Ga direct naar de content

Jrg. 22, editie 1100

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 27 1937

7 JANUARI
1937

AUTEURSRECHr VOORBEHOUDEN.

Economisch~Stati’stiosche

Ber i’ch.ten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR ‘DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

22E JAARGANG

WOENSDAG 27 JANUARI 1937

No. 1100

COMMISSIE VAN RËDACTIE:

P. f,iief*inok; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en

U. M. H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

Assistent-Redacteur: L. R. W. Soutendijk.
Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rctterdam.

Aange teekende stukken: Bijkant&or Ruige plaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 ver regel. Andere pagi-

na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens

tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:

Nijgh £ van Ditmar NV., Uitgevers, Rotterdam, Am-

sterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque. en giro-rekening

No. 145192.

Ahonnementsprijs voor het weekblad ‘franco p. p. in

Nederland f 16,—. Abonnementsprijs Economisch-Sta
tis.

tisch Maandbericht f5,— per jaar. Beide organen samen

f20,— per jaar. Büitenland en Koloniën re8p. f 18,—,

f 6,— en f23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-

teurs en leden van het Nederlandsch, Economisch instituut

ontvangen het weekblad en het Maandbericht gratis en

genieten een reductie op de verdere publicaties.

INHOUD.

Blz.

HET PLAN VOOR EOONOMISOHE TOENADERING VAN MINIS-

TER
COL1JN
door
Gottfr. H. Crone ……………… 62

De fusie der Indische Tinbedrijven door
ir. P. Hövig. . 62

Is stijging van de kapitaalrénte te verwachten? door

C. A. Klaas-se ……………………………….65

De paridbrieïmarkt na de depreciatie
van
den gulden
door
Hr. J. Wilkens …………………………6
,
6

De suikertiadeI in 1936 door
A. W. Volz……..
.. .’..
68

AANTEEKENINGEN

De Engelsche pers als industrie ……………….
70

De pers als bewaker van den vrede .. -..

……..
72

De Nederlandsche kapitaalmarkt in
1936 ……….73

Statistieken

Gro&thandels.prijzen …………………………………
– – Geldkoersen-WisselkoerCen-Bankstaten ……………. ..
73, 76

GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.

Wederom was er op de wisselmarkt weinig ver-
andering te coustateeren. De Doilaraankoopen voor
rekening van het Egalisatiefonds, die ertoe dienen
om een daling van den koers beneden 1.82% te be
letten, behoefden echter, evenals de vorige week, weer
geringer te zijn dan voorheen. Dit spreekt ook hier-
uit, dat in de verslagweek drie dagen de officieele
koers voor deze valuta zelfs iets hooger was dan het
genoemde ,,ijzeren minimum”. Overigens ‘zijn de
transacties in Dollars, die te Amsterdam voor reke-
ning van het fonds worden- uitgevoerd, geen voldoen-
de maatstaf meer voor den omvang van de interven-tie. Sinds eenigen tijd immers heeft men uit de arbi-
trage met Londen den indruk, dat het fonds aldaar
door bemiddeling van een der groote Engelsche ban-
ken Guldens doet verkoopen en het provenu in goud doet omzetten. Hoewel men op die wijze het inzicht
in den omviing der affaires natuurlijk verliest, heeft
men toch den indruk,, dat het surplus-aanbod van
valuta in de laatste weken heel wat beneden het ge-
middelde van de voorafgaande weken blijft. –
Op de valutamarkt waren er geen deviezen die
speciaal de aandacht trokken, reeds eenige weken
lang zijn alle koersen merkwaardig stabiel. Zelfs de Fransche Franc vertoont weinig fluctuatie, ondanks de geruchten, dat men den koers wil laten dalen om
deze in overeenstemming te brengen met het laag-
ste peil dat volgens het devaluatiedecreet toelaat-
baar is. Ook de tei-mijnkoers voor. Francs, die reeds
geruimen tijd disagio doet, bleef in de verslagweek
ondanks het genoemde gerucht onveranderd. De ver-
schillende Sperrmarksoorten, die reeds eenigen tijd
vast in de markt liggen, trokken verder aan. De vraag naar deze Marken houdt mede verband met de recen-
te strengere bepalingen inzake aanmelding van bui-tenlandsch bezit door ,,devisenrechtl iche Inliiuder”,
daar in bepaalde gevallen wordt toegestaan dergelijk
bezit ten deele tegen Sperrmarken af te, stooten.
Op de geldmarkt deed zich voor het drie- tot
zevenmaandspapier verder de invloed gelden van de
operaties voor het Egalisatiefonds. Voortdurend vond
verdere plaatsing voortgang. Hoewel men om genoerh-
de reden moeilijk kan nagaan of de bedragen, die
aldus uit de markt werden genomen, in evenredigheid
st-ain tot de posten deviezen die het fonds opnam,
heeft men toch den indruk, dat aan de markt meer
geld werd onttrokken dan direct voor dat doel noo-
dig. In dat geval zou dus de, heleening van het fonds
bij. de Centrale Bank verder kunnen terugloopen,
waarmee men ‘dan zou voortgaan op den ,in .den laat-
sten .tijd ‘g’evolgden weg.
De heleggingsmarkt was over het algemeen yast,
waarbij de emissie van de nieuwe Indische conersie-
leening. tegen zulk een laag .rentetype zeke,r hiedé
een psyehologische.n invlôed zal hebben gehad. Voor-
i de laagrentendie l,eeningen boekten een.ig,, koers-
avane,, de hoo’gei-rentende zijn natuurlijk iii i’erhand
met de converiekas ongeveer aap. het Ïilafdhd.

62

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Januari 1937

HET PLAN VOOR ECONOMISCHE TOE-

NADERING VAN MINISTER COLIJN.

In een verklaring, die op 9 Januari jl. in de belang-
rijkste Deensche, Noorsche, Zweeclsche en Finsche
dagbladen werd openbaar gemaakt, betoogde onze
Minister-President de wenschelijkheici van bespre-
kingen tusschen de Scanclinavische landen, Nede.r-land en België, om te komen tot wederzijdsche ver-
laging van invoerrechten in het algemeen en het
verwijderen van handelsbelemmeringen tusschen die
landen. Ook Centraal-Europa, in het bijzonder
Duitschland, zon tot het gezond maken van de inter-
nationale economie moeten meewerken. Indien de
kans hierop door het streven naar autarkie in
Duitschiand voorshands gering is, dan zal men moe-ten beginnen met een bereikbare oplossing, namelijk
samenwerking tusschen de landen, die thans bereid-
heid toonen. Dit initiatief moet naar mijn meeniig
zeer worden toegejuicht. Het Ouchy-pri.neipe brengt mede, dat een open conventie wordt beoogd, waarbij
andere landen zich desgewenscht kunnen aanslni-
ten. Daarentegen zou een economische blokvormirig,
zonder dat anderen staten gelegenheid tot aanslui-
ting wordt gegeven, bepaald verkeerd zijn.

Bij den tegenwoorcligen stand van zaken

in den
w’ereldhandel, door allerlei, maatregelen ten zeerste
bemoeilijkt, mag natuurlijk ni.et
worden verwracht.
dat het initiatief van. Minister Colijn wonderen zal
doen geschieden. Maar wel wordt daardoor dc aan-
dacht van de landen, wier Regeeringen en bevolkrn-

gen voor economische toenadering vatbaar Zijn,
scherp op de noodzakelijkheid van verruiming van
het han.delsverkeer gevestigd. Daarbij is het een voor-
deel, dat zulks geschiedt in een. ‘tijd van verbeteren-
de conjunctuur, die in mi.ndere mate dan de afge-
loopen jaren aanleiding tot verscherping van de
ha ndelspol:itieke betrekkingen geeft.

Uitgangspunt van het voorgestelde overleg is
blijkbaar het Verdrag tot Economische toenadering
0])
22 December 1.930 te Oslo gesloten. Deze con-
ventie, gesloten tusschen België, Luxemburg, Dene-marken, Nederland, Noorwegen en Zweden, was een
uitvloeisel van de door den Volkenbonci in het werk
gestelde pogingen om tot een wapenstilstand op
t
ai
.i
e
l
ge
bi
e
d te geraken. In de inleiding verklaar-
den de partijen dan ook er naar te streven de hegi
selen in de practjk te brengen, cli.e ten grondslag
lagen aan de economische actie van den Volkenbond
en zooveel mogelijk elkaars belangen te ontzien. De
economische en monetaire gebeurtenissen tijdens de jongste crisis verhinderden echter cle uitvoering van
de . overeenkomst. Op 1.6 Juli 1.932 ondernamen
nochtans Nederland, België en Luxemburg ccii
nieuwe poging in de richting van hetgeen Oslo voor-
stond door de overeenkomst van Ouchy. Zij spraken
daarbij af om over en weer hun handelsbelemme-
ringen tegenover elkander te verminderen en wei
door middel van een algemeen verdrag, tot hetwelk
iedere staat kon toetreden. Ehter bleef de toetre-
di.ng van andere staten uit en slechts weinige ver-
klaarden, dat zij aan het in werking treden van
Ouchy tusschen de verdragssluitende partijen niets
in den weg zouden leggen. Wel maakten enkele sta-

ten hezwaar
r
, waaronder Engeland, dat met ons door
het Tractaat van.Handel en Scheepvaart van 27 Oc-
tober 1.837 is verbonden en op grond daarvan een
strikte interpretatie der onvoorwaardelijke meest-
begunstiging verlangde. Het debat over Ouchy,
waarop men in Nederland had gehbopt, heeft op de
Londensehe Conferentie van 1933 niet J)laats gehad.
l)e mislukking vn deze Conferentie beteekende, dat
er voorloopig van toepassing der Ouchy-gedachte
niets kwam. Zulks was naar mijn gevoelen nochtans
geen mislukking van het Ouchy-stelsel, doch veeleer
een aanwijzing van de moeilijkheden, die overwon-

nen inoeten worden.
Hot vraagstuk van de meestbegunstiging, dat zulk

een ernstige belemmering voor Ouchy is gebleken,
zal dan ook bij de uitwerking van het initiatief van
Minister Colijn dienen te worden opgelost. Een au.-
dere belangrijke, vraag is, of een handelspolitiek
Oslo-blok op zichzelf voor Nederland van groote
economische beteekenis zou zijn. In 1930 ontvingen
wij van de waarde van onzen invoer 11,69 pOt. uit
België, 1,59 pOt. uit Zweden, 0,16 pOt. uit Finland, 0,69 pCt. ui.t Noorwegen en 0,38 pct. uit Denemar-
ken. Van de waarde van onzen uitvoer ging gedu-rende 1935 11,49 pCt. naar België, 3,13 pCt. naar
Zweden, 1,20 püt. naar Noorwegen,
0,16
pCt. naar Finland en 0,71 pCt. naar i)enernarken. België zou
in een dergelijk Oslo-blok volgens dezen maatstaf
voor ons dus eigenlijk het eenige land van groote
heteekenis zijn. Men vergete daarbij echter niet dat de ruilbetrekkingen met de genoemde landen zeker
in een tijd van conjunctureele opleving voor uit-
breicling vatbaar moeten worden geacht. Ook zijn de
toestanden er niet naar, om de kleinere handelsbe-
langen te verwaarloozen
Ongetwijfeld zou echter het nieuwe Oslo-initiatief
nog aanzienlijk aan heteekenis winnen, indien het
mogelijk zou blijken, de groep uft te breiden. De
berichten, die ons tot nu toe omtrent de onder-
havige aangelegenheid bereikten, waren echter tame-
lijk vaag en lieten ruimte voor veronderstellingen
van uiteenloopenden aard. Men kan er dus nog
slechts naar gissen, in hoeverre het handelspolitieke
overleg, dat tussehen groote mogendheden aan den
gang schijnt te zijn, aspecten voor een verbreeding
van den grondslag van Oslo kan bieden. in dat geval
zou zulks naar mijn meening een hand.elspoli’tieke
gebeurtenis van de eerste orde beteekenen.
Go’r’rFR. H. CRONE.

DE FUSIE DER INDISCHE TINBEDRIJ VEN.

De Memonie van Toelichting tot het voor kort hij
den Volksraad ingediende wetsontwerp tot sanienvoe-
ging van de Bangka-tinwinning en de Gemeenschap-pelijke Mijnbonwmaatschappij Billiton in één onder-

neming, de
N.V.
Vereenigde Nederlandsch-Indische

Tinbedrjven (Venit), begint reeds in de allereerste alinea met zeer nadrukkelijk te stipuleeren dat het
hier zuiver en alleen, gaat om een kwestie van, enkel
maar zakelijk financieel en commercieel beleid, waar-
aan geen enkele heteekenis van politieken aard ver-
bonden is en – kan men er ccii toevoegen – even-
niin van eenig ander sentiment.

Inderdaad ontleent de geheele Indische tinindus-
trie haar bestaansrecht eenig en alleen aan dle win-
sten, die zij oplevert en het eenige publieke belang, dlat er aan verbonden is, is, dat deze baten voor het
overgroote deel in ‘s Lands schatkist vloeien. .Ln dit
opzicht zijn de tinhedrijven niet te vergelijken niet
de spoor- en tramwegen, zoowel btaats- als pa.rticu-
liere, de waterkrachtswerken, zelfs niet met de kolen – mijnen, die, hoewel ook in dle eerste plaats het maken
van winst beoogende, toeh een product leveren, dat
in Indië zelf afzet vindt en dat in verband met de
defensie van beteekenis kan zijn, zooals ‘tijdens den

oorlog voldoende gebleken. is.

Er is in onzen geheelen Oost geen enkele indus-
trie, die tin in eenigszins noemenswaardige hoeveel-
heid gebruikt. Ook als werkgelegenheid voor in-

heemsche arbeidskrachten staan de tinbedrjven hij
welke andere particuliere of Gouvernements-onder-
neming of dienst verre ten achter, daar zij nagenoeg
geheel met geïmporteerde Chineesche arbeiders wet’-
ken,; de vele pogingen om .de inheemsche bevolking
bij de bedrijven te betrekken hebben tot nu geen
noemenswaardig succes gehad; het werk ligt haar

blijkbaar niet.
Maar, al ontbreekt dan. aan de kwestie alle poli-
tieke kleur en geur – wat velen misschien zullen
betreuren – het geval is er niet minder belangwek-
kend om: het gaat om groote ‘bedragen. Wel niet

27 Januari 1937

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

63

zulke als in het nog maar zoo kort achter ons lig-
gende, bijna legendarische, verleden, toen Bangka
over, het kalenderjaar 1926 een winst opleverde van

f
56.600.000 en Billiton over het boekjaar Juni 1926
—Mei 1927 van
f
20.800.000, waarvan .%- ten bate
van ‘s Lands schatkist kwam. Die tijden zijn voorbij
en komen niet meer terug, wat maar goed is ook
want het was een ongezoncien toestand.
Over 1935 echter, hij quota, die over dat jaar ge-
middeld 58% pOt. bedroegen
en
een gemiddelden tin-
prijs van £ 225.7 voor standard cash, maakte Bangka
een netto winst van
f
13.209.016 en de G.M.B. van

f
3.766.570. Over het afgeloopen jaar zijn uiteraard
nog geen winstcijfers bekend, clocli dat zij die vami
het jaar te voren zullen overtreffen, zal men wel
mogen verwachten in aanmerking nemeude, dat het
gemiddelde der quota over (lat jaar bijna dubbel zoo
hoog was, nl. 9216 pOt., al was de gemiddelde tin-
prijs wat lager: £ 204.12%.
Dus toch nog cijfers, die er zijn mogen en wel
bijzonder de aandacht verdienen, ook zeer zeker de
publieke aandacht omdat het een kwestie is, die, als zuiver budgetair, zonder uitzondering iedereen aan-
gaat in zijn kleurlooze, maar daarom niet minder
beteekenisvolle kwaliteit van belastingbetaler.
En nu de zaak waar het om gaat.

*
*

Er zijn in Indië
drie
tinbedrijven werkzaam: cle
ontginning op het eiland Bangka, die geheel voor
rekening en ten bate van het Ned.-Indische Gouver-
rieiu’ent werkt, de Gemeenschappelijke Mijnhouwmaat-
schappi,j Billiton (G.M.B.), waarvan 6216 pOt, van
het aandeelenkapitaal zich in het bezit va.n het Gou-
vernement bevindt en de Siugkep Tinexploitatie
Maatschappij (Sitem), waarvan het aandeelenkapi-
taal verdeeld is tusschen de G.M.B. en de Billiton
Maatschappij (B.M.) in verhouding 99 en 1 .Eigen-
lijk is er nog een vierde tinbedrijf, de Ned.-Indische
Tin Exploitatie
Mij.
(Nitem), die zich ontginning
van tinertsafzettingen op eenige eilanden van den.
Riouw Archipel ten doel stelt, doch deze laatste kan
hier verder buiten beschouwing blijven, omdat de
onderneming niet in bedrijf is en in de toekomst
nog zal moeten blijken of zij een productie van eeni-‘gen noemenswaardigen omvang zal kannen bereiken.
Ook van deze onderneming is het aandeelenkapitaal
geheel in handen van cle G.M.B. en de B.M., elk
voor de helft
(= f
2.000.000), terwijl aan het Gou-
vernement daarnaast nog een recht op winstuitkee-
ring is toegekend als had het voor
f
750.000 in het
kapitaal der vennootschap deelgenomen.
Zoowel Sitem als Nitem zijn in het fusieplan in-
begrepen.

Practisch komt het er dus op neer, dat men in
Indië twéé produceerende tinbedrijven heeft, het
Bangka-bedrijf, waarin als landshedrijf het Gouver-
nement alles te zeggen heeft en de combinatie G.M.B.
+ Sitem, waarin het Gouvernement over 6234 pÇt. (op een te verwaarloozen fractie na) van het kaj,ii-
taal beschikt en door drie van de vijf leden in den
Raad van Beheer vertegenwoordigd is en dus, als het
er op aan zou komen 6k alles te zeggen heeft, be-
houdens de moreele en zakelijke verplichting daarbij
rekening te houden met de belangen, zoover die gaan,
van den voor 3734 pOt. mede-participant, de B.M.
Bij het Bangka-bedrjf, dat als ,,dienst” onder het
Departement van Verkeer en Waterstaat ressorteert, is deze zeggenschap rechtstreeks, hij de G.M.B. wat minder rechtstreeks — maar daarom niet noodzake-
lijk minder effectief — want via de meerderheid in
den Raad van Beheer.
Voor het overige zijn de Baugka-tin winning en de
G.M.B. twee afzonderlijke, zelfstandige bedrijven, elk
niet zijn eigen beheer en zijn eigen bijzondere be-
langen. Belangen, die in wezen en werkelijkheid aan
elkaar tegengesteld zijn, want beiden maken hetzelfde

product – timi — voor dezelfde markt, waar zij
elkaar dus als mededingers ontmoeten. Men heeft
hier dus het wel zeer zonderlinge beeld, dat twee
ondernemingen, waarbij éénzelfde belanghebbende —
het Ned.-Inclische Gouvernement — voor het geheel,
resp. in overwegende mate, betrokken is, met elkaar
(:oncurreeren.
Men behoeft zich echter van dit antagonisme geeI al te dramatische voorstelling te maken, althans niet
zoolang de producties door quota bepaald worden.
Voor de eerste 5 jaren, zoolang het nieuwe Inter-
miational Tin Oontrol Scheme, dat in December jl.
tot stand kwam, van kracht is, is er geen reden tot
ongerustheid. Maar dan? Wie zal het zeggen? In het
feit, dat wij in December jl. maar op het uiterste
nippertje aan een ongekend fellen timioorlog over de
geheele liie ontsnapt zijn, ligt een ernstige waar-
schuwing; cle Bi]t zou seinen aan alle posten: weest
op uw hoede!
Een voor het oogeriblik veel meer actueel bezwaar
in de bestaande verhouding, of juister in het ont-
breken van eenige verhouding tusschen Bangka en
de G.M.B., ligt juist in die, overigens heilzame,
quota. De tinbedrijven, als zuivere winsthedrijven,
moeten, om aan hun doel te beantwoorden, zoo groot
mogelijke tastbare voordeelen opleveren, d.w.z. in
hard cash. In gewone omstandigheden kan men die
vinden in grootere producties, betere prijzen, lagere
zeifkosten. De productie echter wordt, door middel
van de quota, vastgesteld door het International Tin
Oommittee, dus daar ken men niets aan doen ; de
prijs wordt geregeld door de internationale tinmarkt
te Londen, waarop men als individueele producent
ook al geen invloed kan uitoefenen: Zoodat alleen de zelfkosten overblijven als middel om de winst-
marge te vergrooten. Zooals de toestand nu is,
eischen èn Bangka èn de G.M.B. van de aan Ned.-
Indië iii zijn geheel toegekende productie, elk voor
zich het volle pond op. Maar dit is niet altijd de
juiste manier om over de geheele Indische prozlu.c-
tie de grootste winst te maken.
Een enkel voorbeeld moge dit en de bedoeling van
deze opirierking illustreeren; over 1931, bij een ge-
middelden tinprijs over dat jaar van £ 118 maakte
Bangka, niet een productie van. 14.186 ton, een netto
winst
van
f
2.628.476, de G.M.B., met een productie
van 7.416 ton een
verlies
van
•f
2.298.182, van welk
laatste bedrag dus % ten laste van liet Ned.-Indische
Gouvernement kwam. Het is duidelijk, dat de reke-
ning er geheel anders uitgezien zou’ hebben wanneer
het, door een doeltreffende belangencombinatie mo-
gelijk geweest ware het aandeel van cle G.M.B. in de
totale Indische ‘productie geheel of grootendeels, voor
dat jaar, mede van Bangka te betrekken.
Door dit voorbeeld wordt tevens geïllustreerd, waar
de kracht van de Ned. -Indische tinindustrie gelegen
zijn kan in liet geval van een eventueelen tinoorlog,
die toch maar voorloopig bezworen is èn
hij
even-tueele belangrijke fluctuaties van quota en prijzen,
clie steeds mogelijk
zijn,
omdat het Int. Tin Oommit-
tea daaraan wel veel doen kan, maar geenszins
alle

omstandigheden
heheerscht, o.a. de tinconsumptie
niet.
En dan moet ook niet vergeten worden, dat ver-
hoogde soepelheid en adaptahiliteit van de Ned.-
Indische tinindustrie, door een efficiënte belangen-combinatie, er veel toe zal bijdragen de positie van
Ned.-Indië in het Intern. Tin Oommittee te verster-
ken, wat van niet te onderschatten belang is bij on– derhandelingen als er in December jl. gevoerd zijn
over de vernieuwing van het Oontrol Schema en de
daaraan verbonden vaststelling van de standard ton-
nages, waar men in 1941 wéér voor komt te staan,
hij de vaststelling der quota enz.; in het kort: de
geheele internationale tinpolitiek. Het is zeer waar-
schijnlijk dat, wanneer een inniger belangengemeen-
schap tusschen onze tinbedrijven reeds een voldon-
gen feit geweesi ware v66r de December-onderhan-

64

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Januari 1937

delingen, zoowel Siam
als
Belgisch Congo met lagere

standard tonnages. hadden moeten genoegen nemen,
waardoor de quota hooger en daarmede het aandeel
van Ned.-Indië in de wereldproductie grooter ge-

weest zou zijn.
Dat één gemeenschappelijke administratie, techni-
sche staf, machinale outillage met de mogelijkheid
van onderlinge uitwisseling voor de geheele Indische
tinindustrie belangrijk goedkooper moet uitkomen
dan; wanneer men dit alles voor elk der beide bedrij-
ven afzonderlijk er op na moet houden, zooals nu,
ligt z66 voor de hand dat daar niet nader op be-
hoeft te worden ingegaan.

* *
*

Men moet, ten aanzien van de tinfusie in haar
vollen. omvang, een streng onderscheid maken tus-
schen de verschillende vraagstukken, die zich daarbij
voordoim en deze elk afzonderlijk en in de logische
volgorde behandelen.
In de eerste plaats dan de principieele vraag,
waar alle andere op wortelen: is een inniger samen-werking, een, samensmelting van de beide Indische
tinbedrjven – voorloopig ongeacht den vorm die
deze combinatie zal aannemen – al dan niet ge-
weuscht c.q. noodzakelijk? Na het bovenstaande
exposé van de feitelijke verhoudingen kan het ant-
wobrd daarop, naar het wil voorkomen, niet anders
dan bevestigend luiden. Gezien de groote finan-
cieele belangen die er aan verbonden zijn – en alléén
maar financieele – is het voor de geheele Indische
samenleving van groot belang het beheer en de lei-
ding van de betrokken bedrijven in één hand te ver-

eenigen.
Het tweede punt dat, in logische volgorde, thans
aan de beuit komt betreft den vorm, die aan deze
belangengemeenschap te geven ware. In het wets-
ontwerp valt de keuze op die van een N.V.: de N.V.
Vereenigde Nederlandsch-Indische Tinbedrijven (Ve
nit). In de Mernorie van Toelichting wordt uitvoe-rig en met klem van redenen gemotiveerd waarom
aan dezen vorm de voorkeur gegeven wordt boven
dien van een Landsbedrjf. Er wordt in dit verband
mede op gewezen, dat door de bedrijfsleiding van de Bangka-tinwinning zelve reeds meermalen gepleit is
voor een bedrijfsvorm, waarbij de commercieele
eischen meer tot hun recht zouden komen door den
band niet de Landsbegrooting en de Landsadminis-
tratie losser en het bedrijf ,,zelfstandig” te maken.
Voor
,
een efficiënte bedrijfsvoering is het noodig, dat
shel, liefst onmiddellijk gereageerd kan worden op
veranderde omstandigheden van de tinmarkt en wat
daarmede samenhang-t. Zulke veranderingen zijn vaak
van ingrjpenden aard en hebben dikwijls bovendien nog op korten termijn plaats.
Om slecht§ een enkel voorbeeld aan te halen: voor
het eerste kwartaal 1935 waren de quota vastgésteld

0])
40 pCt., voor het laatste kwartaal van dat jaar

01)
80 pOt. Een productie-verhooging dus tot het
dubbele en dat nog wel binnen een termijn van

slechts
zes
maanden. Wat zit er voor Bangka aan
vast om in zoo’n geval de beschikking over het meer-
dere noodige materieel, bijv. een nieuwe tinhagger-

niolén te verkrijgen?
De plannen daartoe moeten door
de bedrijfsleiding eerst worden voorélegd tan den
Directeur van Verkeer en Waterstaat, het Departe-
ment waaronder het bedrijf ressorteert,; en
1
wordê.i,

warnïeér hij er mede instemt, door deze ‘autoriteit
op dé “Land’sbegrooting gebracht. Eerst wnneer deae
bégrdoting alle instantis doorloopen heeft, döor
deh Volksraad in Indië en de Staten-Generaal in
Nedérland is aangenomen én’ tot wet geworden kan
tt hestélliiig worden overgegaan. Daarmèda kaa een
‘soms meer, gemoeid zijn; behoudéns het gens-

ziil dëhkbeeldige”evaar, dat hét geheele .project ge.
séhrajt vîordt, ‘omdat deJbeschikbar’ Lahdsgelden
voorvahdér&’ dèleinden, wegenaanleg, ‘irrigatie, scho-

len, defensie enz. worden bestemd, die volgens ,’den
Departements-chef, of een meerderheid in ‘den Raad
van Indië, begrootingscommissie, Volksraad of Ka-
mers meer urgent worden geacht. Het zal de ver-
schillende oud-bedrijfsleiders evengoed als den tegen-
woordigen functionaris een groote voldoening geven,
dat de Regeeringen in Indië en in Nederland ein-
delijk voor hunne inzichten gewonnen zijn.
Het derde punt betreft het aandel, dat elk van
de deelgerechtigden, het Gouvernement van Ned.-
Indië en de Billiton Maatschappij, in de nieuwe ven-
nootschap zal toekomen. Dit is een kwestie van
groot, want direct financieel, belang voor beide par-
tijen. En tevens het moeilijkste probleem, dat zich
in dit verband voordoet om de groote mate van on-
zekerheid, die aan eenige van de belangrijkste fac-
toren, die er bij betrokken zijn, inhaerent is. Een
daarvan, van fundamenteele beteekenis omdat het
de basis is voor de berekening van de kapitaaiswaar-
de van elk der heide bedrijven, omvat de ertsreser-
ves: hoeveel tinerts is op elk der eilanden nog aan-
wezig, dat met voordeel ontgonnen kan worden. Niet
alleen dat op Bangka, dat een oppervlakth heeft van

11.780 km
2
, nog geenszins alle afzettingen van tin-
erts reeds gevonden zouden zijn, die er mogelijk kun-
nen voorkomen, dus nog minder op hun gehalte enz.

onderzocht, ook op Billiton (4.430 km
2
) en op Sing-

kep (827 km), al zijn die zooveel kleiner, is’ het nog

zeer wel mogelijk nieuwe, onbekende afzettingen van
onbekenden omvang en gehalte aan te treffen.
Bovendien is ,,rnet voordeel ontgiubaar” een he
grip, dat alleen maar concrete waarde heeft op het
oogenblik, dat men het gebruikt; het kan morgen,
wanneer toevallig een nieuwe uitvinding gedaan
wordt, die goedkoopere productie mogelijk maakt of
wanneer het niveau, waarop de tinprijs zich beweegt,
door een van de vele mogelijke veranderingen in de
marktpositie van het metaal, eens eenigerinate be-
langrijk zou stijgen of dalen, een geheel andere he-

teekenis hebben.
Hiermede zijn tevens de beide andere voorname
factoren voor de berekening van de kapitaalswaarde
genoemd: de tinprijs en de zeifkosten. Naar beide
kan men misschien eenigszins een slag slaan, maar
met eenig vertrouwen dan toch zeker voor niet lan-
ger dan voor de’eerste volgende vijf jaren, zoolang
men een redelijke zekerheid heeft omtrent het
v
oo
r
t:

bestaan van het Control Scheme. Maar wat hetee-
kent 5 jaren, waar de mogelijke levensduur van het
Bangkahedrjf op volle capaciteit, door een der be-drijfsleiders op ca. 40 jaar getaxeerd werd? Inder-
daad is de gemengde commissie, die ingesteld was
om cle waarde van de activa van beide bedrijven, waaronder de ertsreserves, vast te stellen, niet tot
een positief resultaat kunnen komen. Slechts veel en
langdurig transigeeren – dat is werkelijk de eenig
reëele methode in zoo’n geval – heeft eindelijk de
oplossing en daarmede overeenstemming tusschen

partijen gebracht en wel op basis van 90 voor het
Gpuvernement en 10 voor de Billiton Maatschappij.
Vooraf heeft de Regeering’ echter gemeend nog het
advies te moeten inwinnen van een geheel buiten
partijen staand accountantskantoor. Dit luidde, dat
de verhouding 90 : 10 voor heide partijen aannemelijk
méet worden geacht bij een gemiddélden tinprijs

van
f
170 per quintaal (
f.192
per long ton); hij

kostprijzen als in he,t veislag van de gerneugde’ com-
iiiissié vermeld en hij quota van 60 pOt. iooger’ tin-
prjl, ,hoogere quota e.n ‘lagere zelfkosten, zou tot
èen’ extra voordeel voor het Land Voeren; het dmge-
kéde zôu uiteraard een tegengesteld effect hebben.
Op ‘dit laatste zal men voorloopig, zoolang het Con-
trol Scheme gehandhaafd blijft, wel niet behoeven
té rekenen. ‘En overigens zou het dan tôch maar om
1e’trekkeljk kleine bedragen gaan: het accountants-
rapport becjfert, ‘dat,’ indien de’ gemiddelde tinprijs
gédurénde den geheelen’ duur van de exploitatie’
f
10

lager zou komen te liggen dan f.170′ per quintaal,

27 Januari 1937

ECONOMIsCH-sTATrsTISCHE BERICHTEN

65

zulks voor het Land een nadeel zou medebrengen
van.
f
67.000 per jaar in vergelijking met hetgeen
het Gouvernement, ter compensatie van het verschil
in kostprijs tusschen beide bedrijven, toekomt. In-
clerclaad een luttel bedrag, dat ruimschoots gecom-
penseerd zal worden door de andere voordeelen, die
het gefusioneerde bedrijf zal opleveren.

* *
*

En nu tenslotte het laatste punt betreffende het
l)eheer €u de leiding van het nieuwe
bedrijf.
Het
vetsontwerp heeft zich daarbij gehouden aan het
model, waarmede men nu reeds gedurende ruim 12
jaren vertrouwd is en ervaring heeft opgedaan bij
(le G.M.B. Het beheer zal gevoerd worden door een
Raad van Beheer bestaande uit 5 leden, waarvan 3,
waaronder de voorzitter en de ondervoorzitter, te be-
noemen door den Gouverneur-Generaal, de beide
anderen aan te wijzen door de Billiton Maatschap-
pij, na voorafgaande raadpleging van de Regeering.
Deze verhouding van 3 : 5 lijkt in disharmonie met
die van 90 : 10 der financieele participatie en is
dat rekenkundig inderdaad ook. Maar als het er op
aan komt, is de machtspositie van een meerderheid
van drie even effectief als die van een van negen
eii wat den anderen kant betreft, weten twéé meer dan één. Men moet er voor waken een lichaam als
een Raad van Beheer te groot te maken, daar zulks
zeker niet aan een efficiënte leiding ten goede komt:
zooveel hoofden, zooveel zinnen. Aan den anderen
kant mag het aantal leden ook niet te klein zijn om
de gelegenheid te hebben tot een juiste taalcverdee-
ling in verband met meerdere of mindere deskundig-
heid betreffende verschillende onderdeelen van zulk
een omvangrijk bedrijf. Vijf lijkt daarom een hand-
zaam getal. Voor het overige hangt het effect van
de zeggenschap niet af van het aantal, waarmede de
regeeringsvertegenwoordigers in de meerderheid zijn,

doch wel van hun verschillende qualiteiten en be-
kwaamheid en dat is een zaak, die deRegeering ge-
heel en volkomen in eigen hand heeft.

De eiganlijke bedrijfsleiding, de Directie, zooals
dat heet, zal, eveneens in analogie aan de G.M.B.
worden opgedragen aan de Billiton Maatschappij.
Inderdaad lijkt dit de beste oplossing. Het is altijd
gevaarlijk met een nieuw bedrijf zich al dadelijk aan
experimenten te gaan wagen; bij deze directie weet
men, door jarenlange ervaring, wat men aan haar
heeft en van haar kan verwachten. Bovendien – en
dat moet wel den doorslag geven – is er geen enkele
andere directie te bedenken die, wat competentie be-
treft, op elk gebied van dit zeer omvangrijke en
gevarieerde bedrijf, met haar te vergelijken is. De
bedrijfsleiders van Bangka zijn ongetwijfeld bekwame
technici, clie, wat dat betreft, voor niemand behoe-
ven onder te doen, maar zij zijn steeds buiten alles gehouden wat met de tinmarkt in verband staat: de
ambtenaar, die het tin ter markt brengt is zeker een
ulitnemend koopman, maar die nooit ook het minste
met het bedrijf heeft uitstaande gehad. Zoodat in-
derdaaci geen andere keuze overblijft en die zeker
niet de slechtste zal blijken te zijn.

P. Hövio.

IS STIJGING VAN DE KAPITAALRENTE TE

VERWACHTEN?

In een vorig artikel
1)
heb ik de kwestie van het
verloop van de kapitaalrente en de toekomstkansen
in dat verband bezien vanuit de gezichtshoek van de
short-run, meer in het
bijzonder
met het oog op den
invloed van de kapitaalverschuivingen sedert het ver-
laten van den gouden standaard, en de eventueele
reactie daarop. Daarnaast staan natuurlijk invloeden
van langere adem, die niet zoo zeer te maken hebben met de technische marktpositië op het moment, maar
1)
Zie E.-S.B. van 20 Januari ji.

met meer duurzame verschuivingen en de vraag- en
aanbod sverhoud i ngen.

Dat op het oogenblik velen – dit blijkt uit de
reacties van kleine zoowel als groote beleggers op de
nieuwe indische leening – in cle meening verkeeren,
dat binnen afzienbaren tijd de rente weer aanmer-
kelijk hooger zal zijn dan thans is begrijpelijk. Men
vergelijkt de huidige rente met die van de laatste
tientallen jaren en constateert dan, dat gedurende een
kwart eeuw de rente nog niet zoo laag is geweest,
noch in de periodes van depressie, noch In die van
hoogconjunctuur. Dat men dus verwacht, dat, indien
de bedrijvigheid in de komende jaren weer zal toe-
nemen, uitgaande van het ervaringsfeit, dat in een
tijd van hoogconjunctuur de rentevoet pleegt te stij-
gen, de rente zal oploopen boven het huidige laagte-
record, is alleszins logisch.
I-let is echter zeer de vraag of het uitgangspunt
van deze verwachtingen, t.w. cle vergelijking van het
huidige rentepeil met het gemiddelde in de laatste
25 jaar, juist is. Sedert 1914 immers stond de ka-
pitaalmarkt zoowel in Europa als tot op zekere
hoogte in de Vereenigde Staten onder den invloed
van de fenomenale kapitaalvernietiging, die het ge-
volg was van den oorlog. Tot 1918 was er natuur-lijk de kapitaalbehoefte in verband met den oorlog
zelve. Daarna was het de wederopböuw, die abnor-
maal groote kapitaalvraa.g in het leven riep. Niet alleen de wederopbouw der verwoeste gebieden,
maar de wederopbouw van die deelen van het he-.
clrijfsleven, die in den oorlog verwaarloosd waren.
Indirect voor dat doel bestemd waren bijv. de lec-
ningen aan Duitschland, welke dit land noodig had
omdat de eigen besparing voor een belangrijk deel
werd opgeëischt door de verschuldigde oorlogs-
schatting. Alles bijeengenomen is cle kapitaalvraag,
die direct en indirect met den wereldoorlog samen-
hing, bu.itengemeen omvangrijk geweest, en de ont-
wikkeling van den rentevoet
ZOU
ongetwijfeld heel
anders
zijn
geweest, indien deze factor had önthro-
ken. Sedert Duitschand in het begin van de hui-
dige depressie opgehouden heeft de oorlogsschat-
ting te voldoen kan men zeggen, dat de nawericing
van den oorlog op de kapitaalmarkt ten einde is,
maar ook pas sedertdien. En wanneer men dan ook
de absolute hoogte van de kapitaalrente van dit mo-ment wil vergelijken dan lijkt het veel logischer om
dat te doen met de jaren v66r den oorlog dan met
de abnormale prijsvorming van ni 1914. Neemt men
de vooroorlogsjaren als vergelijkingsbasis aan, dan
kan men de rente van nu niet zoo bijzonder laag
vinden.
Niet alleen de vergeljicing van de huidige rente
met de vroegere doet velen verwachten, dat het nu
geldende niveau spoedig door een
stijging
gevolgd zal worden. Meer waarde dan zulk een statische ver-
gelijking van de absolute hoogte van de rente van ,,nu en toen” heeft nog de dynamische, die waar-
neemt, dat evenals het prijsniveau ook het rente-
niveau op en neer placht te gaan met de conjunc-
tuurbeweging. En ook deze beschouwingswijze zon
dan tot de slotsom moeten komen, dat een stijging
van de rente waarschijnlijk i.s, indien ons nl. een
algemeene opleving in het bedrijfsleven te wachten
staat. inderdaad bewijst de corijunctuurgeschiedenis,
dat in de hausse de rente meestal oploopt om in de
depressie weer te dalen. De rentevoet is sedert het
begin van de jongste depressieperiocle aanmerkelijk
gedaald, en dus zou het in de rede liggen een stij-
ging te verwachten als de conjunctuur omslaat. Ook
in dit verband is er echter gerechte reden tot twij-fel. Er
zijn
verschillende factoren aan te wijzen, die
het aannemelijk maken, dat terwijl vroeger een hoog-
conjunctuur met rentestijging gepaard ging, dit nu
niet het geval zal zijn, dat althans zulk een stijging
geenszins zeker is. Van die factoren kunnen de vol-
gende worden genoemd.

T. De rentestijging in de laatste periodes van

66

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICH’ÉEN

27 iaûuari 1937

economische hausse is voor een belangrijk deel ver-
oorzaakt door de omvangrijken kapitaalexport naar
kapitaalarme landen. Het is zelfs te verdeciigeii, dat
deze kapitaalheweging één der – misschien voor-
naamste – oorzaken is geweest van de. hoogcon-
junctuur zelve. De vraag naar goederen, .welke ge-resulteerci is uit de kapitaalverstrekking aan de be-
trokken landen (Centraal-Europa en Zuici-Ameri ka
in de laatste hoogconjunctuur, daarvéér in dc eerste
plaats Zuid-Amerika) heeft cle bedrijvigheid in de
kapitaalexporteerende landen krachtig gestimuleerd.

Wij kunnen echter in het midden laten of deze fac-
tor voor de conj’unctuurbeweging primair is ge-
weest. Maar vast staat, dat cle ontwikkeling, van den rentevoet in zeer belangrijke mate onder den invloed
van deze kapitaaistroorn heeft gestaan.

Gezien de ervaringen, clie men in de laatste jaren
met beleggingen in kapitaalarme landen heeft op-
gedaan, lijkt het niet waarschijnlijk, dat voorloopig
op dergelijke schaal als voorheen kapitaalexport zal
plaatsvinden. Weliswaar is het beleggend publiek
geneigd snel ongu.nstige ervaringen te vergeten,
vooral wanneek een hoog rendement wordt geboden,
maar zoolang cle deviezensituatie nog zooveel rnoei-
liikheclen baart is een herstel van de kapitaalver-
plaatsing in den omvang zooals clie voorheen soms
plaats vond niet waarschijnlijk. Wanneer men in (ie
emissiestatistieken van de jaren 1925-1929 ziet ), hoe
groot relatief de beteekenis was van deze factor in
de totale kapitaalvraag, en dan nog waarneemt hoe
gering de rentestijging in dat tijdvak was in ver-

gelijking tot cle voorafgegarie clepressieperiode, dan
is het duidelijk, dat, wanneer in de komende jaren
deze druk op de markt niet of in veel geringere
mate zal plaats vinden, er ook minder aanleiding is
om de traditioneele rentestijging in de hausse te
verwachten. Een der factoren, die daarbij vroeger
een rol speelden, valt dan tenminste weg.

2. Vaak is een coujnnctuuropleving gepaard ge-
gaan met de opkomst of aanmerkelijke uitbreiding

van bepaalde bedrijfstakken, welke de investeering
van zeer groote kapitalen vereischten. Men kan in
dit verband in het midden laten of voor de bedrij-
vigheidscyclus de opkomst dier nieuwe bedrijfstak-
ken primair was dan wel slechts een begeleidend
verschijnsel, onmiskenbaar is het, dat de kapitaal-
vraag daardoor in hooge mate werd gestimuleerd.

Dat wil echter geenszins zeggen, dat elke economi-
sche opleving, onafhankelijk van de causa movens,
dezelfde consequentie heeft. Wanneer zonder dat
een speciale bedrijfstak investeering van omvangrijke
kapitalen eischt, zooals dat het geval was hij de op-
komst van het spoorwegwezen, het electriciteits-
wézen en het automobielwezen, de conjunctuur opleeft,
dan zal de kapitaalbehoefte op den duur toch wel
komen, maar in veel mindere mate. Nu is het best
mogelijk, dat nieuwe kapitaalabsorbeerende bedrij t

takken zullen ontstaan, dat kan men tevoren nim-
mer zeggen, maar mogelijk is het zeer zeker, dat de
opleving geleidelijk zal gaan, dat cle nijverheid voor-
loopig nog grootendeels zal toe kunnen met het be-
staande productieapparaat, dat nu nog als een te
groote jas voor de huidige voortbrenging geldt, en
in dat geval kan een hausse vererkt worden zon-

(ier noemenswaarde rentestijging. ‘Het kapitaal dat
noodig is zal dan ruimschoots opgebracht kunnen
w’orden uit de meerdere besparing, die de opleving
met zich brengt. In de Vereenigde Staten gaat nu
reeds eenige jaren lang de conjunctuur in sterk op-
gaande lijn, maar de kapitaalrentë is eerder gedaald
dan gestegen! Nu is het waar, dat het renteverloop
in de Vereenigde Staten moeilijk als maatstaf kan
gelden, want daar heeft de markt in diezelfde jaren onder den invloed gestaan van toevloeiend, van el-
ders gevlucht, kapitaal. Maar daar staat tegenover,
(lat cle overheid een zeer groote kapitaalvraag heeft

t)
Zie de tabel onderaan
blz. 72.

uitgeoefend voor de financiering van overheidswer-
ken en budgettekorten. De tendens van de rente :in
de Vereenigde Staten in cle laatste jaren van rela-
tieve hausse is ongetwijfeld een aanwijzing voor het
feit, dat men niet onder alle omstandigheden in een
opgaande conjunctuur renteverhooging zal kunnen
verwachten.

3. Een derde factor, clie in dit verband vermel-
ding verdient, is de omstandigheid, dat in vrijwel
alle landen in de laatste jaren’ de overheid’ haar
schuld belangrijk heeft uitgebreid, naar verhou ding
veel meer dan vroeger in depressietijd placht te ge-schieclen. De veel ruimere en meer algemeene top-
passing der werkloosheidszorg is daarvan één der voornaamste oorzaken. Nu bestaat hij vrijwel alle
Regeeringen het gevoelen, dat de staatsschuld een
plafond heeft bereilct, waarvan men, zoo spoedig de
budgetpositie het toelaat, weer terug zal moe’ien.

Wanneer dus een economische opleving wat meer speelruimte geeft zal men trachten overschotten te
kweeken, om hetzij extra-aflossingen te doen of wel
den buitengewonen dienst te financieren uit surplus
op den gewonen. In elk geval is aan te nemen, dat bij
conj unctuurverbetering de Overhei d ôf kapitaalaa n-
bod zal scheppen door aflossing, of een relatief ge-ringere vraag zal openbaren, omdat de financiering
intern plaats vindt. Hier staat tegenover, dat indien
de drang naar bewapening in het tempo van den laat-
sten tijd voortgaat, daarvan een omvangrijke kapi-
taalvraag kan uitgaan. Het is echter de vraag of de
Regeeringen zich gerechtigd zullen achten ten laste
van den buitengewonen dienst nog vele uitgaven
voor dit doel te doen. In elk geval blijft dit echter
een factor, die het effect van den onder dit punt
omschreven tendens kan compenseeren, althans. ver-
zwakken.
Aan de hand van bovenstaande opmerkingen kan
men natuurlijk geenszins positieve conclusies trek-
ken terzake van het toekomstige kapitaalrentever-
loop. Zulke conclusies blijven steeds speculatief om-
dat er naast de factoren, die men voorziet, altijd
vele zijn, die men niet ziet of zelfs niet kan. zien.
De bedoeling was dan ook slechts aan te toonen dat,
wanneer men de oorzaken analyseert, die vroeger
vaak rentestijging teweegbrachten, men kan consta-
teeren, dat het waarschijnlijk is dat enlcele daarvan zich in de komende jaren niet zullen voordoen, ter-
wijl wat andere betreft minstens genomen de moge-
lijkheid bestaat, dat zij dit keer achterwege blijven.
Dit wat de dynamische elementen van het rentever’-
loop betreft. Voegt men daaraan toe dat wat de
statische vergelijking van de absolute hoogte be-
treft er alle aanleiding is om daarbij te kijken naar
de vooroorlogsjaren, clan kan men niet meer zoo
overtuigd zijn, dat een rentestijgi ng in elk geval
verwacht moet worden.
C. A. KLAASSE.

DE PANDBRIEFMARKT NA DE DEPRECIATIE VAN
DEN GULDEN.

In overeenstemming met het algemeen aspect der
obligatiernarkt geven de koersen der pandbrieven ria
het verlaten van den gouden standaard een belang-
rijk herstel te zien, welk herstel zich nog voortdurend
voortzet, gelijk blijkt uit het volgende staatje. Daar-
in
zijn
opgenomen de koersen van 26 September
1936, de ‘koersen. per 31 December 1936 en die van
23 Januari 1937 van de voornaamste 4 pOt. pand-
brieven (van banken met een omloop van in totaal ten minste
f
20.000.000 ‘aan pandhrieven), alsmede
ter vergelijking cle overeenkomstige koersen van de
4 pCt. leeningen Amsterdam 1031 en Rotterdam 1931
en de couponhelastingvrije 4 pCt. leening Nederland

1931.
Reeds in November zagen enkele hypotheekbanken
zich genoodzaakt wegens al te groote toevloeiing van
middelen den verkoop van 4 pOt. pandhrieven, – be-
halve voor conversie van 434 pOt. pandbrieven –

27 Januari
1937

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

67
26
Sept. ’36 31 Dec. ’36 23 Jan. ’37
Alg. FriescheJ1vp.ba
ok .

90Y %

100

%
100 %
Algemeene

87%

loo
Amsterdainsche

.,

84

100%

100%
Arnhemsche

.

89%

loo

100%
J)ordrechtsche

.,

.

90

99%

99%”
Friesch-Gron.

.,

.

96%

100

i0l%
‘s-Gravenhaashe

.

86

100

100%
Itaarlemsche’

.,

.

88%

99%

100
E[ollaitdsche

.

84

99%

100
ï{yp.bank
v.
Nederland

87%

100%

100%
Mij. voor Hyp. Crediet ……
72

90%

97% Nationale

1 iyp.ha nk .

89

100

100%
Nederlancisehe

95%

100%

101%
Rotterdamsche

80%

94

97
Utrechtsche

,, .
….
91%..

100

100%
Westiandsche

90%.,

100

100% Zeenvsche

.

87

99%

99%
Zu ider

.,

.

84%

100

100
Zuid-Heil

,.

89%..

100

100%
Amsterdam
1931………… 9:3%

100%

100% Rotterdam
1931

90Y

100

100%
Nederland

19:31 ……….. 99%

100
11
/
1
1
1

100%,,

stop te zetten
cii
over te gaan tot de uitgifte van
3% pOt. pandbrieven.

Op het eind van het jaar gaven reeds een zestal
banken 3% pOt. pandhrieven uit tegen. koersen van.
98% i 99 pOt., welk aantal sedert nog is vermeer-
derd, terwijl de Friesch-Groningsche Hypotheekbank
en de Nederlandsche Hypotheekbank haar koersen
van afgifte geleidelijk hebben verhoogd tot 99% pOt.

Daar men tot het einde van de vorige eeuw terug
moet gaan om uitgiften van 3% pOt. pandbrieven
tegen soortgelijke koersen te vinden, blijkt hieruit
de totale verandering op de Nederlandsche kapitaal-markt sedert het verlaten van den. gouden standaard
en op de pandhrievenmarkt wel in het bijzonder.

Immers nog slechts een halfjaar geleden was de
pandbrief onder de dreiging van een
gedwongen ren-
teverlaging, opgenomen in liet wetsoiitwerp
01)
de

vaste lasten, op een lager koersniveau gekomen clan
staatsfondsen en andere
500
rtgelijke obligaties.

Het vraagstuk van de verlaging der hypotheek- en
pandhriefrente is nu echter na de depreciatie op veel gelukkiger wijze bezig tot oplossing te geraken.

In de eerste plaats wel om psychologische redenen,
daar de verlammende vrees voor devaluatie onder de
egeven omstandigheden heel wat erger was dan de
depreciatie zelve. Die vrees immers bevriest den on-
derneniingsgeest en ondermijnt het vertrouwen, ook
al zou daarvoor in wezen geen enkele aanleiding
bestaan.

Doordat nu van deze Regeering geen inflatiepoli-
tiek gevreesd behoefde te worden, keerde het noodige
vertrouwen zeer spoedig ter ug en daarmede kwam
tevens de zoo zeer begeerde rentedaling en bovendien
natuurlijk veel radicaler!

Voor de pandbriefmarkt had de depreciatie echter
nog een tweeden invloed ten goede, nl. de stijging van.
de bouwmaterialen als: hout, ijzer, zink, lood, enz.
Daardoor werd de nieuwe aanbouw van huizen be-
lemnierd, hetgeen hoog tijd werd, aangezien het on-rustbarend aantal leegstaande woningen en voortge-
zette huurdalingen de 1)Ositie der hypotheek-debiteu-
ren in gevaar bracht. Weliswaar behoeft men geen
stijging van de huren te verwachten, doch er bestaat
thans meer vertrouwen, dat aan de ruïneuze daling
binnenkort een eind zal komen, zoodat de waarschijn-
lijkheid van verdere huurdaling niet meer in die mate in de koopprijzen van huizen. verdisconteerd behoeft
te worden. Dat aan deze koopprijzen de daling van

den rentestand. eveneens ten goede komt, behoeft
geen betoog.
Intusschen beteekent de veranderde toestand op de
pandbriefmarkt nog geenszins, dat nu ineens alle op
1 ,Tanuari 1936 uitstaande pl.m.
.f
640.000.000 4%
en 5 pOt. pandbrieven door stukken van lager rente-
type zijn vervangen. Cijfers staan ons nog niet ten

diei
1
iste enzij zullen bij de verschillende instellingen

ook wel zeer uiteeuloopend zijn, doch wij schatten

de percentages van de in 1936 reeds geconverteerde
hoeveelheden op variaties van nihil tot 50 pOt.

Hoe dit ook zij, in de komende maanden mag men
verwachten, dat de banken al haar aandacht aan de
conversie harer hoogrentesi de pandb:t’ieven zullen wij-
dcii teneinde het hoofd te kunnen bieden aan de
daling van de hypotheekrente. Haar goede hypothe-
caire ieeningen kunnen bij afloop immers alleen
tegen lagere rente worden verlengd en aan zwakke
debiteuren wordt noodgedwongen wel eens verminde
ring van rente toegestaan zonder dat het gehalte van
het crediet een geringere rente feitelijk zou recht-
vaardigen.

Ofschoon aanvankelijk het inzicht bestond, dat men
met conversie in 4 pOt. pandhrieven zou kunnen
volstaan, geeft de voortschrijdende daling van de
hypotheekrente grond aan de verwachting, dat men
tenslotte gedeeltelijk ook op het 3% pOt. type zal
moeten overgaan.

Om een voldoende marge te maken, is men voor
nieuwe engagementen op de hypotheekmarkt eigenlijk
reeds op 3% pOt. pandbrieven aangewezen, doch
tegenover bestaande hypotheken, welke nog voor lan-
geren termijn afgesloten en niet zonder kosten direct
convertabel zijn, zullen de 4 pOt.- pandbrieven ver-
moedelijk wel vele jaren in omloop kunnen blijven.

Deze politiek der banken, om eenerzijds zich bij
hypotheekrentedaling aan te passen en anderzijds
haar pandbriefhouders zoo lang mogelijk te gerieven,
is de oorzaak van het in korten tijd zeer populair
geworden instituut der zoogenaamde vrijwillige con.-
versie.

De Banken stellen haar gevestigde relaties in de
gelegenheid 4 pCt. rente te behouden, zoodat nie-mand zich kan beklagen niet in de gelegenheid ‘te
zijn geweest een zoo hoog mogelijke rente uit zijn
pandhrievenbezit te trekken, wanneer straks tegen-
over afloshaargestelde kapitalen slechts 3% pOt.
pandhrieven meer kunnen worden afgegeven.

Waar derhalve de aanpassing van hoogere naar
lagere rente een bevredigend verloop heeft volgens
den natuurlijken economischen gang van zaken, daar
is het dubbel te betreuren, dat de gemeentelijke las-
ten en erfpachtscanons op de allerhoogste niveau’s
gehandhaafd blj.’en. Het is dan ook hoog noodig, dat
deze tegenwerkede factor tot terugkeer tot nor-
male verhoudingen, wordt weggenomen.

Alles tezamen genomen, is de gevoerde monetaire
politiek ongetwijfeld aan de soliditeit van den pand-
brief ten goede gekomen en mag derhalve het herstel
der koersen gerechtvaardigd geacht worden.

In verband met dit herstel op de pandbriefmarkt
zijn ook de hier en daar wel zeer zwaar gedeprecieer-de aandeelenkoersen der hypotheekbanken belangrijk
gestegen.

Men zal echter goed doen
zijn
verwachtingen
tea aanzien van dividend-uitkeeringen
bij
hypo-
theekbanken voorloopig niet te hoog te stellen. De
verlaging van de paudbriefrente is immers dringend
noodig om de daling van de hypotheekrente op te
vangen en de conversie-operaties brengen groote kos-
ten mede, zoodat de rentabiliteit van het bedrijf voor-
loopig nit zooveel grooter wordt. Bovendien zullen
de banken haar reserves willen aanvullen en opvoe-ren ter opvanging van de geleden en potentieele ver-
liezen, welke politiek ook in de hand gewerkt wordt
door het in het vorige jaar ingestelde Contrôle-Or-
gaan ônder leiding van den oud-Minister Mr. T.
Donner.

Men kan er dan ook volkomen zeker van zijn, dat
van te gemakkelijke uitkeering van dividend hee-
lemaal geen sprake zal wezen, doch het feit, dat dit niet kan gebeuren, mag men gerust beschouwen als
een factor, welke zal medewerken tot een blijvend
herstel van den pandbri ef.
Mr. J.
WJLKENS.

68

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Januari 1937

DE SUIKERHANDEL IN 1936.

Gedurende de eerste
9
maanden van het jaar gaf
de suikermarkt een alles behalve opekkend beeld te
zien. De internationale suikerconferentie, waarop
velen hun hoop voor een betere toekomst gevestigd hadden, kon in het begin van het jaar niet doorgaan
wegens de onzekerheid betreffende de suiker-wetge-
ving in de Vereenigde Staten, terwijl de Engelsche
Regeering gaandeweg in zoo moeilijke politieke pro-
blemen betrokken werd, dat in deze kringen niet
meer voldoende aandacht aan dit economisch pro-

bleem geschonken kon worden. De deputaties van de
su.ikerproduceerende koloniën moesten dus onver-
richter zake weer uit Londen afreizen. Zoo bleef het
grootste gedeelte van het jaar een loome stemming
op de wereidsuikermarkten heerschen en konden
de prijzen, niettegenstaande de zeer verbeterde sta-
tistische positie van het artikel, tot bijna het laag-
ste ooit bekende punt dalen.

Op
25
September d.evalueerde Frankrijk, op den
voet gevolgd door Zwitserland en met een goudem-
bargo door Nederland, hetgeen voor den Nederland-schen Gulden een depreciatie van ongeveer
20
pOt.
beteekende. ilet natuurlijk gevolg was een onmiddel-
lijke rijzing van den guldenprijs van suiker met circa
20
pOt. Terwijl cle sterlingprijs van suikr nog on-veranderd bleef, begon zich een actieve handel in Javasuiker te ontwikkelen, die nu niet meer ,,han-
dicapped” was in zijn concurrentiestrijd tegenover
producenten, die uitsluitend in Sterling of Dollars
rekenden. Gaandeweg stegen ook de Sterlingprijzen
in verband met
stijgende
vrachten en gunstige con-
sumptiecijfers uit verschillende groote verbruiks-
landen totdat aan het einde van het jaar een gezonde
speculatie zich voor het artikel suiker begou te in-

teresseeren en over de hoofden van de totdusver al-
machtige Engelsche raffinadeurstrust heen de markt
een verderen stoot naar boven gaf, zoodat het jaar
kon sluiten op prijzen, die alhoewel nog laag, toch
sedert jaren niet meer gekend waren.
De zichtbare voorraden van suiker zijn in den loop van het laatste jaar opnieuw met ongeveer 1 millioen

tons verminderd. Deze
cijfers
luidden op 1 1)ecember
als volgt:

1936

1935

1934
tous

tons

tons
:Duitsehlancl ………….
1.392.000 1.318.000 1.243.000
Tsjeeho-Slowakije ………
599.000

499.000

555.000
Frankrijk ……………
724.000

863.000

680.000
Nederland ……………
268.000

296.000

342.000
België ……………….
164.000

204.000

213.000
Hongarije …………….
130.000

115.000

119.000
Polen ……………….
400.000

408.000

411.000
U.K. Geïmp. Suiker ……
239.000

264.000

210.000
Binnen!

……

123.000

114.000

107.000
Europa ….
4.039.000 4.081.000 3.880.000
Ver. Staten alle havens

223.000

352.000

527.000
Cubaansehe havens …….
206.000

329.000

418.000
Cuba binnenland ………
310.000

440.000

660.000
Java ………………..
724.000 1.272.000

2.148.000
Totaal

.T502.000 6.474.000 7.633.000

Java heeft tot deze vermindering wederom het
meest bijgedragen door Zijne radicale inkrimp.ings-

politiek.

Amerika
heeft, in het begin van het jaar voor
groote onzekerheid ten opzichte van de toekomst van de suikermarkt gezorgd, toen de A.A.A. (Agricultural
Adjustment Act) door een uitspraak van het Hooge
Gerechtshof voor onwettig verklaard werd. Daarmede
werd de geheele suikerwetgeving in de Vereenigde
Staten inclusief het systeem van invoerquota op
losse schroeven gezet. Na eenigen
tijd
slaagde de Re-
geer.ing er echter in om de bestaande suikerwetten een anderen vorm te geven, waardoor het wettelijk
karakter daarvan gewaarborgd werd. Hieronder vol-
gen de onder dit reglement in de Vereenigde Staten
voor invoer in
1936
en
1931
vastgestelde hoeveel-
heden ruwsuiker in tons van
1016
kg:

1936

1937
Cuba …………………………..
1.861.627

1.716.449
:Philippijiien …………………..
893.597

Ö24.770
POrto-Ri(‘O

……………………
805.213

742.418
llawaï

……………………….
945.798

872.040
Virginie Eilanden ……………..
5.291

4.877
,,Full-duty”

…………………..
25.768

23.759

4.537.294 4.284.313

terwijl de hinnenlandsche oogsten: als volgt gelimi-
teerd werden
Bietsuiker …………………….
1.198.374

1.440.692
Rietsuiker …………………….
347.088

241.604

Totaal ….
6.082.756 5.966.669

De
New-Yorksche
termijnmarkt opende in Januari met een noteering voor spoedig leverbare ruwsuiker
van
2.19
de. en sloot einde December op
3.04
dc.,
hetgeen dus de groote rjzing van
0.85
d.c. te zien
geeft. De laagste en hoogste prijzen in de verschil-
lende maanden waren als volgt voor spoedige leve-
ring:

Laagste
Hoogste
Laagste
Hoogste
Januari
2.00 dc.
2.41 dc. Juli

2.76 d.c.
2.83 d.c.
Februari
2.31,,
2.53

,,
Augustus

2.70

,,
2.77
Maart
2.52

,,
2.72

,,
September
2.47

,,
2.75

,,
April


2.75

,,
2.87

,,
October

.
2.41

,,
2.48
Mei

…..
2.84
2.99

,,
November
2.48

,,
2.85
Juni

. .
.

2.77 2.89

,,
December

2.84

.,
3.04

Voortdurend lagen de noteeringen aanmerkelijk
boven wereidpariteit, zoodat de Amerikaansche markt
het geheele jaar
zijn
afgesloten locaal karakter be-
hield. Hierin is nu bij de nieuwe jaarsverwisseling in
zooverre verandering gekomen, dat te New-York een
nieuw termijneontract No.
4
voor ruwsuiker gecre-
eerd werd, waaronder de prijzen f.o.b. Ouha geno-
teerd worden. Al behoort dit feitelijk tot de geschie-
denis van het nieuwe jaar, zoo verdient hier toch
vermelding, dat de internationale handel en specu-
latie zich onmiddellijk op uitgebreide schaal van dit
contract gingen bedienen, zoodat de f.o.b. Ouba no-
teering in het vervolg een groote rol kan spelen naast
de termijnnoteeringen voor ruwsuiker in Londen. De noteering voor Spot Oentrifugals te New-York
was bij het begin van het jaar
3.30
d.c., daalde in
Januari tot
3.15
d.c. en steeg daarna
bijna
ononder-broken tot
3.75
d.c. per einde Maart. Deze. noteering bleef ongeveer gehandhaafd totdat Juli een afhrokke-
ling bracht tot
3.65
dc., September tot
3.40
dc., en
October tot
3.35
d.e. In November steeg de prijs plot-
seling tot
3.70
d.c. en het jaar sloot
op 3.90 d.c.
Cuba
produceerde
2.554.113
tons tegen
2.537.400
tans in
1935
en voor den a.s. oogst werd een cijfer
van
2.939.000 tons, waarvan
923.000
tans voor export
buiten de Vereenigcle Staten en
150.000
tans voor
binnenlandsche consumptie bestemd zijn, dooi’ het
Oubaansche suikerinstituut vastgesteld.
De exporten uit Ouba bedroegen gedurende de
twee laatste kalenderjaren naar de verschillende des-
tinaties in tans van
1016
kg:

1936

1935
Vereenigde Staten ……………..
1.613.678 1.522.938
Europa ……………………….
834.828

728.442
Canada

………………………
2.676

1.726
Afrika

……………………….
26.556

32.536
China/Japan …………………..
1.021

8.650
Centraal- en Zuid’Amerika ……….
40.424

14.960
Nieuv-Zeeland …………………
7.773

15.560
Ver. Staten voor her-export

77.652

2.526.956 2.402.46

De markt in
Londen
was het grootste gedeelte van
het jaar zeer lusteloos. Er was weliswaar geen drin-
gend aanbod maar evenmin kooplust vnu eenige lie-
teekenis te bespeuren, niettegenstaande de lage prijs-
basis. Het jaar opende met een noteering op de ter-
mijnmarkt voor ruwsuiker Maart levering van
Sh.
5/3%,
w’elke noteering in Maart nog slechts
Sh.
417
was. Daarna herstelde zich de markt eeutigs-
zins en kwam Mei levering op Sh.
4/11%:
Deze beter-
schap was niet van langen duur en maakte plaats

27 Januari 1937

ECOLTOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

69

voor een bijna aanhoudende daling. die in September
met even boven Sh. 4/- het laagste punt bereikte.
October bracht beterschap tot ca. Sh. 419, de mone-
taire afspraken tusschen versc]iillencle groote landen
gaven den handel meer vertroaveri, de vrachten ste-
gen, hetgeen tot verhoogde c.i.f. noteeringen leidde
en d.e internationale speculatie begon eindelijk aan-
dacht te schenken aan het laag geprijsde artikel sui-
ker. Het gevolg was een bijna ongebreidelde kooplust
in de kerstweek en over nieuwjaar. Op 31. December
waren de noteeringen Sh. 517 voor Maart en Sh. 5
1
9%

voor Augustus.
Engeland
importeerde gedurende de laatste drie
kalenderjaren de boven de eigen bietsuikerproductie
benoodigde suiker uit de volgende landen in tous van
1016 kg:

Ruwsuiker uit:

1936

1b35

1934
Deueivarkeii ………….

14.283
Tsjeeho-Slowakije

260

408


België ……………….
389

1.563


Nederland ……………
110

1.054

2.960
i’olen ………………..
22.306

16.342

21.931
i)ui.tschland ………….

246

45
Java ………………..

16.525

19.625
Cuba ………………..
707.827

550.394

549.513
Peru

……………….
133.746

143.296

148.280
Brazilië ……………..
52.577

23.227

21.940
San Domingo …………
212.804

318.407

150.509
Ver. Staten ………….
15.776

12.280

16.577
Ned. Guiana …………..
910

3.442
Mauritius ……………
265.033

1.87.427

218.814
Natal ……………….
133.562

155.396

81.231
Australië …………….
316.496

239.666

355.213
Britsoh West-Indië ……
181.447

92.577

230.753
Britsch Guinna ……….
70.931

55.813


Fiji Eilanden ………..
101.936

75.594

73.732
Kenya ………………
6.267

2.135

8.962
U.ganda ……………..
3.930

9.138

4.795

Ha.tti

……………….
24.522

28.874

24.484

Britsch-Indië …………
300


Venezuela ……………-

3.451
Andere latiden ………..
3.607

.164

Totaal Ruwsuiker . – . –
2.254.736 1.930.362 1.950.704
Geraffineerde suiker uit

diverse landen

33.102

5.2.564

51.744

Totale Suiker-Importen ..
2.287.838 1.9
27ü

.002.448

Op de
Amsterdamsche
termijnmarkt werd bij het
begin van het jaar witsuiker voor Maart levering

f
4% per 100 kg, voor Mei
f
41%, voor Augustus
f
4

en voor December
f
4
7
/s genoteerd. Reeds spoedig

daalden deze noteeringen onder den invloed der
flauwe stemming te Londen en in Maart werd spoe-
dig leverhare suiker tot
f
31 verhandeld. Nâ een

daling tot
f
3% in Mei en tot
f
3% in Augustus werd

in de tweede helft van September het laagste punt

met ca.
f
31% bereikt. De afkondiging van het goud-
embargo hier te lande had een onmiddellijke rijzing

van ongeveer
f
1%
per 100 kg tengevolge. In Novem-

ber was de prijs voor Decemberlevering tot
f
4% ge-

stegen en ná een inzinking tot
f
41% steeg de prijs hij

groote omzetten aan het einde van het jaar tot

f
5% voor prompte levering,
f 5%
voor Mei en
f 514

voor Augustus.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek
werd gedurende de drie laatste jaren in
Nederland

ingevoerd en uitgevoerd in tons van 1000 ko:

Invoer:

1936

1935

1934
Ruwe Bie tsuiker
Uit Polen en Dantzig ………
331

8.545

Diverse landen ………..
20

93

403

Totaal

351

93

8.948
Ruwe Rietsuiker
Uit Ned.-Indïë

……………


15.532
Cuba

………………..
55.361
33.451
30.182
San

Domingo

…………
26.464
36.807
10.575
Brazilië

………………

7.364

Haïti

………………..
5.543
– –
Peru

………………..
3.199 2.609

Suriname

…………….
12.338 12.004
8.280
Diverse

landen

………..
717
974
499

Totaal ….
103.622 93.209 65.068

Kandij

Uit Duitschland …………..

162

313

België en Luxemburg – –

435

387

Diverse landen ………..

4

3

779

Totaal – . . –

601

703

779
Witsuiker

Uit Duitschiand …………..

19

België en Luxemburg …..

8.298

6.470

6.255

Groot-Brittannië, en’,…..

261

837

Frankrijk …………….

14.129

5753

6.958

Sovjet Rusland ………..

758

182

1.823

Polen en Dautzig ……..

426

781

336

Ned.-Indië ……………

15.933

6.065

4578

Diverse landen ………..

11

39

118

Totaal

39.574

19551

20.905 Bes terci

Uit België en Luxemburg

376

1.87

231

Groot-Brittannië, enr. …. .

124

139

108

Ned.-Indië ……………

55

Ver. Staten van Amerika

3.556

3.474

4.131

Totaal

4.056

3.800

4.525

Totale invoer . . . –
148.204 11.7.356 100.225
Uitvoer:
Ruwe Bietsuiker

Naar Duitschland ………….

778

België en Luxemburg – – -.

1.180

2.021

10.106

Groot-Brittannië, enz. –

1.521

Zwitserland ………….

5.284

. 6.064

Fransch Marokko, Tanger

1.216

Diverse landen ………

1.010

Totaal –

7.242

8.085

13.853
Kauciij
Naardijverse

landen

………..
624
517 427
Witsuiker
Naar België en Luxemburg
2.072

5.440
Groot-Brittannië, en’,.

….
3.404
2.937
5.440
Zwitserland

………….


547
Finland

……………..
2.626
1.835

Noorwegen

…………..
4.796
3.810
2.779
Griekenland

………….

450
1.536
Italië

……………….
650
– –
Tersohe Vrijstaat

4.613 23.039
Fransek Marokko en Tanger
4.485
855

Spaansch Marokko
1.040 402

Spaansoh West-Afrika
322
592
181
Arabië,

en’,.

………….
4.097
5.200
4.494
Irak

………………..
8.191 10.518 5.683
Britsch-Indië,

en’,..

…….
1.391
2.705
1.427
Perzië en Afghanistan


1.209
Uruguay

…………….
2.776
1.850

Ver. Staten van Amerika

713
– –
Diverse

landen

……….
1.590 1.970 512

Totaal
. . . –
38.153 37.737
53.317 Bas terci
Naar België en Luxemburg
720
725
460
Groot-Brittannië,

enz….
1.063
4.747
8.025
I[ersohe

Vrijstaat

………
1.466 982
1.228
Diverse

landen

……….
49
40
11

Totaal -…
3.298
6.494
9.7-

Totale uitvoer

49.317

52.833

77.321

Opmerkelijk is de grootere import in het afgeloo-
pen jaar, die zich wat witsuiker betreft verdub-
beld heeft.

Op
25
November maakte de Nederlandsche Regee-
ring bekend, dat met behulp van het Landhouwcrisis-
fonds maatregelen getroffen zouden worden om bij
den invoer hier te lande in het vervolg een kwantum
van
85.000
tons vreemde suiker door Javasuiker te
vervangen. Het was de bedoeling om uit bedoeld
fonds een bedrag disponibel. te stellen, voldoende om
het verschil tuaschen marktwaarde in Nederland en
Indischen kostprijs te overbruggen. Aan het einde,
van het jaar was men nog bezig het reglement hier-
voor in elkaar te zetten. De markt op
Java
was aanvankelijk zeer kalm, als
voornaamste kooper trad Japan op, van Britsch-Indië
ging weinig kooplust meel- uit. De marktwaarde daal-
de geleidelijk tot
f
3.40 voor witte suiker naar Britach-
Indië Westkust en
f
3.60 naar China, terwijl voor af

schepigen van witte suiker
Westelijk
van Suez
extra prjsconcessies gemaakt werden als middel out
de voorraden te doen slinken. Inclusief hetgeen voor

70

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

27 Januari1937.

(10
loco consum ptie verkocht werd en waarvoor dc
prijzen op peil gehouden werden, kon de Nivas einde
September in doorsnee ongeveer 1.00000 tom per
maand verkoopen. Toen, kwam de depreciatie van den
Gulden en dadelijk gaf de Javamarkt een heel ander
beeld te zien. De Nivas verhoogde onmiddellijk harc
ve.rkooplimi te.s met 50 tot 85 cent al naar gelang van
destinatie en gaandeweg konden deze
prijzen
verder

verhoogd woi’clen bij belangrijke omzetten, die vooral
in de laatste twee weken van het jaar een sedert lan-
gen tijd ongekend grooten omvang hadden bij tetkens
verhoogde prjzen.
D,e totale verkoopen der Nivas in 1.936 bedragen pim. 1.450.000 tons en op 31 December jI waren uit
de oogsten t/m. 1936 nog slechts pim. 150.000 tons
onverkocht, zoodat men thans kan ondrhandeien over
ve.rkooperi uit oogst 1937. Eindelijk is men dus tot
den ouden – bijna vergeten – toestand terugge-
keerd, dat de producenten bij het begin van den oogst
geen onverkochte voorraden van vorige jaren meer
zullen hèzitten en hun suiker kunnen verkoopen

voordat de oogst binnenkomt.
De Java-oogst 1936 heeft 592.390 tons opgele-
verd en voor 1937 werden plantvergunningen voor ce.
1.400.000 tons uitgegeven. Onlangs werd de iii het
as. voorjaar in den grond komende aanplant voor
oogst 1933 door de Regeer.ing op 1.200.000 tons be-
paald, doch bij de intusschen verder verbeterde markt-
omstandigheden is het mogelijk, dat dit
cijfer
nog

verhoogd wordt. liet is wel cle moeilijkste taak, die dc
Regeering tegenover de Javasuikercultitur
01)
zich ge-

nomen heeft, i3′ jaar van te voren te bepalen hoc
groot de oogst moet zijn, want vooral onder omstan-
digheden als de tegenwoordige kan niemand voor-
spellen voor hoeveel Javasuiker er over 1
i4
jaar
ruimte zal zijn. Het definitieve beslllit ten opzichte
van de grootte van den aanplant dient dan ook zoo
laat mogelijk te worden genomen.
De afschepingen van Java hebben in de laatste
3 jaren bedragen in tons van 1000 kg:

1936

1935

1934
Ja n.fNov.

Europa en Port-Said vn…
55.283

52.044

113.458

Afrika ………………..
22.792

20.961

19.871
IBritsch-Tndië

………….
89.264

386.528

352.785
Siarn

…………………

27:772

34.981

26.865

Singapore, Penatig ……..
86.264

85.042

82.597

Hongkong en Chinn …………
234

197.144

277.317

AzialtisJ Rusland ………

5.592
Japan

………………..
261.206

185.217

142.619

Australië en Nieuw-Zeeland
. 49.736

64.683

63.381

Ver. Staten ……………
220

42

662

Diverse landen …………-

3.277

791.771


ileceniber afscheep. waarvan

destinaties nog niet bekend 88.297

Totaal . . . .
880.068 1.026.642 1 .08S.42

De groote verkooperi ‘van den laatsten tijd komen
hierin nog niet tot uitdrukking.
Naar
Britsch-Indië,
tot 1935 nog het grootste af-
zetgebied voor ,Tavasuiker, heeft Java in 1936 nog
geen 100.000 tons afgescheept en ook uit andere pro-
ductielanden werd in dit groote gebied weinig inge-
voerd. De eigen productie van witsuiker neemt jaar-
lijks toe en bedroeg in 1935/36 circa 950.000 tons
tegen 617.000 tons het jaar van te voren. Voor het
nieuwe seizoen wordt een verdere verhooging der
productie verwacht en dientengevolge verdere in-
kriniping van den invoer, clie spoedig zoo goed ids ge-
heel zal ophouden.

De
BietsuiIei-oogsten .i ii Europa
exclusief Rmland
brachten geen verrassingen en cle opbrengst kwam on-
geveer overeen roet de eerste taxaties.
De cijfers van Dr. Mikusch zijn 6.769.000 tom
voor Europa zonder Rusland (zie volledige specifi-
catie in E.-S.B. No. 1095 van 23 December, ji.) en 2.000.000 fons als raming voor Rusland tegen een
productie van 2.51 2.000 ton.s verleden jaar.

F. 0. Lichts laatste ranling
luidt als volgt in me-
trieke to.ns:
1936/37
1935/36
1934/35
Duitsehiand

…………
.

1.81.0.000
1.694.596 1.693.113
Tsjec-ho-Slowakije

……..
720.000 563.446 630.659
Oostenrijk

…………….
145.000
205.870
223.159
Hongarije

……………
140.000
116.960
119.677
Frankrijk

……………
925.000
925.211
1.217.073
i3elgie

……………….
245.000
240.947
269.877
Nederland

……………
245.000 239.224
246.117
J)enema.rkciii

………….
220.000
244.800
90.340
Zweden

……………..
310.000
294.501
271.744
Polen

………………..
460.000 449.461
452.755
italk
.

……………….
.130.000
324.675
349.557
Spanje

………………
220.000
219.731
379.818
(root-,l3rittiuini)

……….
550.000
522.681
654.236
lersehe

Vrijstaat

………
100.000
92.007
70.192
Andere

landen

., ……….
349.000
393.425
376.413

Europa zonder Rusland

6.769.000
6.527.535
7.044.730
Rusland

……………..
2.000.000
2.600.000
1.478.303

Europa incl. Rusland . .
8.769.000 9.127.535 8.523.033

me moeilijk het is den oogst van Rusland te ramen
blijkt uit het feit, dat een jaar geleden de oogst
1935/36 op 1.750.000 tous werd aangenomen maar
tenslotte 2.600.000 tons opgeleverd heeft.
Volgens Dr. Mikusch’s gedetailleerde opgave van
liet wereldsuikerverbruik heeft dit in 1.935136
28.031.000 tons bedragen tegen 26.247.000 tom in het
voorafgaande jaar, een stijging van 7 pOt. aantoo-
nende. De wereidsuikerproductie
1.936137
wordt door
(lezen statisticus op 27.748.000 tons geraamd, w’aarin de kleine 3 avaoogsfr van 1.036 verwerkt is. Wdrdt in
(le plaats daarvan de grootere Javaoogst van 1937 in
de wereldproductie 1936/37 opgenomen, hetgeen veel
juister lijkt, daar de oogst in Mei begint en in Sep-
tember/October afloopt, dan komt men op een wereld-
productie van 28.538.000 tons. Maar ook dan behoeft
het wereidverbruik met slechts 2 püt. toe te nemen
om productie en verbruik in evenwicht te houden.
Is dus aan den eenen kant de statistische positie
van het artikel niet ongunstig zoo is tot dusver nog
niets gebeurd om het vrije afzetgebied voor suiker
uit te breiden, in tegendeel komen er nog telkens
landen bij, clie voor goed hunne poorten voor suiker
sluiten (Britsch-Indië). Zoolang geen wijziging komt
in liet stelsel van hooge invoerrechten, premies en
enorme accijns, die den onderlingen handel belem-
meren en door m
liet kunstatig opschroeven van den
h.i nneniandschen prijs een groote verbrui kstoenarno
tegenhouden, is het nog te vroeg om victorie te
kraaien, al is er eenige verbetering gekomen in de
buiten alle verhouding lage suikerprijzen.
A. W. VOLz.

AANTEEKENINGEN.

De Engelsche pers als industrie.

De voorziening van nieuw’s is evenzeer een essen-
tieele publieke dienst als de voorziening van voed-
sel, kracht e.d. Daarenboven heef t de pers invloed op
(le politiek en zelfs op de nationale cultuur. Het is
dan ook zoowel een sociaal organisme als een indus-
trie, aldus ,,The Economist”, die aan de pers als in-
dustrie in een drietal nummers enkele beschouwingen
wijdt, waaraan wij het een en ander ontleenen.
In het eerste artilcel worden speciaal bijzonder-
heden van de Engelsche pers vermeld. Na den oor-
log heeft (leze eenige snelle veranderingen doorge-
maakt. Vooreerst t.o.’. het ui’terlijlc. Zelfs ,,Tbe
Times”, de meest conservatieve van de Londensche
bladen in dit opzicht, experimenteert met koppen
over twce kolommen. Wat de populaire bladen be-
treft, maakt een nummer van nauwelijks twee jaar
geleden al een verouderden indruk.
in het algemeen zijn er vier soorten diensten.
welke het redactioneele gedeelte van een dagblad
voor zijn lezers kan vervullen liet kan nieuws ge-
ven, t.w. de actueele gebeurtenissen liet ken zijn

1
27 Januari’1937

ECONOMISCH-STATISTISÇHE BERICHTEN

71
II

opinies over het nieuws geven; het lcar het nieuws
verklaren en interpreteeren en het kan den lezer on-
clerhoudende lectuur geven, al of niet met de

nieuwsberichten verband houdende. De beide laatste
functies stammen uit cle jaren van Northciiffe
1)

en zijn een gevolg van de groote ingewikkeldheid van
de tegenwoordige economische en internationale pro-
blemen. 0-een krant is meer volledig zonder
zijn
corps van experts, die van ieder bericht de beteeke-
nis verklaren en hun meening geven.

De meerdere functies hebben tot een vergrooting
van afmeting van de bladen geleid. Hiermede ging
een concentratie-beweging gepaard en ontstond een
klein aantal groote dagbladen. Wel zijn. na
1930 geen
groote fusies meer voorgekomen, maar de belangrijke
Londensche bladen hebben hun oplaag kunnen uit-
breiden ten koste van de provinciale bladen. (Van
10 nationale ochtendbiaden nam de oplaag van 1930
tot 1935 met
1
pOt. toe; van 30 provinciale och-
tendbladen nam zij, in den zeifden tijd, met 5l
pOt, af).

De pers is, tengevolge van de groote dagbladen en
cle enorme oplagen gaan behooren tot de ,,charmed
circle of Big Business”. Bovendien hebben de be-
staande bladen zich min of meer een monopolie ge-
schapen. Nieuwe concurrentie is namelijk bijna on-mogelijk. Na den oorlog is slechts één groot natio-
naal dagblad opgericht, de ,,Daily Herald”, opge-
bouwd met steun van groote fondsen en geholpen
door de ,,goodwill”, welke een gevolg was van zijn
officieele betrekkingen met de ,,Labour Party”. En
ondanks dat was, volgens geruchten, een bedrag van
ca. £ 2. millioen noodig, voordat het blad self-
supporting was.

In deze omstandigheden is het niet te verwonde-
ren, dat de concurrentie voornamelijk tot uiting
komt in het groepeeren en hergroepeeren van be-
staande eenheden. Eenige jaren geleden was er een
tendens tot vergaande integratie. Twee groote groe-
pen controleerden practisch het geheele bedrijf, zoo-
wel wat betreft dagbladen, als ook t.o.v. periodieken.

Den laatsten
tijd
schijnt deze tendens aan het ver-
minderen en deden èn de Rothermere-groep èn de
Berry-groep afstand van eenige belangen.
2)
Het zijn
de beide groote ,,Presstrusts”, de eenige organisaties,
die werkelijk. op ieder deel van het gebied doordrin-
gen. Sinds de Beaverbrook-groep (Daily Express,
Sunday Express, Evening Standard) ook belangen
heeft bij periodieken is het evenzeer een trust te
noemen. Deze groep werkt soms, zoowel commercieel

Lor.d Nortjhcliffe, oprichter van de ,,Daily Mail” in
1896,
beheerschte gedurende den wereldoorlog voor een
groot deel de Eiigelsche pers (ook ,,The Times”). Hij over-leed in
1922
(Eed.).
Rothernsere-groep:
Da-ily Mail, Evening New’s, Daily
Mirror, Sunday Dispatch, Sunday Pictorial.
Berry-groep:
Daily Telegrap.h, Sunday Times, Finan-
cial Times, Daily Sketoh, Sunday Graphic, Sunday Ohro-
nicle, E.nt.pire News, Daily Dispatch, Evening Chronicle,
Answers, Cosmic Cuts, Home Chat.
(Gegevens ontleend aan ,,Handbuch der Welt.presse”,
1934.
Eed.).

als politiek, met de belangen van de Rothermere-
groep samen.

Ten aanzien van de afmetingen van de pers als
industrie wordt tot siët opgemerkt, dat dagblad- .en
periodiekenproductie in 1931 meer personen te werk
hadden gesteld clan de industrie van steenen en dak-
pannen of de brouwindustrie, en dat de netto op-
brengst in 1930 grooter was dan bij ijzer en staal,
scheepsbouwflij
erheid of laarzen en schoenen en

bijna even groot als van de katoen-spiinerijen en
-weverijen en de wol- en sajetnijverheid. In Londen,
Manchester en Glasgow behoort het tot de belang-
rijkste industrieën. De snelle expansie wordt aan-
getoond door de toeneming van het personeel, die
tussehen 1921 en 1.931 41 pOt. bedroeg.

De financieele constructie.

T-Jet tweede artikel van ,,The Economist” behan-
delt de financieele opzet van het dagbladwezen.
Groote investeeringen in vast kapitaal zijn in den
regel niet noodzakelijk. De kapitaalkosten van eigen
drukmachines zijn niet zoo hoog in verhouding tot
het geheele inicomen van het blad en het is moge-
lijk (zooals ,,The Morning Post” en ,,The Observer”)
bij een andere firma te doen drukken. Het bedrijf
vereischt evenwel zeer groote onstbffelijke investee-
ringen. Voordat de oplaag zoo groot is, dat het blad
rendeert, moeten enorme bedragen worden nitge-
geven, waartegenover slechts ,,goodwill” staat, n.l.
de goede naam van het blad.
Een tweede bijzonderheid, welke bij een onderzoek
naar de financieele
zijde
van de dagbladindustr.ie in
gedachten moet worden gehouden, is, dat het bedrijf
betrekkelijk weinig vaste kosten heeft, doch daaren-tegen groote inkomens, welke niet onmiddellijk met
de grootte van de productie samenhangen (,,over-
head”), nl. de advertentie-opbrengsten (in tegen-

Financieele rekening van een denkbeeldig dagblad.

ONTVANGSTEN
UITGAVEN

(13.400.000)
(13.000.000)

Winst
%

(400.000)
12

Diverse
uifgaven
3

Advertenfin

NColpodageenreclame

Onderhoud en ofsdirijvin9en 6
Lezers-ossurarifie

3
/
/
53
0/0
9

(.

1.800.000)

DiFribuhe

10


RedocFie
10

(

350.000)

Produ che
15
(zeften en drukken)

Ver
koo
pen

(L
500
.
000)

Papiereriink
32

(/1.600,000)
(/1.100.000)

AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van 1000 kg.)

Artikelen

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

17-23
Jan.
Sedert
Overeenk.
17-23
Jan.
Sedert
Overeenk.
1937
1 936
1937
1jan.
1937
tijdvak
1936
1937
1Jan.
1937
tijdvak
1936

17.388
70.505 74.750

292
1.165
70.797
75.915
7.210
29.164
17.733
47
47

29.211
17.733

Tarwe

………………
Rogge

………………
388
1.053
1.575



1.053 1.575
Boekweit ……………..
MaIs
……………….
20 516
68 285
68.162
7.264
13.688
10.459
81.973
78.619 12.954
35.732
34.656
1.275
2.834
1.058
38.566
35.714
3.226
14.561 6.631
1.582
2.090


16.651
6.631
4.678
11.851
15.462
4.463
10.464
12.480
22.315 27.942

Gerst

……………..
Haver

……………..

250
3.100
4.780

. –

3.100
4.780

Lijnzaad

……………
Lijnkoek ……………
w
980 2.855
1.775
20 425 369
3.280
2.144
Taremeel

………….
Andere meelsoorten
555
3.653
2.794


352
3.653
3.146

72

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Januari 1937

stelling met de opbrengsten van bladen-verkoop).

,,The Economist” geeft nu een analyse van de
f.inancieele rekening van een dagblad met massale
oplaag (de dagbladen publiceeren hun gegevens
niet) van 2.000.000 en een omvang van 20 pagina’s.
Deze gegevens worden met groote kans op waarschijn-
lijkheid gegeven en kunnen eenig inzicht in de ver-

houdingen geven.
(Zie
grafiek pag. 71).

Opmerkelijk zijn bij de pers cie gunstige arbeids-
voorwaarden. liet drukkersviik is sterk georgani –
seerd, vooral in Londen. De kracht van de Organi-
satie komt voort uit twee omstandigheden. De ar-
beidskosten (anders dan voor redactioneele bezig-
heden) vallen onder ,,productie” en dit aandeel be-
draagt slechts 15 pOt. van de uitgaven. De bonen
zijn zoodoende ca. 10 pOt. van cle totale kosten. Bo-
vendien riskeeren de dagbladen, afhankelijk als zij

zijn van hun ,,goodwill”, geen stakingen. Immers cle
,,goodwill” hangt. mede af i’ari het regelmatig ver-

schijnen.
Voor een industrie van deze afmetingen is het
opmerkelijk, welk een groot deel van het kapitaal
in particuliere handen is. Van de 7 groote Londen-
sche ochteudbiaden zijn er slechts 3 waarin het pu-
bliek in den een of anderen vorm kan participeeren.
De aandeelen, voorzoover aan de Londensche beurs
genoteerd, staan niet hoog. Het hooge rendement
wat zij geven toont aan, dat de beurs deze industrie als speculatief beschouwt. En dit, niettegenstaaticle
de groote ondernemingen, de beperkte concurrentie,
zijn verzekerende en expandeerende markt en de lage

prijs van de voornaamste grondstof in de laatste
jaren? De verklaring wordt gevonden in de kostbare
wijzen, waarop de dagbladen concurreeren om hun

oplaag te vergooten.

De strijd ons oplaag.

De verschillende hierbij toegepaste methoden trek-
ken sterk de aandacht. Het lezerswerven werd een
belangrijk deel van de vericoop-organisatie, vooral

toen de gratis-verzekering voor lezers werd inge-voerd. Doch de laatste 6 â 7 jaren is de intensiteit
van het werven nog veel meer toegenomen en wer-
den verschillende wijzen toegepast om aarzelende in-
teekenaren te prikkelen; deze methoden werden steeds
kostbaarder tengevolge van den druk van de concur-
rentie, ondanks pogingen van de daghiadeigenaren
om het in onderlinge overeenstemming te beperken.
Wel is de overdrijv ing sinds 1933 (toen de corn-])lete werken van Dickens tegen prijzen onder kost
prijs werden gegeven) verminderd, maar iedere cou-
rant met millioenen-oplaag-ambities geeft nog groote
sommen uit voor behoud of uitbreiding hiervan (boe-
ken, vulpennen enz. beneden kostprijs, op voorwaarde,
dat het blad gehouden zal worden voor een. tijd van

4 tot 8 weken).
Duidelijk toonen deze concurrentie-praktijken het
belang, dat in een grootere oplaag wordt gezien. En
niet zonder reden. Iedere industrie met vaste kosten
heeft voordeel bij een productie-uitbreiding, dus ook
de dagbiadindustrie. ii aar dit belang zinkt verre in

Emissies in millioenen

het niet bij het voordeel, wat een groote oplaag voor
de advertentie-verkoop heeft.
Zooals gebleken is vormt de opbrengst van de ad-
vertentiën bij een gewoon blad een minstens even
groote inkomeuspost als de inkomsten, voortvloeiend
uit abonnementen en losse verkoop. Een groote op-laag schept de mogelijkheid van meer advertentiën,
en van hoogere tarievèn. De adverteerder heeft een
primair belang hij het aantal menschen dat zijn ad-
vertentie onder oogen krijgt. Hein interesseeren cle
kosten van de advertentie minder clan de kosten per
duizend lezers. Hiermede wil niet gezegd zijn, dat de
totale oplaag het eenige criterium is bij de vaststel-
ling van cie advertentie-tarieven; ook het karakter
van het blad is van belang en een bocaalblad en een
vakblad zijn natuurlijk voor den localen adverteerder,
resp. adverteerder van speciale artikelen van grootere
waarde per 1000 lezers dan een algemeen blad. Maar
als algemeene regel zal de opbrengst uit adverten-
tiën stijgen bij een grootere oplaag (waarbij de prijs-verhooging eerst mogelijk zal zijn als de vermeercler’
(Ie oplaag is geconsolideerd,
terwijl
het grootere aan-

tal advertentiën reeds eerder tot uiting komt in de
opbrengst):
Ieder blad heeft een soliede basis van trouwe
lezers. Maar er is een surplus, dat ten deel valt aan
den meestbiedende. Dit verklaart de noodzakelijkheid
om voor de oplaag te strijden zoolang onderling geen
overeenstemming is bereilct.
Er is hiervoor nog een oorzaak. Iedere concur-
reerende industrie heeft voortdurend de drang om cie waarde van zijn product te verhoogen. Het gernakke-
ljkst doet men dit door het aantal pagina’s te ver-
grooten zonder de prijs te verhoogen.
Deze extra-pagina’s kosten meel- geld dat, bij ge-
lijke inkomsteh uit verkoopen, door advertentiën
zal moeten worden goed gemaakt. De minimum op-
laag wordt hierdoor grooter. De meerdere omvang
verplicht ook cie concurrenten weer tot vergrooting,
(van aantal pagina’s en daardoor ook van oplaag).
Het is duidelijk, dat de lezer door deze jacht naar
oplaagvergrooting ten zeerste gebaat is. Hij moge
dit bedenken alvorens zich te beklagen over het feit,

dat
0
1)
bijna iedere pagina advertenties voorkomen.

De pers als bewaker van den vrede.
liet is, na bovenstaande uiteenzetting, waarin in
het begin een onderscheid wordt gemaakt tusschen
de pers als industrie en de sociale en politieke func-
ties ervan, van belang een korte uitlating weer te
geven over de taak, die de pers ten opzichte van dc
wereldvrede heeft te vervullen.
1
) Hoewel het artikel

in de eerste plaats betrekking heeft
0
1) de verhou-

ding Japan—China, en zich dus tot de natioliale
pers in beide landen richt om, als bewaker van den
vrede, de verhoudingen tuschen deze landen te her-
stellen, verdient het naar inleidend wordt opge-
merkt evenzeer de aandacht als een waarschuwing

aan de pers in het algemeen.
1)
Wij troffen deze uitlating aan in de te Tokio ver-
schijnende The Oriental Economist” van November
1936.

Guldens. (zie pag.
73.)

Totaal
(Nieuw
Nieuw
.
Con-
Nederl. en Koloniën
Buitenland
Aandeelen
Obligatiën


In
°Io
van
In
u,

van
In
0/

van
I

o,,
van

kap.
+
kapitaal
versies
Totaal tot. nieuw Totaal tot. nieuw Totaal tot. nieuw Totaal
tot. nieuw

Convers.)
kapitaal
kapitaal
kapitaal
kapitaal

1925
516 297 219
175
59
122
41
64
22
233
78

1926
899
470
429
196
42
274
58
73
16
397
84

1927
540 494
46
158
32
336
68
93
19
401
81

1928
715 667
48
364
55
303
45
338
51
329
49

1929
544
460v
84 .
71
13 29
287
62
173
38
95
1930
662
59
64
349
58
249.-
42
5

1931
807
33
474
292
88
41
12
ii
3
322
97

1932
719

.
439
280
415
95
24
5
0.7
0.2
438.5
99.8

1933
584 362
222.
353
98
9
2
2
0.6
360
99.4

1934
2.243
363t
1.880
363
100

17
4.7
345
95.3

1935
241
65
ïW
65
100

3
4.6
62
95.4

1936
331
2.04—
sij
250
99.9
.0.3
0.1
3
1.2
247
98.8

)

27 Januari 1937

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

73

Het wordt onjuist geoordeeld om de tegeriwoor-
dige critieke situatie tuschen Japan en China, die
zoowel tot een crisis in het Verre Oosten als tot een
wereidcrisis kan leiden, geheel aan de leiding van
de Regeeringen over te laten. Het is de dagelijksche
pers die, onder de tegenwoordige omstandigheden,
het meeste kan doen om de diplomatie in ruim na-
tionale zin te beïnvloeden en een goed begrip tus-
schen de landen kan brengen.

Over het algemeen, aldus de schrijver, hebben de bladen, niet alleen in Japan, maar ook elders, de in-
ternationale vrede eerder verstoord dan bevorderd.
Dit is een gevolg van hun extrèrne nat;ionalisme. De
missie van de pers als een internationale factor be
staat niet in het worden van een critiekloos dienaar

van de bureaucratische diplomatie, of het zijn van
haar propaganda-orgaan. De pers moet ‘s-lands diplo-
matie richting geven, en een betere verstandhou-
ding tusachen de naties dienen. T

let wordt, gezien de
steeds slechter wordende betrekkingen tusschen
Japan en China in cle laatste jaren, verwonderlijk
geacht, dat er geen middelen waren om een accoord
tusschen cle persorganen in beide landen tot stand
te brengen. Het is zeer waarschijnlijk, (lat als de
pers iii beide landen ertoe kon worden gebracht om
op een vriendschappelijke basis werkzaam te zijn
zonder atinvallen op het andere land, de verhouding tusschen bcide landen radicaal zou verbeteren.

De Nederlandsche kapitaalmarkt in 1936.

De verhoudingen op de Nederlandsche kapitaal- markt zijnin1936-vergelekeu bij de be voorgaande
jaren belangrijk gewijzigd voor zoover het nieuw
kapitaal en conversies betreft. Overtrof in deze jaren
het bedrag van de conversies het nieuwe kapitaal
verre, in 1936 is dit juist andersom. Met uitzonde-
ring van de groote 4 pCt. Staatsleening in Januari
1936 is dit voornamelijk een gevolg van de opleving
van cle emissiemarkt in de laatste maanden van het
jaar.
5)
De conversies van 1936 vallen bijna uitslui-
tend in de laatste 5 maanden, waaruit de zich door-
zettende tendens naar renteverlaging in dien tijd
duidelijk blijkt. )
De huitenlandsche einissies zijn practisch te ver-vaar1oozen, terwijl ook de emissies van aandeelen
zeer gering zijn.
Op
dit laatste gebied is echter in
den laatsten tijd een verbetering te constateeren.

van 20 Januari 1937 pa.g. 55.
9 Zie E.-S. II. van 20 Januari 1937 pag. 47, waar cle
heet’ C.
A.
Klaasse een artikel aan de beleggingsmarkt
wijdt.
E,nissies in. 1936 *)
Obi. en andere
Jaar- Aan- vaste renteclr.
totaal deelea fondsen
(in
f
1000)
Staatsleenitigen
1)

………
198.710

– –
198.710
Pro’, en Cciii. Lecitingen 9

40.634


40.634
:l.o1 de is, Wate rsch. en P.ubl. r.
lichamen

……………
112


112
Bank- en Credietinst.

)

3.390


3.390
industr.

Onclernemiiigen
4)

3.119

1.178
2.000
Mij.nbouw-Onderneniingen
)

600

600

Ruhber.Maatschappijen

1.252

1.027
225
Suiker-Ondernemingen

400

400

1)iversen

……………..
1.301


1.301
Kerkelijke Leeningen°)

– .

609


609

250.126

3.145
246.981
)

indien

niet speciaal

ve1d, hebben de
emissies en
con versies
OIt
Nederland

betrekking.
1)

Dxci.

Sehatkistbiljette.n

en

.prnss•l,
waal-van in
1936
f
116.865.000

(mm.)

meer werd

afgelost dan uitge-
geven.

9

Waarvan

f
1,,,95.00Q

Nederl.-Ttidië;

Exel.

conversie
f75.420.000, waarvan Ned.-Indië

f19.102.500
(nom.).
9

Waarvan
f
1.400.000 (nOm.) Nederl.-Tnclië;
Exel. con-
versie
f
3500.000

(urom.).
Waaiwan

f292.832

aand.

Spanje
;

Exel.
conversie

f
560.000

(nam.).
Nederlandsch-indid.
0)

Dxci. conversie f1.223.400

(lom.).

STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
Disc.Wissels. 2

3Dec. ’36
N d
Lissabon
….
4

5Mei ’36
Bel.Binn.Eff.

’36
1Vrsch.inR.C.
2

3 Dec.
Londen
……
230 Juni’32
21
3 Dec.’36
Madrid
……
5

9Juli
1
35
Athene
……….
6

4
Jan.’37
N..York F.R.B. li
1Feb.’34
Batavia
……….
3
14 Jan. ’37
Oslo

……..
4

7Dec.’36
Belgrado

……..
5
1
Febr.
’35
Parijs

……
215 Oct.’36
Berlijn
……….
4 22Sept.
1
32
Praag

……
3

1 Jan.’36
Boekarest
……..
4

15Dec.’34
Pretoria

•…
3

15Mei’33
Brussel
……….
2
16Mei ’35
Rome
……..
4

18Mei’36
Boedapest

……
4 28 Aug.’35
Stockholm

.. 21
1Dec.’33
Calcutta

……..
3
28Nov.’35
Tokio….

3.285
7Apr.’36
Dantzig
……….
4

2 Jan.’37
Weenen ……
31OJuli’35
Helsingfors
……
4

3 Dec.’34
Warschau…. 5
260ct.’33
Kopenhagen……
4 19Nov.’36
Zwits. Nat. Bk.1
25Nov.’36
OPEN MA}KT.

1937

23

18123

11116

4/9
Jan.

Jan.

Jan.

Jan.

1936

20125
Jan.

1935

21/26
Jan.

1914

20J24
Juli
An,sterdam
Partic. disc.
01
9_11
9
116
9
1I6
11
116
1
7
19_2
1
14
11
5

3
1
(8..
3
(i
Prolong.
1 1 1
I”14
211
4

1
2
5
14-3j4
l.onden
Daggeld ..
‘/,-I
‘/s.’I
hl,-I
1
/I
11
41
15142
Partic.disc.
171359116
17
132
-9
1i6
15/n9/16
171
35
01
55

171.91 51_31
411
4
31
4

Berijjn
Daggeld.. .
2-
1
1
2-
1
1
2114.514
2
1
/2-3
1
1
2-3
318-I4

Maandeld
231
4
_3
2314-3 2314-3
231
4
-311
5

2314-3
371_4

Part, disc.
3 3
3
3
3
3
3
1
2
1
18_
1
12
Warenw. ..
4_312
4_11 4_11
411
5

4_11
4

4_1/
4


Jeo,
York’
Daggeld’)
1
1
1
1
314
1
131
4
211
5

Partic.dlsc.
5
/16
51-1
1
14
1
116
1
14_
t
12
/,i
51,

) IÇoerc van i
r2
Jan. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavlo
York)
)
*)
)
•)
1)

19 Jan. 1937
1.82%
8.96%
73.471
8.52y
4
30.781
100
8

20

,,

1937
1.82%
8.96% 73.471
8.52%
30.78
100
21

,,

1937
1.82′,3
8.95%
73.471
8.52
30.76
100
22

,,

1937
1.82%
8.95%
73.47k
8.51k
30.741
100
23

,,

1937
1.82%
8.95% 73.45
8.51%
30.75
100%,
25

,,

1937
1.82%
8.9531
73.40 8.52
30.76
100
Laagste d.w’)
1.82%
8.94% 73.35
8.50%
30.721
100%
Hoogste d.w
1
)
1.82%
8.97
73.521
8.53
30.80
100%
Muntpariteit
1.469
12.1071
59.263
9.747
24.906
100

Data
Zwit-
snd
Weenen
Praag
Bo:ka-
Milaan
Madrid

19 Jan. 1937
41.93%

6.40


20

1937
41.92%

6.40


21

1937
41.91

6.39

– –
22

1937
41.81

6.39



23

1937
41.80

6.39

25

,,

1937
41.81

6.39



Laagste d.wl)
41.75
34.35 6.321
1.55
9.70
Hoogste d.wl)
41.95
34.50 6.421
1.60
9.80

Muntpariteit
1
48.003
35.007
7.371
1.488
13.094 48.52

D t
a a
Stock-
Kopen-
S 0
$
ljel_
Buenos-
Mon-
holm ) hagen*)
jof
Aires’)
freall)

19
Jan.

1937
46.221
40.05
45.071
3.96 55%
1.820 20

,,

1937
46.221 40.02k
45.05
3.9%
5534
1.82
21

,,

1937
46.20
40.-
45.021
3.96
55%
1.82
6

22

,,

1937
46.15
39.971 44.971
3.96
55%
1.82
23

,,

1937
46.15
39.971
45.-
3.96 55% 1.82%
25

,,

1937
46.20
40.-
45.021
3.96
55
1.82%
Laagste
d.w’)
46.10
39.90
44.92k
3.93
54%
1.82%
Hoogste d.wl)
46.27k
40.05 45.10
3.99
56
1.82%
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266 95%
2.187b
5) Noteering te Amsterdam. ) Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In ‘t Iste of 2de No. van ieder maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Da a
Londen
($ per £)
Parijs
($ P. IOOfr.)
Berlijn

1
(3 p. 100 Mk.)
Amsterdam
(3 p. 100 gid.)

19 Jan.

1937
4,90
31
1
4,66’94
40,23%
54,76
20

1937
4
,
90511

4,66%
40,23 54,75
21

1937
4,90e 52
4,66%
40,23 54,76
22

1937
4,9011/
35

4,66% 40,23 54.76
23

1937
90″8112

4,663.
40,23 54,76
25

1937
4,911/
4,67
40,23 54,76
27 Jan.

19361
5,00%
6.67%
40.72%
68.68
Muntpariteit..
1

4,Sti
3.90% 23.81%
40%

’74

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

’27 Januari 1937

STATISTISCH OVERZICH1

GRANEN EN ZADEN
TUINBOUyTARTIKELEN
‘-

VLEESCU

TARWE
a ia
ROGGE

MAIS
GERST
64
165 k
g
LIJNZAAD
WITTE
KOOL UIEN
ROODE
KOOL
RU D-
V

Blancaloco
74 kg Bahia
Blanca loco
La Plata
loco-
a
10a

er-
La Plata
loco
Ie kwal.
1-5 pond
gèwoon
per 100 kg
Ie kwal.
1-5 pond
(versch) (versch)
otterdaml
A

src1
R’damlA’dam R’damjA’dam
da
°
/Adam
R’damlA’dam
per 100 kg
Broek op per 100 kg
per 100 kg
per- 100kg
per lOO kg.
per 100 kg.
per 2000 kg.
pe2(YJkg
per 1960 kg.
Lndk

Langendijk

Lndk’
Rotterdam
Rotterdam

f
Io
f
°lo
f
0
1
/
0
10
/


0
10
/
0
10
f
f
0
1
f
0
10
f
0/t,
1925 17,20
100,0 13,07
5

100,0
231,50
100,0
236.00
100,0
462,50
100,0


192615,9092,4
11,75
89,9
174,25”75,3196,75
83,4
-360,5.0
77,9

1927
14,75.85,8
12,47
5

95,4
17.6,00.
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4

1928
13,47
5
78,3
13,15 100,6
226,00
97,7
228,50 96,8
363,00
78,5 4,55
100,0
13,25
00,0
17,23,
1000
93,
100,0
77,50
100,0
1929
12,25
71,2
10,87
5

83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
7,38
162,4.
11,78
88,9
9,10
52,8 96,40
103,7
93,12
5

120,2

1930
9,67
5
56,3 6,22
5

47,6
136,75


59,1
111,75
47,4
356,00
77,0 2,05
45,1
2,14
16,2
5,17
33,2
108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55 32,3 4,55
34,8 84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4 3,06
67,3
1,94
14,6
6,96
40,4
88,
94;6
48, 61,9 -1932
5,22
5
30,4
4,62
5

35,4
,
77,25
33,4
100,75
42;7 137,00
29,6-
1,49
32,8
8,07
60,9
1,84
10,7
61,
65,6
37,50
48,4

1933
5,02
5
29,2 3,55 27,2

68,50
29,6
70,00
29,7
148,00
32,0
0,82

18,0
2,30
17,4
2,60
15,1
52,
55,9
49,50
63,9
1934
3,67k
21,4
3,32
0

25,4 70,75 30,6
75,75
32;1
142,50
30,8
3,23 71,0
1.89 14,3
3,04′
17,6
61,50
66,1
46,65
60,2
1935
4,125
24,1)
3,07
5

23,5
61,00
26,3
68,00 28,8
‘131,75
28.5
2,21
48,6
2,58
19,5
5,25 30,5
48,125
51,7
51,62
5
66,6
1936
6,275
36,5
4,276 32,7 74,00 32,0
86,00 36,4
166,50
36,0
3,45-
75,8
2,17
16,4
6,10
35,4
53,425
57,4
48,60
62,7

Jan.

1935
3,30
19,2
3,525
27,0
74,25
32,1
89,25 37,8
137,25
29,7
1,13.
24,8 2,59
19,5
2,89
16,8
53,62
5

57,7
45,62
5

58,9
r’ebr.

.,
3,20
18,6
3,375.

25,8
68,00
29,4
71,25
302
124,25
26,9
0,91
20,0 2,14
16,2
4,26
24,7
51,90 55,8
47,55
61,4
Maart
3,20
18.6
3,07
5

23,5
67,75
29,3
64,00
27,1
120,50
26,1
0,88
19,3
2,92 22,0
7,69
44,6
51,40
55,3
51,20
66,1
April
4,07
5
23,7
2,95
22,6,
70,75 30,6
66,75 28,0
125,00
27,0
.
51,925
55,8
50,25
64,8
Mei


4,05 23,5
2,90
22,2

6000
25,9
67,25
28,5
125,50
27,1
50,80 54,6

48,50
62,6
Juni
4,02
23,4
2,90


22,2
57,50
24,8
75,00 31,8
124,25
26,9

———————————

48,-
51,6
46,12
5

59,5
Juli
3,92′
22,8 2,55
19,5
54,50
23,5
66,75 28,3
124,50
26,9

————————————
———————————-

48,-
51.6
47,375

61,1
Aug.


4,25
24,7 2,62
5

20,1
55,25
23,9
64,50 27,3
132,25
28,6
44,80
48,2

52,55
67,8
Sept.


4,75 27,6
3,-
22,9
55,75
24,1
64,50
27,3
-139,50
30,2 43,37 46,6
56,625
73,1
Oct.

4,95
28,8 3,35
25,6
57,75
24,9 64,75 27,4
142,75
30,9
46,07
5

49,5 64,62
5

83,4
Nov.
4,63
27,0
3,20
24,5
55,00
23,8
59,75 25,3
•137,75
29,8 3,83
84,2

2,65 20,0
42,75
46,0
56.85
73,4
Dec.
5,15 29,9
3,40
26,0 56,75 24,5 60,75
25,7 146,50
31,7
4,32 94,9
2,59
19,5
6,17
35,8
44,75
48,1
52,25
67,4

Jan.

1936
5,45
31,7
3,52
5

27,0
56,00
24,2
63,50
27,0
153,50
33,1
4,47
98,2
2,26
17,1
6,41
37,2
44,-
47,3
50,87
5

65,6
Febr.

5,225 30,4
3,40
26,0
55,25
23,9
64,50
27,3
152,50
33,0
4,50
98,9
2,59
19,5
7,43
43,1
43,775

47,1
48,25
62,3
Maart
5,22
5

30,4 3,50
26,8
59,50
25,7
69,75
29,6
150,00
32,4 6,60
145,1
3,05


































23,0 9,06
52,6
45,75 49,2 46,57
5

60,1
-April

,
5,17
5

30,1
3,45 26,4
64,00 27,6
70,00
29,7
147,25
31,8













































48,50
52,1
45,375

58,6
Mei
5,125 29,8
3,17
0

26,6 63,75 27,5 72,25 30,6
147,75
31,9















51,60.
55,5 44,30
57,2
Juni


fl
5,05 29,4
3,45
26,4
66,00
28,5
71,50
30,3

154,00
33,3 54,15
58,2 46,25
59,7
Juli

,,
5,625
32,7
3,65
27,9
71,75 31,0 74,75
31,7
162,50
35,1
57,35
61,7
47,75
61,6
Aug.
.6,35
36,9
4,025
30,8
84,00
36,3 88,00 37,3
170,00
36,8
60,40 64,9
50,20
64,8
Sept.

,,
6,50
37,8
4,40
33,7
85,00
36,7
88,00
37,3
166,75
36,1
61,05
65,6 51,875
66,9
Oct.

,,
8,80
51,2
6,02
5

46,1
97,50
42,1
120,50
51,1
199,75
43,2
58,85
63,3
52,30
67,5
Nov.

,,
8,55
49,7
5,725
43,8
89,50
38,7
121,50
51,5
193,00
41,7
0,85
18,7
1,60-

——




















12,1
56,-
60,2
49,87
6

64,4
Dec.
8,175
47,5
6,97
5

53,3
97,00 41,9
129,00
54,7
201,00
43,5 0,84
18,5
1,36



















—-



——



—-


10,3 1,48
8,6
59,80
64,3
49,70
,

64

1

4 Jan.

1937
8,70
50,6
7,75
59,3
100,00
43,2
132,00
55,9
207,50 44,9
1,05 23,1 1,30



—-



—-


98
1,75
10,2
66,-)
71,0
54,_5)

69,7
11

,,
8,60
50,0
7,72
59,1
98,50
42,5
133,00
56,6
204,00
44,1
1,0
24,2
1,36
10,3
1,78
10,3
65,_6)
69,9
52,-
6
)

67,1 18

,,
8,30
48,3
8,-
61,2
97,00 41,9
132,00
55,9
200,00 43,2
63,-
7
)
67,7
52,507)

67,7
25

,,

.,,
8,-
46,5
8,45 64,6
94,00 40,6
131,00
55,5
194,00
41,9
1) Men.zie voor de toelichting op Oezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928,’ 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2 van Jan. 1931 to
3) Tot Jant 1928 Western;vanaf Jan.1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van 16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 kg Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 tot 23Mei 193
23Mei1932 64165 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei–19 Sept. 1932 No. 3. Van 19 Sept. ’32 tot 24Juli’33 62163 kg Z.-Russ. Van 24Juli ’33-7 Oct. ’35 64165 kg La Plat1

MINERALEN TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

STEENKOLEN Westfaalschej-
.
PETROLEUM
BENZINE

KATOEN WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp.
gekamde
Australische,
Australische,
HU1DEN
SALPETER
____________ _________
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
t/m. 33.90
64166
0

cts. per
Middling
locoprijzen
1

F. G. F.
1

Sakella-
G. F. No.
1
Merino, 64’s Av.
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
.
kop
GId. per
100
kg
R’damlA’dam

s. g.
per barrel
U.S.
gallon
New York
1

rides
Oomra
Liverpool
loco
Bradford
perib.
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per
1000
kg.
per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.


/

öi

Ïi
01
0

cts.
0
1
cts.•
cts.
O(
cts.•
Uf
cts.G
0
0

cts.•
010
‘7
“7”

1925
10,80
100,0

4,165
100,0
36,85
100,0
57,7
100,0
147,5′
100,0
47,1
100,0
277,2
100,0
148,7
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
‘165,7
4,68
5

112,5
33,85
91,9
43,5
75,5
81,8
55,5
31,8
67,4
238,1
85,9
124,7
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2.
3,225
77,4
36,85
100,0
43,4
75,3
84,6
57,3 36,6 77,8
244,4 88,2
133,6
89,8
40,43
116,5
11,48 95,7
1928
1010
93,5
2,97
5

71,4 24,75
67,2
49.6
86,0
96,8
65,6 37,9 80,4
259,6
93,6
153,7
103,4
47,58
137,1
11,48 95,7
1929
11,40 105,6
3,05
73,2 24,80
67,3
47,5
82,4
859
58,2 33,2
70,5
1966
70,9
127,3
85,6
32,25
92,9
10,60 88,3
1930
11,35
105,1
2,78
66,7
21,75
59,0 33,6
58,3 60,5 41,0
19,8
41,9
134,8
48,6
81,9
55,1
25
1
36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05′
93,1 1,44
34,5
12,50
33,9
21,3
37,0
36,9
25,0
15,5
33,0
.108,4
39,1
60,5
40,7
18,65
53,7.
8,61
71,8
1932
8,00-
74,1 2,01
48,2
11,16
30,3
16,0
27,7
26,3
17,8 15,7
33,3 80,6
29,1
42,8 28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00 64,8
1,115
26,8
8,95
24,3
16,7
29,0
25,9
17,5
14,0
.29,7
97,0 35,0
47,9
32,2
13,26
38,2 6,18
51,5
1934
6,20
57,4
1,56
37,5
7,14
19,4
18,2
31.6
26.8
18,2 13,5
28,7
97,0 35,0
51,7
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
1935
6,05
56,0
1,55
37,2 7,49 20.3
17,5
30,3
26,0
17,6
14.9
31,7
84,4
30,5
42,8 28.8
12.54
36,1
5,89
49,1
1936
6,60
61,1
1,62
5

39,0 8,79 23,9
18,9
32,8
32,4 22,0
17,0
36,1
106,2
38,3
53,4

35,9
15,40
44,4 5,70
47,5

Jan.

1935

6,05
56,0
1,55
37,2
7,38 20,0
18,7
32,5
27,1 18,4
15,1
32,0
74,3 26,8
41,6
28,0
10,75
31,0
6,15
51,3
6,05
56,0
1,55
37,2 6,82
18,5
18.6
32,3 26,4
17,9
15,1
32,1
70,6 25,5
39,1
26,3
10.50
30,3 6,20
51,7
Maart
5,90
54,6
1,54
36,9 6,80
18,4 16,9
29,2
24,4
16,6
14,1
29,8
69,3
.25,0
37,8
25,4
10,25
29,5 6,25
52,1
April

,,
6,00
55,6
1,56
37,5
7,42
20,1
17,5
30,3
24,6
16,7
14,6
30,9
74,3 26,8
40,3
27,1
10,75-
31,0 6,30
52,6
Mei

6,05
56,0
1,54
36,9
7,38 20,0
18,1
31,4
25,0
16,9
15,5
32,8
80,6
29,1
42,8 28,8
11,75.
33,9 6,30
52,6
,,
6,05 56,0
1,54
36,9
7,81
21,2
17,4 30,1
24,3
16,5 15,0
31,9
84,4
30,5
42,8
28,8
12,-
34,6
6,30
52,6
juni
uli
6,05.
56,0
1,54
36,9 7,73 21,0
18,0
31,2
24,3
16,5 15,5
32,9
92.0
33,2
45,4
30,5
11,75
33,9
5,40 45,0
Aug.
6,15
56,9
1,54
36,9
7,64
20,7
16,9
29,2
24,7
16,8
14,3
30,3
92,0 33,2
46,6
31,4
12,-
34,6
5,40
45,0
Sept.


6,10 56,5
1,55
37.2 7,07
19,2 15,9
27,5 24,9
16,9
13,3
28,1
92,0 33,2
44,1
29,7
14,50
41,8 5,50
45,8
Oct.
6,05 56,0
1,55
,
37,2
7,44
20,2
16,6
28,8 26,7
18,1
14,9
31,7
93,2 33,6
44,1
29,7
16,-
46.1
5,55
46,3
Nov.
6,05
56,0
‘1,54
36,9
7,86 21,3
17,5
30,3
29,7
20,2
15,9
33,8
94,5
34,1
45,4
30,5
16,-
46,1
5,60
46,7
Dec.
6,05
56,0
1,54
36,9
8,41
22,8
17,5
30,3
29,8
20,2
15,9
33,7
93,2
33,6
44.1
29,7
14,25
41,1
5,70
47,5

lan.

1936
6,15
56,9
1,52
5

36,6
8,41
22,8
17,5
30,3 29,3
19,9
14,7
311
97,0 35,0
45,4
30,5
15,-
43,2
5.80
48,3
1ebr.
6,15
56,9
1,51
36,3 8,56
23,2
16,9
29,2
27,7
18,8 13,8
293
97,0
35,0
46,6
31,4
15,-
43,2 5,85
48,8
Maart
6,15
56,9
1,525
36,6
8,61
23,4
16,7
29,0
28,1.
19,0
14,1
29,8 99,5
35,9
47.9
32.2
14,25
41,1
5,90
49,2
April
6,20

57,4
1,52
5

36,6
8,51 23,1
17,1
29,7 27,6
18,7
13,8
29,2
99,5 35,9
47,9
32,2
14,-
40,3 5,95
49,6
Mei
6,25
57,9
1,52
5

36,6
8,51
23,1
17,1
29,7 27,3
18,5 13,5
28,6
100,8
36,4
47,9
32,2
13,75
39,6
6,-
50,0
‘uni
6,30
58,3
l,52
36,6
8,33
22,6
17,6
30,5
27,4
18,6 16,8
35,7
97,0
35,0
46,6
31,4
13,-
37,5
6,-
50,0
juli
6,25
57,9
1,52
5

36,6
8,06
21,9
19,3
33,5
31,4
21,3
18,1
38,5
97,0 35,0
46,6 31,4
13,-
37,5
.
6,-
50,0
Aug.

6,30
58,3
1,525
36,6 7,94 21,5
17,9
31,0
33,3
22,5
‘17,2
36,6
99,5 35,9
46,6
31,4
13,50
38,9
5,25
43,8
Sept.
6,35
58,8
1,54
36,9
7,81
21,2
18,0
31,2 32,3 21,9
17,8
37,8
99,5
35,9
49,1 33,1
14,50
41,8 5,35
44,6
Oct.

.
7,80.
72,2
1,95
46,8
10,27
27,9
23,0
39,9 42,0
28,5 21,9
46,5
121,0
43,7
61,1 41,1
19,25
55,5
5,40
45.0
Nov.

7,70
71,3
1,92
46,2
.10,19
27,7 22,6
39,2
43,4
29,4
21,4
45,4
131,4
47,4
73,4
49,4
19,25
55,5.
5,45
45,4
Dec.
7,85
72,7
1,90
5

45,7
10,25
27,8
23,6 40,9 39,2
26,6
21,4
45,4
135,2
48,8
82,2
55,3
20,25
58,4 5,55
46,3

4 Jan.

1937
8,05
74,5
1,90
45,6 10,50′)

28,5 23,6
40,9
37,6
4
1
25,5
21,8
4
) 46,3
143,97)
.51,9
86,0
7
)
57,8 21,50
62,0
5,65
47,1
II

»

»
8,05
74,5
1,90
45,6
10,50
2
)
28,5
23,8 41,2
38,65)
26,2
22,25)
47,1
143,8
8
)
51,9 88,78)
59,7
5,65
47,1
.
18
»

»
8,05
74,5
1,90
45,6
10,73
3
)
29,1
23,9 41,4
38,46)
26,0
21,9
6
)
46,5
141,8
9
)
51,2 89,6
9
)
60,3 5,65
47,1
25

»

,,
8,05
74,5
1,90
45,6
23,7
41,1

5,65
47,1
1
1 S Jan.

2)
15
Jan.

3)

25 Jan.
4)
6jan.
5
)13
Jan.
6)
20Jan.
.

7)
7
Jan.

0
)14
Jan.
9)

1 Jan.
19)
5Jan.
.11)
12Jan.
12)
19Jan.
13)
8Jan.
1
0)
Op goudbasis
44,0.
uclbasis 44,9.
IS)
Op goudbasis 45,5.
II)
Up goudbasis

27 Januarj.4937

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

75

lAN
GROOTHANDELSPRIJZEN
1)

ZUIVEL ENEIËREN
.

:

METALEN

.
.
BOTER
BTER
kg
KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
i

D
TIN GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER

per kg
Leeuwar-
Hefing
Crisis
Alkmaar Fabrieks-
Geni. not.
Euermijn
Standaard
Locoprijzen Locoprijzen
•Londen
Locoprijzen
Londen
No.3fob

IJZER
(Lux III) p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
cash
Londen per
derCon1m.
Noteering
Zuivel-
Centr.

kaas
kLrnjmerk
Roermond
p. 100 st.
Londen
per Eng. ton
per Eng ton
per Eng ton
MiddIb’
per Eng.to’n
Eng, t. f.o.b.
Antwerpen
per
Eng. ton
per ounce
fine
Standard
Ounce

f
9j

(o
f•
01
f.
01
f•
01
f
°lo
f
01
f.
°(o
f

°Io
cts.•
Oj
o

1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0
751,00
100,0
440,75
100,0
3168,50
100,0
44,25
100,0
40,50
100,0
437,75
100,0
51,75
100,0
162,00
100,0
1926 1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
702,50
93,5
37,00
85,3 3519,50
111,1
52,25
118,5
41,50
102,5
413,03
94,3
51,75
100,0 144,50
89,3
1927
2,03
87,9

43,30
77,3 7,96
86,7
674,00
89,7
292,75
66,4 3511,50
110,8
44,25
100,0
39,00
96,3
344,75
78,8
51,75
100,0 134,75
83,3
1928
2,11
91,3

48,05
85,8
7,99
87,0 772,00
102,8
254,75
57,8
2749,75
86,8
40,00
90,4
38,00
93,5
305,75
69,9
51,75
100,0
131,25
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1 8,11
88,3
916,00
121,9
281,25 63,8
2465,75
77,8 42,75
96,6 41,50
102,6
301,00
68,8
51,75
100,0
123,25
76,2
1930
1,66
71,9

38,45 68,7
6,72
73,2
661,25
88,0 218,75 49,6
1721,25
54,3
40,50
91,8
36,00
88,8
204,00 48,6
51,75
100,0
89,75 55,4
1931
1,34
58,0

31,30
56,9 5,35
58,3
438,75
58,4 145,75
33,1
1331,50
42,0
33,25
75,3
28,75
70,9
139,50
31,9
51,75
100,0
67,50
41,6
1932
0,94
.
40,7

22,70 40,5 4,14
45,1
276,50
36,8
104,00
23,6
1175,00
37,1
25,50
57,5
22,50
55,2
118,50
27,1
51,75
100,0
65,00
40,1
1933
0,61
26,4
0.96
20,20
36,1 3,71
40,4
267,75
35,6
95,25
21,6
1596,00
50,4
24,75 56,2
21,25
52,2
128,50 29,4
51,75
100,0
62,25
385
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4
3,45
37,6
226,50
30,2
82,00
18,6
1718,00
54,2
24,25
54,8
20
501
,
102,25
23,4
51,75
100,0
65,75
40,7
1935
0,49
21,2
0,99
14.85
26,5 3,20 34,9
230,75
30,7
103,75
23,5
1631,50
51,5
24,00
54,1
20,
,25

25
50,2
102,75
23,5
51,75
100,0
89,25
55,1
1936
0,58
25,1
0,88
5

17,55
31,3
3,50
38,1
301,00
40,1
139,00
31,5
1594,50
50,3 27,75 62,7 22,75 56,2
117,50
26,8
55,00
106,3
65,00
40,1

Jan.’35
0,58
25,1
0,90
14,95
26,7
3,125 34,0
205,00
27,3
75,75
17,2
1676,50
52,9
24,00
54,1
20,75
51,5
88,75
20,4
51,75
100,0
74,25
45,9
Feb. ,,
0,52 22,5 0,95
14,375
25,7
3,20
34,9
196,00
26,1
75,00
17,0
1650,50
52,1
24,00
54,1
20,75
51,5
86,75
19,8
51,75
100,0
74,75
46,1
Mrt. ,,
0,37
16,0 1,02
5

13,30
23,8
2,74
29,8
198,50
26,4 77,25
17,5
1503,75
47,5
23,00
52,1
20,50
50,4
84,75
19,4
51,75
100,0
79,50
49,0
Apr..
0,37.
16,0
1,08
11,50
20,5
2,315
25,2
222.75
29,6 88,00 20,0
1585,50
50,0
23,25
52,7
20,25
50,0
91,25 20,9
51,75
100,0
91,75
56,6
Mei
,
0,34
14,7 1,10
11,85
21,2 2,38
5

26,0
242,00
32,2
100,75
22,9
1636,75
51,7
23,50
53,4
20,25
50,0
106,25
24,3
51,75
100,0
100,75
62,3
,,
J
uni
0,41
17,7
1,-
11,95
21,3
2,41
6

26,3
227,50
30,3
103,75
23,5
1649,00
52,0
24,00
54,1
20,25
50,0
103,50
23,6
51,75
100,0
99,00
61,1
uli

,,
0,44
19.0
1,-
12,37
5

22,1
2,54
27,7
223,75 29,8
104,75
23,7 1701,00
53,7
24,00
54,1
20,25 50,0
102,75
23,5
51,75
100,0
92,25
57,0
Aug.,
0,46
19,9 1,07
5

15,10.
27,0
3,315
36,1
239,00
31,8
115,50
26,2
1641,00
51,8
24,25
54,8 20,25 50,0
106,00
24,7
51,75
100,0
90,00
55,6
Sept.,
0,58
25,1
0,97
20,25 36,2
3,16
34,4
248,25
33,1
117,75
26,7 1636,25
51,6
24,00
54,1
20,25
50,0
113,75
26,0
51,75
100,0
88,50
54,7
Oct.

,,
0,65
28,1
0,89
19,87
5

35,5 3,95 43,0
256,25
34,1
135,00
30,6
1656,25
52,3
24,00
54,1
20, 25
50,0
121,25
27,7
51,75
100,0
88,75
54,9
Nov.
,
0,59
25,5
0,94
16,90
30,2 4,69
51,1
255,50
34,0
130,50
29,6
1641,75
51,8
24,50 55,5
20,25
50,0
118,50
2
7,1
.51,75
100,0
88,50
54,7
Dec.,
0.57 24,7
0,95
15,80
28,2 4,60
50,1
255,50
34,0
121,25
27,5
1597,50
50,4 24,75 56,2 20,25
50,0
110,00
25,2
51,75
100,0
77,25
47,7

Jan.’36
0,57
24,7
0,95
16,80
30,0
4,04
44,0
252,00
33,5
112,50
25,5
1516,50
48,0
24,75 56,2 20,25
50,0
106,25
24,3
51,75
100,0
60,50
37,4
Feb. .,
0,61
26,4
0,92
5

17,375
31,0
3,375

36,8
256,25
34,1
116.75
26,5
1493,50
47,1
24,75
56,2
2025
,
50,0
111,00
25,4
51,75
100,0
60,25
37,2
Mrt.,
0,46

10,47

19,9
1,04
17,70
31,6
2,69
29,3
261,75
34,8
120,75
27,3
1544,25
48,7 24,75 56,2 20,25 50,0
116,75
26,7
51,75
100,0
59,50
36,8
Apr.,
0,44
19,0
1,02
6

16,82
5

30,0
2,49
27,1
269,50
35,9
117,25
26,6
1522,75
48,1
24,75
56,2
20,25
50,0
110,75
25,3
51,75
100,0
61,00
37,7
Mei
.
20,3
0,99
18,75
33,5
2,52
27,5
270,25
36,0
114,75
26,0
1495,50
47,2 25,00
56,8
20,25
50,0
108,00
24,7
51,75
100,0
62,25 38,5
Juni,
0,57
24,7
0,89
20,20
36,1
2,69 29,3
268,50
35,8
110,50
25,1
1358,25
42,9 25,00
56,8
20,25
50,0
105,50
24,1
51,75
100,0
60,75
37,5
Juli

,
0,60
26,0 0,815
19,35
34,6
2,91
31,7
275,25
36,6
117,75
26,7
1382,00
43,6
27,00
61,0
20,25
50,0
101,00
23,1
51,75
100,0
60,50
37,4
Aug.,
0,62 26,8
0,80
17,87
5

31,9
3,31
5

36,1
282,50
37,6
123,75
28,1
1358,75
42,9 27,00 61,0 20,25 50,0
101,00
23,1
51,75
100,0
59,75
37,0
Sep.,
0,58
25,1
0,79
16,25
29,0
3,63
39,5
289,75
38,6
134,50
30,5
1459,00
46,0
27,25 61,6 20,25
50,0
104,25
23,8
51,75
100,0
60,75
37,5
Oct. ,,
0,63
.27,3
0,77
5

17,55
31,3
4,85
52,8 374,75 49,9
169,00
38,3
1847,75
58,3
33,50
75,7
27,75
68,5
135,00
30,8
65,25
126,0
75,75
46,8
Nov.,
0,70
30,3 0,78
16,07
5

28,7
5,15
56,1
397,75
53,0
196,25
44,5
2079,75
65,6
33,75
76,3
29,25 72,2
149,00
34,0
64,50
124,6
1 79,50
49,1
Dec.,
0,65
28,1
0,82
5

15,75
28,1
4,36
5

47,5
415,00
55,3
234,00.
53,1
2076,00
65,5
36,50 82,5 32,75
80,9
162,50
37,1
63,75
123,2
79,75
49,2

4 Jan.’37
0,65
8
)
28,1
0,85
17,25
10

30,8
3,75 40,8
443,75
59,1
243,25
55,2
2071,00
65,4
36,25
81,9
32,50
80,2
180,50
41,2
63,50
122,7
79,50
49,1
II

,

,,
0,66
6
)
28,6
0,85
17,50

1

31,3 3,30 35,9
475,25
63,3
251,75
57,1
2066,50
65,2
36,25 81,9 32,50
80,2
186,50
42,6 63,50
122,7
79,50
49,1
18

,

,
0,66
9
)
28,6
0,85
16,50
12

29,5 3,30
35,9
469,00
62,5 243,75
55,3
2078,25
65,6
36,25 81,9 32,50
80,2
195,50
44,7
63,50
122,7
76,25
47,1
25

,

,,
0,85
3,45 37,6
459,75
61,2
238,00
54,0
2029,25
64,0
36,25 81,9 32,50 80,2
191,50 43,7
63,50
122,7
7625
47,1
1 Sept. 193279 K.G. La Plata; van 26Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2; van 5 Febr. 1934 tot 6Juli1936 80kg. La Plata; van 6Juli1936 tot 30Nov. 1936 Man,toba.
1kg Zuid-Russische; van 23Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
1
.
t Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American,No 2, van 9 Febr. 1931 tot
an 7 Oct. ’35-18 Mei ‘3662163 kg Z.-Russische.
5)9
Jan.
6)
14 Jan.
7)
23 Jan.
8)
6 Jan.
9
)21 Jan. 10)8 Jan.
II)
15Jan.
52)
22Jan.

BOUWMATERIALEN
.

KOLONIALE PRODJJCTEN

.
INDEXCIJFER

VURENHOUT
basis 7″ f.o.b.
S T E E N E N
CACAO
COPRA
.
KOFFIE
RUBBER
Standaard
SUIKER
THEE
Idi
sche
Zweden/
binnenmuur

buitenmuur
G.F. Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Ribbed Smoked
Grond-
uit-
Finland

d
per per

per
50kg c.i.f.
per 100kg
Rotterdam
Shets
R’dam,A’dam
Java- en Suma-
sto en
voer.

1000 stuks

1000 stuks
Nederland Amsterdam
per
1!

kg.
1
°er
ti

en
per 100 kg.
trathee p.
‘1

kg.
d?en

/
00
/
/
°
(o
f•
°
(o
/
01
cts.
O/
/ •
01
/
ets.
01
1925
159,75 100,0 15,50
100,0
19,-
100,0
25,71
100,0
35,87
5

100,0
61,375
100,0
1,80
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6
19,50 102,6
29,65
115,3
34,-
94,8 55,375
90,2
1,21
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
98.0 82.9
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4 41,14
160,0
32,62
5

90,9
46,875
76,4
0,93
51,6
19,125
102,0
82,75
97,9
87.5
79.7
1928
.
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
34,64
134,9
31,87
5

88,9
49,625
80,9
0,54 30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.8
69.8
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
27,73
107,9
27,37b
76,3
.50,75
82,7
0,52
28,8
13,-
69,3 69,25
82,0
81.9
61.3
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
21,12
82,2
22,625
63,1
32
52,1
0,30
16,5
9,60
51,2 60,75
71,8
66.0 45.9
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
13,56
52,8
15,375
42,9
25
40,7
0,15
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3 46.8
36.9
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
11,80
45,9
13,-
36,2
24
39,1
0,09 4,9
6,32
5

33,7
28,25 33,4
36.1
31.3
1933
73,50 46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
9,28 36,0 9,30 25,9
21,10
34,2
0,11
6,3
5,525
1

29,5
32,75
38,7
35.2 28.7
1934
76,50 47,9 8,50
54,8
10,50
55,3
8,17 31,8 6,90
19,2
16,80
27,4
0,20
10,9
4,07′
21,7
40
47,3
34.4
27.0
1935
59,50
37,2 7,25
46,8 8,75
46,1
8,12 31.6
9,15 25,6
14,10
23,0 0,18
10,0
3,85
1

20,5
34,50
40,8
33.6 28.3
1936
78,25 49,0 7,50 48,4
9,50 50,0
12,04
46,8
11,90
33,2
13,62
5

22,2
0,25
13,9
4,025 21,5
40
47,3
39.4
30.9

Jan.’35
66,00
41,3 7,25
46,8 8,50
44,7
8,52
33,1
8,775
2.1,5
16
26,1
0,20
10,9
3,50
18,7
33,75
39,9
32.9 26.5
Feb.
66,00
41,3
6,75 43,5 8,25
43,4
8,57
33,3
9,375

26,1
15,625
25,5
0,19
10,5
3,45
18,4
32
37,9 32.4
26.0
Mrt.
59,00 36,9
7,-
45,2 8,25 43,4 8,02
31,2
8,57
5

23,9
14,625
23,8 0,16
9,1
3,55
18,9
29
34,3
30.9
23.9
Apr..
60,00
37,6
7,-
45,2 8.25 43,4
8,17
31,8 9,15
25,6
14,50
23,6
0,17 9,5 4,15
22,1
31,25 37,0
32.1
25.6
Mei
,
57,50
36,0
7,-
45,2
8,25
43,4
8,07 31,4 9,50 26,5
14,125
23,0 0,18
10,0
4,20
22,4
32,75
38,8
33.3
26.4
Juni
57,50 36,0
7,25 46,8
9,-
47,4 8,02 31,2 9,07 25,3
13,875
22,6
0,18
10,0
3,87
5
20,7
30,25
35,8
33.2
25.5
Juli
57,50 36,0
7,25
46,8
8,75
46,1
7,97
31,0
8,-
22,3
13,50
22,0
0,18
10,0
3,575
19,
1

30,75
36,4
33.4
25.2
Aug.,
58,25 36,5
7,-
45,2
9,25
48,7
7,92 30,8
8,07
5

22,5
13,50
22,0 0,18
10,0
3,52
5
18,8
32,50
38,5
33.7 25.3
Sept.,
57,75
36,2
7,-
45,2
9,

47,4
8,12 31,6
8,47
5
23,6
13,50
22,0 0,17
9,5
3,72
5

19,9
36
42,6
34.2
26.1
Oct.
56,50 35,4 7.25 46,8
9,25
48,7
8,12
31,6
9,975
27,8
13,50
22,0 0,19
10,5
4,225
22,5
46,25
54,7
35.5 29.4
Nov.,
57,75
36,2
7,25
46,8
8,75
46.1
8,02 31,2
10,325
28,8
13,50
22,0
0,19
10,5
4,10
21,9
39,50
46,7
35.8 28.0
Dec.

58,00
36,3
7,50 48,4 9,50 50,0
8,17
31,8
10,45
29,1
13
21,2
0,20
10,9
4,20 22,4
39,50
46,7
35.4 28.0

Jan.’36
63,00
39,4
8,25 53,2
10,-
52,6
8,47
32,9
11,125
31,0
13
21,2
0,21
11,6
4,32
5

23,1
39,50
46,7
35.5
29.3
Feb.
,
63,00 39,4
8,-
51,6 9,50 50,0 8,62
.33,5
10,62
5

29,6
13
21,2 0,22
12,3 4,
1
2 21,3
38,50 45,5
35.6
29.8
Mrt.
,,
64,25
40,2
8,-
51,6
10,25
54,0 8,47
32,9
9,775

27,2
13
21,2 0,23
12,6
3,92
5

20,9 37,25
44,1
35.8
30.0
Apr.
,
65,00
40,7
8,-
51,6
10,25
54,0 8,67
33,7
9,725
27,1
13
21,2
0,23
12,6
3,975
21,2
36,50 43,2
35.6
27.7
Mei
,,
65,00
40,7
8,-
51,6
10,25
54,0 9,23
35;9
9,525 26,6
13
21,2
0,23
12,6
3,65
19,5
37
43,8
35.2
29.3
Juni
,,
68,00
42,6
7,75 50,0
10,-
52,6
10,34
40,2
9,90
27,6
13
21,2
0,23
12,6
3,85 20,5
36,50
43,2
35.3
28.0
Juli

,
71,25
44,6
7,-
45,2
9,25
48,7
10,34
40,2
10,475
29,2
13,12
5
21,4
0,24
13,3
3,70
19,7
36,25
42,9
35.9 25.7
Aug.,
73,25
45,9
6,50
41,9
9,-
47,4
10,89
42,4
10,825
30,2
13
21,2
.
0,23
13,0
3,55
18,9
36,75
43,5
36.2
27.7
Sep.
,
79,00 49,5
7,-
45,2
9,-
47,4
12,30
47,8
11,275
31,4
13
21,2
0,24
13,3
3,475
18,5
37,50
44,4
37.2
28.6
Oct. ,
107,00
67,0 7,25 46,8
9,-
47,4
17,24
67,1
13,87
5

38,7
14,87
5
24,2 0,30
16,7
4,475

23,9 46,50 55,0
47.3
34.2
Nov.,
106,00
66,4
7,25
46,8
9,25
48,7
17,45
67,9
16,126
44,9
15,25
24,8
0,32
17,8
4,575

24,4
48,50 57,4
49.9
39.2
Dec.,
112,75
70,6 7,50
48,4
9,-
47,4
22,49
87,5
19,65
54,8
16,25
26,5 0,37 20,6
4,725
25,2
48
56,8
53.3
41.7
4Jan.’37
115,00
72,0
23,3510
90,8
20,50
57,1
16,50
26,9 0,36 20,0 5,375
28,7 50 IS)
59,2
54.6
14
)
42.4
117,50
73,6
.
25,12″
97,7
22,-
61,3
16,50
26,9
0,40 22,2 5,625
30,0
51

9)
60,4 55.815)
44.3
8

,,
117,50
73,6
25,3312
98,5
21,25
59,2
16,50
26,9 0,39
21,7-
5,75 30,7
56.5
16
)
44.0
5

,,

,
125,00
78,2
.
18,75
52,3
16,50
26,9
0,33
21,1
5.50 29,3
54.457)
42.4
De tegenwaarae in guldens, van de £ en 8 noteerin gen, berekend tegen den wisselkoers van den dag. (Zie E.-S. B. van
7
Oct.
1936, blz. 733).

11

76

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari
1937

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en

]Voteerings-1 9 Jan.

16 Jan.

18123 Jan. 1937

123
Jan.
Landen

eenheden 1

1937

1937

1LaagstelHoogstel

1937

Alexandrië.. Piast. p.0

97j

97%

97%

97%

97%
Athene

….

Dr. p. £

547%

547%

540

555

547%
Bangkok…. Sh.p.tical

1110

1,107511110

1110sv

1110,62
.
Budapest’).. Pen. p.

27

27%

26%

28%

27%
BuenosAirest p.pesop.0 16.15

16.15

16.05

16.30

16.25
Calcutta . . . . Sh. p. rup.

1165132

1165182

16

1/6%

116513
Instanbul

. – Piast. p.

614

614

614

615

614
Hongkong ..

Sh. p. $

1121516

1/2I%

12%

113%

11281/
Kobe

. ……Sh. p. yen 11125132 1121164

1 19

1121/32

11131181

Lissabon…. Escu.p.c110%6

110%

110

110%

110%
exico

… .

$per

18

18

17%

18%

18
Montevideo8)

d.per

26%

26%

26%

27

26%
Montreal

..

$ per £

4.91

4.91% 4.90% 4.91% 4.90%
Rio d.Jaxxeir.4 cl. per Mii.

3

31132

3

311

1164
Shanghai

..

5h. p. $

112%

1/2%

112%

1112%

1121713
Singapore ..

id. p. $

2/45199 2/4%

2/4%

2/4%

2/4%
Valparaiso 5).

$ per £

128

128

128

128

128
Warschau ..

Zi. p. £

26

26

25%

2634

26
” Offic. not. 10 Dec. 161I.

2 Offic. not. 15 laten. eem. not., welk(
imp. hebben te betalen 1 Dec. 16.12.
8)
Offic. not. ‘6Oct. 397/.
4)
Id
II
Mrt. 1935 4
1
14.
5)
90 dg. Vanaf 28 Aug. laatste

export” noteering.

ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS
9)

Londen’) N.York)

Londen
19 Jan. 1937.. 20%

44%

19 Jan. 1937….

141171
20

,,

1937.. 20%

44%

20

,,

1937.,..

141181 21

,,

1937..

20%

44%

21

,,

1937,…

141191
22

,,

1937..

20′

44%

22

,,

1937.,.,

1411101
23

,,

1937..

20%

23

,,

1937….

141110
25

,,

1937..

20K
5

44%

25

,,

1937….

141191
27 Jan. 1936.. 20

44%

27 Jan. 1936….

14019

27 Juli

1914.. 24%

59

27 Juli

1914….

84110%
1) in pence p. oz. stand.
2)
Foreign sliver In $c. p. oz. line.
3)
In ah. p. oz. line

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen.

1

15Jan.1937

1

23Jan. 1937
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bi) De Ne-

Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten

,,

317.728,25

.

114.050,16
Voorschotten op uit. December 1936
ajd. gemeent. verstr. op a. haar uit te

derlandsche Bank ……………….1117.975.070,51

fl33.842.928,12

keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting


Voorschotten aan Ned.-lndië ……….,,

66.237.063,52

62.316 ‘ 79635
Idem aan Suriname ………………
.,,

12.723.056,22

13.409.352,36
Kasvord.weg. credietij’erst. ajh. buitenl

• 113.659.429,16

,, 113.479.640,74
Daggeidleeningen tegen onderpand


Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen

,,

44.815.476,57

.

34.430.580,71
Vord. op het Alg. Burg. Pensioenf.’)


Vord. op andere Staatsbedrijven
1)

10.601.687,04

11.397.280,20
Verstr. ten laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)


Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16 van haar octrooi verstrekt


Schatkistbiljetten In omloop …….. ..f389.512.000,-

f389.485.000.-
Schatkistpromessen in omloop ……..42.710.000,-

42.710.000,-
Zilverbons in Omloop ……………..,,

1.140.375,50

,,

1.137.347,-
Schuld op ultimo December 1936 a/d.
gem. weg. a. h. uitte keeren hoofds.d.
pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op dle
bel, en op de vermogensbelasting

,,

843.272,74

,,

843.272,74

Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.
1)

,,

25.420.420,45

23.421.564,31
Schuld aan Curaçao’) …………….
…1.209.644,70

,,

1.187.084,77

Id. a. h. Staatabedr. der P.T. en T.
1)

98.432.516,79

,,

90.343.168,22
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …….3.500.000,-

,,

4.750.000,-
Id. aan diverse instellingen
1
) ………
..
90.679.425,42

»

92.725.890,65
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks SchatkIst.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1

16Jan. 1937

1

23Jan. 1937
Vorderingen
: 1)
Saldo Javasche Bank

…………….
f

394.000,-


Saldo b. d. Postchèque- en Girodlenst

f

959.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kase.a. Rijksinstell.

,,

66.237.000,-

,.

62.317.000,-
Schatkisipromessen in Omloop………6.750.000,-

6.750.000,-
Schatkisibiljetten in omloop ……….,,

2.000.000,-

2.000.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds

1.514.000,-

,,

1.514.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank

,,

639.000,-

726.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen…

..
..660.000,-

,,

660.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

,,

1.881.000,-

3.231.000,-
1
) metaalm,aae,en in s Lands aas op to Jan. la.,, / .,a.,iu.uuu,

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data

Metaal

Circu-

Andere
opeischb.

Discont.schulden

Div. reke-
lat ie

ningen’)

26 Dec.

1936..

690

1.117

484

699

1.475
19

1936.,

690

1.043

492

700

1.514
12

1936..

689

1.037

551

1498

1.498
5

,,

1936.,

690

1.119

558

691

1.525
28 Nov.

1936..

693

1.103

1

526

689

1.513

1 Juli

1914..

645

1.100

560

735

396
1) Sluitp. der activa.

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 25 Januari 1937.

Activa.

Binnenl.Wisrufdbk.
f
21.620.810,24
sels,Prom.. Bijbnk. ,,

120.809,47
enz. in disc. , Ag.sch. ,,

1.408.863,68

23.150.483,39
Papier o. h. Buiten!, in disconto ……,,


Idem eigen portef.
f
2.295.000,-
Af: Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.

2.295.000,-
Beleeningen

‘Hfdbk. f 150.337.296,972)
mci. vrsch.I
in

,,

4.872.881,12

op

onderp,
JA6cl

,,

31.423.794,73

f
186.633.972,82

Op Effecten …..T77183.477.037WZ
1

Op Goederen en Spec. ,,

3.156.935,-

,,

186.633.972,82
1
)
Voorschotten a. h. Rijk

…………..
[unt, Goud ……
f
124.107:340,-
Muntmat., Goud .. ,, 695.464.561,04

f
819.571.901,04
Munt, Zilver, enz.

19.598.544,31
Muntmat., Zilver

,,

839.170.445,35
5
)
Belegging van kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds ……………………

39.597.685,38
Gebouwen en Meub. der Bank

……..

4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………,,

5.989.995,43
Staat cl. Nederl. (Wetv.27151’32, S. No. 221) ,,

11.958.329,12

Pa8aIva.

f
1.113.395.911,49

Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-.
Reservefonds ……………………,,

3.105.769,04
Bijzondere reserve

………………,,

6.300.000,-
Pensioenfonds

………………….,,

10.235.424,51
Bankbiljetten in omloop ………….. ,,

767.094.970,-
Bankassignatiën in omloop

……….,,

24.756,36
Rek.-Cour.J’ Het Rijk
f
127.461.246,52
saldo’s: ‘, Anderen174.134.782,22

301.596.028,74
Diverse rekeningen ……. . ……….

,,5.038.962,84

f
1.113.395.911,49

Beschikbaar metaalsaldo

…………
f

412.619.950,06
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 1.031.549.875,_ Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht

………………..,,


Waarvan aan Nederlandsch-Indië
(Wet van 15Maart1933, Staatsblad No. 99)………..
f

68.518.450,-
Waarvan in het buitenland ………………………

.133.127.441,63

Voornaamste posten in duizenden gu1deis.

Data
Circulatie opeischb.

Metaal-

ktng8
Goud

Andere

Beschikb.
1
Dek-

Munt
1
Munt mat,

schulden

saldo

perc.

25 Jan. ’37 124107 695.465

767.095 301.621

412.620

78,5
18

,,

’37 124107 695.465

780.089 321.966

398.442

76

25 Juli

’14 65.703

96.410

310.437

6.198

43.521

54

Tot aal

Schatkist-

,

Papier

Diverse
Data

bedrag

promessen

nfnen

op het

reke-
dtscon to’s rechtstreeks

buiten!.

ningen
1
)

25 Jan. 1937

23.150

186.634

2.295

5.990
18

,,

1937

22.742

221.057

2.295

5.985

25 Juli

1914

67.947

61.686

20.188

509
1) Onder de activa.

JAVASCHE BANK.
Andere 1 Beschik
Data

Goud

Zilver

Circulatle

eischb.
1
metaal-
a
chulden
1

saldo

23 Jan. ‘372)1

106.880

173.830

38.470

21.960
16

,,

’37
5
)

107.290

175.730

37.680

21.926
19Dec. 19361

88.565.1

17.094

162.892

32.800

27.382
12

,,

19361

88.565 1

17.020

165.769

29.391

27.522

25Juli1914

22.057

31.907

110.172

12.634

4.842

1

Wissels,

1

Dek-

Data

1

bulten

Dis-

Belee-

Diverse
reke-

kings-
1

N.-Ind.

conto’s
1
ningen

ningen’)

percen-
_______________ 1

betaalb.

1

tage

23Jan. ‘372)

1.770

7720

39.650

50
16

,,

’37
2
)

1.770

74.680

43.220

50

19Dec. 1936

1.69210.342

52.212

29.449

54
12

,,

1936

1.914

10.342

51.569

28.723

54

25 Juli 1914

6.39.

T:259

75.541

2.228

44
1
1 Sluitpost activa.

2)
Cijfers telegrafisch ontvangen.

Auteur