Ga direct naar de content

Jrg. 20, editie 1035

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 30 1935

30 OCTOBER 1935

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Eco

nomischol Stati*s
,
tische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ËCONOMISCH INSTITUUT

20E JAARGANO

WOENSDAG
30 OCTOBER
1935

No. 1035

COMMiSSiE VAN REDACTIE:

P.
Lieftinck;
N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en

H.
M. E.
A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

Reaactie-udres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement

volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-

tenties: Nijgh & van DitmafiJ.V., Uitgevers, Rotterdam,

Amsterdam, ‘s-Grav&nhage. Post,hêque- en giro-rekening No.

145192.

Abonne?nentsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f23,- per

jaar. Losse nummers 50 cents Economisch-Statistisch

Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen

het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie

op de-verdere publicaties.

Blz.

DE INTERNAtIONALE
Stil
IEEPVA A R1’SITUATI II
door
Mr.

H. S. Schcffer

…………………………….964

i)e eerste étappe na de devaluatie van den Belgischen

Franc door
Dr. H. M. 11. A. van der Valk……….966

Economische en industrieele voorbereiding der lands-

verdediging door
J. B. de Jongh………………968

De Riiksmiddelen over September
1935 ……………97J

AANTEEKENINOEN:

De huidige depressie in de zeeselieepvaart……
972

INGEZONDEN STUKKEN:

Hypotheken en de lartclbouwsteun door
Mr. C. West-

strate
met Naschrift door
C. J. P.
Zaal berg …..973

Warenwet en bezuiniging door
Dr. G. J. van Meurs

met Naschrift door
Ir. W. JIJ. van – Leuwn – . . 976

MAANDCIJFERS:

Overzicht van den stand der Rijksmiddelen ……..
978

STATISTIEKEN
…………………………
979-982

Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten.

29 OCTO]3E11 1935.

Bi.j cle gehouden inschrijving op

het schatkistpapier
heeft •het Rijk weliswaar betere voorwaarden kunnen

bed i ngen clan -cle voorgaande maal, maar in ‘erge-

lijki n-g met cle marktprijzen is wel in het

bijzonder

voor de drie-maands promessen cle prijs niet meege-

vallen.

liet resultaat was als volgt:
i igesch r. -toegew.

remicletit.

iii miii. Gld

prijs

rendemnetit imiscimi. Sept.

3-niaaticls
. 20.6

14.3

989.85
315
/it
%

5% %

6-

,,

4.27

2.98

981.06 S”jio

1-jaars
4% % 12.341. 11.564 1.000.47 4
/io

S

3-

1.864

0.79 1.002.50 4

5%

5- ,,

8.25

5.242

997.02 4 »/

5

* *
*

Over het geheel genomen vertoonen de gelcikoersen

neiging tot dalen. Toen het resultaat -der inschrij-

ving bekend werd, trokken -cie prijzen echter eerder

weer een weinig aan, -mede onder -den invloed van -de

naderende maandswisseling, die als een der moeilijkste

bekend staat. Drie-maands bankaccepten gingen tot

3% pOt. terug, tenslotte werd weder op 3% pCt. af-

gedaan. Men wacht ook af, of misschien hij clan Agen.t

nog niet iets betere prijzen te beclingen zullen zijn,

-daar men van meaning is, -dat de gelcibehoeften van

-den Staat door de laatste inschrijving nog .niét ten

volle gedekt -zijn. Call was, zooais gewoonlijk in cie

laatste dagen der inaicnd, ruimer. De

prijs liep van

3% op 2% pOt. terug. De prolon-gatierente kwam van

4% op 3% pOt. –

Op -de wisselmarkt is

het heel kalm gebleven. De

schommelingen zijn van -geringe beteekenis, waaraan,

-indien -men de circuleeren-de geruchten mag geloo-

ve mi, door hoogere instan ties woi’clt medegewerk t.

Ponden schommel-den tusschen de 7.23 en 7.26; slot

7.24%. Dollars bleven
zich
rond -de 1.47% bewegen.

De /f koers werd op ca. 4.91% -gehouden, de £/Frs.

koers
01)
ca. 74.55. De Fransche Franc liep liier een

weinig terug: 9.71. Belga’s onveranderd ca. 24.80.

Zwitserscihe Francs 47.88. Lires 12. In Marken ging

heel weinig -om; de koers noteerde ca. 59.27%. De

prijzen van de verschillende soorten Sperrmarken lie-

pen een weimg achteruit. Cana-deesche Dollars 1.45%.

De marges voor Ponden en Dollars op één- en drie-

maan-ds levering zijn. tamelijk wei ongewijzigd geble-

ven. Fonden noteeren 3% reSp. 13 p. hoven contant,

Dollars -doen % rosp. 3 p. agio . Fransche Francs
2
en

5 c. report.

De -goud prijzen blijven -dalen ; baren Amsterdam

doen
f 1.648,50, levering Londen
t
1.647,50. Eagles

-doen 2.49%, Sovereigns 12.23 en 0-ouden Tientjes

10.17. Marken laukpapier, die in -den ioop der week

tot ongeveer 36 waren teruggeloopen, sloten
01)
37.60

964

‘ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October 1935

DE INTERNATIONALE SCHEEPVA ART-

SITUATIE.

De president van een •der grootste Engelsche
scheepvaartconcerns heeft onlangs in een rede gespro-

ken van ‘den universeelen oorlog, •die heden ten dage
gevoerd wordt met tarieven, contingenteeringen en

fluctueerencie valuta’s. Deze eeonomish e oorlog
dreigt op een gegeven dag te worden voortgezet met

oorlogsschepen, legers en luchtvioten. Alle landen

nemen defensieve maatregelen, doch de ver.dedi-

gingsrnaatrege’l van 6én lan.d ibeteekent veelal een

dusdanige economische ‘benadeeling of militaire be-

dreiging van een ander land, ‘dat dit laatste zich tot
maatregelen van verweer gedwongen acht. Het eene

gevolg lokt zoodoea’de weer ‘het andere uit, totdat ten-

slotte •de geheele wereld verstrikt raakt in een net-

werk van beschermende systemen, die het schrikbeeld

van een werkelijken oorlog steeds dichterbij brengen,

tenzij het groeiend besef, dat ‘slechts collectief ‘hande-
len uitkomst kan brengen, te langen leste den nood-

lottigen cirkelgang weet te doorbreken. Het is deze spanning tusschen dc natio.nalistisc’he

politiek en ‘de steeds ‘harder ‘blijken’de noodzaak eener
internationale samenwerking, die ook in de wereld-

scheepvaart de situatie be.heerscht. Beide richtingen ‘hdbhen zich den laatsten tijd meer doen gelden.

In de
Vereenigde Staten
heeft men zich – na de

mislukking van alle pogingen een scheepvaartcode in

te voeren – in iliet eerste ‘halfjaar van 1935 beijverd

tot vaststelling eene r nieuwe nationale scheepvaart-
wetgeving te komen. liet bestaande systeem vond zijn

zwaartepunt in het verleenen van. creclieten. voor den
bouw en aankoop van schepen en het sluiten van mail-

contracten met een groot aantal reederijen, waarvan

‘de ‘bedragen bij de wet van 1928 zoodanig verhoogd
werden, dat de Regeering jaarlijks $ 30 millioen be-
taalt ‘voor het vervoer van mail, terwijl het normale

tarief slechts $ 3 miljoen ‘bedraagt. Een ten vorige

jare ingesteld ‘onderzoek bradht tal van misbruiken en

wantoesta.nclen aan liet licht; 80 püt. van de schepen
bleken niet de gecontracteerde snelheid te kunnen
bereiken, voor het onderhouden van fictieve mailrou-

tes werd geld ontvangen, aan’hestedingen vonden niet

plaats, aan aflossing van de leeningen werd nimmer
de hand ‘gehouden. Ingrijpende wijzigingen waren

dan ook onvermijdelijk geworden.
In zijn ‘boodschap aan het Oongres van Maart 1935
heeft President Roosevelt aanbevolen tot rechtstreek-
sche subsidies over te gaan, gebaseerd op het verschil

in bouw- en exploitatiekosten tusschen Amen kaansche
en in het buitenland gebouwde en ‘geëxporteer’de
schepen. Sterk ‘legde hij ‘dec nadruk op de noodzake-
lijkheid voor de Vereenigde Staten over een handels-
marine te beschikken, in tijd van vrede ten einde
Amerikaansche vershepers niet afhankelijk te maken
van vreemde scheepvaartmaatschappijen en in tijd
van oorlog, ‘of cle ‘Vereenigde Staten daarbij betrok-
ken zijn of niet, opdat eigen shepen zouden kun-
nen voorzien in handels- en oonlogshe’hoeften. Op
grondslag van het rapport eener ,,Interdepartmental
Oommittee on s’hipping policy” is hierop door ‘het
Congres ‘het ontwerp eener nieuwe Merchant Marine
Act in behandeling genomen, beginnende met een

,,’declaration of policy”, die als eerste doel stelt, dat
de Vereenigde Staten een vloot moeten bezitten, iii
staat minstens de ‘helft van ‘den ‘buitenlandschen han-
del te vervoeren. Voor ‘de sluiting van de laatste
Cöngreszitting ‘haalde ‘dit wetsontwerp, dat tallooze
omwerkingen en wijzigingen ondeiging, niet meer de
eindstreep, zoodat voorloopi’g ‘de oude regeling nog
tot 31 Maart 1939 is verlengd, met bevoegd.hei.d even-
vel voor ‘den President de loopen’de mailcontracten
te wijzigen of op te zeggen. Hoezeer men ook over ‘cle
wijze van toepassing nog van meen ing mag verschil-

len, over de ‘doelstellii:ig van de Amerikaansche sc’heep-
vaartpolitiek ‘bestaat in tusschen volkomen eenstem-
mi’gheid.
Militaire en prestige overwegingen spelen ‘ook in

(le
Fransche
scheepvaartpbl.itiek een groote rol. De

vrijwel ‘geheel op staatskosten gebouwde en nagenoeg
voor rekening van ‘dn Staat te exploiteeren ,,Nor-
man’die” is van deze politiek voonloopig ‘het glorie-

punt. Daarnaast vindt ‘de steunverleeuing der Fran-
sche Regeerin’g ‘haar grond in de on’gunsti’ge ‘omstan-
digheden (sociale lasten., protectionisme op econo-
ruisch gebied, geografische ligging van het land),

waarin de Fr.ansche reederijen steeds voorgeven in
vergelijking met de Ihuitenian’dsche reederijen te ver-

keenen; ‘cle subsidie’s, welke krachtens ‘de z.g. wet

Tasso van 1934 aan de reederjen, ‘clie niet in con-

tractueele verhouding tot de Regeening staan, wor-
den uitgekeerd (ongeveer ten be’drage van 100 mii-

lioen Frs. – 10 pOt. in’gevolge de cnisisdecreten van

‘de Regeering Flan’din) wor.den slechts een gedeelte-

ljke compensatie van ‘dit ongunstig verschil geacht.

Veel aandacht is, den laatsten tijd gegeven aan de

,,impeniale” ‘belangen op scheepvaart’geh’ied, ‘d.w.z. op
welke wijze de vaart onder nationale vlag .tusschen
Moeclerlan’d en Koloniën zou kunnen worden bevor-
derd. Een in het voorjaar gehouden Imperiale Con-

ferentie” – als het ware een Fransch Ottawa” –

‘heeft zich tegen ‘het denkbeeld van een algemeen

monopolie voor de Fransche vlag uitgesproken, doch
sterk een stelsel van preferenties aanbevolen, waar-
door aan de producten, vervoerd tusschen Moederl’an’d

en K’oloniën door Fransche schepen, clouanefacilitei-

ten worden verleend; tevens werd aangedrongen op
toepassing van het ,,décret-ioi” van 30 Juni 1934,

welke de Regeering bevoegdheid geeft het vervoer van

bepaalde producten voor ‘de Fransche vlag te reser-
‘eeren. Ook hier ‘dus een uitgesproken streven de

positie van de nationale scheepvaart te versterken en

het aandeel van ‘de Fransche vlag in ‘het vervoer, voor zoover llegeeringsmaatre’gelen ‘hierop invloed kunnen
uitoefenen, te vergrooten.

Het spreekt vanzelf, ‘clat’de
noodzakelijkheid,
zich

in ‘de were’ldscheepvaart te ‘doen gelden, ook in het
huidige
Duitschlartd
levendig gevoeld wordt. Het on-
langs in ‘de vaart brengen van ‘drie zeer moderne
vracht- en passagiersschepen ‘door de’ ,Nord’deutsche
Lloyd voor de vaart op Oost-Azië gaf in d,e betrokken

kringen aanleiding nog eens zeer uitdrukkelijk op
deze
noodzakelijkheid
te wijzen. Het houden van een
,,scheepvaartda’g”, welke voor eenige maanden in ge-
heel Du.itschland, ook en vooral in het binnenland, gevierd is, had ten doel de hand tusschen cle bevol-
king en de nationale koopvaardij te versterken en
den steun van ‘het ‘geheele land voor dit bedrijf in te
roepen. Sterker dan ooit wordt er thans in Duitsch-land de nadruk op gelegd, ‘dat ‘de achterstand in de

tonnage, vergeleken ‘met 1913, nog niet is ingehaald.
De subsi’dies, welke aan cle
italiaansche
iijnreede-
rijen verleend worden, zijn voor het ioopen’de jaar
verhoogd tot 287,5 millioen Lire. Tal van andere
steunmaatregelen stellen de Italiaansche vlag in staat zich in alle vaarten een plaats ‘te veroveren. Of ‘deze
kostbare politiek nog lang zal kunnen worden voort-
gezet, staat te bezien; reeds bestaat de neiging geen
credieten meen ibeschikbaai.
,
te stellen voor ‘den bouw
van nieuwe schepen, doch verbetering te zoeken in
verlaging van exploitatiekosten en aankoop van 2e
handsch schepen uit het ‘huiteuland.

In
Japan is
de laatste jaren, ‘dank zij het verlee:
nec van bouwpremies op voorwaarde dat een dubbele tonnage gesloopt wordt, een mod ern’iseerin.gsproces
doorgevoerd, waardoor tal van nieuwe schepen, veelal
met ‘Leer groote snelheden., aan ‘de vloot zijn toege-
voegd. Gezien de winsten, welke verscheidene Japan-
sche reedenijen ‘in het afgeloopen jaar hebben weten te maken, kan van een crisistoestand niet worden ge.
sproken. In ‘het bevorderen van de nationale belangen
vindt ‘de Japansche scheepvaart een omvangrijk en
wi nst’geve cd emplooi.
Ook eenige tot ‘dusver mmdci op ‘den voorgrond
tredende landen ontwikkelen den laatsten tijd een
groeiende activiteit. Zoo is de
Russische
vloot sinds

30 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

985

1929 meer dan verdubbeld, bedraagt thans meer dan
een millioen ton en is thans reeds grooter dan die
van Denemarken. In hetzelfde tijdvak (1931-1935),
waarin de
Nederlandsche
vloot met 18 pOt. is ver-
niinderd, nam de
Grieksche
vloot met
22
pOt. en de

Finsche
vloot met 71 pot, toe!
Tenslotte
Engeland.
Ondanks de verbetering, die

onmiskenbaar i.n den toestand der Britsche scheep-

vaart sinds de invoering van de op 1 Januari 1935 in
werking getreden steunwet is gekomen, houdt ‘het ge-

weeklaag over ‘de ,,unfaire” concurredtie van het
buitenland aan. Regelmatig pleegt hierop te ‘ol’gen

een pleidooi voor verdere bescherming van de Brit-sche nationale vlag, die zich niet van zijn overheer-
schende plaats mag laten verdrijven.

De su’hsidieverleening van £
2
millioen aan de
trampvaart heeft blijkens het zoo juist gepubliceerde rapport over het eerste halfjaar van 1935 in de prak-
tijk tot voldoening gestrekt: verkoop van sehèpen

naar het ‘buitenland is voorkomen,’ aan de schepen

en ‘haar bemanningen is meer emplooi verschaft, de onderlinge concurrentie is verminderd. Zij heeft bo-

vendien tot een zeer ver:rassend gevolg geleid: als voorwaarde was door de Regeering gesteld, dat de
suibsidie niet zou mogen leiden tot daling van het
vrachtenpeil, opdat de beschikbaar gestelde gelden

niet in de zakken terecht zouden komen van hen,
voor wie zij niet bedoeld waren. Nu bevonden ‘de vrachten in de toonaangevende markten zich juist in ‘het begin van het jaar op een zeer laag niveau.
Een poging werd toen onder auspiciën van de met
de uitvoering der subsi ieregeling ‘belaste commissie,
tloôr een’ige Britsche en Grieksche reeders gedaan om
minimumvrachte.tî vast te stellen voor ‘de graanvaart
van de La Piata rivier, waar beneden niet zou wor-
den afgesloten. ‘Voor deze poging werd ook ‘de mede-

werking van reeders van andere landen ingeroepen. Dit initiatief is met veel succes bekroond. Het mini-
mumvrac’htenschema ‘heeft zich sinds medio-Februari
volledig kunnen handhaven, inbreuk is vrijwel door
geen enkelen reeder gemaakt. Het voorbeeld vond al
spoedig navolging: ook in ‘de vaart op Canada en
Au stralië kwamen minimumvrachtenschema’s tot
stand, waaraan eveneens tot •du’sver •de hand gehou-den is, De ‘dreigende ineenstorting van het vrachte.n-
peil is door deze actie voorkomen en vat ‘misschien
van nog meer ‘belang is: een effectieve internationale
samenwerking is met gunstig gevolg uitvoerbaar
gebleken op het ‘gebied van de internationale tramp-
vaart, dat vanouds als het meest vrij gevochten ‘be-
drijf heeft geg’oiden.
1)

Minder resultaat ‘heeft de andere voorwaarde op-
geleverd, •die de Britsche Regeering aan ‘de subsidie-
verleening ‘heeft verbonden, namelijk dat een inter-
nationaal plan tot aanpassing van de scheepsruimte
aan ‘de behoeften van het verkeer zou worden over-
eengekomen. In het ‘begin van ‘het jaar leken de voor-
uitzichten hoopvol. Een in Februari bijeengekomen
voorbereidende conferentie slaagde er in ‘binnen een
week een rationalisatieplan te ‘ontwerpen, dat naar
de ‘meen’ing van alle vertegenwoordigde landen een
geschikte grondslag voor verdere besprekingen ‘zou
kunnen vormen. Dit plan, dat met behulp van door
cle Regeeringen van de sebeepvaart te heffen contri-
‘huties een internationaal fonds beoogde te vormen, waaruit compensaties ‘zouden worden betaald voor
het opleggen of sloopen van schepen, werd in de vol-
geiide maanden aan het oordeel van de verschillende
nationale reedersorganisaties onderworpen. Het ‘heeft
lang geduurd, voordat alle antwoorden binnen ge-
komen waren, doch nadat de meeste landen ‘in ‘be-
ginsel het plan aanvaard ha’d’den en zelfs ook ‘de kan-
sen op medewerking van landen als Japan en de Ver-
1)
Zoo
juist is ook overeenstemming bereikt omtrent
minimum vrachten voor de hout’vaart van de Oost en Witte
Zee. i)’it plan is uitgegaan van en tot stand gebracht door
dc Baltic and international Maritime Conference te Ko-
penhagen.

eenig’de Staten niet ‘ongunstig stonden, bleek on’der

de Britsc’he reeders een steeds sterkere oppositie tegen
het rationalisatieplan te rijzen. liet subsidievraagstuk

vormde opnieuw ‘het struikelblok; gevreesd werd na-

melijk, dat de contributies in andere landen wel eens
in plaats van ‘door de reeders zelf, door de Regeerin-
gen betaald zouden kunnen worden, waardoor het
beoogde gevolg: verhooging van het vrac’htenpeil, ge-

heel zou uitblijven. Voorafgaande behandeling van
het subsidievraagstuk werd ‘dus noodzakelijk ‘geacht.

Bovendien stelden ‘de lijnreederijen zich op het stand-
punt, dat naar veihouding de kosten ‘het ‘zwaarst op
de lijnen zouden drukken, terwijl ‘de tramps het
in eeste voordeel zouden genieten,.

Door ‘dezen tegenstand van ‘zekere Britselie ree-

dersgroepen is aan de aanvankelijk gekoesterde hoop
op een spoedi’g resultaat de bodem ingeslagen; voor-afgaande regeling van de subsidiekwestie is niet mo-
gelijk, omdat enkele landen juist als voorwaarde voor
internationale samenwerking ‘gesteld hebben, ‘dat ‘de

nationale steunverleening ‘buiten bespreking blijft. Houdt men van weerszijden aan deze eischen vast,
dan is van te voren iedere kans op een vergelijk
uitgesloten; beter ware ‘het daarom eerst te trachten

een oplossing van ‘het rationalisatievraagstuk op zich-
zelf te vin’den; is men daarin eenmaal geslaagd, dan
zal het ook mogelijk ‘blijken ‘het su’bsidievraa’gstuk
geleidelijk van ‘zijn icherpe kanten te ontdoen, aange-
zien ‘de bho’efte nan steunverleeninig verdwijnt naar
mate ‘het evenwicht tusschen vraag en aanbod van
scheepsruimte toeneemt. Wel hebben nu de Britsche
reeders – ‘zich als voorbeeld de vrijwillige handha-
ving van de rn’inimu’mvrachtenschema’s voor oogen
stellend – een oplegpian voorgesteld zonder uitkee-
ringen en zon’der ‘bijdragen en zoo mogelijk ook zon-
der Regeerin’gshenioeienis, doch ‘de uitvoering hier-

van ‘zal op zoovele moeilijkheden stuiten, dat de aan-
vaarding van dit alternatieve plan zeker nog minder
waarschijnlijk is ‘dan van ‘het eerste.
Tegenover ‘het .nationalistische streven ‘blijft de in-

ternationale samenwerking ‘dus nog ‘zwak; toc’h zal
het vraagstuk aan ‘de orde blijven, want ‘de minimum-
vrachtenschema’s zullen nooit tot een duurzame ver-
betering kunnen leiden, zoolang zij niet hun af slui-
tin’g v’in’den in een effectieve rationalisatie van de
tonnage zelve. Thans leidt ‘het uit de markt houden

van scheepsruimte uit ‘de vaarten, waar ‘de schema’s’
in werking zijn, tot des te vernietigender concurren-
tie in ‘de nog ‘ongeregeld gebleven vaarten, waar alle
overtollige tonnage gedwongen wordt ‘heil te zoeken.
De ‘daar aanvaarde lage vrachten ‘bederven op den
duur weer de op ‘hooger niveau gebrachte vrachten in
de vaarten, waarvoor minima zijn vastgesteld. Wil

men schepen blijvend uit ‘de markt hou’den, ‘dan zal
het verstrekken van oplegvergoedingen noo’dig zijn.
Dat een universeele rationalisatie wel ‘bereikt kan
worden bewijst ‘overigens de ervaring van ‘de z.’g. we-
reldtankerpool, al verlieze men hij de ‘beoordeeling

niet uit het oog de bijzondere omstandigheden, waar-
‘in deze tak van ‘bedrijf verkeert, t.w. den steun, welken

de gebruikers van de tanksc’heepsruimte (‘de ‘groote
oliemaatschappijen) aan ‘het plan ‘geven. 1-let ‘hieraan

ten ‘grondslag liggende Schierwaterplan is in opzet
‘gelijk aan het ‘hierboven weergegeven rationalisatie-
plan, ontworpen in Fe’bruari jl. Door alle varen’de
tankschepen wordt een bijdrage ‘gestort in een fonds,
waaruit ‘compensaties aan opgelegde schapen worden
uitgekeerd. Aanvankelijk moesten 10 pOt. van de
reisvrachten en 12 3 pOt. van de tijdvraebten ‘gestort
worden, in ‘den zomer van 1934 werden ‘deze percen-

tages ‘verhoogd tot resp. 15 pOt. en 18 pCt. Elk half-
jaar ‘heeft een uitkeering plaats; de eerste ‘bedroeg
15/44, de tweede 19/9 per ton per 6 maanden. Waar
de opgelegde tankertonna’ge eerder toe- dan afneemt,
lijdt ‘het geen twijfel, dat zon’der ‘deze poolvorming

een vernietigen’de concurrentiestrijd zou worden ge-
voerd. In de dezer da’gen gehouden jaarvergadering
van ‘de internationale tankerorganisatie werd ‘dan ook

966

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October 1935

een resolutie aangenomen, waarin wordt verklaard

,,t’hat in the opinion of this meeting the principles

of the Schierwaterplan have proved to be sound in
practice and t’hat the operation of the plan bas resul-
teci in benefits to tanker owners in general.”

Intusschen is van een vermindering van het ton-

nagesurplun nog weinig te bespeuren; de cijfers om-
trent de wereldvloot op
30
Juni
1935
laten zien, dat
•de grootste daling al weer voorbij is. Vergeleken met
1934
daalde de wereld stoom- en motortonnage van
64,35
tot 63,72 millioen B.R.T., een vermindering
•dus van 630.000 ton, terwijl het verschil tusschen

1934
en
1933
niet minder dan 2,27 millioen ton be-
droeg. Ook de cijfers van den scheepsbouw wijzen
eerder op nieuwe toeneming van tonnage dan op her-
stel van evenwicht:

In aanbouw
Op stapel gezet

(In B.R.T.)

Te water

gelaten

le kwartaal 1934
1.079.171
461.060
86.102
2e
1.216.340
272.565
149.392
3e
1.311.387
258.088
306.797
4e

,,
1.251.722
202.897
384.382
le

1935
1.269.534
321.667 279.263
2e

,,
1.282.531
387.433 322.985
3e
1.197.969
304.831 263.467

De politieke onrust, opgewekt •door het optreden

van Italië in Oost-Afrika, heeft thans geleid tot een

zekere verhoogde ‘bedrijvigheid en een stijging van
het vrachtenpeil. De onder oorlogsdreiging ontstane
behoefte tot aanvulling van voorraden schept een

grootere vraag naar scheepsruimte, de hooge assu-
rantiepremies voor molestrisico drijven •de vrachten
in bepaalde vaargebieden omhoog, ‘de sterk opge-

voerde bewapeningen geven aanleiding tot een leven-
dig vervoer van wapenen en wapenmateriaa’l, benevens
van de hiertoe lenoodigde grondstoffen, de bestem-

ming van een toenemende hoeveelheid sdheepsruimte

oor troepentransporten en aanvoer van ooriogs’be-
hoeften onttrekt vele Italiaansche schepen aan de internationale vaart. Geen dezer omstandigheden

heeft echter een gezonde oorzaak, die voor •de scheep-
vaart gunstige perspectieven opent. Integendeel, het
is te vreezen, dat het uitschakelen uit het wereidver-

keer van een belangrijk land als Italië – in.dien •de

sancties drastisch mochten worden toegepast – en
het onveilig maken van een verkeerscentrum als de
Mi’d.deliandsche Zee cii van ‘het Suezkanaal slechts tot
nieuwe ontwrichting, verarming en ondermijning van
vertrouwen en ‘derhalve tot vermindering van ver-
voer zullen leiden. Aan ‘de venbetering van •den toe-
stand, welke oogenschijnlijk in den jongsten tijd aan
den ‘dag is ‘getreden, kan vooralsnog geen blijvende be-
teekenis worden gehecht. H. E.
SOBEFFER.

DE EERSTE ÉTAPPE NA DE DEVALUATIE VAN

DEN BELGISCHEN FRANC.
,,Die
Statistik ist ein Spiegel; hü’te sioh
hinein,usc’hauen, ver nicht reinen Her-
zeus is’t” – Prof. Dr. E. Wagernann.
De eerste veven maanden na de devaluatie van den
Belgischen Franc, die than’s zijn verstreken, vormen
eenigszins een afgesloten periode. Allereerst omdat de
onmiddellijke stimulans, die op elke muntcorrectie

volgt, thans vrijwel is uitgewerkt en de periode . van
‘de ‘gevolgen op den
langen duur aanbreekt; ver’der
omdat de devaluatie plaats vond bij den overgang
van het slappe naar het drukke seizoen, welke laatste
periode ‘thans is geëindigd.

Alvorens het on’derwerp te naderen, wijzen’ wij er
nadrukkelijk op, ‘dat alleen de
onmiddellijice
gevolgen
van de ‘devaluatie belidht kunnen worden. Het is nog
te vroeg voor een definitief oordeel over ‘het huidige
economische en monetaire systeem; alleen verschillen-
‘de ten’denzen, ‘die ook ‘op ‘den langen duur werken, kun-
nen worden aangestipt. Bovendien
zij
men voorzich-

tig met het naar voren brengen van
fragmenten
uit
‘het economisch leven. Men kan met
bepaalde
statis-
tische ‘gegevens zoogenaamd ,,bewijzen”, dat de toe-
stand Ibuit’engewoon gunstig is; men kan ook statis-

tisnhe gegevens vinden om te ,,bewijzen”, ‘dat er d’oor
cle ‘devaluatie niets is verbeterd.

Dit laatste punt vereischt echter eenige aanvulling. Indien men beweert, ‘dat de toestand in België gelijk is ‘gebleven, dan ‘beteekent dit, hoewel men ‘zich ‘dit

meestal niet realiseert, dat er een
negatief voordeel is
verkregen. Immers, de toestand in België was in ‘de

maanden voorafgaande aan de ‘devaluatie van dien

aard, ‘dat, indien de oude pariteit was ge’han’d’haafd,
het ‘bankwezen zou
zijn
ineen’gestort, waardoor ‘het
economisch ‘leven nog verder zou zijn verlamd. Welken
invloed d’it in financieel en sociaal op’zicht zou heb’ben

gehad, laat ‘zich slechts gissen. Doch ‘dat ‘de toestan’d

nog veel ernstiger zou zijn geworden, vooral op ‘het

gebied van ‘de Staatsfinanciën, behoeft geen na’der

betoog. Daarom houde men, bij vergelijkin’g tuaschen
‘den toestan’d vlak v6c,r en na de ‘devaluatie, er reke-
ning mede, ‘dat de meeste gegevens vlak v66r ‘de

devaluatie den toestand nog te gunstig voorstellen.

Geld- en kapitaalmarkt.

Wij beginnen met ‘dit gebied, ‘omdat de toestand
vlak vbôr ‘de devaluatie hier wel het meest ongunstig

was. Het eredietwezen was een van de zwakste punten

en ston’d aan het einde van ‘de deflatie op een vol-

komen ineenstorting. Het herstel is op dit gebied in
de af’geloopen maanden zeer markant geweest. De

groote gou’dstroom naar België vanaf ‘de eerste ‘dagen
van cle ‘devaluatie (repatrieerin’g van gevlucht gel’d

en geld van buitenlanders, ‘die België veiliger achtten
‘dan elders) ‘hebben niet alleen ‘de positie van de cen-
trale bank versterkt, doch ook den toestand van de (bijna) vastgeloopen banken hersteld. De grootere
gel’dru’imte veroorzaakte ook een krachtige stijging

van ‘de obligatiekoersen. De Regeering anticipeer.de

op een verdere toekomstige verbetering door een min
of meer gedwongen conversie. Weliswaar daalden daar-
na ‘de koersen van ‘de nieuwe leenin’g, doch ‘het ren-

‘dement is voor Belgische verhoudingen zoo laag, ‘dat
de Belgische Staat sedert dan oorlog niet meer tegen
deze voorwaarden ‘heeft kunnen leenen.
1)

Indien men de conversie van cle staatsshu’icl buiten

beschouwing laat, ‘blijft ‘de bedrijvigheid op de kapi-
taalmarkt nog ‘gering. De omstandigheden in de in-
dustrie en in ‘het credietwezen zijn nog niet zoo, dat
emissies op groote schaal kunnen plaats vin’den,

Industrieele Productie, ‘Werkloosheid,

De ‘ontwikkeling in ‘de industrie is zeer verschil-
lend. De productie van verbruiksgoecleren is over het algemeen veel sterker ‘gestegen ‘dan die van kapitaal-
‘goederen. Dit behoeft niet te verwonderen. De eerste
gevolgen van een prjsstij’ging uiten ‘zich in een vlucht
in goederen. Daarvan hebben in België vooral de tex-
tiel- en schoenen’in’dustrie geprofiteer’d. De productie

van kapitaaigoederen kan eerst toenemen, indien de
verbeterde rentabiliteit in het bedrijfsleven aanhoudt,
waardoor er ‘middelen ‘beschikbaar komen voor uit-
breiding van bestaande en vervanging van oude in-
stallaties. Van een uitbreiding van de ijzer- ‘en staal-
industrie ‘zal ook de steenkolenmijnbouw profiteeren.
De steenkolenproductie is slechts weinig toegenomen.
Hierbij moet er rekening mede worden gehouden, dat
‘deze industrie door allerlei
han’delspoliVeke
maatre-
gelen in de laatste jaren sterk beschermd is ‘geworden,
waardoor ‘de productie op peil kon worden gehouden.
Een uitz’ondering vormt echter het bouwbedrijf. Op
‘dit gebied is een zoo krachtig herstel ingetreden, dat

‘) Volgéns Prof. Dr. F. ‘Bau’dhuiu in ,,La Dévaluation
du Franc ‘Bel’ge” (Brussel, L’Edition IJniverselle S. A.). In
dit boek, dat zoo juist is verschenen, wordt op het groote
sucées van de devaluatie gewezen, (,,Une opération délicate.
Parfai’tement réussie”, luidt de ondertitel).
Wij
hebben
aan dit actueele boek verschillende bijzonderheden ontleend.

30 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

967

het aantal houwv’ergunningen, voor rooverre dit ge-

registreerd wordt, na de devaluatie meer dan verdub-
beld is.
Bouwvergunningen in
114
gemeenten.
1935
Aantal
Stijging in proc. t.o.v.
1934
Jan.

…………..
481

1
Febr …………..
608

10
Maart

…………
950
+

13
April

. .
…………
1.630
+
110
Mei

……………
1.667 +
140
juni

)

………..
.
1.580
+
114
Juli *)
1.400
+
114

)
Ontleend aan
Baudhuin tap.
blz.

167.

)

Voorloopig.

Of deze gunstige ontwikkeling toe te schrijven is

aan het streven naar een vlucht in goederen, of .dat

andere meer economische factoren hierbij een rol
spelen, is niet te ‘beoordeelen.
De verbetering in .het ‘bedrijfsleven blijkt niet alleen

uit ‘de cijfers inzake productie en verbruik, ‘doch ook

uit de zeer sterke daling van ‘het aantal werkloozen.

Volledig werkloozen.
1)

P e r
i
o d e
1934
1935
Stijging±

Daling-

Gemidd. iste kw.

194.900
216.800
+
21.900 168.000
13.8.400
—29.600
Juli

…………..


26.900

78.400

Gedeeltelijk werkloozen.
1)

P e r
i
o d e
1934
1935
Stijging
+
Daling

Gemidd. lstekw.

1.75.000
154.600

20.400
Juli

…………
..
176.000 109.000
—67.000

+
1.000
—45.600
1)
De gegevens uit deze opstelling zijn ontleend aan het
bulletin van •de Banque Nationale de Belgique.

Dcze gegevens wijzen wel p een zeer aanzienlijke
verbetering op de arbeidsmarkt, ‘die ‘slechts gedeelte-
lijk ‘is toe te sdhrijven aan seizoensinvloeden. Opmer-
kelijk is, ‘dat het aantal gedeeltelijk werkloozen veel sterker is verminderd dan het aantal geheel werkloo-
zeil. Prof. Dupriez ‘heeft er de aandacht op gevestigd
t)

dat een verlenging van de werkweek veel eerder plaats
vindt dan ‘het tewerkstellen van nieuwe arbeiders, die
niet
altijd
‘de verei’sdhte technische vaardigheid bezit-
ten. De werkgelegenheid is verder gunstig beïnvloed
door het toenemend vreemdelingenverkeer en de aan-
vulling van voorraden in handen van ‘detaillisten.
Ongunstig hebben volgens dezen schrijver echter ge-
werkt ‘de maatregelen van Frankrijk tegen de Bel-
•gische greusarlbei’ders en het einde van den bouw van de wereidtentoonstelling.

.Tja,ndbouw.

De ‘devaluatie heeft op agrarisch ,gebied een aan-
zienlijk ‘herstel teweeggebracht. De landbouw in Bel-
gië was op ‘enkele uitzonderingen na (suiker en ‘boter)
weinig gesteund, althans vergeleken met ‘de agrari-
sche protectie in Nederland en Frankrijk. Niettemin
bestond er ook in België ëen sterke oppositie tegen
den landbouwsteun, omdat ‘deze ‘de zoo noodzakelijke
verlaging van de kosten van levensonderhoud tegen-
hield. Evenals in ons land waren ehter de prijzen van de voedingsmiddelen sterker gedaald dan de
overige kosten van levensonder.houd.

Na ‘de devaluatie zijn de a’grarische prijzen ‘sterk
gestegen, mede als gevolg van ‘de
stijging
van ‘de we-
reldmarktprijzen. Bij ‘de beoor.deeling van den hu’idi-
gen toestand moet ‘deze sarnenloop van omstandighe-
den niet uit het oog worden verloren. Volgens Prof.
Bau’dhuin is ‘de waarde van ‘de agrarische productie
vergeleken met 1934 met 20 pOt. gestegen; verge-
leken niet, het einde van ‘de ‘deflatieperiode is deze

1.)
In Bulletin de 1’Ins’titut des Scieuces Economiques van
Augustus
1935.

stijging nog grootel. Drie ‘opmerkingen mogen in dit
verband nog worden gemaakt.
Allereerst ‘is door de
prijsstijging
‘de mate vaii
protectie sterk verminderd, niet alleen omdat, zooals

hijv. bij tarwe het geval is, de productiepremie
bij
het
huidige prijspeil komt te vervallen, maar ook ‘door

het bestaan van specifieke rechten. Zoo is ‘bijv. het
lieentierecht op tarwe, ‘dat Frs. 10 bedraagt, ‘d’oor de
devaluatie gedaald van 1.44 tot 1.04 goudfranc.

Tengevolge van ‘de verminderde protectie is voorts
een natuurljker en vrijer evenwicht in de agrarische

voortbrenging verkregen ‘dan tot ‘dusverre ‘het geval
was. Het lijkt
ons overbodi’g om voor Nederlandsche

lezers de voordeelen van een vrijer ruilverkeer en

natuurlijke verhoudingen op agrarisch ‘gebied als ge-

volg van een verbeterde rentabiliteit uiteen te zetten.
Tenslotte heeft echter de stijging van agrarische
prijzen tot een stij’ging van de kosten van levenson-
derhoud geleid. Dit is inderdaad een schaduwzijde,

vooral in België, waar de bonen in het algemeen zoo

nauw verband houden met ‘den levensstandaard. Daar
staat echter tegenover, dat ‘de lage agrarische prijzen
(in ‘goud) een ongezond versdhijnsel zijn, ‘die een be-

langrijken ‘bedrijfstak in groote moeilijkheden hebben
gebracht. De sterk veibeterde toestand in ‘den Land-

bouw zal ongetwijfeld een ‘gunsti’gen invloed op het
overi’ge bedrijfsleven kunnen ‘oefenen.

Ha.ndelsbewegivg.

De waarde van ‘den in- en uitvoer is, zooals te ver-
waëhten was, ‘in nieuwe Francs gestegen, omgerekend
op de oude pariteit gedaald. De uitvoer is echter niet
zoo snel gestegen als ‘de invoer.

invoer

Uitvoer

iste kwartaal
1934 3.714 mili.

3.660 mili.

iste kwartaal
1935 3.284 milI.

3.874 mi!!.
Daling

430 mi!!. of 11.6
0
/0

286
mill. of
7.8
0
/0

April t/m Aug.
1934 5.529
mii!.

5.449
miii.
11

1935 7.361 nijl!.

6.589 nul!.

$tijging 1.832
mill. of 33.1
/0
1.140
nijl!. of
20.9

Het, beeld van den buitenlan’dschen handel in de
eerste maanden na ‘de ‘devaluatie komt overeen met
de verschijnselen, ‘die fbij een beginnende conjunctuur-
verbetering in een industrieland zijn waar te nemen,
nl. een stijgende invoer van grondstoffen en een daar-

bij ten achter blijven van den uitvoer in verband met
de af’zetverruiming op de binnenlandsehe markt. Voor
België wordt ‘dit laatste verschijnsel nog versterkt
‘d’oor de helemmeripgen, d’ie de afzet in het ‘buiten-
land ondervindt. Tegen structureele factoren is geen
enkele prijsdaling opgewassen. Wel kan echter een
aanzienlijke prijsdaling (in goud) ‘het vinden van
nieuwe afzetgebieden en .het toepassen van andere
pro’ductiemethoden stimuleeren. Het eerste schijnt
t’hans reeds in België ‘het ‘geval te zijn. In een artikel in ,,Der ‘deutsche Volkswirt” van
25
Oct. wordt aan-
getoond, dat er zich in de maanden na ‘de devaluatie
een verschuiving heeft voltrokken in ‘den uitvoer, nl.
een ‘daling van den uitvoer (waarde) naar ‘landen,
waarmede een transfer- en ‘betalingsregeling werd ge-
troffen en een stijging van den u’itvoer naar zooge-
naam’de
vrije
markten. Op ‘de waarschijnlijkheid van de’ze verschuiving, hebben wij reeds in Mei ‘de aan-
‘dacht gevestigd ‘), mede in verband met de winsten op
den uitvôer naar Frankrijk en Nederland, naar welke

landen tegen “de oude prijzen (in goud) wordt ge-leverd. Het is zeer waarschijnlijk, dat dze ten’dens
zich nog verder ‘zal voortzetten, alblijkt’dit niet direct
uit de uitvoerstatistiek, zulks in verband met het feit,
dot het bewerken van nieuwe markten tijd kost.

Openbare Financiën,

De toestand van ‘de staatsfinanciën is door ‘de deva-
luatie aanzienlijk verbeterd. Ondanks de
stijging
van
den ‘dienst van dé bui’teulandsdhe schulden, de verhoo-
‘ging van ‘de ambtenaarssalarissen en de afschaffing

1)
In ons artikel ,,Na de devaluatie in België” in E.-S.B.
van
15
Mei ji.

968

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October 1935

en verlaging van verschilleilde rechten, is het even-

wicht in de loopende begrootirig sterk verbeterd. Eener-

zij’ds door een vermindering van cle uitgaven tenge-

volge van de conversie en de daling van de verkldo-zenuitkeeringen, anderzijds door een stijging van de
inkomsten. Prof. Baudhuin maakt in zijn genoemd

boek een zeer overzichtelijke opstelling van ‘de ver-
schuivingen in de begrooting naar aanleiding van een

rede vdn den Minister vah Financiën: –

Verschuivingen in de begrôoting (1935) tengdvolge
van de devaluatie (in uiillioenen Frkncs.)
Verzwareng.
le Stijgende lasten.
Salarissen en pensioenen ……………………
96
Dienst van de buitenlandsehe schuld ………….
197
Hoogere kosten van •gezantsohappn ………….iS
Verlies
0′!)
de aflossing van de ldeniiig in goud-

guldens
…………………………………

77

388
2e
Mindere inkomsten:
Afschaffing van bepaalde lieentierechten ………
143
Verlaging van bepaalde douanerechten ……….
54

‘erlagin.g van dc grond’belasting ……………..

105

Totaal ……
298
Verlichting:
Conversie vau de staatssc’huld ………………..
577,
Overeenkomst met de i3anquc Nationale ……….
30
Verminderde werkloozenuitkeeringen …………
52
Orootere fiscale inkomsten …………………..
440

Totaal ……
099

Het resultaat is dus een verlichting van 1.099—

(388 +
298)
= 413 millioen. Francs. Het tekort ‘be-

droeg oorspronkelijk Frs. 860 milli’oen, zoodat het is
teruggebracht tot Frs. 447 millioen. Tegenover dit

tekort staat edhter een belastingverlaging van bijna

Frs. 300 inillioen. Bovendien moet niet uit het oog
worden verloren, dat gedurende het eerite kwartaal
nog •de oude opstelling in werking was. Het tekort
vani iFrs. 447 millioen is nog verminderd tot Frs. 200

millioen door een deel van den winst op den goud-

voorraad hiervoor te gebruiken. De toestand van de openbare financië.n i’s van dien
aard, dat voor het verkrijgen van een volledig even-
wicht nog bezuinigingen noodig ‘zullen zijn, indien

men niet tot belastingverhooging of tot het putten
uit het Revaluatiefonds wil overgaan. Een volledige

saneering van de staatsfinanciën is niet op korten

termijn te verkrijgen.

l’rijzen.

De. prijsstijging in België is árooter geweest dan
men algemeen lieef t verwacht, hetgeen niet behoeft te

verwoncieren. Immers, na de ‘devaluatie zijn de prij-zen op de wereldmarkt eveneens gestegen, waardoor
de prijsstijging in België dus van twee kanten werd
gestimuleerd. De heteekenis van dezen factor lblijkt

bijv. heel
duidelijk
in Frankrijk. Sedert het momeht
(einde Juli), waarop de Regeering Laval een druk op

‘de
prijzen
‘ging uitoefenen, zijn ‘de groothandelsprjzen

met ruim 4 pCt. gestegen! De Belgisdhe groothandhlsprijzen zijn na de deva-
luatie met ruim 20 en de kleinhandelsprij’zen met
ongeveer 10 pOt. gestegen. Tengevolge van deze prijs-
stijging wordt ‘de roep om loonsver’hooging luider,
hetgeen de productiekosten verhoogt. Dit verschijnsel
geeft ‘ongetwijfeld tot eenige bezorgdheid aanleiding );
vandaar het streven van de Regeerinig om door rui-
mere invoervergunningen van voedingsmiddelen of
afschaffing van licentierechten de prijsstijging te
remmen. Wat de douanerechten betreft, ‘de specifieke
rechten (in goud) zijn door de prijsstijging automa-
tisch verlaagd. Verder heeft de Regeering bepaald,. dat bij de berekening van de rechten ad valorem de
‘huitenlan’dsche prijzen volgens den ouden wisselkoers

) Deze bezorgdheid betreft vooral het ‘budget. Onder de
Regeei’ing Theunis zijn ni. de salarissen en pensioenen
van de ambtenaren gekoppeld aan de kosten van levens. onderhoud. Stijgen deze aanzienlijk, dan nemen dus ook
de uitgaven van de Overheid toe.

moeten’ worden berekend. Zoodoende is de reëele druk
van deze redhten met
28
pCt verminderd. De sterke prijsstijging in België moet echter inter-nationaal worden ‘bezien. Daar
namelijk
ook in de

andere landen de prijzen stijgen, verzwakt dit de con-
current’iekracht van België niet. Zelfs in de goud-
landen is deze
prijsstijging
waarneem’baar. Wij heb-
ben reeds in dit verband op Frankrijk gewezen; in
Nederland zijn de groothandelsprijzen sedert Maart

met 1.6 pOt. en in Zwitserland zelfs met 5.7 pOt.
gestegen.

Sam envatting.

In het bovenstaande hebben wij getracht een beeld

van ‘den ‘economisdhen toestand van België te geven. Uiteraard
hebben
wij ons daarbij tot de voornaamste
verschijnselen moeten beperken. Het is echter vol-
doende gebleken, ‘dat er in België na de devaluatie

een Vrij aanzienlijk herstel heeft plaats gevonden, zoo-

wel in negatieven als in pos’itieven zin. Vooral in het binnenland ‘is ‘dit herstel markant geweest. Alleen de

hasisinciustrieën (steenkolen, ijzer en staal, construc-

tiewerken) vertoonen nog ‘geen groote verbetering.
Tengevolge van de stijgende prijzen is intusschen de
rentabiliteit van het bedrijfsleven sterk verbeterd,
ook van •die ‘ondernemingen, vier productie weinig
of niet is toegenomen. In het algemeen kan ‘men dan

ook zeggen, dat de eerste étappe op ‘zeer bevredigende
wijze is afgelegd.

Het herstel van het economisch leven van België
is echter een kwestie van langen duur.
1)
De verbetering
zal zich ‘dan ook zeker niet in ‘hetzelfde tempo voort-
zetten als tot dusverre het ‘geval was. Zelfs lijkt ons

een terugsla.g in de tweede étappe, die thans aan-
breekt, waarschijnlijk; vooral in verband met seizoens
invloeden. In hoeverre de uitvoering van openbare
werken, waarmede nog begonnen moet worden, een
activeerende werking ‘zal oefenen, ‘dient nog te wor-

den afgewacht. 1-loe dit ook ‘zij, de verbetering, die

in België sedert Maart heeft plaats gevonlen, ver-
‘dient ongetwijfeld de belangstelling.
v.
cl.
T,

)
Een verder herstel hangt natuurlijk nauw samen
niet internationale factoren waarop wij
in
onze jongste
studie over België i’eeds hebben gewezen.

ECONOMISCHE EN INDUSTRIEELE VOORBEREIDING

DER LANDSVERDEDIGING.

Het op 13 Juni 1931 door de Staatscômmi’ssie, in-gesteld ‘hij K. B. van 12 December 1910, Nr. 56 – de
z.g. Legercommissie -, aan H. M. ‘de Konin’gin ‘in.
gedien’de rapport betreffende de economisc’he en in-
dustrieele voorbereiding der verdediging, aan welke
samenstelling deze commissie meer ‘dan een volledig
zittingsjaar ‘heeft gewijd, is eenigen tij’d geleden aan
de leden van de Tweede Kamer toegezonden.
Het vraagstuik der Economische en Indu’strieele
Ooriogs- of Verdedigingsvoorbereiding (E.I.V.V.) in
het algemeen ‘dateert in het rneerendeel der landen,
in t’heorie allihans, reeds uit den vooroorlogstijd. Het
werd in den loop van den wereldoorlog feitelijk her-

boren uit den nood ‘der
tij’den
en heeft eerst sindsdien
in vrijwel alle Europeesche rijken en in Amerika zijn
vollen wasdom bereikt.
In Nederland werd pas enkele jaren na de mobili-
satieperiode de aandacht o’p dit onderwerp gevestigd
en tot voor betrekkelijk korten tijd
vrijwel
uitsluitend

van militaire, en ‘semi-militaire zijde en dan nog nage-
noeg alleen op Ibewapenings- en artilleristiseb en niet
in algemeenen zin op economisch gebied.
Het heeft zich tot ‘heden slechts in een zeer stief-
moederljke belangstelling van onze Regeering mogen
verheugen.
Bij de behandeling van het defensieboofdstuk der
staatsbegroot’in’g voor 1932 bevatte de aan de Tweede
Kamer •der Staten-Generaal gerichte Memorie van
Antwoord de volgende ‘mededeeling:
,,Tenein’de een stelselmatige leiding van •de tot

30 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

969

,,de taak van versdbillende autoriteiten behoorende
,,werkzaamheden te verzekeren, heeft hij (de Min.ister)

,,in beginsel besloten, te zijnen departemente een een-
,,traal orgaan voor de economische en industrieele

,,verded igingsvoorhereiding in het leven te roepen.
,,Het is den Minister aangenaam in dit verband

,,te kunnen mededeelen, dat hem een ‘belangrijk ver-
,slag betreffende de economische en industrieele

,,voorbereiding der verdediging ‘heeft bereikt, hetvelk ,400r de Legercommissie is aangeboden aan H. M. de ,,Koningin, en waarvan de desiderata in het algemeen

,,met zijn inzidhten overeenstemmen.”

De noodzakelijkheid eener in •den waren zin des
woords nationale verdedigingsvoorbereidin’g werd voor

en sedert dien in woord en geschrift door enkelen in

den lande, w.o. ook ,,unsre Wenigkeit”, herhaaldelijk
met geestdrift bepleit, niet uitsluitend in militaire
vereenigingen en in de militaire va’kpers, dodh ook

een enkele maal in voor den
handel
en de industrie

bestemde periodiekeri. Ook werd deze aangelegenheid
telken jare, echter ‘meestal slechts terloops, door enkele Kamerleden bij de behandeling van de defensie’begroo-

ting ter sprake gebracht en door den Minister ‘be-
knopt beantwoord, doorgaans met een zekere ‘belofte

voor de toekomst. Tijdens de jongste hegrootings-
debatten werd dit vraagstuk opnieuw aan de orde ge-
steld en verklaarde •de Minister van Defensie naar
aanleiding ‘hiervan in de Tweede Kamer:

,,Een betere economische en industrieele verdedi-
,,gin’gsvooibereid’ing heeft ‘de aandac’ht van de Regee-
,,ring. Eerlang ‘zal kunnen worden overgegaan tot de
,.instelling ‘van een orgaan van ‘besdheiden omvang, ..dat echter zal moeten ressorteeren onder defensie.”

In cle Eerste Kamer zeide
Zijne
Excellentie in aan-
sluiting op een opmerking betreffende ‘de ‘door de
Regeerin’g gevolgde zelfstandigheid spolitie’k:

,,Deze zelfstan’di’gheidspolitiek sluit in, ‘dat de Re-,,geering er niet op mag ‘vertrouwen, dat in geval van
,,conflict, toevoer van grondstoffen •op ruime schaal
,,zal kunnen plaats vinden. Op dien ‘grond heeft zij
,,dan oo’k reeds zekere maatregelen genomen en an-
,,dere in voorbereiding.
,,Z’oowel door ‘het opleggen van voorraden als door
,,het treffen van bijzondere sc’hikkingen met betrek-
,,k’ing tot de iehoeften van de weermacht en die der
,,’hurgerbevolking (de z.g. ,,economische verdedigings-,,voorbereiding”), hoopt ‘de Regeering te ‘bereiken, dat,
,,moc’ht toevoer uit ‘het buitenland om eenigerlei
,,reden niet ‘kunnen plaats vinden, gedurende den

,,eersten tijd Nederland ,,selfsupporting” zal ‘kunnen
,,zijn. Neemt men met •de ‘hier aan ‘het woord zijnde ,,leden aan, ‘dat invoer uit het ‘buitenland vrijwel on-
,,rnogelij’k, althans zeer bezwaarlijk zal zijn, dan zou-
,,den als logisch gevolg grootere voorzieningen moe-
,ten worden getroffen •dan thans let ‘geval is.
,,Aangezien ‘de Regeering de vrees dezer leden niet
,,deelt, acht zij geen termen aanwezig daartoe over
,.te gaan.”

Wij schrijven thans medio 1935 en zeventien lange
jaren vijn dus verloopen sedert de wereldoorlog de
gansche wereld in haar gron’dvesten ‘deed trillen en Europa in vuur en vlam zette.
No’g ‘dagelijks ‘beleeft de maatschappij in ‘de hui-di’ge crisis, althans in een deel ervan, de ontzettende
gevolgen ‘van deze wereldra’mp en ‘gaat een groot deel
van ‘het menschdom ‘daaron’der gebukt, terwijl een
‘herhaling ‘daarvan misschien binnen wie weet welkeft
korten tijd voor onze ‘deur staat. Een orgaan, dat de E.I.V.V. als regeeringszaak be-
handelt, bestaat in Nederland, in tegenstelling met
‘bijna alle andere Europeesche rijken, tot heden niet en evenmin is hij het D. v. D. een dergelijk lichaam
ingedeeld.
Wel is on’der de bevelen van ‘den Chef van ‘den
G’eneralen Staf werkzaam het Bureau Voorziening
Behoeften Oorlogstijd (VOBO), ‘hetwelk sledhts een
uitermate gering aantal functionarissen bezit en dat
‘hoofdzakelijk op specifiek militair terrein
zijn
‘be-
nloeiïngen heeft uitgestrekt.

Zelfs al zou •door dit bureau voor zooveel mogelijk
het verband worden gelegd tusschen de militaire

voorbereidingen en eventueel op overig gebied te
treffen maatregelen, ‘dan nog deelen wij ten volle de

zienswijze van velen en dus ook die, welke ‘de Leger-

commissie in haar verslag tot uiting brengt, dat dit
‘bureau als zoodanig- en in zijn tegenwoordigen vorm
en samenstelling, met alle waardeering voor de ‘be
1

toonde werkzaam’heid, de algeheele oplossing ‘van onze
E.LV.V. niet ‘kan geven en niet kan worden be-

schouwd als een orgaan, waaraan ‘de nationale ver-
dedi’gingsvoorbereiding ware op te dragen.

Bij •de ‘door ‘de Intendance te treffen mobilisatie-
voorbereidingen, welke uiteraard een bij uitstek mi-
litair karakter dragen, wordt den laatsten tijd samen-
werking betradht met verschillende erbij betrokken
crisisorganen, waardoor terecht de kiem wordt gelegd

voor verderen opbouw bij eventueele ‘instelling van
een orgaan voor de E.I.V.V.

Ook achten wij het een verblijdend verschijnsel, dat
in den ‘laatsten tijd van de
zijde
van ons bedrijfsleven
een groeiende belangstelling voor ‘het onderwerpelijke

vraagstuk wordt aan den dag gelegd, welke om. blijkt
uit het feit, ‘dat eeni’ge ‘departementen van de Neder-
landsehe Maatsdhappij voor Nijverheid en Handel
zich terzake lieten voorlichten in hun vergaderingen,
terwijl ook van de zijde van het Hoofdbestuur ‘daar-
toe pogingen werden aangewend, terwijl daarbij de
drang tot medewerken van de
‘zijde
van velen der
leden ‘duidelijk aan den dag trad.

Door de Departementen Breda en Maastricht werd
‘bovendien een voorstel aan het Hoofdbestuur inge-
diend, waarin gewezen werd op de delicate ligging
der zuidelijke provinciën in verband •met de lands-
verdediging, op het feit, dat in het buitenland de
organisatie der ‘defensie op industrieel en economisch
gebied een zaa’k van bijzondere staatszorg is en waar-
in verzocht werd in overweging te willen nemen om
aan de Regeering ‘de medewerking ‘der maatschappij
aan te bieden voor een spoedige en ‘doeltreffende or-
ganisatie van de E.I.V.V. voor Nederland en zijn
overzeesche gewesten.

1-let behoeft geen verwondering te wekken, ‘dat het
van regeeringswege plotseling aan ‘de publieke opinie

prijsgeven van ‘dit commissierapport, waaromtrent
gedurende vier jaren het stilzwijgen bewaard ‘bleef,

in verschillende ‘kringen eenigszins vreemd aandoet
en men zich aldaar afvraagt, welk doel ‘de Regee-
ring met deze publicatie ‘beoogt.

Heeft ‘de loop ‘der ‘gebeurtenissen er gelukkig niet toe geleid, ‘dat ‘dit verslag aan waarde heeft ingeboet

en dat het door feiten achterhaald is, gedurende •de
laatste jaren toch zijn op dit gebied in het ‘buiten-
land zulke belangri,ke maatregelen tot stand igeko-
men, is lhet vraagstuk voor Nederland veel ur’genter

geworden en ‘i’s ook in ons land ‘de ‘belangstelling van
niet-militaire zijde voor ‘dit onderwerp van staatszorg gelukkig ‘dermate toegenomen, dat de inhoud van ‘het
verslag der Legercommissie niet slechts onverminderd
van kracht is gebleven, doch zelfs in belangrijke mate
aan ‘beteekenis ‘heeft gewonnen.
In een beknopte inleiding wordt uiteen’gezet,
welke redenen de Commissie tot ‘het in studie nemen
van het vraagstuk der E.I.V.V. hebben ‘geleid en
worden enkele der voornaamste ‘zaken vermeld, welke
te dien aanzien in buitenlandsehe rijken zijn geregeld. De ‘beknopthei’d van dit artikel noopt on’s helaas te

zwijgen over ‘de talrijke maatregelen, welke ‘buiten onze ‘grenzen op ‘dit gebied zijn getroffen en welke
aldaar een onderwerp van staatszorg vormen, inzon-derheid na de periode 1914-1918, omdat, zooals ook
het rapport aangeeft, ‘de wereldoorlog, in ‘zeer scherpe
tegenstelling met ‘zijn voorgangers, is geweest een
strijd tusschen de volkeren zelve, waarbij ‘deze niet
alleen hun militaire maohtsmi’ddelen, ‘doch in veel
sterker mate hun algdheele economische en indus-

970

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October 1935

trieele, hun nationale volkskradht hdbben ingezet.

Hebben de centrale machten dien ‘krijg ook niet meer
in economischen dan in militairen zin verloren? Meer nog dan vele van de ons omringende natiën,

zoo bepleit ‘het verslag, moet Nederland te allen

tijden kunnen bes6hikken over een in verband met

zijn financieele draagkracht zoo goed mogelijk uit-

geruste en geoefende weermac’ht, – en dit achten wij volkomen uitvoerbaar -, terwijl Regeering en

volk daarbij zullen moeten kunnen steunen op een

deugdelijke E.I.V.V., – en dit is naar onze meening

evenzeer mogelijk -, evenals op de daarbij onont-
beerlijke volstrekte medewerking van onze voorman-

nen uit alle kringen van ons economisch leven. Van

hun hulp en voorlichting zijn wij, uit in soortgelijk

verband opgedane ervaring, volkomen overtuigd.
In beginsel wil ‘de Commissie deze bij uitstek na-

tionale voochereiding ook als regeeringszaak be-

schouwd zien en vooral niet als een afzonderlijke,
uitsluitend het Departemeflt van Defensie betreffen-

de aangelegenheid, hij welke opvatting wij ons vol-

gaarne aansluiten, al verklaren wij ons ‘hierna met
‘de Commissie ook voor de
aanvankelijke
instelling
van een Centraal Orgaan bij dit departement.

In het verdere deel van haar verslag bepleit de

Commissie, om. teneinde te v’oor:komen, dat de hij
mobilisatie te nemen maatregelen het karakter van

improvisatie met alle daaraan verbonden ‘schadelijke
gevolgen zullen dragen, het uiteindelijk van regee-

ringswege oprichten van een Centraal Orgaan, waar-

in zoowel erbij betrokken ‘burger- als militaire autori-

teiten en vooraanstaan’de personen en vertegenwoor-‘digers uit alle kringen van ons bedrijfsleven direct of

indirect hun invloed kunnen doen gelden’, terwijl

‘daaraan een studiecom.missie en een permanent secre-
tariaat zullen moeten worden toegevoegd.
Echter ka
n
, volgens de meening der Com’missie,

aan het tot stand komen van zulk een lichaam voor-

loopig (dat gold reeds voor
1931)
niet worden ‘ge-

dacht, al’s
zijnde
in ‘den aanvang te
omvangrijk,
te

kostbaar en als gevolg van een nog niet geleideli.k

tot ontwikkeling gekomen
zijn’de
voorbereiding, aan-
stonds nog niet voldoende tot homogene samenwer-

king in staat.
Hoewel wij
aanvan
k
e
lijk een andere zienswijze wa-

ren toegedaan, deelden wij na
rijp
overleg en gesteund

door ‘de a’dviezen van hen, die meer dan wij’ op prac-
tische ervaring konden bogen, ‘deze zienswijze der Commissie toen ij haar neerschreef volkomen, om
dat zij o.i. het beste strookt met het karakter van’
ons volk en met on’ze nationale toestanden. Men legge
deze opvatting, welke wij gaarne voor een ‘betere
geven, vooral niet verkeerd uit en zij er bovenal van
overtuigd, dat wij van ‘de urgentie van een deugde-
lijke E.I.V.V. ten volle ‘doordrongen zijn. Immers, ‘door de E.I.V.V. geleidelijk op te bouwen,
kunnen de fouten, welke nu eenmaal bij alle weik-
zaamheden van menschen’hand worden geaakt, ‘ge-
makkelijker worden ‘geëlimineerd en zal er minder
kans bestaan, zooals
hij
‘het ‘direct op groote schaal instellen van een veelornvattend lichaam, dat deze

zich aldra vermenigvuldigen. De tot leider van het
Centraal Orgaan te bestemmen persoon moet vooral
kunnen ‘beschikken over werkkrachten, waarmede hij
in zee durf t te gaan.
Zoo adviseert de Commissie tot het aanvankelijk
bij het D. v. D., rechtstreeks onder den M. v. D., in-
stellen van zulk een orgaan van, bescheiden omvang,
welks leider zij in het ‘bezit van bepaalde karakter-

en overige eigenschappen wenscht te zien en wien
zij groote vrijheid van ‘handelen toekent. Voorts
wordt omschreven de wijze, waarop •dit orgaan van ‘de
volstrekte medewerking van de overige ‘departemen-
ten en daarvoor in aanmerking komende officieele en particuliere lichamen en personen behoort te zijn ver-
zekerd en wordt erop gewezen, ‘dat dit alles fliet on-
vermijdelijk tot verhoogin’g ,van de staatsuitgaven zal
behoeven te voeren, aangezien ‘vermoedelijk uit zijn

gezamenlijken, op een zoo bij uitstek nationaal doel

gerichten arbeid ook voordeelen voor den Staat en
den particulier zullen ‘kannen voortvloeien.
Het rapport vermeldt voorts eeni’ge punten, vaar

van ‘de bestudeering, voorbereiding en in sommige

gevallen ook reeds de uitvoering tot de taak van het

zoozeer verlangde orgaan zullen ‘behooren, zooals ‘daar
o.m.
zijn:
‘het veelomvattend onderzoek naar ‘s lands

nooden en behoeften op ‘het ‘meest uiteenloopend ge-
bied in ‘oorlogstijd, ‘in verband met hetgeen alsdan
op een willekeurig ongunstig gekozen
tijdstip
in ‘het
land voorradi’g kan zijn, kan worden voortgehrac’ht,
dan wel in ‘bepaalde gevallen door invoer zal kunnen

worden verkregen; de registratie van personeel in

oorlogs- en overige industrieën, enz., alsmede die ‘van
materieel; ‘het samenstellen van een overzicht van de

gedurende de mebilisatieperi ode terzake opgedane

ervaringen, waaraan wij tJhans na vier jaren onmi’d-

dellijk ‘het op uitgebreide schaal contact verkrijgen
met ‘de sedert opgerichte crisisinstellingen willen toe-
voegen.

Tenslotte ‘het in het leven roepen en aanpassen
van de thans reeds bestaande
wettelijke
bepalingen,
welke een geleidelijken overgang van den vredes-
naar ‘den oorlogstoesfand op economisch gobied mo-

gelijk maken, alsook het verleenen aan dienstplidhti-gen, waarvan de onmis’baarheid ‘in
‘bedrijven
e.a. ‘is
bewezen, van vrijstelling van opkomst in werkelijken

dienst volgens een rationeel georganiseerd plan en
voorts ‘het treffen van regelingen omtrent het gebruik

van z.g. buitengewoon-dienstplichtigen.

Inderdaad zijn alle in het verslag opgesomde pun-
ten van de hoogste urgentie en de grootste beteeke-

nis, ‘doch men geve er zich vooral rekenschap van,

‘dat daarenboven nog tal en tal van zaken ‘bestaan,
welke in het belang van onzen ‘handel, industrie,
finantiewezen en wat al meer, evenzeer ‘dringend om
oplossing vragen.

‘ot hiertoe ‘het verslag ‘der Legercommissie.
De mo’bilisatievoorhereidingen, welke de voorzie-

ningsorganen onzer weermacht in vredestijd treffen,
kunnen, op enkele uitzonderingen na waarin con-
tact met regeeringsorganen werd verkregen, niet lan-
ger zelfstandig geschieden, doch zullen, en ‘daartoe
zal het op te richten orgaan dan ook behooren mede
te werken, steeds in eendra’chtige samenwerking tus-
schen het weermachtsbestuur, de niet-militaire ‘depar-
tementen en de erbij ‘betrokken particuliere instan-
ties, uit een oogpunt van gemeenschappelijk volks-
en weermaeht’belang worden getroffen. Ongetwijfeld
zullen zich ‘bij dezen arbeid problemen, zeer inge-
wikkelde zelfs en misschien ook wel eens onoplos-
bare, voordoen.
Men zij er toch van overtuigd, dat Nederland, dat
in economisch ‘opzicht zoozeer afhankelijk ‘is van an-
‘dere rijken, de resultaten van zijn nationale verdedi-
gingsvoorhereiding, naast en in nauw verband met
zijn militaire paraatheid, bij ‘het afkondigen eener
mobilisatie behoort verze’kerd te weten, opdat ‘deze
mobilisatie van ‘den aanvan’g af zooveel mogelijk
krac’ht kan worden bijgezet en worden ‘bestendigd,
zonder dat het maatschappelijk leven der natie ge-
durende en vooral na afloop van die periode op te
ingrijpende wijze zal worden ‘benadeeld.
Met niet genoeg klem wensdhen wij te waarschu-
wen tegen de verlokkende stem van hen, die onze
nationale verdedigingsvooeberei’ding als ‘onbelangrijk
heschouwen en die vermeenen, wanneer eenmaal
de nood aan ‘den man is, te kunnen volstaan met
improviseeren, alsof daarvoor dan nog tijd en ge-
legenheid aanwezig ‘zullen zijn. Immers, de gewel-
dige verscheidenheid van alles, wat ‘on’der zulke nb-
normale ‘omstandigheden voor volk en weermacht
noodig is, ‘brengt onherroepelijk mede, ‘dat ‘de te ‘dien
aanzien, te treffen maatregelen zoo veelomvattend
zullen zijn en, zoo nauwkeurig tegenover elkaar zul-
len moeten worden afgewogen, bovendien zoo diep
ingrijpen in alle lagen van ons maatschappelijk leven,

30 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

971

dat zulk een improvisatie, zooals in 1914 noodge-
drongen heeft moeten geschieden (toen ons land daar-

na bovendien voor den geesel van den oorlog ge-
spaard is gebleven en toen de eischen en de moeilijk-
heden zich geleidelijk ontwikkelden) in .de toekomst,
wanneer al die eischen wellicht tegelijk bij het uit-
breken van een conflict moeten worden verwezen-
lijkt, alleen gebrekkig uitvoerbaar zal zijn ten koste

van ontzettend veel geld en veel tijd. De hoeveelhe-

den in vredestijd te waarborgen levensmiddelen, voe-
derstoffen, grondstoffen, euz., mogen niet afhanke-
lijk worden gesteld van den te verwachten duur van

een mogelijk conflict, dodh van het feit of en in hoe-

verre de akkeibouw, veeteelt, tuinbouw, industrie,
etrz. in staat zullen zijn om in de allernoodzakelij’k-
ste behoeften te voorzien. Het feit, dat het nimmer
mogelijk zal zijn, alles tot in finesses voor te berei-
den, mag toch nimmer reden zijn om na te laten wat

wel, zij het met zeer veel moeite en volharding, kan
worden verridht ‘in liet belang van land en volk.

Hoe ‘gaarne wij ook wuden willen voortgaan met
te wijzen op ‘verschillende hoofdzaken, welke met

onze E.I.V.V. nauw verband houden, wij denken

slechts aan onze voedsel-, voeder- en kleedingvoorzie-
ning, het eventueel afsluiten van overeenkomsten en
z..g. uitgestelde contracten, aan onzé graanpositie, de

algeheele voorziening van de Vesting Holland, de
positie vn onzen veestapel, het vraagstuk der trans-
porten te land, te water en door de ludht, van onze
brandstoffenvoorziening en van onze oudere en jonge
industrieën en aan tal van andere zaken, de ons toe-

gestane ruimte laat uiteraard dit alles niet toe. Moge elk Nederlander, die daartoe in staat ver-
keert, een steentje ‘bijdragen aan het bouwwerk on’zer
nationale verdedigingsvoorhereiding.

Men leze en ‘bestudeere ‘het verslag der Legercom-
missie en vinde ons volgaarne bereid om ‘van ge-
wensc’hte voorlichting te dienen.

J. B. DE JONOI.

DE RIJKSMIDDELEN OVER SEPTEMBER 1935.

De maandelijksdhe verantwoordingen van ‘de ont-
vangsten van ‘s Rijks schatkist geven al geruimen
tijd telkens weer hetzelfde ‘beeld te zien. Er is nog
steeds een teruggang, doch deze valt niet erg op,
eer zou men geneigd zijn te meenen, dat de middelen
zich in vergelijking met het vorige jaar aardig weten
te handhaven. Dit resultaat is echter verkregen ‘door
regelma’tige belastingverhoogingen, terwijl ‘daarnaast
nog hijzoncfere omstandigheden in het spel zijn, waar-
d’oor de ontvangsten in ‘de eerste maanden van 1934
tijdelijk beneden ‘het normale zijn gebleven. In de afgeloope.n maand brachten ‘de ,,Overige mid-
delen” (.de niet-kohierbelastingen)
f
30.017.200 op
tegen
f
30.724.200 in September 1934, hetgeen een achteruitgang van
f
707.000 heteekent. Voorts bleef
de totale ontvangst
f
3.162.000 ‘hij de gemiddelde
maandraming ten achter. In dit ongunstig resultaat
werd door het meeren deel ‘der ‘belastingen ‘bijgedragen
en wel door ‘de ‘dividend- en tantièmehelasting, de in-
voerrechten, de zout-, de wijn-, de gedistilleerd- en ‘de
ta’baksaccijns, de omzetbelasting, de zegelrechten, de
registratierechten en de loodsgelden.

Bezien wij nu de opbrengst over de eerste drie
kwartalen, ‘dan blijkt, dat in het loopende jaar

f
273.620.500 is ontvangen, tegen
f
260.266.700 in
hetzelfde tijdvak van 1934 en ibij een eveïiredige Ira-ming van
f
298.612.500. Laat men de omzetbelasting,
die in .het ‘begin van het vorige jaar nog niet op gang
was, buiten beschouwing, ‘dan worden de cijfers als
volgt: opbrengst negen maanden 1934
f
223.086.800;
opbrengst negen maanden 1935
f
229.230.200; raming
negen maanden 1935
f
237.487.500. Dat de ontvang-
sten van het loopenle jaar boven ‘die van het vorige uitkomen, is in hoofdzaak te danken aan de invoer-
rechten, die in het begin van 1934 door toevallige
omstandig4heden (‘de inwerkingtreding der omzetbe-

las’ting) zeer laag waren en aan den ta’baksaccijns,

waarvan het tarief middelerwijl werd verhoogd. Uit
den achterstand met betrekking tot de raming blijkt

echter wel het gestadige teru’gloopen der middelen.
De dividend- en tantièmebelasting viel in de afge-
loopen maan’d tegen, daar zij
f
236.200 minder ver-
schafte dan in dezelfde maand van 1934. De totale
ontvangst over ‘de eerste drie kwartalen is nu reeds

f
1.002.900 ten achter ‘gebleven bij die van hetzelfde

tijdvak van het vorige jaa.r. Dat ‘dit tekort nog ge-

heel in de volgende maanden zal worden ingehaald,
moet als uitgesloten worden beschouwd, al kan het

nadeelig verschil hij dit grillige middel nog wel iets
afnemen.

De invoerrechten ‘brachten ditmaal
f
262.000 min-
der o. Het tekort bij ‘de maandrarning bedraagt

f
422.600. De bekende oorzaken (prijsdaling en ver-
min’derde ‘invoer door steeds verder doorgevoerde han-

delsbelemmeringen) zijn nog steeds van invloed. Uit

de toeneming van ‘het statistiekrec’ht (met
f
3.600)
valt intusschen af te leiden, ‘dat althans ‘de omvang

van onien geheelen buitenlandschen handel (in- en
uitvoer) ‘ditmaal grooter is ‘geweest. Het evenredig
deel ‘der ra’ming werd hij de hier besproken mnidde-
len’groep niet ‘bereikt; over de afgeloopen maand he-
‘draagt ‘het na’deeBg verschil resp.
f
422.600 en
f
3.700
;
over negen maanden onde.rscheidenlijk
.f
8.013.400 en
f
153.200.
De accijnzen weten ‘zich in het algemeen ook nog
niet te handhaven. Het zout ‘gaf ditmaal
f
48.300
minder wegens lagen uitvoer van ‘gezouten vleesch.
De geslachtaccijns verschafte daarentegen een surplus
van
f
32.400, maar ‘de ontvangst van September 1934
was dan ook wel zeer aan ‘den lagen kant. Aan wijn-
accijns werd
f
91.400 minder ontvangen wegens ‘de verlaging van de opcenten op den accijns met ingang
van 1 Juli ji., tot stand gebracht bij de wet van 13
September 1935 (Staatsbiad No. 548), welke gepaard

gaat met teruggaaf van reeds betaalde opcenten. De
gedistilleerdaccijus leverde
f
259.500 minder op. Daar-
entegen gaf de ibieraccijns ‘ditmaal een ‘accres te zien
van niet minder ‘dan
f
321.300, waarbij intussohen
moet worden bedacht, ‘dat dit middel in September
1934 met een opbrengst ‘van
f
525.900 een waar ‘diep-
tepunt vertoonde wegens de afschaffing der opcen-
ten op 1 Juli 1934. Toch was ook op zichzelf be-

schouwd ‘de ontvangst van ‘de afgeloopen maand niet
ongunstig, immers
f
847.200 bij een raming van
f
833.300. Gerekend over negen maanden geeft de
bieraccijns nog een teruggang te zien van
f
1.247.700.
De suikeraccijns heeft zic’h den laatsten tijd hersteld; ‘ditmaal werd
f
5.152.300 geïnd, of f155.300 meer
dan in September 1934 en
f
985.600 boven de maand-
raming. Het verbruik sphijnt ‘door den lageren suiker-
prijs nog steeds toe te nemen. Een goed teeken is
ook, ‘dat de raming over de eerste drie kwartalen met
.f
2.375.000 overschreden is. De tahaksaccijns bleef dit-
maal
f
80.600 ‘hij ‘de ontvangst van September 1934
ten adhter. De vorige maanden waren evenwel vrij
gunstig (vooral de maanden Mei t/’m. Juli), ‘zoodat
aan eene enkele lage opbrengst niet te veel beteekenis
moet worden ‘gehecht.

De belasting op gouden, en zilveren werken leverde
.f
5.700 meer op, terwijl de ornzehelasting
f
113.500
minder in de sc’hatkist bracht ‘dan in dezelfde maand
van ‘het vorige jaar, waaruit blijkt, ‘dat deze heffing
thans wel volledig is doorgewerkt. De verminderde
koopkracht van het publiek en de daling ‘der prijzen
‘hebben op dit’ middel een ongunstige uitwerking.
Een opbrengst van
f
5.076.100 bij een maandraming
van
f
6.791.700 is inder.daa’d teleurstellend. Beter
gaat het met de couponbelasting; in de afgeloopen
maand werd een surplus van
f
2.970 ontvangen,
waardoor de voorsprong, in ‘de reeds verstreken maan-
dien van ‘het jaar verkregen, steeg tot
f
1.055.300 en
het evenredig deel ‘der raming in ‘de eerste negen
maanden met
f
345.200 werd overtroffen.
Met de zegel- en registratierechten wil het nog niet

972

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October 1935

vlotten. Eerstgenoemde heffing gaf
f 82.300 minder,

waarvan slechts
f
14.200 op rekening komt van een

trager vloeien van de beursbelasting. De registratie-
rechten daalden met
f
125.300, hoewel de ontvang-

sten van September 1934 ook al niet hoog waren.

Weliswaar is de inzinking niet
zoo
groot meer als in

‘Ie maand Augustus jl., maar toch zijn cle ontvangsten

nog zeer onbevredigend. De stagnatie in den handel in onroerend goed zal hieraan wel niet vreemd zijn.

De successierechten gaven een vooruitgang van

f
75.300 te zien. Dit middel ‘blijft meevallen; tot

dusver is in 1935 reeds
f
878.500 meer
1
binnengeko

men dan in dezelfde periode van het vorige jaar, ter-

wijl cle raming met
f 915.900 werd overschreden. De

loodsgel’den liepen terug met
f
4.400; over de tdrie

kwartalen bedraagt •de vermindering
f
530.100; hier

in komt de niet ingang van 1 Augustus 1934 in wer-

king getreden tariefsverlaging tot uitdrukking.
Over de Directe Belastingen is niet veel te vertel-

len. Bij ‘de inkomstenbelasting steeg de stand van het

zuivere kohierbedrag in de afgeloopen maand van

f
44.807.400 tot
f
50.711.800; dit laatste bedrag

komt
f
3.943.800 uit boven den stand op het overeen-
komstige tijdstip van.1934, zulks in veiband met de

verhooging van de opcenten; in ‘hoofdsom ‘heeft derd
belasting door ‘de dalende inkomsten van de belasting-

ibetalers minder opgebracht. Iii vergelijking met den

stand van het vorige jaar laten de verncogensbelasting

en ‘de verdedigingsbelasting T beide een daling zien,
van resp.
f 58.800 en
f
527.800, als gevolg van de

waardedaling der effecten en der onroerende goede-
ren, welke niet door de verhooging der opcenten ge-

heel kon worden gecompenseerd. De belasting van de

doode ‘hand, die op ihet overeenicomstige tijdstip in
het vorige jaar nog niet werd geheven, staat thans
te boek voor een bedrag van
f
1.335.800.
Voor ‘de overige fondsen mogen wij naar het Midde-
lenoverzicht zelf verwijzen (pag. 978 van dit nummer).

AANTEEKENINGEN.

1)e huidige depressie in de zeescheepvaart.

(Prae-adv’iezen van de Vereeniging voor de Staat-
huishoucZkunde en de Statistiek.)

Ter beantwoording van de gestelde vragen, welke
de oorzaken der huidige depressie in de zeesdheep-
vaart zijn, welke middelen te harer genezing kunnen
worden aanbevolen en welke maatregelen van de zijde

der Overbeid voor dit doel bevorderlijk kunnen wor-‘den geacht, begint de ‘heer Job. Brautigam met op te
merken, dat, teneinde •de oorzaken der depressie op
te sporen en de maatregelen ter genezing aan te
geven, het noodig is vooraf het wel en vee van het
scheepvaartbedrijf in het verlden na te gaan.
Na een kort overzidht vanaf den Franschen tijd
wijst hij er op, dat, in tegenstelling met het handelend
optreden der Overheid in Engeland voor de bevorde-
ring der algemeene welvaart, men ‘hier te lande werke-
loos bleef. De vierde iii rang is ons land nooit meer
geworden. De nederige plaats, waarover •de commissie

in 1874 klaagde, de achtste in de rij, heeft ons land

‘behouden tot op dezen ‘dag.
Uitvoerig staat de ‘heer Brautigam stil hij •de aan
zienlijke vergrooting, welke de vervoercapaciteit van
de wereldvloot heeft ondergaan. Toen de crisis intrad,
najaar 1929, gin;g de aanwas ‘der wereidtonnage door.
Eerst in 1932 trad de keer in. De wereldt’onnage loopt
terug, maar niet in verhouding tot hetgeen noodig
zou zijn om het. evenwicht tusschen vraag en aan’bod
te herstellen.
In de trampvaart, die ‘het massavervoer, te Rotterdam
van zoo’n geweld igen omvang, verzorgt, vervult de
Nederlandsche reederij geen groote rol. Slechts 25

püt. der •schepen, •die Rotterdam
bezoeken,
voeren de
nationale vlag. De Duitsche en Engelsehe vlag zijn
beide even ‘belangrijk voor Rotterdam als de Neder-

landsche.

• Voor Amsterdam is de verhouding veel beter, zoo-
wel wat ‘het aantal schepen als tonnage ‘betreft. De

beurtvaart spreekt hier
zijn
taal. Het toont de slechte
posi’tie van Rotterdam en het verzuim van deze ‘haven

om eigen reederj tot ontwikkeling te brengen, duide-

lijk aan. Amsterdam heeft nog geen zesde van ‘de goe-

deren’beweging van de Maasstad en toch is de te Am-stdrdam thuis’he,hoorende tonnage en het aantal sche-

pen, welke van die haven uit de zee bevaren, onge-

veer even groot als de Rotterdamsche.
Het is te vreezen ‘dat Rotterdam ‘deze nalatigheid

ernstig zal moeten boeten.

De oorzaken van de slechte ontwikkeling der Ne-
derlan’dsc’he koopvaardij in een tijd, waarin Iliet we-

reidverkeer snel opliep, moeten vooral worden gezocht

in de politiek van onthouding van bemoeienis. Een

goede weloverwogen politiek van bescheiden steun,
ter aanmoediging van het initiatief van particulieren,

niet alleen ter bevordering van de lijnvaart, maar

ook voor de ‘tramp, zou tot een ontwikkeling van het
scheepvaarthedrjf in overeenstemming met het toe-
nemende verkeer over onze havens hdbben kunnen

leiden.
Door de zeer sterke vergrooting der wereldtorniage

in de jaren na den oorlog daalçle de vrachtenmarkt
snel. De Nederlan’dsche reederjen, in het bezit van
veel dure schepen, gingen gebukt onder ‘de hooge
lasten en zijn ‘in dezen tijd niet tot sluitende cijfers

gekomen. Di vi’denden gepasseerd, reserves ingeteerd,
‘het waren bekende verschijnselen reeds lang voor ‘de
crisis, eind 1920, ‘intrad.

De crisis deed de rest: het meeren’deel der reederijen

staat voor een opgeteerde pot.
Het droeve feit is, dat in de laatste veertien jaren
eenige honderden millioenen guldens in cle scheep-
vaart verloren zijn ‘gegaan.
Als voornaamste oorzaken van de depressie in de
zeescheepvaart kunnen worden genoemd de achteruit-

gang van ‘den werel’dhandel, de slapte in de ‘industrie
en in verband daarmede de ingekrompen behoefte
aan vervoer. Hoewel thans teekenen van ‘herstel aan-
wezig zijn, is het nog lang niet op ‘het peil van 1929

terug. Er bestaat nog
altijd
een te veel aan tonnage
en schepen ten aanzien van den geslonken wereld-

handel. De maatregelen, genomen tot steun aan den
landbouw, doen aan de scheepvaart veel kwaa]. Autar-kie is mode.
Toen
‘bij
het uitbreken van de crisis het te veel aan
sc’heepsruinite evident werd, ‘hebben de Nederlandsche
reederijen niet geaarzeld om ‘het oude middel, het-

welk nochtans faaide, toe ‘te passen.
Zij
namen een
groot aantal schepen uit de vaart. Het gaf het klein-
ste verlies en kon tot verbetering van de vrachten-
markt voeren. Wil het echter ‘helpen om vraag en
aanbod in evenwicht te ‘brengen, dan moet het in
overleg, georganiseerd en internationaal geschieden.
Het middel: oplegging, zelfstandig toegepast, helpt de
eigen vloot niet.
Evenmin helpt de verkoop naar het buitenland. De
toestand verbetert er niet door. Integendeel, het schip, dat voor den verkoop doorgaans oplag, zal na de vlag-
verwisseling wel in de vaart komen.
Van meer ‘beteekenis is de sloop van schepen ge-
‘eest. 1-let land, ‘dat evenwel tot opruiming van ton-
nage overgaat, ziet -zich verdrongen, als anderen dit
voorbeeld niet volgen: Nederland ondergaat thans dit
lot. De reederjen poogden verder door verlaging van
kosten ‘haar concurrentiekracht en u i thoudingsve rmo-
gen te vergrooten.
1-let nieuwe voorstel ‘der Regeering ‘houdt in, om
behalve ‘den door de B.E.N.A.S. verleenden ‘steun in
den vorm van een crediet voor de scheepvaart een be-
drag van 8 millioen Gulden besc’hikhar te stellen.
De bedrijven moeten zich verbinden, mede te ver-
ken aan de voorbereiding van een saneering van het
bedrijf. De Regeering verbindt den steun aan het schip
in bedrijf, het schip dat opli’gt ‘houdt zij buiten de
regeling. Met plannen om tot verbetering van de

30 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

973

vrahtenrnarkt te komen, door het vasthouden van
tonnage, is dit evenwel in strijd.

Wat nu moet Nederland doen, in afwachting van
de totstandkoming

van internationale maatregelen,
en wat is de taak van ons land, indien ‘internationaal
overleg onverhoopt faalt?

Hierop is slechts een antwoord mogelijk: Neder-
land zal bereid moeten
zijn,
in afwachting van -het-
geen internationaal gebeurt, de eigen vloot, voor •de nationale huishouding nu eenmaal onmisbaar, te be-

schermen, te saneeren en op een grootte te ‘houden,
zoo noodig te brengen, als voor ons land onontbeer-lijk is te adhten.

De handel van Nederland dwingt -tot het in stand
houden van een goede vloot.

Verontrusting wekt niet alleen de snelle vermin-
dering der Nederlan-dsche tonnage, maar vooral -de
geringe aanbouw van schepen in -de laatste jaren. Geld is niet

te krijgen. Langs een anderen weg zal
dus -een vernieuwing v-an de vloot moeten plaats vin-
den. Tot -dat -doel staat een vorming van een bouw-

fonds voor den geest, te vormen door een ob-liatie-
leening, buy, van honderd millioen Gulden, te plaat-
sen nar behoefte,

tegen een -matige rente, onder ga-
rantie van -d-en Staat. Uit dit f-onds ware aan -de -daar-
voor in aanmerking komende reederjen houwerediet
te verleenen -onder lhypothecair verband.

Een tweede middel tot verbetering van den toe-
stand is te zien in een verdere concentratie van de
Ned-erlan-dsche reederij. Bij -het verstrekken van voor-
schotten en bouwcredjeten heeft -de Staat het in de
hand om -deze concentratie te bevorderen.
De heer Brautigani besluit me-t op te merken -dat
in het gaan van den weg, die in dit prae-advies wordt
aan

bevolen, Nederland niet behoeft te aarzelen. Tus-
sdhen -de middelen aanibevolen ter verbetering van
zijn eigen vloot en de maatregelen -ter saneering voor
de werel-dvloot ligt voor Nederland geen tegenstelling.
Ook de heer C. J. P. Zaalberg wijst als oorzaak der

huidige -depressie in -de -zeescheepvaart -op de wanver-
houding tussc’hen vraag en aanbod, zoowel bij vracht-als bij passagiersvervoer. De tonnage bedroeg in 1934
al 40 pOt. meer dan in 1913, de la-ding 11 pOt. min-
der; -de vaarsnelheden zijn vergroot, -de vloot is nu
wel 55 pOt. productiever -dan in 1913.

Hoewel een algemeene vrijheid van wereld,handel
het ‘doeltreffend-st zou zijn, wijst nog geen enkel plan
dien kant uit. Het geneesmiddel zal ‘daarom gezocht
moeten worden in de aanpassing van een groote vloot
hij een klein vervoer, het -brengen van evenwicht tu-s-
schen vraag en aan-bod.

Een aan de vermindering van ‘den wereld-handel

evenredige inkrimping van -de vloot zullen wij -ons
moeten laten welgevallen. Doch -dat punt is voor Ne-
derland reeds lang bereikt en overschreden. Interna-
tionale samenwerking is verder -onontbeerlijk. Om -dit
reeds te lage peil te handhaven is overheidshu-lp on-
misbaar.

Veel zorg baart -he-t behoud van een in omvang en
kwaliteit voldoende vloot. De aanbouw van oceaan-
schepen staat, behalve bij één reederij, sedert vier
jaar stil.

Van menige reederj vertoont de gemiddelde leef-
tijd -der schepen een bedenkelijk hoog getal. Dit maakt
het -gewenscht om daar, waar de rentabiliteit van een
nieuw schip aannemelijk is, doch -de middelen om tot
bouwen over te gaan gedeeltelijk ontbreken, het noo-
dige crediet uit de algemeene kas hij te passen.
Wil Nederland b-ljven varen, dan moet, zoolang de
shilling voor den Nederlandschen reeder een andere
waarde heeft als voor den buitenlandshen concur-
rent, dat verschil worden overbrugd. Bezuinigd is er
reeds -zeer veel,

ook op -de bonen en er wordt nog
steeds ver-der bezuinigd, -doch niettemin [blijft er een
groot verschil bestaan, vooral doordat buiten – de
scheepvaart de aanpassing zoo langzaam vordert.
In zijn prae-advies wijst Mr. Delprat op de ‘bruto-
register tonnage van opgelegde schepen, waarbij blijkt,

-dat -de -totale tonnage -der -opgelegde schepen einde

1932 -het -grootst was en -sindsdien een daling is in-
getreden. Die -daling is toe te schrijven aan een voort-

duren’d kleiner worden van -de wereldvloot. Toch is

er nog een wanverhouding tussehen vraag en aanbod.
Hij wijst -o.a. op het sterke verminderen van het
vervoer van fabrikaten, het exportartikel hij uitne-

men-d’hei-d van de ‘hei-de -grondstoffen importeerende
continenten, Europa en Noord-Amerika. Dit betee-
kent nl. het verdwijnen van -het evenwicht tusschen
uit- en thuisvrach-t, en is ‘daardoor voor de -scheep-

vaart veel ernstiger dan een eenvoudige vermindering

van het vervoer. Verder -dient gewezen te worden op

de verschuivingen, welke zich sinds ‘den oorlog in het
wereldvèrkeer voltrokken hebben. Voor de scheep-

vaart -zijn -de -gevolgen van -de industrialisatie van
Japan ‘het ‘helangrijkst igeweest. De vroegere Euro-
peesche leveranciers -worden -door Japan van de oude

markten weggedrongen. Een veel geringere vervoers-
capaciteit -der scheepvaart wordt hierdoor in beslag

genomen, om-dat -de afstan-d, waarover -het vervoer
plaats -heeft, -z-ooveel korter geworden is.

Ook is -de nieuw1bouw in -de jaren na den oorlog

sterk bevorderd door het geven van subsidies door de
Oveiheid. Met uitzondering van enkele -garanties in

verband met den koers van het Pond Sterling, door

Rijk of Gemeenten in de laatste jaren verleend, is
tot ‘dusverre in Nederland alle financieele -hulp voor den aanbouw van ‘groote zeeschepen achterwege ge-bleven. Toch zou dit noodzakelijk zijn om ‘de Neder-
1an’dsche scheepvaart steeds te laten voldoen aan de

meest moderne eischen en -daardoor de positie, -die
-zij eenmaal ‘bereikt heeft, te laten behouden.
Men kan ter verbetering weinig anders doen dan

steeds weer en overal te streven naar opheffing ‘der
‘bestaan-de handelsbelemmeringen en elke actie daartoe
buiten -het bedrijf zoo krachtig mogelijk te steunen.
Al zullen nationale maatregelen geen voldoende ge-
nezing kunnen brengen, de patiënt -zal hierdoor ten-
minste in het leven kunnen w-orden gehouden.
Ook in het scheepvaartbedrijf geldt, dat ‘het ge-
makkelijker is te behouden hetgeen men ‘heeft, dan
iets, -dat verloren ging, terug te winnen.

In ons land ‘zou ‘de Overheid dus kunnen overwe-
gen, welke maatregelen zij zou kunnen nemen om de
regelmatige vernieuwing van -cle koopvaardijvloot te
‘bevorderen, met deze restrictie, dat een zoodanige
vernieuwing geen uitbreiding zou moeten medebren-
gen. Voor -dit -doel zou kapitaal beschikbaar -gesteld
kunnen worden, hetzij als voorschot, -hetzij als sub-sidie. Bij ‘het onderzoek van deze kwestie -zou men
teven-s de mogelijkheid onder dé oogen kunnen zien,
gelden te ‘besteden voor technische wijzigingen, waar-
door bestaande schepen meer rendabel zouden wor-
den. Een dergelijke wijze van ‘hulp z-ou ook voor -de bestrj-ding der werkloosheid van beteekenis zijn.

Financieele hulp van ‘de Overheid tot -overbrugging van -het aanpassingsproces is -hiernaast onontbeerlijk.
Wellicht zal te zijner tijd ‘het verschil in exploitatie-
kosten -met andere landen verdwijnen; in ons land
–zou het ibedrijf -het echter zoo lang niet meer uit-
houden.

Genezing zal in ‘dit ‘internationale bedrijf echter
niet van een enkelen Staat uit kunnen gaan. Interna-
tionale samenwerking is noodig om tot een al-geheele
oplossing te komen.

De uiteindelijke genezing kan alleen in herstel van
het vrije handelsverkeer liggen.

INGEZONDEN STUKKEN.


HYPOTHEKEN EN DE LANDBOUWSTEUN.

Mr. 0. Weststrate schrijft ons:

,,Hypotheken en hypotheken” heet het artikeltje
van den heer Zaalberg in het nummer van 2 October
jl. Het gaat echter niet zoozeer over hypotheken als
over den landbouwsteun, waarop de schrijver een her-
nieuwden aanval ‘doet. Het is den lezers van dit blad

974

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October 1936

wel bekend, dat de heer Z. geen vriend van den land-

bouwsteun is – integendeel -, maar dat de land-
bouwsteun nu ook al de schuldige oorzaak is van het
ontwerp tot verlaging van (niet-agrarische) vaste las-

ten – dat is iets nieuws.
Het oorzakelijk verband, dat de heer
Z.
heeft mee-

nen te ontdekken, bestaat hierin, dat de door de Re-

geering mogelijk gemaakte verlaging van rente op

landelijke hypotheken en van pachten meer is ge-

grond op den financieelen toestand van hypotheek-

boer en pachter dan op ,,de onzuiverheid van de bron,

waaruit de betalingen geput worden”. Dat verkeerde
motief voor verlaging nu is oorzaak, heeft althans

sterk ertoe bijgedragen, dat de Regeering de ,rente-

schaar ook heeft uitgestoken naar andere (niet-lan

delijke) hypotheken, waarbij noch de waarde van het

onderpand, noch de rentabiliteit ervan een wijziging

hadden ondergaan als het geval is met bouw-, wei- en

tuinland.
Men ziet, het oorzakelijk verband is niet al te zeer

in het oog loopend, en het is daarom niet onbegrijpe

lijk, dat de heer
Z.
het noodig achtte ons oog erop te

vestigen. De vlotte wijze, waarop hij dit doet, en de
verantwoordelijke posities, welke ihij ‘heeft bekleed en

nog bekleedt, zullen ongetwijfeld vele zijner lezei

zoo niet overtuigen, dan toch doen aannemen wat hij

zegt. Des te meer is het noodig, dat zijn uiteenzetting,
of liever zijn ’boutade, wordt weersproken. Immers,

zijn artikel gaat uit van een onjuiste praemisse en

‘bevat mede als gevolg daarvan verschei.dene onjuist-

heden. Onjuistheden, die een billijke beoordeeling van
het probleem van den landbouwsteun in den weg

staan.
De onjuiste praemisse, waarvan het artikel uit-

gaat, wordt niet uitgesproken, maar is toch klaarblij
kelijk de grondslag ervan, waaruit diverse onjuist-
heden te verklaren zijn. Zij bestaat in een wanbegrip van het karakter van den landbouwsteun. De heer Z.
grondt zijn betoog klaarblijkelijk
dp
de ook bij the

man in the street gewone gedachte, dat de landbouw-

steun een soort bedeeling is, ten doel hebbende om
den ongelukkigen landbouwer in het leven te houden.
In dezen gedachtengang hoort ook thuis het dikwijls

geuite verwijt, dat ook gegoede boeren van den steun

profiteeren. Maar wie den landbouwsteun zoo ziet, ziet hem ver-
keerd. De landbouwsteun is prijsregeling (ten doel

hebbende de landbouwbedrijven zooveel mogelijk in stand te houden). Het geheele landbouwcrisi.s-appa-

raat dient ter correctie van de voor den landbouw
uiterst ongunstige, zelfs ondragelijke prijsverhoudin-

gen in de vrije markt. Die correctie is niet eens erg

ver gegaan. Het binnenlandsche indexcijfer der land-
bouwproducten staat op het oogenblik op 70 á 75
(v66r den oorlog = 100). Daarentegen staat het in-
dexcijfer van de kosten van het levensonderhoud nog
op pim. 130, en het indexcijfer der bonen op pl.m.
170. Men kan dus met eenigen grond beweren, dat

,,de verdeelènde rechtvaardigheid” nog niet voldoen-,

de is betracht. .
Dat de landbouwsteun moet worden beschouwd als

prijsregeling, is niet maar een bewering van schrij-
ver dezes. Het vloeit niet alleen voort uit het van den
aanvang af ingenomen standpunt, dat de landbouw-

bedrijven in stand moeten worden gehouden, maar het
is ook met zoovele woorden gezegd door twee Minis-
ters – door Minister. Steenberghe en nu pas weer

door Minister Deckers ‘).
Dat een kunstmatige prijsregeling
2)
voor landbouw-

producten onrechtvaardig is, wie zal dat beweren?

Minister Steenberghe in de zitting van de Tweede
Kamer van
12
Maart ji., Minister Deckers dn de Memo-
rie van Antwoord op het verslag van de Eerste Kamer
betreffende de begrooting van het LandbouwcrisisfoadS.
De iheer
Z.
gelooft, dat kunstmatig vastgestelde prj
zen ,,een typisch product van zuiver Nederlands fabii-
kaat zijn”. Hij heeft zijn neus blijkbaar niet buiten onze
grenzen gestoken.

Een groot deel der volkshuishouding wordt immers

kunstmatig op peil gehouden – en, gelijk zoo juist

bLeek, op veel hooger pei.l dan de landbouw. Worden
cle bonen en salarissen over het algemeen bepaald

door de vrije werking van vraag en aanbod? Zijn de

prijzen van gas, electriciteit, leidingwater, e.d. vrij

van kunstmatige inwerking? Zijn de prijzen van vele
industrie-producten soms van kunstmatigheid ge-

speend?
Gezien de algemeene structuur van onze volkshuis-

houding – voor een groot deel reeds zoo geworden

véér de crisis – is het dus logisch en billijk, dat de

Regeering ook in den landbouw prjsregelend is opge-

treden.
Wanneer echter de landbouwsteun behoort te wor-
den beschouwd als prjsregeling, dan is er geen enkele

reden, waarom de overheid zou moeten verhinderen,

dat die steun gedeeltelijk ten goede komt aan den

productie-factor kapitaal (verpachter of hypotheek-
houder). Waarom mag aan dezen belangrijken en 6n-

misbaren factor in de productie geen gedeelte van de

(van overheidswege gecorrigeerde) opbrengst der pro-
ductie toevallen? Waarom moet de landbouwer wor-

den beperkt in
zijn
bevoegdheid om over de opbrengst,

die hij ontvangt en die waarlijk geen onbillijk-hooge

opbrengst is, te beschikken, en om hiermede te vol-

doen aan zijn verplichtingen? Er is toch alles voor te

zeggen, dat
hij
zijn
vrijwillig aangegane en door de

wet gesanctionneerde verpIichtingen, speciaal tegen-

over hem, van wien hij geld heeft geleend (al of niet
onder hypothecair verband) of van wien hij land ge-

bruikt, eenigszins nakomt, al is hij thans tegen on-

billijke executies beschermd. Anders zou nog verdere

ontwrichting der maatschappij intreden.
Ware de landbouwsteun bedeeling, steun in den engen zin van het woord, dan zou het anders zijn.
Dan zou hij voor de persoonlijke behoeften van den

armen boer bestemd zijn, en als
zijn
crediteuren dien-

tengevolge geen betaling kregen, moesten deze ook maar bedeeld worden. Doch nogmaals – de steun
is

geen bedeeling. Meer dan eens is door de Regeering
gezegd, dat de steun prijsregeling is. Z66 alleen is het

ook te begrijpen, dat ook de gegoede boeren ,,steun”

ontvangen.

Hiermede valt eigenlijk het geheele betoog van den heer Z. De grond, voor landbouw bestemd, die in zijn
gedachtengang van bedeeling géén rendement op-

levert, levert wél rendement (zij het een zéér matig)
op. De landerijen, die volgens den heer Z. géén be-

drijfswaarde hebben, hebben dus wél bedrijfswaarde
(zij het een fractie van de vroegere). De winst op den dogst’), de pacht en de rente komen volgens den heer

Z. uit de direkte belasting der binnenlandsche ver-
bruikers – in werkelijkheid komen zij, voorzooveel
mogelijk, uit de (gecorrigeerde) prijzen, en dat deze
door de binnenlandsche verbruikers worden opge-
bracht, is niet meer clan logisch. En het •toch al

zwakke oorzakelijke verband, door hem ontdekt tus-
schen de ,,boo’ze daad”, ‘bestaande in den landbouw-

steun en de uitvoering ervan en de ,,booze daad” be-
staande in het ontwerp tot verlaging der vaste lasten,

vervalt natuurlijk ook.

Nog twee kantteekeningen van meer bijkostigen
aard. In het begin van zijn artikeltje zegt de heer Z.:

,,crediet maakt gezond geld”. Wie dat als een alge-
meen.e stelling poneert (gelijk hier geschiedt), bewijst

in het wezen en de problemen van het crediet slechts
weinig te zijn doorgedrongen. Al staat het vast, dat
in onzen tijd van Kreditwirtsehaft het crediet onmis-

baar is, toch staat evenzeer vast, dat te veel crediet
uitermate gevaarlijk is – niet alleen voor crediet-
gevers en -nemers, maar voor de geheele volkshuis-

houding. De economisten zijn het over weinig dingen
eens, maar één van de dingen, waar een zekere• mate

1)
Winst – als bittere spot zal dit woord velen land
bouwers in de ooren klinken.

30 O’ctober 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

975

van eenstemmigheid over bestaat, is, dat er credieten

zijn, die inflatorische werking uitoefenen, die dus,

m.a.w., geld scheppen, dat feitelijk te veel is en dat
dus een zeer
ovgezonden
invloed uitoefent. Dat wij
aan het geld, door dergelijke credieten geschapen, al-

thans ten deele onzen huidigen desolaten toestand te
wijten hebben, is vrijwel communis opinio.

Nog een tweede opmerking. De heer Z. schrijft, dat

de landbouwsteun (om dit eenmaal ingeburgerde

woord maar te blijven gebruiken) het verantwoorde-

lijkheidsgevoel van de credietgevers heeft opgeheven,
doordat de overheid door dien steun hun rente garan-
deert (ja lezer, het staat er:
garandeert).
Hoe de heer
Z.
dit kan neerschrjven, moet aan allen, die – gelijk

schrijver dezes – eenigszins op de hoogte zijn van de

credietverstrekking aan den landbouw, een raadsel
zijn. Het verantwoordelijkheidsgevoel van de crediet-
gevers op landbouwgebied is door de lessen, die ook

zij in de crisis hebben geleerd, niet alleen niet afge-

nomen, maar zoo zeer toegenomen, dat er – reeds
v66r het hypotheekcommissiebesluit – herhaaldelijk

werd geklaagd over hun terughoudendheid. En dat de
overheid door middel van den landbouwsteun de rente
‘zou garandeeren – had de heer
Z.
hierin maar gelijk,
zullen de credietgevers verzuchten. Maar de steun is
daarvoor niet hoog genoeg. De gevallen, dat de rente

– om nog te zwijgen van de aflossing – moet wor-
•den bijgepast door de borgen of moet worden verhaald
op andere gestelde zekerheid, zijn helaas het tegendeel
van zeldzaam. En de gevallen, waarin het den debi-
teur ‘zichtbare moeite kost om de rente te betalen,
•zijn legio.

Niet alles, wat ht artikel van den heer Z. den en-

tischen lezer te denken geeft, is hiermede gezegd.

Maar het bovenstaande zij genoeg. Al mag nauwelijks
worden gehoopt, dat de heer Z. erdoor bekeerd zal
worden, misschien zal het bij andere lezers den ver-
keerden indruk wegnemen, dien de heer Z. bij hen
heeft doen post vatten.

N a s c h r i f t. Teneinde te voorkomen, dat mijn
antwoord aan Mr. 0. Weststrate veel langer wordt dan
mijn bestreden artikel, zal ik beginnen met enige

woordverklaring, die ik kortheidshalve achterwege
liet, menend, dat ik met bons entendeurs te doen zou
hebben.

Ik heb de prijzen van de landbouwproducten ,,een
typisch product van zuiver Nederlands fabrikaat” ge-

noemd, wat Mr. W. doet vragen of ik mijn neus niet
buiten onze grenzen gestoken heb. Dat is inderdaad
wel het geval en ik weet dan ook, dat men daar prij-

zen heeft, die op dezelfde wijze zijn samengesteld, nl.
zonder enig buitenlands bestanddeel. Bij de vrije
prijsvorming, zaliger nageda’chteni’s, die de motor is
geweest voor de verhoging van het welvaartspeil,

werden althans de beste bouwstoffen gebruikt, die op de vrije markt te krijg waren. Nu is de overheid prijs-
architect en gebruikt als bouwmateriaal alleen de
Nederlandse, d.w.z. door en door zieke kostprijs. Hier-
over hierna nog wat.

,,Orediet” en ,,geld” zijn woorden met velerlei be-
tekenis, doch mijn uitdrukking ,,crediet maakt ge-
zond geld” was in het verband van mijn betoog vol-
komen duidelijk. Tenminste, dat meende ik en ande-
ren hebben dat ook begrepen.

Mr. W. behoeft een toelichting, die ik gaarne geef.

De parlementaire crisis (die zelfs geen volledige
kabinetscrisis bleek te worden) heeft het crediet van
Nederland dermate geschaad, dat tientallen millioe-
nen gave guldens onnuttig zijn uitgegeven aan rente-
verhooging en wat daaruit volgt. Dit is geen binnen-
landse verplaatsing van geld zonder nationaal verlies,

doch voor een groot deel rechtstreeks verlies aan het
buitenland en, wat thans fataal kan worden, uitput-
ting van ‘s Rijks Schatkist.

ik neem aan, dat zonder het te willen, de politici
naar de ‘devaluïsten toe ‘hebben gespeeld, daarbij mede

geleid door ‘de bezorgdheid, waarin ook ik leef, over

de algemene gang van zaken. Herstelt het crediet
zich niet, dan zal, aangezien de Regering tot de uiter-

ste inspanning bereid is om de gulden te verdedigen,

nog zeer veel goed geld verloren gaan vt5ôr de slag
verloren is en de drukpers Ersatz-guldens gaat pro-
duceren.

Dat crediet zal zich niet herstellen – en hier kom
ik in het schuitje van Mr. W. – zolang het index-

cijfer der lonen pl.m. 170 is. De werklozen en de on-

beschutte bedrijven met hun arbeiders (inclusief de
landbouw) zijn voor een groot deel de slachtoffers

van deze binnenlandse vijand. Hierbij is de mentali-
teit om de overheidslonen op het peil der beschutte
bedrijven of op het reële inkomen van 1929 te hou-
den Staatsvjand nummer één.
De Regering heeft de voorshands impopulaire taak
om daar tegenin te gaan, hetgeen er niet gemakke-
lijker op is geworden sedert 2j, die zih tot v6ér kort

loon- en salanisagen’ten van het overheidspersoneel

moesten gevoelen, in eerste instantie ‘hier en ‘daar de
gemeentekassen beheren.

Nu stap ik weer over in mijn eigen schuitje, van
waaruit ik ‘de ‘landbouwsteun critiseer. Niet, zoals

Mr. W. het voorstelt, als tegenstander van landbouw-
steun. Ik heb, v66r dit in sterke mate aan de land-
bouw zelf werd overgelaten, medegewerkt aan de eer-

ste-steenlegging van verscheidene steuuregelingen. ik ‘heb ‘daar geen hartzeer over. Machten, sterker dan ik,
misschien wel doordat daar geen voldoende kracht

tegenover stond, hebben de zaak in andere banen
getrokken.

Ook gebruik ik de daarvoor te waardevolle ruimte

van de E.-S. B. niet voor de detailcritiek, die heel
‘gemakkelijk is, waar wij te doen hëb’ben ‘met een leger

van duizenden tijdelijke arbeidskrachten, dat hals
over kop georganiseerd moest worden, zoodat bijna
onvermijdelijk heel wat recruten een kapiteinsplaats
innemen, terwijl het aanbod van hoofd- en opperoff i-
eieren niet groot is.

Mijn critiek blijft gericht tegen de zware belasting
van de consumenten, dus het gehele bedrijfsleven,
met rente voor grond, die thans geen bedrijfswaarde
heeft en dat in een ‘land, waarin ‘het industrieel-
en scheepvaartkapitaal op enkele uitzonderingen na
geen rente afwerpt en een waardedaling ondergaat,
die aan de beurs tot uitdrukking komt in koersen,
die zich voor de industrie gemiddeld beneden 30 pOt.

en voor de scheepvaart beneden 10 pOt. en voor de
pandb’nieven van seheepsverbandbanken in de buurt
van 60 pOt. bewegen; m.a.w. van dat aandelenkapi-
taal wordt ook geen rente meer verwacht. Ni.et min-

der erg is het directe gevolg van die belasting voor

de mogelijkheid om nog met het buitenland te con-curreren. De ondernemingen, die er zich nog door-

heen kunnen slaan en een betrekkelijk veilige beleg-
ging opleveren, vissen voor crediet achter het net,

want men voelt zich veiliger met agrarische beleg-ging. Inmiddels stegen prijzen van vette kleigrond,
w’aarop behalve tarwe een dikke tarwesteun groeit,
die Mr. W. als opbrengst van de grond beschouwt.

Mr. W. wil met de woorden ,,prjsregeling” en
,,prijscorrectie”, de maatregelen tot steun van de land-

bouw goed praten. Eerder heette dat ,,de boer moet
op zijn bedrijf blij’ en en daar een sober bestaan ver-

dienen”. Die woorden zijn voor mij economische vloe-
ken, tenzij het gaat tegen doelbewuste dumping of
desnoods wanneer het streven is een tijdelijke storm
op de markt door te komen. Doch met de tarwe, de

zuivel en ‘de suiker, enz. verkeren wij niet in ‘die om-

standigheden. Wij redden ‘geen bedrijfstakken met
‘die milli’oenen; wij ‘houden ‘ze aan het werk om het
werk en remmen de aanpassing.

}Iet humonistisdhe jaarverslag 1934 van de Johan-
nes Kerkhoven Polder, met ‘zijn ‘denkbare spothul’de
aan den bewindsman, die aan ‘dit winstgevend bedrijf

f
9 voor een H.L. tarwe betaalt, waardoor 4 pOt.

976

ECONOMISCHSTATISTISCHEBERICHTEN

30 October’1935

dividend uitgekeerd kan worden na een flinke reser-

vering, had een rilling door het land moeten doen

gaan. Wij zijn blijkbaar reeds te veel afgestompt.

Een zeer bekwaam agrariër, een ijverig dienst-

knedht in de wijn.gaard van de landbouwsteun, gaf

mij als ‘zijn oordeel, dat de zwaar getroffen tuinbouw,
die vrijwel leeft op armoedepeil, met vertrouwen de

toekomst ingaat, want iedere mogelijkheid van op-

leving zal worden opgevangen en directe uitwerking

hebben. Maar de landbouw wordt kunstmatig omhoog

gehouden op een peil, dat volgens hem tot ineenstor-
ting vooribestesud is. Wie de landbouw ziet als een

der hoof’dpeilers van onze volkswelvaart moet .dat

onheil helpen voorkomen.
11
Mr. W. vindt de ui’tidrukking ,,landbouwsteun” min

of meer beledigend. Dat zou alleen waar zijn, indien
het een sdhande was buiten zijn schuld steunbe’hoe-

vend te worden. Het sticht verwarring als wij, zoals,

Mr. W., den boer of anderen ondernemer, die niet
lonend produceren kan, anders besdhouwen èn behan-
•delen dan den werkloze, die voor zijn arbeidskracht

geen gebruik kan vinden.

Andere kap’itaalsgoederen dan land, die niet idoor

eigen ‘kracht rentegeven’d blijven, worden aan hun
lot overgelaten. Wanneer in het algemeen belang voor

voortzetting van een
bedrijf
steun wordt verleend,

blijft .het kapitaal in de kou, mi. terecht, maar Mr. W.

oordeelt voor het agrarisch kapitaal een bedeling

geredhtvaardigd.

Hij komt hiertoe •via het begrip ,,prijscorrectie”. Hij kent blijkbaar niet de wijze stelling: ,,p r ij z en

zijn symptomen, geen oorzaken”. Hij
vergelijkt met 1914, waar geen enkele reden voor is.

Reeds vele grondstoffen en o.a. de scheepsvrachten
staan op veel lager peil ‘dan in 1914. Wij hebben ons
nu aan te passen hij toestanden van 1935. In de

samenstellende delen van de kostprijs zijn grote wij-
zigingen gekomen door technisehe en economisdhe

oorzaken en •de vereI’dprijs gaf toen en geeft nu aan
vat een volk voor iedere waar kan en mag betalen.
Wat ‘daar kunstmatig opgelegd wordt is geen cor4

rectie maar steun, zo men wil een knik en moet als

zodanig gevoeld worden.

Het kan onvermijdelijk zijn op krukken te lopen
en de patiënt is gewoonlijk niet de schuldige. Maar
voor zover die in •het binnenland rondspoken, moeten
zij bestreden worden. Dit zal niet geschieden, wan-
neer men in de waan leeft, dat aanpassing bereikt
zal worden, zolang op grond van de rechtvaardig
hoidsoverwegingen. van Mr. W. de prjsveihou’dingen

in tde
vrije
markt kunstmatig ,,gecorrigeerd” moëten

worden.
Er zijn zeer zeker ook industrieën, •die door dc con-

tingentering op een werkbaar peil komen, zelfs winst
maken, maar gewoonlijk slaagt de Regering wel in
zijn opzet om de prijzen van de gecontingenteerde
artikelen niet zo veel te doen oplopen, dat meer be-
reikt wordt dan het behoud van werkgelegenheid. De
sc’heep’aartsteun waakt met pijnlijke zorg tegen winst
uit steun. Volgens De Kroniek van Mr. Dr. A. Stern
heirn bedroegen •de verliezen onzer rederijen in de
laatste 3 jaren 19i4, 44 en 16 millioen gulden.

Daar de Regering de ihehoef te aan industrialisatie
gevoelt — ons volk moet steeds meer in de industrie
zijn bestaan vinden, want de landbouw is en blijft
beperkt – is het zee.r de vraag of hij dit doel be-
reikt, wanneer ook daarbij alle winst achterwege moet
blijven zolang enige hulp wordt verleend. Dit toch

zou voor goed iedere neiging wegnemen voor het par-
ticuliere kapitaal om weer mee te doen aan de
“m-

dustrie.
Na deze afdvaling weer terugkerend tot ‘de
hypo

theken vrees ik, dat ik Mr. W. nog niet ‘genezen
heb van ‘de verbeelding, .dat de rente komt uit de
opbrengst van ‘de grond en de ‘daarop verrichte
arbeid. De ophtengst van de ‘grond wordt uitgedrukt
door de prijs van de tarwe, ‘die •te Rotterdam uit

Montreal of Buenos Aires ‘of uit .deZwarte Zee wor’dt

aehgevoerd. De ,,correctie” van 4 of 5 gulden is steun
uit belasting, drukk’en’d op ons gehele niet-agrarisch bedrijfsleven. Pacht en. rente worden daaruitbetaald.
G.
J.
P.
ZAALBERG.

WARENWET EN BEZUINIGING.

Dr. G. J. van Meurs schrijft ons:

Het artikel van Ir. W. H. van Leeuwen, onder
hovenstaand opschrift voorkomend in dit Weekblad

van 23 October 1935, noopt ‘mij tot het maken van

eenige opmerkingen.
De heer Van Leeuwen is teleurgesteld door het
on’gunsti’ge V’oorloopig Verslag, dat ‘de Tweede Kamer

heeft uitgebracht over het ontwerp eener nieuwe

Warenvet.
Hij
tracht dit ontwerp nu tegenover ‘de

tegenstanders te verdedigen en hoopt op die
wijze
te

bereiken, dat het in onveranderden vorm zal worden

aangenomen.
Dit streven is den heer Van Leeuwen niet kwalijk
te nemen. Ik ‘zal dan ook niet vallen over zulke klei-

ni’gheden als deze, ‘dat de schrijver in het voorstel
inkrimping
van een overheidsdienst ziet, terwijl het

in werkelijkheid niets anders beoogt dan
opheffing

‘daarvan. Want het
Rijk
zal er toch niet op speculee-

ren, dat enkele groote gemeenten ‘hun keuringsdienst
geheel voor eigen rekening in stand zullen houden?

Het artikel van den ‘heer Van Leeuwen wordt ech-
ter ontsierd ‘door eeni’ge min’der juiste opmerkingen,
d’ie niet onweerlegd mogen ‘blijven. In ‘de eerste plaats

deze: ,,Typeeren’d is ook, dat in 1918
bij
het oor-

spronkelijk wetsontwerp ‘de jaarlijk’sche ‘kosten voor

de uitvoering in totaal geraamd werden op
f
600.000,

terwijl dit bedrag in 1932 ‘de
f 000.000
overschreed

en na bezuiniging voor 1935 nog
f
1.320.000 geraamd

moest worden.” De cijfers zijn juist, maar de indruk,
dien zij: op den ondeskundi’gen lezer ‘bedoelen te ma-
ken, is onjuist. Immers de oorspronkelijke raming was

gebaseerd op een bevolking van 6 (nu ruim 8) mii-
lioen zielen; zij ‘gold alleen voor de uitvoerin’gvan ‘de ,,’Toedselkeuringswet”, die, zooals bekend, tijdens de

”behandeling is uitgebreid tot ,,Warenwet”, en last

not least, ‘zij dateert uit het jaar
1917,
toen salaris-

sen, bonen en alle materiaalkosten nog nauwelijks
hoven ‘het vooroorlo’gsche peil uit’gingen. Het’is waar-
lijk niet te verwondereh dat, toen de keuringsdiensten
eenmaal ‘begonnen te werken, zij meer ‘dan tweemaal
zooveel ‘bleken te kosten als het onder zoo geheel
andeie omstandigheden geraamde bedrag aangaf. De
waarde van het ‘gel’d was nu eenmaal ‘geheel anders

geworden.
Er moge hier of daar aan een enkelen keurings-
dienst misschien eens een ambtenaar hij zijn geko-
men, over het geheel ‘genomen zijn ‘de kosten tot 1934 practi’sch “dezelfde ‘gebleven of ‘door salarisverlagin-
gen, enz. ‘zelfs verminderd en dit, terwijl de aan de
keuringsdiensten opgelegde taak iin den loop der
jaren een belangrijke uitbreiding heeft ondergaan.

Sprekende over ‘den drang, dien ‘het bedrijfsleven
.op de Regeering heeft uitgeoefend, om meer en meer
1 artikelen ‘onder de werking .der W’arenvet te bren-

‘jen, zegt de heer
‘Tan
Leeuwen: ,,Fa’atici op keu-

ringsgeibied ‘grepen ‘dezen drang gaarne aan om hun
hemoeiin’gssfeer en ‘daarmede het gansche apparaat.
uit te ‘breiden.”
Deze opmerking is volkomen onjuist. Het Wijnhe-
sluit, het Kapokbesluit en an’dere op aandrang van
den handel tot stand gekomen ‘besluiten zijn waarlijk niet met enthousiasme door ‘de keuringsdiensten ont-
vangen; deze ‘hadden en hebben genoeg werk aan ‘meer,
voor ‘de ‘hand liggende artikelen en zijn op uitbreiding
van hun bemoeiingssfeer in het geheel niet ‘gesteld.
Maar ééh ‘ding ‘houdé men ‘goed in ‘het oog:
verhoo-

ging van kosten heeft deze ‘uitbreiding van de be-
moeiing Jer keuringsdienstën niet met zich mede-
gebracht.
De verdeeling van ‘het land in ,,niet minder ‘dan”
21 keuringskringen, waarvan 7 in Noord- en Zuid-

30 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

977

Holland, ziet de heer Van Leeuwen eveneens als een
bewijs voor een te royalen opzet van •de Warenkeu-

ring. Maar hij ziet eenige belangrijke dingen over het
hoofd: o.a. de groote vershillen in bevolkingsdicht-
heid van ons land. Want het aantal te controleeren

bedrijven is vrijwel evenredig met het aantal inwo-

ners en •het is dus volstrekt niet verwonderlijk, dat

een groot aantal keuringsdiensten in het westen des
lands gevestigd is. Verschillende centrale gemeenten

zijn op korten afstand van elkaar gelegen, zeker, maar

iedere centrale ‘gemeente omvat een uitgestrekt keu-
ringsgebied, dat van een andere centrale gemeente uit

veel moeilijker te bewerken zou zijn. Er lis in de

Kamer
indertijd
‘ook op aangedrongen, de keurings-
kringen niet te groot te maken, opdat er een behoor-

lijk contact tusschen de gecontroleerden en ‘den keu-
ringsdienst zou zijn. Ook wilde de Regeering voort-
bouwen op wat gemeenten en provincies reeds tot
stand hadden gebracht. Dit alles bracht mede, dat een

aantal oude bestaande diensten gehandhaafd moest
worden en men maakt er zic’h mi. dan ook wel wat al
te gemakkelijk af, in dit verband van ,,overwegingen van prestige en rivaliteit” te spreken. In Duitschland,

met 64 mifli’oen inwoners, werken 150 keuringsdien-

sten, ongeveer eenzelfde verhouding ‘dus als bij ons;
in Zwitserland zijn zelfs evenveel keuringsdiensten.
als in ons land, ofschoon het aantal inwoners de

helft bedraagt.
Is het bedrijfsleven niet genegen, voor de bescher-
ining, die het door cle Warenwet tegen oneerlijke con-
currentie geniet, een bescheide:n ‘bijdrage van gemid-

deld
f
5,— te betalen, maar wil ‘het de contrôle in
eigen hand houden, dan kan ik hiervoor tot op zekere
hoogte vaardeering hebben. Dat ‘handelaren en pro-
ducenten dan ehter vele malen meer dan het ge-
noemde bedrag zullen hebben op te brengen, staat
m.i. vast. De heer Van Leeuwen informeere maar
eens naar ‘cle kosten van aansluibing van bakkerijen
hij het Station voor Maalderj en Bakkerij, dat hij
merkwaardigerwijze niet noemt.

Maar ‘de schrijver zegt het ‘zelf: een oppertoeziht
van de Overheid op de particuliere contrôlestations
moet er ‘blijven en ook zullen er keuringsdiensten
moeten
zijn
om de overgroote meerderheid van pro-
‘ducenten en ‘handelaren, die ‘zich niet onder vrijwil-
lige contrôle willen stellen, onder toezic’ht te ‘houden.
Het Honingcontrôlestati’on controleert slechts een heel
kleine fractie van allen honig, die hier te lande wordt
verkocht, ‘het Station voor Maalderij en Bakkerij heeft
1.5 pOt. van ‘de hakkersbedrijven onder zijn toezicht!
1-let resultaat van ‘het streven van den heer Van
Leeuwen zal dus waarschijnlijk zijn, dat zoo goed als alle keuringsdiensten moeten blijven, maar dat daar-
naast contrôlestations voor honderd en één waren uit den grond worden gestampt, ‘die alle een even nood-
lijdend bestaa:n zullen lijden als ‘de stations, die het
reeds nu van de vrijwillige contrôle moeten hebben.
Of wil de •heer Van Leeuwen gedwongen vrijwil-
lige (!) aansluiting? Maar ‘dan wordt het verschil met
het voorgestelde retri’hutiestelsel alleen dit, dat hier-
bij de gemeenten de J’ielf t van •de kosten betalen, het
bedrijfsleven de andere -helf t volgens een nauwkeurig vast te stellen regeling, terwijl bij een ‘gedwongen aan-
sluiting bij particuliere stations :het
bedrijfsleven
alles
moet betalen en bovendien nog zijn aandeel in ‘de
kosten van het oppertoezicht, ‘dat ook nu weer niet
gemist kan worden. Van ‘bezuiniging gesproken!
Op het gebied der warenkeuring baas in eigen ‘huis
zijn, klinkt erg mooi, maar als ‘dit veel ‘duurder uit-
komt -dan wanneer vadertje Staat er voor ‘zorgt en
als men tenslotte toch geen baas is, omdat ‘de Staat
– terecht – meent voorschriften te moeten geven,
daar een goede warenkeuring ‘toch voor het grootste
deel van algemeen belang is, dan kan men de zaak
m.i. ‘beter gehéél aan ‘den Staat overlaten en indien
niet con amore, clan maar berustend – er een klei-
nigheid bijleggen voor de hesherming van zijn eigen
handelsbelangen, waarvoor dan tevens ‘gezorgd wordt.

N a s c h r ‘i f t.

Het is te betreuren, dat in een
tijdperk, waarin wij de tering naar de nering moeten
zetten, het artikel van Dr. Van Meurs de bevestiging

levert van de in betreffende kringen bestaande mea-
ning, dat er ‘op ‘de uitvoering van de Warenwet niet

te ‘bezuinigen valt (retrihutieheffin’g is natuurlijk
geen
werkelijke
bezuiniging). Velen met mij zijn van
tegenovergestelde meening. Als het ,,heili-ge moeten”
er maar eenmaal is!

Om niet in ‘herhaling te treden, ‘beperk ik mij tot

enkele opmerkingen hij punten uit ‘hovenstaand betoog.

ilet wetsontwerp houdt inderdaad gedeeltelijke
opheffing der ‘huidige
organisatie
in. Dit beteekent
niet, ‘dat de Oveihei’d zich teru’gtrekt uit hare ‘be-

moeienis niet cle warenkeurin’g. Beoogd wordt te

komen tot een bescheidener opbouw, ‘d’ie rekening
houdt ‘met cle fina.ncieele mogelijkheden van thans.
Indien de raming van
f
600.000 destijds geba-
seerd was op vééroorl’ogsche normen, clan geeft ‘dit

cijfer een prachtig richtsnoer voor cle grenzen, waar-

binnen de kosten moeten worden teruggebracht in
een periode, waarin cle goederenprijzen in de wereld
veer tot vooroorlogsch peil (of nog lager!) zijn ge-
zakt en waarop ‘dus ook ‘dit ‘deel der op de volkshuis-

houding drukkende ,,vas’te lasten” teruggebracht moet
worden.

De oorspronkelijke ,,Voedselkeuringswet” is uit-
‘gebreid tot cle ,Warenwet”. Dit zou een deel der hoo-
gere kosten moeten verklaren. Daarmede in tegen-
spraak is de opmerking: ,,verhoog’ing van kosten heeft
deze uitbreiding van cle b
ernoeii
ng
der keuringsdien-
sten niet met zich medegebracht”. Trouwen’s, deze
gecursiveerde zin zoude ook kunnen ‘bevestigen, ‘dat
de opzet inderdaad veel te royaal is geweest!
Enkele ‘door den handel gewenschte besluiten
‘mogen zonder enthousiasme door de keuringsdien steii
‘zijn aanvaard, daartegenover ligt nog te ‘goed in mijn
herinnering de felle actie, ‘die o.a. door het toen-
mali’ge Verbond van Nederlandsehe ‘Fitbrikantenver-
eeni’gingen moest worden gevoerd om ‘de bemoeienis
van de Warenwet met allerlei industrieproducten
”binnen bepaalde ‘grenzen terug te dringen.
Indien ‘de 21 ‘districten
destijds
tot stand kwa-
‘men •op grond van den wensch ,,voort ‘te bouwen op
wat reeds bestond” en den aandrang ,,de keurings-
kringen niet te ‘groot te maken”, bestaat
thans
de
dringende noodzakelijkheid tot ‘bezuiniging. Verwij-
zing n’aar Duitschlancl ‘bewijst niet veel. Ook daar
heeft de Overheid tijden van groote royali’teit gekend.

In Zwitserland is de verbinclingsmogelijkheid tus-
seben steden en districten door ‘de aanwezigheid van
voor ‘het verkeer hinderlijke hergketens zeer beperkt.
Ik heb mij over
tegenwoordige
kotten van
be-
staande
particuliere stations niet uitgesproken, om-
‘dat ik deze slechts als voorbeeld van den rechtsvorm
heb aangehaald.

Mij ontgaat ‘de conclusie, dat uit het •door mij
voorgestane systeem zou volgen, dat contrôlesta

tions
voor honderd en één ‘waren uit den grond moeten
worden gestampt. Ik ‘heb juist betoogd, dat de keu-ring op ‘het gebied van de eerlijkheid in den handel
zéér centraal en voor vele ‘bedrijfstakken vereenigd,
op eenvoudige wijze kan worden verkregen. Dat dit
het gezamenlijke bedrijfsleven minder lbeloeft te kos-
ten ‘dan de totale som der gewenschte retributies, blijf
ik volhouden.

Men le’tte maar eens op, zoo onverhoopt het retri-
butie-systeem mocht zegevieren, hoe ‘dit er toe zal
lei’den, dat in werkelijkheid vele bedrijven een veel-
voud van ‘het zoo ‘laag schijnende ,,’gemidde’lde” ‘bedrag
van
f
5 te betalen zullen krijgen! Ook ‘daarvoor meen-
de ik in ‘het bijzonder de industrie te mogen waar-
schuwen.
W. H. VAN
LEEUWEN.

978

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October1935

MAANDCIJFERS.

OVERZICHT VAN DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN.

Uit. September 1935 (in Guldens).
Atdeeling la
Dir.
belo.stin
gen.
Kohieren
voor den dienst
1935
1
)

Bedragen,
welke zijn
terugge-
beJ
,
Q
,
Benaming der
Totaal
geven of
Zuiver
‘n

E
middelen
bedrag
anders dan
wegens be-
bedrag
,

o ._
.n
0

talingopde
_

kohieren af-

geschreven

Grondbelast. a)

10.038.280

19.230 10.019.049 9.765.098
Inkomst.bel. b)

51.919.804 1.208.172 50.711.633 46.767.871
Vermogensbel. c) 13.556.760

111.046 13.445.714 13.504.540
Verdedig.bel. T

7.930.052

89.702 7.840.350 8.368.198
Bel. v. d. doode:hd. 1.340.547

4.759 1.335.788

Totalen.. 84.785.443 1.432.909 83.352.534 78.405.701

% hoofdsom + 20 opcenten op de hoofdsom der ge-
bouwde eigendommen. Hoof.dsom + opcenten
3) o) Hoofdsom + opcenten
4).

Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit 2/3 gedeelte van het belas-
tingdienstjaar 1935/1936 en % gedeelte van het ‘belasting-
dienstjaar 1934/1935.
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be:
staan de vermelde bedragen uit
V
3
gedeelte van het be-
iastingdienstjaar 193411935 en % gedeelte van het be-
iastingdienstjaar 193311934.
Ten behoeve van het belastingdienstjaar 1934/1935
werden 20, ten behoeve van thet belastingdienstjaar 19351
1936 wôrden 60-78 ppcenten geheven.
Ten behoeve van het belastingdienstjaar 1934/1935
werden 55, ten behoeve van het belastingdienatjaar 19351
1936 worden 75 opcenten geheven.

AFDEELING II. DIENSTJAAR 1934.

Zuivere op-
brengstoverhet
Benaming der middelen

Bedrag van de

tijdvak van
1
raming

Jan. 1934 tot en

1
met de maand
Sept. 1935

Grondbelasting.

(y
4
hoofdsom
+
20 opcenten
op

de hoofdsom der gebouw-
de eigendommen.)
9.735.000 9.721.889
Inkomstenbelasting
(hoofdsom
+
20 opcenten)
54.880.000 *)
60.548.585
Vermogensbelasting
(hoofd.som
+
55 opceuten)
17.515.000)
17.831.232
Verdedigingsbel.

1

……….
11.700.000
9.153.552
Belasting v. d. doode hand

– . –
3.000.000
1.284.247
Divid.- en tantièmebelasting

12.240.000 13.192.622
86.462.500 *)
82.190.127
1.800.000 1.768.807
2.122.326
6.195.266
A’ccijns op wijn

———–

2.340.000 2.718.588

Accijns op zout

………….2.300.000

Accijns op ‘t gedistilleerd


33.000.000
30.344.425 11.815.000 10.201.836 62.200.000
52.923.980

Rechten op den invoer …….
Statistiekrecht

…………..

31.000.000 31.341.348

Accijns op geslacht

………6.500.000

Belast. op gouden en zilverw.

600.000
497.374
81.500.000
54.416.670
*)
4.116.856

Accijns

op

bier

………….
Accijns op suiker

………..

Rechten en boeten van zegel
.
5.860.000
17.509.253

Accijns op tabak

…………

Omzetbelasting

………….

Rechten en boeten v. registr.

10.000.000 11.302.456

Couponbelasting

…………5.400.000

Rechten en boeten v. succes- sie, v. overgang bij overlij-
den en v. schenking
30.400.000 34.840.211
Opbrengst der loodsgelden

3.500.000
3.629.940

Totalen.. – 493.747.500

1
457.851.590
) Nader gewijzigd ingevolge de wet van 27 December
1934 (Stbl. No. 683) ‘houdende wijziging van de Middelen-
wet van het dienstjaar 1934.

OVERZICHT VAN DE INKOMSTEN TEN BATE VAN
HET WERKLOOSHEIDSSTJBSIDIEFONDS.

Dienst 193511936.
Bedrag van kohieren tot én

raming

met de maand
Sept. 1935

Grondbelaating (veertig tea hon- derd van de hoofdsom)

9.840.000

9.967.043
Personeele belasting (‘tachtig ten
honderd van cle hoofdsom naar
den eersten, tweeden en derden

grondslag) ……………….20.500.000

21.900.033
Gemeentefondsbelasti.ng (vijf en
twintig opcenten op de hoofd-

som) …………………….13.525.000

8.720.522
Vermogensbelasting (twintig op-
centen op de hoofdsom)

2.260.000

1.301.484
Eiikomstenbelasting (tien opeen-

ten op de hoofdsom) ……….5.100.000

2.843.347

Totaal …….51.225.0Ô

44.732.429

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS.

Dienst 1934/1935

Zuiver bedrag der ko-
Zuiver bedrag der hieren voor den dienst
kohieren tot en met 1933/34 tot en met de-
de maand Sept. 1935 zelfde maand van 1934

Gemeente.f.belast..

55.295.577

59.626.249
Tijd. opc. o. d. gem.f.b
.
.

20.899.773

22.838.639
Opc. verm. t. get. v. 50

5.470.947

5.783.933
Tijd. opc. o. d. verm.b.

3.282.568 .

3.470.360

Af deeling Ib
Sept.
.7
d
e
;;
t

Overige msddelen.
1935
periode
1934
Benaming der middelen
Divid.- en tantièmebel.
.
321.100
9.590.196
10.593.052
Rechten op den invoer

7.702.369
65.111.638 58.807.985
146.638
1.196.281
1.334304

Accijns op zout

……..
137.393
1.582.106
50
1.510.1
Accijns op geslacht

. . . .
495.811
4.072,586
4.769.548

Statistiekrecht

………..

504.467
1.934.315
2.125.363
Accijns op gedistill.

.
-.
2.146.877
20.625.163
22.120.621

6.338.188
7.585.915

Accijns op wijn

……….

Accijns op suiker

…..
..
5.152.293
39.874.976 38.946.500
Accijns op bier

………847.190

2.725.298
.
26.106.777 23.014.322
Accijns op tabak

…….
Bel, op gouden en zilverw.
38.91031
353.872
367.662

Omzetbelasting

……..
5.076.1281
44.390.240
37.179.858
Couponbelasting

…….
310.7201
4.095.170 3.039.898
Recht. en boeten v. zegel
1
1.120.030
9
)12.406.057
12.953.368
Recht, en boet. v. registr.
636.769 8.071.195 8.394.507
Recht, en boet. v. succes-
sie, v. overgang bij over
lijden

en

v.

schenking
2.431.879 25.665.893 24.787.358
Opbrengst d. loodsgelden
223.326 2.205.820 2.735.894

Totalen….
30.017.191 273.620.473
260.266.657
1)
Hieronde
t
begrepen
wegens zegelrecht van nota’s van
makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
/
185.152
(Beursbel.).

2)

Id.

/2.387.489.

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET VERKEERSFONDS

Motorrijtuigenbelasting
1

1.112.4661
16.940.455 11.571.888
Rijwielbelasting
.122.945
7.558.9551
7.381.035

Totaal

………..
1.235.411
24.499.410118.952.923

Artikelen

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

20/26 Oct.
Sedert
Overeenk.
20126 Oct,
Sedert
Overeenk.
1935
1934 1935
1Jan.
1935
tijdvak
1934
1935
1Jan.
1935
tijdvak
1934

20.165
808.846
1.146.278 245
16.501
29.755 825.347
1.176.033.
Tarwe

……………..
Rogge

……………
5.626 189.320
355.286

701
15.257 190.021
370.543
669 17.003 18.571

– –
17.003


18.571′
Maïs ………………
17.
644.603
766.719

98.977 193.785
743.580
960.504
Boekweit ………………

28.700 283.078 306.114

24.781
43.755
307.859
349.869
Haver

……………..
2.825
123.501
105.222

1.660
3.195 125.161
.108.417
Gerst

……………..
.005

900
150.532 183.868
200
288.199
200.626 438.731
384.066′
2.500
40.402
58.041


25
40.402 58.066
Lijnzaad

……………..
Lijnkoek ……………
16.197
17.408
305
5.147 2.821
21.344 20.229
Tarwemeel

………….501
Andere meelsoorten
..
1.028
26.691
48.404
125
2:769 5.977
29.460
54.381

30 October
1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

979

STATISTIEKEN.

BANKDISCONTO’S.

d

Wissels.44
22Oct.’35
Lissabon

•… 5

13Dec.’34

I


B,
c

LBn5
22Oct.’35
Londen …… 2û
Juni’32
Vrach. in R.C.
5

22 Oct. ’35
Madrid ……5

9
Juli
’35
Athene ……….
7

14 Oci. ’33
N.-YorkF.R.B. 11
1
Feb.’34
Batavia ……..
..
4

1 Juli’35
Oslo

……..
3422Mei’33
Belgrado

……..
5
1 Febr. ’35
Parijs

……3
8 Aug. ’35
Berlijn

……….
4
22 Bept.’32
Praag

……31
2
5
Jan.’33
Boekarest……..
4
28Aug.’35
Pretoria

…. 34
15Mei’33
Brussel ……….
2

16Mei’35
Rome……..5
9Sept.’35
Budapest ……..
4 28Aug.’35
Stockholm

.. 24
1Dec.’33
Calcutta

……..
34
16Feb.’33
Tokio

. .
..3.65

2 Juli’33 Dantzig

……..
5

21Oct.’35
Weenen……3110
Juli’35
Helsingfors ……
4

3 Dec.’34
Warschau…. 5
26 Oct.’33
Kopenhagen

….
3422A’ug.’35
Zwits. Nat. Bk. 24
3
Mei’35

OPEN MARKT

1935
1934
1933
1914

C
26 0 t
21126
14/19
7112
22(27
23128
20124
.
Oct. Oct. Oct. Oct. Oct.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
311
9
.31
4

3249
.411
4

4319_5
5
1
14-
5
18
1
12
‘s’I,
3
1
I9-
1
I1e
Prolong.
4
3I1..411
4
1
12_5
1
12
6
1
1
2
1
14-
1
14
L.onden
Dageld.
. .
112.1
1
13’1
lIi-1
1
12
1

‘/,-1
’12-1
1
3
14-2
Partic.disc.
91
j
_51
91
4
_81
9

h1
16
_1T1
16

I8.h
1
116
I8

13j,
4

I3;16_191i

4114..814

Berlijn
Daggeld…
3 3 3
1
14
3
1
12
3
7
15
1
1
41145518

Maand8eld
3-
1
18
3-
1
18
3.
1
12
4
1
126
4
1
126

Part, disc.
3 3 3
3-
1
19
3
3
14
318
2
1
1
1
/
3

Warenw. ..
4..1/
4.
1
11
4.
1
12
4.
1
(2 4_
1
12
4.
1
12

We,,, York
DageId’)
11
4

14
’14
1
14
1
3/
1/42
1
1I
Partic.disc.J
41,6
51,
5
116
5
11
14I8
113
t)
Koers van 25 Oct. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Da a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batarin
York)
*)
)
8)
*)
1)

22
Oct.

1935
1.47%
7.23%
59.25
9.71%
24.801

100%,
23

,,

1935
1.47% 7.25%
59.31
9.72%
24.811

100%,
24

,,

1935
1.47%
7.25
59.
2
71
9.71%
24.79
100%
8

25

1935
1.47% 7.23%
59.29
9.71%
24.801

100%,
26

1935
1.47%
7.24
59.30
9.71
24.801

100%,
28

,,

1935
1.47%
7.24
59.26
9.71
24.804
100%,
Laagste d.w
1
)
1.47
7.23
59.20 9.70% 24.76
99%
Eloogste d.wi)
1.47%
7.26
59.35
9.72%
24.85
100%
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

D a a
Z5
7
t
_
d

ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
*)
1)
rest
1)
8*)
*8)

22 Oct.

1935
47.92

6.11
1.15
11.974
20.124
23

1935
47.94

6.11
1.15
11.99
20.15
24

1935
47.92

6.11
1.15
11.974
20.15
25

1935
47.88

6.11
1.15
11.974 20.15
26

1935
48.85

6.11
1.15


28

1935
47.89

6.10
1.15
11.974
20.124
Laagste d.wl)
47.80
27.90
6.074
1.10
fl.90
20.05
Hoogste d.w
1
)
48.-
28.-
6.134
1.20
12.05
20.25
Muntpariteit
48.003 35.007
7.3711.488
13.094 48.52

D ata
Stock-
Kopen-
o i
*
°
1-fel-
Buenos-
Mon-
8)

holm
hagen*)
Aires
1)
treal
1)

22
Oct.

1935
37.40
32.374
36.45
3.19 40%
1.45%
23

,,

1935
37.45
32.424
36.50
3.20
40%
1.45%
24

,,

1935
37.40
32.40
36.45
3.21
40%
1.45%
25

,,

1935
37.35
32.35 36.40
3.21
40%
1.45%
26

,,

1935
37.35
32.25 36.40
3.20 40%
1.45%
28

,,

1935
37.40
32.35 36.40
3.20
40%
1.45%
Laagste d.w’)
37.20
32.15 36.20
3.16
39%
1.44%
Roogste
d.w1)

37.55
32.55
36.60 3.224 40%
1.45%
Ivluntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
95%
2.4878
)
Noteerins te
Amsterdam.
“)
Not, te
Rotterdam.
1

Part.
ongave
In ‘t lse of 2de No. van’iedere maand komt: een ovzicht
i’oor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

13
a a
Londen
($
per
£)
Parijs
($ P.
lOOfr.)
Berlijn
($ p. 100
Mk.)
Amsterdam
($ p. 100
gld.)

22 Oct.

1935
4,91% 6,59%
40,25 67,87
23

1935
4,92%
6,59%
40,24 67,85
24

1935
4,91%
6,59% 40,25
67,91
25

1935
4,91%
6,59% 40,25
67,88
26

,,

1935
4,91%
6,59%
40,25
67,88
28

,,

1935
4,91%
6,597
4

40,24 67,92

29 Oct.

19341
4,96%
6,59% 40,28 67,72
Muntpariteit..
14,86
3,90% 23.81%
40%

KOE/RSF)N TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
12
Oct.
1935
19
Oct.
1935 21126
Oct.
1935

1
LaagstelHoogstel
126
Oct.
1935

Alexandrië..
Piast. p.
97%
97%
97%
97% 97%
Athene

.
..
.
Dr. p.
514 514 515 516
516
Bangkok….
Sh.p.tical
1110
1110%
1/10%
1110%
1110%
Budapest

..
Pen. p.
£
16%
16%
16%
16% 16%
BuenosAïres’
p.pesop.
18.05
18.05 18.00
18.10
18.05
Calcutta
. .
..
Sh. p. rup.
1/6%
1
11
6%
1/6
3
1
33

1/6
5
1
53

116%
Constantin.
.
Piast.p.c
612
613
612 613 613
Hongkong ..
Sh. p.
$
2,0% 2/0%
1/10%
2,0%
1
1
1
11
Kobe

…….
Sh. p. yen
112
1
1
33

112
8
1
44

112
1
/
23
1
32

112
8
1
44

Lissabon….
Escu.p.c
110% 110%
109%
110%
110%
Mexico

. .. .
$per
17% 17% 17% 18% 17%
Montevideo
2)

d.per,C
21 21
21
22%
22
Montreal

..
$
per
£
4.9731
4.98%
4.97% 4.99
4.97%
Riod.Janeir03
d. per Mil.
2%
2
28
1
31

2%
2%
2
23
1
32

Shanghai

. .
Sh.
p. $
116%
115%
114 116
114%
Singapore
..
id. p. $
2,4%
2/4%
214
2/4%
2/4%
Valparaiso
4
).
$perg
121
125 119 125 119
Warschau
. .
Z1. p. £ 26
26%
25%
26%
2631

t
)
Offic. not.
IS
laten, gem. not., welke importeurs hebben te betalen,
1

Oct. 17.02.

2)

Offic.

not.

10
Oct.
393/4;

18

Oct.
39
11
1,e;

19 Oct. 3931
4.
3) Id.
II
Mrt.
4114. 4
)90 dg. Vanaf 28 Aug. laatste
,export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS )
Londen’)
N.York3)
Londen
22 Oct.

1935.. 29y,
65%

22 Oct.
1935….

141/7
23

,,

1935..

29y
1
,
3
65%

23

,,
1935….

1
4
1141
24

,,

1935.. 29%
65%

24

,,
1935….

141
/
3
1
25

,,

1935..

29%,
65%

25

,,
1935….

1
4
1161
26

,,

1935..

29%,
65%

26

,,
1935….

14116
28

,,

1935..

29%
8

65%

28

,,
1935….

141/6
29
Oct.

1934.
.
23%
52%

29 Oct.
1934….

140/7
27
Juli

1914.. 241%,
59

27
Juli
1914….

84110%
1)
in pence
p. oz.
stand.
2)
Foreign silver in
$c. p. oz.
fine.
8)
in 5h.
p.oz.
fine
STAND VAN

8 RIJKS KAS.
Vorderingen.
1

15Oct.1935
1

23Oct.1935
Saldo van
‘s
Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche Bank
………………


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
1

218.940,71

1

252.562,81
Voorschotten
op
ultimo Septeinb. 1935
a/d. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in

……

de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting
,

10.552.656,28

10.552.656,28
,,
126.895.363,22
,,
127.519.712,99
Idem aan

Suriname ………………
,,

12.909.215,85
12.807.919,91
Voorschotten aan Ned.-lndië
…………

Idem

aan

Curaçao ….

…………..
,

1.017.320,09
,,

613.087,16
Kasvord.weg. credietverst. a/h. buitenl

123.541.476,86
,,
121.734.086,95
Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen’,,
23.926.622,11
33.418.299,90
Vord.
op
het Alg.Burg. Pensioenfonds’)



Vord.op andere Staatsbedrijven
1)
,,

38.729.167,26
38.844.167,26
Verstr. ten laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)
,,

36.483.735,28
,

36.708.735,28
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16 van baar octrooi verstrekt
f

14.639.400,83
/
15.000.000,-
Voorsch. d. De Ned. Bk.
i.
rek. crt.verstr.


1.013.356,40
Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gem


Schatkistbiljetten

in

Omloop ………
,,
387.587.000,-
,,
387.587.000,-
,,
149.140.000,-
149.140.000,-
w.v.
rechtstr. bij De Ned. Bank gepl
10.000.000,-
,,

10.000,000,-
,,

1.207.948,50

.

,,

1.206.291,50
Schuld
op
ultimo September 1935 a. d.

Schatkistpromessen in Omloop
…….

gem. weg. ah, uitte keeren hoofds. d.
Zilverbons in omloop

………..
……

pers. bel., aand.
i.
d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
die
bel, en
op
de vermogens belasting


Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
,,

508.321,82
,

409.624,87
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T. 1)
,,

57.520.179,87
,,

60.456.125,34
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)


Id. aan diverse instellingen’)
….. ….
120.043.833,14
,,
120.039271,96
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
..

NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
19Oct. 1935
1

26 Oct. 1935
Vorderingen:
/

5.000,-
f

4.069.000,-
Saldo b. d. Postchê9ue- en Girodienst
,

288.000,-
329.000,-
61.612.000,-

Verplichtingen:

Saldo Javasche

Bank
……………..

Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinstell
,,
127.029.000,- 128.028.000,-

Betaalmiddelen in

s
Lands kas
……..


Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds
688.000,-
,,

688.000,-
Schatkistpromessen
………………….

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
,,

778.000,-

646.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
I
Andere
opelschb.
schulden
Discont.

28 Sept.

1935..
801
1.173
1

471
564
1.700
21

1935..
796
1.011
463 560 1.687
14

1935..
796
1.053
1

468 562
1.728
7

,,

1935..
797
1.121
464
560
1.709
30 Aug.

1935..
803
1.185
395 559
1.720

5 Juli

1914..
,

645
1.100
560 735 396 ‘)SIuItp. Oer activa.

980

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.30 October 1935

STATISTISCH òVERZICH


GRANEN EN ZADEN.
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH_

TARWE
R000E
MAIS
GERST
LIJNZAAD
DRUIVEN
TOMATEN
BLOEM-
KOOL
RUND-
VARKENS-
80 kg La
Plata lOCO
74 kg Bahia La Plata
62/63
kg
Z.-Russische
La Plata
Black
A
Ie soort
VLEESCH
VLEESCH

,
otterd
d
am
I
Blanca loco
R’damlA’dam
loco
R’damiA’dam
Ico R?tter_
loco
R’dam(A’dam
Alicante
per kg
per
100
kg
P lOO
St.
(versch)
per lOO kg
(versch)
per 100 kg
per
lOO
kg.

O(

g.
p

g.
per 2000 kg.
Westland
Westland
°”
broek.

Rotterdam
Rotterdam
2)
3)
4)
.

f1.
5
0/
5
0
10
5
010
f1. 01 f1.
01
‘it”
‘i
1E
1E
11
f1.
/”
1925
17,20
100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0


1926 15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9



1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4



1928
13,47
6

78,3
13,15
100,6
226,00
97,7 228,50
96,8 363,00
78,5
0,80
100,0
20, 100,0
14,80 100,0
lOO,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,87
5

83,2
204,00 88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
0,64
80,0
16,-.
80,0
17,23
116,4
96,40
103,7
93,126
120,2
1930
9.67
5

56,3
6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
0,62
77,5
20,
100,0 14,22
96,1
108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
0,49

—–

61,3
14,50
72,5
7,54
50,9
88,

94,6
48,-
61,9
1932 5,229 30,4
4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
0,41
51,3
11,50
57,5 9,92
67,0
61,
65,6
37,50
48,4
1933
5,025
29,2
3,55
27,2
68,50
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0
0,31
38,8
8,21 41,1
6,69
45,2
52,
55,9
49,50
63,9
1934
3,67
5

21,4 3,32
5

25,4
70,75
30,6
75,75
32,1 142,50
30,8 0,27
33,8 5,53
27,7
8,26
55,8 61,50
66,1
46,65
60,2

lan.

1934
4,75
27,6
3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2

—-

62,50 67,2
53,75
69,4
Ïebr.,,
3,40
19,8
2,77
5

21,2
65,25 ‘28,2 58,50
24,8
133,00
28,8
63,-
67,7
53,50
69,0
Maart

,,
3,25
18,9
2,725
20,8
70,75
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5
61,75
66,4
50,50
65,2
April

,,
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50
30,5
56,75
:24,0
136,50
29,5


63,50
68,3
49,125
63,4
Mei

,,
3,32
6

19,2
2,875
21,9
62,00
‘26,8
63,00
26,7
154,50
33,4
-.
65,75
70,7 47,50
61,3
Juni

3,67
6

21,4
3,175 24,3
65,00
28,1
74,75 31,7
156,50
33,8
63,25

93, ——-

68,0 43,75 56,5
Juli

3,80
22,1
3,30
25,3
71,50
30,9
78,75
33,4
151,25
32,7
8,28
41,4

———————

63,-
67,7
44,62
5

57,6
Aug.
4,37
.25,4
4,275
32,7
83,25
36,0 93,50
39,6
159,25
34,4
0,35
43,8 5,89
29,5

—————————-

-.
63,95
68,8 43,30
55,9
Sept.

4,-
23,3
4,15
31,7
77,25
33,4
93,25
39,5
145,50
31,5 0,25
31,3
2,02
10,1
11,21
75,7
63,55 68,3
42,62
5

55,0
Oct.

,,
3,50
20,3
3,70
28,3
69,50 30,0
93,50
39,6
135,25
29,2
0,21
26,3
5,92
29,6
6,19 41,8
60,70
65,3
42,12
5

54,4
Nov.


3,50
20,3 3,45
26,4
71,25 30,8
89,25
37,8
127,75
27,6

7,37
49,8
53,75
57,8
44,50
57,4
Dec.

,,
3,45
20,1
.

3,55
27,2
76,25
32,9
91,00
38,6
134,00
29,0
53,15
57,2
44,65
57,6

Jan.

1935
3,30
19,2
3,525
27,0 74,25
32,1
89,25
,

37,8
137,25
29,7


















































53,625
57,7
45,62′
58,9
Jebr.

,,
3,20
18,6
3,375

25,8 68,00
29,4 71,25
30,2
124,25
26,9


















51,90
55,8
47,55
61,4
Maart

,,
3,20
186.
3,07
5

23,5
67,75
29,3
64,00
27,1
120,50
26,1



















——————–

51,40
55,3
51,20
66,1
April
4,07
5

23,7
2,95
22,6
70,75 30,6
66,75
28,0
125,00
27,0
51,925
55,8
50,25
64,8
Mei
4,05
23,5 2,90 22,2
59,90
25,9
67,25
28,5
125,50
27,1
50,80
54,6
48,50
52,6
luni

,,
4.02
23,4
2,90
22,2
57,50
24,8
75,00
31,8
124,25
26,9
48,-
51,6
46,12
5

59,5
)uli
.3,92′
22,8
2,55
19,5
54,50
23,5
66,75
28,3
124,50
26,9
10,19













































50,9
48,-
51,6
47,375
61,1
Aug.

,,
4,25
24,7

2,625

20,1
55,25 23,9
64,50
27,3
132,25
28,6
0,42
52,5
7,29
















—-

36,5
44,80
48,2
52,55′
67,8
Sept.

4,75
27,6
3,-
22,9
55,75
24,1
64,50
27,3
139,50
30,2
0,27
33,8
4,45

.
















—-









22,3
6,60
44,6
43,37
5

46,6
56,626
73,1
7
Oct.

,,
5,20
30,2
3,45
26,4
60,50
26,1
72,00
30,5
150,00
32,4
0,20 25,0
3,20
16,0
9,55
64,6
44_6

47,3
64,50e
83,2
14

,,
5,-
29,1
3,40
26,0
58,50
25,3
66,00
28,0
145,00
31,4
0,21
26,3
3,55
17,8
II,
74,3
49,-
7

52,7
68,507
88,4
21

,,
4,85
28,2
3,30
25,3
57,00
24,6
61,50
26,1
138,50
29,9
0,19
23,8
5,50
27,5
10,92
73,8
46,-
8

49,5
64,500
83,2
28

,,

,,
4,75
27,6
3,20
24,5
55,00
23,8
59,00
25,0
137,00
29,6
45,30
9

48,7
61-
9

78,7
1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug.
1928,
25 Febr. 1931 en 15 Febr.
1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 b
16 Dec. 1929 tot 26 Mei
1930
74(5 kg Hongaarsche vanaf 26 Mei
1930
tot 23 Mei 1932 74 k& Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2Oct.
1933
No. 2 Canada.
4)
Ti
Canada. Van 19 Sept. ’32 tot 24Juli ’33
62163
kg Z.-Russ. van 24Juli ’33-7 Oct. ‘3564165 kg La Plata.
5)
De laren
1928
en 1929 Broek op Langendijk.
6)5
Oct. 7)12 Oc

MINERALEN
,
TEXTIELGOEDEREN

.
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalsche!
PETROLEUM
BENZINE KATOEN
WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp.
_____________ __________ gekamde
Australische
Australische,
CrossbredColo-
HUIDEN
SALPETER
.
.

,
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
t(m 33.9°
64/66°
$cts. per
Middling locoprijzen
F.
G.
F.
Sakella-

___~

F.N..__
Merino, 64’s A’v.
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Gid. per
lOO kg
R’dam/A’dam
Bé s. g.
per barrel
U.S. gallon
New-Yo,rk
rides
Liol
loco
Bradford
per lb.
50’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
per 1000 kg.
per Ib:
Liverpool
Bradford per Ib.


ii:



1

010
Uts.
i

ii

$
cts.
010
pence
01

pence
0
10
pence
1
10
pence
1E
ij

iE

0
10
1925
10.80
100,0
1.68
100,0
14,86
1

100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7 1.89
112,5
13,65
1

91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75 83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
1

100,- 17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77.8
48,50
88,2
26,50 89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51.50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17.05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41.9 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82,0
1931
10,05
93,1
0.58 34,5
5,04
33,9
8,60 37,0 7,33 25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4,50
30, 3
6,45
27,7
5,21 17,8 3,11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00 64,8 0.45 26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50 32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
1934
6,20 57,4
0.63
37,5
2,88
19,4
7,35
31,6
5.32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9

Jan.

1933
7,05 65,3
0.53
31,5 4,16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6 8,2
28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.
7,20
66,7
0.38
22,6
3,97
26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78 29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40
53,3
Maart
7,25
67,1
0.38
22,6
3,87′
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75
.26,3
10,75
31,0 6,40
53,3
April

,,
7,25
67.1
0.37
22,0 3,67
24,7
6,65
28,6 5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6 7,75
26,3
11,25
32,4 6,40
53,3
Mei
7,15
66,2
0.23
5

14,0
2,95
19,9
7,30
31,4
5,60
19,1
3,07
32,8
17,00
309
8,25 28,0
12,25
35,3 6,40 53,3
Juni

,
7,15 66,2
0.25
5

15,2
3,02 20,3 7,85 33,8 5,85
20,0
3,25
34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4
6,40 53,3
Juli
7,05
65,3
0.4
1

24,4
3,33
22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20 34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.
6,95
64,4 0.37 22,0 3,37
22,7
.

6,90
29,7
5,39
18,4 2,91 31.1
20,75 37,7
9,75
33,1
14,75
42,5
5,80
48,3
Sept.
6,85
63,4
052
31,0 3,50 23,6 6,60 28,4
470
16,1
2,54
27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15.13
44,1
5,85
48,8
Oct.
6,60

61,1
0.66
39,3
4,04 27,2 6,40 27,5
455
15,5
2,48 26,5
20,75, 37,7
10,75
36,4
14,50
41,8 5,90

49,2
Nov.’.
6,75 62.5 0.66
39,3
3,72 25,0
6,25
26,9
4,63
15,8
2,39 25,6 23,75
43,2
12,00

.
40,7
13,38
38,6
5,95
49,6
Dec.
6,95
64,4
‘0.67
39,9
3,75 25,2
6,50
28,0 4,89
16,7
2,38 25,5 25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0

Jan.

1934
6,65
61,6 0.66
39,3
3,74
25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75.
50,0
13,-
37,5
6,15
51,3
Febr.
6,30
58,3
0.64 38,1
3,25
21,9
7,50
323
5,64
19,3
2,68
28,7
23,75
43,2
12,75
43,2
13,-
‘37,5
6,20
51,7
Maart
6,25
57,9
0.63 37,5
3,05
20,5
7,40
31,8 5,50
18,8
2,76
29,5
23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0′
6,25
52,1
April
6,30
58,3
0.62
36,9
2,795
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6 6,30
52,6
Mei
6,25
57,9
0.62
36,9
2,88
19,4
6,80
29,2
.5,20
17,8
2,48
26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2
6,30
52.6
luni


6.15
56,9
0.62
36,9 2,83
19,0
7,15
30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5

9,50
32,2
11,50
33,1
6,30
52.6
Juli
6,15 56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5,
11,50
33,1 6,30
52.6
Aug.
6,15
56,9 .0.62
36,9 2,68
18,0
7,85
34,0
5,32
18.2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33.9
5,80
48,3
Sept.

,,
6.00 55,6
0.62 36,9 2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6 5,85 48,8
Oct.
6,00
55,6
0.62
36,9
2,60
17,5
7,40
31,8
4,93
16,8
2,57
27,5
15,00
27,.3
8,50
28,8
12,50
36,0 5,90
49,2
Nov.
6,10 56,5
0.62
36,9 2,53
17,0
7,40
31,8 5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3 8,75
29.7
12,-
34,6 5,95
49,6
Dec.
6,05 56,0
0.62
36,9
2,76
18,6
7,50
32,3
5,43
18,6
2,77
29,6
14,50
26,4 8,50
28,8
11,25
.
32,4
6,05
50,4

Jan.

1935
.

6,05
56,0
0.625
37,2
2,97
5

20,0 7,55
32,5 5,38
18,4
2,99
32,0
.

14,75
26,8
8,25
28,0
10,75
31,0
6,15
51,3
Febr.

,
6,05
56,0
0.62
37,2 2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-

32,1
14,00
25,5
7,75 26,3
10,50
30,3 6.20
51,7
Maart
5,90
54,6
0.62
36,9
2,74
18,4
6,80
29,2
4,85
16,6
2,79
29,8
13,75
25,0 7.50 25,4
10,25
29,5
6,25
52,1
April

,,
6,00
55,6
0.63
37,5 2,99
20,1
7,05 30,3 4,89
16,7
2,89 30,9
14,75
26,8
8,00
27,1
10,75
31,0
6,30

52,6
Mei
6,05
56,0 0.62
36,9
2,97°
20,0

7,30
31,4 4,56
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
6,30 52,6
Juni

,,
6,05
56,0
0.62 36,9 3,15
21,2
.
7,’-
30,1
4,82
16,5
2,98 31,9
16,75
30,5
8.50
28,8
12,-
34,6
6,30
52,6
Juli
6,05
56,0
0.62 36,9
3,11
5

21,01 7,25
31,2
4,82
15,5
3,08
32,9
18.25
332
9,00
30,5
11,75
33,9
5,40 45,0
Aug.
6,15
56,9
0.62
36,9 3,08
20,71
6,80
‘29,2
4,91
16,8
2,83
30,3
18,25
33,2
9,25
31,4
12,-
34,6
5,40 45,0
Sept.

,
6,10 56,5
0.62
5

37.2
2,85
19,21
6,40
27,5
4,95
16,9
2,63
28,1
18,25
33,2
8,75
29,7
14,50
41,8 5,50 45,8
7
Oct.

»
6,05 56,0
0.63
37,5
1

2,70
2

18,2
6,85
29,5
5,15
6

17,6
,

2,83
6

30,3
17,75
0
)
32,3
8,75
10
)
29,7

1
6,-
1
4

46,1
5,55
46,3
14
,,
6,05
56,0
0.62.
36,9
1

3,10
3

20,9 6,60
294,4
5,18
7

17,7
2,98
7

31,9
18,50″)
33.6
8,75″)
29,7
.
5,55
46,3
»
6,05 56,0
.

0.62
36,9
1

3,
1
0
20,9
6,60 28,4
5,20
8

17,8
296
6

31,7
18,75
22
)
34,1
8,7515)’
29,7 5,55 46,3
28
6,05
56,0
1

0.62
36,9
3,10
5
1
20,9
6,65
1

28,6
1

5,439

18,6
2,99
9
1
32,0
1

18,75
13
)
34,1
8,75
53
)129,7
5,55
46,3
1)
Jaar- en maandgem. afger. op
1
/8
pence.
2)
5
5
)11 4)19
5)
26
6)
2
7)
9,8)16
9)
23
10)
3
11)
10
12)
17
13)
24
24)
22
15)
1
16)
8
17)
15 Oct.

30 October 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

981

GROOTHANDELSPRIJZEN 1)

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
per kg
BOTER

P kg
KAAS
Edammer
Alkmaar
EIEREN
Cern. not.
KOPER
Standaard
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
IJZER
ZINK
GOUD
ZILVER
Leeuwar-
Heffing
Crisis
Fabrieks-
Eiermijn
Locoprijzen
Locoprijzen Londen
Locopriizen Lonuen
per Foundry
No. 3 Lo.b.
1
(Lux III) p.
Locoprijzen Londen
cash
Londen
CaSh
Londen per
derComni,
Noteering
Zuivel
Centr.
kaas
ki. rn/merk
Roermond
p. lOO St.
Londen
per Eng, ton
per Eng. ton
Eng, ton
Middlesb.

1
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard
per5okg.
per Eng. ton
1
Antwerpen
Eng. ton
tine
Ounce


1925
231
100,0
1E

T
56,-
6″

100,0
fl.
9,18
ojo
100,0 62.116
100,0
“V
36.816
1
10
100,0
261.171-
010
100,0
Sh
.
73/-
01
0

100,0
sh
.
671-

ii/o
100,-
36.316

i
/o
100,.
sh.
85(6
O
/o
100,-
pence
32
1
/8
O/
100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
86/6
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
28
11
/
89,3
1927
928
2,03
2,11
87,9 91,3
– –
43,30
48,05 77,3 85,8
7,96
7,99
86,7
87,0
55.141-
63.161-
89,7
102,8
24.41-
21.11-
66,4 57,8
290.41-
227.51-
110,8
86,8
731-
661-
100,0
90,4 .6416
62/8
96,3 93,5
28.101-
25.516
78,8
69,9
851- 851-
99,5
26
3
14
83,3
1929
2,05
88,7

45,40
81,1
8,11
88,3
75.14/-
121,9 23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
68/9
102,6 24.1716
68,8
851-
99,5
995
26
1
/
24
7
/16
81,1
76,2
930
1,66
71,9

38,45
68,7

6,72 73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
59/6
88,8
16.171-
46,6
851-
95
17
13
/16
55,4
931
1,34
58,0

31,30
56,9
5,35
58,3
36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.1/-
42,0
551-
75,3
47/6
.70,9
11.1016
31,9
9216 108,2
13/B
41,6
1932
933 0,94
0,61
40,7 26,4

0,96
22,70
20,20
40,5
36,1
4,14
3,71
45,1
40,4
22.171-
22.216
36,8 35.6 8.121-
7.1716
23,6 21,6
97.21-
131.18/-
37,1
50,4
421-
41/-
57,5 56,2
37/-
35/-
55,2
9.161-
27,1
1181-
138,0
12
7
18
40,1
934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4
3,45
37,6
18.1416
30,2 6.1516
18,6 141.1916
54,2
40/-
54,8 33/7
52,2
50,1 10.1216
8.91-
29,4
23,4
12417
814
1371731
4

145,8 161,0
121
13
1
116
385
40,7
n.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.71- 34,4
7.71-
20,2
148.31-
56,8
3916
54,!
361-
53,7
9.121- 26,5
12916
151,5
12314
39,7
b.

,,
0,47 20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
39/6
54,1 3615
54,4
9.-16 24,9
137/1
160,3
12
1
1
2

38,9
rt.
0,44
19,0
1,-
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316 19,7
144.15/6
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618
159,8
12118
39,3
0,42
0,41 18,2
17,7
1,- 1,-

.
17,20 16,05
30,7 28,7
2,72 2,54
29,6
27,7
20.14/6
20.4/-
33,4
32,5
7.4/6
6.1616
19,8
18,7
150.1016
144.19/6
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.716 25,9
135114
158,0
12
7
(16
38,7
ni
0,41
17,7
1,-
19,40
34,6 2,74
8

29,9
19.1816 32,1
6.141-
18,4
140.1/-
55,4
53,5
40/6
4016
55,5
55,5
3219
3119
48,9
47,4
9.21- 8.161-
25,2 24,3
13613 137184
159,4
161,1
12
1
11
6

12
1
14
37,5
38,1
Ii
0,40
17,3
1, –
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137/11
161,4
12
3
1
4

39,7
ig.,,
0,43
18,6
1,-
20,00
37,3
3,32
1

36,2
17.61-
27,9
6.141-
18,4 139.716
53,2
401-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
13816
162,0
13
40,5
pt.,
:t.
0,43
0,43
18,6
18,6
1,-
1,-
18,12
5

17,37
6

32,4 31,0
3,31
3,95
36,1
43,0
16.101- 16.31-
26,6 26,0
6.516
6.6/-
17,2 17,3
137.171-
137.1916
52,6
52,7
3916 3916
54,1
54,1
3216 3216
48,5
7.171-
21,7
1411-
164,9
131
40,9
)v.
0,47
20,3
1,-
17,-
30,4
4,521
49,3
16.1116
267
6.8/-
17,6
139.81-
53,2
401-
54,8
3216
48,5 48,5
7.71-
7.716
20,3 20,4
141110
139164
165,9
163,2
14
147/
43,6 46,3
Sc.
.,
0,54
23,4 0,95
15,12
1

27,0 4,07
44,3
16.161-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
3916
54,1
3411
50,9
7.416
20,0
140164
164,4
14
11
116
45,7
n.’35
b. ,,
0,58 0,52
25,1
22,5
0,90
0,95
14,95
14,375
26,7 25,7 3,121
3,20
34,0 34,9
16.19/- 16.4/-
27,3
26,1
6.5/-
6.4/-
17,2 17,0
138.11/-
136.8/-
52,9
3916
54,1
34/6 51,5
7.6/6
20,4
I4I/IO
165,9
14/4
45,9
rt.

,,
0,37
.

16,0 1,02
5

13,30
23,8 2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716
17,5
124.516
52,! 47,5
39/6
381-
54,1 52,1
3416 3319
51,5
50,4 7.316
7.-!-
19,8
19,4
14218 14715
166,9 172,4
14
1
(16
1531
4

46,1
49,0
Ir.
0,37
0,34
16,0
14,7 1,08 1,10
11,50 11,85
20,5 21,2
2,316
2,38
1

25,2
26,0
18.81-
20.-/-
29,6
32,2
7.516
8.6/6
20,0 22,9
131.-/6
135.5(6
50,0
51,7
3816
391-
52,7
53,4
3316
50,0 7.111- 20,9
144/5
168,9
18
3
/16
56,6
ni

,,
0,41 17,7
1,072
11,95
21,3
2,411
26,3
18.16!-
30,3 8.11/6
23,5 136.5/6 52,0
39/6
54,1
3316
33/6
50,0
50,0
8.1516
8.11/-
24,3
23,6
142/34
14116
166,4
165,
20
19
5
18
62,3
61,1
Ii


ig.
0;44
0,46
19,0
19,9
1,


1,-
12,375
22,1
2,54
27,7 18,101-
29,8
8.131-
23,7
140.1116
53,7
3916
54,1
3316
50,0
8.10!-
23,5
140110
164,7
185/
57,0
pt.,,
0,58
25,l
0,97
15,10
20,25
27,0
36,2 3,318
3,16
36,1
34,4
19.15/-
20.10/6 31,8
33,1
9.11/-
9.14/6
26,2
26,7
135.12/6 135.4/6
5l,8
51,6
401-
3916
54,8
54,1
33/6 33/6
50,0 50,0
8.18/6
9.8/-
24,7
140/4
164,1
I7
7
/
55,6
ct.
0,5910 25,1
0,95
22-
14

39,3
2,60
28,3
21.14/-
35,0
11.17/-
32,5
136.10/-
52,1
39/6
54,1
33/6
50,0
10.10/-
26,0 29,0
141/-
142/- 164,9
166,1
I7Ii
17
11
/16
54,7
55,1
0,6511
0,71
12

28,1
30,7
0,90 .
0,85
20,50
1
S
9,-iS
36,6
33,9 4,40 4,30
47,9
46,8
21.5/6
20.171-
34.3
33,6
11.7/6
10.14/-
31,2
29,4
145.161-
132.-(-
55,7 50.4
3916
39(6
54,1 54,1
33/6
33/6
50,0
1O.-/6 27,7
141/94 163,8
175/s
54,9
0,68
13
1
29,4
0,85
18
17

32,1
4,50
49,0
20.18/-
33.7
10.13/-
20,2
133.41-
50.9
3916
54.1
3316
50,0 50,0
9.15/-
9.161-
27,0
27,1
141/5 141/6
165,4
165,5
179/in
17
9
116
54,7 54,7
, n..
._’

vdII LU
oept. ws
rot 3 t

enr. W.j4 ManitoDa mo. 2 J lot Jan. 19

Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van
928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 Arnerican No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 6415 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3
)ct.
9)
26 Oct.
10)
3 Oct.
51)
10 Oct.
12)
17 Oct.
15)
24 Oct.
94)
4 Oct.
15)
II Oct.
16)
18 Oct.
11)
25 Oct.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

VURENHOUT
basis 7″ t 0 b
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBB °
SUIKER
THEE

INDEXCIJFER

Zweden!
binnenmuur

buitenmuur,

G.F.Accra
Ned.-Ind.
Standaard
Ribbed Smoked
Len
Kolo-
perstaiiard
van 4.672 M
3
.
per

per
per 1000 stuks per 1000 stuks
so kg
c.i.f.
Nederland
per lOO kg
Amsterdam Rotterdam
per
113
kg. ,o
.
loc
t
en

R’dam/A’dam
per lOO kg.
Java- en Suma-
trathee p. ‘/

kg.
Orond
stoffen
nlale

.;
per

.
dcten

1925
159,75
%
100
f
15,50
01
100,-
f
19,-
01
100,-
5h.
4216
O/
100,-
f
35,875

O/
100,0
cts.
61,375
O/o
100,0
5h.
2111,625
01
100,0
fi.
18,75
01
100,0
cts.
84,5
O/
100,0
100.0
100.0
926 927
153,50 160,50
96,1
100,5
15,75 14,50 101,6
93,5
19,50 18,50 102,6
97,4
491- 681-
115,3 160,0
34,-
32,62
5

94,8
90,9
55,375
46,875
90,2
76,4
21-
116,375
67,4
51,6
17,50
19,12
5

93,3
102,0
94,25 82,75
111,5
97,9 96.0 87.5 102.6
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,’L 5713
134,9
31,875
88,9
49,625
80,91

-110,75 30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
27,37
5

76,3
50,75
82,7
‘-/10,25
28,8
13,-
69,3
69,25 82,0 81.9
85.5
[930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34/11
82,2
22,62
1

63,1
32
52,1
-/5,875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
66.0 64.3
[931
[932
110,75
69,00
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25 40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50 50,3
46.8 46.8
[933
73,50
43,2 46.0
9,25
10,-
59,7 64,5
15,-
12,75
78,9
67,1
1916
1514
45,9
36,0
13,-
9,30
.36,2
25,9
24
21,10
39,1
34,2
-11,75
-12,25
4,9
6,3
6,325
5,52
1

33,7 29,5
28,25
32,75
33,4 38,7
36.1
35.2
38.0
34.7
[934
76,50
47,9
8,50 54,8
10,50
55,3
1316
31,8
6,90
19,2
16,80
27,4 -13,875
10,9
4,075
21,7
40
47,3
34.4
32.1
1.33
70,00
43,8 9,25
59,7
13,50
71,1
16/6
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,378
28,7
25
29,6
33.2
34.1
br.,
70,00
43,8 9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1 10,625
29,6 23,75
38,7
-11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,375
. 28,9
23,50
38,3
-11,5
4,2
6,-

.
32,0
26,25
31,1
32.4 34.9
r.,,
70,00
43,8 9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3
9,50
26,5 23,50
38,3
-11,625
4,6
6,07
6

32,4
27,50 32,5 32.8
34.9

70,00
43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
16/6
38,8
9,50
26,5 23
37,5
-12
5,6
6,026
32,1
26,50
31,4
34.2 35,0
ii

,,
72,50
45,4
]0,-
64,5
13,-
68,4
18/1
42,6
10,-
27,9 22,50
36,6
-12,375
6,7
6,35
33,9
31
36,7
37.2
31.5
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475

26,4 22,50
36,6
-12,625
7,4
5,925
31,6
33,50 39,6 38.2 37.4
g.,,
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
1615
38,6
8,75
24,4
20,75
33,8
-/2,625
7,4
5,275
28,1
35,25
41,7
36.5 35.6 pt.,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
8,25
23,0
19,75
32,2
-12,5
7,0
5,375

28,7
36,75 43,5 36.7
34.6
t.
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,621 21,3
17,75
28,8
-/2,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0 36.5
33.4
v.
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
24,8
40,50
47,9
36.4 32.7
c.,,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
1115
26,9
7,976

22,2
16
26,1
-12,875
8,1
4,75
25,3
41
48,5
37.1
31.3
.34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2
7,45
20,8
16,50
26,9
-1
2,875
8,1
4,95 26,4
45,50
53,8
38.9 33.8
b.

.,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
7,25
20,2
17,25
28,1..
13
8,4
4,975
26,5
415,75
55,3 35.9
35.9
t.

,,
80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
14
1
1
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9T
-/3,25

9,1
4,525
24,1
45,50
53,8 35.7
35.2
r.
80.00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3 17,75
28,9
-/3,625
10,2
4,25
22,7
44,25
52,4 35.6 34.5
80,00
50,1
9,25 59,7
11,25
59,2 15/2
35,7
6,72
6

18,7
17
27,7
-14
11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
1514
36,1
7,-
19,5
17
27,7
-/4
11,2
4,20 22,4
41,-
48,5
34.5
33.8
77,50
48.5 7,50
‘48,4
10,-
52,6
13111
32,7 6,92
1

19,3 16,75
27,3

14,375
12,3
3,975

21,2
40,50
47,9
34.1
32.2
g.,,
75,50
47,3
7,25 46,8
9,50 50,0
12110
30,2 6,87
5

19,2
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,975
21,2
39,75
47,0
33.9 31.4
2t..
73,50
46,0
7,-
45,2 8,75
46
,1
12
1
5
29,2
6,65
18,5
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,725
19,9
33,50
39,6
33.1
29.5
t.

,,
73.00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1117
27,3 6,70
18,7
16,50
26,9
-/4,125
11,6
3,525
18,8
32,75
38,8
32.7 27.8
v.
,
73,00
45.7
7,-
45,2
8,75
46,1
12
1
3
28,8 6,62
5

18,5
16
26,1

1
3,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7 27.6
C.
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
12/8
29,8
7,176
20,0
16 26,1
-13,875
10,9
3,375
18,0
34,50
40,8 32.7
28.6
.35
66,00
41,3
7,25 46,8 8,50
44,7
1411
33,1
8,77
5

24,5
16
26,1

1
3,875
10,9
3,50
18,7
33,75
39,9 32.9 29.5 66,00
41,3 6,75
43,5
8,25
43,4
14
1
2
33,3
9,375
26,1
15,625
25,5
-13,75 10,5
3,45
18,4
32 37,9 32.4 28.9
t.


59,00
36,9
7,-
45,2
8,25
43,4
13
1
3
31,2
8,575
23,9
14,625
23,8 –
1
3,25
9,1
3,55
18,9
29
34,3
30.9 21.4
r.
60,00
37,6
7,-
45,2 8,25
43,4
1316
31,8
9,15
25,6
14,50
23,6
-13,375
9,5
4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
57.50 36,0
7,-
45,2 8,25
43,4
13
1
4
31,4
9,50
26,5
14,125
23,0

1
3,5
9,8
4,20
22,4
32,75
38,8 33.3
28.6
ii
57,50
36,0
7,25
46,8
9,-
47,4
1313
31,2
9,07
25,3
13,875
22,6
-13,625
10,2
3,87
6

20,7
30,25
35,8
33.2 27.8

57,50
36,0
7,25
46,8 8,75
46,1
1312
31,0

22,3
13,50
22,0
-13,5
9,8
3,576
19,1
30,75
36,4
33.4
27.1
9.,,
58,25
36,5
7,-
45,2
9,25
48,7
1311
30,8
8,07
5

22,5
13,50
22,0
-13,5
9,8
3,52
5

18,8
32,50
38,5
33.7
27.4 It.,,
57,75
36,8
7,-
45,2

47,4
13
1
5
31,6
8,47
5

23,6
13,50
22,0

1
3,375
9,5
3,725
19,9 36.
42,6 34.2
28.8
t..
56,50
35,4
1316
15

31,8
9,625 26,8
13,50
22,0
-13,5
9,8
4,25
22,7
48,50
12
)
57,4
35.7
30.5 56,50
35,4
13
1
8
16

32,2

27,9
13,50
22,0
-(3,6
9
375
10,4
4,25
22,7
35.8
30.6
56,50
35,4
.
13/6
17

31,8
10,37
5

28,9
13,50
22,0
-/3,8125
10,7
4,25
22,7
35.2
33.5

56,50
35,4
.
13/2
14

31,0 9,87
5

27,5
13,50
22,0

1
3,875
10,9
4,125
22,0
35.4
33.1
uw i-onuannoneerungen vanat zi sept.
31
zijn op goudbasis omgerekend; de Dollarnoteeringen vanaf 20 April ’33 zijn in verhouding van de depreciatie
in Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.

982

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October 1935

NEDERLANDSCHE BANK.
BANKVAN ENGELAND.

Verkorte Balans op
28 October 1935.
Bankbij.
1
Bankbilf.
ther Securities

Wvances
1
Securities
Activa.
Data
Metaal
in
in Bankingsc.and

Binnen!. Wis- (Hfdbk.
f

44.884.340,82
circulatie
1
Departm.

sels,Prom.) Bijbnk.
,,

1.814.925,15
23 Oét.

1935
195.181

397.014 57.310
11.386
1

12.479
enz.in disc.Ag.sch.
,,

4.552.718,68

51.251.98,65
16

,,

1935
194.504

399.618
54.055
13.660

11.649

Papier o. h. Buiten!. in disconto

……
,,


22 Juli

1914
40.164 29.317 33.633
Idem eigen portef.

f

1.074.500,-
1_
Other Deposits
Dek-
Af:Verkochtmaarvoor
Data
Goe.

Public
Sec.

Depos.
1
Bankers

Other
Accounfsl
1
Resen’eI
kines-
1

1) perc.
de bk.nog
niet afgel.
,,

k074.500,-
___________

23 Oct ’35

86.775

35.325
1
78.706

37.084

58.1661 38,4
Beleeningen

[
Hfdbk.f

95.957.160,22′)

.
mcl. vrsch.
Bijbnk.
,,

5.145.595,73
16

’35

86.155

32.120
1
78.801

37.761

54.886 36,9
,,
in rek.-crt.
op

39.317.779,92
22 Juli ’14

11.005

14.736

42.185

29.297 52

t
140.420.535,87
‘) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Op Effecten ……
f
135.400.456,481)

Data
Goud
Zili’er

in
Tegoedl
het
Wis-

Waare.

Belee-

R voorschot
OpGoederenenSpec.
,,

5.020.079,39


_
l40.420.3

871)
.

Voorschotten a. h. Rijk ………………15.000.000-
bititenl.
sels
ningen
d. Staat

18 Oct.
‘35171.963
689
8
8.981
1.253
4.542 3.200
S
Munt, Goud ……
!
137.597.115,-
?v.[uutmat., Goud
..

,,
451.181.538,71
ii

‘3572.122
,,
681
7
8.802 1.224
4.611
3.200
f

588.778.653,71
23 Juli ‘141
4.104
640
_
1

1.541
8

769

Munt, Zilver, enz.

,,

21.218.836,67

Bons v.
d.I
Rekg. Courant
Iuntmat., Zilver.
.
,,


609.997.490,382)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
Data
zelfst.
amort. k.

Dieeç

Ci
rculatie
Staat 1 zelfst.

Parti-
Iamort.k. culieten
sioenfonds

……………………
,,

39.591.084,58
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,

4.600.000,-
18 Oct.
‘351

5.800

2.390

82.405

92

2.823

10.496

Diverse

rekeningen ………………
,,

9.432.324,40
11

,,

’35

5.800
j

2.463

82.023

92

2.850

10.115

Staatd.Nederl.(Wetv.27f5/’32,S.No.221)
,,


15.486.148,55
23
Juli’141

5.912

401

943

(886.854.068,43
1)
Slwtpost activa.

Passiva.
Kapitaal
……

………………….
f

20.000.000,-

DUITSCHE_RIJKSBANK.

.
bij
Daarvan
bui-
Deviezen
als goud-
Andere
wissels Belee-
Reservefouds ……………………..

.
,,
Data
Goud

ten!
circ.
dekking
en
ningen
Bijzondere

reserve

.. ……
.
……….

5.675.000,-
_____________

banken
1
)
geldende
cheques

23 Oct.

1935
87,8

.
21,0
5,3
3.696,7
34,4
Pensioenfonds

9.894.958,89
……………………..
Bankbiljetten in omloop

………….
,,

7S8.944.475,-2
15

,,

1935
88,8
21,7
5,1
3.864,3
38,7
Bankassignatiën in

omlooj.

………..

132.566,90
30 Juli

1914
(

1.356,9


750,9
50,2 Rek.

Cour.

Het
Rijk
f

Effec-

1
Diverse
1

Circu-

1
Rekg.-
Diverse
saldo’s:

,
Anderen

,,
54.484.076,65

54.484.076,65
Diverse

rekeningen ………………3.673.106,9$
Data
ten
Activa2,)
latie
Crt.
Passiva

f

886.854.068,43
23 Oct.

1935

346,3
663,4

3.786,4

734,6

270,7
Beschikbaar metaalsaldo

…………
f

273.654.970,87
15

1935

346,9
661,5

3.928,0

701,5

270,8
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
30 Ji

1914

330,8 200,4

1.890,9

944,-

40,0
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,

684J37.430,–
‘)Onbelast.
2)
W.o. Rentenbankscheine
23, 15Oct., resp. 28,21
miii.
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de
Bank
NATIONALE BANK
VAN BELGIË (in Belga’s).
ondergebracht

………………….10.000.000,-

Goud
.

Rekg.
Crt.
Waarvan aan Nederlandsch-Indië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99)

……..

f
71.153.775,

Waarvan

in

het buitenland

………………………84.574.475,94
Data

0
5
Voornaamsteinduizendenguldens.
posten
1935
0
0
0

.

0

O’
.

Goud
Andere
1
Beschikb.I
Dek-
Data
.
Munt
1
Muntrnat.I
ICircu!atie
opeischb.l
1
schulden’ Metaal-
saldo
Ikings
.0
_

24 Oct.

3.461
perc.

59
11.3681
112

162

40

4.173

22
~
1.000
28 Oct.

‘3511375971
451.182
788.9441
54.617
273.655
72
17

13.471

,,
57

1.373 113

162

40

4.188

22

998
21

,,

‘3511320971
438.627
783.4931
43.057
261.977
71,5
______
FEDERAL RESERVE BANKS.
25
,Tuli

’14
65.703
96.410
310.437
.
6.198
43.521
54

Data

Goudvoorraad

,,Other

In

Wissels

Data
I
d

Totaal
bedrag
1
Schatkist-
promessen
1
Belee-
Papier
op het
reke-
her-

1
Inde
isconto_sirechtstreeksl
buiten!.
ningen
1
)
Totaal
drag
cer
tifi-
caten’

cash”
2)

disc.
member
v. d.

1
1
banks
i

ope
n
markt
gekocht
28 Oct.

1935

51.252
1

10.000 1140.421

1.074

9.432

9 Oct. ’35
6.744,9
1

6.725,7 207,3
9,6

1
4,7
21

,,

1935

51.932

10.000 1142.032

1.074

8.556

25 Juli

1914

67.947

61.686

20.188

509
2
,,
’35
6.654,3
_6.634,7
206,9
10,5
1

4,7

‘)Onder
de
activa.
Belegd
1
Totaal
Goud-
1
A!gem.
1
JAVASCHE BANK.

-.

Data
in
u.
s.
Gov.Sec.
NO!-S
i
in circuJ
1___
latie
_
SI____
_________
Gestort
Kapitaal
Dek-
kings-
perc.$)

Dek-
1
kings
1
perc.
4
)
Andere
Beschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
9 Oct.
‘I
2.430,2
1
3.498,8
1
5.703,0
1

130,5

1

75,6

1


2

,,

‘I
2
.
430
,
2

3.481,9

5.620,8
1

130,5


Reserve Banken

s
saldo
26Oct. 135
2)
10270
160.020
20.920 30.594
19

,,

’35
t)
102.390 163.700
17.550
28.890
Deze certificaten werden door de Schatkist aan de
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan. 34 van
28 Sep. 1935
80.518

1

22.96 163.218
19.843
30.260
100 op 59.06 cents werd gedevalueerd
,,Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
21

1935
,,
83.517

1

22.7.12
163.443
19.967
32.865
own Federal Reserve
bank
notes.

25 Juli1914
22.057

31.907
110.172 12.634
4.842
________
Verhouding

totalen

goudvoorraad

tegenover

opeisebbare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
4)

Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
Wissels.
Diverse
Dek

Data
buiten
Dis

Belee

reke-
kings-
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BTJ HET
N.-Ind.
betaalb.
conto’s
ningen
ningen’)

percÇ.•
tage
FED. RES. STELSEL.

26 Oct. ’35
t)

1.980
-.
7620

11.440

57
Data
Dis-
Aantal

contos
1
Beleg-

1
ve
Totaal

J
depo-
Waarvan
time
19

,,

‘355)

1.920
.

78.700

10.180

56
ieening.l

en
beleen.
1

gingen

1
.
banks

28Sep. 1935

2.696
10.704 1

57.688

10.303

57
2Oct. ‘351

7.556 111.524

4.029
1
21.407

1

4.430
21

,,

1935

2.258
10.753 1

56.446

10.212

58
14.066

2
5Sept.’35

7.512
1
11.614

1
21.474
1

4.410

25 Juli 1914

6.395 7.259

75.541

2.228

44
De posten van De Nod. Bank, de Javascho Bank en do Bank of Eng-

‘) Sluitpost activa.

2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen,
land zijn in duizenden

alle overige posten in millioenen van de be.
treffende valuta.

Auteur