13 JUNI 1917
Economisch~Statistische
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, N!JVERHEID. FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
2E JAARGANG
WOENSDAG 13 JUNI 1917
No. 76
1
INHOUD
Blz.
BETAUHCSMOEIUJKHEDEN
MET ZWEDEN …………….
437
DeNieuwe Spoorwegtarieven
……………………
438 De
Verscherpte Duikbootenoorlog
en de
Twentsche Katoen-
industrie
………………………………….
439
Overgangsmoeilijkheden
……………………….
441
Uitbreiding der
Sociaal-Economische
Statististiek eene
Noodzakelijkheid
…………………………..
442
AANTEEKENINGEM:
Duitsche schepen in Amerikaansche havens ……….
443
Geldschieting aan Canada
……………………
443
Koloniaal Duitschland………………………..
444
RECEERINGSMAATREGELEN
OP
HANDELSCEBIED
…………
444
MAANDCIJFERS:
Spoorwegontvangsten
……………………….
444
Inklaringen op Amsterdam ……………………
444
Nederlandsche handelsstatistiek ………………..
445
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………446-455
Geidkoersen. Effectenbeurzen. Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE
GESCHRIFTEN
WEEKBLAD
ECONOMI$CH-BTATISTISCBE
BERICHTEN
Het secretariaat van het weekblad is gevestigd te
Rotterdam, Pieter de Hooghweg 12, telefoon no. 8000.
Bijdragen en mededeelingen, den inhoud betref-
fende, gelieve men te zenden aan het secretariaat.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in, Nederland, f 10,—, buitenland en koloniën f
1e,-
per jaar. Losse nummers 25 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
Advertentiën f 0,85 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief.
–
Mededeelingen
betreffende
abonnementen en adver-
tentiën richte men tot Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, Den Haag.
BERICHT.
Tot adjunct-secretaris van het Instituut voor
Economische Geschriften is benoemd de heer G. E.
Huffnagel. De heer Huffnagel is belast met de dage-
lijksche werkzaamheden het weekblad betreffende.
12 JUNI 1917
Ook deze week bleef de Nederlandsche geldmarkt
ruim. Particulier disconto noteerde
1Y4 k 2 pOt.;
prolongatie rent’e
2’I8-2-2
pOt., terwijl Vrijdag
geen noteering tot stand kwam. Alleen voor caligeld
heerschte weer meerdere vraag en kwamen belang-
rijke afsluitingen tot stand. Dooreen genomen blijft
de toestand ruim, zonder dat echter het aanbod van
geld dringend wordt, en met meerdere terughouding
voor uitzettingen op eenigszins langen termijn.
*
Op de wisselmarkt was de aandacht hoofdzakelijk
geconcentreerd op de daling van Marken, Oosten-
rijksche Kronen en Roebels. De eerste daalden bijna
6 pOt., de beide anderen circa 8 pOt. Het sterk
varieeren van deze koersen lokt steeds meer specu-
lanten, die trachten te manipuleeren. Daar gedu-
rende de afgeloopen week een sterke baisse speculatie
heeft plaats gehad, kan een reactie niet uitblijven.
Maandag waren de koersen voor Berlijn en Weenen
dan ook belangrijk vaster onder den invloed van
eenige vage berichten over onderhandelingen tus-
schen Oostenrijk en Roemenië of Rusland. De Roebels
waren hoofdzakelijk flauw op aanbod uit Skandina-
vië. De markt is hier slechts klein; de slechte be-
berichten over den binnenlandschen toestand van
Rusland laten niet na indruk te maken en daar hulp
van Amerika uitblijft,
terwijl
de overige entente-
landen krachtig met leeningen worden gesteund,
wordt de valuta kwestie voor Rusland steeds moei-
lijker.
BETALINGSMOEILIJKHEDEN MET
ZWEDEN.
Begin 1916 ging de Zweedsche Kroon, tot dusver
als de andere vreemde muntsoorten tegenover den
Nederlandschen gulden gedepreciëerd, agio doen,
eerst enkele percenten, dan tot 10 en 15 percen,t. En
van dien tijd dateeren, zooals onze houthandel maar
al te goed weet, de moeilijkheden in het betalings-
verkeer met Zweden.
De moeilijkheden houden ten nauwste verband met
de bekende Zweedsche goudpolitiek.
Bij
wet van 8
Februari 1916 werd de Rijksbank op haar verzoek
ontheven van de verplichting goud tegen vastgestel-
den prijs van 2,480 Kronen per K.G. aan te nemen,
uit overweging – zooals het in het schrijven der
Rijksbank luidt – dat bij den huidigen stand der wis-
selkoersen de Rijksbank het goud, dat voor de be-
hoefte der bank onnoodig is, niet zonder zeer bedui-
dend verlies kan verkoopen, zoodat, waar de goud-
voorraad tot een bedrag is aangegroeid, dat zeker toe-
reikend mag worden geacht voor alle denbare ver-
plichtingen, opheffing van den aauvaardingsplicht
wenschelijk is.
Het standpunt van de Zweedsche rijksbank, sedert
gevolgd door de centrale bankinstellingen van Noor-
wegen en Denemarken, heeft tot tal van beschouwin-
gen aanleiding gegeven, die na hetgeen in den laat-
sten tijd ook hier te lande over het vraagstuk geschre-ven is, thans onbesproken mogen blijven. Genoeg zij,
dat het niet bij het enkele weigeren van het vreemde
goud tegen de aan het muntstelsel ten grondslag lig-gende waardeverhouding bleef, doch dat al spoedig,
in overleg met de particuliere baukinstellingen syste-
niatisch ook aan de andere betalingswijzen moeilijk-heden in den weg werden gelegd. Oredieten aan den
vreemde werden niet dan onder zeer bezwarende voor-
438
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Juni 1917
waarden verleend, terwijl,’ werd het goud aanvanke-
lijk, zij het tegen lageren prijs, althans nog aanvaard,
na zekeren tijd ook dit eindigde. Zelfs gingen de
centrale banken z66 ver, dat zij de eigen gouden mun-,
ten, die het buitenland wilde terugvoeren, weigerden.
Het onvermijdelijk resultaat was, dat, toen de wis-
selkoers eenmaal neiging tot stijgen vertoonde, Zij,
,
behalve in een tusschenperiode, toen een tusschen
Engeland en Zweden getroffen valutaregeling haar
invloed deed gelden, voortdurend belangrijk boven
pari bleef, een resultaat te onaangenamer, omdat men
aannemen mag, dat niet in de eerste plaats onze eigen
betalingsbalans met Zweden, die vergelijkenderwijs
van betrekkelijk geringen omvang is, doch veel meer
het feit, dat Zweden’s financiëele positie ten op-
zichte van Engeland en Duitschland nog krachtigêr
was dan de onze, hiertoe leidde.
Dat onze circulatiebank, die thans
bij
alle dergelijke
vragen een leidende rol vervult, ook hier naar bete-
ring heeft gestreeft,
blijkt
uit het voor kort versche-
nen jaarverslag over het boekjaar 1916-1917. Op be-
reikte resultaten kon weliswaar niet gewezen worden.
Echter werd de hoop uitgesproken, dat nieuw geopen-
de onderhandelingen met Zweden tot een uitweg
zouden leiden.
Met leedwezen ‘wordt thans vernomen, dat deze
hoop ijdel is gebleken. Dat goud zonder meer zou wor-
den geweigerd, was te verwachten. Ook een uitvoerig
gemotiveerd verzoek om, op den grondslag van bank-
credieten aan Nederlandsche handelaren, tot een
valutaregeling te geraken, bleef zonder resultaat, aan-
gezien het af stuitte op de weigering der regeering,
die compensatie eischte in goederen, met name voe-
dingsmiddelen en grondstoffen hiervoor. Een eisch,
dien men met de naar het schijnt ernstige moeilijkhe-
den, waai Zweden in den laatsten
tijd
op het stuk der
volksvoeding voor staat, in verband zal mogen bren-
gen, doch waarop het antwoord onzerzijds nauwelijks
-twijfelachtig kan zijn. Immers, voorzoover niet reeds
dadelijk eigen schaarschte zich tegen uitvoer vol-
strekt verzette, stuitte, wat de gansche groep der van
elders ingevoerde voedings- en genotmiddelen betreft,
uitvoer naar Zweden op het bezwaar, dat Zweden –
niet in het bezit van eene instelling in den geest onzer
N.O.T. – niet in staat is voldoende zekerheid te ver-
schaff en, dat inderdaad consumtie in het binnenland
zal plaats vinden.
Aldus zijn de onderhandelingen – het was bij het
door Zweden ingenomen standpunt nauwelijks anders
te verwachten – wederom volstrekt vastgeloopen.
Immers het nog gegeven advies te betalen door dek-
king in sterling of dollars, waardoor uitderaard.het
agio niet te omgaan zou zijn, kan moeilijk als een
serieus voorstel gelden.
,,Er is iets zeer onbevredigends – aldus, overgezet
in den tegenwoordigen tijd, het laatste bankverslag –
in het feit, dat op die wijze eenige neutrale landen,
met elkaar in de beste vriendschap levende en welker
handelaren over en weer trachten de zaken- gaande
te houden, door de weigering der vreemde circulatie-
banken tot medewerking, niet meer in staat zijn
tot
geldelijke
afwikkeling der schulden van het eene
land aan het andere te geraken; natuurlijk moet dit op den duur een nadeeligen invloed hebben op het
onderhouden der handelszaken, terwijl juist elk neu-
traal land in deze omstandigheden het zich tot een
eervolle taak moet rekenen die handelsrelaties zoo
ongestoord mogelijk te doen voortzetten.”
Indien in deze tijden éen centrale bankinstelling
tot een dergelijke uitspraak gerechtigd is, dan is
het de Nederlandsche Bank. De van Zweedsche zijde
aangenomen houding steekt hierbij in hooge mate
ongunstig af.
B.
DE NiEUWE SPOOR WEGTARIE VEN.
Men schrijft ons van geachte zijde:
Evenals voor vele andere zaken geldt thans voor
het vervoer per spoorweg, dat de prijs stijgt
naar mate
de qualiteit daalt. De reizigerstarieven sedert 1 Januari
3.1. met 20 pOt. verhoogd, eerstdaags met nogmaals 30
pOt., waartegenover vermindering van reisgelegenheid,’
verlenging van den reisduur, overvulde coupé’s, af-
schaffing van dames-coüpé’s enz.; bij het goederen-
vervoer dito: sedert April 1916 een toeslag van 10
pOt. op alle goederentarieven, welke toeslag thans is
verdubbeld, verhooging van staangeld enz., waartegen-
over verdrievoudiging van de leveringstijden en
wagengebrek.
Wij mogen vertrouwen, dat als de normale tijden
zijn teruggekeerd, de qualiteit weer zal stijgen, in
vele opzichten zelfs, dank zij de fusie, boven het peil
van voor den oorlog.
Of
wij
echter op behoud van onze zonder oôrlogs-
toeslag toch inderdaad zeer lage personen- en goede-
rentarieven zullen mogen rekenen, mag in twijfel
worden getrokken.
Allerwegen is in de 1atste jaren reeds tot verhoo-
ging der spoorwegtarieven overgegaan, thans weder is
in Pruisen, nadat onlangs reeds in den Rijksdag tot
een verkeersbelasting van de eerste klasse met 16 pOt.,
de tweede klasse met 14 pOt., de derde klasse met 12 pOt. en de vierde klasse met 10 pOt. besloten wa een verhooging van de eenheidsprijzen der reizigerstarie-
ven met 10 pOt. voorgesteld.
De kans, dat ook hier te lande een plaatskaarten-
belasting ten behoeve van ‘s Rijks kas zal worden in-
gevoerd, is door de terugkeer van Minister Treub op
den Kneuterdijk weer grooter geworden en anderzijds
zal vermoedelijk de omwerking, welke onze spoorweg-
tarieven in verband met de fusie nog zullen hebben
te ondergaan, de maatschappijen een welkome gele-
genheid bieden tot eenige verhooging.
Intusschen zal dan uit den aard der zaâk als eisch
zijn te stellen, dat die verhoogingen meer doordacht zullen zijn dan de huidige oorlogtoeslagen, waaraan het groote bezwaar van elke opcentenheffing kleeft,
dat
zij
n.l. de gebreken van het tarief nog wat aan-
scherpt.
Het is bekend hoe hier te lande de tariefafstanden,
dank
zij
het twee maatschappijenstelsel, op veelal irra-
tioneele wijze zijn berekend, een gebrek, dat door de
fusie, naar mag worden vertrouwd, zal verdwijnen,
doch thans nog bestaat; voorts ook hoezeer in ons
tariefstelsel de concurrentie met den waterweg een
rol speelt en het aanzijn heeft gegeven aan tallooze
zeer lage speciale tarieven.
De vraag rijst dan ook of de Maatschappijen niet
met meer omzichtigheid hadden kunnen te werk gaan
en door opheffing van bedoelde concurrentie-tarieven,
die thans ten onrechte het vervoer van den waterweg
naar den overbelasten spoorweg trekken, met een lage-
ren, algemeenen toeslag hadden kunnen volstaan en
tevens een meer rationeelen tarieftoestand scheppen.
Voor den toeslag van 50 pOt. op de reizigerstarie-
ven gedurende de drie zomermaanden is niet als voor
dien op de goederentarieven als motief aangevoerd
de buitengewone stijging der exploitatiekosten, maar
de toevloed van reizigers, welke in die maanden is te wachten en, in verband met het kolengebrek, niet be-
hoorlijk is te verwerken.
De bezwaren voor een behoorlijke uitoefening van
den spoorwegdienst, bij de huidige kolenschaarschte,
van de zomerdrukte te duchten zijn inderdaad niet
gering te achten en het opcentenmiddel lag voor de
hand; eenvoudigheidshalve heeft men ook gedurende
de maanden Mei en Juni de afgifte van kilometer-
boekjes en tienrittenboekjes gestaakt, blijkbaar ten
einde opkoopen te voorkomen, ofschoon dit doel toch
ook had kunnen wordn bereikt, door de in die maan-
den af te geven boekjes niet geldig te verklaren gedu-
rende de 3 zomermaanden en als zoodanig te ken-
merken.
Dat deze maatregelen, dank zij de uitzondering der
abonnementen, niet het zakenleven doch alleen het
reizen voor genoegen zouden treffen, zooals op blz.
13 Juni 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
439
408 van dit weekblad werd betoogd, is niet vol te
houden; hoevelen, moeten niet voor onderwijsdoe-
einden, voor marktbezoek of andere kostwinning her-
haaldelijk van den trein gebruik maken, zonder daar-
om nog van een abonnement voldoende te kunnen pro-
fiteeren.
Ook de vergelijking t.a.p. met de prijsverhooging
van gas- en electriciteit in het belang der, kolenbe-
sparing gaat niet op; niet alleen, dat die prijsverhoo-
ging heel wat minder ver gaat, doch daarnevens wordt
een rantsoeneering toegepast.
Bij de reizigerstarieven echter uitsluitend een
groot aantal opcenten, voor alle klassen evenveel, het-
geen te meer bezwarend is, omdat de onderlinge prijs-
verhouding der 3 klassen, t.w. 2 : 1 : 1, hier te lande
in afwijking van bijna overal elders, voor de hoogere
klasse toch reeds veel te gunstig is.
Ware hier niet een biflijker stelsel te vinden ge-
weest, buy, van verplichte plaatsbespreking, desnoods
met beperking van het aantal klassen.
Men had dan althans de zekerheid gehad, dat
steeds met ten volle bezette treinen zou worden gere-
den, een eerste eisch, waar z66 met trekkracht en
ruimte zal moeten worden gewoekerd als dezen zomer.
Thans zal vermoedelijk op de hoofdlijnen en in de
sneltreinen ook de le klasse wel overvuld zijn, alware
het alleen met benzinelooze O.W.’ers, abonné’s
en de tallooze vrij- en dienstkaartenhouders. Maar
in de stop- en vroegtreinen en op meer afge-
legen trajecten zal vermoedelijk de le klasse en
ook de 2e klasse, als gewoonlijk, veelal onbezet zijn,
dat dunkt ons thans eene ongeoorloofde verspilling
van ruimte en trekkracht, evenals ook bijv. het mede
voeren van restauratie-rijtuigen; door tijdelijke ophef-
fing van de le klasse
1),
wellicht gepaard aan het be-
stemmen op korte trajecten van bagage- of daartoe
geschikte gesloten goederenwagens voor reizigersver-
voer ware wellicht iets te bereiken geweest. Eene op-
lossing in dien geest ware minder eenvoudig en voor
de maatschappijen minder voordeelig geweest, doch
zij hadden zich dan het verwijt bespaard, dat thans,
gelet op de tegenwoordige, voor onze spoorwegmaat-
schappijen ongekende dividenden van 5 pOt., niet ten
onrechte wordt gemompeld, dat
zij,
door de kolen-
rantsoeneering tot kleineren omzet genoopt, dit door
hoogere prijzen trachten goed te riiaken.
DE VERSCHERPTE DUIKB 0 OTENO 0RLO G EN
DE TWENTSCHE KATOENINDUSTRIE.
Men heeft in de laatste weken in de dagbladen ge-
regeld berichtjes kunnen lezen over fabrieken in
Twente, die door gebrek aan grondstoffen hun bedrijf
moesten inkrimpen of in enkele gevallen zelfs geheel stil zetten. Eenige nadere gegevens omtrent de wijze,
waarop de Twentsche katoenindustrie in hare be-
hoefte aan grondstoffen moet voorzien, zijn dus zeker
wel van actueel belang.
Aan ruwe katoen alleen is men n.m. niet voor allen
geholpen. Vel is dit de grondstof voor de 14 katoen-
spinnerijen, doch 7 daarvan zijn zelf met weverijen
verbonden en 2 andere financiëel zeer nauw geliëerd
met weverijen, zoodat deze 9 spinnerijen bijna al hun
garens of zelf verweven, of aan bevriende firma’s ver-
koopen en daarvan slechts weinig aan de markt komt.
De productie der overige 5 katoenspinnerijen, die op
de binnenlandsche markt hun garens verkoopen is bij
lange na niet voldoende voor de behoeften der onge-
veer 40 katoenweverjen, die dan ook het grootste ge-
deelte hunner garens in het buitenland koopen en
1)
Volgens de Ned. Spoorvegstatistiek over
1915
bedroeg
het bij de
4
Ned. maatschappijen aanwezige aantal plaatsen
in de personenrijtuigen voor alle klassen tezamen
171.836,
waarvan
10
pOt. uitsluitend le klasse plaatsen; het aantal
reizigers le klasse bedroeg in dat jaar slechts
3
pCt. van
het totaa1 aantal reizigers, het aantal door reizigers le
klasse afgelegde kilometers slechts
434
pCt. van het totaal
aantal reizigerskilometers.
daarvoor sedert den oorlog uitsluitend op Engeland
zijn aangewezen. Dat deze invoer zeer belangrijk is,
blijkt uit de statistieken van de EngelscheBoard of
Trade, volgens welke de uitvoer van katoenen garens
heeft bedragen in:
1913.. 39.255.300
lbs. bij een totaal uitvoer van
210.099.000
lbs.
1914.. 43.147.000 ,, ,, ,,
178.527.800
1915.. 59.746.000 ,, ,, ,,
188.169.200
1916.. 84.232.000 ,, ,, ,,
172.192.800
zoodat men dus wel zien kan, dat de Twentsche ka-
toenweverijen zeer goede klanten
zijn
voor de Engel-
sche spinnerijen in het Manchester district. Dat de
invoer van garens uit Engeland gedurende den oorlog
is toegenomen, vindt zijn oorzaak in het feit, dat de
uitvoeren uit Duitschland en België, die voor den
oorlog soms zeer, belangrijk waren, thans geheel zijn
opgehouden.
De behoefte aan ruwe katoen in Nederland kan vol-
gens de meest betrouwbare gegevens, door belangheb-
benden onder medewerking van de N.O.T. samenge-
steld, op circa 40.000 ton per jaar geschat worden. Dit
komt ook uit met de Nederlandsche statistieken, vol-
gens welke het invoeroverschot bedroeg in:
1913
……….
36.177.000 K.G.
1914
……….
29.112.000
•
1915
……….
39.927.000
Men moet dan in aanmerking nemen, dat in eenige
spinnerijen in 1914 korter is gewerkt en sedert eenige
spinnerjen belangrijk zijn uitgebreid. Neemt men van deze 40.000 ton eerst af de katoen, die voor verband-
watten, schietkatoen enz. verbruikt wordt en verder
de behoefte van de Brabantsche industrie, zoo kan
zeker wel aangenomen worden, dat in Twente in nor-
male jaren circa 35 millioen K.G. ruwe katoen wordt
versponnen, waaruit ongeveer 31 millioen K.G. katoe-non garens worden verkregen. De binnenlandsche pro-
ductie aan katoenen garens is’ dus nog grooter dan de
invoer. Indien men hieruit zoude afleiden, dat indien
onverhoopt de aanvoer van katoenen garens uit Enge-
land geheel zoude ophouden en men slechts voldoende
ruwe katoen voor de spinncrijen had, toch de grootste
.helft van de weeftouwen zou kunned doorloopen, heeft
men het geheel mis. In de eerste plaats zijn de hier
gesponnen garens meestal de grovere nummers en
worden de fijnere
garens uit Engeland geïmporteerd,
zoodat een gelijke gewichtshoeveelheid van deze laat-
ste ook van grootere waarde is voor een weverj dan
een zelfde hoeveelheid aan binnenlandsche garens.
Bovendien worden om verschillende technische rede-
nen, die hier niet nader behoeven te worden uiteen-
gezet, hier in de spinnerijen hoofdzakelijk ketting-
garens gesponnen en hebben deze weinig nut voor een
weverj, als de daarbij behoorende inslaggarens ont-
breken. Zelfs die weverijen, waaraan spinnerijen ver-
bonden zijn, betrekken in de meeste gevallen nog een
groot gedeelte van hun inslaggarens uit Engeland en
zijn dus eveneens afhankelijk van den aanvoer van
deze garens.
De ruwe katoen, die in de Nederlandsche spinne-
rijen verbruikt wordt, is voor het grootste gedeelte
Noord-Amerikaansche katoen en voor een klein ge-
deelte Engelsch-Indische katoen. Deze laatste soort
werd tot nu toe uit of via Engeland betrokken en daar
zulks om de bekende scheepvaartbepalingen thans
niet verder mogelijk is, zoude men moeten trachten
deze Indische katoen direct uit Bombay of Madras
aan te voeren, hetgeen zeker niet zeer eenvoudig zal
zijn. De Amerikaansche katoen werd voor den oorlog
voor het grootste gedeelte uit Bremen en voor een
kleiner gedeelte uit Liverpool of direct uit Amerika
betrokken, doch sedert Augustus 1914 is men uit-
sluitend op de beide laatste wijzen aangewezen. Of-
schoon dan ook sedert het uitbreken van den oorlog
de meeste katoen direct uit Amerika werd geïmpor-
teerd, bleven de Twentsche spinners toch ook nog ge-
regeld uit de dikwijls groote voorraden in Liverpool
koopen, totdat dit in Februari j.l. is opgehouden. Wel
bestond er sedert Mei 1915 in Engeland een uitvoer-
440
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Juni 1917
verbod van ruwe katoen, doch voor Nederland werden
nog steeds licences voor beperkte hoeveelheden afge-
geven. In Februari j.1. sedert het uitbreken van den
verscherpten duikbootoorlog is zulks opgehouden, om-
dat men in Engeland vreesde zelf niet voldoende ka-
toen te zulleii houden of omdat men meende, dat de
scheepsruimte, die noodig was om de katoen uit
Noord-Amerika naar Liverpool te brengen, voor En-
geland zelf beschikbaar moest blijven en dat Neder-
land, dat toch voldoende schepen had, zelf deze katoen
maar uit *N
oor
dA
merik
a
moest aanvoeren. Daar ech-
ter van af einde Januari j.l. geen schepen met stuk-
goederen of gemengde lading uit Noord-Amerika zijn
vertrokken, heeft de aanvoer van ruwe katoen hier te
lande zich sedert beperkt tot die ladingen, die met
1 Februari reeds onderweg waren en die ook thans
nog niet alle binnen, zijn en bovendien tot die partijen
waarvoor reeds uitvoervergunning in Engeland was
verleend en die thans waarschijnlijk voor het grootste
gedeelte wel zullen zijn aangekomen. De voorraden
aan de spinnerijen waren echter vrij belangrijk en daar
men door de maatregelen van de Rijkskolendistributie
toch op een kolengebruik van hoogstens 75 püt. van
het normale verbruik was aangewezen, hebben de
meeste spinnerijen zich tot nu toe kunnen redden al
heeft een enkele dan ook wel eens eenige dagen of
soms zelfs enkele weken stilgestaan. Thans zullen de
voorraden ruwe katoen wel belangrijk zijn verminderd
en is het te vreezen, dat binnen korte tijd enkele spin;
nerjen genoodzaakt zullen zijn hun productie nog
verder in te krimpen. Wel heeft de Nederlandsche
Regeering schepen voor den aanvoer van ruwe katoen
beschikbaar gesteld, doch waar deze of nog moeten
vertrekken of eerst sedert korten tijd onderweg zijn,
zal het zeker nog wel eenige maanden duren, alvorens
men op dezen aanvoer kan rekenen, en is er dus wel
kans, dat v66r dien tijd de bedrijfsinkrimping in de
Nederlandsche katoenspinnerijen zich nog verder zal
uitbreiden. Het is dus zeker te hopen, dat de scheep-
vaartverbiuding met Noord-Amerika gehandhaafd zal
kunnen blijven, opdat de spinnerijen zich ook verder
daar van de door hen benoodigde ruwe katoen zullen
kunnen voorzien.
Voor de Twentsche weverjen is de kwestie niet zoo
eenvoudig. De garens uit Lancashire werden tbt nu
toe aangevoerd met vrijwel alle lijnen, die de geregelde
dienst tusschen Engeland en Nederland onderhouden.
Zoowel de Cork Steamship Oompany, die van de
Westkust via het Ship-Canal als de verschillende
Engeische en Nederlandsche lijnen die van Huil en
Goole naar Amsterdam, Rotterdam of Harlingen va-
ren, namen aan dit vervoer . deel. Nu vanaf begin
Februari de meeste Nederlandsche lijnen hun dienst
naar Engeland gestaakt of tenminste belangrijk in-
gekrompen hebben, werden in Februari/Maart j.l. de
meeste garens nog met Engelsche schepen vervoerd.
Sedert begin April ii. geeft de Engelsche regeering
echter uitsluitend licences voor garens voor versche-piug met Nederlandsche schepen, waarschijnlijk om-dat zij daardoor de Nederlandsche lijnen wilde nood-
zaken hun verkeer op de Engelsche Oostkust-havens
te hervatten of te blijven handhaven. Dit is echter
niet zoo maar gedaan, want het varen in convooi op
Engelsche havens brengt voor neutrale schepen nogal
moeilijkheden mede en het varen zonder convooi
schijnt thans zeer gevaarlijk. Bovendien bestaan in Engeland verschillende bepalingen omtrent de ver
plichting bij het halen van goederen vandaar ook weer
andere goederen, waaraan Engeland behoefte heeft,
aan te voeren, of anders elders compensatie te geven.
Het is hier de plaats niet om uitvoerig over deze moei-
lijkheden uit te wijden, doch het is wel zeker, dat de
Nedêrlandsche Regeering, die wel alle moeite zal
doen om deze moeilijkheden op te lossen, hier voor
een zeer netelige kwestie staat. In het belang der
Tweutsche katoenweverijen is het zeker te hopen, dat
zij er in zal slagen een oplossing te vinden om deze
moeilijkheden uit den weg te ruimen en dat dan de
aanvoer van garens uit Engeland spoedig weer op
eenigszins ruimere schaal zal kunnen plaats vinden.
Hebben wij hierboven gezien, dat deze aanvoer in de
laatste jaren ruim 5 millioen lbs. per maand bedraagt,
gedurende de eerste maanden van 1917 heeft dit
slecht bedragen in:
Jan. 1917.. 4.684.400
lbs. tegen
4.825.300
lbs. in
Jan. 1916
Febr.
1917.. 3.353.200 ,,
,,
6.255.600 ,,
,; Febr.
1916
terwijl over de volgende maanden van dit jaar in
Engeland om militaire redenen geen gespecifieerde
cijfers werden gepubliceerd. Men kan echter wel aan-
nemen, dat de uitvoeren in de maanden Maart/Mei
1917 zeer veel kleiner zijn geweest dan de overeen-
komstige maanden van verleden jaar. Het is dus niet
te verwonderen, dat de Tweutsche katoenweverjen, –
niettegenstaande de groote voorraden aan garens, die
zij in Februari algemeen bezaten thans dringend om
grondstoffen verlegen worden. Indien de aanvoer dan ook niet spoedig flink verbetert, zal zeker de werktijd
in de meeste weverjen belangrijk moeten worden in-
gekrompen of in vele gevallen zelfs geheel moeten
worden gestopt. Zooals hierboven echter uiteen is
gezet, is deze kwestie verre van eenvoudig en moet
men voor de Nederlandsche gareiiverbruikers maar
hopen, dat met medewerking van de Regeering een
afdoende oplossing gevonden zal kunnen worden.
Bovendien mag niet vergeten worden, dat behalve
de Twentsche weverijen nog verschillende andere be-
drijven van den invoer van garens afhankelijk zijn als
b.v. de katoen en half-linnen weverijen in Gelderland
en Brabant, de tricotage-fabrieken, wier aantal zich
de laatste jaren zeer-heeft uitgebreid, de garenverve-
rijen, die vooral in Helmond een uitgebreide industrie
vormen, de confectiefabrieken enz., enz. Als men dan
in aanmerking neemt, dat alleen in de Twentsche
textielindustrie meer dan 20.000 arbeiders werk vin-
den, kan men zich een voorstelling maken van de
groote werkeloosheid die ontstaan zou, indien werke-
lijk de invoer van Engelsche garens geheel zou op-
houden.
Behalve met de aanvoer van grondstoffen sukkelt
men in Twente ook zeer met den uitvoer van de ver-
vaardigde manufacturen. Zooals bekend is, wordt ver-
reweg de grootste helft dezer manufacturen uitge-
voerd, welke uitvoer in verband met de bepalingeui
van de N.O.T. door welker bemiddeling de invoer van
ruwe katoen en garens plaats vindt, thansuitsluitend
naar overzeesche landen kan plaats hebben. Behalve
Nederlandsch-Indië, dat zeker wel het voornaamste afzetgebied is voor de vervaardigde stapelartikelen,
vindt deze uitvoer voornamelijk plaats naar Engelsch-
Indië, China, Straits-Settlements, West- en Oost-
Afrika, en verder naar de Scandina-
vische Rijken en in normale omstandigheden ook naar
de Levant en de Balkan Rijken, welke laatste uit-
voer echter sedert den oorlog vrijwel is opgehouden.
• Door de bekende moeilijkheden op scheepvaartgebied
is het vanaf begin Februari zeer lastig geweest deze
verschillende landen te bereiken, zoodat veilig ver-
ondersteld mag worden, dat
bij
de groote Twentsche
weverjen die voornamelijk voor export werken, be-langrijke voorraden manufacturen in de magazijnen
op verscheping wachten. Wat Nederlandsch-Iiidiö be-
treft, zijn er reeds enkele schepen weer vertrokken en
moet men maar hopen, ook in het algemeen vader-
landsch belang, dat het geregeld verkeer met onze
koloniën verder gehandhaafd zal kunnen blijven. Voor
de andere markten, hierboven genoemd, is de oplos-
sing veel ingewikkelder door het ontbreken van directe
Nederlandsche
sc
h
ee
pv
aa
r
tverbindingen. Wel kan
men goederen via Londen of via-Liverpool op weg
brengen, doch deze moeten dan dikwijls op doorver-
scheping wachten, terwijl het gebrek aan scheeps-
ruimte in Engeland steeds ernstiger gevoeld wordt
en men dus moet vreezen, dat verscheping van manu-
facturen via Engeland zeker niet gemakkelijker zal
worden. Nu echter de Nederlandsche reederjen haar
13 Juni 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
441
dienst weer op verschillende landen hebben hervat,
moet ‘men maar hopen, ook voor de andere export-
industrieën, dat dit zoo door zal gaan en ook voor
die landen waar thans nog geen directe nationale
verbinding mede bestaat, deze binnenkort weer zal
kunnen worden opgevat, of anders nieuwe verbindin-
gen zullen ontstaan. Ook na den oorlog is dit een
zaak van het grootste gewicht, daar de levensvatbaar-
heid van een exportindustrie zeker geheel afhangt
van de scheepvaartverbindingen, zoowel wat de aan-
voer van de grondstoffen als de afvoer van de gereede
producten betreft, en zijn geregelde verbindingen
onder nationale vlag tot concurreerende vrachten van
het allergrootste belang. In Japan heeft men dit
reeds jaren geleden ingezien en de bloei van de Ja-
pansche nijverheid is zeker niet voor een gering ge-
deelte te danken aan de vooruitziende blik van de
Japansche Regeering op dit gebied. Moge ook onze
Nederlandsche Regeering aan deze uiterst belangrijke
zaak haar volle attentie wijden; zulks zal zeker een
gunstige invloed hebben op de bestaansvoorwaarden
van de vaderlandsche export-industrie in de moei-
lijke jaren op economisch gebied, die haar voorzeker
na den oorlog wachten. J. G.
OVEBOANGSMOEILIJKHEDEN.
Naarmate de opzettelijke ontwrichtingen van het
normale economische leven, door den aard dor tijden
geboden, toenemen, dringt in stijgende mate het besef
door, dat met deze daden van oorlogshuishoudkunde,
mede de verplichting aanvaard is bij de beëindiging
der omstandigheden, die tot deze daden noopten en
haar rechtvaardigden, het economische voertuig weer
in normale banen terug te brengen. Normale banen,
wat stellen wij er ons van voor? De burgemeester van
Rotterdam besloot dit jaar zijn nieuwjaarsrede:
,,Normale tijden, normale prijzen, hoe vaak hooren
wij die niet noemen als het einde van allerlei moei-
lijkheden en maatregelen, als het zeker komende,
waarin alles weer zal zijn zooals wij het v66r Augus-
tus 1914 hebben gekend.
,,Mij echter bekruipt wel eens de gedachte, dat het
beter ware die zegswijze voor goed vaarwel te zeggen.
,,Aan terugkeer van vroegere tijden en toestanden
kan ik niet gelooven. De oorlog zal internationaal,
politiek en economisch z66 gewichtige gevolgen heb-
ben, dat men niet overdrijft door te zeggen, dat wij
een der grootste veranderingsperioden der vereldge-
schiedenis beleven. De oorlog heeft, om mij nu enkel
tot het economische te bepalen, blijvende oorzaken van
enorme staatsuitgaven en prijsstijgingen in het leven
geroepen; hij heeft geprikkeld tot technische uitvin-
dingen, gedwongen tot eertijds onmogelijk geachte
prestaties en tot het ebruik van vrouwenarbeid op
groote schaal; hij heeft allerlei nieuwe vraagstukken van voortbrenging en verdeeling aan de orde gesteld
en de denkbeelden verhelderd omtrent weelde en ver-
spilling, verspilling van goederen en van arbeids-
kracht: hij heeft niet in de laatste plaats lessen ge-
geven in de Organisatie der volkshuishouding, welke
niet meer vergeten kunnen worden.”
Er ligt groote waarheid in deze woorden. Als het
weer vrede is – het aantal vraagteekens, dat men
daarachter kan plaatsen, is legio. Reeds de overgang, de teruggang van onze maatschappij, wier productief
vermogen zich steeds meer aan den oorlogstoestand
heeft aangepast, tot den vredestoestand, werpt pro-
blemen op, die het hun, die de teugels van het econo.
misch bewind in handen hebben, klaar hebben ge-
maakt, dat een bijzonder domein van overheidszorg
en overheidsbemoeiing zich nog heeft tusschen te voe-
gen alvorens de aan handen en voeten gekluisterde
volkshuishouding van den oorlog weer voor een vrijere
vredeshuishouding kan plaats maken. Vooral geldt
dit voor Duitschiand, dat, geheel op zich zelf aange-
wezen, zich tot ingrijpender veranderingen in de Orga-
nisatie zijner productie zag genoopt dan elders noodig
was. Geen wonder dan ook, dat vooral daar te lande
het vraagstuk der ,,Uebergangswirtschaft” aan de
orde is gesteld.
Hoeveel is hierover reeds gezegd en geschreven en
hoe weinig is ten slotte tot dusver de winst van dit
alles. Wij lazen eens bij Otto Ernst: in der Geschichte
muss man alles wissen, sonst weiss man nichts. En
hoeveel te meer geldt dit voor de toekomst! Geen
berekening omtrent vragen van Uebergangswirtschaft
of zij heeft te werken met tal van onbekenden, die
den uitslag volstrekt onzeker maken. Toch blijft het
een nuttige taak de vraagstukken, die de toekomst
en vooral het overgangstijdperk onvermijdelijk zullen
stellen, reeds thans te trachten te belijnen. Pogingen
hiertoe zijn in Duitschiand, ook van wetenschappe-
–
lijke zijde reeds herhaaldelijk gedaan. Thans treffen
wij in Georg Bernhard’s weekblad Plutus een over-
zicht aan, waarin het geheele onderwerp, zooals het
artikel zelf zegt, ,,ganz kurz gestreift” wordt en
waarvan wij hier het belangrijkste weergeven.
Een van de merkwaardigste veranderingen, die de
oorlog heeft téweeg gebracht is deze, dat terwijl te
voren het vraagstuk der Kniegswirtschaft in de eerste
plaats als een financiëel en een voedingsvraagstuk
werd aangezien, al spoedig bleek, dat de grondstof-
voorziening van nauwelijks minder gewicht was dan
de voedselvoorziening, terwijl aan den anderen kant
de financiëele zijde betrekkelijkerwijs de minste moei-
lijkheden bleek te bieden. Den staat het noodige geld
te bezorgen was, de ontzag]jke sommen in aanmer-
king genomen, een lichte taak. Menschen, materiaal en
voedsel, daar bleek hot om te gaan in de beslissing
van den wereldstrijd en steeds verder moest dan ook
ingegrepen worden in de beweging van deze factoren.
De ontwikkeling, der Friedens- tot Kriegswirtschaft
is weliswaar niet plotseling geschied, maar toch met
groote sprongen, telkens op dat gebied waar zich be-
hoefte aan oogenblikkeljke vervorming van den toe-
stand onverwacht deed gevoelen. De schadelijke ont-
wrichting, die in een normale volkshuishouding van
dusdanig ingrijpen het gevolg zou zijn geweest, werd
zoo goed en zoo kwaad gesust door maatregelen van de
overheid. Maar zoude nu de abnormale ordening met
even zoo onregelmatige sprongen weer moeten terug-
keeren tot een vredesbedrjf, ,,so müsste zweifellos in
den ersten Friedensjahren ein heilloses Drunter und
Drüber entstehen”, dat ons waarschijnlijk van den
poel van oorlogsellenden in een catastrophe van em-
stige economische crisissen zou overbrengen. De voor-
beelden liggen voor de hand. In de eerste plaats de po-
sitie op de arbeidsmarkt. Een aanzienlijk aantal arbei-
ders heeft het leven in den strijd gelaten of zullen als
invalieden in het vaderland terugkeeren. Ongetwij-feld zal zich eenmaal deze verminderde menschen-
kracht in het economisch leven doen gevoelen; maar
op het oogenblik van de terugkomst van den vrede
zal juist niet gevaar van tekort aan arbeidskrachten
dreigen, maar is veeleer te vreezen, dat er een teveel
aan arbeiders zal zijn. Wanneer de millioenen manueh,
die nu in het veld staan, met het beëindigen van de vij-
andelijkheden oogenblikkelijk den dienst verlaten, zal
zich in Duitschland een overaanbod van werkkmachten
en daardoor groote werkeloosheid zonder twijfel ver-
toonen. Evenmin zal er vraag zijn naar tal van arti-
kelen met min of meer luxueus karakter, met welker
vervaardiging zich vroeger duizenden bezig hielden,
als dat de exportindustrie dadeljk weer met groote
levendigheid bezield kan wezen. Zelfs moet men zich
afvragen of dra de materialen uit binnen- en buiten-
land, die men voor de vervaardiging der artikelen van
eigen dagelijksch gebruik behoeft, weer in gewensch-
ten staat en hoeveelheid beschikbaar zullen zijn.
Zoo zal men reeds bij de demobiliseering van leger
en vloot wel doordacht te werk moeten gaan. De schrij-
ver van het artikel had nog als gedeeltelijke compen-
satie van, de moeilijkheden, die hij terecht voorziet,
kunnen noemen de verwachting, die meny algemeen is
442
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Juni 1917
toegedaan, dat tal van industriearbeiders, die nu jaren
buiten geleefd hebben, niet meer in de fabrieken zul-
len willen terugkeeren en hun bestaan in den land-
bouw gaan zoeken, waartoe zij misschien zelfs in groote
getale zullen emigreeren. De hooge •belastingdruk
in het vaderland zou nog wel eens mede eene aanmoe-
diging daartoe kunnen worden. Het artikel gaat ver-
der dat om tot den meest gewenschten toestand te
komen het aantal vaste aanstellingen naar mogelijk-
heid ware te vermeerderen. Dit zou aldus kunnen
plaats vinden, dat de ondernemers die hun bedrijf
tijdens den oorlog in onverminderden omvang heb-
ben staande kunnen houden
bij
de wet verplicht wor-
den hunne vroegere arbeiders in dienst te nemen.
Daarbij, en trouwens in het algemeen, zal men op de
moeilijkheid van het wederom uitschakelen der vrou-
welijke arbeidskrachten stooten, zonder welke het den
meesten ondernemers onmogelijk ware geweest hun
bedrijf tijdens den oorlog in gang te houden. Dikwijls
namen de vrouwen de plaats in van• hunne echtge-
nooten, die voor den militairen dienst werden
opgeroepen en voor zoover de man uit den ëtrijd
wederkeert, zal de vervanging daar om zoo te zeggen
automatisch geschieden. Moeilijker is het vraagstuk
voor de tot weduwe geworden of ongehuwde vrouw. Van verschillende zijden wordt de sociale positie van,
de vrouw, die na den oorlog in haar eigen levens-
onderhoud heeft te voorzien, zorgwekkend geacht,
met alle betreurenswaardige redelijke declinaties’
die daarvan het maatschappelijk gevolg kunnen
zijn. De schrijver van het opstel in Plutus zou het de
beste oplossing achten, dat de regeering zich niet door
de kosten laat afschrikken en nog geruimen tijd een
groot staand leger op de been houdt of althans ,,als
Heeresangehörige auf öffentlichè Kosten ernhrt”.
Door dergelijke maatregelen zou, al kon men er de
ongewoon hooge oorlogsloonen niet mee op peil hou-
den, althans een te sterke inzinking van het loon
voorkomen worden.
Ook het punt der verschaffing van de benoodigde
grondstoffen dient onder oogen gezien te worden,
zoowel wat die uit het buitenland, als dezulke welke
binnenslands verkregen worden, aangaat. Want ook
wat de laatste betreft heeft gedurende den oorlog een
algeheel gebruik voor oorlogsdoeleinden, of hoogst
onvoldoende productie voor vredesoogmerken, plaats
gevonden. Zoo zal de steenkolen-, ijzer-, kali-, suiker-,
spiritus- en ruwolieproductie geheel nieuw gebaseerd
moeten worden. Veelal grijpt hier, waar het gaat om
den ombouw van oorlogsindustrieën in vredesbe-
drijven, het eene probleem in het andere. En dan zal
de aanvulling van vast kapitaal, die tijdens den oor-
log in zoo hooge mate verwaarloosd is, ernstig ter
hand genomen moeten worden. Het spoorwegsysteem
heeft dringend vernieuwing noodig en aan de binnen-
scheepvaart en har wegen moet volle aandacht ge-
schonken worden. Want dikwijls ligt thans de
schaarschheid van eenige in het binnenland gewon-
nen grondstof niet zoozeer aan onvoldoende pro-
ductie in de centra van voortbrenging, als wel aan
de onmogelijkheid van transport naar de plaatsen
waar, do materialen verwerkt worden. Allereerst zal
dan ook gezorgd moeten worden, dat in de verkeers-
behoeften wordt voorzien en dus de fabricatie van
rails, locomotieven, goederenwagens, transportinrich-
tingen enz. in de hand worden gewerkt.
De vraag van verkrijgiug der grondstoffen, die
slechts door het buitenland geleverd kunnen worden,
sluit hierbij aan. Wat binnenkomt zal voor de meest
noodzakelijke industrieën gereserveerd moeten wor-
den. Toevder van deze stoffen is echter iets wat hand
in hand gaat met beschikking over nationale scheeps-
ruimte. De schrijver, dien
wij
hier gevolgd zijn, meent
de veronderstelling te kunnen uitspreken dat, afgezien
van het aanmerkelijk verlies aan tonnage dooi’ in-
beslagname, de Duitsche koopvaardijvloot die behou-
den is gebleven, versterkt met nieuwen aanbouw, pro-
portioneel er nog gunstiger voor zal staan dan bij
den vijand het geval is. Wij willen niet het tegendeel
beweren,’maar wij zijn toch de meening toegedaan,
dat het verlies van verder schepenmateriaal, dat bij
iedere oorlogsverklaring die Duitschland nog thuis
gezonden krijgt het noodlottig gevolg is, het pers-
pectief voor dit land in dit opzicht in niet onbelang-
rijke mate beïnvloedt. Wat hiervan evenwel zij, in ieder
geval heeft de schrijver gelijk, wanneer hij heden reeds
meent te kunnen vaststellen, dat, alle boycot- en anti-
pathie-bedoelingen ter zijde gelaten, ieder land na
den oorlog voor den aanvoer van grondstoffen in
hoofdzaak, zoo niet geheel, op eigen tonnage zal aa1ge-
wezen zijn. De staat zal dan ook zonder twijfel aai dit
vraagstuk alle aandacht moeten wijden en er, indien
noodig, na den oorlog niet voor mogen terugschrik-
ken het geheele nationale scheepsmateriaal te zijner
beschikking te houden. Èn dan, besluit de schrijver,
voelt men den band weer met het vraagstuk van den
export, want mbn kan de schepen niet leeg laten uit-
varen; als vracht zullen zich aanbevelen die binnens-
lands voortgebrache grondstoffen, waarvoor het bui-
tenland ongetwijfeld kooper zal zijn, zooals kali en
stéenkolen en misschien ook de producten der chemi-
sche industrie.
Hoe men ook over het verloop van het overgangs-
tijdperk moge denken, dat de elementen aanwezig zijn,
die voorloopig een voortzetting van het stelsel van
staatsingrjpen met al zijne gevolgen noodwendig
kunnen maken, is moeilijk te ontkenen. Voor ons land
stelt het probleem zich in vele opzichten anders dan
voor Duitschiand. Nochtans kan het zijn nut, hebben
eens de aandacht op het vraagstuk te vestigen.
UITBREIDING DER 50 cJAAL-EcoNoMisaHE
STATISTIEK EENE NOODZAKELIJKHEID.
Wij ontvangen de volgende beschoiwing ter
plaatsing:
In no. 68 van dit weekblad kwamen eenige cijfers
voor over de stijging der bonen tijdens de crisi. Slaat
men in het Maandschrift van het Centraal Bureau
voor de Statistiek het artikel na, waaraan die opga-
ven waren ontleend (Maart-aflevering, blz. 354), dan
treft men daarin wel hen vrij groot aantal gegevens
aan omtrent de loonstijging in een aantal beroepen
en plaatsen, maar het is ei’ verre van, dat deze een
min of meer volledig beeld van de loonsverhooging in
het geheele land geven; een samenvatting, waaruit
men zou kunnen opmaken, dat het loon tijdens de
crisis over het algemeen met, laat ik zeggen, 20
a
25
procent gestegen is, vindt men dan ook niet. Op dit
gebrek wordt in den aanhef van het artikel gewezen.
,,Reeds gedurende een aantal jaren ligt het in de be-
doeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek
om te komen tot een maandelijksch overzicht van de
wijzigingen in het loon en den arbeidsduur, zooals
dat in Engeland door den Board of Trade in de
,,Labour Gazette” gepubliceerd wordt. Reeds heeft het
Bureau met de Centrale organisaties van vakbonden
over dit denkbeeld overleg gepleegd, maar tot uitvoe-
ring ervan is het, wegens gebrek aan personeel, nog
niet kunnen komen. Waar het nu van belang geacht
moet worden de stijging der bonen sedert het uit-
breken van den oorlog te kennen, heeft het Bureau
bij gebreke aan een geregeld overzicht als bovenbe-
doeld, de ter beschikking staande gegevens, die eenige
aanwijzing omtrent de. loonstijging zouden kunnen
geven samengevat.” Wel is dit laatste te waardeeren,
maar bevredige’nd kan’ een dergelijk overzicht niet
zijn. Het is van het grootste belang de veranderingen
in den boonstandaard en den arbeidsduur te kennen
en daarvoor is een geregelde statistiek noodzakelijk.
Hêeft het Centraal Bureau daarvoor geen personeel,
dan moet de Regeering het verschaffen. Nog onlangs,
bij het debat in de Tweede Kamer over de levensmid-
delenvoorziening is gebleken hoe nuttig het geweest
zou zijn, als men had geweten voor hoeveel en voor
‘••’
..-,.-
7_
•
‘•
•.
-.——
13 Juni 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
443
11
welke arbeiders het loon gestegen was en met welk
bedrag.
1)
Hetzelfde geldt van de pri.jsstatistiek; deze is ook
lang nog niet wat zij zijn moet. Elke maand een over-
zichtje van 14 artikelen in den groothandel, 29 arti-
kelen bij ,,Eigen-Hulp” in zes plaatsen en van cokes
bij 8 gasfabrieken is niet voldoende. De noodige uit-
breiding van dit statistiekje ,,kon geen voortgang
hebben wegens gebrek aan personeel”, lezen wij in
het jaarverslag van het Bureau over 1915 (Bijvoegsel
Staatscourant 1916, no. 167). Het loont de moeite die
jaarverslagen eens door te lezen; dan blijkt, dat ons
Statistisch Bureau wel weet wat noodig is, maar
doorloopend met tekort aan werkkrachten te kampen
heeft. Reeds in 1913 (vgl. Bijvoegsel Staatse. 1914,
no. 196) zijn de volgende desiderata opgesomd: his-
torische loonstatistiek, overzicht arbeidsvoorwaarden
der werklieden in vasten dienst van Rijk, provincie
en gemeente, wijzigingen in loon en arbeidsduur, wij-
zigingen in het aantal te werk gestelde arbeiders,
patroonsorganisaties, coöperatie, kosten van levens-
onderhoud (budgets), terwijl nog de aandacht geves-
tigd werd op het feit, dat eventueel partij getrokken
zou kunnen worden van de ziekte-, ouderdoms- en
invaliditeitswetten voor de arbeidsloon- en werkloos-heidsstatistiek; de Centrale Commissie voegde er nog
aan toe de. statistieken van de naamlooze vennoot-
schappen en de beurskoersen.
Men vraagt zich af: waarom is nog geen van deze
statistieken tot stand gekomen, hoewel het Bureau
en de Commissie voor de Statistiek er reeds in 1913
op gewezen hebben? Het groote belang er van kan
toch waarlijk niet ontkend worden en op de betrek-
kelijk geringe personeeluitbreiding (zes klerken en
vijf schrijvers), die het Bureau in 1913 voor zijn ge-heele uitbreidingsplan noodig achtte, zal dit toch ze-
ker wel niet afgestuit zijn.
Gelukkig wordt al van verschillende verschijnselen
op sociaal-economisch gebied geregeld boek gehou-
den: wij bezitten een werkstakingsstatistiek, een sta-
tistiek van de arbeidersorganisaties, een maandschrift
waarin o.a. geregeld mededeelingen over de arbeids-
markt, de werkloosheid en de arbeidsbemiddeling
voorkomen. Gerust kunnen deze publicaties, evenals
de statistiek van loon en arbeidsduur in bepaalde in-
dustrieën en bij Rijkswerken een vergelijking met
buitenlandsche publicaties doorstaan, al hebben onze
loonstatistieken door haar late verschijning meer his-
torische dan actueele waarde. Maar de prijsstatistiek
is bepaald onvoldoende en dient aangevuld, terwijl
met de op de
lijst
der desiderata geplaatste statistie-
ken die van de wijzigingen in loon en arbeidsduur,
van de werkgeversvereenigjngen, van de naamlooze
vennootschappen, de coöperaties en de beurskoersen,
de graadmeters bij uitnemendheid, in de allereerste
plaats een aanvang behoort gemaakt te worden.
AANTEEKENINGEN.
Duische schepen in An’berilcaansche
h a v e n
s. – In aansluiting met onze aanteekening
in het nummer van 23 Mei j.l. valt het volgende, dat
ontleend wordt aan de Chronicle van 5 Mei j.l. te be-
richten. Volgens beslissing van den Senaat op 30
April a.c., eigent de Unie zich de Duitsche schepen
thans toe. Nadrukkelijk werd verklaard, dat alle aan-
spraken door het Duitsche gouvernement en Duitsche
onderdanen op betalingen, uit hoofde van belangen
bij de schepen, afgewezen zullen worden. Al heeft de
Senaat blijkens de berichten vijf uur over de kwestie
1)
Intusschen verscheen in de laatste Economische Nota
een overzicht van de loonsverhoogingen der in de nijver-
heid werkzame arbeiders gedurende den oorlog, samenge-
steld door de Arbeidsinspectie. Dit overzicht waaraan op
blz. 406
van dit tijdschrift eenige gegevens ontleend
waren, gaat eenigszins in de richting van een statistiek,
zooals wij die gaarne maandelijks door ons Centraal Bureau
voor de Statistiek gepubliceerd zouden zien.
gedebateerd, zij is ten slotte toch eenstemmig tot eene
beslissing gekomen die – om nogmaals het artikel in
No. 60 van dit tijdschrift in herinnering te brengen
– in
strijd
is met de verplichtingen door de Unie bij verdrag aangegaan. Opmerkelijk uit volkenrechtelijk
‘oogpunt is, dat de beslissing
bij
de vermelding van
het territoir waarvoor zij geldt de bepaling bevat:
,,except the American Virgin Islands,” dit
zijn
de
eertijds Deensche Antillen, die eerst tijdens den we-
reldoorlog in Amerikaansch bezit kwamen (zie No. 42
van het weekblad). Alles te zamen zijn 101 schepen
met 636.039 ton inhoud bij de beslissing betrokken. Bij
den huidigen prijs der schepen wordt de buit op 100
i 125 millioen dollar geschat. Onder de schepen is
het grootste schip tot heden van stapel geloopen:
de Vaterland, 54.282 bruto-tonnen; 36 schepen, met
293.653 tonnen, behooren aan de Hamburg-Amerika-Lijn, 29, met 233.958, aan den Norddeutschen Lloyd.
Omtrent de helft van den totaal-tonnage der Duitsche
schepen in Amerika ligt te New York; onder de 101
schepen zijn, er ook 17 liggende in Manila en 8 te
Honoloeloe. Acht schepen hebben een tonnage van
meer dan 15.000 bruto-registertonnen.
GeldschietingaanCanada._Onlarigs
verscheen in ,,the Board of Trade Journal” een be-
richt van den Trade Commissioner in Canada, dat
wij nu ook als: ,,Sehr bezeichnend” in de Duitsche
pers vinden overgenomen. Het was de volgende tabel,
die in percentage uitdrukt het aandeel dat Engeland,
de Ver. Staten en het Dom inion zelf in de leeningen, die onder alle hoofden, landelijke, stedelijke, private,
zoo goed als spoorwegleeningen, zijn uitgegeven, ge-
nomen hebben in de afgeloopen 8 jaren.
Canada
Engeland
Staten
Per cent Per cent Per cent
1909
……..
22.10
74.00 3.90
1910
……..
17.00
81.50
1.50
1911
……..
16.86
76.56
6.58
1912
……..
16.00
72.65
11.35
1913
……..
12.10
74.25
13.65
1914
……..
12.00
68.25
19.75
1915
……..
43.70
14.20 42.10
1916
……..
33.60
1.50
64.90
In 1916 werd voor een bedrag van $ 316 millioen
Canadeesche effecten aangeboden, waarvan de Ver-
eenigde Staten 205 mill. opnamen. Tot 1911 was
nauwelijks sprake van Amerikaansche belegging in
Canada, terwijl tot aan het uitbreken van den oorlog
Engeland omtrent 75 pCt. der kapitaalbehoefte van
liet Dominion verstrekte. Reeds voor 1915, het eerste volledige oorlogsjaar, had een enorme vermeerdering
der beleggingen voor eigen rekening in Canada
plaats, ook voor de V. S. vertoonde zich vermeerde-
ring, maar Engeland retireerde. In 1916 wordt het
aandeel van Amerika nog aanzienlijk grooter, waar-
tegenover Canada zelf relatief minder belangstelling
toonde en het moederland practisch als geldschieter
ophield. De Engelsche geldleeners hebben vrijwel geen
poging gedaan in de jaren 1909-1914, toen zij hon-
derden millioenen in Canafrleesche ondernemingen
belegden, hun economische positie te versterken door
de Canadeesche leeners de verplichting op te leggen
daartegenover zich in het V. K. van de goederen te
voorzien voor de ontwikkeling van het Dominion be-noodigd. Anders daarentegen Amerika, het blijkt, dat
de bankiers in de V. S. algemeen als conditie voor de
leening stellen, dat de Canadeesche geldopnemers zich
via de Amerikaansche geldschieters zullen bevoorra-
den. Zoo lang – zegt de Britsche Trade Commis-
sioner – Engeland geen geld voor het Dominion be-
schikbaar heeft en de V. S. de eenigste steun blijven
voor de kolossale kapitaalbehoefte die Canada voor
zijn economische ontwikkeling niet kan ontberen,
zullen de moeilijkheden voor den Engelschen fabri-kant, die in Canada zijn goederen wenscht af te zet-
ten, nog steeds toenemen.
444
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1
13 Juni 1917
Koloniaal Duischland. –
In’de afgeloo-
pen week heeft Dr. Solf, de Duitsche staatssecretaris
van koloniën, te Leipzig een koloniale rede gehouden,
waarvan de tekst uit de dagbladen voldoende bekend
mag worden geacht. Belangrijk in deze rede, alhoe’
wel op zichzelf niet geheel• nieuw, is de bedoeling
die men ér in meende’ te lezen: de Kongo voor
Duitschland te verkrijgen. De Duitsche bladen van
sterk nationaal karakter zijn dan ook zeer met de rede
tevreden.
Opmerkelijk is echter de mededeeling van Dr. Solf,
dat het reeds lang geen geheim meer is, dat Duitsch-land reeds voor den oorlog plan had door vreedzaam
vergelijk tot een afronding van zijn koloniaal bezit te
geraken. Men steile hiernaast de opzienbarende rede-
voering van Sir Harry H. Johnston in ,,The Royal.
Geographical Society” in Februari 1915 – zie het
artikel ,,Het Oentraal-Afrikaansche geding” in No.
53 van dit blad – waarbij van overleg tusschen Enge-
land en Duitschiand, in zake de koloniale positie der
beide mogendheden in Centraal Afrika, gesproken
werd. Er ontbreekt gelooven wij weinig aan in de
uiting van Dr. Solf eene bevestiging te mogen zien
van Sir J’ohnstons onthulling. Vergissen wij ons niet
dan was deze tot op heden van Duitsche
zijde
nog
niet gegeven.
REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEB1ED.
Uitvoer van versch fruit. Als soorten
van versch fruit, waarvoor consenten tot uitvoer kun-
nen worden afgegeven, zijn thans aangewezen: kruis-
bessen, aardbeien, kersen, z’warte bessen, aalbessen,
framboen, boschbessen, meloenen, perziken, druiven,
peren, appelen, pruimen, veeiibessen, mispelen, hazel-
noten en walnoten. Aan de afgifte van consenten
wordt de voorwaarde verbonden, dat een bepaall per-
centage voor het binnenland beschikbaar moet wor-
den gesteld.
Ver duurzam en van fruit en groenten.
Bepaald is dat de Rijkscommissie van Toezicht resp.
op de Vereeniging ,,Fruit-Centrale” en op de Ver-
eeniging ,,Groenten-Centraie” ter verzekering van de
deugdelijkheid van het verduurzaamde product aan de ondernemingen voorschriften kunnen geven, die
in hare inrichtingen ten aanzien van de zindelijkheid
en de behandelingswijze van het fruit (resp. de groen-
ten) en de grondstoffen in acht genomen moeten
worden.
Inrichtingen voor het ver duurzam en
van groenten en fruit. De toeneming van
het aantal inrichtingen voor het verduurzamen van
groenten en fruit begint in den laatsten tijd zulke af-
metingen aan te nemen, dat de voorziening in de bin-
nenlandsche behoefte aan versche producten er door
wordt bemoeilijkt. Met name neemt’het aantal inzou-
terijen en inmakerijen van kool en boonen meer toe
dan wenschelijk is. In verband hiermede wordt ter
algemeene kennis gebracht, dat de Rijkscommissie
van Toezicht op de Vereeniging ,,Groenten-Centrale”
van den Minister van Landbouw, enz. de opdracht
heeft ontvangen, in het vervolg inrichtingen voor het
verduurzamen niet meer dan
bij
hooge uitzondering
als zoodanig in te schrijven.
Bijdragen in de kosten der consump-
tiemeikvoorziening. Door den Minister
van Landbouw, enz. is het verlangen uitgesproken, dat
door de leden der Kaasvereeniging zal worden bijge-
dragen in de aanzienlijke uitgaven, welke de consump-
tiemelkvoorziening aan het Rijk oplegt en wel tot een
bedrag van de meeropbrengst, per liter verwerkte
melk, na aftrek van den grondprijs (11 cent) van de
bedrijfskosten en van een matige winst, een en ander
berekend naar een voor elke soort van bedrijf vastge-
stelde schaal.
B e
n z i n e. In overleg met den Minister van
Landbouw is door de Toewijzingscommissie voor ben-
zine ontheffing verleend van het verbod tot veroer, verkoop en afieveriitg van benzine ten aanzien van
eerie hoeveelheid benzine, benzol of terpentijn-substi-
“tuut van 100 gram en minder, terwijl voor den ver-
koop van benzine, enz. aan kleine verbruikers (lood-
gieters, rijwielherstellers, schilders e.dg.) in een zoo
groot mogelijk aantal gemeenten aan één of meer
drogisten, die volgens de ter plaatse geldende gemeen-
teverordening gerechtigd zijn tot het in voorraad hou-
den van benzine, enz., eens hoeveelheid dier vloei-
stoffen in voorraad zal worden gegeven. Deze verkoop
aan kleine verbruikers zal geschieden op bonboekjes,
bevattende 10 bons i 1 liter.
0 h iii s a 1 p e t e r. In aansluiting aan het be-
richt in ons vorig overzicht kan thans gemeld worden,
dat met de distributie een aanvang kon worden ge-
maakt.
R an t s o en aar d app elen en
rij
st. Blijkens
telegrafische mededeeling van den Minister van Land-
bouw aan de burgemeesters zal ook in de loopende
week het rantsoen aardappelen beperkt blijven tot
1 K.G. per hoofd; het ontbrekende wordt aangevuld
met rijst.
MAANDCIJFERS.
SPOORWEGONT VANGSTEN.
Van de Maatschappij tot Exploitatie van Staats-
‘spoorwegen worden de volgende bij benadering vast-
gestelde gezamenlijke ontvangsten der S. S., H. S. M.
en N. 0. S. over J’anuari/April 1917 ontvangen:
Reizigers, bagage en honden ……
f
15.885.216,-
Goederen, levende dieren, rijtui-
gen, enz. …………………..
..13:518.095,-
Buitengew. ontvangsten en telegraaf. ,,
863.493,-
‘Totaal ……
f 30.246.804,-
zijnde f2.407.057,— meer dan de definitief vastge-
stelde cijfers over dezelfde maanden van 1918. De
exploitatiekosten waren (bij benadering) f5.195.600,-
hooger.
INKLARINGEN OP AMSTERDAM.
Mei
1917.
Mei
1916.
Landen
Aantal
Tonnen
Aantal
Tonnen
van herkomst.
schepen.
netto,
schepen.
netto.
Engeland…………..
7
6.591
56
40.420
Zweden
…………..
7
3.532
11
3.612′
Noorwegen …………
6
2.039
16
6.592
Denemarken
……….
–
–
3
1.588
Frankrijk
…………
–
–
1
830
Portugal ……………
– –
1
1.153
Spanje…………….
– –
2
1.251
Griekenland
………..
– –
,
1
1.086′
Noord-Afrika……….
1
675
– –
Ned.’Indië
…………
•
2
9.334
5
24.987
Noord’Amerik% ……..
7
18.579
1
2.345
Midden’Amerika
…….
2
5.137
–
–
Zuid-Amerika (Oostkust)
1
2.974
5
15.181
Zuid-Amerika(Westkust),
.
4
10.184
–
–
West-Indische eilanden..
–
—
1
1.548
Nederlandsche havens ..
11
2.135
8
3.143-
Totaal handelsschepen
48
61.180
111
103.736
Visschersvaartuigen ..
10
1.104
18
1.731
Totaal……
58
.62.284
129
105.467
Onderscheiding der handelsschepen naar de nationaliteit:
Percentage
Mei
1917
Aantal
Tonnen
van detotale
schepen.
netto.
tonnenmaat.
Nederlandsche
……
40
56.199
–
91,858
Britsche …………
1
588
0,961
Zweedsche ……….
3
1.708
2,791
Noorsche
……….
2
933
1525
Deensche
……….
1
1.031 1,685
Duitsche…………
1
721 1,18
Totaal
48
61.180
100,
13 Juni 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
445
NEDERLANDSCHE HANDELSSTATISTIEK.
In afwachting van het wederom maandelijks verschijnen der maandcijfers van in- en uitvoer, waarna voor de thans
door het Centraal Bureau voor de Statistiek samengestelde gegevens een definitieve vorm van weergave zal worden ge-
kozen, zijn hieronder de gelijktijdig voor Januari, Februari en Maart
1917
verschenen cijfers, volgens de indeeling die tot op
heden gebezigd is, gesteld naast die van invoer tot verbruik en uitvoer uit het vrije verkeer in de overeenkomstige maanden
van het jaar
1916.
Gelijk in een artikel van het vorig nummer toegelicht werd, is deze vergelijking door het verdwijnen van den
vermomden doorvoer in het algemeen mogelijk. (In duizenden Kilorammen).
JANUARI
FEBRUARI
MAART
Invoer
Uitvoer
Invoer
1
Uitvoer
Invoer Uitvoer
Algemeene
1916
1917
1916
1917 1916
1917
(tot
1917
1916 1917
1916
1917
voedings-
verbruik)
(Uit
Vrije
verkeer)
Verbruik)
.
I(uiltgvl6
rie
Verkeer)
(tot
Verbruik)
(Uit Vrije
verkeer)
middelen.
Aardappelmeel
0
0
18.481
1.494
0
0
14.730
1.255
0
0
12.944 4.012
60
0
2.359
982
55
0
1.583
321
90
0
3.011
1.509
Eieren
0
0
733
496
25
0
1.981
735
9 0
3.799 3.264
Tarwe en -meel
1
)
60.236
43.803
17
92
54.032 35.063
29
59
36.633
10.900
146
117
Boter
……………
.
7.201
671
10
5
4.810 7.432
4.057
0
2.849
5
14
0
Andere granen
1
)
68.613
36
0
59.943
37.575
75
2
77.700
14.473
51
0
Kaas
?
8.314 3.103
?
8.792 6.583
?
?
9.048 5.135
Rijst
………..6.298
Versche zeevisch
?
0
2.209
1.257
?
0
3.110 2.030
?
0
4.706 2.228
aringenbokking
428
0
4.791
2.060
85
0
5.986
1.093
88
0
2.312
323
Versch vleesch
0
8.237
1.841
?
0
7.397
1.289
?
0
7.019
126
ez.ofger.vleesch
?
0
3.354
3.040
?
0
2.727
2.514
?
0
2.354
1.810
Krachtvoeder- koekenen -meel
20.095 22.676
? ?
19.778
5.884
?
?
23.844
1.099
?
Ijenotmicidelen.
Cacaoboonen..
3.215
1.709
0 0
1.503
1.246 693
7
588 355
231
0
Cacaopoeder
67
7
1.941
560
1
0
1.776 349
1
0.
1.749
125
10.628
2.848
13.436
229
8.228
2.085 26.117
367
8.399
1.798
1.297
344
690
47
?
799 854
?
1.278 735
?
Koffie
………
Thee
………….
Ruwsuiker
..
128
3
12.851
17
88
67
10.993
20 125
0
4.641
0
Kandij,mel.,bast
48
397
8.686
1
51
160
4.900
6
6
0
5.132
34
Tabak
……..3.082
9.335
623
1.588
2.290 6.959
592 1.888 886
4.913
696
4.993
Sigaren
1
7
173
177
1
6
254
190
4
1
263
154
Olin, vetten en
grondstoffen daarvoor.
8.632
0 0
7.250 3.750
0
0
5.482 2.434
0
0
Kokosnootolie
18
0
1.270 215
0 0
1.386
0
0
0
1.268
21
2.095
227
11
1
1.321
323
19
0
1.077
61
7 0
Margar.(eetbare)
2
0
10.317
13.415
0
0
12.558
11.508
13
2
13.728 10.379
Margar.(ruwe)
2.509
769
433
0
1.000 705
16
0
1.638
108
11
0
Katoenpittenolie
2.072
800
42
18
4.962
1.124
21
108
2.164
202
21 70
Copra
………11.710
Gronduoten
..
785
313
43
0
89 194
0
0
3.601
2.041
0
0
Reuzel
……….
Palmpitten
..
790
2.726
0
0
2.280
1.082
0 0
2.495 2.640
0
0
Palmolie
89
0 0
0
40
0 0 0 0
419
0 0
Sojaboonen
..
3.440
1.233
0
0
1
326
0 0 0
967
0 0
Soja-olie
387
2.423
0 0
609
288
0 0
419
625
0 0
Koolzaad
……3.443
2.224
5 0
881
1.055
8
0
787
1.063
52
0
16.829 7.195
495
1
13.938
4.030
694
1
10.826
8.474
1.207
3.131
Lijnolie
0
0
64
30
0
0
245
29
0
0
106
299
Lijnzaad
…….
Petroleum
……
13.659
26.645
3 8
15.439
322
3
8
14.739 15.045
3
7
Miner.smeeroljiin
625
1.066
?
993
632
?
1.046
977
?
Talk,roetensmeer
754
1.370
255
0
732
1.227
387
0
669
1.500
196
0
Weef stoffen.
Hennep (ongeli.)
958
54
15
0
730
108
0 0
623
0 0
1
Ongetw.en ongev.
katoenen garen
1.904
1.789
0 0
1.600
1.509
0 0
1.470
1.700
0 0
Katoen (ongesp.)
3.248
1.511
82
0
2.53
737
43
0
3.229
1.020
14
0
Vlas
(geroot en
gezvingeld)
137
0
1.884
0
109
0
1.937
0 0 0
2.343
0
Wol (alle soorten,
wolafval en
kunstwol)
..
1.286
620
0 0
1.285
647
1
0
510 524
33
0
Metalen.
IJze? (ruw gegot.)
3.666
10.075
4 0
7.94
4.148
12
0
9.759 3.266
20
0
IJzer (smeed-,
band-enpl.ijzer)
32.057
545 1.226
23
24.745
1.357
1.370
0
36.427
7.267 1.148
0
IJzer (spoorstav.)
232
283
108
10
1.850
52
0 0
2.902
74
916
1
IJzer (gaspijpen)
4.217
39
52
1
3.749
45
588
2
4.398
313
400
0
Staal (in staven)
3.320
36
?
3.557
25
?
3.287
?
22
Koper (ruw)
..
145
23
0
0
61
1
2
0
101
5 0
0
Lood
(ruw)
..
466 268
142
0
499
243
41
0
163
77
7
0
Tin (ruw)
182 178
0
0
20
0
3 0
177
1
–
11
0
Zink (ruw)
….
14
0
1.190
977
18
26
826
471
1.385
0
942
406
Steenkolen.
Steenkolen
.. .
.1
525.582 1228.606
1
15.833
1
2.751 1503.354
1
87.952
1
20.756
1
1.030 1545.801
1298.123
1
11.519
1
3.661
Diversen.
1.655
7 2
2.237 1.785
0
0
2.648 2.378
0
0
Chilisalpeter
0
6.926
0 0
8.881
0 0 0
7.920
0 0 0
Soda
………..1.694
Cement, tras..
..
25.651
5.941
283
5
28.347 5.455
174
0
38.971 16.296
139
0
Huiden (gedroogd
onbereid)
319 289
41
0
229
151
57
0
152 147
4
0
Huiden (gezout.)
3
419
160
410
94
260
521
112
47
158
1.110
0
t)
Tarwemeel is uitgedrukt in tarwe;
aangenomen
is, dat
75
K.G. meel met
100 K.G. tarwe
gelijk staat.
Bij
,,andere
granen” vond voor roggemeel
eenzelfde
verrekening plaats.
446
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Juni 1917
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
I. BANKDISCONTO’S.
20
.ïli
1914
(Disc. Wissels.
Ned.
4′!, sedert 1Juli ’15
3
1
/2sedert23 Mrt. ’14
Bel.Binn.Eff.
4
1
12
,,
1
,,’
’15
4
,,
23
,,
’14
BOflkV
rSC
h
.
i
fl
R
.
C
.
511,
,,
19Aug.’14
5
,,
23
,,
’14
Bank van Engeland
5
,,
6Apr.’17
3
,,
29 Jan.
1
14
Duitsche Rijksbank
5
,,
23 Dec. ’14
4
,,
5 Febr.’14
Bank van Frankrijk
5
,,
20Aug.’14
3
1
1,
,,
29Jan. ’14
Oostenr. Hong. Bk.
5
,,
10Apr.’15
4
,,
12 Mrt.
’14
Russische Staatsbk.
6
,,
27 Juli ’14
5
,,
1 Apr. ’14
Nat.Bankv.Denem.
5
,,
10
,,
’15
5
,,
6 Febr.’14
Zweedsche Rijksbk.
5
1
11
,,
9Nov.’16
4
1
12
,,
6
,,
’14
ZwitserscheNat.Bk.
4
1
11
,,
2Jan.’15
3
1
12
,,
19
,,
’14
Bank van Italië ..
5
,,
1Juni’16
5
,,
9Mei
1
14
Feder. Res. Bk. N.Y.
34111
–
–
–
Javasche Bank….
3
1
1,
,,
1 Aug.’09
3
1
1,
,,
1 Aug.’09
II. OPEN MARKT..
Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Pa,.
P
Par
N. York
Calt-
Part.
Projo,,-
disconto gatie
disconto
disconto
disc.
tnoney
9 Juni ’17
1
5
142
2’/4
4
18
1
4.
8
18
4-9 Juni’17
1
1
18.2
2-2114
4281,2
4.818
–
31124
28 M.-2 J!17
1
I,-2
7/a
2 /4-/4
42215
4.518
–
2 ‘/,-4
‘/
21-26Mei’17
2-2
1
14
22’12
4
28
1
4
11
8
–
2-3
1
14
5-9
Juni’16
2.
1
11
2-
1
12
4
9
1,
3
3
1..
4
8
18
–
2J12-3
1
12
7-12 Jun1’15
3 3
1/.I/
218
– –
1 ?/
20-24Jul.’14
3
1
18.
8
116
2 ‘//
2
1/4.3/4
2
1
1s_
1
12
2
8
/
1/4-2
1
/1
1)
Noteering van 1 Juni 1917.
WISSELKOERSEN.
1. KOERSEN IN NEDERLAND. –
Voor Londen, Berlijn en Parijs worden voorloopig ook de
dagelijksche noteeringen te Amsterdam opgenomen. De dage-
ljksche koersen op New York, alsmede de laagste en
hoogste der week zijn aan particuliere opgaven ontleend.
Data
Londen
Berlijn
Parijs
New York
4 Juni 1917
..
11.54
1
14
36.15 42.40 2.42
8
/8
5
,,
1917
..
11.52
35.90 42.32
1
!,
2.41/,
6
1917
..
11.54
1
/4
35.80
42.40
2.42
1
/4
7
,,
1917
..
–
11.55
8
/4
35.40
42.40
2.42
5
/8
8
,,
1917
..
11.5414 34.80
42.42
1
!2 2.42
5
18
9
1917
..
11.53
5
/4
34.30
42.3211
2
2.4211
s
Laagste der week
11.5111
2
34.05 42.30
2.41
1
12
Hoogste
,,
,,
11.57
1
1
36.30
–
42.52
1
13
2.43
2 Juni 1917
..
11.57
36.35
42.50 2.43
26 Mei
1917
..
11.55
1
12
1
)
36.80
1)
42.40
1)
2.42’/,
Muntpariteit
..
12.10
1
I8
59.26
48.-
2.48
1
14
1) Noteering van 25 Mei 1917.
–
Data
Zwitser-
land
Weenen
Kopen-
hagen
Stock-
holm
Batavia
telegrafisch
9 Juni 1917
48.30
.
21.32
1
1,
‘l0.20
72.90
99*
–
100
Laagste d.
w.
47.95
21.20-
69.80
72.80
–
Hoogste
,, ,,
48.60
23.25
70.25
73.22
1
12
–
2 Juni 1917
48.27
1
1,
23.40
70.10
73.12
1
1,
99
1
-100
26 Mei
1917
48.05
23.47
1
1,
69.82
1
1,
72.92’12
991-1001
Muntpariteit
48.-
50.41
66.67 66.67
100
OVERZICHT.
De wisselmarkt was deze week zeer bewogen. Het meest
sprong wel in het oog de gioote daling van de Marken en
Oostenrijksche Kronen. De koersen liep van 36,17% tot
34,2234 terug. De Duitsche officieele noteering voor Holland
steeg van 272 tot 275. Oostenrijk daalde van 23,1236 tot
21,32%. Londen dat circa 11,57 opende, liep op aanzién-
lijke verkoopen tot 11,51% terug. Nadat het aanbod had
opgehouden verbeterde de koers tot 11,54%, waarna het
slot kwam op 11,53%. Parijs in verhouding 42,40-42,50-
42,32%. Dollars (kabel) 242
3
/8-2417/-242
5
/8-242. Zwit-
serland eveneens sterk schommelend liep aanvankelijk van
48,17% tot 48 terug en verbeterde daarna tot 48,50; slot
eerder belangrijk lager ca. 48,30. Kopenhagen vast 70-
60,80-70,20: blijft gevraagd. De koers voor Stockholm
ging van 73,12% langzaam terug op 72,90. Kristiania
71,40-71,10-71,25. Roebels waren flauw; van. 65 liep de
koers terug tot circa 59, zonder eenige kooplust. In Londen,
kwam een noteering van 189% tot stand. Slechts voor Roe-
bels bankpapier scheeii eenige animo te bestaan. Spanje
bleef vast; middenkoers circa 55,50. Kabel Buenos Aires
iets luier. Eenige levendigheid is er den laatsten tijd in
den handel in Belgisch baukpapier; biljetten van de Banque Nationale waren ten slotte aangeboden ft 29,25, met weinig
kooplust, Soci6té Génrale’s iets meer gevraagd, werden
afgedaan op 27,60.
II. KOERSEN TE NEW YORK.
Cable
Zicht
Zicht
Zicht
D
ta
Londen
Parijs
Berlijn
A,nsterd.
(in
$
(in frs.
(in ce,,ts
(in cents
per
£)
P.
,)
P.
R,n.
4)
per gld.)
9 Juni
1917
4.76.45
5.73114
.
nom.
41’14
Laagste d. week..
4.76.45
5.72
1
12
–
41’18
Hoogste,,
,,
…
4.76.45
5.7314
–
41’14
–
2 Juni
1917
4.76.50
5.72
nom.
41
1
18
26 Mei
1917
4.76.45,.
5.72
8
14
nom.
4111
4
Muntpariteit ….
4.86.67
5.18114
95114
4011,e
III. KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP
LONDEN.
Plaatsen en
Londen
Noteerings-
eenheden
15
Mei
1917
19
Mei
1917
Tijdperk
120
Mei-S
Juni
LaogsteRoogste
–
5
Juni.
1917
/
Alexandrië..
Piast.
p. £
97 7/,
97
1
12.
9712
97
1
12
97’12
B. Aires..
..
d.p.gd.pes.
49
1
11,
50
4951
s
5521
4
4971
s
Calcutta
.. ..
shld.p.rup.
14/,,
114’i2
114′!4
114’/i,
1I4132
Hongkong
..
id.
p. $
2I418
2141/,
214
6
18
214
8
14
214
8
14
Lissabon ….
d. p.escudo
31
1
18
31
1
18
30
8
14
31
’12
31
1
18
Madrid
….
Peset.p.0
21.59 21.50 20.85 21.52
20.92
Montevideo..
d.
p.
peso
55
1
14
5514
55
1
18
56
1
I8
55
8
18
Montreal…:
$
per
4.7841
4.77112
4.761Ia
4778/
4.76’12
Petrograd
..
R.
p £10
17118
170
1
14
16914
185
184
1
1
R.d.Janeiro’)
d.
p.
milr.
’13
7
110
1314
13
71
13
25
1
13 211
Lires
p. £
33.41
33.32
33.30
33.65
33.55
Shanghai
..
sh/dp.tael
316
1
12
3.6
1
1,
316′!,
317 317
Rome
…….
Singapore
. .
id.
p. $
214
1
I,
214
1
118
214
214
9
182
2141/,,
Valparaiso
1)
d. p.pap.p.
1118133
11161,6
11211
82
11
81
181
11′ ‘/s
Yokohama
..
sh/d.p. yen
211
5
18
211
1
18
211
71
211
“1,,
211 7/
‘) Noteeringen op 90 dagen.
GOUD EN ZILVER.
GOIJDBEWEGING BIJ DE BANK VAN ENGELAND.
Sedert begin Augustus 1916 worden de dagelijksche ont-
vangsten en onttrekkingen, van goud door de Bank van
Engeland tijdelijk niet bekend gemaakt.
ZILVER.
Noteering te Londen.
te New York.
9 Juni
1917
……..
379/je
75814
2
,,
-1917
……..
38’/8
75
1
19
26 Mei
1917
……..
37!a
74I8
19
1917
……..
378/8
74818
12
,,
1917
…….
38
•7471
10
Juni
1916
……..
30’/
63’14
12 Juni
1915
……..
23’/s
4918
20 Juli
1914 ………
24’I,,
54’1e
13
Juni 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
447
NEDERLANDSCHE BANK.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden guldens.)
VERKORTE BALANS OP 9 JUNI 1917.
Activa.
Binnenl.Wis.(H.-bk.
f
43.449.003,27112
sels, Prom.,
B.-bk.
254.163,93
enz. in disc.
(
Ag.sch.
,,
9.541.912,55
f
53.245.079,751/,
Papier o. h. Buiteni. in
disconto
……………………..
–
Idem eigen portef..
/
7.132.769,-.
Af :Verkocht maar voor
–
de bk. nog niet afgel.
Beleeningen
,,
7.132.769,-
mcl. vrsch.
1
H.-bk.
46.512.089,50′!,
B.-bk.
2.874.100,571/,
in re:rt.
Ag.sch.
35.912.245,51
‘1
op
/
85.298.435,59
1
12
Op Effecten
……/ 80.307.135,5911
2
Op Goederen en Spec.
4.991.300
–
85.298.435,59
1
12
Voorschotten a.h. Rijk …………….
,,
9.390.581,30
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
58.945.985,-
Muntmat. Goud.. ..
,,535.482.257,97
1
12
f594.428.242,97′!,
Munt, Zilver, enz..
7.419.990,25
Muntmat. Zilver
601.848.233,22’/,
Effecten
Bel. v. h. Res.fonds..
f
5.188.308,-
id. van
a
/, v. h. kapit.
3.940.905,62
1
11
,,
9.129.211,62’1,
Geb. en Meub. der Bank …………….
rekeningen
………………
59.861.842,63
f
827.371.153,13
Passiva.
Kapitaal……………………….
Reservefonds ……………………
Bankbiljetten in omloop
.
………….
Bankassignatiën in omloop…………
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk …… /
Van anderen ……,, 49.102.028,94
1
12
Diverse rekeningen ………………
Beschikbaar metaalsaldo…………../ 440.806.394,44
1
/,
Op
de basis van
2
1
melaaldekking
……
280.721.982,70
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,,2.204.031.970,-
Bij vergelijking met den vorigen weekstaat blijken de volgende verschillen:
Minder
Disconto’s
…………..
4.567.687,99′!,
Buitenlandsche wissels..
1.117.793,-
Beleeningen
5.821.533,44’12
Goud
………………
1.886.156,36
Zilver
………………
77.145,82
Bankbiljetten …………
7.494.075,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
33.301,48
N.B. Uit de bekendmaking van den Minister van Financiën blijkt, dat uitstonden op:
9
Juni
1917
2
Juni
1917
Aan schatkistpromessen
f140.190.000,- f144.480.000,-
waarvan rechtstreeks bij
–
de Ned. Bank geplaatst
40.000.000,-
,,
44.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
,,121.808.000,-
,,121.808.000
9
–
Aan zilverbons
……….
,
20.605.827,-
,,
20.406.437,50
Data
Goud
Zilver
B t
bllt
je
tIl
Andere
opetschbare
schulden
9 Juni
1917
….
594.428
7.420
749.594
50.828
2
,,
1917
.. ..
596.314
7.497
757.088 51.967
26 Mei
1917
….
596.273
7.393
750.550
68.471
19
,,
1917
.. ..
598.180
7.129
757.339
59.484
12
,,
1917
….
595.635
7.022
787.982
42.903
5
,,
1917
….
596.027
6.961
785.419
54.812
28 April
1917
….
596.527
6.858
773.592
62.604
21
,,
1917
….
591.059
6.900
755.256 79.160
14
,,
1917
….
590.555
6.856
755.372
80.222
7
,,
1917
….
590.529
6.680
752.563 73.753
31 Maart1917
….
590.515
6.917
745.649
79.535
24
,,
1917
….
591.015
7.011
729.111 94.210
17
,,
1917
….
592.024
8.876
731.798
90.624
10 Juni
1916
..,.
546.323
8.715 642.005 74.904
12 Juni
1915
….
322.030
2.511
481.823 47.830
25 Juli
1914
….
162.114
8.228
310.437
6.198
n to
Disconto’s
Belet.
Beschsk-
baar
Dek-
kings-
Hiervan
T taal
Schatkist.
ningen
Metaal-
percen- promessen
saldo
togt
rechtstreek.ç
9 Juni 1917
53.245
40.000
85.298
440.806
75
2
,,
1917
57.813 44.000 91.120
441.043
75
26 Mej 1917
69.561
55.000
85.307
438.932
74
19
,,
1917
68.712 54.000 86.567
439.016
74
12
,,
1917
71.345 55.000
88.760 439.551
74
5
,,
1917
88.126
70.000 93.061
434.013
72
28April1917
85.942 69.000 88.693
435.216
72
21
,,
1917
78.980
62.000
89.044 430.158
72
14
,,
1917
77.830
60.000 88.379 429.372
71
7
,,
1917
77.681
60.000
87.316 431.028
72
31 Mrt. 1917
77.537 80.000
86.848
431.495
72
24
,,
1917
78.052
60.000 84.953
432.482
73
17
,,
1917
79.044 60.000 88.300
433.516
73
10Juni1916
39.834
.
19.400
71.858
408.830
77
12Juni1915
72.185
28.000
127.191
218.173
61
25 Juli 1914
67.947 14.300
61.686 43.521
1
)
54
1)
Op de basis van
‘Is
metaaldekking.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden Guldens.)
Dato
Goud
Zilver
Bank
biljettn
Andere
opeischb.
schulden
7April1917……
72.580 23:088 153.580
35.750
31Maart1917 …….
71.932
23.468
154.052
36.883
70.768 22.749 157.573 35.236 71.353 22.957
161.927
32.818
17
,,
1917 …….
10
,,
1917 …….
47.028 34.073
144.987 29.407
1April 1918 …….
30.776 29.213 114.694
13.562
3April 1915 …….
25
Juli
1914 …….
22.057 31.907 110.172 12.634
Data
Dis-
conto’s
Wissels,
buiten
N..Ind.
betaalbaarl
1
1
Belet-
1
ningen
Dsvrse
–
ningen
Beschik.
baar
metaal- saldo
1
1
Dek.
king:- Ipercen.
togt
7Apr.1917
6.592
38.842 47.362
6.357
58.671
51
31Mrt.1917
6.528
38.539
48.271 7.032
57.780
50
17
,,
1917
6.414 38.045
50.187 9.005
55.515
49 10
,,
1917
6.391
36.709 52.870
8.484
55.985
49
1Apr.1916
6.327 17.074
47.895 26.458 46.222
46
3Apr.1915
5.150
5.677
34.588
3.208
34.338
51
25 Juli 1914
7.259 6.395 47.934 2.228
4.842
2
)
44
1)
Sluitpost der activa.
‘) Op de basis van
2
1e
metaaldekking.
f
20.000.000,-
l
5.234.534,18′!,
749.593.920,-
1.726.109,74
49.102.028,94V,
1.714.560,26
TÂVAÇ(‘141P RANW
/ 827.371.153,13
448
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Juni 1917
SURINAAMSCHE BANK.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden guldens.)
Data Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Disconto’s’
reke. ningen
1)
24Maart1917 ..
762
1.043
1.104
939
360
17
1917
..
750 1.053
1.048
939
1
281
10
1917
..
737
1.083 1.002 940
265
3
,,
1917
..
735
1.090
969 948 259
25Maart1916 ..
970
895 835
928 560
27Maart1915 ..
1.259 990
1.331
821
646
25 Juli
1914
..
645 1.100
560
735
396
1)
Sluitpost der activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
Aan het eind van ieder kwartaal wordteenoverzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen baukstaten.
1. BANK VAN ENGELAND.
WEEKSTAAT VAN 30 MEI 1917.
ISSUE DEPARTMENT.
Notes issued.. £ 71.148.220
Governm.Debt £ 11.015.100 Othersecurities,,
7.434.900
Gold coin and
bullion ……52.698.220
£ 71.148.220 1
£ 71.148.220
BANKING DEPARTMENT.
Capital……£
14.553.000
Government
Rest ……..
,,
3.162.647
securities ..
£
45.080.406
Public deposits
57.438.657
Other securities ,, 115.055.100
Other deposits
119.481.225
Notes ……..
,,
32.133.170
Seven-day and
Gold and silver
other buis.. ..
35.153
coin
……..2.402.006
£ 194.670.682 t
£ 194.670.682
Door het uitblijven der Engelsche bladen konden de cijfers van
den laatsten weekstaat hierboven niet worden opgenomen.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Onderstaand overzicht bevat tevens de cijfers der door de
Regeering uitgegeven currency notes van 1 £ en 10 sh. met
het bedrag der gouddekking en der tot dekking aangewezen
Government securities. De publicatie dezer cijfers geschiedt
sedert 26 Augustus 1914.
(In duizenden p. st.)
Currency Notes.
Data
Metaal Circulatie Bedrag
1
Goudd. Gov
. Sec.
6 Juni 1917 55.087
38.966
***
30 Mei 1917 55.100
39.015 159.103 28.500 127.987
23
1917 55.076
38.696
157.045 28.500
125.878
16
,, 1917
54.841
38.514
155.948 28.500
124.168
7 Juni 19161 61.57035.484
119.887 28.500
85.680
9 Juni 1915 59.385
33.153
45.689 28.500
9.586
22 Juli 1914 40.164
29.317
Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re.
serve
Dek.
king:.
percen.
tage i)
6 Juni’17
45.247
106.749 47.999
120.798
34.572
20,48
30 Mei ’17
45.080 115.055 57.439
119.481 34.535
19,50
23
,,
’17
45.044
117.611
47.120 131.604 34.830
19,50
16
,,
’17
44.963
108.231
52.996
118.231
34.776
20,43
7 Juni’16
42.187 63.602
50.301
82.286
44.536
33
1
1
2
9 Juni’15
51.043
136.816 123.342
91.443 44.683
208/
t
22 Juli
1
14
11.005
33.633
13.735 42.185
29.297
52
2
18
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
II. DUITSCHE RIJKSBANK.
STAAT VAN 7 JUNI 1917.
De biljetten zijn sedert den oorlog niet inwisselbaar.
Metalibestand ……………………Mk. 2,574.484.000
davon Goidbestand ………………,, 2.533.316.000
Reichs- und Darlehenskassenscheine……,,
483.115.000
Noten anderer Banken ……………..,
4.861.000
Wechsel …………………………,, 9.250.165.000
Lombardforderungen ………………,,
9.780.000
Effekten…………………………
,,
98.989.000
SonstigeAktiva ………………….
1.030.734.000
Grundkapital……………………..,,
180.000.000
Reservefonds ……………………..,,
90.137.000
Notenumlauf ……………………..,, 8.255.124.000
Sonstige tiiglich f’dllige Verbindlichkeiten
,,
4.509.604.000
Sonstige Passiva ………………….,,
417.623.000
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Onderstaand overzicht bevat tevens het cijfer der uitgegeven
Dnrlehenskassenscheine. De Scheine, welke niet in kas zijn
bij de Reichsbank, circuleeren grootendeels onder het publiek.
De Darlehenskassen zijn ingesteld op 11 Augustus 1914.
(In duizenden Mark)
Data Metaal
Daarvan
Goud
Kassen.
scheine
Circu•
latie
Dek- king:.
percen.
7 Juni
1917
2.574.484 2.533.316
483.115
8.255.124
37
31 Mei
1917
2.567.128 2.533.211
446.696
8.285.154
36
23
1917
2.561.582
2.533.168
522.360
8.132.076
38
15
1917
2.554.842
2.533.093 459.962 8.206.299
37
7 Juni
1916
2.499.900
2.464.602
406.264
6.697.034
43
7 Juni
1915
2.431.690
2.381.975
297.187
5.289.679
52
23 Juli
1914
1.691.669 1.356.857 65.479
1.890.895
93
1)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.
Darlehenskassenscheine
Data
Wissels
Rek.
Crt. Totaal
In kas bij
uitge-
1
de Reichs.
geven
bank
7 Juni
1917
9.250.185
4.509.604
4.716.500 466.400
31 Mei
1917
9.364.504 4.538.163 4.662.500
431.600
23
,,
1917
9.220.050 4.640.678 4.573.700 504.500
15
1917
9.277.793 4.592.882 4.512.900
444.300
7 Juni 1916 5.637.840
1.756.625
11
1.640.2001 364.600
7 Juni 1915 4.202.738
1.437.907
999.000 267.000
23 Juli 1914
750.892
943.964
III. BANK VAN FRANKRIJK.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Van 6 Aug. 1014 tot 28 Jan. 1915 werden geen staten
gepubliceerd. De met * geteekende posten komen eerst sedert
28 Jan. 1915 in den weeksaat voor. De biljetten zijn sedert
den oorlog niet inwisselbaar.
(In duizenden francs.)
Data
Goud
Waarvan
in het
Buitenland Zilver
*
Te goed
in het
Buitenland
B
u
it.
gew
.
voorsch.
1
a/d. Staat
7 Juni’17
5.278.511
2.033.740
257.742
774.207
10.800.000
31 Mei ’17
5.273.661
2.033.741 257.601
766.576
10.500.000
24
,,
17
5.269.156
2.033.740
257.493
660.437
10.400.000
17
,,
17
5.264.420
1.948.706
257.232
760.437
10.300.000
8 Juni’16
4.745.245
–
350.032
688.180 7.700.000
10Juni’15
3.919.626
–
375.235
789.235
5.700.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
Wissels
*
Uitge.
stelde
Wissels
Be„,.
ning
Ban kbil-
jetten
Rek. Crt.
culieren.
Rek
Parti- Cr,:
.
Staat
.
493.658 1.316.321
1.131.756 19.779.898 2.740.701
75.441
522.161
1.221.257
1.120.569
19.479.437
2.628.109
127.233
462.395 1.231.625
1.128.453 19.394.509
2.628.814
81.205
483.356 1.234.245 1.129.851
19.344.045
2.511.567
67.839
CD
0
399.165 1.495.226
1.206.600 15.665.235
2.096.454
42.213
55
258.362 2.337.498 824.649 12.015.729 2.124.591
44.142
1.541.080
–
769.400
5.911.910
942.570
400.560
13 Juni 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
449
IV. RUSSISCHE STAATSBANK.
EFFECTENBEURZEN.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
Amsterdam, 11 Juni 1917.
De post ,,Schatkistbiljetten” komt eerst sedert 14 November
1914 n. st. in den weekstaat voor. De biljetten zijn niet in-
wisselbaar.
(In millioenen Roebel).
Dato n. st.
_____________
Goud
Tegd
1
tenland
zij.
ver
Schat-
kist bit
jetten
is-
‘
e
ringen
1
rant
Circu- latie
Rek.
Cou-
_
5 Juni ’17
1.481
2.119
120
9.182
1.350
11.889 2.362
31 Mei
’17
1.480
2.119
123
9.054
1.295
11.765
2.399
14
,,
’17
1.478
2.119
119
9.101
1.014
11.457
2.376
8
,,
’17
1.480
2.119
123
9.243
964
11.316
2.598
29 Mei
’16
1.541
1.409
66
3.520
1.215
8.286
1.789
29 Mei
’15
1.574
139 55
1.592 1.258
3.416
1.530
21 Juli
’14
1.601
144
74
….
757
1.634 1.099
V.
BELGIË.
Van de Nationale Bank van België, die haar goudvoorraad
naar Londen heeft overgebracht, zijn sedert 6 Augustus 1914
geen weekstaten openbaar gemaakt.
De Société G6nrale de Belgique is einde 1914 met de functie
van circulatiebank belast. Het Notendepartement dezer bank publiceert wekelijks verkorte balansen. De biljetten zijn niet
inwisselbaar.
OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden francs.)
Metaal
1
.l3eleen.
Beleen.
1
Dia,,.
Rek. Dato
mci.
buitent.
1
von
1
buiteni.
van
roni. d.
1
wissels
1
en
Circu-
latie.
Crt.
saldi
vorder.
provinc.
1
beleen. saldi.
7 Juni
1917
382.036
87.835
480.000 83.377 916.045
107.131
31 Mei
1917
382.327
87.614
480.000
81.134
913.870
107.341
24
1917
381.754
87.543
480.000
73.042 913.401 99.173
17
,,
1917
382.262
87.368
480.000
76.828
917.730
98999
8 Juni 1916
247.902 66.228 480.000 00.062
701.763 147.819
10 Juni
19151
78.527
12.123
280.000 29.592
293.259 106.824
VI. VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
In werking getreden op 16 November 1914.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(In duizenden dollars.)
Dato
Goud
Zilver
Wissels
Deposito’s
Cr
Dekkings.
Pe,-cen.
27Apr.’17
522.238
30.340
106.443
819.474
18.226
68,6
20
’17
539.633
24.462
102.662
784.572
16.459
71
13
’17
539.074
21.136
102.613
783.789
13.014
71,2
6
,,
’17
565.102
19.110
100.663
804.680
14.295
73
28Apr.’16
311.182
12.011
69.033 453.671
10.520
70
30Apr.’15
238.228 28.518
36.586 294.832
11.038
80
1)
Gouddekking van deposito’s en circulatie na aftrek van
de posten tuaschen de banken onderling.
VEREENIGDE NEW YORKSCHE BANKEN EN TRTJST
MAATSCHAPPIJEN.
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.
(Gemiddelden in duizenden dollars.)
Data
Reserve
Deposito’s
Circulatie
Beicenin gen
en
disconto’s
Rsr
e
ve
9Juni’17
684.930
3.793.990
29.230
3.747.360 80.950
2
•,
’17
738.580
3.809.600
29.180
3.718.650
113.820
26 Mei ’17
762.210
3.833.540
28.790
3.670.020
133.880
19
,,
’17
783.440
3.776.310
28.690
3.621.400
146.630
10Juni’16
627.300
3.481.870
31.520
3.371.680
58.450
12Juni’15
598.700
2.524.690
37.940
2.460.000
185.800
25 Juli’14
467.880
1.958.320
41.730
2.057.570
28.170
1
)
‘) Op basis van 25
°Io
van alle deposito’s.
Een van de voornaamste redenen voor den langen duur
van dezen oorlog is voorzeker wel gelegen in het feit, dat
Rusland, verre van de verwachtingen te vervullen, die zijne
bondgenooten van den beginne af te zijnen opzichte hebben
gemeend te mogen koesteren, – afgezien van de beide ge.
slaagde aanvallen die de tijdelijke bezetting van een deel
van Oost-Duitschland en Gaiicië opleverden, – slechts een lijdelijk aandeel genomen heeft in den strijd tegen de Cen.
trale Rijken. De berichten omtrent de Russische legers spra-
ken doorgaans van met meer of minder succes uitgevoerde
terugtochten; deze behoedden hen voor een beslissende ne-
derlaag en bevestigden het reeds zeer lang als axioma, gel-
dende woord, dat zeide ,,dat Rusland niet definitief kon worden verslagen”, al diende dit axioma thans eigenlijk
te worden uitgebreid in dien geest, dat Rusland ook geen
definitieve nederlaag kan toebrengen. Wat hiervan de
oorzaak is, onttrekt zich ten eenenmale aan onze beoor-
deeling en kan hier ook gevoegelijk buiten bespreking blij-
ven; wij kunnen ons bepalen tot de opmerking, dat de
,,Russische stoomwais” als zoodanig in dezen oorlog niet
heeft gewerkt.
Rusland is geleidelijk ‘t blok aan het been der Gealliëer-den geworden en, hoe verward en tegenstrijdig de berich-
ten omtrent den toestand in het land ook zijn môgen, deze laten zoo goed als alle in een opzicht geen spoor van twij-
fel, en dit punt is de ,,00rlogsmoeheid”. De democratische
stroom, die het oude absolutisme met zijne aanhangsels
meesleurde, is niet te stuiten. Niet den vijand, die een
breede strook gronds bezet houdt wil men zien, maar het
oog is gericht op een wijder verschiet, op een volkomen
democratisch Europa, dat te bereiken zal zijn langs den
weg van een onmiddellijken vrede.
De Centrale Rijken is deze vredesgezindheid verre van
onaangenaam, en volgens een Reuterbericht zouden van
Duitsche zijde reeds stappen gedaan zijn om tot een wapen-
stilstand met Rusland te komen. Of de Russische vredes-
partij werkelijk krachtig genoeg is, om weerstand te bie-
den aan den dwang die van Gealliëerde zijde wordt uitge-
oefend om den oorlog voort te zetten, zal thans wel spoe-
dig blijken.
In ieder geval schijnt men in Duitschland in de afgeloo-pen week de kansen op een spoedige beëindiging van den oorlog met den oostelijken buurman niet gering te hebben
geacht. De beu r s te B e r 1
ij
n droeg n.l., vooral in de
laatste dagen der week een vast aanzien en toonde voor
een reeks van fondsen koersstijgingen, die in de eerste helft der week geleden verliezen ten deele weder goed
maakten. Eene uitzondering hierop maakten scheepvaart-
aa,ndeelen, die eerder flauw lagen, eene houding die schril afsteekt bij de villigte die zicb kortelings aan de Weensche beurs voor deze soort van aandeelen openbaarde. De reden
hiervan is gelegen in het feit, dat zich aan de beurs aldaar
groote speculatieve posities in scheepvaartwaarden hadden
gevormd, vooral in aandeelen der Austro-Americana, op
berichten, volgens welke de maatschappij van de Oosten-
rijksche regeering vergunning tot den verkoop naar het
buitenland van verschillende harer in Amerikaansche ha-
vens liggende schepen had erlangd. Van het in Oostenrijk
zoo goed als in Duitsehland bestaande verbod tot uitvoer en
verkoop van schepen naar het buitenland, werd dus in dit
geval eene – overigens bij de wet voor speciale gevallen
voorziene – uitzondering gemaakt, die voor de Austro-
Americana het voordeel opleverde, dat zij zich tot den zeer
hoogen prijs van 55 millioen Kronen heeft kunnen ont-
doen van 7 oude vrachtschepen, hetgeen haar een netto-
winst oplevert van 30 millioen Kronen boven de sterk af-
geschreven boekwaarde. Ook andere maatschappijen, zooals
de Oostenrijksche Lloyd, verkochten schepen; deze laatste
maatschappij 2 stuks, die op de balans voorkwamen met
930.000 Kronen voor niet minder dan 27 millioen Kronen
naar China. Nu waren van de zijde der Duitsche reeders
eveneens reeds geruimen tijd geleden pogingen in het werk
gesteld om van de Rijksregeering machtiging te verkrijgen
tot den verkoop van in Amerikaansche en andere havens
liggende schepen; gedurende eenigen tijd leken de kansen, dat deze zou worden verleend, goed te staan, doch toen de
gewenschte toestemming eindelijk afkwam was het te laat
om nog tot verkoop over te gaan. De geruchten als zouden
de Hamburg-Amerika Linie en de Norddeutsche Lloyd zich
dnor dergelijke verkoopen belangrijke kasmiddelen hebben
weten te verschaffen, zijn dus onjuist geweest, daar geen enkel Duitsch schip is verkocht. Dit late afkomen van de
beslissing der Regeering beteekent voor de Duitsche maat-
schappijen belangrijke schade. Bij eventueelen verkoop van
450
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Juni 1917
een aantal harer in Amerikaansche en Braziliaansche ha-
vens liggende schepen, zouden de maatschappijen door den
hoogen verkoopsprjs, die zeker had, kunnen worden be-
dongen, geprofiteerd hebben van de gunstige conjunctuur
der vrachteninarkt, – zonder zelf als vrachtvaarder te iijn
opgetreden
1
– en hadden daardoor de beschikking gekregen
over omvangrijke kasmiddelen, die voor den aankoop of
aanbouw van nieuwe schepen hadden kunnen worden be-
steed. Thans zijn die schepen door de inmiddels tot het vij-
andelijke kamp overgegane regeeringen in beslag genomen
en moet de vrede worden afgewacht alvorens van eeiie
eventueele teruggave, of schadeloosstelling, zoo deze al zul-
len kunnen bereikt worden, sprake kan zijn. Voor de bij het
eindigen van den oorlog te verwachten groote bedrijvigheid
op scheepvaartgebied schijnen de Duitsche maatschappijeii
daardoor in een ongunstiger positie te zijn gekomen dan
haar Oostenrijksche concurrenten, die met de geïnde bedra
gen reeds tijdens den oorlog nieuwe schepen kunnen doen
aanbouwen. Van welke beteekenis het voor de Centra1
landen zal zijn, om na den oorlog in sterke mate deel te
nemen aan de vracht,aart, wordt wel bewezen door de in
den laatsten tijd in Oostenrijksche scheepvaartkringen
plaats gehad hebbende, onderhandelingen omtrent de vor-
ming van een belangengemeenschap voor direct na den oor-log. Worden de plannen verwezenlijkt, dan zouden de thans
afzonderlijk geëxploiteerde maatschappijen vereenigd wor
den tot een ,,pooi” met het doel de behoefte aan scheeps-
ruimte in de overgangsperiode na den oorlog met de be-
itaande schepen te dekken. Voor de aaneensluiting komen
ongeveer vier stoomvaartlijuen en 15 maatschappijen, die de
z.g. wilde vaart uitoefenen in aanmerking. Hiervan heb-
ben de eerste de beschikking over een laadvermogen van
400.000 ton, de laatste over 600.000 ton. Dat voorts ook
van neutrale zijde het groote belang der na-oorlogsperiode
voor de scheepvaart wordt ingezien, is reeds meermalen in
den laatsten tijd gebleken. Daarop wijst ook weer de op-
richting te Christiania in de afgeloopen week der Stoom-
vaart-Mij. Avanti, met een aandeelenkapitaal van 6 millioen
Kronen. De maatschappij heeft drie stoomschepen in aan-
bouw, welke af te leveren zijn in de jaren 1919 tot 1921.
T e N e
w
Y o r k oefende de ongeregelde toestand in Rus-
land, met het daarin opgesloten liggende ,,dreigement” van
een afzonderlijken vrede met Duitschland, vooral in het
begin der berichtsperiode zwaren druk op het koerspeil uit.
Was Amerika reeds van den aanvang af in hooge mate
financiëel bij de Gealliëerden, en •dus ook bij hunne over-
winning, geïnteresseerd, zijn belang is door het toetreden
tot den oorlog nog sterk vergroot. Dit is wel in de eersté plaats het gevolg hiervan, dat de eerste hulp die door de
Vereenigde Staten werd verleend bestond in het overnemen
der credietverplichtingen van Engeland tegenover verschil-‘
lende zijner bondgenooten. Volgens een New-Yorksch telegram
aan het Berliner Tageblatt zouden, voor zoover bekend, de
voorschotten der Unie aan de Entente landen sedert het
partijkiezen van Amerika $ 770 millioen hebben bedragen.
Volkomen begrijpelijk komt dan ook op dit tijdstip president
Wilson’s adres aan Rusland om vol te houden, dat echter
bij de verwarde toestanden, die in het land heerschen, groote
kans schijnt te hebben om met de aanmaningen der andere
groote Gealliëerden door het Comité van soldaten en arbei-
ders in den wind te worden geslagen. Deze politieke onze-kerheid heeft in de afgeloopen week herhaalde malen haar
ongunstigen invloed op W all s t r ee t doen gelden, al
werd dezegewoonlijk door berichten van beteren aard, zoo-
als het gunstige resultaat der recruteering, een beter oogst’
rapport uit Washington, gedeeltelijk weder geneutraliseerd.
Eenigszins ontstemmend werkte de publicatie van den
staat van onuitgevoerde orders der U.S. Steel Corporation
Deze bedroegen op 1 Juni 11.886.000 ton, hetgeen neerkomt
op een vermindering van 297.000 ton in vergelijking met den staat op 1 Mei jl. Doch allicht zal deze vermindering in verband met de uitrusting van het millioenenleger, dat
Amerika begonnen is te vormen, in den eersten tijd geen
verderen voortgang hebben. De uit de recruteering voort-
spruitende behoefte aan allerlei oorlogsmaterieel deed tegen
het einde 1er week nieuwe kooplust voor de aandeelen van
desbetreffende maatschappijen ontstaan.
T e o n z e xi t werd in de afgeloopen week aan de
Amen-
haansohe afdeeling weinig belangstelling geschonken. Het
publiek was voor de meeste industrials eerder als verkooper
ter markt en daar de arbitrage slechts geringe neiging tot
opneming van het aangeboden materiaal toonde, brokkelde
de koers van verschillende industriëele aandeelen geleidelijk
af. Slechts in Steels en Anaconda’s trad ons publiek nog af
en toe als kooper op. Deze beide fondsen verlieten de week dan ook in avans. Nochtans waren de omzetten ook in deze
shares niet van belang. De handel in Amerikaansche spoor-
wegshares was miniem.
5Juni. 8Juni. 11 juni. Rijzing of
daling.
American Car & Ei’oundry .. 74814
7618
7621I
+
1
11
1,2
Anaconda Copper ……..173/
176814
175
+
1I8
United States Steel Corp
12081
4
124
1
/s
123112
+
281
4
Atchison Topeka……….101
101
7
116
101’12 +
114
Southern Pacific ……….
92’/,
92’1
–
Union Pacific
.. ………. 139″/o
139
1
/je
–
Int.Merc.Marineafgest…..3O
1
Vio
30
13
li
321i6
+ 814
prefs. 85
3
18
88814
87
9
/jo -1-
2
8
/16
Op de 1 o c al e ma r.k t trokken scheepvaartaandeelen
in
de afgeloopen week minder de aandacht, hoewel de stem-
ming voor deze fondsen in beginsel va.st’is gebleven. De toe-
stand op scheepvaartgebied is dan ook niet onbevredigender
te noemen dan in de beide vorige weken. Aan het einde der
week zijn de koersverschillen in deze afdeeling dan ook on-
beduidend geweest. Aand. Kon. Holl. Lloyd moesten een
paar procenten prijsgeven (18134-176-180), aandeelen
Kon. Ned. Stbt. Mij. liepen eenige punten op (23434-237). De aandeelen der kleine Stoomviiart-Mij. ,,Noordzee” ste-
gen verder bij geringen handel van 16934 tot 180.
In de
cultuurrnarkt
was de stemming de geheele – week
door aan den vasten kant. Hiervan profiteerden ditmaal
voornamelijk de aandeelen Kalibagor en Pagottan, die, na
eene aanvankelijke rjzing van eenige procenten, door de
locale speculatie werden aangegrepen waardoor beide be-langrijk verder in koers stegen. Het verloop der aandeelen
Kalibagor was: 105-122-116-12 5, dat der aandeelen
Pagottan Cultuur Mij.: 260 (na een vorige noteering van
246) —280-265-277-283. Speciale geruchten betreffende
een dezer beide maatschappijen deden niet de ronde; de
groote kooplust baseerde zich slechts op de goede resultaten
die thans in het algemeen uit de suikercultuur worden ver-
kregen en de gunstige berichten die omtrent het vermalen
van het riet uit Indië worden ontvangen. Ook de overige
cultuuraandeelen bleven in gunstige_houding: aandeelen
Javasche Cultuur Maatschappij rezen verder van 431 tot
44034, Tjoekir van 390 op 400.
De aandeelen der Nederlandsche Handel-Mij. liepen• na
het knippen van het dividend 1916 ad 15 pCt., wederom een 10-tal procenten op den koers in.
Ook
Rubberaandeelen
trokken af en toe goede kooplust.
Vooral aandeelen ,,Amsterdam” en Nederlandsche Rubber
werden omgezet, de eerste van 237 tot 244, de laatste van
101 tot 113. Tot de hoogere koersen waren dikwijls winst-
nemingen waar te nemen, die het koerspeil drukten.
Tabaksaancie
clan
ondergingen eenige vertevendiging.
Goede vraag bestond bijv. voor Medans, Deli ‘Cultuur en
Amsterdam-Serdang.
Van
Petroleurnaandeelen
werden die der Koninklijke tot
hoogere prijzen uit de markt genomen. –
Van
Nijverheidssoonteiv
trokken de aandeelen Van Gel-
der’s Papierfabrieken (15534-17834) en Amsterdam Super-
fosfaat
(16434-180)
de aandacht. De rjzing werd voor
beide aan zeer gunstige bedrijfsresultaten der Maatschap-
pijen toegeschreven. –
5 Juni. 8Juni. 11 Juni.
Rij2ngof
Ned. md. Handelsbank;. .. 246
243
243
3
Nederl. Handel-Maatschappij 199
188
1
18
186
1
18
—12
8
18
Amsterd. Superfosfaatfabr.
–
166 179 179
1
12
+
12
1/,
Insulinde Oliefabriek……253
.
253
–
–
Nieuwe 22914
22921
4
–
Ant. Jurgens’ Ver. Fabrieken
–
–
–
Philips’ Gloeilampenfabriek. 314
8
/4 314
8
14
314
R. S. Stokvis
&
Zonen
.. ..
370
396 395
+
25
Cult.-Mij. der Vorstenlanden 234
234 235
+
1
Handelsvereen. Amsterdam
–
434
441
444
1
12
+
10
1
12
Javasche Cultuur-Mij …….
430 435
440
1
1,
+
10
1
14
Kou. Petroleum-Mij…….545
549
1
18
558
1/1
+
12
1
12
Amsterdam Rubber-Mij…..238
23911
4
2431/,
+
5
1
12
Holland-Amerika-Lija
…. 3601
361 361
+
212
Kon. Hollandsche Lloyd….
181
1
/s
176 180
–
1’12
Kon. Ned. Stoomboot-Mij… 23481
4
23481
4
236112
+
1814
Bothnia Vrachtvaart-Mij. .. 370
370
–
Deli-Naatschappij
……..503
500
1
12
407112
–
5
,
/
2
In denoteering van prolongatiegeld kwam geen wijzi-
ging van beteekenis. De koers schommelde om 234 pCt.;
heden weder 234 pCt.
5 Juni. 8Juni. 11Juni.
Rijzing of
daling.
5
O/
Ned. Werk. Schuld…. 10118 10121
4
10122/
16
+ 8/
4
1
12
O/ ,, – ,,
11
1916 101
5
18
1011/g
10112/16+ 2/26
13 Juni 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
451
5Juni. 8 Juni. 11
j
Riizing of
daling.
4
0/
Ned. Werk. Schuld 1916 94
1
14
94
8
1
94
1/4
311
t
0/
,,,,,,
83
51
830/4
83’116
– I/
j
3
O/
74’/io
7411
730/
je
–
0/
4
2 ‘Is
O
lo
Cert. N. W………82
62
11
!,,
62
5
O/
Oost-Indië 1915 ……101
101
1
/16
101
1
116 +
/16
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
12 Juni 1917.
Ook in de afgeloopen week hebben de tarweprijzen aan
de Amerikaansche markten zich bewogen in eene richting,
tegengesteld aan die, waarop allerwegen gehoopt en die
van vele optimistische zijden was voorspeld. In de eerste plaats
heeft daartoe meegewerkt het op 8 Juni bekend gemaakte
Amerikaansche officieele oogstrapport. Daarin komt voor het
eerst in dit seizoen eene schatting voor van de oplrengst aan
zomertarwe. Deze stemt wel tot tevredenheid evenals de
bezaaide oppervlakte, die in de Vereenigde Staten 6 pCt.
grooter is dan in 1916, maar toch is de schatting van den
oogst op 283 millioen bushels nog iets lager dan gehoopt
werd. Tegenover het overeenkomstige zeer lage cijfer van 158 millioen op 1 Juni 1916 valt echter groote verbetering
te constateeren. Ondanks deze gunstige verwachting van
de zomertarwe heeft het oogstrapport echter toch tot prijs-
stijging geleid en de oorzaak daarvan ligt in de teleurstel
lende mededeelingen omtrent de wintertarwe. In plaats van een flinken vooruitgang van den stand van het gewas sedert 1 Nei, zooals verwacht was, geeft het rapport eene vermin-dering aan. De geraamde opbrengst is vrijwel onveranderd.
Tezamen met groote verschepingen en eene sterke afname
van den zichtbaren voorraad, die nu tot zeer kleine af me-
tingen is teruggebracht, waren voldoende redenen aanwezig
vc.or eene flinke verhooging aan de markt te Chicago. Van
4 tot 11 Juni is Juli-tarwe daar 23 cent en September-tarwe
14 cent gestegen. De Amerikaansche ,,food-administrator”,
die zich het doen eindigen van alle speculatie in tarwe en verlaging der prijzen tot taak had gesteld, schijnt dus den
juisten weg ter bereiking van dat doel nog niet te hebben
gevonden.
In de Europeesche landen, die tegenwoordig tarwe impor.
teeren, laat de toestand zich iets gunstiger aanzien dan
eenige weken geleden, Het betere weder heeft aan de tarwe-
oogsten veel goed gedaan en zoowel uit Frankrijk als het
Vereenigd Koninkrijk komen betere berichten. Ook de aan-
komsten van tarwe waren in beide landen van Hinken om-
Noteeringen.
Chicago
1
Buenos Ares 1
Data
Tarwe
Mais
Haver
Tarwe
MaLo
Lijnzaad
Juli
Juli
Juli
Juli
1
Juli
Juli
11Juni’17
238
1578/
4
64
1
18
19,10
13,70
25,10
4
,,
’17
215
148 58
18,80
8)
13,40
8
)
26,00 8)
11Juni’16
10581
4
70’1
.40
7,10
8)
4,00
8
)
11,10 8)
11Juni’15
108
1
18
73
1
/8
44
1
/8
12,00
4,70
11,50
11Juni’14
83
1
/8
70
8
18
39
8
14
9,10
5,35
13,20
20 Juli ‘141 82
‘) 1
56
1
19
1
)1
3611
1)
9,40
‘)i
5,38 2)113,70 ‘)
‘)per Dec. ‘)per Sept.
8)
per Juni.
*) De noteeringen van Buenos .Ayres zijn van 2 en 9 Juni.
vang en de verschepingen uit de uitvoerlanden blijven be-
vredigend. Volgens mededeeling van de zijde der Regeering
in het Britsche parlement is men met den tarweaanvoer
in de laatste weken gelukkig geweest, doordat het verlies door den duikbootoorlog van met tarwe geladen schepen
zeer klein was. De in het land aanwezige voorraad heet vol-
doende te zijn, om het land, ook indien de aanvoer mocht
afnemen, verzekerd te doen zijn van voldoende tarwe tot
aan den nieuwen eigen oogst. Deze laatste is voldoende voor’
3 maanden Britsch tarweverbruik. Zeer gunstig wordt ge-
oordeeld over het resultaat van de vrijwillige rantsöenee-
ring der Britsche bevolking, die ondanks het gebrek aan
aardappelen geleid heeft tot belangrijke tarwebesparing,
zoodat de Regeering nog steeds niet tot de invoering van
broodkaarten heeft behoeven over te gaan. De aanvoer van
oude tarwe aan de Amerikaansche markten blijft zeer be-
vredigend en is veel grooter dan men op het einde van dezen
kleinen oogst had verwacht.
Uit Britsch-Indië duiden de oogstberichten bij voortdu-
ring gunstig. In Canada heet ten slotte de met tarwe be-
zaaide oppervlakte vrijwel dezelfde te zijn als in het vorige
jaar en door het gunstige weder ontwikkelt de jonge tarwe
zich geheel naar wensch. Eene Commissie is gevormd voor
den aankoop, de ‘distributie en den uitvoer van den gehee-
len Ca.nadeesehen graanoogst. Ook Australië blijft steeds
groote voorraden tarwe ter beschikking houden. Volgens
berekening van den bekenden premier Hûghes zal Australië,
berekend naar den tegenwoordigen flinken uitvoer van
tarwe, bij het begin van 1918 een enorm overschot voor uit-
voer ter beschikking hebben van 6 millioen ton. De gevol-
gen van een eventueel Amerikaansch tarwe-tekort zouden
door zulk een enormen voorraad gemakkelijk zijn weg te
nemen, indien slechts voldoende scheepsruimte beschikbaar
was. In Engeland verwacht men echter alles van de verdere bestrijding der duikbootplaag.
Ma ï s. Ook de maïsprijzen zijn in Amerika gestegen,
niettegenstaande eene zeer groote bezaaide oppervlakte en
zeer gunstige verwachtingen van den oogst. De vraag naar
mais voor export en de verschepingen naar Europa zijn
echter groot en het aanbod is daarmede niet in overeen-stemming. Ook in Argentinië is mais weder duurder. In
het begin der week daalden de prijzen vrij belangrijk, mis-
schien uit vrees voor Regeeringsmaatregelen, doch later
werd het verlies geheel ingehaald met goede vraag voor
export. Uit Zuid-Afrika wordt een voor dat land zeer
groot overschot voor uitvoer aangekondigd van ongeveer
500.000 ton, welke hoeveelheid echter in een enkel seioen zeer
bezwaarlijk zal kunnen worden uitgevoerd, omdat de spoor-
Loco-prijzen te Rotterdam/Amsterdam.
s
oorten.
11 Juni
1917
4 Jun.
1917
13 Juni
1916
588,-‘)
588,_1)
368,-
1
)
Tarwe ……………….
Rogge (No. 2 Western)
nom.
nom.
nom.
Mais (La Plata)
……..
345,___1)
345,1)
nom.
Gerst (46 lb. feeding)
345,_1)
345,-‘)
Dom.
Haver (38 lb. whiteclipped)
20,-
1
)
20,-‘)
17,75
Lijnkoeken (Noord-Ame-
.
rika van La Plata-zaad)
200,-
1
)
200,-‘)
nom.
Lijnzaad (La Plata) …….
nom.
nom.
509,-
0)
Regeeringsprijs.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen.
3-10 Juni
‘
Sedert
Overeonk.
3-10 Juni
Sedert
Overeenk.
917
1916
1917
1 Jan. 1917
tijdvak 1916
1917
1 Ja,,. 1917
tijdvak 1916
Tarwe ……………..
7.134
218.954 278.279
2.855 33.927
6.745
252.881
285.024
8.465
12.027
–
–
–
8.465
12.027
.
.
.257
2.314 5.539
– –
500
2.314 6.039
Rogge ……………..-
Mais
…………….
86.518 111.967
–
,
54.349
62.297 140.867
174.264
5.635
28.584
42.119
–
‘
9.563 4.549
38.147 46.668
Boekweit
………….-
10.025
22.385
–
15.042
4.218 25.067
26.603
Gerst
……………..
.
8.322 49.966
–
7.580
32.995
15.882
82.961
Haver
……………..-
Lijuzaad ……………-
Lijnkoek ……………
19.432
80.500
–
20.576 4.165 40.008 84.665
Tarvemeel ………….
.-
2 .057
15.014
2.635
–
3.051
–
18.065 2.635
AANVOEREN
in tons van
1000 K.G.
voor België.
19.470
132.502
363.238
– –
–
132.502
363.238
Tarve ……………..
Mais
…………….-
7.479 46.697
– –
–
7.479
46.697
1
452
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Juni 1917
t –
vegen niet bij machte zijn, zooveel mais naar de havens te
vervoeren.
G e r s t. Het aanbod van gerst van den ouden oogst aan de Amerikaansche markten blijft beperkt en vindt gemak-
kelijk koopers. De verwachtingen van den nieuwen oogst zijn echter zeer gunstig. Zoo wordt de oogst in Californië
op een millioen ton geschat, een zeer goed resultaat, en
gerst van den nieuwen oogst wordt met een belangrijk
deport verhandeld. Europa toont daarvoor reeds veel belang-
stelling.
H a v e r. Ook de haveroogst belooft in Amerika zeer
groot te worden en evenals van mais wordt van deze graan-
soort een record-opbrengst verwacht. Het is te hopen, dat
deze verwachting tot werkelijkheid wordt. De Vrij belang-rijke uitbreiding der bezaaide oppervlakte geeft daartoe ge-gronde aanleiding. De verschepingen van haver naar Enge-
land zijn in den laatsten tijd klein geweest en de haver-
voorraad was daar dan ook onlangs zoo klein, dat de prijs
van oatmeal, in Engeland en vooral Schotland een belang
–
rijker volksvoedsel dan hier. onrustbarend was gestegen.
De Regeering heeft daarop haver gevoegd bij de graansoor-
ten, waarvan zij den aanvoer bezorgt en kort daarna de
oatmealprijzen sterk verlaagd. Uit Ierland, waar veel haver
wordt verbouwd, wordt eene flinke uitbreiding van de daar-
mede bezaaide oppervlakte gemeld.
Buitenlandsche granen in Nederland.
In de afgeloopen week zijn weder een bevredigend aantal
met verschillende graansoorten beladen stoomschepen iii
onze havens aangekomen en verdere flinke hoeveelheden
mogen spoedig worden verwacht. Ondanks deze tot meer-
dere gerustheid stemmende omstandigheden blijft zuinig-heid echter geboden: Een voorraad van voedergranen vaif
eenige beteekenis is in ons land nog niet aanwezig cii dé
aan veehouders toegewezen rantsoenen zijn nog steeds zeer
klein. Tot nog toe is niets bekend omtrent beperkingen, ons
opgelegd door de Amerikaansche Regeering, doch zoolang
daarvoor de mogelijkheid bestaat (en de wenschelijkheid van
zulke beperking wordt voortdurend in Amerikaansche en
Engelsche dagbladen bepleit) en onze graanaanvoer nog
aan vele andere gevaren blijft blootstaan, is groote zuinig-
heid ndbdig.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
t
Iiøer
1
CIev.
No.3
Koper
Standard
Tin
Lood
Zink
8 Juni 1917..
nom.
130.-!-
238.12/6
30.101-
–
1
,,
1917..
nom.
130-!-
248.-!-
30.101-
–
9Juni1916..
nom.
123.101-
188.-!-
31.151-
71.-!-
11
Juni 1915..
671-
84.51-
168.-!-
27.101-
110.-1-
20 Juli
1914..
51/4
61.-/-
145.151-
19.-!-
21.101-
STEENKOLEN.
Op den voorgrond van den laatsten tijd stonden de
moeilijkheden met de mijnwerkers in Limburg, die echter,
naar men verwacht, tevredenstellend zullen worden opge-
lost.
De aanvoer van Duitschiand blijft beneden de overeen-
gekomen hoeveelheid, hetgeen wordt toegeschreven aan ge-
brek aan arbeidskrachten en dientengevolge mindere pro-
ductie. –
Engeland blijft nog altijd buiten beschouwing voor de
Hollandsche markt, ofschoon de toestand van de markt in
Engeland zelf alle aanleiding moet geven om den export
naar Holland te vergemakkelijken. De stemming is flauw en
er is behoefte aan afzetgebied; het is daarom ook onbegrij-
pelijk, dat bij voortduring van Engelsche zijde voor het her-:
vatten van de4 aanvoer naar Holland belemmeringen in
den weg worden gelegd.
PETROLEUM.
(Ontleènd aan den ,,Petroleum Review”
van 19, 26 Mei en 2 Juni 1917).
Londen. Petroleum. De prijs van geraffineerde petro-
leum bleef gedurende de maand Mei onveranderd en wel
als volgt:
Second Grade ……1 s. 1
1
12
d.
Standard White …. 1 s. 2 d. –
Water White ……1 s. 3 d.
Op 25 Mei trad een prijsstijging van
1
12
d. voor alle merken.
Smeeroliën. De prijzen voor smeeroliëil waren:
Op 5 en 12 Mei 0p18,2SMeienl Juni
American pale
£ 24.10 s. tot £33
£ 26 tot £ 35
American red
£26
£33
£ 28 ,, £ 35
American filt. cyl. £ 26
£ 28
American dark cyl. £ 19
£ 22
Benzine. Niettegenstaande de, beperkingen in de voor-
raden wisten de benzine-noteeringen zich op het oude niveau
te handhaven tot Vrijdagmiddag 25 Mei. Daarna stegen
alle merken
814
d. per gallon, zoodat de prijzen zijn:
No. 1 ……….2 s. 10
8
14
d.
No.2 ……….2s.
9
1
14d.
No. 3 ……….2s.
8
1
14d.
Alle merken zijn in Schotland en Ierland 1 d. per gallon
duurder.
Bovenstaande prijzen dienen verhoogd te worden met 6 d.
per gallon verbruiksbelasting.
Terpentijn. De prijzen waren gedurende de laatste vier
weken:
11 Mei
18 Mei
25 Mei
1 Juni
Loco
………..53 s.3 d
55 s.
53 s.9 d.
54 s.9 d.
Mei/Augustus …. 54 s.
Juni/Augustus .. ……..
55 s. 0 d.
54 s. 3 d.
55
s. 3 d.
September/Dec. .. 55 s. 9 d
57
s.3
d. 56 s.
56 s. 9 d.
Paraffine. De voorraden zijn voor een aanzienlijk ge-
deelte uitgeput en op het oogenblik zijn zelfs verscheidene
merken niet te verkrijgen. De volgende prijsnoteeringen zijn
dan ook zuiver nominaal:
11 Mei
18 Mei
25 Mei 1 Juni
– Smeltpunt
140
0
692-7 d. 7
–
7’12 d.
idem idem
130-132
0
6 d.
6
d. idem idem
125-127
0
5
1
12 d.
6-614 d.
idem idem
118-120
0
518 d.
51s-5
3
1 d. idem idem
Stookolie en vethoudende oliën zijn niet officieel genoteerd.
Liverpool. Behalve voor de benzine, die van 2 s. 10 d.
opliep tot 2 s. 11 d. is er geen verandering van de markt
te notéeren.
Bak o u. Gedurende de maand Mei handhaafde zich de.
prijs voor ruwe olie op 65 kopeken per poed. Op 31 Mei was
de officieele prijs gesteld op 60 kopeken per poed. Deprjzen te New York en te Philadelphia bleven de afge-
loopen vier weken op hetzelfde niveau, en vel:
te New York:
Geraffineerd in kisten……12,75 e. per gallon
Standard White in vaten –
10,25 c.
Credit Balances …………
3,0 5
C.
Pennsylvanian Crude ……$ 3,10 per vat.
te Philadelphia:
Standard White ……….10,25 c. per gallon.
WOL.
Berichten uit Engeland ontbreken.
Te La Plata contracteert men reeds de wol van de nieuwe
productie. Echter is de prijsbasis hier nog niet bekend.
Voorraden der oude productie zijn te Buenos Aires bijna
uitgeput, Enkele partijen zijn er verkocht op basis van
f
8,— voor merinos en f5,50 á
f
6,— voor crossbeds.
Noteeringen te Bradford:
1
64
Colonial cordcd
–
Duta
Ia21Ctoge
1
50 40
72
57
1
45
38
32 25
Mei 1917 ………..
72 57
1
45
38
1
32
18
,,
1917 ………..
26
Mei 1916 ………. .4V!2
38
1
32
1
121
28
1
12
j
25
KATOEN.
Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands.)
1
8Juni’17
1
1Juni’17
25
Mei
8 Juûi ’16J 8Juni’15
New York …. 23,40e 22,65e 21,95e 12,85e -,- c
Liverpool …. —,—d 21,44d 13,90d
8,49d 5,37d
13 Juni 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
453
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)
1
Aug. ’16
Overeenkomstiije perioden
tot
25Mei ’17
1915’16
1914-15
Ontvangsten Gulf-Havens..
4804
4548 6802
,,
Atlant.Havens
1921
2433 3572
Uitvoer naar Gr. Brittannië
2361 2288
3602
,,
,,
‘t Vasteland.
1984 2179
3736
93
Japan etc…
464
405
447
Voorraden in duizendtallen
25 Mei ’17
25 Mei ’16
25 Mei ’15
Amerik. havens ……….
899 1123
1088
Binnenland …………..
776
651
•
600
. .
222
233
New York
……………76
New Orleans ………….
248
291
221
Liverpool
Marktbericht van. de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester dd. 16 Mei 1917.
De positie van Amerikaansche katoen blijft sterk en
prijzen zijn opnieuw hooger. Voorraden in Liverpool wor-
den geregeld kleiner en bij de moeilijkheden om nieuwe
hoeveelheden aan te voeren, worden partijen van goede
kwaliteit, die beschikbaar zijn, steeds duurder. De laatste
oogstberichten van Amerika zijn wat gunstiger, doch de
markt is niet lager. De vraag van de Amerikaansche fa-
brieken blijft bestaan en ook hier zijn verzendingen naar de
spinnerijen normaal. Egyptische katoen is iets flauwer.
De handel lijdt zeer onder de distributiemoeiljkheden,
zoowel wat het ruwe materiaal als wat de gereede fabrikaten
betreft. De vraag naar Amerikaansche garens is wel iets
verbeterd, vooral voor binnenlandsch verbruik. Grove num-
mers worden beter gevraagd en spinners daarin zijn goed
bezet. Voor medio-nummers blijft de vraag onvoldoende,
maar de fijnere nummers zijn eveneens goed gevraagd. Voor
de Fransche markt is nogal wat gekocht, voornamelijk in de nummers lOer tot 24er en verder in getwijnde garens,
terwijl ook do overige neutrale markten meer belangstelling
toonen. De prijzen van Egyptische garens worden steeds
onregelmatiger en verkoopen zijn alleen
mogelijk
tot prij-
zen ver beneden pariteit der tegenvoordige noteeringen
voor deze katoensoorts. De vraag is in sommige gevallen
zoo onvoldoende, dat vele spinners hun productie inkrimpen
en zich gaan toeleggen op fijne Amerikaansche garens. De
prijzen van goede OOer twist zijn weinig veranderd.
De doekmarkt blijft zoo flauw, dat vele fabrikanten mee-
nen, dat het goedkooper zou zijn hun weverjen voor onbe-
paalden tijd te sluiten, dan tot de tegenwoordige prijzen te
verkoopen. Ook wordt het steeds moeilijker de noodige sterk-
materialen te krijgen. China koopt wat meer, doch Indië
blijft verwaarloosd en wil alleen orders plaatsen op de
vroegere condities, die de Manchester exporteurs thans
echter niet kunnen aannemen. De binnenlandsche vraag
blijft voldoende, terwijl er ook nogal wat legerorders ge-
plaatst zijn voor de Engelsche en Fransche Regeeringen.
RUBBER.
In de afgeloopen week zijn de prijzen langzaam terugge-
loopen. Uitgezonderd een paar dagen was de stemming over
het algemeen flauw.
De markt sluit ook flauw met onderstaande noteeringen:
PrimaHeveaCrpeloco/Juni 2110
1
12
einde vorige week 3/-
Juli/Dec. ……………. 2/10/4
31-
Hard fine Para ……….3/1/4
,,
,,
,,
312
SUIKER.
NOTEERINGEN.
Amsterdam Londen
New York A,neric
.
Data
per
Tot es
White
Granu
–
96%
Juni
Cubes
Jaros
lated
Cent rifug.
No. 1
job.
b.
8Juni1917….
f
–
53/9
– –
5,77 fL5,89
23
5319
–
3016
5,25 fL6,02
8Juni1918….
31
4711″
2016 301-
8,27
8Juni1915….
,,
19
311- 1916
–
–
21
Juli1914….
ll’/n
18/-
–
–
3,26
Volslagen stilte bleef in de afgeloopen week aan onze Bi et-
suiker m a r k t heerschen. Geen enkele zaak kwam tot stand,
hetgeen bij de uiteenloopende prijsideëen van koopers en
verkoopers, zijnde resp.
f
23,- en
f
28,- voor Augustus-
levering, ook niet anders te verwachten was. Houders van
opgeslagen suikers hopen, dat de Regeering eerlaug vergunning
zal verleenen tot gelimiteerden uitvoer.
Willett & Gray publiceerden onlangs nieuwe productie-
cijfers betreffende de laatste bietoogsten als volgt:
1916117
1915116
Duitschland ……1.500.000
1.400.000 tons
Oostenrijk-Hongarije 945.000 1.011.400
Frankrijk ……..185.000
135.899
België …………100.000
113.097
Nederland ……..270.000
242.753
te zamen 3.000.000
2.903.149 tons
Rusland ……….1.250.000
1.467.096
Andere landen .. . – 564.000
707.515 ,,
Totaal Europa …. 4.814.000
5.077.760 tons
F. 0. Licht bevestigt, dat de uitzaai van
beetwortels in
Duitse h land 3
fL
4
0
/0
ten achter staat bij verleden jaar,
terwijl in Oostenrijk en Hongarije
dezelfde
oppervlakte.
of wellicht een weinig meer,
aangeplant
wordt. Volgens
berichten uit België
rekent
men daar op eenen 10
°Io
kleineren aanplant.
De zichtbare voorraden bedroegen:
1916117
1915116
1914115
}
1 Sept.
250.000* 545.000*
536.607 tons Hamburg
Oostenrijk
1
,,
305.000*
478.000*
244.741
Frankrijk
1
,,
39.012
58.525 141.454
Nederland
1 Mei
131.139
45.893
102.045
België
1 April
93.989
51.402
168.045
Engeland
1
,,
87.525 116.909
457.575
Totaal Europa
906.665
1.295.729
1.650.467 tons
Ver.St.v.N.A.
3 Mei
329.000 135.170
317.582
Cubahavens
9
..
573.000
934.946 680.000
Totaal ……1.808.665
2.365.845
2.648.049 tons
* Raming.
In Engeland heeft de Sugar Commission de binnen-
landsche prijzen aanmerkelijk verhoogd, n.l. Cubes van 4711
1
1
2
op 53/9; Crystals en Granulated van gemiddeld 421- op
46/9; West-Indische Crystalized van gemiddeld 4117
1
12 op
46/9; Muscovados van gemiddeld 401712 op 4416 en Syrups
van gemiddeld 3917
1
1 op 4213.
Op J a v a bleef de markt zich in dalende richting bewegen.
Eene partij van ruim 100.000 picols disponible suiker No. 16
en hooger werd tot
f10
1
/a afgedaan, doch houdt de vraag
voor export
op
het oogenblik geen gelj ken tred met de
aanvoeren van onverochte suikers toebehoorende aan Chi-
neesche speculanten. Suiker No. 16 en h. blijft dan ook
uit de tweede hand te koop tot
f
1012 en Superieur tot
f
12
1
1 en tenzij de vraag voor export spoedig vermeerdert,
in de eerste plaats door aankoopen van de Commission
voor rekening van Engeland en Frankrijk, is verbetering
van den toestand niet te verwachten. Intussehen zullen
zoowel banken als ook suikerfa1rikanten, die tot hooge
prijzen aan Chineesche speculanten verkocht hebben, aan
deze koopers groote faciliteiten moeten toestaan, zal de da-ling der markt tengevolge van groote faillissementen geene
verdere afmetingen aannemen.
In Amerika was de markt kalm gestemd; SpotCentri-
fugals werden iets lager genoteerd, n.l. 5,77-5,89 c., doch
op deze noteering sloot de markt prijshoudend. De aanvoeren
gedurende de week bedroegen 42.000 tons. de versmeltingen
68.000 tons, latende een voorraad van 330.000 tons.
Cuba – statistiek:
1916117
1915116
1914115
Ontv. der week tot 26 Mei.
56.584*
46.914
76.000 tons
Totaal sedert 1 Dec.1916
1.931.060*
2.663.600 2.147.786
Werkende fabrieken ….
42
102
Exportd. veek tot 26 Mei
48.000
98.645
69.550
Totaal sedert 1 Dec. 1916 1.234.823 1.768.601 1.357.590
Exp. U.K. tot 28 April. 273.834
266.629 145.326
Frankrijk,, 28 April.
2.286
54.148
5.895
Totaal voorraad op 28 Mei 606.000
894.189 758.950
V.S. exp. ger. 1 Jan.-5 Mei 105.025
253.778
43.445
* Opgave van slechts 6 havens
454
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13
Juni 1917
KOFFIE.
(Uit het Mailbericht vnde Makelaars G. Duuring
&
Zoon,
Kolff & Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).
De markt leverde cok deze week bijna niets op, het ,vr-
melden waard.
–
Enkele partijtjes Java, voor de tweede keer aan de markt
gesteld, vonden tot slechts weinig veranderde prijzen opnieuw
koopers.
Overigens blijft het bij beschouwingen, in de hoop op
betere tijden.
Noteeringen en voorraden.
Data
Ru.,
San tos
Wisselkoers
Voorraad
..
Voorraad
9 Juni 1917
121.000
5775
1.094.000
5600
13
8
1
2
,,
1917
112.000
6275
1.124.000
5600
13/
26 Mei
1917
110.000
6325 1.264.000
5900
138/
16
,
8 Juni 1916
151.000 6400
492.000
7400
12
8
18
Ontvangsten.
Rio
Sautos
Data
Afgeloe pen
Sedert
Afgeloo pen
Sedert
week
1 Juli
week
1
1 Juli
9 Juni 1917….
27.000
–
2.182.000
39.000
1
9.667.00
8
Juni 1918.. ..
26.000 3.169.000
69.000
111.244.000
COPRA.
–
In den toestand van de markt kwam ook deze week geen
verandering en ging er niets om.
—
Ceylon cii. Londen £ 46.-.- en cif. Marseille
NOTEERINGEN.
Java 1. m.s.
9 Juni
1917….
f53
)
2
,,
1917.
.
.. »52118
N.O.T.-condities.
9 Juni
1916….
,,38
8
18
3
9 Juni
1915….
,,81
20-25Juli
1914….
,,28’/
0
VERKEERS WEZEN.
BEVRACHTINGEN.
11
9 Juni 1917. Gedurende de laatste weken werden mer
bevrachtingen gemeld dan gewoonlijk, hoofdzakelijk van
Noord- en Zuid-Amerika. Er was veel vraag voor kolèn
naar La Plata Rivier, waarvoor een vracht van
1251—
per
ton betaald werd. Neutralen bedongen voor de betrekkelijk
veilige vaart op het Westelijk halfrond een huurprijs van
501— á 55/– per ton zwaar gewicht er maand met mole$t-
premie boven 1 pCt. voor bevrachters rekening. Op de Net form naar Engeland werd 1801—
á
2001— per ton gero-
teerd. In de Vereenigde Staten worden stakingen verwacht;
aan de regeering wordt de bedoeling toegeschreven om un
te grijpen. Voorts is er groot gebrek aan arbeidskrachten
en spoorwegwagons, waardoor moeilijkheden bij het trah-
portvraagstuk te vreezen zijn.
25-
Van Zuid-Amerika werden verhoogde vrachten betaald,
met uitzondering van ladingen voor het Chartering .tgents’
Comittee, dat 1451— in uitzicht stelde. Mais werd vervracht
naar Noord-Amerika tot 2001— en naar Skandinavië tot
200 Kronen per ton, de vracht voor koffie van Brazilië
bedroeg 325/— naar Engeland en 4001— naar Marseille;
nog hoogere vrachten worden eerlang verwacht. Naar ver-luidt is het surplus mais veel grooter dan aanvankelijk v-
wacht werd, zoodat de vraag naar ruimte ongetwijfeld al
toenemen. Intusschen wordt bericht, dat wegens gebrek aan
steenkolen de Argentijusche regeering de uitvor, ook van
bunkerkolen, zal verbieden. Aangezien echter de onderweg
zijnde schepen waarschijnlijk geen kolen voor de teri-
reis aan boord zullen hebben, zal het uitvoerverbod voor
bunkerkolen ongetwijfeld niet in werking treden, omdat
daardoor de scheepvaart en verdere kolenaanvoer stopgezet
zou worden.
Kolenvrachten bleven in alle richtingen hoog. Er wed
een betrekkelijk groot aantal schepen naar Skandinavië af-
gesloten; de meeste bevrachtingen werden echter door ,de
bevrachters zelf gedaan; de vracht moet ca. 200 Kronen
per ton bedragen. In Frankrijk heerscht nijpend gebrek aan
kolen. Noodig zijn 5.000.000 ton per maand, terwijl de aan-
voer slechts 3.500.000 ton bedraagt. De regeering zal de
distributie ter hand nemen en maatregelen treffen voor
vlugge lossing der schepen.
Engelsch-Indië houdt het record met 4501— per ton voor
rijst van Birma naar Engeland, terwijl 5001— voor een
volgend schip in uitzicht gesteld wordt.
Brazilië kon, door het. deelnemen aan den oorlog, de
hand leggen op 49 Duitsche en Oostenrijksche schepen, me-
tende 253.795 bruto register ton.
De werkzaamheid van duikbooten was- in den laatsten
tijd geringer dan in de eerste maanden van den verscherp-
ten duikboot-oorlog. Weliswaar wordt, volgens Duitsche gegevens, nog steeds meer scheepsruimte vernietigd dan
aangebouwd, doch langzamerhand worden de hulpmiddelen
van schier de geheele wereld gemobiliseerd om handelsvaar-
tuigen te bouwen. En inmiddels wordt overal het vervoer
van niet dringend noodzakelijke goederen geleidelijk stop-
gezet en worden maatregelen getroffen, teneinde de beschik-
bare schepen intenser te gebruiken, vooral door vermijding
van langdurig oponthoud in laad- en loshavens, zoodat ver-
wacht mag worden, dat de toestand niet slechter zal worden.
In elk geval kan thans reeds als vaarschijn1jk aangenomen
worden, dat de onbeperkte duikboot-oorlog van beperk-
ten in
y
loed op den duur van den oorlog is, tenminste voor
zoover neutralen zich niet geiaoopt voelen in te grijpen,
géljk reeds door de Vereenigde Staten en zooveel andere
geschied is. De duikbootoorlog heeft daar juist het tegen-overgestelde van het beoogde doel bereikt, omdat een der
gevolgen geweest is, dat de geallieerden de beschikking kre-
gen over voldoende scheepsruimte om alle verliezen op den
tegenwoordigen grondslag voor een tijdperk van eenige
maanden goed te maken.
De aanbouw in Amerika wordt krachtig voortgezet. Door
de United States Shipping Board worden plannen uitge-
werkt, teneinde zooveel mogelijk stoomschepen, welke thans
voor de kustvaart en de Antillen gebezigd worden, voor de
transatlantische vaart in dienst te stellen. Voor noodzake-
lijke kustvaart zouden dan in hoofdzaak zeilschepen ge-
bruikt worden. In verband hiermede kwam van Washington
reeds bericht, dat zeilschepen door de regeering niet meer voor transatlantische reizen verzekerd zullen worden.
In Denemarken is een wetsontwerp in voorbeieiding,
waarin bepaald wordt, dat de assurantiepenningen van
schepen, welke van 1 Januari 1917 tot ult. 1920 verloren
gaan, gebruikt moeten worden om die schepen te vervan-
gen. Indien geschikte vaartuigen niet te krijgen zouden zijn,
dan ‘worden de gelden door de regeering bewaard.
De Nederlandsche scheepvaart werd grootendeels hervat.
De regeering vorderde de meeste schepen op om graan, vee-
voeder en fosfaat van de Vereenigde Staten te halen. De
vrachten zijn laag; er werd echter een billijke regeling ge-
maakt, waardoor kleine schepen gemiddeld een hooger vrachtcijfer maken dan groote booten. Voorts werd een
redelijke vergoeding, voor oponthoud door de oorlogsvoeren-
den, toegestaan en de vracht pro rata verhoogd naar gelang
•
onkosten voor niolestverzekering hooger zijn. Enkele sche-
pen werden in de vrije markt afgesloten tot zeer loonende
vrachtcijfers.
GRAAN.
Data
–
Petro-
grad
Londen!
R’dam
Odessa
Rotter-
dom
AU. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo
Rotter-
1
Bristol
Rotier-
Enge.
dam
Kanaal’
dam
land
419 Juni
1917
-‘
—
f
7,—
401-
—
1451-
28M.-2 Juni1917
-‘
–
7,—
401-
–
1451-
5110 Juni 1916
– –
,,17,—
94
f
110,-
16216
7112 Juni 1915
-‘
–
9/-
711*0’12
5716
581-
juli
1914 11 d.
713
1111
1
14
1111 l/ 121-
121-
HOUT.
Cronstodt
1
Golf van Mextco
Holland 1 EMgeland
Data
Holland En’,’Îa’d
(pCli.
1
(pifch.
(gezaagd)
1
/’ine)
pine)
1 .ftuttetl) 1
419 Juni
1917….
28 Mei-2 Juni 1917..
5110 Juni
1916….
–
–
–
5401-
7112 Juni
1915….
—
–
–
2301-
Juli
1914…. f12,—
2416
751-
7716
13 Juni 1917
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
455
ERTS.
Graan Petrograd per quarler van 496 lbs. zwaar, Odossa per Unit,
Ver. Staten per quarter van 480 Ibs. zwaar.
Bilbao
Cartha-
Grieken.
Data
Middies-
gena
;es
Mih-
gezaagd en pitchpine per St. Pet. Standard van 165 kub.
VI.,
bro
Middles_
bro’
Mi
–
,
mijnstutten per vadem van 216 kub. vt.
Overîge noteerin gen per ton van 1015 K.G.
419 Juni
1917
—
—
—
—
28 Mei-2 Juni 1917 .
.
—
—
—
—
5110 Juni
1916
191-
191-
21!-
—
7112
Juni
1915 .
. . .
1111’12
151-
—
—
Juli
1914….
413
514’1
519
816
BINNEN VRACHTEN.
KOLEN,
Nog Vrij veel stoomschepen komen de Rotterdamsche haven
binnen; voornamelijk die met Regeeringsgoed brengen werk
voor de binnenvaartschepen aan. Eenige levendigheid bracht
Cardiff
Oostk. Engeland
Data
ook in de afgeloopen week het overslaan in de Waalhaven
Bor-
deaux
Genna
Çott
aid
j
ij
Rwi:r
Rotter.
Cron.
van het regeeringsgraan in de schepen van de Commission for Belgium Relief. (Een hoeveelheid van ca. 12.000 ton is
thans door de Nederlandsche Regeering afgestaan, welke
1
419 Juni 1917
691-
10113
1501-
1001-
–
—
hoeveelheid later weer wordt teruggegeven, wanneek de diverse
28M-2Juni1917
691-
10113
1501-
1001-
—
—
te verwachten Reliefbooten zijn binnengeloopen).
5110 Juni 1916
341-
7917
1
100/-
4716
f
6,50
—
Ook te Amsterdam zijn verscheidene booten binnengekomen,
7112 Juni 1915 friS,—
211-
J
2016
2416
,, 6,—
—
o.a. 11 dezer vier met haver en een met lijokoeken.
Lijn-
–
Juli 1914
,—
“-
713
1416
3!2
51-
koeken, die voor kort slechts in pakhuizen mochten worden
opgeslagen, mogen thans ook weer in schepen worden geladen.
DIVERSEN.
Behalve de Regeeringsvrachten werd het navolgende besteed:
Van Ruhrhavens naar Doesburg: voor
Data
Bornbay West
1
Birma
1
West
Vladivo.
stock
Chili
West
LalPeter)
Europa
(d.w.)
Europa
(rijst)
West
Europa
Europa
Kleine schepen M.-6,85 (Koers
f100
–
274 Mark) per ton.
–
Van Rotterdam:
419 Juni
1917..
. –
3501-
4501-
–
1701-
28 Mei-2 Juni 1917.. ..
3501
4501
–
1701
150 last naar Leiden
……..
t
11,60 per last
5110
Juni
1916.
– – .
1181-
1451-
165!-
1501-
so
,,
2,—
7112 Juni
1915 .
..
621
–
—
801-
50
Alkmaar
……2,60
,,
,,
Juli
1914.
–
-.
1416 1613
251
2213
75
,,
Bergen op Zoom
,, ,,
1,80
ADVERTENTIËN
Nederlandsche Bank voor Riissischen Handel
BANQUE NÉERLANDAISE POUR LE COMMERCE RUSSE
Kapitaal 5.000.000 Roebels.
Kantoor: 20 NEWSKY PROSPECT
PETROGRAD.
Telegramadres: NEDRUSBANK
De Bank neemt gelden á deposito 011111
rckellillg-courallt en verricht alle soorten wissel- en bankzakeu.
Voor inlichtingen kan men zich wenden tot alle kantoren van
de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ en de TWENTSCHE BANK,
zoornede tot de heeren HOPE & Co. en LIPPMANN, ROSENTHAL & Co. te Amsterdam
en R. MEES & ZOONEN te Rotterdam.
NEDERLANDSCHE GRONDBRIEFBANK
J. & J. M. VOORHOEVE
HEERENGRACHT 495, AMSTERDAM
Makelaars in Assurantiën
5
pCt. Obligatiën (Grotidbrieven)
Beurs
tegen
koera
Anno 1836
Gecertificeerd door de Centrale Trust-Compagnie
ROTTERDAM
Verkrijgbaar in stukken van
f
2500,—,
f
1000,—,
f
500,—
en
f
100,—
op
elk goed effectenkantoor
GEO. H. MCFADDEN
&
BRO. COTTON MERCHANTS
PHILADELPHIA—NEW YORK
Vertegenwoordiger voor Nederland: D. BREEKLAND, Oldenzaal—Enschede
Reeders en Cargadoors
GEBR.
VA
N
UDEN
Bevrachtin
g
sa
g
enten –
Expediteurs
KOOP en
VERKOOP VAN SCHEPEN
ROTTERDAM
–
AMSTERDAM
–
ZAANDAM
Telegram-Adres:
,,VANUDEN”
456
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Juni 1911
DE TWENTSCHE BANK.
Amsterdam
Rotterdam
‘s-Gravenhage
Maandstaat op 31 Mei 1917
DEBET
Aandeelhouders
nog te
storten
………………………….
f
1,784,700,-
Deelneming in de firma’s:
B. W. BLIJDENSTEIN
&
Co., te Londen
B. W. BLIJDENSTEIN 3r., te Enschedét
*
LEDEBOER
&
Co., te Almelo,
f
8.284.250,— waarvan in
geld
gestort
……………………………………..
6.734.250.
Deelneming in bevriende Bankinstellingen
f
3.992,800,— waarvan
in
geld
gestort
…………………… ………………
,
2.456.100,—
Voor rekening der Twentsche Kantoren gedeponeerd te Londen
,,
580.000,-
f
11.555.050,-
Fondsen-van Aandeelhouders
te Amsterdam, Rotterdam, ‘sGravenhag.
…………….
‘
,,
28.310.350,
Fondsen
door ons gedeponeerd voor rekeniiîg van bevriende
instellingen ……………………………………..
,,
2.506.700,-
Kassa,
Wissels
en
Coupons
…………………………..
,,
19.222.227,62
Nederlandsche Staatsleeningen, Schatkistbiljetten’ en Schatkist-
promessen
……………………………………….
,,
50.132.746,66
Saldo’s
bij
Bankiers …………… . …….
………………
,,
13.477.609,7734
Prolongatiën
gegeven
………………………………..
,,
6.231.730,—
Eigen
Fondsen en
Syndicaten
……………………
4.165.302,36
–
Credietvereeniging
…………………………………….
f
17.041:092,2634
af:
loopende
Promessen
…………….. … ……………
.,
700.000,-
f
16.341.092.2634
Voorschotten tegen onderpand of Borgtocht eSaldo’s Rek. Ort
,,
18.977.707,89
Voorschotten
op
Consignatiën
‘
…………………………
,,
1.458.515.87
Gebouwen
………………………………
.
…………
,,
1.954.515,3134
Totaal
……f
174.333.547,7534
CREDIT
Kapitaal
.
…………………
………………………..
f 16.000.000,-
Reservefondsen
……………………………………..
,,
8.118.539,82
Waarborgfonds Credietvereeniging
………. . ……………
2.391.617,50
Reserve
Credietvereeniging
………………
…………….
2.462090,36
f
28.972.247;68
Zieken-
en
Pensioenfondsen
……………………………
,,
207.531,2234
Aandeelhouders voor gedeponeerde fondsen als waarborg voor
90
pOt.
storting op
aandeelen
B …………………….
f
1.784.700,-
in
Leendepôt ……………
..29.032.350,-
•
,,
30.817.050,—
Deposito’s
………………………………………….
,,
28.042.979,35
op
Prolongatie
………….
………………….
.*
,,
3.41’7.100,-
Saldo te ontvangen en te leveren fondsen……………….
–
,,
424.730,4734
Saldo’s Rekeningen
Courant
…………………………..
‘
*
,,
57.485.429,2834
Oredietvereenigin
,,
9.592.044,58
–
Saldo
.
,,
met de kantoren in Londen en Twente
,,
4.216.286,7234
Te
bétalen
Wissels
…………………………………..
‘
•
,,
9.813.539,17
Diverse
Rekeningen ………………………………….
,,
1.344.609,2634
•
Totaal
……f
174.333.547,7534
–