Ga direct naar de content

Jrg. 18, editie 919

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 9 1933

9 AUGUSTUS 1933

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economi
‘ssch~Stati*sti*sche

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UÏTGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

18E J

AAEGANG

WOENSDAG 9 AUGUSTUS 1933

No 919

NEDERLANDSCII ECONOMISCH INSTITUUT. Curatoren: Air. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate, Onder-
Voorzitter
;’ C. E. van der Leeuw, Penningmeester; Mr. W.
M. van Lanschot; Air. L. J. A. Trip; E. D. van Walree.
Directeuren: Prof. Air. F. de Vries; Prof. Dr. N. J. Polak;
Prof. Mr. Dr. 0. Af. Verrijn Stuart, Directeur.Secretaris.

ECONOMISCJI-STÂTJSTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:

Prof. Air. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mand ele;
Prof.
Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. ven Welderen
Baron Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schiithuis;
Mr, Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Air, Dr. G. Af. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: Dr. 11. Al. H. A. van der Valk. Secretariaat: Pieter de Iiloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen., en adver-
tenties: Nijgh d van Ditnuir N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s- Gravenhage. Postchè qua- en giro-rekening No.
145192.

Abonnernentsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— ,per
jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.

Aanget cc kende stukken: Bijkantoor Bui geplaatweg.

S AUGUSTUS 1933

De daling van de geldrente bleef ook deze week
aanhouden; cle vraag naar geld was bditengewoon
klein, zoodat de vrijkomende gelden uit termijnliqui-
daties en van terugkeerende Ponden- en Francs-be-
leggingen slechts zeer moeilijk plaatsing konden vin-
deii. Particulier disconto daalde van 2 tot.1
1/2
â
1% percent en cle calirente liep terug van 114 tot
9
/4
percent met overwegend aanbod, zoodat er, toen de
voor
de maandswisseling genomen bedragen terug-
keerden, groote posten ongeplaatst bleven. Ook de
prolongatierente liep nog iets terug en sloot op 14 pOt.

* *
*

Op den weekstaat van De Nederiandsche Bank
blijkt de binnenlapdsche- credietgeving met
f
15,4
millioen te zijn afgenomen; de Post hinneniandsche
wissels daalde met
f
9,8 millioen, terwijl de belee-ningen met
f
5,6 millioen verminderden. Het bezit
aan papier op het buitenland is teruggeloopen met

f
10,4 millioen, waartegeuover een toename der
diverse rekeningen onder de activa der Bank staat
van
f
12,4 millioen.

De goudvoorraad nam toe met
f
11,2 millioen; de
voorraad zilver blijkt met ruim
f
900.000 te zijn ver-
meerderd.
Onder de passiva der Bank liep de biljettenciru-

latie met
j
19,9 millioen terug. De saldi in rekening-
courant van anderen zijn met
f
22,7 millioen geste-
gen; het tegoed van het Rijk verminderde met
f 4
millioen en bedraagt thans nog slechts
f
1,2 mii-
lioen. Eet beschikbaar metaalsaldo onderging een
stijging van
f
12,7 millioen; het dekkingspercetitage
bedraagt nagenoeg 80 pOt. tegenover 79 pCt. in de
vorige week.

T
‘De Dollarkoers onderging weder groote en onbe-
rekenbare ichommeiingen, zonder dat echter de ver-
andering iu den koers per saldo belangrijk was. Ge-
opend
0])
1.79 trad een stijging in tot 1.86

h 1.87,
waarn.a een daling plaats vond tot 1.78

om na
verschillende schommelingen op circa 1.82 te sluiten.
Het Pond Sterling was flauw.
De in de angstperiode gekochte Ponden worden
regelmatig geliquideerd en oefenen een druk uit op
den koers, 8.26-8.1914. Fransche en Zwitsersche
Francs, Belga’s en vrije Marken zeer stationnair.
Daarentegen registermarken belangrijk flauwer: Het
ahnhod werd veel sterker; cle koers liep 2 h 21/21 Gul-
den terug. De overige koersen bewogen zich vrij even-
redig ain het Pond Sterling.

De termijnnoteeringen liepen verder terug, hetgeen
hij cle dalende geldrente niet anders te verwachten
was; drie-maands Ponden deden tenslotte
4 â 414
cent agio en Fransche Francs
414.
h 5 cent agio. De
Dollar-termijnnoteering bleef onveranderd, werd ook
reeds sedert meerdere weken niet door de geldmarkt
beïnvloed.

De goudprijzen liepen verder terug. Het agio op
de Londensche markt tegen den Franschen koers
krömp sterk in, zoodat het, bij den lagen stand van
de wisselkoersen, herhaaldelijk
mogelijk
was om zoo-
wei in Londen als in Parijs baren te koopen niet
onbelangrijk onder den inkoopsprijs van De Neder-
landsche Bank.

LONDEN, 5 AUGUSTUS 1933.

De meest belangrijke gebeurtenis in de laatste
dagen was de hier uitgegeven £ 15 millioen 4 pOt.
Oanadeesche Leening, die in een paar minutën vol-
teekend was en beschouwd kan worden als een bewijs
van de toenemende solidariteit op economisch gebied
van het Britsche Rijk.

• Gedurende deze week is disconto nog steeds zwak-
ker geworden niet drie-maandswissels tot
132
pOt.;
dag tot daggeid noteert % pOt. Schatkistbiljetten
zijn Vrijdag toegewezen tegen
118
pOt.

De stemming ter heurze blijft prjshoudend, niet-
tegenstaande een geringe bedrijvigheid. Staatsfondsen
blijven vast.

De Londensche deviezenmarkt is heel onzeker in
verband met de berichten uit Amerika, dat men
aldaar weer tot inflatiemaatregelen zal overgaan.

622

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Augustus 1933

DE UITVOER VAN NEDERLANDSCHE

BOTER NAAR NED. OOST- EN WEST-INDIË.

In den laatsten tijd, nu de afzet van onze natuur-

boter in de omringende landen moeilijker en moei-
lijker wordt, hoort men van verschillende zijden stem-
men opgaan, die een ruimere afzet in de eigen kolo-niën in Oost- en West-Indië bepleiten. Aangezien in
die gebiedsdeelen de Nederlandsche boter geen onbe-
kende meer is, willen wij hier in het kort de plaats,
die het artikel in onze koloniën inneemt, beschrijven.

Het grootste deel van de naar de koloniën gaande

boter wordt verzonden in blikverpakking, veelal in
blikken â S pond of 2Y2. kg
. Aan de kwaliteit van
het iroduct worden speciide eischen gesteld, het moet

toch onder tropische omstandigheden een geruimen tijd goed blijven. Met de reis er heen is al reeds on-
geveer een maand gemoeid, daarna echter begint fei-
telijk eerst de ware beproeving voor het artikel, door-

dat de blikken opgeslagen worden in het pakhuis van
den iiiporteur om vandaar uit via de detailhandelaar

geleidelijk hun weg naar den consument te vinden.
Een en ander stelt aan de houdbaarheid van de boter
wel geheel andere eischen, dan men hier te lande ge-

wend is. Zeer belangrijk daarbij is, dat de boter ook
bij langeren
tijd
opslag nog voldoende stijf blijft en
niet week en slap wordt (hoog smeitpunt).

Consumenten van de geïmporteerde boter zijn de
Europeanen, de inheemsche bevolking van onze kolo-

niën gebruikt geen boter. Gezien het zooveel grootere
aantal Europeanen in het uitgestrekte Ned. Oost-
Indië behoeft het wel geen betoog, dat daar de be-
hoefte aan boter vele malen grooter is dan in de zoo-
veel kleinere gebiedsdeelen in West-Indië, ni. Suri-

name en Curaçao met bijbehoorende eilanden. Be-
spreken wij laatstgenoemde streken dus eerst.

Suriname of Nederlandsch- Gui ana.
In de volgende tabel hebben wij de invoercijfers
van boter van de laatste jaren bijeengebracht:

Invoer van meikboter in Suriname.
Waarvan uit

Uit Bi, en/of
Jaar

Totaal

Nederland

Fr. Guiana
1927 ………..103
ton

103
toij


1928 ………..110

109

1
ton
1929 ………..104

,,,

103

1930 ………..107

,,

107

1931 ………..113

113

,,

Wij ontieenden de cijfers aan de officiëele handels-
statistiek, die onderscheid maakt tusschen ,,melk-
boter” en ,,ghie”, een door de geïmmigreerde Britsch-

Indiers gebruikte olieachtige hotersoort. Een onder-
verdeeling van de ,,mlkboter” naar natuurboter en
margarine wordt niet gemaakt, zoodat in bovenstaan-
de cijfers beide kwhliteiten begrepen moeten zijn.

Het belangrijkste punt is echter, dat Nederland in
de hotervoorziening van Suriname de voornaamste
plaats inneemt. De kleine partijtjes, die af en toe uit
de buurlanden Britsch- en Fransch-Guiana worden
ingevoerd, betreffen geen boter in die gebieden be-
reid, maar slechts boter aldaar uit Europa of Noord-
Amerika ingevoerd en vervolgens doorgezonden naar
Suriname.

Curaçao.

De Benedenwindsche
eilanden
Curaçao, Aruba en
Bonaire

vormen
niet

de
Bovenwindsche

eilanden
St.

Martin,

St.
Eustatius en Saba één gebiedsdeel.
1)e gezamenlijke
invoer is als
volgt:

invoer van boter
op Curaçao
en

bijbehoorende

eilanden.
Jaar
Totaal
Waarvan uit Nederland
1927

…………..
82
ton
50
ton of
61.—
%
1928

…………..
115
69

,,

,.

60.-
1929

…………..
121

,,
60

,,

,,

49.6
1930

…………..
176

,,
94

53.4
1931

…………..
135

,,
46

,.

34.1

Evenals bij den invoer in Suriname, wordt ook hier

INHOUD.

BIz.

DE UITVOER VAN NEDERLANF1SOHE BOTER NAAR NED.

OOST- EN WEST-INDIB
door
Ir.
W. Spoon ……….622

Het nieuwe kartel recht in Duitschiand door
Dr. Rvdolf
Levy
………………………………….
.
….
623

Munt en Volkswelvaart door
Mr. W. J. L van Es …. 625

AAN TEEKENINGEN:

De economische toestand van Nederland iii Juni
1933 628

De Tlieerestrjctje …………………………..
629

STATISTIEKEN EN OVERaR HTEN …………….
63 1-636

Geidkoersen. – Wisselkoersen, – Bankstaten. – Goederenhandel.

geen onderverdeeling naar natuurboter en margarine
gemaakt.

Uit de cijfers blijkt, dat Nederland een belangrijk
aandeel in de voorziening met boter van de 6 eilan-

den heeft gehad, van 1929 af echter is dat aandeel

kleiner geworden. In de plaats er voor is Noord-
Amerika gekomen, terwijl ook Denemarken en

Duitschland een klein aandeel in den invoer behou-
den hebben. De kortere en veelvuldige verbinding
met Noord-Amerika speelt in die verdringing van
Europa een niet onbelangrijke rol.

Ned. Oost-indië.

De invoerstatistjek van Ned.-Indië maakt onder-
scheid tusschen natuurboter en margarine, welke
beide rubrieken daarenboven nog een onderverdee-
ling hebben naar den aard der verpakking. Voor zoo-

ver het ons onderwerp, de natuurboter, betreft, heb-
ben wij de verschillende gegevens van de laatste jaren
in de onderstaande tabel bijeengebracht.

Invoer van natuurbotei in Ned. Oost-Indië
verdeeld naar den aard der verpakking.
Jaar
Totaal
in blikken los verpakt
in vaatjes
ton ton
%
ton

%
ton
%
1928
. .

4.950
4.785 of
96.7
161 of 3.2
4
of 0.1
1929
. .

4.958 4.755

,,
95.9
194

,,

3.9
9 ,,

0.2 1930
. .

4.889
4.674 ,,
95.6
209

4.3
6
,,

0.1
1931
. .

5.269
5.029 ,,
95.4
235

,,

4.5
5
,,

0.1
1932
. .

3.943




Zooals in den aanvang reeds opgemerkt, blijkt de
groote massa van de boter in blikverpakking aange-voerd te worden, minder dan 5 pCt. komt onverpakt
dan wel in vaatjes. Die boter wordt in de scheepskoel-
kamers overgezonden, zij moet na de lossing èf ier-
stond gedistribueerd ôf in een koelpakhuis aan den
wal opgeslagen worden. Laatstgenoemde mogelijkheid
is slechts in een enkele groote Indische havenplaats
uitvoerbaar, zoodat het meerendeel van de koelkamer-
boter op snelle afzet is aangewezen. Verspreiding bui-
ten de door de, over koelkamers heschikkende, mail-
hooten aangeloopen steden Medan—Batavia—Sema-
rang—Soerabaja is dan ook praktisch niet mogelijk. Deze natuurlijke beperking van den afzet maakt, dat
de aanvoer nimmer bijzonder groot kan zijn.
De aanvoeren van natuurboter in vaatjes komen
geheel uit Nederland en zijn alle bestemd voor Java.
Waar de overige boter-aanvoeren van afkomstig zijn,
blijkt uit de volgende tabel:

invoer van natuurboter in Ned. Oost-Indië,
verdeeld naar de herkomst.
Jaar Totaal
Uit Nederland
Uit Australië
Diverse landen
ton ton

%
ton
%
ton
%
1928
4.950
379
of
7.7
4.568 of
92.3
3
of

1929
4.958
469

,,

9.5
4.454
89.8
35

,,
0.7
1930
4.889
300 ,,

6.1
4.559

,,
93.3
30
0.6
1931
5.269
214 ,,

4.1
5.036

,,
95.6
18

,,
0.3
1932
3.943


3.914

,.
99.3

Ons aandeel blijkt
maar zeer bescheiden te zijn; het
is Australië (met Nieuw-Zeeland), dat de boter-aan-
voer beheerscht en, naar de cijfers aantoonen, in de

9 Augustus 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

623

laatste jaren zoo mogelijk nog krachtiger dan VOOr
enkele jaren het geval was. Htgeen Austraijë over
laat, moeten wij nog deelen met Denemarken, terwijl
van een zeer klein gedeelte, dat via Singapore (over-
scheep) wordt aangevoerd, de herkomst niet met
zekerheid is op te geven.
Zoowel bij de los verpakte als bij de in blik ver-
pakte boter, neemt Nederland ongeveer dezelfde plaats
in; de verdringing door Australië blijkt dus voôr
beide verpakkingswijzen even sterk te zijn.
De gunstiger ligging van Australië t.o.v. ons Indië speelt natüurlijk hij de overheersching in den. boter-
aanvoer een groote rol. En vanzelfsprekend stelt men
in Australië alles in het werk het groote aandeel in den invoer te behouden Een der maatregelen daar-
toe is wel de contrôle valT overheidswege op de kwali-
teit van de te exporteeren boter. Wij meenen die con-
trôle niet beter te kunnen beschrijven dan door hier
de tekst ervan over te nemen, zooals door het Depar-
tement van Handel te Melbourne medegedeeld (zie
b.v. het speciale Australië-rmumme.r van het Econo-
misch Weekblad voor Ned.-Indië – No. ’43 van 28
April 1933 – blz. 1783):

,,Voor export bestemde boter imioet ii kwaliteiten wor-
,,den verdeeld volgens de volgende standaard-verdeeling:
Uitgelezen soort.
Zuivere roomboter, vervaardigd
ver
,,gepasteuriseerde room, welke van
92
t/in 100 punten
,,verkregen heeft.
Eerste kwaliteit.
Zuivere rooumboter, vervaardigd van ge-
,,pasteuriseerde rooni, met de punten
89
t/ni
91.
,,Tweee kwaliteit.
Zuivere roonihoter, niet de punten
86
,,t/m
88.
,Banketbakke’rsboter.
Zuivere boter,’ welke niet raurig is
,,en volgens meeniug van den ambtenaar van de boter-
,,contrôle geschikt is voor export, met de punten
80
,,t/ni
85. –
,.Een beanibte mag geen boter doorlaten, welke onge-
schikt voor den export is en minder daii
4
dageit oud is,
,,Aaii de boter worden punten gegeven op smaak en
,,aroma, samenstelling en toestand. De te geven punten ,,mogen ten opzichte van de ondervolgende kwaliteiten
,,niet gaan boven:
,,Smaak en aroma:
50
punten.
,,Samenstelling, w’aaronder begrepen hoofdbestanddeel,
,,struetnur en vochtgeha.ltc: 30 punten.
,,Toestand, kleur, zoutgehalte, verpakking cu bedekking:
,,20
punten.
,,Boter iiioet botervet bevatten tot ccii gehalte van niet
,,minder dan
82
pCt. en moet ook de volgende bestand-
.,deelen bevatten:
,,Water tot eau gehalte van niet meer dan
16
pCt.
,,Caseïnc

,.

2
,,Zout

2.5
en kleurstoffen, welke onschadelijk geoordeeld worden;
.,de boter mag geen ingrediënten bevatten, welke niet van
.,nielk zijn afgeleid en mag geen lagere Reicliert-WoIlny
.,waarde bezitten dan
24.”

Bij de in blik verpakte boter bestaat een punt van
verschil met Nederland, dat nog even besproken dient

te worden. Beide landen verpakken als regel in ,,5-
ponds” blikken, Nederland echter volgens het metrie-ke stelsel, Australië volgens het Engelsche eenheden-
stelsel. Een blik boter uit Nederland bevat dus 214
kg. netto, een Australisch blik 5 X 0.45 of 2% kg.
.tetto. Evenwel staan beide in’ het gebruik als de
5-ponds blikken bekend.

Het is dan ook niet van belang ontbloot, dat de
End ische Regeeriug de invoering eener ,,Verpakkings-
ordonnantie” overweegt, waarvan een der uitvioeisels
zou zijn, dat bij Regeerings-verorderri,ng regels vast-
gesteld kunnen worden, aangaande de aanduiding of kenmerken van handels-artikelen in verband met cle samenstelling, de kwaliteit, de hoeveëlheid en even-
tueel de herkomst: Door die voorschriften zou het be-
staande gewichtsverschil tu.sscheu een blik Australi-
sche en een blik Nederlandsche boter op de verpak-
king reeds zichtbaar moeten, zijn.

&inrenvatting.

Uit de gegevens blijkt, dat in de Nederlandsche

gebiedsdeelen
in
Oost- en West-Indië, onze boter
slechts daar de
belangrijkste
plaats bij den invoer in-
neemt, wanneer het een gebied betreft, dat aan het
wereldverkeer weinig deel neemt. Zoo wordt Suri-

name praktisch geheel door Nederland van boter
voorzien, Curaçao en de bijhehoorende eilanden in
veel mindere mate e.n tenslotte Ned. Oost-Indië maar
‘op zeer bescheiden schaal. Wat Curaçao aangaat, is
het Noord-Amerika, wat Ned.-Iudië betreft Australië,
dat ons op zijde dringt, de natuumljke ligging dier
gebieden onderling speelt daarin zeker een niet on-
belangrijke rol.

Ook technische factoren zijn daarbij van grooteii.
invloed; een hooger smeltpunt toch kan de- boter de
invloed van een tropisch klimaat beter doen weer-
.staan en in die richting is het Nederlandsche product
nog ten achter, terwijl er juist in Australië hijzon-

deze aandacht aan is gewijd. Ir.
VV. SImON.

HET NIEUWE KARTELRECHT IN DUITSCHLAND.

De kartellen vormen een essentiëel bestanddeel van
het georganiseerde kapitalisme van onze eeuw; men
kan zich het bedrijfsleven niet meer zonder hen voor-
stellen. In Duitschland bedroeg het aantal kartellen
in 1925 volgens de regeering ruim 3000, waitr-
van 2500 in de industrie, 400 in den groothandel en ongevee:r 150 in den kleinhandel. Van andere zijde
werden. deze cijfers bestreden.
De verschillen moeten wel hieraan worden toege-
schreven, dat er geen uniform kartelbegrip bestaat.
Terwijl Prof. Liefmann de kartellen definieert als
vrije overeenkomste.n of vereenigingen tusschen zelf-
standig blijvende ondernemers van dezelfde groep
met het doel de markt monopolistisch te heheerschen,
heeft de Duitsche kartelverordening betrekking
Oj)
overeenkomsten, en besluiten, die verplichtingen om-
trent de handhaving van de productie of van den af-
zet, het gebruik van handelsvoorwaarden, of de wijze
van prijsbepaling bevatten,terwijl daarentegen het
,,Reichsgericht” het oogmerk van de beïnvloeding der
markt, welke geenszins een moiiopolistische markt-
heheersching behoeft te zijn, als noodzakelijk kentee-
ken van een kartel beschouwt.
Over het algemeen worden massagoederen met tno-
gelijk weinig kwaliteitsverschillen als geschikte ob-
jecten voor karte]leering beschouwd. Men treft dan
ook het grootste aantal kartellen in de ijzer- en staal-
industrie, in de textiel- en papier-industrie aan. In
Duitschland heeft echter op allerlei gebied, van de
massaal voorkomende grondstoffen en algemeen ge-
bruikte producten tot de dobr enkele fabrikanten
vervaardigde specialiteiten, kartelvorming Plaats ge-
vonden.

In verband met den grooten invloed, die de kar-
tellen op de ontwikkeling der prijzen hebben, vooral
in tijden van dalende conjunctuur, zijn zij voor de
geheefe volkshuishouding van de grootste heteekeriis.
Hierdoor ontstoud het belangrijke vraagstuk van cle houding van den staat t.o.’. het kartelwezen. Terwijl het uit de ideologie van het Vrije kapitalisme voort-
spruitende Anglo-Amerikaansche recht tot handhaving
van de vrije concurrentie ,,contracts in restraint of
trade” principiëel verbiedt, wil het Duitsche recht,
dat de kartellen principiëel erkent, slechts de nadee-lige gevolgen zboveel mogelijk uit den weg ruimen.
De eerste speciale wet op kartelgehied, die door
de regeering Stresemann op 2 November 1923 werd
afgekondigd, heeft derhalve den veelzeggenden titel
,,Verordnung gegen Missbrauch wirtschaftlicher
Machtstellungen”. De. verordening behelst eenerzijds voorschriften, die de betrekkingen van de kartelleden
tot het kartel regelen en een vermindering van de’
macht van het kartel over de
afzonderlijke
leden ten
doel hebben. Kartelovereenkomsten of -besluiten moe-
ten schriftelijk worden aangegaan (§ 1). Wordt te
harer hekrachtiging het eerewoord verlangd of ge-

624

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Augustus 1933

geven, dan zijn zij nietig (§ 2). Ook het huitensluiten
of de bemôeilijking van appèl van de met deze ver-
ordening in het leven geroepen kartelrechtbank of een andere beperking van de werking der

verorde-

ning maken de verdragen nietig (§ 3). Opzegging
zonder termijn door eiken deelnemer is geoorloofd,
mits er een ‘dringende reden bestaat, d.w.z. steeds,
wanneer de economische bewegingsvrijheid van de

partij, die wil uittreden, op onredelijke wijze wordt
beperkt (§ 8). Men zal begrijpen, dat de jurispruden-

tie over deze bepaling zeer omvangrijk is; van de 138
vonnissen van de kartelrechtbank, die tot 1 Januari
1930 werden gegeven, hadden niet minder dan 105
op § 8 betrekking. Tenslotte wordt voor het stellen
van waarborgen en het uitvoeren van boycotmaatre-
gelen – volgens de rechtspraak van de kartelrecht-
bank en het ,,Reichsgericht”, niet alleen tegen kartel-
leden, doch ook tegen buitenstaanders de toe-
stemming van den voorzitter van de kartelrechtbank

vereischt (§ 9).
Anderzijds regelt de kartelverordening van 1923

ook het toezicht van den Staat. Bij het in gevaar
brengen van het geheele bedrijfsleven of het alge-
meen welzijn kan de Minister van Economische Zaken
hij de kartelrechtbank een eisch tot nietigverklaring
instellen en opzegging van de overeenkomst door eIken deelnemer zonder het inachtnemen van een
termijn, mogelijk maken (§ 4). De Minister van Eco-
nomische Zaken kan zich voorts tegen zakelijke voor-
waarden en wijze van prijshepalingen verzetten, waar-

0
1)
de kartelrechthank een algemeen recht tot uittre-
den van de benadeelde partijen kan uitspreken (§ 10).
Ook kunnen door de kartelrechthank, op verzoek van
den Minister van Economische Zaken, straffen, die
uit boetes tot een onbeperkt bedrag bestaan, worden

opgelegd (§ 17).
Deze kartelverordening vormt den grondslag voor
de geheele verdere ontwikkeling van het kartelrecht

in Dnitschland.
Later heeft de door de regeerig Brüning uitge-
vaardigde karteinoodveroi’dening van 26 Juli 1930
het recht van den Staat tot
ingrijpen
ter voorko-

ming van oneconomische prijsafspraken uitgebreid.
Voorts stonden de verordening op merkartikelen van 16 Januari 1931, evenals de verordening tot prijsver-
laging van 8 December 1931, ten dienste van de alge-
meene politiek tot prijsverlaging. Daarbij werd, onder
bedreiging van nietigheid der overeenkomsten, een
verlaging van de prijzen van merkartikelen, evenals
van de overeengekomen prijzen met 10 pOt. ten op-
zichte van de prijzen op een bepaald tijdstip voor-

geschreven.
* *
*
De regeering Hitler heeft nu ook bj haar maat-
regelen op economisch-politiek gebied het kartelwe-
zen betrokken. Zij legt eenerzijds den nadruk op het
beginsel, dat het gemeenschapsbelang voor het eigen-
belang gaat, hetweik een sterke leiding van de regee-ring ook op economisch-politiek gebied vereischt; zij
wil anderzijds echter het ondernemersinitiatief aan-
moedigen. De op elk gebied merkhare versterking van
de centrale macht blijkt ook uit de wet tot wijziging

van de kartelverordening van 15 Juli 1933.

Was tot dusverre – indien’ men geen rekening houdt met de speciale politiek van de regeering

Brüning, die prijsverlaging beoogde, -‘ de in het
kartëlwezen beslissende instantie de kartelrechtbank,
dus een van de regeering onafhankelijk lichaam,
thans ‘berust de bevoegdheid tot nietigverklaring van
kartelovereenkomsten of -besluiten en tot verbod van een bepaalde wijze van aaneensluiting bij den Minis-
ter van Economische Zaken. Hiermede heeft de regee-
ring een vergaand recht ten opzichte van de kar-
te11en verkregen. Thans kan elke kartel-overeenkomst,
welke volgens de meening van den Minister van Eco-
nomische Zaken niet met de economische politiek van
de regeeriug strookt, welke dus het geheele bedrijfs-
leven en het algemeen welzijn in gevaar brengt, wor-

den nietig verklaard. Ook op het gebied van het kar-
telwezen heeft de regeering ‘Hitler zich hiermede het
instrument voor een uniforme autoritaire leiding ge-
schapen.
Voorts ondergaat de kartelverordening een belang-
rijke wijziging door een aanvulling van de voorschrif-
ten betreffende het stellen van waarborgen en het
uitspreken van een boycot. De vereischte toestem-
ming van den voorzitter yan de kartelrechtbank moet,
volgens de kartelverordening, bij het in gevaar bren-
gen van het geheele bedrijfsleven of van het alge-
meen welzijn of bij onredeljke beperking van de
econoniische
bewegingsvrijheid
van den betrokkene
worden geweigerd. Deze onredelijkheid van de beper-
king der economische bewegingsvrijheid moet nu, in-
zonderheid bij zakelijke onbetrouwbaarheid van de
leiders van het betrokken bedrijf, niet als vaststaand
worden aangenomen. Hiermede gelijk staat, dat de
prijzen met inachtneming van de belangen van het
bedrijf, evenals met die van het geheele bedrijfsleven
en het algemeen welzijn als volkshuishoudelijk niet
gerechtvaardigd moeten worden beschouwd.
De regeering meent hierdoor in staat te zijn, de
kartellen van ongeschikte elementen, die het bedrijfs-
leven in gevaar brengen, te kunnen zuiveren.
Zij
legt
den nadruk hierop, dat in enkele takken van indus-
trie door de scherpere’ concurrentie en de daarmede
gepaard gaande oneconomische prijsvorming het ge-
vaar van vernietiging van voor de staatshuishouding
waardevolle ondernemingen is ontstaan, zoodat een
regelend
ingrijpen
van den Staat, niet het oog op het
algemeen welzijn wenscheljk is.’ Daar de bestaande
economische orde, die op het aansprakeljkheidsgevoel
en het initiatief van de ondernemers berust, geens-
zins zal worden beperkt, zal slechts met de grootste
terughoudendheid van de nieuwe voorschriften ge-
bruik worden gemaakt.

De Duitsche regeering heeft nu echter niet alleen
de bevoegdheid om bestaande kartellen nietig te ver-
klaren, doch ook om door dwang kartellen (Zwangs-
kartelie) te vormen en in enkele bedrijfstakken de uit-
breiding van de pröductie te verhinderen.
In Duitschland had men van de zijde van den
Staat reeds vroeg de beteekenis van kartellen voor de
regeling van het marktmechanisme ingezien; vôôr
den oorlog was reeds bij de wet van 25 Mei 1910 een
gedwongen syndicaat voor de kali-industrie in het
leven geroepen, dat echter als gevolg vau de bijzon-
dere verhoudingen in dezen industrietak de reeds des-
tijds bestaande overkapitalisatie sterk vergrootte en
een mislukking beteekende. Het andere groote
,,Zwangskartel” in Duitschland was het kolensyndi-
caat, dat op de wet van 23 Maart 1919 berust. Daar-
naast is in den oorlog nog een aantal andere gedwon-
gen syndicaten opgericht.

Doordat de gcdwongeu kartellen een absoluut mo-
nopolie bezitten, dus alle in aanmerking komende be-
drijvefl omvatten,, anderzijds op een vergaande con-
trôle en een medewerking van den Staat bij de prijs-bepaling kunnen rekenen, bestaat hier, bij een sterke
en doelhevuste leiding van den Staat, de mogelijk-
heid om in vergaande mate in het bedrijfsleven in te
grijpen. Deze mogelijkheid blijft, ook wanneer thans
geruststellend wordt verzekerd, dat slechts met de
grootste terughoudendheid zal worden opgetreden.
Volgens de wet over de oprichting van gedwongen
karteilen van 15 Juli 1933 kan de Minister van
Economische Zaken, ter regeling van de markt, on-
dernemingen tot syndicaten of kartellen aaneenslui-
ten of bij reeds bestaande kartellen invoegen, wan-
neer zulks met inachtneming van de belangen der
ondernemingen, evenals van het geheele bedrijfsleven
en het algemeen welzijn, gewenscht schijnt. Terwijl
§ 19 van de kartelverordening van 1923 de toepas-
sing van deze verordening op gedwongen staatskar-
tellen uitdrukkelijk buitensluit, zal de kartelveror-
dening op de thans te vormen gedwongen kartellen
toepasselijk zijn, met uitzondering van § 8, welke

9 Augustus 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

625

de opzegging zonder termijn om belangrijke redenen
voorziet. De Minister van Economische Zaken kan
inzonderheid ook de rechten en de plichten van de
leden en de andere rechtsverhoudingen regelen, ook veranderihgen van de statuten van zijn toestemming
afhankelijk doen zijn. § 3 van de wet geeft den Minis-
ter het recht tot contrôle en ingrijpen, zonder dit
echter nader te bepalen. In dezelfde lijn ligt de be-
voegdheid van den Minister van Economische Zaken,
in bijzondere omstandigheden in een tak van indus-
trie, de oprichting van nieuwe ondernemingen even-
als de uitbreiding van het bedrijf of de benutting van de capaciteit van bestaande ondernemingen voor een
bepaalden tijd te verbieden of aan zijn toestemming.
te onderwerpen (§ 5). Door deze maatregelen kunnen
buitenstaanders worden onderdrukt en kan dus de
vorming van kartellen aanzienlijk worden vergemak-kelijkt. Schadevergoedingen worden niet toegestaan.
In straffen is voorzien.
Dat in de kartelvorming, inzonderheid bij verande-
ring van de conjunctuur, groote gevaren voor de
overige deelen van het bedrijfsleven kunnen schuilen,
kon men herhaaldelijk constateeren. Deze bezorgdheid
tracht de Duitsche regeering weg te nemen door er
op te wijzen, dat er natuurlijk op moet worden gelet,
dat de prijsvorming en de overige marktvoorwaarden,
waartoe in de overeenkomsten wordt besloten, niet
eenzijdig het belang van den ondernemer dienen, doch
rekening houden met de door de marktregeling ge-
troffen kringen, inzonderheid met de afnemers en
consumenten.
De nieuwe kartelwetgeving kan bij juiste toepas-
sing voor het Duitsche bedrijfsleven van nut zijn en
verkeerde kapitaalinvesteeringen voorkomen. Zij kan
echter ook, indien de, ondanks alle verzekeringen nog
geenszins uniforme economische politiek van de regee-
ring zich wijzigt, een gevaar voor de volkshuishou-
ding worden. Dr.
RUDOLF
Luvy.

MUNT EN VOLKSWELVAART

Het vraagstuk van den gouden standaard nadert
in theorie en practi.jk een beslissend punt.
Wel bij uitzondering zal een wetenschappelijk man
betwisten, dat goud onstandvastig is. Evenmin zal
betwist worden, dat de waardeverandering van goud,
op basis 1913, liep van 40 pOt. in 1919/’20 tot boven
200 pOt. in
19321’33.
Het geschil loopt over de hoofdoorzaak, waarbij
twee uiterste opvattingen aanwijsbaar zijn.
De eene meent, dat de daling en rijzing het nor-
male gevolg is van crediet-inflatie en deflatie. De
deflatie moet worden aanvaard als normale functie
van den gouden standaard, die als rein tegen voort-
gezette inflatie dient. Daarom zou elke andere
metaalstandaard dezelfde schommelingen vertoonen.
Vermindering van het metaalgewicht is toegeven
aan inflatie, waardoor men, eenmaal dien weg uit-
gaand, trapsgewijs tot waardeloos geld komt. Wel
erkent men, dat de gouden standaard eenige defecten
vertoont, maar men beschouwt dit eupheinistisch als
het slechte functionneeren van een onovertroffen
gouden standaard.
Een index-standaard is daarentegen geen stan-
daard, maar zou tot steeds voortschrijdende inflatie
leiden.

De andere meening voert m.i. op goede gronden
aan, dat de aanwijsbare schommelingen tusschen 1913
en 1933, niet aan nationale crediet-infiatie of defla-
tie, zijn toe te schrijven, maar het gevolg . zijn van
zeer bepaalde defecten van den gouden standaard en
een verkeerde internationale goudpolitiek. Iedereen
stemt toe, dat de hoofdmassa van het goud, in nor-
malen tijd is gesteriliseerd in de wettelijke dekking.
Een oorlog brengt daarin verandering. Deze ver-
deelde in 1914 de wereld in een grootere helft, die
als oorlogvoerenden, ter betaling van bestellingen,
dit gesteriliseerde goud dumpten op de markt der
kleinere neutralen en de Vereenigde Staten van

Amerika. De kleinere helft kwam terecht in een
goud-inflatie, die goud op 40 pOt. bracht en goede-
ren op 250 pOt. (en nog hooger door goederen-
schaarschte). In die restant goudwereld kreeg men
dus een
primaire goudinfiatie, waardoor op vergroo-
ten goudvoorraad 3 maal meer papier en crediet ge-
bouwd kon worden terwijl ook de bonen, belastin-
gen en staatsschuld Zeer belangrijk toenamen.
Bij de oorlogvoerenden ging men tot primaire pa-
pier-inflatie over, maar de meesten, uitgezonderd
alleen Engeland en Japan, hebben toen de crediet-in-
f.latie geliquideerd door tierceering, decimeering, of annulleering van geld, staatsschuld enz. Deze munt-
correctie bedroeg in Italië 314, in Frankrijk 4/5, in
België 6/7. Reeds toentertijd werd beweerd, dat zij
te ver gingen. Het gevolg daarvan was, dat hun loo-
nen en lasten lager waren dan elders, zoodat zij, door
dit ,,voorschot” op de komende goudrijzing, geen last
hadden van de crisis
tot in 1931 toe
en nu nog pas
weinig lijden. Deze muntvervalsching maakte, dat zij
geen belang hadden bij een voorzichtige goudpolitiek,
en dat veroorzaakte een tegenstelling bij de interna-
tionale welvaartspolitiek, die nog te Londen nawerkte.
Maar ook na de tierceering enz. bij de ex-oorlog-
voerenden, bleef de wereld als geheel zitten met een
bovenbouw van papier en crediet, die 2Y21 maal groo-
ter was dan in 1913, met slechts 1Y4 maal zooveel
goud. Zoo ontstond de tegenstelling tusschen de
goud-inflatie landen met genoeg goud en de ex-pa-
pier-inflatie landen met te weinig goud. Deze laat-
sten zagen, met leede oogen, het goud bij de anderen,
en hadden het gevoel, dat die anderen eigenlijk
hun
goud bezaten. De leidende gedachte bij de ex-papier-
landen was dus, dat zij moesten trachten dat goud
terug te krijgen.

Dit zou reeds onmiddellijk tot een scherpe span-ning hebben aanleiding gegeven, ware het niet, dat
de oorlog nog niet geliquideerd was door Versailles.
Een der problemen was het herstel-probleem, waarbij
Frankrijk op groote betalingen in goud stond, waar-
voor men te Genève in 1922 het stelsel uitdacht der
gold bilis.
Hierdoor raakte men tijdelijk den toestand
meester, zoodat tot 1929 een periode van hernieuwde welvaart en consolideering kon volgen, met één zwak
punt, dat men verzuimde de
gold-bills,
gebezigd voor
politieke betalingen, te blokkeeren (daargelaten of
zij op den duur vol te houden waren).

Door dit stelsel kregen bepaalde landen een sur-
plus aan
gold-bills
in handen, die hun een dominee-
rende positie gaven bij de internationale goud-poli-
tiek.

De eerste schok op de goudmarkt kwam in 1920,
vermoedelijk in hoofdzaak, omdat men tijdens den
oorlog een embargo op goud gelegd had tegen het
Oosten, dat na Versailles plotseling tot die markt
werd toegelaten, met een groote koopkracht in zilver,
dat toen 23′ maal zoo hoog stond als in 1913.

Maar, nadat men den chaos, die uit verdere stij-
ging van de goudwaarde ontstaan moest, voorkomen
had, moest de eerstvolgende korte-golf crisis tot een
goudoverspanning leiden, als de gold-buis
geliqui-
deerd werden.

Is deze visie juist, dan kunnen de volgende gevolg-
trekkingen worden gemaakt;

Een nationale geidstandaard, welks wettige
waarde gekoppeld is aan een metaal, dat door inter-
nationale politiek
aan schommelingen bloot staat, is geen standaard, maar valsche munt.

De internationale pariteit moge voordeel aan-
bieden voor internationale transacties, maar dit is
van boekhoudkundigen aard, tegenover pernicieuse
gevolgen van economischen aard veroorzaakt door
goederenfiuctuaties, die niet te voorzien zijn.

Het is een eisch van verstand en rechtvaardig-
heid, dat een betere standaard wordt ontworpen, die
bevrijd wordt van manipulaties in het buitenland.

Leidt een standaard tot zulk een deflatie als

626

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Augustus 1933

thans, dan is saneering geen remedie, maar afsiach-
ting.

Nu kan men nog lang napleiten, welke verbeterin-
gen aan den huidigen standaard kunnen worden aan-
gebracht, of welke andere standaard noodig is, maar
er is periculum in mora, en eerst dient beslist te zijn
de prealabele vraag,
welke visie juist is.
De eerste visie overweegt, voornamelijk iii de krin-
gen van het groot-financiewezen en de groot-indus-
trie.
Dit is verklaarbaar. Het bankwezen moet dit tel-
kens loslaten van een standaard ondervinden, als
verstoring in hun balansen. Mede vindt de groot-
handel, die termijnaffaires afsluit, een onbereken-
baren factor in de schommelende wisselkoersen.
Een bepaalde campagne is aan den gang, die met
talent georganiseerd is. Wat zijn de hoofdargumen-
ten?
Het is muntvervalsching. In plaats van een so-
lieden standaard neemt men een standaard van caout-
chouc en Louis Raemakers teekende de grappige
plaat van de 100 $ liters.
Antwoord:
Probeer eens in êen winkel een meter
van caoutchouc te koopen, z66 rekbaar als goud, dat
in 190 vijf maal korter was dan nu.
De ijzeren roe-
de der middeleeuwen, die als standaardmaat aan de
gevels der stadhuizen vastgeklonken was, is er. heilig
bij.
Het staat door de practijk vast, dat, wanneer men
een index-tandaard ontwerpt, gebouwd op prijzen van.
niet-manipuleerbare goederen op de wereldmarkt,
deze oneindig betrouwbaarder zou zijn dan de huidige. gouden standaard, zoo ook de bimetale.
Maar per slot laat de tijd niet toe te twisten over
het beste, het betere ligt voor de hand en biedt En-
geland.
Zulk een andere standaard als goud leidt tot

toenemende inflatie.
Antwoord:
Vele malen is Engeland en ook ons
land van den oorspronkelijken standaard afgestapt.
Een papierstandaard heeft Engeland meermalen ge-
kend, ook ons land en de Ver. Staten, om later tot
den definitieven standaard terug te kee.re.n,
zonder

eenige toenemende inflatie.
Men onteigent crediteuren. Denk vooral aan de
ongelukkige weduwen en weezen. ,,Tegelijk niet het
geld breekt men het recht”.
Antwoord:
Geen crediteur heeft het recht gebruik te maken van een valsche maat – hoe wettiglijk ook
– zoodra ontdekt is, dat hij vaisch is. Staatsmans-
plicht is te beletten, dat een formeel wettig recht
misbruikt wordt. Summum jus summa injuria. Heeft
men de verpachters niet ,,onteigend”? En de gesala-
rieerden, de gepensionneerden? 1-leeft men alle bin-
nenlandsche crediteuren, weduwen en weezen inbe
grepen, niet verhinderd de goudstijging uit te bui-
ten, door de vervalsching van den gulden op de hin-
nenlandsche markt? Heeft men niet uit vrees voor
boerenopstand belet, dat deze veelgeprezen gouden
gulden, rekbaarder dan caoutchouc, zijn moordende’
werking in het binnenland voltrok? In het binnen-
land heeft men geen 30 pOt. voordeel ervan gehad; zoowel de rentenier, de gepensionneerde als de we-
duwe en wees. Verlaagt men den gulden tot 65 pOt.
en heft men de verkeerde protectionnistische maat-
regelen op – die men bij saneering toch moet op
heffen -, dan blijven zij in het genot van een winst,
die overigens niet te motiveeren .is. En ook hij sanee-
ring, zal men bonen, salarissen, vaste re-uten moeten
verminderen.
De producent moet meer aan grondstof betalen,
zoodat het voordeel verloren gaat.

Antwoord:
Inderdaad, zekere producenten, ul. zij die voor de beschutte markt werken, hebben, als zij
hun grondstof uit het buitenland betrekken, een be-
langrijk voordeel, zij genieten van beschutte eindpro-ducten hij onbeschutte grondstoffen. De pers verkeert
in dat geval en betrekt pap.ier tegen 30 pOt. van den

normalen prijs. Groote producenten, door octrooien,
kartelleering beschut, en vertakt in alle landen, be-
hooren daartoe.
Maar daartegenover staat het algemeene belag,
en in het bijzonder de exportindustrie, die, met be-
schutte bonen en lasten, juist werkt voor de onbe-
schutte wereldmarkt.
De crisis is slechts een gewoon verschijnsel van privé-financiëelen aard, niet van nationaal-economi-
schen. De schuldeischers en obligatie-houders slik-
ken het vermogen van debïteuren en aandeelhouders
op. Maar de boerderijen, de fabrieken blijven.
Antwoord:
Een vreemde theorie. Alsof die credi-
teuren recht hebben op deze zakkenrollerij. Maar het
voornaamste .is, dat de hoofdstelling onjuist is. Reeds
zijn vele fabrieken stil gelegd om nooit meer ge-
opend te worden. Die voor het binnenland werken en
de boerderijen zijn nog niet geabandonneerd, omdat men die industrie, den boerenstand, de tuinders enz.
steunt op kosten der gemeenschap. Een welvarend
land, waar crediteur en dehiteur samen in welstand
leefden uit de vruchten van den debiteur, die werkte,
is veranderd in een land, waar de crediteur toch
eigenlijk nog maar half leeft. Is dat geen verschijn-
sel van nationale economie? Is het geen nationale
economie, indien door dien gulden va:n caoutchouc,
de werkgever tot rationaliseering gedwongen werd,
en de werkloosheid ontstond, die men wederom maar
liet betalen door het algemeen, maar die tot verwil-
dering leidt? Straks zullen wij zien wat de hoogge-
roemde saneering beteekent.
De achteruitgang van den export ligt aan de
verplaatsing van de industrie naar het Oosten.

Antwoord:
Ten deele misschien juist. Maar Indië
wordt overstroomd mede door Australië, met veel
hooger bonen. En de rijzende gulden verdreef ons
van de Oostersche markt. Het jaarverslag van de
Bank of China
over 1932, de zilverkwestie bespre-
kend zegt: ,,Owing to the increase in the silver cost
of imported goods, resulting from lower silver and higher import duties,
1)
our people have in recent
years shown a growing inclination to buy goods pro-
duced in China, with the result that existing domes-
tic industries have received valuabie encouragement,
while new factories have been established and have
been successful in secur.ing an increas.ing share of
the home mtrket. Thus lower silver has provided a
definite stimulus to industrialisation in China.”
Straffeloos voor de nationale economie kan men
geen standaard handhaven, die binnen 16 maanden
200 pOt. rees. Een moderne maatschappij, gebouwd
op crediet, kan zulk ee.n waardeverandering niet on-
dergaan, zonder omwerping van
zijn
structuur.

Saneeren is noodig, omdat Nederland reeds v66r
1929 het duurste land ter wereld was, maar saneeren
is geen oplossing voor deze crisis. Zij komt te laat,
nu men de toch reeds te hooge bonen en lasten nog
eens verdubbeld heeft in goudwaarde, zij kan niet tot het bittere einde doorgevoerd, zij bereikt dan ook het
doel: herstel der welvaart
niet.
Nemen wij Indië, waar gesaneerd is omdat de be-
volking niet verstard is in ,,vakbeweging”, noch hy-
potheken en lange schulden kent. Loonen der bevol
king gehalveerd. Deze kwam tot aanpassing na eenige
jaren, nadat de belastingen, die niet gesaneerd wa-
ren, den spaarpot uitputten, blijkens een jaarljk-
schen goud-export van 40 millioen gulden. Zij ver-
armde, tot de Japansche en Australische import red-
ding bracht. De Europeesche cultures, voorzoover
niet heschut, werden voor 20 pOt. doodgesaneerd door
crediteuren. De kostprijs kon verlaagd door de sanee-
ring van bevolkingsloonen, gepaard aan het ontslag
van de blanke employees. De staat aarzelde met sa-neeren. Nu is de rentelast en die der pensioenen ge-
stegen tot meer dan 50 pOt. der gedaalde inkomsten.

1)
Deze zijn, om de goudschulden van China te betalen sedert de crisis in goud gefixeerd.

9 Augustus 1933

ECONOMISCH..STATISTISCHE BERICHTEN

627

Ontslag op groote schaal volgt thans en afbraak van
het staatsorganisme
en verhoo ging der belastingen.
Niemand zal kunnen tegenspreken, dat deze sa
I1eering aldus beteekent: Verarming der inheemsche,
pauperiseering van de blanke bevolking, afbraak van
het staatsorgaan, verlies van den Nederlandschen im-
port, verlies van uitgaande vracht, verlies van toe-
komst voor onze jeugd. En, na verlies van de rugge-
graat van onze Nederlandsche Rijksgedachte, econo-
misc,h verlies van de importmarkt ten bate van
Australië en Japan, in de toekomst verlies van pres-
tige en wellicht betrokken geraakt in politieke expan-
sie van het buitenland. Alles ten bate van wien? De
houders van Indische obligaties, die, voorzoover zij
in Nederland wonen, er bijna geen voordeel van
hebben. En het is duidelijk, dat de Indische gulden
wordt vastgehouden, zoolang ook Nederland den
zijnen vasthoudt. –
En de saneering in Nederland? Na de bonen met
moeite te hebben verlaagd, de salarissen en pensioe-
nen te hebben verminderd meer dan noodig, eenvou-dig, omdat door den duren gulden,
de inkomsten op-

drogen,
de staatsorganisatie te hebben afgebroken,
blijft de last van de lange schulden voor rijk, ge-
meenten, maar ook voor het geheele publiek. De heer
Verviers heeft dat ioor ons uitgerekend. Maar niet
scherp genoeg, omdat hij voor de waardeverandering van het geld, een kruising van groot en kleinhandels-
cijfers gebruikte, die onjuist is voor de exportin-
dustrie en de scheepvaart. Men spiegelt renteverla-ging voor. Maar zoolang Nederland een open kapi-
taalmarkt is, waarheen de Belgische en Fransche
kapitaalbehoefte wordt gedreven door de daar be-
staande couponbelasting op binnenlandsche leenin-
gen, is een daling tot 234 püt. onmogelijk. En, om
het koekoekskind van het gevlucht kapitaal te mena-
geeren, durft men de rente niet verlagen uit vrees
voor afvloeiing van het kapitaal, dat goud zou mee-
sleepen, ja verhoogt men zoo noodig die rente. De
bonen kunnen niet naar beneden, zoolang als de pro-tectie duurt. Deze kan niet vermeden, omdat de boe-
ren niet kunnen worden gesteld voor een producten-

prijs van beneden 50 pOt.
En ook hier wordt alles

belast wat los en vast is.
En waartoe dit alles? Ten bate van den buiten-
landschen houder van Nederlandsche obligaties, voor een zeer gering deel.
Ten bate der Nederlandsche crediteuren? Deze heb-
ben er in doorsnede ook maar 30 pOt. winst van.
Het valt niet te ontkennen, dat het vraagstuk van
den gouden gulden eenerzijds een vraag is van natio-
nale economie, anderzijds van groepsbelang. Wij
zagen hoe inderdaad een klein deel belang heeft bij
den goudgulden. Maar hun belang is niet overwegend
sterk, omdat herstel der welvaart voor allen ook hun
belang is. Zij zijn te overtuigen, als zij beter begrij-

pen.

Er is echter één groep, die overwegend belang
heeft bij den gouden gulden van nu. Dat is het
groot-kapitaal, in bijzonder het in Nederland ge-
vluchte kapitaal en dat wil
niet
begrijpen.
Sommigen rekenen daartoe alleen het liquide
vreemde kapitaal. Dit was eind 1930 ongeveer 600
millioen gulden, blijkens een enquête, opgemaakt uit
opgaven der groote banken. Maar er is al sedert 1924
en daarvéör gevlucht kapitaal aanwezig, dat in obli-
gaties, hypotheken enz. belegd is. Bovendien is een
belangrijk deel van het Nederlandsche kapitaal uit
het buitenland teruggetrokken. In totaal mag men
dit schatten, het vreemde en het Nederlandsche, op
1500 millioen gulden. Als vermoeide kraaien zijn zij
uit .de eene valuta in de andere gevlucht. Moest de gulden bezwijken, dan zouden zij geen raad weten,
daar dit het sein voor anderen zou kunnen zijn.
Het is dit groot-kapitaal, dat een goud-gulden
als
zijn recht beschouwt.
Het is dit kapitaal, dat het
recht opeischt van een gulden, waarmede men twee
maal meer goederen, 40 pOt. meer Ponden en 40 pOt.

meer Dollars kan koopen. Om deze groep als kern,
zijn dan de anderen geschaard, die meer of minder
belang bij dienzeifden gulden hebben. En deze groep
verbergt zich achter het masker van de ,,arme we-
duwe en wees”.
En aldus neemt deze crisis geen ,eind, omdat dit
groot-kapitaal door zijn verplaatsing mede oorzaak
werd van de goudopdrjving en het goud-hamsteren
Hun belang bestaat maar tijdelijk. Zoodra elders toe-
standen geconsolideerd zijn, vluchten zij terug. Dan
kan een toestand ontstaan, dat, evenals in Zuid-
Afrika, het goud wegvloeit, en de gulden wankelt.
Daarom mag zelfs niet te veel over een munt-cor-
rectie in Nederland geschreven worden, dat dit ge-
vaar verhaast en wordt ,,men” boos op den heer De-
terding omdat hij de waarheid durft zeggen. Deze
groote belangentegenstelling schuilt achter het the-
oretische geschil. Aan de eene zijde, wie tijdig uit
goederen en aandeelen vluchtte, en die de ruïne der
nationale economie wijt aan verkeerd beleid. Die de
herleving zien door saneering. Aan de andere zijde
de geruïneerde of nog te ruïneeren groepen, die hun
geloof hadden

gesteld in het nationale geld, welks
mogelijke fluctuaties niet waren te voorzien, omdat
de oorzaak daarvan lag in internationale factoren.
Aldus is de ondergang onzer
,
nationale economie
in den grond een zeer simpel vraagstuk. Maar zij,
die daarover te beslissen hebben,
zijn
voor een groot
deel dezelfden, die nu al jaren van conferentie op
conferentie het internationale monetaire vraagstuk
hebben bekeken en voor een groot deel vertroebeld.
Indien er internationale inflatie was na 1914, dra-
gen zij daarvan toch in hoofdzaak de schuld. En de
politici, die te zwak waren om in te grijpen, staan
mede schuldig.

Nu is het gebruik, dat boer en burger de boete be-
talen van de slechte politiek hunner regeeringen en
financiers. Is saneeren eigenlijk niet anders dan.
,,boete” doen? Maar heeft nu niemand dier saneer-
ders een open oog voor het feit, dat men dit boete
doen toch wel over een grooter termijn had kunnen
omslaan, dan twee jaar? Indien, door een onver-
standige internationale politiek,
onvermijdelijk is,
dat, met een 234 maal grooter crediet en papierbo-
venbouw, het goud, dat maar 1Y grooter monetairen
voorraad kent, het grensnut van 200 pOt. bereikt,
is het dan billi.jk, dat men deze fout laat betalen op
korten termijn? Is
tijdelijke
muntcorrectie dan niet de aangewezen weg, om den schok op te vangen?
Men heeft na 1929, als het ware bij 120 KM. snel-
heid, plotseling de remmen aangezet. Er ware niets
gebeurd, indien men na 1929 den gouden standaard
had losgelaten om zoo noodig na eenige jaren erop
terug te komen, of, beter een verbeterden standaard
in te voeren.

In 50 landen heeft men muntcorrectie toegepast.
Het waren regeeringen, die de vraag van recht of
onrecht hebben beslist tegen het eenzijdig belang van
crediteuren. Dezelfde strijd, die in Nederland nog
gevoerd wordt, is in Engeland gevoerd, ook na het
loslaten van het Pond. Daardoor duurde het 134 jaar,
eer het reeds door Keynes berekende niveau bereikt
werd. Die strijd is geleverd in Zuid-Afrika,
zij
is nog
niet beslist in de Ver. Staten, waar de belangen wor-
stelen van groot-financiers en volkswelvaart.

Daarom wordt Roosevelt gehoond, noemt men
-Moley een meisjes-kostschool-professor. Daarom ver-
klaart men niet te begrijpen, wat Roosevelt en Oham-
herlain bedoelen met herstel van prijsniveau.
Ja, te Londen zelf, was het een Titanenstrjd van
twee opvattingen, het begrip van groot-financiers,
belichaamd in saneering desnoods door faillissement,
en herstel der welvaart door muntcorrectie.
Nederland staat aan de
zijde
van de saneering.
Maar men vergeet bovenal, dat alle andere landen
reeds muntcorrectie hebben toegepast en daardoor,
als naties, geheel anders tegenover het crisis-pro-
bleem staan dan Nederland en Zwitserland.

628

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Augustus 1933

Men hoopte bij ons op een wonder te Londen. Dit
wonder was onmogelijk. Aan de eene zijde een land als
Frankrijk, autarkisch sedert jaren, met stabiele be-
volking, luxe-export, voor eigen economie gereser-
veerde kolonies, groot muntvervalscher sedert 1927. Aan de andere zijde Nederland, met .,eerlijke” munt,
vrijhandel in moederland en kolonies, een toenemen-
de bevolking, zonder luxe-export. De opening der
grenzen bij anderen is Frankrijks doel. Maar herstel
van den vrijhandel, met goud op 200 pOt., zal voor
ons wel de exportmogelijkheid vergrooten, maar de
prijzen nauwelijks doen stijgen.
Aldus is Rooseveits boodschap, dat de beste bijdrage
voor het slagen der conferentie was de voortgezette
muntco.rrectie in de Ver. Staten, hoe ongelooflijk ook,
volkomen juist.
Economie is empirische wetenschap. De beslissing tussehen de ideeën van ,,muntvervalsching” of munt-
correctie, van ,,saneering” of volkswelvaartpolitiek,
hangt af van de laboratoriumproef, waarvoor het
Amerikaansche volk onder Roosevelt zich beschik-
baar stelde. En, gelukkig, heeft het snelle herstel in
de Ver. Staten reeds een gunstigen weerslag op de
productenprijzen, wat het gesaneerde Indië redden

kan.
Maar Nederland?

VAN
Es.

AANTEEKENINGEN.

De economische toestand van Nederland in Juni

1933.

Aan de Maandeljksche Mededeelingen van ,,De Ne-
derlandsche Conjunctuur”, uitgegeven door het Cen-
traal Bureau voor de Statistiek, in overleg met het Nederlandsch Economisch Instituut te Rotterdam,
outleenen wij de volgende beschouwingen:
De economische toestand van Nederland droeg ook
in Juni het stempel van onzekerheid, kenmerkend
voor de conjunctuurphase, die men als depressie aan-
duidt. Dat de oorsprong van die onzekerheid voor
een belangrijk deel buiten onze grenzen ligt, in den
ontredderden monetairen toestand der wereld, in de
tallooze belemmeringen van handel en verkeer, in
politieke verwikkelingen en economische experimen-
ten, zooals de Ver. Staten in den laatsten tijd weer
hebben te zien gegeven, behoeft nauwelijks opnieuw
betoogd. Dit neemt niet weg, dat een der grondoor-
zaken van de depressie toch altijd gezocht moet wor-
den in de uitzetting, welke het productie-apparaat
der wereld heeft ondergaan, tot een omvang, die,
ingesteld op de abnormale en onoverzichtelijke toe-
standen na den oorlog, niet in een gezonde verhou-
ding stond tot de normale behoefte. Deze oorzaak
werkt evengoed binnen als buiten onze grenzen.
De groote overmaat van capaciteit van vele instal-
laties en de aanzienlijke constante lasten van veel
ondernemingen bevorderen die typische, kleine doch
betrekkelijk hevige oplevingen van bedrijvigheid, die
– doorgaans van speculatieven aard – steeds bloot
staan aan een terugslag. Deze ,,ups” en ,,downs” zijn
kenmerkend voor de depressie en kunnen, gelijk de
geschiedenis van het conjunctuurverloop leert, elkaar
eenige malen afwisselen. Door deze wisselende stem-
mingen van optimisme en pessimisme heen blijft dan
het algemeen beeld der depressie bestaan: geringe be-drijvigheid, gedrukte
prijzen
bij nog
nauwelijks
afge-
nomen algemeene lasten en dus slechte rentabiliteit
der ondernemingen, abnormaal groote geldruimte. De
aanwijzingen, dat in dezen toestand verbetering komt,
o.a. door de likwidatie van de ondernemingen met de geringste winstkansen, zijn nog schaarsch. Wel hoort
men in den laatsten tijd vaker van reorganisatieplan-
nen, maar nog lang niet in die mate als in Duitsch-
land, waar de depressie verder gevorderd schijnt.
Over het algemeen wordt voor het uitvoeren van zoo-
danige plannen ten onzent de toestand nog te weinig
stabiel geacht.
De verbetering van den toestand op de arbeids-

markt, welke voor een deel stellig op te vatten is als
een regelmatig terugkeerend seizoenverschijnsel, moet,
voor zoover zij boven de ,,normale” seizoenopleving
uitging, vermoedelijk mede als zoo’n typisch begelei.-
dend verschijnsel der depressie worden beschouwd.
Een niet onbelangrijk deel van die opleving schijnt
te moeten worden toegeschreven aan vrees voor de
stabiliteit van den gulden of als weerslag van de ver-wachting van verdere prijsstijging op de wereidmark-
ten, samenhangend met de vrees voor verdere depre-
ciatie van den Dollar: er bestaat een zucht om de
prijsstijging v66r te blijven. In de laatste maanden
heeft deze factor het waarschijnlijk in beteekenis ge-
wônnen van de toch ook niet te miskennen verbete-
ring in de marktpositie van verschillende producten. Een der meest opvallende verbeteringen geeft nog
steeds het bouwbedrijf te zien, hoewel, te oordeelen
naar de voorloopige cijfers, in Juli de gewone sei-
zoen-kentering der bedrijvigheid hier niet is uitge-
bleven. Vooral in den woningbouw heerscht groote
bedrijvigheid, welke, behalve aan de natuurlijke reac-
tie op de stagnatie in 1932, ook aan andere factoren
wordt toegeschreven. Men wijst op de vermindering
van inkomsten, welke een verhoogde vraag doet ont-
staan naar kleinere, tevens yaak beter geoutilleerde
woningen, waardoor aan bediening wordt gespaard; ook wordt het motief van de ,,vlucht naar een waar-
devast beleggingsobject” vernomen,
terwijl
de lage
prijs der bouwmaterialen voor een opleving van het
bouwbedrijf bevorderlijk is. Intusschen komen meer
en meer, voornamelijk grootere, woningen leeg te
staan.
In de tweede helft van Juni onderging de goud-
voorraad der Nederlandsche Bank een niet onaan-
zienlijke vermindering: van 832 millioen gulden op
12 Juni was zij op 3 Juli gedaald tot 745 millioen.
Het uitvoersaldo van goud bedroeg in de drie weken
van 11 Juni tot 1 Juli resp. 27,5, 15,1 en 101,4 mil-
lioen. De koersen van verschillende der voornaamste
buitenlandsche valuta’s stonden op 26 of 27 Juni 1,5
tot 2 pCt. boven het minimum van die maand. Op
29 Juni verhoogde De Nederlandsche Bank haar ren-
testanden met 1 pOt., waarop de Gulden zich snel
herstelde en ook het uitvoersaldo van goud vermin-
derde: in de week van 2 tot 8 Juli bedroeg het nog
30,7 millioen, in de daarop volgende week had het
plaats gemaakt voor een gering invoersaldo. De goud-
voorraad der Nederlandsche Bank bedroeg op 24 Juli
weer 763 millioen gulden (tegen 665 millioen vlak
v66r den val van het Pond Sterling in 1931), het
dekkingssurplus – dat gedurende Juni van 428 tot
352 millioen was verminderd – 387 millioen. Op 15 Juli achtte de Bank den toestand weder zoover ver-
beterd, dat zij 1aar rentestanden weder met Y2 pCt.
verlaagde; het wisseldisconto bedraagt thans 4 pCt., het disconto voor promessen en de rente voor belee-
ningen en voorschotten in rekening-courant 4’/2 pCt.
Op de particuliere geldmarkt waren op het eind van
Juni de rentestanden opgeloopen tot
31/2
(prolonga-
tierente) en 4V4 pOt. (particulier disconto); midden
Juli was geld op prolongatie weer te krijgen voor
2Y4 pCt.

De obligatiemarkt was ook onrustig: het rende-
ment der 4 pCt. obligaties Nederland 1931 steeg van
omstreeks 4 pCt. in de eerste vier maanden van het
jaar tot 4,22 over Mei en 4,31 over Juni; van groot-
boekobligaties steeg het van 3,60 tot 3,88 en 3,95 pOt.
Deze rendementen blijven echter beneden die, welke
genoteerd werden tijdens de credietstagnatie in, het
laatst van 1931 en de eerste helft van 1932, toen
het rendement van grootboekobligaties opliep tot
boven 4Y2 pCt. Op de aandeelenmarkt schijnt de
hausse der laatste maanden tot staan te zijn geko-
men, hoewel er nog niet gesproken kan worden van
een duidelijke kentering.

9 Augustus
1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

629

De Theerestrictie.

Zooals bekend, is onlangs een overeenkomst tusschen
Ned.-Indië, Britsch-Indië en Ceylon tot stand geko-
men betreffende de restrictie van den uitvoer van
thee uit deze landen gedurende een periode van 5
jaren. In aansluiting op hetgeen hierover reeds in het
,,Economisch-Statistisch Kwartaalbericht” No. 10 is
medegedeeld, laten wij hieronder nog eenige beschou-
vingen volgen over de positie van de theecultuur en
de moeilijkheden, welke het tot standkomen van deze
overeenkomst met zich medebrengt. Deze beschou-
wingen zijn ontleend aan de stukken van den Volks-raad. (Zittingsjaar 1932-1933. Onderwerp 151).

Aanplant en productie.
De theecultuur heeft zich in sterke mate in enkele
productiegebieden geconcentreerd. Van den totalen
wereldaanplant, welke in 1931, exclusief China (waar-
van geen aanplantcijfers bekend zijn), eell kleine
815.000 H.A. besloeg, was 40 pCt. gelegen in Britsch-
Indië, 24 pCt. in Ceylon, 21 pCt. in Nederlandsch-
Indië, 10 pCt. in Japan en Formosa n slechts 5 pCt.
in een aantal kleinere productielanden. Deze omstandigheid vereenvoudigt het vraagstuk
van restrictie en andere bij internationale overeen-
komst te treffen maatregelen in niet geringe mate,
daar deze slechts door een klein aantal grootere pro-
ducenten getroffen behoeven te worden om een effec-
tieven invloed op de positie uit te oefenen. De volgende tabel geeft een inzicht in het verloop
der uitbreiding, die de cultuur in de voornaamste
productielanden gevonden heeft. Déze uitbreiding
heeft in een vrij snel tempo plaats gevonden, zij het
dat dit niet in alle landen in even sterke mate het
geval is geweest.
De ondervolgende samenvatting laat dit duidelijk

uitkomen.
Aanplant Aanplant
Productiegebieden

in 1919 in
1931

Toename
H.A.

H.A.

H.A.

%
Britsch-Indië ……….
279.945 326.744

46.799

17
Ceylon …………….
160.000 193.800

33.800

21
Ned.-Indië

(ondernemingscultuur)
94.317 131.440

37.123

40
Ned.-Indië
(bevolkingscultuur) ±
21.500

41.360

19.860

92
Japan …………….
48.439

37.794 -10.645 -22
Formosa …………..
46.398

45.500 –

898 – 2

Terwijl de uitbreidingen in Britsch-Indië en Ceylon
een tamelijk regelmatig verloop hebben gehad en bin-
nen vrij nauwe grenzen zijn gebleven (ca. 14 pCt. per jaar) vertoont Nederlandsch-Indië, vooral wat
bevolkingsthee aangaat, een sterk accres over een kort
aantal jaren (1924-1929). De vlotheid, waarmede
onze (over het geheel iets goedkoopere) theeën door
de Engelsche markt zijn opgenomen, heeft dit proces
ongetwijfeld gestimuleerd.
Sterker nog dan de aanplantci.jfers, doen de pro-
ductiecijfers de snelle ontwikkeling van de cultuur
en den invloed, die deze op de theemarkt gehad moet hebben, tot uiting komen.
Het is vooral het deel van deze productie, dat
geëxporteerd is geworden, dat de positie van het pro-
duct op de wereldmarkt bepaalt.
Zoo hebben China en Japan eigen markten. Alleen
Formosa heeft als concurrent voor de theeën van de
drie eerstgenoemde eenige, doch geringe beteekenis.
De marktpositie van de zwarte thee wordt dus be-
heerscht door de drie eerstgenoemde productielanden.

Consumptie.

Benaderen de bovenstaande productie- en export-
cijfers vrij nauwkeurig de wereldproductie van thee;
omtrent het wereldverbruik bestaan slechts onvol-
ledige, de consumptie alleen bij benadering aangeven-

de cijfers.
Het wereidverbruik laat zich
becijferen
door uit te
gaan, hetzij van de totale exporten, hetzij van de
totale importen en deze totalen dan te corrigeeren

aan. de hand van de veranderingen der stocks. Be-
ziet men de
totaal-cijfers
der exporten en der netto
importen (vermeerderd met de bruto-invoeren in de
productielanden), dan blijkt dat deze totalen in enkele
jaren een te groote afwijking van elkander vertoonen
om deze geheel te negeeren. Behalve aan onvolkomen-
heden in de statistiek moet dit voor een zeer groot
deel geweten worden aan veranderingen an jaar tot
jaar in de stoomende voorraden, een factor, welken
men niet geheel mag verwaarloozen.
Uit dien hoofde werd de methode gevolgd om voor
elk jaar het gemiddelde te nemen van wereldexpor-
ten en -importen en dit gemiddelde te verminderen
met de toeneming der stocks te Londen en Amster-
dam
1),
c.q. te vermeerderen met de afneming daar-
van. De aldus verkregen cijferreeks geeft wel niet
de werkelijke wereldconsumptie nauwkeurig weer,
doch demonstreert den gang van het verbru.ik op af-
doende wijze.

Wereldverbruik van geëxporteerde theeën.
(in tonnen.)

1920 …………310.000

1927 …………395.000
1921 …………304.000

1928 …………413.000
1922 …………340.000

1929 …………415.000
1923 …………355.000

1930 …………409.000 1924 …………361.000

1931 …………404.000
1925 …………372.000

1932 …………404.000 1926 …………390.000

P’roductievermeerdering der naaste toekomst.

Wordt reeds thans het bestaan van vele thee-onder-
nemingen ernstig bedreigd, meer reden om zich voor
de toekomst van de theecultuur ongerust te maken
is nog gelegen in het feit, dat in de komende. jaren
het belangrijke areaal van den bijpiant der laatste
jaren zijn product op de markt zal gaan brengen.
De bijplant van 1926 tot 1931 toch bedraagt 92.543
H.A. Van deze 92.543 H.A. komen 27.522 H.A. ‘oor
rekening van Britsch-Indië, 15.800 H.A. voor reke-ning van Ceylon en 40.790 H.A. voor rekening van
Nederlandsch-Indië.
Om een indruk te verkrijgen van de te verwachten
potentiëele producties in de komende jaren kan de
volgende globale berekening worden opgezet.
In 1929, een jaar van vrij ,,normalen pluk”
2)
be-
droeg de totale productie van Britsch-Indië, Ceylon,
Nederlandsch-Indië, Japan, Formosa, Trans-Kauka-sie, Indo-China en de Afrikaansche theelanden (dus
exclusief China) rond 440.000 ton. Deze productie
mag beschouwd worden afkomstig te zijn van aan-
plant 1926 (thee komt na circa 3 á 4 jaar in produc-
tie), welke 722.000 H.A. besloeg.

Vanaf 1926 nam de aanplant toe tot in 1931 met
circa 12 pCt., waaruit zich globaal voor 1932 een
potentiëele productie laat berekenen van 495.000 ton.
Met behulp van interpolatie krijgt men dan het
volgende beeld van de ontwikkeling der potentiëele
productiecapaciteit:
3)

Poteutiëele productie- Export Totaal
capaciteit (end. China) China
(in 1000 ton)
1929 ……….440

56

490
1930 ……….450

41

491 1931

……….465

41

506
1932 ……….475

38

513
1933 ……….486

± 40

526
1934 ……….495

± 40

535

Hieruit blijkt, dat een sterke productievermeerde-
ring verwacht kan worden, waartegenover een twijfel-
achtige consumptietoeneming staat.

Status der cultuur in Ned.-Indië.
Wat de status der cultuur in Nederlandsch-Indië
betreft kan o.a. het volgende worden opgemerkt:

Stocks op andere markten zijn nagenoeg niet bekend.
In Ned.-Indië alleen was de pluk in de bevolkings-
tuinen aan den groven kant.
Deze cijfers zijn onder eenig voorbehoud te aanvaar-den, daar geen rekening gehouden .kon worden met even-tueele afschrijving van oude tuinen.

630

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.

9 Augustus 1933

Twee vormen van theecultuur moeten in Neder-landsch-Indië onderscheiden worden: de onderne-
mingscultuur en bevolkingscultuur. Beide hebben zich
in zeer korten tijd sterk ontwikkeld, het sterkst ech-
ter de bevolkingscultuur.
De prijs is thans zoo ver gedaald, dat slechts een
klein percentage der thee-ondernemingen de kosten
dekt, minstens 90 pCt. werkt met verlies, ondanks
scherp doorgevoerde bezuinigingen op beheer, onder-
houd en arbeidsloonen, welke bezuiniging op ca. 50 pOt. van den kostprijs van 1930 is te stellen.
Verdere bezuiniging stuit op steeds grooter moei-
lijkheden en zal in hoofdzaak gezocht moeten worden
in een nog verder drukken der bonen ten uadeele
van ca. 270.000 Inlandsche arbeiders (mannen, vrou-
wen en kinderen) bij de ondernemingscultuur be-
trokken.

De Inlandsche theeplanter is voor den afzet van
zijn product
vrijwel
geheel afhankelijk van de blad-
opkoopende ondernemingen. Eigen bereiding en op-
koop door z.g. wilde fabrieken zijn niet in staat de
productie der bevolkingsthee in voldoende mate op

te nemen.
De
prijs
voor het blad wordt daardoor bepaald door
de opkoopende onderneming.
Door verschillende kleinere ondernemingen en on-
dernemingen met lage producties is opkoop van blad
van de bevolking een middel om de productie op te
voeren zonder evenredige verhooging van den kost-
prijs, de eigen kosten dus te drukken. Deze onder-
nemingen,. die dus groote belangen hebben bij den
opkoop, worden vooral in de voormalige residentie
West-Priangan aangetroffen.
De belangen van den Inlandschen theeplanter loo-
pen dus tot zeer groote hoogte parallel met die van
de ondernemingen.

Vroegere restrictiemaatregelen.

Ofschoon de toestand door het huidige prijspeil
acuut is geworden, is dit echter geenszins plotseling
geschied, noch is het de eerste maal, dat zich zooda-
mge positie voordoet. Het behoeft dan ook niet te
verwonderen, dat reeds vroeger maatregelen als de
hierbedoelde door de bij de theecultuur geïnteresseer-
den zijn genomen ter verbetering van de situatie.
Tijdens de slump van 1920, toen de prijzen even-
eens tot een zeer laag niveau waren teruggevallen
(5 pence per Engelsch pond te Londen), tengevolge
van het op de markt komen van groote, te voren
onder gouvernementscontrôle staande voorraden en
van voorraden, die zich wegens gebrek aan afscheep-
gelegenheid in de uitvoerhavens hadden opgehoopt,
kwamen de producenten van Britsch-Indië, Ceylon
en Nederlandsch-Indië overeen, gedurende een sei-
zoen (1921), den
oogst
zwaar te restricteeren, nl. met ca. 120 millioen lbs. Door deze restrictie, nog gehol-
pen door ongunstige weersomstandigheden, waardoor
de nieuwe oogsten klein waren, werden de opgehoopte voorraden opgeruimd. Gedurende 1921 bleven de prij-
zen nog laag, doch in het najaar begon zich de
situatie te beteren en deze verbetering bleef zich ver-
der voortzetten.
In 1927-1928 trad een prijsdaling in, die einde
1929 wederom zoodanige afmetingen aannam, dat
belanghebbenden in Britsch-Indië, Ceylon en Neder-
landsch-Indië een overeenkomst aangingen om de
productie
gedurende 1930 te beperken.
Het plan bevatte evenals in 1920 de productiebe-
perking van één oogst (1930) voor de drie landen
tezamen met 5734 millioen Eng. ponden, waarvan
Nederlandsch-Indië 10 millioen Eng. pond voor zijn
rekening zou nemen.
De wijze, waarop deze restrictie zou verkregen wor-
den, was niet voorgeschreven. Producenten waren vrij
in de middelen om deze uit te voeren. Zij konden b.v.
een fijneren pluk toepassen, gedeelten van de onder-
neming uit den pluk laten, minder bemesten of
anderszins.

Dit plan heeft gefaald:
le. doordat de locale vraag in Britsch-Indië ach-
teruit liep, hiermede de fout van het plan: een pro-
ductie-beperking zonder dwingende uitvoer-beperking
tevens demonstreerende. De exporten van Ceylon en
Britsch-Indië liepen slechts met 38 millioen lhs. terug
tegenover de verwachte
4734
millioen;
2e. doordat Nederlandsch-Indië, in plaats van de
10 millioen lbs. restrictie op den uitvoer, het tot nog
geen 3 millioen bbs. bracht, tengevolge van grooteren
uitvoer van ongecontroleerde opkoopthee door Chi-
neesche handelaren en een aantal ondernemingen, die
buiten de overeenkomst waren gebleven. Dezé beide
catagorieën hebben geprofiteerd van de opofferingen
der bona fide restrictie-ondernemingen en hebben
tenslotte het plan doen mislukken.
De stocks vertoonden in 1930 geen vermindering,
hetgeen uit het onderstaande staatje blijkt:

Stocks te Londen op
31
December iii millioenen lbs.

Landen van herkomst
1929
1930
Britsch-Indië

……………
180,1 175,5
Ceylon

…………………
37,5
35,1
Java en

Sumatra

………..
31,8
39,1
China

………………….
10,3
11,0
Diversen

……………….
0,7
0,9

Totaal….
260,4

261,6

De vermindering der voorraden Britsch-Indische-
en Ceylon-thee met rond 7 millioen lbs. werd geheel
teniet gedaan door een toeneming der voorraden Java-
en Sumatra-thee met 7,3 millioen lbs. De prijs bleef in 1930 te Londen voortdurend lager dan in de cor-
respoudeerende maand van 1929. Dit behoeft echter
op zichzelf nog niet te beteekenen, dat de restrietie
geen invloed op den prijs heeft gehad. Deze dient
in verband met de inmiddels algemeen ingetreden
conjunctuurdaling te worden bezien.
Aan het einde van 1930 werden besprekingen ge-
houden om tot een herziening van het restrictie-
schema te geraken, doch hiervoor bestond van Engel-
sche zijde, gezien de ervaringen, weinig belangstel-
ling meer.

Maakt export -restri ctie een productie-restrictie
noodzakelijk?

De ervaring met vorige restricties opgedaan, heeft
voldoende duidelijk aangetoond, dat restrictie eerst
dan kans van slagen biedt, wanneer de
exporten
uit
de productie-landen worden besnoeid. Dit behoeft ech-
ter niet te beteekenen, dat maatregelen den export
regelende, ook maatregelen de productie regelende,
zouden impliceeren. Dit is geenszins het geval. Spe-
ciale maatregelen ter beperking van de productie
zijn niet direct noodig. Een productiebeperking vloeit
practisch voort uit een export-restrictie, doordat de
opnamecapaciteit der binnenlandsche markt beperkt
is en het product slechts korten tijd houdbaar is; de
meeste theeën beginnen in de tropen na 3 s 4 maan-
den sterk te deprecieeren.
Het ophoopen van voorraden in het land van pro-
ductie heeft, zoodra vast staat, dat de restrictie voor
een lange periode wordt aangegaan dan ook geen
zin. Het beteekent direct verlies voor de producenten,
die zich dus van de productie van niet uitvoerbare
voorraden zullen onthouden.
Het feit, dat de restrictie met èen exportbeperking
kan volstaan, maakt het mogelijk om de productie
voor de binnenlandsche markt voorloopig vrij te
laten. Een regeling van deze materie zou op groote
practische bezwaren stuiten. De omvang van de thee-
consumptie in Ned.-Indië is onvoldoende bekend; de
binnenlandsche afzet der ondernemingen en eventueel
die der wilde fabrieken kan zoo noodig nagegaan en
gereglementeerd worden, doch de verkoopen van
groene bevolkingsthee ontsnappen aan elke waarne-
ming en zouden slechts door een kostbare en moeilijk
uitvoerbare contrôle in het restrictieschema te be-
trekken zijn. Voorts zou een regeling van de binnen-
landsche markt een contingenteering van den invoer

9
Augustus 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

631

van Formosaansche en Ohineesche theeön implicee-ren, een maatregel, waaraan eveneens tal van practi-
sche bezwaren verbonden zijn.
Tenslotte zou een regeling van de totale productie
(dus inclusief de binnenlandsche markt) een indivi-
dueele productiebeperking per Inheemschen tuinbezit-
ter uiterst gewenscht maken, hetgeen, gezien het
zeer groote aantal tuinbezitters, de practische onmo-
gelijkheid van de productiecapaciteit van elk dezer
tuinen te bepalen en de uiterst lastige contrôle op
de uitvoering van een dergelijke restrictie, op oct-
overkomelijke bezwaren stuit.
Om deze redenen hebben de belanghebbenden bij
cle theecultuur gemeend de productie voor de biniien-landsche markt voorloopig buiten het restrictieschema
te moeten laten en op dit punt eerst dan regeleud
te moeten ingrijpen, indien blijkt, dat overvoering
van de binneniandsche markt een abnormale prijs-
daling in het leven zou roepen en deze omstandigheid
wellicht het welslagen der restrictie in gevaar zou
kunnen brengen.

Bijplant gedurende de restrictieperiode.
Een snel uit de markt nemen van de surpiusvoor-
raden, dus een rigoureuse exportbeperking in het
begin der restrictieperiode, is gewenscht om een
spoedig herstel van de markt te bewerkstelligen, het-
geen ten zeerste in het belang van de cultuur moet
worden geacht. Waar echter wegens het duidelijk ge-bleken bestaan eener overproductie restrictie doorge-
voerd zal moeten worden tot een evenwichtstoestaud
is bereikt, is een toeneming van het thee-areaa1 ge-
durende de restrictieperiode ongewenscht, omdat dit
het bereiken van een evenwichtstoestand zou bemoei-
lijken en de positie van de cultuur na opheffing der
restrictie wederom in gevaar zou kunnen brengen.
Een dergelijk aanplantverbod komt ook daarom vol-
komen aannemelijk voor, omdat de restrictie in de
eerste plaats beoogt bestaande belangen te bescher-
men en deze belangen benadeeld zouden .worden door
de vestiging van nieuwe of de uitbreiding van be-
staande ondernemingen of aanplantingen. Wel kun-
nen hierdoor onbillijkheden voorkomen bv. jegens ondernemingen die zich in het ontgiuningsstadium bevinden en nog slechts een aanplant in den grond
hebben, onvoldoende voor het
drijven
van een not-
maalfabriek, doch deze gevallen zullen niet veelvul-
dig zijn; er kan bovendien aan tegemoet gekomen
worden door aan dergelijke ondernemingen een ge-cleelte toe te staan van de gedurende de 5 restrictie-
jaren beschikbare uitbreiding van 4 pOt. (punt 6
der internationale overeenkomst).
Dit
Yi
pOt. (700 H.A. voor de ondernemingscul-
tuur
1)
is gering, men zal er echter de grofste onbil-lijkheden mede kunnen voorkomen, onbillijkheden
van geringeren omvang zullen ter wille van het veel
grootere belang, dat met de restrictie gemoeid is,
aanvaard dienen te worden.

1)
De toegestane uitbreiding voor de bevolkingscultuur bedraagt ruim 200 H.A.

Gunstige prijsbeweging niettegenstaande en hoe-
wel verwrongen en bedreigd door de Dollar-
misère.

R e c t i f i c a t i e. Door een vergissing is de eerste
zin van de vierde alinea van het laatste deel van
bovengenoemd artikel op bi. 610 van de vorige af-
levering minder begrijpelijk geworden. Deze zin volgt
hier derhalve, zooals hij had moeten luiden:

,,Na de mislukking der stabilisatiepogingen ging
clie wisselkoers zôôveel omlaag (van 27 Juni-10 Juli met niet minder dan pl.m. 15 pOt.; zie ook de tabel),
dat Moody’s index daardoor, niettegenstaande deze
reeds 23 Juni niet onbelangrijk was begonnen te stij-
gen, ook in goud en Ponden Sterling, in de Holland-
sche en Engelsche munteenheden omgerekend per
saldo een leelijke inzinking vertoonde.”

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

BANKDISCONTO’S.

T
d

isc. Wissels. 34
29Jnli’33
Lissabon

…. 64

Apr.’32

Bk

e1.Binn.Eff.4

29Jnli’33
Prsch.inR.C.4
Londen ……
2
30Juni’32
29Juli’33
Madrid ……
6
26Oct.’32
Athene ……….9

3 Dec.’32
N.-YorkF.i.B.
2425
Mei’33
Batavia ……….
44lOMrt.’30
Oslo

……
..
3422Mei’33
Belgrado

……..74
20Juli ‘3!
Parijs

……
24
90ct.’31
Berlijn

……….4
22Sept.’32
Praag

……
3425Jan.’33
Boekarest……..7

3 Mrt. ’32
Pretoria

….
3415 Mei ’33
Brussel ……….34
13Jan.’32
Rome……..
4

9Jan.’33
Budapest ……..44
17Oct.’32
Stockholm
.. 3

1Juni’33
Calcutta

……..
3416 Feb.’33
Tokio

. . . .
3.65

2Juli’33
Dantzig

……..4

.12 Juli’32
Weenen……
5
23 Mrt. ’33
Helsingfors ……54 2 Juni’33
Warschau….
6-
20Oct.’32
Kopenhagen

….3

1 Juni ’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.’31

WISSELKOERSEN.
OPEN MÂBKT.

1933 1932

IL
1931
1914

ug.
31
Juli!
24129
17122
116
318
20124
5Aug.
Juli
Juli
Aug.
Aug.
Juli –

Amsterdam
Partic.disc.
1518
15182
1
14
21-3
1
1s
3
18

1,8
’14
1
12
I13116_2

3I8-116
Prolong.

1
1
14-
1
12 1
1
142
1
14
211
4
11
3

1
fl142
2
1
14-j4
Londen
Dageld.
. –
‘Is

I
1
18-1
Ll
4
_I
1
18-1
1121
341/3
131-2
Part,c.disc.
‘Is-‘!,
31_11
3

7/,
118
1
12
“I16-’14 451_31
41j
4
..31
4

Berlijn
Daggeld…

418-6
4114-55I8
41/55114

5
3
18-6
1
12


Maandeld

4
1
I2-6
4
1
12-6
4
1
12-6
56112
– –
Part, disc.

37I8
3718
371s
4112

2118-112
Warenw.
..

4-
1
12
4-
1
l,
42j
5-112


New Yörk
Dageld
1)
1 1
1
1
2114
1112314

13/
4
21/,
Partic.disc.
‘la
b/
15’14
31
4

71
1

Koers van 4 Aug. en daaraan voorafgaande weken tjm. Vrijdag.

KOERSEN IN NEDERLAND.
Da a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York.)
t,)
t,)
*)
)

1
Aug. 1933
1.86
8.24X
59.03
9.704
34.574
100
2

,,

1933
1.84s1
8.22k
59.04
9.704 34.58
100
3

,,

1933 1.79
8.20
59.03
9.704
34.58
100
4

1933
1.8211
8

8.219/
,
59.06
9.704
34.59
100
5

,,

1933
1.82
8.1934
59.074
9.704
34.59
9971s
7

,,

1933
1.82
8.20X
59.07
9.704
34.58
100
Laagste d.w1)
1.7834
8.19
59.-
9.694
34.56
99
Hoogste d.w’)
1.87
8.25L
59.13
9.71
34.60
100
Muntpariteit
2.4878
1
59.263
9.747
34.592
100

Dala
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
.

1
A
“g.
1933
47.95

7.35
1.50
1
3.074
20.72.
2

1933
47.94

7.35
1.50
1.3.06
20.72
3

1933
‘47.92

7.35 1.50
13.-
20.624
4

1933
47.91

7.35 1.50
13.024
20.68
5

1933
47.93

7.35 1.50


7

1933
47.93

7.34
1.50
13.01
20.714
Laagste d.wl)
47.87

7.32

12.95
20.60
Hoogste d.w
1
)
48.-
28.-
7.374
1.50
13.10
20.80
Muntpariteit
48.1234
35.007
7.3711
1.488
13.094
48.52

a a
D t
Stock-
Kopen-
° /
0 1
t
hel-
Buenos-
Mon
holm
t,)

hagen,)
Aires’)
treal’.)

1 Aug.
1933
42.85
36.95
41.60
3.65
65
1.71
2

1933
42.60 36.90 41.50
3.63
65
1.72
3

1933
42.35 36.65
41.25 3.624
65
1.70
4

1933
42.40
36.70
41.40 3.624
.65
1.71
5

1933
42.40
36.65
41.30 3.624
65
1.71
7

1933
42.40
36.65
41.30
3.65

1.70
Laagste d.w’)
42.20
36.50
41.10
3.574

1.67
Hoogste d.wl)
42.60
36.90
41.45
3.70
65
1.74
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
953%
2.4878
t) Noteering te Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgve.
In ‘t iste of 2cle No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Da a
Londen
($ per

)
Parijs
($ p. IOOfr.)
Berlijn ($ p100 Mk.)
Amsterdam
($
p. 100 gid.)

1
Aug.

1933
4,44
5,23
31,90
53,95
2

,
,

1933
4,54
5,35
32,50
55,10
3

1933 4,5334
5,36
32,75
55,30
4

1933 4,52
5,36 32,60
55,25
1933
4,50
5,33
32,4734

.
54,9234
7

1933
4,4834
5,3134
32,45
54,70

8 Aug.

1932 3,46’1
3,9134

23,78
40,24
Muutpariteit..
4,86
3,9051
8

23.8134
40n15

4332

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Augustus 1933

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
22juli
1933
29Juli
1933

1
Laagste
l
Hoogstel
31Juli15 Aug.1933
5Aug.
1933

Alexandrië..
Piast. p.0
97,4
97g
97st
e

97518
97

Athene

•…
Dr. p.0
587
1
12
587% 575 600
5872%

Bangkok….
Sh.p.tical
1110
T
I
V

1110T
5
5
1110,
6
9
1/10k

Budapest

..
Pen. p8.
192%
19
182%
20%
192%

Buenos Aires
d. p.$
42
42
41%
4214
42/4

Calcutta
. .
..
Sh. p. rup.
116
6
1
54

116
6
1
116
1
1
22

1
1
63
1
32

116’1,
Constantin..
Piast. p.
£
690
695
690
695 690

Hongkong
. .
5h. p.
$
1/52%
115i1
1

11451
8

115/4
115
1
1,

Sh. p. yen
1/3
1
1
32

11271
8

1/2%
11271
8

1261

Lissabon….
Escu.p.
110 110
109
110k
109%.

Mexico

….
$
per £
16.86
16.17
15.50
16.50
16.-

Montevideo
.
d. per
£
34
34/4
32 36
34/4

Montreal

..
$
pers
5.00
4.84 4.78
4.91 4.81

Kobe

…….

Rio d. Janeiro
d. per Mii.
4
4/4
4’18
4s/,
42%
Shanghai

..
Sli. p. tael
11351
1/381
8

1/2%
113/4
13 Singapore
id. p.
$
2/316,
214
1
1
21371,
214*1
1
,
214

Valparaiso
1)
$
per
£
– – –
– –
Warschau ..
Zi. p.
£
1
292%
1

292%
29/4
30
29/4
j au ug.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York’)

Londen
Aug. 1933..

1771
8

3551,

1 Aug. 1933….

1241_

2

1933..

1771
8

35/4

2

,,

1933….

12413

3

1933..

1771
8

36

3

,,

1933….

12417

4

1933..

1771
8

3518

4

,,

1933….

1241_/4

5

1933..

17718
357/
s

5

,,

1933….

12419

7

1933..

3571,

7

,,

1933….

8

,,

1932..

17/4
27/4

8

,,

1932….

11911

27

Juli

1914..

24151
1
,
59

27 Juli

1914….

84110/4
1)
in pence p. oz.stand.
2)
Foreign
silver in $c. p.oz. line.
8)
In sh: p.oz.tine

STAND
VAN ‘s RIJKS KAS

Vorderingen.

1
22Juli1933
1

31

Juli

133

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
f

12.332.824,52
f

5.268.108,38
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

209.376,92
,,

109.357,71
derlandsche

Bank……………….

Voorschotten op ultimo Juni 1933 aan
de gem. verst, op v. haar d. de Rijks- adm. te heffen geIn. ink. bel, en opc.
op de Rijksink. bel ……..
……….
1.629.664,04
,,

1.629.664,04
Voorschotten op ultimo Juni 1933 a. d.
gem. verstrekt op aan haar uit te
keerenhoofds.derperS.bel., aand. in de hoofds. der grondbel..endergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,

413.860,24
,,

413.860,24
Voorschotten aan Ned.-lndit ………

….

184.435.769,45
,, 184.704.174,82
Id. aan

Suriname …………………
11.828.460,10
,,

12.026.991,20
6.098.111,81
,.

5.904.286,81
Kasvord. weg. credietverst. ajh. buitenl.
,, 102.471.481,40

..

,, 102.379.230,73
Id. aan

Curaçao…… …………… ……

Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen

…..

,,

34.775.897,53
,, 23.859.966,43
,,

13.655.486,31
Vord. op andere Staatsbedrijven
1)
…….14.579.575,45
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)……
43.788.065,29
,,

43.798.065.29
V e r
Pl
1 c
h t
i
n ge n.

Voorschot door De Ned. Bank ing.
art. 16 van haar

octrooi

verstrekt


Voorschot

door

De

Ned. Bank in
rekg.-crt. verstrekt ……………..


f330.387.000,-

f330.387.000,-
SchatkistpromesSen in omloop …….
131.780.000,-

,,141.780.000,-
Schatkistbiljetten in omloop……….
….

1.501.357,50

,,

1.495.926,-

140.353,15

24.284.237,25

Daggeldleeningen
……….. …………..
Zilverbons in omloop ………………..
Alg. Burg. Pensioeni.’)
Schuld aan het
Id. aan hetStaatsbedrijfd.P.,T.enT.’)
,,

,,

,,

96.359.943,31

82.398.678,71
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
…..
18.579,58

,,

28.579,58
Id. aan diverse instellingen’)
………..
…….
92.837.886,68

,
101.019.935,96
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE SCHULD.
Vorderingen:
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas
– –
waaronder Muntbiljetten ………..

.

Saldo Javasche Bank…………….
…..-


Verplichtingen:
Voorschot ‘s Rijks kas e. a. Rijksinstell
fl84.704.000,-
f189.485.000,-
Schatkistpromessen ………………
,,

1.000.000,-
19.700.000,-
Schatkistbiljetten ………………..
Muntbiljetten in omloop
………….
9.700.000,-

…..

…1.000.000,-
,, ,,

1.399.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.,,
…4.396.000,-
,,

4.397.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.

…1.399.000,-

,,

778.000,-
,,

773.000,-
Voorschot van de Javasche Bank…….
241.000,-
,,

1.552.000,-

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste Dosten in duizenden guldens.

Data

.
_____________
Metaal
Circu
latie

1

i

Andere

1
opeischb.
schulden
Discont.
Div. reke
ningen’)

8 Juli

1933..
706
2
)
1
1.207
578 730
2.292

1

,,

1933..
707
2
)
1.279

j
564 722
2.275

24 Juni

1933..
7072)
1

1.073
567
730
2.238

17

,,

1933..
7072)
1

1.081
486
731
2.250

10

,,

.1933..
7062)
1

1.163 459
728
2.255

5 Juli

1914..
645
1.100
560
735
396
‘, IulIp. oer acelva. ‘

eiieveiis
J
UL.UUU

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op
7 Augustus 1933.

Activa.
Binnen!.
Wis-1
Hfdbk.
f

32.556.475,14
sels, Prom.,

Bijbnk.
,,

515.913,78
enz.in
disc.Ag.sch.
,,

4.340.697,08

f
37.413.086,-
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto

……

Idem eigen portef.

f

11.138.850,-
Af: Verkochtmaar voor de bk.nog niet afgel.
»
11.138.850,-
Ileleeningen
ncl. vrsch.
Hfdbk.
f

67.490.790,781)

in rek.-crt.
Bijbnk.

4.593.114,52

op
onderp.
Ag.sch.
,,

39.846.536,24

f
111.930.441,54

Op
Effecten

……
f
110.735.942,81
1
)
Op
Goederen en Spec.
,,

1.194.498,73
111.930.441,541)

Voorschotten a. h. Rijk
…………….

Munt, Goud
……
f
111.856.935,- Muntmat., Goud
.. ,,
673.415.223,83

f

785.272.158,83
Munt, Zilver, enz.

,,

24.005.476,81
Muntmat., Zilver..
,,

,,
809.277.635,64
2
)
Belegging
1/

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………,,
21.449.300,78
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.000.000,-
Diverse

rekeningen
………………,,
33.845.366,16
Staatd. Nederl. (Wetv. 27/5/’32, S.’No. 221)
,,
18.331.195,17

f
1.048.385.875,29

Paasiva.
Kapitaal
……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………,,
3.749.272,82
Bijzondere

reserve

……………….,,
5.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
8.803.696,06
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
917.905.135,-
Bankassignatiën in omloop
……….,,
68.603,30
Rek.-Cour.
Ç
Het Rijk
f

1.222.311,88
saldo’s:

Anderen

,,90.325.849,67
91.548.161,55
Diverse

rekeningen
………………

,,
1.311.006,56

f
1.048.385.875,29

Beschikbaar metaalsaldo

…………
f
405.987.238,78
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is ,,
1.014.968.097,-
Waarvan aan Nederlandsch-lndië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99)
……..
f
40.933.821,50
Waarvan

in

het

buitenland

………………………
3.020.302,58

Voornaamste oosten in duizenden
guldens.

1
Goud
I
1
Andere
1
Beschïkb.
I
Dek-
Data
ICirculatlelopelschb.l
Metaal-
Ikings
1
Munt

Muntmat.I
1
schuldenl saldo’)
1
perc.

7 Aug. ‘3311118571
673.415
917.9051
91.617
405.987
80
31

Juli

‘3311118571
662.142
937.8941

73.076

1
392.208
79

2
5Juli’
14
1
65
.
703
1
96
.
410

_310.437!
6.198
43.521
54

Totaal
1
Schatkist-
Belee-

1
Papier

1
Diverse
Data bedrag
1
promessen
1
nin
g
en

het

1

b
°
ii

tenl.

1
reke-
disconto’slrechtstreeksl
ningen
7
)

7 Aug. 1033
37.413

1
111.930
1

11.139
33.845
31 Juli

1933
47.291

1117.602
21.538
21.402

25 Juli

1914
67.947

61.686
20.188
509

‘)Uncler_ae activa.
JAVASCHE BANK.

Data

Goud

Zilver

Circulatie
opeischb. 1
metaal-
schulden 1
saldo

5Aug.’33
2
)I
14.570
199.710
28.790
51.170
29 Juli133
)I
142.910 197.360
28.200 52.686

8 Juli 19331
‘ïij.489

44.336
204.874
30.408
52.712
1

,,

19331
103.051

1

44.172
199.291
33.365
54.160

2
5Juli
1914
i
22.057

31.907 110.172 12.634
4.842

Data
Wissels.
buiten
Dis-
Belee-
Diverse
reke-
Dek-
kings-
N.-Jnd.
conto’s
ningen
ningen’)
pe,ce18
betaalb.

tage

5Aug.’33
2
)
4.020
69.340
24.960
62
29Juli133 2)
4.280
65.040
25.570
63

8Juli1933
5.088
22.084
62
9.45751.058
1

,,

1933
5.239
9.257

i

38.558
35.919
63

25 Juli 1914
6.395
7.25

9

75.541
2.228
44

‘)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

9 Augustus 193$

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

633′


GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

8 Augustus 1933
$

Er bestond in de afgeloopen week slechts matige belang-
stelling voor t a r w e en koopers wachtten als regel af
met het doen van nieuwre inkoopen. In Australische tarwe
waren eenige weken geleden in Engeland groote zaken
gedaan, welke voorloopig voldoende bleken om in de be-
hoefte te voorzien. Zelfs tot allengs dalende prijzen bleven
in de afgeloopen week de omzetten in die soort klein.
In Manitoba-tarwe kwamen trouwens ook slechts kleine
zaken tot stand, de groote koerssehommelingen ‘in Noord-
Amerika maakten het niet aantrekkelijk daarin iets te ondernemen. Het meest trokken de aanbiedingen van
tarwe uit Frankrijk en Duitschland de aandacht. In beide
landen is men druk bezig met het binnenhalen van den
oogst onder zeer gunstige weersomstandigheden en zoo-wel wat de kwaliteit als de kwantiteit betreft bestaat alle
reden tot tevredenheid. De tarwe komt droog binnen met
een hoog natuurgewicht en wordt in omringende landen
dringend aangeboden tot steeds lagere prijzen. Geregelde
exportzaken zijn gedaan, zoowel naar Engeland als naar
Nederland. Ook in andere landen van het continent en in
Engeland zijn de vooruitzichten van den tarwe-oogst zeer
gunstig. Roemenië en Rusland zijn geregeld met tarw’e
aan de markt. De Russen geven hoog op van den stand
van tarwe in hun land, en verwachten een betere dan een
gemiddelde opbrengst. Onder den invloed van het aanbod
van Europeesche tarwe’, was ook voor Platatarwe de stem-
ming gedrukt. De koersen aan de Argentijnsche termijn-
markten zijn weliswaar in het begin der week gestegen,
doch later trad eene verlaging in. Het slot te Buenos Aires
was 32 centavos per 100 KG. lager, te Rosario 24 centavos lager dan een week geleden. De berichten uit Noord-Ao’ie-
rika konden weinig verandering brengen in de stemming
in Europeesche invoerlanden, hoewel zij zoowel uit de Ver.
Staten als uit Canada alarmeerend genoeg zijn. Droogte,
hitte en insectenplaag zijn nog steeds ernstige bedreigin-
gen. Het gemiddelde van de particuliere oogstrappoi:ten op
1 Augustus geeft een schatting van de opbrengst in de
Ver. Staten van wintertarwe van 330 millioen bushels en
van zomertarwe van 147 millioen bushels. Een maand ge-
leden bedroeg de schatting door het landbouwbureau te
Washington voor wintertarwe 336 en voor zomertarwe 160
millioen bushels. Met belangstelling ziet men deze week
het volgende officiëele oogstrapport tegemoet. Voor Cana-
da wordt de opbrengst door particuliere experts geschat
01)
253 millioen bushels tegen 376 millioen bushels op 1 Juli. In de provincie Alberta zijn door regen de voor-
uitzichten iets verbeterd, doch in de andere twee prairie-
provincies blijft het droog en warm en komt de tarwe
te vroeg tot rijpheid. Vooral in het Zuidelijke gedeelte
dezer provincies is de toestand slecht. In het Noorden
verwacht men een gemiddelde opbrengst. De koersen voo.r
tarwe hebben te Chicago weder sterk gefluctueerd. Het slot
was er 5%. dollarcents per 60 lhs. hooger dan een week
geleden. Het beursbestuur heeft de slotprjzen van 31 Juli
als minimumprijzen vastgesteld tot 15 Augustus. De ter-
mijnmarkt te Winnipeg sloot op 5 Augustus
3%
dollar-
cents hooger dan een week geleden en was gisteren ge-
sloten. Berichten over tai-we in Australië zijn op het
oogenblik over het algemeen gunstig, doch regen is noôd-
zakelijk gedurende verscheidene weken. De •tarwe-oogst in
China is volgens de berichten grooter dan in het vorige
jaar en de in te voeren hoeveelheid lal kleiner behoeven
te zijn.
De stemming voor r o g ge was in de afgeloopen week
flauw tengevolge van dringend aanbod van Europeesche
soorten. Vooral Duitsch1and en, Hongarije Svaren sterk aan

de markt tot terugloopende prijzen, waartoe beperkte
zaken tot stand kwamen.
Mais bleef in ruime mate aangeboden uit aangekomen
en spoedig verwachte booten De kwaliteit der Plata-maïs
was bij aankomst over het algemeen niet slecht, terwijl ook
zeer goede kwaliteiten werden gelost. De aangekomen
Donaumaïs gaf alle reden tot tevredenheid wat de kwa-liteit betrof. De vraag was niet levendig en houders van
aankomende partijen waren genoodzaakt om verdere prijs-
concessies te doen. Tot de lagere prijzen werd het aanbod
weder door de consumptie opgenomen. Voor Platamaïs op
aflading heeft de eerste hand hare prijzen verlaagd, doch
de tweede hand verkocht nog lager en nam de matige
omzetten, voor haar rekening: Aan de termijnmarkt te
Buenos Aires was het slot voor mais 17 centavos per 100
EG., te Rosario 20 centavos lager dan een week geleden.
De Donau-afladers hebben hunne vraagprijzen op Augus-
tus en September-aflading vrij aanmerkelijk verlaagd en
daarin zijn verschillende zaken tot stand gekomen. ])e berichten over mais in Zuid-Slivië zijn tengevolge van
regen den laatsten tijd verbeterd. Het mooie weder in
Roemenië komt daar den maïsoogst ten goede; gunstige weersomstandigheden zullen in Augustus en September
noodig zijn.
De ge r st-oogst in Roemenië belooft zeer.goed te wor-
den, zoowel kwantitatief als kwalitatief. Afladers zijn
dringend aan de markt met gerst; ook zware natuurge-
wichten worden aangeboden met slechts een kleine premie boven de lichtere gewichten. De prijzen voor •verlading in
de eerstvolgende maanden zijn in de afgeloopen week
allengs verscheiden guldens pci- last gedaald en geregeld
werden tot de dalende prijzen zaken gedaan. Door de
flauwe stemming voor Donaugerst op aflading waren ook
aangekomen en stoomende ‘i)onau- en Platagerst gedrukt en tot lagere prijzen te koop.
Van h a v e r is het aanbod ruimer geworden. Vooral
Boheemsche en Duitsche haver voi-den aangeboden tot in
de afgeloopen week sterk verlaagde prijzen. Ook Plata-
haver moest daardoor in prijs verlaagd worden. Het slot
te Buenos Aires was 15 centavos lager.

SUIKER.
])e afgeloopen week gaf voor suiker een loorn beeld te
zien.
In A
in
e r i k a, waar de handel in geraffineerd tegen-
viel, was voor i’uwuiker weinig kooplust te bespeuren.
Voor kleinere partijen werd ca. 1.45 d.c. c. & fr. betaald.
De N e w-Y o r k s c h e termijnmarkt was buitengewoon
rustig met slechts fractioneele schommelingen en geringe
omzetten. De slotnoteeringen waren: Sept. 1.38, Oct. 1.42,
Dec. 1.46, Jan. 1.46 en Mrt. 1.53, terwijl de laatste notee-
ring voor Spot Centr. 3.45 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver.
Staten bedroegen deze week 56.000 tons, de versmeltin-
gen 53.000 tons tegen 55.900 tons verleden jaar en de
voorraden 368.000 tons tegen 253.300 toits.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt..

1933

1932

1931
tons

tons

tons
Productie ……(Raming) 1.995.000 2.602.864 3.122.186
Ontvangsten ………….23.481

12.211

42.506
Totaal sedert I/’l. ………

863.446 1.288.831 1.587.028
Verschepingen ………..53.189

69.527

101.527
Voorraad …………….761.149

1.059.799

1.405.763

Ook in E ii ge 1 a n d ging slechts weinig om, doordat
zoowel koopers als ook verkoopers een afwachtende hou-
ding aan namen. Nadat aanvankelijk nog •Sh. 514
1
/, voor

-.

AANVOEREN in tons
van 1000 EG.

Rotterdam

,
Amsterdam


,

Totaal
Artikelen

,
30JU//5 Aug.
‘Sedert
Overeenk.
30Juli15
Aug.I
Sedert
Overeenk.
.
1933

1932 1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932
1933
.
1Jan. 1933
tijdvak 1932

19.795
,
827.269
882.988

085 17.176 7.650
844.445
890.638
7.085
248.258


309.501


4.819
1.543
253.077 311.044
Tarwe

………………..
Rogge

……………….
92
13.152 16.128

25

13.177
16.128
Boekweit ………………..
26.789
668.210
820.397 8.042
128.531
208.059 ‘796.741
1.028.456
Gerst

……………-.

4.069
208.738 235.702
250
19.418
7.985
228.156
:243.687
709
94.280
118.933

2.771
3.022
97.051
121.955

Maïs …………………

2.780
144.633
168.638 6.485
184.080 231.251
‘328.713
399.889

Haver

……………….

Lijnkoek

…………..
6.281 54.797 65.667



50
54.797 65.717

Lijnzaad

……………..

83
11.937
14.084
126
4.591
9.141 16.528
23.225
Tarwemeel

……………
Andere meelsoorten ….
,

.122

33.014
23.522

6.082 8.238
39.096
31.760

834

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Augustus 1933

.
STATISTISCH OVERZICH

GRANEN EN ZADEN

TIJINBOUWARTIKELEN VLEESCH
S

Manitoba
ROGGE

.

MAIS
GERST
TARWE

LIJNZAAD
DRUIVEN
TOMATEN
VROE
EG

RUND-
VLEESCH
VARKENS
VLEESC}-I
No. 2 loco
N °•

loco

a
aa a
loco
Z. Russische
L.

a
Black
AU-
A

KG
APPELEN
(versch) (versch)
ldarn’darn
aniA’
Westland
Wland
;çn.

-it—-010.
ti.
ï;;

f1.
-i
i;


ii:


i.

1
0
10
0
10
1
O/
f
0
10
1
°Io
.
1925 17,20

100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
lOOO
4250
100,0


1926
15,90

92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9



1927
14,75

85,8
12,47
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4

—-

1928
13,475

78,3
13,15 100.6
226,00 97,7 228,50
96,8
36300
78,5 0,80
100,0
20,
100,0
4,93
100,0
93,
100-
77,50
100-
1929
12,25

71,2
10,87
5

83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6

—-

0,64 80,0
16,
80,0
3,15
63,9
96,40
103,7
93,125
120,2
1930
9,67
5

56,3
6,22 47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0 0,62
77,5
20,-
100,0
4,12
83,6
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55

32,3 4.55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
0,49 61,3
14,50
72,5
4,95
100,4
88,-
94,6
48,-

50,

61,9
1932
5,22
5

30,4 4,62
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
0,41
51,3
1150

—————————

57,5
1,69
34,3
61,-
65,6
37,50
48,4
lan.
1931
6,52
5

37,9
4,-
30,6 84,50 36,5
86,25
36,5 207,50
44,9
103,2
56,-
72,3
1ebr.
5,775

33,6
3,90 29,8
87,50 37,8 85,75
36,3
206,25
44,6
91,
97,8

64,5
Maart
,,
5,62
5

32,7 4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
21400
46,3
90,

—–

96,8
51,-
65,8
April
5,90

34,3 4,42
5

33,8
11200
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
97,
104,3
47,-
60,6
. Mei
6,15

35,8
4,97
.
38,0 95,75 41,4
124,00
52.5
18900
40,9
98′

—-

105,4
45,-
58,1
Juni
,,
5,7533,4
5,05
38,6 86,75
37,5116,5049,4
191,50
41,4
l01,–108,6
41,-
52,9
)uli
.,
5,42

31,5
.4,70
35,9 84,25
36,4
115,75
49,0 211,00
45,6
23,-
115,0

5,75
116,6
95,-
102,2
49,-
63,2
Aug.
4,975

28,9
4,02
30,8 74,50 32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
0,65
81,3 8,50
42,5

———————————

4,15

——

84,2
94,-
101,1
54,-
69,7
Sept.
4,775

27,8
4,27k
32,7
68,00 29,4
97,00
41,1
164,25
35,5
0,48
60,0 9,
45,0
84,-
90,3
50,-
64,5
Oct.
5,-

29,1
4,475
34,2 68,50 29,6
9475
40,1
160,25
34,6
0,34
42,5

——

17,50
87,5
75,-
80,6
49,-
63,2
Nov.
5,825

33.9
5,47
41,9 81,00 35,0
114,50
48,5
16975
36,7

72,-
77,4
48,-
61,9
Dec.
4.92e

28,6
4,95


37,9 69,25 29,9
111,25
47,1
145,75
31,5

——————–

.
70,-
75,3
3

Jan.
1932
5,05

29,4
5,07
38,8 71,25 30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
70,-
75,3
40,-
51,6
ebr.

5,30

30,8
5,076
38,8 74,00 32,0
108,50
46,0
142,25
30,8



















—-






68,

73,1
34,
.43,9
Maart
5,52
5

32,1
5,80
44,4
86,75 37,5
118,00
50,0
143,25
.
31,0


























67,-
72,0
32,-
41,3
April
5,65

32,7
6,22
5

47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
292












63,-
67,7
28,-
36,1
Mei
5,60

32,6
5,30
40,5 78,00
33,7
116,00
49,2
130.25
28,2

67,7
26,-
33,5
: Juni
5,22
5

30,4 4,15
31,1
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8

67,-
72,0
.

34,-
43,9
Juli
n
4
,
90

28,5
4,-
30,6 78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
15,50
77,5
2,07
42,0

68,8
35,50
45,8
Aug .
5,20

30,2 4,07
5

31,2
77,50
33,5
98,25 41,6
133,00
28,8
0,56
70,0
8,-
40,0
1,31
26,6
62,-
66,7
40,50
52,2
Sept .,,
5,47k

31,8 4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37,5
150,75
32,6
0,37
46,3
5,50
27,5
55,-
59,1
42,50
54,8
Oct .,,
5,25

30,5 3,92
5

30,0 74,50
32,2
79,50
33,7
138,25
29,9
0,30
37,5

————-

17,-
85,0
51,-
54,8

56,8
Nov.

.,,
4,90

28,5
3,90
29,8
71,25
30,8
79,00
33,5
135,2
29,2



——


53,-
57,0
48,-
59,3
Dec .,
4,725

27,5
3,80
29,1
66,25
28,6
75,25 31,9
.135,00
29,2

————–

53,–
57,0
48,-
59,3

lan.
1933
4,95

28,8
3,75
28,7
73,00
31,5
75,25
31,9
136,50
29,5



———–


———–
———–

50,50
54,3
44,75
57,7
Ëebr .,,
4,775

27,8
3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7
130,25
28,2
49,25
53,0

58,1
Maart
5,05

29,4
3,82
5

29,3
73,50
31,7
76,25
32,3
130,50
28,2
– .

—-







.

.
46,50
50,0

59,3
April
.
,,
5,15

29,9 3,75
28,7
72,75
31,4
71,25
30,2
129,50
28,0

—-








49,50
53,2
48,25
62,3
Mei
,.
5,40

31,4
3,775

28,9
70,50
30,5
73,25
31,0.
146,75
31,7

—-



——–
—-



——–

52,25
56,2
49,-
63,2
Juni
5,25

30,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3


—-



——–




51,25
55,1
48,-
619
Juli
,
5,825

33,9 3,85
29,4
64,25
27,8
78,00
33,1
176,25
38,1


13,55

—-



———

67,8
0,83
16,8
49,25
53,0
48,50
62,6
31

.,
5,80

33,7
3,70
28,3
63,00
27,2
73,50
31,1
173,00
37,4
– –
12,08
60,4
0,89
18,1
48,-s
51,6 49,50
6
)
63,9
7 Aug.
•,
5,85

34,0
350
26,8
61,50
26,6
70,00
29,7
165,00
35,7
0,48
60,0
13,33
66,7
0,77
15,6
48,-
7

51.6 49,50
7
)
63,9

1) Men zie voor
de toelichting
op dezeii
staat
de nos.
van
8. 15
Aug. 1928,
25
Febr.
1931
en
15
Febr.
1933.
) Tot Jan.
1931
Hard
Winter
No. 2.
van Jan.
1931 to
vanaf 26 Mei
1930 tot 23 Mei
1932 74 K.G.
Zuid-Russische.
4)

Tot Jan.
1928 Malting;
van
Jan.
1928 tot
9
Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23 Mei
193
het betreffende
jaar.

) 29
Juli.
7)
5 Aug.
8) 28
Juli.
9)

4 Aug.

Vervolg
STATISTISCH
OVERZICH


MINERALEN
.
TEXTIELGOEDEREN DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM
BENZINE
.

KATOEN
WOL
e
gekarn
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
bunkerkolen, Mid. Contin.
Gulf exp.
64/66°
up ra IS,C
Australische,
CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf, open SALPETER
Gid.
per
Middling
F.

F.
onezeefd f.o.b.
t,m 3°
é S.
g.
$cts. per
iocopriizen
Sakella- u. F.
omra
No. 1
M erin,

,J
or oco
nial
Carded,
kop
100 KG.
netto
R damlA’dam
per 1000 K.G.
Per barrel
U.S. gallon
New-ork
per ib.
rides
Liverpool
Liverpool
per
ib

.
50’s Av. loco
Bradford perIb.
57-61 pnd.

f1.


01
$
0
10
$cts.
0
10
$ ets.
Og
o

pence
01
pence
0
/0


pence
0
10
pence
01
0

f1.

0
10
1925
10,80
100,0
1.68
100,0 14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90 165,7
1.89
112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928 10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50 93,6
30,50
10,4
47,58
137;1
11,48 95,7
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59 70,5
39,-
70,9
25,25
8,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930 11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92 41,9
26,75
48,6
16,25
5,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0
7,33
25,0
3,08 33,0
21,50
39,1 12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,80
74,1
0.81
48,2 4,50
30,3
6,45
27,7
5
1
21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
Jan.
1931
10,30
95,4
0.85
50,6 6,08 40,9
10,30
44,3
8,31
28,4
3,09
33,1
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
Febr.
10,30
95,4
0.85
50,6
6,14
41,3 .10,95
47,1
9,58
32,7
3,55 38,0
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
1021
85,1
Maart
10,30
95,4
0.66
39,3 6,07 40,9
10,90
46,9
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
April
10,15
94,0
0.53
31,5 5,66
38,1
10,25
44,1
8,68
29,7
3,31
35,4
24,50
44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21 85,1
MeI
,,
10,00
92,6
0.53
5

31,5
5,375

36,2
9,40.
40,4
8,18
27,9
3,01
32,2
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21 85,1
10,00
92,6
0.34
20,5 4,24 28,5
9,10
39,1
7,54
25,8
3,01
32,2
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
j
uni
uli
10,00
92,6
0.24
5

14,3
3,40
5

22,9
9,25
39,8
7,73
26,4
3,35 35,8
22,25 40,5
12,50
42,4
20,25
58,4 8,26
68,8
Aug.
10,00
92,6
0.43
25,9
3,94
26,5
7,20
31,0
5,94
20,3
2,59
27,7 22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,
58,3
Sept.,,
10,00
92,6
0.56
33,2 5,50
37,0
6,55
28,2 5,77
19,7
2,59
27,7
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9 6,50
54,2
Oct.
9,90
91,7
0.56
33,2 4,19 28,2
6,30
27,1
5,82
19,9
2,85
30,5
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65
55,4
Nov.
9,90
91,7
0.68
40,4
4,62
31,1
6,40
27,5 5,72
19,5 3,11
33,3
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80
56,7
Dec.,,
9,90
91,7
0.71
42,3
5,31
35,7
6,30
27,1
4,98
17,0
2,99
32,0
16,25
29,5
9,00 30,5


6,95
57,9
Jan.
1932
8,25 76,3
0.71
42,3 5,25 35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38 36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
Febr.
8,25
76,3
0.71
42,3
4,92
5

33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9 7,25
60,4
Maart
8,35
77,3
0.71
42,3
4,625
31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
April
8,65
80,1
0.86 51,2 4,34
29,2
6,25
26,9
5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0
9,00
30,5 9,25 26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86 51,2 4,25
28,6
5,80
24,9
4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88 25,6
7,40
61,7
Juni ,,’
8,25
76,3
0.86
51,2
4,25 28,6
5,25 22,6
4,44
15,2
2.55
27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9 7,40
61,7
juli
8,10
75,0 0.86
51,2
4,25
28,6
5,80 24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8 9,75
28,1


Aug.J
7,80
72,2
0.86
51,2
4,30
28,9
735
31,6
5,71 19,5
3,33 35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
12,-
34,6
5,70
47,5
Sept.
,,’
7,75
71,8 0.86
51,2
4,375

29,4
7,75 33,3
6,37
21,8
3,64
38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.

7,65
70,8 0.86
51,2 4,45 29,9 6,50 28.0
5,68
19,4
3,16 33,8
15,75
28,6
8
1
50
28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
Nov.
,
7,40 68.5
0.86
51,2 4,60
31,0
6,15
26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0
12,-
34,6 6,10
50,8
Dec.
,;
7,25
67,1
0.745
44,3
4,435

29,8
5,95
25,6
4,73
16,2
2,80 30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7

Jan.
1933
7,05
65,3 0.53 31,5 4,16 28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20
66,7
0.38 22,6
3,97
26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25 28,0
10,38
29,9
6,40
53,3
Maart
7,25
67,1
038
22,6
3,87
5

26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77 29,6
15,25
27,7 7,75 26.3
10,75
31,0 6,40
53,3
April
,
7,25
67,1
0.37 22,0
3,67
24,7
6,65 28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6 7,75 26,3
11,25
32,4
6,40
53,3
Mei
,1
7,15
66,2
0.23
5

14,0
2,95
19,9
7,30 31,4
5,60
19.1
3,07
32,8
17,00
30,9
-8,25
28,0
12,25
35,3 6,40
533
Juni
•,
7,15
66,2 0.25
9

15,2
302
20,3
7,85
33,8
5,85
20,0
3,25
34,8
18,50
33,6 9,00 30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
Juli

7,05
65,3
0.41
24,4
3,33 22,4 7,50 32,3
5,76
19,7
3,20
34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
31

,,
t
7,05
65.3
0.43 25,9
3.46
2
)
23,3
7,-
30,1
5,734)

19,6
3,15
4
)
33,7
20,25
6
)
37,0
9,756)
33,1
16-
7
)
46,1
6,40
53,3
7 Aug.
1/ 7,00
64,8 0.35
208
3,38
3
)
22,8
7,25
31,2
6,19
5
)
21,1
3,439)

36,7
6,40
53,3
1)
Jaar- en masndgem.
afger. op
‘/

pence.
2
)28
Juli.
3)4

Aug.
4
)
26
Juli.
)
2Aug.
6)
27Juli.
7)
4 Juli.
8)

12Juli.
9)3
Aug.

9 Augustu 1933

ECÖNOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN

635

VAN GROOTHANDELSPRIJZEN’)

ZUIVEL ENELEREN


.
METALEN

BOTER
K.G.
per
BOTER
p.K.G.

KAAS
Edammer
EIEREN.
KOPER
LOOD
.
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER

Ieeuwar-
Iefi!1
AIkmaar
fli?r

Lrjn
Locoprijzen
Iocorijzen
ZER
(LuxIH)p.
Locoprjzen
Lgn
ca
Lon?per
er

ornm.
0
eering
Zuivel-
kaas


Roermond
P

S
.
Londen
per

ng. ton
per Eng. ton Eng. ton
Middlesb.
Eng. t. f.o.b.
.

per
per ounce
line
Standard
Ounce
Centr.
ki. mjmerk

f1.

per Eng. ton
Antwerpen
Eng. ton

‘IQ
f1.
II.
Oj
f1.
°Io
O
io
£
°Io£
Oj
Sh.
0
10
ah.


O/o
£


0/
o

ah.

O/
pji1
0

2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0

26
1
.
1
71-
100,0
731-
100,0
671-
100,-
36.316
100,-
85/6

100,-
32s

100,0 1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11- 93,5
31.116
85,3

290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.2/6
94,3
851-

99,5
281116
89,3-
2,03
87,9

43,30 77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7
24.’Ii-
66,4

290.41-
110,8
731-

100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
851-

99,5
261′
83,3
2,11
91,3

48,05 85,8
7,99

87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8

227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-

99,5
26
1
116
81,1
2,05
88,7

45,40
81,1 8,11
88,3
75141-
121,9
23.51-
63,8

203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.17/6
68,8
851-

99,5
24
7
11
76,2
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72 73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6

142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-

99,5
17
1
(
55,4
1,34
58,0

31,30 56,9
5,35
58,3
36.51-
58,4
12.11-

.
33,1

110.11-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.106
31,9
9216

108,2
131/5

41,6 0,94
40,7

22,70 40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6

97.21-
37,1
421-
57,5
371-
55,2 9.161-
27,1
118/-

138,0
127j
40,1
1,61
69,7

32,25 57,6
6,63 72,2
45.716
73,1
14.-16
38,5

116.81-
44,4
6016
82,9
5116
76,9
12.1816
35,7
851-

99,5′
13
7
(
43,2

1,66
71,9

33,80

60.4
6,21
67,6
45.1/6
72,6
13.516
36,4

117.-16
44,7
5816
80,3
5017
75,5
12.101-
34,6
851′

99,5
12
1
!2
38,9
1,47
63,6

35,00 62,5
4,94
53,8
45.116
72,6
13.316
36,2

122.11-
46,6
5816
80,3
48110
72,9
12.8/6
34,3
851-

99,5
13
1
116
41,8
1,35
58,4

31,60 56,4
4,20
45,8
42.1516
68,9
12.101-
34,3

113.41-
43,2
586
80,3
4916
73,9
11:121-
32,1
851-

99,5
13
1
1
40,9
1,26
54,5

30,85
55,1
4,975

44,4
39.6/6
63,4
11.10(6
31,6

104.171-
40,0
5816
80,3
48/-
71,6
10.13f6
29,5
851-

99,5 40,3
1,29
55,8
– •
33,50
59,8
4,30
46,8
36.616
58,5
11.11(6
31,8

106.216
40,5
5816
80,3
4711
70,3
11.101-
31,8
851-

99,5
127!
40,1
1,32
57,1

37,75
67,4:
4,40
47,9
34.141- 55,9
12.1516
35,1

112.516
.
42,9
5816
80,3
4819
72,8
12111-
34,7
851-

99,5
1311
41,2
1,30
56,3

36,00 64,3
4,98
542
32.151-
52,8
11.19j6
32,9

114.19.6
43,9
5816
80,3
4719
71,3
11.1416
32,4
851-

99,5
12
1
3116
39,9
1,27
55,0

32,25 57,6
5,775

62,9
30.316
48,6
11.4-
1 0.9 6
31,1

111.161- 42,7
5516
76,0
4617
69,5
10.19j-
30,3-
9113

106,8
13
5
116
41,4
1,24
.
53,7

26,25 46,9 6,275
68,4
28.216
45,3 28,8

101.116
38,6
461-
63,0
4418
66,7
10.716
28,7

10613
124,3
13131
43,0
1,17
50,6

24,75
44,2

7,07 77,0
27.1916
45,1
1151-
30,9

102.-/-
39,0
4416
61,0
4316
64,9
10.1516
29,6

11019
129,5
1411
2

45,1
1,18
51,1

21,40
38,2
5,32
5

58,0
27.616
44,2
10.161-
29,6

98.1716
37,8
41j6
56,8
4313
64,6
10.216
28,0

12216
143,3
1451
j

44,6
1,16
50,2

25,75
46,0
4,71
51,3
27.14/6
44,7
10.141-
29,4

98.181-
37,8
4116
56,8
421-
62,7
10.616
28,5

12013
140,7
1371
43,2
1,34
58,0

27,75
49,6
3,79
41,3
26.41-
42,2
10.51-


28,1

99.216
37,9
4116
56,8
401-
59,7
10.-/-
27,6

11916
139,9
14
43,6
0,98 42,4

23,65 42,2
3,42
5

37,3
24.181-
40,1
9,91- 25,9

96.61-
36,8
441-
60,3
401-
59,7
9.111- 26,4

114f-

133,5
13/
4

42,8
0.99
42,9

19,60
35,0
2,77
5

30,2 23.81-
37,7
8.1616
24,2

84.1516
32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.2-
25,2

11013
129.0
13
1
/
40,9
0,82
35,5

19,65
35,1
2,88
31,4
21.61-
34,3
8.-f-
22,0

89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0
9.91-
26,1

112/9
132,0
12
5
18
39,3
1,11
48,1

24,25
43,3
3,08 33,5
20.1216
33,2
7.51-
19,9

84.91-
32,3
441- 60,3
3716
56,0
8.131-
23,9

11316
132,7
1251
39,3
0,96 41,6
0.45
19,55
34,9
3,12
5

34,0
19.216
30,8
7.316
19,7

90.1716
34,7
42j6
58,2
371-
55,2
8.616
23,0

1161- 135,7
12
3
1
8

38,5 0,76
32,9 0,58
17,90
32,0
3,72
40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6

1Ol.-!-
38,6
421-
57,5
3616
54,5
9.1316
26,7

11816
138,6
12
1
116
39,9
0,84
36,4
0,65
19,70
35,2
4,64
50,5
25.81- 40,9
9.1016 26,1

109.916
41,8
421-
57,5
35/-
52,2
11.21-
30,7

11819
138,8
13
40,5
0,82
35,5
0,73
25,50
45,5 5,73
62,4
22.516
35,9
8.71-
22,9

105.1316
40,4
41 1-
56,2
3416
51,5
10.816
28,8

12116 142,1
12
1
1
38,9
0,81 35,1
0,78
26,50
47,3
6,65

72,4
21.191-
35,4
8.416
22,6

104.716
39,9
401-
54,8
3416
51,5
10.81-
28,7 12519
147,2
12111e
38,3
0,73
31,6
0,85
22,55 40,3 5,125
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5

100.1016
38,4
391-
53,4

3416
51,5
1071- 28,6 12519
147,2
11112
35,8

0,73 31,6
0,89
21,75 38,8
4,27 46,7
19.171-
32,0
7.81-
20,3

100.116
38,1
4016
55,5
3416
51,5
9.191-
27,5

12218
143,5
11’i116
36,4
0,65
28,1 0,91
20,60
36,8
4,35
47,4
2031-
32,5
7.71-
20,2

104.716
39,9
431-
58,9
341-
50,7
9.151-
27,0 12015
140,8
11
6
/1
37,2
0,53
22,9
0,99
19,40
34,6
280
30,5
20-16
32,3
7.101-
20,6

104.1813
40,1
431-
58,9
3417
51,6
10.71-
28,6 12015
140,8
1211
1
6
38,7
0,54
23,4
1,-
18,55.
33,1
2,075
22,6
20.11/6
33,1
7.12/6
20,9

109.17!-
42,0
43f-
58,9
35/6
53,0
10.8/6
28,8

12011
140,4
12111

39,9 0,52
22,5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.6j6
37,6
8.6′-
22,9

128.17/6
49,2
4116
56,8
36f6
54,5
10.13!-
29,4 123j6
144,4
13
1
14
41,2
0,52
22,5
1.-
23,50
42,0
2,50
27,2
25.71-
40,8 9.41-
25,3

151.101-
57,9
42/-
57,5
371-
55,2
1l.12f6
32,1

12234
143,0
13
1
14
41,2
0,55
23,8
1,-.
18,50
33,0
2,60
28,3 25.161-
41,6
9.21-
25,0

148.116
56,5
41/6
56,8
351-
52,2
1211-
33,3

123/10
144,9
12
7
116
38.7
.0;598)
25,5
1.-

20,_8)
35,7 2,60
28,3
24.171-
.40,0
8.161-
.
24,2

145.18/6
55,7
411-
56,2
351-
52,2
11.1216
32.1

1241-
145,0
12
3
1
37,9
9,619)
26,4
1,

19,509)
34,8 2,85 31,0
24.1016
9
)
39,5 8.816e)
23,1

146-/5
9)

55,8
411-
56,2
351-

1

52,2 1 18f-
5)
31,5

124/97)
145,9
12
1
/8 )
37,7
26 Sept.
1932 79
K.O. La
Plata.
1
Tot
Jan. 1928
Western
;
vanaf Jan.
1928 tot
16 Dec. 1929 American
No.
2. van
16 Dec.
1929
tot 26 Mei
1930
7415 K.G. flongaarsche
6415 K.G.
Zuid-Russjsche.
Van
23 Mei-19
Sept.
1932 No. 3
Canada.
5)
De jaargemiddelden
zijn berekend
uit
de gemiddelde
prijzen
van April, Mei en
Juni
van

VAN
GROOTHANDELSPRIJZEN.

.

BOUWMATERIALEN

KOLONIALE PRODUCTEN

v
JIEOIJT
S T
E E N E N
CACAO
COPRA KOFFIE
a
E
a

d
)

SUIKER

.
THEE

INDEXCIJFER

Zwedenj
binnenmuur

buitenmuur
G.F.Accra
Ned.lnd.

Ribbed Smoked

era d
per

per
50 K.O. c.i.f.
per
100
K.G.
Lcoprjzen
Rotterdam
suikerloco
R’dam/A’dam
A’damgem.pr.
Java- en Suma-
Grond-
Kolo-
nlale

an 4.672 M.
per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland
Amsterdam
per

K.G.
er°. en
per
100
K.O.
trathee
p.’/
1(0.
stoffen
dn

0
10
ah.
/o
/
0
/o
cts.
°Io
Sh.
0
;

f1.
0j
cts.
01
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,376

100,0
61,375
100,0
2/11,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
153,50
96,1
15,75 101,6
19,50
102,6
491-
115,3
34,-‘
94,8
55,375 90,2
21-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0
102.6
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,626
90,9
46,875 76,4
116,375
51,6
19,126 102,0
82,75
97,9
87.5
109.1
151,50
94,8
12,-
77,4.
8,50 97,4
5713
134,9
31,871
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
27,370
76,3
50,75
82,7 -110,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9 85.5
141,50
88,6
12,50,
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,62
5

63,1, 32
52,1
-15.875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
66.0 64.3
110,75
69,3
10,25
66,1
20.25
106,6
2215
52,8
15,37
6

42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8
46.6

69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,320 33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2614
62,0
18,25
50,9
28
45,6
-14,25
11,9
8,20
437
66,25
78,4
53.9
51.4
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2212
52,2
18,120
50,7
26,25 42,8
-13,875
10.9
8,20
43,7 53
’62,
53.3 50.4
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2216
52,9
18,62
0

51,9
25,50 41,5
-/3,75

.
10,5
8,30
44,3 45
53,3,
52.9 48.0
125,00
78,2
10,50
67,7

21,-
110,5
2217
53,1
17,50
48,8
24,75 40,3
-13,125.
8,8
8,57
5

45,7
43
50,9
501

41.5
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
2110
49,4
15,375
42,9
25
40,7 -13,125
8,8
8,50
45,3
40,25 47,6
48.3
45.5
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
2214
52,6
14,126
39,4
25,75
42,0
-/3,125
8,8
8,57
5

45,7
39,50
46.71
45.6 46.8
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
2615
62,2
15-
41,8
27
44,0
-/3
8,4
8,77
5

48,6
38,25
45,3
46.6
.50.0
100,00
62,6
10,50
67,7
21,-
110,5
2418
58,0
14,12
6

39,4
25,50
41,5
-12,5
7,0
7,90
42,1
38,50 45,6

44.7
46.8
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
2217
53,1
13,37
0

37,3
23,75
38,7.
-12,375 6,7
7,520
40,1
37,50
44,4
43.3
44.1
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21/0
49,4
13,25
36,9
23
37,5
-/2,375
6,7
7 ,55
40,3
37,75
44,7
41.9
43.0
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
2112
49,8
13,75
38,3
23
37,5

1
2,25 6,3
7,15
38,1
37
43,8
42.6
42.3
82,50
51,6
10,-
64,5
18,50
97,4
18
1
3
42,9
12,75
35,5
23
37,5

12,25
6,3
6,75
36,0
35
41,4
40.0
39.5 82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,125
36,6
23
37,5

/2,125
6,0
7,35
39,2
32
37,9
38.5
39.1
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
18/1
42,6
14,50
40,4
23
37,5

1
2
5,6 7,05
37,6
30
35,5
38.3 38.3
70,00
43,8
9,75 62,6

18,-
94,7
21
1
9
51,2
14,75
41,1
23
37,5

1
1,625
4,6 6,25 33,3
31
36,7
‘31.0
39.1
70,00
43,8
9,75 62,6
.
18,-
94,7
20/6
43,2
14,-
39,0
.23
37,5
-11,5
4,2 5,90
31,5.
29,25
34,6
36.2′ 38.0
70,00
43,8
8,50
54,8
15,

78,9
2
016
48,2
13,25
36,9 23,50
38,3

1
1,5
4,2
5,62
5

30,0
.30,25
35,7
35 2
38.1
70,00
43,8 8,50
54,8
15,-
78,9
20/6
48,2
12,375
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,30
33,6-
28,50
33,7

34.2
38.1
67,50
42,3
8,50
54,8
15,-
78,9
20/1
47,3
12,375
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,70 35,7
23,75
28,1

34.3
37.6
63,00 39,4
8,50
54,8

15,-
78,9
20/7
43,4
12,375
34,5
24
39,1
-11,75
4,9
6,57
5

35,1
22,75
26,9
35.9
37.4

60,00
37,6
8,75 56,5
15,-.
78,9 21/2
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1

1
2,125
6,0 6,52
5

34,8
23,75
28,1
37.8 38.5
63,50
39,7

58,1
14,50
76,3
18/8
43,9
12,375
34,5
26,50
43,2
-11,75
4,9
6,32
5

33,7
28,50
33,7
36.2
38.7
63,50
39,7
9,50 61,3
14,25
75,0

1716
41,2
12,126
33,8
24,50
39,9

1
1,75
4,9
5,870
31,3

30,75
36,4
35.3 31.2
65,00
40,7

64,5
.

17
1
4
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9 5,50 29,3
28,25
33,4
34.0
35.1
13,75
72,4
70,00
43,8
9,25
‘59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1

11,625
4,6
5,375
28,7
25
29,6
334
.34.1
70,00 43,8
9,25,
59,7

13,-

68,4
1519
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7
-/1,5
4,2 5,60
29,9
26,75
31,7
32.1

34.4
70,00 43,8
9,50
61,3
12,25
64,5
16
1
3
38,2
10,375
28,9
23,50 38,3

-/1,5
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
324

34.9

70,00
43,8
9,75 62,6
12,75
67,1
15/5
36,3 9,50 26,5

23,50
38,3.

/1,625 4,6
6,07
5

32,4
27,50
32,5
32.8
34.9
70,00
43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
16
1
6
38,8 9,50
26,5
23 37,5

1
2,-


5,6
6,02
5

32,1
26,50
31,4
34.2
.35.0
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
18/1
42,6
10,-
27.9
22,50
36,6

1
2,375
6,7
,
6,35 33,9
31,-
36,7
37,2
37.5
75,00
46,9
.
1718
41,6
9,475

26,4
22,50
36,6

!
2
,6
2
5
7,4
5,925


31,6
33,50
39,6
38.1

37.4
75,00
46,9
17
1
4
40,8
9,25 25,8
22,50
36,6

/2,625 7,4

5,625
30,0
33,50
0)

39,6

37.6
36.8
75,00
46,9
1716
41,2
8,87
5

24,7
21,50 35,0
-12,75
3
)
7,7
5,375
28,7
35,25
9
)
41,7
36.9
36.7
N.B. Alle
Pondennoteering
vanaf 21
Sept.
1
31
zijn
op goudbasis
omgerekend;
de
Dollarnoteeringen
vanaf
20April
1
33
zijn
in verhouding
van
de,depreclatle
en dan Dollar
t.o.v. den
Gulden
verlaagd.

,

636

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9
Augustus
1933

ruwsuiker betaald werd, kon al spoedig niet meer dan
Sh. 5/1%: bedongen worden.
Na het flauwe slot van dc voorafgaande week opende
de L o ii d e n s c h e termijnmarkt deze week weer in
flauwe stemming met lagere noteeringen
01)
den eersten
dag. Het verdere verloop van de week was nauwelijks
prijshoudend en de slotno.teeringen luidden als volgt: Aug.
5h. 5fl4, Dec. Sh. 5/4, Mrt. Sh. 516%. en Mei Sh. 519.
De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:

1933

1932

1.931
tons

tons

tons
Duitschiand 1/7 ………654.000 1.068.000 1.093.000

Tsjecho-Slowakije 117 …..263.000

375.000

469.000

Frankrijk 117 ………..363.000

363.000

470.000

Nederland 117 ………..177.000

177.000

227.000

België 1J7 ……………117.000

85.000

111.000

Hongarije 117 …………61.000

50.000

76.000

Polen 117 ……………257.000

252.000

348.000

U.K. 117 Geïmp. suiker ..

314.000

207.000

214.000

11

117 Bineenl……53.000

3.000

21.000

Europa

….

2.259.000
2.580.000
3.029.000

V.S. alle havens 117
553.000 564.000 519.000

Cubaansche havens 1/7
. .

842.000 1.162.000
1.605.000

Cuba binnenland

1(7

…..
1.740.000
1.835.000 2.000.000

Java

1/7

…………….
2.519.000
1.921.000 966.000

Totaal . . . . 7.913.000 8.062.000 8.119.000

Waarvan geblokkeerd ….2.070.000 3.247.000 2.810.000 Op J a v a verkocht de N.I.V.A.S. ca. 3000 tons Supe-rieur, ca. 5000 tons bruine suiker, benevens 47.000 tons

Melasse.
II
i c r te 1 a n d e bleef de markt in dén doen. In de
noteeringen op cle A m s te r d a m s c h e termijnmarkt kwamen zoo goed als geen veranderingen bij beperkten
handel. Het slot luidde voor Aug.
f
5%, Dec.
f
534, Mrt.

fS%
en Mei
fO.-.

KOFFIE.
In de afgeloopen week bleef het artikel in lustelooze
stemming verkeeren. De kost- en vrachtaanbiedingen van
Brazilië bleven vrijwel onveranderd. Daar de dollarkoers
echter iets gestegen is, komen de offertes, omgerekend in
Hollandsch geld, ccci fractie hooger uit dcn verleden week.
Uit cle gisteren bekend geworden Weekstatistiek van
Brazilië is gebleken, dat in de vorige week van Santos
naar Europa verscheept zijn 72.000 balen tegen 218.000
balen in de week daarvôör en naar de ‘ereenigde Staten
148.000 balen tegen 193.000 balen. Verscheept werden vac
Rio naar Europa 60.000 balen tegeit 42.000 balen en naar
de Vereenigde Staten 48.000 balen tegen 26.000 balen. Als
verkocht door Santos worden opgegeven naar Europa
50.000 balen tegen 155.000 balen en naar de Vereenigde
Staten 115.000 balen tegen 211.000 balen.
Als vernietigd in de vorige week worden slechts opge-
geven 1000 balen te Rio.
De kost- en vrachtaanbiedingen van Santos zijn op het
oogenblik, onder aftrek van het oj) circa 15 dollarcents
geschatte voordeel van de bijlevering van cle bekende bonus
van 10 %, voor gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping nu ongeveer $ 10.20 t 10.50 per
cwt. en voor dito Prime ongeveer $ 10.25 t 10.55. Voor Rio
type New-York 7 met beschrijving prompte verscheping,
komen de offertes, op dezelfde wijze berekend, uit op on-
geveer $ 8.60 t 8.65. Bij den dollarkoers van heden staan
deze aanbiedingen gelijk met onderstaande prijzen in
gouddollars:
Santos Superior $ 7.50 t 7.70

11

Prime

,, 7.50 ii. 7.75
Rio 7

,, 6.30 t 6.35

wat voor Sahtos onveranderd t een fractie hooger is, en
voor Rio onveranderd, vergeleken tegen de vorige week.
De prijzen in de eerste hand in Nederlaudsch-Indië zijn
voor de ongewasschen Sumatra Robusta soorten iets lager,
doch voor gewasschen Robusta onveranderd. De noteerin-
gen zijn thans aan te nemen op:
Palembang Robusta, Augustus verschepiug, 12% ct.;
Benkoelen Robusta, Augustus verscheping, 12341 et.; Mand-
heling Robusta, Augustus verscheping,
13%,;
W.I.B. f.a.q.
Robusta, Augustus verscheping, 17% ct., alles per 341KG.,
elf, uitgeleverd gewicht, netto contant.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt liepen de notee-
ringen
Y
8
ct. terug. September staat thans genoteerd
12%, December 13, Maart 13% en, Mei 13%.
De of ficieele loco-noteeringen werden verlaagd voor
Superior Santos van 22 op 21 ct. per
341
K.G. en voor
Robusta van 22% op 21% et.
])e slot-noteeringen te New-York waren:

Gemengd Contract
Santos Contract
(basis Rio No. 7)
(basis Santos
No. 4)
Sept. Dec.

Mrt. Mei
Sept. Dec.
Mrt. Mei
7 Augustus

$
5.75

5.08

6.09

6.15 7.95

8.16
8.25

8.32
1 Augustus

,,5.66

5.78

5.90

5.98 7.73

7.91
8.02

8.07
24 Juli

……5.80

6.06

6.26

6.32 7.96

8.24 8.38

8.43
17

Juli

….., 6.63

6.88

7.10

7.23
8.90

9.10 9.25

9.38

De

dezer

dagen

verschenen

Statistiek
van
de Firma
G. ])uuriug
&
Zoon te Rotterdam geeft aan, dat
in Juli
de aanvoer geweest is als volgt:

1933 1932
1931
bn. bn. bn.
in

Europa

……………892.000
625.000
914.000
Ver. Staten van Amerika

879.000
638.000
986.000

Totaal…. 1.771.000 1.263.000 1.000.000

De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste zeven maanden van het jaar bedroegen
13.439.000 balen tegen 13.492.000 balen in 1932 en
16.060.000 balen in 1931.
])e Afleveringen in Juli waren:

1933

1932

1931.

bu.

bn.

bn.

in EurolYc ……………851.000

781.000

876.000

Ver. Staten van Amerika 930.000

875.000

889.000

Totaal ….1.781.000 1.656.000 1.765.000
De Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste zeven maanden van het jaar varen 13.098.000 balen tegen 13.394.000 balen in 1932 en
14.633.000 balen in 1931.
De zichtbare voorraad was op 1 Augustus in Europa
2.029.000 balen tegen 1.988.000 halen op 1Juli. Iii Amerika
bedroeg hij 1.047.000 balen tegen 1.098.000 balen
01)
1
Juli.
In Europa en in Amerika tezamen was de voorraad dus
op 1 Augustus 3.076.000 balen tegen 3.086.000 balen op
1 Juli. Hij bedroeg op 1 Augustus 1932 – 4.152.000 balen
en op 1 Augustus 1931 – 3046.000 balen.
De zichtbare wereidvoorraad was
01)
1 Augustus
6.699.000 balen tegen 6.452.000 balen
01) 1
Juli en 6.329.000
balen verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de
voorraden in het binnenland van Brazilië, waarvan cle
cijfers va.n 1 Augustus nog niet bekend zijn, doch clie op
1 Juli 1933 bedroegen 14.470.000 balen en op 1 Augustus
1932 niet zijn bekend gemaakt).
Rotterdam, 8 Augustus 1933.

STEENKOLEN.

Van alle markten wordt slapte gerapporteetcl. Men kan daarvoor het voor cle hand liggende argument gebruiken,
dat de zomermaanden Juli en Augustus nooit tot de leven-
digste behooren op kolengebied.
In Engeland is en studiecommissie in het leven geroe-
pen om te onderzoeken en rapport uit te brengen omtrent
de breakage van kolen, een obstakel, dat te wijten is aan
de in Engelsche kolenhavens gevolgde werkwijze. De van
de mijnen komende wagons kunnen in de meeste Engel-
sche havens op geen andere wijze worden geledigd dan
door middel van leegstorten.
Tusschen Engelsche en Fransche belanghebbenden wordt
onderhandeld over een ruil van kolen van Wales tegen
mijnhout van Franschen oorsprong. Zullen wij binnen-
kort beleven, dat kolen van Newcastle naar Nederland
komen als bef.aalmiddel voor Betuwsche kersen of derge-
lijke producten?

De prijzen zijn:

Northumberland ongezeefde ………….
f
6.85
Durham ongezeefde …………………..7.25
Cardiff 213-1/3 …………………….8.50
Schotsche gezeefde Prime Lothians ……..7.05
Yorkshire gewasscheu Singles ………….6.40
Westiaalsche Vetförder ……………….8.25
/lanistukken 1 ………… .. 9.-
Smeenootjes ……………..8.75
Gasvlamförder ……………8.25
Gietcokes ………………, 11.-
Hollandsche Eierbriketten …………… ..13-
alles per ton van 1.000 KG. franco station RotterdafAm-
sterdam. Ongezeefde bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amster-

dam
f
7 .-. Markt ongeanimeerd.

8 J’uli 1933.

9 Augustus 1933

637

DE TWENTSCHE B

GEVESTIGD TE AMSTERDAM

Maandstaat op 31 Juli 1933

DEBET

Aandeelhouders

nog

te storten

90

pOt.

op

aandeelen B

waarvoor waarborg gedeponeerd
………………….
..
f

418.500,-

Deelnemingen in diverse ondernemingen
,,

2.578.085,10

Effecten van Aandeelhouders ten eigen gebruike
24.999.200,-

Kassa en de Nederlandsche

Bank

…………………….
.
,.

.

7.297.917,38

Wissels

en

Coupons

………………………………
..

24:432.104,31


1eder1. Schatkistbilletten en -Promessen 39.155.930,50

Daggeldleeniigen ………………………………..
..

350.000,-

Bankiers in Binnen- en Buitenland
21.625.299,69

Eigen

Effecten

en

Syndicaten
………….. . …….
…….
,,

7.011.021,87

Effecten van het Zieken- en Pensioenfonds
2.927.077,69

Saldo te leveren, en te ontvangen Effecten
..

390.718,98

Prolongatiën

gegeven
………………………………..
..

7.040.620,-

Debiteuren

……………………………………..
f134.310.855,26

af:

loopende

Promessen
…………….. . ……………
..
14.595.000,-

119.715.855,26

Gebouwen

………………………………………

8.000.000,-

lotaal
……
f
265.942.330,78

CREDIT

.

.

.

.

Kapitaal

…………….

…………

…………………
.
f

40.000.000,-

Reservefonds
……………………………………..
..

15.000.000.-

Aandeelhouders

voor

gedeponeerde

Effecten

als

waarborg

voor 90

pOt. storting op aandeelen B

…………….
f

418.500,-

in

Leen-Depot

…………………………………..
2.4 580.70U.

24.999.200,-

Zieken-

en

Pensioenfonds
…………………………..
..

6.459.909,94

Deposito’s

…………………………………………
.
,,

63.794.52,97

Crediteuren

……………………………………..
f
.
98.056.930,89

in

vreemde

valuta

……………………..
..
13.238.742,23
111.295.673,12

Te betalen Wissels ………………………………..

2.075.128.81

Geaccepteerd door derden…………………………..

520.043,40

Diverse Rekeningen………………………………..

1.797.851,54

TotHal
……
f
265.942.330,78

Heeft U reeds de volmacht voor de Postgiro

ingevuld? Zij, die Uw steun behoeven

zullen er U dankbaar voor zijn.

Eenmaal invullen is voldoende. De maan-

delijksche betaling geschiedt dan auto-

matisch. Doe het nog heden.

Postgiro

9 AUGUSTUS 1933

18C
JAARGANG No. 919

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK, N.V.

AMSTERDAM

‘S-GRAVENHAGE

ROTTERDAM

BATA VIA

AMOY, AMPENAN, BANDOENG, BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,

HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN. MENADO, PALEMBANG, PASSOEROEAN,

PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,

TEGAL, TELOK BETONG, TJILATJAP, TOKIO, WELTEVREDEN

NEDERLANDSC9E

WÉRKGÉVER

Nijgh & Van Ditmar

N.V.

UITGEVERS

ROTTERDAM

• Wijnhaven No. 113

Telef. 27840 (vier Iijin)

Belast zich met het

verzorgen van uit-

gaven en tijdschrif-

ten op elk gebied

VERSCHENEN:

Verkeersvraag-

stukken voor

de groote stad

door

Mr. B. MEES

Prijs
…..
f
3.90

Bij den Boekhan-

del verkrijgbaar.

NIJGH
&
VAN DITMAR N.V.

ROTTERDAM

Wekelijksch Orgaan v/h.Verbond

van Nederlandsche Werk ge v ers

VERANTWOORDELIJKE REDACTIE:

Mr. P. W. J. H. C 0 R T VA N D.E R

LINDEN EN Mr. A. N. MOLENAAR.

ABONNÉMENTS-

.

PRIJS VOOR

NIET LEDEN

f6.— PER ijAAR

Vraagt proefexemplaren bij het

Secretariaat: Kneuterdijk 8,

Telefoon No, 117510- Den Haag

ir
.
7.

V
N ONZEN INVLOED als het bekendste

Handelsinformatie-Bureau wordt door den

Handel en de Banken steeds meer gebruik ge-

maakt voor het incasseeren en regelen van

achterstallige en betwiste handeisvorderingen.

VAN DER GRAAF 8 Co. N.V.

AMSTERDAM

BRUSSEL

SPIS
j3

NIJGH & VAN DITMAR NV., DRUKKERS, ROTTERDAM

Auteur