4
31 JULI 1935
AUTEURSRECHT
VOORBEHOUDEN.
Economïsch~Statistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
20 JAARGANG
WOENSDAG
COMMISSIE VAN REDACTIE:
P.
Lieftinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en
H. M. H. A. van der Valk (Redacteur-$ecretariS).
Reductie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administritie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèqae- en giro-rekening No.
145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland f 20,–. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op dc verdere publicaties.
INHOUD
BIz.
DE HOOFDZAAK
door
Prof. Dr. Ir. J. Goudriaan Jr…..
680
Het Congres van cle Internationale Kamer van Koop-
handel te Parijs (24-29 Juni 1935) II (Slot) door
Mr.
J. G. Koopmans…………………………….
683
De gebeurtenissen op geld- en wisselmarkt na de kabinets-
crisis door C. A. Klaasse……………………..
686
De katoenerisis door
E. Stargardt ………………
688
AANTEEKENINGEN:
Amerikaansch—Russisch ]sandelsverdrag ……….689
Japan als katoenconsument ……………… ….690
Opheffing van het dekkingspercentage bij de Banca
dltalia………………………………..691
MAANDCIJFERS:
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen- en Zout-
mijnen ………………………………….691
S
TATISTIEKEN
…………………………69 1-694
Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten.
1 JULI 1935
No. 1022
30 JULI 1935.
De -geld- en wisselmarkt kan na een periode van vrij
stabiele verhoudingen weer eens terugzien op een uiterst
bewogen week: de zwarte week van 22-27 Juli 1935.
Waren de aanvallen op den Gulden tot nu toe bijna uit-
sluitend aan buitenlandsche invloeden toe te schrijven
geweest, ditmaal was de binnenlandsohe politieke onrust
de aanleiding •tot eau -attaque, welke -aaui hevigheid alle
vorige overtrof. Van een ageeren der speculatie, die bij
voorkeur op teu-mijn opereert, was in het onderhavige ge-
val weinig te bespeuren, gehuuidicatpt als zij was door de
strenge restrinties der banken. De hiervoor
itt
de plaats
getreden kapitaalvlucht was echtet des te krachtiger en
zoo mogelijk nôg gevaarlijker. Op dc Woensdagmorgen opengestelde inschrijving op de
f45
millioen scLatkis-tpapie’r werd
voor
f24 miilioeui
tegen tamelijk normale koersen toegewezen. Denzelfcleu
middag werd de eerste disconto-verhooging bekend. De
Nederlandsehe Bank liet er niet den minsten twijfel aan
bestaan, dat het haar met de verdediging van den Gulden
ernst was. Op drastische wijze werd ihet officieel disconto
met ingang -van 25 Juli van 3 pCt. op 5 pCt., en onmid-
dellijk daaina den 26steu
01)
6 1Ct. gebracht. Particulier
disconto, prolouzgatÂe en baukiei’scall, die Maandag, 22
dezér’ resp.: 1
7
/8
pCt.-1Y2. pCt. en
%-
pCt. noteerden,
stegen vrij snel en sloten aan het eind der week op’ de
hoogste koersen, resp.:
7/
pOt—S pCt. ei 3
3-:
pOt.
* *
*
Op de wisselmarkt bereikte de crisis Woensdagmidclag
haar hoogtepunt. De geleidelijk het gouduitvoerpunt ge-
naderde noteeringeu stegen nu plotseling daar ver boven
uit: Ponden bereikten een top-prijs van 7.41; Dollars:
1.493,; Parijs: 9.87; België: 25.40; Zwitserland: 48.60
en Marken: 60.—. Zelfs de moeilijkheden van Italië, dat
den vorigen dag de 40 pCt. gouddekkiuzg had opgeheven,
waren volkomen vergeten. De Lire, één dag terug ‘tot
1.1.— laten, ungezakt, noteerde nu 12.25. Al verlieten alle
devlezen Woensdagmiddag de markt op een eenigszins
lager niveau, het kostte De Nederlandsche Bank groote
krachtsinspanniru’g de sitûatie ‘te blijven beheerschen. Tot
en met Vrijdag ‘andhaaklen zich :Ponden gemakkelijk
0
1
)
circa 7.37 – Dollars
01)
1.483. – en Parijs op 9.81, te
midden van een rumoerigen en buitengewoon nerveuzen
handel. Zaterdag jl. werd ‘een zekere veuinoeidheid merk-
baar, waardoor de transacties belangrijk inkrompen. Al-
gemeen werd een afwachtende houding aangenomen, welk
moment van verademing gelegenheid gaf, de aangerichte
schade op te nemen. De taxaties van het goudverlies ‘van De
Nederlandsche Bank, dat op den eerstkomenden Bank-
staat tot uitdrukking zal komen, liepen nogal uiteen en
varieerden tusschen 100 en 150 miflioen. Ongetwijfeld een
belangrijk verlies in vier dagen tijds.
Als bij tooverslag veranderde de stemming, toen Maan-
dag de politieke constellatie gew ijzigd bleek. De eerste
koersen, welke nog op het niveau van Zaterdag geadvi-
seerd werden, daalden in snel tempo, zonder dat er noe-
mensivaau-dig zaken tot stand kwamen. Ponden zakten in
tot 7.30; Dollars to-t 1.47
3
/8;
Parijs tot 9.75; Belga’s tot
24.95. Een kleine reactie volgde met tot resultaat de slot-noteeringen: 7.3Z3/2-1.47/s-9.76 en 24.98.
Wat de termijnnoteeringen ‘betreft, deze waren gedu-
rende de geheele vorige week vrijwel nominaal.
Goud -gaf de volgende flu’ctuaties te sien:
un het tbegin dei- week varen Baren: 1.653, gouden Pon-
den: 12.27 en gouden Dollars:
2.523-s.
Woensdag en Don-der-dag resp.: 1.675-12.55 eui 2.65. Maandag 29 Juli we-derom: 1.655-12.30 en 2.53.
680
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
31
Juli 1935
DE HOOFDZAAK..
……l’acçession
6.
la cdiaucellerie du Dr.
Brüii’ing, qui devint le fossoyeur de la ddmo-
cratie a.11eniaude et qui prdpara soigneuse-
irient les voies
6.
Adolf Htler eL
6.
ses bandes.”
,,Toutes les formules sur le juste prix et
l’i nté rêt raison nable, sorties du vocabulaire
des scolastiques dii Moyen Age, reveuaient
clans ses orclounances et sas cireulaires.
Bien
eitend’a, cllcs eurent des effets absolurnent
opposés á cente qu’on espérait. La disette
d’arqeut avy•inent4, ainsi qua le chôrnage.”
,,Prôehan’t le renoncement, il iie donnait aux iiiasses aucuir espoir d’une amélioration pro-
chaitie; au contraire, il fadsait entendre au
pen le que les temps seraient de plus en plus
durs et que l’ou iie pourrairt vainere les dit-
ficultes
que par ‘des dconomies encore plus
grandes eL par le reuoucemen’t
6,
toute joic
ie vivre. ii nest pas dtonnant que le mou-
veinent national-socialiste, renforc6 par les
iiiisères de l’dpoqua, ait senti que ceLte at-
rnosphère de désespérance et de misère pré-
parait admirablemenL le ‘terrain
6.
une agita-tion sans serupules.”
Georg Bernhard, oud-hoofd redactcu
t
van de
Vossische Zeitung te Berlijn, in ,,La suicide
de le républ.ique allenian’de”, pag.
357,
393194, 396.
Dat het echec van ‘het kaihinet-Oo’lijn het land treft
in een toestand van sterk gedaalde en nog iederen
dag verder dalende welvaart – terwijl het grootste
deel van de wereld langzaam maar gestadig zich reeds
in opgaande richtin’g beweegt – is nog niet ‘het ergste.
Veel gevaarlijker is, dat dit eehec plaats vindt op
grond van een zeer sterke meerderheidsovertu’i’g’ing: z66 nie1
maar dat er geen hechte meerder’heidsvor-
min’g mogelijk lijkt
Op
een solied plan:
z66 wel.
En welke ‘verwijten men ‘het kabinet-Oolijn ook
‘moge maken op economisch gebied, ‘veel ernstiger en
veel fundaimenteeler is het verwijt, ‘dat dit kabinet
vrijwel ‘van den beginne af aan niet getradh.t ‘heeft
zijn bestaan te fundeeren op een langs zuiver demo-
cratishen weg verkregen en in stand ‘gehouden volks-
overtuiging.
Van ‘den heginne af heeft ‘d’it kabinet geweten, dat
een groot aantal zeer vooraanstaande personen in
handel, industrie en wetenshap zijn politiek niet
onderschreef. Deze personen waren in ervaring, in-
zicht en goede trouw in geen enkel opzicht ‘de min-deren van hen, ‘die de Regeering als ‘haar officieele
adviseur(s) pleegt te beschouwen.
Zij heeft moeten begrijpen, dat dit aantal in wer-
kelijkheid nog veel grooter was ‘dan open’ljk ‘bleek,
omdat juist als reohtstredksch gevolg van de door Haar gekozen politiek het bedrijfsleven in toenemende mate
afhankdlijk werd ‘van steun ‘van de Regeering of/en
van De Nederlan’dsche Ba’nk; vele personen zijn daar-
door weerhouden tegen de
geiiolgde
politiek partij
te kiezeR.
Het moet Haar eveneens ‘bekend geweest zijn, ‘dat
in vrijwel elke politieke partij de oppositie tegen Haar
beleid groeien’de was, ook al kon deze door het uit
het ‘buitenland geïmporteerde monster ‘der partijdis-
cipline o’het forum ‘der parlementaire gedadhten-
wisseling worden gesmoord.
Zij kan zich niet hebben laten misleiden door het
misbaar der z.g. liberale dagbladen, die den eenen
dag verkon’digden, dat de overgroote meerderheid van het volk cle ‘devaluatie afwees, om den volgenden dag
te constateeren, dat het groote puthliek ‘het ‘devalua-
ti evraagstuk niet ko ii beoordeelen.
Maar ondanks dit alles, ‘heeft Zij het bestaan om
twee jaar lang iedereen, ‘die een princi’pieele wijzi-
ging ‘vaii de regeerin’gspoi’itick bepleitte, af te wijzen
met een woord hooghartiger en kwetsenider dan het
,,ce ne sont qua ‘des gueux” van wijlen Barlaimont,
,,het zijn maar inun Lve rvaisch ers”.
Het kabinet-Oo’liju
heeft
niet het ‘beleid getoond
van ‘de Engelsche overheid, die te rechter tijd, name-
lijk 5 November 1929, toen het uitbreken van de
Amerikaanséhe beurscrisis het stormsein beteekeu’de
voor de geheele wereldeconomie, een commissie in-
stelde ,,to inquiië into banking, finance and credit,
paying re’gard to the factors botli internal and in-
ternational which ‘govern their operation, and to
mahe recommendatjons calculated to enable these
a’gencies, to promote the development of trede and
commérce and the employment of labour”
1).
Wie kennis neemt van bet door deze commissie
uitgebrachte rapport, het bekende Macmillan-rap-
port, dat verscheen ‘in Juni 1931, kan zich niet ver-
bazen over de enkele maanden later gevolgde deva-
luati van het Engel’sdhe Pond.
Want deze commissie, waarin ‘de meest uiteen!ioo
pende groepen, ortbodoxen en nieu’wl’ichters, ban.
kiers en arbeiders, vertegenwoordigd waren, heeft
door haar :hearings en door haar verslag vorm en in-
houd gegeven ‘aan ‘de na 1925 snel groeiende volks-
overtuiging in Engeland: ‘dat de chronisch ‘geworden
werkloosheid te wijten was aan een flater van de
Engelsche ‘geldpolitiek, die het Pond te hoog gesta-
biliseerd ‘had.
Het Macmillan-comité verwierp ‘de ‘devaluatie. Het
constateerde, dat devaluatie ,,would be to adopt un
entirely new prinoiple, and one which would undouih
te’dly he an immense shock to the international finan-
cial world, if the Government of the greatest creditor
nation ware ‘deliherately and by en act of positive
policy to announce one morning that it h
a
d reduced
hy law the value of its currency from the par at which
it was standing to some lower value” (pag. 111).
Maar het plaatste de verdedigers van dezen maat-
regel niet buiten de nedeljke ‘gemeenschap, het sloot
zijn oogen niet voor ‘cle fout, die gemaakt waS in 1925
en het constateerde, dat geatreefd moest worden naar
prijsstijging in plaats van naar prijsdaling, en naar
een duurzame en, vasberaden politiek voor ‘handha-
ving van goed’koop crediet hinnenslan’ds (pag. 136).
Wt’iorn ‘heeft de Nederlan’dsche Regeering althans
in deze wijze van 1béhandeliug zich niet
01)
het Engel-
sdhe vootbeel’d geïnspireerd? Er zou slechts één vol-
doende excuus zijn voor haar onthouding; namelijk
indien het aan de orde stellen van h
e
t vraagstuk op
zichzelf reeds een beslissing iin een bepaalde richting
provoceerde. Hiervoor heeft in ‘de afgeloopen jaren
evenwel geen enkel oogen!blik gevaar ‘bestaan en ‘dit
gevaar bestaat ook nu niet, noch in cle naaste toe-
komst. De groote gou’dreseiyes van De Nederlandsche
Bank, gevoegd hij het op de technisch juiste wijze
hanteeren van ‘de middelen van credietrestrictie, ina-
ken het ongetwijfeld mogelijk om, zuiver monetair-
technisch gezien, den Gulden nog lang ‘op zijn
tegenwoordigegoudpariteit te handhaven. Vrees voor
een ‘voorbarige beslissing behoeft thans, zoo min als
toen, ‘van het zinslaan van ‘den weg van het redelijk
cverleg af te ‘houden.
Waatomn nou men.dan w’el het inzicht kunnen uit-
spraken, dat rIa verhooging van ‘den zilverprijs lan-
den ‘niet zilveren standaard in de grootste ‘moeilijk heden brengt en zijn oogen moeten sluiten voor het
feit, ‘dat de verbooging van den goudprijs ‘dezelfde
nood’lottige gevolgen heeft voor de kleine groep der
goudlanden?
Waarom nou men ‘blindelings den strijd ‘niet onge-
lijke wapenen tot ‘den ‘dood toe moeten aanvaarden en
niet kunnen erkennen, dat de verlaging van het
we-
reldprijspeil, welke ‘dooi- de landen met zwevende va-
luta bij wijze van spreken in een han’domdraaden kan worden tot staan gebracht, door de goudianden alleen
ten ‘koste van onn’oemelijke opofferirrgen en onmete-
lijk leed en dan nog met een aanzienlijke vertraging
kan worden nagevoigd?
* *
*
Met het verlaten van den gouden standaard door
‘) Comnsittee on Fnanee & Industry. Report presented
to Parliament by the Fi mia nei al Secretary to the T ren su ry
by Oomnmand of His Majesty, June
1931,
pg VI.
31 Juli 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
681
Engeland heeft inderdaad een geheel nieuw beginsel
in de internationale geldpolitie’k zijn intrede ge-
daan. Het ‘duidelijkst en het meest principieel is ‘dit gezegd in de proclarnatie, waarmede de Zweedsche
Regeering op 27 Sept. 1931 den gouden standaard
verliet, aan koncligende, dat ‘de toekomstige monetaire
politiek gericht zou worden op de ,jhandhaving
van de h’innenlandsche koopkracht van cle Kroon”.
1 let gaat inderdaad alleen maar om de zuiver tech-
nishe keus tuaschen deze twee mogelijkheden:
goud waarde constant en koopkracht veranderlijk,
of wel:
goud waarde ventnderlijk en koopkracht constant.
Te1l,..e
van deze ‘heide is voor ‘de weivaartsontw’ik-
keling van een land het beste?
De aanhangers ‘van de eerste oplossing kunnen ‘zich
heroepen op haar ouderdom, maar niet ‘op haar suc-
cessen. Van 1780 af, toen Mr. Bosanquet voor het
eerst de theorie verkondigde, dat goudafvloeiing ‘be-
antwoord moest worden met credieteontractie en dus
clnk op het ‘hinnenlandseh prijsniveau, tot 1931
heeft deze theorie cle practijk he’heerscht.
Maar wanneer men ‘haar resultaten nog eens in
vogelvlucht aan zijn oog laat voor’bijtrekken, moet
men constateeren, ‘dat onder haar vigue’ur perioden
van langdurige en massale werkloosheid schering en
inslag zijn geweest en dat feitelijk alleen in de 20
jaar, die aan het uitbreken van ‘den grooten wereld-
oorlog voorafgingen, het systeem eenigszins bevredi-
gend heeft gewerkt. Men ‘gave er ‘zioh ‘dan reken-
schap van, dat ‘deze 20 jaar ‘gekarakteriseerd werden
(100F
‘den bewapeningswedstrijd, welke een ‘zeer stalbi-
liseeren’de werking op de economische activiteit heeft
uitgeoefend.
De fheorie zelf evenwel, welke het ‘binncnlandsdhe
prijsniveau op en neer laat bewegen als een harle-
kijn, is in het ‘hart getroffen ‘door het sterk en ‘snel
groeiende inzicht, dat ‘de werkloosheid i.n sterke mate
reageert op de ‘beweging ‘der prijzen.
Verlaging van prijsn,iv eau schept werkloosheid en
ver qroot een reeds bestaande werkloosheid.
Verhooging van prijsniveau doet de werkloosheid
afnemen.
Een oppervlakkige waarneming van de korte en
lange golven, welke de prijzen vertoonen, telkens in
verhand met de wijzigingen in de activiteit van het
econnrn’iscih leven, maakt deze stellin:g reeds ‘zeer aan-
nemelijk.
Irvircg Fisher,
‘die zijn leven aan dit vraag-
stuk heeft ‘gewijd, ‘heeft hij heihaling gewezen op de
zeer sterke corre’latie (94,1 pOt.), welke tussehen
prijbeweging en ‘bedrijvigheid ‘bestaat ).
Een zoo v’oorzihtig schrijver als
Pigou
‘kwam in
zijn
,,Indvstrial Fluctuations”
tot de conclusie, dat
een. causaal verhand t’ussrhen ‘prijsveran’derin’gen en
wijziging in ‘cle ‘be.drijvigl’iei.cl zeer aannemelijk is.
De ervaringen van de ‘laatste jaren hebben aan het
oude materiaal nieuwe feiten toegevoegd. De nood-
lottige ironie van ‘de Brüning-politiek in Duitse’h-
land, welke ‘door middel van consequente deflatie hij
decreet het prijsniveau wilde verlagen, heeft bewe-
zen, dat ondanks alle goede bedoelin’gèn de werkloos-
heid telkens opnieuw steeg.
André Siegfried,
dien ‘men gaarne aanvoert
2)
als
kroongetuige over het verband tusse’hen loonverstar-
ring en werkloosheid, ‘heeft zijns ondanks het inzicht
van Irving Fisher op krachtige wijze ondersteund.
Titjit
‘de grafiek No. 2 tegenover pag. 59, welke ‘voor
den ‘oppervia’kkigen lezer zulk een merkwaardig pa-
railellisme toont tusshen werkloosheidscijfers en ‘de hoo’gte vat’i ‘het loon, is kortweg misleidend, omdat Siegfried in deze grafiek niet ‘het practisch constant
gebleven geldloon, maar de koopkracht van ‘het loon
.1)
Zie met iianie
Irving l’isher
,,Our unstable dollar
and the so-cadied busiuess cycle”; in Journal of the Ame-
rican Statistical Association, June
1925,
pag.
179.
i)aar-
lie ‘herhaald iii tal van ,i ndere pubi icaties.
2)
Ta Cnise •britauuiiciue au XXe sieele.”
in beeld brengt, ‘dat is de index ‘der geldloonen ge-
deelcl door den index der prijzen.
Het ‘blijkt nu, dat elke prijsstijging (in cle grafiek
dus daling van het reëele loon) ‘beantwoordt aan een
daling van de weddoosheid èn omgekeerd, dat elke
stijging van het reëeie loon, •clu.s ‘daling van het prijs-peil, gepaard gaat met een ‘stijging ‘der werlclooshei’d.
De verklaring van ‘dit verschijnsel is ook niet zoo
moeilijk. In. de eerste plaats heeft elke
prijsdaling
en.
zeker een geforceerd snelle ‘door de overheid opgeleg-
de prijsdalin.g het onafwendhare ‘gevolg, dat het ere-
diet en dus de economische activiteit achteruit loo-
pen. Maar geheel afgezien hiervan treedt er in het
sterk verticaal georganiseerde econorni’sh leven met
onvermijdelijkheid een phaseverschuiving op tussohen
het oogenblik, waarop een loon- ‘of prijsdaling in een
bepaald bedrijf zich manifesteert en dat, waarop ‘deze
aan de.n finaalconsun1ent ‘wordt doorgegeven.
1)
On’ni iddellijk na het ingaan van loonsverlaging
probeert ‘de klein’han’del dus een igrootere hoeveelheid
koopkracht aan de markt te ‘onttrekken dan beschik-
baar is: quo’d absurdum: de economische activiteit
loopt onmiddellijk achteruit.
Het helpt niets of men niet veel emotie ‘zich over
‘deze phaseverschuiving heklaagt. Het is een in-
haerente eigenschap van het economisch organisme,
welke men als zoodanig heeft te ‘aanvaarden zooals
een .goed ‘ingenieur de vastheids- en elasticiteitseigen-
schappen van -zijn. constructiematerialen aanvaardt
en daarmede hij ‘zijn ontwerpen rekening houdt.
Voor ieder, die ‘het wel meent met ‘zijn ‘land, is
het dan ook op dit moment van de Nederlandsche.
politiek van de hoogste urgentie om ‘duidelijk uit te
spreken:
consequente deflatie is het snelste en ge-
schikiste middel tot massale vergrooting van de werk-
loosheid.
Men meent somtijds, dat men de ben adeeling van de
‘hinnenlandadhe markt cluijihel en dwars vergoed zal
krijgen door verbetering in den export. Men ‘ziet ‘daar-
bij over ‘het hoofd, dat ‘de huitenlandsche markt voor
elk land en’ ‘zelfs voor Nederland slechts een fractie is
van ‘de binnenlan’dsehe markt. Wanneer men de totale
in Nederland gepro’duceerde waarde (import + in
Nederland toegevoegde waarde) in 1929 stelt op 100,
was ‘de waarde van den export daarvan bijna / (bin-
nenlandsche markt dus 2 X zoo ‘groot als buitenland-
séhe markt); in 1932 nog geen
1%
(‘binnenlandschc
markt dus 3 X ‘zoo groot als huitenland’sc’he markt).
Het geheele vraagstuk der werkloosheid wordt be-
paald door tempoversoh’illen, omdat een in’itiaal inge-
treden werkloosheid ‘de tendens heeft ‘zich tot een
zekeren omvang uit te breiden en alleen op grond
van een nieuwen prikkel te verminderen.
Bij consequente ‘deflatie nu
begint
men de groote
hinnenlandsche markt slechter te maken, terwijl dc
verbetering ‘op de zooveel kleinere buitenlandsc’he
markt zich eerst later d’oet gevoelen.
Bij ‘devaluatie, precies omgekeerd, verbetert de ex-
portindustrie onmiddellijk in haar rentaibili teit
2),
dien-
Op grond hiervan kan uien de grootte van de werk-
looshcid, welke bij gegeven prijs’.vijiiging optreedt, met
practisch voldoende benadering berekenen. Zie mijn artikel
in ,.De Economist”
vtn,
December
1934.
Het zoo vaak gehanteerde argument, dat devaluatie
de exporti n’clustrie niet kan baten wegens contingentee-
ring, afweerivaatregeleii, enz. ziet over het hoofd
ie. dat
wei
teer cle oniva ng van den export ii, hoeveel-
heid überhaupt niet zou toeitenten, toch iii elk geval bij
gelijkblijvende verkoopsprijzen iii vreemde valuta haar ten-
tab.iliteit eenskl’aps en aanzienlijk verbetert;
2e. dat ‘cle coie’tiitgenteati ugs- en exportinoeilijkhedeti vol-
strekt niet in alI landen zich vertoonen cii volstrekt niet
i’oor alle arbikeigroepen. De Nederlaticlsche export ging in
1933
voor rond
40
pOt. naar laude,,, welke in het geheel
geen contiugenteering kennen. De 60 pCt., welke naar
landen met contingenteering gaat, ‘bestaa’t slechts voor
uit artikelen, welke ‘door colltingent2er.ing getroffen
worden. Het contiugenteeringsa rgument raakt dus niet
‘den gehealen Nederl. export, maar slechts
40
pCt. daarvan.
682
ECONOMISCHLSTATISTISCHE BERICHTEN
31 Juli 1935
tengevolge verbetert ook cle vraag
01)
de binnenland-
sche markt, terwijl de prijsverhooging in het binnen-
lanclsch verkeer, die deze verbetering zou remmen,
zich slechts zeer geleidelijk ‘doet gevoelen.
Vandaar de sprongsgewijze en iuissa’le stijging in
activiteit, ‘die rne.n bij ‘de devaluatie in België ‘heeft
waargenomen
“Terk1ooshe’d in ]3elgiii.
1)
Geheel
Gedeeltelijk
(1) + (2)
in
0
/0
van ‘t
(1)
(2)
aantal verzekerden 31.3.34
182.561
162.780
35,5
0/
30.4.34
188.478
170.352
37,-
ol
o
stijging
+
3
0/0
+ 5
010
Devaluatie per
31
Maart
1935
met
28
°I
31.3.35
206.511
148.408
37,5
0
/0
30.4.35
181.110
127.419
32,9
°/o
afname
–
32 o/
– 14 o/o
1)
Ove’rgenonien uit liet ,,Vierteljah r,s:heft zat’ Korjunk. turforschuug”
1935
;
Heft
2,
Teil II, ug.
55
en 57,
tabel
18
en
20.
Wie ‘dit alles ‘ovemiet, krijgt ook een geheel ander
denkbeel’d over ‘de waarsöhijnlijkhei’d van een ‘stabi-
lisatie in ‘goud in de naaste toekomst. Stabilisatie
zonder medewerking van Engeland is ondenkbaar.
En welk specifiek En’gelseli belang is er mee ge-
diend, indien men nu ‘of in de naaste toekomst besloot
sterling aan het goud te ‘binden? Voor ieder, ‘die con
ju nctuurge’gevens
1)
kan lezen en ‘de En’gel’sche ver-
kelijkhei’d ‘kent, staat ‘het vast, ‘dat het Engelsc’he
economisch leven ‘zidh in gunstigeri. ‘zin ontwikkelt.
,
Torden ‘deze ikansen. op herstel in Engeland groo-
ter, indien men zich Ibindt aan ‘het goud op de ‘oude
klassieke
wijze,
•z’oodat ‘vroeg of laat een gedwongen
cred ietcontractie ii ood’zkehj k kan worden?
Het is missdhien aannemelijk, ‘dat het ihet Engel-
sche bedrijfsleven ten goe’de zal komen, indien •de
goudlan’den 1.hun ‘halss’tarrighei’d lieten ‘varen. Maar
dit voordeel is niet ‘zoo groot, ‘dat men het onzekere
‘hoven het ‘zekere ‘stellend, iioh ‘daartoe zelf in moe i-
ljkheden zou willen begeven. Men heeft nog onlangs
op zuiver politiek ‘gebied bij ‘het afsluiten der En-
geisoh-Duitsdhe viootovereenkom’st kunnen ‘zien, hoe
het specifiek En’gelsohe ‘belang gaat boven andere
verplichtingen.
En bij ‘dit alles komt de factor van het prestige.
De Erigelschen ‘verstaan ‘het up merkwaardige wijze
om ‘van den nood een ‘deugd te ‘maken: try to make
the best of it. Het is bun glansrij’k gelukt. Wat voor reden ‘zouden zij ‘hebben om als boetvaardi’ge zon-
daars tot het gou’d terug te keeren? In werkelijkheid
is de tegenwoordi’ge strijd ‘op monetair gebied een
strijd om de financieele ‘suprematie van Londen
of Parijs.
Nederland heeft er ‘geen belang ‘bij in dien strijd
partij te kiezen. De Nederlan’dsche politiek kan niet
gebaseerd ‘zijn op een onzekere speculatie ten aanzien
van den eventueelen afloop ‘van the fig’ht f’or finan-
cial supremacy. Een Nederlan’dsuh’e politiek, ‘die be-
drijfs’zker wil zijn – en ‘hierop heeft het Nederland-
sche volk recht – moet ‘het Nederlandsdhe econo-
misch leven ook dan intact weten te houden, wanneer
deze ‘strj’d nog geruirnen ‘tijd wordt voortgezet.
Nederland is on’zijdi;g.
Nederland heeft alleen zijn eigen belang te ‘dienen.
* *
*
De ‘niislei’ding van de publieke opinie tea aanzien
van ‘den werkelijken aard van het tegenwoordige
valuta-vraagstuk bergt nog een ander gevaar in zidh.
Eet is niet uitgesloten, ‘dat sommige politici, ‘terug-
cleinzen’d voor het odium, ‘dat een ‘dema’gogisdhe pers-
campagne op •de devaluatie ‘heeft gelegd, voor dezen
radicalen maatregel terugschr.ikken en een uitweg zoe
ken in een hinnenlan’dsehe welvaartspolitik, z’ooge-
naam’cl met ‘behoud van den gouden standaard.
Wanneer men dit vraagstuk evenwel kwantitatief
‘beziet Qbestrijdin’g van werkloosheid
is
een kwantita
J)
Z,ie Re’po’rts on cui’i’ent economie condi’tions, Memo-
ran’dum
No. 53,
June
1935,
van The Royal Economie So-
ciety, London.
tief ‘vraagstuk), dan komt men onafwendbaar tot de
erkenning, dat een eeni’gszins
‘belangrijke
vermincie-
ring van ‘de 400,000 Nederlan’dscihe werkloo’zen met
sol ie’de binnenlan’d’sc’he cred ietpoli ti ek volstrekt on-
uitvoerbaar is.
Wanneer de ‘door Minister Gelissen gewensehte in-
du’strieban ken in alle provincies tot stand komen en
met energie en ;bkwaa’mhei’d worden geleid, dan mag
men ‘het als een ‘bedrijfsorganisatorisdh meesterstuk ‘be-
schouwen, indien het gelukt ‘langs deien weg één â
twee ‘duivend man per jaar in nieuwe ‘industrieën te
werk te stellen. Verwaëhtin’gen, ‘die ‘hooger gaan, mis-
kennen ‘de realiteit van een gezonden bedrijfsgroei,
die gedurende de eerste jaren van een n’ieuwe onder-
neming slechts voetje ‘voor voetje v’ooruitgaan.
Even’zoo zijn de hooge verwachtingen ten aan’zien
van het Werkfonds geheel ongemotiveerd geweest.
Mr. Beyen ‘had in ‘zijn Haa’gsdhe redevoering
(N.R.O. ‘van Vrijdag 18.1.35) volkomen gelijk, toen
hij ‘zei’de, dat het voor het scheppen van een sterke
binnenlan’d’sche conjunctuur noodi’g was geweest, ‘dat het Weikfond’s cle beschikking ‘had niet over 60, maar
over 600 inillioen gulden.
Dit is ‘ook precies de orde van grootte, waarmede
men in Duitsëhland ‘de werkverschaffing heeft ‘ge-
financierd, namelijk een ‘bedrag ‘van R.M. 5500 •mil-
lioe,n ‘op een ‘bevolking, die ron’d
8
maal zoo groot is
als ‘de Ne’derlan’dsehe.
1)
En de critiek op de Zwitsersohe Krisen-Initiative,
welke in het lidht stelde, ‘dat aarneming van ‘dit plan
met ”onvermijdelijkheid den Zwitsershen Franc zou
doen ‘vallen, was dan ook volkomen ‘gemotiveerd. Men
had er volledighei’dshalve alleen aaii toe behoeven te
voegen, ‘dat men natuurlijk ‘den
sdhijn
‘had kunnen
redden ‘door ‘in Duitischen stijl 36 verschillende soor-
ten Fran’cs te ‘s’cheppen en het ‘gou’dakelet te handha-
ven voor een geldeenhei’d – ‘die in het economisch
verkeer niet ‘meer ‘bestaat.
Ook het experiment van ‘de grootsehee’psche ‘hin-
neri’land’she werkverschaffin’g is gemaakt en men
kan er zijn leering uit trekken.
Wie eenheid wil ‘brengen in tegenstrjdige mee-
ningeri, moet ‘beginnen met ‘scherp te analy’seeren wat
verdeelt.
Over ‘het werkelijke ‘doe’l ‘der Nederlandsc,he econo-
mische politiek kan hij ‘de overgroote meerderheid
des volks ‘geen verschil van meening bestaan. Dit ‘doel
is niet handhaving van ‘den gaven ‘gulden als Ibegee-
renswaardig object in zihzelf.
D’it ‘doel is uits’luiten’d bestrijding van de werk-
looshei’d. Want bestrijding van ‘de werkloosheid is
volstrekt niet alleen het ‘behartigen van een arbei-
dersbe’lang in ‘den engen zin ‘des woords.
De massale crisiswerkloos’heid va:n ‘den arbeid im-
pliceert massale werkloosheid van ‘het ‘kapitaal, i’m-
pl’iceert ree’ksen van ‘bedrijven, ‘d’ie op ‘den ran’d van
den ondergan’g werken, impliceert het gevoel van
onzekerheid en angst voor de toekomst hij allen, ‘die
vandaag nog een inkomen verdienen. Het ‘staat empirisch en theoretisdh boven allen twij-
fel, dat bestrijding van ‘de werkloosheid nooit ‘of
nimmer kan worden verkregen ‘door verlaging van, het
prijsniveau, maar wel ‘door ‘het wegnemen van den angst voor verdere verlaging en ‘het tot stan’d bren-
ge.n van een geleidelijke en matige ver’h’ooging.
Zoo ‘ooit dan nu is ‘het ‘oo’gen’blik gekomen, waar-
‘op Jhr. De Geer met ruimen staat’smansbli:k reed’s
geruim’en tij’d ‘geleden ‘heeft gezinspeeld en ‘dat ‘ook
wijlen Dr. F. G. ‘Waller steeds voor oogen ‘heeft ‘ge-
staan: ‘desnoods ‘de zaa’k gaande ‘houden zoolang het
gaat zonder ‘geforceerde maatregelen, maar in géén geval ondermijning van het binnenlandsche crediet,
in ‘géén geval Brüning-po’litiek, dan liever devaluatie.
Prof. Dr. Ir.
J.
GOUDRIAAN.
i) Dr. Ernst }Vaqeinan’u
,,Zwisohenbilanz der Kriseij-
politi’k”, pag.
101.
Men houde ‘bovendien rekening met de
in Wagemann’s opgave niet volledig vermelde uitgaven
voor bewape’ningsdoele’inden.
t
31 Juli 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
883
HET CONGRES VAN
DE INTERNATIONALE KAMER
VAN KOOPHANDEL TE PARIJS.
(24-29 Juni 1935)
II
(Slot.)’)
Alvorens over te gaan tot de bespreking van een
aantal speciale punten van de congres-agenda, zoo-
als die aan •het slot van liet eerste gedeelte van dit
artikel werden opgesomd, client nog enkele oogen-
blikken te worden stilgestaan hij ‘de meer algemeene
discussies omtrent de h
an
d
e
l
s
politiek, welke vooraf-
gingen aan de aanvaarding der ,,Reso’lutie No. 1″,
waarvan de volledige tekst in E.-S.B. van 10 dezer is
afgedrukt. Zoo’wel de aan dit onderwerp gewijde
plena’ire zitting als cle
daarbij
aansluitende igroeps-
zitting leverden verschillende interessante moinen-
ten op.
Daar was in de eerste plaats de rede van den
,,prem’ier orateur” op de plenaire zitting, Prof.
Ber-
til Ohlin
(Zweden), die in een gedocumenteerd en
helder betoog achtereenvolgens ‘zijn standpunt om-
trent de oorzaken en ‘de ‘gevolgen van het toenemen-
de ,protect’ionisme ‘der laatste jaren en omtrent de
voorwaarden om tot een herleving ‘van den interna-
tionalen handel ‘te geraken, uiteenzette. ‘Op •het feit,
dat ‘deze spreker, hoewel ten volle instemmen’de met
de primaire noodzakelijkheid van een spoed’ige stabi-
lisatie ‘der wisselkoersen, niettemin met zijn Engel-
schen collega Prof. Gre’gory van meercinig verschilde
ten aanzien van ‘de wensdhelijkhei’d van ‘een aan deze
stabilisatie voorafgaande – of c.q. daarede samen-
vallende – ‘devaluatie in de ‘overgebleven goudlan-
(en,, werd reeds in het vorige gedeelte van dit artikel met een enkel woord ‘gewezen. In (het algemeen be-
‘toonde Prof. O(hli.n zich trouwens in vrij sterke mate
voorstander ‘van een ,,ea’sy-money-policy”, welke poli-
.tie’k naar ‘zijn meening ‘zo’owel in Engeland als in de
andere landen ‘van het sterling-blok gunstige resul-
taten ‘heeft opigeleverd en waaraan z.i. voor een
groot ‘deel ‘de ‘betere conjunctureele toestand aldaar,
in vergelijking tot ‘de ‘gou’d’lan’den, moet worden toe-
gesohreven. Ook na het totstan’dkomen eenet stabi-
lisatie zou Prof. O(hlin deze politiek dan ‘ook bij
voorkeur op internationalen voet voortgezet wenschen
te zien, ‘waartoe hij zelfs uitdrukkelijk het ,,sno’hili-
seeren” van de reserves der financieel sterkere lan-
den ten bate van de zwakkere aanbeval.
Naar de ‘meen’in’g van velen, waaronder schrijver
de’s, is ‘dit, laatste standpunt niet geheel onbeden-
ke’lijk – ook en vooral dan, wanneer eenmaal een
werkelijk internationaal conjunctureel herstel mocht
inzetten – omdat men juist ‘dan ‘maar al te licht ‘den smaak ‘van ‘het systeem zal ‘beet kr’gen en ‘zeer ge-
makkelijk van een, ‘op ‘zichzelf ‘gereehtva’ard’igde, ibe-
strijdinig van deflatie-‘tendenzen in een nieuwe inter-
nationale inflatie’golf met ‘alle gevaren van dien zal
kun’neii verrai’len. Onvoorwaardelijk instemmen kan
men ‘daarentegen met verreweg het meeste wat ver-der in ‘de rede van ‘den Zweecischen ‘hoogleeraar te
berde werd ‘gebracht; met name met ‘zijn kritiek op
‘de zoogenaa’mde ,,’bila’teraliseering” van den interna-
tionalen (handel, ‘waarop later i’n dezelfde vergadering
nog uitvoeriger ‘door ‘den heer
E. Fougère
(Frank-
rijk) werd teruggekomen, en in welk verband Prof.
Ohlin nog eens speciaal de aan’da’ht vestigde op de
mogelijkheden van een ,,’drie’hoe’ks”- of ,,veel’hoeks”-
clearing ‘door middel van een daartoe op te ridhten
internationaal ‘instituut.
‘Ook over de toekomst van ‘het meesVbegu’nsti’gin’gs-
beginsel bevatte
‘de rede van ‘den ,,premier orateur”
versdhillende opmerkingen, waarmede men alleszins
kan instemmen; o.a. dat ‘d’it ‘beginsel, wil (het werke-
lijk effecti’ef zijn, niet a’lle’en ‘op de invoerrechten,
maar evenzeer op ‘de contin’geuteerin’gen en andere
d’irecte of indirecte iinporthelemmer’in’gen van toe-
passing ‘behoort te zijn. Deze ‘stelling – die o.m. met
kracht werd ondersteund door den ‘laatsten spreker
1)
Het eerste deel ‘werd opgenomen in d’e E.-S.B. van
10 Juni
1935,
pag.
579.
in ‘de plenaire zitting, den. Oostenrij’ksc’hen gedele-
geerde
ER. von ‘Streeruwitz,
wiens vlot en ‘geestig
betoog trouwen’s ‘ook verder tal van treffende opmer-
kingen ‘bevatte – is ‘in’tusschen in den tekst der
resolutie niet tot uitdrukking gekomen.
Wei
is dit
het geval niet (het beginsel van de ‘z’g. regionale ver-
dragen en ‘de ‘daarmede sa’mneithanigende beperkte uit-zonderingen ‘op ‘cle onvoorwaardelijke meesthe’gunsti-
ging, thans in per. 6 der resolutie aangeduid al’s ‘het
beginsel der overeenkomst ‘van Montevideo, maar ,hier te lande nog ‘steed’s (beter bekend ‘onder den naam van
het ,,Oudhy-‘beginsel”, onder welke benaming het ook
d’oor Prof. Ohl’in werd aangehaald. Hierbij ‘mag niet
onvermeld worden gelaten, ‘dat ‘dit beginsel ditmaal
vooral ‘d’oor den Enigelsc’h’en ‘spreker in ‘de pico aire
zitting, den heer
W. Leslie Rurtcimccn,
werd gesteund.
Alvorens van de rede van Prof. Ohlin af ‘te stap-
pen, ‘zij nog vermeld, ‘dat deze in ‘het bijzonder mtel-
hn’g nam tegen de opvatting, ‘dat ‘de structureele wij-
zigingen in ‘de wereidproductie – met name de op-
komst der nieuwe industrielanden – op den duur
een ,,’n’atuurlijke” ‘vermindering van ‘den in’ternatio-
na’len handel ‘zouden ‘medebren’gen. Integendeel toondb
spr. met enkele voorbeelden aan, ‘dat ,juist tusschen
industrielanden onderl’inig in normale ‘omstandigheden
een zeer ‘levendig han’delsverkeer pleegt te bestaan, in
omvang ongeveer gelijk staande met ‘da’t tusschen deze
landen en de agrarische gdbieden v’an overzee. Een toe-
nemnen’de industria’liseering der wereld ‘zou ‘dus op ‘zich-
zelf – d.’w.’z. mits de ‘specia!liseering tus’schen de lan-
den onderling (bewaard blijft – geenszins een abso-luten of relatieven teruggang van ‘den internationa-
len (handel ‘behoeven mede ‘te brengen.
Aan ‘het onderwerp ,,concurrentie ‘der nieuwe in-‘du’strielan’den” was ‘overigen’s reeds v66r het alge-
meene ‘debat over de !handeispoi’itiek een afzonderlijke
groepszittin’g ‘gewijd geweest, waarvan het voorzit-
tersohap werd bekleed ‘door ‘onzen ‘landgenoot Dr.
E. Heldr’irtg.
Omdat ‘dit vraagstuk tevoren nimmer
in een van ‘de vaste Commissies ‘der Kamer bestu-
deer’d was en ‘het hier ‘dus uitdrukkelijk een voor-
loopige oriënteering over ‘het ‘onderwerp gold, ‘ha’d de
Con’gresle’id’ing ‘besloten om ‘op ‘deze bijeen’kom’st, naar
het voorbeeld ‘der plenaire zittin’gen, uitsluitend’ ‘door
vooraf uitgeno’o’di’ge sprekers het woord te ‘doen voe-
ren en dus geen vrije discussie toe te laten. Hieraan,
en wellicht ook aan de omstandigheid, ‘dat deze zit-
ting reeds ‘op ‘den eerst’en namiddag plaats vond, voor-
‘dat ‘het Congres nog goed ,,op ‘dreef” had kunnen
komen, is liet toe ‘te sdhrijven, dat ‘deze vergadering iiiet ten volle (heeft beantwoord aan ‘de verwac’htin-
,
,;
gen, ‘die het ‘groote belang van ‘het ‘bebarvdelde onder-
werp bij velen ‘ha’d opgewekt. Voor een deel wa’s di’t trouwens ook toe te schrijven aan de ‘omstandigheid, –
‘da’t de Brit’sh-In’di’sdhe spreker,
W. Hiracha.nd,
‘deze
gelegenheid aangreep om (evenals later ‘nogmaals op
cle ‘bei’d’e zittinigen ‘betreffende het scheepvaartvraa’g-
stuk) “den Engelsëh’eu onaangenaam te zijn ‘door een
fel ‘betoog tegen de imperialistische regeeringspoli,-
t’iek in Bri’tsoh-midië, waarop later van Engelsche
zijde niet minder krachtig – zij het ‘ook volkomen zake-
lijk, nl. ‘door een vergelijking tusschen den toe’stan’d
in Brit’soh-In’dië en die in Japan – gereageerd werd.
‘Toorts ging ‘de Duitsehe spre’ker, de ‘heer
Reichard,
voorzitter ‘van den ,,MTer(berat ‘der Deu’tsehen ‘Wirt-
schaft”, zoo
mogelijk
nog verder buiten ‘de orde, door
bij ‘d’it onderwerp – dat ‘op de ‘agenda aangekondigd st’ond al’s ,,Nouvelles rival’ités pour la conq’uête des
débouchés” – het ‘vraa’gstuk van de
‘oneerlijke
con-
currentie ‘door mi’slei’den,de en deloyale reclame-metho-
den ter sprake te ‘brengen; een quaestie, ‘d’ie later
door liet Congres naar de juri’dishe sectie van de
Kamer (permanente commissie voor ‘de ‘bescherming van den In’dustrïeelen Eigendom) ‘is verwezen.
Voor
ht
e’iigenlijke probleem van de Oo’stersche
concurrentie ‘bleven er ‘z’oodoende ‘slechts ‘een klein
aantal sprekers over: Sir
Arthur Balfour
(Enge-
684
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
31 Juli 1935
land), die zich ‘bepaalde tot een inlei’ding van zeer
algemeenen aard omtrent de opkomst van nieuwe in-
•clustrielan’den. in ‘het verleden; de Japanner
Ro,
-die
in hoofdzaak het welbekende Japa’nsc’h-e standpunt
verdedigde, dat -de exporten van dit land percents-
gewijze on’hela.n,grijk zijn, en dat hiertegenover boven-
-dien een minstens even ‘groote import staat; en ten-
slotte een tweetal vertegenwoordigers van de Wes-
tersche industrielanden, de lheeren
Vaneic (Tsjecho-
Slowakije) en
ougère
(Frankrijk), die intussdhen
geen van heiden veel nieuw licht •op het vraagstuk
wierpen. Van Pooisdhe zijde werd nog de op riohzelf
niet onverd-ienstelijke opmerking gemaakt, ‘dat, niet
minder ‘dan het gevaar van de in’dustrialiseerin’g der
vroegere land’boirwgebieden, ook dat van de ,,’her-
agrariseering” der oudere industrielanden onder ‘het oog dient te worden gezien. Daar ‘zich echter onder
de sprekers ‘geen enkele principieele voorstander
bevond van het afweren der Oostersche concurrentie
door ‘discriminatoire maatregelen, miste de bespre-
king wel eenigszins ‘het relief en de levendigheid, die
men zich om. van cle discussies omtrent Ehetzeifde
onderwerp in de jongste vergadering van de Vereeni-
ging voor de Staahu’ishoudkunde en ‘de Statistiek her-
innert. 1-Jet belah’grijkste moment der vergadering was
tenslotte de samenvatting van de discussies door den
heer
Heidring,
waarbij deze conc’ludeerde, dat het
Westen, ondanks de daaraan verbonden tijdelijke in
7
conveniënten, •de concurrentie der nieuwe industrie-landen ‘client te aanvaarden, en dat deze op den duur
ook aan het le-venspeil ‘in de oude landen ten goede zal
komen, aangezien men nooit zonder schade voor het
geheel een of meer deelen van de wereld in econo-
misch opzicht kan isoleeren.
In overeenstemming met den ge’heelen opzet van
de betreffende groepsr’ittinig is over dit onderwerp
door het Congres geen afzonderlijke resolutie aange-nomen. Wel is ecihter in de algemeene resolutie over
de ‘handelspolitiek een alinea hieromtrent opgenc
men w’elke, ofschoon in liberalen zin gesteld, niet zoo-
ver •gaat als het standpunt van den heer Heidring,
aangezien hierin -alleen sprake -is ‘van de noodzakè
lijkheid ‘voor de ou’de landen -om – willen rij profitee
ren van de
-mogelijkheden
tot marktverruiming, welke
voor hen in de expansie der nieuwe landen zijn ge-
legen – de
grondstoffen
uit die ‘landen te blijved
consumeeren.
Vuii
-de -overige zittin’gen valt ‘in de eerste plaats
te ‘vermelden ‘die omtrent -de
,,ordenin.g” der produc-
tie.’
eveneens een onderwerp, ‘dat ‘ditmaal voor het
eerst op ‘de agenda van een Congres ‘der Internatio
nale Kamer voorkwam, ‘maar •dat, in tegenstelling tot
liet voorafgaande, ‘in ‘de af-geloopen tweejaarlij’ksche
periode in verschillende commissievergaderingen en rapporten grondig was voorbereid. De voorzitter ‘der
betreffende Coniinissie, -de ‘heer Cl. Lammers
(Du’itsdhlari’d) formuleerde aan ‘het slot van zijn in-
leidende rede reeds ‘da’delij’k ‘de ‘hoofdvraag, waarom
trent ook ‘de ver-dere discussies voornamelijk ‘hebben
geloopen: ‘d.w.-z.
niet
-zoozeer het probleem pro- cf contra ,,o.rdenin’g” als zoodanig, maar in ‘hoofdzaak
de vraag: ,,or’denin,g ‘door ‘de producenten re’lf of wel
ordening door ‘de -overheid”? De inleider beantwo-ord
de ‘deze vraag on’dchhelzinnig in eerstgenoemden
zin, waarmede ‘het Congres zich in -groote -meerder-
hei-d -heeft vereeni’g’d. De -hieromtrent -met algemeene
stemien aangenomen resolutie ‘behandelt het vraag
stuk van ‘de ‘sa’menwerkin’g tu-sshen producenten
echter uitsluitend van internationaal standpunt, en
geeft te -kennen, dat een ‘dergelijke samenwerking
wenschelijk is in alle gevallen, waarin het evenwicht
tus’schen pro’ductie en afz-et ‘is verstoord. Dit geldt
1)
De
-in
E.-S.B. van
10
dezer afge-drukte Fransche
tekst van deze reiolutie, welke spreekt van ,,les
matières
produites dans les nou-velle-s contrées en voie d’expansion”
is op -dit punt iets minder duidelijk dan de Engelsche en
Dnitsche tekst, waarin uitdrukkelijk sprake- is van
,,pri-
nary
products”, resp. ,,Ro’hstof le”.
zowel ten aanzien van lan’d’bouwpro’ducten – waar-
voor ‘intusschen wordt erkend, dat, wegen’s het groo-
te aantal producenten, ‘de
verwezenlijking
hiervan in
de practijk veelal zeer moeilijk zal zijn – al-s ten aan-
zien’ van ininerale ‘grondstoffen en industrieele pro-
-ducten. Over’h’ei’dsin’mengin-g -ten aan-zien van deze
soort overeenkomsten wordt in het algemeen afge-
wezen, speciaal wanneer het gevolg hiervan zou zijn,
dat de door -de producenten in onderling overleg reeds
-bereikte resultaten – bijv. een regeling omtrent af-
zetqaota -, wederom in -de wtagschaal zouden wordén
gesteld. Daarentegen spreekt -de resolutie zich niet
uFt- over het vraagstuk van ‘de verbin’dendverklaring
van on’dernemersovereen’komsten in nationaal ver-
hand; hij -de discussies is ‘hieromtrent echter wel het
een en an-der gezegd, om. -door den heer
L. Marlio (Frankrijk), Pres-i’dent van ‘het Europeesche Alumi-
niu’mkartel, die zich als tegenstander -dezer ver’bin-
cleu-dverklarin’g heeft ‘doen kennen, -omdat daarmede
de ,,latente concurrentie” van potentieele outsi’ders,
welke ‘den v’oornaamsten waar’borg vormt tegen uitbui-
ting van d-e consumenten, wordt u’itgesohakel’d.
Een zeer -groote plaats op ‘de Congres-agenda – be-
halve een plena-ire zitting, niet minder dan vier op-
eenvol’gende ‘groepszitt’in’gen – was -ditmaal inge-
ruimd aan het
distributievraagstuic.
Veel van het in
deze zittinigen ‘besprokene is ‘intus-sghen van te tech-
nischen aard om ‘de lezers -van ‘dit tijdschrift ‘bijzon-
der te kunnen interes’seeren. Zooals men weet, wordt
s-in-ds twee â ‘drie jaren onder ‘de -auspiciën van het
hij -den zetel der Kamer -opgerichte ,,Bureau Interna-
tional pour l’Etude ‘de la Dist-ribution” in verschil-
len-de landen belangrijk research-werk ‘op statistisch
en ander gebied verricht, waarvan de resu’ltaten ech-
ter -grooten’deel-s nog niet rijp zijn voor publicatie.
Voor zoover ‘dit ive! reeds -het geval is, heb-ben ‘de
vertegenwoordigers van ‘de nationale distri’butiecom-
missies uit de betrokken landen ‘hieromtrent op het
Congres meer-of nin’der uitvoeri’gê mededeelin-gen ‘ge-
daan, waarbij vooral van italiaadsehe zijde een iijvige
documentatie omtrent ‘de resultaten van een geh-ou-
d-en enquête ‘ter tafel werd ‘gebracht. Ook Nederland,
dat voor di-t onderwerp vertegemvoordigd werd door
Prof.
Th. Limperg Jr.,
voorzitter ‘van ‘de Nederland-
sche Studiecommis-sie voor Verkoops-or-ganisat-ie, kon
in ‘d-it opzicht belangrijk -m-ateriaa-1 overleggen; zulks
in hoofd-zaak dank zij ‘de werkzaamheden, die de ver-
schillen’de lichamen, welke sinds 1933 in deze -stu”li-e-
commissie samenwerken, ‘reed’s vé ôr de -oprichti n’g
daarvan zelfstandig hadden verricht. In overleg -met
de betreffende lichamen zijn een aantal overdruklcen
uit het Maan’dsdhrif-t van ‘het Centraal Bureau voor
de Statistiek, ‘betrekking hebben-de op distributie-
onderzoekingen, voorts. af-shriften .van de -bedrijfs-
statistieken ‘van -den Nederlandsehen Grossiersb-ond, en
tenslotte exemplaren van een viertal publicaties van
-de Stichting – Economisch Instituut -voor ‘den Mi’d-
denstan’d – (een en ander, waar nood-ig, v’oorzien van
uittreksels in het Engel-sdh) ter ‘beschikking van het
Congres -gesteld, voor welk materiaal bij tal van con-
gressisten uit vershillende landen een levendi’ge be-
langstelling bleek te bestaan. In de eerste -der vier
groepszittin’gen heeft Prof. Lirnpei’g bij -deze publi-
caties een korte mondelinge toelichting, alsmede een
overzicht van -de verder hier -te lande on’der handen
zijn’de werkzaamheden gegeven.
O’ok aan ‘het totstan’dkomen van ‘de resolutie over
,,l’Organi-sation -de la D-istribut-ion” heeft ‘de Neder-
lan’dsohe -delegatie -bij monde van Prof. Limperg een
belangrijk aandeel -gehad. Aanvankelijk was hierv-oor
nl. een concept ingediend, ‘dat blijk gaf van een zekere
verwarring tussch-en twee ‘ge-heel verschillen-de pro-
blemen, nl. eenerzj’ds het gemis aan evenwicht in de ,,’d-istri’butie” in den -zin van -de verdeeling van het
maatschappelijk inkomen
tu-ssehen ‘de verschillende
landen en ‘de verschillende -groepen van inkomens-
treklcers in ieder land – waaraan verschillende be-
seh-ouwingen -over de crisis en -de middelen tot ver-
31 ifuli 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
685
‘betering daarvan waren vastgeknoopt – en ander-
zijds het gemis aa.n ,,effieiency” in ‘het distributie-
apparaat in den zuiver technischen zin van het woord.
d.w.i.
in het proces van de ,,verdeeling” der goede-
ren op
hun weg van den producent naar den consu-
ment. Op deze tweeledigiheid van ‘het begrip ,4is-
tributie” is door Prof. Limperg de aandaoht geves-
tigd en tenslotte is een door hem voorgesteld amen-
dement op den aanhef der resolutie met algemeene
stemmen aanvaard, tengevolge waarvan deze thans alleen nog betrekking heeft op de distributie in den
laatstgenoemden, ‘tedhnischen ‘zin: ‘het eenige vraag-
stuk, waarmede het [uternation ale ,Distributie’bu.reau
zioh bezig ‘houdt en, krachtens zijn samenstelling en
werkwijze, k.n bezighouden. Voort’s is, eveneens met
steun van Nederlandsche zijde, aan ‘het slot van deze
resolutie – waarin overigens in ‘hoofdzaak het ver-
‘dere programma der werkzaamheden wordt uitgestip-
peld – nog een van Fransche zijde voorgestelde para-
graaf inrgelasoht, waarbij ook op het gdbied der dis-
trilhutie ‘het ingrijpen van overheidswege in •de vrij-
heid van ‘bedrijfsvoering, ‘ditmaal uitdrukkelijk zoo-
wel in nationaal als in internationaal verband, wordt
afgewezen: tezamen met par. 10 van ‘de algemeene
resolutie over de handelspolitiek is ‘dit ‘dus ‘de ‘derde
plaats, waar de Congresresoluties ‘zich met nadruk ten
gunste van ‘het particuliere initiatief uitspreken. Men
•kan sledhts hopen, dat de werkelijkheid zich verder
niet al ‘te ‘zeer in tegengestelden zin zal ontwikkelen!
Als een van de belangrijkste successen van het Con-
gres dient tenslotte te worden g&boekstaafd de reso-
lutie omtrent ‘het allerwege ‘zoozeer omstreden
spoor-weg- en ai.ttovraagstulc,,
waaromtrent men dan ook tot
op den laatsten dag nauwlijks heeft durven hopen,
tot eenstemmigheid te zullen geraken. Reeds de ple-
naire zitting, waar na den voorzitter van het ,,Comité
Spécial Route et Rail”, Dr.
Otto Most
(Duitschiand),
was gesproken door den vertegenwoordiger van het
standpunt der spoorwegen
R. Dautry (Frankrijk) en
door den sedert het Congres door een vliegtuigonge-
luk om het leven gekomen woordvoerder der automo-
b.ielbelangen
E. Agne lii
(Italië), had de gemoederen
dermate verhit, ‘dat men na afloop ‘der ‘zitting in de
corridors, temidden van een grooten kring van be-
langstellende omstanders, het debat door een tweetal
woordvoerder-s van de beide partijen – beiden Fran-
schen – met groote levendigheid kon hooren en voor-
al zien voortzetten! Daarop volgde denzeifden namid-dag, den voorlaatsten dag van het Congres, de groeps-
zitting, waar het aanvankelijk niet minder heftig
toeging, maar dank zij den voorzitter
1?. Hatt
(Zwit-
serland) – die hiervoor op de plenaire slotz.itting
een welver-diend compliment in ontvangst te nemen
had – en vooral ook den algemeenen rapporteur Sir
Osborne Mance
(Engeland) ‘), is tenslotte eenstem-
mighe:id bereikt over een resolutie die, wel veri-e van
zich in enkele algemeene vaagheden te verliezen, een
zeer concreet en, voorzoover voor den leek te beoor-
deelcn, ook vrijwel volledig programma van ver-keers-
politiek behelst. Zonder in details te kunnen treden
relljcjit bestaat er trouwens voor een meer des-
Icitudige
OP
dit gebied aanleiding om t.z.t. in dit tijd
–
schrift hierop nog eens afzonderlijk teiug te komen-
‘mogen hier als de voornaamste punten uit deze reso-
1 utie worden vermeld: geen onbeperkte concurrentie
tusschen spoorweg- en motorverkeer; ‘beperking van
het totaal der vervoerscapaciteit tot de economische
behoefte, zulks, indien eenigszins mogelijk, te verwe-
zenlijken door
vrijwillige
overeenstemming tusschen
belanghebbenden; beperking van het aantal motor-
voertuigen (indien en voorzoover d’it van overheids-
wege noodzakelijk is) •door andere
‘dan fiscale midde-
len; beperking van de fiscale lasten op het motorver-
‘) De ‘inhoud van het in ht eerste gedeelte van dit
artikel genoemde document
No. 8
van het Congres (,,Aspects pratiquev
da
problème Route et Rail”) is ‘in hoofdzaak
01)
de rapporten van Sir Osborne Mance gebaseerd.
keer tot de kostea van aanleg, onderhoud, verbetering
van en toezicht op het wegennet; handhaving van dc
bestaande structuur- der spoorwegtarieven en van de
openbaarheid dezer tarieven, e.e.a. echter met een
iets grootere soepclheid, o.m. bestaande in de toela-
ting van uitzonderingstarieven voor groote vervoer-
ders (,,contract ra’tes”), mits daarbij niet wordt gedis
criminéerd tusschen vervoerders, die in zakelijk ge-
lijke omstandigheden verkeeren; opheffing van spoor-
lijnen, welke een ernstig deficit opleveren, voorzoovcr
in de verkeersbehoefte op andei-e wijze is voorzien;
binnen de grenzen van het voorafgaande in beginsel
zoo groot mogelijke vrijheid ‘oor het wegverkeer:
voor het
particuliere
automobielverkeer (z.g. ,,werk-verkeer”) algehee]e vi-ijheid, behoudens de noodzake-
lijke voorschriften in het belang van de veiligheid
op den weg; voor
openbare
autodiensten, zoow’el voor
personen als voor goederenvervoer, een contrôle van
overheidswege op den grondslag van het beginsel van
,,public service”; en tenslotte, waar noodig, recht-
streeksche technische en administratieve samenwer-
king tusschen de verschillende vervoermiddelen. Hoe
men ook over de strekking of de uitwerking van deze
beginselen moge denken, in ieder geval moet d.m.
worden erkend dat, met de eenstemmige aanvaarding
hiervan door de vertegenwoordigers van de wederzijd-
sehe belangen, de Internationale Kamer – na de ori-
langs reeds door haar gepubliceerde documentaire studie over hetzelfde onderwerp – een opmerkelijk
resultaat heeft bereikt, waaraan men in de toekomst,
bij discussies omtrent deze qnaestie zoowel in na-
tionaal als in internationaal verband, bezwaarlijk
stilzwijgend voorbij zal kunnen ‘gaan.
Overwegingen van plaatsruimte noodzaken mij, de
overige zittingen en resoluties, gewijd aan verkeers-
vraagstukken (sdheepvaart, luchtvaart, luchtpost, in-
ternationale telegrafie, enz.) evenals tal van andere
onderwerpen, ‘zooals dubbele belasting, rechtspositie
van ‘buitenlandsche vennootschappen, handelstermen,
internationale arbitrage en failli’ssementswetgeving,
stilzwijgend voorbij te gaan, om alleen nog een enkel
oogenblik stil te staan bij ‘de groepszitting voor de
bescherming van den Industrieelen Eigendom, welke
een ‘zeer uitgebreid programma te verwerken had,
en – ongerekend het reeds eerder genoemde vraag
stuk van de oneerlijke reclame-methoden, ‘hetwelk
in een der andere zittingen was behandeld – niet
minder ‘dan vijf resoluties heeft aangenomen. Be-
langrijk is hiervan vooral die betreffende de
be-
scherming van nieuwsberichten,
waarorntrent de
Kamer thans een ,,projet de bi-type” in studie
zal nemen, en voorts die omtrent de Ibescher-
nling
van de rechten van
fabrikanten van gramofoon-
platen,
waarbij de Nederlandsche ‘delegatie een amen-
dement heeft weten aangenomen te krijgen, waardoor
deze bescherming door de Kamer niet meer uitslui-
tend in het kader van ‘de wetgeving, resp. de conven-
tie betreffende het auteursrecht wordt geplaatst; met
het principe der bedoelde bescherming als zoodanig
heeft het Congres zich intussehen met algeireene
stemmen, inclusief die der Nederlanders, verccnigd.
Wat tenslotte het vraagstuk van de
prijsbinding van
merkartikelen
betreft – waaromtrent de Nederland-sche Organisatie voor de Internationale Kamer vati
Koophandel enkele maanden geleden een cmitveerig
schriftelijk rapport heeft ingediend – dit punt is
voor verdere studie naar de permanente commissie
voor de bescherming van den Industrieelen Eigendom
vel-wezen; uit de korte hieromtre:nt aangenomen reso-
lutie blijkt intusschen, dat de Kamer tegenover het beginsel dezer prijsbinding in meerderheid niet af-
wijzend staat.
Als laatste ‘resolutie dient te worden genoemd die
omtrent de internationale aanvaarding van liet me-
trieke stelsel van maten en gewichten, welke te clan-
ken is aan een initiatief van het Noorsche Nati naic
Comité der Kamer en speciaal ook door Nederland
686
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
31 Juli 1935
gesteund. in de groepszitting is hiertegen vooral van
Amerikaansche – merkwaardigerwijze niet van En-
gelsche zijde! -. oppositie gevoerd, doch bij de eind-
stemming heeft ook de Amerikaansche delegatie haar
stem niet aan deze resolutie onthouden.
Dat de slotzitting van het Congres voor Neder-
land de groote voldoening bracht, den heer F. H.
Fentener van Vlissingen
voor een periode van twee
jaar tot Voorzitter herkozen te zien – het eerste
geval van een herkiezing in deze functie sinds de op-
richting der Kamer! – zal den meesten lezers van
di.t artikel reeds bekend zijn, evenals de uitnoodiging
van het Duitsche Nationale Comité om het Congres
van 1937 in Berlijn te doen plaats vinden, welke uit-
noodiging door het Hoofdbestuur is aanvaard. Rest
mij dus slechts, hier nog een enkel woord van welge-
meende waardeering uit te spreken voor de ontvang-
sten, di.e zoowel het Fransche Nationale Comité der
Kamer als de Fransche Regeering den Congressisten
en hun dames te
Parijs
hebben bereid en waarbij, te-‘
midden van de drukke en vooral warme congresweek,’ speciaal de ,,gar.den-party” •op ‘het Elysée en ‘de ont-
vangst op ,,Vaux-le-Vicomte”, bij Méiun – de waar-
lijk vorstelijke ‘bezitting van den industrieel
Sommier
– momenten van welkome ontspanning en verfris-
sdhjn’g brachten! Ook aan de receptie vanwege ‘de
Neder’lan’dsdhe Kamer van Koophandel te Parijs zul-
len de Nederlan’dsche -gedelegeerden en hun dames ongetwifeid een aangename ‘herinnering hebben be-
houden.
J. G. KOOPMANS.
DE GEBEURTENISSEN OP GELD- EN WISSELMARKT
NA DE KABINETSCRISIS.
Noch ‘het omvangrijke aanhod van Guldens op de
internationale wisselmarkten, nodh Ide plotselinge
goudverschepin’gen, nodh ‘de elkaar opvolgende dis-
contoverhoogingen zijn verschijnselen, die in de •ge
sch:iedenis van ‘onze geld- en wisselmarkt der laatste
jaren een novum beteekenen. Sedert den val van ‘het
Pond Sterling -zijn met onregelmatige tusachenpoozen
de periodes van monetair wantrouwen ook hier te
lande teruggekeerd, en -telkens vertoonden zidh, dân
in meer dân in minder sterke mate, soms langdurig
en soms slechts ‘korten tijd, ‘de •opgemelde verschijn-
selen, •die langzameslhaixl
bij
‘het crisisheeld zijn ‘gaan
behooren. In hun algemeenheid behoeven dan ‘ook
‘deze feiten nauwelijks nader commentaar. Hetgeen
intusschen niet wegneemt, dat er versdhillende pun-
ten zijn, waarop de jongste gsheurtenissen afwijken
van vroegere oogenschijalijk soortgelijke ontwikkeling.
in de eerste plaats v’as er dezen keer sprake van
een zuiver ,,natiouale” ‘beweging, zoowel wat ‘betreft
de motieven als in veiband daarmede de uitwerking op
de wissehnarkt. Bij’ verschillende vorige gelegenheden
waren naast den Gulden ook de overige .goudvaluta’s
,,hedreigd”, hetgeen ‘hijv. in hoo’ge mate ‘het geval
was kort na den val van •den Dollar en kort na de
stahilisatie van die munt. Hoewel ook toen de goud-, verliezen in ‘het ééne land relatief grooter waren dan
in ‘het andere, •kon men todh van een algemeen over-
wegen’d aanbod van goudvaluta’s tegenover gedeva-
lueerde munten spreken. Daanaast -bestonden •de
meer nationale tende.nzen, welke -direct samenhingen
met igdbeurtenissen, welke speciaal de financieele en.
monetaire situatie der ‘betrokken landen betroffen.
Zoo verloor Zwitsérland omvangrijke bedragen ‘goud
in ‘het tijdvak -véér ‘het referendum over het socialis-
tische plan van actie, ‘dat als inflationistisdh ‘weid
beschouwd, terwijl Frankrijk véér ‘de laatste m-inis-
tercrisis, waarbij het ibudgetaire evenwicht op ‘het
spel stond, zulk een tijdvak van zuiver nationaal ge-
oriënteerde monetaire onrust doormaakte. Hier te
lande was wel af en toe een flauwe houding van ‘de
munt waar te nemen, die niet
gelijk
opging met de
situatie -der andere gou’dvaluta’s, maar van een ‘door
zuiver interne factoren veroorzaakten muntan’gst was
nog nimmer sprake geweest, totdat ‘de vorige week
de kabinetscrisis uitbrak. Wanneer ‘bij vori’ge gele-
genheden de Gulden was aangdboden, dan was dat,
omdat velen van meening waren, dat wij onze munt
niet op de oude gou’dlbasis zouden
kunnen
‘handhaven,
dat in ‘het algemeen de goudvaluta’s geen weerstand
zouden kunnen bieden aan de tendennen door de
waardedaling ‘der andere munten ‘geschapen. In
kwam voor ‘het eerst het moment van
acuten
angst,
dat ‘de nieuwe Regeerin’g wellicht ‘den gouden stan-
daard op de huidige ‘basis niet zou
willen
handhaven.
T
a
t betreft de ‘bronnen van ‘het Guldensaanbo’d,
mag worden aangenomen, dat er een -zeker, en wel-
licht belangrijk, verschil bestaat met vorige gele-
genheden. In de eerste plaats staat wel vast, dat
het repatrieeren van op korten en ‘langen termijn
hier uitgezet vreemd kapitaal niet heel veel goud
meer ‘heeft doen afvloeien. Bij vorige ‘gevallen zijn
de korttermijn’gel’den, ‘hier door buitenlanders uitge-
zet, wel tot een minimum gereduceerd, en ook vat de
lange beleggingen betreft, is in den loop van de laat-
ste jaren een flinke vermindering te constateeren
geweest. Hoewel vroegere perioden van gou’donttrek-
king telkens werden opgevolgd door teru’gvloeiing,
is toch per saldo sedert begin 1932 de goudvoorraad
van ‘de centrale bank met meer ‘dan 300 millioen
teruggeloopen, hetgeen voor een ‘belangrijk deel -zeker
is toe te schrijven aan
‘blijvend
terugtrekken van
vreemde kapitalen. Een tweede ‘bron van Guldens-
aanbod, die zich missdhien wel ‘in het bijzonder. “bij
den vorigen ,,Guldensaanval” na de ‘devaluatie van
den Belgischen Franc ‘deed gelden, maar ook ‘daarvoor
wellicht niet te onderschatten was, is de rente-arbi-
trage geweest, die, gdbru’ik makend van de hooge ‘ter-
mijndisagio’s voor Guldens, zich tegenpartij stelde
voor speeulatieve termijntransacties in Guldens, daar-
tegenover ter dekking contante affaires stellend. Die
transacties waren oorzaak, ‘dat de invloed van ‘de
speculatie, die anders tot ‘de
termijnmarkt
beperkt
ware gebleven, en dus nimmer goudverschuiving zou kunnen hebben veroorzaakt, werd overgeheveld naar
de contante markt, aldus den gou’dvoorraad van de
centra:le bank ,mdbi’l’iseeren’d. Gezien de vrij omvang-
rijke goud’importen in de weken, voorafgaand aan ‘de
jongste gebeurtenissen, snmenvallend met afloopen
van termijnaffaires, gesloten ‘in het tijdvak, da’delijk
na ‘den Frkncs-val, moet aangenomen worden, dat
toen deze transacties nog op vrij ruime schaal was-en
tot stand gekomen. Men mag aannemen, dat ‘bij de –
recente operaties, op de contante wisselmarkt deze
affaires als quantité n&gligeable te beschouwen zijn,
en dat dezen keer nauwgezet ‘de hand gehouden is aan
de wenscheil van de centrale ‘bank te dien ‘aan-zien.
Blijven over als factoren van Guldensaanbod: het voortijdig in’de’kken van deviezen door importeurs, en kapitaa’lvlucht door ‘in’heemsc’he ‘beleggers. De eerstgenoemde factor kan natuurlijk over omvang-
rijke bedragen loopen. Hoewel ons handelsverkeer
sterk is ingekrompen, heteekent het vooruit indekken
voor ‘bijv. een maand aan ‘betalingsverplichtingen
door den imporühanlel nog altijd een extra Guldens-
aanbod op ‘het moment van eenige tientallen mil-
lioenen Gulden. Daarbij kan ‘het opschorten van de
afgifte van in’komen’de deviezen ‘door exporteurs ook,
de oogenibl’ikkclijke wisseipositie beïnvloeden, hoewel
natuurlijk in veel minder sterke mate dan het ‘voor-
uitdrk’ken door importeurs, wjl het bij exporteurs
hoogstens ‘gaat om ‘het aanbod van de enkele ‘dagen,
waarover de ,,crisis” nu loopt.
Terwijl
oo’k de kapi-
taalvluc’ht van i’oowel deposanten als ohligatirhou-
ders (die bf hun stukken verkochten, of vel – het-
geen veel meer voorkwam – deze beleend&n) deien keer
weer flinke bedragen ‘goud heeft doen afvloeien.
Wanneer men ‘den betrekkelijk geringen omvang der
huitenlandsohe onttrekkingen alsmede ‘het vrijwel ge-
heel wegvallen van de rente-arbitrage, de beide op-
gemelde factoren van Guldensaanbod, die voorheen
soms zulk een omvang bereikten, in aanmerkin’g
31 Juli 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
‘687
neemt, •dân zijn de gou’dverliezen – die bij
het
ver-
schijnen van dit nummer bekend zullen
zijn,
en nu
getaxeerd worden op 100 á 150 mi’llioen – voor de
paar adhter ons liggende dagen inderdaad ‘vrij groot.
En het rai voornamelijk van •de verdeeling van ‘het
Gu1densaanbod over de twee andere factoren: han deistransacties of kapitaalviucht af’hangen, of bin-
nenkort een deel van het nu verloren goud rai terug-
stroomen. Het on’dbreken van rente-aibitragetransac-
ties doet natuurlijk relatief de kans op teru’gvloeiing
van ‘goud geringer worden. Goud, .dat kapitaalvlucht
heeft doen wegstroomen, zal veel minder vlot terug-
keeren dan bij rente-arbitrage, ‘die immers tijdelijk is
naar haar ‘aard.
Wat ‘betreft ‘de reacties van ‘de centrale bank op
de gebeurtenissen ter wisse]’markt, kan eveneens een
nuance verschil worden waargenomen met vorige ge-vallen. In de eerste plaats is ‘cle discontoschroef snel-
ler en in ‘sterker mate gehanteerd. De eerste ‘veihoo-
ging vond plaats op het moment velf, d’at het Gul-
densaan’bod omvang van ‘beteekenis aannam, en werd
bovendien ‘met ‘twee procent tegelijk ‘doorgevoerd, ter-
wijl immers de traditioneele discontopo’litiek ‘verhoo-
gingen met een heel en verlagingen met een half pro-
cent placht ‘te ‘doen plaats vinden. Wat het acute ka-
rakter van het ingrijpen betreft, men kan ‘daarvbor een motief aanwijzen, ‘dat ‘direct samenhangt met de situa-
tie op ‘de geidmarkt. In vorige gevallen was steeds op
het moment, dat ‘de goudonttrek’kingen aanvin’gen,
de markt gcheel vrij van ‘de centrale bank, meer ‘dan
dat: ‘de ‘banken beschikten over omvangrijke liqui’de
reserven (die ‘begin 1932 meer ‘dan 200 ‘millioen ‘be-
liepen), roodat er belangrijke bedragen goud konden
afvloeien, alvorens de ‘geldmarkt op den steun van
de ‘centrale tbank was aangewezen. In ‘dien toestand
nu was wijziging gekomen, ‘doordat geleidelijk met den igoudvoorraa’d van De Nederlandsohe Bank de
hqui’de reserven der ‘banken zijn ‘opgeteerd, hetgeen
ertoe leidde, dat na de goudafvloeiin’g, diie de Bel
gische devaluatie uitlokte, geruimen tijd ‘de geld-
markt aangewezen ‘bleef ‘op steun van ‘de circulatie-
bank. Door ‘de goudimporten, ‘die daarna plaats von-
den, was het vacuum in de markt weer aangevuld,
temeer omdat tevens ‘de hiljettenomlo’op een vermin-dering ‘onderging. Maar todh was ‘de situatie ‘zoo, dat
zoo’dra een nieuwe ‘druk op den ‘goudvoorraad out-
ston’d, al spoedi’g ‘de ‘beschikbare liquiditeiten uitge-
put moesten zijn. Zoodat ‘op den eersten ‘da’g al, voor-
al toen ‘de beweging zoo abrupt werd, de geidmarkt
in ‘de armen van de centrale bank werd ‘gedre’ven.
Wellicht is daarnaast een tweede factor aan te geven
voor ‘het snelle reageeren van ‘de centrale ‘bank met
een ‘discont’overhooging. Wanneev in gevallen als
deze de ‘discontop’ol’itiek ‘mede, of misschien ‘zelfs in
de eerste plaats, ‘beoogt een manifestatie te zijn van
het voornemen om de ‘munt te verdedigen met de
normale middelen, dan ‘is ‘zulk een geste hoe eerder
hoe beter te volvoeren. Dit ‘zou ook de verklaring
kunnen ‘zijn voor den on’gewonen ‘omvang van de eerste ‘discontoverhooging eii ‘het snelle opvolgen
daarvan ‘door een tweede verhooging. Dit brengt ons trouwens tot ‘de ‘vraag, welke betee’kenis ‘onder om-
‘stand’igheden als deze ‘de dis’contopolitiek heeft.
De meenin’gen daarover loopen vrij sterk uit-
een. Sommigen zijn van opinie, ‘dat de ‘bedoeling
geen andere kan ‘zijn ‘dan ‘die van het psychologisch
effect in den vorenomscihreven ‘zin van ‘een manifes-
ta’tie ‘van ‘den ouveranderden wensh tot pariteitsver-
dedi’ging. Anderen mee.uen, dat wel degelijk via ‘de
geldmarkt een rem kan w’orden aangelegd op de wis-
selmarkt en de
goudonttrekking.
Dat ‘onder normale
omstandigheden zelfs een ‘kleine discontoverhooging de ‘goudafvloeiing kan remmen en zelfs geheel ‘stop-
pen, spreekt vanzelf. MTa
nn
e
er
vroeger, toen er wer-
celijk sprake was van credietuit’wisseling tussc’hen de
ja ternationale geldmarkteu, de rente in één land iet’s
lager was ‘dan elders, dan ‘kon ‘dat dadelijk tientallen mi’ll’i’oenen goud doen verschuiven, welke beweging
onmiddellijk ‘gestopt kon worden ‘door aanpassing
van de geidrente. Onder ‘de huidige omstandigheden
edh’ter komen heel andere factoren in het geding. De
deposant of spaarder, ‘die angstig is voor het lot van
‘den Gulden, ‘zal zich niet ‘door een paar procent meer
creditrente (voor ‘spaarsaldi treedt bovendien die
renteverhooging veelal n’iet eens in) laten weer-
hou’den. Een paar procent per jaar weegt immers in
de ‘verste verte niet op tegen 20 of 30 püt. waar-
deverlies, ‘dat hij ‘binnen korten tijd vreest. En ‘het-
zelfde inag wel gelden voor hem, die fon’dsen beleeut,
om in Dollars ‘of P’on’den te vluchten. Als men niet
naar paar’denmi’d’delen van 10 püt. of meer ‘disconto-
verh’ooging wil grijpen, valt voor ‘die gevallen nau-
welijks op ‘concreten invloed van het disconto ‘ te
rekenen. De handelaar, ‘die nu vast valuta wil in-
‘dekken, die hij over eenigen tij’d ‘zal hebben te ‘beta-
len, ‘kan ‘zich ‘door de hoo’ge debetrente, die hij hij
zijn ‘bank te ‘betalen krijgt voor een eventueel ‘debet-
saldo misschien een’i’gszins laten ‘beïnvloeden, maar
in vergelijking tot ‘de risicos, ‘die ‘hij aanwezig ‘acht,
kan ook dat nauwelijks gewicht in ‘de schaal leggen,
vooral omdat ‘cle rentekosten over zulk een betrekke-
lijk korten termijn loopen. Dat ‘de ‘banken door de
hooge rente geprikkeld rou’den worden minder te herdisconteeren en minder deviezen te koopen, is
nauwelijks ‘denkbaar, omdat :zij immers slechts de
transacties van ‘haar cliënten, hetzij ‘deposanten, ‘hetzij
credietnemers, ten uitvoer leggen, en ‘daarvan door
den rentestan’d niet weerhouden kunnen worden.
Juist sedert de lbovenomschreven’ rente-arbitrage voor
eigen rekening ‘der ‘banken (die overigens met ‘zulke
marge’s werkte, dat ook ‘daarv’oor een ‘disconto van
6 pCt. allerminst
.prohïbitief
was) ‘vrijwel is wegge-
vallen, kan van een noemenswaarden invloed van den
rentestand op de gestie dezer ‘instituten slechts tot
geringe hoogte sprake ‘zijn.
Tot slot nog een enkel woord over de politiek der
‘centrale bank met betrekking tot de wisselmarkt.
Sedert na ‘den Pondenval ‘de ‘zelfstandige ,,’deviezen-
politiek” van De Nederlan’dsche Bank i’s vervallen,
heeft rij zidh meestal beperkt tot een passieve ‘hou-
(ing in ‘d’ier voege, ‘dat, indien de wisselkoersen ‘daar-
toe aanleiding gaven, goud werd afgegeven aan ‘de
particuliere goudarbitrage. Dat had tengevolge, dat
wanneer plotseling groot aanbod van Guldens out-
stond, en de daaruit voortvloeien’de behoefte aan
goudversdheping de beschikbare transportruimte
overtrof, tijdelijk de gou’dpunten aanmerkelijk kon-
den worden overschreden, omdat de normale func-
tionneerin’g van ‘den gouden standaard op ‘dergelijke
spitsmomenten niet was ingeschoten. De eenige ma-
nier ‘om afdoen’d ‘dit defect van ‘den ‘gouden stan-
daard weg te nemen is gelegen in ‘zelfstandig optre-
den van ‘de centrale bank, ‘d’ie immers deviezen kan aanbieden ‘zonder goud de facto te verschepen, door
goud ten faveure van een ‘buitenlandsche circulatie-
bank te earmarken. Bij vorige ‘gelegenheden heeft
De Nederlandsche Bank zich van zulk een actief
opereeren op ‘de wisselmarkt onthouden, waarvoor als
motief wel werd aangegeven, dat het ‘oploopen ‘der
•wissel’koersen boven de gou’dpunten de speculatie
grootere verliezen bezorgde en op den ‘duur haar
macht en lust ‘zou ‘breken. Intu’ssdhen ‘kan niet ont-kend worden, ‘dat zulk een tactiek een tweesnijdend
zwaard kan ‘zijn in ‘dier voege, ‘dat ‘het oploopen der
koersen boven ‘hetgeen onder normale ‘omstan’dighe-
den,’het plafond is, ‘de stemming nerveuser kan ma-
ken, en daardoor kapitaalvluoht ‘zoowel als specula-tie in ‘de hand kan werken. Hoe dit ‘zij, reeds ‘de vo-
‘rige ‘maal werd af en toe ‘door De Nederlan’dsche
Bak in de wisselmarkt prijsdru’kkend opgetreden.
Dezen keer schijnt men meer doelbewust te werk te ‘zijn
gegaan, yan ‘den beginne af aan werden Francs af-
gegeven, ‘op koersen wel ‘iets boven het goudpunt –
op een enkel oo’gen’blik zelfs tot 6 cts. daarboven –
maar toch met een ‘gemiddeld zeer geringe marge
daarvan verwijderd. Wellicht hdbben commercieele
688
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
31 J’uli 1935
overwegingen daarbij ook nog een rol gespeeld. De centrale bank kan natuurlijk, indien zij ‘dat wensht,
door juist op ‘goudpunt af te geven den heelen dev’ie-
zenoTn’zet aan ‘zich houden, maar clan een zeer ge-
ringe winstma.rge hebben, dan wel tot iets ‘hoogere
koersen afgeven, ‘hetgeen ‘heteekent dat ook ‘de parti-
culiere ‘goudaihitrage in de markt komt, aldus den
omzet voor een deel tot zidh trekkend, waarbij echter
de winstmarge voor de circulatiebank ‘dan ook groo-
ter is.
Op ftiet oogen’blik behoort de vlucht voor ‘den Gul-
den weer tot ‘het verleden, ‘het particulier disconto is
alweer een ‘procent ‘beneden ‘het ‘ban’ktarief gedaald, niet omdat de ‘markt zich alweer zonder steun van ‘de
centrale bank kan financieren, ‘maar vooruitloopend
op een verlaging van ‘de ‘banktarieven. Het verdere
verloop o’p ‘de geidmarkt is natuurlijk mede afhan-
kelijk van de vraag, ‘hoeveel ‘gou’d er weer ‘zal terug-
vloeien. C. A. Ki.
DE KATOENCRISIS
In de ‘huidige kat’oencris’is heihalen
zich
‘in ‘zekere
mate n’og eens in kort ‘bestek en ‘in versneld tempo
alle verschijnselen van ‘de reed’s ‘sedert jaren heer-
schen’de algemeene werelderisis. Een, ‘d’oor overdre-
ven onkostei, ‘buitengewoon ‘h’oo’ge lasten, rechten en
l’oon’en, ‘duurder ‘geworden productie moest ‘ook tot
zeer h’o’o’ge prijzen voeren, welke met ‘de koopkracht
van ‘de consumenten niet meer in ‘overeenstemming
waren. Op ‘deze wijze ontwikkelde zih voor alles
een
nieuwe
indu’strie, welke, in mindere mate met
im’productieve uitgaven ‘belast, ibeter aan ‘de prijs-
ideeën van den ‘verbruiker kon tegemoet komen. Te-
gelijkertijd,,moest aoo echter ook de hasj’s voor ‘een
‘overpro’duotie worden gelegd, waarvan ‘de gevolgen
spoedig zeer ‘duidelijk bleken. Een met ‘ongekende
‘hefti’gheid gevoerde concurrentiestrijd ‘ontbrandde,
welke niet slechts kapitalen, dodh ook andere waar-
den vernietigde, en z’oo’doen’de tenslotte tot een nieu-
we verarmin’g leidde: De ‘slang ‘had 7ich ‘dus in haar
staart geheten.
Duidelijker nog ‘dan bij ‘de algemeene crisis teeke-
nen ‘zich ‘de afzonderlijke p’ha’zen van ‘de speciale
‘katoencrisi’s af. Op het ‘oo’genhlik ‘zijn wij ‘in het
tweede ‘stadium gekomen. Met ‘de ‘veel te ‘hoo’g’e pro-
ductiekosten in ‘de Vere’en’igde Staten kon’den de we-
reldmarktprijzen, zoons zij met ‘het oog op den toe-
stand van de verwerkende industrieën ‘bereikbaar en
derha’lve ook gerechtvaardigd waren, niet meer in
vol’len omvang re’ken’in’g houden. De ‘officieele beurs-
noteeringen ‘daalden ‘dus op een peil, ‘dat wel met ‘de
feitelijke waarde van het product in ‘den werel’d’han-
‘del ‘in overeenstemming was. De farmers edhter, als
producenten, beweerden, ‘dat zij ‘bij dergelijke prij-
zen hun ‘kosten niet meer konden ‘dekken, en ‘dat –
indien zich niet spoedig een principiee’le verandering
voordeed – ‘het gëheele pl’an’twgebedrijf ‘in ‘de Zui-
delijke staten van de Ver. Staten zou ten ‘onder gaan.
Dergelijke telkens en telkens weder aan’geheven
noodkreten vonden tenslotte bij ‘de Regeering te
Tashin,gton een will’i’g, men ‘zou bijna geneigd zijn
te zeggen, een al te ‘willig ‘gehoor. Dit temeer, toen
‘de energieke e’n voor verbeteringen werkende Presi-
de’nt Roosevelt juist toebereidse’l’en maakte, het ge-
heele nationale ‘bedrijfsleven van zijn land in nieuwe
banen te leiden. IVaar zeer spoedig ‘bleek ‘ook, ‘dat
Roosevelt den kmerikai’ien weliswaar nieuwe d’oele’in-
‘den voor oo’gen stelde, maar ‘dat ‘hij niet in staat was,
ten minste ten aanzien va’n ‘de kat’oenin’dustrie, ge-
lijktijdig ook nieuwe wegen aan te geven, waarlangs
men ‘de ‘gestelde doeleinden kon bereiken. Integen-
deel: Het waren slechts oude, meer nog, ‘verou’d’erde
en ‘daarbij ‘geenszins beproefde mehoden, waarmede
hij trachtte ‘den •katoenprijs te sta’bil’iseeren, ‘den toe-
stand ‘van de farmers te verbeteren en hun bedrijven
weder ren’dsJbel te maken. Het ‘gehee’le programma
draa’i’de in wezen om ‘de ‘beide, ‘ook ‘in Europa slechts
al ‘te goed bekende polen. Ten eerste steun van de
prijz’en ‘d’oor Staatsaankoopen, ‘hetzij ‘in de open
markt, hetzij ‘on’ders’han’d’s en ten tweede restric’ties
van den aanplant, ten ‘ein’de een toekomstige over-
pro’duct’ie, ‘het met zekerihei’d te verwachten gevolg
van kunstmatig ‘verihoogde prij’zen, onder alle om-
stan’di’g’heden ‘te voorkomen.
In het begin kon de ‘gang van ‘za’ken zich volgens
het programma ‘ontwikkelen. De prijscurv’e b
egon
zich
spoedig, zooals ibeoolgd, naar hoven te ‘bewegen. Wel-
licht waren lhet niet eens ‘de Regeerin’gsaankoopen
zelf, welke ‘deze beweging veroorzaakten. In ‘den regel
i’s ‘een gerucht ter ‘beurze, ‘dat een belangrijk kooper
aan ‘de markt is, reeds voldoende, om ‘de prijsvor-
ming gu’n’sti’g te beïnvloeden. De vastgestelde inkrim-
piri’g ‘van ‘den aanplant werkte te gdljker tijd in pa-
rallelle ridhtin’g. De geruststellende gedachte, ‘dat hij
den aanvang van den nieuwen oogst ‘geen al te groote
vrije ‘voorraden op ‘de markt ‘zouden drukken, moest
de
termijnniarkten
wel zeer ten ‘goede komen.
Het was op ‘deze wijze ‘dan ‘ook niet te ‘moeilijk, ‘de
pr’o’grammatisdh heraamde n’oteering van ets. 12
voor Amerikaansehe katoen te ‘bereiken. Hoewel het
‘hierbij ‘ongetwijfeld een gamanipuleerden prijs he –
tref’t, zal men ‘in geen ‘geval kunnen beweren, dat
deze noteerin’g (‘evenals verschillende an’dere, vroe-
ger op igelijke wijze tot ‘stand ‘gekomen n’oteeringen)
slechts op papier ‘bestond. Want, z’ooals vanzelf
spreekt, ‘moesten ‘alle contracten voor levering aan
de .binnen’lan’dsdhe industrie ‘op basis ‘van ‘deze prijzen
tt stand komen. Het ‘buitenland was er echter geen’s-
zin’s aan ‘gebonden en ‘is ‘daarenboven vanouds een
belangrijke factor voor ‘den Amerikaan’schen katoen-
handel ‘geweest.
Wij
kunnen in het midden laten,
welk percentage ‘van ‘de N’oord-Ameri’kaansdhe ‘katoen-
productie regelmati’g naar Europa en de ‘overige we-
reld’deelen werd verscheept. H’et feit is voldoende, ‘da’t
de aankoopen van het buitenland ‘de Noord-Amen-
kaan’sdhe ka’t’oenin’dustrie en haar regulateur, ‘de
beurs, onontbeerlijk scihenen Stellig ‘zouden ‘ook •het
geleidelijk flauwer worden en ‘de ‘geruchten over een
te verwachten ver’deren teruggang bepaald funeste
gev’dl’gen ‘h3bhen gehad voor ‘de prijsvorming, in’dien
de aanikoopen tot steun, of ‘ook reeds ‘de ‘daartoe’ be-staan’de mogelijkheid niet remmend hadden ‘gewerkt.
Zoo echter spiegel’de een’ koers van pim. $ ets. 12
een markt- en prij’stoestan’d voor, welke inderdaad
slecht’s ten ‘deele ‘bestond. Evenwel konden ‘de ‘katoen-
spinn’erijen buiten Amerika niet van ‘den een’en dag
op ‘den an’deren igrondstoffen van andere herkomst gaan betrekken. De da’len’de uit’v’oercijfers spreken
echter een
‘duidelijke
taal. Ook in Amerika, meer
speciaal ‘in de kringen van ‘den uit’v’oer’han’del te New-
York en te New-Orle’ans, ‘bestaat nauwelijks eenige
twijfel ‘omtrent ‘de laatste re’denen van ‘de ‘sterk terug-
Foopen’de u’i’tv’oerm’o:gelijkheden naar andere continen-
ten en andere landen. Zij moeten in ‘hoofdzaak ‘daar-
aan worden toegeschreven, dat de voorgeschreven
ka’Voenpnijs ‘van 12 ‘cent voor veel srpinnenijien te ‘hoog
werd, ‘daar ‘de bij ‘de huidige koopkracht te maken
garen- resp. weefstoffenprjzen niet rendabel meer ‘zijn.
Onder ‘derigelij ke ‘osn’stan’digheden z’ou het bekende
vonnis van ‘het Ho’ogste Gereoh’tsihof te Washington,
hetwelk aan ‘de ‘economisch-politieke maatregelen van
Roosevelt ‘de wettelijke ‘basis ‘ontzegde, feitelijk ‘duur-
zaam invloed ‘moeten uitoefenen. Niettemin schijn’t
thans vast te staan, dat het tenminste op katoenge-
‘bied niet veel meer ‘dan een storm in een ‘glas water
beteekent. Blijvende gevolgen waren niet merkbaar,
‘hetgeen ook wel ten ‘dee’le aan redenen van ‘zuiver
psycJh’ol’ogisdhen aard moet worden -toegeschreven. Het
schijnt toch, ‘dat ‘de krin’g van ‘de aanhangers van ‘de
econ’omisdhe politiek van Roosevelt ‘in Am’eri’ka groo-
ter ‘is dan ‘men ‘in Europa ‘overhet algemeen geneigd
was aan te nemen. Want, zonder groote hulp van in-
vloedrijke ‘deskundigen en ‘belanghebbenden uit ‘d’e
financieele en ‘han’delswereid, zou ‘de ‘beroemde 12-
centkoers ‘aan ‘de kato’enheurs ‘zich na ‘het vonnis van
Was:hington nauwelijks meer hebben kunnen herstel-
le en tot op boden hebben kunnen handhaven.
Vermoedelijk speelt hieribij •ook het sentiment een
zekere rol. Het ‘gaat toch om het lot van de katoen,
hetwelk eiken Amerikaan ‘inzonderheiid ter harte
‘gaat. Want de katoen van Texas vormde tezamen met
het Californiscih ‘goud ‘cie ‘basis, waarop de welvaart,
macht en rijkdom van de staten z’ih konden ontwik-
kelen. De katoenin’dustrie geldt in Amerika ‘derhalve
ook traditioneel als een nationale ‘bedrijfstak, zooals
bijv. de Nederlander trotsdh is op zijn op hoog peil
staande veeteelt, of ‘de Duitsoher gaarne ‘offers brengt
voor den roggebouw. Voor de ‘gevaren, welke tegen-woor’dig de N’oord-Amerikaanshe katoen bedreigen,
‘hee.ft men, zooal’s ree’ds aangetoond, in de Vereenigde
Staten een open oog. Brazilië, Argentinië en Peru in
‘het Zuiden van ‘hetze’lfde continent, rgroote gebieden
van Azië en Aequatjoriaal- en Noord-Afrika zijn
tegenwoordig bereid, ‘op een gegeven moment direct
in de bres te springen en, wat de katoenvoorziening
van •de wereld betreft, ‘de erfenis van Amerika te
aanvaarden.
Wereld-katoenproductie
(in miii. balen van
500
resp:
478 lbs.)
Gemiddeld
192425
19301 19311
19321 19
1928129
1931
1932
1933
19
n
15.2
13.9
16.9 13.0
12
sn
10.3 11.3 9.7
10.6
12.
• .
4.5
4.6
3.3
4.1
–
4.
• .
1.5
1.6
1.1
1.9
2.
• .
0.8
1.6 1.9
1.8
1.
• .
1.5 1.7 1.3
1.0
1.
0.5
0.4
0.5
0.4
0.
0.2
0.2 0.2
0.3
0.
0.2
0.2
0.2
0.1
0.
Of dit ‘gevaar inderdaad zoo groot is als vaa’k
wordt voorgesteld, kan thans buiten besdhouwing
blijven. Ongetwijfeld bestaat voor het ‘zoowel poli-
tik als economisch zeer sterke Amerika een gheele
reeks mogelijkheden, om op enkele der nieuwe katoen-
staten een merkbaren ‘druk uit te oefenen en op die
manier al te ‘groote uitbreidingen van den onvermij-
delijken concurrentiestrijd te verhinderen. Of men
eChter mag verwadhten, ‘dat ‘de Vereenigde Staten
door onderb’ied’in’g de nieuw ontstane concurrentie
van tevoren den kop in 2u1len drukken – waarop
reed’s zoo nu en dan in Europa werd gezinspeel’d – is op ‘zijn minst genomen ‘zeer twijfelachtig; reeds
om de zeer eenvoudige reden, dat ‘hiervoor ‘het aan-
tal nieuwe katoeulan’den te ‘groot is. lle’t ‘zou den
Amerikanen Ibij ‘deze gelegenheid ‘gemakkelijk zoo
kunnen gaan als Hercules ‘bij de bestrijding van de
ilydra: zoo’dra één ‘kop werd afgeslagen, kwamen er
twee andere voor in de plaats. Voor alles
schijnt
het echter voor de Vereenigde
Staten niet raadzaam, een vastom’ljn’d katoenprogram-
ina voor langen ‘duur op te stellen, zoolang over ‘de
toekomstige katoenpolitiek van cle Sovjet-Unie zoo
weinig zekerheid bestaat, als op het oogenblik. In dit
opzicht is alles nog onzeker. En volgens de ervarin-
gen, welke men met de practische economische leiding
van dit enorme land in de laatste jaren op’ander ge-
bied reeds herhaaldelijk heeft kunnen opdoen, is
iedere verrassing zeker mogelijk. Het is even waar-schijnlijk dat Rusland in grootere mate katoen op de
werel’dmarkten zal koopen, als ‘het ook mogelijk is dat
de Sovjet-agenten daar in belangrijke mate zullen
verkoopen.
Duidelijk is slechts, ‘dat de ‘hoofdtendens van de
Russische economische politiek gericht is op liet op zoo groot mogelijke schaal produceeren van katoen
evenals van alle andere grondstoffen. En evenals in
de meeste andere landen denkt men ook in Rusland
zoowel aan de ‘dekking van de eigen ‘behoefte, als
aan den export. Er bestaat echter in zooverre een
verschil, dat Rusland in hoofdzaak maagdelijke gron-
den met katoen behouwt. Bij vele andere staten wordt
de ‘katoenaanplant echter ten koste van andere cul-
tiires uitgebreid. Daar deze thans niet meer rendabel
zijn, begon een algemeene, door de Regeeringen met
op zijn minst welwillende neutraliteit gevolgde in-
stelling op katoen. Beslissend daarbij was in de uerste
plaats de hoop, dat – indien een export niet moge-
lijk zou blijken – de binnenlandsche behoefte reeds
voldoende zou zijn, om den oogst vlot af te nemen.
Hier schijnt dus dezelfde fout te worden gemaakt,
welke men dadelijk na den wereldoorlog in de suiker-
industrie maakte. Nadat men erin geslaagd was, een
bietenzaad te telen, hetwelk ook ver ten Noorden en
ten Zuiden van het oorspronkelijk bebouwde gebied
(ongeveer begrensd door de Noordzee- en Oostzeekust
en de Alpen), ‘groeit, kwam ‘het verlangen naar een
eigen suikerproductie in alle staten van Europa als ecn
epidemie op. Dit had allereerst een volkomen desorga-
nisatie van de wereldsuikerindustrie tengevolge, door-
dat ‘de klassieke ;biet- en rietsu’ikerlan’den hun afzet-
gebieden verloren. Bovendien werd de suiker in
alle landen, welke tot dusverre ‘hun benoodigde
suiker hadden geïmporteerd, aanmerkelijk duurder.
Want de invoer werd beperkt, en de kunstmatig ge-
steunde binnenlandsche prijs werd aanzienlijk hooger
dan de prijzen van de meestal onder veel gunstiger
productievoorwaarden werkende vroegere uitvoerlan-
den.
Zal thans hetzelfde in de ‘katoenindustrie plaats-
vinden? Vele teekenen wijzen hierop. Want niet alleen
de nieuwe katoenplantages, maar ook, ‘de met enorme
kosten opgerichte kunstspinvezelindustrieën vormen
een bijna even groot gevaar voor de katoen. De tech-
niek kent tegenwoordig geen grenzen meer. Een pro-bleem ontstaat pas, wanneer het er om gaat, de resul-
taten van wetenschappelijke onderzoekingen in de
laboratoria of op de proefvelden naar de practijk over
te brengen, d.w.z. bij massale winning van gebruiks-
goederen voor de markten ook de regels van de corn-
mercieele rentabiliteit in acht te nemen. Juist hier
kan men weder eens zeer duidelijk de fouten zien,
welke bij de pogingen naar zelfvoorziening al te licht
worden gemaakt. Tanneer de, door de Vereeiiigde
Staten ‘beoogde prijs van $ cents 12 reeds te hoog
schijnt, kunnen de beslist nog hoogere prijzen voor
de kunstmatig voortgebrachte spinstoff en door de ver-
werkende industrie evenmin gedragen worden, voor-
zooverre de prijzen der fabrikaten niet direct over-
eenkomstig duurder worden ten laste van den con-
sument. Hetzelfde beeld als bij de suiker
moet
zich
dus vertoonen, doordat de beoogde uitbreiding van
de zelfvoorziening slechts door een belasting van de
consumenten kan worden verkregen.
Zoolang het vraagstuk van de rentabiliteit van een
nieuwe industrie slechts als een quantité négligeable
wordt beschouwd, en zoolang de machtsmiddelen van
den staat een grooteren invloed op de particuliere be-
drijfsvoering uitoefenen, dan de alleen door k.waliteit
en waarde gerechtvaardigde prijs van een artikel, is
een einde van de heerschende crisis nauwelijks te ver-
wachten. Om deze reden moet men helaas ook aan-
nemen, dat de katoencrisis thans eveneens de verdere
phazen van haar ontwikkeling zal doormaken. Of zij
echter tenslotte ook tot een
duurzame
omwenteling in
de wereldvoorziening zal leiden, kan thans nog niet
worden voorspeld.
E. STAROARDP
AANTEEKENINGEN.
Amerikaansch-Russjsch handeisverdrag.
De Nederlandsche ‘delegatie staat op ‘het punt in
Washington de besprekingen te openen voor het slui-
ten van een han’delsverdra.g met de Vereenigde Sta-
ten. Slaagt Nederland hierin, ‘dan zal het profitee-
ren van de, ingevolge ‘de op te nemen meestbegun-
sti’gingsclausule, reeds gegeven tegemoetkomingen aan
690
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
31 Juli
1935
België en Zweden en buiten Europa aan Haïti en
Brazilië en van de voordeelen, welke nog ingeruimd
zullen worden voor landen, welke met de Vereenigde
Staten een ‘handelsverdrag zullen sluiten op de
grondslagen, zooals
deze
vastgesteld w&rclen hij Lie
Tariff Bargaining Act van 12 Juni 1934.
Op 13 Juli jl. trad Rusland toe tot de groep der
landen, welke door het sluiten van een handeisver-
dra’g de voorrechten genieten van de meestbegun-
stiging. Tot 15 November 1933, den dag waarop de
Ver. Staten Sowjet-R.usiand erken’den, waren de han-
•clelsbetrek
4
kingen tussdhen deze twee landen onge-
regeld. Een ‘handeleverdrag kwam echter niet tot
stand, terwijl in Februari de Russisch-Amerikaan-
sdhe schulden- en credietonderhandelingen zelfs
werden afgebroken. De Amtorg Tradin’g Oorpora-
tion, het Russisch ‘handelsagentsohap zette eebter zijn
bestellingen voort, terwijl verschillende i ndu strieele
commissies in Amerika verbleven.
Met het handelsverdrag van 13 Juli zagen de Ver-
eenigde Staten van een verbinding niet •de kwestie der schuldenregeling af. Wel kan volgens de Jdhn-
son Act Rusland hierdoor geen gebruik maken van
credietfaciliteiten.
T-let belangrijkste voordeel, dat Rusland geniet is
de verlaging van de tarieven op den invoer van man-
gaanertsen, welke verlaging reeds in het – nog niet
geratificeerde – verdrag niet Brazilië was opge-
nomen.
Het verdrag, dat na 18 jaar van ongeregeiden ban-
(lel tot stand gekomen is, wordt wederzijds ‘beschouwd
als mogelijke basis voor uitbreiding ‘der handelsbe-
trekkingen. Daar staat tegenover, dat protecti’onis-
tisdhe ‘groepen in •de Vereenigde Staten in het af-
sluiten aanleiding hebben ‘gevonden tot verzet, zelfs
tegen de Tariff Bargaining Act zelf, welke men
voor ongrondwettig – ‘het stokpaardje van de tegen-
standers der Amer. regeeringspolitiek – houdt.
Japan als katoenconsument.
De ,,Far Eastern Survey” van 3 .Tuli 1935 be-
spreekt de positie ‘van Japan als kato’enver’bruiker,
uit welk artikel wij ‘het volgende aanhalen.
Daar practisch alle grondstof voor ‘de zich ‘ontwik-
kelende Japan sche textielin’d u’strie moest worden in-
gevoerd, ziet men parallel met de stijging van den
uitvoer van textielproducten een stijging in ‘het ruwe
katoenverbruik van dit land. Verreweg ‘de ‘belang-
rijkste leveranciers waren en zijn de Vereenigde Star ten en Britseb-In’d’ië. Terwijl echter in 1914 Britsch-
Indië 67 ‘pOt. ‘der inporten
vo
o
r
zijn rekening nam
tegenover de Ver. Staten sledhts
22
pOt., overtrof-
fen reeds in 1927 de invoeren uit •de Ver. Staten
‘die uit Britsdh-Indië. Sindsdien zijn cle Ver. Staten
steeds ‘de •belangrij;kste leveranciers gebleven: in 1934
voorzag ‘het voor 48 lot, in •de importen, Britsch-
Indië voor
42.7
pot.
De toenemende ‘beteekeni’s van ‘de Ver. Staten als
leverancier van katoen is terug te brengen op liet
verschijnsel, ‘dat Japan ‘steeds ‘betere qualiteiten. ‘ga-
reus en weefsels is gaan vervaardigen, waarvoor de
Britsch-Incli’sche katoen minder geschikt is.
Voor de Ver. Staten •is aldus ‘de ‘beteekenis van
Japan als afnemer van ruwe katoen steeds grooter
geworden. In de periode 1910-’15 nam Japan 3.9
pOt. ‘van den uitvoer af, in 1915-’20 11.2 pOt.,
terwijl in het ‘seizoen van Augustus tot Mei in de
jaren 1932/’33, 1933/’34 en 1934/35 resp. 20.3 pOt.,
24.3 pOt. en 32.9 pOt. van den uitvoer naar Japan
ging!
Terwijl ‘de Am.eri’ka’ansche uitvoer in 1933/’34 11
pOt. beneden dien van ‘het voorgaan’de seizoen ‘bleef
wat de ‘hoeveelheid en 23 pOt. meer was wat de
waarde betreft, was ‘dit jaar de uitgevoerde ‘hoeveel-
heid 38 pOt. en ‘de waarde 24 pOt. geringer. De ver-
dedigers van de A.A.A.-politie’k wijten dit aan de
invoecbe’lemmeringen, welke de Ver. Staten ‘buiten-
landsche exporteurs ‘in ‘den weg leggen,
terwijl
er
bovendien op gewezen wordt, ‘dat ‘de schade ‘bij den
export wordt goedgeniaakt door betere prijzen ‘bin-
nenslan’ds.
De ‘hoogere prijs ‘door ‘de A.A.A..-politiek ‘bereikt,
wordt althans voor den uitvoer naar Japan n’iet cha-
delijk geacht, ‘daar vrijwel alle Japansche invoer uit
de Ver. Staten vezels van boven /!’ en van ,,niidd-
ling gra’de” ‘betreft, terwijl
vrijwel
‘de geheele in-
voer uit Britsch-Indië, de ‘belangrijkste concurrent
op de Ja.panscihe markt, beneden /” ‘blijft en in qua-
liteit hij ‘de Amer.ikaansohe ten achter staat. Ver-
gelijking met de prijzen van Brits’ch-Indische Acola
doet zien, dat in ‘de jaren 1925/’26 tot 1929/’30 het
prijsversc’hil met de Ameri’kaansche ,,strict mi’d’dl’in’g”
4.92 D’ollarcents bedroeg, door de crisis op de Ame-
rikaansche ‘katoenmarkt tijdelijk veel ‘lager was, tot
0.48 $ cent in 1931/’32 toe, en ‘dat dit prijsverschil
in ‘het 2e halfjaar van 1933/’34 weer 3.85 $ cent was
geworden, ‘dus nog altijd ‘geringer dan jn vroegere
,,normale” jaren.
Volgens ‘de ,,Far Eastern Review” zijn het meer
han’de’lspolitieke overwegingen, welke een verschui-
ving van ‘de ‘vra’a’g naar Amerikaansche ruwe katoen
kunnen veroorzaken: ‘de wensdh ‘van Japan, ‘zich
mindej’ afhankelijk te maken van zijn leveranciers door hun aantal uit te breiden, ‘de eisch ‘door ver-
schillende landen aan Japan gesteld tegenover im-
porten van J’apansche fa’hrikaten meer uit te kunnen
voeren naar ‘dit ‘land, ‘de Japansche emigratie-poli-
tiek (ruim ‘ deel van ‘de ‘beste Brazi’liaansdhe ka-
toenfar,ms is in handen van geëmigreerde Japan-
ners!), enz.
Een voorbeeld,
’01)
welke wijze de Vereeni’gde Sta-
ten een te snelle uitbreiding ‘van de katoenproductie
in an’dere gebieden kunnen tegengaan, wordt in de ,,Wirtsdhaftsdienst” van 19 Juli 1935 verield. Bra-
zilië, ‘dat wat ‘bodemgestel’dhei’d en klimaat betreft,
de grootste latente concurrent is van Ameri:kaansc’he
qualiteitskatoen en in den laatsten tijd, dank zij de
groo tere katoenexrporten een passieve handelsbalans
(als gevolg van ‘de slechte koffie-opbren’gsten) heeft
kunnen vermijden, ‘heeft dringend Japansche ‘immi-
granten noodig, wil ‘het ‘de katoencultuur uitbrei-
den. Alleen de staat Sao Paulo zou 40.000 Japan-
sdhe immigranten kunnen plaatsen. Echter: Amen-
kaansche en Engel’scbe invloeden hebben, niet in ‘het
minst om politieke redenen, een scherpe immigratie-
beperking kunnen bewerkstelligen.
Wat Ja’pan aan’gaat, komt de ,,F.E.S.” tot de con-
clusie, dat dit land nog langen tijd Amerika’s ‘beste
klant za’l blijven voor de ‘betere qualiteiten katoen.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
21127
Juli
Sedert
Overeenk.
21127
Juli
Sedert
Overeenk.
1934 1935
•
IJan.
1935
tijdvak
1934
1935
1Jan.
1935
tijdvak
1934
Tarwe ……………..
1
3
.7
28
507.675
804.355
–
8.837
21.318
516.512
825.673
Rogge ……………..
1.133
124.803
259.025
–
281
15.257
125.084
274.282
Boekweit
……………572
12.933
13.256
–
–
–
12.933
13.256
MaIs ………………
..
.4.984
446.970
513.554
–
“5.984
119.367
522.954
632.921
Gerst ……………..
1
.
409
166.071
222.031
–
19.604
30.325
185.675
252.356
Haver ……………..
961
82.653
75.547
–
1.860
2.206
84.313
77.753
Lijnzaad ……………-
109.907
138.935
243.532
139.904
353.439
278.839
Lijnkoek ……………
450
29.093
53.954
–
–
25
29.093
53.979
Tarwemeel ………….
699
11.576
11.360
87
3.854
1.652
15.430
13.012
Andere meelsoorten
•
386
15.961
35.107
120
1.881
3.473
17.842
38.580
31 Juli
1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
691
Opheffing van het dekkingspercentage bij de Banca
d’Italia.
In het Economisch-Statistisch Kwartaalbericht van
17 Juli
1935
(pag.
638
e.v.) werd door ons uitvoerig
cie economische en monetaire toestand ‘in Italië be-
sproken.
De jongste maatregel, te weten de ,,tijdelij ke” op-
heffing ‘van de verplichting tot ‘dekking ‘der bank-
biljetten in goud tot een percentage van
40
pOt., ligt
dan ‘oo’k geheel in de lijn van de door ons vermelde
ontwikkeling: niet sluitende staatsbegrooting, oploo-
pende uitgaven in verband met het conflict met
Abessinië, en verslechtering van ‘de ‘betalingsbalans.
De genoemde maatregel werd gemotiveerd met
een verwijzing naar ‘de ‘verpliohting ‘tot het be-
talen van buitenlandsche schulden ,,van bijzonder
karakter”, tot een bedrag van Lire 500 millioen. De
gou:doorraa’d, welke ‘sedert ‘de contingenteerings-
maatregelen van medio Februari ‘tot 10 Juni gelijk
gebleven was, is sindsdien van Lire
5,83
inilliard
teruggevallen tot L’ire
5,52
milliard. Het verlies aan
goud tot een bedrag van Lire
310
mill’ioeu werd
echter ‘gecompenseerd door een vrijwel gelijke toe-
neming van het bedrag aan deviezen. Daarmee was
het dekkin’gspercentage ein’d Juni ‘op
41,6
pOt. ge-
komen. Blijkbaar heeft de Bank van Italië termijn-
deviezen opgekocht, terwijl het goud ‘diende voor be-
talingen tengevolge van staatsbestellingen in ‘het ‘bui-
tenland. De ‘opheffing van ‘het dekkingsperceutage
stelt Italië ‘in ‘staat deze bestellingen voort te zetten
tegen contante betaling (daar ‘hui’tenlandsche credie-
ten ongewensoht worden geacht en ook moeilijk te
verkrijgen zijn) zonder ‘de hinnenlandsche circulatie
te moeten ‘beperken.
Hoewel juist een opheffing van de ‘de’kkiugsver-
plich’tin’g als een bewijs kan worden gezien van ‘den
wensc’h, niet tot ‘devaluatie over te gaan, ondervon-
den ‘de koersen van de Lire op de ‘buitenlandsche
devierzenmarkten een scherpe reactie. Wel trad na
interventie spoedig een gedeeltelijk ‘herstel in voor
contante Lires, doch de hooge ‘deports geven blijk van
het wautroiïwen, dat men blijft koesteren ten aan-
zien van de todkomstige positie. Ook ‘de verschillende
in ‘het buitenland genoteerde Ital’iaansche fondsen
ondervonden een scherpe reactie.
MAANDCIJFERS.
PRODTJOTIE
DER
STEENKOLEI’I-. BRUIN.
KOLEN- EN ZOUTMIJ’NEN
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.
Juni
Jan.’Juni
Jan./Juni
1935
1935
1934
Prod. Steenkolen in tonnen
918.653
5.807.610
1
6.067.274
Aantal normale werkdagen .
24
1
)1
138
1
153
Bruinkolenmijn ,,Carisboig”.
Netto-productie in tonnen..
9.3781)
47.087
61.146
Aantal normale werkdagen
12
86
125
Zoutmijnen. (Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)
Afgeleverd:
Geraif.
zout ……..(ton))
Industriezout
……(
)
5.564
}
33.836
}11.932
3
)
Afvalzout ……….(
Aantal normale werkdagen
24
151
51
3
)
G
Bruin-
1
Aantal arbeiders.
Steenkolenkolenmijn
mijnen
Carisborg”I
1
Zoutmijnen
1
10.1354)5)
1
k’
9
•
2206
)
79
1
287
1
Juli
1935
…………….
1
Juli
1934
…………..
lO.578417/I
‘
81
–
1)
Wilhelmina; 21 Enima, Hendrik en Maurits; 20 Domaniale Mijn;
19 Willem-Sophia; Laura, Julia en Oranje-Nassaumiin III; 18 Oranje-
Nassaumijn 1, II en IV.
2)
6897 tonruwe bruinkool en 2,481 ton bruin
koolbriketten.
3)
Januari en Mei.
4)
Bovengronds.
6)
mcl. 1.919 arbeiders
in de nevenbedrijven.
6)
Ondergronds.
7)
IncI. 2.004 arbeiders in de
nevenbedrijven.
STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
N d
ieWsels. 6
26Jo4li’SS’
Lissabon
….
5
13Dec.’34
2
3OJun,’32
Bk
‘.
rBe1cBinl..”Eff.
6l”6Jitli’35’
Londen ……
rsch. ih R.C.
6+
2
6Juli’35
1
Madrid ……
5
9
Juli ’35
Athene ……….7
14Oct.
1
33
N.-YorkF.R.B.
4
1
Feb.’34
Batavia……….4
1 Juli’35
Oslo
……..
3+2EMei’SS
Belgrado
……..5
lFebr.
’35
Parijs
……
3+lSJuli’SS
Berlijn ……….4
22 Sept.’32
Praag
……
3
+
2
5 Jan.’33
Boekarest ……..
+
15Dec.’34
Pretoria
….
3415Mei’33
Brussel ……….2
16Mei’35
Rome ……..
3+2SMrt.’35
Budapest ……..
+
17Oct. ’32
Stockholm
.. 21
1Dec.’33
Calcutta
……..
+
16Feb.’33
Tokio
….
3.65
2
J14h
’33
Dautzig
……..6
1
Mei
’35
Weenen ……
3+10 Juli’35
Helsingfors ……4
3 Dec.’34
Warschau….
5
26 Oct.
1
3$
Kopenhagen
…. 21
1Dec.’33
Zwits.Nat.Bk. 2+
3 Mei’35
1)
Op 25 Juli ’35 resp. 5, 512, 5
1
12.
OPEN MARKT.
1935
1934
1933
1914
27Juli
1.
22(27 15/20
8/13
23128
24(29
20:24
Juli Juli Juli
1
Juli
Juli
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
5718
1
7
18-5
7
1
1
3j4-2
3
15
2
9
116-3
5
/8_
3
14
2
3
/5-3
1
18
3’ls-
3
/je
Prolong.
–
1
125
II14-14
131
4
311
3
1
1114 21/4
214-14
Londen
Dag8eld.
. . 112-1
1
131
1
12_1
1
1
..
1
3
14_1
114-1
1
3
/-2
Partic.disc.
116-18
(it-‘/s
518
1
51
116-18
71
411
4
_31
4
Berlijn
Daggeld…
3_11
4
2
7
183
1
14
2($-3(4
3-14
4_531
1
411
4
551
5
–
Maand6eld
231
4
_311
4
231
4
311
4
2
3
143I14
2314-31/5
318
–
5
4
1
12-6
–
Part,
disc.
3 3 3
3
3
314
371
21(51)
3
Warenw.
..
4
2
14
4114
4_11
4
4_11
4
411
3
4_11
3
–
New
York
DageId
1)
11
4
11
4
11
4
11
4
1
1
1
3
14-2
1
11
Partic.disc.1
3
111
31
1
31,
/1611
1
1.6
11
51
5_3
4
–
1) Koers van
26
Juli en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERiEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York8)
*)
*) *)
8
,
)
1)
23 Juli
1935
1.47a4
7.32 59.45
9.77k
24.94 100
24
,,
1935
1.484
7.36
59.90
9.82
25.20
10031
25
,,
1935
1.484
7.35
59.80 9.80
25.20
10051
8
26
,,
1935
1.48
,
4
7.37
59.80
9.81k
25.22+
1005/ 27
,,
1935
1.4851
5
7,37a,
59.90
9.81k
25.22+
10O3
29
,,
1935
1.47s1
7.30 59.55
9.74k
24.95
10031
s
Laagste d.wl)
1.47h
7.30k
59.35
9.74k
24.90
100
Hoogste
d.wi)
1.50
7.41
60.30
9.87
25.40
10011
s
kluntpariteit
2.4878
12.1071
159.2631
9.747
1
34.592
100
Data
srid
Weenen
Praa5
:-
Milaan
Madrid
23 Juli
1935
48.31
–
6.15 1.50
11.65
20
.
2
8+
24
1935
48.40
–
6.20
1.50
12.25
20.45
25
1935
48.40
–
6.20
1.50
12.12+
20.35
26
,,
1935
48.45
–
6.25
1.50
12.20
20.37+
27
,,
1935
48.47g
6.25 1.50
–
–
29
,,
1935
48.20
–
6.13
1.50
12.-
20.25
Laagste d.w’)
48.20 27.90
6.10
–
11.20
20.20
Hoogste d.w
1
)
48.70
28.-
8.30
1.50
12.40
20.60
Muntpariteit
48.003
35.007
7.3711.488
13.094
48.52
D
°
Stock-
Kopen-
S 0
)
o i
Hel-
Buenos-
Mon-
holm )
hagen*)
fsfl5gj-)
Aires’)
t real
1)
23 Juli
1935
37.80
32.75 36.85 3.25
39
1.48
24
1935
37.90 32.90
37.-
3.25
40
1.48
25
1935
37.90
32.80
37.-
3.25
39
1.48
3
18
26
1935
38.-
32.95 37.05
3.25
39
1.485
27
1935
38.05
32.95 37.10
3.25
39X
1.4834
29
1935
37.65
32.60 36.70
3.20
39
1.47
Laagste d.w’)
37.55
32.50 36.60
3.17
39
1.47h
Hoogste d.w
1
)
38.10
33.10
37.20
3.30
40
1.49
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
95
2.4878
•
Noteerine te
Amsterdam.
Not, te
Rotterdam.
1
1
Part. ooeave.
In ‘t isïe of 2de No. van’iedere maand komt een ove,y.icht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D ta
a
Londen
($ per £)
Parijs
(S p. 100 fr.)
Berlijn
(S p. 100 Mk.)
Amsterdam
(S p. 100 gid.)
23 Juli
1935
4,96’j
6,6171
4
40,29
67,45
24
,,
1935
4,955/8
6,61
v
4
40,23 67,35
25
,,
1935
4,968/
6
6,6071
s
40,24
67,40
26
,,
1935 4,96
3
/8
6,61
40,30
67,37
27
,,
1935
4,964
i,61
40,33
67,15
29
,,
,
1935
4,961
8
6,61k
40,33
67.86
30 Juli
1934
5,033,
6,59k
38,67
67,60
Muntpariteit..
4,86
3.90s1
23.81k
4051,
692
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
31 Juli 1935
STATISTISCH flVVR71C
GRANEN EN ZADEN
TIJINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
80 K.G. La
R000E
MAJS
GERST
K.G.
LIJNZAAD KOM- KOMMERS
TOMATEN
VROEGE
AARD-
RUND- VLEESCH
VARKENS
Plata loco
K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
La Plata
le soort
A
APPELEN (versch)
VLEESCH
Rotterdam!
Amsterdam
R’dam A’dam
R’damiA’dam
loco Rotter-
dam/A’dam
loco
R’dam/A’dam
per lOO St.
per 100 K.G.
p. 100 K.G.
Gem.v.3kw.
(verscli)
100 K.G
per
per 100 K.G.
per 100 K.G..
per 2000 K.G.
per 2000 K.G.
per 1960 K.G.
Berkel/
Westland
Groote-
per 1001(0.
Rotterdam
5)
Rodenrijs
broek
Rotterdam
1925
17,20
0
10
100,0
13,075
01
100,0
f1.
231,50
0
10
100,0
fl.
236.00
O/
100,0
f1.
462,50
i
100,0
7
i’
_7_
ij”
1ƒ
0
10
0
10
f
–
-•
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
17425
753
196,75
83,4 360,50
77,9
–
1927
.14,75
85,8
12,47
5
95,4
176,00
760
237,00
100,4
362,50
78,4
–
–
1928 1929
13,47
12,25
78,3
71.2
13,15
10,875
100,6
83,2 226,00 204,00
97,7
88,1
228,50
179,75
96,8 76,2.
363,00 419,25
78,5 7,49
100,0
20, –
100,0
4,93
100,0
93,
100,-
–
77,50
–
101
1930
9675
56,3
6.225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 90,6 77,0 7,79
5,24
104,0
70,0
16,
20.
80,0
100,0
3,15
4.12
63,9
836
96,40
108,
103,7
116,1
93,125
72,90
121
9
1931
1932
5,55 5,22
5
32,3
30,4 4,55
4,62
5
34,8
35,4
84,50 77,25
36,5 33,4
107,25 100,75
45,4
42,7
187,00
137,00
40,4
29,6 3,62
5,71
48,3
76,2
14,50
72,5
4,95
100,4
88,
94,6
48,
6
1933
1934
5,025
3,67
5
29,2 21,4
3,55
3,325 27,2
25,4
6850
70,75
29,6
70,00 30,0
148,00
32,0
5,57
744
11,50
8.21
57,5
41,1
1.69
0,85
34,3
17,2.
61, 52,
65,6
55,9
37,50 49,50
41 61
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8 5,43 72,6
5,53
27,7
3,23
65,5
61,50
66,1
46,65
61
an.
1934
ebr.,,
4,75
3,40
27,6
19,8
3,10
2,775
23.7
21,2
65,25 65,25 28.2 28,2 58,00 58,50
246
248
‘144,25
133,00
31,2 28,8
62,50 67,2
53,75
61
Maart
,,
‘
3,25
3,20
18,9 18,6
2,725
2,70
20,8
70,75 30,6 58,75
24,9
132,00
28,5
—
–
63,-
61,75
.
67,7
66,4
53,50 50,50
61 61
Mei
,,
juni
April.
3,32
19,2
2,875 20,7 21,9
70,50
62,00
30,5 26,8 63,00
56,75:24,0
26,7
136,50 154,50
29,5
33,4
—————————
63,50
68,3
49,120
61
uh
3,67
0
3.80
21,4
3,175
24,3
65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8
-.
65,75 63,25
70,7
68,0
47,50 43,75
6
5)
Aug.
4,37
22,1
25,4
3,30
‘ 4,275
25,3
327
71,50
83.25
30,9 36,0 78,75 93,50
33,4
39,6
151,25
159.25
32,7
34,4
5,43
72,6
8,28 5,89
41,4 29,5
—————————
3,52 2,93
———————
71,3
59,4
63,-
63,95 67,7
68,8
44,62
5
43,30
5′
51
Sept.
Oct.
.,
4,-
3.50
23,3 20.3
4,15 3,70
31,7 28,3
77,25 69,50
.
33,4
300
93.25
39,5
145,50
31,5
2,02
10,1
63.55
68,3
42,625
51
Nov.
.3,50
20,3
3,45
26,4
71,25 30,8
93,50 89,25
39,6
37,8
135,25
127,75
29,2
27,6
5,92
29,6
60,70
53,75
65,3 57,8
42,126
44,50
5
5
Dec.
.
3,45
20,1
3,55
27,2
76,25
32,9
91,00
38,6
134,00
29,0
———————
53,15 57.2
44,65
5
Jan
1935
3,3019,2
.3,20
8,6
3,52
5
‘27,0
3,375
25.8
74,25 68,00
32,1
29,4
89,2537,8
71,25
30,2
137.25 124,25
29,7
———————
———————
——————-
53,625
57,7
45,62
4
51
Maart
320
18,6
3 07
5
23,5
67,75
29.3
64,00
271
120,50
2o,9
26.1
——————–
51,90
51,40
55,8 55,3
47,55 51,20
6
61
ebr…..
April
Mei
•
4,075
4.05
23,7
23,5
.2,95
2,90
22,6
22,2 70,75
59,90
30,6 25,9
66,75
6725
.. 28,0
28,5
125,00 125,50
27,0
———————
5′,925
55,8
50,25
6′
Juni
,
‘1
uh
4,02 3,95 23,4
23,0 2,90
2,70 22,2
20,7
57,50 55,00
24,8 75,00 31,8
124,25
26,9
——————–
———————
50,80
48,-
54,6 51,6
48,50 46,12
5
61 51
8
,,
,,
3,65 .
212
250
19,1
52,50
23,3
22,7
73,00
62,00
30,9 26,3
121,50
120,00
26,3 26,0
1,88
4,10
25.1
54,7
27,1 ——————–
5,05
10,86
——————–
——————–
28,3
54,3 5,28 4,12
107,1
83,6
49,_5)
49,_6)
52.7
52,5
46,50
5
)
46,50
6
)
61 61
15
,,
22
,,
3,75
4,- ‘
21,8
233
2.40
2,55
18,4
19,5
52,00
f6,50
2′,5
21,4
6200
68,”
26,3
‘28,8
122,00
120,0)
26.4 27,2
1,58 1,64
21,1
11,68
58,4
3,76
76,3
47,_7)
50,5
47,50
7
)
6
29
4,30
25,0 2,65
,
20,3
58,00
25,1
6900 1
292
133,00
28,8
21,9
12,56
62,8 3,80
77,1
47,_8)
50,5
49,_8)
61
IveilI.IItiug
up nezen staat ne nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei1930 tot 23 Mei 1932 74 K.G. Zuid-Russische: van 23 Mei 1932 tot 2Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)’
Canada.Van 19Sept.’32 tot24Juhi ‘3362/631(0. Z.’Russ.
5
)6 Juli. 6) 13Juli.
7)
19Juli.
8
27Juli.
9)
4Juli.
10)
II Juli.
15)
18Juli.
02)
25Juli.
13)
5Juli.
14)
12Juli.
Vervolg STATISTISCH OVERZIC
MINERALEN
..
TEXTIELGOEDEREN
,
DIVERSEN
.
.
.
.
STEENKOLEN
WestfaalscheJ
PETROLEUM
.
BENZINE
KATOEN
WOL WOL
Hollandsche
bunkerkolen,
Mid. Coirtin.
,.rude
Gulf exp.
.
gekamde gekanide
Austrahische,
KOE-
HUIDEN
KALK-
SALPETE
.
.’
ongezeefd f.o.b.
33t/m
.9
s.g.
64/66°
, $cts. per
Middling locoprijzen
F. 0. F.
Sakella-
‘
•
O
,,
F. No. 1
‘
loco
B’ adfo d
CrossbredColo- nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
1001(0. R’dam/A dam
per
000 K.O.
per barrel
U.S.gallon
New-York rides
. omra
Liverpool
r Ib
per
.
50’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
per Ib.
Liverpool
Bradford per lb.
1925
t).
10,80
0
10
100,0
$
1.68
01
Sets.
100,0
14,86
0/
100,-
$ ets.
23,25
Ol
o
100,0
pence
29,27
0
/s
100,-
pence
9,35
o/s
100,-
pence
55,00
0J
100,0
pence
.
29,50
0/t,
100,0
f1.
34,70
°Io
100,0
f1.
12,-
51.
100
926
17,90
165,7
1.89
112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9 24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96
927
11,25 104,2
1.31)
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
70
77,8 48,50 88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98 67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7.51
80,4
51,50 93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95
1929
11.40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25 92,9
10,60
88
1930
11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0
7,33
25,0 3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71
1932
1933
8,00
7,00
74,1
64,8
0.81
0.45
48,2
4.50
26,8
3,61
30,3 24,3
6,45 6,75
27,7
6
29,0
5,21
5,13
17.8
17,5 3,11
2,78
33,3
29,7
16,00 19,25
29,1
35,0
8,50 9,50
28,8
32,2
11,15
13,26
32,1
38,2
6,15
51
51
1934
6,20
57,4
0.63 37,5
2,88
19,4
7,35
‘
31,6
5,32
18,2
2,68 28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,18
6,11
50
Jan.
1933
7,05
65,3
0.53
31,5
4,16
28,0
6,15
‘26,5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
11,50
33,1
6,30
52
Febr.,,
Maart
,,
7,20
7,25 66,7
67,1
0.38
038
22,6
3,97
22,6
3,87
6
26,7
26,1
6,10 6,40
26,2
27,5
4,98
4,97
17,0 17,0
2,78 2,77 29,7
29,6
15,50
28,2
8,25 28,0
10,38
29,9
6,40
53
April
7,25
67,1
0.37 22,0
3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68 28,7
15,25
15,75
27,7 28,6 7,75
.7,75
26,3 26,3
10,75 11,25
31,0
32,4
6,40
6,40
53 53
Mei
,,
7,15 66,2 0.23
5
14,0
2,95
19,9
7,30 31,4 5,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3 6,40
53
Juni
7,15
66,2 0.25
5
15,2
3,02 20,3 7,85 33,8 5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4
6,40 53
Juli
Aug.
7,05
6,95 65,3
0.41
24,4
3,33
22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20 34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53
Sept.
6,85
64,4
63,4
0.37
0.52
22,0
3,37
31,0
3,50
22,7
23,6
6,90 6,60
29,7 28,4
5,39
4,70
18,4
16,1
2,91
2,54
31,1
27,2
20,75
21,50
37,7
39,1
9.75
10,50
‘
33.1
35,6
14,75
15,13
42,5
44,1
5,80 5,85
48 48
Oct.
•
Nov.
6,60
6,75′
61,1
62,5
0.66
0.66
39,3
4,04
39,3
3,72
27,2 25,0
6,40
6,25
27,5
26,9
4,55 4,63
15,5 15,8
2,48
2,39 26,5 25,6
20,75 23.75
37,7 43,2
10,75
12,00
36,4
14,50
41,8
5,90
49
Dec.
,,
6,95 64,4
0.67
39,9
3,75
25,2
6,50
. 28,0
4,89
16,7
2,38 25,5
25,00
45,5
13,25
40,7 44,9
13,38 13,50
38.6 38,9
5,95
6,-
49 50
Pe
n
br.
,
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25 21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
2,68
28,7 23,75 43,2
12,75
43,2
13,-
37.5 6,20
51
Maart
,,
April
,,
6,25
6,30
57,9
58,3
0.63
0.62
37,5
3,05
36,9
2,79
5
20,5
18,8
7,40
6,95
31,8 29,9
5,50
5,37
18,8 18,3
2,76 2,50
29,5
26,7 23,25 23,00
42,3 41,8
11.75
39,8
12,50
36.0
6,25 52
Mei
,,
6,25
57,9
0.62 36.9
2.88
19,4
6,80
29,2
5,20
17,8
2,48
26,5
21,00
382
11,50 10,50
39,0 35,6
12,-
11,88
34,6 34,2
6,30
6,30
52 52
Juni
•
6.15
56,9
0.62 36,9
2,83
19,0
7,15
30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9.50
32,2
11,50
33,1
6,30
52
juli
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00 30,5
11,50
33,1
6,30
52
Aug.
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,85
‘34,0
5,32
182
2,85
30,5
16,00
‘29,1
8,50
28,8
11,75
33.9 5,80
48
Sept.
Oct.
6.00
55,6
0.62 36,9
2,74
18,4
7,70
‘
‘33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
‘27,3
8,50
28,8
12,-
34,6 5.85
48
Nuv.
•
6,00
.6,10
55,6
56,5
0.62
0.62
36,9
2,60
36,9
. 2,53
17,5 17,0
.7,40
7,40
‘31,8
31,8 4,93
5,42
16,8
18,5
2,57
2,67
27,5
28,6
15.00
15,00
27,3
27,3
.
8,50 8,75
28.8
297
12,50
36,0
5,90
49
Dec.
6,05
56,0
0.62
36,9
2,76
18,6
7,50
32,3
5,43
18,5
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8,
12,-
11,25
34,6 32,4 5,95 6,05
49
50
Jan.
1935
6,05
56,0 0.620
37,2
2,975
20,0
7,55
32,5
5,38
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25 28,0
10,75
1
31,0 6,15
51
Febr.
,,
6,05
56,0
0.625
37,2
2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,
1
14,00
25,5
7,75 26,3
10,50
30,3 6.20
ST
Maart
,,
5.90 54,6
0.02
36,9
2,74
18,4
6,80 29,2 4.85
16,6
2,79
29,8
13,75
25,0
7.50
25,4
10,25′
29,5
6,25
52
April
,,
6,00 55,6
0.63
37,5
2,99
20,1
7,05
30,:4
4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8
8,00
27,1
10,75
31,0
6,30
52
Mei
6,05 56.0
0.62 36,9
2,97
5
20,0 7,30
31,4
4,06
16,9
3,07
32,8′
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
6,30
52
Juni
,,
6,05 56,0
0.62 36,9
3,15
21,2
7,-
30,1
4,82
16,5
2,98
31,9
16.75
30,5
8.50 28,8
12,-
34,6 6,30
52
1juli
8
6,05
56,0
0.62
0.62 36,9
3,10
2
)
20,9
7,25
31,2
4856)
16,6
3,116)
33,3
17,75
5
0
)
32.3
8,75
10
)
29,7
11,75
14
33,9
6,30
52
,,
,,
6,05
56,0
369
3,10
3
)
20,9
7,25
31,2
4,80
7
)
16,4 3,11
7
)
33,3
18,75
11
)
34,1
9,00″)
30,5
6.30
52 5
6,05
56,0
0.62
36,9
3,10
4
)
20,9
7,30
31,4
4,768)
16,3
306
8
)
32,7
18,75
1
2)
34.1
9,0012)
30,5
6,30
52
12
6,05
56,0
0.62
369
3,15
5
)
21,2
7,25
31,4
4,84
9
)
16,5
3,O7
32,8
18,00
13
)
32,7
9,00
23
)
30,5
6,30
5,
9
»
6,15
56,9
0.62
36,9
‘
7,10
1
30,5
en maanugem. atger. op
‘j
pence.
»)
8Juli.
5)
13Juli.
4)
20Juli:
5)
27 Juli.
6)3
Juli. 7)10 Juli.
0)17
Juli.
9)
24juli.
10)4
Juli.
11)
11Juli.
22)18 juli.
13
)25 Juli.
14)
I6Js
25)2
Juli.
16
)
9
Juni.
«
1
31 Juli 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
693
N GROOTHANDELSPR1JZEN)
.
0
ZWVEL EN EIEREN
•
METALEN
0
0
BOTER
BOTER
KAAS
Eirer
EIEREN
KOPER
OD
TIN
CIIJeR d
GIETERIJ-
IJZER
ZINK
GOUD
ZILVER
cash
per
K
.
G.
Leeuwar-
S•
1
P•
e
•
ing
Alkmaar
Fabrieks-
Cern. not.
Eiermijn
Standaard
Locoprijzen
L co
°
rizen
0
LOdn
Loco rizen
Lond
er
Fndr
No 3 f o
(Lux III) p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
Londen per
derComm.
:::_
kaas
Roermond Londen
er En
ton
En
tcn
Middlesb
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard
Ounce
Noteering
Centr.
P 100 st.
per Eng. ton
per Eng. ton
Antwerpen
Eng. ton
fine
t!.
Of
f1.
f1.
Of
t!.
Oj
£
%
£
°Io
£
010
5h.
°lo
sh.
Oj
£
eis
sh.
Oj
pence
•
OI
1925
231
100,0
–
156,-
100,0
9,18
100,0 62.116 100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0
73,-
100,0
67!-
100,-
36.316
100,-
85/6
100,-
32’j
100,0
1926
1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15 88,8
58.1!-
93,5
31.116
85,3
290.I7j6
III,I
86,6
118,5
688
102.5
34.26
94,3
85/-
99,5
28″(j’
89,3
1927
2,03
87,9
–
43,30
77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7 24.41-
66,4
290.41
–
110,8
73f-
100,0
6416
96,3
2810f-
78,8
851-
99,5
26
3
14
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05
85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
2556
69,9
85/-
99,5
26
1
116
81,1
192 2,05 88,7
–
45,40
•
81,1 8,11
88,3
75.14:-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.17/6
68,8
851-
995
95
24
7
/in
76,2
,
1930
1,66
71,9
–
38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.1(6
49,6
14251-
54,3
67j-
91,8 59
6 88,8
16.171-
46,6
851-
17
1
Ij
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30
56,9
5,35
58,3
36.5
1
–
58,4
121
1
–
33,1
110
.
1
–
42,0
551-
75,3
47f6
70,9
11
.
1
016
3
1
,9
92/6
108.2
1
3
11
8
41,6
1932
0,94 40,7
–
22,70
40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
812f-
23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.161-
27,1
1181-
138,0
12
7
1
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1
3,71
40,4
22.216
35.6
7.17/6
21,6
131.181-
50,1
411-
.56,2
351-
52,2
10.1216
29,4 1241714 145,8
123I
38 1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4
3,45
37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6 141.1916
54,2
401-
54,8
3317
50,1
8.91-
23,4
1371731
4
161,0
13
1
1
40,7
Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0 21.71-
34,4
7.71-
20,2 148.31-
56,8
396
54,1
361
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
314
39,7
Feb.
0,47 20,3
1,-
21,55
38,5 3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
39
1
6
4,
1
3615
54,4
9.
–
16
24,9
137fl
160,3
1
2′
38,9
Mrt.,
,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.3j-
32,5 7.3
1
6
19,7
144.15
1
6
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618
159,8
12
5
1
39,3
,,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.14
1
6
33,4
7.416
19,8
150.10
1
6
57,5
41
1
6
56,8 34
1
2 51,0
9.7
1
6
25,9
135
1
14
158,0
1
2
7
1
16
38,7
V
,,
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
20.41-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
.
159,4
12′
37,5
0,41 17,7
1,-
19,40
34,6
2,74
29,9
19.18
1
6
32,1
6.14!-
18,4
140.1
1
–
53,5
40
1
6
55,5
31j9
47,4
8.16
1
–
24,3
137184
161,1
12
1
1
4
38,1
Z1
,
0,40
17,3
1,-
2
1
,50
38,4
2,81
30,6
18.11
1
–
29,9
6.14
1
6
18,5
1429
1
–
54,0
40
1
6
55,5 32
1
4
48,2
8.6
1
–
22,9
1371
1
1
161,4
1
2
3
1
39,7
.
:
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3 3,32
5
36,2
17.61-
27,9
6.141-
18,4
139.716
53,2
401-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
13816
162.0
13
40,5
Sept.,
0,43
18,6
1,-
18,12
5
32,4
3,31
36,1
16.101- 26,6 6.516
17,2
137.171-
52,6
3916 54,1
3216
48,5
7.171-
21,7
1411-
164,9
13
1
1
40,9
Oct.
,,
0,43
18,6
1,-
1737b
31,0 3,95
43,0
16.3/-
26,0 6.61-
17,3
137.19j6
52,7
3916 54,1 3216
48,5
7.7/-
20,3
141110
165,9
14
43,6
Nov.,
0,47
20,3
1,-
17,-
30,4 4,52
5
49,3
16.1116
26,7
6.81-
17,6
139.81-
53,2
401-
54,8
3216
48,5
7.716
20,4
139/6
163,2
14
7
(
46,3
Dec.,
0,54
23,4
0,95
15,12
27,0
4,07
44,3
16.161-
27,1
6.6/-
17,3
137.816
52,5
3916
54,1
34
1
1
50,9
7.46
20,0 140,61
164,4
14
11
1i
45,7
Jan. 35
0,58
25,1
0,90
1495
26,7
3,12
5
34,0
16.191-
27,3
6.51-
17,2 138.111-
52,9
3916
54,1
3416
51,5v
7.66
20.4
1
41
1
10
165,9
1
4
1
4
45,9
Feb.
,,
0,52
22,5
0,95
14,375
25,7
3,20
34,9
16.4
1
–
26,1
6.4
1
–
17,0
136.8
1
–
52,1
39
1
6
54,1
34
1
6
•
•
51,5
7.316
19,8
14218
166.9
14j16
46,1
Mrt.,
0,37
16,0
1,025
13,30
23,8 2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716
17,5
124.516
47,5
381-
52,1
3319
50,4
7-1-
19,4
1475
172.4 1514
49,0
Apr.
0,37
16,0 1,08
11,50
20.5
2,315
25,2
18.8
1
–
29,6
7.516
20,0
131-16
50,0
3816
52,7
33
1
6
50,0
7.11
1
–
20,9
14415
1
68,9
1
8
3
(
56,6
Mei
,
0,34 14,7
1,10
11,85
21,2
2,38
26.0
20.-!-
32,2
8.616
22,9
135.516
51,7
391-
53,4
3316
50,0 8.
1
576
24,3
142/3
1
166,4 20
62,3
Juni
0,41
17,7
1
,07
11,95
21,3
2,4I
26,3
1
8.
1
6-
30,3
8.1116
23,5 136.5/6
52,0
39
1
6
54,1 3316
50,0
8.11
1
–
8.716
23,6
14116
165,5
IIs
61,1 58,4
1
Juli
,
0,43°)
l,6
1,-
1 1,-
19,6
2,45
26,7
17.1 1!-
28,3
8.316
22,4
137.18j6
52,7
396
54,1
3316
50,0 23,2
14114+
165,4
1814
1
0,43’°
18,6
1,-
12,25
14
21.9
5
25,9
17.1616
28,7
8.5!-
22,6
138.91-
52,8
396
54,1
3316
50,0
8.6/-
22,9
140J9
164,6
18
1
14
56,8
0,43
11
18,6
•
1,-
12,757
22.8
26,7
19.51-
31,0
8.10(-
23,3
139.4-
~140.51
–
53.2 39/6
54,1
3316
5C,0
8.716
23,2
124,0 1140j7
4094
64,7
18
1
8
56,4
0,45
12
19,5
1,-
ij
28,3
19.21-
30,8
9.216
25,1
147.-S-
56,1
39(6
54,1
33/6
50,0
8.15j-
24.2
I40I8
164,6
18’/
56,4
,,,,
308
1
30,3
94
!
–
25,3
53,6
39
1
6
54,1
33
1
6
50,0 8.13
1
6
164,4
18114
56,8
Sept. 1932
79
K.O.
La Plata; van 26 Sept.
1932
tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No.
2
)
Tot Jan.
1928
Western
; vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec. 1929
Anierican
No.
2, van
‘.
1928
Malting;
van
Jan.
1928
tot 9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G.
Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3
N
GROOTHANDELSPRIJZEN.
0
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENHOUT
S T E E N E N
CACAO
COPRA
KOFFIE °UBB
°
1K
THEE
INDEXCIJFER
1(010-
basisl”fob
Zwederij
binnenmuur
buitenmuur
G.F.Accra
Ned.-Ind.
Standaard
Ribbed Smoked
suikerloco
gem
ert?’ard
per
per
so
K.G. c.i.f.
per
100
K.G.
Rotterdam
Sheets
en
R’damlA’dam
100 K.G.
Java- en Suma-
trathee
K.G.
p.’j
Grond-
t0ff
nlale
ïan
4.672 M
3
.
per
1000 stuks
per
1000
stuks
Nederland Amsterdam
per
K.G.
per
,.
per
d?en
t
%
f
Olo
f
OJ
sh.
Oj
f
o
°lo
cts.
O(o
Sh.
1
10
f1.
17
cts.
°Io
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
426
100,- 35,87
5
100,0
61,375
100,0
2/11,625
100,0 18,75
.
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75 101,6 19,50
102,6
49-
115,3
34,-
94,8
55,375 90,2
2-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681- 160,0
32,62
5
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12
5
102,0
82,75
97,9 87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,873
88,9
49,625
80,9
-,10,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6 97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45(10
107,9
27,37
5
76,3
50,75
82,7
-110,25
28.8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
1930 141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,62
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25 40,7
-3
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8 46.6
1932
69,00
43,2
9,25
59,7
15,-
78,9
196
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-/1,75
4,9
6,325
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933 73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0 9,30
25,9
21,10
34,2
-12,25 6,3
5521
29,5
32,75
38,7
35.2
34.7
1934 76,50
47,9
8,50
54,8
10,50
55,3
13
1
6
31,8
6,90
19,2
16,80
27,4
–
1
3,875
10,9
4,07
5
21,7
40
47,3
34.4
32.1
in.
’33
70,00
43,8
9,25
59,7 13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-/1,625
4,6
5,37′
28,7
25
29,6
33.2
34.1
ebr.
,
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
15
1
9
37,1
10,62
5
29,6
23,75
38,7
–
1
1,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
trt.
,
70,00
43,8
9,50
61,3
12,25
64,5
16/3
38,2
10,375
28,9
23,50
38,3
-/1,5
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4 34.9
.pr.
,
70,00
43,8
9,75
62,6
12,75
67,1
15
1
5
36,3 9,50 26,5
23,50
.38,3
–
1
1,625
4,6 6,076 32,4
27,50 32,5
32.8
34.9
lei
70,00
43,8
9,50
61.3
12,50
65,8
1616
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-12
5,6 6,02
5
32,1
26,50
31,4
34.2 35.0
ni
,,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
18
1
1
42,6
10,-
27.9
22,50
36,6
–
1
2,375
6,7
6,35
33,9
31
36,7
37.2 37.5
iii!
,
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475
26,4
22,50
36,6
-/2,625
74
5,92
5
316
33,50
39,6
38.2 37.4
.ug.
,
75,00
46,9
–
10,50
67,7
13,-
68,4
1615
38,6
8,75
24,4
20,75
33,8
-12,625
7,4 5,27
5
28,1
35,25
41,7
36.5 35.0
ept.
,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
8,25
23.0
19,75
32,2
-12,5
7.0
5,37
5
28,7
36,75 43.5
36.7 34.6
Ict.
,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,62
5
21,3
17,75
28,8
-/2,625
7,4 4,90
26,1
42,25 50,0 36.5 33.4
10v.
,,
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
24,8 40,50 47,9 36.4 32.7
lec.
,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
11/5
26.9
7,97
22,2
16 26,1
-12,875
8,1
4,75
25,3
41
48,5
37.1
31.3
Jan.
1
34
.
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2
7,45
0,8
16,50
26,9 -12,875
8,1
4,95
26,4
45,50
53,8
36.9 93.8
Feb.,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9 7,25 20,2
.
17,25
28,1
-13
8,4
4,975
26,5
46,75
55,3
35.9 35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
14/1
33,1
7,-
19,5 17,75
28,9
-13,25
9,1
4,52
5
24,1
45,50
53,8
35.7 35.2
Apr,
80.00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7 6,55
18,3 17,75
28,9
–
13,625
10,2
4.25
22,7
4.4,25
52,4
35.6 34.5
Mei
,
80,00
50,1
9,25
59,7
11,25
59,2
1512
35,7 6,72
3
18,7
17
27,7
–
14
11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15
1
4
36,1
7,
–
19,5
17
27,7
–
1
4
11,2
4,20
22,4
41,-
48,5 34.5 33.8
J
uni,
uli,
77,50
48,5
7,50
48,4
10,-
52,6
13
1
11
32,7 6,92
5
19,3
16,75
21,3
–
/4,375
12,3
3,975
21,2
40,50
47,9
34.1
32.2
ug.,
75,50
47,3 7,25 46,8
9,50
50,0
12
1
10
30,2
6,87
5
19,2
.16,50
26,9
–
1
4,5
12,6
3,975 21,2
39,75
47,0
33.9 31.4
Sept..
73,50
46,0
0
7,
–
45,2
8,75
46,1
12/5
29,2
6.65
18,5
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,725
19,9
33,50
39,6
33.1
28.5
Oct.,
7300
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
11
1
7
27,3
6,70
18.7
16,50
26,9 –
1
4,125
11,6
3,525
18,8
32,75
38,8
32.7
27.8
Nov..
73.00
45.7
7,-
45,2 8,75
46,1
1213
28,8
6,62
5
18.5
16
26,1
-13,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7 27.6
Dec.,
73,00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
1218
29,8
7,17
5
20,0
’16
26,1
-/3,875
10,9
3,375
18,0
34,50
40,8 32.7
28.6
Jan.’35
66,00
41,3
7,25
46,8
8,50
1
44,7
1411
33,1
8,77
5
24,5
16
26,1
-13,875
10,9
–
3,50
1
8,7
33,75
39,9
32.9
29.5
Feb.,
66.00
41,3
6,75
43,5
8,25
43,4
1412
33,3
9,375
26,1
15,625
25,5
-13,75
10,5
3,45
18,4
32
37,9
32.4 28.9
Mrt.,
59,00
36,9
7,-
45,2
8,25
43,4
1313
31,2 8,57
5
23,9
14,625
23,8
-13,25
9.1
3,55
18,9
29
34,3
30.9 27.4
Apr.
•
60,00
37,6
7,-
45,2
8.25
43,4
1
316
31,8
9,15
25,6
14,50
23,6
-13,375
9,5
0415
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
Mei
,
57.50
36,0
7,-
45,2 8,25
43,4
1314
31,4
9,50
26,5
14.125
23,0
-13,5
9,8
4,20 22,4
32,75
38,8 33.3
28.6
Juni,
57,50
36,0 7,25 46,8
47,4
13
1
3
31,2
9,07k
25,3
13,875
22,6
-/3,625
10,2
3,87
5
20,7
30,25
35,8
33.2
27.8
1
Juli.
57,50
36,0
I3(‘
5
30,6 8,12
5
22,6
13,50
22.0
-13,625
10,2
3,62
5
19,3
30,2525)
35,8
33.0
27.1
t
,,
,
57.50
36,0
132
6
31,0
7,87
5
22,0
13,50
22,0
–
1
3,5
9,8
3,625
19,3
3112)
36,7
33.0 26.9
5
,,
,
57,50 36,0
1312
14
31,0
7,75
21,6
13,50
22,0
-/3,625
10,2
3,62
5
19,3
33.4 27.0
2
,
,
57.50 36,0
,
13(6
9
31,8
22,3
13,50
22,0
1
-13,4375
9,6
3,375
18.0
33.8
26.9
57,50 36,0
1
l
8,25
1
23,0 1
13,50
1
22,0
1
–
13,4375
t
9,6
1
3,62
5
1
19,3
33.7 27.5
9. Alle Pondennoteer.ngen vanaf 21 Sept. ‘3! zIjn op goudbasis omgerekend; de Dollarnoteeringen vanaf 20 April ’33 zijn In verhouding van de depreciatle
ri den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.
.
694
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
31 Juli 1935
IÇOEItSEI’4 TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen Noteertngs-
eenheden
13
Juli
1
1935
20Juli
1935
1
LaagstelHoogstel
1
22127
Juli
1935
1
27
Juli
1935
Alexandrië..
Piast.
p.
97
97
97s1
9
751
8
97%
Athene
..,.
Dr. p.
516 515 515 518 518
Bangkok….
Sh.p.tical
111011
8
1110
1110,.
1110
7
1/10,
Budapest
•.
Pen. p.
1651
8
161/
8
165/
8
16
5
18
1651
BuenosAires’ p.pesop.
18.75 18.65 18.50
18.70
18.55
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
11611
8
116
11
8
1
/
63
132
1
1
65
182
1/6
1
1
8
Constantin.,
Piast.p.,
612 612 612 614
613
Hongkong ..
Sh. p.
$
2/1
7
/8
21151
8
211
212
211
2/
Sh. p. yen
1122/
8
11211
1121/
8
1/22/
26
112
5
1
33
Lissabon….
Escu. p.
£
110’/
110%
10971
8
110%
11021
8
Mexico
,..
$perg
17
17%
17%
18%
173%
Kobe
…….
Montevideo
2
)
d.perg
1931
193%
19
20y,
20
Montreal
..
$
per
£
4.96%
4.96%
4.95 4.97%
4.97
Riod.Janeiroa
d. per Mii.
2.51
5
25
291,
2
11
1s6
2
5
18
Shanghai
. .
Sh. p. tael
11711 11671
8
11621
8
11711 116121
Singapore •.
id. p.
$ 2/3
/
31
32
21315/
2/3
12
/
16
214
2/328/
33
Valparaiso’).
$perg
119
119 119
121
121
Warschau •.
ZI. p.
£
261/
86
26
1
1
25
7
18
1
26112
2634
•
uiiic. flOt.
13
laten, gem. not., welke Importeurs
neDben
te
betalen,
8 Juli 17.02.
2)
Offic. not. 11Juli 39’12.
15 Juli
39518;
19 Juli
393(4;
20 Juli
39/8; 23 Juli 391j2.
3)
Id. II Mrt. 41(
4
.4)90 dg. Vanaf 28
Aug. laatste
s
ex-
port”
noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
2)
Londen’)
N.Yorkl)
Londen
23 Juli
1935..
3021
56
673%
23 Juli
1935….
14015
24
,,
1935..
302/
28
673%
24
,,
1935….
14116
25
,,
1935,,
302/,
67%
25
,,
1935….
140,9
26
,,
1935,.
3t3/,
8
673%
26
,,
1935.,..
140
/
6k
27
,,
1935,.
3031
8
67%
27
,,
1935,,,,
140151
29
,,
1935..
3021
5
67%
29
,,
1935,..,
14017
30
Juli
1934..
2011
45%
30 Juli
1934.,.,
1381_
27
Juli
1914..
242s1
59
27
Juli
1914….
84110%
1)
In pence
p. oz.
stand.
3)
Forelgn silver In $c. p. oz.
fine.
1)
In
sh. p. oz.
line.,
STAND VAN
‘s
RIJKS
KAS.
Vorderingen.
1
15Juli 1935
1
23Juli1935
Saldo van’s
Rijks Schatkist
bij
De Ne-
1
15.341147,50
/
22.200.215,05
Saldo b. d. Bank voor Ned.Gemeenten
,,
461.613,64
,,
396.491,72
Voorschotten
op
ultimo
Juni
1935
ald. gemeent.
verstr.
op a.
haar uit te
keeren hooI ds.derpers. bel., aand. In
s,
(te hoofds. der grondbel. endergem. fondsbel.,
alsmede
opc. op
df e belas-
derlandsche
Bank……………….
tingen en op
de vermogensbelasting
10.410.638,03 10.410.638,03
Voorschotten aan
Ned.-lndlë ………
,,
131.486.753,51
,,
132.292.106,86
Id.
aan
Suriname ………………… ,
12.188.423,54
,,
12.324.936,33
Id.
aan
Curaçao …………
. ………
,,
1.870.244,53
,
1.790.344,73
Kasvord. weg. credletverst. a(h. buitenl.
119.413.179,49
..
,,
120.214.593,55
Daggeldieeningen tegen onderpand
Saldo der
Rijkscomptabelen
postrek.
v.
32.909.532,78
..
..
Vord.
op
het Alg.Burg.
Pensioenfonds’)
–
32.353.116,06
,,
–
59.230.917,64
,,
34.320.917,64
Vord. op andere
Staatsbedrijven
1)
……
Verstr. t. laste der Rijksbegr.
kasgeld
leeningen aan gemeenten
(saldo)..
,,
42.102.811,85
,,
40.967.094,39
Ve r
p_II_c_h_t
1_n_ge_n
Voorschot door De
Ned. Bank
ingev.
art. 16 van haar
octrooi
verstrekt
–
–
Schatkistbiljetten In Omloop ………
t
402.548.009,-
f402.548.000,-
Schatklstpromessen in omloop …….
,,
105.600.000,-
,,
105.600.000,-
Daggeldleeningen
………………..
–
–
Zilverbons
In
omloop …………….
1.227.047,50
,,
1.225.425,-
Schuld
op
ultinio Juni
1935 aan de
gem. weg. a. h. uit te
keeren
hoofde. d.
.
pers. bel.,
aand.
t.
d. hoofde. d. grondb.
.
e.
d. gem.
fondsb.
alsm.
opc. op
die
…..
….
bel, en
op
de verm. bel …………..
—
–
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.l)
,
443.067.39
,,
571.607,84
Id. a.
It
Staatsbedr. der
P.T.
en
T.’)
……
,,
91.336.727,93
,,
1.064.229,06
86.984.562,73
,,
1.011.295,37
Id. aan andere
Staatsbedrijven’) ……
Id.
aan
diverse instellingen’) . …….
..
119.622.766,13
,119.636.982,65
1)
In rekg.-crt. meI ‘s Rijks
Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
20 Juli 1935
1
27Juli 195
Vorderingen:
Saldo Javasche
Bank ……………..
/
8.482.000,-
–
Saldo b. d.
Postchèque- en Girodienst
990.000,-
f
986.000,-
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas ……
–
Verplichtingen:
Voorschot ‘5 Rijks kase.a.Rijksinstell
,
138.010.000,-
.
,126.499.000,-
..58.386.000,-
–
Schatkistpromessen ………………….-
Schuld
aan
het Ned.-Ind. Muntfonds.
226.000,-
226.000,-
Idem aan de
Ned.-lnd.
Postspaarbank.
577.000,-
275.000,-
Voorschot van
de
Javasche
Bank
–
302.000,-
CURAÇAOSCHE
BANK.
Voornaamste
netten in duizenden suldens.
Circu-
1
Voor-
ottenl
DIS-
Diverse
DIverse
Data
Metaal
latie
aan de
1
conto’s
n
reke-
/nen’
reke-
ningen’
kolonie
1Juni
1935
4.541
4.387
115 64
510
253
1 Mei
1935
4.441
4.353
1
150
64
493 205
1
April
1935
4.480
4.480
198
81
555
244
1
Maart
1935
4.416 4.569
1
220
77
626
179
1
Juni
1934
4.555 4.589
1
123 99
509 108
‘2 OIUJII). UCI flLtJV4.
OlUilp. Uyl jJ4DDJVU.
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 29 Juli 1935.
Activa.
Binnen!.
Wis-t
Hfdbk.
f
38.165.411,97
sels, Prom., Bijbnk. ,,
1.681.755,49
enz.in disc.(Ag.sch. ,,
3.742.104,51 f
43.589.271,97
Panier o. h. Buiteni. in dia’ontn
–
idem
eigen
portef.
f
356.500,-
Af: Verkocht maar voor
de
bk.nog
niet afgel.
–
356.500,-
Beleeningen
Hfdbk. f
173.713.588,051)
.
mcl
vrsch.
in rek.-crt.
Bijbnk. ,,
14.440.596,84
{
op
onderp.
Ag.sch. ,,
40.683.741,83
f
228.837.926,72
Op Effecten
……
f
221.573.750,83
1
)
OpGoederenenSpec. ,,
7.264.175,89
228.837.926,721)
Voorschotten a. h. Rijk ……………
Munt, Goud ……
f
123.594.040,-
Muntmat., Goud ..
434.071.561,81
f
557.665.601,81
Munt, Zilver, enz.
,,
22.737.671,69
Muntmat., Zilver,, ,,
–
,,
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
580.403.273,50
3
)
sioenfonds
……………………
39.594.297,94
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
2.854.929,40
Staat
d. Nederl.
(Wetv. 27/5/’32,
S.No.
221),,
15.486.148,55
f
915.722,348,08
Pacaiva.
Kapitaal ………………….
……
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………… . ….. ,,
4.049.884,01
Bijzondere reserve ………………,,
5.675.000,-
Pensioenfonds ………….. ,
…….., 9.917.053,32
Bankbiljetten in omloop ………….. ,, 818.746.220,_
Bankassignatiën in omloop ……….,, 79.091,93
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f
9.136.119,67
– saldo’s: 1 Anderen ,, 45.627.840,86
54.763.960,53
Diverse rekeningen ………………,,
2.491.138,29
f
915.722.348,08
Beschikbaar metaalsaldo …. ……..
f
231.769.495,40
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
579.423.740,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………..,,
–
Waarvan aan Nederlandsch-Indië
(Wet van IS Maart 1933, Staatsblad No. 99) ……../ 71.153.775,-
Waarvan in het buitenland ……………………. ..33.054.893,62
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere Beschlkb. Dek-
Data
Circulafte opeischb. Metaal- k
Munt
1
Muntmat.
schulden saldo
perc.
29 Juli ’35 123594 434.072 818.746 54.843 231.769 66,5
22 ,, ’35 114594 573.874 811.745 79.923 355.344 80
25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521 54
Data
1 1
disconto’s
1
;’;’;;n
1
rechtstreeksj
Belee-
ningen
‘”‘”‘
op
het
1 1
reke-
buit enl.
1
om
gen
1
29 Juli
19351
43.589
–
1
228.838
356
2.855
22
,,
19351
24.784
1
–
1134.320
356 3.033
25 Juli
1914J
87.947
–
61.686
20.188
509
1) Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
Zilver 1 Circula tie opeischb. metaal-
schulden saldo
27 Juli’35
2
)
1
20
,,
‘352)1
29 Junj1935
11320
120.840
166.910
169.570
172.331
22.260 30.580
32.558
1
36.652
1
40.780
41.575
100.477
1
23.05
22
,,
19351
100.490
1
23.394
172.705
29.230
1
43.109
25 Juli 1914
22.057
31.907
110.172
12.634
4.842
1
Wissels.
1 1
1
‘
Diverse
1
Dek-
Data
1
bulte.i
l
Dis-
1
Belee-
1
reke-
1
kings-
1
N.-Ind.
1
conto’s
1
ningen
1
ningen’)
Percen-
1
betaalb.
1
1
tajie
27Juli ‘355)
1.990
73:930
12.150
59
20
,,
1353)
2.640
75.260
12.640 60
29Juni1935
2.663 12.559
60
11.849
57.021
22
,,
1935
2.504
11.010
55.038
12.198
61
25Juli1914
6.395
7.259 75.541
2.228
44
‘) Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.