84 JULi 1935
AUTEURSRECHT VOO !?BEHOUDE1.
Economi*sch~sta
‘
tistische
Ben* chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOK !’-IANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
20 JAARGANU
WOENSDAG 24 JULI
.1935
No. 1021
COMMISSIE VAN REDACTiE:
P. Lieftinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en
H. M. H. A. van der Valk (Redacteur-Sccretarisj.
Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties f 0,50 per regel. . Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditncar NV., Utgevars, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchêque- en giro-rekening No.
145192.
Abonnemantsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,–. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op
de verdere publicaties.
INHOUD.
Blz.
DE vERLAGINc. DER BEIEGGINGSINTEREST IN vERBAND
MET DE RIJESFONDSEN EN FIUN ORGANISATiE
door
D
r. J. van Hoorn …………………………..664
De verlaging van huren en lasten door
Mr. A. G. Lubbers 666
Tolheffing eci wegverkeer door
Mr. P. j: Mijksenaar… . 667
De Rijksmiddelen over Juni
1935 ………………..668
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De nieuwe Fransche crisiswtgeving door
Dr. H.
Weich?fl aan ……………………………. 669
AANTEEKENINGEN:
De President van De Javasehe Bank over de voor-
waarden van internationale stabilisatie ………
672
De economische politiek van Nederlandsch-Indië ….
672
De zichtbare suikervoorraden in dewereld ……..
673
MAANDCIJFERS:
Overzicht van den stand der Rijksmiddelen ……..
673
Emissies in Juni
1935 ………………………674
STATISTIEKEN
…………………………
67-678
Geidkoersen. — Wisselkoersen. – Bankstaten.
23 JULI 1935.
Sedert 8 Juli 31. ‘heeft de verruiming op de geld-
markt geleidelijk verder voortgang gemaakt. Het par-ticulier disconto, dat
qp
genoem-den -datum nog 3 pOt.
en Maandag 15 Juli 28 pOt. noteerde, is tot
ix
pot.
teruiggeloopen. Prolongatie deed in dezelfde etappes
2%
p0t.-1% pOt.-1% pOt.; en call
21/4
p0t.-1
p0t.-3
1
2
pOt. De Nederlaad-sch-e B.ank verlaagde, zoo-
als dan ook verwacht was, haar disconto op den iSden
wederom met
34′
pOt., tot 3 pOt. De goud-stroom naar
ons land bleef voortdurend, zij het dan in. steeds
trager tempo, vloeien; in de week van 8-13 was het
accres
.f
22.8 millioen, in ‘die van 15-20 bijna 5 mii-
li-oen. Driema-and-s-schatki-st-wissels noteerden 1%
•
pOt.
en -zesmaand-s-wissels
i
7
/s pOt. De koersen van jaars-
biljetten en drie- en vijfjaars’biljetten bleven op resp.
2% pOt. en 3 pOt. ten achter, waaraan de onzekere
algemeene toestand stellig niet vreemd
is,
terwijl het vooruit7jch-t van de komende emissie op Woensdag
as. de -koopers een afwadhtende houding deed aan-
nemen.
Ook op cle valutam-arkt bleven de sdhemmelingen
aanvankelijk binnen enge grenzen beperkt, mede een
gevolg van de nauwere samenwerking tussehen de
circulatiebanken ter heteuigeling der speculatie. Even
scheen de A’merik-aansche zilverpolitiek de- rust te verstoren. Groote Oostersche aanvoeren op de Lon-
-densche markt, ‘die (zij het dan aarzelend) door New-
York werden opgenomen, deden een krachtige vraag
ontstaan naar Pon-den, welke den Oden Juli te Am-sterdam -tot7.29 opliepen, terwijl Dollars op 1.46%
‘aren -aangeboden. Dodh in ‘het verder verloop her-
stelde -zidh het evenwicht weer van -lieverlede, en -de
Pon’de’n ‘bleven vrij stabiel op ongeveer 7.27, de Dol-
lars op 1.46%. Naarmate de Nationale Feestdag na-
derde, ‘zorg-de nu Parijs voor -de noodi’ge afwisseling.
Fr-ancs, die de week op 9.72% geopend Iha
,
dden, be-
reikten, na een -gesta-di-ge daling, op Zaterdag 13 jl.
het onderste goudpun-t op 9.70. 0-ok dit was van voor-
hijgaanden aard. Na ‘den. rustigen Zondag ‘herstelde
Parijs zidh langzamerhand tot 9.73. De energieke
plannen der Fransche Regeerin’g tot saneering der
financiën ivaren hier-bij een verdere stimulans.
Zoo scheen ‘de week van 15-20 Juli, niet in -het
-minst door een totaal gebrek aan zaken, in de gebrui-
kelijke apa
–
h-ie te verloopen, met P-onden op 7.26%,
Parijs op 9.73 en Dollars op 1.46%, toen plotseling
Zaterdagmorgen tegen het einde van de markt -de
eerste . -symptomen van een nieuwen -aanval op den
Gulden zidh kenbaar maakten. De onzekerheid om-
trent het -lot van -het Kabinet deed een vraag naar
valuta’s -over de ‘geheele linie ontstaan, welke Maan-
dag 22 Juli in -verscherpte mate bleef aanhouden.
New-York n-oteerde -aan het slot van een ‘bewogen dag
1.48 en Parijs 9.79, heide iets -boven het gouduitvoer-
punt, terwijl Pon-den op 7.34 gezocht bleven. Onder de an-dere valuta’s, ‘die van de ‘hausse profiteecden,
noemen wij Marken op 59.50, Belga’s op 25 en Zwit-
sersche Francs op 48.35.
Op -de termijn-markt ‘had eveneens een a-lgeheele
ommekeer plaat-s. Termijnponden, -die -langzaam maar
zeker tot 2 punten agio voor 1 maand en 7Y2
1
cent
agi-o voor ‘drie maanden waren in-gezakt, waren ten-
slotte op resp. 2% en 9% -gevraagd. –
-Op de ‘goudmarkt’ waren haren, na geruimen tijd in
‘de huurt van ‘den aankoopprijs van De Nederla.n-dsche
Back -te »zijn vhrhan-dël-d, op’ 1.653 -gezocht. Gouden
Pon-den noteerden 12.27 en Gouden Dollars 2.52%.
664
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juli
1935
DE VERLAGING DER BELEGGINGS-
INTEREST IN VERBAND MET DE RIJKS-
FONDSEN EN HUN ORGANISATIE.
Steeds ‘duidelijker teekent ‘het ‘zich af, dat
hij
de
economische veranderingen, die zich in puze dagen
in grooten stijl voltrekken, ‘de Rijksfondsen in het
centruni der belangstelling ‘worden getrokken. Dit kan
om meer dan één reden niet verbazen. Alleen al de
omstandigheid, dat onnoemelijk veel Nederlanders, ja
de bevolking in ‘haar groote massa, hetzij als arbeider, hetzij als openbaar ambtenaar, hetzij als spoorwegnian
(om ‘het Spoorwegpensioenfon’ds nu ook even tot de
Rijksfon’dsen te rekenen) ‘bij ‘de .groote fondsen het
enorme belang van
zijn
ou’derdomsvoorziening heeft
liggen – om van verdere voorziening en van de ver-
zoi’ging der gezinsleden nog niet eens te spreken -,
kan tot ‘het’ ‘bewustzijn ‘brengen, dat het wel en wee
van de fondsen nauw met het wel en wee van ons
volk samenhangt en dat het hier bovendien gaat om
de reputatie ‘van ons land als we1 geordende Staat.
Maar niet alleen dergelijke i’deëele overwegingen
zijn het, die niet zoo’n ‘groote kracht de aandacht naar
de fondsen toe trekken, en waarschijnlijk ook ‘wel niet
in de eerste plaats. De ideëele overwegingen ten min-
ste zou men op een oogenhlik nog op den achtergrond
van zijn belangstelling kunnen laten huizen, maar
niet aldus ‘de financieele zorgen, ‘die zich ongevraagd
naar voren dringen. Alvorens ‘hierop verder in te
gaan, zal ik op enkele punten moeten ‘herinneren aan
den geschiedkundigen loop van zaken.
Dat de Rijksfondsen hun volle portie krijgen van
de moeilijkheden ‘hij den overgang, die ons land thans
doormaakt, spreekt eensdeels vanzelf, maar is ander-
deels – en zeker niet voor een klein ‘deel – ‘te zoe-
ken in een minder overzichtelijke wijze van financie-
ren ‘dier fondsen, welke zich nu wreekt. Die minder
overzichtelijke financieringswijze op h’aar ‘beurt werd
in de hand gewerkt door de enorme ‘lasten, die men
de’ fondsen ‘bij hun stichting oplegde en voor welke
men wellicht ‘teruggedeinsd zou zijn, indien men door
scherper analyse zich meer rekenschap ha’d gegeven
van het toekomstig financieel verloop.
Het gaat hier niet om het uitoefenen van critiek,
maar om ‘het vaststellen van algemeen bekende feiten
en wie hieraan nog mocht
twijfelen
zij herinnerd aan de pensioenen der vSSr 1917 in dienst getreden In-
dische landsdienaren, die rechtstreeks uit •de begroo-
tio’g voldaan worden en dus zonder ‘dat er een fonds
is oni de ënorm stijgende jaarljksche lasten op ‘te van-
cn. In 1933 waren deze reeds geklommen tot
f
51
millioen
per jaar,
met de zekerheid ‘dat die in de
daarop volgende jaren nog verder ‘zouden moeten
stijgen, om daarna in eenige tientallen jaren geleide-
lijk uit te sterven. Van den enormen omvang der
toekomstige verplichtingen, die men op zich nam,
was men zich
destijds
niet !bewust en ik zou niet
gaarne beweren, dat een beter inzicht thans als ge-
meen goed kan worden beschouwd.
1)
In de oorlogsjaren, toen men ‘de Invaliditeitswet
en de Ouderdomswet voorbereidde en de weduwen-
pensioenen van ambtenaren en militairen verhoogde,
heeft men geheel anders ‘gehandeld en is men zich
bewust geweest van ‘den druk, die op ‘de toekomstige
1)
Naast ervaringen van meer ‘dage’lijkschen aard kan
ik bijv. wijzen
01)
de niet verder gemotiveerde en daar-
door wel eenigszins verrassende conclusie van het hoofd-
artikel in E.-S.B. van
15
Mei
I.I.
Eetm onderzoek
van den schrijver,
of
de aanbevolen reittedie niet onein-
dig erger is dan de maatregelen, ‘die ‘hij bestrijdt, zou
mi, niet overbodig zijn geweest. Toch kan het betoog, af-
gezien van andere argumenten, die ik minder juist acht,
mi, overeind blijven in zooverre het bedoelt een veroor-
deeling, niet van foudsvorming, maar van fondsvormiiig
bij den Staat.
Want .dat wettelijk verplichte sociale ver-
zkering
ook zou
meebrengen, dat de Staat als risico-
drager die vei’zekering
zelf
uitvoert, is volstrekt niet
vanzelfsprekend!
hegrooti.ngen hij ‘voorbaat werd ‘gelegd en heeft men
dien druk gelijkmatig over ‘de toekomst bedoelen te
verdeelen. Het is niet voor tegenspraak ‘vatbaar, ‘ilat
men tegelijkertijd-bezield is geweest van ‘het optimnis-
na, dat de komende ‘gesladhten wel rijk ‘geroeg zou-
den zijn om, behalve ‘de voorzieningen voor ‘hun ei’gen
tijdgenooten, de premievrije pensioenen en ren,ten
te betalen, ‘die wij in een paar tientallen jaren ten
‘bedrage van een aantal honderden mill’ioenen guldens
aan de onder ons levende ouderen ‘of op andere wijze
onverzorgden ‘hebben uitbetaald en nog zullen uitbe-
talen zonder ‘dit zelf te kunnen bekostigen.
Hier raak ik langzamerhand aan het eind van mijn
lange inleiding, want ik kan nu constateeren, dat
het niet in vervulling ‘gaan van deze optimistische
verwachting onze samenlevin’g parten is gaan spelen
en ‘dat daardoor ‘de fondse ons ‘zooveel zorgen geven.
Zou men gedaan. ‘hebben, ‘wat men
bij
een levensver-
zekeringsmaatschappij doet, nl. geen hoogere uitkee-
ringen in het vooruitzicht stellen, dan men, ‘ieman’ds
‘leeftijd in aanmerking nemend, hem voor de vastge-
stelde uniforme premie kan geven, dan zou men van
de Rijksfon’dsen zelfs in dezen tijd nauwelijks iets
hemerken. Wel zouden dan tal’iooze ouderen zon’der
verzorging en tallooze anderen met een te geringe
of veel te geringe verzorging rondloopen, maar van-neer men dan voor ‘die personen ook ‘iets of nog iets
had ‘willen ‘doen, ‘zou men veel en veel ‘overzichtelij-
ker te werk
zijn
gegaan door ‘deze ‘groep geheel af-
zonderlijk te ad’ministreereu en te financieren. Tal
van onu’itroeihaar Iblijkende mnisvattin’gen over fonds-
vorming zouden zijn voorkomen en de lasten, die ‘de
Staat op zich nam, zouden iedereen volkomen helder
voor oogen ihebben gestaan, want men zou ze niet
‘hebben ‘beredeneerd, maar ‘gevoeld. Maar, als dus niet
‘de mogelijkheid bestaan ‘ha’d te iutten uit de ‘gelden
der eerstgenoemde, in wezen zichzelf bedruipende,
verzekeringen, dan zou men met zijn premievrije uit-
keeringen ‘vermoedelijk veel minder royaal geweest
zijn…. * *
*
Deze inleiding, .d’ie zooa’ls ik al erkende, wat lang
geworden is, .heef t dus tot ‘doel om in gedachte een
algeheele splitsing aan te ‘brengen tusschen ‘de zich-
zelf bedruipende verzekering van ‘het jonge en van
het toekomstige ‘geslacht eenerzijds en anderzijds de
verzekering in den overgangstoestan’d van de ‘oude-
m’en, die bij de tot standkom’ing der wetten op Staats-
kosten ‘gelijke rechten als de ‘eerstgenoemde kregen,
doch ‘zonder dat ‘de Staat ‘deze op zich genomen ver-
plichting kou nakomen anders dan ‘door een schuld-
bekentenis. (Bij ‘het Invaliditeitsfonds ‘zou deze
schuldbekentenis gedelgd worden door een annuïteit
van 75 jaar, dus tot 1994, terwijl de uitgaven waar-
voor deze ‘dekking bestemd is, voor ‘het overgroote
deel reeds in de eerste tientallen jaren worden ‘ge
daan). Een
‘dergelijke
f’ictieve splitsing leek mij noodig
om de werk-ing ‘der verschillende omstandigheden op
de fondsen op den voet te kunnen volgen. Die om-
standighedenzijn dan, in ‘hoofdzaak van tweeërlei
aard, nl. de verminderde draagkracht van ons volk,
waardoor de gevolgen der vroegere royaliteit ons
zwaar op de maag ‘gaan liggen, en, wat ons hier in-
teresseert, de lagere beleggingsinterest.
Onafhankelijk als deze ‘heide factoren, misschien
niet in hun ‘diepsten oorsprong, maar toch wel in
hun werking, ‘van elkaar zijn, neutraliseert de in-
vloed van .den laatsten dien van ‘den anderen gedeel-
telijk in zooverre, dat de lagere rentestand den druk
‘der schulden, voortspruiten’d uit de premievrije uit-
keeringen, minder zwaar ‘maakt ‘dan ‘zonder ‘interest-
verlaging ‘het geval zou zijn. ‘Toortgezette interest-
daling werkt dus verder in diezelfde richting, en
indien ‘d’ie ‘daliijg sneller gaat ‘dan met een vermeer-
derde koopkracht van het geld overeenkomt, zou
zelfs de last relatief lichter te ‘dragen ‘zij.
Ondanks .dat moet ‘men natuurlijk nooit vergeten,
24 Juli 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
665
dat cle last er
is
en dat men hem verder doet toe-
nemen doolr in een jaar minder middelen in het
fonds te storten dan •de interest •over •de hoofdsom
der schuld bedraagt.
‘Voor
de verplichtingen van de
Schatkist heeft het immers precies hetzelfde gevolg
als wanneer men zou besluiten beta’ling van coupons
e
n
: uitgelote stukken een ‘tijdlang gedeeltelijk of ge-heel •stop te zetten en later den achterstand ‘met hij-
betaling van ‘interest op interest in te halen.
Hiertoe zal men allicht niet spoedig overgaan,
want uien voelt intuïtief, dat het ‘te ‘stoppen gat snel
grooter wordt. Gaat het echter om pensioenfondsen,
die met een tekort werken, ‘dan ‘leert de ervaring,
dat men
‘zich
lang niet ‘zoo gemakkelijk bewust is,
dat hier precies hetzelfde gebeurt, en dat ‘het uit-
blijven van de intérest ‘der beleggingen, die het gat
in het fonds hadden moeten opvullen, dit gat ‘op
volkomen ‘dezelfde wijze en in volkomen gelijke mato
vergroot.
1)
Dit ‘beteekent, dat het tekort, zelfs ‘bij
een reutevoet van
3Y2
pOt., in minder dan 21 jaar
verdubbeld i’s, 11 jaar daarna verdrievoudigd, weer
S jaar later verviervoudigd en rLoo steeds sneller.
Voor 4 pOt. ‘zouden ‘deze aantallen jaren zijn .9,
10, 7, enz.
Dat verlaging van de i.nterest een vermindering
meebrengt van de uitgaven ten behoeve van cIt deel
van het gesplitst gedachte fonds, dat als eenige in-
komsten heeft uitkeeringen uit de Schatkist en waar-
van de uitgaven voor een groot deel reeds in het ver-
leden liggen, kan verder ook weinig verwondering
baren.
Van minder eenvoudigen aard is dan ook cle in-
vloed van de interestverlaging op het andere deel der
gesplitst gedachte fondsen, dus dat, hetwelk uitkee-
ringen verzekert, die door de binnenkomende premiën
geheel moeteii worden gedekt. Trouwens deze invloed
zal geheel verschillend zijn al naar gelang de ver-
schillende fondsen volgens verschillende grondbegin-
selen zijn ingericht.
De verschillen, waaraan ik hierbij in hoofdzaak
denk, bestaan in de wijze van bepalen der pensioen-
bedragen, waarop iemand recht heeft. Behalve het
aantal lidmaatschapsjaren, dat gewoonlijk wel een rol
speelt, kan men hebben, dat het pensioenbedrag volgt
uit de ‘gemiddeld betaa’l’de, in ‘geld uitgedrukte, vaste
premie, dan wel dat het volgt uit de gemiddelde be-
zoFdiging, die over den geheelen diensttijd of gedu.
rende de laatste jaren werd genoten, terwijl ook de
premie als percentage van de bezoldiging werd be-
‘taald
2),
1-let Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
werkt, zooals bekend is, volgens de laatste methode,
het Invaliditeitsfonds volgens de eerste. Beide soor-
ten fondsen zullen op geheel verschillende wijze op
een duurzame verlaging van ‘het peil der beleggings-
interest reageeren.
Heeft men een fonds, waarbij de uitkeeringen door
de betaalde premiën vastliggen, dan zal, aangezien de
premiën zelf en ook de interest, welke zij na beleg-
ging afwerpen, voor de ‘ uitkeeringen benoocligd zijn,
het fonds bij een lagere interest niet nieer in even-
wicht zijn, indien dit tot dusverre maar juist het ge-
val was. Indien men, bevreesd voor de snelle aan-
groeiing van het tekort tengevolge van het uitblijven
van inkomsten op het ontbrekende deel der activa,
het evenwicht wilde herstellen, zou er dus geen an-
dere weg overblijven dan het verband tusschen betaal-
de premie en uitkeering in verlagenden zin te her-
Men herleze ‘in dit vei-baiid, hetgeen de heer
A.
M.
Groot in zijn artikel ,,Het tekort van het Spoorvegpeu-
sioenfonds” opmerkt
01)
blz.
402
van E.-S.B. van
1
Mei I.I.
Aangezien de Rijksfondsen, die ons hier interessee-
ren volgens ‘het beginsel van collectieve verzekering Lijn
opgebouwd, laat ik ‘hier ‘buiten bespreking ‘het geval,
waarin ‘het pensioen voor ieder persoon individueel wordt
bepaald als verzekeringstechnische tege’nwaarde der door
of voor ‘hem betaalde premiën.
zien. Daarvoor zou dus een maatregel van buiten af
noodig zijn, die op het eerste gezicht van een zeer in-
grijpend karakter schijnt. ik verval in een korte her-
haling van hetgeen ik in het nummer van 12 Sep-
tember 1934 op blz. 806 schreef, indien ik opmerk,
dat het zeer aannemelijk kan worden geacht, dat met
een duurzame verlaging der beleggingsinterest ook
een duurzame verlaging van het loonpeil, d.w.z. een
duurzame verhooging van de koopkracht van het geld
gepaard zal gaan, waardoor een lager geldbedrag van
pensioenen nog niet als een verminderde beteekenis
van deze zou behoeven te worden gevoeld. De maat-
regel van verlaging der geldbedragen zou dan, in
plaats van
ingrijpend
te zijn, integendeel de zaaic in
wezen laten zooals
zij
was, al valt het niet te ontken-
nen, dat er oneffenheden en misschien zelfs belang-
rijke oneffenheden in den over.gangstoestan’d kun tien
optreden.
Heeft men daarentegen een fonds, waarin de be-
zo1diging den grondslag voor de berekening van het
pensioen vormt, dan komt de zaak er anders voor te
staan. Omdat het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
in het algemeen alleen de bezoldiging, genoten in de
laatste dienstjaren, laat meetellen en het beginsel der
gemiddelde bezoldiging, genomen over den geheelen
diensttijd, bij de Rijksfonclsen ook verder geen toepas-
sing vindt, laat ik het hier verder buiten bespreking.
Men zal trouwens gemakkelijk inzien, waarom het in
zijn wezen en in zijn uitwerking een overgang vormt
naar het eerst besproken beginsel.
Men kan dan verder over dit punt kort zijn, want
is het waar, dat dezelfde diepere oorzaak, die de da-
ling der beleggingsinterest veroorzaakt, ook een ver-
laging van het loon- en salarispeil bewerkt, dan is in
dit laatste een machtige tegen-invloed gelegen tegen-
over de verminderende interestbaten van het fonds.
Immers het pensioen wordt bij deze fondsen bepaald
als percentage van de bezoldiging, zooals die om-
streeks het tijdstip van pensionneering is, en het pen-
sioenbedrag gaat tegelijk daarmede omlaag zonder dat eenige maatregel van buiten af daartoe noodig is. Na-
tutirlijk is hiermede niet gezegd, dat die beide dalin-
gen nu juist gelijk-op gaan en bovendien zijn er nogal
wat invloeden, die het verschijnsel minder eenvoudig
maken. Zoo heeft men bijv. de pensioenen, die reeds
tot bepaalde vastgestelde bedragen toegekend zijn en
uitbetaald worden; deze vallen geheel buiten deze re-
deneering en sluiten zich aan bij wat over de eerst
besproken soort fondsen werd opgemerkt. Verder zal de premie, welke eveneens als percentage van de be-
zold:iging wordt geheven, ook in overeenkomstig min-
clere mate binnenvloeien en men zal zich tijdig moe-
ten oriënteeren, hoe het met het evenwicht in de toe-
komstig aanvangende verzekeringen gesteld is. On-
danks dat alles blijft de genoemde automatische ver-
lichting der lasten een geruststellende karaktertrek
dezer soort fondsen, welke des te meer opmerkelijk is,
waar zij in een ander geval, ni. dat van een alge-
meene en ‘salarisstijgin’g, waarbij géén verband
met een interestverandering zou bestaan, zulke enor-
me zorgen zouden geven.
* *
*
Dat de Rijksfondsen over gebrek aan belangstelling
te klagen hebben, zou inderdaad moeilijk kunnen wor-
den volgehouden. Eveneens is er stellig een algemeen
gevoel van onbehagen, dat het met hun evenwicht
zoo precair gesteld is. Het is althans niet aan te
nemen, dat de enorme omvang der bedragen, waarom
het hier gaat, en de groote lasten, waarvoor de Schat-
kist moet opkomen, een zekere ‘moedelooshei’d zouden
teweegbrengen, waardoor men ertoe zou ‘komen enorme
balanstekorten te beschouwen als dingen, die nu een-
maal aan pensioenfondsen ‘inheerent zijn
1
en waarbij
men zich dus maar zou moeten neerleggen. En dat
een niet-tijdig in overeenstemming brengen van baten
met lasten of van lasten met baten de moeilijkheden
666
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juli 1935
snel vergroot, waardoor het vroegere geslacht in ver-
houding te veel krijgt uitgekeerd en het latere ge-
slacht hiervoor moet boeten gedurnde levensomstan-
digheden, waarin niet veel bekrimping meer mogelijk
is, – wordt door de hierboven gegeven cijfers in het
licht gesteld.
1
)
Belangstelling voor de fondsen is dan ook noodig,
althans indien de belangstelling berust op voldoende inzicht in dun bouw. Het ‘hiervôér reeds opgemerkte
met andere woorden herhalend, kan ik vaststellen,
dat met de zuivere werking der fondsen wordt ver-
mengd de financiering van uitkeeringen, in het ver-
leden i.n den vorm van Staatspensioen gedaan (al
werd dit woord niet gebruikt), zoodat hier wel alle
gelegenheid wordt geboden om het overzicht kwijt te
raken. Hierdoor kan men dan weer, indien men zich
niet dagelijks met deze materie bezig houdt, gemak-
kelijk tot een verkeerd inzicht geraken en blijkens
een groot aantal artikelen en betoogen – om van
officieele stukken niet te spreken – heeft het (iaar-
aan ook allerminst ontbroken.
Het zou daarom mi. groote aanbeveling verdienen,
indien de f:inanciering der fondsen voor zooveel loo-
dig :in meer overzichtelijken vorm werd gebracht. Een
belangrijke stap in die richting is al een keer gezet,
al. toen ‘het Outlerdornsfon’ds werd gesplitst in een
fonds A, dat de verzekering van ‘het oudere geslacht
(dus gratis of beneden
kostprijs)
uitvoert, en een
fonds B voor de zih hedruipende verzekeringen. Het
is daarom naar mijn meening uiterst jammer, dat,
instede van die lijn tot het lnvaliditeitsfonds door
te trekken, § 55 van het Wetsontwërp ter verlaging
van te Openbare Uitgaven beoogt het Ouderdoms-
fonds A met het Invali’d’itcitsfonds samen te smelten,
terwijl de logische weg zou zijn ook thet Invaliditeits-
fonds op gelijksoortige wijze te pl’itsen en dan het
gedeelte A van ‘dit fon’ds met het Ouderdomsfon’ds A
te vereeni’gen.
liet is mij niet bekend, of er een bepaalde bedoe-
ling heeft voorgezeten met dit niet aldus te doen,
maar deze drijfveer zou wel zéér krachtig moeten
zijn, indien die het ontegenzeggelijk aanwezige groote
gevaar van vertrobeling van het inzicht in de Staats-
financiën teniet deed. Het behoort toch
‘hijv.
uit de
gepubliceerde balansen te
‘blijken,
indien de premie
der Invaliditeitswet een tekort zou laten (dat anders
ongemerkt uit de Rijksbijdragen aan ‘dat fonds zou
worden ‘gedekt) of een oversdh’ot kweeken (dat an-
ders, evenzeer ongemerkt, zou ‘dienen om de Rijk’s-
u’itkeeringen te verlidhten). Het ‘zou er ‘dus op neer-
komen, alsof ‘hetzij ‘de helastin’gheta’lers een deel van ‘den premie-last der veikgevers ‘hadden overgenomen,
hetzij ‘de werk’gevers een ‘deel van ‘de kosten der in-
val’i’diteitszegels zouden moeten beschouwen als een
uitsluitend voor ‘hen geldende ‘belasting met speciale
besternn’rin.g, en ‘dit alles zonder dat het ooit was
i)edeeld of ‘besloten.
ïWaar ook afgezien van dit concrete voorhee’l’d mag
het toch ‘dunkt mij een vanzelfsprekend belang geacht
worden, ‘dat alles wat op de openibare financiën be-
trekking heeft, zoo overzicihteljk mogelijk is gere-
geld. Geldt d’it reeds ‘in het algemeen, dan ‘geldt liet
des te zekerder in een. materie, die i’n andere op-
zichten n’oodzakelijkerwijze toch reeds ingewikkeld is.
Voor een juiste ‘heo’ordeeling van ‘den invloed der
in terestverlaging op ‘het Inva’lid’itei’tsfon’d’s ‘zal men
zich, ‘zooals in ‘dit artikel uiteengezet, dit fonds in
ieder geval n’iet anders dan op die ‘wijze gesplitst
kunnen voorstellen.
j.
VAN HOORN.
1)
Er
hebben zich
immers gevallen voongedaan, waarbij
tijdens de liquidatie van een fonds bleek, dat door ver-
zuini van afdoende maatregelen in het verleden de activa
uitgeput raakten lang voordat de aanspraken geëindigd
waren. Waarom toch bestaat er in die gevallen geen
wettelijke mogelijkheid om ‘te verhinderen, dat de eerder
trekkenden alles opmaken cii er voor latere rechten niets
overblijft? Deze toestand schreeuwt toch om voor-
ziening!
DE VERLAGING VAN HUREN EN LASTEN.
Zou waarlijk ook voor economische kwalen ling.s
homoeopabhi’soheu weg genezing zijn te vin’den? Zou
de ontwrichting, die op zoo menig gebied reeds ‘be-
staat, weggenomen of verminderd kunnen worden
‘door ook op ander terrein ‘de maatschappelijke struc-
tuur uit ‘haar verband te rukken? Of moet veeleer
worden gevreesd, dat aldus steeds ‘grooter spanningen worden ‘opgewdkt? Is het hoo’ge staatsm’an’swijshei’d,
wanneer de Minister-President in de Tweede Kamer
leeraart, dat, nu de defiatie, ‘die noodzakelijk wordt
‘geacht, ten ‘hate van ‘zekere volksgroepen is geremd,
‘dit euvel ‘moet worden opgeiheven ‘door haar ten koste
van anderen te versnellen?
De verzuchting moet mij van het ‘hart, ‘dat het
,,voorrecht”, :hetwel’k crediteuren en in’direct ook
hou’ders van pan’d’brieven bij ‘het beschikbaar stellen
van hun ‘geld hebben bedongen, op geheel ongedachte
‘wijze dreigt te ‘vekeeren in zijn tegendeel. Met het
vooruitzicht, dat ‘verdere rnetarnorphoses niet uitge-
sloten zijn. Frnmers, niemand zal verwathten, ‘dat
,,’der Weg zurack”, ‘die ‘de ‘Regeering
‘hij
‘deze
,,tij’de-
iijk-e” regeling voor oogen staat, een an’dere zal kun-
nen zijn ‘dan aantasting ‘der hoofdsorn’inen. Voorwaar,
voor den hy’pothecairen crediteur en ‘voor den ‘houder
van pan’dhrieven een weinig opw&kkend perspectief!
Blijkens ‘de Meniorie van Toelichting is de Regee-
ring ‘zich er van hewus’t geweest, ‘dat zij zich met ‘de
voorgestelde maatregelen ‘begaf
0]) zeer gevaarlijk ter-
rein, en ‘dat wanneer zij ontij’cli’g zou
ingrijpen
,,’ge-
makkelijk gevolgen zouden kunnen intreden, die erger
zijn dan ‘de kwaal, ‘die ‘men met het ‘gekozen middel
bestrijden wil”. Toetsen wij deze gulden woorden
aan ‘de consequenties, ‘die het ontwerp zal jhelyben ten
aanzien van ‘het hypotheca’ir crediet. De ren’tevDet
van hypothecaire leen’in’geri bewoog ‘zich reeds gerui-
men tijd in sterk dalende richting. Nieuwe (eerste)
‘hypotheken tegen een rente van ‘hooger ‘dan 4% pCt.
werden nog slechts
‘bij
uitzond’erin’g gesloten. Voor
particulieren, ‘levensverzekerin’gmaatschappijen e.d. varieerde de rente ‘van nieuve posten tusschen 4 pOt.
en 4% pOt. Voor een groot aantal oude posten was
de rente reeds tot 4% pOt. en vaak ‘daiu beneden
teruggebracht. Wat betreft de periodieke aflossingen
(particuliere hypotheken worden meestal gesloten
zonder periodieke aflossingen), indien: ‘dit door de
omstandigheden was ‘gemotiveerd, gaven ‘dc meeste
banken reed’s ‘ge’heele of gedeeltelijke
vrijstelling
van
aflossing. Indien uien dit ,,aarvp’asSiflgSproceS” had
laten doorwerken, zou ‘het stellig ilichben geleid tot
het resuqtaat, hetwel’k cle Regeering zich thans voor-
stelt door dwang te bereiken; waarschijnlijk zelfs tot
‘beter resultaat.
Aan ‘deze aanpassing echter heeft het ontwerp, ‘dat
zijn schaduwen – ‘ditmaal zeer diepe schaduwen –
vooruit ‘had geworpen, een abrupt einde ‘gemaakt.
Naar ik vrees, voor goed. Ik ‘ben hedudht, dat ‘het
‘hy’pohhecair cre’diet een knauw ‘heeft gekregen, waar-
van het zich in geen jaren zal ‘herstellen. ik zie den
toekomstigen gang van zaken ongeveer al’s volgt. Van
verdere plaatsing van pandibrieven door ‘de banken
zal voorshands geen sprake kunnen
zijn.
De gelden,
‘dlie •de ‘banken vrij krijgen door periodieke en an’dere
aflossingen zullen zij, 5f moeten aanwenden voor af-
lossing op •de uitstaande
pan
db
r
i
even
, 5f kunnen
besteden voor inkoop beneden pari van haar and-
brieven. Kapitaal voor ,,nieuwe” posten ‘zul]en ‘de
banken “dus of niet, of slecht’s ‘druppeilsgewijze ‘ho-
schilehaar kunnen stellen. Als regel ‘zullen zij er
slechts toe kunnen inedewerken, ‘dat koopers een
‘bestaande hypotheek geheel ‘of gedeeltelijk ,,over-
nemen”.
Pensioenfondsen, ‘levensverzekeringm’aatsdhappi.jen,
e.tl. ‘hebben zich sinds ‘cle publicatie van het ontwerp
reeds groot’en’deels van ‘de markt teruggetrokken. En
voor zoover dit niet is voor blijvend, zoo krijgen zij
het terrein vrijwel voor zich alleen. Er zal dus voor
haar geen reden ‘zijn om genoegen te nemen met een
24 Juli 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
667
lagere iente ‘dan cle van hooger hand gesanctionueer-
de 4% pOt. Meer ‘clan voorheen ‘zullen zij zich bewust
zijn van de noodzakelijkheid van een risico-premie.
Immers, zij zullen zich stellig ook willen en moeten
dekken tegen het risico van verdere capriolen der
Oveiihei’d. hetzelfde zal gelden voor ‘particulieren,
voor zoover •deze voor ‘hun beleggingen geen ander
terrein iullen ‘zoeken. Geen notaris zal zijn cliënten
naar eer en geweten kunnen ‘acl’vi’seeren ‘op den ouden
voet door te gaan met ‘het riskeeren van een beleg-
ging, welker onveiligheid de eigen Regeering zoo
duidelijk heeft gedemonstreerd.
Resumeerende valt ‘dus met Vrij groote zekerheid
te voorspellen, dat de rente voor nieuwe hypotheken
zal stijgen tot 4% pOt. en ‘wellicht door ‘het in reke-
ning brengen van afsluitprovisies nog hooger zal
worden. In ieder geval hooger ‘clan zij voorheen was.
In atede ‘dus van een verlaging van lasten niede te
brengen, ‘zal het ontwerp – wet geworden – in ‘dit
opzicht leiden tot verhongin’g. Maar hiermede zijn
wij er nog niet. Door ‘de verplichte huurverlaging ,al
het animo om geld ‘in hui’zenbez’it te steken waar-
schijnlijk nog verder afkoelen, zal de huizenmarkt
nog meer gedesorgani’seerd worden en zullen ook
hypohe’ken, ‘die, ondanks alles, tot nu toe gedekt
waren, in het gedrang komen. Met het onvermijde-
lijk gevolg, dat het oo’genblik ‘zal komen, dat de geld-
gevers, in het ‘bijzonder de particuliere ge’idge’vers,
zullen overgaan tot een sauve qui peut en tot op-
zegging hunner uitstaande ‘hypotheken.
Men heeft hierbij slechts te denken aan de tweede hypotheekhouders. In dit verband is het bijkans ver-
bijsterend te zien, dat wel maatregelen worden voor-
gesteld om de ‘deibiteuren te beschermen tegen een al
te rigoureus vasthouden aan de bedongen
periodieke
aflossingen, doch niets om hen te beschermen tegen
opeisching van
de gehecle hoofdsom.
De meeste hypo-
theken worden gesloten voor een duur van vijf jaar. Behalve de posten, die reeds thans opeischbaar zijn
(vele particuliere posten loopen voor onbepaalden
tijd, d.w.’z. zijn steeds opeischbaar), ‘zal in den loop ‘der
drie jaren, waarover
liet?
ontwerp spreekt, minstens
60 pOt. der thans uitstaande hypotheken opeischbaar
zijn geworden. In al deze gevallen zal den debiteur
gëen beroep op den kantonrecher kunnen baten en zal
de geldgever hem kunnen stellen voor het alterna-
tief: ôf aflossing ‘in eens, 5f – en ‘dan nog bij wijze
van gunst – een door den geldgever te bepalen perio-
d ieke aflossing.
Een beperking der executie-bevoegdheid van den
crediteur had dus in het ontwerp niet mogen ontbre-
ken. Dat zij wel ontbreekt is – ik zeide het reeds –
hiet veel minder dan verbijsterend. Het heet, dat ,,de
dkuudigen”, die ter zake door de Regeering zijn
geraadpleegd, zich met klem tegen een executie-beper-
king zouden hebben verzet. hun advies schijnt te heb-
ben geluid in dezen geest: Ge kunt alles doen, mits
slechts dit eene achterwege blijft. Wellicht ware het
beter geweest: Alles laten, doch slechts dit ééne doen.
Ik meen het, wat de algemeene ‘strekking van het
ontwerp betreft, hierbij te kunnen laten. De mij ter
beschikking staande plaatsruimte is beperkt. Quali-
tate qua nog enkele détail-opmerkingen:
1. 1-let ontwerp spreekt van ,,vorderingen gedekt
door hypotheek”. Deze
omschrijving
is onvoldoende.
Er loopen ook leeningen, buy, verstrekt door de
Rijksverzekerinigsbank, uitsluitend gedekt door borg-
tocht van Rijk, Provincie of Gemeente, die op haar
beurt haar risico beperken door zich door den debi-
teur hypotheek te doen verleenen. De vordering zelf
is dus niet door hypotheek gedekt en .valt buiten de
wet. Voor de toekomst zie ik een andere, doch soort-
gelijke driehoeksfiguur. Bij de z.g. houwmaatschap-pijtjes wordt het geld geleend aan den Directeur-aan-
deelhouder in privé; het maatschappijtje stelt zich
borg en geeft voor dezen borgtocht zekerheid in den
vorm van hypotheek en de geheele transactie valt
buiten den greep van den wetgever. De hier aange-
‘geven leemte i’s te ondervangen ‘door in artikel 1
alinea 1, te spreken van ,,De rentevoet van alle vor-
deringen, gedekt door hypotheek en van alle daar-
mede bij algemeenen maatregel van Bestuur gelijk te
stellen vorderingen.”
in artikel 3 sub a wordt een uitzondering ge-
maakt voor door hypotheek gedekte credieten, ver-
stre’kt door instellingen, voor welke het ‘verstrekken
dezer credieten tot haar gewonen werkkring behoor-
de. In de Memorie van Toelichting wordt dit hier-
mede gemotiveerd, dat de rente dezer crédieten af-
hankelijk is van het disconto van De Nederlandsche
Bank. ik moge er echter op wijzen, dat er ook instel-
lingen zijn, die
dergelijke
credieten – in het bijon-
der bouwcredieten – financieren door de uitgifte
van obligaties, geheel los van het officieel disconto.
De instell:ingen, die ik hier op het oog heb, zuliën
ook in de toekomst een hoogere rente dan 4% 1)Ot.
mogen bedingen, doch daarentegen op haar obliga-
ties slechts 4 pOt. hebben te betalen.
Artikel 5 beperkt de aflossing voor hypotheek-
banken, die zich tot periodieke aflossing van pand
brieven verplicht hebben, tot het bedrag, dat zij zelf
aan ‘aflossing ontvangen. Ware het tegenover de ‘ge-
‘dupeerde pan’d’bri’efh’ouders niet billijk, een dergelijke
aflossing voor
alle
hypotheekbanken dwingend voor
te schrijven? En tevens terzake een contrôle-instantie
in het leven te roepen?
Artikel 12 lid 1 spreekt van huurovereenkom-
sten loopende op den dag, dat de verlaging moet in-gaan en van huurovereenkomsten gesloten
na
dien
dag. Daarbuiten zouden vallen alle overeenkomsten,
gesloten v66r of op den fatalen datum, doch welke
eerst later ingaan, in deze leemte dient te worden
voorzien.
En tenslotte:
Zou het geen overweging verdienen den Katon-
rechter de bevoegdheid toe te kennen voor verhuur-
ders, die aantoonen, dat zij van de verlaging van las-
ten geen of geen noemenswaard profijt hebben en dat
zij door dadelijke intrecling der huurverlaging ern-
stiger zouden worden geschaad dan hun individueele
huurders gebaat, den fatalen datum eenige malen
voor een termijn van ten hoogste zes maanden te ver-
schuiven? Men sluite in deze niet iedere veiligheids-
klep af.
MR. A. G. LUBBERS.
TOLHEFFING EN WEGVERKEER.
Kortgeleden is het resultaat van een enquête ver-
schenen, ‘die verband houdt met het aanhangig zijnde
ontwerp van wet, waarbij de vrijheid wordt gevraagd
aan een aan te wijzen naamlooze vennootschap een
concessie tot toliheffing te verleenen.
Deze enquête is het gevolg van een in de volks-
vertegenwoordiging uitgeoefende drang, teneinde een
juist inzicht te verkrijgen in ‘den omvang en de soort
van het wegverkeer, ‘hetwelk van de ibestaande ‘brug-
gen en ponten gebruik maa’kt. Van verschillende
zijden zijn namelijk ernstige ‘bezwaren tegen het sys-
teem van tolheffing ingebracht, dat, volgens sommi-gen, een verzwaring van de lasten voor het ‘bedrijfs-
leven zou medebrengen.
Deze ‘bezwaren waren o.a. gegrond op ‘de gepubli-
ceerde tarieven, waarvan wij thans enkele in herin-nering bren’gen. De bestaande ‘bruggen en pontons
zouden in drie groepen worden ingedeeld. Voor het
passeeren van ‘dergelijke punten zou een personenauto
een bedrag van
f
0.12%,
f
0.25 of
f
0.50, ‘al naar ge-
lang de kla’sse, moeten betalen. Een vrachtauto zou
aan tarieven van
f
0.20,
f
0.37%, resp.
f
0.75 zijn
onderworpen, terwijl voor autohussen cle normen
f
0.25,
f 0.50
en
f 1.—
zou’den bedragen.
Het ligt voor de hand, dat deze periedieke ‘betalin-gen zoowel voor ‘het lange afsta’ndsverkeer, als voor
het streekverkeer een ernstige ‘belemmering zouden
kunnen opleveren. Zou echter ‘blijken, dat een zeer
668
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juli 1935
groot deel van •het verkeet over die punten zijn oor-
zaak aan reis- of sportieve genoegens zou ontleenen,
dan ligt het voor de hand, dat vele leden van de
volksvertegenwoordiging minder afwijzend tegenover
dergelijke offers zouden staan, teneinde een versnelde
‘hruggenhouw te verwezenlijken.
Zonder in te gaan op de strijdvraag of een derge-
lijke versnelde
bruggenhouw
niet op andere wijze
zou
zijn
te financieren, eveneens de kwestie of een
dergelijk to’lmonopolie al ‘dan niet in handen van nen
particuliere naainlooze vennootschap dient te worden
gesteld ter zijde latend, lijkt ons een korte hesohou-
ring van de gegevens, welke de ingenieurs ‘van den
Rijkswaterstaat, J. J. M. Aangenendt en J. F. L. van
G’ils, in samenwerking met ‘den sous-chef van de af-
cleeling Handels- en Verkeerstatistiek van het Cen-
traal Bureau voor ‘de Statistiek, Dr. Job. J. Hanrath,
verzameld en en uitwerkten, niet van belang onfbloot.
Vermelden wij nog, dat bij de eigenlijke telling de
medewerking van 107 werkloozen,
‘bij
de uitwerking
van ‘de gegevens ‘die van 50 werkloozen kon worden
(benut.
De punten, die hij de heoorcleelinrg van een toihef-
fingsysteem naar voren komen, zijn de volgende:
Voor welk percentage is ‘het wegverkeer zaken-, dan
wei toeristenverkeer?
Zijn het ‘de personen-, ‘dan wel ‘de vrachtauto’s,
welke ‘de hoofdrol spelen?
Is het lange afstan’ds-, dan wel het korte afstands-
verkeer van overwegend ‘belang?
Voor het antwoord op deze en verschillende andere
vragen, is een verkeerstelling georganiseerd van
18
April t/in. 1 Mei 1935 op ‘de bruggen
nabij
Kater-
veer, W’estervoort, Grave, Heus’den, Kei’zersveer, Zalt-
bommel en Arnhem; ‘daarnaast op de ponten bij
Moerdijk, Hen’drik-I’do-A’m’bacht en Nijmegen.
Vooraf dient vermeld, ‘dat de samenstellers aan-
toonen, ‘dat deze veertiendaagsdhe telperiode repre-
sentatief geacht kan worden voor het krijgen van een
indruk van het jaarljksche verkeer.
Voor Ihet ‘bedrijfsleven ‘is de beantwoording van ‘de
eerste vraag ,,zaken- of toeristenverkeer?” van het
grootste ‘belang. Het antwoord •hierop is niet twijfel-
achtig.
Afgerond kan men zeggen, dat op ‘de 12 navolgen-
de punten gedurende ‘de tweede week van de telling,
waarin geen bijzondere feestdagen vielen, het ‘wegver-
keer voor ‘de volgende percentages tot het zakenver-
keer ‘behoorde:
1)roCeflt
procent
Katerveer …….
80
Reusden ………90
Arnhem ………
70
Zaltibommel ,.,…
75
Westervoort .,…
85
Vianen .,.,,,,,.
80
Nijmegen ……
80
H.-I.-Ambacht …
85
Grave ,,,,,.,,,,,
80
Keize,’sveer .,,.,,
75
[[edel
…….
75
Moerdijk ………
65
Zou ‘dus tot tolheffin’g worden overgegaan, lan
staat het vast, ‘dat ‘het ‘bedrijfsleven verreweg ‘het
grootste aandeel in ‘den Opbrengst ‘zal moeten leve-
ren. Dat ‘deze offers – wij ‘herinneren aan ‘d’e reeds
eerder genoemde tarieven – niet ‘gering zullen zijn,
kan men zelf berekenen, in’dien men ‘bedenkt, dat in
de tweeweeksehe periode bijv. ‘bij Arnhem meer dan
40.000 en ‘hij Kat’erveer 23.380 passa’ges werden ge-
registreerd, welke ‘voor ‘het leeuwendeel werden ‘ge-
leverd ‘door motorrijtuigen (wielrijders en voetgangers werden niet ‘geteld).
Of ihet personen- ‘dan wel vrachtauto’s
zijn,
welk’e
procentsgewijs ‘de meerderheid vormen, ‘ook daarover ‘geeft de enquête een inzicht. Men ken zeggen, dat ge-
mi’d’del’d van ‘het geheele wegverkeer 60 procent wordt
gevormd ‘door de personenauto en 20-30 procent
door de vrachtauto. Motorrjwielen, autobussen en le-
spannen voertuigen maken •het percentage tot
100 vol.
Hieruit volgt weer, ‘dat vooral ‘het handelsverkeer,
voor zoover ‘dit betreft •handelsreizi’gers, houders van
a’geuturen, enz., ‘door ‘de heffing ‘zal worden ‘getrof-
fen. In groote mate toch wordt door ‘deze categorieën
‘de personenauto in ‘het zakenleven gebruikt.
Van groot belang, vooral voor ‘het geheele leven
ron’d ‘groote steden als Arnhem en Nijmegen, voor het
streek- of provinciaal verkeer dus, is ‘de vraag, in
hoeverre het ‘bewoners van ‘de omgeving van die
steden zijn, ‘die ‘door ‘de toiheffin’g worden getroffen.
Een tweetal bijla’gen geeft hieromtrent opheldering.
Ten eerste ‘de statist’iek, welke aangeeft in hoe-
verre ‘het verkeer (betrekking ha’d op afstan’den bene-
‘den •de 30 kilometer, van 30-100 kilometer en daar-
boven.
Ten aanzien ‘van ‘de ‘bruggen
‘bij
Zwolle, Arnhem
en Westervoort valt ‘dan op, ‘dat ‘over ‘de Katerveer-
brug meer dan 40 procent ,,’buurtverkeer” trok, een
verschijnsel, dat hij Arnhem steeg tot boven de 50
procent en hij STestervoort zelfs tot 70 procent! Dat
wil ‘dus zeggen, ‘dat op ‘die ‘bruggen ‘bij eventueele tol-
heffing, ‘de •off’ers, in ruime mate, ïoo niet overwe-
gende, ‘door ‘de. . . . streekbewoners zullen worden ge-
bracht.
Bij de overige bruggen en ponten – met uitzonde-
ring van Heusden (een minder
belangrijke
overgang)
– ‘vormt het mi’ddelverkeer (van 30-100 kilometer)
een factor, weiks invloed wisselt van 30-50 procent.
Wie ‘de statistiek ‘beziet, waarop de omvang van liet
verkeer op ‘de verschillende bruggen is aangegeven,
verdeeld naar ‘de provinciale letters van de geregis-
treerde motorvoertuigen, va’lt ‘het aanston’ds op, dat
‘de autobezitters uit ‘de provincies Noor’d-Brabant en
Gelderland in ‘overwegende mate aan de tolgeidhef-
fing ‘zullen moeten ‘offeren. In hoeverre het juist is,
dat ‘deze provincies, ‘doordat zij liggen in het stroom-
g(.bied van de groote rivieren, zwaar worden belast,
terwijl toch. meer stroomafwaarts ‘deze stroomen van
groot ‘belang zijn voor bijv. de provincie Zuid-Hol-
land, is een van de vele vragen, welke zeker bij de
verdere behandeling van het wetsontwerp naar voren
zal komen en welke ‘door de publicatie ‘van deze
omvangrijke enquête zeker aan
zakelijkheid
zal kun-
nen winnen.
MR. P. J.
MIJKSENAAR.
DE RIJKSMIDDELEN OVER JUNI 1935.
Het in dit nummer voorkomende Overzicht van
den stand der Rijksmiddelen op ultimo Juni beves-
tigt den indruk, die door de voorafgaande staten van
liet le halfjaar 1935 omtrent den loop der middelen
is gewekt. Er is nog steeds een teruggang, zij het in
vertraagd tempo, waar te nemen, die echter niet zoo opvalt, omdat eenige middelen door bijzondere om-
standigheden in de eerste maanden van 1934 tijdelijk
beneden het normale zijn gebleven, en die bovendien
voor een belangrijk deel wordt opgevangen door
nieuwe of verhoogde heffingen.
In ‘de eerste helft van ‘het loopende jaar (brach-
[en de middelen buiten de kohierbelastingen
f
180.714.700 in de schatkist, tegen
f
162.222.000 in
hetzelfde tijdvak van 1934. Dit lijkt niet ongunstig,
doch al dadelijk moet hierbij worden opgemerkt, dat
blijkens de raming gerekend was op een ontvangst
van
f
199.075.000, zoodat de opbrengst
f
18.360.300
bij de verwachting ten achter is gebleven. Bij nadere
analyse blijkt de stijging in opbrengst vooreerst te
zitten in hoogere ontvangsten aan invoerrechten
(f
7.2 millioen) en suikeraccijns
(f
1.6 millioen), die
echter in de eerste maanden van 1934 tijdelijk door
aanwijsbare oorzaken een inzinking vertoonden, zoo-
dat cle meerdere opbrengst niet zonder meer als winst mag worden beschouwd; daarnaast zijn het de tabaks-
accijns, de omzetbelasting en de couponbelasting, ver-
hoogde en nieuwe heffingen, di.e de schatkist hebben
versterkt. Voor de rest staat het er met verschillende
middelen minder rooskleurig voor; met name de ac-
cijnzen ‘kunnen ‘zich nog ‘steeds niet ‘handhaven.
De afgeloopen maand gaf een totale ontvangst van
f
30.186.200 tegen
f
31.190.100 in Juni 1934 en ver-
toont derhalve een achteruitgang van
f
1.003.900.
Verreweg de meeste tniddelen liepen in opbrengst
24 Juli 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
669
terug; een uitzondering wordt slechts gemaakt door
den zoutaccijns, den tabaksaccijns, de belasting
0
1)
gouden en zilveren werken, ‘de omzetbelasting, de
zegelrechten en de successierechten. Ook de gemid-
‘deide maandraming werd in Juni niet bereikt; het
nadeelig verschil bedraagt f
2.992.900.
De dividend- en tantièmebelasting liep ditmaal
weer in opbrengst terug (met
f
304.000). De ont-
vangsten van Juni 1934 waren echter vrij gunstig.
Gezien den grilligen loop van dit middel, zal men
goed doen met het trekken van conclusies nog voor-
zichtig te zijn. De belangrijke maanden voor de divi-
dend- en tantièmebelasting breken thans aan; spoe-
dig zal wel blijken, in hoeverre de in het
le
halfjaar
ontstane achterstand van
f
598.100 aan toevalligt om-
standigheden (b.v. een iets later komen der aansla-
gen) is toe te schrijven.
De invoerrechten gaven f 94.300 minder dan in
Juni 1934. Ook in vergelijking met de voorafgaande
maanden valt een daling te constateeren. Een maand-
opbrengst van f 1.116.200 bij een maandraming van
f
8.125.000 is aan den lagen kant. Gerekend over zes
maanden, is de opbrengst reeds
j
6.654.900 bij de ver-
wachting ten achter gebleven. Weliswaar kwam
f
1.229.200 meer binnen dan in het eerste halfjaar
van 1934, doch de invoerrechten ondervonden destijds
den invloed van de vlucht over de grens v66r 31 De-
cember 1933 in verband met de invoering van de om-
zetbelasting; bovendien is het tarief met 1 Juli. 1.934
verhoogd. Aan statistiekrecht werd ditmaal f 35.400 minder ontvangen, waardoor de achterstand over de
reeds verstreken maanden steeg tot
f
1.06.800.
Van de
accijnzen
verschaften alleen de zoutaccijns
en detahaksaccijns een surplus (resp. van f6.300 en
f
113.400). Beide middelen maken ook in het half-
jaarlijksch overzicht geen kwaad figuur. Al de
overige
accijnzen
vertoonen echter een lager op-
brengstcijfer. De geslachtaccijns verschafte
f
24.300
minder door de lagere veeprijzen en het verminderde
vleeschverbruik en bereikte met een opbrengst van
f
409.500 een dieptepunt. De
wijuaccijns
vertoonde
een decres van f 81.600, een voor dit kleine middel
niet
onbelangrijke
tegenvaller. De gedistilleerd-
accijns en de bieraccijns leverden in de afgeloopen
maand resp. f 140.600 en
f
229.400 minder op dan in
Juni 1934; hier komt de invloed van de crisis wel
heel sterk tot uiting. De suikeraccijns liep terug met
f164.900; toch was de ontvangst al weer f686.200
hooger dan in Mei jl. Over het geheel valt de ‘suiker-
accijns nog niet tegen. In het le halfjaar kwam
f 1.595.100 meer binnen dan in de eerste zes maanden
van 1934. Nu waren de ontvangsten in het begin van het vorige jaar bijzonder laag. Wat echter meer zegt,
ook het geraamde opbrengstcfer is in de eerste zes
maanden overschreden (met f 324.850).
De belasting op gouden en zilveren werken leverde
f 2.600 meer op. De omzetbelasting kwam slechts
f
59.700 uit boven de ontvangst van Juni 1934 en
schijnt dus thans zoowat normale opbrengsten op te
leveren. Indien dit zoo is, stelt de loop van dit mid-
del wel erg teleur; de ontvangsten over de eerste zes
maanden bleven f 11.198.500 bij de raming ten ach-
ter. De couponbelasting valt mee; weliswaat kwam in
de afgeloopen maand f 125.900 m:inder binnen dan :in
Juni 1934, doch, gerekend over 6 maanden, is het loo-
pen’de jaar
f
1.001.400 in ‘t voordeel, terwijl, wat nog
meer iegt, de raming met
f
193.700 werd overtroffen.
De z.g. conjunctuurbelastingen waren in de afge-
loopen maand niet al te best, al maken zij over het
algemeen ook geen slechten indruk. De zegelrechten
hradhten ditmaal f 124.600 meer op, hetgeen niet aan
een ruimer vloeien van de beursbelasting was toe te
schrijven, aangezien laatstgenoemde heffing juist iets
minder
(f
9.400) opbraaht. Op -zichzelf ‘heschouwd,
was de ontvangst der afgeloopen maand evenwel vrij
lang
(f
1.250.900 bij een maandraming ‘van f 1.333.300).
Ook de regis’tratierechten konden de raming niet
halen
(f
807.200 opbrengst hij een maandraming van
f
958.300) en bleven f 91.700 ten achter bij de ont-
vangst van Juni 1934. I-Ii’ertegenover ‘staat, dat deze groep van middelen in ‘de reed’s verstreken maanden
dermate ruime baten ‘heeft opgeleverd, dat blijkens ‘het
overzicht over het le ‘halfjaar zoowel ‘de opbrengst
van •het vorige jaar als ‘de ra’ming zijn overschreden.
De successierechten gaven f72.000 méér; daaren-
tegen werd de maandraming niet gehaald (tekort
f 208.250). De vorige maanden waren evenwel z66
gunstig, dat in het le halfjaar f 1.869.300 meer kon
worden geboekt dan in hetzelfde tijdvak van het
vorige jaar en dat het evenredig deel der raming met
•f 1.627.800 werd overtroffen. De loodsgelden gaven
f
85.300 minder, deels door de met ingang van
1 Aug. 1934 ‘in werking getreden tariefsverlaging.
Over ‘de Directe Belastingen van Af’deeling la kun-
nen wij kort zijn. De stand van eind Juni verschilt
niet noemenswaard ‘van ‘dien van ultimo Mei jl. Het
belastingjaar ‘ 193411935 loopt teneinde, waardoor in
de laatste maanden slechts weinig aanslagen zijn op-
gelegd, terwijl het nieuwe belastingjaar 1935/36, nog
geen invloed van beteekenis uitoefent. Vergelijkt men
‘het zuiver kohierbedrag ‘met den stand op hetzelfde
tijdstip van ‘het vorige jaar, ‘dan blijkt, ‘dat ‘de grond-
belasting een vooruitgang vertoont, ‘doch ‘dat hij ‘de an-
clere middelen een daling moet worden geconstateerd.
Staat II, die het verdere verloop van het dienst-
jaar 1934 aangeeft, toont aan, dat gedurende de
maand Juni in de zuivere opbrengst der directe be-
lastingen slechts geringe wijzigingen zijn gekomen.
De raming is ‘hij ‘de inkomsten- en de vermogensbelas-
tin.g overschreden met resp. f 5.952.300 en f 294.400.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE NIEUWE FRANSCHE CRISISWETGEVING.
Dr. H. Weiohmann te Parijs schrijft ons:
De sluier, welke over ‘de economische maatregelen van ‘het kalbinet-Laval lag, is eindelijk weggenomen.
In 29 ‘decreten heeft ‘de Regeerin’g haar saneeriivgs-
plan, ‘dat ‘de handhaving van ‘den Franc en ‘de dek-
king van ‘het tekort op ‘de begrooting ten ‘doel heeft,
samengevat. Is ‘het bereiken van ‘dit doel, dat in den
loop ‘van ‘de laatste twee jaren reeds door zoovele
Regeeringen is geprobeerd, thans verzekerd? Kan
eindelijk de periode van crises ‘of ‘ten minste ‘de en-
sisvrees, waarin Frankrijk sedert een jaar ‘leeft, wor-
den geliqui’deer’d?
In hun ‘geheel komen ‘de 29 ‘decreten neer op een
bezuiniging van bijna 11 milliard Francs. In groote
trekken kunnen ‘de ‘daarbij ‘geraamde bezuinigingen
als volgt worden verdeeld:
(in millioen Prs.)
Staatshnishouding …………………..
7.063
Amortisatie’kas
……………………..
195
Departementen en gemeenten …………
1.385
Spoorwegen ……………………….
2.316
Totaal
………………………
10.959
Uit ‘deze cijfers ‘blijkt, dat vooral het ontlasten van
‘den Staat van het ‘tekort ‘der spoorwegen, evenals de
dekking van het tekort op ‘de gewone ihuishou’ding,
‘beoogd is. Het ‘tekort van ‘de spoorwegen bedraagt
ongeveer Frs. 4 milliard. Door ‘de ‘huidige ‘decreten wordt ‘dus meer ‘dan ‘de helft van het tekort gedekt.
De Staat is ‘daarmede reeds voor een ‘belangrijk deel
ontlast. Zwaar weegt in de eerste plaats echter de
‘bezuiniging van Frs. 7.063 millioen op ‘de gewone
uitgaven. Het tekort uit hoofde van verminderde be-
lastinginkomsten werd op maximaal Frs. 6 milliard
geraamd. De ‘geraamde bezuinigingen zouden dus
n’iet alleen voldoende zijn om het tekort ‘ook in het
meest ongunstilge geval te ‘dekken, doch ‘bovendien
om nog ongeveer 1Y2 mi’lliard ter beschikking van de
Staatskas te stellen, voor het ‘dekken van ‘het restee-
rende tekort van ‘de spoorwegen. Hietuit blijkt, dat
de Regeering elke etappegewijze ‘saneering van het budget en iederen stap in de richting van ‘leeningen
670
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juli 1935
van de hand ibeeft gewezen. De ingediende decreten
hebben ten doel in eens het geheele ‘hegrootingstekort
weg te werken en daarmede ook in een slag een.
einde te maken aan den crisistoestand, zoowel ina-
terieel als psychologisch.
liet met een dergelijk koenen greep begonnen
saneerin’gswerk zal echter slechts clan resultaat heb-
ben, wanneer met de ‘decreten bereikt wordt wat zij
‘beloven en wanneer de Regeerirug ‘ook politiek in
staat za:l zijn dit werk tot een ‘goed einde te “bren-
gen. Hieruit volgt ‘de
noodzakelijkheid
deze decre-
ten niet alleen in hun geheel, doch, ten minste in
groote trekken, ook ‘in ‘hun onderdeelen te besohou-
ven en naar hun gevolgen te taxeeren.
, *
*
Het saneeringsplan van de Regeerin’g kan in vijf
‘groote groepen worden ingedeeld. Elk ‘onderdeel heeft
zijn speciale economische en psychologische beteeke
nis voor ‘het bereiken van het resultaat.
In den eersten bundel decreten treedt ‘de Regee-
ring op tegen alle mogelijke wantoestanden in het
burgerlijke of militaire bestuur. Deze decreten, welke
ten ‘deele reeds eenige dagen igeleden werden afge-
k’ondiigd, voorzien in de instelling van een tame-
lijk groot aantal commissies, welke nauwkeurig
de administratie ‘zullen onderzoeken en gemotiveerde
bezuiniingsvoorstellen zullen ‘doen. Men zal dit ‘ge-
deelte echter minder van materieelen ‘dan wel veeleer
van psych’ologischen aard moeten zien. De aanval op
de administratieve wantoestanden zal materieel geen
speciaal resultaat heibben. De ibeteekenis is veeleer
het scheppen van de psychologische voorwaarden
voor de offers, welke volgens ‘de verdere voorschrif-
ten zijn beraamd en welke de
feitelijke
materieele
resultaten zullen brengen.
In ‘dien zin beoogt het tweede deel van het sanee-
ringsplan de doortastende afschaffing van de
trekkingen-cu’mulatie en van de dubbele inkomens.
In Frankrijk “beton’d tot ‘dusverre in gr66te mate
het geibruik, ‘o’f liever het misbruik, ‘dat actieve of
reeds ge’pensionneerde ambtenaren nieuwe betrekkin-
gen aanrvaardden, ‘waardoor zij niet alleen een tweede
salaris genoten, doch ook de verschillende familie-
toela’gen dubbel ontvingen. Deze overdreven toestand,
welke bovendien ‘steeds meer met den socialen toe-
stand van het land in tegenspraak komt, wenscht de
Regeering in ‘de toekomst niet te laten ‘voortbestaan.
Bovendien worden de tot dusverre bestaande verhoo-
gingstermijnen met één jaar verlengd. Op ‘deze wijze
staat dit ‘gedeelte van het saneeringsplan in het teeken
van de afschaffing van de feitelijke excessen hij de
staatsuitgaven. Zijn materieel resultaat zal echter
niet moeten• worden overschat. Het kan hier hoog-
stens om de bezuiniging van eenige honderd millioen
Francs gaan.
Materieel ‘beian’r’ijker is daarentegen het derde
deel. Het brengt zoowel een werkelijke ontlasting van
de Staatsbegrooting, als
gelijktijdig
een nieuwe ver-
meerdering van inkomsten. Voor de vermindering
van uitgaven dient een
belangrijke
vermindering van
‘de tot ‘dusverre geibruikelijke Staatsbijdra’gen voor ‘de
sociale verzekering en wel met ongeveer Ers. 400
millioen. Voorts worden amorti’satiela’sten ten ‘bedrage
van Frs. 500 millioen, welke tot dusverre door de
Staatskas werden gedragen, thans naar ‘de autonome
amortisatiekas overgebracht, welke, zooals bekend, de tabaksregie voert en over speciale eigen bronnen
van inkomsten beschikt. De inkoinstenvermeerderin-
gen worden gevonden door een verhoogin’g van ‘de
couponbelasting van 17 püt. tot 24 pOt. voor ‘op
naam luidende effecten. Voorts wordt ‘het per-
centage van de algemeene in’komstenbelasting voor
de inkomens boven ‘de Frs. 80.000 verhoogd en de op-
heffing van een reeks belastingvoorrechten gelast.
Tenslotte worden nog door een
bijzondere
belasting
van 20 pOt. de winsten van de bewapeningsindus-
trieën getroffen. Deze maatregelen zullen Frs. 1.411.
millioen in de staatskas brengen.
De kern van het zou juist ingediende wetsontwerp
ligt echter in het vierde deel en wel in een ver-
laging van alle Staatsuitgaven met 10 pOt. Deze ver-
laging komt in de eerste plaats aan den schulden-
dienst van den Staat te goede. Op alle coupons van
de geconsolideerde en van de niet-afiosbare ‘schuld,
evenals ‘ook ‘van de buitenlandsohe schuld, voorzooverre
de effecten ter beurze van
Parijs
worden verhandeld,
wordt een korting van 10 pOt. gelegd. Een uitzonde-
ring vormt slechts de ‘viottende schuld, dus ‘het schat-
kistpapier, de bons van de nationale verdedi-
ging en de rente op spaarbanktegoeden. Deze ver-
mindering zal voor den Staat een bezuiniging van in
totaal Frs. 1935 millioen opleveren. Nauwkeurig be-
schouwd, ‘betreft het hier een ‘soort bedekte rentecon
versie of wettelijke renteverlaging. Zij is verdedig-
baar door het feit, dat 56 pOt. van de Staatsuitgaven
voor rekening van de rente van den schuldenlast van
den Staat komen en dat ‘het niet mogelijk was zon’der
een verlaging van de kapitaallasten orde te scheppen
in de Staatshuis’h’oud’in’g. De korting van 10 pOt. treft
voorts ook alle zakelijke en personeelsuitgaven. Bij
de zakelijke uitgaven bedraagt de bezuiniging Frs. 172
millioen. Bij de personeelsuitgaven wordt zij op
Frs. 1275 millioen berekend. De salarisverlaging treft
echter niet alleen de Staatsambtenaren, doch wordt
op alle bonen en salarissen toegepast, welke door de
gemeenten, de spoorwegmaatschappijen of andere
openbare kassen worden uitbetaald. Een zekere ver-zwakking heeft slechts voor de lage salarissen onder
de resp. Frs. 8.000 en 10.000 plaats, welke met 3,
resp. 5 pOt. worden verlaagd. De Regeering-Laval
heeft daarmede dus besloten een nieuw
tijdperk
van
deflatiepolitiek ‘in te luiden, welke het voorgaande Kabinet-Flandin nog wilde voorkomen. Dit punt is
ongetwijfeld het belangrijkste, doch ook het gevaar-
lijkste van het nieuwe economische programma van
de Regeering.
Om deze reden heeft de Regeering tegelijkertijd
met haar bezuinigingsplan ook verdere maatregelen
genomen, welke de ‘gevolgen van ‘de defla’tiepolitiek
materieel en psychologisch ‘draagbaar moeten maken.
Tot deze rubriek behooren de reeds genoemde afschaf-
fing van wantoestanden in de a’dministratie, de spe-
ciale ‘belasting van de groote vermogens en van de
winsten der ‘bewapeningsin’dustrie. Over het algemeen
zal ook de gebjkmatighei’d van ‘de ‘geëi’schte offers bij
de ‘betrokken kringen het gevoel van ‘hun sociale
rechtvaardigheid doen spreken. Bovendien echter zijn
in ‘de ‘decreten ook vergaande maatregelen tot verS
‘l’aging van de kosten van ‘het levensonderhoud voor-
zien. In de eerste plaats ‘zullen de tarieven voor
electri’citeit en gas ‘worden verlaagd. De prijs voor
huisbran’dkolen zal met 25 tot 30 pOt. en de prijs
voor industriekolen met 5 tot 15 pOt. worden ver-
laagd. Tot ‘ontlasting van ‘den landbouw wordt een
prijsverlaging van de kalimest met 5 pOt. ‘afgekon-
digd. De ‘huren zullen over het algemeen met 10 pOt.
worden verlaagd, waaibij aan de ‘huiseigenaren 10
püt. van hun achterstand op hypothecaire leenipgen
‘zal worden kwijtgescholden. Tenslotte wordt de brood-
prijs vanaf 18 Juli 1935 met 10 pCt. per kg verlaagd.
Het
lijdt
geen twijfel, dat cle Minister-President Laval met deze maatregelen iets zeer doortastends
onderneemt. Hem ontbreekt evenmin de moed impo-
pulair te zijn en in dit verband ‘dringt zich een ver-
‘geljking op met de bekende periode van de nood-
verordeningspolitiek van Brüning in Du’itso,hland.
Zal ‘de uitslag van het experiment van Laval geluk-
kiger ‘zijn dan die van het experiment van Brüning
Het is voorbarig, om over de
politieke gevolgen
reeds een definitief oordeel te vellen. De maatrege-
len van de Regeering ‘hebben, zoo’als vanzelf spreekt,
den onwil van de ‘groote belangenorganisaties der be-
/
24 Juli 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
671
trokken kringen, van de ambtenarenbonden, vakver-
eenigingen en groepen frontstrijd’ers, opgewekt, even-
als ook het verzet van de samengaande socialisten
en communisten. Demonstraties werden aangekon-
digd en verboden; deze wrijvingen waren echter te
voorzien. Zij kunnen tegenwoordig nog niet als een
gevaar voor de Regeering en haar werk worden
beschouwd. In de eerste plaats kan het psychologisch
knappe ontwerp van het sanee
r
ingsplan met :djn
stelsel van gelijktijdiige ‘verhooging van lasten en verlaging van lasten aan de Regeering een langere
tijdelijke speelruimte verschaffen voor het beproeven
van het experiment.
De
economische gevolgen
kunnen eveneens in hun
draagwijdte nog niet met vekerhei’d worden geschat.
Het vrangstuk is buitengewoon ingewikkeld en kan
ongeveer als volgt worden weergegeven:
Zuiver
bestuvrstechnisch
beschouwd, is ‘het expe-
riment-Laval vrij van eenige fundameuteele fouten,
welke cle vroegere saneeringspegingen aankleefden.
Het verdisconteert geen toekomstige gunstige econo-
mische ontwikkeling, woals het experiment-Flandin
deed. Het ‘decreteert niet volgens ‘het vooibee’l’d van
de Regeering-Doume.r.gue in zijn essentieel gedeelte
bezuinigingsmaatregelen, zooals ontslag van abtena-
ren, welke later op papier
blijven
staan. Op ‘het voor-
naamste punt, dat van de rentekorting, verlaging van
salarissen, verhooging van de coupon’belasting en ook
wel het overdraigen van bepaalde rente- en aflossings-
lasten aan de amortisatiekas, za! de ‘berekende be-
zuiniging van Frs. 4310 millioen ook effectief wor-
‘den. Omtrent ‘de andere voorstellen mag een zekere
twijfel worden gekoesterd, ‘doch ‘hier kan een tekort
ten opzichte van de ramingen niet meer zoo zwaar
wegen, temeer ‘daar mag worden aangenomen, dat de
Staat zich door een losmaken van het contingentee-rin’gsstel’sel nog zekere add’itioneele inkomsten zal
verschaffen. Op deze ‘wijze lijkt ‘het tekort op ‘de ‘begrooting inderdaad gedekt en daarmede ook d
stabiliteit van de munt verzekerd. Niettemin bevat
het experiment-Lava’l een oiïbekenden factor, welke
gevaarlijk kan worden, namelijk het wegvallen van
inkomsten, dat door het met het ‘saneeringsplan be-
gonnen deflatieproces zal ontstaan. Daarmede wordt
‘het vraagstuk van ‘het budget naar het vraag-
stuk van de algemeene economische gevolgen van ‘de
nieuwe decreten overgebracht.
* *
*
De
economische politiek vcn Laval
onderscheidt
zich principieel van ‘de politiek vi.n ‘zijn voorgangers.
Laval wil de ‘deflatie, welke Flandin in ‘het geheel niet en Doumergue slechts voor de helft wilde. Hij
brengt deze niet alleen in het kader van de ‘staatshuis-
houding ten uitvoer, doch ook op het economisch
gebied van de gemeenten, de publiekrechtelj’ke in-stellingen en ‘ondernemingen. ‘Voor ales kenmerkt
zijn werk zich echter
als
een zeer ver strekkende
wettelijke actie tot prijsverlaging. De gevolgen daar-
van beperken zich dus niet slechts tot de ongeveer
Frs. 10 milliard, waarmede de personeelslasten op de
versh’i’llende begrootingen worden verlaagd, doch
tasten ook door de verlaging van de huren de koop-
kracht van ‘de ‘huizenbezitters, ‘door de verlaging van de bonen de inkomsten van de ‘betrokken industrieën, door de verlaging van den broo’dprijs ‘de hierdoor ge-
troffen bedrijven aan en daardoor ‘de koopkracht
van de ‘geheele ‘bevolking.
Men weet; tot welke gevaarlijke vrijving tus-
schen vermindering van uitgaven en vermindering
van inkomsten in de Staatshui’sh’ouding en tot welke
contractie van ‘de ‘binnenlandsche markt ‘algemeen
economisch een ‘dergelijke politiek in Duitsohland en
in Italië ‘heeft geleid. Doet ‘het experiment van de
deflatie in Frankrijk betere resultaten verwachten?
Deze vraag ‘kan ‘thans nog niet duidelijk worden
beanbvoord. In ieder ‘geval kan echter geconstateerd
worden, ‘dat de voorwaarden, waaronder in Frankrijk
met deflatie wordt ‘begonnen, ‘anders zijn dan in ‘de
andere banden. Met drieërlei factoren dient rekening
te worden gehouden.
lo. De thans ingediende decreten vertegenwoordi-
gen nog niet alle door de Regeering heraamde maat-
regelen. Hun uitgangspunt is in hoofdzaak van finan-
cieel-techn’i’sthen aard. Verdere economisch-politieke
maatregelen,
een ‘hervorming van de handelspolitiek,
de betere aanpassing van de pro’ductie aan het ver-
bruik, een planmatige werkversehaffing
‘zijn
nog in
een stadium van voorbereiding. Naar de meening van
‘de Regeering en van de economische kringen van liet
land beteekent de saneering van de Staatshuishou-
ding slechts ‘de eerste en onvermijdelijke voorwaarde
voor een verzachtin:g van den druk van de crisis.
Men zal hiermede rekening moeten houden.
2o. Voorts moet dan de omvang van de verminde-ring van de koopkracht in aanmerking worden geno-
men, welke een ‘uitvloeisel ‘zal zijn van de nieuwe de-
creten. Hierbij ‘zijn belangrijke verschillen met de
deflatiepolitiek in enkele andere ‘landen te constatee-
ren. De verlaging van de personeelslasten en van, het
‘inkomen uit kapitaal bedraagt slechts 10 pCt., terwijl
hijv. in Duitschland de salarissen met 27 pOt. en de
rentevoet eveneens (bij een geringer aantal rentoni eis
evenwel) in sterkere mate werd verlaagd. Het hangt
er voorts van af, of de vermindering van de inkomens
zich in vollen omvang in een vermindering van de
koopkracht zal omzetten, of dat een gedeelte van ht
inkomen uit kapitaal of van het kapitaalbezit voor
de vervanging van het verlies aan inkomsten zal wor-
den aangetrokken. Daar de bevolking hiertoe nog in
belangrijke mate in staat is, is zulks niet uitgeslo-
ten. Het gevolg zal weliswaar een vermindering van
de spaargelden beteekenen, doch is bij den grooten on-
gebruikten kapitaalvoorraad algemeen economisch
mogelijk. Voorts is een verlichtende factor, dat niet
tot verlaging van de werkloozenondersteuning werd
besloten, hetgeen in Duitischland is geschied en door
de mil,’lioenen verkioozen tot een groot verlies aan
koopkracht moest leiden.
De omvang van de koopkrachtvermindering zal
over het algemeen van de toekomstige boonbeweging
afhangen. Indien de bonen en salarissen in het par-
ticuliere bedrijfsleven het voorbeeld van den Staat
volgen, dan moet natuurlijk een belangrijke vermin-
dering aan koopkracht worden verwacht. Dit re-
sultaat werd echter tot dusverre juist niet beoogd.
De Regeering is van meening, ‘dat de loonsverlaging
in het particuliere
bedrijfsleven
reeds aan de ver-
laging van uitgaven door den Staat is voorafgegaan.
In dit opzicht heeft zij ook verzekerd, dat ondanks de
verlaging van de kolenprijzen de bonen van de mijn-
werkers niet zullen worden verlaagd.
Bij
dezen gang
van zaken is dus in
Frankrijk vooreerst slechts ccii
gelimiteerde vermindering van de koopkracht te ver-
wachten.
3o. Bij dezen factor werken materieele en psycholo-
gische elementen samen. De ‘deflatie in Frankrijk is
een operatie in een rijk land en bestemd om de aan-
wezige gezonde kracht van het land weder wakker tc
schudden. Laval wil niet alleen de begrooting in
evenwicht brengen, doch beoogt hierdoor tevens een heilzamen psychologisehen ,,shoek”. Het wegnemen
van de vrees voor de valuta en van den eeuwigen
druk van leeningen zal het opgepotte geld, dat nog steeds op ca. Frs. 30 milliard wordt becijferd, naar
de markt terugbrengen, den rentevoet doen dalen, de
koersen doen
stijgen
en daarmede de economische ac-
tiviteit van het land weder tot nieuw leven brengen.
Indien deze rekening klopt, dan zou hierdoor het
renteverlies worden gecompenseerd en de ‘druk, van
de deflat’ie worden genivelleerd. De sleutelvraag voor
de huidige situatie en het gelukken van ‘het sanee-
ringsplan is de vraag, ‘of de psychologische ,,shock”
inderdaad ‘zal plaats vinden. De stijging van ‘de koer-
sen van ‘de rentes ‘heeft hierop een eerste, niet ont-
moe’digend antwoord gegeven. Over ‘het algemeen i’s
dit echter nog een open vraag.
672
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
24 Juli 1935
AANTEEKENINGEN.
De President van De Javasche Bank over de
voorwaarden van internationale stabilisatie.
De President van De Javasche Bank bespreekt in
zijn verslag de voorwaarden, die vervuld moeten wor
–
den om tot internationale stabilisatie te komen. Wij
laten zijn beschouwingen hieronder onverkort volgen.
Herstel van welvaart tot een peil, hetwelk het vôôr
de crisis geldende n:iveau bij benadering nabij komt,
is – naar ook de ervaring van het afgeloopen jaar
weder duidelijk heeft aangetoond – slechts mogelijk
door beëindiging van cle politiek van economische op-
sluiting binnen eigen grenzen en door eene daaraan
tegengestelde uitbreiding van het internationale han-
cleisverkeer; nochtans persisteert de wereld bij het
neo-mercantil.isme, heeft zich dit stelsel zelfs in het
vijfde crisisjaar nog onafgebroken van het eene land
naar het andere voortgeplant en daarmede andermaal
een vercieren achteruitgang van den wereldtoestand
in
zijn
geheel mèt zich gebracht. Dat neo-mercantilis-
me, hetwelk door den val van het £ sterling en zijne
volgelingen zijn krachtigsten impuls ontving, toont in
zijne toepassing het beeld van den rollenden en steeds
aangroeienden sneeuwbal, welke naar mijne reeds
meermalen gedocumenteerde overtuiging zijne pri-
maire drijfkracht vond en vindt in het ontbreken van
stabiele valuta met de daaruit resluteerende practijk
van voortdurende verstoring der internationale ruil-
verhoudingen en volkomen disharmonieuze ontwi kke-
ling van het economisch bestel in afzonderlijke lan-
den. Wanneer dan ook de publieke opinie in sommige
papierlanden laatstelijk meer en meer tot de overtui-ging schijnt te komen, dat de door zuiver nationalis-
tische politiek gegeven stimulansen (valutadeprecia-
tie, protectie â outrance, werkverschaffing) lang-
zainerhand zijn uitgewerkt en dat eene met het oog
op de nog allerwegen bestaande groote werkloosheid
noodzakelijke
voortgezette
verbetering afhankelijk is
van een weder op gang brengen van het
int ernatio-
nale
handelsverkeer, valt niet te ontkomen aan de er-
kenning, dat valutastabilisatie het allereerste pro-
grampunt voor gemeenschappelijke actie dient te. zijn.
Onder die omstandigheden schijnt het mij evenwel
gelijk te staan met het spannen van het paard achter
den wagen, indien men, de w’enschelijkheid dier stabi-
lisatie erkennende, Zijne medewerking daaraan afhan-
kelijk stelt van
voorafgaande
afbraak van de grooten-
deels als
gevolg
van valutadepreciatie ontstane be-
scheriningsstelsels. liet stellen dier voorwaarde toch
zou de stabilisatie voor onbepaalden tijd naar het rijk
der illusies verwijzen, omdat zij volstrekt onvoldoende
rekening houdt met de economische realiteit en eene
actie voorschrijft, waarvoor in de economische ge-
schiedenis tot dusverre dan ook geen voorbeeld te
vinden is. Die geschiedenis leerde integendeel, dat
tolmuren zelden of nooit door regeeringsdaden wor-
den geslecht, doch slechts door de ontwikkeling van
het economisch leven zelve – door de ontwilckeling
van prijzen, bonen en productie in de onderscheidene
landen – geleidelijk plegen te worden overwonnen. De internationale economische verhoudingen groeien
op den duur over de tolmuren heen en maken deze
daardoor uit een oogpunt van internationalen handel
geleidelijk minder belemmerend, totdat na verloop
van tijd slechts de w’erking op de verdeeling van het nationale inkomen van het betrokken land overblijft.
Daarentegen voert het op korten termijn afschaffen
van beschermende maatregelen reeds in normale
tijden en derhalve á fortiori onder de huidige volko-
men gewrongen situatie tot onmiddellijke – en van
nationaal. standpunt onduidbare – noodtoestandon in
het binnenlandsche economisch bestel. Het lijdt daar-
om, voor wie de eischen der practijk in het oog houdt,
geen twijfel, dat de verkrijging van tastbare resulta-
ten in dit opzicht, preliminair aan valuta-stabilisatie,
een volkomen onbereikbaar ideaal moet worden ge-
acht. Zooals de toestand zich thans ontwikkeld heeft,
schijnt uitkomst uit de impasse ‘nog slechts mogelijk
door valutastabilisatie gepaard aan
wapenstilstand op
bcschermingsgebied in de hoop, dat het door herstel
van een i.nternationalen gouden standaard aangewak-
kerde vertrouwen eindelijk de zoozeer vertraagde al-
gemeene conjunctuuropleving in gang zet en daar-
door de gelegenheid schept: éérst tot de voltooiing
van de in verschillend opzicht nog onvoldoende
aan-
passing van de icostenniveaux
in de onderscheidene
landen en daarnb tot geleidelijke
opruiming van de
barriêres,
welke onder de bestaande situatie de ont-
pioo.iing van een wezenlijk internationaal-economisch
verkeer onmogelijk maken.
Iritusschen wordt de gang van zaken in economic:is
reeds lang niet meer beheerscht door het weloverwo-
gen beginsel, dodh door den politieken eisch van het
oogenblik – respectievelijk datgene, wat daarvoor tij-
delijk wordt aangezien – en zoolang in die situatie
geene verbetering komt, ligt de toekomst mi. in vol-
slagen duister.
De economische politiek van Nederlandsch-Indië
In
zijn
verslag wijst ‘de President van De ,J’avasahe
Bank op de nadeelige gevolgen, die Ned.-Indiii als
agrarisch exportiand, dat nog steeds in zeer over-
wegende mate op den internationaien handel is in-
gesteld, ondervond van den zeer ongunstigen interna-
tionalen toestand. Zoowel de prijsontwikkeling als de
afzetmogelijkheden voor verschillende producten, zoo
vervolgt de President, werden door den algemeenen
economischen toestand en door de in sommige landen
– de Vereenigde Staten en Duitschiand – getroffen
bijzondere maatregelen, ongunstig beïnvloed. Noch-
tans is de algemeene situatie in dit land vergeleken
bij het vorige jaar ontwijfelbaar verbeterd, al dient er
– evenals ten vorigen jare – bij het constateeren
van dit feit aanstonds
01)
te worden gewezen, dat het
begri.p verbetering in dit verband nog niet als de aan-
duiding van een reeds beduidend
herstel naar hc.ven,
doch voorshands meer als die van eene practisch vol-
brachte
aanpassing naar beneden
moet worden opge-
vat. Dit resultaat strookt ook geheel met de van den
aanvang af in deze gewesten gevolgde politiek, die
zich ten rechte in beginsel van pogingen tot
actieve
beïnvloeding der economische ontwikkeling onthou-den heeft en daardoor de economische verhoudingen
gelegenheid heeft gegeven zich, na een in vergelij-
icing tot elders zeer snel verloopen aanpassingsproces,
ten naastenbij op een nieuw – zij het op belangrijk
lager niveau gelegen – evenwicht in te stellen. Of-
schoon, naar vanzelf spreekt, dit proces op sommige
punten nog niet voltooid is, mag desondanks in alge-
meenen zin de conclusie worden gesteld, dat Neder-
landsch-Indië met een intrinsiek gezond en krachtig
bedrijfsleven gereed ligt om, zoo spoedig de interna-
tionale situatie betere kansen zal gaan bieden, sneller
dan elders een gedeelte van Zijne vroegere welvaart
terug te winnen.
De ontwikkeling der verhoudingen in den buiten-
landschen handel, welke het Nederlancisch-Indische
Gouvernement ten vorigen jare dwong tot eene op zichzelf niet gewenschte en ‘daarom slechts noode
aanvaarde wijziging van de voor deze gewesten van
ouds als juist erkende economische politiek, heeft in
het afgeloopen jaar nog geen aanleiding gegeven op
dien ingeslagen weg terug te keeren; integendeel leef t
de gebleken weinige geneigdheid om met volkomen
redelijke belangen van di.t land in voldoende mate re-
Iceniog te houden genoopt tot het verder uitbouwen
eener wettelijke invoerregeling, welke voor de hand-
having van bestaande Nederlandsch-Ïndische produc-
ti.e-, distributie- en scheepvaartbedrven de noodige
waarborgen inhoudt.
Hoezeer ook de richting, welke de Nederlandsch-
Indisdhe h’an’delspolitiek onder drang van ‘buiten ge-
nomen heeft, in verschillend opzicht te betreuren
24 Juli 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
673
valt, gedogen de zeer reëele economische belangen van
dit land voorshands geene afwijking daarvan. Nog af-
gezien van den vanzelfsprekenden eisch, dat het Ne-
derlandsch-Indische bedrijfselement in deze gewesten
niet verdrongen wordt, geeft ook de in tal van landen
beleden politiek van reciprociteit gereede aanleiding
het Nederlandsch-Indisch handelspolitiek systeem bij
voorbaat
–
zij ‘het ook slechts voor zoolang dit nood-
zakelijk blijkt
–
in te stellen op voorkoming
van
mo-
gelijk daaruit voortvloeiende
–
voor Nederlandsch-
indië ongewenschte
–
gevolgen. Eén der meest be-
denkelijke uitingsvormen
van
het economisch natio-
nalisme van dezen tijd toch is de drang naar even-
wicht van in- en uitvoer, niet slechts van een en het-
zelfde land, doch evenzeer van twee verschillende lan-
den onderling. Al moge nu ook van eene consequente
toepassing dezer politiek reeds dâârom geen sprake
kunnen zijn, omdat de productie van meerdere
goederen van nature tot bepaalde gebieden be-
perkt blijft, zoo kan de onmiskenbaar bestaande d:rang
in deze richting voor een land als Nederlandsch-
Indië, welks handelsbalans met tal van landen in min of meer sterke mate actief is en zulks met het oog op
Nederlaiidsch-Indië’s economische structuur ook on-
voorwaardelijk moet blijven, niettemin ernstige conse-
qiienties met zich brengen. Nederlandsch-Indië zal
daarom, hoezeer het deze politiek in ‘beginsel ook
moge afkeuren, in verband met
zijn
positie van debi-
teurenland zich bereid moeten houden om, zoo dit
De zichtbare suikervoorraden in de wereld.
De zichtbare voorraden per 1 Juni zijn volgens Czarnikow:
1935 1934
1933
tons tons
tons
Duitschland …………..
845.000 733.000
795.000
Tsjecho.Slowakije
……..
264.000
242.000
323.000
Frankrijk…………….
590.000 388.000 437.000
Nederland
…………..
237.000 277.000
211.000
België
………………
116.000
127.000
145.000
Hongarije …………….
58.000
66.000 69.000
Polen………………..
228.000
225.000
286.000
U.K. Geïmp. suiker ……
176.000
337.000
406.000
Binnen!.
,.
……
110.000 93.000 63.000
Europa……..
2.624.000
2.488.000 2.735.000 V.S. Alle havens
……..
578.000 651.000
526.000
Cubaansche havens
……
638.000
808.000
941.000
Cuba binnenland……….
1.516.000
1.655.000 1.750.000
Java
………………..
1.424.000
2.323.000 2.383.000
Totaal……
6.780.000 7.925.000 8.335.000
AANVOEREN in
noodzakelijk mocht blijken, bepaalde landen wat
hunne handelsverhouding tot Nederlandsch-indië be-treft door eene vermeerdering van den invoer
tege-
moet te komen, teneinde daarmede te voorkomen, dat
Nederlandsch-indië door eene
vermindering van zijn
uitvoer op den du.ur tot eene onvoldoende actieve
handelsbalans met het buitenland zal worden terugge-
drongen. De mede met het oog op dezen staat van
zaken gedurende het afgeloopen jaar
met
Japan ge-
voerde onderhandelingen hebben, ondanks hun langen
duur, tot geen ander resultaat geleid dan tot eene
verduidelijking der wederzijds ingenomen stand-
punten.
MAANDCIJFERS.
OVERZiCHT VAN DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN.
(In Gulden8)
Afdeeling la
Kohieren
voor den dienst
19351)
Dir.
belastingen.
Bedragen,
welke zijn
Benaming der
Totaal
terugge-
geven of
middelen
bedrag
anders dan
wegens be-
Zuiver
bedrag
4
O
.a o
talingopde
kohierenaf-
geschreven
Grondbelast. a)
9.918.580
9.918.580
9.678.274
Inkom8t.bel.
b)
2
879.201
25.827.162 26.866.636
Vermogensbel. c)
7.564.059
76.233
7.487.827 7.875.280
Verdedig.bel. 1
3.994.237
64.904
3.929.272
4.248.870
Bel. v. d. doode hd
642.4051
–
642.405
–
Tota!on..
48.825.6441
1.020.398
47.805.246 48.669.060
hoofdsom + 20 opcenten op de
hoofdsom der ge-
Oouwde
eigendommen.
Hoofdsorn + opcenten
3)
c)
iooidsom
+
opcenten
4).
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit 2/3 gedeelte van het belas-
tingdienstjaar 1935/1936 en
‘4
gedeelte van het belasting-
dienstjaar 1934/1935.
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit
%
gedeelte van het be-
!astingdienstjaar 1934/1935 en
%
gedeelte van het be-
lastingdienstjaar 193311934.
Ten behoeve van het belastingdienstjaar 1934/1935
werden 20, ten
behoeve
van thet belastingdienstjaar 1935/ 1936 worden 60-78 opcenten geheven.
Ten behoeve van het belastingdienstjaar 1934/1935
werden 55, ten behoeve van •het ‘beiastingdienstjaar 1935/
1936
worden 75
opcenten geheven.
ons van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
7
11
3
Juli
Sedert
Overeenk.
~
71
13
Juli
Sedert
Qvereenk.
1935
1Jan.1935
tijdvak
1934
1935
1Jan.1935
tzjdvaklë34
1935 1934
14.845
478.883 732.434
–
7.837
20.762
486.720
753.196
2.360 120.570
251.527
–
281
15.257
120.851
266.784
–
11.967
12.519
–
–
–
11.967
12.519
Tarwe
………………
Maïs ………………
424.602
482.531
1.170
70.846
118.867
495.448
601.398
Rogge
………………
Boekweit ……………….
6.642 160.502
206.992
1.150 19.604
28.429
180.106
235.421
Gerst
……………..
23.3
.45
5.234
74.352 74.094
–
1.660
2.206
76.012 76.300
Haver
……………..
Lijnzaad
……………
4.530
101.707
131.990
969
242.132
137.744
343.839 269.734
Lijokoek ………….
–
25.743 51.885
–
–
25
25.743
51.910
Tarwemeel
……..
……
880
10.584 10.770
25
3.692
1.517
14.276 12.287
Andere meelsoorten
286 14.983
32.921
122
1.486
3.302
16.469
36.223
Rotterdam
.
Amsterdam
Totaal
Artikelen
14!20
Juli
Sedert
Overeenk.
14120Juli
Sedert
Overeenk.
1935
1Jan.1935
tijdvak
1934
1935
1Jan.
1935
tijdvak
1934
19W
1934
15.064
493.947
773.953
1.000
8.837
21.318 502.784
795.271
3.100 123.670
255.588
–
281
15.257
123.951
270.845
Tarwe
……………..
Rogge
……………….
394
12.361
12.647
–
–
–
12.361
12.647
Boekweit ……………….MaIs ………………
441.986 497.284
5.138
5.984
118.867
517.970
616.151
164.662
216.202
–
19.604 30.325
184.266
246.527
.
81.692
75.358
–
1.660
2.206
83.352
77.564
Lijnzaad
…………..
17.3
.84
109.907
135.902
1.400
243.532
139.461
353.439
275.363
Gerst……………..4.160
Haver
……………..7.340
2.900 28.643 53.563
–
–
25
28.843 53.588
Lijnkoek ……………
.8.200
293 10.877
11.031
75
3.767 1.622
14.644
12.653
Tarwemeel
…………..
Andere meelsoorten
592 15.575
33.609 275
1.761
3.473 17.336
37.082
674
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juli 1935
Afdeeling Ib
Oversge middelen.
Juni
Sedert 1Jan.
–
1935
Overeen-
komstige
periode
1934
Benaming der middelen
Divid.- en tantièmebel.
.
1.485.561
5.048.494
5.647.171
Rechten op den invoer
.
7.1 16.165
42.095.129
34.865.943
Statistiekrecht
……..
7 75.315
882.120
1.132.847 956.993
Accijns op geslacht
. . . .
409.480
2.680.207
3.330.311
Accijns op wijn
……..
493.384
1.314.458 1.424.310
Accijns op gedistili.
. ..
…128.038
2.274.358
13.957.514
15.006.697
Accijns op zout
………..138.583
813.1,28
3.864.980 4.956.653
4.048.511
25.324.850
23.729.107
Accijns
op
bier
………..
Accijns op suiker
……
3.121.492
17.572.297
14.357.606
Accijns op tabak
…….
Bel, op gouden en zilverw.
42.791
243.679
261.678
Omzetbelasting
……..
4.958.453
29.551.502
22.847.910
Couponbelastiug
…….
322.674
2.693.693
1.692.299
Recht. en boeten v. zegel
11.250.857
2)
8.897.757
8.314.528
Recht. en boet. v. registr.
.
807.198
5.928.020
5.794.533
Recht. en boet v. succes-
sie, v. overgang bij over-
lijden
en
v.
schenking
2.541.7501
18.127.826
16.258.521
Opbrengst d. loodsgelden
233.794
1.506.134
1.895.636.
Totalen ….
30.186.217
180.714.6921
162.222.037
1)
F[icronler begrepen
wegens ze.gelreoht van
nota’s van
makelaars en commissionnairs
in
effecten,
enz.
f
‘228.151
(Beu tabel.)
;
‘)
Id.
f
1.775.047.
AFDEELING II. DIENSTJAAR 1934.
Zuivere op-
brengstoverhet
Benaming der middelen
Bedrag van de
tijdvak van
1
raming
Jan. 1934 tot en
met de mâand
Juni 1935
Grondbelasting.
(Y,
hoofdsom
+
20 opcenten
op de hoofdsom der gebouw-
de eigendommen.)
9.735.000
9.722.457
Inkomstenbelasting
(hoofdsom
+
20 opcenten)
54.880.000*)
60.832.328
Vermogensbelasting
(hoofdsom
+
55 opcenten)
17.515.000*)
17.809.385 11.700.000
9.142.245
Belasting v. d. doode hand
.
3.000.000
1.279.474
Divid.- en tantièmebelasting
12.240.000
13.192.622
86.462.500 *)
82.190.127
1.800.000 1.768.807
2.122.326
Verdedigingsbel.
1
………..
6.195.266
Statistiekrecht
…………..
Accijns op
zout
………….2.300.000
Accijns op wijn
…………2.340.000
2.718.588
Rechten op den invoer
……..
Accijns op geslacht
………6.500.000
Accijns op. ‘t gedistilleerd
.
33.000.000 30.344.425
11.815.000
10.201.836 62.200.000
52.923.980 Accijns
op
bier
…………..
Accijns
op
suiker
…………
31.000.000 31.341.348
Accijns
op
tabak
………….
Belast. op gouden en zilverw.
600.000 497.374
Omzetbelasting
………….
81.500.000 54.416.670
*)
.
5.860.000 4.116.856
Rechten en boeten van zegel
17.509.253
Rechten en boeten v. registr.
10.000.000 11.302.456
Couponbelasting
…………5.400.000
Rechten en boeten v. succes-
sie, v. overgang bij overlij-
den en v. schenking
30.400.000
34840.212
Opbrengst der loodsgelden
.
3.500.000 3.629.940
Totalen ….
493.747.500 458.097.975
*)
Nader gewijzigd ingevolge
de wet van
27 December
1934 (Stbl. No. 683) houdende
wijziging van
de Middelen-
wet van het dienstjaar 1934.
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET VERKEERSFONDS.
Motorrijtuigenbelasting
1.184.2541
12.526.1241
8.832.642
Rijwielbelasting
6.062 120.968
130.825
Tot&al
…………
1.190.316
12.647.092
8.963.467e
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS.
Dienst 1934/1935′
Zuiver bedrag der ko-
Zuiver bedrag der
hieren voor den dienst
kohieren tot en met
1933134 tot en met de-
de maand Juni 1935
zelfde maand van 1934
Gemeente.f.belast..
.
55.708.779 60.293.418
Tijd. opc. o. d. gem.f.b.
20.976.313 22.859.385
Opc. verm. t. get. v. 50
5.460.382
5.774.607
Tijd. opc. o. d. verm.b.
3.276.229
3.464.764
OVERZICHT VAN ])E INKOMSTEN TEN BATE VAN
HET WERKLOOSHEII)SSUBSIDIEFONDS.
Dienst 1935/1936.
Bedrag van
raming
Zuiver bedrag
kohieren tot en
met de maand
Juni_1935
Grondbelasting (veertig ten hon-
derd van de hoofdsom)
9.840.000 9.862.325
Personeele belasting (tachtig ten
honderd van de hoofdsoin naar
den eersten, tveeden en derden
20.500.000
18.884.868
Gemeentefondsbelasti ng
(vijf
en
twintig opcenten op de hoofd-
13.525.000
1.519.428
gr&ndslag)
……………….
Te rmogensbelasti ng
(twintig op-
centen
01)
de hoofdsom)
2.260.000
291.746
som)
…………………….
inkomstenbelasting
(tien ‘opcen-
ten
op de
hoofdsorn)
……….
5.100.000
554.202
Totaal …….
5L225.0ij
31.112.569
EMISSIES
IN JUNI 1935.
Mijnbouwon.clern’emingen ………..
.f
1.515.600,-
zijnde:
Nederlend
Aendeelen:
Exploraitie Mij. ,,Bengka.Fis”
f
1.156.000 aand. ii. 110
% f
1.271.600
Id.
f
244.000 aaind.
1)
9. 1.00 %
244.000
Diversen ……………………..,,
1.200.000,
zijnde:
NederlenI
A.endeelen:
Stadion Feijenoord N.V.
f
200.000 aand. A
2
) ft
100 % ……………….. f
200.000
Id.
f
200.000 aand. 13
3)
9.
100 %
………………. ,,200.000
Obligetiën.’
Td.
f
800.000 3 % obl.
4)
9.
100 %
………………. ,,800.000
Totaal.
Ondershand.s bij oude aandeelhouders geplaatst (tij-
delijk te blokkeeren).
Waat-van
f
80.000 bij oprichting geplaatst en
f
120.000
door de Rott. Voetbal- en Athletie,k ‘er.
.,, Feijenooi’d” zul’
len worden genomen.
f
2000 bij oprichting geplaatst.
Waarvaai
f
8000 op einissie’oorwaardeii bij cle op-
i-iohti n.g geplaatst.
Bovendien
f
24.670.000,- 3-n. Schatkistpromessen
9.f
988,35 = 4% %
10.740.000,- 6-m.
,,
,, 976,90 = 4
1
/
16.875.000,- 34 % 1-j. Schatkis’tbilj. ,,,, 992,85 = 4.215
3.802.000,- 4 % 3’j.
,,
,,,,992,50 = 4’%
3.550.000,- 4 % 5-j.
,,
, ,,,,
979,60 = 4
Voorts wet
–
den ter benrze van Amsterdam .geïntrodu-
eerd
f10.000.000,-
5, % convert. obl. Algeni. Kunst-
zijde Unie.
Einissies in 1935.
(In Guldens.)
Nieuw kapitaal:
Conversies:
Obligatiën A&ndeelen
TGtaal
Jan.
6.892.240,-
–
6.892.240,- 77.148.500,-
Febr. 11.669.500,-
–
11.669.500,- 26.457.800,-
Mrt. 11.020.390,- 500.000,- 11.520.390,- 49.480.400,-
April 26.820.100,-
–
26.820.100,- 23.339.100,-
Mei
–
– .
–
250.000,-
Ju114
800.000,- 1.915.600,- 2.715.600,-
–
57.202.230,- 2.415.600,- 59.617.830,- 176.675.800,-
f
2.715.600,–
24 Juli 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
67
5
STATISTIEKEN.
BANK 1) i SUUNTVb.
d
(D1a
Wissels. 3
18Jnli’35
Lissabon
•… 5
13Dec.
3
34
BkBel.Brn1.E
3418.htli’35
Londen ……
2SOJvni’32
(Vrsch. in R.C.
34
18J3zli ’35
Madrid ……5
9
Juli ’35
Athene ……….
7
14Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
14
1Feb.’34
Batavia……….
4
1 Juli’35
Oslo
……..
3422Mei’33 Belgrado
……..
5
lFebr. ’35
Parijs
……
34lSJuli ’35
Berlijn
……….
4
22Sept.’32
Praag
…… 3425
Jan.’33
Boekarest. ……..
44
15Dec.’34
Pretoria
…. 3415
Mei’33
Brussel ……….
2
16Mei’35
Rome …….. 34
£5Mrt.’35
Budapest ……..
44
17 Oct.’32
Stockholm
.. 24
1
Dec.’33
Calcutta
……..
34
16Feb.’33
Tokio
…. 3.65
2
Juli’33
Dautzig
……..
6
1Mei
’35
Weenen ……
3410 Juli’35
Helsingfors ……
4
S
Dec.’34
Varschau…. 5
26 Oct. ’33
Kopenhager.
….
24
1
Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 24 3
Mei’35
OPEN MARKT
1935
1934
1933
1914
20
1
Ju
i
15/20
8/13
1/6
16121
17/22
20/24
Juli Juli
Juli
Juli
Juli
Juli
Am3terdam
Partic.disc.
1’4
1
3
j4-218
2
3
/1-3
2
7
18-3
1
12
1
18
3
1
18-I16
3
1
18.
3
116
Prolong.
–
1114-314
1
3
14.3
1
12
212-3
1
12
1
2
1
14-
1
12
214-
1
j4
Londen
Dageld…
I13_
1
12I
1
12
-1
1
12-1
3
1
4
-1
1
18-1
1
3
14-2
Part,c.disc.
514
I8
1
18
9
1_
5
/
1/,6-7/8
7114
1/
3
41/
4
31
4
Ber/ijn
Daggeld…
2/8-3I8
2
7
18-3
1
14
311
4
2
1
13-3
3
14
4-5114
41151/
–
Maandeld
214-3114
231
4
311
4
231
4
-31/
4
251
4
-311
5
3715
41136
–
Part, disc.
3 3 3
3
331
318
2
1
18-
1
13
Warenw. ..
4_1/ 4_I1
4
4.11
4
4.11
4
4_11
4.11
3
–
New York
Dagetd
1)
‘/.
114
11
4
’14
1
1
1
3
142
1
,5
Partic.disc.
31
3
116
5
116
116
311
3)
4
–
t) Koers van 19 Juli en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOER/EN IN NEDERLAND.
D a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York8)
8
)
8)
S)
S)
1)
16 Juli
1935
1.4651
8
7.2671
8
59.20
9.724
24.784
10051
8
17
,,
1935
1.46»1
1
7.2734
59.20 9.724
24.78k
100
5
1
8
18
,,
1935 1.46
5
18
7.263%
59.22
9.73
24.78
10031
8
19
,,
1935
1.4651
8
7.26
1
59.25
9.73
24.79
10051
8
20
,,
1935
1.46%
7.27
59.26
9.734
24.80
1005/
s
22
,,
1935
1.47%
7.3211
5
59.50
9.784
24.95
100
Laagste d.w’)
1.46%
7.2534
59.15
9.71
24.75
100
Hoogste d.w
1
)
1.48
7.34
59.50
9.79
25.05
100′,
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100
Data
s,2d
Weenen
Praa
:-
Milaan
Madrid
16 Juli
1935
48.10
–
6.14
1.48
12.09
20.15
17
1935
48.08
–
6.13
1.48
12.12 20.15
18
1935
48.10
–
6.13
1.48
12.13
20.174
19
1935
48.0834
–
6.124
1.48
12.11
20.15
20
1935
48.11
–
6.124
1.48
–
–
22
1935
48.30
–
6.15
1.46
12.19
20.25
Laagste d.w
3
)
48.04
–
6.09
1.45
12.04
20.05
Hoogste d.w’)
48.40
27.90
6.20
1.50 12.30
20.40
Muntpariteit
48.003
35.007
7.3711.488
13.094 48.52
Dat a
Stock-
Kopen-
t
S
l
h’et-
Buenos-
Mon-
holm
5)
hagen8)
Aires’)
freal’)
16 Juli
1935
37.50
32.474 36.524
3.20
39
1.46%
17
,,
1935
37.55
32.50
36.574
3.20
39
1.46%
18
,,
1935
37.474
32.45
36.524
3.20
39 1.4634
19
,,
1935
37.45
32.424
36.50
3.20
39
1.4634
20
,,
1935
37.50 32.45
36.55
3.23
39
1.469/
,
22
,,
1935
37.75
32.80
36.85
3.25
3934
1.48
Laagste d.w’)
37.20
32.15
36.20
3.15
3834
1.46
Hoogste d.wl)
38.05
33.-
37.10
3.27 40 1.48
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
95′,g
2.4878
•)
Noteerine te
Amsteruam. SS
Not, te
Rotterdam.
1
1
Part.
oneave.
En ‘t iste of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK (Cablel.
D
a Londen
($
per £)
Parijs
(S p.
lOOfr.)
Berlijn
(5 p. 100 Mk.) Amsterdam
(5 p. 100 pld.j
16 Juli
1935
4,96%
6,639/
40,40
68,23
17
1935
4,96%
6,6334
40,42
68,25
18
1935
4,95
3
6,64%
40,49
68,29
19
,,
1935
4,9571
4
6,634
40,41
68,20
20
1935
4,96%
,635
40,41
68,03
22
1935
4,96y
4
6,62%
40,32
67,65
23 Juli
19341
5,04%
6,591/
4
38,93
67,68
Muutpariteit..
1
4,86
3.901/
8
23.81k
408
11
KOERS1N TE LONDEN.
Ploutsen en
Landen
Not eerings-
eenheden
6
Juli
1935
13
Juli
1935
1
LaagstelHoogstel
1
15120
Juli
1935
120
juli
1935
Alexandrië..
Piast. p.
974
9734
9751
s
975
73>
Athene
….
Dr.
p.
517
516 515 516 515
Bangkok….
Sh.p.tical
111011
4
111011
8
111011,
l/10
1110
Budapest
..
Pen.
p. 1.
16
5
1
8
1621
4
1634
1651
6
1651
BuenosAires’
p.pesop.g
18.75 18.75
18.60
18.70 18.65
Calcutta
. .. .
5h.
p.
rup.
1/6 /8
11611
8
116
3
1
54
116
6
1
33
1161/
4
Constantin..
Piast.p..4
610 612
612 612 612
Hongkong ..
Sh. p. $
2/25/
5
21171
8
211
2121
211
5
1
6
Kobe
…….
Sh.
p.
yen
11211
1
1/211
4
121/,
1/27110
11211
Lissabon….
Escu. p. £
11011
5
11011
5
10921
8
11034
110%
Mexico
….
$per,
173%
1734
1 7y
4
18%
17%
Montevideo
2
)
d.per
19% 19%
1934
20
19%
Montreal
..
$
per £
4.96
4.96%
4.9534
4.9734
4.9634
Riod.Janeiros
d. per
Mil.
21/
8
2s1
291
1
2t’
16
21/
4
Shanghai
..
Sh.
p.
tael
1171/
8
1!7i,,
11634
117k 1671
5
Singapore
. .
id. p. $
2
/
3
31
1
33
23/
3132
2,371
8
2 4’1
1
213is
1
Valparaiso’).
$perC
118 119
119 119
119
Warschau
..
Zi. p. £
26
1
1
4
2671,
2571
4
1
2631
6
2611
5)
Offic. not. 15 laten, gem. not., welke importeurs hebben te betalen,
28Juni 17.01; 8 Juli 17.02.
2)
Offic. not.
4 Juli
395/s;
II juli
39/,.
15
juli
395/8;
19 Juli
39314;
20 Juli 391J4. 3) Id. II
Mrt. 4
1
14.
4
)90 dg. Vanaf 28 Aug.
laatste ,export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS )
Londen’)
N.YOrka)
Londen
16 Juli
1935
•
.
308i,
67%
16 Juli
1935….
1401114
17
,,
1935..
3011,
5
67%
17
,,
1935….
141’_4
18
,,
1935..
305/
4
67%
18
,,
1935….
140 114
19
,,
1935..
30
10
6734
19
,,
1935….
141
20
,,
1935..
308j, 67%
20
,,
1935….
1411_4
22
,,
1935..
3071,
6734
22
,,
1935….
140834
23 Juli
1934..
2031,
46
23 Juli
1934….
1371104
27 Juli
1914..
24
1
I1,
59
27
Juli
1914….
841104,
1)
In pence p.oz.stand.
2)
Foretgn silver in
$c. p.oz.
fine.
3)
In 8h.
p.oz.
line
STAND_VAN_’8_RIJKS_KAS.
voraerngen.
/
5Juli 1935
1
15Juli 1935
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne- derlandsche
Bank……………….
f
13.566.109,25
f
15.342.147,50
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
•
43.877,27
461.613,64
Voorschott.
op
uit. Juni (resp. Mei) 1935
a/d. gemeent. verstr. opa. haaruitte
keeren hoofds.derpers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbet. endergem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas- tingen en
op
de vermogensbelasting
4.772.574,31
10.410.638,03
Voorschotten aan Ned.-lndie ………
,,
140.596.442,13
»
137.486.753,51
Id. aan
SurIname …………………
12.310.485,02
..
12.188.423,54
Id. aan
Curaçao ………………….
1.893.463,41
1.870.244,53
Kasvord. weg. credletverst. alh. buiteni
,,
119.399.000,61
119.413.179,49
Daggeldleeningen tegen onderpand
Saldo der
Rjkscomptabelen
postrek.
v.
….
–
31.692.989,32
–
32.909.532,78
….
•
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds
2
)
–
–
,,
57.764.550,52
•
59.230.917,64
Vord. op andere Staatsbedrijven 1)
…..
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo),
,,
42.151.463,30
42.102.811,85
Ve r pil c h t i n ge n.
Voorschot door De Ned. flank ingev.
art. 16 van haar octrooi
verstrekt
–
–
Schatkistbiljetten In Omloop ………
/402.635.000,-
/
402.548.000,-
Schatklstpromessen in Omloop …….
104.l00.000,-
,, 105.600.000,-
–
–
1.229.862,50
.
,,
1.227.047,50
Daggeldleeningen
………………………
Schuld
op uit.
Juni (resp. Mei)’35aan de
..
Zilverbons
in
omloop …………..
…..
gem.weg. a.
n.
uitte keeren hootds. d.
pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
die
–
—
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
,,
671.333,94 •
443.067.39
Id. a. It Staatsbedr. der P.T. en T. 1)
95.776.056,61
91.336.727,93
bel, en op de verm. bel………………..
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
…..
1.199.229,06
1.064.229,06
Id. aan diverse Instellingen’) ……..
…..
118.440.331,-
..
119.622.766,13
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
Vorderingen:
Saldo javasche Bank ……..
. ……..
1
2.745.000,-
/
8.482.000,-
Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
•
1.118.000,-
,,
990.000,-
Betaalmiddelen in ‘S Lands kas
–
,,
58.386.000,-
Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinstell.
,,
136.787.000,-
.
138.010.000,-
Schatklstpromessen ………………
750.000,-
–
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
•
226.000,-
..
226.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
598.000,-
517.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
– –
SURINAAMSCHE BANK.
Voornssniste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
–
Circu
laffe
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
I
reke-
ningen’)
15 Juni
1935..
801
1.084 464
597
1
1.703
8
,,
1935..
795
1.105
456 596
1.700
1,.
1935..
794
1.196
473 595
1.724
25
Mei
1935..
798
1.058
430
626
1.697
18
,,
1935..
799
1.093
414
621
1.707
5 Juli
1914..
645
1.100
560
735
396
‘1 Sluitp. der activa.
676
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juli 1935
.
STATISTISCH OVERZI
–
GRANEN EN ZADEN
TUINBOIJWARTIKELEN
.
VLEESCH
TARWE
ROGGE
•
MAIS
GE ST
R
K
LIJNZAAD KOM-
KOMMERS
TOMATE N
VROEGE
.
AARD
RUND-
VLEESCH VARKENVLEESC
80KG L
Plata loco
K.G. Bahia
La Plata
L
64165
Plata
L. Plata
Ie soort
A
APPELEN
(versch)
(versch,
l
dd
a
a
I
:
l
/
Blanca loco
R’dam/A’dam loco
RdarnjA’dam
loco loco R’dam/A’dam
per 100 St.
.
per 100 K.G.
100 K
r
Gem.v.3kw.
per
ioo
K.
perlOOK.G.
‘°°
:
per2000K.G.
dam/A’dam
per2000K.G.
peri96OK.O.
westlan:
Rotterda
broek
1925
17,20
100,0
13,075
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
–
1926 15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
–
1927
14,75
85,8
12,47
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
–
1928
13,47
5
78,3
13,15
100,6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00
78,5
7,49
100,0
20,
lOOO
493
100,0
93,
100,-
77,50
1929
12,25
.
71,2
10,87
6
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
.
419,25
90,6
7,79
104,0
16,
80,0 3,15 63,9
96,40
103,7
93,125
1930
967
56,3 6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0
5,24
70,0
20,
100,0
4,12 83,6
108,
116,1
72,90
1931
5,55
32,3
4,55 34,8
84,50 36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,62 48,3
14,50
72,5
4,95
——————
100,4
88,
94,6
48,-
1932
5,22
5
30,4 4,62
5
35,4
77,25 33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
5,71
76,2
11,50
57,5
———————–
1.69
34,3
61,
65,6
37,50
1933
5,02
5
29,2 3,55 27,2
68,50
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0
5,57
74,4
8,21 41,1
0,85
17,2
52,
55,9
49,50
1934
3,67
5
21,4 3,32
5
25,4
70,75 30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
5,43
72,6
5,53
27,7
3,23
——————
65,5
61,50
66,1
46,65
Jan.
1934
4,75
27,6 3,10
•
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
62,50 67,2
53,75.
Febr .,,
3,40
19,8
2,77
5
21,2
65,25
28,2
58,50
24,8
133,00
28,8
63,-
67,7
53,50
Maart
,,
3,25
18,9
2,72
5
20,8
70,75
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5
61,75 66,4 50,50
April
,,
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5
63,50
68,3
49,12
6
Mei
,
.
3,32e
19,2
2,876
21,9
62,00
26,8 63,00
26,7 154,50
33,4
—
65,75 70,7 47,50
Juni
,
367
6
21,4 3,17
5
24,3
65,00
28,1
74,75 31,7
‘33,4
156,50
33$
71,3
63,
2
5
63,-
68,0
67,7 43,75 48,62
5
Juli
,,
Aug.
.
3,80
4,376
22,1
25,4
3,30 4,275
25,3
32,7
71,50
83,25
30,9 36,0
78,75 93,50
39,6
151,25
159,25
32,7 34,4
5,43 72,6 8,28
5,89
41,4 29,5 3,52
2,93
59,4
63,95
68,8 43,30
Sept.
,,
4,-
23,3
4,15
31,7
77,25
33,4
93,25 39,5
145,50
31,5
2,02
10,1
63,55
68,3
42,62
5
Oct.
3,50
20,3
3,70
28,3
69,50
30,0
93,50
39,6
135,25
29,2
5,92
29,6
60,70
65,3
42,12
5
Nov.
3,50
20,3
3,45 26,4
71,25
30,8
89,25
37,8
127,75
27,6
—
–
—
—
—–
–
–
–
–
—
—
–
—
—
—–
—
—
–
53,75 57,8 44,50
Dec.
,
3,45
20,1
3,55
-27,2
76,25
32,9
91,00 38,6
134,00
29,0
—
–
—
—
—
–
–
–
–
–
–
–
–
—
–
—
—
—
–
–
–
–
–
—
–
53,15
57,2 44,65
Jan.
1935
3,30
19,2
3,52
5
27,0
74,25
32,1
89,25
37,8
137,25
29,7
–
—
–
—
–
–
–
—
–
—
–
–
53,62
5
57,7
45,62e
Febr.
3,20
18,6
3,375
25,8
68,00
29,4
71,25 30,2 124,25′
—
–
–
—
–
—
–
–
–
–
–
–
–
–
–
51,90
55,8
47,55
Maart
,,
3,20
18,6
3,07
5
.23,5
67,75
29,3 64,00
27,1
120,50
26,1
51,40
55,3
51,20
April
4,975 23,7 2,95
22,6
70,75
30,6 66,75
28,0
125,00
27,0
—
–
–
–
–
–
—
–
—
–
–
–
–
—
51,92
5
55,8
50,25
Mei
,
4,05
23,5 2,90 22,2
59,90 25,9 67,25
28,5
125,50
27,1
—-
–
–
–
—
—
–
–
–
–
–
–
–
–
50,80
54,6 48,50
Juni
,
4,026 23,4
2,90
22,2
57,50
24,8
75,00
31,8
124,25
26,9
26.9
—
–
—
–
–
–
—
–
—
–
–
–
–
–
–
–
–
48,-
51,6
46,12
6
1
Juli
,
3,95 23,0 2,70
20,7
54,00 23,3
73,00 30,9
121,50
26,3
1,88
25,1
5,65
—
–
—
–
–
–
—
–
—
–
–
–
–
–
–
–
—-
–
–
–
—
–
—
–
–
–
–
–
–
–
28,3 5,28
107,1
49,_S)
52.7
46,50
5
)
8
3,65 21,2 2,50
19,1
52,50
22,7
62,00
26,3
120,00
26,0
4,10
54,7
10,86
—
–
–
–
—
–
—
–
–
–
–
–
–
–
54,3 4,12 83,6
49,_S)
52,5 46,50
6
)
15
,,
3,75
21,8 2,40
18,4
52,00
22,5
62,00
26,3
122,00
26,4
1,58
21,1
11,68
58,4
3,76
76,3
47,_7)
50,5
47,50v)
22
,,
4,-
23,3I
2,55
19,5
56,50 24,4
68,00
28,8
126,00
27,2
1)
Men zie voor
de
toelichting
op
dezen
staat
de nos.
van
8, 15
Aug. 1928,
25 Febr.
1931
en 15
Febr.
1933.
1)
Tot Jan.
1931
Hard
Winter
No.2.
van Jan. 19
16 Dec. 1929
tot 26 Mei
1930
74j5 K.G.
Hongaarsche
vanaf
26
Mei 1930
tot 23
Mei 1932
74 K.G.
Zuid-Russische;
van 23
Mei 1932
tot 2
Oct. 1933
No.-2
Canada.
4
Canada.Van
19 Sept.’32
tot24Juli
‘3362163
K.G.
Z.-Russ.
)
6
Juli.
6)
13
Juli.
7)
19 Juli.
8)
4 Juli.
9)
II
Juli.
60)
18
Juli.
11)
5 Juli.
52)
12 Juli.
Vervolg
STATISTISCH
OVERZI
MINERALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalsche/
PETROLEUM.
BENZINE
KATOEN
WOL
.
WOL
gekamde
KOE-
KALK
,
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp
gekarn e Australische,
HUIDEN
SALPET
Middling
locoprijzen
–
F. G. F.
Sakella-
__________
No.
1
.
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
33 t/m 33.9
641660
$cts. per
Me.V
‘radford
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old.
ps
100
K.0
R’damjA’dam
DC
8.
g.
barrel
per IJS.
gallon
New-York
rides
.
omra
Liverpool
1 0 0
e
lb
•
p
r
.
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per
1000
K.G.
per Ib. Liverpool
Bradfordper Ib.
fi.
01
$
0
10
$cts.
01
$
ets.
01
pence
°Io
pence
•
0
10
pence
0
10
pence
0
10
f1.
°Jo
6.
1925 10,80
100,0
1.68
100,0
14,86 100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
11
1926 17,90
165,7
1.89
112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30
67,4
47,25
85,9
24,75 83,9 28,46
82,0
11,61
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3 7,27 77,8 48,50
88,2
26,50 89,8 40,43
116,5
11,48 1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00 86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48 1929
11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2 6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
1930 11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0 3,92 41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33.9
8,60
37,0
7,33
25,0 3,08 33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
1932
8,00
74,1
0.81
48,2 4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8 3.11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
1933
7,00 64,8 0.45 26,8
3,61
24,3 6,75 29,0 5,13
17,5
2,78 29,7
19,25
35,0
9,50 32,2
13,26
38,2
6,18
1934
6,20 57,4
0.63 37,5 2,88
19,4
7,35 31,6 5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
‘Jan.
1933
7,05
65,3 0.53
31,5
4,16 28,0
6,15
26,5 5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
11,50
33,1
6,30
Febr.,,
7,20
66,7 0.38 22,6 3,97 26,7
6,10
•
26,2 4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25 28,0
10,38
29,9
6,40
Maart
,,
7,25
67,1
038
0.37 22,6
3,87
26,1
6,40 6,65 27,5
28,6
4,97
5,18
17,0
17,7
2,77 2,68
29,6
.28,7
15,25 15,75
27,7 28,6 7,75 7,75
26,3 26,3
10,75 11,25
31,0
32,4 6,40 6,40
April
,,
Mei
. ,,
7,25
7,15
67,1
66,2 0.235 22,0
14,0
3,67
2,95
24,7 19,9
7,30
31,4 5,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9
.
8,25 28,0
12,25
35,3
6,40
Juni
,,
7,15 66,2 0.25
5
15,2
3,02
20,3 7,85
.
33,8 5,85 20,0
3,25
34,8
18,50
33,6
9,00 30,5
15,75
45,4
6,40
juli
,,
7,05
65,3
0.41
0.37
24,4
3,33 22,4
7,60 6,90
32,7
29,7 5,76
5,39
19,7
18,4
3,20
2,91
34,2
31,1
20,75
20,75
37,7 37,7
9,75 9,75
33,1 33,1
16,-
14,75
46,1
42,5 6,40 5,80
Aug.
Sept.
6,95 6.85
64,4
63,4
0.52
22,0 31,0
3,37
3,50
22,7 23,6 6,60 28,4
4,70
16,1
2,54 27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
Oct.
•
6,60
61,1
0.66
39,3
4,04
27,2
6,40
927,5
4,55
15,5
2,48
26,5 20,75
37,7 10,75
36,4
14,50
41,8
5,90
Nov.
6,75 62,5
0.66
39,3 3,72 25,0
6,25
26,9 4,63
15,8
2,39
25,6
23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95
Dec.
6,95
64,4
0.67
39,9
3,75
25,2
6,50 28,0 4,89
16,7
2,38
25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
Jan.
1934
6,65
.
61,6
0.66 39,3 3,74
25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
13,-
37,5 6,15
–
Febr.
,,
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25 21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
2,68 28,7
23,75 43,2
12,75
43,2
13,-
37,5 6,20
Maart
,,
6,25 57,9
0.63 37,5
3,05
20,5
7,40
31,8 5,50
18,8
2,76 29,5
23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0
6,25
April
,,
6,30
58,3
0.62 36,9
2,79
6
18,8
6,95 29,9 5,37
18,3
2,50 26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6 6,30
Mei
,,
6,25 57,9
0.62 36,9
2,88
19,4
6,80
29,2 5,20
17,8
2,48
26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2
6,30
Juni
6.15
56,9
0.62 36,9
2,83
19,0
7,15 30,8 5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50
33,1
6,30
Juli
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50
33,1
6,30
Aug.
6,15
56,9
0.62
0.62
36,9
2,68
18,0
7,85
7,70
34,0
33,1
5,32
5,06
18.2 17,3
2,85
2,71
30,5 29,0
16,00
15,00
29,1
27,3
8,50
8,50
28,8
28,8
11,75
12,-
33,9 34,6 5,80
5,85
Sept.
,,
.
Oct.
6,00
6,00
55,6
55,6 0.62
36,9 36,9
2,74 2,60
18,4
17,5
7,40
;31,8
4,93
16,8
2,57 27,5
15,00
27,3 27,3
8,50
8,75
28,8
29,7
12,50
l2,
36,0 34,6 5,90 5,95
Nov.
Dec.
–
6,10 6,05
56,5 56,0
0.62
0.62 36,9 36,9
2,53
2,76
17,0
18,6
7,40
7,50
31,8
.32,3
5,42 5,43
18,5 18,5
2,67
2,77
28,6 29,6
15,00 14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
32,4
6,05
Jan.
1935
6,05 56,0
0.626 37,2
2,97
5
20,0 7,55 32,5
5,38
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25
28,0
10,75
31,0 6,15
Febr.
,,
6,05 56,0
0.62
5
37,2
2,75
18,5
7,50 32,3 5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5
7,7
26,3
10,50
30,3 6,20
Maart
,,
5,90
54,6 0.62
36,9
2,74
18,4
6,80
29,2
4,85
16,6.
2,79 29,8
13,75
25,0
7,50 25,4
10,25
29,5 6,25
April
,,
600
55,6
0.63
.37,5
2,99
20,1
7,05
30,3
4,89
1
6,7
2,89
30,9
14,75
26,8
8,OQ
27,1
10,75
31,0
6,30
Mei
,,
6,05
56,0 0.62
36,9
2,97
5
20,0
7,30
31,4
4,96
16,9
3,07
32,8′
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
6,30
Juni
,
6,05
56,0 0.62
36,9 3,15 21,2
7,-
30,1
4,82
16,5
2,98
31,9
16,75
30,5
8,50 28,8
12,-
34,6
6,30
1juli
6,05
56,0
0.62 36,9 3,10
2
)
20,9
7,25
‘31,2
4,85
5
)
16,6
3,115)
33,3
17,75
0
)
32,3
8,75e)
29,7
11,75″
33,9 6,30
8
,,
6,05 56,0
0.62
36,9
3,10
3
)
20,9 7,25
31,2
4,80
6
)
16,4
3,116)
33,3
18,75
9
)
34,1
9,00
0
)
30,5
6,30
,,
15
6,05
56,0
0.62 36,9
3,10
4
)
20,9
7,30
31,4
4,76
7
)
16,3
3,067)
32,7
18,75
10
)
34,1
9,00’°)
30,5 6,30
,,
,,
22
,,’
6,05
56,0
0,62 36,9
7,25
31,4
6,30
‘)Jaar- en maandgem.
afger. opl/s
pence.
2)6
Juli. 8)13
Juli.
4)
20Juli.
5)3
Juli.
6)
10Juli.
7
)17 Juli.
0)4
Juli.
9
)11
Juli.
10)
18Juli.
10)
16Juli.
12)
2Juli.
13)
9Juli.
.
24 Juli 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
.
677
N
GROOTHANDELSPRIJZEN’)
–
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
BOTER
KAAS
Eier
EIEREN
KOPER
LOO D
T
IN
IJZER d
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per K.G.
Alkmaar
Gem. not.
Standaard
L oopIjzen
L
e
Fd
IJZER
Locoprijzen
cash
cash
Leeuwar-
derConim.
Crisis
Fabrieks-
kaas
Elermijn
Roermond
Locoprijzen
Londen
NO.3f.o.
(Lux III) p.
Eng. t. f.o.b.
Londen
per
Londen
Londen per
Standard
Noteering
Zuivel-
Centr.
P 100 st.
per Eng. ton
er En
ton
g.
En
ton
g.
Middlesb
Antwerpen
Eng. ton
per ounce
fine
Ounce
per Eng. ton
II.
010
f1. f1.
°Io
f1.
Oj
£
0
10
0
10
OJO
Sh.
°Io
5h.
0
10
£
0
10
sh.
O/
pence
O
‘o
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
61116
100,0 36.816 100,0
261.171-
100,0
731-
100,0
671-
100-
36.3/6
100,-
85/6
100,-
32
1
1
100,0
1926 1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.16
94,3
851-
99,5
28
11
11
89,3
1927
2,03
87,9
–
43,30
77,3
7,96
86,7
55.141- 89,7
24.41-
66,4 290.41-
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28.101- 78$
851-
99,5
26
3
14
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05
85,8 7,99
87,0
63161-
102,8
211f-
57,8.
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
85/-
99,5
26
1
11e
81,1
1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3
75.14,
1
–
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716 68,8
851-
995
24
7
1
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45
68,7
6,72
73,2 54.131-
88,0
18.1j6
49,6
142.51-
54,3
67-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
95
17
1
116
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30
56,9
5,35
58,3
36.51- 58,4
12.11-
33,1
110.11-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
131
41,6
1932
0,94
40,7
–
22,70 40,5
4,14
45,1
22.171- 36,8
8.121- 23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.161-
27,1
1181-
138,0
12
7
/9
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35.6
7.1716 21,6
131181-
50,1
41!-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
12417I4 145,8
121
385
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4
3,45
37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6
141.1916
54,2
401-
54,8
337
50,1
8.9!-
23,4
137j7
3
1
4
161,0
13
1
116
40,7
an.’34
0,50 21,6
1,-
20,40
36,4
5,05 55,0
21.71-
34,4 7.71- 20,2 148.31-
.
56,8
3916 54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.
0,47 20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0 7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916 54,1 3615
54,4
9.-16
24,9
13711
160,3
12
1
12
38,9
Mrt.
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5 20.31- 32,5
7.316
19,7
144.1516
55,3
4016.
55,5
3513
52,6
9.2!-
25,2
13618
159,8
12
5
/8
39,3
Apr.,,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416
19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.716
25,9
135114
158,0
12
1
1ie
38,7
Mei ,,
0,41 17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
20.4!-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9,21-
25,2
13613
159,4
12
1
116
37,5
0,41 17,7
1,-
19,40
34,6
2,74′
29,9
19.1816
32,1
6.141-
18,4
140.11-
535
4016
55,5
3119
47,4
8.161-
24,3
137184
161,1
12
1
14
38,1
J
uni,
uIi
0,40
17,3
1,-
21,50 38,4
2,81
30,6
18.111- 29,9
6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137111
161,4
12
3
1
39,7
ug..
0,43
18,6
1,-
20,90 37,3 3,32
5
36,2
17.61-
27,9
6.141-
18,4
139.716
53,2
401-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
13816
162.0
13
40,5
3ept..
0,43
18,6
1,-
18,126
32,4
3,31
36,1
16.101- 26,6
6.516
17,2
137171-
52,6
3916 54,1 3216
48,5
7171-
21,7
1411-
164,9
13
1
/9
40,9
Oct.
,
0,43
18,6
1,-
17,375
31,0 3,95 43,0
16.31-
26,0
6.61-
17,3
137.1916
52,7
3916 54,1
32;6
48,5
7.71-
20,3
141110
165,9
14
43,6
Nov.
0,47
20,3
1,-
17,-
30,4 4,52
5
49,3
16.1116
26,7
681-
17,6
139.81-
_
53,2
401-
54,8
3216
48,5
7.7:6
20,4
139164
163,2
1418
46,3
Dec.
0,54
23,4 0,95
15,12
27,0
4,07
44,3
16.161-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
3916 54,1
34
1
1
50,9
7.416
20,0
14016
164,4
14
11
116
45,7
Ian.•35
0,58
25,1
0,90
1495
26,7
3,12
34,0 16.191- 27,3
6.51-
17,2
138.111-
52,9
3916
54,1
3416
51,5′
7.6;6
20,4
141j10
165,9
14f4
45,9
Feb. ,,
0,52
22,5
0,95
14,375
25,7
3,20
34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0
136.81-
52,1 3916 54,1 3416
51,5
7.316
19,8
14218
166,9
14Vl6
46,1
Mrt.
0,37
16,0
1,02
5
13,30
23,8
2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716 17,5
124.516
47,5 381-
52,1
3319
50,4
7-1-
19,4.
14715
172,4
1514
49,0
Apr;
0,37
16,0 1,08
11,50
20.5
2,31
5
25,2
18.81-
29,6
7.516
20,0
131.-16
50,0
3816
2,7
3316
50,0
7.111-
20,9
14415
168,9
1&j16
56,6
Mei ,,
0,34
14,7
1,10
11,85
21,2 2,38
5
26,0
20.-/-
32,2
8.616
22,9
135.516
51,7
391-
53,4
3316
50,0
8.1516 24,3
142/3
166,4 20
62,3
Juni
,,
0,41
17,7
1,075
11,95
21,3
2,41,
6
26,3
18.16
–
30,3
8.1116
23,5
136.516
52,0
3916
54.1
3316
50,0
8.111-
23,6
14116
165,5
1
9.
1
61,1
Juli
,,
0,43
8
)
18,6
1
1
–
II,-”
19,6
2,45 26,7 17.111-
28,3
8.316
22,4
137.1816
52,7i
3916
54,1
3316
50,0
8.716
23,2
141141
165,4
18f4
58,4
0,43
9
)
18,6
1,-
12,25
12
21.9
2,375 25,9
17.1616
28,7
8.5
1
–
22,6 138.91- 52,8
39/6
54,1
33/6
50,0
8.61-
22,9
14019
164,6
18
1
14
56,8
.
n
0,43I0
18,6
t,-
12,757
22,8
2,45 26,7
19.51-
31,0
8.101-
23,3
139.41-
53,2
3916
54.1
33/6
50,0
8.716
23,2
140i94
164,7
18I8
56,4
n
l,
2,60
28,3
19.2/-
30,8
9.216
25,1
147.-j-
56,1 3916 54,1
3316
50,0
8151- 24,2
140184
164,6
118
1
1s
56,4
ept. 1932 79 K.G.
La Plata;
van
26 Sept.
1932
tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
)
Totjan.
1928
Western;
vanaf
Jan.
1928
tot 16 Dec. 1929
American
No.
2, van
1928
Malting;
van
Jan. 1928
tot
9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G.
Zuid-Russische. Van 23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3
N
GROOTHANDELSPRIJZEN.
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENHOUT
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
Zwedenl
binnenmuur
buitenmuur G.F.Accra
Ned..-Ind.
naad
Ribbed Smoked
1(010-
Finland
perstanaar
per
per
50 K
0 c i
f.
per
100
K.G.
Len
Rotterdam
Sheets
R’damjA’dam
Java- en Suma-
Grond
nlale
per
1000
stuks per
1000
stuks
Neiela1
Amsterdam
per
1
12
K.G.
°er°’?.,. en
per
ioo
K.G.
trathee
p.
1
12
K.G.
stoffen pro-
ducten
1
olo
1
%
f
0
10
sh.
Ojo
/
0
10
ets.
°lo
Sh.
olo
f1.
Oo
ets.
°Io
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
426
100,-
35,87
5
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6 19,50 102,6
49,-
115,3
34,-.
94,8
55,375 90,2
21-
.
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0 102.6
1927
160,50 100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681- 160,0
32,626 90,9 46,875
76,4
1/6,375
51,6
19,125
102,0
82,75
97,9 87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9 49,625 80,9 -110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6 97.4
1929 146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8 45110
107,9
27,37
5
76,3
50,75
82,7 -110,25 28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8 66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7 42,50 50,3
46.8
46.6
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9 19/6
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9 6,325
33,7
28,25 33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0
9,30
25,9
21,10 34,2
-12,25
6,3
5,52
5
29,5 32,75 38,7
35.2
34.1
1934
76,50
47,9
8,50
54,8
10,50
55,3
1316
31,8
6,90
19,2
16,80
27,4
-13,875
10,9
4,07
5
21,7
40
47,3
34.4
32.1
6.
’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,37′
28,7
25 29,6
33.2
34.1
br.
,,
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
15/9
37,1
10,62
5
29,6
23,75
38,7
-11,5 4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4 t.
,,
70,00
43,8
9,50 61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,375
28,9
23,50
–
38,3
-11,5
4,2
6,-
32,0 26,25
31,1
32.4
34.9
r.
,,
70,00
43,8
9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3
9,50 26,5 23,50
38,3
-11,625
4,6
6,07
6
32,4
27,50
32,5
32.8 34.9
70,00
43,8
9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-12
5,6
6,02
5
32,1
26,50
31,4
34.2 35.0
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27.9
22,50
36,6
-12,375
6,7
6,35 33,9
31
36,7
37.2 37.5
1
,,
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475
26,4
22,50
36,6
‘
-12,625
7,4
5,92
5
31,6
33,50
39,6
30.2 37.4
g.
–
75,00
46,9
10,50
67,7
13.-
68,4
1615
38,6
8,75
24,4
20,75
33,8
-12,625 7,4 5,27
5
28,1
35,25 41,7
38.5
35.6
pt.
,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9 8,25
23,0
19,75
32,2
-/2,5
7.0
5,375
28,7
36,75
43.5 30.7
34.6
t.
,,
80,00
50,1
10.50
67,7
12,50
65,8
12(7
29,6 7,62
5
21,3
17,75
‘28,8
-12,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0 38.5
33.4
V.
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
24,8
40,50
47,9 86.4 32.7
C.
,,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
1115
26.9
7,975
22,2.
16 26,1
-12,875
8,1
4,75
25,3
41
48,5
37.1
31.3
an.’34
75,00 46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2
7,45
20,8
16,50
26,9
-/2,875
8,1
4,95
26,4
45,50
53,8
36.9 93.8
heb.,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
7,25 20,2
17,25
28,1
-/3
8,4
4,975
26,5
46,75
55,3
35.9
35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
.28,9
-13,25
9,1
4,52
5
24,1
45,50
53,8
35.7 35.2
Apr.,
80,00
50.1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3
17,75
28,9
-13,625
10,2
4.25
22,7 44,25 52,4 35.6
34.5
4ei
,,
80,00
50,1
9,25
59,7
11,25
59,2
1512
35,7
6,72
5
18,7
17
27,7
-14
11
1
2 4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
J uni,
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15/4
36,1
7,
–
19,5
17
27,7
–
1
4
11,2
4,20 22,4
41,-
48,5
34.5 33.8
uli.,
77,50
48.5
7,50
48,4
10,-
52,6
13111
32,7 6,92
5
19,3
16,75
27,3
–
14,375
12,3
3,975
21,2
40,50
47,9
34.1
32.2
ug.,
75,50
47,3
7,25
46,8
9,50
50,0
12/10 30,2 6,87
5
19,2
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,975
21,2
39,75
47,0
33.9 31.4
ept.,
73,50
46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
12/5 29,2
6,65
18,5
16,50
26,9
–
1
4,5
12,6
3,725
19,9
33,50
39,6
33.1
29.5
Oct.,
7300
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
11/7
27,3
6,70
18.7
16,50
26,9
-14,125
11,6
3,525
18,8
32,75
38,8 32.7 27.8
lov.,
73,00
45.7
7,-
45,2 8,75
46,1
1213
28,8
6,62
5
18.5
16
26,1
-/3,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7
27.6
Dec.,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1218
29,8 7,175 20,0
16
26,1
-13,875
10,9
3,375
18,0
34,50
40,8
32.7
28.6
an.’35
66,00
41,3
7,25
46,8
8,50
44,7
1411
33,1
8,775 24,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,50
18,7
33,75
39,9
32.9 29.5
eb.,,
66,00
41,3
6,75
43,5 8,25
43,4
1412
33,3
9,375
26,1
15,625
25,5
‘-13,75
10,5
3,45
18,4
32
37,9 32.4 28.9
4rt..
59,00
36,9
7,-
45,2 8,25
43,4
13
1
3
31,2
8,575 23,9
14,625
23,8
–
1
3,25 9,
1
3,55
18,9
29 34,3 30.9
27.4
pr.,,
60,00
37,6
7,-
45,2 8,25
43,4
1316
31,8 9,15
25,6
14,50
23,6
-13,375″
9,5
4,65
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
4ei
,,
57,50
36,0
7,-
45,2
8,25
43,4
63
1
4
31,4
9,50
26,5
14,125
23,0
–
1
3,5
9,8
4,20
22,4
32,75
38,8 33.3
28.6
uni
•
57,50
36,0
7,25
46,8
47,4
1313
31,2 9,07
5
25,3
13,875
22,6
13,625
10,2
3,87
5
20,7
30,25
35,8 33.2
27.8
uh,
57,50
36,0
13/-
12
30,6
8,125
22,6
13,50
‘22.0
-13,625
10,2
3,62
5
19,3
30,25
8
)
35,8 33.0
27.1
57,50
36,0
1312
13
31,0
7,87
5
22,0
13,50
22,0 -13,5
9,8
3,625
19,3
3110)
36,7
33.0
26.9
57,50
36,0
13.2
11
31,0
7,75
21,6
13,50
22,0
–
/3,625
10,2
3,62
5
19,3
33.4 27.0
57,50 36,0
22,3.
13,50
22,0
-13,4375 9,6
3,376
18,0
‘
33.8
26,9
Alle Pondennoteeringen
vanaf
21 Sept.’31
zijn op
goudbasis
omgerekend;
de
Dollarnoteeringen
vanaf
20April
’33
zijn in
verhouding
van
de depreciatie
en Dollar
t.o.v.
dan
Gulden verlaagd.
678
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juli 1985
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 22 Juli 1935.
Activa.
Binnen!. Wis-( Hfdbk.
f
22.019.504,96
sels, Prom., Bijbnk. ,,
309.113,85
enz.in
a1sc..tïg.scn. ,,
.00.nou,ôc
f
24.784.179,13
Papier o. h. Buiten!. in disconto
……
Idem eigen portef.
f
356.500,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.
–
356.500,-
Beleeningen
mci. vrsch.
Hfdbk.
f
91.600.871,881)
in rek.-crt.
Bijbnk. ,,
6.758.301,97
op onderp.
Ag.sch. ,,
35.960.679,27
(134.319.853,12
Op Effecten
……f
128.739.566,07
1
)
Op Goederen en Spec. ,,
5.580.287,05
134.319.853,121)
Vnnrs’hMitn
a
h
Rijk
–
Miuntmat., Goud .. ,, 573.874.372,68
f
688.468.452,68
Munt, Zilver, enz. ,, 23.025.293,94
Muntmat.. Zilver..
.. –
–
”
,,
711.493.746,62
3
)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………,,
39.594.297,94
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
4.600.000,-
Diverse
rekeningen ………………,,
3.033.232,54
Staat d. Nederl. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221) ,,
15.486.148,55
f
933.667.957,90
–
Pauiva
—
Kapitaal ….. …………… ……..
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
4.049.884,01
Bijzondere
reserve
………………,,
5.675.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
9.917.053,32
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
8]1.745.135,…….
Bankassignatiën in omloop ……….,,
19.960,32
Rek.-Cour. J Het Rijk
f
17.510.406,21
saldo’s:
,
Anderen
,,62.392.167,01
79.902.573,22
Diverse
rekeningen ………………
,,
2.358.352,03
f
933.667.957,90
Beschikbaar metaalsaldo
…………f
355.343.514,01
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 888.358.785,- Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht
………………..,,
–
Waarvan aan Nederlandsch-Indit
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99)
……..
f
71.153.775,-
Waarvan in het buitenland
…………………….
..
20.375.103,03
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
1
Andere
1
Beschikt,.
Dek-
Data
1
Munt
1
Muntmat]
Circula iie
opeischb.
Metaal-
in
Ik
1
schulden
saldo
perc.
22 Juli’3511145941
573.874
811.7451
79.923
355.344
80
15
,,
‘351114594!
571.105
1
821.641 69.519
352.172
1 78
25Juli14
65.703
96.410
310.437j
6.198 43.521
54
1
Totaal
1
Schatkist-
1
Belee-
1
Papier
1 Diverse
Data
1
bedrag
1 promessen
1
ningen
het
b0utent.
1
1
reke-
Idisconto’slrechtstreeksl ningen
1)
22 Juli
1935
24.784
1
–
1134.320
356
1
3.033
15
,,
1935
25.633
–
135.412
357
1
3.497
25 Juli
1914
67.947
–
61.686 20.188
509
‘)unuer ne Icliva.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
1
1
1
schulden
saldo
20 Juli
1
35
2)!
120.840
169.570 30.580 40.780
13
,,
1352)1
120.490
173.100
26.890 40.494
22Juni1935
‘100.490
1
23.394
172.705
29.230 43.109
15
,,
1935!
107.003
1
23.366
175.663
32.440 47.128
2
5Juli19
14
t
22.057
31.907 110.172
12.634 4.842
1
Wissels.
1
Diverse
Dek-
Data
1
buiten
i
Dis-
Belee-
reke-
kin
ga-
1
N.-Ind.
1
conto’s ntngen
ningen’)
percen-
______________
1
betaalb.
1
tage
20 Juli 1352)
2.640 74:460 13.400
60
13
,,
‘352)
2.790
75.260
12.640
60
22Juni1935
2.504
12.198
61
’11T010 1
55.038
15
,,
1935
1.732
11.000 1
55.655
12.057
63
25 Juli1914
6.395
7.259
‘75.541
2.228
44
‘)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
1
Bankbilf.
1
Bankbilj.
1.
OtherSecurities
S..
,
Dato Metaal
1
in
un BankinglDisc.andl
Securities
1
circulatie
Departm.
1
Advances
1
17 Juli
1935 1193,239
t
399.568
1
53.149
9.277
1
13.549
10
,,
1935
193.272 1400.652
52.065
1
10.373
12.582
22 Juli
1914
40.164
29.317
33.633
Data
Oop.
Sec.
Public
Depos.
1
_Bankers
i..nner,_.’epuSiis
Other
_Accountsl
1
1
Reserve1
1
Dek-
klngs-
1
perc.
1)
17 Juli’35
91.886
7.883 103.582
38.845
1
53.672 35,7
10
,,
’35
95.801
8.361
108.593
36.366
52.620i 34,3
22 Juli ’14
11.005 14.736
42.185
1
29.297 52
.1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Data
Goud
Zilver
Te goed
in h t
–
Wis
Waarv.)
op
het
‘
Belee-
Renteloos
voorschot
buiteenl.
sels
buitenl.
nlngen
v.d. Staat
12Juli ’35
71.351
721
101
8.017 1.202
5.313
3.200
5
,,
’35 71.272
723
8
1
8.231
1.203
5.419 3.200
23 Juli’14
4.104
640
–
1.541
8
769
–
Bons
v.
d.
Diver-
Rekg. Courant
Staat
1
Zeifsi.
1
Parti-
Data
zelfst.
sen
1)
Circulatle
amort. k.
I
amort.k.I
culieren
12Juli’35
5.805
2.381
1
81.729
120
1
2.911 110.487
5
,,
’35
5.805
2.533
1
82.199
169
1
2.913
110.261
23 Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
‘1
nlu:sposI acuva.
DUITSCHE
RIJKSBANK.____
Daarvan
Deviezen
Andere
Datu
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
2
)
geldende
cheques
15 Juli
1935 93,9
30,2
8,4
3.570,3
48,1
6
,,
1935
85,8
22,1
4,0
3.669,1
45,1
30 Juli
1914
1.356,9
1
– –
750,9 50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa’)
.
laiie
Crf.
Passiva
15 Juli
1935
336,0
665,1
3.666,5
742,9 217,1
6
,,
1935
335,7
676,2
3.740,5
717,8
213,2
30 Juli
1914
330,8 200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘1
‘JIIOCIHSL.
‘7
W.U. rçeiitciivaiiitse,ieiiiv 10, 0 JUli, ICtI). .30, 11
NATIONALEBANK
VAN BELGIE (in Belga’s).
Goud
.
8
0
–
Rekg. Crt.
52
i
Data
1935
.5
c-
n’
L
.0-
18
Juli13.5631
60 11.4411 119
162
40
4.070
21.
11.287
11
59
1.4161
125
162
40
4.087
21
1.237
FEDERALRESERVE
BANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
,,Other
cash”
2)
Totaal
Goud-
In her-
disc.
P.
d.
in de
open
bedrag
1
certifi-
caten.’)
member
markt
banksI
gekocht
26 Juni’35
6.149,1
6.126,5
239,6
7,1
1
4,7
19’35
6.141,3
_6.119,5-
234,0
6,91
4,7
Belegd
i
in circuJ
Totaal
Gestort
1
Goud-
1
Dek-
Algem.
Dek-
Datd
in
.
Gov.Sec.
__
K
l
kings-
kings-
1
latie
1
Iperc.3)
iperc.4)
26Juni’351
2.430,21
3.197,9 5.415,4
146,
6
I
74,2
1
–
19
,,
‘1
2.430,2
1
3.188,3
5.423,0
146,6
1
74,0
1
‘) UeLC CCI IiI1CdLCII WCIUCII UVU! UC .3LlldlIUtt dfl
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
1000 59.06 cents werd gedevalueerd.
,,Other Cash” doe, not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelsebbare
schulden:
F.
R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmatariaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Dis-
1
1
1Reve1
Totaal
Waarvan
Data
Aantal
conto’s
1
Beleg-
bil de
1
depo-
time leening.
en
beleen.
gingen
F R.
1
banks
1
sito’s
1
1
deposits
19 Juni’351
–
1
7.527
111.093
1
3.853
1
20.420
1
4.434
12.
,,
‘
35
1
1
7.567
1
0.9
33
1
3.916
1
20.458
1
4.398
U puCtuij WO,, o nou. O,In, uu 0000u10 0..
.,.
land zijn in duizenden, alle overige posten in mlilioenen van de be.
– treffende valuta.