19 DECEMBER 1934
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch Stati*sti*sche
Ber ic
–
ht’en
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
19 JAARGANG
WOENSDAG 19 DÉCEMBER 1934
No. 990
COMMISSIE VAN
REDACTIE:
P.
Lief tinck; N. J.
Polak;
J. Tinbergen; F. de Vries en
H. M. H. A.
van
der
Valk (Redacteur-Secretaris).
Redactie-adres:
Pieter de
Hoochweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende
stukken: Bijkantoor
Ruigeplaatweg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties f 0,50 per regel.
Plaatsing
bij abonnement
volgens tarief.
Administratie van abonnementen en
adver-
tenties:
Nijgh
4
van Ditmar
N.V.,
Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening No.
145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Btatistisch Kwartaalbericht f 1.—. Laden en donateurs ontvangan
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op
de verdere publicaties.
BERICHT.
In verband met de a.s. feestdagen zal het volgend
nummer op Vrijdag 28 December verschijnen.
INHOUD.
Blz.
Mededeelingen van de Centrale Commissie voor de Rijn.
vaart……………………………………
1112
ENKELE BESCHOUWINGEN OVER DE UITVOERING DER
ONGEVALLEN WET DOOR I3EDRIJFSVEREENIGINGEN
door
P.
Beyer
………………………………..
1112
De niassa-flhiaalonderneming op den tweesprong door
Ir.
K.
F.
Malle
…………………………..
1113
De
subsidie
aan
de
Engelsche
,,trarnp”-vaart door
C.
Veriney ………………………………..
1115
Verhooging van het restrictie.percentage voor de thee-
producenten ………………………………
1116
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
Schatting van de wereldsuikerproductie voor het
oogstj aar 1
934/’35.
Wereidverbruik, in- en uitvoer
van suiker in
1933/’34
door
Dr.
Gustav Mikvsch
1117
AANTEEKENINGEN:
De Engelsch-Poolsche kolenovereenkonist ……..
1119
De ruimte op de Engelsclie geld. en kapitaalmarkt
1120
De vooruitzichten voor de ol)enbare financiën in
Tsjecho-Slowakije ……………………….
1120
•
De economische toestand in België
…………..
1121
Het valutavraagstuk in Italië en andere economische
moeilijkheden……………………………
1121
INGEZONDEN STUKKEN:
Betaalt de auto eigen wegkosten? door
Ir. J. M. I.
Reitsma
met Naschrift door
Dr. J.
van
Staay
..
1122
ONTVANGEN BOEKEN
…………………………
1122
STATISTIEKEN …………………………1123-1126
Geldkoersen.
—
Wisselkoersen.
– Bankstaten.
18 DECEMBER
1934.
De reeds de vorige week vermelde inschrijving op
schatkistpapier zal op 20 December plaats vinden en
wel voor een bedrag van ten •hoogste
f
30 millioen
in scliatkistpromessen en éénjarige biljetten, die
234. pOt. rente dragen. Verder valt er van de geld-
markt niets te melden. De beschikbare middelen zijn
eerder nog iets ruimer; bankaccepteu
/ie
pOt., drie-
maands schatkistpapier
3
1 pOt.
* *
*
• Ook van •de wisselmarkt maar heel weinig nieuws;
het blijft maar steeds bijna verontrustend stil. Pon-
den, •die zich de geheele week binnen enge grenzen
bewogen, liepen tenslotte op 7.30% terug. Dollars
bleven rond de 1.47
v
18 sdhommelen. De
$IEE
koers werd
op ongeveer 4.95 gehandhaafd. Fransche Francs lie-
.pen gisteren iets op en sloten op 9.75
1
A. Belga’s
bleven ca. 34.56. Vrije Auslandsmarken liepen een
fractie achteruit, 59.38. Veel vraag blijft er nog
steeds bestaan naar de verschillende soorten Sperr-
marken, waarvan de koersen een verdere stijging
vertoonden. Zwitsersche Frands met kleine schom-
melingen ca. 47.88. Lires verbeterden eerder nog iets
in koers 12.64. Flauw waren Canadeesche Dollars,
die tot 1.4914! terugliepen. Het is nog moeilijk een
reden voor deze daling aan te geven. Wellicht houdt
ze verband met het langzamerhand minder worden
van de vraag voor handeisdoeleinden en het over.-
maken van rente van in de Vereenigde Staten opge-
nomen leeningen. Pesos nog steeds eerder aange-
boden. MilreLs werden op 10 gedaan.
Van •de termijnmarkt vallen geen wijzigingen te
melden; de marges bleven practiscii onveranderd.
Ook in goud ging maar weinig om;. de prijzen
handhaafden zich. Zeer eenzijdig is de markt in
Marknoten; er is meestal maar één zijde. Gisteren was
er weer veel vraag
3
waardoor de koers tot 55.50 op-
liep.
1112
11.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
December
1934
MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE
VOOR DE RIJN VAART.
VERSLAG VAN DE NOVEMBER-ZITTING
1934.
De Centrale Commissie voor de Rijnvaart heeft hare
tweede zitting in
1934
van 6 tot
13
November te Straats-
burg gehouden onder voorzitterschap van den heer Jean
Gout, buitengewoon gezant.
Als rechtbank voor hooger beroep heeft de Commissie
zes vonnissen gewezen in rechLsgedingan, betrekking heb-
bende op de Rijnvaart.
Zij heeft flota genomen van de verklaring van de Zwit-
sersche Delegatie betreffende do normalisatiewerken tus-
sc,hen Istein en Straaitsburg/Kehi, blijkens welke de werk-
zaamheden gedurende het afgeloopen jaar krachtig zijn
voortgezet en een voorsprong blijven behouden op het werk-
Plan. Volgens cle tot hiertoe •gedane waarnemingen in het
riviervak, waar de eerste werkzaamheden beëindigd zijn,
heeft de vaargeul in het algemeen de iii het ontwerp be-
oogde richting aangenomen. Mcii heeft dcii indruk, dat
de ontworpen breedte en diepte over groote lengten bijna
bereikt zijn.
Naar aanleiding van cle stroombevaring, welke in Juli
1934
op het rivierv.a.k Keulen—Maniiheim door een comité
van Duitsche, Belgische, Engelsche, Fransche, Nederland-scho en Zwitsersche ingénieurs is geschied, heeft de Com-
missie op grond van het rapport van dit Comité met vol-
doening vastgesteld, dat sedert de laatste stroombevaring
van
1924
verbeteringswerken zijn uitgevoerd, welke aan de ontwikkeling der scheepvaart ten goede zijn gekomen.
De Commissie heeft den •wensch uitgesproken, dat de
‘bevoegdo Duitsche administratie een onderzoek zal instel-
len naar de mogelijkheid om grootere diepten te bereiken,
meer in het bijzonder die van het oorspronkelijke plan van
1861, nl.:
2.50
in tusschcn Keulen en St. Goar en
2.00
in
tusschen St. Goar en Man nheim, onder waterstanden over-
eenkomende met de O.L.R.
1932.
Bovendien heeft de Com-
missie in verband met de mededeelingen der Duitsche dele-
gatie, de hoop uitgesproken, dat de opheffing van de schip-
brug bij Koblen•tz zoo spoedig mogelijk in overweging zal
worden genomen.
Ten aanzien van de verhooging van de bruggen bij
Straatsburg/Kehl en van de verhooging of de eventueele
opruinhing van de brug bij Uüningen heeft de Commissie nota genomen van de verklaringen der Duitsche en Fran-
sche delegaties, volgens welke overeenstemming is be-
reikt tusschen cle twee oeverstaten, betreffende het doen
verdwijnen van den hinder, iwelken deze bruggen voor de
scheepvaart vormen.
Zij heeft nota genomen van de verklaring der Duitsche
delegatie, betreffende de aanmeldbureaux (Meldestellen),
uit welke verklaring blijkt, dat •de door de Duitsche Re-
geering genomen maatregelen betreffende de organisatie
dezer buieaux alleen van toepassing zijn op Duitsche schip-
pers en dat de administratie, belast met de contrôle der
uitvoem-ingsbepalingen ervoor moet zorgen, dat er geen
belemmeringen in tegenstrijdigheid met de Akte van Mann-
heim ontstaan voor de onderdanen van andere landen. Al-
leen de schippers zijn in deze aanmeidbureaux georgani-
seerd; noch de vervrachters, noch de expediteurs zijn bij
deze organisatie aangesloten. De Nederlandsche delegatie
heeft verklaard, dat in Nederland geen enkel onderscheid
wordt gemaakt tusschen Nederlandsche en buitenlandsche
schippers en dat de verplichting om zich bij de aanmeld–bureaux iii te schrijven uitsluitend voor binnenlandsehe
transporten geldt. Wat onder ,,binnenlandsche transpor-
ten” moet worden verstaan, is een vraag, ivelke hij den bogen Raad aanhangig is.
De datum van de volgende gewone zitting is vastgesteld
op 25
Juni
1935.
ENKELE BESCHOUWINGEN OVER DE UITVOERING
DER ONGEVALLENWET DOOR BEDRIJFS-
VEREENIGINCEN.
De Ziektewet heeft op overtuigende wij2e aange-
toond, -dart de uitvoering van een sociale verzekerings-
wet even goed en zelfs beter kan geschieden door
bijzondere uitvoeringsorganen dan door Overheids-
organen. Hierdoor herleeft met vernieuwde kracht
het streven om bij de uitvoering -der in-dustrieele On-
gevallenwet het particulier initiatief, meer dan thans
het geval is, in te schakelen. Dat zulks ook door de
regeerin-g wordt gevoeld, blijkt uit de M. v. A. op
hoofdstuk Xa der Staatsbegrooting voor 1934, waar-
in wordt vermeld, dat een wijziging ‘der in-dustriee
–
le
Ongevallenwet wordt voorbereid; met dien verstande,
dat naar het voorbeeld der Ziektewet, aan, door
samenwerking van centrale organisaties van werkge-vers en van arbeiders tot stand gekomen Bedrijfsver-
eenigingen, onder bepaalde voorwaarden, aandeel zal
worden gegeven in de uitvoering der verzekering.
Wij stellen ons voor ihieronder, in groote trekken,
na te -gaan, -hoe medewerking van Bedrijfsvereenigin-
gen aan de uitvoering der industrieele Ongevallen-
verzekering
mogelijk
is.
Bij de
–
totstandkoming der Ongevallenwet 1901 is
een heftige strijd gestreden om het particulier ini-
tiatief in de uitvoering dezer verzekering op te ne-
men. Het resultaat van dien strijd is geweest, •dat de
uitvoering der Ongevailenwet uitsluitend werd op-
-gedragen aan het monopolistische staatsorgaan, de
Rijk-sverzekerin-gs’1ank. Wel werd aan het particulier
initiatief eenige ruimte toegekend in den vorm van
het instituut der risico-overdracht; de
eigenlijke
uit-
voering -der verzekering bleef echter uitsluitend in
handen der Rijksverzekerings’bank. Ook bij de groote
wijziging -der wet in 1921, bleef dit stelsel onveran-
derd, niettegenstaande juist in dien tijd de ‘drang tot
,,zelf-doen” in de sociale verzekering zee -op •den voor-
grond trad, ‘getuige de tot standk-oming der Zee-
ongevallenwe,t 1919, welke wet geheel ‘door particu-
liere organen word-t uitgevoerd. In dit verband md-
moreeren wij nog het plan Posthuma-Kupers (1921)
tot uitvoering der Z.W. en der Land- en Tuinbouw-
ongev-allenwet
1922,
waar de, door werkgevers ge-
vormde, Bedrijfsvereenigingen, ‘geheel gelijkgerech-
tigd aan en tezamen met de Rijksverzekeringsbank
de wet uitvoeren.
De vraag rijst nu, op welke wijze de Bedrijfsver-
een
–
igingen in de uitvoering -der industrieele Ongeval-
lenverzekeririg kunnen worden opgenomen.
Reeds in 1922 werd er door Mr. H. W. Groene-
veld
1)
-op gewezen, dat een wijziging der Ongevallen-
wet in de ee
–
rste plaats -gezocht moest worden in een
nauwere aansluiting dier verzekering aan de Ziekte-
verzekering. De ervaring -heeft nl. geleerd, dat -het
meeren-deel (95 pOt.) -der ongevallen in den zin der
On’geval-lenwet, een arbeidsongeschiktheid met zich
brengt van niet langeren duur dan zes weken. Het
ligt dan ook voor de hand, om dezez.g. lichte onge
vallen -onder -de Ziektewet te ‘brengen, waardoor con-
flicten tussehen het orgaan der On-gevallenverzeke-
ring en de organen -der Ziekteverzekering vermeden worden.. Een voor-deel is dan bovendien, dat de ge-
troffenen sneller dan thans in ‘het genot van cle
hun toekomen’de schadeloosétellingen kunnen wonen
gesteld.
De vrees, dat door een -dergelijke gelijkstelling, de,
krachtens de On-gevallenwet -te verstrekken, vrije ge-neeskundige -behandeling in -het gedrang zou komen,
is ongegrond. Immers gaan wij na, hoe de genees-
kundige behandeling thans geregeld is, dan zien wij,
dat niet de Rijksverzekeringsbank zelf -de behandeling verschaft, -doch dart deze gegeven wordt d-oor de -ge-
wone huisartsen, -die hiervoor, volgens -door -de Bank
vastgestelde tarieven, vergoeding ontvangen. De ver-
goed-ing -dier medische behandeling behoeft in de
nieuwe regeling geheel geen verandering te onder-
gaan; immers de Ziekteverzekeringsorganen zullen
die vergoed-ing op -dezelfde wijze als de Rijksverzeke-
rin-gsbank -kunnen regelen. Hier is geen speciaal ap-
paraat met langdurige ervaring voor noodig. Iets
-ander-s is de mdische contrôle, -die thans vanwege -de
Rijk,sverzekeringsbank op zoo’n voortreffelijke wijze
functionneert. Vanzelfsprekend zal niet iedere
Be-
drijfsvereenigirig over een dergelijken doeltreffenden
medischen contrôledienst kunnen beschikken. De op-
lossing van deze
moeilijkheid
kan ‘geven-den worden
door een in het leven te roepen afzonderlijken diens-t
voor de medische contrôle. Deze dienst zou ‘dan be-
) Mr. H. W.- Groeneveld: Een plan tot bezuiniging en
vereenvoudiging onzer sociale verzekeringswetgeving.
Zie ook het ontwerp Ziekte- en Ongevallenwet
1925.
19 December 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1113
nut kunnen worden door de uitvoeringsorganen der
Ziektewet, Ongevallenwet en Invaliditeitswet, terwijl
ook verschillende Rijks- en Gemeente-instellingen van
dezen dienst gebruik zouden kunnen maken.
Resten nu nog de zwaardere ongevallen, die voor
het verzekeringsorgaan aanzienlijke financieele ver-
plichtingen met zich brengen. Deze verplichtingen
zouden ook zeer zeker aan Bedrijfsvereenigingen kun-
nen worden opgelegd, waardoor de geheele huidige Ongevallenwet mede in handen gelegd zou worden
van Bedrijfsvereenigingen. De overheidsorganen, de
Rijksverzekerinigsbank en de Raden van Arbeid zou
den, evenals hij de Ziektewet, als aanvullende organen
moeten
blijven
gehandhaafd.
Bij het inschakelen van Bedrijfsvereenigingen in
de uitvoering der Ongevallenwet dient men zich
er terdege rekenschap van te geven, dat aan deze
Bedrijfsvereenigingen hoogere eischen zullen moe-
ten worden gesteld, dan voor de uitvoering der
Ziektewet •het geval is. De, door de Ziektewet voor
de Bedrijfsvereenigin’gen gestelde minimum loon-
grens van twee en een half millioen, is voor
een Bedrijfsvereeniging tot uitvoeiiug der Onge-
vallenverzekering veel te laag. Ook de voor de
Bedrijfsvereenigingen tot uitvoering der Land- en
Tuinhouwongevallenwe’t 1922 gestelde loongrens van
zeven en een half millioen moet voor de industrieele
Ongevallenverzekering te laag worden geacht. Deze
loongrens zal aanmerkelijk •hooger dienen te worden
gesteld.
Bij het bepalen dier grens mag niet uit het oog
worden verloren, .dat het ongevallenrisico eenbedrjfs-
risico is, zooda,t een zuivere bedrijfsgewijze uitvoering
dezer verzekering, meer dan bij de Ziekteverzekering,
gewensch’t is. De vrij hoog te stellen loongrens, zal
het echter noodzakelijk maken, dat meerdere bedrijfs-
takken zich tot grootere ‘bedrjfsgroepen zullen heb-
ben samen te sluiten, daar verscheidene bedrijfstakken
niet omvangrijk genoeg zullen blijken te zijn om het
vereischte loon’bndra•g te bereiken.
Waar de te erkennen Bedrjfsvereenigingen tot uit-voering der Ongevallenverzekering dus noodzakelijk
grooter zullen zijn dan de Bedrijfsvereeni’gingen tot
uitvoering der Ziektewet, zullen de kleinere organen
tot uitvoering der Ziektewet zich uitsluitend tot de
Ziekteverzekering moeten blijven bepalen. Een ten-
dens tot uitschakeling dier kleine Bedrijfsvereeuigin-
gen zal hiervan het gevolg zijn. Immers een der groo-
te voordeelen van de uitvoering der Ongevallenver-
zekering door Bedrijfsvereenigingen is, dat het or-
gaan tot uitvoering dier verzekering hetzelfde kan
zijn als dat tot uitvoering der Ziektewet. De werk-gevers, die thans voor de uitvoering der Ziektewet
zijn aangesloten bij een kleine Bedrijfsvereeniging, zullen zich op den duur uit deze kleine Bedrijfsver-
eenigingen terugtrekken, om zich bij de ‘grootere Be-
drijfsvereenigingen, die tevens met de uitvoering der
Ongevallenwet belast zijn, aan te sluiten, om zoodoen-
de het voor.deel te hebben, slechts met één orgaan
voor ‘beide verzekeringen te maken te .hebben. Hoewel
het eenerzijds valt toe te juichen, dat hierdoor het
aantal Bedrjfsvereeni’gingen tot uitvoering der Ziek-
tewet, dat thans zeer zeker te ‘groo.t is (nl. 53), ver-
minderd zal worden, moet anderzijds worden erkend,
dat ‘dit tot onbillijkheden aanleiding kan geven.
Iedere wijziging in de organisatie van een zoo be-
langrijke materie als de sociale verzekering vergt
altijd offers. Hiertegen.over staat . echter, .dat onze
sociale verzekering in haar geheel eenvoudiger en
beter zal blijken te functionneeren dan thans het ge-
val is.
De aldus gedachte organisatie der industrieele On-
gevallenverze’kerin’g, heft de noodzakelijkheid van een
afzonderlijke regeling der Land- en Tiiin’bouwonge-
vallenverzekering op, zoodat beide Ongevallenverzeke-
ringen tot één geheel kunnen worden samengesmolten.
De definitieve regeling van deze reorganisatie zal
nog tal ijan moeilijkheden bij de uitwerking van
detailpunten opleveren. Wij noemen hier o.a. cle. rege-
ling van het brengen van eenheid in de kring der
verzekerden; het stellen van eischen t.a.v. de door •de
Bedrjfsvereenigiiigen te storten waarborgsornmen;
de regeling van het toeziht op de uitvoering der
wet; de gedeeltelijke liquidatie van het omvangrijke
apparaat der Rijksverzecerin’gsbank; de eventueele
omvorming der bestaande ris’icovereeni’gingen.
P. BEIJER.
DE MASSA-FILIAALONDERNEMING OP DEN
TWEESPRONG.
Voor de opkomst en den ondergang van bepaalde
takken van bedrijf worden vaak een veelheid van
oorzaken opgegeven, die elk voor zich juist kunnen
zijn. Maar juist door die veelheid verliest •men dan
wel uit het oog, hoe zeer erkenning of miskenning
van één of enkele leiding-gevende beginselen, begin-
selen, die men echter vergeet te noemen, hoofdfac-
toren bij succes en tegenslag kunnen zijn.
Wat het massa-filiaalbedrijf in zijn strijd om de
markt betreft, hier constateert men een ,,offensief” tegen heL micldenstandsbedrijf. De winkel van de massa-filiaalondernerning wordt, steeds mooier en
grooter, men kan er steeds meer krijgen, kortom, pes-
simisten voorzien den algeheelen ondergang van den
kleinen middenstander.
In werkelijkheid zijn de meeste massa-filiaalhedrij-
ven heel hard ‘bezig hun positie te ondergraven, juist
omdat zij zoo weinig acht slaan op de tendenzen, wel-
ke de goederendistributie beheerschen en waarvan er een en waarschijnlijk wel de voornaamste, uitgespro-ken in het nadeel van .de grootfiliaalondernemirrg is.
Deze factor is de waarde, die de cliënt aan den
tijd toekent.
,,Tijd is geld.” Verder hebben ook zij, voor wie de
tijd feitelijk geen waarde heeft, .gemeenlijk de grootste
haast. Vooral de voorwerpen voor dagelijksch gbruik
zal men met zoo min mogelijk moeite willen betrek-
ken. De ‘straathandel, bakker en melkboer, die ,,komen
hooren”, de ,,winkelier om den hoek”, zij komen in
de eerste plaats in aanmerking.
Nu is het massa-filiaalsysteem niet op ,,hooren”
ingesteld. Het kan ook onmogelijk overal ,,om den
hoek” een buurtwinkel openen. Brengen wij nu ook
nog even de elementen der persoonlijke bediening en
der service naar voren, dan groepeert zich om den
tijdsfactor een aantal eveneens indrukwekkende fac-
toren, die permanent ten nadeele van het massa-
filiaalbedrijf werken. Wil dit dan toch bestaansmoge-
lijkheid hebben, ja zelfs in vele opzichten in staat
blijken te zijn de mededingers te verdringen, dan
moeten er wel zeer sterke machten ten gunste van
het grootfiliaalbedrijf werkzaam zijn. Deze zijn er dan
ook inderdaad. Over het algemeen worden zij even-
wel op verkeerde wijze gegroepeerd.
* *
*
Als het eerste punt noemt men meestal de gewel-
di’ge kapitaalkracht van deze bedrijven, waardoor zij
winkels op de .beste standen kunnen openen en door grooten inkoop lage prijzen kunnen bedingen. Inder-
daad is dit zoo, maar die kapitaaikracht was gevolg
en geen oorzaak.
Over de geheele wereld is het massa-filiaalbedrijf
uit den winkel van den middenstander gegroeid. Zulks
in een tijd, dat de coöperatie haar vleugels al uit be-
gon te. slaan. De beginnende assa-filiaalonderneming
was dus zeer zeker niet groot-kapitalistisch, zij was
ook niet de eerste mededingster op de markt, die in
het groot inkocht!
De ontstaansoorzaken van een massa-filiaalonder-
neming zijn in hoofdzaak steeds tot het volgende
terug te voeren.
1114
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 December 1934
In een bepaalde branche zijn de winsten hoog, de
détaillisten niet bepaald deskundig. Eén hunner, on-dernemender en deskundiger dan de anderen, maakt
goede winsten. Deze zijn de basis voor de verdere uit-
breiding. Aan het begin van elk massa-fil’iaalbedrf
staat kennis van de markt. En uit clie marlctkenn’ts
groeit dan welhaast marktbeheersching.
In het aanvankelijk spaarzame aantal winkels, dat
het systeem rijk is, wordt precies verkocht wat de
klant hebben wil en tegen zoo billijken prijs, dat de
factoren ten nadeele van het massa-filiaalsysteem er
ruimschoots door geneutraliseerd worden.
Tegen den hoofdfactor ten nadeele, de waardeering
van den tijd, strijdt de groot-filiaalonderneming ook
door het oprichten van steeds meer filialen. Tegen
de ,,persoonlijke bediening” en de service der parti-
culiere bedrijven, die daar overigens vaak ontbreken,
door lagen prijs, later ook door garantie voor prijs-
waardig goed.
* *
*
Bij de verdere ontwikkeling van de situatie ver-
troebelde echter de toestand. Inderdaad begint de
groote, nu verworven, kapitaalkracht een woordje mee
te spreken. De manier, waarop dit wapen gehanteerd
wordt, kan evenwel
moeilijk
als de voor het massa-
filiaalsysteem meest voordeelige beschouwd worden.
In de eerste plaats komt nu de grootinkoop. In kolos-
sale quantums wordt goedkoop ingekocht. De voor-
raden, die zich aldus in de pakhuizen opstapelen, bin-
den veel kapitaal. Overigens is het duidelijk, dat een
leverancier niet tot in het oneindige korting kan
blijven geven, m.a.w., boven een zekere afname weegt
de zéér geringe extra-korting zéér zeker niet op tegen
de verschillende nadeelen van zoo grooten inkoop.
Het motief hiervoor is dan ook vaak van ‘specula-
tieven aard. Niet vergeten mag echter worden, dat
speculeeren toch
moeilijk
als het doel der onderne-
ming genoemd kan worden. Tegenover de speculatie-
winsten staan overigens de speculatieverliezen. Ver-
der gooien dergelijke kolossale ‘goederenquantums
ieder verkoopsplan in de war. Alpha vn omega wordt
verkoop dezer voorraden. Zij drukken den verkoops-
prijs. Zij drukken ook de stemming van het verkoops-personeel, dat tegen deze enorme voorraden als tegen
een rijstebrjberg opziet.
En met dit al is het karakter van het massa-filiaal-
systeem veranderd. Het accent is van den verkoop
naar den inkoop verlegd. Inkoop wordt hoofdzaak.
Zéér ten onrechte, immers verkoop, niet inkoop ‘is
het doel van een distributie-onderneming.
1)
* *
*
De groote financieele machtspositie, ivaartoe •de
groot-filiaalonderneming is gekomen, zou o.a. ge-
bruikt moeten worden tot •het inrichten van een zoo
groot mogelijk aantal verkoopsplaatsen in de woon-
wijken. Het massa-filiaalsysteem verkoopt vooral goe-
deren voor dagelijksch gebruik, die men ,,in de buurt”
wil halen. En op deze wijze zou men dus het nadee-
lige ,,tijdsargument” kunnen neutraliseeren.
Inderdaad verliep de ontwikkeling aanvankelijk
langs deze lijnen. Maar in de laatste jaren ziet men
de meeste leidende systemen omzwenken. De winkels
worden steeds grooter en mooier en verschijnen ook
in de hoofdwinkelstraten. Het is zonder meer duide-
lijk, dat én door de kostbaarder inrichting én door
de .hoogere huur, die men nu moet betalen, het aantal
der filialen minder sterk toeneemt dan bij een voort-
zetting van de oude politiek. Wat mag dan wel de
oorzaak dier omzwenking zijn?
* *
*
Ook het distributiebedrijf kent zijn ,,eeuwlgen drie-
hoek”!
1)
De verdere nadeelen van grootinkoop te behandelen
zou mij buiten het bestek van een tijdschriftartikel voe-
ren. Ik verwijs hiervoor naar mijn studie ,,De massa-
filiaalonderneming”, welke in het begin van het volgende
jaar bij H. J. Paris ‘te Amsterdam zal verschijnen.
De winkelier tracht het artikel door bediening en
winkelinrichting bij den cliënt te brengen, 1n tele-
gramstijl ‘kunnen wij neerschrjven:
Artikel – winkel – klant.
Hoe beter het artikel, hoe beter de winkel, hoe
meer dat den klant zal trekken en binden. In haar
algemeenheid is deze stelling onjuist. Een winkel,
maar vooral een winkel van een massa-filiaalsysteem,
wendt zich tot een
bepaalde
klantenklasse, d.w.z. tot
een klasse menschen, die wat betreft de prijzen, die
zij voor de ‘gevoerde goederen kunnen betalen, binnen
rekere grenzen moeten
blijven.
Het massa-f’iliaalsys-
teem koos daarvoor de groote massa en daarmee
tevens: de lage prijzen.
Nu rust er als een fatum op het distributiebedrijf
,,de evolutie naar het betere”. Bepaalde takken van
bedrijf, b.v. het warenhuis, kunnen zich die evolutie
veroorloven, het .groot-filiaalbedrijf kan dat niet.
Aanvankelijk verkocht men vooral goedkoop goed.
Later ook qualiteitsgoed. Goed en goedkoop was en
is nog altijd mogelijk. Maar toen men eenmaal quali-
teit verkocht, wilde men
ook
het betere brengen. Ook
breidde men het assortiment steeds meer uit, de klant moest zooveel mogelijk soorten artikelen in den win-
kel ‘kunnen koopen.
Hierdoor werd de winkel grooter en namen de per-
soneelkosten toe. Het betere artikel eischt betere
behandeling. Voor verzorging en verkoopen van een
veelheid van artikelensoorten is meer vakkennis noo-
dig. Een qualiteits-artikel is vergeljkings-artikel.
Zoekt het verbruiksartikel den consument, het ver-
geljkingvartikei zoekt den concurrent. ZÔÔ kwam het
massa-filiaalsysteem in de winkelstraten. Vooral ook
door het aantrekken van nieuwe artikelen-soorten zal
men hiertoe besluiten. B.v. wanneer een kruideniers-
bedrijf tevens delicatessen en fijne vleeschwaren gaat
verkoopen. Tevens heeft men hierin een aanleiding
tot verfraaiing van den winkelinventaris.
En zoo verlegt het accent zich steeds meer
van
de
basiszijde van den driehoek
vandaan. De steeds betere
waar en de steeds betere winkelinrichting eischen een
klant, die meer betaalt!
Maar deze betere klanten
eischen weer service en crediet! En bovendien ver-
draagt dit n’ieuwe klantentype zich slecht met den
•gemiddeiden klant van het massa-filiaalsysteem.
Nu zijn wij tot den huidigen toestand gekomen.
Schijnbaar bloeit het massa-filiaalbedrijf als nooit
te voren. Maar het is een reus op leeme voeten.
De crisis werkt sterk ten voordeele van het groot-
filiaalbedrjf. De tijdsfactor is voor den werklooze
buiten werking gesteld. Velen uit de ,,betere” stan-
den richten zich eveneens tot het massa-filiaalbedrijf.
Daarnaast dateert de overgroote meerderheid der
winkelfilialen nog uit het vorige tijdvak. Zij zijn dus
minder kostbaar geïnstalleerd en staan in de volks-
wijken. Hierdoor kan de ,,nieuwe geest” maar lang-
zaam doorwerken, zullen ook de gevolgen zich min-
der duidelijk en direct openbaren als onder meer
normale omstandigheden. Blijft hij echter de heer-
schende, dan zullen vele massa-filiaalondernemingen
een zwaren tijd tegemoet gaan. Allereerst zal het par-
ticul’iere bedrijf terrein winnen. Daarnaast zullen er
zeker andere massa-filiaalondernemingen zijn, die wel
oog voor de sterke en zwakke zijden van dien be-
drjfsvorm gehad hebben. Of die uit den gang van
zaken leering getrokken hebben.
De idee der massa-filiaalondernemin’g, ‘mits con-
sequent doorgevoerd, leidt tot een der doelmatigste,
zoo niet het doelmatigste, systeem van goederen-dis-
tributie. Zulks niettegenstaande dat de als gegeven
te beschouwen omstandigheden licht ten nadeele van
dezen bedrijfsvorm werken. Een nadeel, dat evenwel
door beter uitbuiting van de factoren ten gunste en
een 2ooveel
mogelijk
neutraliseeren van de ongunstige
omstandigheden, dus door een doelgerichte bedrjfs-
organisatie, in een voordeel kan verkeeren.
Een eventueele voorsprong van het filiaalsysteem
19 December 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1115
is
dus geen natuur- maar een lcunstproduct.
En zoo-
als alles wat kunstmatig is, eischt het een voortdu-
rende zorg.
Blijft deze uit, of wordt zij in de verkeerde rich-
ting gegeven, dan moet het kunstproduct in de min-
derheid blijven. Organisatie, schema en contrôle kun-
nen dan den winkelier-eigenaar, werkend onder den
zéér
directen prikkel van ‘het eigenbelang, niet ver-
vangen.
Dat er dus binnenkort voor vele massa-filiaalonder-
nerningen moeilijke tijden
zullen aanbreken, de jong-
stc berichten uit Amerika melden al eeuig veldwinnen
van het particulier bedrijf, ligt in de
lijn
der ver-
wachtingen.
Het massa-filiaalbedrijf als geheel zal gelouterd uit
deze periode te voorschijn treden. Meer dan in de
nieuwe winkelpaleizen mogelijk kan zijn, zal men in
de eenvoudiger en daarom doelmatiger verkoopsplaat-
sen van het groot-filiaalbedrijf der toekomst, rekening
houden met het groote doel der onderneming:
Verzorging der massa-consumptie met goedkoope,
gestandaarcliseerde, prijswaardige artikelen.
Ir. K. F.
MALLËE.
DE SUBSIDIE AAN DE ENGELSCHE ,,TRAMP”-VAART.
Op 1 December jl. heeft het Engeische Ministerie
van Handel de ,,financieele resolutie”, die in het ver-
leenen van finan’cieelen steun aan de algemeene
vrachtvaart onder Engelsche vlag voorziet, in den
vorm van een uitvoerig memorandum gepubliceerd. Wij zullen volstaan met de voornaamste bepalingen,
die aan den te verleenen steun ten grondslag liggen,
kort samengevat weer te geven.
Allereerst zal het totaal der subsidie gedurende het
kalenderjaar uit te keeren, een
bedrag
van £ 2 mil-
lioen niet overschrijden. Stijgt ‘het gemiddeld vrach-
tenpe’il gedurende het subsidiejaar hoven 92 püt. van
het gemiddelde voor ‘het jaar 1929, dan behoudt het
Ministerie van Handel zich het recht voor het totaal
bedrag der subsidies te verlagen. De navolgende tabel
toont h’oe deze bepaling in de practijk zal werken.
lndcxcijfer der gemiddelde
Grenebedrag van
het te
vrachten gedurende het
verleenen subsidie. subsidiejaar
(1929 = 100).
100 en daarboven …………….
–
… . …. . …………… £
250.000
98
…………………………..500.000
97
…………………………..750.000
96
…………………………..1.000.000
95
…………………………..1.250.000
94
…………………………..1.500.000
93
…………………………..1.750.000
92
en minder …………………
2.000.000
Blijkt gedurende het kalenderjaar 1935, dat dê om-
standigheden, welke tot ‘het verleenen van subsidie
hebben geleid, zich ‘hebben gewijzigd, zoo zal het s
u
:b
sidie eveneens komen te’ vervallen. Een commissie zal
worden benoemd, die on’der den naam van ,,Tramp-
shipping Subsidy Oomittee” het Ministerie van
handel van advies zal dienen ter zake van het beheer
van ‘het subsi’djefonds. Voorts zal het de taak dezer
commissie zijn ‘de binnenkomende aanvragen om sub-
sidie ‘te on’derzoeken en .het Ministerie daai’omtrent
voor te lichten. De commissie zal bij ‘de vervulling
harer taak geleid worden door de navolgende richt-
lijnen, t.w.:
Voor het ontvangen van subsidie komen uitslui-
tend in aanmerking schepen, welke sedert 1 Januari
1934 als En’geische schepen in één ‘der ‘havens van het
Vereenigd Koninkrijk staan ingeschreven, alsmede
nieuwe schepen, welke sedert genoemden datum in
het Vereenigd Koninkrijk werden gebouwd en inge-
schreven.
Tankschepen, passagiersschepen, alsmede sche-
pen voorzien van belangrijke koel- en vriesruimte
vallen buiten de su!bsidieregeling.
Slechts in’dien de geheele lading op gr’ond van
een daartoe gesloten ,,charterparty” wordt vervoerd,
komen ‘de – niet onder
b.
vallende – schepen voor
het ontvangen van subsidie in aanmerking. Uitgeslo-
ten zijn al weder reizen, welke volbracht worden tus-
schen havens in ‘het Vereenigd Koninkrijk, den Ier-
schen Vrijstaat, ‘de Kanaal-eilanden en het eiland
Man.
Ten aanzien van den duur der reizen, te vol-
brengen door schepen, welke ‘onder
a.
en
c.
vallen,
bepaalt het memorandum ‘dat rekening ‘gehouden mag
worden met den tijd gebruikt voor het laden, vervoer
en lossen der lading, het ondernemen van ballastrei-
zeii teneinde hevrachte lading te kunnen vervoeren,
het zoeken van lading resp. emplooi overeenkomstig
de in de wilde vaart geldende normale ‘gebruiken en voor het afmonsteren •der bemanning na lossing der
lading. Voorts met ‘den tijd gebruikt voor ‘bunkeren,
alsmede met een duur van ten ‘hoogste drie dagen per
reis voor het uitvoeren van reparaties.
Geschillen naar aanleiding van ‘de vraag of een
bepaalde reis dan wel gedeelte daarvan vallen onder
de ad
a.
en
c
‘geioemde categorieën worden beslecht
door ‘het Ministerie van Handel, de ‘bovengenoemde
commissie gehoord ‘hebbende.
Interim-betalingen uit hoofde van subsidies 2ullen
kwartaalsgewijze plaats hebben; het Ministerie van
Handel stelt in ‘overleg met de commissie voornoemd het totaal der v’oorloopi’ge kwartaalsbetalixi’gen vast.
Het subsi’die wordt berekend’ op den ‘grondslag van
,,tonnen-dagen” en wel in dier voege dat het aantal
‘bruto register tonnen vermenigvuidigd wordt met het
aantal dagen, ‘terwijl de zoo verkregen uitkomst als
basis wordt genomen.
Eén en ander wordt in het memorandum nog na-
der toegelicht en uitgewerkt. Wij meenen echter met
de opsomming ‘der ‘bovengenoemde voornaamste voor-
waarden te kunnen volstaan.
Tevens voorziet ‘het memorandum in de beschik-
baarstelling van een bedrag ‘groot £ 10 millioen (ge-
schatte bouwkosten van 1.000.000 tons – ‘draagver-
mogen – nieuwe scheepsruim’te). Voorwaarde voor
het verkrijgen van voorschotten is, ‘dat voor iedere
ton ,,nieuwe scheepsruim.te” twee tons ou’de dito wor-
den gesloopt. Voor het ,,moderniseeren” wordt de
maatstaf ton voor ton aangelegd. Reeders kunnen
zoowel Engelsche als vreemde tonnage voor sloop
koopen.
Dit is de korte inhoud van het schema der Engel-
sche Regeerin’g. Het heeft lof en critiek geoogst. In
‘de kringen der wil’devaar’t-reederjen schijnt men over
het geheel ingenomen met ‘de voorstellen van Minis-
ter Runciman. Verwondering ‘kan ‘dit nauwelijks wek-
ken: de Minister ‘heeft lang geaarzeld en men begon reeds ‘te wanhopen aan zijn bereidwilligheid om aan
het verleenen van subsidie op voor de reeders eenigs-
zins aannemelijke voorwaarden mede te werken. Psy-
chologisch is het vrij gunstig onthaal dus zeer wel
verklaarbaar. Aan critiek ontbreekt het in’tusschen,
natuurlijk ‘zou’den wij haast zeggen, evenmin. Deze
critiek komt voornamelijk van de zijde der reeders-
vereeniging te Liverpool, die ‘gelijke rechten, voor-rechten ware wellicht juister, voor de iii geregel’den
vrachtdienst varende lijnschepen verlangt. Men is be-
vreesd, dat ‘de wil’devaart-reederjen, ‘dank zij het ‘door
‘haar te ontvangen subsidie, •dezen vrachtdiensten die
krachtens ‘het sub
c.
bepaalde
geen
subsidie zullen
genieten, ongeweuschte concurrentie zullen aandoen.
Gelijke monniken, gelijke kappen; ,,what is sauce for
the goose is sauce for the gender”, is het motto van Liverpool. Inderdaad lijkt voor dit standpunt iets te
zeggen, al mag worden aangenomen, dat de Commis-
sie van Advies en het Ministerie van Handel, welks
uitgangspunt immers steeds geweest is, ‘dat een even-
tueel te verleenen regeeringssubsidie nimmer zal mo-
gen worden misbruikt om onderlinge concurrentie
tusschen ‘de belanghebbenden bij de Engelsche scheep-
vaart in de hand te werken, tegen uitwassen zullen
wa’ken. De practijk zal overigens moeten aantoonen
of en in hoever dit ,,ideaal” ‘kan worden verwezenlijkt.
1116
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
December 1934
De bedoeling, die bij de Engelsche Regeering voor-
zit, is door middel van subsidies het Engelsche ree-
derijbedrijf in staat te stellen ten koste van gesub-
sidieerde buitenlandsche scheepvaartondernemingen
een grooter aandeel in het beschikbaar vervoer te ver-
overen. Dit lijkt, wanneer men de zaak nuchter en
ontdaan van alle rhetorische franje beziet, bedenke-
lijk veel op het verdrijven van den duivel door Beël-
zehub. Men laakt de
subsidiepolitiek
der ,,foreigners”
en. . . . subsidieert
de eigen industrie om denzeifden
,,foreigners” een paedagogische les te geven en en
passant den noodigen afbreuk ‘te ‘doen! Het voorma-
lig bolwerk van den vrijhandel is gedurende ‘de ach-
terliggende crisisjaren wel geducht on’dermijnd! De
ervaring leert bovendien, dat men met ,,steunmaat-
regelen”, zooals de Engelsche Regeering thans voor-
stelt, zeer spoedi’g in den spreekwoordelijken vicieu-
zen cirkel ‘terecht komt. Zoo ooit, ‘dan geldt ‘hier eerst
terdege: ce n’est que le premier pas qui coûte. De
crisis-geschiedenis in ons eigen land levert hiervan
helaas voorbeelden te over! liet verwondert ons ‘dan
ook niet, dat een vakblad, schrijven’d over het En-
gelsch subsidieplan, ‘dat als een ‘zuiver defensieve en tijdelijke maatregel is aangekondigd, spreekt van een
,,capital joke”. ,,Oe n’est que le provisoire qui dure”,
citeert het blad tersnede.
Valuta-problemen,, waarmede
onze
nationale scheep-
vaart te kampen heeft, kent de Engelsche reeder niet
of althans niet in •denzelfden omvang. Voor hem is
een Pond nog steeds twintig Shillings. Men is ge-
neigd de eigen moeilijkheden, en zij zijn ongetwijfeld
ernstig, door een vergrootglas te zien en onderschat
de moeilijkheden der scheepvaart in de landen, die
niet bij •de sterling-club zijn aangesloten, voor zoo’ver
men zich van ‘die moeilijkheden al rekenschap geeft.
Voor ‘de Nederlandsche reederij – en wij denken
in het bijzonder aan onze wil’devaart-reederijen – he-
teekent het Engelsch subsidievoorstel verzwarin’g van
den toch reeds door het ‘valuta-probleem zoo ongelj-
ken concurrentiestrijd. De Nederlandsche Re.geering
staat dan ook, wanneer zij, naar gehoopt mag worden,
eerlang een ,,overbruggingssteun” aan de Nederland-
sehe scheepvaart verleent, met beide voeten – indien
wij •deze beeldspraak mogen gebruiken – op den
bodem der werkelijkheid. Een dergelijke steunverlee-
nin’g komt geen oogenblik te vroeg. Integendeel, wil
de Regeering in dezen crisistijd, 66k wat het na-
tionale scheepvaartbedrijf aangaat, behouden wat be-
hou’den moet worden, dan zal zij goed doen door met
het indienen van een daartoe strekken’d wetsvoorstel
spoed te betrachten. Reeds ‘is de liquidatie der Ne-
derlandsche koopvaardijvloot ‘begonnen en dit af-
braakproces, waardoor een nationaal ‘belang van •de grootste beteekenis ernstig geschaad wordt, zal snel-ler voortschrijden naarmate de crisis langer ‘duurt en de Regeering haar onmisbare hulpactie vertraa’gt. Er
dreigt ook hier een ernstig gevaar in het talmen.
C. VERMEY.
VERHOOGING VAN HET RESTRICTIE.PERCENTAGE VOOR DE THEEPRODUCENTEN.
Men schrijft ons:
[Let sedert eenige dagen gepubliceerde bericht, dat
het restrictiepercentage voor 1935/’36
van 12 pCt.
tot
17
pCt. verhoogd zal worden, geeft ons aanlei-
ding om de positie van de theemarkt op ‘het oogen-
blik, en de uitwerking, die de restrictie daarop ge-durende het ‘volgende jaar kan hebben, eens onder
oogen te zien.
Men kan niet zeggen dat de resultaten van de res-
trictie over ‘het afgeloopeu jaar gunstig zijn geweest.
De zichtbare voorraden te Londen zijn toegenomen als volgt (per ultinio November; in 1000 lbs.):
1931 …………219.469 1932 …………263.843
1933 …………254.494
1934 …………260.679
Aan den eenen kant mag ‘dit worden toegeschreven
aan hoogere uitvoeren (twee en een half procent meer
uit de beperkings-gebieden en vrij sterk toegenomen
exporten uit de niet-deelnemende landen), terwijl aan
den anderen kant een verminderde ‘consumptie als
oorzaak mag worden genoemd.
De prijzen, die aan het begin der restrictie tot
Maart van dit jaar sterk waren opgeloopen, liepen
nadien weer gestadig ‘terug tot een peil, waarbij
nauwelijks van winst gesproken kan worden.
c ,Ki4n
2.3
01
1933
1934
Toen echter den laatsten tijd geruchten opdoken
omtrent een ver’hooging van het restrictiepercentage,
trokken de prijzen veer iets aan. Wij meenen echter dit ook te moeten toeschrjven aan ‘de ‘betere kwali-
teit der Oostmoessonthee, die thans uit Nederlandsch-
Indië ter markt komt.
Gaan wij thans eens na hoe ‘de ‘bepaling van het intern toe te passen restrictiepercentage geschiedt.
‘4Veiiswaar werd internationaal een restrictie van
17Y21
pOt. vastgesteld, doch de interne restrictie ligt
veel hooger.
Zooals men weet, werd bij internationale overeen-
komst (het z.’g. ,,Agreement”) voor elk der ‘drie res-
trictielan’den een ,,standaard quotum” vastgesteld van:
Voor Nederlandseh-Indië
173.597.000 lbs.
(uitvoer van
1931)
Britsch-Indië …..
382.594.779 ,, ( ,, ,, 1929)
Ceylon ……….
251.522.617
Totaal …..
807.714.396 lbs.
Het voor ieder jaar vast te stellen restrictiepercen-
tage wordt nu op •deze ,,standaard-quota” toegepast
en ‘geeft dan de hoeveelheid thee aan, •die gedurende
dat jaar uit ieder ‘dier landen uftgevoerd mag wor-
den. Voor
1933/’34
bedroeg de restrictie
15
pOt., zoo-
dat
85
pOt. ‘van de bovenaan’gegevcn hoeveelheden
uitgevoerd kon worden. Voor
1934/’35
bedraagt de
restrictie 12
pOt. en voor
1935/’36
werd zij op
17Y2i
pOt. vastgesteld. Over
1935/’36
mag ‘dus worden
uitgevoerd:
door Nederlandsch-Indië ….
143.217.525 lbs.
Britsch-Indië ………
315.640.693
Ceylon ……………
207.506.159
Totaal …….
666.364.377 lbs.
tegen in het voorafgaande restrictie-jaar April
1934
—Maart
1935 706.750.096
ibs. Van ‘de totale toewij-
zing voor Nederlandsch-In’dië komt volgens de interne
regeling
9111
‘deel voor rekenin’g van ondernemingen,
‘terwijl 2111 ‘voor opkoopthee bestemd is. Ondernemingen …..
117.177.975 lbs. of 53.151.068
kg
Opkoo’p …………
26.039.550 ,, of 11.811.348
Totaal ……
143.217.525 lbs. of 64.962.416
kg
Voor den geheelen ‘duur der restrictie werden voor
elke onderneming in Nederlandsch-Indië en voor elk
jaar z.g. standaard-producties vastgesteld, ‘die feite-
lijk de officieele, voor elk ‘der restrictiejaren vastge-
stelde potentieele producties ‘beduiden. Voor het jaar
193511936
bedraagt de som hiervan:
Ondernemingen op Java ……….
62.564.951
kilo
Sumatrn …..
26.599.501
Totaal der Ondernemingen …….
89.164.452
kilo
Totaal opkoopthee ……………
17.220.359
kilo
19 December 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1117
De ondernemingen mogen totaal 53.151.068 kilo
thee uitvoeren, terwijl haar gezamenlijke potentieele
standaard-productie 89.164.452 kilo beloopt: Op deze
standaard-productie moet dus pim. 40,4 pOt. worden
gekort. Voor”opkoopthee’ zal de lëstrictie, op dezelfde wijze berekend, pl.m. 31,2 pOt. bedragen.
Uit het bovenstaande blijkt, boe veel hooger de
restrictie
inern
uitkomt, die dè’ producenten zich
hebben op te leggen. Doordat de standaard-pr’oducties
ieder jaar stijgen, ‘zal, bij, ee gelijk internationaal
restrictiepercentage, de interne restrictie steeds hoo-
ger worden.
Doordat aan Sumatra een evenredig veel sterker
stijgende standaard-productie is toegewezen dan aan
Java, in
verband
met het groote areaal jonge tuinen
op Sumatra, werkt de restrictie vooi Java veel on-
gunstiger.
De gezamenlijke standâatdpro’dii.Ôties van onderne-
mingsthee voor het vijfjarig tijdvak der restrictie,
bedragen volgens de laatste gegevens (in kg):
1933/’34
1934/’35 .
1935
‘f
36
‘1936f37
197f38
Java 59.026.835 60.984.629. 62.564.951. 53.792.022 64.66.919
Sumatra
21.345.832 24.237.304 26.5,9,9.501 28.264.915 29.255.224
Totaal
80.372.667 85.221.933 89.164.452 92056.937 93.918.143
Tegenover het vastgestelde uitvoerquotu ad
51.603273 k.g voor Ja.’it (zdndr oiko6pthee),
en 12.822.000 ,,
,,
Sumatra
staat dus een toeneming van •de ondernemingsthee-
standaardproducties van:
1933/’34 1934f35 1935/’36 1936/’37 1937/’38
Java ……..15 ‘pCt. 18 pOt. 21 pOt. 23 pCt. 25 pCt.
Sumatra 64 i, 90 ,, 109 ,, 122 ,, 129
Terwijl de staudaardprodutie op Java gedurende de
vijf restrictiejaren slechts met 25 pOt. toeneemt, be- draagt de toeneming voor Sumatra 129 pOt. of ruim
vijfmaal zooveel. Vooral voor de kleinere onderne-
mingen op Java, op wie de restrictie economisch
zwaarder drukt dan op igrootere, is deze belasting
ongunstig. Een kleinere onderneming is nl. spoedi-
ger aan •de grens van haar laagste, nog financieel
lobnende, productie, dan een grootere;
De bovenstaande’ berekening is ‘gemaakt aan de
hand van’ ‘de voo±loopig vastgestelde standaardpro-
ducties, die echter nog aan eenige wijziging onder-
worpen zijn.
Aan de hand van de i’eronders’tellinig dat, uitgaan-
de van de voôrraden te Amsterdam en Londen ‘aan
het ‘begin van een jaar, vermeerderd met de totale
uitvoeren van alle productielanden, d som, na af-
trek van de jaarlijksche werel’dconsumptie, het restant
geeft, bestaan’de uit de voorraden te Amsterdam en
Lon’den na één jaar, zullen wij thans eens nagaan wat
de invloed van de restrictie zal kunnen zijn op de
statistische positie van de thee:
Voorraden uit. April 1934 . ——— …… 111.294 ‘ton
Uitvoeren April 1934—Maart 1935 ……..395.789 ,, +
507.083 •ton
Consumptie Mei 1934—April 1935 (t) …..392.000 ,, –
Voorraden ult. April 1935 ……………115.083 ‘ton’
Uitvoeren A.pril’ 1935—Maart 1936 …….387.258 ,,, +
502.341 ton
Consumptie Mei 1935—April 1936 (?) …..392.000 , –
Voorraden ult. April 1936 ‘……………’ 110.341 ton
Bij de voorgaande ‘opstelling zijn verschillende cii-
fers, omdat zij geschat zijn, aan critiek ‘onder’hevig.
Nemen wij eerst ‘de uitvoeren gedurende 1934/’35 en
1935f’36 onder het oog. Bij het schatten van ‘de uit- voercijfers van de restrictielanden ‘hebben wij reke-
nin’g gehouden met de z.g. ,,carry-over”, in ‘dien zin,
dat wij verwachten .dat er na afloop’van ieder restric-
tiejaar een gelijke hoeveelheid ,,carry-over”
‘blijft
be-
staan ni. van 14.000 ton,. ‘(De ,,carry,-over” beteeken’t
de ‘hoeveelheid, die de restrictie-lan’den minder uit-
voerden dan toegestaan en :die overgaat, naar ‘het vol-
gend restrictiejaar).
De uitvoeren van ‘de niet aan ‘de restrictie .deelne-
‘meude landen vertoonen gedurende ‘de eers’te drie
kwartalen van 1934 een vermeerdering van totaal ge-
m’i’d’deld 20 pCt. Wij hebben thans ook voor de komen-
de maanden op een ‘dergelijke toeneming t.o.v. de cij
–
fers over het vorige jaar gerekend. Het is niet te
verwachten, ‘dat deze sterke stijging ook nog gedu-
rende 1935j’36 ‘in gelijke mate zal aanhouden, zooda’t
wij tot de volgende cijfers ‘besloten:
taxatie:
Uitvoeren van 1933f34 134/’35 1935f36
Cluna, Japan en Formosa 64.461 ton 77.478 ton 85.000 ton
De wereldconsumptie gedurende de komende jaren
hebben wij gelijk gehouden met die over 1933f’34, hoe-
wel er teekenen zijn, die op eenigen teruggang wij-zen. Doch aan den anderen kant nemen wij aan, dat
de gezamenlijk gevoerde propagan’dacampagne de con-
sumptie zal kunnen consolideeren, ‘zoo deze al niet
verhoogen.
Uit het voorgaande kan men conclu’deeren, dat de
toestand nog lang niet rooskleurig is te noemen. De
voorraden’ blijven onveranderlijk hoog. De ‘productie
zal echter, naar wij verwachten, de consumptie niet
overtreffen. Het ware o.i. een sleèhte politiek van het
International Tea Committee geweest, indien zij ‘het
restrictiepercentage op een hooger peil zou hebben
vastgesteld, daar in dat geval ‘vo’or een te sterke prijs-
stijging gevreesd zou moeten’ worden, hetgeen ‘de con-
sumptie weder verkeerd ‘beïnvloed aou hebben.
Wij zijn eerder geneigd te meenen, •dat ‘het verder
aandraaien der beperkings-.schroef niet tot ‘het beoog-
de doel zal leiden en onder de ‘huidige omtandighe-den meer tot een afneming van ‘het verbruik dan tot
prjsver’hoogin’g leiden zal.
Dat de ,,outsider’ productie van zwarte thee reeds
thans sterk geprikkeld wordt, staat vast. Met groo-
ten ijver leggen China en Zuid-Rusladd zich op uit-
brei’ding hunner productie toe, terwijl Japan’en voor-
al F’ormosa zich van het fabriceeren van groene thee afwenden en zwarte thee gaan maken.
Dat door ‘de kunstmaatregelen krachten zijn op-
geroepen, wier invloed aan ‘het begin der restric’tie
wel wat is onderschat, lijdt ‘geen twijfel.
Even ‘zeker is gebleken, ‘dat ‘beperking niet heeft kunnen verhinderen, dat thee in ‘het afgeloopen jaar den prij’sloop der meeste wereldproducten heeft ge-
volgd. Het huidige prijsniveau is nauwelijks meer
loonend te noemen.
Wirt Nederlandsch-Indiö ‘betreft is zeker, dat ‘het
netwerk ‘der wetsbepalingen, waarmede men de thee-
cultuur heeft verbljd, een proces in werking heeft
gesteld, waardoor niet voorkomen is, dat ‘onderne-
mingen, die nog in 1929 tfm. 1932 hare dâhplantin
gen uitbreidden, worden bevoordeeld ten koste van
haar, die zulks niet hebben ‘gean,.
Nadruk verboden.
BUITENLANDSCHE MÉDEWERKING.
SCHATTING VAN DE ‘WERELDSUIKERPRODUCTIE
VOOR HET OOGSTJAAR 1934/’35’ WERELUVEIBRUIK,
‘IN- EN UITVOER VAN’ ‘SUIKER’ IN 1933/’34.
Dr. Gustav Mikusch te Weeiie chi-ijft oh’s:
Onze eerste raming der wereld’sui’kerproductie
1934f’35 ‘bedraagt 26.061.000 ton (in ruw.suikerwaar-
de) tegenover 26.945.000 ton in’ ‘het oogstjaar 1933/
1934. Voor Europa is dit’ reeds de tweede schatting.
De gegevens van dë eerste werden ‘reeds in ‘deze ko-
lommen igepu’bliceeid
1)
Terwijl toen ffiét 7.944.000
‘ton was gerekend, bedraagt de ,ieu’è’ ramin’g
8.334.000 ton. Dit is toe’te •schrjven aan het’overi-
‘gen’s algemeen bekende fi.t, .dat, de weersgesteldheid
in den herfst voor .de ‘bi’tQn. in,de meerderhei’d der
landen ‘buitengewoon gunstig ,was en de bietenoogst
dientengevolge een ontwikkelig’ ondérvond, ‘d,ie ook
‘in de verste yer’te niet vooruit te ‘zien wis.
i) Zié E.-S.B. van 5 September 1934.
i118
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 December, 1934
Raming van de
were
kl
8u
ik
er
p
roductie*).
Raming
Productie
A. Bieten:
1934/’35
1933/’34
1932/’33
in 1.01)0 metrieke tons ruwsuikerwaarde
Europa:
Duitschiand ……………..1.650
1.429
1.091
Dantzig …………………32
26
22
Tsjecho-Slowakije …………635
517
634
Oostenrijk……………….221
170
165
Hongarije ……………….118
136
103
Frankrijk ……………….1.250
1946
1.022
België …………………
260
247
265
Nederland……………….245
290
240
Polen …………………..430
342
417
Denemarken……………..91
254
192
Zweden …………………264
305
235
Italië …………………..343
300
319
Spanje ………………….285
•242
260
Joegoslavië ………………60
.75
85
Roemenië ……………….110
145
53
Bulgarije ………………..2
45
29
Zwitserland ……………..10
9
7
Groot-Brittannië ………….600
523
373
lersche Vrjstaat ………….74
35
27
Finland …………………11
7
6
Letland …………………56
35
27
Lithauen ……………….18
9
18
• Turkije (Europ. en Aziat.)
66
73
31
Azoren………………….3
3
3
Europa zonder Sovjet-Rusland 6.834 6.163 5.624
Sovjet-Rusland …………..1.500
1.040
796
Europa met Sovjet-Rusland
8.334
7.203
6.420
Amerika:
Vereenigde Staten …………1.125
1.648
1.363
• Canada …………………67
66
67
Argentinië……………….5
4
4
TJrugüay
.
………………..1
1
1
Totaal Amerika …………1.198
1.719
1.435
Azië:
• Japan (Hokkaido) …………32
26
27
– Korea ………………….-
–
–
Mandsjoerije ……………..
7
7
5
Perzië ………………….4
1
3
Totaal Azië…………….
43
34
35
Australië:
Victoria (Maifra) ………….7
6
6
Biet$uilcer productie ………..
9.582
8.962
7.896
B. Riet:
Europa:
Spanje …………………..
20
15 19
Amerika:
Louisiana en Florida ……….
249
233
240
Portorico …………….. …
725 1.010
757
Hawaï ………………….
870 936
943
Maagdeneilanden ……..
.
….
5
5
4
Cuba
…………………..
2.200′)
2.340 2.053
Trinidad ………………..
90
107
123
Barbados
……………….
80 90
94
Jamaica
………………..
80 73
56
Overig Britsch-West-Indië (An-
tigua, St.
Kitts, St.
Lucia,
St. Vincent) ……………
54
55
58
Martinique en Guadeloupe
95
89
96
Dominikaansche Republiek en
Haïti …………………
425 414 390
Mexico………………….
280
209
190
Midden-Amerika
(Guatemala,
Costa-Rica, Honduras, Nica-
ragua, San Salvador, Panama)
44
45
48
Britsch-Güyana …………..
140
144
151
Nederlandsoh-Guyana ……..
18 19 18
Argentinië’) ……………..
341
316
348
Brazffië …………………
1.000
969 950
Peru’)
………………….
410 415 410
Overig Zuid-Amerika (Venezue-
la, Columbia, Ecuador, Boli-
via, Paraguay) ………….
83
80
90
Totaal Amerika …………
7.189
7.549 7.019
*) Zonder de donkere suikers uit de primitieve molens in
Azië en Zuid-Amerika.
1)
Omdat het nog niet is te beoordeelen,
welke productie
voor 1934/’35 door de Regeering
wordt vastgelegd, is bo-
•venstaand getal willekeurig genomen:
2)
Suiker
tel quel.
Azië:
Britsch-I.ndië …………….4.750
4.615
4.174
Java ………………….700
1.504
2.760
Japan en Formosa …………. 1.120
803
797
Philippijnen
3
)750
1.434
1.152
Overig Azië (China, Indo-China,
Siam)…………………280
270
270
Totaal Azië…………….7.600
8.626
9.153
Afrika:
Egypte …………………150
154
170
Mauritius ……………….177
265
251
Réunion ………………..75
77
54
Unie van Zuid-Afrika ………350
355
326
Mozambique……………..68
70
93
Overig Afrika (Angola, Madeira,
Madagascar, Kenya, Uganda,
Somaliland, Belgische Congo,
Kaap Verdi) ……………86
77
58
Totaal Afrika i………….
906
998
952
Australië:
Queensland en Nieuw-Zuid-
Wak, ………………..650
677
541
Fidji …………………..114
118
139
Totaal Au,tralië ……….. .
764
795
680
Rietsuikerp-roductie ……….
16.479 17.983 17.823
Wereidsuikerproductie ………
26.061 26.945 25.719
Met inbegrip van de productie
van Java 1935 in de Campagne
1934/’35 enz. is de productie
als volgt ………………25.881 26.141 24.463
‘)Zonder de op de Philippijnen verbruikte muscovadensuiker.
Er moet echter worden opgemerkt, dat deze ver-
meerdering van de Europeesche suikerproductie be-
trekkelijk weinig beteekenis voor de wereldmarkt
heeft. Weliswaar zal de hoogere productie gedeeltelijk
tot een verhoogden uitvoer (Tsjecho-Slowa-ki.je, Polen)
en gedeeltelijk tot een verminderden invoer (Oosten-
rijk, Groot-Brittannië, lersche Vrijstaat, Letland,
Lithauen) leiden, maar ‘bij de twee grootste produ-
centen, Duitschiand en Frankrijk, brengt het een ver-
schuiving in de voorraden teweeg; -hetzelfde is het
geval in sommige andere landen van minder !betee..
-kenis (Dantzig, Italië, Spanje).
Tenslotte wordt de meerdere productie van de uit-
voerlanden voor een klein gedeelte daardoor gecom-
penseerd, dat een in het algemeen zichzelf verzorgen-d
land, nl. Denemarken, -door misoogst dit jaar suiker
zal moeten invoeren. De invloed van ‘den grooteren Europeeschen oogst op de wereldmarkt zal dus lang
niet zoo groot zijn als alleen uit de cijfers zou kun-
nen worden afgeleid.
Tegenover den grooteren Europeeschen bictsuiker-
oogst staat een kleine vermindering van den bietsui-
keroogst in de overzeesche gewesten, maar voor de ge-
heele wereld blijft toch nog een toeneming van ruim
600.000 tön (9.582.000 tegenover 8.962.000 ton in
1933/’34) over, terwijl •de rietsuikerproductie iet
1.500.000 ton (16.479.000 tegenover 17.983.000 ton) daalde. De oorzaak hiervan ligt voornamelijk bij Java
en sommige industrieën in het -gëbied der Vereenigde
Staten (Portorico, Hawai, Philippijnen). Zonder de
productie-beperkende- maatregelen van de A.A.A., zou
de suikerproductie van Portorico, Hawai en de Phi-
lippijnen ongeveer 1.000.000
–
ton hooger zijn geweest.
De. wereidsuikerproduetie nou, wanneer zij zich met
de ramin-g dekt, wat natuurlijk nog heelemaal niet
zeker is, 26.061.000 ton tegenover 26.945.000 en
25.719.000 ton in de twee voorafgaande jaren bedra-
gen. Bij -deze opstelling is de productie van-Java over
1934 bij 1934/’35 en die over 1933 en 1932 bij 1933/
1934, resp. 1932f’33 gerekend. Wordt de productie van Java over 1934
‘bij
193$/’34 gerekend enz., dan
staat een wereldproductie van 25.861.000 ton in 19341
1935 tegenover een opbrengst van 26.141.000 en
24.463.000 ton in -de twee vooraf-gaande jaren.
In een tweede tabel is een overzicht van het
ver-
bruik
en den
in.-
en
uitvoer
van suiker in 1933f’34 in
de geheele wereld opgenomen. Het
wereidverbruik
bedraagt 26.205.000 tegenover 25.876.000 .in 1932/’33:
19 December 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1119
Werekisuikerverbruilc. In- en uitvoer van suiker*).
Verbruik
Invoer
Uitvoer
1933/ 1932/
1.933/ 1932/ 1933/ 1932/
1
34
’33
’34
’33
’34
’33
in 1.000 metrieke tons ruwsuikerwaarde.
1.503
17 21
5
14
399
–
–
166
280
172
4
19
–
–
88
–
–
53
5
172
188 166
2
1
1.060
425 402 298
302
226
114
121
132
139
333
96
125
77
35
2.109 2.099
2.179
407
380 315
–
–
93
108
960)
13 8
47
61
195
1
9 16
1
260
11
35
–
–
319
6 5
8
8
296
– – – –
779
476
448
25
15
9.186 3.450
3.538 1.329
1.349
Azië:
China en
Hongkonga)b)58Q
600 360
380
– –
Br.-Indië..
4.900a)
4.610
330
456
40)
42
Japan en
Formosa
(mci.
Saipan
en Korea) b)980a)
948
120)
150
150k)
183
Java……323
399
–
–
1.170
1.405
Philippij
nen
d)
70
61
–
–
1.369 1.096
Overig Aziëb)
4573)
469
416)
430
17a)
19)
Totaal Azië.. 7.310
7.117
1.226 1.416
2.746 2.745
Afrika:
Egypte….
128
113
–
1
40a)
30
Uniev. Zuid-
Afrika ..
181
169
1
1
173 163
Mauritius..
11 11
–
255e-)
241
Over. Afrikab)
392k)
400
365e-)
369
188)
182
TotaalAbika.
712
693
366
371
656
616
Amerika:
Ver. Staten 5.715
5.899
Hawaï ….
23
22
Portorico en
2.535 2.887
64
38
Maagden-
eilanden.
54
53
C
u
bab)….
150)
152
–
–
2.500a)
2.477
Canada en
New
–
Foundiandl))431a)
427
373)
367
4)
9
Britsch W.
Indië en
G
u
yanab)
45)
45
3)
3
404)
427
Fransch W.-
Indië
..
5)
55)
–
–
82a)b) 91a)b)
Domimkaan-
sche Re-
publiek en
Haïtib) ..
33
28
–
–
362a)b)
31”))
Mexico….
233
211
–
–
–
90
Midden.
Amerika
448)
44)
1
1
45)
4
Argentiniëe)
342
357
–
1
3
1
Brazilië …
925°-)
925°-)
–
–
30a)b)
25b)
Perue) ….
60k)
63
–
–
358
320
Overig Zuid-
Amerikab)223)
23O)
141°-)
147)
24)
31°)
Tot. Amerika 8.283
8.461
3.053
3.406
3.835
3.830
Australië:
Australië
(Vasteland) 343
339′
.
_b)
_l))
314a)b)
271b)
Overig Austr.77)
80
73°-)
76
119)
121
Totaal Australië420
419
73
76
433
392
Wereld…..26.205
25.876
8.168 8.807 8.999
8.932
*) Zonder de donkere suikers der primitieve molens in Azië
en Zuid.Amerika.
5)
Geschat; b) Kalenderjaar 1934, resp. 1933;
C)
Met de
Aziatische gebieden van Sovjet-Rusland en Turkije;
Cl)
Zonder de op de Philippijnen verbruikte Muscovadensuiker;
e) Suiker tel quel; Kalenderjaar 1933, resp. 1932.
Vergeleken met de productie (26.945.000 -ton) is er
een overschot van 740.000 ton. Ook wanneer met het door de -statistiek niet te vatten verbruik van 150.000
-200.000 ‘ton per jaar rekening wordt gehouden,
blijft er nog een productie-overtoho’t van ruim een
‘half millioen ton, hetgeen met de vermindering van
de te controleeren wereidvoorraden (die op het oogen-
blik omtrent 250.000 ton lager zijn dan een jaar ge-
‘leden) ‘schijnbaar in tegenspraak is.
De reden van -dit verschijnsel is, dat de oogsten in
de verschillende landen tijdelijk niet me-t het verbruik
övereenkomen Wordt bijv. de oogst van Java over
1934, z’ooals in andere ‘statistieken gebeurt, in de
wereldproductie van 1933/’34 opgenomen enz., dan
staat een productie van 26.141.000 ton tegenover een
verbruik van 26.205.000 en, rekening ‘houden-de met
‘het statistisch niet te vatten vei’bruik, komt men -tot
een verbruikso-verschot van omtrent 250.000 ton, wat
met de tegenwoordige vermindering van de wereld-
voorraden ongeveer overeenkomt.
Dit resultaat is echter min of meer toevallig en
geen ‘bewijs daarvoor, dat ‘de laatatgenoem-de methode
van opneming van de productie van Java ‘beter is.
In elk geval verdwijnt een anomalie, die alleen uit
een tijdelijke incongruentie ‘voortkomt, in het – vol-
,ende jaar of wel in de volgen-de jaren.
Een dergelijke anomalie heeft ook bij den to-talen
in-
en
uitvoer
plaats geon’den. De totale uitvoer
(8.999.000 ton) is nl. ruim 800.000 ton hooger ‘dan de
ihvoer (8.168.000 ton). Zelfs wanneer men met het
statistisch nie’t te vatten verbruik rekening ‘houdt, is
dit verschil toch te ‘groot. De oorzaak ervan ligt voor-
namelijk’ in het feit, -dat de groote uitvoeren van
Cu’ba (campagnejaar Januari-December) en de Phi-
lippijnen (campagnejaar Novem’ber-October) naar
de Vereenigcle Sta-ten tegen het eind van ‘het cam-
Jagnejaar 1933/’34 nog niet in ‘de invoerstatistiek der
Vereenigde Staten (campagnejaar Augustus-Juli)
erschijneu. Ook hier zal een uitbalanceeren in het
volgende jaar plaats hebben, en ‘het is zeer waar-
.schijnlijk, dat in de wereidcampagne 1934/’35 de in-
‘oer ‘grooter zal
zijn
dan de uitvoer, wat op -den eer-
steu blik wel wonderlijk schijnt.
Zeer ‘belangrijk is intusschen, dat het ons voor-
komt, dat de daling van het verbruik, die samenhan-
.’end met de wereldmalaise, in 19291’30 inzette, in
1931’88 (met 25.876.000 ton) het eindpunt heeft
bereikt.
De stijging van de consumptie (329.000 ton in
1933/’34) is nog bescheiden en ver verwijderd van de
i4nrmale drie percenten per jaar (‘ongeveer 750.000 ton), maar ‘de verwachting is gegrond, -dat het ver-
ruik ook in 1934/’35 zal toenemen en betrekkelijk
‘rQoter zal zijn ‘dan de voor hetzelfde jaar te ver-
*achten productie.
(Nadruk verboden)
AANTEEKENINGEN.
De Engeisch-Poolsche kolenovereenkomst.
Op 6 December jl. ‘hebben de Engelsche en Pool-
che kolenproducenten eindelijk een overeenkomst ge-
sloten, die een ‘einde zal ma-ken aan een langen strijd
•ver de buitenlandsche markten.
Het binnendringen van Polen in de Engelsche af-
zetgebieden dateert reeds van de kolenstaking in 1926.
1
ot 1931 daalde de relatieve afzet van de Engelsche
kolen, vooral in Scandinavië. Eerst na de depreciatie
”an
het
Pond tra’d een verbetering in. Polen trachtte
ijn positie te hand-haven door hoogere prijzen in het
binnenland en vrachtreducties. De toestand werd ech-
ter steeds ongunstiger, vooral toen Engeland in de
1andelsverdragen bijzondene invoervergunningen voor
kolen van -de Scan-dinavische landen kreeg. Andere
afzetgehieden konden geen compensatie vormen voor
Polen en de strijd met de En’gelsche producenten
verd zelfs tot in ‘de Middellandsche zeehavens ge-
4’oerd. Zoo was Polen tenslotte bereid om een over-,
en’kom’st’ aan te gaan.
1
1
Europa:
Duitschiand 1.527
Tsj-S1owakije401
Oostenrijk. 175
Hongarije . 93
Zwitserland 195
Frankrijk.. 1.045
België…..229
Nederland. 305
Groot-Britt. 2.244
Polen …..324
Sovj.-Rusl.. 1.000a)
Denemarken 204
Zweden 282
Italië …..325
Spanje…. 302
Overig Eur. 829
Totaal
Eur.C).
9.480
1120
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN•
19 December 1934
Deze overeenkomst voorziet, volgens ,,The Econo-
mist”, in de vaststelling vala een bepaalde verhouding
tusschen de Engelsche en Poolsche kolenuitvoeren en
in de handhaving van een redelijke verhouding tusschen
de uitvoerprijzen van de twee landen. Omtrent de
methoden van de vaststelling der prijzen en de ver-
houding van de tonnage tusschen de beide landen is
nog niets naders bekend. Het spreekt echter vanzelf,
dat de Poolsche uitvoer over zee in een vaste verhou:
ding zal staan tot de variabele Britsche uitvoeren. De
,,Deutshe ‘Volkswirt” wijst er op, dat deze overeen-
komst tegenover het voor Polen gunstige jaar 1931
een aanzienlijke vermindering van zijn verzorging van
de invoerlanden beteekent.
Zooals de volgende aan ,,The Economist” outleen-
de tabel aantoont, is Polen echter niet het eenige
land, dat kolen uitvoert:
Uitvoer van kolen.
(in duizend tous).
België en Frank- Duitsch-
Ver.
Gr.-Brittainië
Jaar Luxemburg rijk
land
Polen
Staten
excl.bunke,kol,
1925
2.508
5.040 13.440
7.920 18.180
50.817
1927
2.916
4.848 26.520 10.920 18.780
51.149
1929
3.732
5.784 26.400 13.800 18.360
60.267 1930
3.900
4.570 24.000 12.360 16.200
54.874
1931
5.376
4.092 22.764 13.596 12.420
42.750
1932
3.440
3.440 18.000 10.060
9.033
38.899
1933
3.530
3.257 18.200
8.951
8.992
39.068
Het totaal van de vijf voornaamste landen, welke
kolen uitvoeren, is nog slechts iets grooter dan de
Engelsche uitvoer. De Engelsche verhouding van de
totale uitvoeren van de landen, zooals in bovenstaan-
de tabel is aangegeven, steeg inderdaad een kleinig-heid, nl. van 47.0 pOt. in 1929 tot 47.7 pOt. in 1933.
Bovendien concurreert een belangrijk gedeelte van de
uitvoeren van eenige dezer landen niet met de Eij-
gelsdhe kolen. De rentabiliteit heeft echter sterk ge-
leden onder de concurreerende prijsdumping. Een
overeenkomst, die de belangrijkste Europeesche ex-
porteurs zou omvatten, zou ongetwijfeld tot een ver-betering van den toestand leiden.
De ruimte op de Engelsche geld- en kapitaal-
markt.
Een der in het oog vallende verschijnselen, welke
voor de toekomstige conjunctuurontwikkeling in
Engeland van niet te onderschatten beteekenis is, is
de voortgaande verruiming op de Engelsche geld- en
kapitaalmarkt, zul’ks ondanks de onmiskenbare teeke-
nen van opleving, welke men daar in de laatste twee
jaren heeft kunnen waarnemen. Eensdeels kan deze grootere ruimte verklaard wor-
den uit het verschijnsel, dat de uit de industrieele
investeeringeia vrijkomende gelden, dank zij lage
grondstofprijzen, lage onkosten en grootere winsten
niet geheel voor de financiering der productieuit-
brei’din’g behoefden te worden besteed, terwijl vervan-
ging of uitbreiding van installaties veelal niet noodig
was. Dit blijkt ook vel uit de toegenomen liquiditeit
van vele der grootste Engelsche maatschappijen.
Anderdeels hebben monetaire factoren het hunne
tot genoemden toestand bijgedragen, zooals de toene-
ming van de goudvoorraden der Bank of England, de toeneming •der biljettencirculatie, der bankdeposito’s
bij de Bank of England, en van de liquiditeit der
Londensche clearingbanken.
Ook de kapitaalvlucht als gevolg van buitenland-
sche en ‘biniaenlandsche politieke onzekerheid uit en-
kele continentale landen heeft medegewerkt tot een
toestrooming van gelden naar de Londensche markt
voor kort geld en gou’dgerande waarden.
Waar de ‘begrooting van de Engelsche regeering
sluitend is, en het Ministerie van Financiën er op uit
is, korte leeningen te consolidepren en lange schulden
in leeningen van een lager rentetype te converteeren,
daar draagt ook dit verschijnsel er toe bij, dat de geld-
rente zich in dalende richting beweegt. Hier komt bij,
,.dat de Engelsche regeering zich afzijdig houdt van belau’grijken steun aan het bedrijfsleven, waarvoor
grootere leenirugen opgenomen zouden moeten worden.
Ook de buitenlandsche handel vraagt geen nieuwe
kapitalen, evenmin als de markt voor buitenlandsche
fondsen, behoudens kleinere ‘bedragen voor de Domin-
ions en de koloniën, zulks door het embargo van de
Britsche regeering op den kapitaalexport en door den
hoogst onzekeren toestand in die landen, wel’ke als cce-
‘dietnemers in aanmerking komen, samenhangend met
hun moeilijkheden van het vinden van een afzet-
markt voor hun grondstoffen, mede naar Engeland
zelf.
Een en ander heeft tot een snelle daling van het
disconto aanleiding gegeven, hetwelk thans niet meer
dan de vrijwel nominale rente van >ii pCt. bedraagt,
waarbij het officieel disconto van 2 pOt. geheel in-
effectief is.
Banken en andere credietinstellingen werden hier-‘door genoopt, hun gelden rendabel aan te wenden in
andere richting, waardoor de koersen van goudge-
rande ‘obligaties verder stegen tot een peil, .dat een
rendement geeft, dat niet meer ver verwijderd is van
dat van het eind ‘der vorige eeuw!
Volgens ,,Actuaries’ Index” vertoonden de koersen der lange termijnobligaties van de Britsche regeering
het volgende verloop: (31 December 1928 = 100):
Sedert !begin 1931 stegen de koersen van 104,7 tot
108,4 in Juni van dat jaar, waarna een ‘daling volgde,
welke bij ‘het verlaten van den gou’den stan’daard in
September een minimum bereikte van 90,0. Daarop
volgde in 1932 een scherpe ‘stijging tot 123,0 in Decem-
ber, terwijl de in’dex in 1933 tamelijk stabiel ‘bleef
(Dec. ’33: 124,8), waarna tenslotte ‘in ‘dit jaar een
stijging kwam tot 133,5 in October ’34. De 2′ pOt.
Oonsols n’oteerden medio November 1934 91%, dat is
maar weinig lager dan de maximale koers van 93%,
welke zich in 1903 voordeed.
Het rendement is aldus ‘gekomen ‘op basis van even
beneden 3 pOt.
Als gevolg hiervan steeg ook de ‘koers van tweede
klasse papier, als de obligaties van gemeenten en de ‘soliedere in.dustrieele ondernemingen, waarbij naar
het schijnt echter ‘de rente voor leeningen aan den
‘huizenbouw nog geen gelij’ken tred ‘houdt.
Aldus wordt een toestand voorbereid, waarop ‘het
ook voor de particuliere ‘bedrijvigheid aantrekkelijk
wordt nieuw kapitaal aan te trekken, terwijl deze
situatie ook de kapitaalverstrekkers naar de markt
voor meer speculatieve waarden ‘drijft.
Hiertoe is echter nog niet voldaan aan het t’weede
vereischte: dat van betere vooruitzichten voor het be-
cirijfsieven. Met uitzon’dering van het bouwbedrijf,
dat een ,,boom” heeft doorgemaakt, ‘is de vooruitgang
in de Engelsche industrie ‘dit jaar niet zoo ‘sterk ge-
weest al’s in het voorgaande jaar, zooals ook uit de
geringere stijging der aandeelkoersen blijkt.
Ook de voorwaarden voor een opleving van den
handel, eveneens van de internatio-
nale emissiebedrijvigheid zijn nog bij lange na niet
aanwezig, ook al zou de En’gelsche regeering ‘het em-bargo op de huitenlandsche kapitaalemissies opheffen.
Keynes is daarom van meening, dat de verruiming
van de Engelsche kapitaal- en gel’dmarkt zich nog
geruimen
tij’d
zal voortzetten voor en aleer een op-
leving de kapitaalrente weer omhoog zal drijven.
De vooruitzichten voor de openbare financiën
in Tsjecho-Slowakije.
De vooruitzichten der Tsjechische ‘begrooting zijn
in vergelijking met de voorafgaande, in ‘het tee’ken der
‘deflatie staande, jaren, voor het komende jaar zeer
zeker gunstig te noemen, ‘hetgeen uit de on’derstaande
aan de ,,Prankfurter Zeitung” van 1 Dec. jl. ont-
leende beschouwing moge blijken.
Het totaalcijfer ‘der begrootin’g daalde van Kr. 9,84
milliard in 1931, tot 8,63 in 1933 en 7,63 in 1934.
De door den Staat en de Nationalbank gevoerde de-
flatiepolitiek slaagde er echter niet in, in die mate
19 December 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1121.
bezuinigingen door te voeren, dat de achteruitgang
der inkomsten er door goedgemaakt werd. Integen-
deel, het tekort steeg en bereikte in 1933 het bedrag
van Kr. 1,7 milliard. Ook voor 1934 zal men nog met ed – hoewel aanzienlijk kleiner – tekort reke-
.ning moeten houden. De uitwerking der in Februari
van dat jaar doorgevoerde devaluatie begint nu echter
al blijven.der vormen aan te nemen, zoodat men, voor-
al voor het komende jaar, met de verbeterde economi-
sche situatie rekening kan houden. De inkomsten uit
de belastingen zijn ‘in de laatste maanden voor het eerst
hooger dan in dezelfde maanden van het voorafgaan-
de jaar. Deze feiten, tezamen met o.a. de verbeterde
export en productie, maakten het mogelijk voor 1935
met een totaalbedrag van Kr. 7,98 milliard een slui-
tend budget op te stellen.
De begrootingspost voor Financiën vertoont tegen-
over het vorige jaar een stijging van Kr. 88 millioen. Deze wordt, door een aantal bezuinigingen gedeelte-
lijk gecompenseerd, veroorzaakt door het uittrekken
van een bedrag van Kr. 150 millioen voor het aan-
koopen van binnenlandsche Staatspapieren, zulks als
compensatie voor de in 1934 stopgezette aflossing der
binnenlandsche Staatsschul’d.
De uitgaven voor sociale maatregelen
stijgen
met
Kr. 60 mill. (42 mill. voor sociale verzekeringen en
15 mill. voor woningbouw). Ook de ‘de.fensie-uitgaven
zijn gestegen en wel van Kr. 1.227 mill. in 1934, op
Kr. 1.280 mill. Daarnaast heeft het Ministerie van
Defensie jaarlijks .de beschikking over een bewape-
ningsfonds van Kr. 350 mili., en bovendien het recht
om door het opnemen van credieten, boven dit bedrag
uitgaande uitgaven te dekken. Voor Buitenlandsche
Zaken is Kr. 11 ‘mill. meer uitgetrokken. Naast het
duurder worden der gezantschappen en consulaten
tengevolge der devaluatie, zijn het vooral de uitbrei-
ding der propaganda, instelling van een nieuw ge-
zantschap (Venezuela) en een beroepsconsulaat (Sin-
gapore), welke de stijging veroorzaken. Het Ministe-
rie voor Openbare Werken zal Kr. 2 mili. bezui-
ni.gen. Voor ‘het onderdeel
,,:burgerljke
luchtvaart”
is evenwel Kr. 6 mill. meer uitgetrokken. Deze ver-
hooging staat in verband met de belangrijke uitbrei-
ding van het Tsjechische luchtnet (o.a. luchtlijnen
naar Polen, Rusland en den Balkan). De grootere uitgaven op de verschillende begroo-tingsposten hoopt men voornamelijk uit de grootere
opbrengsten der inkomstenbelasting te dekken. Voor
1935 wordt hiervoor Kr. 975 mill. verwacht, tegen
Kr. 770 mill. in 1934 en Kr. 835 mill. in 1933. De
groote opbrengst zal vooral verkregen worden door
een zeer strenge uitvoering der belastingwetten. Ver-
der wordt een verhoogde opbrengst uit de invoerrech-
ten verwacht (Kr. 150 mill. meer dan verleden jaar).
Deze vermeerderde opbrengst zal behalve door den
verbeterden econom’ischeu toestand, verkregen moeten
worden uit een bewuste vermeerdering van den in-
voer. Men ‘hoopt daardoor de tengevolge van clearing-
verdragen bevroren vorderingen op den Balkan beter
‘binnen te krijgen, hetgeen ook weer den export zal
bevorderen. Bovendien wordt gerekend op een groo-
teren invoer uit Rusland, daar een plan is opge-
steld den uitvoer naar dat land te vermeerderen
(niet Kr. 200 millioen) door de garantie voor export-
credieten te verdubbelen. Als tegenprestatie is door
Rusland een .hoogere invoer van Russische ‘goederen
geëischt.
Hoewel de Staat geen verhooging der belastingen
noodig geacht heeft, zullen de Gemeenten en Pro-
vinciën in het komende jaar .den individueelen be-
lastinSbetaler zwaarder moeten aanslaan. De toestand
der financiën van verschillende Gemeenten is nog zoo
slecht, dat in dit geval zonder belastingverhooging
niet kon worden volstaan.
Over het geheel ‘genomen heeft echter het budget
voor 1935, in overeenstemming ook met de verwach-
tingen van .den Minister van Financiën, een gema-
tigd, .doch duidelijk optimisme voor de verdere ont-
wikkeling van het economisch leven doen baanbreken.
De economische toestand in België
Uit de jongste onderzoekingen van Prof. Dr. L. H.
Dupriez over de conjunctuur in België en Luxem-
burg, gepubliceerd in ‘het Bulletin van het Institut
des Sciences Economiques (het Belgische Conjunctuur
Instituut), blijkt, •dat de crisis weder ernstiger is ge-worden; vooral wanneer men rekening houdt met de
sociale gevolgen en wanneer men achter de beweging
van •de reeksen statistieken onder den druk van de
crisis en van de prijsdaling de voortdurende verzwak-
king van alle onderdeelen van het economisch leven
ziet.
De aandeelenkoersen blijven gedeprimeerd en de
werkelijke tendens van de groot- en kieinhandelsprij-
zen is nog steeds dalend. De geldrente is betrekkelijk
laag, terwijl ‘de werkelijke kosten van ‘het crediet over
het algemeen nog geen enkele neiging vertoonen zich
aan de mogelijkheden van het Belgische bedrijfsleven
aan te passen. De credietkosten (rente en commissie)
bedragen nog ongeveer 8 pOt. Op de kapitaalmarkt
gaat letterlijk niets om, doordat tegenover nieuwe
besparingen ten deele een abnormaal opteren van de
familiereserves staat en verder een deel in het ‘bui-
tenland wordt uitgezet. Sedert ‘het derde kwartaal
van 1933, toen een groote staatsleening is uitge-
geven, stagneert de kapitaalmarkt geheel.
De omvang van de industrieele bedrijvigheid en
‘het vervoer blijft op het lage niveau staan. In bepaal-
‘de industrieën en in den buitenlandschen handel is
een lichte verbetering ingetreden. Het verbruik van
voedingsmiddelen is stabiel.
De verhouding tusschen aanbod van en vraag naar
arbeid is ongunstiger geworden. De werkloosheids-
cijfers blijven ‘hoog. Loonen en salarissen ‘blijven
dalen.
Het valutavraagstuk in Italië en andere economi-
sche moeilijkheden.
De uitvoeringsvoorschriften voor de afgifte van
valuta zijn thans bekend geworden. Zij zijn nog scher-
per uitgevallen ‘dan zich uit de eerste berichten liet
aanzien en waarop wij in het nummer van de vorige
week ‘blz. 1011) ‘hebben gewezen.
De Italiaansche regeering meent nl., dat het voort-
durend afvloeien van ‘gou’d veroorzaakt werd door de
handelaars, die de opbrengst van exporten niet naar
Italië overbrachten, maar deze in het buitenland
lieten staan. Thans staat ‘de douane slechts uitvoer
toe, wanneer de goederen vergezeld zijn van een ver-
klaring van het centrale instituut. Deze verklaring
wordt alleen dan afgegeven, wanneer de verkooper
zich verplicht heeft de opbrengst van de vei±ochte
goederen bij dit instituut te ‘deponeeren, en wel direct
na ontvangst. Voor verzekeringsmaatschappijen en
reederjen ‘geldt de ‘verplichting, dat zij eenmaal per
‘drie maanden een overzicht van hun ‘buitenlan’dsche
ontvangsten en betalingen moeten indienen, maar clan
met toelichting en bewijsstukken op iederen post. Er
is ‘bovendien een commissie voor prijscontrôle inge-
steld, die tot taak heeft na te ‘gaan, of de door de
exporteurs opgegeven prijzen met ‘de werkelijke ver-
koopsprijzen overeenstemmen.
,,T’he Economist” stelt de vraag, welke ‘bedoelin-gen bij deze maatregelen ter beperkin’g van de valuta-
transacties ‘hebben voorgezeten. Het blad acht het
onwaarschijnlijk, dat Mussolini, ondan’ks zijn herhaal-
de verklaringen van ‘het tegendeel, toch tot deprecia-
tie van de Lire zou ‘overgaan. Maar een du’bbel valuta-
systeem, gelijk zulks in Duitschlan’d ‘bestaat, met een
verschillende ‘binnenlan’dsche en buitenlandsche waar-
‘de, is in Italië om verschillende redenen niet moge-
lijk. Ten eerste i’s Italië veel meer dan Duitschland
afhankelijk van den invoer van buitenlandsche’ grond-
stoffen, maar daarnaast ‘heeft Italië te weinig bui-
tenlandsche schulden, die ‘het kan ,,blokkeeren” of
‘dreigen te ‘blokkeeren, teneinde met behulp van een
dergelijk dreigement overbruggingscredieten los ‘te
1122
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 December 1934
krijgen, gelijk Dr. Schacht heeft geprobeerd. En ten-
slotte is de geïsoleerde positie van Duittohiand een weinig aanlokkelijk voorbeeld. Het genoemde blad
vermoedt, dat het valutabezit -der Italiaansche on’de-
•danen gebruikt zal worden voor •het Valuta-equalisa-
tiefonds.
De jongste oij:fers van de werkloosheid in Italië op
30 November 1934 ‘geven een totaal aan van 970.000.
Ondanks de normale seizoensstijging der werkloos
heid in November, is de toestand niet ongunstiger
dan verleden jaar November, toen er 96.000 meet
werkloozen zijn geregistreerd.
Verschillende organen van •den corporatieven staat
hebben de laatste weken plannen ingediend ter vei-dere bestrijding van de werkloosheid. Er is ook een
overeenkomst tusschen werkgevers- en werknemersor-
ganisaties in ‘bepaalde branches gesloten op de vol-
gende basis. 1. veertig-urige arbeidsweek; 2. een
fonds, waartoe werkgevers en werknemers bijdragen,
voor schadeloosstelling aan hoofden van groote ge-
zinnen en andere ernstig getroffenen •door de loons-
verlaging, die een ‘gevolg van dezen verkorten arbeids-
tijd is; 3. afschaffing van overwerk; 4. vervanging
van vrouwelijke door mannelijke arbeidskrachten,’
waar zulks mogelijk is; 5. vervanging van gepension-
neerden ‘door personen, -die geen pensioen hebben.
De vervanging van vrouwen door mannen gaat met
groote moeilijkheden ‘gepaard, ook omdat Italië een
grooter aantal vrouwen
–
telt dan mannen. Volgens een
berekening zijn er een millioen vrouwen tusschen 30
en 65 jaar, die ‘hetzij uit ‘openbare middelen, hetzij door familie, onderhouden zouden moeten worden,
wanneer zij niet zelf in haar onderhoud voorzien.
INGEZONDEN STUKKEN.
BETAALT DE AUTO EIGEN WEGKOSTEN?
Ir. J. M. I. Reitsma schrijft ons:
De ‘besdhouwing van Dr. J. A. M. van Staay in
het nummer van 28 Nov. ji .verschaft mij een wel-
kome gelegenheid om te opponeeren tegen enkele der
daar geuite -meeningen, die men ook elders kan be-
luisteren.
1. Het zij mij in de eerste plaats vergund op te
merken, dat de heer Van Staay met zijn betoog in de
E.-S.B. van 19 September jl., waarheen hij verwijst,
weinig nieuws beweerd en zeer zeker niets bewezen
heeft ten aanzien van zijn eenigszins zwevende ,,voor-
loopige” conclusie, dat de auto voldoende opbrengt
om de kosten van ‘haar weg te vergoeden. Dit kan de
heer Van Staay ook onmogelijk bewijzen, om de een-
voudige reden, dat dit niet zoo is, hetgeen ik nader
zal aantoonen.
Zou de auto met de benzine-belasting naar billijk-
heid betalen vo’or het gebruik van een in het ver-
leden gebouwd en kostbaar wegennet (de uitdrukkin’g
is •ontleend aan ‘het rapport der Staatscommissie-
Welter), -dan betaalt zij nog maar ten deele voor aan-
leg en vernieuwing te ‘haren gerieve van secundaire-
en niemendal voor aan’leg, vernieuwing en onderhoud van de ‘door haar (de auto) zwaar gemaltraiteerde ter-
tiaire wegen. Ook ‘betaalt zij dan nog niets voor de
verkeersveiligheid c.a. op de openbare wegen, waar
jaarlijks 700 â 800 Nederlandsche staatsburgers en
-‘burgeressen onnoodig gedood worden door het mo-
torverkeer, welke wantoestand om spoedeisdhende
wettelijke voorzieningen schreit.
1)
De ,,voorloopige” conclusie van Dr. Van Staay is
er dus geheel naast.
Het aandeel, dat de auto in de wegkosten moet ‘dragen, wordt op het voetspoor der A.N.V.F. op 70
pOt. gesteld. Dit zou volgens een ,,zeer plausi-bele”
redeneering zijn geschied. Hoe deze redeneering luidt
wordt echter niet vermeld. Ik ken -toevallig – ‘dank
zij ‘de welwillendheid van den President der A.N.V.F.,
mijn ‘hoo’ggewaardeerden vroegeren chef en leermees-
ter: Prof. Van Breen – deze redeneering, -doch kan
haar tot mijn leedwezen allerminst plausibel vinden.
Het waarom zou mij te ver voeren, zoodat ik zal
volstaan met aan te geven, dat er slechts twee bil-
lijke maatstaven terzake bestaan, t.w.: -het actueele
gebruik en de actueele aanlegkosten. Algemeen wordt
gesteld, dat ‘de wegen voor 90 püt. door autoverkeer
worden benut ). De aanlegkosten van de auto- en
karrenbaan bedragen 96 pOt., tegen 4 pOt. voor die
van -het rijwielpad (auto en rijwiel zijn nl de twee
voornaamste contribua-belen in de wegenhuishouding
‘h.t,l.).
Zooals de heer Van Staay ziet, is -de overeenstem-
ming in de kostenaan’deelen volgens gebruik en aan-
leg verrassend goed. Waar het gebruik, -dat de auto
van den gewonen, openbaren weg maakt, in de naaste
toekomst nog wel zal stijgen ‘boven de -genoemde 90
püt. van thans, is het niet onbillijk om het auto-aan-deel in de wegkosten te stellen op 96 pOt., overeen-
komstig ‘hetgeen
-bij
den aanleg van den primairen en
secundairen weg daaraan ten koste wordt gelegd.
Naar ‘het mij voorkomt ontvalt hiermede aan het
verdere betoog van den -heer Van Staay reeds een
der voornaamste pijlers. Een andere pijler is de vol-
gende:
Het derde -bezwaar, -dat ik tegen het betoog van
den geachten ‘schrijver ‘heb, is, dat
hij
‘de getalsont-
wikkelin’g der motorvoertuigen in Nederland wel wat
al te rooskleurig ziet. Waar ‘bewijst de heer Van Staay
de -door ‘hem i-mplicite aangenomen correlatie tus-
schen den groei van bevolking en auto’s? Deze bestaat
niet. Integendeel, wiskundig is aan te toonen, dat het
meest waarschijnlijke – maximum niet 290.000 (in
1950), doch 180.000 motorvoertuigen zal bedragen
8)•
Met de aanname van 290.000 auto’s is de geheele we-
genfinanciering, welke -de -heer Van Staay wenscht
te propageeren, op ‘drjfzand gefundeerd. Immers, -de
door hem -genoemde -hon-derdtallen millioenen guldens
zullen nimmer door de auto’s opgebracht (kunnen)
worden, of het moest zijn onder prohi-bitieve belas-
tingen. Kortheidshalve moge ik voor ‘het ‘bewijs van
mijne stelling verwijzen naar een studie van mijn
Zie E.-S.B. van
1
Augustus
1934, pa-g. 700,
tweede
kolom.
Zie E.S.B. van
9
Mei
1934,
pag. 430,
tweede kolom,
en de A.N.V.F.-publicatie, Bundel
II, No. 7,
pag.
46,
tweede
kolom onderaan. Voor de primaire -wegen neemt deze pu-
blicatie zelf-s een -percentage van
95
aan.
Zie ,,])e Economiat” van Mei
1934,
pag.
368-371.
AANVOEREN
in’tone van
1000 KG.
–
Artikelen
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
9-15 Dec.
Sedert
Overeenk. 9-15 Dec.
Sedert
Overeenk.
1934 1933 1934
1Jan. 1934
tijdvak 1933
1934
1Jan. 1934
tijdvak 1933
27.119
1.314.736 1.495.352
–
32.655 23.685
1.347.391
1.519.037 Tarwe
……………..
4.6
11
395.232 397.775
–
15.416
8.935
410.648
406.710
Rogge
……………….
3
55
23.533
21.862
–
–
25
23.533 21.887
Boekweit
.
……………..
MaIs ………………
858.930 994.265
2.440 214.523
206.245
1.073.453
1.200.510
8.866 372.221
489.888
– –
46.035
49.381
418.256 539.269
1.731
116.069
120.563
–
3.195 3.808 119.264 124.371
10.
.727
200.120
182.025
3.730
246.646
209.278 446.766
391.303
Gerst
……………….
Haver
……………….
…
62.914
148.200
–
55
200
62.969
148.400
Lijnzaad
…………….
4
00
Lijnkoek
1)
…………
….273
20.533
18.316
59
3.805
5.654
24.338
23.970
Tarwemeel
…………….385
Andere meelsôorten
‘1470
57.361
”
50.295 230
6.919
8.197
1
–
64.280 58.492
19 December 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1123
hand in ,,De Eoonomist” van October
1934 (p.
767
-771),
waarin ik tot ‘het tot dusverre onaangevoch-
ten resultaat kom, dat het Rijkswegenplan
1932
circa
f
330
millioen te duur van opzet is.
Hiermede heb ik naar mijne meening aangetoond,
welke de catastrophale gevolgen zijn van een weten-
schappelijk ongefundeerde, al te optimistische schat-
ting van •het naar groote waarschijnlijkheid te ver-
wachten toekomstige aantal motorvoertuigen.
N a s c h r i f t. Van de gelegenheid, mij door de
redactie geboden, zal ik slechts een uiterst spaarzaam
gebruik maken. Een afdoend antwoord op alle door
mijn geachten opponent opgeworpen vragen ligt op-
gesloten in de Pixblicatie van de A.N.V.F., Bundel II
No.
7,
waarheen ik moge verwijzen. Ik bepaal mij tot een drietal opmerkingen.
Nm.b.m. ben ik er in geslaagd aan de hand van
concrete gegevens mijn ,,voorloopige” conclusie waar
te maken.
–
Wat de verkeersongevallen betreft, zal het den heer
R. toch niet onbekend zijn, dat blijkens de M. v. A.
op het Voorloopig Verslag betreffende de Water-
staatsbegrootin’g een ,,verplichte verzekering jegens
derden” wordt voorbereid. Bovendien wordt in de
etudie van de A.N.V.P. met de kosten voor veiligheid
rekening gehouden (zie ‘blz.
45).
Het is jammer, dat de •heer R. niet heeft aange-
geven, waarom hij het met het door mij genoemde
aandeel van
70
pOt. niet eens
kan
zijn. Dit cijfer be-
rust op uitvoerige berekeningen, terwijl de heer R.
meent te kunnen volstaan met onbewezen beweringen.
De theoretisch-mathematische uiteenzetting van
den ‘heer R. om aan te toonen, dat het verzadigings-
punt van motorvoertuigen in Nederland in
1950
zal
bereikt zijn met een maximum aantal van 180.000,
zegt mij weinig, zoolang de practijk in tal van landen
anders leert. Al moge het dan nog zoo ,,wetenschap-
pelijk •ongefundeerd” zijn, zal ‘ik mij voorloopig daar-aan houden.
v. S.
ONTVANGEN BOEKEN.
Economisch vervoer
door Dr. Ir.
J.
G.
J. C.
Nieu-
wenhuis, directeur van het gemeentelijk tram- en
autobusbedrijf te Rotterdam. (Rotterdam
1934;
Nijgh & Van Ditmar, Prijs
f
1.50).
Dit boek behandelt achtereenvolgens: De Vrije concur-
rentie der verschillende vervoermiddelen; het vervoermo-
nopolie; het concessiestelsel, de stand van het verkeers-
probleem in het buitenland, het personeel-vraagstuk,
eisohen door de oveiheid to stellen in het belang van vei-
lig verkeer, verzekering tegen wettelijke aainaprakelijkhe.id,
hygiëne, hinder, enz.; het 1 inanciëele probleem en coördi-
natie van het verkeer.
Wet op de belasting van de doode hand
voor de prac-
tijk toegelicht door P. Karmelk, inspecteur der
directe belastingen enz. te ‘s-Gravenhage en Mr.
Dr. E. Tekenbroek, advocaat en accountant.
(Assen
1934;
Van Gorcum & Comp. N.V. Prijs
f
3.90).
Achtereenvolgens worden behandeld: Voorwerp, bedrag
en verschuldigdheid der belasting; Aangifte en aanslag;
Bczwai-en tegen den aanslag; Navordering; Voorkoming
van dubbele belasting; Bijzondere bepalingen; Straf rech-
telijke bepalingen; Overgangs- en slotbepalingen.
De garantie als aanvullende financierings-figuur
door
Dr. A.
B.
A. van Ketel. (Tilburg
1934;
H.
Gianotten).
Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt
van buitengewoon hoogleeraar aan de R.K. Hadelshoo-
geschool te Tilbueg.
Vorm, of wezen als richtsnoer bij de heffing van be-
lastingen
door Prof. Dr. N.
J.
Polak. (Purme-
rend
1934;
J.
Muusses).
Voordracht gehouden op 28 April 1934 en stenografisch
verslag van het debat. (Geschriften van de Vereeniging
voor Belastingwetenschap, No. 28).
STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
isc Wissels.
2l9Sept.’33
Ned
Lissabon
•… 5
13Dec.’34
e1.Binn.Eff 3
19Sept.’33
Pr
sch.
Londen ……
2
30Juni’32
in R.0
3
19Sept.’33
Madrid ……
5
6
Nov.’34
Athene ……….
7
14Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
11
1
Feb.’34
Batavia ……….
3
1Nov.’34
Oslo
…….
.
322Mei’33
Belgrado
……..
616Juli’34
Parijs
…..
Praag
……
.
231Mes’34
Berlijn ……….
4
22Sept.’32
325 Jan.’33
Boekarest……..
6
5Apr.’33
Pretoria
….
315Mei ’33
Brussel ……….
21
28Aug.’34
Rome ………
4 26Nov.’34
Budapest ……..
44170ct.’32
Stockholm
.. 21
1Dec.’33
Calcutta
……..
3
16Feb.’33
Tokio
….
3.65
2 Juf’s ’33
Dantzig
……..
4
21Sept.’34
Weenen ……
427Juni’34 ifelsingiors ……
4
3
Dec.’34
Warschau….
5
26 Oct. ’33
Kopenhagen
21
1Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.
1
31
OPEN MAiRKT.
1934
1933
15
0115
Dec.
ee.
318
26Nov.!
11/16
HH
Dec. Dec.
1 Dec.
Dec.
Amsferda,,,
Partic. disc.
11
11
1
11
112
1
18-
11
116
1
14_
1
1
311s11
16
Prolong.
I
1 1 1 1
1
2
1
14-
1
14
Londen
Dageld.
– –
1
141
1
/4..I
1
14-1
1
14..1
‘isl
I
1
14-2
Parttc.disc.
12′
9
116
1’16
5
18
18
–
116
‘
s
116
–
18
1
1
/8_
1
14
7
18-1
1
1
4
1
14_
5
14
Berlijn
Daggeld,..
4.
1
14
411
371_411
‘s
311
2
.411
4
41(57(
41/
5
51
1
‘
4
–
Maandeld
33144
314-4
3
7
I-4
37/_4
4
1
12-6
412
–
5I2
–
Part,
disc.
3112 311
312-
5
1s
3
1
12
371s
371
2118_112
Warenw.
. .
4..1
4.11
4
4_11
4
4_1/
4
411
4_11
4
–
New York
DageId
1)
1
1
1 1 1
1-
1
4
1
8
14-2
1
1,
Partic.disc.
5
116
&lis
1
116
5
116
718
11
–
1)
Koers van
14
Dec. en daaraan
voorafgaande weken
t/m.
Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
Ne,v
Londen
Berlijn
Par(/s
Brussel
Batavla
York*)
8)
S) S)
S)
1)
11 Dec.
1934
1.47
11
118
7.325,
59.39
9.75
34.54
100′
12
,,
1934
1.4755/
16
7.32
59.35
9.75
34.54
10011
8
13
,,
1934
1.47511,,
7.3071
8
59.37
9.751 34.55
10081
8
14
,,
1934
1.47
55
118
7.31
59.36
9.751
34.561
10081
8
15
,,
1934
1.47’5,
7.3171
8
59.40
9.751
34.56
1008/
6
17
,,
1934
1.4771
5
7.3 ly
4
59.40
34.54
100s1
Laagste d.w
1
)
1.47ii,,
7.30k
59.32k
9.741
34.44
100
Hoogste d.wl)
1.481/
8
7.33k
59.45
9.75f
34.60
1003
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100
Da a
Zwif-
serland
Weenen
Praaz
Boeka-
Milaan
Madrid
,i
9
rest
1
,
)
11
Dec.
1934
47.89
–
6.19 1.48
12.62 20.21
12
,,
1934
47.85
–
6.19
1.48
12.62
20.24
13
,,
1934
47.87
–
6.19
1.48
12.621 20.20
14
,,
1934
47.87
1
4
–
6.181
1.48
12621
20.21
15
1934
47.90
–
6.19
1.48
– –
17
1934
47.90
–
6.18
1.48
12.651
20.22
Laagste d.w’)
47.82
–
6.15
1.45
12.54
20.15
Hoogste d.w
1
)1
47.92
28.-
6.221
1.50
12.64
20.25
Muntpariteit
1
48.003
35.007
7.3711.488
13.094 48.52
D af a
–
.Sfock-
Kopen-
1
*
s o
)
Hel- Buenos-
Mon-
holm
)
hagen)
fs0;5;.)
Aires’)
t real
1)
11
Dec.
1934
37.74
32.70
36.80
3.24
37
1.51
12
,,
1934
37.75
32.64
36.74
3.24
37
1.50h
13
,,
1934
37.70
32.65
36.72k
3.23
3671
8
1.49h
14
,,
1934
37.70
32.65
36.721
3.23
37
1.49f4
15
,,
1934
37.75 32.70 36.80
3.23
37
1.49
,
4
17
,,
1934
37.70 32.65 36.75
3.23
367/
8
1.49
Laagste d.wl)
37.45 32.35
36.45
3.20
36,%
1.49
Hoogste d.wl)
38.-
32.95
37.05 3.26
37,%
1.51
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
95s,
2.4878
5)
Noteerine te
Amsterdam.
S)
Not, te
Rotterdam.
11
Part.
oneave.
– In ‘t late of 2de No. van iedere maand komt een ovei’zicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Londen
($
per
2)
Parijs
($
P.
lOOfT.) Berlijn
($ p. 100
Mk.)
Amsterdam
(S p. 100
gld.)
11
Dec.
1934
4,947/
8
6,59k
40,18
67,63
12
,,
1934
4,94
6,59s,
40,16 67,64
13
,,
1934
4,94&1
8
6,59k
40,16
67,62
14
,,
1934
4,949
6,59s1
40,15
67,63
15
,,
1934
4,9471
8
ti,59%
40,17 67,64
17
,,
1934
4,937/
8
6,60’1
40,19 67,66
18 Dec.
1933
5,14%
6,18
37,70
63,60
Muntpariteit..
4,86
3,9051
23.81K
4081,
1124
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 December 1934
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
80 K.G. La
R000E
MAIS
GERST 64/65KG
LIJNZAAD
WITTE
KOOL
UIEN ROODE
KOOL
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
VLEESCH
Plata loco
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
L. Plata
loco
‘Ie
kwal.
1-5 pond
gewoon
per lOO KG.
le kwal.
1-5 pond
(versch)
(versch)
Rotterdam!
Amsterdam
R’dam!A’dam
R’damjA’dam
loco Rotter-
dam/A’dam R’damjA’dam
per 100 KG.
Broek op
per 100 KG.
Gem.v.3kw.
100KG.
per
per 100 KG.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
‘per2000
K.G.
per2000K.G.
per 1960 K.G.
Broek op
Langendijk
Broek op
Rotterdam
Langendijk
Langendijk Rotterdam
8.
1
10
8.
1
10
8;
010
II.
Oj
f1.
110
0
1
–
y
010 110
/
0
10
1925
17,20
100,0
13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
–
–
–
192615,9092,4
11,75
89,9
174,25
75,3196,7583,4
360,50
‘77,9
–
–
1927
14,75
85,8
12,47
5
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
—
–
—
–
–
1928 13,475
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228,50
96,8 363,00 78,5 4,55
100,0 13,25
–
100,0 17,23
100,0
93,-
100,-
77,50 100,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6 7,38
162,4
11,78
88,9
9.10 52,8
96,40
103,7
93,12
5
120,2
1930
9,67
5
56,3
6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4 356,00
77,0 2,05
45,1
2,14
16,2
5,77 33,5
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4.55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4 3,06
67,3
1,94
14,6
6,96
40,4
88,-
94,6
—
61,9
1932
5,22
5
30,4
4,62
5
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,49
32,8
8,07
60,9
1,84 10,7
61,-
65,6
37,50
48,4
1933
5,02
5
29,2
3,55
27,2
68,50
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0 0,82
18,0
2,30
17,4
2,60
15,1
52,-
55,9 49,50
63,9
Jan.
1933
4,95
28,8 3,75 28,7
73,00 31,5 75,25
31,9
136,50
29,5 0,67
14,7
3,38
–
25,5-
3,02
Ï7,5
50,50 54,3
44,75
57,7
Febr.,,
4,775
27,8 3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7 130,25
28,2
0,60
13,2
-2,06
15,5
2,51
14,6
49,25
53,0
45,-
58,1
Maart
,,
5,05
29,4
3,82
5
29,3
73,50
31,7
76,25
32,3
130,50
28,2
0,61 13,4 1,29
9,7
3,11 18,0
46,50 50,0
46,
–
59,4
April
,,
5,15 29,9
3,75
28,7
72,75
31,4
71,25
30,2
129,50
‘28,0
49,50 53,2
‘
48,25
62,3
Mei
5,40
31,4
3,775
28,9
70,50
30:5
73,25
31,0
146,75
31,7
52,25
56,2
63,2
Juni
,,
5,25
30,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3
—
51,25
—–
55,1
48,-
61,9
Juli
5,82
5
33,9
3,85
29,4
64,25
27,8 78,00
‘33,1
176,25
38,1
——–
49,25
———
53,0
48,50
62,6
Aug.
5,30
30,8 3,55
27,2
61,25
26,5 67,75
28,7
161,50
34,9
-.
49,-
52,7 49,25
63,5
Sept.
4,95
28,8 3,475
26,6
61,00
26,3 65,25
27,6
159,00
34,4
———-
50,25
54,0
54,-
69,7
Oct.
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25 26,0 63,50
27,0
–
141,25
30,5
————
——————————
56,25
—
60,5
54,25
70,0
Nov.
4,55
26,5
2,95
22,6
74,50
32,2
60,00
‘25,4
147,25
31,8
1,26
27,7 2,23
16,8
59,50
64,0 54,375
70,2
Dec.
•
4,57
26,6 3,30
25,3
73,50
31,7
59,25
25,1
154,50
33,4
0,97
21,3
2,56
19,3 1,76 10,2
60,75 65,3
53,50
69,0
j
,
an.
1934
4,75
27,6
3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
3,65
80,2
2,31)
17,4
3,08
179
62,50 67,2
53,75
69,4
rebr.,,
3,40
19,8
2,77
5
21,2
65,25
28,2
58,50
‘24,8
133,00
28,8
3,97
87,3
1,63
12,3
3,12
18:1
63,-
67,7
53,50
69.0
Maart
,,
3,25
18,9
2,72
5
20,8
70,75
30,6 58,75
‘24,9
132,00
28,5
5,99
131,6 1,23
–
–
—
–
–
—
—
–
–
–
–
–
—–
–
–
—
–
–
–
—
—
–
–
–
–
—
–
–
9,3
4,24 24,6
61,75
66,4
50,50
65,2
April
,,
3,20
18,6
2,70
5
20,7
70,50 30,5
56,75
24,0
136,50
29,5
–
–
—
–
–
–
–
–
—
–
–
–
–
—
–
–
–
–
—
–
—
–
–
—
–
–
–
–
–
–
—
63,50
68,3
49,12
5
63.4
Mei
3,32
5
19,2
2,87
5
21,9 62,00 26,8
63,00
‘26,7
154,50
33,4
–
–
—
–
—
—
–
–
–
–
—-
–
65,75
70,7 47,50
61,3
Juni
3,67
5
21,4
3,17
5
24,3 65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8
-.-
–
–
—
–
—
—
–
–
——
–
63,25
68,0 43,75
56,5
Juli
3,80
22,1
3,30
25,3
71,50
30,9 78,75
334
151,25
32,7
63,-
67,7
44,62
5
57,6
Aug.
4,375
25,4
4,215
32,7
83,25
36,0 93,50 39,6
159,25
34,4
–
–
——
–
–
–
–
–
—
–
–
63,95
68,8
43,30
55,9
Sept.
,,
4,-
23,3
4,15
31,7 77,25
33,4 93,25 39,5
145,50
31,5
–
–
–
–
—
–
–
—
–
—
–
–
63,55
68,3
42,625
55,0
Oct.
,
3,50
20,3
3,70
28,3
69,50
30,0
93,50
‘39,6
135,25
29,2
————–
60,70 65,3
42,l2
54,4
Nov.
,,
3,50
20,3
3,45
26,4
71,25
30,8
89,25
37,8
127,75
27,6
1,28
28,1
2,25
–
–
——
–
—
–
—
–
–
–
—
—–
–
—
–
—
–
17,0
–
–
53,75
57,8 44,50
57,4
3 Dec.
3,60
20,9
3,55
27,2 77,00
33,3
92,50
‘39,2
135,00
29,2
1,24
27,3
1,88
–
–
——
—
–
—
—
–
–
—
—–
—
–
—
—
–
14,2 1,75
10,2
53,_S)
57,0 44,50
5
)
57,4
10
,
,,
3,65
21,2
3,65.
27,9 77,50
33,5
93,00 39,4
137,50
29,7
1,36
29,9
2,04
15,4 1,82 10,6
54,-
6)
58,1
44,25
6
)
F7,1
17
3,45
20,1
3,55
27,2 75,00
32,4 91,00
38,6′
132,50
28,6
i
52,-7)
55,9
45,_7)
58,1
1) Men zIe voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en IS Febr. 1933. ‘) Tot Jan. 1931 HardWlnter No.2. van Jan. 1931 te
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
Te
Canada. Van 19Sept.’32 tot 24Juli ’33 62/63 K.G. Z.-Russ.
5
)1 Dec. 6)8 Dec.
7
)15 Dec. 8)6 Dec.
9
)13 Dec.
10)7
Dec.
15)
14Dec. MINERALEN TEXTIELGOEDEREN
D1VEREN
STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM
BENZINE
.
KATOEN
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Cr’ide
Gulf exp
.
–
gekamde
Australische Australische,
HUIDEN
SALPETER
____________
Middling
locoprijzen
F. G. F.
‘
Sakella-
–
_________
ci
F. No.
1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
33 t/OS 33.9°
4/Q
$cts. per
Merino, 64’s A’v.
CrossbredColo- nial Carded,
Gaaf, open
kop
Gld. per
100
KG.
R damlA’dam
1000
K.G.
per
Be
s.
g.
per barrel
U.S.
gallon New-York
rides
Oomra
Liverpool
loco
Bradford
per Ib.
505 Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per Ib.
Liverpool Bradford per Ib.
–
1925
10,80
100,0
‘
1.68
100,0
$ets.
14,86
100,-
$
cts.
23,25
100,0
pence
29,27
°Io
100,-
pence
9,35
0/
100,-
pence
55,00
100,0
pence
29,50
“i”
100,0
fl.
34,70
0
10
100,0
ii
12,-
0
10
100,0
1926
17,90
165,7
1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2 1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
‘
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
–
3,92 41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58 34,5
5,04
33,9
8,60
37,0
7,33
25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4.50
.30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00
64,8 0.45
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78 29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18 51,5
O
n.
1932
8,25
76,3
0.71
42,3
5,25
.
35,3
6,65
28,6 5,09
17,4
3,38
–
36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
br.,,
8,25
76,3
0.71
42,3
4,92
5
33,1
6,90
29,7
3,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
–
9,00
30,5
11,75
33,9 7,25
60,4
Maart
,,
8,35
77,3
0.71
42,3 4,626
31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30 35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40 61,7
ru
8,65
80,1
0.86 51,2
4,34
29,2
6,25
26,9 5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0
9,00
30,5
9,25
26,7 7,40 61,7
1l
8,30
76,9
0.86 51,2
4,25
28,6
5,80
24,9
4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88 25,6
7,40
61,7
unl
8,25
76,3
0.86
51,2
4,25
28,6
5,25
22,6
4,44
15,2
2,55
27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9 7,40 61,7
8,10
75,0
0.86 51,2
4,25
28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,1
–
–
Aug.
7,80
72,2
0.86 51,2
4,30
28,9
7,35
31,6
5,71
19,5
3,33 35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
34,6
5,70
47,5
Sept.
7,75
71,8
0.86
51,2
4,376
29,4 7,75
33,3
6,37
21,8
3,64
38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
.39,6 5,90
49,2
Oct.,,
7,65 70,8
0.86
51,2
4,45
29,9
6,50
28,0 5,68
19,4
3,16 33,8
13,75
28,6
8.50
28,8
40,3
6,-
50,0
Nov.,,
7,40
68.5
0.86
51,2
4,60
31,0
6,15
–
26,5 5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0
34,6
6,)0
50,8
Dec.,,
7,25
67,1
0.746 44,3
4,435
29,8
5,95
25,6 4,73
16,2
2,80 30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7
Jan.
1933
7,05
65,3
0.53
31,5
4,16
28,0
6,15
26.5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20
66,7
0.38
–
22,6
3,97
26,7
6,10
–
26,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40
53,3
Maart
,,
7,25
67,1
0.38
22,6
3,87′
26,1
6,40
27,5
4,97-
17,0
2,77 29,6
15,25
27,7
7,75
26,3
10,75
31,0
6,40
53,3
April
,,
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68 28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4
6,40
53,3
–
Mei
,,
7,15
66,2
0.235
14,0
2,95
19,9
7,30
‘
31,4
5,60
19,1
3,07
32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3
6,40
53,3
Juni
,,
7,15 66,2
0.25
6
15,2
302
20,3
7,85
33,8
5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4
6,40 53,3
Juli.
,,
7,05
65,3
0.41
24,4
333
22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20 34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40 53,3
Aug.
,,
6,95
64,4
0.37
22,0
3,37
22,7
6,90
29,7
5,39
18,4 2,91
31,1
20,75
37,7
9.75
33,1
14,75
42,5
5,80 48,3
Sept.
,,
6,85
63,4
0.52 31,0 3,50
23,6
6,60
28,4
4,70
16,1
2,54 27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
48,8
Oct.
6,60
61,1
0.66
39,3 4,04
27,2
6,40
–
27,5-
4,55
15,5
2,48
26,5
20,75
37,7 10,75
36,4
14,50
41,8
5,90
49,2
Nov.
6,75
62,5
0.66
39,3 3,72
25,0
6,25
26,9
4,63
15,8
2,39
25,6
23.75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95 49,6
Dec.
,,
6,95
64,4
0.67
39,9 3,75
25,2
–
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38 25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0
Jan.
1934
6,65
61,6
0.66
39,3
3,74
25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
37,5
6,15
51,3
Febr.
6,30
58,3
0.64
38,1
3,23
–
21,9
7,50
32,3 5,64
19,3
2,68
28,7
23,75 43,2
12,75
43,2
37.5
6,20 51,7
Maart
6,25
57,9
0.63
37,5
3,05
20,5
7,40
31,8 5,50
18,8
2,76 29.5
23,25
42,3
11.75
39,8
12,50
36,0
6,25
52,1
April
6,30
58,3
0.62
36,9
2,79
5
18,8
6,95
–
29,9 5,37
18,3
2,50 26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52.6
Mei
,,
6,25
57,9
0.62
36,9 2,88
19,4′
680′
29,2 5,20
17,8
2,48
26,3
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2.
6,30
52,6
juni
1
6.15
56,9
0.62
36,9
2,83
19,0
7,15
30,8 5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50
33,1
6,30
52,6
juli
.
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83 30,3
17,00
30,9
9,00 30,5
11,50 33,1
6,30
52.6
Aug.
–
6,15
56,9
0.62 36,9
2,68
18,0
7,85
34,0
:5,32
18.2
2,85 30,5
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33.9
5,80
48,3
Sept.
•
6,00
55,6-
0.62
36,9
2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3 2,71
–
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6
5.85
48,8
Oct.
6,00
55,6
0.62
36,9
2,60
17,5
7,40
31,8
–
4,93
16,8
2,57
27,5 15,00
27,3
8,50
28.8
12,50
36,0 5,90
49,2
Nuv.
6,10
56,5
0.62
36,9
2,53
17,0
7,40
31,8
5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3
8,75
297
12,-
34,6
5,95
49,6
3 Dec.
•
6,10 56.5 0.62 36.9
2,58
2
)
17,4
7,45
32,0.
5,51/)
18.8
1
2,745)
29.3
1
14,007)
25,5
8,507)
28.8
111,25
8
)
32,4
1
6,05
50,4
10
,,
,,
6,10
56,5
0.62 36,9
2,80
3
)
18,8
7,50
–
32,3
5,446)
18,6
2,78
6
)
29,7
14,50)
26,4
8,50
8
)
28,8
1
‘1
6,05
50,4
7
6,10
56,5
0.62
36,9
2,80
4
)
–
18,8
.7,50
32,3
–
.
1
1
6,05
50,4
l)Jaar.
-en maandgem.afger.
op’!pence.
‘)l Dec. )8 Dèc.
4
) 15Dec.
5)5
Dec. 0)12 Dec.
7
)6 Dec. 8)13 Dec.
9)4
Dec. 10)11 Dec..
19 December 1934
ECONOMISCH
–
STATISTISCHE BERICHTEN
1125
‘AN
GROOTHANDELSPRIJZEN.
ZUIVEL El EIEREN
METALEN
BOTER
BOTER
KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
,
‘
TIN
IJZER Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
.
.
Leeuwar-
.
..
.
,.
.
.
g
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Elermijn
Standaard
Locoprijzen Locoprijzen
locoprijzen Foundry IJZER
(Lux III)
p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
casti
Londen per
derComm.
_r•1sIs
kaas
Roermond
Londen Londen
per Eng. ton
Londen per
Eng. ton
No. 3 f.o.b.
Mlddlesb.
Eng. t. f.o.b.
per per ounce
Standard
Noteering
1
et
e
i
!_
ki. mlmerk
p.
100
St.
per Eng. ton
perEng.ton
Antwerpen Eng.ton
fine
Ounce
–
perSOK.G.
ii:
–
-;
–
Ir
–
ir
—
.
oi
r
0
10
v
T
i
Sh
.
01
0
sh
.
i
.
0
10
ah.
Of
0
1
0
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
61116
100,0
36.816
100,0
2w.171-
100,0
73
1
–
100,0
67
1
–
100,-
36.3
1
6
100,.
85
1
6
100,-
2ence
‘Is
100,0
:
1926
1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3′
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34216
94,3
851
–
99,5
28ulle
89,3
1927
2,03
87.9
–
43,30 77,3
7,96
86,7 55.141- 89,7 24.41- 66,4
290.41-
110,8
731- 100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
851-
99,5
26
3
1
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05
85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
116
81,1
1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
85!-
99,5
24
7
116
76,2
1930
1,66
71,9
–
3845
68,7 6,72
73,2 54.131-
88,0
18.116
49,6 142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
99,5
17
1
.J1
55,4
1931
1,34
58,0
–
3130
56,9
5,35
58,3 36.51- 58,4
12.11-
33,1.
110.!!-
42,0
55
1
–
75,3
47
1
6 70,9
11
.10
1
6
31,9
92
1
6
108,2
1
3
1
41,6
1932
0,94 40,7
–
22,70
40,5
4,14
45,1
22.17
1
–
36,8
8.121-
23,6
97.2/-
37,1
421-
57,5
371-
55,2 9.161-
27,1
1181-
138,0
12
7
(
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35,6
7.1716
21,6
131.181-
50,1
411- 56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
124[714 145,8
12
3
j
38,5
lan.
’33
0,73
31,6
0,89
21,75
38,8
4,27
46,7
19.17/-
32,0
7.8/-
20,3
100.1/6
38,1
4016
55,5
3416
51,5
9.191
27,5
12218
143,5
1111!i
36,4
1ebr.
,,
0,65
28,1
0,91
20,60
36,8
435
47,4
20.3J-
32,5
7.7!-
20,2
104.7j6
39,9
43
1
–
58,9
341-
50,7
9.15
1
–
27,0
12015
140,8
11′
11
6
37,2
Mii.
,,
0,53
22,9
0,99
19,40
34,6
2,80
30,5
20-16
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
431- 58,9
3417
51,6
10.71-
28,6
12015
140,8
12
7
/16
38,7
Apr.
,,
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,07
5
22,6
20.11
1
6
33,1
7.1216
20,9
109.17
1
–
42,0
43
1
–
58.9
3516
53,0 10.8
1
6
28,8
1
2
011
140,4
1
21
1
i5
39,9
Mei
,,
0,52
22,5
1,-
21,80
38,9 2,49
27,1
23.6(6
37,6
861-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131- 29,4
12316
144,4
13
1
14
41,2
Juni
,,
0,52 22,5
1,-
23,50
42,0
2,50
27.2
25.7
1
–
40,8
9.4
1
–
25,3
151.101-
57,9
42
1
–
57,5
37
1
–
55,2
11.1216
32,1
122
1
34
143,0
13
1
4
41,2
Juli
,,
0,55 23,8
1,-
18,50
330
2,60
28,3
25.16
1
–
41,6
9.2/-
25,0
148.116
56,5
41
1
6
56,8
35
1
–
52,2
12.11-
33,3
1
23/
1
0
144,9
121
1
16
38,7
Aug.
,,
0,63 27,3
1,-
18,90
338
3,5fl
38,9
24.5
1
–
39,1
8.4
1
6 22,6
145.3
1
–
55,4
41!-
56,2
35
1
–
52,2
11.7
1
–
31,4
125
1
10
147,2
12
37,4
Sept.
,,
0,66
28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.16
1
6
36,8 7.161- 21,4
140.
1
7
1
6
53,8
3916
54,1
34
1
6
51,5
10.18
1
6 30,2
130
1
11
153,1
11
1
51
1
6
37,2
0
ct.
,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.11-
35,5
7.14
1
–
21,1
145.5
1
–
55,5
3916
54,1
34
1
6
51,5
10.13
1
–
29,4
131
1
1
153,3
11
7
/
8
37,0
Nov.
,,
0,65
28,1
0,90
2080
37
,
1
•
5,80
63,2
20.616
32,7
7.13
1
6
21,1
150.916
51,5
40
1
–
54,8
34
1
6 51,5
9.19
1
6 27,6
128/4
150,1
12
1
1
4
38,1
Dec.
,,
0,60
26,0
1,-
2040
364
5,475
59,6
21.11- 33,9
7.121-
20,9 15381-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9.191-
27,5
126/21
147,6
12
9
116
39,1
Jan.’34
0,50
21
,
6
],-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.71- 34,4
7.71- 20,2 148.31- 56,8
3916 54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.
0,47
203
1,
–
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0 7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916 54,1 3615
54,4
9-16
24,9
13711
160,3
123
38,9
Mrt.,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.3
1
–
32,5
7.3
1
6
19,7
144.15
1
6
55,3
4016
55,5
35
1
3
52,6
9.2
1
–
25,2 136/8
159,8
1
2/
39,3
Apr.,,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7 2,72
29,6
20.1416
33,4
7.4j6
19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.7
1
6
25,9
135
1
14
158,0
1271,
6
38,7
Mei
,,
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27.7
20.4
1
–
32,5
6.16
1
6
18,7
144.19
1
6 55,4
40
1
6
55,5
32(9
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
1
1
6
37,5
0,41 17,7
1,-
19,40
34,6
2,74k 29,9
I9.18f6
32,1
6.14J-
18,4
140.11-
53,5
40/6
55,5
31/9 47,4
8.16/
24,3
137/84
161,1
I2h/4 38,1
~
n
i
.
li
0,40
17,3
1,-
21,50 38,4
281
30,6
18.11/-
29,9
6.1416
18,5
142.9/-
54,0
4016
55,5
324
48,2
8.6/-
22,9
137/It
161,4
12
3
/4
39,7
g.0,43
18,6
1,-
20,90
37,3
332
6
36,2
17.6/-
27,9
6.14/-
18,4
139.716:
53,2
40/-
54,8
3216
48,5
8.7/6
23,2
13816
162,0
13
40,5
pt.
0,43
18,6
1,-
18,125
32,4
3,31 36,1
16.10/-
26,6
6.5/6
17,2
1137.171-
52,6
3916
54,1
32)6
48,5
7.171-
21,7
141/-
164,9
I3
1
/
40,9
Oct.
0,43
18,6
1,
–
17,37
6
31,0
3,95
43,0
16.3/
–
26,0
6.6!-
17,3
1137.1916
52,7
3916 54,1 3216
48,5
7.7/-
20,3 141/10
165,9
14
43,6
Nov.
0,47 20,3
1,
–
17,
–
30,4 4,525 49,3
1
6.
1
1
1
6
26,7 6.8
1
–
17,6
1398
1
–
53,2
40
1
–
54,8
32/6
48,5
7.716
20,4
139/64
163,2
1
4
1
8
46,3
3 Dec.
0,50
8
)
21,6
1,-
l5,5Ç
1
°
27,7
4,20
45,8
16.71-
26,3
6.8
1
6
17,6 1139.6(-
53,2
401-
54,8
32j6
48,5
77
1
–
20,3
140/2
163,9
l5ij16 46.9
10
,,
,,
0,55)
23,8 0,95
IS,-”
26,8
4,10
44,7
16.13
1
–
‘
26,8
6.5
1
6
17,2
1137.316
52,4
3916 54,1
3416
51,5
7.216
9,7 140/44
164,2
14
11
116
45,7
Ii
,,
4,15
45,2
17-1-
27,4
6.416
17,1
136.191-
52,3
3916 54,1 3416
51,5
7.2/-
19,6
1407
164,4
14
9
)1
45,3
Sept.
1932
79
K.G.
La Plata;
-van
26 Sept.
1932
tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
3)
Tot Jan.
1928
Western
vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec.
1
9
American
No.
2, van 5fl.
1928
Malting;
van
Jan.
1928
tot
9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G.
Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3
.
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENHOUT
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
________________ Kolo-
basis 7″ f.o.b. Zwedenl
•
binnenmuur
buitenmuur G.F. Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
Afi. N.-I. theev.
Finland
per
f.m.s.
Locoprijzen
Sheets
suiker loco
A’dam gem. pr.
Grond
niale
perstandaard
per
per
55 K.G. c.i.f.
per
100
K.G.
Rotterdam
loco Londen
•
R’damlA’dam
‘ava- en Suma-
stoffen
pro-
van 4.672 M
3
.
per 1000
stuks per
1000
stuks
Nederland
Amsterdam
per
’12 K.G.
per Ib.
per 100 K.G.
rathee p.
1
1
KG.
ducten
–
ii
1
—
t
0
/0
t
010
ii;:
–
–
i
—
olo
ets.
01
0
5h.
1
01
0
j
0
1
0
cts.
1925 159,75
100
15,50
100,-
19, –
100,-
42f6
lOO,-
35,895
100,0
61,375
100,0
2/11,625
1
100,0
18,75
L00,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6
19,50
102,6
49/-
115,3
34,
–
94,8 55,375 90,2 2
1
–
1
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
06.0
102.6
1927
260,50 100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
3262
5
90,9 46,875 76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
82,75
97,9 87.5
109.1
1928 151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
57
1
3
134,9
31′,87
5
88,9 49,625 80,9
–
1
10,75
30,2
15,85
84,5 75,25
89,1
84.6 97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
27,37
5
76,3
50,75
82,7
–
/10,25
28
,8
13,-
69,3 69,25
82,0
81.9
85.5
1930 141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34
1
11
82,2
22,625
63,1
32
52,1
–
/5,875
16,5
9,60
51,2 60,75
71,8 66.0 64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
5
42,9
25
40,7
–
1
3
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8
46.0
1932
69,00
43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9 6,32
5
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0
9,30 25,9
21,10
34,2 -12,25
6,3
5,525
29,5 32,75
38,7
35.2
34.7
Jan.
32
82,50
51,6
20,-
64,5
28,75
98,7
17
1
9
41,8.
13,12
5
36,6
23
37,5
–
/2,125
6,0
7,35 39,2
32
37,9
38.5
39.1
Febr.
•
82,50
.51,6
10,-
64,5
.
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4
23
37,5
–
1
2
5,6 7,05 37,6
30
35,5
38.3 38.3
Mii.
,,
70,00
43,8
9,75 62,6
18,-
94,7
21
1
9 51,2
14,75
41,1
23
37,5
–
11,625
4,6 6,25 33,3
31
36,7
31.0 39.1
Apr.
,,
70,00
43$
9,75 62,6
18,-
94,7
20
1
6
48,2
14,-
39,0
23
37,5
–
1
1,5
4,2 5,90 31,5 29,25
34,6
36.2 38.0
Mei
,,
70,00
43,8
8,50
54,8
15,-
78,9
2016
48,2
13,25
36,9
23,50
38,3
–
1
1,5
4,2 5,62
5
30,0
30,25
35,7
35.2
38.1
Juni
,,
70,00 43,8 8,50 54,8
15,-
78,9
20
1
6
48,2
12,37
5
34,5
24
39,1
-11,375 3,9
1
6,30 33,6
28,50
33,7
34.2 38.7
Juli
67,50
42,3
8,50
54,8
15,-
78,9
2011
47,3
12,375
34,5
24
39,1
–
11,375
3,9
1
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3
37.6
Aug.
:
63,00
39,4 8,50 54,8
15,-
78,9
2017
48,4
12,375
34,5
24
39,1
-11,75
49
1
6,57
5
35,1
22,75
26,9
35.0
37.4
Sept.
,,
60,00
37,6.
8,75
56,5
15,-
78,9
21
1
2
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1
–
/2,125
60
6,52
5
34,8
23,75
28,1
37.8
38.5
Oct.
,,
63,50
39,7
58
,
1
14,50
76,3
18
1
8
43,9
12,375
34,5
26,50
43,2
–
1
1,75
4,9 6,32
5
33,7
28,50
33,7
36.2
38.1
Nov.
,,
63,50
39,7
9,50
61′,3
14,25
75,0
1716
41,2
12,12
5
33,8
24,50
39,9
–
1
1,75
4,9
5,87′
31,3
30,75
36,4
35.3
31.2
Dec.
65,00
40,7
64,5
13,75
72,4
17
1
4 40,8
11,75
328
24
39,1
-11,75
4,9
5,50
29,3
28,25
33,4
34.0 35.7
lan.
33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1 16
1
6 38,8
11,50
32,1
24
39,1
–
1
1,625
4,6
5,37′
28,7
25
29,6
33.2
34.1
1ebr.
70,00 43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
15
1
9
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7
–
1
1,5
4,2
5,60 29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.
,,
70,00 43,8
9,50
61,3
12,25
64,5
16
1
3
38,2
10,375
28,9
23,50 38,3
–
1
1,5
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4 34.9
Apr.
,,
70,00
43,8 9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3
9,50
26,5
23,50
38,3
–
/1,625
4,6
6,07
5
32,4
27,50
32,5
32.8
34.9
Mei
,,
70,00 43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
16
1
6 38,8
9,50 26,5
23
37,5
–
1
2
5,6 6,02
5
32,1
26,50
31,4
34.2
35.0
Juni
,,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
18
1
1
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6
–
1
2,375
6,7
6,35
33,9
31
36,7
37.2
37.5
Juli
Aug.
:
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4 17/8 41,6
9,475
26,4 22,50
36,6
–
12,625
7,4
5,925
31,6
33,50
39,6
38.2
37.4
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
16
1
5
38,6
8,75
24,4
20,75
33,8
–
1
2
,
625
7,4
5,275
28,1
35,25
41,7
36.5
35.6
Sept.
,,
80,00
50,1
10,50 67,7 12,50
65,8
14
1
5
33,9 8,25
23,0 19,75 32,2
–
1
2,5 7,0
5,375
28,7
36,75 43,5 36.7
34.6
Oct.
,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,62
5
21,3
17,75
28,8
–
1
2,625
7,4
4,90
26,1
42,25 50,0 36.5 33.4
Nov.
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
12
1
6 29,4
8,
–
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
24,8
40,50 47,9
36.4
32.7
Dec.
,,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
11
1
5 26,9
7,975
22,2
16 26,1
–
1
2,875
8,1
4,75 25,3
41
48,5
37.1
31.3
k
n.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12
1
10
30,2 7,45 20,8
16,50
26,9
-(2,875
8,1
4,95 26,4
45,50
53,8
36.9 83.8
b.,
80,00
50,1
10,50 67.7
12,50
65,8
14
1
5 33,9 7,25 20,2
17,25
28.1
–
1
3
8,4
4,975
26,5
46,75
55,3
35.9 35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75
62,6
22,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
–
13,25 9,1
4,525
24,1
45,50 53,8 35.7
–
35.6
35.2
Apr.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3
17,75
28,9
–
/3,625
10,2
4,25
22,7
44,25
52,4
34.5
Mei
80,00
50,1
9,25
59,7 11,25
59,2
1512
35,7
6,72
5
18,7
17
27,7
–
1
4
11,2
4,15
22,1.
42,75 50,6
35.1
34.3
77,50 48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15(4
36,1
7,-
19,5
17
27,7
–
1
4
11,2
4,20
22,4
41,-
48,5
34.5
33.8
j
uni,
uli,
77,50
48,5 7,50
48,4
10,-
52,6
13111
32,7
6,92
5
19,3
16,75
27,3
–
14,375
12,3
3,975,
21,2,
40,50
47,9
34.1
32.2
ug.,
75,50
47,3
7,25
46,8
9,50 50,0
22
1
10
30,2
6,87
5
19,2
16,50
26,9
–
1
4,5
12,6
3,975,
21,2
39,75
47,0
33.9
31.4
Sept.,
73,50 46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
12
1
5 29,2 6,65
18,5
16,50
26,9
–
1
4,5
12,6
3,725
19,9
32,25
39,6
33.1
29.5
Oct.,
7300
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
11
1
7
27
,3
6,70
18,7
16,50
26,9
–
1
4,125
11,6
3,525
18,8
32,75
38,8 32.7
27.8
Nov.,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
12
1
3
28,8
6,62
18,5
16 26,1
–
1
3,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7
27.6
3 Dec.,,
73,00
45,7
12(2
9
)
28,6
7,-
19,5
16
26,1
–
1
3,875
10,9
3,25
17,3
34,50
S)
40,8
32.7
28.1
10
,,
,
73,00 45,7
–
.
12/l0’°
30,2
7,-
19,5
16
26,1
–
1
3,8125
10,7
3,375
18,0
32.6 28.0
17
,,’
,,
73,00
45,7
7,19 20,3
16
26,1
-13,8125
10,7
3,375
18,0
32.7
28.8
f.B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.’31 zIjn op goudbasls omgerekend; de Dollarnoteeringen vanaf 20April’33 zijn,in vertw.uding van dede preciatio en den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.
–
–
–
1126
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 December 1934
KOEIRISEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen Nofeerings-
eenheden
1Dec.
19341934
8Dec.
I0115Dec. ’34
LaagstelHoogste
15Dec.
1934
Alexandrië..
Piast. p.g
97
97%
97
1
975
19
97%
Athene
•…
Dr. p.
523 520 517
520
520
Bangkok….
Sh.p.tical
2/4%
1110 1110
1/10
1110j,
Budapest
Pen. p. £
17 16
7
18
1671
‘
1671
8
1671
8
BuenosAires’
d. p.$
2734
27
9
18
27’1
27%
2771
Calcutta . . . .
Sh. p. rup.
116
1
1
16
1/6l/
116
1
1
32
1/6t1
116l1,
Constantin..
Piast.p.c
616
615 610
615
612
Hongkong • .
Sh. p. $
118i1
11881
16
118%
119
1/8
8
4
Sh. p. yen
112
1
1
32
1121133
11115110
1/21/
18
112
Lissabon….
Escu. p. £
11011
8
1101
109%
11014
11011
8
Mexico
•…
$perC
18 18
17%
1834
18
Montevideo
2)
d.per
20
20
1
18
19%
20%
20
Montreal
..
$ per £
4.8571
8
4.8421
8
4.84%
4.90%
4.89%
Kobe
…….
Riod.Janeiro3
d. per Mii.
351
3y
4
3
3y,
31
Shanghai
•.
Sh. p. tael
114
51
16
1141
1/
1
1/4%
11581
5
114
1
11
I6
Singapore ..
id. p. $
2
/
45
/
32
214
3
1
21411
16
214%
2/4
5
/
33
Vaiparaiso
‘).
$ per £
121.50
120.25
119.00
120.25
119.00
Warschau ..
ZI. p. £
265/
96
2611
26
26%
26s1
‘)
‘JlIleIeeIC
111fl. 00’I3
laten, ge11I1uu.
[lOL.,
weiae iinpurters
JICOOCIt IC
betalen, sinds 30 Nov. 3129/
39
.2)
0ff ic. not, vanaf 26Nov.
39118,3
Dec. 39114,
4 Dec. 393/
8,
5 Dec. 39
1
12, 6 Dec. 39
1
18, 13 Dec.
39
1
12.
15 Dec.
3918.
3
)ld.
19Nov. 411
4
. 4)
90 dg. Vanaf 28 Aug. laatste ,export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
3)
Londenl) N.Vorka)
Londen
11 Dec.
1934..
2451
8
5471
11 Dec.
1934….
140/4
12
,,
1934..
249/
99
54%
12
,,
1934….
14015 13
,,
1934..
247139
51
8
13
,,
1934….
140/81
14
,,
1934..
2491
14
,,
1934….
140,9
15
,,
1934..
–
5481
8
15
,,
1934….
140151
17
,,
1934.. 24%
54%
17
,,
1934….
1407
18 Dec.
1933..
1881
8
4351
18 Dec.
1933….
12619
27 Juli
1914.. 24111
96
59
27 Juii
1914….
84110%
1) In pence p.oz.stand.
2)
Forelgn sllver in $c. p.oz. fine.
8)
In sh. p.oz.fine
STAND_VAN_’s_RIJKS_KAS
Vorderingen.
t
7Dec. 1934
1
15Dec. 1934
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne- derlandsche
Bank ………………
–
f
7.460.895,94
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f
97.345,50
,,
55.951,34
Voorschot op ultimo October 1934 aan
de gem. verstrekt op aan haar uit te
keeren hoofds. derpers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
558.978,46
»
2.351.835,51
Voorschotten aan Ned.-Indië….. ….
127.392.898,89
» 126.854.322,21
Id. aan Suriname …………………
…..
,,
13.003.862,95
,,
13.217.711,68
Id. aan
Curaçao ………………….
..
,,
2.092.582,90
iCasvord. weg. credietverst. alh. bulteni.
115.291.806,40 » 114.847.339,93
Daggeldieeningen tegen onderpand
Saldoderpostrek.v. Rijkscomptabelen
.
–
33.817.171,82
..
..2.275.808,87
–
1
,,
34.583.952,70
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)
– –
,,
16.854.937,72
Vord. op andere Staatsbedrijven ‘)……17.089.172,99
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leenlngen aan gemeenten (saldo)…
35.368.766,26
35.411.766,26
Ver pil c h t Ing en.
Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art. 16 van haar octrooi
verstrekt
f
571.532,15
–
Schatkistbiljetten In omloop ………
391.227.000,-
f391.122.000,-
Schatklstpromessen In omloop. ……
» 108.640.000,-
,, 108.337.000,:
1.291.113,50
..
..
,,
1.287.732,50
Schuld op ultimo October 1934 aan de
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.
Zilverbons in Omloop ……… …… …..
pers. bel., aand. i. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fond8b. alsm. opc. op die
bel, en op de verm. bel …………..
–
–
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.’)
,,
322.327,50
,,
549.516,83
Id. a, h. Staatsbedr. der P.T. en T.’)
,, 109.980.846,82
……
•
87.290.231,20
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
166.805,10
,,
166.805,10
Id. aan diverse instellingen’) ……..
20.847.027,87
,,
24.101.895,28
1) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
..
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1
8Dec. 1934
1
15Dec. 1934
Vorderingen:
f
1.255.000,-
f
1.399.000,-
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas
–
,,
56.585.000,-
Saldo Javasche Bank……………..
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijkslnstell
,, 128.292.000.- ,, 126.854.000,-
Schatkistpromessen ……………….
1.750.000,-
,,
1.750.000,-
Schatkistbiljetten ………………..
12 .035.0490.-
,,
12.035.000,-
….
–
–
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds
,,
2.539.00.,.-
..
,,
2.492.000,-
Muntbiljetten in omloop ………………..
Idem aan de Ned.-Ind Postspaarbank.,,
630.000,-
,,
716.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
–
–
CURAÇAOSCHE BANK.
Vnnrn»timate onten In rInizendvn vtildeng
Circu-
Voor-
schottenl
1
Dis-
Diverse Diverse
Data
Metaal
latie
aan de
1
conto’s
reke-
1
reke.
kolonie
ingen
ningen9
1 Novemb.
1934
4.517
4.567
58
74
663
158
1 October
1934
4.493
4.591
105 95
641
155
1 Septemb. 1934
4.555
4.637
117
95 545
86
1 Augustus 1934
4.525
4.554
65
95 515
58
1 Novemb.
1933
5.100 5.266
186 117 611 158
‘jatUtip. Uyl 4CLIV4.
OtUifli. UCI pflflDIVfl.
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 17 December 1934.
Activa.
Binnen!.
Wis-I
Hfdbk.
f
23.676.287,58
seis, Prom., Bijbnk. ,,
525.055,28
enz.in disc.(Ag.sch. ,,
3.121.779,63
f
27.323.122,49
Papier o. h. Buiten!. in disconto ……
Idem eigen portef.
f
866.250,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.
–
866.250,.
neieeningen
1
mci. vrsch.J Hfdbk.
f
100.234.855,731)
in
rek.-crt.l Bijbnk. ,,
4.524.830,76
op
onderp.
Ag.sch. ,,
39.618.591,63
f
144.378.278,12
Op Effecten
……
f
139.142.654,93
1
)
OpGoederenenSpec. ,,
5.235.623,19 144.378.278,12
1
)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
Munt, Goud ……
r
102.181.535,-
Muntmat., Goud .. ,, 739.853.459,65
f
842.034.994,65
Munt, Zilver, enz.
,,
18.532.902,40
Muntmat., Zilver.. ,,
–
Belegging van kaiitaa!, reserves en pen-
860.567.897,05
3
)
sioenfonds
……………………,,
37.014.632,69
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
4.970.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
4.732.369,45
Staat d. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221) ,,
16.996.491,37
f 1.096.849.041,17
Pass iva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
3.807.914,92
Bijzondere reserve ………………,,
5.000.000,-
Pensioenfonds ………………….,,
9.286.003,19
Bankbiljetten in omloop ………….. ,, 872.149.215,-
Bankassignatiën in omloop ………..,, 158.921,67
Rek.-Cour. ( Het Rijk
f
7.604.824,98
saldo’s:
Anderen,,175.721.689,97
183.326.514,95
Diverse rekeningen ………………,,3.120.471,44
f
1.096.849.041,17
Beschikbaar metaaisaido …………
f
438.273.418,45
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
1.095.683.545,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………..,,
–
Waarvan aan Nederlandsch-Indië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99) ……../ 73.789.100,-
Waarvan in het buitenland ……………………. ..49.775.319,64
Voornaamste posten in duizenden guldens.
t
Goud
1
1
Andere
1
Beschikb.
1
Dek-
Data
1
_
ICirculatiel
opeischb.I
Metaal- Ikings
1
Munt
1
Muntmat.) schuldenl
saldo
perc.
17 Dec.’3411021821
739.853
872.1491183.485
438.273
82
10
,,
‘3411021821
739.853
1 882.9651173.511
437.349
80
25 Juli
’14
65.703
96.410
310.437 6.198 43.521
54
Totaal
1
Schatkist-
1
Belee-
t
Papier
1
biverse
Data
bedrag
1
promessen
ningen
p het
b
°
uiienl.
1
reke-
disconto’s
rechfsfreeksl
1
ningen’)
17 Dec.
19341
27.323
1
–
144.378
1
866
1
4.732
10
,,
19341
26.491
1
–
1143.084
1
866
1
5.332
25 Juli’ 1914f
67.947
–
61.686 20.188
509
1) unaer ae acuva.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
Zilver 1 Circulatie opeischb.
–
schulden
15 Dec.’34 2))
14L020
181.480 32.990 55.232
8
134)l
142.640
183.530
32.520 56.220
17 Nov.19341
ï13.495
28.498
184.070 34.277
54.655
10
,,
1934!
113.495
i
29.018
186.232 33.251
54.720
25Juli
1914
1
22.057
31.907 110.172 12.634 4.842
Data
Wissels.
buiten
Dis-
Belee-
Diverse
reke- Dek-
kin ga-
N.-Ind.
conto’s
nin gen
om gen
1)
percen-
_______________
betaalb.
fage
15 Dec.’34
8
)
460
70:510 14.550
66
8
,,
1342)
790
72.390
12.280
66
17Nov.1934
608
12.726
65
‘9 t
56.23&
10
,,
1934
647
9.785 1
56.737 11.792
65
25 Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
‘) Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.