i JUNi 1933
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Ec
‘onomischpwStatistische
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
18E JAARGANO
WOENSDAG 21 JUNI 1933
No. 912
NEDERLANDSCLI ECONOMISCH INSTITUUT.
Curatoren: Mr. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate, Onder-
Voorzitter; C. H. van der Leeuw, Penningnzeester; Mr. W.
M. van Lanzchot; Mr. L. J. Â. Trip; E. D. van Walree.
Directeuren: Prof. Mr. F. de Vries; Prof. Dr. N. J. Polak;
Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart, Directeur-Secretaris
ECONOMISCI1-STATISTISCI1E BERICHTEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. von
Lennep; Mr. K. P. van der 1!andele;
Prof.
Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. von Welderen
Baron Rangers; Prof. I!r. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis,
Mr. Q. J. Terpstro; Prof. Mr. F. cle Vries.
Gedelegeerd Ud: Prof. Mr. Dr. G. Al. Verrjn Stuart.
Redacteur-Secretaris: Dr. H. M. 17. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Iloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
21 JUNI 1933.
De hooge stand van de wisselkoersen op Parijs en
Brussel en de verder gaande inflatieplannen in de
Vereenigde Staten varen oorzaak, dat geidgevers deze
week weder meer terughoudend werden. Ook de aan-
kondiging van een inschrijving van
f
65 millioen
schatkistpapier, waarvan slechts een gedeelte moet
dienen tot aflossing van loopend papier, had een ver-
stijvenden invloed op de geidmarkt. Particulier dis-conto liep dan ook op van 1% tot 2
A
2’/s pOt. Oall-
geld bleef aanvankelijk voor 1 pOt. verkrijgbaar. 1-let
aanbod was echter niet groot en gisteren werd ook
1% pOt. betaald. De prolongatiereute bleef onveran-
derd 1% pOt. noteeren.
*
De Minister van Financiën stelt een inschrijving
open op schatkistpapier op 22 Juni a.s. Aangeboden
worden weder 3- en 6-maands promessen en 4 pro-cents jaarbiljetten tot een bedrag van
f
65 millioen.
* *
*
Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
blijkt de post binnenlandsche wissels te zijn vermin-
derd met
f
356.000. De beleeningen zijn met
f
1,9
millioen toegenomen. De posten papier op het buiten-
land en diverse rekeningen (onder de activa der
Bank) vertoonen geen noemenswaardige verschillen
met de vorige week. De goudvoorraad geeft een daling
te zien van
f
20,7 millioen; de voorraad zilver steeg
daarentegen met
f
701.000.
Onder de passiva der Bank verminderde de biljet-
ten-circulatie met
f
15,6 millioen. Het tegoed van het
Rijk nam met
f
5,8 millioen toe tot
f
12,2 millioen;
de saldi van anderen daalden echter met
f
8,6 mil-
lioen tot
f
109,4 millioen. Tengevolge van deze mu-
taties is het beschikbaar metaalsaldo met
f
12,5 mil-
lioen teruggeloopen; het dekkingspercentage bedraagt
nagenoeg 80 pOt. evenals de vorige week.
* *
*
Op de wisselmarkt was deze week alle belangstelling
op den Dollar geconcentreerd. Geruchten over een tijdelijke stabilisatie deden eenige malen de ronde,
doch steeds bleef een nadere bevestiging uit. Dat
zulks niet bevorderlijk was voor een rustige stemming,
spreekt vanzelf. Er heerschte dan ook een nerveuzo onrust; nu eens was men over de geheele linie koo-
per, dan weder verkooper. Geopend op 2.01, liep de
koers op tot
2.09,
om tenslotte op 2.03
1
/i te belanden.
Het koersverloop der Ponden was in groote lijnen
8.41-8.45-8.41-8.43%. De Dollarnoteering tegen
Ponden was ook aan tamelijke schommelingen onder-
hevig: 4.15-4.05-4.14. Fransche Francs bleven hoog:
9.78Y2-9.79%-9.19%. De Ponden-noteering tegen
Fransche Francs wordt op ca. 86.10 gehouden. Er is deze week wederom goud naar Parijs gezonden. De
Nederlandsche Bank heeft bij de laatste goud-aan-
vragen in plaats van baren, munten gegeven; zij
heeft nl. het recht zelf te bepalen, wat voor goud zij
bij event. aanvragen ter dispositie zal stellen. Het
goudpunt van uitvoer komt bij export van munten
iets hooger te liggen, ca. 9.19. De Belga bleef ook
hoog: 34.72-34.80-34.74. Zwitsei-sche Francs schom-
melden rond de 48.03. Lires vaster 12.95-13.01.
Peseta’s onveranderd ca. 21.25. Marken waren heel
gezocht; van 58.20 steeg de koers tot 59.10, slot iets
flauwer, rond de 59.—. Register-Marken zijn weder
wat meer aangeboden. Het laatst deden zij ongeveer
21 pOt. disagio. Oanad. Dollars lager: 1.83.
Termijn-Ponden waren lager; voor 1 en 3 maanden resp. 1% c. en 5% c. agio. Dollars op
termijn
noteer-den ongeveer pan. Fr. franken deden 2 en 6 c. report.
In goud ging niet veel om; baren werden tenslotte
op f
1655 gedaan. Eagles noteerden 2.54 en sover-
eigns 12.35. Marken-bankpapier was onzeker; nu
eens veel aanbod, dan weder alleen vraag. De slotprijs
was ca. 57.75.
LONDEN, 19 JIJNI 1933.
Er was verleden week geen verandering te consta-
‘teeren op de geldmarkt. De overvloed houdt aan en
het ziet er niet naar uit, alsof het einde van het
halve jaar daarin een aanmerkelijke verandering zal
brengen, behalve dat de discontomarkt voor een korte
periode misschien meer van de Clearing Banks dan
van de andere banken zal moeten leenen.
– Op de discontomarkt was de toon wederom vaster,
daar de Clearing Banks met het oog op het einde van het halve jaar practisch geen koopers waren van wis-
sels. Dientengevolge trok de koers iets aan en werd
op de schatkistpromessen Vrijdag tegen pl.m.
°Iie
pOt.
ingeschreven. De toewijzing had plaats tegen een
fiactie onder dien koers. Het meerendeel der wissels
is ditmaal door de markt genomen, zoodat er uit dien
hoofde deze week wel grootere vraag zal zijn naar
daggeld. De noteering voor• 3-maands bankaccepten
is
Iie—%
pOt.
– De Dollarkoers was verleden week onderhevig aan
groote schommelingen, die tegen het einde der week
tot rust schenen te komen op pl.m. 4.05, welke ge-
noemd werd als een
tijdelijke
stabilisatie-basis. De
berichten, die hedenmorgen uit Washington wer-
den gepubliceerd, brachten daarin echter natuurlijk
weder een groote wijziging.
488
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Juni 1933
OVER DE TOEPASSING VAN DEN
GOUDEN STANDAARD.
In de kolommen van dit weekblad hebben wij en-
kele maanden geleden bij herhaling gepleit voor een door ons land te voeren politiek van
reflatie met be-
houd van de huidige goudbasis van den gulden,
of,
zooals cle Engelschen het noemen, voor een ,,refla-
tion within gold”
1).
De overwregingen, door welke
wij
ons destijds lieten leiden, waren de volgende.
Er heerscht thans eerc enorme deflatie van het ruil-
middel, welke in den huidigen omvang als uitermate
ongewenscht moet worden beschouwd, daar zij groote
en essentiëele onderdeelen van het eëonomisch leven
ontwricht. Deze cleflatie is een gevolg van het oppot-ten van groote bedragen van geld, dus van
afgenomen
omloopssnelheid
van het geld, en van
ver?ninderden
omvang
van het op credietverleening gebaseercic
qvantum
fiduciair geld. Dit cleflatieproces voert het
economisch leven iu een vicieuzen cirkel; dalende
prijzen van een groot aantal goederen, onvoldoende
aanpassing van bonen, vaste lasten en Overheidsuit-
gaven, onrendabel worden van tal van, ondernemin-
gen, budgetaire deficitten, protectiemaatregelen en
andere belemmeringen van het handelsverkeer, ver-
scherping van internationale tegenstellingen, moei-
lijkheden van debiteurenlanden, wier schulden ,,be-
rroren” raken, daardoor steeds verder toenemend
wantrouwen, verscherping van het proces van geld-
oppotting en. creci i etverminderi ng, enz.
Vandaar de noodzakelijkheid om dezen vicieuzen cirkel te doorbreken. Afwachten, totdat het vertrou-wen zich zal herstellen, en totdat het opgepotte geld
in de circulatie zal terugvloeien en de afgenomen
credietverleening zich zal herstellen, beteekent het
passief ondergaan van een algemeenen ontwrichtings-
proces, dat de grootste risico’s met zich brengt. Daar
om dient dit herstelproces te worden bespoedigd.
Van verschillende zijden moet het vraagstuk ge
lijktijdig worden aangepakt. Vooreerst moet de pro
ductie van goederen met zeer onelastische vraag wor-
den beperkt. Verder moet het niveau der geldelijke
kosten van het bedrijfsleven (geldloone.n, onciragelijk
geworden vaste schuldenlasten en de lasten, door de
Overheid op het bedrijfsleven gelegd) worden omlaag
gedrukt. En tenslotte moet door verruiming der cre
dietverleening, zoowel ten behoeve van de Overheid
(versnelde uitvoering van noodzakelijke Overheids-
werken, overbrugging van een periode van tijdelijke,
uit deflatie ontstane deficitten) als van het bedrijfs-
leven (steun aan door de deflatie in moeilijkheden
geraakten, doch hij stabiele geldwaarde levensvat-
bare ondernemingen,„Erziehungskredite” ten be
hoeve van ondernemingen, die de productie in nieu-
we wegen willen leiden
2)
) de geslonken geldcircula-
tie weder worden opgevoerd. Dit laatste beteekent
het voeren van een wel bewuste
reflatiepolitiek; het
spreekt daarbij vanzelf, dat het reflatiecrediet, dat
krachtens een dergelijke politiek verleend zou moe-
ten worden, een tijdelijk karakter zou moeten dra-
gen, dat de verleening van crediet afhankelijk moet
worden gesteld van alle noodzakelijke reorganisatie-
maatregelen in de huishouding van den credietne-
mer en dat de organen, welke het hij wijze van nood-
maatregel zouden verleenen, zich zouden moeten
terugtrekken, zoodra het opgepotte geld uit zijn
schuilhoeken te voorschijn komt en de particuliere
credietgeving zich weder heistelt. In dat geval,
waarop de reflatiepolitiek wil anticipeeren, kan het,
aan vankelijk hij wijze van noodmaatregel verleende
Vgl. bv. ons Naschrift bij een artikel van Dr. Lub-
bers in. E(on.-Stat. 13cr. van
S
Februari
jI.,
onze bespre-
king van het rapport der Commissie-Trip in de Econ.-Stat.
13cr. van
22
Februari ji. en ons Naschrift bij een artike1 van Prof Mr.
A.
M. de’ Jong in Econ.-Stat. Ber. van
15
Maart ji.
Zie hierover
ons
artikel
in
het VOrig
LII
linie r van
dit weekblad.
INHOUD.
Blz.
OVER DE TOEPASSING VAN DEN GOUDEN STANDAARD
door
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn .Stuart
…………….
488
Het Vilde Congres
der
Internationale Kamer van
Koophandel T door
Mr. J. G. Koopmans
…………
491
is
Devaluatie van den Gulden gewensclit? duur
Dr. J.
Ooriwijn
Botjes …………………………….
‘492 Rapport der Commissie van
ULIVICS
inzake verstrekking
van steun in natura door
Dr. A. TV. $chippers
…..
.
496
De Rijksmiddelen over Mei
193
3………………….
498
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De eerste week van de Economische en Monetaire
Wereldconïerentje
……………………….
499
Statistieken betreffende de productie, het verbruik en
den
in- en uitvoer
van suiker door
Dr. Gvslav
Mikvsch
………………………………..
501
AAN TEEKENINGEN:
De ,,veertien pumiten” van de internationale Kamer
van Koophandel …………………………
502
Rotterdam in het eerste kwartaal van
1933……..
503
MAANDCIJFERS:
Overzicht der opbrengsten van liet Staatsbedrijf
der
PTT………………………….. ….. 504
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank …………
504
Ovërzicht der Rijksmiddelen ………………….
504
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
505-510
Geldkoerser,. – Wisselkoersen.
–
Bankstaten. – Ooederenhandel.
refiatiec.red let, door een meer normale crediet-
gever worden overgenomen. Na volvoerde reflatie
zou tenslotte de geidwaarde op het alsdan bereikte
niveau gestabiliseerd moeten worden.
Ondanks de bez’aren, door den President van i)e
Nederlancische Bank in zijn laatste jaarverslag tegen
reflatie aangevoerd
1),
meenen wij nog steeds, dat
deze, mits op bekwame wijze en met oordeel des on-derscheids toegepast met inachtnemi’ng der door ons
genoemde voorwaarden, gezond en rationeel mag
worden geacht. Zij heeft ten doel de bestrijding der de.flatie, een geldbederf, dat zeker niet minder ern-
stig is dan haar tegendeel, de inflatie.
De vraag rijst nu echter, of een dergelijke reflatie-
politiek mogelijk is onder handhaving van den gou-
den standaard. Zooals wij hierboven reeds opmerk-
ten, hebben wij ons hij vroegere publicaties over dit
vraagstuk steeds op het standpunt eener ,,reflatioii
within gold” gesteld.
De gouden standaard is een internationale stan-
(1aarci, dlie binnen zekere grenzen een
internationale
inflatie
toelaat en onder wellcs werking eveneens een
zeer sterke
internationale deflatie mogelijk is. Bei-
cle kunnen slechts worden voorkomen door een ver-
standig ,,managemeut” van den gouden standaard;
zulk een ,,nianagement” heteekent credi etheperki ng
in de landen met gouden standaard in tijden van
hausse, en eene gemeenschappelijke cred ietexpansie
in tijden van, depressie. Aldus toegepast, zou de gou-
den standaard een voldoende mate van waardevast-held waarborgen in de la’nd1eI., welke dezen stan-
damird handhaven; via het goud zouden de geideen-
heden dezer landen onderling verband houden, welk
verband zich zou uiten in stabiele wisselkoersen. Op
deze wijze zou een bruikbaar geidstelsel verkregen
kunnen worden, dlat bovencl ien een voordeel van psy-
chologischen aard zou bieden, omdat de band tas-
schen geld en goud een gevoel van gerustheid geeft
aan hen, die zich bij hun oordeel over het geIdwezen
van een land gaarne door zekere atavistisdhe gevoe-
lens laten leiden.
Van een dergelijk ,,management” van den gouden
standaard is helaas nimmer heel veel terecht ge-
komen. Vooral in de laatste jaren zag het er in dbit
opzicht droevig uit. Zoolang echter de voornaamste landen aan den gouden standaard vasthielden, bleef
cle mogelijkheid bestaan, dat zij, hetzij in onderling
overleg, hetzij doordat een of meer dezer landen het
i) Zie Ecd,i.-Stat. Ber. van
31
J1.
21 Juni 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
489
sein zouden geven, to de andere op den goedep weg
zouden volgen, het ,,management” in practijk zou-den brengen, dat ter bestrijding van de huidige de-
flatie vereischt is, t.w. een internationale reflatie-
politiek volgens de vroeger aangegeven richtlijnen.
In deze situatie was het bij voortduring de moeite
waard om aan den gouden standaard te blijven vast-
houden. Het verlaten daarvan zou nieuwe storingen
verwekt hebben; cie val van het pond, dat buiten
Engeland de deflatie sterk deed toenemen, leverde
daarvan het bewijs. Het vasthouden aan het goud liet, al bracht liet voor het oogenblik aanzienlijke
offers met zich, de mogelijkheid van een gunstige toe-
komstontwi kkeli ng open.
In dezen toestand is door den val van den dollar
grondige verandering gebracht. Amerika was liet
land bij uitnemendheid, dat tot een ,,reflation within
gold” geëigend en bereid scheen en het beheerschte
als machtigste grootheid in het economisch leven de
wcrcicipositie. Het heeft echter cle reflatie behouden, maar het goud voorloopig laten schieten, met de ken-
nelijke bedoeling om na zekere overgangsperiode den
dollar tot een geringer goudgewicht te devalueeren.
Daarmede is thans de grondslag aan een internatio-
nale reflatiepolitiek ontvallen. Zij, die als schrijver
dezes, voor deze politiek hebben geijverd, hebben de
door hen verdedigde zaak door de houding van Ame-
rika in een hopelooze positie zien geraken.
Wat nu den enkelen landen, die nog aan het goud hebben vastgehouden, in de toekomst te doen staat,
zal in de eerste plaats afhangen van de vraag, tot
welke resultaten de Wereldconferentie leidt. Mocht
het blijken, dat niet zeer spoedig een cle facto of
wettelijke stabilisatie van de ,,papier-valuta’s” ten
opzichte van het goud wordt bereikt onder bereid-
verklaring van alle landen met gouden standaard tot
het stellen van afdoende waarborgen voor een cleug-
delijk ,,management” in den hierboven aangeduiden
geest, zoo heeft het vasthouden van clezen standaard
niet den minsten zin meer. Het goud als zoodanig
geeft voor de waardevastheid van het ruilmiddel geen
waarborg; het laat integendeel zeer hevige waarde-schommelingen van het geld toe. Wie aan het goud
zonder ,,management” zou vasthouden in een maat-
schappij, waarin de voorwaarden voor zulk een ,,ma-
nagement” blijken geheel te ontbreken, zou een idool
blijven vereeren, dat niet meer is van dezen tijd. De
werkelijke belangen van een volk zijn meer gediend
bij een na de noodige reflatie gestabiliseerde geld-
waarde met loslating van den gouden standaard, da:n
met een vasthouden aan het goud zonder correctie
van de huidige funeste deflatie-tendenzen.
Vooral voor een klein land als Nederland is in een
wereld, waarin nog slechts Frankrijk als eenige
groote steunpilaar van den gouden standaard is over-
gebleven, een ,,reflation within gold” een hopeloos
beginnen. Daarom schijnt ons ingeval van misluk-
king der Wereldconferentie met betrekking tot de
stabilisatie der wisselkoersen de loslating van den
gouden standaard voor ons land aangewezen, indien wij prijs stellen op een waardevast geld, hetgeen het thans deflatorische goud zeker niet is.
Hoe echter, indien men te Londen mocht komen
tot een overeenkomst tot stabilisatie der talrijke pa-
pier-valuta’s op goudbasis? Het is, wat Amerika be-
treft, uiteraard niet wel denkbaar, dat dit zal ge-
schieden ôp of nabij het vroegere goudgewicht van
den dollar. Bij een stabilisatie op lager goudgewicht,
welke uiteraard ook voor Engeland en de andere pa-
pierlanden de eenige mogelijkheid van terugkeer tot
het goud vormt, die overwogen zal worden, zijn er
verschillende gevallen denkbaar.
Een normaal herstel van den gouden standaard vindt plaats, wanneer de nieuwe pariteit gekozen
wordt in overeenstemming met den stand van het
prijsniveau op het oogenblik van stabilisatie. In dat
geval zal er voor bijzondere goudverplaatsingen geen
aanleiding bestaan. Wel zullen dan echter de landen,
lie met een gecievalu eerde valuta uit ciee deflatie-
periode te voorschijn komen, zoowel binnen de gren-
zen van hun land (verhouding van bonen en vaste
lasten tot het algemeene binnenlandsche prijsniveau)
als ten opzichte van de concurrentieverhoudingen in
den internationalen handel, een belangrijke aanpas-
sing hebben verkregen, welke niet-devalueerende lan-
den slechts kunnen bereiken langs den weg van vol-
ledige, neerwaartsche aanpassing van bonen, vaste
lasten enz. hij de door de deflatie gestegen goud-
waarde.
De iaatstbedoelcle landen zullen alsdan op den
duur voor de keuze gesteld worden om ôf dit aan-
pass i ngsproces, dat zich krachtens het ,,vrje spel der economische krachten” slechts in zeer langzaam tem-
po voltrekt, te forceeren door noodwetten tot verla-
ging van alle prijzen, welker aanpassing thans te lang-
zaam gaat, èf om alsnog den gouden standaard te
verlaten en naar een zekere refiatieperiode een nieuwe
verhouding te zoeken tusschen hun valuta en het
goud. Een derden weg zien wij niet.
De moeilijkheden en de wrijvingsverschijnselen
van de eerste oplossing zijn genoegzaam bekend. Alle
prijzen vitn goederen en diensten zullen ohder de
loupe genomen moeten worden, tal van geschillen
zullen, ontstaan, crediteuren zullen zich, ook al wordt
hun door verlaging van hoofdsom en rente hunner
vorderingen, niet anders dan een zekere deflatie-
winst ontnomen, niettemin uit hoofde van het ,,gul-
den is gulden-gevoel, gedupeerd achten en mo-
geljkerwijze nog meer geld oppotten. Ook psycholo-
gisch heeft het stelsel inzooverre eenig bezwaar, dat
de gecieprimeercle stemming zal blijven heerschen,
zoolang het aanpassingsproces niet voltooid is.
Zekere voordeelen laten zich zelfs bij al deze on-
gunstige omstandigheden, niet loochenen. Zoo legt
men zich niet vast op een bepaald en star niveau van
geldloonen, een denkbeeld, dat ook hier te lande reeds
zeer veel kwaad heeft gedaan. Zoo dwingt men ook
de Overheid tot beperking in haar uitgaven, terwijl
bij opheffing van den gouden staudaard altijd dc
mogelijkheid bestaat, dat deze tot ongezonde finan-
ciëele praktijken zal overgaan. Maar wij meenen hier-
tegenover toch te moeten opmerken, dat de ervaring
geenszins heeft aangetoond, dat een Overheid bij het
verlaten van den gouden standaard plotseling alle
moraal zou moeten verliezen; er zijn integendeel voor-
beelden, die in andere richting wijzen en juist onze
tegenwoordige Regeering zou, d.o., de capaciteiten
kunnen bezitten om deze voorbeelden met één te ver-
meerderen. En voorts bedenke men, dat het opleggen van het
volle
deflatie-offer aan de daarbij betrokken
partijen
per se
een onbillijkheid inhoudt, aangezien
deze deflatie zelf niet anders dan een vorm van geld-
bederf is. Het sociale verzet, dat daaruit zou voort-spruiten, zou gevaarlijk zijn, aangezien het zich op
goede gronden zou laten motiveeren.
Het behoeft dus niet te worden betwijfeld, of de
eerste der hier geboden mogelijkheden biedt zeer vele
moeilijkheden. Ware deze weg de economisch juiste,
wij zouden ondanks alle moeilijkheden niet aarzelen
daarvoor ten volle het pleit te voeren. Maar in de
gegeven omstandigheden schijnt ons dat niet het ge-
val. Voor défaitisme gevoelen wij niets, maar even-
min kunnen wij gevoelen voor het verdedigen van een
zaak, die slechts tot een goed einde gebracht had kun-
nen worden, bij genoegzame internationale samen-
werking, maar waarvoor deze samenwerking blijkens
de aperte feiten niet te vinden is geweest.
Wij komen nu tot de tweede mogelijkheid: reflatie buiten het goud om, gevolgd door stabilisatie, welke laatste kan geschieden op goudbasis, zoodra voldaan
zal zijn aan de voorwaarde van een behoorlijk en
rationeel internationaal ,,management” van den gou-
den standaard.
Velen voeren hiertegen het bezwaar aan, dat dit
niet anders is dan inflatie-politiek en dat men wel
weet, waar men begint, maar niet waar men eindigt.
490
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Juni 1933
Nu is het inderdaad mogelijk, dat een land, hetwelk
den gouden standaard verlaat, den weg der inflatie
opgaat, maar noodzakelijk is dat toch niet. Wij heb-
ben er zelf ook voor gevreesd, toen Engeland en
daarna vele andere landen in het najaar 1931 dn
gouden standaard verlieten, maar wij moeten beken-
nen, dat deze vrees slechts zeer ten deele door de
feiten werd bevestigd. Kan men buy, zeggen, dat
momenteel in Zweden of Engeland van inflatie ge-
sproken kon worden? Of moet veeleer worden toege-
geven, dat het ideaal van een waardevast ruilmiddel
door die landen dichter is benaderd dan door de lan-
den, die aan het goud hebben vastgehouden?
Voorts zal ongetwijfeld in een land, dat den gou-
den standaard zou verlaten met het doel een beter
niveau voor zijn valuta te zoeken, een aanzienlijke
vlucht uit het nationale geld plaatsvinden. Dat is
zeer zeker een bezwaar, maar het is thans minder
groot dan vroeger. Men kan vluchten in vreemde
valuta en men kan vluchten in goederen. De eerste
vluchtheuvel is langzamerhand vel zeer gering van
omvang geworden en bovendien, althans voor een
deel, zeer weinig aantrekkelijk.
Bovendien beteekent vlucht in vreemde valuta nog
geenszins een redelooze fluctuatie der wisselkoersen;
de circulatiebanken in de landen, die thans nog den
gouden standaard handhaven, beschikken over dus-
danige middelen, dat zij practisch voor onbeperkten
tijd de goudbasis kunnen beschermen, in de veron-
derstelling altijd, dat de Regeering van haar land
het haar niet onmogelijk maakt. Deze banken, die
zoo sterk zijn, dat zij de valuta van haar land op
goudbasis kunnen houden, zijn zeker in staat om
wilde koersfluctuaties te belemmeren.
De tweede vluchtheuvel, de goedereh, biedt daar-
entegen slechts voordeeleri. Vluchten van het geld
in de goederen is niet anders dan de snelste reflatie,
die men zich denken kan en beteekent dus juist een
verwezenlijking van het doel, dat men beoogt. ‘Als het opgepotte geld op deze wijze geheel in het ver-
keer zou terugkeeren
CU
0
1) verwachting van herstel-
lende goederenprijzen, oploopende aand.eelenkoersen
en ht weder rendabel worden van een aant’al ondr-
nemingen een expansie van de creci ietverlening zou
intreden, zoo zou ieder kunstmatig reflatiestreven
verder achterwege kunnen blijven. Dit ware zeker
een voordeel, want geen voorstander van reflatiepo-
litiek zal deze ooit anders dan als noodmaatregel en
dus met een ietwat bezwaard gemoed willen verdedi-
gen.
Wat de veel besproken positie van crediteuren be-treft, zoo moet o.i. een onderscheid worden gemaakt,
Van de meeste crediteuren kan men zeggen, dat
zij aanzienlijke deflatiewinst hebben gemaakt, door-dat de koopkracht van, het geld, dat zij terugontva-
gen, grooter is dan die van het geld, dat zij ter leen
hebben verstrekt. Wanneer hun een deel der deflatie-
winst doör reflaie wordt ontnomen, hebben zij zich
zeker niet te beklagen. Bovendien bedenke men, dat
de deflatie de positie van tal van debiteuren 6nder-
mijnt; wijst men reflatie af, dan heeft de c’reditiir
in zeer vele gevallen het vooru,i tzicht op faillissement
van zijn schuldenaar, éen vrijwillig accoord of een
van hooger hand opgelegde vermindering van rente
en aflossing. Wij betwij’felen, of de ineerderheid der
crediteuren dit perspectief aantrekkelijker, acht dan’
dat der re’flatie.
Mogelijk is het voorts, dat als gevolg van reflatie
buiten het goud om een aantal crediteuren tot op’-
zegging van hun opeischhare schulden ‘zulleji :ov.er-
gaan en deze slech’ts onder bezwarende voorwaarden weder beschikbaar zullen stellen, b.. ‘onder invoeging
van e’éh in’dehcijferclausule,’ krachtens welke ‘bij op-‘
loopend ‘ prijsniv;eau meer moet worden’ betâald. Wel
iswaar is in Engeland sinds September. ‘1931. de hou-
ding, van den’ belegger tegenover nieuw uitgegeven
obligaties zeer toêschietelijk geeest, doch in een
landals hetonze’ zou daarop niet te tekenen zijn. Een
vlotte erkenning van ,,indexcijfers-clausuls” door de
rechterlijke macht, eventueel een speciale wet, welke
de geldigheid daarvan buiten twijfel stelt, zal ver-moedelijk voldoende zijn om de gevaren, die hier
mochten rijzen, te keeren. Mocht dat niet het geval
zijn, dan kan men altijd aan in het gedrang komende
dehiteuren een tijdelijk noodcrediet toekennen door
middel van de organen, die de zorg voor en de con-
trôle op de reflatiepolitiek uitoefenen.
Anders is het echter gesteld met die crediteuren,
die een
goudclausule
in hun contracten hebben opge-
n.omen. Wij zullen ons in de juridische problemen.
daarvan niet verdiepen, maar v6lstaan met de op-
merking, dat het terzijde stell,en van goudclausules
een grove onbilljkheid beteeként.” Er is naar onze
meening niets tegen, dat men een gewonen crediteur
eenige deflatiewinst ontneemt. Maar’ wanneer deze
crediteur met zijn debiteur uitdrukkelijk een ‘afspraak
heeft getroffen, krachtens welke hem deze wiifst, als
zij mocht ontstaan, onvoorwaardelijk wordt verze-
kerd, dan moet de debiteur het risico van een der-
gelijke overeenkomst dragen.
• Nog een ander bezwaar tegen reflatie buiten het
goud om moet even worden vermeld. Velen vreezen,
dat de internationale handel en het internationale
kapitaalverkeer daardoor nog verder ontwricht zul-len worden. Wij meenen, dat dit bezwaar zeker niet
onderschat mag worden. Juist omdat wij er beteeke-
nis aan hebben gehecht, hebben wij zoolang mogelijk
een politiek van ‘,,reflation withing gold” bepleit.
Nu echter de grondslag daaraan..is ontvallen, heeft
uiteraard ook dit argument aan beteekenis ingeboet. Een land heeft er weinig aan, wanneer het, uit angst
voor storingen, reflatie buiten het goud om wil ver-niijden en intusschen zijn handel als gevolg der de-
flatie ziet wegkwijnen.
* *
*
Zoo moeten wij dus wel tot cle conclusie komen, dat,
indien niet de Conferentie van Londen mocht voeren
tot een stabilisatie der valuta’s op een goudpeil, zeer
nabij aan dat, waarop de verschillende geldeenheden
zich bevonden op’het’ oogcnblik, waarop de Vereenigde
Staten van het goud afgingen, – een geval, dat, zoo-
als gezegd, niet waarschijnlijk is ook voor de lan-
den, die aan het goud hebben vastgehouden, het zoe-‘
ken van en nieuwe goudbasis aangewezen zal zijn.
Men kan van de leiders van onze geldpolitiek moei-
lijk verlangen, dat zij duurzaam tegen een overmach-
tige buitenlandsche strooming in zullen gaan en
daarbij het eigen land alle gevolgen eener funeste
deflatie laten ondergaan. Men moet zich overigens
van het vaststellen van een nieuwe goudbasis na een
periode van reflatie niet voorstellen,’ ‘dat daarmede
de economische moeilijkheden meteen uit de wereld
zouden zijn. Geen depressie, en zeker niet de huidige,
is zuiver monetair van aard; geen depressie laat zich
langs zuiver monetairen weg genezen. Maar wel zijn
er in de huidige depressie belangrijke monetaire
elementen. Slaagt men er in om in plaats van een
aan groote waardeveranderingen onderhevig geld te
geraken tot een werkelijk waardevast ruilmiddel, –
als het kan, internationaal, en als ‘t met een inter-
nationalen standaard niet lukt, dan waardevast bin-
nen de grenzen van het betrokken land – dan zal
men althans een der belangrijkste belemmeringen van
een gunstige economische ontwikeling verwijderd heb-
ben en kan men met het – ook dan nog zeer om-
vangrijke – opruimingswerk op ander gebied zeer
zeker beter opschieten, dan thans mogelijk is.
* *
*
Er is nog een andere kant aan het hier behandelde
vraagstuk, waarop wij tenslotte nog even de aandacht villen vestigen. Wij hebben in het bovenstaande aan-
genomen, dat de Londensche Conferntie zou leiden
tot stabilisatie op wat men kan noemen het ,,natuur-
lijk” goudpeil der valuta’s, een peil, waarbij het noo-
dige verband bestaat tusschen binnenlandsch’ prijs-
niveau en wisselkoers. Dat dé ,,papierlanden” op te
21 Juni 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN,
491
hoog goudpeil zullen stabiliseeren, is zeer weinig
waarschijnlijk. Zij zouden dan het gevaar loopen iia
verloop van tijd weer van den gouden standaard
afgeclrongen te worden. De ervaring, door Engeland
sinds 1925 opgedaan, werkt hier afschrikwekkend.
Veeleer zal dus de neiging bestaan om te stabili-
seeren op een relatief laag goucipeil, zooals Frankrijk
in 1926 deed.
i)it brengt echter voor cle landen
met
gouden stati-
daard een enorm gevaar met zich. Landen, clie op mii te laag goudpeil stahiliseeren, zullen u ithoofcle daar-
van goud uit andere landeu aantrekken, tenzij zij
tegelijkertijd tot dezelfde bedragen crediet aan het
1)0
teniand verleenen. Zij zij ii in staat een zuigpomp
te zetten p het goud van anderen. Doen zij dat, zoo
moeten clie anderen ô:f nog verder clefleeren èf als-
dan – hetzij voor het eerst, hetzij opnieuw – den
gouden standaard verlaten. 1-let gevaar is te grooter,
naarmate de zuigpomp gevornicl wordt door een groot
land en het slachtoffer klein is. Zoo zou met name
iiie situatie voor ons land zeer netelig worden, wan-neer met handhaving van den gouden standaard hier
te lande de Vereenigde Staten op een te laag peil
s tabiliseerden.
Mocht de Londensche Conferentie tot zulk een re-
latief te lage basis in andere landen leiden, zoo zou
het voor de landen met gouden standaard eerst recht
aai gewezen zijn om (le inwisseling van hun geld in
goud stop te zetten in afwachting van betere tijden, die een waarlijk rationeele toepassing van den gou-
den standaard mogelijk zullen maken. G. M. V. S.
HET Vlide CONGRES DER INTERNATIONALE KAMER
VAN KOOPHANDEL
T.
Onder omstandigheden, zoo ongunstig als de In-
ternationale Kamer van Koophandel sedert haar
oprichting in 1920 nog nauwiijks gekend heeft, ver-
ceuigdeu zich haar leden op 29 Mei ,jl. voor liet
zevende tweejaarhijksche congres te Weenen. Deze
omstandigheden – in aanmerking genomen, kon men
(le opkomst zeer bevredigend noemen: tegenover een
aanvankelijke sehatti ig van ca. 700 deelnemers ble-
ken tenslotte een klei iie duizend congressisten, waar-
van velen vergezeld door hun dames, cle voor het mee-
rendeel hunner verre reis naar cle Oostenrijksche
hoofdstad te hebben o nclernomen. (Necle rlancl was,
nog ongerekend een aantal te Weenen woonaehtige
landg-eriooten, vertegenwoordigd door een delegatie
van 29 leden, onder leiding van den voorzitter van
(le Nederiandsehe Organisatie voor cle Internationale
Kamer van Koophandel, den heer
J.
B. van der
ii
OflVCfl
van Oorcit).
1ceds uit (leze ruime opkomst kan blijken, dat er,
ondanks de steeds verder voortwoekerende desorga-tisatie van het internationale :ruiiverkeer, velen zijn,
die nog niet aan een betere toekomst wanhopen en
bij ie cle o’ertuigi lig- is blijven bestaan, dat juist
onder de tcgenwoordige omstandigheden een lichaam
als de Internationale Kamer meer clan ooit een be-
langrijke taalc te vervullen heeft. De rede, waar-
mccle de nieuw gekozen president, onze landgenoot
(le heer
F. ii. Fentener van Vlissingen
het congres
hesloot (voor de eerste maal wordt thans, voor een
periode van twee jaren, deze belangrijke functie door.
een Nederlander bekleed) bracht deze opvatting om-trent de taak der Kamer nog eens ondubbelzinnig tot
uiting. Zijn slotwoorden, met een paraphrase op liet
beroemde woord van Nelson luideide•. ,,The Inter-national Chamher of Commerce expects that every
member will do his cluty”, lieten niet na op het
iii tern ationale gehoor een zeer gunstigen indruk te
maken.
Intussehen leefde bij de meerderheid der deel-
nemers zeer sterk de overtuiging, dat, voorzoover de
inogeli.jlcheid tot het bereiken van practische resni-
taten betreft, voor de naaste toekomst van het inter-
nationaal economisch leven vrijwel alles op, één kaart
stond, nl. het welslagen van de (inmiddels reeds aan-
gevangen) wereldeonferentie te Londen. De betrek-
kelijk toevallige omstandigheid, dat liet onderhavige
congres vrijwel onmiddellijk aan deze Londensehe
Conferentie voorafging, verleende uiteraard aan de
discussies een verhoogde actualiteit. Reeds hij de
openingszitting werd hierop door cle verschillende
officiëele sprekers – onder wie vooral de Oosten-
rijksehe Bondspresident
M’iklas
door een naar vorm
en inhoud forsche rede een uitnemenden indruk hij
zijn gehoor achterliet – met nadruk gewezen en in
vrijwel alle volgende zi ttingen kon men gelijkluiden-
de klanken vernemen.
Trouwens ook in het brochuremateriaal, dat de
Internationale Kamer ter gelegenheid van het con-
g
–
res had cloe.n verschijnen, was op de heteekenis van deze Londensche Conferentie reeds bij voorbaat sterk
cle .nad ruk gelegd. Terwijl men nl. bij cle vorige con-
gressen veelal eeu breed opgezette internationale
documentatie over één of meer bepaalde onderwerpen
het licht had doen zien, (zoo bv. bij liet voorlaatste
congres te Washington een reeks publicaties omtrent
dle economische betrekkingen tusschen Europa en de
Vereenigde Staten) was dit thans, mede om redenen
van finaneiëelen aard, achterwege gelaten, en was in
plaats hiervan slechts een betrekkelijk bescheiden
serie van 7 brochures uitgegeven, van welk zevental
nog liet grootste gedeelte was gewijd aa.n onderwer-
pen van min of meet tech.nischen aard, zooals de pro-blemen betreffende md ustrieelen eigendom, arbitrage
in handelsgesehillen, cli stri hutie en internationale
regeling der documentaire eredieten. Voor den
,,gerieral reacler” viel zoodoende de nadruk vanzelf op
No. 1 der serie, t.w. het ontwerp voor liet meinoran-
(lum, bestemd oni namens de Internationale Kamer
aan de Londensche Conferentie te worden aange-
boden.
Zooals reeds in een der vorige numniers van dit
tijdschrift in het kort is vermeld, bevat dit document
een uitvoerig gemotiveerd pleidooi voor het herstel
van een normaal internationaal ruilverkeer, verge-
zeld van een aantal practische aanbevelingen tot dit
doel. De c6hgresleiding hefijneend, aan den tekst
van dhit rapport, zooals deze in de vergadering van
het hoofdbestuur op 7 April :jl. was vastgesteld, en
reeds toenmnaals op ruime schaal is gepubliceerd, niet
verder te moeten torneii, en één der congresresolu-
ties behelst dan ook het besluit, dat deze tekst on-
gewijzigd hij cle wereld.eonferentie zal worden inge-
diencl. – De ,,veertien punten”, waarin de conclusies
van liet memorandum zijn samengevat, vinden de
lezers van dit tijdschrift elders in dit nummer. Voor
zoover tijdens de discussies op het congres nog nieu-
we gezichtspunten naar voren kwamen, zijn deze in
afzonderlijke resoluties neergelegd, zoodat het defi-
.mi,itieve standpunt der Internationale Kamer slechts
door gezamenlijke bestucleering van liet niemoran-
durn en deze aanvullende resoluties Ican worden ge-
kend. – –
Een der belangrijkste va.n deze resoluties, in het
bijzonder voor Nederland in verband met het Ouchy-
verdrag, is ongetwijfeld (lie betreffende de algemeene
handelspolitield en het meestbegunstig i ngsbeginsel, waaromtrent de lezers van de E.-S. B. door het artikel
van
Mr. A. N. Molenaar
reeds uitvoerig zijn ingelicht. )
Vanzelfsprekend kan men een document als deze resolu-
tie steeds van verschillende standpunten uit beoor-
deelen. Wie, als overtuigd voorstarider van, het vrij-
handelsbeginsel, cii zonder rekening te houden met
de wordingsgeschiedenis, dit stuk ter hand neemt,
heeft stellig alle reden teleurgesteld te zijn, dat ook
een lichaam als de Internationale Kamer het ideatLi
van een zoo onbelemmerd mogelijk internationaal
verkeer niet intact heeft weten te handhaven en zelfs
in den aanhef van de resolutie het ,,reeht” van iede-.
ren staat op ,,een redelijke bescherming van essen.-
.1)
Zie het
non
moer
van
:14 Ju cmi jl
492
ÉCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Juni 1933
tiëeie procluctietakken” met zooveel woorden er-
kent
2)•
Realiseert men zich daarentegen in de eerste
plaats, hoezeer ook binnen het kader van de Inter-t
nationale Kamer de meen ingen slechts langzaam evolueeren, en hoe ook in dit milieu, ieder hesluit
slechts eis resultaat van moeizame onderhandelingen
tot stand komt, clais bestaat er, althans van Neder-
landsch standpunt beschouwd, meer reden tot voldoe-
nin g.
Immers voor de eerste maal heeft de Internationale
Kamer thans met bijna volkomen eenstemmigheid
(alleen de Italiaansche delegatie bleef zich nog hier- –
tegen verzetten) de wenschelijkheid uitgesproken om
bij een. algemeene conventie
3)
.zoodanige uitzonde-‘
ringen op het starre meestbegunstigings-principe te
sanctioneeren, dat daarmede voor ,,regionale” over-
eenkomsten, in den geest van het Ouchy-verdrag,
vrij baan wordt gemaakt. De beteekenis hiervan nog
nader uiteen te zetten is na de rede, welke de Ne-
derlandsche minister-president,
Dr. Colijn,
de vorige
week ter Londensche Conferentie heeft gehouden,
wei nauwlijks noodig. Vooral het feit, dat ook de
Engelsche delegatie op het congres zich vrijwel una-
niem hiervoor verklaard heeft, wijst
0
1) ee.n voor
Nederland alleszins verheugende evolutie in de
publieke opinie daar te lande, terwijl ook van A.me-,
rikaansche zijde thans meer dan tevoren stemmen
in gelijken zin werden vernomen. De omstandigheid,
dat de bewoordingen de.r resolutie wellicht,
naast
algemeene verdragen als dat van Ouchy, ook enkele
andere uitzonderingen op het meestbegunstigings-
beginsel van meer beperkte strekking toelaten
4),
is
hiertegenover, naar de meening van schrijver dezes,
van betrekkelijk ondergeschikte beteekenis.
Een overzicht van de belangrijkste verdere resolu-
ties van het congres, alsmede van de voornaamste der
gehouden redevoeringen, hopen wij in het e.k. num-
iner van dit weekblad te doen volgen..
(Slot volgt.)
J. G. KOOPMANS.
Hoezeer vooral het Frairsche element in de Interua-
tiojiale Kanier een uitgesproken proteetioiiistisclic stroo-
niing vertegenwoordigt, bleek om. duidelijk uit de rede
van een der vooraanstaande Fransche gedelegeerden op
het congres, die meende voor de internationale zaak ge-
noeg gedaan te hebben door inplaats van het ..protec-
tionisme exaspér6″ een protectionisme inodré” te be-
pleiten!
1)
In dit opzicht gaat de congresresolutie reeds veer
een stap verder clan conclusie
No. 10
van het iriemorail-
durn d.d.
7
April (vgl. pg
502
van dit nummer).
Of dit inderdaad zoo is
:
moge hier in het midden wor-
den gelaten. Intusschen staat wel zooveel vast, dat bij de des-
kundigen-connnissie, welke de aanvankelijke redactie van
het rapport aan cle wereldconferentie heeft vastgesteld,
01)
dit punt geen andere bedoeling heeft voorgezeten dan die, om een zoo nauwkeurig mogelijke omschrijving viin
de typische eigenaardigheden van het Ouchy-verdrag te
formuleeren.
IS DEVALUATIE VAN DEN GULDEN GEWENSCHT?
Prae-advies, uitgebracht aan de Groninger Mij. van
Landbouw door i)r. J. Oortwijn i3otjes.
Nederland moet zijn productie opvoeren.
Nederland voerde in 1932 voor 456 millioen aan
goederen meer in dan het uitvoerde. Dit groote ver-
schil moet op zichzelf niet als een ongunstig ver-
schijnsel worden beschouwd. Ook vcSbr de crisis had
ons land steeds een zeer groot invoersurpluî. ii 1929
was het invoersurplus zelfs 300 millioen grooter clan
in 1932. Indien dit surplus betaald kan worden door
de vergoeding van diensten, die wij aan het buiten-
land bewijzen, bijvoorbeeld door vergoeding van zeer
vrachten, of als het i)etaal-d wordt door de ren ten en
dividenden, die wij uit het buitenland of cle koloniën trekken, dan -heeft een groot invoersurpius niets ver- ontrustends. Evenmin .i.s dit het geval als veel kap i-
taal in eigen land wordt geplaatst door het stichten
van nieuw’e of
–
het uitbreiden van bestaande bedrij-
ven. Dit vereischt invoer van kapitaalgoederen uit
het buitenland of vermindert den. uitvoer van die
goederen, zonder dat dit eenig bezwaar voor ons op-
levert. –
De toestand in ons land is echter momenteel zoo,
dat onze schepen stil liggen en er zeer weinig vrach-
ten door het buitenlan.d aan ons -worden betaald. Ren-
ten en dividenderi uit de koloniën cii uit het buiten-
land vloeien bijzonder traag, terwijl geen nieuwe
fabrieken of andere bedrijven in Nederland verrijzen
of uitgebreid worden.
Wat aan renten, dividenden en vergoeding voor
diensten uit het buitenland binnenkomt vertegenwoor-
digt slechts een klein percentage van het bedrag, dat
in 1.929 binnenvloeide. Als than.s onze betalingsbalans
in evenwicht is, dan geschiedt dit doordat geen nieuw
kapitaal iii onze bedrijven wordt gestoken, doordat een einde is gekomen aan liet beleggen van Neder-
iandsch kapitaal in bu itenla ridsche fondsen en mis-
schien ook doordat aandeelen en obligaties van Ne-
d erlandsche in buiten lan dsche handen overgaan..
Het e’enwich t van onze betalingsbalans komt ‘thans
mi. in hoofdzaak tot stand, doordat zij, die iets te be-
leggen hebben, dit geld niet beleggen in nieuwe
hinnenlandsehe ondernemingen, maar dat ze het vei-lig plaatsen in gemeentelijke, – provinciale en staats-
leeningen.
Deze toestand is ongezond. Het Nederlandsche volk
wordt daarbij een volk van rentetrekkers en steun-
trekkers. Wij moeten meer Produceeren dan wij op
dit oogenblik voortbrengen. Het bedrijfsleven moet
worden hersteld. Wij moeten het evenwicht van onze
betalingsbalans niet handhaven door inkrimping en
verarming, maar door een opvoering van onze pro-
ductie. Dit kan echter slechts geschieden door de
voorwaarden te scheppen, w’aahij meerdere produc-
tie mogelijk is.
De prodnctie in Nederland wordt in sterke mate
belemmerd door de inflatio n.istische maatregelen -in
o,ndere landen. –
De vraag of een bedrijf rendeert wordt beslist,door
cle verhouding van de exploitatiekosten tot den ko-it-
prijs van de producten. Deze is in cle onheschutte be-
drijven in ons land momenteel buitengewoon slecht.
D.e volgende tabel geeft de
indexcijfers
voor de groot-
ha.nclelsprijzen.
1913
–
100
1924
–
156
1932
–
79
1917
–
276
1925
–
155
‘Xlti-t
.1932
–
82
1918
–
376
1926
–
145
April
1932
–
80
1919
.
–
304
1927
–
148
Maart
1.933
–
72
1920
–
292
1928
–
1.49
April
1933
–
71
1921
–
182
1929
–
142
–
1922
–
160
1930
–
11.7
1923
–
151
1931
–
97
De groot)ianclelsprijzcn bedrag
–
en thans 19 pOt. van
die in 1918, 24 pOt. van. iiie in. 1.920, 50 pOt. van die
in 1929 en 71 POt. van clie in 1.913.
De productiekosten worden, behalve door de prij-
zemi der grondstoffen, behcerscht door de factoren
rente en loon. Deze eischen samen nagenoeg in elk
bedrijf het grootste deel der kosten voor zich op. De
bonen zijn sedert den oorlog veel minder gedaald
clan de ‘productenprijzeri. liet loon in de metaalin-clustrie bedroeg in 1931 in Amsterdam 97 pOt., dat
van de havenarheiders 88 pOt. en dat van de ge-
meentewerkljeden 94 pOt. van het loon in het jaar
1921, dat voor cle looneu vrijwel als een topjaar
–
is
te beschociwen.
liet uurloon van een Amsterdamsche bakkersgezel
was in 1920 2.54 maal zoo hoog als in 1913, maar in
11.931 was liet 2.57 maal zoo hoog als iii genoemd jaar.
De loone.n in de.irdustriëcle bedrijven zijn sedert 1931
hier en daar -wei gedaald, maar deze daling houdt
in de meeste bedrijven op verre ma geen geljicen tred
met cle dalin.g der prociuctcuprijzem. Evenniin is cli t
het geval in liet iami.dbou.wbeclrijf. in het lancibouwbe-
cirijf bedragen de productenprijzen, de staatssteun in-begrepen, 62 pOt.. van 191.4, het loon bedraagt echter
21 Juni 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
493
ongeveer 170 pOt. van het loon in genoemd jaar. Een
landbouwer moet dus
2.74
maal zooveel landbouwpro-
ducten verkoopen om hiermee denzeifden arbeid te
kunnen betalen als in 1914.
In de beschutte bedrijven merkt men van de loon-
daling nog bitter weinig.
Nog minder dan de bonen zijn in het algemeen
de renten gedaald. Een fabrikant of een boer moet
van het door hem geleende kapitaal nog bijna even-
veel rente betalen als in de jaren van hoogconjunc-
tuur.
Een ongunstige verhouding van productiekosten en productenprijzen heeft op den duur tengevolge, dat er vele bedrijven gesloten worden of met halve
capaciteit gaan werken. Er worden dan minder pro-
clucten voortgebracht. Geschiedt dit in de geheele
wereld in even sterke mate, dan ontstaat er tenslotte
sehaarschte aan producten, hetgeen moet leiden tot
verhooging der prijzen.
Als de verhouding tussehen kostpiijs en producten-
prijzen overal ter wereld even ongunstig was als in
Ne’ierland, dan bestond er gegronde hoop, dat de
ong’instige verhouding slechts tijdelijk zou zijn. Ecu-
ter is de verhouding in vele landen veel minder on-
grnst.ig.
De oorzaak van deze minder ongunstige ver-
hcuding moet veeia geweten worden aan de devalu-
atie (waardevermindering) van de munt in deze
landen.
In Frankrijk daalde de waarde van den Franc na
1914 van 47 cent tot 10 cent, in België tot 7 cent.
De hooggeklommen bonen en de geweldig gestegen
schulden werden daardoor
automatisch
tot een vijfde
en een .zevende van het nominale bedrag terugge-
bracht. Het loon in Frankrijk en België is daardoor
thans, 12 jaar na de inflatie, nog ruim een derde
lager dan bij ons.
Iets dergelijks als in Frankrijk geschiedde in Span-
je, Italië en de kleine staten van Oost- en Middel-
Europa.
In Duitschiand verdween de oude Rijksmark en
maakte tenslotte plaats voor een nieuwen Mark van
gelijke goudwaarde. Maar dit geschiedde slechts, na-
dat alle in oude marken angegane schulden verdwe-
nen waren en een nieuwe loonstandaard geschapen
‘.”as, welke geen vei’bmnd hield met de opgeschroefde
oorlogsl oonen.
In Engeland, de Scandinavische landen, Australië,
Britsc’h-Indië, Zuid-Afrika en eenige Zuid-Amen-kaansche Staten liet men in 1931 en 1932 den gou-
den standaard los, waardoor een aanzienlijke munt-
devaluatie intrad. In Japan daalde de Yen tot 40 pOt. van haar oorspronkelijke giondwaarde.
Nederland, Zwitserland en de Vereenigde Staten
waren tot voor kort de eeuige belangrijke staten, die
nog een munt bezitten van gelijke goudwaarde als
voor den oorlog. En thans ‘hebben ook de Vereenigde
Staten den gouden ‘standaard losgelaten.
Nederland is thans naast Zwitserland de eenige
staat met een ongeschonden munt. Het heeft daar-
door de ongunstigste verhouding gekregen van
productiekosten en productenpnijzen. Want de pro-
ductenprjzen in de onbeschutte bedrijven stijgen on-
middellijk met het volle percentage der muntdeva-
luatie, terwijl de verschuldigde ren’ten gelijk blijven. Ook de bonen
stijgen
in landen met een hooge loon-
standaard blijkens de ervaring niet of althans niet
in dezelfde verhouding als de productenprijzen. De
bonen zijn in Engeland en de Scaudinavische landen sedert de inflatie in geen enkel ‘bedrijf gestegen, wel
hier en daar nog gedaald.
In landen met een gedeprecieerde munt blijft, bij
overigens gelijke omstandigheden, de verhouding tus-
schen productenprjzen en productiekosten
gedurende
zeer langen tijd
gunstiger dan in landen met een
gave munt. In deze landen kan nog voor de vrije
markt worden geproduceerd als het in landen met
een gave munt niet meer mogelijk is. Daardoor ont-
staan minder snel schaarschte aan producten dan het
geval geveest zou zijn als alle landen hun munt op
goudwaarde hadden kunnen behouden. De producten hebben daardoor veel minder kans voldoende in prijs
te stijgen om bij ons weer productie mogelijk te
maken. De muntdevaluatie in andere landen houdt
de internationale productenprijzen, in goud uitge-
drukt, op een lager niveau. Het gaat met de goede-
renwaarde van de munt als met het vloeistofopper-
vlak in communiceerende vaten. Druk op de goede-
renwaarde van cle munt in het , eene land, doet de
goederenwaarde van de munt in het andere land
stijgen.
De deflatie, waaraan onze onbeschutte be-
drijven te gronde gaan, is ten deele een gevolg van
de nsuntdevaluatie in andere landen.
Hoe men in lnnden niet een gedeprecieerde munt
de muntdeva2v,a.tie beoordeelt.
Toen in September 1931 Engeland den gouden
standaard losbiet, kon men in onze groote ‘bladen ver-
schillende artikelen lezen, afkomstig van, vooraan-
staande economen, waarin de stelling werd verkon-
digd, dat deze maatregel wel de allerslechtste was,
die de Bnitsche regeening kon nemen. Mèn verwacht-
te een’ schijn van opleving, tengevolge van een tijde
–
lijken nationalen uitverkoop, gevolgd door een nog
clieperen val. Trouwens hij het opgeven van den gou-
dien standaard dooi de Vereenigde Staten ‘hoort men
‘dezelf de sombere klanken. Ook in Engeland zelf voor-
spelde men allerlei rampen. Thans is men in dat land
echter meer dan gelukkig met de verlaging van de
waarde van het pond. Dit ‘blijkt heel duidelijk uit een
rede, die Lboyd George heeft gehouden voor de kie-
zers’te Ashford en waaraan ik het volgende ontleen:
,,In 1931 heette het nog,” zegt de oud-minister pre-
sident, ,,dat het verlaten van den gouden standaard
het land in een hodemloozen kuil zou storten, dat
het nog erger met Engéland zou vergaan, dan het
Duitshland gegaan is. Alen besteedde 50 millioen
pond om het pond
01)
peil te houden. Toen eenmaal
de gouden standaard verlaten was zei de regeering:
schitterend, dat wij het gedaan hebben. Het is prach-
tig voor onzen handel en zij leende 150 millioen om
te zorgen, dat het pou’ci niet weer naar boven ging.”
Dat de Engeische regeening tot geen prijs weer
terug wil keeren tot den ouden toestand blijkt wel
uit de onderhandelingen met Amerika. De Vereenig-
de Staten waren op een bepaald oogen’hlik
vrijwel
‘be-
reid een streep te halen door de Engelsche oorlogs-
schulden aan Amerika, mits Engeland liet pond weer
op 12 gulden bracht. Maar dit weigert de Engelsche
regeening; tot geen prijs wensht Engeland de voor-
deelen op te geven, die de muntdevaluatie dit land
bij de i ntcriaa timi ale mededi ngi ng heeft opgeleverd.
De voorzitter van den Bond van Werkgevers, de
heer G’elderman, sloeg ‘dien spijker op dei kop toen hij
zei, dat Engeland door het verlagen van ‘de goud-
waarde van het pond sterkei als concurrent kan op-
treden op alle wereldmarkten.
Zooals men in Engeland denkt, denkt men ook in
T
oonivegen
. De gouverneur van de Bank van Noor-
wegen, Rijg, heeft op de vergadering van deze Bank
het volgende gezegd: ,,De ontwikkeling van den eco-
nomischen toestand heeft aangetoond, dat deafschaf-
fing van den gouden standaard een verstandige daad is geweest. Het eindresultaat van het jaar is dan ook,
dat wij een sterkere positie innemen dan een jaar
geleden.”
In Denemarken wordt dc mu,utdevaluate, in ge-
lijke verhouding tot die van het Pond, algemeen toe-
gejuicht, terwijl de ‘boeren met succes hebben aange-
drongen op een sterkere waardei’erminderiog dan die
welke het Pond had ondergaan.’
In de Vereenigde Staten ‘heeft de Senaat met 64
tegen 21 stemmen een voorstel aangeiomen, dat Roo-,
sevelt mach’tigt het goudgehalte van den Dollar te
verlagen tot zoo noodig 50 pOt. van zijn tegenwoor-dig gehalte. Roosevelt heeft verklaard te streven naar
een gezonden Dollar. i[ij verstaat hieronder een Dol-
494
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Juni 1933
lar, waarbij, dooi’ stijging der prod ucte n p rijzen, een
betere verhouding tusscheu die prijzen, de schuldeft
en de prod uctiekoste ii ontstaat.
.ri.en- voelt in Amerika do verschrikkelijke gevol
gen van de deflatie en deinst niet terug voor midde
len om deze te temperon. lIet zijn in de allereerste
plaats cle geruïneerde boeren, die op devaluatie aan-
tin ogen, maar cie in.dustr.iëelen sluiten zich bij hen.
aan.
Hoe men in ons lwncl mun,tdevalucttie beoordeelt.
Evenals hij alle andere economische vraagstukken beoordeelen de meeste Nederlanders het i nflationis-tische streven uit een
internationaal
oogpunt. 1-let is
deze eigenschap van ons volk, die Nederlanders zoo
bijzonder geschikt maakt tot leiders van internationa-
le conferenties of internationale Kamers van Koop-
handel. Men betoogt, en waarschijnlijk terecht, dat cle
wereld in zijn geheel niet gebaat is door inflatie in
Engeland, Amerika, Japan of Scandinavië. Men
spreekt van kwakzalversmiddelen, die den internatio-:nalerr toestand slechts slechter kunnen maken en ziet
met trots naar den gulden, die vast staat als een rots
in zee, andere landen ten voorbeeld.
–
Alen voelt zich
getroost en gesterkt als men van Mr. Trip, den Pre-
sident van De Nederlanclsche Bank, verneemt, dat
wij geen. geldvervalschers zijn en dat er voor den gul-
den geen gevaar bestaat. De moeilijkheden, die de
Neclerlandsche inc1ustrieën reederijert en landbouw-
bedrijven
ondervinden tengevolge van de muntdeva-
ho atie in andere landen, worden nauwelijks ouder
oogen gezien.
Men streeft in ons land niet naar een gezonden gulden in den zin van den gezonden Dollar, maar
naar ccii gulden met onveranderlijke gouclwaarcle,
ook al is de goederenwaarde verdubbeld of verdnié-
voudigd. Men wil niet, zooals in alle andere landen
der wereld liet evenwicht tusscheu prijzen en looneti
hielpen herstellen doo i mu ntclevalua tie, maar men vi 1
dit uitsluitend herstellen langs dcii weg van loons-
verlaging.
Ook Mr. Trip geeft geen andere oplossing voor de
brandende econorni sche kwes ties dan loons verlag i.n.
Elke nieuwe hinderpaal voor onze uitvoer en elke
nieuwe TflOe.i hijkheicl
bij
cle concurneutië met landen
roet een gedeprecieercie munt, zullen wij door ver-sobering, dat wil in. dezen zeggen door loonsverla-
gi lig, moeten overwinnen.
Mi. is dit onjuist, omdat niet alleen de arbeider
tengevolge Vall onze hoogwaardige gulden een te hoog
gooderenloon ontvangt, maar omdat ook de schuld-
eischer, clie aan staat, provincie, gemeente of aan
een 9ndernerning geld heeft geleend, te veel goederen
voor zijn tenten kan koopen en. de schu.idenaar te
veel moet betalen. Bij een devaluatie van de munt
dalen alle bonen en renten gelijktijdig en in dezelfde
verhouding. Door deze gelijktijdige daling worden de
gevolgen van loonsverlaging en venteveriaging heel
weinig gevoeld.
Slechts cle artikelen, die met het ho itenlanci moe-
I:eii concnrreeren, stijgen bi;j mnntdevaluatie in prijs.
i)it zijn de artikelen, die in de onbeschutte bedrijven worden voortgebracht. in hoofdzaak zijn dit cle arti-
kelen uit den groothandel.
Dat cle kosten van het leveiisonderhoucl zich niet
in hoofdzaak richten naar dle
prijzen
der groothan-
clelsartikelen, blijkt .wel als men de kosten van, het
levensonderhoud in de jaren 1929 tot 1933 vergelijkt
met de groothandeisprijzen.
Groothandelsprijven Kosten levensonderitotid
1929.
….142
168
1.930 …..117
161
193
.
……97
151
Dec.
1932.
….76
140
Maart
1933.
….72
138
Een daling van de groothandeisprjzen sedert 1929
met 50 procent, heeft slechts een daling van de kos-
ten van liet levensonderhoud met 18 procent tenge-
volge gehad. Dit moet hieraan worden toegeschreven,
dat de duurte niet in hoofdzaak ontstaat door de
duurte van de goederen, clie door de onheschutte be-
drijv cd worden afgeleverd, diaar door de hooge bonen,
groote verdiensten en hooge renten, die de onhe-
schutte bedrijven betalen.
Deze posten worden bij mnntdevaivatie echter niet
verhoogd. De bakker, timmerman, transportarbei nier,
typograaf ontvangt na devaluatie van den gulden een
lager goudloon, terwijl ook de rentetrokker en dc
huizenvei’huurder een lagere rente en een lagere
huur ontvangt.
Als een daling der groothandeispnijzen met 50 pOt.
in vier jaren, slechts een. daling van cle kosten van
het levensonderhoud van 18 procent veroorzaakt, zal
ee.n stijging van de groothandelspnijzen met 30 pro-
cent slechts een stijging van liet levensonderhoud met
ii pOt. veroorzaken. Daalde onze gulden tot de waar-
de van 70 goudeenten, dan zou iedere arbeider en
rentetrekker slechts 11 pOt. minder voor zijn inkomen
kunnen koopen.
Dit is voor hem niet erg omdat hij sedert 1929
1.8 procent ineen voor zijn geld kan krijgen.
Brengt men de bonen rechtstreeks naar beneden
dan geschiedt dit niet gelijktijdig in alle bedrijven,
maar bedrijf voor bedrijf. Een loonsverlaging van
30 pOt. beteekent dan een koopkrachtvermindering
van 30 pOt. En deze is veelal niet door te voeren en
ook onbilliji. De Nederlandsche opvatting, dat men
de gevolgen van cie devaluatie van d.e mun t in alle
andere landlen voor ons bedrijfsleven moet opheffen door loonsverlaging en onze gulden op gouclw’aarde
moet behouden is daarom onjuist. –
Zij, die ons bedrijfsleven, in hoofdzaak willen her-
stellen door loonsverlaging houden mi. te weinig
rekening niet psychologische factoren. De geschiecle-
nis der laatste jaren had hen m.i. moeten leeren, dat
hetgeen zij beoogen, niet bereikt kan Wordien..
Toen de Engelsche regeening het loon van het ma-
ii nepersoneel. met 10 pOt. verlaagde, ontstoncl er
muiterij op de vloot; maar ditzelfde personeel aan-
vaarcide zonder protest een loonsverlaging niet 30 pOt.
als gevolg van de devaluatie van de munt. En dlit is
ook heel natuurlijk, want men heeft deze loonsver-
laging in werkelijkheid nauwelijks gevoeld.
Dat hij ons de loonstandaard honger is dan in alle
omringende landen en dat daardoor liet leven door-
dien blijft dan overal elders, moet in de eerste piaat
worden toegeschreven, aan. het feit, dat het in unl
land aan de werkgevers niet gelukt is liet loon langs
directen weg êven sterk ‘te doen dalen als dit in
andere landen langs den w’eg van muntdevalnatie is
geschied.
Wanneer Mr. Trip Iclaagt over de geringere daling
van de kosten van liet levensonderhoud in ons land
in vergelijking met andere landen, dan vergeet hij,
dat de oorzaak hiervan in de eerste plaats gezocht
moet worden in de muntpolitiek van de Nederland-sche regeering en van De Nederlandsche Bank. Dat
de kosten voor levensonderhoud lager zijn na deva-
luatie van de munt, blijkt ook wel hieruit, dat deze
kosten in Frankrijk, Engeland, Scandinavië en dle
Tereenigde Staten tot het vooroorlogspeil zijn terug-
gekeerd, terwijl ze in Nederland en Zwitserland nog
ruim ee.n derde hooger zijn.
Verschuiving van inlcome’n, en bezit als gevolg van
een verlaagde waarde van den gulden.
De hooge goeclerenwaarcie van den gulden, welke
ten dccle een gevolg is van de muntdevaluatie in
andere landen, heeft een sterke verschuiving van in-
komen en bezit tengevolge gehad.
Allen, die inkome.n ontvangen in den vorm van
guldens of vorderingen bezitten, aangegeven in gul-
dens, zijn hierdoor in eerste instantie gebaat. Zij kun
;
nen voor hun loon, hun tractement, hun rente of hun
vordering meer goederen
krijgen
dan ooit te. voren.
Een lanciarbeider, ofschoon behoorende tot de slechts
21 Juni 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
495
betaalde arbeiclersgroep, kan toch ruim 23′ maal zoo-
veel landbouwprodncten voor zijn loon koopen als voor
den oorlog. Slechts als hij in den kleinhandel con-
sumptie-artikelen koopt, is de verhouding minder
gunstig en koopt hij weinig meer voor zijn ben dan
in 1914. Want dan moet hij de hooge bonen en win-
sten van de beschute bedrijven mede betalen. Een spaarder koopt van den interest van het gespaarde
meer dsn eenige jaren geleden en als hij het gespaar-
de wil omzetten in land of in aandeelen van fabrie-
ken kan hij twee, drie of meermalen zooveel krijgen
dan in 1929. De hypotheekhouder, clie voor drie jaren
de halve boerderij zijn eigendom kon noemen, bezit
thans in werkelijkheid cle geheele boerderij.
Onverdeeld gunstig is echter de toekomst ook voor
de categorieën der bevolking, welke door den •hoogen gulden bevoordeeld worden, niet. Want de hypotheek-
houder merkt, dat hij zijn rente niet •krjgt, omdat de
boer hem niet ‘betalen kan. Ook vreest hij ‘tenslotte.
voor een georganiseerd verzet der hypotheekboeren,
waarvan Amerika en Duitschland het voorbeeld heb-
ben gegeven. De spaarder, die zijn geld direct of in-direct uitleende, met huis, land of fabriek als onder-pand, is allesbehalve zeker van zijn bezit. De arbei-
der in de on’beschutte bedr•en wordt werkloos en
gaat, althans moreel, achteruit.
Verschriklcelijk zijn echter de gevolgen der defla-
tie voor de ondernemers in de onbeschutte bedrijven.
,De boer ontvangt, den steun inbegrepen, slechts 62
pOt. van de waarde, die zijn producten voor den oor-
log bezaten, terwijl de hypotheekrente nog ‘bijna ge-
lijk is aan de rente uit de tijden van hoogeonjune-
tuur en het loon nog 14 tot 2 maal zoo hoog is, als
“oor den oorlog. Zijn inkomen is veelal negatief, an-
dere bevollcingsgroepen zijn in ‘het bezit gekomen van
wat eertijds zijn inkomen was.
Zijn
bezit aan land en
vee is sterk verminderd of, als hij geld geleend heeft,
vaak tot nul gereduceerd. En in dezelfde positie ver-
keert de fabrilcant, indien hij een artikel maakt, dat
01)
de wereldmarkt moet coneurreeren.
1-let is de groep der ondernemers in onbesehutte
bedrijven, die door de deflatie is gelcnauwd en die
liet na de daling van den Dollar op den duur nog
sterker- te verantwoorden zal hebben. En deze onder-
nemers reageeren hierop door de bedrijven stil te
leggen of in te krimpen.. Met deze ondernemers lijden
(ie arbeiders.
De nationale productie daalt door het feit, dat de
deflatie ‘bij ons erger is dan in landen met een ge-
devalueerde munt en met de daling der nationale
productie daalt de nationale koopkracht, welke ge-
lijken tred houdt met die der productie. Ons be-
drijfsleven wordt door de stev.ige po’sitie van onzen
gulden genekt. Onze gulden is als een rots in zee,
maar. op deze rots strandt liet schip der nationale wel-
vaart.
Wij, als klein land, hebben ons m.i. niet al te veel
te verdiepen in de vraag of de groote -staten, uit
internationaal oogpunt beschouwd, wijs hebben ge-
handeld, door hun valuta’s te verlagen. Wij moeten
onze kracht niet zoeken in het schoolmeesteren der
grooten. Onze, positie is zoodanig, dat wij ons hebben
te richten naar de politiek, die de groote staten heb-
ben gevolgd.
Devaluatie van den gulden zal tengevolge hebben,
dat inkomen en bezit van rentetrekkers iets kleiner
wordt, terwijl liet inkomen in het bezit van de on-
dernemers in de onbeschutte bedrijven grooter vordt.
Elke devaluatie van de munt in andere landen heeft
bij ons geleid tot een bezits- en inkomensverschuiving
in tegenovergestelde richting, zoodat men hier meer
met een gedeeltelijk herstel dan met een verbreking
van het evenwicht te doen heeft.
Hoe lcan men een gelimiteerde devaluatie van den
gulden verkrijgen?
Er zijn in ons land ieie voorstanders van een be– perkte devaluatie of liever Van een vermindering
‘a’n cle, het bedrijfsleven wurgencle, deflatie, maar
men weet niet op welke wijze men tot een dergelijke
devaluatie zal moeten komen. Velen hebben een her-
innering aan de Duitsche inflatie met al zijn ver-
schrikkelijke gevolgen.
Men vergeet hierbij, dat de Duitsche inflatie een
gevolg was van het feit, dat de staat cle bankbiljetten-
pers ter hand nam met het doel aan zijn verplichtin-
gen te voldoen door liet betalen met ongedekt papier-
geld. Een dergelijke inflatie ‘was slechts een gevolg
van een staatsbankroet, dat zich niet openlijk als zoo-
danig aanlcondigcle.
Zij zal bij ons slechts intreden als wij te lang aan
de volle goudwaarde van den gulden vasthouden en
deze eindelijk, na een totale nationale verarming,
moeten loslaten.
Het voorbeeld van E.ngela:nd en de Scandinavisehe
landen’ toon.t echter duidelijk, dat het loslaten van
den gouden standaard, in’dien het niet gepaard gaat
niet het onbeperkt laten functioneeren van de bank-
biljettenpers, niet leidt tot waardeloos’heid van het
geld. Ook ons htnd heeft gedurende den oorlog den gouden standaard losgelaten zonder dat liet publiek
hiervan veel heeft gemerkt.
Wanneer thans ,in Nederland de gouden standaard
zou worden verlaten, dan zouden de ‘bezitters van
guldens of van vorderingen, uitgedrukt in guldens,
weten, ‘dat ze niet altijd een vaste goudwaarde voor
hun geld en hun vorderingen kunnen opeischen. Zij
zijn dan geneigd hun Nederlandsch geld in buiten-
lanclsch geld of in buitenlandsche effecten om te zet-
ten; zij bieden Nederlancisch geld of gekiswaardig
papier ten verkoop aan.
Bij de bestaande passiviteit van onze handelsbalans
wordt
thans
de betalingsbalans mede in evenwicht
gehouden, doordat buitenlanders onze obligaties van staat en gemeente of van groote nationale, -doch in-
ternationale werkende vennootschappen, koopen; door
dat Nederlanders zich van huitenlandsehe beleggin-
gen ontdoen of nalaten nieuwe Nederlandsche onder-
nemingen te stichten. Maar deze geneigdheid is ver-
minderd als de gouden standaard in Nederland is los-
gelaten. Buitenlanders, die Nederlandseh geld (of wis-
sels) in handen gekregen hebben in ruil voor aan Ne-
derland geleverde goederen, ‘trachten dan dit geld om
te zetten in buitenlaudsch geld. Ook hierdoor ont-
staat een aanbod van Nederlandsch geld of wissels.
Dit aanbod veroorzaakt een daling van de waarde van
den gulden.
Nani• mijne meening zou in ons land het loslaten
van den gouden standaard op zichzelf leiden tot een
verminderde waarde van den gulden.
Aan die daling is echter een grens gesteld.
Als de gulden daalt, kunnen cle goederen in Neder-
land voor een lageren goudprijs worden voortge-
bracht, wordt dus de productie gestimuleerd. Er wor-
den daardoor minder goederen ingevoerd en meer
goederen uitgevoerd, waardoor de -ciruic op den gul-
den vermindert. In de inflatie zelf is het middel tot
herstel van de handelsbalans aanwezig en daardoor
ook het middel ‘tot handhaving van den gulden tot
een zeker peil. Bovendien kan de regeering door ‘het
stichten van een stabilisatiefonds zorgen, dat ge-
wenschte grenzen niet overschreden worden. Dit sta-
bilisatiefonds kan goud of fondsen verkoopen als de
gulden te laag daalt en knopen als hij te hoog stijgt.
– Bij het loslaten van den gouden standaard zon in
öns land dezelfde toestand intreden als in Engeland
en de Scandinavische htnden, men zou een waarde
van den gulden krijgen, die -door den Staat werd ge-
ontroleerd.
Dat in werkelijkheid het schommelende Pond een veel stabielere goederen waarde heeft vertoond dan
onze volwaardige gulden, blijkt wel uit •de groothah-
delsprijzen in Engeland en Nederland sedert Sep
tember 1031., de m-aand, waarin -het Pond los werd
gemaakt van het goud.
496
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Juni 1933
1-let indexcijfer van deze groothandeisprijzen
varen:
In Engeland
in vergelijking met 1927:
September
1931
………………
65.1
Eind December
1931
…………..
65.3
April
1932
…………………..
62.7
April
1933
…………………..
59.8
in Nederland in vergelijking met 1933:
1931 ————————–97 1932 ————————–79
April
1932 ……………….
……
80
April
1933
……………………..
71
in Engeland daalden de groothandelsprijen in
ponden, ondanks de muntdevaluatie nog van 65.1 tot
59.8, dus met 8 pOt.; in Nederland daalden ze van 91
tot 71, dus met 25 pOt. De goederenwaarde van het
Pond is nog iets gestegen sedert 1931, de goederen-
waarde van den gulden steeg driemaal zooveel. Waar
de waardemeter zelve constant moet zijn heeft het
Pond dus beter aan dien eisch voldaan dan de Gul-den; de Gulden is meer ,,vervalscht” dan het Pond.
De houding van Nederland op de aanstaande In-
t ernationale Econo?n ise.he Conferentie.
Uit het jaarverslag van De Nederlandsche Bank
kan de houding van de Nederlandsche delegatie naar
de Economische Conferentie of althans de houding
van Mr. Trip min of meer worden afgeleid.
Deze zal hierin bestaan, dat men streeft naar sta-
bilisatie der valuta’s. Hierbij zal verder gezocht wor-
den naar een juiste keuze van de pariteit,
welle de
van het goud losgeraakte landen
aan hun terugkeer
tot den gouden standaard ten grondlag zullen leggen.
De stabilisatie geschiedt clan in elk geval i66, dat
de Franc, de Lire, het Pond, de Kroon en de Dollar
op een peil zullen worden gestabiliseerd, dat veel
lager is dan voor den oorlog, terwijl de gulden, naar
het schijnt, onveranderd zijn goudwaarde zal be-
houden.
Landen, clie hun concu rrentiemogelijkhei.d ver-
hoogd hebben door muutdevaluatie, zullen deze voor-
deelen mogen behouden, terwijl Nederland dit voor-deel opgeeft. Eveneens zullen landen met onoverko-
melijk hooge tari.efmuren hunne tarieven voorloopig
mogen behouden, terwijl Nederland geen nieuwe ta-
rieven zal mogen invoeren.
is dit de opvatting van onze afgevaardigden naar
genoemde conferentie dan zullen ze m.i. het Neder-
landsche belang niet dienen. Dan wordt dit belang
opgeofferd aan de minder loyale en meer egoïstische
politiek van de andere naties. Dan zal Nederland de
rol vervullen van den man die de klappen krijgt.
Het zal zich op economisch gebied niet voldoende en
niet tijdig kunnen herstellen.
Het is zonder twijfel toe te juichen, dat gestreefd
wordt naar stabilisatie der valuta’s, maar er is geen
enkele reden, die aanleiding geeft de gulden te sta-
biliseeren op 100 goudcentén, het Pond op pl.m. 800 goudcenten en de Dollar op pl.m. 200 goudcenten.
De verhouding der economische toestanden in Ne-
derland, Engeland, Amerika geeft hiertoe geen aan-
leiding. Als onze afgevaardigdén hiertoe hunne mede-
werking verleeneri zullen zij zonder twijfel worden
toegejuicht, maar zullen zij aan ons bedrijfsleven een
zwaren slag toebrengen.
De Groninger Mij. v. Landbouw behoort zich hier-
tegen m.i. te verzetten en ik zou het een daad achten
van wijs beleid, indicn zij aandrong op een zoodanige
devaluatie van den gulden, dat de vroeger bestaande
verhouding tot Dollar en Pond eenigermate werd her-
steld. De
wijze,
waarop deze devaluatie zal moeten
plaats hebben ken zij gerust aan de regeering over-
laten.
WTaar
de regeering de gulden thans kan hand-
haven op een abnormaal hoog peil, kan zij hem zeker handhaven op een lager peil.
Langs den weg van bescherming en loonsverlaging
alléén kan men landbouw, industrie en reederj niet
redden indien de goudwaarde van onzen gulden, in
tegenstelling met die van de munt in andere landen,
het vooroorlogsche niveau behoudt.
RAPPORT DER COMMISSIE VAN ADVIES TNZAKE VERSTREKKING VAN STEUN IN NATURA.
Door den Minister van Binnenlandsche Zaken
werd d.d. 27 September 1932 bovengenoemde com-
missie, onder voorzitterschap van den heer J. M. J.
H. Lainbooy, ingesteld, ,,aau welke werd opgedragen
een onderzoek in te stellen naar het vraagstuk van
eventueele verstrekking in natura aan ondersteunde
werkloozen, enz.” Het rapport dezer commissie mocht
thans verschijnen. Achtereenvolgens hoop ik te be-
handelen de probleemstelling, de voorgestelde oplos-
sing en de technische uitwerking van de voorstellen
der commissie.
Van een probleemstelling, waarbij de economische
desiderata dan op den voorgrond dienden te staan,
is in het rapport heel weinig te vinden. Mijns in-
ziens had de commissie moeten beginnen met een uit-
eenzetting van de wijzigingen, welke in onze econo-
mische structuur hebben plaats gevonden, en nog
steeds plaats vinden. Hierdoor zouden de oorzaken
van de groote werkloosheid belicht zijn geworden; de nauwe samenhang met de storingen in ons pro-
ductie- en distributie-apparaat zou
duidelijk
zijn ge-
worden.
Vervolgens zou de beïnvloeding van ons econo-
misch leven door cie distributie in natura aan de
orde zijn gekomen en zou het geheele complex van
de hiermede samenhangende problemen zich automa-
tisch aan de aandacht der commissie opgedrongen
hebben. Thans is het vraagstuk in zijn geheel aan
de aandacht der commissie ontgaan. Broksgewijze vindt men thans hier en daar enkele met dit vraag-
stuk samenhangende feiten besproken.
De commissie concludeert bij meerderheid van
stemmen, dlat de allervoornaamste oorzaak van over-
l)rOductie van landbouwartikelen gelegen is in de
belemmering van den uitvoer. Wat er verder met onze agrarische productie moet en kan gebeuren,
daarover bekommert de commissie zich niet, waar-schijnlijk omdat dit buiten haar opdracht valt. De meerderheid der commissie is van oordeel, dat
het gebruik van agrarische producten slechts zeer
weinig zou worden bevorderd door het afnemen van
deze goederen voor steuntrekkenden verplicht te
stellen.
Deze conclusie der commissie, waarvoor de bewijs-
voering helaas ontbreekt, is mi. onjuist. Er wordt wel degelijk door dé overgroote meerderheid der
steuntrekkenden veel minder geconsumeerd dan nor-
maal.
lid
zal probeeren de onjuistheid van dit oordeel
der commissie te bewijzen door vergelijking van een
budget van een ambtenaar en een arbeider met dat
van een verklooze. Dit is mogelijk door het onder-
zoek, dat het Statistisch Bureau der Gemeente ‘s-Gra-
venhage in October 1932 naar de uitgaven van werk-
]ooze gezinnen heeft ingesteld.
iledragen iii ednten per gezinseeuheid per week uitgegeven. Ambtenaar Arbeider Werklooze
1)
Brood beschuit, grutterswaren
75
801%
66
Melk, kaas en eieren
691%
60
42
Vleesch ee visch ———
70
401%
32
Boter, margarine, vet en oliën
621%
53
45
Koloniale varen, enz.
801%
561%
415
Aardappelen
————151%
18
14
Groenten eu fruit ——–
381%
261%.
23
Totaal eetwaren en dranken 419
339
264 (257)
Kleeding en schoeisel
– . – – 136
65
1
%
58 ( 31)
Eluishuur ……………
232
1521%
176
Overige posten ———-
572
2781%
203
(1761%)
1.359
8351% 702 (656)
1)
])e cijfers tusscheu haakjes zijn de bedragen zonder
mederekening van de waardle der schenkingen in natura.
Vleesch, visch en eieren kunnen deze menschen
zeer weinig of in het geheel niet koopen, wordt over
het algemeen weinig door de werkloozen geconsumeerd.
De verdere consumptie van levensmiddelen is gering
en ligt ver beneden het gemiddelde van die der ge-
heele bevolking. 58 cent per week voor kleeding,
enz. . is eveneens veel te weinig. Er wordt door de
21 Juni 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
497
steuntrekkenden in behoeftige omstandigheden ge-leefd, ondanks cle groote offers, welke de gemeen-
schap zich voor hen getroost. 1-let oordeel der commis-
sie, dat de afname van levensmiddelen door steun
trekkenden niet voor belangrijke vermeerdering vat-baar is, berust op onbekendheid met de
g
eiten.
De commissie voelt er voor – iii afwijking van
haar plan – ,,de op de veilingen en markten onver-
koopbaar blijkende produ eten tegen gered uceerden
prijs voor werkloozen ter beschikking te stellen”,
men acht evenwel ,,de mogelijkheid niet uitgesloten,
dat de opbrengst van de normaal in den handel te
brengen producten ongunstig wordt beïnvloed.”
Dit is vrijwel alles, hetgeen de commissie ons in-
zake het uitermate belangrijke probleem van een mo-
gelijke verstrekking van levensmiddelen in natura
weet te vertellen.
Gaan wij de huidige ontwikkeling na, dan kunnen
wij de volgende feiten constateeren:
de buitenlandsche belemmeringen van ouzen uit-
voei doen een belangrjk overschot van agrarische
producten ontstaan,
de Regeering steunt verschillende groepen agia-
rische producenten, om. door middel van binnen-
landsche accijns, waardoor de bi nnenlandsche afzet
ook beperkt ‘ordt,
het steuntrekkende deel van ons volk wordt on-
clervoed de rest van ons volk I)eperkt zijn consump-
tie, terwijl in het buitenland vaak gedumpt wordt en
verder een deel van de kostelijke levensmiddelen wor-
den vernietigd.
De commissie is helaas niet tot een oplossing van
het haar voorgelegde probleem kunnen komen. Mijns
inziens is de behandeling van het agrarische vraag-
stuk geheel. onvoldoende. Wij hadden een constructief
plan verwacht, waarbij de maag van den werklooze
de destructor zou vervangen. Ilelaas, niets van dit
alles!
Onze agrarische productie zal vroeg of laat weder
in een positie verkeeren, dat vraag en aanbod in
evenwicht komen, de consument zal dan wederom de
productiekosten van onze agrarische producenten be-
talen. Voorioopig is hiervan geen sprake, het pro-
ductie-apparaat is veel te groot voor de beperkte af-
name. Door het stellen van richtprijzen hij de groen-
ten, met vernietiging van datgene,’ hetwelk de richt-
prijs niet haalt, door productieheperking
bij
de var-
kenshouderij, doet men een en ander, om deze doel-
stelling te benaderen.
Intusschen zal men een vrij langdurige overgangs-periode moeten meemaken, gedurende welke cle be-
stemming van de overproductie onzer agrarische pro-
d uctietakken groote zorgen baart. Een organisatie,
welke het aanbod op de vrije markt regelt door het
uit de markt nemen van groote quanta levensmidde-
len ten behoeve van de steuntrekkenden, zou een
uiterate nuttige functie in ons econodnisch leven
kunnen vervullen. Immers, de agrarische producen-
ten zouden in de overgangsperiode naar kleinere pro-
ductie van het te groote aanbod kunnen worden ver-
lost door deze hoeveelheden aan de gesteunden ter
beschikking te stellen. Inplaats van de gevreesde
ongunstige beïnvloeding van de opbrengst der nor-
maal in den handel te brengen producten, zal deze
regeling de opbrengsten stimuleeren. De Commissie
meent echter, de Regeering ,,te moete.n ontraden zelf
eenige distributie ter hand te nemen.”
In zake de verstrekking van kleeding en schoeisel zal ,,dankbaar gebruik moeten, blijven gemaakt van
de diensten van de crisiscomité’s”. Veel verder komt
de commissie met haar beschouwingen over deze arti-kelen niet, nog daargelaten, dat de de crisicomité’s ten
dienste staande geldmiddelen. ten eenenmale onvol-
doende zijn, om ook maar eenigermate te ‘voorzien
iii de behoefte. Wat de gesteu.nden zelf voor verschaf-
fing van kleeding, schoeisel en dekking kunnen he-
teden is, zooals ik hiervoren aan de hand van een
werkloozenhudget mQch’t aantoonen, u.itermate mi-
niem. ‘Terschaffing van deze artikelen in een of an-
deren vorm heeft dus geenszins verstoring van het
bestaande distributie-apparaat tengevolge, aangezien
de eigen gelcochte consumptie momenteel minimaal
is. De commissie gaat deze aangelegenheid verder
evenwel voorbij, behoudens bovengenoemde vriende-
lijke opmerking in de richting der crisiscomité’s,
waarmede evenwel geenszins de bestaande problemen
zijn aangeduid en nog veel minder opgelost.
Wij vragen ons thans af, op Welke wijze kan doel-
treffend voorzien worden in de behoeften aan klee-
ding, schoeisel, dekking en eventueel verder huis-
raad. De wijze, waarop de valide maatschappij hierin op afdoende wijze kan voorzien, ‘hierin zoo mogelijk
gesteund door arbeidsprestaties van de werkloozen
zelf, vraagt onze aandacht. Niets vinden wij hier-
over in het rapport der commissie. Toch is dit, naast
de levensmiddelen distributie, een der kerupunten van het vraagstuk.
Gezien de noodzakelijke beperking van onze agra-rische productie en de groote achteruitgang van onze verkeersindustrieën is een stimulans voor onze op de
eigen consumptie gerichte industrieën van vorenge-
noemde producten noodig tot herstel van ons na-
tionaal productie-apparaat. Voorheen stonden deze
industrieën tamelijk op den achtergrond, de export
van agrarische producten, belangrijke diensten, door
onze verkeersindustrieën aan het buitenland bewe-.
zen, werden beter betaald dan onze op eigen con-
sumptie ingestelde industrieën. Thans is dit veran-derd, meer dan, ooit moet onze productie van klee-
d.ing, schoeisel, dekking, enz. de binnenlandsche con-
sumptie zooveel mogelijk kunnen dekken. Nog steeds
wordt ons land overstroomd met goedkoope buiten-
– landsche artikelen, valutadumpipg, uitvoerpremies,
heschikbaarstelling van goedkoope ,,Sperrmarken”,
enz., enz., zijn de middelen, welke hiertoe dienen.
En intusschen demoraliseeren 300.000 h 400.000
Nederlandsche werkloozen, verkeeren met hun fami-
lies, in totaal 1 134 millioen personen, in hehoef-
tige omstandigheden, terwijl onze gemeenschapsf i-
nanciën geruïneerd worden door de steunuitkeeringen.
De productie van kleeding, schoeisel, dekking en
huisraad is niet aan de vindplaats van de grond-
stoffen gebonden, zij kan zich oriënteeren. .naar de woonplaats van den consument, zoodat er geen be-
zwaren zijn, waarom Nederland niet in meerdere
mtte deze artikelen voor eigen consumptie zou gaan
produceeren. De productie ten behoeve van de con-
sumptie van onze werkloozen mag toch wel in de allereerste plaats in Nederland plaats vinden. Dat
wij vroeger deze productie in zoo hooge mate aai’i
andere landen overlieteri, vond zijn oorzaak in den
overvloed van ander goed betaald werk, hetwelk
than.s verdwenen is.
De steunverleeningen aan werkloozen zullen dit jaar in totaal 175 ii 225 millioen gulden bedragen.
Omstreeks 40 pOt. hiervan gaat weg aan vaste las-
ten (huren enz.) resteert
f
105 A 135 millioen, de
steunverleening aan de agrarische producenten be-
draagt, zeer globaal geschat,
f
150 miljoen, maakt
in totaal
f
255 â
f 285
millioen voor eten, kleediug,
schoeisel en dekking. Met een gedeelte van deze be-
dragen kan gewerkt worden ten bate van het herstel
van ons productie-apparaat, regelend kan opgetre-
den worden ten aanzien van de beperking van OnS agrarisch productie-apparaat, stimuleerend kan ge-
werkt worden ten behoeve van de op de binnenland-
sche markt ingestelde industrie en van de productie
van den verklooze voor den werklooze. De crisiscomi-
té’s kunnen, mits zij goed georganiseerd zijn, hij dit
werk leiding geven, wanneer de hiertoe noodige gel-
den, welke thans in den vorm van steungelden en
H
toelageri op ‘ agrarische producten worden besteed,
hun gedeeltelijk ter beschikking worden gesteld.
Voostllen, welke deze strekking hebben, zijn dezer-
zijds uitgeWerkt en zullen te zijner tijd gepubliceerd
worden. Ik volsta thans met een aardig voorbeeld van
498
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Juni 1933
de wijze, waarop het Haagsch Orisiscomité de werk-
boze schoenmakers voor de gesteuncien laat werken.
liet schoeisel van cle meeste gesteunden en van
Ii mi huisgenooten verkeert in erharmelijken staat, zij
koopen stukjes leer en repareeren zelf, of, als zij
heelemaal geen geld meer kunnen missen, spijkerc
–
n
zij stukjes blik en wat dies meer zij op hun zolen,
waardoor zij veelal hun schoenen verknoeien, terwijl
velen met groote gaten in hun zolen loopen. lIet
Haagsch Crisiscomité verschaft nu leder en fourni-
turen en verleent een bijslag
01)
cle bonen van cle
schoenmakers, met als resultaat, dat de werklooze
tegen geringe vergoeding behoorlijke zolen onder zijn
Ichoenen heeft, de schoenmaker werk heeft en niet
hij maatschappelijk huipbetoon behoeft aan te klop-
pen. Dit is slechts één voorbeeld uit de vele moge-
lijkheden, welke zoowel plaatselijk als landelijk zijn
te scheppen.
Binnen liet kader van een rationeele omzetting van
ons productie-apparaat kan dus de thans latente
koopkracht van den werklooze, op gang gebracht
door een kleine geldelijke stimulans van buiten, een
factor van groote beteekenis worden voor de bestrij-
ding van de werkloosheid. –
Dc commissie is ook deze mogelijkheden voorbijge-
gaan, waarschijnlijk, omdat ook dit niet tot haar
competentie behoorde, doch is tenslotte gekomen met
een plan, hetwelk zeer zeker niet tot haar competen-tie behoorde.
Zij
wil hons uitgeven van
25
cent,
waarvoor den gesteunde bij de uitbetaling van zijn
steun 24 cent in rekening wordt gebracht, de win-
keli ers, huiseigen aren, spoorwegen, gas-, electri ci –
teit-, waterleidingbedrijven, ccl. moeten deze hons in
betaling nemen en ontvangen hiervoor 22 cent. Zij
geven dus 12 pOt. korting, waarvan de fahrikau.t
•
4 pOt. moet dragen. Wat dit systeem met distributie
in natura te maken heeft, is mij niet recht duidelijk.
Bovendien is de praktische toepassing van dit sys-
teem niet mogelijk. hoe zal men bv uitmaken, welk
gedeelte, van hetgeen de winkelier van een bepaald
artikel van een fabrikant betrokken heeft, door steun-trekken den is afgenomen. De goedgunstige fabrikant
mag op al zijn leveringen korting geven, cle minder
gbedgunstige doet er niet aan. De buitenlander doet
er heelemaal niet aan. Wie neemt diens korting voor
zijn rekening, zeker de importeur?
De bruto-winst op de artikelen is zeer verschil-
lenci, er zijn bv. sigaretten, waarop door den winke-
lier slechts 10 pCt. bruto winst wordt gemaakt, dus
minder dan de geheele kotirig. De algemeene on-
kosten van de verschillende bedrijven, zijn zeer uit-
eenloopend.
Wat, moet de verhuurder, voor wien 12 pOt. van
de hu.0 i
–
dikwijls zijn geheele winst en meer uitmaakt,
met zijn 4 pCt. fabrikantenkorting doen? Mag hij
hiervoor hypotheekrentekorting krijgen, grond- en
straatbelasting voldoen?
De korting, welke op cle tarieven van overheids-
en semi -overheidsbed rijven verlangd wo rcl t, heeft
slechts steunvergrooting tengevolge ten laste van de
publieke kas.
In de uitvoering van dit plan der commissie zie ik slechts een verdere ontwrichting van het thans
nog functioneerende gedeelte van ons economisch
leven. Geheel willekeurig wordt. een bepaalde groep
producenten en distrihuanten, inzonderheid de han-
cl eldrijvende mid denstan cl en de huiseigenaren, op-
nieuw belast, terwijl au een stimulans van den om-
zet niet van beteekenis sprake is.. 1-let stelsel zal
bovendien vrij kostbaar zijn, niet het minst door de
nieuwe administratieve werkzaamheden, welke aan
fabrikant en distrihuant worden opgelegd.
Mijn conclusie is, dat de resultaten van het werk
der commissie niet aan de doelstelling hebben beant-
woord, doch dat desalniettemin de: distributie in
natura van levensmiddelen met den meest bekwamen
spoed ter hand dient te worden genomen, terwijl
lroductief werk van werkloozen ‘ten behoeve van
werkboozen eveneens dient te worden georganiseerd,
eventueel door cle crisiscom ité’s, met besch ikbaarstel-
1 ing ten behoeve van dat werk van cle daardoor vrij-
komend e steu ngelclen. Onze gesteuri den moeten wer-
ken, zij en hun gezin moeten voldoende voedsel, Idee-
ding, schoeisel en dekking ontvangen, en dat allec
lijkt ons, hij ccii goede organisatie, gepaard gaande
met een vermi nrlering van cle publ ielce lasten, voor
verwezenlijking vatbaar.
Dr. A W. Scf11p1’ic11.
DE RIJKSMIDDELEN OVER MEI 1933.
De resultaten van de Rijlcsmidcleien over een reeks
van maanden, clie achter ons ligt, hebben ons zoo-
vertrouwd gemaakt niet ongunstige uitkomsten, dat
een middelenstaat als die over Mei ji., welke ccii
achteruitgang van ,,slechts”
.f
1.920.800 aangeeft,
te rwijl de gemi cl cl dcle iii aandl ram ing met iii et -iii i ncler
dan
f
3.970.700 werd overtroffen, een bevredigenden
indruk maakt. Hierbij wordt dan even over liet hoofd
gezien, dat de totale opbrengst der middelen over
die maand, welke
f
35.819.900 bedraagt, voor ccii
deel uit ontvangsten bestaat, welke het vorige jaar,
toen de maand Mei
f
37.740.700 ophracht, nog niet
werden geheven. De maandopbrengst moet, wil een
juiste grond voor vergelijking worden gevonden, ver-minderd w’orden met
f
988.300 aan opcenten op de
invoerrechten, met
f
44.000 wegens opcenten op den
accijns op hier en met
f
672.400, welke de opcenten
op den suikeraccijns hebben opgeleverd, of in totaal
niet
,f
1.704.700. Het op deze wijze gecorrigeerde be-
drag der inkoisten blijkt dan
f
3.625.500 minder te
zijn dan in dezelfde maand van het vorige jaar werd
ontvangen, terwijl de eveneens gecorrigeerde gemid-
delde maandraming met
f
4.165.900 wre
r
d overtrof-
fen. Ook na deze herziening der in den maandstaat
voorkomende bed ragen blijkt dus liet resultaat niet
onbevredigend in vergelijking niet de voorafgaande
maanden van het loopende jaar. Viel over die maan-
den telkens te constateeren, dat slechts enkele nijd-
delen een hoogere opbrengst hadden geleverd dan
het vorige jaar, ditnmaai hebben niet minder clan
tien middelen op deze wijze tot het maandresultaat
medegewerkt, nl. de grondhelasting, de rechten
0
den invoer, het statistiekrecht, de zoutaccijns, de ge-
slachtaccijns, de wijnaccijns, de rechten en boeten van
zegel, de successierechten, de domeirien en de loods-
gelden. De rest der middelen liep in ontvangst-terug.
De totaalopbrengst van de eerste vijf maaiden
van 1933 beliep
f
159.089.000, d.i.
f
18.208.500 min-
der dan in het correspouideerende tijdvak van 1932.
lIet nacleelig verschil ten opzichte van- cle raming
l)edlroeg
f
156.700. Schakelt men ook hier den in-
vloed der nieuwe middelen uit, dan stijgt het nadee-
lig verschil tegenover 1932 voor wat betreft de op-brengst tot
,f
27.674.000, terwijl vergeleken met de
raming slechts
f
122.300 minder werd ontvangen. In tegenstelling met de vorige maand gaf de grond-
belasting thans een vooruitgang te zien en wel met
f
77.900. Zooals vanzelf spreekt, is hierin geen wer-
kelijke verbetering te zien; de hoogere ophrengt is
kennelijk het gevolg van het inhalen van eenigen
achterstand. Hierdoor werd de gemiddelde maand-
raming met
f 281.900 overschreden. Het surplus
over vijf maanden bedraagt
f
130.500, terwijl het
telcort, dat tot nu toe tegenover de raming bestond,
deze maand verkeerde in een overschot van
f
161.200.
Dit middel blijft zich derhalve goed handhaven. Met de inkomstenbelasting blijft het, zooals trou-
wens te voorzien ivas, treuriggaan. Ook deze maand
geeft weder een groote daling. Deze beloopt thans
.f
2.693.600, terwijl de opbrengst f9.235.500 bedroeg.
Weliswaar is dit meer dan het dubbele van de ge-
middelde hiaandraming en wordt 5/12 van de jaar-
raming door de ophj-éngst met
f
12.470.200 overtrof-
21 Juni 1933
ECONQMISCH•STATISTISCHE BERICHTEN
499
fen, doch daartegenover staat, dat deze opbrengst
over vijf maanden
f
9.821.400 bij het vorige jaar ten
tcht’er is gebleven. Zooals reeds vroeger werd opge-merkt, komt de teruggang geheel op rekening van de
lagere kohierbedragen voor het loopende belasting-
jaar.
De teruggang van
f
404.600, welke deze maand bij
de ve.rmogensbelas ti ng moet worden geconstateerd,
overtreft nog die, welke de voorafgaande maand viel
waar te nemen. De inkomsten over vijf maanden zijn
f
1.422.200 minder clan in 1932, terwijl de raming
over een gelijk tijdvltk met
f
1.540.300 werd over-
troffen. De lagere ontvangsten bij dit middel zijn,
evenals bij de inkomstenbelasting, een gevolg van cle
lagere kohierhedragen, die den invloed van de crisis
weerspiegelen.
Dc dividend- en tantièmebelasting geeft een klein
nadeelig verschil tegenover Mei 1932 (van
f
50.300).
Dat de achterstand bij cle gemiddelde raming over
vijf maanden reeds
f
2.042.400 bedraagt, maakt niet
veel uit. Erger is, dat het nadeelig verschil met het-zelfde tijdvak van 1932 thans reeds tot
f
858.800 is
opgeloopen. Hoewel te voorzien was, dat de slechte
bedrijfsresultaten van handel en nijverheid dit mid-
dcl in zeer belangrijke mate zouden drukken, is
laatstgenoemd bedrag over een tijdvak, waarin de
cli videnden en tantièmes van verschillende groote
ondernemingen nog geen invloed hebben kunnen uit-
oefenen, wel zeer groot.
Nadat over cle maanden Februari, Maart en April
steeds een teruggang itt de invoerrechten viel waar
te ‘nenen, geeft Mei een stijging van
f
814.600. Hier-
bij moet echter in het oog worden gehouden, dat de
opbrengst over Mei 1932 onder den invloed stond
van de nawerking der rchtën-verhoogingen op
1 Januari 1932. Over vijf maanden van het jaar 1933
werd
j
5.437.100 minder ontvangen dan in hetzelfde tijdvak van 1932, terwijl het nadeelig verschil teged-
over de rami1g voor vijf maanden
f
5.421.000 he
draagt.
De opcenteu op de rechten op dec invoer hebben
f
988.300 opgebracht, d.w.z. niet onbelangrijk minder
dart in de voorafgaande maanden valt 1933, toert de
maandopbrengst geregeld meer dan
f 1.000.000
be-
droeg (over Maart zelfs ruim
,f
2.000.000). Dit be-
hoeft niet te verwonderen, daar de invloed van de
navorcleringen op dezen post geleidelijk zal afnemen.
Toch is ook ditmaal het 1/12 der raming nog over-
schreden en wel met
f
113.300. Het voordeelig ver-
schil tegenover de raming voor vijf maanden is hier•
niede gestegen tot
f
2.597.000.
1-Jet statistiekrecht, dat van Maart 1930 af gere-geld minder heeft opgeleverd dan in cle correspon-
decrende maanden van het voorafgaande jaar, wijst
thans een, zij het kleinen, vooruitgang aan (van
.f 6.600):
Hoewel uit den aard der iaak moeilijk valt aan te geven, waardoor deze vooruitgang is veroor-
zaakt, kan hij een gevolg zijn van de prijsstijging van
eenige grondstoffen, waarbij clau in cle eerste plaats
aan ijzer moet worden gedacht.
De zoutaccijns nam toe met
f
3.000, de geslacht-
accijns, als gevolg van
stijging
der veeprijzen, met
f
7.2.100. De wijnaccijns was
f
1.100 beter. De gedis-
tilleerclaccij.ns liep weder terug, thans met
f
269.300
als gevolg van verminderd gebruik. De daling hij den bieraccijns ad
f
653.200 moet geweten worden aan
het minder aantal hrouwsels in Februari jl., gevolg
van de v66r 1. Januari 1933 gemaakte voorraden. De
opcenten op dezen accijns brachten
f
44.000 op. De
suikeraccijns leverde een bate van
f
3.403.700 en
bleef daarmede.
f
1.277.600 beneden het vorige jaar.
Deze vermoedelijk tijdelijke inzinking wordt ver-
klaard door de vorming van voorraden in December
jl. met het oog op de r. opcentenheffi.ng
. 1
–
let gun-
stige resultaat van de eerste twee maanden is door
de daaropvolgende meer dan teniet gedaan. Ook de
opcenteu op dezen
accijns
stellen teleur. Zij brach-
ten het nog geen enkele maand tot ‘de gemiddelde
raming en zijn daarbij over vijf maanden reeds
f2.012.000 bij de verwachting ten achter. De terug-
gang bij den tabaksaLcljns is met inbegrip van het
tekort over i'[ei, dat
f
359.600 bedraagt, opgeloopen
tot
f
2.119.200. Zoowel verminderd Norbruik als
prijsverlaging zijn hiervan de oorzaak.
De belasting op gouden en zilveren werken is,
gehjl
reeds eenige jaren het’ geval w s, ook deze
maand weer lager. De vermindering bedraagt
f
2.900.
De zegelrechten verijeterden niet
f
294.800, in ver-
band met verhoogde beursbcdrijvigheid, terwijl de
registratierechten ditmaal een kleirten teruggang van
,f
5.700 vertoonen. De succassierechten, welke van
het bègin van 1932 af steeds tekorten te zien gaven,
herstelden zich tijdelijk en gaven bij een ontvangst
Van
f
3.148.600 een hoogere.pbrengst van
,f
772.500.
De achterstand bij de raming over vijf niaarcdeu ‘is hierdoor tot
f
957.200 te.ruggegaan. Toch was het-
zelfde tijdvak van 1932 n.og
f
1.705.700 gunstiger dan
het loopende jaar. Zuowel de clomeinen als de loods-
gelden gaven een klein surplus van onderscheiden-
lijk
f
44.200 en
f
11.500. Liet schijnt niet gewettigd
lii erop optimistische conclusies te bouwen. Voor de fondsen moge voor ditmaal naar den mnid-
de.lenstaat worden verwezen.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE EERSTE WEEK VAN DE ECONOMISCHE EN
MONETAIRE WERELDCONFERENTIE.
Men schrijft ons uit Londen:
Aan het einde der eerste week was de stemming
te Londen in financiëêle kringen ten opzichte van
cle besprekingen ter Economische Wereldconfe rerttie
beslist optimistischer dan in liet begin daarvan. Deze
betere stemming was ten dccle een gevol.g van de’
zakelijke wijze, waarop cle Conferentie haar taak
opvatte. Tevens bespeurt men,, dat de weg gebaanci
is voor cle ‘delegaties om de vraagstukken op langen
termijn’ van de agenda aan te pakken door het af-
wenden van de dreigende onrust over de oorlogsschul-
den en over een voortclureuden muntoorlog en door
liet totstandkornen van een gedeeltelijken wapenstil-stand van invoerrechten, welke door gebrek aan vol-
doende deelname waardeloos zou zijn geworden.
Allerwegen wordt erkend, dat lfamsay MacDonaid
lof toekomt voor de krachtige wijze, waarop hij liet
presidentschap waarneemt en op stiptheid en be-
knoptheid aandringt. Hierbij werd hij zoowel ,door
liet Bureau als de leiders van de verschillende dele-
gaties gesteund, wier eerste beschouwingen slechts
drie dkgen duurden.
Zooals onvermijdelijk was, hebben cle benoemingen
van voorzitters en vice-voorzitters der Commissies
in sommige kringen ontevredenheid gewekt, zoowel
om nationale en particularistische, als om persoon-
lijke recleneni. In Londensche zakenkringen is men
evenwel van meening, dat zij waarschijnlijk een
vlugge en afdoende behandeling van de verschillende
vraagstukken zullen vergemakkelijken. Nu deze voor-bereidende werkzaamheden zijn verricht, kan de Con-
ferentie aan liet werk gaan. De teleurstelling, die
zich openbaarde, toen bleek, dat eenige delegaties,
waaronder die van de
Ver.
Staten, geen volmachten
bezaten oni bindende overeenkomsten aan te gaan, is
nu verdwenen. 1-let feit was tenslotte weinig verras-
send, en er bestaat geen enkele aanleiding toe om te
vreezen, dat deze delegaties niet in liet nauwste con-
tact niet haar regeeringen staan.
In de eerste helft der week waren cle afgevaar-
digden klaarblijkelijk meer met hun lichaam dan met
hun geest bij de Conferentie. Men hield zich, zooals
vanzelf spreekt, meer bezig met. de. Engelsch-Ameri-
kaansche onderhandelingen over cle oorlogsschuide
en niet de eveneens te Londe,n gehouden Conferenties
inzake de valutastahilisatie tussche,u Groot-Brit-
tannië, Frankrijk en Amerika, -. de eene. conferenL
500
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Juni 1933
tie, die van de presidenten der betrokken centrale
bankinstellingen, welke
in
de Bank van Engeland
werd gehouden, besprak de mogelijkheid van een on-
middellijk in te voeren tijdelijke bilaterale overeen-
komst en de andere in Whitehall tusschen de ver-
tegenwoordigers van de schatkisten, hield zich bezig
met een onderzoek naar stabilisatie op laugeren
termijn.
De op effect berekende indiscretie van MacDonald
om’ het verboden schuldenvraagstuk in zijn openings-
rede in te lasschen was, zooals vanzelf spreekt, on-aangenaam voor de Amerikanen, doch werd toege-
juiçht door de vertegenwoordigers van cle Europeesche
landen. Alvorens deze aangelegenheid was opgehel-
derd, zou het voor de Engelsche vertegenwoordigers
klaarblijkelijk niet mogelijk zijn geweest een defini-
tief programma op te stellen, en alvorens de lucht
gezuiverd was, kon er geen goede verstandhouding
heerschen tusschen de twee delegaties, die onbetwist-
baar de hoofdrollen moeten vervullen.
Het aanvaarden door beide partijen van den gul-
den middenweg (een gedeeltelijke betaling) redde het
aanzien van alle betrokkenen. Groot-Brittannië zou
geaarzeld hebben in gebreke te blijven en zou even-
eens geaarzeld hebben de geheele betaling te doen, zelfs voorwaardelijk. Hoewel zijn goudreserves op
papier groot zijn, is de omvang van de buitenland-
sche saldi
01)
korten termijn te Londen gedurende
de laatste 15 maanden sterk toegenomen. De City is
er zich terdege van bewust, dat, hoewel de geld-
stroom naar Londen ten deele uit terugkeerende gel-
den bestaat, een deel ervan ,,gevluchte kapitalen”
vertegenwoordigt, die vroeg of laat weder zullen weg-
vloeien.
Minder voortgang werd gemaakt ten opzichte van
een overeenkomst voor een
tijdelijke
driehoeksstabi-
lisatie van de wisselkoersen. De Amerikaansche ver tegenwoordigers waren klaarblijkelijk bevreesd voor het feit, hoe Wall-street zou reageeren op een beteu-
geling van de daling van den Dollar en hoe het Ame-
rikaansche volk en het Congres in het bijzonder zou
roageeren op een eventueele reactie van de ef fectesi-
beurs. Te Londen verwachtte men geen overecnlcomst
inzake de handhaving van de New-York—Londen—-
Parijs noteeringen op een bepaald niveau. Een der-
gelijke strenge stabilisatie ware inderdaad onnatuur-
lijk geweest en zou te zeei- zijn toegejuicht door de
speculanten op alle beurzen. De gemeenschappeljkc
politiek tot handhaving van de wisselkoersen tusschen
limites, welke ver genoeg uiteen zouden liggen voor
dagelijksche reëele fluctuaties, doch die andei-zijds
dicht genoeg bijeen zouden liggen om elke vrees voor
opzettelijke deviezenmanipulaties weg te nemen, werd
evenwel algemeen toegejuicht. Een dergelijke politiek
komt overeen met die, welke men met succes voor de
Parijs-Lond en noteering heeft ingevoerd.
Men verwacht, dat de fluctuaties gedurende de
Conferentie zich resp. tusschen $4 per . 1 en Fr. 8634
per £ 1 zullen bewegen. De voortdurende herhaling
van de Engelsche Schatkist inzake de ongewenscht-
heid van Britsche aankoopen van Dollars veroor-
zaakte in de City eenige verbazing, daar men aannam.
dat het onmiddellijk gevaar eerder in een depreciatie
van den Dollar dan in die van het Pond is gelegen.
Sommigen verklaren dit aldus, dat de weigering tot aankoopen van Dollars een officiëele meening aan-
duidt, dat het Pond met $4 te hoog gewaardeerd is;
anderen veronderstellen, dat de Schatkist het oog
heeft op de meening van het Congres in de Ver.
Staten ten aanzien van de regeling der schulden en
dat zij wenscht, dat de schijn van een beschikbare
marge voor den aankoop van Dollars wordt vermeden.
Amerika heeft zijn ,,reflatie”-programma nog niet
ontvouwd, maar cle verwijzing van den Heer HuIl
naar de noodzakelijkheid om de koopkracht te doen
stijgen, doet veronderstellen, dat zijn land de leiding
zal nemen bij het bepleiten van een stijging der
groothandeisprijzen door middel van monetaire maat-
regelen. Bij deze politiek zal de delegatie van de Ver.
Staten binnen zekere grenzen worden gesteund door
Groot-Brittannië en Japan.
01)
een tegenovergestelci
standpunt staan Frankrijk en Italië met Polen en
waarschijnlijk ook Duitschland. Alle secties zijn het
eens over de wenschelijkheid van een permanente
stabilisatie op langen termijn, niet slechts van de
betreffende waarden van cle verschillende valuta’s,
doch eveneens van de verhouding tusschen haar
waarden en het goud. Er heerscht echter een aanzien-
lijk verschil van meening omtrent de waardeverhou-
ding tot het goud, hetwelk zoo spoedig mogelijk over-
brugd dient te worden..
Alle volkeren verwerpen het ,,economisch natio-
nalisme”, hoewel de Canadeesche Minister-President
ietwat sceptisch verklaarde, dat de volkeren zouden
doorgaan invoerrechten te gebruiken om hun natio-
nale en ras-aspiraties te beschermen. Aan deze moei-
lijkheden zal kunnen worden tegemoet gekomen door
aanvaarding van methoden, die economische ontwa-
pening kunnen teweegbrengen, doordat de meeste
menschen aanvoelen, hetgeen de Heer Bennett open lijk heeft gezegd. De Britsche en Amerikaansche lei-
ders zullen ongetwijfeld moeilijkheden ondervinden bij
het verzoenen van de politiek van hun eigen landen
met de heminnelijkë gedachten, die zij thans hebben
geuit.
Ten aanzien van de buiteulandsche schulden be-
stond er een natuurlijke neiging van de debi teuren
en crediteuren om zich in tegengestelde kampén te
verdeelen. Het ,,landbouwblok” heeft uniform de
schuldenregel ing op den voorgrond geplaatst. Duitsch-
land uitte de meening, dat de Conferentie allereerst
tot overeenstemming omtrent crediet- en financiëeie
vraagstukken moet komen. Van de zijde der crediteu-
ren daarentegen, verwezen cle Ver. Staten eenigszins
bedekt naar cle mogelijke behoefte aan een reorganisa-
tie van de schulden ten aanzien van bepaalde landen: Italië merkte evenwel op, dat de belegger moest voe
len, dat zijn belangen, die op den duur de basis vor-
men voor den vooruitgang der wereld, werden hehar-
tigd. Chamberlain, die, naaj- het schijnt, de grootste
verwachtingen koestert van de verlichting van lasten
door een
stijging
van het
prijsniveau,
verwees zeer
sympathiek naar de behoefte aan financiëelen steun
voor de zwakkere naties van de
zijde
der sterke sta-
ten met aanzienlijke goudreserves, alvorens men van
hen mocht verwachten, dat zij de controle over hun
wisselkoersen zouden opheffen.
indien wij het werk aan het einde van de eerste
week van de jongste en grootste Economische Wereld-
conferentie resumeeren, mogen wij gerust zeggen, dat
meer werd bereikt, dan eenig deskundig waarnemer
verwachtte. De Conferentie werd onder buitengewoon
moeilijke omstandigheden geopend, terwijl haar be-sprekingen waren overschaduwd door vraagstukken,
welke haar verwachtingen reeds hij den aanvang
dreigden teniet te doen. Deze vraagstukken werden
voorzoover niet opgelost, terzijde gezet. Ter zeifder tijd
u
–
erden dc cynische verwachtingen, dat de ‘Conf e-
renti e zou worden oncierged ompelci in plotseling op-
komen cle overstroomi ngen van welspreken dheid, niet
verwezenlijkt.
Indien men rekening houdt met de natuurlijke terughoudendheid van elke delegatie om al haar
kaarten ineens bloot te leggen, hadden de openings-
speeches veel meer practische waarde dan men had
mogen verwachten. Waar de Conferentie haar voor-
bereidende werkzaamheden in record-tijd heeft ‘ver-
richt, is zij thans in Commissies onderverdeeld, die
de practische politiek moeten bespreken. Het zou tot
niets dienen, te trachten de moeilijkheden, die ng
op den weg van monetaire en economische overeen-
stemming liggen, te verkleinen, maar de ontwikkeling
gedurende de eerste week was bpaald hoopvol,
WERELDVERBRUJIK VAN SUIKER.*)
Zooals men ziet, is de productie van Java voor
1932/’33 opgenornen met 2.751.000 ton. Deze hoeveel-
heid betreft de productie van 1932. De productie van
April tot November 1933, die zooals bekend veel lager
zal zijn, zal in de statistieken van 1933/’34 worden
verwerkt.
Europa:
Duitschiand …………
Tsjecho-Slowakije …….
Oostenrijk ………….
Hongarije …………..
Zwitserland………….
Frankrijk……………
België………………
Nederland ……………
Groot-Brittannië ……….
Polen ………………..
Sovjet-Rusland
0
) ……..
Denemarken ………….
Zweden …………….
Italië ………………
Spanje ……………..
Overig EuropaC) ……..
1931/’32
.
1930/’31
Verbr.
Verbr. Verbr.
Verbr.
in.
p. hoofd in
p.
hoofd
1000 t.
der be.
1000 t. der
be..
volking
volking
inK.G.
.
inK.G.
rnwsuikerwaarde
1.492
23.0
1.690
26.2
396 26.7
401
27.2 200 30.0
195
29.0
93
10.7
114
13.1
183
44.8
183
450
1.018 24.2
1.089
26.0
232.
.
28.7
227
28.2
325
40.5
319
40.3
2.184
47.1
2.268
49.1 332
10.4 372
11.8 1.500a)
9.2
1.650a)
10.8
197
55.1
193
.
544
265
43.0
267
43.5
336
8.1
369
9.0
316
13.7
297 13.0
790
.
96
878 10.8
Totaal Europa
9.859
17.8 10.512
19.1
Azië:
China en Hongkong ……
6ö5b)
1.4
875b)
2.0
Britsch-Indië ………..
4.517
12.5
3.941
11.0
Japan en Formosa …….
922
13.2
905
13.1
Java………………..
402
9.5
395(t)
(c19.5
Overig Aziëe)
………..
578a)b)
5.7
603a)b)
6.0
Totaal Azië ………….
7.024.
.6.9
6.719
6.6
Afrika:
Egypte……………..
108
7J
94
6.3
Unie van Zuid-Afrika
173
19.0
.
173
19.4
Mauritius……………
12
28.1
11
26.1
Overig Afrika ………..
377a)b)
3.0
386b) 3.1
Totaal Afrika …………
670
.
.
4.5.
664
4.5
Amerika:
Vereenigde Staten …….
Hawaï ………………
Portorico en Maagden-
eilanden……………
Cuba………………
Canada …………….
New-Foundland ………
Britsch West-Indië en
Guyana ……………
Fransch West-Indië……
TTnit g
1niifrn.n,,h
5.918
46.9
6.064
48.7
20
49.8
20
51.2
50
31.4
50
31.9
lsOa)b) 40.4
152b)
41.5
428b)
41.8
.
458b)
453
7a)b) 26.0
.
8b)
30.0
44b) 19.4
44
6
) 19.6
.5
.9.8
5
9.8
Republiek
………..
28 .
7.3
29
7.8
Mexico ……………..
200
11.8
211
12.7
Midden-Amerika ……..
86b)
12.2
81b)
11.7
Argentiniëf)
…………
345
29.5
.
385
33.6
Brazilië
…………….
840)
20.1.
850k)
20.7
Peru)
……………..
60
.
9.6
61
9.8
Overig Zuid-Amerika
– . –
204a)b)
8.4
237a)b)
10.0
Totaal Amerika ………
8.385
.
32.6
8.655
34.2
21 Juni 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
501
STATISTIEKEN BETREFFENDE DE PRODUCTIE,.HET VERBRUIK EN DEN IN- EN UITVOER VAN
SUIKER.
Dr. Gustav Mikusch te Weenen zendt ons onder
staande statistieken:
WERELDSUIKERPRODUCTIE.
in 1.000 metrieke tons ruwsuikerwaarde;
1913/ 1930/
1931/ 1932/’33
’14
’31
’32
Raming
Biet&ti/cer
Europa:
Duitschland ………..
2.716
2.547
1.595 1.090
Tsjecho-Slowakije
1.143
814
630
Oostenrijk
…………
1.680
‘
150 163 165
Hongarije
234
125 103
Frankrijk …………..
797
1.205 874 1.018
België ……………..
230
283 205
264
.
Nederland ………….
231
296
.
172
240
Polen
……………..
–
72
493
417
Sovjet-Rusland ……..
1.740 1.979
1.493
940
Denemarken ………..
144 168
122
1.92
Zwedèn ……………
137
187
144
235
Italië
……………..
330 415
363 319
Spanje …………….
188
322
402
260
Joego-Slavië ………..
6
103
83
85
..
Roemenië ………..
37
182
48
64
Groot-Brittannië
4
479
284
373
OverigEuropa ……….
17
152 100
155
Totaal Europa ………
8.257
10.627
7.480
6.550
Amerika:
Vereenigde Staten, Cana-
da en Argèntinië ……
753 1.266 1.234
1.421
Australië:
Victoria (Maffra)
1
4
6
6
Azië:
Japan, Korea, Manchoerije
Turkije en Perzië …..
4
31
39
49
Totaal bietsuikerpro-
ductie ……………
9.015
11.928
8.759 8.026
Rietsuiker:
Europa:
Spanje …………….
8
22
21
22
Amerika:
Louisiana, Texas en
Florida…………..
283
194
166
247
Portorico
en
Maagden-
•eilanden ………….
336
712
904
805
Hawal
…………….
560
905 933
910
Cuba
… – ………….
2.672
3.214 2.678 2.050
Britsch
West-Indië
en
–
Britsch Guyana ……
251
349
422
461
Fransch West-Indië
81
62
77
66
Haïti enDom. Rep.a)..
107
390
459
450
Mexico …………….
161
293
260 200
Midden-Amerika …….
59 .
126
112
101
Perub) ……………..
179 391
409 380
.Argentiniëb) ………..
278
382
346 348
Brazilië ……………
203
937
975 900
Overig Zuid.Anierikac) -.
44
99 117 99
Totaal Âmerika ……..
5.214 8.054
7.858
7.017
Azië:
Britsch-Indië ……….
2.678
2.923
3.831
.4.690
Javaa) ……………..
1.53]
3.171
3.004
(*2.751
.Formosa en Japan ……
254
932
1.154.
840
Philippijnen
6
) ……….
233 795
999
1.050
Overig Azië …………
323
230
270
270
Totaal Azië …………
5.019
8.051
9.258
9.601
Afrika:
Egypte…………….
69
122
147 127
Mauritius…………..
272
225
167
251
linie van Zuid-Afrika…
84
357
296
326
Overig Afrika ……….
81
182
170.
.211
Totaal Afrika ………..
506
886
.
780
915
Australië:
Queensland en Nieuw
Zuid-Wales ……….
270 545 610
536
Fidji ……………….
.94
93
73
142
Totaal Australië ……….
364.
638 683 678
Totaal rietsuikerproductie
11.11]
17.651
18.600 18.233
Wereldsuikerproductie .
–
20.126
29.579:
27.359
26.259
*) De produdtie 1933 zal
wellicht 1.400.000 ton ruwwaarde
bedragen;
) Excl. de in huisindustrie geproduceerde
suiker;
b) Suiker tel quel;
0)
Excl.
de productie der kleine
molens;
(t) Excl. de in het binnenland verbruikte Muscovadensuiker.
Australië:
Australië(Vasteland)
3]5) 47.7
322b)
49.5
Overig Australië………
82b)22.2
67b)
18.7
Totaal Australië ………
397
38.5
389
.
38.5
Wereld……………..
26.335
13.2
26 939
.13.6
*) Excl. de donkere suiker van de primftiev molens in Azië
en Zuid-Amerika;
a)
Geraamd;
h)
Kalenderjaar 1932, 1931;
C)
mcl. het Aziatisch gebied van Sovjet-Rusland..en Turkije;
(t) 11 maanden; ) Excl. de op de Philippijnen verbruikte Mus
covadensuiker;
f)
Teiquel.. Kalenderjaar 1931, 1930.
502
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Juni 1933
WERELD IN- EN -UITVOER VAN SUIKER.
in 1.000 metrieke tons ruwsuikerwaarde.
Invoer
Uitvoer
1931/ 1930/ 1931/
1930
’32
’31
’32
’31
Europa
Duitschland ………..
20
17
119 431
Tsjeeho-Slowakije
– –
505
570
Oostenrijk ………….
18
68
– –
Hongarije
………….
–
–
57
84
Zwitserland…………
178
178
1
–
Frankrijk …………..
.386
357
306
312
België ………………
71
36 58
74
Nederland ………….
179
90 38
54
Groot-Brittannië …….
2.251
1.872
281 134
Polen ………………
–
–
242
299
SovjetRus1andC) …….
46
41
129
304
Denemarken ………..
63
36
1 1
Zweden ……………
99
86
–
Italië
……………..
5
6 9
10
Overig EuropaC) ………
531
578
21
38
Totaal Europa ………3.847
3.365
1.767
2.311
Azië:
China en Hongkong …..
383b)
698′
)
)
Britsch-Indlië ……….
713
1.147 555)
53
Japan en Formosa
59
265
93
250
Java………………
–
–
1.629
2.144(
1
)
Philippijnen ………..
1′
)
)
1′
)
)
945
744
Overig Azië’)) ……….
548)
579)
65)
67)
Totaal Azië …………
1.704
2.690
2.787
3.258
Afrika:
Egypte…………….
–
9
1
–
linie van Zuid-Afrika
4
5 145
175
Mauritius…………..
–
–
160)
210)
Overig Afrika’
)
) ………
3375)
351
151
159
Totaal Afrika ……….
341
365
457
548
Amerika:
Vereenigde Staten …..
1
–
Hawaï …………….
POtQr1.cp en Maagclen-
2.885
3.174
59
75
eilanden…………
Cuba’
)
) ……………
–
–
2.681
2.715
Canada en New Found-
landb) ……………
401
441
5
8
Britsch
West-Indië
en
•
Guyana’
)
) …………
5 5
368
303
9’ransch West.Indiëb)
– –
84
51
Halti
en
Dominikaansche
Republiek ……….
–
–
439)
3371))
Mexico …………….
–
–
30)
27
Midden Amerika’))
1
2
21
26
•
Argentiniëe)
………..
4
5
4
4
Brazilië’
)
)
…………..
–
–
40
11
–
Perue)
…………….
– –
362
339
•
Overig Zuid-Amerika’)
124) 167)
25)
25
TotaalAmerika ……..
3.420 3.794
4.118
3.921
Australië: Australië (Vastland)’
)
) …
–
–
300) 225)
Overig Australië’)) …….79
63
134
69
Totaal Australië ………79
63
434
294
Wereld…………….9.391 10.277 9.563 10.332
a) Geraamd;
1))
Kalenderjaar 1932, 1931;
C)
Inci. het Azia-
tisch gebied van Sovjet-Rusland en Turkije;
(
l) 11 maanden;
0)
Suiker tel quel; Kalenderjaar 1931, 1930.
AANTEEKENINGEN.
De— ,,veertien punten” van de Internationale
Kamer van Koophandel.
(Conclusies van het rapport aan de Econonsischc en Mo-
netaire Wereldeonferentie te Londen, zooals dit door het
congres te Weenen definitief is vastgesteld.)
De op cle Economische en Monetaire Wereldconfe-
i’eiitie vertegenwoordigde regeeringen nioeter alles in het werk stellen, teneinde op politiek gebied de voorwaarden
voor vrede en vertrouwen te scheppen, welke de onmis-
ba ie basis vormen
voor
elk plan tot economisch herstel.
De regeeringen, die betrokken zijn bij cle quaestie
der onderlinge staatsschulden, icioeten onverwijld er toe
avergaut dezC quaestie als onderwerp van discussie uit te
schakelen.
•
Het is ‘aii het grootste belang weder een bevredi-
gend fuiictio,:ieerend internationaal betaalmiddel tot stand
te biengeii. I)it betaalmiddel moet verzekeren:
5.
de stabiliteit der wisselkoersen;
b. een redelijke mate van prijsstabiliteit, voor zoover de
l)Tiizeil onderhevig zijli aan den invloed van monetaire fac-
toren.
SI)e weralcicoiifercntie moet een beweging ii,leideii tot
algemeenen terugkeer tot een vrije goudvaluta cii wel daar-
door, dat de voorwaarden worden geschapen, waaronder
zulk een valuta bevredigend werken kan. •
IE[et goed functionneeren vaic een vrije goudvaluta hangt.
iiiet slechts van de voorwaarden af, die noodzakelijk zijn
voor het bevredigend wei-ken van elk betaalmiddel – zoo-
als de opruiming vaic handelsbeleninieringen en de verla-
ging der douanetarieven, voorwaarden van de allergrootste
beteekenis voor een herstel van het bedrijfsleven -• maar
ook van tal rijke voorwaarden van techn ischeit aard, clie in
dit rapport vermeld zijn.
Talrijke valuta’s hebben thans schoinmeleude koer-
sen. De betreffende regeeringen moeten er naar streven,
hierin zoo spoedig mogelijk verbetering te brengen. De
de facto
stabiliseeririg der betaalmiddelen is een esseli-
tiëele voorwaarde, niet slechts voor het opheffen der
cleviezencontrôle, maar ook voor het opruimen der haic-
delsbelemmeringen en het verlagen der douanetarieven.
V(ör alles is het noodzakelijk een eind te maken aan den
ivedloop om de waardevermindering der betaalmiddeleim.
De regeeringen moeten overeenkomen orde in de financiën van hun land te scheppen, hun begrooti ngeii in evenwicht te brengen – voornamelijk door verlaging
der uitgaven – en een inflatie onder alle omstandighe-
den te vermijden. Anders zou de uitwerking van een groot
deel van de overige maatregelen tot economisch herstel
geremd of opgeheven worden.
Alle regeeringen moeten er toe bijdragen een prijs-
stijging der grondstoffen te bewerken
cii
wel daardoor,
dat zij, door opheffing van belemmeringen, gunstige voor-
waarden voor dc herleving van dcii wereldhancicl
scheppen.
De oplossing van het probleemit der internationale
schulden moet vergemakkelijkt wordem Daartoe moeten:
de crediteurlanden ccii economische politiek voeren,
die de betaling i’amt schulden •i
ii
den vorm van goederen
cii diensten mogelijk maakt;
de debiteurlanden hun uiterste best doen om beta-
lingsstakingen te voorkomen;
crediteuren en debiteuren in een atmoepheer van goede gezindheid tegenover elkaar staan ten einde elk
geval, waarin een herziening gcwcnscht of onvermijdelijk
is, naar zijn bijzondere omstandigheden te regelen;
te dien einde nationale en internationale organisaties
in het leven wo ide n ge roepen, welke ku nneii optrecleii als
gevolniachtigde vertegenivoord igers van de obligatiehou-ders en de overige categorieën van schuldeischeis;
de bestaande orgaiijsaties benut worden teneinde
het treffen van overeenkomsten tusschen debitenren en
crediteuren te verhaasten; in geval deze lichamen on-
voldoende zouden blijken, moet daartoe een bijzondere
organisatie tot stand gebracht worden;
het makkelijker gemaakt worden, dat geregeld juiste
en volledige statistieken over de kapitaalsbèw’eging en de
sch uldverplichti ngen tusschen cle verschillende landen
samengesteld kunnen worden.
S. In overeenstemming met de vorderingen, die de
oplossing van bovengenoemd probleem zal maken, moeten cle regeeringen hun best doen liet betalingsverkeer met liet
buitenland te bevrijden uit het thans bestaande net van be-
lemmeringen en van clearingovereenkonisten.
Geen moeite mag gespaard worden om te geraken
tot vermindering of opheffing der belemmeringen en be-
perkingen, waaraan tegenwoordig het verkeer, van per-
sonen, goederen, kapitalen en diensten is onderworpen.
In afwachting hiervan moeten de regeeringen overeen-
komen .uit deze belemmeringen geen blijvend element te
maken van hun nationale politiek en zoodoencle nieuw’e
heperkï ngsmaatregelen vermijden.
‘De regeeringen moeten het eens worden over – cle
• dringende noodzakelijkheid, de dounnetarieven terug te
brengen van het bovenmatig hooge peil, w’aarop deze tegen-
ivoordig staan, en over de methoden, welke, deze daling
mogelijk maken. Het is noodzakelijk aan elke nieuwe ver-
hooging der tarieven een eind te maken. Zonder—de-voor-
deden van bilaterale overeenkomsten in twijfel te willen
trekken, gelooven velen, dat, wanneer staten de mogelijk-
heid vinden onderling tariefverlagingen tot stand te breii-
gen, zij daartoe moeten worden aangemoedigd, met macht-
21 Juni 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
503
rienti ug der voorwaarden, welke door den Volkenboncl zijn
aangegeven en welke in dit rapport zijn vermeld. Deze cjuaestie stelt let pi’obleeiii van de eventueele uit-
zoncicringen
O
cle niecstbeguiistigingsclausule aan de orde.
‘elen zijn van meeniug, dat dergelijke groepsgewijze over-
eenkonisten door een internationale conventie omtrent de
uitzonderingen op de clausule ‘zouden vergemakkelijkt wor-
den. Anderen daarentegen blijven trouw aan de methode
der bilaterale overeeukouisten eu
aan
de onvoorwaardelijke
clan sule.
Welke methode echter ook toegepast zal worden, in elk
geval moeten de voorwaarden geschapen worden om de
duuanetarieven
01)
een veel lager niveau te stabiliseeren,
ii. Onder cle tegenwoordige omsta.udighedeii moet een verdere stijging – van de productie van grondstoffen ver-
ineden wordeu, wanneer deze het herstel der prijzen cii
van het bed rijfsleven zou verhinderen.
.1 ndien men door overeenkomsten tussclten procluccit-
ten een sterke ‘overproductie en cle daaruit volgende ver-
storihg van liet evenwicht der prijzen verzwakken kan,
moeten de regceringell het afsluiten van dergelijke over-
eenkonisten bevorderen.
De beleninieri ogen voor het zeevaart- en luchtvaart-
verkeer moeten opgeheven of verminderd worden.
14:
Ook indien het voor de oi’iiinteeri lig
VCII
de nationale
Politiek van elk land nuttig kan wezen, algemeene prin-
(i pes tot bevrijding van cle wereldhuishoi.idi ng en tot
herstel van een gezonden financiëclen toestand
01)
te stel-
len, zoo’ moet toch de werkelijke taak der Economische
cii .linniiciëele Wereldeonferentie – welke, naar wij hopen,
bestaan zal uit van volledige volmachten voorziene gedele-
geerden – daarin bestaiii om, waar dit slechts eeuigszins
mogelijk is, concrete teksten voor internationale overeen-
kunisten op te stellen, welke voor ratifieatic in een na-
bije toekomst in aanmerking komen en een omvangrijk
programma voor het economisch herstel bevatten.
1 idien de conferentie tot zulke overeenkomsten komt,
moet zij teveus ccii garantie voor de doorloopende toepas-
s iii g cii voor de verdere u i twe rki lig van ha ii r rog ranlun ta
scheppen.
Rottérdam in het eerste kwartaal van 1933.
De statistiek, welke de Kamer van Koophandel en
Fjiljrieken voor Rotterdam het licht heeft doen zien
toet ‘betrekking tot handel, nijverheid en verkeer dier
stad in het eerste kwartaal van 1,933, toont voor het
eerst sedert langen tijd eenige stabiliteit in den toe-
stand, zij het clan, dat, alles tezamen genomen, cle ten-
clens nog eer naar beneden clan naar ‘boveii schijnt te
wijzen. Intusscihen steekt er een bemoedigende ge-
dachte in, dat onze stad thans mogelijk op den bodem
ci
dcii put is aangekomen. De verlaging der haven-
gelden, welke nu w’eldra werkelijkheid zal zijn, wordt
dccii wel øp een belangrijk tijdstip .ingevoeid. Meer
dan een mogelijkheid is er intusschen nog niet en
eerst de toekomst zal ku nndn leeren, of wij de eerste
zwaluw hebben begroet clan wel ons ‘met een dood
mnschje hebben verblicl.
liet aan tal der in onze haven binnengekomen zee-
achepen heeft in het eerste kwartaal van 1931,
1932
en 1.933 onclerscheidenlijk ‘bedragen 2742, 2448 en
2319, hun .i nhoud onderscheidenlijk 4.439.124,
3,550.078 en 3.527.512 tons netto. Naar hiernit blijkt, is hetyerlies in aantal ditmaal op de kleinere siiheeps-types geleden. Het aantal der den Nieuwen Waterweg
binnengelcomen zeeschepen met een diepgang van 75
d’M. ‘of
.
meer’ heeft oncierscheidinlijk 594, 31.0 en 319
bQç
.
lragen. Voor het gcheele havengebied in ‘de Rijn-
Maascielta zien ‘wij zelfs een toeneming van de ‘binnen.-
geluopeu tonnage: vergeleken bij het eerste kwartaal
v’an”i932 ier een ‘vermeerdering geweest van
4.376.003 tot 4451.461 ton. Vooral Schiedam en
Viaardingen hebben daarvan geprofiteerd. Met Dor-
cl
rechtfZwijndrecht blijft het daarentegen slecht
gaan. Uit de specificaties ‘blijkt, da-t vooral de erts-
landen, de houtgehieden, het Verre Oosten en de Ver.
Staten in ‘toenemende mate aandeel hiibben in de vaart ‘op Rotterdam. :De afvaarten van geregelde
lijnen zijn weder een stuk minder ‘talrijk dan een
jaar tevoren; het verschil wordt echter meer dan ver-
klaard door den achteruitgang van de af vaarten in
de’ korte vaart.
1-loe de groote concurreerende havens aan de Noord-
zee zich onderling verhouden, kan het best ‘blijken uit
de volgende staten:
Eerste k-war-
13 i nncngekonien’ schepen in
taal -van :
Au’twerpen Nieu’iveVa-rw. G’r.-IEamburg
1930 ………2810
3751
4405
1931 ………2552
3384
4583
1932 ………2355
2959
4408
1933 ………2307
2787
4078
Eerste kavar-
B’in ncn-gekonien tonnage in
taal -van:
Antwerpen Nieuiwe-Waterw. Gr..lTa.mburg
1930 …….4.988.1,97
6.263.699
,
5.298.206
1931 …….4.646.631
5.545.862
5.037.986
1932 …….4.151.922
4.376.003
.
4.565.917
1933 …….4.174.564
– 4.451.461
4.234.534
Deze overzichten ‘scherpel] ons ‘weder, voor zoover clitt nog noodig is, in, dat -wij zwaar verloren hebben,
maar zij leeren tevens, dat nog niets verloren
Regeneratie blijkt mogelijk. Daarbij mag echter niet
vergeten worden, dat de cijfers ‘van den geheelen
Nieuwen Waterweg voor de tonnage (dus de belang
–
rijkste) -gunstiger zijn dan ‘voor Rotterdam alléen.
Op den Rijn is het aantal der beladen scheepston-
nenn afgaande richting ‘verder gedaald, in ogaan-
cle richting niet onaardig gestegen. Het Rotterdam-
sche Rijuvaartverkeer heeft echter niet voldoende ,ï.n
deze winst gedeeld. De Belgische Rijuvaart heeft
dairvan in verhouding meer gekregen.
Wcit liet goederenverkeer betreft, blijken in- e
–
n uit-
voer tel- zee over Rotterdam ‘verder to zijn gedaald,
de doorvoer in ‘beide richtingen gestegen. Alles te-
zamen genomen zien wij voor de groote Noordzee-
havens de volgende uitkomst.- – –
lëerste kwai’
Goede-renver-keer ter zee -in tonnen
taal va-Il :
Antwerpen Niouwe Water,,’. G’r.-:lLirn’liurg
1930 ——— 5.854842
11.242.292
6.559.91,7
1931 …….4.865.091
8.796.346
5.58-1.369
1.932 …….4192.436
5.815.820
4.896.257
1933 …….4.641.315
6.089-335
4.577.721
Ten aanzien ‘van cle belangrijkste cijfers – clie
over het goedierei;l vervoer – blijkt Antwerpen ditmaal
dus het best te hebben geboerd en Groot-Hamburg het
slechtst. Bovendien heeft Antwerpen dit ‘voor dat
het zijn win-st -heeft behaald op stukgoed, althans
voornamelijk, terwijl cle Nieuwe Waterweg meer hout
en erts heeft getrokken. Antwerpen is ook de eenige
der drie havens, waar de uitgaande lading is toe-
genomen, waardoor het zoo “begeerde evenwicht in de
havenhalans bij,o a is bereikt.
Op den Rijn, is liet goederenvervoer ook weder wat
drukker geweest, doch de Rotterdamsche Rijnvaart
heeft daarvan niet naar evenredigheid geprofiteerd.
Haar aandeel op het totale ‘verkeer langs Lohith is
dan ook gedaald ‘van 47,72 pOt. tot 46,21 pOt., dat
van België en Antverpen, gestegen tot de ongewoon
hooge cijfers van 28,09 ‘pOt. en 14,55 pOt. Het Rijn-
zeeverkeer blijft zich voorspoedig ontwikkelen.
Om ten-slotte nog een.s goed te laten voelen, hoever
onze stad ook thans nog van -het doel af is: het aantal
door de havenarheiders gewerkte talcen is gedaald van
732.094 in het eerste kwartaal ‘van 1932 tot 640.800
in ‘het eerste kwartaal van 1,933. L.
De tekst van de Amerikaansche Wet i.z. gecon-
troleerde inflatie.
11 e c t i f i c a t i e. In liet nummer van 17 Mei jl.
hebben wij den volledigen tekst gepubliceerd van het
amendement op de Farm Relief Bill, door Senator
Thomas op 20 April ji. bij den Senaat ingediend. De
definitieve wet is thans verschenen in het Federal
Reserve Bulletin van Mei 1933. Daaruit blijkt, dat
in den door ons gepuhliceerden tekst op verschillende
plaatsen wijzigingen zijn aangebracht. De voornaam-
ste zullen wij hieronder vermelden.
De laatste zin van in (te beginnen met ,,The pro-
visions of” enz.) moet worden vervangen door:
No suspension of reserve requireinents of the- Fedèral
504
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21
Juni 1933
Reserve bauks, under the terms of section 11(c) of the
Federal Reserve Act, necessitated by reason of operations
onder this sectio]l, shail require the imposition of the gra-
duated tax upon any deficiency iii reserves as provided
in said sectiori 11(c). Noi- shail it require any automatic
inerease in the rates of interest or discount charged by
iny Federal Reserve bank as otherwise specified iii that
section. The Federal Reserve Board, with the approval of
the Secretary of the Treasury, may require the Federal
Reserve bauks to take such action as may be ueeessary, in
the judgment of the Boaid and of the Secretary of the
Leasu ry, to prevent u ndue credit expausion.
De eerste zin van de paragraaf ,,Fixing the weight
of Gold Dollar” tot ,,or in the case the government
of the United States” enz. luidt als volgt:
(2) By proclarnation to fix the weight of the gold dol-
lar in grains uine tenths fine auid also to fix the veight
of the silver dollar in grains ilire teuths fine ata defi-
nite fixed ratio in relatioii to the gold dollar at sucli
amounts as 11e finds necessary from his investigation,
to stabilize domestic lirices or to protect the foreigu coni-
merce against the adverse effect of clepreciated foreign
curreucies, and to provide for the unlimited coinage of
such gold and silver at the ratio so fixed.
Verder vervalt § ii van het hoofdstuk ,,Silver Bul-
hou” geheel en moet worden vervangen door de vol-
gende paragraaf.
(a) The President is authorized, for a period of six
months from the date of the passage of this Act, to ac-cept silver in paynient of the whole or any
part
of the
principal or interest now cluc, or to hecome doe within
six months after such date, from any foreign government
or goveroments on account of any indebteclness to the
United States; such silver to be accepted at riot to exceed
the price of 50 cents an ounce in Ijnitecl States currency.
The aggregate value of the silver accepted onder this sec-
tion shail not exceecl $ 200.000.000.
Tenslotte besluit deze wet met eeu nieuwe afdee-
ling No. 46 (de nummers 34, 35 en 36, zijn veran-
clerci in 43, 44 en 45).
Section 46.
Section 19 of the Federal Reserve Act, as ainended, is
amended hy iserting immediately after paragraph (c)
thereof the following new paragraph:
,,Notwithstanding the foregoing provisions of this sec-
tion, the Federal Reserve Board, upon the affirmative
vote of nGt less than five of its members and wjth the
approval of the President, may declare that all enier-
gency exists by reason of credit expansiOlI, and may by
regulation during such emergency luerease or decreasc
from time to tune, in its discretion, the reserve balances
required to he maintaineci against either demand or time
deposits.”
MAANDCIJFERS.
OVERZICHT DER OPBRENGSTEN VAN HET
STAATSBEDRIJF DER P.T.T.
APRIL 1933.
Werkelijke
Meer of minder dan
Omschrijving
opbrengst
Apr. 1933
Apr. 1932 Begrootin3
f
2.943.009
–
f
93.416
–
f
100
.
391
Posterijen
…….
Telegrafie
…….
.,
328.452
–
29.781
–
,,
3.608
Telemonie ……..
.,.
1.950.399
+
69.690 +
,,
1.790
Postchèque- en
Girodienst
. . .
,,
719.714
,.
42.019
—
118.814
Totahen …….
f
5.941.574
f
11.488
+
f
16.614
GIRO-OM ZET BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK
OVERZICHT
DER
RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens)
Mei
Sedert
Overeen-
1933
1
Januari
komstige
1933
periode
1932
Directe belastingen.
Grondbelasting ………..768.737
2.595.351
2.464.860
Personeele belasting
1)
–
–
46.771
Inkomstenbelasting
9.235.465 33.303.589 43.124.985
Vermogensbelasting
1.618.571
5.706.988
7.129.162
Dividend.en tantiSmebel 699.771 2.332.558 3,191.396
In uoerrechtev ………..
6.529.079 26.245.630 31.682.733
Opc.oprechtenopd.inv.2) 988.325 6.971.977 –
Sla tistielcrecht …………..
170.800
780.060
890.031
4ccijnzen
Zout …………………166.552
929.495
1.011.123
Geslacht …………….616.850
2.706.120
2.788.722
Wijn …………………49.504
438.105
674.156
Gedistilleerd ……….2.377.237 12.300.075 13.815.169
Bier ………………..243.060
3.886.219
4.121.766
Opc.opaccijnsopllierS)
44.029
130.584
–
Suiker …………….3.403.692 20.503.860 22.594.374
Ope. op cc. op Suiker 2)
672.417
2.362.985
—
Tabak ……………..1.924.688
9.547.492 12.090.839
Bel, op gouden en zilverw.
51.491
‘259.444
307.541
Indirecte belastingen.
Zegelrechtén ……….
3
1.436.186e 6.099.146e 7.037.347
Begistratierechten .
1.049.453
4.714.428
4.922.931.
Successierechten ……3.148.636 14.042.798 15.748.485
Domein., wegen en vaart
322.529
1.563.655
1.996.407
Staatsloterj …………
16.894
234.822
235.031
Lood.sgelden …………
285.948
1.433.872
1.423.877
Totaal-Generaal.
.1
35.819.914
1
1
59.08
9.
2
531 177.297.706
1)
Met ingang v. h. belastingjaar
1931
wordt de personeele bel, ge-
heven ten bate v. d. gem., zoosat de in dezen staat vermelde bedragen
uitsluitend vroegere belastingjaren betreffen.
2)
Wegens de wijzigingen,
tijdens de behandeling aangebracht in het ontwerp dat geleid heeft tot de wet van
24
Dec.
1932,
StbI.
No. 634,
worden de opcenten op de
invoerrechten en de opcenten op den bieraccijns lager geraamd dan
geschiedde in de toelichting bij de Middelenwet, en worden nieuw
ingevoegd de opcenten op den suikeraccijns.
3
)
–
Hicronder begrepen
f 395.346
wegens zegelrecht enz. (Beursbei).
4
)
f1.385.077.
2)
f1.127.919
HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.
‘crded igingsbelasting
1.324.940
4.764.255
7.402.516
Opcentea:
1.703.808
1.969.730
l’ersoneele belasting
.
–
..
–
8.060
Grondbelasting ……..463.121
Inkomstenbelasting
1.845.133
6.670.728
8.468.894
Vermogensbelasting
887.294
3.135.141
3.929.234
Dividend- en tantiëme.
230.924
769.754
1.053.161
belasting
………..
Invoerr. Zuidvruçhten
145.193
732.588 242.353
Opc.invoerr.opZuidvr
43.558
219.776
–
Accijns op Wijn
33.260 332.236
417.84
Gedistilleerd
237.724
1.230.007 1.381.517
Suiker
333.783
2.036.283
151.373
Tabaksacc. op sigaretten
591.062
2.484.837
2.014.409
Zegelrecht v. buitl. eff.
67.884
362.404 239.376
Totaal…. 6.
2
03.8
7
61
2
4.441.8171 27.278.487
HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS
Wegenbelasting ……….2.035.511
7.686.135
7.624.856
II ijwielbelasting
28.833
129.735
101.248
Totaal ………..2.064.344
7.815.870
7.736.104
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET ,,GEMEENTEFONDS”
Ûemeentefondsbelasting. 95262 35.459.419 42.445.816
Tijd. opc. Gemeentef bel. .
961
961
Opceuten Vermogensbel.
784.725
2.755.728
3.320.783
Tijd. ope. Vermogensbel..
186
186
,
–
Totaal ………..10.638.134 38.216.294 45.766.599
SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, IN
–
KOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1933.
Maart 1933.
II
Maart 1932.
Posten
I
Bedrag
Posten
Bedrag.
Rekltoudcrs
48.3:12 fl.404.747.000
47.086
f
1
.530.155.000
Door 11-bank
plaatselijk
35.562
1.188.073.000 34027 ,, 1.269.075.000
Tol
doen ing
Rijksbelast.1 1.043 •,,
1
0.085.000 1.044
9.816.000
1
DienstJaren Grond-
Inkomsten.
Vermogens-
belasting
1
belasting belasting
1930/31
–
177.053
28.921
1931/32 12.921
1.059.358 178.803
1932/33
727.245 32.064.106 5.498.643 1.855.185
3.072
621
1
1933/34……….
1
Totalen
2.595.351
1
33.308.589
5.706.988
21 Juni 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
505
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
BANKDISCONTO’S.
N d Disc. Wissels.
3412 Mei ’33
e.
Lissabon
….
64
4
Apr.’32
117rach.
Bel.Binn.Eff. 4
12Mei ’33
Londen ……
2
30Juni’32
in R.C. 4
12 Mei ’33
Madrid …….
26 Oct.’32
Athene ……….9
3 Dec.’32
N.-YorkF.1t.lJ. 2425
Mei’33
Batavia ……….
44lOMrt.’SO
Oslo
…….. 342Mei’33
Belgrado
……..
74
20Juli’31
Parijs
……
24
9Oct.’31
Berlijn
……….4
22 $ept-.’32
Praag
……
3425 Jan.’33
Boekarest……..7
3 Mrt. ’32
Pretoria
….
34
15Mei’33
Brussel ……….34
13Jan.’32
Rome ……..
4
9
Jan.’33
Budapest ……..44
17Oct.’32
Stockholm
. .
3
1 Juni’33
Calcutta
……..
3416
Feb.’33
Tokio
….
4.38
17Aug.’32
Dantzig
……..4
12Juli’32
Weenen……
5
23Mrt.’33
.Helsingfors ……54
2 Juni’33
Warschau.
. .
6 20
Oct. ’32
Kopenhagen
. . . .
3
1Juni ’33
Zwits.Nat..Bk.
2 22
J(&n..’31
WISSELKOERSEN.
OPEN MARKT.
1933
17
12/17
6/10
29
Meili
Jun
Juni
Juni
3Juni
1932
13/18
Juni
1931
15/20
Juni
1914
20/24
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
2-1/
4
I14’2
1
/4
112
1
7
18-2
1
14
‘(s
718-I
311_3j
Prolong.
–
13(4
2
2
1 1
214-14
Londen
Daggeld.
. .
I(-I
1
14-
1
14-1
11
4
.1
1
141
‘/2
3
14-2
1
3
14
–
2
Partic.disc.
9
116-
5
18
7
11
1
1
1
2
1
116′
5
133
4
1
1e
8
I4
Berlijn
Daggeld…
43J_51/
47J_511
4118-5lp
43;_57/
5-614
6112-9
–
MaandcId
4
1
1-6
4
1
12-6
4-6
4
1
1-6
5-6
1
/3
–
–
Part, disc.
37/
8
371 371
37j
431
4
7
2
1
1,-
1
1,
Warenw.
. .
4..1/ 4.11
3
4_1j 4_1j
5_1(
7_1/
–
Nea, York
Daggeld
1)
l
1
1
l/
5
_3/
4
2
1
15-
3
j4
I
1
13
3
I4
131.2
,
Partic.dlsc.
5(
Is
ls
1
1 1
–
1)
Koers van 16 Juni en daaraan voorafgaande weken tfm. Vrijdag.
KOERSEN IN NEDERLAND.
–
ala
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Batavla
1
Vork’)
13 Juni 1933
2.03%
8.42%
58.50
9.794
34.774
99s,,
14
1933
2.07%
8.46j
58.80
9.794
34.81
99′
8
15
1933
2.07′
8.43%
58.90
9.794 34.774
99%
16
1933
2.08
7
,
8.43
59.024
9.794
34.77
993,
17
1933
2.07
8.43%
59.05
9.794
34.77
998
19
,,
1933
2.045/, 8.43%
59.-
9.794
34.75
993
Laagste d.w’)
2.01
8.41
58.15
9.784
34.70
99
Hoogste d.w1)
2.09
V
4
8.46
V
4
59.15
9.794
34.821
Muntpariteit
2.4878
12.1070 59.263
9.747
34.592
100
Zwit-
Weenpn
Praag
‘?orka
l:i/oo,,
,%l,,,Irid
Data
rfrzl
est
13 Juni 1933
48.04
–
7.41
1.50
12.98
21.28
14
1933
48.07
–
7.414
1.50
13.-
21.30
15
,.
1933
48.07
–
7.41
1.50
12.984
21.274
16
1933
48.05
–
7.42 1.50
13.01
21.274
17
,
1933
48.04
–
7.41
1.50
–
–
19
,,
1933
48.031k
–
7.42
1.50
13.014
21.25
w
Laagste d.’)
47.9731
28.-
7.374
1.45
12.90
21.15
w
Hoogste d.’)
48.10
28.25
7.45
1.55
13.074
21.35
Muntpariteit
48.12%
35.007
7.371
1.488
13.094 48.52
a a
o
t
Sfock-
Kopen-
S
/
o
t
Iie!-
Buenos
Mon-
holn, ‘,)
hagen’)
Aires’)
–
treal
1)
13 Juni 1933
43.40
37.60
42.60
3.70
65 1.82
14
1933
43.70
37.80 42.85
3.70
643%’
1.8234
15′
,.
1933
43.40 37.65
42.75
3.71
65
1.84
16
1933
43.45
37.65
42.75
3.73
65
1.84
17
,,
1,933
43.40 37.60 42.65
3.74
65
1.84
19
1933
43.45
37.55
42.65 3.724
65
1.83
Laagste d.w’)
43.10 37.20 42.25
3.65
64%.
1.77%
E[oogste d.wl)
43.75
37.95
42.95 3.774
65
1.90
Muntpariteit
66.671
66.071
66.6711
6.266
95%
2.4878
‘) Noteering te Amsterdam. **) Not, te Rottcrdan,.
1)
Part. opgave.
in ‘t Iste of 2de No. van iedere maand komt een over-zicht
voor van een aantal niet wekelijks opgeliomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
,,
a
Londen
(S per £)
Parijs
(
$
p.
1
00 Ir.)
Berlijn
Amsterdam
(S p. 100 Mk.) (3 p. 100 gld.)
–
13 Juni
1933
4,10% 4,77%
28,52 48,67
14
1933
4,103%
4,77%
29,-
48,77
15
1933
4,02
4,67% 28,45
47,80
16′,,
.1933
4,07%
4,74
28,65 48,48
17
1933
4,07%
4,73′
28,60
48,40
19
,,
1933
4,14.3%’
4,81
29,12
49,)6
1
i
20 Juni
1932
3,60%
3,92’8/,
23,75
40,34%
Muntpariteit..
4,86
3,905,
8
23.81%
408/
1
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen lNoteerings_
eenheden
3Juni
1933
I
1
0Juni
1933
12117
Juni
1933
Laagsfejl’foogste
17
Juni
1933
Alexandrië..
Piast.
p.g
97
97%
976f,
9751,
97%
Athene
….
Dr. p.X,
590 590 580
600 590
Bangkok….
Sh.p.tical
1110H
1110
1110(
1110(
1/10
Budapest
..
I’en. p.
z
r,
19% 19%
184
20.,
19′
Buenos Aires
d.p.$
42
413%
41%
42%
413/
4
Calcutta
. . . .
•
rup.
1
/
65
1
64
1
/
65
/
64
161/1
1/63/32
/6
5
/
44
Constantin.
.
[‘iast.
p.
695
700
700
1
700 700
Hongkong
. .
3h.
p. $
11411/
1151/
1/43
153/
1:5
Kobe
……
‘Sh.
p.
yen
Ilscu. p. £
Li
s
sabon….
1/23/
1
110
12ts,
.
110
l/2”/,
1!3%
109-
110%
1
3
‘!,
110
Mexico
.
…
$
perZ
14.30 14.30
14.15
14.30
14.15
Montevideo
d.pery,
34
34 33
35
1
34
Montreal
..
$
per
£
4.50%
4.55%
4.53%
4.60′
t
4.58k
Rio
d. Janeiro
d. per Mil.
18h.
4% 4s/
4s,
4i
8
4sf,
Shanghai
. .
l
tael
1/3%
1/3s
1/3
1/3
7
/
8
Singapore
. .
Id.
P. $
2/3
7
i
2/3
is
23s,I 2/4ii,
2/3
‘s
Valparaiso
1).
$
per
£
– –
–
–
–
Warschau
..
Zl.
P. £
30’1
8
301,, 297,
130%
30′
1)
lii)
dg.
Z1LVERPR1JS
GOUDPRIJS
8)
Londenl)
N.York
3
)
Londen
.13
Juni
1933..
197/
16
36
1
j
13
Juni 1933….
12212
14
1933..
197/
1
36′,
14
1933….
12211
15
..
1933..
195/,
35%
15
1933….
122/2
16
1933..
19%
35 Y
4
16
,,
1933….
122/1
17
1933..
1.911,
35
17
1933….
122,24
19
1933..
193/,
36
19
1933….
12212
20 Juni
1932..
1615i
1
27s
20 Juni
1932….
114/_
27 Juli
1914..
2416i,
59
27
Juli
1914….
8410%,
1)
in peiicc
p.oz.stand.
2)
Fogeignsilver
in$c.
p.oz.
fine.
3
)insh.p.oz.fiiie
STAND_VAN ‘s_RIJKS_KAS
Vorderingen.
1
7juni1933
1
15Juni1933
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche
Bank ………………
t
2.918.853,10
f
11.148.658,42
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
791.476,23
,,
1.231.803,40
Voorschotten
op
ultimo April 1933 aan
de gem. verst,
op v.
haard. de Rijks-
adm. te heffen gem. ink. bel, en
opc.
op
de Rijksink. bel ………………
1.674.684,88
.
,,
1.646.887,34
Voorschotten
op
ultimo April 1933 a. d.
gein, verstrekt
op
aan
haar uit te
keerenhoofds.derpers.bel., aand. in
…..
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas- tingen en
op
de vermogensbelasting
,,
1.988.511,22
804.174,41 Voorschotten aan Ned.-lndië ………
172.103.857,99
,.174.458.044,81
Id. aan
Suriname …………………
12.026.610,89
Id.
aan
Curaçao ………………….
…..11.818.097,99
6.343.272,91
,,
6.245.983,91
Kasvord. weg. credietverst.
ajh.
buiteni.
,,
100.857.363,78
..
,,
101.123.782.75
Saldo der postrek.
v.
Rijkscoiiipt.i”cicn
,,
28.854.347,22
31.895.327,73
Vord.
op
andere Staatsbedrijven
1)
…
…..
14.912.601,14
14.469.333,12
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
….
leeningen aan gemeenten (saldo)
39.596.270,62
..
39.559.765,29
Verolichtingen.
Voorschot door. De Ned.
Bank ing.
art. 16 van haar
octrooi
verstrekt
– –
Voorschot
door
De
Ned.
Bank in
rekg.-crt.
verstrekt ……………..
–
–
Schatkistbiljetten in omloop ………
f286.354.000,-.
/286.355.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
125.550.000,-
,,
125.550.000,-
Daggeldieeningen
………………..
– –
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.l)
…
.
….
1.536.219,50
,,
317.488,17
,,
1.532.228,50
,.
78.150,07
Zilverbons in Omloop
………………..
Id. aan hetStaatsbedrijfd.P.,T.enT.’)
…..
,,
97.697.814,44
,,I01.553.710,60
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
……….
208.262,04
,,
218.262,04
Id. aan diverse instellingen’)
………..
80. 651.792,54
,
81.939.298,46
9
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
un
Vorlieringen:
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas
–
/
66.608.000,-
waaronder Muntbiljetten ………..
–
398.000,-
Saldo Javasche BanK ………………
–
–
Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinstell.
/
173.446.000,-
175.608.000,-
Schatkistpromessen
………………
…….
600.000,.-
600.000,-
Schatkistbiljetten ……
…………
…….
19.575.000,-
19.575.000,-
Muntbiljetten in omloop
………….
……
,.
1.754.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
…540.000,-
,,
540.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.,,
…1.751.000.-
1.351.000,-
1.432.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
…,,
5.603.000,-
,,
3.522.000,-.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
______
Circu
Iatie
Andere
opeischb.
schulden
1
Discont.
1
IDl. reke-
ntngenl)
27 Mei
1933..
726
1.112
1
479 728
2.250
20
1933..
726
1.070
1
505
‘
730
2.240
13
1933..
728 1.087
1
444
730
2.268
6
,,
1933..
876
1.186
1
442
730
2.256
29 April
1933..
876
1.257
445 740
2.282
5 Juli
1914..
645
1.100
560
735
396
1 Sluitp. der activa.
506
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Juni 1933
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
01)
19 Juni 1933.
Activa.
Binneril. Wis- J:Lfdbk.
f
41.913.1
65,87
sels, Prom.,
1
Bijbnk.
,,
1.123.019,83
duin wsc.
.ag.scu.
,,
5.a11.ouo,o
f
48.247.792,00
Papier o. h. ]3uitenl. in disconto
……
Idein eigen portef.
f
73.198.340,-
Af: Verkochtmaar voor
de bk.nog niet afgel.
–
73.198.340,-
Beleeningen
UCL
vrscli.
Iifdbk.
f
26.385.585,09
in rek.-crt.
Bijbuk.
,
5MS636S,60
op onderp.
Ag.sch. ,,
43.OSIJS4,81
f
75.153.138,50
Op Effecten
……f
74.089.676,1 6
OpGoederen en Spec. ,,
1.063.462,34
,,
75.1 53.138,50
Voorschotten a. h. Rijk ……….
……
–
Munt, Goud
……f
97.701.865,-
M1111tmat., Goud
.
,, 713.215.155,28
f
810.917.020,28
Munt, Zilver,
els.
23793.931,26
Muntmat., Zilver..
«
–
834.710.951,541)
Belegging
1/5
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………
,,
21.541.493,75
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
5.000.000,-
Diverse
rekeningen ………………
10.057.538,10
Staatcl.Nederl.(Wetv.27/5/’32,8.No.221)
18.331.195,17
f
1.086.240.449,12
–
Passiva
Kapitaal …………………………
f
20.000M00,-
Reservefonds ……………………
,,
3.749.272,82
]3ijzondere
reserve
……………….
,,
5.000M00,-
l’ensioenfonds
… ……………….
,,
8.838.693,80
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
926407.570,-
Bankassignati6n in omloop
……….
79.405,87
Rek.-Cour. J 1-let Rijk
f
.12.271.475,39
saldo’s:
k
Anderen,, 1 09397.030,72
,,
121.068.506,11
Diverse
rekeningen ………………
,,
407.000,52
f
1.086.240.449,12
Beschikbaar rnetaalsaldo
…………
f
415.614.156,62
Minder bedrag aan bankbiljetten
iï,
om-
loop dan waartoe de ]3ank gerechtigd is
,, 1.039.035.392,-
1)
Waarvan in liet buitenland
f
3.020.332,58.
Voosnaamste posten in duizenden guldens.
Goud
–
Andere
1
Beschikb.
1
Dek-
Data
Munt
Munt matJ
Circalatze
opeischb.
i
schulden1
Metaal
kings
1
sa1do
perc.
19 Juni ‘331
97.702!
7)3.215
926.498!12L74S 415.614
1
80
12
‘331
97.7021
733.941
942.1631124.518
428.190
1
so
25
Juli
‘
14
!
65703
1
96.410
310.437!
6.198 43.521
j
–
1
Totaal
1
Schatkist-
1
Belee-
1
Papier
Diverse
Data
1
bedrag
prornessen
ningen
1
op
het
reke-
Idisconto’slrechtseeksi
tr
buitenl. ningen
2)
19 Juni 19331
48.248
1
–
1
75.153
1
73.198
10.058
12
,,
1933!
48.605
1
–
1
73.161
1
73.289
9.973
25 Juli
1914!
67.947
–
61.686
20.188
509
‘) Sedert den bankstaat van 4 Jan. 1129 op de basis van
21
metaal-
dekking.
2
Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
I
Zilver I Circulatie opeischb. I metaal-
schulden
saldo
17
Juni’33
2)!
148.320
202.570
1
32.250
54.392
10
,,
1
33
2
)!
149.080
204.820
1
33.410
53.788
20 Mei 19331
106.655
1
44J81
200.796
1
35.054 56.496
13
,,
19331
106.709
1
44.271
204.891 32.784 55.910
25 Juli 1914j
22.057
31.907 110.172 12.634 4.842
Wissels.
Diverse
Dek-
Data
buiten
Dis-
Belee-
reke-
kings N.-Ind.
conto’s
ningen
ningeni)
percen-
______________
betaalb.
lage
17Juni’33
2
)
5.900
5350
35380
63
10
,,
1332)
6.630
60.450 35.170
63
20 Mei 1933
13.965
28.057
64
‘
9J0436.9
13
,,
1933
21.024
9.082
1
38.351
21.839
64
25 Juli 1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
1
Bankbilf.
1
Bankbilj.
1
Other Securities
Data
Metaal
1
in
un l3ankingl
Disc.and Smirittes
1
circulatie
1 Departm.
1
Advances
14 juni 1933 1188.246
1
375.021
1
72.100
1
12.961
1
1L362
7
,,
1933 1187.738
1378.463
1
68.186
1
11.073
1
10758
22 Juli
1914
40.164
29.317 33.633
Gov.
Public
Other Deposits
Dek-
Data
Sec.
Depos.
I
I
Bankers
Other
Reserve1 kings-
Accounts perc.
I)
14Juni’33
1
75.408
1
1L611
104.802
1
38.675
173.2251 477/
32,
7
,,
’33
1
76.289
1
8.025 1102.410 38.233
1
69
.
275
I
465
1
2
6
22 Juli ’14
11.005 14
.
736
!
42.185
129.2971
52
, vvuuuu,i,g Lubscneil ,çeserve Cli Lieposuis.
BANK VAN FRANKRIJK.
1 Te goed
Waarv.I
Belee-
Renteloos
Data
Goud
Zilver!
in Ii
t
b,,it:nl.
Wis
–
sets
op het
1
.
1
ningen
voorschot
buitenl.j
jvd.
Staat
9juni’33
81.106 11.046
2.534
4.474
1.4131
2709
1
3.200
2
’33 81.002 I1.072
2.457
1
4.4371
1.491!
2.738
1
3.200
23Juli’14
4.104!
640
–
1
.5
41
!
sI
.
769
!
–
Bons v. d.l
Diver-
1
1
Rekg. Courant
Data
zelfSt.
arnort. k.
sea’)
1
Circulalie
1
Staat
1
Zei/st.
1
Part:-
lamort.k.I
culieren
9Juni’33
6.559
2.28.1
1
83.751
1
401
1
1.947
117.699
2
,,
’33
6.582
2.427
1
84.615
1
228
1
1.99)
16.846
23 Juli’14
– –
1
5.912
1
401
1
–
1
943
JILI)Ij,uaL aLLIVa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
1
Data
Goud In) bui-
1
als goud-
,vissels
1
Belee-
tenl. circ.
dekking
1
en
1
ningen
banken
1)
geldende 1
cheques
11.5
Juni
1933
268,9
41
1
3
85,0
1
3.041,7
1
78,2
7
,,
1933
351,2
51,6
84,4
1
3.059,3
1
74,4
30 JUIF 1914
1.356,9
– –
750,9
1
502
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.- Diverse
ten
ActivaB)
latie
Crt.
1
Passiva
15 Juni 1933
319,9
1
334,2
1
3.284,0
1
400,4
1
164,5
7
,,
1933
320,2
1
332,3
1
3.372,6
375,6
1
161,2
30 Juli
1914
330,8
200,4
1
1.890,9
1
1
40,0
‘)
Ijnoctast.
‘) W.O. l
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Goud
0L
.
8-
e
e5,
Rekg. Cr1.
Data
0
933
–
LC
ct
–
‘
–
-a
Cl)
15 Juni
2672
65
1
723
59
363
40
3550
50
278
8
,,
2
64
724
62
1
363
1
40
3.609
48
1
255
FEDERAL RESERVE BANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
Other
ash”
2
)
Totaal
1
Dekkin
1
Inhër-
1
disc. v. d.
1
In de
Opel,
bedrag
F.
Notes
–
niensber
1
markt
banks
1
gekocht
31 Me ’33
3.519,9
1
2.858,0
286,8 302,0
1
19,9
24
’33
3499,2
1
2.879,1 308,7 312,2
42,7
–
Data
Belegd
in u.
,
F. R. Notes
1 1
Totaal
1
Gestort
1
Goud
1
Dek-
I
Algen,.
1
Dek.
Gov.Sec.
in circa-I
IKapitaall
kings-
1
kings-
____________
1
latie
1 1
1
perc.
1)
perc.
2)
31 Itlei ’33’
1.889,6
3.203,)
1
2.393,8
1
150,3
62,9
1
68,0
24
– ,,
’33!
1.861,7
3.221,4
2.392,8
1
150,3
62,3
1
67,8
-, v e,,,uuu,u
wielen euuuvourratta 1.egeuover uipeisct,uare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
2) ,.Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve bank
notes.
PAWI’ICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ – HET
FED. BES. STELSEL.
Aantal
Dis-
1
conto’s
1 1
ïieleg-
rvel
1
de
Totaal
1
–
1
Waarvan
Data
bankenen
1
gingen
depo-
1
time
beleen.
1
banks
sito’s
1
deposits
24
Itl.ei
’33I
78
1
8.352
1
7.977 11.635
I
15.222
I
4.278
–
17
,,
‘I
85
8.421
1
7.925
L557
1
15.170
4.271
U pusiun van ijo uien. anK, no javascne aflK en ae UÛflK 01 tflg. land zijn in duizenden, alle overige posten in millioenen van de be-
treffende valuta.
21 Juii 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
507
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
20 Juni 1933
De termijnmarkt voor t a r w e te Chicago daalde op de
meeste dagen der afgeloopen week, niettegenstaande de
berichten over wintertarwe en zomertarwe ongunstiger luid-
den dan een week geleden, en de verhooging der vorige week
werd geheel teniet gedaan. De flauwe effectenmarkt, ge-
ruchten over stabilisatie en de vaste koers van den dol-
lar waren in het begin der week oorzaken der prijsver-laging. Later kwam daarbij het bericht, dat met ingang
van 1 Augustus in de Vereenigde Staten een belasting
zal worden geheven op tarwe van 28 tot 30 dollarcents
per bushel, waarvan de op 150 millioen dollar geschatte
npbrèngst zal moeten dienen voor steun aan de boeren, die
de met tarwe te bebouwen oppervlakte zullen moeten in-
krimpen. De beperkte uitzaai zal beginnen in het nieuwe
seizoen en voor de nu groeiende tarwe zullen geen maat-
regelen worden genomen. De beperking van den uitzaai
zal 20 h 30 pCt. bedragen. Verder moet een reden voor de
verlaging in Chicago gezocht worden in de besprekingen
te Londen tussehen de Vereenigde Staten, Canada, Argen-
tinië en Australië over gezamenlijke beperking van den
uitzaai. Evenals de Vereenigde Staten, is Canada voorstan-
der van een overeenkomst inzake beperking, doch Argen-
tinië en Australië hebben doen weten dat zij hun mede-
werking daaraan niet kuur.en verleenen. Volgens de voor-
gestelde plannen zouden Europeesche invoerlanden een re-
delijk gedeelte van het overschot der uitvoerlanden moe-
ten opnemen. Hoewel die invoerlanden er misschien voor
te vinden zouden zijn de invoerrechten te verlagen onder
zekere voorwaarden, er schijnt weinig kans te bestaan, dat
men ie Europa zal overgaan tot productiebeperking.
Einde der week werd de stemming te Chicigo vaster,
voornamelijk als gevolg van de weïgeriiig door Amerika
mede te werken tot koersstabilisatie en ongunstige oogst-
berichten. Het zeer warme weder werkt in het Zuiden
weliswaar het binnenhalen van den oogst in de hand,
doch verder Noordelijk brengt het de tarwe ontijdig tot
rijpheid. Ook in sommige streken in liet zomertarwe ge-
bied hebben het warme weder en de droogte een slechten
invloed. Vergeleken niet een week geleden was het slot te
Chicago
1i/
dollarcents per 60 lbs. lager. Winnipeg daalde
in overeenstemming met Chicago, ch het herstel begon
er eerder als gevolg van klachteiF over droogte, groote
hitte en sprinkhanen. Hoewel de klachten niet ernstig
zijn, vreest men, dat zij dat zullen kunnen worden. Het
slot-te Winnipeg was 11 dollarcents hooger dan een
week geleden. De vraag voo tarwe in Europa was in de
afgeloopen week vrij rus . Manitoba-tarwe fluctueeide
in verband met den dollrkoers en koopers bepaalden
zich er in hoofdzaak toe hun onmiddellijke behoeften te
dekken. Australische tarwe is iets lager te koop geweest, doch later vroegen verkoopers weder de oude prijzen. In
Argeiitijnsche tarwe waren de prijsschommelingen klein, evenals aan de termijnrnarkten in Zuid-Amerika. Het slot
te Buenos Aires was 9 eentavos per 100 KG., hooger, te
Rosario 10 centavos hooger dan een week geleden. Euro-
peesche oogstberichten bleven over het algemeen gunstig.
In sommige landen werd naar regen verlangd, die ook ge-
vallen is. In Roemenië en Bulgarije was echter warm droog
weer noodig en de gewenschte verbetering in het weder is
sedert eenige dagen ingetreden. Men meldt uit Roemenië
roestschade.
In de stenming aan de r o g g e-markt is in de afge-
loopen week geen verbetering ingetreden en tot onveran-
derde prijzen worden de-verschillende soorten aangeboden.
13e vraag blijft slecht en verkoopers ondervinden bij
voortduriiig groote moeite met den afzet. In Duitseh-
land zijn de vooruitzichten gunstig, hwel niet zulk een
groote oogst verwacht wordt als in het vorige jaar.
In de prijzen voor Plata-m a is is weinig verandering
gekomen. Zij zijn in het begin der week voor stoomende
partijen nog een kleinigheid ingezakt en daarna op een
enkele uitzondering na blijven staan. Met matige vraag
kwamen zaken van beperkten omvang tot stand. Veel aan-
gekomen mais werd niet aangeboden, noch de binnen-
landsehe vraag viel niet mee en het aanbod vond slechts
langzaam zijn weg naar de verbruikers. Velen gaven er
de voorkeur aan te wachten tot deze week grootere hoe-
veelheden aankomen, daar voor de aangekomen Plata-
mais een kleine premie werd gevraagd. Op aflading waren
de verkoopers minder dringend aan de markt en daar-
voor werden de prijzen matig verhoogd. De prijsschomme-
lihgen aan de Argentijnsche termijnmarkten waren klein.
Buenos Aires sloot 3 centavos per 100 KG. hooger, Rosario
5 centavos hooger dan een week geleden. Voor Donau-
maIs bestond meer belangstelling. De kwaliteit der laat-
ste aangekomen partijen was goed en werden tot hoogere
prijzen verkoeht. Afladers waren met Juni en Juli alla-
ding minder dringend aan de markt en ook daarvoor
konden de prijzen eenige guldens per last verbeteren in
vergeljki.ng met het laagste punt, waarop zaken waren
gedaan. De berichten over den nieuwen maïsoogst in Roe-
menië waren niet gunstig. Er werd geklaagd over koud
weer, dat de ontwikkeling der planten tegenhield. Sedert
is een verandering ten gunste ingetreden en is het warm
geworden. Italië blijft met mais aan de markt, waarvan
hoofdzakelijk in Engeland geregeld gekocht werd.
Voor ge r s t blijft de stemming vast en de prijzen ste-
gen in den loop der week. Platagerst in spoedige posities
blijft gevraagd en brengt een premie op tegenover laden-
de. Dit is ook het geval met Donaugerst, waarvoor de prij-
zen iets zijn verhoogd. De vooruitzichten van gerst in
Roemenië zijn gunstig. Afladers zijn aan de markt met
gerst ter verlading in de zomermaanden zonder veel be-
langstelling te ontmoeten.
In h a v e r waren de omzetten klein – met weinig prijs-
verandering voor Boheemsche en Plata haver. De ter-
mijnmarkt te Buenos Aires sloot onveranderd. Er zijn
weder eenige zaken tot stand gekomen in Canadeesehe
haver, doch sedert heeft het aanbod weder opgehouden.
SUIKER.
In verband met de opening der Economische Wereldcon-
ferentie te Londen verkeerden de verschillende suiker-
markten meest in afwachtende houding.
De flinke verkoopen van eenigen tijd geleden aan raf-
finadeurs in A m e r i k a en de groote verschepingen, welke
hierop naar de Ver. Staten volgden, schijnen mede oor-
zaak te zijn van de gemakkelijke stemming aldaar. Ruwe
Suiker voor prompte verseheping werd verhandeld tot
ca 1.40 dc. c. & fi
01) de N e w-Y o r k s c h e termijnmarkt brokkelden de
noteeringen af en het slot bracht de volgende cijfers:
Juli 1.32, Sept. 1.34, Oct. 1.37, Dec. 1.41 en Jan. 1.42,
terwijl de laatste noteering voor Spot Centr. 3.40 bedroeg.
1)e ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Sta-
ten bedroegen deze week 49.000 tons, de versmeltingen
53.000 tons tegen 45.000 tons verleden jaar en de voor-
raden 300.000 tons tegen 342.000 tons.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt:
1933
1932
1931
tons
tons
tons
Productie ……(Raming) 2.000.000 2.602.864 3.122.186
Ontvangsten …………12.241
26.218
23.752
Totaal sedert
lfl.
……..
733.264 1.173.919 1.432.159
Verschepirigen
……….53.173
59.118
37.574
ïoori.aad
……………919.686
1.201.430
1.663.875
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
Amsierdam
Totaal
Artikelen
11-17 /unj
Sedert
Overeenk.
1 I-17Juni
Sedert
Overeenk.
1933 1932 1933
1Jan. l033
tijdeak 1932
1933
1Jan.1933
tijdvak 1932
52.8S6
–
629.829
688.751
152
12.022
.7.408
641.851
696.159
5.918
201.086
239.127
–
2.762
‘1.045
203.848
240.172
Tarwe
……………..
Rogge
………………
82
11.202
14.180
–
25
–
11.227
14.180
Boekweit ……………….
Maïs ……………….
25.4 04
474.356 613.844
2.895
101.642 148.785
575.998
762.629
7.363 146.926 181.485
1.036
17.613 7.271
164.539
,
188.756 4.682 83.452
101.446
–
2.017
2.542
85.469 103.988
6.947 123.237 128.824
6.697 154.721
193.768
276.958
32.592
Gerst
……………..
Haver
……………..
2.950
31.960
47.747
–
–
–
50
31.960
— 47.797
Lijnzaad
……………
Lijnkoek
……………
65
10.306 11.925
118
3.720 7.942
14.02.6
19.867
Tarwemeel
…………….
Andere meelsoorten
•
1.0 98
27.542
21.954
46
5.203
7.096
32.745
29.050
508
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Juii 1933
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN
EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN VLEESCH
TARWE
ROGGE
MAIS
GERST
LIJNZAAD
(Loosduinen)
________
RUND- VLEESCH
VARKENS-
BLOEM-
–
KASKOM-
SALADE
Manitoba
No. 2 loco
No. 2 Canada
loco
La Plata
loco
62(63
K.G.
Z. Russische
La Plata
loCo
(versch)
VLEESCH
(versch)
Rotterdam! Amsterdam
R’dam!A’dam R’dam(A’dam
loco Rotter-
damlA’dam
R’damfA’dam
KOOL
le soort
KOMMERS
le soort
le soort
Gem.v.3kw.
per 100 KO.
per 100 KO.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per 2000 K.G.
per 1960 K.G.
P. 100 st.
5)
p. 100 st. 5)
J) 100 Krop
Rotterdam
Rotterdam
2
)
4)
Jo
fi.
0
10
fi.
III
5
6.
III
f
°h
–
Y
°h
–
T
–
1925
17,20 100,0
13,075
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
–
–
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1
–
–
–
1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
–
–
1928
13,475
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228,50 96,8
363,00
78,5
26,47
100,-
23,08
100,-
5,83
100,.-
93,-
100,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6 26,32
99,4
23,83
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,12
5
120,2
1930
9,67
5
56,3
6,22
5
47,6
136,75
59
1
1
111,75
47,4 356,00
77,0
16,32
61,7
18,28
79,2
3,51
60,2
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4,55
34,8 84,50 36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
18,49
69,9
16,89
73,2
4,33
74,3
88,-
94,6
48,-
61,9
•
1932
5,225
30,4 4,62
5
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7 137,00
29,6
16,71
63,1
11,87
51,4
3,57
61,2
61,-
65,6 37,50
48,4
Jan.1931
6,52537,9
4,-
30,6 84,50 36,5 86,25
36,5
207,50
44,9
..:
_196,_103,2
56,-
72,3
Febr.
,
5,775
33,6
3,90
29,8 87,50 37,8 85,75
36,3
206,25
44,6
-_
91,
97,8
50,
64,5
Maart
•
5,625
32,7 4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
.
44,4 214,00
46,3
———————
90,-
96,8
51,-
65,8
April
5,90
34,3 4,42
5
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
20,42
77,1
22,42
97,1
7,45
127,8
97,
104,3
47,_
60,6
Mei
,,
6,15
35,8
4,975
38,0 95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
16,56
62,6
18,75
.81,2
4,27
73,2
98,-
105,4
45,-
58,1
luni
.,
5,75
33,4 5,05
38,6 86,75 37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
9,51
41,2
1,27
21,8
101,-
108,6
41-
52,9
juli
5,425
31,5 4,70
35,9 84,25
36,4
115,75
49,0
211,00
45,6
95,-
102,2
49
63,2
Aug.
4,975
28,9 4,02
5
30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
94,-
101.1
54,-
69,7
Sept.
4,775
27,8
4,27
5
32,7
68,00
29,4
97,00
411
164,25
35,5
84,-
90,3
50,-
64,5
Oct.
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50
29,6
94,75
401
160,25
34,6
–
–
–
—
–
–
—-
–
—-
–
—
—————————
75,-
80,6
49,–
63,2
Nov.
5,825
33,9
5,475
41,9
81,00 35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
72,-
77,4
48,-
61,9
Dec.
4,92
5
28,6 4,95
37,9 69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
70,-
75,3
43,
55,5
Jan.
1932
5,05
29,4
5,Q75
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
70,-
75,3
40,-
51,6
Febr.
5,30
30,8
5,07
5
38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
68,-
73,1
34,-
43,9
Maart
,,
5,52
5
32.1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
67,-
72,0
32,-
41,3
April
,,
5,65
32,7 6,22
5
47,6 88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2 20,38
77,0
15,06
—
—
–
—
–
—-
–
–
–
–
65,3
5,27
90,4
63,-
67,7
28,–
36,1
Mei
5,60 32,6
5,30
40,5 78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
13,03
49,2
14,78
64,0
3,71
63,6
67,7
26,-
33,5
luni
,,
5,22
5
30,4
4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
5,76 25,0
1,73
29,7
67,-
72,0
34,-
43,9
juli
4,90 28,5
4,-
30,6 78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
–
—
—
—-
—
–
—–
–
68,8
35,50
45,8
Aug.
5,20
30,2
4,07
5
31,2
77,50
33,5
98,25
.41,6
133,00
28,8
–
—
—
—-
—
–
——
–
—
—
—-
—
–
—–
–
62,-
66,7
40,50
52,2
Sept.,,
5,476
31,8 4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37
1
5
150,75
32,6
—-
—
—-
–
–
–
–
—–
–
—-
—
—-
–
–
–
–
—-
–
–
55,-
59,1
42,50
54,8
Oct.,,
5,25 30,5
3,92
5
30,0 74,50
32,2
79,50
33,7
138,25
29,9
—-
—
—–
–
–
–
–
—-
—
–
—
–
–
–
—
–
–
—
–
—–
–
51,-
54,8
44,-
56,8
Nov.
4,90 28,5
3,90
29,8
71,25
30,8
79,00
33,5
135,2′, 29,2
–
—
—
—
–
–
—
–
—–
–
53,-
57,0
46,-
59,3
Dec.,,
4,72
5
27.5
3,80
29,1
66,25
28,6
75,25 31,9
135,00
29,2
–
—
—
—-
—
–
—–
–
53,–
57,0
46,-
59,3
lan.
1933
Febr.
4,95 28,8 3,75
28,7
73,00
31,5
75,25
31,9
136,50 29,5
.
————–
50,50
54,3
44,75
57,7
4,775
27,8
3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7
130,25
28,2
–
–
—
—
–
–
—
–
—-
—
–
–
—
—
–
–
—
–
—–
–
49,25
53,0
58,1
Maart
5,05
29,4
3,82
5
29,3 73,50 31,7
76,25
32,3
130,50
l
28,2
–
–
-.
–
–
—
—-
—
–
—–
–
– –
46,50
50,0
59,3
April
,,
5,15 29,9 3,75
28,7
72,75
31,4
7125
;30,2
129,50
1
28,0
1462
55,2
13,59
–
–
—
—
–
–
—
–
—–
–
–
–
—
—
–
–
—
–
—–
–
58,9
3,27
56,1
49,50
53,2
48,25
62,3
Mei
5,40
31,4
3,775
28,9 70,50
30,5
7325
31.0
146,75
1
31,7
1432
54,1
—————–
10,74
–
–
–
–
–
—
–
–
—
–
——
46,5
1,51
25,9
52,25
56,2
49,-
63,2
6
Juni
,,
5.25
30,5 3.65 27,9
70,00
30,2
77,00 32,6
159,50
1
34,5
5,77
25,0
1,12
19,2
52,-6j
55,9
49,-
6)
63,2
12
,,
,,
5,20
30,2 3,55
27,2
65,50
28,3
75,00
31,8
158.00
1
34,2
5,90
25,6 0,80
13,7
52,-
I
55,9
47,50
7
)
61,3
19
5,10
29,7
3,40
26,0
64,50
27,9
75,00
31,8
160,50
1
34,7
5,38
23,3
0,68
11,7
51,-,
54,8
48,-
8
)
61,9
1) Men zie voor de toelichting op dezen Staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
1)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2. van Jan. 1931 tc
vanaf 26Mei 1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 193
het betreffende jaar. 6)2 Juni.
7)
10Juni.
8
)17 Juni.
9)9
Juni.
10)
16 Juni.
Vervolg STATISTISCH OVERZICH
MINERALE1′
TEXTIELGOEDEREN
-__
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM
BENZINE
.
KATOEN
WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche Mtd. Contin.
Crude
Gulf exp.
-_________
gekamde
ustra
Australische,
HUIDEN
SALPETER Middling
locoprijzen
F.0. F.
Sakella-
0.
F. No.
1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
tlm
64166
0
$cts. per
erino,
”
,
CrosabredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100
KG.
R damjA’dam
oe S.
g.
per barrel
U.S.
gallon New-York rides
uomra
Liverpool
rd
oco
ib °
per
.
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per
1000
K.G.
per Ib.
Liverpool Bradford per Ib.
fi.
0
10
$
5j
0
$cts.
°Io
$ cts.
O
o
pence
0
/
pence
°/s
pence
°
l
pence
Oj
II.
°I
I.
Uf
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30 67,4
47,25
85,9
24,75 83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2 1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3.
7,27
77,8
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6 1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
.
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25 85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92 41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0 7,33
25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2 4,50
30,3
6,45
.
27,7
5,21
17,8 3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
Jan.
1931
10,30
95,4
0.85
50,6 6,05 40,9
10,30
44,3
8,31
28,4
3,09
33,1
21,25 38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
Febr.
10,30
95,4
0.85
50,6
6,14
41,3
10,95
47,1
9,58
32,7
3,55
38,0
21,75 39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
Maart
10,30
95,4
0.66
39,3.
6,07
.
40,9
10,90
46,9
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25 45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
April
10,15
94,0
0.53
31,5 5,66
38,1
10,25
44,1
8,68
29,7
3,31
35,4
24,50
44,5
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1
Mei
10,00
92,6
0.53
5
31,5
5,375
36,2
9,40
40,4 8,18
27,9
3,01
32,2
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
Juni
10,00
92,6
0.34
.
20,5
4,24
28,5
9,10
39,1
7,54
25,8
3,01
32,2
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
Juli
,,
10,00
92,6
0.245
14,3
3,40
5
22,9
9,25
39,8 7,73
26,4
3,35
35,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4 8,26
68,8
Aug.,,
10,00
92,6
0.43
25,9
-3,94
26,5
7,20
.
31,0 5,94 20,3
2,59
27,7
22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,
58,3
Sept.,,.
10,00
92,6
0.56
33,2
5,50 37,0
6,55
28,2 5,77
19,7
2,59
27,7
20,00 36,4
11,00
37,3
18,-
51,9 6,50
54,2
Oct.,,
9,90
91,7
0.56
33,2
4,19
28,2
6,30
27,1
5,82
19,9
2,85
30,5
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65 55,4
Nov.
9,90
91,7
0.68
40,4 4,62
31,1
6,40
27,5 5,72
19,5 3,11
33,3
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80
56,7
Dec.
9,90
91,7
0.71
42,3
5,31
.
35,7
6,30
27,1
4,98
17,0
2,99
32,0
16,25
29,5
9,00 30,5
—
–
6,95
57,9
Jan.
1932
8,25 76,3
0.71
42,3
5,25 35,3
6,65 28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00 30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
Febr.
8,25
76,3
0.71
42,3 4,92
5
33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00 30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
Maart
,,
8,35
77,3
0.71
42,3
4,625
31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30 35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40 61,7
April
8,65
80,1
0.86
51,2
4,34
29,2
6,25 26,9
5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0
9,00 30,5
9,25
26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86
51,2
4,25
28,6
5,80 24,9 4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88
25,6
7,40 61,7
Juni
8,25
76,3
0.86
51,2 4,25 28,6
5,25 22,6
4,44
15,2
2,55 27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9 7,40 61,7
Juli
8,10
75,0
0.86
51,2 4,25 28,6
5,80 24,9 4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50 28,8
9,75
28,1
–
–
Aug.,,
7,80
72,2
0.86
51,2 4,30 28,9
7,35 31,6
5,71 19,5
3,33 35,6
15,75
28,6 8,25
28,0
12,-
34,6 5,70 47,5
Sept.,,
7,75
71,8
0.86
51,2
4,375
29,4
7,75 33,3 6,37 21,8
3,64 38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.,,
7,65
70,8
0.86
51,2
4,45 29,9
6,50 28,0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6
8,50 28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
Nov.
7,40 68,5
0.86
51,2
4,60
31,0 6,15 26,5 5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25 28,0
12,-
34,6
6,10 50,8
Dec.,,
7,25
67,1
0.745
44,3
4,435
29,8
5,95
25,6
4,73
16,2
2,80
30,0
15,25
27,7
.
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20 51,7
P
n.
1933
7,05
65,3
0.53
31,5 4,16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
11,50
33,1
6,30 52,6
br.,,
7,20
66,7
0.38
22,6 3,97 26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78 29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40
53.3
Maart
,,
7,25
67,1
038
22,6
3,87
5
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75 26,3
10,75
31,0
6,40
53,3
April
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6
7,75 26,3
11,25
32,4 6,40 53,3
Mei
7,15
66,2
0.23
5
14,0
2,95
19,9
7,30
31,4
5,60
19,1
3,07
32,8
17,00
30,9
8,25
24,0
11,25
32,4 6,40 53.3
6 Juni
12
7,15
66,2
0.21
0.20
12,5
11.9
289
2
)
19,5
192
7,70
33,1
–
–
–
–
17,50
6
)
31,8
8,506)
28,8
6,40
53,3
,,
,,
19
7,15
7,15
66,2
66,2
0,31
18,5
2,85
4
)
2.894)l
19,5
7,65 7,65
32,9 32,9
5,87
5
)
20,1
1
3,23
1
34,5
17,50
7)
18,75
8
)
31,8
341
8,75
7
)
9,00
8
)
29,7
30,5
6,40 6,40
53,3
53,3
1)
Jaar- en maandgem. atger. op ‘Is pence. 2)2 Juni.
8)9
Juni.
4
)16 Juni.
5
) 14 Juni.
6)
1Juni.
7)
8 Juni.
6)
15 Juni…..
21
Juni
1933
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
509
lAN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)
–
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
KAAS Edammer
1
EIEREN
KOPER
1
1
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per K.G.
Leeuwar- Alkmaar
Gem..not.
Eiermijn
Standaard
LOcoprijzen
1
Locoprijzen
1
locoprijzen
Foundry No.3
IJZER Locoprijzen
cash
cash Londen
der Comm.
Fabrieks-
kaas
Roermond
Londen
Londen
1
per Eng. ton
Londen. per
Eng. ton
f.o.b.
Middlesbrough
(Lux III) P.
Eng. t. job,
Londen
per
Londen
per ounce
per
Standard
Noteering
ki. m/merk
p. 100
St.
per Eng. ton
1
per Eng. ton
Antwerpen Eng.ton
Ounce
iE
‘
iii
ii
“fl.
110
‘T”
£
i”
£
1
£
Sb.
.
‘ï’
£
O/o
8h.
0/
pence
TT
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
1100,0
261.17/
–
100,0
731- 100,0
67/-
100,-
36.3/6
100,-
85/6
100,
–
2’/.
100,0
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15 88,8
58.1
1
–
93,5
31.1
1
6
1
85,3
290.1716
111,1
86
1
6
118,5
68/8
102,5 34.216
.94,3
85/
–
99,5
28
11
,16
89,3
2,03
87,9
43,30
77,3
7,96
86,7
55.141
–
89,7
24.4.-
1
66,4
290.4/
–
110,8 731-
100,0
6416
96,3
28.101
–
78,8
85/-
99,5
26
3
/4
83,3
2,11
91,3
48,05°
85,8 7,99
87,0
63.161
–
102,8
21.11-
1
57,8
227.5/
–
86,8
661-.
90,4
62/8
93,5
25.5/6
69,9
85/-
99,5
26
1
1
81,1
2,05
88,7
45,40
81,1
8,11
88,3 75.141-
121,9
23.51
–
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
68/9
102,6 24.1716
68,8
85/
–
99,5
24
7
116
76,2
1,66
71,9
38,45
68,7 6,72
73,2
54.13
1
–
88,0
18.1
1
6
49,6
142.5
1
–
54,3
67
1
–
91,8 59
1
6
88,8
16.17/-
48,6
85/-
99,5
17
13
1
11
55,4
1,34
58,0
31,30
56,9
5,35
58,3
36.51- 58,4
12.11- 33,1
110.1/-
42,0
551-
75,3
47/6
70,9
11.1016
31,9
92/6
108,2
13
3
/
41,6
0,94 40,7 22,70
40,5
4,14
•
45,1
22.17/-
36,8
8.12/-
23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
371
55,2
9.161..
27,1
118/-
138,0
12
7
/8
40,1
1,61
69,7′
32,25
57,6
6,63 72,2
45.716
73,1
14.-16
38,5
116.81-
44,4
60/6
82,9
51/6
76,9
12.1816
35,7
85/
–
99,5
13
7
18
43,2
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
45.116
72,6
13.56
36,4
11
7
–
1
6 44,7
58i6
80,3
50/7
75,5
12.10
1
–
34,6
85
1
–
99,5
121
1
2
38,9
1,47
63,6
35,00
62,5 4,94
53,8
45.1
1
6
72,6
13.3(6
36,2
122.11
–
46,6
58/6
80,3
48/10
72,9
12.816
34,3
85/-.
99,5
13
7
116
41,8
1,35
58,4
31,60
°
56,4 4,20
45,8
42.1516
68,9
12.10,-
34,3
113.41-
43,2
586
80,3
49/6
73,9
11.12/-
32,1
85/-
.99,5
13
1
/
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,075
44,4
39.6
1
6
63,4
11.10
1
6
31,6
104.17/
–
40,0
58
1
6
80
1
3
48/
–
71,6
10.13/6
29,5
85
1
–
99,5
12
15
/
16
40,3
1,29
55,8
33,50
59,8
4,30
46,8
36.616
58,5
11.1116
31,8
106.216
40,5
5816
80
1
3
47/1
70,3
11.10/-
31,8
85/-
.
99,5
121/8
40,1 1,32
57,1
37,75
°
67,4
4,40
47,9
34.14
1
–
55,9
12.15
1
6
35,1
112.5
1
6
42,9
58/6
80
1
3
48
1
9
72,8
12.11/-
34,7
85/-
99,5
13
1
1,
41,2
1,30
56,3
36,00
64,3
4,98
54,2
32.151-
52,8
11.19,6 32,9
114.196
43,9
58
1
6
80,3
47
1
9
71,3
11.14/6 32,4
85/-
99,5
12′
3/16
39,9
1,27
55,0
32,25
57,6
5,775
62,9
30.3/6
48,6
11.4′-
31,1
111.16/-
42,7
55/6′
76,0
46/7
°
69,5
10.19/-
30,3
91/3
106,8
13/i
41,4
1,24
53,7
26,25
46,9
6,275
68,4
28.216
45,3
10.96
28,8
101.116
38,6
461
–
63
1
0
44/8
66,7
10.7/6
28,7
106/3
124,3
13/16
43,0
.1,17
50,6
24,75 44,2
7,07 77,0
27.1916
45,1
11.5/-
30,9
102.-/-
39,0
4416
61
1
0
43/6
64,9
10.1516
29,6
110/9
129,5
1411
2
45,1 1,18 51,1
21,40 38,2 5,325 58,0
27.616
44,2
10.161-
29,6
98.1716
37,8
41/6
56,8
43/3
64,6
10.216
28,0
122/6
143,3
14
5
116
44,6
1,16
50,2
25,75 46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.141-
29,4
98.181-
37,8
41,6
56,8
42/-
62,7
10.6/6
28,5
120/3
140,7
137/8
°
43,2
1,34
58,0
27,75
49,6
3,79
41,3
26.4
1
–
42,2
10.5/-
28,1
99.2/6
37,9
41
1
6
56,8
40/
–
59,7
10.-/.
27,6
11916
139,9
14
43,6
0,98
42,4
23,65 42,2
3,425
37,3
24.181-
40,1
9.9
1
–
25,9
96.6
1
–
36,8
44
1
–
60,3
40
1
–
59,7
9.11/-
26,4
114/-
133,5
13
3
/
4
42,8
0,99
42,9
19,60
35,0
2,77
5
30,2
23.8/
–
37,7
8.16/6
24,2
84.15/6
32,4
45/-
61,6
37/6
56,0
9.2
–
25,2 110/3
129,0
131/8
40,9
0,82
35,5
19,65
35,1
2,88 31,4
21.61-
34,3
8../-
22,0
89.1316
34,2
441
–
°
60,3
3716
56,0
9.9/-
26,1
112/9
132,0
12
5
/8
39,3
1,11
48,1
24,25
43,3
3,08 33,5
20.1216
33,2
7.5/-
19,9
84.91
–
32,3
441
–
60,3
37/6
56,0
8.13/-
23,9
11316
132,7
12
5
18
39,3
0,96
41,6
19,55
34
1
9
3,125
34,0
19.2/6
30,8
7.3/6
19,7
90.1716
34,7
42/6
58,2
37/-
55,2
8.616
23,0
116/
135,7
12
3
/8
38,5
0,76
32,9
17,90
32,0
3,72 40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6
101.-/-
38,6
421-
57,5
36/6
54,5
9.13
1
6
26,7 118/6
138,6
12
1
/16
39,9
0,84
36,4
19,70
35,2 4,64 50,5
25.8
1
–
40,9 9.10/6
26,
1
109.9
1
6′
41,8
42
1
–
57,5
35/-
52,2
11.21-
30,7
118/9
138,8
13
40,5
0,82
35,5 25,50
45,5
5,73 62,4
22.516
35,9
8.7/-
22,9 105.13/6 40,4
411-
56,2
3416
51,5 10.8/6
,
28,8
121/6
142,1
12
1
/3
38,9
0,81
35,1
26,50 47,3
6,65
72,4
21.19
1
–
35,4
8.4
1
6
22,6
104.7
1
6 39,9 40/
–
54,8
34/6
51;5
10.8/-
,
28,7
125/9
147,2
12
5
/1
38,3 0,73
31,6 22,55
40,3
5,125
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
39/-
53,4
34/6
51,5
0.7/-
‘
28,6
125/9
1
147,2
11
1
12
35,8
0,73
31,6 21,75
38,8
4,27 46,7
19.171-
32,0
7.8/-
20,3
100.116 38,1 4016
55,5
34/6
51,5
9.19/-
27,5
1228
143,5
1111
116
36,4
0,65
28,1
20,60
36,8 4,35
47,4
20.31
–
32,5
7.7/
–
20,2
104.716
39,9
431
t
°
58,9
341
–
50,7
9.15/
–
27,0
120/5
140,8
II
‘l/j
37,2
0,53
22,9
19,40
34,6
2,80
30,5
20-/6
32,3
7.101-
20,6
104.18/3
40,1
431
–
58,9
347
51,6
10.7/-
1
28,6
120/5
140,8
12
7
/16
38,7
0,54
23,4
18,55
38,9
2,075
22,6
20.11/6
33,1
7.12/6
20,9
109.17/
–
42,0
43/-
58,9
35(6
53,0
10.8/6
1
28,8
120/1
140,4
1213/16
.
39,9
0,52 22,5
21,80
38,9
2,49
27,1
23.6/6
37,6
8.6
–
22,9
128.17/6
49,2
41/6
56,8
3616
545
10.13!-
/
29,4 123/6
4,4
131
1
4
41,2
0,50
6
)
21
1
6
23
1
_6)
41,1
2,45
26.7
26.11
1
6
42,8
9.8/-
25,8
148.12!-
°
56
1
8
41
1
6
56,8
37
1
–
55.2 11.9/6
/
31,7
1226
3,3
13
5
/18
41,4 0,52
9
)
22,5
22,50
9
)
40,2
2,40
26,1
24.14/-
39,8
9.3/6
°
25,2
153.14/-
58,7
41
1
6
56,8
37
1
–
55,2
11.8 6
/
31,6
1 22/2k
3,0
H2.9
13
7
1
16
41,8
0,52
10
)
22,5 23,50
10
42,0
2,55
27,8
24.16!-
40,0
8.19/6
24,6
151 .4/.
57,7
42/6
58,2
37
1
–
55,2
11.11/-
1
31,9
122/2
13
7
/1
41,8
6 Sept. 1932 79 K.G. La Plata.
3
Tot Jan.
1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929
Amer.ican No. 2. van .16 Dec.
1929
tot
26
Mei
1930
74
1
5 K.G. Hongaarsche
1/5 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept.
1932
No. 3 Canada.
5)
De
jaargemiddelden ‘zijn berekend uit de gemiddelde prijzen van April, Mei en Juni van
~
AN GROOTHANDELSPRIJZEN.
.
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENHOUT
basis
7″ f.o.b.
S T E E N E N
CACAO COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
Standaard
SUIKER
THEE
Zwedenl
Finland
binnenmuur
buitenmuur
‘
‘G.F. Accra
per
Ned.-Ind. f.m.s.
‘
Robusta
Lôcoprijzen
Ribbed Smoked
Witte kristal-
suiker loco
All.
N.-I. theev.
A’dam gem. p.r.
per standaard
per
per
50 K.G. c.i.f.
per
lOO
1(0.
Amsterdam
Rotterdam
Sheets
loco Londen
R’dam/A’dam
Java- en Suma-
van 4.672 M
3.
per 1000 stuks
per
1000 stuks
Nederland
. Per
1
12
K.G.
per Ib.
per
100
K.G.
tratheep.’/2KG.
/
“j”
t
f
i”
“9
j
cts.
Sh.
01
0
II.
cts.
0
10
159,75
100
15,50
100,
–
19,-
‘100,-
4216 100,
–
.
35,87
5
100,0
61,375
100,0
2/11,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
153,50
96,1
15,75
‘101,6
19,50.
102,6
491
–
115,3
34,
–
94,8
55,375
90,2
21
–
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
°
32,62
3
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12 102,0
82,75
97,9
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
57/3
134,9
31,87
5
88,9
49,625
80,9
-/10,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45/10
107,9
27,37′
76,3 50,75
82,7
–
1
10,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34/It
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-/5.875
16,5
9,60 51,2
60,75
71,8
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
42,9
25 40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
69,00
43,2
9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,32
5
33,7
28,25
33,4
125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2614
62,0
18,25
50,9
28
45,6
–
14,25
11,9
8,20
437
66,25
78,4
125,00
78,2
0,-
64,5
21,-
110,5
22/2
52,2
18,125
50,7 26,25
42,8
-13,875
10,9
8,20
43,7
53
62,7
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-.
110,5
22/6
52,9
18,62
5
51,9 25,50
41,5
-/3,75
10,5
8,30
44,3
45
53,3
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
22/7
53,1
17,50
48,8 24,75
40,3
-,3,l25
8,8
8,576
45,7
43
50,9
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
21/0
49,4
15,37′
42,9
25
40,7
-13,125
8,8
8,50
45,3
40,25 47,6
110,00
68,9
10,50
67.7
21,-
110,5
22/4
52,6
14,12
°
39,4
25,75 42,0 -13,125
8,8
8,57
5
45,7
39,50
46,7
110,00
68,9 .10,50
67,7
21,-
110,5
2615
62,2
15,-
41,8
27
44,0
-13
8,4
.
8,770
48,6
38,25
45,3
100,00
62,6
10,50
67,7
21.-
110,5
2418
58
1
0
14,125
39,4
25,50.
41,5
.
-12,5 7,0
7,90
42,1
38,50
45,6
100,00
62,6
°
•I050
67,7
19,-
100,-
22(7
53,
1
13,375
37,3
23,75
38,7
-/2,375
6,7 7,52
5
40,1
37,50
44,4
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
2110
49,4
13,25
36,9
23
37,5
–
12,375
6,7 7,55 40,3
37,75
44,7
10000
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21/2
49,8
13,75
38,3
23
37,5
-2,25
6,3 7,15
38,1
37
43,8
82,50
51,6
10,-
64,5
18,50
97,4
1813
42,9
12,75
35,5
23
37,5
–
/2,25
6,3
6,75 36,0
35
41,4
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
.
41,8
13,125
36,6
23
37,5 -12,125 6,0
7,35 39,2
32
37,9
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
18/1
.
42,6
14,50
40,4
23
37,5
–
12
5,6
7,05 37,6 30 35,5
70.00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
21/9
51,2
14,75
41,1
23
37,5
-11,625
4,6
6,25
33,3
31
36,7
70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5
–
11,5
4,2 5,90
31,5
29,25
34,6
70,00 43,8
8,50
54,8
15,
.
78,9
2016′
48.2
°
13,25
36,9 23,50
38, 3
-11,5 4,2 5,62
5
30,0
30,25
35,7
70,00
43,8
.
8,50
54,8
15
,-
78.9
20(6
48,2
12,375
34,5
24
39,1
–
1
1,375
3,9
6,30 33,6
28,50
33, 7
67,50
42,3 8,50 54,8
15,-
78,9
2011
47,3
12,375
34,5
24
39,1
-/1,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
63,00
39,4
8,50 54,8
15,-
78,9
20/7
48,4
12,375
34,5
24
39,1
-11,75 4,9 6,57
5
35,1
22,75
26,9
60,00
37,6
8,75 56,5
15,-
78,9
21/2
49,8
°
12,75
35,5 25,25
41,1 -12,125
6,0
6,525
34,8
23,75
.28,1
63,50
39,7
581
1450
76,3
1818
43,9
12,375
34,5 26,50 43,2 -11,75 4,9
6,32
5
33,7 28,50 33,7 63,50
39,7
9,50 61:3
1425
75,0
17
1
6
41,2
1
2,
1
2
33,8
24,50
39,9
–
1
1,75
4,9
5,87′
31,3
30,75
36,4
65,00
40,7
64,5
13,75
72,4 17/4
40,8
,
11,75
32,8
24
.
39,1
–
1
1,75
4,9
5,50 29,3
28,25
33,4
70,00
43,8 9,25
59,7
13,50
71,1
16
1
6
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-/1,625
4,6
5,375
28,7
25
29,6
‘70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7 -11,5
‘
4,2
5,60 29,9
26,75
31,7
70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
.
10,375
28,9
23,50
°
38,3
-/1 5
4,2
6.-
32,0
26,25
311
70,00
43
1
8
9,75
62,6
12,75
67,1
15/5
36,3
9,50
26,5 23,50
38,3
–
/1:625
4,6
6,07
5
32,4
27,50
32
:5 70,00
43,8
9,50
613
12,50
65,8
1616
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-/2,.
5,6
6,024
32,1
26,50 31,4
.70,00
43.8
17/11
42,2
10,37
5
289
22,50
36,6
-/2,5
7,0
‘
6.50
34,7
29,757)
35,2
70,00
43,8
17s11
42,2
10,-
27,9 22,50
36,6
-/2,375
6,7
6,25 33,3
70,00
43,8
18/5 43,3
9,375
26,1
.
22,50
36,6
-/2,375
,
6,7
6,125
32,7
Alle Pondennoteering vanaf 21 Sept. ’31 zIjn op goudbasis omgerekend dô Dollarnoteeringen vanaf 20April
1
33 zIjn In verhouding van de depreciatie
den DoIIar,t.o.v. den Gulden verlaagd.
510
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Juni 1933
Volgens F. 0. L i cli t luiden de berichten omtrent de
te velde staande bieten uit Duitschland en Frankrijk gun.
stig en Engeland Vrij gunstig. In Polen is de stand
eenigszins verbeterd, terwijl de berichten uit Tsjecho-
Slowakije gedeeltelijk gunstig luiden.
In E n g e 1 a ii d vonden eenige aanzienlijke verkoopen
van ruwe suiker plaats. Verkoopers waren echter tot
prjsconcessies gedwongen, zoodat slechts Sh. 519 voor
Cubasuiker bedongen kon worden. Op de L o n d e n s clie
termijnmarkt bleef een ruim aanbod overwegen. Hoewel
hier tenover een behoorlijke kooplust stond en flinke
omzetten plaats vonden, bleven de noteeringen beneden
het niveau van het vorige slot.
Hieronder volgen de gegevens van de U. K. Board of
Trade Statistiek over Mei:
Mei
Oct.[Mei
1933
1932
1932133
1931/32
tons
tons
tons
tons
Import Bietsuiker . . . 9.664 13.066 24.171 99.867
Rietsuiker . . . 215.959 209.702 1.567.017 1.368.286
Totaal…. 225.623 222.7681.591ï881T46815S
Vrijgem. v. Consumptie 193.247 159.547 1.317.232 1.363.347
Export Geraffincerd . 28.262 24.116 214.531 133.723
Op Ja v a verkocht de N.I.V.A.S. ca 10.000 tons Supe-rieur en 2000 tons bruine Suiker, gedeeltelijk afgekeurde
suiker.
Evenals in Engeland was de stemming h i e r t e 1 a n d e
willig op een ietwat lagere prjsbasis. De A m s te r d a m-
s c h e termijnmarkt sloot na een Vrij levendigen handel op
de volgende noteeringen:’ Aug.
f
6′-,, Dec.
f
6
3
/8,
Mrt.,
f 6
5
/8
en Mei f634.
KOFFIE.
De Koffiemarkt bleef ook deze week onveranderd kalm en lusteloos gestemd. De kost- en vrachtaanbiedingen van
Brazilië liepen in de meeste gevallen nog iets terug en
aangezien ook de dollarkoers, die in den loop van de week
enkele percenten gestegen was, ten slotte wederom even-
veel daalde, komen de offertes den Nederlandschen impor-
teur heden in het algemeen nog
Ys
A.
34
ct. per
1
K.G.
goedkooper uit dan een week geleden.
Nu de werkstaking in de haven van Santos geheel is
opgeheven, zijn dé verschepingen vandaar in de laatste
week groot geweest. Volgens de gisteren bekend geworden
weekstatistiek bedroegen zij in de vorige week naar
Europa 124.000 balen tegen 15.000 balen in de week daar-
v&r en naar de Vereenigde Staten 264.000 balen tegen 16.000
balen. Verscheept werden van Rio naar Europa 47.000 bâlen tegen 34.000 balen en naar de Vereenigde Staten
49.000 balen tegen 23.000 balen. Als verkocht door Sautos
werden opgegeven naar Europa 168.000 balen tegen
17.000 balen en naar de Vereenigde St’aten 241.000 balen
tegen 31.000 balen.
Vernietigd in de Vorige week zijn slechts 6000 balen te
Rio.
Over de plannen van Brazilië met den volgenden oogst,
waarover in de Overzichten van 30 Mei en 7 Juni reeds
het een en ander is medegedeeld, werd nog vernomen, dat
te Rio officieel is bekend gemaakt, dat van den oogst
1033134 van den Staat Minas Geraes 60 % direct verzon-
den zal mogen worden naar de verschillende buitenland-
sche markten, zonder terughouding van eenigo hoeveelheid
in de Regeeringspakhuizen en dat dezelfde bepaling zal
worden vastgesteld voor de Staten Rio en Esperito Santo.
Het Nationale Koffie-Departement van Brazilië zou, na
grondige bestudeering van de statistiek, tot de conclusie
zijn gekomen, dat het niet noodig is om van de oogsten
der genoemde Staten tijdelijk 30 % terug te houden en dat het afstaan van 40 % van het Departement tot ,,sa-
crifice prices” voldoende zal zijn om de kans van overbe-
lasting der Braziliaansche exporthavens door het vrij-
laten der overblijvende 60 % uit te sluiten.
Ten opzichte van den oogst van den Staat Sao Paulo zal dus, naar het schijnt, worden vastgehouden aan het
oorspronkelijk bekend gemaakte plan, volgens hetwelk 30 % van den oogst zal worden vrijgelaten, 30 % voor-
loopig zal worden achtergehouden en 40 % aan het Kof-fie-Departement zal worden uitgeleverd. Particuliere be-
richten uit Brazilië hebben gemeld, dat aangenomen
wordt, dat het Koffie-Departement 30 Milreis per haal
zal vergoeden voor de 40 %, welke zal moeten worden af-
gestaan. De koers van den Milreis is in de laatste maan-
den gedaald, doch schommelt nog dagelijks vrij belangrijk
heen en weder. Op het oogeublik komen 30 Milreis uit
op ongeveer
f
4.75, wat dus in Nederlandsch courant het
bedrag zou zijn, dat per baai als ,,sacrifice price” voor
de op te vorderen koffie zal worden vergoed. Dit bedrag
is wel zeer laag, doch in het oog moet wordeen gehouden,
dat, zooals in het Overzicht van 30 Mei is uiteengezet,
in de prijzen, waartoe op het oogenblik alhier door Bra-
zilië wordt aangeboden, ongeveer 9%1 Ned. ct. per
1
/2
K.G. aan Braziliaansche uitvoerrechten is begrepen, waar-
bij nog voor zeevracht, inladingskosten enz. ongeveer
2
ets, komen. Voor de ordinairste kwaliteiten die hier tot
ca. 17 ct. kost en vracht worden geoffreerd, komt dien-
tengevolge de werkelijke prijs, dien de Braziliaansche ex-
porteur maakt, thans slechts uit op ongeveer
53/2!
ct. per
34
K.G., wat overeenkomt met ongeveer
f
6.60 per baai.
Bij een vergoeding van
f
4.75 zou dus ongeveer 72 % van
de thans geldende waarde voor de laagste soorten worden
gerestitueerd en, evenals tot nu toe steeds geschied is,
zullen ook thans vel weder voornamelijk deze soo.rten
voor opvordering en vernietiging worden gekozen.
Het uitvoerrecht, dat voor opkoop van te vernietigen
koffie wordt geheven, bedraagt 48 Milreis per haal. Bij
een te verwachten export van 12 0. 13 millioen balèn
(hierbij inbegrepen 10 % bonus), zal dit uitvoerrecht,
tenminste indien het gehandhaafd blijft, zeker genoeg op-
leveren tot betaling van 30 Milreis op 40 % van den
oogst (ca. 12 millioen balen) en tot bestrijding van de kos-
ten der vernietiging.
Een officieel telegram heeft medegedeeld, dat de voor-
raad in de binnenladsche pakhuizen van Rio op 31 Mei
bedragen heeft 256.000 balen tegen 599.000 balen op 30
April, hetgeen een vermindering beteekent van 343.000
balen.
De kost- en vrachtaanbiedingen van Santos zijn op het
oogenblik, onder aftrek van het op circa 15 dollarcents
geschatte voordeel van de bijlevering der bekende bonus
van 10 %, voor gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping ongeveer $ 9.75 0. 10.- per cwt. en
voor dito Prime ongeveer $ 10.-
11
10.20 Voor Rio type
New-York 7 met beschrijving, prompte verscheping, komen
de offertes, op dezelfde wijze berekend, uit op ongeveer
$ 8.25
0.
8.35. Bij den dollarkoers van heden staan deze
aanbiedingen gelijk met onderstaande prijzen in goud-
dollars:•
Santos Superior – $ 8.05 0. 8.30
11
Prime
– 830 0. 8.45
Rio 7
– ,, 6.80
0.
6.90
wat 0.05
f1
0.10 gouddollar per cwt. lager is dan verleden
week.
De prijzen in de eerste hand in Nederiandsch-Indië zijn voor de ongewasschen Sumatra Robusta-soorten % 0. 34
ct. en voor gewasschen Robusta zelfs 134 ct. hooger dan
verleden week. De noteeringen zijn thans aan te nemen
op:
Palembang Robusta, Juni/Juli verscheping, 14341 ct.;
Benkoelen Robusta, Juni/Juli’ verscheping, 14% ct.;
Mandheling Robusta, Juni/Juli verscheping, 1634 ct.;
W.I.B. f.a.q. Robusta, Juni/Juli verscheping, 2134 ct., alles
per
34
K.G., cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt
bleven aanvankelijk onveranderd, doch daalden daarna
ct. – Juni staat thans 17 ct. en alle verdere maan-
den staan 15% ct. De officieele loco-noteering van Superior Santos bleef
gehandhaafd op 23 ct. per
1
41 K.G. en die van Robusta
op 2234 ct.
De slotnoteeringen te New-York varen:
Gemengd contract
Santos contract
(basis Rio No. 7)
(basis Santos No. 4)
Sept. Dec. Mrt. Mei Sept. Dec. Mrt. Mei
19 Juni – . . . $ 5.63 5.58 5.48 5.46 7.86 7.78 7.64 7.58
12 Juni …. ..5.66 5.58 5.51 5.48 7.98 7.80 7.70 7.62
6 Juni ….., 5,55 5.39 5.34 5.31 7.86 7.67 7.55 7.50
29 Mei ……5.58 5.47 5.41 5.41 7.88 7.70 7.61 7.57
Rotterdam, 20 Juni 1933.