24 NOVEMBE.!? .1937
.4UTEURSREOHT VOORBEHOUDEN.
EconomIsch~
–
Statistische
Bën*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR
HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN
VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
22E JAARGANG
WOENSDAG 24 NOVEMBER 1937
No. 11.43
COMMISSIE VAN REDACTIE:
P.
Lieftinck;
N. J. Polak; J. Tinbergen; F. le Vries en
H. Al. H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).
Th. van Luytelaer (waarne?nend Redacteur-Secretaris).
Reductie-adres: Pieter dc Hoochweg 122, Rotterdam .West
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-
na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens
tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:
Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-
sterdam, ‘s-Gravenhage. Postchè qua- en giro-rekening
No. 145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 16,—. Abonnementsprijs Economisch-Statis-
tisch Maandbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen
f 20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,
f 6,— en f 23, per jaar. Losse nun’.mers 50 cent. Do na-
teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut
ontvangen het weekblad en het Maandbericht gratis en
genieten een reductie op dc verdere publicaties.
INHOUD:
BIz.
DE BELASTINGPOLITIEK DER VEREENIC1jE STATEN door
Dr. F. E. Schmey …………………………..864
Het vluchtkapitaal bij de Zwitserselie en Nederland-
sche banken door
Dr. E. Schwarz …………….866
Kan onze zaaizaadvoorziening in betere banen wrden
geleid en de export worden bevorderd? door
P.
Dijkhwis …………………………………..868
De Rijksmiddelen over October 1937 …………….
869
AANTEEKENINOEN:
Een belangrijk arrest inzake prijsbindiiig ……..
870
De prijsverlaging van merkartikelen in D’uitsehland
872
MAANDCIJFERS:
Overzicht van den stand der Rij ksmiddelen ……..
874
Statistieken:
Geldkoersen-Wisselkoersen-Bankstaten ……………..875, 878
Groothandeisprijzen ………………………………..876-877
GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.
De wisselmarkt ‘toonde in de versiagweek ‘betrekkelijk
weinig omzetten en een i-us’tig ‘koersverloop. Aafrvankelijk
was de Dollar weer eenigszins gedrukt. De geruchten in-
zake verdere Dollardevaluatie, die weer op den achter-
grond geraakt waren, ‘vonden een oogenblik weer nieuw
voedsel in een uitlating ‘van een der governors vnu het
Reserve Systnm, ‘die te kennen gaf, dat de Board een mc-
netniren maatregel zou aanbevelen wanneer hij’ meende,
daui,riu ‘heil te kunnen zien voor ‘s lands econonuisehen toe-
stand. Dergelijke beweringen werpen een fel licht op de
gewijzigde mentaliteit terzake van het monetnir beleid. En
al wordt daaraan dan toegevoegd, dat op dit moment men deze remedie niet’ weuschelijk acht, bevorderlijk voor het
vertrouwen ‘is ‘zoo iets niet. Later kwam de Dollar weer
in het-stel. De Dollarnoteering ite onzeut toonde echter
niet veel verandering omdat de Pondennoteering bij’ ons
terugh’ep, zoodat de verbeterde houding van dan Dollar
ten aanzien van het Pond niet een evenredige stijging ten
aanzien van den Gulden be’tee’kende. Het koersverloop van
den Gulden in relatie tot resp. Potid en Dollar is nog
steeds niet erg overzichtelijk. Over ‘het algemeen blijft de
Gulden dn’tei-nationaal gevraagd.
De Franc hield zich ook deze week weer goed op peil.
De tennijnnoteering -is nog altijd Vrij hoog, maar er blijft
toch een lichte teruggang van het disagio merkbaar. De
stemming voor dit •devies wordt natuurlijk gesteund door
de ‘eredieten, die in ‘den laatsten ‘tijd uit het ‘buitenland
zijn gekregen. Eerst liet Zwi’tsersche credirt, thans ht
crediet onder leiding van een Nederlandsche bankiei-s-
groep. Dit laatste verschaft de deviezen, nood’ig om het
Engelsche crad’iet af te lossen. Voor die aflossing behoeft
‘dus niet het Fransche ]dgalisatiefonds ‘geheel op te komen
zooals aanvankelijk . werd gesuggereerd. Afgezien van de
rentevoorwaarden is ook in ‘zooverre het Nederlandschc
crdiet voor Frankrijk een ‘verbetering in de côndities, dat
niet zooal’s bij ‘het Engelsche crediet de tegenwaarde in goud verpand behoef t te blijven. Ï)at Engel’sche crediet ‘as om die reden altijd min of meer een farce gebleven.
J3nitenlaiicl’schc ei’edicten op korten termijn aan een Staat
hebben altijd het ‘bezwaar, da’t men al’s coitscientiens debi-
teur ‘de ‘de’viezen of goudopbrengst moet reseoveeren oni te
zijner tijd de aflossing te kunnen bewerkstelligen, zoodat
cle verbetering van de deviezensituatie door zulk een ‘ere-
cl’iet meer sehijni dan w’ezeu is. Maar ‘bij het En’geische
crediet gold dit toch wel in zet sterke mate.
De geidmarkit ‘blijft zooals te verwachten was volkomen
onveranderd. Binnen enkele dageu vindt weer de .gebrui.
kelijk onderhanasehe inschrijving plaats op drie- tot acht-
n’aandspapier ten behoeve van liet ‘Egalisatiefond’s. .Aan te
nemen is, dat behalve ‘voor de financiering van het ver-
vallend papier ‘geen nieuwe middelen zullen worden opge-
nomen, zooals den laatsten’ keer geschiedde toen de schatkist
cle gelegenheid aangreep om ook voor eigen rekening’ in
verband met cle 1 November-financiering papier te plaatsen.
])e beleggingsmarkt blijft vast gestemd. De oude schuld
kon vei-der monteeren, en de koersen zijn niet Ver meer
van het hoogterecord, dat vei-leden jaar October werd be-
reikt, verwijderd. De Voortdurende ongeauimeerdheid van
de aandeelenmarkt draagt natuurlijk ‘het ‘hare bij tot de
belangstelling voor obligabiën.
864
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1937
DE BELASTINGPOLITIEK DER
VEREENIGDE STATEN.
Drie vraagstukken der Amerikaansche belasting-
politiek staan op het oogenblik in het brandpunt der
belangstelling, zoowel binnen de Vereenigde Staten
als daar huiten,zij vormen binnen de Vereenigde
Staten de inzet van een hevigen strijd, en het buiten-
land ziet daarbij noodgedwongen lijdzaam toe, of-
schoon er zeer gewichtige huitenlandsche belangen bij betrokken zijn:
10. de capital gains tax;
2o. de surtax on undistributed profits;
3o. cle z.g. hot-money taxes.
Ca,pital gains tav.
De Vereenigde Staten, het is wel bekend, zijn één
van de weinige landen, waar winsten gemaakt door
vervreemding van vermogensobjecten, ook buiten het
kader van iemands beroep of bedrijf, als inkomen be-
lastbaar zijn. Hieronder vallen ook koerswinsten,
voortspruitende uit beurstransacties, in effecten en
goederen.
Het merkwaardige verschijnsel, dat deze kapitaal-
winsten geacht worden deel uit te maken van het be-
lastbaar inkomen, wordt tegenwoordig zonder meer
als de ,,capitai gains tax” aangeduid. Dit is in zoo-
verre misleidend als op de capital gains juist geen
afzonderlijke belasting geheven wordt: veeleer zijn
bedoelde winsten in principe aan cle gewone inkom-
stenbelasting zoowel der natuurlijke als der rechts-
personen on derworpen.
Ten aanzien van cle natuurlijke personen is dit be-
ginsel aan eenige beperking onderhevig: Natuurlijke personen mogen bij de aangifte hun winsten uit ver-
vreemding van vermogensobjecten, die zij langer dan
één jaar bezeten hebben, met een zeker percentage
verminderen, dat ongeveer evenredig met den duur
van het bezit stijgt.
Voor éénjarig bezit mag onder cle geldende wet
voor belastingdoeleinden 20 pOt. van de winst afge-
trokken worden; voor twee tot vijf-jarig bezit 40 pOt.;
van vijf tot tien-jarig bezit 60 pOt, en voor meer dan
tienjarig bezit 70 pOt.. NV’s deelen in dit privilege
niet.
Als logisch gevolg van het belasten dezer capital
gains zou men mogen verwachten, dat dan ook ge-
leden kapitaaisverliezen van het belastbaar inkomen
afgetrokken mogen worden. De Amerikaansche wet-
geving heeft echter pertinent geweigerd deze conse-
quentie te aanvaarden: kap itaalsverlie’zen mogen al-leen niet soortgelijke winsten verrekend worden; niet
inkomen uit andere bronnen, bijv. uit arbeid of on-
derneming slechts ter hoogte van $ 2000 ‘s jaars en
wel binnen één en hetzelfde helastingjaar. Houdt men
zich in dit verband nog voor oogen, dat in het geheel
geen aftrek voor de in voorafgaande helastingjaren geleden verliezen, uit welken hoofde ook, is toege-
staan, dan is zonder meer duidelijk, dat deze methode
van helastingheffen op de.n duur en wel reeds in den
loop van één conjunctuurcyclus tot een belangrijke
inteering van kapitaal moet leiden. Immers de Ame-
rikaansche fiscus participeert gretig in, de gemaakte
winst, en dat in den meest uitgebreiden zin van het
woord, weigert echter een nivelleering van, het he-
lastbare inkomen door verrekening met de in vroegere
jaren geleden verliezen toe te staan.
De gevolgen der capital gains tax uiten zich vooral in de houding van den Amerikaanschen belegger, die tot de hoogere inkomensgroepen behoort: er heerscht
een algemeene onwil binnen deze elitegrop van in-
dividueele beleggers, op hun effectenhezit winst te
nemen; beleggingen worden gemiddeld op zijn minst
niet korter dan twee jaar aangehouden, en een be-
langrijk gedeelte juist van de dividend-betalende en
daarmede hooggeprijsde Amerika,ansche aandeelen –
volgens Amerikaansche berekeningen niet niinder dan
– zijn zoodoende zoo goed als permanent aan den
beurshandel onttrokken. Derhalve is de capital gains
tax naast, en m.i. zelfs in nog sterkere mate dan dc
margin-bepalingen van den Federal Reserve Boarci
de voornaamste oorzaak van de veel beklaagde ,,thin-
ness” van, de New-Yorksche beurs, zooals ik vroeger, in
ander verband, reeds uitvoerig heb betoogd
1).
De surtax on undistributed jrofits.
– —
De befaamde surtax on undistrihuted profits is een
aanwinst, waarmede de Federal Revenue Act 1936 de
belastingplichtige ondernemingen – en niet alleen
deze – heeft verblijd.
Zij is een echte extra-heffing van dat gedeelte van
de winsten der Amerikaansche ondernemingen, dat
niet wordt uitgekeerd binnen het boekjaar waarin de
winst is gemaakt. Haar tarief is progressief, al naar
gelang het onverdeelde percentage der totale jaar-
lijksche winst toeneemt. Bijv. van de eerste 10 pOt.
van de totale winst die onverdeeld blijven wordt er
7 pOt. belasting geheven; van de volgende 10 pOt. is
12 pOt. belasting verschuldigd, van de daarop vol-
gende 20 pOt., 17 pOt. cnz. Voor dat gedeelte van de
onverdeelde winst dat 60 pOt, van de totale jaar-
lijksche winst te boven gaat, is het heffingspercen-
tage 27 pOt.
Door deze extra-heffing worden de Amerikaansche
ondernemingen practisch gedwongen hun gehoele
jaarlijksche winst onverwijlcl uit te keeren; cle wetge-
ver heeft, geheel en al in één lijn met de koopkracht-
theorie der economische politiek van Roosevelt, ge-
tracht hen aan te moedigen, liefst nog iets meer dan
de effectieve jaarlijksche winst ten laste van de reser-
ves uit te keeren; dit is de strekking van de z.g.
dividends paid credit, die de belastingplichtige on-
dernemingen in staat moet stellen, hetgeen over een
boekjaar te veel is uitgekeerd nog in de twee daarop
volgende jaren te verrekenen.
Men behoefde geen profeet te zijn oni te kunnen
voorspellen, dat de surtax on undistributed profits de conjunctuur-gevoeligheid van de Anierikaansche ef-
fectenmarkt moest vergrooten in plaats van te ver-
minderen.
Inderdaad hebben de hooge dividenduitkeeringen,
waartoe vele Amerikaansehe ondernemingen in de
tweede helft van 1936 gedwongen waren, het hunne
tot de koersstijgingen dezer periode bijgedragen. Om-
gekeerd moet iedere, ook tijdelijke inzinking van de
conjunctuur. de Amerikaansche ondernemingen on-
iniddellijk tot het staken der dividenclhetaling lopen, gezien het feit, dat zij sedert de Federal Revenue Act
1936 geen dividend-reserves meer kunnen kweeken.
En waar, geheel en al in de lijn der in de Ver-
eenigde Staten vigeerende earning power theory, het koersverloop der Amerikaansche aandeelen in onge-
lijk sterkere mate dan ten onzent gebruikelijk is, van
de berekening der dividendkansen dan wei van de
schatting der intrensieke waarde afhangt, moesten
noodzakelijk de conjunctuur-invloeden op de New-
Yorksche beurs in scherpte sterk toenemen.
De hot-money taxes.
Ook een belasting die er nog niet is, maar waar-
van (Ie invoering dreigt, kan op economisch gebied een ielngrijke rol spelen.
Zoo de z.g. hot-nioney taxes, extra-heffingen op
het buitenlandsche kapitaal in de Vereenigde Staten,
waarmede de Rooseveltsche regeering gemeend heeft,
de internationale effectenmarkt sedert het begin van dit jaar telkens iveer te moeten verontrusten.
Omtrent dit vraagstuk wordt er in gezaghebbende
kringen in Washington op het oogenhlik stilte be-
waard, niaar gezien recente ervaringen en ondervin-
dingen, lijkt het geenszins onaannemelijk, dat wij
hier opnieuw met een slechts tijdelijke verademing
‘)
Vgl.
Schmey, De Nederlandsche belegger’ en de Ame-
rikaansche
fiscus,
Algemeen Handelsblad Bankri uinmel’
15
van Juli 1937, blz. 9.
24 November 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
865
te doen hebben, die iederen dag en zelfs ieder uur
af kan loopc.n.
Onder de verzamelnaam hot-möney taxes vallen in hoofdzaak drie specifieke maatregelen tegen het bui-
tenlandsche kapitaal in de Vcreenigde Staten, die
geleidelijk naar voren zijn gekomen en nu nog door
een deskundigen-commissie bestudeerd worden:
herstel der capital gains tax voor niet binnen
de Vereenigde Staten gevestigde vreemdelingen en
buitenlandsche
NV’s,
die geen bedrijf in de Ver-
eetiigde Staten uitoefenen. Zooals bekend, is de be-
lasting der kapitaalwinsten voor deze twee catego-
rieën van belastingplichtigen pas door de Federal
Revenue Act 1930 opgeheven. D.w.z. dit privilege
werd voor de.n veel te duren prijs van den befaamden
belastingaftrek van 10 pOt. hij de bron verkregen.
Instelling van een prohihitieve transfer tax op
heursomzetten voor buitenlandsche rekening.
Drastische verhooging van den hovengernelden
belastingaftrek bij de bron.
De maatregelen sub
b.
en c. waren in hoofdzaak als
hulpmiddelen bij het innen der capital gains tax
van buitenlanders bedoeld, met welke laatste de Ame-
rikaansche schatkist in het verleden allesbehalve
schitterende ervaringen had opgedaan.
Want om de capital gains tax was het begonnen. En niet eens om de capital gains tax der buitenlan-ders: de strijd, die er tegenwoordig om de toekom-
stige helastiugpolitiek der Voreenigde Staten gestre-
den wordt, gaat voornamelijk over het al of niet
handhaven der capital gains tax voor
binnenlanclsch
gebruik, en cle belasting
01)
kapitaalwinsten door buitenlanders gemaakt, is slechts ‘incidenteel. Dit
echter treft voor buite.nlandsche beleggers in Amen-
kaansche effecten buitengewoon ongelukkig, omdat
hun belangen zoodoende de speelbal van de strubbe-lingen der bin nenlandsch-Amenikaansche economi-
sche politiek dreigen te worden, die voor een groot
gedeelte zelfs een zuiver politieken om niet te zeggen
demagogischen achtergrond heeft.
De Federal Revenue Act 1987.
In het midden van de stormachtige ontwikkeling,
die de belastiugpolitiek der Vereenigde Staten op
het oogenblik weer eens en meer dan ooit is bezig
te ondergaan, vormt de jongste wijziging der belas-
ting-wetgeving zooais vervat in de Federal Revenue
Act 1937, die op 26 Augustus jl. is afgekondigd,
geen ommekeer, nauwelijks een rustpunt.
Het beste wat over zijn heteekenis nog te zeggen
valt, is dat de eindstrijd om de helastiughervor-
ming in het heetste van dezen zomer tot nader orde
werd uitgesteld.
Deze wet kan alleen als een zet pp het schaakbord
der Amerikaansche binnenlandsche politiek begrepen
en op haar juiste waarde geschat worden. Immers
Roosevelt’s prestige was door de nederlaag, die hij
met zijn plannen tot hervorming van het U.S. Supre-
me Court had geleden, ernstig geschokt. Het inbren-
gen van de Federal Revenue Bill 1937 was dan ook
door de politieke raadgevers van den President in de
eerste plaats bedoeld, om de publieke belangstelling zoo gauw mogelijk van dit pijnlijke onderwerp af te
leiden. Tevens moest de nieuwe wet ertoe dienen –
dit is eigenlijk het meest belangwekkende ervan -,
het slagveld voor de eerstvolgende groote belasting-
wet, de Federal Reveuue Bill 1938 af te bakenen.
Volgens een goede – of kwade – Amerikaatische
gewoonte, dient iedere Revenue Bill, precies als een
nieuw merkartikel, met een slagzin geadverteerd te
worden. Zoo zeilde de wet van 1936 onder de vlag
,,soak the nich”. Zoo werd de Federal Revenue Act
1937 als ontwerp (,,Bill”) voorzien van het etiket
,,close the loopholes” in omloop gebracht, en zoo zijn
ook op dit oogen blik de aug-uren te Washington zeer
vermoedelijk bezig met een leuze voor de Federal Re-
serve Bill 1938 te bedenken.
De Federal Revenue Act 1937 beoogde dan in
de eerste plaats den strijd tegen belastingontdui-
king in het binnenland en wel vooral tegen be-
lastingontduiking met vennootschapsrechtelijke mid-
delen aan te binden. Ten dien einde werden de be-
palingen nopens de binnenlandsche besloten vennoot-
schappen in belangrijke mate verscherpt om zooveel
mogelijk sluipgaten, die de belastingplichtigen nog
wel hadden opgezocht, te stoppen.
Als voorbeelden mogen dienen:
Het verbod om iemauds werkkracht in een N.V.
in te brengen – een methode van belastingbespa-
ring, die vooral door artisten werd toegepast –
waarbij het verschil tusschen genoten en uitbetaald
salaris voor reserveering werd aangewend.
Voorts is het in het vervolg niet meer toegestaan,
verliesbrengend bezit, waarop individueele belasting-
plichtigen niet mogen afschrijven, zooais buitens,
jachten, e:uz. in. NV’s om te zetten.
D.w.z. niet de vrijheid van handelen der ingezete-
nen op pnivaat-rechtelijk gebied werd beperkt, het-
geen met de grondwet niet wel vereenighaar geweest
zou zijn, maar deze en andere ,,besloten vennootschap-
pen” werden aan de surtax on personal holding coni-
panies onderworpen, wier tarief tot een absoluut
prohibitieve hoogte werd opgevoerd: het heffingsper-
centage bedraagt volgens sec. 351 van de Federal
Revenue Act 1937 65 püt. op de eerste $ 2.000 van
de onverdeelde winst dezer vennootschappen, en 75 pOt. van het daar boven liggende bedrag.
Een haast panische angst voor kapitaalvlucht uit
zich in de nieuwe bepalingen betreffende buitenland-
sche personal holding companies. Nadat reeds de uit-voeningshepalingeu hij de Federal Revenue Act 1936
met pogingen in deze richting begonnen waren, tracht
de nieuwe wet deze zooveel mogelijk onder de heer-
schappij van de federale belasting-administratie te
brengen. De wettelijke definitie beijvert zich deze be-
doeling eenigszins te verbloemen door de nieuwe be-
palingen slechts op buitenlandsche hesloten vennoot-
schappen toepasselijk te verklaren, waarvan meer dan
de helft van het aandeelenkapitaal, naar de waarde
gerekend, in het bezit van niet meer dan vijf
ingeze-
tenen
der Vereenigde Staten is; familieleden worden
hierbij als één persoon gerekend.
Is echter een huitenlandsche N.V. één keer als een fos’eign personal holding company aangewezen, dan
wordt er ten aanzien van cle verplichting tot het
doen van belastingaangifte enz. weinig of geen ver-
schil meer met binnenlandsche NV’s gemaakt. En
al worden deze verplichtingen niet de buitenlandsche
NV., maar de Amerikaansche aandeelhouders per-
soonlijk opgelegd, de eischen van den Amerikaanschen
fiscus gaan zoover, dat het geheele bedrijf der bui-
tenlandsche N.V. voor hem bloot gelegd moet worden.
Dat dit tot inbreuk op vreemde rechtssfeeren moet
leiden, ligt voor de hand; overigens bevat het onlangs
van kracht geworden Amerikaansch-Oanadeesche han-
deisverdrag een aanwijzing hoe cle Amenikaanische
regeening zich voorstelt conflicten met huitenlandsche
mogendheden op belastiuggebied te voorkomen, ni.
door het afsluiten van belasting-verdragen.
Het uiteindelijk nuttig effect van de nieuwe Ame-
rikaansche bepalingen nopens de buitenla.ndsche per-
sonal holding companies valt af te wachten. Boven-
matig gunstig kan de prognose niet zijn, gezien den
overvloed van onderiindingen door andere landen in
dit opzicht opgedaan. Er is feitelijk maar één middel
tegen Icapitaalvlucht: het voeren van een redelijke
economische en fiscale politiek.
Immers, zooals de ervaring leert, worden zelfs de
meest clraconische verbodsbepalingen op gioote
schaal ontdoken, indien er overwegende economi-
sche redenen voor kapitaaivlucht aanwezig zijn.
En de casuïstische methode, die de Amerikaansche
belasting-wetgeving ten deze volgt, en om historische
redenen ook moet volgen, maakt het nogal gemakke-
lijk, de toepassing der verbodsbepalingen te voor-
komen.
866
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1937
Een enkele bepaling van de wet. van 1937 gaat een
geheel anderen kant
01):
cle niet binnen de Vereenig-cle Staten gevestigde vreemdelingen, geen beroep of
bedrijf in het (Amerikaansche) binnenland uitoefe-
nencie, wier belastbaar inkomen uit Amerikaansche
broniien $ 21.600 ‘s jaars te boven gaat, worden op-
nieuw aan het sterk progressieve tarief der inkom-
stenbelasting zooals geldig voor het binnenland onder-
worpen, waarvan zij pas door de wet van 1936 waren
vrijgesteld, overigens onder instandhouding van den
belastingaftrek van 10 pOt. ook voor hen. Dit heeft
de volgende heteekenis:
10 pCt. belastingaftrek bij de bron was als zoo-
danig van meet af aan veel te hoog, zeer speciaal
nadat de vroegere vrijstellingsgrens van $ 1.000 ‘s jaars
eveneens door de wet van 1936 is komen te vervallen.
Te hoog vooral vergeleken met het voor ingezetenen
der Vereenigde Staten toepasselijke tarief: een hef-
fingspercentage van 10 pOt. wordt »1. pas bij een be-
lastbaar inkomen van pim. $ 21.600 ‘s jaars bereikt.
Pogingen, van huitenlandsche zijde aangewend, om
hierin verandering te brengen, steunden vooral op dit
argument van hiflijkheid. Aan den anderen kant werd
van Amerikaansche zijde, vooral door politieke tegen-
standers der Rooseveltsche regeering, er bezwaar
tegen gemaakt, dat buitenlanders met een groot in-
komen uit Arnerikaansche bronnen door de 10 pCt.
aftrek minder belast werden dan ingezetenen.
In dit dilemma heeft de wet van 1937 kennelijk de lijn van den ininsten weerstand gekozen doot buiten-
landers der hooge inkomensgroepen opnieuw op ge-
lijken voet met ingezetenen te behandelen, zonder
echter de onevenredig hooge belasting te verminde-
ren, die deze aftrek voor buitenlanders der lagere
en middelmatig hooge inkomensgroepen met zich me-
debren gt.
Dat de Rooseveltsche regeering dezen allesbehalve fraaien uitweg uit een politieke moeilijkheid gekozen
heeft, kan van groote symptoniatische heteekenis voor
haar toekomstige gedragslijn ten deze blijken te zijn.
De Federal Revenue Bill 1938.
Rest de vraag wat ons van de toekomstige belas-
tingwetgeving der Vereenigde Staten te wachten
staat, vooral van de Federal Revenue Act 1938, die
zooals nu reeds vaststaat, een grondige herziening
van het federale belastingstelsel moet brengen.
De strijd gaat nog steeds om de twee reeds boven-
genoemde hoofdpunten, de capital gain.s tax en de
surtax on undistributed profits waartegen het be-
drijfsleven zoo goed als eenstemmig gekant is, maar ook de – op zichzelf hoogst noodzakelijke – verbree-
ding van de basis der inkomstenbelasting der natuur-
lijke personen zal een
belangrijke
rol gaan spelen. I-[et
gaat hierbij daarom, dat nog steeds practisch gespro-
ken alle inkomens tot ca. $ 3.000 vrij van de federale
inkomstenbelasting
zijn,
een ongelooflijke weelde, die
ook de Vereenigde Staten zich niet meer voor onhe-
paalden tijd zullen kunnen permitteeren.
De oplossing van dit laatste vraagstuk wordt ge-
compliceerd, niet alleen door overwegingen van poli-
tieke utiliteit, zoowel bij de regeering als ook bij af-
gevaardigden en senatoren, maar ook daardoor, dat
het overgroote gedeelte van deze inkomens, de inko-
mens uit arbeid nu reeds door de social securities
taxes belast worden; het heffingspercentage van deze
belasting wordt gedurende de eerstvolgende jaren
nog opgevoerd.
De belastingen op het buitenlandsche kapitaal zijn,
objectief bekeken, naar verhouding van ondergeschikt
belang in dezen strijd. En toch is het gevaar niet
heelemaal denkbeeldig, dat het buitenlandsche ka-
pitaal
bij
de a.s. belastinghervorrning het kind van
de rekening zou kunnen worden. Reeds nu wijzen er
verschillende teekenen op. Eén ervan, de wetswijzi-
ging van 1937 ten ongunste van buitenlanders, der
hoogere inkomensgroepen, werd reeds genoemd. Er
zijn er echter meer aan te wijzen: de Rooseveltsche
regeering heeft in verband met de débacle der New-
Vork-sche beurs scherpe verwijten van de zijde van
het bedrijfsleven moeten hooren, waarbij vooral de New-Yorksche beurspresident Gay en de chairman
der Ohase National Bank Aldrich als woordvoerders
zijn opgetreden. Beiden hebben in dit verband de
capital gains tax en de surtax on undistrihuted profits
aangevallen. De regeering heeft aan’ankelijk gemeend
de juistheid van deze verwijten te moeten ontkennen
en heeft daarbij het argument ‘gebruikt, dat in de eer-
ste plaats verkoopen voor Europeesche rekening (Lon-
den en Amsterdam werden er uitdrukkelijk genoemd!)
voor de koersdaling aansprakelijk waren.
Naderhand is de houding der officieele kringen te
Washington onder den druk der voornaamste inzin-
king ietwat soepeler geworden, vooral waar het den vorm hunner uitlatingen betreft. De regeering tracht nu den stormloop tegen de twee genoemde belastin-
gen door het toepassen van een elastische tactiek zoo-
veel mogelijk op te vangen: concessies van onderge-schik-ten aard, zooals verzachting der surtax
0fl Ufl-
distrihuted profits voor kleine en zwakke onderne-
mingen worden in uitzicht gesteld, maar de principes
van het geldende belastingstelsel wenscht de regeering
kennelijk te handhaven. Zelfs stelt de Treasury zich
voor de bestaande heffingsmethoden nog in belangrijke
mate te verscherpen.
De definitieve koers, die Roosevelt ten aanzien van
de a.s. beiastinghervorming zal volgen, is zeer ver-
moedeljk nog hiet bepaald. Toch wekt het sterk den
indruk, dat de Arnerikaansche regeering zich in elk
geval de mogelijkheid heeft opengehouden om haar
toekomstige helastingpolitiek .door het voorstellen van
extra-heffingen op het buitenlandsche kapitaal voor
de wetgevende lichamen alsook voor het publiek iet-
wat smakelijker te maken. Immers, een anti-vreemde-
lingen-leuze zou ook hij vele politieke tegenstanders
van Roosevelt, zeer speciaal hij de republikeinsche
oppositie, in goede aarde vallen.
Het zoeken is op het oogenblik naar een deugde-
lijke slogan voor de Federal Revenue Bill 1938. Wie
weet, zou ,,keep the foreigners out” nog zoo slecht
niet zijn.
F. E. SOHMEY.
HET VLUCHTKAPITAAL BIJ DE ZWITSERSCHE EN
NEDERLANDSCHE BANKEN.
De Zwitsersche Nationale Bank heeft, tezamen met
de credietbanken in Zwitserland, gedurende de laat-
ste dagen een aantal ingrijpende maatregelen genomen
tegen den stroom van vluchtkapitaal op korten ter-
mijn. Deze stap heeft op’nieuw de aandacht van de
internationale financieele wereld op de heteek-enis
van het hot
money-vraagstuk
gevestigd. hiermede
hebben op het vasteland van Europa inzonderheid
Zwitserland en Nederland te kampen. Sedert de de-
valuatie wrorden deze twee landen steeds meer het
verzamelhekken van buitenlandsche gelden. Het ka-rakteristieke van deze middelen is de opzeghaarheid
op elk tijdstip, waardoor zij als basis voor het ver-
leenen van productieve en rendabele credieten on-
bruikbaar zijn.
Ter illustiatie van de huidige vraagstukken, waar-
voor de banken in de beide landen zich geplaatst zien,
willen wij eerst voor
Zwitserland
de ontwikkeling
van den staat van de circulatiebank en die van de
balansen der groote banken in het kort aan een be-
schouwing onderwerpen.
Uit nevenstaande grafiek blijkt, dat de ‘voorraad goud
en deviezen van de Zwitsersche Nationale Bank van
Zw.
Frs. 1.499,2 mill. op 31 Augustus 1936 tot Zw. Frs. 3.192,2 mill. op 7 Nov. 1937 is gestegen. Hier-
bij is geen rekening gehouden met de middelen van het Egalisatiefonds, die eveneens esnige honderden
millioenen bedragen. Doch ook afgezien hiervan zijn
de reserves dermate gestegen, als tot dusverre nimmer
24 November 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
867
13
–
– –
–
–
-;
..
Aai.f
0
,V
0) FN
4 Mi) 8fW.
153e
Zwitsersohe Nationale ]3ank.
in de geschiedenis van de Bank is voorgekomen.
Het is nu de vraag, welke posten onder de passiva
tegenover deren zoo sterk gestegen post goud en de-
viezen staan. Het blijkt, dat de bankbiljetteneircula-
tie – gewoonlijk het belangrijkste equivalent van
den metaalvoorraad – nauwelijks door de gebeurte-
nissen van het laatste jaar is beïnvloed. Deze steeg
van Zw; Ers. 1.303,4 mili. op 31 Aug. 1936 tot 1.418,8
mili. op 7 Nov. 1937, hetgeen ongeveer in overeen-
stemming zal zijn met de activeering van de Zwitser-
sche volkshuishouding gedurende deze periode. De
dagelijks opvraagbare verplichtingen van de Bank
toonen een geheel ander beeld. Deze zijn van
Zw.
Fri.
456,9 mill. tot 1.809,5 mill. dus met niet minder dan
rond 1.3 milliarci of met 300 pCt. gestegen. Dit be-drag bestaat weliswaar niet alleen uit huitenlandsch
Francentegoed. Hierin zijn eveneens eenige honderd
millioen Zwitsersch kapitaal begrepen, dat na de in-
eenstortingen van de markten gedurende de laatste
maanden is gerepatrieerd. Voor het hot money-karak-ter van deze gelden heeft dit verschil geen heteekenis.
1
–
let Zwitse.rsehe kapitaal is van nature en door tra-
(litie cosmopolitisch. liet is bereid onmiddellijk we-
der te emigreeren, hetgeen blijkt uit deze wijze van
belegging, die sedert lang reeds renteloos is en nu
voortaan zelfs met een negatieve rente in den vorm
van 1 pOt. administratieloon zal worden belast.
Een opmerkelijk gevolg van de overstrooming van
de geldmarkt met kortloopende middelen is, dat de
eredietfuncties van de Nationale Bank tot een mini-
mum zijn ingekrompen. De gediseonteerde wissels
zijn van Zw. Frs. 156,0 tot 10.2 mill. gedaald en (Ie
beleeningen van Zw. Ers. 62.6 tot 27.5 mill.
Terwijl uit den staat van de Nationale Bank in
hoofdzaak blijkt, hoe de credietrelaties van -Zwitser-
land met het buitenland zich hebben ontwikkeld, ver-
schaffen de balansen van de groote banken, welke
kwartaaisgewijze wôrden gepubliceerd meer gegevens
omtrent de credietverhoudingen in Zwitserland. De
voornaamste posten van de samengevoegde halansen
vertoonen het volgende beeld:
Zeven Zwitserseliegroote banken
1).
Passiva
in miii.
Zw.
Frs.
Direct
Deposito’s Spaar- Contante
Datum
opvraagbaar
op termijn
gelden
verplichtingen
30
Sept.
1936..
1.370
338
494
888
31
Mrt.
1937..
1.501
313 495 846
30
Sept.
1938..
1.745
278 494 820
Activa
in miii.
Zw.
Frs.
Debiteuren
Voorschott. en
Datum
Kas
Wissels
in rek. crt. Beleeningen
30
Sept.
1936..
399
459 1.254 622
31
Mrt.
1937..
812
457
1.208
535
30
Sept.
1937..
855
656 1.101
432
1)
Basler Handelsbank, Leu & Co.,
E.idgenössische Bank,
Schweiz.
Baukgeselischaft,
Schw.
Kreditanstalt,
Schw.
Bankverein, Sehw. Volksbank.
De eenige post van de gelden van anderen, welke
– en weliswaar in sterke mate – is toegenomen, is
die van de direct opvraaghare deposito’s. Daarentegen
is het -totaal van alle andere passiva hetzij op het-
zelfde niveau gebleven, hetzij achteruitgegaan. Dit is
in hoofdzaak met de termijudeposito’s en met de ge-
emitteerde contante verplichtingen het geval, een he-
leggingsobject, dat in de kringen van de Zwitsersche
spaarders zeer gewild is.
Deze samenstelling van de passiva drukt ook haar
stempel op de activa van de groote banken. De eenige
post, welke hiervan inderdaad is gestegen, is de
kaspositie. Deze bedraagt thans Zw. Frs. 855 mili.
tegen 399 miii. in Sept. 1936 en overtreft daarmede
in sterke mate het eigen kapitaal van de banken (Zw.
Frs. 524 mill.). De beleggingen voor productieve doel-
einden zijn daarentegen over de geheele linie sterk ge-
daald. Alleen de gedisconteerde wissels vormen hier-
op een uitzondering en vertoonen een stijging die
echter aan de transacties van een enkele instelling,
de Schweizer Bankverein moet worden toegeschreven.
Van zeer groote beteekenis voor het Zwitsersche
credietwezen zijn ook de 27 Kaiztonale Bank-en. Dit
zijn de staatsinstellingen van de afzonderlijke kan-
tons, die wat den omvang van haar totale omzetten
betreft de grootbanken belangrijk overtreffen. Bij
deze komen, in overeenstemming met het karakter
van haar eliëntenkring, in hoofdzaak de gelden op
langen termijn samen. De voornaamste posten van
de halansen dezer instellingen geven van Sept. 1936 tot Aug. 1937 het volgende beeld te zien:
27
Kantonale banken.
Passiva
in miii.
Zw.
Frs.
Dadelijk
Deposito’s
Spaar-
Con tante
Datum
opvraagbaar op
termijn
gelden verplichtingen
30
Sept.
1936. .
501
399
2.689
2.528
31
Mrt.
1937..
553
426
2.741
2.601
31
Aug.
1937..
581
410
2.786
2.606
Activa
in miii.
Zw.
Frs.
Voorschott.
Debiteuren en Be-
Hypo-
Datum
Kas
Wissels in rek. crt. leeningen theken
30
Sept.
1936..
145
159
628
560
4.968
31
Mrt.
1937..
358
146
598
554
4.975
31
Aug.
1937..
446
150
585
553
4.993
hier zijn onder de passiva niet alleen de dadelijk
opvraagbare deposito’s, doch ook de gelden op lan-
gen termijn van anderen met ca. Zw. Frs. 200 mill.
gestegen. Nietteniin geven de activa geen stijging te
zien van de productieve en rendabele beleggingen,
doch een algemeenen achteruitgang, die alleen door
een stijging van de kaspositie van Zw. Frs. 145 mill.
tot 446 mili. wordt gecompenseerd.
De samenstelling van de passiva bij de Kantonale
banken zou op veel grootere schaal een credietver-
leening op langen termijn toelaten. Dat dit niet het
geval is, bewijst, dat niet alleen de korten looptijd
van de gelden van anderen de credietverleening be-
moeilijkt. Ook de vraag zelf naar crediet op langen
termijn was tot dusver van de zijde van het Zwit-
sersch bedrijfsleven zeer gering. –
* *
*
De omstandigheden in
Nederland
zijn ongeveer ge-
lijk aan die in Zwitserland. Ook hier zijn sedert de
868
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1937
depreciatie de gelden uit het buitenland bijna on-
onderbroken toegestroomcl. Deze middelen vertoonen
een uitgesproken hot money-karakter. De volgende
grafiek geeft een beeld van deze ontwikkeling op den
staat van De Nederlandsche Bank.
1
1•
PL
f
oiidei»devieen
—
t
—
i
am?oo1.
Aug.S 0 N DJ FM A MJj AS Oct
1936
1937
Nederland.sehe Ban.k.
De goudvoorraad, welke nog wordt berekend in
Guldens van cle oude pariteit, toont een toeneming
van
f
669.8 mill. op 28 Sept.. 1936 tot
f
1.394,6 mill.
op 8 Nov. 1937. De bankbiljettencirculatie blijkt zich
ook hier nauwelijks te hebben gewijzigd. Deze steeg
in dezelfde periode van
f
772,7 tot 881,9 miii. De
giroverplichtingen daarentegen zijn van
f
100,6 tot
f
742,5 mill. toegenomen. Evenals in Zwitserland
zijn ook in Nederland de eigenlijke credietfuncties
van de circulatiebank door den geldtoevloed sterk
verminderd. De wisselportefeuille van De Nederland-
sche Bank daalde van
f
23.4 tot 9.6 mili. De belee-
ningen op effecten konden van
f
137,5 tot 189,1 mili.
stijgen, doch deze blijft in sterke mate bij de werke-
lijke uitbreiding van het effectenverkeer ten achter. Van de groote banken in Nederland publiceeren er
slechts twee instellingen maandelijks een bankstaat,
t.w. de Incasso-Bank en de Twentsche Bank. Deze
kan men echter als representatief voor de ontwikke-ling bij alle banken beschouwen. Zij geven het vol-
gende verloop te zien:
‘J’wee Nederland sche groote banken
Passiva
Activa
In miii. guldens
in miii. guldens
Credi-
Debi-
teuren
Deposito’s
Kas
teuren
30
Sept.
1936
123,9
79,0
39,6
143,7
31
Icirt. 1937
164,6
85,7
81,3,
145,2
30
Sept.
1937
185,5
86,3
111,6,
147,8
31 Oct.
1937
201,0
88,1
138,5
145,2
Hier vertoonen de crediteuren, die op de balansen
niet in termijnen worden gescheiden, een stijging van
62 pOt. De deposito’s zijn ook gestegen, echter
slechts met 11 pOt. Onder de activa bleven de lang-
loopende credietea, die slechts van
f
143,7 tot 145,2
mill. toenamen, wat hun omvang betreft vrijwel on-
veranderd. De vreemde kasgelden zijn in den vorm van kasmiddelen sterk toegenomen, hetgeen in een stijging met 250 pOt. tot uiting komt.
De toestand in Nederland is dus blijkens dezen gang
van zaken geheel overeenkomstig dien in Zwitser-
land. In Nederland wijst men evenwel de gedachte
aan dwa.ngmaatregelen van de hand, en wel omdat
men in hoofdzaak als het voornaamste probleem
beschouwt, handel en industrie weder geschikt te
maken voor het opnemen van groote credieten op
langen termijn. Zoodra hiervoor de voorwaarden zijn
vervuld, hetgeen afhangt van de algemeene econo-
mische politiek, zullen ook de gelden op korten ter-
mijn vanzelf worden gebezigd voor belegging op lan-
geren termijn. Naast het vermijden van dwangmaat-
regelen ten opzichte van het economisch leven is een
dergelijk resultaat echter niet in de laatste plaats
tevens afhankelijk van een kalmeering van den alge-
meenen internationalen toestand, waarop Nederland
zelf uiteraard echter slechts zeer weinig invloed kan
uitoefenen. Dr.
H. SOHWARZ.
KAN ONZE ZAAIZAADVOORZIENING IN BETERE
BANEN WORDEN GELEID EN DE EXPORT
WORDEN BEVORDERD?
De zaaizaadvoorzieniug, waarmee in dozen bedoeld
wordt de voorziening van den landbouw met prima
soorten gerst, haver, tarwe enz., is langzamerhand
geworden tot een belangrijk vraagstuk.
Met soorten worden hier bedoeld var.ieteiten, welke
creaties zijn van kweekers van landbouwzaden, die
zich tot taak gesteld hebben door kruisingen en selec-
ties steeds betere te zoeken, die in opbrengst en in
andere eigenschappen boven de bestaande uitmunten.
Dit is een vraagstuk van intern belang voor den
landbouw. Gewoonlijk wordt het van dien kant belce-
ken. Zeer zeker met recht. Allen die erbij betrokken
zijn hebben de plicht ervoor te zorgen, dat de gelever-
de waar prima is; niet alleen uiterlijk, maar ook
innerlijk, d.w.z. er dient op gelet te worden, dat de
raseigenschappen zoo zuiver mogelijk bewaard blijven.
Om dit doel te bereiken, zijn dan ook verschillende
instanties werkzaam, die eigenlijk alle hun middel-
punt vinden in de keuringsdiensten. Deze keuririgs-diensten hebben verdienstelijk werk geleverd, maar
op een enkele uitzondering na kleeft hieraan het
euvel, dat zij vaak te uitsinitend het intern landbouw-belang op het oog hebben.
Zulks is tot op zekere hoogte verklaarbaar, maar
deze opzet is niet juist en verandering zou weusche-
lijk zijn, want er zijn aan het vraagstuk van de zaai-
zaadvoorziening nog heel andere kanten. De voor-
naamste daarvan is, dat het vraagstuk bezien lcan
worden van den •kant van den kweeker, die in ons
land . wel heel serieus en verdienstelijk werk ver-
richt maar die niet tot volle ontplooiing kan komen,
omdat speciaal in ons land daarvoor verschillende
belemmeringen zijn. Ook kan het vraagstuk bezien
worden van den kant van den exporteur, doch hierop
kom ik aan het slot van dit artikel uitvoeriger terug.
De belemmeringen van den kweeker schuilen aller-
eerst in de kleine oppervlakte bouwgrond, die
niaakt, dat een speciaal ras of varieteit slechts een
kleine oppervlakte kan beslaan. Dit wordt reeds heel
duidelijk als men in aanmerking neemt, dat hier te
lande ongeveer 20 erkende tarwerassen in de rassen-
lijst zijn opgenomen, hetgeen bij een areaal van 70.000
ha neerkomt op ruim 3.500 ha per ras. In Frankrijk
en in Duitschland is de oppervlakte per ras zeker
10 tot 20 maal zoo groot en de kweeker is daar te
lande door grootere omzetten in staat gesteld gewor-den zijn zaak in te richten naar den eisch des tijds.
Om die reden dient men met de grootste zorg na te
gaan, op welke manier men in ons land het kweek-
product kan steunen, zoodat ook hier te lande do
kweeker zijn bedrijf beter Ican inrichten. De problemen, d.ie bij de veredeling van landbouw-
gewassen om den hoek komen kijken, worden steeds
ingewikkelder en wil ons land niet in groote mate
achterop geraken, dan dient ook de aandacht gericht
te worden op de beste manier, waarop ons rassen-
assortiment kan worden gebracht op het peil, dat ons land waardig is.
.Nu is het eigenlijk.zoo gesteld, dat het particulier
initiatief niet sterk genoeg naar voren kan komen,
om tegen het buitenland op te tornen, vooral, omdat
wij in een gevaarlijke overgangsti,jdperk leven.
Er is nog geen leiding gevende gedachte naar voren
gebracht, die zou moeten aanwijzen welke maatre-
gelen in het belang der zaaizaadvoorziening genomen
24 November 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
S69
moeten worden. Toch lijkt het mij, dat wij in ons
land eenigszins in de goede richting gaan; men gaat
zich thans op het vraagstuk bezinnen en dat is al
heel veel waard.
liet is thans zoo gesteld, dat de
eev.,ige bescherming
die cle kweaker geniet gelegen is in het feit, dat door
wetenschap en practijk het woord ,,Origineel zaad”,
als zijnde liet product van den kweeker, de hand
boven het hoofd wordt gehouden. Deze vorm van be-
scherm ing is eigenlijk bijzonder in haar soort. Zij berust tot dusver niet op een bescherming van den
industrieelen eigendom, noch op eenige andere he-
scherining, doch in samenwerking vn den kweeker
met het Instituut voor Plantenveredeiing te Wage-
ningen is een toestand geschapen, die bevredigend
kan worden genoemd voor heide partijen. Het gezag
van dit Instituut en de uitgave van een rassanlijst, waarin de beste soorten zijn opgenomen, was een
haken voor ieder, die met de zaaizaadvoorziening te
doen had. Vertrouwen en samenwerking vormden al-
zoo de basis. Deze basis dreigt echter ernstig te wor-
den aangetast.
• De zaak is, dat ook de keuringsdienst eraan mee-
werkte bovengenoemden toestand, die langzamerhand
gegroeid was, te bevorderen. Deze keuringsdienst, de N.A.K. (Ned. Alg. Keuringsdienst) is een semi-
officieel lichaam, maar eenzijdig uit den landbouw
opgesteld, doch naar gelang deze in beteekenis toe-
neemt, krijgt hij meer eigen leven en tegelijkertijd
neiging, om de aangelegenheden, die
bij
de zaaizaad-
voorziening naar voren komen, naar zijn kant te ver-
leggen. Dat is dan al te eenzijdig naar den kant van
de nabouwtelers.
De keuringsdienst doet zulks door den nahouw de
hand hoven het hoofd te houden, ten koste van het
origineel, waardoor de kweeker, wiens positie in os
land toch reeds bemoeilijkt wordt door de kleine op-
pervlakte aan bouwland steeds meer in het gedrang
komt, omdat hij dien nahouw niet meer in eigen
handen heeft.
Hij
wordt alzoo door den nabouw zijner
eigen rassen heconcurreerd, waarbij bovendien de
naam: ,,Origineel” wordt aangevallen.
De vraag rijst op, of dit toeval is, maar hoe het
ook zij, het is wel merkwaardig, dat sinds Dr. Harre-
veld in 1934 zijn bekend werk schreef, getiteld ,De
bescherming van den kweekerseigeudom” en waarin
deze een grondige studie heeft geleverd voor de be-
scherming van de belangen van den kweeker, de keu-
ringsdienst maatregelen heraamt, die veel te weinig
rekening houden met het bezit van den kweeker.
De kweekers zelf gaan trouwens ook niet geheel
vrij uit; zij hebben zich jammer genoeg in den tijd
die achter ons ligt, niet commercieel genoeg betoond
om uit hun schepping het volle profijt te trekken. Zij
zijn te veel opgegaan in hun kweekersarbeid en hoe
nuttig dit
01)
zichzelf ook mag zijn, toch kan niet
ontkend worden, dat zij hun taak te eenzijdig hebben
opgevat en deze fout wreekt zich thans. Bij dcii kwee-
ker is echter een kentering merkbaar en op het
oogeublik is het zoover gekomen, dat van vele zijden
met klem het kweekersbezit wordt verdedigd. Dit is
vooral duidelijk naar voren gekomen in een resolutie,
opgesteld op het Int. Landhouwcongres, hetwelk in
Juni 1.1. in Scheveningen is gehouden.
Deze resolutie bepleit nationale en internationale
samenwerking van alle officieele en semni-officieele
lichamen, die met de zaacivoorziening te doen hebben,
met het doel, om op basis van de Int. Conventie van Bern çle creaties van den kweeker te steunen cmi te beschermen. Wanneer dit streven tot eenig resultaat
leidt, en de leidende instanties in de laudbouwwereid
zouden zich daarbij aansluiten, dan zou het particulier
initiatief iii Nederland een hart onder den riem wor-
den gestoken en zou de tijd zijn aangebroken, dat een
krachtige beweging in de goede richting zich zou
baan breken.
Onze kweekers zouden, als gevolg van betere finan-
cieele uitkomsten van hun bedrijven, deze op peil
kunnen brengen en onze landbouw zou van de ver-
hoogde prestaties, met als gevolg betere graanrassen,
in groote mate de voordeelen trekken. Daarmee is
reeds veel gewonnen, maar bij nadere beschouwing zal
men tot de conclusie moeten komen, dat het directe landbouwbelang nog maar ecu onderdeel is van het
zaaizaadvraagstuk, want voor ons land zou het kwee-
ken van laudbouwrzaden een beteekenis kunnen krijgen
die ver boven het intern landbouwbelang uit gaat,
nl. den export vami onze zaden.
Wij zijn een exportiand en voeren gaarne z.g. ver-
edelde producten uit. Veredelde granen kunnen in de
allereerste plaats met dezen naam worden betiteld.
Om die reden moet aan onze kweekers volle gelegen-
heid gegeven worden om zich te ontplooien en de
macht van instanties, als de keuringsdiensten, moet tot haar ware proporties worden teruggebracht. Wij
moeten het particulier initiatief moreel steunen,
althans niet helernniereii, maar daarbij mogen wij ons
wel haasten, want ons land is achterop. Deze achter-
stand is echter nog in te halen, zoodat de mogelijk-
heid bestaat, dat wij in de toekomst nog vele landen,
wat de kwaliteit der rassen aangaat, kunnen even-
aren en zelfs voorbij streven, waardoor de exportge-
legenheid zal kunnen toenemen. Met hoogveredelde producten zou onze naam, onze
traditie zoowel op het gebied van landbouw als van
handel, kunnen worden gehandhaafd en beiden zou-
den bij dezen export een loonend emplooi kunnen
vinden.
1-let zou daarom van belang zijn, als dit vraagstuk
werd gerukt uit de sfeer, waarin het thans gevangen
is en het zal m.i. gewenscht zijn, dat leidende in-
stan.ties op het gebied van de economie en van den
handel dit probleem eens nader bezien.
P.
DijidHuIs.
DE RIJKSMIDDELEN OVER OCTOBER 1937.
Voor het eerst sedert ruim een jaar hebben de
niet-directe heffingen minder opgebracht dan in de-
zelfde maand van het vorige jaar. Intusschen moet
hierbij worden opgemerkt, dat het middelenoverzicht
van October 1936 het eerste was, waarin de gevolgen
van de depreciatie van den Gulden waren te onder-
kennen. Ook is de teruggang niet groot
(f
1.133.600
hij een ontvangst in October jl. van
f
34.207.400). Bij
nadere beschouwing blijkt spoedig, dat het decres
voornamelijk in de successierechten zit, die in Octo-
ber 1936 het exhorhitaute bedrag van
f
5.171.600 op-
leverden en ditmaal
f
1.628.600 minder. Uit een en
ander blijkt wel, dat het thans gepubliceerde over-
zicht weinig afwijkt van dat, waaraan wij den laat-
sten tijd gewend zijn geraakt. De gemiddelde maand-
raming werd thans overschreden met
,f
3.030.100,
waarbij moet worden bedacht, dat bij het opmaken
van de raming met de gewijzigde tijdsomstandigheden nog geen rekening kon worden gehouden.
In vergelijking niet dezelfde maand van het vorige
jaar vertoonemi de dividend- en tantièrnebelasting, de
invoerrechten, het statistiekrecht, de geslacht-, de
wijn-, de hieraccijns, de omzetbelasting, de couponbe-
lasting, de registratierechten en de loodsgelden een
hooger opbrengstcijfer. De gemiddelde maandraming
werd niet gehaald hij de dividend- en tantièmebelas-ting, den zoutaccijns, den wijnaccijns en de coupon-
belasting.
In de eerste tien maanden van het loopende jaar
werd in totaal ontvangen
f
360.920.300 tegen f302.826.000 in hetzelfde tijdvak van het vorige jaar;
de
stijging
bedraagt derhalve f 58.094.300. Alle mid-
delen hebben in de periode Januari t/na. October meer
opgebracht dan in het vorige jaar. Wat de raming be-
treft, deze werd eveneens bij alle middelen overschre-
den; in totaal. hebben zij f 49.482.800 meer opgele-
verd dan waarop hij de vaststelling van de raming
werd gerekend.
In tegenstelling met de beide vorige maanden gaf
de dividend- en tantièmebelasting ditmaal weer een
870
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1937
surplus (van
f
186.400), waardoor de in de afgeloo-
pen maanden verkregen voorsprong steeg tot
f
6.998.300. Het geheele voor 1937 geraamde op-hrengstcijfer werd in de eerste tien maanden reeds
overtroffen met
f
5.934.000. In de hoogere dividend-
declaraties weerspiegelt zich de verbetering van den
economischen toestand; daarnaast hebben de opcente.n
een gunstigen invloed uitgeoefend.
De invoerrechten waren weer hoog; ditmaal be-
draagt de ontvangst
f
8.467.300, d.i. f 150.700 meet
dan in. October 1936 en f 863.200 boven de gemiddel-
de maandraming. Dat de invoerrechten in den laat-
sten tijd zulke ruime baten geven is naast de prijs-
stijging van tal van ingevoerde goederen niet in het
minst te danken aan de uitzetting van onzen invoer.
Gerekend over tien maanden werd in het loopende
jaar
f
10.443.500 meer aan invoerrechten ontvangen
clan in 1936. De geregelde stijging van het statistiek-
recht wijst ook op een toenerning van onzen buiten-
landschen handel. In October ji. leverde laatstge-
noemd middel een surplus van f 68.700. Gerekend
over tien maanden bedraagt de toeneming f873.700;
in dien tijd werd reeds
f
706.700 méér ontvangen dan
waarop de geheele opbrengst van 1937 blijkens de
raming werd gesohat.
De groep der açcijnzen maakt, indien men de ont-
vangsten vergelijkt met die van de gelijknamige
niaand van het vorige jaar, een minder goed figuur. Toch waren de opbrengsten niet ongunstig, hetgeen
blijkt, indien men ze met de maandraming vergelijkt. Deze groep van heffingen ondergaat den invloed van
de langzame stijging van de binnenlandsche koop-
kracht. Bij afzonderlijke beschouwing van de verschil-
lende middelen valt in de eerste plaats op, dat de’
zoutaccijns f 35.500 minder heèft opgeleverd. Ver-
moedelijk moet aan een wisselwerking met eenige vo-
rige maanden worden gedacht, waarin de zoutaccijns hooge baten gaf; in ieder geval hebben de reeds ver-streken maanden nog f 119.800 meer opgeleverd dan
de eerste tien maanden van 1936. De geslachtaccijns
leverde’ f 32.200 méér op, als gevolg van de sterk
gestegen rundveeprijzen. Het geheele voor 1937 ge-
raamde
opbrengstcijfer
is in de eerste 10 maanden
reeds bereikt. Aan wijnaccijn.s werd
f
6.600 méér ge-
md, doch de eerste maand van het kwartaal is voor
dit middel van ondergeschikte heteekenis. Het gedis-
tilleerd gaf een daling te zien van f 280.600, doch
deze teruggang is slechts schijnbaar, daar de maand
October ditmaal een verschijn.dag van den kredietter-
mijn minder telde dan in 1936. De bieraccijns ging
vooruit met f119.300; ook dit middel geeft den laat-sten tijd bevredigende ontvangsten. De suikeraccijus
kon ditmaal de opbrengst van dezelfde maand van
het vorige jaar, niet halen; de achterstand bedraagt
f
233.800. Hiertegenover moet worden opgemerkt, dat de maandraming met
f
117.500 werd overschre-
den. Bovendien kon tot dusver in 1937 f 1.448.800
meer worden geboekt dan in dezelfde maanden van
het vorige jaar. Het peil is den laatsten tijd hooger
dan in het le halfjaar. De tabaksaccijns bracht dit-
maal f 503.800 minder øp dan in October 1936. De
ontvangsten van laatstgenoemde maand waren echter
bijzonder hoog; op zichzelf beschouwd was de loop
van den hier besproken accijns in October jl. niet
ongunstig. Behalve het oploopen der
prijzen
schijnt
ook een verschuiving van het verbruik naar de duur-
dere sigaren tot de stijging van den laatsten tijd te
hebben medegewerkt. De vooruitgang over de eerste
tien maanden beloopt f 824.700.
De belasting op gouden en zilveren werken ver-
schafte f 1000 minder, doch men vergete niet, dat
de opbrengst van October 1936 abnormaal hoog was.
De ontvangst der afgeloopen maand was gunstiger
dan die van een der voorafgaande maanden Van het
jaar. Hoewel de opbrengst der omzetbelasting be-
langrijk bij die van de beide voorafgaande maanden
ten achter bleef, kon, in vergelijking met October
1936, toch een vooruitgang van
f
488.900 worden
geconstateerd. De toeneming van het verbruik, als-
mede de prjsverhooging van tal van artikelen blijven
de oorzaken van de geleidelijke stijging van de op-
brengst van het hier besproken middel en zijn een
duidelijke aanwijzing van de algemeene opleving in
het land. De couponbelasting wijst een accres aan
van f152.100; toch was de ontvangst ditmaal niet
hoog, immers f 36.200 lager dan de gemiddelde
maandraming. Doordat de couponbelastin’g in de voor-
afgaande maanden bijzonder ruime baten heeft gege-
ven., werd in de eerste 10 maanden nog
f
675.100
meer ontvangen dan in 1936.
De zegelrechten leverden
f
17.400 minder op; de
teruggang zit met name in de beursbelasting, welke
een daling van niet minder dan f 548.300 vertoonde.
Vergeleken met de vorige maanden van het jaar blijkt
er niettemin eenige teruggang in de zegelrechten te
zijn. Dit neemt niet ireg, dat de baten nog ruim zijn,
zoodat in October jl. f 1.292.800 boven de maand-
raming kon worden geboekt. De registratierechten
liepen op met
f
349.500 en blijven zich gunstig ont-
wikkelen. De verbetering van de conjunctuur komt
in den loop van dit middel duidelijk uit.
De successierechten gaven
f
1.628.600 minder dan
in October 1936. Echter moet worden bedacht, dat de
ontvangst van laatstgenoemde maand abnormaal hoog
was. In de afgeloopen maand kwam toch nog
f
143.000
boven de maan.draming binnen. De eerste 10 maan-
den hebben f 5.238.400 méér opgeleverd. Veilig mag
worden aangenomen, dat dit middel zich door de stij-
ging van de waarde der vermogens na de depreciatie
van den Gulden in de naaste’ toekomst in stijgende
lijn zal bewegen. De loodsgelden verineerderden met
f 12.700 en verschaften aldus f 80.000, een voor dit
kleine middel zeer hoog bedrag. Er is meer bedrij-
vigheid in het scheepvaartverkeer.
Over ‘de directe belastingen valt niet veel te vër-
tellen. Het nieuwe belastingjaar oefent niet zooveel
invloed meer uit als in de voorafgaande maanden; de
meeste helastingbiljetten zijn reeds afgegeven. Ver-
gelijking met den stand van het overeenkomstige
dienstjaar op hetzelfde tijdstip van 1936 toont aan,
dat alle directe belastingen thans voor een hooger
bedrag te boek staan. De stijging van de grondbe-
lasting beteekent een normaal accres, dat van de in-
komstenbelasting is grootendeels toe te schrijven aan de verbetering van den economischen toestand. Ech-
ter is ook de aanslagregeling ditmaal vlugger ver-
loopen dan het vorige jaar. Bij de vermogensbelasting
en de verdedigingsbelasting 1 doen de gestegen effec-
tenkoersen en de sedert de depreciatie van den Gul-
den ingetreden waardevermeerdering van het ‘vaste
goed hun invloed gelden.
Bij
de belastin.g van de
doode hand is vermoedelijk een inhalen van achter-
stand in het spel.
AANTEEKENINGEN.
Een belangrijk arrest inzake prijsbinding.
De hier te lande bestaande belangstelling voor
het vraagstuk der prjsbinding geeft ons aanleiding
het hierna volgend, op 11 November jl. door den
1-bogen Raad der Nederlanden gewezen, arrest in
extenso op te nemen:
De Hooge Raad der Nederlanden,
in de zaak (No. 7260) van:
de
Naamlooze Vennootschap Parfumerie Florent e,
gevestigd te
Amsterdam,
eischeres tot cassatie van een op 31 December 1936 door het Gerechtshof te
Amsterdam tusschen partijen gewezen arrest, verte-
genwoordigd door Mr. G. A. Fijn van Draat, advocaat
bij dan Hoogen Raad;
tegen
de Naamlooze Vennootschap N.V. Pharmaceutische
Handelsafdeeling voorheen Kerkhoff & Co.,
gevestigd
te
Amsterdam,
verweerster in cassatie, vertegenwoo.r-
24 November 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
871
digd door Jhr. Mr. W. M. de Brauw, advocaat bij den
bogen Raad;
Partijen gehoord;
Gehoord de conclusie van den Advocaat-Generaal
Van Lier,
namens den Procureur-Generaal, strekken-
de tot verwerping van hetberoep met veroordeeling
van eischeres tot cassatie in de kosten op de cassatie
gevallen;
Gezien de stukken;
Overw’egeude dat uit het bestreden arrest blijkt;
dat verweerster, verder Kerkhoff te noemen, de
eischeres, als Florence aan te duiden, in kort geding
heeft gedagvaard voor den President der Arrondisse-
ments-Rechtbank te Amsterdam en onder meer heeft
gesteld: dat zij in den handel brengt en met uitslui-
ting van ieder ander gerechtigd is in den handel te
brengen tubes Kolynos tandcream in L{ollandsche
verpakking met de vermelding: een wetenschappe-
lijke tandpasta volgens voorschrift van N. S. Jeukins
D.D.S.; dat alle afnemers, grossiers en winkeliers,
aan wie zij deze tandcream verkoopt, verplicht zijn,
zich tegenover haar te verbinden en zich dan ook
tegenover haar verplichten, deze tandcream uitslui-
tend tegen den detailprijs van 60 cent per tube te
verkoopen, respectievelijk te doen verkoopen, zulks op straffe van een boete; dat zij er zooveel mogelijk
voor zorgt, dat haar afnemers deze verplichting
prompt nakomen en dien vasten detailprijs van 60
cent per tube handhaven dat haar is gebleken, dat
Florence in het bezit is geraakt van tubes Kolynos
tandcream in Hollandsche verpakking, door haar,
Kerkhoff, in den handel gebracht, welke tuhes Eb-
rence echter niet rechtstreeks van haar, Kerkhoff,
heeft betrokken, behoorende Florence niet tot haar
afnemers; dat haar voorts is gebleken, dat Florence deze tuhes in haar winkel te Amsterdam, althans te
Amsterdam, tegen een detailprijs van 49 cent per
tube aan het publiek te koop biedt en verkoopt, al-
thans doet bieden en doet verkoopen, in elk geval
tegen een lageren detailprjs dan 60 cent per tube;
dat de handelwijze van Florence onrechtmatig is, zij
te dier zake schade lijdt en een eisch tot schadever-
goeding cum annexis tegen Florence zal instellen,
doch inmiddels van den President een bevel op Flo-rence wenscht uit te lokken;
dat Kerkhoff op grond van een en aflder heeft ge-
vorderd, dat de President bij vonnis in kort geding
Florence bevele: het voormeld door haar, Kerkhoff,
in den handel gebrachte artikel, te weten tuhes Ko-
lynos tandcream in Hollandsche verpakking met de
vermelding: een wetenschappelijke tandpasta volgens
voorschrift van N. S. Jenkins D.D.S., niet te koop
aan te bieden, noch te verkoopen, noch te koop te
doen aanbieden, noch te doen verkoopen tegen een
detailprijs, lager dan den vasten detailprijs van 60
cent per tube, op verbeurte van een dwangsom ten
behoeve van haar, Kerkhof,
f, van één honderd gulden
voor elken dag, waarop Florence in strijd met dit
bevel mocht handelen;
dat de President de vordering heeft afgewezen,
maar het Hof met vernietiging van het vonnis van
den President de vordering heeft toegewezen;
Overwegende dat het Hof bij zijn arrest voor het
onderhavig geding als vaststaande aanneemt:
lo. dat tubes Kolynos in de Nederlandsche verpak-
king, – als in de dagvaarding nader beschreven, –
alleen door Kerkhoff in Nederland in het handels-
verkeer worden gebracht;
2o. dat zulke tubes door de grossiers, aan welke
Kerkhoff levert, ingevolge overeenkomsten tusschen
haar en die grossiers, slechts mogen worden geleverd
aan die détaillisten, wier namen voorkomen op een
door Kerkhoff aangehouden lijst en dat alle op die lijst voorkomende détaillisten zich tegenover deze
hebben verbonden, de tuhes niet te leveren aan het
publiek tegen een anderen prijs dan 60 cent per tube;
3o. dat Florence sinds geruimen tijd. véér het uit-
brengen van de dagvaarding met het onder lo. en 2o.
vermelde op de hoogte was;
4o. dat Florence’s naam niet op voormelde lijst van
détaillisten voorkomt;
5o. dat Florence in haar winkel reeds geruimen
tijd voor het uitbrengen der dagvaarding tubes als
voormeld verkoopt tegen een prijs van 49 cent per
tube en na de in de dagvaarding vermelde sommatie
van 2 Augustus 1935 om den verkoop tegen een ande-
ren prijs dan 60 cent per tube te staken, met dien
verkoop toch is doorgegaan;
Overwegende dat het Hof uit deze vaststaande fei-
ten besluit, dat Florence, zulke tubes verkoopende,
verkoopt tubes, welke niet dan tengevolge van con.-
tractbreuk ian den grossier of een ingeschreven dé-
taillist in haar handen kunnen zijn gekomen, con-
tractbreuk, aan welke èf Florence zelve heeft deel-
genomen, door als kooper van den grossier of détail-
list op te treden, èf een derde, van wien Florence ze
direct of indirect heeft betrokken, maar van welke
contractbreuk Florence in elk geval weet, dat zij heeft
plaats gevonden téén of véér dat de tubes in haar
bezit kwamen;
dat het Hof vervolgens de vraag stelt, of er rede-
lijke grond bestaat om aan te nemen, dat de gewone
rechter zal oordeelen., dat in verband met de voor-
melde contractbreuk de handelingen van Florence
tegenover Kerkhoff een onrechtmatige daad opleve-
ren, welke vraag het Hof bevestigend beantwoordt,
daarbij overwegende:
,,dat het door Kerkhoff gestelde verkoopen door
,,Florence in haar winkel van de bedoelde tubes tegen
,,den prijs van 49 cent, de verkoopsorganisatie van
,,Kerkhoff noodwendig verstoort, het vertrouwen van
,,de hona fide détaillisten in Kerkhoff in ge-
,,vaar brengt en geschikt is om het publiek argwaan
,,te doen opvatten ten opzichte van Kerkhoff’s pro-,,duct, terwijl daardoor tevens, op het punt van den
,,prijs, aan de détaillisten een concurrentie wordt
,,aangedaan, tegenover welke zij machteloos staan,
,,zoolang zij hun verbintenis tegenover Kerkhoff wil-
,,len blijven naleven;
,,dat, nu zoodanig verkoopen door Florence, gelijk
,,uit het bovenoverwogene volgt, is gebaseerd op een
,,gedrag van een of meer der personen, die in Kerk-
,,hoff’s verkooporganisatie een rol spelen, dat blij-
,,kens de in die organisatie geldende bepalingen con-,,tractbreuk is, nu dat verkoopen aan Florence slechts
,,mogeljk is, door bewustelijk van die contractbreuk
,,gebruik te maken, dat verkoopen moet worden aan-
,,gemerkt als een gedrag an Florence, dat indruischt
,,tegen de zorgvuldigheid, die deze tegenover de he-
,,langen van Kerkhoff heeft te betrachten;
,,dat het gedrag van Florence wel niet is een vorm
,,van concurrentie van deze met het bedrijf van
,,Kerkhoff in den gewonen zin van dat woord im-,,mers dat gedrag niet rechtstreeks er toe leidt, dat
,,Kerkhoff minder tubes slijt of voor haar tubes min-
,,der ontvangt, dan het geval zou zijn, indien Floreuce
,,zich niet zoo gedroeg – maar de concurrentie met
,,de bedrijven van bona fide détaillisten, welke, gelijk
,,boven reeds opgemerkt, het gedrag van Floren.ce vèl
,,oplevert, moet worden aangemerkt – vermits de
,,bloei van die bedrijven, voor den goeden gang van
,,zaken in Kerkhoff’s bedrijf van groot belang is –
,,als een concurrentie, aan Kerkhoff’s eigen bedrijf
,,aangedaan, althans voor de beoordeeling van de
,,vraag, of Florence’s gedrag . tegenover Kerkhoff de ,,grenzen der. behoorlijkheid al dan niet overschrijdt,
,,de maatStaf moet worden aangelegd, die in zaken
,,van concurrentie tusschen kooplieden geldt;
,,dat ook aan dien maatstaf gemeten, het gedrag
,,van Florence, gelijk het hierboven werd beschreven,
,,tegenover Kerkhoff oplevert een veronachtzaming
,,van de regelen van behoorlijkheid en eerlijkheid, die
,,tusschen elkaar beconcurreerende. kooplieden moet
,,worden betracht”;
872
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1937
Overwegende dat het Hof vervolgens heeft beslist
als hiervoren gemeld;
Overwegende dat tegen ‘s Ilofs arrest als middel
van cassatie is aangevoerd: Schending, althans ver-
keerde toepassing van de artikelen 1376 en 1401 van
het Burgerlijk Wetboek, 48 en 134 van het Wetboek
van Burgerlijke .Rechtsvordering, doordien het Hof
oordeelend, dat 1. het door Kerkhoff gestelde verkoo-
pen door Florence in haar winkel van de bedoelde
tubes tegen den prijs van 49 cent moet beschouwd
worden als een gedrag van Florence, dat indruischt
tegen de zorgvuldigheid, die Florence tegenover de belangen van Kerkhoff moet betrachten nu dit ver-
koopen is gebaseerd en slechts mogelijk is, als een en
ander in het tweede lid van ‘s Hofs boven overgeno-
men overwegingen is vermeld; 2. bij heoordeeling van
de vraag of Florence’s gedrag tegenover Kerkhoff de
grenzen der behoorlijkheid overschrijdt, moet worden
aangelegd de maatstaf, die in zaken van concurrentie
tussehen kooplieden geldt en dat aan dien maatstaf
gemeten het gedrag van Florence oplevert een ver-onachtzaming van de regelen van behoorlijkheid en
eerlijkheid, die tusschen elkaar heconcurreerende koop-
lieden moet worden betracht…….
ten onrechte aldus oordeelt, omdat:
het door Florence verkoopen van de tubes tegen
49 cent althans beneden den door Kerkhoff vastge-
stelden detailprijs ad 60 cent op zichzelf geen on-
rechtmatige daad jegens Kerkhoff is, ook dan niet al
is het verkoopen slechts mogelijk door bewustelijk
gebruik te maken van de in verkoopsorganisatie van Kerkhoff gepleegde contracthreuk, te eer nu het Hof
met betrekking tot die contractbreuk, slechts als de
ééne mogelijkheid heeft verondersteld, dat Florence
deze tuhes verkregen heeft en verkrijgt door zelf
deel te nemen aan contracthreuk van den grossier of
cletaillist en als de andere mogelijkheid dat Florence
de tubes heeft verkregen en verkri.jgt van een derde
die direct of indirect deel heeft genomen aan zoo-
danige aan Florence bij het verwerven der tubes be-
kende con.tractbreuk;
Florence alleen dan een onrechtmatige daad
heeft gepleegd indien Florence handelt of nalaat
aldus, dat deze handeling of dit nalaten inbreuk
maakt op Kerkhoff’s recht of in strijd is met Flo-
rence’s rechtsplicht of indruischt hetzij tegen de goede
zeden, hetzij tegen de zorgvuldigheid, welke in het
maatschappelijke
verkeer bestaat ten aanzien van
Kerkhoff’s persoon of goed, doch bij de beoordeeling
niet – althans niet gelijk het hof doet uitsluitend
– mag aangelegd worden de maatstaf, die in zaken
van concurrentie – slechts – tusschen kooplieden
geldt.
Zelfs gemeten naar den – door het Hof niet
nader omschreven – tussehen kooplieden in raken van concurrentie en volgens het hof ook tusschen
partijen geldenden maatstaf het gedrag van Florence
evenmin oplevert een onrechtmatige daad.
Overwegende omtrent het middel onder 1:
dat gezien de door het Hof als vaststaande aan-
genomen feiten, hierboven onder 1-5 vermeld, en de
daaruit door het hof getrokken conclusie, terecht is
aangenomen, dat cle handelingen van Florence, t.w.
het verkoopen van de tuhes beneden den vastgestelden
een onrechtmatige daad tegen Kerkhoff op-
leveren;
dat toch Florence door hewusteijk, zooals het Hof
zegt, gebruik te maken van de omstandigheid, dat
personen, die in cie verkoopsorganisatie van Kerk-
hoff een rol spelen, zich wederrechtelijk onttrekken
aan hun te dien aanzien tegenover Kerkhoff op zich
genomen verplichtingen, voor zich de gelegenheid
schept en vervolgens die gelegenheid benut om regel-
matig en zelfs na ontvangen waarschuwing ter be-
vordering van eigen bedrijf, handelingen te plegen,
waartegenover zijn concurrenten, die hun verplichtin-
gen jegens Kerkhoff naleven, machteloos staan en
waardoor de bedoelde, een gesloten stelsel vormende,
verkoopsorganisatie wordt verstoord en d ientenge-
volge Kerkhoff’s bedrijf benadeeld;
dat Florence aldus concurreerend dit doet op eeti
wijze, wrelke indruischt tegen de zorgvuldigheid, die
zij tegenover de belangen van Kerkhoff moet in acht
nemen, en daarbij niet van beteekenis is of zij de
tuhes betrekt van dengeen, die zich aan de contract-
breuk tegenover Kerkhoff schuldig maakt, dan wel
van een derde, nu zoo in het een als in het andere
geval zij weet, dat slechts door contractbrouk de
tubes in haar bezit komen;
dat het middel onder 1 derhalve faalt;
Overwegende dat het middel ouder II feiteljken
grondslag mist;
dat immers, het Hof niet een anderen maatstaf
aan de gedragingen van Florence heeft aangelegd,
dan dien, welke in het maatschappelijk verkeer bestaat
doch terecht, waar het hier betreft een geval van con-
currentie, zich afspelend in de koopmansw’ereld, be-
slissend heeft geacht, wat daarbij tusschen kooplieden
betaamt;
Overwegende dat nu het middel onder II feitelij-
ken grondslag ontbeert, het middel onder III vanzelf komt te vervallen;
Verwerpt het beroep;
Veroordeelt eischeres in de kosten van het geding
in cassatie, tot de uitspraak van dit arrest aan zijde
van verweerster begroot op vijftien gulden vijftig
cents aan verschotten en op vier honderd vijftig gul-
den voor salaris.
Gedaan
bij
de heeren Jhr. Feith, President, Van
Gelein Vitringa, Kirherger, Nijpels en Meekmaun.
Raden, en door voornoemden President uitgesproken ter openbare terechtzitting van den Elfden November
1900 Zeven en Dertig, in bijzijn van den Advocaat-
Generaal Wijnveldt.
(get.) Rh.
FEITH.
(get.)
H. J. KIST.
De prijsverlaging van merkartikelen in Duitsch-
land.
De prijsverlaging voor een aantal merkartikelen in
Duitschiand, welke op 15 November ii. ingegaan is,
vormt een belangrijke maatregel, waarvan een tweetal
aspecten nadere beschouwing verdient. In de eerste plaats moet deze maatregel gezien wor-
den binnen het kader van de prijspolitiek, welke in
Duitschland sinds October 1936 gevoerd wordt. Aan deze prijspolitiek heeft ,,Die Wirtschaftskurve” (heft
IV 1937) eenige beschouwingen gewijd, waaraan wij
het volgende ontleenen.
De prijspolitiek vormt een onderdeel van het vier-
jarenplan; nien moet deze politiek niet als een be-
langrijk principieel onderdeel van de economische
politiek van het Derde Rijk zien, maar als een in
beginsel tijdelijke noodmaatregel, zooals hijv. ook cle
cleviezenpolitiek is.
Bij wet van 29 October 1936 werd een rijkscorn-
missaris voor de prijzen aangewezen, die het recht
kreeg alle maatregelen te treffen, welke noodig zijn
om rechtvaardige prijzen cci retributies te verzeke-
ren. liet begrip prijzen is daarbij zeer ruim geno-
men, er buiten vallen slechts bonen, salarissen, rijks-
belastingen, rentestanden en beurskoersen.
De kern van de op deze wet gebaseerde maatregelen
is nu, dat in Duitschiand geen vrije prijzen meer be-
staan, voor zoover het wijzigingen naar boven be-
treft. De verschillende tendenzen tot prijsstijging,
welke in den herfst van 1936 steeds sterker werden,
waren het gevolg van verschillende factoren. Als zoo-
danig zijn te noemen: de snelle stijging van verschil-
lende wereldmarktprijzen, het toenemend gebruik van
duurdere synthetische producten, de vergroote vraag
naaf producten, welke de doorvoering van het vier-
jarenplan medebrengt.
Deze prijsstijging moest nu, vooral in de klein-
handelssfeer, met alle krachten geremd worden. De
24 November 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
873
nominale bonen zijn sinds 1932 niet gewijzigd en de
loonsverhooging, welke op een belangrijke stijging
van kosten van levensonderhoud zou moeten volgen,
zou de uitvoering van het vierjarenplan bedreigen
en ook andere ernstige gevolgen – ernstige inflatie, – mede kunnen brengen.
De prijscommissaris is tot nu toe in drie richtin-
gen opgetreden:
lo. Op 26 Nov. 1936 werd de z.g. prijsstopverorde-
ning uitgevaardigd als gevolg van de zeer snel stij-
gende grondstoffenprijzen, welke de andere prijzen
dreigden mee te sleepen. In principe vallen alle prij-
zen er ouder, doch er zijn talrijke uitzonderingen.
2o. Verhooging is toegelaten om ,,volkswirtschaft-
liche Schiideu und privatwirtschaftliche Hiirten zu
verineiden”. Deze uitzonderingen waren bijv. noodig voor verschillende geïmporteerde artikelen, of in ge-
vallen waar de verhouding van prijzen en kosten zeer
ongunstig voor de ondernemers werd.
3o. Compensaties voor de sub 2o. genoemde uitzon-
deringen werden gevonden in pas-tieele prijsdalingen.
In het bijzonder zijn daarbij de winstmarges van de
ondernemers besnoeid. Terwijl men tot nu toe alleen de gebonden prijzen gecontroleerd had, aannemende
dat de onder vrije concurrentie tot stand gekomen
prijzen niet te hoog zouden zijn, werden thans ook
deze laatste prijzen nauwkeurig onderzocht. Prijsver-
lagingen vonden o.a. plaats bij cement, kunstmest,
stapelvezel en radio-artikelen.
De toepassing van deze regels was uiteraard zeer
moeilijk, daar men, steeds weer voor nieuwe speciale
gevallen kwam te staan. Zoo bracht de toepassing
van prijsverlagingen krachtens sub 3o. het gevaar
mee, dat de grensproducenten de productie stop zou-
den zetten na eenigen tijd verlies geleden te hebben.
* *
*
De recente prijsverlaging voor merkartikelen is
dus in het algemeene kader der Duitsche prijzenpoli-
tiek te zien als een der compenseerende maatregelen
voor de elders onvermijdelijke prijsverhoogingen.
Alvorens op het speciale karakter van deze.prijsver-
laging in te gaan, willen wij eerst haar beteekenis toe-lichten, waarbij wij eenige gegevens ontieenen aan de
,,Frankfurter Zeitung” van 30 Oct. en de ,,Deutsche
Wirtschaftsring” van 5 Nov. jl.
Een algemeene prijsverlaging voor alle merkarti-kelen, zooals in 1931 plaats vond, stootte op groote
bezwaren, wegens de geheel veranderde omstandighe-
den. Toen ging het om de aanpassing aan een gedaald
prijsniveau, nu om reniming van een stijgend prijs-
niveau. De maatregelen werden in nauw overleg met
de industrie ontworpen, waardoor het karakter van
eenzijdigen dwang ontbrak; in dit verband spreekt
de ,,Deutsche Wirtschaftsring” zelfs van een vrijwil-
lige prijsverlaging.
Het ,,Institut für Konjunktur’forschung” heeft ge-schat, dat de prijsverlaging ongeveer een derde van
den totalen omzet van merkartikelen omvat. Deze in
prijs verlaagde artikelen omvatten om. een groot
aantal producten van de electrotechnische industrie
(vooral voor huishoudelijk gebruik), radiotoestellen en
onderdeelen, artikelen van de chemische industrie
(zeeppoeder, eau de cologne, tandpasta, scheerzeep
euz.). Ook in andere bedrijfstakken zijn verlagingen
doorgevoerd. De prijsdaling varieert van 5 tot 10 pOt.;
ook de groot- en kleinhandel offeren daarbij een deel
van hun w’instmarges op.
Men schat de totale prijsverlaging, welke uit de
getroffen maatregelen voortvloeit, op 100 millioen
R.M. Hoewel dit bedrag aanzienlijk is, moet men
toch opmerken, dat voor groote groepen der bevol-
king de verlaging zeer weinig zal beteekenen. Het
karakter van de verschillende artikelen, welke in
prijs verlaagd zijn, brengt dit al mee. liet zijn voor
een belangrijk deel luxe of semi-luxe artikelen, die
vaak een duurzaam karakter hebben, en dus per jaar
slechts door een gedeelte der consumenten aange-
schaft worden. De totale omzetten in den detailhandel
gedurende het jaar 1936 werden door het Institut far Konjunkturforschung op 2800 millioen R.M. (waar-
van 15 t 20 pOt. merkartikelen) geschat. De bespa-
ring van 100 millioen R.M. beteekent dus slechts
ruim 3
Y2
pOt. van de totale aankoopen bij den detail-
handel, welke nog slechts een deel der kosten van
levensonderhoud vormen.
* *
*
Een tweede aspect van de prijsverlaging betreft
het ingrijpen in de gebonden prijzen. Reeds vôSr de ingrijpende maatregelen van Octo-
ber 1936 hebben deze onder toezicht gestaan. Hooge
monopoliewinsten werden bestreden, daar ze de prij-zen verhoogden en daarmee het evenwicht van bonen
en prijzen bedreigden. Merkwaardig is nu, hoe de
prjsstopverordening tot op zekere hoogte de inbreuk
op prijsbindingen sanctionneerde.
De vaststelling van den detailverkoopprjs van merk-
artikelen door den fabrikant is, zooals ook hier
te lande, een veel voorkomend verschijnsel.
Evenzeer wordt ook in Duitschland getracht, om.
door verkoop van ingevoerde merkartikelen van het-
zelfde merk, deze prijzen te ontduiken. De prjsStOj)-
verordening bepaalde, dat de prijs op 17 Oct. 1936 de
richtprjs zou zijn. Wie echter als detaillist den vast-gestelden prijs van een merkartikel saboteerde door
verkoop tegen bageren prijs, was voor de ,,prijssto.p”
ook aan dien lageren prijs gebonden.
Sinds 23 Februari 1937 was echter een belangrijke
verzachting ingetreden. De fabrikanten van merkar-
tikelen konden voortaan voor hun afnemers, zelfs
zonder hun toestemming, goedkeuring voor een ver-hooging van den voorgeschreven prijs vragen. Krijgt men deze toestemming, dan kan de fabrikant de nor-
male pressiemiddelen op den ,,prjsbreker” toepassen.
Zulke goedkeuringen zijn in groote getale verleend.
Ongeveer gelijktijdig met de recente prijsverlaging
van merkartikelen heeft nu de prjscommissaris een
verordening uitgevaardigd, krachtens welke overeen-
komsten of afspraken betreffende de verkoopsprijzen
van de volgende handelsinstantie (de z.g. tweede
hand), ook in den vorm van kortingen en, toeslagen,
door den prijscommissaris opgeheven kunnen worden
voor die merkartikelen, welke de prijscommissaris in
de ,,Reichsanzeiger” aangeeft. Daaronder vallen ook
prijsaanbevelingen in den vorni van mededeelingen
over de prijzen, prijslijsten, enz. Alle prijsafspraken
voor aldus in de ,,Reichsanzeiger” aangegeven artike-
len zijn nietig.
De ,,Frankfurter Zeitung” merkt hierbij op, dat
deze verordening geen enkel nieuw recht aan de reeds
bestaande rechten van den prjscommissaris toevoegt.
Duidelijk is in ieder geval, dat het heele systeem van
prijsafspraken, bindingen enz. thans zeer gemakke-lijk in Duitschland verstoord kan worden.
De prjscommissaris heeft echter in een interview
verklaard, dat de desbetreffende maatregel alleen toe-
gepast zal worden indien men zich uit domheid of
kwaadwilligheid tegen gerechtvaardigde eischen ver-
zetten zou. Deze interpretatie is Vrij ruim, doch
voorshands kan men zeggen, dat de structuur van
den handel in merkartikelen in Duitschland intact is
gebleven.
De eenige branche, waar men zeer beslist een stap
terug heeft gedaan, is de levensniiddelenbranche. Op
dit gebied was een sterke overgang te bespeuren van
losse naar verpakte artikelen, wat prijsverhooging
met zich meebracht. Hier zijn maatregelen genomen
om den toestand van 1934/’35 en 1935/’36 weer te
herstellen. Voorts hebben enkele firma’s in deze bran-
che zelf prijsverlaging aangeboden.
Het is duidelijk, dat de gebonden prijzen steeds
aan de verdenking van te hoog te zijn zullen blijven
bloot staan. Mocht de tendens tot prijsstijging dus
blijven bestaan, dan mag verwacht worden, dat de
gebonden prijzen zoo noodig verder verlaagd zullen
worden. A.P.
874
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1937
MAANDCIJFERS.
OVERZICHT VAN DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN.
Uit. October 1937 (in Guldens)
AFJ)EEL1NG la
}Cohieren voor
den dienst
1937
1
)
Dir. belastingen.
Bedragen,
welke zijn
terugge-
Benaming der
Totaal
geven of
Zuiver
-.
middelen
bedrag
anders dan
bedrag
a
.a
o
,
wegens
betaling
opdekoh.
afgeschr.
Grondbelast. a)
10.393.340 28.800
10.364.540 10.224.921
Inkomst.bel. b)
65.944.701
1.495.311
6
60.102.512
Vermogensbel. c)
17.070.847
129.739
16.941.107
15.109.180
Verdedig.bel. 1
10.127.217
112.576
10.014.641
8.114.567 Bel. v. d. doodeh d.
1.769.757
13.358
k779.784
1.756.399
1.481.110
Totalen..
105.305.862 103526078
95.032.290
a)
Y
4
hoofdsom + 20 opcenten op de hoofdsom der ge-
bouwde eigendommen. b) Hoofdsom + 60-78 opeenten. c)
Hoofdsom + 75 opeenten.
) Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vernielde bedragen uit % gedeelte van het belas-
tingdienatjaar 1937/1938 en
Y
3
gedeelte van het belasting-
dienstjaar 1936/1937.
2)
Voor de belastingen naar inkomen
en vermogen bestaan de vermelde bedragen uit % gedeelte
van het belastingdienstjaar 1936/1937 en % gedeelte van
het bela.stingdienstjaar 193511936.
AFDEELING Ib
Overige middelen.
October
1937
Sedert
1937
Overeen;
periode 1936
Benaming der middelen
Divid.- en tantièmebei. .
999.945 19.734.010
12.735.720
Rechten op den invoer
.
8.467 324 81.327.436
70.883.944 248.823
2.306.711 1.433.007
100.023
1.666.718 1.546.954
Statistiekrecht
………..
Accijns op geslacht
….
607.554 6.096.883
5.208.475
Accijns op zout
………..
Accijns op wijn
42.171
1.742.590
L540.384
Accijns op gedistill.
. – –
2.495.432 22.930.955 22.535.905
..
6.551.271
6.081.785
Accijns op suiker
…..
4.534.166 45.264.334 43.815.523
Accijns op bier
………737.239
2.771.770
.
29.323.417 28.498.707
Accijns op tabak
…….
Bel. op gouden en zilverw.
58.601
457.418 397.079
Omzetbelasting
……..1
5.219.225 60.046.432 50.075.770
Couponbelasting
…….422.147
5.494.132 4.819.039
Recht. en boeten v. zegel
1
2.659.509
)28.823.698
15.194.164
Recht, en boet. v. registr.
1.186.865
13.463.098 7.787.760
Recht, en boet. v. succes-
sie,
v. overgang bij over-
lijden
en
v.
schenking
3.543.011
35.002.605 29.764.156
Opbrengst d. loodsgelden
80.022
688.580
507.623
Totalen….
34.173.827
360.920.288 302.825.995
1)
Hieronder begrepen wegens zegelrecht van nota’s van
makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
f
780.975
(Beursbel.).
2)
Id.
f 7.856.353.
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET VERKEERSFONDS.
Oct. 1937
1
1937
1
1936
Motorrijtuigenbelasting
Rijwielbelasting ……….
Totalen ………
1.559.6451
46.033
19.221.2061
7.690.8351
18.543.862
7.598.405
1.605.678
26.912.0411
26.142.287
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS.
Dienst
193611937
Zuiver bedrag der ko-
Zuiver bedrag der hieren voor den dienst
kohieren tot en met
1935/36
tot en met de-
de maand Oct.
1937 l
zelfde maand van
1936
Gemeente.f.belast.. .
56.722.902
60.221.089
Opc. verm. t. get. v. 50
5.204.710
5.316.668
AFDEELING II. DIENSTJAAR 1936.
Zuivere op-
brengst over het Bedrag van
de
tijdvak van
1
Benaming der middelen
raming
Jan.
1936
tot en
met de maand
Oct.
1937
Grondbelasting.
(
hoofdsom
+ 20 opcenten
op de hoofdsom der gebouw-
de eigendommen.)
10.125.000
10.160.354
Inkomstenbelasting
74.600.000
69.040.267
Vermogensbelasting
18.375.000
18.568.211
Verdedigingsbel. 1 ……….8.000.000
8.425.895
Belasting v. d. doode hand .
2.000.000
1.737.632
Divid.- en tantièmebelasting
13.800.000
13.813.156
Rechten op den invoer
84.000.000
86.243.265
Statistiekrecht
,,,,.,.,,,,,
1.600.000
1.814.263
Accijns op zout
2.500.000
1.774.052
Accijns op geslacht
5.000.000
6.335.825
Accijns op wijn
2.000.000
1.950.395
Accijns op gedistilleerd ..
28.250.000
27.774.046
Accijns op bier
7.000.000
7.166.667
Accijns op suiker …………53.000.000
53.189.230
Accijns op tabak
35.000.000
33.810.111
Belast. op gouden en zilverw.
475.000
499.568
Omzetbelasting ………….60.000.000
62.273.765
Couponbelasting ………..5.000.000
5.778.104
.
Rechten en boeten van zègel
8.600.000
19.844.629
Rechten en boeten v. registr. 14.000.000
9.760.351
Rechten en boeten v. succes- sie, v. overgang bij overlij-
den en v. scheoking
40.800.000
38 136.446
Opbrengst der loodsgelden
500.000
1
655.677
Totalen…,
1
484.625.000
1
478.751.909
OVERZICHT VAN DE INKOMSTEN TEN BATE VAN
HET WERKLOOSHEIDSSUBSIDIEFONDS.
Dienst 1937
Bedrag van kohieren tot in
raming
met de maand
Oct.
1937
Grondbelasting (veertig ten hon-
derd van de hoofdsom wegens
gebouwde eigendommen en vijf
en twintig ten honderd van de
hoofdsom wegens ongebouwde
10.000.000
10.091.669
Personeele belasting (tachtig ten
honderd van de hoofdsom naar
den eersten, twe,sden en derden
21.000.000
18.998.703
Gemeentefondsbelasting
(vijf
en
twintig opcenten op de hoofd-
eigendommen)
……………..
14.000.000
14.061.971
Vermogensbelasting
(twee
en
grondslag)
……………….
twintig opcenten op de hoofd-
som)
…………………….
2.025.000
2.073.247
Enkomstenbelasting
(tien opcen
som)
…………………….
4.500.000
4.197.595
ten op de hoofdsom)
……….
Totalen…….
51.525.000 49.423.185
AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van 1000 kg.)
Rotterdam
–
Amsterdam
Totaal
Artikelen
14-20 Nov.
Sedert
Overeenk.
14-20 Nov.Sedert
Overeenk.
1937
1Jan. 1937
tijdvak 1936
1937
1Jan. 1937
tijdvak 1936
1937
1936
Tarwe ………………63.423
1.390.607
869.925
–
19.200
9.341
1.409.807
879.266
Rogge ………………..6.676
252.987
236.122
–
3.375
1.976
256.362
238.098
Boekweit ……………….282
13.961
20.994
–
–
350
13.961
21.344
Maïs ………………..45.224
1.236.928
723.265
475
138.327
132.941
1.375.255
856.206
Gerst ………………12.743
349.122
298.110
–
13.114
24.075
362.236
322.185
Haver ……………….5.270
134.017
95.329
–
3.180
1.675
137.197
97.004
Lijnzaad ………………579
177.625
250.885
–
196.610
157.219
374.235
408.104
Lijnkoek ………………200
61.536
44.494
–
–
375
61.536
44.869
Tarwemeel ………….1.260
36.398
32.972
25
8.465
8.588
44.863
41.560
Andere meelsoorten ….
1.390 i
37.878
32.365
–
7.290
1.136
45.168
33.501
24 November
1937
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
875
STATISTIEKEN.
B ANKDISCONTO’S.
Neds.Wissels. 2
3Dec.’36
Lissabon
.
..
.411 Aug.’37
2
30 Juni’32
Bk
,Bel.Binn.Eff.
24
3Dec.’36
Londen ……
JVrsch.inR.C.
25
3Dec.’36
Madrid ……5
9Juli’35
Athene ……….
6
4 Jan. ’37
N.-YorkF.R.B.1
26 4ug. ’37
Batavia
……..
3
14Jan. ’37
Oslo
……..
4
7Dec.’36
Belgrado ……..
5
1
Febr.
’35
Parijs
..
.
. . .
.3
12 Nov.’37
Berlijn ……….
4 22Bept.’32
Praag
……
3
1Jan.’36
Boekarest ……..
45
15Dec.’34
Pretoria
. .
.35
15Mei’33
Brussel ……….
2
16 Mei ’35
Rome ……..
45
18Mei’36
Boedapest
……
4 28Aug.’35
Stockholm
.
.25
1Dec.’33
Calcutta
……..
3
28Nov.’35
Tokio….
3.285
7Apr.’36
Dantzig
……..
4
2Jan.’37
Weenen ……
35
10JvW35
Helsingfors ……
4
3Dec.’34
Warschau
….5
26 Oct.’33
Kopenhagen
….
4
19Nov.’36
1
Zwits.Nat.J3k.1125lVov.’36
OPEN MARKT.
1937
20
15120
8113
116
Nov.
Nov.
Nov.
Nov.
1936
16/21
Nov.
1935
18123
Nov.
1914
20/24
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
114
1
1
‘h
1
14
7
14-1
2515_3
1
12
3
1
18-/16
Prolong.
’12
1
12
1
12
‘Is
1
1
12
2
1
12_3
1
14
211
4
31
4
Londen
Daggeld.
.
1
121
11
1
1
1
12_1
12-I
1
12-1 1121
131
4
-2
Partic. disc.
9
1,6
17
13r
9
116
171325I18
132-/16
17/339lj4
116
4114_3J4
Berlijn
Daggeld
.
2
3
18-1s
23j
5
11
4
2
3
14-
3
14
2
1
j2-3
2
1
12-3
2112-3
–
MaandeId
23/
4
-11
5
2
3
/4-715
214-715
2
3
14-
7
18
2:11
4
_3
3_11
4
–
Part, disc.
2
7
18
2718
27/
8
2718
3
3
21
11
Warenw.
. .
4_11
4_11 4..11
4_1/
4..11
4_11
4
–
New York
Daggeld
1)
t
1
t
1
1
3/4-1
131
4
.211
2
Partic.disc.
1
12
112
11
11
114
51
1
–
1)
Koera van 19 Nov. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vr jdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
D ta
a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York
t)
t) t) t)
1)
16 Nov. 1931
1.80%
6
9.02%
72.90
6.12V
4
30.74
100%
17
,,
1937
1.80%,,
9.02%
72.90
6.13%
30.71
100%
18
,,
1937
1.80%
9.01%
72.91
6.13
30.70
100%
19
,,
1937
1.80%
9.02 72.84
6.13
30.674
100%
20
,,
1937
1.80%,,
9.02%
72.874
6.13 30.67
100%
22
,,
1937
L80%
9.01U
72.83
6.12% 30.66
100%
Laagste d.w’)
1.79%
9.01%
72.80 6.11% 30.64
100
hoogste d.w’)
1.80%
9.04
72.974 6.14
30.77
100%
Muntpariteit
1.469
12.107 1
59.263
9.747
24.906
100
Data
ZIvit
serland
Weenen
Praa
Boeka-
Milcçz
Mad
16 Nov. 1937
41.77
–
6.35
– –
–
17
,,
1937
41.76
–
6.355
–
– –
18
,,
1937
41.75
–
6.36
–
–
19
1937
41.73%
–
6.35
–
–
–
20
1937
41.74
–
6.35
–
–
–
22
1937
41.71
6.35
–
–
–
Laagste d.w
1
)
41.70
–
6.30
–
– –
Hoogste d.w’)
41.80
34.25
6.39
1.45
9.575
–
.Muntpariteiti
48.003
35.007
7.371 1.488
13.094
48.52
D a a
Stock-
holm)
Kopen-
hagent)
*
S 0
Hel-
Buenbs-
Aires’)
Mon-
treal’)
16 NoT17
46.575
40.324 45.374
4.-
53X
1.80
17
,,
1937
46.574
40.324
45.375
4.-
53% 1.80%
18
,,
1937
46.50
40.274
45.325
4.-
53%
1.80%
19
,,
1937
46.525 40.275
45.324
4.-.
5334
1.80%
5
20
,,
1937
46.525
40.274
45.325
4.-
53%
1.809.ç
6
22
,,
1937
46.50
40.27
45.325
3.98
53%
1.80%
Laagste d.wl)
46.45
40.20
45.25
3.97
53
1.79%
Hoogste d.w’1
46.60
40.35
45.425
4.0211
54
1.81
bluntpariteit
66.671 66.671 66.671
6.2661
95%
2.1878
t)
Noteering te Amsterdam.
4*)
Not. te Rotterdam.’) Part. opgave.
In ‘t Iste of 241e No. van ieder maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
Data Londen
($
per
£)
Parijs
($
p.
IOOfr.)
Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amsterdam
($p. 100 gid.)
16
Nov.
1937
5,01%
3,40%
40,47 55,52
17
1937
4,99%
3,39%
40,44
55,44
18
1937 5,00%,,
3,3934
40,42
55,46
19
1937
5,00’%
3,40 40,44 55,49
20
1937
5,00%
3,40%
40,43
55,52
22
,,
1937
5,003
1
,
3,40%
40,43%
55,51
23
Nov.
1936
4,90%
6
4,65% 40,26
54,24
Muntpariteit..
4.86 3.90
23,R1%
40%,,
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en . 1Noteerings’-1
Landen
eenheden
6
Nov.
1
1937
13
Nov.
1937
15/20
Nov.
37
Laagst ei Hoogste
20
Nov.
1937
Alexandrië..
Piast.
p.
17Ï
97% 97%
97%
Athene
….
Dr.
p. £
547% 547%
540
555
547%
Bangkok….
Sh.p.tical
1110%
1110%
1110%
1110% 1110%
Budapest
1)..
Pen.
p. £
25
25
24%
25%
25%
BuenosAires
2
p.pesop.0
16.775
16.795
16.78 17.01
16.854
Calcutta
. . ..
Sh.
p.
rup.
116%
1/6%
1163/112
11661
3
1/6%
Istanbul
..
Piast.p..g
620
620 619
619
619
Hongkong ..
Sh.
p. $
1/3
1/3
1/2%
1/3%
113
Sh.
p.
yen
112
1/2
1/1
81
/
s
,
112
1
1
32
112
Lissabon….
Escu. p. £
110 %,,
110%,,
110
110%
110%,,
Kobe
…….
Mexico
….
$per,
18
18
17%
18%
18
Montevideo
3
)
d.perg
27 26
25%
26%
25%
Montreal
..
$
per
£
4.99%
4.98%
4.98%
5.01%
4’99H
Riod.Janeir.’
d. per
Mil.
2111
16
21y16
225/321
231/32
255164
Shanghai
..
Sh.
p. $
1/2%
112%
6
1/1%
1/2%
1/2%
Singapore
..
id.
p. $
2/4S/32
2145182
214%
6
214k
214
61
31
Valparaiso 5).
$
per £
124
124
124
124
124
Warschau
..
Zl. p. £
26% 26%
26%
26%
26%
1) Offic.
not.
10
Dec. 16112.
2)
Offic.
not. 15 laten, gem. not., welke
imp. hebben te betalen
10
Dec. 1936 16.12.
3)
Offic.
not.
26 Aug. 3913/.
4) Id.
II
Mrt. 1935
4114. 5
)90 dg. Vanaf 28Aug. laatste .export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’) N.York2)
Londen
16 Nov. 1937..
19%
44%
16 Nov. 1937….
1391115
17
,,
1937..
19%
44%
17
,,
1937….
139110
18
,,
1937..
19%
44%
18
,,
1937….
1401..
19
,,
1937..
19 ly
,
44%
19
,,
1937….
14011
20
,,
1937..
19%
–
20
,,
1937….
1401_
22
,,
1937..
19%
44%
22
,,
1937….
14011
23 Nov. 1936.. 21%
45%
23 Nov. 1936….
14212
27 Juli
1914..
241%
6
159
27 Juli
1914….
84110%
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Foreign silverin $c.p.oz.fine.
3)
in sh.p.oz.fine
STAND VAN ‘t RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
6Nov.1937
1
15Nov.1937
Saldo van
‘s
Rijks Schatkist bij De Ne-
f
9.098.212,33
f
11.075.203,32
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
298.413,14
,,
66.030,42.
Voorsch.
op
uit. Oct. (resp. Sept.) 1937
a/d. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
derlandsche Bank
……………….
tingen en
op
de vermogensbelasting
–
–
,,
44275.487,84
•
46.579.659,09
Idem aan Suriname ………………
12.075.814,34
,,
12.106.022,44
Kasvord.weg. credietverst. alh. bulten!.
,,
102.967.611,77
•
102.625.708,46
Voorschotten aan Ned.-lndig
……….
Daggeldleeningen tegen onderpand..
Saldo der postrek.
v.
Rijkscomptabelen
….
–
.
34.036.136,98
–
,,
35.728.915,69
Vord.
op
het Alg. Burg. Pënsioenf.l)…
–
–
Vord.
op
andere Staatsbedrijven’)
….
-5.182.579,61
,.
5.529.924,04
Verplichtingen
art.
16 van haar octrooi verstrekt
– –
Schatkistbiljetten In omloop ………
f237.469.000,-
f237.269.000,-
Schatkistpromeasen in omloop
……
118.700.000,-
118.700.000.-
Ziiverbons in omloop
…………….
1.102.637,-
,,
1.102.297,50
Schuld
op
uit. Oct. (reap. Sept.) 1937 ald.
gem. weg. a.h.uittekeeren hoofds.d.
pers. bel., aand.
1.
d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
dle
.
.
bel, en
op
de vermogensbelasting
..
..
,,
4.480.151,50 5.142.565.12
Schuld aan Curaçao’) …………….
…
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioent.’)
•
34.994.470,75
,,
2.011.691,34
,,
16.043.798,50
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T.’) …
,,
65.494.85456
,,
180.049.430,90
..1.860.165,31
.
22.445.665,89
15.000.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …….15.000.000,-
Id. aan diverse insteliinen’)
………
..
,,
125.843.950,26
1)
In rekg.-crt. met’s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE SCHULD.
1
13 Nov. 1937
/
20 Nov. 1937
Vorderingen:
2)
–
f
297.000,-
Saldo Javasche Bank
……………….
Saldo b. d. Poatchèque- en Girodlenst
f
156.000,-
235.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinsteli.
•
46.164.000,- 45.902.000,-
10.500.000,-
,,
10.500.000,-
Schatkisibiljetten in Omloop ………
.5.000.000,-
,,
5.000.000,-
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
,,
349.000,-
.
349.000,-
Schatkislpromessen in omloop………
idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
•
373.000,-
,,
407.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen…
,,
780.000,-
,,
780.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
…
2.380.000,-
–
1)
Betaaimiddelen in
‘s
Lands Kas f 25.280.000,-.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
ci
i’
Andere
opeischb.
Discont.
ID
16
Oct.
1937..
846
1.096
59:0
616 1.441.
9
;,
1937..
744 1.206
571
613
1.449
-2
1937..
647
1.249 574 617 1.469
25 Sept.
1937..
659
1.120
498 619 1.430
18-
,,
1937.,
659
1.074
487
621
1.403
1
Juli
1914..
645
1.100
560 735
1396
) Sluitp. der activa.
876
.
GROOTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS- EN GENOT
GERST
6516 kg
MAIS
R000E
TARWE
1
BURMA RIJST
BOTER per kg.
1
KAAS
EIEREN
Russische
”
Rotterdam per 2000 kg.
74kgRussi-
Rotterdam per 100 kg.
1
Loonzein
Edammer
1
Alkmaar
Gem. not.
Il-leffing
1)
Zie
blz.858
van E.-S. B.
loco
Rotterdam
Termijn-
1
La Plata
schei) loco
Rotterdam
Termijn-
La PIat
1)
1
per cwt. f.o.b.
1
Rangoon/Bassein
Leeu’ar-
der Comm.
1
Crisis
Fabr.kaas
Elermijn
Roermond
v. I7Nov.jl.
–
per2000kg.
noteer. op
lof 2 mnd.
Locoprijs
per 100 kg.
noteer. op
1 012 mnd.
Locoprijs
__________________
II
–
lerl.Ned.Ct.I
Not.
Noteering
1
Zuivel-I
1
Centr.
gang exp.
1
per 50 kg.
P. 100 st.
f
%
f
% %
7.
t
%
T2OY
%
sh.
fl
/
j
1927
237,-
110,2
171,50
89,3
176,-
87,1
12,475 102,5
13,82
5
110,1
14,75
109,3
6,83
104,5
1113114
2,03 98,4
–
43,30
95,0
7,96 99,3
1928
228,50
106,2
208,50
108,6
226,-
111,9
13,15
108,1
12,57
5
100,1
13,475
99,9 6,43 98,4
1017
3
/4
2,11
102,3
–
48,05
105,4
7,99
99,6
1929 179,75
83,6
196,-
102,1
204,-
101,0 10,87
5
89,4
11,27
89,8
12,25
90,8
6,34 97,0
1016
2,05
99,4
–
45,40 99,6
8,11
101,1
1930
Z
111,75
52,0
118,50
61,7
136,75
67,7
6,225 51,2
8,27
5
65,9 9,67
5
71,7
5,09 77,9
815
1,66
80,5
–
38,45 84,4 6,72
83,8
1931
107,25
49,9 78,25 40,8
84,50
41,8
4,55
37,4 4,65
37,0
5,55
41,1
3,09 47,3
516
1,34
64,9
–
31,30 68,7
5,35 66,7
1932
lu
100,75
46,8
72,-
37,5 77,25
38,2
4,62
5
38,0 4,70 37,4 5,225 38,7 2,59
39,6
5j11
1
j2
0,94
45,6
–
22,70
49,8
4,14 51,6
1933
70,-
32,5 60,75
31,6 68,50 33,9 3,55 29,3
3,75 29,9
5,02
5
37,2
1,84
28,2
4/51/
0,61
29,6 0,96 20,20
44,3
3,71
46,3
1934
9
75,75
35,2
64,75
33,7
70,75 35,0 3,32
5
27,3 3,25
25,9
3,67
5
27,3
1,74
26,6
4175/4
0,45
21,8
1,-
18,70
41,0
3,45 43,0
1935
68,-
31,6
56,-
29,2 61,25 30,3
3,07
5
25,3
3,8751
30,9
4,125
30,6
2,07 31,7
5/8
1
/
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6
3,20 39,9
1936
86,-
40,0 74,50
38,8
74,-
36,6
.4,275
35,1
5,75 45,8 6,27
5
46,5
2,19
33,5
5/7
1
/2
0,58
28,1
0,88
5
17,55
38,5
3,50
43,6
Jan.
1937
61,4 99,75
52,0
97,50
48,3
7,975 65,5 8,07
5
64,3
8,40 62,3
2,74
41,9
611
1
/
0,66
32,0
0,85
17,07
5
37,5
3,45 43,0
Febr.
,,
129,-
60,0
102,-
53,1
100,50
49,8
8,72
5
71,7 7,925
63,1
8,25
61,1
2,62
40,1
5110
1
14
0,69
33,4
0,80
18,75
41,1 3,81
47,5
Maart
,,
Z
61,8
104,25
54,3
106,-
52,5
9,02
5
74,2
8,72
5
69,5
9,15
67,8 2,57 39,3
519114
0,68
33,0
0,80
18,82
5
41,3
3,86
48,1
April
,,
149,75
69,6
110,75
57,7
56,9
10,-
82,2
9,40 74,9
10;1
75
75,4
2,72 41,6
6/-/4
0,69 33,4 0,80
16,45
36,1
3,05
38,0
Mei
,,
144,40
67,1
107,-
55,7
110,-
54,5
10,-
82,2 8,92
5
71,1
9,725
72,1
2,64 40,4
5110112
0,71
34,5 0,72
5
17,32
5
38,0
2,89
36,0
Juni
,,
148,75
69,2
99,-
51,6
105,-
52,0
10,15
83,4 7,52
5
59,9 8,95
66,3
2,63
40,3
5/10/4
0,74
35,9
0,70
19,82
5
43,5
2,98 37,2
Juli
,,
149,25
69,4
108,25
56,4
III –
55,0
9,85 81,0
8,57
5
68,3
9,975
73,9 2,68 41,0
5111
1
14
0,77 37,4 0,68 20,15 44,2 3,74
46,6
Aug.
,,
136,50
63,5
106,50
55,5
112;-
55,4 9,30 76,4 7,82
5
62,3
9,22
5
68,4 2,86 43,8
614
0,78
37,9
0,64
21,50
47,2 3,84
47,9
Sept.
,,
129,50
60,2
107,-
55,7
122,-
60,4
9,225
75,8 7,55
60,1
8,52
5
63,2
2,96
45,3
617
0,85 41,3 0,525
21,-
46,1
4,69 58,5
Oct.
,,
.
136,25
63,3
109,-
56,8
114,75
56,8
8,57
5
70,5
7,62
5
60,7 8,50
63,0
2,96 45,3
617114
1,-
48,5 0,42
23,.
50,5
4,99
62,2
16 Oct.-2 Nov.
134,50
62,5
110,75
57,7
115,50
57,2
7,425
61,0
7,575
60,3
8,45
62,6 2,86 43,8
6/4
1
/
1,08
52,4 0,40 21,25 46,6 4,90
61,1
2-9 Nov.’37
133,50
62,1
106,50
55,5
116,50
57,7
7,17
59,0 6,87
5
54,7
8,-
59,3
2,51
38,4
516/4
1,13
54,9
0,30
21,75
47,7 4,95
61,7
9-16
133,50
62,1
104,50
54,4
57,4
7,17
59,0
7,10
56,5 8,20
60,8
2,43 37,2
514
1
1
1,04
50,5 0,40
22,75
49,9 5,15
64,2
.6-23
,,
134,50
62,5
105,501
54,9
116,50 57,7 7,17
5
1
59,0
1
7,05
56,1
8,10 60,0 2,45 37,5
515
1
4
1
0,88 42,7
0,55
22,75
49,9
1
5,-
62,3
–
JUTE
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
,,First Marks”
in olie gekamd; loco Bradford per Ib.
13114 Dernier
Stand. Ribbed
Middling Upland
Super Fine
c.
p,
c.i.f. Londen
per Eng, ton
loco
–
New York per Ib.
Oomra
Liverpool per Ib. wit Gr. D. te
New York per Ib.
Smoked Sheets
loco Londen p.lb.
Crossbred Colonial
Carded 50’s Av.
.
,
erino
S
v.
–
Herl.Ned.Ct.l
Not.
Herl.Ned.Ct.l.Not.
Herl.Ned.Ct.I Not.
Herl.Ned.Ct.
IiE
Herl.Ned.Ct.
1
Not.
iierl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
•
1927
/
442,38
%
103,4
£
36.101-
ets.
43,8
%
93,1
Sets.
17,60
cts.
36,7
3/
102,1
pence
7,27
ets.
133,8
3/
96,8
pence
26,50
ets.
244,9
3/ 104,8
pence
48,50
/
13,55
3/
105,8
$
5,44
ets.
93
3/
140,2
pence
18,50
1928
445,89
104,2
36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8
111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
.12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,75
1929 1930
395,49
92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2
92,4 6,59
127,2
92,0
25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9
4,93
52 78,4 10,25
257,97
60,3
21.619
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8
3,92
81,9
59,2
16,25 134,8
57,7
26,75
8,50
66,4
3,42
30
45,2
5,87
5
1931
z
192,15
44,9
17.117 21,1
44,8
8,50
20,1
55,9 4,28
60,9
44,0
109,0
46,6 23,25
5,97
46,6 2,40
15
22,6 3,12
5
1932
s.i
146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8
6,40
19,5
54,3
5,39
42,5
30,7
11,75
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12
18,1
3,375
1933 1934
128,63
30,1 15.1212 17,4
37,0 8,70
16,8
46,8
4,91
48,9 35,4
14,25
96,9
41,5 28,25
3,21
25,1
1,61
II
16,6
3,25
115,85
27,1
15.9/9
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8 4,37
51,4
37,2
16,50
95,8
41,0 30,75
1,92
15,0
1,29
19
28,6 6,25
1935
134,52
31,4
18.1118 17,6
37,4
11,90
17,7
49,3
5,87
42,2 30,5
84,5
36,2
28,-
2,41
18,8
1,63
18
27,1
6,-
1936
<
142,61
33,3
18.618
19,0
40,4
12,10
18,2
50,7
5,60
54,3
39,3
16,75
108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
•
25
37,7
7,75
Jan.
1937
rebr.
166,88
39,0
18.1216
23,7
50,4
13,-
22,0
61,2
5,88
88,2
63,8
23,75
141,9
60,7
38,-
3,92 30,6
2,145
38 57,3
10,37
5
Maart
169,23
174,86
39,5
40,9
18.18/2
19.911
24,0 26,6 51,0
13,15
21,8 60,7
5,85
85,6
61,9
23,-
133,6
57,2
35,75 3,53
27,6
1,93
40
60,3
10,50
56,5
14,45
23,3 64,8
6,25
88,6
64,1
23,75
138,9
59,4
37,25
3,59 28,0
1,96
44
66,3
12,-
April
»
189,96
44,4
21.313
26,0 55,2
14,35
23,1
64,3 6,16
965
69,8
25,75
144,9
62,0 38,75 3,56 27,8
1,95
44
66,3
11,625
Mei
201,20 47,0
22.716
24,3 51,6
13,35
22,7 63,2 6,04
97,4
70,4
26,-
142,9
61,1
38,25 3,25 25,4
1,78
5
38
57,3
10,25
Juni
s.
186,90.
43,7
20.16/7
22,9 48,6
12,60
22,3
62,1
5,96
95,6
69,1
25,50
140,2
60,0
37,50
3,28
25,6
1,805
36
54,3
9,625
Juli
.
0
189,87
44,4
21.113
22,4 47,6
12,32
21,5 59,8
5,71
95,8
69,3
25,50
142,2
60,8
37,75.
3,42 26,7
1;88
5
34
51,3
9,125
Aug.
188,67
44,1
20.17/6
18,8
39,9
10,35
19,6
54,5 5,19 98,9 71,5 26,25
145,0
62,0
38,50
3,30 25,8
1,82
33
49,7
8,85
Sept.
»
186,01
43,5
20.14/3
16,3
34,6
9,-
17,4
48,4 4,64
94,1 68,1
25,25
131,3
56,2
35,-
3,19 24,9
1,76
34
51,3
9,-
Oct.
»
26 Oct.-2 Nov.
Z
188,16
44,0
20.19/8
15,2
32,3
8,42
15,5
43,1
4,15
83,6
60,5
22,50
117,7
50,4
31,50
3,02 23,6
1,67
30
45,2
8,-
192,75
45,0
21.10/-
14,5
30,8
8,03
15,3
42,6 4,10 81,2 58,7 21,75
115,8
49,6
31,-
3,08 24,0
1,70
5
28
42,2
7,375
2-9 Nov. 37
c
187,90
43,9
20.17/6
14,3
30,4
7,97
15,0
41,7
4,-
78,8 57,0
21,-
114,4
49,0
30,50 2,98
23,3
1,645
26
39,2
6,87
5
9-16
,,
188,24
44,0
20.17/6
14,3
30,4
7,93
15,2
42,3 4,03
75,1
54,3
20,-
109,9
47,0
29,25 2,89
22,6
1,605
27
40,7 7,25
16-23
»
185,42
43,3
20.11/3
14,2
30,1
7,90
15,0
41,7
4,-
75,1
54,3
20,-
107,1
45,8
28,50
2,95
23,0
1,63
5
26
39,2 6,87
5
–
.
,
KOPER
Standaard
Loco Londen
per Eng. ton
LOOD
gem. prompt en
1ev. 3 maanden
Londen perEng.ton
nd n
COEnO
tn
r
g.
IJZER
Cleveland No. 3
•
franco Middlesb.
per Eng. ton
.
GIETERIJ-IJZER
(Lux
III)
•
per Eng. ton
f.o.b. Antwerpen
ZINK
gem. prompt en
1ev. 3 maanden Londen
p.
Eng. ton
ZILVER
cash Londen
per Standard
Ounce
Herl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Uerl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.
Not.
. .
1927
t
675,10
3/
85,9
£
55.13111
t
295,75
g
106,5
£
24.811
t
3503,60
%
120,6
£
289.115
/
44,10
3/
104,7
sh.
7219
/
39,10
3/
98,9
5h.
6416
/
345,40
3/
108,8
£
28.9111
ets.
132
3/
101,5
pence
261/16
1928
771,20
98,1
63.1419
256,15 92,2
21.314
2749,50
94,6
227.418
39,85
94,6
65110
37,90
95,9
6218
305,75
96,4
25.515
135
103,8
26
3
14
1929
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2 23.4111
2465,65
84,8
203.18!10
42,45
100,8
7013
41,55
105,1
6819
300,80
94,8
24.1718
123
94,6
24
7
116
1930
661,10
84,1
54.1317
218,70 78,8
18.115
1716,20
59,1
141.1911
40,50
96,1
67/-
35,95
91,0
5916
203,55
64,1
16.1619
89
68,5
I7
1
.
1
/
1931
431,85
54,9 38.719
146,60
52,8
13.-/7
1332,55
45,9
118.9/1
33,-
78,3
5818
28,90
73,1
5115
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
145/8
1932
0
275,75
35,1
31.1418 104,60
37,7
12.-/9
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20
56,2
5111
118,95
37,5
13.13110
64 49,2
17
11
/16
1933 1934
268,40
34,1
32.1114
97,25
35,0
11.1611
1603,50
55,2
194.11/11
25,55
60,6
62/-
21,-
53,1
511-
129,80
40,9
15.14111
62
47,7
18
1
/
1935
226,80
28,8
30.615
82,65
29,8 11.11-
1723,15
59,3
230.715
25,-
59,3
66111
20,25 51,2
5411
103,05
32,5
13.1516
66
50,8
2111
4
1936
230,95
29,4
31.1811
103,40
37,2
14.518
1634,25
56,2
225.1415,
24,70
58,6
6812
20,25
51,2
56/-
102,65
32,3
14.316
87
66,9
28
15
134
298,75 38,0
38.811
137,15 49,4
17.1217
1592,
–
54,8
204.1218
28,40
67,4
73/-
22,40
56,7
5717
116,55
36,7
14.1917
65
50,0
20
1
/16
Jan.
1936
253,
–
32,2
34.14111
112,50
40,5
15.8111
1528,35
52,6.209.18/9
25,50 60,5
701-
20,10
50,9
5512
106,30
33,5
14.1211
61
46,9
20
1
116
Maart
257,35
262,25
32,7
35.71
–
117,05
42,2
16.118
1508,85
51,9
207.512
25,50
60,5
701-
20.10 50,9
5512
111,10
35,0
15.512
60
46,2
197/
»
April
269,45
33,4 34,3
36.1/6
l2l;30
43,7
16.13/9
1551,15
53,4
-213.7/3
25,45
60,4
70/-
20,10 50,9
5513
116,95
36,9
16.119
60
46,2
19
3
14
,,
37.-/3
117,70
42,4
16.314
1524,80
52,5
209.9/1 25,50
60,5
701-
20,10 50,9
5512
111,10
35,0
15.512
61
46,9
20
1
/j
Mei
»
0
269,95
34,3
36.1416
114,45 41,2 15.1114
1489,20
51,2
202.1212
25,75
61,1
701-
20,20
51,1
54111
.107,75
34,0
14.1312
62
47,7
203/8
Juni
»
”
269,80 34,3
36.7
1
2
112,90
40,7
15.4
1
3 1360,45
46,8 183.6
1
11
25,95
61,6
70
1
–
20,20
51,1
54
1
5
103,95
32,8
14-12
61
46,9
19
3
:4
Juli
»
1-‘
274,90 35,0
37.511
116,95
42,1
15.1711
1374,30
47,3
186.415
27,70
65,7
75/-
20,05
50,7
•
5414
100,20
31,6
13.1117
60
46,2
195/
Aug.
»
Sept.
Z
283,40 36,0
38.5
1
11
124,10 44,7 16.15
1
5
1360,70
46,8 183.17
1
8
27,75
65,9
75/-
20,05
50,7
54
1
2
100,10
31,5
13.10/7
60
46,2
19
1
2
,,
290,20
36,9 38.191-
134,15
48,3
18.-/2
1451,85
50,0
194.1717
27,95
66,3
75/-
20,20
51,1
54
1
3
103,65
32,7 13.18
1
2
61
46,9
1
95/
Oct.
»
z
365,90
46,5
40.2
1
4
168,25
60,6
18.8
1
11
1836,45
63,2
201.7
1
3
34,20 81,2
75/-
27,45 69,5
6012
132,70
41,8
14.1111
75
57,7
19
1
3/
Nov.
»
397,95 50,6
43.1916
196,60
70,8 21.1416
2091,-
71,9
231.-/11
33,95
80,6
75/-
29,35
74,3
64/10
147,75
46,6
16.6
1
6
79
60,8
21
Dec.
»
413,45
52,6
45.19
1
9
229,80
82,8
25.11
1
2
2087,95
71,8
232.5
1
1
36,40 86,4
81/-
32,75 82,9
72/10
161,45
50,9
17.1912
80
61,5
21
114
Jan.
1937
461,70
58,7
51.1018
244,05
87,9
27.4110
2060,25
70,9
229.1819
36,30 86,2
811-
34,20 86,5
7614
188,60
59,4
21.-/11
78
60,0
20
7
/8
Maart
0
522,10
66,4
58.712
248,
–
89,3
27.1414
2080,65
71,6
232.1113
36,25
86,0
81/-
34,75
87,9
77/6
219,45
69,2
24.1018 75
57,7
20
1
1
»
April
638,40 559,70
81,2
71.916
292,95
105,5 32.161
–
2498,25
86,0 279.141-
36,15
85,8
811
48,20
122,0
108/1
289,65
91,3
32.818
77
59,2
20
11
/1e
»
71,2
62.716
.235,50 84,8
26.4110
2404,95
82,8 268.
–
!
–
36,35
86,3
811-
54,25
137,3
120/11
238,65
75,2
26.615
78
60,0
2OI5/i
Mei
»
Z
545,95
69,4
60.151-
214,95
77,4
23.1815
2256,45
77,6
251.21-
36,40 86,4
811-
59,65
150,9
13219
209,35
66,0
23.5111
76
58,5
205J1
Juni
»
499,70
.63,6
55.13
1
5
205,40
74,0
22.17
1
8
2245,10
77,3
250.2
1
6
36,35
86,3
81
1
–
60,60
153,3
135
1
–
194,55
61,3
21.13
1
5
75
57,7
20
Juli
»
510,10
64,9
56.11/3
213,70
77,0
23.13111
2365,20 81,4
262.5/-
45,55
108,1
101/-
59,60
150,8
132/6
205,75
64,8
22.13/6
75
57,7
20
Aug.
,,
c.
517,55
65,8
57.6/-
205,25
73,9
22.14/6
2388,50
82,2
264.9/-
45,60
108,2
101
1
–
48,60
123,0
109
1
–
215,35
67,9
23.16
1
8
75
57,7
1
9
7
/
Sept.
»
474,25
60,3
52.15111
187,55
67,5
20.1718
2323,10
79,9
258.1216
45,35
107,6
1011-
44,65
113,0
9915
191,80
60,4 21.7/1
74
56,9
19
7
/8
Oct.
»
.
413,15
52,5
46.1111
164,80
59,4
18.718
2036,85
70,1
227.5/-
45,25
107,4
1011-
42,30
107,0
94
1
5
162,05
51,1
18.1/7
75
57,7
20
f6 Oct.-2 Nov.
•
384,90 49,0
42.
1
76-
159,10
57,3
17.14
1
5
1851,60
63,7
206.5
1
–
45,35
107,6
101/-
39,30
99,4
87
1
6
150,65
47,5
16.15/8
74
56,9
1
91/
’37
2-9 Nov.
327,
–
41,6
36.3
1
9
140,65
50,7
15.1113
1637,80
56,4
181.5
1
–
45,65
108,3
101!-
39,55
100,1
8716
134,15
.42,3
14.16111
74
56,9
1
9
9
/
9-16
,,
‘
373,45 47,5 41.7
1
6
159,90
57,6
17.14/3
1778,15
61,2
197.-!-
47,85
113,6 106
1
–
40,05
101,3
88
1
9
151,20
47,6
16.15
1
–
74
56,9
l9
5
/
6
–
23
»
»
338,70
43,1
37.1113
144,25
52,0
16.-/-
–
1652,35
56,9 183.51-
47,80
113,5
1061-
40,25
101,8
8913
13780
43,4
15.518
1
74
56,9
195/8
MIDDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexeijfers gebaseerd op 1927 t/m 1929 . 100).
877
GE-
SLACHTE
GE-
SLACHTE
DEENSCH
BACON
BEVROREN
ARD. RUND-
CACAO G.F. Accra
KOFFIE
Loco R’dam/A’dam
SUIKER
Witte krist.-
THEE
N.-Ind thee-
RUNDEREN
VARKENS
middelgew. No. 1
VLEESCH
per 50kg
per
‘/a
kg. suiker loco veiling A’dam
(versch)
(versch)
Londen per cwt.
Londen perS lbs.
c.i.f. Nederland
Rotterdam!
Gem.Java- en
Robusta
Superior oer 100 kg
oer 100 kg
Amsterdam Susnatrathee
E
Herl.Ned.Ct.
Herl.Ned.Ct.I
Nt
Herl.Ned.Ct.
Ïr
Rotterdam
_
Rotterdam
Santos
per 100 kg.
perllskg.
–
f
%
_7_
T
%
sh.
7
r
sh.
ets.
%
cts.
%
f
%
cts.
1927
– –
– –
65,15
97,8
1076
2,73
92,2
416
41,21
119,4
68/-
46,87
5
95,5
54,10 91,4
19,12
5
119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
98,2
77,50
90,8
66,80
100,3
11015
3,03
102,4
5/-
34,64
100,4
5713
49,62
5
101,1
63,48
107,3 15,85
99,1
75,25
99,3 102,2
1929
96,40
101,8
93,12
5
109,2
67,81 101,8
11212
3,12
105,4
5/2
27,70
80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3
69,25
91,4
94,7
1930
108,-
114,0
72,90
85,5
57,19
85,9
9417
2,97
100,3
4111
21,04 61,0
34111
32
65,2
38,10
64,4 9,60 60,0 60,75 80,2
72,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6
6316
2,44 82,4
414
13,84
40,1
2417
25 50,9
27,10
45,8
8,-
50,0 42,50
56,1
53,3
1932
61,-
64,4
37,50 44,0
25,46
38,2
58[1
1,70
57,4
3111
11,77
34,1
2711
24 48,9
30,04
50,8
6,32
5
39,6
28,25
37,3 43,0
1933
52,-
54,9
49,50 58,0
30,74
46,2
7417
1,54
52,0
319
9,30
26,9
2217
21,10
43,0
22,83 38,6
5,32
5
34,5
32,75
43,2 37,0
1934 1935
61,50
48,125
64,9 50,8
46,65 51,625 54,7
32,94
49,5
8811
1,42
48,0
31911
2
8,15
23,5
21110 16,80
34,2
18,40
31,1
4,07
5
25,5
40
52,8 34,9
1936
53,425
56,4
48,60 60,5
57,0
32,-
36,37
48,1
54,6
8815
9316
1,19
1,48
40,2 50,0
3/3
1
/a
3/9
1
/2
8,15
12,05
23,6
34,9
2216
3014
14,10 13,625
28,7
27,8
15,21
16,875
25,7
28,5
3,85 4,02
5
24,1
25,2
34,50
40
45,5
52,8
32,5 39,2
Jan.
1937
64,60
68,2
52,75
61,8
41,22
61,9
921-
1,81
61,1
41-11
3
24,50
71,0
5418
16,75
34,1
22,125
37,4
5,575
34,9
50,50
66,7
52,0
Febr.
64,175
67,8
53,32
5
62,5
38,49
57,8
86/-
1,80
60,8 41-14
21,09
61,1
4712
18,25
37,2 24
40,6
5,72
5
35,8
53,50
70,6 52,4
Maart
66,15
69,9
54,82
5
64,3
39,83
59,8
8912
1,67
56,4
3(8
,
/
4
23,-.
66,7
5116
18
36,7
23,80
40,2 6,10
38,1
55
72,6
53,7
April
71,-
75,0
56,25 65,9
42,32
63,6
9413
1,72
58,1
3110
20,83
60,3
4615
17,875
36,4
23,375
39,5 6,12
5
38,3
54,25
71,6
54,4
Mei
,,
73,325 77,4
56,75
66,5
42,71
64,1
95/-
1,90
64,2
412
3
14
17,30
50,1 3816
17,50
35,7 23
38,9
6,07
5
38,0
55
72,6
53,6
Juni
,
80,25
84,7
55,75
65,3
39,87
59,9
88110
2,04
68,9
416
1
1
15,66
45,4
34111
17,50
35,7 23
38,9
6,525 40,8 50,50 66,7
52,7
Juli
»
78,45
82,8
60,85
713
42,63
64,0
9416
1,97
66,6
414
1
1
16,46
47,7
3616
17,50
35,7 23
38,9 6,57
5
41,1
55
72,6
55,1
Aug.
,,
77,87
5
82,2
67,87
5
79,6
46,32
69,6
10216
2,13 72,0
4(8
1
/2
17,61
51,0
391-
17
34,6 23
38,9
6,50
40,6 54,75
72,3
55,3
Sept.
,,
72,42e
76,5
69,20
811
46,17
69,3
102110
1,96
66,2
4/4′./
15,97
46,3
3517
16,75
34,1
23
38,9 6,32
5
39,6
56 73,9
55,1
Oct.
,,
69,97
5
73,7
70,20
82:3
43,70
65,6
9716
1,91
64,5
413
12,55
36,4
281-
15,75
32,1
22,87
5
38,7 6,40
40,0
55,25
72,9
55,0
26 0ct.-2Nov.
69,30
73,2
72,50
85,0
40,33
60,6
901-
1,87
63,2
412
12,09
35,0
27/-
15
30,6
22,50 38,0
6,37
5
39,9
54,75
72,3
53,4
2-9 Nov. ’37
68,-
71,8
73,-
85,6
40,41
60,7
901-
1,87
63,2
4/2
12,90
37,4
2819
13,50
27,5
20 33,8
6,37
5
39,9
54,75
72,3
52,5
9-16
,,
,,
68,-
71,8
72,-
84,4
40,64
61,0
901-
1,96
66,2
414
12,07
35,0
2619
13
26,5
1
20
33,8 6,50
40,6 53,75 71,0
52,4 16-23
,,
,,
68,70
72,5
72,50
85,0
40,63
61,0
901-
1 2,03
1
68,6
416
12,08
35,0
2619
13
26,5 20
1
33,8
6,50 1
40,6
53,75
71,0
52,0
GRENENHOUT
Zweedsch ongesor-
teerd 2
1
12
X
7
per standaard
VUREN-
HOUT
basis 7″ f.o.b.
Zweden/FinI.
perstandaard
van 4.672 M.
KOE- HUIDEN
Gaaf, open kop
57-61 pond
Veiling te
Amsterdam
COPRA
Ned.-Ind.
f. m. s.
per 100 kg
Amsterdam
GRONDNOTEN
Gepelde Coromandel,
per longton
elf. Londen
LIJNZAAD
La Plata
loco
Rotterdam
per 1960 kg.
GOUD
cash Londen
per ounce fine
Herl.Ned.Ct.l
Not.
._ ,o
,
”
_t
‘”5
aa
Ned.
NÏ
HerI. Ned. Ct. 1
Not,
T
‘T
7
iT
T”
“3v”
“7”
3″
“ï
“r’
/
x
1927
230,28
100,1
19.-/-
160,50
105,1
j
40,43
100,9
32,62
5
106,5
266,03
106,4
21.18111
362,50
95,0
51,50
100,1
85/-
105,3 104,4
124,1
1928
229,90
100,0
19.-/-
151,50
99,2
1
47,58
118,7
31,875
104,1
254,10
101,6
21.
(-
363,-
95,1
51,45
100,0
85/-
102,0 100,2
94.6
1929
229,71
99,9
19.-(-
146,-
95,6 32,25
80,5
27,37
5
89,4 230,16 92,0
19-19
419,25
109,9
51,40 99,9
85/-
92,7 95,4
84,5
1930
218,43
95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3
22,625
73,9
175,55
70,2
14.1014
356,-
93,3
51,40
99,9
851-
69,6 75,3
60,0
1931
187,88
81,7
16.141- 110,75
72,5
18,65
46,5
15,375
50,2
136,69
54,7
12.2111
187,-
49,0
52,-
101,1
9215
47,6 54,2
44,7
1932
136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2
15.-14
137,-
35,9
51,25 99,6
1181-
35,1
43,0
38,4
1933
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30 30,4
90,39
36,1 10.1914
148,-
38,8
51,35 99,8
12417
33,1
39,2
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90 22,5
71,90
28,7
9.1213
142,50
37,3
51,50
100,1 13718
31,6
37,4
36,5
1935
127,91
55,6 17.13/4
59,50
39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7
14.81- 131,75
34,5
51,50
100,1
14212
32,2
37,3
34,8
1936
139,98
60,9
17.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.1119
166,50
43,6
54,60
106,1 14014
39,0 42,3
40,7
lan.
1937
181 –
78,7
20.41-
118,75
77,8
21,50
53,6
20,62
5
67,3
145,04
58,0
16.319
201,50
52,8
63,45
123,3
14118
55,1
56,3
58,5
l2eb
r
.
18795
81,7
21.-/-
125,-
81,9
22,75
56,8
17,95
58,6
132,01
52,8
14.151- 194,50
51,0
63,60
123,6
14211
54,1
57,1
59,5
Maart
201,84
87,8
22.121-
135,-
88,4
25,-
62,4
18,05
58,9
137,54
55,0
15.81-
209,25
54,8
63,60
123,6
14214
57,5 61,6
64,8
April
,,
208,79
90,8
23.51-
135,-
88,4 28,50
71,1
16,875
55,1
138,95
55,6
15.918
224,50
58,8
63,45
123,3
14115
59,3 60,5
63,6
Mei
211,29
91,9
23.10/-
137,-
89,7
26,25
65,5
14,95
48,8
127,60
51,0
14.41-
220,50
57,8
63,15
122,7
14018
56,7
60,3
58,2
Juni
211,01
91,8
23.101-
137,50
90,1
24,25
60,5
14,32
5
46,8
130,85
52,3
14.1117
216,50
56,7
.63,10
122,6
140174
54,8
59,1
56,1
Juli
»
212,-
92,2 23.101-
136,25
89,5
59,9
14,52
5
47,4
137,65
55,0
15.514
221,75
58,1
63,15
122,7
1401-
55,2 60,3
56,3
Aug.
»
212,40
92,4
23.101-
135,-
88,4
62,4
13,95
45,6
126,66
50,6
14-16
225,50
59,1
63,05
122,5
13917
53,7 59,2
55,3
Sept.
,,
Oct.
211,08
91,8
23.101-
23.10/-
135,–
88,4
25,-
62,4
13,15
42,9
120,84
48,3
13.911
226,-
59,2
63,05
122,5
14014
52,3
50,4
57,9
55,3
»
260ct.-2Nov.
210,65 210,59 91,6 91,6
23.10/-
135,- 135,-
88,4 88,4
23,- 23,-
57,4 57,4
13,50
12,87
5
44,1
42,0
121,70 112,22
48,7 44,9
13.11/7
12.101-
228,75
227,50
59,9 59,6
63,-
63,05
122,4
122,5
140164
140154
49,3 56,2 54,6
51,2
48,5
2 9 Nov. ’37
208,79 90,8
23.51-
135,-
88,4
23,-
57,4
12,62
5
41,2
110,13
44,0
12.319
218,50
57,3
63,25
122,9
14014
48,2
53,2
45,8
9-16
»
209,98
91,3 23.51-
130,-
85,1
23,-
57,4
12,75
41,6
111,14
44,4
12.613
216,-
56,6
63,20
122,8
14011
47,7 53,7
47,1
16-23
»
,,
209,92
91,3
23.51-
> 130,-
85,1
23,-
57,4
12,25
40,0
108,77
43,5
12.113
214,-
56,1
63,15
122,7
14011
47,2 52,8 45,6
STEENKOLEN
Westf./Holl.
bunkerk.,ongez.
fdb R dam!
PETROLEUM
Mid, Contin. Crude
33 tim. 33.9
0
Bé s. g.
te N.-York p. barrel
BENZINE
Gulf E.
64166
0
per
U.S. gallon
Lerl.Ned.Ct.l
KALK-
SALPETER
franco schip
Ned. per 100kg
ZWAVELZURE
M
lAK
franco
CEMENT
levering bij
groote part.
franco wal
ST E E N EN
af fabriek
g
‘t
.
EZ1
.
binnenmuuri
.
buitenmuur
am per
1000kg.
Herl.Ned.Ct.l Not.
Not.
bruto
e
.per
g
Nd
Ned
e ton1°
. P
r
per
1000 stuks
per
1000 stuks
–
o
–
.
/
%
/
%
S
ets.
%
$ets.
/
%
/
%
/
%
/
%
/
%
1927
11,25
103,1 3,21
103,6 1,28
37
128,0
14,86
11,48 102,6
11,44
102,5
18,-
99,1
14,50 107,4
18,50
95,3
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1
1,20
24,85
85,9 9,98
11,48
102,6
11,08
99,3
18,-
99,1
12,-
88,9
18,50
95,3
96,5
99,0
1929
11,40 104,4
3,06 99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,50 101,8
14,-
103,7
21,25
109,4
98,4
95,8
1930
11,35
104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84 88,0
10,55
94,5
19,50 107,3 12,50
92,6
20,75
106,9
83,7
77,3
1931
10,05
92,1 1,42 46,1
0,57
12,38
42,8
4,98
8,61
77,0
7,73 69,3
14,-
77,1
10,25
75,9
20,25
104,3
60,7
.
54,7
1932
73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83 6,15
55,0
4,20 37,6
12,-
66,1
9,25 68,5
15,-
77,3
49,6
43,0
1933
7,-
64,1
1,14
37,0
0,57
9,24 32,0 4,63
6,18 55,2
4,63
41,5
12,-
66,1
10,-
74,1
12,75
65,7
46,8
40,6
1934
6,20
56,8
1,40
45,5
0,94
7,18
24,8 4,84
6,11
54,6
4,70
42,1
12,-
66,1
8,50 63,0
10,50
54,1
45,2
39,0
1935
6,05
55,4
1,39
45,1
0,94
7,65
26,5 5,18
5,89
52,7
4,81
43,1
12,50
68,8
7,25
53,7 8,75
45,1 47,1
40,3
1936
6,60
60,5
1,63
52,9
1,04
8,86
30,6
5,65
5,70
51,0 4,82 43,2
II,
–
60,5
7,50
55,6 9,50
48,9
48,7
44,3
Jan.
1936
6,15
56,3
1,48
48,1
1,01
8,51
29,4
5,80
5,80
51,8
4,85 43,5
II,
–
60,5
8,25
61,1
10,-
51,5
45,5
40,8
Febr.
»
6,15
56,3
1,51
49,0
1,04
8,57
29,6
5,88
5,85
52,3
4,90
43,9
II,
–
60,5
8,-
59,3
9,50 48,9
45,9
40,9
Maart
6,15
56,3
1,52
49,4
1,04
8,60
29,7 5,88
5,90
52,7
4,95
44,4
II,
–
60,5
8,
–
59,3
10,25
52,8
46,5
41,1
April
6,20
56,8
1,53
49,7
1,04
8,55 29,6
5,80
5,95
53,2
5,
–
44,8
II,
–
60,5
8,
–
59,3
10,25
52,8
46,4
41,0
Mei
.
6,25
57,3
1,54
50,0
1,04
8,41
29,1
5,69
6,-
53,6
5,05
45,3
11,
–
60,5
8,
–
59,3
10,25
52,8
46,3 40,8
Juni
6,30
57,7
1,54
50,0
1,04
8,32
28,8
5,63
6,-
53,6 5,05
45,3
II,-
60,5
7,75
57,4
10,
–
51,5 45,7
40,6
Juli
»
6,25
57,3
1,53
49,7
1,04
8,08
27,9
5,50
6,
–
53,6
5,05
45,3
11,
–
60,5
7,
–
51,9
9,25
47,6 45,6 41,2
Aug.
»
6,30
57,7
1,53
49,7
1,04
8,10 28,0
5,50
5,25
46,9
4,45
39,9
II,
–
60,5
6,50
48,1
9,
–
45,4
44,9
.
41,2
Sept.
»
6,35
58,2
1,53
49,7
1,04
8,10
28,0
5,49 5,35 47,8
4,55
40,8
11,
–
60,5
7,-
51,9
9,-
45,4
45,9
42,0
Oct.
»
7,80
71,4
1,94
63,0
1,04 10,16
35,1
5,46
5,40
48,3
4,60
41,2
II,
–
60,5
7,25
53,7
9,
–
46,4 54,9
51,2
Nov.,,
7,70
70,5
1,93
62,7
1,04
10,28
35,6
5,55
5,45
48,7
4,65
41,7
II,-
60,5
7,25
53,7 9,25 47,6 57,9
53,9
Dec.
»
7,85
71,9
1,91
62,0
1,04
10,32
35,7
5,63
5,55
49,6
4,75
42,6
II,
–
60,5 7,50
55,6
9,
–
46,4 60,4
57,2
Jan.
1937
8,05
73,7
1,90
61,7
1,04
10,61
36,7
5,81
5,65
50,5 4,85
43,5
II,
–
60,5 7,50
55,6
9,
–
46,4 62,5
59,1
Pebr.
»
8,25 75,6 2,12
68,8
1,16
10,95
37,9
5,99
5,70
51,0 4,90
43,9
11,85
65,2 7,50
55,6
9,
46,4
65,0
60,1
Maart
,,
8,30
76,0 2,12
68,8
1,16
11,16
38,6 6,10
5,75
51,4 4,95
44,4
11,85
65,2
8, –
59,3
9,25 47,6
74,1
66,6
April
,,
8,55
78,3
2,12
68,8
1,16
11,30
39,1
6,18
5,80
51,8
.
5,
–
44,8
11,85
65,2 8,25
61,1
9,50 48,9
68,6
64,4
Mei
82,4
2,11
68,5
1,16
11,46
39,6
6,30
5,85 52,3 5,05 45,3
11,85
65,2 8,25
61,1
9,50 48,9
71,1
64,5
Juni
9,
–
82,4
2,11
€8,5
1,16
11,48
39,7
6,31
5,85
52,3
5,05 45,3
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50
48,9
70,1
63,1
Juli
,,
9,
–
82,4
2,11
68,5
1,16
11,58
40,0
6,38
5,60
50,1
4,80 43,0
11,85
65,2
8,50 63,0
9,75
50,2
70,5
63,5
Aug.
9,-
82,4
2,10
68,0
1,16
11,57
40,0
6,38
5,70
51,0
4,90 43,9
11,85
65,2 8,50
63,0
9,75 50,2 68,4 61,7
Sept.
»
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,56
40,0
6,38
5,75 51,4
4,95
44,4
11,85
65,2 8,50 63,0
9,75
50,2
65,8 59,7
Oct.
»
8,95
82,0
2,10 68,0
1,16
11,25
38,9
6,22
5,80
51,8
5,-
44,8
11,85
65,2
8,50
63,0
9,75 50,2 62,4 56,9
26Oct.-2Nov.
9,-
82,4
2,10
68,0
1,16
11,09
38,4
6,13
5,85 52,3
5,05 45,3
11,85
65,2
8,50
63,0
9,75 50,2 60,5
55,4
2-9 Nov.’37
9,-
82,4
2,09
67,7
1,16
10,96
37,9
6,06
5,85
52,3 5,05 45,3
11,85
65,2 8,50
63,0
9,75 50,2 58,2 53,7
9-16
,,
9,-
82,4
2,10 68,0
1,16
10,61
36,7
5,88 5,85 52,3 5,05
45,3
11,85
65,2 8,50 63,0
9,75
50,2 60,2 54,5
16-23
,,
,,
9,-
82,4
2,09 67,7
1,16
10,25
35,4
5,69 5,85 52,3 5,05 45,3
11,85
65,2 8,50
63,0 9,75
50,2
58,5 53,4
878
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1937
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 22 November 1937
Activa.
Binnen!. Wis-(Hfdbk.
f
8835.112,03 sels, Prom., Bijbnk.
,,
102.250,90
enz.in
disc.
,
Ag.sch.
,,
524.632,58
f
946199551
Papier o. h. Buiten!, in disconto ……
Idem eigen portef.
f
5.118.000,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.
–
Beleeningen
t’
Hfdbk.
160335.727,27
1
)
mcl. vrsch. t
‘
Bijbnk.
3
.305.817,45
in rek.-crt.;
op onderp. Ag.sch.
,,
25.726.007,80
f
189.367.552,61
Op Effecten ……
(
187.574.511,33
1
)
OpGoederenenSpec.
,,
1.793.041,28 189.367.552,611)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,
–
Munt, Goud ……
f
113.607.470,-
Muntmat., Goud
,,1.310.926.423,95
fl.424.533.893,95
Munt, Zilver, enz.
,,
17.582.641,95
Muntmat. Zilver
–
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
1.442.116.535,90e)
sioenfonds ……………………
,,
40.192.321,19
Gebouwen en Meub, der Bank ……..
,,
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………..
…….
,,
6.094.896,03
Staatd, Nederl. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221)
10.193.915,19
f
L707.145.216,43 Pa85Iva
___________________
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
4.338.707,82
Bijzondere reserve ………………
,,
6.600.000,-
Pensioenfonds ………………….
,,
11.146.154,08
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
865.615.405,_
Bankassignatiën in omloop ……….
,,
133.054,66
Rek.-Cour.
f
Het Rijk
f
9.029.148,68
saldo’s: ‘l, Anderen
787.556.591,99
796.585.740,67
Diverse rekeningen ………………
2.726.154,20
f
1.707.145.216,43
Beschikbaar metaalsaldo …………
f
777.533.245,67
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.943.833.310,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ……………….. ..
–
1)
Waarvan aan Nederiandach-Indje
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99) ……..
f
65.883.125,-
1)
Waarvan En het buitenland
…………….
……… ..99.070.603,04
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere
1
Beschikb. Dek-
Data
Circulatie opeischb. Metaal- kings
Munt _Muntmat.
schulden saldo
perc.
22 Nov. ’37 113607 1.310,926 865.615 796.719 777.533 87
15
,,
’37 113607 1.311.030 872.779 789.567 777.303 87
25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521
54
Totaal Schatkist- Belee-
Papier
Diverse
Data
bedrag promessen nin en
op het
reke-
discon to’s_rechtstreeks______g
bultenl. ningen
i)
22Nov. 1937
9.462
–
189.368
5.118
6.095
15
,,
1937
9.531
–
189.492
5.118
5.938
25 Juli 1914 67.947
–
61.686 20.188
509
i)
Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
Andere
Beschiki
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo
20 Nov.’37
5
)
131120
188.100
94,260 20.176
13
,,
’37
2
)
132.870
193.280 90.890
19.202
23 Oct. 1937
116.574
16,498
191.729 95.499
18.180
16
,,
1937
116.574
15.595
196.083 82.473 20.746
25 Juli1914
22.057
1
31.907 110.172
12.634
4.842
Wissels,
Diver se
Dek-
Data
buiten
Dis-
Belee-
reke-
kings-
N.-Ind.
conto’s
ningen
ningeni)
percen-
_____________
betaalt’,
lage
20 Nov.’375)
3.160
74:780
85.560
47
13
,,
’37
1
)
3.650 77.880
84.150
47
23 Oct. 1937
4.755
73.603
46
10.793
9′
16
,,
1937
4.543
10.967
i
61.824
72.644
47
25 Juli 1914
6.395
7.259
J
75.541
2.228
44
t)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
Bankbilf.
1
Bankbilf.
1.
OtherSecurities Data
Metaal
in
un
Bankingl Disc.and circulatle
1
Deoartm.
1
Advances jsecurities
17 Nov. 1937 1327.952
1
481.108
1
65.299
1
9.020
1
21.301
10
,,
1937
i
327.935 1 485.573
40.833
1
8.413
1
20.743
22 Juli 1914 40.164
29.317
33.633
OtherDeposits
1
1
Dek-
Data
1
Gov.
Public
1
1
Other
1
Reserve1 kings-
1
Sec.
Depos.
1
Bankers
IAccountsl
1
perc.
1)
17 Nov.’37
1
76.613
1
33.172 1 86.698
1
36.141
1
66.8451 42,8
10
’37
Jb03.908
1
30.679 1 90.909
1
36.0941
29.2971
52
42.3621 26,9
22 Juli ’14 11.005 14.736
1
42.185
t)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
1
Te goed Wis-
1
Waarv.I Belee-
1
Renteloos
Data
Goud Zilverl in het
1
sels
1
op het
i
.
voorschot
1
buitenl.
buitenl.l
ntngen
v.d. Staat
It) Nov.31
Jj4
7II
14
9471
4.647 1
3.200
4
,,
’37
55.805
t
3691
~10.78
~
~
18
11.1229481
4995
1
3.200
23Juli’14
4
.
104
1
640
1
–
1.541
81
769 _
–
Bonsv.d.I
Diver-
t
Rekg. Courant
Data
sen
t)
Circulatie
Zelfst.
t
Parti-
amort.
P.
Staat
amort k.1
culieren
10Nov.375.637
1
3.642 1
90.948
1
164 1 2.504 117.966
4
,,
’37
5.637
3.518
91.891
1
128
2.488
14.329
23 Juli’14
–
–
1
5.912
401
1
–
1
943
1
i)
Sluitpost activa.
DUITSCHE_RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ.
dekking
en
ningen
banken
t)
geldende
cheques
15 Nov. 1937
1
70,1
20,1
5,7
5.004,9
28,2
6
,,
1937
1
70,1
20,1
5,9
5.248,7
39,9
30 Juli
1914
11.356,9
– –
1
750,9
50,2
Data
1
Effec-
1
Diverse
1
Circu-
1
Rekg.-
Diverse
ten
Activatm)
latle
1
Crt.
Passiva
15 Nov. 1937
1
104,7
820,1 1 4.825,1
1 319,2
6
,,
1937
1
104,7
1
747,5
1
5.025,0 1
671,7
1
307,5
30 Juli 1914
1
330,8
1
200,4
1.890,9
1
1
40,0
‘) Onbelast.
1)
w.o.
Rentenbankscheine
15,6
Nov. resp. 21,21 miii.
NATIONALE BANKVANBELGIË (inBelga’s).
Goud
Rekg. Crt.
“..s
Data
•
1937
cc
0
L
~
e
Q
‘s»
tS
0
18 Nov.
1
‘
t’
t
152
40
T
1
42
iï
10
,,
3
.
341
1
47
1.2641
39
152
40 4.339
1
32
504
FEDERALRESERVEBANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
1
Goud-
,,Other
In her- 1 In de
cash”
2)
disc. v. d.
open
‘
:
d
t
r
aa
a
g
t
1
certifi-
member
1
markt
caten
1)
banks
1
gekocht
10Nov.’37 9.134,3
1
9.124,9
306,0
21,0
1
2,8
3
,,
’37 9.134,3
1
9.124,9
308,1
24,3
1
2,8
Belegd
1
1
Totaal
1
t Goud-
1
Aluem.
Gestort
t
Dek-
1
Ziek-
Data
In U. S.
circu-I D.ep?_ IKapitaaIl kings-
1
kings-
Gov.Sec.
1
latie
52
1
perc.S,1
1
perc.4)
10Nov.’37’ 2.536,6
1
4.277,4 7.501,3
1
132,5
1
80,1
t
–
‘371
2.526,2
1
4.284,2
1
7.481,5
1
132,7
1
80,3
1
–
1)
Deze certificaten werden door de Schatkist aan de Reserve Banken
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan. 34 van
100 op
59.06
cents werd gedevalueerd
1)
,Other Cash” doea not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank notes.
3)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover ope1echbre
echulden: F. R. Notes en netto deposito.
4)
VerhoudIng totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Dis-
1
1 Reserve Totaal
1
Waarvan
Data
1
Aantal
1
conto’s
Beleg-
1
bil de
leening.
en
i
gingen
1
R.
depo-
1
time
beleen.
1
1
banks
1
sito’s
deposits
3Nov.’37’ 13
1
9.625 112.029
1
5.325
1
25.851
1
5.278
27 Oct.
‘l
6
1
9.682
12.012
1 5.404
1
25.987
5.274
De posten van De Nad. Bank, de Javasche Bank en de Bank of Eng-
land zijn in duizenden, alla overige posten In millloenen van de be-
treffende valuta.