Ga direct naar de content

Jrg. 23, editie 1157

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 2 1938

MAART 1938

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch~Statistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMiSSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

23E JAARGANG

WOENSDAG 2 MAART 1938

No. 1157

COMMISSIE VAN REDACTIE:

P.
Lieftinck; N. J. Pola/c; J. Tinbergen; F. ie Vries en

H. Af. H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

Th. van Luytelaer (waarnemend Redacteur-Secretaris)
Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam-West.

Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advartenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-

na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens

tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:

Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-

sterdam, ‘s-Oravenhage. Postchèque- en giro-rekening

No. 145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

iVederlanci f 16,—. Abonncmentsprijs Economisch-Statis-

tisch Maandbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen

f 20,— Per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,

f 6,— en f 23,— pe’r jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-

teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut

ontva’agen het weekblad en het Maandbericht gratis en

genieten een reductie op de verdere
publicaties.

INHOUD:

BIz.

OORZAKEN VAN G0UOT0EVL0EI) EN GELDRUIMTE
door

AI
r.
H.
F. van Leeuwen ……………………..154

Egalisatiefonds en goudtoevloed door
C.
A. Klaasse .. 154

Kinderbijsiagverzekering door
Mr. Dr. J. van .I3rvggen 156

De verlenging van de rubberrestrictie door
J. F. Haccoû 157
Eenige opmerkingen inzake de ordeningspoging in de

sigarenindustrie door
Mr. H. P. Wenckebach ……159

De Amsterdamsche zee- en luchthaven in
1937 ……161

De kolenpositie in
1937 T ……………………..164

AANTEEKENINCEN:

Engeland’s economische bel ingen in Zuid-Oost-Â zië
166

&IAANDOIJFERS:

Indexeijfers van Nederlandsche aandeelen ……..
166

ONTVANGENBOEKEN
…………………………..
168

Statistieken:
Oeldkoersen-Wisselkoergen-Bankstaten ………..
168, 169-172
Groothandeisprijzen …………………………………
170, 171

GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.

De omzetten op de wisselmarkt bleven in cle ver-
slag

week beperkt. Het Egalisatiefonds heeft vrijwel
voortdurend materiaal moeten opnemen. Daarbij werd
cle Pondeuk-oers onveranderd gehandhaafd op 9.86.
Men begint langzamerhand de ,,peg” voor het Pond
te beschouwen als een soortgelijke mi.nimumkoers,
zooals clie destijds geruimen tijd voor den Dollar werd
gehandhaafd. Wij vernieldden in één onzer vorige over-
zichten reeds, dat sedert de Eerste Kamer-debatten
over het Egalisatiefonds, de indruk, dien men uit de
practijk van cle i nterventie voorheen min of meer had
gekregen, dat op een heel langzame vermindering van
cle
.
deireciatie werd aangestuurd, was weggenomen.
Dwclelijk deed toen de Regeering immers uitkomen,
dat dit niet in den opzet lag. In de sedertdien waar-
genomen iiiterventie-practijk kan men de staving van
deze bewering zien.
De Dollar :fluctueerde gelijk
01)
met de noteering
te Londen, nu ininers de Pondenkoers hier onveran-
derd werd gehouder. Aanvankelijk was een krachtige stijging van den Dollarkoers te .constateeren toen het
Pond alierwege werd aangeboden in verband met de
mutatie in de Engelsche Regeering. Toen daarna de
rust weer wat weerkeerde, liep de Dollarkoers weer
iets terug. De kans op spoedige monetaire experimen-
ten in de Ver. Staten wordt niet hoog aangeslagen.
De stemming voor den Franschen Franc is deze
week slecht geweest, de noteering voor contante
Francs brokkelde constant af, en ook op de termijn-
markt was aanbod te he.merken, ofschoon daar de no-
teeringen niet zooveel veranderden. De Regeering
houdt zich staande, maar het is de vraag of niet juist
een wankelen en het openen van een kans op een
nationale eenheidsregeering voor de stemming op de
wisselmarkt gunstiger zou zijn geweest. Het Fransche
Egalisatiefonds heeft regelmatig valuta moeten af-
geven, en zoo is dus een daling van den Francskoers
nog gepaard gegaan met een verzwakking van de ver-
dedigingsreserve.
Spermarken waren in de versiagweek vast ge-stemd. Speciaal Kreditsperrmarken., waarvan de
marge met Effekten- en Auswaitderermark nog groo-
ter is geworden. Ook Registermarken waren gunstig
van toon. –
Sterk aangeboden waren Oosten rijksche Sch illin-
gen, speciaal bankpapier en geblokkeerde Inlanci-
schillingen. Tegen het einde van de week trad weer
eenig herstel in.
Op de geidmai-kt eeh voortdurend verder afbrok-
kelen. Bij de laatste uitgifte van schatk-istpapier voor
het Egalisatiefoncis werden alle termijnen toegewezen
0
1)
Vs pOt., en het 7-8-maan.ds-papier op
3
fi6.
De
volkomen onmogelijkheid om voor een belangrijk deel
van de beschikbare middelen emplooi te vinden – op
crediet- en gelImarkt drijft de banken naar belegging
die op de grens van geld- en kapitaalmarkt staat, en
volgens de begrippen van betrekkelijk kort geleden
geheel tot de kapitaalmarkt hoort. Het is usance ge-worden om hij conversie-enimissies een deel van de
leening, dat deel gevormd uit de normale aflossingen
der eezste jaren, apart te houden, en in de eerste
plaats te bestemmen voor bankiers.
De heleggingsmarkt blijft vast, de eerste leening
waarop het beleggingsfront, nâ de vébr de publicatie
reeds aangekondigde 3 pOt. eniissies, zijn veto uit-
sprak – de 3-3X
,
pOt. Noord-Holland – is een
grobt succes geworden. Het is interessant het verdere
verloop in dit verband te volgen.

154

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Maart 1938

OORZAKEN VAN GOUDTOEVLOED EN

GELDRUIMTE.-

Meer cii meer hoort mei:i stemmen opgaan, die het renteclalingsverschijnsel toeschrijven aan de werking

van het egalisatiefonds en mitsdien deze daling als

kunstmatig betitelen, anderzijds wordt het ,,h.ot
money” hiervoor meer aansprakelijk gesteld, een

derde mogelijkheid is, dat hier hatuurlijke factore.n

aan het werk zouden zijn.
Onbetwist is, dat het -probleem een verstrekkende

heteckenis heeft.en dat de redactie van dit tijdschrift

daarom goed doet het speciaal aan de orde te stellen.
Na de depreciatie van den Gulden heeft het rente-

dalingsproces zich gestadig voltrokken en is de goud-

schat van Circulatiebank en Egalisatiefonds gestegen
onder invloed van talrijke factoren, waarvan wij hier-

onder de voornaamste de revue laten passeer.en:
Kapitaal vlucht maakte plaats voor repatri atje;

Ii on derden mi 11 ioenen waren hiermede gemoeid.

Goud werd ,,onthoard”; ook uit deren hoofde

stroomden honderden millioenen naar onze geld- en

kapitaalmarkt’ toe.
Kredieten door buitenlanders in allerlei vormen

in guldens genomen, werden afgelost. De gedachte

omtrent cle grootte hiervan bepalend, komen wij

ook tot een honderd millioen bedrag.
• Aan onze koloniale bedrijven was de rentabiliteit

hergevnn. Van de Indische vlottende schuld aan het
moederlanci werd circa 100 millioen afgelost, de baten

uit koloniale onderneminge.n vloeiden in het gunstige

jaar 1931 ruim; ook hier kan weer van honderden

millioenen worden gesproken.
Ongetivijfeld kwamen ook in groote bedragen bui-

tenlandsche kapitalen naar ons land, eenerzijds en aan-
vankelijk, doordat de hier genoteerde fondsen koop-
waardig werden, anderzijds en meer speciaal in een
later stadium, doordat vluchtkapitaal hier dekking

zocht.

Tegenover deze toevloeiing staat echter, dat door
Nederlanders ook op groote schaal op buitenlandsche

beurzen is geopereerd en wel in de richting van

kapitaaluitvoer.

Overigens ,heeft de normale en extra-aflossing op
hier geplaatste bui tenlan dsche leeni ngen en andere
uitzettingen naar mijn gevoelen het -magere bedrag

van buitenlandsche emissies zeer verre overtroffen,

gehandicapt als dit
bedrijf
eenerzijds was door
schaarschte aan redelijk goede objecten en, voor zoo-

ver deze er nog waren, door hooge zegelkosten, emis-
sie-embargo en andere beletselen.

De dans met de honderden millioenen die te voor-
schijn treden in het goudaccres bij de Nederlandsche

Bank en het Egalisatiefonds is intusschen nog geens-

zins beëindigd.

Het evenwicht tusschen sparen en investeeren is
in ons land ten eenenmale zoek. Alleen door de
officieele en particuliere verzekeringsfondsen en le-

vensverzekeringmaatschappijen worden jaarlijks kapi-
talen gevormd, die ook al weer een omvang hebben
van honderden millioeneri, waarbij dan nog komen
particuliere besparingen, eveneens aanmerkelijke be-
dragen heloopend. Wanneer men zich daartegenover
aan de hand van emissiestatistieken realiseert, waar

investeering heeft plaats gehad, komt men tot relatief
geringe cijfers: De scheepvaart, afgetakeld als deze

tak van bedrijf was in de deflatiejaren, kon inder-
daad kapitaal gebruiken; sommige handelsonder-
nemingen versterken haar middelen; het algemeene
beeld der emissies, waarbij nieuw geld werd

gevraagd

duidt er intusschen meer op, dat middelen werden op-
genomen, welke moesten dienen voor verbetering van

de .finantieele structuur der ondernemingen in kwes-
tie dan op ‘kapitaalsaantrekking voor expansie. De
industrie kon in- het algemeen de henoodigde fond-sen voor vernieuwing en hier en daar eertige uitbrei-
ding vinden uit verdiende afschrijvingen.

Tannee
]: men zich afvraagt wat er gebeurt, van-

neer in een land wèl ivôrdt gespaard,’ doch niet gein-

vèsteèrd, kan o.i. het antwoord geen ander zijn, dan
dat’ de bespariig zich in geldvorm ophoopt, wat dan

ook i.s geschied.
Hoe men het, gekozen stahilisatievlak. van den

Gulden .aansprakelijk kan stellen voor den goudtoe-
vloed is mij niet wel
begrijpelijk.
Voor een ieder, die

min of mer gevoel heeft voor pariteitsverhoudin-

gen,. is het duidelijk, dat er geen sprake kan zijn van
een onderwaardeering van onzen Gulden; onderwaar-
deering van, de valuta zou inderdaad den uitvoer zoo-

danig kunnen prikkelen en den invoer belemmeren,

dat goudaantrekking het áevólg zou zijn. Dit zou dan
uit onze handeiscijfers moeten blijken, die hier in-

tusschen geenszins op wijzen.

Het Egalisatiefonds heeft de geldruimte zeker niet
op zijti geweten. Het tegendeel is eerder waar, want

voor zoover het Fonds goud met in de markt opge-

nomen schatkistpapier financiert, wozdt het metaal

gesteriliseerd en vermindert dus de natuurlijke geld-

ruimte.
Resumeerende zien wij dus als oorzaken van de
overgroote hoeveelheid heleggingzoekende middelen:

(t.
repatrieering van vluchtkapitaal van Neder-

landsche nationaliteit; omzetting van goud in Guldens;
aflossing van door het buitenland opgenomen

guldenskrediet en leenin’gen;

cl.
aflossing van Indische schuld aan het moeder-

land;
toestrooming van Indische baten;
belegging van buitenlanders in Nederiandsche

fondsen;
wanverhouding tusschen besparing en inves-

teering.
Wanneer wij aan de invloeden bedoeld sub a,
b, c,

d en
f
een eenmalig karakter toekennen en voor de

naaste toekomst voor een aanmerkelijk lager cijfer
zouden aannemen voor
e,
blijft naar mijn meening de

sub
g
aangeduide groep van oorzaken voorloopig van
beslissende beteekenis voor het aanhouden van den
geldtoevloed en het neerdru.kkeu van het renteniveau.
Het is een logisch te beredeneereii en historisch waar-
neembaar feit, dat tijden van geringe activiteit, het-
geen in deze synoniem is met geringe investeering,

tijden zijn van dalende rente. De overvloed van mid-
delen, welke deze daling veroorzaakt, kan slechts wor-
den gekeerd door grootere activiteit, welke deze mid-
delen opneemt. Een bescheiden hulp zou hierbij het

buitenlandsch emissiehedrijf kunnen bieden.
Mr.
R. F. VAN LEEUWEN.

EGALISATIEFONDS EN GOUDTOEVLOED.

De nog steeds voortdurende aanwas van onzen

goudvoorraad – de laatste weekstaat toonde een
absoluut hoogterecord van den goudschat der Neder-
landsche Bank, dus nog afgezien van het bezit van
het fonds zelve – heeft reeds geruimen tijd stemmen

doen opgaan, die de juistheid van onze monetaire
politiek in twijfel trokken. Tot een duidelijke uit-
spraak terzake is het het eerst gekomen in de recente
Eerste-Kamer-debatten over dit onderwerp. Gedu-
rende de polemiek in pers en Kamer, zijn wederzijds
de argumenten wel zoo ongeveer uitgeput, zoodat

het nauwelijks mogelijk is nog nieuwe gezichtspunten

te gei’en. Hoogstens is er nog plaats voor een schif-
ten en rangschikken der argumentatie.’ Een verder strekkende pretentie heeft dit artilcel dan ook niet.

Regeering legde de kiem voor critielc.

Wat de gerechtvaardigdheid van de critiek betref t,
moet in de eerste plaats worden opgemerkt dat ‘de
regeering zelve, door haar eigen uitlatingen ten tijde
van het loslaten van den gouden standaard en het

instellen van het Egalisatiefonds, de kiem heeft
gelegd voor deze critiek. Niet zoo zeer, omdat zij
als doel van het fonds het vermijden van schommê-

2 Maart 1938

ECONOMISCif-STATISTISCHE BERICHTEN

155

lingen heeft aangegeven en nu reeds anderhalf jaar

lang dit fonds een onafgebroken éénzijdig gerichte
tendens doet keeren, maar wel, omdat zij destijds als
doel van de monetaire politiek heeft aangegeven: de
munt een natuurlijk evenwichtspunt te doen zoeken,

zonder daarop zelf invloed te willen uitoefenen.

Nu kan men van de sedert September 1936 ge-

voerde monetaire politiek één ding met zekerheid zeggen: dat er van een natuurlijk verloop van den

guldenskoers en het zoeken naar een evenwichtspunt,
geen sprake is geweest. Daarvan kon ook geen sprake

zijn, omdat vrijwel onmiddellijk na de depreciatie

de markt voor het guldensdevies, althans voor zoover

betreft vraag en aanbod aan de top, werd over-
heerscht door de kapitaaisverschuivingen. En waii-

neer men inderdaad naar een natuurlijk peil zoekt,
mag men dien invloed niet laten meegeldea. Maar om
die reden had men dan ook moeten voorzien, dat
een vrij koersverloop een illusie zou. zijn, en dat het

Egalisatiefonds zijn functie niet zou kunnen beperken

tot het nivelleeren van
tijdelijke
schommelingen. Aan

het voorbeeld van Engeland had men zich in dat

verband ruimschoots kunnen spiegelen. Had men zich

de situatie toenmaals duidelijk gerealiseerd, dan zou

men den opzet: de Gulden naar
zijn
eigen evenwicht
laten zoeken, onuitgesproken hebben gelaten, en dan
zou nu de critiek met heel wat minder schijnbaar

recht, zich kunnen doen hooren.
Wat wordt nu de regeering verweten? Dat zij den
guldenskoers constant heeft gedrukt door ettelijke
honderden millioenen Guldens te hebben afgegeven
en daardoor atn een constant vraagoverschot te hel)-
hen voldaan. Had men dat niet gedaan dan zou hij
dezelfde vraag- en aanhodsverhoudingen de guldens-

koers natuurlijk aanmerkelijk hooger zijn gekomen,
wellicht zou de oude waarde ten opzichte van goud
weer zijn bereikt of zelfs zijn overschreden, aldus de

critiek.
Met deze bewering is men dadelijk midden in het
probleem aangeland. Men is ni. dadelijk geneigd de

wedervraag te stellen: is aan te nemen, dat zonder
deze tactiek van het Egalisatiefonds de vraag- en
aanhodsverhouding van Guldens
gelijk
zou zijn ge-weest? Geen der critici is zon naïef om te willen
beweren, dat een onderwaardeering van den Gulden
– wauneer wij die als werkhypothese even aannemen

– via den invloed op de loopencie posten van de
betalingsbalans de enorme goudtoevloed heeft ver-
oorzaakt. Het is hij beide partijen, regeering en
critiek, in confesso, dat het de kapitaalbeweging is,
die voor den goudaanwas verantwoordelijk is. Wat
is nu de ratio van de kapitaalverschuiving in de

laatste jaren? Het vertrouwen in de munt. Elk land

in weiks munt het internationale kapitaal vertrouwen
heeft, ziet zich tot toevlucht van dat kapitaal ver-
lieven. In het eene land overheerscht het gerepatrieer-
de kapitaal der eigen beleggers, in het andere het
viuchtkapitaal van buitenlanders. Bij ons neemt vrij
zeker het eerste een veel belangrijker plaats in dan
het tweede, dat bijv. in Zwitserland overheerscht.
Maar afgezien van deze nuanceverschillen is overal
de oorzaak van de goudheweging gelijk.

De vraag naar een valuta als ,jiap’itaalconservator”
is geen bewijs van ,,onclerwaarde erin g”.
Wanneer men dat vaststelt dan kan men echter
tevens concludeeren, dat een overschot-vraag naar een
bepaalde munt boven aanbod, zelfs een relatief zeer
belangrijk overschot, niets zegt omtrent de vraag of
men die munt ondergewaardeerd acht; alleen hetee-
kent het, dat men de valuta niet overgewaardeerd acht.
Men heeft in de recente discussies een nieuw be-
grip inzake muntwaarde gecreëerd en een onderscheid
gemaakt tusschen economisch-financieele waarde en
de psychologisôhe, daarbij constateerende dat hij den
Gulden de laatste hooger ligt dan de eerste. Het wil
mij voorkomen, dat men hier begrippen heeft gescha-
ier, waarvau althan.s het tweede: de psychologische

waarde van e’en munt, heel weinig realiteit bezit.

Het feit, dat bij den huidigen koers van den Gul-
den omvangrijke kapitalen belegging in die munt zoe-
ken, wil allerminst zeggen, dat men de waarde van de
munt belangrijk hooger aanslaat dan dien koers. Het

gaat hier immers niet om speculatieve aankoopen met

het oog op te behalen koerswinst, doch slechts om
yeiligheid die men zoekt. Het is alleszins aanneme-

lijk, dat wanneer men den Gulden den vrijen loop liet,
reeds betrekkelijk spoedig de stijging zou doodloopeu,
omdat men dan niet- meer veiligheid tegen toekom-
stige daling aanwezig achtte. In dat licht bezien

komt men dan ook tot de conclusie, dat het surplus
vraag naar een valuta hoven aanbod niets te maken
heeft met onderwaardeering, maar alleen met de heer-
schende overtuiging van zoo groot
mogelijke
relatieve
veiligheid.

Bij dle huidige situatie kan men zeggen, dat hij
eiken Guldenskoers onze betalingsbalans actief zou
zijn, en dat de goudstroorn alleen zou ophouden of

in het tegendeel verkeeren wanneer naar algemeene
overtuiging de Gulden overgewaardeerd zou zijn.
De gezonde situatie van onze betalingsbalans – hij
een koersstand die met de ,,ecouomisch-financieele

waarde” overeenkwam – was steeds zoo, dat er een
overschot beschikbaar bleef voor kapitaalexport. Op
het oogenblik
zijn
de objecten voor zulk een export
zeer schaarsch, bijna nihil. Terzeifder tijd komen, er

nog voortdurend door aflossing kapitalen, destijds in
het buitenland belegd, vrij. Dat moet leiden tot goud-
invoer, waarbij nog als extra-factor komt kapitaalbe-
weging uit anderen hoofde. Zou het Egalisatiefonds
een politiek volgen, die ten doel had om den goud-
import te doen stoppen, dan kon dat alleen maar wan-
neer kapitaalvlucht uit hoofde van Guldensangst in

het leven werd geroepen. Evenwicht in de betalings-
balans zou dus per sé onevenwichtigheid van den Gul-
denskoers heteekenen.
Afgezien nog daarvan is elke discussie over koers-
wijzigin.g terzake van de monetaire politiek en de
hoogte van het depreciatiepercentage op dit moment
vrij nutteloos, en zweemt naar grauwe theorie. Sinds
wij anderhalf ,jaar ongeveer den huidigen koers hand-
haafden, de exportnijverheid, het
prijspeil
en het heele
economisch leven zich daarop hebben laten inschie-ten, de aanpassings- en deflatiepolitiek hebben stop-

gezet, zijn belangrijke wijzigingen niet meer mogelijk,
waarbij het volkomen irrelevant geworden is of men
al dan niet van meening is, dat destijds de deprecia-
tie noodig was. Had men
destijds
vlak na het loslaten
van den gouden standaard nog overwogen om den

opwaartschen druk van de kapitaalheweging zich in
den. koers te laten uitdrukken, dan had men de juist-
heid van die politiek terecht sterk in twijfel kunnen

trekken, maar er ware tenminste iets voor te zeggen
geweest; thans, nadat men meer dan een jaar die fac-tor heeft uitgeschakeld, is het onder geen voorwaarde
te. verantwoorden het roer om te gooien.

Egalisatiefonds en geldmar7ct.
Kan men dus concludeeren, dat de goudtoevlocd
niet een gevolg is van de politiek van het Egalisatie-
fonds, doch van de omstandigheden, waarbij het
fonds hoogstens de passieve rol vervulde, dat het den
Guldenskoers niet tot een te hoog peil met daaruit
voortvloeiende kapitaalviucht liet oploopen, hetzelfde
kan men zeggen van de enorme ruimte op de geld-
markt. Ook wanneer wij den gouden standaard zou-
den hebben hersteld, zou de goudinvoer tot verruiming
van de geldmarkt hebben geleid.

In dit verband kan worden opgemerkt, dat het
geldaanbod door de politiek van het fonds nog ge-
remd is, doordat een deel van de middelen, noodig
voor goudaankoop, door het fonds werden opgenomen
op de geldmarkt door plaatsing van schatkistpapier.
In dit opzicht komt dus de situatie overeen met die
in Engeland, en die in Amerika voor zoover sterili-
sntie werd toegepast. In verhouding tot de totale
gouclittiporten was echter de omvang van het fonds

156

ECONÖMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN

2 Maart 1938

te-gcritg om indit ‘rb c1eei 1é1ijiij.ken irjvloecl
te hebben. In dat
.
opzicht was er een. groot . verschil
niet de situatie. in Engehuid, waar Qok: wel goudover-
dracht plaats vond,. maat waai •het grootste deel van

clan gouclaanwas toch door het fonds werd ,,verwerkt”,
afgezien nog van het feit, dtt
ééii
der goudovercirach-
ten gepaard ging met vermindering van de ficluciaire
circulatie. . C. A. Ki.

KINDERBIJSLAGVERZEKERING

l:iIet voorontwerp van wet,: waarbij wettelijke rege-

len inzake kinderhijslagverzekering worden voor-ge-
stelcl en dat bij den, bogen. jlaad
.
van Arbeid is:
ngedienci, vormt -in het kader der sociale. verzeke-

.ringswetten in Nederland ,een clu.sclan ig uitzonderlijk
type,dat een bijzondere besiireking, waar-in di.t wordt’
aangewezen, alleszins is gemotiveerd.-

Blijkens de Memorie van Toelichting is . het de

bedoeling, door middel van verplichte verzekering cie
kinderbijslagregeliiig alt onderdeel van cle loon-

regelingen. door te voeren. Hiertoe wordt een ver-

plichting gelegci op de we-rkgëvers, om een bepaald
peicentge

n het loon tc soiten teneinde uit de
daardoor gevorrhcie fôndien. cl

uitkeeringen ter
hoogte van 3 pOt. van het lhon te beticlen

aan die
arbeiders, welke’. een gezin hbberi ‘vin meer dan

twee kinderen, met dien verstande, – dat deze uitkee

ring geschiecit voor ieder kind–erf voor,tduurt .tot dit
kind den leeftijd van 15 jaar heeft bereikt.

Ter mojveeing van c1èz ‘rg.eling wordt door den
Minister het volgende opgemerkt:

,,Bij de vaststell ing van den -In-houd van deze al-gemeen
geldende regeling
is
uitgegaan ‘an de o-nistandigheid, dat
cle feitelijke loonbepal-iiig ten tn-zent- voor het grootste
deel der loontrekkenden geen rekening houdt
niet
‘er-
schillen in den omvang i
,
an het ge%in, ihet-welik voor het
levensonderhoud
01)
het loon van dan, kostw’i-uijer is aan-
gewezen. Zooals dit loon wordt bepaald, rnot ht derhâlve
geacht worden berekend te zijn
01)
de basis van de be-
staansniogelijikheid van eefl geiIL van feitelijk geniiddelde
grootte. Bij dit gegeven van het ecOnomisch tociade leven –
aansluitend, beodgt het wetsontwerp een grondslag -te
leggen voor een meer rechtvaardige verdeel

ing van het
totale bedrag, dat wordt verbond, door met name ver-
pliehtend te stellen, dat bij de loon-bepaling vals hen, wier
gezin deis feitelijk geIniddeldaI.k omvang overtreft ir,t de
daar-nice samenhangende groot-ere lasten wordt rekelLing
gehouden.
Naar het oordeel van dec oiiclerge

teekende wordt cle
al-
genieene doorvôefiiig van dit beginsel -door het geineaue
welzijn gevorderd. Dat

welzijn toch brengt mede, dat de
redelijk- en zedelijk-h-andelende niensoh, -die voor het levens-
onderhoud van zich en -de zijnen -aan-gewezen is
01)
ZJ.Il
arbeidskracht, in de algemeene organisatie der boonvor-
nhi.ilg nit een belemmering ontmoet tot het voldoen aan
zijn recht op vorming van een geai.n naar de wetten der
natuur en aan zijn plicht -tot onder-houd van het aldus door
heni gevormde gein. Maar niet alleen ‘uit het oogpunt
van de levensre-c-hteu en de leveiisplichten van het mdi-
vid-u vordert het genieené welzijn, d-a.t bij

de loonbepaling
niot den kin-derzegeii wordt, rekening- gehouden — even- –
zeer .stelt het al-gemeen ‘belang hier; .5ijn, e-i-schen uit dan gcziohts-hoek der gemeeiischq. Immers -de gemeenschap is
voor haar .krach-g
voortbestaap.
in het,.al-gemeen afhanke-
lijk va:n het gezinsleven, terwijl. in het bijzonder de kin- – dciiijke goed geregelde gezinnen voor Jivar sooiultg%ng
van de grotte w-idsrde’ zij-n. Ook om daz reden heeft de – geineenbehap belaiig – éi hij, ‘dat de loonorihiig iiiet
zO’S
geregeld- is,’dat’diardoor clegéneii-,.diê neer- kinderen hêb-
ben dan het feitelijk-gemiddelde getal, -matei’iel zeer: ten
achter riioeten staan hij hun.,mt’ minder k-iidreii gezegen- –
de standgeneoten.”

In den rdoör den voottteller oh-tikkeIden –rechts-
-groiid tieft ons, dt de theoii vaiï :het iêahtvaardig
arbeidsloo’ ordt -llit’gdbrdid door op’ het
olleccef

karakter der te treffen regeling den nadruk te leg- –
gen. De groep arbeidsloon als geheel wördt bzien

en het iii te voeren stelsel.rno,et.dienen..een -zoodailige –
d-istributie clér -looneti. ‘aan de, iudividuaale arbeiders
te- .verekeren,:clat. mét -het.. behoefte-element. wordt –

relcening gehouden.

Bij -cle oude 0])Vattng ging het 0fl)
den- inclividuee-
leo arbeider te hescheriiien tegen de eventualiteiten

als ongeval, ziekte, i nval i cli tei t en werkloosheid,
welke hem individueel in- meerdere of mindere mate
-bedreigden. Kwam hij in die omstandigheden te ver-
keeren, clan werd vanuit de fondsen, welke door

sociale verzekering waren gevormd, het voor hem
gereserveerde loon uitbetaald.- –

.Hier staat het echter, zooals duidelijk is, anders.

Zoowel geli uwden als ongehuwden, die well i eist nooit zullen huwen, zoowel gezinnen m,et kinderen gezegend
eis gezinnen, waarin nimmer kinderen- zullen worden

geboTen, vallen- onder de regeling en zullen in meer-

dere of mindere mate den invloed der premiebeta-

l.ing op het normale gronciloori, dat zij verdienen, ondergaan; ook al betaalt de werkgever de premie.

-Veliswaar wordt het argument van loondruk tegen

het vooronti’erp ingebracht, overdreven, omdat het

afwentelingsproces niet :in alle sectoren van het
economisch leven
gelijk
is, maar dat deze regeling
een achteruitgang van het grondloon kku meebren-
gen, valt niet te ontkennen.

Bij den opzet van cie gemaakte regeling evenwel,
waarbij met een preni ie van hoogstens 1 pOt. van

het loon is gerekend, zal de loondruk echter zeer

geliniiteerd zijn en het daardoor veroorzaakte nadeel,

dat gelijkmatig in – een bepaalde sector van liet be-
drijfsleven over alle loontrekkenden zal worden ver-
deeld, is niet dusdanig, dat op grond daarvan ernstige
bezwaren kunnen worden ingebracht.

i-Jet voordeel, dat naar onze visi.e te verwachten is, overtreft hef nadeel verre.

immers, het algemeen bëlang is er ten sterkste

mee gediend, dat de grootere gezinnen, worden ge-
holpen. Wie slechts denkt aan cie meerdere kosten
‘Oor h iii sh uur, voeci ing en kleed ing, zal inzien, cl a t

het sociaal gewenscht is, het grootere gezin niet te

brengen op een lager levensniveau dan het kleine
of kinclerlooze. –

Wie echter den rechtsgrond, door den Minister van

Sociale Zaken geconstrueerd om zijn regeling te

motiveeren, nader beschouwt, zal tot de overtuiging

moeten komen, dat op dezelfde gronden evenzeer
een voorziening voor degenen, clie niet in loondienst
zijn, Ican worden geconstrueerd.

Iinpliciet wordt dit trouwens erkend door den
voorsteller, ciie in het begin van paragraaf 2 der
Toelichting mededeelt, dat hij zich om redenen van
practschcn
aard voorshands heeft beperkt tot de
groep der loontrekkenden.

Het wil mij voorkomen, dat ten aanzien van zelf-
standigen en kleinere werkgevers evenzeer een
bD-
hoefte bestaat aan een voorziening, clie aan cle meer-
,,lere lasten, welke het groote gezin meebrengt, tege-

moet komt. Wil men deze voorziening treffen, dat
zou deze door een omwerking van het wetsontwerp
zonder groote bezwaren tot stand kunnen worden
gebracht. Dit zou trouwens liggeii in de ontwikkeling
der -sociale – verzekeringswetten, waarbij men meer
en meer liet streng arbeids-contractueele standpunt

heef t verlaten en onder -de sociale verzekering heeft
gebracht groepen van – personen, die in economisch
opzicht mt arbeiders zijn geli,jlc te stellen. Hier moge
worden- gewezen op personen, werkzaam ‘in werkver-
-schaffing, thuiswerkers – en provisie-reizigers. –
– – Evenzeer is reeds vrijwillige verzekering ‘oor

-merdere- groepen van – personen, clie niet in loon-
dienst zijn, mogelijk geworden, terwijL bij cle Invaiidi-

teitswet: duizenden pertonen – onder ‘de -verplichte
verzekering -‘zijn ‘blijven vallen, ook al zillen zij

nimmer meer in loondienst terugkeeren. Alleen door
hun eigen rrijwillige daad, n.l. de aanvraag om ver-
-vallenverklaring, treden
zij
uit het verzekeringsver-
band.
.. Natuurlijk zijn aan het opnemen van zelfstandigen
bézwaren verbonden, zoolsing – ten aanzien an deze
groep in.cle samenleving nog wéinig ôf geen registra-

2 Maart 1938

ECONOMiSCHSTATISTISCHE. BERICHTEN

157

tic aanwezig is, maar deze’ registratie is in word rig

en ook onder (leze groepen teekenen zich meer cii
meer de orga nisatorisch’e’v erbanden af. liet zal dus

wenschelijk zijn de -zelfstandigen geleidelijk onder’ de
verplichte verzekering te betrekken, al: naarmate de

structuur van een bepaalde groep de mogelijkheid

daartoe opent. –
in technisch opzicht brengt-‘ het voorontwerp op

twee
pu uten nieuwe beginselen, welke voor cie verdere

ontwikkeling ‘van cle sociale verzekering groote- be-

teekenis kunnen verkrijgen. – – – -‘
Vooreerst is -iu het voorontwerp neergelegd het
haginsel eener algemeene herverzeker.ing. liet Rijks-

kinclertoeslagfoncls dient ter egalisatie van de onge-
lij ke uitkomsten, die cle verschillende uitvoerings-
organen zullen vertoonen. Indirect worden – daardoor

ook cle verliezen, welke geleden worden door de
i nsolvabiiiteit van bepaalde werkgevers – op gelijk-matige wijze verdeeld over alle uitvoeringsorganen.

Dit beginsel, natuurlijk aangepast aan de eischen, die

elke bijzondere vorm van sociale verzekering nu een-
maal technisch stelt, achten wij voor cle toekomstige

ontwikkeling der sociale verzekering
-zeer belangrijk.

iii t organisatorisch oogpu nt brengt het vooront-
werp ordening in de ordening.
Voorop staat do Beclrijfsraad, daarna volgt- cle

vakbedrijfsvereenigi ng en nevens deze één algemeene
hedrijfsvereeniging, terwijl als sluitstuk fungeeren
cle Raden van Arbeid en de Rijksverzekeringsbank.
Deze laatste is helieers ter van het Rijkski ncierbijslag-
fonds, dat bij de egalisatie een rol speelt.
Naar onze meening kan hier de zoozeer gewenschte
organische ontwikkeling der sociale verzekering wor-

den bevorderd, mits m.en hierbij zekere beperkingen
in acht neemt. De Bedrijfsraacl toch omvat alle
werkgevers, die werkzaam zijn .i n het bedrijf, waar-
voor hij wordt ingesteld.
Een kinderbijslagfonds onder beheer van den Be-
clrijfsraad omvat dus alle werkgevers en arbeiders en
van een organisatorisch clualisme ten aanzien van
de in geding zijnde groep is geen sprake.
Met de vaicbedrijfsvereeniging staat het echter

anders. immers deze omvat niet alle werkgevers voor
het
bedrijf
of aanverwant bedrijf, waarvoor ze is inge-
steld. Er zullen derhalve werkgevers zijn, die elders
hun risico onderbrengen, met name bij cle overheids-
organen of bij de algemeene bedrijfsvereeniging. Het
dualisme blijft bestaan.

Ten slotte heeft naar onze meenirig de algemeene
beclrijf.svereeniging geen zin. Dit orgaan vormt een
hindernis op den weg naar een bedrijfsgewijze ont-
wikkeling der sociale verzekering, welke in voor-
bereiding is. ‘We behoeven slechts naar de ontwikke-
ling van de z.iekteverzekering te wijzen ter adstructie
van ons betoog.
I-[et is daarom veel beter en het zal vereenvoudi-

ging meebrengen, i ncl ien bij cli t wetsontwerp alleen
Bedrijfsraden en. Overheidsorganen een organisatori-
sche bemoeienis krijgen. Naarmate cle Bedrijfsraclen in aantal en omvang . toenemen, wordt dan , automa-
tisch een deel van de taak der Overheidsorganen

weggenomen, en dit proces kan zonder -bezwaar -ge-
schieden, -omdat de Overheid.organen te dien aanzien
volkomen passief zijn, zulks b,rengt hun positie mede.
Wie echter doordrongen is van cle,waaiheid, dat
elk particulier orgaan’ cle plicht heeft om naar, zelf-

handhaving te streven, zal beseffen, -dat zoow1 vak-
hedrijfsvereenigingen en in nog :steikere: mate een
algemeene hedrijfsvereeiiging ee,n, QitwiIkeling- van
Bedrijfsraden, als zijnde niet. in – hun belang, .zn1len
tegengaan. •. – –….- –

Door clere organen in het leven te, roepen, worden krachten gewekt, die de bedoeling van den ontwerper
der wet zullen tegenstaan.

Zij zijn derhalve,, als men,waarlijk een organische
ontwikkeling naar
.
hedrijfsgewijze , ordening – wil be-
vorderen, ongewenseht. – ..
VAN
BRUGGEN.’

DE VERLENGING VAN DE, RUBBERRESTRICTIE.

De ‘dagbladen hebben de aanbevelingen, diep door
het ‘ internationale ‘ rubberrestri’ctie-comité – aan de

deelneniende regeeringen zijn gezonden, gepubliceerd.

Inhoud der aa.nbevehngen. –

‘Zooals bekend komen deze in hoofdzaak
01)
het vol-

ende neer:
lo. het internationale rubberrestrictie-comité is

overtuigd van, de groote, ongelijkheid, welke nog steeds
bestaat tussh’ëh,”de ‘eeld- ödiïetiècajideiteit en de

weieldonsumptie van rilhher en stelt daarom voor cle
rubberrestrietie voor minstens 5 jaar te verlengen;

2o. teneinde de’ b’asisciuota’ voor de deelnemers on-

gveer in overeenstemming te brengen met de onder-
linge ‘relatieve productie-capaciteiten gedurende de

komende restrictie-period’e, ‘worden unaniem de
volgende cijfers voorgesteld (wij voegen bovendien (Ie
gegevens voor 1938 toe):.

– 1938

19,9

1940

1941

1942

1943

Malakka

,

(in tons)

ete. ….
602.000 632.000, 642.500 648.000 651.000 651.000
Ned.
indië
540.000 631.500 640.000 645.500 650.000 651.000
Ceylon ..
82.500 98.000 99.500 101.000 101.590 102.000
Br..Indië.
13.000 17.500 17.75Ö
17.750 17.750 17.750
Burma ..
9.250 12.000 12.250 12.250 12.250 12.250
Br. Noord-
Borneo..
16.500 19.000

19.250 39.250 19.250 19.750
Sarawak . .
32.000 39.000 39.500′ 40.000 40.000 40.000
Siarn ….
40.000
‘1 –

1.335.250 1.449.000 1:470.750 1.483.750 1.491.750 1.494.250

Met Siam wordt te dezer zake nog onderhandeld;
voor Fransch Indo-China wordt verlenging van de
geldende regeling voorgesteld, met dien verstande,
dat de hoeveelheid der vrije uitvoeren, in verband
met het rubberverbruik van Frankrijk, wordt ver-
hoogcl van 30.000 tot 60.000 ton per jaar.
3o. het planten vn rubber in deze nieuwe periode
worde toegestaan niet inachtneming van het volgen-
de: gedurende de periode van 1 J’anuari 1939 tot 31
December 1940 mag 5 pOt. van het totale heplante
areaal (in totaal dus ruim 400.000 acres, voor Ned.-
[n:dië 159.620 – aceres) worden ontgonnen, waaraan
het comité voorts nog vergunningen voor maximaal
1 pOt. van de totale oppervlakte mag toevoegen; voor
de jaren 1941, 1942 en 1943 heeft het comité het recht
over al of niet nieuw planten van rubber te beslis-
sen en krijgt hovedien de bevoegdheid tot het laten
overschrijden der percentages met
1/5
van den voor
clie jaren vastgestelden omvang-;
4o. herontginnen worde onbeperkt – gedurende de
loopeude periode m:ax. 20 pCt. – toegestaan met dien
verstande, dat het comité -het recht zal hebben de
positie te, herzien eu herplauten na 31 December
1940 te l)eperken, wanneer zulks wenschelijk wordt
geacht; – – –
-So. een- nadeelig verschil tusschen toegestanen en
werkelijken uitvoer -in eenig jaar worde tot een maxi-
mum van 10 in plaats van -12 ‘pCt. in het volgende
extra ‘ten ‘uitvOer toegelaten,”‘– – –
6o. de grens voor oor’riiden op rubberondérnemin-en worde van
2
tot 3 maonden pioductie veigroot
‘7o. het aantal zetels an Amerikâanehe ‘fabrikan-
ten in, het comité van advies worde van 1 op 2 ge-
bracht, ,rzoodat het Ame,rikaansch verbruik de helft
dezer. -zetels bezet; – – – – – – ., . .
•”80. de uniforme heffing – van research blijve’ ge-
handhaafd. – –

Daarnaast komen nog eenige aanbevelingen voor, die o.i. echter. noeh voor de algemeene positie noch
voor Ned.-Indië bijzqndero. heteekenis hebben..

Beoordeeling.,,’,,,,

Bij ‘een – beschouwing” dezer’ aanbevelingen zullen
wij ons ‘uiteraard moeten beperken tot het algemeene
beeld en de posit’ie van ‘de Ned.-Indisehe onderne-
mings- en bevolkingsrubber.

158

ECONOMISCH-STATISTISCHE

BERICHTEN

2 Maart 1938

Algemeen beeld.

Zet men zich tot een rustige heoordeeling der cij-
fers, dan.kan het niet anders of men zal met de over-

tuiging van het comité, dat er een groote ongelijk-
heid tusschen de productie-capaciteit en het verbruik
van rubber in de wereld bestaat, volkomen kunnen
instemmen, getuige de volgende cijfers:

Productie-capaciteit Uitvoer

Totaal

Geraamd wereld-
der deelnemende

der overige

.

verbruik
mci.
dat
landen, excl. Siam ec

gebiedcn

in productie-
Fr. Indo-China

gebieden
1937 .. 1.258.500
ton
106.177
ton
1.364.677
ton
1.092.078
ton
1938.. 1.295.250 ,, 100.000 ,, 1.395.250 ,, 1.000.000 ,,

En thans blijkt de productie-capaciteit voor 1939,
zonder Siam en Fransch Indo-Ohina, nog ongeveer
150.000 ton boven die van 1938 te liggen. Men mag

daarbij uiteraard niet vergeten, dat productie-capa-
citeit zuiver technisch is en dat het voor tal van

producenten, ook zonder restrictie, uitsluitend’ van de economische omstandigheden zal afhangen wat
wordt geproduceerd. Voorbeelden daarvan zijn de he-

volkingsrubber in Nederlandsch-Indië, de small hold-
ings op Malakka en de wilde rubber. Vandaar, dat
het o.i. ook volmaakt onjuist is een ,procluctiecâpa-

citeit te baseeren op areaalcijfers. .,Dadelijk moet
echter worden toegegeven, dat er moeilijk een beter

gegeven valt te vinden, een van de zeer duidelijke
oorzaken, waarom wij, het principe nog daargelaten,

tegenstanders van een rubberrestrictie zijn. Immers,

deze schijnhare gelijkheid heteekent reeds een econo-,
mische ongelijkheid. Zeggen deze productie-capaci-
teiten dus niets over wat werkelijk zal worden ge-

produceerd, aan den anderen kant moeten zij wel
geacht worden te bewijzen, dat, indien de prijs maar

een bepaald niveau bereikt, een zeer belangrijk groo-

ter verbruik dan het tegenwoordige nog kan worden
bevredigd. Voor het bestaan van de rubberrestrictie
achten wij deze cijfers wel bijzonder teleurstellend,
omdat zij bewijzen, dat wij voorloopig, naar mensche-
lijke berekening, gelijk ook het comité
blijkt
te voor-
zien, nog niet van deze restrietie verlost zullen zijn.
In het kader van een rubberrestrictie doet het er
voor het algemeene beeld niet toe of de basisquot
1 of 2 mililoen ton bedragen.; immers, men zoekt
aanpassing van aanbod aan de vraag en het eenvou-dige gevolg van een grootere standaardproductie is,

dirt het percentage der beperking in het laatste ge-
val wat hooger komt te liggen; het gevolg daarvan
kan alleen zijn, dat in de herkomsten van de’rubher
een verandering intreedt, wat op de prijsverhouding,
door de vrij groote uniformiteit van het product,
geen invloed zal hebben. Voor de indiiduee1e deél-
nemers kan dit natuurlijk een verdere beperking he-
teekenen, voor zoover hun standaardproductie niet
evenredig grooter wordt.

Her- en aa.nplanf en.
Oogenschijnlijk lijkt het in trjd te constateereu,

dat een wanverhouding bestaat tusschen productie-
mogelijkheid en verbruik en clan toch de magelijkheid
open te stellen te ontginnen of te herp1antn. Im-
mers, deze handelingen beteekenen een grooter wor-
den van de productie-capaciteit. Voor ontginnen is
dit zonder meer duidelijk, omdat de wereld-aanplant
wordt uitgebreid. Ook herplanten echter leidt tot
hetzelfde gevolg, omdat dit slechterè aanplautingen
door betere (beter plantmateriaal etc.)- zal doen ver-
vangen. Doch liet comité deelt rned, dat het over-
tuigd- is van de noodzakelijkheid te allen tijde over
voldoende hoeveelheden rubber tegen redelijken prijs

te moeten beschikken. Een der doelstellingen’ van de
restrictie is dus oorzaak van deze aanbeveling. ‘Het is
natuurlijk geensins onmogelijk, dat in de toekomst

bij handhaven van de tegenwoordige productie-capa-
citeit een tekort aan rubber zou kunnen ontstaan,
doch dit is ook geenszins zeker. De mogelijkheden der.
synthetische rubber nog geheel daargelaten evenals
de resultaten van het rubber-research, mag toch vast-
gesteld worden, dat een vergrooting der productie-

capaciteit in feit een zeer eigenaardigen toestand

brengt. Het beteekent een specûlatie ‘op ‘de toekomst door producenten teii behoeve van consumenten, niet
alleen om aan de vraag naar rubber tegen redeljken
prijs geheel te kunnen voldoen, doch ook om te zor-
gen, dat de tegenwoordige productie-capaciteit ver-

moedelijk nooit ten volle aan bod komt. Immers, een
deel van deze zal slechts
bij
zeer hooge prijzen
reden’
van bestaan hebben, resp. kunnen worden benut, wat
hij
redelijke
prijzen dus niet zal worden verwezenlijkt.
M.a.w. door de doelstelling der restrictie wordt aan

den eenen kant een deel der productie-capaciteit uit-
geschakeld, terwijl het aan den anderen kant toch een
quotum krijgt toegewezen.

Ook beteekent het een speculatie. Worden de ver-

wachtingen van het comité verwezenlijkt, dan is er
geen enkele reden om aan te nemen, dat de vraag

juist bij de grens, door het comité gesteld, zal op-
houden; vandaar dat het zich voor na 1940 de be-
slissing over verdere toestemming venscht voor te
behouden en, naar wij mogen aannemen, de thans ge-
laten
mogelijkheid
ten aanzien van het toekomstig
verbruik veilig acht, dus de productie-capaciteit te
‘veel laat uitbreiden. Dit leidt er dus toe, dat willen

producenten hun relatieve plaats in de toekomst be-
houden,
zij
aan de uitbreiding, zelfs contre-coeur,
zullen moeten mededoen, omdat anders hun positie na 1943, gebaseerd op de technische productie-mogelijk-

heid, in verhouding tot de anderen slechter wordt. Een merkwaardig gevolg van een pessimisme, dat

men zelfs optimisme moet veinzen, om zijn pessimis-
me verwezenlijkt te zien!

En als de speculatie op verdere toeneming van het verbruik mislukt of slechts gedeeltelijk in vervulling
gaat, dan
rijden
de rubberproducenten nog verder in
de soep. Dit is geen verwijt aan het adres van het
comité, dat door de doelstellingen van redelijken
prijs en aanpassing van aanbod aan de vraag voor
onoverkomelijke moeilijkheden staat, omdat hier een

zeer gebrekkige ordening alleen maar de onmoge-
lijkheid der verwezenlijking harer doelstellingen be-
wijst.

Ware hier de mogelijkheid tot scheppen van een
hufferpool niet de overweging waard geweest of is

deze wellicht overwogen ?

Nederlandsch-Indië.
Wat ons Indië betreft, staat voorop, dat dit gebied
van de verhooging der hasisquota het meest heeft
geprofiteerd. Immers, gemiddeld in deze 5 jaar ligt
het quotuni ongeveer 100.000 ton hooger bij een ge-
middelde totale
stijging
van 176.000 ton (dus onge-

rekend Siam).
Hoe het nieuwe basis-quotum over ondernemings-
en bevolkingsrubber zal worden verdeeld, is een
vraagstuk, dat aan het Gouvernement van Ned.-
Indië en in laatste instantie eventueel aan onze Re-
geering wordt overgelaten. Men kan zich, zoolang deze
instanties niet hebben gesproken, daaromtrent dus
geen beeld vormen, doch moet in het’ oog houden, dat
de vergrooting zelf in hoofdzaak op rekening van den totalen aanplant der bevolkingsrubber komt. Wel be-
stond voor de
ondernemingsrubber
het feit, daf’ de

gezamenlijke standaardproducties dezer categorie groo-
ter waren dan het aan deze groep toekomende basis-
quotum, doch groot was dit verschil over 1937 niet.
Men mag aannemen, dat in elk geval deze wanverhou-
ding zal worden opgeheven, doch hoe dan verder de
verdeeling zal zijn, kan niet worden vastgesteld. Daar-
mee vervalt ook de mogelijicheid tot beoordeeling van

de vraag of deze toevoeging uiteindelijk een voordeel
zal blijken; immers; vast staat slechts, dat, hij een
gelijk verbruik, de beperking grooter zal worden dan
voorheen en hoe de verhouding dan wordt, dient te

worden afgewacht.
‘Toor de bevolkingsrubber is
een vergrooting van

,het quotum en’ dusvan de ten uitvoer toegelaten hoe-
veelheid.— aangenomen dat de werkwijze als boven
gedacht zal worden gevolgd – zeer welkom. Nu mog’e

2 Maart 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

159

worden vooropgesteld, dat, zooals wij reeds zoo vaak

hebben betoogd, de technische productie-capaciteit
hier in het geheel geen maatstaf is voor de economi-
sche. Dit is van groot belang voor de b’eoordeeling.

Immers, in de bevolkingsruhbbrstreken wordt de pro-
ductie, zonder restrictie, beiaalcl door de factoren,

welke ook den omvang voor het inzamelen van bosch-
producten beheerschen. Door ‘de restrictie ‘echter is
de toestand ontstaan, dat de productie, via den uit-
voer, door de aanwezige oogstvergunningen wordt be-

perkt. Neemt nu bij denzeifden rubberprijs en een-
zelfde internationale beperking in quantum de hoe-

veelheid oogstvergunningen door het grootere quotum

toe, dan komt dit hierop neer, dat deze ten opzichte
van de economische productie-mogelijkheid in een
minder bevoorrechte positie komen of rn.a.w. dat de

handel zich grootere offers zal moeten getroosten,
dus een in verhouding hoogeren
prijs
betalen, om de
henoodigde hoeveelheid rubber te
verkrijgen.’
Dit zal
dus de tendens hebben, dat er een voor den arbeid

gunstigere verhouding komt tuschen licenties en on-
gedekte rubber, waardoor op zichzelf de productie
van rubber wordt bevorderd en een grootere aanpas-
sing aan de werkelijke omstandigheden wordt ver:
kregen.

Voor ditmaal willen wij met deze beschouwingen
volstaan; nadat de gedragslijn der Indische Regeering
bekend is, zal er wellicht nog aanleiding zijn op dit
vraagstuk terug te komen, omdat het o.i. ook andere
zijden heeft, dan de thans beschouwde.
Aangenomen kan worden, dat de deelnemende
landen de thans gepubliceerde aanbevelingen princi-
pieel zullen volgen, waarbij natuurlijk kleinere wij-
zigingen niet onmogelijk zijn.
Vatten wij onzen indruk samen, dan zouden wij

willen constateeren, dat de gegeven cijfers erop wij-
zen, dat de rubberrestrictie, indien met haar ophef-
fing wordt gewacht totdat de toestand voor het aan-
bod weer normaal zal zijn, nog een lange geschiedenis
zal hebben en dat in deze aanbevelingen de kiem
voor een verdere verlenging wordt gelegd, tenzij

een door het comité ongecontroleerde factor, de
consumptie, een grooten sprong zou maken; in dit
geval is echter evengoed mogelijk, dat de sprong te
groot zal zijn en dan zou de onmogelijkheid der doel-
stelling van deze rqstrictie zeer duidelijk worden be-
wezen. Voor de rubbercultuur hopen wij, dat dit be-
wijs zal worden geleverd. J. F. H.

EENIGE OPMERKINGEN INZAKE DE ORDENINGS-
POGING IN DE SIGARENINDUSTRIE.

Prof. Mr. C. W. de Vries deed in het vorige nr.
van dit weekblad mededeelingen over een ordenings-
poging in de siga.renindustrie. De vragen, die men
allereerst bij het vernemen van dit bericht zou kun-
nen stellen zijn: ,,Waarom wil men hier ordenen?”
,,Is er behoefte aan ordening?” en ,,Kan ordening,
zooals de, voorgestelde, wel verbeterin’g brengen en
dus wenschelijk zijn?”

Als motieven voor de poging noemt Prof. cle Vries,
cle noodzakelijkheid van voorbereiding ingevolge de
arbitrale uitspraak van 24 Juli ’35, gegeven door de
heeren Mr. T. J. Verschuur (voorzitter), Mr. Dr.
J. H. van Zanten en Prof. Mr. P. S. Gerbrandy,
leden, waarbij werd aanbevolen aan de partij, die de
fabrikanten vertegenwoordigt, maatregelen te nemen

teneinde tot een ondernemersovereenkomst te ge-
raken, welke voor verbindendverklaring zou worden
voorgedragen.
1)

Het beroep op de arbitrage zou – onbedoeld –
den indruk kunnen wekken, dat de hulp der over-heid, in den vorm van ordening, in casu door ver-
bindendverklaring eener ondernemersovereenkomst, 1)
Herinnerd zij aan onze beâohouwing: ,,Een ailyi’trale uitspraak in de .sigarenïndustrie”,
in
E.-S.B. van
21
Aug.
1935 waarin
wij
onze bezwaren tegen verbindendverklaring
van meerderheidsinivloed in een ‘industrie hebben uiteen-
gezet.

reeds door de industrie aanvaard werd. Dit ware ten

onrechte. Indertijd werd de arbitrage slechts door

een zeer ]deiii deel der werknemers aanvaard en cle

opdracht aan de commissie de Vries ging ook slechts

u i t van de R.H. Werkgeversvereeniging, dus een

deel der betrokken fabrikanten-organisatie’s. Het

bleek ook aanstonds al, dat het voorstel door de leden

ran opdrachtgeefster niet unaniem werd aanvaard.

De Commissie motiveert vervolgens haar voorstel

niet te wijzen op den slechten toestand in de sigaren-

industrie. Voorzoover de feitelijke toestand wordt

geconstateerd, kunnen wij er ons geheel bij neerleggen

en verwijzen naar hetgeen Prof. de Vries in zijn

artikel citeert en het interessante cijfermateriaal,

door de nota verschaft. Eraan toegevoegd moge wor-

den, dat in de nota der Commissie de nijpende moei-

lijkheden voor de Sigarenindustrie, die het schier
onmogelijk maken met winst te werken, allereerst
worden toegeschreven aan de sinds enkele jaren toe-
genomen mechaniseering, terwijl de Commissie ver-

volgens op de tweede plaats verlies van export noemt

als oorzaak van de scherpe concurrentie op de bin-
nenlandsche markt.

Op zichzelf is dit al merkwaardig, daar, juist ná

dat in de eerste jaren na den oorlog successievelijk
de exportgebieden reeds verloren gingen, de mecha-
nisatie – zij het nog op zeer beperkte schaal – haar

intrede deed in deze industrie en juist als middel
tot prijsverlaging, de industrie in de volgende crisis-
jaren heeft medegeho]pen haar afzetgebied te behou-
den.

Voorts gewaagt de nota nog van de opleving der
randindustrie en de eigen-werkers, die ongeorgani-
seerd tegen lager loon en dikwerf met ontduiking
van de arbeidswetten fabriceeren.

Tegenover de opmerking in de nota, dat ,,de meer
en meer in gebruik zijnde methode om de handmatige
productie door geheel- of gedeeltelijk mach:inale te
vervangen, vanzelfsprekend een daling van den door-
sneeprijs heeft veroorzaakt,” mag de opvatting gesteld
worden, dat de, tengevolge van de verminderende
koopkracht, dalende
prijzen
het zoeken naar goed-
koopere productie-methoden hebben veroorzaakt. Ten aanzien van de gereproduceerde
cijfers
betref-
fende de werkloosheid valt aan te teekenen, dat na
1935 een verbetering intrad en dat zooals in meerdere

andere industrieën bij de uitbreiding van werkgele-
genheid er een tekort blijkt te bestaan aan volledig
geschoolde arbeiders. Dit is aanleiding geweest voor
verschillende fabrikanten een opleidingscursus voor
nieuwe jonge krachten op te richten. In dit verband
valt het te betreuren, dat de machinale productie,
die hierin uitkomst brengen kan, juist door de Regee-
ring aan banden is gelegd.
* *
*
De Commissie motiveert in den aanhef van Rubriek
II (waarom ordening?) met de simpele verklaring:
,,ordening is noodzakelijk voor alle ondernemers en is tevens een algemeen belang,” een exelamatie, die ik in haar algemeenheid niet onderschrijf. De Com-
missie constateert het belang der ondernemers, door
te wijzen op de sombere gegevens in het voorafgegan.e
deel van de nota en betoogt, dat ook de fabrikant,
die zich nog mag verheugen in een sluitende reke-
ning, niet uit altruïstische, maar uit egoïstische

overwegingen aan een or.dening dient mede te wer-
ken. Ter adstructie van deze uitspraak wijst de
Commissie op het ten ondergaan van tal van fa-
brieken na groote bloeiperioden. Zij geeft daarbij
een staatje betrefende de loonbedragen van een acht-
tal fabrieken (er zijn er plm. duizend) over de jaren
1930-’36, waaruit een groote wisselvalligheid blijkt.
Ik zou hier de vraag willen stellen, of het verwijzen
naar het risico, waaraan iedere onderneming bloot
staat, wel juist is om er een ordeningsmotief uit
af te leiden. Zijn er niet in iederen’bedrijfstak fa-
brieken, die na een bloeiperiode het moeten afleggen,

160

EGONÔMiSCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Maart 1938

b.
.Oiiïdat zij niet tijdig veianderingeri in den smaale

en gewoonten harer afnenlers hebben onderkend of

zich niet voldoende aan cle wisselende omtandig-

hedén hebben weteti aan te passen? Zou hèt belang van
det bèdrijfstak ‘ei het algerneen •beliiilg of mede

gebaat zijn geweest, wannér kunstmatig in het ‘levén

Was gehouden, wat aldus
is
verdwenen?

Ten slotte, indiëil men Liitgaat van hêt fit dat

het productie-apparaat te ‘g±odt is door verlies vitn
export en er geen uitzicht is, dat dat in een:’onaf

zienbaar aantal jhten zal -veianclêren, i’-het ‘c1in wel

juist; te trachteii di-t teveel a;an’ fahrieken”kunstnrati’g

in het’ leven’ te houden? – . .
Om aan te -toonen, dat ‘ordeniDg- teens een-‘alge–

meen belang is, wijst cle Commissie op de belangen

der’ pim. 20.000 arbeiders, vooi’ts grossièri rëiigers
en winkeliers en alle bij de’ industrie zijdelings- be-

trokkenen;. zooals- ‘tabakshandel,’ hout–én vorpakkings

leverancierS. :
liet is wel merkwaardig,r dat er bij deze enun1eratie;

waaruit het al-gemeen belang der ordening wordt

afgeleid, voor de Commissie blijkbaar één quantité
négligeable is, d.e consumnt! Hem noemt-zij in dit

verband iiiet.
De nota motiveert haar voorstel-verder met de om-

standigheid: ;,dat de prijs sterker is gedaald dan het
indexcijfer’ met de volgende’redeneoring

,,irnmers wanneer cle prijsdaling gecoirespoudeerd had
met het’ verloop van het indexcijfer der
,
kosten van le-
vensonderhoud (welk cijfeE van,
1929
tot
1936 daalde
van 100 op
79,
dus met 21, pCt.), dan had de doorsnee-
prijs die in
.
1929 f 6.89
bedroeg, in
1936
eveneens ge-
claCid moeten zijn met
21
pCt. Die pi-ijs zou dan dus iii
1936
bedragéli hebben
f 5.44,
tei-wijl hij, in wenkelijleheid
bedroeg
f 4.22.

J)e Wet op de banderolte-tesoherming, welke begin
1934-
in werking trad; had tôt gevolg,, dat de sigaren
misir dait voorheen op werkelijken verkoopprijs ge-ban-
derolleerd ,erden. De doorsnee-prijzen-statistiek, welke
afgeleid ii van den betaalden accijns, moest dus theore-
tisch een daling illustreeroe in
1934.
Schrijft men nu
deie daling voor de helft •toe aan de w’erking van ge-
noemde Wet, dan zou de prijs iii
1936 – zoo
juist ge-
noemd – niet de helft van het verschil in prijs in
1933

ad
f 5:26 en in
1934
ad
f4.94, dus
met’
16
cent moeten

worden verminderd, blijft
f 5.28.
Bij normale &ntplooiiiig der •sigareni.ndustrde, zou de
afzet hebben bedragen
1310
millioen sigaren in plaats

van 1459
millioen tegen
f 5.28
gemiddeld per 100 stuks

in plaats van
f 4.22. –
Wil men echter beweren, dat de sigaar een semi-luxe
artikel is, dan blijft liet in- elk geval waar, dat het
publiek voo1
f 61.6
inillioen- aaii sigare.0 ten koste heeft
gelegd, zoodat de prijs dan bij normaal verloop minstens
had kunnen. bedragen
f 61.6: 13.1 is f 4.71.
De gemid-
delde economische prijs moest dus liggen tussehen . de
f 4.71
en
f 5.28
en’
-economisch had er dus meer in geld
verrookt kunnen zijn.
Laat men nu alle yoor- en nadee-
len, os. daling van afnern.ing’ bij -hoogeren prijs en toe-
neining in tegengestelden zin, tegen elkander wegvallen, dan zou de gemiddelde prijs uitgekomen zijn op
f 4.994
of rond
f 5.

Het geheele streven om te ordeneu’-dieut derhalve-, erop.
gericht te -zijn, dat de prijs op laatstgenoemd bediag, de
• economische prijs, gebracht wbrdt, hetgeen o.i. ook -iii
het algemeen belang ‘te verdedigen is.
En
‘nu kai mendevraag’,in;;1iet ‘middn
;
lten .hoe
men dit nu moet noeineti :_,.oveiproductie, overcapaciteit
of hoe -daii ook, het staat’or onze commissie vast, dat
de doorsneeprijs te sterk gedaald is, dat ec-ononiisoh voor
• een hoo-ger bedrag verookt bad kunneli. worden en dat
.derhalve,iedere orcleiiiii, welke. erop,gercht
i1;
dn prijs
op een juistereplaats te brengen, ,econo,iuisph juis en
rechtvaardig is. Zoo lpl het du4 vn de ‘wijze’ van orde-
nen af’ha’ngeff, vQor h&evéel pi-on,t ‘de industrie’gesh
neerd idordtY

De fout, die de nota, hier iaiikt, ‘is mi.; dat

geen rekening wordt gehouden met het feit, dat niin-

mer, ook buiteii cle

‘crisisjaren, -een -zich gelijkblijven-

cle; statische, toestand ‘bestond,- die-slechts in- ‘de-
– fantaiè – als ‘unöriaal” -kan worden- ‘aangenomen-:.-

Altijd was er een’-ver1ooien’van het’getij. vodrsom-
migen: Verschuiving der “behoeften en– verandeting’

van de eischen van het puhiiek’maakten-,.dat deindus-

– trie telkenmale iets’ nieuws’ moest l)rengefl. Ik wijs

in dit verband’ b.v. op het steeds meer rooken van

lichte; k-iine sig-aartjes, watrdo’or de vergelijking be-
treffende getal ‘en prijs niet-vroeger ‘moeilijker w’orcl t.:

-Slechts door het -product ‘goedkoop genoeg te hou-

den en’ door zich- bij

de veranderd vraag aan te

passen was het mogelijk, dat ook in de crisisjaren de

– plaats van (le sigaar in de- rij der behoeften gehancl-

haafd-, bleef.. Dat er een bepaalde ,,normale eeonpmi-

sche ‘prijs’ zon -bestaan, is daar,om mi. een -fictie..’)
‘Een overzicht van,den toestand in het jang 1937,

ui.tgegevn dooi’ -‘liet Verbond van Sigarenfabrikanten

in, Nederland, yerrneldt dat ,,het cigarettenverbruik

in – 1937 ,met ruim. 1ipOt. ten opzichte ,van 1936

to’enhm, dus in veel sterker
mate
dan -het sigaren-
verbruik. Dit vormt een ernstige waarschuwing, er

voor te ,zQrge, dathet sigarenverbruik, dat. veel meer

arbeid yerschaft,. 66k indien machinaal geproduceerd

wordt, niet aan banden wordt gelegd.”

Waar Prof. cle Vries mededeelt,’ dat het dan ook

de: ,,hedoeling der ordening is, dat liet sigaren roo-
kend publiek in -Nederland voor een wezenlijk goede
‘sigaar iets meer zal willen uitgeven en dat de al-
gemeene koopkracht dit toelaat”, moet ons toch van

het hart, dat de consument zich niets ‘laat voorschrij-

ven te dien aanzien. Of
hij
een ons drop koopt
en een rang hooger in den bioscoop zit en goedkoopere
sigaren rookt, of duurdere is zijn zaak. Ook al zou

de redeneering opgaan, clan gold zij alleen voor

sigaren en niet – voor cigarillos, die tenslotte de

alleigoedlcoopste sigaren zijn.
* *

• Het standpunt der commissie is voorts,, dat de

ordeningspoging van ‘t groötste belang is voor den

arbeider. ,,De loonsbepaling’hangt trouwens z66 nauw
niet de productiewijze samen, aldus Prof. de Vries,
• dat overeenstemming tusschen de beide groepen der
– pröducenteii over de looûsbepalingen ‘noodzakelijk
is, v66r kan wôrden beslist 6f eenige bepaalde pro-

ductie van een bepaalde sigaar ecônoinisch’ mogelijk
is. Er zijn looneischen mogelijk, die sigaren van een

• bepaalde prijsklasse economisch onmogelijk zouden
maken. Werkgevers eil werknemers zouden dus in
onzen gedachtegang hioeten samenwerken, ook in ver-
band met den prijs van het prodict”.
Hoezeer wij ook voor de aanbevolen samenwerking
zijn en een verstandig werkgever deze zal bevorderen, in prijsaangelegenheden is de verantwoordelijke leider
van het bedrijf en de (alléén) risico dragende ondet-

– nemer slechts bevoegd te oorcieelen. T-let bedenken
van nieuwe productie-methoden kan den leider in
staat stellen een goedkoopere pri.jsklasse te bewerken
en toch hooger bonen te betalen, indien per arbeider

meer ‘gepi-oduceerd w’ordt.
Voorts wil (le commissie, dat nooit het gevolg der
saneerihg mag zijn, dat een onderneming dooi’ de
getroffen waatreg’elen alléén, gedwongen zou worden
te sluiten. Hoe kan nien’ echter ooit cle gevolgen vai

i

detgelijke ‘m’Satreele’n v6orzien? Schrijver, is’ een
onderneiii’ng’ “bekend; di iehds ‘nu ‘groote moèili,jk-

heden -ondervindt ‘van regeeringsmaatregelenÇ t.w. de
speciâlè
accijnsvëivaring
voor ‘goedkooie koplooze
sigaren -de’ miniuimprijs véor’ ‘deze sigaren en de wet’- öp do beperking’ dci- ‘meckeniseering. Eerst

1)
Het i interessant in, verband niet boven.genhemde
verscihu’i’viig in de beheften.,e’n – s-maak van het publiek
eCii
,
vengelijking
!
te maken niet andere landen. In Engeland
bijV., ivaar de sigaal-‘ acer zwaar belast is,, is zij als – volks-
artikel ‘v.rjiel verdwenin en
êIï
luxe-artikel geworden,
waal-voor iii-‘ hoofd’ztak dure Cubaansdhe after dinneri
wordeii”geïmpo-rteei-d.In Amerika
cii
‘Fianki-ij’k ‘heeft de sigaret. veel meer in populariteit gewon tien tea – koste – van
d..onsi.m,ptie vnn sigaren: Scandinavië,’ speciaal. Dene-
n,iarken, . ron,jt ha.ns, overwegend cigarillo-s, een artikel
diut daar ook dooi- het vrou-uwlj’k’ deel der bevolking w’or-d’t
gebi’iiikt.’Uit’ vaiktijdsohriftèu – blijkt zich’ dat ook al in
andere landen van’ Edropa voor te doen. –

2 Maart 1938

ECONOMISCWSTATISTISCHE BERICHTEN

161

achteraf blijken deze ma atregelen speciaal voor (ii t

bedrijf een erristige schade op te leveren en
••
slechts

afschaffing of verlaging van den minimurnprijs voor cigariiios kan deze fabriek .i n staat stellen haar spe-
el aliseerende ontwikkeling voort te zetten, waarmede

zij zich alleen éen voldoende debiet kan verwerven,
omdat zij slechts
01)
een dergelijke fabricage is in-
gesteld.
* *
*

Omtrent den vorm, waarin de commissie zich de

saneering gedacht heeft, zegt het artikel van Prof.

de Vries, dat voor de verbindeiid te verklaren onder-

neniersovereen komst de meter i eele inhoud aan ianke-

lijk bescheiden kan zijn, teneinde de meerderheid der

industrieelen te doen meclewerken. Uit boven aan-
gehaald voorbeeld kon blijken, hoe ooget1schijnlijk voor allen gelijke, niet diepingrijpende maatregelen
voor enkele lieclrijven zeer schadelijk kunnen worden,
indien de omstandigheden veranderen. Daarnaast

handhaaf ik mijn bezwaren juist tegen die meerder-
hei (isi nvloecl in een bedrijfstak.
J)e beperking van den inhoud der concept-onderne-
mersoveroenkomst motiveert Prof. de Vries met te
wijzen op de toestanden in Duitschland, waar een
zeer straffe overheidsbemoeienis dictatoriaal is opge-
legd aan belanghebbenden op een wijze, welke in
Nederland ondenkbaar is. De gevolgen hiervan war-

tien clan ook door het rookend publiek in Duitschland
geproefd.

De commissie geeft vervolgens een overzicht van
(Ie maatregelen, welke genomen zou den kunnen wor-
den, zonder deze thans aan te bevelen ‘). Aan het lijstje schrikbeelden zou men consequent kunnen
toevoegen cle mogelijkheid van overname door een

staatsrnonopolie van cle geheele produtie.
De commissie beveelt slechts één der in (leze lijst
voorkomende maatregelen aan en zegt in de nota,
dat: ,,hoewel zij algeheele regeling der productie
zou verkiezen, om practische redenen van doorvoer-

baarheid beperkt wordt tot regeling van cle productie
van de lagere prijsklassen.”
I)aartegenover mag vermeld worden, dat er onder-
nemers zijn, die juist verbetering verwachten van
afschaffen der rninlmumprijzen, allereerst voor ciga-
rillos, opdat deze tegenover de sigaretten en de uit
de verminderde koopicracht voortspru i tende behoef-

tenverschuiving hun debiet kunnen handhaven.

De Commissie ziet hier ook over het hoofd, dat
een belangrijk verschijnsel, nl. specialiseering, zich

in deze in(lustrie meer en meer voordoet, zooals dat
ook in andere industrieën te zien is, een verschijnsel,
dat eiken sigarenfabrikant bekend is. Is het maken

van beschuit bijv. niet tot een aparte, belangrijke

industrie geworden? Zou het wel zin hebben dit weer
(bar dwingende maatregelen te i)rengen l)inflen de
gewone bakkersbedrijven?

Men heeft reeds op aandringen van de meerderheid

in de sigarenindustrie dezen ontwilckeliigsgang
tegengelio u den door maatregelen van overheidswege,

zooals het instellen van minimumprijzen, liet aan
banden leggen der mechaniseering en het leggen van

een zwaarderen accijns op een bepaald soort fabrikaat.
Thans wil men verder gaan op dezen weg, want de
voorstellen van de Commissie en de febrikantengroe-
pen icomen neer op verhooging der minimumprijzen
of contingenteeren en aan gewichts- en andere nor-

men binden van de goedkoopste prijsklassen.
Dit is zeker niet een bevordering vati het belang
van den consument en daarbij éen willekeurige bë
knotting in (le specialiseerende ontwikkeling Van

sommige bedrijven, m.i. dus niet in het agemeen
belang. Beter ware het rn.i., ook de bestaande banden,

minimumprijzen ete., op te heffen, de speeialiseering
in groote, doelmatige fabrieken, waarin resp. voor
iedere soort het beste product voor den goedkoopstcn
1) Zie everzicht van deze maatregeleit in
het
artikel
van Prof. De Vries in ht vorige nummer van E.-S.B.

prijs wordit v,vaardigd, te, bevorderen, ôf, om rede-

nen van, zeer groot belang, het staatsmonopolie te

aaqvaarden. ..

al is dan tenminste de ondernemer ve ci
1 n dat gev,
zi.j ii
veren two rcli lig
,
en risico ontheven. Zoolang dit
niet zoo is, en – zooals Prof. cie Vries schrijft –

prijsverhoog ing voor bepaalde, lage si garenici assen in

cie becloeli ng van deze orcleiiing ligt, kunnen wij liet

met cle Commissie niet eens zijn, dat zulke ordening
hier zal baten.

Dcci iscussies over verbinciendverklaren (ier collcc-tieve arbei dsovereenkornsten en clie van economische

afspraken als prijskwetie, dienen wel ciegelijk ge-

scheiden te blijven ën worden reeds tè veel bijeen-
gebracht
1)

liet iriot ief, dat gelci t voor afspraken t.a.v. aan-

gelegenhedien van .socialen aard, nl. de arbeidsvoor-

waarden, ciie voor iecleren ondernemer gelijk kuntien
zijn, ican nimmer geldien voor economische aangele-
genheden, die nimmer gelijk zijn voor
alle
onder-
nemers en waarvoor ook de onciernemer liet risico
ci raagt.

l)e gedachte, dat een ciictatoriaal optredende regee-
ring de maatregelen, waarvan de Commissie een

overzicht geeft, zou doorvoeren, moet cien fabrikant,

wien nug eenig initiatief en verantwoordielijkheids-
gevoel is overgebleven, wel de haren te berge doen
rijzen, wanneer hij ziet, hoe men een meerderheid

zijner concurrenten met regeeringssteun vanaf len
directiestoel zou laten regeeren.

Dat bepaalde maatregelen tenslotte wèl worden
voorgedragen voor verbindendverklaring en andere
nièt worden aanbevolen (zooals hijv. afschaffing van

(ie wet op (ie Mechanisatie, afschaffing van tien mi-
nimum prijs voor cigarillos, afschaffing van het on-
cierseheid in accijnsdruk op sigaren met en zonder

kop) is misschien het gevolg van het onvermijdelijk
hooren van belanghebbenden als deskundigen. Maar

nimmer mag daarbij alleen de meerderheid in deze
opnieuw doorslaggevend zijn. Ook de minderheid of enkeling kan gelijk hebben of althans het recht over-

eenkomstig zijn denicheelden vrij te handelen, mits
liet algemeen belang niet geschaad wordt
2).
Dit laat-
ste belang dient vooral niet te worden verward met
het belang der meerderheid uit de belanghebbenden.

11. P.
WEiCKFBACH.

Intusschen is door de werknemers in de sigareniudus-
trie de collectieve arbeidsovereenkomst tegen
1 April
as.
opgezegd en het is zeer ivel mogelijk, dat de onderhande-
lingen zullen leiden tot een wellicht billijke verhoogiug
der bonen voor de goedkoopste sigaren 01) zichzelf kan
dit, blijkens de bovenvermlde situatie, nopea tot ver-
hooging der 1)riizen en de Regeering zal dan moeten be-
slisseti of zij, in ht belang Van den consument, de wet
op de beperking der mechanisatie wil
opheffen. Ook
zal
wellicht de kwestie van iniformiteit der Iooiien cii even-
tueel verbindendverklaring der C.A.O. de aandacht van
een commissie Vragen.
Woorden van gelijke strekking vindt men in een arti-
kel van Prof. Josephus Jitta in de Nieuwe Rotterdamsche
Courant van
22
Febr.
1.1.

DE AMSTERDAMSCHE ZEE- EN LUCHTHAVEN

IN 1937

Ze ehav en.

Kwam in 1936 de zich in cle liaveij openbarende
grootere hedrijv igheid in de cijfers vah het scheep-

vaart- en èoederenverkeer der Amsterci amsche haven
niet of nauwelijks tot uitdrulcking, cle
cijfers
van
1937 sprelcen duicielijk van ccii vrij behingrijke op-
leving van het havenverkeer.

Zeescheepvaart.
Uit de
cijfers
van de scheepvaartbeweging blijkt de
opleving minder overtuigendl clan, uit die van het

goederenverkeer, een verschijnsel, dat toe te schrijven
is aan het groote aandeel, dat cle vaste lijnen hebben
in Amsterdam’s zeescheepvaart. Het aantal der in

162

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2
Maart
1938

de haven aangekomen zeeschepen vermeerderde van

3023
in
1936
tot
3291
in
1937;
de totale tonnenmaat

der aangekomen zeeschepen van
4.280.127
N.R.T. in

1936
tot
4.329.308
in
1937.
Het aantal in ballast

binnengekomen schepen nan toe van
296
‘in
1936
tot

430
.in
1931.
Het aantal schepen, hetwelk de Astër-

damsche haven uitsluitend aandeed om te bunkeren

verminderde. Over de jaren
1929, 1930, 1931, 1932,

1933, 1934, 1935, 1936
en
1937,
bedroeg het aantal

dier schepen respectievelijk
192, 95, 133, 147; 138,

108, 55, 120 en
38.
De hoeveelheid in de haven ge-

bunkerde brandstoffen nam toe. Voor kolen en olie

bedroegefl de cijfers voor
W36 289.312
en
67.232

ton
1);
voor
1937 306.711
en
93.131.

Rijnvaart.

Het getal der te Amsterdam akngekomen en van-

daar ‘vertrokken Rijnschepen nam in het’ afgeloopen

jaar sterk toe. Zooals uit staat 1 blijkt, vermeerderde

het aantal beladen aangekomen schepen van
1636
in

1936
tot
2214
in
1937.
Het aantal ledig aangekomen

schepen verminderde van
41
in
1936
tot
9
in
1937.

Bij de vertrokken schepen nam het aantal beladen
naar Duitschland vertrokken schepen toe van
975
in

1936
tot
1116
in
1937;
het aantal ledig daarheen

vertrokken schepen van
118
tot
123,
het aantal be-

laden naar elders vertrokken schepen vermeerderde

van
18
tot
20
,en nam het aantal ledig naar elders

vertrokken schepen toe van
562
tot
978:
Goederenvericeer.
2)

Het totale havenverkeer
3)
nam tegenover’
1936 ”iij

belangrijk toe. Het bedroeg
5.753.722
tn in
1936
en

6.718.984
ton in
1937
en verineerderde derhalve met
ruim
16
pOt.

Hoe verheugend deze toeneming van het verkeer

op zich zelf ook is, de achterstand, d6or de vele
crisisjaren veroorzaakt werd, naar uit de grafische

voorstelling
(1)
blijkt, lang niet in zijn geheel inge-

haald en gevreesd moet worden, .- de in staat
2

opgenomen gegevens betreffende de maandelijks per
zeeschip aan- en afgevoerde hoeveelheden g(?ederen
zijn er een aanwijzing voor -, dat de in de tweede

helft van
1936
ingezette opleving in het verkeer der

haven, inmiddels reeds weer tot stil$tand is gekomen.

Onder ,.ton” wordt hier en in het vervolg, waar ge-
sproken wordt van goederenhoeveelheden, een hoeveelheid
van 1000’kg verstaan.
Bij de samenstelling van de cijferoveraichten en de grafiek betreffende het goederenverkeer is .gebr.ufk ge-maakt van de maandstatisbiek van den in-, uit- en door-
voer, 2e deel, van het Centraal Bureau voor de Statistiek
te ‘s-Gravenhage.
Hieronder wordt verstaan de som van de in dé maand-stetisbiek vermelde hoeveelheden, gelost bij invoer ter zee
en langs rivieren en kanalen en de hoeveêiheden geladen
bij uitvoer ter zee en langs rivieren en kanaldn vermeer-
derd met het hoogste der beide cijfers, welke men ver-
krijgt bij optelling; eenerzijds van de hoeveelheden, ter
zee en langs rivieren en kanalen bij doorvoer aangevoerd;
anderzijds van de hoeveelheden, ter zee en langs rivieren
en kanalen bij doorvoer afgevoerd.

Staat 2.

.
Té Amsterdam per
zeeschip aan- en afgevoerde goed.ern..,
in tons van
1000 kg.
.ti
Maand
1935
1936
197(

januari ……
460.877
430.700
508l25
Februari

.
430.632.
383.826
418.467
Maart…
…….
437.994 399.054
471.295
April ……..
385.926
413.299
496.954
Mei……….
369.557
349.981
426.771
Juni

……..
377.391 380.212
500.838
Juli

………
354.383
457.005
550:081
Augustûs . ..
427.811
364.201
486505 September
366.608
444.072.
529.159
October ……
472.614
441.621
499.917
November.


..

443.191 472.977
511.826
December
408.918 463.838 479.524

De verhdudin tusschen stukgoed- en massagoed-

verkeer i)
verschoof verder ten gunste van het stuk-

goelverkeér: Van het totale havenverkeer vormde het
stuk’goedverkeei’
54,2
pOt.
(1936 50,2
pOt.); het

massagoedverkeer
45,8
pOt.
(1936 49,8 pOt).

Het aandeel, hetwelk de afvoer vormt van den

aanvoer, nam toe, bij het zeev.erkeer sterker (van
60

pOt. in
1936 op 66,4
pOt. in
1937)
dan bij het verkeer

ladgs rivieren en kanalen (van
46,3
pOt. in
1936

tot’
47,8
püt. in
1937)

Een overzicht van het totale havenverkeer van de

verschillende massagoederen verschaft staat
3.

Staat 3.
Totaal havenverkeer van massagoederen te Amsterdam.
(in 1000 ton)
Artikelen

1929 1931 19331934 1935 1936 1937
Kolen ………….. 1877 1705
(allebunkerkolen inbegrepen) 1583 1650 1355 1146 1212
Hout …………..739 514 461 368 258 269 321

Minerale oliën:
Petroleum ……..134 126 136 141 161 162 175 Benzine…………133 141 180 208 225 206 164
Gasolie …………51

56

79 117 139 168 196
Stedkolie …… ….

84

62
(alle bunkerstookolie inbegr.)

95 144 141 101 107
Ruwe aardoliën en
n.a.g. derivaten

113

73

76 109

65

31

33
Zaden …… .. ….329 426 276 264 336 193 223
Granen …………408 506 363, 338 202 207 192
Ertsen …………103 184 160 172 136205 286

De achteruitgang van het cijfer voor benzine is
een gevolg van de geringere aanvoeren uit OuraQao,

de Vereenigde Staten van Amerika en Roemenië. Het
hoogere cijfer voor gasolie is veroorzaakt dooi

groote-

ren aanvoer uit Iran en de Vereenigde Staten van
Amerika. Het hoogere cijfer voor zaden moet worden
toegeschreven aan sterk vermeerderden aanvoer van

ljuzaad uit Argentinië.
Ook de cijfers voor verschillende stukgoedéren
ondergingen wijzigingen. Vermeerdering vertoonden
o.a. cacaoboonen, koffie, tabak, salpeter, kunstmest,
huiden en vellen, papier, machines, werktuigen, enz.,
1)
Onder ‘ma.ssagoederen worden tin dit overzioht ver-
staan: kolen, ertsen, . m.i.nerale olisn en derivaten daar-
van, hout, granen en zaden.

Staat

Rijnsehepen (laadvermogen in 1000 M
8
.)

Aangekömen

.;,Vert..rokken

Beladen
.Ledig
Beladen
[

Ledig
Beladen

Ledig
Jaren
naar Duitschland
naar elders


1 Laad-
t Laad-
Aan-
tal
1

ver-
i
Aan-
tal
1
i

ver-
i
Aantal
1
Laadver-
t
1

Aantal
Laadver-
Aantal
Laadver-
Aantal
,
Laadver-
1
mogen
mogen
mogen
mogen

mogen
mogen

1929

….
2762 2064
171
186
1362
1049′

334 309
80
46

1278


1007

1930

….
2570
1855
.

117
127
1323 987
267 233 109
85
1176
853

1931


..

2319′
1689
92
93
1150
.

795
294 275
48
29
1040.
779

1932

….
1514 1114
51
51
959.

665
184
175
19
9
583
449
1933

– …
1596
1141
126 114
1112

789
164
‘, 146
.

24
13

.
580
.

457

1934


1789
1298
193
174
1210
862
i

249 215

24
11
571
484

1935


1666
1189 ‘
110
105
982

.
/

652′
1


230
181
20
10
517
434

1936

….
1636
1141
41
26

975-

624
118
94
18
9
562
459

1937

….
2214
1514
9
4
1116-
741
1

123
101
20
13
978
,

731

2 Maart 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BER1CHTEN

163

traan, kalk, tras, cement, chemische producten, plant-

aardige oliën en vetten en suiker.
Vermindering o.a. zout, vaartuigen en vliegmachi-

nes en hennep. Staat 4 geeft een vergelijking van

cle genoemde en eenige andere voor de Amsterdam-

sche haven van belang
zijnde
stukgoederdn in de laat-

ste jaren.

Goederenver-

keer in de

Arn5terda m he

haven

loIaIe. goederen-

‘verkeer

goedeveriverleer

Ier zee

aan- en
afvoer.

._._._9oederenverkeer

lon
q
l nv:
eli kort

aan-
en
a[voer.

0
1

1

1

1

1

1

I*b000oøbo?I
4930 1930 4934

4982 4933 4934 4938 4916

Staat
4.

Totaal havenverkeer van enkele stukgoederen te Amsterdam
(in 1000 ton) in de jaren

Artikelen
11929
1193111933
1
1934
119351193611937

Cacaoboonen

….
87
81
56 76
75
68
76
106
101
86
84
66 57
66
26
20
18 15
15 15
89 69
71
66 57
61
115
61 83
108
103 118
118
Zuicivruchten
56 55
64
53
51
59
39
Copra

………..

19
23
22
17
21
19 17
Hennep

………..
Kalk, tras, cement
23 9
194
92 79
63 66
115
Salpeter, kunstm
175
228
112
180
194 173
177
Chemische prod.,
geneesmiddelen
151
125
119
137
133
143
183
Plantaardige oliën
en vetten ……
.76
73
47
60
65
74
90
Huiden en vellen
19
20
30
29
30
28
44

Koffie

………..

154
154
131
112
127 128
154

Thee
………….26
Tabak

………..92

Vaartuigen, vlieg-
42
60
20
28
21
14
Suiker (ruwe en
. 73
geraffin.) ……
101
118
130
75 89
193
42
27
22
25
21
23
26

Papier ………..

Machines, Werk-
tuigen, enz …..
85 36
27
26
30
33
44′

machines
…….37

25
31 3
19
3
4
11

Wijn ………….

Specerijen
6

.

4,5 4,5
5
7
6
8
Traan

………..

Plantaardige looi-

.

13
21
21
23
15
20
stoffen
………8
Paimpitten
9
14
13 9
22
22
28
Zout ………….
19
21
26
1

28
22
20
16

• Gaat men na in welke mate het verkeer, onder-
scheiden naar de verschillende transportwegen’ en
-richtingen, vermindering of vermeerdering onder-
ging ten opzichte van 1936, dan blijkt het volgende: de invoer ter zee vermeerderde van 2.347.289 tôn
tot 2.456.943 ton, derhalve met 4,5 pOt.;
de overzee aangevoerde hoeveelheid ‘bestemd ten
doorvoer, vermeerderde van 178.083 ton tot 1.063.864
ton of met 26,9 pOt.;
de uitvoer ter zee nam toe van 1.061.706 ton tot
1.215.007 ton, derhalve met 12,6 pOt.; de overzee afgevoerde hoeveelheid, welke ten door-
voer bestemd was, steeg van 813.108 ton tot 1.123.648

ton en vertoonde derhalve een toeneming van 27,6
pOt.;
de invoer langs rivieren en kanalen vermeerderde
met 16,9 pOt.; kwam n.l. van 808.147 ton op 972.602
ton;

dé langs rivieren en k’anTtlèn tén doorvoer aan-

gevoerde hoeveelheid nam toe van 532.697 ton tot

738.951 ton, derhalve met 27,9 pOt.;

de uitvoer langs rivieren en kanalen steeg van
22059 ton tot 271.611 ton en vermeerderde derhalve

met 16,7 pOt.; de ten doorvoer béstemde hôeveelheid

goederen, welke langs rivieren en kanalen werd af-

gevoerd, vermeerderde tenslotte met 28 pOt, n.l.
van 394.914 ton tot 548.276 ton.

Een overzicht van het buitenlandsche spoorweg-
verkeer van Amsterdam in de laatste jaren, in zijn

verhouding tot het buitenlandsche haven- en spoor-

wegverkeer tezamen, verschaft staat 5.

Staat
5:-

Haven- en spoorweg-

Spoorwegverkeeri)

verkeer1)
Jaren

aanvoer’2)
1
afvoer2)
1
aanvoer2)
1
afvoer2)

1929……..289.858

.115.602

6.765.118

3.331.521
1930 ……

217.781

101.789

6.350.979

2.859.419
1931…..

179.350

82.086

6.021.222

2.594.508
1932…… .

.126.664

62.511

4.827.945 2.093.140
2291.5 18
3
)

1933………133.146

57.401′

4.878.943

2.375.596
3
)
1934 …….

130.715

51.060′

5 190.031

2.549.0558)
1935 ……

114.806

34.372

4.648.178

2.380.455
3
)
1936 ……

122.619

30.465

4.588.376

2.527 052
3
)
1937 ……

147.513

35.221

– 5379873

3.193.769
3
)

Zoowel.onder aanvoer als onder afvoer is de hoeveel-
heid gelost (geladen) ten doorvoer begrepen.
In tonnen van 1000 kg.
Hieronder zijn alle bun.kerk’olen en’ -stookolie begre-pen (Naderlandsohe en vreemde schepen), terwijl onder de
andere cijfers alleen de bunkerkolen en -stookolie van
vreemde ‘sohepen zijn opgenomen.

Vergelijkt men de cijfers van het goederenverkeer

der Amsterdamsche haven van 1937 met die van
het topjaar 1929, dan blijkt de vermindering van
het verkeer in het afgeloopen jaar t.o.v. 1929 in

bijzondere mate veroorzaakt te zijn door achteruit-
gang van de cijfers van enkele massagoederen. In
het bijzonder moeten hier genoemd worden de arti-
kelen kolen, tarwe, mals, lijnzaad en hout. Voor’een
deel is hier sprake van gevolgen van door het buiten-

land of door de Nederlandsche regeering genomen
crisismaatregelen, voor een ander deel echter ook –
met name o.a. wat het artikel hout betreft – van
verschuivingen• ten voordeele van andere havens.
De graadmeter voor de bedrijvigheid in de haven,
gevormd door den omvang van den havenarbeid, geeft

over de afgeloopen jaren het volgende beeld.

Jaren Aantal werkweken der Aantal door arbeiders
vaste havenarbeiders
van de Havenarbeids- reserve gewerkte taken
1929

…….
94.453
1)
1.159.372
1930
95.726
1
)
681.332
1931

……
.92.111′)
521.948
1932

…….
78.915
1
)
375.932
1933
76.824
8
)
444 788
1934 76.110
2
)
473.802
1935
74.060
8
)
409.965
1936
69.843
3
)
459.206
1937′
75.191
3
)-
608.892
1)
Zonder het walploegperspneel.
)
Met inbegrip
van het ‘waiploegpersoneel
80.895.
3)
Met inbegrip
van het waiploegpersoneel.
Luch,thave.n Schiphol.

De omvang van het verkeer met uitzondering van het goederenvervoer bewoog zich in het afgeloopen
jaar in stijgende lijn.
Het aantal luchtreizigers van, naar en via Amster

dam steeg van 58629 in 1936 tot 64497 in 1937. Het
in bovenstaande cijfers begrepen aantal transito-reizi-
gers via Amsterdam op de Europeesche lijnen bedroeg 24.530 t.o. 24.819 in 1936.
Het postvervoer bedroeg 460800 kg. tegen 398.700
kg. in 1936 een
stijging
dus van 62.100 kg., d.i.

60

70

60

50

‘.0

30

20
40

164

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Maart 1938

SCI-1IP-1OL

LUCI1TI-IAVN

DR

GMNT AM3TRDAM

GOEDRN-EN PO5TVRVQ.R

[IN.loo
TONNE,N- TON=I000KG

22

ITOTA.ASL..,

……..

20

. TPAN5ITO.
.mie

16

4h1

12
40

8

ltUIlIIiUUiUilU•Iil.
6

J–‘. 0
‘3 ‘

3L4
’35’ 6’37

SCI-IIPI.-IOL

LU.G-1T1-1AVN

DR

70

GMNT AM3TRM

PAAGIERVERVOP OP D

LUCWTL’JNEN

[
X1000
]

60

TÔTA&L.

.

• 7PAN5ITO.

n
aliiiiiL50

30

40

n

0
2425’2627 ‘28293031 ’32’3 ’34’356’7

13,48 pOt.; onder. deze cijfers zijn begrejen les]).
201.300 kg. en 223.800 kg. transifo.
Het goederenvervoer liep eenigszins terug., ul van
1.320.200 kg. in 1936 tot 1.211.500 kg..in 1.93’7. Sedert

Septenber veroonen de goeclerencijfers .eehtr een
belangrijke stijging. J:Iet, transitpyerkeer, onder de
gegeven cijfers hegrepep, bedroeg 436.341. kg. in 1936
en 395.600 kg. in 1.931. . . . .
He.t totaal aantal vluchten der, geregelde verkeers-

diensten van en naar Schiphol bedroeg 1.7.666 tegen

1.4.505.in 1930. Van dit totaal aantal vluchten voerde
de K.L.M. 10.984
en:,
de buite.nlandsche maatschap-
pijen cle Overige (0682) uit.

De grafieken geven cle ontwikkeling van het ver-
keel’ sinds 1.920.

DE KOLENPOSITIE IN 1937.

1.

Onze vaste medewerker schrijft ons:

Engeland.

Voor den Engelschen kolenhandel is het afgeloopen

jaar een van de belangrijkste geweest en cle ontwik-

keling van productie en export waren van een dus-.

danigen omvang, dat er met tevrédenheid op mag

worden ‘teruggezien. Gedurende de laatste jaren was

de vraag steeds geringer geworden en de toestand

was claf ook zeer ernstig, tôen eindelijk tegen het

einde van 1.936 de kentering kwam. De geweldige in-

dustrieele opleving in het binnenland, grootendeels

dank zij de door de Regeering gevoerde herbewape-
ningspolitiek, stimuleerde het h.innenlandsche ver-

bruik in die mate, dat cle toename over 1.937 10 mii-

lioenton bedraagt en daarmede gekomen is op het

formidabeie cijfer van ongeveer 190 millioen ton. De

huidige toestand van de kolenindustri.e is dan ook
veel beter, dan in cle laatste jaren en komt weer
0])
het peil terug van 1930.

Tusschen 1029 en 1.936 liep de productie terug van

251.9 tot 228.5 millioen ton, bereikte zelfs in 1932 en

1933 208.1 resp. 201.1 millioen ton. Te zeifder tijd
nam het aantal
mijnwerkers
met niet minder dan
20 pOt. af
. De totale productie liep in 1931 op tot
241.2 millioen ton, dat is bijna 54 pOt. meer dan cle
productie van 1036, die 228.5 millioen ton bedroeg.
Wales geeft de beste opleving te zien, nl. circa 44

millioen ton. Behalve Northum.erberland en Stafford-
shire vergrootteii alle districten de productie. Niet
alleen met arbeicismoeilijkheden, het gebrek aan ge-
schoolde menschen, het tekort an nieuwe krachten

had de industrie te kampen, maar ook met andere

moeilijkheden, die belemmerencl op de productiever-
ruimirig werkten, zooals: de hooge kosten van mate-
rialen als hout, dat bijna tweenaal zoo duur werd,
ijzer, staal, machines, enz.

Voor belangrijke stakingen, zelfs voor dreiging er-

van, clie de laatste jarên nog al eens van invloed zijn
geweest op de kolenindustrie, is Engeland in het af-
geloopen jaar gespaard gebleven. Wel waren er ge-
schillen, maar die konden bijgelegd worden, zonder

dat het noodig was tot uitersten te gaan.
De Oentral Selling Schemes zijn het’ geheele jaar
in werking geweest. Sinds de Coal Mines Act van
1930 er toe bijgedragen had de concurrentie in cle
verschillende districten op te heffen, doch weinig of
niets deed om de concurrentie van de districten on-
derling tegen te gaan, werd het in 1930 noodig
geoordeeld de Central Selling Schemes in te stel-len. in’ sommige districten werden het inderdaad
lichamen, die gecentraliseerd verkochten, in de meesta
ebhter bleef de werking beperkt ‘tot het voorleggen
van ‘alle offertes, onclèr vermelding van koopers
naam, bestemming en prijs, aan controleurs, zonder
wier toestemming geen verkoop tot sfancl mag komen.
‘Vaarsëhijnlijk zal een uitspraak over’ de waarde van
cle Oentral Selling Schemes voor cle koleninclustrie
eerst n1ogelijlc voden’ als cle vraa naar brandstoffen
gaat verflauwen’. ‘
Vast staat dat er een veel betere inter-districts-
samenwericing bestaat en dat de
prijzen
voor de pro-
clucenten op ‘een véel beter peil staan dan in het ver-

leden. De prijzen, die de consumenten in de afge-
ioopèn jaren betaalden, waren beneden eik economisch
verantwoord peil en dat de kolenindustrie nu tradht
zich op dezelfde basis als de andere industrièën te
plaatsen, d.w.z. een redelijke opbrengst verlangt voor
het belegde .kapitaal en het verschaffen van een be-

’24

2 Maart 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

165

hoorlijken levensstandaard aan haar werknemers, mag

nooit aanleiding wezen haar van monopolistische nel-

gingen te beschuldigen. Dat er inderdaad gestreefd
wordt naar een sociale verbetering blijkt hieruit, dat

reeds in April 1937 een loonsverhooging toepassing

vond, die eigenlijk eerst op 30 September, na afloop

van het bestaande arbeidscontract, had moeten ingaan.
Met de mechaniseering van het bedrijf wordt steeds
verder gegaan. Tot het uitbreken van den wereld-

oorlog werd het grootste deel der kolen nog met de

houweel u itgehakt en slechts 8 pOt. werd met mecha-

nische hulpmiddelen gewonnen. Na den oorlog kwa-
men de luchthamers in zwang en het op deze wijze

gewonnen kwantum steeg van 13 pOt. in 1920 tot

28 pOt. in 129 en 55 pOt. in 1930. Niet alleen de

eigenlijke kolenwinning werd gemechaniseerd, maar
ook het transport onder den grond, dat in 1936 reeds
voor 48 pOt. mechanisch geschiedde tegen 14 pOt.
in 1929.

Reeds in het begin van 1937 besloot de Regeering
tot de onteigening van de mijnrechten en in Novem-ber werd een wet ingediend, de Ooal Bill 1937, om-
vattende cie overname door den Staat van mijnrech-

ten, de vermindering van het aantal in exploitatie

zijnde mijnen door vrijwillige amalgamatie binnen
twee jaar of verplichten samengang daarna, en de

versteviging van de macht van de commissies belast
met liet onderzoek van gevallen, waarin verbruikers
zich beklagen over unfaire behandeling door de Sales
Control Oominittees. De kapitaliseering van de mijn-
rechten wordt geschat op 66.45 millioen Pond, betaal-
baar tot Juli 1942, tegen welken tijd de Regeering
verwacht geheel klaar te zijn met dc waardevaststel-

Eng van de rechten van de ongeveer 4300 mijneige-
naren.

liet is de bedoeling, dat de kolenindustrie vrij zal
komen van de zeer zwaar drukkende ,,royâlties”,
maar onmiddellijk voordeel van de nu genomen maat-

regelen is er niet. Een door den Staat te benoemen
,,kolencommi ssie” mag onder staatsgarantie 76.45
millioen Pond leenen en daaruit de mijneigenaren
schadeloos stellen tot een bedrag van 66.45 millioen
Pond. De waardebepaling van de rechten zal per

1. Januari 1939 plaats vinden, doch de definitieve
o’erdracht zal pas beschouwd worden als te zijn ge-

claan 1 Juli 1942. Tot dien dalum genieten de hui-

(Ilge eigenaren nog de ,,royaities”. Uit de latere op-
brengst van de ,,royalties”, ten gunste van de ,,kolen-

commissie” worden de administratie- en beheerings-
kosten en rente en aflossing van de leening gedekt.

Tengevolge van de industrieele opleving over de
geheele wereld en het sterk toegenomen zeevervoer,
ivis de vraag naa.r exportkolen voor industrieele doel-

einden en voor bunkerkolen voor buitenlandsche ko-

lenstations eveneens aan een sterke stijging onder-
hevig. Vanzelfsprekend moest de voldoening van deze
gestegen werpidbehoefte met andere kolenexportlan-
dun gedeeld worden en, hoewel Duitschiand er het
leeuwendeel van verkregen heeft, heeft de Engelsche
export in 1937 bijna 6 millioen ton meer bedragen
dan het jaar daarvoor. Van 34.519.384 ton in 1936
kwam hij op 40.352.288 ton in 1937. J)e afname van
(le levering van bunkerkolen, vooral in de Humber en

‘le N.0.-kust is wel verontrustend, hoewel velen de
mneening toegedaan zijn, dat, daar de productie op

haar maximum stond, het wel leveren van meer bun-
kerkolen toch het totale omzetcijfer niet veranderd
zou hebben, daar dan minder geëxporteerd of aan het binrieuland geleverd had kunnen worden. De hervat-
ting van den Engelschen kolenexport naar Italië, na
een lange periode van practischen stilstand, eerst ten-
gevolge van betalingsmoeilijkheden, daarna tengevolge

van de ,,sancties” bracht alleen al een vermeerdering
van ruim 2.2 millioen ton.
* *
*
I)e concurrentie, die de Engelsche kolenexport van
den Duitschen ondervindt, is geweldig groot. Overal

waar vroeger Engelsche kolen de markt. behrschtëTn

dringen de Duitsche kolen binnen. De toename van

den Duitsehen export is dan ook veel grooter dan ‘die

van den Engelschen, nl. gedurende 1937 vergeleken
bij 1936 voor Duitschland 9.98 millioen ton of 34.83
pOt. tegen voor Engeland 5.84 millioen ton of 17 put.

De positie van den Engelschen kolenexport werd in

Maart/April z66 benard, dat aan vele leveringsver-

plichtingen niet tegemoet gekomen kon worden:De

Engelsche koienleveraneiers gingen, wat hun .yer.-

plichtingert aan de kolenstations betreft, van het

standpunt uit, dat liet beter is voldoende te leveren,
desnoods met aanvulling van andere dan de gecon-

tracteerde, vijwel altijd Welsh en Durham kolen, dan
niet voldoende in de gecontracteerde kwaliteiten. Na

overleg niet de reeders werd dan ook tot het leveren
van de zg. ,,emergency” kolen overgegaan, en wel voor

van de benoodigde heveelheid tegen circa 101
.

per ton extra, terwijl % in de gecontracteerde soor-

ten tegen eontractprjzen geleverd werd. l)e emerg-

ency kolen waren van Westfaalschen, Poolsehe,
Turlcsehen of anderen oorsprong al naar gelang wat er te krijgen was
0
1) de meest gunstige voorwaarden.
Ook op de industrieele markten heeft Duitsehiand

den strijd tegen de Engélsche kolen, met steeds meer
succes voortgezet. Italië, België, Nederland, Frank-

rijk, Portugal, Zuid-Amerika, overal gaan de Duit-

sche kolen met rassche schreden vooruit. Canada, het
grootste anthraciet-afzetgebied, importeerde in 1937

ook minder van Engeland dan in .1936, meer echter
van Duitschland, Rusland en de Vereènigde Staten.
Toch blij’ en de Engelsche prijzen op het huidige

hooge peil gehandhaafd, althans in Wales. I)e andere
districten toonen neiging tot prijsconcessies. Over

liet algemeen zijn de Engelsehe exporteurs ht erover
eens, dat slechts een regeeringssubsidie den export

redden kan, hoewel een heffing op den binnenland-

schen afzet, waaruit die subsidie bestreden zou wor-
den, de draagkracht van den binienlandschen ver-
bruiker wel eens te boven kon gaan. Trouwens, dit
zou een zeer ongezonden toestand scheppen, maar

aangezien vrijwel alle andere kolenprodu ceerende landen dit systeem toepassen, zal er voor Engeland
niets anders opzitten dan in den een of anderen vorm

zijn export te steunen, om zoodoende het verloren ter-
rein terug te winnen.

De concurrentie met Polen, die reeds een drietal
jaren door een speciale Engelsch-Poolsche kolenover-
eenkomst geregeld was, blijft dit voorloopig ook in d

toekomst. Na eindelooze onderhandelingen zijn de ver-
tegenwoordigers van beide landen het eens geworden

en werd de conventie voor twee jaren verlengd.
Polens’ meeste eischen werden ingewilligd, waarvan
de voornaamste wel is, dat voortaan de Poolsehie

kolenexport kwantitatief gebaseerd zal worden op
den export van de voornaamste uitvoerlanden: Enge-
land, Duitschland, Nederland en België, terwijl die
tot nu toe uitsluitend 0])
den Engelsehen export ge-
baseerd was.

De lever.ing van bunkerkolen in Engeland blijft af-
nemen, ondanks den
1
toenemenden export, die toch
grootendeels met normale kolenstokende tramjis
plaats heeft en niet met motor- ‘of oliestoknde sché-

pen. Door de vorig jaar zooveel Ibetere thuiskomende
vrachten bunkeclen de schepen eehtcj: niet meer vodr

de geheele rondreis, dochnarnensleehts zooveel kolen
mede, dat ze juist voldoende hadden om op de thuis-

reis een der kolenstations aan te kunnen doen, waar-

door er een evenredig grooter kwantum lading zoo-
wel op de uit- als op de thuisreis meegenomen kon
worden. De bunkerkolen in Engeland zijn duur en
heel dikwijls ook schaarsch en de trek naar de con-
tinentale bunkerstations van Nederland en België is

dan ook groot gebleven, zoowel voor schepen, die de
keus hadden gedurende de reis een Engelsche dan wel
een continentale bunkerhaven aan te loopen, als ook
voor die schepen, die in Engeland laadden of losten

166

ECONÔMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2
Maart
1938

en uitsluitend om te bunkeren naar •deze zijde over-

staken. Van de
16.4
millioen ton, die-in
1929
als bun-

kerkolen gelevèrd werden, liep de omzet terug tot

11.95
millioen ton in
1936
en verder tot 11.1 ±nillioen

ton in
1937.
* *.
*
In den loop van het jaar werd het Internationale
Ookeskirtel definitief gesloten met als Engeland’s

aandeel in den totalen cokesuitvoer,
20.88
pOt. van

den gezamlijken totalen omzet. De cokesprijzen be-

reikten in den loop van
1937
fantastische hoogten,

waarvan het volgende staatje een beeld geeft:

1936

1937
1Jan. 1Jan. 25Mrt. 24juni 23 Sept. 231)ec.

Wales:

.


Best foundry coke . .. 2716 451_ 451_ 601_ 601- 601-
Good

,,

,. …. 25/_ 3016 32;6 451_ 4816 4816
Furnace coke ……..19/6 25/_ 2716 401_ .4216 4216
Durham:
Prime patent oven coke 211_ 271_ 40/_
42/_ 50/_
’17/6

Ordinary ,,

,,

,,

19/- 26/- 35/-. 39/_ 42/6 4216
Gascoke (horizontal)

211_ 281- 3216 38/6 38/- 381-
Gascoke (vertical)

241- 351_ 3716 4216 411_ 411-.

Steeds werd gereeden afzet gevonden en zelfs zon-

der conventie zou er niet de minste aanleiding ge-

weest zijn de
prijzen
op een lager pèil te brengen.

Resumeerende willen we opmerken, dat alle moei-

lijkheden ten
spijt
er zé6veel gunstige factoren mee-
werken, dat de Engelsche kolenindiistrie een toekomst

van redelij’ken voorspoed tegemoet mag zien, mits

men er van doordrongen geraakt, dat de kolenéxport
een van de meest vitale belangen van het Engelsche
handelsieven is en dat alles gedaan moet worden om

alles wat aan eenvrje ontwikkeling van den mijn-

bouw en den handel in zijn producten in den weg

staat, weg te nemen. Misschien dat dan zelfs zonder

bescherming bereikt wodt, dét de Engelsche kolen
het op de wereldmarkt tegen haar zwaarste concur-
renten zullen kunnen opnemen.

AANTEEKENINGEN.

Engeland’s economische belangen in Zuid-Oost-

Azië.

De ontwikkeling van het Japansch-Ohineesch con-
flict heeft de controverse tussehen het Britsch Em-

pire en. Japan verscherpt. De atmosfeer . tusschen

beide landen kan weinig gunstig genoemd worden,
het gevaar . dat één der vele incidenten tot verre-

gaande verwikkelingen leidt, is niet denkbeeldig.

Het is in dit verband van belang zich te realisee-

ren, welke positie Engeland in Zuid Oost-Azië in-

neemt, daar deze in
bijzondere
mate de houding van

dit land t.a.v. het conflict bepaalt. Aan een artikel

van Ernest
0.
Hauser in de ,,Far Eastern Survey”

is hieromtrent het volgende ontleend:
Zuid Oost-Azië omvat: Britsch Malakka, Ned.-In-

die..Fransch Indo-Ohina, de Philippijnen en Siam.

Hoewel politiek geen eenheid vormend kan Zuid
Oost-Azië toch in zekeren zin als een eenheid gezien

worden door de overeenkomst welke er economisch
tusschen de verschillende gebieden bestaat. Bijna alle
deelen hebben een inlandsche bevolking met lagen

levensstandaard (slechts de Philippijnen vormen

hierop een uitzondering), behalve Siam zijn het ko-
loniale bezittingen van Westersche mogendheden met

de daaruit voortvloeiende consequenties voor den
structuur van den handel (uitwisseling van tropische

grondst&ffen tegen eindproducten). De economische
ontwikkeling is grootendeels te danken aan Wester-sche ondernemingslust en kapitaal. De politieke be-

teekenis van Zuid Oost-Azië is bekend, men denke
slechts aan een strategisch zoo belangrijk punt als

Singapore.
De economische beteekenis van dit gebied voor
Engeland is, vergeleken met de beteekenis van an-
dere overzeesche gebieden, betrekkelijk gering. Einde
1930 bedroegen Engeland’s investeeringen in Zuid

Oost-Azië pl.m. £
108.000.000,
wat ongeveer 3 pOt..

MAANDCIJFERS.

Lndexcijfers van Nederlandsche aandeelen.
1)

Ïndexcijfers van 12 aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs. Basis 2 Januari .1929 = 100.

De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:

Banken

K

t
Industrie
Eectr1i-
Mijnbouw’
Olie
Rubber Scheep- Suiker
Tabak
Thee
Totale
beurs-

Gem.
1
29
101.9
73.1
119.-
114.4
95.6 88.6
-99.1
100.2
95.-
99.9 87.3 92.7
103.2

’30
94.2
34.1 90.1
100.4
71.6 63.9
93.1 52.1
71.-
76.2
65.5
74.5 84.3

’31
73.6
22.7
60.7
83.-
52.2 45.9
52.3
48.2
47.1
.46.3
45.5 46.3
55.1

’32
48.3
13.6
45.6
70.7
38.4
33.4
34.1 17.6 29.3
27._
25.8 30.8
37._

’33
51.5
10.7
48.7 80.7
41.-
40.-
41.-
26.7
28.2 27.4 25.4
39.5
40.5
1
34
47.1
16.7
48.1
77.-
37.7
47.3
39.-.
40.6
22.2 23.2 26.2 50.2
39.4

’35
50.-
14.1 52.1
69.9
39.7
49.4
43.8
43.2
23.7
24.4
29.3

47.1
42…

’36
56.8
13.9
57.6
78.2
50.2
58.2
73.1
58.7
34.8
37.1
44.8 51.5
55.2

’37
73.3
26.2
77.8 108.5
78.-
77…
99.-
101.1
73.6
60.4

76.4
77.7

Jan. ’37
72.2
20.5
77.5
95.-
71.4
77.2 102.2
103.9
61.5 60.9 60.2

70.5
77.2

Febr. ,;
77.1
26.4
79.5
105.4
78.5
80.3
107.6 110.8 64.3

62.2 64.9
80.5
81.3

Mrt.
76.5
31._
79.8 103.5
81.4
87.4
106.1 129.3
73._
65.9 65.5
86.3
82.7

April
75.-
.30.1
77.8
101.4
.
78.4.
81.7
102.4
117.5
77.6
62.4 61.8
83.8
80.-.

Mei
,,
72.6
28.4
76.9 101.6
77.6
76.8
102.1 110.1
74.4
61.3

76.8
78.6

Juni
72.8
27.6
77._
106.3
79.8
78.-


103.8
1048
73.5 63.5
59.2
74.4 79.1

Jüli
74.4
28.9
78.8
115.1
83.3 80.5
102.3
106.3
78.8
64.5
60.9

78.4
80.2

Aug.
77.4
30.9
82.9
120.7
87.4
82.9
105._
110.5
87.9
67.7
63.5 82.4
83.8

Sept.
74;5
28.3
.

80.4
118.4
82:4
78.4
98.-
99.3
82.4
61.3 57.9
79.6
79.2

Oct.
69.-
22.5
74.5
109.6
72.7 66.7
88.5
76.4
71.7 52.7
51.-
69.8
71.1

Nov.
.

68.9

20.2.
.

74.3
1Ö9.1
71.3
66.1
83.5
70.7
67.9
49.8
51.-
67.1
69.-

Dec.
69.1
19.8
74.-
114.5
71.1
66.9
87.3
73.2

67.6 51.9 52.2
66.8 70.3

Jan. ’38
71.1
19.2
77.1
118.7
72.5

70.1
.

90.8
76.-
70.7

54.5
55.1
69.8
73.-
T’h
71


7R
119.1
71.9
71.9
88._
72.1
68.1
52.-
56.1
68.2 72.2

Indexcijfer der totale beurswaarde 3 Januari 1938 f 4.005.990.000 = 100.

5 Jan. 101.2 19 Jan. 103-1 2 Feb. 101.916 Feb. 100.2
12 –

– 103.- 26

,, 103.4 9 ,,

100.5 23 ,,

103.3
1)
Men aie voor de toelichting op dit overzicht het nummer van E.-S.B. van 12 Febr. 1936, blz. 120. –
– .

Nadruk verboden..

2 Maart 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

167

van de totaal, in overzeesche gebieden, door Enge-

land geïnvesteerde bedragen was
In 1936 bedroeg de totale buiteniandsche handel

van Engeland met Zuid Oost-Aziatische landen pim.
£ 26.000.000, d.i. ongeveer
2
pOt. van den totalen

handel van Engeland met overzeesche gebieden. Deze
handel was als volgt onderverdeeld over de verschil-.

lende landen:

Import uiit Export naar
in £ 1000

Britsc’h Malakka ……………..
6.915

8.488
Nod.-Indië

…………………..
4.144

2.860
Philippijnc.n

…………………
1.153

547
Siani

………………………317

1.185

Fra.nsoh ludo-Ohina …………..
284

253

12.813

13.333

Britse h-Mala,lcica.

:Dit bestaat uit verschillende deden, die politiek niet,
economisch echter wel een eenheid vormen. De voor-

naamste producten zijn rubber en tin; bijna de helft
van de wereldproductie van rubber en ruim ee.n derde
van de tinproductie komt uit Malakka. Het heeft
zich hoofdzakelijk met behulp van huitenlandsch ka-
pitaal ontwikkeld. Van de totale huiteniandsche

schuld bestaat slechts 26 pOt. uit publieke schuld.
Het is zeer moeilijk te berekenen welk aandeel de

verschillende landen in de investeeringen in Britsch-

Malakka bezitten. Ongetwijfeld zal Engeland de be-
langrijkte kapitaalverstrekker zijn, maar ook Ne-
derland, Frankrijk en Shanghai hebben hier groote belangen. Ongeveer 52 pOt. van het huitenlandsch
kapitaal is geïnvesteerd in rubberondernemingen,
pl.m. 13 pOt. in tinonderneiningen. Deze percentages
doen begrijpen welk een groot belang een land als
Engeland heeft bij het prijsverloop op de rubber-
en tinmarkt. De prijsval van rubber (van 1920-1934
met 60, pOt.) en van tin (met 32 pOt. in dezelfde
periode) deden de winsten van de rubber- en tin-
ondernemingen nagenoeg pf geheel verdwijnen. Van
gunstigen invloed op de resultaten waren de in de
jaren 1931 en 1934 ingevoerde restrictie-schema’s,
waarbij de regeeringen der verschillende uitvoerlan-
den samengewerkt hebben.
De erkentelijkheid voor de landen ‘(Nederland o.a.)
die daar aan deel hadden, is dan ook groot. Zeer veel
waarde wordt er in Engeland ook aah gehecht, dat

de niet-Britsche deelen van Zuid Oost-Azië in han-
den van bevriende mogendheden zijn.
Door de geringe dichtheid der bevolking en door
de lage levensstandaard is de invoer van Malakka
niet zeer belangrijk. Met Singapore, dat dient als
centrum van den handel tusschen Zuid Oost-Azië
en het Vereenigd Koninkrijk, wordt echter een leven-
digen handel gedreven. Het aandeel van het Ver-
eenigd Koninkrijk in den totalen handel van Singa-
pore was in 1.936 1.5.2 pOt. Engeland’s positie als het
voornaamste invoerenci land in Malakka wordt ern-
stig bedreigd door Japan. In 1934 was ongeveer 80
pOt. van de weer uit Singapore uitgevoerde katoenen

1)
Volgens schattingen van Sir R&bert Kiudersley

goederen in Japan gefabriceerd. Evenals in Ned.-

Indië zijn ook in Malakka maatregelen genomen

tegen deze Japansche concurrentie, met het gevolg,
dat de import uit Lancashire toenam en die uit
Japan sterk verminderde.

Nederla.ndsch-Indië.

Als gevolg van de tot voor korten tijd gevoerde

open-deur-politiek van Nederland zijn de Engelsche
belangen in Ned.-Indië zeer aanzienlijk. Ook dit land

is door moederlandsche en buitenlandsche investee-

ringen tot ontwikkeling gekomen. Hier is echter in
tegenstelling tot Malakka de publieke schuld veel

grooter; zij omvat ni. meer dan de helft der buiten-
landsche schuld. Engeland heeft in Nederlandsch-

Indië voornamelijk in de petroleum geïnvesteerd.

Nederlandsch-Indië levert ongeveer 3 pOt, van de
wereldproductie van ruwe petroleum. Tot 1928 stond
het Vereenigd Koninkrijk
bij
den import in Ned.-
Indië achter Nederland op de tweede plaats met 119

millioen gulden, wat ongeveer 12.3 pOt. van den
totalen invoer was. Toenemende concurrentie van
Japan deed het die plaats echter verliezen. In 1934
irnporteerde Japan 83 pOt. van alle katoenen gode-
ren in Ned.-Indië. De later genomen maatregelen
(textielcontingenteering) hadden tot gevolg, dat de handel van het Vereenigd Koninkrijk zich, op een,
zij het nog lager, peil, kon handhaven.

Ook hier blijkt dus, dat het voor Engeland van
groot belang is, of de landen in Zuid Oost-Azië prijs
stellen op een goede samenwerking met Engeland.

De Philippi
.
jnen.
Deze
zijn
uit den aard der zaak vooral op de Ver-
eenigde Staten georiënteerd, zooclat d.e heteeken is voor
Engeland gering is. De Britsche investeeringen betee-
kene.n weinig en beperken zich vrijwel geheel tot enkele banken en handelshuizen. Ook de Britsche
handel is zeer gering, hij omvat ongeveer 3 l)Ot. van den totalen buitenlandschen handel van de eilanden-
groep.

Fransch Indo-Ohina..

Doordat het Fransche kapitaal sterk is aangemoe-

digd, zijn de Engelsche investeeringen in Indo-Ohina
niet belangijk. De Britsche banken en handelshui-
zen beteekenen weinig vergeleken hij de groote Fran-
sche ondernemingen. De handel van Groot-Brittan-
nië met Fransch Indo-Ohina is zeer gering, de
scheepvaart is echter voor een groot gedeelte in

Britsche handen.

Siam.

Dit is het eenige onafhankelijke land in Zuid Oost-
Azië. Het heeft zich voor een groot gedeelte ontwik-
keld met behulp van Britsch kapitaal en maakt deel
uit van het Sterlinghlok. In Maart 1935 bedroeg de publieke schuld £ 7.928.067, welke bijna geheel in
Londen geplaatst is. Aan de Siameesche regeering is een Engelsche financieele adviseur toegevoegd. De handelsbalans tusschen Siam en het Vereenigd
Koninkrijk vertoont in 1935-1936 een ongeveer

AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van
1000
kg.)

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
20-26
Febr.
Sedert
Overeenk.
20-26
Febr. Sedert
Overeenk.
1938
1937
1938
1Jan.
1938
tijdvak
1937 1938
1Jan.
1938
tijdvak
1937

18.296
162.513 188.886

1.627
6.550
164.140 195.436
601
30.204
53.702
– –
647
30.204
54.349
854
2.064
1.735

– –
2.064
,
1.735

Tarwe

……………..

Maïs………………
243.126
202.355
2.396
26.474
37.944
269.600
240.299

Rogge

………………..
Boekweit ………………

11.763
54.416
75.927

2.101
4.104
56.517
80.031
Gerst

………………
15.
.790

13.717
51.306
28.102

1.036
2.180
52.342
30.282 Haver

………………
Lijnzaad

……………
5.796 19.839
26.359
6.319 57.912
46.622
77.751
72.981 Lijnkoek

……………..
203
13.551
9.435
– –

13.551
9.435
1.240
8.978
6.063
310
3.490
1.125
12.468
7.188
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
875
6.520
7.718
90
858 486
7.378
8.204

168

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2
Maart 1938
12 maal zoo groote export uit Engeland als uit Sisin.
Siani’s belangrijke teak-industrie
is
voor een groot
deel in Britsche handen, in het scheepvaartverkeer
met Siam komt Groot-Brittannië op de tweede plaats,
achter Noorwegen.

Japan heeft thans 11.6 pCt. van Siam’s totale bui-tenlandschen handel inhanden, het Britsche Empire 37.0 pCt. (1935-1936).. In den invoer van katoénen

goedei’èn wordt het aandeel van J’apan steeds groo-

têr. Bij, de jongste hande.lsverdragen
is

3apan niet

boven de andere landen bevoordeeld, hoewel dat in
ommike kringen in Engeland verwacht werd.

Siam.. is, zooals boven bleek, wel een van de meest

kwetsbare punten van de Engelsche belangen in

Zuid Oost-Azië. Ook strategisch is de positie van
dit land voor Engeland zeer belangrijk.

Uit boveiistaande..’gegevens
is
duidelijk, dat cle

Britsche econornisch’e belangen in Zuid Oost-Azië
aanzienlijk zijn. De economische politiek van deze

landen, welke tot voor kort nog onder het teeken

vanT de .,,open-deur” stond, is door de J’apansche con-

currentie in andere richting gedrongen. Het gevolg
daarvan is geweest, dat thans de economische politiek
der landen met belangen in Zuid Oost-Azië in sterker

mate clan voorheen beïnvloed wordt door economisch-
nationalistische doelstellingen. Het vermoeden is ge-

wettigd, dat deze nieuwe toestand van duurzamen

aard zal zijn, en steeds de mogelijkheid van politieke
verwikkelingen, in zich zal blijven sluiten.

ONTVANGEN BOEKEN.

Die grossen Welticrisen
door Dr; Felix Pinner. (Zü-
rich en Leipzig 1937; Max Niehans Verlag, Prijs

Fr.. 10,50, R.M. 6,-).
))e schrijver schildert de groote wereldcrises van 1825,
1849, 1873-1879-1895, 1930-1935. Bij zijn uiteenzet/em-
gen omtrent de oorzaken en de ontwikkeling van de cri-
ses, zijn vergelijking van de gi’oote crises, welke wij be-
leven, met de vroegere sedert honderd jaren, onderzoekt
hij, niet alleen de cyclisohe wetmatighede.u, dooli inzondei’-
‘held de fundaene.nrteele en diepere ooraaken van de struc-tuni-wijzigingen, welke in de eerste piaafis’ van belang zijn voor de beoordeeling van den huidigen toestand.

De betalingsbalans als uitgangspunt eener beschou-
ii,ing over de recente structuurwijzi gingen in het

economisch leven
door Dr. P. P. van Berkum.
(Amsterdam 1938; H. J.
Paris. Prijs ing. f3,50).
Het onderzoek, waarmede de schrijver zich voor het be-
halen van den doctorstitel aan de Katholieke Economische
Hoogesahool te
rr.ilTburg
heeft beziggehouden, betreft het
vraagstuk, of en zoo ja, in welke mate, in het huidige
stadium van de economische structuurontwikkeling nog
iiaügenomen mag worden, dat een door eenigerlei oorsaak
in de betalingsbalans van een land ontstane e’venwicht-
verstoring zich
01)
auomajtisohe wijze herstelt (door spon-
tane reactie van u.it het economisch leven zelf opkomende
evenwiohtsherstollende krachten) en voorts, indien mocht
blijken, dat de automatische. eorrec/eieven niet ef niet vol-ledig een zoodanig evenwdehbsherstel kunnen bewerkstel-
ligen, welke maatregelen van econornisch-politieken aard
dan nood’ig zijn om de opheffing van evenwiichteverstoriu-
gen iii de betalingsbalans tot stand te’brengèfn..

De Zegelwet
1917
door Mr. W.. A. vanRavensteyn.
(JTaarlem 1938; H. D. .Tjeenk Willink & Zoon

– Prijs ing. f 6,-, geb.
f
6,60).
Dtze Handleiding voor de Zegelwet 1917, opgenomen in
de serie ,,Nieuw Recht”, is gebaseerd op de Wet van 22
Api-il 1937, S. 405 welke ‘op 1 ‘Juli 1937 in werking is
getreden. Door deze wet is den zeer ingi’ijpende technisdie
wijziging van de Zegëlwet 1917 doorgevoerd, welke voor
een belan.rij.k deel’ nieuw recht’ heeft ‘gecreëerd.

Wettelijice regeling’ van het. pa!ticuliere bankbedrijf
door Dr.
H.

W. J.
Wijnholds. (Utrecht z.j. Urhi
et Orbi).
Dit boek geeft all&reerst een historisch overzicht van
de bae.kwet.eving en de motieven van de recente regelin-
gen, behandelt voorts concessie en vere’ischten voor de
oprichting van banken, solvabiliteit en liquiditeit, publi-
citeit en contrôle , en tenslotte in een laatste, hoofdstuk
slotbeschouwingen, ba.nkwetgev.ing en oonjunotuu r.

Jahres-Beric bi ddr ]entralKom?nission für clie
Rheinschiffahrt 1936.
(Straatshurg uitgeverij
van de Zentrôl-Kommission für die Rheinschif-
fahrt. Prijs Fr: Frcs. 25,-).

Annuaire Statistique de’ Royaume de Bul garie
.1937.
(Sofia 1937); Direction Générale de la Statisti-
ciue du Royaume de Bulgarie).

Die geg’enwiirtigen &hwierigkeiten in. der Finan-
zier’cng des J’xportgeschüftes der schweizeri-
schen. Industrie
door Edwin Stopper.

STATISTIEKEN.

Laatstbeknde noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 Mrt. 1938 voor
t’elegrafi8che
uitbetaling op:

Gulden per
Pari
Koers
1
di,conto

Essropa.
.

.

.
010
£

8
.
9
6 2
Berlijn
*)
100
Mark
59.263
72.31
4
Londen *1

………..

100 Franc

5.844
3
100 Belga
24.90
6

30.34
2
100 Franc
6;22
6

7.584
Zürich *)
100

,,

41.524
14
100 Kronen

6.284
3
Weenen *)
100 Schilling
35.01
33.85
34

Luxemburg

………
………

100 Pengö
43.51
35.5(1 4

Praag …………..
………..

100 Lei
1:48
8

1.35
44
Boedapest

……….

100 Leva
1.79
7

2.25
6
Belgrado ……….
100 Dinar

4.20
5
Turksch
£

1.444
100 Drachme

1.65
6
Istanbul ………..

100. Lira

..


9.45
44

Parijs

)………….

Athene

…………
Milaan

…………
100 Peseta
48.-

5

Brussel

)

……….

Madrid
6)

……….

Escudo

0.084
4
Kopenhagen *)
…,
100 Kronen

40.05
4

Boekarest

……….

Oslo
*)
…………
100

45.074
34

Sofia

…………..

100

46.20
24
100 IJsl.Kr.

40.50
4
100 Zloty
27.90
9

33.874
44

Lissabon ………..

Kovno (Litauen) ..
100 Lita
24.88
49.75

……

Riga (Letland) ….
100 Lat


48.-
35.75
54

Stockholm’) ……..
Reickjavick

……..

Tallinn (Estland) •.
100 Estl. Kr.

30.50
44

Warschau

……….

100 Finnmrk.

3.964
44
Tjerwonets

36.00
5)
E[elsingfors
..
…….
Moskou

…………
(100 Roebel)
Danzig

………..
100 Gulden
27.90e
33.874
4
Amerika.
New-York’)
$
1.46
9

1.784
1
Montreal

……..
Canad.
$

1.784
Mex. Dollar

0.50
Peso (papier)

..


47.-
34
La Paz (Bolivia)
3)

Boliviano

0.09
Rio de Janeiro…,
Milreis (pap.)

0.104
Valparaiso ……..
Peso (papier)
0.15
0.074
6
)
Bogota (Columbia)
8)

Peso

0.984
Quito (Ecuador)

..
Sucre

0.134
Sol

0.45
Montevideo (Ur.ug.)
Peso

0.83
Caracas (Venezuela)
Bolivar

0.58
Paramaribo

……
Gulden

.

1.004

Mexico

…………..
Buenos Aires……….

San

José (C. Rica)
Colon


(luatemala ……..
Quetzal –
,.

1.794
Willemstad (Cura9.)
Gulden
.,

1.004
Managua (Nicar.)
3)


Cordoba

….



San Salvador
8).,..

Colon

.

.

0.72

Lima (Peru)

. ………

Azië.
Rupee

….


0.674
3
Gulden J.G.

….


1.004
3
Yen


0.524
3.284
Kobe …………… ..
aongkong
….,..
..
Dollar.

,


0.56
Shanghai

.


Dollar

J.
.-
0.53
Sigap’ôi’e

.. ..’..
S’trait

Doli.
1:41
1.05

Calcufta …………

Phil. Peso’
. 0.894

Batavia


……….

reheran
4
)(Perzië)..
Pahlayi
.-
11.15
Bangkék: ….
…’…
,Baht’.’
,

0.83
Afrika.
-.

.
Kaapstad

……’.
c



,

8.954

,1anil1a

….
……….

Alexandrië ….
….
Egypt. £
‘ 9.20
A.u8traiië.

tielbourne, Sidney
.
en ‘Brisbane

,.
.
– –
7.174
ieuw Zeeland …,
£

7.20
2) 0ff. 0.36 vrije markt 0.09.
2)
Milreis Goud:
3)
Goiidpeso.
4)
Munteenheid =
Rail ( een Kran.).
5)
Nom.

‘)Not, te A’dam. 0v. not, part. opg.

2
Maart
1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

169

BANKDISCONTO’S.

N d’1D15C.W158e18.
2

3Dec.’36
Lissabon

. . .
.411 Aug.’37

BeI.BE
Bk’
$Vrsch.jnR.C.
24
3Dec.’36
24

3Dec.’36
Londen ……2
30Juni’32
Madrid ……5

9Juli’35
Athene ……….
6

4Jan.’37
N.-YorkF.R.B.1
26Aug.’37
Batavia

……..
3
14Jan. ’37
Oslo

……..34

5Jan.’38
Belgrado ……..
5

1Febr.’35
Parijs

……
312 Nov.’37
Berlijn ……….
4
22Sept.’32
Praag

……3

1Jan.’36
Boekarest ……..
44
15Dec.’34
Pretoria

. .
.34
15Mei’33
Brussel ……….
2
16 Mei ’35
Rome ……..44
18Mei’36
Boedapest

……
4
28Aug.’35
Stockholm

.
.24

1Dec.’33
Calcutta

……..
3
28Nov.’35
Tokio….

3.285
7Apr.’36
Dantzig
..
……..
4

2Jan.’37
Weenen ……34
10Juli’35
Helsingfors ……
4

3 Dec.’34
Warschau ….44
18Dec.’37
Kopenhagen

….
4
19Nov.’36
Zwits.Nat.Bk.1425Nov.’36

OPEN MARKT.

1938

2621126

14119

7(12
Febr.

Febr.

Febr.

Febr.

1937

22127
Febr.

1936

11

24129
Febr.

1
1

1914
20124
Juli

Amsterdam
Partic, disc.
114

11
4

21
4

11
4

114
8116
3
1
181ie
Prolong.
1
12
1
18
11
3

11
1
1
1
14.
1
12
211
4
3/
4

Londen
Daggeld
1
12-1
‘h-1
‘Ja-!
1
12

1
‘(-1
1
12-1
1
3
14-2
Partic. disc.
171
33

17
132
17133
17
132
17132-11i6
171
33
_91
13

411
4
_31
4

Berlijn
Daggeld
.
2
3
1-3
231-3
211
3
71
5
2
1
/4.
7
18
2-3
1
18
211
2
_3

MaandeId
2
3
14-3
2
3
14-3
2
3
14-3
2
3
14-3
2
3
/4-
1
51j5
2314-3

Part, disc.
2
7
18
2
7
18
27
(b
2
7
18
3 3
2
1
1g
1
12
Warenw. ..
4..1/
41I2
4_11
9

4_
1
12
4..11
4-
1
14

New York
Daggeld
1)
1
t
t
1
t
3
4

181
4
211
3

Partic.dlsc,
1
b
1
18
19
‘2
31
31
1


1)
Koers van 25 Febr, en daaraan voorafgaande weken tjm. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
1
Berlijn
1

Parijs
Brussel
Batavia
York
9
9
9
S)
*
1)

22 Febr. 1938
1.78% 8.961%6

72.32
5.85%
30.38
100%
23

,,

1938
1.78%
1.78l,(,j

8.961%
72.35
5.84
30.35
100%,
24

,,

1938
1.78%
8.96′
72.324 5.82% 30.35
100%
25

,,

1938
1.78%
8.961V
16

72.324
5.83
30.344
100
26

,,

1938
1.78%
8.96%
72.32
5.84
30.34
100 28

,,

1938
8.96%
72.30
5.84
30.34
10O
Laagste d.w’)
1.78% 8.96%
72.25
5.80
30.32
100
Hoogste d.wl)
1.79
8.97
72.38
5.88
30.39
100%
Muntpariteit
1.469
12.1071
1
59.263
9.747
24.906
100

Data
Zwit-
serland
Weenen
Praat
Boeka-
Milaan Madrid

22 Febr. 1938
41.53

6.29



23

,,

1938
41.54

6.284



24

,,

1938
41.53%

.6.29

– –
25

,,

1938
41.53%

6.28



26

1938
41.53

6.28



28

,,

1938
41.53

6.28



Laagste d.w’)
41.51

6.27

9.35

Hoogste d.wl)
41.56
34.-
6.30
1.34
9.47

Muntpariteit
48.003
1

35.007
1

7.371 1.488
13.094
48.52

Data
Stock-
Kopen-
Oslo)
Hel-
Buenos- Mon-
holm)
hagen*)
for!’)
Aires’)
treal’)

22 FeI)i18
46.224
40.05
45.074
3.97
47%
1.78%
23

,,

1938
46.25 40.05
45.074
3.97
47%
1.78% 24

,,

1938
46.224
40.05 45.074
3.97
47
1.78%
25

,,

1938
46.20
40.05
45.074
3.97
47
1.78%
26

,,

1938
46.20
40.05 45.074
3.97
47
1.78%
28

,,

1938
46.20
40.05
45.074
3.97
47
1.78%
Laagste d.w’)
46.15
40.-
45.-
3.95 46%
1.78%
Hoogsted.wlj
46.25
40.10
45.10
4._
47%
1.79%
Muntpariteit
l
66.671
66.671 66.671
6.266
95%
2.1878
9 Noteering te Amsterdam.
5*)
Not, te Rotterdam. 1) Part, opgave.
In ‘t iste of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a
a
Londen
1$
per
£)
Parijs
($
p.
JOOfr.)
Berlijn
($
p. lOO
Mk.)
Amsterdam ($ p. 100 gid.)

22 Febr.

1938



-.
23

,,

1938
5,01%
3,26%
40,50
55,9634
24

,,

1938
5,01%
3,25
40,45%
55,94%
25

,,

1938
5,02%
3,26%
40,47
56,01
26

,,

1938
5,02% 3,26%
40,50k
56,00
28

,,

1938
5,02
3,27%
40,48
55,98%

1 Mrt.

1937
4,88
85
1
1

4,65%
40,23 54,74%
etuntpariteit..
4,86 3,90%
23,81%
40%

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsrn en
Landen
Noteerings-
eenheden
12
Febr.I
1938
19
Febr.
1938 21126
Febr.
1938
LangstelHoogstel
126
Febr.
1938

Alexandrië..
Piast. p.
97%
9734
97%
97% .
9734
Athene

….
Dr.
p.,i

547%
547%
540
555
547%
Bangkok….
Sh.p.tical
1/10
l/lOj,
1110
1110 1110
Budapest

..
Pen.
p. £
2534
25%
25
25%
25%
BuenosAires’
p.pesop.0
18.70
18.974 18.85 19.15
19.12
Calcutta
….
Sh.
p.
rup.
1/6%
116
116
8
1
32

116
6
1
1/6%
Estanbul

..
Piast.p.0
620
820
620
621
621
Rongkong ..
Sh.
p. $
113 113
1/2%
1/3%
113
Sh.
p.
yen
112
112
1111
1/21/35

111
83
1
Lissabon….
Escu.p..110%
8

110%
110
110%
110%
Mexico

….
$per
18
18
17%
18%
18
i{ontevideo
.
d.per
22
21% 20% 22%
21%
ontreal

..
$
per
£
5.01%
5.01%
5.00%
5.0234
5.02%

Kobe

…….

Riod. Janeiro
d.per
Mii.
2%
2%
2% 2% 2%
Shanghai

..
Sh.
p. $
112%
112%
112
112%
1/2%
Singapore
..
id.
p. $
2
1
45
1 32
214% 214%
214
5
1
8
,
Valparaiso
9).
$
per
£
2/4
5
/

52
1

125 125
125 125
125
Warschau
..
Zi. p. £
26%
26%
1
26%
26%
26%
1)
Of fic. not.

15 laten, gem. not., welke imp. hebben te betalen
10
Dec. 1936 16.12.
8)
90 dg. Vanaf 13 Dec. 1937 laatste ,export” noteering.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’)
N.York’)
Londen
22 Febr. 1938.. 2034

22 Febr. 1938….

139/94
23

,,

1938..

20% 44%
23

,,

1938….

1391104
24

,,

1938..

2034
44%
24

,,

1938… .

139194
25

,,

1938.. 20%
44%
25

,,

1938..
..

139194
26

,,

1938.. 20%

26

,,

1938….

139/94
28

,,

1938.. 20%
44%
28

,,

1938….

139194

1
Mrt. 1937.. 20%
44%
1
Mrt.

1937….

142134

27
Juli

1914.. 24’y,
159
27 Juli

1914….

84110%
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Foreign silver in $c. p. oz. fine.
3)
in 5h.
p.
oz.fine

STAND_VAN_’e_RIJKS_KAS.

Vordering e n.
/

15 Febr. 1938
1

23 Febr. 1938
Saldo van
‘s
Rijks Schatkist bij De Ne-
f145.170.745,55
fl28.521.785,30
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

368.495,93
,,

378.40965
Voorschotten
op
ultimo Januari 193$
derlandsche Bank
……………….

ajd. gemeent. verstr. opa. haar uit te
keeren hoofds. der pers, bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting


14.431.415,fl
,,

16.651.646,83
Idem aan Suriname ………………
,,

12.717.625,64
,,

12.704.086,99
Kasvord.weg. credietverst. alh. buiten!.

100.943.871,04
,,
100.254 278,71

Voorschotten aan Ned.-1ndi

…………

Daggeldieeningen tegen onderpand..

.


Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen
,,

34.964.501,21

35.997.296,95
Vord. ophef Alg. Burg. Pensioenf.’)…


Vord.
op
andere Staatsbedrijven’)
7.319.485,56
.

6.359.261,32
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16 van haar octrooi verstrekt


Schatkistbiljetten in omloop ………
f234.239.000,- f234.239.000,-
Schatkistpromessen in omloop
……
.51.500.000.-
,,

51.500.000.-
1.097.508.50
,,

.1.097.387,-
Schuld

op

ultimo Januari

1938 ald.
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.
pers. bel., aand.
1.
d. hoofds. d. grondb.


Zilverbons in omloop
………………..

e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
dle
bel, en
op
de vermogensbelasting
..
,

11.857.558,74
,,

11.857.558,74
,,

1.330.467,51
,,

1.349.107,94
1)
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.
,,

8.164.912,06

14.805.831,50
ld.a.h.Staatsbedr.derP.T.en
T.’) …
l87.726.509,50
,189.967.901,48

Schuld aan Curaçao’)
……………..

Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
,,
20.500.000,-

22.000.000,-
Id. aan diverse instellingen
1)

……….
.
153.449.132,41
,153.335.281,68
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
/

19 Febr. 1938

/
26 Febr. 1938
Voraeringen:’)
Saldo Javasche Bank
…………….
1 .

Saldo b. d. Postchtque- en Girodienst
f
22.000,-
….-
f

265.000,

Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kas e.a. Rijksinsteli. 15.342.000,-
15.500.000,- 17.739.000,-
,,
15.500.000,-
Schatkis,biljetten in omloop
……….
5.000.000,-
,,

5.000.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
1.389.000,-
,

1.389.000,-

Schatkistpromeasen in omloop………

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,,
758.000,-
.

908.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen…
730.000,-
,,

630.000,-
Voorschot van de Javasche Bank …
3.776.000,-
,,

4.397.000,-
1)
Betaaimiddelen in
‘s
Lands Kas
f
30.224.000,-.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
1

Metaal
Circu-
lat
ie
l-

Andere
1
opetschb.
schulden
Discont.
‘Dlv. reke
ningen’)

22 Jan.

1938..
864 1.024
602
594 1.247
15

1938..
850
1.083
565
595
1.250
8

,,

1938..
844
1.127 604 597 1.233
31 Dec.

1937..
862
1.227
547
603 1.325
24

,,

1937..
844

1

1.113
501
606
1.328

1

Juli

1914..
645
1.100
560 735
396
1) Sluitp. der activa.

170

J ..
.
GROOTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS- EN GENOT

GERST
6415
kg
MAIS
R000E
TARWE
BURMA
RIJST
BOTER per
kg.
KAAS
Edammer
EIEREN

Russische
1)
Rotterdam
per 2000
kg.
74kg
Russi- Rotterdam
per 100
kg.
Loonzein
Alkmaar
Gem.
not.
11ug
t)
Zie blz. 128
loco
schei)
Rotterdam
loco
per
RangoonjBassein
cwt.
f.o.b.
Leeuwar-
der Comm.
Crisis
Fabr.kaas
Eiermijn Roermon(
Termijn-
1

La Plata
Termijn-

La Plata
1)
van E.-S. B.
v.16Febr.j1.

Rotterdam
per2000kg.
noteer.
1 of 2
o
mnd.
Locoprijs
per 100
kg.
noteer.
Of 2
op mnd.
Locoprijs

%TTT.fl%

Noteering
Zuivel-
Centr.
gang
.
per 50kg.
exp.
P. lOO
St.
______________
HerI.Ned.Ct.I
f
%
/
%”f
%
/
,fI%77%T”i
1927 1928
.
237,-
110,2
171,50
89,3
176,-
87,1
12,475
102,5
13,82
5

110,1
;.”:
:
107,
6,8.3
104,5
Ii,
‘}

.
98,4

43,30
95,0
7,96
99,1

1929
228,50
179,75
106,2
83,6
208,50
196,-
108,6
102,1
226,- 204,-
111,9 101,0 13,15 10,875
108,1
12,575
100,1
12,25
99,t
90,8
6,43
98,4
97,0
10!

.
101t,
102,3

48,05
105,4
7,99
99,1

1930
111,75
52,0
118,50
61,7
136,75
67,7
6,225
89,4
51,2
11,275
8,275
89,8
65,9
9,67
5

71,7
6,34 5,09
77,9
815 1,.
1,66
99,4 80,5


45,40
38,45
99,6 84,4
8,11
6,72
101,1 83,1
1931
107,25
49,9
78,25
40,8 84,50
41,8 4,55
37,4 4,65
37,0
5,55
41,1
3,09
47,3
516
t,34
64,9

31,30
68,7
5,35
66,’
1932
z
100,75
46,8
72,-
37,5
77,25
38,2
4,625
38,0 4,70 37,4 5,225
38,7
2,59
39,6
5111
1
j
0,94 45,6

22,70
49,8
4,14
51,1
1933
70,-
32,5
60,75
31,6
68,50
33,9
3,55 29,3
3,75
29,9
5,025
37,2
1,84
28,2
4j5
1
(
0,61
29,6
0,96
20,20
44,3
3,71
46,1
1934
‘-
75,75
35,2
64,75
33,7
70,75
35,0
3,325
27,3
3,25
25,9
3,67
5

27,3
1,74
26,6
4173(4

0,45 21,8
1,-
18,70
41,0
3,45
43,(
1935
68,-
31,6
56-
29,2
61,25
30,3
3,075

25,3
3,87
5

30,9
4,125
30,6 2,07 31,7
518
1
/2
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6
3,20
39,1
1936 in
86,
40,0
7450
38,8
74,
36,6
4,27
5

35,1
5,75 45,8
6,275 46,5
2,19 33,5
517
1
1
0,58
28,1
0,885
17,55
38,5
3,50
43,1
1937 137,75
64,0
105,75
55,1
III,-
55,0
8,95 73,6
8,02
5

63,9
8,925
66,2
2,70 41,3
61-
0,78
37,9
0,67
19,75
43,3
3,96
49,’
1-‘
lan.

1937
0

61,4
99,75
52,0
97,50
48,3
7,975

65,5 8,07
5

64,3
8,40
62,3
2,74 41,9
611
1
i2
0,66
32,0
0,85
17,075
37,5
3,45
43,1
1’ebr

,,
Maart
Z
129,-
60,0
102,-
53,1
100,50
49,8
8,725
71,7
7,925
63,1.
8,25
61,1
67,8 2,62
40,1 5110
1
4
0,69 33,4
0,80
18,75
41,1
3,81
47,
1

149,75
61,8 69,6
104,25 110,75
54,3 57,7
106,-
115,-
52,5 56,9
9,02
5

10,-
74,2 82,2
8,72
5

9,40
69,5
74,9
9,15
10,175
75,4
2,57
2,72 39,3 41,6
5(9
1
14
6(-14
0,68
0,69
33,0 33,4
0,80
0,80
18,825 16,45
41,3
36,1
3,86 3,05
48,1 38,1
ei
144,50
67,2
107,-
55,7
110,-
54,5
10,-
82,2
8,925
71,1
9,725
72,1
2,64
40,4
5/101/
2

0,71
34,5
0,725
17,32
5

38,0
2,89
36,1
Juni

:
,
148,75
69,2
99,-
51,6
105,-
52,0
10,15
83,4
7,525
59,9
8,95
66,3 2,63
40,3
5110
1
14
0,74 35,9
0,70
19,825
43,5
2,98
37,1
Juli
149,25
69,4
108,25
56,4
III

55,0
9,85
81,0
8,575
‘68,3
9,975
73,9
2,68
41,0
5(111(4
0,77
37,4
0,68
20,15
44,2
3,74
46,1
Aug.
136,50
63,5
106,50
55,5
1 12-
55,4
9,30
76,4
7,825
62,3
9,225
68,4 2,86
43,8
614
0,78
37,9 0,64
21,50
47,2
3,84
47,1
Sept.

»
129,50
60,2
107,-
55,7
122,-
60,4
9,225
75,8 7,55
60,1
8,525 63,2 2,96
45,3
617
0,85
41,3 0,525
21,-
46,1
4,69
58,!
Oct.
ii
136,25
63,3
109,-
56,8
114,75
56,8
8,57
5

70,5
7,625
60,7
8,50
63,0
2,96
45,3
6(71(
4

1,-
48,5
0,42
23,

50,5
4,99
62,1
Nov.
0
133,50
62,1
106,25
55,3
116,-
57,4 7,225
59,4 7,10
56,5
8,125 60,2 2,53
38,7
5(7
1
1
0,96
46,6
0,46
22,20
48,7
4,99
62,1
Dec.

»
130,25
60,6
110,-
57,3
120,75
59,8
7,30
60,0 7,05
56,1
8,025
59,5 2,43
37,2
515
0,84 40,8 0,60
20,80
45,6
5,24
65,

Jan.

1938
137,-
63,7
113,75
59,2
132,75
65,7
7,65
62,9 7,45 59,3 8.40
62,3
2,35
36,0
513
0,80 38,8
0,61
5

21,45
47,1
4,15
51,’
1-8 Febr.

»
136,50
63,5
108,-
56,3
130,-
64,4
7,67
5

63,1
7,475

59,5 8,35
61,9
2,35
36,0
513
0,80 38,8 0,65
21,50
47,2
3,95
49$
8-15

,,
135,50
63,0
107,-
55,7
136,50
67,6
7,62
5

62,7 7,42
5

59,1
8,40
62,3
2,35
36,0
513
0,80 38,8 0,65
22,23
48,8 3,75
46,1
1522

,,

,,
135,50
63,0
104,25
54,3
134,50
66,6
7,575

62,3
7,10
56,5
8,25
61,1
2,38
36,4
513314

0,82
39,8
0,65
22,75
49,9 3,65
453
22 Fe0.-1 Mrt.
135,50
63,0
105,-
54,7
1130,50
64,6
7,52
5
1
61,8
7,07
5

56,3 8,15
60,4
1

2,46
37,7
515314

0,82 39,8 0,65
22,-
48,3 3,25
40$

JUTE
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER

,,Flrst Marks” in Olie gekamd; loco Bradford per Ib.
13114 Dernier
Stand. Ribbed Middling Upland
Super Fine C.P. Crossbred Colonial Carded 50’s Av.
.
Merino 645

v.

c.i.f. Londen
per Eng. ton
loco
New York perlb.
Oomra
Liverpool perlb.
wit Gr. D. te
New York perlb. Smoked Sheets
loco Londen p. Ii

FÏtNed.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct. Herl.Ned.Ct.
1

ïi:
Herl.Ned.Ct.Iir
lFtTt.
jNol


/
%
ets.
%
$cts. ets.
%
pence
ets.
%
pence
ets.
%
pence
/
%
$ ets.
%
pem
1927
442,38
103,4
36.101- 43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27
133,8
96,8
26,50
244,9
104,8
48,50
13,55 105,8
5,44 93
140,2
18,5
1928
445,89
104,2 36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8 111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,7
1929
395,49 92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2
92,4 6,59
127,2
92,0
25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9
4,93
52 78,4
10,21
1930
257,97
60,3
21.619
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8 3,92
81,9
59,2
16,25 134,8
57,7
26,75
8,50
66,4
3,42
30
45,2 5,8
1931
192,15
44,9
17.117 21,1
44,8
8,50
20,1
55,9 4,28
60,9
44,0

109,0
46,6
23,25
5,97 46,6
2,40
15
22,6
3,11
1932
146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8
6,40
19,5
54,3
5,39
42,5
30,7
11,75
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12
18,1
3,3
1933 1934
Z

128,63
30,1 15.1212 17,4
37,0
8,70
16,8
46,8
4,91
48,9
35,4
14,25
96,9
41,5
28,25
3,21
25,1
1,61
II
19
16,6
3,2

1935 115,85
27,1
15.919
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8
49,3
4,37 5,87
51,4
42,2
37,2
30,5
16,50
95,8 84,5 41,0
30,75
28,-
1,92
2,41
15,0
1,29 1,63
18
28,6
27,1
6,2
6,-
134,52
31,4
18.1118
17,6
37,4
11,90
17,7

36,2
18,8
1936
ç
142,61
33,3
18.618
19,0
40,4
12,10
18,2
50,7
5,60
54,3
39,3
16,75
108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37,7
‘1,7
1937
52
183,46
42,9
20.814
20,8 44,2
11,44
20,0
55,7
5,34
89,0
64,4
23,75
132,7
56,8
35,50
3,30
25,8
1,865
36 54,3
9,5

Jan.

1937
166,88
39,0
18.1216
23,7 50,4
13,-
22,0
61,2 5,88
88,2
63,8
23,75
141,9
60,7
38,-
3,92
30,6
2,14
5

38
57,3
10,3
Febr.

»
169,23
39,5
18.1812
24,0 51,0
13,15
21,8
60,7
5,85
85,6
61,9
23,-
133,6
57,2
35,75
3,53
27,6
1,93


40
60,3
10,5
Maart

»
174,86
40,9
19.911
26,6 56,5
14,45
23,3
64,8
6,25
88,6
64,1
23,75
138,9
59,4 37,25
3,59 28,0
1,96
44
66,3
12,-
April
189,96
44,4
21.313
26,0 55,2
14,35
23,1
64,3
6,16
96,5
69,8
25,75
144,9
62,0 38,75
3,56
27,8
1,95
44
66,3
11,6
Mei

»
201,20
47,0
22.716
24,3 51,6
13,35
22,7
63,2 6,04
97,4
70,4
26,-
142,9
61,1
38,25
3,25
25,4
1,78
5

38
57,3
10,2
Juni

»
186,90
43,7
20.1617
22,9 48,6
12,60
22,3
62,1
5,96
95,6
69,1
25,50
140,2
60,0 37,50
3,28
25,6
1,805
36
54,3
9,6
189,87
44,4
21.113
22,4
47,6
12,32
21,5
59,8
5,71
95,8
69,3
25,50
142,2
60,8
37,75
3,42
26,7
1,88
5

34
51,3
9,1
Aug
188,67
44,1
20.1716
18,8
39,9
10,35
19,6
54,5 5,19
98,9
71,5
26,25
145,0
62,0
38,50
3,30
25,8
1,82
33
49,7
8,8
Sept.
186,01
43,5
20.1413
16,3
34,6
9,-
17,4
48,4
4,64
94,1 68,1
25,25
131,3
56,2
35,-
3,19
24,9
1,76
34
51,3
9,-
Oct.

»
188,16
44,0
20.19/8
15,2
32,3
8,42
15,5
43,1
4,15
83,6
60,5
22,50
117,7
50,4 31,50
3,02
23,6
1,67
30
27 45,2
8,-
Nov.
Dec.
o
185,91
43,4
20.12110
14,4
30,6 7,99
15,2
42,3
43,1
4,04
74,6
54,0 50,3
20,-
103,9
44,5
27,75
2,86
2,71
22,3
1,58
5

28
40,7
42,2
7,1
7,3
»
173,86
40,6
19.7/-
14,9
31,6
8,28
15,5
4,15
69,5
18,50
110,1
47,1
29,50
21,2
1,50
5

Jan.

1938
0

168,56
39,4
18.1518
15,4
32,7
8,56
15,9
44,2
4,26
67,3 48,7
18,-
101,2
43,3
27,-
2,69
21,0
1,495
26
39,2
7,-
1-8 Febr.

»
170,38
39,8
19.-!-
15,4
32,7
8,61
15,9
44,2
4,27
65,4
47,3
17,50
99,0
42,4
26,50
2,67
20,8
1,49
26
39,2
7,-
8-15

.

»
167,60
39,2
18.1319
15,9
33,8
8,88
16,4
45,6 4,40
64,5
46,6
17,25
99,0
42,4
26,50
2,68
20,9
1,49
5

26
39,2
7,-
15-22

,,

,,
167,07
39,0
18.1216
16,5
35,0 9,23
16,5
45,9
4,41
61,7
44,6
16,50
96,2
41,2
25,75
2,76
21,5
1,545
27
40,7
7,1
22 Feb.-1 Mrt.
161,43
37,7
18.-/-
16,6
35,2
9,27
17,0
47,3
4,55
61,7
44,6
16,50
96,2
41,2
25,75
2,88 22,5
1,61
27
40,7 7,2

KOPER
Standaard Loco Londen
per Eng. ton

LOOD
gem. prompt en
1ev. 3 maanden
Londen per Eng.ton

11N
,
ocoE
on e

per

ng.

0fl

IJZER
Cleveland No. 3
franco Middlesb.
.

per Eng. ton

GIETERIJ-IJZER
(Lux III)
per Eng, ton
f.o.b. Antwerpen

ZINK


gem. prompt en
1ev. 3 maanden
Londen p. Eng, ton

ZILVER
cash Londen
per Standard
Ounce

Herl.Ned.Ct.
t
Herl.Ned.Ct.1
iîr’
Flerl.Ned.Ct.I

Not.
H
Not.
Herl.Ned.Ct.I
NoE
Herl.Ned.Ct.I
Not.
HerI.Ned.CtI
No

/
%
£
/
%
£
/
%
£
/
%
sh.
/
%
Sh.
/
%
£
ets.
%
pen
1927
675,10
85,9
55.13111
295,75
106,5
24.811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
7219
39,10 98,9
6416
345,40
108,8
289111
132
101,5
26
1
1
1928
0
771,20
98,1
63.1419
256,15
92,2
21.314
2749,50
94,6
227.418
39,85
94,6
65110
37,90
95,9
6218
305,75
96,4
25.515
135 103,8
26
3
1
1929
912,55
116,1
75.9/7
281,10
101,2
23.4/11 2465,65
84,8
203.18!10

42,45
100,8
70
1
3
41,55
105,1
68
1
9
300,80 94,8
24.17/8
123
94
,6
24
7
1
1930
661,10
84,1
54.1317
218,70
78,8
18.115
1716,20
59,1
141.1911
40,50
96,1
67/-
35,95
91,0
5916
203,55
64,1
16.1619
89
68,5
17
11

1931
<
431,85
54,9
38.719
146,60
52,8
13.-17
1332,55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1
5115
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
1451
1932
z

275,75
35,1
31.14/8
104,60
37,7
12.-/9
1181,30
40,6
135.18110
25,40 60,3
5816
22,20 56,2
5111
118,95
37,5
13.13110
64
49,2
17′
1933
268,40
34,1
32.1114
97,25
35,0
11.1611
1603,50
55,2
194.11/11
25,55
60,6
62/-
21,-
53,1
511-
129,80
40,9
15.14111
62
47,7
1811
1934
1935
‘5

52

226,80 28,8
30.615
82,65 29,8
11.1/-
1723,15
59,3
230.715
25,-
59,3
66111
20,25 51,2
5411
103,05
32,5
13.15/6
66 87
50,8
21
1
1
28
15

1936
230,95 29,4
31.1811
103,40
37,2
14.518
1634,25
1592,-
56,2
225.1415 204.1218
24,70
58,6
6812
73/-
20,25
51,2
56/-
102,65 116,55
32,3
36,7
14.316
14.1917
65
66,9 50,0
20
11
1937
298,75 488,55 38,0
62,1
38.811
54.813
137,15
208,95
49,4
75,3
17.1217
23.516
2176,70
54,8 74,9
242.7110
28,40 41,30
67,4 98,0
91/11
22,40
47,10
56,7
119,2
5717 105/1
199,80
63,0
22.414
75
57,7 20
1
1

Jan.

1937
‘9
461,70 58,7
51.10/8
244,05 87,9
27.4
1
10
2060,25
70,9
229.18
1
9
36,30
86,2
81
1

34,20
86,5
76
1
4
188,60
59,4
21.-/l1
78
60,0
20
7
1

Febr.
1-.
522,10
66,4
58.712
248,-
89,3
27.1414
2080,65
71,6 232.1113
36,25
86,0
811-
34,75
87,9
7716
219,45
69,2
24.1018 75
57,7
20
5
1
Maart

»
.
Z
638,40
81,2
71.916
292,95
105,5
32.161-
2498,25
86,0
279.141-
36,15
85,8
811-
48,20
122,0
10811
289,65
91,3
32.818
77
78
59,2 20
11

2015
April
»
Mei

,,
z
559,70 545,95 71,2
69,4
62.716
60.151-
235,50 214,95
84,8 77,4
26.4110
23.18/5
2404,95
2256,45 82,8 77,6
268.-/-
251.2/-
36,35 36,40
86,3
86,4
81/-
811-
54,25
59,65
137,3 150,9
120111
132/9
238,65 209,35 75,2 66,0
26.615
23.5111
76
60,0

58,5
205/
Juni

»

499,70
63,6
55.1315
205,40 74,0
22.1718
2245,10 77,3
250.216
36,35
86,3
811-
60,60
153,3
1351-
194,55
61,3
21.1315
75
57,7
20
Juli

»
510,10
64,9
56.1113
213,70
77,0
23.13111
2365,20 81,4
262.51-
45,55
108,1
1011-
59,60
150,8 13216
205,75 64,8
22.1316
75
57,7 20
Aug.

»
Z
517,55
65,8
57.6
1

205,25 73,9
22.14
1
6
2388,50
82,2
264.9
1

45,60
108,2
101
1

48,60
123,0
109
1
– 215,35 67,9
23.16
1
8
75
57,7
19
7
/
Sept.

»
474,25
60,3
52.15111
187,55
67,5
20.1718
2323,10
79,9 258.1216
45,35
107,6
1011-
44,65
113,0
9915
191,80
60,4 21.7/1
74
56,9
191
Oct.

L6
413,15
52,5
46.1111
164,80
59,4
18.7/8
2036,85
70,1
227.5/-
45,25
107,4
101/-
42,30
107,0
94/5
162,05
51,1
18.117
75
57,7
20
Nov.
0
357,50
45,5
39.1319
150,10
54,1
16.1313
1726,80
59,4
191.141-
46,85 111,2
1041-
39,85
100,8

8815
143,20
45,1
15.17111
74
56,9
1911
Dec.

»
362,70
46,1
40.712 144,90
52,2
16.216
1734,45
59,7
193.-/-
49,-
116,3
1091-
38,80
98,2
86/4
139,-
43,8
15.915
70
53,8
185/
0
. Jan.

1938
Febr.
1-8
Z
367,75
46,8
40.19/6
143,50
51,7
15.19/9
1640,65
56,5 182.16
1

48,90
116,1
109
1

36,50 92,4
81/4
134,05
42,2
14.18
1
9
74
,
56,9
19′
345,85 44,0
38.11/3
138,45
49,9 15.8/9
1616,60
55,6
180.5/-
48,90
116,1
109/-
33,65
85,1
75f-

127,80
40,3
14.5/-
76
58,5
20
5
)
8-15

»
343,10 43,6 38.51-
133,15
48,0
14.16111
1616,85
55,6
180.51-
48,90
116,1
1091-
33,65
85,1
75/-
123,90
39,0 13.16/3
75
57,7
20/
15-22
»

»
360,45
45,9
40.319
139,-
50,1
15.101- 1661,45
57,2
185.51-
48,90
116,1
1091-
33,20 84,0
74/-
131,45
41,4
14.1312
75
57,7
20
1
!
22 Feb.-1 Mrt.
365,45 46,5
40.151-
138,75
50,0
15.915
1673,70
57,6
186.1216
48,90
116,1
1091-
33,20
84,0
74/-
132,15
41,6
14.1419
75
57,7
201/

IIDDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexeijfers gebaseerd op
1927 t/m 1929 == 100).

171

GE-
SLACHTE
GE-
SLACHTE
DEENSCH
BACON
BEVRÔREN
ARG. RUND-

CACAO G.F. KOFFIE
Loco R’dam/A’dam
SUIKER
Wittekrist.-
THEE N.-lnd.thee-
RUNDEREN
(versch)
VARKENS
(versch)
middelgew. No. 1
VLEESCH
Accra per 50 kg
cii.
Nederland
per
1
12 kg.
suiker loco
Rotterdam(
veiling A’dam
Gem.j’ava- en
Robusta
Superior
oer 100 kg
oer 100kg
Londen per cwt.
Londen per8 lbs.
Amsterdam
Sumatrathee
2
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
HerI.Ned.Ct.I
Not.
Rotterdam
Rotterdam
Santos
per 100 kg.
per’/2kg.

%f%shf%
sh.7%skcts.
%f
%
cts.
%
1927
– –
– –
65,15
97,8
10716
2,73 92,2
416
41,21 119,4
681-
46,87
5

95,5
54,10
91,4
19,125 119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
98,2
77,50
90,8
66,80
100,3
11015
3,03
102,4
51-
34,64
100,4
5713
49,62
5

101,1
63,48
107,3 15,85
99,1
75,25 99,3 102,2
1929
96,40
101,8
93,125
109,2 67,81 101,8
11212
3,12
105,4
512
27,70 80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3
69,25
91,4 94,7
1930
108,-
114,0
72,90 85,5 57,19
85,9
94/7
2,97
100,3
4111
21,04
61,0
34111
32
65,2
38,10
64,4 9,60 60,0
60,75
80,2
72,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3 35,72 53,6
6316
2,44 82,4
414
13,94
40,1
2417
25
50,9 27,10
45,8
8,-
50,0
42,50
56,1
53,3
1932
61,-
64,4 37,50 44,0
25,46
38,2
58/1
1,70
57,4
3111
11,77
34,1
2711
24
48,9
30,04
50,8
6,32
5

39,6
28,25
37,3 43,0
1933
52,_:_
54,9 49,50 58,0
30,74
46,2
7417
1,54
52,0

319
9,30
26,9
2217
21,10
43,0
22,83
38,6 5,32
5

34,5
32,75
43,2 31,0
1934
61,50
64,9 46,65 54,7
32,94
49,5
8811
1,42
48,0
319
1
12
8,15 23,6
21110
16,80
34,2
18,40
31,1
4,07
5

25,5 40
52,8 34,9
1935
48,12
5

50,8 51,62
5

60,5
32,-
48,1
8815 1,19
40,2
313
1
12
8,15
23,6
2216
14,10
28,7
15,21
25,7 3,85
24,1
34,50
45,5
32,5
1936
53,42
5
56,4 48,60 57,0 36,37
54,6
9316
1,48
50,0
3(91(

12,05
34,9
3014
13,62
5
27,8
16,87
5

28,5
4,02
5

25,2
40
52,8
39,2
1937
71,27
5

75,3
61,85
72,5
42,27 63,5
9411
1,90
64,2
413
17,35
50,3
3818
16,62
5

33,9
22,37
5

37,8 6,22
5

38,9 53,50 70,6 53,6

Jan.

1937
64,60 68,2
52,75
61,8
41,22
61,9
921-
1,81
61,1
41-
11
24,50
71,0
5418
16,75
34,1
22,12
5

37,4
5,575

34,9 50,50
66,7
52,0
Febr.

,,
64,175
67,8 53,32
5
62,5
38,49
57,8
861-
1,80
60,8
41-14
21,09
61,1
4712
18,25
37,2
24
40,6 5,72
5

35,8 53,50 70,6 52,4
Maart

,,
66,15
69,9 54,82
5

64,3
39,83
59,8
8912
1,67
56,4
3/8
3
/
4

23,-
66,7
5116
18
36,7
23,80
40,2 6,10
38,1
55
72,6
53,7
April

,,
71,-
75,0
56,25 65,9
42,32
63,6
9413
1,72
58,1
3110
20,83 60,3
4615
17,87
5

36,4 23,37
5

39,5
6,12
5

38,3
54,25
71,6
54,4
Mei

,,
73,325
77,4
56,75
66,5
42,71
64,1
951-
1,90
64,2
4(2
3
(4
17,30
50,1 3816
17,50
35,7
23
38,9
6,07
5

38,0
55 72,6
53,6 80,25
84,7
55,75
65,3
39,87
59,9
88110
2,04
68,9
416
1
!a
15,66
45,4
3011
17,50
35,7
23
38,9
6,525
40,8
50,50
66,7 52,1
l
uni ,,
uli

78,45 82,8 60,85 71,3
42,63
64,0
9416
1,97
66,6
4
1
41
/
16,46
47,7
3616
17,50
35,7
23
38,9
6,57
5

41,1
55
72,6
55,1
Aug.
77,87
5

82,2 67,87
5

79,6
46,32
69,6
102/6 2,13 72,0
4/8
1
(
17,61
51,0
391-
17
34,6
23
38,9 6,50 40,6
54,75
72,3
55,3
Sept.

,
72,425 76,5
69,20
81,1
46,17
69,3
102110
1,96
66,2
4(4′(
15,97
46,3
3517
16,75
34,1
23
38,9
6,325
39,6
56
73,9
55,1
Oct.
69,97
5

73,7
70,20
82,3 43,70
65,6
97/6
1,91
64,5
413
12,55
36,4
281-
15,75
32,1
22,87
5

38,7 6,40 40,0
55,25
72,9
55,0
Nov.,,
68,17
5

72,0
72,37
5

84,8
40,77
61,2
9016 1,95
65,9
414
12,18
35,3
2711
13,50
27,5
20
33,8 6,425 40,2
53,75
71,0
52,2
Dec.

,,
68,95
72,8
72,15
84,6 43,23
64,9
9612 1,92
64,9
4/3
1
(
11,07
32,1
2418
13
26,5
17,25
29,2 6,40 40,0
47,75
63,0
51,0

Jan.

1938
70,82
5

74,8 70,37
5

82,5
43,54
65,4
97/-
1,96
66,2
414
1
12
12,18
35,3
2712
13
26,5
16,10
1

27,2 6,17
5

38,6
51,25
67,7
51,3
-8 Febr.

,
70,70 74,7
68,50 80,3
43,95
66,0
981-
2,07
69,9
417
1
1
11,44
33,1 2516
13
26,5
16
1

27,0
5,50
34,4
52,25
69,0
50,9
-15

,,
70,70
74,7
70,-
82,1
43,94
66,0
981-
2,04
68,9
416
1
12
11,88
34,4
2616
13
26,5
16
27,0
5,50
34,4 50,25
66,3
50,5
5-22

,,
70,30 74,2 68.50
80,3
43,95
66,0
98/-
2,04 68,9
4,6
1
(
2

12,33
35,7
27(6
13
26,5
16
27,0
5,375

33,6
50,25
66,3
50,3
1
2 Feb.-1 Mrt.
69,30
73,2
68,-
79,7
43,94
66,0
981-
2,17
73,3
4110
14,12
40,9
3116
13
26,5
16
1

27,0
5,25
32,8
50,25
66,3
50,6

GRENENHOUT
Zweedsch ongesor-
teerd 212
x
7
per standaard

VUREN-
HOUT
basis 7″ f.o.b.
Zweden/FinI.
per standaard van 4.672 M.


HUIDEN
Gaaf, open kop
57-61 pond
Veiling te
Amsterdam

COPRA
Ned.-lnd.
t. m. s.
per 100 kg
Amsterdam

1

GRONDNOTEN
Gepelde Coromandel,
per longton
1

cii. Londen

LIJNZAAD
La Plata
loco
Rotterdam
per 1000kg.’)

GOUD

per ounce fine
__________________
Herl.Ned.Ct.I

Not.

cash Londen

E
2′!

5.
E

.S

HerI. Ned. Ct.
1

Not,
_____________________
1
Hen. Ned. Ct.
Not,
7jE7
i
7
T
%
sh.
1927
230,28
100,1
19.-(-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,62
5
106,5
266,03.
106,4
21.18111
185,-
95,0
51,50
100,1
851-
105,3
104,4 124,1
1928
229,90
100,0
19.-(-
151,50
99,2
47,58
118,7

31,87
5

104,1
254,10
101,6
21..(-
185,25
95,1
51,45
100,0
851-
102,0
100,2 94.6
1929
229,71
99,9
19.-/-
146,-
95,6
32,25
80,5
27,37
5

89,4.
230,16
.92,0
19.-(9
214,-
109,9
51,40
99,9
851-
92,7 95,4 84,5
1930
218,43
95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3
22,62
5

73,9
175,55
70,2
14.1014
181,75
93,3
51,40
99,9
851-
69,6 15,3 60,0
1931
187,88
81,7
16.141-
110,75
72,5
18,65
46,5
15,375
50,2 136,69
54,7
12.2111
95,50
49,0
52,-
101,1
9215
41,0 54,2 44,7
1932 136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52.
52,2
15.-14
70,-
35,9
51,25
99,6
1181-
35,1
43,0
38,4
1933
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30 30,4
90,39
36,1
10.1914
75,50
38,8
51,35
99,8
12417
33,1
39,2
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90 22,5
.

71,90
28,7
9.1213
72,75
37,3
51,50
100,1 13718
31,6 31,4 36,5
1935
127,91
55,6.
17.1314
59,50 39,0
12,54
31,3
9,15 29,9
104,26
41,7
14.81-
67,25
34,5
51,50
100,1 14212
32,2 37,3
34,8
1936
139,98
60,9
17.19110
78,25 51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.1119
85,-
43,6
54,60
106,1 14014
39,0 42,3 40,7
1937
205,35
89,3
22:1712
132,25
86,6
23,35
58,2
15,22
5

49,7
127,81
51,1
14.418
110,50
56,8
63,20
122,8
140/9 53,4
57,9
56,3

lan.

1937
181

78,7
20.41-
118,75
77,8
21,50
53,6
20,62
5

67,3
145,04
58,0
16.319
102,75
52,8
63,45
123,3
141/8
55,1
56,3,
58,5
lebr.

,,
18795
$1,7
21.-!-
125,-
81,9
22,75
56,8
17,95
58,6
132,01
52,8
14.151-
99,25
51,0
63,60
123,6
14211
54,1
51,1
59,5
Maart
201,84
87,8 22.121-
135,-
88,4
25,-
62,4
18,05
58,9
137,54
55,0
15.81-
106,75
54,8
63,60
123,6
14214
57,5 61,6 64,8
April

,,
208,79
90,8
23.51-
135,-
88,4
28,50
71,1
16,87
5

55,1
138,95
55,6
15.918
114,50
58,8
63,45
123,3
14115
59,3
30,5
63,6
Mei
211,29
91,9 23.101-
137,-
89,7
26,25
65,5
14,95
48,8
127,60
51,0
14.41- 112,50
57,8
63,15
122,7
14018
56,1 60,3 58,2
Juni

,,
211,01
91,8
23.10/-
137,50
90,1
24,25
60,5
14,32
5

46,8
130,85
52,3
14.1117
110,50
56,7
63,10
122,6
140174
54,8
59,1
56,1
Juli

,,
212,-
,
92,2 23.101-
136,25
89,5

59,9
14,525
47,4
137,65
55,0
15.514
113,-
58,1
63,15
122,7 1401-
55,2
60,3
56,3
Aug.

,,
212,40
92,4
23.10/-
135,-
88,4

62,4
13,95
45,6
126,66
50,6
14.-/6
115,-
59,1′
63,05
122,5
139(7
53,7
59,2′
55,3
Sept.

,,
211,08
91,8 23.101-
135,–
88,4
25,-
62,4
13,15
42,9
120,84
48,3
13.911
115,25
59,2
63,05
122,5
14014
52,4 57,9 55,3
Oct.

,,
210,65
91,6
23.101-
135,-
88,4
23,-
57,4
13,50
44,1
121,70
48,7
13.1117
116,75
59,9
63,-
122,4
140164
50,4 56,2 51,2
Nov.

,
209,46
91,1
23.51-
132,50
86,8

44,9
12,50
40,8
109,57
43,8
12.313
110,50
56,7
63,10
122,6
140/14
47,7 53,3
46,7
Dec.

.,
206,69
89,9
23.-(-
125,-
81,9
17,-
42,4
12,375
40,4
105,31 42,1 11.1415
109,75
56,3
62,85
122,2
139110
44,9 51,9 46,3

Jan.

1938
203,65
88,6
,

22.1319
123,-
80,6

47,4
11,87
5

38,8
99.85
39,9
11.216
109,75
56,3 62,65
121,8
139/7
44,4
52,1
44,7
-8 Febr.
»
201,83
87,8 22.101-
122,50
80,2
19,_*

47,4
11,12
5

36,3
96,41
38,5 10.151-
107,-
55,0 62,65
121,8
139/9 43,7 51,4 44,0
-15

,,
199,54
86,8 22.51-
122,50
80,2
19,-t
47,4
10,62
5

34,7
94,19
37,7
10.101-
106,50
54,7
62,70
121,9
13919
43,4 51,0
43,4
5-22

»

.,
199,55
86,8 22.51-
122,50
80,2
19,-t
47,4
10,62
5

34,7
93,05
37,2
10.716
108,25
55,6
62,70
121,9
139110
43,6 51,2 44,3
2 Feb.-1 Mrt.1
197,30
85,8
22.-/-
122,50
80,2
19,_*

47,4
11,375 37,1
99,77
39,9
11.216
110,-
56,5
62,70
121,9
139/94
44,2
51,4
44,6

In Februari kwam nog geen noteering tot stand. Voor de continuïteit is de laatste noteering aangehouden.

Êi’NKÖt
Westf./Holl.
PETROLEUM Mid. Contin. Crude
BENZINE


Gulf E.

64166°
KALK-
SALPETER
ZWAVELZURE
CEMENT
levering bij
S T E EN EN
af fabriek
.
S

bunkenk. ongez.
f.o.b. R’dam!
33 t(m. 33.9
0
Bé s. g.
te N.-York p. barrel

P.

U.S. gallon

Lerl.Ned.Ct.I

franco schip
Ned.perlookg

AMMONIAK
franco Schip
groote part.
franco wal
2′
E
binnenmuuribuitenmuur
A’dam per
bruto
Ned. per 100kg
Ned.pertonl)
per
per
5
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Not.
1000kg.
1000 stuks
1
1000 stuks

7
%
7
T
ets.
‘%
$cts.
7
i
T”
3′
‘T
7
T
T
1927
.11,25
103,1
3,21
103,6
1,28 37
128,0
14,86
11,48
102,6
:11,44
102,5
18,-
99,1
14,50 107,4 18,50
95,3
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1 1,20
24,85
85,9
.
9,98
11,48 102,6
11,08
99,3
18,-
99,1
12,-
88,9
1850
95,3
96,5 99,0
1929
11,40 104,4
3,06 99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,50
101,8
14,-
103,7
2125
109,4
98,4
95,8
130
11,35 104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
19,50 107,3
12,50
92,6 20,75
106,9
83,7
17,3
1931
10,05
92,1
1,42 46,1
0,57
12,38
42,8
4,98
8,61
77,0
7,73
69,3
14,-
77,1
10,25
75,9
20,25
104,3
60,7 54,1
1932

73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83
6,15
55,0
4,20
37,6
12,-
66,1
9,25 68,5
15,-
77,3
49,6
43,0
1933
7,-
64,1
1,14
37,0 0,57
9,24
32,0
4,63
6,18
55,2 4,63
41,5
12,-
66,1

74,1
12,75
65,7
40,8
40,0
1934
6,20
56,8
1,40
45,5
0,94
7,18
24,8 4,84
6,11
54,6
4,70
42,1
12,-
66,1
8,50 63,0
10,50
54,1
45,2
39,0
1935
6,05
55,4
1,39 45,1
0,94 7,65
26,5
5,18
5,89
52,7
4,81 43,1
12,50
68,8
7,25
53,7 8,75
45,1
47,1
40,3
1936
6,60
60,5
‘1,63
52,9
1,04
8,86
30,6
5,65 5,70
51,0
4,82
43,2

60,5 7,50
55,6
9,50
48,9
48,1 44,3
1937
8,80
80,6
2,09 67,7
1,15
11,08
.38,3
6,10
5,75
51,4
4,97
44,5
11,80
65,0 8,25
61,1
9,75 50,2
66,0 60,6

Jan.

1937
8,05
73,7
1,90
61,7
1,04
10,61
36,7
5,81
5,65 50,5 4,85 43,5
11,-
60,5
.
7,50
55,6
9,
46,4
02,5
59,1
Febr.,,
8,25 75,6 2,12 68,8
1,16
10,95
37,9
5,99
5,70 51,0
4,90
43,9
11,85
65,2 7,50
55,6 9,
46,4
65,0
60,1
Maart

,,
8,30 76,0 2,12
68,8
1,16
1116
38,6
6,10
5,75
51,4
4,95
44,4
11,85
65,2
8,-
59,3 9,25 47,6
741
60,6
April
8,55
78,3
2,12
68,8
1,16
1130
39,1
6,18 5,80
51,8
5,-
44,8
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50
48,9 68,6
64,4
Mei

»

82,4
2,11
68,5
1,16
11,46
39,6
6,30
5,85
52,3 5,05 45,3
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50 48,9
71,1
64,5
luni

»
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,48
39,7
6,31
5,85
52,3
5,05
45,3
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50 48,9
70,1 63,1
juli

»
9,-
82,4
.
2,11
68,5
1,16
11,58
40,0 6,38
5,60
50,1
4,80
43,0
11,85
65,2 8,50 63,0
9,75 50,2
70,5
63,5
Aug.
9,-
82,4 2,10
68,0
1,16
11,57
40,0 6,38
5,70
51,0 4,90
43,9
11,85
65,2 8,50
63,0
9,75
50,2 68,4
61,7
Sept.

»
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,56
40,0 6,38 5,75 51,4 4,95 44,4
11,85
65,2
8,50 63,0
9,75
50,2 65,8 59,1
Oct.

»
8,95
82,0 2,10 68,0
1,16
11,25
38,9
6,22 5,80
51,8
5,-
44,8
11,85
65,2
8,50 63,0
10,25
52,8
62,4
56,9
Nov.

»
9,.-
82,4
2,09 67,7
1,16
10,49
36,3
5,82 5,85
52,3
5,05 45,3
11,85
65,2
8,75 64,8
10,50 54,1
59,3
54,0
Dec.

»
9,35
85,6
2,09
67,7
1,16
9,60
33,2 5,34
5,95
53,2 5,15
46,1
11,85
65,2
8,75 64,8
10,75
55,4 58,7 52,4

Jan.

1938
9,90 90,7 2,08 67,4
1,16
9,34
32,3
5,20
6,05
54,1
5,25 47,0
13,35
73,5
8,75 64,8
10,75
55,4 59,3 52,5
-8 Febr.
»
9,90 90,7 2,08 67,4
1,16
9,28
32,1
5,19
6,10 54,5 5,30 47,5
13,35
73,5
8,75 64,8
10,75
55,4 58,3 51,7
-15

»

,,
9,90 90,7
2,07
67,1 1,16
9,05
31,3
5,06
6,10
54,5
.

5,30 47,5
13,35
73,5
8,75 64,8
10,75
55,4
57,8
51,3
5-22

,,

,,
9,90
90,7
2,08
67,4
1,16
9,03
31,2 5,06
6,10
54,5
5,30
47,5
13,35
73,5
8,75 64,8
10,75
55,4 58,4
51,7
2Feb.- 1 Mrt.
9,90 90,7
2,07
67,1
1,16
9,05 31,3
5,06
6,10 54,5
.

5,30
47,5
13,35
73,5
8,75 64,8
10,75
55,4 58,5
1

52,0

D ta
a
buiten
N.-lnd.
betaalb.

Dis-
conto’s
Belee-
ningen

26 Feb. ’38
2
)
2 670
77240
19

,,

’38
9
)
2.240
76.860

22 Jan. 1938
3.642
‘10923

1
52.353′
15

1938
3.207
10.837
54.678

25 Juli 1914
6.395
7.259
75.541
1)
Sluitpost activa.
2) Cijfers
telegrafisch
ov

Diverse
reke-

kings-
1
ningen’)
1
percen-

64.680
51
64.670
51

71.234
50
69.646
50

2.22s
44

172

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 Maart 1938

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 28 Februari 1938

Activa.

Binnen!. Wis- (Hfdbk.
f

8.551.276,55

selB, Prom., Bijbnk.
,,

101.381,91
enz.ln c11sc.i1.g.scn._,,

öie.bi,’iô

f
8.967.473,94
Papier o. h. Buiteni. in disconto

…….

Idem eigen portef.

f

5.226.000,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.


Beleeningen
f
Hfdbk. f 240.726.008 03
1
)
mcl. vrsch.
1
i n

rek.-crt.1
Bmjbnk.
,

1.948.760,14

op onderp.
Ag.sch.
»

28.416.038,57
t.

f
271.090.806,74

Op Effecten ……
f
269.466.639,22
1
)
OpGoederenenSpec.
,,

1.624.167,52

271.090.806,741)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,

Munt, Goud ……
f

113.607.485,- Niuntmat., Goud
.,
,,1.322.212.568,48

(1.435.820.053,48
Munt, Zilver, euz.

,,

15.629.861,-
Muntmat. Zilver..


,,
1.451.449.914,48
2
)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………
,,
41.835.787,18
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
4.600.000,-
Diverse

rekeningen ………………
,,
8.557.385,86
Staat d. Nederl. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221)
,,
10.193.915,19

Pas8Iva

__
f
1.801.921.283,39

Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
4.338.707,82
Bijzondere

reserve

………………
,,
6.600.000,-
Pensioenfonds

………………….
,,
11.139.473,57
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
901.739.400,_
Bankassignatiën in omloop

……..

,,
82.890,08
Rek.-Cour. Ç Het Rijk
f
108.949.795,90
saldo’s:

Anderen

,,
7.43.845.723,05
852.795.518,95
Diverse rekeningen ………………

5.225.292,97

f

1.801.921.283,39

Beschikbaarmetaalsa.ldo

…………
f
749.976.323,12
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.874.940.810,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht

………………..
,,

1)
Waarvan aan Nederlandsch-lndje
(Wet van 15 Maart
1933,
Staatsbiad No. 99) ……..
/

65.883.125,-
)

Waarvan

in

het buitenland

…………….
……..
.
.

..106.309.872,90

Voornaamste posten in duizenden
Muldens.

Goud
1
1
Andere t Beschikb.
1
Dek-
Data

1
1
Circulatiel
opeischb.I

MetaaJ-
kin ga
1
Munt

Munt mat.
1
1
schulden

saldo
perc.

28 Febr.
‘38111360711.322..213!

901.7391852.878
1
749.976
83
21

,,

‘38111360711.312.2101
868.435!859.477

1
751.823
83

25Juli’14165.703J96.410 _
31
0.4371
_6.198
J
43.521
54

Totaal
1
Schatkist-
1
Belee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
_
L
1
promessen
ningen

ophet
reke-
iscontoslrechtstreeksi
buitenl.
ningen
1
)

28 Febr.
19381
8.967
1

27

1.091

5.226 8.557
21

,,

19381
8.955
1

253.124
5.226 8.428

25 Juli

1914J
67.947

61.686 20.188
509
-,
JlLuc,
,ÂC
açl,vd.

JAVASCHE BANK.

Dala
Goud
Zilver
Circulatie
Andere
opeischb.
ach ulden

Beschik
metaal-
saldo
26 Feb.
1
38
2
)
1.520
.

183.370
81.640
29.513
19

,,

‘382)
134.880 185.170 78.380
29.460

22 Jan.1938
116.574 1

18.140 184.854
83.631
27.320
15

,,

1938
116.574

1

17.875
188.401
81.706 26.406

25Juli1914
22.057

31.907
110.172
12.634
4.842

BANK VAN
ENGELAND.

Bankbilf.
I
Bankbilf.

OtherSecuIï)e’
Data

Metaal

in

in BankinlDisc.and
5euri1je5

circulaiie Denarim.
1
Advances
3
Febr.
1938 1327.181
1
474.524
1
51.883 1

19.454
16

,,

1938 327.130 1474.083

6.155

18.808
22Juli1914
1
40.164

29.317

33.633

OtherDeposits
1

1
Dek-
Data

1
Gov.

Public

1
Other
1
Reserve1 kings-
1 _
Sec.

Depos.

BankersIAccotintsl
i
perc._
1)
23 Febr.’38 1 97.426 16.732 105.6001 35.536 52.6571 33,4
16
,,
’38 97.863 15.772 106.405 35.495 53.047! 33,6
22 Juli ’14
1
11.005

14.736

42.185

1
29
.
29
7! 52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VÂN
FRANKRIJK.

l
Te goed
1
Wis-
1
Waarv.l Belee-

oos
Data

Goud Zilverl inhet
1
sels
1
op het
1

1
Ren
rs
e
~
,
vooho
buitenl.

buïtenl.I ningen
v.d. Staal,
1( I’eD;S
i.U6
1
4031
20112.590
8381
4.5551
3.200
379!
21
12.754
838!
4.999
3.200
10

,,


155.806

23Juli’
4.104
1
6401

1.541_
8!
769
1

Bonsv.d.I Diver-
Rekg.
Courant
Data
zelfsf.
amort.
k.
sen 1)
Circulatie
1

Staat
1 Zelfst.
1

Parti

1
Iamort.k.1
culieren
17 Feb.’38

5.575
1

2.735
1

91.946
1

44
1

2.305
119.782
10

,,

’38

5.
5
75
1

3.047
1

92.574
42
2.413
1
20.302
23 Juli’14

-.

5
.
912
.!
401

1

943
1) Sluitpost activa.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan 1
Deviezen
1
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
1
,vissels
Belee-
ten!. cïr
c.
1
dekking
en
ningen
banken
1
)
geldende
1

cheques

23 Fel;r. 1938
70,8
1
20,3
5,3
1
4.759,2
1

46,5
15

,,

1938
70,8
1
20,3
5,6
4.940,8
1

.

52,3
30 Juli

1914
1.356,9
1


750,9
1

50,2

Data
Ef/ec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
1

Diverse
ten
Activaa)
latie
Crt.
1
Passiva

23 Febr. 1938
110,5
t

897,5
1

4.687,7
1

767,9
1

342,2
15

,,

1938
110,8
1

815,8
1

4.776,9
1

761,4
1

340,8
30 Juli

1914
330,8 200,4
1.890,9
1

944,-

40,0
NATIONALE
BANK
VANBELGIE(inBelga’e).’)

Goud

c
.
,

.
Rekg.Crt.
Data
1938
,
a

c2,b.o


.

L
0
0

T.I81
5511.0891204
1
30
832

17/2 .:!3.5051
54
1.0
49

34

150
2284.316
21
793
‘0)1.1 1fl vast. 1000 10
UC
UpOUClXLii5
IaWxJ’01JgU.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad

.

Wissels

Data

I
Goud-

,,Other

In her-
1
In de
Tota:l

certifi-

cash”
2)

disc. v. d.
1

open
bedrag

member
1
markt

caten’)

banks
1
gekocht

9 Feb.’38 9.126,3
1
9.116,1

437,6

11,2
1

0,5

2
,,
’38 9.126,7
1
9.116,1

430,9

11,2
1

0,5

Belegd
1

lotaal

1
Goud-
1
Algem.
Gestort
1
Dek-
1
Dek-
Dep
Data

in U. S.
1
in clrcu1

Kapitaall kings-
1
kings-
Gov.Sec.
1__
latie1
5!

1
perc.3)
1
p’erc.4)

9 Feb.’38I 2.564,0
I
4.125,1 7.794,7 133,1
1
80,2
1

2
,,
’38j 2.564,0
1
4.137,8
1
7.775,2 133,1
1
80,2
1


2)
Deze
certificaten werden door de Schatkist aan de Reserve Banken
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.
1
34 van
100
op
59.06
cents werd gedevalueerd.
,Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelechbare schulden: F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal
en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.


Aantal Dis-
contos
Beleg-
vel
1

Totaal
1
Waarvan
Data
leening.
en
gingen
I
R
~
r
d
,

R.
1

depo-
time
beleen.
banks
sito’s
1
1
deposits

2 Feb.’38I
2
8.981

112.253 15.674
1
26.061
1

5.225
16
Jan.’381
1
9.038
12.237

15.735
1
26.796
5.213
Un
poswn van
i,e
Mua. bank, ae JavaeCfle bank
en ae
bank
0?
England
zijn in duizenden, alle overige poaten in millioenen van
de betreffende valuta.

Auteur