6 SEPTEMBER 1939
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Econom1
*sch,wStat1st1sc
—
h
‘
e
Beri*cht’en’
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, flNANCIN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
24E
JAARGANG
WOENSDAG
6
SEPTEMBER
1939
No.
1236
COMMISSIE VAN REDACTIE:
GELD-. KAPITAAL. EN WISSELMARKT.
P. Lie[tinck; N. J. Polak; J. Tinbergen;
Zo&wel vooi a.Is na het uilbreken van dei oorlog zijin de
H. M. H. A. van der VaZk; F. de Vries.
koetbewegi.iigeu van bet Poid en de daaraan gekoppelde
valwta’s 01) de intet”iiatio’üe wisse1niarktea het voornaam-
.
–
.at.e cveasohijnsel geweest. Niadt in het begin van de week
M. F. J.
Cool
–
Secretaris van de Redactie.
een koers van 7.80 was bereikt, heisteIde zigh geeideijk de
koei-
tot 8.25
Om
na het uilbreken vam dan oorlog snel
–
emlaag te gaail tot 7.50. Sedert het Exohange Equalisation
Redacti’.-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Fund de valuta losliet is derikaJve een daJing iugetreden
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigepicatweg.
met rond 15 pOt.
op
onze marikt waren de omzetten in Ponden zeer ge-
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
ring, ,zooals er trouwens in het algenieen zeer weinig ons-
–
g
in
g
. De Engeisohe autoriteiten outhuden aih nog van
Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi- elke intej-vejitie. Het is de vraag, Joelaag dit zal aanhou-
‘e
dan. ±1t is niet aan te nemen, dat men de valuta volkomen
na’s f 0,40 per regel. Plaatsing
bij abonnement volgens
ongecontroleerd zal laten, maar men zoekt blijkbaar naar
tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:
een niveau, waarop geen kapitaalterugtrekkin
.
g door bui-
Nijgh tf van Ditmar N.V.,
Uitgevers, Rotterdam,
4m-
tenlanders plaats vindt Het vooiwiaanuste oogmerk van de
njstaire politiek blijft het vermijden van afvloeiing van
sterdam,
‘s-Gravenhage.
Postchèque-
en
girorekening
goud, dat men in den kome’ndeii tijd zoo noodig zal heibben.
No. 145192.
Het ereekt edhter vanjelf, dat ook voor Eigeiand zelf een
lage Poudenkoers groote bezwin-en lweft: de invoeren vor
–
–
den evenredig duurder, en dat bij toch reeds stijgende we-
Abonnementsprjs
voor
het
weekblad franco
p.
p. in
reldprijnen. Terwijl men de noi-nsale economische voordee- leo van koersdaling onder de huld:ige oenstandig’heden nau-
Nederland
f 16,—.
Abonne,nentsprijs
Economisch:Statis
–
welij:ks zal kunsien plukken
Het verdere verloop kan dan
tisch iJ’,andbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen
ook ineit belangstelling worden ‘tegemoet gezien.
f
20,—
per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,
De
Deeusohe Kroon blijft aan het Pond gekoppeld. Onder
f 6,— en f23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Done-
de heerschende verhoudingen is dit een merkwaardige be-
slissing, vooral nu er alle kans is, dat de waarde, in goud
teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut
uitgedrukt, van Deneinarkens voornaamste uitvoerproduc-
ontvangen het weekblad en het Maand bericht gratis en
ten
zal
stijgen.
Zoewel
voor
de Zweedsehe als de Noor-
sche Kroon gelden nog steeds weinig overzieh.telijke toe-
genieten een reductie op de verdere publicaties, standen. Wel staat vast, dat de monetaire autoriteiten van
beide la.nde.n hun valuta van het Pond hebben losgemaakt.
De omzetten blijwen eoh.ter tot 1hot ininimuni beperkt en
van een vrijen valutahandel kait in de betrokken landen
dan ook geenszins rworden gesproken.
INHOUD:
BIz.
De Gulden heeft zioli voor en na bet uitbreken van den
oorlog
uitermate
rustig
gehouden.
Het
Egalisatiefonds
De
beteekenis van de coöperatie
in Nederland door
heeft. •ledhts af en toe en dan nog voor betrekkelijk ge-
Dr. H.
J. Friet mia
…………………………
656
r.inge bedragen behoeven te ,iinteeveirieeren. De koers bleef
om en nabij de 1.88, en steeg okminer boven de 1.88%,
welke
noteering als
maximum
door het Egalisatiefonds
De financiering van de werkloozenzorg door
Mr. G. F.
werd aangehouden. De onizetteti bleven gering.
W. Hartung
………………………………658
Op de goudnsarkt ontwikkelde zich nogal wat vraag voor
gouden tientjes, waarvan de notering aan het begin van
De N.V. Maatschappij voor Industriefinanciering door
.
de nieuwe week nieit minder dan 10 pOt. hoo6oler lag dan
Dr. Ir. B. Bölgar
…………………………….
68
de ‘prijs van goud in baren. Op de geldmnnk.t ‘h’ild de vaste stemming aan. Prolou-
De beteekenis der welvaartspolitiek in Nederlandsch-
gaitie stelde zieth aan het begin van de nieuwe week op
41%
pCt. Ook de discontoinajrkt bleef vast gestemd, het-
Indië door
Mr. D. J. Huishoif Pol……………..
663
geen een logisch verschijnsel ‘is, aangezien volgens den laat-
sten weeksta.at
, en ook sedertdien op De Nederlandsche
AANTEEKENINGEN:
Bank een beroep werd gedaan. De sehsticist heeft nog geen
De economische weerbaarheid van Frankrijk……664
nieuwe u itigifte aangekondigd, iniaar binnen afzienbaren tijd
moeit deze in verband niet de groote geldtbehoeften als ge-
hIAANDOIJFEIiS:
–
volg van de mobilisatie toch verwacht worden.
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen
665
De beloggingsmarkt stond voortdurend onder Vrij zwaren
……..
druk. ])e omneen bleven heper, maar de kooplust w’as
Hypotheekrente in Nederland ………………..667
uitermate gering, hetgeen niet het oog op de ontvikke-
ling van den rentevoet in den •vorigen oorlog begrijpelijk
ONTVANGEN BOEKEN EN STATISTIEKEN …………..667
is. De 3-3
pOt. leeuiing kwam in het begin Van de
rueusve week op 88 laten, de 3 pCt. leening 1937
(spoor-
wegleening) op 82 laten. J)aarrnede is reeds een belangrijke
Statistieken:
rentestijging verdisconteerd. Er zij in dit veulbaad aan her-
Groothandelsartikelen
……………………………..668-669
innerd, dat bij
het begin van den oorlog 1914 de rente-
Oeldkoersen
–
Wisselkoersen
–
Bankslaten ……………..66
7
,
670
stand i
–
ond
41%i
pOt. was!
656
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 September 1939
DE BETEKENIS VAN DE COÖPERATIE IN
NEDERLAND.
Tot voor korte tijd was de buitenstaander, die
zich
een beeld wenste te vormen van de betekenis van de
coöperatie in ons land, aangewezen op de jaarver-
slagen en andere publicaties van centrale organisa-
ties van groepen coöperaties. Een algemeen overzicht
van het coöperatiewezen in Nederland ontbrak en
dus wag het voor den niet ter zake kundige aller-minst eenvoudig en in ieder geval tijdrovend vast
te stellen, in hoeverre de door hem geraadpleeg’de
verslagen betrekking hebben op alle coöperaties, welke
behoren tot de groep, welke- hij wenst te bestuderen.
De gevolgen liggen voor de hand: in h(A algemeen
weet degene, die niqt op een of andere wijze bij de
coöperatie is betrokken, van de
organisatie
en de
betekenis van onze landbouw- en verbruikscoöpera-
ties opvallend weinig. Hoe weinigen blijken enig
besef te hebben van b.v. – de Frico te Leeuwarden, het
Centraal Bureau te Rotterdam en de Volharding te
Den Haat, om maar enkele typische organisaties
te noemen. Men kan dit gemis aan bekendheid met onze coöperaties iedere dag vaststellen; niet alleen
wanneer men spreekt met overigens algemeen ont-
wikkelde landgenoten, maar vooral ook, wanneer men
kennis neemt van overigens zeer lezenswaardige pu-
blicaties. in verband met dit laatste denken wij b.v.
aan het omvangrijke Leerboek voor de Landhuishoud-
kunde, dat samengesteld is door wijlen Prof. Dr. H.
W. C. Bordewijk. In dit Leerboek wordt weliswaar
een geheel hoofdstuk van 100 pagina’s aan de Land-
bouwcoöperaties gewijd, maar het verraadt desalniet-
temin -een opvallend onvoldoende kennis van den
schrijver inzake de organisatie en betekenis van het
landbouwcoöperatiewezen in ons land.
Het is dan ook begrijpelijk, dat de Nationale Co-
operatieve Raad te Rotterdam, een instituut dat in
1934 door de centrale organisaties van verschillende
groepen coöperaties is opgericht, spoedig de behoefte
heeft gevoeld aan de publicatie van een algemeen
overzicht, als bovenbedoeld, van de coöperatie in
Nederland en dus heeft de N.C.R., vooral op initia-
tief van den voorganger van ondergetekende, zich
in verbinding gesteld met het Centraal Bureau voor
de Statistiek in Den Haag, welk Bureau door de
Centrale Commissie voor de Statistiek werd gemach-
tigd het gewenste overzicht samen te stellen. Met
de Nationale Coöperatieve Raad werd overeengeko-
men, dat, terwijl de bewerking van de Statistiek door
het C.B.S. zou geschieden, de bizondere kosten, aan
dit onderzoek verbonden, alsmede de publicatiekosten
door de N.C.R. zouden worden gedragen. De Statis-
tiek is enkele weken geleden verschenen.
Het samenstellen van een dergelijk overzicht is al-
lerminst een eenvoudige bezigheid. In de eerste
plaats wegens het feit, dat men bij de beantwoor-
ding van- de vraag: ,,wat is een coöperatie?” niet
kan volstaan met als criterium te nemen de- ju-
r i di sche organisatievorm. Talloze verenigingen vol –
gens de wet van 1855 (vgl ., de boerenleenbanken
in liet zuiden van ons land) zijn namelijk als
coöperaties te beschouwen en dikwijls verbergt zich
een overigens zuivere coöperatie onder het juri-
disch kleed van een N.V. Bovendien moesten
ook die coöperaties worden meegeteld, die niet hij een centrale zijn aangesloten. En tenslotte begrijpt
ieder, die niet geheel onbekend is met enquêtes, dat
het heel wat moeite kost om alle daarvoor in aan-
merking kemende coöperaties te bewegen de gewenste
gegevens te verstrekken en om dubbeltellingen te
voorkomen. Een intensieve samenwerking tussen liet
C.B.S. en de N.C.R. -was dus noodzakelijk, waarbij echter uitdrukkelijk worde opgemerkt, dat het over-
zicht is samengesteld door het Centraal Bureau voor
de Statistiek, dat dus voor de tekst aansprakelijk is.
Gezien de omvang van het coöperatiewezen en de
beschikbaar gestelde middelen moest de Coöperatie.-
Statistiek beperkt blijven tot een ,,Overzicht van de Omvang van het Coöperatiewezen in Nederland op
1 Januari 1938″
1).
Slechts in sommige gevallen veL’cl
een retrospectief overzicht opgenomen. Voorts moes-
ten de bedrijfsuitkomsten der coöperaties buiten be-
schouwing blijven. Maar met dit overzicht is thans de basis gelegd voor een coöperatieve Statistiek in
volle omvang.
De Statistiek omvat coöperaties van landbouwers,
coöperaties van middenstanders en coöperaties van
consumenten.
Coöperaties van landbouwers.
De Statistiek betreffende coöperaties van landbou-
ivers omvat: landbouwcrediet-coöperaties, landbouw-aankoopverenigingen, zuivelcoöperaties, coöperatie;’e slachterijen, dorsverenigingen, overige coöperaties tot
verwerking van landbouwproducten, veilingvereni gingen van groenten en fruit, eierveilingen, overige
afzetverenigingen van landbouwers, onderlinge brand-
waarborgmaatschappijen, veefondsen en onder] i nge
hagelverzekeringsmaatschappijen.
Boerer&leenbanken.
Ontwikkeling der Boerenleenbanken.
31
Aantal Aantal
Totaal
Totaal Lopende Rekening
Dec. Boeren- leden
Spaar-
Voor-
Debet-
Credit-
leen-
gelden
schotten
Saldi
Saldi
banken
Xfl000,- Xf
1000,-
Xf
1000,-
Xf 1000,-
1900
46
2.093
659
221
22 –
–
1905
325
22.414
8.477
4.514
415
–
1910
603
53.377
28.484
15.741
3.960
849
1915
906
89.454
76.253
31.371
32.382
5.657
1920 1.148 140.720 224.111
95.319
62.570
17.140
1925 1.247 186.059 336.851 159.218 100.60E
32.194
1930 1.286 222.691 470.638 218.094 140.812
38.805
1932 1.290 226.157 412.581 220.068 135.868
32.752
1934 1.291 225.852 417.953 203.475 118.626
40.638
1936 1.205 227.077 421.949 203.255 111.819
41.072
i) De pu’blieatie, die
76
bladzijden tekst omvat, waaraan
is toegevoegd een acihtta.l kaarten, kan besteld wo-rdeu bij de
Nationale Coöperatieve Raad, Haringvliet 100, Rotter.d-mun.
De prijs bedraagt
f
– exemplaar, frwnc’o per post.
Tabel 1.
Landbouwaankoopverenigingeu in
1937.
Aantal
1
verenigingen.
Omzetten in tonnen van
1000 K.G. Omzetten in duizendeii gld.
8
-d
Wett.
1
Niet
1
Voeder.
Meststoffen
Brand-
Zaal- en
1
Overige
bedr.
Verbruiks-
Tot. om zet
Provinciën
E
°
=
coöp.
– –
art,
1
stoffen
pootgoed ben. artikeIe
.
1)
Noordbrabant
19
230
36.152
215.880,6
181.355,5
29.611,3
2.168,2
105,4
45,9
21.267,6
6.407
85
102
27.123
219.924,7 99.857,4
52.799,9
3.307,6
165,0
522,5
21.222,3
6.558
62 49
—
8.667
–
79.613,3 47.212,1
12.481,3 985,4
194,1
3,5
8.552,2
3.651
Noordholland
55
29
10.326
50.847,8
35.143,4
17.957,8
303,0
240,3
5,3
6.128,3
3.000
Gelderland ………
Zeeland ………..
22
84
9.181
7.929,6
52.903,9
2.297,8
966,9 98,0
–
3.198,1
2.173
Zuidholland ……..
Utiecht …………
19
–
6
4.350
64.908,4
14.060,0 7.693,5
250,5
18,6
13,1
5.737,7
6.003
…
10
6.457 58.073
1
8
39.725,0
3.599,7
289,7
109,1
13,1
6.383,0
2.317
Friesland
……….17
Overijssel
……….
47
37
16.213 127.589,0 81.027,5
11.342,9
2.546,9
68,6
362,6
13.537,3
5.831
70
8.837 5.185,6
88.468,8
14.382,9
1.137,8
126,9
‘
0,3
4.192,9
2.041
Drenthe ……..
.32
24
19.141
89.831,4
105.403,1
8.153,5
1.638,6
22,2
288,7
11.330,3
7.018 Groningen
……..99
7
171
–
17.347
‘95.545,0
83.457,5
19.975,6
1.693,6
110,5
4,6
9.033,8
6.106
Limburg ………….
Het
Rijk ……….
.
563
.
809
1
163.794
1.015.329,21
-828.614,21
180.296,21
–
15
.
288,2
1
1
:
258,9
1
1
.
259
,
6
1
110.563,5
4.692
De originele tabel bevat niet alleen d gegevens per proimioie, maar
ook
die per landbouwgebied.
6 September 1939
ECONOMISCH-STATISTISCHË BERICHTEN
657
Vanzelfsprekend is het uitgesloteu, dat wij op alle
De grootte en de geografische spreiding der zuivel-
onderdelen nader ingaan en het komt ons het meest
fabrieken blijkt uit tabel III.
gewenst voor hieronder enkele overzichten in beknop-
Overige. landbouwcoöperaties
..
te vom over te nemen.
Wij bepalen ons, wat de overige landbouwcoöpera-
Landbov.waankoopverenigi’ngen
1937.
ties betreft, ertoe te vermelden, dat uit de coöperatie-
statistiek blijkt, dat d
coöperatieve
beetwortelsuiker-
De hierover verzamelde gegevens zijn weergegeven
fabrieken
de laatste jaren ruim 60 pÖt. van de totale
in tabel T. (Zie onderaan vorige bladzijde).
hoeveelheid suikerbieten verwerkten,
–
dat de coöpera-
Op grond van een globale berekening komt de
tieve
aardappelmeelfabrieken
de laatstè jaren onge- samensteller van de Statistiek tot de conclusie, dat
veer 90 pOt. van de
totale
hoeveelheid
verwerkte
aangenomen mag worden, dat
door
de
coöperatieS
aardappelen verwerkten, en dat de omzet van de co-
61.3 pOt. van het verbruik van voederartikelen en
operatieve
veilingen
van groenten en fruit in 1937 64.5 pOt. van het
verbruik
van
kunstmeststoffen
f
64.849.000.- bedroeg.
wordt omgezet.
Voorzover bekend, bestaat in ons -land een 41
-t,l
Opgemerkt
worde,
dat
van
een
vijftal
centrale
coöperatieve afzetverenigingen vooi
eieren;
waarvan
organisaties op het gebied van de aankoop van land-
de totale omiet in 1937 ruim 463.6 millioen eieren
bouwbedrijfsbenodigdheden
gegevens
zijn
verzameld
bedroeg ter waarde van
f
15.868.100. De drie grootite
betreffende haar geschiedenis. Deze gegevens betref-
coöperaties, waarvan die in
Roei-mond
de
leiding
fen het Centraal Bureau te Rotterdam en de han-
heeft, hebben tezamen een omzet van
f
12.5 millioen.
delsinstellingen van de -afdelingen van de R.K. Boe-
Opgeimerkt worde,
dat behalve
deze speciale
eiér- ren-
en
Tuindersbond,
nl.
die
van
de
N.C.B.
in
veilingen in 1931 nog 166.4 milli6en dierek ter waar-
Veghel, die van de L.L.T.B. in Roermond, die van
de van
f
6.001.000 door andere coöperatieve organi-
de A.B.T.B. in Arnhem en die van de L.T.B.
in
saties zijn omgezet, zodat de totale omzet van deze
Haarlem.
1
groepen coöperaties in 1937 ongeveer 630 millioen
1
stuks bedroeg. Men neemt aan, dat het aandeel van
Fabriekma.tige zuivelproductie in
1937.
de coöperaties in
.
de totale omzet van eieren onge-
De re!atieve betekenis van de coöperatieve zuivel-
veer 34 pOt. bedraagt.
productie blijkt uit onderstaande tabel II.
Voor de
brandwaarborgvsaatschappijen,
de onder-
Tabel II.
Fabriekmatige zuivelproductie in
1937.
Totale productie in
819
fabrieken, volgens opgave Productie in Coöperatieve Aandeel van de Coöpera-
Producten
van de afd. Statistiek
v/h.
fa brieken, volgens onder-
tieve fabrieken in proc.
–
Landbouw-crisis-bureau
zoek van het C.B.S.
–
van het totaal
–
Verwerkte hoeveelheid melk
x
1
millioen
kg.
x
1
millioen kg.
–
(Ont vangen hoeveelheid Ininus de af ge-
leverde consumptiemelk)
3.414
2.017
76,7
(.eproduceerde
hoeveelheden
melkpro-
–
–
–
ducten:
–
–
–
79,6
–
82,0
–
6,4
65,3 44,5
73,3 4,0
81,6
14,6
82,0
Boter
1)
………………………..
.97,1
Melkpoeder:
–
Kaas:
Volvet
1)
…………………
…9,8
40
+
…………………….
.60,7
28
+
…………………….
.
1
7,8
Volle, en met hoger vetgehalte
13,8
9,9
71,7
30
+
…………………….
..
4
,
9
Mager
en halfvette …………….
13,9
–
8,8
63,3
–
(lecondenseerde melk:
–
–
…
24,4
24,0
Volle melk
…………………….
101,5
Magere melk
…………………..
70,8 31,7
44,8
Caseïne
………………………..
2,4
1,4
58,3
1)
De totale productie van bot.er- en kaas in Nederland,
dus inclusief de hoeveelheden, op de boerderij vervaardigd,
bedroeg in
1937,
volgens het Verslag over de Land-bouw:
—
boter
…………
102,8
m-illioen kg
kaas
…………
124,6
‘label
III.
–
Aantal
coöperatieve
zuivelfa.brieken,
aantal
leden
–
en
‘levera uciers
aiat.leden,
hoeveelheden
van
–
iiielkieve t-aaciers
on-tvangeir melk.
Hoeveelheid
14
14
Gem. hoeveelheid
–
ontvangen melk
–
2
ontvangen melk
—
–
:Pro’inciën
n .2
.2
54)
<1
o’
.
0.
-.
.-
–
–
4?
bfl
–
–
–
-cao
1
1
2 4
5
.6
7
–
8
9
10
x
1 mil ioen kg.
– –
x
1000
kg.
101
27.353 2.086
389,2
–
23,6
412,8
4,1
14
11
Noordbrabant
……………
–
64
26.348
4.237
1368,5
— 48,3
–
417,8
–
6,5
14
–
—
12
Gelderland ……………..
Zuidholland
…………….6
78
672
25,1
–
12,8
37,9
–
6,3 32
–
19
–
57
3.161
1.859 147,5
–
03,2
210,7
–
3,7
47
4
Zeeland ……………..
1.349
83
22,0
0,7 22,7
4,5
16
8
Utrecht ……………..
..
5
..3
491 299
1-2,0
8,9
– –
21,0
7,0 24 30 80
15.013
1.458
658,0 44,0
702,0
8,8.
44
.30
Noordholland ………….
57
22.015
2.152 421,3
–
25,6 446,9
7,8
–
19
—
12.
Groningen ……………
14
–
3.523
4.136
68
1
2
63,4
131,6
—
9,4
–
19 15
Friesland ………………
Overijssel
……………..
55
14.105
3.751
249,3
34,1
273,4
–
5,0
18
9
Drenthe……………….
40
..
12.478
372
93,8
–
3,8
97,6
–
2,4
-.
–
,
8
–
10
Limburg ………………
Het
Rijk………………
482.
126.619
21.099 2.454,9
329,3
2.784,3
5,8
–
–
19 16
658
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6
September 1939
Tabel IV.
Aantal leden en
o•mzt
der algemene coöperatieve verbru:iksverenigin.gen in
1937 of
in het
boekjaar
1936/1937.
– –
d
o-
.
-:–
Provinciën
o
0
5
..
Qoo
IQ o H
Noordbrabant
28
19.150
19,1
3.000
(28)
–
1.752
(19)
295 (13)
72
(4)
296 (2)
5.415
5.390
50*)
21.625
23,9
3.357
(50)
12
(5)
1.525
(35)
359 (26)
161
(13)
136 (6)
5.550
6.127
Zuidholland
44
108.H14
51,
7.958
(44)
65
5)
4.757
(29)
196 (16)
404 (14)
5393 (10)
18.773
8.873
Noordholland
…
25
34.373
20,9
5.539
(25)
15
(5)
2.610(20)
571 (17)
128 (10)
192 (9)
9.055
5.501
Gelderland ………..
13
5.385
21,2
628
(13)
2
(1)
348
(10)
60 (5) 25 (3)
–
1.061
4.179
13
11.423
24,5
1.523
(12)
.
118
(4)
772
(10)
142 (8)
223 (5)
229 (4)
3.007
6.442
5
8.126
19,3
844
(
5)
53
(3)
509
(
3)
58 (2)
170 (1) 102 (1)
1.736
4.329
Zeeland
………….
36
24.394
43,1
3.973
(35)
10
(3)
2.158
(33)
440
121)
280 (10)
669 (10)
7.530
13.321
Utrecht
…………
Friesland
………..
12
12.371
29,5
1.618
(12)
5
(2)
1.123
(12)
212 (6)
11
(1)
10 (1)
2.979 7.102
Overijssel
……….
Groningen ……….
17
5.456
22,4
705
(17)
5
(1)
528
(13)
53 (7) 47 (3)
6
(1)
1.344
5.526
Drenthe
…………
Limburg ………..
59
23.529
39,4
4.481
(59) 33
(12)
1.892
(24)
132 (15) 186 (19)
530 (8)
7.254
12.135
Het Eijk ……….
.iö
274.146
1
31,7
33624(300)1
318 (42
.
)
17974(208)12.518
(136)11.70
(83)
1
7.563(5
2
)1
6041
7.374
In pOt. van de totale
omzet
……….
..
…
52,8
0,5
1
28,2
3,9
2,7
11,9
1
100,-
*) Waarvan 66n geen lid.
linge
v ee-v erzelcerings fondsen
en de
hagelv erzelce-
rings-maatschappijerb,
de coöperatieve slachterjen.,
de
coöperatieve
dorsverenigi’n,gen
;
alsmede voor de
zui-
velverkoopcoöperaties,
verwijzen wij naar de Statis-
tiek zelve.
Coöperatis van
middenstanders.
Het overzicht vermeldt bizonderheden betreffende de ontwikkeling der Nederlandse Middenstandsbank
NV. en, betreffende çle betekenis van ide hierbij niet
aangesloten 51 zelfstândige middenstandsbanken. Ter-
loops wordt vermeld, dat in 1933 reeds inkoopcombi
naties bestonden van de navolgende beroepsgroepen:
handelaren in aardappelen, groenten en fruit, apo-
thekers, bakkerspatroons, behangers en meubelma-
kers, horlogernakers en handelaars in uurwerken, goud
en zilver, exploitanten in het hotel-, café- en restau-
rantbedrijf, winkeliers in huishoudelijke artikelen,
kantoorboekhandelaren, krui’deniers, manufacturiers,
melkhandelaren, radiohandelaren, schilderspatroons,
schoenmakers en schoenwinkeliers, sigarenwinkeliers,
slagersatroons, smedenpatroons, waterstokers en
i.jzerhandelaren. Een grote betekenis hebben deze in-
koopcombinaties in het algemeen niet. Het overzicht
geeft bizonderheden met betrekking tot de coöpera-tieve inkoopvereniging van R.K. Winkeliers en han-
delaren in manufacturen en aanverwante vakken ,,St.
I1omobonus” te Rotterdam.
Coöperaties van consumenten.
Wij nemen slechts één belangrijk overzieht over be-
treffende het aantal leden en de omzet der algemene
coöperatieve verbruiksverenigingen in 1937 of in het
boekjaar 1936/1937. (Tabel IV bovenaan deze blad-
zijde).
Einde 1931 waren ruim 214.000 leden in de leden-
registers der algemene verbruikscoöperaties
–
inge-
schreven; per 1000 inwoners waren ongeveer 32 lid
van een algemene verbruikscoöperatie. Neemt men
in overeenstemming met de hieromtrent in buiten-
landse coöperatie-statistieken gevolgde praktijk aan,
dat elk lid gemiddeld een gezin van vier personen
vertegenwoordigt, dan komt men tot de conclusie,
dat het aantal personen, dat zijn verbruiksartikelen
geheel of gedeeltelijk van de algemene verbruiks-
coöperaties betrekt, ongeveer 127 per 1000 inwoners
bedraagt.
)
Dit promillecijfer is het grootst in Zuid-
holland (205) en Overijssel (173), doch gering in
Noordbrabant (76), Friesland (77), terwijl ook
Noordholland (84) en Zeeland (85) ver beneden het
Rijksgemiddelde blijven. Zuidholland omvat reeds
40 pOt. van het totale ledental.
De Statistiek memoreert in dit verband nog ver-
) Het is bekend, dat dit promiliccijfer veel hoger is in
Den4marken, Finland, Zweden, Noorwegen, Groot-Brittan-nië en Zwitserland.
schillende bizonderheden met betrekking tot de cen-
trale aankoop- en productie-organisatie der verbruiks-
coöperatie, de Handelskamer ,,Haka” te Rotterdam,
en van de ontwikkeling der Centrale bonden van ver-
schillende groepen verbruikscoöperaties.
Tenslotte vermeldt de Statistiek bizonderheden
met betrekking tot de coöperatieve bakkerjen, tot de
brandstoffen-aankoopcoöperaties en tot verzekeringa-
coöperaties, ni. de onderlinge levensverzekering-
maatschappijen, de onderling beheerde ziekenfondsen,
de onderlinge ‘ziekenkassen en de begrafenisver-
enigingen. Dr
11. .1. FIIIETEMA.
DE FINANCIERING VAN DE WERK-
LOOZENZORG.
De mate, waarin de Overheid zich de zorg voor de
werkloozen heeft aangterokken en de wijze, waarop de
financiering van deze zorg plaats vindt, zijn in den
loop der jaren wel aan verandering onderworpen ge-
weest.
De financiering van deze zorg maakt een dermate
belangrijk onderdeel uit, niet alleen van het gemeen-
telijk budget, maar ook van het rjksbudget, dat van-
zelfsprekend bij een regeling van de financieele ver-
houding tusschen het Rijk en de Gemeenten, de werk-
loozenzorg niet buiten beschouwing kon blijven.
Alvorens te komen tot een bespreking van den
tegenwoordigen toestand, moge met een enkel woord
de geschiedenis der regeling vooraf gaan.
Geschiedenis.
Bij de wet van 1.5 ,Tuii 1r29 S. 388, houdende her-
ziening van de financieele verhouding tussclsen het
Rijk en cle Gemeenten, werd in het leven geroepen
het gemeentefonds, waarvan de inkomsten verdeeld
worden aan de hand van een formule, waarin een
gemeentelijke draagkrachtfactor en een gemeentelijke
uitgavenfactor eeu rol spelen.
De uitgaven voor de werkloosheid vormden, tezamen
met die voor armenzorg, politie en lager ondrwijs,
een onderdeel van den uitgavenfactor. In dit systeem
werden deze gemeentelijke uitgaven niet rechtstreeks
vergoed, doch zij waren slechts een factor voor een
berekening: men had ook andere uitgaven als factor
kunnen nemen.
Naast de formule uitkeering, bestond voor bijzon-
dere gevallen een beperkte mogelijkheid van directe
Rijksbijdragen in de gemeënteljke werkloosheids-
lasten.
Toen echter in het begin van het huidige decen-
nium de werkloosheidsiasten een schrikharenden om-
vang begonnen aan te nemen, zag de Regeering zich
genoodzaakt den gemeenten in meerdere mate dan
voorheen tegemoet te komen. Een bedrag van onge-
6 September 1939
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
659
veer
f
75 millioen werd voor het jaar 1933 onder be-
paalde voorwaarden en aan de hand van een aantal
voorschriften (o.a. een subsidieschaal) ter beschikking
van cle gemeenten gesteld in den vorm van bijdragen, afhankelijk van de grootte der werkloosheidsiasten en
cle draagkracht der gemeente.
Deze Rijksbijdrage werd gegeven uitsluitend in de
steunuitkeeringen en werkverschaffingsloonen, ver-
strekt aan werklooze arbeiders in door den Minister
van Sociale Zaken met name genoemde bedrijven.
Eerst na de totstandkoming van de hieronder te
bespreken wet, zou dit crisiscriterium verdwijnen.
Voor het jaar 1934 werd de regeling alweer gewij-
zigd, daar de Regeering niet wederom
f
75 millioen
0
1
)
de Rijkshegrooting wilde plaatsen. Een bedrag van
f
46 millioen werd voor 1934 ter beschikking van de
gemeenten gesteld en het door de ongedekte werkloos-
heicislasten aldus ontstane tekort op de gemeente-hegrooting kon buiten deze begrooting worden ge-bracht – het z.g. uitgestooten bedrag – en onder be-
paalide voorwaarden met een voorschot of leening van
het Rijk in 10 jaren worden gedekt. Dit uitgestooten
bedrag werd aanvankelijk op
f
28 millioen berekend,
doch is gebleken het bedrag van
f
194 millioen niet
te overschrijden.
Inmiddels werden bij de wet van 4 Maart 1935
S. 74, tot wijziging van de wet van 15 Juli 1929 S. 388,
uit den uitgavenfactor der financieele verhoudingswet
de werkloosheidslasten geschrapt, omdat ter zake van
de werkloosheidsvoorziening een speciale financieele
verhouding tusschen Rijk en Gemeenten tot stand
kwam.
De tcge-nwoorclige fina,nciering.
Bij de wet van 4 Maart 1935 S. 76, nadien gewij-
zigd, houdenle voorzieningen terzake van gemeente-
lijke kosten van werkloosheidszorg, werd het
Werlc-
loosheidss’ubsicliefonds
ingesteld. Uit de considerans van deze wet blijkt duidelijk, dat men de werkloos-
heicisuitgaven als gemeentelijke uitgaven wilde blij-
ven zien en het behoeft dan ook geen verwondering te haren, dat men een systeem heeft trachten te vin-
den, waarbij de gemeenten met een redelijk deel der
hcnoodigde gelden werden belast.
liet meest essentieele element der wet noemde de
Regeering het feit, dat de heffingen, waarmede, hoven
de Rijksbijdrage, het fonds zal worden gevoed, aan de gemeenten worden onttrokken. Een in de wet bepaald
gedeelte der gemeentelijke belastingcapaciteit werd
ten behoeve van het fonds afgezonderd (het z.g. pré-
Ièvement), waardoor bereikt werd dat een deel der
helastingopbrengsten van ,,rijke” gemeenten kon wor-den aangewend mede ter bestrijding van cle werkloos-
heidsuitgaven van ,,arme” gemeenten. Een nivellec-
ringsproces dus.
Naast de Rijksbijdrage en het gemeentelijk préiève-
ment, ontvangt het fonds nog de opbrengst van een
aantal opcenten op de lioofdsom der vermogensbelas-
tiug en inkomstenbelasting, voor het jaar 1039 naar
raming
f
6 millioen.
Het zou te ver voeren te behandelen, welke belas-tingen aan de gemeenten werden onttrokken, genoeg zij de vermelding, dat het prélèvement gelijk gesteld
kan worden aan X van de gemeentelijke belasting-
capaciteit.
WTij
verwijzen verder voor de inkomsten
naar de hierna volgende begrooting van het fonds.
Met voorbijgaan van de regeling eener fondsuit-
keering aan gemeenten, die zich voor de heffing van
de gemeentefondshelasting in de 2e of 3e klasse heb-
hcn gerangschikt en daardoor méér aan prélèvement
aan het fonds afstaan, dan gemeenten uit de ie
klasse, rest OnS thans de bespreking van de wijze,
waarop mede met behulp van de middelen van het
fonds, de gemeentelijke werkloosheidsiasten – voor
zoover deze in den gewonen dienst der gemeentehe-
grooting voorkomen – worden gefinancierd.
Aan daarvoor in aanmerking komende gemeenten
kunnen ten laste van het fonds
gewone bijdragen
worden verleend in:
de Icosten van steunuitkeeringen aan werkloozen;
cle kosten van arbeidsloonen betaald hij werkver-
schaffing aan werlcloozen;
de kosten van steunverleening aan kleine hoeren
en tuinders;
cl.
de Icosten van contrôle op werkloozen;
cle delcking van het uitgestooten bedrag.
Aan dezelfde gemeenten kunnen
bijzondere bijdra-
gen
worden verleend, indien:
liet hegrootingsevenwicht is verstoord door de
werkloosheidsiasten (extra-bijdrage);
de gemeente moeilijkheden ondervindt, ten ge-
volge van het prélèvement (belastingbijdrage).
De
gewone bijdra.ge
wordt
a
fonds perdu verleend
en vastgesteld aan de hand van een schaal. Men telt
de uitgaven, genoemd onder
a
en
b
en – met eenige beperking – die van
c
tezamen en percenteert deze
op de helastingcapaciteit der betrolcken gemeente. In
cle schaal vindt men dan naast dit percentage een an-
der percentage, dat aanduidt tot welic gedeelte de
werkloosh eicisuitgaven zullen worden vergoed.
Een voorbeeld: de belastingcapaciteit eener ge-
meente is
f 100.000.—,
de uitgaven
a, b
en
c
zijn
f
50.000.—, het percentage is dus 50. In de schaal
leest men nu af, dat 68.4 pCt. dezer uitgaven zullen
worden vergoed.
De werking van dit tweede percentage is zoo ge-
steld, dat, eerst indien de uitgaven 15 pøt. van de
helastingcapaciteit uitmaken, 0.1 pOt. wordt vergoed
en dat, indien de uitgaven 10634 pOt. van de belas-
tingcapaciteit uitmaken, 85 pCt. der uitgaven wordt
vergoed. Hierboven of hier beneden werkt de schaal,
wat de gewone bijdrage betreft, niet.
Stijging
of
daling der belastingcapaciteit heef t automatisch ten-
gevolge daling of stijging van subsidiepercentage.
Het systeem zal een ieder duidelijk zijn: men wil
de gemeenten naar draagkracht belasten met de werk-
loosheidsuitgaven en men bereikt aldus, dat de ge-meenten eerst 25 pOt. van haar belastingcapaciteit aan het fonds afstaan (prélèvement) en vervolgens
zelve met 15 püt. van haar belastingcapaciteit de
uitgaven financieren, zoodat in totaal 40 pCt. van
de gemeentelijke helastingcapaciteit bestemd is voor
de dekking van. werkloosheidsuitgaven. Indien deze
uitgaven bedoelde 15 pCt. te hoven gaan krijgt cle
gemeente het schaalpercentage. Dit beweegt zich tus-
schen 0.1 en 85, afhangend van de verhouding tus-
schen uitgaven en helastingcapaciteit.
De
extra-bijdrage
bedraagt nooit meer dan noodig
is om het bedrag der gewone bijdrage in de werkloos-
heidsuitgaven op te voeren tot 99 püt. der uitgaven
en wordt – althans in 1937 – op 10 püt. der belas-
tingcapaciteit na (het z.g. renteloos voorschot) ?i fonds perdu verleend.
De
belastingb’ïjdrage
bedraagt nooit meer dan het
prélèvement en wordt A fonds perdu verleend. Is na deze drie bijdragen nôg een begrootingstekort
aanwezig, dan is de gemeente noodlijdend en ontvangt
onder tal van voorwaarden Rijksonderstand ten laste van het Departement van Binnenlandsche Zaken.
De
bijdrage in de contrôlelcosten
bedraagt 50 pOt.
van de uitgaven wegens helooning van personen, die
voor het uitoefenen van deze contrôle, wat aantal en
salaris betreft, onder goedkeuring van den Minister
van Sociale Zaken in dienst der gemeente zijn.
Het is ondoenlijk in dit bestek het groote aantal
voorschriften en ministerieele circulaires te bespre-ken, die moeten worden in acht ge.nomen, alvorens
een der bijdragen uit het fonds wordt verkregen. Wij
willen slechts vermelden, dat voor de gewone bij-
drage wordt verlangd, dat de gemeente zich gedraagt
naar de voorschriften door den Minister van Sociale
Zaken gesteld of nog te stellen ten aanzien van steun-
verleening en werkverschaffing aan werkloozen, de
desbetreffende administratie en contrôle op de werk-
loozen daaronder begrepen en dat, alvorens een bij-
660
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 September 1939
zondere bijdrage wordt verleend, de geheele gemeen-
tebegrooting aan een onderzoek wordt onderworpen,
waarbij gestreefd wordt naar verlaging der uitgaven
en verhooging der inkomsten.
Op een uniforme stamkaart voor iederen werkloo-
ze, houdt de gemeente aanteekening van, haar geheele
financieele beleid ten aanzien van dezen werklooze.
Binijenkort zal uit deze. stamkaarte.n statistisch ma-
teriaal worden samengesteld.
De ramingen terzake van de werkloosheidsuitgaven
zijn onderworpen aan een contrôle, ingesteld vanwege
de Ministers van Financiën, Binnenlandsche Zaken
en Sociale Zaken. Een aantal begrootingscontroleurs
reist daartoe – ieder in een eigen district – de ge-
meenten rond.
Deze controleurs onderzoeken ter plaatse de ramin-
gen, maken van hun bevindingen rapport op en aan
de hand van deze rapporten worden de ramingen
beoordeeld en zoo noodig gewijzigd.
In den loop van het jaar kunnen de raming en daar-
mede het in het vooruitzicht gestelde bijdrage-percen-
tage eenige malen veranderen. De eindafrekening vindt
omstreeks Juni van het daaropvolgende kalenderjaar
plaats, doch voordien worden de gemeenten geholpen
met voorschotten, omdat ten laste van de betrokken gemeente in den loop van het jaar de steunbedragen
en de arbeidsloonen der werkverschaffing worden be-
taald. De gemeente zendt daartoe maandelijks aan den
Minister van Sociale Zaken voorschotaanvragen in.
Deze voorschotten beloopen ten hoogste 90 pOt. van
de vermoedelijke gewone bijdragen. Op de bijzondere bijdragen, die in den 1001) van het
jaar op een onveranderhaar bedrag worden gefixeerd,
wordt een voorschot van 70 pOt. verleend.
Langs vele wegen worden de gemeenten voorts
bijgestaan in andere uitgaven, de werkloozen betref-
fende. Wij noemen den B-steun, de spaarregeling, en.
de steunverleening aan kleine grondgebruikers, voor
zoover deze niet door het fonds wordt gefinancierd.
Tenslotte nog een enkele opmerking over de positie
van het fonds. Doordat de inkomsten van, het fonds jaarlijks vrijwel vaststaan, doch onvoldoende waren
om de uitgaven te dekken, zijn groote tekorten ont-
staan. Met inbegrip van de rentelooze voorschotten,
kan het tekort, gekweekt in de jaren, dat het fonds
heeft gewerkt, gesteld worden op ruim
f
78 millioen.
De Werkingsduur van het fonds is in de wet zelve
beperkt tot en met het jaar 1939. De Regeering zal
zich dus moeten beraden omtrent continueering of herziening van deze regeling, niet alleen omdat de
wet dit vergt, maar ook omdat bezwaarlijk berust kan
worden in de groeiende tekorten. Tot goed begrip der
situatie volgt hieronder een overzicht van de begroo-
ting 1939 van het fonds.
Begrooting
1939 –
Werkloosheidssubsidiefonds –
Gewone Dienst.
Inkomsten
I
Uitgaven
Rijksbijdrage
f
53.000.000
Uitkeer. betreffende
Opc. Hoofdsom
de classificatie voor
vermogens en
d Gemeentefonds.
inkomstenbel.,,
6.000.000
belasting ……..
f
1.400.000
Prélèvement ,,
45.621.000
Steunverleening
‘
97000000
f
104.621.000
Werkverschaïfing 5 ”
I.Jitgestooten bedrag,, 1.570.000
Belastingbijdrage
1),,
4.651.000
Nad. Saldo Rek.
’36,,
19.144.816
Totaal..
f
123.765.816
‘) Het restant van de beiastinigbijdra.ge ad
f
7.349.000
en de geiiee’le extra-bijdrage ad
f
14.250.000,
teizasnen
f
21.599.000
is naar dein kaip’itaaidien’st overgebracht, om-
dat op dein gewonein d’ienst geen ‘dekking ‘aanwezdg was.
Het feiteuijik tekort
1939,
met inbegrip van Jiet renteloos
voorschot aan de gemeenten bedraagt dus
f
19.144.816 plus
f
21.599.000
is
f
40.743.816.
G.
F. W.
HAItTUNO.
DE N.V. MAATSCHAPPIJ VOOR
INDUSTRIEFINANCIERING.
Oprichting.
Verschillende personen van iiiteenloopende rich-
ting hebben er in de laatste jaren in’ ons land de
aandacht op gevestigd, dat de ontwikkeling van het
industrieeic bedrijfsleven, welke voor de toekomstige
welvaart van onze zich steeds uitlyreidende bevol-
king zoo noodzakelijk is, belemmerd wordt, doordat
ondernemingen, die niet groot genoeg zijn om door
een emissie een beroep op de kapitaalmarkt te doen,
zeer moeilijk den weg kunnen vinden om te voorzien
in haar behoefte aan investeeringen op langen termijn.
De gewone banken beschouwen, vooral omdat zij
zelf haar geld in het algemeen als korte deposito’s ter
beschikking krijgen, deze credietgeving op langen ter-
mijn – terecht – niet als haar terrein en de parti-
culiere kapitaalbelegger geeft in den regel de voor-keur aan een iets lagere rente met de zekerheid, dat
hij zijn beleggingen steeds liquide kan maken, dan
aan, belegging in incourante fondsen met alle risico’s
daaraan verbonden
.. Zoo ontstond langzamerhand de
overtuiging, dat het van belang was voor onze in-
dustrieele ontwikkeling om in deze lacune in de
kapitaalverstrekking te voorzien.
Mede op initiatief van Prof. Geuissen werd in Lini-
burg met dit doel de Limhurgsche Industriehank op-
gericht en het is niet te verwonderen, dat toen door
het Werkfonds 1934 de gelegenheid werd geopend oni
van Staatswege credieten te verstrekken aaii indus-
trieele ondernemingen, teneinde deze in staat te stel-
len door uitbreiding of verbetering van haar outil-lage, nieuwe of betere producten te vervaardigen,
Prof. Gelissen, als Minister van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart, deze mogelijkheid aangreep, om het
Limburgsche initiatief een meer algemeene, basis te
geven. Immers, daardoor kon niet alleen tot op zelcere
hoogte de bestaande lacune in de verleqping van ere-
dieten op langen termijn worden aangevuld, doch
kreeg de Overheid tevens een nieuw middel, dat, te-
zamen met de reeds bestaande maatregelen met be-
trekking tot de industrialisatiepolitiek, kon dienen
om de industrieele ontwikkeling van ons land in de
juiste banen te leiden.
Als zoodanig kon het tevens bijdragen tot de be-
strijding der werkloosheid en de blijvende verruiming
van de werkgelegenheid.
Uit dit initiatief ontstond, nadat de Regeering bij
de wet van 18 Juli 1936 Stbl. No. 634 de bevoegdheid
had verkregen om het aandeelenkapitaal te verschaf-
fen, op 30 September 1936 de N.V. Maatschappij voor
Industriefinanciering. De N.V.-vorm was niet toe-
vallig, men wilde hiermede, zoowel het particuliere
karakter van deze nieuwe instelling, als dein zakeuij-ken grondslag van haar werkzaamheden vastleggen.
Organisatie.
Met deze vennootschap werd dus, zij het dan ook
met Staatsgeld, het idee van een centrale industrie-
bank, in ons land verwezenlijkt.
Het in de statuten omschreven doel is het ver-
strekken van credieten op langen termijn aan, het
deelnemen in het kapitaal van en het verleerten van
bemiddeling voor het verstrekken van financieelen
steun aan bestaande of nieuw op te richten indus-
trieele ondernemingen, voorzoover werkverruiming
of behoud van werkgelegenheid in de Nederlandsche
industrie daardoor kan worden bevorderd.
Het kapitaal is onlangs gebracht op
f
2.000.000
en is met uitzondering van één aandeel geheel-in han-
den van den Staat der Nederlanden. In de kapi taals-
behoeften der vennootschap wordt, voorzoover het
aandeelenkapitaal daartoe ontoereikend is, voorzien
door geldleeningen uit ‘s Rijks kas en of door al of
niet onder ‘s Rijksgarantie te sluiten geldleeningen.
De vennootschap wordt bestuurd door een Raad
van Bestuur, bestaande uit ten minste 5 leden, t.w.
6 September 1939
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
661
twee hoofdambtenaren van het Departement van Eco-
nomische Zaken, van wie één het voorzitterschap be-
kleedt, één hoofdambtenaar van het Departement van
Financiën en tenminste twee personen uit het par-
ticuliere bedrijfsleven.
De leden worden benoemd door de algemeene ver-
gadering van aandeelhouders uit een bindende voor-
dracht van tenminste twee personen voor iedere
plaats, op te maken door de Ministers van Economi-
sche Zaken en van Financiën
1).
De Raad van Bestuur is belast met liet besturen
van de zaken der vennootschap, met het beheer van
haar vermogen en niet haar vertegenwoordiging in
en buiten rechten. Onder verantwoordelijkheid van
het Bestuur is een directie benoemd, die belast is
met de dagelijksche leiding van de werkzaamheden. De algemeene vergadering van aandeelhouders staat
onder leiding van den Minister van Economische
Zaken.
Crediev erlee’aing.
Het karakter van de credietverleening is in de
eerste plaats aanvullend en overbruggend. Dit hetee-
kent, dat de betrokkene zelf een belangrijk deel van het te investeeren kapitaal moet kunnen verschaffen
en dat het crediet zoo spoedig mogelijk moet worden
afgelost.
Het ligt, zooals reeds uit de doelstelling blijkt,
niet op den weg van de Maatschappij voor Industrie-
financiering de taak te vervullen, die de gewone ban-
ken bij haar credietverleening op korten termijn ver-
richten. De credieten van de Maatschappij voor In-dustriefinanciering kunnen uitsluitend worden aan-
gewend voor investeeringen op langen termijn en niet
voor het bedrijfskapitaal, dat noodig is voor het fi-
nancieren van bepaalde orders en het daarmede ver-
band houdende verschil tusschen de debiteu ren- en
crediteurenrekeningen. Juist door dit verschil met de
gewone banken behoudt ieder zijn eigen functie en is er ook steeds plaats voor onderlinge samenwerking.
Ook is het niet de bedoeling van de Industrie-
financiering, om ondernemingen, die door verkeerde
investeeringen of onjuist beheer zijn vastgeloopen,
zonder meer crediet op langen termijn te verschaf-
fen, teneinde de oorspronkelijk als kortloopend be-
doelde credieten, waarvan de tegenwaarde niet meer
of slechts ten deele aanwezig is, terug te betalen.
Een belangrijk ])uhlt is verder, dat het crediet werk-
verruiming en niet uitsluitend werkverplaatsing moet geven. Het zou Onjuist zijn Staatsgelden beschikbaar
te stellen, indien het eenige gevolg daarvan zou zijn,
dat in de onderneming van den credietnemer welis-
waar een aantal nieuwe arbeiders tewerk wordt ge-
steld, doch door het beperkte afzetgebied in een
andere soortgelijke onderneming eenzelfde aantal
arbeiders werkloos zou worden. Dit beteekent echter
niet, dat nimmer zou kunnen worden medegewerkt
aan de productie van artikelen, die in technischen
of econornischen zin een voortgang breng-en.
Aangezien de credietverleening geschiedt in over-
eenstemming met de algemeene economische politiek
der Regeering, is er steeds een nauwe samenwerking
met het Departement van Economische Zaken en in
het bijzonder met het daaronder ressorteerende Cen-
traal Instituut voor Industrialisatie
2).
Daardoor wordt
tevens voorkomen, dat -door het verstrekken van het
crediet de betreffende onderneming een ongewenschte
voorkeurspositie verkrijgt ten opzichte van soortge-
lijke fabrieken in denzelfden tak van bedrijf, of dat
Voor de eerste maal zijn tot leden van den Raad van
Bestuur benoemd, de heeren: Dr. H. M. Hirsdhf old, Mr.
Dr. A. A. van Rhij.n, Mr.- Dr. A. van Doorni.nck, Mr. D:
Crena de Iongh, A. Spanjaard en C. F. J. Schellens van
wie de eerstgenoemde het voorzLttei-schap bekleedt.
–
De plaatsvervangende leden ‘van de drie eerstgenoemden
zijn res.p. de hoeren: G. J. Teppema., Dr. W. L. Groeneveid
Meyer en Mr. H. Albarda.
Men zie hiervoor het artikel van Mr. E. D. M. Koning
in E.-S.B.
No. 1235
van
30
Aug. jl. ,,Taak en Structuur
van hot Centraal Instituut voor Industria.lisatie”.
de uitvoer van producten van andere bedrijven in
belangrijke mate geschaad zou kunnen worden.
Overigens is het nog van belang er de aandacht
op te vestigen, dat de credietverleening op zakelijke
voorwaarden plaats vindt en dat er dus geen sprake
kan zijn van steun in den vorm van subsidie of een
rentelooze leening.
Voorwaarden der credietverleeriing.
Wij zijn hiermede genaderd tot de voorwaarden,
waaronder de credietverleening plaats vindt.
Er wordt thans een rente van 5 pOt. ‘s jaars be-
rekend en bij het openen van het crediet een afsluit-
provisie van 2 pOt. De aflossing is in het algemeen
progressief, in dien zin, dat in een bepaald aantal
jaren (7 h 15 jaar) het geheele bedrag moet worden
terugbetaald. Vervroegde aflossing wordt op prijs ge-
steld..
Als onderpand worden de zekerheden gevraagd, die
daarvoor in de eerste plaats in aanmerking komen,
zooals hypotheek op de onroerende goederen, eigen-
domsoverdracht van de machines, verpanding van
octrooien of eventueel een persoonlijke borgstelling.
In vele gevallen is het noodig nog voorwaarden te
maken betreffende het achterstellen van andere schul-
den, het niet aangaan van bezwarende verbintenissen op langen termijn, enz.
Indien daartoe aanleiding is, kan ook een finan-
cieele reorganisatie verlangd worden, alvorens over
het crediet kan worden beschikt. Overigens worden
nog verschillende voorwaarden gesteld, die min of
meer samenhangen met het karakter van de crediet-
verleening. In dit verband zij het mij vergund eenige kantteekeningen te maken bij het lezenswaardige ar-
tikel van Mr. R. van Hasselt in E.-S.B. van 31 Mei jl.
over de Maatschappij voor Industriefinanciering
3).
Wij zijn er ons volkomen van bewust, dat credieten, zooals de Industriefinanciering die verstrekt, in feite
kapitaalrisico dragen en dus de renumeratie daar-
mede in overeenstemming zou moeten zijn. Dit komt
tot op zekere hoogte ook in de voorwaarden van- onze
credietverleening tot uitdrukking. In de meeste ge-
vallen krijgen wij, boven de normale rente van 5 pCt.
en de afsluitprovisie van 2 pOt., recht op een zeker
winstaandeel, dat de debitrice aan ons verschuldigd
wordt, indien bijv. op haar aandeelenkapitaal meer
dan een bepaald bedrag wordt uitgekeerd. Bij kleine
zaken is veelal bepaald, dat wij, indien winst’ wordt
gemaakt, een hoogere rente
krijgen.
Ook zijn er ge-
vallen, waarin wij het recht hebben verkregen om
ons crediet h pari om te zetten in aandeelenkapitaal.
Op deze wijze meenen wij ons recht om mede te pro-
fiteeren, wanneer met ons geld belangrijke winsten
worden gemaakt, te kunnen effectueeren, zonder dat het vaste lasten op de betreffende onderneming legt.
Ook andere voorwaarden onzer credietverleening
staan min olf meer in verband met het kapitaalrisico.
Zoo behouden wij ons steeds het recht voor, ons ere-
diet direct
01)
te zeggen, wanneer de leiding- van de
betreffende oderneming gewijzigd wordt. Ditzelfde
recht hebben wij, wanneer de aandeelhoudersverga-dering van de debitrice een hooger dividend wil uit-
keeren dan wij toelaatbaar achten. Bij eigen zaken
wordt voor .ht bedag, dat de eigenaar voor zich privé
uit de zaak mag nemen, een maximum gesteld.
Oik is, gezien den betrekkelijk, langen duur van
het crediet, onze relatie met de debitrice in het alge-
meen anders, dan bij een-door liquide zekerheden ge-
dekt crddiet op koï-ten termijn. Onze zekerheid moet
feitelijk gevonden worden in den gang van zaken van
de betreffende onderneming en ons contact met de
debitrice moet daarmede – verband houden. Daarom
hebben
wijS
ook steeds he recht de commissarisver-
gaderingén van de betrokken vennootschappen bij te
wonen.—
Uit het bovenstaande moge blijken, dat wij zoo .goed
Zie E.-S.B. van
31
Mei jl. ,,Financier.ing op middel-
matigen en langen termijn van kleine en middeigroote in.
dustrieën”, blz.
440.
662
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 September 1939
mogelijk aan de, door ons ook erkende, bezwaren van
Mr. Van ilasselt trachten tegemoet te komen. Deze
vergeet echter een belangrijk bezwaar, dat hij ons
tegen het nemen van aandeelen bestaat. Onze crediet-
verleening is in beginsel overbruggend en geen doel
op zichzelf. Wij helpen, doch met de vooropgestelde
bedoeling, dat, hoe jammer het ook is een goede rela-
tie te verliezen, wij zoo gauw mogelijk moeten worden
afgelost. Vervroegde aflossing is dan ook niet alleen
toegestaan, doch wordt ook op
•
prijs gesteld. Dit is
echter bij het nemen van aandeelen zeer moeilijk.
Het zijn in het algemeen zeer incourante papieren,
die men niet kwijt raakt. Afgescheiden daarvan is
ook de formeele positie van den aandeelhouder een
geheel andere dan die van den crediteur en al mogen wij dan ook in feite mede-ondernemer zijn, juridisch
is het in den regel beter crediteur te blijven. Om
deze twee redenen meen ik, dat, tenzij men de grond-
slagen geheel zou wijzigen, bij onze huidige indus-
triefinanciering het nemen van aandeelen uitzonde-
ring zal moeten blijven.
Verleende credieten.
Ten aanzien van de verleende credieten kan men
onderscheiden: de Werlcfondsgaranties.
Dit zijn credieten, die door een gewone bankin-
stelling zijn verstrekt met garantie van den Staat (Werkfonds) De Mij. voor md. fin. beheert deze
garanties voor den Staat. In totaal zijn er 70 van zoodanige garanties gegeven tot een bedrag van
f
2.925.360 (wo. voor motorkustvaartuigen 55 ad
f
402.350). Op 1 Jan. 1939 stonden hiervan nog uit
34 tot een bedrag van
f
414.165 (w.o. motorkustvaar-
tuigen
28
ad
f
142.465). Er waren dus reeds 36 (wo.
27 mnotorkustvaartuigen) geheel terugbetaald, terwijl
het terughetaalde bedrag met inbegrip van cle gedeel-
telijke aflossingen
f
2.511.195 beliep.
de Werlcfondscredieten.
Deze zijn voorzoover zij nog uitstonden, bij de in-
stelling van de Mij. v. md
. fin. door deze laatste
van den Staat overgenomen. In totaal waren er 14
verstrekt tot een bedrag van
f
2.287.500. 01) 1 Jan.
1939 stonden er nog 5 uit, tot een bedrag van
f
162.000, 9 waren dus reeds geheel terugbetaald;
het afgeloste bedrag was met inbegrip van de gedeel-
telijke aflossingen
f
2.125.500.
de eigen credieten van de Maatschappij voor In-
dustrie financiering.
Vanaf de oprichting in September 1936 heeft cle
Mij. v. md. fin. thans in totaal toegestaan 48 cre-
dieten (event. deelnemingen in het aandeelenkapitaal
eener onderneming) tot een bedrag van
f
3.610.000
(w.o. 18 ad
f
144.000 voor motorkustvaartuigen). Hiervan waren
01)
1 Juli 1939 4 credieten (wo. 2
voor motorkustvaartuigen) reeds geheel terugbetaald.
Het afgeloste bedrag was met inbegrip van de ge-
deeltelijke aflossingen
f
91.481. Door de credietnemers
was op 1 Juli 1939 in totaal opgenomen
f
2.010.369,
zoodat nog over
f
1.408.150 beschikt kan worden.
Wat dit laatste bedrag betreft, moet men bedenken,
dat het bouwen van een fabriek of het aanschaffen
van machines dikwijls betrekkelijk geruirnen tijd vor-
dert en men uiteraard het crediet steeds zoo laat
mogelijk opneemt.
In het totaal toegezegde bedrag zit een bedrag van
f
650.000 aan preferente aandeelen in een drietal
ondernemingen, terwijl een bedrag van
f
250.000 be-
trekking heeft op een Werkfondscrediet, dat met ga-
rantie van den Staat door de Mij. v. md
. fin. is
overgenomen. Een onderscheiding van de credieten
naar het doel, waarvoor zij werden bestemd, volgt
nog (zie bovenaan volgende kolom), waarbij het laatst-
genoemde crediet ad
f
250.000 uiteraard slechts een-
maal geteld is.
De eerste vier groepen omvatten voornamelijk het
terrein, waarop de Mij. v. Industriefinanciering
tegenwoordig werkzaam is, de laatste vier zijn voor
het meerendeel nog uit den Werkfondstijd.
Credietverleening tot 1 Sept. 1939.
Doel
Verleende credieten
Aantal
Bedrag
Bouw van een nieuwe fabriek ……
11
f
1.317.000,–
Uitbr. v. d. fabricagev. e. nieuw art
16
,,3.166.000,-
Uitbreid. of verbetering der outillage
13
,,
747.210,-
Medewerking aan fin. reorganisatie
4
710.000,-
7
f
1.790.000,—
Financiering van één bepaalde order
4
,,
193.800,—
Instandhouding der liquiditeit……..
75
..
,,
625.350,-
Scheepsbouw ……………………
1
,,
23.500,-
Bestrijding jeugdwerkloosheid ……..
Totaal ……….
.131
fS.572.SOO,-
Een enkele opmerking nog over de meening, dat
,,de kleine en middengroote industrie niet gediend
is met ons instituut”. Wat de klein-industrie betreft, is inderdaad gebleken, dat voor het verstrekken van
kleine credieten een centrale instelling als de Mij.
v. Industriefinanciering minder geschikt is. Dit is
dan ook in hoofdzaak de reden geweest, dat de Re-
geering thans gelden beschikbaar heeft gesteld om
met medewerking van de Nederlanclsche Midden-
standsbank de zoogenaamde werktuigcredieten bene-
den
f
5.000 te verstrekken
).
Voor de allerkleinste
creclieten heeft men de Borgstellingsfondsen.
Aan den anderen kant is het niet juist, dat wij cle
middelgroote bedrijven over het hoofd zien.
Van de 56 tot 1 Sept. 1939 verleende industrieele
credieten waren er 33 van
f
50.000 of mi:ncler met een
gemiddelde van
f
27.000, 19 van
f
50.000 tfm
f
300.000 met een gemiddelde van
f
170.000 en 4
boven
f
300.000.
Tenslotte volgt hier nog cle balans van de Vennoot-
schap per 1 Juli 1939.
A c t i e f.
Kas, giro, bankier …………………..
f
11.755,-
Staat der Ned. rek. crt. saldo ……….
..2.050.635,-
Te vorderen iuterest en Provisie ………., 22.814,-
Credieten onder Staatsgarantie ……….
eigen risico ……………….,, 1.322.869,—.
Deelnemingen……………………..
…………………………,
1,_
Totaal ……..
.f
4.249.074,.—.
P as s
i
e 1.
Aandeelenkapitaal …………………..
f
2.000.000,-
Reserve voor credieten ………………
.,,
30.000,-
Saldo winst 1 Jan. 1939 …………….
..,
2.092,-
Leeningen Staat der Nederlanden ……
betalen onkosten en interest ……….,
5.344,-
Personeelfonds
……………………
baten en lasten le halfjaar 1939
,,
55.375,-
Totaal ……..
.f
4.249.074,-
In het bovenstaande is een overzicht gegeven van
de industrieele credietverleening door het Werkfonds
en na 1 October 1936 door de N.V. Maatschappij voor
Industriefinanciering.
1
–
let heeft weinig zin reeds thans een critisch
oordeel over de resultaten te vellen. Wel mag het tot
verheugenis strekken, dat rceds een zoo groot gedeel-
te van het totale bedrag der verleende credieten is
terugbetaald. Wanneer men daarin een aanwijzing
mag zien van den goeden gang van zaken bij de be-
treffende ondernemingen, dan mag men voorloopig
concludeeren, dat door deze credietverleening nieuwe
en ruimere bestaansmogelijkheden voor het Neder-
landsche volk zijn bevorderd en een blijvende werk-
verruiming is verkregen. De tijd zal moeten leeren, of
het aandeelenkapitaal van de Maatschappij voor In-
dustriefinanciering zakelijk beschouwd rendabel ge-
noemd zal kunnen worden. Op het oogenhlik zijn er
echter geen aanwijzingen, w’aardoor men ons het recht
zou kunnen ontzeggen, daaromtrent nog zekere illu-
sies te koesteren. B.
BÖLEI.
4)
Zie iriervoor het artikel van Mr. J. E. Foekens in
E.-S.B. No. 1235 van 30 Aug. jl. ,,Langloopende ci-ed-icten
aan ambachtslieden en kleine i ndustrieelen”.
6 September 1939
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
663
DE BETEEKENIS DER WELVAARTS-
POLITIEK IN NEDERLANDSCH-INDIË.
Nederlandsch-Indjë kan in economisch opzicht
worden onderverdeeld in twee gedeelten, t.w. de Bui-
tengewesten en Java met Madoera. In eerstgenoemd
gebied is de bevolking vrij schaarsch en bestaat nog
overvloed van maagdelijken grond, terwijl door vele
investeeringen van uitheemsch kapitaal in cultures
en mijnhedr.ijven het welvaartsniveau sterk gestimu-
leerd wordt. Daar is dus in het geheel geen sprake
van overbevolking.
Geheel anders is het echter gesteld met Java en
Madoera. In dat gebied is de bevolking veel dichter
en neemt zij met 500.000 ii 600.000 personen per jaar
toe, terwijl weinig grond meer beschikbaar is. Een
groote investeering van kapitaal, dat uit den vreemde
moest komen wegens ernstig gebrek aan eigen kapi-
taal, is daar daarom noodzakelijk geweest om een
ernstige overhevolking te voorkomen, liet is dan ook
begrijpelijk, dat het grootendeels opdrogen van den
stroom van buiten] an dsch kapitaal, welk verschij n-
sel zich sinds een tiental jaren voordoet, liet bevol-
kingsprobleem op Java en Madoera weer acuut
maakte.
Vermindering van de toestrooming van uitheemsch
kapitaal.
1-let jaar 1929 is een keerpunt, geweest in cle ont-
wikkeling van de investeering van uitheemsch kapi-
taal in Indië. De op het eind van dat jaar uitgebro-
ken crisis luidde een zeer ernstige depressie in,
welke, behoudens een korte onderbreking in 1936
en 1937, ook nu nog heerscht. Een van de voor-
naamste redenen van liet thans nog voortduren
van dezen toestand is ongetwijfeld gelegen in de
groote onzekerheid op internationaal politiek gebied,
die de ondernemers van het doen van investeeringen
af schrikt.
Voor Nederlandsch-lndië ligt de oorzaak echter
toch nog dieper. De internationale economische ont-wikkeling heeft er toe geleid, dat de meeste cultures,
waarvoor het uitheemsche kapitaal zich interesseerde
(de thee-, kina-, rubber- en suikercultures), alsmede
cle tinmijnbouw aan een productieheperking werden
onderworpen, zoodat op dit gebied niet veel nieuwe
investeeringen meer kunnen worden gedaan. Daar-
mccle is het kanaal, waardoor cle belegging van
het uitheemsche kapitaal placht te geschieden, groo-
tendeels verstopt geraakt. Deze factor is van veel
ernstiger karaicter dan de hoogergenoemcle, omdat liii
van structueelen aard is, terwijl het zich bovendien
laat aanzien, dat – wegens de moeilijkheid om
nieuwe belangrijke heleggingsterreinen te vinden –
zijn invloed lang zal doorwericen.
Vorenbedoelde ontwi kiceling is, zooals gezegd, zeer
ongunstig voor Java en Madoera, omdat de bevolking
er op zeer sterke wijze blijft toenemen en de gevolgen
van deze toeneming thans niet meer, zooals weleer,
door omvangrijke investeering van uitheemsch kapi-
taal voor een groot deel kunnen worden geneutrali-
seerd.
Zooals te begrijpen is, heeft deze toestand in
Nederlandsch-Indië reeds in ruimen Icring de aan-
dacht getrokken en heeft het niet ontbroken aan
plannen om daarin verbetering te brengen.
Particuliere
mv
esteering in nieuwe objec ten.
Het ligt voor de han’d, dat men tracht nieuwe
objecten te vinden voor kapitaalsbelegging, doch deze
liggen allerminst voor het grijpen. Naar nieuwe cul-
tures (tabak (voor sigaretten), katoen, zijde, vlas, jute, roselle, derris, houtolie, enz.) wordt naarstig
gezocht, doch resultaten, die groote irmvesteerings-
perspectieven openen, kunnen eventueel eerst later
worden verkregen.
Ook wordt wel gedacht aan meerdere particuliere
kapitaalsinvesteering in boschexploitaties, doch deze
zijn van belang voor de Buitengewesten en niet voor
Java en Madoera.
Verder zijn de eerste stappen gedaan tot inidustria-lisatie, waartoe het uitheemsche kapitaal medewerkt.
De vooruitzichten eener – grootindustrie in een nog
overwegend agrarisch land als Nederlandsch-Indië
zijn echter nog onzeker en in elk geval zal de uit-
breiding dezer industrie vooralsnog niet dan in Vrij langzaam tempo kunnen geschieden. Ook zullen de
gunstige resultaten voor de bevolking wegens het
weinig arbeidsintensieve karakter van die kapitaal-
intensieve industrie voorshands beperkt blijven.
Overheids- of semi-ov erheidsinvesteeringen in
nieuwe objecten,.
De omstandigheid, dat het particuliere kapitaal zich
tegenwoordig in het algemeen afzijdig houdt, heeft
verschillende economen op de gedachte gebracht, dat
de tijd rijp zou zijn voor een overheids- of semi-over-
heicisinvesteering op groote schaal, welke voorloopig
geen winst zou behoeven te maken, dan wel voor een
tijdelijke dividendgarantie van overheidswege ten
behoeve van ondernemingen, clie nieuwe wegen in-
slaan.
Op beperkte schaal is dit reeds geschied ten aan-
zien van een nog weinig ontgonnen gebied, t.w.
Nieuw-Guinea, waar in 1938 van overheidswege een
proef-cultuurbedrijf is opgericht en waarvoor
f
1.2
millioen beschikbaar is gesteld.
Hoogerbedoelde plannen gaan echter veel verder.
Volgens deze zou op groote schaal kapitaal geïnves-
teerd worden in nieuwe objecten, die particuliere
ondernemers op eigen risico nog niet aandurven.
Ongetwijfeld zijn deze denkbeelden begrijpelijk in
een tijd, dat particulier kapitaal in groote hoeveel-
heid aanwezig is en ongebruikt wordt gelaten, omdat
daartegenover onvoldoende vraag van ondernemers-
zijde bestaat.
Afgezien van de mogelijkheid van haar practische
toepassing, waarop in dit verband niet verder zal
worden ingegaan, mag echter niet, uit het oog wor-
den verloren, dat deze investeeringen, waarbij vooral
aan agrarische, hoschbouwkundige en mijnbouwkun-
dige objecten gedacht wordt, in het bijzonder aan de
Buitengewesten ten goede zouden komen, terwijl
Java en Madoera er de meeste behoefte aan hebben.
Hieraan wordt niets afgedaan door de omstandigheid
dat, zooals nader zal worden uiteengezet, tegenwoor-
dig een niet onbelangrijke migratie van uit Java naar
de Buitengewesten plaats vindt. De lcolonisatie in de
Buitengewesten geschiedt immers op maagdelijke
gronden, die ver verwijderd zijn van de aan onder-
nemingen uitgegeven gronden.
Wil de overheid investeeringen stimuleeren, welke
in het bijzonder aan Java en Madoera teu goede
komen, dan zou dat vooral moeten geschieden op
het gebied der groote nijverheid. Op dit gebied
wordt echter reeds een en ander gedaan en wel in
dezen vorm, dat door faciliteiten bij de oprichting
van bedrijven (b.v. door vrijstelling van invoerrecht op de eerste ingevoerde machines) en door het gel-
dende stelsel van invoerrechten en contingenteeringen
– dat overigens in hoofdzaak voor andere doelein-den is ingesteld – de vestiging van nieuwe levens-vatbare industrieën op Java wordt aangemoedigd.
De vraag rijst, of men aldus op len duur niet tot
betere resultaten komt dan door de oprichting van
overheids- of semi-overheidsbedrijven dan wel door
tijdelijk divi dendgaran ties van overheidswege.
Overigens zij er nogmaals op gewezen, dat de
gunstige resultaten van een grootindustrie op Java
eerst langzamerhand zullen kunnen worden verkre-
gen, zoodat langs dezen weg voorloopig geen oplos-
sing van het bevolkingsvraagstuk mogelijk is.
Noodzaak van overheidsingrijpen Ier handhaving
van de volkswelvaart.
In verband met de hiervoren vermelde factoren
664
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 September 1939
en omdat het uitheemsche kapitaal zich in liet alge-
meen afzijdig houdt terwijl de overheid zelf slechts in
vrij beperkte mate economisch verantwoorde investee-
ringen kan stimuloeren, blijft tenslotte slechts
éu oplossing over, t.w. dat de overheid als zoodanig
maatregelen neemt ter handhaving van de volkswel-
vaart. Deze maatregelen, welke grooten deels reeds
lang worden toegepast en in de toekomst met kracht
zullen worden voortgezet en uitgebreid, bestaan in
het tegemoetkomen aan de natuurlijke inertic der
bevolking, door aan de bevolking de middelen aan de
hand te doen tot handhaving van haar welvaarts-
niveau. Zij kunnen worden gesplitst in verbetering
van de productieve werkzaamheid der bevolking en
in hulp bij de overplaatsing der bevolking van dicht-
bevolkte naar minder dichtbevolkte gebieden van den
Archipel.
Opvoering van de prodvctieve werkzaamheid der
bevolking.
Deze politiek omvat in de eerste plaats verbetering van den inheemschen landbouw. Hieraan wordt sinds
de 19e eeuw door technische irrigatie veel gedaan,
terwijl sinds omstreeks 1910 door den van overheids-
wege ingestelden 1 andbouwvoorlichtingsdienst de
werkzaamheid der inheemschen zelf wordt verbeterd.
Vorenomschreven taak is hierom van zooveel hetee-
kenis, omdat Nederlandsch-Indië een overwegend
agrarisch land is en de bodemcultuur, speciaal ten
aanzien van voedselgewassen, weliswaar naar Ooster-.
sche opvatting intensief is, maar naar Westersch in-
zicht nog voor groote verbetering en dus hoogere
1)10-
ductie vatbaar is. In tegenstelling tot Nederland
heeft de wet van de afnemende rneerophrengsten zich
namelijk bij den inheemschen landbouw van Neder-
landsch-Indië nog niet doen gelden.
Naast vorenbedoelden maatregel, welke voor de
volkswelvaart verreweg de grootste heteekenis heeft,
wordt veel gedaan aan stimuleering van de inheem-sche nijverheid door bevordering van de toepassing
van technische verbeteringen. Volgens een recente
berekening kunnen op deze wijze telken jare opnieuw
40.000 personen (d.w.z. arbeiders en hunne huis-
genooten) aan levensonderhoud worden geholpen.
Verder wordt de afzet van producten op de bin-
nenlandsche markt bestudeerd en aangemoedigd en
het credietwezen bevorderd. Het credietwezen onder-ging reeds een belangrijke verbetering door instelling in 1904 van het Volkscredietwezen, waardoor het der
bevolking gemakkelijker werd gemaakt uit handen
van woekeraars te blijven, zoomede door de vaststel-ling in 1938 van een Woekerordonnantie (ter vervan-
ging van een vroegere, welke in 1916 tot stnnd kwam)
en van een (ieldschietersordonnantie. Tenslotte wordt
door oprichting van coöperaties ten aanzien van ere-
dietverleening, schuldbevrijding (voor zoover inheeni-
schen onder een overmatigen schuldenlast gebukt gaan), inkoop van materialen en verkoop van pro-
ducten mede getracht de bevolking te bevrijden van
het overwicht van credietgevers en tusschenhande-
laren.
Overheidshulp bij migra,tie van de bevolking.
Van groote beteekenis is ook de hulp, die de over-heid verleent bij het migreeren van inheemschen van
dichtbevolkte gedeelten van den Archipel (speciaal
Java en Madoera) naar minder hevoikte streken (ver-
schillende gedeelten van de Buitengewesten). In 1938
migreerden ruim 32.000 personen; het aantal zal voor
1939 waarschijnlijk worden opgevoerd tot 40
ut
50.000,
terwijl er naar wordt gestreefd om binnen niet te
langen tijd 100.000 personen per jaar te laten ver-
huizen. Hoeveel dit aantal
;
dat uit leden van jonge
gezinnen bestaat, te beteekenen heeft, blijkt uit, be-rekeningen van het Centraal Kantoor voor de Statis-
tiek te Batavia, rolgens welke een jaarlijksche mi-
gratie van 150.000 van dergelijke personen in staat
zou zijn de bevolkingstoeneming grooteiideels op te
vangen.
Deze verplaatsing van een deel der bevolking zal
vooral in de toekomst haar invloed doen gelden, zoo-
dat op den duur een veel ruimere verspreiding van
de bevolking over den Archipel en dus een beter even-
vieht tusschen de bevolking der Buitengewesten en
die op Java en Madoera zal worden verkregen dan
thans bestaat.
Conclusie.
De gang van zaken is derhalve aldus, dat terwijl
tot in 1929 cle investeering van uitheemsche kapitalen
in Neder]andsch-indië een zeer groot aandeel had in
het opvangen – in liet bijzonder op Java en Madoera
– van de toeneming der bevolking, het zwaartepunt
sindsdien meer is komen te liggen in de bevordering
der volkswelvaart door de overheid. Deze situatie zal
waarschijnlijk nog in afzienbaren tijd blijven voort-
bestaan. Mr. D. J.
HuLslloFr POL.
AANTEEKENINGEN.
De economische weerbaarheid van Frankrijk.
1)
Door de Septembercrisis in 1938 is, evenals elders
ook in Frankrijk zoowel op het terrein der militaire
defensie als op dat der economische en financieele weerbaarheid een tekort aan voorbereiding aan het
licht gekomen. Sindsdien is reeds veel verbeterd, en
nog steeds worden maatregelen getroffen, om, in ge-
val van een oorlog, zoo weinig mogelijk risico te loo-
pen, dezen door uitputting te moeten verliezen. De regeering van Frankrijk spant al haar krachten
in om een goed functionneerende industrie te waar-
borgen.
A.
De econonciche weerbaarheid.
De voorraadvorming en de levensmiddelenverzor-
ging vereischen niet veel moeite; het probleem van
dc productiemogeljkheid neemt meer aandacht in
beslag
2).
Het is het probleem van de produetiecapa-
citeit, den arbeidstijd, de oprichting van nieuwe be-
drijven, de productie-omschakeling, de strategisch
belangrijke standplaats, e.d.
De Regeering Daladier heeft het productietempo
der industrie doen versnellen, den arbeidstijd verlengd
en de arbeidsdiscipline hersteld. Men tracht zooveel
mogelijk de productievoorwaarden te verbeteren en een kostprijsdrukkende productie-uitbreiding onder
alle omstandigheden mogelijk te maken. Tevens treft
men maatregelen om de rentabiliteit der verschillende
industrieën te verhoogen, o.a. door te bepalen, dat
hij 45-urigen arbeidstijd niet meer de loontoeslag over
de vijf extra uren betaald behoeft te worden. Deze
maatregel geeft uiteraard een besparing op de ar-
beidskosten.
De economische hcrsteimaatregelen van Reynaud
hebben ook voornamelijk betrekking op de verhooging
van de produetiviteit: afschaffing van de 40-urige
werkweek; overwerkvergunning wordt op eenvoudige
aanvraag verleend. De extra-betaling, die hierdoor
noodzakelijk is geworden, wordt wettelijk geregeld.
In verband met de grootere winsten der oorlogsin-
dustrie is een extra-winstbelasting ingesteld. De nieu-
we arbeidsverordening is er ook op ingesteld de pro-
ductie te bevorderen.
Deze regeling houdt zich o.m. bezig met de in-
schakeling van werkloozen in het bedrijfsleven. De
arbeiders, die ondersteund worden, zijn verplicht ieder aanbod, dat hun tegen normaal loon gedaan
wordt, aan te nemen, ook wanneer verhuizing daar-
door noodzakelijk wordt. In geval van verhuizing over
een afstand van meer dan 25 1cm, wordt een vergoe-
(ling uitgekeerd. Hiermee hoopt men de centralisa-
tie van arbeidskrachten op te heffen, en daarmee aan
t)
Dit opatel werd reeds enkele weken geleden gesohre-
ven. (Redactie).
2)
Volgenh een artikel uit de ,,Neue Züreher Zeitun.g”
van 30 April en 1 Mei 1939, waaraan een en ander is
ontleend.
6 September 1939
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
665
het plaatselijke gebrek aan arbeiders tegemoet te
komen.
De industrieën zijn volgens het militair-economische
organisatiepian in drie groepen ingedeeld. De
eerste groep
vormt de eigenlijke bewapen ingsindustrie:
staal – en ijzeri ndustrie, mijnbouw, electricitei tshedrij –
ven, wegen- en bruggenbouw, petLoleumondernemin-
gen. Deze fabrieken staan onder contrôle van den
Staat, die voor de voorziening met grondstoffen en
arbeidskrachten onder alle omstandigheden zorg-
draagt.
De
tweede groep
omvat de bedrijven, die voor de
dekking van cle noodzakelijke levensbehoeften der
burgerbevolking zorgen.
De
derde groep
bestaat uit industrieën, die vol-
gens het militair-economische organisatieplan in
noodgevallen stilgelegd kunnen worden, hetzij voor omschakelihg naar de eerste of tweede groep, hetzij
om arbeiders vrij te maken voor andere doeleinden.
De verplaatsing van de hewapeningsindustrie naar
strategisch beter gelegen provincies alsmede de po-
gingen om deze industrie meer te verspreiden, namen
gedurende de laatste maanden steeds in heteekenis
toe. Op verzoek van de Regeering zijn cle industrieën,
die met staatsorders belast zijn, reeds met cle oprich-
ting van nieuwe bedrijven, en de verplaatsing der
oude begonnen.
Reynaud lieef t dit proces trachten te besioedigen
door uitvaardiging van eenige besluiten; op 5
Januari 1939 o.a. de vergemakkelijking van de uit-
gifte van nieuwe obligaties op de binnenlancische
markt voor nieuw op te richten bedrijven, en ver-
MAANDCIJFERS.
Lndexcijfers van Nederlandsche aandeelen.
1)
Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterc
De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt
laging van het registratierecht over het bedrag der
kapitaalsuitbreiding bij expansie der bestaande on-
dernemingen.
De bekende vliegtuigmotorenfabriek Onome &
Rhône richt in de nabijheid van Saintes een reus-
achtige fabriek op, en het electrotechnisch be
drijf van het Thomson-Houston Concern sticht een
nieuw grootbedrijf
in
Nevers, om de bewapenigs-
opdrachten te kunnen uitvoeren. In het algemeen is
het hoofddoel de decentralisatie van de Parijsche
industrie.
De grondstoffen- en voedingsmidctelenvoorziening.
In geval van oorlog is het zaak aan grondsloffen
en voedingsmiddelen geen gebrek te hebben. Daarom
is men bezig oude voorraden te vernieuwen en aan
te vullen, en nieuwe aan te leggen. Daar deze vobr-
raden op den duur toch niet toereikend zullen zijn,
blijven de bedrijfstakken, die de voorraden kunnen
aanvullen, hetzij in het moederland, hetzij in de
koloniën, steeds uitermate belangrijk.
Frankrijk kan. een groote hoeveelheid belangrijke
grondstoffen, o.a. rubber, mangaan, pyriet, koper,
zink, chroom en phosphaat uit eigen gebied betrek-
ken. Breekt er een oorlog uit; dan zal de invoer ge-
schieden door middel van speciale invoercentrales.
Wat betreft de Organisatie van de. levensmiddelen-
distributie, is de militair-economische arbeid verlicht
door het feit, dat de Fransche productie het grootste
deel van cle behoefte kan dekken. Vooral de voorraad-
vorming van graan staat op den voorgrond, na de
ervaring in den wereldoorlog opgedaan, waarin aan
,amsche effectenbeurs. Basis
2
Januari
1929 = 100.
ns onderstaand overzicht:
•
Banken
Kunst-
Electri. Handels-
Industrie
zijde
citeit
ondern. Mijnbouw
Olie
Rubber
1
Scheep- Suiker
Tabak
Thee
1
vaart
1
waarde
Gem.
’29
101.9
73.1
119.-
114:4
95.6
88.6
99.1
100.2
95.-
99.9
87.3
92.7
103.2
’30
94.2
34.1
90.1
100.4
71.6
63.9
93.1
52.1
71.-
76.2
65.5
74.5
84.3
’31
73.6
22.7
60.7
83._
52.2
45.9
52.3
48.2
47.1
46.3
45.5
46.3
55.1
’32
48.3
13.6
45.6
70.7
38.4
33.4
34.1
17.6
29.3
27._
25.8
30.8
37.-
’33
51.5
10.7
48.7
80.7
41.-
40.-
41.-
26.7
28.2
27.4
25.4
39.5
40.5
’34
47.1
16.7
48.1
77.-
37.7
47.3
39.-
40.6
22.2
23.2
26.2
50.2
39.4
’35
50._
14.1
52.1
69.9
39.7
49.4
43.8
43.2
23.7
24.4
29.3
47.1
42._
’36
56.8
13.9
57.6
78.2
50.2
58.2
73.1
58.7
34.8
37.1
44.8
51.5
55.2
’37
73.3
26.2
77.8
108.5
78.-
77.-
99.-.
101.1
73.6
60.4
59.-
76.4
77.7
’38
67.-
17.7
75.3
123.7
70.7
72.-
82.7
71.5
65.4
53.9
51.8
67.4
69.-
Jan.
’38
71.1
19.2
77.1
118.7
72.5
70.1
90.8
76.-
70.7
54.5
55.1
69.8
73.-
Feb.
71.-
18.1
78.6
119.1
71.8
71.9
88._
72.1
68.1
52.-
56.1
68.2
72.2
Mrt.
69.8
18…
76.7
118.7
69.7
72.5
82.8
68.2
65.6
50.5
54.6
66.8
69.7
April,,
68.1
16.5
75.4
120.6
68.2
68.9
80.7
63.9
63.6
48.8
51.7
64.4
67.7
Mei
67.4
16.4
75.8
122.2
69.3
69.5
79.3
84.3
64.1
49.1
50.9
63.7
67.4
Juni
64.-
16.2
75.1
124.2
68.9
71.8
79.9
64.1
62.5
51.7
49.6
64.1
66.8
Juli
67.8
19.4
76.2
130.7
72.2
75.4
85.4
77.5
66.4
56.3
52.8
68.3
706
Aug.
67.5
19.1
75.7
126.9
72.4
74.9
84.7
76.8
64.5
57.-
52.2
69.2
70.2
Sept.
64.1
17.5
70.5
121.4
68.3
70.-
80.5
71.9
61.6
54.4
49.
66.2,
66.3
Oct.
65.7
18.-
74.5
127.4
72.3
73.4
82.8
77.-
67.-
56.5
52.4
70.5
69.2
Nov.
64.8
17.8
75.1
128.-
72.4
73.1
81.5
75.6
66.7
57.7
50.7
69.8
68.8
Dec.
63.5
16.8
73.6
127.7
71.1
72.8
78.1
72.6
65.1
58.1
47.3
68.3
67.-
Jan.
’39
61.3
16.1
70.3
124.8
.
68.-
71.6
77.3 67.9
Feb.
59.6
15.3 69.2
122.8
65.8 67.2
76.6
64.9
Mrt.
59.5
16.4
70.3
121.2
66.1 66.1
77.-
65.4 Apr.
55._
14.7 65.1
108.7
61.9
60.1
71.2
57.6
Mei
57.6
15.8
67.9
116.7
65.4
65.-
74.5 59.7
Juni
57.9
15.7
69.7
120.8
63.8 64.9
76.4
60.8
Juli
56.4
15.4
67 6
121.1
62.3 63.5
74.6
58.6
Aug.
56.-
15.1
67.3
120.9
62.1
62.7 73.2
59,4
lndexcijfer
der
totale beurswaarde
2
Januari
1939 13.794.681.000
‘
100.
4
Jan. 100.1
1
Feb.
93.7
1
Mrt.
96.4
5
Apr.
89.9
3
Mei
88.7
7
11
97.6
8
93.7
8
97.7 12 85.5 10
,,
91.5 14
18
95.5
15
93.3 15
.
95.9119
84.-: 17
90.321
25
90.222
93.422
90.1126
87.7124
,,.
90.728
29
..
90.2
•
31
..
93.6
1)
Men zie voor de toelichting op dit Gverzicht het nummer van E.-S.B.
63.4
53.9
44.8
66.4
64.8
60.9
51.4
43..
63.9
63.3.
60.9
52.2
40:9
64.5
63.7
57.2
49.7
34.6
61.3
58.8 60.6
53.9
34.4
61.4
61.6
59.-
54.-
36.2
62:-
62.6
56.9
51.6
33.1
60.1
60.8
56.9
50.8
32.-.
59.3
60.1
Juni 94.9 5 Juli 89.- 2
Aug.
90.8 ‘
92.7 12 …..89.1 9
89.9
92.1 19
,, ‘ 89.9 16
.
89.2
90.126 •
90.8 23,.
,,
85.7
30′
88.1
van 12 Febr.
1936,
blz. 120.
Nadruk verboden.
666
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6
September 1939
Frankrijk op een kritiek moment het gevaar van een
hongersnood voor oogen stond.
Hierin zal cle verklaring liggen van de overeen-
komst, die Frankrijk met Roemenië en. Zuid-Slavië
heeft aangegaan, betreffende de levering van mals.
De mobilisatie der arbeidskrachten.
Het probleem, hoe het menschenmateriaal te vinden
voor de opgevoerde productie, met instandhouding
van het leger, kost der Regeering heel wat hoofd-
brekens. Waarschijnlijk zullen de oudere lichtingen
daarvoor worden bestemd, terwijl vrouwen beschikbaar
gesteld zullen worden voor huipdiensten en de pas-
sieve luchtverdediging.
De meeste zorg geeft de arbeidsvoorziening in de
bewapeningsindustrie; hier heerscht nl. een uitge-
sproken. gebrek aan geschoolde arbeiders. De ouder-
dom van de ondersteunde werkloozen is een maatstaf
voor den graad van bruikbaarheid. In het district
Parijs zijn meer dan
25
pOt. der werkloozen boven de
60
jaar en ruim
45
pOt. boven de
50
jaar. De invloed
van het verlies aan menschen in den oorlog
1914-18 doet zich hierbij ook gevoelen.
Uit het tekort aan geschoolde arbeiders is te
verklaren, dat de door de vakvereeniging voorgestel-de werkdag met drie ploegen, ieder van
8
uur, in de
bewapeningsindustrie moest mislukken. Den eenigen uitweg bood de invoering van overwerk, dus een ver-
lenging van den arbeidstijd, waarvoor de Regeering
Daladier, zooals uit de publicatie der decreten blijkt,
reeds gezorgd heeft.
Behalve het inschakelen der oudere lichtingen en
het beroep op de vrouwen, komen nog twee methoden
in aanmerking, nl. het beroep
0])
de bewoners van
Fransche koloniale gebieden en op de in Frankrijk
aanwezige buitenlanders.
Indien de zeeverhinding tusschen Frankrijk en
Noord-Afrika niet te zeer belemmerd wordt, zal de
hulp van de ,,overzeesclie Franschen” zeer wel te
verkrijgen zijn.
Ook op de aanwezige vreemdelingen zal Frankrijk
waarschijnlijk niet vergeefs een beroep doen; van de
ongeveer
4
millioen vreemdelingen is het aantal
politieke vluchtelingen en staatloozen zeer groot.
De aantrekking van huiteniandsche arbeidskrach-
ten zal de gaten gedeeltelijk opvullen. De onlangs ge-
troffen regeling tav. de vraag naar huitenlandsche
arbeidskrachten bevat dan ook de mogelijkheid tot
re:juisitie, resp. mobilisatie daarvan.
De olievoorziening.
Afgezien van de voorziening met Mosoel-olie, doet
Frankrijk alle mogelijke moeite nieuwe bronnen te
vinden, o.a. door deelneming in oliemaatschappijen
(o.a. in Iran), of door de productie zelf ter hand te
nemen (Marokko). Ook spant men alle krachten in
om in eigen land olie aan te horen, waarmede men –
blijkens een recent courantenbericht – onlangs in
het departement Ariège succes heeft gehad
8)
De tegenwoordige invoer komt vnl. uit Irak. Daar-
naast heeft de Regeering met Roemenië een contract
afgesloten t.a.v. de levering van olie en olie-
producten. Overeengekomen is de afneming van
700.000 ton olie en van
400.000
ton olieproducten,
met een totale waarde van
500
millioen Francs, welke
gebruikt zullen worden voor de betaling van oorlogs-
materiaal, dat Frankrijk aan Roemenië heeft geleverd.
Van belang is, dat Frankrijk in
1938
groote olie-
raffinaderijen heeft gebouwd, met een jaarlijksche
capaciteit van 0 millioen ton, waarvan de hedrjfs-
technische structuur aan het oorlogsverhruik is aan-
gepast: Militair-economisch gezien, was de belangrijk-
ste opgave de ophooping van geweldige voorraden
van ruwe olie. De grootte der opsiaggelegenheid van
olie en benzine is sedert den oorlog
1914-1918 vol-
gens een bepaald plan uitgebreid; in
1936
was de in-
houd der beschikbare tankinstallaties
3.5
milhoen
ton. Door voortdurende uitbreiding zal de inhoud nu
wel
5
milhioen ton bedragen. Natuurlijk zijn maatre-
gelen getroffe.n om deze tankstations in oorlogstijd
te beschermen: de importeurs zijn verplicht een deel
van de ingevoerde olieproducten in aangelegde on-
dergrondsche plaatsen te bewaren; de bovengrondsche
zijn alle door afweergeschut beschermd.
Met de uitbreiding der tankstations is gepaard ge-
gaan een uitbreiding der tmuikvloot. Deze bedroeg in
1020, 1936
en
1938
resp.
261.000, 400.000
en
521.000
ton, terwijl medio
1939
nog
32.000
ton in aanbouw was.
8)
Zie in
dit verband Jict zoeken naar olie
in
Europa”
in E.-S.13. No. 1233, d:d. 16 Augustus ji. blz. 623.
AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van 1000
kg.)
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
27
Aug.-2 Sep.I
Sedert
Overeenk.
27
Aug.-2 Sep.I
Sedert
Overeenk.
1939
–
1938 1939
1
Jan. 1939
t
ij
dvak 1938
1939
t Jan. 1939
tijdvak 1938
Tarwe
……….
22.319
562.590
781.340
–
47.989
5.295
610.579 786.635
Rogge
……………..
1.458
134.478
131.951
–
1.700
–
136.178
131.951
300 11.621
12.578
– –
–
11.621
12.578
Boekweit ………………
32
467.925 849.322
1.250
63.003 66.623
530.928 915.945
Gerst
………..
17.372
212.217 280.408
–
11.514 11.504
223.731
291.912
Haver
…………
3.453 152.003
131.845
–
2.360 8.312
154.363
140.157
Maïs ………………….
..
123.997 118.886
5.687
208.968
160.749
332.965
279.635
Lijnkoek
…………..
1.750
54.547 40.677
–
150
125
54.697 40.802
Lijnzaad
…………….600
.
43.397 39.672
–
5.446 8.710
48.843
48.382
Tarwemeel
………….240
m
Andere
eelsoorten
..
1.405 18.187
21.793
–
4.314 3.779
22.501
25.572
Noot
bij
groothand
1)
Tarwe:
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2; van Jan.
1931 tot 26 Sept. 1932 79 kg La Plata; van 26 Sept. 1032
tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2; van 5 Febr. 1934 tot
6 Juli 1936 80 kg La Plata; van 6 Juli 1936 tot 30 Nov.
1936 Manitoba; van 30 Nov. 1936-2 Aug. 1937 Bahia
Blanca; van 2 Aug.-16 Aug. 1937 La Plata; van 16-
23 Aug. 1937 Bahia Blanca; van 23 Aug. 1937-19 Juni
1938 La Plata; van 19 Juni-15 Aug. 1938 Bahia Blanca;
van 15 Aug-S Sept. 1938. Hardwinter No. 2. Van 5-12
Sept. 1938 Hardwinter No. 1. Tot 28 Nov. 1938 80 kg Zuid-
Russisehe.
Rogge:
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16
Dec. 1929 A.merican No. 2; van 16 Dec. 1929 tot 26 Mei
1930 74/5 kg Hongaarsche; vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei
1932 74 kg Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct.
1933 No. 2 Canada; van 2 Oct. 1933-25 Oct. 1937 LaPlata.
Van 25 Oct. 1937-20 Maart 1939 74
leg
Russi.sehe.
Gerst:
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 t&t 9 Febr.
eisprijzen.
(Zie blz. 668/669)
1931 Amer.ican No. 2; van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932
64/5 kg Zu.id-Russisohe; van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3;
van 19 Sept. 1932 tot 24 Juli 1933 62/63 kg Zuid-Rus-
sische; van 24 Juli 1933-7 Oct. 1935 64/65 k.g La Plata;
van 7 Oct. 1935-18 Mei 1936 62/63 leg Zuid-Russische;
van 18 Mei 1936-23 Aug. 1937 64/65 kg La Plata; van
23 Aug. 1937-1 Jan. 1938 64
1
/65 kg Russische; van 1 Jan.
1938-31 Jan. 1938 65/6 kg Russisehe. Van 31 Jan. 1938
-7 Juni 1938 64/65 leg Rassische. Van 7 Juni 1938-20
Maart 1939
. 64/65
leg
Amer. No. 3. Van 20 Maart 1939-
4 Sept. 1939 64/65 kg La Plata.
Mais:
Tot Jan. 1937 2000 kg La Plata. Van Jan. 1937-
4 Sept. 1939 Amer. Mixed No. 2.
Lijnzaaci:
Vanaf 1 Jan. 1938 per 1000 leg tevoren per
1960 kg. De vroegere prijzen werden herleid op basis van
1000 kg.
Benzine:
Tot 11 Juli 1039 Gulf Rap.
64/660
375 EP.
Ten aanzien .vaa de vliegtuigbenzine zijn premies
vastgesteld voor raffinaderijen, welke een betere kwa-
liteit maken dan vastgerteld is. Mede hierdoor is de oktaanverhouding toegenomen, waardoor de kracht
der motoren met ongevëe.r 30 pOt. is vermeerderd. De
minimumproductie van vliegtuigbenzine wordt op
30.000
ton per jaar geschat.
Evenals in Italië en Duitschiand zijn ook in Frank-
rijk pogingen gedaan synthetische benzine te maken;
er is zelfs een productieschema voor opgesteld. In
1936
werd
20.000
ton geproduceerd. Men is van plan
de productie-capaciteit op
230.000
ton te brengen.
Als eersten maatregel van verderen uitbouw overwoog
men nog onlangs den bouw van een fabriek met een
capaciteit van 70.000 ton per jaar.
Niettegenstaande deze maatregelen zal Frankrijk
steeds aangewezen blijven op invoer. De legeriei-
ding moet er derhalve zorg voor dragen, in geval
van oorlog, den toevoer regelmatig door te laten gaan,
zoowel door bescherming van het productiegehied als
van de vervoerslijnen.
HYPOTHEEKRENTE IN NEDERLAND.
Am-
sterdam
rn en
Den
Volle
eigen- dom
Haag
u
Middel-
burg
Rotter-
dam
WO
e
4.67 4.98
4.93 5.01
4.98
4.70
4.89
1934 ……..
4.49 4.65 4.69 4.95 4.89 4.52
4.65
1935 ……..
4.54
4.54
4.58 4.80
4.50 4.40
4.44
1933 ………
1936 ……..
4.58
4.69 4.63
14.87
4.50
4.47
4.51
4.- 4.-
4.04
14.34
4.-
4.12 4.03
1937 ……… 1938 ……..
3.74
3.77
3.72
13.91
3.81
1
3.79 3.59
Jan. 1938
Febr…….
Maart ……
April …… Mei ……..
Juni……
Juli ……..
Aug…….
Sept…….
Oct………
Nov…….
Dec………
4.-
3.75
350
3.60
3.50
3.50
4.-
3.75
4.-
3.75
4
4-
3-4 3-4
3-
3. 4
3-
3-4
3
3-4
3.90
4.-
3.90
3.75
3.75 3.50 3.75 3.50 3.75
3.50
3.65
– 4_3
4)
4
4_3
4)
4.10 4-3k )
4 4_3 4)
3.75 4_3
6
– 4_3
4)
4.- 4
– 4
– 4_3
4)
4.- 4..3 4)
3.50 4
– 4_34)
4.14
3.75 4.15 3.72
3.52
3.81
3.75
3.69 3.50
3.76
3.92
3-4 3-4
3-
3-
3-
34_t
3
3
_
ff
Jan. 1939 . •
I
3.50
1
3j 13.7514.-14-31
5
ij
3.35
1
Febr…..3.50
3_4
3.75
—
4_3
4)
3.57
3_
3.50
3j
3.75
4.-
4-3k
)
•-
April
3.50
3j
3.75
–
4_3
4)
3.70
3
Mrt……
k[ei
..
3.50
3j
3.75
4._
4_3
5)
3.74
3_
Juni
,,
..
3.50
3_4
3.75 4.25
4_3
)
4.-
3
Juli
..
3.50
3-4
3.75
4.-
4_3
4)
3.82
*-
Aug……
4.-
4
3.50
–
4-31
‘)
–
1)
Bijzonder geval, geen maatstaf.
6)
Door bijzondere omstandigheden.
8) Enkele hypotheken A 4
0/.
)
Voor hypotheken op gebouwen 4
0/;
voor hypotheken op landerijen 31
0
/0.
5)
Voor hypotheken op gebouwen deels 4
oi,
deels
3
of;
voor hypotheken op landerijen 3j
0
/0.
Nadruk verboden
ONTVANGEN BOEKEN EN STATISTIEKEN.
Boeken.
Survey
of experiences in profit sharing and possi-
bitities of incentive taxation.
Report of the sub-
committee on finance to the United States Se-
nate. (Washington
1939;
United States Govern-
ment Printing Office).
Statistieken.
Aperçu de la démographie des divers pays du monde
1929-1936. Uitgave van het Centraal Bureau
voor de Statistiek. (‘s-Gravenhage
1939;
Prijs f8).
Hoeveel belasting betaal ik over
193911940?
Uitgave
van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
(‘s-Gravenhage
1939; N.V.
Drukkerij Albani.
Prijs
f
1.10).
6
Sep
er
1.39
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
667
STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.. isc.Wissels. 3
28Aug.’39
Ned
‘
Lissabon
…. 4
11Aug.’37
el.Binn.Eff. 3
28Aug.’39 Bk
Rrsch.in
Londen ……4
24Aug.’39
R.C.
328Aug.’39
Madrid ……5
15Juli’35
Athene ……….
6
4Jan.’37
N.-York F.R.B. 1 26 Aug.’37
Batavia
……..3
14Jan.’37
Oslo
…….. 3j
5Jan.’38
Belgrado ……..5
1
Febr.’35
Parijs
……2
3
Jan.’39
Berlijn ……….
4 223.ept.’32
Praag
……3
1Jan.’36
Boekarest
…… 3j
5Mei’38
Pretoria
…. 3j
15Mei’33 Brussel
……..
2
1
)6Juli’39
Rome ……..
4j 18Mei’36
Boedapest
……
4 28Aug.’35
Stockholm
.. 2j
1Dec.’33
Calcutta ……..3
28Nov.’35
Tokio….
3.46
11 Mrt.’38
Dantzig
……..
4
2Jan.’37
Warschau….
418Dec.’37
Helsingfors ……
4
3Dec.’34 Zwits. Nat. Bk.
4
25Nov.’36
Kopenhagen
…. 3j
22Feb.’39
1
)1
1
12% bankwissels i.z. verk. Belgische
prod. in het buitenland.
OPEN MARKT.
1939
1
1938J
193711914
2
28
Aug.!
21126
14119
29 Aug.!
30Aug.!’
20124
Sept.
2Sept.
Aug.
Aug.
3Sept.
14Sept.
Juli
31
2-3
1
/2
1
/2
1
18
11
4
1/
4
331
4
.431
4
4
3112-4112
31
4
.
3/
4
115
115
3.4114
Londen
Daggeld.
3.di
4
2) 21/
4
311
3
123I4
1
12
-1
1
1e1
‘/l
1
1-1
Partic. disc.
3151
je 2)
3718.
1
5/10
13/1_3718
11
110_
13
/io
1
7132
17
132_
9
116
01
14
3/
4
Berlijn
Daggeld..
2
3
1-3
21/
4
_3
211
4
5/5
21/
4
5/
8
231g-3
231
4
311
5
25/53111
Maande1d
231-5/g
2
3
/8-
5
/8
2
3
/-
5
/
2
3
1-
5
/
2314-3
21/
3
71
5
21137(5
Part, disc.
231
4
2314
2
3
14
214
2719
2318 271
Warenw.
..
41/
4_1/
4-
1
1
4/2
4.
1
/
4.1/
4
4..1j
4
New
York
Daggeld
1)
1
1
1
1
1
1
3/
1
Partic.disc.
1/
1
12
1
12
11
5
1/5
‘/2
1
1)
Koers van
1
Sept. en daaraan voorafgaande
weken
tjm. Vrijdag.
1)
Koers van
1
Sept.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavli
York
)
S)
)
S)
S)
1)
29 Aug. 1939
1.87%
8.13
71.-
4.66 31.70
100%
30
1939
1.87% 8.22
74.25
4.68.
31.80
100%
31
,,
1939
1.87%
8.17
74.-
4.68
31.95
100%
1
Sept. 1939
1.88%
7.88
70.-.
4.52%
32.-
100%
2
1939 1.88
7.95
72.-
4.55
32.30
100%
4
1939
1.88
7.58
65.-
4.35
3220
100%
Laagste
d.w1)
1.8614
7.15
62.-
4.15
31.25
100
Hoogste d.w’)
1.88y
4
8.30
75.-
4.72%
32.50
100%
Muutpariteit
1.469 12.1071
59.263
9.747
1
24.906
100
Data
Z
erland
Praaf
Boeka-
Milaan
Madrid
29 Aug. 1939
42.30
– –
–
–
30
,,
1939
42.32%
–
–
–
31
1939
42.40
–
–
–
–
1
Sept. 1939
42.60
– –
–
–
2
1939
42.45
–
–
–
–
4
1939
42.60
–
– –
–
Laagste d.w’)
41.90
–
–
–
–
Hoogste d.w’)
42.60
– –
–
–
Muntpariteit
48.003
7.371
1.488 13.094
48.52
Data
Stock-
1
Kopen-
Qslo)
1
Hel-
sing-
Buenos-
1
Mon
holm)
hagens)
fnr1
1
Aires’)
1
treal’)
29
Aug. 1939 44.70
– 4280
–
–
1.86
30 ,, 1939 4470 – 42.75
–
–
–
31
1939 44.90
–
42.70
3.821 –
1.84
1 Sept. 1939 –
–
–
3.85
–
2
1939 45.-
– 43.- 3.781 –
–
4
1939 44.85 36.35 42.80
–
–
–
Laagste d.w’) 43.- 35.- 41.- 3.72k –
1.82
Hoogste d.w’) 46.- 39- 44.- 3.90 –
1.87%
Muntpariteit 66.671 66.671 66.671 6.266 95%
2.1878
5) Noteering te Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In ‘t late of Zde No. van iedere maand kosn.t een overzidht
voor vail een aantal niet wekelijks opgenomun wieselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cablb).
D
0
a
Lonaen
($
per
£)
Parijs
($
p. IOOfr.)
1erlijn
($
p. 100 Mk.)
I
Arnslerdc
(8 P. 100 g
29 Aug.
1939
4.40
2,51%
40,00
53,57
30
1939
4,39%
2,5134
39,90
53,45
31
1939
4,32
2,47
39,75
53,40
1
Sept.
1939
4,25
2,42% 39,90
53,40
2
1939
–
–
–
–
4
1939
–
–
–
5Sept.
1938
–
–
–
–
funtpariteit..
1
4,86
3,90% 23,81%
40%
668
GROOTHANDELSPRLJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS-
EN
GENOT.
GERST
MAIS
R000E
BURMA RIJST
BOTER Ir kg.
KAAS
EIEREN
–
e
14.666
5960 kg
Marokko
Rotterdam per 2000 kg.
Bahia Blan-
Rotterdam
per 100 kg.
–
Loonzein
Fdammer
maar groote)
em.
no.
e
ng
van dit
,
loco
i
ca
oco
0
eram er cwt fob
Ran oon’sen
eeuwar-
Com
Crisis
Fabr.kaas
Eiermijii
Termijn-
Termijn-
80 kg Roe-
nummer
Rotterdam
noteer. op La Platal)
per
g.
noteer. op
meensche’)
ter
m
g
Zuivel-
gang exp.
Roermond
per2000 kg.
lol 2 mdd.
‘
1
2 mnd.
Locoprijs
HerI.Ned.Ct4_Not.
Centr.
per 50 kg.
P. lOO
St.
_f
%
1.
%
%
f
—
i
–
%
f
%
5h.
f
%
1
t
%
t
%
1927
237,-
110,2
171,50
89,3
176,-
87,1
12,475
102,5 13,82
5
110,1
14,75 109,3
6,83
104,5
1113
1
/4
2,03 98,4
–
43,30 95,0 7,96 99,3
..
1928
22850
106,2
208,50
108,6 226,-
111,9
13,15
108,1
12,57
5
100,1
13,475
99,9
6,43
98,4
10/7/4
2,11
102,3
–
48,05
105,4
7,99 99,6
1929 179,75
83,6
196,-
102,1
204,-
101,0
10,875
89,4
11,27
5
89,8
12,25
90,8
6,34 97,0
10/6
2,05 99,4
–
45,40 99,6
8,11
101,1
,.
1930
•
111,75
52,0
118,50
61,7
136,75
67,7
6,225
51,2 8,27
5
65,9
9,67e
71,7
5,09
77,9
8/5
1,66
80,5
–
38,45
84,4
6,72 83,8
.
.
1931
107,25
49.9 78,25
40,8
84,50 41,8
4,55 37,4 4,65
37,0 5,55
41,1
309
47,3
5/6
1,34
64,9
–
31,30
68,7
5,35
66,7
1932
100,75
46,8
72,-
37,5 77,25
38,2
4,625 38
1
0
4,70
37,4
5,225
38,7 2,59
39,6
5111
1
1
2
0,94 45,6
–
22,70
49,8 4,14
51,6
.
1933
Z
70,-
32,5 60,75
31,6
68,50
33,9 3,55 29,3
3,75 29,9
5,025
37,2
11
84 28,2
4J51(
0,61
29,6 0,96
20,20
44,3
3,71
46,3
.
1934
W
j
75,75
35,2
64,75 33,7 70,75
35,0
3,325
27,3 3,25
25,9
3,67
5
27,3
1,74
26,6
41714
0,45
21,8
1,-
18,70
41,0 3,45 43,0
1935
a
68,-
31,6
56,-
29,2 61,25 30,3
3,07
5
25,3
3,87
30,9
4,125
30,6 2,07
31,7
5181
1
2
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6
3,20
39,9
.
1936 1937
0
40,0 74,50
38,8
1
74,-
1
1
,-
36,6
4,27
5
35,1
5,75
5
45,8
6,27
5
46,5
5
2,19
2,70 33,5
5l7
1
1
0,58
28,1
0,885
17,55
38,5 3,50
43,6
1938
X
137,75 103,00
64,0
47,9
105,75
100,50
55,1
52,3
106,50
55.0 49,9
8,95
5,72
5
73,6
47,1
8,02 5,40
63,9
43,0 8,92
6,20
66,2
46,0 2,48
41.3
38,0
61-
517
0,78
0,80 37,9 38,8
0,67 0,58
19,75
21,27
5
43,3
46,7 3,96 3,98
49,4 49,6
Juli
1938
O
Z
103,75
48,2
104,75
54,6
106,75
50,1
5,95
48,9
5,375
42,8 6,77
5
50,2 2,74
42,0
611
1
(1
0,78
37,9
0,50
20,45 44,9
3,71
46,3
Aug.
a.i
86,75 40,3 98,25 51,2
102,25
47,9
5,05
41,5
4,70
37,4
5,775
42,8 2,88
44,1
6
1
5(4
0,76
36,9
0,55 21,325
46,8
4,17
5°,0
Sept.
80,50
37,4
96,25
50,1
105,25
49,4
4,27
5
35,1
4,15
33,0
4,80
35,6
2,81
43,0
6/3
1
l
0,78
37,9
0,57
22,80
50,0
5,-
62,3
Oct.
Z
79,-
36,7
89,25 46,5 96,50
45,3
3,975
32,7 3,52
5
28,1
4,02
5
29,8 2,39
36,6
51512
0,74
35,9
0,70
23,45
51,4
5,07
63,2
Nov.
IL1
81,-
37,7
84,50 44,0
91,-
42,7
4,30 35,3 3,35 26,7
3,65
27,1
2,08 31,9
4J914
0,76 36,9
•
0,70
22,325 49,0
4,90
61,1
Dec.
91,-
42,3 97,25
50,7
106,75
50,1
4,425
36,4
3,52
5
28,1
3,75
27,8 2,05
31,4
419
1
14
0,83
40,3
0,70
20,60 45,2
4,73 59,0
,
Jan.
1939
A
40,9 96,75
50,4
106,25
49,8
4,30 35,3
3,75
29,9
385
28,5 2,12 32,5
4111
1
14
0,84
40,8
0,625 20,075 44,0
4,29 53,5
rebr.
0
84,50 39,3
46,4 97,75
45,8
4,22
5
34,7
3,50 27,9
3,67
5
27,2
2,27
34,8
51214
0,86 41,7
0,60
19,95
43,8
3,41
42,5
Maart
11.1
89,75 41,7 89,25 46,5
98,25
46,1
4,22
5
34,7
3,575
28,5 3,62
5
26,9 2,42
37,1
5/5
3
1
0,80 38,8
0,60
18,15
39,8
3,50
43,6
April
>
93,-
43,2
90,75
47,3
101,25
47,5
4,25
34,9
3,575
28,5 3,82
5
28,4 2,57 39,4
5
1
93
1
4
0,75
36,4
0,55
16,57
5
36,4
3,55
44,3
Mei
91,-
42,3 89,75
46,7
100,50
47,2 4,10
33,7
3,925
31,2
3,95
29,3
2,65
40,6
611
0,69
33,5
0,55
17,45
38,3
3,40 42,4
J uni
90,75
42,2
90,50
47,1
97,25
45.6
3,90
32,1
3,475
27,7
3,82
5
28,4 2,62
40,1
511 l
3
0,75
35,4
0,60
1 7, 10
37,5
3,45 43,0
)uli
40,5
83,25
43,4
91,25
42,8
3,815
31,9
3,35 26,7
345
25,6 2,54 38,9
51912
0,76
36,9
0,54
16,55
36,3
3,49
43,5
Aug.
85,75 39,9 82,75
43,1
87,50
41,0 4,45 36,6
3,275
26,1
3,50 25,9
2,57
39,4
5/10
3
14
0,72
35,0
0,55
15,95
35,0
4,05 50,5
22-29
,,
,,
83,50 38,8
89,50
46,6
96,50
45,3
4,90 40,3
3,475
27,7
3,75
27,8
–
–
-)
0,74 35,9
0,55
16,-
35,1
4,30
53,6
29 Aug.-5 Sep.
41,8
_*)
105,-
49,2 5,20
42,7
_*)
29,7
–
_
_ )
0,72
35,0
0,55
16,25
1
35.7
1
4,
49,9
*) In verband
met
den
internationalen
toestand
geen
noteering.
JUTE
KATOEN
AUSTRALISCFIE WOL JAPAN. ZIJDE
RUBBER
.
,,Flrst Marks”
In olie gekamd
;
loco Bradford per Ib.
131
14
Dernier
Stand. Ribbed
Middllng Upland
Super FineC.P.
c.l.f. Londen
loco
Oom a
wit Or. D. te
Smoked Sheets
S
per Eng. ton
New York per Ib.
Liverpool per lb.
C ossbred Colonial
•
Carded 50’s Av.
Merino 64’S Av.
New York per Ib.
loco Londen p. Ib.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.
I
Herl.Ned.Ct.
I
Not.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
Heri.Ned.Ct.1
Not.
f
%
9
cts.
%
$cts.
cts.
%
pence
ets.
%
pence
ets.
%
pence
f
%
$
ets.
%
pence
1927
442,38
103,4
36.10/-
43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27 133,8
96,8
26,50 244,9
104,8
48,50
13,55
105,8
5,44 93
140,2 18,50
1928
445,89
104,2
36.16/11
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8
111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,75
1929
395,49
92,4
32.14/3
47,6
101,1
19,10
33,2 92,4
6,59
127,2
92,0
25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9 4,93
52
78,4
10,25
1930
257,97 60,3
21.6/9
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8
3,92
81,9
59,2
16,25
134,8
57,7
26,75
8,50
66,4 3,42
30
45,2
5,87
5
.
1931
.
1932
192,5
44,0
17.1j7
21,1
44,8
8,50
20,1
55,9 4,28
60,9
44,0
109,0
46,6
23,25
5,97 46,6
2,40
15
22,6 3,12
5
.
146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8
6,40
19,5
54,3
5,39 42,5
30,7 11,75
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12
18,1
3,375
1933 128,63
30,1
15.12/2
17,4
37,0 8,70
16,8
46
1
8
4,91
48,9
35,4
14,25
96,9
41,5
28,25
3,21 25,1
1,61
II
16,6
3,25
1934
Z
115,85
27,1
15.9/9
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8
4,37
51,4
37,2
16,50
95,8
41,0
30,75
1,92
15,0 1,29
19
28,6 6,25
1935
134,52
31,4
18.1118
17,6
37,4
11,90 17,7
49,3
5,87 42,2
30
1
5
84,5
36,2
28,-
2,41
18,8 1,63
18
27,1
6,-
1936
u
142,61
33,3
18.618 19,0
40,4
12,10
18,2
50,7 5,60
54,3
39,3
16,75 108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37,7
7,75
1937
4
183,46
42,9
20.814
20,8
44,2
11,44
20,0
55,7
5,34 89,0
64,4 23,75
132,7
56,8
35,50
3,30 25,8
1,865
36
54,3 9,50
1938 165,24
38,6
18.1513 15,7
33,3
8,64
15,1
42,0
4,08 61,9
44,8
16,75 96,1 41,1
26,-
2,99
23,3
1,64
27
40,7
7,25
Juli
1938
169,20
39,5
18.17110
16,1
34,2 8,88
15,7
43,7
4,20 60,9
44,0
16,25
97,1
41,5
26,-
3,22
25,1
1,775
28
42,2
7,50
Aug.
,,
•
174,59
40,8
19.10,8
15,3
32,5
8,37
14,7
40,9
3,95 61,4
44,4
16,50
96,8
41,4
26,-
3,11
24,3
1,695
29 43,7
7,87
5
Sept.
170,11
39,8
19.19
14,9
31,6
7,99
14,1
39,2
3,84
62,0
44,9
16,75
94,9 40,6
25,50
3,17
24,7
1,70
5
30
45,2
8,-
Oct.
171,48
40,1
19.1113
15,9
33,8 8,62
14,3
39,8
3,92
62,6
45,3
17,25
94,8 40,6
26,-
3,27 25,5
I,77
31
46,7 8,37
5
‘
Nov.
165,25
38,6
19.113 16,7
35,5 9,09
14,6
40,6
4,03
61,4 44,4
17,-
92,2
39,5
25,50
3,19 24,9
1,73
5
29 43,7
8,12
5
Dec.
163,83
38,3
19.116
15,9
33,8
8,62
14,4 40,1
4,03 59,3 42,9
16,50
89,5
38,3
25,-
3,22
25,1
1,75
29
43,7 8,12
5
Jan.
1939 178,37
41,7 20.151-
16,5
35,0
8,91
14,8
41,2
4,14
58,5
42,3
16,25
89,2
38,2
25,-
3,37
26,3
1,83
29
43,7
8,
Pebr.
,,
•
Maart
0
203,23
47,5
23.518
16,8
35,7
8,99
14,7
40,9 4,05
58,6
42,4
16,-
90,1
38,6
24,75
3,80
29,7
2,03 29
43,7
8,-
,.
208,49
48,7
23.1216
17,1
36,3 9,06
15,2
42,3 4,13
59,8
43,2
16,25
90,8
38,9 24,75
4,07
31,8
2,16
30
45,2
8,25
April
_
236,15 55,2
26.1613
16,7
35,5 8,86
15,2
42,3 4,15
59,9
43,3
16.25
89,2
38,2
24,25
4,38
34,2
2,32
29
43,7
8,
Mei
Juni
,,
Z
249,48
58,3
28.1113
17,7
37,6
9,51
15,8
44,0
4,33
62,3
45,1 17,25
87,6
37,5
24,-
4,81
37,5
2,575
29
43,7
8,125
Juli
231,90
217,84
54,2
26.71-
24.15111
18,7
39,7
9,91 16,2 45,1
4,42
65,3
47,2
17,75
91,4
39,1
25,-
4,71
36,8
2,50
30
45,2 8,25
Aug.
•.
182,63
50,9
42,7
20.1418
18,3 17,2
38,9 36,5 9,76
9,23
15,6
15,5
43,4
43,1
4,26
4,24
70,7
70,7
51,1 51,1
19,25
19,25
94,5 93.3
40,0 39,9 25,75 25,50
4,88 4,72
38,1
36,8
2,60
2,53
30
31
45,2 46,7 8,37
5
8,62
5
22-29
,,
,,
189,50
44,3
21.15/-
16,5
35,0
8,82
15,8
44,0 4,35
69,9
53,6
19,66
92,6
39,6 25,50
4,79
37,4 2,57
29
43,7 8,75
29Aug.-5Sep.
–
–
_*)
16,7
35,5
8,87b
– –
-)
–
–
_*)
_*)
4,59
35,82,45
30
45,2
8,75a
a) Noteering
van
31 Augustus.
b) Noteering
van
2 September.
c)
Noteering
van
1
September.
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
GIETERIJ-IJZER
•
ZINK
ZILVER
Standaard.
Loco Londen
gem. prompt en
1ev.
3
maanden
Loe
L nd n
Cleveland No. 3
(Lux
III)
gem. prompt en
cash Londen
°E
0
e
per
ng.
on
franco Middlesb.
per Eng. ton
1ev. 3 maanden
per Standard
per Eng. ton
Londen perEng.ton
per Eng. ton
f.o.b.
Antwerpen
Londen
p.
Eng. ton
Ounee
Herl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
I
–
lerl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.l
Not.
l-Ierl.Ned.Ct
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
.
1
%
£
f
%
£
f
%
£
f
%
sh.
f
%
Sh.
f
%
£
ets.
%
pence
1927
675,10
85,9
55.13111
295,75
106,5
24.8/1
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
72/9
39,10
98,9
6416
345,46
108,8
28.9/11
132
101,5
26
1
1
8
• 1928
771,20
98,1
63.14/9
256,15
92,2
21.3
1
4
2749,50
94,6
227.4/8
39,85
94,6
65
1
10
37,90
95,9
62
1
8
305,75
96,4
25.5/5
135
103,8
26
1
4
1929
912,55
116,1
75.9
1
7
281,10
101,2
23.4/11
2465,65
84,8
203.18
1
10
42,45
100,8
7013
41,55
105,1
6819
300,80 94,8
24.17/8
123
94,6
24
7
1
1930
.
661,10
84,1
54.13/7
218,70
78,8
18.115
1716,20
59,1
141.1911
40,50
96,1
67/-
35,95
91,0
5916
203,55
64,1
16.16/9 89
68,5
17
1111
1931
431,85 54,9
38.719
146,60
52,8
13-17
1332,55
45,9
118.9/1
33,-
78,3
5818
28,90
73,1
5115
140,05
44,1
12.8/ II
69
53,1
1451
1932
.
275,75
35,1
31.14/8
104,60
37,7
12.-19
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
58(6 22,20
56,2
51/1
118,95
37,5
13.13/10
64
49,2
17131
1
1933 1934
268,40
34,1
32.11(4
97,25
35,0
11.16/1
1603,50
55,2
194.11/11
25,55
60,6
62/-
21,-
53,1
511- 129,80
40,9
15.14(11
62
47,7
18
1
/
226,80 28,8
30.6/5
82,65
29,8
11.11- 1723,15
59,3
230.7/5
25,-
59,3
66/11
20,25
51,2
5411
103,05
32,5
13.15/6
66 50,8
21
1
(
1935
u
230,95
29,4
31.1811
103,40
37,2
14.518
1634,25
56,2
225.14/5
24,70
58,6 68/2
20,25
51,2
561- 102,65
32,3
14.3/6 87 66,9
28
15
/16
1936
298,75 38,0 38.8/1
137,15
49,4
17.12/7
1592,-
54,8
204.12/8
28,40
67,4
73/-
22,40
56,7
5717
116,55
36,7
14.19/7
65
50,0
20
1
(i
1937
488,55
62,1
54.813
208,95
75,3
23.5/6
2176,70
74,9
242.7/10
41,30
98,0
91111
47,10
119,2
10511
199.80
63,0
22.414
75
57,7
20
1
/
1938
361,40
46,0
40.1318
135,75
48,9
15.516
1684,25
58,0
189.13111
48,45
115,0
1091-
30,30
76,7
6812
125,15
39,4
14.1110
72
55,4
19
9/
Jul’
1938
356,45
45,3
39.15111
133,50
48,1
14.18/2
1725,45
59,4
192.1312
48,80
115,8
1091-
27,25
69,0
60/11
127,85
40,3
14.5/6
72
55,4
19
3
18
Aug.
,.
363,35
46,2
40.12
1
9
127,20
45,8
14.4/6
1722,60
59,3 192.13
1
–
48,75
115,7
109
1
–
26,80
67,8 60
1
–
124,10
39,1
13.17
1
6
72
55,4
19
3
/
8
Sept.
374,70
47,7
42.-(-
136,50
49,2
15.61-
1727,30
59,4
193.1216
48,60
115,3
109
1
–
28,30
71,6
63
1
5
126,85
40,0
14.4
1
5 72 55,4
195/16
Oct.
399,35
50,8
45.11/-
141,55
51,0
16.2/11 1817,05
62,5
207.5/-
47,80
113,5
109/-
30,05
76,0
68/7
132,30
41,7 15.1(9
72 55,4 19(1
Nov.
,,
389,70
49,6
44.19
1
5
139,10
50,1
16.
1
/
1
1855,20
63,8
214.2
1
6
47,20
112,0
109
1
–
29,85
75,5
68/11
124,25
39,2 14.6/9
72
55,4
I97(
Dec.
•
>
372,90
47,4
43.81-
130,70
47,1
15.412
1842,55
63,4
214.816
46,90
111,3
1091-
29,20
73,9
67/10
118,05
37,2
13.1419
72 55,4 20
1
/
Jan.
1939
371,15 47,2
42.19
1
8
125,15
45,1
14.9
1
10
1857,55
63,9
215.2/6
42,65
101,2
99
1
–
28,90
73,1
67
1
1
118,35
37,3
13.14
1
1
73 56,2
20
1
4
1ebr.
,,
C6
371,40
47,2
42.911
125,55
45,2
14.711
1876,25
64,6
214.915
43,30
102,8
991-
29,55
74,6
6716
119,95
37,8
13.1413
74
56,9
2011is
Maart
,,
379,65 48,3
43…(4
130,35
46,9
14.15(4 1902,50
65,5
215.1113
43,70
103,7
991-
29,80
75,4
6716
122,05
38,5
13.1617
75
57,7
20
5
/16
April
,,
..
370,30
47,1
42.-1-
126,75
45,6
14.716
1915,95
65,9
217.613
43,65
103,6
991-
30,05
76,0
6812
118,70
37,4
13.913
73
56,2
20
Mei
364,65
46,4
41.151-
127,25
45,8
14.11/7
1970,55
67,8
225.12/-
43,25
102,7
991-
31,20 78,9
•
71
1
6 120,65
38,0
13.16
1
3
73
56,2
20
1
/
Juni
,,
369,65
47,0
41.18
1
9
128,50
46,3
14.11/7
2000,25
68,8
226.18/9
43,65
103,6
99/-
32,25 81,6
73/2
125,20
39,5
14.4(1
73
56,2
19
3
/4
Juli
,,
o
377,80
48,0
43.3/3
129,85
46,8
14.1315
2020,95 69,5
229.1616
43,55
103,4
991-
31,05 78,6
7017
126,15
39,8
14.6111
62
47,7
16L/1
Aug.
,,
2229
,,
,,
•
379,50 48,3
459
44.18/6
45.16/3
136,40 130,10
49,1
469
16.2112
1942,50
66,8
229.1716
42,15
100,0
991-
30,75
77,8
.
7212
124,70
39,3
63
48,5
17
3
/4
360,55 16.10/8
1809,10
62,2
229.17/6
38,95
92,4
99/.
28,35
71,7
72/- 11955
37,7
1
1154:31515
(9
63
48,5
1
9
1
/
29
Aug.-5 Sep.
365,60
46,5
44.15(-a
133,80
48,2
16.7j6a
1878,10
64,6
229.1716a
37,50
89,1
991-
27,40 69,3
72/3
122,80
38,7
15.018
a
65
.
50,0
193/4C
MIDDELEN EN GRONDSTOFFEN. (Indexcijfers gebaseerd
op
1927 t/m 1929
=
100.
669
GE- SLACIITE GE-
SLACHTE
DEENSCI-!
BACON
BEVROREN
ARG. RUND-
CACAO G.P.
KOFFIE
Loco R’dam!A’dam
SIJIXER
Wittekrist.-
THEE
N.-Indthee-
0-0
RUNDEREN
(versch)
VARKENS
(versch)
middelgew. No. t
VLEESCH
Accra per 50 kg
c.i.f. Nederland
per ‘/
kg.
suiker loco veiling A’dam
er 100 kg
ger 100 kg
Londen per cwt.
Londen per 8 lbs.
Rotterdam/
Amsterdam
Gem.Java- en
Sumatrathee
Robusta
Superior
Not.
Herl.Ned.Ct.Iît
Herl.Ned.Ct.
WE
otterdam
eotterdam
HerI.Ned.Ct.I
Santos
per 100 kg.
perljkg.
_
–
i
—
ï
–
1
%
f
–
–:-
—
i
–
–
r
–
-:-
ïi
cts.
%
cts
.
i
x
cts.
1927
128
–
–
—
–
65,15
978
10716
2,73
92,2
4/6
41,21
119,4
68/-
46,87
5
95,5
54,10 91,4
19,125
119,6
82,75
109,2
102,8
93,-
98,2 71,50
90,4
66,80
100,3 110/5
3,03
102,4
5/-
34,64
100,4
57/3
49,62
5
101,1
63,48
107,3 15,85 99,1
75,25
99,3 102,7
1929
96,40
101,8
93,12
5
109,2
67,81 101,8
112/2 3,12
105,4
512
2770
80,2
45/10 50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3 69,25
91,4
94,5
1930
108,-
114,0
72,90
85,5
57,19
85,9
94/7
2,97
100,3
4/11
21,04
61,0
34/11
32
65,2
38,10 64,4
9,60
60,0 60,75
80,2
72,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6 63/6
2,44
82,4
414
13,84
40,1 2417
25
50,9
27,10
45,8
8,-
50,0
42,50
56,1
52,9
1932
61,-
64,4
37,50
44,0
25,46
38,2 58/7
1,70
57,4
3(1
1
11,77
34,1
27f1
24
48,9
30,04
50,8
6,32
5
39,6
28,25
37,3
43,1
1933
52,-
54,9
49,50
58,0
30,74 46,2
74/7
1,54
52,0
3/9
9,30
26,9
22(7
21,10
43,0
22,83
38,6
5,32
5
34,5
32,75 43,2
38,1
1934 1935
61,50
48,125
64,9 50,8
4,65
54,7
32,94
49,5
88/1
,42
48,0
31912
8,15
23,6
21/10
16,80
34,2
18,40
31,1
4,07
5
25,5
40 52,8
34,0
51,625
60,5
32,-
48,1
88/5
1
1
19
40,2
313’12
8,15
23,6 22/6
14,10
28,7
15,21
25,7 3,85
24,1
34,50
45,5
32,3
1936
53,42
5
56,4
48,60
57,0
3637
54,6
9316
1,48
50,0
31912
12,05
34,9
30/4
13,625
27,8
16875
28,5
4,02
5
25,2
40
52,8
39,3
1937
71,275 75,3
61,85
72,5
42,27
63,5
9411
1,90
64,2
413
17,35
50,3 38/8
16,62
5
33,9
22,37
5
37,8 6,22
5
38,9 53,50
70,6
53,8
1938
67,55
71,3
63,62
5
74,6.
44,17
66,3
99j5
1,95
65,9
414
112
10,48
30,4
23/8
13,20
26,9
14,91
25,2
5,20
32,5
51,-
67,3
46,4
Juli
1938
67,20
71,0
62,40
73,1
46,46
69,8
10319
1,98
66,9
415
9,76
28,3
2194
12,75
26,0
14
23,7
4,95
31,0
47,75
63,0
46,3
Aug.
•,
67,-
70,7
63,75
74,7
45,32
68,1
10115
1,96
66,2
4I4
1
2
10,04
29,1 2215
13,30
27,1
14,10
23,8
5,–
31,3
49,50 65,3
45,3
Sept.
64,65
68,3 62,45
73,2
43,67
65,6
991-
1,90
64,2
4/314
10,41
30,2
23144
13,50
27,5
14,50
24,5
5,35
33,5
70,0
45,5
Oct.
,,
63,65 67,2
6250
73,3
43,-
64,6
98/-
1,99
67,2
416/4
10,02
29,0
22I
10
14,30
29,1
15,50
26,2 5,225
32,7
71,3
44,4
Nov.
62,15
65,6
60,87
5
71,4
39,28
59,0
9017
1,99
67,2
4J7 9,51
27,5
221114
14
28,5
15,50
26,2
5,45
34,1
50,25
66,3
43,1
Dec.
63,35 66,9
59,75
70,0
41,46
62,3
9616
1,89
63,9
414314
9,03
26,2
211-
13,50
27,5
15
25,4 5,72
5
35,8
46,50 61,4
43,4
Jan.
1939
63,67
5
67,2
56,87
5
66,7
41,93
63,0
9716
1,94
65,5
41614
8,95
25,9
2019*
13,20
26,9
15
.
25,4
5,85 36,6
47,50 62,7
43,3
Febr.
61,85
65,3
55,95
65,6
43,61
65,5
1001-
1
1
90 64,2
414
9,14 26,5
20(101
13
26,5
.15
25,4
5,775
36,1
48,75 64,4
41,7
Maart
62,475
66,0
55,82
5
65,4
44,39
66,7
10017
1,84
62,2
412
9,27 26,9
211-
13
26,5
15
25,4 6,27
5
39,2
50,50 66,7
42,7
April
,,
65,32
5
69,0
56,40
66,1
42,08
63,2
95J6
1,75
59,1
3111
3
14
9,05
26,2
20161 13
26,5
15
25,4
7,325
45,8
53,50 70,6
42,9
Mei
,
67,-
70,7
55,95
65,6
39,28
59,0
90/-
1,85
62,5
412
3
14
8,85
25,6
20134
13
26,5
15
25,4
8,52
5
53,3
52,25
69,0
43,1
Juni
,;
65,47
5
69,1
54,70
64,1
40,23
60,4
91j3
1,84
62,2
412
8,86 25,7
2011
12,75
26,0
14,50
24,5 8,07
5
50,5
51,25
67,7
42,7
k
li
.
65,25
68,9
59.175 69,4
43,05
64,6
98/-
1,96
66,2
4(512 8,65
25,1
19/8
1
/
12,50
25.5
14
23,7
8,10 50,7
50,-
66,0
42,4
ug.
.
65,30
69,0
60,50
70,9
42,73
64,2
98/10
201
67,9
4/8
8,58
24,9
19(91 12,50
25,5
14
23,7 6,70 41,9
49,50
65,3 42,4
22-29
,
65,30
69,0
61,25
71,8
43,68
65,6 100/-
2,06 69,6
418
1
/
2
8,94
25,9
221-
12,50
25,5
14
23,7
_*)
49,50
65,3 43,5
29 Aug.-5 Sep.
72,70
76,8
62,50
73,3
41,10 61,7 100/-
1,95
65,9
419
–
–
_*)
14,–
28,5
15
25,4
-)
–
49,50
65,3
43,1
GRENENHOUT
Zweedsch ongesort.
VUREN-
HOUT
KOE-
HUIDEN COPRA
GRONDNOTEN
Gepelde Coromandel,
LIJNZAAD
GOUD
g
Me
2112
X
7 per standaard
basis 7″ f.o.b.
Gaaf, open kop Ned.-Ind.
m. s.
per longton
La Plata
.
loco
cash Londen
1
2
.
ex opslagpl. Londen
__________________-
Zweden/Fini.
perstandaard
57-61 pond
Veiling te
per
ioo
kg
c.i.f. R’dam/Hamburg
Rotterdam
per ounce fine
I
1
Herl. Ned. Ct.
1
Not.
____________
Herl Ned. Ct.
iï
van 4.672 M.
Amsterdam Amsterdam
per 1000 kg. 1)
Herl.Ned.Ct.I
N
ot
..IE’,
_.
—
–
r
–
y
—
–
ï
—
–
j
–
f
x
–
i
–
r
–
7
—
%
1
X
–
ii;:
1927
230,28
100,1
19.-(-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,625
106,5
266,03
106,4
21.18(11
185,-
95,0
51,50
100,1
851-
105,3
104,3
124,1
1928
229,90
100,0
19.-(-
151,50
99,2
47,58
118,7
31,875
104,1
254,10
101,6
21..1-
185,25
95,1
51,45
100,0
851-
102,0 100,4
04,8
1929 229,71
99,9
19.-!-
148,-
95,6
32,25
80,5
27,375
89,4
230,16
92,0
19.-/9
214,-
109,9
51,40
99,9
851-
92,7
95,3
84,5
1930
218,43
95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3 22,625 73,9
175,55
70,2 14.10/4
181,75
93,3
51,40
99,9
851-
69,8
75,1
00,0
1931
187,88
81,7
16.141-
110,75
72,5
18,65
46,5
15,375
50,2
136,69
54,7
12.2/11
95,50
49,0
52,-
101,1
92/5
47,8
54,4
44,1
1932
136,14
59,2
15.13(4
69,-
45,2
11,15
27$
13,-
42,4
130,52
52,2
15.-f4
70,-
35,9
51,25
99,6
1181-
35,1
43,0
38,4
1933
136,48
59,3
16.11(2 73,50
48,1
13,26
33,1
9,30
30,4
90,39
36,1
10.19f4
75,50
38,8
51,35
99,8
124f7
33,1
38,9
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90
22,5 11,90
28,7
9.12(3
12,15
31,3
51,50
100,1
13118
31,0
37,2
36,5
1935
121,91
55,6
11.1314
59,50
39,0
12,54
31,3 9,15
29,9
104,26
41,1
14.8/-
61,25
34,5
51,50
100,1
142/2
32,2
38,9
34,8
193
139,98
60,9
11.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.1119
85,-
.
43,6
54,60
106,1
140/4
39,0
42,2
40,1
1937
205,35
89,3
22.1712
132,25
86,6
23,35
58,2
15,225
49,7
121,81
51,1
14.4/8
110,50
56,8
63,20
122,8
14019
53,4
51,9 55,9
1938 189,94
82,6
21.117 109,50
11,7
15,38
38,4
10,07
5
32,9 92,12
36,8
10.713
99,-
50,9
63,30
123,0
14216
41,1
48,4
44,5
Juli
1938
188,10
81,8
21.-j-
102,50
61,1
14,15
36,8
10,125
33,1
97,26 38,9
10.1112
102,-
52,4
63,20
122,8
141/2
41,3
48,1
44,8
Aug.
,,
187,70
81,6
21.-J-
103,-
61,5
14,75
36,8
9,12
5
31,8 93,55
31,4
10.913
96,50 49,6 63,60
123,6
14214
40,9
47,5
45,2
Sept.
,,
182,97
79,6
20.15!-
105,-
68,8
15,25
38,0
9,475 30,9 91,44
36,6
10.51-
49,4
64,55
125,5
14419
41,0 47,9 46,9
Oct.
184,29
80,1
21.-!-
107,-
70,1
15,75
39,3 9,07
5
29,6
88,01
35,2
10.-19 92,50 41,5 63,90
124,2
145f94
41,3
47,1
47,9
Nov.
111,72
77,3 20.101-
108,50
71,1
15,50
38,1
8,725
.
28,5
85,14
34,0
9.1617
90,-
46,2 63,95
124,3
147174
40,8
46,7
45,9
Dec.
175,-
76,1
20.716
108,50
71,1
14,50
36,2
9,-
29,1
81,24 34,9 10.2/10 91,25
46,9
63,95
124,3
.148110
40,2 48,6 45,3
Jan.
1939
174,17
75,7
20.51-
108,55
11,1
14,50
36,2
9,015
29,6
88,20
35,3
10.419
89,25
45,9
64,20
124,8
14818
40,1
46,5 45,7
ebr.
,,
169,53
73,7
19.819
109,80
71,9
14,50
36,2
9,40
30,1
90,50 36.2
10.6111
90,50
46
1
5
64,90
126,1 14814
42,1
46,4
46,1
Maart
169,89
73,9
.19.5/-
.116,25
76,1
.
14,50
36,2 9,65
31,5 91,43
36,6
10.712
96,25
49,4
65,50
127,3
148144
43,5 47,5
47,8
April
,,
170,19
74,0
19.613
117,50
16,9
16,-
39,9
9,41
5
30,9
91,89
36,1
10.815
94,50 48,5 65,45
127,2
14816
44,5 41,8 48,8
Mei
,,
178,52
11,6
21-/6
119,50
18,3
16,50
41,2
9,85
32,2
101,20
40,5
11.1319
96,-
49,3 64,85
126,0
14815
46,4
48,8 49,9
Juni
,,
186,26
81,0
21.216
126,25
82,7
17,-
42,4
9,915 32,6
106,46
42,6
12.1/1
99,15 51,2 65,55
127,4
14818*
47,5
49,1
50,0
Juli
,,
186,11
81,2 21.51-
132,50
86,8
l
7
25 43,0 9,02
5
29
1
5
101,24
40,5
11.10/3
94,-
48,3 65,30
126,9
14816
47,2
48,6
49,4
Aug.
.,
189,28
82,3
21.181-
132,50
86,8
18,-
44,9
8,97
5
29,3
104,26
41,1
11.1819
94,50
48,5
64,55
125,4
15118
‘46,5
48,3
48,4
22-29
,,
,,
192,11
83,6
22.-!-
132,50
86,8
18,-
44,9
–
*)
– •)
96,-
49,3
63,35
123,1
1611-
46,3
48,1
46,4
29Aug.-5 Sep.
193,17
84,0
23.I01-
_*)
–
18,-
44,9
–
–
–
–
–
*)
112,-
57,5
63,-
122,6
1601-
c
41,1
48,4
47,4
ITEE
Westt./HoIl.
PETROLEUM
Mid. Contin. Crude
BENZINE
Gulf Exp. 6062
0
.
KALK-
ZWAVELZURE
CEMENT
ST
E EN EN
bunkerk. ongez.
f.o.b. R’dam/
33 tjm.
33.90
134
s. g.
65
OZ’)
per SALPETE
R
franco schip
AMMONIAK
levering bij
50 ton franco
binnenmuur buitenmuur
‘2
E
A’dam per
teN.-Yorkp.barrel
U.S.
gallon
Ned.perIOO kg
franco
h
Ned. per
‘g
voor den wal
p 1000
stuks
p. 1000
stuks
Rood en
Klinkers en
,
Herl.Ned.Ct.I Not.
FIerl.Ned.Ct.I Not.
–
bruto
Rotterdam
.
Boeregrauw Hardgrauw
.
%
7
–
r
%
j
cts.
%
$ cts.
f
i
–
f
–
j
_7_
–
r
1
1927
11,25
103,1
3,21
103,6
1,28
37
128,0 14,86
11,48
102,6
11,44
102,5
18,-
99,0
13,65 104,3 16,50
88,4
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1
1,20
24,85 85,9
9,98
11,48 102,6 11,08
99,3
18,-
99,0
13,60
104,0 19,50
104,5
86,5
99,0
1929
11,40
104,4
3,06 99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,55 102,0
12,-
91,7
20,-
101,1
.
88,5
959
1930
11,35 104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,1
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
18,55 102,0
II,-
84,1
19,-
101,8
83,3
71,1
1931
10,05
92,1 1,42
46,1
0,57
12,38
42,8
4,98
8,61
71,0 1,73 69,3
16,55
91,0
10,-.
76,4 15,50
83,0
61,9
55,4
1932
13,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83 6,15
55,0
4,20
37,6
12,-
66,0
8,50
65,0
II,-
58,9
49,8
48,0
1933
1,
–
64,1
1,14
37,0 0,57
9,24 32,0
4,63 6,18 55,2
4,63
41,5
II,-
60,5
8,75 66,9
10,50
56,2
46,4 40,3
1934
6,20
56,8
1,40
45,5
0.94
7,18
24,8
4,84
6,11
54,6 4,70
42,1
11,25
61,9
7,-
53,5
8,50 45,5
44,8
30,8
1935
6,05
55,4
1,39
45,1
0,94
7,65
26,5
5,18
5,89
52,7
4,81 43,1
II,-
60,5
6,75 51,6
8,50 45,5
48,4
39,9
1936
6,60 60,5
1,63
52,9
1,04
8,86
30,6 5,65 5,70
51,0 4,82 43,2
10,50
51,7 6,75
51,6
8,75 46,9
48,5
44,1
1937
8,80 80,6
2,09
67,7
1,15 11,08
38,3 6,10
5,75
51,4 4,97 44,5
11,35
62,4 7,50
57,3
9,50 50,9
00,4
60,5 1938
9,75
89,3
2,03
65,8
1,12
8,84
30,6
4,87
5,95
53,2 5,17
46,3
12,85
70,7
9,-
68,8
11,75
62,9
56
1
1
48,0
Juli
1938
9,90 90,7
2,11
68,4
1,16
8,91 31,0
4,94
5,55
49,6 4,80
43,0
12,85
70,7
9;-
68,8
12,-
64,3
55,9 49,3
Aug.
,,
9,80 89,8
2,12
68,7
1,16
8,89
30,7
4,85
5,65
50,5
4,90
43,9
12,85
70,7
9,50
72,6
12,-
.
64,3
55,7 48,9
Sept.
,,
9,60
87,9
2,16 70,0
1,16
8,93
30,9
4,81
5,70
51,0 4,95 44,4
12,85
70,7
9,50
72,6
12,-
64,3
58,5
49,5
Oct.
,,
9,45
86,6
1,91
61,9
1,04
8,68
30,0
4,72
5,75
51,4
5,-
44,8
12,85
‘
70,7
9,50
72,6
.12,-
.
64,3
56,9
49,8
Nov.
,,
9,35
85,6
1,77
57,3 0,96
8,31
29,0 4,52
5,80
51,8 5,05 45,3
12,85 70,7
9,50
72,6
12;-
64,3
58,1
49,0
Dec.
,,
9,50
87,0
1,77
57,3 0,96
8,11
28,0
4,41
5,90
52,7
5,15
46,1
12,85
70,7
9,50
72,6
12,-
64,3
55,5
48,8
Jan.
1939
82,4
1,78
57
1
7
0,96 8,08 27,9
4,38
6,10
54,5 5,30 47,5
12,35
67,9
9,50
72,6
12,-
64,3
55,1
48,5
Febr.
915
83,8
1,79
58,0 0,96 8,18
28,3
4,38
6,10
54,5
5,30
47,5
12,35
67,9
9,50 72,6
12,-
64,3
55,5
49,4
Maart
9,65
88,4
1,81
58.6 0,96
8,31
28,7
4,41
6,10 54,5
5,30
47,5
12,35
67,9
9,50 72,6
12,–
64,3
56,5 50,6
April
9,65 88,4
1,81
58,6 0,96
8,66
29,9
4,60 6,10 54,5
5,30
47,5
12,35
67,9 9,50 72,6
12,-
64,3 56,8 50,9
Mei
•
91,6
1,79
58,0 0,96 8,74
30,2
4,69 6,10 54,5
5,30
47,5
22,35
67,9
9,50 72,6
12,-
64,3 56,9
52,1
Juni
10,25
93,9
1,92
62,2
1,02
8,83 30,5
4,69
6,10
54,5 5,30
47,5
12,35
67,9 9,50 72,6
12,-
64,3
50,0
53,2
Juli
10,30
94,3
1,92
62,2
1,02
9,16
31,7
4,88
5,50
49,2 4,75
42
1
6
12,35
67,9
9,50 72,6
12,–
64,3
56,5
52,4
Aug.
10,25
93,9
1,9!
61,9
1,02
1
9,20
31,8
4,91
1
5,60
1
50,1
1
12,35
1
67,9 9,50
1
72,6
112,-
164,3
1
58,8
1
52,0
2-29
10,15
93,0
1,91
61,9
(
1,02
9,33
32,3
5
1
5.60
50,1
4,85
1
43,5
12,35
1
67,9
1
9,50
72,6
112,-
1
64,3
1.
55,1
1
51,1
9 Aug-S Sep.1
11,–
j
100,8 1,92
622
j
l,02b1
– –
50,5 4,90 43,9
12,35
67,9 9,50
.
72,6
112_
1
64,3
1
56,2
52,1
670
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
6 September 1939
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Noeerings-
19Aug. 26Aug.
28Aug.11
Sep.
’39 1
Sept
Landen
I
eenheden
1
1939
1
1939
LaagstelHoogste
1939
Alexandrië..
Piast. p. 9
97% 97%
97%
97% 97%
Athene
….
Dr. p.
£
547%
54
7
1h
540
555
54734
Bangkok.
.
..
Sh.p.tical
1/10,
8
–
1/10
I
,
10
1/10
Budapest
..
Pen. p. £
24
23%
20%
.3%
20%
BuenosAires’
p.pesop.0
20.191
19.40
18.30 19.30 18.50
Calcutta
. .
..
Sh. p. rup.
1/5%
1/5′
11 5
29
/
8
1,6
l/5
31
/
Hongkong ..
Sh. p.
$
1/2%
1/2%
1/2%
1
1
31j
1/3
Istanbul
..
Piast. p.
£
583
580
530 580
530
Sh. p. yen
1/2
1/2
1/1I9.
1,2%
1/2
Lissabon….
Escu.p.0
110%
110%,,
109%
110% 109%
&tontevideo
.
d.pery,
18%
18%
18
20%
20
obe
…….
?4ontreal
..
$
per
£
4.68
r
4.46 4.18
4.50
4.3134
Rio d. Janeiro
d. per Mii.
2%
2′
2%
3
2%
Shanghai
..
d. p.
$
3%
4 y,,
3
4%
4
Singapore ..
Sh. p.
$
2/4%
2
/
4%
2/4
2
1
4%
2/4%
Valparaiso
2
).
$perC
117 117
–
–
–
Warschau ..
Zl. p.
£
25
22% 21%
22% 21%
1)
Offic. not. 15laten,
gem. not.,
welke
Imp. hebben
te betalen
15Nov.1938
17.13.
2
)90 dg. Vanaf 13 Dec. 1937 laatste
export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
Londen’)
N.York
8
)
A’dam
3)
Londen
4
29 Aug. 1939.. 1934
37
29 Aug. 1939..
2105
157/_
30
1939..
19%
36%
30
,,
1939..
2100
158/6
31
1939..
18K
6
3534
31
1939..
2110
159/
1 Sept. 1939..
19%
35%
1 Sept. 1939..
2125
160/_
2
1939.. –
–
2
1939..
2115
4
1939.. –
–
4
1939..
2115
–
5 Sept. 1938..
19%
–
5 Sept. 1938..
–
144/1
27 Juli
1914.. 24% 159
27 Juli
1914..
1648
84/1(lk
‘)in pence p. oz. stand.
8)
Foreign silver in $c.p.oz. line. 3)
In guldens
per Kg. 100011000.
4)
In ah. p. oz. line.
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
23Aug. 1939
1
31Aug.1939
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne-
1
17.322.024,22
–
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,.
93.756.58
f
2.394.528,53
Voorschotten
op
ultimo
Juli
1939
derlandsche Bank ……………….
ald. gemeent. verstr. op a. haar uit te
keeren hooi da. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede opc. op dle belas-
tingen en op de vermogensbelasting
– –
•
54.947.915,30
Ide
aan
Suriname ………………
m
..10.732.855.60
•
10.938.569,19
Kasvord.weg.credietverst.alh.buitenl.
94.233 173,38
•
94.645.049,69
Voorschotten aan Ned.-lndi6 ………..54.580.499.30
Daggeidleeningen tegen onderpand..
Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen
–
•
33.114386,83
–
,,
37.270.454,84
Vord. op het Alg. Burg. Pensioenf.’)…
– –
Vord. op andere Staatsbedrijven
1)
16.398.485,45
1,,
16.356.572,-
Verplichtingen
Voorschot door De Ned. Bank ingev
art. 16 van haar octrooi
verstrekt
–
f
12.521.592,03
Schatkistbiljetten in omloop ………
fl35.203.000.-
,,135.098.000,-
Schatkistpromessen in omloop ……
75.000.000,-
,,
98.000.000,-
1.069.685,50
5.000.000,-
Daggeldleeningen
2)
………………
–
,,
1.069.586,-
Schuld
op
uitimo
Juli
1939
a)d.
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds.d.
pers. bel., aand. i. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
…
.
Zilverbons in omloop ……………….
bel, en op de vermogensbelasting
..
.
15.066.784,07
•
15.066.784,07
Schuld aan Curaçao’) …………….
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioeni.
…..
1.789.398,24
)
9.019.267,57
,,
1.742.971 53
9.050.87728
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’) …
Id. aan andere
Staatsbedrijven’)
…..
….
,
176.549.731,72
,, 157.189.490,39
•
20.500.000,-
Id. aan diverse instellingen’) ………
1
1
Rijks Schatkist.
..20.500.000,-
..345.823.144.38
.346.849.226,53
In rekg.-crt. met’s
2)
Waarvan rechtstreeks bij de Ned.
Bank geplaatst
f23.000.000.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
Vorderingen:’)
Saldo Javasche Bank
…………….
f
4.195.000,-
/
2.57 1.000,-
Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
,,
320.000,-
273.000.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kas e.a. Rijksinstell.
,,
54.222.000,-
•
56.313.000,-
in
,,
21.000.000,-
Schatkistblljetten
Omloop
–
Schuld a. d. Indische Pensioenfondsen
,, 20.000.000,-
–
,,
20.000.000,-
Schatkistpromessen in omloop………21.000.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
,,
1.475.000,-
.,
1.475.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
,,
380.000,-
•
454.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen…
•
995.000,-
,,
95.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
–
1
–
1)
Betaalmiddelen in ‘s LandsKas 1 37572.000,-.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
‘ij
Andere
oPetsf
,
ib
.
k
22 Juli
1939,.
940
1.164
(501
549 1.318
15
1939.,
1
932
1.171
637
541
1.343
8
,,
1939..
921
1.198
645 537 1.355
1
1939..
779
1.370 645
534 1.364
24 Juni
1939..
813 1.359
606 536 1.285
1 Juli
1914..
645
1.100
560
735
396 1)
Siuitp. der activa
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 4 September 1939.
Activa.
Binnenl. Wis- (Hfdbk.
f
79.298.702,09
sels, Prom., Bijbnk.
2.999.752,86
enz. in disc. Ag.sch.
2.236.015,64
f
84.534.470,59
Papier o, h. Buitenl.
f
1.575.000,-
Af: Verkochtmaar voor
debk.nognietalgel. ”
–
1.575.000.-
Beleeningeit
1
mcl. vrsch. llhdbk. fl94.99l.955,9O’)
j
In rek.-crt. Bijbnk.
5.116.038,59
1
Ag.sch. , 48.112.161,03
op onderp.i.
f
248.220.155,52
Op Effecten enz. ..
f
246.771.967,141)
OpGoederen en Ceel.
,,
1.448.188,38
248.220.155,521)
Voorschott. a. h. Rijk ……………. ,,
15.000.000,-
Munt, Goud ……
f
105.497.565,- MuntmaL, Goud .. ,,1.023.889.465,12
fl.l
29
.
387.
O
3O,12
Munt, Zilver, enz.
9.294.083,14
Muntmat., Zilver. .
–
,, 1.138.681.113,26
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds ……………………,,
43.897.068,15
Gebouwen en Meub. der Bank ………,,
4.580.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
13 307.181,27
Staat d. Nederl. (Wetv. 27 5/’32, S. No. 221) ,,
7.629.955,16
Passiva.
f
1.557.424.943,95
Kapitaal ……………….. ……..
f
20.000.000,-
Reservefonds …………….
…….. ..4.277.243,54
Bijzondere reserve ………………,,
7.756.940,37
Pensioenfonds ………………….,,
12.003.586,46
Bankbiljetten in omloop ………….. ,, 1.206 488.485,-
Bankassignatiën in omloop ………. ..
136.614,79
Rek.-Cour.
5
liet Rijk
f
–
saldo’s: k Anderen,, 302.775.184,74 ,,
302.775.184,74
Diverse rekeningen ……………… ..
3.986.889,05
f
1.557.424.943,95
Beschikbaar metaalsaldo …………
f
534.870.655,82
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe debank gerechtigd is ,, 1.337.176.640,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………….38.000.000, –
1) Waarvan aan Nederlandsch-lndië
(Wet van IS Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……..
t
60.612.475,-
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere Beschikb. Dek-
Data
Circulatie
opeischb. Metaal- kin ga
Munt IMuntmat.
schulden saldo
perc
4 Sept. ’39 105498 1.023.8891206.488
1
302.912
534.871 75
28 Aug. ’39 105498 1.023 895 1132.006 344.477 555.557 77
25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437
6.198 43.521 54
TotaalSchatkist-
Belee-
Diverse
Data
bedrag prolnessen nin en
op het
reke
disconto’s rechtstreeks
g
bultenl. ningen 1)
4 Sept. 1939 84.534
38.000 248.220
1 575
13.307
28 Aug. 1939 48.166
–
245.234
1 575 11 886
25 Juli 1914 117.947
–
61.686 20.188
509
11 Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
Zilver
Cireulatie
Andere
opelschb.
schulden
I
Beschiki
metaal-
saldo
2 Sept.’39
8
)
147
195.620 75.970
39.834
26 Aug.’39
8
)
148.460 193.020 77.450
40.272
29 Juli
1939
199 159
69531
28.684
116.886
19.274
22
,,
1939
116.886
19.067
199.596
68.467
28.727
25
Juli
1914
2.057
31.907
110.172
12.634
4.842
1j,ve, as I
buiten
1
Be
re’e-
kings-
Data
1
N.-Jnd. 1 contos
1
ningen
rit,,
percen-
1
betaaib.
1
tage
2Sept.
1
39
2
)
7.540
–
7900
48.230
55
26 Aug.’39
2
)
8.710
76 190 48.560
55
29Juli1939
11.474
14.447
46.256 62.124
51
22
,,
1939
12.652 14.538
46.536 60.154
51
25 Juli 1914
6.395 7.259
75.541
2.228
44
11
Slultpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.