Ga direct naar de content

Jrg. 19, editie 991

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 26 1934

57 DECEMBER
1934

AUTEURSRECHT VOO RBEHOUDEJ.

E

Beri*cht e
^n

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

19E JAARGANG
a


DONDERDAG 27 IiEOEMBER
1934
No.
991

COMMISSIE VAN KOACTIE:
24 DECEMBER 1934.

P. Lief tinck; N.
J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries’ en
Van de gel!dmarkt
valt slechts de uitslag van cle
H. M. H. A.
VCfl
der Valk (Redcteur-8ecrct(tris).

1
inschrijving

op

het
schatkis’tpapi’er

te

vermelden.

Redactie-adres:
Pieter de Hoochwea 122
1
Rotterdam.
Deze wasals volgt:

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekaning 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement

volgens tarief. A,dministratie van abonnementen en adver-

tenties: Nijgh
4
van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,

Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque. en giro-rekening No.

145192.

Abonnamentsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 20,—. Buitcnlavci en Koloniën f 23,— per

jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch

Kwartaalbericht f 1.—. ,Leden en donateurs ontvangen

het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie

op dc verdere publicaties.

BERICHT.

In. veiband met de jaarswisseling zal het volgend

nummer op Donderdag 3 Januari. verschijnen.

INHOUD.

MINISTER STEEBERCHEOVER DE VERIIIN DENDE KR ACHT

VAN ONDERNEMERSOVEREISNEOMSTEN
door
Prof, Dr.

P.
Lieftinek ………………………………1128

])e afuemende wereldgraanproductie door
Dr. Ir. M.
D
. Dijt ………………………………….
1130

De N.R.A. en de philosophie van de ,,Naw Deal” door

II
. Buys………………………………….
1131

De Rijksmiddelen over November 1934…………..1133

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:

De economisch-politieke richtlijnen van het regionale

verdrag tusschen Italië, Oostenrijk en Hongarije door

Prof. Dr. Elemér Hantos ……………………
1134

AANTEEKENINCEN:

De betrekkingen tussehcn banken en industrie in

Zwitserland

…………………………..1135

Roosevelt’s strijd tegen de contrôletnaatschappijen 1136

Opleving in de Amerikaanscl,e antoniobielindustrie? 1137

De beteekenis van de industrialisatje van de over-

zeesche gebieden voor Engeland ……………1137

MAANDCIJFERS:

Overzicht van deRijksmiddelen ……………… 1138

STATISTIEKEN
…………………………1139-1142
Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten.

ingesehr. toegew.

prijs

rendem.

milliocis fls.

3-maatids ……..24.43

15.42

f,
999.10

% pCt.

6-.,,

16.65

4.65

997.16

°/
Jaarsbiljetten

– – 23.56

9.887

1016.11

Geld blijft ruim, terwijl de met 1 Januari vrij-

komen-de middelen deze ruimte eerder n’og zu’llen

doen toenemen.
* *
*

Ook op de wisselmarlct was het heel stil; koersen

fluctueerden maar weinig; In het begin der week

veroonde de Dotl’]arkoers een kleine inzinking bij liet

bekend worden van geruchten over nieuwe plannen

voor het uitvoeren van publieke weiken in Amerika,

vaar-mede wederom een enorm bedrag gemoeid ‘zou

zijn. De koers is hier een fractie ingezakt en op

1.47% gekomen; tenslotte kwam de noteering toch

weder op het ou’de peil ‘van1.47
7
fs.
In Parijs vooricl

zijn Dollars een oo:genblik zeer aangeboden ‘geweest

en t’o’t 15.13 teru’ggeloopen, slot 15.16.

De Pondenkoers heeft in het laatst ‘der weeic ook

een kleine inzinking gehad: 7.31-7.30-7.31. De

$ff
koers ‘blijft ca. 4.94. Fransche Fraiics , bleven

gezocht: 970 Veel vraag was er naar Belga’s, dië

van 34.59 op 34.65 kwamen. Marken bleven eveneens

gezocht; ook voor de verschillende soorten Sperr-

marken bleef goede vraag bestaan. Canadeesdhe Dol-

lars ca. 1.473.

De marges voor Ponden en Dollars op latere leve-

ring veranderden’ niet -noemenswaard: Pond en op 1

n 3-maanden
Vs
en c. agio. Dollars bleven rond

den contanten koers sdhommelen.

De prijs voor gouden baren bleef nog steeds op ca.
f
1.653.50. Waar de ‘houders van cle ‘onlangs op de

markt geb ca-dhte Belgische scha’tk-istpromessen Maan –

dag’ hebben moeten verklaren, hoe door hen de beta-

ling bewerkstelligd zal worddn in goud of wisseqs

– het igoud w’örd’t hierbij ‘berekend op
f
1.653.44 – zou

een terugloopen van den goudprijs in de eerstvol-

gende dagen niet tot de onmogelijkheden ‘heh’ooren.

Wellicht -heeft di

t ook nog een teru’gslag op -de wis-

selkoerben.

1128

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 December
1934
MINISTER STEENBERGHE OVER DE VERBINDENDE

KRACHT VAN ONDERNEMERSOVEREEKOMSTEN.

ilet Voorloopig Verslag •der Tweede Kamer be-
treffende het wetsontwerp: verbinden’de kracht van
ondernemersovereenkomsten, door Z.E. Colijn als
Minister van Economische Zaken a.i. hij cle Kamer
aanhangig gemaakt, is thans door Minister Steen-
berghe beantwoord. Met voldoening kan worden vast-
gesteld, ‘dat de tijd, welken ‘de nieuwe minister zich

voor •dit antwoord heeft ggund, geenszins als ver-
loren behoeft ‘beschouwd te worden. Integendeel, het
standpunt, dat de Regeerin’g in deze zoo belangrijke
zaak inneemt, ‘blijkt aanzienlijk aan ‘duidelijkheid te
hebben gewonnen en de Nota van Wijzigingen, die
cle Mem’or.ie van Antwoord vergezeit, ‘houdt menige
veihetering in, zoowel wat de redactie van het wets-
voorstel betreft als wat de regeling betreft van en-

kele onderdeelen.

Op de principieel zoo beslissende vraag, in het
V.V. gesteld: Is het ontwerp een crisismaatregel?,
geeft ‘de Minister onomwonden ten antwoord, dat dit’
niet
als een crisismaatregel te ‘beschouwen is. ,,Ook
zonder ‘de crisis”, schrijft •de Minister, ,,zou zich de
wenschelijkhei.d hebben voorgedaan een bevoegdheid
als bedoeld in het onderhavige wetsontwerp aan de
Regeering te verleerten, ten einde eenerzijds het tot stand komen van ondernemersafspraken ter bestrij-
ding van misbruik in ‘den concurrentiestrijd te be-
vorderen en te sanctioneeren en anderzijds de moge-lijke nadeelige gevolgen van een te nauwe samenwer-
king, tot uitin’g komend in een streven naar parti-
culiere monopolievorming, te beteugelen. Niet de”
crisis, doch het steeds toenemend streven naar samen-
werking onder de ‘hedrijfsgenooten, als gevolig van
wijzigingen, welke bezi’g zijn zich in de structuurver-
houd in’gen van het economisch leven te voltrekken,
ligt aan de indiening van ‘het wetsontwerp ten grond-‘

slag.”
Wij achten deze uitspraak van het grootste ge-
wicht, omdat zij de hoeksteen zal kunnen vorme.u,
waarop constructieve ‘samenwerking van ondernemers’
onder Staatstoezidht blijvend mogelijk wordt. Moest’
men er van den aanvang mede rekening houden, dat
bij een verbetering van den economishen toestand de
Staat aich van ‘dit ‘terrein weer zou terugtrekken, dan
zouden waarschijnlijk de meest doeltreffende reorgan’i-
saties aehterwege blijven en slechts tijdelijke (hulpmid-
delen ‘worden toegepast, •die, zooals de ervaring elders
leert, ‘dikwijls meer kwaad dan goed doen. De ver•an deringen in •de economische Structuur en in ‘de func-
tioneering van het prijsmechanisme vereischen een
permanente
nieuwe economische politiek en slechts’
indien deze ‘gedachte veld wint, zal men de spannin-
gen te boven kunnen komen, die thans voortvloeien
uit het naast elkaar bestaan van het ,,laissez faire” als staatkundige dekvorm en de behoefte aan eco-‘
nomische ordening, – spanningen, die leiden tot ‘stel-
sellooze regelingen en ongeweuschte bureaucratie.
Gezien vanuit ‘dit standpunt is het volkomen be-
grijpelijk, dat de Minister
:het
denkbeeld van verschil-
lende leden om een eventueel noodzakelijk ingrijpen
in elk concreet geval te doen plaats vinden hij spe
ciale wet, met beslistheid afwijst. Dit denkbeeld im
mers past nog geheel in de gedachte ‘van ‘de ,,laissez
faire” politiek: wordt bij uitzondering van Staats-
onthouding afgeweken, dan ‘dient het Parlement ‘daar-
in van te voren te worden gekend, als hoeder der
v’olksvrjheden. Zoodra men echter inziet, dat zich
‘hier een nieuwe ‘bestuurstaak aan ‘het vormen is,
komt men spoedig tot’ de erkenning, dat de legisla-
tieve procedure daartoe niet geëigend is en dat de
noodige waarborgen voor een doe’lmati’g»IRegeerin’gs-
op treden op andere wijze moeten .worften ‘gevonden.
In Engeland, waar men aanvankelijk op dit gebied
met’ speciale wetten begonnen is, is men thans ook
tot deze overtuiging gekomen, gelijk ‘blijkt uit de
onlangs ingediende Industrial Reorganisation (Ena.

bling) Bill, ,,an act to enable schemes to be made
for reorganisation of the parts the whole of eer-
tain industries, etc.”, waarin een procedure wordt
voorgesteld, waarbij de voorbereidende en ‘beslissende
taak feitelijk ‘geheel naar andere organen verlegd is.
Van vee’l hdlang achten wij voorts ‘het hesheid, dat
de Minister geeft aan hen, die economische samen-
werking willen overlaten aan ‘het particulier initia-
tief en overheidsingrijpen slechts zouden willen be-vorderen, wanneer van misbruiken is gebleken, van
welks bestaan zij intussohen niet overtuigd zijn. Het
particulier initiatief, zoo verklaart de Minister, be-
houdt ook in’dien ‘dit wetsontwerp tot wet wordt ver-
heven, volledige prioriteit. ,,Het wetsontwerp kan
slechts worden toegepast voor ‘bestaande ondernemers-
afspraken, welke voor •de economische verhoudingen
in den hetreffen’den
bedrijfstak
reeds overwegende

beteekenis hebben, of waarvan de noodzakelijkheid in
de overtui’ging van ‘bedrjfsgenooten ‘diep geworte’ld
is. Het ‘geeft den Minister niet de bevoegdheid zelf
regelingen vast te stellen of bestaande regelingen te wijzigen.” ,,Misbruik” ‘is ook volgens de Regeering
voorwaarde tot
ingrijpen.
Maar – ,,dergeljk mis-

bruik acht de Regeering (reeds aanwezig bij) afzijdig
blijven van bedrjfagenooten, wanneer het algemeen
belang samenwerking in ‘den betrokken bedrijfstak

ve reischt.”
Hieruit blijkt, ‘dat de Regeering •den ondernemers

tot
plicht
stelt ten aanzien van de vraag, of zij al of
niet aan onderlinge afspraken ‘of projecten tot samen-
werking zullen medewerken, niet alleen te rade te
gaan bij hun particulier belang, maar ook bij het
algemeen ibelang en izich, zoo mogelijk, in hetgeen dit
laatste eischt te schikken. De duidelijke uitspraak,
waarbij het vei-zaken van deze plicht tot een ,,misbrui’k”
wordt gestempeld, – mis’brui’k van economische vrij-
heid, – zal ertoe kunnen bij’dragen de geestelijke ver-
andering te ‘bevorderen, die in de kringen van het
bedrijfsleven moet plaats vinden, wil het Overheids-
ingrijpen inderdaad tot een minimum beperkt kun-
tien worden. Door in een discussie over speciale ge-
vallen niet te treden, houdt de Minister de aandacht
op de hoofdzaak gevestigd en ten aanzien daarvan
staat hij o.i. sterk. Te meer, omdat het wetsontwerp,
zooals ‘bekend, de mogelijkheid opent, in geval van een
verfbindendverk4aring, voor ‘bepaalde personen uitzon-
deringen toe te staan, zoodat ‘het mogelijk bezwaar,
dat alle bedrijven te veel over een k-ain worden ‘ge-
schoren, gemakkelijk kan worden voorkomen.
Welomljnd is ook het standpunt, dat de Minister
‘inneemt tegenover hen, •die de ‘behoefte aan ordening
wel erkennen, maar de bevoegdheid daartoe in ‘han-
den zouden willen zien gelegd van bedrijfsraden door
een aanvulling van ‘de Bedrjfsra’denwet. Bij de voor-
bereiding van het wetsontwerp, deelt •de Minister
mede, is deze mogelijkheid nauwkeuri’g •overwogen. Zij stuitte echter op overwegende bezwaren. ,,Het in-
stituut van den Bedrjfsraad”, uoo luidt de argumen-
tatie, ,,verkeert eerst in den aanvang van zijn ont-
vikkeling. Voor een hoogst enkelen tak van bedrijf is
thans een ‘bedrijfsraad in het leven geroepen. Eenige
ervaring omtrent de werking van het instituut ont-
breekt geheel. In ‘dit stadium kan het zeker niet wen-
schelijk geacht worden ‘den bedrijfsraad, welke in
eerste instantie en in wezen is bedoeld als orgaan ter
bevordering ‘van de samenwerking van werkgevers en
werknemers in een bepaalden bedrijfstak, dus een or-
gaan voor de regeling van de
socio2e
verhoudingen,

te belasten met een reeks nieuwe
economische
func-

ties. Ook afgezien van de omstandigheid, dat de ont-
wikkeling van ‘den bedrijfsraad zich in het eerste stadium bevindt, ware een toepassing van de
Be-
‘drijfsradenwet ter bereiking van hetgeen het onder-
havige wetsontwerp beoogt, niet aan te bevelen, ‘daar
dit een hoogst ongewenschte en willekeurige om’bui-
ging zou beteekenen van de ontwikkeling van de be-
staande ‘organisatorische vormen, welke toch onmis-
kenbaar ‘geleid heeft tot het in ‘het leven roepeii van

27 December 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1129

speciale ‘der Regeering adviseerende organen voor
sociale en voor economische aangelegenheden. Indien
h
e
t te eeniger tijd wenschelijk mocht worden nieuwe
organen in het leven te roepen, die zoowel op econo-
misch als op sociaal terrein
zich
bewegen, aal een
geheel andere nieuwe regeling vereisoht zijn. Met wij-
zi’ging van de Bedrijfsra’denwet alleen komt men er
clan zeker niet. Een ander bezwaar voor een pasklaar
m’ken van de Bedrijfsradenwet ligt hierin, dat het
bij deze wet ingestelde orgaan, de bedrijfsraa’d, niet
het aangewezen lichaam lijkt om over ‘de al of niet
verbindendverklarin’g resp. onverbindendverklaring te
beslissen, daar
bij
een dergelijk orgaan ‘de noodige
waarborgen voor een voldoende toetsing aan
het alge-meen belang
ontbreken. Het gevaar van een vereen-
zelving van het belan.g van de bedrijfsgeno’oten met het algemeen belang is hier zeker niet denkbeeldig.”
Deze argumenten spreken voor zichzelf èn zijn o.i.
afdoende. Wat echter bijzondere opmerking verdient,
is, dat ‘de Minister zich te ‘dezer zake van het prin-
cipieele argument onthoudt, dat nog tot voor weinige
jaren zeker niet ontbroken zou ‘hebben, ni. ‘dat eco-
nomische ordening uitsluitend dis een ondernemers-
aangelegenheid moet worden beschouwd, waarin an-dere sociale groepen niet gekend kunnen worden.
In
dit
stadium
van ontwikkeling acht de Regeering af-
zonderlijke organen voor sociale en economische aan-
gelegenheden gewenscht.
Te eeniger tijd
‘zou dit kun-
nen veranderen. De bij de
Bedrijfsradenwet
ingestelde
organen verklaart ‘de Regeering ongeschikt om over
de al of niet verhindendverklaring, resp. onverbin-
dendverklaring te beslissen. Daarentegen verklaart de
Minister zich bereid ,,ter tegemoetkoming aan ‘de be-
zwaren van enkele leden, dat….het wetsontwerp en
de Mem’orie van Toelichting . . . . geen waarbor-
gen geeft, dat bij ‘de
!beool.deelin.g
in ‘vol’doende mate
rekening zal worden gehouden met de belangen van arbeiders en consumenten, in de commissie van den (Economischen) Raad op te nemen vertegenwoordi-
gers van arbei’derszijde, terwijl bovendien genoemde
commissie verplicht zal zijn den Bedrijfsraa’d te hoo-
ren, indien deze voor den betreffen’den •bedrjfstak
bestaat.” Deze concessie is principieel beschouwd veel
belangrijker dan de afwijzing, op zuiver
practische
gronden, van een regeling der economische ordening
door aanvulling van ‘de Bedrijfsradenwet. Zij berust o.i. op de erkenning, dat een coördinatie van sociale
en economische bedrijfsregelingen moet worden na-
gestreefd, zoo mogelijk met medewerking van alle
leden der bedrijfsgemeenschap en ‘de daarbij direct
betrokkenen. Aanvankelijk zal deze medewerking
moei1jk uit iets anders kunnen bestaan dan u’it het
geven ‘van advies •door ‘de thans beschikbare organen.
1-bever zij ‘in de toekomst zal kunnen gaan, ‘zal, zoo-
als ‘de Minister terecht opmerkt, afhangen van de
organisatorische ontwikkeling.

Tegenover hen, die zouden wenschen, dat de Re-
gee ring den door h’en geweirschten
oigan
i
sc
h
en
opbouw
cii reorganisatie van ‘de maatschappij zelf ‘ter hand
zou nemen, geeft de Minister duidelijk te kennen,
dwt de Regeering zich op dit pad niet begeven zal.
,,De voorstelling, dat ond’er de voorwaarden, bij alge-
meenen maatregel van ‘bestuur te stellen, ‘bepalingen
moeten voorkomen omtrent de samenstelling van de
organen, welke met de uitvoering ‘der bedrijfsregelen
zijn belast, berust op een misvatting van de taak der
Regeering, welke zich op het standpunt plaatst, dat
eerst organen uit ‘het ‘bedrijfsleven moeten zijn voort-
gekome’n, daarna kan de Re’geering overwegen ‘de
door deze organen vastgestelde regelen te sanctionee-
ren.”

Deze opvatting van de Regeering moet worden
toegejuicht, ‘daar reeds herhaaldelijk is gebleken, dat
kunstmatig ‘geschapen sociale organen vrijwel nooit
levensvatbaarheid toonen en spoedig verschrompelen.
1-let maatschappelijk leven ‘heeft zijn eigen sociol’o’gi-
sche structuurwetten en een daarvan is, ‘dat voor
noodzakelijke functies ook de noodzakelijke organen

groejen. Dit schenkt ons het vertrouwen, dat de
toepassing van ‘dit wetsontwerp, wordt ‘het wet, van-
zelf de organisatorische vormen zal leeren vinden,
welke de maatschappij behoeft om binnen het kader
door de Regeering gesteld naar ‘beho’oren te fuuc-
tioneeren. Van zijn ‘bereidheid om uit het be-
drijfsleven voortgekomen organisaties reeds thans zoo-
veel mogelijk in te ‘schakelen geeft de Minister door
een wijziging van artikel 7 ‘blijk, welke bepaalt, dat
leden van den Nijverheidsraad en van den Midden-
stan’dsraad in de commissie van advies zullen worden
opgenomen.

De voornaamste wijzigin’gen, naast de genoemde,

‘die in het wetsontwerp zijn aangebracht, betreffen
,,het sluitstuk der verb’indende kracht”, -d.w.z. de
sanctie. Zooals men weet, voorzag het oorspronkelijke
ontwerp slechts in een burgerrechteljke ‘sanctie op
de
nietnaleving
van beschikkingen, zoowel tot ver-
‘bindend- als tot onverbindendverklaring. Het hantee-
ren van deze sanctie, ‘die werd toegekend aan ieder,
die bij ‘de naleving een redelijk ‘belang heeft, werd
aan -de benadeelde partij ‘overgelaten. Een strafsanc-tie achtte de voorste’ller, in verban’d met het karakter
der te treffen regelingen en zoolan’g ‘de no’odzaak
daarvan niet in ‘de practijk gebleken was, minder op
haar plaats.

Van dit standpunt, dat veel critiek heeft uitgelokt,
is de
Regeering
thans ten deele teruggekomen. ,,De
nadere ‘bestu’deering van het vraagstuk van de sanc-
tie”, schrijft de Minister, ,,-heeft (mij) de overtuiging
gesdhonken, -dat een bevredigende ‘oplossing gezocht
zal moeten worden in een richting, welke een onder-
scheid maakt met betrekkin’g ‘tot ‘de sanctie voor
gevallen van verbin’dendverklaring eenerzijds en on-
verbindendverklaring anderzijds. De omstandigheden,
waaronder tot het instellen van een rechtsvordering,
welke ‘beoogt voldoen.ing wegens overtredin’g van een
algemeen bin’den’d verklaard besluit, zal worden over-
gegaan, zullen toch als regel geheel afwijken van die,
welke zich zullen voordoen, indien gehandeld wordt
in strj’d met een onverbin-dend verklaard beding. De
henadeelden ‘in het eerstgenoemde geval zullen de
bedrijfs’genooten zelve zijn, welke schade ‘ondervinden
van het dooibreken van ‘gemaakte afspraken . . – . Een
strafrechtelijke sanctie is hier ….niet noodzakelijk,
daar het zeer wel overgelaten kan worden aan ‘de be-
‘drijfsgenoote’n of hun Organisatie, een civielrechte-
lijke procedure te openen tegen ‘de(n) in ‘gebreke blij-
ven’de (n) bedrjfsgennot(en). Met een civielrechtelijke
sanctie kan in dit geval worden volstaan.”

Een geheel andere fi’guur ‘doet ‘zich volgens ‘den
Minister echter voor in het andere geval, nl. van de
onverhinden’dverklaring. ,,De benadeelden zullen hier
in ‘den regel niet zijn hedrijfsgenooten, doch derden,
i.c. de afnemers. Hier ‘doet zich in’derdaad het be-
zwaar voor, dat de benadeelden er niet snel toe zullen
besluiten in rechte op te treden en wel om meer dan
één reden. In vele gevallen toch zullen ‘de kosten,
verhonden aan een dergelijke actie ‘den gedupeerde er van weerhouden tot het -instellen van een rechts-
vordering over te gaan, terwijl het gevaar, ‘dat van
de zij’de der tegenstrevers dreigt clan benadeelden af-
nemer, indien deze gaat procedeeren, te boycotten en
zijn economih ‘bestaan te vernietigen, zeker niet
‘denkbeeldig geacht kan worden.”

Op grond van deze overwegingen meent ‘de Minis-
ter, ‘dat ingeval van onverbin’dendverklaring niet kun worden volstaan met de civielrechteljke sanctie, maar
dat naast ‘deze een strafrechtelijke sanctie noodzake-
lijk is (geldboete van ten hoogste tien ‘duizen’d ‘gul-
den).

Een tweele belangrijke verandering in ‘dit verband
is ‘de instelling -van een ambtelijke commissie van toe-
zicht op de naleving van verbin’den’d- en onverhin-
den’dverklarin’gen. Deze commissie wordt in het wets-
ontwerp met vergaande bevoegdheden bekleed, zo’oais
de bevoegdheid ‘tot ‘het betreden van plaatsen en

1130

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 December 1934

ruimten en het inzage nemen van boeken en beschei-den. Wordt een verbindendverklaring overtreden dan
kan deze commissie, krachtens de bepaling, dat zij
wordt beschouwd als een persoon, die bij de nakoming
daarvan een redelijk ‘belang heeft, zelfstandig burger-
rechtelijk aeeren. Wordt in strijd ghantleld met een
onverbin’dendveiklaring ‘dan zal het, naar men mag
aannemen, de bedoling zijn, dat zij het door haar
onderzochte en geconstateerde feit voor s’trafreehte-
li,jke vervolging bij de Justitie aanhangig maakt.
Met deze oplossing van het vraagstuk van ,,het
sluitstuk der verbindende kracht” worden o.i. twee
voordeelen bereikt. De civielrechtelj’ke sanctie wordt
op het gebied, waar waarschijnlijk met haar kan, wor-
den volstaan, gehandhaafd, maar tevens wordt het
bezwaar ondervangen, ‘dat haar toepassing zou worden
overgelaten aan ‘het iniiatief van partijen. Anderzijds
wordt de strafrechtelijke sanctie op het gebied, waar
zij waarschijnlijk niet kan worden gemist, ingevoerd,
maar tevens in een procedure voorzien, waarbij het
bezwaar, dat het
bedrijfsleven
aan justitieel onder-
zoek zou worden blootgesteld, zoo gering mogelijk
wordt. De invoering der bedoelde commissie, ‘wier
taak aan die ‘der Amerikaansche Federal Trade Corn-
mission doet denken, achten wij een .belan’grjken stap
voorwaarts op den weg ter verkrij’ging van een doel-
treffend apparaat, noodig om deze wet te ‘doen slagen.
L.

DE AFNEMENDE WERELDGRAANPRODUCTIE.

Voor zoover de cijfers omtrent ‘de wereidproductie
van granen ten naaste bij bekend zijn, ontwikkelden
èn de voortbrenging als geheel èn ‘de agrarische pro-
ductie in het
bijzonder
zich, ondanks conjunctuur-
schommelingen, vrij regelmatig tot den oorlog van
19141’18
1)•
Afge’zien van een vrij scherpe inzinking in de maïspro’ductie van de Ver. Staten tijdens den
burgeroorlog van de zestiger jaren, vertoonen de pro-
ductiecijfers v66r •den oorlog een regelmatig ‘stijgende
tendens
2)

De eerste catastrop’he was de wereldoorlog, waar-door de agrarische productie belangrijk werd getrof-fen en waardoor in de eerste jaren na den oorlog ccii
groot tekort bestond, wat vooral voor de granen (spe-
ciaal tarwe), suiker en katoen van ‘grooten invloed
was. Dit was een van ‘de belangrijkste oorzaiken van
de zeer hooge prijzen, kort na den oorlog.
Omstreeks 1927 en 1928 had de voort’hren’ging van
de groote agrarische stapelpro’ducten weer een hoog-
te bereikt, welke overeenkwam met dc toeneming van de ‘bevolking van 1914 tot 1927 en met de heersehen-de behoefte. De’groote oogsten van 1928 ivaren mede
een van ‘de belangrijkste oorzaken van de lahilisatie
der markten in 1929 en van de catastrophale prijs-
daling daarna.
Evenals tijdens de crisis van ‘de tachtiger en negen-
tiger jaren nam de agrarische productie in de eerste
jaren van de tegenwoordige depressie toe, hetge’en
blijkt ui’t de volgende cijfers, die zijn afgeleid uit
gegevens van het Internationaal La.ndhouwinstituut

te Rome.
Zoowel uit de oogstcijfers als uit ‘de gegevens be-
treffende het bebouwde areaal blijkt de toeneming
van de productie tot en met 1932, doch zeer in het
oog vallend is de afnemin’g •in 1933 en 1934. Deze
tendens is op deze wijze onbekend in de crises van de
vorige eeuw en kan alleen vergeleken worden met de
productievermindering als gevolg ‘van den oorlog
1914/’18, reden waarom wij nu kunnen spreken van
de tweede economische catastrop’he van ‘de laatste
eeuw.

Zie
b.v. de grafiek van C. Snijder in de Revue dc l’Tnstitut International de Statistique, iste jaargang af-
levering
4.
New Measureeiien.ts
of
trade and of economie
growth.
Zie voor de tarveproductie vanaf
1890 ook:
World
Agriculture. Au International Survey. A Report by a
Study Group of Members of the Royal Institute of . In-
ternational Affairs. Loudon
1932,
blz.
17.

Wereldproductie granen (zonder Rusland en China).
(voor liet seizoen: Noordelijk halfrond
1929 +
Zuidelijk half- rond
1929.’30
staat het jaartal
1929
boven de betreffende
kolom, enz.) Oogst in millioenen ton.

1929
1930
1931
1

1932
1

1933

1

1934

105.9
105.2 104.3 101.5
91.7
logge

………25.6
25.7
21.4
25.6
26.1
22.1
36.1
31.4
35.7
31.5
29.9

L’arve

………98.3

52.1
48.
53.2
45.1 38.0
Gerst
………..37.7
Haver

………52.9
Maï

……….
.
10.9
99.6
111.5
121.0 102.2
77.5

Totaal

………
..325.4
319.4
317.7
339.8 306.4
259.2
Oppervlakte in millioen H.A.

1929

1

1930
1931
1

1932
1

1933
1

1934

101.6 105.7
103.5
105.2
100.2
98.7
19.2
19.9
19.0
18.9
19.0
18.2

31.4 30.4
29.1
29.7
27.9 27.5

Tarwe

……….
Rogge……….

41.7
41.9 41.1 41.8
39.5
38.1
G’erst…………
Haver

……….
78.3
79.7 82.1
83.3
79.6 75.9
Maïs

…………

Totaal

……….
272.2 277.6 274.8
278.9
266.2
258.4

Wanneer wij de gemiddelde productie van 1928 tot
en niet 1932 op 100 stellen, vinden wij de volgende

cijfers
1
): –

Oppervlakte
Oogst

1928-
33
34
1928_

100
96.7
94.4
100
96.2 86.8
100
97.4 97.4
100
108.9
92.6
Tarwe

………

100
90.3 89.6
100
89.7
84.8
logge

………
Gerst ………..
100
95.3
91.5
100
86.5
72.2
Haver

………
Maïs

………..
100
100.7
93.9
100 93.1
64.4

Totaal ……..
1

100
1

97.01 93.5
1

100
1

94.01 81.6

Bij de beoordeeling van deze cijfers moet er op worden gewezen, dat van de maïsproductie in het
seizoen 1934/’35 op het Zuidelijk Halfrond nog niets

bekend is en derhalve de getallen voor de maïs in
dat jaar naar alle waarschijnlijkheid iets gunstiger

zullen zijn, daar het niet te verwachten is, dat in
Argentinië de maïspr-oductie zooveel zal zijn gedaald
als •d’it op het Noordelijk Halfrond het geval is ge-
weest.
Voor ‘cle schatting van de ontwikkeling in de naaste
toekomst zijn ,de oppervlaktecijfers van nog meer be-
lang ‘dan de opbrengsten. Nu is de achteruitgang uit
algemeen economisch oogpunt gezien grooter dan de
getallen u’itwijzen. Wij moeten in aanmerking nemen,
dat de wereldhevolking met ongeveer 1 pOt. per jaar
toeneemt en ‘de Westersche ‘bevolking vooralsnog met
ongeveer 0.7 pOt. per jaar. Waar de conjunctuur,
zooals wij die o.a. in de tegenwoordige depressie ken-
nen, zich in hoofdzaak beperkt tot de Westersdhe
Staten, wil ik met het oog op het verloop van de
crisis aannemen, ‘dat de wereldbehoefte aan tarwe en
andere granen ook met omstreeks 0.7 pOt. per jaar
toeneemt. Bij gelijkblijvende welvaart zou de produc-
tie in 1934 derhalve 2.8 pCt. (4 X 0.7 pCt.) grooter
moeten zijn ‘dan in 1930 (dit jaar genomen als ge-
middelde van de periode 1928-1932). T.o.v. de con-
sumptie is de tarwe-oppervlakte van 1934 in verge-
lijking met 1928-1932 ‘derhalve verminderd met
5.6 + 2.8 = 8.4 pOt., de graanoppervlakte met
6.5
+

2.8 = 9.3 pOt.
‘Wij kunnen nu – aangenomen een met de bevol-
kingst’oeneming stijgende behoefte – op twee wijzen het tekort van de tegenwoor-dige productie schatten.
In de eerste plaats naar de beteelde oppervlakte in
vergelijking met de jaren, waarin nog van geen over-
productie sprake was. Het tarwe-areaal (en het graan-
areaal) is in 1934 ingekrompen tot den omvang van

1)
Berekend naar gegevens uit het
Nov. 1934
nummer
van de Revue International d’Agriculture.

27-December 1934

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

1131

1926. In dat jaar was van overproductie nog geen
sprake’) en onze taxatie komt in verband hiermee op
een tekort in 1934 van ongeveer 8 X 0.7 pOt. of ca.

5.6 pOt.
In de tweede plaats kunnen wij onze schatting ‘ba-seeren op •het volgende. Van 1928 tot 1932 bedroeg
de gemiddelde tarweproductie 104.4 mill’ioen ton op
103.3 millioen ha land. Aan het eind van die periode
was •de zichtbare voorraad ongeveer 12 millioen ton
groeter dan aan het begin, gemiddeld dus een over-
productie van 2.4 millioen ton per jaar.’) De noodza-
kelijke productie van 1930 was derhalve te stellen op
102 m’illioen ton, in 1934 dus op 102 + 4 X 0.714 of
rond 105 millioen ton, waarvoor een oppervlakte noo-
dig is van gem. 104 millioen ha (met ophrengstver-
meerdering per ha door intensievere cultuur behoeft.
over de wereld als geheel genomen op zoo korten ter-
mijn geen rekening gehouden te worden). De opper-
vlakte in 1934/’35 zal omstreeks 98.7 millioen ha be-
dragen, wat een tekort beteekent van 5.3 millioen ha

of 5.2 pOt.

Deze twee schattingen: 5.2 pOt. en 5.6 pOt. komen vrij goed met elkaar overeen.
Rekenen wij voor 1935/’36 op een uitbreiding van
het tarwe-areaal met 2 miljoen ha in verband met
het feit, dat de Vereenigde Staten zullen toestaan
10 pOt. meer uit te zaaien, dan zou ep cru l)ehoefte
van ca. 104.7 millioen ha (104 + 0.73) een areaal
voorkomen van 100.7 millioen ha (98.7 + 2), wat een
tekort zou beteekenen van ca. 4 pOt. of hij een noi-
malen oogst een tekort van ca. 4 miljoen ton. Hier-
mee zou de zichtbare voorraad op 1 Aug. 1936 afne-
men tot een hoeveelheid, die kleiner ‘is dan redelijk
moet worden geacht (ni. tot een hoeveelheid, die ligt beneden die van 1925). Waar de tarweproductie niet
zeer snel kan worden uitgebreid moet het eenige jaren
duren, eer het tekort weer is aangevuld.

Hierbij komt, dat niet alleen de tarwep’roductie is
afgenomen, doch de geheele graanproductie. Iii 1934
bedroeg de wereld’graanoogst (mede tengevolge van de
droogte) omstreeks 60 millioen ton minder dan het
gemiddelde van 1928-1932. Hierbij zinkt het tarwe-
overschot, dat wij in 1933 op 12 millioen ton konden
schatten (verschil zichtbare voorraad 1933 en 1926)
wel sterk in ‘het niet. Het is wonderlijk te moeten
constateeren, dat de wereld na 1929 zoo ontzettend
heeft geleden aan het teveel van 12 millioen ton tarwe
en alles in het werk heeft gesteld om die hoeveelheid
te vuur en te zwaard te verdelgen, en dat hierbij zoo’n
wanorde is ontstaan, dat een tekort van 60 millioen
ton graan in 1934 door gebrek aan koopkrachtige
vraag niet dadelijk in staat is de prijzen belangrijk te
verhoogen. Wellicht moet eerst de laatste voorraad
verbruikt zijn, voor de markt gevoelig
01)
het tekort
gaat reageren. Dit moment moet mi. binnen ander-
half jaar met vrij ‘groote zekerheid aanbreken, zelfs
wanneer de oogst per ha in 1935136 ‘betrekkelijk gr’oot
zal zijn.

Het graanareaal was in 1934 immers 6.5 pOt. klei-
iler dan in 1928-1932 en naar schatting omstreeks
8 pOt. te gerin’g voor een redelijke behoefte. Bedraagt
het tekort ‘van de totale graanoppervlakte in 1935
slechts 5 pOt. (en een uitbreiding van 3 pOt. zou een
zeer groote zijn), dan zou bij een gemiddelden oogst in dat jaar het graantekort 15 millioen ton bedragen,
terwijl wij veilig kunnen aannemen, dat de voergraan-
voorraden op 1 Aug. 1935 vrijwel verdwenen zullen zijn (er wordt nu imïners in de Ver. Staten reeds vrij

1)
Verschillende gegevens wijzen er op, dat de ])roduc.
Me, die in
1918
veel te klein was voor de behoefte, eerst
omstreeks
1926
de vraag weer kon dekken, terwijl na
1927
de overproductie zichtbaar werd In dit verband is
1926
als basisjaar voor de berekening van het tekort in
1934
Vrij aanhemelijk.
‘) Van de onzichtbare voorraden bestaan geen betrouw-bare schattingen; deze zijn derhalve bij onze ta.xaties ver-
waarloosd. Niet on.mogelijk is, dat hierdoor de werkelijk-
heid ér iets anders uitziet, dan onze berekening.

veel ‘tarwe voor vervoer’doeleinden aangekocht). Men
hedenke hierbij vooral, dat he’t uitbreiden van de
agrarische productie, wanneer de noodzaak tot uit-
breiding wordt gevoeld, slechts zeer langzaam in zijn
werk kan gaan. Blijft de economische politiek in de
Westersche wereld ongewijzigd, dan moet een zeer
scherpe hausse in granen worden verwacht.
Er is nog een mogelijkheid, dat het tekort minder
groot zal zijn, dan door ons is getaxeerd, nl. wanneer
het de regeeringen ‘der Westersche Sta’ten gelukt –
in navolging van ‘het Russische voorbeeld – ‘) de
veestapel gedeeltelijk te vernietigen en zoo de wel-
vaart en de graanconsumptie verder te drukken.
Gelukkig voor ‘de toekomst van het Westen bestaan
er echter alleen maar in Nederland serieuze plannen
tot vernietiging en geboortebeperking. De uitwerking
hiervan zal zijn, dat op het oogenblik, waarop de
markt ‘door de algemeene opleving meer zuivel gaat vragen, •ons land onvoldoendeaan de markt zal zijn.
Sloeg deze veevernietigingsepidemie ook over op de
overige Westersche Staten (wat in verband met de
algemeen heerschende mentaliteit niet onmogelijk is),
dan beston’d er een kans, dat het graantekort niet zoo
‘dringend zou worden, als naar bovenbeschreven schat-
ting ‘het geval zal zijn, maar dan zou ook ‘de welvaart
verder verminderen.
Het is
mij
met de feiten en cijfers voor oogen niet
duidelijk, dat de regeeringen – zie ‘de tarweconferen-
tie – de graanproductie zelfs nu nog te vuur en te
zwaard willen beperken. Het lijkt me met het oog op
de voedselvoorziening noodzakelijk, •dat juist alles in
het werk wordt gesteld om de wereldproductie en in
het bijzon’der de wereidgraanproductie te bevorderen. M. D. DIJT.

i) Er is natuurlijk ecu groot verschil tusschen de Rus-
sisehe en de Westersche methode. in Rusland was het doel
de productie ‘te bevorderen, doch men meende den boeren-
stand eerst als stand rte moeten brekeu. liet gevolg hier-
van was een catastrophale achteruitgang van den veesta-
pel. Hier in Holland wil men geen bevordering der pro-
ductie, doch vernietiging en beperking.

DE N.R.A. EN DE PHILOSOPHIE VAN DE
,,NEW DEAL”.

Hot toenemende tekort op de Amerikaansohe be-
grooting zal ten deele gefinancierd worden door
nieu-
we belastingen
die zeker niet populair zijn,
ten deele
misschien door directe of indirecte
inflatie,
die ech-
ter te veel gevaarlijke
mogelijkheden
tengevolge kan
hebben, zoodat president Roosevelt ‘daar niet licht
toe zal besluiten. Maar hij durft het toch ook niet
aan, het verlangen naar inflatie beslist van de hand
te wijzen. Roosevelt wil klaarbiijkeljk de
mogelijkheid
van voortgezette inflatie niet uitschakelen; ‘hij ziet
blijkbaar niet in, dat het openlaten van de mogelijk-
held aan het vertruwen bijna evenveel afbreuk doet
als verdere inflationistische maatregelen. Nog steeds geloof t ‘de president aan het geneesmiddel: hoogere
prijzen; en dit is ongetwijfeld het zwakste punt in zijn
J) rogramma.
Een betere economische toestan’d kan hoogere prij-
‘zou bij grootere vraag tengevolge hebben, maar het
streven naar l’ioogere prijzen bij ongunstigen gang van
zaken, ‘is een kunstmatig proces, dat de koopkracht
niet vergroot. Ro’osevelts programma heeft desondanks
een gunstigen invloed gehad op de landbouwpolitiek.
De prijzen van de landbouwproducten waren veel
sterker ‘gedaald dan die van de industrieele voort-brengselen en de stijging van de prijzen der land-bouwproducten – een resultaat, ‘dat bereikt is door
depreciatie, droogte en restrictie – heeft deze wan-
verhouding ten deele opgeheven. De stijging der prij-
zen van industrieele voortbrengselen komt zonder ver-
honging van bonen neer op een ernstige benadeeling
van de arbeiders. Bij een gelijktijdige verhoo’ging der
productiekosten is weer met ‘de verhooging der prij-
zen, alleen niets gewonnen.

1132

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 December 1934
Roosevelts
economische politiek
heeft ook in inter-
nationaal opzicht een ongunstige uibwerking, daaren-
tegen is de
biitenlandsche
politiek van den president een van de ‘hoopvolle factoren van den internationa-
len toestand. De politiek van Amerika ‘heeft de afge-
loopen beide jaren een radicaler wending van het im-
perialieme af in de richting van vredelievende samen-
werking ondergaan dan ‘de politiek van welk ander
land ook. De verhouding tot Zuid-Amerika is onder
president Roosevelt te eenenmale veranderd, de Phi-
lippijnen, ilaiti, Cuba en de repu’blieken van midden-
Amerika hebben, dank ‘zij Roosevelt, een nieuw en veilig tijdperk ‘van hun ontwikkeling bereikt. Daar-
entegen heeft Rooseveits
valv.tapolitiek
internatio-
naal een noodlottig effect gehad. liet ‘opmerkelijkst
voorbeeld van dit effect levert Roosevelts zilverpoli-
tiek met betrekkin’g tot China op.
Waarschijrtlijk streeft Roosevelt ook in de valuta-politiek naar een middenweg, gelijk hij het ‘in de al-
gemeene N.R.A.-politiek schijnt te doen. R’ichberg
heeft bij de aanvaarding van zijn ambt verklaard, dat
hij evenals Roosevelt tegenstander is van eiken vorm
van socialistisdhe s’taa’tscontrôle op de industrie en
voor de handhaving eener op concurrentie berustende
economie opkomt. Maar deze concurrentie moet een
,,loyale” concurrentie zijn, een onparti.jdig, controlee-
reii’d lichaam moet waken over ‘de handhaving van
redelijke arbeidsvoorwaarden en bonen en over de
exploitatie van de natuurlijke rijkdommen en reser-ven des lands. Individueele vrijheid en zeifbepaling
op het gebied van de economie moeten evenzeer ‘ge-handhaafd worden als een terugkeer naar de omStan-
•digheden van 1926 vermeden dient te worden, welke
tot ‘de catastrophe van 1929
hebben
geleid.
De vraagstukken, die Washington •op ‘het oo’gen-
blik overweegt, betreffen vooral de verhouding tus-
sdhen regeering en industrie bij het opstellen en de
uitvoering van de afzonderlijke voor de industrie
bindende overeenkomsten, ide
codes
en het ‘delicate
probleem in hoeverre
minderheidsgroepen
in een in-
dustrie ‘onderworpen zullen zijn aan een door de meer-
derhei’d uitgewerkte en aangenomen code, zonder dat
zij tegelijk aan haar sterke concurrenten worden
overgeleverd. Waarschijnlijk aal ook de eisch betref-
fende een derti’gurige werkweek ter bestrijding van
de werkloosheid met nieuwe energie, niet alleen van
‘de zijde vtn de georganiseerde arbeiders, opnieuw aan
1

den president worden gesteld.

Al deze on’opgeloste vraagtsukken, van de valuta en
de begrooting af tot de industrieele contrôle, bestrj-
‘ding van de werkloosheid en verhooging van het prijs-
peil, houden Washington met ‘anigstige ‘zorg bezig,
maar verontrusten de groote ma’ssa in Amerika min-‘
der dan men zou denken. Het vertrouwen in de N.R.A.
en in Roosevelt is nog steed’s zeer groot. Misschien is
het de groote natuurlijke rijkdom van het land, die ondanks alle moeilijke vraagstukken de an’gst niet
zeer groot maakt. Misschien ook is het de merkwaar-
di’ge verandering, die zich de afgeloopen beide jaren
in het Amerikaansche bewustzijn heeft voltrokken.
Te Washington worden ‘thans alle mogelijkheden van
sociale voorziening, vooral van de werkloos’hei’dsver-zekering, ziektekostenverzekering en ouderdomsrente,
bestudeerd.

Deze overgang van het onbeperkte, ongebredelde
individualisme naar het Europeesch’e principe van den welvaartsstaat en de relatieve verzekering van
het individu, een proces, ‘dat Engeland onder onver-
gelijkelijk grootere moeilijkheden een rustige sociale
ontwikkeling heeft verzekerd, ‘kwam twee jaren ge-
leden den Amerikaan nog onaannemelijk voor. Hoe
dit alles ook aal worden uitgewerkt, het “staat vast,
dat het fundamenteele principe van ‘de vérantwoorde-ljk’hei’d van den ‘staat, ook voor de economie en voor
de verzekering van een behoorlijk levensonderhoud

van alle staatsburgers, ‘gelijk ‘het in de negentiende eeuw reeds overal in de Europeesche landen is aan-
vaard, thans ook in Amerika een beslissend element
in het openbare bewustzijn is geworden. D’aarin zal
de ‘blijvende beteekenis van Roosevelt en zijn regee-‘
ring liggen.

Van veel beteekenjs i’s in ‘dit verband de toenade-
ring tot ‘de regeering van de ‘zijde van de banken en
de Kamers van Koophandel, waartoe het initiatief
van de laatst’genoemide ‘groep is uitgegaan. Deze samen-
werking kan niet an’ders dan de terugkeer tot een
normale economische conjunctuur ten ‘goede komen.
Immers, herhaaldelijk is ‘den laatsten tijd de kladht
vernomen, dat ‘de banken, de Kamers van Koophandel
en de industrie het streven van de regeerin’g meer
dwarsboom’den ‘dan het van gansoher harte steunden.
Tot ‘deze verandering hchben voornamelijk ‘drie oor-
zaken bijgedragen.
De verkiezingen hebben aangetoon’d, dat het Amen-
kaan’sche volk op Roosevelt vertrouwt, maar tevens, dat het ook hervormingen verwacht, een ‘betere aan-
wending der verdeeling van de ‘groote natuurlijke rijk-
d’ommen en mogelijkheden, de verwezenlijking van den
grooten droom der Ameri’kaansche democratie. Roose-
velt zelf schijnt er van overtuigd te zijn, dat Amerika
het
einde van de crisis
heeft bereikt en ‘dat het der-
halve niet verstandig zou zijn, het herstel der eco-
nomie door overhaaste hervormingen in ‘gevaar te
brengen of ‘te vertragen. Bestond oorspronkelijk het
plan het tekort ‘op de begrooting ten deele te finan-
cieren ‘door directe inflatie, van dit ‘voornemen is
thans afstand gedaan en ‘de gesprekken ‘over verdere
vermindering van ‘de waarde van den ‘dollar ‘zijn ver-
stomd. De ‘dollar is sedert jaren nie’t meer zoo stabiel
geweest als op het oogen’blik. Tegelijkertijd sprak de
president zich uit voor uit’breiidin’g van •het groote experiment, dat thans in Tennessee wordt onderno-
men, ‘waar de industnieele en sociale ‘bloei van het
gebied door een groo’tsche, op electriciteitslevering
berustende stelselmatige economie zal worden inge-
leid. Hij ‘ziet een tijd aanbreken, waarin ‘de
public
utilities,
‘de voorziening der steden en landen met
elec’triciteit en gas, met water en telefoon, spoorwe-
gen en autohussen in Amerika evenals in Europa niet
langer in handen van particulieren zullen zijn, maar
in openbaar beheer. Zoo alleen zou een rationeele
exploitatie mogelijk zijn, waarbij echter niet ‘mag wor-
den vergeten, dat in deze on’dernemingen een bedrag van $ 30 milliard is vastgelegd.
Het optimisme, ‘dat aanleiding geeft tot de veron-
derstelling, dat Amerika het ‘dieptepunt van de de-pressie is gepasseerd, is ten plattelande sterker dan
te New-York. De groote zakenwereld schijnt de op-
positie te hebben gestaakt. Toch zal eerst na de bijeen-
komst van het Congres kunnen blijken, hoe lan’g deze
harmonie duurt, hoe ‘hecht zij is gefundeerd. Wan-
neer he’t
herstel
niet werkelijk zeer spoedig intreedt,
zal de roep om hervormingen weer op den voorgrond
treden en het temperament van ‘den president en de
neiging van ‘de groote massa der kiezers, die achter
‘hem staan, laten verwachten, dat dan ‘de droom, het ,,vi’zioen”, gelijk men het in de V.S. noemt, van een
beter en rechtvaardiger Amerika alle practische over-
wegingen zal overschaduwen.
De Amerikaan is in ruimere mate dan men in
Europa ‘gewoonlijk meent, een wonderlijk mengsel van
een ‘berekeneud en egoïstisdh zakenman en een idea-
list, waarin oude religieuze en hel leven herv’ormende voorstellingen en ‘dri,jfveeren ‘dieper wortelen ‘dan in
de Europeesche volken. Deze tegenstellingen in het
A.menikaansche karakter kunnen telkens weer door-
‘breken. Woodrow Wilson en zijn leer van de
new
freedon’t is
‘door zulk een golf van enthousiasme ge-
dragen en iets dergelijks geldt van Franklin Roose-
velt en zijn philosophie van ‘de
new deal.
Maar men
mag toch niet vergeten, ‘dat de ‘overweldigende ver-
kiezingsoverwinning van Roosevelt niet alleen aan
materieele ‘belangen te ‘danken is, maar in ‘de eerste
plaats aan een opnieuv gewekte, in de Amerikaansche traditie ‘diep wortelende wen’schdroom van een vrijer
en ‘gelukkiger ‘toekomst, een ‘droom, die niet alleen de

27 December
1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1133

Amerikaansche pioniers vervult, maar vele millioenen
immigranten uit Europeesche onvrijiheid en armoede
in dit land heeft gebracht. De samenwerking tusschen
den president en de
big business,
die zoozeer ge-

wenscht is, kan alleen van duur zijn, wanneer •de lei-
ders der groote banken en van de industrie zich deze
basis bewust worden, waarop de macht van Roosevelt

berust. H. B.

DE RIJKSMIDDELEN OVER NOVEMBER 1934.

Opnieuw maakt het Overzicht der Rijksmiddelen oppervlakkig beschouwd een vrij gunstigen indruk.
linniers de ,,Overige middelen” van Afdeeling II ver-
schaften in •de maand November 1934 in totaal

f
32.536.500, hetgeen een vooruitgang beteekent van

f
1.651.100 bij de ontvangsten van dezelfde maand
van het vorige jaar en een oversdhrijdin’g van de ge-
middelde maandraming van
f
326.700. Ook thans
moet echter worden geconstateerd, dat dit gunstig re-
sultaat, alhans wat de vergelijking met het vorige
jaar betreft, louter te danken is aan de ,,nieuwe” hef-
fingen, t.•w. de omzetbelasting en de couponbelasting.
Dit klemt ditmaal te meer, nu de omzetbelasting voor
de eerste maal de maan’draniing bijna haalde en samen
met de couponbelasting
f
6.974.100 in de schatkist

bracht.
Torden
deze beide middelen buiten ‘beschou-
wing gelaten, dan slaat ht voordeelig verschil voor
de resteerende middelen om in een nadeelig saldo van

f
5.322.900; de indruk van dit ongunstig resultaat
wordt niet weggenomen door de omstandigheid, dat
met betrekking tot de rarning thans een overschrj-
ding niet
f
677.600 blijkt te bestaan.
Bij
verdere be-
schouwing zal men zien, dat verreweg de meeste mid-delen een lager opbrengstcijfer vertoonen; een uitzon-
dering wordt alleen gemaakt door den zoutaccijns en
den tahaksaccijus, alsmede door de zegel- en registra-
tierechten. Een sterken teruggang geven de invoer-
rechten en de
suikeraccijns,
waarbij intusschen moet
worden bedacht, dat de opbrengst van beide middelen
in November 1933 abnormaal ‘hoog was.
De totale opbrengst over de eerste elf maanden be-
liep
f
325.843.300 tegen
f
298.400.600 in hetzelfde
tijdvak van 1933 en bij een raming van
f
354.307.700.
Wordt ook hier, om een zuivere
vergelijking
te krij-
gen, geen rekening gehouden met de nieuwe hef-
fingen, ‘dan kri.gt men voor de resteerende mid-
delen de volgende cijfers: Opbrengst 11 maanden
1933
f
298.400.600; opbrengst 11 maanden 1934

f
273.230.300; raming 11 maan’den 1934
f
273.732.700.
De dividend- en tantièmebelasting bracht nog een
voor de maand November Vrij belangrijk bedrag op,
nl.
f
1.038.300 of alechls
f
14.200 minder dan in
November 1933. Gerekend over elf maanden is de
achterstand thans
f
625.700. Het stemt echter to’t
tevredenheid, dat het geheele voor 1934 geraamde op-
brengstcijfer reeds in ‘de verstreken maanden met

f
361.700 is ‘overschreden.
De invoerrechten ‘daalden van
f
9.843.700 tot
f 7.432.600. Nu waren de ontvangsten van •de laatste maanden van 1933 ‘zeer hoog, daar ‘de toen op komst
zijnde omzetbelasting een stimuleerende werking op
den invoer uitoefende. De opbrengst der iaatstver-
loopen maand was op zidhzelf beschouwd volstrekt
niet gering, immers
f
1.177.400 meer dan de maand-
raining. De nieuwe en hoogere tarieven, sedert 1 Juli
jl. in werking, zijn niet zonder invloed gebleven.
Overigens vormen de toenemende malaise en de ver-
schillende con’tingenteerinlgen tegenwerkende facto-
ren. Het statistiekrecht leverde ditmaal
f
37.600
minder op.
De accijnzen bewogen zich meerendeels in dalende lijn. Het z’out gaf
f
42.800 meer, waardoor het decres
over de afgeloopen maanden omsloeg in een voordeelig
verschil van
f
25.300. De •geslachtaccijns vertoonde
weer een inzinking (tot
f
437.500), waardoor
f
58.900
minder kon worden geïnd dan in de gelijknamige
maand van 1933; het deficit bij de maandramiug be-

draagt
f
104.200. De •daling der veeprjzen is blijk-
baar nog niet tot stilstand gekomen. De wjnaccijns
verschafte thans iets minder
(f
28.500); door de rui-
inere baten in •de voorafgaande maanden verkregen, gaven •de eerste 11 maanden toch nog een overschot
van f 105.000 boven dezelfde periode van 1933. In de
daling van den gedistilleerdaccijns (niet
f
248.700)
komt de vermindering van het verbruik als gevolg
van de afgenomen koopkracht tot uiting; de achtec-
stand bedraagt over de eerste 11 maanden
f
2.685.400.
Ook in ‘het terugloopen van. den bieraccijns (in de af-
geloopen maand met
f
115.200) is een crisisverschijn-
sel te zien; in de verstreken maanden van 1934 werd

f
955.100 minder ontvangen. Vooral cle suikeraccjns
wijst een sterken achteruitgang ‘aan; in de afgeloopen maand bedroeg de daling f 2.675.000. De ontvangsten
van eind 1933 waren echter bijzonder hoog, daar in
veiband met de op 16 October van dat jaar in ver-
king getreden crisisheffing meer suiker dan gebrui-
kelijk in het verkeer was gebracht. Voorts is naast
vermindering van het gebruik ook ‘cle afschaffing van
de 20 opcenten, gepaard met teruggaaf van 20 op-
centen van de op 1 Juli ii. aanwezige voorraden, van
invloed geweest. Tenslotte moge nog de aandacht
worden gevraagd voor den tabaksaccjns, ‘die dank zij ‘de met ingang van 1 Maart jl. ingevoerde verhooging
van de heffing de laatste maanden stijgende op-
brengsten geeft. Het accres bedroeg ditmaal
f
782.500.
Doordat dit middel zooals gezegd ook in de vorige
maanden ruim heeft gevloeid, is liet loopen’de jaar, ge-
rekend over 11 maanden, f 2.989.900 in het voordeel.
De belasting op gouden en zilveren werken bracht
f 40.200 minder op; de opbrengst van November 1933
was echter vrij hoog, bovendien zijn vergunningen tot
omsmelting van oude werken tot nieuwe verleend,
zonder betaling. Voor het eerst werd bij ‘de omzetbe-
lasting de maandraming bijna ‘bereikt (‘op’brengst
f6.666.500 bij een ram’ing van f6.791.700), waarbij
valt te ‘bedenken, dat de middelste maand van het
kwartaal voor dit middel het gunsti’gst is. Het tekort
hj de ramiug is in 11 maanden ‘gestegen tot
f 25.804.600; de nieuwe heffing heeft blijkbaar ge-
ruimen tijd noo’dig om op gang te komen, dodh blijft ook bij de verwachting ten achter. Aan couponbelas-ting kwam in de afgeloopen maand
f
307.500 binnen
(raming f 533.300). Hier bedraagt de achterstand bij
de raming over 11 maanden
f
2.157.400. Zooais be-
kend heeft de w’et niet het geheele jaar gewerkt;
voorts hebben de vele conversies van den laatsten tijd
een on.gunstigen invloed uitgeoefend.

Met de z.g. conjunctuurbelastingen gaat het iets
beter. De zegelrechten vermeerderden met f 325.000,
vermoedelijk te danken aan de zegeling van stukken
der vele conversieleeningen. De registratierechten
accresseerden met
f
118.700. Doordat ‘ook de vooraf-
gaande maanden van het jaar voor deze groep van
middelen gunstig waren, maakt het overzicht over de
eerste 11 maanden een goed figuur. Zoowel de ont-
vangsten van het vorige jaar als het evenredig deel
der raming werden niet ouaanzienljk overtroffen.
De successieredhten gaven ‘ditmaal een mindere bate
van
f
872.800. De opbrengst van November 1933 was
echter bijzonder hoog. Een enkele maand biedt bij dit
grillige middel trouwens geen
behoorlijke
‘basis van
‘ergelj.king. Over het algemeen ‘genomen valt de loop
van dit middel mee; de eerste 11 maanden van 1934
leverden een surplus van
f
734.600 boven het over-
eenkomstige tijdvak van 1933; het geheele voor 1934
geraam’de opbrengstcjfer werd reeds met
f
122.700
overschreden. De locdsgelden brachten ditmaal
f 79.900 minder op in verband met de op 1 Au’gustus
jl. in werking getreden tariefsverlaging. Gerekend
over 11 maaiden is 1934 nog
f
67.500 in het voordeel.
Tenslotte,nog een enkel woord over de Directe
Belastingen van Afdeeling I. Vergelijking met het
overzicht van ultimo October jl. ‘doet zien, dat in den stand van het kohiec’bedrag gedurende de afgeloopen
maand weinig of geen wijziging is gekomen. De ver-

1134

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 December 1934

gelijking met de overeenkomstige cijfers van hetzelfde
tijdstip van 1933 valt thans iets gunstiger uit. Bij de
grondbelasting en de vermogensbelasting steeg het

voordeelig verschil tot resp.
f
229.700 en
f
348.500.

Bij de inkomstenbelasting is een teruggang van het
zuiver bedrag der kohierbedragen te constateeren van

f
7.711.100 (ultimo October bedroeg de daling

f
8.315.900); bij de Verdedigingsbelasting 1 een daling

met f179.900 (tekort op ultimo October ji.
f
211.100).

Voor het eerst komt de Belasting van de doode hand

OJ)
den staat voor met een bate van
f
36.050.

BUJTENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE ECONOMISCH-POLITIEKE RICHTLIJNEN VAN

HET REGIONALE VERDRAG TUSSCHEN ITALIË,

OOSTENRIJK EN HONGARIJE.

Professor Dr. Elemr Hantos te Budapest schrijft

ons:
De protokollen van Rome van 17 Maart 1934, welke
als basis hebben gediend voor het op 15 Mei tusschen
Italië, Oostenrijk en Hongarije tot stand gekomen en
in Juli van dit jsar in werking getreden verdrag
tussohen de drie ‘genoemde landen, hebben in hoofd-
zaak vier richtlijnen vastgesteld:
ho. De uitbreiding van de tussohen de ‘drie staten
reeds bestaande bilaterale handeisverciragen door mici-

dal van credietfacili’teiten.

2o.
Het verleenen van preferentieele rechten ten

gunste van Oostenrijksehe industrieproducten.
3o. liet verzekeren van den verkoop van het Hon-

gaarsche graan.oversohot tegen rendabele prijzen.
4o. De regeling van ‘het transito’verkeer via de

havens aan de Adriatische zee.
Van deze overeenkomsten hebben de credietfacili-
teiten, die reeds langer bekend zijn, groote practische
beteekenis gekregen, terwijl aan de preferentieele
rechten, welke ‘hier voor het eerst in een ruimer
kader werden ingevoerd, voorloopig slehts een prin-
cipieele beteekenis moet worden toegekend.

1.
De crediet faciliteiten.

liet stelsel van de credietfaciliteiten kenmerkt’zich
hierdeor, dat Italië ‘zich tot opneming van bepaalde
uitvoeroverschotten uit Hongarije en Oostenrijk be-
reid heeft verklaard, welke deze twee landen zonder
verstoring van hun markten niet van elkaar hadden
kunnen afnemen. Daartegenover ‘verkreeg Italië van
hen concessies voor speciaal Italiaansdhe producten.
De bevoordeeling had uiterlijk den vorm van crediet-
faciliteiten hij den export en was feitelijk een weder-
‘zijd’sche exportsubsidie, ‘die door de wederpartij werd
toegestaan. In de protokollen van Rome is in dezen
gang van zken geen verandering gebracht; men is
formeel bij liet stelsel van bilaterale’ ‘overeenkomsten
gebleven, doch de tegelijkertijd opgerichte permanente
commissie van de drie landen, bestaande uit deskun-
digen, tot gemeenschappelijk overleg doet echter een

ontwikkeling tot een
collectieve regionale overeen-

komst
vermoeden.
Hoewel de credietfaciliteiten het belangrijkste deel
van het verdra’g van Rome vormen, onFdat het we-
derzijdsche handeisverkeer voorinopi’g slecht’s langs
dezen weg kan worden opgevoerd, wordt dit deel van
het verdrag geheim gehouden. De afzonderlijke eco-
nomische organisaties krijgen van de regeering de
lijst van die goederen, welke in haar speciale groep
voor credietfaciliteiten aangewezen ‘zijn. De regee-
ringen ‘geven echter geen volledige lijst af. De ge-
heimzinnigheid in het ‘bekend maken van handelspo-
litieke overeenkornten is in de laatste jaren sterk
toegenomen en vloeit voort uit de innerlijke tegen-
strijdigheid, welke door de formeele handhaving van
de meesbegun’sti’ging bij algemeen aanbevolen en uit-
geoefende wederzijdsche ‘bevoorrechting moest ont-

staan.
Het resultaat van de sedert 1932 tussehen Oosten-

rijk en Italië bestaande overeenkomst inzake crediet-
faciliteiten was tot dusverre voornamelijk voor Oos-
tenrijk ‘gunstig.
Men krijgt inzonderheid een gunstig beeld, van-
neer men den uitvoer van ‘bepaalde artikelen in het ge’heele gebied, dat door het verdrag wordt bestre-
ken, nagaat. V55r het tot stand komen ‘van de Broc-
chi-‘overeenkomsten kon Oostenrijk slechts 48 pOt. van
zijn hout naar de verdraigs’landen verkoopen, in 1932
en 1933 ‘daarentegen 66 pOt. Ook bij andere ‘be-
l.augrijke uitvoerproducten van Oostenrijk kan een
toeneming van het aandeel van den drie’hoeksh’andel
worden geconstateerd. Als markt voor de producten
van de rzware industrie, vaii de machine- en electro-
technische industrie, voor graan, pluimvee en aard-
appelen biedt Italië nog groote mogelijkheden, waar-
van door middel van credietfaciliteiten of preferen-tieele rechten ‘getracht zal worden een •grooter ge-

bruik te maken.

De preferenties voor industrieele producten.

liet zwaartepunt van ‘de handelspolitieke conces-
sies werd ‘bij de verdragen van Rome, naar de geheim
gehouden ‘overeenkomst der crediet- en vrachtfacili-teiten verlegd, ten einde deze bevoordeeling aan lan-
den met een meestbegunstigingselausule te onttrek-
ken. Getracht werd intusschen openlijke preferenties
voor ‘toenadering op handelspolitiek ‘gebied in een ruimer kader in te voeren. liet vraagstuk van regio-
nale preferentie voor den beperkten kring van ‘de
kleine staten van Midden-Europa is reeds jarenlang
in behandeling. Het werd steeds van de verkeerde
zijde aan’gevat ‘of verkeerd toe’gepast en leed door al-
lerlei tegenstand schipbreuk. Thans wordt de clau-
sule inzake de preferenties zeer voorzichtig, men zou
bijna willen zeggen hij wijze van proef, ingevoerd, zij
zal echter worden u’itgebreid, zoodra het beginsel in-

ternati’onaal wordt erkend.
De voorkeurstarieven van het tussohen Italië en
Oostenrijk tot stand ‘gekomen en afgekondigde ver-
drag van preferentieele rechten rzijn over het alge-
meen’ aan contingenten gebonden, welke gewoonlijk
de tot dusverre uit’gevoerde hoeveelheden ‘overtreffen.
Zij vormen in de meeste gevallen slechts een klein
deel ‘van den tot’alen invoer van Italië en ‘zijn erop
berekend, dat op de Italiaansche markt geen versto-
ringen of al te groote verschuivingen van de afzet-
vet-houdingen optreden. Bij den invoer van produc-
ten van Ita’liaanshen oorspi-ong gaat het eigenlijk
slechts om vijf posten van het tarief van invoerrech-ten (pistaches, rijst, sieibloemen, rn!araskijn en spe-
ciale soorten kaas), welke een hevoorreohte positie
krijgen. Daarentegen krijgt Oostenrijk voor 116 pos-
ten van het Italiaansche tarief van invoerrechten
openlijke preferenties, waarvan er 34 niet aan ge-
contingenteerde hoeveelheden gebonden zijn. De pre-
ferentie bedraagt voor sommige ‘goederen 50 pOt. van
het thans geldende Italiaansche t’arief en gemid-

deld 30 pOt.
De beteekenis van dit S3rSteem van voorkeurtarie-
ven ligt niet in zijn practische resultaten, welke
voorloopig zeer gering zullen zijn, d’och veeleer in het
territoriale doorbreken van cle meest’begunstiging in
plaats van de geheime discriminatie der andere meest-
begunstigden. De vorm van de openlijke preferenties
is ook van voordeel voor den exporteur ‘in veigeljkin’g
met de credietfaciliteiten, omdat de omslachtigheid, vertraging en kosten van ‘dit stelsel wegvallen en de
exporteur in staat wordt gesteld met blijvende en
vaste redu’cties te rekenen.

De graanvalorisatie.

De I’talia’ansdhe industrieele preferenties werden aan Oestenrijk niet ‘in de laatste plaats toegestaan ‘voor zijn
medewerking aan den steun aan den H’ong’aarschen
landbouw, ‘zoodat de overeenkomst omtrent de valorisa-
tie van het Hon’gaarsche graan in zekere mate de spil
van de verdragen van Rome vormt. De offers, welke
Italië en Oostenrijk moeten brengen, zijn niet over-

j

27 December
1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1135

matig, terwijl de slechte oogst eii de inmiddels geste-
gen wereldmarktprijzen het belang, dat Hongarije bij
deze verdragen heeft, in nog sterkere mate verminderde.
Italië heeft zich verplicht 100 millioen kg flon’gaarsch
graan tot gevaloriseerde.n prijs te koopen, terwijl het
zich van een optie voor verdere 100 miii. kg
verze-
kerde. Wanneer van het recht van optie geen ge-
bruik wordt gemaakt, moet aan het liongaarsche Bu-
reau voor de Graanrealisatie een later vast te stellen
schadevergoeding worden verleend. Doordat Italië in
1033 van overzee 1 miljoen ton invoerde, beteekent
de nieuwe overeenkomst geen belangrijke verschui-
ving van cle Italiaansohe graanimporten ten gunste
van Hongarije.
Van grooter belang lijkt de deelneming van Oos-
tenrijk aan cle actie tot opvoering van de graanprij-
zeii. Oostenrijk- voerde in 1933 in totaal 290 milhioen
kg
tarwe
in, waarvan 110 mIljoen uit Hongarije.
liet nieuwe contingent van
220
miljoen kg betee-

kent dus een verdubbeling van de aanvoeren uit Hon-
garije.
Hongarije heeft in tegenstelling met Oostenrijk
geen industrieele preferenties van Italië verkregen en
de concessies van Hongarije voor den steun aan den
landibouw door Italië bepalen zich tot zekere vermin-
dering van invoerrechten (voor rijst, zwavel) op basis
van de meestbeganstiging en tot faciliteiten bij de
contingenteeringen. Oostenrijk daarentegen heeft zih
in
Hongarije
zeer aanzienlijke ui tvoer•eontingenten
voor hout, papier, textielgoederen, glas- en andere
industrieele producten weten te verzekeren.

4.
Bevoordeeling van de havens aan de Adriatische
zee.

Als compensatie voor de Italiaansche concessies
zouden Oostenrijk en Hongarije het verkeer meer via
de havens aan de Adriatische Zee doen plaats vinden.
Triëst, Venetië, Fiume waren steeds de natuurlijke
zeehavens voor het geheele Donaubekken. De econo-mische depressie en de afneming vaii den buitenland-
sohen handel als gevolg van de bekende verkeers- en handelsbelemmeringen hebben in de laatste jaren het
verkeer van de Donaulanden via de Italiaansohe ha-
vens aanzienlij;k doen inkrimpen. Uit de volgende tabel, welke de hoeveelheden van de (in 1933) per
spoor naar Triëst verzonden en vandaar ingevoerde
goederen aangeeft, blijkt, dat het verkeer in de haven
van Triëst nog steeds zeer aanzienlijk is.

Italiii

…………….
346.100
ton
Oostenrijk

………..
288.300
Tsjecho-Slowakije
258.600
Hongarije

…………
110.700
Duitschiand

……….
94.700
Joego-Slaviil

………
88.300
Zwitserland

………..
14.800
Polen

……………
10.800
Overige landen …….
5.100

Totaal ….
1.217.400
ton

De bovenstaande cijfers toonen aan, dat de Oosten-
rjksche goederen de eerste plaats in de rij van de
per spoor binnenkomende producten innemen en de
uit Italië per spoor naar Triëst vervoerde hoeveelheid
benadert.
De strijd tussdhen de zeehavens, welke ingevolge
deze faciliteiten tusschen de Noordzee- en de Adria-
tische havens is ontbrand, heeft zijn haard in Tsjecho-
Slowakije, dat voorlobpig daaruit slechts voordeel
trekt. Het Levantverkeer van de Adriatische havens
wordt echter ook door de concurrentie van het Do-
nau-Oriënt-verkeer
bemoeilijkt,
dat bij een inderdaad
korteren reisduur van de goederen en aanzienlijk
goedkoopere vrachten, welke bovendien alle kosten
bevatten, seer
aanzienlijke
hoeveelhed en ui tvoergoede-
ien van Oostenrijkschen, Hongaarschen en Tsjedho-
Sl’owaakschen oorsprong voor de Levant aan de
Adriatische havens onttrekt.

AANTEEKENINGEN.

De betrekkingen tusschen banken en industrie in
Zwitserland.

Het probleem van de financiering van •de industrie
is in den laatsten tijd in ons land meer en meer van
een academisch vraagstuk tot een vraagstuk van prak-
tische economische politiek geworden. Van verschil-
lende zijden wordt namelijk de wensdhelijkheid van de
opridhtixug van een industriebank geuit, omdat men
er van overtuigd is, dat de aard van het Nederland-
sche bankwezen zich niet leent tot het verstrekken
van credieten op langen termijn aan het bedrijfsleven.
Desniettegensticande gblijft een studie over dit onder-
werp, gegrond •op feitenmateriaal uit andere landen,
haar waarde behouden.
Het Nederlandsch Economisch Instituut, dat zich
reeds tweemaal met dit onderwerp heeft bezig gehou-
den, heeft thans een derde studie over dit vraagstuk
gepubliceerd en wel over •de betrekkingen tussehen
banken en industrie in Zwitserland van cle lhand van
Dr. J. 0. M. van Rhee.
1)

*
*

De credietverleening aan den industrieelen en corn-
mercieelen middenstand vindt in Zwitserland, naast
de particuliere en karrtonale banken, voornamelijk
plaats door de locale banken, die door haar uitnemen-
de locale oriënteecing en persoonlijke relaties met de
credietnerners vooral voor de verzorging van de crediet-
behoeften van de talrijke klein- en mid’denbedrijven
nog de meest geschikte instellingen zijn. Door de toe-nemende ‘decentralisatie der grootbanken verliezen zij
echter aan beteekenis.

De financiering van de Zwitsersche gt-ootindustrie
geschiedt vrijwel uitsluitend door cle grootbanken, die
als gevolg van de voor deze functie benoodigde kapi-
taalkracht de eenige daarvoor in aanmerking komende
instellingen zijn. De inciustrieele financiering van de
Zwitsersche grootbanken beperkt zich echter vrijwel
geheel tot het voorzien in de wisselende crediethe-hoeften op korten termijn •der industrie, waarnaast
echter ook de versdhaffing van a.nticipatiecredieten voor expansiedoeleinden plaats vindt. Van financie-
ring op langen termijn is vrijwel geen sprake.
Deze structuur van •de Zwitsersche groothanken is
het gevolg van het feit, dat de periode van industria-
lisatie met de daaraan verbonden oprichtingsfinancie
ring voorbij is en thans het Zwitsersche economisch
leven zich in een oonsolidatieperiorle bevindt.

De analyse van den aard der relaties tusschen de
grootbanken en de industrie, die zich uiten in: 1. de
industrieele credietverleeni ng op korten termijn; 2.
het emissiebedrijf; 3. de deelnemingen; 4. de commis-
sariaten, leidt tot de conclusie, dat van beheersching
der Zvitsersdhe industrie door de Zwitsersdhe groot-
banken geen sprake is. De eenige belangrijke invloed,
die door de grootbanken op ‘de industrie wordt uitge-oefend, betreft de industrieele expansiepolitiek. Door
het verleenen van anticipatiecredieten krijgen de ban-
,ken een
tijdelijke
machtspositie over de in’dustrieele
ondernemingen, die echter direct na de consolidatie
van het crediet •door een openbare enTissie weer ver-
dwijnt.

De invloed, dien de banken op de industrie kunnen uitoefenen is meestal zoowel van directen als van in-
•directen aard. Wat dit laatste betreft, g.aat de schrij-ver •de beteekenis na voor de banken van de in Zwit-
serland veelvuldig voorkomende participatiemaat-
schappijen. De Zwitsersche participatiemaatschappijen
zijn te verdeelen in heleg’gin’gs-, overnemings-, finan-cierin.gsrnaatsohappijen en zoogenaamde houdster- of

1.)
Aan donateurs en leden van liet Nederlandsch Econo-
misch Instituut wordt op dec prijs van dit boek
(323
blz.)
ten bedrage van
f
3.50
een reductie verleend, die de
vorige week per circulaire is bekend gemaakt.

1136

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 December 1934

sainenvattingsinaatschappi.jen van Zwitsersche indu-
strieele belangen.

De beleggingsmaatschappijen die zeer nauw met de
Zwitsersche grootbanken verbonden zijn en haar acti-
viteit voornamelijk op buitenlandsöhe fondsen richten,
zijn ontstaan tengevolge van de groote kapitaalruimte
van Zwitserland, •die tot kapitaalexport noodzaakte.
iierdoor zijn deze maatschappijen slechts te beschou-
ven ‘als organen voor georganiseerden kapitaalexport.
Een indirete industrieele invloed van de grootbanken
op de Zwitsersche industrie kan hieruit niet voort-

vloeien.

iletzeifde geldt voor de overnemings- en financie-
ringsmaatschappijen, die in relatie met en in afhan-
keljkheid van buitenlandsohe constructiefirma’s op
electriciteitsgebied ontstaan, dienden ter overneming
van de langdurige afzetfinanciering ‘dezer concernen.
ifoewel deze financieringsmaatschappijen (Elektro-‘
bank, Indelec, Société Franco Suisse pour l’Industrie
Electrique), die alle zeer nauw verbonden zijn met de
grootbanken, die hij haar oprichting medewerking
verleenden, reeds zeer spoedig van de buitenlandsdhe
constructieondernemingen volkomen onafhankelijk
werden, ‘hebben zij voor een conclusie tot het bestaan
van een belangrijken indirecten invloed der banken
op de industrie geen bewijs kunnen leveren, daar haar beleggingen vrijwel ‘geheel uit buitenlandsche electri-i
citeitsfondsen bestaan en zij ook met de Zwitsersc’he
iu’dustrieele ondernemingen geen relaties onderhouden.

Ook deze financieringsmaatschappijen zijn als or-
ganen voor georganiseerden kapitaalexport te ‘beschou-
well, waaruit voortvloeit dat de Zwitsersohe groot-
banken, die ‘zoowel dan beleggings- ‘als dezeri vorm van,

financieringsmaatschappijen beheerschen, een ‘door-
slaggevenden invloed hebben op ‘de bepaling van de’
richting van aanwending •van het Zwitsersdhe volks-
vermogen. De financier inlgsmaatsch.appijen, die met

‘cle Zwitsersche industrie in nauwe relatie staan
(Brown Boveri Concern) en zich belasten met de fi-
nanciering van de bouwprojecten der Zwitsersche
electrotechnische industrie, zouden voor ‘de banken de
mogelijkheid doen ontstaan een sterken indirecten in-
vloed op de industrie uit te oefenen.

Op gron’d van de analyse der vier bovengenoemde
invloedssferen, in het bijzonder van de samenstelling
der colleges van commissarissen, die den neerslag ‘vormt,
van alle op de industrie uitgeoefende invloeden, con-
cludeert Dr. Van Rhee tot een volkomen ontbreken
van ‘beheerschenden invloed der grootbanken op deze,
financieningsmaatscha’ppijen en dus ook op de met
haar relatie on’denihoudende industnieele onderne-
mingen.

Ook op de samenvattingsmaatschappijen van Zwit-
sersdhe industrieele belangen, die ‘de noodzakelijke
consequentie zijn van de emignatietendens van de.
Zwitsersche industrie, blijkt idoor de banken geen
permanente invloed te worden uitgeoefend.

De tallooze participatiemaatschappijen met buiten-
landsch karakter, die haar domicilie in Zwitserland
hebben gekozen, hetzij om fiscale redenen en om de
groote politieke zekerheid en stabiele valutaverhou-
dingen, ‘hetzij teneinde haar kapitaalbehoeften op de
1
ruime Zwitsersche kapitaalmarkt te kunnen dekken,
spelen voor ‘het probleem van ‘de betrekkingen tusschen
banken en industrie in Zwitserland geen rol.

Op de ‘door het intermediair van de grootbanken
of haar dochterondernemingen geëxploiteerde kapi-
ta2en zijn na den wereldoorlog enorme verliezen ge-
leden, die tot een scherpe critiek op •de emissiepolitiek
der grootbanken hebben geleid.

Aan het slot van zijn studie geeft de schrijver re-
capituleerende beschouwingen over de directe en in-
directe betrekkingen tusschen ‘de Zwit’sM,sche groot-
banken en de industrie, waarbij tevens ‘wordt gewezen
op de vergaande overschatting van het z.g. depot-
stemrecht als middel tot verkrijging van macht door
de banken.

Roosevelt’s
strijd
tegen de contrôlemaatschap-

pijen.

Het is de laatste weken gebleken, dat President
Roosevelt ‘zijn plannen tot
hervorming
van het eco-
nomisch leven onvermoeid voortzet. Waren het een
jaar geleden de bankiers, tegen xvie de actie van den
President zich richtte ‘door middel van de bekende
hearings, in den laatsten tijd is de strijd tegen de
public utilities in het middelpunt van de belangstel-
ling komen te staan. liet gaat hier niet alleen om de
public u’tilities als zoodanig, maar tevens om de
contrôlemaatschappijeti (holding com’panies), die op
dit gebied tot groote ontwikkeling zijn gekomen.

De actie van President Roosevelt tegen de contrôle-
maatschappijen is reeds in zijn ‘verkiezingsreden aan-
gekorudigd. Immers, in zijn boek ,,Looking Forward”
heeft Roosevelt in krachtige termen op ‘de ongezonde
ontwikkeling van deze maatschappijen in de Ver.
Staten gewezen. Zijn bezwaren zijn niet gericht op
cle contrôlemaatschappij als zoodanig, maar op het
feit, dat deze vorm van effecteukapitalisme een groo-
te financieele en economische macht legt in de han-
‘den van enkelen, die deze macht kunnen gebruiken
om de ‘belangen van beleggers en verbruikers te scha-
den. Onioodige samenvoegingen van ondernemingen heeft ‘onnoodige ‘werkloosheid veroorzaakt. Daarom
is volgens Roosevelt openbaar vertrouwen vere’ischt
in de personen en methoden, die het kapitaal bestu-
ren. ,,We aan regain that confidence by clean’ing
house and keeîping it clean” (blz. 236/’37).

Belangrijk is ook, dat the Federa’l Trede Commis-sion, de ‘bekende instantie, die toezicht moet houden
op de misbruiken, welke uit monopoElie’vorming voort-
vloeien, er onlangs in een rapport aan den Senaat
op heeft gewezen, dat ,,although the investi’gat’ion in-
to the financial setup and relations of the holding
company groups hajs not been complete’d, enough h’as
been disciosed to raise very ‘seriously many questions
not only relaling to certain practices of holding oom-
panies, but to the basic reasons for tAheir existence.”
Vooral deze laatste izin is ‘van beteekenis. Hier ligt
de kern van het vraagstuk, waarop President Roose-
velt in zijn ‘boek ,,On our Way” heeft gewezen, nl op
de groote macht, die in handen van weinige personen
is geconcentreerd en daard’oor een gevaar vormt voor
het economisch en sociale leven. De slinger van de
voikswelvaart moet worden teruggebracht naar zijn
evenwichtsstand, niet alleen door een henverdeeling
van rijkdom, maar ook door het opheffen van spe-
ciale privileges van een numeriek zeer kleine, maar
zeer machtige groep van personen.

Met lhet contrôlevraagstuk ‘hangt dat van de tarie-
ven nauw samen. Het is te verwachten, ‘dat niet al-
leen de misbruiken van ‘de contrôlemaatschappijen be-
streden zullen worden, maar het doel is ook om de
public utilities zoo te vervormen, dat zij zich voortaan
zuiver beperken tot de productiezijde en niet in ‘de
eerste plaats dienen als financieele bouwsteenen voor
een ingewikkeld systeem van participatiemaatschap-
pijen.

Het doel van President Roosevelt is een verlaging
van de tarieven tot stand te brengen. Het vexibruik
van electnicite’it in de huishou’din’gen ‘in de Vereenig-
de Staten is slechts de helft van d’at in Cana’da, het-
geen Pres. Roosevelt voornamelijk wijt aan de zelf-
zuchtige ibdlangen van de leiders van de pu’blic-u’ti’li-
ties. Bedenkt men, dat in 1932 in de public utilities
(zonder ‘de spoorwegen) ‘bijna $ 23 milliard (meer
dan de geheele Amerikaansche staatsschuld toen ‘be-
droeg) was geïnvesteerd, dan wordt het ‘duidelijk,
,
om
welke belangen het hier gaat. Dat deze ‘hervorming
moeilijke problemen naar voren aal ‘brengen is zeker.
Doch men kan verwachten. d’at President Roosevelt
ook op dit gdbied zal zegevieren en binnenkort een wetgeving op de contrôle-maatschappijen tot stand
zal weten te brengen.
V.

27 December 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1137

Opleving in de Amerikaansche automobielin-
dustrie?

In sommige kringen meent men in het komende
jaar een verbetering in de Amerikaansdhe automobiel-
industrie te mogen verwachten. Deze verwadhting
wordt gebaseerd op de toeneming der productie, welke
reeds in dit jaar te constaiteeren vie1, op het al,ge-
meen herstel van het economisch leven en tenslotte
op de groote potentieele vraag naar wagens ter ver-
vanging van oude.
Volgens Craim’s Automotive Reports bedroeg de
productie ‘van automobielen in de eerste negen maan-
den van 1934 2.493.260 stuks, hetgeen nog 18,2 pCt. beneden het cijfer van dezelfde periolde van 1930 is..
In het derde kwartaal van dit jaar bedroeg de auto-
mobielproductie 696.851 stuks, de grootste kwartaal-productie sedert 1930 en 3,6 pOt.
boven
de kwartaal-productie vun het vorige jaar.
Hoewel in het laatste kwartaul van dit jaar een
seizoensdal’ing in de productie is opgetreden, wordt
toch de jaarproductie door gezahebbende kringen
geschat op 2.778.000 stuks, di. 12 pOt. boven 1933
en 20,5 pOt. beneden de productie van 1930, van
3.510.178 stuks.
lIet valt
moeilijk
te schatten, welken invloed de
algemeene opleving en de groote l’andhouwsteun op
de autornobielproductie zullen hebben; een nauwkeu-
riger schatting kan men echter niaken op grond van
cle noodzaak tot vervanging.
In de laatste vier jaren bedroegen de verkoopen,
aldus het tijdschrift ,,Tin”, gemiddeld 2.069.000
stuks, tegen gemiddeld 3.546.000 stuks in de vooraf-
gaande vijf jaren, zoodat een achterstand in de ver-
vanging moet zijn opgetreden. De ,,N.ationai Automo-bile Chamber of Oommerce” heeft den levensduur van
een wagen berekend •op gemiddeld 7% jaar, tegen
6% jaar in 1929. Neenit men edhter zelfs acht jaar
aan als gemiddelden levensduur, dan zouden toch in
1935 7 miljoen wagens vervangen kunnen worden.
Sedert 1930 is echter het aantal registraties met
2,7 millioen teruggeloopen, doch ook wanneer men
aanneemt, dat al deze vroegere bezitters niet meer
als kooper optreden, blijft er een vervanging mege-
lijk van een aantal automobielen, dat ongeveer het
dubbele is van de productie in het jaar 1933.

Aantal wagens, dat Uitgestelde
Jaar

Productie Jaar

vervangen is

vervanging
1922 . . . 2.417.587

1930

2.950.980
1923 . .

3.799.788

1931

2.148.917
1924 . . . 3.310.018

1932

1.250.979
1925 . . . 3.837.841

1933

1.744.307
1926 . . . 3.908.854

1.934

2.500.000

17.274.088

10.595.183

6.678.905
Minus afneming in registraties
(1930f33)

2.674.153
Uitgesteide vervanging tot eind
1934

4.004.752
1927, 2.935.577
stuks, te vervangen in
1935

2.935.577

Mogelijke vervanging in
1935 ……………6.940.329

Het is niet zeer waarschijnlijk, aldus genoemd blad,
dat inderdaad in het komende jaar de productie een
kleine 7 millioen stuks zal bedragen, doch hij een
voortgang van het economisch herstel mag wel waar-schijnlijk worden geacht, dat een aanzienlijk deel van
het genoemde cijfer bereikt zal worden.

AANVOEREN in u

De beteekenis van de industrialisatie van de over-
zeesche gebieden voor Engeland.
Het jongste inaandberidht van de We&tminster Bank
opent met een belangwekkend artikel, dat de ‘moeilijk-
heden in de Westersche industr.ieele banken belidht,
allereerst in Engeland, voorzoover deze in verband
staanmet de toenemende industrialisatie van cle vroege-
re afnemers van industrieproducten. Tot nu toe heeft
deze industrialisatie sledh’ts tot gevolg .gehad, dat de
betrokken landen minder vreemde goederen kochten,
alleen
hij
Japan heeft aich reeds een export ontwik-
keld van een land, dat vroeger tot de koopers van
Tetersche
indns’trieproducten behoorde. Het bericht geeft de volgende cijfers betreffende dc
ontwikkeling van de industrie van ,,secondary pro-
duc’ts” in verschillende, voor Engeland zeer belang-
rijke, landen.
De iudustrieele productie had in Australië in
1931-’32 een waarde van £ 106 inill.ioen bij een totale
produotie van £ 305 m.illioen, dus meer dan een derde.
In 1912 waren de cijfers 39 en 175 m.illioen; toeh
was de waarde der iintlustrieele productie nog slechts
een vijfde van het geheel. Dit resultaat is in 20 jaar
tijds bereikt door een sterke vermeerdering van de
fabrieksinstallaties, die in 1932 een waarde hadden
van £ 228 millioen tegen 69 millioen in 1912. Het
aantal arbeiders ‘steeg slechts van 327.000 tot 337.000
in dien tijd.
De Zuid-Afrikaansche Unie geeft hetzelfde beeld
te zien. Van 1911 tot 1930 steeg de industrieele pro-
du:ctie zonder de mijn-industrie, er van £ 17 tot £ 112
millioen. Canada vertoot in dezelfde periode een
stijging van de prodnctiewaarde van $ 1,2 tot $ 1,7
milliard. Br.-Indië voorziet ijhans nagenoeg geheel in
eigen behoeften wat ijzer, staal en cement betref.t. De
productie van katoenen weefsels, in 1911 nog slechts
52 milLioen lbs., was in 1931 tot 672 mill’ioe.n lbs. ge-
stegen, dus verdertienvoudi’gd. Het directe gevolg
vun •deze ontwilkkeling voor den Engelschen export,
afgezien van de nacleelen voor de scheepvaart, blijkt
uit de volgende gegevens:
Waarde in nijl!. P. St.

1913

1933

Achteruitgang
Uitvoer van Engeland!

525,4

367,4

30,1
pCt.
Daarvan IBritsche industrie-

pi’oducten …….. …..
411,2

280
2
4

31,9

Bij de ‘beoordeeling van deze enorme vermindering
nioet men nog rekening houden met het feit, dat het
prijsniveau in 1933, vooral in gedeprecieerde Engel-
sche Ponden, veel hooger was dan in 1913. De achter-
uitgang van den uitvoer, naar ‘de hoeveelheid geme-
ten, is dus veel grooter geweest.
De textielindustrie heeft daarbij zeer zware slagen
te verduren gehad. De volgende tabel geeft daarom-
trent eenige bijzonderheden.

Uitvoer van katoenen garens en weefsels.
Gareus

‘Weefsels
(in duizend Pond Sterling)

1913

1933

1913

1933
Brjtsch-Indië …………
2.268

726 34.977

6.778
Chiti’

……………….-

9.476

787
Japan ……………….

1.051

70
Australië ……………
61

420

3.390

3.676
Canada ……………..
289

331

1.981

891
Totaal, alle landen …….
15.006

1.0.076 97.776 40.234

ne van 1000 KG.

Artikelen

Rotterdam
Amsterdam
Totaal


16-22 Dec.
Sedert
Overeenk.
16-22 Dec.
Sedert
Overeenk.
1934
1933
1934
1Jan.
1934
tijdvak
1933 1934
1Jan.
1934
tijdvak
1933

20.293

1.335.029
1.517.945 200
32.855
23.685 1.367.884 1.541.630
2.943
398.175 408.988
52
15.468
8.935
413.643
417.923
Tarwe

……………..
Rogge

………………
64
23.597
23.348

.


25
23.597
23.373
Boekweit ……………….
MaIs ……………….
19.9 39
878.869
1.003.240
100
214.623 217.548
1.093.492 1.220.788
2.544
374.765 492.288 46.035
51.831
420.800 544.119
116.069
120.663

3.195
3.908 119.264 124.571
Lijnzaad

…………..

2.405
202.525
182.131
7.415
254.061
209.278
456.586
391.409

Gerst

……………..
Haver

……………..-

100
63.014
151.364

55
200
03.069
151.564
Lijnkoek
1)

………….

257

.

20.790
19.026
211
4.016
5.654
24.806
24.680
Tarwemee!

………….
Andere meelsoorten
402
57.763 51.394
168
7.087 8.301
64.850 59.695

1138

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27
December 1934

De verminderde weefseluitvoer komt nagenoeg ge-
heel voor r6kening van bovenvermeide landen. In 1913
was de waarde daarvan nog bijna een vierde van dien
van alle industrieproducten, in 1933 nog slechts een
zevende. Een nog sterker voorbeeld van achteruit-
gang ‘geeft de export van heeren- en jongenskleedin’g
van wol en wollen mengsels te zien, volgens ouder-
staande tabel:

(in duizend.Pond
Sterling)
1913
1933
Australië

……………………
120
6
Nieuw-Zeeland

………………..
168
21
Zuid-Afrika

………………….
1.070
96
Canada

……………………..
99
14
Bxiitsch-Iudië

…………………
108
8
Argentinië

…………………..
54
3
Totaal, alle landen
……………2.129
577

Ook bij den uitvoer van ijzer en staal en produc-
ten daarvan, met uitzondering van machines, is de
procentueelo vermindering grooter dan die van den
geheelen export van industrieproducten. Zij bedraagt
bijna 50 pOt. De voornaamste afnemers van voor den
oorlog, Australië, Brii’tsch-In’dië, Argentinië, kochten
in 1933 nog slechts ‘voor een derde van de waarde
van 1913, Japan zelfs s’ledhts voor een vierde.
Bij een dergelijken achteruitgang kan, volgens •de
Westminster Bank Review, de politiek van prottest
tegen te hooge invoerrechten’ in ‘andere landen een
slechts zeer beperkt resultaat opleveren, afgezien van

het feit, dat deze protesten meestal weinig uitwer-
ken. De conferentie van Ottawa heeft wel ‘bewezen,
‘dat zelfs de eigen Domdnions er niet aan denken om
op den weg der industriali’satie terug te keeren. In-
tegendeel, zij trachten diie industrialisatie nog ver-

der door te zetten.
Overziet men de geheele situatie, dan komt men
tot de conclusie, dat een nieuw evenwicht tot stand
moet komen tusschen ‘grondstof- en voedselproducee-
rende ‘landen en de landen, die industrieproducten
exporteeren. Voor Engeland is ‘dit ‘vraagstuk natuur-
lijk van het grootste belang, daar het een zeer be-
langrijk deel van zijn voedsel zal moeten
blijven
in-
voeren, ook nadat de inheenische landbouw wordt

beschermd, gelijk h’ans het geval is.
D’it betedkent echter niet, zoo gaat het bericht ver-
der, dat men nu ‘maar fatalistisch •de toekomst moet
afwachten, en het oogen’blik moet verbejden, dat ‘dit
nieuwe evenwicht is bereikt. Men kan trachten, daar-bij de belangen van het eigen land zoo goed mogelijk
te dienen. Alleen dient men twee dingen voor oogen
te houden. Ten eerste is een terugkeer tot de ver-
houdingen van vddr den oorlog
onmogelijk.
Zooals
het evenwicht tusschen agrarische en industrieele
landen in de negentiende eeuw was, zoo wordt het
nooit weer. En ten tweede moet men ‘bedenken, dat
ingrijpen sledhts mag geschieden in de richting,
waarheen de ontwikkeling gaat, of desnoods, zonder
die ontwikkeling in het algemeen zoo weinig moge-lijk te storen. Giaat men er dwars tegen in, dan mis-

lukt zulks toch.
Vele Britsche industrieën hebben successen bereikt
door zich toe te ‘leggen op de vervaardiging van
fijnere producten of van geheel nieuwe artikelen,
waarvoor «zeer geschoolde arbeid nood’iig is. Ondanks
deze partieele successen kan het op deze wijze toch
niet glukken om het vraagstuk in zijn gcheel tot
oplossing te brengen. Dit is een quaestie van orga-
nisatie.
Bij de oplossing daarvan dient men rzich te hoeden
voor het gevaar om
het
nieuwe evenwicht, dat zich
op natuurlijke wijze zal ontwikkelen, niet te verhin-
deren of te vertragen door een actie, welke met de
ou’tw’ikkel’ing zelf geen rekening houdt.

OVERZICHT VAN DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens)

Afdeeling
1

Kohieren voor den dienst 1934)

Dir. belastingen.
1 Bedragen,
1
welke zijn

Benaming der
terugge-
geven of
middelen
Totaal

bedrag
1 anders dan
Zuiver
bedrag
-‘._ P’n
wegens be-
taling op de
>o
Ikohieren af-
geschreven
.

.n
0

Grondbelast. a)

9.790.611

24.036 9.766.576 9.536.855
Inkomst.bel. b)

5

1.864.216 54.884.467 62.595.571
Vermogensbel. c)
15.304.829

161.472 15.143.356 14.794.889
Verdedig.bel. 1

8.821.847

147.542 8.674.305 8.854.164
Bel.v.d.doode hand

36.056

36.056

Totalen..
90.702.026 2.197.266 88.504.760 95.781.479

X hoofdsom +
20
opcenten op de hoofdsoin der ge-
oouwde eigendommen.
Hoofdsom +
20
opcenten. c) Hoofdsom +
55
opcenten.

Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit
213
gedeelte van het belas-
tingdienstjaar
193411935 en
113
gedeelte van het belasting

dienstjaar
193311934.

Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit
213
gedeelte van het be-
lastingdienstjaar
193311934
en 1/3 gedeelte van het be-
lastingdienstjaar
193211933.

‘) Aangezien de ‘beti-effende wet op
9
October
1934 is
uitgegeven, varen op ultimo November dezes jaars uiter-
aard nog slechts u’einig aanslagen vastgesteld.

Afdeeling II.

Nov.

oeaert

Overige middelen.

1934

1 Januari
1934

Divici.- en tantièmebel. )
1.038.304 12.601.681 13.227.392
Rechten op den invoer )
7.432.576 74.595.361 86.302.656
Statistiekrecht …………
144.151

1.636.353

1.827.656
Accijns op zout ………..
180.037

1.901.372

1.876.075
Accijns op geslacht – . . –

437.506

5.719.147

6.063.284
Accijns op wijn )

54.800

2.232.718

2.127.691
Accijns op ‘t gedistill. )
2.881.452 27.427.579 30.112.958
Accijns op bier )
814.975 9.509.883 10.464.996
Accijns op suiker ) . ..
4.331.977 48.090.486 62.435.226
Accijns op tabak ) ….
2.620.492 28.773.186 25.783.311
Bel. op gouden en zilverw.
48.931 454.405 639.270
Omzetbelasting
3)
…….
.
6.666.537 48.903.706


Couponbelasting
4)
…….
307.542

3.709.300


Recht. en boeten v.zegel)
5
1.546.089
8
16.103.071 14.481.421
Recht, en boet. v. registr.
1.032.970 10.331930 10.008.049
Recht. en boet. v. succes- sie, v. overgang bij over-
lijden en v. schenking
2.709.952 30.522.746 29.788.104
Opbrengst d. loodsgelden

288.178

3.330.334

3.262.815

Totalen. . – –
32.536.469 325.843.258 298.400.599

) Hoofdsom en opcenten, ook wat betreft de ontvang-
sten over het vorige jaar, bedoeld in kolom
3.
8)
Het verschil tusschen de raming en de opbrengst van
dit middel, is in hoofdzaak het gevolg van de in vorige
overzichten medegedeelde oorzaken.

Ofschoon de raming van dit middel over een vol jaar
is berekend, trad de wet tot heffing van deze belasting
eerst op
25
Februari
1934
in werking.
Hieronder begrepen wegens zegelrecht van nota’s van
makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
f 268.379
(Beursbel.).

Id.
f 2.964.137.

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET WEGENFONDS.

Wegenbelasting ……….
805.831 13.445.3441 12.824.646
Rijwielbelasting

34.4571

7.473.5451

7.243.058

– Totaal …………
840.288 20.918.889 20.067.704

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS.

Dienst
1933/1934
Zuiver bedrag der ko-
Zuiver bedrag der hieren voor den dienst
kohieren tot en met
1932133
tot en met de-
de maand
Nov. 1934
zelfde maand van
1933

Gemeente.f.belast..
59.253.113

69.469.763
Tijd. opc. o. d. gem.f.b
.
.

22.704.901


Opc. verm. t. get. v.
50

5.772.853

5.512.010
Tijd.opc.o.d.verm.b.


3.463.712

S

27 December 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1139

STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
isseli3.
21198ept.’83
W
Ned
Lissabon

•… 5

13Dec.’34
1Di’.’
BkBm.3
19
8
ept.’33
Londen ……
23OJuns’32
Vrsch. in R.C. 3
198ept.’33
Madrid ……
54
6Nov.’34
Athene ……….
7

14Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
14
1
Feb.’34
Batavia ……….
34 1Nov.’34
Oslo

……..
3422Mei’33
Belgrado

……..
6416Jitli’34
Parijs

……
24SlMes’34
Berlijn

……….
4 22Sept.
1
32
Praag

……
3425 Jan.’33
Boekarest ……..
44 15Dec.’34
Pretoria

….
3415
Mei
’33
Brussel ……….
24
28Aug.’34
Rome……..
4
26Nov.’34
Budapest ……..
44
17Oct. ’32
Stockholm
.. 24
1Dec.’83
Calcutta

……..
34lCFeb.’33
Tokio

….
3.65

2Juli’33
Dantzig

……..
4
21Sept.’34
Weenen ……
4427
Juni’34
Helsingfors ……
4

3 Dec.’84
Warschau….
5
26 Oct. ’83
Kopenhagen
24

1Dec.’38
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.’31

OPEN MARKT

1934 1933 1932 1914

22Dec
17122
10115
318

11

18123 19124
1
20j24
Dec.
Dec.
Dec.
Dec.
Dec.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
1J,
1
12
1
12
1
12
3
18_
1
12 1
14_
1
12
3
1
1.
5
11
Prolong.
l
1
I
1
1
1
2
1
14-
3
14
Londen
Daggeid
ljil
1
12-1
/4-1
1
141
‘/,-i
5-1
I’jg-2
Partic.disc.
9116
.5/s

1218
I16-18
1
18

116
ljte-‘/s
1
3
116-
5
11
4
1
14_
6
14
Berlijn
Daggeld
4.11
4

3
1
15.4
1
14
4
1
14
371_41/

4
1
14-5
1,
4.51
1

4


Maand8eid
331
4
.4
33/
4
.4
331
4
.4
3
7
18-4
4
1
12-6
4
1
11-5
1
12

Part, disc.
3
1
12
3
1
12
3
1
12
3312-
5
18
3
1
18
3
7
18
5-,
2ijij
Varenw.
. .
4_114
4.11
4

4..1j
4

4..1j
4

4.
1
11
4.11
4


lVew York
Dageld t)
1
1 1
i
1
1
.3
1
3
142
1
/,
Partic.disc.
51
6
116
‘lie
116
1
12

Koers van 21 Dec. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York)
S)
S)
S)
S)
1)

18 Dec. 1934
1
1.4771
9

7.30%
59.40 9.754
34.59
lOOs/,
19

,,

1934
1.4734
7.30
5
18
59.40 9.764 34.62
1001/
8

20

,,

1934
1.4711/
66

7.30%
59.41
9.754 34.60
10081
6

21

,;

1934
1.47
7
/
6

7.30
59.42
9.754
34.59
1005/,
22

1934
1.47
7
/8
7.30%
59.41
9.754 34.60
1008/,
24

1934
1.4771
8

7.30%
59.42
9.75%
34.65
1008,
6

Laagste d.wi)
1.46
5
18
7.29h
59.34
9.754
34.55
100
Hoogste d.w’)
1.48 7.31
59.45 9.764
34.65
lOOj,
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Data
Zwit-
ser
an
Weenen
Praat
Boeka-
Milaan
Madrid
S)

9
rest’)
*5) *5)

18 Dec.

1934
47.88

6.19
1.48
12.654
20.22
19

,,

1934
47.91

6.19
1.48
12.65
20.22
20

1934
47.90

6.19
1.48
12.65
20.224
21

1934
47.90

6.19
1.48
12.65
20.23
22

1934
47.89

6.19
1.48
– –
24

1934
47.89

6.19
1.48
12.66
20.23
Laagste d.w
1
)
47.85

6.15
1.45
12.60
20.15
Hoogste d.w
1
)1
47.95
28.-
6.224
1.50
12.70
20.25
Muntpariteit
48.003
35.007
7.371
1.488
13.094
48.52

D ata
Stock- Kopen-
o 1 •
s
°
)
Hel-
Buenos-
Mon-
holm )
hagen*)
Aires’) 1
treal’)

18 Dec.

1934
37.674
32.624 36.724
3.23
37
1.49%
19

,,

1934
37.674
32.624
36.724
3.23
37
1.49%
20

,,

1934
37.674
32.624 36.724
3.23
37
1.49k
21

,,

1934
37.65 32.60 36.70
3.23
3671,
1.49%
22

,,

1934
37.70 32.65
36.75
3.23
36v1
8

1.49% 24

,,

1934
37.70 32.65 36.75
3.23
37
1.49%
Laagste d.w
1
)
37.40
32.35 36.45 3.20
36%
1.48%
Hoogste d.w
1
)1
37.95
32.90
37.-
3.25
37%
1.50
Muntpariteit
1
66.671
66.671
66.671
6.266
953%

2.4878
9
Noteerine te
Amsterdam.
55)

Not, te
Rotterdam.
1)
Part. ‘oneave.
En ‘t 1se of 2de No. van’iedere maand komt: een ovr.icht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a
Londen
(

per

)
Parijs
($ p. lOOfr.)
Berlijn
(8 p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100
gid.)

18 Dec.

1934
4
,
94,
18
6,61%
40,27
67,75
19

,,

1934
4,94s1,
6,60
40,23
67,69
20

,,

1934
4,9371
8

6,601/,
40,22 67,66
21

1934
4,94
6,60%
40,22
67,67
22

1934
4,94%
6,60
6
1
8

40,23
67,66
24

1934
4,9451,
G,60y,
40,23
67,64
25Dec.

1933




Muntpariteit.
.1
4,86
3,9051,
23.81%
4081,
6

KOFIRSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Nateerings-
eenheden
8Dec.
1934
IS
Dec.
1934

1
LaagstelHoogste
l

1

17122
Dec.
’34
22
Dec.
1934

Alexandrië..
Piast.
p.E

973<
97%
9731,
97i
8

9734

Athene

….
Dr.
p.0

520 520
517 520
517
Bangkok….
Sh.p.tical
1110
1110k
1110,’,
1/10,, 1110,
Budapest

..
Pen.
p.1.

1671
8

1671
8

167/
8

1671
8

1671
8

BuenosAiresl
d.
p. $
2781
8

27
7
1
16

278/,
279/,
2751,
Calcutta •.
. .
Sh. p. rup.
1/611,,
1161116
116113
116
3
1,,
11611,
Constantin..
Piast.p.
615
612
610 612
610
flongkong ..
Sh. p. $
118
9
116
1/83,(
1181/,
119
118%
Kobe

…….
Sh. p. yen
112
1
1
3

112
l/l’s/,
11211, 112
Lissabon….
Escu. p. £
110 tj
110I/ 109%
11031
1101/,
Mexico

….
$per
18
18
17%
18%
18
Montevideo 3)
d.perC
2011
8

20
19%
20y
4

20
Montreal

..
$
per £
4.8431
8

4.8934
4.88%
4.90
4.8981
8

Riod.Janeiros
d. per Mii.
3y
4

3
3
1,0
3′
8

3
,
1,
6

3 0182
Shanghai

.
.
Sh. p. tael
114it1
1

114is
6

11434
115
11451
Singapore ..
id. p. $
2
1
49
182
2
1
45
1
32

214
1
1
18

2/4%
214
5
1
82

Valparaiso
4).
$
per £
120.25
119.00
115.25
119.00
115.25
Warschau
..
ZI. p. £
261
18

2681
16

1

2571,
2681
8

261i
‘) Otlicieele not. 36’1 laten, gemidd. not., welke importeurs hebben te
betalen, sinds 30Nov. 31213:. 2) Offic. not, vanaf 6 Dec.
39318,
13 Dec. 39
1
12
15 Dec. 39
3
18., 17 Dec.
39112.
3) Id. 19Nov. 414, 18 Dec.
4112,
19 Dec. 4
6
14,21
Dec.
4112,
22 Dec. 4
1
14.
4
)90 dg..Vanat 28 Aug. laatste ,export” noteering.
ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS 5)
Londen’) N.yorkl)

Londen
18 Dec. 1934.. 23t51, 538%

18 Dec. 1934…. 14019
19 ,,

1934.. 24i1,

5371,

19 ,,

1934…. 140194
20 ,,

1934.. 24%

541j,

20 ,,

1934…. 140/84
21 ,,

1934.. 23
18
/,, 53%

21 ,,

1934…. 140,11
22 ,,

1934.. 2381
8

53s,,

22 ,,

1934…. 140184
24 ,,

1934.. 23
15
/t0 5334

24 ,,

1934…. 14018
25 Dec. 1933.. –

25 Dec. 1933…. –
27 Juli 1914.. 24I11
1
59

27 Juli 1914…. 84110%
1) In pence
p.
oz.stand.
1)
Foreign silver in $c. p.oz. line.
2)
in sh. p.oz. line
STAND VAN ‘a RIJKS KAS
Vorderineen.

1 15 Dec. 1934 1 22Dec, 1934
Saldo van’s }tijks Schatkist bij De Ne-
deriandsche Bank……………….
f
7.460.895,94
/
11.634.271,97
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten 55.951,34 • 485.470,65
Voorschot op ultimo November’34 aan
de gem. verstrekt op aan haar uit te
keeren hoofd,, der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en dergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting

2.351.835,51

2.351.835,51
Voorschotten aan Ned.-Indi8 ………
…126.854.322,21 » 128.999.704,75
Id. aan Suriname …………………
….13.217.711,68

,, 13.235.315,15
Id. aan Curaçao ……………….. ……2.092.582,90 ,, 2.172.407,63
Kasvord. weg. credietverst. a!h. bultenl • 114.847.339,93 ,, 115.482.852,18
Daggeldieeningen tegen onderpand – –
Saldo der postrek. v. R/jkscomptabelen ,, 34.583.952,70

32.414.861,58
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)


Vord. op andere Staatsbedrijven 1) …..,, 16.854.937,72 ,, 19.529.937,72
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)

,, 35.411.766,26 ,, 35.592,024,63
Ve r plicht Ing e_n

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art. 16 van haar octrooi verstrekt


Schatklstblljetten in Omloop ………
.f391.122.000,-
/
391.115.000,-
Schatklstpromessen in omloop …….
..108.337.000.-

108.340.000,-
Zilverbons In omloop …………….
….1.287.732,50

,,

1.283.777,50
Schuld op ultimo November’34 aan de
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.
pers. bel., aand. 1d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
bel, en op de verm. bel …………..
……-


Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.i)

549.516,83 .,

689.667,-
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’)

, 87.290.231,20

87.588.880,74
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ……,,

166.805,10

166.805,10
Id. aan diverse instellingen’) ……..
..24.l0l.895,28

24.776.341,44
1) In rekg.-crt. met ‘s
Rijks
Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

/

1.255.000,-
f

1.399.000,-
Betaalmiddelen In
‘s
Lands kas

56.585.000,- Verplichtingen:
Voorschot’s
Rijks
kase. a. Rijksinstell
»
128.292.000,-
,,
126.854.000,-

Saldo Javasche Bank
……………..

1.750.000,-
1.70.000,-
Schatkistbiljetten
………………..
12 .O35Mflfl,-
,,

12.035.000,-

Schatkistpromessen
………………….

Muntbiljetten in Omloop
……………-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds

2.539.00,,-

..

2.492.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
630.000,-
,,

716.000,-
Voorschot van de Javasche Bank


SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duigenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latte

1
Andere
1
opetschb.
schulden
Discont.

24 Nov.

1934..
728
1.007
452
1

588
1

1.788
17

,,

1934..
736
1.055 466 585
1.782
10

1934..
728 1.064 487
579
1.783
3

1934..
726
1.156 505
580
1.801
27 Oct.

1934..
737
1.160 489 586
1.770
5 Juli

1914..
645
1.100
560
735 396
‘Iaiultp. Oer activa.

1140

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 December 1984

GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
80 K.G. La
R000E
MAIS
OERST
64/65 K.G.
LIJNZAAI)
WITTE
KOOL
UIEN ROODE
KOOL
RUND- VLEESCH
VARKENS-
VLEESCH
Plata loco
Rotterdaml
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
loco
Rotter-
L. Plata
loco
le kwal.
1-5 pond
gewoon per 100 KO.
Ie kwal.
1-5 pond
(verach) (versch)
Amsterdam
R’damjA’dam
100 K.G.
R’damjA’dam damjA’dam
R’dam/A’dam
per 100 KG.
Broek op
per 100 KO.
Oem.v.3kw.
100 KO.
per
per 100 KO.
per

oo
K.G.
per
per 2000 K.G.
per 20001<0.
per 1960 K.G.
Broek op
Langendijk Broek op
Rotterdam
2)
3)
4)
Langendijk
Langendijk Rotterdam
f1.
O
jo
8.
°lo
8.
0
10
f1.
8.
0
10

o/o
Y
eb


Y
°h
010
f

1925
17,20
100,0
13,07
6

100,0
231,50
100,0
236,00
100.0
462,50
100,0


1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50
77,9


1927
14,75
85,8
12,47
6

95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50 78,4


1928
13,475
78,3
13,15 100.6
226,00
97,7
228,50 96,8 363,00
78,5
4,55
100,0
13,25
100,0
17,23
100,0
93, 100,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,07
5

83,2
204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
7,38
162,4
11,78
88,9
9,10
52,8
96,40
103,7
93,12
5

120,2
1930
9,676
56,3
6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4 356,00 77,0
2,05
45,1
2,14
16,2
5,77 33,5
108, 116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3 4,55 34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,06
67,3
1,94 14,6
6,96 40,4
88,
94,6

61,9
1932
5,22
5

30,4
4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,49
32.8 8,07
60,9
1,84
10,7
61,
65,6 37,50
48,4
1933
5,02
5

29,2 3,55
27,2
68,50
29,6 70,00
30,0
148,00
32,0 0,82
18,0
2,30
17,4
2,60
15,1
52,
55,9 49,50 63,9

k
an.

1933
4,95
28,8 3,75
28,7
73,00
31,5
75,25
31,9
136,50
29,5 0,67
14,7
3,38
25,5
3,02
17.5
50,50
54,3
44,75
57,7
ebr.,,
4,775
27,8 3,70 28,3
71,00
30,7
74,75
31,7 130,25
28,2
0,60
13,2
2,06
15,5 2,51
14,6
49,25 53,0
4Sç’
58,1
Maart

,,
5,05
29,4
3,82
8

29,3
73,50
31,7 76,25
32,3
130,50
28,2
0,61
13,4
1,29
9,7
3,11
18,0
46,50 50,0
46,


59,4
April

,,
5,15
29,9 3,75
28,7
72,75
31,4 71,25
30,2
129,50
28,0
49,50
53,2
48,25 62,3
Mei

,,
5,40
31,4
3,775
28,9
70,50
30,5
73,25
31.0
146,75 31,7
52,25
56,2

63,2
Juni
5,25
30,5 3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3

————————

————————

51,25
55,1
48,-
61,9
Juli
5,82
5

33,9
3,85
29,4
64,25 27,8 78,00
33,1
176,25
38,1

————————–

49,25
53,0
48,50 62,6
Aug.
5,30
30,8
3,55 27,2
61,25 26,5
67,75
28,7
161,50
34,9
49,-
52,7
49,25
63,5
Sept.

,
4,95
28,8
3,476
26,6
61,00
26,3
65,25
27,6 159,00
34,4
,

50,25
54,0
M,
69,7
Oct.
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25
26,0 63,50
27,0
141,25
30,5
56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.
4,55 26,5
2,95
22,6
74,50
32,2
60,00
25,4
147,25
31,8
1,26
27,7
2,23
16,8
59,50
64,0
54,375

70,2
Dec.
4,57
26,6
3,30
25,3
73,50
31,7
59,25
25,1
154,50
33,4 0,97
21,3
2,56
19,3
1,76 10,2
60,75
65,3 53,50 69,0

Lan.

1934
4,75
27,6
3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
3,65
80,2 2,30
17,4
3,08
179
62,50
67,2 53,75
69,4
rebr.
3,40
19,8
2,77
21,2
65,25
28,2
58,50
24,8
133,00
28,8
3,97
87,3
1,63
12,3
3,12
18:1

63,-
67,7
53,50 69,0
Maart

»
3,25
18,9
2,72
5

20,8
70,75
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5
5,99
131,6 1,23

—–







9,3
4,24
24,6
61,75
66,4
50,50
65,2
April
3,20
18,6
2,70
5

20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5























63,50
68,3
49,125
63,4
Mci
3,32
6

19,2
2,875
21,9
62,00
26,8 63,00
26,7
154,50
33,4

—–







65,75
70,7
47,50
61,3
Juni
3,67
5

21,4
3,178
24,3
65,00
28,1
74,75 31,7
156,50
33,8
-.

—–








63,25
68,0
43,75 56,5
Juli
3,80
4,375
22,1
3.30
25,3
71,50
30,9
78,75
334
151,25
32,7
63,-
677
44,62
5

57,6
Aug.
»
25,4 4,278
32.7
83,25
36,0
93,50 39,6
159,25
34,4

-.
63,95
88
43,30
55,9
Sept.

,
4,-
23,3
4,15
31,7
77,25
33,4
93,25
39,5
145,50
31,5

63,55
68,3
42,62
5

55,0
Oct.
3,50
20,3
3,70
28,3
69,50
30,0
93,50
39,6
135,25
29,2

—–









—–








60,70
65,3
42,12
5

54,4
Nov.

,,
3,50
20,3
3,45
26,4
71,25 30,8
89,25
37,8
127,75
27,6
1,28
28,1
2,25

—–



—–













17,0
53,75 57,8
44,50
57,4
3 Dec.
3,60
20,9
3,55
27,2 77,00 33,3
92,50
39,2
135,00
29,2
1,24
27,3
1

1,88
14,2
1,75 10,2
53,_S)

57.0
44,50
5
)
57,4
10

,,

»
3,65
21,2
3.65
27,9
77,50
33,5
93,00
39,4
137,50
29,7
1,36
29,9
1
2,04
15.4 1,82 10,6
54,_6)

58,1
44,25
6
)
57,1
17

»
3,45
20,1
3,55
272
75,00
32,4
91,00
38,6
132,50
28,6
1,23
27,0
1
2,
15,1
1,75
10,2
52,-
7
)
55,9
45,-7)
58,1
21
3,20
18,6
3,55 27,2
75,00
32,4
90,00
38,1
133,00
28,8
1
54,_8)
58,1
44
,
758) 57,7
1) Men zIe voor de toelichting op dezen staal de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 ?ebr. 1931 en IS Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 tot
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 K.G. Hongaarvclit- vanaf 26 Mei 1930 tot 23Mei1932 74 K.O. Zuld-Russische; van 23 Mei 1932 tut 2Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
Tot
Canada.Van 19 Sept.’32 tot 24Juli’33 62163 K.G. Z.-Russ.
5
)1 Dec. 6)8 Dec.
7
)15 Dec.
8)
22 Dec.
8)
6 Dec.
10)
13 Dec.
11)
20 Dec.
12)
7 Dec.
3)
14
Dec.
14)
21 Dec.

MINERALEN
TEXTIELGOEDEREN
. DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalsche/
PETROLEUM

.

.
BENZINE KATOEN
WOL

.
WOL
gekamde
KOE-
:
KALK-
Bollandsche
bunkerkolen, Mid. Contin.
C’i
e
Osilf exp.
gekamde
ra
.
Australische,
HUIDEN
SALPETER
__________.
__________

onezeetd f.o.b.
3 t,m

.9°
54j5ft
$cts. per
,

Mlddting
locoprijzen
F.G.F.
Sakella-
O
F. No.
1
si
ertn,
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf,open
kop
Gld.per
100 KO.
R dam/A’dam
per
i000
K.G.
b

g.
1
per

arre
U.S.
gallon New-York
rides
uomra
Liverpool
oco
eTib
or
P

.
Av.
loco
57-61 pnd.
netto
perlb.
Liverpool
Bradford per Ib.

1925
f1.
10,80
%
100,0
$
1.68
Olo
100,0
$cts.
14,86
01
100,-
$ cts.
23,25
0
10
100,0
pence
29,27
0/o

100,-
pence
9,35
0
/0
100,-
pence
55,00
01
100,0
pence
29,50
0/
100,0
f1.
34,70
o
le
100,0
8.
12,-
°lo
100,0
1926 17,90 165,7
1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30
67,4
47,25
85,9
24,75 83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75.3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2
26,50
89,8 40,43-
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98 67,2 20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15 82,4
17,05
58,2 6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930 11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0 3,92
41,9 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0
7,33
25,0 3,08
33,0 21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4.50
30,3
6,45
27,7
5,21
17.8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00 64,8 0.45 26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0 9,50 32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
Jan.

1932
8,25 73,3
0.71
42,3
5,25
35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00 30,5
11,63
33,5
7,10 59,2
Febr.,,
8,25
76,3
0.71
:

42,3
4,92
6

33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00 30,5
11,75
33,9 7,25
60,4
Maart

,,
8,35
77,3
0.71
42,3
4,62
5

31,1
6,90
29,7 5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0 8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
April

,,
8,65
80,1
0.86
51,2
4,34
29,2 6,25
26,9
5,08
17,4
3,08
33,0
16,50
30,0
9,00
30,5
9,25
26,7 7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86 51,2
4,25
28,6 5,80
24,9
4,57
15,6
2,76
29,5
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88
25,6 7,40
61,7
Juni
8,25
76,3
0.86 51,2
4,25 28,6 5,25
22,6
4,44
15,2
2,55
27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,
25,9 7,40
61,7
Juli

»
8,10 75,0
0.86
51,2 4,25
28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,1

Aug.,,
7,80
72,2
0.86
51,2 4,30 28,9 7,35
31,6
5,71
19,5
3,33
35,6
15,75
28,6
8,25
28,0

34,6 5,70
47,5
Sept.
7,75 71,8
0.86
51,2
4,375
29,4 7,75
33,3 6,37
21,8
3,64
38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.,,
7,65
70,8
0.86
51,2 4,45 29,9 6,50 28,0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6
8,50
28,8

40,3
6,-
50,0
Nov.,,
7,40
68,5
0.86
51,2
4,60
31,0
6,15
26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0

34,6 6,10 50,8
Dec.
7,25
67,1
0.745
44,3
4,436
29,8 5,95 25,6 4,73
16,2
2,80 30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7
Jan.

1933
7,05
65,3
0.53
31,5
4.16 28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20
66,7
0.38
22,6
3,97 26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78 29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9 6,40 53,3
Maart

,,
7,25
67,1
0.38
22,6 3,87
6

26,1
6,40 27.5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75
26,3
10,75
31,0 6,40
53,3
April

,,
7,25
67,1
0.37 22,0 3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4
6,40
53,3
Mei
7,15
66,2 0.23
5

14,0
2,95
19.9
7,30
31,4
5,60
19,1
3.07
32,8
17,00
30,9
8,25 28,0
12,25
35,3
6,40
533
Juni
7,15
66,2
0.25
8

15,2
3,02 20,3 7,85 33,8
5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6
9,00 30,5
15,75
45,4
6,40
53.3
Juli

,,
7,05
65,3
0.41
24,4 3,33 22,4 7.60
12,7
5,76
19,7
3,20 34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.

»
6,95
64,4
0.37
22,0
3,37
22,7
6,90
29,7
5,39
18,4
2,91
31,1
20,75
37,7
9,75
33,1
‘14,75
42,5
5,80
48.3
Sept.
6,85
63,4
052
31,0
3,50
23.6
6,60
21
5
,4
4,70
16,1
2,54
27,2 21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85 48,8
Oct.
6,60
61,1
0.66
39,3
4,04 27,2
6,40
2,5
4,55
15,5
2,48
26,5 20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8 5,90 49,2
Nov.
6,75
62,5
0.66
39,3
3,72 25,0
6,25
26,9
4,63
15,8
2,39
25,6 23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6 5,95
49,6
Dec.

,,
6,95
64,4
0.67
39,8
3,75
25,2 6,50
28,0
4,89
16,7
2,38
25,5 25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0

k
n.

1934
6,85
61,6
.

0.66
39,3
3,74 25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0

37,5
6,15
51,3
br.
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25
21,9 7,50 32.3 5,64
19,3
2,68 28,7
23,75
43,2
12,75
43,2

37,5
6.20
51.7
Maart
6.25
57,9
0.63
37,5 3,05 20,5
7,40
31,8 5,50
18,8
2,76
29,5
23,25
42,3
11.75
39,8
12,50
36,0
6,25
52,1
April

»
6,30
58,3
0.62
36,9 2,79
6

18,8
.6,95
29,9
5,37
18,3
2,50 26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30 52,6
Mei
6,25
57,9
0.62
36,9
2.88
19,4
6,80
29,2 5,20
17,8
2,48
26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30
52.6
Juni


6.15
56.9
0.62
36,9
2,83
19,0
7,15 30,8 5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50 32,2
11,50
33,1
6,30 52,6
Juli
6,15
56,9
0.62
36,9 2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17.00
30,9 9,00
30,5
11,50
33,1
6.30
526
Aug.

»
6.15
56,9
0.62
36,9
2,68
18.0
7,155
34,0
5,32
18,21
2,85 30,5
16,00
29,1
8.50 28,8
11,75
33,9
5,80 48,3
Sept.

»
600
55,6
15.62
36,9
2,74

1
8,4
7,70
33,1
5,06
17,3.
2,71
29,!)
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6
5.85 48,8
Oct.
6,00
55,6 0.62
36,9
2,60:
17.5
7,10
31,8
4,93
16,8
2,57
27,5
15,00
27,3
8,50 28,8
12,50
36,0
5,90
49,2

Nov.

»

3Dec.


6,10 6,10 56,5
565
0.62
0.62 36,9 36.9
:2,53
2,58′)
.1117,0

l7,4
7,40
744
31,8 32,0 5,42
5,51
6
)
18,5 18,8
2,67 2,74
6
)
28,6
29,3
15,00.
14.00
9
)
27,3
25,5
8,75
8,50
9
)
29.7 28.8
12,-
11,25
11

34,6 32,4
5,95
6,05 49.6
50,4
10

,,
6,10
Sf1,5
0.62
36,9
2,80
3
)
18,8
7,50
32,3
5,447)
18,6
2,787)
29,7
14,50
10
)
26,4 8,50
10
)
28.8
6,05
50,4
17
6.10
55,5
0.62


36,9
2.80
4
)
18,8
.7.50
32,3
5,358)
18.3
2,80
8
)
30,0
.
6.05 50,4
»
6.05
56,0
0,62 36,9
2,80
6
)
18,8
7,55
325
.
6,05
50,4
1)
Ja.or-
en maamlgern.afger. opt/a pence. 2)1 Dec. )8 Dec.
4
)15 Dec.
5
)22
Dec.
6)5
Dec.
7
)12 Dec.
8)19
Dec.
9
)6 Dec.
10)
13Dec.
11)4
Dec.”) 11 Dec.
13)
18Dec.

27 December 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1141

ZUIVEL EN EIEREN

METALEN

BOTER
K.G.
per
BOTER

i
G
n

KAAS
Edammer
Alkmaar
EIEREN
Gem.
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
1
ZINK
GOUD
ZILVER Leeuwar-
Fabrieks-
not.
Eiermijn
Standaard
Locoprijzen
Locoprijzen
locoprijzen Foundry
IJZER

ILOCOPrIJZen
cash cash
derComm,
Noteering
CSIS
Zuivel
kaas
ki.
Roermond
Londen Londen
per Eng. ton
Londenper
Eng, ton
No. 3 f.o.b.
Middlesb.
III) p.
Eng. t. f.o.b.
1
Londen
per
Londen
per ounce
Londen per
Standard
Centr
m/merk
perSOK.G.
p. 100 st.
_
per Eng. ton

1
perEng.ton
Antwerpen
Eng.ton
line
Ounce

925

2,31
‘6
100,0
E

1E
56,-

01,
100,0
0.
9,18
°/o
100,0


r

61116
010
100,0
36.816
ij
100,0
T
261.171-
-010

100,0
Sh.
731- 1
10
100,0
sh.
671-
%
100,-
£
36.316
Olo
100-
sh.
8516
010
100,-
oence
2
1
/
0/o
100,0
1926 1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1 8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,
851-
99,5
28″
89,3
927
2,03
87,9

43,30
77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7
24.41- 66,4
290.41-
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
851-
99,5
26
0
14
83,3
928
2,11
91,3

48,05
85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.5/6
69,9
851-
99,5
261/i6

81,1
929
2,05 88,7

45,40
81,1 8,11
88,3
75.14!-
121,9
23.5/-
63,8
203.15/6
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851-
99,5
24
7
1
76,2
1930
1,66
71,9

3845
68,7
6,72
73,2
54.13/-
88,0
18.116
49,6 142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
99,5
17
11
/i
55,4
1931
1,34
58,0

3130
56,9
5,35
58,3.
36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.11-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
13
3
/
41,6
1932
0,94
40,7

22,70
40,5 4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.21-
37,1
42/-
57,5
37/-
55,2
9.16i-
27,1
118/-
138,0
l27/
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35,8
7.1716
21,6
131.181-
50,1
411-
56,2
351-
52,2
10.12/6
29,4
124(7
3
14
145,8
12
3
19
38,5
Jan.

’33
0,73
31,6
0,89
21,75
38,8
4,27
46,7
19.171-
32,0
7.81-
20,3 100.1/6
38,1 4016
55,5
3416
51,5 9.191-
27,5
12218
143,5
1l”/i
36,4
Febr. ,,
0,65
28,1 0,91
20,60
36,8
47,4
20.31- 32,5 7.71- 20,2
104.716
39,9 431-
58,9
34/-
50,7
9.151-
27,0
12015
140,8
1115116
37,2
Mrt.
0,53 22,9
0,99
19,40
34,6 2,80 30,5
20.-/6
32,3
7.10/-
20,6
104.1813
40,1
43/-
58,9
3417
51,6
10.7/-
28,6
12015
140,8
12
7
/1e
38,7
Apr.

,,
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,075 22,6
20;11/6
33,1
7.1216
20,9
109.17/-
42,0
431-
58,9
35/6
53,0
10.8/6
28,8
12011
140,4
I2
1
/36
39,9
Mei

,,
0,52
22,5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.61-
22,9
128.17/6
49,2
4116
56,8
3616
54,5 10.131- 29,4
12316
144,4
13
1
14
41,2
Juni

,,
Juli
0,52 0,55
22,5
23,8
1,-
23,50
42,0 2,50
272
25.71- 40,8
9.41-
25,3
151.101-
57,9
42/-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1
122134
143,0
1311
4

41,2
Aug.

,,
0,63 27,3
1,-
1,-
18,50 18,90
33,0
33,8
2,60
3,575

28,3 38,9
25.161-
24.51-
41,6
39,1
9.21-
8.416
25.0
22,6
148.116
145.31-
56,5 55,4
4116
41/-
56,8 56,2
35/-
351-
52,2 52,2
12.1/-
11.7/-
33,3 31,4
1231104
144,9
127/16

12
38,7
Sept.

,,
0,66
28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.16/6
36,8
7.16/-
21,4
140.17/6
53,8
39/6
54,1
34(6
51,5
10.18/6
30,2
125/10
130/11
147,2
153,1
1115/
16
37,4
37,2
Oct.

»
0,68 29,4 0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1!-
35,5
7.14/-
21,1
145.5/-
55,5
39/6
54,1
34/6
51,5
10.13!-
29,4
131/1
153,3
11
7
/8
37,0
Nov.

,,
0,65
28,1
0,90 20,80
37,1
5,80
63,2.
20.616
32,7
7.1316
21,1
150.916
57,5
40!-
54,8
3416
51,5
9.196
27,6
128154
150,1
12
1
14
38,1
Dec.

,,
0,60
26,0
1,-
20,40
36,4
5,475

59,6 21.11-
33,9
7.121-
20.9
153.81-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9.191-
27,5
12612+
147,6
12
9
106
39,1
Jan.’34
0,50
21,6
1,-
2040
,
36,4
5,05
55,0 21.71-
34,4
7.71-
20,2 148.31-
56,8
3916 54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.,,
0,47
20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131- 53,7
3916
54,1
3615
54,4
9.-/6
24,9
13711
160,3
12
1
1
38,9
Mrt.,,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7
144.15(6
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618
159,8
12
5
1
39,3
Apr..,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7 2,72
29,6
20.14/6
33,4

7.416
19,8
150.1016
57,5
41/6
56,8
3412
51,0
9.7/6
25,9
135114
158,0
12116
38,7
Mei
»

0,41 17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27.7
20.41- 32,5
6.1616 18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
115
37,5
Juni,,
0,41
17,7
1,-
19,40
34,6
2,74′
29,9
19.1816
32,1
6.141-
18,4
140.11-
53,5
4016
55,5
3119
47,4 8.161- 24,3
137/84
161,1
12
0
14
38,1
Z
Juli
,
0,40
17,3
1,-
21,50 38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5
142.91- 54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137/11 161,4
12
3
14
39,7
ug.,,
0,43
18,6
1,-
20,90 37,3 3,32
5

36,2
17.61-
27,9
6.141-
18,4 139.716
53,2
401-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
138/6
162,0
13
40,5
Sept.,,
10,43
18,6
1,-
18,12
5

32,4
3,31 36,1
16.101-
26,6 6.516
17,2
137.171- 52,6
3916
54,1
32/6
48,5
7.17!-
21,7
141/-
164,9
13
1
/8
40,9
Oct.,,
0,43
18,6
1,-
1737
6

31,0
3,95
43,0
16.31-
26,0
6.61-
17,3
137.1916 52,7
3916 54,1
32/6
48,5
7.7/-
20,3
141110
165,9
14
43,6
Nov,,
0,47
203
1,-
17,-
30,4 4,526
49,3
16.11/6 26,7
6.8!-
17,6
139.8/-
53,2
40/-
54,8
32/6
48,5
7.7!6
20,4
139/64
163,2
14
7
/s
46,3
3 Dec..
0,50
0

21,6
1

15,50
11

27,7
4,20
45,8
16.7/-
26,3
6.8/6
17,6
139.6/-
‘53,2
40/-
54,8
32/6
48,5
7.7/-
20,3
140/2
163,9
15
1
/1
46,9
10
0,55
10

23,8
0:95
j5,13

26,8 4,10
44,7
16.13/-
26,8
6.5/6
17,2
137.3/6
52,4
39/6
54,1
34/6
51,5
7.216
19.7
140144
164,2
l4″/j
45.7
Ii
0,55
11

23,8
0,95
15,50
04

27,7
4,15
45,2
17.-!-
27,4
6.4;6
17,1
136.19/-

52,3
39/6
54,1
34/6
51,5
7.2/- 19
.
6
1
140
/
7

164,4
14
9
116
45,3
24

,,

,
3,95
43,0
17.-J6
27,4
6.516
17,2
136.14(6
‘52,2
39/6
54,1
34/6
51,5 7.61-
20,2140/8
164,5
114118
44,7
Sept.
1832 79 K.O.
La I-‘lata; van 26 Sept. 1932 tot S Febr. 1934 Manitoba No. 2
3
/Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van an. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 64/5 K.G. Zuid.Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3

BOUWMATERIALEN

KOLONIALE PRODUCTEN

VURENHOUT
S T
E
E
N
E
N
CACAO
COPRA
KOFFIE
SUIK

R
THEE

INDEXCIJFER

Zweden!


binnenmuur

buitenmuur
G.F.Accra
Ned._lnd.
Robusta
Rlbbed Smoked
Finland
Sh:ts
suiker
‘ae
Grond
Kolo-
nlale
d
per

per
per
1000
stuks per
1000
stuks
K.G. c.i.f. Nederland
per
100
K.G.
Amsterdam Rotterdam
per
‘l

KG.
lo

n
COper
R’darn/A’dam
per
100
K.G.
Java- en Suma-
trathee
p. ‘/ 1(0.
stoffen
Ib.
d?en

/
0
10
f
0/
/
°lo
ah.
O(
/
°/o
cts.
01
Sh.
°/o
fi
0
10
cts.
%
925
159,75
100 15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
5

100,0 61,375 100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75

101,6 19,50
102,6
491
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
2!.’
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
86.0
102.0
1927
160,50 100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62′
90,9
46,875
76,4
1/6,375 51,6
19,12′
102,0
82,75
97,9 87.5
108.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5

88,9
49,625
80,9
-/10,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45(10
107,9
27,375
76,3
50,75
82,7
-/10,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34(11
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-/5,875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
66.0 64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
5

42,9
25
40,7
-/3
8,4
8,-
42,7
42,50 50,3
46.8
46.6
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
‘39,1 -/1,75
4,9
6,32′
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0 9,30
25,9 21,10 34,2
-/2,25
6,3 5,52
5

29,5
32,75
38,7
35.2
34.7
Jan.

’32
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
1

36,6 23
217,5
-12,125 6,0 7,35 39,2
32
37,9
30.5
39.1
Febr.
82,50 51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
18/1
42,6
14,50
40,4′
23
37,5
-12
5,6 7,05 37,6
30
35,5
38.3
38.3
Mrt.

»
70,00
43,8
9,75
62,6
18.-
94,7
2119
51,2
14,75
41,1
23
37,5
-/1,625
4,6
6,25 33,3
31
36,7
37.0
39.7
Apr.

»
70,00
43,8
9,75 62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5 -11,5 4,2
5,90
31,5 29,25 34,6
38.2 38.0
Mei

,,
70,00 43,8
8,50 54,8
15,-
78,9
2016
48,2
13,25
36,9
23,50
,
38,3
-11,5
4,2
5,625
30,0
30,25
3,7
35.2
38.1
Juni

»
70,00
43,8
8,50
54,8
15,-
78,9
2016
48,2
12,37
5

34,5
24
39,1
-11,375 3,9 6,30
33,6 28,50
33,7
34.2
38.7
juli

,,
67,50
42,3
8,50
54,8
15,-
78,9
20/1
47,3
12,375
34,5
24
39,1
-/1,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.8 37.6
Aug.
»
63,00 39,4
8,50
54,8
15,-
78,9
20/7
48,4
12,375
34,5
24
9,I
-/1,75
4,9
6,57
5

35,1
22,75
26,9
35.9
37.4
Sept.
60,00
37,6
8,75
56,5
15,-
78,9
2112
49,8
12,75
35,5 25,25
41,1
-/2,125
6,0 6,52
5
34,8
23,75
28,1
37.8 38.5
Oct.

»
63,50
39,7

58,1
14,50
76,3
.18/8
43,9
12,37
5

34,5
26,50 43,2
-11,75
4,9
6,32
5

33,7
28,50
33,7
36.2 38.7
1
Nov.

»
63,50 .39,7
9,50
61,3
14,25
75,0
17/6 41,2
12,125
33,8
24,50
39,9
-11,75
4,9 5,87
5

31,3
30,75 36,4
35.8 37.2
Dec.

»
65,00
40,7

64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-/1,75
4,9
5,50
29,3
28,25
33,4
34.0 35.7
Jan.

’33
70,00
43,8 9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,l
-11,625
4,6
5,37′
28,7
25 29,6
33.2
34.1
Febr.
»
70,00 43,8 9,25
59,7
13,-
68,4 15/9
37,1
10,62
5

29,6
23,75
38,7

11
,5


4,2
5,60
29,9 26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.
70,00 43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
16/3
38,2
10,375
28,9 23,50
38,3

11,5
4,2
6.-
32,0
26,25
31,1
82.4 34.9
Apr.

»
70,00
43,8 9,75
62,6
12,75
67,1
15
1
5
36,3 9,50 26,5 23,50
38,3

1
1,625
4,6
6,07′
32,4
27,50
32,5
32.8 34.9
Mei

» 70,00 43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38,8 9,50 26,5
23
37,5
-12
5,6
6,02
5

32,1
26,50
31,4
34.2 35.0
Juni

,,
72,50 45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
18
1
1
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6

1
2,375 6,7
6,35 33,9
31
36,7
37.2 37.5
Juli

»
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475 26,4
22,50
36,6 -12,625
7,4
5,92
5

31,6
33,50
39,6
38.2 37.4
Aug.
»
75,00 46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
1615
38,6
8,75
24,4
20,75
33,8

1
2,625 7,4 5,27
5

28,1
35,25
41,7
36.5
35.6
Sept.
»
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14
1
5
33,9
8,25 23,0
19,75
32,2
-12,5
7,0
5,376
28,7
36,75
43,5
36.7
34.6
Oct.

»
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
12
1
7
29,6
7,62
5

21,3
17,75
28,8

1
2,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0
36.5
38.4
Nov.
»
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
12
1
6
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5

1
2,75
7,7
4,65
24,8 40,50
47,9
86.4 32.7
Dec.

»
75,00 46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
1115
26,9
7,975

22,2
16
26,1
-/2,875
8,1
4,75
25,3
41
48,5
31.1
31.3
Jan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
‘12110
30,2
7,I5
20,8
16,50
26,9
-12,875
8,1
4,95 26,4
45,50
53,8
36.9
8%8
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
7,25 20,2
17,25
28.1
-13
8,4
4,975

26,5 46,75 55,3
35.9
35.9
Mrt.
»

80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9

1
3,25
9,1
4,525
24,1
45,50
53,8
35.7
35.2
Apr..
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
14
1
4 33,7 6,55
18,3
17,75
28,9

/3,625
10,2
4,25
22,7
44,25 52,4
35.6
34.5
Mei
,
80,00
50,1
9,25
59,7 11,25
59,2
1512
35,7 6,72
5

18,7
17
27,7
-J4
11,2
4,15
22,1
42,75
,
50,6
35.1
34.8
,,
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15/4
36,1
7,-
19,5
17
27,7
-J4
11,2
4,20 22,4
41,-
48,5 34.5
338

,

i
n
,

li
77,50
48,5
7,50
48,4
10,-
52,6
13/11
32,7
6,92
5

19,3
16,75
27,3
–/4,375
12,3
3,976 21,2
40,50
47,9
34.1
32.2
g.75,50
47,3
7,25
46,8
9,50
50,0
12/10 30,2 6,87
5

19,2
16,50
26,9 -14,5
‘l2,6
3,975
21,2 39,75
47,0
33.9
31.4
pt..
73,50
46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
1215
29,2 6,65
18,5
16,50
26,9
-14,5
12,61
3,725
19,9
32,25 39,6
33.1
29.5
Oct.,,
73,00
45,7
7,-
45,2

8,75
46,1
11
1
7
27,3 6,70
18,7
16,50
26,9
-(4,125


ilI,6.
‘3,525
18,8
32,75
38,8
32.7
27.8
Nov.,
73,00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
12
1
3
28,8 6,62
5

18,5
16
26,1
-/3,875
-10,9,
,

3,15
16,8
33
39,1
32.1
27.6
3 Dec.,
10
73,00
73,00
45,7
45,7

1212
11

28,6
7,-
19,5
16
‘26,1
-/3,875
10,9

3,25
17,3
34,50
10
)
40,8 32.7
28.1
»

,,
17

,

»
73,00
45,7
12110
12

131
1
3
30,2
30,6
7,-
7,19
19,5
20,3
16 16
26,1 26,1
-13,8125
-13,8125
10,7
10,7
3,375
3,375
18,0 18,0
32.6
32.7
28.0 28.8
24

»

» 73,00
45,7
– –
7,19
1

20,3
1

16
26,1
3,370
18,0
32.7 28.9
W
.B.
aula ronaonn010erungon vanat 21 Sept. 11 zijn op goudbasis omgerekend; de Doliarnoteeringen vanaf 20April’33 zijn in verhouding van de do preciatie
,an don Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.

.

1142

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 December 1934

BANK VAN ENGELAND.

Bankbilf.
1
Bankbilf. Other Secu ritjes
Data
Metaal
in
‘in BankinglDisc.
and Securities
clrculatie
1
Departm.
Advances

19 Dec.

1934
192.773
401.991

1

50.226′
7.024
1

12.407
12

,,

1934
192.737
393.221

58.961 10.136

10.613

22 Juli

1914
40.164 29.317
33.633

Gov.
Public
1
_Other Deposits
1 1

Dek
Data
Sec.
Depos.
Bankers
1

Other
Reserve1
kings-
Accounts
perc.
1)

19 Dec. ’34
1

83.841
8.390
1
90.733

37.000
50.7821
37,3
12

,,

’34
1

85.821
1

7.926
1103.303

36.958
1
59.5161
40,1

22 Juli ’14
11.005 14.736
42.185
1
29.2971
52
‘ verriouaing iusscnen teserve en ueposlts.
BANK VAN FRANKRIJK.

Data
Goud IZiiverI
1 Te goed
in het

Wis

Waarv.l

op het
Belee-
1
Renteloos
voorschot
buitent.
sets

buitenl.

ningen
Iv.
d. Staat

14 Dec.’34182.232
7021
9
4.2211
951
4.658 3.200
7

,,

‘34182.314
6961
10 4.2081
951
4.668 3.200

23 Juli ’14j
4.104
6401

1.5411
8
769

Bons v. d)
Diver-
1
1

Rekg. Courant
Data
zelfst.
sea’)
Circulatie
____________
1

1
Zet/st.
1
Partt-
Staat
amort.k.
1
lamort.k.Pcuueren

14 Dec.’34
5.898
1

2.156
1

80.905
1

1.338
1

2.859
116.455
7

,,

’34
5.898
1

2.267
1

81.290
1

1.412
1

2.666
16.473

23Juli’14

1


1

5:912

1

401

1

1

943
aiuitpusi
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
beviezen
Andere
Data
Goud
bij bal-
1

als goud-
wissels Belee-
tenl. circ. dekking
en
nin gen
banken
1
)
geldende
cheques

15 Dec.

1934 78,7
21,2
1

4,3
3.595,0
97,5
7

,,

1934
78,6
21,2
1

4,2
3.703,4
91,5

30 Juli

1914 1.356,9
– –
750,9
50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
1
Diverse
ten
Activa’)
latie
Cr1.
1
Passiva

15 Dec. 1934
436,2
1

678,8
1

3.719,6
1
1

317,3
7

,,

1934
437,7
1

681,6 3.716,8
1

856,8
1

312,6

30 Juli

1914
330,8
1

200,4

1

1.890,9

1
1

40,0_
-, jIIue,asI.

1 W.U. ncntcIIua,,KscIIelIIv 10,1 IJCC. Wal, [tap. u; Liv 111111
NATIONALE BANK VAN BELGIE
(Rn Belga’s).

Data

Goud
0
,3
,

0

Rekg.Crt

ei
.ie
1934

8

20 Dec.
12.503
2.504

86
656
1119
1
40
3.513
29
196
13

,,
!

84
677
1
105
1
344
40
1
3.514
29 198

Goudvoorraad
Wissels

Data
,,Other
cash”‘)
Totaal
1

Goud-
1

certi/i-
in her-

1
disc.
v.
d.
1
In de
open
bedrag
cateni)
member
1
markt
banks
1
gekocht

5Dec.’34
5.131,4
1

5.111,6
218,8
10,5

1
5,7
28Nov.’34
5.107,4
_5.087,3
220,2
11,9
1

5,7

Belegd
1 1
i’otaai
0

fort
es
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek.
Data
in
U. S.
Gov.Sec.
1
in circu.I
Kapitaal1
kings-
1

kings-
atie
1
1

perc.a

1

perc.
4)

5Dec.’34’
2.430,21
3.213,8
1
4.347,7
1

146,9

1
70,8
1

28 Nov.’341
2.430,2
1
3.188,5
1
4.354,0
146,9
70,6
1


‘)
heLt ,.xrtiIIealen weruen uoor ue
0CflTKI5I aan
ue tçeserve
nanen
gegeven voor de
overname
van het goud, toen de
$
op
31Jan.’34 van
lOO op 59.06 cents werd gedevalueerd.
,,Other Cash” does not
include Federal
Reserve Notes
or a Bank’s
own Federal
Reserve bank notes.
Verhouding
totalen goudvoorraad tegenover opelacbbare
schulden: F. R.
Notes
en netto
depoelto.
4)
Verhouding
totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig
beta1midde1
tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

Data
1
Aantal
Dis-
conto’s
1
1

Beleg- IReservcl
1

bij de
1

Totaal
1
Waarvan
leening.j
en
gingen
1

F.
R.
depo-
sito’s
time
1
deposits
helpen.
1
1
hanks

1
28 Nov.’341
3
7.705
10,059

1
3.108

1
18.768
1

4.392
21

‘l
2
1

7.691
9.997

1
3.198
18.766
1

4.422
van
.tu nuo. flaflk, 00 .IavabCne OUnK en 00 DanK OT tfl9.
land zijn in duizenden, alle overige posten in millioenen van de be.
treffende valuta.

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte
Balans
op
24
December
1934.

Activa.
Binnen!. Wis-t Hfdbk.
f
22.957.754,08
sels, Prom., Bijbnk. ,,

553.052,77
enz.in
disc.Ag.sch.,,
3.137.17u,53

26.647.977,38
Papier o. h. Buiten!. in
disconto
……

Idem
eigen
portef.
.
f

866.250,-
Af:
Verkochtmaar voor
de
bk.nognietafgel.,,-

866.250,_
Beleeningen Hfdbk.
f
98.368.590,231)
ncl.
vrsch.
Bijbnk.

4.442.174,26
in rek..crt. Ag.sch. __
38.453.652,53
op onderp.
f 141.264.417,02

Op Effecten ……
f
136.607.92,45
1
)
OpGoederenenSpec.,,
4.657.124,57 141.264.417,021)
Voorschotten
a.
h. Rijk …………….

Munt, Goud ……
f
102.182.355,-
Muntmat., Goud ..,,
739.853.459,65

f 842.035.814,65
Munt,
Zilver,
enz.
,,
17.670.322,12
Muntmat. Zilver.. –
859.706.136,77
2
)
Belegging
van kapitaal,
reserves
en
pen-

sioenfonds ……………………,,

37.014.632,69

Gebouwen en
Mub.
der Bank ……..,,

4.970.000,-

Diverse rekeningen ………………,,

4.738.240,01
Staatd.
Nederl.
(Wetv. 27/5/’32,
S.
No. 221)
,,
16.996.491,37

f 1.092.204.145,24
Passiva.

Kapitaal ……………………….f

20.000.000,-

Reservefonds ……………………,,

3.807.914,92

Bijzondere reserve ………………,,

5.000.000,-

Pensioenfonds ………………….,,

9.286.676,50

Bankbiljetten in omloop ………….. ,,

882.446.915,_

Bankassignatiën in omloop ……….,,

270.769,42
Rek..Cour. J Het Rijk
f
11.914.727.49
saldo’s: ( Anderen

156.193.484,92
,,

168.108,212,41
Diverse rekeningen ……………… ,,
3.283.656,99

f 1.092.204.145,24

Beschikbaar metaalsaldo …………
f
439.335.160,09
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is

1.098.337.900,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank

ondergebracht………………..,,


Waarvan aan
Nederiandsch-lndig
(Wet
van
15 Maart 1933, Staatsblad
No.
99)
……../
73.789.100,-
Waarvan in. het
buitenland ……………………. ..
49.775.319,64
Voornaamste posten in
duizenden guldens.

Goud

Andere Beschlkb. Dek-
Data

Circulatle opelschb. Metaal- kings Munt1Muntmat.

schulden_saldo _perc.

24
Dec.
’34 102182 739.853 882.447 168.379
1
439.335 82
17 ,, ’34 102182 739.853 872.149 183.485 438.273 82

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521

54
Totaal
1
Schatkist- B
1 –

Papier Diverse
Data

bedrag promessen

e ee

op het

reke-
dl.çronta’, ,pphfat,ppk, n neen

h,ilh,OI

24 Dec. 1934 26.648

141.264

866

4.738
17 ,, 1934 27.323

144.378

866

4.732

25 Juli 1914 67.947

61.686 20.188

509
‘)Onder de activa.
JAVASCHE BANK.

Data

1
Goud
1
Zilver
Circulatle
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

22 Dec.’34
2
)
1L410
178.830
38.850
54.338
15

,,

1342j
141.020 181.480
32.990
55.232

24Nov.1934
113.497

1

29.264
180.606
34.206 56.836
17

,,

1934
113.4951

28.498
184.070
34.277
54.655

25 Juli 191.41
22.057
1

31.907
110.172
12.634
4.842

Wissels.
Diverse
Dek-
Data
butten
Dis-
Belee-
reke-
kings-
N.-!nd.
conto’s
ningen
Izingen
[)
percen- hetaalb.
tare
22 Dec.’34
2)
690
69J40
17.900
65
15

,,

1342)
460
70.510 14.550
66

24Nov.1934
1.105
10.045
66
9.739

1

53.523
17

,,

1934
608
9.769
1

56.235
12.726
65

25 Juli1914
6.395
7.259

75.541
2.228
44
t
)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

I

/

‘7

:7

Auteur