal- en ijzerverbruikers, zonder
onderscheid van personen of relaties? Op dit punt
geven de statuten geenerlei bepalingen, terwijl ook
de ,,Regeerin-gscommissaris”, welke aangewezen zal
woeaen, te dien opzichte volkomen machteloos- is.
Er is dus zeker rekening mede te houden, dat ten
slotte een kleine groep van machthebbers, ten op-.
zichte van vele anderen gefavoriseerd zal worden.
Zulk een gevaar, met allen aankleve’ van hetzelve,
is zeker niet denkbeeldig en in dit verband behoeven
wij niet eens te herinnerèn aan ‘het ontstaan en de
werking van de a n t i. – t r u s t-wetgeving in de
Tereenigde Staten van Noord-Amerika, doch kunnen
volstaan met voorbeelden uit eigen land. Wij herin-
neren bijv. slechts aan de verhandeling van den vroe
geren lioogleeraar in de Staathuiehoudkunde en de,
Statistiek aan de Universiteit van Amsterdam, M r.
M.
W. F. T r e u b in zijn overbekend artikel ,,Staats-
ozploitatie onzer Spoorwegen” in ,,Vragen des Tijds”
van 1893.
Daar heet het om.:
,,Toch is het le secret cle Poli.chinelie,
dat het toezicht hier zoowel als in andere landen met
particuliere spoorwegexploitatie’ machteloos is de,
spoorwegmaatscliappijen te beletten faveurs te ver-
leenen door geheime overeenkomsten te sluiten,
vrachtresti’tuties te ver’leenen en dergelijke.”
Wat nu niettegenstaande
wettelijke
bepalingen ter zake en een uitgebreiden dienst van het toezicht bij
de spoorwegen geschiedt, zal zeker bi.j het hoogoven-
bedrijf, zonder wet en zonder toezicht niet uitblijven.
Dat daarbij voornamelijk een kleine kring van macht-
hebbers, door de van haar afhankelijke directie en
commissarissen, een extra voordeelige – men is zelfs,,
meer of minder genig,d te spreken van een monopo-
listisclie – positie zal gaan innemen, valt niet te be-
twijfelen..
Men zal ons tegenwerpen, dat deze monoiolistische
werking zich slechts we1iig zal kunnen doen gevoe-
len in verband met de concurrentie van het l)uiten-
land. Aan dat argument kan zekere waarde niet wor
den ontzegd; men overschatte de beteekenis er van
echter niet. Immers, tegenwoordig vindt het buiten-
land hier een o p e n markt. i)e openbare inschrijvin-
gen voor leverantiën hier te lande en voor Indi
waarborgen aan een ieder, ook aan hem die nog geen.
relaties in de Nederlandsche industriëele wereld be-
zit, een goede kans op afzet van zijn producten. Alle
voorwaarden voor een ruim aanbod van, het buiten-
s
land zijn -tegenwoordig vervuld. Zodra het Neder-
landsche hoogovenbedrijf in werking komt, verandert deze toestand. Ook Indië zal dan wel zonder meer bij
de huipverleening aan ht nieuwe bedrijf worden be-
trokken en de openbare inschrijvingen, waar ook bui-tenlanders een goede kans van slagen hebben, zullen –
tot het verleden gaan behooren. De Nederlandsche
markt, aanmerkelijk minder ruim geworden, zal zeer
veel van haar aantrekkelijkheid verliezen en de Neder-
lander, die Vrij wil zijn van zijn nationale bedrijf, om-
dat dit hem niet, naar wensch k a n of w ii hedienen,
zal moeten gaan zoeken, waar hem vroeger aangebo-
den werd. .
Wanneer nu zoodanige toestand outstond, doordat
een bepaalde groei) van personen door kracht, energie,
en uithoudingsvermogen, zich een gefavoriseerde po- –
sitie weet te Verwerven, dan zouden wij er tot op
zekere hoogte vrede mede kunnen hebben. Elke
–
andere,
groep toch, zou zich’ door h a a r kracht en h a a r enrgie diezelfde positie kunnen verwerven en een
gezonde concurrentie binnen de landsgrenzen zou er
het verbljdende gevolg van kunnen wezen. Maar
hoogst ongewenscht lijkt het ons, dat de Staat zijn
medewerking gaat verleenen om één bepaalde groep –
van staal- en ijzerconsumenten in eeii bevoorrechte
positie te brengen, daardoor elke andere groep van.:
zulk een positie buitenslui.t en dit – alles feitelijk ten
koste van alle Nederlandsche staal- en ijzerlerbrui-
kers, buiten, den in n e
t
.R1 i
ii g
van het nieuwe
bed rijf.
Op een tweeta.l onderdeelen van liet onderwerpelijke
vraagstuk moge alsnog kortelings cle aandacht geves-
tigd worden. In de eerste p1ats de vorm, welke’ voor
de op te richten vennootschap gekozen is, in zoo verre,
dat een preferen.t aandeelenkapitaal van niet meer
daii
f 500.000,
een n e g e n e n v e er t i g maal zoo groot . aandeelenkapitaal van
f 24,5
millioen he-heerscht. Kan de Staat medewerken om zoodanige
toestanden in het leven te roepen? Het valt lielaas
niet te ontkennen, dat ons vennbotschappen- en ver-
eenigingsrecht op zeer veel punten buitengewoon ver-
ouderd is, zelfs zoo, dat een ingrijpende wijziging
ojet lang meer k a n uitblijven. Men kan echter niet
aannemen, dat bij die wijzigingefi, toestanden besten-
digd blijisen, waarbij een kleine groep van personen
zich als overmachtig kan doen gelden, zonder dat ccii
beroep op den rechter (zooals bijv. in het Pruisische
G’ewerkschaftsrecht) openstaat, wanneer de finan-
ciëele belangen van de meerderheid op schromelijke
wijze worden geschaad. Had nu niet deze mogelijk-
– heid, waar de Staat zonder moeite in kon grjpQn, ook
niet thans reeds rekening gehouden m o e t e n wor-
den? De verzekering van het nationale karakter der
onderneming had ook wel op andere wijze verkregen kunnen zijn darl door deze splitsing van het kapitaal’, meer wijzende op o ii g a r c h i s c h e dan op natio-
nale belangen;
Ten slotte meenen wi,j nog de aandacht te, moeten vestigen op de wijze, waarop de Staat zijn medewer-
king in de nieuw’e onderneming zal verleenen. Tegen-
o’er een deelneming met
f 7,5
millioen in liet gewone.
aandeelenkapitaal staat liet recht om een Regeerings-
commissaris aan te wijzen, bechikkende over een
m i u d e r h e id ian stemmen in de vergadering van
preferente aandeelhouders. Het is dudeljk, dat het
woord ,,tegertover” hier minder juist is gebruikit en
cle steun bestaat è n in een deelneming in het aan-
deelenkapitaal è n in de aanwijzing van een Regee-
ringscommissaris. De-ze toch heeft op de productie
geenerlei invloed; zijn voornaamste functie zal wel bestaan in liet regelen van de verhouding, tusschen
het hoogovenbedrijf eenerzijds en den Staat-consu-
ment anderzijds.
Met de toestanden hier te lande, eenerzijds een
dikwerf lastige en critiseerende Tweede Kamer,
anderijds ambtenaren zonder rechtszekerheid, die’ de
-. ijzerproducten van den financiëel geïnteresseerden
Staat pioeten heoordeelen of v- e i o o r d e e 1 e n, lijkt
het ons zeer waarschijnlijk, dat de, belangen van den
Staat-consument, wel eenq deerlijk in het gedrang
zouden lunnen raken. Dergelijke demoral iseerende
lapmidclelen wieken zich ten slotte het meeste op liet
bedrijf zelf.’
Toch destijds ruchtbaar werd, dat d.e plannen om
hier te lande een hoogoven-, staal- en walsbedrijf tot
stand – te brengen, vas’tereri vorïui begonnen aan te nemn, hebben wij die berichten met groote vreugde
begroet. De geografische ]igging van Nedprland, de
tegenwoordige ontwikkeling van onze industrie, de
durf van onze reeders, d-e s t a n -d i n g van onze
technici en kooplieden, het verstandeljke peil van
de beschikbare arbeidskrachten, zijn alle evenveel
waarborgen voor het welslagen van velé industrieën
op Nederlandschen bodem. Wij voor ons hebben er ons
steeds over verwonderd, dat cle industriëele vlucht,
welke Nederland in de laatste jaren véér den wereld-oorlog genomen heeft, n-iet nog veel grooter geweest
is en persoonlijk hebben wij. dat verschijnsel slechts
kifnnen verklaren uit de omstandigheid, dat -tot nu
toe het j u r i d i s’c h-e ‘element in onze bankiers-
wereld overheerschend geweest is. Uit angst voor en
onbeken4heid met technische vraagstukken is daar-
24 April 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
355
door veel Nederlanciscit geld, dat incderlandsche
industriën, een rendabele belegging had kunnen vin-
den, naar het buitenland verhuisd en is daar voor een
aanmerkelijk gedeelte verloren of veradrn inistreerd.
Hoogst verblijdend was daarom voor ons het teeken,
cla..t men op in.dustriëel gebied langzamerhand ook in
het groot ging durven aanpakken. Om, die redenen
spijt het ons, dat voor een bedrijf, als het onderwer-
pelijke, hetwelk voor Nederland van zoo groote betee-
kenis is, een o.i. onjuiste opzet is gekozen en men
een vorm vn huipverleening heeft gezocht, welke
zeker niet in het belang is van den Lande en waar-
schijnlijk ook niet va.n het beschouwde bedrijf. Op de
voorgestelde wijze zal toch de Staatshu]p niet anders dan verslappend kunnen werken.
E. P. WELLENSTEnJ.
16 April 1918.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
e E c o n o m i s t. – ‘s-Oravenhage, April 1918.
H. J. Westerling,
De Weduwen- en Weezen-
fondsen onder toezicht van het Rijk
II; S. L. Langen-
diiie,
Een Rijksaanschaffingsbureau (R.A.B.);
H. T.
Hoven,
De eerste post van de oudste rekeningen van
Dordrecht.
Jahrbücher für Nationalökono-
m j e u n d S t a ti s t i k. – Jena, Maart 1918.
1?. Stolzmann,
Die soziale Theorie der Verteilung
und desWèrtes;
P. Mombert,
Produktive und unplo-
cluktive Arbeit;
0. Jölelinger,
Genossenschaften oder
freier Handel;
J. Müller,
Die durch den Krieg her-
vorgerufenen Gesetze, u.s.w. (VII). Miszellen:
H.
Goldschrnidt,
Die Bedeutung des Deutschen Ausland-
Museums und Instituts als wirtschaftliche Organisa-
tion;
E. Schuitze,
Teuerungspreise in den Vereinigten
Staaten in dem jetzigen und in früheren Kriegen;
R.
Hennijg,
Die bisherige Entwicklung des Panama-
kanals;
H. Köppe,
Die Tarifvertrge im Deutschen
Reiche am Ende des Jahres 1915;
R. v. Erdberg,
Wohlfahrtspflege, Oaritas und soziale Arbeit;
W.
Feld,
Arheiterinnenkinder und ihre Beaufsichtigung.
Veltwirtschaftliches Archiv. –
Jena, 1 April 1918.
Dr. Curth,
Französische Schiffahrtspolitik wh-
rend des Krieges mit besonderer Berücksichtigung der
cleutschen Interessen;
R. Junge,
Die Spedition in
Russisch-Turkestan 1901-1914;
Dr. L. Schulman.
Handel und Verkehr in Syrien, 2. Der Verkehr;
Dr.
A. Sokolowsky,
Der Kormoran *) in seinen Beziehun-
gen zur menschlichen Wirtschaft. Bij de ,,Ohronik
und Archivalien”:
Dr. W. Pot hmann,
Der Ausbau des
Hafens von Havre seit 1895;
Dr. R. Hen-nig,
Die
Fortschritte des europiiichen Eisenbahnwesens im
Jahre 1.916;
Dr. W. Schweer,
Opium Weltproduktion
und -Preise.
*) De col
–
moran, Phalacrocorax, is een soort schollevaar.
Tijdschrift van den Nederland-
schen Werkloosheids-Raad. – Amsterdam,
April 1918.
Bevat
o.a.:
Mej. Mr. E. C. van Dorp.
Praeadvies
over de vraag: in hoeverre wordt de nationale markt
beïnvloed door den stand der wisselkoersen en welke
maatregelen kunnen ter verbetering worden genomen,
indien deze stand die markt ongunstig beïnvloedt?
D e J a a r b e u
1
s. – Utrecht, 15 April 1918.
Bevat o.a.:
W.
Graadt van Roggen,
Het eerste,
vaste Taarbeursgebouw.
Een uiteenzetting der plannen, vergezeld van een schets-
teekening van het gebouw en van de vooi-loopige platte-
gronden.
REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGERIED.
V o r d e r i n g v, a n – v e e. Blijkens bericht van
het B.M.V. laat de levering van vee door de boeren
nog zeer -i te wenschen over-. J.omt hierin niet
spoedig verbetering, dan za] tot algemeene vordering
moeten worden overgegaan.
V e t t e k a 1 v e r e n. Maximumprjzen zijn vast-
gesteld voor vette kalveren, levend gewicht. Deze kal-
veren zullen door bemiddeling van het Rundveekan-toor aan de gemeenten kunnen worden geleverd ten
behoeve van ziekenhuizen en krankrinnigen en, voor
zooveel noodig, ten behoeve van thuis verpleegde
zieken.
Bo t e r. Teneinde grooter opslag van boter, dan
met een normaal verbruik overeenkomt, te voorko-
men, heeft de Minister van Landbouw, onder intrek-
king der beschikking van 6 dezer, verboden de afleve-
ring van boter door producenten, tenzij met machti-
ging van de Botervereeniging. Bij de beschikking van
22 September 1917 werd vervoer van 5 K.G. boter
uitgeslpten; die hoeveelhei4 is thans teruggebracht
tot 1 K.G.
Rantsoeîieering van vetten. Met
ingang van een nader te bepalen datum zal worden
overgegaan tot de invoering een
. er
rantsoeneering van
• vetten. Er zal dan slechts één bepaalde soort marga-
rine vervaardigd worden (prijs 50 cents per 4 K.G.),
die in de plaats komt van bak- en braadvet, normaal-
1
margarine en andere goedkoope soorten margarine;
verder mélange A met 25 pOt. botr, mélange B met
50 pOt. boter (de rest margarine) en natuurboter
(prijs
f
1,60 per
Y2
K.G.) (Zie het overzicht in het
nummer van 20 Maart). De vetten zullen uitsluitend
op hons vati Rijksvet- of -boterkaarten verkrijgbaar
zijn en het rantsoen wordt vastgesteld op 250 gram
per hoofd per week, kinderen beneden het jaar niet
meegerekend. Ieder kan kiezen voor welk der vier
– soorten vet hij een kaart, die 3 maanden geldig blijft,
wil
ontvangen. Voor het vet in spijzen, verstrekt dooi
hotels, restaurants, enz. moeten eveneens vetbons
ingenomen orden, terwijl
voor vreemdelingen dag-
kaarten verkrijgbaar worden gesteld.. Koek- en ban-
ketbakkerijen krijgen vet buiten de rantsoeneering op de basis van 25 pOt. van hun normaal verbruik.
Régeling voor consumptiemelk.
• De Minister van Landbouw heeft vastgesteld eene
– regeling voor de consumptiemelkvoorziening in den
a.s. zomer, die met 1 Mei in werking treedt. De prij-
zen voor consumptiemelk, boter, kaas en zoogenaamde
industriemelk worden zoodanig vastgesteld, dat de
voortbrenging van consumptiemelk wordt aangemoe-
digd, en die van zuivel en melkproducten wordt
,
geremd. Voor industriemelk bedraagt de maximum- –
groothandelsprjs 1 cent per liter minder dan
voor consumptiemelk. Voorts is het, hehoudns
vergunning, verboden roôm te vervoeren of af te
leveren, met een hooger vetgehalte dan 10 pOt.;
– volle melk te verwerken tot melkpoeder of ge-
1
condenseerde melk; en aan kaasfabrieken of fabrie-
ken van melkproducten om volle melk of ten deele
afgeroomde melk te verwerken tot kaas met hooger
ivetgehalte dan 20 püt. vet in de droge stof.
– E i e r e n e n p 1 u i m v e e. Voor versche eieren zijn opnieuw maximumprijzen vastgesteld in groot.,
tusschen- en kleinhandel. De kleinhandelsprijs bedraagt
14 cent per stuk. Teneinde paal en perk te stellen
aan het afslachten van den pluimveestapel, in de
,hand gewerkt door de hooge prijzen bij den vleesch-
nood voor dit vee geldend, is verboden de aflevering
en het vervoer van alle hennen en banen. Van levende
.hanen en van geslachte baneii, mits kop, pooten en
sporen daarbij nog aanwezig zijn, kan vervoer en afle-vering plaats hebben.
-Verbouw van voedingsgewassera.
Aan het verzoek van sommige burgemeesters om aard-
-appelen, peulvruchten en groenten, welke zij in hunne
‘gemeente zouden willen doen verbouwen, te mogen
behouden ten behoeve der gemeentenaren boven het
regeeringsrantsoen, kan zonder meer niet worden vol-
-daan. Bepaald is echter, dat gemeentebesturen, welke
voornemens zijn de genoemde artikelen te verbouwen
356
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 April 1918
ôp gronden, welke tot dusver nog niet voor den ver-
bouw van voedingsgewassen gebezigd werden, met in-
begrip van grasland, zooveel van de opbrengst van
dien verbouw zal worden gelaten als noodig is om het
regeeringsrantsoen der verbouwde producten per hoofd van dat deel der bevolking, dat niet zelf de
producten verbouwt, tot een nader vast te stellen nor-maal-rantsoen aan te vullen.
Haver, gerst en veidboonen. Alle
haver, gerst en veldboonen, welke aan landbouwers
voor voeding van eigen vee en paarden zijn’ gelateii,
moeten, voor zoover nog niet vervoederd, na 30 Juni
a.s. onverwijid bij de Regeeringscommissarissen voor
de Rijksgraanverzameling worden ingeleverd.
Stikstofhoudende meststoffen.
Door den Minister van Lndbouw is ingesteld een
Commissie van Advies inzake de bereiding van stik-
stofhoudende meststoff
011.
T a r we w a t e r b r o o d. De maximumprijs voor
tarwewaterbrood is met ingang van 16 dezer vastge-
steld op 36 ct. per K.G., of 1414 ct. per 400 gram;
voor onder rabbinaal toezicht gebakken brood zijn die
prijzen resp. 1 en
1%
cent hooger.
Broodkaarten voor één week. Met
ingang van 27 dezer zullen de broodkaarten voorloo-
pig geldig zijn voor een tijdvak van 7 dagen; op iedere bon zal slechts de helft van de hoeveelheid brood kun-
nen worden gekocht, welke daarop is aangegeven.
e g e e r i n g s v i s c h. In verband met de hooge
vischprjzen in ,den vrijen handel en dp verhoogde
exploitatiekosten der stoomkustvisschers zijn de in-
koopprijzen voor regeeringsvisch, wat schol betreft,
verhoogd.
Z e e v i s c h. Het B.M.V. wijst er op, dat men zich
in het algemeen geen te groote illusies moet maken
over de zeevisscherij als een bron van volksvoeding.
T h e e e n k o f f i e. In verband met de vermin-
dering der aanwezige voorraden koffie zal na 1 Mei
per bon ons koffie in de 14 dagen verstrekt
worden. Aangezien op de resteerende bous der oude
kaarten waarschijnlijk nog thee ontvangen zal kun-
nen worden,
wijst
het B.M.V. op de’wenschelijkheid
deze kaarten zorgvuldig te bewaren.
Z e e p af 1 e v er i n g. Met ingang van 15 Mei a.s.
is verboden de aflevering en het vervoer van harde
zeep en zeeppoeder, met uitzondering van toiletzeep,
scheerzeep en medicinale zeep, welke op 15 Mei reeds
door fabrikanten zijn afgezonden.
Huiden, ieder en schoen.en. Nieuwe
regelen zijn vastgesteld inzake distributie van huiden
en leder; aan fabrikanten van schoenen, leestklaar
schoenwerk en van lederwaren mag alleen ieder gele-
verd worden, voor zoover er naar het oordeel van het
R. D. H. L. behoefte bestaat aan nieuwen aanmaak. Voorts kan den fabrikanten de verplichting worden
opgelegd een bepaald aantal
standaardscho enen
te
maken van een bepaalde soort in een bepaald tijdvak.
Voor die standaardschoenen zijn nadere bepalingen
vastgesteld en prijzen bepaald.
L o m p e n. Teneinde aan de industrie van pro-
ducten, waaraan behoefte bestaat, lompen ter be-
schikking te kunnen stellen in hoeveelheden tegen
billijke prijzen, is met oogenblikkelijken ingang verbo-
den de aflevering en het vervoer van lompen en wor-
den prijzen hiervoor vastgesteld. De Commissie van
Advies inzake lompen is ontbonden en ingesteld een
Rijksbureau voor Lompen.
F o r m a ii n e. -Verboden is de aflevering en het
vervoer van formaline, met uitzondering van hoeveel-
heden van ten hoogste 100 gram, welke op recept of
voor geneeskundig gebruik worden afgeleverd.
Z w a v e 1. Het verbod tot afleverink en vervoer
van zwavel is niet van toepassing op hoeveelheden
van ten hoogste 2
1
% K.G., af te leveren door apothe-
kers en drogisten.
Vervoer van schoenen. Het vervoer over
de post van schoenen en leestklaar schoenwerk is thans
weder toegelaten zonder consent.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
20
Juli
1914
(Disc.Wissels.
4
1
/2 sedert 1Juli’15
3
1
/2sedert23 Mrt. ’14
Ned
1
/
2
,,
1
,,
’15
4
23
,,
’14
Bank(VrschjflRC
5
1
/a
,,
19Aug.’14
5
,,
23
’14
Bank van Engeland
5
,,
5 Apr.’17
3
,,
29 Jan.’14
Duitsche Rijksbank
5
,,
23 Dec.’14
4
,,
5 Febr.’14
Bank van Frankrijk
5
,,
21 Aug.’14
3
1
/2
29Jan. ’14
Oostenr. Hong. Bk.
5
,,
12Apr.’15
4
,,
12 Mrt. ’14
Russische Staatsbk.
6
,,
27Juli’14
5
,,
1 Apr.’14
Nat. Bank v.Denem.
5
,,
9
,,
’15
5
,,
6Febr.’14
Zweedsche Rijksbk.
7
,,
20Mrt.’18
4’/2
,,
6
’14
ZwitserscheNat.Bk.
411
,,
31 Dec.’14
3’/2
,,
19
,,
’14
Bank van Italië..
5
,,
10 Jan.’18
5
,,
9 Mei ’14
Feder.Re.Bk.N.Y.
3-4
– –
–
Javasche Bank.
. . .
3/2
1Aug.’09
3
1
/2
,,
1Aug.’09
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs’
Part.
N. York
CaIl
–
Part.
1
Prolon-
disconto
gatie
disconlo disconto
disc.
monet,
20 Apr. ’18
21/4_7/8
3
1
h
3/ie
4-/
–
4 l/..5 t)
1520,,
’18
2’/2-3
3 I/4
1/
4
30/16
4_6/
–
211
4
_5
8-13,,
’18
2
1
/1_3
4-6h
39/1
45h
–
1
tl
2
_5
1
/2
2-6
,,
’18
27/
g
_31/
4
41/2_5t/2
3 0
1 0
42/a
–
2
1
/2-4
16-21Ap. ’17
1
1
/22
1
/g
2-‘/2
4/st-j-*
4-le
–
2t/_3
17-2OAp. ’16
1t/2_0l4
38/
4
_4
419/52
4l/g_0/
–
2-
1
/2
20-24Jul.’14
3
1
/8_
8
lie
2 114_1/4
2
/4.6/4
2
l/_l/
20/
4
1/42
1
/2
2)
Noteering van 19 April.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
De eerste dag der week bracht weder een scherpe daling
voor alle wislels op de oorlogvoerenden. Londed daalde van
10.16 tot 10.03, Berlijn van 41.90 tot 41.65, Parijs, New
York en Weenen daarmede in overeenstemming. In het
verdere verloop der week bleven deze koersen ongeveer ge-
handhaafd, met dit onderscheid, dat de entente-wissels
‘s morgens vast en ‘s middags flauw en d5 centrale wissels
‘s morgens flauw en daarentegen ‘s middags vast waren.
De neutrale wissels toonden met uitzondering van Madrid
niet veel verandering; Skandinavië was eerder iets terug-
loopend. Madrid maakte belangrijke sprongen. Aanvanke-
lijk had de rijzing der vorige week nog sterken voortgang,
zoodat 63.- bereikt werd, hoofdzakelijk doordat de notee-
ring van Londen in Madrid beduidend terugliep. In Zwit-
serland was de stijging veel geringer, zoodat eenig aanbod
van die zijde den koers spdedig ‘weder deed dalen. Slot circa
56.50.
KOERSEN IN NEDERLAND.
ata
Londen
S)
Parijs
5)
Berlijn
Weenen
S)
St.Pe-
ter,-
burg
t
)
New
Yorkl)
15April1918
..
10.04
36.95
41.75
26.65
–
2.11
16
1918
..
10.01
36.80
41.75
26.70
–
2.10
17
,,
1918
. .
10.02
36.95
41.80
26.87+
–
2.10
1
/2
18
1918
. .
10.04
37.-
41.75
26.85
–
2.101/
2
19
1918
. .
10.04+
37.05
41.70
26.87+
–
2.102/
4
20
,,
1918
. .
10.04
37.-
41.65
26.80
–
2.10
1
/
Laagste d. w.
1)
10.-
36.70
41.47+
26.40
–
2.10
Hoogste
,,
,,
1
)
,
.1
10.16
37.50
41.90
26.95
–
2.14
13April1918
..
10.16 37.50
41.92+
26.85
–
2.13
6
,,
1918
. .
10.08
37.10
41.70
26.65
–
2.12
Muntpariteit
. .
12.10
48.-
59.26
50.41
1.28 2.48
1
14
5)
Noteering
te Amsterdam. 6) Particuliere opgave.
24 April 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
357
NEDERLANDSCHE BANK.
Stock-
Kopen-
1
Chri-
Zwitser.
Spanje
Batavia ‘)
Dato
holm
S)
hagen
)
tiania II
l
an
d*)
1)
telegrafisch
Verkorte Balans op 20 April
Activa.
1918.
15 Apr. 1918
71.50
66.25
67.20
49.70
59.50
99-1004
16
1918
71.75
66.30
67.05
49.80
60.-
99-1004
,,
Binnenl
,
Wis
.
rH._bk.
f
23.719.316,-‘/
17
1918
71.10
66.25
67.-
s
49.65
60.-
99-1004
se1s,Prom.,
B.-bk.
95.000,-
18
,,
1918
71.55
6.6.10
67.10
4.70
60.-
99-100
enz. in disc.
Ag.sch. ,, 12.732.804,03’/i
f
36.547.120,04
19
1918
71.50
66.10
66.92
49.72k 58.-
99-100/,
Papiero. h. Buiteni. in
20
,,
1918
71.45
66.10
66.90
49.80
56.50
99-100
disconto
…………..
. ……….
–
L’ste d.
w.9
71.35
65.80
66.80
4955 iciem eigen portef..
f
8.242.776,-
H’ste
,,
,,
‘)
71.80.
66.30
67.30
50.05
63.-
100’/2
Af: Verkocht maar voor
13 A1r. 1918
71.65
66.25
67.15
50-
57.-
991-1001
debk.nognietafgel.
6
,,
1918
72.10
66.75
67.50
50.20
55.25
99-100
8.242.776,-
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
100
Beleeningen
f
62.197.800,90
1
I2
5)
N/,teering
te
Amsterdam.
‘) Particuliere opgave
{H..bk.
–
mci.
vrsch
.
B.-bk.
,,
5.l85.249,8V/2
in
rek.-crt.
Ag.sch. ,, 48.193.281,79
op onderp.
f115.576.332,57
Op Effecten
……f113.643.832,57
KOERSEN TE NEW YORK.
Op Goederen en Spec.,,
1.932.500,-
Voorschotten a. h. Rijk ………….
…
115.576.332,57 8.348.336,03
1
/2
• •
.
Cable
1
Zicht
1
Zicht
Zicht
Dato
Londen
1
Parijs
Berlijn
Amsterd.
Munt enMuntmateriaal
(in
.3
per
£)
1
(in fra.
P.
3)
1
(in cents
P.
Rm. 4)
(in cents
per
Oct)
Munt, Goud ……
f
91.456.520,- Muntmat., Goud ..,,637.989.537,lOVs
20 April
1918
4.76.45
5.72
1
/t
Dom.
47
1
14
f729.446.057,10I/2
Laagste d.week..
4.76.45
5.72
–
46’/2
.., Munt, Zilver, enz..
7.157.524,33
Hoogste,,
,,
. .
4.76.45
5.72e1
s
–
47 l/
Muntmat., Zilver
13 April
1918
4.76.45
5.72
oom.
46/4
Effecten
,,736.603.581,431/2
6
,,
1918
4.76.45
5.72’/2
now.
46/4
:
Bel.v. h. Res.fonds.
f
5.150.192,50
Muntpariteit ….
4.86.67
5.18’/4
95’/
4O8/io
id. van ‘/sv.h.kapit.
3.950.039,62’/2
,,
9.100 .232
,
12
Geb.enMeub. der Bank ……………..
,
1.465.000,-
Diverse
rekeningen
………………..
,
89.169.957,07
f1.005.053.335,27 Vi
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.
Paesiva.
Kapitaal
……………………..
Reservefonds
…………………..
f
20.000.000.
,
5.234.534,18
1
/
Tijdperk
3_5 April
Plaatsen en
Noteerings.
5Maart
2April
1918
5April
Bankbiljetten in omloop ………….
,
895.117.350,-
Landen
eenheden
1918
1918
Laagste jHoogste
1918
Bankassignatiën in omloop………..
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk……
f
–
,,
3.057.802,97
Alexandrië
. .
Piast. p.
£
977/1e
97/io
97/,o
97/,i
97/16
B. Aires
. . . .
d.p.gd.pes.
50%
51
50/4
51/2
504
Van anderen ……,, 72.718.316,76’/
Calcutta
. .
.. sh/d.p.rup.
1/5′
os
1/5
1
/02
15
1.5
1
/io
15’/.2
72.71S.316,76’h
Hongkong
..
id.
p. $
2/11/4
30/,
3 0e/4
3/0/4
3;0is
Diverse rekeningen
………………
..8.925.331,35’/i
Lissabon
. . . .
d.p.escudo
29
1
/s
28’1
27e/8
28/8
28
1
/8
f1.005.053.335,27
Vs
Madrid
.. ..
Peset.
p. £
19.46
18.52
18.27
18.49
18.28
Montevideo..
d.p.peso
59/2
63
62/2
64
63’/3
Beschikbaar metaalsaldo
…………..
f
541.716.911,94
1
/
Montreal..
..
$
per
£
4.81
1
1
4.83/4
4.8 3’/s
4.85
4.842/
4
Op dcbasis van
2/5
metaaldekking ……
347.538.2l7,99
1
/s
Petrograd
..
R.
p. £ 10
»om.
»om.
now.
»Ons.
»om.
Minderbedragaanbankbiljetteninouiloop
R.d.Janeiro’)
d.p.milr.
13
10
/s2
13
1
‘/82
13’i,
13/16
13
8
/
dan waartoe de Bank gerechtigd
is ..
2.708.584.555,-
Shanghai
..
sh/d.p.tael
4/3
443/
4/4
414
414
Verschillen met den vorigen weekstand:
Ëome
…….Lires p. £
42.63
41.78
41.80
41.95
41.90
$ingapore
id.
p. $
214
2I3/4
2/31/
24
2/3/4
Meer
Minder
Valparaiso
1)
d.p.pap.p.
14I2
15/16
15/io 150/2
15’81t2
‘Disconto’s
49.636,74
1
/2
Yokohama
..
sh/d.p.yen
2/2
1
/s,
2/2’/ic
2/2
2’2’/
2121116
Buitenlandsche wissels
22.725,-
Beleeningen
…………..
3.881.926,51
‘) Noteeringen op
90
dagen.
Goud
706.263,64
Zilver ………………..22.268,09’/a
Bankbiljetten
…………206.380,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
. . ..
771.173,08
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
GOUD
EN
ZILVER.
Sedert 29 Juli. 1916 worden de dageljksehe ontvangsten
Data
Goud
Zilver
Bank.
biljetten
Andere
opeiscliba,e
schulden
en onttrekkingen van goud door de Ban’k van Engeland
20 April 1918
. …
729.446
7.158
895.117
–
75.776
tijdelijk niet bekend gemaakt.
S
730.152
7.135
894.911
75.711 721.397
7.154
893.899 64.320
NOTEERING VAN ZILVER
13
,,
1918
…..
6
1918
…..
722.184
7.285
.889.692
59.943
23
1918
.. ..
723.051
7.337
864.373
66.509
Noteering te Londen.
te New York
16
,,
1918
723.807
7.323.
858.394
58.834
20
April
1918 ……..48’/4
973/4
9
1918
722.096
7.225
859.317 65.835
13
1918
46’/.,
932/8
……..
2
1918
723.746
7.240
870.334
71.288
.23 Febr.
1918
.
714.679
7.295
845.856
83.485
6
1918 ……..45
8
/s
9l /s
30 Maart 1918 ……..45’/
‘)
92’/
•30 Maart1918
…..
16
1918
..
716.341
7.275
854.035 90.845
23
1918
46
92/
9
,,
1918
– . ..
716.432
7.278
859.834 99.821
……..
16
1918
43
86’/2
,,
……..
2
1918′
.. ..
707.609
7.275
892.087 58.386
26
Jan.
1918
.. . .
707.000
7.176
871.586
77.132
17
April
1917 ……..36°/jo
733/8
21 April 1917
….
591.059
6.900
755.256 79.160
20 April
1916……..31/i
65/o
-22 April 1916
….
528.602
1.541
651.675
92.819
20 Juli
1914 ……..24
11
/10
54’/s
‘)
Noteering
van 28 Maart.
–
25 Juli
1914
.. . .
162.114
8.228 310.437 6.198
358
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 April 19,18
D ata
Disconto’s
Bdee.
Besch,k-
–
baar
Dek.
kings.
Hiervan
otaa
Schatkist-
kcchtalreck3
nin gen
Metaal-
percen-
promessen
saldo lage
20Apr. 1918
36.547 18.000
115.576 541.717
76
13
‘1918
36.597
–
111.694 542.401
76
6
,,
1918
29.243
10.000
115.118
536.21-6 76
30Mrt. 1918
19.165
–
115.737
538.809
77
23
1918
20.822
–
–
108.980
543.478
78
16
,,
1918
21.714
–
103.580
546.945
80
9
,,
1918
24.064
–
111.170
543.537
79
2
,,
1918
26.363
–
124.022 541.907
78
23 Febr.1918
30.574
–
116.030
535.386
78
16
1918
24.090
–
139.462
533.877
77 9
,,
1918
30.120
SMOO
145.838
531.013
75-
2
1918
80.657
66.000
90.157 524.005
75
26 Jan. 1918
76.114
53.060 90.515
523.613
75
21Apr. 1917
78.980
62.000
89.044
430.156
72
22Apr. 1916
94.275
73.000 74.023 380.477
71
25 Juli 1914-
64.947 14.300
61.686
43.521
1
)
54
‘)
Op de
basis van
2
/5 metaaldekking.
Uit de bekendmaking van den Minister van Finaii-
ci ë n blijkt, dat uitstonden op:
13April1918
Aan schatkistpiomessen.. f 65.970.000,- f 64.970.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
18.000.000,-
Aan schatkistbiljetten – .
68.749.000,- ,, 68.787.000,-
Aan zilverbons ……..
.
29.638.932,50 ,, 29.349.960,-
JAVASCHE BANK.
–
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Sedert 18 Maart 1918 worden slechts de telegraphisch
hier te lande ontvangen totaaleijfers der obligo’s en der
,
uitzettingen en het beschikbaar metaalsaldo inedetedeeld. – –
Data
–
Goud
Zilver
Bk
ban
etten
Ander.
1
opeischb.
j
schulden
13 April
1918
–
245.800
6
,,
1918….
241.000
30 Maart
1918
..
. .
233.700
25
,,
1918
239.100
22
Dec.
1917
..
. .
86.793
18.123
171.712 1
60.038
14
April
1917….
72.946
23.313.
154.847
1
34.191
15
April
1916
.. ..
49.343-
33.399
143.021
1
28.416
25 Juli
1914
. . –
22.057 31.907
110.172
1
12.634
Data
1
Di3.
t conto’,
Wissels.
buiten
N..!nd.
betaalbaar
1
t
BeJee.
1
nin gen
1
1
1
1
ntngen i)
Bcschïk.
baa,
metaal.
saldo
Dek-
kings.
pe,ccn.
(age
13Apr. 1918
=-
–
128.000
CCC 61.200
CCC
6
,,
1918
119.300
CCC
63.900
CCC
30 Mrt. 1918
116.800
•
64.700
CCC
25
,,
1918
117.900
62.900
CCC
22 1)ec.1917
7.141 33.467
68.469
23.666
–
58.566
45
14Apr.1917
6.790
38.941
47.688
6.468
58.551
51
15Apr.1916
6.330 17.233 141.327
28.858
48.455
48
25 Juli 1914
7.259
6.395 147.934
2.228
4.842
2
)
44
Sluitpoot der activa.
Op
dc basta
van
2/ metaaldekking.
–
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste nosten in duizenden nuldens.
Data
Metaal
Clrcülatie
Andere
1
opeischb.
1
schulden
1
Disconto’,
Div. reke.
ningen
t)
9 Febr. 1918
..
609 1.250
923 1.094 505
2
,,
1918
..
616 1.192
1.013
1.089 475
26 Jan.
1918
..
631
1.157
1.043
1.099
429
19
1018
..
630
1.185
1.038
1.106
432
12
1918
..
–
619 1.187
1.103
1.116 505
5
,,
1918
..
594
1.226 1.074 1.132 444
10 Febr. 19.17
..
714
1.104
986 958
449
12 Febr. 1916
..
886.
922
1.021
924
663
25 Juli
1914
..
645
1.100
560
735
396
1)
Sluitpoot der
astiva.
– – –
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
–
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden p. st.
Currency Notes. –
Data
Metaal
Circulatie
Bedrag
I
Goudd.
1
Gov. Sec.
18
April 1918
60.997
47.885-
CCC
CCC
10
,,
1918
60.436
47.881
3
,,
1918
61.420
k
47.998
230.851
28.500 206.366
27 Mrt. 1018
60.61.1
47.817
228.149 28.500 202.855
19 April 191.7
55.065
38.112 152.031
28.500 119.748
19
April
1916
57.965 34.032 113.742 28.500 75.718
22 Juli
1914
40.164
29.317
Data
Gas.
Sec.
Other
Sec.
Public
–
Depos.
Other
Depos.
–
Re.
serve
Dek.
king,-
sereen.
tage
t)
18 Apr.’18
58.313
105.951
3.9.952
138.232 31.562
17,17
10
’18
56.868
1.02.069
40.078
132.194
31.005
18,-
3
,,
’18 59.300
113.487
36.288 150.273
31881
17.09
27 Mrt.’18
55.951
112.356
43.843
137.549
31.244
17,22
19 Apr.’17
37.575 124.044
54.76
124.539 35.403
19,4
19 Apr.’16
33.188 87.906 59.179 86.646
42:383
29’/s
22Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52/
t) Verhouding tueochen Reserve en Deposito.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten,onder bijvoeging der Darleheus-
kassenscheine, in duizenden Mark.
Data Metaal
_________________
–
Daarvan
Goud
Kassen-
scheine
Circu-
latle
Dek.
king,-
percen-
tage
‘)
15 April 1018
2.528.188 2.408.777
1.468.466
11.727.198
34
7
,,
–
1918
2.527.515 2.408.727 1.529.559 11.917.046
34
31 Mrt.
1918
2.526.876 2.408.530
1.546.759 11.977.807
34
23
,,
1918
2.526.110
2,408.381 1.349.443
1.1.399.211
34
14 April 1917
2.548.65
2.532.285
444.062 8.359.554
36
15 April 1916
2.504.784 2.461.070
809.227
6.534.347
51
23 Juli
1914
1.691.398
1.356.357
65.479
1.890.895
93
1) L)ekking
der circulatie door metaa! en Kassenscheine.
–
Data
Wissels
Rek. Crt.
Darlehenska,sen,cheine
Totaal
In kas bij
uitge-
de Reichs-
I
________________
geven bonk
15 April 1918
13.964.814 7.375.418
8.390.600
1.455.200
7
,,
1918
15.209.759
7.595.003 8.534.300 1.517.900
31 Mrt.
1918
16.034.259 9.029.669 1.536.500
23
,,
1018
13.469.103
7.129.206
8.093.400
1.336.300
14 April 1917
9.552.276
4.691.812 4.286.900 428.300
15 April 1916
5.226.117
1.857.823 2.029.000
771.400
23 Juli
1914
750.892
943.964
RUSSISCHE STAATSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Roebel.
kt,t bil
1
conto’,
1
Circu.
1
Rek.
Data n.
st
Goud Te gocd
zh.
Schat.
1 Dis- 1
1
Cou-
–
I
tenland
j
ver
jetten
latie
rant
5
Nov.
’17
1.292
2.309
178
15.507 2.177
18.917
2.698
29 Oct.
’17
1.295
2.309
178
15.222
2.155
18.062
2.726
2.
,,
’17
1.296
2.309
168
14.479
2.071
17.859
2.715
13
’17
1.297
2.309
155
14.098
2.150 17.290
2.721
5
Nov.
’16
1.556 2.055
110
6.014
798
7.935
1.770
5
Nov.
‘151
1.604
35 26
3.1191
1.249
5.054
1.397
21 Juli ‘141 1.6011
144
1
74-1
.. . 1
757
1
1.6341 1.099
24 April 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
359
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizendeii franes.
Data
Goud
Waarvan
in liet
Buitenland
Zilver
Te goed
In hef
Buitenland
Buil.gew.
vooracli.
old. Slaat
18 Apr.’18
5.377.742
2.037.108
253.576 15.350.000
11
’18
5.370.311 2.037.108
255.133
1.221.420
15.100.000
4
,,
’18
5.375.025 2.037.108
254.966
1.173.865
14.800.000
28 Mrt.’lS
5.373.546
2.037.108 255.425
1.139.495
14.000.000
19Apr.’17
5.232.489
1.947.672
257.913
792.194
9.900.000
20Apr.’16
4.899.442
–
359.701 735.935
7.100.000
23Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
isse
3
Uttge-
stetac
Wissels
Bdee-
utg
Bankbul-
jdlt
Rek. Crt.
rarti-
culleren.
Rek.
Lrt.
Staat
1.441.244
1.099.553
1.101.999
26.231.77.1
3.213.506
41.975
1.583.266
1.100.825
1.128.573
26.086.784
3.296.955
57-.184
1.816.691 1.103.381 1:113.936
25.847.84
3.126.344
83.912 1.328.218 1.105.289 1.102.857
25.179.328
2.808.557
47.275
0
495.166
1.257.047
1.169.429
19.001.719 2.442.450
97.237
418.905
1.599.655 1.223.768
15.239.423
2.036.614
77.855
1.541.080
–
769.400
5.9
1.910
942.570
400.590
SOCIËTÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE.
t)
Voornarnste posten in duizenden francs.
old
Metaal
mci.
buiten!.
saldi
Beleen.
van
6uiten1.
vorder.
Beleen.
Van
prom. d.
provlmc.
Binn.
wissels
en
beleen.
Circu.
laffe
e
.R k
o
1
18 April ’18
806.161
98.446
486.000
130.285
1.227.362 233.173
11.
’18
803.027
98.409
480.000
128.200 1.273.170
226.438
4
.,
’18
754.233 98.385
480.000
127.739 1.228.608
221.808
21 Maart’18
751.396
98.257
480.000
142.294
1.225.663
236.887
21 April ’17
374.759
86.661
480.000
68.647
899.438 100.760
19 April ’16
2 0 7.9 2 81
58.341480.0001
63.2391
654.228
152.323
t)
Sedert einde 1914 met de lunctie van circulaticbagk belaat.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
1
Waarvan
Waar-
1
F. R.
Data
Goud
1 voor dekking
van in
.
I
1
Zilver
I
ete.
Notes in
F. R. Notes
1Febr. ’18
1.717.022
801.139 52.500
55.435 1.236.101
25 Jan. ’18
1.726.507
813.785
52.500 56.252 1.234.934
18,,
’18 1.729.470
816.437
52.500
54.837
1.238.797
11
,,
’18
1.696.830
803.969
52.500
51.201
1.242.199
2 Febr. ’17
795.634
275.009
–
12.185
260.030
1.
Waar-
I
Dek. 1 Goud.
Totaal
van
kings.
dekking
Data
Wissels
Deposito’s
Kapitaal
percen-
circu-
lage t) 1
laffe
1 Febr. ’18
896.583 1.854.480
72.621
–
–
25 Jan. ’18
901.574
1.849.086
72.439 61,5 65,9
18
’18
861:292
1.913.899
71.938
61,0
65,9
11
,,
’18
829.375
1.779.726
71.603
61,8
64,7
2 Febr. ’17
107.819
814.443
55.725
–
–
t)
Verhouding tusachen:
den totalen goudvoorraad. Zilver etc.. en de
opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto
deposito’s met inbegrip van het kapitaal.
1’ARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. BES. STELSEL.
Voornaamste posten iu duizenden dollars.
Data
anla
Totaal
uitgezette
Reserve
otaa
,
Waarvan
time
banken
gelden en
F. R. bank,
deposelo
deposiis
ocieggin gen
25 Jan. ’18
671
11.527.048
1.199.201 10.777.154 1.399.748
18
,,
’18
662
11.425.833
1.147.274
10.618.473
1.361.800
ii
’18
659
11.297.581 1.202.389 10.853.548
1.348.698
4
’18
640
11.235.168 1.193.952
10.697.106
1.460.927
28 Dec. ’17
630
10.853.941 1.161.823
10.383.805
1.321.944
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 22 April
1918.
Naast den oorlog op militair gebied woedt de strijd
O
economisch en financiëel teireiu en deze is waarlijk niet
minder fel. Gedurende de laatste weken is vooral in Duitsch-
land deze strijd scherper naar voren getreden. Reeds was
het bekend, dat onmiddellijk na het sluiten van de inschrij-
ving op de achtste oorlogsieening nieuwe voorstellen
0
1
)
belastinggebied gedaan zouden worden; alleen wist men
nog niet, welke objecten hierdoor getroffen zouden worden
en welke hoogte de nieuwe belastingen zouden bereiken.
Een en ander is tbans bekend geworden en de geweldige
bedragezi, gepaard gaande * aan de verscheidenheid van
opnieuw belaste of wel hooger belate onderwerpen zij ii
waarlijk in staat geweest een deprimeerenden invloed
op de beurs te B e r lij n uit te oefenen. Dat dit nochtans
niet il:u zeer beteekenende mate het geval is geweest, is
uitsluitend toe te schrijven aan het succes der boven
gereleveerde achtste oorlogsleening, welker voorloopig
totaal wordt aangegeven met het bedrag van 14.550 mil-
lioen Mark. Met deze som overtreft zij verre al hare voor-
gangsters; het grootste bedrag werd bij de zescleleening
behaald, toen voor een totaal van Mk. 12.979 millioen werd
ingeschreven.
Nu de oorlog echter zoo lang duurt en nog steeds het
einde niet te voorzien is, was men bij onze Oostelijke buren
wel verplicht naar middelen om te zien, om den voortdu-
rend stijgenden rentelasteij, voortvloeiend uit de successie-
celjke leeningen, alsmede den overigen niet den oorlog
samenhangendeu kosten het hoofd te bieden. Langzamer-
hand is vel duidelijk geworden, dat na het einde van dcii
strijd vrijwel geen enkél land in conditie zal zijn een
eenigszins niet de uitgegeven geweldige bedragen in over-
eenstemming zijnde oorlogsschattig 01) te brengen, zoodat
het woord van oud-minister Helfferich, dat ,,niet wij, doch
onze vijanden den boden last der milliarden met zich zuljen
medesleepen” vermoedelijk niet bewaarheid zal, kunnen vor-
den. Uit deze gewijzigde opvatting werd echter tevens de
noodzakelijkheid geboren, in eigen kring naar de nood-
zakelijke geldmiddelen te zoeken. Een poging hiertoe wordt
thans in liet werk gesteld door invoering van talrijke
nieuwe cii door verhoogiug van verschillende i-eeds bestaan-
de belastingen. Wij laten hier een opgave van deze belas-
tingen yolgen waarbij wij tevens aangeven, welke bedragen
aan nieuw geld de regeering uit de opbrengsten denkt te
ontvangen:
Oorlogsbelasting vau vennootschappen Mk 600.000.000
Beursbelasting, ene. ………………
..214.000.000
Omzet- en luxebelasting
…………,, 1.000.000.000
Verhooging van liet postta.rief ……….125.000.000
Brandewijnmonopolie
……………….650.000.000 Bierbelasting ……………………,,
340.000.000
Wijnbelasting ………………….
. 105.000.000
Cliampagnebelasting ——————–20.000.000
Mineraalwaterbelasting …………….50.000.000
Belasting op koffie, thee, cacao en
chocolade
……………………..,
75.000.000
Al deze ontwerpen zullen voorloopig stof gnoeg
I
geven
tot discussies en polemieken in. de dagbladen en ijdschrif-
ten; ook ter bent-ze worden de voorstellen begrijpelijket-
wijze niet groote belangstelling besproken. Vooral de belas-
tingen, die meer direct het economisch en het beursverkeer
raken, trekken thans reeds de aandacht. Van. de beurs-
belasting vreest men, dat zij den handel zeer sterk zal
doen inkrimpen; voor een particulier b.v. zijn de kosten,
aan een transactie (aan- en verkoop) van Mk. 10.000 van
een fonds, genoteei-d op 400 pCt., verbonden, niet minder
dan Mk. 480 of circa 5 pCt. Ook neemt mcii :.ian, dat dc belasting op den omzet, d.w.z. in hoofdzaak op de rente-
rekeningen der banken, een blijvende verhoogiiig van den
rentevoet met zich zal brengen, ivijl zoowel geldgevers als
geldnemers van tevoren reeds rekening niet ile te betalen
belasting zûllen houden. ])eze laatste heffing was echter
noodig in verband niet de beursbelasting omdat anders
vérschillende personen die gewoonlijk hun beschikbare gel-
den aan den handel in fondsen besteden, er anders toe
gebracht zouden worden, deze kapitalen tegen rentever.
goeding in deposito of
.
rekeningcourant af te staan, waardoor
de fiscus een gi-oot deel der voor hem bestemde gelden niet
zou ontvangen. Bij de thans voorgestelde maatregelen wordt
geen belastingvoordeel van beteekenis behaald, hetzij men
de gelden vooi den beurshandel aanwendt, hetzij men ze
den bankinstellingen ter beschikking biedt.
Ondanks de pessimistische vooruitzichten echter, die men
ten aanzien van de werking der nieuwe heffingen op het
beursverkeet koesterde, was de beurs, als reeds gezegd, niet
ongeanitneerd gestemd.
rIeu
dccle moet dit worden toege-
360
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 April 1918
schreven aan markttechnische omstandigheden; met het oog
op de te verwachten voorstellen waren nl. vele blanco-
posities in het leven geroepen, die thans geliquideerd ver-
den. In het bijzonder was dit het geval voor de montaan-
aandeelen, waarvan Bochumer en Luxemburger vooral sterk
in koers konden monteeren. Voor een ander deel echter is
de oorzaak van de betere stemming te zoeken behalve in
den uitslag der inschrijving op de oorlogsleenin.g (waarop
wij hiervoren reeds veen) in aankoopen, op vrij groote
schaal door kapitaalkrachtigen uitgevoerd, welke transac-
ties thans nog tot de oude îoorwaardeu kunnen geschic-den. Ter beurze verwacht men zelfs, dat gedurendc een
drietal maanden eerder een toename van cle omzetten, ge-
paard gaande aan betere koersen, zal worden aanschouwd,
omdat de nieuwe belastingen niet vöÖr Augustus ingevoerd
zullen worden. Overigens was men zich van de. porte der
heffingen nog niet goed bewust, zoodat men in het bijzon-
der die belastingen, die niet direct het beursverkeer raak-ten, vrijwel uit het oog verloor en den invloed, die van de
invoering kan uitgaan, niet bij de beschouwingen in aan-
inerking nam. Ook zijn er enkele fondsen aan te wijzen,
clie juist tengevolge van de nieuwe belastingen tot hoogeren
prijs werden gezocht; zoo o.a. aandeelen in glkfabrieken. Men nam aan, dat de invoering van het brandewijnmono-
polie het verbruik van wijn -in flesschen zal doen toenemen,
hetgeen clan ongetwijfeld een grootere vraag voor het pro-duct der glasfabrieken te voorschijn zou roepen.
Ook te W e e n e n is de beurs beter van toon en is zij
uit de maandenlange apathie eenigszins ontwaakt. De
hoofdoorzaak vöor deze gewijzigde tendenz moet wel ge-
vonden worden in de successen der Centrale legers 01) hb
l
t
Westelijk- oorlogstooneel en in de hierdoor weder opge-
wekte hoop, toch nog een definitieve overwinning voor de
landen van Midden-Europa te bewerkstelligen. Andere
redenen toch zijn niet gemakkelijk aan te toonen. Voor de
industrie in het algemeen beteekent de oorlog, reeds lang
niet meer de voortzetting der hoogconjuuctuur, die in den
aanvang van den wereldkrjg in het leven werd geroepen.
Integendeel brengt de krijg, behoudens enkele uitzonderin-
gen, een verscherping van de meest ernstige storingen in
het bedrijf, gepaard gaa.nde met verhoogde productiekosten,
waardoor thans reeds vele ondernemingen niet meer
staat waren de uitkeeringen van 1915 en 1916 -te handha-
ve. Deze verhooging der productiekosten en de door het
ge- en verbruik voortgezette waardevermindering van
machiies, installaties, fabiieksemplacementen, enz. zal ver-
moedelijk nog verder doorwerken in de eerste tijden
–
na den
vrede, wanneer de diverse ondernemingen iiiet meér in de
gelegenheid zullen zijn, al hun kosten te verhalen op den
grootalnemer van thans, den Staat. Bovendien beteekent
de voortduur van den krijg een verscherping van de belas-
tingen; van de geweldige hoogte dezer heffingen ook in
Oostenrijk-Hongarije geven reeds de balansen -over 1917 van enkeie ondernemingen een beeld, hoewel dit nog niet
zeer nauwkeurig is. Ter beurze verheelt men zich deze
omstandigheden niet en lang zijn zij de oorzaak van de
groote lusteloosheid in den handel geweest. Behalve de
militaire resultaten aan het Westfront hebben echter ok
de uiterst mooie balanscijfers der banken tot de thans
doorgebroken betere stemming medegewerkt. Ook bij de bankinstellingen zijn weliswaan de kosten buitengewoon
sterk gestegen, doch hier vormen de winsten een voldoend
tegenwicht, voornamelijk als gevolg van de zeer aanzien-
lijke liquide middelen, die door het publiek tegen lage rente-
vergoeding ter beschikking worden gesteld. Voorts worden
de ongunstige vooruitzichten voor de tijden na den vrede
hier niet gekoesterd, daar vooral in de eerste vr,edesperiode
het bankbedrijf
vermoedeJijk
in het centrum van den econo-
mischen wederopbouw zal worden gesteld. Behaloe deze
overwegingen van serieuen en zakelijken aard, zijn echter-
speculatieve elementen aan de verhooging van het-algemeene.
koerspeil niet vreemd; het bewijs hiervoor wordt geleverd
– door het feit, dat de opwaartsche beweging van luit Budapest
is aangevangen, waar de speculatiezucht over het geheel
veel grooter is dan te Weenén. Hierbij kwam ook weder de
markttechnische factor van contramineposities, waarmee
men thans op vrijwel alle beurzen rekening heeft te houclen.
Aan dekkingsaaukoopen mag dan ook wel de sterke koers-s
verheffing in aandeelen Aljdne-Montan, evenals in enkele
andere aandeelen der ijzerindustrie worden toegeschreven.
Wij brengen in dit verband in herinnering de ook in deze
kolommen gereleveerde voorvallen ten aanzien, yaa de aan-
deelen der Holz A. G. Goetz; thans is gebleken, dat heb
aantal in blanco verkochte aandeelen, waarvan dekking op
het oogenblik niet mogelijk is, 2800 bedraagt. Indien dit
reeds het geval is in een fonds, dat tot de ,bijwaardn”
gerekend moet worden, kan men zich een voorstelling
vormen van de blanco posities in de hoofdsoorten. Met be-
trekking tot cre Goetzaandeelen heeft het beursbestuur de
regeling thans voor onbepaalden tijd uitgesteld; inmiddels
mogen slechts contante affaires plaats hebben. -.
De geldmai’kt te Weenen is wat stroever geworden, voor-
namelijk tengevolge van de uitgifte clodr de Oostenrjksch-Hongaarsche Bank van ,,Kassenscheine”, die met
31%
pCt.
disconto voor een driemaandschen en met 4 pCt. voor een zesmaandschen termijn beschikbaar worden gesteld. Deze
uitgifte werd gemotiveerd met de mededeeling, dat zij ge-.schiedde, om den bankbiljetten-omloop geen verdere uit-
breiding te doen ondergaan. T-let valt echter te’ betwijfelen,
of dit doel zal vordeu bereikt; wel vol-dlen de ,,Kassen-
scheine” gezocht als beleggings-niateriaal voor tijdelijke
liquide middelen uit de kringen van handel en industrie.
In scherpe tegenstelling tot cle optimistische houding
van de beurzen te Berlijn en te Weenen, staat de tendenz
op de markten van de landen der geallieerde mogendheden.
Te P a r ij s weerspiegelt zich vooi-namelijk de beschieting
der stad in een geweldige toename van wissels op korten
termijn bij de Banque de Frajice; deze wissels zijn door de
vluchtende goed-gesitueerde bevolking ter incasso achterge-
laten, nadat zij zooveel mogelijk haar bezit liquide had
gemaakt. De handel ter beurze, die thans in de kelders
van het beursgebouw plaats vindt, is vrijwel nihil Le noe-
men; ook de omzetten in Russische fondsen zijn sterk ver-
minderd, nu de Minister van Financiën niet tot betaling
der coupons wenscht over te gaan, alvorens hij hiervoor de
toestemming van het parlement heeft verkregen. Allerwegen
bestaat een groote verkoopdrang, die echter in het koers-
peil niet tot uitdrukking komt, daar de meeste fondsen
geen kooper kunnen vinden, waardooi-‘ geen noteeringen tot
stand kunnen komen. Deze ontstentenis van koopers heeft
de stad Parijs reeds, aanleiding gegeven haar geldbehoeften
te dekken door een leening ad fr. 198 millioen op te nemen
bij het Cr€dit Foncier de France, waarvoor haar een rente-
vergoedi-ng ad 6,85 pCt. in rekening wordt gebracht. In
iets betere houding bevinden zich de aandeelen in Brazi-
liaanche spoorweg-ondernemingen, die door de Fransch-
Braziliaansche overeenkomst in eenigszins gunstiger con-
ditie zijn gekomen. Zeer sterk aangeboden daarentegen
zijn koperwaarden, waartoe de speech van den voorzitter
der Rio Tinto niet weinig medegewerkt heeft.
Ook de beurs te L o n d e xi heeft in de achter ons liggende
berichtsperiode niet veel aanleiding tot optimistische be-
schouwingen gegeven. Bovendien is de geheele handel reeds
sedert het begin van den oorlog voortdurend achteruitge-
gaan. Omtrent den innerlijkeu toestand van de beurs geeft
het jaarbericht van het bestuur eenige interessante be-
schouwingen. Het ledental (inclusief bedienden) is sedert
het uitbreken van den oorlog van 7276 tot 5785 achteruit-
gegaan; van dit aantal bevinden zich 3011 in actieven
dienst, terwijl 1050 zijn in munitie- en andere werkplaat-sen aangesteld. Voorts heeft een groot aantal zich aange-
meld voor vrijwillige diensten, terwijl 561 leden boven
61 jaren oud zijn en derhalve vrijgesteld van alle diensten.
De netto-ontvangsten der beurs liepen van £ 194.690 in
1914 terug tot £ 13.867 in 1917; het dividend op de aan-
deden werd verminderd van £ 10.— op £ 1.—. –
Van buitenlandsche staatsfondsen waren Russische waar-
den zeer sterk aangeboden, in verband met de schorsing
der rente-betaling; Engelsche spoorwegaandeelen zijn onge-
animeerd gebleven. Rubber- en petroleumwaarden daaren-
tegen hebben slechts geringe wijzigingen aangetoond.
De beurs te. N e w Y o r k heeft, hoewel behoorende tot
de ,,geassocieerde” markten, over het geheel een meer opge-wekt verloop gehad. De mededeelingen vanwege het bestuur
der U.S. Steel Corporation hebben in niet geringe mate
hiertoe medegewerkt. De heer Gary toch deelde mede, dat
voor verlaging van het dividend geen vrees behoefde te be-staan, indien slechts de tegenwoordige staalprijzen gehand-
haafd konden worden. Waar dit ten minste het geval zal
zijn tot begin Juni en waar de Trust bovendien met 91 pCt.
harer volle capaciteit werkt, is het begrijpelijk, dat deze
mededeelingen met een hausse-beweging beantwoord zijn.
Of hierbij echter kunstmatige factoren hebben medegewerkt,
valt bij de summiere berichtgeving van tegenwoordig niet
dadelijk te constateeren. Wel verluidde, dat een ,,pool” tot
aankoop van Steelshares was gevormd, doch in welke mate
dit samenhangt met bona-fide aankoopen, dan wel met po-
gingen om de gansche markt testeunen als tegenwicht te-
gen de niet zeer opwekkende berichten van het Fransche
front, zal ook de naaste toekomst slechts kunnen uitwijzen.
Voor den künstmatigeii opzet spreken wel enkele facto-
ren, met name de omstandigheid, dat in de overige soorten
slechts geringe omzetten werden bereikt, gepaard gaande
aan kleine koersvariaties. –
T e o n z e n t heeft de beurs een zeer lusteloos aanzien
gehad voor bijna alle rubrieken. Onze inkeemsehe staatar
–
•—–
T
24 April 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
361
Riizing of
daling.
– 11
-1- 3/4
– 70/
4
—8
—9
fondsen
blijven, ondanks. de lagere noteering voor prolon-
gatiereitte en de over het geheel ruimere geldinarkt, bij
voo-tduring aangeboden, zoodat het verwachte herstel
zich
nog steeds niet heeft kunnen iiizetteu. De pessimistische
beschouwingen van den Minister van Financiën, den heer
Treub, hebben zeer sterk tot deze houding bijgedragen.
Meer zelfs clan de beschouwingen op het gebied der inter-
nationale politiek, clie overigens ook niet van alle onrust vrij te pleiten zijn. Een bewijs hiervoor is te vinden in de
omstandigheid, (lat thans ook cle 4 pCt. en 43 pOt. ge-
nieentelijke leeningen vrij gevoelig in koers zijn gedaald,
hoewel de 5 pOt. obligaties hun peil op zeer bevredigende
hoogte hebben kunnen handhaven:
Van de buitenlancische soorten hebben Russische fondsen
op enkele dagen sterk de aandacht kunnen trekken. De aan-
leiding hiertoe vormde een gerucht, als zoucle bij de dis-
clissies omtrent de economische overeenkômst met Duitsch-
land dc positie van liet Nederlandsch bezit aan Russische
fondsen ter sprake zijn gekomen, in zooverre dit bezit naar.
voren werd geschoven als betalingsniiddel bij eventueele
leveranties van graan uit de Oekraïne door bemiddeling
van Duitschland. Hoewel noch een . officieele bevestiging,
noch een ontkenning van dit gerucht ter beurze bekend is
geworden, werd slechts in de kringen der speculatie eenig
geloof hieraan geslagen; bijmeer bezadigde overweging
kwam men tot de ontdekking,
–
dat de hier vermelde geruch-
telt vermoedelijk eensdeels hun oorsprong vonden in de
recente debatten in ons Parlement, waar eenige vertegeu-
woordigers op de mogelijkheid van graan-voorziening uit
luslanci wezen en andercieels in de meclecleeling
Vn.II
onzeot
Minfster van Buitenlandsche Zaken, den heer Loudon, in
zijn-Memorie van Antwoord, waarin melding gemaaktwerd
van een opdracht aan onzen gezant te Berlijn ter zake van
het bepleiten van zekere rechten voor enkele Russische (of;
juister gezegd,. Oekraïnsche) leeningen, die door Duitsche
bankiershuizen te onzent zijn geïntroduceerd. Bovendien
werd in de instructie aan den gezant de nadruk gelegd op
de reeds uitgesproken bereidwilligheid van de Oekraïnsche
Republiek om een pro-rata deel vâii de voor dit land opge-nomen leeningen voor productieve . doeleinden, voor hare
rekening te nemen, onder welk deel dan zonder eenigen
twijfel ook eenig Hollandsch bezit is te rangschikken.
Ondanks de commenteerende beschouwingen echter verlaten
Russische waarden voor enkele soorten (als Russen Hope
en 1880) de berichtsperiode op een iets .hooger niveau. In
de overige buitenlandsche staatsfondsen kwam slechts
sporadisch handel tot stand.
16 Apr. 19 Apr. 22 Apr;
Mizing
40/2
0
10
Ned. W.- Schuld . . . 94
92°/8
9218/i
–
1°/16
4
1
/1
%
1916 94
931/it 92bt/
1
– 1
0
/
10
4
0/
1916 87
87
7
/s
86V2
–
3
‘
/2
01
,,
,,
77
75
75
—2
3
0/
67°/t
.
66
10
/it 66’/4
– 118
2112
0/
Cert. N. W.
S…….
57°/it
56e/8
56’/
– 15/
00
5
0/
0
Oost-Indië 1915
96V2
96
95’110 –
Iim
4
01
1-longarije Goud …. 47
47
49
+
2
4
°/o Oostenr.Kronenrente 420/
8
42
11
/it 42114 – 3/8
5
0/
Rusland 1906 ……27°/t
27°/io 28
+ ‘/
41/
0
1 fwangorod Donobr
26
25
1/4
25’/2 – 1/2
4
0/
Rusland Cons. 1880
21
1
/10
21
i/10
23/
+ 2
1
/8
4
0/
Rusl. bij Hope & Co.
23
1
/is 24
26°/4 + 2’°/
4
0/
Servië 1895 ……..30
30
30
5
0/
Brazilië 1895 ……57
0
/4
571h
571/4
Van de locale markten hielden
suiwcpvaartwaardeu
zich
Vrij goed op peil. In enkele beschouwingen itt de financieele
pers werd twijfel geopperçl aan de vroeger uitgesproken
onderstelling, dat de vrachtvergoeding voor de dooy de ge-
associeerde Regcringen gerequireerde schepen ad 35 sh.
pet ton, als een netto-vergoeding zot zijn bedoeld. 1eu
koesterde de vi-ees, dat van deze vergoeding de gages der
bemanningen, enz. afgetrokken zouden moeten i’orden,
nl.a.w. dat de vergoeding als ,,time-charter”-betaling zou
zijn bedoeld. Navrage hij de directies van eenige reederijen
heeft echter, zooal niet de zekerheid, dan toch de zeer- groote
waarschijnlijkheid in het leven geroepen, dat de huur ad
35
sh. als netto-betaling is bedoeld, waardoor dan ook het
koersniveau van scheepvaartaandeelen ziell vrij goed kooi
hanclhaven,oudanks de dchacle op de andere locale markten
aan onze beurs.
16 Apr. 19 Apr. 22 Apr.
Rigof
Holland-Amerika-Lijn …. 394
389°12
389
– 5
,,gem.Eig. 379
371°12 369°/8 – 9
1
/8
J:Iolland-Gulf-Stoomv.-Mij .. 300
299
295
– 5
Roll. Alg. AtI. Stoomv.-Mij. 180
1
/2 180
1
/2
180°/2
Hollandsche Stoomboot-Mij. 214°/2 213
210’/4 – 4’/g
16 Apr. 19 Apr. 22 Apr
Java-China-Japan-Lijn …..
246
239
240
1
/4
Kon. Hollandsche Lioyd
. .
173
163’/
162
Kon. Ned. Stoomboot-Mij…
235V4
.232°/8
236
1on. Paketvaart-Mij …….
245°/4
241
1
/2
236Vt
Maatschappij Zeevaart ….
345
345
345
Nederl. Scheepvaart-Unie ..
235
23i
0
/8
227°/4
Rotterdamsche .Lloyd ……
253°/t
246
242
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg”
431 431 431
,,Nedrland”,..
252
247’/
244
,,Noordzee”
-. .
229’/
2211/2
220
1
/t
,,Oostzee”
. . . .
399
–
–
Vooral de
talialcsmurkt
heeft ccii geweldige aderlating
ondergaan. Het bericht, dat de directies dachten aan iii-
krimping van den aanplant voor 1919, heeft, hoewel een pit-
voering ‘an dit plan nog in een ecnigszins vem-wijderd ver-
schiet ligt, een koersdaling op .go-oote schaal tengevolge
gehad. Enkele weken geleden liepen ter beum-ze reeds ge-
ruchten dieuaangaaude, waarvan dan ook aandeelen Deli-
Batavia, Deli-Maatsehappij, Senernbah, enz., reeds de dupe
werden, doch de nieer algemeene verspreiding van dit ge.
rucht bracht Zaterdag j.l. en vooral heden zeer groote ver-
kooporders aan de markt, waartegenover niet steeds vol-
doende vraag kooi worden gesteld. Aanvankelijk konden de
aandeelen der Java-ondernemingen, als Besoeki en Boeloes,
zicht nog aan de algemeene tendenz onttrekken, doch
heden werden ook zij in den maalstroom medege4leejit. Een
gelukkig verschijnsel voor de tabaksmarkt mag het worden
gënoemd, primo dat de meest courante soorten veelal zeer
hiog genoteerd staan, zoodat zij meestal zich in hand
–
en
bvindemi van kapitaalkrachtige groepen en secundo, dat de
reactie van enkele weken geleden vele zwakke houders reeds
tot realisatie had aangespoord. Hoewel dan ook de daling van heden zeer groote proporties heeft aangenomen, mag
van een paniekstemming niet worden gesproken; het duurde
vaak wel eetti-gen tijd, alvorens een kooper bereid gevonden
werd tot opname, zij het tegen sterk gedrukte koersen,
doch in de meeste gevallen werd deze kooper wel gevonden.
Dit bewijst ook de omstandigheid, dat in vrijwel alle soorten
een noteering tot stand kon komen.
De omigunstige vooruitzichten voor de tabaksonderneinin-
gen, die alleen hun oorzaak vinden in het gebrek aan
scheepsruimte, werkten ook terug op de aandeeleu der ove-ige Indische cultuurondernemingen. De
o–ubberntar/i bv.,
(lie toch al reeds gedurende de berichtsperiode een bepaald
ongeanimeerd aanzien heeft gehad, werd geheel en al mede.
gesleept door de gebeurtenissen op de tabaksafdeeling. Wel-
iswaar waren de omzetten hier
–
van veel minder beteekenis,
omdat in deze rubriek reeds voortdurend realisaties heb-
ben plaats gehad, doch de koersdaling was er niet mindèr
heftig- om. Vooral het hoofdfonds, Amsterdam-Rubber, werd
op groote schaal aangeboden, waarbij zich de overige soor-
tea aansloten. De markt sloot zeer flauw.
:00k aandeelen in
suikero’stdernen’tingen
hebben menige
veer moeten laten. Aandeelen Handelsvereeniging ,,Amster-
dam” hebben gedurende de gansche week een bijna Qn-onder-
broken dalénde lijn te aanschouwen gegeven. Even was er
en kleine opleving, toen uit een artikèl van Dr. _Prinseii
Geerlings in de Indische Mem-cuur werd geconcludeerd, dat
500.000 ton suiker op Java ten behoeve van het Engelsche
gouvernement waren aangekocht, doch toen bleek, dat deze
uiting slechts onderstellenderwijze was geopperd en boven-dien was overgenomen uit een Amerikaansch tijdschrift, dat
zeer
goed
dienst kan hebben gedaan als preventief voor de
Cubaansche suikei-belangen, luwde de -interesse en vonden
de betrokken aandeelen slechts spaarzame koopers.
1)
Ook
aandeelen en actions Cultuur-Maatschappij der Vorstenlami-
tien deelden in de algemeene tendetiz. –
De
petroieumntarkt
kon zich beter op peil houden, daar
dee niet de scheepvaart als zooda.nig slechts weinig ge-
ineenscha.p heeft. Toch waren ook hier koersreaeties te con-
stateeren bij uiterst geringen handel. Op het verlaagde
niveau werden echter in deze rubriek vel enkele bons-fide
koopers opgemerkt.
De markt voor binnenlandsche
iudnstrieele ondernentin gen
heeft slechts geringe variaties te aanschouwen gegeven. Over
het algemeen is de handel in deze fondsen niet groot en heb-
ben de berichten omtrent de moeilijkheden met den grond-stoffen-aanvoer hun invloed wel reeds uitgeoefend. Groote
kooplust bestaat weliswaar niet, doch in de meeste gevallen
is de speculatie hier in de minderheid, zoodat van vrijwil-
lige of geforceerde groote verkoopen in deze af deeling ter beurze veelal geen sprake is.
A19 eenige uitzondering op de algemeene stemming mag.
hier gereleveerd worden de vraag voor
ban kaandeelen,
1)
[Alen zie in dit verband ook het suikerbericht].
–
0
‘:-‘—-
362
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24
April
1918
waai
–
vaii cle meeste zich dan ook goed koudei:i handhaven of
zelfs nog in prijs verbeteren.
16 Apr. 19 Apr. 22 Apr.
Rigof
Amsterdanische Bank
….196v/s
194’/2
193V2
–
3/8 Ned.Handel-IVij.cert.v.aalld. 171e/8
171I
5
/io 170 ‘/
–
i’/
:Rotterd. Bankvereeniging
. .
1352/
8
135/s
135I4
+
18
Anist. Superfosfaatfabriek.
.
165
162’/4
154’/2
— 10/2
Van Berkel’s Patent ……159
l
is
155
155
–
4/2
Insulinde Oliefabriek……200’/2
195
190
–
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand. 104
1
14
104 ‘/c
104’/s
1/8
Ned. Scheepbouw-Mij…..154h
16314
161
+
6/2
Philips’ Gloeilampenfabriek 320
319
299’/2
–
20’/
R. S. Stokvis
&
Zonen ….
660 660
660
Vereenigde Blikfabrieken
. .
131/:
126V:
120’/8
–
11.I8
CompanfaMercantilArgent. 226
1
!4
(
222
2
/4
219’/a
–
6’/4
Cultuur-Mij
d. Vorstenland. 160’/2
160
159
8
/s
–
GVs
Handelsver. Amsterdam ….
332 368
358’/4
–
23/4
Roll. Transati.
Handeisver. 162
2
14
159
150
–
Linde Teves
&
Stokvis
. . . .
207 207
207
VanNierop&Co’sllandel-Mij 191
187
180
–
11
Tels
&
Co’s HaudeLMij
. . . .
176’/4
1712/
4
168
–
8114
Gecons. hou. Petroleum-Mij 195
1/2
191V
188
–
7/2
Kon. Petroleum-Mij …….
486 486’/2
482
–
4
Orion Petroleum-Mij …….
95’h
9512
95’/
Steaua Romana Petr.-Mij
. .
210’12
20514
2031:.
–
7
Amsterdam-Itubber-Mij…..190V4
184’/4
173’/4
— 16’/2
Nedenl.-Rubber-Mij…….110
101/2
98814
–
Oost-Java-Rubber-Mij.
.. ..
225’/4
210
190
–
35′!.,
Deli-Maatschappij
……..497
497
454
-43
Medan-Tabak-Maatschappij.. 208
205
186
–
22
Senembah-Maatschappij ….566’/i
550
514/2
-52
De
Amerik(tansche srcarkt
bleef bom en zonder groote
be-
langstelling; behalve voor Steels en
Marinewaarden.
16 Apr.
19 Apr 22 Apr.
Rijzingof
American Cnn
&
Foundry
– –
71’/2
72
1
/ir,
72
3
/
+
1V4
Anaconda Copper
……..13O’!s
129
1
/ia 129
–
1’/8
Un. States Steel Corp ……
83
2
/s
82’/
8312/is
+
7/je
Atehison Topeka ………..
81
80
8i/
+
‘/s
Southern
Pacific ……….
80V,6
7551
s
782/8
–
Union
Pacific ………….
ll8Vis
118
‘
117 ‘/s
–
Int.Merc.Marineafgest…..28’/io
28’/i
28
–
‘/ia
,,
,,
,,
,,
prefs
99 Vi
98/4
98′ ‘/16
–
Prolongatie reageerde tot 3
pCt.
11 eet
i
f
i
c a t
i
e:
In
het
vorig
overzicht
werd
ver-
zuimd
bij
de
koeisopgave van aandeelen Rotterclamsche
Bankveneenigiug in de tubriek ,,Stijging
of daling”
reke-
ning te houden met de omstandigheid, dat van deze aandee-
ben gedurende het verloop der vorige berichtsperiode het
dividend ad 10 pCt. werd gedetacheerd. De noteering had
dus moeten luiden ,,ex-10 pCt.-dividendV.
GOEDERENHANDEL.
GRAJEN.
22 April 1918.
Wederom is een w’eek verloopen, dat ons biji.ia geen
nieuwe gegevens bereikt hebben. De noteeringen in de ver-schillende tenmijnmarkten zijn als noniinaal te beschouwen.
De aanvoeren van tarwe blijven in de Vereenigde Staten –
nog steeds zeer gering en de reeds zeer kleine zichtbare
voorraad is nog eenigszins ingeslonken.Qe prijs van tarwe, vastgesteld op $ 2,20 per 60 lbs. Chicago’hetgeeh ongeveer
$ 2,28 New York uitkomt, is in verhouding belangrijk lager
dan hetgeen voor mais te bedingen valt, ii.1. ca. $ 2,40 per
56 .lbs. New York. De prijs van $ 1,27 Chicago, waarom de
termijunoteering voor Mei schommelt, is geheel als nominaal
te beschouwen, want in verschillende plaatsen in het bin-
nenland wordt meer dan $ 2 per 56 bbs. voor maIs betaald.
Het is dan ook geen wonder; dat er zeer veel tarwe aan het vee opgevoerd is, aangezien het voor de boeren be-langrijk voordeeliger was de maIs te verkoopen’ dan de
maIs aan het vee te voeren en de tarve te verkoopen. Het•
is dan ook wel te verwachten, dat er eerlang een maximum-
prijs voor mais zal komen. De verschepingen van tarwe
uit de V. S. blijven zeer gel-ing. Op het oogenblik ontbre-
ken ons de gegeven van de verschepingen der laatste weken
uit Argentinië, maar waar de noteeringen te Buenos Aires
en Rosario voor dit artikel eenigszins terugloopen, duidt
dit er niet op, dat groote hoevelheden het land verlaten.
Het ziet er dan ook, wat de aanvoeren betreft, voor Europa
zeer slecht uit en in vergelijking ook met verleden jaar is
er een zeer aanzienlijke teruggang. Allerwegen zal men
dn ook wei de voorraden ernstig moeten aanspreken en cle
broodrantsoenen zullen wel steeds moeten verminderen. De
weersomstandigheden in Europa gedurende den as, zomer
zullen dus van het grootste gewicht zijn, want ontegenzeg-
lijk zullen, wanneer Engeland den oogst krijgt, dien het ver-
vacht, de importbehoeften van dat land aanzienlijk ver-
minderen.
Zie de staat van aanvoeren en noteeringen hienneven.
SUIKER.
Al heeft het algemeene uitvoerverbod van levensmiddelen,
dat door de Nederlandsche regeening verleden week
uitgevaardigd werd, ook betrekking op suiker, zoo mag
verwacht worden, dat voor dit artikel vergunningen tot
export verleend zullen worden, aangezien er nog meer
suiker in het land is dan voor binnenlandsch gebruik noodig
is totdat de nieuwe oogst binnen komt.
Wat den a.s. uitzaai van heetwortels betreft, zoo is uien
in Do i tsch land van opinie, dat de inkrimping voor
dat land ongeveer 10
0/
zal bedragen.
Volgens het ,,Ceutralblatt Itir die Zuckerindustrie” was
de Bietsuiker-productie in Europa gedurende de laatste
4 jaren als volgt: –
1917118
1916/17
1915/16
1914/15
Duitschland .
1.600.000 1.550.000 1.512.000 2.600.000 tons
Oostenr.-Hong
670.000 944.000 939.000 1.603.000
Frankrijk . . .
225.000
207.000
150.000
337.000
Rusland……1.200.000 1.325.000 1.671.000 1.977.000
België
130.000
135.000
113.00Q 204.000
Nederland..
200.000 269.000 243.000 302.000
Zweden ……133.000
118.000
127.000
154.000
Denemarken.
120.000 113.000 125.000 153.000
Andere landen
200.000 250.000 300.000 367.000
Totaal…. 4.478.000 4.911.000 5.180.000 7.697.000 tons
Oven de toestanden in F r a-n k r ij k. geeft I)r. l’rinsen
Geerlings in cle laatste Indische Mercuur het volgende ovel’-
zicht: De toestand der suikerindustnie in Frankrijk is
weder sterk verslechterd, doordat een groot aantal suikerfa-
brieken, die en jaar geleden vait de Duitsche invasie waren
bevrijd, wederom in de oorlogszône zijn gekomen en weden
veel beetwortelenland onbebouwd zal moeten blijven.
Het laat zich dan ook hoeren, dat en groot gevaar voor
suikernood bestaat. Nu hebben de Fransche koboniën wel
wat meer opgeleverd dan voorheen, maar dat weinigje staat
niet in verhouding tot de zoo sterk verminderde productie
van het land. De suikerkaarten luiden nog op 500 gram
per hoofd en per maand, maar de hoeveelheid suiker, ter
dispositie gesteld aan de restaurants en koffiehuizen, is
reeds 01)
/o
van dc vOOr den ool-log benoodigd geweest
zijnde, ingekrompen, terwijl de banketbakkers en andere
industrieelen zwaar zijn gecontingenteerd. De prijs voor
witte suiker is tot nog toe niet verhoogd, maan menspreekt
van verbooging van de belasting op suiker tot,60 francs
pen 100 K.G. en zelfs van een negeeningssuikenmonopolie
tot vermeerdering van de opbrengst der consnmptierechten,
zoodat eene verhooging van den suikerprjs, die nu 140 francs per 100 K.G. bedraagt, niet uit zal blijven. –
De verhindening in de .aauvoeu van meststoffen in
Frankrijk heel t den bodem van dt land tot een sterk ver-
minderde vruchtbaarheid gebracht, die maakt, dat de land-
bouwers veel liever andere, minder eischende gewassen
verbouwen dau bieten. Om daaraan tegemoet te komen, is
voor 1918/19 de prijs van beetwortelen, die in 1917/18 ge-
middeld Fr. 57 per 1000 1KG. bedroeg, verhoogd tot 80
franes (82 voor sapdensiteit
80
en 74 voor
.70).
De prijs
van witte suiker No. 3 is van Fr. 80 op Fr. 105 per 100
K.G. gebracht, pulp kost Fr. 5 per 1000 1KG., in plaats
van Fr. 4 en de suiker in melasse Vi’. 085 per pond iii
plaats van Fr. 0,64. De prijs van steenkool is onveranderd
gebleven op Fr. 98 per ton. Het is duidelijk, dat de prijs van consumptiesuiken ook
uit dezen hoofde zal moeten venhoogd worden, zoodat
Frankrijk een der landen zal worden, waar dit artikel het
hoogst in prijs is. In 1917/I8 werd tot 15 Februari 194.463 ton suiker ge-
pnoduceend of als genaffineend bereked 179.943 ton, het-
geen vrij wat lager is dan het cijfer der ta.xatie hij het
begin van den oogst.
In E ii geland heeft het verbruik in 1917 1.200.000
tons bedragen tegen 1.373.000 tons in 116 en 1.638.000
tons in 1915. Naar verdere vermindering van de consumptie
wordt gestreefd. –
Aan de J a v a-markt blijft eene flauwe stemming heen-
schen. Volgeps telegrafische berichten uit Java, die in den
laatsten tijd ongeveer eene week nooclig hebben om Holland
te bereiken, wenden 100.000 picols Superieur uit den nieu-
wen oogst afgedaan tot
f
8, terwijl daarna eene afdoe-
ning plaats vond van 50.000 picols tot
f
8. De kooplust is
24 April 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
363
Noteeri ogen.
Chicago
1
Buenos Ayres
Daia
Torwe
Mars
Haver
Tarwe
Mars Lljnzaaa’
Mei
I
Mei
I
Mei
I
Mei
I
A4’ei
I
Mej
20Apr.’18
220
3)
127
ij
s
83’/4 12,25
5,50 24,20
13 Apr.’18
220
3)
127
84’/t
12,90
5,70
23,55
20 Apr.’17
236’/2
1/4
65’14
15,05
10,15 23,20
20Apr.’16
114’/a
753/4
45’/s
8,10
4,85
11,85
20Apr.’15
160/4
772/8
57’/4
13,05
6,-
10,50
20 Juli ‘141 82
1
)1
56e/8
1
)1
36’/2
91
9,40
2
)1
5,38
2
)1
13,70 2)
2)
per Dec.
2) per Sept.
2)
offic. vastgestelde locoprijs.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
1
22 April
1
15 April
22 April
1
1918
1
1918
1
1917
572,50′)
572,50
1
)
588,-‘)
Bogge (No. 2 Western)
nom. oom.
norn.
420,-‘)
420,-
1
)
345,-‘)
Tarve
……………….
Gerst
(46 1b
feeding) ….
420,-‘)
420,-‘)
345,_1)
Haver (38 lb. white clipped)
21,-‘)
21,-
1
)
20,-
1
)
Maïs
(La Plata)
………
Lijukoeken
(Noord-Ame-
rika van La Plata-zaad)
300,-
1
)
300,-
1
)
200,-
1
)
Lijuzaad
(La Plata) …….
oom. oom.
740,-
1)
Regeeringsprijs.
Artikelen.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.
Rotterdam
–
Amsterdam
14April-
Sedert
Overeenk.
14April-
Sedert
Overeen4.
20April1918
11. n. 1918
tijdvak 1917
20April 1918
1 Jan. 1918
tijdvak 1917
Totaal
1918
1
1917
8.894
Tarwe………………
Rogge …………….
Boekweit
…………
Mais
Gerst…………….
Haver …………….
Lijnzaad …………..
Lijnkoek……………
Tarwemeel …………
Tarwe …………….
Mais
Rogge…………….
Tarwemeel …………
Gerst
…………….
–
84.463
–
–
–
4.465
–
–
–
654
–
—
64.899
—
–
2.608
–
–
–
8.322
–
–
–
15.130
–
—
–
5.137
—
–
AANVOEREN
in tomss van 1000 K.G. voor
België.
96.316
96.443
—
–
24.647 7.479
–
—
5174
–
–
–
3.697
144
–
–
4.553
–
89.016
–
–
4.465
–
–
654
50.129
–
115.028 5.492
–
8.100
15042
–
,15.042
7.560
–
15.882
20.570
–
35.706
–
—
5.137
–
96.316
96.443
–
24.647
7.479
–
5.174
–
– –
3.697
144
echter nog zeer gering. Aan den anderen kant toouen ver-
schillende fabrikanten meer verlangen tot verkoopen, niet-
tegeustaande de prijzen als zeer laag beschouwd worden. Een gèrucht als zoude Amerika een groot kwantum Java-
suiker gekocht hebben, werd niet bevestigd. Het gerucht
vond blijkbaar zijn oorspr6ug
in een bericht van de
,,Deutsche Zuekerindustrie” van 12 April, volgens welk
blad Willett & Gray gemeld zouden hebben, dat Amerika
ongeveer 500.000 tons Javasuiker uit den nieuwen oogst
gekocht heeft, die door de in beslag genomen Nederlandsche
schepen weggehaald zullen worden. Hier te lande werd
echter noch uit Amerika noch uit Java iets naders hier-
omtrent vernomen en klinkt het bericht uit deze bron dan
ook zeer onwaarschijnlijk.
Het laat zich aaniien, dat de 0 u b a-oogst de oorspron-
kelijke raming van Willett & Gray ad 3.200.000 tons aan-
iierkelijk zal overschrijden.
Ci,ba-statistiek:
1918
1917
1910
Ontv. der weektot30 Mrt. 140.715
108.023*
160.549 tons
Totaal sedert 1Dec.1917 1.672.643 1.182.694 1.587.649
Werkende fabrieken .. ..
196
185
* Slechts 6 havens.
NOTEERINGEN.
Londen
Amsterdam
New York
Data
per
Tales
White
n,erlc.
April
Cubes
Javas
,asj Centrlfugals.
No. 1
fob.
19 April 1918
..
f
–
53/9
13/6
–
5.92
12
,,
1918
..
,,
–
53/9
13/6
–
5.92
19April 1917
..
21
8
/4
4711″s
–
33/9
6,39 iLO,46
19 April 1916
..
,, 27,-
47/1 ‘/2
20/-
29/8
6.02
21 Juli
1914
..
,,
11U/*,
18/.
–
–
3.26
RUBBER.
De flauwe stemming voor Plantage-soorten bleef ook in
de afgeloopen week voortduren. De noteeringen liepen
weder iets terug en de week sluit als volgt;
einde voorafgaande week
Prima Hevea Crpe loco. 2/4
bed …………..
2/4I
Mei/Juni ……..2/4’/
Mei/Juni
……. 2/5
Juli/December….2/6
Juli/December . . . . 2/6
1
/2
Smoked Sheets
3/4
a 1 d. lager.
‘/z d. lager.
Hard line Para ……..3/1’l
……………….
3Iijs
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, dd. 14 Maart 1918.
Na de publiceering van ons laatste bericht is de prijs van
Amerikaansche katoen in Liverpool plotseling sterk ge-
daald, doordat de Regeering de fiiolestpremie van 5 pCt.
op 3 pOt. verlaagde. Men meende eerst, dat hierdoor de
vesschepingen van Amerika vermeerderd zouden worden,
doch toen men begreep, dat deze geheel afhankelijk ware,l
van het aantal schepen, dat beschikbaar was, vond geen
verdere daling plaats. De berichten uit Amerika varieereu
dagelijks en de fluctuaties daar zijn van veel grooter om-
‘ang dan die in Liverpool. ])eze fluctuaties zijn zeer
geschikt om speculanten in de markt te lokken, terwijl
l)ovendien de vraag’ naar latere maanden, die ook betrek-
kelijk goedkoop zijn, nog steeds vrij goed is. De voorberei-
dingen voor den nieuwen oogst vorderen goed, doch kunnen
thans de markt nog niet beïnvloeden. Egyptische katoen
wordt goed gevraagd en prijzen zijn weer hooger.
Spinners vam Amerikaansche garens hebben zich niet
aan de daling in ruwe katoen gestoord. De kwestie van
vraag.en aanbod is zoo in hun voordeél, dat zij zelfs hoo-
gere prijzen kunnen bedingen dan een week geleden. Voor
het binnenland is ook weer meer gedaan, niet alleen voor direct, doch ook voor levering tot Juli toe. De verdere in-
krimping van productie, die reeds as. Maandag van kracht wordt, heeft alle berekeningen in de war gestuurd, en ver-schillende spinners weigeren nieuwe orders aan te nemen,
voordat hun oude contracten flink zijn gereduceerd. Ande-
ren, die minder scrupules tegeno’er hun klanten hebben,
boeken wel nieuwe orders tegen hooge prijzen en bekom- –
meren zich minder om de oude contracten. Egyptische
garens zijn ongeveer een penny per pond duurder, vooral
in de gekamde kwaliteiten, waarnaar goede vraag bestaat.
De exportvraag is over het algemeen van weinig betee-
kenis, ook al door de zeer hooge prijzen. –
Er is weinig verandering in de doekmarkt; alleen worden
prijzen geregeld duurder en wordt het steeds moeilijker
orders te plaatsen. De producties van de weverijen worden
echter steeds kleiner en fabrikanten willen geen groote
contracten aannemen, omdat zij vreezen, dat de toestand
later nog ongunstiger zal worden. Er is meer vraag uit
Indië, maar slechts weinig order komen tot stand, daar de
overzeesche limites nog steeds te laag bleven. Zuid-Amerika
en de kleinere markten blijven geregeld koopen en ook de
binnenlandsche vraag is nog steeds goed.
364
ECONOMISCH-STATIS1ISCHE BERICHTEN
24 April 1918
Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).
–
I22Apr.18I15Apr.18 8Apr._’1823Apr.17120Apr.’I6
New York voor
Middling
. .
30,45e
30,50 c
35,10 c 20,10 c
12,10 c
New Orleans
voor Middling
33,— c 33,— c
34,50e
19,19 c 11,88 c
Liverpool Good
Midd. .Americ.
23,53 d
23,89 d
25,49 d
12,32
d1)
7,82 d’)
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche hai’ens.
–
(In duizendtallen balen.)
1
Aug. 17
1
Overeenkomstige perioden
tot
1-
19April
•
1916-17
1
1915-16
Ontvangsten Gulf-Havens..
5535
6417
6369
Atlant. Havens
Uitvor naar Gr. Brittannië
2224
2043
‘t Vasteland.
3438
–
1844
1877
Japan etc…
453
–
Voorraden in duizendtallen
19April
I8
19April
17
19April
16
1433 1111 1339
Binnenland …………..
1148
929
897
Amerik. havens
……….
95
247
New York
……………-
New Orleans …………
–
.
338 306
Liverpool
…………..
.417′)
..
680 813
–
‘) Middling.
2) 20 April.
De tenclenz van de Zuid-Amerikaansche markt is weer
veel vaster geworden: De Amerikanen hebben hun inkoop
op groote schaal hervat, wat een stimuleerenden invloed
teweeg bracht. De Fransche huizen hebben eveneens een
werkzamer aandeel bij de aankoopen.
–
PETROLEUM.
(Ontleend aan den ,,Petroleum Review” v.n 2, 9, 16 en 23 Maart 1918.)
Londen. De prijzen van geraffineerde petroleum hebben
geen verandering ondergaan.
Water White …. 7
1
/2
d. per gallon.
Standard ‘White.. 6/2 d.,,,,
De noteeringen voor
,
smeerolie waren als volgt:
American pale …. van £33 tot £39 10 s.
American red …… £35 -,, £40 10 s.
American filt. cyl.. . £41 £ 48 10 s.
Ajnerican dark cyl..,, £35.
£40
Benzine. De door den ,,Board of Trade” ingevoerde rege-
ling, welke een grens stelt aan de door den kleinhandel te
maken winst, nl. 15
0/
of een maximum van
5
d. per gallon
boven kostprijs, is op 1 Maart van kracht geworden. Door
dezen maatregel zijn de k!einhandelprijzen
/2
d. per gallon
achteruitgegaan. Gedurende de maand Maart is er verder
geen verunderiiig in de noteeringen gekomen.
No. 2 …………3s. 511
i
d.
No. 3 …………3s. 4’/2d.
Als gewoonlijk zijn de prijzen voor Schotlami en Ierland
1 d. per gallon hooger.
Terpentijn. De door den ,,controller” vastgestelde maxi-
rnumprjs bedraagt 125 s. Gedurende de eerste helft van
Maart werden kleine partijen verkocht tegen 124 s. later
voor 124 s. 3 d.
In verband met de geringe voorraden paraffine, en de
sterke vraag, zijn de prijzen opgeloopen en varieeren nu, naar
gelang van het smeltpunt van 9 tot 11
1
/2 d.
Er is geen officieele noteering van stookolie en vethou–
dende oliën.
Li verpool. Petroleum-producten vinden vasten verkoop
en 1 s. 5 d. tot 1 s. 6 d. per gallon wordt voor Amerikaansch
betaald. Er is geen Russische olie aan de markt. Benzine
gaat tegen 3 s.3 d. per gallon.
Bakoe. Er is voortdurend vaste vraag naar ruwe olie
tegen de prijzen, door de Regeering vastgesteld op 96 kope.
ken per poed voor Bakoe en Grosny.
New York.
Geraffineerd in kisten .. 16,75 c. per gallon
Standard White in vaten 12,70
Credit Balances ……..4,00
Pennsylvaniau Crude .. $ 4,— per vat.
P h ii adel p bi a.
Standard W]iite 12,70 c. per gallon.
METALEN.
Loco.Noteeringen te Londen:
Dato
–
Ijzer
Clev.
No.3
Koper
Sonar
Tin’
Lood
Zink
1’9 April1918. ..
nom.
110.-!-
230.-!-
30.10,-
52.-!-
12-,,
1918..
nom.
110.-1-
322.-!-
30.10/-
52.-/-
20April1917..
nom.
133.-!-
219.151-
30.101_
–
20 April1916.
.
87/-
131.-/-
198.10/-
34.15/-
103.-!-
20 Juli
1914..
51.4/-
61.-!-
145.15/-
19.-!-
21.10/-
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
20 April 19.18. In den toestand van dc vrachteninarkt
kvarn in de afgeloopen week geen verandering.
GRAAN.
Dato
Petro
grad
Londen!
R’dam
Odessa
Rotte,.
dom
1
All. Kust
J
Ver. Sloten
San Lorenzo
t
Rotte,.
Bristol
Rotte,.
Enge.
dom
Kanaal
dom
land
15/20 April
1918
–
–
–
501-
–
200/-
8/13
,,
1918
–
–
–
50i-
–
200!-
9/14 April
1917
–
–
. –
31/-
–
137/6
10/15 April
1916
–
–
f14,25
14;-
f100,-
160/-
Juli
1914
11 d.
7/3
1/111/4
l/ll/g
12!
121-
KOLEN.
Cardif
–
1
Oosik. Engeland
Data
Bar-
deaux
I
Genua
1
Port
Soid
La
Plato
ii.ivie,
Rotte,-
dom
Cron.
stadt
15/20 Apr. 1918
69/-
10113
–
120/-
–
8/13
,,
1918
69/-
101/3
–
120/-
–
–
0/14 Apr. 1917
69/-
125/-
105/-
1001-
–
–
10/15 Apr. 1916
fr64,75
80/-
100/-
62/6
f6,50
–
Juli 1914
,,
7,—
71-
7/3
1416
3/2
51-
DIVERSEN.
Eoml,ay
Birma
Vladivo-,
Chili
L.,ata
W’e,l West
stoel
West
t.urapa
c.uropij
vvesl
Europa (d. to.)
(rijst)
Europa
(salpeter)
275/-
500/-
–
185/-
275/- 500/-
-.
185/-
15/20 April
1918 …….
260/- 330/-
–
160/-
8/13
,,
1918 …….
9/14 April 1917 …….
102/6
1451-
–
140/-
10115 April 1016 …….
Juli
1914 …….
14/6 16/3
25/-
22/3.
Graan Pelrograd per quarter von 496 ll,s. zwaar. Odessa per Untt. Vcr.
Stoten per guarler Van 480 lj,s. zwaar.
Overige noteeringen
PC,
ton van 1015 K.G.
RIJN VAART.
Week van 15 tot 22 April 1918.
Ook in de afgeloopen week zijn de vrladingen van de
Ruhrhavens naar deu Bovenrjn zeer langzaam gegaan. De
verwachtingen, dat een opleving zou plaats vinden, zoodra, de noodige disposities in verband met het nieuwe contract-
jaar waren getroffen, zijn niet bewaarheid geworden;
integendeel was de vrachtenmarkt zOO flauw, dat de vrachten
hij veel aanbod en weinig vraag naar schepen aan het einde
der week tot Mk. 2,75 per ton naar Mannheim terugliepen.
De Rijn wies in de laatste dagen, zoodat Cauber Pegel aan het einde der week 1,80 Meter aanwees. Tengevolge
van een en ander zakte het sleeploon tot 10 pf. per Centner. De algemeene verwachting is, dat een opleving in het begin
van de maand Mei kan worden tegemoet gezien.
Van Rotterdam naar de Ruhrhavens werd niets bevracht.
De sleeploonen varieerden tusscben 50 cents tarief + 60/30
cents per last.